Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
InhoudDocenten- en studentenhandleiding.........................................................................................3
Oriëntatie op ondernemerschap............................................................................................3
Verantwoording en zelfstandigheid.......................................................................................3
De planning van dit programma............................................................................................3
Werkproces 1 Oriënteert zich op het starten van een onderneming........................................4
Doelstellingen voor dit werkproces........................................................................................4
Planning en omvang dit werkproces.....................................................................................5
Lesinhoud Opdracht : Panyee FC......................................................................................10
Lesinhoud Opdracht : Panyee FC......................................................................................12
Les 5...................................................................................................................................13
Les 6 /7/8.............................................................................................................................14
Werkproces 2 Oriënteert zich op het runnen van een onderneming......................................15
Doelstellingen voor dit werkproces......................................................................................15
Planning en omvang dit werkproces...................................................................................15
Les 1 en les 2 Doelgroep.....................................................................................................17
Les 3 en 4 Netwerken..........................................................................................................20
Les 5 Investeringsbegroting en beginbalans.......................................................................23
Les 6 Onderzoek hoe je aan geld kan komen.....................................................................28
Les 7 Ondernemingsplan....................................................................................................30
Les 8 Hoe kom ik aan een uurloon en aan een verkoopprijs?............................................34
Les 9 Product of dienst? (Verdieping werkproces 1)...........................................................39
Les 10 de SWOT analyse. Hoe ga ik om met kansen en bedreigingen?............................42
Les 11 en 12 Pitchen...........................................................................................................44
Werkproces 3 Besluit of ondernemen bij hem past................................................................48
Doelstellingen voor dit werkproces......................................................................................48
Planning en omvang dit werkproces...................................................................................48
Studiebelasting van dit werkproces.....................................................................................48
Les 1 tot en met 8................................................................................................................49
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
2
Docenten- en studentenhandleidingOriëntatie op ondernemerschapBinnen dit keuzedeel onderzoekt de student of het ondernemerschap iets voor hem is door
verschillende werkwijzen te hanteren en te combineren in wisselende situaties.
We leggen hierbij de nadruk op oriënteren.
Voor de oriëntatie op ondernemerschap is een beperkte (basis)kennis noodzakelijk ten
aanzien van zelfstandig ondernemerschap, marktonderzoek, marketing en promotie en
financiële administratie. Binnen deze module willen we voorkomen dat het een algemeen
theoretisch verhaal wordt. Zodoende zal vereiste basiskennis zoveel mogelijk worden
aangeleverd
Verantwoording en zelfstandigheidDe student draagt verantwoordelijkheid voor de resultaten van eigen activiteiten. Bij de
oriëntatie op het ondernemerschap wordt hij begeleid en werkt hij mogelijk samen.
Verder wordt de student aangeleerd om technieken op het gebied van communicatie en
zelfreflectie toe te passen.
De planning van dit programmaVoor dit keuzedeel staan totaal 32 klokuren begeleide onderwijstijd en 150 uren zelfstudie. (Er zijn geen uren in de praktijk gepland omdat we denken dat er binnen de meeste werkplekken geen ruimte is om met dit keuzedeel aan de slag te gaan. Mocht dat bij een student wel het geval zijn, dan kunnen zelfstudie uren, uren in de praktijk worden.) Zo blijft er nog tijd over voor examenvoorbereiding.
Hoe de uren binnen een opleiding of school worden georganiseerd in het lesprogramma is aan de school zelf. Het kan worden aangeboden als een blok of als een lint en elke vorm daartussen. Ook het jaar waarin dit keuzedeel start is aan de opleiding. Wij geven hier wel een opzet van een lintmodel van 1 uur per week, maar dit kan ook anders worden ingepland.
3 periodes; werkproces 1 en 2. Oriënteert zich op het starten van een onderneming Oriënteert zich op het runnen van een onderneming.1 periode; werkproces 3 Besluit of ondernemen bij hem past (examinering)
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
3
Werkproces 1 Oriënteert zich op het starten van een onderneming
Doelstellingen voor dit werkprocesDe beroepsbeoefenaar onderzoekt met behulp van verschillende informatiebronnen wat het
betekent om een onderneming te starten. Hij bedenkt waarin hij zou kunnen of willen
ondernemen. Hij gaat na of hij anderen met zijn ideeën kan enthousiasmeren
en of anderen openstaan voor zijn ideeën. Hij onderzoekt wat goed is aan zijn idee, wat
zwakke punten zijn van zijn idee en hoe hij hiermee kan omgaan.
Hij gaat na hoe hij zijn ideeën kan vermarkten: wat is zijn aanbod, wat wil hij daarvoor krijgen
en wat levert het hem op. Hij denkt na over zijn aanbod, de presentatie van zijn aanbod en
wat hij nodig heeft om zijn plannen te realiseren. Ook gaat hij na hoeveel
geld hij nodig heeft en welke mogelijkheden er zijn om aan geld te komen. Hij weegt
verschillende mogelijkheden af en onderzoekt wat er in een plan voor een onderneming
moet komen te staan. Hij presenteert zijn idee (mondeling of schriftelijk) aan anderen,
verzamelt feedback op zijn idee en schat de slagingskans van het idee in.
Houding en gedrag
Onderzoekt kritisch welke informatie je nodig hebt om te bepalen wat er komt kijken bij het
opstarten van een onderneming,
waar je die informatie kunt vinden en wat de waarde van de betreffende bronnen is.
Oriënteert zich op het starten van een onderneming
- Gebruikt verschillende invalshoeken om te kijken naar de kansen van een onderneming en
om alternatieven te vinden voor (mogelijke) zwakke punten en bedreigingen.
- Toont realiteitszin en inzicht in de markt bij het kiezen en beoordelen van keuzes ten
aanzien van het ondernemerschap en de slagingskans van het zelfstandig
ondernemerschap.
- Toont zich vindingrijk in het zoeken naar kansen om doelgroep en aanbod bij elkaar te
brengen, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen in de markt, de doelgroep,
etc.
De onderliggende competenties zijn: creëren en innoveren, ondernemend en commercieel
handelen, onderzoeken
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
4
Planning en omvang dit werkprocesDit werkproces kan worden gegeven in periode 2 van het 1e leerjaar. De omvang van deze module is 8 theorielessen. De omvang van dit werkproces is 8 klokuren. We adviseren, gezien de opdrachten tussendoor, om de week, het keuzedeel aan te bieden.
Studiebelasting van dit werkproces
- 16 lesuren ( ½ uur)
- 50 zelfstudie-uren
Les inhoud
1 Film over jezelf – introductie en theorie
2 Film over jezelf – presentatie
3 Uitleg over programma - Portfolio
4 Ideevorming – (uniek idee, het verhaal erachter)
5 Ideevorming – gat in de markt
6 Ideevorming – de markt op
7 Prototyping – maak je idee tastbaar
8 Prototyping -
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
5Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 1. Oriënteert zich op het starten van een onderneming. Onderdeel: jezelf presenteren Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 1
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 oriënteert zich op het starten van een onderneming.
Lesstof Lesinhoud
Opdracht voor de leerling; Maak een film van jezelf waarin jij je
voorstelt aan je klasgenoten en begeleiders. De film is maximaal 1,5
minuut en de volgende zaken komen aanbod;
- Je naam en leeftijd
- Je hobby’s
- Welke opleiding je volgt en op welke school
- Wat is het allerleukste dat jij ooit in je leven hebt gedaan?
- Van welke bedrijf zou jij directeur willen zijn en waarom?
- Of welk product of dienst zou jij bedacht willen hebben en
waarom?
Laat de leerlingen kennis maken met een aantal verschillende
manieren voor het maken van een filmpje; bijvoorbeeld YouTube,
powtoon, snapchat, Windows Moviemaker
Leerdoelen Zicht op jezelf en jezelf presenteren
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie Alternatieven voor volgende lesUitproberen in nieuwe situatie
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 1. Oriënteert zich op het starten van een onderneming. Onderdeel: feedback Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 2
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 oriënteert zich op het starten van een onderneming.
Lesstof Lesinhoud
Lesinhoud;
- Alle leerlingen laten hun filmpje zien.
- Leerlingen geven elkaar feedback over de presentatie (niet
over de inhoud).
Opdracht voor de leerling;
- Het filmpje wordt door de leerling toegevoegd aan het
portfolio plus een samenvatting van de feedback die de
leerling heeft ontvangen.
Tips/tools voor de docent;
- Maak als begeleiders ook een filmpje over jezelf
- Laat de leerlingen individueel (anoniem) per klasgenoot
feedback geven
- Verzamel eventueel een paar mooie pitches als voorbeeld
om te laten zien
Leerdoelen Elkaar leren kennen door middel van de filmpjes en feedback geven
op manier van presenteren
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle
Extra ruimte / Zelfevaluatie Alternatieven voor volgende lesUitproberen in nieuwe situatie
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 1. Oriënteert zich op het starten van een onderneming. Onderdeel: portfolio Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 3
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 oriënteert zich op het starten van een onderneming.
Lesstof Lesinhoud
Uitleg en voorbeelden van portfolio’s.
Opdracht voor de leerling:
Opstarten met het maken van een eigen portfolio.
Individueel product/dienst, groep voor reflectie.
Leerdoelen Leerlingen krijgen inzicht in het begrip portfolio
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle
Extra ruimte / Zelfevaluatie Alternatieven voor volgende lesUitproberen in nieuwe situatie
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 1. Oriënteert zich op het starten van een onderneming. Onderdeel: ondernemend gedrag of ondernemende houding Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 4
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 oriënteert zich op het starten van een onderneming.
LesstofLesinhoud Opdracht : Panyee FC
Ter inspiratie….een filmpje over
ONDERNEMENDHEID/ONDERNEMENDE HOUDING
https://youtu.be/BvJ9xthhHPMOpdracht voor de leerling
Opdracht:
Ga als klas/groep met elkaar in gesprek (en werk met flaps), nadat het filmpje is bekeken.
Wat inspireert jou aan dit filmpje? De jongens zijn erg ‘ondernemend’ in hun gedrag. Noteer op
flaps aan welke woorden jullie denken bij ondernemend gedrag.
Wat kun je zeggen over jouw ondernemend gedrag + onderbouw je antwoord.
Duur van de opdracht: 30 minuten, exclusief presentatie.
Leerdoelen Studenten krijgen inzicht in hun eigen ondernemende houding en
gedrag
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle
Extra ruimte / Zelfevaluatie Alternatieven voor volgende lesUitproberen in nieuwe situatie
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 1. Oriënteert zich op het starten van een onderneming. Onderdeel: ondernemend gedrag of ondernemende houding Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 5
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 oriënteert zich op het starten van een onderneming.
Lesstof Hieronder staat een schema over de kenmerken van 3 kernbegrippen. Welke variant past op dit moment het beste bij jou en onderbouw je argumentatie.
Vertel erover aan de hele groep, of in een klein groepje (3-4 studenten per groep).
Leerdoelen Studenten krijgen inzicht in hun eigen ondernemende houding en
gedrag
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50
Evaluatie Controle
Extra ruimte / Zelfevaluatie Alternatieven voor volgende lesUitproberen in nieuwe situatie
6Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 1. Oriënteert zich op het starten van een onderneming. Onderdeel: ondernemend gedrag of ondernemende houding Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 6,7 en 8
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 oriënteert zich op het starten van een onderneming.
Lesstof Opdracht voor de leerling
Kies 2 DOE-opdrachten uit bijlage 1 en werk deze uit, eventueel met andere studenten. Zit er niet een opdracht bij dat bij jou past, formuleer dan zelf een DOE-opdracht, in samenspraak met je docent. Aan het eind presenteer je.
Noteer bij de DOE- opdracht die je gekozen hebt ook welke competenties daarbij passen en geef aan hoe hoog je daarin scoort.
Duur van de opdracht: max. 2 dagdelen, incl. tijd die je kwijt bent voor verslaglegging.
Leerdoelen ONDERNEMEND GEDRAG of ONDERNEMENDE HOUDING
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle
Extra ruimte / Zelfevaluatie Alternatieven voor volgende lesUitproberen in nieuwe situatie
7
Werkproces 2 Oriënteert zich op het runnen van een onderneming
Doelstellingen voor dit werkproces De beroepsbeoefenaar bedenkt welke activiteiten je kunt ondernemen om klanten te krijgen,
te houden en van dienst te zijn.
Waar mogelijk probeert hij verschillende activiteiten uit en bepaalt het effect ervan.
Hij gaat na welke praktische zaken hij dient te regelen voor het runnen van de onderneming:
kan hij alles alleen of dient hij partners te zoeken, aan welke eisen moeten processen en
producten voldoen, welke (financiële) gegevens dient hij te verzamelen en te bewaken, etc.
Hij bespreekt zijn ideeën hierover met betrokkenen en/of probeert zaken uit, kijkt mee met
een ondernemer, oefent zaken, etc.
De student verwerft inzicht in en/of ervaring met basisbeginselen van bedrijfsvoering: waar
moet iemand rekening mee houden bij het aansturen van een onderneming (financiële
gegevens, kansen, bedreigingen e.d.), waar moet iemand prioriteit aan geven en waar moet
iemand beslissingen over nemen.
Houding en gedrag
De leerling
- Stelt zich onderzoekend en lerend op om inzicht in of ervaring met de taken van een
ondernemer te krijgen.
- Combineert creativiteit met realiteitszin bij het bedenken van mogelijkheden om klanten te
trekken, te boeien en te binden.
- Laat met zijn ideeën en/of handelswijze zien over een ondernemende houding en
commercieel en bedrijfsmatig (financieel en
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
8
administratief) inzicht te beschikken (of toont zelfinzicht door aan te geven wat hij nog verder
dient te ontwikkelen voor het ondernemerschap).
De onderliggende competenties zijn: creëren en innoveren, op de behoeften en
verwachtingen van de "klant" richten, ondernemend en commercieel handelen, bedrijfsmatig
handelen, onderzoeken.
Planning en omvang dit werkproces
Studiebelasting van dit werkproces
Deze module kan worden gegeven gedurende 1 of 2 periodes van het jaar en bevat in totaal 16 klokuren BOT.
- 32 lesuren ( 1/2 uur)- 50 zelfstudie-uren
Les Inhoud
1 Doelgroep – Theorie /en of activerende opdracht
2 Doelgroep – Toepassen op eigen product of dienst
3 Netwerken – Theorie / opdrachten
4 Netwerken – Toepassen op eigen product of dienst
5 Financiën – De investeringsbegroting en beginbalans (Zie ook werkproces 1)
6 Financiën – Onderzoek hoe je aan geld kan komen
7 Financiën - Ondernemingsplan
8 Financiën Verdieping
9 Marketing– Product of dienst?
10 Marketing–
11 Pitchen– Theorie toepassen eigen product / dienst
12 Pitchen– Naar buiten gerichte opdracht
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
9Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: doelgroep Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 1&2 Hoe bepaal ik mijn doelgroep?
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op ondernemingsplan en het bepalen van de doelgroep.
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen
Leerdoelen Leerling kan aangeven wat zijn doelgroep is.Verdieping:Leerling kan aangeven wie zijn doelgroep is en hoe hij ervoor zorgt dat ze zijn product/dienst kopen. Anders gezegd: Hoe zet ik mijn idee in de markt.
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
1 Doelgroep – Theorie
10
Bij het starten van een bedrijf is het van essentieel belang om je toekomstige (potentiële)
klanten in kaart te brengen. Je onderzoekt voor wie je het product maakt of aan wie je
een bepaalde dienst aanbiedt. Een onderneming valt of staat doorgaans met het
bereiken van de juiste doelgroep. Deze mensen gaan uiteindelijk jouw producten kopen
of gebruikmaken van de diensten die je aanbiedt. Als er geen vraag naar bepaalde
producten is, hoe mooi of goed ze ook zijn, zal er weinig tot niets van verkocht worden.
Zodra jij hebt bepaald waar de specifieke behoefte ligt van potentiële klanten, kun je hier
jouw product of dienst op aanpassen.
10 vragen om je te helpen je doelgroep te bepalen:
1. Is jouw product of dienst geschikter voor zakelijke klanten, of voor consumenten?2. Richt je je op lokale klanten, regionale klanten, landelijke klanten, of internationale
klanten?3. Is je product meer iets voor mannen of vrouwen?4. Leeftijd: welke leeftijdscategorie past bij jouw product? Tieners, dertigers, senioren,
kleine kinderen (dus hun ouders)?5. Inkomen: past jouw product bij mensen met een laag, gemiddeld of hoog inkomen?6. Wat voor type mensen zijn het?7. Waar werken je potentiële klanten?8. Waar winkelen je potentiële klanten?9. Wat is hun opleidingsniveau?10. Wat is de gezinssamenstelling van je potentiële klanten?
2 Doelgroep – Naar buiten gerichte opdracht
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
11
Beschrijf aan de hand van een willekeurig reclamefilmpje (of poster) wat de doelgroep is en wat hun kenmerken zijn? Denk bv. aan: wat is de leeftijd van de
doelgroep, verhouding man/vrouw die gebruik maakt van het product/dienst, is de
doelgroep modern, of meer behoudend, heeft deze doelgroep veel/weinig geld te besteden,
heeft deze doelgroep een hoog/laag inkomen, waar in Nederland, of in de stad woont deze
doelgroep vooral, in welke omgeving kom je deze doelgroep het meest tegen, waar kun je
aan zien wat hun kenmerken zijn?
3 Doelgroep – Toepassen op eigen product of dienst
Wie is jouw doelgroep en hoe zorg je ervoor dat anderen jouw product/dienst (in) kopen? Maak een filmpje, collage of verslag.
Wie van de 4 gefilmde ondernemers uit het filmisch portret ‘Het noorden leert ondernemen’ vind jij het sterkst als ondernemer. Licht dit toe.
. Het noorden leert ondernemen
http://hetnoordenleertondernemen.nl
Maak een reclame filmpje van jouw/jullie bedachte idee. Denk aan slogan; opnameplek; draaiboek
Les 3 en 4 NetwerkenLesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: Netwerken
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
12
Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 3 &4 Netwerken
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op mijn netwerk en netwerken
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen
Leerdoelen Leerling kan aangeven wat zijn netwerk is en hoe hij dit kan uitbreiden
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
NETWERKEN
4 Netwerken - Theorie
Wat is netwerken?
Wat is het belangrijkste waar een ondernemer (maar ook een ondernemende werknemer) over moet beschikken?
Een vraag die aandacht verdient en vooraf gaat aan ondernemend werknemerschap of aan het starten van een eigen onderneming, of bedrijf, is: waar dient een startende ondernemer over te beschikken? Als je dit leest, kun je denken aan geld. Het belangrijkste
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
13
waar hij over moet beschikken is geld en dit lijkt in eerste instantie vaak het enige goede antwoord. Hoewel geld natuurlijk wel een belangrijk onderdeel is, is het niet het belangrijkste.
Je kunt wel heel veel geld hebben, maar als niemand jou kent of geen vertrouwen in je heeft en niemand koopt iets van je, dan heb je niets aan al je geld. Je kunt ook zeggen, dat niemand jou dan iets gunt of iets kan gunnen. Daarmee hebben we in elk geval twee belangrijke woorden genoemd: vertrouwen en gunnen. Dit zijn de zijn de belangrijkste woorden voor een ondernemer (of ondernemende werknemer) om succesvol te worden en te blijven.
Om vertrouwen te krijgen, zodat anderen jou iets kunnen gunnen, zal je een netwerk moeten opbouwen met enerzijds klanten en anderzijds leveranciers en dan uiteraard dient dit een professioneel netwerk te zijn in plaats van bv. een persoonlijk netwerk -met instagram, facebook enz.- dat je waarschijnlijk al hebt met je familie, vrienden en
bekenden. Dat andere netwerk, het professioneel netwerk, is erg belangrijk voor jou als startende ondernemer /ondernemende werknemer.
In dit keuzedeel gaat het erom dat je een professioneel netwerk hebt, of deze ontwikkelt.
Voorbeeld van hoe jij je professioneel NETWERK kunt opstarten, of vergroten.
Ga naar ‘Stichting leerwens Nederland’:
Stichting Leerwens Nederland
Het netwerk van Leerwens.nl geeft jongeren de mogelijkheid om deel te nemen in een actieve ruilhandel in kennis en vaardigheden. Sluit je aan en bied zelf lessen en workshops aan. Denk daarbij aan gitaarles, bijles Wiskunde of een onderwerp waar jij expert in bent.http://www.leerwens.nl
Dit is een soort marktplaats waar diensten worden aangeboden en gevraagd. Hier lees je over een professioneel platvorm/netwerk.
5 Netwerken - Naar buiten gerichte opdracht
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
14
Kun het alleen of heb je andere nodig om je ideeën te realiseren (partners, personeel)? Breng je eigen netwerk in kaart (effectuation; birth in hand). Wie ken je en wat doet deze persoon (familie, vrienden, klasgenoten, buren, sport etc), breng je (potentiele) concurrenten in kaart, breng mogelijke samenwerkingspartners in kaart (effectuation; crazy quilt),
Film effectuation: https://www.youtube.com/watch?v=FCOQUbWJPB8
Netwerk van de klas in kaart brengen, plak gekleurde plakkers op het bord om inzicht te krijgen in wie we samen allemaal kennen, kennismaken met Linkedin
of
Schrijf een verslag (ongeveer 1.5 A-4tje), of ontwerp een tool -pinterest, smore, glogster enz.-, waarin je uiteenzet , of laat zien wat jouw huidige professionele netwerk is.
Je maakt gebruik van onderstaande vragen:
Wat voor (professioneel) netwerk heb je nu? Hoe maak je gebruik van je (professionele) netwerk? Hoe zou je er gebruik van willen maken? Bedenk hoe je jouw (professionele) netwerk als (aankomend ondernemer) kan
vergroten? Wie wil je graag in je (professionele) netwerk hebben + waarom? Welke actie kan jij doen om deze persoon in je netwerk te krijgen?
Beschrijf -en plaats- ook 1 concreet aanbod, door middel van een tool, wat jij aan gaat bieden bij Stichting Leerwens?
6 Netwerken – Toepassen op eigen product of dienst
Maak een facebook pagina voor je eigen bedrijf of maak een Linkedin profiel aan:
https://tackk.com
Hoe kan je jouw personal branding vorm geven?
Je hebt hiervoor al kunnen oefenen met Stichting Leerwens en in deze opdracht volgt een verdiepingsslag. In een professioneel netwerk is Linkedin het bekendste en de meest
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
15
bezochte social media tool, waarin jij je met jouw profiel kan laten zien, als (eventueel aankomend) ondernemer.
NB.
Je kunt ook samen met je docent zoeken naar iemand binnen, of buiten het Alfa College die een masterclass/workshop wil verzorgen over Linkedin.
Les 5 Investeringsbegroting en beginbalans
Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: Financiën Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 5 De investeringsbegroting en beginbalans (stof voor 3 lesuren)Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op ondernemingsplan en het verzamelen van financiële gegevens.Inventariseert de behoefte aan geld en mogelijkheden om aan geld te komen.
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen
Leerdoelen Leerling kan een investeringsbegroting opstellen.Leerling kan een balans lezen en interpreteren.https://tackk.com/pe9qvx
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
16
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
Opdracht
het starten van een onderneming / hoeveel geld heb ik nodig en hoe kom ik er aan?
Maak een investeringsbegroting van het door jou/jullie bedachte idee. Bedenk een werkvorm hoe je deze meeneemt naar je portfolio. Werk een ‘balans’ uit van het door jou/jullie bedachte idee. Zie toelichting hieronder.
Hoeveel geld heb ik nodig en hoe kom ik eraan?’
Als je een bedrijf start heb je over het algemeen geld nodig. De hoogte van het bedrag kan verschillen, maar een bureau, een laptop, een telefoon heb je sowieso nodig en al met al kan het voor je het weet aardig in de papieren lopen.
Het is van belang goed in kaart te brengen welke dingen en hoeveel contant geld je nodig hebt om te kunnen starten. Want als je dat weet, kun je je pas bezighouden met : ‘hoe kom ik aan geld?’
Om te bepalen wat je nodig hebt, kun je het beste een investeringsbegroting maken.
Hierna zie je een voorbeeld van een investeringsbegroting
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
17
Ter verheldering
1. Zoek eerst uit, als je dat nodig hebt, wat de termen betekenen die je niet kent, bijvoorbeeld goodwill, debiteuren…maak daarna je eigen investeringsbegroting.
Je weet nu hoeveel geld je nodig hebt. In het voorbeeld 12000 euro. Maar misschien heb je zelf ook al (spaar)geld, of spullen, zoals de eerder genoemde laptop. Dat spaargeld en eventuele spullen noem je eigen vermogen.
Vul nu onderstaand schema, de zogenaamde financieringsbegroting, in met je eigen bedragen.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
18
Het vreemd vermogen is wat je moet lenen. Als je van de totale financieringen het eigen vermogen trekt, krijg je dat bedrag.
Als je je investeringsbegroting links neerzet en rechts je financieringsbegroting, heb je je balans.
Je ziet waarom het balans heet, want de kolom links en de kolom rechts hebben een even groot totaal bedrag.
Voorbeeld:
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
19
Maak nu je eigen balans van het bedachte idee.
NB. Ervaring heeft geleerd dat je ongeveer 1 uur en 30 minuten bezig bent met bovenstaand onderdeel.
Het vervolg:
Als je een eenvoudige investeringsbegroting hebt opgesteld en je weet dat je er geld bij nodig hebt, is de vervolgvraag: HOE KOM JE AAN GELD?
Daarover meer in de volgende les.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
20
Les 6 Onderzoek hoe je aan geld kan komenLesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: Financiën Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 6 Onderzoek hoe je aan geld kan komen.Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op ondernemingsplan en het verzamelen van financiële gegevens.Inventariseert de behoefte aan geld en mogelijkheden om aan geld te komen.
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen https://tackk.com/pe9qvx
Leerdoelen Leerling kan verschillende manieren aangeven om aan geld te komen.
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
hoe kom ik aan dat geld?
Hoe werkt crowdfunding? Voor welke partij zou jij kiezen en beargumenteer je keus.
Als je niet gespaard hebt en je hebt ook geen rijke partner, ouders of andere familie, dan moet je misschien lenen. Bij de bank is dat tegenwoordig niet zo gemakkelijk en vinden ze snel iets te onzeker om er geld in te steken. Er zijn ook investeerders die wel een risico durven nemen (durfkapitaalverstrekkers); of investeerders die het risico spreiden, doordat ze met een grote groep zijn. Dit heet ook wel: crowdfunding.
In deze tijd, ook door de digitale ontwikkelingen, is crowdfunding een steeds vaker gekozen manier.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
21
Hoe werkt dit en welke jij zou kiezen?
Lees verder op internet. Een interessante vorm van crowdfunding is te vinden op de site van Kickstarter.
Kickstarter
Kickstarter is the world's largest funding platform for creative projects. A home for film, music, art, theater, games, comics, design, photography, and more.https://www.kickstarter.com
Daar kunnen bedrijven nieuwe producten laten zien en vragen er om een bijdrage. Zij vragen een (kleine) investering en in ruil daarvoor krijg je het door hun te ontwikkelen product.
Vaak wordt gesproken over een percentage in de winst (of omzet), of een percentage van het geïnvesteerd als vergoeding voor het geïnvesteerde kapitaal.
Lenen bij een bankNatuurlijk kun je ook naar een financiële bank gaan, alleen zal de bank over het algemeen eisen dat je zelf ook een deel van het te investeren geld levert.Op de webinar van de Rabobank krijg je uitleg waar de bank dan op let.
Bekijk de webinar en maak een lijstje van punten waar de bank op let voor ze met jou in zee gaan; je hebt dit nl. nodig voor opdracht 6.
Webinar: Hoe kijkt Rabobank naar een financieringsaanvraag? (25-4-2016) | Rabobank
Webinar bekijken:(25-4-2016) Hoe kijkt Rabobank naar een financieringsaanvraag? van Rabobankhttps://www.onlineseminar.nl
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
22
Om alles overzichtelijk op papier te krijgen, voor jezelf en voor investeerders hebben we een ondernemingsplan nodig. Hierover meer in de volgende les.
Les 7 OndernemingsplanLesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: Financiën Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 7 OndernemingsplanCriteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op ondernemingsplan en het verzamelen van financiële gegevens.Inventariseert de behoefte aan geld en mogelijkheden om aan geld te komen.
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen http://fcsprint2.nl/Bronnen/keuzedelen/ondplan.pdf
Leerdoelen Leerling kan een algemene beschrijving van richtlijnen voor een ondernemingsplan gevenVerdieping:Leerling kan een keuze maken voor een juridische ondernemingsvorm onderbouwd met argumenten.
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
Mogelijke opzet voor deze les.
Formeer groepjes van 3-4 studenten.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
23
Eén of twee groepjes zoeken uit wat bij de Kamer van Koophandel (KvK) de richtlijnen zijn
voor een ondernemingsplan.
Eén of twee groepjes zoeken uit wat bij een financiële bank de richtlijnen zijn voor een
ondernemingsplan.
Eén of twee groepjes zoeken uit wat bij een instelling naar keuze de richtlijnen zijn voor
een ondernemingsplan.
(Zoek op internet naar ondernemingsplannen)
De opbrengst wordt gepresenteerd.
Maak voor jouw idee (of onderneming) de keuze wat in het ondernemingsplan moet komen
om te kunnen starten. Maak er een kleurrijk geheel van naar je portfolio toe. In het
eindgesprek kun je hierover ‘debatteren’.
Jouw/jullie idee…en je wilt starten? Welke juridische ondernemingsvorm zou je dan kiezen en onderbouw je antwoord.
Hieronder volgt een toelichting op rechtsvormen.
Wat betreft
ONDERNEMINGSRECHTSVORMENJe kunt op twee manieren kijken naar het begrip ’ondernemingsvormen’.
Je kunt kijken naar
1. Een onderneming vanuit visie/inhoud (bv. maatschappelijk verantwoord ondernemen,
duurzaam ondernemen, sociaal ondernemen, deelplatforms enz.)
2. De juridische rechtsvorm van een onderneming (bv. eenmanszaak, VOF, B.V. ,
Commanditaire vennootschap, naamloze vennootschap -N.V.- enz. )
Beide invalshoeken komen in dit keuzedeel aan de orde. De informatie in deze bijlage gaat
over de tweede invalshoek
‘ welke juridische rechtsvormen van een onderneming zijn er en welke past het best bij jou als startend ondernemer?Wanneer je aan de slag gaat als zelfstandig ondernemer, moet je bij de Kamer van
Koophandel kiezen welke rechtsvorm je aanneemt.
In totaal zijn er negen verschillende rechtsvormen, maar niet iedere rechtsvorm zal geschikt
zijn voor jou. Om erachter te komen welke rechtsvorm het beste bij jou en je (toekomstige)
onderneming past, staan ze hier hieronder uitgelegd.
Eenmanszaak
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
24
Volgens de KvK kiezen de meeste ondernemers voor de rechtsvorm eenmanszaak. Het
enige wat je hiervoor hoeft te doen is je inschrijven bij de KvK. Een voordeel is dat een
eenmanszaak je relatief veel belastingvoordeel oplevert. Een nadeel is dat je met een
eenmanszaak met je privévermogen aansprakelijk bent. Daarnaast ben je zelf
verantwoordelijk voor alle financiën en kun je ervoor kiezen zelf de belastingaangifte te doen.
Natuurlijk kun je dit ook uitbesteden aan een accountant.
Besloten vennootschap (bv)Het grote voordeel van een bv is dat het een rechtspersoon is en je dus niet met je
privévermogen aansprakelijk bent. Je handelt namelijk vanuit het bedrijf. Het kapitaal van
een bv bestaat uit aandelen. Als zelfstandig ondernemer ben je een kleine bv en ben je zelf
de enige aandeelhouder. De aandelen staan op naam en zijn daarom niet vrij verhandelbaar.
Om een bv te starten moet je aan een aantal voorwaarden voldoen:
Je hebt een notariële akte nodig. Hierin staan de statuten, die door een notaris
gecontroleerd moeten zijn.
Je schrijft de bv in het Handelsregister in. Voor je bent ingeschreven ben je persoonlijk
aansprakelijk, dus probeer dit zo snel mogelijk rond te krijgen.
Een fors startkapitaal is niet nodig, vanaf één eurocent kun je een bv oprichten.
Een nadeel van de bv is dat de belastingdienst er vanuit gaat dat je als bestuurder van de bv
een salaris van minimaal 42.000 euro per jaar hebt. Hier wordt je dus ook op belast.
Wanneer je van te voren weet dat je op jaarbasis minder dan 42.000 euro gaat verdienen is
het financieel niet zo aantrekkelijk meer om een bv te beginnen.
Naamloze vennootschap (nv)Net als in een bv ben je in een nv niet met je privévermogen aansprakelijk. Daarnaast heeft
een nv aandelen die, in tegenstelling tot de aandelen van een bv, vrij verhandelbaar zijn op
de beurs. Een nv vereist een startkapitaal van 45.000 euro. Dit hoge bedrag maakt een nv
een minder geschikte rechtsvorm voor (startende) zelfstandige ondernemers. Wel is het de
rechtsvorm met de meeste zekerheid, door de telkens veranderende eigenaren
(aandeelhouders). Je bent namelijk niet privé aansprakelijk en de aandelen kunnen constant
worden verhandeld, wat een zekerheid van kapitaal betekent. In principe kan een nv alleen
verdwijnen bij een faillissement of een verdwijnende vraag naar het product van de nv.
Vennootschap onder firma (vof)Wanneer je samen met andere ondernemers een bedrijf wilt starten, kan een vennootschap
onder firma een passende rechtsvorm zijn. Een vof kan gezien worden als een
eenmanszaak met verschillende eigenaren die op alle vlakken samenwerken. Startkapitaal is
niet nodig, maar iedere zelfstandige vennoot is wel met zijn privévermogen aansprakelijk.
Het is verstandig om vooraf een vennootschapscontract op te laten maken bij de notaris, met
daarin duidelijke afspraken over de verdeling van de winst en de bevoegdheden.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
25
MaatschapAls je in samenwerkingsverband met andere ondernemers je beroep wilt uitoefenen kun je,
in tegenstelling tot de volledige samenwerking bij een vof, enkel op bepaalde vlakken gaan
samenwerken als maatschap. Je treedt dan bijvoorbeeld met andere ondernemers naar
buiten onder één naam. Iedere ondernemer is gelijk in een maatschap en brengt ‘iets’ in. De
winst wordt uiteindelijk onder ieder lid van de maatschap verdeeld. Je bent in een maatschap
wel aansprakelijk met je privévermogen. Wanneer je dezelfde voordelen als een vof wilt
hebben, maar alleen op bepaalde vlakken met anderen wilt samenwerken is een de
maatschap een passende rechtsvorm.
Commanditaire vennootschap (cv)Wil je een vof beginnen, maar zoek je een geldschieter voor meer kapitaal? Dan is er de
commanditaire vennootschap. De geldschieter die je hebt gevonden wordt financieel direct
verbonden met je bedrijf. Deze geldschieter wordt ook wel een stille vennoot genoemd. Bij
een cv word je als ondernemer gezien als beherende vennoot. Je bent bij een cv met je
privévermogen aansprakelijk, terwijl de geldschieter als stille vennoot enkel zijn investering
kwijtraakt.
CoöperatieBij een coöperatie kun je als zelfstandig ondernemer profiteren van de voordelen die een
collectief met zich meebrengt. Zo neemt iemand anders uit de coöperatie je werk over
wanneer je ziek bent. Daarnaast is een coöperatie een rechtspersoon en ben je niet met je
privévermogen aansprakelijk. De gemaakte winst van een coöperatie wordt over alle leden
verdeeld.
VerenigingBij een vereniging werk je met anderen samen aan een wens of doel. Je wordt beschouwd
als lid van de een vereniging, waardoor deze rechtsvorm niet geschikt is voor zzp’ers.
StichtingEen stichting heeft vermogen beschikbaar voor het realiseren van een bepaald doel en is
dus niet gericht op het maken van winst. Je kunt in je eentje een stichting runnen, maar een
stichting kan ook leden hebben en mag er personeel worden aangenomen. Bij een stichting
ben je als ondernemer niet privé aansprakelijk. Winst mag alleen worden uitgekeerd met een
sociaal of ideëel doel. Dit maakt het voor zelfstandig ondernemers vaak een ongeschikte
rechtsvorm.
Meer weten…bv. over ZZP-ers ? Kijk op internet.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
26
Extra lesstof Verdieping
Les 8 Hoe kom ik aan een uurloon en aan een verkoopprijs?Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: Marketing en Financiën Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 8 Hoe kom ik aan een uurloon en aan een verkoopprijs?
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op ondernemingsplan en het verzamelen van financiële gegevens.
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen https://tackk.com/gxentv
Leerdoelen Leerling kan aangeven hoe een uurloon wordt opgebouwd.Verdieping:Leerling kan een verkoopprijs bepalen en onderbouwen.
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
Bepaal een realistisch uurloon, dat jij zou willen verdienen als startend ondernemer (of als
beginnend ondernemend werknemer) + onderbouw je verhaal met cijfers.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
27
Omschrijf welke methode jij zou willen gebruiken om de verkoopprijs van je idee te bepalen.
Onderbouw je antwoord
‘Wat wordt de verkoopprijs?’Als je een dienst levert organiseer je een verkoopprijs, maar daar hoort ook bij…jouw
uurloon. Wat wil je verdienen?
Het klinkt misschien redelijk als je zegt: ik wil dan 10 euro per uur verdienen.
Maar als je alle kosten, belastingen enz. zou berekenen, kan het best zijn dat je tot een
ander inzicht komt.
Wat lijkt jou op dit moment een redelijk uurloon?Als je tot een redelijk maandloon wil komen, kom je misschien op een ander bedrag.
Voorbeeld (€) Jij (€)Wat wil je bruto* gemiddeld per maand verdienen?** 1500,00
Plus 8% vakantiegeld (delen door 100 x 108) 1620,00
Plus 8% vakantie dagen (delen door 100 x 108) 1749,60
Plus 25% werkgeverslasten (delen door 100 x125) 2187,00
Per 3 maanden (= kwartaal) is dat 6561,00
Per week (een kwartaal: 13) is dat 504,69
Per uur (: 40) 12,62
* Bruto, dus daar moet nog belasting van af.
** Ga uit van een volledige baan, bij een volledige baan werk je 40 uur per week.
Nu jij.Om te oefenen ga je er van uit, dat jij 2.100 euro bruto per maand wilt verdienen. Wat wordt
dan het rekensommetje + wat is dan ongeveer je netto uurloon?
Om te oefenen ga je er van uit, dat jij 1.950 euro bruto per maand wilt verdienen. Wat wordt
dan het rekensommetje + wat is dan ongeveer je netto uurloon?
Nu realistisch: wat lijkt jou een realistisch uurloon als je start? Werk dit uit.Ga je zelf aan de slag, of vraag je hier verder uitleg van je docent over?
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
28
Verdieping Prijsbepaling-methodes
Omschrijf welke methode jij zou willen gebruiken om de verkooprijs van je idee te bepalen.
Onderbouw je antwoord.
Hieronder is een bron, waar je informatie kunt vinden om een verkooprijs te kunnen bepalen.
Je kunt ook een docent vragen hier ‘les’ of workshop over te geven.
↓Prijsbepaling-methodesVier modellen om je prijzen te berekenen
Hoeveel moet je rekenen voor je product of service?Een van de meest moeilijke – maar ook belangrijke – zaken die je als ondernemer moet
beslissen, is hoeveel je moet rekenen voor je product of dienst. Hoewel er niet één ‘juiste’
manier is om je prijsbepaling-strategie te bepalen, zijn er richtlijnen die je kunnen helpen bij
het nemen van een beslissing.
Hierbij alvast enkele factoren waar je, voor prijsbepaling, rekening mee moet houden:
PositioneringHoe ga je jouw product op de markt positioneren? Gaat de prijsstelling een belangrijk
onderdeel van die positionering vormen? Als je een discounter leidt, probeer je je prijzen
altijd zo laag mogelijk te houden (of in elk geval lager dan je concurrenten). Maar als je je
product als een exclusief luxeartikel neer wilt zetten, kan een te lage prijs je imago juist
schaden.
De prijsstelling dient in overeenstemming zijn met de positionering, want mensen houden
graag vast aan het idee dat je krijgt waar je voor betaalt.
VraagcurveHoe zal je prijsbeleid van invloed zijn op de vraag? Je zult hier wat standaard
marktonderzoek voor moeten uitvoeren om erachter te komen, maar dit hoeft niet per se op
een formele manier te gebeuren. Krijg tien mensen zover dat ze een eenvoudig vragenlijstje
beantwoorden, met vragen als: ‘Zou je dit product kopen voor een X-bedrag? En voor een Y-
bedrag? Z-bedrag?’
Voor een grotere onderneming zal je het natuurlijk wat formeler aan willen pakken,
bijvoorbeeld door een marktonderzoek-bedrijf in te schakelen. Maar zelfs iemand die
zelfstandig werkt, kan een simpele vraagcurve in kaart brengen die aangeeft dat er bij een X-
prijs zoveel kopers zijn, bij een Y-prijs zoveel, enzovoorts.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
29
KostenBereken de vaste en variabele kosten van jouw product of dienst. Hoeveel bedraagt de kostprijs (d.w.z. wat elk verkocht product of geleverde dienst jou afzonderlijk gekost heeft)
en de ‘fixedoverhead’ (d.w.z. de vaste kosten die niet veranderen, tenzij je bijvoorbeeld je bedrijf
dramatisch vergroot of verkleint).
Onthoud wel dat je bruto marge (de verkoopprijs minus de kostprijs) ruimschoots je fixed overhead moet dekken, anders maak je te weinig winst. Veel ondernemers raken in de
problemen doordat ze dit onderschatten.
OmgevingsfactorenZijn er nog wettelijke of andere beperkingen op je prijsstelling? Denk hierbij bijvoorbeeld
aan de vaste boekenprijs. En welke acties zouden je concurrenten kunnen ondernemen?
Kan een te lage prijs van jouw kant misschien een prijzenoorlog ontketenen? Zoek daarom
goed uit welke externe factoren jouw prijsstelling kunnen beïnvloeden.
De volgende stap is het vaststellen van de doelstellingen van je prijzen. Wat wil je bereiken
met je prijsstelling? Ben je uit op winst op de korte termijn of wil je je met behulp van je
prijsstelling juist graag van je concurrenten onderscheiden? Uitgebreide informatie hierover
vind je hieronder.
De echte getallen!Als je eenmaal de verschillende factoren hebt overwogen die erbij komen kijken en bepaald
hebt wat de doelstellingen van je prijsbepaling strategie zijn, wordt het tijd om met echte
getallen aan de slag te gaan.
Hieronder vind je vier modellen om je prijzen te berekenen.
Kostprijs plus winstopslagBereken de hoogte van je prijs door bovenop je productiekosten - met inbegrip van zowel
de kostprijs van de goederen als de vaste kosten bij je huidige verkoopvolume –een
bepaalde winstmarge te rekenen.
Stel dat je per product zo’n € 20,- aan grondstoffen en productiekosten kwijt bent. Met je
huidige afzet (of verwachte afzet) komt daar nog eens € 30,- aan vaste kosten – inclusief je
eigen salaris - bovenop. Nu zijn je totale kosten per product dus zo’n € 50,-. Je besluit dat je
wilt werken met een winstmarge van 20%, dus voeg je nog eens € 10,- aan de prijs toe,
resulterend in een verkoopprijs van € 60,-.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
30
Zolang je je zelfgemaakte kosten op de juiste manier berekent en je verwachtingen van het
verkoopvolume gegrond zijn, werk je bij deze methode dus altijd met winst (bovenop je
eigen salaris, die je mee hebt genomen in de vaste kosten).
Target return pricingLaat de hoogte van je prijs afhangen van het totaalbedrag dat je (terug) wilt verdienen.
Laten we voor het gemak bovenstaand voorbeeld nog eens gebruiken:
Stel je hebt € 10.000,- geïnvesteerd in je bedrijf. In het eerste jaar verwacht je duizend
artikelen te verkopen. In dat eerste jaar wil je ook meteen je gehele investering
terugverdienen, waardoor je dus op die duizend artikelen in totaal € 10.000,- winst moet
maken. Dit komt neer op € 10,- winst per product, wat opnieuw de prijs van € 60,- oplevert.
Op waarde gebaseerde prijzenBij deze methode kies je voor een prijs die gebaseerd is op de waarde die het voor je klanten heeft. Vaak is dit de meest winstgevende manier om je producten te prijzen, als je
je klanten tenminste bereiken kunt.
De meest extreme variatie op deze methode is “pay for performance”. In dat geval reken je
namelijk een prijs die gebaseerd is op de resultaten die het product voor je klanten oplevert.
Stel dat het product uit de voorbeelden hierboven de gemiddelde klant zo’n € 1000,- per jaar
bespaart aan, laten we zeggen, energiekosten. In dat geval is € 60,- een koopje en is het
misschien zelfs te goedkoop.
Als de betrouwbaarheid van je product zulke grote kostenbesparingen met zich meebrengt,
kun je gemakkelijk € 200,- of € 300,- ervoor vragen – misschien zelfs nog meer – en klanten
zijn maar wat graag bereid om dit ervoor neer te tellen. Ze verdienen hun geld er immers
binnen enkele maanden al mee terug.
Maar er is nog een andere geweldig grote factor waar je rekening mee moet houden:
Psychologische prijsstellingenUiteindelijk zal je ook rekening moeten gaan houden met de perceptie die je (potentiële)
klanten van je prijs hebben. Het is daarom verstandig om van tevoren de volgende dingen uit
te zoeken: wat zijn populaire prijsstellingen en wat zijn eerlijke prijzen.
Ga je zelf aan de slag, of vraag je hier verder uitleg van je docent over
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
31
Les 9 Product of dienst? (Verdieping werkproces 1)Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: Marketing Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 9 Product of dienst?
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op marketing.Verdieping bij werkproces 1
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen
Leerdoelen Leerling kan het verschil aangeven tussen het aanbieden van een dienst en een product wat betreft marketing (werkproces 2)
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
waarin zou ik ondernemer willen zijn?Je gaat verder ‘proeven’ aan ondernemerschap en niet meer dan dat.
Aan het eind van werkproces 1 heb je een anker, zodat je al iets kunt zeggen of startend
ondernemerschap iets is dat bij jou past en waar je meer van wilt ‘proeven’, of dat je weet dat
het (nog) niet echt bij je past en dat je je liever voorbereidt op ondernemend
werknemerschap.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
32
‘Waarin zou ik ondernemer willen zijn?’Je hebt hierbij 2 keuzes. Als startend ondernemer moet je weten; wil ik ondernemen in
1. Goederen/productenBv. jouw ‘unieke’ product is een ergonomische design kaasschaaf, een broodje
zeewierhamburger, een nieuwe, niet-vette handcrème enz…
2. Een dienstJe biedt je aan als belastingconsulent, zodat je anderen helpt met hun belasting , of dat jij
jezelf aanbiedt als kindercoach, als website - ontwikkelaar, als koerier, als REIKI-therapeut
enz.
Het verschil tussen marketing van diensten en producten Door Leon Korteweg in Marketing & verkoop bron:
https://www.marketingportaal.nl/marketing-verkoop/dienstenmarketing
Het laten repareren van jouw auto, ontbijt bij de Hema, het ontvangen van hypotheekadvies;
Het zijn allemaal voorbeelden van diensten. In dit artikel gaan we in op de verschillen tussen
een dienst en een product en de consequenties die dit heeft voor marketing. We bespreken
7 karakteristieken van dienstenmarketing.
1. Een dienst is ontastbaar
Een belangrijk kenmerk van een dienst is de ontastbaarheid. Een dienst kan voorafgaand
aan de aankoop niet worden gezien. Hierdoor is het als afnemer lastig om de kwaliteit van de
dienst te beoordelen. Hoe minder materiële elementen tijdens het dienstverleningsproces
aanwezig zijn, hoe groter de onzekerheid over de kwaliteit is bij (potentiële) afnemers. In
dienstenmarketing is het belangrijk om deze ontastbaarheid tastbaar te maken. De kwaliteit
moet via andere manieren aangetoond worden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de plaats van
verkoop (het interieur), de mensen, de hulpmiddelen, testimonials en case studies.
2. Een dienst is vergankelijk
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
33
Een groot verschil tussen een product en een dienst is de vergankelijkheid van een dienst.
Een product kan worden opgeslagen in een magazijn, maar een dienst kan nooit op
voorraad worden gehouden. Als een monteur een halve dag niets te doen heeft, dan kunnen
die uren later niets meer opleveren. Als een bus zijn route rijdt met 10 lege zitplaatsen, dan
leveren deze zitplaatsen later nooit meer iets op.
Om deze reden wordt er bij dienstenmarketing veel gedaan aan capaciteitsmanagement. Dit
zijn maatregelen die of de vraag, of het aanbod beïnvloeden. Het aanbod kan beïnvloed
worden door bijvoorbeeld het aannemen van parttime medewerkers. Een ander voorbeeld
van het beïnvloeden van het aanbod is het ontbijt bij de MacDonalds: Niemand bestelt ’s
ochtends een hamburger. Door het aanbieden van een ontbijt wordt de capaciteit in de
ochtenduren toch benut. De vraag kan beïnvloed worden door bijvoorbeeld het invoeren van
een daluren abonnement.
3. Productie en consumptie vallen samen
Een kenmerk dat gerelateerd is aan de vergankelijkheid van een dienst is het feit dat de
productie en consumptie samenvallen bij een dienst. Een voorbeeld is een
theatervoorstelling. De voorstelling wordt geproduceerd door de acteurs en het publiek
neemt de dienst tegelijkertijd af.
4. Direct contact tussen de aanbieder en de afnemer
Een dienst is grotendeels mensenwerk. Daarom kent de marketingmix bij dienstenmarketing
vijf P’s in plaats van vier. De vijfde P van dienstenmarketing is ‘Personeel’. De mentale
toestand van een medewerker kan verschillen. Als de medewerker een stresvolle dag heeft,
dan is het mogelijk dat een klant minder vriendelijk wordt behandeld en daardoor het
kwaliteitsniveau daalt. Omdat het personeel zo belangrijk is voor het kwaliteitsniveau van de
dienst, is werving en training erg belangrijk bij dienstenmarketing.
5. De afnemer produceert zelf mee
Een kenmerk van een dienst is dat de afnemer zelf mee produceert aan het eindresultaat.
Als een architect een huis bouwt, dan heeft de klant uitgebreid inspraak in het proces.
Daardoor heeft de afnemer veel invloed op de kwaliteit van het eindresultaat.
6. Een dienst is moeilijk te standaardiseren
Doordat een dienst grotendeels mensenwerk is, en doordat de afnemer zelf inspraak heeft in
het eindproduct, is een dienst lastig te standaardiseren. Vaak is er sprake van maatwerk.
7. Dienstenmarketing of goederenmarketing?
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
34
In heel veel gevallen is er niet 100% sprake van een dienst of 100% sprake van een product.
In een café bestel je een kopje koffie (product), maar maak je ook gebruik van een zitplaats
(dienst). Een makelaar verkoopt een huis (product), maar regelt ook veel dingen rondom de
verkoop (dienst). Vaak is er dus sprake van een combinatie van een dienst en een product.
OpdrachtMotiveer waarin jij het liefst een ondernemer zou willen zijn en geef aan hoe jij dit aanpakt.
Laat zien in je aanpak dat jij rekening houdt met de verschillen tussen dienstenmarketing en
productmarketing. Schrijf je verhaal op in je portfolio.
Les 10 de SWOT analyse. Hoe ga ik om met kansen en bedreigingen?Lesformulier Oriëntatie op Ondernemerschap. Werkproces 2. Oriënteert zich op het runnen van een onderneming. Onderdeel: Marketing Klas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 10 De SWOT analyse. Hoe ga ik om met kansen en bedreigingen?
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op marketing.Hoe om te gaan met kansen en bedreigingen (externe markt) Onderdeel van de SWOT analyse. Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats.
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen
Leerdoelen Leerling kan aangeven waaruit een swot analyse is opgebouwd.Leerling kan kansen en bedreigingen benoemen in zijn eigen marktplan en kan motiveren hoe hier mee om te gaan.
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
35
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
Een SWOT analyse biedt een uitgebreide scan of ‘foto’ van een organisatie/bedrijf, een
ondernemer, een idee, of van jou als persoon. Wat je maar wilt.
De SWOT bestaat uit 2 gedeelten. Een intern gedeelte Sterke en zwakke kanten.
En een extern gedeelte. Kansen en bedreigingen.
De S staat voor STRENGHTS (Nederlands: KRACHT) De W staat voor WEAKNESSES
(Nederlands: ZWAKTES) De O staat voor OPPORTUNITIES (Nederlands: KANSEN) De T staat voor THREATS (Nederlands: BEDREIGINGEN)
In deze opdracht maak je een SWOT analyse van je idee. Kijk ter oriëntatie bv. op
https://www.youtube.com/watch?v=_OS_nyQA_n8
of
https://www.youtube.com/watch?v=uuAf58QvpI8
Enkele (hulp)vragen om de SWOT te begrijpen:1 Zoek op internet een voorbeeld van een SWOT-analyse van een willekeurig bedrijf (bv.
Philips, Akso, KLM enz.)
2 Zoek ook een voorbeeld van een SWOT-analyse van een persoon. (bv. zoek de SWOT
van de huidige president van de Verenigde Staten, of van onze premier enz.)
3 Bekijk nu je SWOT-analyse voor je eigen idee.
4 Wat denk je, wat maakt het bedachte idee zo speciaal dat klanten er gebruik van maken?
5 Sta stil bij de vraag….hoe ga je de mindere kanten van je product compenseren?
6 Om te onthouden: leidt de uitkomst van de SWOT-analyse tot een aanpassing van het
bedachte idee, of ben je nog steeds overtuigd dat het een goed idee is?
Opdracht les 10Presenteer aan minimaal 4 personen (kijk hiervoor ook terug naar werkproces 1 en in je
portfolio) hoe jij omgaat met je Kansen en Bedreigingen. Ofwel de EXTERNE kant van de
SWOT.
Vraag na de presentatie actief om feedback: ‘wat is volgens de andere studenten goed en
sterk aan je verhaal en wat is er zwak aan?
Noteer de antwoorden van minimaal 4 personen in je portfolio.
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
36
Les 11 en 12 PitchenKlas Datum Vak Oriëntatie op OndernemerschapLes 11&12 Pitchen
Criteria lesopdracht
Voldoet aan werkproces 1 en 2 onderdelen oriëntatie op pitchen
Lesstof Materiaal en lesplanning Wiki Oriëntatie ondernemerschapbegrippen
Leerdoelen Leerling kan in een korte tijd aangeven wat hij doet en waarom hij dat doet
Tijd Lesdeel lesopzet Leerling activiteit docent Hulpmiddelen00:0000:10
Intro Uitleg en opstart
Luisteren vragen Uitleg DigibordWiki
00:1000:50
TheorieActiverendeopdrachten
OpdrachtGroepen
ZelfstudieAan de slag ingroepen
Begeleiding WikiInternet
00:50 Evaluatie Controle PlanningTo Do
Extra ruimte / Zelfevaluatie
Alternatieven voor volgende les
Uitproberen in nieuwe situatie
Opmerkingen en of suggesties voor WIKI
Elevator Pitch
Met een elevator pitch breng je aan anderen over wat je doet en waarom je dat doet. Om mensen nieuwsgierig te maken, te interesseren voor jouw bedrijf, product of dienst of om jezelf daadkrachtig te presenteren bij investeerders.
De kracht van de elevator pitch
De elevator pitch is een korte presentatie van maximaal 60 seconden waarin je jezelf of je idee verkoopt. Elevator pitch staat voor liftpraatje. Als je bij een potentiële klant of werkgever in de lift zou staan, wil je hem of haar snel je toegevoegde waarde duidelijk kunnen maken. Voordat de ander uit de lift stapt, moet hij of zij weten dat jij dé oplossing bent voor zijn of haar probleem. Je elevator pitch is dus kort en krachtig. De ander komt daardoor te weten wat jij te bieden hebt en is mogelijk geïnteresseerd om verder met je te praten.
Wat staat er in een goede elevator pitch?
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
37
Jouw elevator pitch geeft in ieder geval antwoord op de volgende vragen:
wie ben je? welke oplossing bied je? wat voeg je toe? (wat zijn de voordelen voor de ander) wat zoek je?
Waarom een elevator pitch?
De elevator pitch kan in allerlei situaties van pas komen. Fijn als je je elevator pitch altijd paraat hebt. Als je onverwacht wordt gevraagd iets te vertellen over jezelf of over je bedrijf, kun je meteen vertellen wat je drijft en boeit. Een goed voorbereide elevator pitch kan dus het verschil maken!
Je kunt je elevator pitch gebruiken bij het netwerken tijdens een bijeenkomst voor ondernemers. Of als je een acquisitiegesprek hebt met een potentiële klant. Ook als je op zoek bent naar werk en op sollicitatiegesprek gaat, is een goed voorbereide elevator pitch belangrijk.
Misschien vind je het lastig om te vertellen wat je graag en goed doet. Vind je zo’n verkooppraatje een beetje gênant. Voor een ander is een goede elevator pitch juist heel fijn. Het is prettig om snel te weten wat jij te bieden hebt. En als je dat met hart en ziel overbrengt, is jouw elevator pitch ook écht overtuigend.
Dit zijn de belangrijkste kenmerken van een Elevator Pitch:
een korte beschrijving van je bedrijf, product of dienst
begrijpbaar voor zowel een 12- als 65-jarige
geeft antwoord op wat je doet en voor wie je dat doet
geeft inzicht in hoe je waarde, voordeel en kwaliteit levert aan je klanten
Een elevator pitch heb je niet alleen maar voor ‘verkoopgesprekken’. Denk bijvoorbeeld ook aan:
Kennismakingen
Netwerkbijeenkomsten
Sollicitatiegesprekken
Website (homepage)
Profielen op sociale netwerken
Offertes
Investeringsrondes
Telefoongesprekken
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
38
11 Pitchen– Theorie toepassen eigen product / dienst
pitchen van de uitkomsten van de SWOT analyse
12 Pitchen– Naar buiten gerichte opdracht
Pitchen van je eigen product of dienst (de ultieme pitch!)
Tip: voorbeelden Bekende TV programma’s zoals beste idee van Nederland en dreagons
Den
Voor alle onderwerpen geldt: nodig gastsprekers uit met een aansprekend verhaal of
ga op bezoek bij deze ondernemers met je klas.
Alfa-college stimuleren om deel te nemen aan de Alfa Ondernemers Award
Overige mogelijke opdrachten
Opdracht Doelgroep; ga bij 4 bedrijven langs en achterhaal wie hun klanten zijn, wat is hun
doelgroep en wat is de behoefte van deze doelgroep
Toepassen eigen product of dienst; wie zijn jouw klanten? Hoe oud zijn ze, waar wonen ze,
wat verdienen ze, wat hebben ze gemeen?
Opdracht Netwerken; maak een facebook pagina voor je eigen bedrijf, bezoek
netwerkbijeenkomst, netwerk van de klas in kaart brengen, plak gekleurde plakkers op het
bord om inzicht te krijgen in wie we samen allemaal kennen, kennismaken met linkedin
Toepassen eigen product of dienst; Kun het alleen of heb je andere nodig om je ideeen te
realiseren (partners, personeel)? breng je eigen netwerk in kaart (effectuation; birth in hand)
wie ken je en wat doet deze persoon (familie, vrienden, klasgenoten, buren, sport etc),
breng je (potentiele) concurrenten in kaart, breng mogelijke samenwerkingspartners in kaart
(effectuation; crazy quilt),
Opdracht financiën;
Theorie; financieel plan wat kost het en wat krijg je binnen (personeelskosten), vormen
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
39
van financiering (bank, aandeelhouders, croudfunding, etc)
Naar buiten gericht; Ruilopdracht waarde van producten,
Toepassen eigen product of dienst; Welke prijs vragen je concurrenten, hoe kom je aan geld,
hoeveel geld heb je nodig? Kun je je ideeën ook realiseren zonder geld (kun je je netwerk
gebruiken om dingen voor te krijgen)?
Opdracht marketing;
Theorie; SWOT analyse, Commercieel, klanten krijgen en behouden en van dienst zijn.
Verhaal achter je product verkopen ipv je product zelf, simon Sinek why
Naar buiten gericht: SWOT analyse, van iets in de nabije omgeving, eigen opleiding. Welke
posters ben je onderweg tegen gekomen bijv, en wat is je er van bij gebleven?
Toepassen eigen product of dienst; opnieuw kijken naar je prototype pas deze aan met je
kennis, marketing mix maken, welke sociale media zet je in ter promotie van je eigen
ondernemingen waarom?
Opdracht; eigen gouden louki verkiezing, bijv 5 reclames beoordelen, leerlingen moeten
letten op doelgroep, boodschap etc.
Tip; filmpje Guzman; https://www.youtube.com/watch?v=fIeZHULOH_o
Opdracht pitchen;
Theorie:
Naar buiten gericht; pitchen van de uitkomsten van de SWOT analyse
Toepassen eigen product of dienst; Pitchen van je eigen product of dienst (de ultieme pitch!)
Tip: voorbeelden Bekende TV programma’s zoals beste idee van Nederland en dreagons
Den
Voor alle onderwerpen geldt: nodig gastsprekers uit met een aansprekend verhaal!
Of ga op bezoek bij deze ondernemers met je klas.
Moeten we iets met trends en ontwikkelingen? Duurzaamheid, MVO etc?
Film effectuation: https://www.youtube.com/watch?v=FCOQUbWJPB8
Alfa-college stimuleren om deel te nemen aan Ondernemers Award
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
40
Werkproces 3 Besluit of ondernemen bij je past
Doelstellingen voor dit werkproces De beroepsbeoefenaar bepaalt wat hij leuk en minder leuk vindt aan ondernemen en gaat na
of het starten en runnen van een eigen onderneming bij hem past op korte of lange termijn.
Hij bekijkt welke persoonskenmerken van pas komen en welke persoonskenmerken hij nog
verder zou moeten ontwikkelen. Ook gaat hij na wat het ondernemerschap verder vraagt qua
inzet (bijv. beschikbaarheid, werkomstandigheden), houding (doelgericht, gedisciplineerd,
pro-actief) en vaardigheden (bijv. plannen, organiseren, netwerken), welke mogelijkheden
ondernemerschap hem kan bieden en in hoeverre dit bij hem past. Hij benut mensen in zijn
omgeving door hen feedback en advies te vragen. Op basis van zijn reflectie weet hij wat
ondernemen van hem vraagt en of hij gemotiveerd is hieraan (nu of in de toekomst) tijd,
energie en middelen te besteden.
De beroepsbeoefenaar weet in hoeverre ondernemen bij hem past (of in de toekomst bij hem
zal kunnen passen) en kent zijn/haar kwaliteiten en ontwikkelpunten op dit gebied.
Gedrag en houding
De leerling
- Vraagt actief feedback over zijn expertise als potentiële ondernemer en staat open voor
feedback.
- Bepaalt zelfstandig, met behulp van zelfkennis en feedback van anderen, zijn plus- en
minpunten af als potentiële ondernemer.
- Neemt weloverwogen een beslissing of hij op korte of lange termijn zelf wil gaan
ondernemen en is zich bewust van eigen groei
Besluit of ondernemen (als toekomstperspectief) bij hem past
en verandering van inzichten.
Planning en omvang dit werkprocesDeze module kan worden gegeven gedurende 1 periode van het jaar. De omvang van dit werkproces is 8 uur begeleide onderwijstijd.
Studiebelasting van dit werkproces- 16 lesuren
- Overige zelfstudie uren 50 uur
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016
41
- Verdeling aantal pitches over lesuren.
Les inhoud
1 Pitch, bespreking pitch, werken aan portfolio, portfolio gesprek voorbereiden. Tips
en tops
2
3
4
5
6
7
8
Les 1 tot en met 8Doel van de les
Leerlingen geven een pitch en deze wordt door andere leerlingen geëvalueerd.
LesinhoudHet geven van een pitch en het werken aan het portfolio.
Opdracht voor de leerling
Hierin staat het werken aan het portfolio en het geven van een pitch centraal.
Tips/ tools voor de docent
- Opmerking per pitch de klas tips en tops laten noteren.
- Opdrachten afronden in zelfstudie uren.
- Tip laat leerlingen gesprekken oefenen in hun omgeving.
-
Onderwijsprogramma BOL 2016-2017 30 september 2016