61
STAAT VAN DE INSTELLING Stg. ROC van Flevoland ROC van Flevoland Plaats : Almere Bestuursnummer : 40805 BRIN nummer : 25LR Onderzoeksnummer : 287598 Datum onderzoek : 8 maart - 19 mei 2016 Datum vaststelling : 28 september 2016

Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

STAAT VAN DE INSTELLING

Stg. ROC van FlevolandROC van Flevoland

Plaats : AlmereBestuursnummer : 40805BRIN nummer : 25LROnderzoeksnummer : 287598Datum onderzoek : 8 maart - 19 mei 2016Datum vaststelling : 28 september 2016

Page 2: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Pagina 2 van 61

Page 3: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

1 INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2.1 Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2.2 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

3 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 13

3.2 Financiële continuïteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

3.3 Risicobepaling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

4 RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

4.1 Verkoper (Verkoper detailhandel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

4.2 Medewerker bediening/café-bar (Gastheer/-vrouw). . . . . . . . . . . . . 30

4.3 Middenkader engineering (Technicus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38

4.4 Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening . . . . . . . . . . . . . . . 44

4.5 Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider). . . . . . . . . . . . . . . . 50

5 BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59

Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59

Bijlage II Overzicht bc-id . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61

INHOUDSOPGAVE

Pagina 3 van 61

Page 4: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Pagina 4 van 61

Page 5: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

In dit rapport staan de uitkomsten van het onderzoek naar de Staat vande instelling, dat de Inspectie van het Onderwijs van 8 maart 2016 tot en met19 mei 2016 heeft uitgevoerd bij het ROC van Flevoland (hierna RocvF). Deinspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015(zie www.onderwijsinspectie.nl).

Het RocvF is een roc met ongeveer 5700 studenten en 150 opleidingen. Deinstelling heeft heeft twee mbo-colleges in Almere en Lelystad. Dit onderzoekheeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs.

Het onderzoek is gestart met een analyse van informatie over de instelling, zoalshet jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidsonderzoek ensignalen. Aanvullend is bij vijf opleidingen een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd(zie tabel hieronder) en is de kwaliteitsborging van de instelling onderzocht. Oplocatie zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd, documenten onderzocht engesprekken gevoerd. Er is onder andere gesproken met studenten,vertegenwoordigers van de studentenraad, docenten, examencommissies,vertegenwoordigers van bedrijven, management en het college van bestuur.Als onderdeel van het onderzoek is ook een financiële risicoanalyse uitgevoerd.De inspectie heeft recentelijk een onderzoek gedaan naar de financiëlecontinuïteit van RocvF.

De kwaliteitsonderzoeken zijn uitgevoerd bij de volgende opleidingen.

INLEIDING1

GebiedOpbrengsten

GebiedOnderwijsproces,Kwaliteitsborgingen Wettelijkevereisten

GebiedExaminering endiplomering

Leerweg, niveau,locatie

bc222 25LR|93751,Verkoper (Verkoperdetailhandel)

25LR|93751,Verkoper (Verkoperdetailhandel)

leerweg bbl, niveau2, locatieAgorawagenplein 1,Lelystad

bc114 25LR|94140,Medewerkerbediening/café-bar(Gastheer/-vrouw)

25LR|94140,Medewerkerbediening/café-bar(Gastheer/-vrouw)

leerweg bol, niveau2, locatie Straat vanFlorida 1, Almere

Pagina 5 van 61

Page 6: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

In dit rapport starten we met de conclusie van het onderzoek en geven wevervolgens aan of er sprake is van vervolgtoezicht (hoofdstuk 2). Daarna volgende toelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau,de financiële continuïteit en de risicobepaling (hoofdstuk 3). Vervolgens is peronderzochte opleiding het resultaat van het kwaliteitsonderzoek beschreven(hoofdstuk 4). De normering van de eerste vijf kwaliteitsgebieden is als bijlageopgenomen.

bc137 25LR|94421,Middenkaderengineering(Technicus)

25LR|94421,Middenkaderengineering(Technicus)

leerweg bol, niveau4, locatie Straat vanFlorida 1, Almere

bc085 25LR|94891,JuridischmedewerkerZakelijkedienstverlening

25LR|94891,JuridischmedewerkerZakelijkedienstverlening

leerweg bol, niveau4, locatieAgorawagenplein 1,Lelystad

bc198 25LR|95280,Sport en bewegen(Sport- enbewegingsleider)

25LR|95280,Sport en bewegen(Sport- enbewegingsleider)

leerweg bol, niveau3, locatie LouisArmstrongweg36-42, Almere

Pagina 6 van 61

Page 7: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

In dit hoofdstuk staat de conclusie van het onderzoek naar de Staat van deinstelling en beschrijven we het vervolg. Het vervolg is bepaald op basis van hetaantal geconstateerde risico’s voor de onderwijskwaliteit (geen, enkele of veel)in combinatie met het niveau van de kwaliteitsborging van de instelling (goed,voldoende, onvoldoende, slecht). De toelichting op de risicobepaling en detoelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging staan in hoofdstuk 3.

Zijn er mogelijke risico's voor de onderwijskwaliteit?We zien veel risico's voor de kwaliteit van het onderwijs. We hebben veel risico'svastgesteld voor de kwaliteit van de examens en het niveau van deopbrengsten. We hebben enkele risico's vastgesteld voor de tevredenheid vanstudenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie enmanagement en de financiële continuïteit.

Wat is de stand van de kwaliteitsborging van de instelling?We concluderen dat de kwaliteitsborging op instellingsniveau bij RocvFvoldoende is.Wij gaan er op basis van deze conclusie vanuit dat de instelling voldoende zichtheeft op de bestaande risico's voor de onderwijskwaliteit en de geconstateerdetekortkomingen spoedig herstelt.

Het onderzoek naar de Staat van de instelling en de daarbij geconstateerderisico's geven aanleiding om vervolgtoezicht uit te voeren bij RocvF.Het aantal geconstateerde risico's leidt tot extra toezichtactiviteiten. Deze zijnbeschreven onder het kopje 'Nader onderzoek'.

Vervolgtoezicht naar aanleiding van het onderzoek kwaliteitsborginginstellingsbreedWe voeren geen vervolgtoezicht uit naar de kwaliteitsborging van de instelling,omdat de instelling voldoet aan de wettelijke vereiste (WEB, art. 1.3.6).

Vervolgtoezicht financiële continuïteitOp basis van de uitkomst van recent onderzoek heeft de inspectie besloten omhet ‘basistoezicht arrangement’ te handhaven voor het RocvF met een aantalaanvullende afspraken.

CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT2

Conclusie2.1

Vervolgtoezicht2.2

Pagina 7 van 61

Page 8: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingenVoor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vijf opleidingenonderzocht (zie de tabel in 1 Inleiding).We voeren bij vier van de vijf opleidingen vervolgtoezicht uit, omdat we niet allekwaliteitsgebieden als voldoende hebben beoordeeld. Het vervolgtoezicht richtzich op de geconstateerde tekortkomingen binnen de onvoldoendekwaliteitsgebieden.

In onderstaande schema’s is het vervolgtoezicht te lezen.We voeren dit vervolgtoezicht zo veel mogelijk gelijktijdig uit. Hierbij is degenoemde termijn in de waarschuwingsbrief namens de minister leidend.

Verkoper (Verkoper detailhandel), 25LR|93751

Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht

Kwaliteitonderwijsproces isonvoldoende enniveau opbrengsten isonvoldoende (zeerzwak onderwijs)*.

Aangepast toezichtvanwege zeer zwakonderwijs*.

• De inspectie meldt het oordeelaan de minister.

• De instelling ontvangt eenwaarschuwing.

• Na de in de waarschuwingsbriefopgenomen termijn volgt eenonderzoek naarkwaliteitsverbetering.

Kwaliteit examineringis onvoldoende.

Aangepast toezichtvanwege onvoldoendeexamenkwaliteit.

• De inspectie meldt het oordeelaan de minister.

• De instelling ontvangt eenwaarschuwing.

• Na de in de waarschuwingsbriefopgenomen termijn volgt eenonderzoek naarkwaliteitsverbetering.

Medewerker bediening/café-bar (Gastheer/-vrouw), 25LR|94140

Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht

Niveau opbrengsten isonvoldoende*.

Aangepast toezichtvanwege onvoldoendeopbrengsten*.

• Na circa een jaar onderzoeknaar kwaliteitsverbetering*.

Pagina 8 van 61

Page 9: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Kwaliteit examineringis onvoldoende.

Aangepast toezichtvanwege onvoldoendeexamenkwaliteit.

• De inspectie meldt het oordeelaan de minister.

• De instelling ontvangt eenwaarschuwing.

• Na de in de waarschuwingsbriefopgenomen termijn volgt eenonderzoek naarkwaliteitsverbetering.

Kwaliteitsborging isonvoldoende.

Aangepast toezichtvanwege niet-nalevingvan artikel 1.3.6 van deWEB.

• Na circa een jaar beoordelen wijde kwaliteitsborging opnieuw.

Middenkader engineering (Technicus), 25LR|94421

Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht

Niveau opbrengsten isonvoldoende*.

Aangepast toezichtvanwege onvoldoendeopbrengsten*.

• Na circa een jaar onderzoeknaar kwaliteitsverbetering*.

Kwaliteit examineringis onvoldoende.

Aangepast toezichtvanwege onvoldoendeexamenkwaliteit.

• De inspectie meldt het oordeelaan de minister.

• De instelling ontvangt eenwaarschuwing.

• Na de in de waarschuwingsbriefopgenomen termijn volgt eenonderzoek naarkwaliteitsverbetering.

Kwaliteitsborging isonvoldoende.

Aangepast toezichtvanwege niet-nalevingvan artikel 1.3.6 van deWEB.

• Na circa een jaar beoordelen wijde kwaliteitsborging opnieuw.

Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), 25LR|95280

Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht

Niveau opbrengsten isonvoldoende*.

Aangepast toezichtvanwege onvoldoendeopbrengsten*.

• Na circa een jaar onderzoeknaar kwaliteitsverbetering*.

Pagina 9 van 61

Page 10: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

* Het oordeel van de opbrengsten heeft betrekking op alle opleidingen binnen de bc-id; zie bijlage II

voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het

vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.

Nader onderzoekZoals hiervoor is aangegeven leidt het aantal geconstateerde risico’s tot extratoezichtactiviteiten. We geven hierna aan welke aanvullende activiteitendoor RocvF uitgevoerd dienen te worden.

Bij de risicobepaling opgenomen in paragraaf 3.3 is geconstateerd dat het risicobetreffende de rendementen en kwaliteit van examens hoog is.Gelet op de omvang van het aantal opleidingen met onvoldoende rendementenen de neergaande lijn die we zien bij de rendementen vragen wij de instellingom een nadere analyse en een rapportage daarover binnen zes maanden navaststelling van het definitieve rapport. De instelling doet een kwalitatieve enkwantitatieve analyse op de rendementen en rapporteert hierover aan deInspectie van het Onderwijs. In aansluiting daarop zien wij in deze rapportage inhoeverre verbetermaatregelen passend zijn bij de geanalyseerde oorzaken entot effect leiden. Ook zien wij in deze rapportage de samenhang met hetverbeterplan VSV.

De instelling heeft de tekortkomingen rondom examinering in beeld en heeftdaar in de examenorganisatie 2.0, die in de implementatiefase is, opgeanticipeerd. We willen de voortgang van dit implementatieplan en de analysevan de instelling daarop monitoren. We vragen de instelling om ons binnen zesmaanden na vaststelling van het definitieve rapport hierover schriftelijk terapporteren. In deze rapportage wordt ook de tussenstand vande verbeteringen op het gebied van diplomering bij de onderzochtesteekproefopleidingen meegenomen.

Kwaliteit examineringis onvoldoende.

Aangepast toezichtvanwege onvoldoendeexamenkwaliteit.

• De inspectie meldt het oordeelaan de minister.

• De instelling ontvangt eenwaarschuwing.

• Na de in de waarschuwingsbriefopgenomen termijn volgt eenonderzoek naarkwaliteitsverbetering.

Kwaliteitsborging isonvoldoende.

Aangepast toezichtvanwege niet-nalevingvan artikel 1.3.6 van deWEB.

• Na circa een jaar beoordelen wijde kwaliteitsborging opnieuw.

Pagina 10 van 61

Page 11: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

In beide rapportages wordt de relatie gelegd met de ontwikkeling vankwaliteitsborging en eigenaarschap.Over deze onderzoeken gaan wij in gesprek met het management van decolleges en het College van Bestuur.

Onderzoek door de instelling

Onderwerp van naderonderzoek

Extra activiteit Vervolg

Rendementen Kwalitatieve enkwantitatieve analyse opde risico's betreffende derendementen, dit insamenhang met hetverbeterplan VSV.

• De instelling voert hetonderzoek binnen zesmaanden na vaststellingvan het rapport van deStaat van de instellinguit en stuurt derapportage en deanalyse aan de inspectietoe.

• De inspectie volgt deuitvoering van hetonderzoek en bespreektde resultaten met deinstelling.

Examinering Analyse en voortgangrapportageimplementatieplanexamenorganisatie 2.0

• De instelling rapporteertover de analyse en devoortgang binnen zesmaanden na vaststellingvan het rapport van deStaat van de instellingaan de inspectie.

• De inspectie volgt deuitvoering van hetonderzoek en bespreektde resultaten met deinstelling

Pagina 11 van 61

Page 12: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Pagina 12 van 61

Page 13: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

In dit hoofdstuk informeren wij u over de beoordeling van de kwaliteitsborgingop instellingsniveau en onderbouwen wij ons oordeel. Daarna lichten we (alleenals deze is uitgevoerd) de financiële risicoanalyse en vervolgens derisicobepaling toe.

In onderstaande tabel staat de beoordeling van de kwaliteitsborging. Dit oordeelis gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende aspecten. De normeringstaat in bijlage I.

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.

De kwaliteitsborging op instellingsniveau bij RocvF beoordelen we als voldoende.Aan alle kernaspecten is voldaan.

Het RocvF heeft de afgelopen jaren gebruikt om de kwaliteitsborging verder teontwikkelen. Het college van bestuur heeft daarbij ingezet op de kwaliteit en deeffectiviteit van de kwaliteitsborging die verder reikt dan het instrumenteelbewaken en bijsturen van risico’s. Zij stimuleert en faciliteert de onderwijsteamsom zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van deonderwijskwaliteit. Kwaliteitsbewustzijn en eigenaarschap zijn belangrijkewaarden van waaruit de kwaliteitsborging vorm krijgt. RocvF zit midden in deontwikkeling naar eigenaarschap op teamniveau. We constateren daarbij veelverschillen in fase van ontwikkeling op teamniveau. Ook zien wij datsamenwerking met het ROC van Amsterdam en de bestuurlijke invloed die daarvanuit gaat, het kritisch en lerend vermogen van het management bij RocvFstimuleert.

INSTELLINGSBREDE RESULTATEN3

Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau3.1

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

•4 Kwaliteitsborging

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

••••

4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering *

4.4 Dialoog en verantwoording

Beschouwing

Pagina 13 van 61

Page 14: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Er is een groei in de ontwikkeling van de kwaliteitsborging waarbij sprake is vangerichte en adequate sturing en monitoring. De instelling laat deze groei zientenopzichte van het eerdere onderzoek naar de staat van instelling. Daar waarhet gaat om de ontwikkeling van eigenaarschap waarbij sprake is vanverbeteringen die beklijven, zien wij dat MBO College Almere zich in een anderefase bevindt dan MBO College Lelystad. In Lelystad hebben wij eenkwaliteitscultuur gezien waar kwaliteitsbewust handelen en collectiefeigenaarschap aanwezig zijn. MBO College Lelystad is in staat integraal enduurzaam verbeteringen te realiseren. We hebben dat kunnen zien op college-en teamniveau.MBO College Almere heeft hierin nog ontwikkelslagen te maken, dit is ookzichtbaar in de oordelen op kwaliteitsborging bij de steekproefopleidingen. MBOCollege Almere verkeert na een lange tijd van organisatieverandering enmanagementwisselingen nu in de fase van meer rust en perspectief. Daarmeeontstaat een basis om vanuit vertrouwen gericht te bouwen aan het verbeterenvan onderwijskwaliteit en het steviger verankeren van een kwaliteitscultuur. Ditvraagt om onderwijskundig leiderschap en implementatiekracht van het directie-en opleidingsmanagement. Wat blijvend aandacht vraagt van het managementvan MBO College Almere is de alertheid in de risicobepaling en inzet vankwaliteitsborging waarbij rekening gehouden wordt met het groteaantal studenten uit Armoede Probleem Cumulatie Gebieden.

De sturing beoordelen we als voldoende. Het college van bestuur, de twee mbocolleges en de opleidingsteams werken binnen een voldoende functionerendstelsel van kwaliteitszorg aan de ontwikkeling van het beroepsonderwijs. HetRocvF heeft vanuit haar missie duidelijke ambities en doelen geformuleerd. Inde beleidscyclus is sprake van planvorming op alle niveaus. De ambitie wordtuitgedrukt in de "gouden driehoek". Deze is het vertrekpunt voor de koers omop alle lagen van de organisatie doelgericht en samenhangend te werken aanverbetering van de onderwijskwaliteit. Er is een duidelijke koppeling tussen hetgeïntegreerde jaarplan en de college- en teamplannen. Er is veel relevantemanagementinformatie beschikbaar tot op het niveau van de teams, we zien dathet cvb daar ook voldoende zicht op heeft. De sturing mondt uit in een cyclischproces dat zichtbaar is op alle organisatie-eenheden: mbo-colleges, teams,domeinen en centrale diensten.

De beoordeling is voldoende. De huidige systematiek van kwaliteitsborgingvoorziet in een regelmatige beoordeling van de eigen onderwijskwaliteit. Er issprake van een brede, betrouwbare en deugdelijke interne en externebeoordeling. Hierdoor heeft het college van bestuur zicht op de kwaliteit van defeitelijke onderwijsuitvoering binnen de teams.

Pagina 14 van 61

Page 15: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De beleidscyclus start met het opmaken van de Staat van de instelling door hetroc en de Staat van de colleges gebaseerd op de meerjarenstrategie en dekaderbrief. De sturingsinformatie over de prestaties van de teams is zichtbaar inde prestatiebox. Daarin zijn de opbrengsten van de door het team verzorgdeopleidingen zichtbaar, evenals de tevredenheid van studenten (JOB en eigenstudenttevredenheidsonderzoek STO), en van medewerkersen praktijkbegeleiders in het werkveld. De prestatiebox vormt de input voor deinterne benchmark inclusief risico inschatting. De interne benchmark vormt eenranking van alle opleidingen. Deze komt tot stand op basis van dejaarresultaten, de tevredenheidsonderzoeken van studenten, medewerkers enbpv. De benchmark is voor de opleidingsteams een stimulator totkwaliteitsverbetering. De informatie wordt actief gebruikt om al werkend enlerend veranderingen in het onderwijs te realiseren.

Op alle niveaus (centrale diensten, mbo-colleges, teams) worden de resultatenvan het afgelopen jaar geëvalueerd. Deze evaluaties worden vervolgens weerbetrokken bij de volgende beleidsontwikkeling. Driemaal per jaar worden detussentijdse resultaten besproken in de q-gesprekken. Deze gesprekken vindenplaats op de niveaus van de opleidingsmanager (verantwoording aan hetdirectieteam), directeuren (verantwoording aan het college van bestuur) en hetcollege van bestuur (aan de raad van toezicht). Tevens is er structureel formeelen informeel overleg tussen de directeuren en college voorzitters waar eendialoog gevoerd wordt over de onderwijskwaliteit in de volle breedte. Deregiegroepen kwaliteitsborging en examinering en het platform HRM zijnvoorbeelden waarin de voorzitters en directieleden van colleges zijnvertegenwoordigd. Deze regiegroepen, in samenwerking met het ROC vanAmsterdam, hebben een signalerende en aanjagende functie opinstellingsniveau. Bovendien worden er veel ervaringen uitgewisseld, ideeënontwikkeld en wordt zichtbaar van elkaar geleerd.

Er is een onafhankelijke en actieve auditorganisatie die driejaarlijks auditsuitvoert bij ieder team. Naast de interne audits worden ook aanvullende externeaudits ingezet. In 2015 heeft een instellingsaudit plaatsgevonden door hetkwaliteitsnetwerk mbo. Bovendien vinden naast de audits bij de meesteopleidingen ook bijwoningen van de lessen plaats door de opleidingsmanager.De bevindingen worden besproken met docenten. Bij enkele teams is begonnenmet onderlinge lesbezoeken van docenten aan de hand van observatielijsten. Deteams ervaren dit als een positieve ontwikkeling van hun kwaliteitsbewustzijn.Bij andere teams staat deze wijze van werken nog in de kinderschoenen. Dit

Pagina 15 van 61

Page 16: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

heeft onder andere te maken met personele wisselingen in het management ofhet samenvoegen van teams.

De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende. We zien daarbij,ook mede gelet op de oordelen bij de steekproefopleidingen, een aantalaandachtspunten.

De verbetering vindt over het algemeen plaats op basis van de beoordelingen enanalyses. De maatregelen sluiten voldoende aan bij de eventuele gevondentekortkomingen en leiden tot verdere stapsgewijze verbetering van deonderwijskwaliteit. De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in het verbeterenvan de basis van onderwijskwaliteit, daarbij zijn successen geboekt waarvan heteffect op het onderwijs zichtbaar is. We zien een stijgende lijn in de ontwikkelingvan onderwijskwaliteit wanneer we de oordelen uit dit onderzoek vergelijkenmet die van het onderzoek van de staat van de instelling drie jaar geleden.

Die positieve trend is ook zichtbaar bij de onderzoeken naarkwaliteitsverbetering bij MBO College Almere die gelijktijdig met het onderzoeknaar de staat van instelling hebben plaatsgevonden. Hierbij hebben we geziendat de instelling in staat is gericht en effectief te verbeteren. Er wordt daarbijzichtbaar en gestructureerd geprioriteerd op speerpunten en er is sprake vanonderwijskundig leiderschap. De rollen en verantwoordelijkheden zijn helder engrijpen logisch op elkaar in. Wat wij daarbij ook constateren is dat naast hetgericht sturen op het verbeteren van de harde resultaten er ook aandacht isvoor de teamdynamiek en de ontwikkeling van een professionelekwaliteitscultuur. Deze vorm van gericht verbeteren van tekortkomingen zoalswe die hebben gezien in de praktijk, is effectief. Hierbij hebben de betreffendeteammanagers een sleutelrol vervuld. Wat meer aandacht verdient is deintegrale benadering bij verbeteringen. Dit is een aandachtspunt omdat dezeniet alleen antwoord moet geven op de (extern) geconstateerdetekortkomingen. Er kan een meer integraal effect vanuit gaan waar meer teamsbinnen MBO College Almere van kunnen leren. Aansluitend hierop vragenanalyses, waarbij dwarsverbanden worden gelegd, bij dit college om meeraandacht in de verbeteraanpak.

De verankering van de kwaliteitszorgsystematiek is op het niveau van deinstelling toereikend, daar zien wij met name bij MBO College Lelystad deeffecten van. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn instellingsbreedduidelijk belegd. Het college van bestuur voert in toenemende mate een dialoogmet de directies en ondersteunt hen om de werking van dekwaliteitszorgsystematiek verder te borgen.

Pagina 16 van 61

Page 17: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende.Er is een voldoende werkende interne dialoog met studenten en medewerkers.Een sterk punt is dat de bestuurders actief zijn binnen de mbo-colleges enteams. Hierbij stimuleren en motiveren zij zowel de medewerkers als studenten.Zij vervullen daarbij een voorbeeldfunctie door een luisterende houding en hetnalaven van afspraken die tijdens de, volgens de betrokkenen inspirerende,gesprekken zijn gemaakt. Ook de aanwezigheid van een ombudsman wordt doorbetrokkenen als positief gezien als het gaat om interne dialoog enverantwoording op het gebied van klachten. Er is een goed werkende externedialoog. Alle niveaus zijn gericht op externe samenwerking. De samenwerkingmet het bedrijfsleven is een speerpunt uit het strategisch beleid. Deze komtbijvoorbeeld tot uitdrukking in bijeenkomsten met het beroepenveld waarinonder meer de onderwijskwaliteit, de verbetering daarvan en nieuweontwikkelingen worden besproken. Daarnaast zijn mensen uit het bedrijfslevenregelmatig assessoren bij de examinering. Directie en opleidingsmanagerssturen op basis hiervan zichtbaar op een duurzame relatie met het bedrijfsleven.Het bedrijfsleven is over het algemeen tevreden over deze benadering. Eenvoorbeeld hiervan is de samenwerking die MBO College Lelystad zoekt met deontwikkelingen in de regio zoals onder andere Lelystad Airport. We ziendaarnaast dat er sprake is van maatschappelijk bewustzijn. Dit komt onderandere tot uiting in het belang dat gehecht wordt aan ouderparticipatie.

OnderwijstijdDe kwaliteitsborging met betrekking tot onderwijstijd is voldoende. De instellingstuurt voldoende op het naleven van de wettelijke bepalingen over onderwijstijd.De instelling houdt daardoor op een effectieve wijze zicht op het naleven vandeze wettelijke bepalingen.De instelling maakt geen gebruik van de mogelijkheid om af te wijken van dewettelijke urennorm.

De inspectie heeft recentelijk een onderzoek gedaan naar de financiëlecontinuïteit van het RocvF. Op basis van de uitkomst van dat onderzoek heeft deinspectie besloten om het ‘basistoezicht arrangement’ te handhaven voor hetRocvF met een aantal aanvullende afspraken. Deze staan vermeld in hetrapport: Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Flevoland |Onderwijsinspectie.nl.

Financiële continuïteit3.2

Pagina 17 van 61

Page 18: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling.

Deze risicobepaling is gebaseerd op een risico-inschatting voor de kwaliteit vanhet onderwijs, de examinering, de opbrengsten, de tevredenheid vanstudenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie enmanagement en de financiële continuïteit. Hierna volgt de toelichting.

Kwaliteit onderwijsWe schatten het risico voor de kwaliteit van het onderwijs in als gering totmatig.De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in het verbeteren vanonderwijskwaliteit, daarbij zijn successen geboekt waarvan het effect op hetonderwijs zichtbaar is. Bij eerder onderzochte opleidingen was deonderwijskwaliteit na onderzoeken naar de kwaliteitsverbetering (OKV)voldoende. Die positieve trend zien wij ook terug wanneer we de oordelen uithet huidige onderzoek vergelijken met ons onderzoek naar de Staat vaninstelling van drie jaar geleden. We constateren dat het college vanbestuur ondanks de ontwikkelingen rondom het herstel van de financiële positieen de daarmee gepaard gaande impact op personeel en huisvesting ook hardwerkt aan de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. Hetonderzoek bij de steekproefopleidingen toont aan dat bij vier van de vijfonderzochte opleidingen het onderwijsproces aan de eisen voor basiskwaliteitvoldoet. Bij de opleiding met een onvoldoende voor het onderwijsproces is hetkernaspect studieloopbaanbegeleiding onvoldoende. Het gaat hierbij om eenkleine bbl-opleiding met een gering aantal studenten. Bij de twee andereopleidingen waar tekortkomingen gesignaleerd zijn, gaat het om deaspecten leertijd en samenhang. Daarnaast hebben we bij een aantalopleidingen aandachtspunten opgenomen die na implementatie de kwaliteit vanhet onderwijs kunnen bevorderen. Bij één van de onderzochte opleidingen is dekwaliteit van het onderwijsproces goed. Teams kunnen onderling van elkaarleren, door good practices te benutten om de kwaliteit van het onderwijs verderte verbeteren.

Kwaliteit examineringWe schatten het risico voor de kwaliteit van de examinering in als matig tothoog.Het RocvF kent een gelaagde examenorganisatie. Daarbij ligt deverantwoordelijkheid voor de inhoud, het niveau en de dekkingsgraad van de

Risicobepaling3.3

Geen Enkele Veel

•0 Mate van risico's

Pagina 18 van 61

Page 19: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

examens bij de domeinen. Ieder domein heeft een domein examencommissie(DEC). Deze is verantwoordelijk voor het diplomaplan, de inkoop, deexamenconstructie en de examenvaststelling. Alle overigeverantwoordelijkheden voor een deugdelijke uitvoering van de examinering zijnbelegd bij de mbo-college examencommissie (MEC). De verantwoordelijkheidvoor de kwaliteit van de feitelijke afname van de examens en de diplomeringberust bij de teamexamencommissie (TEC). De werking van deze opzet moetbinnen RocvF in de praktijk nog meer gestalte krijgen. Dit aandachtpunt is reedsdoor de instelling opgepakt en opgenomen in het verbeterplan rondomexaminering.

Bij vier van de vijf onderzochte opleidingen is de examenkwaliteit onvoldoende.Bij elk van deze opleidingen wordt de onvoldoende beoordeling veroorzaakt dooreen onvoldoende op het aspect diplomering. Dat bij deze opleidingen deexaminering nog niet op orde is, komt vooral doordat de TEC van de betreffendeopleidingen nog onvoldoende hun verantwoordelijkheid nemen voor debesluitvorming tot diplomering en borging van de examenprocessen.Ten opzichte van het vorige onderzoek naar de staat van de instelling zien wedat het aspect afname en beoordeling nu bij alle onderzochte opleidingenvoldoende is.Daarnaast stellen we vast dat RocvF investeert in deskundigheidsbevorderingvan betrokkenen bij de examinering. Door strakker te werken met jaarplannenen gerichter te sturen op de kwaliteit van de verantwoording in de jaarverslagenen de jaarevaluaties van de teamexamencommissie, onder andere op deuitvoering van de vastgelegde procedures en afspraken, kan de examenkwaliteitverhoogd worden. De instelling is inmiddels gestart met een verbeterplanrondom examinering. Dit plan is inmiddels in de fase van implementatie en zalworden gemonitord in het vervolgtoezicht.

OpbrengstenWe schatten het risico voor de opbrengsten in als matig tot hoog.Bij vier van de vijf onderzochte opleidingen hebben we vastgesteld dat deopbrengsten onder de vereiste norm liggen.Het jaar- en diplomaresultaat van het RocvF over schooljaar 2014-2015 ligt veronder het landelijke gemiddelde en laat sinds 2013 een neergaande lijn zien,welke zich in schooljaar 2014-2015 verder doorzette.

Het jaarresultaat op instellingsniveau daalde tussen het schooljaar 2012-2013en schooljaar 2014-2015 met 9,4 procent. Het diplomaresultaat opinstellingsniveau daalde met 6,7 procent. Zowel bij het jaarresultaat als hetdiplomaresultaat is de daling in schooljaar 2014-2015 veel sterker dan in het

Pagina 19 van 61

Page 20: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

schooljaar 2013-2014. Vergeleken met overige instellingen bevonden deopbrengsten op instellingsniveau van RocvF zich in schooljaar 2012-2013 nogboven het landelijk gemiddelde. Inmiddels zijn in schooljaar 2014-2015 hetjaarresultaat en diplomaresultaat ongeveer 8 procent lager dan het landelijkgemiddelde.De daling van het jaarresultaat wordt vooral veroorzaakt door daling binnenniveau 2 (-16,5 procent). Ook bij niveau 3 (-10,2 procent) en niveau 4 (-8,9procent) daalde het jaarresultaat in twee jaar tijd stevig. Daarnaast zien wij datin schooljaar 2014-2015 het jaarresultaat van met name niveau 3 fors daaldetot onder de norm (van 73,1 procent in 2013-2014 naar 60,7 procent in2014-2015).Ook zien wij dat het aantal onvoldoende opleidingen aanzienlijk is toegenomenover de periode 2012-2015. Het toegenomen aantal opleidingen metonvoldoende opbrengsten toont zich ook in het aantal studenten dat inopleidingen met onvoldoende opbrengsten zit, het gaat om een verdubbelingvan het percentage.Het dalend diplomaresultaat vormt eveneens een risico voor de opbrengsten. Wezien een groot aantal opleidingen met een dalend diplomaresultaat.

De nieuwe indicator startersresultaat geeft aan dat in schooljaar 2014-2015 eenstartersresultaat van 83 procent werd behaald. Dit zou kunnen betekenen datrelatief veel studenten het eerste jaar weliswaar succesvol afronden, maardat een deel gezien het veel lagere jaarresultaat en diplomaresultaat de studieverderop in het opleidingstraject alsnog voortijdig staakt.

Het aantal opleidingen met een zeer ernstig en ernstig opbrengstrisico is in hetschooljaar 2014-2015 eveneens toegenomen.Veel opleidingen met onvoldoende opbrengsten in schooljaar 2013-2014 hebbendit in schooljaar 2014-2015 weten te herstellen. We zien echter ook dat er inschooljaar 2014-2015 weer veel andere opleidingen zijn die voor het eerstrisico’s laten zien op de opbrengsten. Ons valt op dat de risico’s zich vooralconcentreren op de domeinen handel (met name niveau 2 en 3) en sport enbewegen (alle niveaus).

Voor vsv geldt dat de instelling onder de landelijke norm ligt. Het totalepercentage vsv is ten opzichte van het voorgaande jaar gestegen, van 6,9procent naar 7,9 procent. We zien wel een daling van het aantal vsv-ers opniveau 1 en 2, op niveau 3 en 4 is er juist sprake van een stijging. Omdat hetaantal voortijdig schoolverlaters bij RocvF hoog is, is een verbeterplan opgesteldmet als doel hier betere resultaten op te halen.

Pagina 20 van 61

Page 21: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Gelet op de omvang van het aantal opleidingen met onvoldoende rendementenen de neergaande lijn die we zien bij de rendementen vragen wij de instellingom een nadere analyse en een rapportage daarover. Dit in samenhang met hetverbeterplan rondom vsv. Deze analyse is opgenomen in het vervolgtoezicht.

Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgeversWe schatten het risico voor de tevredenheid van de studenten, medewerkers enwerkgevers in als gering tot matig.Als het gaat om de tevredenheid van studenten, lukt het de instelling nogonvoldoende om de tevredenheid te laten stijgen. De respons in JOB 2014 islager dan landelijk en ook de rapportcijfers voor de opleiding en instelling zijnbeduidend lager dan landelijk. De tevredenheid over vrijwel alle aspecten islager dan landelijk gemiddeld. In het eigen meer recentestudenttevredenheidsonderzoek (STO) komt instellingsbreed de tevredenheidvan studenten over de opleiding uit op 6,0. Deze instellingsbrede scores zijnbeduidend lager dan het rapportcijfer voor de opleiding (6,8) in JOB 2014. Nogveel lager is de tevredenheid van de studenten over de instelling (rapportcijferin JOB 2014 is 5,9 en in STO beide keren 5,5).Wij zien de lage respons als een belangrijk aandachtspunt. Hoewel hetpercentage studenten dat deelneemt gestegen is ten opzichte van de respons in2012, blijft de deelname met 43 procent achter bij het landelijk gemiddelde van53 procent. Het lukt de mbo-colleges nog onvoldoende om studenten dievolledig op bpv zijn te stimuleren de enquête in te vullen. De JOB-monitor 2014toont een wisselend beeld over de twee colleges. Voor beide mbo-colleges geldtwel dat de waardering achterblijft bij het landelijk gemiddelde. Het meestpositief zijn studenten over de studieloopbaanbegeleiding, de toetsen en destudiefaciliteiten. Mogelijk lukt het de instelling om via de recent nieuwingerichte studentenraad een positieve impuls aan de deelnamepercentages tegeven.Het is positief dat het college van bestuur de gegevens uit de JOB-enquêtegebruikt bij de opstelling van de jaarlijkse interne benchmark. In het jaar dat ergeen JOB-enquête is, voert de instelling zelf eenstudententevredenheidsonderzoek uit.

Wat betreft de tevredenheid van medewerkers zien wij dat deze gemiddeldvoldoende is. Een van de aandachtspunten uit het MTO is rolduidelijkheid, bijveel teams is dit punt opgepakt en zijn daar verbeteringen in aangebracht. Deinstelling ontwikkelt zich nog verder waar het gaat om het vergroten vanbetrokkenheid, deskundigheid en eigenaarschap van medewerkers.

Pagina 21 van 61

Page 22: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

We zien verder dat de instelling nadrukkelijk georiënteerd is op de regio en opsamenwerking met bedrijven en instellingen. Jaarlijks wordt de tevredenheidvan de bedrijven gemeten. De tevredenheid is voldoende en is de afgelopen vierjaar geleidelijk gestegen.

Stabiliteit organisatie en managementWe schatten het risico voor de stabiliteit van de organisatie in als gering totmatig. In de afgelopen jaren zijn er veel wisselingen binnen het managementgeweest bij MBO College Almere. Deze wisselingen hebben bij de teams inenkele gevallen geleid tot onrust, druk en onzekerheid. Stabiliteit in deorganisatie en het management vormt een belangrijk basiselement om metperspectief te bouwen aan de toekomst. De grootste veranderingen oppersoneelsvlak zijn reeds gerealiseerd. Daarmee verkeert de instelling nu in eenfase van meer rust en perspectief.

Financiële continuïteitOp basis van de uitkomst van het onderzoek naar de financiële continuïteit vanRocvF heeft de inspectie besloten om het ‘basistoezicht arrangement’ tehandhaven voor het RocvF met een aantal aanvullende afspraken.

Pagina 22 van 61

Page 23: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

In dit hoofdstuk lichten wij per onderzochte opleiding het resultaat van hetkwaliteitsonderzoek toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed,voldoende, onvoldoende, slecht) en lichten ons oordeel toe.

Het kwaliteitsonderzoek bij Verkoper (Verkoper detailhandel), 25LR|93751,niveau 2, bbl, locatie Agorawagenplein 1, Lelystad heeft geleid tot de volgendeoordelen:

RESULTATEN PER OPLEIDING4

Verkoper (Verkoper detailhandel)4.1

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

•••

1 Onderwijsproces

2 Examinering en diplomering

3 Opbrengsten

4 Kwaliteitsborging

Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet

•5 Naleving wettelijke vereisten

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Programma

••

Leren in de onderwijsinstelling

•••

Begeleiding

••

•Leren in de beroepspraktijk

1.1 Samenhang

1.2 Maatwerk

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd

1.5 Leeromgeving

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

••

2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Pagina 23 van 61

Page 24: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.

AlgemeenDe bbl-opleiding Verkoper detailhandel wordt verzorgd door een nieuwsamengesteld team, dat nog volop in ontwikkeling is. Na de samenvoeging vandocententeams uit Dronten en Lelystad en een flinke toename van het aantalstudenten binnen het hele cluster handel was heroriëntatie op hetonderwijsaanbod noodzakelijk. Afgelopen zomer is een docent overleden die eencentrale rol vervulde in het team. Dit heeft binnen het team handel veel impactgehad en ook geleid tot een herverdeling van taken. De meeste docentenhebben zelf ervaring in de (detail)handel en kennen het beroep daardoor ‘vanbinnen uit’.In de heroriëntatie is de positionering van de bbl-opleidingen nog nietuitgekristalliseerd. Het ligt in de bedoeling om meer en beter gebruik te makenvan de ervaringen die de studenten tijdens hun dagelijkse werk opdoen.Uitgangspunt daarbij is het denken in mogelijkheden in plaats van inbeperkingen. Deze gedachte sluit goed aan bij de ontwikkelingen in de regio diegericht zijn op een beter arbeidsmarktperspectief voor jongeren. De uitbreidingvan het vliegveld Lelystad kan daarbij volgens het management een stimulansvormen.De bbl-opleiding Verkoper detailhandel is een kleine opleiding waar 12 studentenverdeeld over twee leerjaren staan ingeschreven. Het onderwijsteam toont eenpositieve, lerende houding, maar heeft nog sturing nodig om een duidelijkekoers te bepalen. Daarbij is het belangrijk om meer overstijgend te denken en tehandelen vanuit het beroep en minder geïsoleerd te werken vanuit dekerntaken.

Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende

•3.1 Rendement

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

••••

4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering *

4.4 Dialoog en verantwoording

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

•5.1 Naleving wettelijke vereisten

Beschouwing

Pagina 24 van 61

Page 25: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Binnen deze context zien we dat uit het onderzoek blijkt dat zowel hetonderwijsproces, de examinering en diplomering als de rendementen op ditmoment onvoldoende zijn. Daarom is er sprake van zeer zwak onderwijs.

OnderwijsprocesHet onderwijsproces beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aande aspecten samenhang en studieloopbaanbegeleiding.

Het programma kent onvoldoende samenhang, maar biedt voldoende maatwerk.Het onderwijs wordt gegeven in een carrousel, wat inhoudt dat een student allevakken heeft gevolgd als hij twee jaar in de opleiding heeft gezeten ongeachthet moment van instromen. In de huidige opzet van dat programma wordt sterkingezet op zelfstandig werken door de studenten. Omdat studenten te weiniguitleg over de opzet en inhoud van het programma krijgen is het carrouselmodelniet voor alle studenten de meest ideale organisatievorm. We zien tijdens delessen ook dat deze werkwijze hun motivatie niet ten goede komt.Het carrouselmodel biedt mogelijkheden voor versnellen door bijvoorbeeldvakken uit een ander deel van het programma parallel te volgen. Daarbij heefthet nominale programma altijd voorrang. In de praktijk blijkt dat demogelijkheid tot versnellen vooral gebruikt wordt door gemotiveerde studentenmet een wens tot doorstroom naar de opleiding op niveau 3. Omdat hier teweinig sturing op is, is de samenhang onvoldoende.

Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we alsvoldoende. Slechts een beperkt aantal docenten geeft les aan de bbl-opleiding.In feite is één docent het gezicht van de opleiding. Voor de beoordeling van hetdidactisch handelen hebben we daarom ook een aantal lessen in aanpalendeopleidingen bezocht.De docenten zijn gericht op kennisoverdracht en laten dit in de lessen zien doorenerzijds frontale instructie en anderzijds individueel gerichte aandacht. Deinstructie is duidelijk en effectief.Door het feit dat verschillende lessen in gecombineerde groepen van meerniveaus plaatsvinden wordt een groot beroep gedaan op hetklassenmanagement. Docenten verzorgen groepsinstructie en laten de overigestudenten zelfstandig werken. Tijdens het zelfstandig werken van studenten isde docent vooral op afroep beschikbaar. Hierdoor krijgt de niveau 2 studentminder aandacht. Het klassenmanagement richt zich meer op de organisatie danop de inhoud. Als gevolg hiervan profiteren de studenten van de niveau 2opleiding nauwelijks van de ervaringen van en het theoretische aanbod aan deniveau 3 studenten. Een aandachtspunt vormt het gebrek aan uitdagend eneigentijds onderwijs.

Pagina 25 van 61

Page 26: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Door de organisatie en inrichting van de lessen en het feit dat ze slechts één dagonderwijs volgen ervaren studenten weinig relatie met hun studiegenoten uit debbl-opleiding.

De leeromgeving biedt herkenning voor studenten en is voldoende voorzien vangeschikte onderwijsleermiddelen. Docenten gebruiken de beschikbare modernehulpmiddelen op een adequate manier. De leertijd wordt in de meeste bezochtelessen voldoende benut. Een aandachtspunt daarbij vormt het computergebruiktijdens het zelfstandig werken, omdat er te weinig toezicht is op doelmatiggebruik.

De intake en plaatsing en de zorg beoordelen we als voldoende, maar destudieloopbaanbegeleiding voldoet niet.De intake en plaatsing zijn voldoende omdat de instelling voorafgaand aan destart van de opleiding voldoende informatie aan studenten verstrekt en eenvolledige intakeprocedure volgt. Er is contact met de voorgaande opleiding enwaar nodig vinden een warme overdracht en een specialistische intake plaats.Een aandachtspunt vormt de intake van tussentijdse instromers, omdat uit degesprekken met studenten de indruk bestaat dat deze procedure iets minderzorgvuldig is verlopen.De zorg is voldoende omdat de mogelijkheden hiertoe voldoende aanwezig zijnen benut worden. Bovendien is er extra ondersteuning mogelijk voor studentenmet een specifieke ondersteuningsbehoefte.

De studieloopbaanbegeleiding is onvoldoende. De studenten ervaren weinigbegeleiding en persoonlijke aandacht. Zij voelen zich wat verloren enonvoldoende gezien en gehoord. De studenten vinden dat de docentenonvoldoende beschikbaar zijn wanneer zij vragen hebben over hun studie. Ookhebben zij onvoldoende zicht op hoe zij ervoor staan qua cijfers en opdrachten.De docenten geven wel aan dat zij hiervoor ruimte maken in de lessen, maarleggen de verantwoordelijkheid voor het plannen van een gesprek bij destudent. De ervaring van docenten is dat de studenten uit de bbl-groepenminder vanzelfsprekend een gesprek aanvragen.Hoewel er pop- en pap-gesprekken met studenten voorzien zijn, blijken dezeniet consequent gehouden te zijn. Ook worden de gesprekken met studentennog onvoldoende vastgelegd. Het leerlingvolgsysteem wordt niet consequentgehanteerd. Hierdoor zijn docenten onvoldoende in staat om de begeleiding vanstudenten goed aan te laten sluiten bij hun actuele situatie en aanvullendeondersteuningsvragen. Bij de huidige groep studenten van de bbl-opleidingwordt geen gebruik gemaakt van extra ondersteuning, hoewel een enkelestudent aangeeft hierwel behoefte aan te hebben.

Pagina 26 van 61

Page 27: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Het is positief dat er vanuit het management professionalisering wordt ingezetom de aanpak van docenten meer studentgericht te maken.

De beroepspraktijkvorming beoordelen we als voldoende. De begeleiding vanuitde opleiding en de leerbedrijven is voldoende. De opleiding onderhoudtintensieve contacten met verschillende bedrijven. Veelal is er sprake van eenlangdurige relatie met de opleiding, de praktijkopleiders die wij gesprokenhebben vinden dit een sterk punt. Het is positief dat de opleiding opdrachtenaanpast als deze in een bepaalde werksituatie niet te realiseren zijn. Er wordtgoed opgelet dat de aangepaste opdracht een zelfde niveau heeft als deoorspronkelijke opdracht.Een aandachtspunt vormen de praktijkopdrachten, deze worden in bepaaldewerksituaties door de studenten ervaren als te eenvoudig in relatie tot hun eigendagelijkse werkzaamheden.

Examinering en diplomeringDe examinering en diplomering beoordelen we als onvoldoende, omdat nietvoldaan is aan het aspect diplomering.

Het exameninstrumentarium voldoet, omdat het aansluit op de uitstroomeisenen voldoet aan de toetstechnische eisen. Het instrumentarium is ingekocht en opeen eerder moment als voldoende beoordeeld.Het examenmateriaal voor Nederlands sluit aan op de uitstroomeisen en voldoetaan de toetstechnische eisen. Het is ingekocht en op een eerder moment alsvoldoende beoordeeld. Het oordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal(generieke eisen) telt vanaf het jaar van centrale examinering mee in heteindoordeel van de inspectie over de examenkwaliteit van de opleiding.

De examenprocessen van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijkverlopen. Het onderscheid tussen ontwikkelingsgerichte toetsing en examineringis helder. De kerntaken worden in de praktijk geëxamineerd. Er wordt bij destart van de opleiding een nulmeting ingevuld, tussentijds een voortgangsmetingen afsluitend geëxamineerd. Op deze wijze wordt de voortgang van de studentgemonitord en de overgang naar de examineringsfase voldoende gemarkeerd.De opleiding houdt zicht op de examinering door de controle van debeoordelingen en het steekproefsgewijs bijwonen van examens. Bij de examensvoor Nederlands wordt het vierogenprincipe gehanteerd, waarmee naast hetinzetten van gecertificeerde assessoren, de kwaliteit van afname en beoordelingwordt geborgd.

Pagina 27 van 61

Page 28: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De diplomering voldoet niet, omdat deze onvoldoende deugdelijk en geborgd is.Ondanks de verschillende borgingsstappen die in de procedure zijn ingebouwd,blijken er onjuistheden te zitten in de examendossiers. Deze zijn ontstaan in deeerste stappen van het borgingsproces die nog binnen het team handelliggen. Doorslaggevend hierbij is dat deze onjuistheden in de opeenvolgendestappen bij de uiteindelijke controle door de TEC niet zijn opgemerkt. Hierdoor isde borging van de examenkwaliteit onvoldoende gerealiseerd. Dit gegeven incombinatie met het examenproduct veroorzaakt het verschil in beoordelingbinnen één TEC.

OpbrengstenDe opbrengsten zijn onvoldoende, omdat het jaarresultaat (40,3 procent) en hetdiplomaresultaat (43,3 procent) onder de norm liggen.Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2014-2015 zijn deresultaten van de bc222, niveau 2 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingendie betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.

KwaliteitsborgingDe kwaliteitsborging beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan.

De sturing beoordelen we als voldoende, omdat het afdelingsplan in lijn is metde richting van het beleid, de voornaamste beoogde resultaten en voorgenomenactiviteiten voor 2016 (Kaderbrief 2016 en jaarplan MBO College Lelystad). Zowordt op basis van het teamplan Handel onder meer invulling gegeven aan deimplementatie van de nieuwe kwalificatiestructuur, doorstroom naar het hbo enprofessionalisering van de docenten. Het teamplan wordt regelmatig zowel in hetteam als in de vakgroepen geëvalueerd op de voortgang van de realisatie van deacties. Dit in combinatie met de waargenomen teamgeest en het teamhandelenmaakt dat alle teamleden zich mede-eigenaar voelen van het teamplan. In hetteamplan is echter geen specifieke aandacht voor de bbl-opleiding.Er is sprake van gezamenlijkheid, waarbij de teamleden samen de schoudersonder de verdere ontwikkeling zetten. Het team stelt de student centraal, dit isin alle plannen, doelen, maatregelen en onderlinge gesprekken zichtbaar. Eenaandachtspunt vormt dit centrale thema nog wel in de uitvoering van de lessenen studieloopbaanbegeleiding.Er is de afgelopen periode veel aandacht besteed aan het inwerken van hetnieuwe team, wat het teamgevoel en de sfeer ten goede is gekomen. Er isonderling veel waardering voor elkaar. De docenten jobskills en lifeskills wetenelkaar goed te vinden, maar veel acties vinden nog binnen deze subgroepenplaats.

Pagina 28 van 61

Page 29: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De beoordeling is voldoende omdat het team regelmatig (jaarplan) enbetrouwbaar de voortgang en realisatie van de gestelde acties beoordeelt. Deuitwerking van de acties is vooral belegd bij docenten (eigenaarschap). Devoortgang van de realisatie van de belegde acties wordt door deopleidingsmanager regelmatig besproken in het teamoverleg. Hiermee past hetteam niet alleen de beoogde kwaliteitscyclus in voldoende mate toe, maar geefter ook een eigen kleuring aan door opleidingsrelevante acties toe te voegen.

De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende, omdat het teamverbetermaatregelen neemt die aansluiten op de uitkomsten van evaluaties enafgestemd zijn op de gestelde doelen. Gelet op de context van dit teambevindt deze ontwikkeling zich nog wel in een prille fase. De afstemming op degestelde doelen geldt ook voor de bevordering van de deskundigheid, die zichzowel richt op de beroepsinhoud als op onderwijskundige onderwerpen. Eenvoorbeeld hiervan is het Portfolio docent (BIO) dat onderwerp van gesprek istussen de docent en de opleidingsmanager.Er is veel aandacht voor scholing. Elke tien weken vindt een roc-brede scholingop uiteenlopende onderwerpen plaats. De docenten handel gaan ook elk jaarnaar een landelijke studiedag voor hun vakgebied.

De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende, omdat er eenwerkende dialoog is met studenten, medewerkers en het bedrijfsleven die dekwaliteit van het onderwijs betreft. Gespreksvoering vindt zowel formeel,gekoppeld aan de kwaliteitszorgsystematiek, als informeel met studenten,docenten en management plaats. Het management vervult eenvoorbeeldfunctie, onder andere doordat elke dag van de week een Manager vande dag kent. Deze heet alle studenten van 10 minuten voor tot 15 minuten nade start van het eerste lesuur persoonlijk welkom. Op deze wijze wetenstudenten dat ze gezien worden en dat zij welkom zijn. Deze aanpak bevordertde informele dialoog.Er is een actieve verantwoordingsdialooog met externe betrokkenen door middelvan een geintensiveerde samenwerkingsrealtie met partners in de regio en degemeenten. Door deze samenwerking wordt meer gestuurd op de verhoging vande kwaliteit van het onderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt. Vanuit hetuitgangspunt dat het mbo college zich ook meer servicegericht opstelt, is denoodzaak om kwaliteitsbewust te werken toegenomen. Daarbij maakt hetcollege ook gebruik van de samenwerkingsrelatie met onder andere MBOCollege Airport en het MBO College Centrum van het ROC van Amsterdam. Deopleiding kent een actief professionaliseringsbeleid.

Pagina 29 van 61

Page 30: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Wettelijke vereistenDe opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en), omdat voor zoveronderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd.

OnderwijstijdEr waren geen aanwijzingen om het onderzoek te verdiepen op het punt vanonderwijstijd.

Schoolkosten/wettelijke bijdragenDe opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Deschoolkosten worden voldoende gecommuniceerd via de website.

Het kwaliteitsonderzoek bij Medewerker bediening/café-bar (Gastheer/-vrouw),25LR|94140, niveau 2, bol, locatie Straat van Florida 1, Almere heeft geleid totde volgende oordelen:

Medewerker bediening/café-bar (Gastheer/-vrouw)4.2

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

••••

1 Onderwijsproces

2 Examinering en diplomering

3 Opbrengsten

4 Kwaliteitsborging

Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet

•5 Naleving wettelijke vereisten

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Programma

••

Leren in de onderwijsinstelling

••

•Begeleiding

•••

Leren in de beroepspraktijk

1.1 Samenhang

1.2 Maatwerk

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd

1.5 Leeromgeving

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

Pagina 30 van 61

Page 31: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.

AlgemeenDe opleiding Gastheer/Gastvrouw wordt verzorgd door het team Horeca niveau2 en 3 in Almere. Het team heeft te maken gehad met een groot verloop vanteammanagers.In die periode was er sprake van onvoldoende en te weinig consequente sturingen is daardoor de kwaliteit van het onderwijs negatief beïnvloed.De huidige opleidingsmanager is gestart in januari 2015 en bouwt samen methet team constructief aan een inspirerende opleiding gastheer/gastvrouw voorde regio. Inmiddels is voorzien in een adequaat teammanagement en hebben wijgeconstateerd dat het onderwijs, de examinering en de kwaliteitsborging zichpositief ontwikkelen. Veel aandacht van het management is daarbij allereerstuitgegaan naar de ontwikkeling van vertrouwen, teamvorming en gezamenlijkeverantwoordelijkheid.De periode waarin meer stabiliteit is ontstaan, is te kort om de kwaliteit op allegebieden op het niveau van voldoende basiskwaliteit te hebben. We zien echtervoldoende slagvaardigheid, motivatie en veranderbereidheid om de reedsingezette verbeteracties succesvol te implementeren.

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

•1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

••

2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende

•3.1 Rendement

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

••

••

4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering *

4.4 Dialoog en verantwoording

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

•5.1 Naleving wettelijke vereisten

Beschouwing

Pagina 31 van 61

Page 32: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

OnderwijsprocesHet onderwijsproces beoordelen we als voldoende, omdat aan alle kernaspectenis voldaan. Het aspect leertijd is echter onvoldoende.

Het programma kent voldoende samenhang en biedt voldoende maatwerk. Doorde kleinschaligheid en betrokkenheid bij de studenten zijn de studenten in beelden wordt voldoende maatwerk geboden aan de studenten die dat nodig hebben.Dit wordt gedaan doordat in het programma ruimte is om rekening te houdenmet verschillen in vooropleiding, capaciteit en vorderingen.

De leertijd wordt onvoldoende benut omdat het onderwijsleerproces niet zodanigis georganiseerd dat iedere student in de lessituatie aan het leren is. Dewerkdruk is onevenredig verdeeld omdat de weken met stage voor de studentenerg vol en zwaar zijn in verhouding tot de weken dat de studenten volledig opschool zijn. Dit vormt een aandachtspunt voor de programmering in het nieuwestudiejaar.De leeromgeving beoordelen we als voldoende. Zowel studenten als docentengeven aan te leren en te werken in een veilige omgeving waarbij studenten alsuitgesproken positief kenmerk aangeven dat zij gekend worden. Daarnaast zijnze tevreden over de wijze van praktijkgericht leren en de voorbereiding op hetexamen en de beroepspraktijkvorming.

Het didactisch handelen voldoet aan de basiskwaliteit omdat docenten overvoldoende basisvaardigheden en kennis beschikken om onderwijs op niveau tegeven. Het is positief dat er desalniettemin een didactisch verbetertraject isgestart waaraan alle teamleden deelnemen. De bedoeling ervan is dat hetonderwijs effectiever wordt door een betere en efficiëntere organisatie en meerkennis over didactische werkvormen. Daarmee wordt goed ingespeeld op deonderstaande aandachtspunten die wij tijdens de lesbezoeken geobserveerdhebben. Door beter gericht klassenmanagement kan de basis voor effectief lerenversterkt worden. Bovendien ontstaat er dan binnen de lessen meer tijd enruimte voor taakgerichte feedback die studenten ondersteunt om meer aandachtaan hun ontwikkelpunten te besteden. Omdat de docenten veel kennis hebbenover de verschillende studenten en over voldoende vakkennis beschikken,wegen de aandachtspunten op dit moment niet door in het oordeel.Studenten geven enkele verbeterpunten aan waarbij het kernpunt is datdocenten doen wat zij beloven. Een voorbeeld hiervan is het uitvoeren vantafelhandelingen in de praktijk. Daarnaast hebben zij behoefte aan meerstructuur door vaste docenten, een vast rooster en voldoende aansluiting tussende lessen.

Pagina 32 van 61

Page 33: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding (slb) en de zorgbeoordelen we als voldoende omdat het gehele begeleidingstraject gedegen enmet persoonlijke aandacht voor de student plaatsvindt. Bij de intake enplaatsing is nadrukkelijk aandacht voor het beroepsbeeld. Destudieloopbaanbegeleiding biedt juiste en tijdige informatie over de voortgangvan de studenten in de opleiding.Vanuit de intake is er voor studenten met een extra ondersteuningsbehoefte eenzorgdossier. Doordat de zorgcoördinator een samenvatting voor docentenmaakt, houden deze rekening met specifieke aandachtspunten bij studenten enbespreken ze met hen. Mentoren hebben regelmatig voortgangsgesprekken metde studenten en hebben goed in beeld wat de actuele situatie van een studentis. Hier spelen docenten tijdens de lessen goed op in. Een aandachtspunt is dateen deel van de studenten niet verder gaat in het horeca vak. Studenten zijntevreden over de beschikbaarheid van docenten en mentoren.Er is een gedegen zorgstructuur. Iedere twee weken zijn er studentbesprekingenmet het hele team waarbij ook de zorgcoördinator aanwezig is en relevanteinformatie gedeeld wordt. Waar nodig onderhoudt de zorgcoördinator contactenmet het thuisfront van de student. Ook heeft de zorgcoördinator een rol bij deinterne verwijzing van studenten of naar tweedelijns zorg.

De beroepspraktijkvorming (bpv) beoordelen we als voldoende. Dedocenten bereiden de studenten en leerbedrijven voldoende voor op deberoepspraktijkvorming en zorgen ook voor voldoende en passende begeleiding.Alle studenten hebben een bpv-plaats, als het nodig is ondersteunt de opleidingbij het vinden van een plaats. De school heeft een sterk netwerk binnen hetberoepenveld. De coach is tevens bpv-begeleider en heeft daardoor een helderbeeld van het leren in de praktijk en op de afstemming tussen de bpv en hetleerproces op de instelling. De docenten houden ook zicht op het leren in depraktijk door tijdens de lesdag op school te vragen naar ervaringen en eventueleknelpunten. De betrokkenheid van bedrijven bij de bpv is groot en hunbegeleiding is voldoende. De praktijkopleiders waarderen de aandacht voorcompetentieontwikkeling van studenten en leveren er een actieve bijdrage aandoor studenten hier gericht op te begeleiden tijdens hun dagelijksewerkzaamheden.

Examinering en diplomeringDe examinering en diplomering beoordelen we als onvoldoende, omdat nietvoldaan is aan de eisen voor diplomering.

Het exameninstrumentarium van het beroepsgerichte deel voldoet, omdat hetaansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen.

Pagina 33 van 61

Page 34: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Er is een onderscheid tussen de ontwikkelingsgerichte toetsing en dekwalificerende examinering. Het kwalificerend praktijkexamen bestaat uit drieproeves van bekwaamheid, waarvan de proeves van kerntaak 1 en 2 in depraktijk worden afgenomen en de proeve van kerntaak 3 zoveel mogelijk in hetleerbedrijf. Bij de afgenomen examens in 2014-2015 werd gebruik gemaakt vaneen ingekocht instrumentarium dat intern aangepast is. Het materiaal voldoetqua dekking, cesuur en beoordelingsvoorschriften. Voor het jaar 2015-2016wordt dat instrumentarium ongewijzigd ingezet en geldt de instellingsbredeafspraak dat alle daarbij behorende voorwaarden en voorschriften gevolgdworden. Op deze wijze is het ingezette verbeterbeleid zichtbaar geborgd in deinrichting van de examinering. Alle betrokkenen hebben een helder beeld van deexaminering.

Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels sluit aan op deuitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Dezeexameninstrumenten zijn ingekocht en eerder door ons als voldoendebeoordeeld. Het oordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal (generiekeeisen) telt vanaf het jaar van centrale examinering mee in het eindoordeel vande inspectie over de examenkwaliteit van de opleiding.

De examenprocessen van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijkverlopen.De afname en de beoordeling van de beroepsgerichte examinering vindtzorgvuldig plaats. De proeves worden afgenomen in het horeca-leerbedrijf in deschool, daarbij zijn altijd twee onafhankelijke en deskundige examinatorenbetrokken; één docent van school en één praktijkopleider. De docent begeleidthet examenproces en zorgt dat de examinatoren geïnformeerd zijn. Tijdens deproeve observeren de examinatoren de student afzonderlijk van elkaar enmaken notities van hun observaties. Na afloop overleggen de examinatoren overhun oordeel en noteren dat op het beoordelingsformulier. Hierdoor is de afnameen beoordeling authentiek en betrouwbaar.Bij de afname van Engels en Nederlands spreken en gesprekken voeren is eraltijd een audio-opname. Op aangeven van de beoordelaar luistert een tweedebeoordelaar dit af. Daarmee is de beoordeling voldoende betrouwbaar.

De diplomering voldoet niet, omdat de teamexamencommissie (TEC) zichonvoldoende vergewist van de kwaliteit van afname en beoordeling van deexamens. De teamexamencommissie heeft onvoldoende zicht op het geheleproces van examinering en diplomering.Het toezicht door de relatief nieuwe teamexamencommissie op de kwaliteit vande afname, de beoordeling en de deskundigheid van de beoordelaars is nog niet

Pagina 34 van 61

Page 35: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

structureel vormgegeven. Bij de examenafname is zij nog in beperkte matebetrokken. Hierdoor heeft zij onvoldoende zicht op de tekortkomingen en risico’sbij de afname en de beoordeling. De TEC beoordeelt de examendossiers slechtsop volledigheid, waarbij wij hebben geconstateerd dat fouten en omissies vrijwelniet worden opgemerkt. Zoals in het geval van een onvoldoende ofonvoldoende/voldoende beoordelingen van een werkproces door de beoordelaarswaarbij niet voldaan is aan het beoordelingsvoorschrift en geen onderbouwinggegeven is van het oordeel. Een herleidbare verantwoording geeft meerwaardeaan de kwaliteit van de feedback aan de afgewezen examenkandidaat en aan deanalyse van de beoordelingsresultaten. Voor Engels is een steekproefvastgesteld maar voor Nederlands nog niet. Uit bovenstaande blijkt dat deexamencommissie hierdoor toeziet op de kwaliteit van de examinering bijEngels. Zij laat echter de mogelijkheid om deze werkwijze ook toe te passenvoor Nederlands onbenut, waardoor een mogelijke samenhangtussen verbeteringen niet tot stand komt. Mede door deze aanpak heeft deexamencommissie te weinig zicht op de afname en beoordeling.Daarnaast stellen we vast dat de examencommissie onvoldoende invulling geeftaan eigen doelstellingen, voorgenomen verbeteracties en geplande evaluaties.Hierdoor laat de examencommissie kansen tot verbetering liggen. Het is positiefdat de bij de examinering betrokken medewerkers worden geschoold.

OpbrengstenDe opbrengsten zijn onvoldoende, omdat het jaarresultaat (36,4 procent) en hetdiplomaresultaat (21,4 procent) onder de norm liggen.Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2014-2015 zijn deresultaten van de bc114, niveau 2 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingendie betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.

KwaliteitsborgingDe kwaliteitsborging beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aanverbetering en verankering. Hierna volgt een toelichting per aspect.

De sturing beoordelen we als voldoende omdat deze is gebaseerd op hetstrategisch beleidsplan van de instelling, het collegeplan en de doelen gedragenworden door de opleiding. Er is een door het team gedragen Jaarplan TeamHoreca 2016, dat een groot aantal acties kent ter verbetering van onder meerde onderwijskwaliteit. De plannen en prioriteiten zijn in lijn met het strategischbeleidsplan van de instelling. Er wordt gebruik gemaakt van centraalbeschikbare, relevante stuurinformatie.

Pagina 35 van 61

Page 36: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Vanuit het strategisch beleid is vorig jaar gekozen om niveau 4 niet meer bijhetzelfde team onder te brengen vooruitlopend op het verder te ontwikkelenconcept "één MBO4 college en het vakroute college".

De beoordeling is voldoende omdat het team regelmatig en betrouwbaar devoortgang van de gestelde doelen beoordeelt. Om de onderwijskwaliteit van deopleiding te monitoren worden onder andere studentengesprekken gevoerd entevredenheidsonderzoeken bij studenten en docenten gehouden. Deteammanager doet lesbijwoningen, deze zijn mede aanleiding voor de start vanhet didactisch verbetertraject. Collegiale visitatie aan de hand van een kijkwijzeren daarop volgend het geven van feedback zijn de volgende stappen in deteamontwikkeling.

Jaarlijks wordt binnen het roc de Staat van het team Horeca opgemaakt en deStaat van het College Almere. In januari 2016 heeft een interne audit kwaliteitonderwijs (Kok niveau 2) plaats gevonden met betrokkenheid van een externeauditor, dit betreft een opleiding die verzorgd wordt door hetzelfde team alsgastheer/gastvrouw.

De verbetering en verankering beoordelen we als onvoldoende, omdat de ingang gezette verbeteringen nog onvoldoende zichtbaar zijn in het onderwijs.Gelet op de fase van het ontwikkeling van het team en de korte periode waariner een stabiel management is, is dit verklaarbaar.

Op basis van de evaluaties zijn door het management verbetermaatregelengeformuleerd gericht op het versterken van teamvorming, het eigenaarschap, devernieuwing van de didactiek en de studieloopbaanbegeleiding. Het jaarplanwordt door het team gedragen. Ondanks deze in gang gezette verbeteringen zijnde resultaten nog niet op alle onderdelen in voldoende mate zichtbaar in hetonderwijs en de diplomering. De pdca-cyclus kan versterkt worden door hetproces meer te formaliseren en met regelmaat vast te stellen in hoeverre met deuitgevoerde verbeteracties de beoogde doelen zijn bereikt. Daarna kunnenverbeteracties eventueel bijgesteld worden met als effect dat de doelgerichtheiden het volledig doorlopen van de cyclus versterkt worden. Hetkwaliteitsbewustzijn en kwaliteitsbesef is volgens alle betrokkenen duidelijkgegroeid waardoor ook het enthousiasme toeneemt om systematisch dekwaliteit van het onderwijs en de examinering te verbeteren en te borgen.

De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. Er is een voldoendefunctionerende dialoog over de kwaliteit met belanghebbenden. De studentenhebben veel waardering voor het klassenvertegenwoordigersoverleg als vorm

Pagina 36 van 61

Page 37: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

van interne dialoog, waarbij veel aandacht is voor de veiligheid en de sfeerbinnen de opleiding. Aangevuld met meer informele gesprekken heeft het teamhiermee een goed beeld van hoe de studenten de opleiding ervaren.Studenten worden betrokken bij de verbeteracties door hetklassenvertegenwoordigersoverleg en er is een sterk netwerk binnen hetbedrijfsleven waarmee met vertegenwoordigers uit de branche ook de kwaliteitvan de examinering en het onderwijs besproken wordt.De externe dialoog met het bedrijfsleven vindt met name plaats via het netwerkvan docenten. Een gestructureerde dialoog met bedrijven op opleidingsniveau iser (nog) niet. Leermeesters uit het bedrijfsleven zijn betrokken bij afname vanexamens in het interne Restaurant Hommeles. Er zijn contacten met het teamniveau 4 horeca gericht op de aansluiting en doorstroom van de opleiding.

Wettelijke vereistenDe opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en), omdat voor zoveronderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd.

OnderwijstijdHoewel er, op basis van het oordeel over leertijd en onvoldoende rendementwel aanwijzingen zijn om het onderzoek te verdiepen op het punt vanonderwijstijd, hebben wij dit niet uitgevoerd omdat het management de risico'sop dit punt voldoende in beeld heeft en passende maatregelen neemt.

Schoolkosten/wettelijke bijdragenDe opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.

Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlatenDe opleiding voldoet aan de wettelijke verplichting om in deonderwijsovereenkomst het verzuimbeleid kenbaar te maken. Dit betreft dewettelijke bepaling in artikel 8.1.3f van de Wet educatie en beroepsonderwijs(WEB). De procedure van de instelling betreffende de verzuimregistratie en deuitvoering in de praktijk voldoet.De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht vanverzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier wekenvoor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is.Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a, tweede lid, van de Leerplichtwet1969. Wanneer er na de eerste 16 uur ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake isvan verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4opeenvolgende lesweken vinden vervolgmeldingen plaats.

Pagina 37 van 61

Page 38: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De norm voor melding van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurendeeen periode van vier weken wordt door de instelling ook gebruikt bij de groep18-23 jarigen zonder startkwalificatie. Deze meldingen vinden tijdig plaats. Deinstelling voldoet daarmee aan het vereiste in art. 8.1.8.a van de WEB. Wanneerer na de eerste 16 uur ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake is van verzuimzonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4 opeenvolgendelesweken vinden vervolgmeldingen plaats.

Het kwaliteitsonderzoek bij Middenkader engineering (Technicus), 25LR|94421,niveau 4, bol, locatie Straat van Florida 1, Almere heeft geleid tot de volgendeoordelen:

Middenkader engineering (Technicus)4.3

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

••••

1 Onderwijsproces

2 Examinering en diplomering

3 Opbrengsten

4 Kwaliteitsborging

Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet

•5 Naleving wettelijke vereisten

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Programma

••

Leren in de onderwijsinstelling

•••

Begeleiding

•••

Leren in de beroepspraktijk

1.1 Samenhang

1.2 Maatwerk

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd

1.5 Leeromgeving

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

••

2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Pagina 38 van 61

Page 39: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.

AlgemeenDe opleiding is gedurende de laatste jaren al werkende weg ontwikkeld met alsfocuspunt de integratie van werktuigbouw en elektrotechniek. Hiermee is eensamenvoeging van twee teams tot stand gekomen. Dit alles in de context vantoenemende studentaantallen en een beroepsomgeving die in beweging is. Hetteam staat aan het beginstadium van kwaliteitsbewust handelen en is daarbij indeze fase nog sterk afhankelijk van gerichte sturing. Wij zien ook een betrokkenteam dat nauwe samenwerking zoekt met het bedrijfsleven en als belangrijkefocus heeft de relatie met het werkveld te versterken, daarmee ook anticiperendop de ontwikkelingen rondom de herziening van de kwalificatiestructuur. Binnenhet team vinden er nog op verschillende terreinen ontwikkelingen plaats; onderandere op het niveau van onderwijsinhoud, examinering en teamsamenstelling.Het team is nog volop in ontwikkeling om te komen tot meer eigenaarschap enkwaliteitsbesef.

OnderwijsprocesHet onderwijsproces beoordelen we als voldoende. Aan alle kernaspecten isvoldaan.

Het programma kent voldoende samenhang, maar maatwerk is wel eenaandachtspunt.Het programma sluit aan op het kwalificatiedossier. Het onderwijs is deelsprojectmatig ingericht, daarbij wordt een nauwe aansluiting gezocht met dewerkwijze in het bedrijfsleven. Het programma kent tevens een goede balanstussen elementen van kennis, vaardigheden en houding.

Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende

•3.1 Rendement

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

••

••

4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering *

4.4 Dialoog en verantwoording

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

•5.1 Naleving wettelijke vereisten

Beschouwing

Pagina 39 van 61

Page 40: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Er is sprake van een gestandaardiseerd programma met beperkte mogelijkhedenvoor flexibilisering van het individuele leertraject. Hierdoor komt verkorting vande studieduur nauwelijks voor. De aansluiting op individuele behoeften vanstudenten die meer uitdaging nodig hebben, is daardoor niet vanzelfsprekend. Erzijn wel aanvullende activiteiten voor studenten die vertraging hebbenopgelopen.

Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we alsvoldoende.In de lessen zien we voldoende structurering, begeleiding van de leeractiviteitenen feedback op de ontwikkeling van studenten. Er is sprake van effectieveinteractie tussen docent en student en tussen studenten onderling. Deze isgericht op overdracht en ontwikkeling van kennis, houding en vaardigheden. Dedocenten zijn vakkundig en de studenten worden gestimuleerd tot werkelijkleren. Het onderwijsconcept wordt door het gehele team gedragen, daarin isvoldoende ruimte voor afwisseling tussen theorie en praktijk. Hierdoor wordtdirect het geleerde in de praktijk gebracht. Tijdens de lessen wordt de tijd goedbenut; dit geldt ook voor de praktijklessen. Ook is het schoolklimaat veilig en derespectvolle omgang die hier bij hoort, ondersteunt het leerproces.

De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen weals voldoende. De intake is twee jaar geleden gewijzigd en vindt nu plaats onderdirecte verantwoordelijkheid van het opleidingsteam. De werkwijze is zorgvuldigen leidt tot een passende plaatsing. Er is aandacht voor studenten en hetonderwijsteam heeft zicht op de ontwikkeling van studenten. De verslagleggingvan afspraken en vooral opvolging van gemaakte afspraken verdient aandacht.De zorgstructuur is adequaat en effectief. Studenten die aanvullende begeleidingnodig hebben worden begeleid door een pluscoach, voor degene die behoefteheeft aan extra zorg is er tweede- en derdelijnszorg. Wij zien dat hierbij deafspraken en vervolgacties wel structureel worden geregistreerd.

De beroepspraktijkvorming (bpv) beoordelen we als voldoende.Het bedrijf begeleidt de student op de afgesproken wijze. De begeleiding isafgestemd op de mate van zelfstandigheid van de student en voorziet in eengeleidelijke overgang naar de bij het niveau van de opleiding passende mate vanzelfstandig werken. De opleiding is op de hoogte van de feedback die het bedrijfgeeft op de individuele prestatie van de student. De opleiding begeleidt enbewaakt op afstand in voldoende mate de voortgang van de leerresultaten vanstudenten. Knelpunten worden tijdig gesignaleerd en opgelost. Begeleidersvanuit de opleiding hebben contact met de begeleiders op de bpv-plaats over deinhoud van de bpv. Er is een werkgroep bpv opgericht die als doel heeft de

Pagina 40 van 61

Page 41: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

afstemming tussen de leerbedrijven en de school verder te optimaliseren. Hetteam anticipeert hiermee ook op de ontwikkeling rondom de nieuwekwalificatiestructuur en de bpv-opdrachten die daarbij van toepassing zijn.Niettegenstaande de lastige economische omstandigheden bij bedrijven is deopleiding in staat de studenten te plaatsen. De stages beginnen in het tweedeleerjaar en vinden in aaneengesloten periodes plaats. Veel tijd wordt besteedaan simulaties in de praktijkruimten van de school. Omdat ook docenten dieafkomstig zijn uit het bedrijfsleven of deels daar nog in werkzaam zijn de lessenuitvoeren, is de reflectie op de (praktijk)leerervaringen actueel.

Examinering en diplomeringDe examinering en diplomering beoordelen we als onvoldoende omdat dediplomering niet van voldoende kwaliteit is.

Het exameninstrumentarium voldoet, omdat het voldoende aansluit op deuitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het beroepsgerichteinstrumentarium wordt ingekocht en is vastgesteld door de domeinexamencommissie (DEC). De inrichting van kwalificerende examens maakt hetmogelijk om de beroepsuitoefening op het vereiste beheersingsniveau zoalsomschreven in het kwalificatiedossier volledig en met passende complexiteit teexamineren. De feitelijke opdrachten worden door de team examencommissie(TEC) goedgekeurd.

Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels sluit aan op deuitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het examenmateriaalwordt ingekocht en is eerder door de inspectie voldoende bevonden. Hetmateriaal wordt ongewijzigd ingezet. Het oordeel voor de instellingsexamensNederlandse taal (generieke eisen) telt vanaf het jaar van centrale examineringmee in het eindoordeel van de inspectie over de examenkwaliteit van deopleiding.

De examenprocessen van afname en beoordeling zijn deugdelijk verlopen. Bijde beroepsgerichte examenonderdelen vinden de kerntaken 1 tot en met 3 opschool zowel in simulaties als via theorieopdrachten plaats. Kerntaak 4 wordt inhet bedrijf afgenomen. Hiermee is de authentieke afname geborgd. In geval vanonvolkomenheden wordt een procesverbaal opgemaakt.De beoordeling van de vier kerntaken gebeurt aan de hand van driebeoordelingsmomenten: bij een schoolopdracht, de bedrijfsopdracht en heteindgesprek.

Pagina 41 van 61

Page 42: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De beoordelingsformulieren zijn zodanig aangepast dat voor alle studenten diegeëxamineerd worden met het exameninstrumentarium vanaf cohort 2012individuele beoordeling per kerntaak geborgd is. Bij de school- en debedrijfsopdracht vindt het vierogenprincipe plaats, bij het eindgesprek wordt eenzesogenprincipe toegepast. Hiermee is de objectiviteit van de afname enbeoordeling geborgd.

De diplomering voldoet niet, omdat de examencommissie zich onvoldoendevergewist van de kwaliteit van de afname en beoordeling van de examens.Bovendien is het bewustzijn en het urgentiebesef van de examencommissie nogonvoldoende, waardoor de examencommissie de risico’s voor diplomeringonvoldoende in beeld heeft. Dit blijkt uit aangetroffen onvolkomenheden in deexamendossiers. Het aanscherpen van de richtlijnen voor de examinering en hetscherp toezien op de naleving ervan vanuit de examencommissie verdient deaandacht. Zo kan het zicht van de teamexamencommissie op de herkansingenen de afname van bedrijfsexamens in de beroepspraktijk worden verbeterd. Wezien tevens dat de effecten van ingezette verbetermaatregelen in onvoldoendemate worden geanalyseerd. Daarentegen zien wij wel dat in de afgelopen tweejaar veel is geïnvesteerd in het structureren van TEC vergaderingen, hetformuleren van rolduidelijkheid en het op orde brengen van de examendossiers.

OpbrengstenDe opbrengsten zijn onvoldoende, omdat het jaarresultaat (47,4 procent) en hetdiplomaresultaat (50,0 procent) onder de norm liggen.Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2014-2015 zijn deresultaten van de bc137, niveau 4 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingendie betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.De reden van onvoldoende opbrengsten bij de opleiding middenkaderengineering heeft te maken met een zeer sterke groei van studenten aantallenin Almere en de start van de opleiding in Lelystad waar nog niet gediplomeerdwordt. In drie jaar tijd is er sprake van meer dan een verdubbeling vanstudentenaantallen in Almere.

Het aantal diploma's afgelopen jaar is gebaseerd op de instroom van 2012, 64studenten. Het is een vierjarige opleiding. De uitval is gebaseerd op de instroomvan 2015, 160 studenten. Uitval vindt vooral in het eerste jaar plaats. Er vindteen analyse plaats op de redenen van uitstroom in relatie tot de aangepasteintakeprocedure.

Pagina 42 van 61

Page 43: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

KwaliteitsborgingDe kwaliteitsborging beoordelen we als onvoldoende omdat de verbetering enverankering niet van voldoende kwaliteit zijn.

De sturing beoordelen we als voldoende. Het team volgt de kwaliteitscycluszoals die door RocvF is ingericht. Er wordt gewerkt met een teamjaarplan,waarin doelstellingen zijn opgenomen gebaseerd op de zelfevaluatie. Door deheldere formulering van de doelstellingen zijn deze ook meetbaar en vormen zijhet uitgangspunt van het cyclisch handelen op teamniveau. Het teamjaarplan isgerelateerd aan de plannen die er zijn op het mbo-collegeniveau. Het team heeftbijgedragen aan het tot stand komen van het teamplan en was betrokken bij deevaluatie

De beoordeling is voldoende. Het opleidingsteam beschikt over informatie diebetrekking heeft op de resultaten van de kwaliteit van het onderwijs. Er zijngegevens beschikbaar over studenten- en medewerkerstevredenheid enrendementen. Het team heeft zicht op eigen prestaties onder andere door debeschikbare gegevens uit de prestatiebox, een risicoanalyse, audits en eeninterne benchmark. Deze instrumenten vormen een ondersteunend middel omde kwaliteit te monitoren. De interne benchmark werkt bij dit teamdaadwerkelijk als een stimulans om hoog te scoren; het team heeft hetafgelopen jaar een sprong gemaakt in de interne benchmark.

De verbetering en verankering beoordelen we als onvoldoende.Er is nog onvoldoende sprake van eigenaarschap en kwaliteitsbewustzijn waarbijrisico’s en verbeteracties nog niet in voldoende mate en in samenhang wordengeanalyseerd en aangepakt. Een systematisch en cyclisch kwaliteitszorgprocesinclusief verbeteractiviteiten die beklijven ontbreekt en daarmee is de kwaliteitnog onvoldoende geborgd.De taken en verantwoordelijkheden zijn een teamverantwoordelijkheid enspecifieke taken zijn belegd. Dat is zichtbaar in de dagelijkse uitvoering. Wijconstateren in dit verband echter wel een disbalans in hoe dezeverantwoordelijkheden verdeeld zijn over de teamleden.We zien betrokken en bevlogen docenten die actiegericht zijn en werken aanverbeteringen, maar die nog veel gerichte sturing van de opleidingsmanagernodig hebben. Deze sturing is passend bij de fase van ontwikkeling van dit teamdat nog op weg is naar collectief eigenaarschap en zelfsturing. Het team heeftonvoldoende inbedding van verbeteringen in de systematiek vankwaliteitsborging kunnen laten zien. De pdca-cyclus kan versterkt worden doorin het proces structureel vast te stellen in hoeverre met de uitgevoerdeverbeteracties de beoogde doelen, ook in samenhang, zijn bereikt. Vervolgens

Pagina 43 van 61

Page 44: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

kunnen verbeteracties eventueel bijgesteld worden met als effect dat dedoelgerichtheid en het volledig doorlopen van de cyclus versterkt worden.

De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende.Er is periodiek overleg met zowel medewerkers als studenten. Deopleidingsmanager speelt in deze pocessen een belangrijke rol. Het team is alertop de tevredenheid van studenten. Het bedrijfsleven is betrokken bij deontwikkeling van de kwaliteit van de opleiding. Een belangrijk instrument in ditverband zijn bijeenkomsten en gesprekken die met de bedrijven plaatsvinden.Het team heeft hier blijvend aandacht voor, passend bij de ambitie die er is omde opleiding te upgraden met onderdelen als robotica en domotica.

Wettelijke vereistenDe opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en), omdat voor zoveronderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd.

OnderwijstijdEr waren geen aanwijzingen om het onderzoek te verdiepen op het punt vanonderwijstijd.

Schoolkosten/wettelijke bijdragenDe opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.

Het kwaliteitsonderzoek bij Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening,25LR|94891, niveau 4, bol, locatie Agorawagenplein 1, Lelystad heeft geleid totde volgende oordelen:

Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening4.4

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

••••

1 Onderwijsproces

2 Examinering en diplomering

3 Opbrengsten

4 Kwaliteitsborging

Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet

•5 Naleving wettelijke vereisten

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Programma

•1.1 Samenhang

Pagina 44 van 61

Page 45: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.

AlgemeenHet hoge kwaliteitsbewustzijn en de lerende houding zijn kenmerkend voor hetrelatief kleine, professionele en bevlogen onderwijsteam. Dit uit zich onder meerin veel persoonlijke aandacht voor de student en een goede samenhang tussende docenten job- en lifeskills. Door specifieke aandacht voor de ontwikkeling vanlifeskills wordt de basis voor levenslang leren van studenten verstevigd. De wijzewaarop vorm gegeven wordt aan het onderling coachen, de walkthrough, hetbuddysysteem en de samenwerking tussen de job- en lifeskill docenten getuigtvan een lerende houding. De studenten zijn zeer tevreden over de begeleiding

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

•Leren in de onderwijsinstelling

•••

Begeleiding

•••

Leren in de beroepspraktijk

1.2 Maatwerk

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd

1.5 Leeromgeving

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

•••

2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende

•3.1 Rendement

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

••••

4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering *

4.4 Dialoog en verantwoording

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

•5.1 Naleving wettelijke vereisten

Beschouwing

Pagina 45 van 61

Page 46: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

en de kwaliteit van de rechtvakken in het bijzonder. Zij waarderen de opleidingals boven gemiddeld hoog. Ook het afnemende bedrijfsleven en het afnemendehoger onderwijs zijn zeer tevreden over de kwaliteit van de opleiding. Dit wordtnog eens bevestigd door de hoge notering waarmee de opleiding gewaardeerdwordt in de Keuzegids mbo 2015.

OnderwijsprocesHet onderwijsproces beoordelen we als goed. Aan alle aspecten is opuitstekende wijze voldaan.

Het programma kent voldoende samenhang en biedt voldoende maatwerk.De in drie jaar geprogrammeerde opleiding Juridisch medewerker is op basis vanhet kwalificatiedossier uitgewerkt in leereenheden, leeractiviteiten en stages.Het programma is zodanig geprogrammeerd dat de studenten op basis van eenpersoonlijk ontwikkelplan (pop) en persoonlijk activiteitenplan (pap) hun job- enlifeskills op het juiste niveau kunnen ontwikkelen.Daarbij wordt rekening gehouden met verschillen tussen de studenten in hunvooropleiding, capaciteit en vervolgwensen. De wijze waarop job- en lifeskills bijelkaar gebracht worden is een voorbeeld van best practice en draagt bij aancollege-brede inzichten hoe maatwerk en begeleiding nog verdergeprofessionaliseerd kunnen worden.

Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we alsvoldoende. We hebben een betrokken en vakbekwaam docententeam gezien datmet veel passie en gedrevenheid studenten stimuleert te leren en het beste uithenzelf te halen. Zo wordt het programma "Studeren mettopmentaliteit" aangeboden als een vrij keuzeprogramma. Tijdens de lessenwordt uitvoering gegeven aan de principes van Marzano. Ook is de samenhangtussen het programma, het pop en pap en de wijze van begeleiden naarzelfstandigheid zichtbaar waargenomen. De tevredenheid van de studenten overde kwaliteit van de (vak)docenten is bovengemiddeld hoog. De lessen zijnduidelijk en gestructureerd. Er is sprake van een veilige leeromgeving. Destudenten voelen zich gehoord en erkend en geven aan dat hun verwachtingenwaar gemaakt worden.

De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen weals voldoende. De opleiding doet een uitgebreide en zorgvuldige intake. Dezekeuze wordt gevoed door het gegeven dat het merendeel van de studentenafkomstig is uit het vmbo en door wil stromen naar het hbo. Input voor deintake is ook de Educatiemeter. Om de toekomstige studenten een zo realistischmogelijk beroepsbeeld te geven, worden zij ook voorgelicht door studenten

Pagina 46 van 61

Page 47: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

afkomstig uit het hbo. Het effect hiervan is dat er vaak al een goed beeldbestaat over de studie voordat de student deelneemt aan de intake. In gevalvan twijfel volgt een verlengde intake en wordt de studieadviseur geraadpleegd.De studieloopbaanbegeleiding wordt door de studenten als zeer goedgewaardeerd. Zo wordt afhankelijk van de ontwikkelingsfase van de student,deze door een type 1, 2 of 3 coach begeleid. Tijdens de wekelijkseteamvergadering wordt gesproken over de studievoortgang en is er aandachtvoor persoonlijke (sociale) begeleiding. Voortgangs- en/of

begeleidingsgesprekken worden eerst op papier vastgelegd en later in hetleerlingvolgsysteem gearchiveerd. Het opleidingsteam beschouwt deaanwezigheid van de tweede- Loopbaan Expertise Centrum (LEC) enderdelijnszorg in huis als zeer waardevol.

De beroepspraktijkvorming (bpv) beoordelen we als voldoende. De studentenworden tijdens de opleiding goed voorbereid op de beroepspraktijkvorming. Zowordt veel aandacht besteed aan het schrijven van een persoonlijkgemotiveerde sollicitatiebrief. Dit is tevens een goed voorbeeld van co-creatietussen de job- en lifeskills docenten. De praktijkopleiders waar wij meegesproken hebben, ervaren een stijgende lijn betreffende de taalvaardighedenvan de studenten.De studenten worden tijdig geplaatst bij leerbedrijven en worden twee keer perstageperiode bezocht. Het docententeam onderhoudt warme relaties met depraktijkopleiders van de leerbedrijven. Zij zijn ook betrokken bijde kwalificerende examinering in de beroepspraktijk.

Examinering en diplomeringDe examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspectenis voldaan.

Het vastgestelde exameninstrumentarium (praktijktoetsen en beroepsgerichtetentamens) voldoet, omdat het aansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan detoetstechnische eisen. Het ingezette exameninstrumentarium dat door deDomeinexamencommissie (DEC) vastgesteld is, wordt ingekocht bij eenexamenleverancier en is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld.

Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels sluit aan op deuitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De taalvaardighedenlezen en luisteren zijn met het centrale examen afgenomen. Voor detaalvaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren is gebruik gemaaktvan ingekocht examenmateriaal dat door de inspectie als voldoende is

Pagina 47 van 61

Page 48: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

beoordeeld. Het exameninstrumentarium Engels is ingekocht bij eenexamenleverancier en is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. Hetoordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal (generieke eisen) telt vanafhet jaar van centrale examinering mee in het eindoordeel van de inspectie overde examenkwaliteit van de opleiding.

De examenprocessen van afname en beoordeling zijn deugdelijk verlopen. Depraktijktoetsen behorende bij de kerntaken 1, 2 en 4 worden afgenomen op hetleerbedrijf. Deze worden beoordeeld door een onafhankelijkepraktijkbeoordelaar, incidenteel bijgestaan door een gecertificeerde assessorvanuit de opleiding. Op eigen initiatief (passend bij het kwaliteitsbewustzijn vande beroepsgroep) geven de praktijkbeoordelaars elkaar feedback. Deberoepsgerichte examens worden op de instelling afgenomen en beoordeelddoor een schoolbeoordelaar. Uit de onderzochte examendossiers en uit degesprekken blijkt dat de beoordelingen op een juiste wijze tot stand gekomenzijn en dat de onderbouwing van de oordelen goed herleidbaar is. Ook zijn, doorzowel de instelling als leerbedrijven, verschillende passende maatregelengenomen met als doel de objectiviteit van de beoordelingen te borgen.

De diplomering is deugdelijk en geborgd. De teamexamencommissie (TEC) iszich bewust van haar verantwoordelijkheid en voert haar taken uit zoalsvastgelegd in het Handboek examinering. Zo worden de oordelen van zowel depraktijk- als schoolbeoordelaars geëvalueerd en worden de bevindingen aanzowel de praktijkbeoordelaars als aan de vakdocenten teruggekoppeld. Conformhet jaarplan organiseert de TEC reguliere vergaderingen envaststellingsvergaderingen. Op basis van een vaste agenda wordt verslaggedaan. Dat ligt vervolgens ten grondslag aan het jaarverslag van de TEC. Doorde MEC worden zowel afname van praktijktoetsen, beroepsgerichte examens alstaal- en rekenexamens steekproefsgewijs bijgewoond.Het jaarverslag van de MEC is beoordeeld door een extern deskundige. De TECen Mbo examencommissie (MEC) worden gefaciliteerd door de centraleexamendienst van mbo-college Lelystad. Deze examendienst beheert hettoegewezen examenlokaal en het cijferregistratiesysteem waarin de beoordelinggeplaatst wordt. Om goed zicht te houden op de examinering van Nederlands,moderne vreemde talen en rekenen is voorzien in een separateexamencommissie lifeskills. Op deze wijze is geborgd dat op basis van hetvigerende diplomabesluit het diploma en bijbehorende cijferlijst verstrektworden. Met deze maatregelen is de kwaliteit van de examinering op eenpassende en voldoende wijze geborgd.

Pagina 48 van 61

Page 49: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

OpbrengstenDe opbrengsten zijn voldoende, omdat het jaarresultaat (64,4 procent) boven enhet diplomaresultaat (64,2 procent) onder de norm liggen.Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2014-2015 zijn deresultaten van de bc085, niveau 4 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingendie betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.

KwaliteitsborgingDe kwaliteitsborging beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan.

De sturing beoordelen we als voldoende omdat het teamplan in lijn is met derichting van het beleid, de voornaamste beoogde resultaten en voorgenomenactiviteiten voor 2016 (Kaderbrief 2016 en jaarplan MBO College Lelystad). Zowordt op basis van het teamplan onder meer invulling gegeven aan deimplementatie van de nieuwe kwalificatiestructuur, doorstroom naar het hbo enprofessionalisering van de docenten. Vanuit de waargenomen teamgeest, hetteamhandelen en de gesprekken constateren we dat alle teamleden zich mede-eigenaar voelen van het teamplan. Er is sprake van gezamenlijkheid, er heersteen sterk teamgevoel. Het team straalt professionaliteit en energie uit. Er is eengrote gedrevenheid om de onderwijskwaliteit verder te verbeteren. Het teamstelt de student centraal, dit is in alle plannen, doelen, maatregelen enonderlinge gesprekken zichtbaar. We hebben bij dit team onderwijskundig endienend leiderschap gezien dat het team stimuleert en in de eigen kracht zet.

De beoordeling is voldoende omdat het team regelmatig (jaarplan) enbetrouwbaar de voortgang en realisatie van de gestelde acties beoordeelt. Deuitwerking van de acties is vooral belegd bij docenten (eigenaarschap). Devoortgang van de realisatie van de belegde acties wordt door deopleidingsmanager regelmatig besproken in het teamoverleg.

De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende, omdat het teamverbetermaatregelen neemt die aansluiten op de uitkomsten van evaluaties enafgestemd zijn op de gestelde doelen. Deze afstemming geldt ook voor debevordering van de deskundigheid, die zich richt op zowel de beroepsinhoud alsonderwijskundige onderwerpen. Een voorbeeld hiervan is het portfolio docent(BIO) dat onderwerp van gesprek is tussen de docent en de opleidingsmanager.

De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende, omdat er eenwerkende dialoog is met studenten, medewerkers en het bedrijfsleven. Dezedialoog betreft de kwaliteit van het onderwijs in de volle breedte.

Pagina 49 van 61

Page 50: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Gespreksvoering vindt zowel formeel, gekoppeld aan de kwaliteitszorgcyclus, alsinformeel met studenten, docenten en management plaats. De beroepsgroep isnauw betrokken bij de inrichting van het onderwijs en de examinering en voerthierover klankbordoverleg met de opleiding. Daarnaast worden de bpv bezoekengebruikt om de actuele ontwikkelingen in de beroepsgroep te vergelijken methet opleidingsportfolio. Op deze manier wordt de relatie niet alleen onderhoudenmaar ook versterkt.Het management vervult een voorbeeldfunctie, onder andere doordat elke dagvan de week een Manager van de dag kent. Deze heet alle studenten van 10minuten voor tot 15 minuten na de start van het eerste lesuur persoonlijkwelkom. Op deze wijze weten studenten dat ze gezien worden en dat zij welkomzijn. Hierdoor is voor studenten de drempel om zaken die de kwaliteit van hetonderwijs betreffen met het management te bespreken verlaagd.De opleiding kent een actief professionaliseringsbeleid, zo is er bijvoorbeeld elketien weken een collegebrede studiedag.

Wettelijke vereistenDe opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en), omdat voor zoveronderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd.

OnderwijstijdEr waren geen aanwijzingen om het onderzoek te verdiepen op het punt vanonderwijstijd.

Schoolkosten/wettelijke bijdragenDe opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.

Het kwaliteitsonderzoek bij Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider),25LR|95280, niveau 3, bol, locatie Louis Armstrongweg 36-42, Almere heeftgeleid tot de volgende oordelen:

Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)4.5

Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

••••

1 Onderwijsproces

2 Examinering en diplomering

3 Opbrengsten

4 Kwaliteitsborging

Pagina 50 van 61

Page 51: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.

AlgemeenHet team sport en bewegen is een betrokken team dat de afgelopen jaren eenroerige tijd heeft meegemaakt. Dit is vooral ingegeven door de reorganisatie en

Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet

•5 Naleving wettelijke vereisten

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende

Programma

••

Leren in de onderwijsinstelling

•••

Begeleiding

•••

Leren in de beroepspraktijk

1.1 Samenhang

1.2 Maatwerk

1.3 Didactisch handelen*

1.4 Leertijd

1.5 Leeromgeving

1.6 Intake & plaatsing

1.7 Studieloopbaanbegeleiding*

1.8 Zorg

1.9 Beroepspraktijkvorming*

Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende

••

2.1 Exameninstrumentarium*

2.2 Afname en beoordeling*

2.3 Diplomering*

Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende

•3.1 Rendement

Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende

••

••

4.1 Sturing *

4.2 Beoordeling *

4.3 Verbetering en verankering *

4.4 Dialoog en verantwoording

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet

•5.1 Naleving wettelijke vereisten

Beschouwing

Pagina 51 van 61

Page 52: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

de wisselingen in het team, onder andere het vertrek van docenten uit het teamen de wisseling van management. Ook het feit dat het team niet in eenduidelijke onderwijsomgeving is gehuisvest en niet beschikt over sportfaciliteitenin de naaste omgeving, heeft een grote impact op het team en op de wijze vanuitvoering van het onderwijs. Deze veranderingen hebben ook effect gehad opde onderlinge relaties en de dynamiek in het team. Hierdoor ontbreekt het nogaan een collectief teamgevoel en gedeeld gedragen aspiratie. Het team is nogvolop in ontwikkeling om te komen tot meer kwaliteitsbewust handelen encollectief eigenaarschap, waarbij vanuit gezamenlijkheid en vertrouwen wordtgebouwd aan het verbeteren van onderwijskwaliteit. Door de komst van denieuwe opleidingsmanager en het vooruitzicht van nieuwbouw is de verwachtingdat de rust terugkeert en er enthousiasme en meer perspectief richting detoekomst ontstaat.

OnderwijsprocesHet onderwijsproces beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan.

Het programma kent voldoende samenhang en biedt voldoende maatwerk.Het onderwijs in elke onderwijsperiode is vormgegeven in projecten dieingegeven zijn uit het onderwijsmodel bestaande uit een aantal kernthema’s. Elkproject vloeit hieruit voort en omvat kerntaken en werkprocessen uit hetkwalificatiedossier. Er is sprake van contextrijke en levensechte projecten in deberoepspraktijk waardoor in het programma de verbinding tussen theorie enpraktijk is geborgd. Ook is er een logische opbouw waarbij de projecten goedaansluiten op de stages. De vaktheorie en de generieke vakken zijn hieraanondersteunend en dragen zoveel mogelijk bij aan het project in de betreffendeonderwijsperiode. Zo ontstaat er eenheid en samenhang in het geheleprogramma waardoor er voldoende overzicht is voor studenten en er eengerichte voorbereiding is richting het examen. Een rode draad door de opleidingis de lijn les- en leidinggeven, dit is ook zichtbaar tijdens alle facetten van hetonderzoek.Maatwerk in de opleiding is mogelijk door de verschillende specialisaties enclinics die studenten kunnen kiezen. Sommige specialisaties wordengecertificeerd met een certificaat van een sportbond. Voor de generieke vakkenis er extra ondersteuning (via extra uitleg en opdrachten) voor studenten diemoeite hebben met deze vakken.

Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we alsvoldoende.De lessen zijn voldoende gestructureerd. Tijdens de lessen wordenstudenten gestimuleerd tot werkelijk leren. Studenten geven aan dat docenten

Pagina 52 van 61

Page 53: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

deskundig en betrokken zijn. De docenten bevragen studenten en betrekken zeactief bij de les. De sfeer in de klas is veilig en positief. Als aandachtspunt zienwij dat de interactie en de feedback verder versterkt kunnen worden door meerte differentiëren in werkvormen en het meer beeldend maken van lessen. Depraktijklessen kunnen daarvoor als voorbeeld dienen; daar hebben wij lessengezien waar feedback structureel is ingeregeld. Zo wordt na afloop van de lesgereflecteerd op gedrag en vaardigheden van studenten aan de hand van video-opnamen en is er ruimte voor onderlinge feedback tussen de studenten.Hierdoor is het leren van elkaar optimaal mogelijk.

De leertijd is voldoende. Lessen beginnen en eindigen op tijd. Wel gaat er doorde verschillende leslocaties momenteel relatief veel tijd verloren doordatstudenten en docenten zich tussen verschillende leslocaties moeten verplaatsen.Met de nieuwbouw in het perspectief is de verwachting dat hier een eind aankomt en dat ook de leeromgeving geoptimaliseerd wordt. Alhoewel studentenvoldoende leren in de lessen, kan het klassenmanagement aan effectiviteitwinnen door in de lessen strakker op orde en regels te sturen. Wij zien dat erveel aandacht van docenten uitgaat naar extraverte studenten. Hierdoor bestaathet risico dat rustige studenten minder aandacht krijgen. Dit is voor demotivatie voor alle betrokkenen niet bevorderlijk. Studenten voelen zichvoldoende veilig. Leefregels worden niet altijd consistent nageleefd. Dit is eenaandachtspunt.

De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen weals voldoende.Voor studenten zijn er open dagen en meeloopdagen om een beeld van deopleiding te krijgen. Voordat studenten tot de intake worden toegelaten, vindt ereen check plaats of de student aan de toelatingseisen voldoet. De intake omvatvervolgens verschillende onderdelen. De intake start met een motivatiegesprekdat twee docenten of een docent en de opleidingsmanager met de studentvoeren. Vervolgens volgt er een sportassessment, waarbij studenten zelf een lesverzorgen. De uitslag van het assessment bepaalt of de student wordtaangenomen of niet. Daarna moeten studenten nog een sportmedische keuringondergaan. Tijdens de intake zijn er voor Nederlands en rekenen nulmetingen.Dit geheel maakt dat de intake zorgvuldig is. Aandachtspunt is wel datstudenten aangeven vooraf niet een helder beeld te hebben van de opleidingdaar waar het gaat om het zelf sporten. De voorlichting kan hierin meeraangescherpt worden om de verwachting van de studenten bij te sturen.

De studieloopbaanbegeleiding (slb) voldoet. Na de intake is er eenintroductieweek waarbij ook de studiecoach of slb’er aanwezig is. Hierbij wordt

Pagina 53 van 61

Page 54: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

de verbinding gemaakt naar de studieloopbaanbegeleiding van de student. Erwordt een lijn van ontwikkeling ingezet vanuit de intake een verderedoorvertaling krijgt in de studieloopbaanbegeleiding. Elke klas heeft eenstudiecoach, deze wisselt per leerjaar.De studiecoach voert periodiek individuele voortgangsgesprekken met destudent. Daarbij komen ook de houding en het gedrag van de student aan bod.Na elke periode bespreekt het team gezamenlijk de voortgang van elke studentin een teamvergadering. Deze gesprekken worden ook vastgelegd. Hierdoorheeft de opleiding goed zicht op de voortgang van de student.

De zorgstructuur is zorgvuldig en adequaat ingeregeld. De studiecoach verwijststudenten die specifieke ondersteuning hebben door naar de zorgcoördinator diedirect inspeelt op hulpvragen van studenten. De zorgcoördinator kan de studentvervolgens doorverwijzen naar het Loopbaan Expertise Centrum (LEC) vanwaaruit extra hulp en begeleiding wordt georganiseerd. De doorverwijzing wordtverder gestroomlijnd doordat het team werkt aan een eenduidige leerlijn slb.

De beroepspraktijkvorming (bpv) beoordelen we als voldoende. Studenten lopenvrijwel elke onderwijsperiode in de opleiding stage. Voorafgaand aan de eerstestage starten de bpv-lessen waarin studenten uitleg ontvangen over de bpv. Ookontvangen ze een instructiemap met alle informatie over de stages in deverschillende leerjaren en is er een aparte website die alle informatie over debpv bevat. Hiermee worden studenten goed voorbereid op wat hen tijdens destages te wachten staat. Een vaste groep van docenten verzorgt de bpv-begeleiding en legt ook de bezoeken aan leerbedrijven af. Er is in het algemeenvoldoende begeleiding vanuit de opleiding. Elke bpv-periode start met eenkennismakingsgesprek tussen bpv-begeleider, student en leerbedrijf waarin depraktijkmap wordt besproken en het leerdoel van de stage. De lijnen tussenopleiding en leerbedrijven zijn kort. Er is meestal wekelijks contact tussen debpv docent en de stagebegeleider vanuit het leerbedrijf. Deze werkwijze iseffectief en leidt tot tevredenheid van studenten over de stages en debegeleiding gedurende de stage.

Examinering en diplomeringDe examinering en diplomering beoordelen we als onvoldoende, omdat nietvoldaan is aan het aspect diplomering.

Het exameninstrumentarium voldoet, omdat het aansluit op de uitstroomeisenen voldoet aan de toetstechnische eisen. Het ingezette exameninstrumentariumwordt ingekocht bij een examenleverancier en is eerder door de inspectie alsvoldoende beoordeeld.

Pagina 54 van 61

Page 55: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels sluit aan op deuitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De taalvaardighedenlezen en luisteren worden centraal afgenomen. Voor de instellingsexamens bijNederlands en Engels (schrijven, spreken en gesprekken voeren) wordt conformhet roc-brede beleid gebruik gemaakt van ingekocht examenmateriaal. Dit iseerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. Het oordeel voor deinstellingsexamens Nederlandse taal (generieke eisen) telt vanaf het jaar vancentrale examinering mee in het eindoordeel van de inspectie over deexamenkwaliteit van de opleiding.

De examenprocessen van afname en beoordeling verlopen deugdelijk.Elke kerntaak wordt via een proeve van bekwaamheid (pvb) geëxamineerd. Alleproeves die in een bepaalde tijdsspanne plaatsvinden, worden volledig in depraktijk afgenomen door een onafhankelijke beoordelaar uit de praktijk. Hierbijis een duidelijke scheiding gemaakt tussen degene die de studenten begeleidttijdens de stage en degene die examineert. De afname en beoordeling ishierdoor voldoende betrouwbaar en de kwaliteit ervan is voldoende geborgd. Deopleiding houdt overzicht over de gehele pvb doordat bij elke proeve aan devoorkant de student en het leerbedrijf uitgebreid worden geïnstrueerd over depvb. Ook bevat elke pvb een (theoretisch) plan dat door de examinator van deopleiding wordt beoordeeld. Pas als dit akkoord is bevonden, mag de student depvb uitvoeren. Elke kerntaak en proeve worden met een criteriumgerichtinterview (cgi) afgesloten. De examinator vanuit de opleiding en depraktijkbeoordelaar evalueren in dit gesprek met de student de hele kerntaak.Daarnaast doet de examencommissie vanuit de opleiding een steekproefsgewijzebijwoning van de uitvoering van de pvb. Hierbij geldt vooral een risicogerichtebenadering: als er twijfels zijn over een leerbedrijf, zal een bijwoningplaatsvinden.

De generieke examens worden centraal afgenomen conform roc-breed beleid.Bij de instellingsexamens Nederlands en Engels worden de examens beoordeelddoor een docent buiten de opleiding om zo de onafhankelijkheid te borgen. Bijschrijven kan er op aanvraag van de student of de eigen docent een tweedecorrectie worden aangevraagd bij twijfel over de beoordeling. Bij spreken engesprekken voeren is het mogelijk opnamen te maken, er zijn nog geenafspraken over wanneer dit wel of niet gebeurt. De beoordelaars van degenerieke examens zijn ervaren en op examinering geschoolde docenten.

De diplomering voldoet niet, omdat deze onvoldoende deugdelijk en geborgd is.Ondanks de verschillende borgingsstappen die door de TEC zijn ingebouwd,blijken er onjuistheden te zitten in de examendossiers. Deze onjuistheden zijn

Pagina 55 van 61

Page 56: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

bij de controle door de TEC niet opgemerkt. Hierdoor is de borging van deexamenkwaliteit onvoldoende gerealiseerd. We zien daarnaast een TEC dierecent in samenstelling is vernieuwd, dat geldt ook voor de rol van de voorzitter.De TEC leunt wat betreft werkwijze en procedures nog erg op één persoon. Ditmaakt dat niet alle TEC-leden verantwoordelijkheden ten aanzien vanexaminering volledig in beeld hebben. Deze TEC is nog volop in ontwikkeling.Wij zien wel dat de TEC-leden willen verbeteren en de afgelopen tijd veelverbeteringen hebben gerealiseerd. De TEC vergadert regelmatig en steltconform de roc-brede voorschriften elk jaar een jaarplan en evaluatie op envoert een steekproefsgewijze controle uit op de afname van de pvb in depraktijk. De TEC ziet er op toe dat examinatoren van de opleiding die de pvbafnemen, zijn geschoold.

OpbrengstenDe opbrengsten zijn onvoldoende, omdat het jaarresultaat (63,6 procent) en hetdiplomaresultaat (64,9 procent) onder de norm liggen.Voor deze beoordeling, gebaseerd op de BRON-gegevens 2014-2015 zijn deresultaten van de bc-198, niveau 3 gebruikt. In bijlage II staan de opleidingendie betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.

KwaliteitsborgingDe kwaliteitsborging beoordelen we als onvoldoende, omdat niet voldaan is aanverbetering en verankering.

De sturing beoordelen we als voldoende, omdat het teamplan in lijn is met derichting van het beleid, de voornaamste beoogde resultaten en voorgenomenactiviteiten voor 2016 (Kaderbrief 2016 en jaarplan mbo-college Almere). Hetteamplan is gebaseerd op de zelfevaluatie. Het team heeft bijgedragen aan hettot stand komen van het teamplan en is betrokken bij de evaluatie. Hetteamplan biedt voldoende houvast voor de verdere ontwikkleing van de kwaliteitvan het onderwijs, de examinering en de kwaliteitsborging.

De beoordeling is voldoende.De beoordeling is voldoende omdat het team regelmatig en betrouwbaar devoortgang en realisatie van de gestelde acties beoordeelt. Zo wordt er naast debeschikbare gegevens uit de prestatiebox, de interne benchmark en dezelfevaluaties, bij dit team structureel ingezet op audits. Daarmee heeft hetteam zicht op de eigen prestaties. De voortgang van de realisatie van debelegde acties wordt met het team besproken door de opleidingsmanager. Uit deaanbevelingen van eerdere evaluaties zijn taakgroepen in het leven geroepen opde gebieden onderwijs, examinering, kwaliteitszorg, arbeidsmarkt/bpv en

Pagina 56 van 61

Page 57: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

cultuur om concrete verbeteringen te realiseren. Deze werkgroepen zijn nogvolop in ontwikkeling.

De verbetering en verankering beoordelen we als onvoldoende. Ondanks deingezette verbetermaatregelen zien wij bij dit team nog onvoldoendeeigenaarschap en kwaliteitsbewust handelen, waardoor verbeteringen nogonvoldoende systematisch en in samenhang worden geanalyseerd en opgepakt.Hierdoor is de onderwijskwaliteit onvoldoende geborgd en slaagt het team eronvoldoende in om verbeteringen duurzaam vorm te geven. We zieneigenaarschap van de teamleden op subdoelen en thema’s, zoals dat het gevalis bij de werkgroepen, maar het is nog niet voldoende in gezamenlijkheid. Deintegrale benadering is daarbij nog onvoldoende waardoor verbeteracties nu nogeen ad-hoc karakter hebben. Het team heeft door de vele wisselingen in desamenstelling zichzelf weer moeten hervinden, dit heeft veel van hen gevraagdwaardoor onderlinge samenwerking en vertrouwen nog wel de nodige aandachtvragen. Het team bevindt zich midden in dat proces en heeft daarbij behoefteaan rust en stabiliteit om van daaruit in gezamenlijkheid te kunnen bouwen aanonderwijskwaliteit. De nieuwe opleidingsmanager ondersteunt het team bij ditontwikkelproces en heeft als focus de kwaliteitscultuur te verbeteren. Zo zal erde komende tijd ingezet worden op teaminterventies die zullen bijdragen aangemeenschappelijkheid en eigenaarschap om teamdoelen te realiseren.

De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende.De dialoog met studenten vindt via de studentenraad plaats. Deopleidingsmanager heeft periodiek een gesprek met de studentenraad waarin zeeen aandachtspuntenlijst doorlopen die de studentenraad heeft opgesteld. Deklassenvertegenwoordigers verzamelen de punten en agenderen deze in destudentenraad. De studenten hebben ook via de JOB en regulierestudententevredenheidsonderzoeken invloed op het onderwijs. Eenaandachtspunt is dat de terugkoppeling naar studenten toe nog structureler kanworden vormgegeven.Met het bedrijfsleven en de leerbedrijven is er (naast de formele enquêtes) peronderwijsperiode een klankbordgroep om te bezien wat in de opleiding beterkan. Ook is er een keer per jaar een evaluatie vanuit eenexamenleverancier over de pvb.

Wettelijke vereistenDe opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eis(en), omdat voor zoveronderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd.

Pagina 57 van 61

Page 58: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

OnderwijstijdEr waren geen aanwijzingen om het onderzoek te verdiepen op het punt vanonderwijstijd.

Schoolkosten/wettelijke bijdragenDe opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.

Pagina 58 van 61

Page 59: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkadermbo 2012, Addendum 2015). De normering heeft betrekking op detoezichtperiode 2015-2016.

De normenOp basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zijgebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen:

1. Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven.Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend.

2. Een normering per kwaliteitsgebied.

Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspectenbenoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming.

Normering Onderwijsproces

Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt vanonderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één vande twee normen zijn voldaan.

Normering opbrengsten

BIJLAGEN5

Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden

Goed • Aan acht van de negen aspecten is voldaan.• Aan alle kernaspecten is voldaan.• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze

uitgevoerd.

Voldoende • Aan zeven van de negen aspecten is voldaan.• Aan alle kernaspecten is voldaan.• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de

portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiëleonderdelen.

Onvoldoende • Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan.• Aan drie tot acht van de aspecten is niet voldaan.

Slecht • Aan geen van de aspecten is voldaan.

Niveau Jaarresultaat (%) Diplomaresultaat (%)

1 60,7 45,1

2 56,5 45,2

3 65,3 67,3

Pagina 59 van 61

Page 60: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspectbenoemd.

Normering Examinering en diplomering

Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspectenbenoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbeteringen verankering.

Normering Kwaliteitsborging

Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoetniet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van dezebepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm directuit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringenopgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).

4 64,2 67,3

Goed • Aan alle drie de aspecten is voldaan.• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze

uitgevoerd.

Voldoende • Aan alle drie de aspecten is voldaan.• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de

portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

Onvoldoende • Aan één of twee aspecten is niet voldaan.

Slecht • Aan geen van de drie aspecten is voldaan.

Goed • Aan alle aspecten is voldaan.• De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze

uitgevoerd.

Voldoende • Aan alle kernaspecten is voldaan.• Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de

portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

Onvoldoende • Aan twee of drie aspecten is niet voldaan.

Slecht • Aan alle vier de aspecten is niet voldaan.

Pagina 60 van 61

Page 61: Lees het rapport van de Onderwijsinspectie

In deze bijlage is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingenbetrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.

Bijlage II Overzicht bc-id

Bc-id: bc222 Niveau: 2

Crebo: Opleiding:

90390 Verkoper

93751 Verkoper (Verkoper detailhandel)

Bc-id: bc114 Niveau: 2

Crebo: Opleiding:

94140 Medewerker bediening/café-bar (Gastheer/-vrouw)

Bc-id: bc137 Niveau: 4

Crebo: Opleiding:

94421 Middenkader engineering (Technicus)

Bc-id: bc085 Niveau: 4

Crebo: Opleiding:

22161 Juridisch medewerker (Juridisch medewerker)94891 (Juridisch medewerker) Juridisch medewerker zakelijke diensverlening

94892 (Juridisch medewerker) Juridisch medewerker openbaar bestuur

Bc-id:bc198

Niveau: 3

Crebo: Opleiding:

91390 Sport en bewegen (Sport en bewegen (Sport en bewegingsleider))

95280 Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)

Pagina 61 van 61