Upload
others
View
7
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
2012
Het is zover: de mouwen kunnen worden
opgestroopt. Binnen afzienbare tijd zal SCOLs
„Father‟ Willis orgel verhuizen van de opslag in Oud
Sabbinge naar de werkplaats van Willis Organ
Builders in Liverpool. Hier wordt het basisorgel
gerestaureerd en uitgebreid tot de geweldenaar die
de Hooglandse Kerk gaat sieren. Momenteel is de
planning voor de eerste bouwfase een heel eind op
streek. Bovendien staat de projectgroep die voor
SCOL en het College van Kerkrentmeesters de
realisatie op de voet zal volgen, in de startblokken.
Concertserie 2011
Voor de Zomerserie van 2011 deed een gevarieerde
stoet musici de Hooglandse Kerk aan. Een tweeluiks
celebrity recital door Huw Williams stond op het
programma, maar ook een groot symfonisch concert,
twee vocale programma‟s en een concert van drie
Leidse De Jong(e)‟s: twee organisten en een
altblokfluitist. Hier volgt een kleine beeldimpressie
door onze secretaris annex fotograaf, Eric Brons.
In de week na Pasen gaven zestien leden van het
Koor van De Nederlandse Opera een concert onder
leiding van organist Brian Fieldhouse. Met jeugdige
souplesse voerden ze o.a. een adembenemend
Serenade to Music uit, door Vaughan Williams
geschreven voor 16 solostemmen in 1938.
In juli wisten we beslag te leggen op het Oxfordshire County Youth Orchestra: een bruisend orkest van
meer dan 100 getalenteerde jongeren. Overdag
repeteerde dit grote gezelschap per sectie her en der
verspreid door de Hooglandse Kerk. Vervolgens
zocht iedereen elkaar weer op in het schip, waar het
geheel ook muzikaal op zijn plek moest komen in de
ruime akoestiek. ‟sAvonds klonk het orkest als een
klok: eendrachtig en zelfverzekerd.
STICHTING CATHEDRAL ORGAN LEIDEN
Nieuwsbrief december 2011
De Leidse Cantorij, gedirigeerd door Hans Brons en
op orgel begeleid door Theo Visser, sloot de
Zomerserie af. Het slotconcert stond in het teken
van Engelse en Duitse romantiek, met op het
programma werken van Howells, Vaughan Williams
en Finzi, en Mendelssohn.
Willis, orgelbouwer Engelse kathedralen beschikken heden ten dage
vrijwel altijd over een groot imposant orgel.
Opmerkelijk genoeg is dit niet altijd zo geweest. Tot
het begin van de 19e eeuw moesten zelfs de grootste
kathedralen het stellen met orgels van tamelijk
geringe omvang. De industriële revolutie bracht hier
verandering in. De verworvenheden hiervan
drongen door tot in de verste hoeken en gaten van
het dagelijks leven in Groot-Brittannië; zo ook in de
orgelbouw. Net zoals in Frankrijk (bijv. Cavaillé-
Coll) begon men te experimenteren met nieuwe
technieken en materialen. Jonge orgelbouwers als
William Hill, Joseph William Walker en Henry
Willis, zorgden voor een bloeiperiode van de
Engelse orgelbouw met hun grote nieuwe
romantisch symfonische orgels. Geen kathedraal of
stadsgehoorzaal die geen groot orgel in de nieuwe
stijl wilde. Vooral Willis (de jongste en meest
vooruitstrevende van de drie pioniers) heeft een
waar erfgoed aan orgels achtergelaten die met gemak
kunnen wedijveren met de bekende 'continentale'
orgelbouwers uit Frankrijk en Duitsland.
In de leer Deze Henry Willis werd op 27 april 1821 geboren als
de zoon van een aannemer. Op 14-jarige leeftijd ging
hij in de leer bij orgelmaker John Gray. Vervolgens
meldde hij zich bij harmoniumbouwer Evans, waar
hij ervaring opdeed met het intoneren van de
tongstemmen, wat zijn latere ongeëvenaarde
techniek op het gebied van tongwerken verklaart.
Eenmaal leerling af vestigde hij zich als orgelbouwer
in Londen, waar hij ook harmoniums bleef bouwen.
Stepping stone to fame Bij het demonstreren van een tweeklaviers
pedaalharmonium bij drukkerij Novello ontmoette
Willis de organist van de kathedraal van Gloucester,
Samuel Sebastian Wesley. Een levenslange
vriendschap en samenwerking ontstond. Door
Wesley‟s toedoen kreeg Willis in 1847 de opdracht
tot herbouw van het Gloucester orgel. Hoewel dit
geen „nieuw‟ instrument betrof, betekende deze
opdracht voor Willis wel zijn „stepping stone to
fame‟ (de opstap naar roem).
Wereldtentoonstelling 1851 In 1848 en 1849 bezocht Willis de Franse
orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll en andere
pioniers op het gebied van orgeltechniek, onder wie
ook Charles S. Barker. Deze bezoeken inspireerden
Willis tot de vernieuwingen die hij voortaan
toepaste in zijn nieuwe orgels. Zijn doorbraak werd
bezegeld tijdens de Wereldtentoonstelling van 1851
in het Crystal Palace in London. Vijftien orgels
stonden hier opgesteld, maar Willis‟ instrument was
Voorlopige agenda 2012 27 maart Winchester College, o.l.v. Malcolm Archer 17 mei Theo Visser 19 juni Simon Johnson (St. Paul's Cathedral, London) 21 juni Simon Johnson * Kerkelijk Centrum De Regenboog 20 september Bach Revisited 18 oktober wordt later bekend gemaakt
Aanvang: 20.15 uur
Locatie: Hooglandse Kerk, Middelweg 2, Leiden
* Kerkelijk Centrum De Regenboog, Watermolen 1, Leiden
verreweg het meest imposant en spectaculair
vernieuwend. Nu, honderdvijftig jaar later, is het
nog steeds in gebruik en wel in Winchester
Cathedral.
Het bekendste Willis orgel… De Wereldtentoonstelling heeft Willis vele
opdrachten opgeleverd, onder meer in St George‟s
Hall in Liverpool. Zijn roem bleef groeien en
daarmee ook de stroom nieuwe opdrachten. De
meest bekende „Father‟ Willis orgels zijn
waarschijnlijk die van St Paul‟s (Londen), Salisbury
en Truro. Andere zijn te vinden in de kathedralen
van Aberdeen, Calcutta, Canterbury, Durham,
Edinburgh, Glasgow, Hereford, Lincoln en Christ
Church Cathedral, Oxford, St Mary's Church,
Southampton, Giggleswick School, Felsted School en
vele stadskerken (waaronder ook in Australië).
… het grootste, het laatste… Windsor Castle beschikte over een „Father‟ Willis;
helaas werd deze vernietigd door de brand in
november 1992. Verder staan Willis orgels in het
Blenheim Palace en de Royal Academy of Music en
verschillende historische stadsgehoorzalen
waaronder Reading Town Hall, Birmingham Town
Hall, Freemasons‟ Hall, London en het Sheldonian
Theatre in Oxford. Het instrument in de Royal
Albert Hall was zelfs lange tijd het grootste orgel ter
wereld. Het orgel van St Bees Priory Church (1899)
was het laatste grote instrument dat onder het
persoonlijk toezicht van „Father‟ Henry Willis is
gemaakt.
… en het onze Ons originele orgel dateert uit 1892. Father Henry
Willis, toen reeds 71 jaar oud, hield nog steeds de
touwtjes strak in handen.
Wordt vervolgd.
Het verhaal van Joop Brons
Onze nestor en lid van het college van advies heeft een bijzondere band met het Engelse kathedraalorgel. Een persoonlijk relaas. Al meer dan 60 jaar koester ik een grote liefde voor
Engelse orgels, vooral voor de orgels in de
monumentale Engelse kathedralen. Deze liefde
ontlook al in augustus 1950 toen ik met Jaap, een van
mijn broers, een week doorbracht in Engeland. We
reisden per fiets, via Oostende-Dover, en sliepen in
Youth Hostels. Ons eerste doel was Westminster
Abbey. Mijn dagboek van 1950 vermeldt hierover:
“…Dit orgel bleek grote kwaliteiten te hebben. Op meesterlijke wijze begeleidde de organist het koor en de samenzang. Prachtig klonken de machtige crescendi in dit imponerende bouwwerk. Geruime tijd zijn we nog gebleven. We konden niet scheiden…”.
Tour de Cathédrales Daarna fietsten we naar St Paul‟s Cathedral. Toen we
binnenkwamen hoorden we fluisterzacht orgelspel,
geleidelijk toenemend in steeds groter volume. Dat
was al gelijk indrukwekkend, vooral ook toen het
koor inzette. Ik citeer weer een enthousiast fragment
uit mijn dagboek 1950: “…het orgel grenst, evenals de afmetingen van de kathedraal, aan het ongelooflijke! In de enorme koepel (130 m hoog) zwol de orgelklank aan tot een orkaan van geluid, met een basgedonder als van een zwaar onweer …” En na een hoge klimtocht schreef ik vanaf de
fluistergalerij: “…Twee grote orgels tegenover elkaar, die weer versterkt werden door aparte secties in de “nonnengangen”, hoog in de koepel, zo samen een geweldig orgelwerk vormend. In deze ruimten lagen o.m. ook rijen grote baspijpen (tot 10 meter lang) horizontaal als kanonnen opgesteld…” De volgende dagen fietsten we nog naar de
kathedralen van Chichester, Winchester en
Salisbury. Heel duidelijk bleek ons in die week hoe
prachtig en zonder enige beperking daar de grote
orgelwerken, vooral die uit de 19e en 20e eeuw
kunnen worden uitgevoerd.
Een Engels kathedraalorgel naast het De
Swart/Van Hagerbeer Bovenstaand verslag gaf in feite al zestig jaar geleden
het antwoord op de vraag waarom ik en de
initiatiefnemers van Stichting Cathedral Organ
Leiden graag een Engels orgel willen verwerven
voor de Hooglandse Kerk, ook al heeft het gebouw al
een prachtig orgel binnen de muren. Ons historisch
De Swart/Van Hagerbeerorgel (1637) is zeker
prachtig, heel bijzonder, zelfs uniek ─ maar vooral
toegespitst op de (vroege) barok. Ik ben zeer aan dit
orgel gehecht en bespeel het al meer dan vijftig jaar
met onnoemelijk veel plezier. Met mij zijn vele
andere (ook Engelse!) organisten diep onder de
indruk: niet voor niets geniet dit instrument al jaren
internationale bekendheid. Voor het uitvoeren van
de grote Engelse orgel- en koorliteratuur, echter,
ontbreken ons de daarvoor zo noodzakelijke items,
zoals:
- meerdere zachte- en/of strijkende registers - meerdere zachte (romantische) en sterke
tongwerken - grote basregisters (16 en 32 voet) - 1 of meer zwelpedalen - meer en langere klavieren (liefst 5 octaven).
Naast het Engelse repertoire krijgt ook de Franse
romantische orgelliteratuur een perfecte uitvoering
op een Engels orgel. Denk aan César Franck, Widor
en Guilmant, om er maar een paar te noemen. Wat
een enorme uitbreiding van repertoirerijkdom zou
een dergelijk instrument bieden aan onze
kathedraalachtige kerk!
Britain revisited Hoewel ik in 1950 gelijk de smaak te pakken had,
duurde het tot 1966 eer ik weer in Engeland kwam -
nu met mijn vrouw en kinderen. Hierna volgden
nog vele zomervakanties in Engeland. Geïnspireerd
door de Anglicaanse muziek als ik was, begon ik
eind 1969 de Leidse Cantorij. We zetten al gauw de
Engelse manier van psalmzingen (chants) op het
repertoire, gevolgd door composities van o.a.
Stanford, Sumsion en Howells. In de loop van de
jaren trok het koor steeds meer goede zangers,
waarmee de adventsconcerten binnen ons bereik
kwamen. Ook kon ik in 1988 tijdens een Open Dag
met succes de eerste Evensong organiseren, waarbij
ik Ds. Alblas bereid vond om als liturg te fungeren.
Dat was het begin van de jaarlijkse series. Een aantal
jaren daarvoor had “zoon Hans” al de directie van
mij overgenomen, zodat ik me volledig kon wijden
aan het begeleidend orgelspel. In 1999 namen we
onze eerste koor-cd op: “Hosanna to the Son of
David”, niets minder dan een muzikale reis door het
Engeland van 1550 tot heden. Een mijlpaal.
De volgende mijlpaal Hoog tijd voor een volgende mijlpaal: nu de
Anglicaanse koorpraktijk volop bloeit in de
Hooglandse Kerk, is een Engels kathedraalorgel een
voor de hand liggende volgende stap. In alle
bescheidenheid, ik weet waarover ik het heb: De
vele kathedraalreizen door Engeland die ik jaar in
jaar uit maakte. De begeleiding van het St Martins
Choir - tot twee keer toe: een week in Durham en
een week in Ely. De lange weekends met de Leidse
Cantorij in Londen, Rochester en York (samen met
Theo). En een absoluut hoogtepunt voor mij was het
concert dat ik op uitnodiging van Christopher
Dearnley gaf in de St Paul‟s met werken van o.a.
Langlais en Andriessen
Heerlijk speelgoed Nogmaals, een Engels kathedraalorgel is
buitengewoon geschikt voor het romantische (en
eigentijdse) repertoire: van Anglicaanse koormuziek
tot Franse orgelliteratuur van symfonische allure.
Dat komt door de grote verscheidenheid van de
registers, zoals fluiten, strijkende stemmen en
tongwerken in alle soorten en maten, die in
combinatie met de zwelpedalen en grote klavieren
zorgen voor een bijna eindeloze variatie in
klankkleuren en dynamiek. Bovenop alle rationele
en serieuze overwegingen zou ik bijna willen
zeggen: het is heerlijk “speelgoed”. Ik ben daar
gewoon verliefd op. Op zo‟n orgel voel ik mij als een
vis in het water. Daarom zie ik reikhalzend uit naar
de dag dat de Hooglandse ook daarover zal
beschikken.
Joop Brons,
Oud-organist Leidse Binnenstadsgemeente en organist Leidse Studenten Ekklesia Hooglandse Kerk
Op orgelreis door Noord-Engeland: een impressie Egbert Moolenaar, (orgelliefhebber), maakte in oktober 2011 een orgelreis naar Noord-Engeland. Op verzoek van het SCOL-bestuur deed hij verslag van zijn ervaringen, met name op het gebied van de Willis orgels die hij op zijn weg trof.
In de week voorafgaand aan de herfstvakantie
maakte ik een orgelreis naar Noord-Engeland.
Vanuit de historische stad Chester hebben we een
keur van orgels beluisterd en bespeeld, waaronder
een aantal Willis instrumenten. Wat hier volgt is
niet zozeer een verslag, als wel een impressie. Je
moet het hebben meegemaakt… Maar toch zal ik
een poging wagen.
Trompette Militaire De kers op de taart zat vrijwel direct al aan het begin
van de excursie. Deze werd opgediend in Liverpool
Cathedral [VP 152] bij de Evensong van
zondagmiddag.
Anglican Cathedral Liverpool
Na de dienst demonstreerde Prof. Ian Tracey het
enorme 5 klaviers Willis & Son orgel. Tracey
gebruikte hiervoor een speeltafel die beneden in de
kerk klaar stond. Imposant onderdeel van het orgel
is de in de centrale toren opgestelde Trompette
Militaire, die alleen gebruikt kan worden als men
een speciaal sleuteltje heeft. Het is een van de luidste
stemmen op het orgel (50"). Voor degenen die
uitverkoren waren om dit orgel te bespelen: een
onvergetelijk moment.
Prof. Ian Tracey
Gevangen door de klank Het eerste orgel dat ikzelf tijdens deze reis mocht
bespelen was een Conacher/Willis orgel [IVP 72] in
de Victoria Hall in Stoke on Trent. Deze concertzaal
is vergelijkbaar met het Concertgebouw in
Amsterdam. Het orgel is voortreffelijk ingepast in de
ruimte. Een fantastische ervaring om hiermee de
verste hoeken van de Victoria Hall met klanken te
vullen. Een ander juweeltje is het orgel van Henry
Willis II in Christ Church, Port Sunlight [IVP 41].
Kerk en orgel zijn in 1904 kort na elkaar opgeleverd
en vormen een eenheid. De opstelling van dit orgel
is doordacht: Choir, Great en Swell bevinden zich in
drie naast elkaar geplaatste kassen, terwijl Solo en
Pedal tegen de achterwand staan. Toen ik dit orgel
zelf mocht bespelen, merkte ik dat deze opstelling
heel veel extra mogelijkheden biedt in het mengen
van klankkleuren. Je werd, in zeer positieve zin,
gevangen door de klank. Perfect!
Machtige tuba‟s naast zachte
solostemmen Naast de bezoeken aan Birkenhead („Father‟ Henry
Willis [IIIP 38]), aan Wallasey („Father‟ Henry
Willis [IIIP 37]) en aan Liverpool, Mossley Hill
(„Father‟ Henry Willis [IIIP 51]) was een van de
toppers het orgel van Liverpool St George Hall
(„Father‟ Henry Willis [IVP 121]). Ook hier werd het
orgel gedemonstreerd door de zeer deskundige en
uiterst bescheiden Prof. Ian Tracey. Niet alleen het
plenum met zijn machtige tuba's maar ook de zachte
solostemmen waren zeer fraai. Helaas waren we niet
in de gelegenheid de werkplaats van Willis te
bezoeken. Het programma was eenvoudigweg
overvol.
Maar na wat ik allemaal gehoord en gezien heb,
verkeer ik in het volste vertrouwen dat we in de
Hooglandse Kerk een prachtig instrument zullen
krijgen dat buiten Engeland volstrekt uniek is.
Egbert Moolenaar
De omslag van het orgelreisboek 2011
Colofon
De nieuwsbrief is een uitgave van Stichting Cathedral
Organ Leiden.
Stichting Cathedral Organ Leiden
Hugo de Grootstraat 4
2311 XL Leiden
071-5140323
www.cathedralorgan.nl
ABN-AMRO 97.67.15.066
KvK Leiden 28108903
BTW nr. NL 8157.13.824.B01
Stichting Cathedral Organ Leiden is een door de belastingdienst aangewezen Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)