Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
Nieuwe inzichten in netwerkgovernance -
wat en hoe bij zorgcoöperaties Uitgelicht: De Koepel van Zorgcoöperaties Zuid-Nederland
januari 2017
Tekening Jan Metz
2 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
Colofon
© Vilans, Movisie
Januari 2017
Auteurs: Monique Spierenburg (Vilans) en Hilde van Xanten (Movisie)
m.m.v. Carina Pittens en Nick Zonneveld (Vilans)
Eindredactie: Annemies Gort
Tekening voorkant komt uit publicatie; Onderzoeksprogramma " Kennis voor Krachtige
Steden" van Platform 31.
Hoe is deze brochure ontstaan? Deze brochure is ontstaan na gesprekken van Movisie en Vilans met De Koepel
van Zorgcoöperaties Zuid-Nederland. Deze koepel is een samenwerkingsverband
van 110 zorgcoöperaties in Noordoost en Zuidoost Brabant en Limburg. De Koepel
is aan de slag gegaan met het thema governance tussen organisaties. Movisie en
Vilans interviewden vertegenwoordigers van enkele zorgcoöperaties,
zorgaanbieders, gemeenten in Zuidoost Brabant en een zorgverzekeraar. In een
stakeholdersbijeenkomst is verkend welke aanpassingen nodig zijn in de
governance zodat zorgcoöperaties als volwaardig partner mee kunnen bouwen
aan wonen-welzijn-zorg. Bij deze bijeenkomst waren gemeenten, de
zorgverzekeraar, aanbieders en andere zorgcoöperaties aanwezig. De inhoud van
deze brochure is gebaseerd op deze verkenning.
Voor wie is deze brochure Ieder lid van een netwerk kan inspiratie opdoen uit de vragen en antwoorden die
in deze brochure aan de orde komen over hoe je netwerkgovernance inricht. Dit
kunnen burgerinitiatieven, zorg- en welzijnsaanbieders, gemeenten,
zorgkantoren, zorgverzekeraars en andere geïnteresseerden zijn.
3 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
Hoe is deze brochure ontstaan? 2
1. Wat is netwerkgovernance? 4
2. Waarom is netwerkgovernance belangrijk? 4
3. Welke aspecten heeft netwerkgovernance? 4
4. Waarom zijn zorgcoöperaties opgezet? 5
5. Waarom is De Koepel van Zorgcoöperaties Zuid-Nederland opgezet? 5
6. Hoe lossen ze dat in Brabant op? 5
7. Wat doet De Koepel voor zorgcoöperaties? 6
8. Wat vindt de zorgverzekeraar nu van zorgcoöperaties? 7
9. Hoe is de samenwerking tussen een Brabantse zorgcoöperatie en
zorgaanbieder? 8
10. Hoe is de samenwerking met de gemeente? 9
11. Wat werkt goed in Brabant? 10
12. Wat helpt bij de inrichting van netwerkgovernance bij
zorgcoöperaties? 11
13. En hoe nu verder? 12
Inhoudsopgave
3 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
4 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
1. Wat is netwerkgovernance?
Netwerkgovernance gaat over de wijze van besturen van een netwerk van samenwerkende
organisaties. Deze brochure gaat over De Koepel van Zorgcoöperaties Zuid-Nederland. Zij
hebben te maken met de volgende samenwerkende partijen: zorgcoöperaties, gemeenten,
zorgverzekeraars en aanbieders van zorg-welzijn-wonen. Deze partijen vormen een
netwerk van lokaal actieve organisaties. n co-creatie bepalen zij wat nodig is, ze voeren
het uit, ze evalueren de maatschappelijke resultaten en ze stellen de doelen en inzet van
middelen zo nodig bij. Dit heet netwerkgovernance.
2. Waarom is netwerkgovernance belangrijk?
Netwerkgovernance is belangrijk omdat daarmee zorgcoöperaties als volwaardige partner
kunnen meebouwen aan wonen-welzijn-zorg. Er ontstaan nieuwe oplossingen en nieuwe
verhoudingen tussen partijen als inwoners het beleid daadwerkelijk mee vorm geven en
coproducent kunnen zijn in de uitvoering.
3. Welke aspecten heeft netwerkgovernance?
Netwerkgovernance heeft vier aspecten: sturing, verantwoording, toezicht en inkoop.
Door netwerkgovernance - met en door zorgcoöperaties - ontstaan verschuivingen in deze
vier aspecten.
Sturing vanuit netwerkorganisaties gebeurt steeds meer vanuit waarden als
keuzevrijheid, eigen regie en onderlinge steun van inwoners. Deze waarden zijn
gebaseerd op het nemen van verantwoordelijkheid en het werken vanuit
vertrouwen. Niet de professional stuurt, maar de cliënt en de professional sturen
samen.
Verantwoording vanuit de netwerkorganisaties gaat zich meer richten op
verantwoorden aan de hand van de daadwerkelijke resultaten (outcome),
geredeneerd vanuit het perspectief van de cliënt. De verantwoordelijkheid wordt
steeds lager in de organisatie gelegd, namelijk bij de professionals.
Toezicht is bij netwerkgovernance niet gericht op één organisatie, maar breder
en maatschappelijker, gericht op samenwerking. Bij toezicht is er oog voor de
maatschappelijke waarde.
Zorgcoöperaties participeren steeds meer in inkoopprocessen van gemeenten.
Soms organiseren ze zich om gezamenlijk zorg en ondersteuning in te kopen bij
aanbieders. Er ontstaan nieuwe vormen van inkoop die uiting geven aan de
nieuwe rol van burgers in het veld van zorg en welzijn.
5 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
4. Waarom zijn zorgcoöperaties opgezet?
De onderzochte zorgcoöperaties in Zuidoost-Brabant – Elsendorp, Hoogeloon en Laarbeek -
zijn al zo’n tien jaar geleden opgezet als antwoord op schaalvergroting door
zorginstellingen en uit onvrede over hun manier van werken.
De laatste jaren nemen burgerinitiatieven in wonen-welzijn-zorg, waaronder
zorgcoöperaties, een hoge vlucht. Ze passen goed bij de gedachte achter de
decentralisaties, waar gemeenten in 2015 mee te maken kregen: zorg en ondersteuning
dichtbij organiseren, vanuit maatwerk en eigen kracht en participatie van inwoners.
Hierdoor nam de noodzaak toe om samen te werken met inwoners. Er ontstond de
behoefte om op lokaal niveau nieuwe afspraken te maken over wat en hoe je aanstuurt en
verantwoordt. Sinds de decentralisaties is op verschillende plekken in het land te zien dat
gemeenten, zorgverzekeraars, aanbieders en inwoners/cliënten beter gaan samenwerken.
Toch blijken er nog veel hobbels op de weg, zoals ook blijkt uit het rapport ‘Wat knelt?
Inventarisatie knelpunten bij burgerinitiatieven in zorg en ondersteuning’ (Vilans /
Movisie, 2016).
5. Waarom is De Koepel van Zorgcoöperaties Zuid-
Nederland opgezet?
In hun ontwikkeling liepen de drie genoemde zorgcoöperaties er tegenaan dat ze de
formele inkoop van zorg niet goed konden regelen. Dat had ermee te maken dat
zorgverzekeraars eisen stellen aan toezicht en verantwoording. Zorgverzekeraars houden
zich bij de contractering aan de Governance Code voor Zorg. Hierop worden geen
uitzonderingen gemaakt voor kleine of andersoortige zorgaanbieders. De Governance Code
schrijft onder andere voor dat zorgaanbieders – dus ook zorgcoöperaties – een raad van
toezicht, raad van bestuur en een klachtencommissie moeten hebben.
In dit voorbeeld gaat het om zorgverzekeraar CZ. De drie coöperaties hebben het initiatief
genomen om een samenwerkingsverband te realiseren om zodoende partner te kunnen
worden voor zorgverzekeraar CZ. Tegelijkertijd ervaren zij dat juist die vaste
organisatiestructuren, die zijn gestoeld op toezicht en controle, schuren met de
kernwaarden van zorgcoöperaties: vertrouwen, nabijheid en eigenaarschap.
6. Hoe lossen ze dat in Brabant op?
Om de authenticiteit van zorgcoöperaties te behouden, heeft zorgverzekeraar CZ een
tussenplatform van zorgcoöperaties voorgesteld. Dus een platform tussen de
‘systeemwereld’ van de zorgverzekeraar en de ‘leefwereld’ van de zorgcoöperaties in. Op
deze wijze kunnen zorgcoöperaties aan de ene kant de dingen blijven doen waar ze goed
in zijn, anderzijds worden voldaan aan de regels van de zorgverzekeraar. Dat
tussenplatform is dus De Koepel van Zorgcoöperaties. De Koepel is in 2014 binnen twee
weken opgericht. Er zijn 110 zorg- en welzijnscoöperaties bij aangesloten, waaronder dus
de drie zorgcoöperaties uit Elsendorp, Hoogeloon en Laarbeek.
6 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
7. Wat doet De Koepel voor zorgcoöperaties?
De Koepel doet feitelijk twee dingen:
Namens de zorgcoöperaties sluit De Koepel inkoopcontracten af met de
zorgverzekeraar en legt hierover verantwoording af. De Koepel is de formele
contractpartij met CZ en heeft de daarvoor noodzakelijke toelating op grond van de
Wet Toelating Zorginstellingen. Zo is De Koepel, in opdracht van en voor haar leden
en met medewerking van zorgverzekeraar CZ, een overeenkomst aangegaan voor de
levering van wijkverpleging op basis van het experimenteerartikel wijkverpleging met
ingang van 1 januari 2016.
Richting de zorgverlener gaat De Koepel een formele werkgevers- of
opdrachtgeversrelatie aan. Ook hier wordt verantwoording over afgelegd. De Koepel
ontwikkelt een ondersteuningsaanbod voor financiering, personeel en administratie,
waar zorgcoöperaties gebruik van kunnen maken.
Sturing De Koepel wil flexibelere sturing, met meer focus op resultaat, loslaten en vertrouwen,
zowel bij de gemeente als de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder. Aanbieders omarmen
het initiatief en waarderen de inbreng van mantelzorgers, vrijwilligers en nieuwe
aanbieders. Zorgcoöperaties en gemeenten geven aan dat het belangrijk is om
netwerkgovernance te regelen. Op dit punt moet het wiel nog worden uitgevonden. Er zijn
voor de lokale situatie geen blauwdrukken of klant-en-klare plannen. Het gaat er ook om
dat er een proces op gang komt. Statuten moeten het sluitstuk zijn, niet het begin.
Speerpunten bij de sturing: Samen het probleem definiëren: het is belangrijk dat burgers samen met hun
partners (gemeente, verzekeraar, aanbieders) het probleem of de wens
definiëren zodat er eigenaarschap over de oplossing ontstaat. Dat betekent dat
de gemeente veel meer plek inruimt voor burgerinbreng in de plan- ofwel
beleidsfase.
Koepel
Legt verantwoording af
Sluit contract af
Zijn lid
Zorgverlener Zorg-verzekeraars
Werkgeversrelatie of opdrachtgeversrelatie
legt verantwoording af
Inhoudelijke aansturing
Verleent zorg
Ontvangt zorg
Zorg coöperaties
7 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
Bottom-up oplossingen: het is belangrijk dat burgers en professionals zelf de
oplossingen bedenken. Gemeenten moeten gelegenheid bieden tot bottom-up
initiatieven. Zo ontstaat er een ‘voedingsbodem’. Gemeenten, verzekeraars en
aanbieders kunnen daarvoor randvoorwaarden scheppen.
8. Wat vindt de zorgverzekeraar nu van
zorgcoöperaties?
Zorgcoöperaties zijn interessant voor een zorgverzekeraar als CZ omdat zij iets toevoegen
aan het bestaande zorgaanbod. Zij versterken de sociale samenhang en onderlinge hulp in
de dorpen waar thuiszorg soms lastig kostenefficiënt is te organiseren. Door de combinatie
van een grote groep vrijwilligers die nauw samenwerkt met de professionele
zorgverleners, kunnen mensen dan toch in hun dorp blijven wonen. Zorgcoöperaties laten
ook zien hoe je zorg op maat kunt organiseren met minder regels. Zo kunnen ze andere
aanbieders uitdagen het anders te gaan doen.
De zorgverzekeraar vond het niet eenvoudig om te beoordelen hoe zorgcoöperaties de
kwaliteit en continuïteit van zorg kunnen garanderen en borgen, met name omdat zij voor
een groot deel afhankelijk zijn van vrijwilligers. Binnen De Koepel was toezicht
vormgegeven via de leden. Dit is wettelijk geldig. De zorgverzekeraar maakte zich echter
zorgen of de leden ook hun toezichthoudende functie zouden pakken. Als de leden niet in
staat zijn om in te grijpen als het mis gaat, dan mist de toezichthoudende functie. Zoals
aangegeven heeft De Koepel (sinds 2015) een raad van toezicht die naar de maatstaven
van de geldende governance is ingericht.
Daarnaast waren er zorgen ten aanzien van de borging en continuïteit van de kwaliteit van
zorg en bestuur. Daar moesten volgens de zorgverzekeraar goede afspraken over worden
gemaakt. De zorgverzekeraar beredeneert dat wanneer De Koepel goed gestructureerd is,
dit het leren tussen en in de zorgcoöperaties kan bevorderen (lerende organisatie).
Daarmee wordt De Koepel een duurzame partij.
Hoe was de start in 2016? Op basis van het experimenteerartikel wijkverpleging is met ingang van 1 januari 2016 een
contract afgesloten tussen zorgverzekeraar CZ en De Koepel. Momenteel zijn de
zorgverzekeraar en De Koepel met elkaar in gesprek over de zorginkoop voor 2017. Er ligt
voor beide partijen een uitdaging. Binnen de wettelijke kaders is veel mogelijk. De
cultuur en bureaucratie van het huidige stelsel lijken echter in de weg te staan.
Momenteel wordt De Koepel vooral ingepast in de huidige systeemwereld. Er wordt nog
weinig gekeken naar nieuwe oplossingen (van inkoop naar financiering). Ook lijkt het
middel (bijvoorbeeld een klachtencommissie) soms belangrijker dan het doel (omgaan met
incidenten).
Inkoop CZ vraagt een duurzame relatie waarin continuïteit geborgd is. CZ vraagt daarin ook
schaalgrootte. CZ stimuleert dit maar dit is nog niet een-op-een passend bij de
opvattingen van zorgcoöperaties.
Zorgcoöperaties willen de vraag van de burger op het gebied van welzijn en zorg
behartigen en willen afspraken hierover maken met de Wmo en met de
Zorgverzekeringswet. De gemeente is op zoek naar een gelijkwaardige partner in het
inkoopproces bij bestuurlijk aanbesteden.
8 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
Zowel de gemeente als de zorgverzekeraar/zorgkantoor zijn op zoek naar nieuwe
manieren van inkoop. Daar waar de gemeente zoekt naar manieren van inkoop op
individueel cliëntniveau bij aanbieders, zoekt de zorgverzekeraar/zorgkantoor naar
manieren om per groep of per populatie in te kopen. De Koepel is daar een voorbeeld van,
zij vertegenwoordigen veel zorgcoöperaties.
Wie bepaalt? De praktijk laat zien dat de grenzen van inkoop voornamelijk worden bepaald door de
inkoper zelf. Zorgverzekeraars en gemeenten in Brabant stellen eisen aan de partijen met
wie zij willen onderhandelen, onder andere ten aanzien van verantwoording en toezicht.
Daarin blijkt met name de zorgverzekeraar aan de gebruikelijke eisen en werkwijze vast
te houden, ook bij een nieuwe partij als zorgcoöperaties. Zorgcoöperaties moesten zich
anders organiseren om een partner te worden. De betrokken gemeenten stellen hier
minder grenzen aan.
9. Hoe is de samenwerking tussen een Brabantse
zorgcoöperatie en zorgaanbieder?
In Brabant zijn zorgaanbieder Joris Zorg en zorgcoöperatie Hoogeloon gaan samenwerken.
Zorgcoöperatie Hoogeloon is onderaannemer bij Joris Zorg richting zorgkantoor en
zorgverzekeraar. Het zorgkantoor vindt de zorgcoöperatie te klein en te kwetsbaar om te
contracteren.
Wat bieden ze? Zorgcoöperatie Hoogeloon biedt Verblijf met behandeling in de Villa in Hoogeloon, aan 14
mensen met dementie. Zorgcoöperatie Hoogeloon heeft een overeenkomst van
onderaanneming gesloten met Joris Zorg. Na overleg dit jaar (2016) met het zorgkantoor
en Joris Zorg is de zorgcoöperatie overgestapt op Verblijf zonder behandeling en is er een
nieuw contract gesloten.
Samenwerking In Hoogeloon worden door de zorgcoöperatie ook ondersteunende diensten als Hulp bij het
Huishouden en Dagbesteding geboden (Wmo-verstrekking). Zorgthuis levert verzorging en
verpleging thuis bij voornamelijk ouderen (financiering Zorgverzekeringswet). In de Villa
wordt in een kleinschalige woonvorm intramurale zorg verleend (financiering Wet
langdurige zorg). Dit maakt het mogelijk de zorgvraag van ouderen in Hoogeloon integraal
aan te bieden. De vraag van de zorgvrager is leidend en kan geboden worden in een
combinatie van diensten en zorgmogelijkheden. Medewerkers werken samen en
ondersteunen elkaar. Medewerkers en zorgvragers van Dagbesteding, Zorgthuis en de Villa
werken in elkaars ‘territorium’ en kunnen zo de zorgvragers optimaal bedienen.
Toezicht Zorgcoöperatie Hoogeloon heeft medio 2015 een teamleider aangesteld om de
ondersteunende taken van de bestuursleden over te dragen aan een professional.
Zorgcoöperatie Hoogeloon is een ‘bedrijf’ geworden dat goed aangestuurd moet worden.
Samenwerking van een burgerinitiatief met een zorgaanbieder is niet vanzelfsprekend. In
principe ligt de inhoudelijke aansturing van de medewerkers bij de zorgcoöperatie. Het
personeel is formeel in loondienst bij Joris Zorg maar de zorgcoöperatie heeft hen
uitgezocht. Joris Zorg houdt toezicht op de kwaliteit van zorg en ondersteuning. De wijze
9 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
van toezicht moet nog verder worden uitgewerkt, evenals de onderliggende waarden en
normen. Joris Zorg en de zorgcoöperatie vinden dit belangrijk omdat het denken vanuit de
zorgvrager anders is dan het organisatie-denken van een reguliere zorgaanbieder. De
zorgcoöperatie loopt hier regelmatig tegen het dilemma aan van ‘doen wat de klant wil’
en ‘doen wat de organisatie vraagt’.
10. Hoe is de samenwerking met de gemeente?
Gemeenten staan positief tegenover zorgcoöperaties, maar zoeken nog naar een goede
manier van financiering. Gemeenten en zorgcoöperaties zoeken naar inbedding van
zorgcoöperaties in de huidige lokale structuren. Zorgcoöperaties zijn nieuwe spelers die
nog op zoek zijn naar hun plek in het veranderende speelveld. Ze zijn geïnitieerd vanuit
de leefwereld van de burger: veelal op klein schaalniveau opgericht en beheerd door
burgers zelf, met oog voor hun unieke wensen. Ze lijken daarmee de ideale
samenwerkingspartner voor gemeenten: zorgcoöperaties willen immers de zorg en
ondersteuning zoveel mogelijk lokaal en vanuit de burger organiseren.
Peel In uitvoeringsorganisatie Peel 6.1 is in 2015 bestuurlijk aanbesteden geïntroduceerd.
Voorheen was de inkoop georganiseerd via het opstellen van een plan van eisen met
procesregels en een inhoudelijk contract tussen gemeenten en aanbieder. Bij bestuurlijk
aanbesteden wordt onder andere een open markt gecreëerd, wordt de keuze bij de klant
gelaten en is het een gezamenlijk proces waarbij in overleg vraagstukken verder worden
ontwikkeld. Dit nieuwe proces van inkoop biedt daarmee meer mogelijkheden voor
zorgcoöperaties. In 2015 is op deze manier ook een zorgcoöperatie gecontracteerd. Aan
de zorgcoöperatie worden dezelfde eisen gesteld als aan aanbieders als het gaat om
toegang en formele kwaliteitseisen.
Laarbeek In de gemeente Laarbeek is zorgcoöperatie Tot Uw Dienst actief. De gemeente Laarbeek
ziet de zorgcoöperatie graag als zelforganiserend platform in de nuldelijn: vrijwilligers
thuis, vervoer, maaltijden en huishoudelijke hulp. De zorgcoöperatie kan op deze wijze
een waardevolle bijdrage leveren aan de onderlinge binding tussen burgers, het signaleren
van zorg- en ondersteuningsbehoefte en het meedenken over een passend zorg- en
welzijnsaanbod in de wijk. Dit in nauwe samenwerking met de sociale wijkteams en het
welzijnswerk. De gemeente subsidieert deze activiteiten al via de welzijnsorganisatie
Vierbinden.
In de praktijk profileert de zorgcoöperatie zich echter actief als aanbieder, met het idee
dat zij de persoonlijke verzorging vanuit de Zorgverzekeringswet konden invullen via het
contract met De Koepel. De consequentie daarvan is dat de zorgcoöperatie ook vanuit die
kaders wordt bekeken en beoordeeld en de zorgcoöperatie meer op afstand is geraakt.
Hiermee neemt de zorgcoöperatie een rol in die past bij de oude structuren en systemen
en die eigenlijk niet lijkt te matchen met de missie van de zorgcoöperatie. Vanuit het
perspectief van de gemeente zou de zorgcoöperatie beter uit de verf komen wanneer zij
dichter bij haar eigen waarden blijft.
10 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
Dilemma Hier zit het dilemma van eigen regie in de zorg, de aanbesteding en de aansluiting op het
lokale sociale netwerk. Tot Uw Dienst is een voorloper en wordt geconfronteerd met
wisselend overheidsbeleid en bureaucratie. Om dit dilemma op te lossen, is op initiatief
van De Koepel een project in voorbereiding met de gemeente, CZ, Vierbinden, de
seniorenraad Laarbeek en Tot Uw Dienst. Het project is erop gericht om mensen te leren
te investeren in hun netwerk zodat de eigen redzaamheid wordt vergroot en de verbinding
wordt gemaakt met de lokale verenigingen en voorzieningen.
11. Wat werkt goed in Brabant?
Sterktes bij elkaar leggen! De zorgaanbieder kan hoofdaannemer zijn voor zorgcoöperaties
die als onderaannemer werken, dat gebeurt bijvoorbeeld in Hoogeloon. Daarmee is de
zorgaanbieder ook eindverantwoordelijk voor de kwaliteit en financiën en moet daar op
de een of andere manier op toetsen. Juist de waardegedreven visie op zorg zorgt ervoor
dat het werkt, namelijk samen met ondernemerschap, bestuurlijke kwaliteit en
proactieve mentaliteit van de burgers in het dorp. Daardoor ontstaan initiatieven die
leiden tot uiteindelijk een zorgaanbod zoals De Villa. Het is zaak om de visie van
Hoogeloon hoog te houden en samen met de aanbieder te zoeken naar hoe dit te
ontregelen. Anders gezegd: het is belangrijk om op zoek te gaan naar de sterktes en die
bij elkaar te leggen.
Samenwerking In deze vernieuwende praktijken ontwikkelen de partijen een werkwijze om samen te
sturen, te monitoren én bij te sturen. Zij zijn hierin nog zoekende. Door deze co-creatie
komen zorgcoöperaties meer in positie. Maar ook professionals komen meer in positie. Ze
worden gevraagd naar hun praktijkervaringen over wat werkt voor bewoners en wat niet.
Voor gemeenten en zorgverzekeraars betekent dit dat zij hun opdrachtgeverschap verder
ontwikkelen. Voor aanbieders betekent dit dat zij meer primaat leggen bij professionals.
De governance – dus de manier van besturen – verandert. Er wordt gewerkt vanuit
waarden, zoals gelijkwaardigheid en vertrouwen.
Gemeente - Zorgverzekeraar
Aanbieders Burgers
Professionals
11 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
Verantwoording Je ziet in Brabant meer directe verantwoording aan de participerende burger en
mantelzorg. Stakeholders geven aan dat er mede door schaalvergroting in de zorgsector
meer regels en (administratieve) bureaucratie zijn ontstaan, deels ook door de
uitvoerende zorgorganisaties zelf. Het pleidooi van de stakeholders is om weer ‘terug naar
de bedoeling’ te gaan. Daarbij is het ook van belang dat de bewoner/cliënt weer bepaalt
wat dan de bedoeling in zijn of haar leven is. Of, wanneer hij of zij dat niet meer kan,
wat het sociale netwerk daarin de bedoeling vindt. De doelen en activiteiten zouden in
een persoonlijk ondersteunings- en zorgplan vastgelegd moeten worden, onder vermelding
van wie dit informeel en wie dit professioneel doet en wat dan. Verantwoording gaat over
dat geheel. Dit betekent dat cliëntervaringen centraal staan. Verantwoording wordt
ingegeven door wat bewoners zelf belangrijk vinden. Bijvoorbeeld: wat is een schoon huis,
wat is een leefbare omgeving, wat is goed eten en ontmoeten?
Toezicht Er is in Brabant een tendens naar horizontaal toezicht, wederkerigheid en transparantie.
Maar wie pakt de verantwoordelijkheid als er iets misgaat of als er iets niet gebeurt? Bij
toezicht in Brabant zie je dat er meer oog is voor maatschappelijke waarden. Er is sprake
van naar buiten gericht toezicht: dichterbij de burger en meer gericht op samenwerking.
Het toezicht in een netwerk of samenwerkingsverband dient zich te verhouden tot het
maatschappelijk belang (en niet het gebruikelijke organisatiebelang van een aanbieder).
Dat betekent dat je terug gaat naar de bedoeling van toezicht: benoemen wat je samen
wilt bereiken over bijvoorbeeld vijf jaar en dan terug redeneren wat ieder daarvoor moet
bijdragen. En dat je met elkaar kijkt of er met de inzet de doelen bereikt worden.
Het is de vraag op welke manier dit toezicht georganiseerd moet worden. Als je vanuit
een ledenvereniging van een burgerinitiatief kijkt, dan zouden rol en taak belegd moeten
worden bij enkele leden. De toezichthoudende rol van leden van zorgcoöperaties is
daarmee niet vrijblijvend.
In het netwerk is het belangrijk om een zelfreinigend vermogen te organiseren. Leren van
elkaar is het uitgangspunt voor nieuw toezicht en dat vraagt om andere taal en om andere
begrippen. Ook is het belangrijk om elkaar daar op aan te spreken.
12. Wat helpt bij de inrichting van
netwerkgovernance bij zorgcoöperaties?
1. Het helpt als burgers mede-eigenaar zijn Wanneer de gemeente, de zorgverzekeraar en de aanbieders sámen met bewoners de
problemen en de mogelijkheden op het terrein van wonen – welzijn - zorg definiëren,
ontstaat er meer eigenaarschap bij burgers. De drijfveer en motor voor zorgcoöperaties
zit in wat zij ter plaatse kunnen betekenen: in hun eigen dorp, in hun eigen wijk of
stadsdeel. Dichtbij zijn en een vertrouwd aanspreekpunt vormen, maakt dat inwoners
sneller met hun hulpvragen komen.
12 © Vilans, Movisie www.vilans.nl – www.movisie.nl
2. Het helpt als gemeenten durven af te wijken van de regels Gemeenten worstelen met de vraag hoe om te gaan met het bieden van maatwerk. Dat
speelt op twee vlakken: wel of niet afwijken van regels én wel of niet een verschillend
dienstenaanbod in dorpen/wijken.
Het eerste punt richt zich op de vraag of de gemeentelijke beleidsregels en verordeningen
voor alle bewoners op dezelfde manier moeten worden toegepast. Of kunnen
(ogenschijnlijk) dezelfde vragen toch, gezien de context, anders opgelost worden? Het kan
zijn dat er voor een goede oplossing voor een bewoner of gezin afgeweken moet worden
van de gemeentelijke regelingen.
Het tweede punt richt zich op de vraag of de gemeente mee wil gaan in dat er verschillen
tussen dorpen of wijken ontstaan. Immers op sommige plekken worden burgers wél actief,
op andere niet.
3. Het helpt als gemeenten oplossingen bottom-up faciliteren Oplossingen die bewoners goed passen en die de samenredzaamheid in een dorp of wijk
versterken: dat is wat zorgcoöperaties samen met lokale partners willen bereiken. Een
deel van die ‘passende oplossingen’ kan gevonden worden in bestaande voorzieningen die
zorg- en welzijnsorganisaties bieden. Maar niet alle oplossingen sluiten goed aan op de
behoeften van mensen. Daarom is het goed dat bewoners en professionals samen
passender oplossingen bedenken. Als bewoners en vrijwilligers samen met medewerkers
van zorg- en welzijnsorganisaties op zoek gaan naar die nieuwe oplossingen en deze
uitproberen, dan is het van belang dat de gemeente en zorgverzekeraar dit mogelijk
maken. Dat betekent dat zij faciliteren in tijd, regelruimte en mandaat.
4. Het helpt als zorgcoöperaties meesturen en verantwoordelijkheid
nemen Als zorgcoöperaties mede-eigenaar van de oplossingen worden, is het van belang dat zij
ook nadrukkelijker een positie krijgen en nemen in de beleids- en kwaliteitscyclus van
gemeenten. Zij treden dan op als spreekbuis van bewoners en geven aan wat nodig is om
goed aan te sluiten bij de behoeften. Zij geven aan wat zij zelf al kunnen betekenen in de
uitvoering, maar ook wat zij nodig hebben om bij te dragen aan nieuwe oplossingen.
Daarmee worden zij mede-bepaler van de gewenste maatschappelijke resultaten en
beïnvloeden zij de inzet van middelen. Voor de gemeente betekent dit de stap naar co-
creatie: werken in de driehoek van gemeente, aanbieders en burgers. De gemeente
betrekt partijen bij de probleemanalyse, bij het bepalen van de doelen en gewenste
maatschappelijke resultaten en bij de verantwoording.
13. En hoe nu verder?
Er is algehele erkenning dat zorgcoöperaties een toevoeging zijn op het huidige aanbod in
zorg en welzijn. Zorgcoöperaties positioneren zichzelf ook steeds sterker, doordat ze
kennis hebben van de wensen en behoeften van burgers die aanvullend en interessant zijn
voor andere partijen. Om zorgcoöperaties echter toekomstbestendig te maken, dienen
alle partijen meer naar elkaar toe te bewegen. Zorgcoöperaties zullen aan een paar eisen
moeten voldoen om partner te worden, waardoor vertrouwen ontstaat en continuïteit is
geborgd. Zorgverzekeraars, gemeenten en aanbieders dienen meer op te schuiven naar de
burger en hun regels en afspraken daarop aan te passen. Dat vraagt om loyaliteit en
flexibiliteit vanuit ieders perspectief.
Vilans
Postbus 8228, 3503 RE Utrecht
Telefoon 030 789 2300
www.vilans.nl
Utrecht, januari 2017