Upload
lekiet
View
227
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
LandmachtLandmachtNaam: Sergant Majoor Peter PeetersOnderdeel: PersoneelscommandoFunctie: plaagdierenbestrijder
Kakkerlakken, muizen, muggen, wespen en spinnen. De dieren waarvoor veel mensen wegrennen, daar rent plaagdierenbestrijder Peter Peeters van de Bestrijdingsdesk juist naar toe. ‘De Bestrijdingsdesk is er om te voorkomen dat een plaagdier een dierplaag wordt. Met drie man pakken we de plaagdieren krijgsmachtbreed aan. Wat voor dieren we waar bestrijden, hangt vaak samen met seizoen, locatie en krijgsmachtdeel. Zo heeft de Marine vaker last van ratten doordat deze zich bij water begeven. Andere knaagdieren zoeken warme plek-ken op tijdens de winter en blijkbaar is de militaire kazerne een ideaal verblijf. In de zomer daarentegen, vormen de nesten van mieren en wespen het grootste probleem. Naast de bestrijding, lichten we militairen ook voor over bijvoorbeeld lokale plaagdieren in uitzendgebieden. Hierbij kun je denken aan het zandvliegje in Afghanistan. We geven ook adviezen bijvoorbeeld in de vorm van onderhoud-stips. Zo kunnen we de commandant van een kazerne vertellen welke onder-houdsmaatregelen hij moet treffen om het bezoek van plaagdieren tegen te houden.’ Peeters is nu een jaar werkzaam bij de Bestrijdingsdesk en het bevalt hem prima. ‘Iedereen is blij met je. Met dit beroep schiet je mensen altijd te hulp en dat maakt de taak erg dankbaar. Je komt overal en werkt ook veel tijdens uitzend-ingen. Ik vind die beesten niet eng of vies al moet ik wel zeggen dat ik tijdens een etentje in een restaurant de kans niet laat schieten om een kijkje in de keuken te ne-men om te zien wat er rondrent. Verve-lendste dier? Dat moet de kakkerlak zijn. Eigenlijk zijn dat de schoonste plaagdie-ren, maar tijdens mijn opleiding moest ik een kilo kakkerlakken verzorgen terwijl ik ze eigenlijk gewoon dood wilde hebben. Ik heb ze toen stiekem in de vriezer ges-topt, maar de taaie beestjes bleken bijna niet kapot te krijgen’.
Waar genomen
Barrières tegen bloedzuigers
Koudweertraining in Noorwegen
Het paarse gevoel van generaal Berlijn
Pakistan in beeldvierde jaargang
nummer 1,
februari 2006
‘Gun elkaar een plekje onder de zon’PAG.9: Interview Commandant der Strijdkrachten
1600 kilo pure beschermingPAG.16: Ballistische bescherming voor Scania’s
Landmacht nummer 1 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
Sneeuw en kou maken drills onvergetelijk PAG.12: 44 Pantserinfanterie- bataljon oefent in Noorwegen
Redactie:Hoofdredacteur:
kol Ronald Harmsma
Eindredacteur:
kap Klaas Daane Bolier
Redacteuren:
elnt Arnoud Telkamp, Ivanca Maas
Vormgeving: Sectie Grafi sche Vormgeving KL, Den Haag
Druk: Senefelder Misset, Doetinchem
ISSN: 1572-1248
Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar in
een oplage van 55.000 stuks
Fotografi e:Frank van Biemen Fotografi e, AVDD,
sld1 Albert Gjaltema
Met medewerking van: Elnt Ellen Beernink, Guido Kobessen
Redactieadres:Lgen Knoopkazerne
MPC 55A
Postbus 90004
3509 AA Utrecht
MDTN: *06- 557 46043
KPN: 030-2146043
Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u via het
interne netwerk mailen naar: Daane Bolier,
kap kj KL/CLAS. Via internet: KJ.Daane.
Adreswijzigingen:Landmachtpersoneel kan alleen maar
adreswijzigingen doorgeven aan de
eigen afdeling personeelszaken. Reservisten
kunnen voor adresveranderingen bellen naar:
070-3165043. Postactieven en veteranen
kunnen terecht bij Nico Kamm: 070-3164907.
Betalende abonnees moeten zijn bij
Abonnementenland: 0251-313939.
LANDMACHT IS EEN UITGAVE VAN HET COMMANDO LANDSTRIJDKRACHTEN, SECTIE COMMUNICATIE STAF CLAS. REACTIES OF INGEZONDEN BRIEVEN WOR-DEN ZEER GEWAARDEERD. DE REDACTIE IS VRIJ IN HAAR KEUZE VAN HET PLAATSEN VAN - AL DAN NIET INGEKORTE - INGEZONDEN STUKKEN. OVERNAME VAN (GEDEELTEN VAN) ARTIKELEN UIT DE LANDMACHT IS, ONDER BRONVERMELDING, TOEGESTAAN.
PAG.4: Pakistan in beeld
PAG.11: Overdracht Fennek
PAG.16: Klachtencommissie gezondheidszorg PAG.18: Landmacht wint award
PAG.19: Rood koord voor redden peuter
PAG.20: Nieuwe barrières tegen bloedzuigers
PAG.22: Exit-dag Regiment van Heutsz
PAG.26: Spoedcursus offi cieren Nationale Reserve
Inhouds opgave
Rubrieken PAG.15: De week van, PAG.27: Kortjes, PAG.24: Personeelsmutaties, PAG.23: Uit de fl ank PAG.28: Waargenomen
LANDMACHT FEBRUARI 2006 3
LANDMACHT DECEMBER 2005 5
Pakistan in beeld
Pakistan krabbelt langzaam op na
de verwoestende aardbeving en de
wederopbouw is in volle gang. De fase
van de noodhulp is voorbij en eind
januari keerden de laatste militairen van
het Nederlandse noodhospitaal in Bagh
terug uit het Aziatische land. De circa 120
militairen en Civiel Medisch Personeel
behandelden in ongeveer drie maanden
tijd, samen met hun voorgangers van
de mariniers, meer dan achtduizend
gewonden. Op de volgende pagina’s
een foto-impressie van noodhulp in de
bergen van Pakistan.
LANDMACHT FEBRUARI 2006 7
Veel patiënten hebben botbreuken
opgelopen in de aardbeving. De meeste
botbreuken werden gegipst. De meer
complexere fracturen werden op de
operatietafel opnieuw gebroken en
gezet.
Bij het invallen van de winter, nam
ook het aantal brandwonden fl ink
toe. Om warm te blijven, steken veel
vluchtelingen een vuurtje in hun tent
met, soms, rampzalige gevolgen.
In totaal werden er elf baby’s geboren in
het noodhospitaal.
RESULTATEN:
POLIKLINISCHE BEHANDELINGEN: 4.890 BEHANDELINGEN
DOOR AIRMOBILE MEDICAL TEAMS/ MEDICAL MOBILE
TEAMS: 3.424 OPNAMES: 189
(+97 DOOR DE MARINIERS) 859 VERPLEEGDAGEN CHIRURGISCHE
INGREPEN:159 BEVALLINGEN: 11
OVERLIJDENSGEVALLEN: 7
LANDMACHT FEBRUARI 2006 9
Generaal Dick Berlijn is
de eerste Commandant
der Strijdkrachten. Als
hoogste militair van de
krijgsmacht is hij direct
verantwoordelijk voor de
planning en aansturing
van de Operationele
Commando’s de uitvoering
van militaire operaties en
daarnaast ook nog eens
de belangrijkste militaire
adviseur van de Minister
van Defensie. Wat opvalt
aan de viersterren-
generaal is dat hij
geen mogelijkheid
onbenut laat om
te onderstrepen
hoe belangrijk
hij het joint-
optreden vindt.
Landmacht
vroeg hem
naar het
waarom.
Generaal Berlijn en het paarse gevoel
“Paars” of joint?
Dat maakt mij echt helemaal niks uit.
Het gaat erom dat iedereen weet wat
ermee wordt bedoeld, gezamenlijk-
heid dus, en er naar handelt, dan
maakt de benaming mij niet uit.
Waarom vindt u het zo
belangrijk?
De samenleving spendeert 7, 5 miljard
euro per jaar opdat wij ons werk kun-
nen uitvoeren. De Nederlandse bevol-
king verwacht, terecht, dat wij dat geld
zo effi ciënt mogelijk besteden en dat
wij daarvoor een goed product leve-
ren. Die twee zaken zijn het best te
realiseren als we intensief met elkaar
samenwerken.
Daarnaast ligt de tijd dat bijvoorbeeld
de Koninklijke Marine of de Konink-
lijke Landmacht in zijn eentje een
missie uitvoerde, allang achter ons.
Iedere buitenlandse inzet is tegen-
woordig een paarse aangelegenheid.
Er wordt dan toch ook al heel
veel samengewerkt tussen de
krijgsmachtdelen?
Klopt. En mijn indruk is dat die sa-
menwerking over het algemeen prima
verloopt. Vooral tijdens uitzendingen
zie je dat duidelijk en gaat dat op
een heel natuurlijke manier. Daar is
Ambulances vertokken vanuit Bagh de
bergen in om gewonden te behandelen.
Later werden deze Mobile Medical
Teams aangevuld met Airmobile Medical
Teams die met helikopters sneller de
hogere, meer afgelegen plaatsen konden
bereiken.
De wegen in de Pakistaanse bergen
zijn vaak beschadigd, smal en glibberig
en doen een groot beroep op de
stuurmanskunsten van de chauffeurs.
LANDMACHT FEBRUARI 2006 11
De verkenningsvoertuigen werden
overhandigd door Project Directeur
Generaal Defensie Materieel Or-
ganisatie (DMO), Dirk van Dord.
Het type Fennek dat aan de verken-
ningspeletons wordt geleverd is de
Fennek LVB, Licht Verkennings- en
Bewakingsvoertuig. Het belangrijkste
kenmerk van de Fennek LVB wordt
pas zichtbaar met een druk op de
knop. Dan verschijnt namelijk de drie
meter lange BAA, de Beobachtungs
und Aufklarungs Ausstattung. Deze
BAA fungeert min of meer als een
periscoop met een nachtzichtkijker
en een laser-afstandsmeter. Een ander
belangrijk kenmerk valt pas op als je
44 Pantserinfanteriebataljon ontvangt de Fennek
er op let. Het voertuig maakt namelijk
bijna geen geluid als het rijdt. On-
danks de grote wielen en de robuuste
uitstraling van het voertuig, valt het
hierdoor amper op.
Andere types van de Fennek die inge-
voerd zullen worden, zijn de Fennek
Voorwaartse Waarnemer (VWWRN),
Medium Range Anti Tank (MRAT),
Tactical Air Control Party (TACP),
Mortier (MR), Stinger Weapon Plat-
form (SWP) en Algemene Dienst
(AD). Dat de Fennek een erg laag
voertuig is, doet niet af aan het com-
fort binnenin. Vanuit een verstelbare
stoel kunnen de bestuurder en zijn
twee bijrijders, op een monitor zien
wat de Fennek waarneemt. Ook het
zicht van de camera aan de achterkant
van het voertuig wordt weergegeven
op een monitor. In maart zal de Fen-
nek LVB aan 42 Pantserinfanterie-
bataljon worden overgedragen en in
mei aan 42 Tankbataljon. Vorig jaar
werden de eerste Fenneks LVB over-
gedragen aan 13 Gemechaniseerde
Brigade.<
immers volstrekt duidelijk dat je het
alleen niet redt en dat je elkaar hard
nodig hebt om de opdracht tot een
succes te maken. In Nederland ligt
dat natuurlijk wat anders. Gelukkig
wordt ook in Nederland, bijvoorbeeld
tijdens oefeningen, steeds meer geza-
menlijk gewerkt. Ik denk dan ook dat
deze gedachte zich behoorlijk aan het
verankeren is, vooral bij de eenheden.
Als er al weerstand is, dan is het met
name op de hogere niveaus, waar het
wat langer duurt eer dit soort lessen
uit de praktijk doordruppelen. Dat
is overigens niet verwonderlijk, de
belangen liggen daar anders, worden
anders beleefd.
Rivaliteit houdt iedereen toch
scherp?
Natuurlijk is een gezonde rivaliteit
helemaal niet erg. We moeten alleen
niet vergeten dat we één team zijn.
Daar hoort bijvoorbeeld ook bij dat je
elkaar een plekje onder de zon gunt.
Je mag best trots zijn op een onder-
deel van defensie dat een goede pres-
tatie heeft geleverd. Ook al is dat dan
niet jouw eigen krijgsmachtdeel.
De richting dat we onszelf
allemaal defensiemedewerkers
gaan noemen in plaats van
landmachter of luchtmachter of
sterker nog, fuselier of huzaar?
Nee, dat is absoluut niet de bedoeling.
Een huzaar moet trots zijn op zijn
bataljon zoals een matroos trots is op
zijn of haar schip. We zijn allemaal bij
een krijgsmachtsdeel komen
Minister van Defensie
Henk Kamp
Bepaalt, in samenspraak met
het kabinet en de Tweede
kamer, waar en hoe de
Nederlandse krijgsmacht
wordt ingezet.
Commandant der
Strijd-krachten, generaal
Dick Berlijn
De hoogste militaire baas.
Is namens de minister
verantwoordelijk voor de
uitvoering van de militaire
operaties en daarmee ook
de belangrijkste militaire
adviseur voor de minister. De
CDS heeft het bevel over de
Operationele Commando’s
van de krijgsmacht,
waaronder het Commando
Landstrijdkrachten.
Commandant Landstrijd-
krachten, luitenant-
generaal Peter van Uhm
Baas over alle
landmachteenheden en
adviseur van de CDS op het
gebied van landoptreden.
Wie is wie aan de top
werken omdat we ons daar het meest
tot aangetrokken voelen. En daar
is ook helemaal niks mis mee. Die
identiteit moet ook behouden blij-
ven, ook voor de werving. De termen
luchtmacht, marine, landmacht en
marechaussee spreken meer tot de
verbeelding dan het wat abstractere
Defensie.
Iedereen moet zich echter wel be-
wust zijn dat zijn eenheid maar een
radertje is in het grotere geheel. Een
F-16 of een tank wint de oorlog niet
in zijn eentje. Je hebt elkaar allemaal
hard nodig. Tot op het laagste niveau
moet die boodschap duidelijk zijn en
ik vind dat daar in de opleiding van
nieuwe militairen ook aandacht voor
moet zijn. We moeten met zijn allen
over de eigen schutting heenkijken,
ons realiseren dat die artillerist mis-
schien anders in elkaar steekt dan een
marinier, dat de logistiek bij de lucht-
macht anders is geregeld dan bijvoor-
beeld bij de landmacht, maar dat we
elkaar allemaal even hard nodig heb-
ben. Anders is niet slechter.
Misschien niet slechter maar
die verschillen in werkwijze en
materieel bemoeilijken toch wel
de verpaarsing?
Nee, er moet alleen meer van elkaar
worden geleerd. Ik ben dan ook een
groot voorstander van korte uitwisse-
lingsprogramma’s. Laat bijvoorbeeld
herstellers van de luchtmacht maar bij
de landmachtcollega’s op bezoek gaan
en kijken hoe ze het daar regelen. Zet
af en toe clubjes logistiekelingen van
alle krijgsmachtdelen bij elkaar. Ze
kunnen een hoop van elkaar leren en
samen tot nieuwe inzichten komen.
We moeten, kortom, met zijn allen
onze blik verbreden. <
Functioneel, geruisloos,
en comfortabel.
Het nieuwe
verkenningsvoertuig
‘Fennek’ is van al
deze eigenschappen
voorzien. Trots nam
overste Ron Smits van
44 Pantserinfanteriebataljon
de sleutels van acht nieuwe
Fenneks in ontvangst.
LANDMACHT FEBRUARI 2006 13
Sneeuw en kou maken drills onvergetelijk
Wereldwijd inzetbaar zijn, betekent ook het kunnen optreden in de barre kou. Om dit te oefenen, reisde 44 Pantserinfanteriebataljon uit Havelte hartje winter af naar Noorwegen. Vier deelnemers aan de oefening delen hun pas verworven kennis over het optreden bij temperaturen van min tien graden celsius.
Korporaal 1 Chris Oostendorp:
‘Als je constant goed op elkaar let,
voorkom je veel ellende. Je moet
bijvoorbeeld kijken of je buddy de
sneeuw wel lang genoeg laat koken,
anders krijg je diarree. Je moet
opletten of de kisten wel mee gaan de
slaapzak in, om de volgende morgen
frostbite aan de voeten te voorkomen
door ijskoude kisten. En het is
belangrijk in de gaten te houden of je
buddy wel voldoende eet en drinkt. Je
verbruikt heel veel energie in de kou.’
ETEN & DRINKEN
Korporaal Jeroen Laros:
‘Het is niet zwaar, zolang je de
drills maar goed uitvoert. Tijdens
de koudweertraining kom je er wel
achter dat het buddysysteem heel
belangrijk is. Je moet elkaar goed
in de gaten houden. Daarnaast
is het belangrijk om goed met je
materiaal om te gaan. Soms kun je
het jezelf op een simpele manier
een stuk aangenamer maken. Zo
verzamelen we bijvoorbeeld eerst
fl ink veel sparrentakken voor een
goede isolerende onderlaag voor de
tent. De meeste kou in een tent komt
van onderuit, dus proberen we dit op
deze manier zoveel mogelijk tegen
te gaan.’
SLAPEN
Korporaal 2 Jorno Staring:
‘Bij het verplaatsen in de sneeuw
gebruiken we naast overtrekschoenen
ook laplanders en skistokken.
Als je gaat schieten, moet je dus
ook met deze materialen overweg
kunnen. Van de skistokken kun je
bijvoorbeeld heel handig gebruik
maken door ze kruislings te plaatsen,
zodat je je wapen erin kunt leggen.
Hierdoor kun je goed richten. Als je
een zittende schiethouding aanneemt
is het makkelijk om je ene knie te
laten rusten op de andere laplander,
dan zakt je knie niet zo ver weg in de
sneeuw.’
SCHIETEN
Wachtmeester Christiaan
Heeringa:
‘Door omstandigheden kon ik niet bij
de voorbereidende lessen in Havelte
aanwezig zijn, dus was ik minder
voorbereid dan de rest. We kwamen
in Noorwegen aan en werden direct
in een tent gestopt. Veel heb ik
hier dus ter plaatse moeten leren.
De kledingsdrills zijn nergens zo
belangrijk als in koudweergebieden.
Kleedt jezelf aan in verschillende
laagjes. Bij inspanning kun je dan
iets uittrekken, zodat je niet teveel
gaat zweten en vervolgens weer te
sterk afkoelt.
Als je de geleerde zaken goed
uitvoert, houd je jezelf wel warm.
Maar toch heb ik tijdens de oefening
wel vaak aan Spanje gedacht.’
KLEDING
En verder:
Overtrekschoenen:
Daarnaast is het belangrijk je voeten
warm te houden. De Noren hebben
zogenaamde overtrekschoenen
beschikbaar gesteld die over de
kisten kunnen worden getrokken.
De kisten alleen zijn zeker niet
voldoende om warme voeten in te
houden. Om het verplaatsen door
de sneeuw eenvoudiger te maken
zijn er skistokken en laplanders
(soort tennisrackets voor onder de
schoenen) uitgedeeld. Hiermee wordt
voorkomen dat je wegzakt in de diepe
sneeuw.
Naast de juiste kleding wordt er door
de oefenleiding op gehamerd om te
blijven bewegen. Stilstaan betekent
afkoelen.
BEWEGEN
ken. Slechts weinig mensen spreken
engels hier. Goede tolken zijn dan ook
schaars, maar wel pure noodzaak om
je werk te kunnen doen.
Vrijdag: Vandaag een afspraak met het hoofd
van de politie van dit district en later
met de nieuwe leider van de GAM van
dit district. Ook op pad geweest na
melding van een ‘incident’. Op de gek-
ste momenten kom je hier voor ver-
rassingen te staan; het blijft boeiend.
Zaterdag: ’s Morgens zijn enkele patrouilles
gereden naar kampongs/subdistricten.
’s Middags de politie uitgedaagd voor
een partijtje volleybal. Dat hadden we
beter niet kunnen doen, wat kunnen
die gasten spelen en smashen. We
hebben dan ook dik verloren maar
het was wel gezellig en goed voor de
(noodzakelijke) contacten.
Gelukkig kan ik afsluiten met te
schrijven dat de vorderingen die Atjeh
maakt, signifi cant zijn. Hopelijk geldt
ook hier dat een goed begin het halve
werk is. Deelnemende Nederlandse
militairen aan AMM: Kap (Kmar) Aad
van Hasenbroek, Kap (KM) Ferry Wil-
lems, Maj (Klu) Bart Eissing, Maj (KL)
Henk Stokreef, Maj (KL) Rob Keijzer<
Sommigen zullen Indonesië
kennen van een heerlijke
(zon)vakantie. Als het om Atjeh
gaat dan zullen de meesten deze
provincie in gedachte hebben door de
via de televisie aangereikte beelden
nadat de tsunami hier dood en verderf
zaaide. Relatief onbekend is het
gewapend confl ict dat bijna 30 jaar
geduurd heeft tussen de overheid van
Indonesië en de rebellen (GAM) die
voor een onafhankelijk Atjeh vochten.
Een voorwaarde om aan de weder-
opbouw te kunnen beginnen was het
beëindigen van het confl ict. Vorig jaar
augustus is door beide partijen een
vredesakkoord gesloten. Onderdeel
van het akkoord was de komst van
een buitenlandse waarnemersmissie:
de Aceh Monitoring Mission (AMM).
De missie bestaat uit iets meer dan
200 waarnemers uit de EU en de
Asean-landen (de Zuidoost-Aziatische
tegenhanger van de EU). Majoor Rob
Keijzer vertrok in september, samen
met vier Nederlandse collega’s, naar
Atjeh. Het meest dynamische van
deze missie is, volgens majoor Rob
Keijzer, de terugtrekking van ongeveer
30.000 overheidstroepen en de
ontwapening en demobilisatie van
de GAM-strijders die eind december
is afgerond. Momenteel worden
de voorbereidingen getroffen voor
wat de komende drie maanden de
agenda zal beheersen: de verifi catie
van alle organieke eenheden van
het Indonesische leger die in Atjeh
mogen blijven, het monitoren van de
reïntegratie van de ex-rebellen en de
voorbereidingen van de verkiezingen
die waarschijnlijk eind april zullen
plaatsvinden.
Maandag:Zoals elke werkdag begonnen met
de ochtendbriefi ng. Naast enkele
patrouilles staat deze dag altijd in het
teken van de diverse rapportages aan
Headquarters (HQ) in Banda Aceh
(Weekly Report, Logistic Report,
Finance Report, et cetera). Ja ook hier
de nodige rapportages maar gebleken
is dat dit nodig is om een decentraal
uitgevoerde missie als deze on track te
houden.
Dinsdag: Het is vandaag Idul Adha ofwel het
offerfeest. Voor de mensen in Aceh en
menig Aziatisch collega een feestdag
dus de missie heeft besloten om deze
dag als zodanig te respecteren. Op
uitnodiging ben ik naar een ceremo-
nie geweest waar de koeien en geiten
het einde van het ritueel niet levend
meemaakten.
Woensdag:Vandaag ben ik Duty Offi cer. Deze
dag gebruikt om voorbereidingen te
treffen voor de verifi catie van alle res-
terende politie- en legereenheden (in
totaal nog zo’n 24.000 manschappen)
die medio deze maand start. Gelukkig
had ik ook nog tijd om een rondje te
lopen. O ja, ook nog enkele ratten-
vallen in ons huis geplaatst.
Donderdag: Wekelijks hebben we een ontmoeting
waarbij beide partijen met elkaar aan
tafel zitten om zaken door te nemen
waar ze zelf niet uitkomen. Ook
gesprekken gevoerd met kandidaat tol-
de week van
LANDMACHT FEBRUARI 2006 15
Na veel te lang te hebben gewacht
in de overvolle wachtruimte, hoor je
eindelijk jouw naam. Je vertelt de arts
dat je last hebt van je keel en dat de
klieren in je hals opgezwollen aanvoe-
len. ‘Vervelend’, mompelt de arts. ‘Een
waterijsje wil nog wel eens helpen bij
een schorre keel’, vervolgt hij. Voor
dat je het zelf in de gaten hebt, sta je
met dit advies weer buiten de deur.
Verbouwereerd ga je naar huis en
nog geen twee dagen later lig je met
keelontsteking en gegronde frustratie
in je bed.
Foutief gestelde medische diagnoses,
onaardige behandeling of lange wacht-
tijden kunnen ervoor zorgen dat je
je niet correct behandeld voelt door
de arts of andere zorgverlener. Als
militair patiënt kun je dan een klacht
indienen bij de Klachtencommissie.
Zorgaanbieders zijn namelijk
verplicht zo’n commissie in te stellen.
In principe kun je als patiënt direct
met je klacht naar deze commissie
stappen, maar je kunt er ook voor
kiezen om eerst contact te zoeken met
de hulpverlener waarover je een klacht
hebt. Mocht een gesprek de lucht
niet kunnen klaren, dan kan de hulp
worden ingeschakeld van een klacht-
bemiddelaar. Deze klachtbemiddelaars
zijn te vinden bij de verschillende
eenheden (zie kader). De bemiddelaar
probeert samen met de patiënt en de
hulpverlener het confl ict uit de wereld
te helpen door met beide partijen te
praten. Mocht ook deze bemiddeling
geen oplossing bieden, dan kan de
Klachtencommissie nog een stapje
verder gaan met je klacht.
Niets te klagen?
Deze onafhankelijke commissie on-
derzoekt of de klacht gegrond is en als
dat het geval is, brengt zij een advies
uit aan de commandant van de een-
heid. Die beslist dan of er maatregelen
moeten worden getroffen.
‘Klagen heeft misschien een nega-
tieve lading, maar onze doelstelling is
positief. Door de klachten in behande-
ling te nemen kan de situatie immers
worden verbeterd’, stelt de secretaris,
kapitein Marielle Spruit. Klachten
kunnen bij verschillende instanties
worden neergelegd. Spruit benadrukt
echter dat de Klachtencommissie KL
specifi ek de klachten behandelt die
worden ingediend tegen hulpverleners
van de KL. ‘Deze commissie is er voor
ontevreden Landmachtmilitairen.
Door deze klachten zelf te behandelen
kunnen wij eventuele noodzakelijke
maatregelen treffen om zo de zorg
binnen de KL te verbeteren’, aldus
Spruit.<
Hardhandige therapeut? Lange wachttijden? Of andere ontevredenheden wat betreft de zorginstellingen van de Landmacht? Generaal van Uhm stelde op 6 december de Klachtencommissie Gezondheidszorg Koninklijke Landmacht in. Deze behandelt alle klachten van de ontevreden militaire patiënt.
Klagen voor verbeteren zorg
KLACHTENCOMMISS IE GEZONDHEIDSZORG KL INGESTELD
11 LMB
dhr. J. Soer
*06-564 32992 / 026-353 2992
13 Mechbrig
Lkol. R.A. Giessen
*06-549 65010 / 040-266 5010
41 Mechbrig NSU Seedorf
Dhr. A. den Hollander
*06-594 13100
NSU Munster
Dhr. H. Ripperda
*06-568 84427
NSU Rheindalen
Aoo M.E. Huizen
*06-567 102
NSU Heidelberg
Aoo M.F. Everaerts
+49(0)6-321 578 9143
43 Mechbrig
Lkol. IJ. Saveur
*06-532 47145 / 052-134 7145
1 Logbrig
Aoo E. Kooijker
*06-573 73338
CLAS Apeldoorn
Maj. P. Triel
*06-573 71310 / 055-357 1310
Kap. R.A. Steyn
*06-573 71310 / 055-357 1310
KTOMM Bronbeek
Mw. M.C. van der Born
0343-474 150
Arbodienst KL
Dhr. P.T.W. Wolters
*06-564 33550
Klachtencommissie
Gezondheidszorg KL
Kap. Marielle Spruit
*06-557 46026
Klachten bemiddelaars per eenheid
LUITENANT-GENERAAL PETER VAN UHM EN DE VOORZITTER VAN DE COMMISSIE, GENERAAL MAJOOR B.D. STRIK
LANDMACHT FEBRUARI 2006 17
Hij lijkt zo weggereden uit de fi lm ‘Mad Max’, maar aan de Scania met ballistische bescherming is eigenlijk niets futuristisch. Wel biedt hij veel betere bescherming voor de inzittenden met zijn zware gepantserde deuren en kleine, centimetersdikke ramen. De Scania is in elk geval indrukwekkend. Of de nieuwe gebruikers, onder andere de chauffeurs van 110 BOS Compagnie uit Stroe, er ook zo van onder de indruk blijken, vertellen zij zelf.
1600 kilo pure bescherming
Naam: Kpl 1 Es Gopal
Functie: Plv. groepscommandant
‘Ik ben erg en tevreden over de Scania
met de ballistische bescherming. In
zijn algemeenheid als nieuwe vracht-
wagen van de Landmacht eigenlijk
al; en met de nieuwe ballistische
bescherming is hij ook nog veiliger.
De Scania is sowieso een hele grote
vebetering ten opzichte van de andere
vrachtwagens waar ik mee gereden
heb. Zo heeft dit voertuig twee mee-
sturende assen aan de voorkant van
het voertuig waarmee je de voorste
vier voorwielen tegelijk een kant op
kunt sturen. Daarnaast is de cabine
ook een stuk ruimer en luxer dan wat
we voorheen hadden. Je kunt nu bijna
alles regelen vanuit de cabine, bijvoor-
beeld de temperatuur in de cabine
en de Container Handling Unit (een
soort liftmechanisme om containers
van het voertuig op- en af te laden,
red.). Van de extra bescherming merk
je verder niet meer dan dat de ramen
kleiner zijn geworden, hij rijdt er niet
minder door.’
Naam: Kpl 1 klasse Bas Traas
Functie: Chauffeur
‘Ik heb al best veel verschillende
voertuigen gereden zolang ik bij de
Landmacht werk. De 4-tonner, 10
tonner BTM en de DAF 95, maar dit
is wel een van de betere voertuigen
waar ik mee heb mogen werken. Met
zijn 8x8 wielaandrijving is hij ook echt
terreinvaardig te noemen. Ik voel me
niet direct veiliger nu de ballistische
bescherming erop zit. Dat komt na-
tuurlijk ook omdat ik er alleen nog
maar mee gereden heb in vredesom-
standigheden, misschien dat dit tij-
dens een uitzending toch heel anders
voelt. Wat ik wel gemerkt heb is dat je
veel kleinere ramen hebt door de bal-
listische bescherming. Het is denk ik
nu extra belangrijk om je bijrijder bij
kruisingen en wegen van rechts mee
te laten kijken of er verkeer aankomt.
Verder merk je eigenlijk weinig ver-
schil tussen de Scania met of zonder
bescherming. Hij trekt nog steeds lek-
ker vlot op, sneller in ieder geval dan
ik had verwacht.’
Naam: Sld 1 Eefje van Baal
Functie: Chauffeur
‘Mijn eerste indruk was dat de Scania
een stuk robuuster overkomt met de
bescherming. Hij ziet er indrukwek-
kender uit bijna. Als je de deuren
open en dichtdoet voel je ook wel
dat deze verzwaard zijn het lijkt een
beetje alsof je een kluisdeur in handen
hebt. Ik heb er nu nog maar één week
ingereden en moet wel zeggen dat
de Scania op zich al een ontzettende
vooruitgang is voor de chauffeurs. We
hebben nu zelfs stoelverwarming, ha
ha. Het enige lastige van de bescher-
ming is dat het raam niet meer open
kan. Je hebt wel airco om de tempera-
tuur in het voertuig te regelen, maar
vooral in vredesomstandigheden is
het erg lastig als je steeds als je bij een
kazerne staat helemaal uit het voertuig
moet komen om de poort te openen.’<
Voor ballistische bescherming kreeg
de Scania een soort extra omhulsel
om de cabine heen. Hierdoor zijn de
deuren extra bepantserd en zijn de
ramen maar liefst zeven centimer dik.
Het ballistische pakket weegt ongeveer
1600 kilogram, een bescherming
die sterk genoeg is om kogels van
7.62 millimeter te weerstaan. Op dit
moment worden 24 van de Landmacht
Scania’s voorzien van de ballistische
bescherming. Om de voertuigen
goed ‘in te rijden’ moeten er tussen
de 5.000 en 10.000 kilometer mee
gereden worden. Dit doet 110 BOS-
compagnie in Stroe, zo kunnen
zij ondervinden hoe het voertuig
zich gedraagt met de ballistische
bescherming en tevens wennen aan
het rijden met het voertuig.
Scania met ballistische bescherming
SCANIA , ZWAARDER , VE IL IGER , LUXER
DE SCANIA RECHTS OP DE FOTO IS UITGERUST MET HET BALLISTISCHE BESCHERMINGSPAKKET
Het snel en gelijktijdig kunnen delen
van informatie is voor de krijgsmacht
van groot belang. Ondanks deze
snelle beschikbaarheid moet niet
iedereen er zomaar bij kunnen,
iets wat in het verleden leidde tot
lange, ondoorzichtige procedures.
Projectgroep ‘Pragmatis CLAS’,
onderdeel van de Afd IV&CIS van
Staf Commando Landstrijdkrachten,
schreef een plan dat het mogelijk
maakt om de veiligheid te waarborgen
en toch voor een snelle verspreiding
te zorgen, zowel in Nederland als in
het uitzendgebied. In 1994 werd al
een start gemaakt met het verbeteren
van het beveiligingsniveau met het
‘Voorschrift Informatiebeveiliging
Rijksoverheid’ (VIR). Echte
verbetering bracht het eigenlijk nooit.
‘Voorheen kreeg de commandant van
iedere eenheid drie dikke mappen
aangereikt met daarin 3500 toe te
passen veiligheidsmaatregelen’, vertelt
projectleider majoor Hans Alfons.
Projectgroep Pragmatis heeft deze
maatregelen in deeltaken opgedeeld
en ondergebracht in de tool IBIS
(Integrale Beveiliging Informatie
Systeem). Het daarmee terugbrengen
van de last voor de commandant
is een groot winstpunt van het
beveiligingsplan. Andere winstpunten
zijn dat er gewerkt wordt met één
centraal systeem en dat toegepaste
maatregelen niet meer dubbel worden
gecontroleerd.
Binnen vijf minuten
Met het instrument, IBIS,
kan binnen vijf minuten een
beveiligingsplan worden opgesteld.
Met de beantwoording, in de tool,
van een korte vragenlijst, krijgt
de commandant inzicht in welke
veiligheidsmaatregelen hij moet
treffen. Wij kijken dan samen met
deze commandant hoe dit het beste
uitgevoerd kan worden. Zo kunnen
snel de juiste beveiligingsmaatregelen
getroffen worden, vertelt Alfons.
De projectgroep heeft geprobeerd de
knelpunten die komen kijken bij het
beveiligen van een eenheid inzichtelijk
te maken en de nieuwe methodes
stapsgewijs in te voeren. ‘We hebben
ervoor gekozen om naar de eenheden
toe te gaan en de individuele
verantwoordelijkheden van beveiliging
te benadrukken waardoor wij zelf een
realistisch beeld konden krijgen van
Barneveld, zaterdag 7 januari
De korporaals David van Bokhorst en
Lucas Drenth zijn aan het klussen in
een garage als zij worden opgeschrikt
door gegil en hulpgeroep uit het
naastgelegen huis. Een peuter is met
zijn oma op bezoek in de Barneveldse
woning en de terriër des huizes heeft
het kind uit zijn buggy gesleurd en
meegesleept naar de achtertuin.
Van Bokhorst: ‘Toen ik over de
schutting keek, zag ik dat de hond
het kind fl ink te pakken had. Het
zag er ernstig uit. De twee vrouwen
konden niet veel uitrichten tegen het
agressieve beest.’
Van Bokhorst bedenkt zich geen
moment en klimt over de schutting.
Drenth volgt snel. Met alle kracht
slagen ze erin de peuter te bevrijden.
Van Bokhorst houdt de hond stevig
vast, terwijl Drenth 112 belt en de
twee vrouwen probeert te kalmeren.
Na anderhalve minuut gaat het echter
opnieuw mis. Van Bokhorst kan de
hond niet langer in
bedwang
houden en
opnieuw vliegt
het beest
het kind aan. Met behulp van twee
toegesnelde garagemedewerkers
wordt de hond opnieuw van de
peuter afgetrokken en uiteindelijk
slagen ze erin het dier in zijn ijzeren
hok te werken. Daarna verzorgen
de vier mannen de peuter, de oma
en bewoonster van het huis tot de
gealarmeerde hulpdiensten arriveren.
De ernst van de verwondingen bij de
peuter blijkt later in het ziekenhuis. Er
zijn maar liefst 120 hechtingen nodig
voor de verwondingen aan het hoofd
van het jongetje.
“We hebben gehoord dat het nu
gelukkig beter met hem gaat,’ aldus
Van Bokhorst.
De oma van het jochie heeft inmiddels
al telefonisch haar dank uitgesproken.
Van Bokhorst: “Ze zei later tegen de
garagehouder dat ze zich in een hel
had bevonden, maar dat er plotseling
niet één, maar twee engeltjes over de
schutting waren geklommen. Een heel
mooi compliment.”
De hond is kort na het vreselijke
incident door een dierenarts
afgemaakt.
Commandant van 43 Mechbrig,
Brigadegeneraal Ton van Loon, reikte
de koorden aan de twee korporaals uit
op woensdag 11 januari.
Het rode erekoord is een bijzondere
militaire onderscheiding, onder
meer bestemd voor mensen die
een levensreddende handeling
hebben verricht.<
Landmacht wint Risk Management Award
‘Een voorbeeld voor andere organisaties’, concludeerde de jury tijdens de Risk Management Awards 2005, bij de uitreiking van de prijs aan de Landmacht ‘Projectgroep Pragmatis CLAS’. Met de invoering van dit plan wordt voortaan met één centraal, controlesysteem gewerkt binnen CLAS. Een grote stap vooruit ten opzichte van de huidige situatie.
Risk Management Award
De Risk Management Award
wordt toegekend aan een project,
toepassing of andere prestatie van
een bedrijf of instelling op het
gebied van risicomanagement. De
jury voor de Risk Management
Awards van het Genootschap voor
Risicomanagement (GvR) en de
Nederlandse Vereniging voor
Risicoanalyse en Bedrijfszekerheid
(NVRB), wilden de toegenomen
aandacht voor het vakgebied van
risicomanagement waarderen
en schrijft de winnaars van een
Award daarom een hoge mate van
professionaliteit toe. Vorig jaar werd
er in de categorie Bedrijf Award
geen prijs toegekend doordat de
inzendingen niet aan het gestelde
niveau voldeden.
de knelpunten’, legt de majoor uit.
Projectgroep Pragmatis CLAS is
inmiddels opgeheven, maar IV&CIS
cluster Informatiebeveiliging is en
blijft steeds bezig om de beveiliging
te verbeteren. ‘Het plan ligt er nu
en wordt ook al gebruikt. Nu is het
belangrijk dat de methode wordt
verankerd, dat erop wordt toegezien
dat de commandanten de beveiliging
te velde en kazerne serieus nemen
en dat we met zijn allen bewust
worden dat goede beveiliging niet
alleen cruciaal is, maar ook een
verantwoordelijkheid van ieder
individu’, aldus Alfons.<
Rood koord voor redden peuter
Twee korporaals van 43 Gemechaniseerde brigade uit Havelte hebben het rode koord ontvangen wegens het redden van een peuter die werd aangevallen door een agressieve hond.
LANDMACHT FEBRUARI 2006 19
Kleine beestjes, grote ellende. De zandvlieg, de teek en de
malariamug bleken grote boosdoeners in uitzendgebieden
als Afghanistan en Irak. Tijdens deze missies werd een
aantal militairen het slachtoffer van deze bloedzuigende
geleedpotigen. Hygiëne Preventie en Gezondheidszorg
(HPG) maakte een plan om de maatregelen en middelen te
verbeteren om zo besmettingsrisico te verkleinen. Zo krijgen
militairen bij de eerstvolgende missie naar risicovol gebied, de
verbeterde klamboe mee. De klamboe is slechts een onderdeel
van het plan om grote barrières voor de bloedzuigers op te
werpen zodat hun kans om te prikken wordt beperkt.
LANDMACHT FEBRUARI 2006 21
Nieuwe barrières tegen bloedzuigers
We gaan op uitzending en
nemen mee…
Om de individuele veiligheid te
kunnen bevorderen, is er een aantal
belangrijke middelen nodig. Het
meest recente middel is de klamboe.
De nieuwe klamboe is in tegenstel-
ling tot de vorige, van de onderzijde
ook dicht en wordt al in de fabriek
geïmpregneerd. Dit geldt nog niet
voor de kleding. ‘In Duitsland wordt
momenteel geëxperimenteerd met
vooraf geïmpregneerde kleding’,
vertelt Steenbergen. ‘Mocht dit
experiment een succes zijn dan zou
het kunnen dat ook Nederland de
gevechtskleding in de toekomst door
de fabriek laat behandelen. Voorlopig
blijft het de verantwoordelijkheid van
de militair zelf. Met de zogeheten
Individual Absorption-Kit (IDA-Kit)
kan iedereen zelf zijn of haar kleding
impregneren’. De IDA-Kit is afkomstig
uit de Verenigde Staten en wordt al
een tijdje door Nederland gebruikt.
Toch wordt voor het impregneren vaak
een spuitbus gebruikt. De IDA-Kit
werkt volgens Steenbergen en Kruger
beter dan de impregnerende spray.
Door de spray vervliegt een deel van
de oplossing en door te sprayen is
de kans groot dat je niet alle plekjes
raakt. De werking van deze spray
verdwijnt na het wassen en werkt ook
maar twee weken beschermend. De
IDA-Kit is veiliger. Het gevechtstenue
wordt in een plastic zak gestopt en
ondergedompeld in een oplossing die
ervoor zorgt dat de gevechtskleding
gedurende de operatie beschermd
blijft. Doordat de kleding wordt onder-
gedompeld worden ook alle moeilijke
plekjes meegenomen. Volgens de
HPG’ers moet de spray dan ook alleen
gebruikt worden in noodgevallen
zoals onverwacht vertrek. Naast de
spray, de IDA-Kit, de klamboe en het
insectafwerende middel DEET, krijgen
de militairen ook een instructiekaartje
mee waarop ze alle maatregelen nog
een keer kunnen nakijken.
Rol van de commandant
Het nieuwe plan voor de persoonlijke
bescherming heeft naast het verbete-
ren van preventieve maatregelen en
middelen, nog een ander speerpunt.
Het gaat hier om de rol van de com-
mandant. De HPG-specialist moet
ervoor zorgen dat de commandant ziet
dat infecties kunnen leiden tot een
vermindering van de gevechtskracht.
Hij doet dit ondermeer met het geven
van voorlichting tijdens de ondercom-
mandantendag. ‘De commandant
heeft een voorbeeldfunctie in het uit-
zendgebied’, zegt Steenbergen. ‘Als hij
met korte mouwen en opgestroopte
broekspijpen loopt omdat de tempera-
turen hoog zijn, zal ook het personeel
de dreiging minder serieus nemen.
Daarnaast heeft de commandant de
taak om de gevechtskracht optimaal te
houden en daar hoort goede bescher-
ming ook bij. Het gebruik van helm
en kogelvrijvest staat buiten de discus-
sie maar ervaringen uit het verleden
(Vietnam, Cambodja) hebben ons
geleerd dat verlies in mandagen ten
gevolge van infectie ziekten velemalen
groter waren dan door gevechtsacties.
Besmetting kan er namelijk voor zor-
gen dat er minder militairen operatio-
neel zijn waardoor de gevechtskracht
vermindert. Het is daarom belangrijk
dat de commandant zich bewust wordt
van deze verantwoordelijkheid’. Naast
verlies personele inzetbaarheid is er
ook sprake van een enorm fi nancieel
verlies. Iemand die wordt besmet door
de zandvlieg kost namelijk al snel zo’n
40.000 euro. Behandeling, repatrië-
ring, vervanging en nazorg zijn enorm
kostbaar. Voorkomen is beter (goed-
koper) dan genezen.<
´Mouwen omlaag, broekspijpen
omlaag, zorgvuldige impregnatie en
discipline. Het zijn beperkingen die
het werken in een warm gebied vaak
niet prettiger maken´, vertelt majoor
Herman Steenbergen, stafoffi cier
HPG. ´Even uit bed om naar het toilet
te gaan, kan funest zijn. De beestjes
zijn vaak ´s nachts actief, maar zin om
al je kleding aan te trekken voor dat
kleine stukje is er vaak niet. Het tripje
naar het toilet wordt gemaakt in een
T-shirt of korte broek waardoor je een
ideale prooi vormt. Beten zijn dan ook
vaak te vinden op armen en benen´.
Steenbergen heeft een plan gemaakt
om het probleem onder de aandacht te
brengen en de voorzorgsmaatregelen
te verscherpen. Dit is niet alleen nodig
om de militairen van pijnlijke besmet-
tingen te behoeden, maar ook om
het verlies aan operationele gevechts-
kracht te voorkomen.
Maatregelen
Het plan van HPG richt zich op
preventieve maatregelen. Voorafgaand
aan een uitzending, maakt HPG altijd
een risicoanalyse. ‘Muskieten zitten
vaak bij water. Ook autobanden met
water of verstopte dakgoten zijn ideale
broedplaatsen voor dit beest. Genis-
ten zorgen dat de kamplocatie goed
gedraineerd wordt en dat mogelijke
kunstmatige broedplaatsen worden
weggehaald’, legt Steenbergen uit. ‘Je
moet de dieren geen reden geven om
op de kampplaats te zijn. Hoe meer
barrières je opwerpt hoe groter de
kans dat je niet gestoken wordt’, voegt
Onderoffi cier Staf HPG Jan Kruger
toe. Maar alleen een veilige kamp-
plaats is niet voldoende. Er moet daar-
om meer aandacht worden besteed
aan goede voorlichting over infectiege-
vaar en preventie. ‘Broodje aap verhalen
zorgen ervoor dat militairen bang zijn
om bepaalde medicijnen te slikken.
De HPG-specialist zorgt er daarom
voor dat de militairen goede voorlich-
ting krijgen over ziektes, specifi eke
informatie ontvangen over medicijnen
en instructies krijgen bij bijvoorbeeld
het impregneren van kleding. De spe-
cialist zorgt ervoor dat de militairen de
‘do’s en dont’s’ van het uitzendgebied
kennen’, vertelt Kruger. De militair
heeft de verplichting de gevechtskle-
ding zorgvuldig te impregneren en de
aanbevolen medicijnen te nemen.
LANDMACHT FEBRUARI 2006 23
‘Beste collega, we hebben te veel regeltjes binnen
onze organisatie’, zegt kolonel Hoog op ’t Paard.
‘Dat moet echt anders. Wat minder regelzucht en
bureaucratie zou bij ons niet bepaald kwaad kunnen.’
‘Precies!’, vult majoor Streber aan, ‘binnen
onze organisatie is alles gericht op structureel
wantrouwen van het eigen personeel. Dat is echt een
verkeerde insteek.’
‘Nou wat jouw persoontje betreft kan enig
wantrouwen geen kwaad’, zegt Hoog op ’t
Paard. ‘Maar over het algemeen verloopt alles hier
inderdaad te stroperig. Neem nu het aanvragen van
belangrijk nieuw materieel. Als je het juiste formuliertje
hebt, kost het je nog vele uren voordat je alles correct
hebt ingevuld. Moet je nog hopen dat je de gegevens
daarna aan de juiste persoon doorsluist…’
‘Heeft u het nog niet eens over al die parafen die
klaarblijkelijk nodig zijn voor zo’n aanvraag.’
‘Ik ben blij dat jullie het met me eens zijn. We gaan
het aantal regeltjes en voorschriften eens drastisch
verminderen.’
‘Kolonel, ik ben het op zich helemaal met
u eens’, zegt de controller Van Vleuten.
‘Maar het moet natuurlijk wel iedereen
duidelijk zijn welke regeltjes
verplicht zijn, en welke niet.
Oftewel: we moeten bepalen
welke regeltjes wel of niet weg
kunnen.’
‘Daar zeg je zowat, Van Vleuten. Daar ontkom
je inderdaad niet aan. Maar hoe gaan we dat
doen?’
‘Dit probleem speelt natuurlijk krijgsmachtbreed.
Misschien kunnen we daarom het best een
defensiebrede commissie oprichten die zich hier met
enige taakgroepen de komende jaren over gaat buigen.
Een goed pakket maatregelen is toch wel het minste
dat ik van zo’n onderzoeksgroep verwacht.’
‘Uitstekend, wel eerst een instellingsbeschikking
voor deze commissie laten uitgaan. Dat is nu
eenmaal de regel.’
‘Maar wat doen we dan, kolonel, voor de
eerstkomende tijd?’
‘Eh, tja, we moeten die regeltjes nu toch al
beginnen te slechten. Laten we daarom voorlopig
alle aanvragen vanuit de organisatie eerst langs Van
Vleuten sturen, dan naar majoor Streber en vervolgens
langs mij. Dan geven wij hierna gezamenlijk aan
of deze verzoeken - onder bepaalde voorwaarden
- misschien kunnen worden gehonoreerd of alsnog de
reguliere weg van aanvraag in moeten.’
‘Heel goed, zegt Van Vleuten. ‘Vertrouwen is
goed, maar een diepgaande controle op al die
regeltjes tot het slechten van het bureaucratisme is,
onder voorbehoud, natuurlijk vele malen beter.’<
uit de fl ank
Soldaat 1 Pieter van Nes van de
A-compagnie van 12 infanteriebatal-
jon begint na zijn diensttijd aan de
HBO-studie Small business and retail.
Hij noemt de exit-dag zinvol. Sld1
van Nes: “We hebben op de exit-dag
onder meer een voorlichting bij het
Veteranen Instituut in Doorn gehad.
Over wat te doen als je na verloop van
tijd hinder gaat ondervinden van de
consequenties van het post-trauma-
tische stress syndroom. Of op een
andere manier hulp nodig hebt bij
problemen die zijn ontstaan tijdens
je diensttijd. Welke mogelijkheden de
Landmacht je biedt met de veteranen-
pas. Op eigen houtje had ik dit nooit
uitgezocht, maar het is wel waarde-
volle informatie. Daarnaast kregen we
ook een voorlichting over het werken
bij de Nationale Reserve.
Soldaat 1 Pieter van Oostrom van de
B-compagnie van het 12de gaat ook
de dienst uit. Van Oostrom: “Ik was
redelijk op de hoogte van de mogelijk-
heden, maar dat er toch een speciale
dag voor wordt georganiseerd is goed.
Ik heb toch nieuwe dingen gehoord en
meer toelichting gekregen.
Dit exit-programma is een initiatief
van de Stichting Benteng. Benteng
fungeert als een “symbolische” pa-
raplu voor alle (oud-) van Heutszers
en haar veteranen en zij ondersteunt
daarmee direct de bataljonscomman-
dant, luitenant kolonel Piet van der
Sar.
Contact
Deze constateerde een groeiende
behoefte bij de dienstverlaters om een
band met het regiment in stand te
houden. Ook vond hij het vreemd dat
op de dag van opkomst een vloed aan
informatie over de aanstaande militai-
ren wordt uitgestort. Commandanten
op alle niveaus houden introductie- en
welkomst activiteiten. Maar aan het
Exit-dag Regiment van HeutszOpeens is je laatste dienstdag
aangebroken. Vanavond
trek je voor het laatst het zo
vertrouwde uniform uit. Je zit
op het einde van je contract,
je had geen behoefte om te
verlengen of het was gewoon
niet mogelijk. Een carrière in
de burgermaatschappij ligt
voor je. Een civiele carrière met
een achtergrond als veteraan,
dat wel. Maar wat als je in de
toekomst toch weer de behoefte
voelt om je dienstmaten op
te zoeken, of op enige wijze
hulp of advies nodig hebt? Het
Regiment van Heutsz zorgt
voor zijn mensen, ook nadat ze
de dienst verlaten hebben.
vertrek van mensen die onze organi-
satie zo loyaal gediend hebben, wordt
weinig aandacht besteed. Dit exit-
programma voorziet in deze leemte.
Wij zorgen niet alleen voor een goede
entree in onze organisatie, maar ook
voor een goede overgang naar de
burgermaatschappij. Om het boven-
dien gemakkelijker te maken om ook
later nog contact met het bataljon op
te kunnen nemen, is er een internet-
pagina beschikbaar. Elke (oud-) van
Heutszer, of van Heutsz veteraan kan
via deze site (www.regimentvanheutsz.
nl vervolgens doorkiezen op de knop
Benteng), doorgeleid worden naar zijn
oude compagnie en/of maten of een
vraag stellen waarop hij antwoord zou
wil hebben.<
LANDMACHT FEBRUARI 2006 25
kolonel: L. Hakvoort (inf), W.E. Korterink (log, arts) J. Blacquière (inf)
luitenant-kolonel: B.F. Besters (log), P.A. Brouwer (inf), ing. M.A.J. van Daelen (gn), R.P. Komen (inf), T.M. van Lieshout (art), mr. J.W. Maas (mjd), I.J. Saveur (log), J.J. van der Spoel (vbdd), M. van Weerd (art), drs. S.P.M. Willems (log), H.P. van Zijp (art)
majoor: A. Batenburg (art), B.H.M. van Ben-them (inf, per 18 apr), drs. E. Boers (log), J.A.M. Bos (cav), W.R. van Deele (log), J.W. van ‘t Erve (gn), C.M. Fels (gn), M.F.R. Francissen (log), A.B. Gevers (cav), M. Hagoort (art), mr. C.A. Hamers (mjd), M.P.J.M. Kerstens (log), P.F. de Kleijn (log), ir. H.P. van der Kuijp (ts), O.J.A. Lagas (inf), M.C. van der Meijs (gn, aanstelling bij KL), C.G.H.J. Moelands (log), B.M. van der Mooren (log), J.P.T. Neger (vbdd), R.W. Neggers (art), J.J. Nellestijn (cav), drs. J. Oppel (mpsd), R.W.A. Piso (art), drs. W.J. Schornagel (log), P.J. Schreuders (log), H.L.H. Smeets (inf), F.M. Straatman (inf), P.S.M. van Ulden (log), P.J.M. Urselmann (inf), C. de Waart (cav, tijdelijk te bevorderen voor de duur van de uitzending naar Congo)
kapitein / ritmeester: G.M.A. Al-Harbia (inf, tijdelijk aan te stellen voor de duur van de uit-zending), P.H.T.M. Brekelmans (inf), M.M.G.W. Brouwers (log), H.J. Calot (log), S.J. Cuperus (art), K.J. Daane Bolier (inf), S. Denk (art), J.Q. Elsinga (inf, tijdelijke bevordering voor de duur van uitzending naar Afghanistan), P.R. Gleijm (log), D.J. van Goinga (inf, per 1 apr), J.N.A. van Hees (log), M.H.A. Hendriks (mpsd), A.A.L.P. Hermsen (vbdd), C.J. van Herpe (cav), C.B. Heukers (log), M. Janse (log), J. Jansen (inf), P. de Kam (log), R.P.J. Klaassens (inf), drs. W. Knibbe (mpsd), P.J.J. Lazaroms (log), M.A. van Leusden (log), J.H. Liebregts-Roubos (log), M.C. de Meij (log), A.H. Meijers (log), E.J.A. van den Oetelaar (inf, per 18 apr), J.G.G.M. Offers (log), E.C. Pelupessy (art), J.L.M. Prijs (log), J.F. van Rantwijk (inf), L.G.L. Roijakkers (inf), S.B. Sa-ton (cav), A.J. Stinis (inf), G.J.D. Suanet (log), I. Tersteeg (log), P.S.P. Vanblarcum-Lamers (log), W.P. Verhage (inf), W.H.M. Voets (log), P. Waanders (inf, per 1 apr)
eerste-luitenant: M.S. Bakker (cav), R.G. Berendsen (inf), G.S.D. Berenschot (log), R. van den Berg (log), G. Brouwer (log), C.M. Conradie (cav), I. van Gorkum (log), T.G. Hein (art), N. Heringa (log), A.W.J.B. Jansen (gn), R.T.W. Jan-sen (art), J. de Jong (inf), R.W. de Jongh (art), J. Kwakkel (gn), J. Leussink (gn), E.D. van der Linde (inf), A.J.J.M. Luijten (inf), M.F.M. Nieu-wenhuis (cav), S.J.R.W.A. Nieuwesteeg (inf),
Militair personeel bevorderd Mutaties burgerpersoneel bevorderd
luitenant-generaal: R.P.F. Seijn (cav)
generaal-majoor: L. Noordzij (inf)
luitenant-kolonel: A. Donk (log), ing. C.J.F. de Gussem (gn, per 1 okt), D.J. Hensing (log), E.P.C.M. van Poppel-Boeren (log, per 1 mrt 07), W.J.M. Steijlen (inf)
majoor: J.J. Schijndel (inf, per 1 apr)
kapitein / ritmeester: G.H. Agterberg (log, per 1 mrt), P.J.A. Bos (log), K. van Dam (art, per 1 jun), A.R. Gebhardt (inf), drs. L. Kemper (log, arts), R.F. Lewis (art, per 1 sept), K. Mayland (log, arts)
eerste-luitenant: R.S.A. Bremmer (vbdd, per 1 mrt), J.L. Koole (log), R. van Vliet (log, per 1 sept), K.T.J. Wolters (inf)
adjudant: W.J.P. Claessen (art, per 1 jul), P.H.A. de Haas (cav, per 1 mei), J.B. Kemper (log, per 1 mei), F.C. Kruidbos (vbdd, per 3 apr), M.J. Lukkes (cav, per 1 mei), C.E. Maas (gn, per 1 mei), H.M. Meek (inf, muz, per 1 apr), P.N. van Reenen (log, per 1 mei), T.J. Riesewijk (log, per 1 mei), J.H.H. Schrijvers (log, per 1 mei), W.M. Tanis (inf, per 1 mei), A.A. van der Teems (log, per 1 apr), A. de Waal (log, rectifi catie: moet zijn 1 mrt 07), W. van der Zee (inf, per 1 mei)
sergeant-majoor / opperwachtmeester: R. van Hal (inf, per 1 mei), J. van der Weide (cav, per 1 mei)
sergeant / wachtmeester der eerste klasse: J. Doorn (log, per 1 mei), A.A.M. van Honsewijk (log, per 1 apr), R.M.R. van Zelm (gn, per 1 mrt) sergeant / wachtmeester: H.W.F. van de Laar (log, per 1 mrt), E.A.M. Roijen (log)
Actieve dienst verlaten
Voor vragen of opmerkingen over de mutaties van militairen kunt u contact opnemen met majoor Rob Bogers, telefoon: *06-546 65635 of 070-3165635
R. Nieuwland (inf), J. Nogarede (art), G.J.M. Onland (inf), P. Oude Tijdhof (inf), S. Over-kamp (gn), D. Manning (art), G.W. van Nieu-wenhuijzen (log), M.J. de Pauw Gerlings (cav), S.V.L. Renfrum (inf), L.A.A. van de Rijt (log), J.L. Schop (art), C.E. Schouwenaars (art), W.H. Slagter (log), K.P.A. Spiertz (inf), M. Spies (inf), S. Straten (inf), D.L.A. Teesink (inf), ing. W.J. Tjeerdsma (gn), D. van Uhm (inf), D.P.A. van der Veen (log), G. Versteeg (inf), M.S. Veuger (inf), M.W. de Vries (log), J.F.A. de Werd (inf), D.E.D. Wetzel (log), D.A.S. Wolff (art), W.A. Zwanenburg (log)
tweede-luitenant: R. Külman (gn, tijdelijk aan te stellen voor de duur van de uitzending) ad-judant: J.W. de Blom (log, per 1 jul), E. van Brug-gen (log, per 1 apr), J.P.R. Bult (log, per 1 jul), P.P.F.J.W. Cuppen (inf), B.J. Doeze Jager (art), G.J. Esten (log), W. de Gans (vbdd), J.H. Gerrets (art), J.J.M. Goossens (log, per 30 jun), E.A. de Graaf (log, per 1 jul), A.B.G.M. Hamers (log), F. Hanemaaijer (cav, per 1 mrt), H. Hofman (log, per 1 mei), A.W. Hooft (cav), H.P.N.M. van den Hout (log, per 1 mrt), J. Imminga (vbdd), R.M.J. Leenen (log), H. van Manen (gn), M.G. Norbart (log, per 1 apr), A.J. Plugers (log, per 1 mrt), K. Pranger (log, per 1 jul), E.W. Rutten (log, per 1 jul), J. Schaap (log), J. van Schaik (cav), A.A. Smit (log), H.L. Stomp (art), C. van der Wal (log), A. Wever (gn)
sergeant-majoor / opperwachtmeester: H. van den Berg (lua), M.R. Bethlehem (cav), R. van Broeckhuijsen (log, per 1 jul), W.A.J.M. Claas (log, per 1 apr), C.M.H. Crombach (art), P.J. Faber (cav), J.J. Fluit (log), K.F. Gaal (gn), T. Goossens (log), M. de Haas (gn, per 3 jul), A. van Harselaar (log, per 1 sept), J. Hendriksen (art), C. Hilberts (inf), M.M.W.G. Jansen-Berns (log), R. Kruithof (log, per 1 jun), D. Krul (cav), H. van Lienden (log, per 1 mei), C.M. van Lissum (log, per 1 jun), E.P. Machielse (log, per 18 mrt), B.T. Mager (gn), R. Mulder (inf), M.W.J. Nieuwen-huis (gn, per 3 jul), A.A. Outjes (gn, per 3 jul), M.A. Sandbrink (gn), R. Scheper (gn, per 3 jul), N.A. Schipper (log), M.B. Terhorst (art, per 24 mrt), P.F. Verstegen (cav), P.J. Visserman (log, per 1 apr), M. Vissers (gn), J.J.G. van Vugt (log, per 1 jul), M. Waanders (log), M. Wevers (log, per 1 jul)
sergeant: H. Ousen (log, spec, per 1 apr)
Schaal 13: Dr. R.H.E. Gooren (per 1 jan 04)Schaal 12: Drs. H. de Jong (per 1 jan 04), Ing. B. Steinfort (per 1 nov 05), P.Th.J. Weitenberg (per 1 dec 05)Schaal 11: M.A.H. Abbes (per 1 sep 04), J.H.R. Almeida (per 1 jan 06), H.J.F. Arends (per 16-1-06) M.H. den Boer (per 1 nov 05), A.G. van den Broek (per 1 ok 05), K. Duin (per 1 dec 05), D. Groenewegen (per 30 aug 04), G. Hop (per 1 mrt 05), R. Keja, (per 1 nov 05 05), Mr. M.J.J. de Kock (per 10 okt), D.J.P. Kras (per 1 dec 05), E. Reit (per 1 dec 05), J.C. Thierrij (per 1 dec 05), H.M. de Valk (per 1 jul 04), P.N. de Zoete (per 1 sep 04)Schaal 10: H.M.J. Bakx (per 1 jul 05), C.S. van den Blink (per 1 jul 05), L.J. van Geffen (per 1 mrt 05), C. van der Lee (per 1 nov 05), F.G. Mater (per 1 jul 05), A.M. van der Roon-van der Meer (per 1 nov 05), P.W. Siersema (per 1 jul 05), W.M. Steenis (per 1 jan 04)Schaal 9: A.P. Brondsema (per 1 dec 05), R.F. Ludwig (per 1 dec 05), J. Schreuder (per 1 jul 05), G.C. van Tricht (per 1 okt 04)Schaal 8: W.C.G. Bozelie (per 1 jan 04), H.J. Eggengoor (per 1 jan 06), M.E. Horree (per 2 sept 05), M.J.W. van Marle (per 1 okt 04)Schaal 7: C.J.H. Gebben (per 1 jan 05), F.A.M. Oomen (per 1 dec 05), M. Oosterhof-Eilkes (per 1 dec 05), H.J. van Verseveld (per 1 dec 05), E.A. Wagenaer-de Wit (per 1 jul 05), Y.R. Wielders (per 1 jul 05), L.C. van Zanten (per 1 jan 06), M. Zweers (per 26 okt 05)Schaal 6: I.M. Baptista (per 1 dec 05), S. Ijmker (per 14 dec 05), P.N. van Rijswijk (per 31 jan 05), H. Schuchardt (per 1 nov 05), A.F. Swensen (per 1 dec 05), P.A.H. Veld (per 1 apr 05)Schaal 5: M. de Boer (per 1 dec 05), L.A.W. Borg (per 1 jan 06), R. van der Eijk (per 1 dec 05), E.J. Frasa (per 1 jan 06), M. van Gastelen (per 1 nov 05), F.R. Gerrits (rectifi catie: per 1 jan 05), M.E.G. Houben (per 1 okt 05), H.M. Hulleman (per 1 jan 05), A. Kamerling (per 1 dec 05), R.E. van Prattenburg (per 1 mrt 05), J.P. Spronk (per 1 dec 05), R.C.J. van de Steene (per 1 dec 05)Schaal 4: L.W. Bekker (per 1 nov 05), J.P.M.Goorden (per 1 jan 05), J.J.C.M. Segeren (per 1 dec 05), H.M. Soplanit (per 1 dec 05), H.G. Swart (per 1 okt 05)Schaal 3: A.A.L. Belien (per 24 okt 05), J.P.G. Bensen (per 1 nov 05)
Mutaties burgerpersoneel dienstverlaten
A.J.M. Adriolo (per 1 nov 05), A. van Alphen (per 1 dec 05), F.J.J. Arkenbosch (per 1 nov 05), J.C.S.M. Belde (per 1 nov 05), H.P. Berg (per 1 nov 05), H. de Boer (per 30 nov 05), G.O.B. Brink (per 1 dec 05), W.G. Brouwer (per 1 dec 05), W. Bijl (per 1 nov 05), M.M.A.T. Candido van den Oetelaar (per 1 dec 05), A.J.P.J. Dekkers (per 1 nov 05), D. Dias (per 1 nov 05), J.M. Dirks (per 1 nov 05), W. van Duijn (per 31 dec 05), G. Eibrink (per 1 dec 05), H. van Elburg (per 1 dec 05), R. Gerritsen (per 1 dec 05), W.M. Groen (per 2 nov 05), F. Heins (per 1 dec 05), C.E. Heijt (per 1 nov 05), E. Hoegen (per 1 dec 05), W.J. van der Hoeven (per 1 dec 05), J.A.M. van den Hout (per 1 dec 05), P.W. Houtman (per 1 nov 05), R.H.F. Hulst (per 1 dec 05), E.J.S.N. Jamaloodin (per 1 dec 05), I.P. Jongejan-Peelen (per 1 nov 05), A.J. Jos (per 1 dec 05), A.K. Karssen (per 1 nov 05), J. Kat (per 1 nov 05), R.H. Kent (per 1 dec 05), W. Klok (per 1 dec 05), J.M. Koers (per 1 dec 05), E.W. de Kok (per 1 nov 05), B. van der Kroft (per 1 nov 05), J.M. Kruse (per 1 dec 05), H.Q. van Loenen (per 1 nov 05), Drs. M.J.M. Lokkers-’t Lam (per 1 nov 05), F. van der Meer (per 1 dec 05), T. Meerveld (per 1 dec 05), G. van Midden-dorp-Westhuis (per 1 nov 05), R.C. Mielard (per 1 dec 05), M.H.A. van Mierlo-de Graef (per 1 dec 05), G.J.M. Mies (per 1 dec 05), H.W. Nakken (per 1 nov 05), G. Nanninga (per 15 dec 05), A.G. Neuvenheim (per 1 dec 05), A.R. Nolten (per 1 dec 05), L. van Nuil (per 1 nov 05), G.M. Offers (per 1 dec 05), M. Pattipeilohy (per 1 nov 05), B.J. Platenburg (per 1 dec 05), H.W.F. Plum (per 1 dec 05), J. Pol (per 1 dec 05), W.A. Polhout (per 1 dec 05), W.M. de Ruiter (per 1 nov 05), Drs. H.J.F. Scheepers (per 1 dec 05), E. Simons (per 1 dec 05), M.E. Smeets (per 31 dec 05), M.J.A.G. Stollman (per 2 nov 05), H.A.G. Verjans (per 1 nov 05), Y.G.M. Verstraelen (per 30 nov 05), T. de Waal (per 1 dec 05), G. van der Werf (per 1 nov 05), A.M.P. Weijers (per 1 nov 05), H.H.M. Wilhelm (per 1 dec 05), Ir. N.J.J.B. Wijnandts (per 1 nov 05)
In memoriam
generaal-majoor H.J.G.J. Teussink, geplaatst bij DMO te Den Haag / korporaal der eerste klasse J.E. Senneker, geplaatst bij 42 Tkbat/SSVesk te Steenwijk / sergeant-majoor N.C.A. Bitsch, geplaatst bij 103 Constrcie te Wezep / sergeant A.C.G. Peters, geplaatst bij 30 Natresbat/Ecie / sergeant L. Ruiter, geplaatst bij 40 Natresbat/Acie / soldaat der eerste klasse F. Garst, geplaatst bij 44 Painfbat te Havelte / adjudant C.A. Beve-lander, geplaatst bij CDC/DVVO te Soesterberg
Burgerpersoneelde heer A.J.F.M. Handels, geplaatst bij Field Support Bat NL Pers te Schinnen / de heer J.J. Schrijvers, geplaatst bij CLAS/Sitcen/SBCC te Apeldoorn / mevrouw G.H. van Ast, geplaatst bij Persco te Den Haag
Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht
bereikbaar kunt u terecht bij de leden van de redactieraad:
11 Pagnbat: smi Erik Vriens *06-535 67413
17 Painfbat: kap Jeroen Veenvliet *06 549 66715
43 GNKcie: sgt 1 Marcel van Hemert *06 532 48283
43 Mechbrig: sm Douwe Bruinsma *06 532 47021
Colua: kap Arjen Nijkamp *06 678 81703
Artillerie: elnt Corne van den Berg *06 549 65754
101 Gevstbrig: kap Ronald Verkuijl *06 573 71701
330 Hrstcie: kap Max Foppen *06 678 81668
DMO: maj Cas Le Mahieu *06 500 15013
HQ 1(GE/NL) Corps: kap Tjeerd Dijkstra *06 811 2415
ISK Harskamp: aoo Paul Fontein *06 538 54222
KCT: kap Jack Bakker *06 589 58021
KMS: Frank Ververs *06 578 62704
Korps Natres: elnt (r) Fred Warmer *06 573 73107
OTCo: Paul Klaessen *06 557 66227
Persco: kap Ad Duimel *06 546 69450
Staf CLAS: Pepijn Storm Van Leeuwen *06 557 46019
School Vbdd: sgt1 Bart Soffers: *06 678 8035
Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad
en vindt u het leuk een keer in de twee maanden mee te
redactieraad
35 AAT
Datum: 22 april 2006
Locatie: Kampulan, Bronbeek in
Arnhem
Informatie en aanmelding:
Anne-Lies Willemstein,
telnr: 070-3290506
42 AAT
Datum: 12 mei 2006-01-04
Locatie: Generaal Majoor Koot/Majoor
Mulder Kazerne in Stroe (Garderen)
Informatie en aanmelding: G.P.Belt,
telnr: 023-5264705 of
via e-mail: [email protected]
Postadres: Weidezoom 37, 2742 EX
Waddinxveen
3.1.B.W.
Datum: 18 maart 2006-01-04
Locatie: Kromhout Kazerne te Utrecht
Informatie en aanmelding: H.J.
Zentveld,
telnr. 036-5312059
Postadres: Sluis 98, 1357 PB in Almere
Provide Care
Vrijdag 14 april is er een grote
reünie voor alle deelnemers (met
partners) aan de humanitaire missie
Provide Care (Goma, 1994) in het
Veteraneninstituut in Doorn.
Alle deelnemers aan de missie, voor
zover de adressen bekend zijn, hebben
een uitnodiging ontvangen. Meldt u
zich voor de zekerheid of voor nadere
informatie bij BEM.Hopman@
veteraneninstituut.nl of bij Jan van
Vliet op [email protected]
Seedorf
Datum: 22 april 2006
Informatie: www.reunie-seedorf.nl<
reünies
LANDMACHT FEBRUARI 2006 27
De Militaire Commissie voor Auto-
mobiel & Motorwedstrijden (MCAM)
organiseert op zaterdag 8 april 2006
een oefenrit kaartlezen voor al het
burger en militair (inclusief Reserve
en Natres) personeel van alle krijgs-
machtdelen. De rit heeft een lengte
van ongeveer 105 kilometer en voert
in zijn geheel over verharde wegen.
De oefenrit start om 10.00 uur op
de locatie van de Logistieke Divisie
Rhenen (LDR-Klu) in de buurt van
Rhenen. Deelname is in teamverband
(een chauffeur en een kaartlezer) in
een gevorderde- of beginnersklasse
mogelijk. De kosten voor deelname
aan de Oefenrit bedragen € 7,50 per
equipe.
Tijdens deze Oefenrit geldt voor
de beginners een aanzienlijk
vereenvoudigd reglement. Omdat het
een oefenrit is, zal er vooraf en tussen
Kaartleesrit MCAM
de trajecten uitleg gegeven worden
met lichtbeelden over het aangepaste
reglement, de kaartleessystemen en
na afl oop van een traject over de ideale
route. Voor de gevorderden telt deze
rit mee voor het Defensiekampioen-
schap Kaartlezen. De tweede rit die
meetelt voor dit kampioenschap is de
18-uursrit op 6 en 7 oktober 2006 te
Wezep.
Een inschrijfformulier voor de Oe-
fenrit kan per e-mail of telefonisch
(alleen maandag en dinsdag) worden
aangevraagd bij het secretariaat van
de MCAM. E-mailadres A.Balm-de-
[email protected] , telefoon MDTN
*06-497-8661 / PTT 0346-338661<
Kapitein Theo Janssen heeft uit han-
den van luitenant-generaal van Uhm,
Commandant Landstrijdkrachten, het
Ereteken voor Verdienste in Zilver
uitgereikt gekregen. De kapitein heeft
de onderscheiding gekregen omdat hij
gedurende de afgelopen jaren grote
betrokkenheid heeft getoond bij de
militairen in de verschillende
missiegebieden. Hij heeft veel werk
verzet buiten de diensturen en was 24
uur per dag gedurende 365 dagen per
jaar, ook tijdens zijn vakanties, bereik-
baar en beschikbaar om problemen
in de missiegebieden adequaat op te
lossen. De kapitein Janssen gaat nu
genieten van zijn pensioen.<
Ereteken voor verdienste in zilver
Veel offi cieren bij de Nationale
Reserve (Natres) hebben hun laatste
militaire opleiding genoten toen zij
hun militaire dienstplicht vervulden.
In de tussenliggende jaren is de KL
nogal veranderd en is die opgedane
kennis dus behoorlijk verouderd.
Hoogste tijd, zo vonden ze bij de Na-
tres, om de kennis van de reserve-of-
fi cier op het gebied van leiderschaps-
vaardigheden, commandovoering,
operationele besluitvorming en kennis
van het huidige landoptreden met
daarbij de vredesoperaties bij te
spijkeren. Temeer ook omdat na-
tionale operaties, het werkter-
rein van de Natres, een steeds
grotere rol gaat spelen.
Vandaar dat 23 Natres of-
fi cieren in december een
negendaagse offi ciers-
opleiding (verdeeld
over drie weekenden)
gevolgd hebben aan de
Koninklijke Militaire
Academie in Breda. Dit
jaar zal er nog een aantal
van dergelijke cursussen
gegeven worden zodat
iedere Natres offi cier weer
“up to date” is. Daarna moet
de cursus een vast onderdeel
worden in de opleiding van
nieuwe reserve offi cieren.
‘Het is ontzettend prettig om
met die mannen te
Spoedcursus offi cieren Nationale Reserve
De meeste Natres offi cieren hebben hun laatste militaire opleiding nog genoten in de
tijd van de dienstplicht of hebben alles in de praktijk moeten leren. Hoogste tijd voor een opfriscursus dus. Sinds december brengen
KMA-instructeurs de reservisten in drie weekenden
tijd weer up to date.
werken,’ zegt ritmeester Fred van
Wijk, Pelotonscommandant op de
KMA. ‘Zij spenderen hun vrije tijd aan
mijn beroep, dus hun motivatie is heel
erg hoog. Maar velen hebben zelfs
nooit een daadwerkelijke militaire trai-
ning gehad en zijn offi cier geworden
vanwege hun (HBO) vooropleiding
in het burgerleven. Ze moesten dus
behoorlijk hard werken maar hun
niveau is vrij hoog dus ze pikten de
zaken snel op.
In drie keer drie dagen kun je natuur-
lijk niet al te diep op de stof in gaan
dus we hebben geprobeerd ze even
overal aan te laten ruiken wat voor hen
interessant is. De nadruk lag daarbij
op commandovoering, Leiderschaps-
training en vaardigheden en com-
municatietechnieken. We hebben
geprobeerd de cursus zoveel mogelijk
te laten aansluiten op de praktijk.
Dat betekent voor de natres dus veel
objectbeveiligingen.’
De cursisten toonden zeer tevreden
met het geleerde. Eerste luitenant (R)
Rob Stuurman: ‘De cursus zat prima
in elkaar en afgezien daarvan was het
ook zeer waardevol om de collega’s
van de andere bataljons op deze
manier beter te leren kennen. Ik vind,
en met mij de andere deelnemers,
deze cursus dan ook een must voor
iedere Natres-offi cier, ongeacht rang
of functie.’<