18
Hogeschool van Amsterdam, gebouw Leeuwenburg; in 2014 (in TJ) de grootste bijdrage aan het sectorresultaat. MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

Hogeschool van Amsterdam, gebouw Leeuwenburg; in 2014 (in TJ) de grootste bijdrage aan

het sectorresultaat.

MJA-Sectorrapport 2014

Hoger beroepsonderwijs

Page 2: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking
Page 3: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

Colofon

Projectnaam: MJA-monitoring 2014

Sector: Hoger beroepsonderwijs

Datum: 17-06-2015

Status: Vastgesteld

Kenmerk: 18052015/WW/157002

Locatie: Utrecht

Contactpersoon: Wouter Wienk

Ondersteunend adviesbureau: ARCADIS Nederland BV

Page 4: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking
Page 5: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

Inhoud

Hoofdstuk 1. Inleiding .......................................................................... 1

Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1

Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2

Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3

Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler.......................................................... 4

Hoofdstuk 6. Tabellen .......................................................................... 6

Page 6: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

I

Samenvatting

Kerngegevens

Sectorgegevens Hoger beroepsonderwijs

Aantal MJA-deelnemers in 2014 31 Aantal beschouwde instellingen voor 2014 in dit rapport 31 Aantal toetreders in 2014 0 Aantal uittreders in 2014 1 Werkelijk energieverbruik 2014 (TJ) 1.892,5

Effecten van maatregelen 2014 t.o.v. 2013 2014 t.o.v. 2005 Procesefficiencyverbetering 2,9% 11,8% Besparing in de keten [TJ] -2,4 17,7 Duurzame energie [TJ] 48,4 1.163,5

Resultaten

Energieverbruik

Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 1.892,5 TJ in 2014. Dit is onge-

veer 9,6% lager dan in 2013. Hieronder wordt ingegaan op het energieverbruik van 2014 in

relatie tot dat van 2013.

In 2014 is er voor 55,7 TJ aan besparende maatregelen uitgevoerd. Daarnaast waren de

weersomstandigheden gunstig, dit leverde een besparing op van 157,2 TJ. Daarentegen ont-

stond er een toename van het energiegebruik door de toename van het BVO. Dit gaf een stij-

ging van 30,8 TJ. Andere invloedsfactoren zorgden ook voor een ontsparing van 8,7 TJ.

De restpost onverklaard gaf een besparing van 30,8 TJ te zien.

Uitvoering van het meerjarenplan van de sector

In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot

een jaarlijkse besparing van 470,0 TJ leiden. Na twee jaar bedraagt het jaarlijkse effect van

maatregelen 326,2 TJ. Hiermee is 69,4% van de MJP-doelstelling gerealiseerd. Hiermee is de

sector op koers voor het behalen van de doelstelling.

Page 7: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

II

Energiebesparing in het proces

Procesmaatregelen in 2014 hebben een besparing van 55,7 TJ opgeleverd. De belangrijkste

top 10 procesmaatregelen zijn:

Deelnemer Maatregel TJ

Christelijke Hogeschool Windesheim Sportgebouw renovatie 2013 3,8

Fontys Hogescholen Eindhoven RA verhogen ruimtetemperatuur server-ruimte R5

2,16

HAS hogeschool Meteoviva Weather Forcast Control (WFC) 1,92

Hogeschool Inholland Reductie avondopenstellingen op diverse vestigingen

8,7

Hogeschool Rotterdam Vrije koeling voor datacentrum 1,55

Hogeschool Zuyd Meteoviva Weather Forcast Control (WFC) 1,96

Hogeschool Utrecht Actief uitzetten installaties in vakantiepe-riode 2 locaties

1,29

Stichting Hogeschool van Amsterdam

Nullast gebouw Leeuwenburg reduceren (Elektriciteit + warmte)

21,09

Stichting Hogeschool van Amsterdam

Maak een inkoopbeleid 0,5

Stichting Hogeschool van Amsterdam

Optimaliseren afstelling ketels en warmte-levering

0,49

Energiebesparing in de keten

Ketenmaatregelen hebben in 2014 een totale besparing van 17,7 TJ opgeleverd. De belangrijk-

ste ketenmaatregelen zijn:

• Warmte afnemen uit een WKK (HAN Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool

Zeeland)

• Optimaliseren woon-werk- en zakelijk vervoer personeel (HAN)

• Pilot “Het nieuwe werken” (HHS)

Inzet duurzame energie

De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 1.182,7 TJ in 2014. De belangrijk-

ste duurzame-energiemaatregelen zijn:

• Inkoop groene stroom

• Daarnaast worden de inzet van biomassa, omgevingswarmte, zonnestroom en zonnewarmte

genoemd.

Page 8: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

III

Vooruitblik

Algemene ontwikkelingen

De ‘Duurzaamheid in het onderwijs’ heeft eind vorig jaar politieke aandacht gekregen.

De jongerenorganisatie Studenten voor Morgen heeft op 9 oktober een congres georganiseerd.

Tijdens dit congres is door enkele jongerenorganisaties en diverse politieke partijen een ver-

drag ondertekend met daarin het verzoek aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs,

Cultuur en Wetenschap, om met een voorstel te komen hoe duurzame ontwikkeling op integra-

le wijze in het Nederlandse onderwijs te stimuleren. Naar aanleiding van dit verdrag is op 30

oktober 2014 de Motie Ouwehand ingediend. Op 18 december 2014 heeft Staatssecretaris

Mansveld hierop gereageerd en een onderzoek naar het gewenste ondersteuningskader aan-

gekondigd. Begin 2015 heeft Het Groene Brein dit onderzoek in opdracht van het ministerie

opgestart.

Hogescholen die ‘duurzaamheid in het onderwijs’ al expliciet hebben omarmd zijn o.a. de ne-

gen hogescholen (stand van zaken februari 2015) die een certificaat Duurzaam Hoger Onder-

wijs in het kader van AISHE (Auditing Instrument for Sustainability in Higher Education) heb-

ben behaald voor één of meerdere opleidingen.

Vanuit ‘duurzaamheid in het onderwijs’ kan een directe link gelegd worden naar de bedrijfs-

voering in het Hoger Onderwijs. Aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs gedijt beter in

een leeromgeving die zelf ook duurzaamheid uitstraalt. En hiermee is ook de link gelegd naar

de convenants-afspraken in het kader van de MJA3.

De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking in de

toegenomen deelname aan duurzaamheidssystemen als SustainaBul en BREEAM.

Sustainabul, een initiatief van Studenten voor Morgen, is een soort Benchmark die jaarlijks

wordt uitgevoerd. In 2014 hebben 10 hogescholen hieraan deelgenomen. Op basis van een

uitgebreide vragenlijst wordt de ranking bepaald en wordt al of niet de SustainaBul toegekend.

Deze kent drie categorieën; goud, zilver en brons. In 2015 vond de uitreiking plaats op vrijdag

29 mei, tijdens de ‘Nationale dag voor duurzaamheid in het hoger onderwijs’.

BREEAM is een instrument om integraal de duurzaamheid van gebouwen te meten. Het kent

verschillende certificaten voor verschillende bouw- of gebruiksfasen van een gebouw, de score

wordt weergegeven met behulp van aantal sterren. In 2015 worden stappen gezet om

‘BREEAM in use’ specifiek voor onderwijsgebouwen ‘toegankelijker’ te maken.

Veranderingen in de studiefinanciering en het aantrekken van de economie kunnen indi-

rect doorwerken in de aantallen studenten die zich bij het Hoger Onderwijs inschrijven. Het

sectorrapport van 2012 vermeldde nog een sterke groei van het aantal HBO-studenten. In

2012 waren er 421.704 studenten ingeschreven en in 2014 waren het er 446.492. Het is de

vraag of deze ontwikkeling in dezelfde richting doorzet. De groei of afname van het aantal stu-

denten heeft effect op de huisvesting binnen de sector en kan daarmee richting geven aan het

al of niet investeren in energiemaatregelen (besparing of inzet van duurzame energie).

Page 9: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

IV

Convenantactiviteiten

In 2015 worden diverse activiteiten uitgevoerd om de deelnemers te ondersteunen bij de uit-

voering van de activiteiten in het kader van het MJA3-convenant. De voornaamste zijn:

- Workshop ‘Energie besparen doe je zo’. Deze workshop-sessies zijn in 2014 gestart en

begin 2015 afgerond.

- MJA-dag voor Hogescholen. Om de ervaringen en kennis uit te wisselen en meteen een

opstap te maken voor de nieuwe EEP’s, wordt in 2015 een MJA-dag voor Hogescholen

georganiseerd. De facilitair medewerkers die direct bij de uitvoering van de MJA-

afspraken betrokken zijn, zullen hiervoor worden uitgenodigd.

- MJA-bijeenkomst voor bestuurders. In 2015 wordt de organisatie van een dergelijke

bijeenkomst verkend.

- Nadere verkenning en uitwerking ‘BREEAM in use’ en benchmark.

Page 10: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 1 van 9

Hoofdstuk 1. Inleiding

Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant.

De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:

• De ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009.

• De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar.

• De spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector.

• De ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle

relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen.

Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.

Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door instellingen aangeleverde gegevens in het

kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de

methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de

methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl.

De NHTV te Breda is officieel in 2015 uitgetreden, maar heeft geen cijfers meer aangeleverd

over het jaar 2014. Alle cijfers over 2014 zijn dus zonder de cijfers van de NHTV.

Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik

Grafiek 1 laat het jaarlijkse energieverbruik van de deelnemende hogescholen vanaf 2009 zien. De sprong tussen 2010 en 2011 komt door de wijziging van het aantal deelnemers. Vanaf

2011-2013 doen er 32 instellingen mee.

Grafiek 1: verloop van het jaarlijkse primaire energiegebruik.

Page 11: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 2 van 9

Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik

Grafiek 2 geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik

tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.

Grafiek 2: Verklaring verandering energiegebruik 2013-2014

In tabel 5 op pagina 8 staat de bijdrage van iedere deelnemer aan het sectorresultaat be-

schreven.

Toelichting:

PE-maatregelen: Proces efficiency maatregelen hebben een besparend effect tot doel (het rela-

tieve energieverbruik wordt minder). Het zijn maatregelen aan gebouwen of aan installaties.

Volume-effect: Het volume effect geeft het energiegebruik weer dat door verandering van het

bruto vloer oppervlak (BVO), de prestatiemaat, wordt veroorzaakt. Het volume effect is verho-

gend als het BVO toeneemt en besparend als het BVO afneemt tov voorgaande jaar.

Overige invloedsfactoren: Overige invloedsfactoren bestaat uit de weersinvloed en de optelsom

van alle andere invloedsfactoren die in de sector zijn gerapporteerd, zoals kapotte installaties,

lagere/kortere bedrijfstijden, etc. ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk

besparend of ontsparend zijn. In 2014 was de gerapporteerde weersinvloed 157 TJ besparend,

dit is ongeveer 78% van de totale besparing.

Onverklaard: Onverklaard is de restpost. Deze restpost is besparend wanneer het berekende

energieverbruik in het monitoringjaar hoger is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost

is ontsparend wanneer het berekende energieverbruik lager is dan het werkelijke energiever-

bruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is ver-

klaard. In 2014 is de post onverklaard besparend, dwz dat er meer energiebesparende maat-

regelen of effecten zijn geweest dan er gerapporteerd zijn.

Page 12: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 3 van 9

Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP

Grafiek 3 geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEP-maatregelen

binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde EEP-

periode. De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2016 op basis van zekere en voorwaar-

delijke maatregelen.

Grafiek 3: Resultaat versus MJP doelstellling

De MJA3 heeft drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Uitsplitsing

van de resultaten naar de verschillende pijlers levert grafiek 4 op. Ook hier worden de jaarlijk-

se cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012.

Grafiek 4: Resultaat per pijler

Page 13: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 4 van 9

Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler 2005-2014

Het MJA3-convenant heeft drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie.

De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat

alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze re-

sultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.

De voortgang van de sector is de som van PE, KE en DE. In 2014 is de voortgang 75,2% tov

2005. Dit is voor het grootste gedeelte toe te schrijven aan de inkoop van “groene” energie

(62,5%).

Grafiek 5: Cumulatief effect PE maatregelen 2005-2014 11,8%

Grafiek 6: Jaarlijks effect ketenmaatregelen tov 2005, 2014 0,9% tov 2005

Page 14: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 5 van 9

Grafiek 7: Jaarlijks effect duurzame energie maatregelen tov 2005, 2014 62,5% tov 2005.

Page 15: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 6 van 9

Hoofdstuk 6. Tabellen

Tabel 1 bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitge-

voerde maatregelen vanaf 2009.

Tabel 2 geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaar-

basis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden

(bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per jaar.

Tabel 3 geeft een overzicht van het verloop van het bruto vloeroppervlak (BVO) vanaf 2009.

Tabel 4 geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd. Van deze

bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2014 in het sectorrapport ver-

werkt. In de derde kolom is per instelling aangegeven of de gegevens over 2014 in dit rapport

zijn meegenomen.

Tabel 1 Energie- en besparingscijfers. Resultaten per jaar [TJ] 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Werkelijk energieverbruik 974 1.401 1.945 2.007 2.094 1.893

Besparing door PE-maatregelen 9 24 61 24 58 56

KE-besparing in de productieketen 0 0 0 2 20 16

KE-besparing in de productketen 3 3 6 5 0 1

Inkoop van duurzame energie 357 604 795 962 1.111 1.168

Opwekking van duurzame energie 1 5 5 18 23 15

Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2014.

Categorie Subcategorie Effect [TJ] ten opzichte van 2012

Verwacht eindresultaat in 2016 (MJP)

Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar

Procesefficiency

Procesmaatregelen 66,0 32,7

Installaties en gebouwen 73,2 42,9

Energiezorg en gedragsmaatregelen 31,5 36,9

Strategische projecten 12,2 0,9 Subtotaal procesefficiency 183,0 113,3

Ketenefficiency

Maatregelen in de productieketen 26,4 14,3

Maatregelen in de productketen 29,1 -4,1

Subtotaal ketenefficiency 55,5 10,2

Duurzame energie

Inkoop van duurzame energie 214,2 205,8

Opwekking van duurzame energie 17,3 -3,2

Subtotaal duurzame energie 231,5 202,6

Totaal 470,0 326,2

Tabel 3 Verloop bruto vloeroppervlak

Categorie 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bruto vloer oppervlak [m²] 1075800 1442114 2064714 2066772 2.155.818 2.132.943

2.114.877* * excl. NHTV

Page 16: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 7 van 9

Tabel 4 Deelnemende Instellingen binnen de sector inclusief (historische) uittreders

Hogeschool Status in 2013

Meegenomen in 2014?

Toelichting

Christelijke Hogeschool Windesheim / Faci-litair Bedrijf

Deelnemer Ja

De Haagse Hogeschool Hoofdvestiging Deelnemer Ja Fontys Hogescholen Deelnemer Ja HAS Den Bosch Deelnemer Ja Hogeschool Arnhem en Nijmegen Deelnemer Ja Hogeschool Inholland Deelnemer Ja Totaal 6 vestigingen Hogeschool Leiden (Leiden) Deelnemer Ja Excl. Pabo Thomas Moore Hogeschool Rotterdam Deelnemer Ja Hogeschool Van Hall-Larenstein (Locatie Leeuwarden)

Deelnemer Ja

Hogeschool Zeeland Deelnemer Ja Hogeschool Zuyd Deelnemer Ja Marnix Academie Utrecht Deelnemer Ja Saxion Hogeschool Deventer Deelnemer Ja Saxion Hogeschool Enschede Deelnemer Ja Stenden Hogeschool Deelnemer Ja Driestar Educatief (locatie Gouda) Deelnemer Ja Hanzehogeschool Groningen Deelnemer Ja Hogeschool Edith Stein / OCT Deelnemer Ja Onderdeel van Saxion Hogeschool Utrecht Deelnemer Ja Hogeschool Van Hall-Larenstein (locatie Velp)

Deelnemer Ja

ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Deelnemer Ja Avans Hogescholen Deelnemer Ja Christelijke Hogeschool Ede Deelnemer Ja Codarts Hogeschool voor de Kunsten Deelnemer Ja Gereformeerde Hogeschool Deelnemer Ja Gerrit Rietveld Academie Deelnemer Ja Hogeschool De Kempel Deelnemer Ja Hotelschool The Hague Deelnemer Ja NHTV internationaal hoger onderwijs Breda Deelnemer Nee Uitgetreden en geen cijfers aangeleverd over

2014 Stenden Hogeschool Emmen Deelnemer Ja Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

Deelnemer Ja

Stichting Hogeschool van Amsterdam Deelnemer Ja

Page 17: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 8 van 9

Tabel 5:Overzicht bijdrage individuele deelnemer aan sectorresultaat

E 2013 [TJ] PE

[TJ} Volume effect [TJ] Weersin-

vloed [TJ]

Andere invloeden

[TJ] Onver- klaard [TJ]

E 2014 [TJ]

ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten 40,2 -0,5 1,2 -3,9 4,3 10,3% 41,4 Avans Hogescholen 125,0 0,0 -9,0 2,8 2,4% 118,8 Christelijke Hogeschool Ede 14,5 -1,2 0,0 -0,8 -0,1 -0,5% 12,5 Christelijke Hogeschool Windesheim 77,2 -4,3 -1,1 -7,6 10,6 5,3 6,7% 79,5 Codarts Hogeschool voor de Kunsten 16,5 0,0 -1,2 -0,59 -0,4 -2,9% 14,3 De Haagse Hogeschool Hoofdvesti-

ging 95,9 0,0 -7,4 5,5 0,5 0,6% 94,6

Driestar Educatief (locatie Gouda) 7,0 0,0 -0,4 1,0 0,0 -0,1% 7,6 Fontys Hogescholen 179,8 -3,3 0,0 -17,8 23,8 13,0% 182,4 Gerrit Rietveld Academie 16,0 -0,4 0,0 -1,5 0,4 -0,6 -4,1% 13,9 Hanzehogeschool Groningen 132,1 -0,3 6,1 -9,9 -5,1 -4,2% 122,8 HAS hogeschool 23,5 -1,9 0,0 -2,3 1,7 -0,4 -1,7% 20,6 Hogeschool Arnhem en Nijmegen 133,2 -0,9 -5,5 -9,4 3,3 2,7% 120,7 Hogeschool De Kempel 5,6 -0,7 0,0 -0,4 -0,14 0,2 5,2% 4,5 Hogeschool Edith Stein / OCT 5,2 0,0 -0,2 -0,8 -0,5 -12,8% 3,7 Hogeschool Inholland 124,6 -9,4 10,2 -8,5 -8,5 2,2 1,9% 110,4 Hogeschool Leiden (Leiden) 36,2 -0,4 0,0 -2,1 1,0 -2,3 -7,2% 32,4 Hogeschool Rotterdam 172,9 -1,8 7,2 -14,5 -0,56 -9,4 -6,1% 153,9 Hogeschool Utrecht 162,6 -4,2 -11,0 -12,0 2,4 6,4 4,4% 144,3 Hogeschool Van Hall-Larenstein 23,5 0,0 -1,6 0,9 0,1 0,5% 22,9 Hogeschool Van Hall-Larenstein

(Velp) 11,7 0,0

-1,3 -0,1 -1,4% 10,3

Hogeschool Zeeland 24,3 -0,2 0,9 -3,0 -3,0 1,1 5,4% 20,0 Hogeschool Zuyd 99,8 -2,7 2,2 -9,5 -4,4 -5,2% 85,3 Hotelschool The Hague 40,4 -0,8 0,0 -4,1 3,25 5,8 13,1% 44,7 Marnix Academie Utrecht 8,3 -0,4 0,0 -0,6 1,0 11,8% 8,4 Saxion Hogeschool Deventer 35,2 -0,3 0,0 -2,1 -2,1 -6,7% 30,7 Saxion Hogeschool Enschede 58,1 -0,0 0,0 -3,8 1,9 3,4% 56,2

Page 18: MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs Hoger...de convenants-afspraken in het kader van de MJA3. De aandacht voor duurzaamheid in de eigen bedrijfsvoering komt o.a. tot uitdrukking

| Vastgesteld| MJA-Sectorrapport 2014 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 9 van 9

Stenden Hogeschool 36,5 -0,0 3,4 -1,0 -3,45 -1,4 -4,2% 34,1 Stenden Hogeschool Emmen 15,0 0,9 -0,5 -0,9 -1,2 -9,2% 13,3 Stichting Amsterdamse Hogeschool

voor de Kunsten 50,2 -0,5 0,9

-2,5 -4,6 -10,6% 43,4

Stichting Hogeschool van Amsterdam 270,5 -21,6 15,3 -16,6 3,4 -14,4 -6,1% 236,7 VIAA Gereformeerde Hogeschool 8,6 0,0 -1,5 1,2 14,2% 8,2 TOTAAL 2.050,0 -55,7 30,8 -157,0 11,6 13,0 1.892,5

Opmerking: een negatief getal betekent besparend

***