Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
�
Natura 2000 doelendocumentDuidelijkheid bieden, richting geven en ruimte laten
2
�
1. Inleiding 5
2. Context 9
2.� WatisNatura2000? 9
2.2 ContextNL �0
2.� Hoofdlijnenselectieenbegrenzingvan
Natura2000gebieden �2
3. Aanpak 19
�.� Inleiding �9
�.2 Proceslijnhabitattypenensoorten �9
�.� Proceslijngebieden 28
4. Natura 2000 opgaven en doelen op
landelijk niveau 39
4.� Inleiding �9
4.2 Relatiefbelangvande
Nederlandsenatuur �9
4.� Staatvaninstandhouding
habitattypenensoorten 42
4.4 Belangrijksteopgaven
Natura2000inNederland 50
4.5 Natura2000doelenoplandelijkniveau 55
5. Natura 2000 opgaven per landschap
en doelen op gebiedsniveau 61
5.� Inleiding 6�
5.2 Noordzee,WaddenzeeenDelta 65
5.� Duinen 75
5.4 Rivierengebied 8�
5.5 MerenenMoerassen 9�
5.6 Beekdalen �0�
5.7 Hogerezandgronden ���
5.8 Hoogvenen �2�
5.9 Heuvelland �29
6. Gemaakte en nog te maken keuzes 137
6.� Inleiding ��7
6.2 Keuzesoplandelijkniveau ��7
6.� Keuzesopgebiedsniveau �4�
7. Perspectieven voor Natura 2000 doelen 145
7.� Inleiding �45
7.2 Duurzameinstandhouding �45
7.� Maatwerkensamenwerking �48
8. Bronnen 151
9. Bijlagen 153
Inhoudsopgave
4
5
Instandhoudingsdoelen
�62Natura2000gebieden
Gehanteerdesystematiek
Hoofdstuk 1
Dithoofdstukgaatinopdestatusenderolvan
hetNatura2000doelendocument.
Inleiding
HetNatura2000doelendocumentiseenbeleids-
notitievandeministervanLNV.Hetdocument
geefteentoelichtingopdeinstandhoudings-
doelenvoorde�62Natura2000gebiedenende
daarbijgehanteerdesystematiek.Ditdocument
geeftverdereuitwerkingaandeachthoofdlijnen
voordeformuleringvandeNatura2000doelen
zoalsopgenomenindeNatura2000contouren-
notitie,dieinjuli2005isaangebodenaande
TweedeKamer.DeNatura2000contourennotitie
beschrijftdekadersvoordeNatura2000doelen,
deaanwijzingsbesluitenendebeheersplannen
voordeNatura2000gebieden.
HetNatura2000doelendocumentvormthetka-
dervoordeoptestellenaanwijzingsbesluitenen
geefttevenssturingaandeoptestellenNatura
2000beheersplannen.Eenbelangrijkestapbij
deimplementatievanhetEuropeseNatura2000
netwerkisdepublicatievandeaanwijzingsbeslui-
tenvandeNatura2000gebieden.Depublicatie
vandeeerstetranchevanontwerp-besluitenis
voorziennadezomervan2006.Daarnavolgt
eenvolgendetranche.
Hetdoelendocumentisinconceptvoorbereid
indeperiodenovember2004–oktober2005op
basisvanconsultatievandeskundigenenbeheer-
dersvandeterreinen,beschikbaregegevensen
expertjudgement.Hetismetdegrootstmogelij-
kezorgvuldigheidsamengesteld.Vanafdecember
2005isopbasisvandezeconceptversieoverleg
metprovinciesenandereoverhedengevoerden
zijnmaatschappelijkeorganisaties,economische
sectorenenanderebelanghebbendengeconsul-
teerd.
Parallelhieraaniseenglobalekostenraming
uitgevoerd.
Deingewonnenreactiesendeglobalekosten-
raminghebbengeleidtothetdefinitievedoelen-
document.
Voor wie is het Natura 2000 doelendocument
bestemd?
HetNatura2000doelendocumentisvooral
bestemdvoordiepartijendieverantwoordelijk
zijnvoordeopstellingvandebeheersplannen
Natura2000doelendocument...kadervoordeopte
stellenaanwijzingsbesluitenengeefttevenssturingaan
deoptestellenNatura2000beheersplannen.
Inleiding
6
énvoordiepartijendiebetrokkenenofbelang-
hebbendenzijnbijdevoorbereidingvande
aanwijzingsbesluitenvoordegebieden.
Hoe is het Natura 2000 doelendocument opge-
bouwd?
Inhettweedehoofdstukisdecontextvoorde
doelenendeselectieenbegrenzingvandege-
biedengeschetst.Hetderdehoofdstukbeschrijft
degevolgdewerkwijze(tweeproceslijnen)enlaat
derelatiemetanderealbestaandeofnogopte
stellendocumentenzien.Hetvierdehoofdstuk
geeftderesultatenvandeproceslijnhabitattypen
ensoorten:destaatvaninstandhoudingvan
dehabitattypenensoorten,devoorNederland
belangrijksteNatura2000opgavenendeNatura
2000doelen.Hoofdstuk5geeftperNatura2000
landschapdebelangrijkstekernopgavenende
hoofdlijnenvandedoelenopgebiedsniveau.
Inhetzesdehoofdstukzijndebelangrijkstekeu-
zesoplandelijkniveauenopgebiedsniveau,die
gemaaktzijnofnogopenstaan,bijelkaargezet.
Inhetachtstehoofdstukwordendeperspectieven
vandeNatura2000doeleninrelatietotander
beleidgeschetst.
Wanneer wordt het Natura 2000 doelendocu-
ment herzien?
HetNatura2000doelendocumentisgebaseerd
opdebestbeschikbareinformatievandit
moment.Debestbeschikbareinformatiemet
betrekkingtotdestaatvaninstandhoudingvan
dehabitattypenensoortenwaarvoorNederland
eenverantwoordelijkheidopzichheeftgenomen
inEuropeesverbandéndebestbeschikbare
informatiemetbetrekkingtotdeautonomeen
gewensteontwikkelingeninde�62Natura2000
gebieden.Gezieneenaantalonzekerhedenover
teverwachtenontwikkelingen,voortkomenduit
natuurlijkedynamiekenklimaatveranderingen,is
voorhetjaar20�5voorzienineenevaluatievan
hetNatura2000doelendocument.Indiennoodza-
kelijkzalooktotwijzigingvandeterzakedoende
aanwijzingsbesluitenwordenovergegaan.
Dezeevaluatiewordtgelijktijdiguitgevoerdmet
degeplandeevaluatieinhetkadervandeKader-
richtlijnWater.Daarnaastwordendoelenherijkt
enzonodigbijgesteldbijaanwijzingvangebieden
ineenvolgendetrancheenbijopstellingvande
beheersplannen.
Dezeevaluatiewordtgelijktijdiguitgevoerd
metdegeplandeevaluatieinhetkader
vandeKaderrichtlijnWater.
7
8
Figuur2.�.�.Natura2000netwerkinNederland
9
WatisNatura2000?
ContextNL
Hoofdlijnenselectieenbegrenzing
Hoofdstuk 2
DithoofdstukgaatinophetNatura2000netwerk
engeefteennaderetoelichtingopdekadersvoor
deformuleringvandeNatura2000doelenen
voordeselectieenbegrenzingvandeVogel-en
Habitatrichtlijngebiedenendehoofdlijnenvoor
debegrenzingvandeNatura2000gebieden.
2.1 Wat is Natura 2000?
Inleiding
DeEuropeseUnieheeftzichtendoelgesteldin
20�0deachteruitgangvandebiodiversiteitte
stoppen(Göteberg,200�).Eenbelangrijkinstru-
menthiervoorisdeuitvoeringvandegebieds-
gerichteonderdelenvandeVogelrichtlijnende
Habitatrichtlijn.Ditbetekenthetrealiserenvan
eennetwerkvannatuurgebiedenvanEuropees
belang:hetNatura2000netwerk.Ditnetwerk
heeftalshoofddoelstellinghetwaarborgen
vandebiodiversiteitinEuropa.Inditverband
isdeafspraakgemaaktdatdelidstatenvande
EuropeseUnieallemaatregelennemendienodig
zijnomeengunstigestaatvaninstandhouding
vansoortenenhabitattypenvancommunautair
belangterealiseren.Hetbetreftdehabitattypen
zoalsopgenomeninbijlageIendesoortenzoals
opgenomeninbijlageIIvandeHabitatrichtlijn.
Ditgeldtookvoordevogelsoortenwaarvoor
Vogelrichtlijngebiedenzijnaangewezen.Bijde
vormgevingendekeuzevandezemaatregelen
wordtrekeninggehoudenmetdevereistenop
economisch,sociaalencultureelgebied,alsmede
metregionaleenlokalebijzonderheden.Hetis
evidentdataantenemenmaatregeleninhetka-
dervanveiligheideenzwaargewichtwordttoe-
gekend.Volgensvastejurisprudentiekunnenbij
deselectieenbegrenzingvandegebiedenechter
alleenecologischecriteriawordengehanteerd.
Bijdrage van Nederland
Nederlanddraagtmet�62gebiedenbijaanhet
Natura2000netwerkmeteentotaleomvang
vancircaeenmiljoenhectare(waarvantwee-
derdeopenwater,inclusiefdekustwateren).
Dezegebiedenwordenzoweldoorrijkspartijen
(Rijkswaterstaat,Defensie,DienstderDomeinen
enStaatsbosbeheer)beheerdalsdoorgroteter-
reinbeheerdersenparticulierebeheerders.Met
dezebijdragevan�62gebiedenvoldoetNeder-
Context
DeEuropeseUnieheeftzichtendoelgesteldin20�0
deachteruitgangvandebiodiversiteittestoppen
(Göteberg,200�).
�0
landvrijwelgeheelaanzijnEuropeseafspraken.
AlleenvoordeNoordzeeisuiterlijk2008nogeen
aanvullingvoorzien.InhetIntegraalBeheersplan
Noordzee(juli2005)isaangegevenwelkegebie-
denopdeNoordzeeinaanmerkingkomenvoor
destatusvanNatura2000gebied.
2.2 Context NL
Inleiding
IndeNatura2000contourennotitiezijndekaders
voordeformuleringvandeNatura2000doelen
opgenomen.Dezenotitieisinjuli2005toegezon-
denaandeTweedeKamer.Hetdocumentbevat
eenvertalingvanhetEuropesekadertoegespitst
opdeNederlandsesituatie:deachthoofdlij-
nen,hetprincipevanstrategischlokaliserenvan
degebiedsdoelenenhetvindenvandebalans
tussen‘richtinggeven’en‘ruimtelaten’.Opal
dezeelementenwordtindezeparagraafnader
ingegaan.Tevenszalindezeparagraafworden
aangegevenvoorwelkehabitattypenensoorten
oplandelijkenopgebiedsniveau(en/ofregionaal
niveau)doelenwordengeformuleerd.
Hoofdlijnen
HetEuropesekaderverplichtNederlandomde
biologischediversiteittewaarborgendoorvóór
20�0deachteruitgangtestoppen.Deopdracht
isomdesoortenenhabitattypenwaarvooreen
verplichtingisaangegaanineengunstigestaat
vaninstandhoudingtebrengen.Watdebijdrage
vanNederlandaanhetEuropesenetwerkwordt,
vindtzijnneerslagindeNatura2000doelen.Dit
zijndoelendiezoweloplandelijkniveaualsop
gebiedsniveauzijngeformuleerd.
HetEuropesekaderistoegespitstopdeNeder-
landsesituatie.DaartoezijnindeNatura2000
contourennotitiedevolgendehoofdlijnenvoor
deformuleringvandeNatura2000doelenopge-
nomen:
�. Maximaalaansluitenbijhetnationalebeleid,
metnamehetrealiserenvandeEcologische
Hoofdstructuur,mitsditbinnendekadersvan
deEuropeseverplichtingenpast.
2. Haalbareenbetaalbaredoelstellingenformu-
leren,diezominmogelijkinspanningenen
gevolgenvoorburgerseneconomischesecto-
renmetzichmeebrengen(geendisproportio-
nelelasten).
�. Inbeginseldebestaandekwaliteitenomvang
inNederlandeninconcretegebiedenhandha-
venenwaarnodigineengunstigestaatvan
instandhoudingbrengen.
4. Eenhogereinzetnastrevenvoorsoortenen
habitattypenwaarNederlandrelatiefbelang-
rijkervooriseneveneensvoorsoortenen
habitattypendiesterkonderdrukstaan.
5. Eenminderhogeinzetnastrevenalsvan
Nederlandredelijkerwijsnietkanwordenver-
wachtdateenbepaaldesoortofeenbepaald
habitattype(opdieplaats)opdelangereter-
mijnbinnenNederlandineengunstigestaat
vaninstandhoudingkanwordengebracht.
6. Doelstellingendienenindetijdrobuust
geformuleerdtezijnomtekunnenanticipe-
renopbijvoorbeeldnatuurlijkedynamieken
klimaatverandering.
7. Doelstellingendienenvoldoendesturendte
zijnvoordebeschermingénhetbeheervande
gebieden,zonderdatzeruimtevoorconcreti-
seringoplokaalniveauvolledigwegnemen.
8. Bijhetvaststellenvandeinstandhoudings-
...deachthoofdlijnen,hetprincipevanstrategisch
lokaliserenvandegebiedsdoelenenhetvindenvan
debalanstussen‘richtinggeven’en‘ruimtelaten’.
��
doelstellingenzalwordenuitgegaanvande
bestaandebudgettenvoorbeheer.
Strategisch lokaliseren
DeNatura2000gebiedenliggennagenoegge-
heelindeEcologischeHoofdstructuur(EHS).De
maatregelendieinhetkadervandeEHSvoorde
realiseringvandenatuurdoelenzijnofnogwor-
dengenomen,leverentevenseenhogereNatura
2000kwaliteit.Strategischlokaliserenénhetzo
goedalsmogelijkopelkaarlatenaansluitenvan
deinspanningenvoordezetweenetwerkenbiedt
debestemogelijkheidomoptermijnzoefficiënt
mogelijkeenduurzamesituatietebehoudenof
teverkrijgen.
Strategischlokaliserenbetekentdatbijdedoor-
vertalingvandelandelijkedoelennaardedoelen
op(regionaalen/of)gebiedsniveauwordtgelet
opdehuidigekwaliteitenéndebestemogelijk-
hedenomoptermijneenduurzamesituatiete
behoudenofteverkrijgentegeneenzogering
mogelijkeinspanning.Meerconcreetbetekent
ditbijvoorbeelddatvooreenhabitattypeofsoort
derelatiefgrootstebijdragekomtvanhetgebied
waarnudeecologischevereistenopordezijnof
heteenvoudigstopordetebrengenzijn.Daarbijis
nadrukkelijkgekekennaarbestaandeplannenen
projectenvoorderealiseringvandeEHS(inclusief
deplannenvoordegrotewateren).Hetoporde
brengenvandeecologischevereistenkaninde
meestesituatiesbinnendekadersvanhetbe-
staandbeleid.Ineenaantalsituaties,vooralvoor
diehabitattypenensoortendiesterkonderdruk
staanen/ofwaarNederlandrelatiefbelangrijkvoor
iséndiemomenteelineenongunstigestaatvan
instandhoudingverkeren,zijnzoweloplandelijk
alsopgebiedsniveau(bestuurlijke)keuzesgemaakt
ofnogtemaken.Inhoofdstuk6iseenuitleggege-
venvandebelangrijkstekeuzesdiegemaaktzijn
envandekeuzesdienogopenstaan.
Balans ‘richting geven’ en ‘ruimte laten’
VooralleNatura2000gebiedenmoetopgrond
vandeNatuurbeschermingswet�998eenbe-
heersplanwordenopgesteld.Ophetniveauvan
deNatura2000beheersplannenkan,ininteractie
metdebetrokkengebruikersenbeheerdersvande
gebieden,hetbestbepaaldwordenwaarpreciesen
metwelkemiddelen,inwelkeomvangenmetwelk
tempoderealiseringvandedoelenkanplaats-
vinden.Vanuitdezegedachtewordendedoelen
opgebiedsniveauzodaniggeformuleerddatze
‘richtinggeven’envoldoende‘ruimtelaten’.Op
basisvanhoofdlijn7uitdeNatura2000contou-
rennotitiedienendedoelensturendtezijnvoor
debeschermingénhetbeheervandegebieden,
zonderdatzederuimtevoordeconcretiseringop
lokaalniveauwegnemen.Concreetwordtrichting
gegevendoorteduidenofsprakeisvaneenbe-
houd-ofeenverbeteropgave,ineenaantalsitua-
tieswordtaangegevenofsprakeisvaneenzekere
senseofurgency(binneneenbepaaldeperiode
moetendeecologischevereistenopordezijnge-
bracht)endooraantegevenwelkewaardenten
gunstevananderewaardenachteruitmogengaan
ineenconcreetgebied.Dematevanruimteinde
praktijkisafhankelijkvandeaardvanhethabitat-
typeofdesoort;alsdezezeerspecifiekeeisen
steltaandeomgevingéndezemoeilijkvervang-
baarofverplaatsbaaris,zalerminderruimtezijn.
Daarstaattegenoverdatindynamischesituaties
dedynamiekvanhetsysteemzelfbepaaltwaarin
eenbepaaldeperiodebijvoorbeelddevochtige
duinvalleien(H2�90)ofdewitteduinen(H2�20)
voorkomen(zieverderhoofdstuk5).
...aangegevenofsprakeisvaneenzekeresenseof
urgency(binneneenbepaaldeperiodemoetende
ecologischevereistenopordezijngebracht)...
�2
Metdezebenaderingswijzevan‘richtinggeven’
en‘ruimtelaten’wordtruimtegebodenombij
voortschrijdendinzicht,nieuwekennis,etcetera,
aanpassingeninbijvoorbeeldhetrealiserings-
tempoofdeaardvandemaatregelenaante
brengen.Consequentievandezebenaderings-
wijzeisdatdedoelenzoalszezijnopgenomenin
deNatura2000aanwijzingsbesluitenindeNatura
2000beheersplannenverderwordenuitgewerkt
inomvang,ruimteentijd.
Zogevendeinstandhoudingsdoelenopge-
biedsniveaubijvoorbeeldaaninwelkegebieden
uitbreidingoppervlakteenverbeteringkwaliteit
vanhethabitattypezandverstuivingen(H2��0)
aandeordezijn.InhetkadervandeNatura2000
beheersplannenwordtaangegevenwaarprecies
enmetwelktempomaatregelengenomen
wordenomdezandverstuivingenuittebreiden
enkwalitatiefteverbeteren.Ophetniveauvan
debeheersplannenwordtaangegevenofen
waarbepaaldespecifiekemaatregelengenomen
worden.
Natura 2000 doelen: voor welke habitattypen en
soorten?
DeNatura2000doelenomvattennietallesoorten
enhabitattypenvandebijlagenvandeVogel-en
Habitatrichtlijn.WatbetreftdeHabitatrichtlijn
wordendoelenalleengeformuleerdvoorsoorten
(bijlageII)enhabitattypen(bijlageI)dieopde
zogenoemdeNederlandsereferentielijststaan.
Voorvogelsbetrefthetdesoortendieinde
Notavanantwoord2000staan.Opbasisvaneen
uitspraakvandeRaadvanStateisthansdeaan-
wijzingvanhetgebiedAbtskolk&DePuttenvoor
dedwerggansinprocedure.Voordezesoortzijn
in2000geengebiedenaangewezen.
Voorbroedvogelsoortenalsmiddelstebonte
specht,kraanvogelenoehoezalbijdeeerstvol-
gendeevaluatiewordenbezienofsprakeisvan
duurzamepopulaties.Vervolgenszalworden
beoordeeldoftotaanwijzingvangebiedenvoor
dezesoortenwordtovergegaan.Vandesoorten
vanbijlageIIvandeHabitatrichtlijnistenopzich-
tevan200�,alsgevolgvanderecenteuitbreiding
vandeEU,deplatteschijfhorentoegevoegdaan
deNederlandsereferentielijst.
Voordehabitattypenisdesituatieongewijzigd
tenopzichtevandeaanmeldingvandegebieden
in200�.
Opbasisvandeachthoofdlijnen,hetprincipevan
strategischlokaliserenendebenaderingswijze
van‘richtinggeven’en‘ruimtelaten’kanworden
geconcludeerd,datzoweloplandelijkniveauals
opgebiedsniveaudedoelenendenoodzakelijke
inspanningennietoveralgelijkzijn.Devariatieis
vangeen,weinigtotveel,vanoveraleenbeetje
totopéénplekalles.Voorzovermogelijkishierin
slimgekozen(strategischlokaliseren),zowelop
landelijkalsopgebiedsniveau.Inhoofdstuk�
wordtdegevolgdeaanpakbijhetformuleren
vandeNatura2000doelenverderuiteengezet.
Inhoofdstuk5wordtingegaanopdeverschillen
tussendelandschappenenhet‘reliëf’binnende
Natura2000landschappen.
2.3 Hoofdlijnen selectie en begrenzing van
Natura 2000 gebieden
Inleiding
ZoalsookindeNatura2000contourennotitieis
...wordendoelenalleengeformuleerdvoorsoorten
(bijlageII)enhabitattypen(bijlageI)dieopde
zogenoemdeNederlandsereferentielijststaan.
��
Balans‘richtinggeven’en‘ruimtelaten’
�4
aangegeven,zullenbijdeinvoorbereidingzijnde
aanwijzingvandeHabitatrichtlijngebiedenen
deaanvullingenaanwijzingsbesluitenvoorde
Vogelrichtlijngebiedenmetgebiedsdoelen,de
overlappendeVogel-enHabitatrichtlijngebieden
wordengecombineerdtotéénNatura2000ge-
bied.Daarbijwordternaargestreefd,omwillevan
deduidelijkheideneenduidigheid,debegrenzing
vandeVogel-enHabitatrichtlijngebiedenzogoed
alsmogelijkopelkaaraftestemmen.
Kadersvoorgrenswijzigingenzijnenblijvende
begrenzingsmethodiekenzoalsdieinrespectieve-
lijk2000en200�zijngehanteerdvoordebegren-
zingvandeVogel-enHabitatrichtlijngebieden.
Kaders Natura 2000 besluiten
IndeNatura2000contourennotitieisopgeno-
mendatvooralleNatura2000gebieden(nieuwe)
aanwijzingsbesluiteninvoorbereidingzijn.Voor
deHabitatrichtlijngebiedenzullendezevolledig
nieuwzijn,voordeVogelrichtlijngebiedenbetreft
het,inelkgeval,eenaanvullingtenaanzienvan
deinstandhoudingsdoelstellingen.Vierhoofdlij-
nenzijnmeegegevenaandevoorbereidingvan
deaanwijzingsbesluiten(zietekstkader2.�.�.).
Duidelijkeeneenduidigebegrenzingenvormen
daarbijeenbelangrijkelement.
Hoofdlijnen selectie Natura 2000 gebieden
DeVogel-enHabitatrichtlijngebiedenkennen
elkhuneigenselectiemethodiek.Dezemetho-
diekenzijnopgenomenindeNotavanantwoord
Vogelrichtlijn(2000)eninhetzogenoemde
Verantwoordingsdocument(200�).Inbijlage9.�.
wordthiermeeruitgebreidopingegaan.Voorde
goedeordezijopgemerktdatdeVogelrichtlijnge-
biedenvrijwelallereedszijnaangewezenende
bezwaar-enberoepsproceduresoptweenazijn
voltooid.
Selectie Vogelrichtlijngebieden
DeselectievandeVogelrichtlijngebiedenisge-
baseerdopaantallenendaarbijzijntweecriteria
gehanteerd:�.eengebiedherbergtminstens�%
vaneenbiogeografischepopulatievaneenwater-
vogelsoortof2.eengebiedbehoorttotéénvan
devijfbelangrijkstepleisterplaatsenofbroedge-
biedenvooreensoortopgenomeninbijlageIvan
deVogelrichtlijn.
Belangrijke elementen bij de voorbereiding van
de aanwijzingsbesluiten zijn:
�. EénNatura2000besluitvoorgebiedendie
zowelVogelrichtlijngebiedalsHabitatrichtlijn-
gebiedomvatten.Teneindemaximaleeendui-
digheidenhelderheidterealiseren,worden
begrenzingenwaarmogelijkgelijkgetrokken,
tenzijditbestuurlijkongewenstis.
2. Sobereaanwijzingsbesluiten,dievoldoende
houvastbiedenvoorvergunningverleningen
voordeoptestellenbeheersplannenenvoor
langeretijdhoudbaarzijn.
�. Duidelijkeéneenduidigebegrenzingenvan
gebieden,zoveelmogelijksamenvallendmet
duidelijkinhetterreinherkenbaregrenzen,
gerichtophetcreërenvaneenduurzamestaat
...omwillevandeduidelijkheideneenduidigheid,
debegrenzingvandeVogel-enHabitatrichtlijngebieden
zogoedalsmogelijkopelkaaraftestemmen.
Tekstkader2.�.�:Hoofdlijnenvoorbereidingaanwijzingsbesluiten
�5
vaninstandhoudingenhetwaarmogelijk
reducerenvandeexternewerking.
4. Beschermdenatuurmonumentendiesamen-
vallenmetNatura2000gebiedengaanvan
rechtswegeopindeNatura2000besluiten.
Waarnodigzaldebegrenzingwordengelijk
getrokkenmetdebegrenzingvanhetNatura
2000gebied.Tevenszalexplicietworden
aangegevenwelkeinstandhoudingsdoelstel-
lingenvanhetbeschermdenatuurmonument
samenvallenmetdeinstandhoudingsdoelstel-
lingenvanhetNatura2000gebiedénwelke
instandhoudingsdoelstellingenaanvullend
hieropzijn.
Selectie Habitatrichtlijngebieden
DeselectievandeHabitatrichtlijngebieden
isgebaseerdopvoldoendedekkingspercen-
tageoppervlaktehabitattypeofleefgebied.
Uitgangspuntdaarbijisdatdevijf(ofvoor
prioritairesoorten�0)belangrijkstegebieden
indeselectiezijnopgenomen.Voorhabitat-
typenistevensgeletofdeecologischevariatie
involdoendemateisafgedekt.Verderisbijde
selectiebezienofvoldoendegeografischesprei-
dingoverNederlandenvoldoendeaansluiting
metvergelijkbaregebiedeninDuitslanden
Belgiëisverkregen.
Hoofdlijnen begrenzing Natura 2000 gebieden
DebegrenzingvandeVogel-enHabitatrichtlijn-
gebiedenisgebaseerdopverschillende(deels
overlappende)uitgangspunten(zieookbijlage
9.�).
Begrenzing Vogelrichtlijngebieden
BijdebegrenzingvanVogelrichtlijngebieden
isgewerktmeteenbepaaldedefinitievan‘ge-
bied’.EenVogelrichtlijngebiediseenbestaand
ofpotentieelbeschermdgebiedmetofzonder
bufferzones,datzichduidelijkonderscheidtvan
zijnomgevingendatalleenofincombinatie
metanderegebiedenbijdraagtaandeinstand-
houdingvanbepaaldevogelsoorten.Deligging
enlandschappelijkeaardvaneengebiedzijn
gebaseerdopverspreidingenbiotoopeisenvan
desoorten.Deconcretegrenzenzijnbepaaldop
landschapsschaalafhankelijkvanterreingebruik
enbiotoopeisenvanrelevantensoorten.
Begrenzing Habitatrichtlijngebieden
BijHabitatrichtlijngebiedenvormthetaanwezig
zijnvaneenhabitattypeen/ofleefgebiedenvan
soortenhetuitgangspuntvoordebegrenzing
vandezegebieden.Tevenszijnopgenomenter-
reindelennodigvoorherstelvanwaarden,voor
duurzameinstandhoudingvandeaanwezige
waardenenvoordesamenhangvanhetNatura
2000netwerk(hetzogenoemde“cement”).
Degebiedenzijnoplandschapsschaalbegrensd
opbasisvanherkenbareecologischeofbeheer-
bareeenheden,bijvoorkeurlangsduidelijkin
hetlandschapherkenbaretopografischelijnen
enzoveelmogelijkaansluitendbijbestaande
topografischegrenzen.
...opgenomenterreindelennodigvoorherstelvanwaar-
den,voorduurzameinstandhoudingvandeaanwezige
waardenendesamenhangvanhetNatura2000netwerk.
Tekstkader2.�.�:Hoofdlijnenvoorbereidingaanwijzingsbesluiten
�6
Enkeleverschillentussendebegrenzingvan
Vogel-enHabitatrichtlijngebieden:
• BijVogelrichtlijngebiedenisperdefinitie
sprakevanaaneengeslotengebieden,bijHabi-
tatrichtlijngebiedenisditnietaltijdhetgeval.
• BijHabitatrichtlijngebiedenzijnnaastde
actuelevoorkomensvandehabitattypenen
leefgebiedenvandesoorten,waarnodig
terreindelenmeebegrensdvoordeduurzame
instandhouding,samenhangofvoorherstel
vanhabitattypenofleefgebied.
OvereenkomstenindebegrenzingtussenVogel-
enHabitatrichtlijngebieden:
• Debegrenzingvanconcretegebiedenisgeba-
seerdopmaatwerk.
• Debegrenzingensluitenzoveelalsmogelijk
aanbijherkenbaretopografischelijnen,en
zijngebaseerdopherkenbareeenhedenmet
eenduidelijkeeigenidentiteit.
• Debegrenzingensluitenmogelijkaanbij
bestaandeadministratievegrenzen,zoals
bijvoorbeeldNationaalPark,natuurmonu-
menten.
Begrenzing Natura 2000 gebieden
Bijdesamenvoegingendenaderebegrenzing
vandeNatura2000gebiedenwordtgestreefd
naareenzoeenduidigmogelijkebegrenzing.
Inbijlage9.�.zijndehoofdlijnenvooraanpassing
vandebegrenzingvanNatura2000gebieden
opgenomen.Indezebijlagewordtookaangege-
venhoemetexclaveringwordtomgegaan.Waar
mogelijkwordtopkaartgeëxclaveerd,waarniet
mogelijkwordtmeteenstandaardexclaverings-
tekstgewerkt.
Debegrenzingensluitenzoveelalsmogelijkaanbij
herkenbaretopografischelijnen,enzijngebaseerdop
herkenbareeenhedenmeteenduidelijkeeigen...
�7
Natura2000Doelen-Aanpak
�8
Figuur�.�.�.Natura2000landschappen
�9
Proceslijnhabitattypenensoorten
Proceslijngebieden
Doelenlandelijkengebiedsniveau
Hoofdstuk 3
Dithoofdstukgaatinopdegevolgdewerkwijze
binnendekadersvandeNatura2000contouren-
notitieengaatinopdegevolgdewerkwijze(twee
proceslijnen)waarmeeisgewerkttenbehoeve
vandeformuleringvandoelenoplandelijkenop
gebiedsniveau.
3.1 Inleiding
Inhetvorigehoofdstukisingegaanopdekaders
vandeNatura2000contourennotitie:deacht
hoofdlijnenenhetprincipevan‘strategisch
lokaliseren’enhetprincipevan‘richtinggeven’
en‘ruimtelaten’.Dezeparagraafgaatinopde
gevolgdeaanpak.Erisvanuittweeproceslijnen
gewerkt.Deeneproceslijnisgerichtopdehabi-
tattypenendesoorten;deandereopdegebie-
den.Omdemateriemeerhanteerbaartemaken,
zijnachtNatura2000landschappenonderschei-
denenzijndegebiedendaaraantoegekend(zie
figuur�.�.�.).
Detweeproceslijnenstaannietlosvanelkaar.
Deeerstelijnresulteertineenhogerofeenlager
doeloplandelijkniveau.Detweedelijnineen
hogeroflagerdoelopgebiedsniveau.
Inbeidelijneniseenanalyseuitgevoerdopbasis
vaneenzogenoemdestoplichtenbenadering
t.b.v.degemaaktekeuzes.Daarbijzijnkeuzes
gemaakttenaanzienvandelokaliseringvande
doelenentenaanzienvanoppervlakte,kwaliteit,
verspreidingen/ofaantallen.
Indemeestesituatiespastdedoelformulering
binnenbestaandbeleidénbinnendebestaande
begrenzingvandegebieden.Vooreenaantal
habitattypenensoortenwaarvoorNederland
relatiefbelangrijkiséndiemomenteelineen
ongunstigestaatvaninstandhoudingverkeren,
staannogkeuzesopen.Inhoofdstuk6zijnalle
inhetkadervandezenotanogtemakenkeuzes
opgenomen.
3.2 Proceslijn habitattypen en soorten
Inleiding
Indeproceslijnhabitattypenensoortenisop
basisvaneenaantalstappentoegewerktnaarde
formuleringvanNatura2000doelenoplandelijk
niveau.
Aanpak
Indeproceslijnhabitattypenensoortenisopbasisvan
eenaantalstappentoegewerktnaardeformulering
vanNatura2000doelenoplandelijkniveau.
20
Proceslijn�:habitattypenensoorten
2�
Hetbetreftdevolgendestappen:
Nadere interpretatie
• Stap 1:nadereinterpretatievanhabitattypen
ensoorten.
Beoordelingen
• Stap 2:bepalingvanhetrelatiefbelangvande
NederlandseNatura2000waarden.
• Stap 3:beoordelingvanstaatvaninstandhou-
dingvandehabitattypenensoorten.
Opgaven en doelen
• Stap 4:omschrijvenvanbelangrijksteverbeter-
opgavenoplandelijkniveau.
• Stap 5:formulerenvandoelenoplandelijk
niveau.
Concreteproductenvandeproceslijnhabitatty-
penensoortenzijn:
�. Natura2000profielen(inbewerking);
2. bepalingrelatiefbelang(bijlage9.2);
�. beoordelingstaatvaninstandhouding(bijlage
9.2);
4. belangrijksteverbeteropgaven(paragraaf4.4)
en
5. Natura2000doelenoplandelijkniveau(para-
graaf4.5enbijlage9.�).
Nadere interpretatie
OpbasisvandeEuropeseinterpretatiemanual
enopbasisvanhetzogenoemdeLijstdocument
(MinisterievanLNV,200�)zijndehabitattypen
verdergeïnterpreteerd.Omschreveniswelke
vegetatietypenerwelenwelkenietondereen
bepaaldhabitattypevallen,waarbijookminder
goedontwikkeldevormenzijnaangegeven�.
Ookzijnenkeledefinitiesaangepastvooreenbe-
tereafstemmingmetdegehanteerdeinterpreta-
tiesindebuurlanden(o.a.habitattypenbekenen
rivierenmetwaterplanten(H�260)enhabitattype
ruigtenenzomen(H64�0))ofomdatdeEuropese
interpretatiemanualinmiddelsisaangepast.
Degehanteerdedefinitieenafbakeningvan
habitattypenisvastgelegdinzogenoemdeNatura
2000profielen,dievoorallehabitattypen(enook
voorsoorten)zijnopgesteld(noginbewerking).
Deprofielenomvattendevolgendeelementen:
kenschets(beschrijving,relatiefbelang),kwali-
teit(kenmerkenvangoedestructuur&functie),
ecologischevereisten,bijdragevangebieden,
beoordelinglandelijkestaatvaninstandhouding
(incl.definitiegunstigestaatvaninstandhou-
ding),literatuur.
Intekstkader�.2.�wordtnadereinformatie
gegevenoverhethabitattypeblauwgraslanden
(H64�0),waarbijinzichtelijkwordtgemaaktdat
binnenhettypegrotevariaties,metverschillende
ecologischevereistenvoorkomen.
� Inhetboek‘EuropeseNatuurinNederland–
Habitattypen’staanalleendegoedevoorbeelden
vanhabitattypenomschreven.Deselectievande
gebiedenisopdezetypengebaseerd.
Omschreveniswelkevegetatietypenerwelenwelke
nietondereenbepaaldhabitattypevallen,waarbijook
mindergoedontwikkeldevormenzijnaangegeven.
22
Variatie binnen het habitattype blauwgraslanden
(H6410)
Blonde zegge type:
matigbasenrijketotbasenrijkevormenvan
blauwgraslandenopzand,leemenvenige
bodemsdiepermanentgevoedwordendoor
kwelvanbasenrijkgrondwateruitregionale
grondwatersystemeninbeekdalen.Indewinter
enhetvroegevoorjaarstaathetgrondwateraan
endichtondermaaiveldenindezomerzaktdeze
geleidelijkmatigdiep(60cm)weg.Hettypeheeft
eenhoogaandeelvanblondezeggeenblauwe
zeggeendaarnaastkunnendraadzeggeenronde
zeggeaanwezigzijn.Hetkomtvaakvoorincom-
plexenmetbasenrijkekleinezeggenbegroeiingen
(kalkmoerassen(H72�0),overgangs-entrilvenen
(H7�40),ofdotterbloemhooilanden(Calthion).
VoorbeeldenzijnBinnenveld(65)enGrootZand-
brink(80).
Grote pimpernel type:
relatiefzuretotbasenrijkevormenvanblauw-
graslanden(Cirsio-Molinietum)opkleiigveen
metzwakkekwelvanbasenrijkgrondwateren
metincidenteleoverstromingvanoppervlakte-
water.VoorbeeldenhiervanzijndeMoerputten
(Vlijmensven,Moerputten&Bosschebroek(��2)),
Langstraat(��0),deVeerslootlanden(Oldematen
&Veerslootlanden(�7)).Dittypekomtvooropde
overgangenvanhetPleistoceenenHoloceenen
valtbinnendeNatura2000landschapsindeling
daaromnietalleenindeBeekdalen,maarookin
hetlandschapMerenenMoerassen.Indewinter
staathetwateropmaaiveldenindezomerzakt
het�0tot60cmondermaaiveld.Deoverstro-
mingzorgtvoorenigeafzettingvanklei.Alhoe-
weldekwelen/ofoverstromingindittypevaakis
verdwenendooringrepentreedtverzuringpasna
langetijdopalsgevolgvandehogebuffercapa-
citeitvandekleiigebodem.Typischesoortenzijn
grotepimpernelenmoeraslathyrus.
Veldrus type:
relatiefzurevormenvanblauwgraslanden(Cirsio-
Molinietum)metveelalhogeabundantievan
veldrusengrassenopdekzandbodemsvanbeek-
dalenendehogerezandgronden.Ditzeldzame
typeblauwgraslandkomtvaakvoorinassociatie
metveldrusschraalland(Crepido-Juncetum)dat
ooktothethabitattypeblauwgraslandenwordt
gerekend.Dittypeisgebondenaanperiodieke
kweluiteenzeerdunwatervoerendpakketop
eenslechtdoorlatendeleemlaag.Indeleemzijn
verweerbaremineralenaanwezigdiehetgrond-
waterenigszinsverrijkenmetbasen.Degrondwa-
terstandmoetindewinterenhetvroegevoorjaar
totinhetmaaiveldreikenenzakt’szomersdiep
weg(�20-��0cm).Wanneerdeleembasenrijk
ofkalkrijkis,komensoortenalskarwijselie,zee-
groenezegge,parnassiaenkrielparnassiavoor.
VoorbeeldenzijnWijnjeterperSchar(�6)endelen
vandeKampina&OisterwijkseVennen(���)
Oeverkruid type:
relatiefbasenarmetotbasenrijkevormenvan
blauwgraslanden(Cirsio-Molinietum)metover-
gangennaarzwakgebufferdebegroeiingenvan
deOeverkruid-klasseopdekzandbodemsmeteen
dikkerwatervoerendpakket.Dittypekomtvoor
aanderandenvanondiepedepressiesinheide-
landschappenvandehogerezandgrondendie’s
wintersinunderen.Dezeinundatieincombinatie
metdeopbollingvandegrondwaterstandinde
aangrenzendedekzandruggen,zorgtgedurende
delatewinterenhetvroegevoorjaarvooreen
ondiepegrondwaterstromingdiebasennaarde
wortelzonetransporteert.Omdatdekalkhouden-
deafzettingenopenigedieptezitten,zijnzulke
tijdelijkelokalegrondwaterstromingencruciaal
voordeaanvoervanbasenaanderandenvande
ondiepedepressies.Indezomerzaktdegrond-
waterstanddiepweg.Bijzondereplantensoorten
indittypezijnparnassia,moeraswespenorchis,
rijnrusentypischishetvoorkomenvanzwakge-
bufferdesoortenalsoeverkruidenmoerassmele
inhetblauwgrasland.Voorbeeldenzijntevinden
inhetnatuurreservaatPunthuizen(Dinkelland
(49))enhetBrecklenkampseveld(Bergvennen&
Brecklenkampseveld(46)).Insommigegevallenis
dekalkzeerondiepaanwezig(vanaf�-2m-mv).
Indatgevalkanhethabitattypeblauwgraslanden
ookindecentraledelenvandepressiesvoorko-
men.DitishetgevalinhetStelkampsveld(60).
Grote zeggen type:
matigbasenrijkeenbasenrijkevormenvan
blauwgraslanden(Cirsio-Molinietum peuce-
danetosumenparnassietosum)opveenen
klei-op-veenbodemsvanhetlandschapMeren
enMoerassendie(vroeger)inundeerdemet
basenrijkpolder-ofboezemwater.Doorde
aanwezigheidvaneendikklei-enveenpakket
vindternauwelijkstoestromingvangrondwater
ofoppervlaktewaterdoordebodemplaats.De
basenrijkdomkanopdelangetermijnalleen
instandwordengehoudendoorinundatiemet
basenrijkoppervlaktewater.Doorhetstoppenvan
deinundatieishettypesterkachteruitgegaanen
resterenderelicteninsmallezonesmetzwakke
kweluitpoldersystemen.’sWintersstaatde
waterstandnetbovenmaaiveld,indezomerzakt
zehooguit�0cmdiepweg.Kenmerkendvoorhet
typeishetenigszinsruigekarakterenvoorkomen
vangrotezeggensoorten.Bijzonderesoortvan
dittypeishetmelkviooltje.Eenvoorbeeldwaar
deoverstromingmetbasenrijkoppervlaktewater
deelsishersteldisAldeFeanen(��).
Pijpestrootje type:
relatiefzurevormenvanblauwgraslanden(Cirsio-
Molinietum peucedanetosum)opveenbodems
vanoudelegakkersenoudepetgatverlandingen
inverveningsgebiedenvanhetNatura2000land-
schapMerenenMoerassen.Dittypeoverstroomt
nietenwordtsterkgedomineerddoorneerslag-
water.Opdenduurverzuurthetvooreenbelang-
rijkdeel.Pijpestrootjeheefteenhoogaandeelen
eenbijzonderesoortisknotszegge.Alleenaan
randenvanniet-verlanddepetgatenenslotenkan
ingeringematebasenrijkgrondwaterdebodem
indringenennogvoorenigebufferingzorgen.
VoorbeeldenzijntevindeninWeerribben(�4)en
Wieden(�5).
Tekstkader�.2.�.Habitattypeblauwgraslanden
2�
Relatief belang
DematewaarinNederlandeenbijdragekanleve-
renaanhetbereikenvaneengunstigestaatvan
instandhoudingophetniveauvanhetEuropese
netwerkwordtbepaalddoorhetrelatiefbelang
vanNederlandbinnendeEuropeseUnie(ofdaar-
binnendezogenoemdeAtlantischeregio).Het
relatievebelangvanNederlandwordtondermeer
bepaalddoor:
• Ligging van Nederland binnen het ver-
spreidingsgebied:zoligtbijvoorbeeldhet
zwaartepuntvanvochtigeheiden(H40�0)én
vangrijzeduinen(kalkrijk)(*H2��0_A)inNe-
derland.Voorpurperreiger(A029)enlepelaar
(A0�4)ligtNederlandaandenoordrandvan
hetEuropeseareaal.
• De mate van voorkomen in Nederland:het
leefgebiedvandenoordsewoelmuis(onder-
soortMicrotus oeconomus arenicola)(*H��40)
isbeperkttotNederland.
• Relatief groot aandeel in de totale Europese
oppervlakte:ditgeldtbijvoorbeeldvoorvoch-
tigealluvialebossen(zachthoutooibossen)
(*H9�E0_A),glanshaver-envossenstaarthooi-
landen(H65�0)enschorrenenziltegraslan-
den(buitendijks)(H���0_A).
• Relatief groot aandeel van de Europese
populatie:ditgeldtbijvoorbeeldvoor
groenknolorchis(H�90�)indeduinen.
• Relatief groot aandeel van de biogeografi-
sche populatie:zoalsbijvoorbeeldvoorkleine
zwaan(A0�7),brandgans(A045)enkolgans
(A04�).
• Bijdrage aan de ecologische variatie:dit
geldtbijvoorbeeldvoorstroomdalgraslanden
(*H6�20),blauwgraslanden(H64�0)enactieve
hoogvenen(hoogveenlandschap)(*H7��0_A).
Hetcriteriumecologischevariatiegeldtalleen
voorhabitattypen.Dezevariatiekanabsoluut
zijn(eenhabitattypeisinNederlandgemiddeld
rijkeraantypischesoortendaneldersindeEU)of
relatief(desoortensamenstellingofdeverschij-
ningsvormisinNederlandduidelijkandersdanin
anderedelenvandeEU).Debijdragevaneenha-
bitattypeaandeEuropesevariatiewordtalshoog
aangemerktwanneereenplantengemeenschap
vanhethabitattypegeheelofvrijwelgeheeltot
Nederlandbeperktis.Ditisbijvoorbeeldhetgeval
voorgraslandenvanhettypeCirsio-Molinietum
vanhabitattypeblauwgraslanden(H64�0)envoor
hetkalkminnendestroomdalgrasland(Medica-
gini-Avenetum)vanhabitattypestroomdalgras-
landen(*H6�20).Daarnaastkaneenhabitattype
eenbijzondereecologischevariantzijnopbasis
vangeomorfologischecriteria:zoisdeverschij-
ningsvormvanhoogveeninNederlandbijzonder.
Hetbetrefthetzogenoemdelenshoogveen,dat
beperktistotdeNoordwest-Europeselaagvlakte.
Beoordelingsklassen relatief belang
Nederlandvormtongeveer�%vanhetgrondge-
biedvandeEuropeseUnie.Hetrelatiefbelangis
indrieklasseningedeeld:
• A:zeergroot;
• B:groot;
• C:aanzienlijk.
Bijhabitattypenishetrelatiefbelangbepaaldop
basisvaneengeschataandeeldatdeNeder-
landsehabitattypenbijdragenaanhettotaleop-
pervlaktevandezehabitattypen,daarbijistevens
gekekennaardebijdragevanNederlandaande
ecologischevariatieopEuropeseschaal.
RelatiefgrootaandeelindetotaleEuropese
oppervlakte:ditgeldtbijvoorbeeldvoorvochtige
alluvialebossen(zachthoutooibossen)(*H9�E0_A),...
24
Bijbroedvogelsishetrelatiefbelangbepaald
opbasisvanhetaandeeldatdeNederlandse
broedpopulatieuitmaaktvandebroedpopulatie
vandeEuropeseUnie(conformderapportage
vanBirdLifeInternationalvan2004–Birdsinthe
EuropeanUnion–astatusassessment).
Bijniet-broedvogelsishetrelatiefbelanggeba-
seerdophetmaximumaantaldatgemiddeldper
seizoeninNederlandverblijft,alspercentage
vandegeschatteomvangvandevoorNederland
relevante,internationalepopulatie.
Voordeoverigesoortenisgewerktmetdebest
mogelijkeinschattingomdatdaarvoorthans
minderhardegegevensbeschikbaarzijn.
VoorhabitattypenensoortenvandeHabitatricht-
lijnisgrootbelang(klasseB)gedefinieerdalseen
aandeeltussen0,5en4%vanhetEuropesetotaal;
eenzeergrootbelangalstenminste4%(klasseA)
daarvaneneenaanzienlijkbelangalshetaandeel
hoogstens0,5%is(klasseC).
Voorbroedvogelsenniet-broedvogelsisde
volgendeindelinggehanteerd.Eengrootbelang
isdaarbijgedefinieerdalseenaandeelvan�-�5%
(deondergrensisop�%gelegdovereenkomstig
degehanteerdemethodiek),eenzeergroot
belangbijmeerdan�5%.Voorniet-broedvogels
wordttevensaangegevenofmeerdan50%van
deinternationalepopulatieinNederlandverblijft,
Zievooreenoverzichtvanhetrelatiefbelangvan
allehabitattypenensoortenbijlage9.2.
Beoordeling staat van instandhouding
Bijdebeoordelingvandestaatvaninstandhou-
dingvandehabitattypenensoorteniszoveelals
mogelijkaangeslotenbijdestoplichtenbenade-
ringzoalsdieinEU-verbandisontwikkeldten
behoevevandebestaanderapportage-verplich-
tingen.
Hierbijwordendehabitattypenensoortenopeen
aantalaspectengescoordalsgunstig(groen),ma-
tigongunstig(oranje)ofzeerongunstig(rood).
Voorhabitattypengaathetomdevolgende
aspecten:ontwikkelingent.a.v.verspreiding,op-
pervlakte,kwaliteitentoekomstperspectief.Voor
desoortenbetrefthetdeaspecten:verspreiding,
populatieomvang,leefgebiedentoekomstper-
spectief.Destaatvaninstandhoudingwordt
nadrukkelijkgerelateerdaaneengunstige
SvI beoordeling: Stoplichtbenadering
Aspecten:
Habitattypen:trendsinverspreiding,oppervlakte,
structuurenfunctieénhettoekomstperspectief
Soorten:trendsinverspreiding,populatie,leefge-
biedénhettoekomstperspectief
Scores:
Groen=gunstig,Oranje=matigongunstig
Rood=zeerongunstig,Grijs=onbekend
Rekenregels totaal score:
= Zeerongunstig:éénofmeerrood;
= Matigongunstig:éénofmeer‘oranje’
maargeen‘rood’;
= Gunstig:alles‘groenofdrie‘groen’
énéénonbekend;
= Onbekend:tweeofmeer‘onbekend’
gecombineerdmetgroen.
Tekstkader�.2.2.Beoordelingstaatvaninstandhou-
dingvolgensdestoplichtbenadering
Bijdebeoordelingvandestaatvaninstandhouding...
zoveelalsmogelijkaangeslotenbijde‘stoplichten-
benadering’zoalsdieinEU-verbandisontwikkeld...
25
referentie(niveaugunstigestaatvaninstandhou-
ding).Volgensafgesprokenregelsisdetotaalsco-
rebepaald(zietekstkader�.2.2enbijlage9.2.�).
Debeoordelingvandestaatvaninstandhouding
tenbehoevevandeformuleringvandeNatura
2000doelenisgebaseerdopinventarisatie-en
monitoringsgegevens(voorzoverbeschikbaar)en
opbestexpertjudgement.Debeoordelingvande
staatvaninstandhoudingismeteengrootaantal
deskundigenenbeheerdersvandegebieden
gedaan.
Daarbijisnadrukkelijkrekeninggehoudenmet
deconditiesindeNatura2000gebieden,met
ontwikkelingeninanderelanden(bijvoorbeeld
voorvogels)énmetmogelijkeveranderingenten
gevolgevanklimaatveranderingen.
Verbeteropgaven
Voorallehabitattypenensoortenzijnopbasis
vanderesultatenvandebeoordelingvanrelatief
belangenstaatvaninstandhouding,Natura2000
opgavengeformuleerd.Dezeopgavenzijngerela-
teerdaaneeninschattingvangunstigestaatvan
instandhoudingoplandelijkniveau.
Vervolgenszijndebelangrijksteverbeteropgaven
oplandelijkniveaubijelkaargebracht.Descores
voorrelatiefbelangenstaatvaninstandhouding
zijndaarbijgehanteerd.Deverbeteropgaven
zijnvooralgeformuleerdvoorhabitattypenen
soortenwaarNederlandrelatiefbelangrijkvoor
isenwaardestaatvaninstandhoudingmatig
ongunstigofzeerongunstigis(zieparagraaf4.4).
Dezeopgavenkunnenzowelbetrekkinghebben
opeenmeeradequaatbeheeralsophetbeter
opordekrijgenvandeecologischevereisten.
Deopgavenzijnnietalleengeformuleerdvoor
afzonderlijkehabitattypenensoorten,maarook
opsamenhangendelandschappenofsystemen.
Natura 2000 doelen op landelijk niveau
Systematiek formulering Natura 2000 doelen
Habitattypen
VoordeformuleringvandeNatura2000doelen
voorHabitattypenoplandelijkniveauiseenaan-
talkeuzesgemaakt.Dedoelenzijngebaseerdop
debestmogelijkeinschatting,gemaaktmeteen
grootaantaldeskundigen,overaanwezigeop-
pervlaktes,aanwezigekwaliteitendehuidigeen
toekomstigebijdragedieeengebiedlevertofkan
leverenvoorduurzameinstandhoudingvaneen
bepaaldhabitattype.Zoiseenbeeldgevormdvan
detrendsinoppervlakteenkwaliteit,waarmee
eenbeoordelingvandestaatvaninstandhouding
isgemaakt.Bijeenongunstigestaatvaninstand-
houdingzijndedoeleninprincipeintermenvan
uitbreidingverspreiding,oppervlakteen/ofver-
beteringkwaliteitgeformuleerd,bijeengunstige
staatvaninstandhoudingintermenvanbehoud.
Hieropzijnsomsuitzonderingengemaakt,
bijvoorbeeldwanneereenherstelopgavenietrea-
listischwerdgeacht(ziehoofdstuk4.5en6).Ook
kanhetzijndatvanwegedeinstandhoudingvan
degeografischespreidingen/ofecologischevari-
atiealleeneenherstelopgavevooreenbepaald
deelvanNederlandwordtgeformuleerd.
Soorten van de Habitatrichtlijn
BijdeformuleringvandeNatura2000doelen
oplandelijkniveauvoorsoortenvandeHabita-
trichtlijnisinprincipedezelfdekeuzegemaakt
alsbijdehabitattypen.Bijeenongunstigestaat
vaninstandhoudingzijndedoeleninprincipe
intermenvanverbeteringgeformuleerd,bijeen
gunstigestaatvaninstandhoudingintermen
...bestexpertjudgement.Debeoordelingvandestaat
vaninstandhoudingismeteengrootaantaldeskundigen
enbeheerdersvandegebiedengedaan.
26
vanbehoud.Hieropzijnsomsuitzonderingen
gemaakt.Zozijninsommigegevallendedoelen
kwantitatiefgeformuleerd,wanneervoldoende
actuelegegevenshiertoevoorhandenwaren
(conformdevogeldoelen).Metnamebijtrekvis-
senzijndelandelijkedoelengerelateerdaande
betekenisvanNederlandalstoegangspoortvoor
DuitslandenBelgiëendaarmeeopdesamen-
hanginhetEuropesenetwerk.
Broedvogels
Delandelijkedoelenvoorbroedvogelsgaanin
principeuitvanbehoudvanomvangenkwaliteit
vanhetleefgebiedvoorbehoudvandeactuele
populatieinNederland.Bijbroedvogelsoorten
meteenongunstigestaatvaninstandhouding
wordtdoorgaanseenherstelopgavegeformu-
leerd.Omvangenkwaliteitvanhetleefgebied
dienentewordenhersteld,zodatdepopulatie
zichkanherstellen.Dematewaarinherstelge-
wenstis,hangtmedeafvan:
• degewensteomvangvooreenduurzame
populatieintermenvanaantalparenen
aantalsleutelpopulaties;
• internationalebetekenisvandeNederlandse
populatie,metnameinEU-verband,zowel
watbetreftaantalbroedparenalswatbetreft
bijdrageaandegeografischespreiding.
Vanexplicietbelangzijndebroedvogelswaar-
voorNederlandeengrotebijdragelevertaande
EU-populatie.Daarnaastzijn,uiteenoogpuntvan
biodiversiteit,desoortenwaarvanhetvoorkomen
inNederlanddeuiterstegrensingeografische
spreidingvormt,vanextrabelang.Dezelaatste
overwegingisechteralleentoegepastbijsoorten
waarvaninNederlandeenlevensvatbarepopula-
tieaanwezigis.Hetverdwijnenvandezesoorten
uitNederlandzouimmerseenafnamevanhet
EU-areaalbetekenen.Daarbijisechterwelmee-
gewogenofsprakeisvanduurzamepopulaties.
Zieverderooktekstkader�.2.�.
Landelijke minimum populatie:
Hiermeewordtbijbroedvogelsgedoeldophet
minimaalaantalnoodzakelijkebroedparenvoor
eenduurzamelandelijkepopulatie.Essentieel
inhetvoorbestaanvandenationalepopulatieis
hetvoorhandenzijnvanvoldoendesleutelpopu-
laties.Voordemeestebroedvogelsoortenwordt
aangenomendateenaantalvan20sleutelpopu-
latieseengoedegarantieisvooreenduurzame
landelijkepopulatie.Delandelijkeminimumpo-
pulatiewordtbepaalddoorhetaantalgewenste
sleutelpopulatiesenhetminimumaantalparen
persleutelpopulatie.
Sleutelpopulatie:
Bijbroedvogelswordtdebetekenisvaneen
gebiedmedebepaalddoordeomvangvande
aanwezigebroedpopulatie.Ligtdeomvangvan
depopulatieineenbepaaldgebiedboveneen
zekerekritischaantaldanwordtgesprokenvan
eensleutelpopulatie:“Eenpopulatiewaarvande
Voordemeestebroedvogelsoortenwordtaangenomen
dateenaantalvan20sleutelpopulatieseengoede
garantieisvooreenduurzamelandelijkepopulatie.
Tekstkader�.2.�.Duurzaamheidbroedvogels
27
kansopuitstervenindeeerstkomende�00jaren,
bijgelijkblijvendehabitatkwaliteitenhoeveel-
heidhabitat,minderdan5%wordtgeacht”.De
gewensteminimumomvangvaneensleutelpo-
pulatieisvooralafhankelijkvandelevensduur
vandevogels.Bijlanglevendevogels(jaarlijkse
sterfte25-�5%)bedraagtdezemeerdan20paren
(bijvoorbeeldroerdomp(A02�)),bijmiddel-lang
levendesoorten(jaarlijksesterfte�5-45%)meer
dan40paren(bijvoorbeeldgrotekarekiet(A298))
enbijkortlevendevogels(jaarlijksesterfte45-
55%)meerdan�00paren(bijvoorbeeldrietzan-
ger(A295)).
Indienbroedvogelsverspreidvoorkomenwordt
hetniveauvaneensleutelpopulatieineenspe-
cifiekgebiedvaaknietgehaald.Vaakisdanop
regionaleschaalwelsprakevaneenminofmeer
samenhangendepopulatiemetmeerderekernen
(meta-populatie),diequaomvangwelhetmini-
mumniveauvandesleutelpopulatieoverstijgt.
Niet-broedvogels
Delandelijkedoelenvoorniet-broedvogelsmet
eengunstigestaatvaninstandhoudingzijngefor-
muleerdintermenvanbehoudvandeomvangen
kwaliteitvanhetleefgebiedvoorhetbehoudvan
deactuelepopulatieinNederland.Bijdezeopga-
vewordteendraagkrachtschattinggegeveninde
vormvanseizoensgemiddeldeaantallen(gemid-
deldevan�2opeenvolgendetellingenvanjulit/m
junivanhetvolgendjaar),gemiddeldovereen
periodewaarindepopulatiestabielisenwaarin
geenredenenzijnomhetleefgebiedongunstig
tebeoordelen.Ingevallendatdebeschikbare
gegevensniettoereikendzijnvoorhetberekenen
vangemiddeldenzijnseizoensmaximagebruikt.
Vooreenaantalsoortenisditseizoensmaximum
gelijkaanhetjanuari-aantal.
Bijnietbroedvogelsoortenmeteenongunstige
staatvaninstandhoudingwordtinprincipeop
landelijkniveaueenherstelopgavegeformuleerd.
Ditbetekentdatomvangenkwaliteitvanhetleef-
gebiedoplandelijkniveauzodanigherstelddient
tewordendatdepopulatiezichkanherstellen2.
Dedraagkrachtschattinginhetlandelijkedoel
isdaarbijinprincipegebaseerdopdeomvang
vandepopulatieindejarenwaarindestaatvan
instandhoudinggunstigwas.Daaropzijnde
volgendeuitzonderingengemaakt:
• Alsdeongunstigestaatvoortkomtuiteen
matigongunstigetrend(afnamedieniet
leidttotaantallenvanminderdan75%van
degenoemdedraagkrachtschatting)en/of
eenmatigongunstigetoekomstverwachting.
Indezegevallenwordteenbehoudsopgave
geformuleerd.
• Alsvolledigherstelvandesituatieindejaren
metgunstigestaatvaninstandhoudingniet
realistischisofalsdeongunstigestaatvoort-
komtuiteenongunstigetrendinaantallenof
verminderingvandekwaliteitleefgebiedén
datvooralsnogeerstnaderonderzochtgaat
wordenofdedraagkrachtvandegebiedendie
deongunstigestaatveroorzakenzodanige(re-
delijkerwijstenemen)maatregelengenomen
kunnenwordenzodatoplandelijkniveaueen
herstelopgavegeformuleerdkanworden.
2 Ditbetekentoverigensnietperdefinitiedatvoor
allegebiedenwaarvoordesoortisaangemeld
eenherstelopgavegeldt.
Ditbetekentdatomvangenkwaliteitvanhetleefgebied
oplandelijkniveauzodanigherstelddienttewordendat
depopulatiezichkanherstellen.
Tekstkader�.2.�.Duurzaamheidbroedvogels
28
Indezegevallenwordtdedraagkrachtschat-
tinginhetlandelijkdoelgebaseerdopde
aantallenineenalternatieveperiodeofop
eenrealistischeschattingvanhetaandeelvan
hetverlorenleefgebieddatherstelof
verbeterdkanworden.
• Detenemenmaatregelenomhersteltebe-
werkstelligennogomnaderestudievragen.
3.3 Proceslijn gebieden
Inleiding
Indeproceslijngebiedenisopbasisvaneenaan-
talstappentoegewerktnaardeformuleringvan
doelenopgebiedsniveau.Devolgendestappen
zijndaarbijteonderscheiden:
Focus
• Stap 1:toedelingvangebiedenaanéénvande
achtNatura2000landschappen.
• Stap 2:formulerenvankernopgavenvoordeze
landschappen.
• Stap 3:toedelingvankernopgavenaancon-
cretegebieden.
Analyse
• Stap 4:inschattinghuidigesituatie.
• Stap 5:inschattingvoorzwaarteopgave.
Synthese
• Stap 6:formulerenvangebiedsdoelen.
Deverschillendestappenomtefocussenende
stappenvandeanalyse(stoplichtbenadering)zijn
eenaantalmalenineeniteratiefprocesgezet.
Vangrofnaarfijnenvanfijnnaargrof.
Concreteproductenzijn:kernopgavenperland-
schap(hoofdstuk5),analysesperlandschap
(achtergronddocumenten)endoelenopgebieds-
niveau(vooralsnogopgenomenin�62gebieden-
documenten).
Focus
Natura 2000 landschappen (stap 1)
Omdetoekenningvandedoelenopgebiedsni-
veauhanteerbaartemakenishetNatura2000
netwerkopgedeeldinachtzogenoemdeNatura
2000landschappen(stap�).Deachtlandschap-
penonderscheidenzichduidelijktenopzichte
vanelkaarwatbetreftaardvandebijdrageaan
hetNatura2000netwerkendemeestrelevante
processen.Devolgendelandschappenzijnonder-
scheiden:
�. Noordzee,WaddenzeeenDelta;
2. Duinen;
�. Rivierengebied;
4. MerenenMoerassen;
5. Beekdalen;
6. Hogerezandgronden;
7. Hoogvenenen
8. Heuvelland.
Figuur�.�.�geefteenbeeldvandeNatura2000
gebiedeningedeeldindeachtlandschappen.
Kernopgaven (stap 2)
ElkvandezeNatura2000landschappenlevert
nuenoptermijneeneigenspecifiekebijdrage
aandeinstandhoudingvanbiodiversiteitvande
EuropeseUnie.Zondercompleettezijn,kunnen
voorbeeldsgewijsdevolgendespecifiekebijdra-
genvandelandschappengenoemdworden:
• Noordzee,WaddenzeeenDelta:leefgebied
schelpdiereters,slik-enzandplaten(H��40)en
ElkvandezeNatura2000landschappenlevertnu
enoptermijneeneigenspecifiekebijdrageaande
instandhoudingvanbiodiversiteitvandeEuropeseUnie.
29
Proceslijn2:gebieden
�0
schorrenenziltegraslanden(H���0).
• Duinen:witteduinen(H2�20),grijzeduinen
(*H2��0)envochtigeduinvalleien(H2�90).
• Rivierengebied:stroomdalgraslanden(*H6�20)
engrasetendewatervogels.
• MerenenMoerassen:overgangs-entrilvenen
(H7�40),kranswierwateren(H��40),meren
metkrabbenscheerenfonteinkruiden(H��50)
enmoerasvogels.
• Beekdalen:blauwgraslanden(H64�0),vochtige
alluvialebossen(*H9�E0),kalkmoerassen
(H72�0)enbeekprik(H�096).
• Hogerezandgronden:oudeeikenbossen
(H9�90),drogeheiden(H40�0),zandverstui-
vingen(H2��0)endrijvendewaterweegbree
(H�8��).
• Hoogvenen:lenshoogvenen(*H7��0_A)en
kraanvogels(A�27).
• Heuvelland:eiken-haagbeukenbossen
H9�60_B),kalkgraslanden(*H62�0)enpionier-
begroeiingenoprotsbodem(*H6��0).
ElkvandezeNatura2000landschappenheeftin
meerofminderematetengevolgevandehistorie
vandebeschermingvandegebiedenendeaard
vandeligginginhetomringendelandschap
eigenspecifiekeprocessenendaarmeeverschil-
lende‘knoppenwaaraangedraaidmoetworden’
omeenmeerduurzamebeschermingvande
gebiedeneneenmeergunstigestaatvaninstand-
houdingvandevoorhetlandschapspecifieke
habitattypenensoortentegaranderen.
VoordeachtNatura2000landschappenzijnaller-
eerstopbasisvandebijdragen,debelangrijkste
verbeteropgaven,deaangewezenhabitattypen
ensoortenende‘knoppenwaaraangedraaidkan
worden’kernopgavengeformuleerd(stap2).In
dezestapisinformatieuitdeproceslijn�:niveau
vanhabitattypenensoortengebruikt.
Dekernopgavenhebbeninhetbijzonderbetrek-
kingophabitattypenensoortendiesterkonder
drukstaanen/ofwaarvoorNederlandvangroot
ofzeergrootbelangis.Dekernopgavenomvat-
tenvaakmeerderesoortenenhabitattypendieop
landschapsniveauenopgebiedsniveauomeen
samenhangendeaanpakinhetkadervanbeheer
eninrichtingvragen.Zegevendebelangrijkste
behoud-enherstelopgavenperNatura2000land-
schap.Dekernopgavenstellenprioriteiten(ook
inhetkadervandebeheersplannen)(‘richting
geven’)enbrengenovereenkomstenenverschil-
lenaantussenenbinnendegebieden.
Toedeling van kernopgaven (stap 3)
Dezekernopgavenzijnvervolgenstoebedeeldaan
alleNatura2000gebieden(stap�).Ditomde
Natura2000doelenpergebiedteconcretiseren
entefocussen.Detoedelingvandekernopgaven
geeftinfeiteaanwelkegebiedenderelatiefgroot-
stebijdrageleverenvoorderealiseringvande
landelijkedoelen.Bijdetoedelingvandekernop-
gavenisvooralbepalenddeactuelekwaliteitofde
matewaarineengebiedeenbijdragelevertofkan
leverenaanhetrealiserenvanhetlandelijkedoel.
Dezestapiszorgvuldiguitgewerkt.Detoedeling
vandekernopgavenisgebaseerdopeeninschat-
tingvandehuidigebijdragevanhetgebiedaan
devantoepassingzijndedoelenoplandelijk
niveau.Hierbijisgebruikgemaaktvanresultaten
uitproceslijn�,debeschikbareinformatieover
degebiedenuitdeskundigenbijeenkomstendie
voordatdoelzijngeorganiseerdenderesultaten
vandeanalyses.
Zegevendebelangrijkstebehoud-enherstelopgaven
perNatura2000landschap.Dekernopgavenstellen
prioriteiten(ookinhetkadervandebeheersplannen)...
��
Pergebiedzijninprincipevierkernopgaventoe-
bedeeld.Grotereen/ofmeergevarieerdege-
bieden,ofgebiedenmeteengedifferentieerde
bijdrageaanhetnetwerkhebbenmeerkernop-
gaventoebedeeldgekregen.Detoedeling(voor
zoverrelevantvoordesamenhanginhetNatura
2000netwerk)isgechecktopgeografischesprei-
dingbinnendelandschappenenoverNederland.
Vooreenaantalgebiedenzijnkernopgavenvan
anderelandschappentoebedeeld.
Hoevaakeenbepaaldekernopgaveistoegekend
aandiversegebiedenvarieert.Vakertoekennen
betekentnietdatdekernopgavebelangrijker
is,maarbijvoorbeelddatmeergebiedeneen
bijdragemoetenleverenomhetlandelijkedoelte
kunnenhalen.Eensterkversnipperdvoorkomen
vaneenhabitattypekanhieraantengrondslag
liggen.Voorhethabitattypeblauwgraslanden
(H64�0)geldtditbijvoorbeeld.Hetkanookzo
zijndathetgattussendehuidigesituatieenhet
Natura2000doeloplandelijkniveaugrootis.
Voordegoedeordezijopgemerktdatvooralle
habitattypenensoortenwaarvooreengebiedis
aangemeld,doelenzijngeformuleerd,ookals
zenietwordengenoemdindekernopgaven.In
degebiedendocumentenisaangegevenofeen
gebiedisaangemeldvoordegenoemdehabitat-
typenensoorten.Indienditniethetgevalis,isdit
indekernopgavezichtbaargemaakt.
Analyse – huidige situatie (stap 4)
Bijdeanalyseisdezogenoemdestoplichtbenade-
ringgehanteerd.Pergebiedenperkernopgaveis
dehuidigesituatie(inclusiefsenseofurgency)én
dezwaartevandeopgavegescoord.
Scoortdehuidigesituatiegroendanbetekent
ditdatdegewenstesituatiealisbereiktofkan
wordenbereiktmetvoorgenomenofgeplande
maatregelenopbasisvanbestaandbeleid.Oranje
betekentdatdegewenstesituatie(deels)te
bereikenisopbasisvanbestaandbeleid.Rood
betekentdatdegewenstesituatieniettebereiken
ismetbestaandbeleid.Zozijnbijvoorbeeldde
kernopgaven�.��rust-enfoerageergebieden
en�.�6diversiteitschorrenenkweldersvoorde
Oosterschelde,indewetenschapvande‘zand-
honger’roodgescoord.Eensenseofurgencyis
toegekendalsbinnennuen�0jaarmogelijkeen
onherstelbaresituatieontstaat.Deinschatting
isgemaaktdateenkernopgaveendedaaronder
liggendeverplichtingomminimaaldehuidige
waardeninstandtehouden,dannietmeerreali-
seerbaaris.Tweecategorieënzijnonder-
scheiden: =opgavem.b.t.waterconditiesen
=opgavem.b.t.beheer.
Analyse – zwaarte van de opgave (stap 5)
Dezwaartevandeopgavegeeftintijd,geld,
schaalenmaatschappelijkdraagvlakaanhoe
grootdeafstandistussendehuidigesituatie
endegewenstesituatie.Ookdezwaartevande
opgaveisindekleurengroen,oranjeenroodge-
scoord.Dezeanalyseisondermeergebaseerdop:
• bijeenkomstenmetdeskundigenenbeheer-
ders;
• eenquickscanvanhetKIWAbetreffendehui-
digekwaliteitvandehabitattypen,dehuidige
waterconditiesendezwaartevandeopgave
omtotdegewenstewaterconditiestekomen
(zietekstkader�.�.�.);
• achtergronddocumentenvoordeNatuurbalans
2005vanhetMilieu-enNatuurplanbureau;
• trendberekeningenvanvogelaantallendoor
SOVON.
....maarbijvoorbeelddatmeergebiedeneenbijdrage
moetenleverenomhetlandelijkedoeltekunnenhalen.
Eensterkversnipperdvoorkomen...
�2
Deresultatenvanstap4en5wordenafzonderlijk
gepubliceerdopinternet.Inhoofdstuk5vandit
documentwordtalleenaangegevenofersprake
isvaneenwateropgaveen/ofsprakeisvaneen
senseofurgencym.b.t.beheerofwatercondities.
Synthese – gebiedsdoelen (stap 6)
Opbasisvandestappenfocusenanalysezijn
indesynthese(stap6)degebiedsdoelengefor-
muleerd.Voorallehabitattypenensoortenzoals
opgenomenindeNatura2000databases2004
iseendoelgeformuleerdintermenvanbehoud
en/ofverbetering.Bijvoorbeeldbehoudvanop-
pervlakte,uitbreidingvanoppervlakteofaantal-
lenen/ofbehoudofverbeteringvandekwaliteit
vanhethabitattypeofleefgebied.
Voorhabitattypenensoortenvallendonder
éénvandekernopgavenzijndoorgaansdoelen
geformuleerdintermenvanuitbreidingen/of
verbetering.Vooreennaderetoelichtingopdeze
begrippenwordtverwezennaarhoofdstuk5.
Daarbijisnadrukkelijkrekeninggehoudenmetde
noodzakelijkeinspanningenomdegewenstesitu-
atietebereiken.Opeengebiediseenhogerdoel
neergelegdalshetgebiedeengrotepotentie
heeftvoorbepaaldehabitattypenofsoortenen
errelatiefweiniginspanningvereistisomdatho-
geredoeltehalen.Opeengebiedmetdezelfde
potentiemaarwaarvoorderealiseringdaarvan
eengrotereinspanningnodigis,iseenlagerdoel
neergelegd.
Concreetbetekentdit,datvooreenhabitattypeof
eensoortderelatiefgrootstebijdragekomtvan
eengebiedwaarnudeecologischevereistenhet
bestopordezijn,dehuidigerelatievebijdrage
grootisofdatdepotentiëlerelatievebijdrage
grootisenoptermijndeecologischevereisten
relatiefmakkelijkopordetebrengenzijn.Op
dezewijzeishandenenvoetengegevenaande
volgendehoofdlijnenuitdeNatura2000contou-
rennotitie:�.maximaalaansluitenbijnationale
beleid,2.haalbareenbetaalbaredoelstellingen.
Dedoelenvoorhabitattypenensoortenzijno.a.
tengevolgevanverschilleninbeschikbareinfor-
matieenigszinsvanelkaarverschillend.Dedoe-
lenvoorvogelsnoemenconcreteaantallen.Voor
dehabitattypenendemeesteoverigesoortenis
datopditmomentnietmogelijk.Ditlaatonverlet
datopbasisvandegehoudenconsultatiebijeen-
...hogerdoelneergelegdalshetgebiedeengrote
potentieheeftvoorbepaaldehabitattypenofsoorten
enerrelatiefweiniginspanningvereistis...
Aanpak KIWA
PerNatura2000gebiedisdekansrijkdomvan
habitattypenbeoordeeldopbasisvandeknel-
puntenenkansenanalysevanhabitattypenvan
KIWA/EGG.Gekekenisnaardepotentiesvoorhet
realiserenvanvoorlopigeinstandhoudingsdoelen
voordegebieden.Deactueleenpotentiëlekwali-
teitisbepaald(klassengoed,matig,afwezigmaar
metpotentievoorontwikkeling).Bijhetactuele
enpotentiëlevoorkomenvandehabitattypen
iseeninschattinggemaaktvanhetoppervlakte
goedenmatigontwikkeldevormen.Voorditcon-
ceptzijndezeinschattingenvoorlopigenslechts
vooreendeelvandegebiedengebaseerdop
kwantitatieveinformatieuitvegetatiekarteringen.
Depotentievoorhetrealiserenvandeinstand-
Tekstkader�.�.�.AanpakKIWA
��
komstenenraadplegingvandeskundigenenter-
reinbeheerderseenduidelijkbeeldbeschikbaar
isvanderelatievebijdragedieconcretegebieden
leverenaanconcretehabitattypen.
Bijvogelsiswatbetreftdeaantallengebruik
gemaaktvanmeerrecenteinformatie.De
gebiedsdoelenzijnzowelgebaseerdopcijfers
overderelatievebijdragevangebiedeninde
internationaleennationalepopulatiealsop
informatieoverdeaantaltrends(draagkracht)in
degebieden(zietekstkaders�.�.2en�.�.4).De
doelenvoorbroedvogelszijngeformuleerdals
behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievantenminstexx
parenofalsuitbreidingomvangen/ofverbete-
ringkwaliteitleefgebiedmeteendraagkracht
vooreenpopulatievantenminstexxparen.In
detoelichtingophetdoelwordtaangegevenof
hetgebiedvoldoendedraagkrachtheeftvooreen
sleutelpopulatieofdathetgebiedeenbijdrage
levertaaneensleutelpopulatie.
Dedoelenvoorniet-broedvogelszijngeformu-
leerdalsbehoudomvangenkwaliteitleefgebied
ofalsuitbreidingvanomvangen/ofverbetering
houdingsdoelenisingeschatinvierklassen:laag,
matig,hoogenzeerhoog.Indeklassenzeer
hoogvallendegebiedenmeteengoedepotentie
vooreensterkeuitbreidingvanhetoppervlakte.
Ineenaantalgebiedenhangtdepotentieafvan
oferwelofnietwordtherbegrensd.Debeno-
digdeinspanningvoorhetrealiserenvanhet
instandhoudingsdoelisingeschatvoordemaat-
regelenbinnenenbuitenhetNatura2000gebied
voordebeleidsterreinengrondwater,oppervlak-
tewaterenbeheer.Dezwaartevandeinspanning
wordtbepaalddoorgroteknelpuntenmetde
zwaarsteinspanning.Zulkeknelpuntenmoeten
wordenopgelostomhetgebiedsdoeltebereiken.
kwaliteitvanhetleefgebied,waarbijmeteen
getalwordtaangegevenhoeveelvogelsdit
leefgebiedgemiddeldhuisvest(draagkrachtschat-
ting).Omdathetaantalvogelsnietaltijdalleen
doorplaatselijkeomstandighedenwordtbepaald
staathetleefgebiedinhetdoelcentraalenishet
aantalvogelsopzichzelfnietafrekenbaar(zieook
tekstkader5.�.�).Zomogelijkisdedraagkracht-
schattingberekenduitmaandelijksetellingen
perseizoen(seizoensgemiddelde:julit/mjuni
vanhetdaaropvolgendejaar),gemiddeldoverde
periode�999/2000-200�/2004,of,bijeenongun-
stigestaatvaninstandhouding,overeennader
gespecificeerdeperiode.Alsgeenmaandelijkse
tellingenbeschikbaarwaren,zijnjanuari-tellingen
ofseizoensmaximagebruikt(ditwordtexpliciet
weergegeveninhetdoel).Bijniet-broedvogels
wordtonderscheidgemaakttussenslaapplaats-
functiesenfoerageerfuncties.Ditwordtaange-
duidindetoelichtingophetdoel.Bijganzen,die
ingroteaantallenbuitendeNatura2000gebie-
denfoerageren,wordtvoorgebiedendiezowel
eenslaapplaatsfunctiealseenfoerageerfunctie
hebbenmettweegetallenindedoelengewerkt.
Degetallenvoordeslaapplaatsfunctiezijnin
Omdathetaantalvogelsnietaltijdalleendoor
plaatselijkeomstandighedenwordtbepaaldstaat
hetleefgebiedinhetdoelcentraal...
Tekstkader�.�.�.AanpakKIWA
�4
Vooreenaantalkustbroedvogelsisgezienhetsterk
wisselendvoorkomenvandesoortengekozenvoorde
formuleringvanregiodoelen.
Broedvogels – stappen bij formulering gebieds-
doelen:
Uitgangspunt:hetgebiedisaangemeldvooreen
bepaaldesoort,ditbetekentdatsoorténleefge-
biedaldaarbehoudenmoetworden.
Stap 1: inzicht in aantalontwikkeling (trend):
Hierbijwordtgekekennaardeontwikkeling
vandepopulatiesinds�980.Voordevisetende
kustvogelsenderoofvogelsisgekekennaarde
periodedaarvoor.Ditheefttemakenmetsterke
teruggangvandepopulatiesna�980t.g.v.gifstof-
feninhetmilieu.
Stap 2: bepaling draagkracht:
Opbasisvandetrendendemogelijkefactoren
daaropvaninvloedwordtdedraagkrachtvaneen
gebied(hetaantalparendateengebiedopbasis
vanomvangenleefgebiedconditieskanherber-
gen)bepaald.Meestalisdathetmaximaleaantal
vastgesteldeparenovereenintervalvanenkele
jarengedurendedeperiode�980-200�(‘histori-
schepotentie’).
Stap 3: vaststellen doel op gebiedsniveau:
• Herstel:
- alsdetrendnegatiefisen‘historische
potentie’realistischwordtgeachtendete
nemenmaatregelenalsrealistischworden
ingeschat.
• Behoud:
- als‘historischepotentie’nietmeerhaal-
baarwordtgeachtopgrondvanfactoren
dietengrondslagliggenaannegatieve
trend;
- bijstijgendeenstabielelokaletrend.
Stap 4: ‘optellen’ van doelen op gebiedsniveau:
Wanneerhettotaalvandedoelenopgebiedsni-
veau,verhoogdmethetaandeelbroedparendat
buitendeNatura2000gebiedenbroedt,nogdui-
delijkbenedenhetlandelijkedoelis,danisaan
andereNatura2000gebieden(‘complementaire
doelen’)ookeendoelvoordebetreffendesoort
toegekend.Vooreenaantalkustbroedvogelsis
gezienhetsterkwisseldenvoorkomenvande
soortengekozenvoordeformuleringvanregio-
doelen.Ditgeldtondermeervoordezwartkop-
meeuw(A�76)endebontbekplevier(A��7).
Tekstkader�.�.2.Stappenbijdeformuleringvangebiedsdoelenvoorbroedvogels
�5
deregelgebaseerdoptellingenuitdeperiode
�999/2000-200�/2004(seizoensmaxima)�.
Complementaire doelen
Voordemeestehabitattypenensoortenkan
hetlandelijkdoelgerealiseerdwordenmetde
gebiedsdoelenzoalsgebaseerdopdeaanmeldin-
genbijdeEuropeseCommissie.Vooreenaantal
soortenenhabitattypendragende‘voorkomens’
buitendeNatura2000gebiedenbijaanderea-
liseringvanhetlandelijkdoel.Vooreenbeperkt
aantalhabitattypenensoortenisomeenaantal
redenenervoorgekozendoelenopbasisvanar-
tikel�0a,lid�vandeNatuurbeschermingswette
formuleren.Eenvanderedenenisomdeopgave
tefocussenophetNatura2000netwerkopdat
eenzominimaalmogelijkeopgavevoordereali-
seringvandelandelijkedoelenbuitenhetNatura
2000netwerkwordtgelegd.Hetbetreftmet
namehabitattypenensoortenwaarvoorNeder-
landeenbijzondereverantwoordelijkheidheeft
watbetreftrelatiefbelangendematewaarinde
habitattypenensoortenonderdrukstaan.
Voordeformuleringvandezecomplementaire
doelenwordentweecategorieënonderscheiden:
• Categorie�:Voorsoortenenhabitattypenmet
eenzeerongunstigestaatvaninstandhouding
énvoorsoortenenhabitattypenmeteen
lagelandelijkedekkingen/ofonvoldoende
geografischespreidingzijnHabitatrichtlijn-
doelentoegekendaanVogelrichtlijngebieden
énVogelrichtlijndoelenaanHabitatrichtlijn-
gebieden.
• Categorie2:Voorsoortenenhabitattypenmet
eenzeerongunstigestaatvaninstandhouding
waarvoorinconcretegebiedengoedekansen
aanwezigzijnvoordevestigingvaneenpopu-
latieofdeontwikkelingvaneenhabitattype
zijncomplementairedoelengeformuleerd.
DezedoelenzijnalleentoegekendaanHabita-
trichtlijngebieden.Hetbetreftontwikkeldoelen.
Intekstkader�.�.�isaangegevenvoorwelke
soortenenhabitattypendezecomplementaire
doelenzijngeformuleerd.
Metbehulpvandezeinstandhoudingsdoelen,die
overigensmetdegrootstmogelijketerughou-
dendheidzijngeformuleerd,isderealiseringvan
delandelijkedoeleninvoldoendemategewaar-
borgd.Dezedoelenmakenvolwaardigonderdeel
uitvandeaanwijzingsbesluiten,zewordenechter
nietaangemeldbijdeEuropeseCommissie.Wel-
lichttenovervloedezijopgemerktdatdeNatura
2000standaardformulierenzozijnopgebouwd
datweldeinformatieoverVogelrichtlijnwaarden
inHabitatrichtlijngebiedenenvisaversagemeld
wordt,ditbetekentechternietdatsprakeisvan
aanmelding.
Ten gunste formulering
Dedoelenwordeninprincipeinomvang,
ruimteentijdnaderuitgewerktindeNatura
2000beheersplannen.Inhetalgemeengeldt
datvoldoenderuimteindegebiedenaanwezig
isomdegeformuleerdedoelenterealiseren.
Ineenbeperktaantalsituaties,metnamein
Vooreenaantalsoortenenhabitattypendragende
‘voorkomens’buitendeNatura2000gebiedenbijaande
realiseringvanhetlandelijkdoel.
� Alsgetallenuitminderdanvijfvandezesei-
zoenenbeschikbaarwarenzijnzomogelijkook
getallenuit2004/2005en2005/2006gebruikt.Als
slechtsééngetalbeschikbaarwas,isgeenwaarde
inhetdoelgenoemd.Deomvangvandeslaap-
plaatsfunctiekaninhetkadervanNatura2000
beheersplannenverderwordenuitgewerkt.
�6
Niet-broedvogels – stappen bij formulering
gebiedsdoelen:
Uitgangspunt:hetgebiedisaangemeldvoor
eenbepaaldesoort,ditbetekentdatsoortén
leefgebiedaldaarbehoudenmoetenworden.
Omdatniet-broedvogelsookgestuurdworden
doorontwikkelingeninanderegebiedeniseen
lokaleafnamenietinallegevallengekoppeld
aaneenverslechteringvanhetleefgebied.
Stap 1: inzicht in aantalontwikkeling (trend):
hierbijwordtzomogelijkgekekennaar
maandgemiddeldenperseizoen(gemiddelde
vanmaandelijksetellingenvanjulit/mjunivan
hetvolgendjaar)eneendaardoorberekende
trend.Voortrendbeoordelingwordtgebruik
gemaaktvantrendsindeontwikkelingvande
populatieoverdelaatstetienjaarenovereen
zolangmogelijkeperiodevanaf�980/�98�.
Stap 2: bepaling draagkracht:Pergebiedwordt
eenopgavegeformuleerd,meteenindicatie
vandegewenstedraagkrachtinaantallen
vogels.
Soorten:H�0�6zeggekorfslak,H�082gestreeptewater-
roofkever,H�095zeeprik,H�099rivierprik,H��0�fint,
H��06zalm,H���4bittervoorn...
Complementaire doelen
Categorie 1:
Habitattypen:H���0_Bschorrenenzilte
graslanden(binnendijks),H��50merenmet
krabbenscheerenfonteinkruiden,H�260_B
bekenenrivierenmetwaterplanten(grote
fonteinkruiden),H�270slikkigerivieroevers,
*H6�20stroomdalgraslanden,H64�0blauw-
graslanden,H7�40overgangs-entrilvenen,
*H9�EOvochtigealluvialebossen,H9�F0droge
hardhoutooibossen.
Soorten:H�0�6zeggekorfslak,H�082ge-
streeptewaterroofkever,H�095zeeprik,H�099
rivierprik,H��02elft,H��0�fint,H��06zalm,
H���4bittervoorn,H��45grotemodderkruiper,
H��66kamsalamander,H���8meervleermuis,
H���7bever,*H��40noordsewoelmuis,H�90�
groenknolorchis.
Broedvogels:A02�roerdomp,A022woudaap,
A�5�watersnip,A�97zwartestern,A275
paapje,A277tapuit,A292snor,A298grote
karekiet,A��8grauweklauwier.
Categorie 2:
Habitattypen:H64�0blauwgraslanden,*H7��0
actievehoogvenen,H72�0kalkmoerassen;
Soorten: H�0�7gaffellibel,H�042gevlekte
witsnuitlibel,H�059pimpernelblauwtje,H�06�
donkerpimpernelblauwtje.
Tekstkader�.�.�.Habitattypenensoortenwaarvoorcomplementairedoelenzijngeformuleerd
�7
Voorsoortendiegeenlandelijkeherstelopgave
hebbenisdedraagkrachtschattinggebaseerd
ophetgemiddeldevandeseizoensgemiddel-
denvan�999/2000t/m200�/2004.Indetoelich-
tingwordendantweeoptiesaangegeven:
�. Behoudvandehuidigesituatieisvoldoende
geziendelandelijkestaatvaninstandhou-
ding(bijgunstigestaat).
2. Behoudvandehuidigesituatieisvoldoen-
de,oplandelijkniveauisgeenherstelop-
gavegeformuleerd.
Bijsoortenmeteenlandelijkongunstigestaat
vaninstandhoudingwordtvastgesteldofpro-
cesseninhetgebiedhebbenbijgedragenaan
dezelandelijkestaat;
�. Zoniet,dangeldtdehiervoorbeschreven
benadering.Indetoelichtingstaatdan:be-
houdvandehuidigesituatieisvoldoende,
dewaarschijnlijkeoorzaakvandelandelijk
ongunstigestaatvaninstandhoudingisniet
gelegeninditgebied.
2. Alshetgebiedweleenrolheeftgespeeld
bijhetbereikenvandelandelijkongunstige
staat,eneenherstelopgaveaanhetgebied
wordttoegekend,wordtzomogelijkmet
trendgegevensengebiedskenniseen
periodegedefinieerdwaarindesituatie
lokaaldanwellandelijkgunstigwas,
waarnadegemiddeldeaantallenindezepe-
riodealsdraagkrachtindicatiedienenbijeen
herstelopgave.Indetoelichtingstaatdande
periodevermeldwaaroverdedraagkrachtin-
dicatieisberekend.
�. Tevenswordteeninschattinggemaaktofde
tenemenmaatregelenbekendofrealistisch
zijn.Afhankelijkdaarvankaninvoorko-
mendesituatieseenbehoudsdoelen/ofeen
studieopgavewordengeformuleerd.
hetNatura2000landschapRivierengebieden
Duinenisgewerktmetzogenoemdetengunste
formuleringen.Daarbijisaangegevendatvoor
eenbepaaldesoortofhabitattypeenigeafname
istoegestaantengunstevananderesoorten
ofhabitattypendiesterkonderdrukstaanen
waarvoorinhetconcretegebieddoelenin
termenvanuitbreidingomvangleefgebiedof
uitbreidingoppervlaktezijngeformuleerd.Voor
desmient(A050)isbijvoorbeeldaangegevendat
enigeachteruitgangistoegestaantengunstevan
dehabitattypenstroomdalgraslanden(*H6�20),
glanshaver-envossenstaarthooilanden(H65�0),
vochtigealluvialebossen(*H9�E0)ofdrogehard-
houtooibossen(H9�F0)ofdebroedvogelsoorten
porseleinhoen(A��9)ofkwartelkoning(A�22).
Dezevormvan‘richtinggeven’isslechtsineen
beperktaantalsituatiesnodigenisgeziende
filosofievan‘ruimtelaten’zoterughoudendals
mogelijktoegepast.Alleenindiesituatieswaar
ditgeziendelandelijkestaatvaninstandhouding
engeziendegeformuleerdelandelijkedoelen
striktnodigis.
Ineenbeperktaantalsituaties,m.n.inhetNatura2000
landschapRivierengebiedenDuinenisgewerktmet
zogenoemdetengunsteformuleringen.
Tekstkader�.�.4.Stappenbijdeformuleringvangebiedsdoelenbijniet-broedvogels.
�8
�9
Indithoofdstukwordenderesultatenvandepro-
ceslijn�.habitattypenensoortengepresenteerd,
omvattendedescoresvoorrelatiefbelang,beoor-
delingstaatvaninstandhouding,debelangrijkste
verbeteropgavenendeNatura2000doelenop
landelijkniveau.
4.1 Inleiding
Dezeinleidinggeeftinhetkortaanwatdepro-
ductenvanproceslijn�:habitattypenensoorten
zijn.
InhethoofdstukNatura2000opgavenendoelen
staateenaantalresultatenvandeproceslijnhabi-
tattypenensoorten.
Achtereenvolgenskomenaandeorde:
• Bepalingvanrelatiefbelang(paragraaf4.2).
• Beoordelingstaatvaninstandhouding(para-
graaf4.�).
• Belangrijksteverbeteropgaven(paragraaf4.4)
én
• Natura2000doelenoplandelijkniveau(para-
graaf4.5).
Deresultatenvandeeerstestapvandeproceslijn
habitattypenensoortenstaaninhetNatura2000
profielendocument(gepland 3e kwartaal 2006)
4.2 Relatief belang van de Nederlandse natuur
Indezeparagraafwordteenbeeldgeschetstvan
hetrelatiefbelangvanNederlandinEuropees
verband.Eencompleetbeeldisopgenomenin
bijlage9.2.
Inleiding
IndeNatura2000contourennotitieisopgeno-
mendathetrelatiefbelangvanNederlandvoor
habitattypenensoortenéénvandehoofdlijnenis
bijdeformuleringvandeNatura2000doelen.Zo
geefthoofdlijn4aandatbijdeformuleringvan
dedoeleneenhogereinzetwordtnagestreefd
voorsoortenenhabitattypenwaarNederlandre-
latiefbelangrijkervooriseneveneensvoorsoor-
tenenhabitattypendiesterkonderdrukstaan.In
paragraaf�.2isingegaanopdemethode.Indeze
paragraafwordteenbeeldgeschetstvanhetre-
latiefbelangvanNederlandinEuropeesverband.
Zieookbijlage9.2vooreencompleetbeeld.
...eenhogereinzetwordtnagestreefdvoorsoortenen
habitattypenwaarNederlandrelatiefbelangrijkervooris
eneveneensvoor...diesterkonderdrukstaan.
Relatiefbelang
Staatvaninstandhouding
Belangrijksteopgaven
Hoofdstuk 4
Natura 2000 opgaven en doelen op landelijk niveau
40
Relatief belang per Natura 2000 landschap
AlleNatura2000landschappenhebbenhabitatty-
penen/ofsoortenvanzeergrootrelatiefbelang.
Enkelevoorbeeldenzijn:
• Noordzee, Waddenzee en Deltagebied:
permanentoverstroomdezandbanken
(Noordzee-kustzone)(H���0_B)enpermanent
overstroomdezandbanken(getijdengebied)
(H���0_A),slik-enzandplaten(getijdengebied)
(H��40_A)engrotestern(A�9�).
• Duinen:grijzeduinen(kalkrijk)(*H2��0_A)en
grijzeduinen(heischraal)(*H2��0_C),groenk-
nolorchis(H�90�)ennauwekorfslak(H�0�4).
• Rivierengebied:stroomdalgraslanden
(*H6�20),glanshaver-envossenstaarthooilan-
den(H65�0)enkuifeend(A06�).
• Meren en moerassen:overgangs-entrilvenen
(H7�40),grotevuurvlinder(H�060)enkleine
zwaan(A0�7).
• Beekdalen:blauwgraslanden(H64�0).
• Hogere zandgronden:heischralegraslanden
(*H62�0)endrijvendewaterweegbree(H�8��).
• Hoogvenen:herstellendehoogvenen(H7�20).
• Heuvelland:kalkgraslanden(*H62�0).
DelandschappenNoordzee,WaddenzeeenDel-
tagebied;RivierengebiedenMerenenMoerassen
herbergendemeestesoortenenhabitattypen
dierelatiefbelangrijkzijn.Ditislogischgezien
deliggingvanNederland.Ditlaatonverletdat
alleNatura2000landschappeneenessentiële
bijdrageleverenaanhetEuropesenetwerk.
Relatief belang habitattypen en soorten
OndankshetgeringeoppervlakisNederlandin
Europesecontextvooreenaantalhabitattypenen
(vogel)soortenvanzeergrootrelatiefbelang.De
aantallenniet-broedvogelswaarvoorNederland
vanzeergrootbelangisspringeneruit.Hetrela-
tiefbelangvandesoortenvanbijlageIIenvande
broedvogelskomtmetelkaarovereen:ongeveer
eenkwartscoortindecategoriezeergroot.
Figuur4.2.�.geefteenbeeldvandeverdelingvan
descoresoverdeverschillendeklassenvoorrela-
tiefbelangvoorhabitattypenen(vogel)soorten.
Inbijlage9.2isvoorallehabitattypenensoorten
aangegevenwelkescoreszijntoegekend.
Habitattypen
Voorongeveerdehelftvandehabitattypenis
Nederlandvanzeergrootbelang.Dithangtdeels
samenmethetcriteriumecologischevariatieen
deelsmethetcriteriumrelatiefgrootaandeelin
Europa.Voorbijvoorbeelddevolgendehabitatty-
penisditvantoepassing:slik-enzandplaten(ge-
tijdengebied)(H��40_A),ziltepionierbegroeiin-
gen(zeekraal)(H���0_A),grijzeduinen(kalkrijk,
*H2��0_Aenheischraal,*H2��0_C),zandverstui-
vingen(H2��0),zwakgebufferdevennen(H���0),
vochtigeheiden(H40�0),*stroomdalgraslanden
(*H6�20),blauwgraslanden(H64�0),heischrale
graslanden(*H62�0),overgangs-entrilvenen
(H7�40)englanshaver-envossenstaartgraslanden
(H65�0).
Soorten
VoorbijlageIIsoortenalsgrotevuurvlinder
(H�060),noordsewoelmuis(*H��40),nauwekorf-
slak(H�0�4),tonghaarmuts(H��87),drijvende
waterweegbree(H�8��)engroenknolorchis
(H�90�)isNederlandvanzeergrootbelang.Ver-
dervoordevissoortenbittervoorn(H���4),grote
modderkruiper(H��45)enkleinemodderkruiper
AlleNatura2000landschappenhebbenhabitattypen
en/ofsoortenvangrootofzeergrootrelatiefbelang.
4�
(H��49).DaarentegenisNederlandvooreen
soortalsdegeelbuikvuurpad(H��9�)vanminder
belang(scoreC:aanzienlijk).
Broedvogels
WatbetreftbroedvogelsisNederlandvoor
eenbeperktaantalbroedvogelsvanzeergroot
belang.Dezescoreisenerzijdsgebaseerdophet
aandeeldatdeNederlandsepopulatieheeftin
detotaleEU-populatieheeftenanderzijdsopde
liggingvanNederlandinhetEuropeseversprei-
dingsgebied.
Broedvogelswaarvaneenaanzienlijkdeelvande
EU-populatieinNederlandbroedt,zijnkustbroed-
vogelsenmoerasvogels.
Vanuithetoogpuntvanhetbehoudvanareaalin
Europazijnookdesoortenvanbelangwaarvoor
hetNederlandsebroedgebieddezuidelijkeofde
noordelijkeuitlopervanhetareaalvormt.Aande
zuidgrensvandeEuropeseverspreidingbevinden
zichdenoordsestern(A�94)eneider(A06�)en
aandenoordgrensstrandplevier(A��8)enrood-
borsttapuit(A276).Voorenkelemoerasvogels
vormthetvoorkomeninNederlandeenrelatief
Zeer groot
Groot
Aanzienlijk
40
35
30
25
20
15
10
5
0Bijlage I
habitattypenBijlage IIsoorten Broedvogels
Niet-broedvogels
Figuur4.2.�.Scoresrelatiefbelangvoorhabitattypenen(vogel)soorten
Broedvogelswaarvaneenaanzienlijkdeelvande
EU-populatieinNederlandbroedt,zijnkustbroedvogels
enmoerasvogels.
42
Hoofdlijn�steltdatinbeginseldebestaandekwaliteit
enomvanginNederlandeninconcretegebiedente
handhavenisénwaarnodigineengunstigestaat...
geïsoleerdevoorpostinhetareaal:ditgeldtvoor
lepelaar(A0�4),purperreiger(A029),grotezilver-
reiger(A027)enwoudaap(A022).
Niet-broedvogels
Deniet-broedvogelszijnvoorhetovergrotedeel
vanzeergrootrelatiefbelang.Deelsvolgtdituit
desystematiekvandeselectievandeVogel-
richtlijngebieden.Immersalleengebiedenmet
meerdan�%vandeinternationalepopulatievan
eensoortzijnaangewezen.Maardaarnaastis
Nederlandvangrootinternationaalbelangvoor
trekkendewatervogels,geziendestrategische
liggingopdetrekroutesendeaanwezigheidvan
voedselrijkewaterenenintergetijdengebieden,
diemindersneldichtvriezen.
Nederlandishetbelangrijkstevoordegrasetende
watervogels(inhetbijzonderganzen),gevolgd
doorsteltlopers.Vooreenaantalsoorten,gro-
tendeelsuitdezecategorieën,ishetvanbelang
vanNederlandzogrootdatmeerdandehelftvan
deinternationalepopulatiehierjaarlijksverblijft.
Datgeldtvoorkleinezwaan(A0�7),kleineriet-
gans(A040),kolgans(A04�),dwerggans(A042),
grauwegans(A04�),brandgans(A045),smient
(A050),krakeend(A05�),slobeend(A056)en
rossegrutto(A�57).
4.3 Staat van instandhouding habitattypen en
soorten
Indezeparagraafwordtdoordeoogharenheen
eenbeeldgeschetstvandestaatvaninstandhou-
dingvandehabitattypenensoortenwaarvoor
Nederlandeenverplichtingisaangegaan.Een
meergedetailleerdoverzichtisopgenomenin
bijlage9.2.Eenverderetoelichtingopdebe-
oordelingvandestaatvaninstandhoudingiste
vindenindeNatura2000profielen.
Inleiding
Beoordelingvanstaatvaninstandhoudingis
nodigvoordeformuleringvandeNatura2000
doelen.Erzijnraakvlakkenmeteenaantal
hoofdlijnenuitdeNatura2000contourennotitie
voordeformuleringvandedoelen.Hoofdlijn�
steltdatinbeginseldebestaandekwaliteiten
omvanginNederlandeninconcretegebiedente
handhavenisénwaarnodigineengunstigestaat
vaninstandhoudingistebrengen.Hoofdlijn4
betreftdehogereinzetvoorsoortenenhabitat-
typenwaarNederlandrelatiefbelangrijkervoor
isendiesterkonderdrukstaan.Verderheeftde
beoordelingvandestaatvaninstandhouding
belangrijkeinformatieopgeleverdoverhet
perspectiefvanhabitattypenensoortenopde
langeretermijnbinnenNederland(hoofdlijn5
en6).
DeEU-lidstatenzijndeverplichtingaangegaan
omallemaatregelentenemen,dienodigzijn
omeengunstigestaatvaninstandhoudingvan
soortenenhabitattypenvancommunautair
belangterealiseren.VoorNederlandbetrefthet
5�habitattypen,95vogelsoortenen�6soorten.
Voordegoedeordezijopgemerktdatdeindit
documentbehandeldesoortendezogenoemde
bijlageIIsoortenbetreft.Ookvoordesoorten
vanbijlageIVvandeHabitatrichtlijngeldtdat
Nederlanddeverplichtingisaangegaanvoorde
realiseringvaneengunstigestaatvaninstand-
houding.Dezesoortenvallenechterbuitenhet
bestekvanNatura2000.
4�
...verantwoordelijkheidvoor5�habitattypen.Bijde
selectievandegebiedenénbijhetformulerenvande
Natura2000doelenisgewerktmetsubtypen.
Staat van instandhouding habitattypen
Nederlandheefteenverantwoordelijkheidvoor
5�habitattypen.Bijdeselectievandegebieden
énbijhetformulerenvandeNatura2000doelen
isgewerktmetsubtypen.Intotaalbetrefthet7�
(sub)typen.Momenteelbevindt�2%vandehabi-
tattypenzichineengunstigestaatvaninstand-
houding,voor54%isdestaatmatigongunstig
envoor�4%zeerongunstig.Figuur4.�.�.geeft
eenbeeldvandescoresvandeverschillende
klassenvandestaatvaninstandhoudingvoorde
habitattypenperNatura2000landschap.Voor
eencompleetoverzichtziebijlage9.2.
Relatiefgoed(scoregunstig)gaathetmetde
struwelenenmetdepionierbegroeiingen.De
eerstegroepheeftinonslandeenrelatiefgrote
oppervlakte.Erligtweleenherstelopgavevoor
dekwaliteit,vooralwatbetreftdeaandezesyste-
menverbondenfauna.Pionierbegroeiingen,die
relatiefeenvoudigteherstellenentecreërenzijn,
hebbenalgeprofiteerdvanrecenteherstelmaat-
regelen,bijvoorbeeldlangsdegroterivieren.Dit
laatonverletdatzezowelwatbetreftkwaliteitals
oppervlaktenogmatigongunstigscoren.Onge-
Gunstig
Matig ongunstig
Zeer ongunstig
0
24
20
16
12
8
4
NWD
Duinen
Rivie
rengeb
ied
Mer
en e
n Moer
asse
n
Beek
dalen
Hogere
zandgro
nden
Hoogvenen
Heuve
lland
Figuur4.�.�.StaatvaninstandhoudinghabitattypenperNatura2000landschap
44
...habitattypen,zoalskranswierwateren(H��40),
merenmetkrabbenscheerenfonteinkruiden(H��50),
tevensbelangrijkeleefgebiedenvoorvogelsenvissen.
veerdehelftvandehabitattypenindeduinen,
zoalso.a.kruipwilgstruwelen(H2�70),duindoorn-
struwelen(H2�60),embryonaleduinen(H2��0)
enduinbossen(droog)(H2�80_A)verkeertin
eengunstigestaatvaninstandhouding.Ditlaat
onverletdaterinbepaaldedelenvanNederland
tekortenkunnenzijn.Detoestandvandezoge-
noemdegrijzeduinen(*H2��0)(prioritairtype
éntypewaarvoorNederlandrelatiefbelangrijkis)
iszeerongunstigtengevolgevanhetwegvallen
vanbegrazing(epidemieonderdekonijnen)en
vermesting.
Matig ongunstigscorenonderanderedehabitat-
typenvanzoetewateren,bossenenheiden.De
laatstedecenniahebbenbossenzichopruime
schaalspontaankunnenontwikkelen,waardoor
zequaoppervlaktegunstigscoren.Hetbeeldvan
destructuurenfunctie(endedaaraangekop-
peldesoortensamenstelling)ismindergunstig.
Hierligteenduidelijkeherstelopgave(aandachts-
puntvoorbeheer).Ookvoordezoetewateren
geldtdatNederlandeenrelatiefgrootoppervlak
heeft,maardatdesoortensamenstellingniet
optimaalis.Hetbetrefthabitattypen,zoalskrans-
wierwateren(H��40),merenmetkrabbenscheer
enfonteinkruiden(H��50),tevensbelangrijke
leefgebiedenvoorvogelsenvissen.
Zeer ongunstigscorendehoogveneneneenaan-
talhabitattypenvanzoutewateren.Drogeheiden
(H40�0)scorenzeerongunstigopbasisvande
huidigekwaliteit(structuurenfunctie).Verder
scorenzeerongunstigeenaantalgraslanden
(stroomdalgraslanden(*H6�20),blauwgraslanden
(H64�0),glanshaver-envossenstaarthooilanden
(H65�0_B)(grote vossenstaart)(incl.kievitsbloem-
hooilanden)enheischralegraslanden(*H62�0)),
moerassen(overgangs- en trilvenen)(H7�40_A))
enkalkmoerassen(H72�0),hardhoutooibossen
(H9�F0)enzandverstuivingen(H2��0).
Staat van instandhouding soorten
Vande�6soorten(inclusiefplatteschijfhoren
(H�0�X))heeftslechtseenminderheidvanvier
soorten(�2%)eengunstigestaatvaninstand-
houding;�6soorten(44%)wordenbeoordeeld
alsmatigongunstigen�6soorten(44%)alszeer
ongunstig.Figuur4.�.2.geefteenbeeldvande
scoresvandeverschillendeklassenvandestaat
vaninstandhoudingvoordesoortenperNatura
2000landschap.Vooreencompleetoverzicht
wordtverwezennaarbijlage9.2.
Voortweesoorten,waarvandeondersoorten
diebeschermdmoetenwordenexclusiefinons
landvoorkomen,degrotevuurvlinder(H�060)en
denoordsewoelmuis(*H��40),isdestaatvan
instandhoudingzeerongunstig.Bijdenoordse
woelmuis(*H��40)komtdatvooraldoordateen
aantalgeïsoleerdedeelpopulatiesinFriesland
onderdrukstaan.Degrotevuurvlinder(H�060)
komtslechtsinééngebiedvoorineenduurzame
populatie,voldoendegeschiktvoortplantingsbio-
toopblijfteenrisicofactor.
Metdetweeanderevlindersoorten,hetdonker
pimpernelblauwtje(H�06�)enhetpimpernel-
blauwtje(H�059),waarNederlandeenminder
groteverantwoordelijkheidvoorheeft,gaathet
eveneensnietgoed.
Gaffellibel(H�0�7),gevlektewitsnuitlibel(H�042)
éngestreeptewaterroofkever(H�082)scorenook
zeerongunstig.Despaansevlag(*H�078),een
relatiefnieuwesoortvoorNederland,scoortdaar-
entegenopalleonderdelengunstig.
45
Metbetrekkingtotdegroenknolorchis(H�90�)
kanwordengeconcludeerddatdesoorthet
sterkstisachteruitgegaaninhetbinnenland
(doorareaalenkwaliteitsverliesvantrilvenen);in
deduinenkomennogvitalepopulatiesvandeze
soortvoor.
Trekvissenalselft(H��02),fint(H��0�)enzalm
(H��06)scorenzeerongunstig.Zeeprik(H�095)
enderivierprik(H�099)scorenmatigongunstig.
Voortrekvissenalselft,zalmenzeeprikisNeder-
landvooralvanbelangalstoegangspoortnaarde
rivierenRijnenMaas.Voordeoverigetrekvissen
isNederlandookvanbelangalspaai-enopgroei-
gebied,daarnaastiseengoedfunctionerende
verbindingnaarhetDuitseenVlaamseachter-
landvangrootbelangvoordesamenhanginhet
Natura2000netwerk.
Staat van instandhouding vogels
Voor95vogelsoortenheeftNederlandeenver-
plichtinginEuropeesverband.Eenaantalsoorten
iszowelalsbroedvogelénalsniet-broedvogel
beoordeeldvoorwatbetreftdestaatvaninstand-
houding.
Opvallendishetgroteverschilindestaatvan
Gunstig
Matig ongunstig
Zeer ongunstig
0
15
12
9
6
3
NWD
Duinen
Rivie
rengeb
ied
Mer
en e
n Moer
asse
n
Beek
dalen
Hogere
zandgro
nden
Hoogvenen
Heuve
lland
Figuur4.�.2.StaatvaninstandhoudingbijlageIIsoortenperNatura2000landschap
Eenaantalsoorteniszowelalsbroedvogelénals
niet-broedvogelbeoordeeldvoorwatbetreftdestaat
vaninstandhouding.
46
Metdeniet-broedvogelsgaathetinhetalgemeenveel
beterdanmetdebroedvogels.Vooreencompleet
overzichtwordtverwezennaarbijlage9.2.
instandhoudingvanenerzijdsdeinonsland
broedendevogels(‘broedvogels’)enanderzijds
deeldersbroedendevogelsdieinonslandalleen
doortrekkenofoverwinteren(‘niet-broedvogels’).
Metdeniet-broedvogelsgaathetinhetalge-
meenveelbeterdanmetdebroedvogels.Voor
eencompleetoverzichtwordtverwezennaar
bijlage9.2.
Figuur4.�.�enfiguur4.�.4geveneenbeeldvan
destaatvaninstandhoudingvandebroedvogels
enniet-broedvogelsperNatura2000landschap.
Broedvogels
OpdeNederlandselijststaanveelsoortenvan
internationaalbedreigdegroepen.Hetbetreft
vooralvogelsdiebroedeninmoerassen(zoals
roerdomp(A02�),purperreiger(A029),woudaap
(A022),zwartestern(A�97),grotekarekiet(A298),
snor(A292)enporseleinhoen(A��9)),kustbroed-
vogels(zoalsgrotestern(A�9�),dwergstern
(A�95),kluut(A��2),visdief(A�9�),strandplevier
(A��8),tapuit(A277),velduil(A222)enblauwe
kiekendief(A082))ensoortengebondenaan
plas-drassituaties(kemphaan(A�5�)),watersnip
(A�5�)).Achteruitgangvangeschiktleefgebied
Gunstig
Matig ongunstig
Zeer ongunstig
0
25
20
15
10
5
NWD
Duinen
Rivie
rengeb
ied
Mer
en e
n Moer
asse
n
Beek
dalen
Hogere
zandgro
nden
Hoogvenen
Heuve
lland
Figuur4.�.�.StaatvaninstandhoudingbroedvogelsperNatura2000landschap
47
binnenNederlandisvooraldezesoortende
belangrijksteoorzaak.
Eenaantalsoortenvanheideenstuifzanden
(korhoen(A�07),draaihals(A2��),duinpieper
(A255),tapuit(A277))issterkachteruitgegaan.
Belangrijksteoorzaakdaarvoorisdevergrassing
vanhetleefgebiedtengevolgevanstikstofdeposi-
tieenminderintensiefbeheerincombinatiemet
natterewinters.VoortweesoortenwaarvoorNe-
derlandaanderandvanhetverspreidingsgebied
ligt,ishet‘tweevoortwaalf’:korhoen(A�07)en
duinpieper(A255).
Hierstaattegenoverdathetmetdelepelaar
(A0�4),eensoortwaarNederlandrelatiefbelang-
rijkvooris,goedgaat(scoregunstig).Recent
sterktoenemendesoortenalsdegrotezilverrei-
ger(A027)ontwikkelenzichvoorspoedigbinnen
Nederland(score:gunstig).
Niet-broedvogels
Nederlandisgezienzijnliggingénopgrondvan
hetrelatiefgroteaandeelvogelsdattijdelijkin
onslandverblijft,eenzeerbelangrijkgebiedvoor
niet-broedvogels(trekvogels).Hetbetreftvooral
soortenvaninternationaalstabielegroepen
(toendra,taigaenhoogvenen).Desoortenover-
winterenbinnenNederlandvooralindewater-
rijkegebiedenenfoeragerendeelsopgrasland
enakkers.
Vande64soortenniet-broedvogelsscoren�2
gunstig(5�%),20matigongunstig(�2%)en��
zeerongunstig(�7%)(�soortnognietbeoor-
deeld).Vooreencompleetoverzichtziebijlage
9.2.Gunstigscorengrasetendewatervogels
(ganzenensmienten(A050))alsgevolgvanhet
ruimevoedselaanbod(veeleiwitrijkgras).De
vraagkangesteldwordenofdehuidigeaantallen
inNederlandnietbovenhetniveauvangunstige
staatvaninstandhoudingliggentengevolgevan
bemestingvangraslanden.
Zwemeenden(zoalskrakeend(A05�),wilde
eend(A05�),slobeend(A056))scoreneveneens
gunstig.Ditkomtmedevoortuitdetoenamevan
geschiktleefgebied(o.a.doorminderjacht)in
geheelEuropa.
Herstelvandepopulatiesvanroofvogels(vis-
arend(A094)enslechtvalk(A�0�))eldersinEu-
ropaheefteengunstigeffectophetvoorkomen
vandesoortinNederlandwaarookvoldoende
interessantleefgebiedaanwezigis.
Desoortenafhankelijkvanschelpdierbanken
(zoalseider(A06�),topper(A062),scholekster
(A��0),kanoet(A�4�)ensteenloper(A�69)
scorenmatigongunstigofzeerongunstig.Een
relatiefgrootdeelvandeEuropesepopulatiesis
voorhunduurzaamvoortbestaanaangewezenop
deNederlandsewateren.
Eenaantalvisetersheeftlandelijkeenmatigon-
gunstigestaatvaninstandhouding(fuut(A005),
nonnetje(A068),dwergmeeuw(A�77))ofeen
zeerongunstigestaatvaninstandhouding(grote
zaagbek(A070),zwartestern(A�97))(mede)door-
datdedraagkrachtvandeleefgebiedenverandert
alsgevolgvanveranderingenindesamenstelling
vandevisstand,metnameinhetIJsselmeerge-
bied(afnamespiering)eninminderematehet
Deltagebied(successieindevisgemeenschapna
deuitvoeringvandeDeltawerken).
Enkelesoortenhebbenlandelijkeen(matig)
ongunstigestaatvaninstandhoudingdoorafne-
Nederlandisgezienzijnliggingénopgrondvanhet
relatiefgroteaandeelvogelsdattijdelijkinonsland
verblijft,eenzeerbelangrijkgebied...
48
DegesignaleerdetrendsvandeNederlandsepopulaties
vanveelniet-broedvogelskomenoverigensovereenmet
detrendsinderestvanEuropa.
mendelandelijkeaantallen,terwijldeaantallenin
hetNatura2000netwerkstabielzijnoftoenemen.
Ditheefttemakenmetveranderingeninhabitat/
gebiedskeuzeinrelatietotveranderingeninde
kwaliteitvanhetleefgebiedbuitenhetnetwerk.
Ditismetnamehetgevalbijgoudplevier(A�40)
engrutto(A�56).Inzulkegevallenzijnherstelop-
gavenbinnendegebiedennietzinvolondanksde
landelijkongunstigestaatvaninstandhouding.
BijsommigesoortenwordtdeNederlandse
niet-broedvogelpopulatieinhetwinterhalfjaarof
detrekperiodegrotendeelsgevormddooronze
eigenbroedvogels.Enkeledaarvanhebbeneen
ongunstigestaatvaninstandhoudingdievooral
zijnoorzakenheeftindeomstandighedeninhet
broedhabitat.Ookdanzijnherstelopgavenbin-
nendegebiedenwaardezevogelszichbuitende
broedtijdophoudennietaltijdzinvol,bijvoor-
beeldbijgrutto(A�56)enstrandplevier(A��8).
DegesignaleerdetrendsvandeNederlandse
populatiesvanveelniet-broedvogelskomen
overigensovereenmetdetrendsinderestvan
Europa.
Gunstig
Matig ongunstig
Zeer ongunstig
10
0
20
30
40
50
60
NWD
Duinen
Rivie
rengeb
ied
Mer
en e
n Moer
asse
n
Beek
dalen
Hogere
zandgro
nden
Hoogvenen
Heuve
lland
Figuur4.�.4.Staatvaninstandhoudingniet-broedvogelsperNatura2000landschap
49
Samenvattend
Figuur4.�.5.geefteentotaalbeeldvooralle
habitattypenensoortenwaarvoorNederland
Natura2000gebiedenheeftaangewezen.
Deniet-broedvogelsscorenrelatiefhetbeste.
Descorezeerongunstigvoorbroedvogelsvalt
inbelangrijkematesamenmetdescorematig
ongunstigvooreenaantalhabitattypenwaar
kwaliteitsverbeteringdebelangrijksteopgaveis.
Voordehabitattypenwordtrelatiefvaakmatig
ongunstiggescoordgerelateerdaandekwaliteit
vandehabitattypen.
Figuur4.�.5.Staatvaninstandhoudinghabitattypenensoorten
Deniet-broedvogelsscorenrelatiefhetbeste.
Gunstig
Matig ongunstig
Zeer ongunstig
40
35
30
25
20
15
10
5
0Bijlage I
habitattypenBijlage IIsoorten Broedvogels
Niet-broedvogels
50
...meergeleidelijkezoet-zoutovergangen,(ookzilte
pionierbegroeiingen),verjongingvankwelders,
voldoenderust-envoedselgebied...
4.4 Belangrijkste opgaven Natura 2000 in
Nederland
Dezeparagraafgeefteenbeeldvandebelang-
rijksteverbeteropgavenenmogelijkeoplossings-
richtingen.Dekernopgavenvoordeverschillende
Natura2000landschappenendeconcreteNatura
2000gebiedenstaaninhoofdstuk5.
Inleiding
Indezeparagraafzijnvoordehabitattypen,vo-
gelsenanderesoortendebelangrijksteverbeter-
opgavenopgenomen.Opgavenkunnenbetrek-
kinghebbenopeenmeeradequaatbeheeren/of
hetbeteropordekrijgenvandeecologische
vereisten.DekernvaneenNatura2000opgave
isvaaknieteenaanpakperhabitattypeenper
soort.Deessentiezitineenaanpakgerichtop
habitattypenensoorten(ofhabitattypenenhabi-
tattypen)inhunonderlingesamenhangenwaar
nodigeenaanpakgerichtopsamenhangopland-
schapsniveau.Zoalsinhoofdstuk�isaangegeven
zijnmethetooghieropkernopgavengeformu-
leerd.Vooreenoptermijnduurzaamresultaatis
eensamenhangendeaanpak,zoalsookgeduidin
dekernopgaven,nodig.Ookdelenvangebie-
denwaargeenVogel-en/ofHabitatrichtlijn-
waardenaanwezigzijnhebbeneenspecifieke
betekenisvoordeduurzameinstandhouding
voordeNatura2000habitattypenensoorten.
Zijzijnbijvoorbeeldnodigvoorhetrealiseren
vanduurzameecologischecondities,voorde
interneenexternesamenhangvandeNatura
2000gebiedenofoptermijnrealiseringvande
beoogdeNatura2000waarden.
Inparagraaf4.5staandeNatura2000doelen
oplandelijkniveau.Inhoofdstuk5staande
kernopgavenperlandschapenpergebied.
Belangrijkste opgaven habitattypen
Hoogveenlandschappen
Eenbelangrijkeopgavezitbijderestenvan
hoogveenlandschappen(degroterevenen).
Hetbetreftuitbreidingvandeactievekernen
inhetbijzonderhetontwikkelenvanover-
gangszones(zowelnoodzakelijkevoorde
instandhoudingvanhethoogveenalsvoor
soortenzoalshetpaapje(A275),diegebonden
zijnaanhoogveensystemen).Aanpassingvan
debegrenzingvaneenaantalgebiedenen
verbeteringvandeecologischevereistenbieden
hierperspectief.
Zoute wateren
Eentweedebelangrijkeopgavezitbijdezoute
wateren,waarvooraleenherstelopgavegeldt
voordecompleetheidvandesystemen.
Belangrijkeaandachtspuntentenaanzienvan
dezoutewaterenzijnvoordeWaddenzee(�)
hetnagenoegontbrekenvanbiogenestructuren
meto.a.mossels;voordeOosterschelde(��8)
deachteruitgangvanhetareaalgetijdenplaten
doorhetnaijlendeffectvandestormvloedkering
envoorWesterschelde&Saeftinghe(�22)het
gebrekaanruimteendaardoorverliesaanwaar-
devollaagdynamischareaal.Watbetreftdezoute
waterenzitdegrootsteopgaveinhetherstelvan
zowelsublitoralealslitoraleschelpdierbanken,
herstelvanzeegrasvelden,meergeleidelijkezoet-
zoutovergangen,(ookziltepionierbegroeiingen),
verjongingvankwelders,voldoenderust-en
voedselgebied(inclusiefhoogwatervluchtplaat-
sen)voorvogelsenzeehonden.
5�
Graslanden
Degrootsteopgavezitbijdevochtigeen
nattegraslanden(blauwgraslanden(H64�0)en
heischralegraslanden(*H62�0)),overgangs-en
trilvenen(H7�40)enkalkmoerassen(H72�0),
waarzoweleenopgaveuitbreidingoppervlakte,
alsherstelvandesoortenrijkdomgeldt(kwali-
teitsverbetering).Hetbetrefthabitattypenwaar
Nederlandrelatiefbelangrijkvoorisgezienhet
aandeelinhettotaleEuropeseoppervlakteof
geziendesoortensamenstelling.Hethuidige
probleemzitvooralinverdroging,waaronderhet
wegvallenvanmeerofminderkwelendaarnaast
inonvoldoendeadequaatterreinbeheer.Voor
blauwgraslanden(H64�0)biedthetaanpassen
vandebegrenzingvaneenaantalgebiedenvoor
delangeretermijnduurzameoplossingen.Voor
laagvenenzitdeopgavevooralindeontwikke-
lingvanjongeverlandingsstadia(inclusiefvegeta-
tierijkewateren).
Watbetreftstroomdalgraslanden(*H6�20)ishet
opdekortetermijndeopgaveomderesterende
locatiesadequaattebeheren.Opdelangere
termijnishetechternoodzakelijkomnieuwe
locatiesmetvoldoendeafzettingvanzanden
incidenteleoverstromingtecreëren.
Degenoemdehabitattypenzijnookdehabitat-
typenwaareenrelatiefgrootEuropeesbelang
bestaat,geziendeNederlandseoppervlakte
ensoortensamenstellingnu,ofinhetrecente
verleden.
Zandverstuivingen
Nederlandisvoorzandverstuivingen(H2��0)
hetbelangrijkstelandbinnendeEuropeseUnie.
Naastkwaliteitsverbetering(meerwinddynamiek
enterugdringenvandeeffectenvanatmosferi-
schedepositie)ligtereenopgavevooruitbrei-
dingoppervlakteeneenbetereinbeddinginhet
omringendelandschap(ookgerichtopkwaliteits-
verbetering).
Adequaat beheer
Metbetrekkingtotgrijzeduinen(*H2��0),bosha-
bitattypenalseiken-haagbeukenbossen(H9�60),
veldbies-beukenbossen(H9��0),drogeheiden
(H40�0),glanshaver-envossenstaarthooilanden
(H65�0)ligtdeopgavemetnamebijeenmeer
adequaatbeheer.Deduurzameinstandhouding
vandegenoemdehabitattypenisinbelangrijke
mateafhankelijkvannatuurlijkeofantropogene
dynamiek.
Voorgrijzeduinen(*H2��0)énvoorvogelsoorten
alsvelduil(A222)entapuit(A277),isdeopgave
omdevegetatiedoorgerichtemaatregelenmeer
opentemaken,omzodeeffectenvanvermesting
enverzuringterugtedringen.Voorgrijzeduinen
(*H2��0)iseenintensiveringvankleinschalig
beheernodig.
Omdebiologischerijkdomvandeeiken-haag-
beukenbossen(heuvelland)(H9�60_B)tebehou-
dendanweltevergroteniseveneensdynamiek
nodig.Ingroteaaneengeslotenbospercelenis
voldoenderuimtevoornatuurlijkeverjonging
(o.a.doorwindworp).Medegeziendehuidige
oppervlaktes,metnamevanhetorchideeënrijke
type,dateenopenbodemenwarmemicrokli-
maatvereist,ligtactiefdoordemensgestuurd
beheermeerinderede.
Bijdedrogebossen,zoalsduinbossen(H2�80)en
beuken-eikenbossenmethulst(H9�20),ligtde
opgavemetnamebijeenmeeradequaatbeheer.
Omdebiologischerijkdomvandeeiken-haagbeuken-
bossen(heuvelland)(H9�60_B)tebehoudendanwelte
vergroteniseveneensdynamieknodig.
52
Debelangrijksteopgavevoordevochtigebossen
zoalsvochtigealluvialebossen(*H9�E0),ligtbij
verbeteringvandewaterhuishouding.
Belangrijkste opgaven bijlage II soorten
WatbetreftdesoortenvandeHabitatrichtlijn
zitdegrootsteopgavebijdenoordsewoelmuis
(*H��40).Dezeondersoortstaatalsprioritaire
soortopbijlageIIenkomtbovendienalleen
inNederlandvoor.Vooraldedeelpopulatiesin
Friesland,TexelenDeltastaanonderdruk.Voor
deDeltabiedtverruimingvandebegrenzing
eenduurzaamperspectief,voorFrieslandzitde
opgavevooralinhetopordebrengenvande
ecologischevereistenvandegebieden.
Eentweedegroteopgavegeldtvoordegrote
vuurvlinder(H�060)(eveneenseenvooronsland
exclusieveondersoort).Meergerichtbeheer
blijftaandachtvragen.
Degroenknolorchis(H�90�)ishetsterkst
achteruitgegaaninhetbinnenland.Herstelvan
overgangs-entrilvenen(H7�40)isvoorhet
duurzaambehoudvandezesoorteenessentiële
opgave.
Deopgavevoordesoortkruipendmoeras-
scherm(H�6�4)isombinnenéénofmeerNatura
2000gebiedeninhetoostenvanhetlandge-
schikte,duurzamegroeiplaatsenvoorspontane
vestigingteherstellen.
Voorgrijzezeehond(H��64)engewone
zeehond(H��65)isvooralhetwaarborgenvan
voldoenderustplekkenvangrootbelang.
Voordefint(H��0�)iseenbeterebereikbaarheid
enbeterekwaliteitvanhetoorspronkelijkepaai-
enopgroeigebiedenvanbelangomweereen
duurzamepopulatieinNederlandtekrijgen.
Belangrijkste opgaven broedvogels
Voorkustvogelszoalssterns,kluut(A��2),
bontbekplevier(A��7)enstrandplevier(A��8)is
voldoendebeschikbaarheidvankaalzand,met
namevoldoendebeschikbaarheidvanpionier-
habitatsindeDeltaenhetWaddengebied,een
belangrijkeopgave.Metmeergeschiktebroed-
gelegenheidopdestrandenzouhetbroedsucces
vanmetnamesternsenstrandplevieren(A��8)
inbelangrijkematetoenemen.Ditlaatonverlet
datdebeschikbaarheidvanvoldoendevoedsel
eveneensvanbelangis.
Voorkustvogelsalstapuit(A277),grauweklau-
wier(A��8),velduil(A222)enblauwekiekendief
(A082)iseenbelangrijkeopgavedatermeer
openduinbegroeiingenkomen.Opkortetermijn
ismeeradequaatbeheernodig,oplangere
termijnspeelttegengaanvanvermestingen
verzuring.
Voorsoortenvanheidenenzandverstuivingen,
zoalsdraaihals(A2��),duinpieper(A255)enkor-
hoen(A�07)isdebelangrijksteopgavehether-
stellenvanhetvoedselaanbod.Opkorteretermijn
doorhetcreërenvanmeeropenheid(grotere
gebiedenzonderbosénmeerkalezandbodems).
Voormoerassoorten(zoalsgrotekarekiet(A298),
woudaap(A022),roerdomp(A02�),snor(A292),
purperreiger(A029),porseleinhoen(A��9)en
zwartestern(A�97)isdebelangrijksteopgave
eenmeernatuurlijkpeilbeheerincombinatiemet
eenadequaatrietbeheerenmeerjongesucces-
siestadia.Meerenstevigwaterrietisnodigom
debetekenisvanNederlandinEuropeesverband
ookvoordetoekomstteblijvenvervullen.
Voorbroedvogelsgebondenaanplas-drassitua-
tieszoalskemphaan(A�5�),porseleinhoen(A��9),
kwartelkoning(A�22)énwatersnip(A�5�)ishet
Meerenstevigwaterrietisnodigomdebetekenisvan
NederlandinEuropeesverbandookvoordetoekomst
teblijvenvervullen.
5�
belangrijkdatermeerlocatieskomenwaarinhet
zomer-halfjaarplas-drassituatiesaanwezigzijn.
Belangrijkste opgaven niet-broedvogels
Voorgrasetendewatervogelsisdeopgavehet
behoudvanvoldoendebeschermingenvoedsel-
aanbod.Voorwelkeaantalleniséénvandete
makenkeuzes.
Debelangrijksteopgavebijniet-broedvogelsis
gelegeninhetverderverbeterenvandevoed-
selsituatievoorschelpdiereters(eider(A06�),
topper(A062),scholekster(A��0),kanoet(A�4�),
kuifeend(A06�).
Bijsoortenalsfuut(A005),dwergmeeuw(A�77),
zwartestern(A�97),nonnetje(A068)éngrote
zaagbek(A070)isvoldoendebeschikbaarheidvan
stapelvoedsel(kleinevis)puntvanaandacht.
Belangrijkste opgaven op landschapsniveau
Hierbovenzijndeopgavenperhabitattypen,
vogelsenanderesoortenbeschreven.De
belangrijksteopgavevoorNatura2000,ende
grootsteuitdaging,isechterooghebbenvoor
deonderlingesamenhangvanhabitattypenin
hunlandschappelijkecontext.Doornatuurlijke
successiewaarinhetenehabitattypeinhet
andereovergaat,wisselendezeverhoudingen
tussendehabitattypen(voorkomen)indeloop
vandetijd.Vanuiteenoogpuntvanbiodiversiteit,
isdeaanwezigheidvanallesuccessiestadia(de
compleetheidvanhetsysteem)vangrootbelang.
Inlaagvenenkanditalleendooractiefmenselijk
ingrijpenwordengerealiseerd.Inestuariaende
duinenopdeWaddeneilandenishandhavenvan
voldoenderuimtevoordynamischeprocessende
belangrijksteopgave.
Indynamischesystemenkaninstandhouding
nietbetekenendatallesblijftzoalshetnuis.Zo
isinhetWaddengebiedgenoegdynamiekom
embryonaleduinen(H2��0)involdoendemaar
wisselendeoppervlakteaanwezigtedoenzijn.
Dynamiekdieooknodigisvoorbehoudaanop-
pervlakteenkwaliteitvanwitteduinen(H2�20),
grijzeduinen(*H2��0)envochtigeduinvalleien
(H2�90).
Vooreenaantalhabitattypenisdeeerstezorg
vooralgelegeninhetbehoudenvandegoede
voorbeelden(kwalitatiefbeterontwikkeldevoor-
komensvaneenhabitattype),zoalsbijvoorbeeld
voorstroomdalgraslanden(*H6�20).Opdelan-
geretermijniseenaanpakoplandschapsniveau
nodig.Danisnieuwvormingenmeermorfodyna-
mieknoodzakelijk.
Hetspreektvoorzichdatsoortenalsbeekprik
(H�096),gaffellibel(H�0�7),rivierdonderpad
(H��6�)endrijvendewaterweegbree(H�8��)
alleenduurzaamkunnenvoortbestaanalsbeeklo-
penoplandschapsschaalwordenhersteldmetde
bijbehorendenatuurlijkemorfologie,dynamiek
enwaterkwaliteit.Maarookvoorhetduurzaam
voortbestaanvankalkmoerassen(H72�0),blauw-
graslanden(H64�0)enheischralegraslanden
(*H62�0)inhetNatura2000landschapBeekdalen
isopdelangeretermijnbeekherstelnodig,met
opdebeekdalflankendefijnmazigegradiënten
noodzakelijkvoordegenoemdehabitattypen.De
aandekleinschaligemozaïekenvanheischrale
graslanden(*H62�0),blauwgraslanden(H64�0)
envochtigeheiden(H40�0)gebondensoorten
alspaapje(A275)endegrauweklauwier(A��8)
zullenhiervanprofiteren.
Intekstkader4.4.�.wordtingegaanopdekans-
rijkdomvanhethabitattypeblauwgraslanden
(H64�0)indelandschappelijkecontext.
...voorstroomdalgraslanden(*H6�20).Opdelangere
termijniseenaanpakoplandschapsniveaunodig.Danis
nieuwvormingenmeermorfodynamieknoodzakelijk.
54
Kansrijkdom voor ontwikkeling van het
habitattype blauwgraslanden
Inleiding
Potentiesvoorhetrealiserenvaninstandhou-
dingsdoelenvoorhethabitattypeblauwgraslan-
den(H64�0)inNatura2000gebiedenvariëren
sterkenhangensterksamenmethetNatura
2000landschapwaarbinneneengebiedligten
dedaarmeesamenhangendeverschilleninlokale
geologischeenhydrologischegesteldheid.De
bestepotentiesliggeninhetNatura2000land-
schapBeekdalenendaarnaastzijnerookgoede
potentiesaanweziginhetNatura2000landschap
Hogerezandgrondenenineentweetalduinge-
bieden.InhetNatura2000landschapMerenen
Moerassenzijndepotentieshetlaagst.
Behoudenontwikkelingvanblauwgraslanden
ineenbrederangevanNatura2000gebieden
eninuiteenlopendelandschappenisvanbelang
voorhetwaarborgenvanderijkevariatievan
dithabitattypebinnenNederland.Deinspan-
ningenrichtenzichnietalleenopdeNatura2000
gebiedenmethogeenzeerhogepotenties,maar
ookophetveiligstellenenverbeterenvande
kwaliteitvanblauwgraslandeninhetmeren-en
laagveengebied.Behoudvanecologischevariatie
engeografischespreidingliggenhieraanten
grondslag.
Kansrijkdom in Natura 2000 landschap Beekdalen
DegebiedeninhetNatura2000landschap
Beekdalenhebbendebestepotentiesvoorhet
realiserenvandeinstandhoudingsdoelenvoor
blauwgraslanden(H64�0).ZesNatura2000
gebiedenhebbenzeerhogepotentieswaarbij
eensterkeuitbreidingvanhetoppervlaktemet
goedontwikkeldblauwgraslandenmogelijkis.
Hetbetreftgebiedenmetofweldecombinatie
vankalkondiepindeondergrondenkwelofwel
gebiedenmeteensterkeoverdrukvanuiteen
grootregionaalgrondwatersysteem.Vijfandere
Natura2000gebiedenhebbeneenhogepotentie
vooruitbreidingvanhetoppervlakteofverbete-
ringvandekwaliteit
Kansrijkdom in Natura 2000 landschap Hogere
zandgronden
InhetNatura2000landschapHogerezandgron-
denhebbentweegebiedenhogepotentiesvoor
blauwgraslanden(H64�0).Geziendeaardvan
dekleinschaligepatronen(kleinenattelaag-
tes,grotedrogegebieden),liggenhiergeen
mogelijkhedenvooreensterkeuitbreidingvande
oppervlakte.
Kansrijkdom in Natura 2000 landschap Meren en
Moerassen
IndemeesteNatura2000gebiedenvanhet
Natura2000landschapMerenenMoerassen
staathethabitattypeblauwgraslanden(H64�0)
erslechtvoor.Depotentieszijnmeestallaagof
matig.Bijmatigepotentiesiskleineuitbreiding
vanhetoppervlakteofenigeverbeteringvande
kwaliteitmogelijk.Ervaringenmeteffectgerichte
herstelmaatregelen(OBN)hebbenafgelopen�5
jaareveneensvaakslechtetotmatigeresulta-
tenopgeleverd.Herstelopveenbodemszonder
kleidekiszeermoeilijk.Blauwgraslandenop
legakkers(blauwkoppen)enoudeverlandingen
inpetgatenverzurenverderenzijnzonderinun-
datiemetschoon,basenrijkoppervlaktewater
opdelangetermijnniettebehouden.Welisop
delangetermijnnieuwvormingmogelijkdoor
nieuwepetgatentegravenentelatenverlanden.
Blauwgraslandeninpolderswaardetoplaagvan
debodemuitkleiofkleiigveenbestaat,bieden
eenbeterperspectief.IndeZouweboezem(�05)
(omandereredenentoebedeeldNatura2000
landschapRivierengebied)zijndepotentieshoog
enisrecentherstelopgetreden.Deinschattingis
datindiverseNatura2000gebiedenherstelpoten-
tieopkleineschaalaanwezigzijningebiedsdelen
metkweluitpoldersystemeneningebiedenwaar
herstelvaninundatiemetschoon,basenrijkop-
pervlaktewatermogelijkis.
Kansrijkdom in Natura 2000 landschap Duinen
Goedontwikkeldevormenvanblauwgraslanden
kwamenvooraandebinnenduinrand.Intwee
gebiedenzijnhogepotentiesaanwezigvoor
herstel.Hierzijndoorhetoptredenvansterke
kwelvanbasenrijkgrondwateraanderandvan
dezoetwaterbelfraaiegradiëntenteontwikkelen
metheischralegraslanden(*H62�0)
Tekstkader4.4.�.KansrijkdomvanhabitattypeblauwgraslandeninverschillendeNatura2000landschappen
55
4.5 Natura 2000 doelen op landelijk niveau
Inleiding
Dedoelenzijngeformuleerdintermenvan
behouden/ofverbetering:bijvoorbeeldbehoud
vanoppervlakteenkwaliteitvaneenhabitattype,
verbeteringvandekwaliteitvanhetleefgebied
vaneensoort,ofuitbreidingvandeverspreiding
vaneensoortofhabitattype.
Eénvandehoofdlijnenzoalsopgenomenin
deNatura2000contourennotitiezegtdatin
beginseldebestaandekwaliteitenomvangin
Nederlandeninconcretegebiedengehandhaafd
moetwordenenwaarnodigineengunstige
staatvaninstandhoudingmoetwordengebracht
(hoofdlijn�).Daarbijkomtdateenhogereinzet
wordtnagestreefdvoorsoortenenhabitattypen
waarNederlandrelatiefbelangrijkvoorisen/of
voorhabitattypenensoortendiesterkonder
drukstaan(hoofdlijn4).Daarstaattegenover
dateenminderhogeinzetwordtnagestreefdals
vanNederlandredelijkerwijsnietverwachtkan
wordendateenbepaaldesoortofhabitattype(op
dieplaats)opdelangeretermijnineengunstige
staatvaninstandhoudinggebrachtkanworden
(hoofdlijn5).
Overzicht Natura 2000 doelen op landelijk niveau
Inbijlage9.�zijndelandelijkedoelenvoorde
habitattypenensoortenopgenomen.Daarbijisin
detoelichtingaangegevenwelkegebiedendebe-
langrijkstebijdrageleverenaanderealiseringvan
delandelijkedoelen.Hieronderwordendelande-
lijkedoelendoordeoogharenheeftgeschetst.
Habitattypen en soorten
Bijdelandelijkedoelenisgekozenomeengrote
opgaveteleggenbijhabitattypendieineenzeer
ongunstigestaatverkerenenwaarvoorNeder-
landinternationaaleengroteverantwoordelijk-
heidheeft.Ditbetreftvooreenbelangrijkdeel
schralegraslanden-waaronderenkeleprioritaire
typen-,waarvandeoppervlakteendekwaliteit
delaatstedecenniasterkisafgenomen.Voorbeel-
denzijngrijzeduinen(*H2��0),vochtigeduinval-
leien(H2�90),stroomdalgraslanden(*H6�20),
blauwgraslanden(H64�0),heischralegraslanden
(*H62�0),glanshaver-envossenstaarthooilanden
(H65�0),kalkmoerassen(H72�0),overgangs-en
trilvenen(H7�40),waarvoorzoweluitbreiding
oppervlaktealskwaliteitsverbeteringnagestreefd
wordtindiversegebieden.Vooreenaantal
vandezetypenistevensalsdoeluitbreidingof
verbeteringvandebegrenzinggeformuleerd.De
vochtigealluvialebossen(*H9�E0)enslikkige
rivieroevers(H�270)passenookinditrijtje.
Eeneveneenshogedoelstellinggeldtvoor
soortendieinternationaalbelangrijkzijnen
sterkonderdrukstaan,zoalsnoordsewoelmuis
(*H��40),grotevuurvlinder(H�060),groenknol-
orchis(H�90�)engevlektewitsnuitlibel(H�042).
Ookwordtsterkingezetopverbeteringvande
kwaliteitvanenkele(internationaal)belangrijke
typendienogwelingroteoppervlakteaanwezig
zijn,zoalsdrogeheiden(H40�0),schorrenen
ziltegraslanden(H���0)enslik-enzandplaten
(H��40).Zowelvoordeveldbies-beukenbos-
sen(H9��0)enbeuken-eikenbossenmethulst
(H9�20)alsvoordeoudeeikenbossen(H9�90)
zijndoelenmetbetrekkingtotverbeteringvande
kwaliteitgeformuleerd.
Deambitievoor(deelsongunstigscorende)
habitattypenensoortendieinonslandallange
Eeneveneenshogedoelstellinggeldtvoorsoortendie
internationaalbelangrijkzijnensterkonderdrukstaan,
zoalsnoordsewoelmuis(*H��40),...
56
tijdinzeerbeperktemateaanwezigzijn,isover
hetalgemeenkleingehoudenenbeperkttotwei-
nigegebieden,zoalsvoorpionierbegroeiingenop
rotsbodem(*H6��0),zinkweiden(*H6��0),duin-
heidenmetstruikhei(*H2�50),kalktufbronnen
(*H7220)endesoortenzeggekorfslak(H�0�6),
geelschorpioenmos(H��9�)entonghaarmuts
(H��87).
Voortypenwaarvaneengunstigestaatvanin-
standhoudingonbereikbaarlijktiseenzeerlaag
ambitieniveauaangehouden,metalsduidelijkste
voorbeeldslijkgrasvelden(H��20).Hetzelfdegeldt
voortypenensoortendie-zonderveelextrain-
spanningen-delaatstejareneenpositievetrend
vertonen,kruipendmoerasscherm(H�6�4),grijze
zeehond(H��64)enspaansevlag(*H�078).
Broedvogels
Vanuiteenoogpuntvanbehoudvanbiodiversiteit
ishetstreveneropgerichtomallebroedvogels
voorNederlandtebehouden.Eenbepaalde
minimumomvangvoordeNederlandsepopu-
latie(eenzogenoemdeminimumpopulatie)en
eenverdelingovereenaantaldeelpopulaties
(zogenoemdesleutelpopulaties)zijndaarvoor
nodig.Voornietallesoortenishetduurzame
behoudvoorNederlandeeneenvoudigeopgave.
Vande44broedvogelsoortenisvoor2�soorten
oplandelijkniveaueenbehoudsopgavegeformu-
leerd.Voor�8soortenisalslandelijkdoelgefor-
muleerd:uitbreidingoppervlakteenverbetering
kwaliteitleefgebiedvooruitbreidingvandepopu-
latie.Hetbetreftondermeermoerasvogelsals
roerdomp(A02�),woudaap(A022),purperreiger
(A029)engrotekarekiet(A298).Voordekorhoen
(A�07)endeduinpieper(A255)ishetlandelijk
doelvooralsnogalleengerichtopbehoudvande
populatieinrespectievelijkdeSallandseHeu-
velrug(42)endeVeluwe(57)doorverbetering
vandeconditiesdaar.Eenonderbouwingvande
doelformuleringbijbroedvogelswordtgegeven
intekstkader4.5.�.
Niet-broedvogels
Voor56vandeintotaal64nietbroedvogel-
soortenzijndoelengeformuleerdintermen
vanbehoud,omvangenkwaliteitleefgebieden
behoudomvangpopulatie.Voorniet-broedvo-
gelszijngeendoelengeformuleerdmetbetrek-
kingtotverspreiding.Voorhetgrootstedeel
vandeniet-broedvogelszijnoplandelijkniveau
behoudsopgavengeformuleerd.Voorsoortenals
fuut(A005),krakeend(A05�),slobeend(A056),
kuifeend(A06�),meerkoet(A�25),kluut(A��2)en
brilduikerisaangegevendatoplandelijkniveau
achteruitgangvanaantallentengevolgevanhet
eventueelvergrotenvandezout-invloedeninhet
Krammer-Volkerrak(��4)enhetZoommeer(�20)
zijntoegestaan.
Voorkolgans(A04�),grauwegans(A04�),brand-
gans(A045)ensmient(A050)isaangegevendat
achteruitgangvanleefgebiedtengevolgevanna-
tuurontwikkelingsmaatregelenenextensivering
vanhetagrarischgebruikoptermijnmogelijkis.
VoorhetNatura2000landschapRivierengebied
isvoordezesoorteneenzogenoemdetengunste
formuleringindedoelenopgebiedsniveau
opgenomen.
Voordeviseters(fuut(A005),nonnetje(A068),
grotezaagbek(A070),dwergmeeuw(A�77)en
zwartestern(A�97),dieongunstigscoren,isvoor-
alsnoggeenherstelopgaveoplandelijkniveau
geformuleerd.Eerstwordtnaderonderzochtwat
voordeNatura2000gebiedenIJsselmeergebied
Voor�8soortenisalslandelijkdoelgeformuleerd:
uitbreidingvandepopulatie.Hetbetreftondermeer
moerasvogelsalsroerdomp(A02�),woudaap...
57
(72)enMarkermeer&IJmeer(7�)demogelijk-
hedenvoorverbeteringvandekwaliteitvanhet
leefgebiedzijn.Afhankelijkdaarvanwordtbezien
ofzowelophetniveauvandelandelijkedoelen
alsophetniveauvandegebiedsdoelenvoordeze
tweeconcretegebiedeneenherstelopgavewordt
geformuleerd.
Voordetafeleend(A059)wordtdeherstelopgave
afhankelijkgesteldvandenogteverkennenmo-
gelijkhedenvoorverbeteringvandekwaliteitvan
hetleefgebiedinhetMarkermeer&IJmeer(7�).
Voordeschelpdiereters(topper(A062),eider
(A06�),scholekster(A��0),kanoet(A�4�)en
steenloper(A�69))isoplandelijkniveaueen
herstelopgavegeformuleerddievollediggedekt
moetwordenuitdeWaddenzee(�).Daarbijisin
detoelichtingopdelandelijkedoelenaangege-
vendatdittenkostemaggaanvanwormeneters
alsbontbekplevier(A��8),bontestrandloper
(A�49),drieteenstrandloper(A�44),zilverplevier
(A�4�),enrossegrutto(A�57).Voordezesoorten
metuitzonderingvandezilverplevier(A�4�)is
hetlandelijkeaantaldaaropbijgesteld.
Voorslechts8vande��soortendieeen
ongunstigestaatvaninstandhoudinghebben,
eenherstelopgaveoplandelijkniveauisgefor-
muleerd.Voordegoudplevier(A�40),degrutto
(A�56)envoordekraanvogel(A�27)isweliswaar
oplandelijkniveaueenherstelopgavegeformu-
leerd,hiervoorgeldtechterdatdebelangrijkste
bijdragevangebiedenbuitenhetNatura2000
netwerkmoetkomen.Voordestrandplevier
(A��8),isintegenstellingtotdeherstelopgave
voordestrandplevieralsbroedvogel,geen
herstelopgavegeformuleerdomdatdeoorzaken
vandeachteruitgangmetnamegelegenzijnin
deachteruitgangvanhetaantalbroedvogels.
Hetzijnvooraldebroedvogelsdiehiermeetellen
alsniet-broedvogels.Aantalisberekendoverde
periode�989-200�.
Samenhang tussen landelijk en gebiedsniveau
DeNatura2000doelenoplandelijkenopge-
biedsniveauzijninsamenhangmetelkaargefor-
muleerd.Inhoofdstuk4isingegaanopdewijze
waarop.Delandelijkedoelenvormeneenkader
voordeformuleringvaninstandhoudings-doelen
opgebiedsniveau.Degebiedsdoelenbijelkaar
‘opgeteld’,eventueeltezamenmeteenopgave
buitenhetNatura2000netwerk,hebbenalssom
hetlandelijkedoel.Nederlandisdeverplichting
aangegaanomoplandelijkniveauernaarte
strevenomdesoortenenhabitattypenineen
gunstigestaatvaninstandhoudingtebrengen.
MetdeNatura2000gebiedenwordteenbepaald
oppervlaktevanhabitattypenenleefgebiedenen
soortenafgedekt.
OokdegebiedenbuitenhetNatura2000netwerk
zijninmeerofminderematevanbetekenisvoor
hetrealiserenvanhetdoeloplandelijkniveau.
Voordeviseters...dieongunstigscoren,isvooralsnog
geenherstelopgaveoplandelijkniveaugeformuleerd.
58
Landelijke doelen broedvogels
EenbepaaldeminimumomvangvoordeNeder-
landsepopulatie(eenzogenoemdeminimum-
populatie)meteenverdelingovereenaantal
deelpopulatiesmeteenbepaaldminimumaantal
paren(zogenoemdesleutelpopulaties),isnodig
voorduurzaambehoudvaniedereNederlandse
broedvogel.VoorNatura2000soortenkunnen
dezesleutelpopulatiesdeelsbinnendeNatura
2000gebiedenwordengerealiseerd.Ineenaantal
gevallenechterishetNatura2000gebiedteklein
omeenpopulatievaneendergelijkeomvangte
kunnenhuisvesten.Voordezegevallenkanmet
inachtnemingvanomliggendeterreineninde
regio,welhetniveauvaneensleutelpopulatie
wordengehaald.Hierbijsprekenwevaneenre-
gionalesleutelpopulatiewaaraanhetbetreffende
Natura2000gebiedeenbijdragelevert.
Voornietallesoortenishetduurzamebehoud
voorNederlandeeneenvoudigeopgave.
BijdeformuleringvandeNatura2000doelen
voorbroedvogelszijndevolgendekeuzes
gemaakt:
keuze bij broedvogels – gunstig:
Ongeveeréénderdevandebroedvogelsoorten
verkeertineengunstigestaatvaninstandhou-
ding.BijdezesoortenisalsNatura2000doelop
landelijkniveaugekozenvoorbehoudvande
actuelepopulatie.
Hetgaatdaarbijvooralom:
• soortenvanmoerassendienietspecifiek
gebondenzijnaan‘vitaalriet’(dodaars(A004),
geoordefuut(A008),aalscholver(A0�7),grote
zilverreiger(A027),lepelaar(A0�4),bruine
kiekendief(A08�)enblauwborst(A272));
• enkelekustvogels(zwartkopmeeuw(A�76),
kleinemantelmeeuw(A�8�)ennoordsestern
(A�94));
• enkelesoortendievooralinhetNatura2000
landschapHogerezandgrondenwordenaan-
getroffen(wespendief(A072),ijsvogel(A229),
zwartespecht(A2�6),boomleeuwerik(A246)
enroodborsttapuit(A276).
keuze bij broedvogels – matig ongunstig:
Ongeveeréénzesdedeelvandesoortenverkeert
ineenmatigongunstigestaatvaninstandhou-
ding.
• Behoud:voorbehoudvandeomvangvande
populatiesisgekozenalsdepopulatieinhis-
torischperspectiefgunstigafsteekt(o.a.kluut
(A��2),nachtzwaluw(A224)enrietzanger
(A295)).
• Herstel:voorsoortenwaarvanhetpopulatie-
niveaunogverbenedenhethistorischniveau
verkeertenwaarvandeoorzakendoorgericht
natuurenmilieubeleid(verder)kunnenher-
stelleniseenherstelopgavegewenst(purper-
reiger(A029),kwartelkoning(A�22)envisdief
(A�9�)).
keuze bij broedvogels – zeer ongunstig:
Hetspreektvoorzichdatherstelvandepopulatie
gewenstisbijdemeestesoortendieineenon-
gunstigestaatvaninstandhoudingverkeren.Bij
hetmerendeelvandezesoorteniseenherstelop-
gavevantoepassing:
• Behoud:voortweesoortenwaarvandeactu-
elepopulatienogvoldoetaandegewenste
omvangvandelandelijkeminimumpopulatie
isvoorbehoudgekozen(eider(A06�)en
bontbekplevier((A��7).Eiderheeftnogeen
aanzienlijkepopulatieenookdebontbekple-
vierweetzichrelatiefgoedtehandhaven).
• Hersteltotbovenniveaulandelijkeminimum-
populatie:methetoogophethistorisch
voorkomeninrelatietotdeoorzakenvande
achteruitganginaantalisvooreenaantal
soorteneenherstelgewensttotbovenhet
niveauvandeminimumpopulatie,medeals
‘verzekering’naardetoekomst(strandplevier
(A��8),kemphaan(A�5�),grotestern(A�9�),
dwergstern(A�95)enzwartestern(A�97)).In
principeiservoldoendekwalitatiefhoogwaar-
digleefgebiedterealiserenvoordezesoorten.
• Hersteltotniveaulandelijkeminimumpopula-
tie:bijeenaantalsoortenishetstrevenerop
gerichttenminstedegewensteminimumpo-
pulatievoorNederlandteherstellen(roer-
domp(A02�),paapje(A277),tapuit(A275)en
snor(A292)).
Gemaakte keuze:bijeentientalsoortenishet
nieteenvoudigomdegewensteminimumpo-
pulatieweertebereiken.Extrainspanningenzijn
daarvoornodig.Hetbetreft‘zeerspecialistische’
soortenvan:
• moeras(woudaap(A022),porseleinhoen
(A��9),grotekarekiet(A298));
• openduin(blauwekiekendief(A082),velduil
(A222));
• heide-enstuifzanden(draaihals(A2��),duin-
pieper(A255));
• ofhabitatcomplexen(grauwekiekendief
(A084),grauweklauwier(A298)).
Bijdezesoortenligtdegrootsteuitdagingze
voordeNederlandsebroedvogelpopulatiete
behouden,doorhetleefgebiedvandezesoorten
inkwaliteitteverhogenenookinomvanguitte
breiden.Veelalbetrefthetinspanningeninhet
kadervanbeheer.
Voordekorhoen(A�07)envoordeduinpieper
(A255)isvooralsnogvooreenlagerdoelgekozen.
Tekstkader4.5.�.Landelijkedoelenbroedvogels
59
Natura2000doelen-Proces
60
Figuur5.�.�.Natura2000landschappen
6�
IndithoofdstukwordenperNatura2000land-
schapbehandeld:dekernopgaven,eenanalyseof
dekernopgavemetbestaandbeleidalbereiktisof
bereikbaarzalzijn,degebiedsdoelenophoofdlij-
nenendetoedelingvandekernopgavenaande
gebieden.Dedoelenopgebiedsniveauzijnopge-
nomeninhetNatura2000gebiedendocument.
5.1 Inleiding
DeNatura2000gebiedenzijntoebedeeldaan
achtzogenoemdeNatura2000landschappen(zie
figuur5.�.�),teweten:
�. Noordzee,WaddenzeeenDelta
2. Duinen
�. Rivierengebied
4. MerenenMoerassen
5. Beekdalen
6. Hogerezandgronden
7. Hoogvenen
8. Heuvelland.
Landschappenmetelkhuneigenkenmerken,
eigenkernopgavenenhuneigenspecifiek
benodigdeaanpakomhetNatura2000netwerk
waarnodigteverbeterenomeenduurzame
instandhoudingopdelangeretermijntekunnen
garanderen.Indevolgendeparagrafenwordt
perNatura2000landschapaangegevenwelke
gebiedeneronderdeelvanuitmaken,watde
kenmerkendehabitattypenensoortenzijn,de
kernopgavenwordengepresenteerdenworden
dehoofdlijnenvandedoelenopgebiedsniveau
geschetst.
Natura 2000 doelen op gebiedsniveau
Indeparagrafen5.2totenmet5.9wordtper
Natura2000landschapingegaanopdegebieds-
doelenophoofdlijnen.Deconcretegebieds-
doelenzijnnuopgenomenindeNatura2000
gebiedendocumenten.Dezedocumentengeven
deinstandhoudingsdoelenweerzoalszete
zijnertijdwordenopgenomenindeaanwijzings-
besluiten.Inbijlage9.4iseenoverzichtvande
gebieden,habitattypenensoortenperNatura
2000landschapopgenomen.
Intekstkader5.�.�wordtaandehandvande
meestgesteldevragenoverdedoeleneentoe-
lichtinggegeven.
Landschappenmetelkhuneigenkenmerken,eigen
kernopgavenenhuneigenspecifiekbenodigdeaanpak...
Achtlandschapstypen
Kernopgavenperlandschapstype
Doelenopgebiedsniveau
Hoofdstuk 5
Natura 2000 opgaven per landschap en doelen op gebiedsniveau
62
Meest gestelde vragen over doelen op gebieds-
niveau
Vraag 1: Voor welke habitattypen en soorten zijn
doelen geformuleerd?:
Inprincipezijndoelenvoordehabitattypenen
desoorten,inclusiefvogels,dievermeldzijnin
deNatura2000databasezoalsin200�en2004
ingediendbijdeEuropeseCommissie.Alleen
voorhabitattypenensoortendieindedatabase
zijnaangemeldalsnietsignificantvoorkomend
(codeDvoorrepresentativiteit)wordtgeendoel
geformuleerd.BijdevoorbereidingvandeNatura
2000doelenisnieuweinformatiebeschikbaarge-
komen.IndeNatura2000gebiedendocumenten
zijnvoorstellenvoorwijzigingenvandedataba-
sesaangegeven.Voorvogelsisdaarbijgebruik
gemaaktvandemeestrecentetrendgegevens.
Vraag 2: Zijn alleen doelen voor kwalificerende
soorten opgesteld?
Voorallevogelsoorten,dekwalificerendeénde
begrenzingssoortenzijninstandhoudingsdoelen
opgesteld.Zozijnookvoorallehabitattypenen
soortenineenconcreetgebieddoelengeformu-
leerd.Hetverschiltussen‘belangrijkstegebied
voor’en‘verderaangemeldvoor’isgehanteerd
t.b.v.deselectievandegebieden.Samenstaan
zevooreenbepaaldaandeelvandetotaleNe-
derlandseoppervlakteofaandeelvandetotale
populatie.DitaandeelisdoordeEuropeseCom-
missiealsvoldoendebeoordeeld.Ditlaatonverlet
datergeziendeverplichtingomhabitattypenen
(vogel)soortenineengunstigestaatvaninstand-
houdingtebrengenervooreenconcreetgebied
eendoelgerichtopuitbreidingoppervlakteof
verbeteringkwaliteitgeformuleerdkanzijn.
Vraag 3: Instandhouding wat betekent dat?
Instandhoudingkanzowelbehoud,uitbreidingof
verbeteringbetreffen.
Verbeteringkanopdrieelkaarmanieren:
• uitbreidingvanoppervlaktevaneenhabitat-
typeofomvangleefgebiedvaneensoort;
• verbeteringvandekwaliteitvaneenhabitat-
typeofvanhetleefgebiedvaneensoort;
• verbeteringvanderuimtelijkesamenhang
vaneenhabitattypeofhetleefgebiedvaneen
soortdoorverbinding,doorverbeteringvan
deverspreiding(zoweloplandelijkniveauals
binneneenconcreetgebied.
Uitbreidingomvangen/ofverbeteringkwaliteit
leefgebiedkanzowelgerelateerdwordenaan
behoudvandepopulatieopeenbepaaldniveau
ofaanuitbreidingvandepopulatie.
Overigenshoeftuitbreidingofverbeteringniet
perdefinitiedoormenselijkhandelenteworden
bewerkstelligd.Doordynamischeprocessen,door
successiekanbijvoorbeeldhetoppervlaktevan
eenbepaaldhabitattypetoenemen.Instandhou-
dingbetekentnietdatelkhabitattypeofleefge-
biedvaneensoortsteedsindezelfdeomvangof
opeenzelfdelocatieaanwezighoefttezijn.Inhet
kadervandeoptestellenbeheersplannendient
nadertewordenuitgewerktofhetnoodzakelijkis
datbepaaldemaatregelenwordengenomenom
eendoelalsuitbreidingoppervlaktehabitattype
ofleefgebiedterealiseren.
Afhankelijkvandeindegebiedenaanwezige
dynamiekkanmeerofmindermenselijkhande-
lennodigzijn.
Vraag 4: Welk jaar is als uitgangspunt genomen
bij het vaststellen van de doelen?
Bijhetvaststellenvandedoelenopgebiedsdoe-
lenisnietuitgegaanvaneenbepaaldjaarals
referentiejaar(bijvoorbeeldhetmomentvanaan-
wijzingalsVogelrichtlijngebiedofaanmeldingals
Habitatrichtlijngebied).Bijhetvaststellenvande
doelenisgekekennaarwathet(minimaal)beno-
digdeaantalsoortenen/ofminimaalbenodigde
oppervlakteleefgebiedofoppervlaktevaneen
habitattypenodigisomeengunstigestaatvan
instandhoudingoplandelijkniveauterealiseren.
Nederlandheeftimmersnietdeverplichtingop
zichgenomeneenbepaaldoudniveautebehou-
denofopnieuwtebereiken,maarommaatrege-
lentenemenomdenatuurlijkehabitatsende
wildedier-enplantensoortenvancommunautair
belangineengunstigestaatvaninstandhouding
tebehoudenofbrengen.Ditlaatonverletdat
daarbijtevensdehoofdlijnenzoalsopgenomen
indeNatura2000contourennotitieleidendzijn.
Vraag 5: Mogen waarden in een gebied achteruit
gaan?
Nee,inprincipegeldtdateenhabitattypeof
leefgebiedvaneensoortnietmagachteruitgaan
ineenconcreetgebied(‘standstillbeginsel’).Bij
uitzonderingwordteendoelgeformuleerdinter-
menvanenigeachteruitgangistoegestaan,maar
alleenalsditnodigisvoorhetbereikenvaneen
landelijkgunstigestaatvaninstandhoudingvan
eenanderhabitattypeofsoortenalsbinneneen
concreetgebiedonvoldoenderuimteaanwezigis
omeendoelgerichtopuitbreidingen/ofverbete-
ringkwaliteitterealiseren.
Tekstkader5.�.�.Meestgesteldevragenoverdoelenopgebiedsniveau
6�
Vraag 6: Hoe moeten de aantallen worden
gehanteerd?
Degehanteerdeaantallenzijneenindicatievoor
degewenstedraagkrachtvanhetleefgebieden
zevormeneenhulpmiddelbijhetbepalenvan
detenemenmaatregelenendemonitoringvan
deontwikkelingenindegebieden.Ditbetekent
nietdateenbeheerdermoetgaranderendatelk
jaareenzelfdeaantalvogelsineengebiedzijn.
Ditzouonlogischzijnomdatbijvoorbeeldvoor
niet-broedvogelsdeaantallen,diededraagkracht
vaneengebiedweergeven,gebaseerdzijnopge-
middeldenovereenbepaaldeperiode.Hetdoelis
zodaniggeformuleerddathetaccentligtopom-
vangenkwaliteitvanhetleefgebied,datdientop
ordetezijnoftewordengebracht.Daarbijkomt
datbijvoorbeeldafhankelijkvanhetvoedselaan-
bodelders,ofdeverdelingvandevorstoverhet
land,overdooroorzakenbuitenNederlandde
aantallenjaarlijks‘perdefinitie’wisselen.
Vraag 7: Hoe wordt rekening gehouden met
fluctuaties van aantallen?
Doorhungrotemobiliteitkunnenaantallenniet-
broedvogelsineengebiedvanjaartotjaarsterk
fluctuerendoorwisselendeomstandighedenbin-
nenofbuitenhetgebied.Hetzelfdegeldtonder
meervoorhabitattypendieuitpionierbegroeiin-
genbestaan(bijvoorbeeldslikkigerivieroevers).
Vooreenaantalkustbroedvogels,metsterk
wisselendevoorkomens,wordenvoordeDelta
doelenopregioniveaugeformuleerd.Ditlaat
onverletdatvoldoendeoppervlakteenkwaliteit
vandeleefgebiedenindeverschillendedeelge-
biedenopordegehoudenmoetwordenalsware
hetofdevogelselkjaarhetgebiedopzoeken
omtebroeden.Voordeoverigevogelszieonder
vraag6.
Vraag 8: Waar worden de doelen juridisch vastge-
legd?
ConformdeNatuurbeschermingswet�998
wordendedoelenvastgelegdindeaanwijzings-
besluitenvandegebieden.Dedoelenwordenin
omvang,ruimteentijdnaderuitgewerktinde
Natura2000beheersplannen.Indehandreiking
beheersplannenwordtdaareennaderetoelich-
tingopgegeven.
Vraag 9: Wat is de betekenis van de relatieve
bijdrage?
HeteneNatura2000gebiedleverteengro-
tererelatievebijdrageaanderealiseringvan
degunstigestaatvaninstandhoudingofhet
landelijkdoel.Bijdeformuleringvandedoelen
isrekeninggehoudenmetdeze(verschillenin)
relatievebijdrage.Hetligtinderedeombijde
vergunningleningofbijdebeoordelingvan
(beheer)maatregelenrekeningtehoudenmetde
relatievebijdragevooreenhabitattypeofsoort
aanderealiseringvanhetlandelijkdoel.Zokan
bijvoorbeeldvoorhetgeheleIJsselmeergebied
meegewogenwordenbijhetnemenvanconcrete
beheermaatregelenwelkNatura2000gebiedde
belangrijkstebijdragelevertaanderealisering
vaneenlandelijkdoel.Overigensleverendeaan
concretegebiedentoebedeeldekernopgaven
hiertoeookeenhandreiking.Dezekernopgaven
duidendenichevaneenNatura2000gebieden
makeninzichtelijkwelkesoortenen/ofhabitatty-
pendegrootsterelatievebijdrageleverenofgaan
leveren.
Vraag 10: Hoe wordt rekening gehouden met de
dynamiek van natuurlijke systemen?
Degeformuleerdeinstandhoudingsdoelenwor-
deninomvang,ruimteentijdnaderuitgewerkt
indebeheersplannen.Verderzijndedoelen
zodaniggeformuleerddatwelaangegevenwordt
datbijvoorbeelddeoppervlaktebehoudendient
teworden,ditbinnendemargesvannatuurlijke
fluctuaties.Ditbetekentnietdathethabitattypen
steedsopdezelfdeplekhoeftteliggen.Ineen
aantalsituatiesisaangegevendatuitbreiding
vanhetoppervlaktevaneenbepaaldhabitattype
(bijvoorbeelddoorsuccessie)tenkostemaggaan
vaneenanderhabitattype.Insommigegevallen
wordtalleenaanwezigheidvaneenhabitattype
alsdoelgesteld,zonderspecificatievanhetver-
eisteoppervlakte.
Vraag 11: Wanneer moeten de doelen gereali-
seerd zijn?
DeHabitatrichtlijnendeVogelrichtlijnnoemen
geentermijnvoorhetbereikenvaneengunstige
staatvaninstandhoudingvanhabitattypenen
soorten.Hetligtinderedeomvoordekernop-
gaven,endedaarondervallendehabitattypenen
soorten,waarvooreensenseofurgencyisgefor-
muleerdtezorgendatdooradequatemaatrege-
lendespecifiekeecologischevereistenzosnelals
mogelijk,dochuiterlijkbinnen�0jaarnanuop
ordegebrachtworden.
Vraag 12: Wat gebeurt met doelen van Natuur-
monumenten die samenvallen met Natura 2000
gebieden?
Wanneer(eendeelvan)eenNatura2000gebied
aangewezenisalsbeschermdnatuurmonument
onderdeNatuurbeschermingswet,wordende
doelenvoorzoverzenietgelijkzijnofsamenval-
lenmetdeNatura2000doelenalsinstandhou-
dingsdoelentoegevoegdaanhetaanwijzingsbe-
sluit.
64
Figuur5.2.�.Natura2000landschapNoordzee,WaddenzeeenDelta
65
Namen van gebieden: Aantal: 16
�.Waddenzee;7.Noordzeekustzone;�09.Ha-
ringvliet;���.Voordelta;��4.Krammer-Volkerak;
��5.Grevelingen;��8.Oosterschelde;��9.Veerse
Meer;�20.Zoommeer;�2�.YersekeenKapelse
Moer;�22.Westerschelde&Saeftinghe;�2�.Zwin
&Kievittepolder;�24.GrooteGat;�25.Canisvliet-
seKreek;�26.Vogelkreeken�27.Markiezaat.
5.2 Natura 2000 landschap Noordzee, Wadden-
zee en Delta
Inleiding
HetNatura2000landschapNoordzee,Wadden-
zeeenDeltaomvateensubstantieeldeelvande
totaleoppervlaktevanhetNatura2000netwerk.
Erbehoren�6gebiedentotditlandschap,waar-
onderdeNoordzeekustzone(7),Waddenzee(�)
enallewaterenindeDelta.Dedriegebieden
dieopdecommunautairelijststaanvoorkrui-
pendmoerasscherm(H�6�4):GrooteGat(�24),
CanisvlietseKreek(�25)enVogelkreek(�26)zijn
ookaanditlandschaptoebedeeld.Verderwordt
hetgebiedYersekeenKapelseMoer(�2�)met
belangrijkevoorkomensvanschorrenenzilte
graslanden(binnendijks)(H���0_B)totditNatura
2000landschapgerekend.Figuur5.2.�.geefteen
kaartbeeld.
Habitattypen en soorten
Tweegroepenvanhabitattypenzijnbinnendit
landschapteonderscheiden:dehabitattypenin
dewaterenendemeerterrestrischetypen.Totde
eerstegroepbehorendepermanentoverstroom-
dezandbanken(H���0),slik-enzandplaten
(H��40)enhethabitattypegrotebaaien(H��60).
Zowelbinnendijksalsbuitendijkskomende
habitattypenziltepionierbegroeiingen(H���0),
schorrenenziltegraslanden(H���0)enruigten
enzomen(H64�0)voor.
Trekvissenalselft(H��02),fint(H��0�)enzalm
(H��06)komeninhetlandschapvoor.Verderis
deDeltavanbelangvoordenoordsewoelmuis
(*H��40).Desoortkruipendmoerasscherm
(H�6�4)komtalleenindeDeltavoor.
HetNatura2000landschapNoordzee,Wadden-
zeeenDeltaherbergteengrootaantalkarakte-
ristiekeNederlandsebroedvogelswaarvoorNe-
derlandookinEuropeesverbandeenbelangrijke
rolspeelt.Hetgaatondermeerommeeuwenen
sterns(kleinemantelmeeuw(A�8�),grotestern
(A�9�),noordsestern(A�94),visdief(A�9�)en
dwergstern(A�95)ensteltloperskluut(A��2),
bontbekplevier(A��7)enstrandplevier(A��8)).
Zijbroedenveelalopschaarsbegroeidezandpla-
ten,schorrenenkwelders.
HetNatura2000landschapNoordzee,Waddenzeeen
Deltaomvateensubstantieeldeelvandetotale
oppervlaktevanhetNatura2000netwerk(�6gebieden).
66
�.Waddenzee;7.Noordzeekustzone;�09.Haringvliet;
���.Voordelta;��4.Krammer-Volkerak;��5.Grevelingen;
��8.Oosterschelde;��9.VeerseMeer;
Deintergetijdegebiedenzijnvangroteinternatio-
nalebetekenisalsvoedselgebiedvoorniet-broed-
vogelszoalsdeeider(A06�)envoorsteltlopers
alsscholekster(A��0),kluut(A��2),zilverplevier
(A�4�),kanoet(A�4�),bontestrandloper(A�49),
tureluur(A�62),steenloper(A�69),rossegrutto
(A�57)enwulp(A�60).Dekweldersenschorren
zijnvangrotebetekenisvoorplanteneters,zoals
rotgans(A046),brandgans(A045)enpijlstaart
(A054).Hetopenwaterisvanbelangvoorduiken-
deschelpdiereters(topper(A062),eider(A06�)
enzwartezee-eend(A065))envoorvisetersals
roodkeelduiker(A00�),parelduiker(A002),fuut
(A005),aalscholver(A0�7)enmeeuwenensterns.
DeGrevelingen(��5)vanbijzonderebetekenis
voormetnamedegeoordefuut(A008)ende
middelstezaagbek(A069).
Kernopgaven
Voorallegrotewaterengeldtdatbehoudofher-
stelvanderuimtelijkesamenhangtussengeulen,
ondieptes,platenenkwelders(ofschorren)ende
bijbehorendesedimentatie-enerosieprocessen
vangrootbelangzijn.MetnameindeDeltageldt
datvooreenaantalgebiedentengevolgevan
eerdereingrepent.b.v.veiligheidtegenoverstro-
mendehuidigesedimentatie-enerosieprocessen
daardoorbepaaldworden.VoordeWesterschel-
de&Saeftinghe(�22)zijnafsprakengemaakt
over600hectarenieuweestuarienenatuur,voor
hetHaringvliet(�09)wordtdoorde‘kier’de
zout-waterinvloedvergroot.VoorhetKrammer-
Volkerak(��4)enhetZoommeer(�20)loopteen
studie.Binnendezekaderszijndedoelenvoorde
grotewaterenvanhetDeltagebiedgeformuleerd.
Voorvogelsinhetbijzondergeldtdatvoldoende
rustenruimteomtefoeragerenenvoldoende
hoogwatervluchtplaatsenvangrootbelangzijn.
VoorhetNatura2000landschapNoordzee,
WaddenzeeenDeltazijn�9kernopgavenge-
formuleerd.Metbetrekkingtotopenwaterzijn
kernopgavengeformuleerdvoor:
• depermanentoverstroomdezandbankenen
dedaarbijbehorendefauna(inclusiefmos-
selbanken);
• behoudvandekwaliteitvanhetleefgebied
vanzeezoogdieren;
• behoudvandefoerageerfunctievoorvis-
etendevogels.
Metbetrekkingtotzoet-zoutovergangengeldt:
• verbeteringvandekwaliteitvandeestuarium
Westerschelde(�22)enbehoudvandekwali-
teitEems-Dollard(onderdeelvanWaddenzee
(�));
• herstelvanzoet-zoutovergangentenbehoeve
vanvisintrekenverbeteringkwaliteitvande
habitattypenpermanentoverstroomdezand-
banken(getijdengebied,H���0_A),vanslik-en
zandplaten(H��40)o.a.voorzeegrasvelden)
enestuaria(H���0)voordeWaddenzee(�);
• eengrensoverschrijdendeopgavemetDuits-
landenVlaanderenvoordevoordetrekvis
fint(H��0�).
Voordepermanentoverstroomdezandbanken
(H���0)isgekozenvoorbehoudvandekwaliteit.
AlleenvoordeWaddenzee(�)isvoorperma-
nentoverstroomdezandbaken(getijdengebied)
(H���0_A)gekozenvoorverbeteringkwaliteit.
Metbetrekkingtotdegetijdenplatenzijnde
opgaven:verbeteringkwaliteitvandeslik-en
zandplaten(H��40)tenbehoevevanvergroting
diversiteitenbehoudvanplatenvoorrustendeen
67
foeragerendeniet-broedvogelsenalsrustgebied
voorzeehonden.
Behoudvanplatenvoorniet-broedvogelsisvan
grootbelanggeziendeaantallendoortrekkende
enoverwinterendewatervogelsinNederland,
m.n.voorhetgebiedWaddenzee(�).Voorhet
gebiedOosterschelde(��8)isdeinschattingge-
maaktdatdeautonomeontwikkelingvanachter-
uitgangvandeplatennietgekeerdkanworden.
Alsbehoudopgavewordtgeformuleerdomde
achteruitgangvandeplatenzoveelmogelijk‘te
remmen’,ondermeergeziendefunctiealsfoera-
geergebiedenomtegelijkertijdteonderzoeken
welkemaatregelenredelijkerwijsgenomenkun-
nenworden.Dedoelenzijnopdezeafnamevan
deplatenmetongeveer50haperjaarafgestemd.
Voorpermanentdrogezandplatenenstranden
isdekernopgavebehoudvanongestoorde
hoogwatervluchtplaatsenvoorniet-broedvogels.
Dekernopgavevoortplantingshabitatisopge-
nomenomdatgrijzezeehonden(H��64)nueen
suboptimaalhabitathebben.Daarnaastisdeze
kernopgavevanbelangvoorvogelsoorten,zoals
grotestern(A�9�)endwergstern(A�95),bont-
bekplevier(A��7)enstrandplevier(A��8),die
sterkonderdrukstaan.
Voordiversiteitschorrenenkweldersisvoor
deDeltaeenherstelopgavevooroppervlakte
enkwaliteitgeformuleerd.Kwaliteitbetekent
aanwezigheidvanallesuccessiestadia,zoet-zoet-
overgangen,verscheidenheidinsubstraaten
getijregime.VoordeWaddenzee(�)ligtereen
behoudopgavevoordiversiteitschorrenenkwel-
ders.Anderebelangrijkeopgavenvoorschorren
enkwelderszijnbehoudfoerageerfunctievoor
ganzen,behoudbroedgelegenheidenbehoud
vandefunctiealshoogwatervluchtplaats.
Tabel5.2.�en5.2.2geveneencompleetoverzicht
vandekernopgavenentoedelingaangebieden
voorhetNatura2000landschapNoordzee,Wad-
denzeeenDelta.
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
Voordepermanentoverstroomdezandbanken
(Noordzee-kustzone)(H���0_B)zijndedoelenop
behoudgesteld.Voordepermanentoverstroom-
dezandbanken(getijdengebied)(H���0_A)geldt
alleenvoordeWaddenzee(�)eenverbeterop-
gave(metnamegerichtopontwikkelingvan
biogenestructurenmetmossels).
Voorslik-enzandplaten(H��40)geldtalsdoel
behoudvanhetoppervlakeneenverbetering
vandekwaliteitindemeestegebieden.Het
habitattypegrotebaaienH��60isalleenvoor
deOosterschelde(��8)vantoepassing.Hetdoel
isgerichtopverbeteringkwaliteit.Voorhet
habitattypeestuaria(H���0)isalleeneenopgave
voorverbeteringkwaliteitgeformuleerdvoorde
Westerschelde(�22).VoordeWaddenzee(�)is
hetvooralvanbelangdat(kleinschalige)zoet-
zoutovergangentenbehoevevandeverbetering
vanhethabitattypen,permanentoverstroomde
zandbanken(H���0),slikenzandplaten(getijden-
gebied)(H��40_A)enestuaria(H���0)worden
gerealiseerd.
VoordesoortenvanbijlageIIvandeHabitatricht-
lijnisvoordegewonezeehond(H��65)inde
Deltaalsdoelverbeteringvandekwaliteitvanhet
leefgebiedmethetoogopuitbreidingvandepo-
pulatiegesteld.Voorsoortenalsgroenknolorchis
(H�90�)ennauwekorfslak(H�0�4)geldtbehoud
biotoop/leefgebiedvoorbehoudpopulatie.Voor
�20.Zoommeer;�2�.YersekeenKapelseMoer;�22.
Westerschelde&Saeftinghe;�2�.Zwin&Kievittepolder;
�24.GrooteGat;�25.CanisvlietseKreek;
68
deoverigesoortengeldtzowelbehoudals
uitbreidingenverbetering.
Detypischebroedvogelsvanonzekustdoen
hetoverhetalgemeengoed,zodatkanworden
volstaanmetbehoudleefgebiedvoorbehoud
populatie.Vooreenaantalsoortenzoalszwartkop-
meeuw(A�76),strandplevier(A��8)engrotestern
(A�9�)zijndoelenophetniveauvanderegioDelta
geformuleerd.Voordestrandplevier(A��8)zullen
demogelijkhedenvoorverbeteringkwaliteitleef-
gebiedwordenonderzochtommeertegaranderen
datdesoortzichinNederlandophetniveauvan
eenduurzamepopulatiekanhandhaven.
Voorniet-broedvogelssoortenisditNatura2000
landschapvangrootbelang.Eendeelvandesoor-
tenconcentreertzichindeDelta.Hetbetreftonder
meer:fuut(A005),kuifduiker(A007),kleinezilver-
reiger(A026),krakeend(A05�),slobeend(A056),
brilduiker(A067)enmiddelstezaagbek(A069).
Grevelingen(��5)isvangrotebetekenisvoor
viseters.Bijhetbehoudvandekwaliteitvanhet
leefgebiedvoordezevisetersishetvanbelang
datdemaatregelenzodanigwordenuitgevoerd
datconditiesvoorinstandhoudingvangroen-
knolorchis(H�90�)envochtigeduinvalleien
(H2�90)involdoendemategewaarborgdzijn.
Degrootsteaantallenvaneider(A06�),zwarte
zee-eend(A065)komenvoorindeWaddenzee
(�)endeNoordzeekustzone(7).Soortenals
zilverplevier(A�4�),rossegrutto(A�57),wulp
(A�60)engroenpootruiter(A�64).Vooreen
grootaantalsteltloperszoalsscholekster(A��0),
kanoet(A�4�)isdeWaddenzee(�)verreweghet
belangrijkstegebiedgevolgddoorrespectievelijk
Oosterschelde(��8)enWesterschelde&Saef-
tinghe(�22)
Dedoelenopgebiedsniveauzijnoverwegend
geformuleerdintermenvanbehoudleefgebied
voorbehoudpopulatie.Uitzonderingbetreftde
Waddenzee(�)waarvoorsoortenalseider(A06�),
kanoet(A�4�),scholekster(A��0),steenloper
(A�69)entopper(A062)eenherstelopgaveis
geformuleerd.Bijdeformuleringvandezedoelen
wordtvoorzovermogelijkrekeninggehouden
metdeonzekerhedenmetbetrekkingtottoekom-
stigeontwikkelingentengevolgevanklimaat-
veranderingen.
Voordesoortenroodkeelduiker(A00�)en
parelduiker(A002)zijnalleen(behouds)doelen
geformuleerdvoordeNoordzeekustzone(7)en
Voordelta(���).
�26.Vogelkreeken�27.Markiezaat.
69
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid:
Behoudzee-ecosysteemmetpermanentoverstroomdezandbanken
(Noordzee-kustzone)H���0_B4,alshabitatvoorzwartezee-eend
A065,roodkeelduikerA00�,topperA062eneiderA06�,met
bodemsvanverschillendeouderdomenmeernatuurlijkeopbouw
vanvispopulaties.
Verbeteringkwaliteitleefgebiedzeezoogdieren.
Verbeteringkwaliteitpermanentoverstroomdezandbanken(getij-
dengebied)H���0_Ao.a.metbiogenestructurenmetmossels.
TevensvanbelangalsleefgebiedvooreiderA06�enzwartezee-
eendA065enalskraamkamervoorvis.
Behoudfoerageerfunctievisetendevogelsinhetbijzondervoor
fuutA005,geoordefuutA008enmiddelstezaagbekA069.
VerbeteringkwaliteitestuariaH���0Westerschelde(ruimte,
verhoudingtussendeelsystemen/laagproductieveenhoog
productieveonderdelen)enbehoudkwaliteitEems-Dollard.
Permanentoverstroomdezandbankeninternationaalvanbelang
vanwegegrootaandeelbinnenEuropa.
Vaninternationaalbelangalsoverwinteringsgebiedvanzeevogels.
Vannationaalbelangvoorzeehondenenbruinvis.
Permanentoverstroomdezandbankeninternationaalvanbelang
vanwegegrootaandeelbinnenEuropa.
Vaninternationaalbelangvoordoortrekkendeenoverwinterende
watervogels.
Vaninternationaalbelangvoordoortrekkendeenoverwinterende
watervogels.
Estuariainternationaalvanbelangvanwegehetgroteaandeel
binnenEuropa.
Tabel5.2.�.KernopgavenNatura2000landschapNoordzee,WaddenzeeenDelta
Waarom:
Duurzaamheidbetreffendehabitattypenensoorten,behoud
biodiversiteit(gradiënten)isalleenoplandschapschaalterealiseren.
Hoofdtype: Open water
Behoudofherstelruimtelijkesamenhangdiepwater,kreken,geulen,ondiepwater,platen,
kweldersofschorren,strandenenbijbehorendesedimentatie-enerosieprocessen.
Behoudopenheid,rustendonkerte.Voorvogelsbetekentditvoldoenderustenruimteomte
foeragerenenvoldoenderustigehoogwatervluchtplaatsenopkorteafstandvanfoerageer-
gebiedeninhetintergetijdengebied.
1.01 Overstroomde zand-
banken
1.02 Zeezoogdieren
1.03 Overstroomde
zandbanken & biogene
structuren
1.04 Foerageerfunctie
visetende vogels
1.05 Kwaliteit estuaria
Typering: Kernopgave: Waarom:
Kernopgaven per hoofdtype:
Hoofdtype: Estuaria en zoet-zout overgang
4 Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
70
HerstelzoutinvloedinHaringvliet,vooralvoortrekvissen,zoals
zeeprikH�095,elftH��02,fintH��0�enzalmH��06,enmedevoor
brakkevariantvanruigtenenzomen(harig wilgenroosje)H64�0_B
enschorrenenziltegraslanden(buitendijks)H���0_A.
Herstelzoet-zoutovergangen(bijvoorbeeldviaspuiregimeen
vistrappen)i.h.b.visintrekAfsluitdijk,WesterwoldseAaenLau-
wersmeer/ReitdiepinrelatietotDrentscheAa(rivierprikH�099).
BehoudvanverbindingmetScheldeenEemstenbehoevevan
paaifunctievoorfintH��0�inBelgiëenDuitsland.
Genoemdetrekvissenvanactueel(zeeprik)ofpotentieelinternatio-
naalbelang.PotentieelbelangrijkstetoegangspoortvoordeRijnen
deMaas.
Brakkeruigtenvaninternationaalbelangvanwegecentraleligging
engrootaandeelbinnenEuropa.
Vannationaalbelangvoortrekvissen.
Isvoorwaardevoorverbeteringkwaliteitslik-enzandplaten,
permanentoverstroomdezandbanken(o.a.voorzeegrasvelden)
enestuariaindeWaddenzee.
Nederlandsedeelvandezeestuariavangrensoverschrijdendbelang
alsopgroeigebiedvoordefint,diepaaitinDuitsedeelvandeEems,
enidemvoordepotentiëlepaaipopulatieinde(Belgische)Zee-
schelde.
Tabel5.2.�.KernopgavenNatura2000landschapNoordzee,WaddenzeeenDelta(vervolg)
1.06 Herstel zout-invloed
Haringvliet
1.07 Zoet-zout overgan-
gen Waddengebied
1.09 Achterland fint 1
Hoofdtype: Permanent droge zandplaten en stranden
Hoofdtype: Getijdenplaten
Verbeteringkwaliteitslik-enzandplaten(getijdengebied)H��40_A
tenbehoevevanvergrotingvandiversiteit.
Behoudslikkenenplatenvoorrustendeenfoeragerendeniet
-broedvogelszoalsvoorbontestrandloperA�49,rossegruttoA�57,
scholeksterA��0,kanoetA�4�,steenloperA�69eneiderA06�
enrustgebiedenvoorgewonezeehondH��65engrijzezeehond
H��64.
Slik-enzandplatenvaninternationaalbelangdoorgrootaandeel
binnenEuropa.Vanbelangvooralgemenebiodiversiteit.
Internationaalvanbelangvoordoortrekkendeenoverwinterende
watervogels.
Waddenzeenationaalbelangrijkstegebiedvoordezeehonden.
VoordezeehondenvooraleenbelangrijkeopgaveindeDelta.
1.10 Diversiteit getijden-
platen
1.11 Rust- en foerageerge-
bieden
Behoudenherstelongestoordehoogwatervluchtplaatsen.
Behoudongestoorderustplaatsenenoptimaalvoortplantings-
habitat(waaronderembryonaleduinenH2��0)voorbontbek-
plevierA��7,strandplevierA��8,kluutA��2,grotesternA�9�en
dwergsternA�95,visdiefA�9�engrijzezeehondH��64.
Behoudvangeïsoleerdeeilandenalsleefgebiedvoornoordse
woelmuis*H��40(onbereikbaarvoorconcurrenten).
BehoudplatenGrevelingenmetlagebegroeiingenvanvochtige
duinvalleien(kalkrijk)H2�90_B,grijzeduinen*H2��0,kruip-
wilgstruwelenH2�70engroenknolorchisH�90�.
Groteinternationalebetekenisvoortrekvogels.
Nationaalbelangvoorgrijzezeehond,heeftnuopsuboptimaal
habitat(overstromingsrisico).Vannationaalbelangvoorkust-
broedvogelsdiehierhunoorspronkelijkebroedplaatshebben.
Noordsewoelmuisprioritair.
Internationaalzeerbelangrijk(endemischeondersoort).
Grijzeduinenprioritair.
Vochtigeduinvalleieninternationaalvanbelangvanwegecentrale
liggingengrootaandeel.
Internationaalbelanggroenknolorchis.
1.12 Hoogwatervlucht-
plaats vogels
1.13 Voortplantingsha-
bitat
1.14 Leefgebied noordse
woelmuis
1.15 Lage begroeiingen
� Kernopgave�.08:zoet-zoutovergangOosterscheldeisvervallen
7�
Tabel5.2.2KernopgavenNoordzee,WaddenzeeenDelta:toedelingaangebieden
Hoofdtype: Binnendijkse zilte vegetaties
Hoofdtype: Schorren en kwelders
Behoud(Waddenzee)enherstel(Delta)vanschorrenenziltegras-
landen(buitendijks) H���0_Ametallesuccessiestadia,zoet-zout
overgangen,verscheidenheidinsubstraatengetijregimeenmede
alshoogwatervluchtplaats.
BehoudhabitatbroedvogelsalsgrotesternA�9�endwergstern
A�95,visdiefA�9�,lepelaarA0�4,foerageergebiedvoorganzen.
Schorrenenziltegraslandenvaninternationaalbelangvanwege
centraleliggingengrootaandeelinEuropa.Nederlandheeft
relatiefhethoogsteaantalonbeweidekwelders.Essentieelonder-
deelgetijdengebiedvooralfoeragerenenovertijen(hoogwater-
vluchtplaatsen).
Internationaalbelangvoorlepelaar,grauwegans,brandgansen
rotgans.
1.16 Diversiteit schorren
en kwelders
1.17 Broedgelegenheid en
foerageergebied
BehoudleefomstandighedenkruipendmoerasschermH�6�4in
kreken(o.a.wisselendewaterstanden).
Behoudenontwikkelingkwaliteitbinnendijksebrakkegebieden
voornoordsewoelmuis*H��40,broedvogels(kluutA��2,sterns),
overgangs-entrilvenen(veenmosrietlanden)H7�40_B,schorrenen
ziltegraslanden (binnendijks)H���0_B(bijv.YersekeMoer),brakke
variantvanruigtenenzomen(harig wilgenroosje)H64�0_Benals
hoogwatervluchtplaats.
Kruipendmoerasschermvaninternationaalbelangvanwege
centraleliggingengrootaandeelpopulatieinEuropa.
Noordsewoelmuisprioritair.Internationaalzeerbelangrijk
(endemischeondersoort).
Vannationaalbelangvoorbedreigdebroedvogels,zoalskluuten
visdiefenpotentiesvoorveenmosrietlanden.
1.18 Kruipend moeras-
scherm
1.19 Binnendijkse brakke
gebieden
Hoofdtype: Estuaria en zoet-zout overgang
Hoofdtype: Open water
7.Noordzeekustzone(w);���.Voordelta(w).
7.Noordzeekustzone(w).
�.Waddenzee(w).
��5.Grevelingen(w);��9.VeerseMeer.
1.01 Overstroomde zandbanken
1.02 Zeezoogdieren
1.03 Overstroomde zandbanken (incl. biogene structuren)
1.04 Foerageerfunctie visetende vogels
�.Waddenzee;�22.Westerschelde&Saeftinghe( ,w).
�09.Haringvliet(w);���.Voordelta(w).
�.Waddenzee(w);8.Lauwersmeer(w).
1.05 Kwaliteit estuaria
1.06 Herstel zout-invloed Haringvliet
1.07 Zoet-zoutovergangen Waddengebied
Tabel5.2.�.KernopgavenNatura2000landschapNoordzee,WaddenzeeenDelta(vervolg)
72
Hoofdtype: Permanent droge zandplaten en stranden
Hoofdtype: Getijdenplaten
�.Waddenzee(w);�22.Westerschelde(w).
�.Waddenzee(w);���.Voordelta(w).
�.Waddenzee;7.Noordzeekustzone;���.Voordelta;��8.Oosterschelde( ).
1.09 Achterland fint 1
1.10 Diversiteit getijdeplaten
1.11 Rust- en foerageergebieden
�20.Zoommeer;�27.Markiezaat.
�.Waddenzee;7.Noordzeekustzone( );�09.Haringvliet;��4.Krammer-Volkerak;
��5.Grevelingen;�22.Westerschelde&Saeftinghe;�2�.Zwin&Kievittepolder.
�09.Haringvliet;��5.Grevelingen.
��5.Grevelingen(w).
1.12 Hoogwatervluchtplaats vogels
1.13 Voortplantingshabitat
1.14 Leefgebied noordse woelmuis
1.15 Lage begroeiingen
Hoofdtype: Binnendijkse zilte vegetaties
Hoofdtype: Schorren en kwelders
�.Waddenzee(w);��8.Oosterschelde(w);�22.Westerschelde&Saeftinghe(w);
�2�.Zwin&Kievittepolder(w).
�09.Haringvliet;��4.Krammer-Volkerak(w).
1.16 Diversiteit schorren en kwelders
1.17 Broedgelegenheid en foerageergebied
�24.GrooteGat(w);�25.CanisvlietseKreek(w);�26.Vogelkreek(w).
��8.Oosterschelde(w);�20.Zoommeer(w);�2�.YersekeenKapelseMoer(w);
�22.Westerschelde&Saeftinghe(w).
1.18 Kruipend moerasscherm
1.19 Binnendijkse brakke gebieden
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
Tabel5.2.2KernopgavenNoordzee,WaddenzeeenDelta:toedelingaangebieden(vervolg)
� Kernopgave�.08:zoet-zoutovergangOosterscheldeisvervallen
7�
74
Figuur5.�.�.Natura2000landschapDuinen
75
Namen van gebieden Aantal: 18
2.DuinenenLageLandTexel;�.DuinenVlieland;4.Dui-
nenTerschelling;5.DuinenAmeland;6.DuinenSchier-
monnikoog;84.DuinenDenHelder–Callantsoog;
85.Zwanenwater&Pettemerduinen;86.Schoorlse
Duinen;87.NoordhollandsDuinreservaat;88.Kennemer-
land-Zuid;96.Coepelduynen;97.Meijendel&Berkheide;
98.Westduinpark&Wapendal;99.Solleveld&Kapittel-
duinen;�00.VoornesDuin;�0�.DuinenGoeree&Kwade
Hoek;��6.KopvanSchouwenen��7.Mantelingvan
Walcheren.
5.3 Natura 2000 landschap Duinen
Inleiding
HetNatura2000landschapDuinenomvat�8
gebieden,deduinenvandeWaddeneilanden,
langsdevastelandskustendeduinenindeDelta.
NagenoegalleNederlandseduinen,dietevens
eenbelangrijkefunctiehebbenvoorhetwaarbor-
genvandeveiligheid,zijnonderdeelvanhetNa-
tura2000netwerk.Ininternationaalopzichtzijn
deNederlandseduinenvangroottotzeergroot
belang.Ditondermeerdoordeaanwezigheid
vangrijzeduinen(*H2��0)envochtigeduinval-
leien(H2�90).Heteerstetypekomtovergrote
oppervlaktesingoedontwikkeldevormenvoor,
hetlaatstetypeisindeNederlandseduinenzeer
gevarieerdenovergroteoppervlakteaanwezig.
HetNatura2000landschapwordtgekenmerkt
doorgradiëntenlangsendwarsopdekust.De
meestdynamischeomstandighedenkomenvoor
opdeWaddeneilanden.Degradiëntvannoord
naarzuid,vankalkarmvanhetnoordentotaan
Bergenenkalkhoudendtenzuidenhiervan.De
duinenindeDeltavormeneenmozaïekvan
kalkarmenkalkhoudend.Dwarsopdekustzijn
devolgendegradiëntenteonderscheiden,van
zeereepnaarbinnenduinrand:meerofminder
wind,meerofminderzoutenvanjongnaaroud.
Inhetheleduinmassiefzijngradiëntenvandroog
naarnatteonderscheiden.Figuur5.�.�geefteen
overzichtvandeliggingvandegebieden.
Habitattypen en soorten
Relatiefbelangrijkehabitattypeninditlandschap
zijn:grijzeduinen(*H2��0),drogeduinbossen
(H2�80),vochtigeduinvalleien(H2�90)eninde
binnenduinrandmozaïekenvanheischralegras-
landen(*H62�0)enblauwgraslanden(H64�0).
Witteduinen(H2�20)enembryonaleduinen
(H2��0),endedaarbijbehorendedynamische
processen,zijnvangrootbelangvoordeduur-
zameinstandhoudingvanhetprioritairehabitat-
typegrijzeduinen(*H2��0).
Voordeprioritairehabitattypenduinheidenmet
kraaihei(*H2�40)enduinheidenmetstruikhei
(*H2�50)isNederlandvanminderbelanggezien
deliggingaanderandvanhetareaal,geziende
omvangensoortensamenstelling.
HetNatura2000landschapDuinenomvat�8gebieden,de
duinenvandeWaddeneilanden,langsdevastelandskust
endeduinenindeDelta.
76
Denauwekorfslak(H�0�4)iswatbetreftzijn
voorkomeninNederlandvrijwelvollediggebon-
denaandeduinen.Degrootsteenmeestduur-
zamepopulatiesvandegroenknolorchis(H�90�)
komenvoorindeduinen.
Vooreenaantalbroedvogelsoortendiesterk
onderdrukstaan,zoalsblauwekiekendief(A082),
velduil(A222)entapuit(A277)liggenbinnen
Nederlanddebelangrijkstebroedgebiedeninde
duinen.InhetbijzonderdeduinenopdeWad-
deneilandenzijnvangrootbelangvoordevelduil
(A222)endeblauwekiekendief(A082).Ookvoor
delepelaar(A0�4)vormendeduineneenbelang-
rijkbroedgebied.
Voorniet-broedvogelsiseenaantalduingebieden
vanbetekenisalsslaap-ofhoogwatervluchtplaats
inrelatietotnabijgelegenfoerageergebieden
(intergetijdengebied).DitishetgevalbijDuinen
Vlieland(�)eninhetbijzonderdeDuinenvan
Goeree&KwadeHoek(�0�).Duinplassenzijn
somsvanenigebetekenisvoorwatervogelsals
delepelaar(A0�4)enslobeend(A056)(Duinen
vanGoeree&KwadeHoek(�0�),Zwanenwater&
Pettemerduinen(85)).
Kernopgaven
Deessentievandeverbeteropgavevoorhet
Natura2000landschapDuinenisdatdeverstar-
ringvanhetlandschapendeverviltingvande
graslandenaangepaktmoetworden.Hetmeest
essentiëleprocesindeduinen,dedynamiekdoor
verstuivingenduinvorming,isgrotendeelsver-
lorengegaan.Debelangrijksteoorzakenhiervan
zijnvastleggingvandekust,stikstofdepositieén
wegvallenvanhistorischgebruik.Degrootste
mogelijkhedenvoordynamiekenverstuivinglig-
genopdeWaddeneilanden.Ditlaatonverletdat
voorhetduurzaamvoortbestaanvanbijvoor-
beelddegrijzeduinen(*H2��0)ookmeerruimte
voorverstuivinglangsdevastelandskusteninde
Deltanodigis.
BelangrijkeopgavevoorhetNatura2000land-
schapDuinenishetversterkenvaneensamen-
hangendlandschapmeteenaantalgradiënten
enmozaïeken.Hetversterkenvandenoord-zuid
gradiëntendesamenhangdaarbinnen.Herstel
vandegradiëntvanzeereepnaarbinnenduinrand
énbehoudenherstelvandemozaïeken‘open’
naast‘dicht’en‘hoog’naast‘laag’.
Achtkernopgavenzijngeformuleerdmetbetrek-
kingtotdezeereep,dedrogebinnenduinen
(inclusiefdrogebossen),(secundaire)duinval-
leienenstrandvlaktes(inclusiefvochtigebossen)
endebinnenduinrand(overgangnaarpolders)
(inclusiefvochtigebossen).
Voordezeereepisalskernopgave2.0�geformu-
leerd:ruimtevoornatuurlijkeverstuiving.Ener-
zijdsomdatwitteduinen(H2�20)enembryonale
duinen(H2��0)vangrootbelangzijnvooronder
drukstaandesoortenalsstrandplevier(A��8),
bontbekplevier(A��7)endwergstern(A�95)én
anderzijdsomdatverstuivingessentieelisvoor
behoudenkwaliteitsverbeteringvandegrijze
duinen(*H2��0).
Dekernopgavendiehetmeestzijntoebedeeld
aanconcretegebiedenzijndekernopgaven2.02
grijzeduinenenkernopgave2.05openvochtige
duinvalleien(incl.vochtigeduinbossen).
Dekernopgave2.02grijzeduinenisrelatiefvaak
toebedeeld,medesamenhangendmethetaantal
subtypendatvoorgrijzeduinen(*H2��0)geldt.
Hetzelfdegeldtvoorkernopgave2.05openvoch-
tigeduinvalleien.
2.DuinenenLageLandTexel;�.DuinenVlieland;
4.DuinenTerschelling;5.DuinenAmeland;6.Duinen
Schiermonnikoog;84.DuinenDenHelder–Callantsoog;
77
Dekernopgave2.08gradiëntbinnenduinrand
isalleentoebedeeldaandegebiedenopde
WaddeneilandenénaandeKopvanSchouwen.
Binnenduinrandenzijnmomenteelonvoldoende
ontwikkeld.Dezekernopgaveisgerichtopde
meestkansrijkelocaties(zoveelalsmogelijkaan-
sluitendbijlopendeplannenénprojecten).
Dekernopgave2.07duinbekenisslechtséén
keertoebedeeld.AlleeninhetgebiedSchoorlse
duinen(86)wordtditalseenreëleopgavegezien.
Dithangtmedesamenmetdeinterpretatievan
hethabitattypebekenenrivierenmetwaterplan-
ten(waterranonkels)(H�260_A).
Voordekernopgave2.02grijzeduinenisvoor
allegebieden,metuitzonderingvoordeCoepel-
duynen(96),eensenseofurgencyvoorbeheer
toegekend.Debelangrijksteopgavenvoor
grijzeduinenzijn:herstelkwaliteitdoormeerver-
stuiving,hetmeeropenmakenvandevegetatie
enhetopheffenvandeverzuringseffectendoor
meeradequaatbeheer.Verderiseenbeheerop-
gavetoegekendaanDuinenenLangeLandTexel
(2).VoordeDuinenSchiermonnikoog(6)iseen
senseofurgencymetbetrekkingtotdewatercon-
dities toegekendvoordekernopgave2.06
graslanden,verderaanDuinenSchiermonnikoog
(6),NoordhollandsDuinreservaat(87)enKopvan
Schouwen(��6)voordekernopgave2.08gradiënt
binnenduinrand.
Allekernopgavenendedaarmeesamenhan-
gendegebiedsdoelenvoorhetNatura2000land-
schappassenbinnenbestaandbeleid.
Eengrootaantalopgavenhangtsamenmet
eennoodzakelijkeintensiveringvanhetbeheer.
Dezwaarsteopgavenhebbenbetrekkingop
dekernopgaven2.08binnenduinrand(Duinen
Terschelling,4),kernopgave2.05openvoch-
tigeduinvalleien(DuinenAmeland,5)énopde
kernopgave2.06graslandenvoordegebieden
DuinenDenHelder–Callantsoog(84),Zwanewa-
terenPettemerduinen(85)enKopvanSchouwen
(��6).Dezeopgavenhebbenvooralbetrekkingop
ontwikkelingvanheischralegraslanden(*H62�0),
blauwgraslanden(H64�0)ofgrijzeduinen(hei-
schraal)(*H2��0_C).Hetbetrefttypendiesterk
onderdrukstaanenwaarNederlandrelatief
belangrijkvooris.InhetkadervandeNatura
2000beheersplannenishetdeopgavemaximaal
resultaattehalendoorhetslimlokaliserenvande
doelenéndoorhetslimnemenvanmaatregelen.
Tabel5.�.�en5.�.2geveneencompleetoverzicht
vankernopgavenentoedelingaangebiedenvoor
hetNatura2000landschapDuinen.
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
Voorzevenhabitattypenzijndedoelenop
gebiedsniveauvoorallegebiedengeformuleerd
intermenvanbehoudoppervlakte,behoud
en/ofverbeteringvankwaliteit.Voordehabitat-
typenembryonaleduinen(H2��0),duinheiden
metstruikhei(*H2�50)enduindoornstruwelen
(H2�60)geldt,meteenenkeleuitzondering,
behoudoppervlakteenbehoudkwaliteit.Voor
vrijwelalle�7gebiedenisopgenomendathet
typeduindoornstruwelen(H2�60)inoppervlakte
magachteruitgangtengunstevandehabitat-
typengrijzeduinen(H2��0)ofvochtigeduinval-
leien(H2�90).Voorwitteduinen(H2�20)geldt
nagenoeginallegebiedenbehoudvanopper-
vlakteenindemeestesituatiesverbeteringvan
dekwaliteit.
Voorduinbossen(H2�80)geldtdatvoordesubty-
85.Zwanenwater&Pettemerduinen;86.Schoorlse
Duinen;87.NoordhollandsDuinreservaat;88.Kennemer-
land-Zuid;96.Coepelduynen;97.Meijendel&Berkheide;
78
penA:droogenC:binnenduinrandindemeeste
gevallenzoweloppervlaktealskwaliteitopbe-
houdisgesteld.AlleenvoorDuinenVlieland(�),
DuinenTerschelling(4)enDuinenSchiermonnik-
oog(6)isoppervlakteopuitbreidingenkwaliteit
opverbeteringgesteld.
Voorhethabitattypegrijzeduinen(*H2��0)en
vochtigeduinvalleien(H2�90)wordtindemeeste
gebiedengestreefdnaarverbeteringkwaliteiten
uitbreidingoppervlakte.AlleenvoordeSchoorlse
duinen(86)iseenontwikkeldoelvoorduinbeken
(H�260)geformuleerd.Hethabitattypeheischrale
graslanden(*H62�0)isvooralleduinenwaar-
voorvantoepassingopuitbreidingoppervlakte
gesteld,voorblauwgraslanden(H64�0)geldtdit
ongeveervoordehelftvandegebieden.
Voordesoortnauwekorfslak(H�0�4)isinalle
gebiedenbehoudleefgebiedvoorbehoudpopu-
latiealsdoeltoegekend.Voordegroenknolorchis
(H�90�)isoverwegendbehoudbiotoopvoor
behoudpopulatievantoepassing.Vanwegegeo-
grafischespreidingisaanKennemerland-Zuid(88)
alsdoeluitbreidingvangeschiktbiotoopvoor
uitbreidingvandepopulatieomvangtoebedeeld.
Vooraldebroedvogelsvandedroge,openduinen
hebbentemakengehadmeteensterkeachter-
uitgangvanhetleefgebiedenvandepopulaties.
Uitbreidingen/ofverbeteringkwaliteitvanhet
leefgebiedvooruitbreidingvandepopulatieis
doorgaansalsdoelgeformuleerdbijsoortenals
deblauwekiekendief(A082),velduil(A222)en
tapuit(A277)(DuinenSchiermonnikoog(6)vormt
hieropeenuitzondering).Ookbijenkelesoorten
vanvochtigeengevarieerdeduinvalleien,als
paapje(A275)engrauweklauwier(A��8),isdit
hetgeval.Bijdesoortenvande(riet)moerassenin
deduinen,alsaalscholver(A0�7),bruinekieken-
dief(A08�),lepelaar(A0�4)enroerdomp(A02�),
isbehoudleefgebiedvoorbehoudpopulatie
voldoende.
Voorniet-broedvogelszijnmetnameDuinen
Vlieland(�)enDuinenGoeree&Kwadehoek
(�0�)vanbelang.Dedoelenvoordeniet-broed-
vogelsisbehoudleefgebiedvoorbehoud
populatiegeformuleerd.
98.Westduinpark&Wapendal;99.Solleveld&Kapittel-
duinen;�00.VoornesDuin;�0�.DuinenGoeree&Kwade
Hoek;��6.KopvanSchouwen;��7.MantelingvanWalcheren.
79
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid:
Ruimtevoornatuurlijkeverstuiving:witteduinenH2�205en
embryonaleduinenH2��0o.m.vanbelangalshabitatvoorkleine
mantelmeeuwA�8�,dwergsternA�95,bontbekplevierA��7en
strandplevierA��8.
Uitbreidingenherstelkwaliteitvangrijzeduinen*H2��0,ookals
habitatvantapuitA277,velduilA222enblauwekiekendiefA082,
doortegengaanvergrassingenverstruweling.
Witteduinenvaninternationaalbelangdoordatdithabitattype
essentieelvoorbehoudprioritairehabitattypegrijzeduinen.
Nederlandheeftrelatiefgrootoppervlakvandithabitattype.
Beidehabitattypenvannationaalbelangvooro.a.blauwe
zeedistelengenoemdebedreigdevogels.
Grijzeduinenprioritair.
Grootinternationaalbelangdoorcentraleliggingengrootaandeel,
endoorhogekwaliteit.
Nationaalvanzeergrootbelangalsleefgebiedvoorblauwe
kiekendiefenvelduilenvangrootbelangvoordetapuit.De
grijzeduinenzijnvoorblauwekiekendiefenvelduilmomenteel
respectievelijkhetbelangrijksteenenigegebiedmetpotenties
voorduurzamepopulaties.
Verdervannationaalbelangomdatgrijzeduinenbelangrijkste
leefgebiedvormenvoorandereaandithabitattypegebonden
bedreigdefaunaenflora.
Tabel5.�.�KernopgavenNatura2000landschapDuinen
Waarom:
Dynamischlandschap,metlandschapsvormendeprocessen,van
belanguitoogpuntvanbiodiversiteit(gradiënten)enduurzaam-
heid(jongeenouderesuccessiestadianaastelkaar).
Duinenalsgeheelvaninternationaalbelangdoorgrootopper-
vlakte,landschappelijkesamenhangenbiodiversiteit.Waarden
induinenstaansterkonderdrukm.n.soortenvangraslandenen
pioniervegetatiesenverstoringsgevoeligefauna.
Hoofdtype: Zeereep
Samenhangendlandschapmetaantalgradiëntenenmozaïeken:
• Versterkenvannoord-zuidgradiëntensamenhangdaarbinnen.
• Herstelgradiëntvanzeereep-binnenduinrand:droog-nat,meerofminderwind,meerof
minderzout,jong-oud.
• Behoudenherstelvanmozaïeken:open-dicht,hoog-laag.
Behoudenherstelvanrustendonkervoorfauna.
VersterkensamenhangmetNoordzee,WaddenenDeltaénmetMerenenMoerassen.
2.01 Witte duinen en
embryonale duinen
2.02 Grijze duinen
Typering: Kernopgave: Waarom:
Kernopgaven per hoofdtype:
Hoofdtype: Droge binnenduinen (inclusief droge bossen)
5 Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
80
Behoudoppervlakteenkwaliteitduinheidenmetkraaihei*H2�40
enduinheidenmetstruikhei*H2�50.
Uitbreidingoppervlakte(ookinzeereep)6enverbeteringkwaliteit
(structuurvariatieensoortenrijkdom)vanduinbossen(droog)
H2�80_A.
Behoudoppervlakteenherstelkwaliteitvanvochtigeduinvalleien
(kalkrijk) H2�90_B.BehoudvochtigeduinvalleienH2�90alshabitat
vanroerdompA02�,lepelaarA0�4,blauwekiekendiefA082,
velduilA222,noordsewoelmuis*H��40,nauwekorfslakH�0�4en
groenknolorchisH�90�(vergrotingoppervlakteisvrijweloveral
gedaan).OpTerschellingenSchiermonnikoogmeerruimtevoor
duinbossen (vochtig) H2�80_B.
Ontwikkelingheischralegraslanden*H62�0,grijzeduinen
(heischraal)*H2��0_CenblauwgraslandenH64�0opkansrijke
locaties.
Herstelbekenenrivierenmetwaterplanten(waterranonkels)
H�260_A.
Herstelhydrologie/vochtgradiëntduinbossen(binnenduinrand)
H2�80_C,heischralegraslanden*H62�0enblauwgraslanden
H64�0(Schouwen,Texel,Terschelling,Schiermonnikoog,langs
vastelandskusténGoerreeenVoorne).OpTexelmedet.b.v.
noordsewoelmuis*H��40.
Beidehabitattypenprioritair,liggendaanrandvanareaalenmatig
ontwikkeld.
Nationaalbelangduinheidenmetstruikheivanwegegeografische
spreidingenanderesoortensamenstelling(o.a.korstmossen).
Duinbossenvaninternationaalbelangdoorcentraleliggingen
grootaandeel,engoedontwikkeld.
Nationaalvanbelangmetnamevoorplantensoortenvanzomen.
Noordsewoelmuisprioritair.
Vochtigeduinvalleieninternationaalvanbelangvanwegecentrale
ligging,grootaandeelenhogekwaliteit.Enduinbossen(vochtig)
vanwegeEuropesezeldzaamheidengrootaandeel.Genoemde
soortenzijnEuropeesvanbelang.
Vochtigebossenvanduinvalleienzijnnatuurlijkebossenwaarmeer
ruimtevoornodigis.
Nationaalvanbelangalsbroedgebiedvoorroerdomp,blauwekie-
kendiefenvelduil(vanlaatstetweelopenaantallensterkachteruit).
Heischralegraslandenengrijzeduinenprioritair.
Internationaalbelangheischralegraslandenenblauwgraslanden
vanwegecentraleligginginAtlantischeregioengrootaandeel.
Beidetypenstaansterkonderdruk.
Nationaalvanbelangvooraantalbedreigdeplant-endiersoorten.
Nationaalbelangvanwegezeerongunstigestaatvaninstandhou-
dingenbehoudvanenkelebedreigdeplant-endiersoorten.
Heischralegraslandenennoordsewoelmuisprioritair.
Internationaalbelangheischralegraslanden,blauwgraslandenen
duinbossenvanwegecentraleligginginAtlantischeregioengroot
aandeel.Genoemdehabitattypenstaansterkonderdruk.
Nationaalbelangvooraantalbedreigdeplant-endiersoorten.
Staatvaninstandhoudingvantweehabitattypenzeerongunstig.
2.03 Duinheiden
2.04 Droge duinbossen
2.05 Open vochtige
duinvalleien (inclusief
vochtige duinbossen)
2.06 Graslanden
2.07 Duinbeken
2.08 Gradiënt binnenduin-
rand
Hoofdtype: Duinvalleien (secundaire) en strandvlaktes (inclusief vochtige bossen)
Hoofdtype: Binnenduinrand (overgang naar polders, inclusief vochtige bossen)
6 Letop:duingraslandenrelatiefbelangrijker(slimlokaliseren).
Tabel5.�.�KernopgavenNatura2000landschapDuinen(vervolg)
8�
Tabel5.�.2.KernopgavenDuinen:toedelingaangebieden
Hoofdtype: Zeereep
�.DuinenVlieland;4.DuinenTerschelling;5.DuinenAmeland;86.SchoorlseDuinen;
87.NoordhollandsDuinreservaat;88.Kennemerland-Zuid;97.Meijendel&Berkheide;
�0�.DuinenGoeree&KwadeHoek;�2�.Zwin&Kievittepolder.
2.DuinenenLageLandTexel( );�.DuinenVlieland;4.DuinenTerschelling( );5.Duinen
Ameland( );6.DuinenSchiermonnikoog( );84.DuinenDenHelder–Callantsoog( );
85.Zwanenwater&Pettemerduinen( );87.NoordhollandsDuinreservaat( );88.Ken-
nemerland-Zuid( );96.Coepelduynen;97.Meijendel&Berkheide( );98.Westduinpark
&Wapendal( );99.Solleveld&Kapittelduinen( );�00.VoornesDuin( );��6.Kopvan
Schouwen.
�.DuinenVlieland;4.DuinenTerschelling;86.SchoorlseDuinen;98.Westduinpark&Wapen-
dal;99.Solleveld&Kapittelduinen.
86.SchoorlseDuinen;87.NoordhollandsDuinreservaat;88.Kennemerland-Zuid;97.Meijendel
&Berkheide;�00.VoornesDuin;��7.MantelingvanWalcheren.
2.DuinenenLageLandTexel( ,w);�.DuinenVlieland(w);4.DuinenTerschelling(w);
5.DuinenAmeland(w);6.DuinenSchiermonnikoog(w);84.DuinenDenHelder–Callantsoog
(w);85.Zwanenwater&Pettemerduinen(w);87.NoordhollandsDuinreservaat(w);88.Kenne-
merland-Zuid(w);97.Meijendel&Berkheide(w);�00.VoornesDuin(w);�0�.DuinenGoeree&
KwadeHoek(w);��6.KopvanSchouwen(w);��7.MantelingvanWalcheren(w).
2.DuinenenLageLandTexel(w);6.DuinenSchiermonnikoog( ,w);84.DuinenDen
Helder–Callantsoog(w);85.Zwanenwater&Pettemerduinen(w);�0�.DuinenGoeree&
KwadeHoek(w);��6.KopvanSchouwen(w).
86.SchoorlseDuinen(w).
2.DuinenenLageLandTexel(w);4.DuinenTerschelling(w);5.DuinenAmeland(w);
6.DuinenSchiermonnikoog( ,w);87.NoordhollandsDuinreservaat(w);��6.Kopvan
Schouwen( ,w).
2.01 Witte duinen en embryonale duinen
2.02 Grijze duinen
2.03 Duinheiden
2.04 Droge duinbossen
2.05 Open vochtige duinvalleien (incl. vochtige duinbossen)
2.06 Graslanden
2.07 Duinbeken
2.08 Gradiënt binnenduinrand
Hoofdtype: Droge binnenduinen (inclusief droge bossen)
Hoofdtype: Duinvalleien (secundaire) en strandvlaktes: (inclusief vochtige bossen)
Hoofdtype: Binnenduinrand (overgang naar polders, inclusief vochtige bossen)
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
82
Figuur5.4.�.Natura2000landschapRivierengebied
8�
Namen van gebieden Aantal: 17
�6.UiterwaardenZwarteWaterenVecht;�8.Uiterwaar-
denIJssel;�9.VechtenBeneden-Reggegebied;
66.UiterwaardenNeder-Rijn;67.GeldersePoort;
68.UiterwaardenWaal;70.ZuiderLingedijk&Diefdijk-
Zuid;7�.Loevestein,Pompveld&KornscheBoezem;
8�.Kolland&Overlangbroek;82.UiterwaardenLek;
�05.Zouweboezem;�08.OudeMaas;���.HollandsDiep;
��2.Biesbosch;�4�.OeffelterMeent;�4�.Zeldersche
Driessenen�52.Grensmaas.
5.4 Natura 2000 landschap Rivierengebied
Inleiding
HetNatura2000landschapRivierengebiedomvat
�7gebieden7.Dezegebiedenliggenlangsde
groterivierenoflangskleinererivierenzoals
deLinge,VechtenReggeenNiers.DeNatura
2000gebiedenHollandsDiep(���)enBiesbosch
(��2)wordenooktothetNatura2000landschap
Rivierengebiedgerekend,evenalsZouweboezem
(�05).Ditgebiedheefteengrotecomponent
MerenenMoerassen,hetgeenblijktuitdeaan
hetgebiedtoegekendedoelen
Degebiedenlangsdegroterivierenzijngroten-
deelsgebiedendiezijnaangewezenopbasisvan
deVogelrichtlijn,delendaarvanwordenaange-
wezenopbasisvandeHabitatrichtlijn.
Figuur5.4.�.geefteenbeeldvandeliggingvan
degebieden.
Habitattypen en soorten
Vooreengrootaantalgeheel,ofinbelangrijke
mate,aanhetRivierengebiedgebondenhabitat-
typen,isNederlandvanrelatiefgrootbelang.
Ditgeldtvoordevochtigealluvialebossen
(zachthoutooibossen)(*H9�E0_A),drogehard-
houtooibossen(H9�F0),stroomdalgraslanden
(*H6�20)englanshaver-envossenstaarthooilan-
den(H65�0).Ditlaatstehabtiattypeomvatnaast
deglanshaverhooilanden,ookdezogenoemde
kievitsbloemhooilanden(gebiedenUiterwaarden
ZwarteWaterenVecht(�6)enUiterwaardenIJssel
(�8)endezogenoemdeweidekervelhooilanden
(alleenvoorkomendindeBiesbosch(��2)).Van
natureishetRivierengebiedookvanbelangvoor
krabbenscheerbegroeiingen(habitattypeH��50),
hettypekomtthansslechtssporadischvoor.
HetRivierengebiedisvanbelangvoorbijnaalle
trekvissenenvoorvissoortenalsbittervoorn
(H���4),grotemodderkruiper(H��45)enkleine
modderkruiper(H��49).Demossoorttonghaar-
muts(H��87)komtslechtsopéénlocatievoorin
deBiesbosch(��2).
HetNatura2000landschapRivierengebiedomvat�7
gebieden.Dezegebiedenliggenlangsdegroterivieren
oflangsdekleinererivieren...
7 HetVecht-enBeneden-Reggegebied(�9)isook
toebedeeldaanhetNatura2000landschapHo-
gerezandgronden
84
DaarnaastishetRivierengebiedvangrotebeteke-
nisalsbroedgebiedvooreenaantalmoerasvo-
gels.Eendeelvandezevogelsisaangewezenop
rietmoerassen(bijv.roerdomp(A02�),woudaap
(A022),grotekarekiet(A298)ensnor(A292))en
eendeelopjongeverlandingsstadia(porselein-
hoen(A��9)enzwartestern(A�97)).Ookvoor
soortenvanvochtigegraslandenenruigten,zoals
dekwartelkoning(A�22)isditlandschapvan
grootbelang.
Bijniet-broedvogelsishetRivierengebiedvan
bijzonderbetekenisvoorplanteneters,metname
voorwildezwaan(A0�8),toendrarietgans(A0�9)
enkolgans(A04�).Maarookvoorgrauwegans
(A04�),krakeend(A05�),wildeeend(A05�)en
meerkoet(A�25).Daarnaastishetrivierengebied
vannationaleeninternationalebetekenisvoor
foeragerendeenrustendekieviten(A�42)engrut-
to’s(A�56).
Kernopgaven
Vooreenduurzameinstandhoudingvande
natuurwaardeninhetRivierengebiedishetvan
grootbelangdelandschappelijkesamenhang
vandeNatura2000gebiedeninhetRivieren-
gebiedteversterken,onderanderedooreen
versterkingvanderelatiestussenbinnendijkseen
buitendijksgelegengebiedenenverderdoorte
bewerkstelligendatbinnendeuiterwaardeneen
duidelijkeafwisselingvangrootschaligeénopen
gebiedenmetkleinschaligeéndichtegebieden
blijftbestaan.Eenevenwichtigeverdelingvan
laaggelegenuiterwaarden(voorrietmoerassenen
vochtigealluvialebossen,*H9�E0),hooggelegen
uiterwaarden(o.a.metdrogeharthoutooibossen
H9�F0),nevengeulenendiepeplasseniseven-
eensvanbelang.
GeziendeliggingtenopzichtevanhetEuropese
achterlandvormendeNederlandseriviereneen
doorgaandeverbindingnaarDuitslandenBelgië
voordetrekvissen.
Derivierenvormeneendynamischsysteem,een
samenspelvannatuurlijkeprocessenenmen-
selijkhandelen.Vooreenaantalhabitattypen
zijnerosie-ensedimentatieprocessenvangroot
belangvoorhetduurzaamvoortbestaanvande
habitattypenopdelangetermijn.Meerruimte
voorerosie-ensedimentatieprocessen,enmeer
mogelijkhedenvoorverschuivingeninruimteen
tijdvandiversesuccessiestadiavanhabitattypen
enleefgebiedenvansoortenzijnessentieel.Van-
wegeveiligheidenscheepvaartisongestoorde
rivierdynamieknietmogelijk.Derhalvezijn
beheer-eninrichtingsmaatregelennoodzakelijk.
ZoalsverwoordinhetStrategischkaderVHR:
RuimtevoordeRivierenRuimtevoorNatura2000
hebbenrivierverruimendemaatregelen,mits
goedgelokaliseerd,ookalsresultaateenbijdrage
aanuitbreidingenverbeteringvanhabitattypen
enleefgebiedenvansoorten.
VoorhetRivierengebiedzijn�4kernopgaven
geformuleerd,teonderscheidennaardevol-
gendehoofdtypen:rivier,nevengeulenendiepe
plassen;zoetwatergetijdegebied;laaggelegen
uiterwaarden(incl.voormaligeuiterwaarden)
enhooggelegenuiterwaarden(incl.voormalige
uiterwaarden).
Dekernopgaventrekvissenenbehoudopen
waterzijnalleentoebedeeldaanhetHollands
Diep(���).Dekernopgaven�.02waterplanten
(behoudhabitattypeH�260_Bbekenenrivieren
metwaterplanten(grote fonteinkruiden)),isal-
�6.UiterwaardenZwarteWaterenVecht;�8.Uiterwaar-
denIJssel;�9.VechtenBeneden-Reggegebied;
66.UiterwaardenNeder-Rijn;67.GeldersePoort;
85
leentoegekendaanUiterwaardenIJssel(�8)en
Grensmaas(��2).
Dekernopgave�.05kwaliteitsverbetering
zoetwatergetijdegebiedistoegekendaande
gebiedenHollandsDiep(���),Biesbosch(��2)en
OudeMaas(�08).InhetgebiedOudeMaas(�08)
komenmomenteeldekwalitatiefbestontwik-
keldevoorbeeldenvanvochtigealluvialebossen
(zachthoutooibossen,*H9�E0_B)voor.Biesbosch
(��2)vormthetgrootstezoetwatergetijdegebied
vanEuropa.
HetRivierengebiedisvanoudsherbinnenNe-
derlandvangrootbelangvoorthansonderdruk
staandemoerasvogelsalszwartestern(A�97),
roerdomp(A02�)engrotekarekiet(A298)ende
onderdrukstaandekrabbenscheerbegroeiingen
(H��50)(kernopgaven�.06krabbenscheerbegroei-
ingenen�.08rietmoeras).InhetRivierengebied
komtdepurperreiger(A029)alleenvoorinde
Zouweboezem(�05).Desoortkomthierinrela-
tiefgroteaantallenvoor.Desoortisnietopgeno-
meninkernopgave�.08omdatheteensoortvan
hetMerenenMoerassenlandschapbetreft.
VoorhetRivierengebiedisin�6situatieseen
senseofurgencytoegekendzowelwatbetreft
wateropgaven(m.b.t.watercondities) als
beheeropgaven .
Hetbetrefttweewateropgaven voorvoch-
tigegraslanden(kievitsbloem-hooilanden)in
UiterwaardenZwartewaterenVecht(�6)envoor
rietmoerasindeGeldersPoort(67).
Vande�2beheeropgaven zijnertwee
toegekendaanrietmoeras(UiterwaardenZwarte
waterenVecht(�6)enGeldersePoort(67)).Zo-
welGeldersePoort(67)enUiterwaardenZwarte
waterenVecht(�6)zijnvangrootbelangvoorde
samenhanginhetNatura2000netwerk;opkorte
termijnliggenhieraanzienlijkeverbeteropgaven.
Deoverigebeheeropgavengeldenvoorde
kernopgave�.��drogegraslanden.Meerade-
quaatbeheeropdekortetermijnisvangroot
belang.
Derealiseringvandrogehardhoutooibossen
(kernopgave�.�4)indeUiterwaardenZwarte
waterenVecht(�6)enUiterwaardenIJssel(�8)en
dekwaliteitsverbeteringzoetwatergetijdegebied
(kernopgave�.05inBiesbosch(��2))zijnverbe-
teropgaven,diegrotendeelszijnafgedektdoor
maatregeleninhetkadervanderealiseringvan
deecologischehoofdstructuur.
Dekernopgave�.��drogegraslandenvoorde
ZelderscheDriessen(�4�)vormteengrensover-
schrijdendeopgave.
Vooreenaantalkernopgaveniseenwateropgave
geformuleerd.Hetgaatondermeerom�.06krab-
benscheerbegroeiingen,�.07vochtigealluviale
bossen,�.08rietmoeras,�.09vochtigegraslanden
en�.�2plas-drassituaties.Afhankelijkvandehui-
digesituatieendeaardvanhetgebiedzaldeze
opgaveinzwaartevariëren.
Tabel5.4.�en5.4.2geveneencompleetoverzicht
vankernopgavenentoedelingaangebiedenvoor
hetNatura2000landschapRivierengebied.
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
Deformuleringvandegebiedsdoelenvoorde
Natura2000gebiedenisafgestemdmethetStra-
tegischKaderVogelrichtlijnenHabitatrichtlijn.
RuimtevoordeRivierénRuimtevoorNatura2000
(200�)endePKB-RuimtevoordeRivier.
68.UiterwaardenWaal;70.ZuiderLingedijk&Diefdijk-
Zuid;7�.Loevestein,Pompveld&KornscheBoezem;
8�.Kolland&Overlangbroek;82.UiterwaardenLek;
86
Omdestrategischeelementenvolledigtekunnen
latendoorwerkenindedoelenopgebiedsniveau
isgebruiktgemaaktvandemogelijkhedenvan
complementairedoelenenvantengunsteformu-
leringen.Hieronderwordtdatnadergeduid.
VoorhetNatura2000landschapRivierengebied
zijnophoofdlijnendevolgendedoelenvoorde
habitattypengeformuleerd:
• Merenmetkrabbenscheerenfonteinkruiden
(H��50):inallegebiedenopuitbreidingop-
pervlakteenverbeteringkwaliteit.
• Slikkigerivieroevers(H�270):uitbreidingop-
pervlakteindegebiedenHaringvliet(�09),
UiterwaardenIJssel(�8),GeldersePoort(67)
enUiterwaardenWaal(68).
• Stroomdalgraslanden(*H6�20):oppervlakte-
uitbreidinginnagenoegallegebieden.
• Ruigtenenzomen(H64�0):hetsubtypeA
(moerasspirea)innagenoegallegebieden
opbehoud,hetsubtypeC(droge bosranden)
staatoveralopuitbreidinginsamenhangmet
deuitbreidingvandrogehardhoutbossen
(H9�F0).
• Glanshaver-envossestaarthooilanden(H65�0):
inmeerdandehelftvandegebiedenopper-
vlakte-uitbreiding.
• VochtigealluvialebossenH9�E0:hetsubtype
B(essen-iepenbossen)staatinnagenoegalle
gebiedenopuitbreidingoppervlakte,het
subtypeA(zachthoutooibossen)staatvoor
dehelftvandegebiedenopuitbreidingop-
pervlakte(indemeestegebiedenopbehoud
kwaliteit).
• Drogehardhoutooibossen(H9�F0):uitbreiding
oppervlakteenverbeteringkwaliteitinvier
gebieden(UiterwaardenZwarteWateren
Vecht(�6),UiterwaardenIJssel(�8),Gelderse
Poort(67)enUiterwaardenNeder-Rijn(66)).
VoorZelderscheDriessen(�4�)geldteen
behoudsdoel.
Vooreenaantalvandehierbovengenoemde
habitattypenzijninéénofmeergebiedenzoge-
noemdecomplementairedoelentoegevoegdaan
deinstandhoudingsdoelen:UiterwaardenIJssel
(�8),UiterwaardenNeder-Rijn(66)enUiterwaar-
denWaal(68).
Zouweboezem(�05)heefteendoelvooruitbrei-
dingoppervlakteenverbeteringkwaliteitblauw-
graslanden(H64�0)toebedeeldgekregen(element
vanNatura2000landschapMerenenMoerassen).
Voorvissoortenenanderesoortengeldende
volgendedoelen:
• Voordevissoortenbittervoorn(H���4)en
kleinemodderkruiper(H��49)envoorde
soortmeervleermuis(H���8)isoveralbehoud
leefgebiedvoorbehoudpopulatietoegekend.
• Voorderivierprik(H�099)enzeeprik(H�095)
ligtop(nagenoeg)allegebiedeneenopgave
vooruitbreidingvanhetleefgebiedvooruit-
breidingvandepopulatie.
• AlleenvoordeBiesbosch(��2)iseendoel
voordefint(H��0�)geformuleerdgerichtop
behoudkwaliteitleefgebiedvooruitbreiding
vandepopulatie.
• Voorkamsalamander(H��66)endegrote
modderkruiper(H��45)doelenzowelbehoud
alsverbeteringvandekwaliteitvanhetleefge-
bied.
�05.Zouweboezem;�08.OudeMaas;���.HollandsDiep;
��2.Biesbosch;�4�.OeffelterMeent;�4�.Zeldersche
Driessenen�52.Grensmaas.
87
Voordesoortenzeeprik(H�095),rivierprik
(H�099),elft(H��02),fint(H��0�),zalm(H��06),
grotemodderkruiper(H��45),kamsalamander
(H��66)enbever(H���7)zijninéénofmeer
vandevolgendegebiedenzogenoemdecomple-
mentairedoelentoegevoegdaandeinstandhou-
dingsdoelen:UiterwaardenIJssel(�8),Uiterwaar-
denNeder-Rijn(66),UiterwaardenWaal(68),
Loevestein,Pompveld&KornscheBoezem(7�)en
HollandsDiep(���).
Voordemeestebroedvogelsoortenvanhet
Rivierengebiedisbehoudvanhetleefgebied
voorbehoudvandehuidigepopulatiealsdoel
gesteld.Bijsoortenvanrietmoerasenvochtige
totnattekruidenvegetatiesalsroerdomp(A02�),
porseleinhoen(A��9),kwartelkoning(A�22)en
grotekarekiet(A298)isuitbreidingomvangen/of
verbeteringkwaliteitleefgebiedvooruitbreiding
populatiehetdoel.Hoeweldepopulatievande
zwartestern(A�97)hetredelijkdoet,isuitbrei-
dingvanhetleefgebiedindevormvandrijvende
waterplantenvegetatiesalsnatuurlijkenestplaat-
sengewenst.
Voordeniet-broedvogels,zijndedoelenop
gebiedsniveauintermenvanbehoudkwaliteit
leefgebiedgeformuleerd.
Voordeniet-broedvogelskolgans(A04�),grauwe
gans(A04�)ensmient(A050)isenigeachteruit-
ganginomvangfoerageergebiedtoegestaanten
gunstevanhabitattypenstroomdalgraslanden
(*H6�20),glanshaver-envossenstaarthooilanden
(H65�0),vochtigealluvialebossen(*H9�E0)of
drogehardhoutooibossen(H9�F0)ofbroedvogel-
soortenporseleinhoen(A��9)ofkwartelkoning
(A�22).
88
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid:
GeenbarrièresindetrekroutezalmH��067,zeeprikH�095,rivier-
prikH�099enelftH��02.
Behoudbekenenrivierenmetwaterplanten(grote fonteinkruiden)
H�260_B.
Foerageergebiedenuitwijkmogelijkheidbijvorstvoorsoortenals
kuifeendA06�.
BehoudenuitbreidingvanslikkigerivieroeversH�270éngrind-
bankenmetpioniervegetaties.
Vanactueelinternationaalbelangvoorrivierprikvanwegecentrale
liggingengrootaandeel.InternationaalisNederlandvanbelang
alstoegangspoorttotEuropa,viaRijnenMaas.
Nationaalvanbelangvoorenkelebedreigdeplantenenvissen.
Derivierenzijninternationaalennationaalvanbelangvoortrek-
kendewatervogels.Nederlandherbergtvanveelsoortenwater-
vogelsmeerdan�%vandeinternationalepopulaties.
Nationaalbelangvoorzeldzameplant-endiersoorten.Grensmaas
heefteenuniekepositievanwegevoorkomenvangrindbanken.
Tabel5.4.�.KernopgavenNatura2000landschapRivierengebied
Waarom:
Nederlandserivierengebiedvangrootinternationaalbelangvoor
grootaantalhabitattypenensoorten.Rivierentoegangspoortvoor
grootaantalsoorten.
DoorgrotehoeveelheidgradiëntenlevertRivierengebiedgrote
bijdrageaanbiodiversiteit.
Voorniet-broedvogelsenbroedvogelslevertRivierengebiedrelatief
grotebijdragebinnenNederland.
Hoofdtype: Rivier, nevengeulen en diepe plassen
Versterkenvanlandschappelijkesamenhangbinnenhetrivierengebiedenmetomgevingdoor:
• Herstelvanecologischerelatiestussenbinnendijkseenbuitendijksegebieden.Verbinden
vanleefgebiedenvanamfibieën,leefgebiedenvanvissen,metbossenbinnendijks,met
moerassystemenopdeNatteAs,methogerezandgrondenenbeeksystemen.Verderbe-
houdvanhuidigeslaapplaatsenenfoerageergebiedenvogelsinkomgronden.
• Behoudenherstelbinnenuiterwaardenvanafwisselingtussengrootschaligeénopen
gebiedenmetkleinschaligeénhalfopengebieden.Herstelvanevenwichtigeverdelingmet
laaggelegenuiterwaarden(rietmoerassenenvochtigealluvialebossen)methooggelegen
uiterwaarden(metdrogehardhoutooibossen)metnevengeulenenmetdiepeplassen
bijvoorkeurdoorherstelvanerosieensedimentatieprocessen.
• Herstelvanrivierdelta’sénzoetwatergetijdegebiedmetvoldoendedoorstromingenover-
stromingsdynamiekénmetdoorgaandeverbindingnaarEuropeseachterlandvoortrekvis-
sen.
3.01 Trekvissen
3.02 Waterplanten
3.03 Open water
3.04 Rivieroevers met
pioniervegetaties
Typering: Kernopgave: Waarom:
Kernopgave per hoofdtype
7 Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
89
Kwaliteitsverbeteringzoetwatergetijdengebiedt.b.v.vochtigeal-
luvialebossen(zachthoutooibossen)*H9�E0_A,ruigtenenzomen
(harig wilgenroosje)H64�0_B,slikkigerivieroeversH�270,fint
H��0�(inclusiefpaaiplaats),noordsewoelmuis*H��40,tonghaar-
mutsH��87enbeverH���7.
Behoudenuitbreidingvanmerenmetkrabbenscheerenfontein-
kruidenH��50,indevormvanstrangen,inhetbijzonderherstel
vankrabbenscheerbegroeiingen,ookalsbroedbiotoopvanzwarte
sternA�97.
Vochtigealluvialebossen(zachthoutooibossenenessen-iepenbos-
sen)*H9�E0_Aen*H9�E0_Buitbreidenmedetenbehoevevan
beverH���7.
Kwaliteitsverbeteringenuitbreidingrietmoerasmetdedaarbij
behorendebroedvogels(roerdompA02�,grotekarekietA298),
aangevuldmetnoordsewoelmuis*H��40.
Herstelglanshaver-envossenstaarthooilanden(grote vossenstaart)
H65�0_BenblauwgraslandenH64�0.
Behoudvoldoendeslaapplaatsen-enfoerageerterreinvoor
ganzen,kleinezwanenA0�7,wildezwanenA0�8ensmienten
A050.
Vochtigealluvialebossen(zachthoutooibossen)ennoordsewoel-
muisprioritair.Internationaalvanbelangvoorzachthoutooibossen
ondergetijde-invloedvanwegecentraleliggingengrootaandeel.
BiesboschvormthetgrootstezoetwatergetijdegebiedvanEuropa.
OudeMaasmomenteelkwalitatiefbestevoorbeeld.
Vangrootnationaalbelangvoorbedreigdetothetzoetwater-
getijdegebiedbeperktesoorten.
NederlandisindeAtlantischeregiobelangrijkvoordittypevan-
wegecentraleliggingengrootaandeel.Hetrivierengebiedisde
natuurlijkeplekvankrabbenscheervegetaties,hettypekomthier
momenteelechterslechtssporadischvoor.
Vochtigealluvialebossen(zachthoutooibossenenessen-iepenbos-
sen)prioritair.Internationaalvanbelangvoorzachthoutooibossen
vanwegecentraleliggingengrootaandeel.Metnameessen-iepen-
bossenoptermijnweervannationaalbelangvoorbedreigdebos-
soorten,momenteelzeerzeldzaamvoorkomendsubtype.
Noordsewoelmuisprioritair.Internationaalvanbelangvoor
Nederlandseondersoortvannoordsewoelmuisenvoorroerdomp
doorgrootaandeelencentraleligging.
VanoudsherbinnenNederlandishetRivierengebiedvangroot
belangvooronderdrukstaandemoerasvogelsalszwartestern,
roerdompengrotekarekiet.
BlauwgraslandenvaninternationaalbelanginAtlantischeregio
doorcentraleliggingengroteaandeel.
Vannationaalbelangvoorweidevogels(kemphaan,watersnip)
enbedreigdeplanten.
Degraslandenlangsderivierenzijninternationaalennationaal
vanbelangvoortrekkendewatervogels.
Nederlandherbergtvanveelsoortenwatervogelsmeerdan�%
vandeinternationalepopulaties.
Hoofdtype: Zoetwatergetijdengebied
3.05 Kwaliteitsverbetering
zoetwatergetijdengebied
3.06 Krabbenscheer-
begroeiingen
3.07 Vochtige alluviale
bossen
3.08 Rietmoeras
3.09 Vochtige graslanden
3.10 Grasetende water-
vogels
Hoofdtype: Laaggelegen uiterwaarden (inclusief voormalige uiterwaarden)
Tabel5.4.�.KernopgavenNatura2000landschapRivierengebied(vervolg)
90
LaagdynamischewaterenvoorgrotemodderkruiperH��45,bitter-
voornH���4enamfibieën,zoalskamsalamanderH��66.
Behoudenuitbreidingareaalvanplas-drassituatiesenondiep
watervooreenden,kwartelkoningA�22,porseleinhoenA��9en
steltlopers.
Kwaliteitsverbeteringenuitbreidingvanstroomdalgraslanden
*H6�20,glanshaver-envossestaarthooilanden(glanshaver)
H65�0_A.
OntwikkelingdrogehardhoutooibossenH9�F0:groteroppervlakte
enkwaliteitsverbetering.
Grotemodderkruiperenbittervoornvaninternationaalbelangin
Atlantischeregiodoorcentraleliggingengrootaandeel.
Vannationaalbelangvoorbedreigdevissenenkamsalamander.
Rivierengebiedisvaninternationaalbelangvoortrekkendewater-
vogels,zoalsdegrutto.Nederlandherbergtvanveelsoortenwater-
vogelsmeerdan�%vandeinternationalepopulaties.
Vannationaalbelangvoorporseleinhoenenkwartelkoning.
Stroomdalgraslandenprioritair.
StroomdalgraslandenvaninternationaalbelanginAtlantischeregio
doorcentraleliggingengrootaandeel.Glanshaverhooilandvan
internationaalbelangdoorgrootaandeelvlakdekkendevoor-
komens.Vannationaalbelangvoorbedreigdeplanten.
DrogehardhoutooibossenvaninternationaalbelanginAtlantische
regiodoorcentraleliggingengrootaandeel.
InNederlandstriktgebondenaanhetRivierengebied.
3.11 Vissen en amfibieën
3.12 Plas-dras situaties
3.13 Droge graslanden
3.14 Droge hardhoutooi-
bossen
Hoofdtype: Hooggelegen uiterwaarden (inclusief voormalige uiterwaarden)
Tabel5.4.2.KernopgavenRivierengebied:toedelingaangebieden
���.HollandsDiep(w);�52.Grensmaas(w).
�8.UiterwaardenIJssel(w).
���.HollandsDiep(w).
68.UiterwaardenWaal(w);�52.Grensmaas(w).
3.01 Trekvissen
3.02 Waterplanten
3.03 Open water
3.04 Rivieroevers met pionier-vegetaties
Hoofdtype: Rivier, nevengeulen en diepe plassen
Tabel5.4.�.KernopgavenNatura2000landschapRivierengebied(vervolg)
9�
�08.OudeMaas(w);���.HollandsDiep(w);��2.Biesbosch(w).
�6.UiterwaardenZwartewaterenVecht(w);�8.UiterwaardenIJssel;�05.Zouweboezem(w).
�8.UiterwaardenIJssel(w);67.GeldersePoort(w);68.UiterwaardenWaal(w);7�.Loevestein,
Pompveld&Kornscheboezem(w);8�.Kolland&Overlangbroek(w).
�6.UiterwaardenZwartewaterenVecht( ,w);67.GeldersePoort( , ,w);
�05.Zouweboezem(w);��2.Biesbosch(w).
�6.UiterwaardenZwartewaterenVecht(w);�8.UiterwaardenIJssel(w);66.Uiterwaarden
Neder-Rijn( ,w);�05.Zouweboezem( ,w);��2.Biesbosch(w).
�8.UiterwaardenIJssel;66.UiterwaardenNeder-Rijn;67.GeldersePoort;68.UiterwaardenWaal.
�9.VechtenBeneden-Reggegebied(w);70.ZuiderLingedijk&Diefdijk-Zuid(w);7�.Loevestein,
Pompveld&Kornscheboezem(w);�05.Zouweboezem(w).
�8.UiterwaardenIJssel(w);66.UiterwaardenNeder-Rijn(w);68.UiterwaardenWaal(w).
�8.UiterwaardenIJssel( );�9.VechtenBeneden-Reggegebied( );66.Uiterwaarden
Neder-Rijn( );67.GeldersePoort( );68.UiterwaardenWaal( );7�.Loevestein,
Pompveld&Kornscheboezem( );82.UiterwaardenLek( );��2.Biesbosch( );
�4�.OeffelterMeent( );�4�.ZelderscheDriessen( );�52.Grensmaas( ).
�6.UiterwaardenZwartewaterenVecht;�8.UiterwaardenIJssel;66.UiterwaardenNeder-Rijn.
3.05 Kwaliteitsverbetering zoetwatergetijdegebied
3.06 Krabbenscheerbegroeiingen
3.07 Vochtige alluviale bossen
3.08 Rietmoeras
3.09 Vochtige graslanden
3.10 Grasetende watervogels
3.11 Vissen en amfibieën
3.12 Plas-dras situaties
3.13 Droge graslanden
3.14 Droge hardhoutooibossen
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
Hoofdtype: Zoetwatergetijdengebied
Hoofdtype: Laaggelegen uiterwaarden (inclusief voormalige uiterwaarden)
Hoofdtype: Hooggelegen uiterwaarden (inclusief voormalige uiterwaarden)
Tabel5.4.2.KernopgavenRivierengebied:toedelingaangebieden(vervolg)
92
Figuur5.5.�.Natura2000landschapMerenenMoerassen
9�
5.5 Natura 2000 landschap Meren en
Moerassen
Inleiding
HetNatura2000landschapMerenenMoerassen
bestaatuit�7gebieden.Hetlandschapomvatde
categorieënvangebieden:A.Afgeslotenzeear-
menenrandmeren,B.ZeekleienC.Laagveen.
DeafgeslotenzeearmenomvattenLauwersmeer
(8),hetIJsselmeer(72),Markermeer&IJmeer(7�)
enderandmeren(74,75,76en77).Decategorie
Zeekleiomvat,metuitzonderingvanOudegaas-
terbrekken,Fluessenenomgeving(�0),alleen
gebiedendiezijnaangewezenalsVogelrichtlijn-
gebied.
Hetgrootsteaantalgebieden(2�)betreftcatego-
rieC.Laagveen.
Figuur5.5.�.geefteenbeeldvandeliggingvan
deNatura2000gebiedeninhetlandschapMeren
enMoerassen.
Habitattypen en soorten
InhetNatura2000landschapMerenenMoeras-
senkomteenaantalsterkonderdrukstaande
habitattypenvoor,zoalsblauwgraslanden(H64�0)
enovergangs-entrilvenen(H7�40).Dezehabitat-
typenkomenvooralvoorindelaagveengebieden.
Dekranswierwateren(H��40)enmerenmetkrab-
benscheerenfonteinkruiden(H��50)hebbenhet
zwaartepuntzowelindelaagveengebiedenalsin
deafgeslotenzeearmenenrandmeren.
InderandmereneninhetIJsselmeer(72)komen
groteaantallenvanderivierdonderpad(H��6�)
voor.
Eenaantalsoorten,zoalsgrotevuurvlinder
(H�060),gevlektewitsnuitlibel(H�042),gestreep-
tewaterroofkever(H�082),platteschijfhoren
(H�0�x)engeelschorpioenmos(H��9�),zijn
nagenoeggeheelgebondenaandeNatura2000
gebiedenvanMerenenMoerassen.Hetland-
schapisverdervangrotebetekenisvoordeprio-
ritairesoortnoordsewoelmuis(*H��40),voorde
vissoortenkleinemodderkruiper(H��49)engrote
modderkruiper(H��45),voordesoortgroen-
Namen van gebieden: Aantal: 37
A. Afgesloten zeearmen en randmeren:
8.Lauwersmeer;72.IJselmeer;7�.Markermeer
&IJmeer;74.ZwarteMeer;75.Ketelmeer&Vos-
semeer;76.Veluwerandmerenen77.Eemmeer&
GooimeerZuidoever.
B. Zeeklei:
�0.Oudegaasterbrekken,Fluessenenomgeving;
56.Arkemheen;78.Oostvaardersplassen;
79.Lepelaarplassen;�06.BoezemsKinderdijk;
��0.OudelandvanStrijenen�62.AbtskolkenDe
Putten.
C. Laagveen:
9.GrooteWielen;��.WitteenZwarteBrekken;
�2.Sneekermeergebied;��.AldeFeanen;
�4.Deelen;�8.RottigeMeenthe&Brandemeer;
�9.Leekstermeergebied;20.Zuidlaardermeerge-
bied;�4.Weerribben;�5.Wieden;�7.OldeMa-
ten&Veerslootslanden;8�.Botshol;89.Eilands-
polder;90.Wormer-enJisperveld&Kalverpolder;
9�.PolderWestzaan;92.Ilperveld,Varkensland,
Oostzanerveld&Twiske;9�.Zeevang;94.Naar-
dermeer;95.OostelijkeVechtplassen;�02.De
Wilck;�0�.NieuwkoopsePlassen&DeHaeck;
�04.Broekvelden,Vettenbroek&PolderSteinen
�07.DonkseLaagten.
HetNatura2000landschapMerenenMoerassenbestaat
uit�7gebieden.Hetgrootstaantalgebieden(2�)betreft
decategorieC.Laagveen.
94
knolorchis(H�90�)énalsfoerageergebiedvande
meervleermuis(H���8).
HetNatura2000landschapMerenenMoerassen
isvanzeergrootbelangalsbroedgebiedvoor
water-enmoerasvogels.Indeeersteplaatsvoor
koloniebroedersdieinuitgestrektemoerassen
broeden.Voorbeeldendaarvanzijnlepelaar
(A0�4),purperreiger(A029)engrotezilverreiger
(A027).Daarnaastvoorbroedvogelsvanvitale
rietveldenalsroerdomp(A02�),woudaap(A022),
bruinekiekenief(A08�),grotekarekiet(A298)en
snor(A292).Ookvoorsoortenvanjongeverlan-
dingsstadiazoalsporseleinhoen(A��9)enzwarte
stern(A�97)ensoortenvanvochtigegraslanden
enruigtenalskwartelkoning(A�22),kemphaan
(A�5�),watersnip(A�5�)enblauwborst(A272)is
ditlandschapvangrootbelang.
Demerenenmoerassenzijnvannationaleen/of
internationalebetekenisvoorwaterplanten-
etersalskleinezwaan(A0�7),krakeend(A05�),
krooneend(A058)enmeerkoet(A�25),voor
deslobeend(A056)envoorbodemfauna-eters
waarondertafeleend(A059),kuifeend(A06�)en
topper(A062).MetnamehetIJsselmeergebied
heeftookeenbelangrijkefunctievoorduikende
viseterszoalsfuut(A005),aalscholver(A0�7),
nonnetje(A068)engrotezaagbek(A070),maar
ookvoorvliegendevisetersalsdwergmeeuw
(A�77)enzwartestern(A�97).Deelsalsfoera-
geergebiedmaarinhetbijzonderalsslaapplaats
zijndemerenenmoerassenvanbetekenisvoor
grasetersalsganzenensmient(A050)envoor
steltlopers,inhetbijzondergrutto(A�56)en
kemphaan(A�5�).
Kernopgaven
VoorhetNatura2000landschapzijnvoorde
hoofdtypenafgeslotenzeearmenenrandme-
ren,zeekleiénlaagveen(plassen,moerassenen
graslanden)�6kernopgavengeformuleerd.De
kernopgavenrui-enrustplaatsenenplas-endras
situatieszijnvooralledriededeellandschappen
geformuleerd.Ditduidtophetgrotebelangvan
hetNatura2000landschapMerenenMoerassen
voorbroed-enniet-broedvogels.
Demeestessentiëleopgavevoorhetdeelland-
schapafgeslotenzeearmenenrandmerenishet
nastrevenvaneenmeerevenwichtigsysteem
metgoedewaterkwaliteit.Ditisvangroot
belangvoordeduurzameinstandhoudingvan
dehabitattypenkranswierwateren(H��40)en
merenmetkrabbenscheerenfonteinkruiden
(H��50).Verderisditvangrootbelangvoorwa-
terplantenetersalskleinezwaan(A0�7)envoor
schelpdieretersalsnonnetje(A068)enkuifeend
(A06�).Ditdeellandschapomvatdetopgebieden
voortrekvogelsdieaanzoetwatergebonden
zijn.DaarbijkomtdatNederlandhettopgebied
isvoordekleinezwaan(A0�7).HetIJsselmeer
(72)isvooralvanbelangvoorviseters.Vooreen
viseteralsdeaalscholver(A0�7)ligttweederde
deelvanhetNederlandsefoerageergebiedinde
afgeslotenzeearmenenrandmeren.Voldoende
rui-enrustplaatsen(kernopgave4.02)zijnnood-
zakelijkvoorduurzameinstandhouding.Naast
voldoendebeschikbaarheidvanvoedselinopen
waterisvoordegrasetendewatervogels,zoals
smienten(A050),ganzenenvoordekemphaan
(A�5�)(broedvogel),voldoendebeschikbaarheid
vanplas-drassituatiesvanbelang(kernopgave
4.04).DebetekenisvanhetMarkermeer&IJmeer
(7�)alsfoerageergebiedvoorbenthoseters,zoals
8.Lauwersmeer;72.IJselmeer;7�.Markermeer&IJmeer;
74.ZwarteMeer;75.Ketelmeer&Vossemeer;76.
Veluwerandmeren;77.Eemmeer&GooimeerZuidoever;
95
detafeleend(A059),staatonderdruk.Hetgebied
heeftvoordekernopgave4.0�evenwichtig
systeemtweekeerroodgescoord8.
Afgeslotenzeearmenenrandmerenzijnverder
vanbetekenisvoormoerasvogels.Geziende
ongunstigestaatvaninstandhoudingvanmoeras-
vogelsisaanallegebiedenvanditdeellandschap,
opéénna,kernopgave4.0�moerasrandentoe-
gekend.Voordekernopgave4.0�moerasranden
isvoorhetgebiedKetelmeer&Vossemeer(75)
eensenceofurgencytoegekend.Ditomdathet
laatstebolwerkvandegrotekarekiet(A298)hier
bedreigdwordt.
Voordezeekleigebiedendie,zoalshierboven
aangegeven,metuitzonderingvanOudegaas-
terbrekken,Fluessenenomgeving(�0),alleen
Vogelrichtlijngebiedzijn,zijndriekernopgaven
geformuleerd.Hetbetreft:beschikbaarheidvan
voldoenderui-enrustplaatsenvoorwatervogels
(kernopgave4.05),herstelvangroteoppervlakten
overjarigrietvoorrietvogels(kernopgave4.06)
enbeschikbaarheidvanplas-drassituatiesvoor
grasetendewatervogels(kernopgave4.07).De
kernopgaven4.06en4.07zijnookgerichtop
verbeterenvandekwaliteitvanhetleefgebied
vandenoordsewoelmuis(*H��40)(alleenvan
toepassingvoorhetgebiedOudegaasterbrekken,
Fluessenenomgeving(�0).Voorderealisering
vandekernopgave4.07plas-drassituatiesiseen
senseofurgencymetbetrekkingtotdewatercon-
ditiestoegekendaanditgebied.
Voorde2�laagveengebiedenzijnachtkernop-
gavengeformuleerd.Dekernopgaven4.08even-
wichtigsysteemen4.09compleetheidinruimte
entijdzijngerichtopbehoudenvergrotingvan
debiodiversiteitvanhetlaagveen.Zozijndeze
opgavengerichtopkwaliteitsverbeteringvande
betreffendehabitattypenenverbeteringvande
kwaliteitvanhetleefgebiedvansoorten.Aanwe-
zigheidvanallesuccessiestadiainruimteentijd
ishierbijvangrootbelang.Dezekernopgaven
zijntoebedeeldaanNatura2000gebiedenwaar
duurzamesituatiesterealiserenzijn.
Dekernopgave4.�4hoogveenbossenisgericht
opdelangeretermijn.Dezekernopgaveisalleen
toebedeeldaanhetNaardermeer(94).
Dekernopgaven4.��plas-drassituatie,4.�2over-
jarigriet,4.�5vochtigegraslandenen4.�6rui-en
rustplaatsen,hebbenbetrekkingopbroedvogels
enniet-broedvogels.Voorgrasetendewatervo-
gelszoalssmienten(A050)enganzenenvoor
broedvogelsalskemphaan(A�5�),kwartelkoning
(A�22)enporseleinhoen(A��9)isvoldoendebe-
schikbaarheidvanplas-drassituaties,indejuiste
tijdvanhetjaarvangrootbelang.
VoormoerasvogelsisdesituatieindeNatura
2000gebiedeninhetdeellandschapzeekleimo-
menteelgunstiger.Geziendestaatvaninstand-
houdingvandemoerasvogelsishetnoodzakelijk
datdelaagveengebiedeneensubstantiëlere
bijdragegaanleveren.Meeroverjarigrietiseen
belangrijkeopgave.
Kernopgave4.�5vochtigegraslandenisgericht
opvergrotingvanhetoppervlakteblauwgras-
landen(H64�0)englanshaver-envossenstaart-
hooilanden(grote vossenstaart)(kievitsbloem-
hooilanden,(H65�0_B).Ditismedevanbelang
voorsoortenalskemphaan(A�5�)enwatersnip
(A�5�).
8 Zieookhoofdstuk4.5.
�0.Oudegaasterbrekken,Fluessenenomgeving;56.
Arkemheen;78.Oostvaardersplassen;79.Lepelaarplassen;
�06.BoezemsKinderdijk;��0.OudelandvanStrijen;
96
Dekernopgave4.��brakkeruigtesisalleentoe-
bedeeldaanPolderWestzaan(9�)enIlperveld,
Varkensland,Oostzanerveld&Twiske(92).Be-
houdenherstelvandebrakkevariantvanruigten
enzomen(subtypeH64�0_Bharig wilgenroosje)
isookvanbetekenisalsverbeteringvanhetleef-
gebiedvandenoordsewoelmuis(*H��40).
Tabel5.5.�en5.5.2geveneencompleetoverzicht
vankernopgavenentoedelingaangebiedenvoor
hetNatura2000landschapMerenenMoerassen.
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
Voordehabitattypenhoogveenbossen(*H9�D0),
ruigtenenzomen(H64�0)isinnagenoegalle
gebiedenbehoudvanhetoppervlaktevan
toepassing.Voordehabitattypenblauwgras-
landen(H64�0),kranswierwateren(H��40),
meren-metkrabbenscheerenfonteinkruiden
(H��50),overgangs-entrilvenen(H7�40)isin
ongeveerdehelfttotdriekwartvandegebieden
behoudvanoppervlakteaandeorde.Voorde
glanshaver-envossenstaarthooilanden(grote
vossenstaart)(H65�0_B)geldtintweegebieden
oppervlakte-uitbreiding.
Degrotevuurvlinder(H�060)komtslechtsin
enkelegebiedenindeKopvanOverijsselenZuid-
westFrieslandvoor.Hierisuitbreidingenverbete-
ringvanhetleefgebieddeopgave.Denoordse
woelmuis(*H��40)komtvoorinveelruigeriet-
landen.Vooreendeelvandeleefgebiedenisals
doelverbeteringkwaliteitvanhetleefgebiedge-
formuleerd.Voordesoortenbittervoorn(H���4),
groteenkleinemodderkruiper(H��45enH��49)
enmeervleermuis(H���8)iseenbehoudsdoel
geformuleerdvoorhetleefgebied.Voordesoort
geelschorpioenmos(H��9�),dieslechtsinéén
gebiedvoorkomtiseendoelvooruitbreiding
oppervlakteenverbeteringkwaliteitbiotoop
geformuleerd.Voordegestreeptewaterroofkever
(H�082)iseenuitbreidingsdoelgeformuleerd.
Voorhetovergrotedeelvandebroedvogelsvan
MerenenMoerassenishetnodighetleefgebied
endepopulatietevergroten.Enerzijdsbetreft
ditdeechterietbroedersalspurperreiger(A029),
roerdomp(A02�),woudaap(A022),bruine
kiekendief(A08�),grotekarekiet(A298)ensnor
(A292).Anderzijdseenaantalbroedvogelsvan
vroegeverlandingsstadiaennattegraslanden
alsporseleinhoen(A��9),kemphaan(A�5�)en
zwartestern(A�97).HetgebiedOostvaardersplas-
sen(deellandschapZeeklei,78)iszowelaangewezen
voorniet-broedvogelsalsgrutto(A�56)enkemp-
haan(A�5�),alsvoormoerasvogelszoalsdeblauwe
kiekendief(A082).Doorkeuzesinpeilbeheeren
hetbeheervanhetbuitenkaadsedeelishetaccent
vandeOostvaardersplassen(78)verschovennaar
‘moerasgebied’.Bijdeformuleringvandedoelen
opgebiedsniveauishieropaangesloten.Hetgebied
Oostvaardersplassen(78)ishetenigegebiedbuiten
deduinendathuisvestingbiedtaandeblauwe
kiekendief(A082).Doorhetgevoerdebeheerenvan-
wegeafnamevandedraagkrachtvandeomgeving
loopthetaantalindatgebiedachteruit.Voorhet
gebiediseengeringeverbeteropgavegeformuleerd.
Zoalsookinparagraaf4.5en6.�aangegevenwor-
dendemogelijkhedenvoorverbeteringkwaliteit
leefgebiedinhetMarkermeer&IJmeer(7�)enhet
IJsselmeer(72)voorviseters,alvorenszowelop
landelijkalsopgebiedsniveaueenherstelopgavete
formuleren.VoorhetMarkermeer&IJmeer(7�)ge-
beurtditookvoordebenthosetertafeleend(A059).
Voordetafeleend(A059)endekuifeend(A06�)is
voorVeluwerandmeren(76)opgenomendatenige
achteruitgangistoegestaantengunstevanhethabi-
tattypekranswierwateren(H��40).
9.GrooteWielen;��.WitteenZwarteBrekken;
�2.Sneekermeergebied;��.AldeFeanen;�4.Deelen;
�8.RottigeMeenthe&Brandemeeretcetera.
97
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid van het landschap:
Nastrevenvaneenmeerevenwichtigsysteemmetgoedewater-
kwaliteitvoorwaterplanten,vissenenschelpdieren(metname
inkranswierwaterenH��40�0enmerenmetkrabbescheerenfon-
teinkruidenH��50),medet.b.v.vogelszoalskleinezwaanA0�7,
tafeleendA059,kuifeendA06�ennonnetjeA068.
Voldoendeopenwatermetruiplaatsenenrustgebiedenvoor
watervogelszoalsfuutA005,ganzen,slobeendA056enkuifeend
A06�.
Moerasvormingaanderandenvandemerenvoorland-water
interactie,paaigebiedvis,noordsewoelmuis*H��40envoor
moerasvogelsalsroerdompA02�engrotekarekietA298.
Plas-drassituatiesvoorsmientenA050enbroedvogels,zoals
kemphaanA�5�.
BeidehabitattypenzijnvaninternationaalbelanginAtlantische
deeldoorgrootaandeelencentraleligging.Nederlandherbergt
vanveelsoortenwatervogelsmeerdan�%vandeinternationale
populaties.Nederlandistoplandvoordekleinezwaan.Water-
planten,vissenenschelpdierenzijneenbelangrijkevoedselbron
voortrekkendewatervogels.
Vannationaalbelangvooreenaantalbedreigdeplant-endier-
soorten.
Afgeslotenzeearmenzijninternationaalennationaalvanbelang
voortrekkendewatervogels.
Nederlandherbergtvanveelsoortenwatervogelsmeerdan�%
vandeinternationalepopulaties.
Noordsewoelmuisisprioritair.Internationaalvanbelangvoor
Nederlandseondersoortvannoordsewoelmuisdoorgrootaandeel
encentraleligging.Eninternationaalvanbelangvoorroerdomp.
Nationaalbelangvooreenaantalbedreigdediersoorten.Grote
karekietstaatsterkonderdruk.
Grotemerenzijnvaninternationaalennationaalbelangvoor
trekkendewatervogels.Nederlandherbergtvanveelsoorten
watervogelsmeerdan�%vandeinternationalepopulaties.
Nationaalbelangvooreenaantalbedreigdebroedvogels.
Tabel5.5.�.KernopgavenNatura2000landschapMerenenMoerassen
Waarom:
Grootinternationaalbelang.
Hoofdtype: Afgesloten zeearmen en randmeren
Behoudenherstelvansamenhangtussenslaapplaatsenenfoerageergebiedeninhetbijzonder
voorgrasetendewatervogelsenmeervleermuizen.9
Voorafgeslotenzeearmenenrandmerenbehoudvandespecifiekebetekenisvandeverschil-
lendeonderdelenvoorhabitattypenenvogels.
Herstelvanmozaïekvanverlandingsstadiavanopenwatertotmoerasbosenherstelvan
gradiëntwatertypen(inclusiefbrak)metnameinhetdeellandschappenLaagveen.
4.01 Evenwichtig systeem
4.02 Rui- en rustplaatsen
4.03 Moerasranden
4.04 Plas-dras situaties
Typering: Kernopgave: Waarom:
9 DebelangrijkstekraamkamerfunctieenslaapfunctievandemeervleermuizenligtvooralingebouwenbuitendeNatura2000gebieden.�0 Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
Kernopgaven per hoofdtype:
98
Voldoenderuiplaatsenenrustgebiedenvoorwatervogelszoalsfuut
A005,ganzen,slobeendA056enkuifeendA06�.
Herstelvangroteoppervlakten/bredezonesoverjarigriet,inclusief
waterriet,doorherstelvannatuurlijkepeildynamiekentegengaan
verdrogingt.b.v.noordsewoelmuis*H��40enrietvogels,zoals
roerdompA02�,woudaapjeA022,snorA292engrotekarekiet
A298.
Plas-drassituatiesvoorsmientenA050enbroedvogelszoalskemp-
haanA�5�,porseleinhoenA��9enwatersnipA�5�ennoordse
woelmuis*H��40.
Nastrevenvaneenmeerevenwichtigsysteem(waterkwaliteit,
waterkwantiteitenhydromorfologie):waterplantengemeenschap
(voorkranswierwaterenH��40enmerenmetkrabbenscheer
enfonteinkruidenH��50),zwartesternA�97,platteschijfhoren
H�0�Xenvissenzoalso.a.bittervoornH���4,grotemodder-
kruiperH��45,kleinemodderkruiperH��49eninsecten,zoals
gevlektewitsnuitlibelH�042engestreeptewaterroofkeverH�082.
Allesuccessiestadialaagveenverlandinginruimteentijdvertegen-
woordigd:overgangs-entrilvenen(trilvenenenveenmosriet-
landen)H7�40_AenH7�40_Bmetondermeergrotevuurvlinder
H�060,groenknolorchisH�90�envochtigeheiden(laagveen-
gebied)H40�0_B,blauwgraslandenH64�0,galigaanmoerassen
*H72�0enhoogveenbossenH9�D0,insamenhangmetgemeen-
schappenvanopenwater.
Nederlandherbergtvanveelsoortenwatervogelsmeerdan�%
vandeinternationalepopulaties.
Noordsewoelmuisisprioritair.Internationaalvanbelangvoor
Nederlandseondersoortvannoordsewoelmuisenvoorroerdomp
doorgrootaandeelencentraleligging.
Nationaalbelangvooreenaantalbedreigdebroedvogelsen
insecten.
Noordsewoelmuisprioritair.Zeekleigebiedvaninternationaalen
nationaalbelangvoordeNederlandseondersoortvannoordse
woelmuisenvoortrekkendewatervogels.Nederlandherbergtvan
veelsoortenwatervogelsmeerdan�%vandeinternationale
populaties.Nationaalbelangvooreenaantalbedreigdebroed-
vogels,zoalskemphaanenporseleinhoen.
BeidehabitattypenzijnvaninternationaalbelanginAtlantische
deeldoorgrootaandeelencentraleligging.
Nationaalbelangvooreenaantalbedreigdeplanten-endiersoor-
ten,zoalsdezwartestern.Gestreeptewaterroofkeverisalleenin
laagveenplassenaangetroffen.
Hoogveenbossenengaligaanmoerassenzijnprioritair.
Laagveengebiedisvaninternationaalennationaalbelangvoor
deNederlandseondersoortvandegrotevuurvlinder.Aquatische
habitattypen,overgangs-entrilvenenenblauwgraslandenzijnvan
internationaalvanbelanginAtlantischedeeldoorgrootaandeelen
centraleligging.
Nationaalbelangvoorveelbedreigdeplant-endiersoorten.
Hoofdtype: Zeeklei
4.05 Rui- en rustplaatsen
4.06 Overjarig riet
4.07 Plas-dras situaties
4.08 Evenwichtig systeem
4.09 Compleetheid in
ruimte en tijd
Hoofdtype: Laagveen - Moerassen
Hoofdtype: Laagveen - Plassen
Tabel5.5.�.KernopgavenNatura2000landschapMerenenMoerassen(vervolg)
99
Plas-drassituatiesvoorsmientenA050enbroedvogelszoals
porseleinhoenA��9enkemphaanA�5�,kwartelkoningA�22en
noordsewoelmuis*H��40.
Herstelvangroteoppervlakten/bredezonesoverjarigriet,inclusief
waterriet,doorherstelvannatuurlijkepeildynamiekentegengaan
verdrogingvoorrietmoerasvogels,zoalsroerdompA02�,purper-
reigerA029,snorA292,grotekarekietA298envoordenoordse
woelmuis*H��40.
Behoudenherstelvanbrakkevariantvanruigtenenzomen(harig
wilgenroosje)H64�0_BindelaagveengebiedenbovenhetIJ,mede
alsleefgebiedvoordenoordsewoelmuis*H��40.
BehoudhoogveenbossenH9�D0.
Herstelinundatie,behoudennieuwvormingblauwgraslanden
H64�0,glanshaver-envossenstaarthooilanden(grote vossenstaart)
H65�0_B,metnamekievitsbloemhooilanden,medealsleefgebied
vandekemphaanA�5�enwatersnipA�5�.
Voldoenderuiplaatsenenrustgebiedenvoorwatervogelszoals
fuutA005,ganzen,slobeendA056enkuifeendA06�.
Noordsewoelmuisprioritair.Laagveengebiedvaninternationaal
ennationaalbelangvoordeNederlandseondersoortvannoordse
woelmuisenvoortrekkendewatervogels.Nederlandherbergt
vanveelsoortenwatervogelsmeerdan�%vandeinternationale
populaties.
Vannationaalbelangvooreenaantalbedreigdebroedvogels,
zoalskemphaanenporseleinhoen.
Noordsewoelmuisprioritair.Internationaalvanbelangvoor
Nederlandseondersoortvannoordsewoelmuisenvoorroerdomp
doorgrootaandeelencentraleligginginAtlantischeregio.
Nederlandherbergtmeerdan�%vandeinternationalepopulatie
vandepurperreiger.
Vannationaalbelangvooreenaantalbedreigdemoerasvogelsen
insecten.
Noordsewoelmuisprioritair.InternationaalvanbelangvoorNeder-
landseondersoortvannoordsewoelmuiséndoorgrootaandeel
encentraleligginginAtlantischeregiovanhabitattypeH64�0_B
Nationaalvanbelangvooreenaantalbedreigdemoerasvogels.
Hoogveenbossenzijnprioritair.Nationaalvanbelangvanwege
bedreigde(veen)mossen,paddestoelenengeleedpotigenenvoor
compleetheidvanhoogveenlandschap.
Blauwgraslandenenkievitsbloemhooilandenvaninternationaal
belanginAtlantischeregiodoorcentraleliggingengroteaandeel.
Nationaalbelangvoorweidevogels(kemphaan,watersnip)en
bedreigdeplanten.
Nederlandherbergtvanveelsoortenwatervogelsmeerdan�%
vandeinternationalepopulaties.
4.11 Plas-dras situaties11
4.12 Overjarig riet
4.13 Brakke ruigtes
4.14 Hoogveenbossen
4.15 Vochtige graslanden
4.16 Rui- en rustplaatsen
�� Kernopgave4.�0hoogveenregenwaterlenzenisvervallen.
Hoofdtype: Laagveen - Graslanden
Tabel5.5.�.KernopgavenNatura2000landschapMerenenMoerassen(vervolg)
�00
8,Lauwersmeer(w);72.IJsselmeer(w);7�.Markermeer&IJmeer(w);74ZwarteMeer(w);
75.Ketelmeer&Vossemeer;76.Veluwerandmeren(w);77.Eemmeer&GooimeerZuidoever
(w);�27.Markiezaat.
8.Lauwersmeer;72.IJsselmeer;7�.Markermeer&IJmeer;74.ZwarteMeer;75.Ketelmeer&
Vossemeer;76.Veluwerandmeren;�27.Markiezaat.
8.Lauwersmeer(w);72.IJsselmeer(w);7�.Markermeer&IJmeer(w);74.ZwarteMeer(w);
75.Ketelmeer&Vossemeer( ,w);76.Veluwerandmeren(w).
8.Lauwersmeer;72.IJsselmeer(w).
�0.Oudegaasterbrekken,Fluessenenomgeving;78.Oostvaardersplassen;79.Lepelaarplassen.
�0.Oudegaasterbrekken,Fluessenenomgeving(w);78.Oostvaardersplassen(w);79.Lepelaar-
plassen(w);�06.BoezemsKinderdijk(w).
�0.Oudegaasterbrekken,Fluessenenomgeving( ,w);78.Oostvaardersplassen(w);
��0.OudelandvanStrijen;�62.AbtskolkenDePutten(w).
��.AldeFeanen( ,w);�4.DeDeelen( ,w);�8.RottigeMeenthe&Brandermeer(w);
�4.Weerribben( ,w);�5.Wieden( ,w);�7.OldeMaten&Veerslootlanden(w);
8�.Botshol(w);90.Wormer-enJisperveld&Kalverpolder(w);94.Naardermeer(w);95.Ooste-
lijkeVechtplassen(w);�0�.NieuwkoopsePlassen&DeHaeck( ,w);��0.Langstraat(w);
��2.VlijmensVen,Moerputten&BosscheBroek(w).
4.01 Evenwichtig systeem
4.02 Rui- en rustplaatsen
4.03 Moerasranden
4.04 Plas-dras situaties
4.05 Rui- en rustplaatsen
4.06 Overjarig riet
4.07 Plas-dras situaties
4.08 Evenwichtig systeem
Hoofdtype: Afgesloten zeearmen en randmeren
Hoofdtype: Zeeklei
Hoofdtype: Laagveen - Plassen
Tabel5.5.2.KernopgavenMerenenMoerassen:toedelingaangebieden
�0�
��.AldeFeanen( ,w);�8.RottigeMeenthe&Brandermeer(w);�4.Weerribben( ,w);
�5.Wieden( ,w);8�.Botshol(w);89.Eilandspolder(w);90.Wormer-enJisperveld&
Kalverpolder(w);92.Ilperveld,Varkensland,Oostzanerveld&Twiske(w);94.Naardermeer(w);
95.OostelijkeVechtplassen( ,w);�0�.NieuwkoopsePlassen&DeHaeck( ,w).
9.GrooteWielen;��.WitteenZwarteBrekken(w);�2.Sneekermeergebied(w);��.Alde
Feanen(w);�9.Leekstermeergebied(w);20.Zuidlaardermeergebied(w);�5.Wieden;
89.Eilandspolder(w);90.Wormer-enJisperveld&Kalverpolder(w);9�.PolderWestzaan(w);
92.Ilperveld,Varkensland,Oostzanerveld&Twiske(w);9�.Zeevang(w);�02.DeWilck(w);
�04.Broekvelden,Vettenbroek&PolderStein(w);�07.DonkseLaagten(w).
9.GrooteWielen(w);��.AldeFeanen(w);�4.DeDeelen(w);�9.Leekstermeergebied(w);
20.Zuidlaardermeergebied(w);�4.Weerribben(w);�5.Wieden(w);9�.PolderWestzaan(w);
92.Ilperveld,Varkensland,Oostzanerveld&Twiske(w);9�.Zeevang(w);94.Naardermeer(w);
95.OostelijkeVechtplassen( ,w);�0�.NieuwkoopsePlassen&DeHaeck(w).
9�.PolderWestzaan(w);92.Ilperveld,Varkensland,Oostzanerveld&Twiske(w).
94.Naardermeer(w).
�8.RottigeMeenthe&Brandermeer(w);�5.Wieden(w);�7.OldeMaten&Veerslootlanden
( ,w);74.ZwarteMeer(w);94.Naardermeer(w);95.OostelijkeVechtplassen(w);
�0�.NieuwkoopsePlassen&DeHaeck;�04.Broekvelden,Vettenbroek&Polder
Stein( , ,w);�07.DonkseLaagten(w).
9.GrooteWielen;��.WitteenZwarteBrekken;�2.Sneekermeergebied;�5.Wieden;
�04.Broekvelden,Vettenbroek&PolderStein.
4.09 Compleetheid in ruimte en tijd
4.11 Plas-dras situaties11
4.12 Overjarig riet
4.13 Brakke ruigtes
4.14 Hoogveenbossen
4.15 Vochtige graslanden
4.16 Rui- en rustplaatsen
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
Hoofdtype: Laagveen - Moerassen
Hoofdtype: Laagveen - Graslanden
Tabel5.5.2.KernopgavenMerenenMoerassen:toedelingaangebieden(vervolg)
�� Kernopgave4.�0hoogveenregenwaterlenzenisvervallen.
�02
Figuur5.6.�.Natura2000landschapBeekdalen
�0�
5.6 Natura 2000 landschap Beekdalen
Inleiding
HetNatura2000landschapBeekdalenomvat2�
gebieden�2vanzeeruiteenlopendkarakter.Be-
langrijkeovereenkomstinaldezegebiedenisde
toestroomvangrondwateren/ofdenadrukkelijke
aanwezigheidvanbeeksystemen.Inhetbijzonder
deaanwezigheidvan(lokaal)toestromendgrond-
waterisbelangrijk.Slechtsineenbeperktaantal
gebieden,zoalsinLeudal(�47),Swalmdal(�48)
enRoerdal(�50)iseenbeekaanwezig.
Figuur5.6.�.geefteenbeeldvandeliggingvan
degebieden.
Habitattypen en soorten
InhetNatura2000landschapBeekdalenkomen
relatiefveelhabitattypenvoor,ongeveerdehelft
daarvankomtookinanderelandschappenvoor.
Ditkomtdoordeveleovergangenvandroog
naarnat.
Naastdehabitattypebekenenrivierenmetwater-
planten(waterranonkels)(H�260_A)zijndeinhet
Natura2000landschapliggendevoorkomensvan
dehabitattypenheischralegraslanden(*H62�0),
blauwgraslanden(H64�0),overgangs-entril-
venen(trilvenen)(H7�40_A)enkalkmoerassen
(H72�0)vangrootbelangvoorhetbereikenvan
eengunstigestaatvaninstandhouding.
WatbetreftdeboshabitattypeninhetNatura
2000landschapBeekdalenzijnvanbelangzowel
voorheteiken-haagbeukenbossen(hogere zand-
gronden)(H9�60_A)alsvochtigealluvialebossen
(essen-iepenbossen)(*H9�E0_B)envochtigealluvi-
alebossen(beekbegeleidende bossen)(*H9�E0_C).
Pimpernelblauwtje(H�059),donkerblauwpim-
pernelblauwtje(H�06�)engaffellibel(H�0�7)zijn
soortendiegeheelofnagenoeggeheelaanhet
Natura2000landschapBeekdalenzijnverbonden.
Vooralledriedesoortenisalsdoeloplandelijke
niveau,eenuitbreidingvanhetaantalgeschikte
leefgebiedengeformuleerd.
Debeekdalenzijnvooralvanbelangalsbroed-
gebiedvoorvogelsvanextensieve(kleinschalige)
agrarischelandschappenmetvochtigegraslan-
Namen van gebieden: Aantal: 21
�5.VanOordt’sMersken;�6.WijnjeterperSchar;
25.DrentscheAa-gebied;28.Elperstroomgebied;
45.Springendal&DalvandeMosbeek;47.Achter
deVoort,Agelerbroek&Voltherbroek;48.Lemse-
lermaten;49.Dinkelland;52.Boddenbroek;
58.LandgoederenBrummen;60.Stelkampsveld;
6�.Bekendelle;65.Binnenveld;69.Bruuk;
80.GrootZandbrink;�29.UlvenhoutseBos;
��0.Langstraat;��2.VlijmensVen,Moerputten
&BosscheBroek;�47.Leudal;�48.Swalmdalen
�50.Roerdal.
�2 HetDrentscheAa-gebied(25)isooktoebedeeld
aanhetNatura2000landschapHogerezandgron-
den.
HetNatura2000landschapBeekdalenomvat2�
gebiedenvanzeeruiteenlopendkarakter.Belangrijkste
overeenkomstinaldezegebiedenisdetoestroomvan
grondwateren/of...
�04
den.Hetgaatomhetpaapje(A275)enverder
kemphaan(A�5�),watersnip(A�5�)engrauwe
klauwier(A��8).Voordeaangewezenniet-
broedvogelsoortenzijndebeekdalenvanrelatief
geringebetekenis.
Kernopgaven
VoorhetNatura2000landschapzijnachtkernop-
gavengeformuleerd,opgavenm.b.t.debeeklo-
penendebeekdalflanken.
Dekernopgave5.0�waterplantengerichtopver-
beteringvandewaterkwaliteitenhydrodynamiek
vandebeken,o.a.tenbehoevevandrijvende
waterweegbree(H�8��),isoverigensalleen
toegepastvoorgebiedendietoegedeeldzijnaan
hetNatura2000landschapHogerezandgronden.
Dekernopgave5.02herstelbeeklopen,eenop-
gaveoplandschapsschaal,istoebedeeldaanhet
DrentscheAa-gebied(25),Springendal&Dalvan
deMosbeek(45),Dinkelland(49),Swalmdal(�48)
enRoerdal(�50).Realiseringvandezekernop-
gaveisvanbetekenisvoorderealiseringvande
kernopgaven5.0�kalkmoerassenentrilvenen,
5.06beekdalflankenen5.07vochtigealluviale
bossen.VoorhetDrentscheAa-gebied(25)en
Dinkelland(49)isditeenzwareopgave.
Dekernopgaven5.0�kalkmoerassenentrilvenen,
5.05schraalgraslandenen5.06beekdalflanken
zijninhetbijzondervanbelangvoorhetbereiken
vaneenmeergunstigestaatvaninstandhou-
dingvandehabitattypenheischralegraslanden
(*H62�0),blauwgraslanden(H64�0),overgangs-
entrilvenen(trilvenen)(H7�40_A)enkalkmoeras-
sen(H72�0).Deopgaveisvooralomdevoorko-
mensvandehabitattypenrobuustertemakenen
zodaniginhetlandschaptepositionerendatze
schommelingenindewaterhuishoudingkunnen
opvangen.VoordegebiedenElperstroomge-
bied(28),Lemselermaten(48),Binnenveld(65),
LandgoederenBrummen(58),GrootZandbrink
(80)isvoordekernopgaven5.0�kalkmoerassen
entrilvenenen5.05schraalgraslandeneensense
ofurgencymetbetrekkingtotdewatercondities
geformuleerd.
Tabel5.6.�en5.6.2geveneencompleetoverzicht
vankernopgavenentoedelingaangebiedenvoor
hetNatura2000landschapBeekdalen.
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
Vooreenaantalhabitattypendieafhankelijk
zijnvanvoedselarmeomstandighedenisvaak
eendoelvooruitbreidingvanoppervlakteen
verbeteringvankwaliteitgeformuleerd.Het
gaatomdehabitattypenheischralegraslanden
(*H62�0),blauwgraslanden(H64�0),overgangs-
entrilvenen(trilvenen)(H74�0_A)enkalkmoeras-
sen(H72�0).Dezehabitattypenverkerenallein
eenzeerongunstigestaatvaninstandhouding.
DaarbijkomtdatNederlandvoordezetypen
relatiefbelangrijkis.
Voordebeekbegeleidendebossen,eiken-haag-
beukenbossen(H9�60)envochtigealluviale
bossen(beekbegeleidende bossen)(*H9�E0_C)is
vaakverbeteringvankwaliteitaandeorde.Ver-
grotingvanoppervlakteismindervaakgekozen
omdatdeontwikkelingvanbosgemeenschappen
zeerlangzaamverloopt.
Stroomdalgraslanden(*H6�20)komenvoor
opdeoeverwallenvandegroterebeken,zoals
Dinkel,RoerenSwalm,inallegevallengeldt
hieroppervlakte-uitbreiding.Hethabitattype
vochtigeheiden(hogere zandgronden)(H40�0_A)
isinbeekdalenrelatiefgoedoporde,tochisin
demeestesituatiesgekozenvoorverbetering
kwaliteit.VoordesoortenvanbijlageIIvande
Habitatrichtlijnzijndedoelenvoorhetovergrote
deelintermenvanbehoudomvangkwaliteit
�5.VanOordt’sMersken;�6.WijnjeterperSchar;
25.DrentscheAa-gebied;28.Elperstroomgebied;
45.Springendal&DalvandeMosbeek;
.
�05
biotoop/leefgebiedvoorbehoudpopulatie
geformuleerd.Dedoelenvoordonkerpimpernel-
blauwtje(H�06�)enpimpernelblauwtje(H�059)
zijninallegebiedenintermenvanuitbreiding
populatiegeformuleerd.Voordekamsalamander
(H��66)isinongeveerdehelftvandegebieden
eendoelvooruitbreidingomvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedvooruitbreidingpopulatie
geformuleerd.
AlleenhetgebiedVanOordt’sMersken(�5)is
Vogelrichtlijngebied.Voorditgebiedisalsdoel
uitbreidingomvangen/ofkwaliteitleefgebied
voorpaapje(A275)enkemphaan(A�5�)geformu-
leerd,ookzijnbehoudsdoelengeformuleerdvoor
grasetendetrekvogels.Voordesoortengrauwe
klauwier(A��8),paapje(A275)enwatersnip
(A�5�)zijn,gezienhunstaatvaninstandhouding
oplandelijkniveau,tevenscomplementairedoe-
lentoegevoegdaanDrentscheAa-gebied(25).
AanhetElperstroomgebied(29)iseendoel
voordegrauweklauwier(A��8)toegevoegd.
Hetbetreftbehoudsdoelstellingen,gebaseerd
opdehuidigeaantallen.
47.AchterdeVoort,Agelerbroek&Voltherbroek;
8.Lemselermaten;49.Dinkelland;52.Boddenbroek;
58.LandgoederenBrummen;60.Stelkampsveldetcetera.
�06
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid:
Verbeteringwaterkwaliteitenmorfodynamiek,inclusieftoestroom
vangrondwater,t.b.v.bekenenriviertjesmetwaterplanten(water-
ranonkels)H�260_A��ensoortenalsdrijvendewaterweegbree
H�8��.
Herstelbeeklopenmetnatuurlijkemorfologie,dynamieken
waterkwaliteit,oplandschapsschaal,o.a.t.b.v.gaffellibelH�0�7,
beekprikH�096,rivierprikH�099,rivierdonderpadH��6�met
name:Drentsche Aa, Swalm, Dinkel en Roer.
HerstelkwaliteitenuitbreidingareaalvankalkmoerassenH72�0
enovergangs-entrilvenen(trilvenen)H7�40_A,inmozaïekmet
schraalgraslanden.
Vergrotingenverbeteringkwaliteitleefgebiedpimpernelblauwtje
H�059endonkerpimpernelblauwtjeH�06�.
Grootinternationaalbelangvoordrijvendewaterweegbree
vanwegecentraleliggingengrootaandeelvandetotalepopulatie.
Nationaalbelangenkelebijzonderewaterplanten.
Alleen toegepast bij Hogere zandgronden niet bij Beekdalen
Internationaalvanbelangvanwegehettypelaaglandbeekin
Atlantischeregiodoorcentraleliggingengrootaandeel.
Nationaalvanbelangvanwegebedreigdefaunazoalsvissenen
libellenenkokerjuffers.
Internationaalbelangvoorovergangs-entrilvenen(trilvenen)in
deAtlantischeregiovanwegecentraleliggingenrelatiefgroot
oppervlak.
Opnationaalniveauvanbelangvoorveelbijzonderesoortenen
inpotentievoorgeelschorpioenmos.Huidigoppervlakvanbeide
habitattypenisklein.
Internationaalbelangdoorcentraleliggingengrootaandeelin
Atlantischeregio.
Nationaalbelangkomtalleeninbeekdallandschapvoor.
Pimpernelblauwtjekomtinslechtsééngebiedenhetdonker
pimpernelblauwtjekomtinslechtstweegebiedenvoor.
Tabel5.6.�.KernopgavenNatura2000landschapBeekdalen
Waarom:
Samenhangvanhetnetwerkmetnamevanwegefauna;duurzaam
makentenbehoevevantotalebiodiversiteit.Versnipperingisdoor
devormvandegebieden(groterandlengten)groot.
Compleetheidvanlevensgemeenschappenenbiodiversiteit.
VersterkenvandefunctionelesamenhangvandeNatura2000gebiedenmethunomgeving
tenbehoevevanduurzameinstandhoudingentervergrotingvandealgemenebiodiversiteit.
Onderanderedoorherstelnatuurlijkewaterstromenen–standen,zowelgrondwaterals
oppervlaktewatervangoedekwaliteit,enoptermijnherstelvanoverstromingsdynamiek.
BinnendeNatura2000gebiedenherstelvangradiëntenenmozaïekenvanverschillende
onderdelenmetnamet.b.v.kalkmoerassen,blauwgraslandenenvochtigealluvialebossen.
5.01 Waterplanten
5.02 Herstel beeklopen
5.03 Kalkmoerassen en
trilvenen
5.04 Leefgebied pimper-
nelblauwtjes
Typering: Kernopgave: Waarom:
�� Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
Kernopgaven per hoofdtype:
Hoofdtype: Beekdalgraslanden en veenvormende vegetaties
Hoofdtype: Beeklopen
�07
Herstelkwaliteitenuitbreidingareaalvanheischralegraslanden
*H62�0enblauwgraslandenH64�0.
Ontwikkelenvankleinschaligemozaïekenvanheischralegraslan-
den*H62�0enblauwgraslandenH64�0metanderebeekdalgras-
landenenmetvochtigeheiden(hogere zandgronden)H40�0_A
opdebeekdalflanktb.v.herpetofaunaeninsekten.
Herstelkwaliteitenvergrotingareaalvochtigealluvialebossen
(essen-iepenbossen)*H9�E0_Ben(beekbegeleidende bossen)
*H9�E0_CenbehoudleefgebiedzeggekorfslakH�0�6.
Vergrotingareaal,behoudvegetatiestructuurenherstelkwaliteit
envergrotingareaaleiken-haagbeukenbossen(hogere zandgron-
den)H9�60_A.
Heischralegraslandenprioritair.Internationaalbelangvoor
blauwgraslandbinnenAtlantischeregiovanwegecentraleligging
éngrootaandeel.
Vannationaalbelangvoorbedreigdefloraenfauna.
Heischralegraslandenprioritair.Internationaalbelangvoor
blauwgraslandbinnenAtlantischeregiovanwegecentraleligging
éngrootaandeel.
Vannationaalbelangvoormetnamebedreigdefaunadieaf-
hankelijkisvanmozaïeken,zoalshetpaapje,degrauweklauwier
enveelinsecten.
Vochtigealluvialebossenprioritair.
Hetsubtypebeekbegeleidendebossenkomtversnipperdvooren
isoveralbedreigdindeAtlantischeregio.
Hetsubtypeessen-iepenbossenisinternationaalennationaal
uiterstzeldzaam;hakhoutvormenzijnuniekvooronslanden
internationaalvangrootbelangvoorzeldzameenbedreigde
soorten(o.a.mossen).
HetsubtypebeekbegeleidendebossenisbinnenNederlandvan
grootbelangvoorzeldzameenbedreigdesoorten.
InternationaalbelangbinnenAtlantischeregiovanwegecentrale
liggingengrootaandeel.
Nationaalbelangvoorbedreigdeplanten.
5.05 Schraalgraslanden
5.06 Beekdalflanken
5.07 Vochtige alluviale
bossen
5.08 Eiken-haagbeuken-
bossen
Hoofdtype: Bossen in beekdalen
Tabel5.6.�.KernopgavenNatura2000landschapBeekdalen(vervolg)
�08
27.Drents-FrieseWold&Leggelderveld(w);57.Veluwe(w);��5.Kempenland–West(w);
��6.Leenderbos;GrooteHeide&DePlateaux(w);�49.Meinweg(w).
25.DrentscheAa-gebied(w);45.Springendal&DalvandeMosbeek(w);49.Dinkelland(w);
�48.Swalmdal(w);�50.Roerdal(w).
25.DrentscheAa-gebied(w);28.Elperstroomgebied( ,w);45.Springendal&Dalvande
Mosbeek(w);48.Lemselermaten( ,w);52.Boddenbroek(w);60.Stelkampsveld(w);
65.Binnenveld( ,w);��0.Langstraat(w).
��2.VlijmensVen,Moerputten&BosscheBroek;�50.Roerdal.
�6.WijnjeterperSchar(w);58.LandgoederenBrummen( ,w);65.Binnenveld( ,w);69.
Bruuk(w);80.GrootZandbrink( ,w);��2.VlijmensVen,Moerputten&BosscheBroek(w).
�5.VanOordt’sMersken(w);�6.WijnjeterperSchar( , ,w);25.Drentsche
Aa-gebied( ,w);28.Elperstroomgebied(w);45.Springendal&DalvandeMosbeek(w);
48.Lemselermaten(w);49.Dinkelland(w);60.Stelkampsveld(w).
2�.Lieftinghsbroek(w);25.DrentscheAa-gebied(w);45.Springendal&Dalvande
Mosbeek(w);47.AchterdeVoort,Agelerbroek&Voltherbroek;48.Lemselermaten(w);
49.Dinkelland(w);50.LandgoederenOldenzaal(w);60.Stelkampsveld(w);6�.Bekendelle(w);
�29.UlvenhoutseBos( ,w);���.LoonseenDrunenseDuinen&Leemkuilen;
��7.StrabrechtseHeide&Beuven(w);�42.SintJansberg(w);�47.Leudal(w);
�48.Swalmdal(w);�49.Meinweg(w);�50.Roerdal(w).
47.AchterdeVoort,Agelerbroek&Voltherbroek(w);49.Dinkelland(w);6�.Bekendelle(w);
�29.UlvenhoutseBos(w).
5.01 Waterplanten
5.02 Herstel beeklopen
5.03 Kalkmoerassen en trilvenen
5.04 Leefgebied pimpernelblauwtje
5.05 Schraalgraslanden
5.06 Beekdalflanken
5.07 Vochtige alluviale bossen
5.08 Eiken-haagbeukenbossen
Hoofdtype: Beeklopen
Hoofdtype: Beekdalgraslanden en veenvormende vegetaties
Hoofdtype: Bossen in beekdalen
Tabel5.6.2.KernopgavenBeekdalen:toedelingaangebieden
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
�09
��0
Figuur5.7.�.Natura2000landschapHogerezandgronden
���
Namen van gebieden Aantal: 36
�7.BakkeveenseDuinen;2�.Lieftinghsbroek;
22.Norgerholt;25.DrentscheAa-gebied;26.Drou-
wenerzand;27.Drents-FrieseWold&Leggelder-
veld;29.Havelte-Oost;�0.Dwingelderveld;
��.Mantingerbos;�2.Mantingerzand;�9.Vecht-
enBeneden-Reggegebied;4�.Boetelerveld;42.
SallandseHeuvelrug;44.Borkeld;46.Bergvennen&
BrecklenkampseVeld;50.LandgoederenOldenzaal;
5�.Lonnekermeer;5�.Buurserzand&Haaksber-
gerveen;57.Veluwe;59.Teeselinkven;62.Wil-
linksWeust;�28.BrabantseWal;���.Loonseen
DrunenseDuinen&Leemkuilen;���.Kampina&
OisterwijkseVennen;��4.RegteHeide&RielsLaag;
��5.Kempenland-West;��6.Leenderbos,Groote
Heide&DePlateaux;��7.StrabrechtseHeide&
Beuven;��8.Weerter-enBudelerbergen&Ringsel-
ven;�42.SintJansberg;�44.Boschhuizerbergen;
�45.Maasduinen;�46.SarsvenenDeBanen;�49.
Meinweg;�5�.AbdijLillbosch&voormaligKlooster
Mariahoopen�55.Brunssummerheide.
5.7 Natura 2000 landschap Hogere
zandgronden
Inleiding
HetNatura2000landschapHogerezandgronden
omvat�6gebieden�4.VooralgelegeninDren-
the,Overijssel,Noord-BrabantenLimburg.Het
grootsteNatura2000gebiedinditlandschap
isdeVeluwe(57).Ininternationaalopzichtzijn
metnamedezandverstuivingenenloofbos-
sendieinditlandschapvoorkomenvangroot
belang.EengrootaantalgebiedenvanhetNatura
2000landschapHogerezandgrondenisrelatief
kleinengelegenineenagrarischcultuurland-
schap.Hetmeestzuidelijkegebiedvande
HogerezandgrondenisBrunsummerheide(�55).
Vanwegedeaanwezigehabitattypenwordtdit
gebiedtotdeHogerezandgrondengerekenden
niettotHeuvelland.HetgebiedAbdijLilbosch&
voormaligKloosterMariahoop(�5�)omvateen
aantalgebouwendiezijnaangemeldvanwege
deaanwezigezomerbiotopenvandeingekorven
vleermuis(H��2�).Figuur5.7.�.geefteenbeeld
vandeliggingvandegebieden.
Habitattypen en soorten
Relatiefbelangrijkehabitattypeninditlandschap
zijnstuifzandheidenmetstruikhei(H2��0),bin-
nenlandsekraaiheibegroeiingen(H2�20)enzand-
verstuivingen(H2��0),zwakgebufferdevennen
(H���0),vochtigeheiden(H40�0),heischralegras-
landen(*H62�0)enblauwgraslanden(H64�0).
Debelangrijkstevoorkomensvandesoortdrij-
vendewaterweegbree(H�8��)liggenbinnendit
landschap.Hetvliegendhert(H�08�)komtvoor
ineenaantalgebiedenopdeVeluwe(57)enSint
Jansberg(�42).
DegebiedenvandeHogerezandgrondenzijnvan
grootbelangvoorsoortenalskamsalamander
(H��66)enbeekprik(H�096).
HetNatura2000landschapHogerezandgronden
omvat�6gebieden.VooralgelegeninDrenthe,
Overijssel,Noord-BrabantenLimburg.
.
�4 HetDrentscheAa-gebied(25)isooktoebedeeld
aanhetNatura2000landschapBeekdalen.Het
Vecht-enBeneden-Reggegebied(�9)isooktoe-
bedeeldaanhetNatura200landschapRivieren-
gebied.HetgebiedBuurserzand&Haaksberger-
veen(5�)isooktoebedeeldaanhetNatura2000
landschapHoogvenen.
��2
VoordebroedvogelsishetNatura2000land-
schapHogerezandgrondenvooralvangrotebe-
tekenisvoorsoortenvanzandigetot(hei)schrale
biotopen,aldannietopdeovergangnaaropen
bossen.Hetgaatomsoortenalskorhoen(A�07),
draaihals(A2��),nachtzwaluw(A224),boomleeu-
werik(A246),duinpieper(A255),roodborsttapuit
(A276),tapuit(A277)engrauweklauwier(A��8).
Dehogerezandgrondenzijnookvoorbosvogels
alswespendief(A072)enzwartespecht(A2�6)
vanbelang.Degeoordefuut(A008)endodaars
(A004)broedeninheidevennen.
Voordeaangewezenniet-broedvogelsoorten
isditlandschapvanbeperktebetekenis,met
uitzonderingvanenkelegebiedendieslaap-of
pleisterplaatsenherbergenvanzwanen,ganzen
ofkraanvogels(A�27)(Dwingelderveld(�0),Kam-
pina&OisterwijkseVennen(���),Strabrechtse
Heide&Beuven(��7)).
Kernopgaven
VoorhetNatura2000landschapHogerezand-
grondenzijn�5kernopgavengeformuleerd.
Kernopgavenvoornatteheiden,vennenen
veentjes,voordrogeheidenmetkleinestuifzan-
den,voorstuifzandlandschappenenvoordroge
bossen.
Dekernopgaven6.05natteheidenen6.06schrale
graslandenzijngerichtopkwaliteitsverbetering
enwaarmogelijkoppervlakte-uitbreidingvande
volgendehabitattypen:vochtigeheiden(H40�0),
pioniervegetatiesmetsnavelbiezen(H7�50),hei-
schralegraslanden(*H62�0)enblauwgraslanden
(H64�0).Voordelaatstetweehabitattypenisbij
detoedelingaangebiedennadrukkelijkgekeken
waarzichdemeestkansrijkesituatiesvoordoen
(schraleleemhoudendezandgronden).
Dekernopgaven6.08structuurrijkedrogeheide,
6.09internverbindenen6.�2stuifzandlandschap-
penzijn,naasthetverbeterenvandestaatvan
instandhoudingvandebetreffendehabitattypen,
nadrukkelijkookgerichtophetverbeterenvande
kwaliteitvandeleefgebiedenvaneenaantalsterk
onderdrukstaandebroedvogelsoorten.Voorhet
habitattypezandverstuivingen(H2��0),waarNe-
derlandininternationaalopzichtbelangrijkvoor
is,isnaastkwaliteitsverbeteringookoppervlakte-
uitbreidinghetdoel.
Kernopgave6.�0korhoenisvooralsnogalleen
toegekendaandeSallandseHeuvelrug(42).De
kernopgave6.07eiken-haagbeukenbosisalleen
toebedeeldaanLandgoederenOldenzaal(50)en
WillinksWeust(62).
Dekernopgaven6.07eiken-haagbeukenbossen,
6.��oudeeikenbossen,6.�4beuken-eikenbos-
senmethulsten5.07vochtigealluvialebossen
scoreninallesituatiesgroen(=goed)voorde
huidigesituatieengroen(=makkelijk)voorde
zwaartevandeopgave.Uitzonderinghieropzijn
degebiedenLieftinghsbroek(2�)enSintJansberg
(�42)voorvochtigealluvialebossen(*H9�E0).
Dekernopgave6.0�zurevennenistoebedeeld
aanzesgebieden.Overaliszoweldescorevoor
dehuidigesituatiealsvoordezwaartevande
opgavegroen.Deinschattingisdatdezwaarte
vandeopgavevoorMaasduinen(�45)groteris
(gemiddeld).
Realiseringvandekernopgave6.��jeneverbes-
struwelenisafhankelijkvandematewaarinop
debestaandelocatiesverjongingoptreedt.De
�7.BakkeveenseDuinen;2�.Lieftinghsbroek;22.Norger-
holt;25.DrentscheAa-gebied;26.Drouwenerzand;
27.Drents-FrieseWold&Leggelderveld;
���
kernopgaveisaandemeestkansrijkegebieden
toebedeeld.
Inhetlandschaphogerezandgrondenisvooreen
beperktaantalgebiedeneenbeheeropgave
geformuleerd.Hetbetreftkernopgave6.06voor
schralegraslandeninhetgebiedHalvelte-Oost
(29)énvoordekernopgave6.�0korhoenvoorde
SallandseHeuvelrug(42).Alleenvoorhetgebied
BrabantseWal(�28)iseensenseofurgencymet
betrekkingtotdewaterconditiesgeformuleerd
tenaanzienvandekernopgave6.0�zeerzwak
gebufferdevennen.
Tabel5.7.�en5.7.2geveneencompleetoverzicht
vankernopgavenentoedelingaangebiedenvoor
hetNatura2000landschapHogerezandgronden.
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
Geziendeverschilleninoppervlaktevandegebie-
denishetlogischdatderelatiefgrootstebijdrage
voorbepaaldehabitattypenuitdegrootstege-
biedenkomt:Drents-FrieseWold&Leggelderveld
(27),SallandseHeuvelrug(42)enVeluwe(57).Dit
laatonverletdatdebelangrijkstebijdragevoor
bepaaldehabitattypenofsoortengrotendeelsuit
eenvandekleineregebiedenkomt.Zoishetzo-
merbiotoopvandeingekorvenvleermuis(H��2�)
beperkttotééngebiedenishetLieftinghsbroek
(2�)relatiefbelangrijkvoorbeuken-eikenbossen
methulst(H9�20).
Vooreenaantalhabitattypenensoortengeldt
datrelatiefveelgebiedeneenbijdrageleveren
aanhetlandelijkdoel.Dithangtmedesamenmet
hetrelatiefkleineoppervlaktewaarinsommige
habitattypenbinnendegebiedenvoorkomen.Zo
levertdriekwartvandegebiedeneenbijdrage
voorderealiseringvanhetlandelijkdoelvoor
vochtigeheiden.Indemeestesituatiesisvoor
hetdoelbehoudvanoppervlaktegeformuleerd,
omdatuitbreidingvanhetareaalnietmogelijkis.
Drijvendewaterweegbree(H�8��)enkamsala-
mander(H��66)komeninongeveereenderde
vandegebiedenvoor.Drijvendewaterweegbree
(H�8��)metnameinhetzuidenvanhetland.
Voorjeneverbesstruwelen(H5��0)wordtvrijwel
overalbehoudoppervlakteenverbeteringkwali-
teitbeoogd.
BijdeHogerezandgrondenzijndedoelenvoor
broedvogelssterkuiteenlopend.Soortenvan
heideveldendiehetgoeddoenenwaarvoor
behoudleefgebiedvoorbehoudpopulatiegeldt
zijnnachtzwaluw(A224),boomleeuwerik(A246)
enroodborsttapuit(A276).Bijeentweedegroep
heidevogels,enwelmetnamedesoortenvan
meeropenenzandigeheide(draaihals(A2��),
duinpieper(A255)entapuit(A277)enzeer
gevarieerdeheideterreinen(korhoen(A�07))
staanleefgebiedenpopulatiesterkonderdruk
enishersteldeopgave(zieookparagraaf6.�).
Deopheidevennenbroedendedodaars(A004)
engeoordefuut(A008)doenhetgoed,derhalve
zijndoelenintermenvanbehoudleefgebied
voorbehoudpopulatietoegekend.Alleenvoor
BrabantseWal(�28)isverbeteringvanleefgebied
toegekend.Voorhetpaapje(A275),eenbroedvo-
gelvanvochtigeheidenenbloemrijkegraslan-
den,ligtdesituatieanders.Geziendestaatvan
instandhouding,zijndedoelenhierintermen
vanuitbreidingoppervlakteen/ofverbetering
kwaliteitleefgebiedgeformuleerd.
Voordeniet-broedvogelszijnalleendoelenin
termenvanbehoudgeformuleerd.
29.Havelte-Oost;�0.Dwingelderveld;��.Mantingerbos;
�2.Mantingerzand;�9.Vecht-enBeneden-Reggegebied;
4�.Boetelerveld;42.SallandseHeuvelrug;etcetera.
��4
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid:
Herstelenduurzaambehoudvangrotezeerzwakgebufferde
vennenH���0�5ingroteopenheidevelden.
Kwaliteitsverbetering(ooklateresuccessiestadia)vanzwakgebuf-
ferdevennenH���0medealshabitatvoorgevlektewitsnuitlibel
H�042engeoordefuutA008.
KwaliteitsverbeteringvanzurevennenH��60.
Kwaliteitsverbeteringvanactievehoogvenen(heideveentjes)
*H7��0_Binheideterreinenenbossen.
Kwaliteitsverbeteringenvergrotingoppervlaktevochtigeheiden
H40�0enpioniervegetatiesmetsnavelbiezenH7�50enactieve
hoogvenen(heideveentjes)*H7��0_B.
Dittype(opzand)vaninternationaalbelanginAtlantischeregio,
relatiefkleintotaalEuropeesoppervlakte,Nederlandhiervangroot
aandeel.KomtnauwelijksvoorinBelgiëenDuitsland.
Vannationaalbelangvoorenkelesterkbedreigdeplanten.
InternationaalbelangvoorAtlantischeregio,vanwegegrootaan-
deel;grensgebiedtussenAtlantischeenContinentalesoorten.
Vannationaalbelangvoorsterkbedreigdefaunaenflora.
Vannationaalbelangvanwegevoorkomenvanenkelebedreigde
planten,zoalsdrijvendeegelskop.
Actievehoogvenen(heideveentjes)prioritair.
Internationaalgaatoppervlakteachteruit,aandeelNederland
relatiefklein.
Nationaalvanbelangvoorzeldzameenbedreigdefloraenfauna.
Actievehoogvenen(heideveentjes)prioritair.
Internationaalbelangvoorvochtigeheidenvanwegecentrale
liggingéngrootaandeel.
Vannationaalbelangvoorbedreigdesoorten,zoalspaapjeen
grauweklauwier.
Tabel5.7.�.KernopgavenNatura2000landschapHogerezandgronden
Waarom:
Nederlandvanrelatiefzeergrootbelangvooronderanderezand-
verstuivingenenstuifzandheidenmetstruikhei.
Functioneleenruimtelijkesamenhangvanhetnetwerknodigmet
namevoorduurzameinstandhoudingvanfaunaenherstel
algemenebiodiversiteit.
Vergrotenvaninternesamenhangvangebiedendoorherstelvanevenwichtigeverdelingvan
openengeslotenmetmeergeleidelijkeovergangenvanzandverstuivingen,heide,vennen,
graslandenenbos.Versterkenvanhetruimtelijknetwerkvanbos,heide-ofstuifzandgebieden,
waarbijtussenliggendegebiedengebruiktkunnenwordenalsstapstenen,metnamevoor
soortenalsreptielenenvlinders.Versterkenvanovergangenvandrogenaarnattegebieden,
zoalsbeekdalenenherstelvanvennenoplandschapsschaal.
6.01 Zeer zwakgebufferde
vennen
6.02 Zwak gebufferde
vennen
6.03 Zure vennen
6.04 Veentjes
6.05 Natte heiden
Typering: Kernopgave: Waarom:
�5 Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
Kernopgaven per hoofdtype:
Hoofdtype: Nat - Natte heiden
Hoofdtype: Nat - Vennen en veentjes
��5
Kwaliteitsverbeteringen(indienmogelijk)oppervlakteuitbreiding
heischralegraslanden*H62�0enblauwgraslandenH64�0inkans-
rijkesituaties(opschraleleemhoudendezandgronden).
Verbeterenkwaliteitenvoorzovermogelijkuitbreidingareaal
eiken-haagbeukenbossen(hogere zandgronden)H9�60_A(zieook
5.08).
VergrotingareaalstuifzandheidenmetstruikheiH2��0,binnen-
landsekraaiheibegroeiingenH2�20,drogeheidenH40�0en
zandverstuivingenH2��0énverbeterenvandekwaliteitdoorver-
grotingvandevariatieinstructuurenontwikkelingvangeleide-
lijkeovergangenmetbos,medet.b.v.vogelsoortenalsduinpieper
A255,korhoenA�07,nachtzwaluwA224,draaihalsA2��entapuit
A277.
Verbindenheide-enstuifzandencomplexenmetoogopfauna.
HerstelgevarieerdleefgebiedvoordekorhoenA�07metrijk
gestructureerdeheiden,voldoenderustengeschiktefoerageer-
gebiedenbuitendeheidevelden.
Behoudareaalenkwaliteitsverbeteringjeneverbesstruwelen
H5��0,verjongingstimuleren.
VergrotingareaalgevarieerdezandverstuivingenH2��0metover-
gangennaardrogeheidenenopenbossen:Veluwe(57),Loonse
enDrunenseDuinen&Leemkuilen(���),Drents-FrieseWold&
Leggelderveld(27).MedealsleefgebiedvandedraaihalsA2��,
tapuitA277,duinpieperA255ennachtzwaluwA224.
Heischralegraslandenprioritair.
Internationaalbelangvoorblauwgraslandenenheischrale
graslandenbinnenAtlantischeregiovanwegecentraleliggingén
grootaandeel.
Vannationaalbelangvoorbedreigdefloraenfauna.
InternationaalbelangbinnenAtlantischeregiovanwegecentrale
liggingengrootaandeel.
Nationaalbelangvoorbedreigdeplanten.
Internationaalbelangvoorstuifzandheidenmetstruikheien
zandverstuivingendoorcentraleliggingengrootaandeel.
Vannationaalbelangvoorbedreigdefloraenfauna.
Vannationaalbelangvoorduurzaamheidéncompleetheidvan
heidelevensgemeenschap.
Internationaalvanbelangvoorbehoudsterkbedreigdelaagland-
populatiekorhoeninAtlantischeregio.
Nationaalvanbelangénkwaliteitsverbeteringvanbelangvoor
biodiversiteit.
Internationaalbelangvoorzandverstuivingendoorcentrale
liggingengrootaandeel.
Vannationaalbelangvoorbedreigdefloraenfauna.
Tabel5.7.�.KernopgavenNatura2000landschapHogerezandgronden(vervolg)
6.06 Schrale graslanden
6.07 Eiken-haagbeuken-
bossen
6.08 Structuurrijke droge
heiden
6.09 Intern verbinden
6.10 Korhoen
6.11 Jeneverbesstruwelen
6.12 Stuifzandlandschap-
pen
Hoofdtype: Droog – Stuifzandlandschappen
Hoofdtype: Nat – Eiken-haagbeukenbos
Hoofdtype: Droog – Droge heiden met kleine stuifzanden en jeneverbesstruwelen
��6
Behoudareaaloudeeikenbossen(H9�90,m.n.strubbebossen)en
verbeterenkwaliteit,ookalshabitatvoorvliegendhertH�08�.
Uitbreidentotsubstantiëleoppervlaktenbeuken-eikenbossenmet
hulstH9�20enverbeterenkwaliteit(o.a.boomsoortensamenstel-
lingenleeftijdsopbouwvanbomen).
BehoudkwaliteitzomerverblijveningekorvenvleermuisH��2�.
InternationaalbelangbinnenAtlantischeregiodoorcentrale
liggingengrootaandeel.
Nationaalvanbelangvoorbedreigdeflora.
Internationaalbelangvoordesub-Atlantischevormdoorcentrale
liggingenredelijkgrootaandeel.Metnameouderevormenvan
goedekwaliteitzijnzeldzaameninNederlandinenkelegebieden
aanwezig.
Vannationaalbelang.
Tabel5.7.�.KernopgavenNatura2000landschapHogerezandgronden(vervolg)
6.13 Oude eikenbossen
6.14 Beuken-eikenbossen
met hulst
6.15 Gebouwen zomer-
biotoop
Hoofdtype: Droog – Droge bossen
��7
46.Bergvennen&BrecklenkampseVeld(w);�28.BrabantseWal( ,w);���.Kampina&
OisterwijkseVennen(w);��7.StrabrechtseHeide&Beuven(w);�46.SarsvenenDeBanen(w).
46.Bergvennen&BrecklenkampseVeld(w);49.Dinkelland(w);5�.Lonnekermeer(w);
5�.Buurserzand&Haaksbergerveen(w);59.Teeselinkven(w);���.Kampina&Oisterwijkse
Vennen(w);��5.Kempenland–West(w);��6.Leenderbos,GrooteHeide&DePlateaux(w);
��8.Weerter-enBudelerbergen&Ringselven(w);�46.SarsvenenDeBanen(w).
27.Drents-FrieseWold&Leggelderveld(w);�0.Dwingelderveld(w);�9.VechtenBeneden-
Reggegebied(w);57Veluwe(w);���.Kampina&OisterwijkseVennen(w);��6.Leenderbos,
GrooteHeide&DePlateaux(w);�45.Maasduinen(w);�49.Meinweg(w).
27.Drents-FrieseWold&Leggelderveld(w);�0.Dwingelderveld(w);57.Veluwe(w);
�49.Meinweg(w);�55.Brunssummerheide(w).
25.DrentscheAa-gebied(w);27.Drents-FrieseWold&Leggelderveld(w);29.Havelte-Oost
(w);�0.Dwingelderveld(w);�2.Mantingerzand(w);�9.VechtenBeneden-Reggegebied(w);
4�.Boetelerveld(w);42.SallandseHeuvelrug(w);4�.WierdenseVeld(w);46.Bergvennen&
BrecklenkampseVeld(w);5�.Buurserzand&Haaksbergerveen(w);���.Kampina&Oister-
wijkseVennen(w);��4.RegteHeide&RielsLaag(w);��7.StrabrechtseHeide&Beuven(w);
�45.Maasduinen(w);�49.Meinweg(w);�55.Brunssummerheide(w).
29.Havelte-Oost( ,w);4�.Boetelerveld(w);44.Borkeld(w);46.Bergvennen&Brecklen-
kampseVeld(w);5�.Lonnekermeer(w);62.WillinksWeust(w);���.Kampina&Oisterwijkse
Vennen(w).
50.LandgoederenOldenzaal(w);62.WillinksWeust(w).
6.01 Zeer zwak gebufferde vennen
6.02 Zwak gebufferde vennen
6.03 Zure vennen
6.04 Veentjes
6.05 Natte heiden
6.06 Schrale graslanden
6.07 Eiken-haagbeukenbossen
Hoofdtype: Nat - Vennen en veentjes
Hoofdtype: Nat - Natte heiden
Hoofdtype: Nat - Eiken-haagbeukenbossen
Tabel5.7.2KernopgavenHogerezandgronden:toedelingaangebieden
��8
�7.BakkeveenseDuinen;25.DrentscheAa-gebied;26.Drouwenerzand;27.Drents-FrieseWold
&Leggelderveld;29.Havelte-Oost;�2.Mantingerzand;�9.VechtenBeneden-Reggegebied;
42.SallandseHeuvelrug;44.Borkeld;5�.Buurserzand&Haaksbergerveen;57.Veluwe;�28.
BrabantseWal;��4.RegteHeide&RielsLaag;��6.Leenderbos,GrooteHeide&DePlateaux;
��7.StrabrechtseHeide&Beuven;��8.Weerter-enBudelerbergen&Ringselven;�45.Maas-
duinen;�49.Meinweg;�55.Brunssummerheide.
57.Veluwe;�28.BrabantseWal;��5.Kempenland–West:�45.Maasduinen.
42.SallandseHeuvelrug( ).
26.Drouwenerzand;�0.Dwingelderveld;�2.Mantingerzand;�9.VechtenBeneden-Regge-
gebied;42.SallandseHeuvelrug;44.Borkeld;62.WillinksWeust;�44.Boschhuizerbergen.
27.Drents-FrieseWold&Leggelderveld;57.Veluwe;���.LoonseenDrunenseDuinen&
Leemkuilen.
25.DrentscheAa-gebied;57.Veluwe;�42.SintJansberg.
2�.Lieftinghsbroek;22.Norgerholt;��.Mantingerbos.
�5�.AbdijLilboschenvoormaligKloosterMariahoop.
6.08 Structuurrijke droge heiden
6.09 Intern verbinden
6.10 Korhoen
6.11 Jeneverbesstruwelen
6.12 Stuifzandlandschappen
6.13 Oude eikenbossen
6.14 Beuken-eikenbossen met hulst
6.15 Gebouwen zomerbiotoop
Hoofdtype: Droog - Droge heiden
Hoofdtype: Droog - Stuifzandlandschappen
Tabel5.7.2KernopgavenHogerezandgronden:toedelingaangebieden(vervolg)
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
��9
�20
Figuur5.8.�.Natura2000landschapHoogvenen
�2�
Namen van gebieden: Aantal: 12
Resten hoogveenlandschap:
2�.Fochteloërveen;24.Witterveld;��.Bargerveen;
40.Engbertsdijksvenen;4�.WierdenseVeld;
��9.DeurnschePeel&Mariapeelen�40.GrootePeel.
Komvenen in dekzandlandschap:
5�.Buurserzand&Haaksbergerveen;54.WitteVeen;
55.Aamsveen;6�.Korenburgerveenen64.Wooldse
Veen.
5.8 Natura 2000 landschap Hoogvenen
Inleiding
HetNatura2000landschapHoogvenenomvat�2
gebieden�6.Zevengebiedendaarvanworden
gerekendtotderestenvanhoogveenlandschap.
Deanderevijf,diealseenparelsnoerlangsde
grensmetDuitslandliggen,zijnkomvenenin
dekzandlandschap.Voorallehoogvenengeldt
datzezeerafhankelijkzijnvaneengoede
hydrologischesituatie,zowelindekernvanhet
gebiedalsindeovergangszones.Hethoogveen
inNederlandislenshoogveen.Dittypeisinde
laatsteeeuwenenormachteruitgegaan.Neder-
landisinternationaalgezienvangrootbelang
omdatvandittypenogrelatiefveelrestantenin
Nederlandvoorkomen.
Figuur5.8.�geefteenoverzichtvandeligging
vandegebieden.
Habitattypen en soorten
Belangrijkehabitattypendieinditlandschap
voorkomenzijn:indekernenvandegebie-
denactiefhoogveen(hoogveenlandschap)
(*H7��0_A)enherstellendehoogvenen(H7�20).
Inderandenzonesvandegebiedenhoogveen-
bossen(*H9�D0),vochtigeheiden(hogere
zandgronden)(H40�0_A)enzurevennen(H��60).
Inderandzonesvandehoogvenenopdeover-
gangennaardezandgrondenkomtdekam-
salamander(H��66)voor.Dezerandzoneszijn
verdervooralvanbelangvoorvogelsoorten,zoals
grauweklauwier(A��8).
Dehoogvenenendebijbehorendelagg-zones
hebbengrotebetekenisalsbroedgebiedvoor
vogelsoortenvanrelatiefvoedselarmewateren
enopenvochtigebiotopenzoalsgeoordefuut
(A008),porseleinhoen(A��9),watersnip(A�5�),
paapje(A275)engrauweklauwier(A��8).
Dehoogvenenzijnvoorniet-broedvogelsvooral
vanbelangalsslaapplaatsenvoortaiga-entoen
HetNatura2000landschapHoogveenomvat�2
gebieden.Zevengebiedendaarvanwordengerekend
totderestenvanhoogveenlandschap.
�6 HetgebiedBuurserzand&Haaksbergerveen(5�)
isooktoebedeeldaanhetNatura2000landschap
Hogerezandgronden.
�22
drarietganzen(beideA0�9)enalspleisterplaatsen
voorkraanvogels(A�27).
Kernopgaven
VoorhetNatura2000landschapHoogvenenzijn
zevenkernopgavengeformuleerd,viervoorde
restenvanhethoogveenlandschap:degrote
venenendrievoordekomveneninhetdekzand-
landschap.
Dekernopgave7.04bovenveengraslandenis
specifiekvoorhetBargerveen(��).Hetbetreft
deinstandhoudingvanheischralegraslandenop
veen.
Aandemeestegroteveneniseencombinatievan
tweekernopgaventoegekend.Kernopgave7.02
initiërenhoogveenvormingincombinatiemet
kernopgave7.0�uitbreidingactievekernofin
combinatiemetkernopgave7.0�overgangszones
grotevenen.
AandeGrootePeel(�40)enWierdenseVeld(4�)
isalleenkernopgave7.02initiërenhoogveen-
vormingtoegekend.Dekernopgave7.0�uitbrei-
dingvandeactievekernhoogveenkomtslechts
voorbijdrievandezesrestenhoogveenland-
schap,ditzijnFochteloërveen(2�),Witterveld(24)
enBargerveen(��).Deopgaveomdittekunnen
realiserenbetreftmededeverdereontwikkeling
vanderandzones(kernopgave7.0�)vanhet
actievehoogveen.AanhetgebiedEngbertsdijkve-
nen(40)enDeurnschePeel&MariaPeel(��9)is
eveneenskernopgave7.0�overgangszonegrote
venentoegekend.Duurzameinstandhoudingvan
dehoogvenenisgeeneenvoudigeopgave.Maat-
regelenomeenmeergunstigewaterhuishouding
tebereikenzijnnodig.
Voordekernopgaveovergangszonesgrote
venen,7.0�isbijFochteloërveen(2�)eensense
ofurgencyvoorbeheertoegekend.Puntvan
aandachthierisdatbijvernattingvanhetgebied
geschiktleefgebiedhersteldmoetworden.
VoorhetBargerveeniseensenseofurgency(met
betrekkingtotwatercondities)toegekend.Met
hetvoorstelvoorherbegrenzingzoalsopge-
nomeninparagraaf6.�wordteendeelvande
waterproblematiekopgelost.Puntvanaandacht
voorditgebiedvormendeontwikkelingenop
Duitsgrondgebied.
Voortweekomhoogveneniseensenseof
urgencyinrelatiemetherstelvanwaterconcities
toegekend.HetbetrefthetgebiedBuurserzand
&Haaksbergerveen(5�)voorkernopgave7.05
herstelactiefhoogveenenhetKorenburgerveen
(6�)voordekernopgave7.07inbeddinginhet
landschap.
Tabel5.8.�en5.8.2geveneencompleetoverzicht
vankernopgavenentoedelingaangebiedenvoor
hetNatura2000landschapHoogvenen.
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
Voorhetlandschaphoogvenenzijndevolgende
gebiedsdoelengeformuleerd:
Voormetnamedeactievehoogvenen(hoogveen-
landschap)(*H7��0_A)isaltijdeenuitbreiding
vanzoweloppervlaktealskwaliteitaangegeven.
Voorherstellendehoogvenen(H7�20)isvoorde
gebiedenFochteloërveen(2�)enEngbertsdijks-
venen(40)uitbreidingvanoppervlaktegeformu-
leerd.Bijdithabitattypegeldtinallegebieden
verbeteringvandekwaliteit.
Nederlandisbelangrijkvoordehabitattypen
2�.Fochteloërveen;24.Witterveld;��.Bargerveen;
40.Engbertsdijksvenen;4�.WierdenseVeld;
��9.DeurnschePeel&Mariapeelen�40.GrootePeel;
�2�
blauwgraslanden(H64�0)enzurevennen
(H��60).Dedoelenvoordezehabitattypenzijn,
metuitzonderingvanhetgebiedWitteVeen(54),
geformuleerdintermenvanverbeteringkwaliteit.
Voordehabitattypenhoogveenbossen(*H9�D0),
vochtigeheiden(H40�0)endrogeheiden(H40�0)
isindemeestesituatiesgekozenvooreenbe-
houdsdoelstelling.
Voordekamsalamander(H��66)is,voornage-
noegallegebiedenwaardesoortvoorkomt,als
doelbehoudkwaliteitleefgebiedvoorbehoud
populatiegeformuleerd.
Bijdemeestebroedvogelsoortenwaarvoorhoog-
veengebiedenzijnaangemeldgeldtalsdoelstel-
lingbehoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatie(dodaars(A004),geoordefuut
(A008),roodborsttapuit(A276)).Grauweklau-
wier(A��8)(Bargerveen(��))enpaapje(A275)
(Fochteloërveen(2�)enBargerveen(��))hebben
echtergeziendehuidigestaatvaninstandhou-
dinguitbreidingomvangen/ofverbeteringleef-
gebiedvooruitbreidingpopulatienodig.Blauwe
kiekendief(A082)envelduil(A222)zijninmiddels
zozeldzaamgewordenindehoogveengebieden
datzelfseenbehoudsdoelstellingmogelijkniet
realistischis.Dekraanvogel(A�27)heeftzichpas
zeerrecentgevestigd,voordezebroedvogelzijn
vooralsnoggeeninstandhoudingsdoelengefor-
muleerd.Voordeniet-broedvogelszijndoelenin
termenvanbehoudgeformuleerd.
5�.Buurserzand&Haaksbergerveen;54.WitteVeen;
55.Aamsveen;6�.Korenburgerveenen64.Wooldse
Veen.
�24
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid:
Uitbreidingkernenvanactievehoogvenen(hoogveenlandschap)
*H7��0_A�7.
Opgangbrengenofcontinuerenvanhoogveenvorminginherstel-
lendehoogvenenH7�20inkansrijkesituaties,methetoogopont-
wikkelingvanactievehoogvenen(hoogveenlandschap)*H7��0_A
(waarnodiguitbreidingoppervlakteH7�20).
Instandhoudingvanhuidigerelictenalsbronpopulatiesfauna.
Herstelvangroteveengebiedenmetvoldoenderustonderandere
voordeniet-broedvogelkraanvogelA�27.
Ontwikkelingvanovergangszonesvanactievehoogvenen(hoog-
veenlandschap)*H7��0_Aincl.laggzones(meto.a.hoogveenbos-
sen*H9�D0,zurevennenH��60enporseleinhoenA��9,paapje
A275enwatersnipA�5�).
Behoudenwaarmogelijkherstelvanheischralegraslanden
*H62�0,ookvanbelangvoorpaapjeA275engrauweklauwier
A��8.
Actievehoogvenen(hoogveenlandschap)prioritair.
VoorhoogveenecosystemenisNederlandvanwegehetvoorkomen
vanlaaglandhoogveen(lenshoogveen)vanbelang(sub-Atlantisch
type).Internationaalbelangisgrootdoorenormeachteruitgang
vanhetlenshoogveen(meesterestantennoginNederland).
Nationaalvanbelangvoorzeldzameenbedreigdesoorten.
Actievehoogvenen(hoogveenlandschap)prioritair.
Nationaalvanbelangvoorzeldzameenbedreigdesoorten.
Groteroppervlaktemedenodigt.b.v.behoudénherstelvanactieve
kernen.NoodzakelijkevoorwaardevoorhabitattypeH7��0.
Actievehoogvenen(hoogveenlandschap)enhoogveenbossen
prioritair.
PotentieelvanbelanginAtlantischeregiovoorsterkbedreigde
soorten.
Ontwikkelingovergangszonesvannationaalbelangvoorbio-
diversiteit,o.a.porseleinhoen,encompleetheidlevensgemeenschap.
Heischralegraslandenprioritair.
Vannationaalbelang,heischraalgraslandopveenkomtalleen
voorinBargerveen.
Tabel5.8.�:KernopgavenNatura2000landschapHoogvenen
Waarom:
Samenhangtussengebiedennoodzakelijkvoorvoortbestaanvan
aanhoogvenengebondensoorten.
Dooringrepeninhetverledenstaatduurzameinstandhouding
onderdruk.
Voorherstelenkwaliteitsverbeteringvanderestenhoogveenlandschapiseenessentiële
randvoorwaardedatdehydrologie(zowelinternalsextern)opordekomt.
Vormingvanfunctionerendehoogvenendoorkwaliteitsverbeteringhoogveenrestenenherstel
randzonesénvergrotingvandeinterneenexternesamenhangtenbehoevevanfauna.
HerstelketenvankomvenenlangsdeDuitsegrens.
7.01 Uitbreiding actieve
kern
7.02 Initiëren hoogveen-
vorming
7.03 Overgangszones
grote venen
7. 04 Bovenveengras-
landen
Typering: Kernopgave: Waarom:
�7 Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
Kernopgaven per hoofdtype:
Hoofdtype: Resten hoogveenlandschap: de grote venen (incl. meerstallen)
�25
VerbeteringkwaliteitherstellendehoogvenenH7�20methetoog
opontwikkelingvanactievehoogvenen(hoogveenlandschap)
*H7��0_A.
HerstelvanrandzonesvanherstellendehoogvenenH7�20meto.a.
hoogveenbossen*H9�D0,zurevennenH��60,galigaanmoerassen
*H72�0.
Herstelovergangennaarbeekdalenenhogerezandgronden.Aan-
sluitingbijvochtigeheidenH40�0,heischralegraslanden*H62�0,
hoogveenbossen*H9�D0,galigaanmoerassen*H72�0,blauwgras-
landenH64�0.
Actievehoogvenenprioritair.
Internationaalbelangisgrootvanwegeenormeachteruitgang
oppervlakte.KomvenenkomenverderalleenvoorinDuitslanden
Denemarken.
Nationaalvanbelangvoorzeldzameenbedreigdesoorten.
Grensoverschrijdendeopgave.
Hoogveenbossenengaligaanmoerassenprioritair.
PotentieelvanbelanginAtlantischeregiovoorsterkbedreigde
soorten.
Ontwikkelingovergangszonesvannationaalbelangvoorbio-
diversiteitencompleetheidlevensgemeenschap.
Hoogveenbossen,galigaanmoerassenenheischralegraslanden
prioritair.
Nationaalbelang:compleetheidvanlevensgemeenschappenen
biodiversiteit.
7.05 Herstel actief hoog-
veen
7.06 Randzone van het
veen
7.07 Inbedding in land-
schap
Hoofdtype: Komvenen in dekzandlandschap
Tabel5.8.�:KernopgavenNatura2000landschapHoogvenen(vervolg)
�26
2�.Fochteloërveen(w);24.Witterveld(w);��.Bargerveen(w).
2�.Fochteloërveen(w);��.Bargerveen( ,w);40.Engbertsdijksvenen(w);4�.Wierdense
Veld;��9.DeurnschePeel&Mariapeel(w);�40.GrootePeel(w).
2�.Fochteloërveen( ,w);24.Witterveld(w);��.Bargerveen(w);40.Engbertsdijksvenen(w);
��9.DeurnschePeel&Mariapeel(w).
��.Bargerveen.
5�.Buurserzand&Haaksbergerveen( ,w);54.WitteVeen(w);55.Aamsveen(w);
6�.Korenburgerveen(w);64.WooldseVeen(w).
5�.Buurserzand&Haaksbergerveen(w);54.WitteVeen(w);6�.Korenburgerveen(w);
64.WooldseVeen(w).
55.Aamsveen(w);6�.Korenburgerveen( ,w).
7.01 Uitbreiding actieve kern
7.02 Initiëren hoogveenvorming
7.03 Overgangszones grote venen
7.04 Bovenveengraslanden
7.05 Herstel actief hoogveen
7.06 Randzone van het veen
7.07 Inbedding in het landschap
Hoofdtype: Resten hoogveenlandschap: de grote venen (incl. meerstallen)
Hoofdtype: Komvenen in dekzandlandschap
Tabel5.8.2.KernopgavenHoogvenen:toedelingaangebieden
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
�27
�28
Figuur5.9.�.Natura2000landschapHeuvelland
�29
Namen van gebieden: Aantal: 8
�5�.Bunder-enElsloërbos;�54.Geleenbeekdal;
�56.Bemelerberg&Schiepersberg;�57.Geuldal;
�58.Kunderberg;�59.SintPietersberg&Jekerdal;
�60.Savelsbosen�6�.Noorbeemden&Hoogbos.
5.9 Natura 2000 landschap Heuvelland
Inleiding
HetNatura2000landschapHeuvellandbestaatuit
achtNatura2000gebieden.GebiedenalsBeme-
lerberg&Schiepersberg(�56),Kunderberg(�58)
enSintPietersberg&Jekerdal(�59)zijnvooral
vanbetekenisvanwegehetvoorkomenvanmoza-
iekenvanbijzonderegraslanden.Noorbeemden
&Hoogbos,Bunder-enElsloërbos(�5�)enGe-
leenbeekdal(�54)zijnvangrootbelangvanwege
deaangrondwatergebondenhabitattypen.Het
Geuldal(�57),hetgrootstevandeNatura2000
gebiedeninHeuvellandomvatnagenoeghethele
scalaaanhabitattypenensoorten.Degebieden
Geuldal(�57),Noorbeemden&Hoogbos(�6�)en
SintPietersberg&Jekerdal(�59)zijngrensover-
schrijdendegebiedenmetBelgië.Figuur5.9.�.
geefteenbeeldvandeliggingvandegebieden.
Habitattypen en soorten
InhetNatura2000landschapHeuvellandkomt
eengrootaantalhabitattypenvoordieinhun
voorkomentotditlandschapbeperktzijn.Het
betreft:pionierbegroeiingenoprotsbodem
(*H6��0),zinkweiden(*H6��0),kalkgraslanden
(*H62�0),kalktufbronnen(*H7220),veldbies-
beukenbossen(H9��0)endeeiken-haagbeuken-
bossen(heuvelland)(H9�60_B).
Verderishetlandschapvangrootbelangvoor
habitattypenalsheischralegraslanden(*H62�0),
ruigtenenzomen(droge bosranden)(H64�0_C)
envochtigealluvialebossen(beekbegeleidende
bossen)(*H9�E0_C).
WatbetreftsoortenvanbijlageIIvandeHabi-
tatrichtlijnkomendesoortengeelbuikvuurpad
(H��9�)enspaansevlag(*H�078)alleenvoor
inditNatura2000landschap.Heuvellandisvan
grotebetekenisvanwegedeoverwinteringsge-
biedenvoorvleermuizen.Landelijkgezienzijnde
belangrijksteoverwinteringsgebiedenvanvaleen
ingekorvenvleermuis(H��24enH��2�)binnen
Heuvellandgelegen.Belangrijkevoorkomensvan
dezeggekorfslak(H�0�6)komenbinnenditland-
schapvoor.
InhetNatura2000landschapHeuvellandzijn
geengebiedenaangewezenvoorvogels.
HetNatura2000landschapHeuvellandbestaatuitacht
Natura2000gebieden.Inditlandschapzijngeen
gebiedenaangewezenvoorvogels.
��0
Kernopgaven
VoorhetNatura2000landschapHeuvellandzijn
intotaaltwaalfkernopgavengeformuleerd.De
kernopgavenzijngegroepeerdnaarhellingen,
plateau,beekdalenengroeves.
Dekernopgave8.0�mozaïekbijzondergraslan-
denbeoogthetbehoudenenuitbreidenvanhet
mozaïekvanpionierbegroeiingenoprotsbodem
(*H6��0),kalkgraslanden(*H62�0)enheischrale
graslanden(*H62�0).Hetbetreftdrieprioritaire
habitattypen.Dehabitattypenopzichzijnrelatief
belangrijk,dekarakteristiekelandschappelijke
settinginHeuvellandmaaktzenogmeerbijzon-
der.Dekernopgaveistoebedeeldaanvijfgebie-
den.Oplandschapsniveauisdeopgavegelegen
inhetuitbreidingvandehuidigeoppervlakte
waarbijgestreefdwordtnaarherstelvangroteve-
getatiecomplexen,medemethetoogopherstel
vandekwaliteittenaanzienvankenmerkende
fauna.Mogelijkhedendaartoebestaanaande
noordrandvanhetplateauvanUbachsberg(om-
gevingKunderberg),inhetdalvandeSinselbeek
(tussenWittemenNijswiller),inhetGerendal,
hetGulpdal,deomgevingvanFromberg(metde
Wrakelberg),deSt.Pietersberg,deBemelerberg
&SchiepersbergenopdeGulpenerberg.Mede
methetooghieropwordtdebegrenzingvanhet
Geuldal(�57)uitgebreidtenzuidenvanGulpen
enwordtdebegrenzingvanhetSavelsbos(�60)
aangepast.
Dekernopgavengerichtopdebossenhebben
vooralbetrekkingopherstelvaneengevari-
eerdevegetatiestructuur,hetverzachtenvande
bosrandenenwaarnodigstrevennaareenmeer
natuurlijkesoortensamenstelling.Ditismedevan
belangvoordespaansevlag(*H�078).
Dekernopgaven8.02en8.��zijneropgericht
omvoordegeelbuikvuurpad(H��9�)naaruit-
breidingvanhetaantallevensvatbarepopulaties
tekomen,zodatdesoortvoorNederlandduur-
zaamkanwordenbehouden.Gestreefdwordt
naareenduurzaamnetwerkaanleefgebieden
oplandschapsschaal,waarbinnenlevensvatbare
populatieszichkunnenontwikkelen.Deopgave
ishetopkortetermijnontwikkelenvaneen
vijftalpopulatiesgeelbuikvuurpad(H��9�)opde
volgende(meestkansrijke)locaties:’tRoothen
Julianagroeve,GroeveBlom(nugeengeelbuik-
vuurpad),GroeveCurfs(nugeengeelbuikvuur-
pad),Meertensgroeve(nugeengeelbuikvuurpad)
enBemelerberg.
Voorhethoofdtypebeekdalen–graslandenen
brongebiedenzijnvijfkernopgavengeformu-
leerd.Dekernopgave8.07zinkgraslanden(van
toepassinginhetGeuldal(�57)heefteensenseof
urgencymetbetrekkingtotdewatercondities.
Dekernopgave8.06kalkmoerassen,toebedeeld
aanhetGeleenbeekdal(�54)enhetGeuldal
(�57),heeftookeensenseofurgencym.b.t.de
watercondities.HetGeuldal(�57)heeftverder
eensenseofurgencyvoorm.b.t.dekernopgave
8.07zinkgraslanden.Voordekernopgave8.08
beekdalbossenhebbenhetBunder-enElsloërbos
(�5�)enhetGeleenbeekdal(�54)eensenseof
urgency.
Tabel5.9.�en5.9.2geveneencompleetoverzicht
vankernopgavenentoedelingaangebiedenvoor
hetNatura2000landschapHeuvelland.
�5�.Bunder-enElsloërbos;�54.Geleenbeekdal;
�56.Bemelerberg&Schiepersberg;�57.Geuldal;
�58.Kunderberg;�59.SintPietersberg&Jekerdal;
���
Gebiedsdoelen op hoofdlijnen
VoorhetNatura2000landschapHeuvellandzijn
alleenmaargebiedsdoelenvoorhabitattypenen
soortenvandeHabitatrichtlijngeformuleerd.De
gebiedenzijnnietaangewezenalsVogelrichtlijn-
gebiedenenerzijngeencomplementairedoelen
metbetrekkingtotvogelsgeformuleerd.
Habitattypen
VoorhetNatura2000landschapHeuvellandzijn
��habitattypenvantoepassing.Voordehabitat-
typenheischralegraslanden(*H62�0),bekenen
rivierenmetwaterplanten(H�260),kalkmoeras-
sen(H72�0),pionierbegroeiingenoprotsbodem
(*H6��0)enruigtenenzomen,(droge bosranden)
(H64�0_C)isvoorallegebiedeneenuitbreiding
vandeoppervlaktetoebedeeld.
Voordehabitattypenpionierbegroeiingen
oprotsbodem(*H6��0),ruigtenenzomen,
drogebosranden(H64�0_C)isbovendienvoor
allegebiedenverbeteringvandekwaliteitvan
toepassing.Voordehabitattypenveldbies-beu-
kenbossen(H9��0),enzinkweiden(*H6��0)zijn
alleenvoorhetNatura2000gebiedGeuldal(�57)
gebiedsdoelengeformuleerd.Voorbeidezijnde
doelenopuitbreidingoppervlakteenverbetering
kwaliteitgesteld.
Voorhethabitattypeeiken-haagbeukenbos-
sen(heuvelland)(H9�60_B)isvoordemeeste
gebiedenbehoudvanoppervlakteenbehoudvan
kwaliteitvantoepassing.Voorviergebieden(Bun-
der-enElsloërbos(�5�),Geleenbeekdal(�54),
Geuldal(�57)enSavelsbos(�60))geldtbehoud
oppervlakteenverbeteringkwaliteit.Voorhetge-
biedNoorbeemden&Hoogbos(�6�)geldtzowel
uitbreidingoppervlaktealsverbeteringkwaliteit.
Voorvochtigealluvialebossen,(beekbegelei-
dende bossen)(*H9�E0_C)englanshaver-en
vossenstaarthooilanden(glanshaver)(H65�0_A)
geldtinallegebiedenwaardittypeisaangemeld,
verbeteringvandekwaliteit.Voorhethabitattype
kalkgraslanden(*H62�0)geldtvoorallegebie-
den,metuitzonderingvanSavelsbos(�60),zowel
uitbreidingoppervlaktealsverbeteringkwaliteit.
Soorten
BijditNatura2000landschapisrelatiefvaakvoor
desoortenvanbijlageIIvandeHabitatrichtlijn
eenherstelopgavegeformuleerd.Uitbreidingvan
hetleefgebiedisgeformuleerdvoordesoorten:
rivierdonderpad(H��6�),beekprik(H�096),
gaffellibel(H�0�7),geelbuikvuurpad(H��9�).De
drieeerstgenoemdesoortenkomenmomenteel
overigensslechtsinééngebiedvoor.
Zowelderivierdonderpad(H��6�)endebeek-
prik(H�096)komenalleenvoorinhetGeuldal
(�57).Tenopzichtevandeaanmeldingwordtde
begrenzingvanhetGeuldaluitgebreidopdathet
leefgebiedvandezevissoortenmeerduurzaamin
standkanwordengehouden.
Degaffellibel(H�0�7)komtmomenteelalleen
voorinhetGeleenbeekdal(�54).Voordezesoort
zijnontwikkeldoelen(complementairedoelen)
geformuleerdvoordegebiedenSt.Pietersberg&
Jekerdal(�59)envoorhetGeuldal(�57).
Voordegeelbuikvuurpad(H��9�)ishetstreven
eropgerichtomeennetwerkvanleefgebiedente
ontwikkelen,opkortetermijnopvijfpopulatiesin
degebiedenBemelerber&Schiepersberg(�56),
Geuldal(�57)enSavelsbos(�60).
VoorHeuvellandzijnaangemelddeoverwinte-
ringsplaatsenvandemeervleermuis(H���8),in-
gekorvenvleermuis(H��2�)endevalevleermuis
(H��24).IndegebiedenBemelerberg&Schie-
�60.Savelsbosen�6�.Noorbeemden&Hoogbos.
��2
persberg(�56),Geuldal(�57),St.Pietersberg&
Jekerdal(�59),Savelsbos(�60)doetzichdebij-
zonderesituatievoordoordatsubstantiëledelen
vanondergrondsemergelgroevenvangrootbe-
langzijnvooroverwinterendevleermuizen.Deze
groevenzijn,tenopzichtevandeaanmelding
in200�,toegevoegdaandebegrenzingvande
gebieden.Hetbeschermingsregimegeldtalleen
voordeinstandhoudingvandeondergrondse
groevetenbehoevevandeoverwinterendevleer-
muizen.Hetterreinbovendegroeven,datalleen
alsondergrondsegroevenopdekaartenisaan-
geduid,blijftbuitendeaanwijzingvandegebie-
den.Voordemeervleermuis(H���8),ingekorven
vleermuis(H��2�)envalevleermuis(H��24)geldt
zowelbehoudoppervlaktealsbehoudkwaliteit
leefgebiedvoorbehoudpopulatie.VoorhetGeul-
dalisvoordevalevleermuis(H��24)uitbreiding
omvangenverbeteringkwaliteitleefgebiedvoor
uitbreidingpopulatiegeformuleerd.
Voordeprioritairesoortspaansevlag(*H�078)
zijnbehoudsdoelengeformuleerd.Voorhetvlie-
gendhert(H�08�)geldtalleenvoorhetSavelsbos
(�60)uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvooruitbreidingpopulatietoegekend.
Voordezeggekorfslak(H�0�6)endenauwe
korfslak(H�0�4)isdeopgavebehoudomvang
enkwaliteitleefgebiedvoorbehoudpopulatie.
Voorbeidesoortenzijnalleengebiedsdoelen
geformuleerdvoorhetGeleenbeekdal(�54).
...geldtalleenvoordeinstandhouding
vandeoverwinterendevleermuizen.
���
Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid:
Behoudenenuitbreidenmozaïekvanpionierbegroeiingenop
rotsbodem*H6��0�8,kalkgraslanden*H62�0,heischralegras-
landen*H62�0.
Vergrotingvanhetleefgebiedenuitbreidingvanaantalenom-
vangvanlevensvatbarepopulatiesvandegeelbuikvuurpadH��9�.
Behoudvanbestaandhellingbosenherstelgevarieerdevegeta-
tiestructuurvaneiken-haagbeukenbossen(heuvelland)H9�60_B,
verzachtenbosrand,ruigtenenzomen(droge bosranden)H64�0_C
enwaarrelevantvergrotenleefgebiedvliegendhertH�08�en/of
spaansevlag*H�078.
Herstelgevarieerdevegetatiestructuurvanveldbies-beukenbossen
H9��0enbeuken-eikenbossenmethulstH9�20(afwisselingopen
endicht),verzachtenbosrandenherstelnatuurlijkeboomsamen-
stelling.
Pionierbegroeiingenoprotsbodem,kalkgraslandenenheischrale
graslandenprioritair.Indegraslandenmeersoortenpervierkante
meterdanelders.
BinnenEuropavangrootinternationaalbelangvanwegedebij-
zondere(kleinschalige)landschappelijkesettingmetgradiëntvan
kalkgrondendiewordenoverdektdoorterrasgrinden.
RotsrandenenkalkgraslandenuniekbinnenNederland.
Vooralnationaalvanbelang.VoorkomenbeperkttotHeuvelland.
BinnenEuropavangrootinternationaalbelangvanwegedebijzon-
dere(kleinschalige)landschappelijkesettingmetgradiëntvankalk-
grondendiewordenoverdektdoorterrasgrinden.Hogediversiteit
aanlevensgemeenschappen.
Spaansevlagprioritair.
Grootnationaalbelang(Zuid-Limburgsehellingbossenbijzonder
soortenrijkmetveelvooronslanduniekeenzeldzameplanten).
Nationaalvanbelangvoorenkelebosplanten.KomtinNederland
slechtsopéénlocatievoor.
Tabel5.9.�.KernopgavenNatura2000landschapHeuvelland
Waarom:
InvergelijkingmetanderekalksteengebiedeninEuropais
karakteristiekvooronsHeuvelland:debijzondere(kleinschalige)
landschappelijkesettingmeteengradiëntoverkorteafstandvan
kalkgrondendiewordenoverdektdoorterrasgrinden.
Metnamevanbelangvoorduurzaambehoudfloraenfaunavan
schraallanden.
Herstelvanvolledigegradiëntenmetkleinschaligeafwisselingvannatnaardroogenvan
kalkrijknaarkalkarm.
Versterkensamenhangvanhetnetwerk,vangroteregradiëntrijkecomplexenmettussen-
liggendestapstenen,metnametenbehoevevanfauna.
Herstelvansamenhangvanbronviabeeknaarrivier.
8.01 Mozaïek bijzondere
graslanden
8.02 Geelbuikvuurpad
8.03 Hellingbossen en
zomen
8.04 Structuurrijke
plateaubossen
Typering: Kernopgave: Waarom:
�8 Staatvaninstandhouding:roodisongunstig,oranjeismatigongunstig,groenisgunstig,grijsisonbekend
Kernopgaven per hoofdtype:
Hoofdtype: Hellingen - Droge hellingen met kleinschalig mozaïek van schrale graslanden en droogdalen
Hoofdtype: Hellingen - Hellingbossen, struwelen en zomen
Hoofdtype: Plateau - Plateaubossen
��4
Herstelwaterkwaliteitenmorfodynamiekvoorvissen(rivierdon-
derpadH��6�enbeekprikH�096)enbekenenrivierenmetwater-
planten(waterranonkels)H�260_A;hetgaatdaarbijomvoldoende
variatieinsamenstellingenstructuurbeddingmetluweplekken.
Behoudenuitbreidingmoerassigebrongebieden(metkalk-
moerassenH72�0)doorherstelhydrologie;betreftzoweldegrond-
waterstromenalshetniveauenmorfodynamiekvandebeeklopen.
Herstelzinkweiden*H6��0doorgerichtebeheermaatregelen
(verzuringenterugdringenvermesting).
Behoudenuitbreidingvochtigealluvialebossen(beekbegelei-
dende bossen)*H9�E0_Cenkalktufbronnen*H7220doorherstel
hydrologie;betreftzoweldegrondwaterstromenalshetniveauen
morfodynamiekvandebeeklopen.
Vergrotingvanaantalenomvangvanlevensvatbarepopulaties
vandezeggekorfslakH�0�6.
Ontwikkelenvanmozaïekvanpionierbegroeiingenoprotsbodem
*H6��0enkalkgraslanden*H62�0.
Behoudvangeschiktleefgebiedtenbehoevevanaantalenom-
vangvanlevensvatbarepopulatiesvandegeelbuikvuurpadH��9�.
HerstelkwaliteitwinterbiotoopmeervleermuisH���8,ingekorven
vleermuisH��2�envalevleermuisH��24.
Nationaalvanbelangvoorbeekvissen.Potentiesvooranderefauna.
Betreftinternationaaléénbedreigdtype.
Vannationaalbelangvoorhogebiodiversiteit.
Zinkweidenprioritair.Ininternationaalverbandzeldzaamhabi-
tattype.InNederland,slechtsopéénlocatie,enkelespecifieke,
bedreigdesoorten(o.a.zinkviooltje).
Vochtigealluvialebossen(beekbegeleidendebossen)enkalktuf-
bronnenprioritair.Hetsubtypebeekbegeleidendebossenkomt
versnipperdvoorwaardoordekwaliteitbedreigdis.Zowellandelijk
alsinEuropeesverbandonderdrukstaand.
BeidetypenbinnenNederlandvangrootbelangvoorzeldzameen
bedreigdesoorten.EnigekalktufbronnenbinnenNederland.
Zeerzeldzamesoort,landelijkminderdan�0vindplaatsen.
Pionierbegroeiingenoprotsbodemenkalkgraslandenprioritair.
RotsrandenenkalkgraslandenuniekbinnenNederland.
Vooralnationaalvanbelang.VoorkomenbeperkttotHeuvelland.
Grootinternationaalbelangmeervleermuis.
Landelijkgezienzijnbelangrijksteoverwinteringsgebiedenvanvale
eningekorvenvleermuisbinnenHeuvellandgelegen.
8.05 Vissen en waterplan-
ten
8.06 Kalkmoerassen
8.07 Zinkgraslanden
8.08 Beekdalbossen
8.09 Zeggekorfslak
8.10 Mozaïek groeves
8.11 Geelbuikvuurpad
8.12 Winterbiotoop vleer-
muizen
Hoofdtype: Beekdalen - Beeklopen
Hoofdtype: Beekdalen - Graslanden en brongebieden
Hoofdtype: Groeves - Open groeves
Hoofdtype: Groeves - Onderaardse groeves met overwinterende vleermuizen
Tabel5.9.�.KernopgavenNatura2000landschapHeuvelland(vervolg)
��5
w wateropgave;
senseofurgency:beheeropgave;
senseofurgencyopgavem.b.t.watercondities(zieverdertoelichtingparagraaf�.�).
�56.Bemelerberg&Schiepersberg;�57.Geuldal;�58.Kunderberg;�59.SintPietersberg&
Jekerdal;�60.Savelsbos.
457.Geuldal(w);�60.Savelsbos(w).
�5�.Bunder-enElsloërbos;�57.Geuldal;�60.Savelsbos;�6�.Noorbeemden&Hoogbos.
�54.Geleenbeekdal;�57.Geuldal.
�54.Geleenbeekdal(w);�57.Geuldal(w);�59.SintPietersberg&Jekerdal(w).
�54.Geleenbeekdal( );�57.Geuldal( ,w).
�57.Geuldal( ,w).
�5�.Bunder-enElsloërbos( ,w);�54.Geleenbeekdal( ,w);�6�.Noorbeemden&
Hoogbos(w).
�54.Geleenbeekdal(w).
�56.Bemelerberg&Schiepersberg;�59.SintPietersberg&Jekerdal.
�56.Bemelerberg&Schiepersberg(w).
�56.Bemelerberg&Schiepersberg;�57.Geuldal;�59.SintPietersberg&Jekerdal;�60.Savels-
bos.
8.01 Mozaïek bijzondere graslanden
8.02 Geelbuikvuurpad
8.03 Hellingbossen en zomen
8.04 Structuurrijke plateaubossen
8.05 Vissen en waterplanten
8.06 Kalkmoerassen
8.07 Zinkgraslanden
8.08 Beekdalbossen
8.09 Zeggekorfslak
8.10 Mozaïek groeves
8.11 Geelbuikvuurpad
8.12 Winterbiotoop vleermuizen
Hoofdtype: Hellingen - Droge hellingen met kleinschalig mozaïek van schrale graslanden en droogdalen
Hoofdtype: Hellingen - Hellingbossen, struwelen en zomen
Tabel5.9.2.KernopgavenHeuvelland:toedelingaangebieden
Hoofdtype: Plateau - Plateaubossen
Hoofdtype: Beekdalen - Beeklopen
Hoofdtype: Beekdalen - Graslanden en brongebieden
Hoofdtype: Groeves - Open groeves
Hoofdtype: Groeves - Onderaardse groeves met overwinterende vleermuizen
��6
��7
Keuzesoplandelijkniveau
Keuzesopgebiedsniveau
Begrenzingswijzigingen
Hoofdstuk 6
Indithoofdstukstaandebelangrijkstegemaakte
entemakenkeuzesoplandelijkniveauenop
gebiedsniveau.
6.1 Inleiding
Dedoelenzijngeformuleerdintermenvan
behouden/ofverbetering:bijvoorbeeldbehoud
oppervlakteenkwaliteitvaneenhabitattype,uit-
breidingomvangenkwaliteitleefgebiedvaneen
soortofuitbreidingverspreidingvaneensoort.
Nietalleenverbetering,maarookbehoudkan
eenaanzienlijkeinspanningvergen.
EénvandehoofdlijnenvandeNatura2000con-
tourennotitiezegtdatinbeginseldebestaande
kwaliteitenomvanginNederlandeninconcrete
gebiedentehandhavenzijnenwaarnodigineen
gunstigestaatvaninstandhoudingtebrengen
zijn.Daarbijkomtdateenhogereinzetwordt
nagestreefdvoorsoortenenhabitattypenen
soortenwaarNederlandrelatiefbelangrijkvoor
isen/ofvoorhabitattypenensoortendiesterk
onderdrukstaan.Daarstaattegenoverdat
eenminderhogeinzetwordtnagestreefdals
vanNederlandredelijkerwijsnietverwachtkan
wordendateenbepaaldesoortofhabitattype(op
dieplaats)opdelangeretermijnineengunstige
staatvaninstandhoudinggebrachtkanworden.
DeNatura2000doelenzijnzoveelalsmogelijk
geformuleerdbinnendekadersvanbestaand
EHSbeleidenbestaandbeleidmetbetrekking
totmestenwaterhuishouding.Vooreenaantal
habitattypenensoortenzijngeziendesenseof
urgencyopdekorteénlangeretermijnaanvul-
lendemaatregelennodig.
Hieronderwordtaangegevenwelkekeuzesge-
maaktzijnenwelkekeuzesnogopenstaan.
Hethiergepresenteerdelaatonverletdatophet
niveauvandeNatura2000beheersplannen,die
immersdieinstandhoudingsdoeleninomvang,
ruimteentijdnaderuitwerkennogtalvankeuzes
temakenzijn.
6.2 Keuzes op landelijk niveau
Inleiding
BijdeformuleringvandeNatura2000doelen
...ophetniveauvandeNatura2000beheersplannen,die
immersinstandhoudingsdoeleninomvang,ruimteen
tijdnaderuitwerken,zijnnogtalvankeuzestemaken.
Gemaakte en nog te maken keuzes
��8
Ooktenaanzienvanhabitattypenensoortenwaar
Nederlandrelatiefbelangrijkvoorisen/ofsterkonder
drukstaanzijnkeuzesgemaakt.
oplandelijkniveauzijnbinnendegehanteerde
kadersenopbasisvandeaanpakzoalsgeformu-
leerdinparagraaf�.�.talvankeuzesgemaakt.
Ooktenaanzienvanhabitattypenensoorten
waarNederlandrelatiefbelangrijkvoorisen/of
sterkonderdrukstaanzijnkeuzesgemaakt.
Gemaakte en nog te maken keuzes
Oplandelijkniveauzijndevolgendekeuzeste
maken:
Lager niveau dan gunstige staat van instandhou-
ding:
Actievehoogvenen:
Voorhoogvenenwordtniethethoogsteambi-
tieniveau,tewetenuitgestrektehoogveencom-
plexen,nagestreefd.Metdehuidigegebieden,
gezienhetinternationalebelangvanwege
hetvoorkomenvanlensvenen,zalNederland,
overeenkomstighetnationalebeleid,deuiterste
inspanningenleverenomderedelijkerwijste
bereikenkwaliteittebehalen.Waarnodigvoor
deduurzameinstandhoudingvanhethoogveen
wordtdebegrenzingvandegebiedenaangepast.
Slijkgrasvelden:
Deslijkgrasveldenzijnoverwoekerddooreen
exoot(Engelsslijkgras).Hetinheemsekleinslijk-
grasisvrijwelgeheelverdwenenéniskansloos
tegendeconcurrentiekrachtvandeexoot.Als
landelijkdoelwordt,gezienhetbelangvoorde
instandhoudingvananderehabitattypen,voorge-
steldbehoudoppervlakteenbehoudkwaliteit.
Welke aantallen, welke oppervlaktes?
Verzoetingversusverzouting:
VoorKrammer-Volkerak(��4)enZoommeer(�20)
wordendedoelenafhankelijkgesteldvande
uitkomstenvandeinrichtingsvariantzoetofzout.
Zouditconsequentiesvoordelandelijkedoelen
hebbendanwordendezedaaropaangepast.
VoorhetgebiedHaringvliet(�09)zijndoelen
passendbijdeafsprakenmetbetrekkingtotde
‘kier’gemaakt.Ditbetekentdatvooralsnoggeen
verdergaandezoet-zoutmaatregelenvoorHaring-
vliet(�09)enhiermeeinrelatiestaandesystemen
alsHollandsDiep(���),Biesbosch(��2)enOude
Maas(�08)voorzienworden.Bijdeevaluatiein
20�5kannaderbezienwordenhoedewaarden
indegebiedenzichhebbenontwikkeld.
Voordekuifeend(A06�),belangrijksteconcen-
tratieinhetHollandsDiep(���),geldtdatde
aantallenalsgevolgvanverzoetingvaneen
aantalafgeslotenzeearmen(verhoogdaanbod
aandriehoeksmosselen)sterkzijntoegenomen.
Rekeninghoudendmetbestaandbeleidvoorhet
Haringvliet(�09)isgekozenvoorlagereaantal-
len.
Korhoen:
Dekorhoen(A�07)komtmomenteelslechtsin
ééngebiedvoor:deSallandseHeuvelrug(42).Wil
desoortduurzaamvoorNederlandbehouden
blijvendankannietalleenvolstaanwordenmet
verbeteringvanhetleefgebiedopdeSallandse
Heuvelrug(42)(meerfijnmazigestructuurin
heidevelden,meerrust,meeradequaatvoed-
selaanbod).Voorhetduurzaambehoudzijn
meerderemetapopulatiesnodig.Gezienhet
beperktebelangvanNederlandvoordesoort
endekansrijkheidvannoodzakelijkeinspannin-
genwordtvooralsnogalleeneendoelvoorde
instandhoudingvandezesoortvoordeSallandse
Heuvelrug(42)geformuleerd.
Verzoekenomherintroductieinanderegebieden
��9
zulleninditlichtbeoordeeldworden,hetspreekt
voorzichdataandewijzevanherintroductie
striktevoorwaardenwatbetrefttegebruiken
genetischmateriaalzijntestellen.
Fint:
Voordefint(H��0�)endetrekvissenmeerinhet
algemeenheeftNederlandeenbelangrijkebete-
kenisalstoegangspoortvoordestroomgebieden
vanRijn,Maas,ScheldeenEems.Deontwikkeling
vandepopulatiesisinbelangrijkemateafhanke-
lijkvandeontwikkelingeninBelgiëenDuitsland.
HetNederlandsezoetwatergetijden-gebiedheeft
tevenseenbetekenisalspaai-enopgroeigebied
voordefint(H��0�).Afhankelijkvandeontwik-
kelingenindeinternationalepopulatieendeef-
fectenvande‘kier’inhetHaringvliet(�09),zalde
betekenishiervantoenemen.Uiterlijkin20�5zal
wordenbezienofvoldoendevooruitgangvoorde
soortisgeboekt.
Extra inspanning
Vooreenaantalhabitattypenensoortenis
overeenkomstigbestaandbeleidextrainspan-
ningnodiginhetkadervanbeheer.Hetbetreft
�.Heideenzandverstuivingen,2.Broedvogels
vanopenbegroeiingenduinen,�.Moerassenen
moerasvogelsen4.Plas-drassituaties.
Heideenzandverstuivingen:
Metbroedvogelsoortenalsdraaihals(A2��),
tapuit(A277)enduinpieper(A255)gaathet
nietgoed.Desoortenzijndelaatstejarensterk
achteruitgegaan.Inbelangrijkematewordtdit
veroorzaaktdoorvergrassingvanhetleefgebied.
Eencombinatievanhogestikstofdepositiesen
intensiteitvanhetbeheer.Mogelijkdatnatte
wintersookeenbijdragehebbengeleverdaan
devergrassing.Destikstofdepositiewordtten
gevolgevanbestaandbeleidminder,ditlaat
onverletdatvoorderealiseringvankernopgaven
6.8structuurrijkedrogeheidenen6.�2stuifzand-
landschappenforsebeheerinspanningennodig.
Denegatievetrendvandegenoemdebroedvo-
gelskandangestoptworden.Watnogbelangrij-
kerisdatNederlandzijnbelangrijkeEuropeserol
watbetreftzandverstuivingenblijftwaarmaken.
Deextrainspanningbetreftenerzijdskwaliteits-
verbeteringenwaarnodigoppervlakteuitbreiding
vanbestaandezandverstuivingenmaaranderzijds
ookhetopgangbrengenvanzandverstuivingen.
HetbetreftdeNatura2000gebiedenVeluwe(57),
LoonseenDrunenseDuinen&Leemkuilen(���)
enDrents-FrieseWold&Leggelderveld(27).Voor
deduinpieper(A255)endraaihals(A2��)vormt
deVeluwe(57)hetbelangrijkstegebied.
Broedvogelsvanopenbegroeiingenindeduinen:
Metbroedvogelsoortenvanopenbegroeiingenin
deduinengaathetnietgoed.Tengevolgevante
hogestikstofdeposities,desterkeachteruitgang
vandekonijnenstandendeachteruitgangvan
dynamiekisdebegroeiingonvoldoendeopen
omeengeschikteplektezijnvoorsoortenals
tapuit(A277),velduil(A222)enblauwekiekendief
(A082).Omdekernopgave2.2betreffendeherstel
kwaliteitgrijzeduinen(*H2��0)alshabitatvoor
genoemdesoortenterealiserenzijnopkorte
termijnforsebeheerinspanningennodig.Voor
degenoemdesoortenvormendeduinenopde
langeretermijnhetmeestduurzameleefgebied.
Verderishetvangrootbelangdatdedynamiek
vergrootwordt.
WatnogbelangrijkerisdatNederlandzijnbelangrijke
Europeserolwatbetreftzandverstuivingenblijft
waarmaken.
�40
...plas-drassituaties(incombinatiemetdejuiste
vegetatiestructuur)vanvitaalbelangvoordeduurzame
instandhoudingvandesoorteninNederland.
Moerassenenmoerasvogels:
NederlandisvanoudsinEuropeesverbandeen
belangrijklandvoormoerassenenmoerasvogels.
Debelangrijkstemoerasgebiedenliggenallemaal
indeEHSeninhetNatura2000netwerk.De
doelenstaanopbasisvanbestaandbeleidniet
terdiscussie.Ditlaatonverletdatdekwaliteit
vandemoerasgebieden,decompleetheidvande
systemenendebiodiversiteitonderdrukstaan.
Forsebeheersinspanningenenmaatregelen
m.b.t.dewaterhuishoudingzijnnodigomde
belangrijkerolvanNederlandtekunnenblijven
waarmaken.Hiertoezijndevolgendekernopga-
vengeformuleerd:�.06krabbenscheerbegroeiin-
gen;�.08rietmoeras,4.0�moerasrandenen4.�2
overjarigriet.
Samengevat:meerrieteninhetbijzonderwater-
rietencompleteecosystemen.Dedoelenop
gebiedsniveauzijnzodaniggelokaliseerddatde
meestambitieuzedoelentoebedeeldzijnaande
meestkansrijkegebieden.
Plas-endrassituaties:
Voorbroedvogelsoortenalskemphaan(A�5�),
porseleinhoen(A��9),kwartelkoning(A�22)en
watersnip(A�5�)ishetaanbodvanplas-dras
situaties(incombinatiemetdejuistevegetatie-
structuur)vanvitaalbelangvoordeduurzame
instandhoudingvandesoorteninNederland.
ZowelvoorhetNatura2000landschapRivierenge-
biedalsvoorhetlandschapMerenenMoerassen
iszijnkernopgavenmetbetrekkingtotplasdras
situatiesgeformuleerd.Voordekernopgaven
4.04,4.07en4.��geldteensenseofurgency.
Strategischenhetmeestkosteneffectiefgelo-
kaliseerd,gebaseerdoptrendsenbestaande
plannen,wordtdeopgavevoorherstelplas-dras-
situatiesvoordegenoemdebroedvogelsoorten
metnameneergelegdopdevolgendegebieden
inhetlandschapMerenenMoerassen:IJsselmeer
(deelgebiedFrieseIJsselmeerkust)(72);Witteen
ZwarteBrekken(��);AldeFaenen(��),Ilperveld,
Varkensland,Oostzanerveld&Twiske(92)en
Lauwersmeer(8).Metdevoorzienemaatregelen
inhetkadervanPKB-RuimtevoordeRiviergaat
hetrivierengebiedookeensubstantiëlebijdrage
leverenvoorgenoemdesoorten.
Blauwgraslanden,kalkmoerassen,heischrale
graslandenentrilvenen:
Nederlandisrelatiefbelangrijkvoordehabitat-
typenblauwgraslanden(H64�0),kalkmoerassen
H72�0),heischralegraslanden(*H62�0)enover-
gangs-entrilvenen(veenmosrietlanden)H7�40_B.
Hetbetreftgrond-en/ofoppervlaktewaterafhan-
kelijkehabitattypendienogslechtsinkleinesnip-
persverspreidoverdeverschillendNatura2000
landschappenvoorkomen.Inhoofdstuk5zijn
hiervoordevolgendekernopgavengeformuleerd:
2.08gradiëntbinnenduinrand,4.�5vochtigegras-
landen,5.05schraalgraslanden,5.06beekdalflan-
ken,6.06schralegraslandenen7.07inbeddingin
hetlandschap.Geziendehetrelatiefbelangvan
Nederlandvoordezehabitattypenengeziende
matewaarindezetypenonderdrukstaanisde
ambitieoplandelijkniveauhooggelegd.Daarbij
pastdekanttekeningdatdeverhoudingtussen
waterooitwasenwatmogelijkis,zichverhou-
denvan�00:�.
Methetoogopdeecologischevariatiebinnendit
habitattype,degewenstegeografischespreiding
enrisicospreidingiservoorgekozenominalle
gebiedenwaardebetreffendehabitattypenvoor-
�4�
komenminimaalnaarbehoudvanoppervlakte
enhuidigekwaliteittestreven.Opdemeest
kansrijkelocatieszijnverbeteropgavengeformu-
leerd.Vooralsnogisafgezienvandemogelijkhe-
dendiedeGelderseValleibiedtomdaartoteen
substantiëlevergrotingvanhetoppervlaktete
komen.Bijdeevaluatiein20�5zalnadrukkelijk
wordenbezienofuitbreidingopdezekansrijke
locatiealsnognodigis.
6.3 Keuzes op gebiedsniveau
Indezeparagraafstaandegemaakteentemaken
keuzesopgebiedsniveau.
Inleiding
Zoalsinparagraaf2.�.isaangegevenishet
streveneropgerichtomtoteenduidelijkeén
eenduidigebegrenzingenvangebiedentekomen
waarbijdegrenzenzoveelmogelijksamenvallen
metduidelijkinhetterreinherkenbaregrenzen.
Datdebegrenzinggerichtisophetcreërenvan
eenduurzamestaatvaninstandhoudingenwaar
mogelijkdatdoorslimtebegrenzendeexterne
werkingwordtgereduceerd.
Metbetrekkingtotheteerstgenoemdepunt
kanwordenopgemerktdatditgeldtvoorde
afstemmingvandebegrenzingvanVogelrichtlijn-
gebieden,Habitatrichtlijngebiedenendaarmee
samenvallendebeschermdenatuurmonumenten.
Metnamevoordetweelaatstgenoemdepunten
zijnbijdevoorbereidingtenbehoevevande
ontwerp-aanwijzingsbesluitenkeuzesgemaakt.
Inhetbijzondermetbetrekkingtothabitattypen
ensoortendiesterkonderdrukstaanen/ofwaar
Nederlandrelatiefbelangrijkvooris.Tekstkader
6.�.�.geefthiervaneenoverzicht.
Gemaakte en te maken keuzes
Methetoogopduurzameinstandhoudingen
verminderenvanexternewerkingiseenaantal
keuzesgemaakt.Hieronderwordtperthema
aangegevenvoorwelkegebiedenditvantoepas-
singis.Daarbijwordtookaangegevenvoorwelke
gebiedenhetvoorsteluithetconcept-document
nietzijnovergenomen.
Vergroten interne samenhang:
• Waddenzee(Vliehors)(�);
• DuinenenLageLandTexel(2);
• UiterwaardenLek(82);
• Westerschelde&Saeftinghe(�22)�9en
• Veluwe(57).
Deinhetconceptbeoogdeverruimingvande
begrenzingvanhetgebiedVecht-enBeneden-
Reggegebied(�9)isnietdoorgevoerd.Geziende
toedelingvandoelenvoordeontwikkelingvan
destroomdalgraslanden(*H6�20)envochtige
alluvialebossen(*H9�E0)wordtditthansniet
nodiggeacht.
Duurzame instandhouding blauwgraslanden,
kalkmoerassen en heischrale graslanden en trilve-
nen in beekdalen:
• Wijnjeterperschar(�6);
• Elperstroomgebied(28);
• Oldematen&Veerslootlanden(�7);
• Springendal&DalvandeMosbeek(45);
• Dinkelland(49);
• Stelkampsveld(60)en
• NieuwkoopsePlassen&DeHaeck(�0�).
�9 OverditvoorstelvanNederlandzalnogoverleg
wordengevoerdmetBelgië.
…hetcreërenvaneenduurzamestaatvaninstand-
houdingenwaarmogelijkdatdoorslimtebegrenzen
deexternewerkingwordtgereduceerd.
�42
achteruitgangvandedroogvallendeplatenzoveelals
mogelijkteremmen.Demogelijkemaatregelenzullen
opkortetermijnwordenonderzocht.
VoorhetgebiedBinnenveld(65)wordtvoor-
alsnogvolstaanmetalleentoevoegingvande
beschermdenatuurmonumenten.Inhetkader
vandeevaluatiein20�5zalnaderwordenbezien
ofverdereuitbreidingnoodzakelijkis.
Nederlandse bijdrage eiken-haagbeukenbossen
• LandgoederenOldenzaal(50);
• WillinksWeust(62).
Duurzame instandhouding kranswierwateren
• Veluwerandmeren(76).
Duurzame instandhouding hoogveen
DebegrenzingvanhetgebiedFocheteloërveen
(2�)wordtnagenoegnietaangepastt.o.v.de
aanmeldingin200�.
Uitbreiding areaal grijze duinen
• NoordhollandsDuinreservaat(87).
Herstel op landschapsschaal van vennen
• SarsvenenDeBanen(�46).
Ruimte voor de blauwe kiekendief
MetbetrekkingtotdeOostvaardersplassen(78)
ishetdoelop4parengezet.Geziendeontwikke-
lingenindeomgevingvanhetgebiedengezien
dedraagkrachtvandeOostvaardersplassen(78)
ishetdoellagergestelddanopgenomeninhet
BeschermingsplanMoerasvogels.
Ruimte voor vogels in de Oosterschelde
Metbetrekkingtotdeopdroogvallendeplaten
foeragerendevogelsindeOosterschelde(��8)
isdesituatiezorgwekkend.Hetareaalvande
droogvallendeplatengaattengevolgevande
‘zandhonger’achteruit.AangeziendeOoster-
scheldehettweedebelangrijkstegebiedisvoor
schelpdieretersishetstreveneropgerichtomde
achteruitgangvandedroogvallendeplatenzoveel
alsmogelijkteremmen.Demogelijkemaatrege-
lenzullenopkortetermijnwordenonderzocht.
Ruimte voor kranswieren en vogels in het
Markermeer
HetMarkermeer&IJmeer(7�)iséénvandetwee
belangrijkstegebiedenvoorkranswierwateren
(H��40)enistevensvangrootbelangvoor
Tekstkader6.�.�:Begrenzingswijzigingen
Gebieden met begrenzingswijzigingen ten
behoeve van instandhouding:
�.Waddenzee;
2.DuinenenLagelandvanTexel;
��.AldeFaenen;
�6.Wijnjeterperschar;
2�.Fochterloërveen;
25.DrentscheAa-gebied;
28.Elperstroom;
�0.Dwingelderveld;
45.Springendal&dalvandeMosbeek;
49.Dinkelland;
50.LandgoederenOldenzaal;
57.Veluwe;
59.Teeselinkven;
60.Stelkampsveld;
65.Binnenveld;
70.ZuiderLingedijk&Diefdijk-Zuid;
7�.Loevestein,Pompveld&KornscheBoezem;
87.NoordhollandsDuinreservaat;
�4�
visetersenvoordevanbenthosafhankelijke
tafeleend(A059).Beginjarennegentigishet
doorzichtinhetsysteemverslechterdinsamen-
hangmetsterkeafnamevandedichthedenvan
dedriehoeksmossel.Daarmeeisdevoedselbe-
schikbaarheidvoormosseletersendevangbaar-
heidvanvis(viseters)verslechterdenisdedruk
opdeondergedokenvegetatietoegenomen.
Deverslechteringenhangensamenmetlokale
productievanslibdatnietkanwordenafgevoerd
doordeaanwezigheidvandeHoutribdijk,incom-
binatiemetafnamevanhetteveelaanvoedings-
stoffen.
Voordeviseters(fuut(A005),nonnetje(A068),
grotezaagbek(A070),dwergmeeuw(A�77)en
zwartestern(A�97)is,zoalsookaangegevenin
hoofdstuk4.5,vooralsnoggeenherstelopgaveop
landelijkniveaugeformuleerd.Eerstwordtnader
onderzochtwatvoordeNatura2000gebieden
IJsselmeergebied(72)enMarkermeer&IJmeer
(7�)demogelijkhedenvoorverbeteringvande
kwaliteitvanhetleefgebiedzijn.Afhankelijk
daarvanwordtbezienofzowelophetniveau
vandelandelijkedoelenalsophetniveauvande
gebiedsdoelenvoordezetweeconcretegebieden
eenherstelopgavewordtgeformuleerd.
Voordetafeleend(A059)wordtdeherstelopgave
afhankelijkgesteldvandenogteverkennenmo-
gelijkhedenvoorverbeteringvandekwaliteitvan
hetleefgebiedinhetMarkermeer&IJmeer(7�).
...wordtbezienofzowelophetniveauvandelandelijke
doelenalsophetniveauvandegebiedsdoelen(...)een
herstelopgavewordtgeformuleerd.
99.Solleveld&Kapittelduinen;
�09.Haringvliet;
���.HollandsDiep;
��8.Oosterschelde;
�22.Westerschelde&Saeftinghe;
��2.VlijmensVen,Moerputten&BosscheBroek;
���.Kampina&OisterwijkseVennen;
��5.Kempenland-West;
��6.Leenderbos,GrooteHeide&dePlateaux;
��9.DeurnschePeel&Mariapeel;
�40.GrootePeel;
�50.Roerdal;
�54.Geleenbeekdal;
�57.Geuldalen
�60.Savelsbos.
Hetbetreftwijzigingenvanmeerdan50hectare
vandebuitengrensvaneenNatura2000gebied.
Inbijlage9.5.wordthiernaderopingegaan.
�44
�45
Duurzameinstandhouding
Maatwerkensamenwerking
Grensoverschrijdendesamenwerking
Hoofdstuk 7
Indithoofdstukwordtdoordeoogharenheen
ingegaanopwatnodigisvoorhetbehalenvan
deNatura2000doelen.Hetgaatomwaternodig
isaanmilieu-enruimtecondities,watercondities
enaanmaatwerkbijsamenwerking.
7.1 Inleiding
Voordeduurzameinstandhoudingvande
habitattypenensoortenmoetendemilieu-en
watercondities,deecologischevereisten,van
deNatura2000gebiedenenhunomgevingop
ordezijn.Daarnaastishetvangrootbelangdat
deruimtelijkesamenhangtussenenbinnende
gebiedengewaarborgdis.
ZoalsuitdeNatuurbalans2005,dequickscan
vanKIWAendeanalyseinhoofdstuk5vandit
documentblijkt,isvooreenaantalhabitattypen
(endaarmeevoorsoorten)demilieudruktehoog
en/ofzijndegewenstewaterconditiesnietof
onvolledigaanwezig.
VoorhetkunnenwaarmakenvandeNederlandse
bijdrageaanhetNatura2000netwerkishetgun-
stigdatereengroteruimtelijkeoverlapis
tussenhetNatura2000netwerkendeEcologi-
scheHoofdstructuur(EHS).Natura2000lift
meemetdemaatregelenvoorderealisatievan
deEcologischeHoofdstructuur.
7.2 Duurzame instandhouding i.r.t. huidige
milieu- en watercondities
Deluchtkwaliteitendanmetnamedestikstofde-
positieiskritischvoorhetovergrotedeelvande
habitattypen.Voorongeveer80%vandehabitat-
typenwordtdecriticalloadopditmomentover-
schredendoordewerkelijkedepositie.Ditbete-
kentaantastingvanbestaandenatuurwaarden
enverminderingvandeontwikkelingskansen.
Metnameopdehogerezandgrondenwordende
criticalloadsingrotedelenvandeNatura2000
gebiedeninruimemateoverschreden.Inandere
landschapstypenisdematevanoverschrijding
en/ofhetrelatieveoppervlaktemetoverschrijding
vandecriticalloadsgeringer.
Lokalemaatregelendoormiddelvangebiedsge-
richtbeleideneffectgerichtemaatregelenzijnop
Voordeduurzameinstandhouding...,deecologische
vereisten,vandeNatura2000gebiedenenhun
omgevingopordezijn.
Perspectieven voor Natura 2000 doelen
�46
Hierbijgaathetomdehoogtegrondwaterstand,
dekwel(drukengradiënteninruimteentijd),
de(overstromings-)dynamieken(grond)waterkwaliteit.
delangeretermijnnietinallesituatiesvoldoende
effectief.Vooreenduurzameinstandhoudingzijn
vooralbrongerichtemaatregelen(doormiddel
vangeneriekbeleid)nodig.
Bijdevolgendeevaluatievanhetmestbeleidin
2009wordtbezienofvoorderealiseringvanhet
Natura2000netwerkaanvullendemaatregelen
nodigzijn,ofdatconcretebeheer-eninrichtings-
maatregelenopgebiedsniveauvoldoendeeffect
sorteren.
Eengoedewaterhuishoudingisessentieel
voordevan(grond)waterafhankelijkehabitat-
typen.Hierbijgaathetomdehoogtegrond-
waterstand,dekwel(drukengradiëntenin
ruimteentijd),de(overstromings-)dynamieken
(grond)waterkwaliteit.
Inruim40Natura2000gebiedenisdewaterkwa-
liteitopditmomentonvoldoende.Dezewater-
kwaliteitheefteenrelatiemethetmestbeleid.
Hethuidigemestbeleidisvastgesteldtot2009en
heeftdaarmeevoorlopigeenplafondbereikt.De
evaluatievanhetmestbeleidlaatziendatverdere
verbeteringvandewaterkwaliteitalsgevolgvan
generiekmestbeleidnietgrootzalzijn:de
grootsteverbeteringisreedsgerealiseerdinde
periode2000-200�.Deverbeteringen(herstelop-
gaven)diehaalbaarzijnliggenmetnameop
hetvlakvanbeheer-eninrichtingsmaatregelen
opgebiedsniveau.Inhetgrosvandegebieden
biedendezebeheer-eninrichtingsmaatregelen
naarverwachtingvoldoendesoelaas.Incirca�5
Natura2000gebiedenisechtersprakevaneen
bovenregionaalprobleem,waarbij(optermijn)
naastdeaanscherpingvanhetmestbeleid(aan
deordena2009)ookgeneriekverbeteringvan
dewaterkwaliteitnodigis.
Eenaantalhabitattypenisgevoeligvoortekorten
indewatercondities(verdroging).Dewatercon-
ditieszijnineen(groot)deelvandegebieden
inmeerofminderematenietoporde.Inde
meestegevallenzullenmaatregelenoplokaal
en/ofregionaalniveauleidentoteenoplossing.
Metgebiedsgerichtebeheer-eninrichtingmaat-
regelenkanduurzameinstandhoudingworden
gerealiseerd.
ZoalsindekabinetsreactieopdeNatuurbalans
2005isaangegeven,onderschrijfthetkabinetde
noodzaakvanhetwerkenaangoedewater-en
milieuconditiesvoornatuurendeelthetdaarbij
dezorgvanhetMilieu-enNatuurplanbureau
(MNP)overdestagnatieindeverdrogingsbestrij-
ding.Per2007zijnextrarijksmiddelenbeschikbaar
voorverdrogingsbestrijding(inhetkadervande
700miljoeneurovoordeEHS/Reconstructie).
Indemeerjarenafsprakentussenrijkenprovincies
overdeverdrogingsaanpakinhetkadervanhet
InvesteringsbudgetLandelijkGebiedzullenbinnen
deEHSdeNatura2000gebiedenvoorrangkrijgen.
In2006wordtdehuidigelandelijkeverdrogings-
doelstellingtenaanzienvanhetterugdringen
vandeverdrogingherijktaandehandvaneen
concretelijstgebieden.Ditmedetenbehoeve
vaneenbetereaansluitingopdeKaderrichtlijn
WaterendeVogel-enHabitatrichtijnen(VHR).De
opgavevoorgrondwaterwordtgebiedsspecifiek
vastgesteldviahetGewensteGrond-enOpper-
vlaktewaterRegime(GGOR).Devaststellingvan
hetGGORzalplaatshebbenbinnendekaders
vanhetconcept-stroomgebiedsbeheersplan.In
2007wordtmetvoorrangvoordeNatura2000
gebiedenmetgrondwaterafhankelijkenatuureen
GGORvastgesteld.
�47
Duurzame instandhouding i.r.t. ruimtelijke
samenhang
Deverwachteklimaatveranderingenzullengevol-
genhebbenvoordenatuurendesoortensamen-
stellinginNederland.HetNatura2000netwerkis
ingebedindeEcologischeHoofdstructuur.Deze
hoofdstructuurisversnipperdenonvoldoende
samenhangendomalseenrobuustsysteem
tekunnenfunctioneren.Eensysteemdatde
veranderingentengevolgevandeklimaatveran-
deringenkanopvangen.Zuidelijkesoortenzullen
hunopwachtingmakenomgebruiktemakenvan
deNederlandsenatuurenanderesoortenzullen
noordwaartstrekken.Omdezeverschuivingen
teaccommoderenismeersamenhanginhet
netwerknodig.
OmderuimtelijkesamenhangvandeEHS,en
daarmeevanhetNatura2000netwerk,opnatio-
naaleninternationaalniveaumogelijktemaken
wordenderobuusteverbindingengerealiseerd.
Derobuusteverbindingdienteensamenhangend
geheeltezijn,datisopgebouwduitecologi-
scheenlandschappelijkeelementen.IndeNota
Ruimteheefthetrijkdeverwachtinguitgesproken
datdeprovinciesbijdebegrenzingenbijde
realisatievanderobuusteverbindingenrekening
houdenmetdeecologischeeisenvooruitwisse-
lingvansoortendieinteverbindennatuurgebie-
denvoorkomen.
NaastdeopgavevooreenaantalNatura2000
gebiedenomdeinternesamenhangtevergroten,
zijnderobuusteverbindingenvanessentieelbe-
langvoordeduurzameinstandhoudingvanhet
Natura2000netwerk.
Duurzame instandhouding i.r.t. ruimtedruk
IndeNatuurbalans2005isopbasisvande
ruimtelijkeplannenvangemeenten,zoalsopge-
nomenindeNieuweKaartvanNederland,een
inschattinggemaaktvanontwikkelingeninde
omgevingvanNatura2000gebieden.Hetbetreft
activiteitenmetruimtebeslag.Hetmerendeelvan
degeplandeactiviteitenligtindeNatura2000
gebiedengroterdan�000ha.
Voordeactiviteitenmetdirectruimtebeslagen
voorandereactiviteiten,dieeenmogelijksignifi-
canteffectopdeingedingzijndenatuurwaarden
kunnenhebben,istoetsinginhetkadervande
Natuurbeschermingswetnoodzakelijk.
Eenafwegingdievraagtomgrotezorgvuldigheid
omachteruitgangvandeecologischevereisten
ennatuurwaardentevoorkomen.Zoalsinde
kabinetsreactieopdeNatuurbalansisaangege-
ven,ondersteunthetkabinetdeconclusievanhet
MNPdateengoede(her)planningnoodzakelijkis
omopstapelstaanderuimtelijkeactiviteitencon-
formVHR-eisenteimplementeren,zodatspan-
ningenmetdeinstandhoudingsdoelstellingen
vandeNatura2000gebiedenvoorkomenkunnen
worden.Deervaringleertdatzorgvuldigtoepas-
senvanhetVHR-beschermingsregimenodigisom
juridischeproceduresen,inhetmeestvergaande
geval,hetstopzettenvan(geplande)activiteiten
doordeRaadvanStatetevoorkomen.
Duurzame instandhouding i.r.t. beheer
ProgrammaBeheerregeltinNederlandhet
beheervandenatuurgebieden,dusookvande
Natura2000gebieden,doordeSubsidierege-
lingNatuurbeheer(SN)endesubsidieregeling
AgrarischNatuurbeheer(SAN).Ongeveer45%van
deoppervlaktevandeNatura2000gebiedenvalt
onderdezesubsidieregelingen,waarvanslechts
eenkleindeelonderdeSAN-regeling.Ongeveer
éénderdevandeNatura2000gebiedenisinbe-
...zijnderobuusteverbindingenvanessentieelbelang
voordeduurzameinstandhoudingvanhetNatura2000
netwerk.
�48
MetnamevoordegrotewatereninhetNatura2000
landschapNoordzee,WaddenzeeenDeltaissprakevan
eengrensoverschrijdendeopgave,...
heerbijinstantiesdienietinaanmerkingkomen
voordesubsidieregelingen.HetbetreftStaatsbos-
beheer,dedrinkwaterbedrijvenenDefensie.
DeafsprakeninhetkadervanSNenSANworden
gemaaktopbasisvanbeheerpakketten(te
realiserennatuur).ProgrammaBeheerisniet
explicietontwikkeldvoordevereisteinstandhou-
dingenontwikkelingvanNatura2000waarden.
HetministerievanLNVzal,inhetkadervande
evaluatievanProgrammaBeheerin2007,onder-
zoekenofdeaansturingvoldoendeopmaatis
gesnedenvoorderealiseringvandeinstandhou-
dingsdoelen.Waarnodigzullendepakkettenvan
ProgrammaBeheerwordenaangepast.
Duurzame instandhouding i.r.t. de Boswet
Voorderealiseringvaneenaantalhabitattypenis
hetnoodzakelijkdatmeerruimtevooropper-
vlakteuitbreidingofmeerruimtevoorwindwer-
kingbeschikbaarkomt.Bijvoorbeeldvoorde
kernopgave6.�2stuifzandlandschappen.Inde
praktijklopendeterreinbeheerdersaantegende
randvoorwaardenzoalsdiegesteldwordendoor
deBoswet.
HetministerievanLNVzalsamenmetdeprovin-
ciesbezienofmetuitvoeringsregelsofanderszins
eenoplossingvoorditprobleemgevondenkan
worden.
7.3 Maatwerk en samenwerking
Indebeheersplannenwordendeinstandhou-
dingsdoeleninomvang,ruimteentijdnader
uitgewerkt.Pergebiedzalbezienwordenin
hoeverredetekortenindegebiedsspecifieke
ecologischevereisten(dewater-enmilieucondi-
ties)eenrolspelenenopgelostkunnenworden.
Inhetbeheersplanwordendaartoeinstand-
houdingsmaatregelenopgenomen.Ditkunnen
maatregelenzijninhetgebiedzelf.Ineenaantal
situatieszullenechterookmaatregelenbuiten
degebiedennodigzijn.Zokunnenmaatregelen
omdegrondwatertoestandteherstellenvoorde
meestgevoeligehabitattypen,naastdeinterne
maatregelen,ookbuitenhetgebiedgenomen
moetenworden.
Inhetkadervandebeheersplannenmaakthet
verantwoordelijkbevoegdgezagafsprakenmet
partijeninhetgebiedoverdeuitvoeringvande
maatregelen.Vooreenaantalgebiedenkanhet
nodigzijnomgrensoverschrijdendeafsprakente
maken.
BijhetopstellenvandeNatura2000beheersplan-
nenwordeneigenaren,beheerdersengebruikers
opactievewijzebetrokken.
Grensoverschrijdende samenwerking
Natura2000iseenEuropeesnetwerkvanbe-
schermdenatuurgebieden.Eenaantalvandeze
gebiedenisgrensoverschrijdend.Bijgrensover-
schrijdendeNatura2000gebiedenkandesamen-
werkingmetdebuurlandenophetgebiedvan
beheervandesoortenenhabitattypenverbeterd
worden.Metnamebijmaatregelengerichtopde
waterhuishoudingisvaaksamenwerkinggebo-
den.HerstelwerkzaamhedeninNederlandmogen
geenongewensteffectopdeDuitseofBelgische
gebiedenhebben.
MetnamevoordegrotewatereninhetNatura
2000landschapNoordzee,WaddenzeeenDelta
issprakevaneengrensoverschrijdendeopgave,
ditgeldtbijvoorbeeldvoordeEems-Dollard
�49
(Waddenzee(�)),datdeelsbetwistgebiedis;voor
Westerschelde&Saeftinghe(�22).
VoordeGrensmaas(�52)issprakevaneenbijzon-
deresituatiedoordatalleendeNederlandsehelft
vandeloopvandeGrensmaasisaangemeldbij
deEuropeseCommissie.De(verdereuitwerking
vande)Natura2000doelenendeeventueelte
nemenmaatregelenwordenindedaartoebe-
staandeinternationaleoverleggenafgestemd.
UitdeanalysevandeNatura2000gebiedenis
geblekendatdekwaliteitineenaantalgebieden
medeonderdrukstaatdoorontwikkelingenof
voorgenomenontwikkelingenopDuitsofBel-
gischgrondgebied.Hiergeldtvoorkomenisbeter
dangenezen.Deknelpuntenzullen,alofnietin
hetkadervandevoorbereidingvandeNatura
2000beheersplannen,besprokenwordenmetde
bevoegdeinstantiesindebuurlandenengeza-
menlijkzalnaaroplossingengezochtworden.
Deknelpuntenzullen,alofnietindevoorbereidingvan
deNatura2000beheersplannen,besprokenwordenmet
debevoegdeinstantiesindebuurlanden...
�50
...ignimquipitprateufaciduntvullafacipeugiamvolob-
orperiustiscinhendignitlutpat.Umdioconulputemvelis
at.
�5�
2�bronnen
Hoofdstuk 8
�.Kiwa&EGG(2005):Knelpunten-enkansenanalyseNatura2000gebieden.MinisterievanLand-
bouw,NatuurenVoedselkwaliteit.
2. SOVON&CBS(2006,invoorbereiding):TrendsvanvogelsinhetNederlandseNatura2000netwerk.
SOVON-informatierapport2005/09.SOVONVogelonderzoekNederland,Beek-Ubbergen.
�. MinisterievanLNV(2004):‘Verantwoordingsdocument’.SelectiemethodiekvooraangemeldeHabi-
tatrichtlijngebieden.http://www9.minlnv.nl/pls/portal�0/docs/folder/minlnv/lnv/staf/staf_dv/dossiers/
mlv_npvn/soorten_gebiedsbescherming/mlv_NPVN_NATUURWETGEVING_DOCUMENTEN/VERANT-
WOORDINGSDOCUMENT200�050�.PDF
4. MinisterievanLNV(2000):NotavanantwoordVogelrichtlijn–deel�–Algemeen.http://www9.
minlnv.nl/pls/portal�0/docs/FOLDER/MINLNV/LNV/STAF/STAF_DV/DOSSIERS/MLV_NPVN/SOORTEN_
GEBIEDSBESCHERMING/MLV_NPVN_NATUURWETGEVING_DOCUMENTEN/VR_NOTA�_ALG.PDF
5. MinisterievanLNV(2004):‘Lijstdocument’,overzichtvangebiedsselectievoordeHabitatrichtlijn.
http://www9.minlnv.nl/pls/portal�0/docs/FOLDER/MINLNV/LNV/STAF/STAF_DV/DOSSIERS/MLV_NPVN/
SOORTEN_GEBIEDSBESCHERMING/MLV_NPVN_NATUURWETGEVING_DOCUMENTEN/
LIJSTDOCUMENTDATATRANS0204�.PDF
6. MinisterievanLNV(2004):ReactiedocumentAanmeldingHabitatrichtlijngebieden.http://www9.
minlnv.nl/pls/portal�0/docs/FOLDER/MINLNV/LNV/STAF/STAF_DV/KAMERCORRESPONDENTIE/2004/
BIJLAGEN/PAR04256A.PDF
7. MinisterievanLNV(2004):‘Gebiedendocument’.Overzichtvanhabitattypenensoortenwaarvoor
gebiedenzijnaangemeldenbegrenzingvangebieden.http://www9.minlnv.nl/pls/portal�0/docs/
FOLDER/MINLNV/LNV/STAF/STAF_DV/DOSSIERS/MLV_NPVN/SOORTEN_GEBIEDSBESCHERMING/
MLV_NPVN_NATUURWETGEVING_DOCUMENTEN/GEBIEDENDOCDATATRANS0204�2.PDF
8. MinisterievanLNV(2004):Ruimtevooreenzilteoogst–Beleidsbesluitschelpdiervisserij2005-2020.
http://www9.minlnv.nl/pls/portal�0/docs/FOLDER/MINLNV/LNV/STAF/STAF_DV/
KAMERCORRESPONDENTIE/2004/BIJLAGEN/VISS5�2�BIJ.PDF
Bronnen
�52
...http://www.birdlife.org/action/science/species/birds_in_
europe/birds_in%20_the_eu.pdf...http://www.rivm.nl/
bibliotheek/rapporten/40876800�.pdf
9. MinisterievanLNV(2005):NatuurbescherminginNederland.http://www9.minlnv.nl/pls/portal�0/
docs/FOLDER/MINLNV/LNV/STAF/STAF_DV/DOSSIERS/MLV_NPVN/SOORTEN_GEBIEDSBESCHERMING/
MLV_NPVN_NATUURWETGEVING_DOCUMENTEN/BR_NATBESCH_IN_NED.PDF
�0.MinisterievanLNV(2005):HandreikingBestemmingsplanenNatuurwetgeving.http://www.synbio-
sys.alterra.nl/natura2000/handreikingen_start.aspx?handreiking=bestemmingsplannen
��.MinisterievanLNV(2005):AlgemeneHandreikingNatuurbeschermingswet�998.
http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/handreikingen_start.aspx?handreiking=algemeen
�2.MinisterievanLNV(2005):HandreikingBeheerplannenNatura2000-gebieden.
http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/handreikingen_start.aspx?handreiking=beheerplannen
��.Milieu-enNatuurplanbureau(2005):Natuurbalans2005.SDUUitgevers,DenHaag.
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/40876�002.pdf
�4. Milieu-enNatuurplanbureau(2005):OptimalisatieEcologischeHoofdstructuur.Ruimte,milieuen
waterconditiesvoorduurzaambehoudvanbiodiversiteit.
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/40876800�.pdf
�5.Lammers,W.(200�):KerncijfersvoordeIBOstudieVogel-enHabitatrichtlijn.RIVMrapport
40876800�.DLO,RIVM,Bilthoven.
�6.Lammers,G.W.,A.vanHinsberg,W.Loonen,M.J.S.M.Reijnen&M.E.Sanders(2005):Optimalisatie
EcologischeHoofdstructuur,Ruimte,milieuenwaterconditiesvoorduurzaambehoudvanbiodiversi-
teit,Milieu-enNatuurplanbureau,Bilthoven.
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/40876800�.pdf
�7. EuropeesMilieuagentschap(2004):EMA-signalen2004.BureauvoorOfficiëlePublicatiesvandeEu-
ropeseGemeenschappen.Luxemburg.http://reports.eea.europa.eu/signals-2004/nl/tab_abstract_RLR
�8.EuropeesMilieuagentschap(200�):HetmilieuinEuropa:dederdebalans(Samenvatting).Bureau
voorOfficiëlePublicatiesvandeEuropeseGemeenschappen,Luxemburg.
http://reports.eea.europa.eu/environmental_assessment_report_200�_�0-sum/nl/kiev_sum_nl.pdf
�9.EuropeanEnvironmentAgency(2005):TheEuropeanenvironment–Stateandoutlook2005.Office
forOfficialPublicationsoftheEuropeanCommunities.Luxemburg.
http://reports.eea.europa.eu/state_of_environment_report_2005_�/en
20.Egmond,P.M.van&T.J.deKoeijer(2005):Vanaankoopnaarbeheer–Verkenningkansrijkheidom-
slagnatuurbeleidI.Milieu-enNatuurplanbureau,Bilthoven.
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/40876700�.pdf
2�. BirdLifeInternational(2004):BirdsintheEuropeanUnion:astatusassessment.BirdLifeInternational,
Wageningen.
http://www.birdlife.org/action/science/species/birds_in_europe/birds_in%20_the_eu.pdf
�5�
Bijlagen
�54
�55
9.1 Hoofdlijnen selectie en begrenzing
Natura 2000 gebieden 157
9.�.�Criteriavoorselectieenbegrenzing
Habitat-enVogelrichtlijngebieden �57
9.�.2Hoofdlijnenaanpassingbegrenzing
Natura2000gebieden �60
9.2 Relatief belang en staat van
instandhouding (inclusief methode) 163
9.2.� Methodebepalingstaatvan
instandhouding �64
9.2.2 Relatiefbelangenstaatvan
instandhoudinghabitattypen �66
9.2.�Overzichtnamenhabitattypen �67
9.2.4 Relatiefbelangenstaatvan
instandhoudingsoorten �70
9.2.5 Relatiefbelangenstaatvan
instandhoudingvogelsoorten �70
9.3 Natura 2000 doelen op landelijk
niveau 173
9.�.�Natura2000doelenoplandelijk
niveauhabitattypen �7�
9.�.2Natura2000doelenoplandelijk
niveausoorten �86
9.�.�Natura2000doelenoplandelijk
niveaubroedvogels �9�
9.�.4Natura2000doelenoplandelijk
niveauniet-broedvogels 200
9.4 Natura 2000 landschappen 213
9.4.�Gebiedentoebedeeldaan
Natura2000landschappen 2�4
9.4.2 Overzichthabitattypenensoorten
perNatura2000landschap 2�8
9.5 Begrenzingswijzigingen Natura 2000
gebieden 223
Inhoudsopgave bijlagen
�56
�57
Bijlage 9.1
Criteriavoorselectieenbegrenzing
Habitat-enVogelrichtlijngebieden
Hoofdlijnenaanpassingbegrenzing
Natura2000gebieden
Bijlage 9.1.1: Criteria voor selectie en begrenzing
Habitat- en Vogelrichtlijngebieden
Bijlage9.�.�geeftinzageindecriteriavoor
selectieenbegrenzingvandeHabitat-enVogel-
richtlijngebieden.Indeafzonderlijkeonderdelen
wordtverwezennaardebronnenwaardemetho-
diekmeeruitgebreidisomschreven.
Debijlagevaltuiteenindevolgendeonderdelen:
a. SelectieHabitatrichtlijngebieden.
b. BegrenzingHabitatrichtlijngebieden.
c. SelectieenbegrenzingVogelrichtlijngebieden.
Bijlage 9.1.1.a: Selectie Habitatrichtlijngebieden
Bron:MinisterievanLandbouw,Natuurbeheeren
Visserij(mei200�)‘Verantwoordingsdocument’.
SelectiemethodiekvooraanmeldingvanHabitat-
richtlijngebieden.
Deonderstaandecriteriazijngehanteerdbijde
selectievanHabitatrichtlijngebiedenterbehoud
enbeschermingvanhabitattypen(uitbijlageI)en
soorten(uitbijlageII)inNederlandin200�.Deze
criteriakomenvoortuitdeselectiecriteriavan
bijlageIIIvandeHabitatrichtlijn:
• Belangrijkste gebieden:voorelkniet-prioritair
habitattypeenniet-prioritairesoortzijnin
principevijfgebiedengeselecteerdenweldie
gebiedenwaarhettypeofdepopulatievande
soorthetbestontwikkeldis(kwantitatiefen
kwalitatief).Voorprioritairetypenensoorten
zijninprincipedetienbelangrijkstegebieden
geselecteerd.Indienminderdanvijfrespectie-
velijktiengebiedeneenvoldoendebijdrage
leverenaandeinstandhoudingofherstel-
mogelijkhedenvaneenhabitattypeofsoort
(doorvoldoendekwaliteitenoppervlakte),zijn
minderdanvijfgebiedengeselecteerd(zieook
punt�).
• Ecologische variatie:indiendeecologische
variatieineenhabitattypezodaniggrootis
dathettypemeerdereplantensociologische
eenhedenopverbondsniveauomvat�diein
verschillendegebiedenvoorkomen,zijnper
� HierbijisdeindelingvanverbondenuitdeVege-
tatievanNederlandgehanteerd(Schaminéeetal.
�995-�998;Stortelderetal.�999).
Hoofdlijnen selectie en begrenzing Natura 2000 gebieden
�58
plantensociologischverbonddedriebelang-
rijkstegebiedengeselecteerdbijniet-priori-
tairetypenendevijfbelangrijkstegebiedenbij
prioritairetypen.
• Landelijke dekking:2vooriederhabitattypeen
soortwordteenvoldoendelandelijkedekking
nagestreefd.Bijminderdan20%landelijke
dekkingwordtindemeestegevallendese-
lectiealsonvoldoendebeschouwd,bij20-60%
landelijkedekkingstaatdeselectieterdiscus-
sie,bijmeerdan60%landelijkedekkingwordt
deselectieoverhetalgemeenalsvoldoende
beschouwd.Dezegetallenzijnflexibel:er
wordtrekeninggehoudenmetdespecifieke
kenmerkeneneisendiedeafzonderlijkehabi-
tattypenensoortenstellen.Zoiseenrelatief
laagdekkingspercentageaanvaardbaarindien
hetgaatomeenweinigbedreigdtype/soort
datverspreidvoorkomt(proportionaliteitsprin-
cipe).Voorprioritairehabitattypenensoorten
wordteenlandelijkedekkingnagestreefddie
hogerligtdande60%diealsuitgangspunt
wordtgehanteerdvoorniet-prioritairehabitat-
typen/soorten.
• Geografische spreiding:indiendebelangrijk-
stegebiedenonvoldoendespreidingoverde
verschillenderegio’sbinnenNederlandgeven,
zijngebiedentoegevoegdomwillevande
geografischespreiding.
• Grensoverschrijdende gebieden:delijstvan
gebiedenwordtuitgebreidmetgebiedenals
dezedirectgrenzenaanaangemeldegebie-
deninDuitslandofBelgiëenhiermeeéén
ecologischeeenheidvormen.Ditonderde
voorwaardedathetNederlandsedeelvanhet
grensoverschrijdendegebiedeendeelvan
dehabitattypenof–soortenbevatwaarde
gebiedendoorDuitslandofBelgiëvoorzijn
aangemeld.
• Reeds eerder aangemelde gebieden:delijst
vangebiedenwordtuitgebreidmetgebieden
diein�996-98zijnaangemeldalsHabita-
trichtlijngebiedmaarnietkwalificerenbijde
belangrijkstegebieden,mitsdehabitattypen
ofsoortenwaarvoordegebiedendestijdszijn
geselecteerdnogsteedsinrepresentatieve
vormaanwezigzijn.
Uitzonderingen:
• voordenoordsewoelmuiszijnaanvullend
gebiedengeselecteerdzodatervoldoendebe-
schermingisinallevijfregionalepopulaties;
• voorvleermuizenzijnapartegebiedengese-
lecteerdgedurendehetwinter-enzomersei-
zoen;
• voortrekvissenzijndebelangrijkstepaaige-
biedenen/ofdoortrek-enopgroeigebieden
geselecteerd;
• voordebittervoorn,kleinemodderkruiper,die
inNederlandwijdverspreidvoorkomen,zijn
geenafzonderlijkegebiedengeselecteerd;
• voorderivierdonderpadzijnalleengebieden
inbeekdalengeselecteerd(waareenapart
ecotypevoorkomt);buitendebekenisdeze
soortnietbedreigd.
2 Landelijkedekkingvandehabitatsofleefgebie-
denvansoortenbetreftdetotaleoppervlaktevan
eenhabitatofleefgebiedbinnendeaangemelde
gebiedenalspercentagevandelandelijkeop-
pervlaktevanhethabitattypeofleefgebiedvan
desoort.
Bijlage 9.1.1.b: Begrenzing Habitatrichtlijn-
gebieden
Bron:MinisterievanLandbouw,Natuurbeheeren
Visserij(mei200�)‘Gebiedendocument’.Selectie-
methodiekvooraanmeldingvanHabitatrichtlijn-
gebieden.
BijdebegrenzingvandeHabitatrichtlijngebie-
denzijndevolgendealgemeneuitgangspunten
gehanteerd:
• Habitattypen en soorten van de bijlagen:de
habitattypenvanbijlageIendeleefgebieden
vandesoortenvanbijlageIIvandeHabita-
trichtlijn(endusnietdesoortenvanbijlageIV)
vormenhetuitgangspuntvoordebegrenzing.
Ditisinclusiefinkwaliteitachteruitgeganeen
gedegenereerdeterreindelen,indienherstel
haalbaarisenvoorzovernodigvoordein-
standhoudingvandeaanwezigehabitattypen
en/ofsoorten.
• Herkenbare eenheden en identiteit:stre-
vennaardebegrenzingvanherkenbareen
beheerbareeenheden:ecologischeeenheden
(bijvoorbeeldopbasisvanvegetatiestructuur,
hydrologieofgeomorfologie)ofbeheerseen-
heden.Dooreenhedenopdezemanierte
begrenzenkrijgthetgebiedeenduidelijke
identiteit.
• ‘Cement tussen de bakstenen’:debegren-
zingvanecologischeeenhedenimpliceert
dathetHabitatrichtlijngebiedbestaatuit:de
habitattypenvanbijlageIenhetleefgebied
vandesoortenvanbijlageIIéneenstelsel
vannatuurwaardenwaarvoorhetgebiedniet
isgeselecteerden/ofnietisaangemeld:het
‘cementtussendebakstenen’,maardiewel
integraalonderdeeluitmakenvandeecosy-
stemenwaarvandebetreffendehabitattypen
ensoortendeeluitmaken.Ditcementisnodig
voorherstelen/ofinstandhoudingvande
betreffendehabitattypenen/ofsoorten.
• Deelgebieden:bijzeersterkeversnipperingin
meerderedeelgebiedenwordenalleendeze
deelgebiedenbegrensd.Deverschillende
deelgebiedenbevattendanelkafzonderlijk
dehabitattypenen/ofsoortenwaarvoorhet
gebiedgeselecteerdis.Enclaves:binnengrote
�59
eenhedenzijnenclavesvangrootschalige
landbouwen/ofbebouwinguitgesloten,voor
zoverzegeenwezenlijkebijdrageleverenaan
deinstandhoudingvandebetreffendehabitat-
typenen/ofdesoorten.
• Aansluiting bij administratieve grenzen:er
iszoveelmogelijkaangeslotenbijbestaande
administratievegrenzen(bijvoorbeeldbe-
grenzingonderdeNatuurbeschermingswet
aangewezengebieden,NationaalPark,Vogel-
richtlijngebied,en/ofeigendomsgrenzen).
• Herkenbare topografische lijnen:bijvoorkeur
vallendegebiedsgrenzensamenmetduidelijk
inhetlandschapherkenbaretopografische
lijnen,zoalswegen,sloten,heggen,oevers,
bosrandenenmarkanteverschilleninland-
gebruik.
Deconcretebegrenzingvandegebiedenis
gebaseerdopmaatwerk.Detoepassingvande
algemeneuitgangspuntenheeftophoofdlij-
nengeresulteerdindrietypenvanbegrenzing.
Afhankelijkvan(�)deoppervlakteen(2)demate
vanversnipperingvandegebiedenkunnendrie
begrenzingstypenwordenonderscheiden:grote
aaneengeslotengebieden;kleinegebieden;twee
ofmeerdeelgebieden.(zievoorvoorbeeldende
vermeldebron).
Bijlage 9.1.1.c: Selectie en begrenzing Vogelricht-
lijngebieden
Bron:MinisterievanLandbouw,Natuurbeheeren
Visserij(2000)NotavanAntwoordVogelrichtlijn,
deel�.Bijlage�.Selectiecriteriaenmethodevan
begrenzing.
DeonderstaandeselectiecriteriavoorVogelricht-
lijngebiedenzijnontleendaaneeninventarisatie
vanbelangrijkevogelgebiedendiein�994werd
voltooid.Dezelijstvormdedegrondslagvoor
de49aanwijzingendieinmaart2000werden
gedaan.Decriteriavoorselectieenbegrenzing
zijnnaderuitgewerktentoegelichtindeNota
vanAntwoord2000(bijlage�)dietegelijkertijd
metdeaanwijzingenin2000werduitgebracht.
Hetisnietbekendopgrondvanwelkeselectie-
criteriadevóór2000aangewezengebiedenzijn
aangewezen,vrijwelaldezegebiedenvoldoen
aandegesteldeselectiecriteriavan2000.
Soortkeuze
OnderdeVogelrichtlijnmoetenspecialebescher-
mingszones(SBZ’s)wordenaangewezenvoor
allesoortenvanbijlageIvandeRichtlijnenvoor
bepaaldeanderetrekvogelsdienietzijnopgeno-
menindezebijlage.WatbijlageIbetreft,gaathet
intotaalinNederlandom4�soorten,waarvan
�5alleenalsniet-broedvogelzijnbehandeld�,2�
alleenalsbroedvogelen5zowelalsbroedvogel
alsniet-broedvogel.Laatstgenoemde5soorten
komenzowelalsbroedvogelalsniet-broedvogel
aanbodomdatdegebiedenwaardezesoortenin
hetbroedseizoen,indetrektijden/of‘swinters
verblijvendeelsverschillendzijn.
Verderzijngebiedengeselecteerdvoor�7andere
soortentrekvogelszijndewatervogels(meren-
deelsalsniet-broedvogel).Daarnaastisbijde
begrenzingvangebiedennogrekeninggehou-
denmet�5anderesoortentrekvogels(waarvan
9broedvogels),waarvoordegebiedenindebe-
schermingsbehoeftevandezesoortenvoorzien.
Selectiecriteria
VoorelkesoortvanbijlageI,diegeregeldvaste
verblijfplaatseninonslandheeft,zijndevijf
belangrijkstegebiedengeselecteerd.Ditzijnde
gebiedenwaargemiddelddegrootsteaantallen
vogelszijnvastgesteld.Voortrekvogelsdieniet
zijnopgenomeninbijlageIzijndegebiedenge-
selecteerddievoldoenaande�%-drempelwaar-
de:hetgebiedherbergthetgebiedminstens�%
vandebiogeografischepopulatie.Ditcriterium
isooktoegepastvoor�5watervogelsoortendie
inbijlageIzijnopgenomen.Voorbroedvogelsis
voorbeidecriteriauitgegaanvanhetgemiddeld
aantalbroedparenindepeilperiode�99�-97.De
overschrijdingvande�%-drempelisgetoetstaan
dehandvanhetgemiddeldseizoenmaximumin
deperiode�992/9�-�996/97.
Daarnaastiseenbeperkendevoorwaardeaan
terrestrische(datwilzeggenvoornamelijkuit
landbestaande)gebiedengesteld.Dergelijke
gebiedenzijnalleengeselecteerdwanneeraldaar
tenminste�00hectareaaneengeslotengebied
eennatuurstatusheeft.
Doortoepassingvande�00ha-voorwaardewordt
metnamedeaanwijzingvanomvangrijkeinagra-
rischgebruikzijndevoedselgebiedenbeperkttot
combinatiesmetslaapplaatsen(c.q.openwater)
terwijlvoedselgebiedenmeteenmeernatuurlijke
vegetatiec.q.voedselaanbodwelgrotendeelsin
deaangewezengebiedenliggen.
Gebiedsbegrip en begrenzing
Omgebiedentekunnenidentificerenentebe-
grenzeniseenbepaaldeopvattingvanhetbegrip
gebiednodig,zoalsbedoeldindeVogelrichtlijn.
Hiertoezijndevolgendeuitgangspuntengehan-
teerdvoordedefinitievaneengebied:
• Hetgebiedonderscheidtzichinaard(bijv.
abiotischoftypegebruikdoordemens)of
ornithologischebetekenisduidelijkvande
omgeving.
• Hetiseenbestaandofpotentieelbeschermd
gebiedmetofzonderbufferzones,danwel
eengebiedwaardevogelwaardenopeniger-
leiwijzebeschermdkunnenworden.
• Hetgebiedvoldoet,alleenofincombinatie
metanderegebieden,aanallevereistendiede
vogelswaarvoorhetgebiedvanbelangisaan
hunomgevingstellen,indeperiodedatzeer
aanwezigzijn.
� Dedwerggansisineenlaterstadiumtoege-
voegd,hiermeekomthettotaalaantalsoorten
vanbijlage�op44,waarvan�6niet-broedvogels.
�60
Liggingenlandschappelijkeaardvaneengebied
zijnbepaaldaandehandvandeverspreidingen
debiotoopeisenvandekwalificerendesoorten.
Hierbijwordendevolgendelandschapstypen
onderscheiden:zoutwater,zoetwater,kwelder,
openzandinkustgebied,openduin(inclusief
duinmeren),zand-enmodderbanken,stuifzand,
drogeheide,hoogveenennatteheide,moeras,
loofbos,naaldbos,akkerland,agrarischgras-
land,(half)natuurlijkgraslandenruigte,stedelijk
gebied.Debiotoopeisenvanalleselectie-en
begrenzingssoortenzijnophetniveauvandeze
indelingvanlandschapstypenbeschreven(zie
bijlagenAvandeaanwijzingsbesluiten2000).
Hierbijisonderscheidgemaaktinenerzijdsbroe-
dendevogelsenanderzijdsvoedselzoekendeen
pleisterendevogels(c.q.doortrekkers,wintergas-
ten,ruiendevogelsalsmedebroedvogelsdiezich
buitenhuneigenlijkenestplaatsophoudenom
voedseltezoekenofterusten).
Degrenzenzijnbepaaldaandehandvanhetter-
reingebruikendebiotoopeisenvandeaanwezige
kwalificerendesoortenenvandeaanwezige
begrenzingssoorten.
Vervolgensisbezienofopdezewijzeinland-
schappelijkopzichteensamenhangendgeheelis
ontstaan.Combinatiesvanaanelkaargrenzende
landschapstypeninééngebiedzijnindriegeval-
lenmogelijk:
• Indienmeerderelandschapstypenvanbelang
zijnvoordezelfdekwalificerendesoort.
• Indienmeerderelandschapstypeniederapart
beschouwdóókzoudenkwalificeren.
Indienbinneneenbepaaldkwalificerendland-
schapstypealsdeelvaneengebiedmeerdere
delenvaneenanderlandschapstypegelegenzijn,
diealstotaalookkwalificeren.
Bijlage 9.1.2: Hoofdlijnen aanpassing begrenzing
Natura 2000 gebieden
Dezebijlagegeeftinzageindecriteriazoalsge-
hanteerdbijdeherbegrenzingvangebiedent.b.v.
devoorbereidingvandeaanwijzingsbesluitenin
deloopvan2006
Inleiding
Bijdeinvoorbereidingzijndeaanwijzingvande
Habitatrichtlijngebiedenendeaanvullingvande
Vogelrichtlijnaanwijzingenmetgebiedsdoelen
zullenoverlappendeVogel-enHabitarichtlijn-
gebiedenwordengecombineerdtotéénNatura
2000gebied.Daarbijwordternaargestreefdde
begrenzingvanVogel-enHabitatrichtlijngebie-
denzogoedalsmogelijkopelkaaraftestem-
men.Vooreenflinkaantalgebiedenworden
kleinetotsubstantiëlewijzigingenvandebegren-
zingvoorgesteld.
Tweecategorieënvanherbegrenzing
Erkaneenonderscheidwordengemaaktintwee
categorieënvanherbegrenzing:technischeen
inhoudelijkeaanpassingen.
Technischeaanpassingenzijnteneersteminieme
kaarttechnischeverbeteringenteneindedegren-
zenaftestemmenengelijktetrekkenmetlijn-en
vlakelementenvandeTOP�0-vector.Tentweede
zijnhetookpragmatischeaanpassingendie
gewenstzijnuitbestuurlijkoogpuntombeheer
enbescherminghanteerbaartehoudenenomde
burgereenzoduidelijkeneenvoudigmogelijke
begrenzingtebieden.Ditbetekentdatverschil-
lendebeleidsinstrumenten(naastVogel-en
Habitatrichtlijngebiedenookdebeschermdeen
staatsnatuurmonumentendiesinds�968onder
deNatuurbeschermingswetzijnaangewezenen
vaakoverlappenmetdeVogel-enHabitatricht-
lijngebieden)opelkaarafgestemdwordenen
datonlogischeverschillenvermedenworden.
Inhoudelijkegrenswijzigingenkomenvoortuitde
methodiekendiein2000en200�zijngehanteerd
voordebegrenzingvandeVogel-enHabitatricht-
lijngebieden(ziebijlagen).
Aanleidingen voor aanpassing begrenzing
Aanleidingenomdegebiedsbegrenzingnogeens
kritischtebezienzijn:
• reactiesgemaaktinhetkadervandeinspraak-
rondevandeconcept-lijstvanHabitatrichtlijn-
gebieden(februari200�)waarvandebeoorde-
lingintertijdisaangehouden;
• gebiedsuitbreiding,omdatdebegrenzingniet
voldoenderekeningheeftgehoudenmethet
voorkomenvanhabitattypenenleefgebieden
vansoorten,datwilzeggenaangrenzende
gebiedsdelenmethabitatwaardenzijnten
onrechtenietbegrensd;
• hetomgekeerdekomtookvoor:begrenzing
vangebiedsdelendienietvanbelangzijnvoor
deinstandhoudingvanhetgebiedvoorde
voorkomendehabitatwaarden;
• gebiedsuitbreidingnodigvoorherstelvoor
waardendiein(zeer)ongunstigestaatvan
instandhoudingverkerenofslechtsinenkele
gebiedenvoorkomendewaarden;
• verschilleninbegrenzingtussenindejaren
�986-2000onderdeVogelrichtlijnaangewezen
gebiedenengebiedenaangemeldonderde
Habitatrichtlijngeletopdesamenvoegingtot
Natura2000gebieden;
• overlapmetindejaren�969-�996onderde
Natuurbeschermingswetaangewezen
Natuurmonumentenaangeduidalsbescherm-
denatuurmonumenten.
Technische aanpassingen: kleine en pragmatische
correcties
Technischeaanpassingenbetreffenteneerste
grenscorrectiesopperceelsniveaudiegewenst
zijnomdebegrenzingvanVogel-enHabitat-
richtlijngebiedenenbeschermdenatuurmonu-
mentengelijktetrekken,ofterverduidelijking
waardebegrenzingonnauwkeurig,willekeurig
ofonlogischis.Hiervanisondermeersprake
indienlandschapselementenofvlakkenworden
doorsnedenzonderdatdaarvanuitdebegren-
zingssystematiekgrondvoorbestaat.Inveel
gevallenkomendergelijkegevallenvoortuit
onnauwkeurighedeninhetdigitalisatie-procesof
onduidelijkheidvandeoorspronkelijkeanaloge
kaarten.Erwordtzoveelmogelijknaargestreefd
grenzentelatensamenvallenmetlijnelementen
vanhetTOP�0-vectorbestandversie2004(waar
detopografischekaartenopzijngebaseerd).
Waardebuitengrenssamenvaltmetdievaneen
beschermdnatuurmonumentzijnvaakkadastrale
grenzenaangehouden.
Verderwordtzoveelmogelijkgestreefdnaar
logischeeninhetveldherkenbaretopografische
grenzenzoalslangswegen,slotenenlandschap-
�6�
pelijkeovergangen.Hierbijwordtinbeginsel
aangeslotenbijbegrenzingvandeprovinci-
alenatuurgebiedsplannenofdeecologische
hoofdstructuur.Meteigendomsgrenzenvan
terreinbeherendeorganisatieswordtrekening
gehoudenvoorzoverpassendbinnendeandere
beleidslijnen(zogeldtditdusnietindiendatzou
leidentotonlogischegrenzen).Inhetmerendeel
vandeHabitatrichtlijngebiedenspelendergelijke
technischeaanpassingen.
Grensverleggingzoalsvoorgesteldtussenaan
elkaargrenzendegebiedeninvooralWadden-en
Deltagebied,isnietmeerdaneenadministratieve
aanpassing.Ditisinenkelegevallennoodzakelijk
omoverlaptussenNatura2000gebieden(door
verschillentussenVogel-enHabitatrichtlijngren-
zen)tevermijden,hetgeenkanwordenbereikt
doordegrenzentussengebiedenopvegetatie-of
landschapsgrenzenteleggen.4
Intweegevallenisgeblekendatdebegrenzing
vandeVogelrichtlijngebiedenopdekaartafwijkt
vandebeschrijvingindenotavantoelichting
(VoordeltaenIJmeer).Indergelijkegevallen
prevaleertdetekst.DekaartvanhetIJmeeris
inmiddelsaangepast,DievandeVoordeltadient
opditpuntnogtewordenverbeterd.Ookzijnin
enkelegevallengrenscorrectiesnodigomdatde
rijksgrenswordtoverschreden(o.a.benoordende
DollardbijEmden,HetZwin).
HetstreveniseropgerichtdeVogel-enHabita-
trichtlijngrenzenbinnenéénNatura2000gebied
zoveelmogelijktelatensamenvallen.Ditvoor-
komtdaterineenNatura2000gebieddatonder
beiderichtlijnenisaangewezendrieverschillende
beschermingsregimesbestaan:delenalleenvoor
vogels,delenalleenvoorhabitatwaardenen
delenwaarbeidegelden(metbeschermdena-
tuurmonumentenzijnerzelfs7combinatiesvan
beschermingscategorieëndenkbaar).Bovendien
zouerandersnoodzaakontstaanverklaringen
tegevenvoorallerleionlogischeverschillen.Dit
neemtnietwegdatlogischeverschillenzullen
blijvenbestaan.
Kleineverschillen(d.w.z.minderdan25ha)
tussendebegrenzingvanVogel-enHabitatricht-
lijngebiedenwordenbijvoorkeurweggewerkt
dooraanpassingvandeHabitatrichtlijngebieden,
waarvanimmersdedefinitieveaanwijzingnog
moetplaatsvinden.Bijverkleininggeldtdital-
leenindienhetbetreffendegebiedsdeelnietvan
belangisvoordehabitatwaardenwaarvoorhet
gebiedisaangemeld.Verkleiningvangebieden
wordtdoordeEuropeseCommissie,geletopde
Europesejurisprudentie,slechts“inuitzonder-
lijkegevallen”aanvaardbaargeachtindienbijde
oorspronkelijkeaanwijzingeen“duidelijkewe-
tenschappelijkefout”isgemaakt.Voordegoede
ordezijopgemerktdatditzowelgeldtvoor
Vogelrichtlijngebieden,diealzijnaangewezenals
voorHabitatrichtlijngebieden,dieweliswaarnog
moetenwordenaangewezen,maardieinmid-
delswelopdezogenoemdecommunautairelijst
staan.
Grotereverschillenwordeninbeginselalleen
weggewerktindienpassendbinnendegevolgde
begrenzingssystematiek,wantlogischeverschil-
lentussenVogel-enHabitatrichtlijngebieden
zullenblijvenbestaan.Debegrenzingvaneen
Habitatrichtlijngebiedkangelijkgetrokken
wordenmetdieonderdeVogelrichtlijnindien
datgeenafbreukdoetaanofnodigisvoorde
instandhoudingvandeHR-waardenvanhet
gebied.VerkleiningvaneenVogelrichtlijngebied
ligtalleeninderedeindienersprakeisvaneen
“duidelijkewetenschappelijkefout”.EenVogel-
richtlijngebiedkaninelkgevaluitgebreidworden
totdegrensvanhetbetreffendeHabitatricht-
lijngebiedindiendeuitbreidingpastbinnende
methodevandeVogelrichtlijngebiedenin2000.
Ingevolgeartikel�5avande(gewijzigde)Natuur-
beschermingswetvervallenstaats-enbeschermde
natuurmonumentendiezijngelegeninHabitat-
richtlijngebieden.IndatgevalwordendeNatura
2000doelenaangevuldmetde(nationale)waar-
denwaarvoordezegebiedenindertijdonderde
Natuurbeschermingswetzijnaangewezen.Ge-
biedsdelenbuitenNatura2000zullenalszelfstan-
digenatuurmonumentenvoortbestaanoferkan
wordengekozenomhunstatusalsbeschermd
natuurmonumenttelatenvervallen(nahetdoor-
lopenvaneenMER-procedureindienhetgebied�
haofmeergrootis,tenzijontheffingisverleend).
Voordelenvanbeschermdenatuurmonumenten
diebuitenNatura2000blijvenliggen,zullende
natuurwaardenopnieuwmoetenwordenvastge-
steld(deinhetoorspronkelijkeaanwijzingsbesluit
genoemdewaardenkunnenbinnenenbuiten
Natura2000immersverschillendzijn).
Erisdaaromindemeestegevallenervoorge-
kozenombeschermdenatuurmonumentendie
methetNatura2000gebiedoverlappen,zoveel
mogelijkbinnendebegrenzingvanderichtlijnge-
biedentebrengen.Ditbetreftintotaalongeveer
�50ha(80%inzesgebieden).
Inhoudelijke aanpassingen
Debegrenzingenblijvengebaseerdopdesyste-
matiekenzoalsdiezijnontwikkeldinhetkader
vandeaanmeldingHabitatrichtlijngebiedenin
200�envandeaanwijzingvan49Vogelricht-
lijngebiedeninmaart2000.Ditbetekentdat
aanpassingvanHabitatrichtlijngebiedenmogelijk
isopgrondvanhetvoorkomenvanhabitattypen
enleefgebiedenvansoorten,rekeninghoudende
metdevereistenvoordeinstandhoudingvanha-
bitatwaardenenterverbeteringvandealgehele
samenhang.Ditkanduszowelbetrekkinghebben
opuitbreidingalsverkleiningrekeninghoudend
metdevoorwaardendiedeEuropeseCommissie
daaraanheeftgesteld(zievorigeparagraaf).
WaargrenzentussenHabitatrichtlijngebiedenen
oudeVogelrichtlijngebieden(aangewezenvóór
maart2000)verschillen,wordtdemethodevan
begrenzingvanmaart2000alsnogopdezeVogel-
richtlijngebiedentoegepast(voorzovergewenst
inhetkadervangelijktrekkingvangrenzen).
DaarbijkanookonderdeHabitatrichtlijngebie-
denbegrensdenieuwenatuurwordenbetrokken
indienditvoordevogelsoortenwaaraanhet
gebiedzijnbetekenisonderdeVogelrichtlijnont-
leend,actuelebetekenisheeftofopkortetermijn
zalkrijgen.
Zoweluitdeontvangenreacties(opgenomenin
hetReactiedocument,2004)alsuitdaarnabe-
schikbaargekomenkennis(Natura2000consulta-
ties)isgeblekendatineenbeperktaantal
4 Ditdoetzichvooropdeovergangvanduinen
naarstrandofkwelder(Waddeneilanden/Noord-
zeekustzone,DuinenTexel/Waddenzee,Duinen
Vlieland/Waddenzee,DuinenDuinenTerschel-
ling/Waddenzee,DuinenAmeland/Waddenzee,
DuinenSchiermonnikoog/Waddenzee,Voordelta/
Zuid-HollandseenZeeuwseduingebieden),tus-
senDuinenGoeree&KwadeHoek/Haringvliet
(Zuiderdiep)enlangshetVossemeertussen
Ketelmeer&VossemeerenUiterwaardenIJssel.
�62
gevallenbijdebegrenzingvanHabitatrichtlijn-
gebiedenonvoldoenderekeningisgehouden
metdeverspreidingvanrelevantehabitattypen
ofleefgebiedenvansoorten.Ditbetekentdatin
200�belangrijketerreindelenbuitendebegren
zingzijngevallen.Indemeestegevallenbetreft
hetuitbreidingvanminderdan�00ha.Ingeval
vanlandgaathethierbijsteedsombestaandeof
nieuwenatuur.IngevalvandeVeluwerandmeren
betreftheteenaanzienlijkeoppervlakteopen
waterdatwelalinzijngeheelonderdeVogel-
richtlijnisaangewezen.
Onderdezenoemervallenookgrenscorrecties
dievoorkomenuittechnischevooruitgang(GIS-
technieken),waardoorvergelijkingentussen
gebiedscategorieeneenvoudigkunnenworden
gemaaktenookdenauwkeurigheidvanbegren-
zingaanmerkelijkistoegenomen.
Ondergrondse groeven voor vleermuizen
InenkeleZuidLimburgsegebiedendoetzicheen
bijzonderesituatievooromdatsubstantiëledelen
vanondergrondsemergelgroevendievangroot
belangzijnvooroverwinterendevleermuizen,
buitendebegrenzingzijngelegen.Bijdeopgave
aandeEuropeseCommissieiservanuitgegaan
datdezeoverwinteringsplaatsengeheelbinnen
deaangemeldegebiedenwarengelegen.De
betreffendegroevenblijkenzichuittestrekken
buitenbegrensdgebiedtotonderbebouwingen
cultuurgrondenwaarbovengrondsgeenhabitat-
waardenaanwezigzijn.Deondergrondseligging
vandegroevenwordtopdekaartenvandeze
gebiedenapartaangeduid.Hetbeschermingsre-
gimegeldthieralleenvoordeinstandhouding
vandeondergrondsegroevetenbehoevevan
overwinterendevleermuizen5.Hetterreinboven
degroevendatalleenalsondergrondsegroeven
opdekaartenisaangeduid,maaktdusgeendeel
uitvanhetaangewezengebied.habitattypen
Gebiedenmethabitattypenofsoortenwaarvan
destaatvaninstandhoudingalsongunstigis
beoordeeld,kunnenzonodigwordenuitge-
breidmetbestaandeofnieuwenatuur(waarde
betreffendewaardennietvoorkomen)geletop
deherstelmaatregelendienoodzakelijkzijnom
destaatvaninstandhoudingvandebetreffende
habitatwaardenteverbetereneningunstigestaat
tebrengen.
Exclavering
DebegrenzingvandeNatura2000gebieden
wordtaangegevenopdebijdeaanwijzingen
behorendekaarten.Daaropwordtonderscheid
gemaakttussendebegrenzingvanhetHabitat-
richtlijngebiedendievanhetVogelrichtlijnge-
bied.Indienvantoepassingwordttevensde
begrenzingvaninliggendeenaangrenzende
beschermdenatuurmonumentenaangeduid.
Bebouwing,infrastructuurenwaterkerende
dijkenmakenmeestalgeenonderdeeluitvan
hetaangewezengebied.Bebouwingaanderand
vanhetgebiedenaaneengeslotenbebouwing
van5haofmeer(waaronderbedrijfsterreinen,
pompstationsenkazernes)zullenzoveelmogelijk
opdekaartwordenuitgesloten(afhankelijkvan
deaanwezigheidvanTOP�0-grenzen).Derestzal
tekstueelwordengeëxclaveerd.
Algemene exclaveringsformule
Zowelvoordein2000aangewezenVogelrichtlijn-
gebiedenalsdeaangemeldeHabitatrichtlijnge-
biedengeldenalgemeneexclaveringsformules.
Ookbijdeaanwijzingvanbeschermdenatuurmo-
numentenzijnbebouwdeenverhardedelenvaak
(ook)tekstueeluitgesloten.VooralleNatura2000
gebiedenzaleenalgemeneexclaveringsformule
gaangelden,diezonodigwordtafgestemdop
deplaatselijkeomstandighedenendenatuur-
waardenwaarvoorhetgebiedisaangewezen
(bijvoorbeeldingevalvanbebouwingmetover-
zomerendeofoverwinterendevleermuizen).De
algemeneexclaveringsformuleluidt:
‘‘Bestaande bebouwing, erven, tuinen, verhardin-
gen en hoofdspoorwegen maken geen deel uit
van het aangewezen gebied, tenzij expliciet wel
bij de aanwijzing betrokken.’’
Daarbijwordendevolgendedefinitiesgehan-
teerdontleendaandegangbarepraktijk.
• Bebouwing:betreftéénofmeergebouwenof
bouwwerken,geengebouwenzijnde.
• Gebouw:elkbouwwerkdateenvoormensen
toegankelijke,overdekte,geheelofgedeel-
telijkemetwandenomslotenruimtevormt.
Eenbouwwerkiselkeconstructievanenige
omvangvanhout,steen,metaalofander
materiaal,welkehetzijdirectofindirectmet
degrondverbondenishetzijdirectofindirect
steunvindtinofopdegrond.
• Erven:zijnhetonmiddellijkaaneenwoningof
andergebouwgelegen,daarbijbehorendeen
daarmedeingebruikzijndeterrein.
• Tuinen:zijnhetindeonmiddellijkenabijheid
vaneenwoningofandergebouwgelegen
intensiefonderhoudenterreinbeplantmet
siergewassenengazonsofingebruikals
moestuindatzichduidelijkonderscheidvan
deomgeving.Dergelijketerreinenzijnmeestal
beslotenenomheindmiddelseenafrastering,
schutting,muurofhaag,of(deels)omgeven
dooreensloot.
• Verhardingen:bijvoorbeeldzijn:wegen,plei-
nen,parkeervoorzieningenenefverhardingen.
Wegenbetreffendeallevoorhetgemotori-
seerdverkeeringebruikzijndekunstmatig
verhardewegen,metinbegripvandedaarin
liggendebruggenenduikersendetotdiewe-
genbehorendepadenenbermenofzijkanten.
• Hoofdspoorwegen:spoorwegenzoalsopge-
nomeninhetBesluitaanwijzinghoofdspoor-
wegenvan��december2004.
5 Opgrondvanexternewerkingzijnalleen
activiteitendiedegroevenalsoverwinterings-
plaatsvoorvleermuizenkunnenbeïnvloeden,
vergunningplichtig.
�6�
Bijlage 9.2
Methodebeoordeling
staatvaninstandhouding
Relatiefbelangenstaat
vaninstandhoudinghabitattypen
Overzichtnamenhabitattypen
Relatiefbelangenstaatvan
instandhoudingsoorten
Relatiefbelangenstaatvan
instandhoudingvogelsoorten
(voorbroedvogelsénniet-broedvogels)
Dezebijlagegeeftinzageinhetrelatiefbelangen
staatvaninstandhoudingvoorallehabitattypen
en(vogel)soortenwaarvoorNederlandNatura
2000gebiedenheeftaangewezenengaatverder
inopdegehanteerdemethode.Tevensisopge-
nomeneenoverzichtvanvolledigeenverkorte
namenhabitattypen.
InhetNatura2000profielendocumentiseen
naderetoelichtingoprelatiefbelangenstaatvan
instandhoudingopgenomen.
Relatief belang en staat van instandhouding (inclusief methode)
�64
Bijlage 9.2.1.a: Methode bepaling staat van instandhouding habitattypen
Systematiekvoordebeoordelingvandestaatvaninstandhoudingvaneenhabitattype
vanbijlageIvandeHabitatrichtlijnzoalsvastgestelddoorhetHabitatComité.
Aspect Staatvaninstandhouding(SVI)
Gunstig Matigongunstig Zeerongunstig Onbekend
areaalstabieloftoenemendEN
nietkleinerdande‘gunstige
referentie’
oppervlaktestabielof
toenemendENnietkleinerdan
de‘gunstigereferentie’ENgeen
wezenlijkeveranderinginhet
verspreidingspatroonbinnenhet
areaal
structuurenfunctie(inclusief
typischesoorten)ingoedestaat
ENgeenwezenlijkeverslechtering
devooruitzichtenzijnuitstekend
ofgoed.Debelangrijkstebedrei-
gingenzijnnietwezenlijk;het
habitattypezaloplangetermijn
levensvatbaarzijn
alles‘groen’OF
drie‘groen’enéén‘onbekend’
areaalverliesvanmeerdan�%
perjaar7OFareaalmeerdan
�0%minderdan‘gunstige
referentie’
Verliesaanoppervlaktevanmeer
dan�%perjaar7ENoppervlakte
minderdandegunstige
referentieOFwezenlijkeveran-
deringinverspreidingspatroon
binnenhetareaalOFoppervlakte
meerdan�0%minderdan‘gun-
stigereferentie’
Opmeerdan25%vandeop-
pervlakteisstructuurenfunctie
ongunstig
sterkenegatieveinvloedvan
bedreigingenophethabitattype;
slechtevooruitzichten,levens-
vatbaarheidoplangetermijnin
gevaar
éénofmeer‘rood’
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
tweeofmeer‘onbekend’
gecombineerdmetalleen‘groen’
Verspreiding
Oppervlakte
Kwaliteit
Toekomst-
perspectief
Totaalbeoordeling
SVI
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig’
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig’
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig’
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig’
éénofmeer‘oranje’maar
geen‘rood’
7 Binneneentijdvaktedefiniërendoordelidstaat
�65
Bijlage 9.2.1.b: Methode bepaling staat van instandhouding soorten
Systematiekvoordebeoordelingvandestaatvaninstandhoudingvaneensoortvanbij-
lageIIvandeHabitatrichtlijnzoalsvastgestelddoorhetHabitatComité.Dezemethodeis
ookgehanteerdvoordebeoordelingvandestaatvaninstandhoudingvanvogels.
Aspect Staatvaninstandhouding(SVI)
Gunstig Matigongunstig Zeerongunstig Onbekend
areaalstabieloftoenemendEN
nietkleinerdande‘gunstige
referentie’
populatiegroterdanofgelijk
aande‘gunstigereferentie’EN
voortplanting,sterfteenleef-
tijdsopbouwnietslechterdan
normaal
leefgebiedisvoldoendegroot
(enstabieloftoenemend)ENde
kwaliteitisgeschiktvoorhetop
langetermijnvoortbestaanvan
desoort
debelangrijkstebedreigingen
zijnnietwezenlijk;desoortzal
oplangetermijnlevensvatbaar
zijn
alles‘groen’OF
drie‘groen’enéén‘onbekend’
areaalverliesvanmeerdan�%
perjaar8OFareaalmeerdan
�0%minderdan‘gunstige
referentie’
populatieafnamevanmeerdan
�%perjaar8ENlagerdande
gunstigereferentieOFpopulatie
meerdan25%lagerdande‘gun-
stigereferentie’OFvoortplan-
ting,sterfteenleeftijdsopbouw
veelslechterdannormaal
leefgebiedisduidelijkonvol-
doendegrootvoorhetoplange
termijnvoortbestaanvande
soortOFdekwaliteitisduidelijk
ongeschiktvoorhetoplange
termijnvoortbestaanvande
soort
sterkenegatieveinvloedvan
bedreigingenopdesoort;zeer
slechtevooruitzichten,levens-
vatbaarheidoplangetermijnin
gevaar
éénofmeer‘rood’
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
geenofonvoldoende
betrouwbareinformatie
tweeofmeer‘onbekend’
gecombineerdmetalleen‘groen’
Verspreiding
Populatie
Leefgebied
Toekomst-
perspectief
Totaalbeoordeling
SVI
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig’
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig’
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig’
tussen‘gunstig’en‘zeer
ongunstig
éénofmeer‘oranje’maar
geen‘rood’
8 Binneneentijdvaktedefiniërendoordelidstaat
�66
H���0_A Permanentoverstroomdezandbanken A M G G M M
(getijdengebied)
H���0_B Permanentoverstroomdezandbanken A M G G M M
(Noordzee-kustzone)
H���0 Estuaria B Z Z Z Z M
H��40_A Slik-enzandplaten(getijdengebied) A M G G M M
H��40_B Slik-enzandplaten(Noordzee-kustzone) B G G G G G
H��60 Grotebaaien C Z G G Z Z
H���0_A Ziltepionierbegroeiingen(zeekraal) A M G G M M
H���0_B Ziltepionierbegroeiingen(zeevetmuur) B G G G G G
H��20 Slijkgrasvelden C Z G G Z Z
H���0_A Schorrenenziltegraslanden(buitendijks) A M G G M M
H���0_B Schorrenenziltegraslanden(binnendijks) C M G G M M
H2��0 Embryonaleduinen B G G G G G
H2�20 Witteduinen B M M G M G
*H2��0_A Grijzeduinen(kalkrijk) A Z G M Z Z
*H2��0_B Grijzeduinen(kalkarm) B Z G M Z Z
*H2��0_C Grijzeduinen(heischraal) A Z M Z Z Z
*H2�40_A Duinheidenmetkraaihei(vochtig) B M G G M G
*H2�40_B Duinheidenmetkraaihei(droog) B M G G M G
*H2�50 Duinheidenmetstruikhei C G G G G G
H2�60 Duindoornstruwelen A G G G G G
H2�70 Kruipwilgstruwelen B G G G G G
H2�80_A Duinbossen(droog) A G G G G G
H2�80_B Duinbossen(vochtig) A M G G M G
H2�80_C Duinbossen(binnenduinrand) B M G G M G
H2�90_A Vochtigeduinvalleien(open water) A M G G M G
H2�90_B Vochtigeduinvalleien(kalkrijk) A M G M M M
H2�90_C Vochtigeduinvalleien(ontkalkt) A M G M M G
H2�90_D Vochtigeduinvalleien C M M M G G
(hoge moerasplanten)
H2��0 Stuifzandheidenmetstruikhei A Z G M Z M
H2�20 Binnenlandsekraaiheibegroeiingen B M G G M G
H2��0 Zandverstuivingen A Z G M Z M
H���0 Zeerzwakgebufferdevennen B Z Z Z Z M
H���0 Zwakgebufferdevennen A M G M M M
H��40 Kranswierwateren A Z G M M Z
H��50 Merenmetkrabbenscheeren A M M M M M
fonteinkruiden
H��60 Zurevennen B M G G M M
H�260_A Bekenenrivierenmetwaterplanten B M M M M M
(waterranonkels)H�260_B Bekenenrivierenmetwaterplanten C M G M M G
Nummer
Relatiefbelan
g
SVITotaal
Verspreiding
Oppervlakte
Kwaliteit
Toekomst
Naam(kort)met subtypen
Bijlage 9.2.2: Relatief belang en staat van instandhouding habitattypen
(grote fonteinkruiden)
H�270 Slikkigerivieroevers B M G M M G
H40�0_A Vochtigeheiden(hogere zandgronden) A M G M M M
H40�0_B Vochtigeheiden(laagveengebied) A M G M M M
H40�0 Drogeheiden B Z G M Z M
H5��0 Jeneverbesstruwelen B M G G M M
*H6��0 Pionierbegroeiingenoprotsbodem C Z M Z M M
*H6�20 Stroomdalgraslanden A Z Z M Z M
*H6��0 Zinkweiden B Z M Z Z Z
*H62�0 Kalkgraslanden A M G M M G
*H62�0 Heischralegraslanden A Z Z Z Z Z
H64�0 Blauwgraslanden A Z M M Z M
H64�0_A Ruigtenenzomen(moerasspirea) C G G G G G
H64�0_B Ruigtenenzomen(harig wilgenroosje) A M M M M M
H64�0_C Ruigtenenzomen(droge bosranden) C M M M M M
H65�0_A Glanshaver-envossenstaarthooilanden A M G M M G
(glanshaver)
H65�0_B Glanshaver-envossenstaarthooilanden A Z Z Z Z Z
(grote vossenstaart)
*H7��0_A Actievehoogvenen(hoogveenlandschap) A Z Z Z Z Z
*H7��0_B Actievehoogvenen(heideveentjes) A Z G M Z M
H7�20 Herstellendehoogvenen A G G G G G
H7�40_A Overgangs-entrilvenen(trilvenen) A Z M Z M M
H7�40_B Overgangs-entrilvenen A M M M M M
(veenmosrietlanden)
H7�50 Pioniervegetatiesmetsnavelbiezen B M G G M M
*H72�0 Galigaanmoerassen B M G M M M
*H7220 Kalktufbronnen C M G G ? M
H72�0 Kalkmoerassen B Z Z Z Z M
H9��0 Veldbies-beukenbossen C M G G M G
H9�20 Beuken-eikenbossenmethulst B M G G M G
H9�60_A Eiken-haagbeukenbossen B Z M Z Z Z
(hogere zandgronden)
H9�60_B Eiken-haagbeukenbossen(heuvelland) B Z G M Z M
H9�90 Oudeeikenbossen A M G G M M
*H9�D0 Hoogveenbossen C M G M M M
*H9�E0_A Vochtigealluvialebossen A M M G M G
(zachthoutooibossen)
*H9�E0_B Vochtigealluvialebossen A Z Z Z Z M
(essen-iepenbossen)
*H9�E0_C Vochtigealluvialebossen B M G M M M
(beekbegeleidende bossen)
H9�F0 Drogehardhoutooibossen B Z M Z Z M
Nummer
Relatiefbelan
g
SVITotaal
Verspreiding
Oppervlakte
Kwaliteit
Toekomst
Naam(kort)met subtypen
�67
Bijlage 9.2.3: Overzicht namen habitattypen
Nummer Verkorte naam (met subtypen) VolledigeNederlandsenaamvolgensdeHabitatrichtlijn
H���0 Permanentoverstroomdezandbanken Permanentmetzeewatervangeringediepteoverstroomdezandbanken
H���0_A Permanentoverstroomdezandbanken
(getijdengebied)
H���0_B Permanentoverstroomdezandbanken
(Noordzee-kustzone)
H���0 Estuaria Estuaria
H��40 Slik-enzandplaten Bijebdroogvallendeslikwaddenenzandplaten
H��40_A Slik-enzandplaten(getijdengebied)
H��40_B Slik-enzandplaten(Noordzee-kustzone)
H��60 Grotebaaien Grote,ondiepekrekenenbaaien
H���0 Ziltepionierbegroeiingen Eenjarigepioniersvegetatiesvanslik-enzandgebiedenmetSalicorniaspp.enanderezoutminnendesoorten
H���0_A Ziltepionierbegroeiingen(zeekraal)
H���0_B Ziltepionierbegroeiingen(zeevetmuur)
H��20 Slijkgrasvelden Schorrenmetslijkgrasvegetatie(Spartinion maritimae)
H���0 Schorrenenziltegraslanden Atlantischeschorren(Glauco-Puccinellietalia maritimae)
H���0_A Schorrenenziltegraslanden(buitendijks)
H���0_B Schorrenenziltegraslanden(binnendijks)
H2��0 Embryonaleduinen Embryonalewandelendeduinen
H2�20 Witteduinen WandelendeduinenopdestrandwalmetAmmophila arenaria(‘witteduinen’)
*H2��0 Grijzeduinen Vastgelegdekustduinenmetkruidvegetatie(‘grijzeduinen’)
*H2��0_A Grijzeduinen(kalkrijk)
*H2��0_B Grijzeduinen(kalkarm)
*H2��0_C Grijzeduinen(heischraal)
*H2�40 Duinheidenmetkraaihei VastgelegdeontkalkteduinenmetEmpetrum nigrum
*H2�40_A Duinheidenmetkraaihei(vochtig)
*H2�40_B Duinheidenmetkraaihei(droog)
*H2�50 Duinheidenmetstruikhei Atlantischevastgelegdeontkalkteduinen(Calluno-Ulicetea)
H2�60 Duindoornstruwelen DuinenmetHippophaë rhamnoides
H2�70 Kruipwilgstruwelen DuinenmetSalix repensssp.argentea(Salicion arenariae)
Gunstig
Matigongunstig
Zeerongunstig
Onbekend
Legenda
SvI
Zeergroot
Groot
Aanzienlijk
Zie§�.2.
A
B
C
G
M
Z
?
Relatief belang
�68
Nummer Verkorte naam (met subtypen) VolledigeNederlandsenaamvolgensdeHabitatrichtlijn
H2�80 Duinbossen BebosteduinenvanhetAtlantische,continentaleenborealegebied
H2�80_A Duinbossen(droog)
H2�80_B Duinbossen(vochtig)
H2�80_C Duinbossen(binnenduinrand)
H2�90 Vochtigeduinvalleien Vochtigeduinvalleien
H2�90_A Vochtigeduinvalleien(open water)
H2�90_B Vochtigeduinvalleien(kalkrijk)
H2�90_C Vochtigeduinvalleien(ontkalkt)
H2�90_D Vochtigeduinvalleien(hoge moerasplanten)
H2��0 Stuifzandheidenmetstruikhei PsammofieleheidemetCallunaenGenista
H2�20 Binnenlandsekraaiheibegroeiingen PsammofieleheidemetCallunaenEmpetrum nigrum
H2��0 Zandverstuivingen OpengraslandmetCorynephorus-enAgrostis-soortenoplandduinen
H���0 Zeerzwakgebufferdevennen MineraalarmeoligotrofewaterenvandeAtlantischezandvlakten(Littorelletalia uniflorae)
H���0 Zwakgebufferdevennen OligotrofetotmesotrofestilstaandewaterenmetvegetatiebehorendtothetLittorelletalia unifloraeen/of
Isoëto-Nanojuncetea
H��40 Kranswierwateren Kalkhoudendeoligo-mesotrofewaterenmetbenthischeCharaspp.vegetaties
H��50 Merenmetkrabbenscheerenfonteinkruiden VannatureeutrofemerenmetvegetatievanhettypeMagnopotamionofHydrocharition
H��60 Zurevennen Dystrofenatuurlijkepoelenenmeren
H�260 Bekenenrivierenmetwaterplanten SubmontaneenlaaglandrivierenmetvegetatiesbehorendtothetRanunculion fluitantisenhet
Callitricho-Batrachion
H�260_A Bekenenrivierenmetwaterplanten
(waterranonkels)
H�260_B Bekenenrivierenmetwaterplanten
(grote fonteinkruiden)
H�270 Slikkigerivieroevers RivierenmetslikoeversmetvegetatiesbehorendtothetChenopodion rubrip.p.enBidentionp.p.
H40�0 Vochtigeheiden Noord-AtlantischevochtigeheidemetErica tetralix
H40�0_A Vochtigeheiden(hogere zandgronden)
H40�0_B Vochtigeheiden(laagveengebied)
H40�0 Drogeheiden DrogeEuropeseheide
H5��0 Jeneverbesstruwelen Juniperus communis-formatiesinheideofkalkgrasland
*H6��0 Pionierbegroeiingenoprotsbodem KalkminnendofbasifielgraslandoprotsbodembehorendtothetAlysso-Sedion albi
*H6�20 Stroomdalgraslanden Kalkminnendgraslandopdorrezandbodem
*H6��0 Zinkweiden GraslandopzinkhoudendebodembehorendtothetVioletalia calaminariae
*H62�0 Kalkgraslanden Drogehalf-natuurlijkegraslandenenstruikvormende-faciesopkalkhoudendebodemsFestuco-Brometalia)
(*gebiedenwaaropmerkelijkeorchideeëngroeien)
*H62�0 Heischralegraslanden Soortenrijkeheischralegraslandenoparmebodemsvanberggebieden(envansubmontanegebiedenin
hetbinnenlandvanEuropa)
H64�0 Blauwgraslanden GraslandmetMoliniaopkalkhoudende,venige,oflemigekleibodem(Molinion caeruleae)
H64�0 Ruigtenenzomen Voedselrijkezoomvormenderuigtenvanhetlaagland,envandemontaneenalpienezones
H64�0_A Ruigtenenzomen(moerasspirea)
H64�0_B Ruigtenenzomen(harig wilgenroosje)
Bijlage 9.2.3: Overzicht namen habitattypen (vervolg)
�69
Nummer Verkorte naam (met subtypen) VolledigeNederlandsenaamvolgensdeHabitatrichtlijn
H64�0_C Ruigtenenzomen(droge bosranden)
H65�0 Glanshaver-envossenstaarthooilanden Laaggelegenschraalhooiland(Alopecurus pratensis,Sanguisorba officinalis)
H65�0_A Glanshaver-envossenstaarthooilanden(glanshaver)
H65�0_B Glanshaver-envossenstaarthooilanden
(grote vossenstaart)
*H7��0 Actievehoogvenen Actiefhoogveen
H7��0_A Actievehoogvenen(hoogveenlandschap)
H7��0_B Actievehoogvenen(heideveentjes)
H7�20 Herstellendehoogvenen Aangetasthoogveenwaarnatuurlijkeregeneratienogmogelijkis
H7�40 Overgangs-entrilvenen Overgangs-entrilveen
H7�40_A Overgangs-entrilvenen(trilvenen)
H7�40_B Overgangs-entrilvenen(veenmosrietlanden)
H7�50 Pioniervegetatiesmetsnavelbiezen SlenkeninveengrondenmetvegetatiebehorendtothetRhynchosporion
*H72�0 Galigaanmoerassen KalkhoudendemoerassenmetCladium mariscusensoortenvanhetCaricion davallianae
*H7220 Kalktufbronnen Kalktufbronnenmettufsteenformatie(Cratoneurion)
H72�0 Kalkmoerassen Alkalischlaagveen
H9��0 Veldbies-beukenbossen BeukenbossenvanhettypeLuzulo-Fagetum
H9�20 Beuken-eikenbossenmethulst AtlantischezuurminnendebeukenbossenmetIlex ensomsookTaxusindeondergroei(Quercion
robori-petraeae ofIlici-Fagenion)
H9�60 Eiken-haagbeukenbossen Sub-Atlantischeenmidden-Europesewintereikenbossenofeiken-haagbeukbossenbehorendtothet
Carpinion betuli
H9�60_A Eiken-haagbeukenbossen(hogere zandgronden)
H9�60_B Eiken-haagbeukenbossen(heuvelland)
H9�90 Oudeeikenbossen OudezuurminnendeeikenbossenopzandvlaktenmetQuercus robur
*H9�D0 Hoogveenbossen Veenbossen
*H9�E0 Vochtigealluvialebossen BossenopalluvialegrondmetAlnus glutinosaenFraxinus excelsior(Alno-Padion,Alnion incanae,
Salicion albae)
*H9�E0_A Vochtigealluvialebossen(zachthoutooibossen)
*H9�E0_B Vochtigealluvialebossen(essen-iepenbossen)
*H9�E0_C Vochtigealluvialebossen(beekbegeleidende bossen)
H9�F0 Drogehardhoutooibossen GemengdeoeverformatiesmetQuercus robur,Ulmus laevisenUlmus minor,Fraxinus excelsiorofFraxinus
angustifolia,langsdegroterivieren(Ulmenion minoris)
�70
A00� Roodkeelduiker(n) A M G G G M
A002 Parelduiker(n) B ? ? ? ? M
A004 Dodaars(b) B G G G G G
A004 Dodaars(n) B G G G G G
A005 Fuut(n) B M G M M G
A007 Kuifduiker(n) B G G G G G
A008 Geoordefuut(b) A G G G G G
A008 Geoordefuut(n) B M G G G M
A0�7 Aalscholver(b) A G G G G G
A0�7 Aalscholver(n) A G G G G G
A02� Roerdomp(b) B Z Z Z Z Z
A022 Woudaap(b) C Z Z Z Z Z
A026 Kleinezilverreiger(n) C G G G G G
A027 Grotezilverreiger(b) B G G G G G
A027 Grotezilverreiger(n) C G G G G G
A029 Purperreiger(b) A Z G Z M M
A0�4 Lepelaar(b) A G G G G G
A0�4 Lepelaar(n) A G G G G G
A0�7 Kleinezwaan(n) A M G M M M
A0�8 Wildezwaan(n) B M G G G M
A0�9 Taigarietgans(n) B G G G G G
A0�9 Toendrarietgans(n) A G G G G G
A040 Kleinerietgans(n) A G G G G G
A04� Kolgans(n) A G G G G G
A042 Dwerggans(n) A G G G G G
A04� Grauwegans(n) A G G G G G
A045 Brandgans(n) A G G G G G
A046 Rotgans(n) A M G G G M
A048 Bergeend(n) A G G G G G
A050 Smient(n) A G G G G G
A05� Krakeend(n) A G G G G G
A052 Wintertaling(n) A M G M G G
A05� Wildeeend(n) A G G G G G
A054 Pijlstaart(n) A M G G G M
A056 Slobeend(n) A G G G G G
A058 Krooneend(n) C M G G G M
A059 Tafeleend(n) A Z G Z G M
A06� Kuifeend(n) A M G G G M
A062 Topper(n) A Z G Z G G
A06� Eider(b) B Z G Z Z G
A06� Eider(n) B Z G G Z G
A065 Zwartezee-eend(n) B M G G M G
A067 Brilduiker(n) B G G G G G
Nummer
Relatiefbelan
g
SVITotaal
Verspreiding
Populatie
Naam(kort)met subtypen
Bijlage 9.2.5: Relatief belang en staat van instandhouding vogelsoorten
(voor broedvogels én niet-broedvogels)
Leefgeb
ied
Toekomst
H�0�4 Nauwekorfslak A M M M M M
H�0�6 Zeggekorfslak B Z M Z M M
H�0�X Platteschijfhoren A M M M M M
H�0�7 Gaffellibel C Z Z Z G G
H�042 Gevlektewitsnuitlibel B Z Z Z M M
H�059 Pimpernelblauwtje C Z Z Z Z Z
H�060 Grotevuurvlinder A Z Z Z Z M
H�06� Donkerpimpernelblauwtje B Z Z Z M M
*H�078 Spaansevlag C G G G G G
H�082 Gestreeptewaterroofkever B Z Z Z Z M
H�08� Vliegendhert C M M M M M
H�095 Zeeprik C M M M G G
H�096 Beekprik C Z M Z Z M
H�099 Rivierprik B M G M M G
H��02 Elft C Z Z Z Z M
H��0� Fint C Z M Z Z M
H��06 Zalm C Z M Z M M
H���4 Bittervoorn A M G G G M
H��45 Grotemodderkruiper A M M M M M
H��49 Kleinemodderkruiper A G G G G G
H��6� Rivierdonderpad B M M G G G
H��66 Kamsalamander B M M M M M
H��9� Geelbuikvuurpad C Z Z Z Z Z
H���8 Meervleermuis A M G G M M
H��2� Ingekorvenvleermuis C G G G ? G
H��24 Valevleermuis C M M M M M
H���7 Bever C M M M G G
*H��40 Noordsewoelmuis A Z Z Z Z Z
H��5� Bruinvis C Z Z Z M M
H��64 Grijzezeehond C M G G M G
H��65 Gewonezeehond B G G G G G
H��87 Tonghaarmuts A M M M M G
H��9� Geelschorpioenmos C Z Z M M M
H�6�4 Kruipendmoerasscherm A M G M M M
H�8�� Drijvendewaterweegbree A M M M M M
H�90� Groenknolorchis A Z M Z Z Z
Nummer
Relatiefbelan
g
SVITotaal
Verspreiding
Populatie
Leefgeb
ied
Toekomst
Naam(kort)met subtypen
Bijlage 9.2.4: Relatief belang en staat van instandhouding soorten
Gunstig
Matigongunstig
Zeerongunstig
Onbekend
Legenda
SvI
Zeergroot
Groot
Aanzienlijk
Zie§�.2.
A
B
C
G
M
Z
?
Relatief belang
�7�
A068 Nonnetje(n) A M G G M M
A069 Middelstezaagbek(n) B G G G G G
A070 Grotezaagbek(n) B Z G Z M M
A072 Wespendief(b) B G G G G G
A075 Zeearend(n) C G G G G G
A08� Bruinekiekendief(b) B G G G G G
A082 Blauwekiekendief(b) B Z Z Z Z Z
A084 Grauwekiekendief(b) C Z Z Z Z Z
A094 Visarend(n) C G G G G G
A�0� Slechtvalk(n) C G G G G G
A�07 Korhoen(b) C Z Z Z Z Z
A��9 Porseleinhoen(b) B Z G Z M M
A�22 Kwartelkoning(b) C M G G M M
A�25 Meerkoet(n) A M G M G G
A�27 Kraanvogel(n) C Z Z M G Z
A��0 Scholekster(n) A Z G Z M M
A��2 Kluut(b) A M G G M M
A��2 Kluut(n) A M G G G M
A��7 Bontbekplevier(b) B Z G Z M M
A��7 Bontbekplevier(n) B G G G G G
A��8 Strandplevier(b) B Z Z Z Z Z
A��8 Strandplevier(n) C Z Z Z Z Z
A�40 Goudplevier(n) A Z Z G M Z
A�4� Zilverplevier(n) A G G G G G
A�42 Kievit(n) A M G G G M
A�4� Kanoet(n) A M G G M M
A�44 Drieteenstrandloper(n) B M M G M M
A�47 Krombekstrandloper(n) C G G G G G
A�49 Bontestrandloper(n) A G G G G G
A�5� Kemphaan(b) C Z Z Z Z Z
A�5� Kemphaan(n) B M G G G M
A�5� Watersnip(b) C Z Z Z M Z
A�56 Grutto(n) A Z M Z M M
A�57 Rossegrutto(n) A G G G G G
A�60 Wulp(n) A G G G G G
A�6� Zwarteruiter(n) B G G G G G
A�62 Tureluur(n) B M G G G M
A�64 Groenpootruiter(n) B G G G G G
A�69 Steenloper(n) B Z G Z M M
A�76 Zwartkopmeeuw(b) A G G G G G
A�77 Dwergmeeuw(n) B M G M M M
A�8� Kleinemantelmeeuw(b) A G G G G G
A�90 Reuzenstern(n) C G G G G G
Nummer
Relatiefbelan
g
SVITotaal
Verspreiding
Populatie
Leefgeb
ied
Toekomst
Naam(kort)met subtypen
A�9� Grotestern(b) A Z M Z G G
A�9� Visdief(b) A M M M M G
A�94 Noordsestern(b) B G G G G G
A�95 Dwergstern(b) B Z Z Z M M
A�97 Zwartestern(b) A Z Z Z M M
A�97 Zwartestern(n) A Z G Z M M
A222 Velduil(b) C Z Z Z Z Z
A224 Nachtzwaluw(b) C M M G M M
A229 IJsvogel(b) B G G G G G
A2�� Draaihals(b) C Z Z Z Z Z
A2�6 Zwartespecht(b) B G G G G G
A246 Boomleeuwerik(b) C G G G G G
A249 Oeverzwaluw(b) B G G G G G
A255 Duinpieper(b) C Z Z Z Z Z
A272 Blauwborst(b) B G G G G G
A275 Paapje(b) C Z Z Z Z Z
A276 Roodborsttapuit(b) C G G G G G
A277 Tapuit(b) C Z Z Z Z Z
A292 Snor(b) B Z Z G Z Z
A295 Rietzanger(b) B M M G G G
A298 Grotekarekiet(b) C Z Z Z Z Z
A��8 Grauweklauwier(b) C Z Z Z Z Z
Nummer
Relatiefbelan
g
SVITotaal
Verspreiding
Populatie
Leefgeb
ied
Toekomst
Naam(kort)met subtypen
Bijlage 9.2.5: Relatief belang en staat van instandhouding vogelsoorten
(voor broedvogels én niet-broedvogels)
Gunstig
Matigongunstig
Zeerongunstig
Onbekend
Legenda
SvI
Zeergroot
Groot
Aanzienlijk
Zie§�.2.
A
B
C
G
M
Z
?
Relatief belang
�72
�7�
Bijlage 9.3
Natura2000doelenoplandelijkniveau
habitattypen
Natura2000doelenoplandelijkniveau
soorten
Natura2000doelenoplandelijkniveau
broedvogels
Natura2000doelenoplandelijkniveau
niet-broedvogels
Bijlage 9.3.1: Natura 2000 doelen op landelijk
niveau habitattypen
H1110 Permanent overstroomde zandbanken
H���0SubtypeA:Permanentoverstroomdezand-
banken(getijdengebied)
H���0SubtypeB:Permanentoverstroomdezand-
banken(Noordzeekustzone)
Natura 2000 doel:
VoorsubtypeA,permanentoverstroomdezand-
banken(getijdengebied):behoudverspreiding,
behoudoppervlakteenverbeteringkwaliteit.
VoorsubtypeB,permanentoverstroomdezand-
banken(Noordzeekustzone):behoudversprei-
ding,behoudoppervlakteenbehoudkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypepermanentoverstroomde
zandbankenkomtwijdverspreidvoorlangsde
Europesekusten,maarisinNederlandvanzeer
grootbelangdoordeabiotischeenbiotische
kwaliteitenvandeNoordzeeincombinatiemet
groteestuariaenwaddengebieden.Zulkekwali-
teitenwordenindeEUopslechtsenkeleplaatsen
aangetroffen.SubtypeA,permanentoverstroom-
dezandbanken(getijdengebied),isaangewezen
voordeWaddenzee(�).SubtypeB,permanent
overstroomdezandbanken(Noordzeekustzone),is
aangewezenvoordeNoordzeekustzone(7),Voor-
delta(���)enWesterschelde&Saeftinghe(�22).
OpditmomentverkeertsubtypeA,permanent
overstroomdezandbanken(getijdengebied),in
eenmatigongunstigestaatvaninstandhouding.
Verbeteringvandekwaliteitisvooralmogelijk
tenaanzienvanbodemfaunaendevormingvan
biogenestructurenmetmossels.Kenmerkend
voorhetsysteemisdefunctionelesamenhang
vanverschillendedeelsystemenzoalseb-en
vloedgeulenendroogvallendeplaten.Herstelvan
zout-zoetgradiëntenistevensvanbelangvoor
verbeteringkwaliteitvanhethabitattype.Verder
onderzoekisnodigomdereferentievooreen
gunstigestructuur&functie(kwaliteit)(inclusief
soortensamenstelling)nadertebepalen.Het
BeleidsbesluitSchelpdiervisserijenhetaldaar
aangekondigdeonderzoek(ProjectOnderzoek
DuurzameSchelpdiervisserij)zullendebasisvor-
menvoordematewaarinenhettempowaarmee
delocatiesvoordeontwikkelingvandebiogene
Natura 2000 doelen op landelijk niveau
�74
structurenmetmosselszalwordengekozen.De
verbeteropgavezaldanookpasgaangeldenna
afloopvanditonderzoekenwanneerdeuitkom-
stenvanditonderzoek,medeinhetlichtvanhet
strevennaarverduurzamingvandemosselsector
enmetinachtnemingvandehoofdlijnenvoorde
formuleringvandedoelen,dezeverbeteropgave
rechtvaardigen.Daarbijzaltevensrekeningwor-
dengehoudenmetreguliergebruikenregulier
onderhoudvandevaarwegenovereenkomstigde
PKB-Waddenzee.
H1130 Estuaria
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
HetrelatiefbelangvanNederlandisgrooten
wordtvertegenwoordigddoordeWesterschelde
(Westerschelde&Saeftinghe,�22)endeEems-
Dollard(Waddenzee,�).Voordeafsluitingvan
deHaringvliet(�09)endeZuiderzeeherbergde
Nederlandenkelevandegrootsteestuariavan
Europa.VoordeHaringvliet(�09)wordtgestreefd
naarhetvergrotenvanzoutwaterinvloeden
(kierbesluit).Kwaliteitsverbeteringisnoodzakelijk
wegensdezeerongunstigestaatvaninstandhou-
ding.VoordeWesterscheldehoudtkwaliteitsver-
beteringherstelinvandeafwisselingaandiverse
deelecosystemen(laagdynamischeenhoogdyna-
mische,diepeenondiepe,zoeteenzoutedelen,
belendendeschorrenengeleidelijkeovergangen
tussenaldezedeelsystemen)metdebijbehoren-
dehogebiodiversiteit.Voorditgebiedisbehoud
vanhetmeergeulenstelselenuitbreidingvande
oppervlaktemetlaagdynamischedeelgebieden
(droogvallendeplatenenondiepewateren)nood-
zakelijkvoorkwaliteitsverbeteringenduurzaam
voortbestaan.VoordeEems-Dollardligthet
accentopbehoudoppervlakteenkwaliteit.Het
realiserenvankleinschaligezoet-zoutgradiën-
tenindeWaddenzee,ismedetenbehoevevan
verbeteringvandekwaliteitvandehabitattypen
slik-enzandplaten(getijdengebied)(H��40_A)
enpermanentoverstroomdezandbanken
(getijdengebied)(H���0_A).
H1140 Slik- en zandplaten
H��40SubtypeASlik-enzandplaten(getijden-
gebied)
H��40SubtypeBSlik-enzandplaten(Noordzee-
kustzone)
Natura 2000 doel:
VoorsubtypeA,slik-enzandplaten(getijden-
gebied):behoudverspreiding,behoudopper-
vlakteenverbeteringkwaliteit.
VoorsubtypeB,slik-enzandplaten(Noordzee-
kustzone):behoudverspreiding,behoudopper-
vlakteenbehoudkwaliteit.
Toelichting:
SubtypeA,slik-enzandplaten(getijdengebied),
isvanzeergrootbelangvoorEuropaomdatde
Nederlandse,DuitseenDeensewaddenzeehet
grootsteoppervlakteherbergteneenbelangrijke
functieheeftvoortrekvogelstussenWest-Afrika
enSiberië.Wegensdematigongunstigestaat
vaninstandhoudingwordtkwaliteitsverbetering
nagestreefd.NaastdeWaddenzee(�)isditsub-
typeaangewezenvoordeVoordelta(���).Verder
komthetsubtypevooralsonderdeelvanhabitat-
typenestuaria(H���0)engrotebaaien(H��60)in
Westerschelde&Saeftinghe(�22)enOosterschel-
de(��8).AlleenvoordeWaddenzee(�)wordt
gestreefdnaarverbeteringkwaliteit.SubtypeB,
slik-enzandplaten(Noordzeekustzone),isvan
grootbelangenisaanwezigindeNoordzeekust-
zone(7)enVoordelta(���).Ditsubtypeverkeert
ingunstigestaatvaninstandhouding.Voortzet-
tingvanzandsuppletiesopdeNoordzeekust
vandeeilandenendeNoord-Hollandsekustis
waarschijnlijknoodzakelijkvoorbehoudvande
huidigeoppervlakteaanintergetijdenplaten.Te-
vensisvanbelangomtebezienwatde(positieve
ennegatieve)effectenzijnvandeuitbreidingvan
dejapanseoestersinhetintergetijdengebied.
H1160 Grote baaien
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypegrotebaaienisvanaanzienlijk
belangvoorEuropaenisalleenvoordeOoster-
schelde(��8)aangemeld.Desoortensamenstel-
lingvandeOosterscheldeverschiltvandeandere
grotebaaieninEuropa.Hettypeverkeertinzeer
ongunstigestaatvaninstandhoudinggebaseerd
opkwaliteitentoekomstperspectief(afname
vanhetoppervlakaanplaten(zandhonger)).
Daarmeekomtdefoerageerfunctievoorschelp-
dieretersingevaar.Voorbehoudenherstelvan
hetevenwichttussendedeelecosystemenishet
stoppenofvertragenvandeplaaterosienoodza-
kelijk.Kwaliteitsverbeteringisgerichtopherstel
vaneenevenwichtigeafwisselingaandediverse
deelecosystemen,herstelvankleinschaligezoet-
zoutgradiëntenenzeegrasvelden.
H1310 Zilte pionierbegroeiingen
H���0SubtypeA:Ziltepionierbegroeiingen
(zeekraal)
H���0SubtypeB:Ziltepionierbegroeiingen
(zeevetmuur)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,ziltepionierbegroeiingen(zeekraal):
behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakte,
behoudenplaatselijkverbeteringkwaliteit.De
uitbreidingoppervlakteenverbeteringkwaliteit
wordtnagestreefdinhetDeltagebied.
SubtypeB,ziltepionierbegroeiingen(zeevet-
muur):behoudverspreiding,behoudoppervlakte
enbehoudkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypeziltepionierbegroeiingenkomt
wijdverspreidvoorlangsdeEuropesekusten,
maarmeestalinkleineoppervlakten.Deaanzien-
lijkeoppervlaktevanhethabitattypeinNederland
isdaarombijzonder.SubtypeA,ziltepionierbe-
groeiingen(zeekraal),isvanzeergrootbelang
voorEuropaenverkeertinmatigongunstige
staatvaninstandhouding.InZuidwest-Nederland
isditsubtypesterkachteruitgegaanindeOos-
terschelde(��8)enWesterscheldedoorerosie
vandeschorren.Uitbreidingoppervlaktewordt
daarombeoogdinOosterschelde(��8),Wes-
terschelde&Saeftinghe(�22)endezouteoptie
vanKrammer-Volkerak(��4)tenbehoevevan
behoudvanSchorrenenziltegraslanden.Inlaatst
genoemdgebiedwordtdanookverbeteringvan
dekwaliteitnagestreefd.SubtypeB,ziltepionier-
�75
begroeiingen(zeevetmuur),isvangrootbelang.
Erwordtgestreefdnaarbehoudvanditsubtype
omdathetingunstigestaatvaninstandhouding
verkeerd.
H1320 Slijkgrasvelden
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteenbe-
houdkwaliteit.Ineendeelvandegebiedenmag
hetareaalafnementengunstevanhethabitatty-
peH���0_Aziltepionierbegroeiingen(zeekraal).
Toelichting:
Hethabitattypeslijkgrasveldenligtaanderand
vanhetareaalenisinNederlandvanaanzienlijk
belangvoorEuropa.Destaatvaninstandhou-
dingiszeerongunstigdoorhetgeheelofvrijwel
geheelverdwijnenvandebelangrijkstetypische
soortkleinslijkgras.Momenteelkomendaarom
geengoedontwikkeldevormenmeervooren
komthethabitattypewelveelvoorinmatige
vormmetengelsslijkgras.Dezematigevormont-
staatvaakopplekkenwaarkwelderseroderen.
Daarommagineendeelvandegebiedenhetare-
aalafnementengunstevanhethabitattypezilte
pionierbegroeiingen(zeekraal)(H���0_A).Ter
voorbereidingvandebeheersplannenisnader
onderzoeknodignaarherstelvangroeiplaatsen
metkleinslijkgras.Herstelvandekwaliteitvan
dedoorkleinslijkgrasgedomineerdevormenvan
hethabitattype(vanbelangvoordeinstandhou-
dingvanhabitattypeziltepionierbegroeiingen)
(H���0)wordtopditmomentnietalshaalbaar
gezien.Daaromzijnergeendoelenvoorverbete-
ringkwaliteitgesteld.
H1330 Schorren en zilte graslanden
H���0SubtypeA:Schorrenenziltegraslanden
(buitendijks)
H���0SubtypeB:Schorrenenziltegraslanden
(binnendijks)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,schorrenenziltegraslanden(buiten-
dijks):behoudverspreiding,behoudoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.
SubtypeB,schorrenenziltegraslanden(binnen-
dijks):behoudverspreiding,behoudoppervlakte
enbehoudkwaliteit.
Watbetreftdeoppervlaktevanbeidesubtypen
kanwelenigeverschuivingoptredentussen
Natura2000gebieden:ingebiedenwaarde
oppervlakteaankwelderssterkafwijktvande
natuurlijkesituatie(subtypeAinwestelijkdeel
Westerschelde(�22),ensubtypeBinOosterschel-
de(��8)),ligteenopgavevoorvergrotingvande
oppervlakte.
Toelichting:
Atlantischekwelderswordenaangetroffenlangs
deAtlantischekustvanPortugaltotIJslanden
Noord-Scandinavië.Hetareaalaankweldersisin
deinternationaleWaddenzeezeergroot(�7.000
ha,inclusiefpionierzonemetmeerdan5%be-
dekking),evenalshetaantalrelatiefgrote(meer
dan5km2)kwelders.SubtypeA,schorrenen
ziltegraslanden(buitendijks),isdaaromvanzeer
grootbelangvoorEuropa.HetWaddengebied
levertdegrootstebijdrageinareaal,daarnaastis
hetDeltagebiedvanbelang.SubtypeB,schorren
enziltegraslanden(binnendijks),isvanaanzien-
lijkbelang.Ditsubtypewordtvooralaangetrof-
feninbinnendijksedelenvandewaddenkusten
hetDeltagebied.Beidesubtypenverkerenineen
matigongunstigestaatvaninstandhouding.Voor
eenduurzaambehoudvansubtypeA,schorren
enziltegraslanden(buitendijks),isverjongingvan
dekweldersenschorrennoodzakelijk(oudere,
soortenarmestadianemenmomenteelsterktoe).
H2110 Embryonale duinen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
behoudkwaliteit.
Toelichting:
HethabitattypeembryonaleduinenisinEuropa
wijdverspreid,zowellangsdeAtlantischekusten
alslangsdeMediterranekusten,maardoorgaans
overkleineoppervlakten.Nederlandisvangroot
belangvoorEuropa.Destaatvaninstandhouding
isgunstig.InhetWaddengebiedismomenteelge-
noegdynamiekzodathettypealtijdinvoldoende
mateenvanvoldoendekwaliteitaanwezigis.
LangsdeHollandsekustduineneninZuidwest-
Nederlandmoethethuidigeaantalgoedontwik-
keldegroeiplaatsenbehoudenblijven.
H2120 Witte duinen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakte,
verbeteringkwaliteit.Verbeteringkwaliteitwordt
vooralnagestreefdindeduinenvandevaste-
landskustenhetDeltagebied.
Toelichting:
Hethabitattypewitteduineniswijdverspreid
langsdeAtlantischeenMediterranekusten
isvoordemeesteduingebiedenaangemeld.
Derelatievebijdrageisgrootendestaatvan
instandhoudingmatigongunstigalsgevolg
vaneenmatigeverspreidingvangoedontwik-
keldevoorbeelden,vooralindeduinenvande
vastelandskustenhetDeltagebied.Daaromwordt
ineenaanzienlijkdeelvandezeduingebieden,
waarhettypevoorisaangemeld,verbetering
kwaliteitnagestreefddoorhetoptimaliserenvan
deverstuiving.Eendergelijkeontwikkelingwordt
nagestreefdopplaatsenwaarditnietinconflictis
metdeveiligheidvanhetachterliggendeland.In
hetWaddengebied,waarhettypemeteengroot
oppervlakteenmeteengoedekwaliteitvoor-
komt,ishetzaakdebestaandedynamiekvanhet
kustgebiedop(wisselende)locatiestebehouden,
waarmeehetvoorkomenvandittypeinvoldoen-
demategegarandeerdis.
*H2130 Grijze duinen
*H2��0SubtypeA:Grijzeduinen(kalkrijk)
*H2��0SubtypeB:Grijzeduinen(kalkarm)
*H2��0SubtypeC:Grijzeduinen(heischraal)
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypegrijzeduinenisvanzeergroot
belangvanwegehetgroteoppervlakteaangoed
ontwikkeldevormeninonsland.Bovendienligt
onslandcentraalinhetareaalvanhethabitat-
type.BinnensubtypeA,grijzeduinen(kalkrijk),
ensubtypeC,grijzeduinen(heischraal),komen
eenaantalplantengemeenschappenvoordie
grotendeelsbeperktzijntotNederland.Subtype
A,grijzeduinen(kalkrijk)komtvooralveelvoor
indekalkrijkeduingebiedenvandeHollandseen
�76
Zeeuwsekustenisdaarnaastaangemeldvoor
eendrietalwaddeneilanden.SubtypeB,grijze
duinen(kalkarm),heeftbelangrijkevoorkomens
indekalkarmeduingebiedentennoordenvan
hetNoordzeekanaalenkomtdaarnaastvoor
inontkalkteduinzonesvanZuid-Hollanden
Zeeland.SubtypeC,grijzeduinen(heischraal)is
aangemeldvoordemeestewaddeneilanden,de
meesteduingebiedenlangsdevastelandskusten
eendrietalgebiedeninhetDeltagebied.Alledrie
subtypenverkerenineenzeerongunstigestaat
vaninstandhouding.Hetisvangrootbelangop
deeersteplaatsdegoedevoorbeeldenveiligte
stellen,zodatgeenverdereachteruitgangvan
dekwaliteitoptreedt.Daarnaastmoetenmatige
ontwikkeldevoorbeeldenwordenverbeterdin
kwaliteitenisuitbreidingvandeoppervlakte
gewenst.
*H2140 Duinheiden met kraaihei
*H2�40SubtypeA:Duinheidenmetkraaihei
(vochtig)
*H2�40SubtypeB:Duinheidenmetkraaihei
(droog)
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypeduinheidenmetkraaiheiisvan
grootbelangenbevindtzichinonslandaande
zuidgrensvanhetareaal.Hetisaangemeldvoor
deoverwegendkalkarmeduingebiedentennoor-
denvanhetNoordzeekanaal.
Destaatvaninstandhoudingismatigongunstig,
omdatjongekorstmosrijkestadiameteenopen
vegetatiestructuursterkachteruitzijngegaan.In
DuinenTerschelling(4)enSchoorlseDuinen(86)
wordtdaaromverbeteringkwaliteitnagestreefd.
Jongestadiakunnenontstaandoorsuccessievan-
uitanderehabitattypen(grijzeduinen(*H2��0)
ofvochtigeduinvalleien(H2�90))enverjonging
vanhethabitattypezelf.
Geziendegroteoppervlaktewordtinallege-
biedenwaarvoorhethabitattypeisaangemeld,
behoudoppervlaktenagestreefd.Hethabitattype
magplaatselijktijdelijkafnementengunstevan
ontwikkelingvandehabitattypenwitteduinen
(H2�20),grijzeduinen(*H2��0)ofvochtigeduin-
valleien(H2�90),enverbeteringvandekwaliteit
vanhettypezelf.
*H2150 Duinheiden met struikhei
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
behoudkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypeduinheidenmetstruikheiisin
onslandvanaanzienlijkbelang.Hetissoorten-
arm,beslaatinNederlandkleineoppervlaktenen
bevindtzichhieraandenoordrandvanhetver-
spreidingsgebied.InNederlandishethabitattype
aangemeldvoorDuinenAmeland(5)enenkele
Zuid-HollandseenZeeuwseduingebieden.Omdat
destaatvaninstandhoudinggunstigis,wordt
behoudvanverspreiding,oppervlakteenkwaliteit
nagestreefd.
H2160 Duindoornstruwelen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteenbe-
houdkwaliteitvangoedontwikkeldevormenin
degebiedenwaarhettypeeenbelangrijkepositie
inhetduinlandschapinneemt.Enigeachteruit-
ganginoppervlakteistoegestaantengunstevan
uitbreidingoppervlaktevanhabitattypengrijze
duinen(*H2��0),vochtigeduinvalleien(H2�90)
ofduinbossen(H2�80),mitsdetotaleoppervlakte
vangoedontwikkeldevormennietafneemt.
Toelichting:
Nederlandisvanzeergrootbelangvoorhet
habitattypeduindoornstruwelenvanwegede
groteoppervlakteendeverscheidenheidaan
struweelsoortenindegoedontwikkeldevoor-
beelden.Onslandligtcentraalinhetversprei-
dingsgebiedenhettypeisvoordemeesteNatura
2000gebiedenaandekustaangemeld.Debeste
ontwikkeldevoorbeeldenwordenaangetroffen
inMeijendel&Berkheide(97),VoornesDuin
(�00),DuinenGoeree&KwadeHoek(�0�)en
KopvanSchouwen(��6).Indesterkontkalkte
duingebiedenkomengoedontwikkeldevormen
alleenvoorinrelatiefkalkrijkedelen,vooraldicht
achterdezeereep,zoalsinhetzuidwestenvan
DuinenenLageLandTexel(2).Omdathettypein
goedestaatvaninstandhoudingverkeerdenmet
eengrootoppervlaktevoorkomt,wordtbehoud
vangoedontwikkeldevormennagestreefd.
Omdatduindoornstruwelenzichplaatselijksterk
hebbenuitgebreidtenkostevanhabitattypen
grijzeduinen(*H2��0),ofvochtigeduinvalleien
(H2�90),magdeoppervlakteafnementengunste
vanuitbreidingvandezetypen.Dezesuccessie
speeltvooralindekalkrijkeduingebiedenvande
HollandseenZeeuwsekust.Plaatselijkentijdelijk
magdeoppervlaktevangoedontwikkeldeduin-
doornstruwelentevensafnementengunstevan
uitbreidingvanhabitattypeduinbossen(H2�80).
H2170 Kruipwilgstruwelen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreidinggoedontwikkeldevormen,
behoudmaarlokaaluitbreidingoppervlaktevan
goedontwikkeldevormenenbehoudmaarlokaal
verbeteringkwaliteit.Deoppervlaktematigont-
wikkeldevormenmagafnementengunstevan
uitbreidingvanhabitattypenvochtigeduinval-
leien(H2�90).
Toelichting:
Hethabitattypekruipwilgstruweleniswijdver-
spreidlangsdeAtlantischekust,waarbijonsland
centraalinhetareaalligt.Nederlandleverteen
grotebijdrageaandittype.Demeestewaddenei-
landen,DuinenDenHelderenCallantsoog(84),
Zwanenwater&Pettermerduinen(85),Noordhol-
landsDuinreservaat(87),Kennemerland-Zuid
(88),Coepelduynen(96)endriegebiedeninhet
Deltagebiedzijnaangewezenvoorhethabitat-
type.Indemeestegebiedenwordtbehoud
vandeoppervlaktegoedontwikkeldevormen
nagestreefdomdathettypeingunstigestaatvan
instandhoudingverkeerd.InDuinenDenHelder
-Callantsoog(84)wordtuitbreidingoppervlakte
vangoedontwikkeldevormennagestreefd.Voor
duurzaambehoudvangoedontwikkeldevormen
opdelangetermijn,moethethabitattypemet
enigeregelmaatopnieuwontstaandoorsucces-
sievanuithethabitattypevochtigeduinvalleien
(H2�90).
�77
H2180 Duinbossen
H2�80SubtypeA:Duinbossen(droog)
H2�80SubtypeB:Duinbossen(vochtig)
H2�80SubtypeC:Duinbossen(binnenduinrand)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,duinbossen(droog):verbetering
verspreidingvangoedontwikkeldevormen,
behoudmaarlokaaluitbreidingoppervlaktevan
goedontwikkeldevormen,behoudmaarlokaal
verbeteringkwaliteit.
SubtypeB,duinbossen(vochtig):behoudversprei-
ding,behoudmaarlokaaluitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.
SubtypeC,duinbossen(binnenduinrand):behoud
verspreiding,behoudoppervlakteenbehoud
maarlokaalverbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypeduinbosseniszeldzaamlangsde
Europesekusten,maarkomtinonslandovereen
relatiefgroteoppervlaktevoorlangseengroot
deelvandeduinkust.Hetduineikenbos(subtype
A)enduinberkenbos(subtypeB)zijnminofmeer
totonslandbeperktebostypen.Daaromlevert
Nederlandeenzeergrotebijdragevoorsubtype
A,duinbossen(droog),ensubtypeB,duinbossen
(vochtig).DebijdragevoorsubtypeC,duinbos-
sen(binnenduinrand),isgrootenditsubtypeis
aangewezenvoorDuinenSchiermonnikoog(6),
Noordhollandsduinreservaat(87),Kennemerland-
Zuid(88),Meijendel&Berkheide(97),Solleveld
&Kapittelduinen(99),VoornesDuin(�00),Kop
vanSchouwen(��6)enMantelingvanWalche-
ren(��7).Uitbreidingoppervlaktevangoed
ontwikkeldevormenvansubtypeAenBwordt
beoogdinDuinenVlieland(�)DuinenTerschel-
ling(4)enDuinenSchiermonnikoog(6),omdat
opdewaddeneilandendeoppervlaktevandeze
habitattypenkleinis.Inenkeleduingebiedenvan
deHollandsevastelandskustwordtuitbreiding
oppervlakteofverbeteringkwaliteitvoordeze
tweesubtypennagestreefd.VoorsubtypeCwordt
indegebiedenbehoudnagestreefd.InVoornes
Duin(�00)enKopvanSchouwen(��6)magde
oppervlaktevanmatigontwikkeldevormenafne-
mentengunstevanhabitattypengrijzeduinen
(*H2��0)ofvochtigeduinvalleien(H2�90).
H2190 Vochtige duinvalleien
H2�90SubtypeA:Vochtigeduinvalleien(open
water)
H2�90SubtypeB:Vochtigeduinvalleien(kalkrijk)
H2�90SubtypeC:Vochtigeduinvalleien(ontkalkt)
H2�90SubtypeD:Vochtigeduinvalleien(hoge
moerasplanten)
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypevochtigeduinvalleienisinonze
kustduinenzeergevarieerd,wijdverspreiden
overeengroteoppervlakteontwikkeldzodat
onslandeenzeergroteverantwoordelijkheid
heeftvoorhetbehoudvandithabitattype.Het
typeisaangewezenvoorbijnaalleNatura2000
duingebiedenendaarnaastookvoorNoordzee-
kustzone(7),Grevelingen(��5),Westerschelde&
Saeftinghe(�22)endezoeteoptievanKrammer-
Volkerak(��4).Derelatievebijdragevoorsubtype
A,vochtigeduinvalleien(open water),subtype
B,vochtigeduinvalleien(kalkrijk),ensubtypeC,
vochtigeduinvalleien(ontkalkt),iszeergroot.Die
voorsubtypeD,vochtigeduinvalleien(hoge moe-
rasplanten),isaanzienlijk.SubtypeCheefteen
gunstigestaatvaninstandhouding,deoverige
subtypenhebbeneenmatigestaatvaninstand-
houding.VoorsubtypeA,vochtigeduinvalleien
(open water),ishetbelangrijkomdekwaliteit
teverbeteren:hierisvooralwinsttebehalenin
verbeteringkwaliteitvankranswierbegroeiingen
induinwateren.VoorsubtypeB,vochtigeduinval-
leien(kalkrijk),wordtdestaatvaninstandhou-
dingverbeterddooruitbreidingvanoppervlakte
en/ofverbeteringvankwaliteitopdemeeste
Waddeneilanden,demeestevastelandsduinenen
deKopvanSchouwen(��6).SubtypeC,vochtige
duinvalleien(ontkalkt)behoeftvooralverbetering
indeNoord-Hollandsevastelandsduinenwaar
hetareaalduinvalleisterkisafgenomen.Voor
subtypeD,vochtigeduinvalleien(hoge moeras-
planten),liggenverbeteropgavenopenkelewad-
deneilandeneninenkelevastelandsduinen.Al
dezeverbeterdoelensluitenaanopreedsingezet
hydrologischherstel(waddeneilanden,Hollandse
kust)enregeneratievanduinvalleieninduinge-
biedendiedoorwaterwinningzijnaangetast.
Voorduurzaamvoortbestaanvanjongestadia
enderijkevariatieaanvochtigeduinvalleien,
isvergrotingvandedynamiekvanwindenzee
noodzakelijkineendeelvandegebieden.Een
dergelijkeontwikkelingwordtnagestreefdop
plaatsenwaarditnietinconflictismetdeveilig-
heidvanhetachterliggendeland.
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
InhetAtlantischedeelvanEuropaisNederland
vangrootbelangvoordithabitattypeomdateen
zeeraanzienlijkaandeelvanhetoppervlakin
Nederlandligt.Hettypeontstaatuitstuifzanden
enheefteenwarmendroogmicroklimaat.Voor
behoudvanorganismendieafhankelijkzijnvan
dittypezoalskevers,sprinkhanen,vlinders,rep-
tielen,vogels,maarookkorstmossenenpioniers
vanopenzand,ishetvanbelangdatstructuur
enfunctiesopordegebrachtworden.Hetzal
vaakgaanomhetverbindenvanleefgebieden
ofhetverbeterenvandevegetatiestructuur.Een
grotevariatieindeleeftijdvanheideplanten,een
afwisselingvanopenzand,heideenpioniergras-
landmetgeleidelijkeovergangennaarstruweel
(bijvoorbeeldbremstruweel)enbosisbelangrijk.
Gebiedenmetdegrootstebijdrageliggenin
hetmiddenenzuidenvanNederland:hetgaat
ondermeeromVeluwe(57)(metveruithetgroot-
steoppervlakte),LoonseenDrunenseduinen&
Leemkuilen(���)enMaasduinen(�45).Inhet
noordenishetDrents-FrieseWold&Leggelder-
veld(27)vangrootbelang.
H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting;
Binnenlandsekraaiheidebegroeiingenzijnte
beschouwenalsoudestadiavanstuifzandheiden
metstruikheiofvandrogeheiden.Kraaiheiis
dedominantesoort,hetmicroklimaatiskoelen
�78
relatiefvochtig.Hethabitattypeheefteenboreale
verspreiding.Nederlandisvangrootbelangvoor
dithabitattype.Destaatvaninstandhoudingis
matigongunstiggescoordophetaspectkwali-
teit.Hetlandelijkdoelisdaaromopbehoudop-
pervlakteenverbeteringkwaliteitgesteld.Lokaal
isverbeteringvandekwaliteitbelangrijkvoorhet
herstelvanpopulatiesvano.a.levermossenen
wolfsklauwendienationaalbedreigdzijn.
Hethabitattypekomtvooralvooropzandgron-
denvanhetDrentsplateau.Belangrijkegebieden
zijn:Bakkeveenseduinen(�7),DrentscheAa-
gebied(25),Drents-FrieseWold&Leggelderveld
(27),Dwingelderveld(�0)enHavelte-Oost(29).De
Veluwe(57)ishetzuidelijkstegebiedwaarbin-
nenlandsekraaiheidebegroeiingenvoorkomen.
H2330 Zandverstuivingen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Dehuidigezandverstuivingeninhetbinnenland
zijnslechtseenfractievandeoorspronkelijke
Atlantischewoestijnen.NietteminisNederland,
ondermeerdoorhetgroteareaaldekzanden,
binnenhetAtlantischegebiedvangrootbelang
voorbehoudvanhethabitattype.Destaatvan
instandhoudingiszeerongunstig;doorgebrek
aanopenheidkanhetzandnietstuiven,door
depositiewordthetstuivendezandversneld
vastgelegd.Hetareaalisdaaromafgenomen.De
soortendiepioniereninditstuivendzandzijn
vaakernstigbedreigd.Hetgaatomwarmtemin-
nendeinsecten,(korst)mossenenkortlevende
vaatplanten.
Verbeteringismogelijkdoortewerkenaan
eengunstigevegetatiestructuur.Meerruimte
voornatuurlijkeprocessenzoalsverstuivingzal
resultereninvoldoendeafwisselingtussenopen
zand,jongepionierstadiaenouderestadiamet
natuurlijkegraslanden.Grotestuifzandenzijn
tevensvanbelangvoorsoortenalstapuit(A277),
draaihals(A2��),duinpieper(A255),nachtzwaluw
(A224),mitserookeenafwisselingmetheideen
bosis.Juistdeafwisselingvan(groteofkleine)
zandverstuivingenmethabitattypestuifzand-
heidenmetstruikhei(H2��0),isvooreengroot
aantaldierenbelangrijk.Omdezeredenzijnin
veelheidegebiedenvandehogerezandgronden
zowel(kleinere)stuifzandenalsstuifzandheiden
metstruikheigecombineerdalsdoel.Belangrijke
gebiedenzijno.a.:Veluwe(57),metmeerdere
grotestuifzandgebieden,Drents-FrieseWold&
Leggelderveld(27)enLoonseenDrunenseDui-
nen&Leemkuilen(���).
H3110 Zeer zwakgebufferde vennen
Natura 2000 doel:
Verbeteringverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.Verbeteringverspreiding
wordtoplangetermijngerealiseerdingebieden
aangewezenvoorhabitattypezwakgebufferde
vennen(H���0).
Toelichting:
Hethabitattypezeerzwakgebufferdevennenis
inEuropabeperkttothetboreaal-atlantischege-
bied.Nederlandbevindtzichaandeoostrandvan
hetverspreidingsgebiedenisbelangrijkvoorde
Atlantischeregio.Hoeweldebegroeiingenslechts
overeenkleineoppervlaktevoorkomen,ishet
habitattypewelvanzeergrootbelangdoorde
bijzonderesoortensamenstelling:eencombinatie
vansoortenmeteenatlantischareaalensoorten
meteencontinentaleverspreiding.Bovendien
zijndevensystemenbijdithabitattypebijzonder
vanwegehungeomorfologie:relatiefondiepe,
zandigevennen.
Destaatvaninstandhoudingiszeerongunstigals
gevolgvaneensterkeachteruitganginversprei-
ding,oppervlakteenkwaliteit.Behoudvande
goedevoorbeeldendievoorkomeninBergven-
nen&BrecklenkampseVeld(46),Strabrechtse
Heide&Beuven(��7)enSarsven&DeBanen
(�46)staatvoorop.Doorherstelvangroteven-
complexenoplandschapsschaalkaneensituatie
gecreëerdwordenwaarinhabitattypezeerzwak
gebufferdesystemen(H���0),enhabitattype
zwakgebufferdevennen(H���0),naastelkaar
voorkomenonderrelatiefduurzamecondities.
HiervoorbestaanmogelijkhedeninBrabantse
Wal(�28)enStrabrechtseHeide&Beuven(��7).
Verbeteringvankwaliteitwordtindemeeste
gebiedennagestreefd.Deuitbreidingvanop-
pervlakteinBrabantseWal(�28)enStrabrechtse
Heide&Beuven(��7)iscruciaalvooreensub-
stantiëlevergrotingvandelandelijkeoppervlakte.
H3130 Zwakgebufferde vennen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudmaarlokaal
uitbreidingoppervlakteenbehoudmaarlokaal
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Nederlandheeftvoordithabitattypezwak
gebufferdevenneneenzeergrootbelanggezien
decentraleliggingvanhetlandinhetversprei-
dingsgebiedvandeoeverkruid-klasseende
aanwezigheidvanbijzondereAtlantischesoorten.
Destaatvaninstandhoudingismatigongunstig
dooronvoldoendeoppervlakteenonvoldoende
kwaliteit.Wegensgenoemdrelatiefbelangenhet
sterkversnipperdevoorkomenishetaangewezen
voorveelNatura2000gebiedenopdepleistocene
zandgronden.Ineendeelvandegebiedenwordt
uitbreidingoppervlakteen/ofverbeteringkwa-
liteitnagestreefd.Invennenwaarhabitattypen
zeerzwakgebufferdevennen(H���0),enzwak
gebufferdevennen(H���0),samenvoorkomen,
ishetbehoudvanzeerzwakgebufferdevennen
voldoendegarantievoordeaanwezigheidvan
zwakgebufferdevennen.
H3140 Kranswierwateren
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
HethabitattypekranswierwaterenisinEuropa
wijdverspreid,maardeplantengemeenschappen
dieinonslandbinnendithabitattypevoorko-
menzijninWest-Europavrijwelbeperkttotde
Noordwest-Europeselaagvlakte.Degroteplassen
enmerenmetkranswiereninonslandbehoren
bovendientotdegrootstevindplaatsenvanhet
habitattypeinEuropa.Ookisdesoortenrijkdom
inonslandhoog:vanderuim40kranswiersoor-
teninEuropakomtdehelftinonslandvoor.
Nederlandisdaaromvanzeergrootbelangvoor
dittype.Destaatvaninstandhoudingisechter
�79
zeerongunstig,vooraldooreenzeerongunstig
toekomstperspectief.Deduurzaamheidvande
groteoppervlakteinhetIJsselmeer(72),Marker-
meer&IJmeer(7�)enVeluwerandmeren(76)is
onzekerdoorongunstigeecologischerandvoor-
waarden.Voordeduurzaamheidvanhetareaal
wordtdaarominenkeleperspectiefvollemeren
enmoerasgebieden,opdeovergangvanzand
naarveenuitbreidingoppervlaktenagestreefd.
IndegebiedenWieden(�4),Weerribben(�5),
OostelijkeVechtplassen(65),VlijmensVenen
Moerputten&BosscheBroek(��2)wordtook
verbeteringvandekwaliteitbeoogddoorlokale
verbeteringvandewaterkwaliteit.
H3150 Meren met krabbenscheer en
fontein-kruiden
Natura 2000 doel:
Verbeteringverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.InhetNatura2000land-
schaprivierengebiedligteenspecialeopgave
voorverbeteringverspreiding,uitbreidingop-
pervlakteenverbeteringkwaliteitvankrabben-
scheerbegroeiingenendedaaraangekoppelde
fauna.
Toelichting:
Ondankshetfeitdatdemeestemerenenplassen
inonslandzijnontstaanalsgevolgvanmense-
lijkeactiviteitenzoalsverveningenbedijking,
zijndehierinaanwezigebegroeiingenvanhet
habitattypemerenmetkrabbenscheerenfon-
teinkruiden,zoweldoorhunuitgestrektheidals
doorhunrepresentatievesoortensamenstelling,
vanzeergrootbelang.Ditgeldtinhetbijzonder
voordefonteinkruidgemeenschappenindegrote
laagveenplassenenderandmeren.Hethabitatty-
peisinhetNatura2000landschapRivierengebied
indevormvankrabbenscheerbegroeiingenende
daaraangekoppelderijkefaunamomenteelna-
genoegverdwenen.Destaatvaninstandhouding
ismatigongunstigvooralleaspecten.Hettypeis
aangewezenvoordeNatura2000gebiedeninhet
bovenrivierengebied,hetbinnenlandsedeelvan
hetNatura2000landschapMerenenMoerassen
enderandmeren.Ineenaanzienlijkdeelvande
gebiedenwordtuitbreidingoppervlakteenverbe-
teringkwaliteitnagestreefddoorhetverbeteren
vandewaterkwaliteit.InhetNatura2000land-
schapRivierengebiedishettypeookaangewezen
alscomplementairdoelvoorUiterwaardenIJssel
(�8),tenbehoevevaneenvoldoendegrotedek-
kingvankrabbenscheerbegroeiingen.
H3160 Zure vennen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudmaarlokaaluitbrei-
dingoppervlakteenverbeteringkwaliteitvange-
degradeerdezurevennen.Inhetbijzonderwordt
uitbreidingoppervlakvanvormenmetdrijvende
egelskopenveenbloembiesnagestreefd.Een
deelvandezurevennenkanzichdoorverlanding
ontwikkelennaarhabitattypeactievehoogvenen
(heideveentjes)(H7��0_B).
Toelichting:
HethabitattypezurevennenkomtinEuropawijd
verspreidvoor,zowelinhetlaaglandalsinde
bergen.Ininternationaalopzichtzijnvooralde
zurevennenmetbegroeiingenmetdrijvende
egelskopvanbetekenis.Hetrelatiefbelangis
grootendestaatvaninstandhoudingmatigon-
gunstig.Hettypeisaangewezenvooreengroot
deelvandeNatura2000gebiedenopdehogere
zandgronden.Uitbreidingoppervlaktewordtbe-
oogdinDwingelderveld(�0),Leenderbos,Groote
Heide&DePlateaux(��6)enMaasduinen(�45)
enverbeteringkwaliteitindemeestegebieden
waarvoorhettypeisaangewezen.DeDwingel-
derveld(�0),VechtenBeneden-Reggegebied(�9),
Drents-FrieseWold&Leggelderveld(27)zijnmet
namevanbelangvoorvormenmetdrijvende
egelskopenveenbloembies.Deherstelopgaveis
naastdevegetatievooralookergbelangrijkvoor
defaunavandezevennen.
H3260 Beken en rivieren met waterplanten
H�260SubtypeA:Bekenenrivierenmetwater-
planten(waterranonkels)
H�260SubtypeB:Bekenenrivierenmetwater-
planten(grote fonteinkruiden)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,bekenenrivierenmetwaterplanten
(waterranonkels):verbeteringverspreiding,uit-
breidingoppervlakteenverbeteringkwaliteit.De
verspreidingdientvooralverbeterdtewordenin
delaaglandbekenendeduinen.
SubtypeB,bekenenrivierenmetwaterplanten
(grote fonteinkruiden):behoudverspreiding,
uitbreidingoppervlakteenbehoudkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypebekenenrivierenmetwater-
plantenkomtverspreidvoorindecollieneen
montanegebiedenvanMiddenenZuid-Europa.
SubtypeA,bekenenrivierenmetwaterplanten
(waterranonkels),isvangrootbelangdoorde
aanwezigheidvanbegroeiingenmetklimopwa-
terranonkeldiebeperktzijntotdeAtlantische
delenvanEuropa(Zuid-ZwedentotPortugal),een
gebiedwaarindezebegroeiingenvrijweloveral
bedreigdzijn.Ookvoordelaagland-begroeiingen
metwaterviolierneemtonslandeencentrale
plaatsin.SubtypeB,bekenenrivierenmetwater-
planten(grote fonteinkruiden),isvanaanzienlijk
belang.Beidesubtypenverkereninmatigongun-
stigestaatvaninstandhouding.SubtypeAkomt
vooralinLimburgnogingoedeomstandigheden
voor,maariseldersinhetlandsterkachteruitge-
gaan.Invrijwelallegebiedenwordtverbetering
kwaliteitvanhetsubtypenagestreefd.Indedui-
nenkanhettypehersteldwordeninduinrellen,
diemomenteelopverschillendelocatieshersteld
worden.SubtypeBisbetrekkelijkzeldzaaminons
land.Uitbreidingoppervlaktewordtnagestreefd
inUiterwaardenIJssel(�8).
H3270 Slikkige rivieroevers
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypeslikkigerivieroeverskomtwijd
verspreidvoorlangsdegroterivierenindelaag-
vlakteenheuvellandenvanhetgematigdedeel
vanEuropa.Hetgaatomkortlevendevegetaties
dieherenderverschijnenoptijdelijkdroogval-
lendeoeversofzandbanken.Lagewaterstanden
indezomerzijndaaromvangrootbelang.Het
relatiefbelangisgrootendestaatvaninstand-
houdingismatigongunstig.Hetoppervlakis
afgenomen,inhetbenedenrivierengebieddoor
afsluitingvandeHaringvliet(�09)eninandere
gebiedendooropstuwenvanderivierendoor
�80
steenstortlangsdeoevers.Inhetzoetwater-
deltagebiedisdekwaliteitbijzonderdoorhet
voorkomenvaneenpioniergemeenschapdie
alleenhiergoedontwikkeldvoorkomt.Eendeel
vandetypischesoorteniszeldzaamenbedreigd.
Doorhetgravenvannevengeulenenverwijderen
vanvervuildeslibontstaanlangsdegrotervieren
meermogelijkhedenvoordittype.
Doorhetwijdverspreidevoorkomenligtslechts
eenkleindeel(naarschattingmaximaal20%)van
hettypeinHabitatrichtlijngebieden,maareen
aanzienlijkdeel(circa80%)inhetgeheleNatura
2000netwerk(dusincl.Vogelrichtlijngebieden).
Hettypeiso.a.aangewezenvoordeHabitatricht-
lijngebiedenlangsdegroterivieren,Haringvliet
(�09)enBiesbosch(��2)enalscomplementair
doelvoordeVogelrichtlijngebiedenUiterwaar-
denIJssel(�8)enUiterwaardenWaal(68).Inde
meestegebiedenishetdoelgesteldopgesteld
opuitbreidingoppervlakte.OokvoorHaringvliet
(�09)isuitbreidingalsdoelgesteld,ditismoge-
lijkdoorontpolderingendoordetoenamevan
degetijdeninvloedbijinvoeringvandekiervari-
ant.Daarmeewordtdesterkeachteruitgangvan
dittypeindegetijdenzonevanhetbenedenri-
vierengebiedenigszinsongedaangemaakt.In
deBiesbosch(��2)wordtbehoudoppervlakte
nagestreefd.
Voordelangeretermijnisvoldoenderuimtevoor
rivierdynamiek(overstromingmetsedimentatie-
enerosieprocessen)vanbelangvoorbehoudvan
hettype.
H4010 Vochtige heiden
H40�0SubtypeA:Vochtigeheiden(hogere zand-
gronden)
H40�0SubtypeB:Vochtigeheiden(laagveenge-
bied)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,vochtigeheiden(hogere zandgron-
den):behoudverspreiding,behoud,maarlokaal
uitbreidingoppervlakteenverbeteringkwaliteit.
SubtypeB,vochtigeheiden(laagveengebied):
behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enbehoudkwaliteit.Deuitbreidingoppervlakte
vindtplaatsmethetoogopduurzaambehoud
vanvormenmeteengoedekwaliteit(verbetering
structuur&functie).
Toelichting:
HethabitattypevochtigeheidenkomtinEuropa
voorineenbredestrooklangsdeAtlantische
kust.SubtypeA,vochtigeheiden(hogere zand-
gronden),behoortinNederlandtotdemeest
uitgestrekteenbestbewaardevoorbeeldenen
heeftdaaromeenzeergrotebijdrage.SubtypeB,
vochtigeheiden(laagveengebied),isinEuropa
totnutoealleenbekenduitmoerasgebiedenin
Laag-Nederlandenheeftdusookeenzeergrote
bijdrage.Beidesubtypenverkerenineenmatige
ongunstigestaatvaninstandhouding.SubtypeA
isaangemeldvoorbijnaalleNatura2000gebie-
denopdehogerezandgronden.Eenbelangrijke
bijdragewordtgeleverddoorDrents-FrieseWold
&Leggelderveld(27),Dwingelderveld(�0),Veluwe
(57),Kampina&OisterwijkseVennen(���)en
Leenderbos,GrooteHeide&DePlateaux(��6).
Uitbreidingoppervlakteenverbeteringkwaliteitis
alsdoelgesteldvoordemeestegebiedenophet
Drentsplateau,Veluwe(57),Leenderbos,Groote
Heide&DePlateaux(��6)enenkelegebieden
inhetoostelijkeenzuidelijkedeelvanonsland.
DooruitbreidingvanoppervlaktevansubtypeA,
vochtigeheiden(hogere zandgronden)ontstaan
ookkansenvoorhabitattypepioniervegetaties
metsnavelbiezen(H7�50).Eenspecialeherste-
lopgavevoorhetsubtypeligtindebeekdalen
waarhethabitattypeonderdeeluitmaaktvande
gradiëntvanhogerezandgrondennaardebeek.
SubtypeB,vochtigeheiden(laagveengebied),is
aangemeldvooreentientalmeren&moerasge-
biedeninNoord-Nederland,Noord-Hollanden
hetgroenehart.Ineengrootdeelvanhetgebied
wordtuitbreidingoppervlaktenagestreefd.Alde
Feanen(��)ishetenigegebiedmeteendoelvoor
verbeteringkwaliteitdiekanoptredenbijverdere
ontwikkelingvanditsubtype.
H4030 Droge heiden
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.Behoudvandegoede
voorbeeldenstaatvoorop.Naastherstelvande
heideflora,bestaateenherstelopgavevoorde
faunavandittype.Vooreendergelijkekwaliteits-
verbeteringisopveelplaatsenuitbreidingvan
oppervlaktenoodzakelijk,metvoldoendegeleide-
lijkeovergangennaarbos.
Toelichting:
Hethabitattypedrogeheidenkomtwijdverspreid
voorinhetAtlantischeensub-Atlantischedeel
vanEuropa.Andersdanhabitattypestuifzandhei-
denmetstruikhei(H2��0),isde‘drogeEuropese
heide’nietbeperkttothetlaagland,maarstrekt
hetzichookuittothetheuvellandendemontane
delenvanmiddelgebergten.Nederlandleverteen
grotebijdrageaanhetbehoudvandithabitattype
doordelokaalgroteoppervlakte.Bovendienisde
aanwezigheidvanstuwwallen,dievooreengroot
deeldeondergrondvormenvoordithabitattype,
eeninEuropeesopzichtbijzonderfenomeen.Het
typeverkeertineenzeerongunstigestaatvan
instandhouding.Daaromwordtineenbelangrijk
deelvandegebiedenuitbreidingoppervlaktenage-
streefd(gebiedeninOost-Nederland,Veluwe(57))
enverbeteringkwaliteit(gebiedeninNoord-en
Zuid-Nederland).Daarnaastisbehoudvandegoede
voorbeeldenbelangrijk.
H5130 Jeneverbesstruwelen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteenverbe-
teringkwaliteit.
Toelichting:
Nederlandisvoorhethabitattypejeneverbesstruwe-
lenvangemiddeldbelang,destaatvaninstandhou-
dingismatigongunstig.Hettoekomstperspectief
speeltdaarbijeenrol.Geziendeouderdomvande
struwelenisteverwachtendathetareaalvanaf2020
verderzalafnemen.Verjongingisvoorduurzaam
behoudeneengoedekwaliteiteenvereiste.Hetis
echternietzekerofdegewensteverjonginginjene-
verbestruwelenookhaalbaaris.Eenlichtetoename
vanhetaantalkiemplantenkanverklaardworden
uitrecenteverbeteringvandeluchtkwaliteit.
DegebiedenDwingelderveld(�0),Drouwenerzand
(26),Mantingerzand(�2),Borkeld(44),Veluwe(57)
enBoschhuizerbergen(�44)levereneenbelangrijke
bijdragedoorhetgrote(aaneengesloten)areaal.
�8�
*H6110 Pionierbegroeiingen op rotsbodem
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Uitbreidingvanoppervlakteenkwaliteitwordt
nietdirectvoorhethabitattypepionierbegroeiing
oprotsbodemzelfbeoogd,maarvoorverbete-
ringleefgebiedvanwarmteminnendesoorten:
vooralinsectenzoalsdwergblauwtjevandeZuid-
Limburgseschraallanden.Verbeteringisverder
vanbelangvoorplantenalstengereveldmuur,
berggamanderenmossen,alskleinklokhoedje
enhakigkronkelbladmos.Vergrotingvanhetop-
pervlakzalslechtsopbescheidenschaalkunnen
plaatsvinden.Hettypekanwordenhersteldop
plaatsenwaarkalkrotsenindeloopvandetijd
metstruikenenbomenzijnoverwoekerdofop
steilewandenvanmergelgroeven.
Nederlandisvanmarginalebetekenisvoorbe-
houdvanhettypeinEuropa.
*H6120 Stroomdalgraslanden
Natura 2000 doel:
Verbeteringverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.
Toelichting:
StroomdalgraslandenhebbeninEuropaeen
beperkteverspreiding.Degenoemdeplanten-
gemeenschappenzijnbeperkttothetlaagland
vanNoordwest-Europa(oostelijktotinde
BaltischeStaten)meteenzwaartepuntinons
land.InanderedelenvanEuropahebbendroge
graslandenlangsderiviereneenanderesoorten-
samenstelling.Daaromisonslandvanzeergroot
belang.Omdatdestaatvaninstandhoudingzeer
ongunstigis,wordtindemeestegebiedenlangs
degroteeneenaantalkleinerivierentoename
locaties,uitbreidingoppervlakteenverbetering
kwaliteitnagestreefd.DaarbijleverenUiterwaar-
denIJssel(�8),UiterwaardenWaal(68),Uiter-
waardenLek(82)eenbelangrijkebijdrageaande
kalkrijkevormenVechtenBeneden-Reggegebied
(�9)eenbelangrijkebijdrageaandekalkarme
vorm.Opdekortetermijnstaatbehoudvande
goedevoorbeeldenvoorop.Voorherstelvanhet
habitattypestroomdalgraslandenoplocaties
metverarmdevormen,ofuitbreidingvanhet
habitattypeopnieuwelocaties,isopdelangere
termijneenverhoogderivierdynamieknodig,met
voldoendeafzettingvanzandenincidenteleover-
stromingen.Omverdereachteruitgangvanhet
habitattypestroomdalgraslandentevoorkomen
zoueenstriktebeschermingvanderesterende
locatiesmetstroomdalgraslandenmoetenplaats-
vinden,zowelbinnenalsbuitenhetNatura2000
netwerk.
*H6130 Zinkweiden
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Invergelijkingmetsommigeterreineninnaburig
BelgiëenDuitsland,waarzinkplantenindedirec-
teomgevingvandeertsmijnenopdestorthopen
vandeertswinningoptimaleomstandigheden
vinden,neemtdezinkfloraopNederlandsterrein
slechtseenmarginaleplaatsin.DeNederlandse
begroeiingenzijnEuropeesbeziendanookniet
vanspecialebetekenisdooromvangofligging.
Daarstaattegenoverdatsommigevandeken-
merkendesoorten,waaronderhetzinkviooltje,
eendermatekleinareaaleneendusdaniggering
aantalvindplaatsenbezitten,datdeenigeNeder-
landselocatie–inhetGeuldal–vangrootbelang
is.Desoortensamenstellingwijkthiersterkafvan
delocatiesmetzinkfloraopvoormaligemijnter-
reineninnaburigBelgiëenDuitsland.Vanwege
dezeerongunstigestaatvaninstandhouding
wordtvoorhetGeuldal(�57)uitbreidingopper-
vlakteenverbeteringkwaliteitnagestreefd.
*H6210 Kalkgraslanden
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
KalkgraslandenkomeninEuropawijdverbreid
voorenhebbeninNederlandwegensdegeo-
logischegesteldheideengeringeoppervlakte.
Desondanksishetbelangzeergroot.Grote
betekenismoetwordengehechtaandeklein-
schaligesettinginhetlandschapmetfijnkorrelige
vegetatiecomplexenenaanderelatieverijkdom
aanorchideeën,waaraanbijzonderewaarde
wordtgehecht(prioritairhabitattype).Ookwordt
hetrelatievebelangvandekalkgraslandenin
Nederlandsteedsgroteromdatdebiologische
kwaliteitvandezegraslandenindeonsomrin-
gendelandenopveelplaatsennogsteedsach-
teruitgaat,terwijldenegatievetrendinonsland
alzo’ntwintigjaargeledeneenhalttoegeroepen
is.Momenteelisdestaatvaninstandhouding
matigongunstigdooreengeringeoppervlakte
entelagekwaliteit.Hettypeisaangewezenvoor
eenzestalgebiedeninhetNatura2000landschap
Heuvelland.Ineengedeeltewordtuitbreiding
nagestreefdoppotentievollelocatieseninde
meesteverbeteringvandekwaliteit.Mogelijkhe-
dentotherstelvangroterevegetatiecomplexen
metkalkgraslandbestaanaandenoordrandvan
hetplateauvanUbachsberg(Kunderberg(�58)),
inhetdalvandeSinselbeektussenWittemen
Nijswiller,inhetGerendal,hetGulpdal,deomge-
vingvanFromberg(metdeWrakelberg)(allebe-
horendbijGeuldal(�57)),deSt.Pietersberg(Sint
Pietersberg&Jekerdal(�59)),deBemelerberg
enSchiepersberg(Bemelerberg&Schiepersberg
(�56))enopdeGulpenerberg.
*H6230 Heischrale graslanden
Natura 2000 doel:
Verbeteringverspreidingvangoedontwikkelde
vormen,uitbreidingoppervlakteenverbetering
kwaliteitinallelandschappenwaarhettypevoor-
komt(Hogerezandgronden,Beekdalen,Duinen
enHeuvelland).
Toelichting:
HeischralegraslandenkomeninEuropawijd
verspreidenovergroteoppervlaktenvoorin
gebergten,maarzijninhetlaaglandbetrekkelijk
zeldzaamenbeperkttotkleineoppervlakten.De
heischralegraslandeninonslandhebbenalle
betrekkingopdelaaglandvormvanhethabitat-
type,waarvoorNederlandcentraalinhetareaal
ligt.Dezelaaglandvormwordtinonslandnaar
verhoudingineenbetrekkelijkgroteoppervlakte
aangetroffen.InhetZuid-Limburgseheuvelland
�82
makendeheischralegraslandenonderdeeluit
vankleinschaligemozaïekenmetondermeer
habitattypekalkgraslanden(H62�0),diebinnen
Noordwest-Europazeerzeldzaamzijn.Hetrelatief
belangvanheischralegraslandeniszeergroot.
Opalleaspectenheefthettypeechtereenzeer
ongunstigstaatvaninstandhouding.Daarom
wordtinveelvandegebiedenwaarvoorhetis
aangewezenuitbreidingoppervlakteenverbete-
ringkwaliteitnagestreefd.
DegebiedenindeNatura2000landschappen
Hogerezandgronden,Beekdalen,Duinenenhet
Heuvellandzijnaangewezenwegenshetzeerver-
snipperdevoorkomenvanheischralegraslanden
endeelskleineoppervlaktenvanlocaties.Aan-
meldingvoorrelatiefveelgebiedenisnoodzake-
lijkvoorhetbehoudvandegroteecologischeva-
riatievandithabitattype.Behoudvandeweinige
goedevoorbeeldenvanheischralegraslanden
dientvooroptestaan.WatbetreftdeNatura2000
landschappenHogerezandgrondenenBeekdalen
isdeinzetgerichtopherstelvandezegraslanden
indegradiëntvanheidenaarbeekdalen.Hierbij
kanhetzijndatdehuidige(verarmde)voorbeel-
denvanhethabitattypeheischralegraslandenin
eenbeekdalwordenomgevormdnaarhabitat-
typeblauwgraslanden(H64�0),terwijlhettype
hogerindegradiëntontwikkeldkanworden.
VoorHeuvellandkanhettypedeeluitmakenvan
groterevegetatiecomplexenmethabitattypekalk-
graslanden(*H62�0).Indeduinenisuitbreiding
van(vochtige)heischralegraslandenmogelijkaan
debinnenduinrandeninduinvalleien.Hettype
heeftopleemrijkebodemsdebestepotentiesdie
metnatuurherstelkunnenwordenbenut.
H6410 Blauwgraslanden
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Blauwgraslandheefteenklein,Atlantischareaal
(vanNoord-FrankrijkenIerlandtotNoord-Duits-
land),waarinNederlandcentraalgelegenisen
hetmerendeelvandeoppervlaktebevat.Deze
vegetatiesvallenonderGraslandmetMolinia
opkalkhoudende,venigeoflemigebodem
(Eu-Molinion),maarhebbeneigensoorten.Ons
landisindeAtlantischeregiodanookvanzeer
grootEuropeesbelangvanwegedeafwijkende
soortensamenstelling,degeografischeligging
endeoppervlakte.Omdatdestaatvaninstand-
houdingzeerongunstigis,wordtineengroot
deelvandegebiedenwaarvoorhethabitat-
typeisaangemeld,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteitbeoogd.Hethabitattype
blauwgraslandenwasooiteenwijdverbreid
graslandtype,metnameinhetlaagveenge-
biedenvanFriesland,UtrechtenZuid-Holland,
maarkwamookvoorinkomkleigebiedeninhet
rivierengebied,kwelgebiedeninbeekdalenofin
overgangenvanzandgrondennaarlaagveenof
hoogveen,inontgonnenduinvalleien,debinnen-
duinrandeninlaagtenvanheideterreinen.Het
typeiszeergevarieerddoordezeerverschillende
omstandighedenwaarinhetkanvoorkomen.
Herstelopgroteschaalisnietmogelijk,invrijwel
alleaangewezengebiedengaathetomzeer
kleineoppervlakten.Doormetdekeuzevande
gebiedenrekeningtehoudenmetdelandschap-
penwordtookdegroteecologischevariatievan
hethabitattypeblauwgraslandenbehouden.
Debestemogelijkhedenvooruitbreiding(inclu-
siefherstel)liggenindeNatura2000landschap-
penBeekdalenenHogerezandgronden.Ze
doenzichvoorindenabijheidvanbestaande
blauwgraslandenoplocatieswaardebasenvoor-
ziening(kalk)opordeisenhetaanwezigeijzerin
debodemzorgtvoorvastleggingvanfosfaat.Het
kangaanomzandgebiedenmeteenleemhou-
dendebodemenmettoestromendgrondwater
vanlokaleherkomstofombestaandezeer
sterkekwelgebieden.HetgebiedBinnenveld(65)
voldoethetmeestaandezecriteria.Inhetlaag-
veengebiedzaluitbreidingenverbeteringvan
dekwaliteitmoeilijkerterealiserenzijn,maar
omdatdesoortensamenstellinghierandersis,
isdezedoelstellingtevensvanbelang.Hetzelfde
geldtvoordeduinen,waardebestemogelijk-he-
denvoorrealiseringvandezedoelstellinginde
binnenduinrandliggen.
H6430 Ruigten en zomen
H64�0SubtypeA:Ruigtenenzomen(moeras-
spirea)
H64�0SubtypeB:Ruigtenenzomen(harige
wilgenroosje)
H64�0SubtypeC:Ruigtenenzomen(droge
bosranden)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,ruigtenenzomen(moerasspirea):
behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
behoudkwaliteit.
SubtypeB,ruigtenenzomen(harige wilgenroos-
je):behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakte,
behoudkwaliteitenverbeteringkwaliteitvande
brakkevarianten.
SubtypeC,ruigtenenzomen(droge bosranden):
behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
uitbreidingkwaliteit.
Toelichting:
Denattestrooiselruigtenvanbrakmilieuenzoet-
watergetijdezijnsterkbedreigd(subtypeB,ruig-
tenenzomen(harig wilgenroosje)).Hetvergroten
vandezoutwaterinvloedenisvanbelangvoor
behoudvanderesterendevoorbeeldenvandeze
begroeiingenenvooruitbreidingvanoppervlakte
enverbeteringvankwaliteitvangedegradeerde
vormen.KansenhiertoeliggenbijdeAfsluitdijk
(gradiëntWaddenzee-IJsselmeergebied),bijafge-
slotenzeearmeninhetDeltagebied(metname
Haringvliet(�09))eninNoord-Holland(meer
zoutwaterinvloedviaNoordzeekanaal).Voorde
getijdenvariantisvooralhetbehoudvandeOude
Maasalsgetijdenriviermetbredeoeverlanden
vanvitaalbelang,omdatdezezeldzameassocia-
tiehierhetbestontwikkeldis.Goedekansenvoor
uitbreidingoppervlakteenverbeteringkwaliteit
vansubtypeC,ruigtenenzomen(droge bos-
randen),liggenrespectievelijkinnatuurontwik-
kelingsgebiedenenophistorischevindplaatsen
langsdegroterivierenenLimburgsebeken.
H6510 Glanshaver- en vossenstaarthooilanden
H65�0SubtypeA:Glanshaver-envossenstaart-
hooilanden(glanshaver)
H65�0SubtypeB:Glanshaver-envossenstaart-
hooilanden(grote vossenstaart)
�8�
Natura 2000 doel:
SubtypeA,glanshaver-envossenstaarthooilanden
(glanshaver):behoudverspreiding,uitbreidingop-
pervlakte,verbeteringkwaliteit.
SubtypeB,glanshaver-envossenstaarthooilanden
(grote vossenstaart):behoudverspreiding,uitbrei-
dingoppervlakte,verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
GoedevoorbeeldenvansubtypeA,glanshaver-en
vossenstaarthooilanden(glanshaver),komenvoor
opnietvergraven,hooggelegenuiterwaarden.Het
subtypeB,glanshaver-envossenstaarthooilanden
(grote vossenstaart),omvatkievitsbloemhooilanden
enweidekervelgraslanden.Herstelvandekievits-
bloemhooilandeninZuid-Hollandisvangrootbe-
langvanwegebehoudvandegeografischespreiding
vanhettype.
*H7110 Actieve hoogvenen
*H7��0SubtypeA:Actievehoogvenen(hoogveen-
landschap)
*H7��0SubtypeB:Actievehoogvenen(heideveen-
tjes)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,actievehoogvenen(hoogveenlandschap):
verbeteringverspreiding,uitbreidingoppervlakte,
verbeteringkwaliteit.Dittypewordtherstelddoor
ontwikkelingvanuithabitattypeherstellendehoog-
venen(H7�20).
SubtypeB,actievehoogvenen(heideveentjes):
behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakte,verbe-
teringkwaliteit.
Toelichting:
UitbreidingvansubtypeA,actievehoogvenen
(hoogveenlandschap)wordtgezochtindebestaan-
dehoogveengebiedenenuitbreidingvansubtypeB,
actievehoogvenen(heideveentjes)oplocatiesmet
gedegradeerdevormenendoorverdereverlanding
vanhabitattypezurevennen(H��60).Indiverse
hoogveengebiedenmethabitattypeherstellende
hoogvenen(H7�20),ishettypecomplementairdoel
(voorwanneeroplangetermijnontwikkelingnaar
levendhoogveenoptreedt).Voordelangeretermijn
ishetvooreengoedestaatvaninstandhoudingvan
belangomdemogelijkhedenvoorontwikkelingvan
levendehoogveneninhetNatura2000landschap
MerenenMoerassenteonderzoeken.
H7120 Herstellende hoogvenen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteenver-
beteringkwaliteit.Verbeteringkwaliteitisveelal
gerichtopherstelvanhabitattypeactiefhoog-
veen(hoogveenlandschap)(H7��0_A).Optermijn
magdeoppervlakteherstellendehoogvenendan
ookafnementengunstevanactiefhoogveen.
Toelichting:
Dedoelstellingenvandittypezijnvooralgericht
opherstelvanoplandschapsschaalfunctione-
rendehoogvenenmetdaarinactievekernenvan
habitattypeactievehoogvenen(H7��0).
H7140 Overgangs- en trilvenen
H7�40SubtypeA:Overgangs-entrilvenen(trilve-
nen)
H7�40SubtypeB:Overgangs-entrilvenen(veen-
mosrietlanden)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,overgangs-entrilvenen(trilvenen):
verbeteringverspreiding,uitbreidingopper-
vlakteenverbeteringkwaliteit.
SubtypeB,overgangs-entrilvenen(veenmosriet-
landen):verbeteringverspreiding,uitbreiding
oppervlakteenverbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Voorhetbehoudvantrilvenenenveenmos-
rietlandenoplangeretermijndienenjongere
successiestadiahersteldteworden(inpetgaten
enaanluweoevers)eniseenadequaatbeheer
vereist,waarbijverbossingzoveelmogelijkwordt
voorkomen.Kansenvoornieuwvormingvan
hethabitattypeovergangs-entrilvenen(endus
behoudopdelangetermijn)liggenmogelijkin
zeekleigebieden,maaropwelkelocatiesaande
vereistenvoorhethabitattypeovergangs-entril-
venenwordtvoldaan,dientnaderonderzochtte
worden.Kleinschaligerkanhettypemogelijkont-
staandoorsuccessieinduinvalleienmetrietland
(o.a.DuinenAmeland(5),DuinenSchiermonnik-
oog(6)),ininlagenenkreken(Zeeland)endoor
herstelinbeekdalen.
H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypepioniervegetatiesmetsnavel-
biezenkomt–inwisselendeoppervlakte–voor
opplagplekkeninnatteheidevanhabitattype
vochtigeheiden(H40�0).Vernattingvanvochtige
heiden(dooroppervlaktevergrotingenkwali-
teitsverbetering)kanookleidentothetontstaan
vanmeernatuurlijkesituatiesvanhabitattype
pioniervegetatiesmetsnavelbiezen.Uitbreiding
oppervlaktevanpioniervegetatiesmetsnavelbie-
zenmoetwordengezochtingebiedenwaarhet
typevannatureaanwezigis,o.a.:Drents-Friese
Wold&Leggelderveld(27),Dwingelderveld(�0),
Kampina&OisterwijkseVennen(���).
*H7210 Galigaanmoerassen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Locatiesmetnieuwevestigingenvangaligaan-
moerassendienenbehoudenteblijvenvoor
duurzamebeschermingopdelangeretermijn.
Kwaliteitsverbeteringvanhettypeiskansrijkin
hetyNatura2000landschapMerenenMoeras-
senincombinatiemethabitattypeovergangs-en
trilvenen(trilvenen)(H7�40_A),zoalsindeWeer-
ribben(�4),Wieden(�5)enindeduinen.
*H7220 Kalktufbronnen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
behoudkwaliteit.
Toelichting:
Hettypekomtvannatureslechtsmeteenzeer
kleinoppervlakteinonslandvoor.Devolgende
gebiedenzijnrelevant:Bunder-enElsloërbos
(�5�),Geuldal(�57)enNoorbeemden&Hoogbos
(�6�).
�84
H7230 Kalkmoerassen
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hethabitattypekalkmoerasseniszeerzeldzaam
ensterkbedreigdenwordtgekenmerktdooreen
zeerhogesoortenrijkdom.Hettypeverkeertin
eenzeerongunstigestaatvaninstandhouding,
hierdoorzijnallegebiedenwaarkalkmoerassen
voorkomenbelangrijk:Elperstroomgebied(28),
Springendal(45),Lemselermaten(48),Bodden-
broek(52),Stelkampsveld(60),Binnenveld(65),
ZuiderLingedijk&Diefdijk-Zuid(70),Geleenbeek-
dal(�54)enGeuldal(�57).Debestepotenties
voorontwikkelingenuitbreidingliggeninde
volgendeNatura2000landschappenBeekdalen
oplocatiesmettoestroomvanbasenrijkgrond-
water,inhetHeuvellandbijbrongebiedenopzeer
kalkrijkezandenwaartoestrooomvangrondwa-
terdoorpeilverschillenoptreedt.
H9110 Veldbies-beukenbossen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Hetvoorkomenvanhethabitattypeveldbies-
beukenbosseninNederlandisnagenoeggeheel
beperkttothetGeuldal(�57).Hetkomtvoorin
deomgevingvanVaalsopdevuursteenplateaus.
Uitbreidingvanoppervlakkandoorgeleidelijke
omvormingvannaaldbos.
H9120 Beuken-eikenbossen met hulst
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Beuken-eikenbossenmethulstkomeninhet
Atlantischegebiedwijdverspreidvoor.Hetgaat
omvrijgeslotenbossenopzure,maarnietalte
armeenvaaklemigezandgronden.Dekwaliteit
vandezebossenisinNederlandmatigongunstig.
Verbeteringkwaliteitindevormvanmeervari-
atieinstructuur(oudebomenendikdoodhout)
engevarieerdebosranden,isdebelangrijkste
opgavevoorhethabitattypebeuken-eikenbossen
methulst.
GoedontwikkeldebossenvandittypeinWest-
Europazijnouderenkomenvooropeengroter
oppervlakdaninNederlandenhebbendaarom
eenmeergevarieerdestructuur.Juistvariatie
inleeftijdvanbomen,aanwezigheidvanopen
plekken,metdedaarbijbehorendeverschillen
inmicroklimaat,zijnvanbelangvoordebiodi-
versiteit.DemeestevoorbeeldeninNederland
zijnvrijjongebossenmetbomenvandezelfde
leeftijdwaarinhulstzichnetvestigtofgeleidelijk
uitbreidt.Metnamedeaanwezigheidvandikke
oudebomenendikdoodhoutmetdedaarbijbe-
horendebiodiversiteit(o.a.paddestoelen,mossen
eninsecten)ontbreekt.Verderontwikkeleneen
aantalbossenzichthansnaargeslotenbosmet
eendikkezurestrooisellaag,waardoordevariatie
indeondergroeiminderwordt.
GrootstebijdrageleverenVeluwe(57),Sint
Jansberg(�42)enGeuldal(�57).Norgerholt(22),
Mantingerbos(��)zijnmooiemaarvrijkleine
voorbeeldenvanhettype.Eengrootdeelvanhet
(potentiele)areaalvanhethabitattypeligtbuiten
hetNatura2000netwerk.Mogelijkontwikkelt
eendeelvandebosseninDrente(onderandere
Dwingelderveld(�0))zichoptermijninderich-
tingvanhethabitattype.
H9160 Eiken-haagbeukenbossen
H9�60SubtypeA:Eiken-haagbeukenbossen(ho-
gere zandgronden)
H9�60SubtypeB:Eiken-haagbeukenbossen
(heuvelland)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,eiken-haagbeukenbossen(hogere
zandgronden):behoudverspreiding,uitbreiding
oppervlakteenverbeteringkwaliteit.
SubtypeB,eiken-haagbeukenbossen(heuvelland):
behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Uitbreidingvanoppervlakteisvangrootbelang
voorduurzameinstandhoudingvaneiken-haag-
beukenbosseninbeekdalen(subtypeA,eiken-
haagbeukenbossen(hogere zandgronden)).Voor
deinstandhoudingvanondermeerhetorchi-
deeënrijketypevanheteiken-haagbeukenbos
(subtypeB,eiken-beukenbossen(heuvelland)),dat
eenopenbodemenwarmemicroklimaatvereist,
vormtadequaatbeheereenbelangrijkpunt
vanaandacht(zonodigopnieuwinvoerenvan
hakhoutcultuur).Debelangrijkstebijdragevoor
hetrealiserenvandedoelstellingenvansubtypeB,
eiken-beukenbossen(heuvelland),komenuithet
Geuldal(�57)enSavelsbos(�60).Eendeelvande
kwaliteitsverbeteringiseenopgavevoorgebieden
buitendeNatura2000gebieden.VoorsubtypeA,
eiken-haagbeukenbossen(hogere zandgronden),
spelendegebiedenAchterdeVoort,Agelerbroek
&Voltherbroek(47),LandgoederenOldenzaal(50)
enWillinksWeust(62)eenbelangrijkerol.
H9190 Oude eikenbossen
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,behoudoppervlakteen
verbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Oudeeikenbossenkenmerkenzichdoorhunopen
karakterwaardoorveellichtopdebodemvalt.Ze
zijnvaakonstaandoorbeweiding(metschapen,
koeienofvarkens)enhetoogstenvangeriefhout.
Dergelijkbeheerwordtnunietmeergevoerd.
Voorverbeteringvandekwaliteitisingrijpenin
debosstructuurgewenst,zodatermeerlichtop
debodemvalt.Deelsisuitbreidingoppervlakte
vankleineengeïsoleerdliggendeeikenbossenop
deVeluwenoodzakelijk.Gebiedendiehierbijeen
belangrijkerolspelenzijno.a.Havelte-Oost(29),
Mantingerbos(��),Veluwe(57)enMeinweg(�49).
*H91D0 Hoogveenbossen
Natura 2000 doel:
Behoudvanverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Dezepionierbossenmetberkkunneninverschil-
lendelandschappenvoorkomen.InHoogvenen
�85
enBeekdalen(bovenlopen)komthethabitattype
voorindelenwaartoestroomvanzuurwater
zeergrootisofwaardegrondwaterstandenniet
voortdurendhoogzijn.Daarnaastkanhetbosop
termijnookontstaaningrotelaagveengebieden
waarhetregenwaternietwegkanenineenlens
ophetrijkeregrondwaterligt.Hetherstelvandit
bostypeisbelangrijkvoorbehoudvanbijzondere
soorten.Kansrijkelocatiesliggeninderandzo-
nesvangrotehoogvenenenopovergangenvan
hoogveenennatteheidenaarbeekdalen.
DegrootstebijdrageleverendegebiedenWieden
(�5),Buurserzand&Haaksbergerveen(5�),
Korenburgerveen(6�),Naardermeer(mooiste
voorbeeld)(94)enRoerdal(�50).
*H91E0 Vochtige alluviale bossen
*H9�E0SubtypeA:Vochtigealluvialebossen
(zachthoutooibossen)
*H9�E0SubtypeB:Vochtigealluvialebossen(es-
sen-iepenbossen)
*H9�E0SubtypeC:Vochtigealluvialebossen
(beekbegeleidende bossen)
Natura 2000 doel:
SubtypeA,vochtigealluvialebossen(zacht-
houtooibossen):behoudvanverspreiding,uitbrei-
dingoppervlakteenverbeteringkwaliteit,
SubtypeB,vochtigealluvialebossen(essen-ie-
penbossen):uitbreidingverspreiding,uitbreiding
oppervlakteenverbeteringkwaliteit.
SubtypeC,vochtigealluvialebossen(beekbegelei-
dende bossen):behoudverspreiding,uitbreiding
oppervlakteenverbeteringkwaliteit.
Toelichting:
SubtypeA,vochtigealluvialebossen(zacht-
houtooibossen),islandelijknietbedreigd,maar
debijzonderevormenvanhetgetijdengebied
zijnsterkachteruitgegaan.SubtypeB,vochtige
alluvialebossen(essen-iepenbossen),ismomen-
teeluiterstzeldzaamlangsderivieren.Subtype
C,vochtigealluvialebossen(beekbegeleidende
bossen),komtwijdverspreidvoor,maarveelalin
kleineoppervlakteeningedegradeerdevormen.
VoorsubtypeA,vochtigealluvialebossen(zacht-
houtooibossen),zijno.a.devolgendegebieden
relevant:UiterwaardenIJssel(�8),GeldersePoort
(67),Haringvliet(�09),HollandsDiep(���),
Biesbosch(��2),enGrensmaas(�52)vanwege
geografischespreiding,voorsubtypeB,voch-
tigealluvialebossen(essen-iepenbossen),o.a.:
UiterwaardenIJssel(�8),Kolland&Overlangbroek
(8�),Haringvliet(�09),Biesbosch(��2),envoor
subtypeC,vochtigealluvialebossen(beekbege-
leidende bossen),o.a.:DrentscheAa-gebied(25),
Springendal&DalvandeMosbeek(45),Land-
goederenOldenzaal(50),Bekendelle(6�),Loonse
enDrunenseDuinen&Leemkuilen(���),Leudal
(�47),Swalmdal(�48),Meinweg(�49),Geuldal
(�57)enGeleenbeekdal(�54).
H91F0 Droge hardhoutooibossen
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,uitbreidingoppervlakte
enverbeteringkwaliteit.
Toelichting:
Uitbreidingoppervlaktevanhabitattypedroge
hardhoutooibossenopkansrijkelocaties,bij
voorkeurindenabijheidvanbestaandelocaties
enaansluitendopbestaandebossen.Deelskan
ditdooromvormingvanaangeplantbosopge-
schiktelocaties.Debestekansenvooruitbreiding
liggeninluwedelenvanhetrivierengebied,waar
geenopstuwingvanwaterplaatsvindt,zoalsin
deluwtevanspoordijkenenbruggen.Vanuitde
standplaatsbekekenliggengoedemogelijkheden
vooruitbreidingoplocatieswaarderiviereen
stuwwalaansnijdt,zoalsinhetIJsseldal(Uiter-
waardenIJssel(�8)),langsdeNederrijn(Uiter-
waardenNeder-Rijn(66))enlangsdeOverijsselse
Vecht(UiterwaardenZwartewaterenVecht(�6)).
�86
Bijlage 9.3.2: Natura 2000 doelen op landelijk
niveau soorten
H1014 Nauwe korfslak
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedten
behoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
Huidigvoorkomenvandenauwekorfslakisvrij-
welbeperkttotruigtenenbossenindeduinen:
tenzuidenvandeHondsbosscheZeewering,van
Zwin&Kievittepolder(�2�)totNoordhollands
Duinreservaat(87).GrotepopulatiesinKenne-
merland-Zuid(88)enMeijendel&Berkheide(97).
ErisookeenpopulatieinMantelingvanWalche-
ren(��7).Buitendeduinenrecentalleenbekend
vanGeleenbeekdal(�54).
Oplangeretermijnismeerinzichtnodigin
verspreiding,populatiedynamiekenecologievan
desoortomadequatebeschermingmogelijkte
maken.Mogelijkhebbenverdrogingenvermes-
tingeenrolgespeeld.
H1016 Zeggekorfslak
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedtenbehoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
Dezeggekorfslakkomtvoorinzeggenmoerassen
inbron-enbroekbosinLimburg:Roerdal(�50),
Swalmdal(�48),Geleenbeekdal(�54)enSintJans-
berg(�42).Ookaangetroffeninzeggemoerassen
eldersinNederland:Lemselermaten(48),Achter
deVoort,AgelerbroekenVoltherbroek(47)en
Leekstermeergebied(�9).
Dezelokaalvoorkomendesoortheeftsterkte
leidengehadvano.a.verdroging.Uitbreiding
vanbestaandepopulatiesisgewenstenkan
gecombineerdwordenmetherstelvanhabitat-
typevochtigealluvialebossen(beekbegeleidende
bossen)(H9�E0_C).
H101X Platte schijfhoren
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedten
behoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
Waarschijnlijkkwamdezezoetwaterslakvroeger
metnamevoorinveelgebiedenvanhetNatura
2000landschapMerenenMoerassen.Mogelijk
heeftverslechteringvandewaterkwaliteiteen
rolgespeeld.Tegenwoordigzijngrotepopula-
tiestevindeninlaagveenplassen:Weerribben
(�4),Wieden(�5),Naardermeer(94),Oostelijke
Vechtplassen(95)enNieuwkoopsePlassen&De
Haeck(�0�).
Oplangeretermijnismeerinzichtnodigin
verspreiding,populatiedynamiekenecologievan
desoortomadequatebeschermingmogelijkte
maken.
H1037 Gaffellibel
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
DegaffellibelwasinNederlanduitgestorven.De
soortheeftzichweergevestigdinhetRoerdal
(�50),enkeleexemplarenzijnrecentwaargeno-
meninhetGeleenbeekdal(�54),waarechter
geenpopulatieaangetoondis.
Uitbreidingvanéénnaarzesbeeksystemen
isnoodzakelijkvooreenduurzamelandelijke
populatievanminimaal600–900volwassen
individuen.Dezeambitieishaalbaarvanwege
geplandebeekherstelprojectenincombinatiemet
hetgoedeverbreidingsvermogenvandesoort
(zodatdesoortzichdaadwerkelijkzalvestigen
opplekkenwaardeomstandighedengoedzijn
geworden).Destaatvaninstandhoudingvande
soortiszeerongunstiggescoord,hettoekomst-
perspectiefisalsgunstigingeschat.Vooreen
aantalgebiedenzijnvoordezesoortcomplemen-
tairedoelentoegevoegd.
H1042 Gevlekte witsnuitlibel
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
InWest-Europaisdegevlektewitsnuitlibel
zeldzaam–ookinNederland,maarhierleven
enkelegrotestabielepopulatiesindelaagveen-
moerassenvanNoordwest-Overijssel:Wieden
(�5)enWeerribben(�4).EldersinWest-Europa
ontbrekendergelijkepopulatiesvrijwelgeheel,
watNederlandeeninternationaleverantwoor-
delijkheidgeeft.Desoortisookaangemeldvoor
ondermeerLonnekermeer(5�),Teeselinkven(59),
OostelijkeVechtplassen(95),Leenderbos,Groote
Heide&DePlateaux(��6),
Uitbreidingnaaruiteindelijk25leefgebieden,ver-
spreidoverhetlaagveengebied,dehogerezand-
grondenendeduinen,isnoodzakelijkvooreen
landelijkduurzamepopulatie.Indeleefgebieden
dienenintotaalminimaal25.000volwassen
individuenvoortekomen.Toenameisambitieus,
maarwelgebaseerdopdelaagveenherstelpro-
jectendiereedsingangzijngezet,naastdein
detoekomstvoorzieneverdereverbeteringvan
vennenenduinplassen.Dezelibeliszichrecent
quaverspreidingwataanhetherstellen,dusde
ambitieheeftmetnamebetrekkingoptoename
vandeaantallen.Huidigestaatvaninstandhou-
dingiszeerongunstig,hettoekomstperspectief
isalsmatigongunstigingeschat.Vooreenaantal
gebiedenzijnvoordezesoortcomplementaire
doelengeformuleerd.
H1059 Pimpernelblauwtje
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
Uitbreidingnaar25leefgebiedenisnoodzakelijk
vooreenlandelijkduurzamepopulatie.Inde
leefgebiedendienenintotaalminimaal�0.000
volwassenindividuenvoortekomen.Naher-
introductieisdezedagvlinderernstigbedreigd
�87
gebleven.Deenigepopulatiekomtvoor(naher-
introductie)inhetgebiedVlijmensVen,Moerput-
ten&BosscheBroek(��2).Desoortsteltvrijhoge
eisenaandekwaliteit,maargeringeeisenaan
hetoppervlakvanhetleefgebied.Kansenvoor
terugkeerzijnermetnameinMidden-Limburg.
VoordegebiedenMaasduinen(�45)enRoerdal
(�50)iseencomplementairdoelgeformuleerd.
H1060 Grote vuurvlinder
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
Degrotevuurvlinderisrecentbeperkttotdrie
Natura2000gebieden.Verrewegdegrootste
populatieinWeerribben(�4);kleinerepopulaties
inWieden(�5)enRottigeMeenthe&Brande-
meer(�8).
Uitbreidingnaar5leefgebiedenisnoodzakelijk
vooreenlandelijkduurzamepopulatie.Inde
leefgebiedendienenintotaalminimaal�.000tot
5.000volwassenindividuenvoortekomen.Deze
soortkomtinNederlandvoormeteenonder-
soortdiealleenuitonslandbekendis.Degrote
vuurvlinderkomtvoorinhetOverijssels-Friese
Laagveengebied,waarbijherstelvandesoort
onderanderekanwordenbereiktincombinatie
metherstelvanhethabitattypeovergangs-en
trilvenen(veenmosrietlanden)(H7�40_B).
H1061 Donker pimpernelblauwtje
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
DesoortwasinNederlanduitgestorven,maar
komtnaherintroductieweervoorinVlijmens
Ven,Moerputten&BosscheBroek(��2)enheeft
zichrecentgevestigdinRoerdal(�50).
Uitbreidingnaar5leefgebiedenisnoodzakelijk
vooreenlandelijkduurzamepopulatie.Inde
leefgebiedendienenintotaalminimaal5.000
volwassenindividuenvoortekomen.Naherin-
troductieisdezedagvlinderernstigbedreigdge-
bleven.Kansenvoorverdereterugkeerzijnermet
nameinMidden-Limburg(Maasduinen(�45)).
Thansisdesoortineenzeerongunstigestaat
vaninstandhouding,hettoekomstperspectiefis
alsmatigongunstigbeoordeeld.Rekeningmoet
wordengehoudenmetdenomadischeleefwijze
vandesoort.
*H1078 Spaanse vlag
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedten
behoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
DezenachtvlinderkomtvoorinBunder-en
Elslöerbos(�5�),Brunssummerheide(�55),
Geuldal(�57),SintPietersberg&Jekerdal(�59)en
Savelsbos(�60),Desoortbreidtzichgestaaguit
inZuid-Limburg.Destaatvaninstandhoudingis
opalleaspectengunstiggescoord.
H1082 Gestreepte waterroofkever
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedten
behoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
Degestreeptewaterroofkeverkomthoofdzakelijk
voorinlaagveengebieden:Deelen(�4),Weerrib-
ben(�4),Wieden(�5),Naardermeer(94),Ooste-
lijkeVechtplassen(95)enNieuwkoopsePlassen
&DeHaeck(�0�).Ookkomtdesoortvoorin
Kampina&OisterwijkseVennen(���).
Dezesoortisdoorverslechteringvandewater-
kwaliteitduidelijkafgenomeninhetLaagveenge-
biedenvrijwelverdwenenuitvennen.Herstelkan
o.a.wordengecombineerdmetdeopgavenvoor
dehabitattypenzwakgebufferdevennen(H���0)
enmerenmetkrabbenscheerenfonteinkruiden
(H��50).
H1083 Vliegend hert
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedtenbehoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting
Degrootstepopulatiesvanhetvliegendhert
komenvoorinGeuldal(�57)enVeluwe(57).Ver-
derSpringendal&DalvandeMosbeek(45),Sint
Jansberg(�42),Geleenbeekdal(�54),Savelsbos
(�60)enNoorbeemden&Hoogbos(�6�).
Mogelijkhedenvoorherstelzijnvooralvoor-
handenindiegebiedenwaartotvoorkortnog
groterepopulatiesvoorkwamen,zoalsopde
West-VeluweendeSintJansberg.Buitenhet
Natura2000netwerkzijnerherstelmogelijkheden
opdeUtrechtseHeuvelrug.
H1095 Zeeprik
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedtenbehoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
Nederlandsekustwaterenzijneenbelangrijkver-
blijfgebiedvanvolwassenzeeprikkenentevens
eenbelangrijkdoortrekgebiedvoordeRijn-en
Maaspopulatiesvandezeeprik.InNederlandligt
indeeersteplaatseenopgaveinhetbeterpas-
seerbaarmakenvandebarrièresnaardegrote
rivierenvanuitzee,metnameinhetHaringvliet.
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedisvooralvantoepassingophetNatura
2000landschapRivierengebied.
Degroterivierenzijneenbelangrijkopgroeige-
biedvoorzeepriklarven(geboreninhetbuiten-
land),metnameinhetstroomgebiedvandeRijn.
Ditopgroeigebiedkanuitgebreidwordendoorde
aanlegvannevengeulen.
DeenigebekendeNederlandsepaaipopulatie
bevindtzichinhetRoerdal(�50).Aangeziende
potentiesvanandereNederlandsebekenen
rivierenalspaaiplaatsonduidelijkzijn,wordt
uitbreidingvanhetaantalpaaiendepopulaties
nietalsdoelgesteld.
�88
H1096 Beekprik
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
Debeekprikkomtvoorineenaantalbekenen
kleineriviereninhetzuidenenoosten:o..a.
Springeldal&DalvandeMosbeek(45),Veluwe
(57),Leenderbos,GrooteHeide&DePlateaux
(��6),Meinweg(�49)enRoerdal(�50)enGeuldal
(�57).
Hetvaltteoverwegenenteonderzoekenof
herintroductievanbeekprikkenophistorische
vindplaatseneenoptieis,indienhersteldebeek-
trajectenonbereikbaarzijn,zoalsopdeNoord-
west-VeluweendeZuid-Veluwe.
H1099 Rivierprik
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreidingpaaiplaatsen,uitbreiding
omvangenverbeteringkwaliteitleefgebiedten
behoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
Nederlandsekustwaterenzijneenbelangrijkver-
blijfgebiedvanvolwassenrivierprikken.Entevens
belangrijkedoortrekgebiedenvoorde
Rijn-,Maas-enScheldepopulatiesvanderivier-
prik.InNederlandligtindeeersteplaatseen
opgaveinhetbeterpasseerbaarmakenvande
barrièresnaardegroterivierenvanuitzee,met
nameinhetHaringvliet(�09).Uitbreidingom-
vangenverbeteringkwaliteitleefgebiedisvooral
vantoepassingophetNatura2000landschapRi-
vierengebied.Degroterivierenzijneenbelangrijk
opgroeigebiedvoorrivierpriklarven,diegeboren
zijninhetbuitenland,indestroomgebiedenvan
RijnenMaas.Ditopgroeigebiedkanuitgebreid
wordendoordeaanlegvannevengeulen.
DeenigebekendeNederlandsepaaipopulaties
bevindenzichhetDrentscheAa-gebied(25)en
Roerdal(�50).Meerrivierenenbekenlijkenpo-
tentieelgeschiktalspaaiplaats.
H1102 Elft
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,omvangenkwaliteitleefge-
biedtenbehoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
DeelftpaaitnietinNederland,maarhoger
stroomopwaarts:Nederlandisdetoegangspoort
totdepaaiplaatseninhetstroomgebiedvan
deRijn.TotvoorkortwerddeRijnpopulatieals
uitgestorvenbeschouwd.Erzijnechterconcrete
aanwijzingendatdesoortnoginkleinaantalin
deBoven-Rijn(D)paait.HetNederlandsebene-
denrivierengebiedwaseenbelangrijkopgroei-
gebiedvanjongeelften,afkomstiguitDuitsland:
Haringvliet(�09),Biesbosch(��2).
Uitbreidingverspreidingbetreftmetnamehet
voormaligeopgroeigebiedindebenedenrivieren.
Desoortkanmeeliftenmetdemaatregelendie
genomenwordenomdetrekroutesvanzalm(ge-
helestroomgebied)enfint(inbenedenlopen)te
herstellen.Dehuidigepopulatieisnogheelklein.
H1103 Fint
Natura 2000 doel:
Behoudverspreidingpaaiplaatsen,behoud
omvangenkwaliteitleefgebiedtenbehoevevan
uitbreidingpopulatie.
Toelichting:
HetNederlandsebenedenrivierengebiedwaseen
belangrijkpaai-enopgroeigebiedvandefint.
Nederlandsewaterenzijnbelangrijkedoortrek-
gebiedenvoorfintendie(potentieel)paaienin
hetDuitsedeelvandeEemsenhetBelgischedeel
vandeSchelde.Hierbestaateengrensoverschrij-
dendeopgave.
Omoptermijneenpaaipopulatievandefint
terugtekrijgenindeNederlandsewaterenisge-
tij-invloedindebenedenrivierennoodzakelijken
dienthetoorspronkelijkepaai-enopgroeihabitat,
hetzoetwatergetijdengebied,beterbereikbaarte
wordenvanuitzee,metnameviahetHaringvliet.
H1106 Zalm
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenverbeteringkwaliteitleefge-
biedtenbehoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
DezalmpaaitnietinNederland,maarhoger
stroomopwaarts.Nederlandvormtdetoegangs-
poorttotdepaaiplaatseninhetstroomgebied
vandeRijnenMaas.
Nederlandsewaterenzijnbelangrijkedoortrek-
gebiedenvoordeRijn-enMaaspopulatiesvande
zalm.
InNederlandligtindeeersteplaatseenopgave
inhetbeterpasseerbaarmakenvandebarrières
naardegroterivierenvanuitzee,metnamein
hetHaringvliet.
H1134 Bittervoorn
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,omvangenkwaliteitleefge-
biedtenbehoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
Hetzwaartepuntvandeverspreidingligtbij
laagveenplassen:Weerribben(�4),Wieden(�5),
Ilperveld,Varkensland,Oostzanerveld&Twiske
(92),OostelijkeVechtplassen(95)enNieuwkoop-
sePlassen&DeHaeck(�0�).
Hetstrevenisomdegrotepopulatiesvandebit-
tervoorninkernleefgebiedenbinnenhetNatura
2000netwerkteconsolideren.BuitenhetNatura
2000netwerkkaneventueeleenuitbreidingvan
depopulatieplaatsvinden.
H1145 Grote modderkruiper
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedtenbehoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
Grotepopulatiesvandegrotemodderkruiper
komenvoorinBuurserzand&Haaksbergerveen
(5�),Zouweboezem(�05),Loevestein,Pompveld
enKornscheBoezem(7�),Weerribben(�4)en
Wieden(�5).
�89
InhetNatura2000landschapRivierengebiedis
hetvanbelangdatmeerleefgebiedkomtinde
vormvanjongeverlandingsstadiainlaagdyna-
mischesituaties(kleiputten,overstromingsvlak-
tes).Inbeekdalenisherstelvandenatuurlijke
loopvanbelangvoordesoort;metnameoude,
afgesnedenmeanderskunneneengeschikt
leefgebiedvormen.InhetNatura2000landschap
MerenenMoerassen:laagveengebiedishetvan
belangdatdeontwikkelingvanverlandingsve-
getatiegestimuleerdwordt.Voordeontwikke-
lingvandepopulatieishetbelangrijkdatinhet
polderlandschapeenmeeradequaat(ecologisch)
slootbeheerwordtuitgevoerd.Hetgaatindit
laatstegevalveelalomleefgebieddatbuitenhet
Natura2000netwerkligt.
H1149 Kleine modderkruiper
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedten
behoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
Grotepopulatiesvandekleinemodderkruiperko-
menvoorinVeluwerandmeren(76),ZwarteMeer
(74),Loevestein,PompveldenKornscheBoezem
(7�),Weerribben(�4)enWieden(�5).
Hetstrevenisomhet(algemeen)voorkomen
vandekleinemodderkruiperinNederlandte
consolideren.Hetismetnamevanbelangom
desoortindekernvanzijnverspreidingsgebied
(rivierengebied,Biesbosch,veenweidegebied
Zuid-Holland/Utrecht,Noordwest-Overijssel,
Noord-Holland,OverijsselseVechtdalenbeekda-
lenvanNoord-Limburge.o.)inhogeaantallenen
wijdverspreidtebehouden.
H1163 Rivierdonderpad
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedinde
grotewaterenenuitbreidingenverbeteringkwa-
liteitleefgebiedindebeken.
Toelichting:
Hetbedreigdeoecotypevanbekenkomtvoor
inDinkelland(49),Veluwe(57),Swalmdal(�48),
Roerdal(�50)enGeuldal(�57).
Degrootsteopgavevoorderivierdonderpadzitin
het(verder)herstelvannatuurlijkebeeksystemen.
Herstelvandesoortinbekenisvanbelangvoor
deinstandhoudingvanhetverspreidingsgebied,
maarnietvoordepopulatieomvang(hoogstens
�0%zitinbeken).Degrotepopulatiesingrote
waterenbetreffenmogelijkeenandertyperivier-
donderpad,datontstaanisdoorhybridisatie.
H1166 Kamsalamander
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedtenbehoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
Grotepopulatiesvandekamsalamanderkomen
voorinGeldersePoort(67),Meinweg(�49),Land-
goederenOldenzaal(50)enLoonseenDrunense
Duinen&Leemkuilen(���).Uitbreidingomvang
enverbeteringkwaliteitleefgebiedgeldtvooral
indieregio’swaardesoorteennegatievetrend
vertoont,zoalsinNoord-BrabantenLimburg,en
ingebiedenwaardesoortgeenlevensvatbare
populatievormt,metnamebuitenNatura2000.
H1193 Geelbuikvuurpad
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
Degrootstepopulatievandegeelbuikvuurpadzit
inBemelerberg&Schiepersberg(�56),metname
deelgebiedGroeve’tRooth.Verdernogaanwe-
ziginGeuldal(�57)(deelgebiedenGerendalen
Wahlwiller)enSavelsbos(�60).
Gestreefdwordtnaareenduurzaamnetwerkaan
leefgebiedenoplandschapsschaal,waarbinnen
levensvatbarepopulatieszichkunnenontwik-
kelen.Opkortetermijnontwikkelenvaneen
vijftalpopulatiesgeelbuikvuurpadindegebieden
Geuldal(�57),Bemelerberg&Schiepersberg(�56)
enSavelsbos(�60).
H1318 Meervleermuis
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedten
behoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
Belangrijke(zomer)gebiedenzijnWieden
(�5),Weerribben(�4),Wormer-&Jisperveld&
Kalverpolder(90),Nieuwkoopseplassen&De
Haeck(�0�)enOudegaasterbrekken,Fluessenen
omgeving(�0).Belangrijksteoverwinteringsplaat-
senzijnbunkersinMeijendelenBerkheide(97)
enVeluwe(57).Eengrootdeelvanhetleefgebied
(metnamedatindezomer)ligtbuitenhetNatura
2000netwerk.Dehuidigezomerpopulatieomvat
�0.000–�5.000individuen.
H1321 Ingekorven vleermuis
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedten
behoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
Deenigetweekraamkoloniesbevindenzichin
AbdijLilboschenvoormaligkloosterMariahoop
(�5�).Desoortoverwintertinmergelgroeven
inZuid-Limburg:Bemelerberg&Schiepersberg
(�56),Geuldal(�57),SintPietersberg&Jekerdal
(�59)enSavelsbos(�60).Eengrootdeelvanhet
leefgebied(metnamehetfoerageergebied)ligt
buitenNatura2000.Dehuidigezomerpopulatie
omvat250–500individuen.
H1324 Vale vleermuis
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedtenbehoevevanuitbreidingpopulatie.
Toelichting:
Belangrijkeoverwinteringsgebiedenzijn:Geuldal
(�57)enSavelsbos(�60).
Vooreenduurzameinstandhoudingishetvan
grootbelangdatdekwaliteitvandewinterver-
blijfplaatsenindemergelgroeveninZuid-Limburg
verbeterdworden.Erzijngeenzomerleefgebie-
denvoordevalevleermuisaangemeld.
�90
H1337 Bever
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitvanhetleefgebied.
Toelichting:
DebeverwasinNederlanduitgestorven,inhet
beginvandenegentiendeeeuw.Desoortis
geherintroduceerdinBiesbosch(��2)enGelderse
Poort(67).UitDierenparkLelystadontsnapte
exemplarenhebbeneenpopulatiegevestigdin
Flevoland,buitenNatura2000.Inhetstroom-
gebiedvandeMaas(grotendeelsbuitenNatura
2000)bevindenzichhierendaarbevers,die
afstammenvandegeherintroduceerdepopulatie
indeEifel(D)envanrecenteherintroductiesin
Limburg.
Doelstellingishetrealiserenvaneenduurzame
populatievandesoortdieverspreidvoorkomt
over(minimaal)hetgeheleRivierengebieden
incontactstaatmetdepopulatieinFlevoland
(aldaarbuitenNatura2000).Ineersteinstantie
zoulangsdeWaalvoldoendeooibosaanwezig
moetenzijnopregelmatigeafstand,methetoog
opverbindingvandepopulatiesindeGelderse
Poort(67)endeBiesbosch(��2).
Vanwegedesuccesvolleherintroductiezouden
verdereherintroductiesinanderekansrijke
gebiedenoverwogenmoetenworden.Van2002-
2004iseenherintroductieprojectinhetzuidelijke
stroomdalvandeMaasinuitvoering.Hetdoel
ishieromeenpopulatieElbebeverstelaten
ontstaaninaansluitingopdebeversinhetrivie-
rengebied.Dezepopulatiezoutevenseenbuffer
kunnenvormentegendeopdringendebevers
vanPoolseengemengdeorigineuitDuitslanden
België.
*H1340 Noordse woelmuis
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitleefgebiedtenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
DenoordsewoelmuiskomtinNederlandinvijf
onderlinggeïsoleerdedeelgebiedenmetmeta-
populatiesvoor:Texel,Friesland,Noord-Holland
bovenhetNoordzeekanaal,Utrecht-Zuid-Holland
enhetDeltagebied.DeFriesepopulatiestrekte
zichtotenkeledecenniageledenuittotinNoord-
west-Overijssel,maardaarisdesoortinmiddels
verdwenen.
InFrieslandisOudegaasterbrekken,Fluessenen
omgeving(�0)hetbelangrijkst.Zeerbelangrijkis
DuinenenLageLandTexel(2).InNoord-Holland
bovenhetNoorzeekanaalzijn,Eilandspolder(89),
Wormer-enJisperveld(90),PolderWestzaan(9�)
enIlperveld,Varkensland,Oostzanerveld&Twiske
(92)belangrijk.InUtrecht–Zuid-Holland:Ooste-
lijkeVechtplassen(95)enNieuwkoopsePlassen
&DeHaeck(�0�).InhetDeltagebied:Haringvliet
(�09),Krammer-Volkerak(��4)enGrevelingen
(��5).
Nederlandheefteengroteinternationaleverant-
woordelijkheidvoorhetbehoudvandezealleen
inonslandvoorkomendeondersoort.Deregio
Friesland-Overijsselheefteenhogeprioriteit,
omdatdenoordsewoelmuishierdegrootsteach-
teruitganglaatzien.Hetherstelvandedynamiek
inhetwaterpeilbinnenleefgebiedenenhetin
verbindingbrengenenuitbreidenvandeverschil-
lendeleefgebiedenbinnendevijfdeelgebiedenis
noodzakelijkvooreenduurzaamherstel.Verder
speeltaanpassingvanhetbeheerwaarditnodig
is(conformhetbeschermingsplannoordsewoel-
muis2004-2008).
H1351 Bruinvis
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,omvangenbehoudkwaliteit
leefgebiedtenbehoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
DebruinviswasuitdeNederlandsekustwateren
zogoedalsverdwenen.Sindseenjaaroftienis
duidelijksprakevanbeginnendherstelinNoord-
zeekustzone(7),metnameindewinter.
H1364 Grijze zeehond
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,omvangenkwaliteitleefge-
biedtenbehoevevanbehoudpopulatie.
Toelichting:
DegrijzezeehondwasinNederlanduitgestor-
ven,maarheeftzichenkeledecenniageleden
weergevestigd.Voortplantingvindtmomenteel
plaatsinWaddenzee(�),metnameopdeRichel.
Noordzeekustzone(7)iseenbelangrijkfoerageer-
gebied,metnameindewinter.
Desoortneemtnogsteedstoe.Voldoenderust
(ookopgeschikteplekkenvoorjongen)isvan
grootbelang.
H1365 Gewone zeehond
Natura 2000 doel:
Behoudverspreiding,uitbreidingomvangen
verbeteringkwaliteitleefgebiedtenbehoeve
uitbreidingpopulatie.
Toelichting:
VerrewegbelangrijkstegebiedisWaddenzee(�).
Noordzeekustzone(7)iseenbelangrijkfoera-
geergebied,metnameindewinter.Desoortwas
verdwenenuithetDeltagebied,maarkeertdaar
nuweerteruginVoordelta(���),Oosterschelde
(��8)enWesterschelde&Saeftinghe(�22).
Naderecenteafnameneemtdepopulatieweer
sterktoe,maardevroegereomvangisnogniet
bereikt.VooralindeDeltaisnogenigverderher-
stelgewenstvooreenlokaleduurzamepopulatie.
H1387 Tonghaarmuts
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitbiotooptenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
Afgezienvanincidentelewaarnemingenkomtde
tonghaarmutsalleennogmaarvoorinBiesbosch
(��2).
Bijvestigingvandetonghaarmutsinandere
gebiedenzalhetterreinbeheerookaldaargericht
wordenopuitbreiding.Meerkennisvandeecolo-
gievandesoortisgewenstominhetbeheervan
bossenoptimaalrekeningtekunnenhoudenmet
geschikteplekkenvoordezesoort.Nederland
heefteengroteinternationaleverantwoordelijk-
heidvoorhetbehoudvandezemossoort.
�9�
H1393 Geel schorpioenmos
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitbiotooptenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
DelaatstegroeiplaatsbevindtzichindeMeppe-
lerdieplandeninhetNatura2000gebiedWieden
(�5).Bijvestigingvanhetgeelschorpioenmosin
anderegebiedenzalhetterreinbeheerookaldaar
gerichtwordenopuitbreiding.
H1614 Kruipend moerasscherm
Natura 2000 doel:
Uitbreidingverspreiding,omvangenverbetering
kwaliteitbiotooptenbehoevevanuitbreiding
populatie.
Toelichting:
Duurzamepopulatieskomenalleenvoorin
Zeeuws-Vlaanderen:GrooteGat(�24),Canisvliet-
seKreek(�25),Vogelkreek(�26).
Bijspontanevestigingvanhetkruipendmoe-
rasscherminanderegebieden,metnamein
Oost-Nederland,zalhetterreinbeheerookaldaar
gerichtwordenopuitbreiding.Ditisvanbelang
vanwegegeografischespreidingvandesoort.
Nederlandheefteengroteinternationaleverant-
woordelijkheidvoorhetbehoudvandezeplant.
H1831 Drijvende waterweegbree
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitbiotooptenbehoeve
vanbehoudpopulatie.
Toelichting:
BelangrijkepopulatiesinKempenland-West(��5),
VlijmensVen,Moerputten&BosscheBroek(��2),
Maasduinen(�45),SarsvenenDeBanen(�46).
Hoeweldelandelijkestaatvaninstandhouding
matigongunstigis,isgekozenvoorbehoud,
omdaternogsteedsveelgroeiplaatsenzijnén
onvoldoendeduidelijkishoedesoorthersteld
zoukunnenworden.Desoortzalmogelijkwel
profiterenvanhetherstelvanbekenenvan
habitattypezwakgebufferdevennen(H���0).
Nederlandheefteengroteinternationaleverant-
woordelijkheidvoorhetbehoudvandezeplant.
H1903 Groenknolorchis
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
biotooptenbehoevevanuitbreidingpopulatie
Toelichting:
BelangrijkepopulatieskomenvoorinDuinen
Schiermonnikoog(6),Wieden(�5),Weerribben
(�4),VoornesDuin(�00)enGrevelingen(��5).
Herstelvandezesoortverlooptparallelaan
uitbreidingoppervlakteenverbeteringkwaliteit
vanhabitattypenvochtigeduinvalleien(H2�90)en
overgangs-entrilvenen(H7�40),waarbijervooral
aandachtmoetzijnvooruitbreidingpopulatiesin
deHollandsevastelandsduinenenindelaagveen-
gebieden.
Bijlage 9.3.3: Natura 2000 doelen op landelijk
niveau broedvogels
A004 Dodaars
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste2.000paren.
Toelichting:
ZowelinEuropaalsinNederlandisdedodaars
eenwijdverspreidesoort.Met�%vandeEU-po-
pulatieishetrelatiefbelangvandeNederlandse
populatiegroot.Hetafgelopendecenniumisde
situatievoordedodaarstengoedegekeerden
desoortverkeerdnuineengunstigestaatvanin-
standhouding.Hooguitéénderdevandepopula-
tiekomtvoorinNatura2000gebieden.Belangrij-
kegebiedenzijninverschillendelandschappente
vinden:MerenenMoerassen(Oostvaardersplas-
sen(78)),Hogerezandgronden(Dwingelderveld
(�0),Maasduinen(�45)),Hoogvenen(GrootePeel
(�40))enRivierengebied(GeldersePoort(67)).
A008 Geoorde fuut
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste400paren(20
sleutelpopulatiesvantenminste20paren).
Toelichting:
HetvoorkomenisinOost-Europawijdverbreid,
maarinWest-Europasterkverbrokkeld.Neder-
landisvoorWest-Europaeenbelangrijkgebied.
Metbijna5%vandeEU-populatieishetrelatief
belangvandeNederlandsepopulatiezeergroot.
Degeoordefuutisdeafgelopen�0jaarinaantal
enverspreidingsterktoegenomenenverkeertin
eengunstigestaatvaninstandhouding.Tweeder-
devandepopulatiebroedtinNatura2000gebie-
den.Gebiedendiedegrootstebijdrageleveren
liggenopdehogerezandgronden(BrabantseWal
(�28),Dwingelderveld(�0)enindehoogvenen
(Bargerveen(��),GrootePeel(�40).
�92
A017 Aalscholver
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoorbe-
houdvanhetactuelenationalepopulatieniveau
vantenminste20.000parenverdeeldoverten
minste20koloniesvantenminste�00paren.
Toelichting:
Deinbomenbroedendeondersoortvandeaal-
scholverPhalacrocorax carbo sinensiskomtver-
spreidoverEuropavoormeteenduidelijkzwaar-
tepuntinhetNoordwest-Europeselaagland;met
nameDenemarkenenNederland.Hetrelatief
belangvanNederlandisdanookzeergroot(��%
vandeEU-populatie).Deaalscholverisinaantal
enverspreidingsterktoegenomenenverkeert
ineengunstigestaatvaninstandhouding.Uit
oogpuntvanrisicospreidingishetbijdeze,vaak
ingrotekoloniesbroedende,soortvanbelang
dateenflinkaantalkolonieswordtbehouden.
Hetovergrotedeelvandekoloniesbevindtzich
inNederlandinNatura2000gebieden(90%).De
grootstekolonies(meerdan�.000paren)bevin-
denzichinhetNatura2000landschapMerenen
Moerassen(Oostvaardersplassen(78),IJsselmeer
(72),Lepelaarplassen(79),Naardermeer(94),
Wieden(�5)enAldeFeanen(��)).Ingebiedenin
dekustzone(Noordzee,WaddenzeeenDeltaen
deduinen)hebbenzichrecentelijkookflinkeaan-
tallen(meerdan500paren)gevestigd(Duinen
Vlieland(�),Zwanenwater&Pettemerduinen(85),
VeerseMeer(��9))enkoloniesvanmaximaal
enkele�00-denparenzijntevindeninhetNatura
2000landschapRivierengebied(Biesbosch(��2),
UiterwaardenIJssel(�8),GeldersePoort(67))).
A021 Roerdomp
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedvooruitbreidingtoteenpopulatieniveau
vantenminste400paren.
Toelichting:
InOost-Europaisderoerdompeenwijdverbreide
soort,maarinWest-Europaishetvoorkomen
schaarsenlokaal.DebetekenisvanNederland
voorWest-Europaisdanookgroot;hetrelatief
belangvoordeEUismet�%groot.Zowelaantal
alsverspreidingvanderoerdompzijngehalveerd.
Inrecentejarenisersprakevanenigherstel.De
soortverkeertineenzeerongunstigestaatvan
instandhouding,zowelwatbetreftverspreiding,
populatie,leefgebiedalstoekomst.Hetgestelde
doelisconformhetbestaandebeleidgeformu-
leerdinhetbeschermingsplanmoerasvogels.Om
destreefwaardevan400tehaleniseentoename
vanminstens25%noodzakelijk,waarvaneendeel
moetwordengerealiseerdindenietvoordesoort
aangewezenNatura2000gebieden.Derhalveis
eencomplementairdoelvoorderoerdompgefor-
muleerdvoordemeestperspectiefrijkevandeze
gebieden.OokbuitenhetNatura2000netwerkzal
eendeelvanderoerdompenonderdakmoeten
vinden(maximaal25%)endientaandachtte
wordenbesteedaandevoedselsituatie.Ditismo-
gelijkgeziendeplannenvoornatuurontwikkeling.
MomenteelbroedttweederdeinNatura2000
gebieden,metnameinhetNatura2000landschap
MerenenMoerassen(o.a.Oostvaardersplassen
(78),Wieden(�5),Ilperveld,Varkensland,Oost-
zanerveld&Twiske(92)Wormer-enJisperveld&
Kalverpolder(90),Lauwersmeer(8)).IndeNatura
2000landschappenRivierengebied(Gelderse
Poort(67))enDuinen(DuinenenLageLandTexel
(2))broedteenklein,maarwezenlijk,aantal
paren.
A022 Woudaap
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebied.Gestreefdwordtnaarherstelvaneen
populatieniveauvantenminste200parenver-
deeldovertenminste5sleutelpopulatiesvanten
minste20paren(tenminste�00paren).
Toelichting:
InZuid-enOost-Europaisdewoudaapeen
wijdverspreidebroedvogel.Nederlandvormtin
West-Europaeennoordelijkevoorpost.Aantal
enverspreidingzijnsterkafgenomen,overeen-
komendemeteenzeerongunstigestaatvan
instandhouding,zowelwatbetreftverspreiding,
populatie,leefgebiedalstoekomst.Geziende
belangrijkefunctievanNederlandalsnoordelijk-
steuitlopervanhetbroedgebiedinEuropaisin
hetherstelplanmoerasvogelseenaanzienlijke
herstelopgavegeformuleerd.Daarvanzaleen
deelmoetenwordengerealiseerdindenietvoor
desoortaangewezenNatura2000gebieden.Der-
halveiseencomplementairdoelvoordewoudaap
geformuleerdvoordemeestperspectiefrijkevan
dezegebieden.Ookalsdezedoelenwordengere-
aliseerdkannognietvaneenwerkelijkduurzame
populatiewordengesproken.
TweederdevandeparenwordtaangetroffeninNa-
tura2000gebieden.AlleeninOostelijkeVechtplas-
sen(95)broedenjaarlijksmeerdereparen.
A027 Grote zilverreiger
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudbestaandekolonieseneventuelenieuw-
vestigingen.
Toelichting:
VanoudshereenbroedvogelinZuidoost-Europa.
Inrecentejarenheefteenareaaluitbreidingnaar
West-Europaplaatsgevonden.Recentookals
broedvogelinNederlandgevestigdensterkinaan-
taltoenemend.Met�%vandeEU-populatieishet
relatiefbelanggroot.Destaatvaninstandhouding
wordtdanookalsgunstigingeschat.Hetvoor-
komeninNederlandisvanextrabelangomdat
heteengeïsoleerde,noordelijkevoorpostinhet
verspreidingsgebiedinEuropabetreft.Vrijwelalle
parenbroedeninéénkolonieindeOostvaarders-
plassen(78)(MerenenMoerassen).
A029 Purperreiger
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelvaneenpopulatievan
tenminste600parenverdeelovertenminste�0
koloniesvantenminste60paren.
Toelichting:
Depurperreigeriseenwijdverspreidebroedvogel
inZuid-enZuidoost-Europa.DeNederlandsepopu-
latievormteeneenzamevoorpostinNoordwest-
Europa.Metruim5vandeEU-populatieishet
relatiefbelangzeergroot.Hoeweldeverspreiding
inNederlandnauwelijksisingekrompen(beoorde-
ling:gunstig)ishetaantalparensterkafgenomen.
Recentisenigherstelopgetreden.Destaatvan
�9�
instandhoudingwordtbeoordeeldalszeeron-
gunstigvoorpopulatieenmatigongunstigvoor
leefgebiedentoekomst.
GeziendeuiterstbelangrijkefunctievanNeder-
landalsnoordelijksteuitlopervanhetbroedge-
biedinEuropadienteenveiligemargeinge-
bouwdtewordeninhetvoorNederlandnate
strevenpopulatieniveau.Hetgesteldedoelvolgt
hetbeschermingsplanmoerasvogelsdatookuit
gaatvaneengewenstaantalvantenminste600
parenverdeeldovertenminste�0koloniesvan
tenminste60paren.Allekoloniesbevindenzich
inNatura2000gebiedeninMerenenMoerassen
(o.a.Wieden(�5),Naardermeer(94),Oostelijke
Vechtplassen(95),NieuwkoopsePlassen&De
Haeck(�0�),BoezemsKinderdijk(�06))enin
Rivierengebied(Zouweboezem(�05)).
A034 Lepelaar
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudvaneenpopulatievantenminste�.000
parenverdeeldovertenminste20koloniesvan
tenminste40paren.
Toelichting:
Inheterratischeverspreidingsbeeldovermet
nameZuidwest-enZuidoost-Europavormt
NederlandeenuitzonderlijkevoorpostinNoord-
west-Europa.RuimeenkwartvandeEU-populatie
broedtinNederlandenhetrelatiefbelangisdan
ookzeergroot.Inrecentejarenishetaantalkolo-
niesenhetaantalparenzeersterktoegenomen.
Delepelaarverkeertdanookineengunstige
staatvaninstandhouding.Geziendebelangrijke
functievanNederlandalsnoordelijksteuitloper
vanhetbroedgebiedinEuropameteenbelang-
rijkdeelvandeEuropesepopulatiebinnenonze
landsgrenzendienteenveiligemargeingebouwd
tewordeninhetvoorNederlandnatestreven
populatieniveau.
Hetbeschermingsplanmoerasvogelsgaat
eveneensuitvaneenaantalvantenminste�.000
parenmeteengoederuimtelijkeverdeling.De
koloniesbevindenzichvooralinhetkustgebied
(Waddenzee(�),DuinenVlieland(�),Duinenen
LageLandTexel(2),Zwanenwater&Pettemerdui-
nen(85))eninhetNatura2000landschapMeren
enMoerassen(Oostvaardersplassen(78),Lepe-
laarplassen(79)).Recentneemtookhetaantal
parenindeDeltatoe.
A063 Eider
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste8.000paren.
Toelichting:
AlskustbroedvogelvanNoordwest-Europabereikt
deeiderinNederlanddezuidelijkegrensvan
haarverspreiding.TenzuidenvanhetWadden-
gebiedbroedennauwelijksnogeiders.Met�,5%
vandeEU-populatieishetrelatiefbelangvan
Nederlandgroot.Hetbelangvandebroedpopula-
tieinNederlandligtertevensindatzeisgelegen
aandezuidelijkegrensvanhetbroedareaalin
Europa.Hetleefgebiedendepopulatieworden
alszeerongunstigbeoordeeld,waarmeede
staatvaninstandhoudingalsgeheelookalszeer
ongunstigwordtingeschat.Gezienhetpopulatie-
niveauronddeeeuwwisseling(8000-�0000paren)
inrelatietotdesignaalfunctievoordekwaliteit
vanhetleefgebiedishetbehoudvaneenaantal
parenvantenminste8.000natestreven,zijnde
deondergrensvanderangeindeafgelopen
�0jaren.Vrijwelalleeidersbroedenbinnende
grenzenvanNatura2000gebiedeninhetwad-
dengebied(Waddenzee(�)DuinenenLageLand
Texel(2),DuinenVlieland(�),DuinenAmeland(5)
enDuinenSchiermonnikoog(6)).
A072 Wespendief
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste400paren(20
sleutelpopulatiesvantenminste20paren).
Toelichting
Wijdverspreidebroedvogeloverhetvasteland
vanEuropa.VerspreidinginNederlandlijkt
duidelijktoegenomen,maarvandeaantallenis
datonzeker.Desoortverkeertineengunstige
staatvaninstandhouding.Slechtseenkwartvan
deNederlandsepopulatiebroedtinNatura2000
gebiedenopdehogerezandgrondenmetalsver-
reweghetbelangrijkstegebieddeVeluwe(57).
A081 Bruine kiekendief
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudvantenminste�.�00paren.
Toelichting:
Wijdverspreidebroedvogeloverhetvasteland
vanEuropa,metdegrootsteaantallenvooralin
Oost-Europa.Nederlandvormteenbolwerkin
West-Europaenmet4%vandeEU-populatieis
hetrelatiefbelanggroot.Hetaantalendever-
spreidingzijnsterktoegenomenhetgeenresul-
teertineengunstigestaatvaninstandhouding.
GeziendebelangrijkefunctievanNederlandals
noordwestelijkbolwerkinhetbroedgebiedin
Europadienteenveiligemargeingebouwdte
wordeninhetvoorNederlandnatestrevenpo-
pulatieniveau.Hetgesteldedoelbetreftbehoud
vanhethuidigeniveau.Ongeveerdehelftvan
deparenbroedtinNatura2000gebiedenmet
nameinDuinen(DuinenenLageLandTexel
(2),DuinenTerschelling(4),DuinenAmeland
(5),DuinenSchiermonnikoog(6)),Merenen
Moerassen(Lauwersmeer(8),IJsselmeer(72),
Oostvaardersplassen(78))enRivierengebied
(Biesbosch(��2)).OokdeDeltaherbergteen
flinkepopulatie(Haringvliet(�09),Grevelingen
(��5)enWesterschelde&Saeftinghe(�22)).
A082 Blauwe kiekendief
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedvoorherstelvaneenpopulatievanten
minste250paren.
Toelichting:
DeEuropeseverspreidingisnogalversnipperd
meteennoordelijkepopulatie(vanSchotland
viaScandinaviënaarRusland)eneenMid-
den-EuropesepopulatievanNoord-Spanjeen
FrankrijknaarOost-Europa).DeNederlandse
populatieligtrelatiefgeïsoleerdtussendeze
tweeverspreidingsgebieden;hetrelatiefbelang
metruim0,5%vandeEU-populatieisgroot.
Areaalenaantalzijnsterkafgenomenende
soortverkeertdanookineenzeerongunstige
staatvaninstandhoudingvoorverspreiding,
populatie,leefgebiedentoekomst.Inlijnmet
�94
hetbeschermingsplanmoerasvogelsstrevennaar
hetherstelvantenminste5sleutelpopulaties
vantenminste20-40paren,meteennationale
populatievantenminste250paren.Opkorte
termijngeldtbehoudpopulatieWaddeneilanden
enoplangetermijnpopulatieherstelinmoeras-
gebiedenvanlaag-Nederland.Vrijwelalleparen
broedeninNatura2000gebiedenvandeduinen
(DuinenenLageLandTexel(2),DuinenVlieland
(�),DuinenTerschelling(4),DuinenAmeland(5),
DuinenSchiermonnikoog(6)).Ophetvasteland
zijnalleenhetLauwersmeer(8)endeOostvaar-
dersplassen(78)regelmatigbezet.DeOostvaar-
dersplassen(78)vormenvoorpopulatieherstel
inmoerasgebiedenvanlaag-Nederlandeen
belangrijkevoorpost.
A084 Grauwe kiekendief
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedvoorherstelvantenminste�sleutelpopu-
laties(Flevoland,Lauwersmeer(8)enNoordoost-
Groningen)meteentotalepopulatieomvangvan
tenminste60paren.
Toelichting:
Degrauwekiekendiefheefteenrelatiefzuidelijke
verspreidinginEuropa,waarbinnenNederland
aansluitopdepopulatievanhetNoordwest-Eu-
ropeselaaglandvanNederland,Noordwest-Duits-
landenDenemarken.Naeenzeersterkeafname
inaantallenenareaalisinNederlandrecent
weereenlichtetoenameopgetreden.Tochisnog
sprakevaneenzeerongunstigestaatvaninstand-
houdingvoorverspreiding,populatie,leefgebied
entoekomst.Het,conformhetbeschermingsplan
grauwekiekendief,voordegrauwekiekendiefna-
gestreefdedoel(meerdan�sleutelpopulatiesen
meerdan60paren)staatevenwelnognietgarant
vooreenduurzamepopulatie.Slechtseenklein
deel(circa�0%)broedtinNatura2000gebieden
(Lauwersmeer(8)).
A107 Korhoen
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedvoorherstelvantenminste�sleutelpo-
pulatiesvantenminste40hanenopdeSallandse
Heuvelrug.
Toelichting:
InEuropakomtdekorhoennuvooralvoorin
Schotland,Scandinavië,Oost-EuropaendeAlpen.
DepopulatievandeheideveldenvanhetNoord-
west-Europeselaagland,waarvandeNederlandse
deeluitmaakt,isvrijweluitgestorven.Dekorhoen
isinNederlandzeersterkafgenomenenverkeert
ineenzeerongunstigestaatvaninstandhouding
voorverspreiding,populatie,leefgebiedentoe-
komst.Momenteelkomtzijslechtsinééngebied
voor:deSallandseHeuvelrug(42)(Natura2000
landschapHogerezandgronden).Omdesoort
opdelangetermijnvoorNederlandduurzaamte
behouden,kannietalleenwordenvolstaanmet
verbeteringvanhetleefgebiedopdeSallandse
Heuvelrug(meerfijnmazigestructuurinheidevel-
den,meerrust,meeradequaatvoedselaanbod).
Voorhetduurzaambehoudzijnmeerderemeta
populatiesnodig(medetervoorkomingvan
genetischeerosie).
Optermijnwordtgestreefdnaar5sleutelpopula-
tiesvantenminste50hanen(nationalepopulatie
tenminste250hanen).
A119 Porseleinhoen
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelvaneenpopulatievanten
minste400paren.
Toelichting:
Nederlandvormteenbelangrijkevoorpost
inNoordwest-Europabinnenheterratische
verspreidingsbeeldinEuropa,waarbinnenhet
zwaartepuntduidelijkopOost-Europaligt.Met
2%vandeEU-populatieishetrelatiefbelang
groot.HoewelhetbroedareaalinNederlandis
verruimdzijndeaantallensterkverminderd.De
staatvaninstandhoudingiszeerongunstig.Eris
sprakevaneenzeerongunstigestaatvaninstand-
houdingvoorpopulatie,leefgebiedentoekomst
wordenalsmatigongunstigingeschat.Desoort
isvooralaangewezenopuitgestrektelaagveen-
moerassenenoverstromingsgebieden,waarinde
zomermaandenplas-drassituatiesontstaan.Met
namehetRivierengebiedvervultintopjareneen
essentiëlerol.Erwordtgestreefdnaaroptimalisa-
tievandeomstandighedenindegebiedenwaar
desoortvoorkomt,zodatdemaximameerregel
danuitzonderingworden.Hetgesteldedoelvolgt
hetbeschermingsplanmoerasvogelsengaatuit
van5sleutelgebiedenmeteenpopulatievan40-
80parenentenminste400paren.Desoortkomt
jaarlijksinsterkwissellendeaantallenvoor.Het
doelisgeformuleerdvoorjarendatdeomstan-
dighedeninhetleefgebiedgunstigzijn.Onge-
veerdriekwartvandeporseleinhoendersbroedt
inNatura2000gebieden.VooralinNatura2000
landschappenMerenenMoerassen(o.a.Weerrib-
ben(�4),Oostvaardersplassen(78),Lauwersmeer
(8))enRivierengebied(UiterwaardenIJssel(�8),
UiterwaardenNeder-Rijn(66))enverdersommige
hoogvenen(Fochteloërveen(2�),Bargerveen(��)).
A122 Kwartelkoning
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudvan20sleutelpopulatiesmeteentotaal
aantalparenvantenminste400.
Toelichting:
Hetverspreidingsgebiedvandekwartelkoning
ligtalseenbredebandoverMidden-Europa,
vanIerlandenSchotlandtotinRusland.Verre-
wegdemeestebroedeninOost-Europa.Naeen
aanvankelijkesterkeafnameinNederlandishet
voorkomeninrecentejarensterktoegenomen.
Vooralsnogwordtdestaatvaninstandhouding
alsmatigongunstigbeoordeeldmetverspreiding
enpopulatiegunstigenleefgebiedentoekomst
alsmatigongunstig.Oplandelijkniveaukan
wordenvolstaanmetbehoudvanomvangen
kwaliteitvanhetleefgebiedvoorhetbehoudvan
dehuidigepopulatie.Metnamelangsdegroteri-
vierenisuitbreidingvanhetleefgebiedmogelijk.
SlechtéénderdebroedtinNatura2000gebieden
endaarligthetzwaartepuntinhetRivierenge-
bied(UiterwaardenIJssel(�8),Uiterwaarden
Neder-Rijn(66),GeldersePoort(67)enUiterwaar-
denWaal(68).
�95
A132 Kluut
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste8.000paren.
Toelichting:
VerspreidlangsdekustenvanWest-enMediter-
raanEuropabroedenklutenmeteenkleineen-
claveinhetbinnenlandvandeBalkan.Bijnaeen
kwartvandeEU-populatiebroedtinNederlanden
daarmeeisdepopulatievanzeergrootbelang.
Naeensterketoenamenemendeaantallenrecent
af.Hoewelverspreidingenpopulatienoggunstig
wordeningeschatwordenleefgebiedentoe-
komstdaaromalsmatigongunstigbeschouwd,
resulterendeineenmatigongunstigestaatvan
instandhouding.
GeziendezeergrotebetekenisvanNederland
voorEuropaalsbroedgebieddientdenationale
populatieomvanggehandhaafdtewordenop
tenminstehetbasisniveauvandeafgelopen
decenniavan8.000paren.Driekwartbroedtin
Natura2000gebieden,metdehoofdmootin
hetWaddengebied(Waddenzee(�))endeDelta
(Krammer-Volkerrak(��4),Haringvliet(�09),Oos-
terschelde(��8),Grevelingen(��5),Westerschelde
&Saeftinghe(�22)).
A137 Bontbekplevier
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste400paren
verdeeldovertenminste�0sleutelpopulatiesvan
tenminste20paren.
Toelichting:
Debontbekplevierbroedtvoorallangsdekusten
vanNoordwest-enNoordEuropaeninhetnoor-
denvanScandinavië.LangsdeAtlantischekust
vanFrankrijkbevindenzichdezuidelijkstebroed-
plaatsen,waarbijhetdoorgaansomeengering
aantalparengaat.DeNederlandsepopulatieis
danookaantalsmatigdebelangrijkstezuidelijke
voorpostlangsdekustvanhetNoordwest-Euro-
pesevasteland.Metcirca�%vandeEU-populatie
ishetrelatiefbelangookgroot.Deaantallenzijn
inNederlandduidelijkafgenomen(zeerongun-
stig)enleefgebiedentoekomstwordenmatig
ongunstigingeschat,resulterendeineenzeer
ongunstigestaatvaninstandhouding.Alsdoel
wordthethuidigepopulatieniveauaangehouden
datafdoendeisvooreenduurzamepopulatie.
Circa60%broedtinNatura2000gebieden,vooral
hetkustgebiedisvangrootbelang(zoalsWad-
denzee(�),Noordzeekustzone(7),Grevelingen
(��5)enOosterschelde(��8)).
A138 Strandplevier
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedtenbehoevevanherstelpopulatievan
tenminste400parenverdeeldovertenminste�0
sleutelpopulatiesvantenminste20paren(Delta
enWaddengebied).
Toelichting:
VerspreidlangsdekustenvanWest-enMediter-
raanEuropabroedenstrandplevierenmeteen
kleineenclaveinhetbinnenlandvandeBalkan.
Met2%vandeEU-populatieishetrelatiefbelang
groot.HetNederlandsebroedgebiedistevens
eenbelangrijkonderdeelvanhetEuropese
areaal.DestrandplevierbereiktinhetWadden-
gebiedhaarnoordelijkeverspreidingsgrensin
Europa.InNederlandzijnareaalenaantallenzeer
sterkafgenomen.
Erissprakevaneenzeerongunstigestaatvan
instandhoudingvooralleaspecten:verspreiding,
populatie,leefgebiedentoekomst.Dehoeveel-
heidpotentieelbiotoopreflecteertzichinhetpo-
pulatieniveauhalverwegede70-erjarenvan900
paren.Eenduurzamepopulatiezoutenminste
400parenmoetenomvatten;geziendeligging
aanderandvanhetareaalisindedoelstelling
eenveiligheidsmargeingebouwd.Driekwart
broedtinNatura2000gebieden;vooralinde
Delta(Krammer-Volkerrak(��4),Westerschelde&
Saeftinghe(�22),Haringvliet(�09))eningering
aantalindeWaddenzee(�).
A151 Kemphaan
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
herstelpopulatievantenminste�.000hennen
verdeeldovertenminste�0sleutelpopulaties.
Toelichting:
InEuropaisdekemphaantegenwoordigvooral
broedvogelinScandinaviëenNoordoost-Europa.
Deaantallenaandezuidwestgrensvanhetareaal,
hetNoordwest-Europeselaagland,zijnsterkafge-
nomen.OokinNederlandishetaantalbroedvo-
gelszeersterkafgenomen,gepaardgaandemet
eensterkeinkrimpingvanhetareaal.Destaatvan
instandhoudingiszeerongunstigvooralleaspec-
ten:verspreiding,populatie,leefgebiedentoe-
komst.VanoudshervormtNederlanddekernvan
hetbroedgebiedvandekemphaanalsweidevogel
inEuropa.Halverwegede70-erjarenwarenernog
�500hennenenbegin80-erjarennogruim�000.
Eenhersteltotditniveauiswenselijkvanuitdeop-
tiekvanbehoudvandepopulatietentijdevande
aanmelding.SlechtseenkwartbroedtbinnenNa-
tura2000gebieden,vooralinMerenenMoerassen
(o.a.Wormer-enJisperveld&Kalverpolder(90),
Lauwersmeer(8)enSneekermeergebied(�2)).
A153 Watersnip
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelpopulatievan4.000paren
verdeeldovertenminste20sleutelpopulaties.
Toelichting:
Dewatersnipiseenwijdverspreidebroedvogel
inMidden-enNoord-Europa.Aantallenenareaal
zijninNederlandzeersterkafgenomen.De
toestandiszeerongunstigvoorverspreiding,
populatieentoekomstenmatigongunstigvoor
leefgebied,resulterendineenzeerongunstige
staatvaninstandhouding.Begin80-erjarennog
4500paren.Eenhersteltotdichtbijditniveau
iswenselijkvanuitdeoptiekvanbehoudvande
populatietentijdevandeaanmelding.Slechts
éénderdebroedtinNatura2000gebieden,vooral
indeNatura2000landschappenMerenenMoe-
rassen(Weerribben(�4),Wieden(�5),Ilperveld,
Varkensland,Oostzanerveld&Twiske(92)en
Hoogvenen(Bargerveen(��)).VoorhetDrentse
Aa-gebied(25)iseencomplementairdoelgefor-
muleerd.
�96
A176 Zwartkopmeeuw
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedenbe-
houdvantenminste�0koloniesvantenminste20
parenmeteentotaalvantenminste500paren.
Toelichting:
Totrecentwashetvoorkomenbeperkttothet
MediterranedeelvanEuropa.Delaatstedecennia
heefteenaanzienlijkeareaaluitbreidingplaats-
gevondenlangsdeAtlantischekustwaarbijook
Nederlandwerdbereikt.Quaaantallenvormt
Nederlandeenbelangrijkevoorpost.Metcirca
�0%vandeEU-populatieishetrelatiefbelangzeer
groot.DezwartkopmeeuwbereiktinNederland
zijnnoordelijkeverspreidingsgrens;hetvoor-
komenvormtdaarmeeeenbelangrijkeuitloper
vanhetEuropeseareaal.Desoortbroedtineen
beperktaantalgrotereeneengrootaantalklei-
nerekolonies.Geziendesnellepopulatietoename
wordtdestaatvaninstandhoudingalsgunstig
beoordeeld.
Erisechterslechtseenbeperktaantalkolonies
vanenigeomvanginhetdeltagebied.Daarbui-
tenvindtbroedenverspreidoverheelNederland
plaatsinzeergeringeaantallen.Hetbeperkte
aantalgroterekolonies,diedaarbijooknog
eenweinigstabielebezettingkennen,maaktde
populatiekwetsbaar.Vaneenduurzamepopulatie
isdanookvooralsnoggeensprake.Meerdan80%
broedtinNatura2000gebieden,vooralindeDelta
(o.a.Krammer-Volkerak(��4),Haringvliet(�09),
Westerschelde&Saeftinghe(�22).
A183 Kleine mantelmeeuw
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievan90.000paren.
Toelichting:
InEuropastrekthetbroedgebiedzichuitlangs
deAtlantischekustvanNoordwest-Spanjetotaan
Noord-NoorwegenenlangsdeOostzeeenhet
binnenlandvanFinland.EenderdevandeEU-po-
pulatiebroedtlangsdeNederlandsekusten,waar-
meehetrelatiefbelangzeergrootis.Dekleine
mantelmeeuwisinNederlandsterktoegenomen
enverkeertineengunstigestaatvaninstand-
houding.GezienhetgrotebelangvoorEuropa
wordtbehoudvanhethuidigepopulatieniveau
nagestreefd.Ruimdehelftvandeparenbroedt
inNatura2000gebieden;vooralinhetWadden-
gebied(Waddenzee(�),DuinenenLageLandvan
Texel(2)enDuinenVlieland(�)).
A191 Grote stern
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
herstelpopulatietot25.000paren.
Toelichting:
Grotesternsbroedenverspreidlangsdekusten
vanEuropa,noordelijktotEstland.Ruimeen
kwartvandepopulatievandeEUbroedtinNe-
derland,waarmeehetrelatiefbelangzeergroot
is.NaeensterketerugvalinNederlandtenge-
volgevanlandbouwgifinde60-erjarenvindtmo-
menteeleenvoortdurendherstelplaatsleidend
toteenaantalvanruim�6.000parenin2004.
Depopulatielaginheteerstedeelvandevorige
eeuwopeenniveauvan�0.000parenopgrond
waarvaneenverdergaandherstelverwachtmag
worden.Hetaantalpermanentebroedplaatsenis
echterzeergering.Destaatvaninstandhouding
isnogzeerongunstig:verspreidingmatigenpo-
pulatiezeerongunstig.Doordegestagetoename
zijnleefgebiedentoekomstopgunstiginge-
schat.AllekoloniesbevindenzichinNatura2000
gebiedeninhetWaddengebied(Waddenzee(�))
endeDelta(Westerschelde&Saeftinghe(�22),
Oosterschelde(��8)enHaringvliet(�09))
A193 Visdief
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
herstelpopulatietot20.000paren.
Toelichting:
Devisdiefbroedtverspreidoverhetgrootstedeel
vanEuropawaarbijdeaantallenvanzuidnaar
noordtoenemen.DedichtheidinNederlandis
zeeraanzienlijk,typerendvoordedeltavande
groterivieren,waardoorzichookhethogeaan-
deelvandeEU-populatiedatinNederlandbroedt
laatverklaren:�2%,waarmeehetrelatiefbelang
zeergrootis.Naeensterketerugvaltengevolgevan
landbouwgifinde60-erjarenvindtmomenteeleen
voortdurendherstelplaats,allijktditmomenteelte
stagneren.Hetareaalisdaarbijechterachtergeble-
ven.Destaatvaninstandhoudingwordtalsmatig
ongunstigbeoordeeldvoorverspreiding,populatie
enleefgebied,maardetoekomstwordtalsgunstig
beoordeeld.Depopulatielaginheteerstedeelvan
devorigeeeuwopeenniveauvan�0.000parenop
grondwaarvaneenverdergaandherstelverwacht
magworden.
Ruim80%broedtinNatura2000gebieden;vooralin
hetWaddengebied(Waddenzee(�)),deDelta(o.a.
Haringvliet(�09),Westerschelde&Saeftinghe(�22),
Oosterschelde(��8))enhetIJsselmeergebied(IJs-
selmeer(72),Markermeer&IJmeer(7�),Eemmeer&
GooimeerZuidoever(77)).
A194 Noordse stern
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoorbehoud
populatievantenminste2.000paren.
Toelichting:
NoordsesternsbroedenlangsdekustenvanNoord-
west-EuropaeninNoord-Scandinavië.DeNederland-
sebroedplaatsenvormendezuidgrensvandever-
spreidinginEuropaendragendaarmeeinbelangrijke
matebijaanhetEuropesebroedareaal;met�%van
deEU-populatieishetrelatiefbelanggroot.
Eengroteterugvalinde60-erjaren,zoalsbijde
anderesterns,lijktbijdenoordsesternniettezijn
opgetreden.Deaantallenzijnlichttoegenomen
enhetareaalvandenoordsesternishooguitlicht
ingekrompenopbasiswaarvandestaatvaninstand-
houdingalsgunstigwordtbeoordeeld.Handhaven
vandehuidigesituatielijkthetmeestreëel,waarbij
deduurzaamheidvandepopulatiedoorhetzeer
geringeaantalgroterekoloniesaltijdtwijfelachtigzal
blijven.VrijwelallekoloniesliggeninNatura2000ge-
biedenmethetovergrotedeelinhetWaddengebied
(Waddenzee(�)).
A195 Dwergstern
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoorherstel
populatietot800paren.
�97
Toelichting:
DedwergsternisinEuropabroedvogellangsde
kustenenlangsgroteriviereninOost-,Mid-
denenZuid-Europa.Hetrelatiefbelangvande
NederlandsepopulatieisinEU-verbandmet
circa2%groot.Naeensterketerugvaltengevolge
vanlandbouwgifinde60-erjareniseenbeperkt
herstelopgetredentot555parenin2004.Het
areaalblijftdaarechtersterkbijachter.Destaat
vaninstandhoudingwordtvoorverspredingen
populatiealszeerongunstigbeoordeeld.Gezien
hetlichteherstelwordenleefgebiedentoekomst
opmatigongunstigingeschat.Depopulatielag
inheteerstedeelvandevorigeeeuwopeen
niveauvan800-900parenopgrondwaarvaneen
verdergaandherstelmagwordennagestreefd,
waarbijdeduurzaamheidvandepopulatiedoor
hetzeergeringeaantalgroterekoloniestwijfel-
achtigzalblijven.Allekoloniesbevindenzichin
Natura2000gebieden;vooralindeDelta(o.a.
Haringvliet(�09),Grevelingen(��5),Oosterschel-
de(��8)enWesterschelde&Seaftinghe(�22))en
hetWaddengebied(Waddenzee(�)).
A197 Zwarte stern
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelpopulatietot2.000paren
verdeeldovertenminste�5sleutelpopulatiesvan
tenminste60paren.
Toelichting:
HetbroedgebiedinNederlandvormteenvoor-
postvaneenuitgestrektverspreidingsgebiedin
Oost-Europa.BinnendeEUisNederlandechter
eenbelangrijkbroedgebied(relatiefbelangzeer
grootmeteenkleine�0%).Zowelaantalalsare-
aalisinNederlandsterkafgenomenendestaat
vaninstandhoudingisdanookzeerongunstig
voorverspreidingenpopulatie.Voorleefgebied
entoekomstwordtdezealsmatigongunstig
ingeschat.Hetgesteldedoelvolgthetbescher-
mingsplanmoerasvogelsmeteenpopulatievan
tenminste2.000parenverdeeldover�5kernen
vantenminste60paren.Vrijwelallekolonies
bevindenzichinNatura2000gebiedenverspreid
overMerenenMoerassen(o.a.Wieden(�5),
NieuwkoopsePlassen&DeHaeck(�0�),Deelen
(�4),OostelijkeVechtplassen(95),Rivierengebied
(o.a.UiterwaardenZwarteWaterenVecht(�6),
UiterwaardenIJssel(�8),GeldersePoort(67),en
Zouweboezem(�05)).Kleinekoloniesbevinden
zichindelandschappenHogerezandgrondenen
Hoogvenen.
A222 Velduil
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelvantenminste5sleutel-
populatiesvantenminste20paren(nationale
populatievantenminste�00paren).
Toelichting:
Develduilisbroedvogelovervrijwelgeheel
EuropameteenduidelijkzwaartpuntinNoord-
Europa(Scandinavië).Vanoorsprongwashet
Noordwest-Europeselaaglandgoedbezet.
Nederlandvormthierbinneneenbelangrijk
broedgebiedalishetrelatiefbelangafgenomen
totminderdan0,5%vandeEU-populatie.Op
kortetermijngeldtbehoudvandepopulatieop
deWaddeneilanden,oplangetermijnpopulatie-
herstelinmoeras-enveengebieden.Aantallen
enareaalzijninNederlandzeersterkafgenomen
endestaatvaninstandhoudingiszeerongun-
stigvooralleaspecten:verspreiding,populatie,
leefgebiedentoekomst.Vanoorsprongisde
soorteengewonebroedvogelinmoerassenen
venenophetNederlandsevasteland;momenteel
vrijweluitsluitendopdeWaddeneilanden.Voor
hetduurzaamvoortbestaanvandeNederlandse
populatieiseenherstelvanhetoorspronkelijke
areaalnoodzakelijk.90%vandeparenbroedtin
Natura2000gebieden;vooralinDuinen(Duinen
enLageLandTexel(2),DuinenTerschelling(4),
DuinenAmeland(5)).
A224 Nachtzwaluw
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste800paren
verdeeldovertenminste20sleutelgebieden
verspreidoverhetNatura2000landschapHogere
zandgronden.
Toelichting:
DenachtzwaluwbroedtoverheelEuropamet
uitzonderingvanhetuiterstenoorden.De
Nederlandsepopulatieneemtsindsbeginjaren
negentigweertoe;hetverspreidingsareaalis
sindsdejarenzeventigechtersterkgekrompen.
Doordatenkelegebieden,zoalsHarskampseZand
endeZuidoost-Veluwe,�0-�5%vandelandelijke
populatieherbergen,isdesoortkwetsbaar.De
staatvaninstandhoudingwordtalsmatigongun-
stigbeoordeeldvoorverspreiding,leefgebied
entoekomstenalsgunstigvoordepopulatie.
Doelopdelangetermijn:herstelvanderuime
verspreidingopdehogerezandgronden.
RuimdriekwartbroedtinNatura2000gebieden;
metnameinhetNatura2000landschapHogere
zandgronden(o.a.SallandseHeuvelrug(42),
Veluwe(57)(meerdan50%)enBrabantseWal
(�28)).
A229 IJsvogel
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste200paren(bin-
neneentermijnvan5jarennastrengewinters),
verdeeldovertenminste5sleutelpopulaties.
Toelichting:
DeijsvogelkomtwijdverspreidoverheelEuropa
metuitzonderingvanScandinaviëenNoord-Rus-
land.DeNederlandsepopulatieneemtgestaag
toe,maarblijfterggevoeligvoorstrengewinters.
Staatvaninstandhoudingechtergunstig.Op
delangetermijnwordternaargestreefdomvia
beekherstel(remeandering)eenvitalepopulatie
tebewerkstelligendieooknastrengewintersvan
redelijkeomvangblijft(tenminste200paren).
MinderdaneenkwartbroedtinNatura2000ge-
bieden,waarbijhetRivierengebiederuitspringt
(Biesbosch(��2),GeldersePoort(67)).
A233 Draaihals
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedvoorherstelpopulatievantenminste200
parenverdeeldover5sleutelpopulaties.
�98
Toelichting:
OphetvastelandvanEuropaisdedraaihals
overalbroedvogel,waarbinnenhetNoordwest-
Europeselaaglandhetdunstbezetis.Inmiddels
inNederlandvrijwelteruggedrongentotenkele
locatiesopdeVeluwe.StaatvanInstandhouding
iszeerongunstigvooralleaspecten:verspreiding,
populatie,leefgebiedentoekomst.Uitbreiding
vandebezettingsgraaddoormeeradequaat
beheer(kernopgave6.08structuurrijkedrogehei-
den)opdeVeluwe(57)isnoodzakelijkvooreen
meergunstigestaatvaninstandhouding.Naast
enkelesleutelpopulatiesopdeVeluweiseen
herstelvansleutelpopulatieseldersopdehoge
zandgrondenvoorhetduurzaamvoortbestaan
vandeNederlandsepopulatieessentieel.Het
overgrotedeelbroedtinNatura2000gebieden
dieonderdeeluitmakenvanhetNatura2000
landschapHogerezandgronden(Veluwe(57)).
A236 Zwarte specht
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste800paren.
Toelichting:
Dezwartespechtisbroedvogelophetvasteland
vanEuropa,metuitzonderingvangrotedelen
vanhetMediterranegebied.Metruim0,5%van
deEU-populatieishetrelatiefbelanggroot.In
Nederlandzijndepopulatieenhetareaalminof
meerconstant.Destaatvaninstandhoudingis
gunstigvooralleaspecten:verspreiding,popula-
tie,leefgebiedentoekomst.Doorgeringedisper-
sieismetnamedegeïsoleerdepopulatiesinde
duinenkwetsbaar,o.a.voorpredatie.Ongeveer
eenderdebroedtbinnenNatura2000gebieden,
metnameopdehogerezandgronden(Veluwe
(57)circa40%).
A246 Boomleeuwerik
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste5.000paren.
Toelichting:
DeboomleeuwerikisbroedvogelinheelEuropa
vanZuid-ScandinaviëenZuid-Engelandtotaande
MiddellandseZee.InNederlandisdepopulatie
sterkafgenomen,doorafnamevanhetheideare-
aaltengevolgevanontginningenaanhetbegin
vandevorigeeeuw,maarsedertde80-erjaren
weersterktoegenomen,waardoordehuidige
staatvaninstandhoudingalsgunstigwordt
beoordeeldvooralleaspecten:verspreiding,
populatie,leefgebiedentoekomst.Behoudvan
hethuidigeniveauistendoelgesteldalwaren
deaantallenbeginvorigeeeuwongetwijfeld
velemalenhoger.Ongeveerdehelftbroedtin
Natura2000gebiedenverspreidoverdehogere
zandgronden(Veluwe(57),40%).
A249 Oeverzwaluw
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatiemethetniveauvandeon-
dergrensvandeafgelopendecenniavan20.000
paren.
Toelichting
DeoeverzwaluwbroedtinheelEuropametuit-
zonderingvanIJsland.Hetrelatiefbelangisgroot
(2%vandeEU-populatie).Vooralnade80-erja-
reninNederlandweerwattoegenomeninaantal-
lenalishetareaaldaarbijachtergebleven;staat
vaninstandhoudingwordtechteralsgunstig
beoordeeldvooralleaspecten:verspreiding,po-
pulatie,leefgebiedentoekomst.Hetnagestreefde
niveaukomtovereenmetdataanhetbeginvan
de70-erjarenenhethuidigeniveau.Minderdan
eenkwartbroedtinNatura2000gebieden.Ditis
vooralafhankelijkvanhet“toevallig”terbeschik-
kingstaanvangeschiktenestwanden.
A255 Duinpieper
Natura 2000 doel:
Herstelomvangenverbeteringkwaliteitleefge-
biedvoorherstelvantenminste5sleutelpopu-
latiesmeteentotaalaantalvantenminste�00
paren.
Toelichting:
OverhetgehelevastelandvanEuropaisdeduin-
pieperbroedvogelmetverrewegdemeesteparen
inSpanje.Opveelplaatsenzijnaantallensterk
afnemend.AantalenareaalzijninNederland
eveneenssterkafgenomen;mogelijkzelfsals
broedvogelverdwenen.Staatvaninstandhouding
iszeerongunstigvooralleaspecten:verspreiding,
populatie,leefgebiedentoekomst.Desoortis
eenkarakteristiekebroedvogelvanstuifduinenin
hetbinnenland(inhet(verre)verledenooklangs
deHollandsekust),waarvaninhetbeginvande
80-erjarennogruim�00parenvoorkwamen.
Herstelvanstuifzandenkanmisschienweervoor
eenherstelvandepopulatiezorgen.DeVeluwe
(57)isdaarbijhetbelangrijkstedoelgebied,waar-
binnendeelpopulatiesalsafzonderlijkesleutelpo-
pulatieskunnenwordenbeschouwd.Optermijn
zouhervestigingeldersopdehogerezandgron-
denaandeduurzaamheidvandepopulatiebij
kunnendragen.Momenteelisdesoortmogelijk
alleennogbroedendinNatura2000gebied
Veluwe(57).
A272 Blauwborst
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudvantenminste5sleutelpopulatiesmet
eentotaalvan6.500paren.
Toelichting:
Dewitgesterdeondersoortvandeblauwborst
(Luscinia svecica cyanecula),waartoeookdeNe-
derlandseblauwborstenbehoren,broedtineen
relatiefsmallebandvanNederlandnaarRusland.
Vandezeondersoortvandeblauwborstbevat
Nederlandeenaanzienlijkdeelvandetotale
populatie(tenminste�0%).Hetbroedgebiedin
Nederland,eninminderemateBelgiëenNoord-
Frankrijk,vormteenrelatiefgeïsoleerdevoorpost
inditEuropeseareaal.Naeensterketerugval
halverwegedevorigeeeuwinNederland,zijn
aantallenenareaalenormtoegenomenwaarmee
destaatvaninstandhoudingalsgunstigkanwor-
denbeoordeeldvooralleaspecten:verspreiding,
populatie,leefgebiedentoekomst.Conformhet
beschermingsplanmoerasvogelswordttendoel
gesteldhetbehoudvanhethuidigepopulatie-
niveau,hetgeenduidelijkhogerligtdanhet
gewenstebasisniveauuitpopulatie-ecologische
optiek:6.500parenmettenminste5sleutelpo-
pulaties.Hetlageaantalnoodzakelijkesleutelpo-
�99
pulatiesheefttemakenmetdesterkematevan
concentratieinenkelegroteremoerasgebieden
vanNederland(Lauwersmeer(8),Oostvaarders-
plassen(78)enBiesbosch(��2)).Meerdande
helftvandepopulatiebroedtinNatura2000
gebiedenverspreidoverRivierengebied(Bies-
boschmeerdan20%),Delta(Haringvliet(�09),
Westerschelde&Saeftinghe(�22)),Hoogvenen
(DeurnschePeel&Mariapeel(��9))enMerenen
Moerassen(Oostvaardersplassen(78)).
A275 Paapje
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelvaneenpopulatievanten
minste2.000parenverdeeldovertenminste20
sleutelpopulatiesvantenminste�00paren.
Toelichting:
Hetpaapjeiseenwijdverspreidebroedvogelover
heelEuropametuitzonderingvanhetzuidelijk
deelvanhetIberischSchiereiland.Aantallenen
areaalzijninNederlandzeersterkafgenomen
endestaatvaninstandhoudingisdanookzeer
ongunstigvooralleaspecten:verspreiding,popu-
latie,leefgebiedentoekomst.Metuitzondering
vandeOostvaardersplassen(78)bevindenalle
Natura2000gebiedenmettenminste�%vande
broedpopulatiezichmomenteelinNoordoost-Ne-
derland.Herstelvaneenduurzamepopulatie(20
sleutelpopulatiesvantenminste�00paren)kan
danookalleenwordenbereiktalshetoorspron-
kelijkeareaalweerwordtherbezet.
SlechtruimeenkwartbroedtinNatura2000
gebieden;vooralinhoogvenen(Fochteloërveen
(2�),Bargerveen(��))enopdehogerezandgron-
den(o.a.Drents-FrieseWold&Leggelderveld
(27)).Deduinen,vanoudshereenbelangrijk
broedgebied,zijnvrijwelverlaten.
A276 Roodborsttapuit
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudvaneenpopulatievantenminste6.000
parenverdeeldovertenminste20sleutelpopula-
tiesvantenminste�00paren.
Toelichting:
Deroodborsttapuitbroedtvooralindezuide-
lijkehelftvanEuropa,waarbijNederlandaande
noordgrensvanhetareaalisgelegen.Hetten
doelgesteldeaantalbetrefthuidigepopulatieni-
veau.Naeenaanvankelijkeafnameisinrecente
jarenweereensterkherstelopgetreden;destaat
vaninstandhoudingisgunstigvooralleaspecten:
verspreiding,populatie,leefgebiedentoekomst.
HetNederlandseareaalligtaandenoordrand
vanhetverspreidingsgebiedinWest-Europaen
vormtdaarmeeeenbelangrijkeuitlopervanhet
Europeseareaal.Daaromwordtbehoudophet
huidige,hoge,niveaunagestreefd.
EenderdevandeparenbroedtinNatura2000
gebieden,vooralopdehogerezandgronden
(Veluwe(57)(meerdan�0%),Drents-FrieseWold
&Leggelderveld(27),Dwingelderveld(�0)eninde
hoogvenen(Bargerveen(��)enGrootePeel(�40).
A277 Tapuit
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelvaneenpopulatievanten
minste2.000parenverdeeldovertenminste20
sleutelpopulatiesvantenminste�00paren.
Toelichting:
Detapuitiseenwijdverspreidebroedvogel
overheelEuropa.AantallenenareaalinNeder-
landzijnzeersterkafgenomenendestaatvan
instandhoudingisdanookzeerongunstigvoor
alleaspecten:verspreiding,populatie,leefgebied
entoekomst.Herstelvaneenduurzamepopulatie
(20sleutelpopulatiesvantenminste�00paren)
ligtnogbinnenhandbereikgezienhetniveauvan
�980enhetniveauindeperiode�999-200�,maar
kanalleenwordenbereiktalseenbelangrijkdeel
vanhetoorspronkelijkeareaalweerwordther-
bezet.TweederdebroedtinNatura2000gebie-
denwaarbijmetnamedehogerezandgronden
(Drents-FrieseWold&Leggelderveld(27),Veluwe
(57))endeduinen(o.a.DuinenTerschelling(4),
DuinenvanAmeland(5))vangrootbelangzijn.
A292 Snor
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelvaneenpopulatievanten
minste5sleutelpopulatiesvan�00-400parenmet
intotaaltenminste2.000paren.
Toelichting:
Desnorisbroedvogelvanhetvastelandvan
Europa,noordelijktotEstland.Hetzwaartepunt
ligtinOost-Europaendoordeteruggangvan
deaantalleninNoordwest-Europavormtde
Nederlandsepopulatieeenbelangrijkewestelijke,
enenigszinsgeïsoleerde,voorpost.Met�%van
deEU-populatieishetrelatiefbelanggroot.De
aantalleninNederland,maarvooraldeomvang
vanhetareaal,zijnafgenomenenresulterenin
eenzeerongunstigestaatvaninstandhouding
voordeaspectenverspreiding,leefgebiedentoe-
komst.Hetaspectpopulatieisvoorlopignogals
gunstigbeoordeeld.Hetgesteldedoelisconform
hetherstelplanmoerasvogels.Ruim80%broedt
inNatura2000gebiedenmetnameinMeren
enMoerassen(vooralinOostvaardersplassen
(78)(meerdan25%),Wieden(�4)enWeerribben
(�5))eninRivierengebiedongeveer�0%(vooral
inBiesbosch(��2)).
A295 Rietzanger
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedvoor
behoudpopulatievantenminste20.000paren.
Toelichting:
Derietzangeriseenwijdverspreidebroedvogel
inEuropametuitzonderingvandeMediterrane
landen.DegroteNederlandsepopulatieomvat
circa�%vandeEU-populatieenisrelatiefvan
grootbelang.Naeenaanvankelijksterketerug-
gangindepopulatieenhetareaalheefteen
sterkherstelplaatsgevonden.Daarbijzijnde
aantallenweeraanzienlijk,maarishetoorspron-
kelijkeareaalnoglangnietherbezet.Destaat
vaninstandhoudingisdanookmatigongunstig
voorverspreidingengunstigvoordeaspecten
populatie,leefgebiedentoekomst.Hetniveau
van20.000parenbetreftdeondergrensvan
deactuelepopulatieenkomtovereenmethet
200
populatieniveaubegin80-erjaren.Enigeterug-
gangvandepopulatiedoorverminderingvan
deverruigingvanrietlandentenbehoevevan
andererietvogelskanwordengetolereerd.Krap
dehelftbroedtinNatura2000gebieden,met
degrootsteaantalleninMerenenMoerassen
(Wieden(�4),Lauwersmeer(8),Weerribben(�5),
AldeFaenen(��)enOostvaardersplassen(78)).
A298 Grote karekiet
Natura 2000 doel:
Uitbreidingenverbeteringkwaliteitleefgebied
voorherstelvaneenpopulatiemet5sleutelpo-
pulatiesvan40-80pareneneenlandelijkniveau
vantenminste500paren.
Toelichting:
Degrotekarekietiseenwijdverspreidebroed-
vogelvanZuid-ScandinaviëtotdeMiddellandse
Zee.DeNederlandsepopulatievormteen
voorpostinhetNoordwest-Europeselaagland.
InNederlandaldecennialangsterkafnemend
inaantalenareaal;staatvaninstandhoudingis
zeerongunstigvooralleaspecten:verspreiding,
populatie,leefgebiedentoekomst.Inde50-er
jarennog5000paren.Inovereenstemmingmet
hetbeschermingsplanmoerasvogelswordteen
herstelvoorgesteldnaar500paren.Inhoeverre
hiermeeeenduurzaampopulatieniveauwordt
bereiktisonzeker.Driekwartvandevogels
broedtinNatura2000gebiedenvanmerenen
moerassenmeteenzwaartepuntinhetVecht-
plassengebied(OostelijkeVechtplassen(95),
Naardermeer(94)),deOostelijkeRandmeren
(Ketelmeer&Vossemeer(75),ZwarteMeer(74)
enVeluwerandmeren(76))endeWieden(�4)en
Weerribben(�5).InhetRivierengebiedvrijwel
verdwenen(belangrijksteovergeblevengebied
GeldersePoort(67)).
A338 Grauwe klauwier
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteit
leefgebiedvoorherstelvaneenpopulatievan
250paren.
Toelichting:
OphetvastelandvanEuropaisdegrauweklau-
wiereenwijdverspreidebroedvogeldiealleen
ontbreektophetgrootstedeelvanhetIberisch
SchiereilandenhetNoordelijkdeelvanScandi-
naviëenRusland.Geletopdepopulatie-ontwik-
kelingsindsbeginjarentachtig,zouherstelzich
moetenrichtenopeenlandelijkminimum-aan-
talvan250-�00broedparenenhervestigingin
broedgebiedendiedeafgelopen�0-20jaarzijn
verlaten.
Dankzijeensterketoenameinééngebied(Bar-
gerveen(��))isdelandelijkepopulatierelatief
stabiel,maarinheteerstedeelvandevorige
eeuwwasdesoortvelemalentalrijkerdantegen-
woordig.Hetareaaliswelduidelijkafgenomen
endezeerbeperkteverspreidingmaaktdestaat
vaninstandhoudingzeerongunstigvooralle
aspecten:verspreiding,populatie,leefgebieden
toekomst.
HetisdevraagofhetNatura2000doeleenrea-
listischeopgaveisgeziendealgeheleinkrimping
vanhetWest-Europeseareaalenhettoekomst-
perspectiefvoordebroedpopulatieinhetBarger-
veen(��),datnuruimdehelftvandelandelijke
populatieherbergt,maarwaarhetaantalparen
inrecentejarenweerduidelijkafisgenomen.
Soortalscomplementairdoeltoegevoegdaan
DrentseAa-gebied(25)enElperstroomgebied
(28).
Bijlage 9.3.4: Natura 2000 doelen op landelijk
niveau niet-broedvogels
A001 Roodkeelduiker
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebied.
Toelichting:
Detoekomstvandezesoortisonzekergeziende
afnemendeinternationalepopulatieengevoelig-
heidvoorveranderingeninvoedselbeschikbaar-
heid.Recentishetaantalmogelijktoegenomen
doorverslechteringvanhetbuitenlandsleefge-
bied.Desoortismoeilijktemonitoren,derol
vanNederlandvoordeinternationalepopulatie
onduidelijk.Deroodkeelduikerisuitsluitend
zeevogel,alleenaangewezenindeNoordzeekust-
zone(7)endeVoordelta(���).Omdatdematige
staatvaninstandhoudingalleenisgebaseerdop
detoekomstverwachtingisbehoudvoldoende.
A002 Parelduiker
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebied.
Toelichting:
Detoekomstvandezesoortisonzekergeziende
afnemendeinternationalepopulatieengevoelig-
heidvoorveranderingeninvoedselbeschikbaar-
heid.Desoortismoeilijktemonitoren(daarom
geendrempelwaarde),werkelijkeaantallen,
trendenrolvanNederlandvoordeinternatio-
nalepopulatiezijnonduidelijk.Deparelduiker
isuitsluitendzeevogel,alleenaangewezeninde
Noordzeekustzone(7).Omdatdematigestaat
vaninstandhoudingalleenisgebaseerdopde
toekomstverwachtingisbehoudvoldoende.
A004 Dodaars
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
560vogels(seizoensgemiddelde).
20�
Toelichting:
Aantallenvertonenmeerjarigefluctuatiesin
relatietotstrengewinters.Slechtseenbeperkt
deelvandeNederlandsevogelsverblijftbinnen
hetNatura2000netwerk.Dedodaarsisalleen
aangewezeninGrevelingen(��5),Oosterschelde
(��8)enVeerseMeer(��9),waarbijhetlaatstge-
noemdegebiedgemiddeldruimtweekeerzoveel
vogelsherbergtalsdeanderetwee.Dedraag-
krachtschattingisberekendover�980-200�,een
langeperiodevanwegesterkefluctuaties.
A005 Fuut
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld�0.900vogels(seizoensgemiddelde).Enige
afnamealsgevolgvanherstelvanzout-zoet
overgangenisaanvaardbaar.
Toelichting:
Depopulatieisdelaatstetienjaarafgenomen
maarnietvoldoendevooreenmatigongunstige
staatvaninstandhouding.Deafnamevolgtop
eentoenamerond�990doorontwikkelingenin
deGrevelingen(��5)engerelateerdaanverzoe-
tingvanhetKrammer-Volkerak(��4)enherstel
vandeecosystemenvanderandmeren.Welis
tegenwoordiginéénvandebelangrijksteregio’s
(IJsselmeergebied)dekwaliteitvanhetleefgebied
verslechterd(slechtespieringstandenverstoring
vanruiconcentratiesinIJsselmeer(72)enMarker-
meer&IJmeer(7�)).
Erisgeenherstelopgavevantoepassingvan-
wegeslechtestuurbaarheidvanvermoedelijke
oorzaken.Dedraagkrachtschattingisberekend
overdeperiode�996-200�,(dezeperiodeomvat
nietdeongunstigeperiodeinderandmerenen
depionierseffectenindeDelta(o.a.Krammer-Vol-
kerak(��4)).Bijherstelvanzoet-zoutovergangen
(m.n.Krammer-Volkerak)kunnendelandelijke
aantallenmetenkeleprocentendalen.Degebie-
denvandegrootstebetekeniszijnIJsselmeer(72),
Grevelingen(��5)enKrammer-Volkerak(��4).
A007 Kuifduiker
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
45vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Deaantallenvertoneneensterke,doorgaande
toename.Dedraagkrachtschattingisderhalve
gebaseerdopdeperiode�999-200�.Desoortis
afhankelijkvaneenrelatiefkleinaantalgebieden,
overwegendinzoutegebieden,alleenaangewe-
zeninVoordelta(���),Krammer-Volkerak(��4),
Grevelingen(��5)enOosterschelde(��8).Veruit
degrootstbekendeaantallenindeGrevelingen
(��5)
A008 Geoorde fuut
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�640vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Deaantallenvertoneneensterke,doorgaande
toename.Dedraagkrachtschattingisderhalve
gebaseerdopdeperiode�999-200�.DeNeder-
landsepopulatieiskwetsbaaromdateenzeer
grootdeelafhankelijkisvanslechtsééngebied,
deGrevelingen(��5).Detrendisdaarmeein
hogemateafhankelijkvanhetbeheerinditge-
bied.Verderisdesoortalleenaangewezeninhet
Markiezaat(�27),maardaarzijndeaantallenveel
lager.Omdatdematigestaatvaninstandhouding
alleenisgebaseerdopdetoekomstverwachtingis
behoudvoldoende.
A017 Aalscholver
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
24.500vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Eriseengroteinternationaleverantwoordelijk-
heidvanwegehetgroteaandeelvandeinter-
nationalepopulatiedatNederlandherbergt
(�5-25%).Indejarentachtigisdepopulatietoe-
genomendoorherstelvanlageaantallen,door
vervolgingenverontreining,indejarennegentig
vervolgensstabiel.Eenzeerrecentetoenameis
waarschijnlijkgekoppeldaanveranderingenin
telbaarheid,doorverschuivingenindeversprei-
dingoverbroedkoloniesinhetIJsselmeergebied
(doornieuwekoloniesdirectaanwaterworden
meervogelsals“nietbroedvogel”meegeteld;
toenameisnietzichtbaarinhettotaalaantal
broedparen).Omdatdezesituatievoorlopigzal
voortdurenisdedraagkrachtschattinggebaseerd
opdeperiode�999-200�.Grootstebijdrageleve-
rendegebiedenIJsselmeer(72)Waddenzee(�)
enMarkermeer&IJmeer(7�).
A026 Kleine zilverreiger
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�40vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Deaantallenvertoneneensterke,doorgaande
toename.Dedraagkrachtschattingisderhalve
gebaseerdopdeperiode�999-200�.Hetverloop
vandeaantallenissterkgerelateerdaandatvan
deNederlandsebroedpopulatie.Desoortissterk
geconcentreerdinhetdeltagebied.Binnenhet
Natura2000netwerkleverenGrevelingen(��5),
Westerschelde&Saeftinghe(�22)enOosterschel-
de(��8)degrootstebijdrage.
A027 Grote zilverreiger
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld80
vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Deaantallenvertoneneensterke,doorgaande
toename.Dedraagkrachtschattingisderhalve
gebaseerdopdeperiode�999-200�.Hetverloop
vandeaantallenissterkgerelateerdaandatvan
deNederlandsebroedpopulatie,diehiereen
geïsoleerdenoordelijkevoorpostinhetversprei-
202
dingsgebiedbezet.Hetbelangvanafzonderlijke
gebiedenverschuiftdoorsnellepopulatiegroei.
DeOostvaardersplassen(78)fungerenalscentraal
brongebiedvoorzowelnieuwebroedplaatsen
alsconcentratieseldersbuitenhetbroedseizoen
(slaapplaatsenrandmerene.d.).
A034 Lepelaar
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�225vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Deaantallenvertoneneensterke,doorgaande
toename.Dedraagkrachtschattingisderhalve
gebaseerdopdeperiode�999-200�.Hetverloop
vandeaantallenissterkgerelateerdaandatvan
deNederlandsebroedpopulatie,diehiereen
noordelijkeuitloperinhetverspreidingsgebied
bezet.Eriseenzeergroteinternationaleverant-
woordelijkheidvanwegehetzeergroteaandeel
vandeinternationalepopulatiedatNederland
herbergt(50-75%).Waddenzee(�),Haringvliet
(�09),Oostvaardersplassen(78),Lauwersmeer(8)
enGrevelingen(��5)leverendegrootstebijdrage.
A037 Kleine zwaan
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
4820vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Depopulatieisindejarentachtigflinktoegeno-
men,maardelaatstetienjaarweerafgenomen.
Voor�990wasdetoestandvanhetleefgebiedin
eenaantalwaterplantengebiedenonvoldoende.
Derecenteafnameisverbondenaaneenafname
opinternationaalniveauenmogelijkaanenkele
andereslechtstuurbarefactoren(successie
vegetatie,concurrentieanderewatervogels).De
draagkrachtschattingisderhalvegebaseerdop
deperiode�990-200�.Omdathetleefgebied
voorniet-broedvogelsnoggrotendeelsgunstig
iswordengeenherstelopgavengeformuleerd.Er
iseengroteinternationaleverantwoordelijkheid
vanwegehetgroteaandeelvandeinternatio-
nalepopulatiedatNederlandherbergt(25-50%).
BelangrijkstegebiedenzijnArkemheen(56),
Lauwersmeer(8),UiterwaardenIJssel(�8),Velu-
werandmeren(76)enUiterwaardenWaal(68).
A038 Wilde zwaan
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�60vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Voor�984wasersprakevanrelatieflageaan-
tallen,daarnasterkefluctuatiesinrelatietot
strengewinters,maargeenduidelijketrend.De
draagkrachtschattingisberekendover�984-200�.
Omdatdematigestaatvaninstandhoudingal-
leenisgebaseerdopdetoekomstverwachtingis
behoudvoldoende.Grootstebijdrageleverende
gebiedenUiterwaardenIJssel(�8),Oostvaarders-
plassen(78)enLauwersmeer(8).
A039 Taigarietgans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
650vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Erwarenrelatiefhogeaantallenindejaren
zeventigentachtig,daarnaveellagereaantallen,
maarmeteennieuwepositievetendens.Aantals-
veranderingenhangensamenmetveranderingen
intrekpatronenenverspreidingopinternationale
schaal.Daarnaastspelendeterminatieproblemen
(gelijkenismetdealgemeneretoendrarietgans).
Derelatiefhogeaantallenuitdejarentachtig
zijndaarombuitenbeschouwinggelatenbijde
draagkrachtschatting,enopgrondvanderecente
toenameisdeberekeninggebaseerdopdeperi-
ode�999-200�.
SlechtseenkleindeelvandeNederlandsevogels
foerageertbinnenhetNatura2000netwerk.Aan-
wijzingbinnenhetNatura2000netwerkbetreft
slaapplaatsenindriegebieden,involgordevan
afnemendeaantallenBargerveen(��),Groote
Peel(�40)enKampina&OisterwijkseVennen
(���).
A039 Toendrarietgans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�4.�00vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Erwarenrelatiefhogeaantallenindejaren
zeventigentachtig,rond�990lagereaantallen,
vervolgensweertoename.Aantalsveranderingen
hangensamenmetveranderingenintrekpatro-
nenenverspreidingopinternationaleschaal.
Derelatiefhogeaantallenuitdejarentachtig
zijndaarombuitenbeschouwinggelatenbijde
draagkrachtschatting,enopgrondvanderecente
toenameisdeberekeninggebaseerdopde
periode�999-200�.Slechtseenkleindeelvande
NederlandsevogelsfoerageertbinnenhetNatura
2000netwerk.Groteinternationaleverantwoor-
delijkheidvanwegehetgroteaandeelvande
internationalepopulatiedatNederlandherbergt
(25-50%).AanwijzingbinnenhetNatura2000
netwerkbetreftvooralslaapplaatsen.Degrootste
bijdrageleverendegebiedenWaddenzee(�),
IJsselmeer(72),Bargerveen(��),Fochteloërveen
(2�)enGrootePeel(�40).
A040 Kleine rietgans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
8000vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Erwassprakevanrelatiefhogeaantalleninde
jarentachtig,daarnalagereaantallen,metrecent
weereentoename.Aantalsveranderingen(recen-
tetoename)hangensamenmetveranderingenin
trekpatronenenverspreidingopinternationale
schaal.Derelatiefhogeaantallenuitdejaren
tachtigzijndaarombuitenbeschouwinggelaten
bijdedraagkrachtschatting,enopgrondvande
recentetoenameisdeberekeninggebaseerdop
deperiode�999-200�.Eriseenzeergroteinter-
20�
nationaleverantwoordelijkheidvanwegehetzeer
groteaandeelvandeinternationalepopulatie
datNederlandherbergt(75-�00%).Daarbijheeft
desoorteenzeerbeperkteverspreidingbinnen
Nederland(ZW-Friesland)enisduskwetsbaar
voorveranderingenindekwaliteitleefgebiedin
dezeregio.AanwijzingbinnenhetNatura2000
netwerkbetreftvooralslaapplaatsen.Degrootste
bijdrageleverendegebiedenOudegaasterbrek-
ken,Fluessene.o.(�0),IJsselmeer(72)enWitte
enZwarteBrekken(��).
A041 Kolgans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
2�8.�00vogels(seizoensgemiddelde).Enige
afnameveroorzaaktdoorextensiveringvan
landgebruik(o.a.doornatuurontwikkeling)is
aanvaardbaar.
Toelichting:
Deaantallenvertoneneendoorgaandetoename.
Dedraagkrachtschattingisderhalvegebaseerdop
deperiode�999-200�.Dedraagkrachtwordtech-
termogelijkverhoogddoorintensievelandbouw
enbemesting.Eriseenzeergroteinternationale
verantwoordelijkheidvanwegehetzeergrote
aandeelvandeinternationalepopulatiedat
Nederlandherbergt(50-75%).Slechtseenbeperkt
deelvandeNederlandsevogelsfoerageertbin-
nenhetNatura2000netwerk.Binnenditnetwerk
leverendegebiedenUiterwaardenIJssel(�8),
GeldersePoort(67),UiterwaardenWaal(68),
VanOordt’sMersken(�5)enIJsselmeer(72)de
grootstebijdrage.Alsslaapplaatsisdaarnaasthet
Sneekermeergebied(�2)vangrotebetekenis.
A042 Dwerggans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�00vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
Hetgaatomvogelsuiteenherintroductie-
programmainZweden,diebijnaallemaalin
Nederlandoverwinteren(duszeergroteinterna-
tionaleverantwoordelijkheid).Ditprogramma
lijktsuccesvolendeaantalleninNederlandzijn
sterktoegenomen,dedraagkrachtschattingis
derhalvegebaseerdopdeperiode�999-200�.
DevogelskomennaarNederlandmetredelijk
goedejongenpercentages,zodatdeperspectie-
venvooralsnoggoedzijn.BinnenhetNatura2000
netwerkkomtdesoortvoorindegebiedenLau-
wersmeer(8),Haringvliet(�09),Zwanenwater&
Pettermerduinen(85),AbtskolkenDePutte(�62)
enOudelandvanStrijen(��0).Devogelsvan
debelangrijksteNederlandsepleisterplaats,de
Anjumerkolken,makengebruikvanLauwersmeer
(8)omteslapenentedrinken.
A043 Grauwe gans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld86.�00vogels(seizoensgemiddelde).Enige
afnameveroorzaaktdoorextensiveringvan
landgebruik(o.a.doornatuurontwikkeling)is
aanvaardbaar.
Toelichting:
Deaantallenvertoneneendoorgaandetoename.
Dedraagkrachtschattingisderhalvegebaseerdop
deperiode�999-200�.Dedraagkrachtisechter
mogelijkverhoogddoorintensievelandbouw
enbemesting.Eriseenzeergroteinternatio-
naleverantwoordelijkheidvanwegehetzeer
groteaandeelvandeinternationalepopulatie
datNederlandherbergt(50-75%).Degebieden
binnenhetNatura2000netwerkmetdegrootste
bijdragezijnWesterschelde&Saeftinghe(�22),
Waddenzee(�),Haringvliet(�09)enOostvaar-
dersplassen(78)(zeerbelangrijkruigebiedmet
internationaleaantrekkingskracht).Alsslaap-
plaatszijnmetnameookHollandsDiep(���)en
Krammer-Volkerak(��4)belangrijk.
A045 Brandgans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld�40.900vogels(seizoensgemiddelde).
Enigeafnameveroorzaaktdoorextensiveringvan
landgebruik(o.a.doornatuurontwikkeling)is
aanvaardbaar.
Toelichting:
Deaantallenvertoneneendoorgaandetoename.
Dedraagkrachtschattingisderhalvegebaseerdop
deperiode�999-200�.Dedraagkrachtisechter
mogelijkverhoogddoorintensievelandbouwen
bemesting.Eriseenzeergroteinternationalever-
antwoordelijkheidvanwegehetzeergroteaandeel
vandeinternationalepopulatiedatNederlandher-
bergt(75-�00%).DegebiedenbinnenhetNatura
2000netwerkmetdegrootstebijdragezijnWad-
denzee(�)enHaringvliet(�09).Alsslaaplaatsis
metnamehetSneekermeergebied(�2)vangroot
belang,eninietsminderematerespectievelijkVan
Oordt’sMersken(�5),Oudegaasterbrekken,Flues-
sene.o(�0),IJsselmeer(72)enLauwersmeer(8).
A046 Rotgans
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�6.500vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Indejarentachtigisdepopulatietoegenomen,
sindsmiddenjarennegentigisereennegatieve
tendens.Eriseengroteinternationaleverant-
woordelijkheidvanwegehetgroteaandeelvande
internationalepopulatiedatNederlandherbergt
(25-50%).Dedraagkrachtschattingisberekend
over�988-200�,metminofmeerstabiele(lichtaf-
nemende)aantallennaeenperiodevantoename.
Omdatdematigestaatvaninstandhoudingalleen
isgebaseerdopdetoekomstverwachtingisbehoud
voldoende.Veruithetbelangrijkstegebiedbinnen
hetNatura2000netwerkisdeWaddenzee(�),
tweedegebiedisdeOosterschelde(��8),op
nogeensenigeafstandvolgtdeGrevelingen(��5).
A048 Bergeend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
48.900vogels(seizoensgemiddelde).
204
Toelichting:
Depopulatiewaslangetijdstabielmaarrecent
toegenomen,zowelindeWaddenzee(�)alsin
dedelta.Eriseengroteinternationaleverant-
woordelijkheidvanwegehetgroteaandeelvande
internationalepopulatiedatNederlandherbergt
(25-50%).Dedraagkrachtschattingisberekend
over�998-200�,metminofmeerstabieleaantal-
lennaeenperiodevantoename.Veruithet
belangrijkstegebiedbinnenhetNatura2000net-
werkisdeWaddenzee(�),daarnarespectievelijk
Westerschelde&Saeftinghe(�22),Oosterschelde
(��8)enKrammer-Volkerak(��4).
A050 Smient
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
258.200vogels(seizoensgemiddelde).Enige
afnameveroorzaaktdoorextensiveringvan
landgebruik(o.a.doornatuurontwikkeling)is
aanvaardbaar.
Toelichting:
Aantallenzijntoegenomenindejarentachtig,
daarnafluctuerend.Eriseenzeergroteinterna-
tionaleverantwoordelijkheidvanwegehetzeer
groteaandeelvandeinternationalepopulatie
datNederlandherbergt(50-75%).Dedraagkracht
isechtermogelijkverhoogddoorintensieve
landbouwenbemesting;drempelwaardedaarom
relatieflaaggekozen.Dedraagkrachtschatting
isberekendover�990-200�,metminofmeer
stabieleaantallennaeenperiodevantoename.
BinnenhetNatura2000netwerkleverendegebie-
denWaddenzee(�),Westerschelde&Saeftinghe
(�22),Markermeer&IJmeer(7�),Zeevang(9�)en
Oosterschelde(��8)degrootstebijdrage.
A051 Krakeend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld�0.200vogels(seizoensgemiddelde).Enige
afnamealsgevolgvanherstelvanzout-zoet
overgangenisaanvaardbaar.
Toelichting:
Deaantallenvertoneneendoorgaandetoename.
Dedraagkrachtschattingisderhalvegebaseerd
opdeperiode�999-200�.Bijherstelvanzoet-
zoutovergangen(metnameKrammer-Volkerak
(��4))kunnendelandelijkeaantallenmetenkele
procentendalen.Eriseenzeergroteinterna-
tionaleverantwoordelijkheidvanwegehetzeer
groteaandeelvandeinternationalepopulatiedat
Nederlandherbergt(50-75%).BinnenhetNatura
2000netwerkleverendegebiedenBiesbosch
(��2),Lauwersmeer(8)enHaringvliet(�09)de
grootstebijdrage.
A052 Wintertaling
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
2�.000vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Erissprakevaneenaantalsverloopmetmeerjari-
gefluctuatiesinrelatietotstrengewinters,maar
meteennegatievetrendoplangetermijn,diebij
voortzettingresulteertinongunstigestaatvan
instandhouding.Eriseengroteinternationale
verantwoordelijkheidvanwegehetgroteaandeel
vandeinternationalepopulatiedatNederland
herbergt(25-50%).Dedraagkrachtschattingis
berekendover�980-200�,eenlangeperiodevan-
wegesterkefluctuaties.Omdatdematigestaat
vaninstandhoudingalleenisgebaseerdopeen
afnamedienietleidttoteenwaardevanminder
dan75%vandedraagkrachtindicatie,isbehoud
voldoende.BinnenhetNatura2000netwerkle-
verendegebiedenWaddenzee(�),Lauwersmeer
(8),Oostvaardersplassen(78)enWesterschelde
&Saeftinghe(�22),Biesbosch(��2)degrootste
bijdrage.
A053 Wilde eend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�28.000vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Aantallenzijnminofmeerstabiel,metenige
fluctuatie.Eriseengroteinternationaleverant-
woordelijkheidvanwegehetgroteaandeelvande
internationalepopulatiedatNederlandherbergt
(�5-25%).Dedraagkrachtschattingisberekend
over�980-200�,eenlangeperiodevanwegede
fluctuaties.BinnenhetNatura2000netwerkleve-
rendegebiedenWaddenzee(�),Westerschelde&
Saeftinghe(�22),Haringvliet(�09),Oosterschelde
(��8)enKrammer-Volkerak(��4)degrootste
bijdrage.
A054 Pijlstaart
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
7850vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Erisrecentsprakevaneenpositievetrenddie
alleenbetrekkingheeftopdezoutewaterenen
waarvandevoortzettingonzekerisgezieninterna-
tionaleafname.Eriseengroteinternationalever-
antwoordelijkheidvanwegehetgroteaandeelvan
deinternationalepopulatiedatNederlandherbergt
(25-50%).Dedraagkrachtschattingisberekendover
�980-200�,eenlangeperiodevanwegedefluctu-
aties.Omdatdematigestaatvaninstandhouding
alleenisgebaseerdopdetoekomstverwachting
isbehoudvoldoende.BinnenhetNatura2000
netwerkleverendegebiedenWaddenzee(�),Wes-
terschelde&Saeftinghe(�22),Oosterschelde(��8),
Lauwersmeer(8)enVoordelta(���)degrootste
bijdrage.TevensishetgebiedMarkiezaat(�27)van
belangalsslaapplaats.
A056 Slobeend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
5750vogels(seizoensgemiddelde).Enigeafname
alsgevolgvanherstelvanzout-zoetovergangenis
aanvaardbaar.
Toelichting:
Aantallenvertonenmeerjarigefluctuaties,onder
205
meerinrelatietotstrengewinters.eriseenzeer
groteinternationaleverantwoordelijkheidvanwege
hetzeergroteaandeelvandeinternationale
populatiedatNederlandherbergt(50-75%).Bij
herstelvanzoet-zoutovergangen(m.n.Krammer-
Volkerak(��4))kunnendelandelijkeaantallenmet
enkeleprocentendalen.Dedraagkrachtschatting
isberekendover�980-200�,eenlangeperiode
vanwegesterkefluctuaties.BinnenhetNatura2000
netwerkleverendegebiedenOostvaardersplassen
(78),Oosterschelde(��8),Waddenzee(�),Kram-
mer-Volkerak(��4)enLauwersmeer(8)degrootste
bijdrage.
A058 Krooneend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld40
vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Deaantallenvertoneneendoorgaandetoename.
Dedraagkrachtschattingisderhalvegebaseerdop
deperiode�999-200�.Hetverloopvandeaantal-
lenissterkgerelateerdaandatvandeNeder-
landsebroedpopulatie,diehiereennoordelijke
uitloperinhetverspreidingsgebiedbezet.Omdat
dematigestaatvaninstandhoudingalleenis
gebaseerdopdetoekomstverwachtingisbehoud
voldoende.Desoortisalleenaangewezenin
Markermeer&IJmeer(7�)enVeluwerandmeren
(76),detweebelangrijksteconcentratiegebieden
buitendebroedgebiedenindeVechtplassen.
A059 Tafeleend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
20.900vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Structureleafnameincombinatiemeteen
veranderinginverspreiding,m.n.vanhetrivie-
rengebiednaarderandmeren.Lokaleafname
insamenhangmetgebiedseigenprocessenis
alleenaanwijsbaarinMarkermeerenIJmeer,
maarvanwegeslechtstuurbareoorzakenen
enigecompensatiedoortoenameinderandme-
renisergeenherstelopgavevantoepassing.Bij
herstelvanzoet-zoutovergangen(o.a.deltage-
bied)isaanvullendeafnameteverwachten.Eris
eengroteinternationaleverantwoordelijkheid
vanwegehetgroteaandeelvandeinternationale
populatiedatNederlandherbergt(�5-25%).De
draagkrachtschattingisberekendover�99�-200�
(periodenadeafnamevandedriehoeksmosselin
hetMarkermeer&IJmeer(7�)).BinnenhetNatura
2000netwerkleverendegebiedenVeluwerand-
meren(76),Markermeer&IJmeer(7�),Oostvaar-
dersplassen(78)(slaapplaats),UiterwaardenIJssel
(�8)enEemmeer&GooimeerZuidoever(77)de
grootstebijdrage.
A061 Kuifeend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld75.700vogels(seizoensgemiddelde).Enige
afnamealsgevolgvanherstelvanzout-zoet
overgangenisaanvaardbaar.
Toelichting:
Aantallenminofmeerstabiel,ietshogeinhet
beginvandejarennegentig.Bijherstelvanzoet-
zoutovergangen(metnameKrammer-Volkerak
(��4))kunnendelandelijkeaantallenmetenkele
procentendalen.Groteinternationaleverant-
woordelijkheidvanwegehetgroteaandeelvande
internationalepopulatiedatNederlandherbergt
(�5-25%).Dedraagkrachtschattingisberekend
over�980-200�,eenlangeperiodevanwege
sterkefluctuaties.Omdatdematigestaatvan
instandhoudingalleenisgebaseerdopdetoe-
komstverwachtingisbehoudvoldoende.Binnen
hetNatura2000netwerkleverendegebieden
Markermeer&IJmeer(7�),IJsselmeer(72),Velu-
werandmeren(76),Ketelmeer&Vossemeer(75)
enKrammer-Volkerak(��4)degrootstebijdrage.
A062 Topper
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievariërendvan
25.000–45.000vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Erwassprakevanverhoogdeaantallengetelde
vogelsrond�990endaarnaeenafnametotla-
gereaantallendanindejarentachtig.Desoortis
moeilijktemonitorendoorvoorkomenopzeeen
omdatveranderingeninverspreidingdetelbaarheid
beïnvloeden.Eriseenongunstigestaatvaninstand-
houdingalsgevolgvanafnameindezoutewateren
diemogelijkmetaanbodvanschelpdierentemaken
heeft.Delandelijkeherstelopgaveisdaaromalleen
opgebiedsniveautoegepastindeWaddenzee(�).
Eriseengroteinternationaleverantwoordelijkheid
vanwegehetgroteaandeelvandeinternationale
populatiedatNederlandherbergt(25-50%).De
draagkrachtschattingisberekendover�980-�985,
deperiodevóórtoenameenrelatietotverschuiving
vanWaddenzee(�)naarIJsselmeer(72).Binnenhet
Natura2000netwerkleverendegebiedenIJsselmeer
(72)enWaddenzee(�)degrootstebijdrage.
A063 Eider
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievariërendvan
��5.000-�40.000vogels(januari-aantallen).
Toelichting:
Erzijnonvoldoendegegevensuitdejarentachtig,
maarrecentisersprakevaneennegatievetendens.
Dezevertoontveelovereenkomstenmetdetrend
vandebroedvogels,diesignificantnegatiefis.De
huidigeherstelopgavekomtvoortuitdevermin-
derdekwaliteitleefgebiedindevormvanverlaagd
voedselaanbod(m.n.schelpdieren).Opgebieds-
niveauisalleeneenherstelopgavevantoepassing
inhetbelangrijkstegebied,deWaddenzee(�).De
draagkrachtschattingdieisberekendover�980-
�996,deperiodevoorafnameisgecorrigeerdop
basisvandethansdetemakeninschattingvande
toekomstigedraagkracht.BehalveindeWaddenzee
(�)alleenaangewezenindeNoordzeekustzone(7)
en,metaanzienlijklagereaantallen,indeVoordelta
(���).
A065 Zwarte zee-eend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
206
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
68.500vogels(januari-aantallen).
Toelichting:
Aantallengeteldevogelsfluctuerensterk.De
soortismoeilijktemonitorendoorvoorkomen
opzee.Dezwartezee-eendisgevoeligvoorver-
anderingeninaanbodvanm.n.schelpdieren.De
populatieismogelijkafgenomen,maarditisniet
zichtbaarinbeschikbaregegevensvanaf�986.De
landelijkeherstelopgave(matigongunstigestaat
vaninstandhoudingleefgebied)wordtdaarom
nietindegebiedendoorgevoerd.Dedraagkracht-
schattingisberekendover�986-200�,degehele
beschikbareperiode,wegensdegrotefluctuaties.
DesoortisalleenaangewezeninNoordzee-
kustzone(7),enmetveellagereaantalleninde
Voordelta(���).
A067 Brilduiker
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
4�80vogels(seizoensgemiddelde).Enigeafname
alsgevolgvanherstelvanzout-zoetovergangen
isaanvaardbaar.
Toelichting:
Depopulatieisietstoegenomenindejarentach-
tig,o.a.inrelatietotverzoetingvanhetKrammer-
Volkerak(��4).Bijherstelvanzoet-zoutovergan-
genkunnendelandelijkeaantallendanookmet
enkeleprocentendalen.Dedraagkrachtschatting
isberekendover�980-200�.BinnenhetNatura
2000netwerkleverendegebiedenOosterschelde
(��8),Krammer-Volkerak(��4)enGrevelingen
(��5)degrootstebijdrage.
A068 Nonnetje
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
690vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Deafnemendetendensoplangetermijnisniet
significantdoorgrotefluctuaties.Deinternatio-
naletrendisechterpositiefendeNederlandse
afnameismogelijkeengevolgvanklimaat-
gebondenverschuivingenvandeoverwinte-
ringsgebieden.Welisindebelangrijksteregio
(IJsselmeergebied)dekwaliteitvanhetleefgebied
verslechterd(slechtespieringstandinIJsselmeer
(72)enMarkermeer&IJmeer(7�)).Detoekomst
isonzekerinverbandmetvoortgaandeklimaat-
ontwikkelingen.Concentratievandezesoortin
hetIJsselmeergebiedmaaktdetoekomstnog
onzekerdergezienontwikkelingenindevisstand.
Eriseengroteinternationaleverantwoordelijk-
heidvanwegehetgroteaandeelvandeinter-
nationalepopulatiedatNederlandherbergt
(�5-25%).Erisgeenherstelopgavevantoepassing
vanwegeslechtestuurbaarheidvanvermoedelijke
oorzaken.Dedraagkrachtschattingisberekend
over�997-200�,periodenaafnamespieringin
Markermeer&IJmeer(7�).BinnenhetNatura
2000netwerkleverendegebiedenIJsselmeer
(72),Markermeer&IJmeer(7�),Veluwerandme-
ren(76),Oudegaasterbrekken,Fluessene.o(�0)
enAldeFeanen(��)degrootstebijdrage.
A069 Middelste zaagbek
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
���0vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Aantallenzijntotmiddenjarennegentigtoe-
genomen,daarnafluctuerend.DeNederlandse
populatieiskwetsbaaromdateenzeergrootdeel
afhankelijkisvanslechtsééngebied,eenzeer
grootdeelverblijftopdeGrevelingen.Detrend
isdaarmeeinhogemateafhankelijkvanhet
beheerinditgebied.Dedraagkrachtschattingis
berekendover�992-200�,metminofmeersta-
bieleaantallennaeenperiodevantoename.Na
deGrevelingen(��4)leveren,binnenhetNatura
2000netwerk,degebiedenOosterschelde(��8)
enVeerseMeer(��9)degrootstebijdrage.
A070 Grote zaagbek
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�800vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
DeNederlandsepopulatielaateendoorgaande
afnamezienenisinmiddelsmeerdangehal-
veerd.In(verreweg)debelangrijksteregio,het
IJsselmeergebied,isdekwaliteitvanhetleef-
gebiedverslechterd(slechtespieringstandin
IJsselmeer(72)enMarkermeer&IJmeer(7�))en
ditiswaarschijnlijknietalleenhetgevolgvankli-
maatontwikkelingen.Detoekomstisdestemeer
onzekerinverbandmetvoortgaandeklimaatont-
wikkelingenendoordesterkeconcentratievan
dezesoortinhetIJsselmeergebied.Erisgeen
herstelopgavevantoepassingvanwegeslechte
stuurbaarheidvanvermoedelijkeoorzakenDe
draagkrachtschattingisberekendover�99�-200�,
periodenaafnamespieringinIJsselmeer(72).
VeruitdegrootstebijdragebinnenhetNatura
2000netwerkleverthetgebiedIJsselmeer(72),
daarnavolgenKetelmeer&Vossemeer(77)en
Waddenzee(�).
A075 Zeearend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld7
vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
DeNederlandsepopulatiefluctueertsterk,met
eenenigszinspositievetendens.Dedraagkracht-
schattingisgebaseerdopeenschattingvan
recenteseizoensmaximavoorgeheelNederland.
BinnenhetNatura2000netwerkleverendegebie-
denOostvaardersplassen(78),Waddenzee(�)en
Biesbosch(��2)degrootstebijdrage.
A094 Visarend
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
��0vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
DeNederlandsepopulatieissinds�988toege-
207
nomen.Dedraagkrachtschattingisgebaseerd
opeenschattingvanrecenteseizoensmaxima
voorgeheelNederland.BinnenhetNatura2000
netwerkleverendegebiedenBiesbosch(��2),
Haringvliet(�09)enKetelmeer&Vossemeer(77)
degrootstebijdrage.
A103 Slechtvalk
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�80vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
DeNederlandsepopulatieissinds�988toegeno-
men.Dedraagkrachtschattingisgebaseerdop
eenschattingvanrecenteseizoensmaximavoor
geheelNederland.Veruitdegrootstebijdrage
binnenhetNatura2000netwerkleverthetgebied
Waddenzee(�),daarnavolgenHaringvliet(�09)
enWesterschelde&Saeftinghe(�22).
A125 Meerkoet
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld89.700vogels(seizoensgemiddelde).Enige
afnamealsgevolgvanherstelvanzout-zoet
overgangenisaanvaardbaar.
Toelichting:
Deaantallenvertonenmeerjarigefluctuaties,
deelsinrelatietotstrengewinters.Eenrelatief
grootaandeelvandevogelsverblijftbuitenhet
Natura2000netwerk.Eriseengroteinternatio-
naleverantwoordelijkheidvanwegehetgrote
aandeelvandeinternationalepopulatiedat
Nederlandherbergt(25-50%).Dedraagkracht-
schattingisberekendover�980-200�.Omdat
dematigestaatvaninstandhoudingalleenis
gebaseerdopdepopulatie,isbehoudvoldoende.
BinnenhetNatura2000netwerkleverende
gebiedenVeluwerandmeren(76),Markermeer&
IJmeer(7�),VeerseMeer(��9),IJsselmeer(72)en
UiterwaardenIJssel(�8)degrootstebijdrage.
A127 Kraanvogel
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld�50vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
Erissprakevaneennegatieveaantalstendensdie
doorfluctuatiesnietsignificantis.Overlan-
geretermijnzaldepopulatiemogelijkinaantal
toegenomenmetdegroeiendeomvangvande
internationalepopulatie.Vandetraditionele
vastepleisterplaatsenheeftechtereengroot
deelzijngeschiktheidverlorenenhetverblijfis
tegenwoordigmeerversnipperdenkortstondi-
ger.DegebiedendieinhetNatura2000netwerk
voordekraanvogelzijnaangewezenhebbendie
geschiktheidnogwel,zodathierisvolstaanmet
behoudopgaven.
Dedraagkrachtschattingisgebaseerdopeen
schattingvanrecenteseizoensmaximavoorge-
heelNederland.BinnenhetNatura2000netwerk
leverendegebiedenGrootePeel(�40),Stra-
brechtseHeide&Beuven(��7)enEngbertdijks-
venen(40)degrootstebijdrage.
A130 Scholekster
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievariërendvan
�85.000tot220.000vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
InNederlandisdepopulatieforsafgenomen
(bijeeninternationaletoename)inrelatietot
verminderdevoedselbeschikbaarheidindeinter-
getijdegebieden(schelpdieren).Eriseengrote
internationaleverantwoordelijkheidvanwegehet
groteaandeelvandeinternationalepopulatie
datNederlandherbergt(25-50%).Omdatdemo-
gelijkhedenvoorherstelindedeltabeperktzijn
(metnamezandhongerOosterschelde(��8))en
hetrelatiefgrotebelangvandeWaddenzee(�),is
alleenvoorditlaatstegebiedeenherstelopgave
geformuleerd.
Dedraagkrachtschattingdieisberekendover
�980-�995,deperiodevoorafnameisgecor-
rigeerdopbasisvandethanstemakeninschat-
tingvandetoekomstigedraagkracht.Veruit
degrootstebijdragebinnenhetNatura2000
netwerklevertdeWaddenzee(�),gevolgddoor
resp.Oosterschelde(��8)enWesterschelde&
Saeftinghe(�22).
A132 Kluut
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
95�0vogels(seizoensgemiddelde).Enigeafname
alsgevolgvanherstelvanzout-zoetovergangen
isaanvaardbaar.
Toelichting:
Aantallenzijnminofmeerstabiel,ietshoger
rondeindjarentachtig.Eriseenroteinterna-
tionaleverantwoordelijkheidvanwegehetgrote
aandeelvandeinternationalepopulatiedat
Nederlandherbergt(�5-25%).Dedraagkracht-
schattingisberekendover�980-200�.Omdat
dematigestaatvaninstandhoudingalleenis
gebaseerdopdetoekomstverwachtingisbehoud
voldoende.Bijherstelvanzoet-zoutovergangen
(metnameKrammer-Volkerak(��4))kunnende
landelijkeaantallenmetenkeleprocentendalen.
VeruitdegrootstebijdragebinnenhetNatura
2000netwerklevertdeWaddenzee(�),gevolgd
doorOosterschelde(��8),Westerschelde&Saef-
tinghe(�22)enKrammer-Volkerak(��4).
A137 Bontbekplevier
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
2260vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Sindsmiddenjarennegentigisersprakevan
hogereaantallen.Ditismogelijkdeelsverbonden
metdeontwikkelingendiedeafnamevanschelp-
dieretersheeftveroorzaakt,zodatdeBontbek-
plevierbijherstelvandathabitatmogelijkweer
afneemt.
Dedraagkrachtschattingisdaaromberekendover
�980-�995,omdatdetoenamedaarnamogelijk
208
tenietwordtgedaanbijherstelvanhetleefge-
biedvoorschelpdiereters.DeNederlandsevogels
behorentottweeafzonderlijkeondersoortendie
doorverschillenindetimingvandedoortrek
deelsafzonderlijkzijntemonitoren.Hetbovenge-
noemdedoelgeldtvoorbeideondersoorten.Ve-
ruitdegrootstebijdragebinnenhetNatura2000
netwerklevertdeWaddenzee(�),gevolgddoor
Westerschelde&Saeftinghe(�22)enOosterschel-
de(��8).DaarnaastzijnNoordzeekustzone(7)en
Markiezaat(�27)alsrustplaatsvanbelang.
A138 Strandplevier
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenbehoudkwaliteitleefgebied
meteendraagkrachtvooreenpopulatievan
gemiddeld�80vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
ZowelinNederlandalseldersneemtdepopu-
latie-omvangaf.InNederlandisdieafname
zeersterk,insamenhangmetdeafnamevan
debroedvogelpopulatie.Deoorzakenliggen
waarschijnlijkmeerinafnamevandegeschikt-
heidvandebroedgebiedendanindievande
foerageergebiedenbuitenhetbroedseizoen.De
conditiesinhetleefgebiedvoordestrandplevier
zijngrotendeelsoporde,derhalvewordenopge-
biedsniveaubehoudsopgavengeformuleerd.De
draagkrachtschattingisberekendover�989-200�,
deperiodenadebelangrijksteafname.Desoort
isalleenaangewezeninWesterschelde&Saef-
tinghe(�22),Oosterschelde(��8)enGrevelingen
(��5),involgordevanafnemendeaantallen.
A140 Goudplevier
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld�2.�00vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Verslechteringvandekwaliteitvanhetleefgebied
isnietzichtbaarindetrend.Binnendetelgebie-
den(enhetNatura2000netwerk)issprakevan
toename,maarditbetreftminderdandehelft
vandeNederlandsevogelseniseengevolgvan
verschuivingenindeliggingvandepleisterplaat-
sen.Incidenteletellingenbuitenhetmonito-
ringsnetwerksuggererendatdekwaliteitvan
hetleefgebiedbuitenhetNatura2000netwerkis
afgenomen.Herstelopgavenbinnenhetnetwerk
zijninditlichtnietgeformuleerd.Eriseengrote
internationaleverantwoordelijkheidvanwegehet
groteaandeelvandeinternationalepopulatiedat
Nederlandherbergt(25-50%).Dedraagkracht-
schattingisberekendover�997-200�,naminof
meerstabieleperiodenatoenameindejaren
negentig.Veruitdegrootstebijdragebinnenhet
Natura2000netwerklevertdeWaddenzee(�),
gevolgddoorGrevelingen(��5),Oosterschelde
(��8),Haringvliet(�09)enWesterschelde&Saef-
tinghe(�22).
A141 Zilverplevier
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
27.600vogels(seizoensgemiddelde).Enigeaf-
nametenbehoevevanherstelvanhetleefgebied
voorschelpdieretersisaanvaardbaar.
Toelichting:
DesoortissterkgeconcentreerdindeWaddenzee
(�)enisdaarrond�990inaantaltoegenomen.De
relatiefhogeaantallenna�995,hoewelgemid-
deldniethogerdandeaantallenvan�989-95,
zijnmogelijkverbondenmetdeontwikkelingen
dieafnamevanschelpdieretersheeftveroorzaakt,
zodatdezilverplevierbijherstelvanhetbetreffen-
dehabitatmogelijkietsafneemt.Eriseengrote
internationaleverantwoordelijkheidvanwegehet
groteaandeelvandeinternationalepopulatiedat
Nederlandherbergt(25-50%).Dedraagkracht-
schattingisberekendoverdeperiode�989-200�,
naeenplotselingetoenameaanheteindvande
jarentachtig.Veruitdegrootstebijdragebinnen
hetNatura2000netwerklevertdeWaddenzee
(�),daarnavolgendeOosterschelde(��8)en
Westerschelde&Saeftinghe(�22).Daarnaastzijn
Noordzeekustzone(7)enMarkiezaat(�27)als
rustplaatsvanbelang.
A142 Kievit
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
75.500vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Hoewellandelijkstabiel,isdepopulatierecent
sterkafgenomeninhetRivierengebied.Detoe-
komstisonzekerdoordeafnemendeinternatio-
nalepopulatieendemogelijkongunstigeontwik-
kelingenindekwaliteitvandebroedgebieden
inhetbuitenland.Eriseengroteinternationale
verantwoordelijkheidvanwegehetgroteaandeel
vandeinternationalepopulatiedatNederland
herbergt(�5-25%).Dedraagkrachtschattingis
berekendoverdeperiode�980-200�.Binnenhet
Natura2000netwerkleverendegebiedenWad-
denzee(�),Oosterschelde(��8),Westerschelde
&Saeftinghe(�22),Haringvliet(�09),Sneeker-
meergebied(�2)enUiterwaardenIJssel(�8)de
grootstebijdrage.
A143 Kanoet
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenverbeteringkwaliteitleef-
gebiedmeteendraagkrachtvooreenpopulatie
variërendvan50.000-70.000vogels(seizoensge-
middelde).
Toelichting:
Eriseenonzekeretoekomstvanwegedeaf-
nemendeinternationalepopulatie.Hoewelde
aantallennognietlagerzijndandievandejaren
tachtig,zouderecenteafnameinhetWad-
dengebieddoorkunnenzetten.Dezeafnameis
verbondenaanveranderingenindebodemstruc-
tuurdoorschelpdiervisserij,endeverminderde
beschikbaarheidvanbepaaldeschelpdierenals
gevolgdaarvan.DeNederlandsevogelsbehoren
tottweeafzonderlijkeondersoortendiedoor
verschillenindetimingvandedoortrekdeels
afzonderlijkzijntemonitoren.Hetbovenge-
noemdedoelgeldtvoorbeideondersoorten,
dievergelijkbaretrendsvertonen.Eriseengrote
internationaleverantwoordelijkheidvoorde
meesttalrijkeondersoortC. c. islandica vanwege
hetgroteaandeelvandeinternationalepopula-
209
tiedatNederlandherbergt(�5-25%).Omdatde
afnamesterkisgeconcentreerdindeWaddenzee
(�)enomdatmogelijkhedenvooruitbreidingin
dedeltabeperktzijn(metnamezandhongerOos-
terschelde(��8)),isalleenvoordeWaddenzee
(�)eenherstelopgavegeformuleerd.Dedraag-
krachtschattingdieisberekendoverdeperiode
�988-2000,isgecorrigeerdopbasisvandethans
temakeninschattingvandetoekomstigedraag-
kracht.Veruitdegrootstebijdragebinnenhet
Natura2000netwerklevertdeWaddenzee(�),ge-
volgddoorOosterschelde(��8)enWesterschelde
&Saeftinghe(�22).DaarnaastzijnMarkiezaat
(�27)enNoordzeekustzone(7)alsrustplaatsvan
belang.
A144 Drieteenstrandloper
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
4��0vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Eriseenonzekeretoekomstalsgevolgvan
toenemendeverstoringvandepleisterplaatsen
enfoerageergebieden(m.n.stranden),maarde
internationalepopulatieisvooralsnogstabielen
deNederlandsevertoontrecenteendoorgaande
toename.Daaromisgeenherstelopgavevan
toepassingvoorhetleefgebied.Detoenameis
mogelijkdeelsverbondenmetdeontwikkelingen
dieafnamevanschelpdieretersheeftveroorzaakt,
zodatdedrieteenstrandloperbijherstelvan
dathabitatmogelijkweerafneemt.Omdatveel
drieteenstrandlopersechterbuitendeschelpdier-
bankenopstrandenfoeragerenisvoordedraag-
krachtschattinggekozenvoorhetgemiddelde
overdeheleperiode�980-200�.Debelangrijkste
gebiedenbinnenhetNatura2000netwerkzijn
resp.Waddenzee(�),Noordzeekustzone(7)en
Westerschelde&Saeftinghe(�22).
A147 Krombekstrandloper
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�40vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Desoortismoeilijktemonitorenvanwegelage
aantallenincombinatiemetgelijkenismet
deveeltalrijkerebontestrandloper(A�49).In
verbanddaarmeezijnergrotefluctuatieseniser
geenduidelijketrend.
Dedraagkrachtschattingisberekendoverde
periode�980-2002,eenuitzonderlijkhoogaantal
in200�isnietmeegenomen.Desoortisalleen
aangewezenvoordeWaddenzee(�).
A149 Bonte strandloper
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�87.�00vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
DesoortissterkgeconcentreerdinhetWadden-
gebied,enisdaarrecentinaantaltoegenomen.
Ditismogelijkdeelsverbondenmetdezelfdeont-
wikkelingendiedeafnamevanschelpdiereters
heeftveroorzaakt,zodatdebontestrandloperbij
herstelvanhetbetreffendehabitatmogelijkweer
afneemt.Indejarentachtigwarendeaantal-
lentijdelijkverlaagd.Dedraagkrachtschattingis
daaromberekendoverdeperiode�989-�995.Er
iseengroteinternationaleverantwoordelijkheid
vanwegehetgroteaandeelvandeinternationale
populatiedatNederlandherbergt(25-50%).
VeruitdegrootstebijdragebinnenhetNatura
2000netwerklevertdeWaddenzee(�),daarna
volgenWesterschelde&Saeftinghe(�22)en
Oosterschelde(��8).DaarnaastzijnMarkiezaat
(�27)enNoordzeekustzone(7)alsrustplaatsvan
belang.
A151 Kemphaan
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�9.500vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
Aantallenvertoneneennegatievetendensmaar
dezeisnietsignificantdoorgrotefluctuatiesen
debeperktebeschikbaarheidvanslaapplaatstel-
lingen.Detoekomstisonzekergezienafnemende
internationalepopulatieenhetmindergeschikt
wordenvanbroedgebiedeninbinnen-enbuiten-
land.Desoortismoeilijktemonitoren;slechts
eenbeperktdeelvandevogelsfoerageertbinnen
deNatura2000enmonitoringsgebieden,hoewel
deslaapplaatsenwelindezegebiedengeconcen-
treerdliggen.Inverbanddaarmeeisdepopulatie
slechtsgedeeltelijkstuurbaardoormaatregelen
binnenhetNatura2000netwerk.Dedraagkracht-
schattingisberekendoverseizoensmaximauit
deperiode�994-200�.Voor�994zijndergelijke
schattingennietbeschikbaar.Debelangrijkste
concentratiegebieden(slaapplaatsen)binnenhet
Natura2000netwerkzijnIJsselmeer(72),Witteen
ZwarteBrekken(��)enSneekermeergebied(�2).
A156 Grutto
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievangemid-
deld6000vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Aantallenliggensinds�985opeenhogerniveau
dandaarvoor.Derecentenegatievetendens
isnietsignificantdoorfluctuaties.Eenrelatief
grootaandeelvandeNederlandsevogelsverblijft
echterbuitendemonitoringsgebieden.De
broedvogeltrendisnegatiefendebroedvogels
vormeneenzeergrootdeelvanhetniet-broed-
vogelbestandinNederland.Medeinverband
metdezeergroteinternationaleverantwoorde-
lijkheidvanwegehetzeergroteaandeelvande
internationalepopulatiedatNederlandherbergt
(75-�00%)incombinatiemetdeinternationale
afnameiseenherstelopgavegeformuleerd.De
Natura2000gebiedenzijnvanbijzonderebeteke-
nisalsslaapplaatsen.Deoorzakenvandeafname
moetechterindeeersteplaatswordengezocht
indekwaliteitvandebroedgebieden(groten-
deelsbuitenhetNatura2000netwerk).Voor
niet-broedvogelszijndaaromslechtsbehoudop-
gavengeformuleerd.Dedraagkrachtschattingis
berekendoverdeperiode�985-200�.Binnenhet
Natura2000netwerkleverendegebiedenWad-
denzee(�)enUiterwaardenIJssel(�8)degrootste
bijdrage.Alsslaapplaatszijnbovendienresp.
IJsselmeer(72),Lauwersmeer(8),Wormer-en
Jisperveld&Kalverpolder(90)enHaringvliet(�09)
vanbelang.
2�0
A157 Rosse grutto
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�9.500vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
DesoortissterkgeconcentreerdindeWad-
denzee(�)endaarsinds�990(maarvooralna
�995)toegenomen.Ditismogelijkverbonden
metdezelfdeontwikkelingendieafnamevan
schelpdieretersheeftveroorzaakt,zodatderosse
gruttobijherstelvanhetbetreffendehabitat
mogelijkweerafneemt.Dedraagkrachtschatting
isdaaromberekendoverdeperiode�980-�995.
DeNederlandsevogelsbehorentottweeafzon-
derlijkeondersoortendiedoorverschilleninde
timingvandedoortrekdeelsafzonderlijkzijnte
monitoren.Hetbovengenoemdedoelgeldtvoor
beideondersoorten.Eriseengroteinternatio-
naleverantwoordelijkheidvoordeondersoortL.
l. taimyrensisvanwegehetgroteaandeelvande
internationalepopulatiedatNederlandherbergt
(25-50%)eneenzeergroteinternationaleverant-
woordelijkheidvoordeondersoortL. l. lapponica
(75-�00%).Veruitdegrootstebijdragebinnenhet
Natura2000netwerklevertdeWaddenzee(�),
daarnavolgenOosterschelde(��8)enWes-
terschelde&Saeftinghe(�22).Daarnaastisde
Noordzeekustzone(7)alsrustplaatsvanbelang.
A160 Wulp
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�0�.�00vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
DesoortissterkgeconcentreerdindeWad-
denzee(�)endaarrond�990toegenomen.Het
isonduidelijkofditisverbondenmetdezelfde
ontwikkelingendiedeafnamevanschelpdier-
etersheeftveroorzaakt,omdatdewulpeenbrede
voedselkeuzeheeftdieookschelpdierenomvat.
Dedraagkrachtschattingisdaaromtochgeba-
seerdopdeperiode�99�-200�.Eriseengrote
internationaleverantwoordelijkheidvanwegehet
groteaandeelvandeinternationalepopulatiedat
Nederlandherbergt(25-50%).Veruitdegrootste
bijdragebinnenhetNatura2000netwerklevert
deWaddenzee(�),daarnavolgenOosterschelde
(��8)enWesterschelde&Saeftinghe(�22).
A161 Zwarte ruiter
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
2040vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Landelijkeaantallenzijnminofmeerstabiel.
Dedraagkrachtschattingisdaaromgebaseerd
opdegeheleperiode�980-200�.IndeWadden-
zee(�)latendeaantallenrecenteennegatieve
tendenszienmaardezeisnietsignificant.Bin-
nenhetNatura2000netwerkleverthetgebied
Waddenzee(�)degrootsebijdrage,daarna
volgenOosterschelde(��8),Westerschelde&
Saeftinghe(�22)enLauwersmeer(8).
A162 Tureluur
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�8.480vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Aantallenfluctueren,zijnrecenthoog,maar
nietbuitendeamplitudeoplangetermijn.De
draagkrachtschattingisdaaromgebaseerdop
degeheleperiode�980-200�.DeNederlandse
vogelsbehorentottweeafzonderlijkeonder-
soortendiedoorverschillenintimingvande
doortrekdeelsafzonderlijkzijntemonitoren.
Hetbovengenoemdedoelgeldtvoorbeide
ondersoortensamen.
Eriseengroteinternationaleverantwoordelijk-
heidvoordeondersoortT. t. totanusvanwege
hetgroteaandeelvandeinternationalepopu-
latiedatNederlandherbergt(�5-25%)eneen
ietsgrotereinternationaleverantwoordelijkheid
voordeondersoortT. t. robusta(25-50%).De
toekomstisenigszinsonzekergeziendeinter-
nationaleafname.Veruitdegrootstebijdrage
binnenhetNatura2000netwerklevertdeWad-
denzee(�),daarnavolgenOosterschelde(��8)
enWesterschelde&Saeftinghe(�22).Daarnaast
ishetgebiedDuinenVlieland(�)alsrustplaats
vanbelang.
A164 Groenpootruiter
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
22�0vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
Aantallenzijnbeginjarennegentigtoegenomen,
daarnaisersprakevansterkefluctuatieszonder
duidelijketrend.Dedraagkrachtschattingisgeba-
seerdopdeperiod�99�-200�.Veruitdegrootste
bijdragebinnenhetNatura2000netwerklevert
deWaddenzee(�),daarnavolgenOosterschelde
(��8)enWesterschelde&Saeftinghe(�22).Dit
zijntevensdeenigegebiedendievoordezesoort
zijnaangewezen.
A169 Steenloper
Natura 2000 doel:
Uitbreidingomvangenkwaliteitleefgebiedmet
eendraagkrachtvooreenpopulatievariërendvan
�.500-4.500vogels(seizoensgemiddelde).
Toelichting:
InNederlandissprakevaneendoorgaande
afnameinaantalleneneenversterkteafname
rondmiddenjarennegentigindeWaddenzee(�)
(bijeeninternationaalstabieleoftoenemende
populatie),inrelatietotverminderdevoedselbe-
schikbaarheidindeintergetijdegebieden(schelp-
dieren).Omdatdemogelijkhedenvoorherstelin
dedeltabeperktzijn(m.n.zandhongerOoster-
schelde(��8))enhetrelatiefgrotebelangvande
Waddenzee(�),isalleenvoorditlaatstegebied
eenherstelopgavegeformuleerd.DeNederlandse
vogelsbehorentottweeafzonderlijkepopulaties
diedoorverschillenintimingvandedoortrek
deelsafzonderlijkzijntemonitoren.Hetboven-
genoemdedoelgeldtinhetbijzondervoorde
meesttalrijkepopulatie,vogelsdieafkomstigzijn
uitbroedgebiedeninNO-CanadaenGroenland.
Dedraagkrachtschattingdieisberekendover
�980-�995,deperiodevoorafname.,isgecorri-
2��
geerdopbasisvandethanstemakeninschatting
vandetoekomstigedraagkracht.BinnenhetNa-
tura2000netwerkleverthetgebiedWaddenzee
(�)degrootstebijdrage,daarnavolgenOoster-
schelde(��8),Westerschelde&Saeftinghe(�22)
enNoordzeekustzone(7).
A177 Dwergmeeuw
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebied.
Toelichting:
Doorvoorkomenopopenwater(IJsselmeer(72),
Noordzee)isdesoortslechttemonitoren.Het
landelijkverloopvandegeteldeaantallensug-
gereerteenafname,inhogemategestuurddoor
desituatieinhetIJsselmeergebied.Defluctuaties
zijnechtergroot.Sterkeconcentratievandeze
soortinhetIJsselmeergebiedmaaktdetoekomst
onzekergezienontwikkelingenindevisstand(af-
namespiering,mogelijkklimaatgerelateerd).Er
iseengroteinternationaleverantwoordelijkheid
vanwegehetgroteaandeelvandeinternationale
populatiedatNederlandherbergt(�5-25%).De
internationaletrendisonduidelijkdoorgebrek-
kigegegevens,maarverminderingvankwaliteit
vanoostelijkgelegenbroedgebiedenismogelijk
eveneensvanbetekenis.Erisgeenherstelopgave
vantoepassingvanwegedeslechtestuurbaarheid
vanvermoedelijkeoorzaken.DegebiedenIJs-
selmeer(72),Markermeer&IJmeer(7�),Noord-
zeekustzone(7)endeVoordelta(���)voordeze
soortaangewezen.Detelgegevenszijnniettoe-
reikendomdeonderlingerangordetebepalen.
A190 Reuzenstern
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
�00vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
Detendensvantoenameisnietsignificantdoor
fluctuatiesgerelateerdaandelageaantallen.Het
populatieverloopissterkafhankelijkvanontwik-
kelingenindeScandinavischebroedgebieden.De
draagkrachtschattingisgebaseerdopeenschat-
tingvanrecenteseizoensmaximavoorgeheel
Nederland.Debelangrijkstegebiedenbinnenhet
Natura2000netwerkzijnresp.IJsselmeer(72),
Ketelmeer&Vossemeer(75)(enLauwersmeer(8).
Ditzijntevensdeenigegebiedendievoordeze
soortzijnaangewezen.
A197 Zwarte stern
Natura 2000 doel:
Behoudomvangenkwaliteitleefgebiedmeteen
draagkrachtvooreenpopulatievangemiddeld
49.700vogels(seizoensmaximum).
Toelichting:
Aantallenfluctuerensterk,maarzijnniettemin
duidelijkforsafgenomen.Doorvoorkomenop
openwater(IJsselmeer(72),Noordzee)slechtte
monitoren,maarincidenteletellingenopslaap-
plaatsenbevestigendeforseafname.Sterkecon-
centratievandezesoortinhetIJsselmeergebied
maaktdetoekomstonzekergezienontwikkelin-
genindevisstand(afnamespiering,mogelijk
klimaatgerelateerd).Deinternationaletrendis
eveneensnegatief,verminderingvankwaliteitvan
oostelijkgelegenbroedgebiedenismogelijkeen
belangrijkefactor.Geenherstelopgavevanwege
slechtestuurbaarheidvanvermoedelijkeoorza-
ken.Dedraagkrachtschattingisgebaseerdopde
periode�99�-200�,deperiodenaafnamevande
spieringinhetIJsselmeer(72).BinnenhetNatura
2000netwerkleverendegebiedenIJsselmeer
(72),insamenhangmeteenslaapplaatsin
hetBalgzand(Waddenzee(�)),enMarkermeer
&IJmeer(7�)degrootstebijdrage.Verderis
alleenhetZwarteMeer(74)voordezesoort
aangewezen.
2�2
2��
Bijlage 9.4
Gebiedentoebedeeld
aanNatura2000landschappen
Overzichthabitattypenensoorten
perNatura2000landschap
Indezebijlagewordtpergebiedaangegevenaan
welkNatura2000landschaphetgebiedistoebe-
deeldenofookelementenvaneenanderNatura
2000landschaprelevantzijn.Tevenswordenper
Natura2000landschapdebelangrijkstehabitatty-
pen,soortenen/ofvogelsoortenweergegeven.
Natura 2000 landschappen
2�4
� Waddenzee X +
2 DuinenenLageLandTexel + X +
� DuinenVlieland + X
4 DuinenTerschelling + X
5 DuinenAmeland X
6 DuinenSchiermonnikoog + X
7 Noordzeekustzone X +
8 Lauwersmeer X
9 GrooteWielen X +
�0 Oudegaasterbrekken,Fluessenenomgeving X
�� WitteenZwarteBrekken X
�2 Sneekermeergebied X
�� AldeFeanen X
�4 Deelen X
�5 VanOordt’sMersken X +
�6 WijnjeterperSchar X +
�7 BakkeveenseDuinen X
�8 RottigeMeenthe&Brandemeer X
�9 Leekstermeergebied X
20 Zuidlaardermeergebied X
2� Lieftinghsbroek + X
22 Norgerholt X
2� Fochteloërveen + X
24 Witterveld + X
25 DrentscheAa-gebied X X
26 Drouwenerzand X
27 Drents-FrieseWold&Leggelderveld X
28 Elperstroomgebied X
29 Havelte-Oost X
�0 Dwingelderveld X
�� Mantingerbos X
�2 Mantingerzand X
�� Bargerveen + X
�4 Weerribben X
�5 Wieden X
�6 UiterwaardenZwarteWaterenVecht + X
�7 OldeMaten&Veerslootslanden X
�8 UiterwaardenIJssel X
�9 Vecht-enBeneden-Reggegebied X + X
40 Engbertsdijksvenen + X
4� Boetelerveld + X
42 SallandseHeuvelrug X
Bijlage 9.4.1: Gebieden toebedeeld aan Natura 2000 landschappen
Habitattypen/soorten:[X=toegedeeldaanditlandschap,+=tevensrelevant]
Noordzee, Duinen Merenen Rivieren- Beekdalen Hogere Hoogvenen Heuvelland
Waddenzee Moerassen gebied zandgronden
nr Gebiedsnaam enDelta
2�5
4� WierdenseVeld + X
44 Borkeld X
45 Springendal&DalvandeMosbeek X +
46 Bergvennen&BrecklenkampseVeld X
47 AchterdeVoort,Agelerbroek&Voltherbroek X +
48 Lemselermaten X +
49 Dinkelland + X +
50 LandgoederenOldenzaal X
5� Lonnekermeer + X
52 Boddenbroek X +
5� Buurserzand&Haaksbergerveen X X
54 WitteVeen + X
55 Aamsveen + X
56 Arkemheen X
57 Veluwe + X
58 LandgoederenBrummen X +
59 Teeselinkven X
60 Stelkampsveld X +
6� Korenburgerveen + + X
62 WillinksWeust + X
6� Bekendelle X
64 WooldseVeen X
65 Binnenveld X
66 UiterwaardenNeder-Rijn X
67 GeldersePoort + X
68 UiterwaardenWaal X
69 Bruuk X
70 ZuiderLingedijk&Diefdijk-Zuid X
7� Loevestein,Pompveld&KornscheBoezem + X
72 IJsselmeer X
7� Markermeer&IJmeer X
74 ZwarteMeer X
75 Ketelmeer&Vossemeer X
76 Veluwerandmeren X
77 Eemmeer&GooimeerZuidoever X
78 Oostvaardersplassen X
79 Lepelaarplassen X
80 GrootZandbrink X +
8� Kolland&Overlangbroek X
82 UiterwaardenLek X
8� Botshol X
84 DuinenDenHelder-Callantsoog X
85 Zwanenwater&Pettemerduinen X
86 SchoorlseDuinen X
87 NoordhollandsDuinreservaat X
88 Kennemerland-Zuid X
Habitattypen/soorten:[X=toegedeeldaanditlandschap,+=tevensrelevant]
Noordzee, Duinen Merenen Rivieren- Beekdalen Hogere Hoogvenen Heuvelland
Waddenzee Moerassen gebied zandgronden
nr Gebiedsnaam enDelta
2�6
89 Eilandspolder X
90 Wormer-enJisperveld&Kalverpolder X
9� PolderWestzaan X
92 Ilperveld,Varkensland,Oostzanerveld&Twiske X
9� Zeevang X
94 Naardermeer X
95 OostelijkeVechtplassen X
96 Coepelduynen X
97 Meijendel&Berkheide X
98 Westduinpark&Wapendal X
99 Solleveld&Kapittelduinen X
�00 VoornesDuin X
�0� DuinenGoeree&KwadeHoek + X
�02 DeWilck X
�0� NieuwkoopsePlassen&DeHaeck X
�04 Broekvelden,Vettenbroek&PolderStein X
�05 Zouweboezem + X
�06 BoezemsKinderdijk X
�07 DonkseLaagten X
�08 OudeMaas X
�09 Haringvliet X + +
��0 OudelandvanStrijen X
��� HollandsDiep + X
��2 Biesbosch X
��� Voordelta X
��4 Krammer-Volkerak X +
��5 Grevelingen X +
��6 KopvanSchouwen X
��7 MantelingvanWalcheren X
��8 Oosterschelde X +
��9 VeerseMeer X +
�20 Zoommeer X +
�2� YersekeenKapelseMoer X
�22 Westerschelde&Saeftinghe X +
�2� Zwin&Kievittepolder X +
�24 GrooteGat X
�25 CanisvlietseKreek X
�26 Vogelkreek X
�27 Markiezaat X +
�28 BrabantseWal X
�29 UlvenhoutseBos X
��0 Langstraat + X
��� LoonseenDrunenseDuinen&Leemkuilen + X
��2 VlijmensVen,Moerputten&BosscheBroek + X
��� Kampina&OisterwijkseVennen + X
��4 RegteHeide&RielsLaag X
Habitattypen/soorten:[X=toegedeeldaanditlandschap,+=tevensrelevant]
Noordzee, Duinen Merenen Rivieren- Beekdalen Hogere Hoogvenen Heuvelland
Waddenzee Moerassen gebied zandgronden
nr Gebiedsnaam enDelta
2�7
��5 Kempenland-West + X
��6 Leenderbos,GrooteHeide&DePlateaux + X
��7 StrabrechtseHeide&Beuven + X
��8 Weerter-enBudelerbergen&Ringselven X
��9 DeurnschePeel&Mariapeel + X
�40 GrootePeel + X
�4� OeffelterMeent X
�42 SintJansberg + X
�4� ZelderscheDriessen X
�44 Boschhuizerbergen X
�45 Maasduinen + + X
�46 SarsvenenDeBanen X
�47 Leudal X
�48 Swalmdal + X
�49 Meinweg + X
�50 Roerdal + X
�5� AbdijLilbosch&voormaligKloosterMariahoop X
�52 Grensmaas X
�5� Bunder-enElsloërbos + X
�54 Geleenbeekdal + X
�55 Brunssummerheide X
�56 Bemelerberg&Schiepersberg X
�57 Geuldal + X
�58 Kunderberg X
�59 SintPietersberg&Jekerdal + X
�60 Savelsbos X
�6� Noorbeemden&Hoogbos + X
�62 AbtskolkenDePutte X
Habitattypen/soorten:[X=toegedeeldaanditlandschap,+=tevensrelevant]
Noordzee, Duinen Merenen Rivieren- Beekdalen Hogere Hoogvenen Heuvelland
Waddenzee Moerassen gebied zandgronden
nr Gebiedsnaam enDelta
2�8
Bijlage 9.4.2: Overzicht habitattypen en soorten per Natura 2000 landschap
Natura 2000 landschap Noordzee, Waddenzee en Delta
Habitattypen H���0_Apermanentoverstroomdezandbanken(getijdengebied);H���0_Bpermanentoverstroomdezandbanken(Noord-
zee-kustzone);H���0estuaria;H��40_Aslik-enzandplaten(getijdengebied);H��40_Bslik-enzandplaten(Noordzee-kust-
zone);H��60grotebaaien;H���0_Aziltepionierbegroeiingen(zeekraal);H���0_Bziltepionierbegroeiingen(zeevetmuur);
H��20slijkgrasvelden;H���0_Aschorrenenziltegraslanden(buitendijks);H���0_Bschorrenenziltegraslanden(binnen-
dijks);H2��0embryonaleduinen;*H2��0_Agrijzeduinen(kalkrijk);H2��0_Bgrijzeduinen(kalkarm);H2�90_Bvochtige
duinvalleien(kalkrijk);H64�0_Bruigtenenzomen(harig wilgenroosje).
Soorten H�095zeeprik;H�099rivierprik;H��02elft;H��0�fint;H��06zalm;*H��40noordsewoelmuis;H��5�bruinvis;H��64grijze
zeehond;H��65gewonezeehond;H�6�4kruipendmoerasscherm.
Vogelsoorten A00�roodkeelduiker(n);A002parelduiker(n);A004dodaars(n);A005fuut(n);A007kuifduiker(n);A008geoordefuut(n);
A0�7aalscholver(n);A026kleinezilverreiger(n);A0�4lepelaar(b+n);A040kleinerietgans(n);A04�kolgans(n);A04�
grauwegans(n);A045brandgans(n);A046rotgans(n);A048bergeend(n);A050smient(n);A05�krakeend(n);A052
wintertaling(n);A05�wildeeend(n);A054pijlstaart(n);A056slobeend(n);A06�kuifeend(n);A062topper(n);A06�eider
(n);A065zwartezee-eend(n);A067brilduiker(n);A069middelstezaagbek(n);A075zeearend(n);A08�bruinekiekendief
(b);A094visarend(n);A�0�slechtvalk(n);A�25meerkoet(n);A��0scholekster(n);A��2kluut(b+n);A��7bontbekplevier
(b+n);A��8strandplevier(b+n);A�40goudplevier(n);A�4�zilverplevier(n);A�42kievit(n);A�4�kanoet(n);A�44drieteen-
strandloper(n);A�47krombekstrandloper(n);A�49bontestrandloper(n);A�5�kemphaan(n);A�57rossegrutto(n);A�60
wulp(n);A�6�zwarteruiter(n);A�62tureluur(n);A�64groenpootruiter(n);A�69steenloper(n);A�76zwartkopmeeuw(b);
A�8�kleinemantelmeeuw(b);A�9�grotestern(b);A�9�visdief(b);A�94noordsestern(b);A�95dwergstern(b).
Natura 2000 landschap Duinen
Habitattypen: H2��0embryonaleduinen;H2�20witteduinen;*H2��0_Agrijzeduinen(kalkrijk);*H2��0_Bgrijzeduinen(kalkarm);
*H2��0_Cgrijzeduinen(heischraal);*H2�40_Aduinheidenmetkraaihei(vochtig);*H2�40_Bduinheidenmetkraaihei
(droog);*H2�50duinheidenmetstruikhei;H2�60duindoornstruwelen;H2�70kruipwilgstruwelen;H2�80_Aduinbos-
sen(droog);H2�80_Bduinbossen(vochtig);H2�80_Cduinbossen(binnenduinrand);H2�90_Avochtigeduinvalleien(open
water);H2�90_Bvochtigeduinvalleien(kalkrijk);H2�90_Cvochtigeduinvalleien(ontkalkt);H2�90_Dvochtigeduinvalleien
(hoge moerasplanten);H�260_Abekenenrivierenmetwaterplanten(waterranonkels);*H62�0heischralegraslanden;
H64�0blauwgraslanden;H72�0galigaanmoerassen.
Soorten: H�0�4nauwekorfslak;H���8meervleermuis;*H��40noordsewoelmuis;H�8��drijvendewaterweegbree;H�90�groen-
knolorchis.
Vogelsoorten: A004dodaars(b);A008geoordefuut(b);A0�7aalscholver(b);A02�roerdomp(b);A0�4lepelaar(b+n);A054pijlstaart(n);
A056slobeend(n);A06�eider(b);A08�bruinekiekendief(b);A082blauwekiekendief(b);A084grauwekiekendief(b);A��9
porseleinhoen(b);A��2kluut(b);A��7bontbekplevier(b+n);A��8strandplevier(b);A�60wulp(n);A�62tureluur(n);A�8�
kleinemantelmeeuw(b);A�95dwergstern(b);A222velduil(b);A275paapje(b);A276roodborsttapuit(b);A277tapuit(b);
A295rietzanger(b);A��8grauweklauwier(b).
2�9
Natura 2000 landschap Rivierengebied
Habitattypen: H��50merenmetkrabbenscheerenfonteinkruiden;H�260_Bbekenenrivierenmetwaterplanten(grote fonteinkruiden);
H�270slikkigerivieroevers;*H6�20stroomdalgraslanden;H64�0blauwgraslanden;H64�0_Aruigtenenzomen(moeras-
spirea);H64�0_Bruigtenenzomen(harig wilgenroosje);H64�0_Cruigtenenzomen(droge bosranden);H65�0_Aglans-
haver-envossenstaarthooilanden(glanshaver);H65�0_Bglanshaver-envossenstaarthooilanden(grote vossenstaart);
*H9�E0_Avochtigealluvialebossen(zachthoutooibossen);*H9�E0_Bvochtigealluvialebossen(essen-iepenbossen);
H9�F0drogehardhoutooibossen.
Soorten: H�095zeeprik;H�099rivierprik;H��02elft;H��0�fint;H��06zalm;H���4bittervoorn;H��45grotemodderkruiper;
H��49kleinemodderkruiper;H��6�rivierdonderpad;H��66kamsalamander;H���7bever;*H��40noordsewoelmuis;
H��87tonghaarmuts.
Vogelsoorten: A004dodaars(b);A005fuut(n);A0�7aalscholver(b+n);A02�roerdomp(b);A022woudaap(b);A027grotezilverreiger
(b+n);A029purperreiger(b);A0�7kleinezwaan(n);A0�8wildezwaan(n);A0�9toendrarietgans;A04�kolgans(n);A04�
grauwegans(n);A045brandgans(n);A050smient(n);A05�krakeend(n);A052wintertaling(n);A05�wildeeend(n);
A054pijlstaart(n);A056slobeend(n);A059tafeleend(n);A06�kuifeend(n);A068nonnetje(n);A070grotezaagbek(n);
A075zeearend(n);A08�bruinekiekendief(b);A094visarend(n);A�0�slechtvalk(n);A��9porseleinhoen(b);A�22
kwartelkoning(b)A�25meerkoet(n);A�42kievit(n);A�56grutto(n);A�60wulp(n);A�90reuzenstern(n);A�97zwarte
stern(b);A229ijsvogel(b);A249oeverzwaluw(b);A272blauwborst(b);A292snor(b);A298grotekarekiet(b).
Natura 2000 landschap Meren en Moerassen
Habitattypen: H��40kanswierwateren;H��50merenmetkrabbenscheerenfonteinkruiden;H40�0_Bvochtigeheiden(laagveengebied);
H64�0blauwgraslanden;H64�0_Bruigtenenzomen(harig wilgenroosje);H65�0_Bglanshaver-envossenstaarthooilanden
(grote vossenstaart);H7�40_Aovergangs-entrilvenen(trilvenen);H7�40_Bovergangs-entrilvenen(veenmosrietlanden);
*H72�0galigaanmoerassen;*H9�D0hoogveenbossen.
Soorten: H�0�Xplatteschijfhoren;H�042gevlektewitsnuitlibel;H�060grotevuurvlinder;H�082gestreeptewaterroofkever;
H�095zeeprik;H�099rivierprik;H���4bittervoorn;H��45grotemodderkruiper;H��49kleinemodderkruiper;H��6�
rivierdonderpad;H���8meervleermuis;*H��40noordsewoelmuis;H��9�geelschorpioenmos;H�90�groenknolorchis.
Vogelsoorten: A004dodaars(b);A005fuut(n);A0�7aalscholver(b+n);A02�roerdomp(b);A022woudaap(b);A027grotezilverreiger
(b+n);A029purperreiger(b);A0�4lepelaar(b+n);A0�7kleinezwaan(n);A0�8wildezwaan(n);A0�9toendrarietgans(n);
A040kleinerietgans(n);A04�kolgans(n);A04�grauwegans(n);A045brandgans(n);A046rotgans(n);A048bergeend
(n);A050smient(n);A05�krakeend(n);A052wintertaling(n);A05�wildeeend(n);A054pijlstaart(n);A056slobeend(n);
A058krooneend(n);A059tafeleend(n);A06�kuifeend(n);A062topper(n);A067brilduiker(n);A068nonnetje(n);A069
middelstezaagbek(n);A070grotezaagbek(n);A075zeearend(n);A08�bruinekiekendief(b);A082blauwekiekendief(b);
A084grauwekiekendief(b);A094visarend(n);A��9porseleinhoen(b);A�22kwartelkoning(b);A�25meerkoet(n);A�40
goudplevier(n);A�42kievit(n);A�5�kemphaan(b+n);A�5�watersnip(b);A�56grutto(n);A�77dwergmeeuw(n);A�90
reuzenstern(n);A�9�visdief(b);A�97zwartestern(b+n);A229ijsvogel(b);A272blauwborst(b);A292snor(b);A295riet-
zanger(b);A298grotekarekiet(b).
220
Natura 2000 landschap Beekdalen
Habitattypen: H�260_Abekenenrivierenmetwaterplanten(waterranonkels);H40�0_Avochtigeheiden(hogere zandgronden);*H6�20
stroomdalgraslanden;*H62�0heischralegraslanden;H64�0blauwgraslanden;H64�0_Aruigtenenzomen(moerasspirea);
H7�40_Aovergangs-entrilvenen(trilvenen);H72�0kalkmoerassen;H9�60_Aeiken-haagbeukenbossen(hogere zandgron-
den);*H9�E0_Cvochtigealluvialebossen(beekbegeleidende bossen).
Soorten: H�0�6zeggekorfslak;H�0�7gaffellibel;H�059pimpernelblauwtje;H�06�donkerpimpernelblauwtje;H�096beekprik;
H�099rivierprik;H���4bittervoorn;H��45grotemodderkruiper;H��49kleinemodderkruiper;H��6�rivierdonderpad;
H��66kamsalamander;H�8��drijvendewaterweegbree.
Vogelsoorten: A04�kolgans(n);A045brandgans(n);A050smient(n);A�56grutto(n);A275paapje(b).
Natura 2000 landschap Hogere zandgronden
Habitattypen: H2��0stuifzandheidenmetstruikhei;H2�20binnenlandsekraaiheibegroeiingen;H2��0zandverstuivingen;H���0zeer
zwakgebufferdevennen;H���0zwakgebufferdevennen;H��60zurevennen;H40�0_Avochtigeheiden(hogere zand-
gronden);H40�0drogeheiden;H5��0jeneverbesstruwelen;*H62�0heischralegraslanden;H64�0blauwgraslanden;
H7��0_Bactievehoogvenen(heideveentjes);H7�50pioniervegetatiesmetsnavelbiezen;H9�20beuken-eikenbossenmet
hulst;H9�60_Aeiken-haagbeukenbossen(hogere zandgronden);H9�90oudeeikenbossen;*H9�D0hoogveenbossen.
Soorten: H�042gevlektewitsnuitlibel;H�08�vliegendhert;H�096beekprik;H��66kamsalamander;H���8meervleermuis;H��2�
ingekorvenvleermuis;H�8��drijvendewaterweegbree.
Vogelsoorten: A004dodaars(b);A008geoordefuut(b);A0�9taigarietgans(n);A072wespendief(b);A�07korhoen(b);A�27kraanvogel
(n);A224nachtzwaluw(b);A229ijsvogel(b);A2��draaihals(b);A2�6zwartespecht(b);A246boomleeuwerik(b);A255
duinpieper(b);A275paapje(b);A276roodborsttapuit(b);A277tapuit(b);A��8grauweklauwier(b).
22�
Natura 2000 landschap Hoogvenen
Habittattypen: H��60zurevennen;H40�0_Avochtigeheiden(hogere zandgronden);*H62�0heischralegraslanden;H64�0blauwgras-
landen;*H7��0_Aactievehoogvenen(hoogveenlandschap);H7��0_Bactievehoogvenen(heideveentjes);H7�20herstel-
lendehoogvenen;*H72�0galigaanmoerassen;*H9�D0hoogveenbossen.
Vogelsoorten: A004dodaars(b);A008geoordefuut(b);A0�9taigarietgans(n);A0�9toendrarietgans(n);A��9porseleinhoen(b);
A�27kraanvogel(n);A�5�watersnip(b);A222velduil(b);A272blauwborst(b);A275paapje(b);A276roodborsttapuit(b);
A277tapuit(b);A��8grauweklauwier(b).
Natura 2000 landschap Heuvelland
Habitattypen: H�260_Abekenenrivierenmetwaterplanten(waterranonkels);*H6��0pionierbegroeiingenoprotsbodem;*H6��0zink-
weiden;*H62�0kalkgraslanden;*H62�0heischralegraslanden;H64�0_Cruigtenenzomen(droge bosranden);H65�0_A
glanshaver-envossenstaarthooilanden(glanshaver);*H7220kalktufbronnen;H72�0kalkmoerassen;H9��0veldbies-
beukenbossen;H9�20beuken-eikenbossenmethulst;H9�60_Beiken-haagbeukenbossen(heuvelland);*H9�E0_Cvochtige
alluvialebossen(beekbegeleidende bossen).
Soorten: H�0�6zeggekorfslak;H�0�7gaffellibel;*H�078spaansevlag;H�08�vliegendhert;H�096beekprik;H��9�geelbuikvuur-
pad;H���8meervleermuis;H��2�ingekorvenvleermuis;H��24valevleermuis.
222
22�
Bijlage 9.5
Bijgesteldebegrenzingen
Indezebijlagezijnopgenomendegebieden
waarvoordebegrenzingmetmeerdan50ha
wordtbijgesteldt.b.v.duurzameinstandhouding
vanhabitattypenensoortenwaarvoorNederland
verantwoordelijkis.Hetbetreftalleenwijzigingen
buitendehuidigebuitengrensvaneenNatura
2000gebied.
2. Duinen en Lage land Texel
Ditbetrefthetgebiedrondhetbeschermdna-
tuurmonumentHanenplastenzuidwestenvanDe
Cocksdorp,waarvaneengeïsoleerdgelegendeel
buitendehuidigeNatura2000begrenzingvalt.
Ditisondervangendoorhetgehelenatuurmo-
numentbinnendeNatura2000begrenzingte
brengeninclusiefaangrenzendeSBB-gronden
(rekeninghoudendemetaanleggolfbaan).Deze
aanpassingleidtnietalleentoteenlogischer
begrenzing,maarbiedtookuitbreidingskansen
voordehabitattypengrijzeduinen(*H2��0)en
vochtigeduinvalleien(H2�90).Verderkanhier-
meedeverderteontwikkelengradiëntvandroog,
brakennatbinnenhetNatura2000gebied
wordengebracht.
13. Alde Feanen
Hiervoorgeldteenuitbreidingvoornatuuront-
wikkelingtenbehoevevaninstandhoudingen
herstelvandenoordsewoelmuis(tevensgunstig
voorwater-enmoerasvogels)inhetkadervan
EuropeesLIFE-project.Ditbetreftnieuwenatuur
dieinmiddelsisverworvendoorItFryskeGea
(circa70ha).
25. Drentsche Aa-gebied
Hiervoorgeldteenuitbreidingtenbehoevevan
verbeteringvandeinternesamenhangenhy-
drologischherstelvanhetgebied(o.aaanvulling
metontbrekendeschakelvanhetbeekdalvanhet
RolderdieptussenRoldeenAnderen).
27. Drents-Friese Wold & Leggelderveld
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetondermeer
hetzuidelijkdeelvanhetDoldersumseVeld(ei-
gendomDrentsLandschap),waardehabitattypen
vochtigeheiden(H40�0)enheischralegraslanden
Begrenzingswijzigingen Natura 2000 gebieden
224
(*H62�0)wordenontwikkeld,enhetnoordelijk
deelvanhetDalvandeVledderAa(grotendeels
verworvennieuwenatuur)datvanbelangisvoor
habitattypenheischralegraslanden(*H62�0)en
bekenenrivierenmetwaterplanten(H�260).
28. Elperstroomgebied
Hiervoorgeldteenuitbreidingtenbehoevevan
instandhoudingenherstelvandehabitattypen
kalkmoerassen(H72�0)enheischralegraslanden
(*H62�0)inclusiefdegradiëntreeksinhetbeek-
dal.DitbetreftSBB-gronden(o.a.Boswachterij
Schoonloo)endeelsverworvennieuwenatuur.
30. Dwingelderveld
HiervoorgeldteenuitbreidingmetKloosterveld
enAnserveld(eigendomNatuurmonumenten)
tenbehoevevaninstandhoudingvanhetgebied
eneenmeerlogischebegrenzing.
45. Springendal & Dal van de Mosbeek
Hiervoorgeldteenuitbreidingtenbehoevevan
instandhoudingenherstelvandehabitattypen
kalkmoerassen(H72�0),heischralegraslanden
(*H62�0),overgangs-entrilvenen(trilvenen)
(H7�40_A),vochtigealluvialebossen(*H9�E0)en
voordesoortenvliegendhert(H�08�)enbeek-
prik(H�096).Ditbetreftruimerebegrenzingrond
deMosbeekopdeManderesch(nieuwenatuur),
meerrobuustebegrenzingronddebeekloop
vanHazelbekke(deelsNatuurmonumenten)en
verkleiningenuitbreidingvanhetdeelgebiedvan
deZuidelijkeVasserheideentennoordoostenvan
Nutter(meerlogischebegrenzing).Tenbehoeve
vanhetvliegendhertzijneenaantalaangren-
zendeeikenwalleneneikenbosjestoegevoegd,
dieeenessentieelelementvanhetleefgebiedvan
dezesoortzijn.
49. Dinkelland
VoorhetDinkellandgeldteeninkrimpingmet
Singraven(244ha),geletopdebeperktekwaliteit
vandeaanwezigehabitattypenvochtigealluvi-
alebossen(H9�E0),eiken-haagbeukenbossen
(H9�60)).Laatstgenoemdekomtbeterontwikkeld
voorlangsdeSnoeyinksbeek(zieonderLandgoe-
derenOldenzaal)endegeïsoleerdeliggingten
opzichtevanhethoofdgebied.Enigeuitbreiding
tenbehoevevaninstandhoudingenherstelvan
dehabitattypezwakgebufferdevennen(H���0).
Blauwgraslanden(H64�0)enheischralegraslan-
den(*H62�0)enverbeteringinternesamenhang.
Ditbetreftnieuwenatuur(deelsalverworven)
rondStroothuizen,PunthuizenenhetBeuninger
Achterveld.Tevensgeldteenuitbreidingmethet
beschermdnatuurmonumentSnoeyinksbeek
(tenoostenvanhetSmoddebos,aansluitendop
LandgoederenOldenzaal(50))enaangrenzende
grondendeelseigendomvanNatuurmonumen-
tenmetvergelijkbarenatuurwaardenalsDinkel.
TotaleoppervlaktevanditNatura2000gebied
wordtkleiner.
50. Landgoederen Oldenzaal
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetomgeving
Snoeyinksbeekincl.LosserhofenSmoddebos.
Hetbetrefttweelocatiesvanhetslechtsinkleine
oppervlaktesvoorkomendeeiken-haagbeuken-
bossen(hogere zandgronden)(H9�60_A).Het
Smoddebosiszelfséénvandebestontwikkelde
voorbeeldenvanhetbetreffendehabitattype.
Dooreenomissieishetin200�buitendebegren-
zinggebleven.Losserhofisonderdeelvanhet
beschermdnatuurmonumentSnoeyinksbeek.
57. Veluwe
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetgrondenin
eigendomvannatuurbeschermingsorganisaties
tervergrotingvandeinternesamenhang.
65. Binnenveld
Hiervoorgeldteenuitbreidingmethetbescherm-
denatuurmonumentHel&BlauweHelonder
Veenendaal.
70. Zuider Lingedijk & Diefdijk-Zuid
HiervoorgeldteenuitbreidinglangsdeDief-
dijkmeteigendommenvanhetZuid-Hollands
Landschaptenbehoevevandekamsalamander
(H��66).LangsdeLingeverkleiningNatura2000
gebied.
71. Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem
Hiervoorgeldteenuitbreidingtenbehoevevan
herstelvanhethabitattypeglanshaver-envos-
senstaarthooilanden(H65�0)indeuiterwaarden
tenwestenvanBrakelaansluitendophetreeds
aangemeldegebied.Ditbetreftnieuwenatuuren
vooreenkleindeelSBB-gronden.
87. Noordhollands Duinreservaat
HiervoorgeldteenuitbreidingmetDorpsduinen
enVuurbaaksduintenzuidenvanreedsbegrensd
gebied.DeDorpsduinenliggentenwestenvande
bebouwingvanWijkaanZeeenzuidelijkdaarvan
hetVuurbaaksduin(beidedeelsPWN-eigendom)
metgoedontwikkeldevoorkomensvanhetha-
bitattypegrijzeduinen(*H2��0),hetgeenbijde
aanmeldingoverhethoofdisgezien.DeDorps-
duinenzijneentypisch‘zeedorpenlandschap’met
kenmerkendesoortenvanhetverbondvandroge,
kalrijkeduingraslanden(Polygalo-Koelerion)zoals
hondskruid,nachtsileneenbitterkruid.
99. Solleveld & Kapittelduinen
Hiervoorgeldteenuitbreidingmethet
beschermdnatuurmonumentKapittelduinen
(circa�85ha),datgrenstaandezuidpuntvanSol-
leveld(terhoogtevanMonster).Ditismetname
vanbelangdoorhetvoorkomenvandehabitat-
typenduinbossen(binnenduinrand)(H2�80_C)
envochtigeduinvalleien(H2�90).Daarenboven
kandeherstelopgavevoorhethabitattypegrijze
duinen(*H2��0)beterwordengerealiseerddoor
toevoegingvanKapittelduinenaanSolleveld.
Tevenswordthiermeedeontbrekendeschakelin
deduinenrijvanDenHeldertotVoorneaanhet
Natura2000netwerktoegevoegd.
225
109. Haringvliet
HiervoorgeldteenuitbreidingmetPlangebied
Zuiderdiepwaargetijdennatuurzalwordengere-
aliseerd,hetgeenondermeeruitbreidingvanhet
leefgebiedvandenoordsewoelmuis(*H��40)
metzichmeezalbrengen.
111. Hollands Diep
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetdepolder
‘OosterscheBekadeGorzen’(grenzendaanhet
beschermdnatuurmonumentOosterscheSlob-
begorzen)dateenprioritairprojectisinhet
kadervan‘Deltanatuur’.Ditgebiedisrecentelijk
verworvenenbiedtontwikkelingskansenvoor
hethabitattypevochtigealluvialebossen(essen-
iepenbossen)(*H9�E0_B)endenoordsewoelmuis
(*H��40).
118. Oosterschelde
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetresterende
delenvanhetPlangebiedTureluuropSchouwen-
Duivelandtenbehoeveondermeerinstandhou-
dingenherstelvanleefgebiedvandenoordse
woelmuisenkweldervegetaties.Ditgebiedis
inmiddelsookvangrootbelanggewordenvoor
broedendeenpleisterendewatervogels(hoog-
watervluchtplaatsenvoedselgebied).Hetbetreft
uitsluitenddoorStaatsbosbeheerenNatuurmo-
numentenreedsverworvengronden.
122. Westerschelde & Saeftinghe
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetbinnendijks
gelegengrondentenbehoevevankweldervege-
tatiesenbroedendeenpleisterendewatervogels
(hoogwatervluchtplaatsenvoedselgebied).Het
betreftalleendoornatuurbeschermingsorganisa-
tiesverworvengronden.Tevenswordendevaar-
geulenenhetmondingsgebiedvandeWester-
scheldeaanhetVogelrichtlijngebiedtoegevoegd,
zodatdebegrenzingvanhetHabitatrichtlijnge-
biedenhetVogelrichtlijngebiedgelijkworden.
132. Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek
Eenrelatiefgroteoppervlaktecultuurgrondendie
nietvandirectebetekeniswordengeachtvoor
deinstandhoudingvanhetgebied,zijnbuitende
begrenzingvanhetgebiedgebracht(o.a.tussen
MoerputtenenDrongelensKanaal,tussenMoer-
puttenwegenA59).Ditgeldtechternietvoorde
bermenvanwegenenslotentenzuidenvande
Moerputtendiebehorentothetleefgebiedvan
hetdonkerpimpernelblauwtje(H�06�).Tevens
geldteenuitbreidingtenbehoevevandezesoort
tenzuidenvanNieuwkuijkenmetoeversen
bermenlangshetDrongelensKanaal.
133. Kampina & Oisterwijksche Vennen
HiervoorgeldteenuitbreidingmethetBanisveld
(tenzuidwestenvanLennisheuvel)tenbehoeve
instandhoudingvanhethabitattypeblauwgras-
landen(H64�0)engeletophetvoorkomenvan
hethabitattypezwakgebufferdevennen(H���0).
DitbetreftgrondenvandeVerenigingNatuurmo-
numenten.Verderuitbreidingtennoordwesten
vanKampina(o.a.LandgoedNemelaer)wegens
hetvoorkomenvanhabitattypenzwakgebuf-
ferdevennen(H���0),vochtigeheiden(H40�0),
soortenkamsalamander(H��66)endrijvende
waterweegbree(H�8��).Ditbetreftgrondenvan
hetBrabantsLandschapenNatuurmonumenten.
135. Kempenland-West
HetbeekdalbijGorpisbuitendebegrenzing
gebrachtomdathetvanminderbetekeniswordt
geachtvoordeinstandhoudingvanhetgebied.
HetgebiedisuitgebreidmetdeRovertsche
Heide(bestaandenatuur,merendeelseigendom
BrabantsLandschap)wegensvoorkomenvande
habitattypenvochtigeheiden(H40�0).Verderis
deinternesamenhangverbeterddoorverbinding
vandegebiedsdelenLandschotseHeideenNeter-
selscheHeide(merendeelsverworvennieuwena-
tuur).Delenvandenatuurlijkebeeklopenvande
GrooteBeerzeenKleineBeerzezijntoegevoegd
vanwegehethabitattypebekenenrivierenmet
waterplanten(H�260).
136. Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetdebeekloop
vandeTongelreepenaangrenzendnatuur-
gebiedtotAalstwegensvoorkomenvanhet
habitattypebekenenrivierenmetwaterplanten
(waterranonkels)(H�260_A)enentenbehoeve
vanbeekprik(H�096)endrijvendewaterweegbree
(H�8��).Ditbetreftmerendeelsbestaandenatuur
ineigendomvanhetBrabantsLandschapenhet
WaterschapDeDommel.Hetstroomgebiedvan
deTongelreepheeftenkelegunstigeeigenschap-
pen:relatiefgoedbasisdebiet,weinigintensieve
landbouwengeringaandeelverhardoppervlak,
grotendeelsgelegeninnabijbeschermdenatuur-
gebiedenendeinfiltratiegebiedenliggenvrijwel
geheelinbos-ennatuurgebied.Navoltooiingvan
deinuitvoeringenvoorbereidingzijndeprojec-
tenwordtdeTongelreepopkortetermijneen
vandemeestkansrijkebekenvoorherstelvande
genoemdehabitatwaardeninditgebied.
139. Deurnsche Peel & Mariapeel
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetdeelsal
verworvennieuwenatuurtenbehoevevande
instandhoudingenherstelvandehabitattypen
actievehoogvenen(*H7��0)enherstellende
hoogvenen(H7�20)endealgehelesamenhang
vanhetgebied.
140. Groote Peel
Hiervoorgeldteenuitbreidingmetnieuwena-
tuuraandeBrabantsezijdeterverbeteringvan
dehydrologischesituatietenbehoevevande
instandhoudingvanhethabitattypeherstellende
hoogvenen(H7�20).
150. Roerdal
BijHerkenboschenPosterholtishetgebieduit-
gebreidtenbehoevevanhetdonkerpimpernel-
blauwtje(H�06�).Verderishetgebieduitgebreid
metStedelijkeRoerenHambeektenbehoevevan
trekvissenzoalsderivierprik(H�099).
226
154. Geleenbeekdal
Hiervoorgeldteenuitbreidingvandebegrenzing
voorinstandhoudingenherstelvanhethabitat-
typekalkmoerassen(H72�0)indeKathager-
beemden,voorinstandhoudingenherstelvande
habitattypenvochtigealluvialebossen(*H9�E0),
eiken-haagbeukenbossen(H9�60),voorleefge-
biedvandezeggekorfslak(H�0�6)envoorver-
grotenvandeinternesamenhangvanhetgebied.
Ditbetreftmerendeelsterreinenineigendomvan
Natuurmonumenten.
157. Geuldal
Hiervoorgeldteenuitbreidingtenbehoevevan
instandhoudingenherstelvandehabitattypen
kalkgraslanden(*H62�0)enheischralegraslanden
(*H62�0)opdeGulpenerberg.Ditbetreftzowel
bestaandenatuur(Staatsbosbeheer,Natuurmo-
numenten,LimburgsLandschapendegemeente)
alsnieuwenatuur.
Deuitbreidingisvantoepassingtenoostenvan
deSchaelsbergtenbehoevevanherstelvan
hethabitattypekalkgraslanden(*H62�0).Inhet
Stimuleringsplanzijnvoorditgebied(deelgebied
Dölkesberg)kalkgrasland,kalkrijkkamgrasland
enpioniergemeenschappenopkalkalsnatuur-
doeltypenaangegeven(eenaantalbelangrijke
soortenisreedsaanwezig).
UitbreidingwestwaartsvanhetRavensbosten
behoevevaninstandhoudingenherstelvande
habitattypenvochtigealluvialebossen(*H9�E0)
eneiken-haagbeukenbossen(H9�60).Uitbreiding
metMelchelderbeekdaltenbehoevevanbeekprik
(H�096),dehabitattypenglanshaver-envossen-
staarthooilanden(H65�0)envochtige
alluvialebossen(*H9�E0).
Bovendienisbijdebegrenzingin200�verzuimd
rekeningtehoudenmetdeliggingvanonder-
grondsemergelgroevenbijBergenValkenburg
dieingebruikzijnbijoverwinterendevleermuizen
waarvoorditgebiedondermeerisaangemeld.
Deliggingvandevoorvleermuizenbelangrijke
ondergrondsegroevenbuitendehuidigebegren-
zingzalopdekaartapartwordenaangeduid
Degroevenherbergentesamenongeveer28%
vandeoverwinterendeingekorvenvleermuizen
(H��2�),ongeveer�9%vandevalevleermuizen
(H��24)enongeveer24%vandemeervleermui-
zen(H���8)inNederland.
160. Savelsbos
Hiervoorgeldteenuitbreidingtenbehoevevan
instandhoudingenherstelvandehabitattypen
kalkgraslanden(*H62�0),heischralegraslanden
(*H62�0),ruigtenenzomen(droge bosranden)
(H64�0_C),eiken-haagbeukenbossen(H9�60)en
leefgebiedvandespaansevlag(*H�078).Ditbe-
treftgrotendeelsgrondendiereedsineigendom
zijnbijStaatsbosbeheer.
Bovendienisbijdebegrenzingin200�verzuimd
rekeningtehoudenmetdeliggingvandeonder-
grondsegroeveKeerderberg,dieingebruikisbij
overwinterendevleermuizenwaarvoorditgebied
ondermeerisaangemeld.Deliggingvandeze
groevezalopdekaartapartwordenaangeduid.
227
228
Colofon
Titel
Natura2000doelendocument
Uitgave
MinisterievanLandbouw,Natuuren
Voedselkwaliteit
Bezuidenhoudseweg7�
Postbus2040�
2500EKDenHaag
Oplage
5.000exemplaren
Exemplaren aanvragen
InfotiekMinisterievanLandbouw,Natuuren
Voedselkwaliteit
e-mail:[email protected]
Productiecoördinatie en realisatie
Veerkracht.nlDenHaag
Illustraties
RikOldeLoohuis(p.2,��,�7,20,29en59)
Met bijdragen van:
Alterra,RIZA,KIWA,SBB,Natuurmonumenten,
SOVON
Druk
Andobv,DenHaag
Juni2006,versie�.�