1
Naar een nieuwe opzet voor de monitoring van leefstijl in Nederland Hans van Oers Onderzoek naar de leefstijl van de bevolking vindt plaats bij verschillende instituten die op een specifiek terrein werken, bijvoorbeeld roken, bewegen of voeding. Het CBS, het SCP en de GGD’en verzamelen eveneens gegevens over leefstijl. Dat levert veel waardevolle informatie ten behoeve van beleid, on- derzoek en praktijk. Maar die verschillende gegevensverzame- lingen zijn niet altijd optimaal op elkaar afgestemd, en vertonen bij elkaar gezet zowel hiaten als dubbelingen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft behoefte aan meer efficie¨ntie en afstemming bij deze gegevensverzamelin- gen, en wil ‘de monitoringactiviteiten terugbrengen tot een mi- nimale verantwoorde basis die als bron voor overheidsinforma- tie zou moeten gelden’. Dit zou moeten leiden tot kwaliteits- winst en zou moeten voorko ´men dat meerdere (verschillende) landelijke cijfers over e ´e ´n indicator naar buiten worden ge- bracht. Het RIVM heeft samen met alle bij leefstijlmonitoring be- trokken instituten in het afgelopen jaar hiervoor een voorstel uitgewerkt. In dit Spectrum wordt dit voorstel door Carolien van den Brink en collega’s beschreven. Vervolgens wordt door een aantal van de betrokken instituten (Ciel Wijsen van Rutgers WPF, Boudewijn Breedveld van het Voedingscentrum, Saskia Boeker van GGD Nederland, Karin Klein Wolt van VeiligheidNL en Robert Gelinck van het NISB) een reactie gegeven op deze plannen. Tot slot geeft Wil de Zwart van het ministerie van VWS haar visie op de in gang gezette nieuwe opzet van leefstijlmonitoring. Monitoring van leefstijl in Nederland: hoe kan het beter en efficie¨nter? C.L. van den Brink, 1 P.G.N. Kramers, 1 M. van den Berg, 1 E.A. van der Wilk, 1 J.A.M. van Oers 1 Gegevens over de leefstijl van de bevolking worden verzameld door verschillende thema-instituten die elk op hun eigen terrein werken, zoals roken, druggebruik, bewegen en voeding. Daar- naast verzamelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de GGD’en gege- vens over leefstijl. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft behoefte aan meer efficie¨ntie en afstem- ming bij deze gegevensverzameling en heeft het RIVM ge- vraagd samen met de thema-instituten hiertoe voorstellen te doen. Concreet is de wens van VWS om ‘de monitoringactivi- teiten terug te brengen tot een minimale verantwoorde basis die als bron voor overheidsinformatie zou moeten gelden’. De afstemming moet bovendien tot kwaliteitswinst leiden en voor- ko ´men dat er meerdere (verschillende) landelijke cijfers naar buiten worden gebracht over e ´e ´n indicator. Het advies voor de herziening van de monitoringactiviteiten op hoofdlijnen is begin 2013 aan VWS aangeboden. Behalve het RIVM en de thema-instituten (zie noot a, verenigd in het LOT-i, Landelijk Overleg Thema-instituten) hebben ook het CBS, het SCP, GGD Nederland, TNO en het Mulier Instituut eraan meege- werkt. VWS heeft aangegeven op dit spoor verder te willen, zodat in 2013 en 2014 het advies voor de vernieuwde opzet verder uitgewerkt en vormgegeven kan worden. Wat is ‘leefstijl’? In het advies wordt leefstijl gedefinieerd als gedrag waarvoor een relatie met goede gezondheid of met gezondheidsproble- men is vastgesteld. Hoewel het voor de meeste door de LOT-i groep gedekte thema’s wel duidelijk is wat er onder deze defi- nitie valt, zijn er ook grensgevallen. Als uitgangspunt is het kader van de thema-instituten genomen, maar wel is er van uitgegaan dat de vernieuwde opzet het hele veld van gezond- heidsrelevante leefstijlthema’s moet dekken. Het gaat in dit advies alleen om gegevensverzamelingen via vragenlijsten. Registraties worden buiten beschouwing gelaten. Een inventarisatie van de huidige dataverzameling en de behoefte aan deze gegevens vormen de basis voor het advies. Voor het uiteindelijk vaststellen van de gegevensbehoefte en de keuze van de thema’s is uitgegaan van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV), van de huidige vragenlijsten van de verschillende instituten, de inbreng van de partners en de ba- lans tussen de thema’s. Dit heeft geresulteerd in de volgende set onderwerpen: roken, alcoholgebruik, druggebruik, bewe- gen, sportdeelname, voeding, seksueel gedrag en ongevallen. Spectrum Spectrum biedt ruimte voor beschouwingen, discussies en opinie¨rende artikelen over onderwerpen op het terrein van de volksgezondheid en de gezondheidszorg. Bijdragen dienen te worden aangeboden conform de aanwijzingen voor de auteurs. Voor overleg over het thema kan contact worden opgenomen met de rubrieksredacteuren van Spectrum: prof. dr. J.A.M. van Oers (e-mail: [email protected]) en dr. N. Hoeymans (e-mail: [email protected]) 1 RIVM, Bilthoven tsg jaargang 91 / 2013 nummer 4 spectrum - pagina 188 / www.tsg.bsl.nl

Naar een nieuwe opzet voor de monitoring van leefstijl in Nederland

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Naar een nieuwe opzet voor de monitoring van leefstijl in Nederland

Naar een nieuwe opzet voor de monitoring van leefstijl inNederlandHans van Oers

Onderzoek naar de leefstijl van de bevolking vindt plaats bijverschillende instituten die op een specifiek terrein werken,bijvoorbeeld roken, bewegen of voeding. Het CBS, het SCP ende GGD’en verzamelen eveneens gegevens over leefstijl. Datlevert veel waardevolle informatie ten behoeve van beleid, on-derzoek en praktijk. Maar die verschillende gegevensverzame-lingen zijn niet altijd optimaal op elkaar afgestemd, en vertonenbij elkaar gezet zowel hiaten als dubbelingen. Het Ministerie vanVolksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft behoefte aanmeer efficientie en afstemming bij deze gegevensverzamelin-gen, en wil ‘de monitoringactiviteiten terugbrengen tot een mi-nimale verantwoorde basis die als bron voor overheidsinforma-tie zou moeten gelden’. Dit zou moeten leiden tot kwaliteits-

winst en zou moeten voorkomen dat meerdere (verschillende)landelijke cijfers over een indicator naar buiten worden ge-bracht.

Het RIVM heeft samen met alle bij leefstijlmonitoring be-trokken instituten in het afgelopen jaar hiervoor een voorsteluitgewerkt. In dit Spectrum wordt dit voorstel door Carolien vanden Brink en collega’s beschreven. Vervolgens wordt door eenaantal van de betrokken instituten (Ciel Wijsen van Rutgers WPF,Boudewijn Breedveld van het Voedingscentrum, Saskia Boekervan GGD Nederland, Karin Klein Wolt van VeiligheidNL en RobertGelinck van het NISB) een reactie gegeven op deze plannen. Totslot geeft Wil de Zwart van het ministerie van VWS haar visie opde in gang gezette nieuwe opzet van leefstijlmonitoring.

Monitoring van leefstijl in Nederland: hoe kan het beter enefficienter?C.L. van den Brink,1 P.G.N. Kramers,1 M. van den Berg,1 E.A. van der Wilk,1 J.A.M. van Oers1

Gegevens over de leefstijl van de bevolking worden verzamelddoor verschillende thema-instituten die elk op hun eigen terreinwerken, zoals roken, druggebruik, bewegen en voeding. Daar-naast verzamelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS),het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de GGD’en gege-vens over leefstijl. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijnen Sport (VWS) heeft behoefte aan meer efficientie en afstem-ming bij deze gegevensverzameling en heeft het RIVM ge-vraagd samen met de thema-instituten hiertoe voorstellen tedoen. Concreet is de wens van VWS om ‘de monitoringactivi-teiten terug te brengen tot een minimale verantwoorde basisdie als bron voor overheidsinformatie zou moeten gelden’. Deafstemming moet bovendien tot kwaliteitswinst leiden en voor-komen dat er meerdere (verschillende) landelijke cijfers naarbuiten worden gebracht over een indicator.

Het advies voor de herziening van de monitoringactiviteitenop hoofdlijnen is begin 2013 aan VWS aangeboden. Behalve hetRIVM en de thema-instituten (zie noot a, verenigd in het LOT-i,Landelijk Overleg Thema-instituten) hebben ook het CBS, hetSCP, GGD Nederland, TNO en het Mulier Instituut eraan meege-werkt. VWS heeft aangegeven op dit spoor verder te willen,

zodat in 2013 en 2014 het advies voor de vernieuwde opzetverder uitgewerkt en vormgegeven kan worden.

Wat is ‘leefstijl’?

In het advies wordt leefstijl gedefinieerd als gedrag waarvooreen relatie met goede gezondheid of met gezondheidsproble-men is vastgesteld. Hoewel het voor de meeste door de LOT-igroep gedekte thema’s wel duidelijk is wat er onder deze defi-nitie valt, zijn er ook grensgevallen. Als uitgangspunt is hetkader van de thema-instituten genomen, maar wel is er vanuitgegaan dat de vernieuwde opzet het hele veld van gezond-heidsrelevante leefstijlthema’s moet dekken. Het gaat in ditadvies alleen om gegevensverzamelingen via vragenlijsten.Registraties worden buiten beschouwing gelaten.

Een inventarisatie van de huidige dataverzameling en debehoefte aan deze gegevens vormen de basis voor het advies.Voor het uiteindelijk vaststellen van de gegevensbehoefte en dekeuze van de thema’s is uitgegaan van de VolksgezondheidToekomst Verkenning (VTV), van de huidige vragenlijsten van deverschillende instituten, de inbreng van de partners en de ba-lans tussen de thema’s. Dit heeft geresulteerd in de volgendeset onderwerpen: roken, alcoholgebruik, druggebruik, bewe-gen, sportdeelname, voeding, seksueel gedrag en ongevallen.

SpectrumSpectrum biedt ruimte voor beschouwingen, discussies en opinierende artikelen over onderwerpen ophet terrein van de volksgezondheid en de gezondheidszorg. Bijdragen dienen te worden aangebodenconform de aanwijzingen voor de auteurs. Voor overleg over het thema kan contact worden opgenomenmet de rubrieksredacteuren van Spectrum: prof. dr. J.A.M. van Oers (e-mail: [email protected]) endr. N. Hoeymans (e-mail: [email protected])

1 RIVM, Bilthoven

tsg jaargang 91 / 2013 nummer 4 spectrum - pagina 188 / www.tsg.bsl.nl