3
)OEKEN: The deadly fuze, the secret weapon of World War II, door R. B. Bald- win, 332 blz., geïll. Uitg.: Jane's Publishing Company, Londen, 1980. Prijs: £ 8,95. De Tweede Wereldoorlog is de eerste oorlog in de geschiedenis geweest die werd beslist met wapens die bij het uitbreken van dat conflict nog volsla- gen onbekend waren. Van die omstan- digheid is geweldig veel ophef ge- maakt en sindsdien is de mensheid nog steeds niet uitgepraat over de vreesaanjagende toevoeging van kern- energie aan het arsenaal van voor de oorlogvoering ter beschikking staande middelen. Daardoor zijn andere wa- pens, die al evenzeer een welhaast doorslaggevende rol hebben gespeeld, ten onrechte niet zo sterk in het mid- delpunt van de belangstelling der des- kundigen gekomen; de naoorlogse li- teratuur vermeldt hun bijdrage tot de eindoverwinning maar zelden expli- ciet, en het vele werk in laboratoria en op proefterreinen is schijnbaar ach- teraf de moeite van het beschrijven niet meer waard. The deadly fuze echter is gewijd aan een van die geheime wapens die wel- iswaar de oorlog niet rechtstreeks heb- ben doen winnen maar toch dicht daarbij zijn gekomen. De nabijheids- buis „proximity fuze" heeft een hoofdrol gespeeld, in het bijzonder in de luchtverdediging van het Verenigd Koninkrijk en bij het afslaan van Ja- panse luchtaanvallen op de Ameri- kaanse vloot in de Grote Oceaan. Hoe ongelooflijk het ook moge klinken: de militaire leiders van de Asmogendhe- den waren aan het einde van de oor- log nog steeds onkundig van het be- staan van dat dodelijke wonderwapen, dat zij zelfs „niet voor verwezenlij- king vatbaar" achtten. De schrijver doet het verslag van de ontwikkeling van de radio-nabijheids- buis uit eigen ervaring: hij was een van de research-ingenieurs van het Office of Scientific Research and De- velopment en stond daar aan het hoofd van een van de onderzoeks- teams die door hun gezamenlijke in- spanningen de „droom van elke artil- lerist" wisten waar te maken: de buis die in staat zou zijn de nabijheid van een doel zélf precies vast te stellen om daarna te detoneren op een zo- danige afstand daarvan dat een maxi- male uitwerking zou worden bereikt. Dat door velen als hersenschim be- schouwde project werd in een on- voorstelbaar korte tijd uitgewerkt. Uit Baldwins relaas kan worden gelezen dat het vooral de uitstekende verhou- dingen binnen de groep zijn geweest die dat succes hebben mogelijk ge- maakt. Zoals latere navorsingen heb- ben aangetoond, verschilde de aanpak van de research aan geallieerde zijde inderdaad grotelijks van hetgeen in Duitsland, Italië en Japan gebruike- lijk was: de geleerden in de Ameri- kaanse en Britse onderzoekcentra kre- gen — anders dan hun tegenhangers ter andere zijde — ook niet zozeer opdracht als wel de uitnodiging een >epaalde mogelijkheid te onderzoeken, en de hele werkwijze van de betrok- ken teams ademde een geest van sa- menwerking en collegialiteit die in de autoritaire structuren ten enenmale ontbrak. In theorie was het uiteraard mogelijk een buis te ontwikkelen die radiogol- ven uitzond en de weerkaatsing daar- van zou opvangen om vervolgens uit de sterkte van het terugontvangen sig- naal op te maken wanneer het opti- male moment was gekomen om het projectiel te doen springen; de prak- tische realisering stuitte echter aan- vankelijk nog af op het kardinale pro- bleem dat de radioapparatuur bestand moest zijn tegen de schok bij het af- vuren van het projectiel uit het ka- non. De beschrijving van de daaruit voortvloeiende moeilijkheden en van de overige voetangels en klemmen maakt het boek tot een boeiend en zeer leesbaar geheel. Dat geldt zeker niet uitsluitend voor de artilleristisch of technisch geschoolden, het laat zich ook zeer wel genieten door an- JAKPERS: Nieuwe bewapening voor de luchtstrijdkrachten De laatste jaren is het accent komen te liggen op de conventionele oorlog- voering. Dat heeft geleid tot inten- sieve research op het gebied van de luchtmachtbewapening, in het bij- zonder met betrekking tot de beste manier om zg. harde doelen (lan- dingsbanen, tankconcentraties) te ver- nielen. Een van de eerste hulpmidde- len, waarmee conventionele vlieg- tuigbommen werden uitgerust, is het vertragingssysteem geweest. Doel daarvan is de bom na het loslaten te vertragen opdat het laagvliegende vliegtuig een veilige afstand zal heb- ben bereikt wanneer de bom neer- komt en explodeert. Een voorbeeld is het Franse Matra type 200 systeem, dat in 1964 door de Franse lucht- macht in gebruik werd genomen. Het bestaat uit een kruisvormige, in een koker verpakte nylon parachute met afhankelijk van de soort aanval bijpassende vertraagde-ontstekingsbui- zen. De bom kan nu op 30 m hoogte worden losgelaten bij een voorwaart- se snelheid die ligt tussen 400 en 600 knopen. De bom zal dan exploderen als het aanvallende vliegtuig 480 m van het doel verwijderd is. Het Britse systeem werd ontworpen door Hunting Engineering Ltd. Hier is het vertragingsmechanisme gemon- teerd in een speciaal staartstuk, dat een lintparachute en luchtremmen benut. Met behulp van aanpassings- stukken kunnen de „Bomb Retarder t> deren die belang stellen in literatuur die onder meer een inzicht kan ver- schaffen in wat er allemaal aan het thuisfront moest worden verricht om een uiteindelijk winnend afsluiten van een oorlog mogelijk te maken; het staat buiten kijf dat dit boek daarvan een voortreffelijk, en uitstekend gedo- cumenteerd, verslag levert. W. WALTHUIS 520

)OEKEN: JAKPERS

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

)OEKEN:

The deadly fuze, the secret weaponof World War II, door R. B. Bald-win, 332 blz., geïll. Uitg.: Jane'sPublishing Company, Londen, 1980.Prijs: £ 8,95.

De Tweede Wereldoorlog is de eersteoorlog in de geschiedenis geweest diewerd beslist met wapens die bij hetuitbreken van dat conflict nog volsla-gen onbekend waren. Van die omstan-digheid is geweldig veel ophef ge-maakt en sindsdien is de mensheidnog steeds niet uitgepraat over devreesaanjagende toevoeging van kern-energie aan het arsenaal van voor deoorlogvoering ter beschikking staandemiddelen. Daardoor zijn andere wa-pens, die al evenzeer een welhaastdoorslaggevende rol hebben gespeeld,ten onrechte niet zo sterk in het mid-delpunt van de belangstelling der des-kundigen gekomen; de naoorlogse li-teratuur vermeldt hun bijdrage tot deeindoverwinning maar zelden expli-ciet, en het vele werk in laboratoriaen op proefterreinen is schijnbaar ach-teraf de moeite van het beschrijvenniet meer waard.The deadly fuze echter is gewijd aaneen van die geheime wapens die wel-iswaar de oorlog niet rechtstreeks heb-ben doen winnen maar toch dichtdaarbij zijn gekomen. De nabijheids-buis — „proximity fuze" — heeft eenhoofdrol gespeeld, in het bijzonder inde luchtverdediging van het VerenigdKoninkrijk en bij het afslaan van Ja-panse luchtaanvallen op de Ameri-kaanse vloot in de Grote Oceaan. Hoeongelooflijk het ook moge klinken: demilitaire leiders van de Asmogendhe-den waren aan het einde van de oor-log nog steeds onkundig van het be-staan van dat dodelijke wonderwapen,dat zij zelfs „niet voor verwezenlij-king vatbaar" achtten.De schrijver doet het verslag van deontwikkeling van de radio-nabijheids-buis uit eigen ervaring: hij was eenvan de research-ingenieurs van hetOffice of Scientific Research and De-velopment en stond daar aan het

hoofd van een van de onderzoeks-teams die door hun gezamenlijke in-spanningen de „droom van elke artil-lerist" wisten waar te maken: de buisdie in staat zou zijn de nabijheid vaneen doel zélf precies vast te stellenom daarna te detoneren op een zo-danige afstand daarvan dat een maxi-male uitwerking zou worden bereikt.

Dat door velen als hersenschim be-schouwde project werd in een on-voorstelbaar korte tijd uitgewerkt. UitBaldwins relaas kan worden gelezendat het vooral de uitstekende verhou-dingen binnen de groep zijn geweestdie dat succes hebben mogelijk ge-maakt. Zoals latere navorsingen heb-ben aangetoond, verschilde de aanpakvan de research aan geallieerde zijdeinderdaad grotelijks van hetgeen inDuitsland, Italië en Japan gebruike-lijk was: de geleerden in de Ameri-kaanse en Britse onderzoekcentra kre-gen — anders dan hun tegenhangerster andere zijde — ook niet zozeeropdracht als wel de uitnodiging een>epaalde mogelijkheid te onderzoeken,en de hele werkwijze van de betrok-ken teams ademde een geest van sa-menwerking en collegialiteit die in deautoritaire structuren ten enenmaleontbrak.

In theorie was het uiteraard mogelijkeen buis te ontwikkelen die radiogol-ven uitzond en de weerkaatsing daar-van zou opvangen om vervolgens uitde sterkte van het terugontvangen sig-naal op te maken wanneer het opti-male moment was gekomen om hetprojectiel te doen springen; de prak-tische realisering stuitte echter aan-vankelijk nog af op het kardinale pro-bleem dat de radioapparatuur bestandmoest zijn tegen de schok bij het af-vuren van het projectiel uit het ka-non. De beschrijving van de daaruitvoortvloeiende moeilijkheden en vande overige voetangels en klemmenmaakt het boek tot een boeiend enzeer leesbaar geheel. Dat geldt zekerniet uitsluitend voor de artilleristischof technisch geschoolden, het laatzich ook zeer wel genieten door an-

JAKPERS:

Nieuwe bewapening voorde luchtstrijdkrachten

De laatste jaren is het accent komente liggen op de conventionele oorlog-voering. Dat heeft geleid tot inten-sieve research op het gebied van deluchtmachtbewapening, in het bij-zonder met betrekking tot de bestemanier om zg. harde doelen (lan-dingsbanen, tankconcentraties) te ver-nielen. Een van de eerste hulpmidde-len, waarmee conventionele vlieg-tuigbommen werden uitgerust, is hetvertragingssysteem geweest. Doeldaarvan is de bom na het loslatente vertragen opdat het laagvliegendevliegtuig een veilige afstand zal heb-ben bereikt wanneer de bom neer-komt en explodeert. Een voorbeeld ishet Franse Matra type 200 systeem,dat in 1964 door de Franse lucht-macht in gebruik werd genomen. Hetbestaat uit een kruisvormige, in eenkoker verpakte nylon parachute met— afhankelijk van de soort aanval —bijpassende vertraagde-ontstekingsbui-zen. De bom kan nu op 30 m hoogteworden losgelaten bij een voorwaart-se snelheid die ligt tussen 400 en 600knopen. De bom zal dan exploderenals het aanvallende vliegtuig 480 mvan het doel verwijderd is.Het Britse systeem werd ontworpendoor Hunting Engineering Ltd. Hieris het vertragingsmechanisme gemon-teerd in een speciaal staartstuk, dateen lintparachute en luchtremmenbenut. Met behulp van aanpassings-stukken kunnen de „Bomb Retarder

t> deren die belang stellen in literatuurdie onder meer een inzicht kan ver-schaffen in wat er allemaal aan hetthuisfront moest worden verricht omeen uiteindelijk winnend afsluiten vaneen oorlog mogelijk te maken; hetstaat buiten kijf dat dit boek daarvaneen voortreffelijk, en uitstekend gedo-cumenteerd, verslag levert.

W. WALTHUIS

520

Tail", type 117 en 118, op verschei-dene typen bommen, waaronder ookAmerikaanse, worden aangebracht.De meeste moderne bommen kunnengeschikt worden gemaakt voor laser-geleiding. De VS hebben een uitge-breid programma voor de produktievan met laser geleide bommen enbijbehorende conversiekits, onder decodenaam „Pave Way". Een laser-straal wordt op het doel gericht eneen laserontvanger in de bom piktde reflecterende straal op, waarmeede bom vervolgens naar het doelwordt geleid. Dit betekent dat destaartvinnen bestuurbaar moeten zijn,resp. worden gemaakt. Laserbommenzijn ontworpen voor gebruik tegenspeciaal nauwkeurigheidsdoelen, zoalsbruggen, belangrijke gebouwen, e.d.Zij zijn niet bedoeld voor gebruiktegen tanks. De laserstraal kan op hetdoel worden gericht door iemand opde grond, door het aanvallende vlieg-tuig of door een ander vliegtuig.

Vooropgesteld dat de man op degrond de juiste positie kan innemenen behouden, is de eerste methodewaarschijnlijk de beste. Sinds het con-flict in Zuidoost-Azië heeft de USAFo.m. de GBU-8, de GBU-10, de GBU-12 en de GBU-16 ontwikkeld. DeAmerikaanse marine heeft zich meertoegelegd op geleiding door televisie,het Walleye-project, maar ook deUSAF onderzoekt de mogelijkheidvan tv- en infraroodgeleiding in hetGBU-15-programma (een onderzoeknaar de mogelijkheden van slecht-weeroperaties met deze 2000 Ibsbom). Het GBU-15 Cruciform WingWeapon (CWW) zal voor het eerstworden toegepast op de F-4E als deelvan het Pave Tack/ARN-101/GuidedMunitions Modification Programme.Ook is gebruik op de F-111F en deB-52D voorzien.Een andere techniek die bij de GBU-15 kan worden toegepast, doch eerstna 1985, is de Loran Mid-courseguidance. Het US Air Force Arma-ment Development and Test Centre(Eglin AFB) werkt ook aan een pro-

gramma waarbij de GBU-15 zich bij„jamming" van de data-linkfrequentiezal richten op de „jammer".Het principe van de „cluster"bomis dat van het schot hagel. De bombestaat uit een bus, waarin een grootaantal vrij vallende kleine bommen.Na het loslaten opent de bus zich opeen bepaalde hoogte; de bommetjesvallen in een bepaald patroon. Eenvoorbeeld is de Hunting EngineeringBL755, die o.m. door België, Duits-land, Nederland, Canada, Italië, Pa-kistan en India werd aangeschaft. Debom weegt 272 kg en is gevuld met147 kleine bommen die in een ellip-tisch patroon van 500 bij 150 voetvallen. De BL755 kan zowel inwen-dig in een bommenruimte als uitwen-dig aan de vleugel worden meege-voerd. Het wapen is zeer effectieftegen typische gevechtsvelddoelen. DeVS hebben diverse typen clusterbom-men ontworpen, waarvan de meest be-kende de Rockeye is. De Mk 20Rockeye werd ontworpen door hetUS Naval Weapons Centre, is een500 Ibs bom en bevat 247 kleinebommen. Het valpatroon is ontwor-pen voor gebruik tegen tanks, voer-tuigen en kanonnen. Een recentereontwikkeling van de Rockeye staatbekend als de AP AM (Anti-Personnel/Anti-Materiel), die 717 bommetjesbevat.De Franse en de Duitse systemen zijnanders: daar worden de bommetjesdirect uit het vliegtuig losgelaten.Het Franse systeem Giboulée bestaatuit 12 of 24 5 cm lanceerbuizen, dieonder verschillende hoeken ten op-zichte van elkaar staan. Elke buisbevat vijf projectielen die na elkaarworden afgevuurd. Daarmee wordteen gebied van 100 bij 20 meter be-streken. Een ander Frans systeem isde Beluga, dat geschikt is voor aan-vallen op vaste en bewegende doe-len. Het kan worden gebruikt metlaagvliegende vliegtuigen met hogesnelheid. Na het loslaten wordt debom afgeremd tot het vliegtuig vol-doende ver is verwijderd, daarnaworden de afzonderlijke granatenvrijwel verticaal afgeworpen. Er zijndrie typen granaten voor verschillen-de typen doelen. Het Duitse systeemis bekend onder de afkorting MW1en werd oorspronkelijk ontwikkeldvoor de Tornado, voor gebruik tegengroepen tanks op een vrij groot, maatnauwkeurig afgebakend terrein.

De vernietiging van de vijandelijkeluchtmacht op de grond heeft altijdvoorrang gehad. Aanvallen op vlieg-velden bevatten evenwel twee tegen-

strijdige elementen: het aanvallendevliegtuig moet een verrassingsaanvaluitvoeren en dus zeer laag aanvlie-gen; de bommen moeten de startbaanevenwel onder een optimale hoekraken teneinde niet te ricochetteren,en bovendien een grote snelheid be-zitten om voldoende diep in het betonte kunnen doordringen. Zowel Enge-land en Frankrijk als de VS ontwik-kelen, of hebben reeds ontwikkeld,een speciale anti-vliegveldbom. Vanhet Britse wapen, de JP 233, is wei-nig bekend. Naar verluidt dringt hetdiep in de startbaan door en zou hetmijnen met vertraagde werking rond-strooien, teneinde de reparaties tebelemmeren. De ontwikkeling vanhet Franse wapen, de Durandal, be-gon in 1971. Dit wapen zou ook ge-schikt zijn om vliegtuigen in hunshelters te vernielen. Het is voorzienvan een remsysteem, maar nadat hetaanvallende vliegtuig zich heeft ver-wijderd, wordt de snelheid van despringkop weer vergroot, zodat dezetot maximaal 40 cm beton kan door-dringen.

Y. Robins — Precision-guided am-munition and special air ordnance.Aerospace International 16(1980)(3)42. M. W. A. WEERS, kol KLu b.d.

Optreden van eenbeveiligende strijdmacht

Een beveiligende strijdmacht behoortop haar oorlogstaak te worden voor-bereid door te velde te oefenen. Ver-trouwdheid met het terrein, de wa-pens en de plannen kan slechts tevelde worden opgedaan en is voor-waarde voor succesvol optreden. De-ze bewering is een conclusie, getrok-ken door commandant en staf van hettweede ACR (Armoured Cavalry Re-giment) na zijn deelneming aan deoefening „Certain Sentinel', gehouden

521

in het voorjaar van 1979. In de eer-ste fase van deze oefening beveiligde2ACR een sector van negentig kilo-meter gedurende twee etmalen tegende aanval van een versterkte pantser-divisie, waarmee de bruikbaarheidvan een optreden als beschreven inFM 100-5 (Operations) werd aange-toond. Dat optreden is gebaseerd opde volgende opdrachten:

— misleid de aanvaller omtrent delocatie van de voorste lijn van hetweerstandsgebied;— tracht de vijand te scheiden van dehem begeleidende luchtverdedigings-middelen;— win tijd voor onze hoofdmacht.

De oefening vond plaats in het Stei-gerwald, de vlakte van de rivier deMain ten zuiden van Schweinfurt, enleverde voor het cavalerieoptredende volgende lessen op.

Voor het optreden van een beveili-gende strijdmacht behoort een alge-mene conceptie te zijn ontwikkeld. In2ACR geldt dat er een structuur isvan vuur, hindernissen en manoeuvreom gevechtshandelingen in flanken enrug mogelijk te maken waar de ratiovan de gevechtskracht in ons voordeelis. De actieve verdediging moet wordengezien als een offensieve operatie, dieniet alleen de vijand stopt doch hemook aangrijpt op plaatsen waar hij hetzwakst is. Cavalerie is zeer geschiktvoor beveiligend optreden. Inzet ingrotere eenheden is economisch. Di-visies en legerkorpsen dienen zich terealiseren dat de speciale training, devele verbindingsmogelijkheden, geva-rieerde bewapening en bravoure demoderne cavalerie effectiever dan an-dere eenheden doen zijn voor hetgevecht als beveiligende troepen. Hethoofdweerstandsgebied en het ge-bied van de beveiligende strijdmachtzijn nauw met elkaar verweven. Kwa-liteit en ontplooiing in het eerstge-noemde gebied zijn bepalend voor deactie van de beveiligende troepen,die tot conservatief optreden zullenworden gedwongen als de eerstge-noemde te kort schieten. Ook het te-gengestelde is waar: goede troepenen middelen in het hoofdweerstands-gebied maken agressief optreden vande beveiligende troepen mogelijk,waardoor de gezamenlijke prestatieeen veelvoud zal zijn van de som vanbeider inspanning. De beveiligendestrijdmacht dient te worden versterkt.Rechtstreekse steun van tactischeluchtmacht en artillerie vergroot haarvuurkracht en mogelijkheid tot inter-dictie. Lua is essentieel omdat in eer-

ste aanleg het gros van 's vijandsluchtaanvallen zal zijn gericht op debeveiligende strijdmacht. Ook is eengoed en uitgebreid hindernissenplanvan belang. Extra infanterie en tanksdienen beschikbaar te worden gesteldom moeilijke terreindelen te bezetten.Gezamenlijke training is noodzakelijk.Bij het begin van het gevecht heeftde vijand het initiatief. De eigen par-tij zal toestemming moeten verwer-ven voor het stellen van vernielingenen het overschrijden van grenzen, za-ken die door de vijand kunnen en zul-len worden voorbereid. Gevechtssuc-cessen worden verkregen door inlich-tingen en onze reactie daarop. Cava-lerie behoort te reageren op het mo-ment dat de inlichtingen zijn verkre-gen en de opdracht is ontvangen.

tBehalve het bovenstaande zijn uit deoefening vele aanvullende lessen teputten. Het vermogen van een bevei-ligende strijdmacht, het weerstands-gebied waarschuwings- en reactietijdte verschaffen, kan door politiekeoverwegingen worden aangetast. Toe-stemming voor brugvernieling, voorhet leggen van mijnen, voor het blok-keren van wegen zal niet snel afko-men. Elk bevelsniveau dient daarvante zijn doordrongen; de inlichtingen-officieren moeten op dat gebied evenactief en veeleisend zijn als hun ope-rationele collega's.

Aanvalsheli's (gemiddeld worden der-tig tanks uitgeschakeld tegen het ver-lies van één heli) vormen de snelsteen krachtigste reserve in het gebiedvan de dekkingsgroepen. Op de eer-ste dag van „Certain Sentinel" kwamhet voor dat heli's een sector van es-kadronsgrootte overnamen. De lucht-cavalerie van een regiment bleek ge-lijkwaardig aan een bataljon grond-troepen. Op ander tactisch gebied ont-stond bij 2ACR als effectief offensiefelement de „two troop tank force",ad-hoc lichte eskadrons met als op-dracht voordeel te trekken uit tijde-lijke vijandelijke zwakheden. Alle es-kadrons dienen dergelijke ad-hoceen-heden onmiddellijk te kunnen vormen.Inzet binnen twee uur. Bevelvoeringdoor lagere troepen- en stafofficieren.Geen speciale logistieke steun voordeze „lichte" eskadrons, wel voorbe-reide artillerie- en luchtsteun (dit laat-ste bleek door de huidige doctrine nietafdoende gedekt). Hindernissystemenzorgen voor de structuur van het ge-vechtsveld. Goed gebruikte geniemid-delen maken het mogelijk gevechts-kracht economisch in te zetten.

Enigszins verrassend was de les uit de

Deze rubriek bevat uittrekselsuit binnen- en buitenlandse pu-blikaties. De verantwoordelijk-heid van de redactie beperktzich tot een juiste weergavevan de inhoud van de artikelen.

activiteiten en resultaten van de in-lichtingendienst. Meer aandacht be-horen de elektronische en verbindings-dienst (ELINT en sioiNT)-inlichtingen tekrijgen. Het was tijdens de oefeningniet mogelijk verder te zien dan defrontlijn. Voorbij die lijn kon devijand zijn reserve verplaatsen zonderdat dit werd waargenomen door delegerkorpsinlichtingendienst. (Een bri-gade verplaatste zich lateraal over 20km, stak een rivier over en viel aanzonder tevoren te zijn opgemerkt.)Op logistiek gebied was de belang-rijkste les dat het nodig bleek het Ar-moured Cavalry Regiment uit te brei-den met een logistiek eskadron, instaat tot het steunen van langdurigezelfstandige operaties, omdat in dehuidige organisatie een afdoende lo-gistieke steun daarbij niet is verze-kerd.

Ten slotte enkele conclusies en aan-vullende opmerkingen:

— de huidige doctrine is in principejuist;— het actiegebied van de beveiligen-de strijdmacht dient onder eenhoofdigbevel te staan; het verdelen van ge-noemd gebied in brigadegebieden on-dermijnt het divisieoptreden;— verder reikende verbindingsmidde-len en een organiek logistiek eskadronper regiment zijn noodzakelijk.

R. E. Wagner — Covering force ope-rations. Armor (1980)(3/4).

F. TOUBER, bgen inf b.d.

522