Upload
lilian-de-ruiter
View
222
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Beeldverslag van de MLI studie van Lilian de Ruiter
Citation preview
Mijn MLI-reis Lilian de Ruiter – Studentnummer 2532395
In dit document beschrijf ik mijn ontwikkeling die ik heb doorgemaakt in de twee
jaar dat ik de master Leren en Innoveren heb gevolgd.
Introductie
De afgelopen twee jaar hebben voor mij vooral in het teken gestaan van de master Leren en Innoveren. De opleiding is vaak een wisseling van uitersten geweest. Zo was het aan de ene kant super zwaar door de combinatie met een fulltime baan en een huishouden in mijn eentje, maar aan de andere kant zo interessant dat ik niet wilde stoppen. Al zijn er zeker momenten geweest waarop ik dacht dat stoppen een goed idee was. Nu ben ik heel blij dat ik dat niet gedaan heb en bezig ben met de afsluiting van deze nuttige opleiding. In dit tijdschrift laat ik zien waar ik stond toen ik aan de opleiding begon, hoe ik me ontwikkeld heb en welke plannen ik voor de toekomst heb. Veel leesplezier!
Intakegesprek en begin van de studie
Officieel begon de MLI voor mij op 1
september 2014, maar in mei van dat jaar
was ik al bezig met de voorbereiding. Die
bestond uit een opdracht die ik thuis moest
maken en een introductieavond, waarop ik
vast een paar medestudenten leerde
kennen.
Na de introductieavond heb ik een verslag
geschreven, waarin ik beschreef waar ik op
dat moment stond en waar ik met de
opleiding naar toe wilde. Als ik dit terug
lees, merk ik dat ik sommige plannen heb
waargemaakt, maar dat anderen niet aan
bod zijn gekomen. In dit stuk staat
bijvoorbeeld dat ik me wil verdiepen in de
rol van de decaan en mijn vak, Mens &
Maatschappij, wil verbeteren door de
docenten meer scholing te bieden in de
vakken waar zij geen bevoegdheid voor
hebben. De rol van decaan heb ik niet meer
onderzocht, al blijf ik dat wel een
interessant onderwerp vinden. In de
toekomst hoop ik daar meer mee te gaan
doen.
Mens & Maatschappij is zeker in het eerste
jaar wel een belangrijk onderdeel voor mij
geweest binnen de studie. Zo heb ik mijn
paper over dit onderwerp geschreven en
ben ik bij LA2 ook uit gegaan van mijn
eigen vak bij het vormgeven van mijn
herontwerp.
Mijn leerdoelen aan het begin van de
opleiding waren deze:
1. Open staan voor innovaties
2. Het ondersteunen van de school op
het gebied van innovaties
3. Meer overzicht van de organisatie
waarin ik werk
Eén leerdoel heb ik daar gedurende het
eerste halfjaar aan toegevoegd: ‘Ja’ zeggen
op dingen waar ik alleen ‘nee’ op wil zeggen
omdat ik het eng vind. Ik wilde enge dingen
doen om mezelf te ontwikkelen, zekerder te
maken en me niet te laten tegenhouden
door angst. Dat resulteerde in onder andere
deze gebeurtenissen:
- Presentatie voor studenten van de
HAN over het lesgeven in het VMBO
- Presentatie opening I/O gebouw van
de HAN met Jet Bussemaker
- In mijn eentje op vakantie naar
Griekenland
- Presentatie van mijn
onderzoeksvoorstel tijdens de Eapril
Conferentie in Luxemburg
- Het oefenen van een skillsgesprek
voor hele klas van de MLI
Na afloop van het diner met Jet Bussemaker en twee andere jonge docenten
Mijn collega’s over mij mei 2014
Door aan het begin van de opleiding stil te staan bij mijn sterktes en zwaktes, heb ik meteen
gebruik kunnen maken van mijn sterktes en aandacht kunnen besteden aan mijn zwaktes.
Terugkijkend op deze doelen en de studie, zie ik dat deze doelen goed aansluiten bij de
inhoud van de opleiding. Op de volgende pagina’s ga ik verder in op deze doelen en de
doelen die de MLI opgesteld heeft. Dit doe ik aan de hand van de vier rollen van de MLI:
1. Excellente leraar
2. Ondernemende ontwikkelaar
3. Reflective Practitioner
4. Begeleider en gesprekspartner van collega’s
Wim van der Rijt, Teamleider
‘Lilian is goed in samenwerken en is heel
mensgericht. In haar ideeën slaat ze
soms de stap van het analyseren over,
doordat ze vertrouwt op haar intuïtie. ’
Joke van Strijp, collega
‘Lilian is betrouwbaar en
een echte ontwikkelaar. Ze
moet er op letten dat ze
niet altijd ‘ja’ zegt op alle
opdrachten en taken. ‘Nee’
is ook een antwoord.’
Ramona Krul, collega
‘Lilian is open en eerlijk. Plannen
gaat niet altijd goed, doordat ze
veel tegelijk wil doen.’
Marieke Sanders, collega
‘Lilian is een gedreven docent die in
haar lessen veel gebruik maakt van de
dagelijkse praktijk.’
Rol 1. Excellente leraar
Waar stond ik? – De eerste twee jaar in een leergebied Sinds een aantal jaar geef ik les op het Fioretti College in het vak Mens & Maatschappij. Ik heb geschiedenis gestudeerd, maar binnen M&M geef ik ook les in aardrijkskunde, economie, levensbeschouwing en maatschappijleer. In het begin vond ik vooral economie een uitdaging, maar het werd me snel duidelijk dat dit een belangrijk onderdeel is van het vak. Niet alleen omdat het de leerlingen veel tips en kennis mee geeft voor hun privé leven, maar ook omdat economie een keuzevak is op het Fioretti College, waar de leerlingen uiteindelijk examen in kunnen doen. Ook maatschappijleer is een examenvak, wat het ook een belangrijk onderdeel maakt binnen M&M. Binnen de sectie M&M werken we veel samen met elkaar. Geen van de M&M-docenten heeft een bevoegdheid voor het vak economie. Ik vond dat een gemis in onze sectie en wilde me hier graag sterk voor maken. Dit werd gezien door mijn collega’s, die mij aan het begin van de studie beschreven als iemand die graag lesmateriaal ontwikkelt en het belangrijk vindt om kennis en vaardigheden te delen.
Wat heb ik gedaan? – Pijlen op Mens & Maatschappij In de afgelopen twee jaar heb ik me verdiept in de achtergrond van het leergebied Mens & Maatschappij. Ik ben daarmee begonnen bij het schrijven van mijn paper voor LA1. Dit paper had als titel ‘Vakintegratie in de maatschappijvakken’ en gaf antwoord op de vraag: ‘Op welke manier moet Mens & Maatschappij vorm gegeven worden zodat het betekenisvol wordt voor de leerlingen en hen motiveert tot leren?’ Leerlingen leerden bij M&M vooral veel feiten uit hun hoofd, die getoetst werden in schriftelijke overhoringen en proefwerken. Hierdoor schoot M&M vaak zijn doel voorbij. Het doel van het vak is de leerlingen een beter begrip van de wereld om hen heen meegeven, maar doordat de focus op feiten lag, kenden de leerlingen de stof wel, maar konden ze geen verbanden leggen. Tijdens een vergadering heb ik daarom een presentatie gegeven over toetsen in het algemeen. Later zijn we steeds meer gaan werken volgens het RTTI-model. We zijn nu nog steeds bezig met de ontwikkeling van steeds betere toetsen, maar doordat we toetsen die we maken eerst laten beoordelen door alle sectieleden voordat we (allemaal dezelfde) toetsen afnemen, is de kwaliteit van de toetsen flink verbeterd.
Zelf terug naar school In gesprek met mijn collega’s hoorde ik dat zij het met
hun geschiedenis of maatschappijleer achtergrond
lastig vonden om economische onderwerpen op een
leuke en goede manier uit te leggen en daar met de
leerlingen mee aan het werk te gaan. Zij beschikten
op dat punt dus niet over voldoende self-efficacy. Ik
voel me verantwoordelijk voor de didactische visie
van de school en heb daarom de organisatie voor de
studiedag op me genomen. Ik ben gaan praten met
docenten van de lerarenopleiding Economie van de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in Nijmegen en
heb hen gevraagd of zij ons op de studiedag wat
didactische tips konden geven voor het vak economie.
Twee docenten van deze opleiding hebben daarna
tijdens de studiedag uitleg gegeven over didactiek
voor economie en met ons wat werkvormen
uitgewerkt die wij kunnen gebruiken in onze lessen.
De werkvormen hebben we vastgelegd in onze online
database, zodat we hier allemaal gebruik van kunnen
maken. Door de organisatie van deze studiedag heb
ik een constructieve bijdrage geleverd aan het
didactische en pedagogische klimaat van mijn school.
Door mijn ervaring met M&M
ben ik in de afgelopen jaren
ook door de HAN zelf
gevraagd om mee te denken
over het onderwijs van de
lerarenopleidingen, en heb ik
een workshop gegeven aan
eerstejaars studenten van
diverse lerarenopleidingen.
Door contacten met de
lerarenopleiding blijf ik
betrokken bij de ontwikkeling
van het onderwijs en kan ik
zelf een bijdrage leveren aan
de ontwikkeling van
docenten van de toekomst.
Presentatie voor de workshop op de HAN
Peter Doeswijk, sectievoorzitter M&M, over de
studiedag
Voor de workshop over lesgeven in het VMBO die ik gegeven heb aan eerstejaars studenten
van de HAN heb ik docenten en leerlingen antwoord laten geven op de vraag: Wat is een
goede VMBO docent? De filmpjes die hieruit voortkwamen staan hieronder.
Docenten aan het woord Leerlingen aan het woord
‘Je reageert altijd
positief naar de
leerlingen toe en
bent
interpersoonlijk
sterk.’
‘Je hebt grote
interesse in het
puberbrein.’
‘Je bent een proactieve netwerker.’
‘Je steekt je kennis niet onder stoelen of banken.’
‘Als je iets op touw zet is dat altijd goed overdacht.’
‘Je weet mensen te enthousiasmeren.’
‘Je draagt in grote
mate bij aan de
ontwikkeling van
de lessen voor
M&M.’
In 2015 ben ik beoordeeld volgens de biomonitor, het bekwaamheidsdossier dat gebruikt
wordt op alle OMO scholen. Ik scoorde op alle punten de hoogste beoordeling, wat mij voor
mijn organisatie kenmerkt als een excellent docent.
Hieronder staan wat opvallende uitspraken van collega’s die zij in het
kader van de beoordeling volgens de biomonitor over mij gedaan
hebben.
Waar wil ik nog naar toe? De implementatie van de MLI
In mijn rol als excellente leraar wil ik in de toekomst graag meer ruimte voor het ontwikkelen van
lesmateriaal. Uit mijn paper bleek dat eigen lesmateriaal de motivatie van leerlingen kan
verhogen omdat dit materiaal beter afgestemd kan worden op de leerlingen in de regio van de
school. ‘De regio’ is voor Mens & Maatschappij als maatschappelijk vak een belangrijk
uitgangspunt. Vanuit daar bekijken de leerlingen de rest van de wereld.
De kennis die ik de afgelopen twee jaar heb opgedaan en dat wat ik hiermee nog meer ga leren
wil ik in de toekomst blijven inzetten om de school waar ik werk te ondersteunen en verbeteren.
Ook wil ik voor collega’s een rolmodel zijn en blijven. Zeker voor mijn collega’s in mijn sectie en
in mijn team is dit goed gelukt. Het zou fijn zijn als ik mijn kennis school breed in kan zetten.
O.a. deze boeken
hebben me geholpen
bij het ontwikkelen
van deze rol:
Rol 2. Ondernemende ontwikkelaar
Waar stond ik? Ontwikkelen over de grens Het ontwikkelen van lesmateriaal heeft altijd mijn aandacht gehad. Toen ik zelf op de middelbare school
zat vond ik het altijd leuker om met een activerende werkvorm aan de slag te gaan dan te lezen en
opdrachten te maken. Op de lerarenopleiding was voor activerende didactiek ook veel aandacht en deze
kennis heb ik later altijd goed kunnen gebruiken in mijn lessen, door niet alleen de methode te volgen
maar ook afwisselende opdrachten te geven.
Met leerlingen in Berlijn
Tijdens mijn studiereizen naar Berlijn,
Rome en West-Turkije heb ik veel gezien
en geleerd. Op reis gaan en andere
mensen en culturen leren kennen is een
verrijking van het leerproces. Toen ik op
het Fioretti College ging werken werd er
voor de leerlingen geen reis
georganiseerd. Ik heb daarom het initiatief
genomen om een reis naar Berlijn te
organiseren voor klas 4. De directie vond
het een goed idee en ook de ouders en
leerlingen waren enthousiast. Samen met
een collega ben ik twee keer naar Berlijn
gegaan om alles goed voor te bereiden en
in 2014 gingen we met de eerste groep
leerlingen naar Duitsland. Het was een
super leuke reis die natuurlijk in het teken
stond van gezelligheid, shoppen en de
McDonalds, maar waar ook ruimte was
voor cultuur en geschiedenis. Ik vond dat
belangrijke onderdelen van de reis, om de
leerlingen echt wat te laten zien van
Duitsland. Zo zijn we naar
Sachsenhausen, Checkpoint Charlie, East
Side Gallery en de Berliner Dom gegaan.
Zeker Sachsenhausen, een voormalig
concentratiekamp, maakte veel indruk op
de leerlingen.
Wat heb ik gedaan? Ontwikkeling binnen de grenzen van mijn vak De sectie M&M werkte tot twee jaar geleden met een boekje, waar alles over het vak in stond. Dit was een
zeer nuttig boekje, zeker voor invallers of docenten die eigenlijk bij een andere sectie hoorden maar ook
een paar uur M&M gaven. Het probleem was alleen dat er gedurende het jaar vaak aanpassingen nodig
waren door bijvoorbeeld wijzigingen in de planning of de formatie. Een heel nieuw boekje laten drukken
was dan teveel moeite en kostte teveel geld. Ik heb daarom het initiatief genomen tot de ontwikkeling van
een website, waar we al onze informatie kwijt kunnen. Deze website is gedurende het jaar steeds aan te
passen en voor alle collega’s gemakkelijk te vinden door een snelkoppeling op hun werklaptop.
Tijdens LA2 heb ik me in eerste instantie net als
bij LA1 gericht op mijn eigen vak. Het vormgeven
van een uitdagend ontwerp was de opdracht bij
dit LA en ik heb in het begin flink moeten zoeken
naar de focus. Was zo geïnspireerd geraakt door
dat wat ik gelezen had voor mijn paper, dat ik het
lastig vond om keuzes te maken. Gelukkig
richtten we ons in dit LA eerst op de school als
geheel. Ik heb een curriculum analyse
geschreven wat duidelijk maakte waar een
verbetering in de school mogelijk was. Zo werd in
lessen en toetsen teveel de focus gelegd op het
uiteindelijke cijfer, maar niet op de weg daar
naartoe of het aanleren van vaardigheden. In de
schoolgids stond juist dat dat als erg belangrijk
wordt gezien. Deze ‘ontdekking’ zorgde ervoor
dat ik me wilde richten op het aanleren van
vaardigheden. Uiteindelijk ben ik uit gegaan van
het aanleren van informatievaardigheden voor
leerlingen. De keuze hiervoor heb ik verwoord in
een verantwoordingsdocument. Uiteindelijk heeft
het LA geleid tot een trapmodel en een
stroomschema.
Stroomschema en link naar verantwoordingsdocument
Over de grens van mijn
eigen vak
Door de MLI ben ik me gaan verdiepen in het
onderwijs van de toekomst. Dit sprak me erg
aan omdat ik hier al veel over gehoord had
van een vriend van mij, die ook in het
onderwijs werkt. Door mijn teamleider ben ik
uiteindelijk gevraagd een presentatie te geven
aan Team 2, het team waar binnen ik
werkzaam ben, over het onderwijs van de
toekomst. Team 2 bestaat uit docenten die
vooral lesgeven aan leerlingen van het
tweede leerjaar. Zij werken dus in
verschillende secties.
Presentatie voor mijn team
Dit idee heb ik nog niet goed kunnen
introduceren. De reden daarvoor vond ik
terwijl ik bezig was met de innovatieanalyse
bij LA3. Door deze analyse kwam ik er achter
dat ik werk in een behoudende school waar
verandering snel als iets heel engs wordt
gezien en vaak geen doorgang vindt. De
directie wil graag grip op de school houden en
vernieuwingen moeten daarom ook altijd via
de directie geïntroduceerd worden. Het
initiatief mag bij docenten liggen, maar de
uitvoering niet. Daar heb ik veel last van
gehad in de afgelopen twee jaar. LA3 heeft
mij door onder andere de skills gesprekken en
het doorgronden van de organisatie wel veel
wijzer gemaakt over de school en zijn
werkwijze. Dit heeft mij in de afgelopen
maanden al veel opgeleverd, zoals te horen is
in de screencast die ik voor LA3 gemaakt heb.
De skillsgesprekken vond ik een echte uitdaging. Ik wilde graag veel oefenen op de maandagen en stelde
uiteindelijk een klassikaal skills-oefen-gesprek voor. Ik heb toen ten overstaan van de klas mijn skills
geoefend met twee medestudenten die zich voordeden als mijn leidinggevenden. Super spannend, maar
ik kreeg ook meteen goede feedback. Zo moest ik zorgen dat ik en mijn gesprekspartners meer samen
naar een oplossing gingen kijken en het gesprek niet laten ‘verharden’. Daar heb ik veel aan gehad, zoals
ook blijkt uit het in één keer halen van mijn skillsgesprek.
Screencast LA3
Mijn avatar tijdens LA4
Link naar mijn blog die ik gebruikt heb
tijdens de studie
Waar wil ik nog naar toe? Het model dat ik ontwikkeld heb bij LA2 heb ik geïntroduceerd bij mijn collega’s. Op dit moment
zijn er collega’s die er voorzichtig mee aan het werk gaan, maar dit doen zij niet allemaal.
Collega’s die het idee nog niet gebruiken, geven aan dat zij denken dat het te lastig is voor de
leerlingen die wij lesgeven of vinden dat de opdrachten goed zijn zoals ze nu worden gegeven.
Toch vragen steeds meer collega’s om uitleg over het aanleren van informatievaardigheden en
zien zij meer en meer het nut daarvan in. Als ik meer tijd heb na het afronden van de MLI wil ik
hier meer mee gaan doen. Ik denk dat de verandering dan niet zo zeer vanuit de directie moet
komen, maar meer doordat ik in gesprek ga met collega’s die open staan voor nieuwe ideeën. Ik
moet rekening houden met de conservatieve instelling van veel van de leidinggevenden binnen
mijn organisatie, zoals ik die beschreven heb in mijn innovatieanalyse. Dat is de weg die ik ga
bewandelen.
Binnen LA4 ben ik niet alleen gaan kijken
bij een ander vak, maar heb ik me
verdiept in het onderwijs van de
toekomst. Het interessante aan dit LA
was dat ik mijn fantasie eens flink kon
laten gaan, maar tegelijkertijd met het
idee dat het niet bij fantasie alleen blijft.
Samen met mijn leergroepje van dit LA
heb ik een scenario ontwikkeld voor het
onderwijs van 2030. Doordat ik
gedurende dit LA met een flinke
hersenschudding thuis kwam zitten, heb
ik daarna een hoop gemist. Om mijn
gemiste opdrachten in te halen heb ik
een verhaal geschreven over een docent
in het middelbaar onderwijs van de
toekomst, met als basis het scenario dat
ik en mijn groepje gemaakt hadden. Met
dit verhaal maak ik duidelijk welke
veranderingen ons te wachten kunnen
staan in het onderwijs van de toekomst.
Verhaal 'Docent in een global village'
Link naar mijn artikel uit Zorg Primair
Rol 3. Reflective Practitioner
Waar stond ik? – Een onderzoeksgroentje In mijn eerste jaren als docent heb ik mijn lessen en andere werkzaamheden steeds proberen te
verbeteren. Dat deed ik vaak door gewoon dingen uit te proberen, zonder een onderzoek daaraan
vooraf te laten gaan. Ook las ik in die tijd niet veel over onderwijs en aanverwante zaken. Ik had hier
dus nog echt veel te leren. Natuurlijk had ik wel mijn afstudeeronderzoek van de lerarenopleiding
gedaan, maar dat was mijn enige kennis met het doen van onderzoek.
Wat heb ik gedaan? – Veel
geleerd in korte tijd Het schrijven van LA1 vond ik zeker in het begin
erg moeilijk. Als ik stukken terug lees uit die
eerste pogingen gaat het verhaal alle kanten op
en zit er weinig structuur in. Gelukkig was ik niet
de enige die hier moeite mee had, en kon ik
samen met mijn medestudenten mezelf
ontwikkelen in het academisch schrijven.
Net voor de vakantie aan het einde van het
eerste MLI-jaar vroeg Anouke Bakx of ik mijn
vakpublicatie vast wilde schrijven. We spraken
op dat moment over het model dat ik voor LA2
ontwikkeld had en ze vond het niet alleen
passen bij middelbare scholen, maar ook bij het
primair onderwijs. Ze wilde me wel voordragen
bij Zorg Primair, een blad voor werknemers van
basisscholen. Ik stemde in en ging aan het
schrijven. Meteen merkte ik dat ik de manier van
schrijven voor een tijdschrift een stuk fijner vond
dan het academisch schrijven dat ik van LA1 en
LA5-I gewend was. De vrijheid en de losse toon
waarin ik mijn verhaal kon doen nodigde uit tot
het schrijven van een stuk dat ik ook leuk mocht
maken. Ik vond het een erg fijne opdracht en
toen de hoofdredacteur vroeg of ik nog een keer
een artikel wilde schrijven maar dan een stuk
groter en voor een blad dat een hogere oplage
heeft, heb ik meteen ingestemd. Dat artikel ga ik
komende zomer schrijven.
Nog genoeg te leren Het schrijven van LA5-I kostte me weer veel moeite. Ik was door mijn school gevraagd om onderzoek
te doen voor de TechniekMavo, een nieuwe richting die opgezet gaat worden voor de bovenbouw van
de mavo. Het doel van de TechniekMavo is het voorbereiden van leerlingen op een vervolgopleiding in
de technische richting. Nu kiezen nog te weinig leerlingen voor deze richting, terwijl dit voor velen wel
een goede keuze is, ook met het oog op een baan voor later. Ik heb onderzocht hoe leerlingen in de
onderbouw gemotiveerd kunnen worden voor bètatechniek (binnen de TechniekMavo komt techniek
namelijk in de meest brede zin aan bod), met als doel het motiveren van meer leerlingen voor deze
richting.
Mijke van As en ik tijdens de inspiratiedag
van LA2
(Internationale)
presentaties Aan het einde van LA2 hebben
Mijke van As en ik dat wat we
gedurende het LA ontwikkeld
hadden gepresenteerd op de
inspiratiedag van 1 juni. Mijke werkt
in het MBO, maar onze
herontwerpen sloten mooi op elkaar
aan en maakten zo één geheel. Met
deze presentatie behaalden we
uiteindelijk de tweede plaats bij de
publieksprijs. Maar dat was zeker
niet de laatste keer dat ik
gedurende de MLI een presentatie
heb gegeven.
Het duurde echter lang voordat ik echt
kon beginnen met mijn onderzoek. De
gesprekken over de TechniekMavo
gingen pas in het schooljaar 2015-2016
van start en voor die tijd wist nog
niemand welk gebied van de
TechniekMavo onderzocht moest
worden. Ik heb wel al in het schooljaar
2014-2015 veel gelezen en een start
gemaakt met mijn onderzoeksvoorstel. In
het nieuwe college- en schooljaar ben ik
meteen aan de slag gegaan met het
echte werk. Toch stond het voorstel pas
een half jaar later goed op papier. Ik had
nog steeds veel moeite met het
academisch schrijven, net als bij LA1. Dat
de organisatie van de TechniekMavo
steeds zijn focus verschoof hielp daar
niet aan mee. Uiteindelijk heb ik ervoor
gekozen mijn eigen pad te volgen en wist
ik ook LA5-I te behalen.
Beoordeling LA5-I
Lang voordat mijn onderzoeksvoorstel
werd goedgekeurd waren ik en de
andere leden van mijn leergroepje door
Anouke Bakx gevraagd of we wilden
presenteren op de Eapril Conferentie die
van 24 t/m 27 november in Luxemburg
gehouden werd. Hoewel ik het doodeng
vond, heb ik me meteen aangemeld. Net
als bij het artikel was de voornaamste
reden om hieraan mee te doen op dat
moment het feit dat ik de presentatie dan
vast gehad had en er niet meer aan
hoefde te denken tijdens het afstuderen.
Ook leek het me ontzettend gaaf om naar
een internationale conferentie te gaan en
over het onderwijs te praten met mensen
uit andere landen met een andere
achtergrond. Natuurlijk bereidde ik mijn
presentatie net als de andere
deelnemers goed voor, en dat heeft me
enorm geholpen.
Het was een erg gezellige reis die ik samen met
Daniëlle Stephan, Ester Reesing en Gitty van de
Rakt gemaakt heb. We zijn er samen heen gereden
en deelden een hotelkamer, waar we onze
presentaties nog een keer geoefend hebben. Toen
we de volgende ochtend moesten presenteren ging
dit bij iedereen verassend goed!
Mijn presentatie voor Eapril 2015
Tijdens de conferentie heb ik gepraat met
mensen uit verschillende landen, met allemaal
hun eigen visie op het onderwijs. De workshops
die ik heb bijgewoond waren vooral interessant
door de gesprekken die eruit voort kwamen. De
docent uit Zweden die ik sprak vond het
bijvoorbeeld maar vreemd dat docenten in
Nederland ‘alleen maar’ een HBO diploma
hoeven te halen.
Het helpen van collega’s
Mijn school maakt deel uit van de Academische Opleidingsschool (AOS) Noord-Oost Brabant. Dat
betekent dat studenten van de lerarenopleiding die bij ons stagelopen en docenten die daar behoefte
aan hebben binnen de school onderzoek kunnen doen. Gedurende de afgelopen twee jaar hebben
docenten en studenten die onderzoek doen voor de AOS geregeld mijn hulp ingeroepen. Ik vond het
helpen van deze collega’s met hun onderzoek altijd erg leuk om te doen. Het geven van constructieve
feedback gaat me vaak gemakkelijker af dan het zelf schrijven van een onderzoeksvoorstel. Daarover
schreef ook Marjolein Versteijlen, die tijdens de gehele studie deel uit maakte van mijn leergroep. Dit
begeleiden van onderzoeken is iets wat ik in de toekomst ook graag wil blijven doen.
Waar wil ik nog naar toe? Het onderzoek dat ik gedaan heb voor LA5 is
inmiddels beoordeeld met een voldoende. Op 14
juni heb ik dit onderzoek gepresenteerd op mijn
school. Daarvoor waren alle docenten en andere
medewerkers uitgenodigd. Ik heb hen daarbij
meteen gevraagd om feedback.
De middag was in twee rondes verdeeld en tijdens
de tweede ronde ontstond er een heftige discussie,
waarbij duidelijk werd dat één collega heel erg in de
weerstand schoot ten opzichte van de uitkomst van
mijn onderzoek. Ik heb op dat moment de skills die
ik geleerd heb bij LA3 in de praktijk gebracht,
waardoor ik het gesprek leidde en ruimte liet voor
iedereen om zijn mening te geven. Uit het gesprek
bleek dat binnen de sectie Mens & Natuur (voor wie
ik het onderzoek en ook de aanbevelingen daarbij
geschreven had), de meningen nogal uiteen lopen.
Ik heb voorgesteld om op een ander moment verder
te praten over mijn onderzoek en wat het onderzoek
voor hen kan betekenen. Dat vonden ze een goed
idee.
Volgend jaar ga ik opnieuw onderzoek doen. Dit
onderzoek richt zich op kritisch-democratisch
burgerschap binnen M&M en de 21st Century Skill
kritisch denken. Tijdens het doen van dit onderzoek
ga ik ook andere onderzoekers helpen met hun
onderzoek, binnen de AOS van het Fioretti College.
Michell Lessmann vraagt hulp voor zijn onderzoek
Feedback Moniek van
Veghel
Rol 4.Begeleider en gesprekspartner van collega’s
Waar stond ik? In mijn eerste maand op het Fioretti College had ik me meteen ingeschreven voor de cursus tot
Schoolpracticumdocent (SPD). Het leek me leuk om stagiaires te begeleiden tijdens hun stage bij mij
op school. Deze cursus heb ik na een half jaar met succes afgerond en ik kreeg al snel mijn eerste
stagiaires. Ik vind het altijd leuk om stagiaires te begeleiden, omdat ik daar zelf ook veel van leer en
het leuk vindt om anderen enthousiast te zien worden voor mijn beroep.
Binnen de sectie M&M werken we veel samen, maar ik merkte al voordat ik aan de studie begon dat
mijn collega’s niet allemaal staat te springen als het gaat om innovaties en vernieuwingen.
Wat heb ik
gedaan? In de afgelopen twee jaar
heb ik me verdiept in het
voeren van gesprekken
met collega’s binnen LA3.
Deze skillsgesprekken
gingen me in het begin
niet gemakkelijk af, maar
door veel te oefenen werd
ik hier steeds beter in.
Uiteindelijk heb ik het
skillsgesprek meteen de
eerste keer gehaald, iets
waar ik heel blij mee was.
De dingen die ik tijdens mijn studie heb geleerd heb ik waar mogelijk gebruikt en verspreid op school
en onder mijn collega’s. Toen ik een aantal maanden bezig was met de studie, kreeg ik steeds vaker
van collega’s de vraag of ik hen wilde helpen bij vernieuwingen die zij binnen hun secties wilden
brengen of onderzoeken waar zij mee bezig waren. Ook heb ik een skillsgesprek gevoerd met mijn
collega’s die het curriculum voor de nieuwe TechniekMavo aan het ontwerpen zijn. Dat gesprek heb ik
opgenomen.
Kennisdialoog over de TechniekMavo
In het afgelopen schooljaar ben ik ook SPD
geweest van een geschiedenisstudent van de
Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Zijn feedback op
mijn begeleiding heb ik hiernaast opgenomen.
In januari 2015 heb ik deelgenomen aan het
Koerscafé van OMO (de overkoepelende
organisatie van mijn school), waarin de toekomst
van de organisatie op het gebied van onderwijs
besproken werd. Ik merkte daar dat veel
meningen uiteen liepen en dat de andere
docenten vaak behoudend waren in hun
opvattingen en in hoe zij de docent van de
toekomst zien. Met dat wat ik bij LA4 gezien en
gehoord heb in mijn achterhoofd, denk ik dat veel
van mijn collega’s nog voor verassingen komen
te staan.
Waar wil ik nog naar toe? Volgend jaar maak ik weer deel uit van de AOS. Daarbinnen help ik collega’s met het opzetten en
uitvoeren van hun onderzoek. Daarnaast wil ik me in mijn team en sectie blijven inzetten om
vernieuwingen en innovaties te begeleiden in mijn rol als docent en collega.
Vanuit de sectie Kunst & Cultuur ontving ik in
februari 2015 de vraag of ik hen wilde helpen bij het
gebruik van 21st Century Skills in hun vak. Zij wilden
meer volgens deze vaardigheden gaan lesgeven en
de leerlingen volgens deze vaardigheden
opdrachten laten maken. Daarvoor volgden ze zelf al
een cursus, maar ze wilden meer weten over de
achtergrond van deze vaardigheden. Ik heb daarom
een presentatie gegeven aan deze sectie, waarna
we werkvormen zijn gaan ontwikkelen die deze
vaardigheden aanspreken en aanleren. Het was een
nuttige bijeenkomst, waar ook mijn collega’s goed op
terugkijken.
Wilbert Dirkx over de K&C
studiedag
Sjors Meeuws over mijn begeleiding
van zijn stage
Link naar het verslag van het Koerscafé
Afsluitend
Mijn taakomschrijving voor volgend schooljaar is dezelfde als de taakomschrijving die ik drie jaar
geleden had. Ik heb ondanks de grote sprong die ik door de MLI gemaakt heb geen andere taken of
bevoegdheden gekregen binnen de organisatie waar ik werk. Dat vind ik jammer, maar dit betekent
niet dat ik niets ga doen met dat wat ik in de afgelopen twee jaar geleerd heb. Ik richt me als eerste op
mijn eigen onderwijspraktijk. Daar wil ik op een andere manier gaan werken, door minder frontaal les
te geven en meer ruimte in te bouwen voor het aanleren van vaardigheden. Vooral de theorieën over
het geven van feedback en een growth mindset blijven me bezig houden. Volgend jaar heb ik doordat
ik de studie heb afgerond meer tijd om hier echt mee aan het werk te gaan.
Volgend schooljaar krijg ik een nieuwe
teamleider, Sasja van Lieshout. Bij haar
kennismaking in mei 2016 heb ik haar
meteen meegevraagd voor de
werkveldbijeenkomst van 6 juni. Deze
bijeenkomst is inmiddels geweest en
Sasja en ik konden meteen goed in
gesprek over mijn ambities en de manier
waarop zij mij daarbij kan helpen. We
hebben afgesproken opnieuw samen in
gesprek te gaan als zij op mijn school
begint. Ik ben blij dat ik meteen actie heb
ondernomen en haar heb meegevraagd
voor de bijeenkomst, omdat zij nu al weet
welke rollen ik heb ontwikkeld tijdens de
MLI en waar mijn ambities liggen.
De MLI is voor mij een goede leerschool geweest. Zowel in mijn privéleven als op mijn
werk heb ik me kunnen ontwikkelen en daar heb ik elke dag veel profijt van. Ik ben op dit
moment blij dat het er bijna op zit, omdat ik het ook erg zwaar heb gevonden. Toch kijk ik
met een goed gevoel terug op de afgelopen twee jaar. Ik heb veel leuke mensen leren
kennen en mijn grenzen meerdere keren verlegd.
Deze zomer wil ik vooral relaxen, maar dat wat ik bij de MLI geleerd heb neem ik elke dag
mee.