Upload
jansen-janssen
View
232
Download
6
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Magazine van het Vlaams Informatiecentrum voor Land- en Tuinbouw
Citation preview
landgenotenmagazine voor boer en buiten zomer 2009 | 18
www.vilt.be
+ Tv-koks ontmoeten aardappelteler, beter onderhandelen, Muis Pierlepein, compensatieregelingen en veel meer
drie
maa
ndel
ijks
| kw
arta
al 2
| G
ent
X | P
5092
85
DOSSIER Bio ‘ Een strategie als alle andere?’
‘Supermarkt = supermacht’
Fedis-topman in de Biechtstoel
Vogelaarvs. akkerbouwer
Over houtkanten en ecologische vallen
Handen in elkaar voor
sappigeHanden in elkaar voor
sla
www.sbb.be
Samen maken wij uw toekomstSBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak
van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische regle-
mentering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in
hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met
u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in
het SBB-kantoor in uw buurt.
Kies voor eenadviseur die
uw sector kent!Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies
SBB Partner voor bedrijvige mensen
3
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
in dit nummer
22
18
14
06
Beste
landgenoten
06 focus bioVoor welke bedrijven kan een
omschakeling interessant zijn?
Zo maak je een rationele keuze.
12 ondernemer van natureHoe sluit je betere contracten af?
Onderhandeltips van
Bart Nemegheer uit Tielt.
16 biechtstoelTe lage voedselprijzen en de macht
van supermarkten: voer voor een pittig
gesprek tussen Dirk Lips en Dominique
Michel van Fedis.
18 burenbabbelOver veldleeuweriken, geelgorzen en
zwaluwen. Vogelspotter Dominique
Verbelen op bezoek bij akkerbouwer
Carl Adriansens.
en verder …
04 koetjes & kalfjes11 gewikt en gewogen14 ten huize van17 uit de provincie22 buitenlander24 frontaal27 mijn gedacht!
Beste Landgenoten,
Het familiale landbouwbedrijf zal de komen-
de tien tot vijftien jaar steeds minder vaak
de ideale bedrijfsvorm worden. Daardoor
zou ook de traditionele bedrijfsopvolging in
moeilijkheden komen, blijkt uit Nederlands
onderzoek.
Jammer, was mijn eerste reactie. Opge-
groeid op een typisch familiaal landbouw-
bedrijf besef ik als geen ander hoeveel vol-
doening je kan halen uit het samenwerken als
gezin: samen een goed product voortbrengen,
samen een bedrijf uitbouwen,… En helaas ook
samen de klappen opvangen. Dat geldt op dit
moment zeker voor slatelers Johan en Katleen
uit Nazareth. Hun familiaal bedrijf heeft het
vandaag moeilijk door de lage prijzen en dat
legt onmiskenbaar een last op het gezin.
Zo’n verhaal doet je natuurlijk nadenken.
De realiteit van vandaag hoeft niet die van
morgen te zijn. Elke goede ondernemer moet
op tijd en stond zichzelf en zijn bedrijf in vraag
durven stellen. Eenvoudig is het niet, weet
professor Marion Debruyne, maar het is
wel een voorwaarde om te komen tot in-
noverende ideeën. En die zijn nodig om als
bedrijf overeind te blijven.
Aan inspirerende pistes in dit nummer
alvast geen gebrek. Misschien kan je wel
iets leren van Bart Nemegheer van de
Aardappelhoeve. Hij koos voor verticale
integratie, een strategie die hem
geen windeieren opleverde.
Of heb je al eens nagedacht
over de toekomstkansen
van bio voor jouw be-
drijf?
Veel leesplezier!
Griet Lemaire
Hoofdredacteur
. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor
14
en gewogenvan
provincie
gedacht!
Op zondag 30 augustus nodigt het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlich-
tingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) te Beitem jullie uit voor
zijn themadag bodem en bemesting. Iedereen is vanaf 14 uur welkom
om er kennis te maken met de meest recente ontwikkelingen op gebied
van bemesting en alternatieve bodemwerkingen. Groenbemesters,
compostgebruik, rij- en bandbemesting,
bladbemesting, plantversterkers, insporing
en bodemverdichting, kerende en niet-
kerende grondbewerking zijn slechts enkele
van de thema’s die aan bod komen. Naast
een beurs met machines en meststoffen en
praktijkgetuigenissen is er ook tal van rand-
animatie voorzien. Bovendien is de toegang
volledig gratis.
INFO www.povlt.be
POVLT opent zijn deuren
Bart Martens, landbouwspecialist van sp.a in gevilt.
Hygiëne in stallen krijgt steeds meer aandacht. En dat is bij pluim-
veehouders niet anders. Consumenten die almaar kritischer wor-
den over voedselveiligheid, overheden die steeds strengere re-
gels uitvaardigen of lastenboeken die er nog een schepje
bovenop doen… je kent het waarschijnlijk
wel. Voor pluimveehouders die door het
regelbos de bomen niet meer zien, heb-
ben het Proefbedrijf voor de Veehouderij
en Dierengezondheidszorg Vlaanderen een
handige brochure uitgewerkt. Van bedrijfs-
hygiëne, stalhygiëne en ongediertebestrij-
ding tot de veiligheid van de pluimveehouder
en pluimveeziekten, de brochure ‘Hier is
hygiëne troef’ brengt je in een hand-
omdraai de nodige kennis bij. Alle
pluimveebedrijven hebben recht op
een gratis exemplaar.
INFO www.provant.be/proefbedrijf of 014 56 28 70
Propere kippetjes
Spreken is zilver, tekenen is goud
koetjes & kalfjes4
Communiceren met seizoensarbeiders, het loopt niet altijd
van een leien dakje. Sommigen volgen een cursus Pools, maar
boomkweker André Van Hulle uit Waarschoot heeft er iets an-
ders op gevonden. Hij liet een DVD maken waarin zijn bedrijf wordt
voorgesteld en ontwikkelde ook een stripverhaal over twee figu-
ren uit Oost-Europa die een avontuurlijke reis maken naar België
en er in contact komen met de tuinbouw. Met beeldtaal vangt
het bedrijf het taalprobleem op: technische termen zoals rooien
en ploegen worden via humoristische en ludieke tekeningen
duidelijk. De boomkweker werd voor dit initiatief alvast be-
loond met de Pioniersprijs Diversiteit 2009. Proficiat!
INFO www.sylva.be
Met zijn mooie gele bloemetjes ziet de plant er eerder liefelijk dan gevaarlijk
uit, maar het gif van Jacobskruiskruid mag niet onderschat worden. Wan-
neer dieren de plant eten, stapelen de gifstoffen zich in hun lever op. Vooral
koeien en paarden zijn er gevoelig voor. En wanneer het Jacobskruiskruid in
hooi of kuilvoer wordt verwerkt, is het helemaal gevaarlijk, want dan her-
kennen de dieren de plant niet meer. Om jullie bewust te maken van het pro-
bleem heeft de provincie Antwerpen een praktische brochure uitgewerkt
met tips en preventieve maatregelen om deze liefhebber
van zonnige plaatsjes in bermen en weilanden te
bestrijden.
INFO www.provant.be (Ondernemen>Land- en tuinbouw)
Jacobskruiskruid: mooi maar gevaarlijk!
www.provant.be/proefbedrijf
Communiceren met seizoensarbeiders, het loopt niet altijd
van een leien dakje. Sommigen volgen een cursus Pools, maar
boomkweker André Van Hulle uit Waarschoot heeft er iets an-
ders op gevonden. Hij liet een DVD maken waarin zijn bedrijf wordt
voorgesteld en ontwikkelde ook een stripverhaal over twee figu-
ren uit Oost-Europa die een avontuurlijke reis maken naar België
en er in contact komen met de tuinbouw. Met beeldtaal vangt
het bedrijf het taalprobleem op: technische termen zoals rooien
gels uitvaardigen of lastenboeken die er nog een schepje
bovenop doen… je kent het waarschijnlijk
wel. Voor pluimveehouders die door het
regelbos de bomen niet meer zien, heb
ben het Proefbedrijf voor de Veehouderij
en Dierengezondheidszorg Vlaanderen een
handige brochure uitgewerkt. Van bedrijfs
hygiëne, stalhygiëne en ongediertebestrij
ding tot de veiligheid van de pluimveehouder
en pluimveeziekten, de brochure ‘Hier is
hygiëne troef’ brengt je in een hand
omdraai de nodige kennis bij. Alle
pluimveebedrijven hebben recht op
een gratis exemplaar.
INFOof 014 56 28 70
‘Het is maatschappelijk onverantwoord dat melk minder kost dan mineraalwater.’
kennen de dieren de plant niet meer. Om jullie bewust te maken van het pro
bleem heeft de provincie Antwerpen een praktische brochure uitgewerkt
met tips en preventieve maatregelen om deze liefhebber
van zonnige plaatsjes in bermen en weilanden te
bestrijden.
INFO(Ondernemen>Land- en tuinbouw)
Dat is het percentage waarmee de totale omzet van de hoeveverkoop in 2008 steeg. De gemiddelde Belgische hoevekoper besteedde 136,7 euro op de hoeve verdeeld over ruim 8 aankopen. Aardappelen blijven de belangrijkste productcategorie om klanten naar de hoeve te lokken, gevolgd door fruit (8%), groenten (7%), eieren (5%), zuivel (3%) en vlees (2%). Deze laatste categorie haalt wel het grootste aan-deel binnen de totale hoeveomzet die in ons land 116,7 miljoen euro bedraagt.
INFO GfK-cijfers in opdracht van vlam, www.hoeveproducten.be
Om de 25ste editie van de Land- en Tuinbouwdag in Alden Bie-
sen extra cachet te geven, roept de organisatie alle land- en
tuinbouwers uit Haspengouw op om op 5 juli met de tractor
naar de beurs te komen. Daar zullen ze merk per merk worden
opgesteld in een aparte weide om zo een mooi contrast te vor-
men met de oude landbouwwerktuigen en artisanale producten
waar de beurs zo bekend om is. En voor wie nog niet overtuigd
is om zijn trekker uit de loods te halen, we kunnen jullie ver-
klappen dat de parking en de inkom gratis zijn voor wie met de
tractor komt!
INFO www.land-en-tuinbouwdagen.be
Met de tractor naar Alden Biesen
Spreken is zilver, tekenen is goud
Poll
Aantal stemmen: 659
Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.
neeja27%73%
Hilde Crevits gaf de landbouwers 9 op 10 voor hun milieu-inspanningen van de jongste jaren. Is die hoge quotering terecht?
Win een bloeiend erfLand- en tuinbouwbedrijven mooi kaderen in het landschap: de provincie Vlaams-
Brabant heeft zich voorgenomen om er werk van te maken. Heb jij op je erf al de
nodige aandacht besteed aan erfbeplanting en landschapsintegratie of heb je
plannen in die richting? Dan moet je zeker deelnemen
aan de wedstrijd die de provincie heeft uitgeschreven.
Geld kan je niet winnen, maar wel cheques ter waarde
van maximaal 10.000 euro voor de aanleg en het on-
derhoud van de beplanting op je erf. Inschrijven voor
1 juli is de boodschap! Ben je geen Vlaams-Braban-
der? Geen probleem, ook de andere provincies ne-
men heel wat initiatieven rond erfbeplanting. Neem
zeker eens een kijkje op hun website.
INFO www.vlaamsbrabant.be (> economie en landbouw > land- en tuinbouw> land- en tuinbouwers) of 016 26 72 70
5
nodige aandacht besteed aan erfbeplanting en landschapsintegratie of heb je
plannen in die richting? Dan moet je zeker deelnemen
aan de wedstrijd die de provincie heeft uitgeschreven.
Geld kan je niet winnen, maar wel cheques ter waarde
van maximaal 10.000 euro voor de aanleg en het on
derhoud van de beplanting op je erf. Inschrijven voor
1 juli is de boodschap! Ben je geen Vlaams-Braban
der? Geen probleem, ook de andere provincies ne
men heel wat initiatieven rond erfbeplanting. Neem
zeker eens een kijkje op hun website.
INFO www.vlaamsbrabant.be (> economie en landbouw > land- en tuinbouw>
Win een bloeiend erfLand- en tuinbouwbedrijven mooi kaderen in het landschap: de provincie Vlaams-
Brabant heeft zich voorgenomen om er werk van te maken. Heb jij op je erf al de
nodige aandacht besteed aan erfbeplanting en landschapsintegratie of heb je nodige aandacht besteed aan erfbeplanting en landschapsintegratie of heb je
focus bio6
een nuchtere afweging
naam Sofie Hoste
leeftijd 35 jaar
functie Onafhankelijk bioconsulente
Bio
e biologische landbouw lijkt in alle
stilte zijn geitenwollensok-imago
ontgroeid. Onder impuls van het
Strategisch beleidsplan biologische
landbouw van de Vlaamse overheid lanceerden
Boerenbond, abs en BioForum dit voorjaar voor
het eerst samen een project om de kloof tus-
sen de vraag naar bioproducten en het aanbod
te dichten. Onder de noemer ‘Bio zoekt boer’
werd, met steun van de Vlaamse overheid, een
bioconsulente aangeworven die vrijblijvend per-
soonlijke begeleiding biedt en praktische vragen
beantwoordt. Anderhalve maand na de lance-
ring van de campagne hebben, naast een aantal
bioverwerkers op zoek naar aanbod, al 30 boeren
consulente Sofie Hoste gecontacteerd om de bio-
piste voor hen te onderzoeken. ‘Dat bewijst dat
er interesse is om bio in alle nuchterheid als ont-
wikkelingskans te overwegen,’ zegt Sofie, vanuit
haar bureau in het Boerenbondgebouw in Leuven.
Ondernemerschap en vakkennisToch zullen volgens de bioconsulente zeker niet
alle aanvragen in omschakelingsplannen resulte-
ren. ‘Bio biedt kansen om je productiviteit op te
drijven via arbeidsintensiviteit in plaats van via
schaalvergroting. Maar bio is geen wonderoplos-
sing voor bedrijven waar het water tot aan de lip-
pen staat. De omschakelingsperiode is geen mak-
kelijke periode: je moet eerst een tijd biologisch
produceren zonder dat je producten als echt bio
– met de bijhorende meerprijs – verkocht mogen
worden. Dat wordt wel gecompenseerd door een
verhoogde hectaresteun, maar dikwijls zijn ook
investeringen in zaken als schoffelmachines of on-
kruidbranders noodzakelijk. Of je nu biologisch
boert of niet, ondernemerschap en vakkennis zijn
voor iedere landbouwer onontbeerlijk.’
De beslissing of bio een interessante optie is
voor je bedrijf neem je niet van vandaag op mor-
gen. In de praktijk kun je het best eerst een aan-
tal zaken persoonlijk overlopen met Sofie. Als je
daarna een steviger onderbouwd antwoord wil
op maat van jouw specifieke situatie, kun je een
omschakelplan laten opstellen door specialisten.
Zij stellen simulaties en een stappenplan op (met
de minderopbrengst, meerprijs, noodzakelijke
7
Terwijl in Vlaanderen de vraag naar bioproducten jaar na jaar
groeit, stagneert de productie ervan. Toch is bio voor heel wat be-
drijven een optie om hun rendabiliteit te verhogen. Hoe beslis je of
bio voor jouw bedrijf interessant kan zijn? En wat zijn de voordelen
en moeilijkheden die met een omschakeling gepaard gaan?
DOverschakelen uit
zakelijke overwegingen is een reden als
alle andere.
een nuchtere afweging
focus bio
De biomarkt in cijfers en lettersUit onderzoek blijkt dat de consumptie van
bio in Vlaanderen met gemiddeld 10 procent
per jaar stijgt. Op dit ogenblik is voor alle sec-
toren de vraag groter dan het aanbod. Hier-
door wordt 40 procent van de bioproducten
geïmporteerd. De bioconsumptie bestaat
voor 56,3 procent uit plantaardige produc-
ten, voor 16,5 procent uit zuivel en uit 27,3
procent uit andere dierlijke producten. 8 op
de 10 Vlamingen kocht in 2008 minstens één
bioproduct. Bijna 1 op de 2 bio-aankopen ge-
beurt in de supermarkt. Ondanks de gestegen
vraag stagneert het bio-areaal in Vlaanderen
sinds 2002. Momenteel wordt in Vlaanderen
3800 ha of 0,6 procent van de landbouwop-
pervlakte biologisch bewerkt: heel wat min-
der dan het Europese gemiddelde van 4,7 pro-
cent. In een recente bevraging toonden 8 op
de 10 bioboeren zich tevreden over hun om-
schakeling. Ze haalden die voldoening voor-
namelijk uit de gehanteerde landbouwmetho-
de. Daarnaast zeiden ook 8 op de 10 boeren
dat hun inkomen minstens even hoog is als
voor hun omschakeling.
Om de kloof tussen productie en consump-
tie van bioproducten te verkleinen, heeft de
Vlaamse overheid een Strategisch plan voor
biolandbouw uitgewerkt. In dat plan, dat ook
is ondertekend door Bioforum, Boerenbond en
ABS, lees je naast een sectorschets ook de am-
bities, een aantal hefbomen en de manieren
waarop de biodoelstellingen de komende ja-
ren zullen worden uitgevoerd.
INFO www.bioforum.be en www.vlaanderen.be/landbouw (>bio > strategisch plan)
Bronnen: het rapport ‘De biologische landbouw in 2008’ van het Departement Landbouw en Visserij, de bioconsumptie-cijfers 2008 van VLAM, tevredenheidsenquête Bioforum, Strategisch plan biologische landbouw 2008-2012
(>bio > strategisch plan)(>bio > strategisch plan)
8 focus bio
‘Van zodra je de kneepjes kent, valt het goed
mee om biologisch te werken. De natuur kan
veel meer dan je denkt. Het productieniveau is
wel wat lager, maar de kosten zijn dat ook. We
zijn momenteel bijna 100 % zelfvoorzienend.
Het gemengd rantsoen gras-klaver-graan is
evenwichtig en volstaat om de dieren gezond te
voederen. We moeten geen eiwitten meer im-
porteren als correctievoeder. Voor de bodem-
vruchtbaarheid ploegen we ook minder en we
werken met meer verschillende gewassen en
natuurlijke houtkanten.’
Voor het mestvee en de varkens werkt Wim sa-
men met een bioslager in de buurt. Voor de afzet
van zijn melk is hij aangesloten bij de coöperatie
Biomelk Vlaanderen. ‘Momenteel zit de prijs op
ongeveer 35 eurocent per liter. Niet echt goed,
maar vergeleken met de gangbare prijzen toch
investeringen, afzetmogelijkheden, enzovoort)
om te zien of bio voor jouw bedrijf teelttechnisch
en economisch haalbaar is. Dankzij een subsidie
van 868 euro draag je hier zelf maar een zeer be-
perkte meerkost voor, ongeacht of je uiteindelijk
omschakelt of niet.
Financieel resultaatVoor wie jaren op de traditionele manier heeft
gewerkt, vergt de stap naar bio een ingrijpende
mentaliteitsverandering. Sofie: ‘Je moet bereid
zijn om radicaal met je oude gewoontes te breken.
Vandaag kun je wel al veel leren van collega’s die
al langer biologisch produceren. Maar het vergt
een mentale switch om grond helemaal anders te
gaan bewerken, of om je melkvee minder kracht-
voer te geven en vooral op je rendement te focus-
sen. Daarom breng ik geïnteresseerde bioboeren
zo veel mogelijk in contact met collega’s die hen
graag ondersteunen. Dankzij bedrijfsbezoeken of
een soort peterschap dat ik verder wil uitbouwen,
hoef je vandaag het warm water niet meer op-
nieuw uit te vinden.’
Nu gangbare melkveehouders kreunen onder
een ingestorte melkprijs, lijkt de biologische
melkveehouderij voor velen aan aantrekkings-
kracht te winnen. ‘Dat blijkt inderdaad een aan-
leiding om bio te overwegen’, zegt Sofie. ‘En
dat vind ik een reden als alle andere. Het is een
economisch feit dat de vraag naar bioproduc-
ten al een aantal jaar groeit en dat het aanbod
stagneert. Ik ken verschillende grote en kleine
bioboeren die uit zakelijke overwegingen de stap
hebben gezet. Sommigen raken achteraf over-
tuigd van de maatschappelijke meerwaarde van
bio, maar voor mij hoeft dat niet eens. Nu is de
situatie van melk actueel, maar ook in andere
sectoren kun je, ondanks de beperktere oogst-
opbrengst, met bioproducten een beter financi-
eel resultaat halen.’
INFO Sofie Hoste: 0494 98 23 69, [email protected]
Of je nu biologisch boert of niet,
ondernemerschap is onontbeerlijk.
4 x bioin de praktijk
Melkvee‘Het productieniveau is iets lager, de kosten ook.’
Wim De Middeleer uit Herzele is een van de 24
biologische melkveehouders in Vlaanderen, die
vorig jaar samen 1157 koeien hielden. Hij schakel-
de in 1998 over en combineert 65 melkkoeien met
jongvee, mestvee en een beperkt aantal varkens.
‘Ik heb voor bio gekozen omdat ik niet langer wilde
meedraaien in de bulkmolen van wat ik industri-
ele landbouw noem. In vergelijking met vroeger
haal ik veel meer voldoening uit mijn werk. Bij
alles wat we binnenhalen zijn we fier op wat we
geproduceerd hebben, in plaats van op hoeveel.’
1niet slecht. Hoewel de agro-industrie
het tegendeel beweert, merk je toch dat
meer en meer mensen appreciëren dat
we milieubewust produceren. Ik ben
ervan overtuigd dat gangbaar meer
en meer onder druk komt te staan.’
Bio sinds:
1998
Bedrijfsoppervlakte:
75 hectare
Teelten:
graan, aardappelen, gras-klaver
Dieren:
65 melkkoeien, 65 jongvee, 20 mestvee,
7 zeugen + biggen en mestvarkens
Leeftijd:
48 jaar
niet slecht. Hoewel de agro-industrie
het tegendeel beweert, merk je toch dat
meer en meer mensen appreciëren dat
we milieubewust produceren. Ik ben
ervan overtuigd dat gangbaar meer
en meer onder druk komt te staan.’
Bedrijfsoppervlakte:
graan, aardappelen, gras-klaver
65 melkkoeien, 65 jongvee, 20 mestvee,
7 zeugen + biggen en mestvarkens
9focus bio
2Tuinbouw‘Mechanische onkruidbestrijding blijft uitdaging.’
Luc Pauwels uit Ternat startte in 1981 een bio-
logisch tuinbouwbedrijf van nul op. ‘Uit jeugdig
idealisme’, zegt hij. ‘Maar ik ben nog altijd erg blij
met die keuze. Ik heb mijn bedrijf geleidelijk kun-
nen uitbreiden van 2,5 tot 17 hectare. In vergelij-
king met de gangbare teelt is onze werkwijze een
stuk arbeidsintensiever. Ik heb twee mensen vast
in dienst en moet geregeld seizoensarbeiders in-
schakelen. Dat betekent dat onze productiekosten
een stuk hoger zijn, maar dat vertaalt zich ook in
een hogere verkoopprijs.’
De grootste moeilijkheid in de biologische tuin-
bouw is volgens Luc de onkruidbestrijding. ‘Af-
hankelijk van de teelt passen we verschillende
technieken toe. We hebben een aantal machi-
nes voor mechanische onkruidbestrijding, zoals
een wiedeg, schoffelmachines, een wiedbed en
branders. Maar het blijft een uitdaging. Voor
sommige teelten, zoals wortelen, moeten we
zelfs nog manueel het onkruid tussen de planten
bestrijden. Met het oog op de bodemvruchtbaar-
heid gebruiken we alleen natuurlijke mest, wat
in combinatie met onze vruchtafwisseling erg
goede resultaten geeft.’
In overleg met het PCBT combineert Luc twee
teeltplannen: een waarbij grasklaver wordt ge-
volgd door pompoenen, triticale en wortelen; en
een waarbij hij aardbeien afwisselt met triticale,
courgettes en grasklaver. ‘Al varieer ik wel dik-
wijls afhankelijk van de marktverwachtingen die
ik van de veiling doorkrijg. Of dat in 2008 een
goed jaar heeft opgeleverd? Ik volg de gangbare
prijzen onvoldoende om echt te kunnen vergelij-
ken, maar ik denk dat ik niet mag klagen.’
Bio sinds:
1981
Bedrijfsoppervlakte:
17 hectare
Teelten:
pompoen, triticale, wortels, aardbeien en courgette
Leeftijd: 47 jaar
Uit recent onderzoek blijkt dat 8 op de 10 bioboeren tevreden zijn over hun omschakeling.
stuk arbeidsintensiever. Ik heb twee mensen vast
in dienst en moet geregeld seizoensarbeiders in-
schakelen. Dat betekent dat onze productiekosten
een stuk hoger zijn, maar dat vertaalt zich ook in
een hogere verkoopprijs.’
In overleg met het PCBT combineert Luc twee
teeltplannen: een waarbij grasklaver wordt ge
volgd door pompoenen, triticale en wortelen; en
een waarbij hij aardbeien afwisselt met triticale,
courgettes en grasklaver. ‘Al varieer ik wel dik
wijls afhankelijk van de marktverwachtingen die
ik van de veiling doorkrijg. Of dat in 2008 een
goed jaar heeft opgeleverd? Ik volg de gangbare
prijzen onvoldoende om echt te kunnen vergelij
ken, maar ik denk dat ik niet mag klagen.’
Bio sinds:
1981
Bedrijfsoppervlakte:
17 hectare
Teelten:
pompoen, triticale, wortels, aardbeien en courgette
Leeftijd: 47 jaar
10 focus bio
Fruit ‘Preventief werken en korter opvolgen.’
Benny Blezer uit Rummen zette in 1995 de stap
naar bio. ‘Voor een groot deel voor mezelf. Om-
dat ik absoluut niet graag met chemische produc-
ten werkte. De omschakeling verliep toen erg
moeilijk omdat er nog nauwelijks begeleiding was.
Maar vandaag is dat helemaal anders. Nu moet je
niet meer je hele bedrijf in één keer omschakelen.
En de omkadering van de biosector is veel pro-
fessioneler geworden. Zodra we waren waar we
moesten zijn, ging alles wel erg vlot. Ik zou niet
meer willen terugkeren.’
Volgens Benny komt het erop aan om de knop
om te draaien en afstand te doen van het gemak
van chemische bestrijding. ‘In de biologische
3
4
Akkerbouw ‘Afhankelijker van het weer en personeel.’Carlos Noë uit Sint-Margriete startte in 1998 met
een stapsgewijze omschakeling naar bio. ‘De aanlei-
ding was een harde confrontatie met kanker. Toen
begon ik na te denken over de samenhang met voe-
ding en werken zonder chemicaliën. Op bedrijfsvlak
merk je dat grond bij te enge vruchtafwisseling uit-
geput raakt en dat overproductie geen betere prij-
zen oplevert. De overstap was een
ingrijpend proces waarbij ik ook mijn
vrouw en onze drie kinderen nauw
betrokken heb. Vandaag voelen we
ons veel gezonder en halen we meer
arbeidsvreugde uit onze job.’
‘Om biologisch te kunnen werken is een ruime
teeltrotatie noodzakelijk (1/5 of 1/6). Daardoor
zie je de natuurlijke vijanden terugkeren en aal-
tjes of bodemmoeheid verdwijnen. We kiezen
ook voor rassen die minder ziektegevoelig zijn.
De voorbereiding voor een teelt is erg belangrijk
omdat je moeilijker kunt bijsturen. Soms komt er
wel wat creativiteit bij kijken om problemen aan
te pakken. Vooral de bestrijding van wortelonkrui-
den is niet eenvoudig. Zo ben je voor handmatig
wiedwerk zeer afhankelijk van extern personeel
en de weersomstandigheden.’
‘Voor de afzet van onze producten zijn we lid
geworden van de coöperatie Greenpartners. In
vergelijking met vroeger hebben we meer contact
met de consument en/of afnemer. Als ik terugblik
op de voorbije jaren vind ik dat de kwaliteit en de
opbrengst van onze teelten goed meevallen. Het is
wat intensiever werken, maar je krijgt een meer-
prijs en veel waardering. Ik ben best tevreden over
ons inkomen, hoewel de prijzen meer en meer on-
der druk komen. Voorts halen we veel voldoening
uit onze samenwerking met de vzw Mondina, die op
ons hof originele landbouweducatie organiseert.’
Bio sinds: 1998
Bedrijfsoppervlakte: 30 hectare
Teelten:
luzerne, gras-klaver, granen, aardappelen,
wortelen, gele en rode ui, pompoen
Leeftijd: 58 jaar
fruitteelt moet je de teelten van erg kortbij op-
volgen. Je kunt minder ingrijpen en moet dus
voor een deel preventief werken. Wij spuiten bij-
voorbeeld met plantenversterkende – natuurlijke
– middelen. Door houtkanten aan te leggen, trek-
ken we natuurlijke vijanden aan. En het uitdunnen,
waardoor zich niet een hoop kleine maar enkele
grote vruchten vormen, gebeurt manueel.’
‘Het is niet altijd eenvoudig, maar door de band
ben ik zeer tevreden over de resultaten’, zegt
Benny. ‘Na die maanden van onzekerheid is de
voldoening des te groter. Het klopt wel dat je ap-
pel- en perenopbrengst een stuk lager is. Maar
dat wordt gecompenseerd door de hogere ver-
koopprijs. Tot hiertoe althans, want ook in de bio-
sector merken we dat de prijzen meer en meer
onder druk worden gezet door de supermarkten.’
Bio sinds:
1995
Bedrijfsoppervlakte:
10 ha fruit en 1 ha tomaten onder glas
Teelten:
appels, peren, tomaten
Leeftijd:
59 jaar
Bij biologische teelt komt vaak meer hand-werk kijken, waardoor je sterker afhankelijk bent van personeel.
Fruit 4Fruit 44
Bij biologische teelt komt vaak meer hand-werk kijken, waardoor je sterker afhankelijk bent van personeel.
11
Wat is de achtergrond van je werk?‘Ik ben sinds 2003 betrokken bij de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur van het buitengebied. Volgens het Ruimtelijk Structuur-plan Vlaanderen moet er 750.000 ha agrarische en 125.000 ha natuurlijke structuur worden vastge-legd, in dertien buitengebiedregio’s. Dat gebeurt door een projectteam met ambtenaren van ruimte-lijke ordening, natuur en bos, water, erfgoed enzo-voort en dus ook van het Departement Landbouw en Visserij.’
Wat doet zo’n projectteam concreet?‘Per gebied stellen we eerst een gewenste ruimte-lijke structuur op. Wij schetsen waar we landbouw willen, de collega-ambtenaren van natuur schetsen hun wensen. Als de twee niet overlappen, is het eenvoudig. Over de tegenstrijdige wensen wordt verder overlegd tussen de ambtenaren, maar ook met het middenveld van landbouw- en natuuror-ganisaties. Een deel van wat landbouw is in die gewenste ruimtelijke structuur en nu al landbouw-bestemming heeft op het gewestplan, wordt vast-gelegd als herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Landbouwbestemming die in Habitatrichtlijn-ge-bied of Vogelrichtlijn-gebied ligt of in visiegebied van erkende natuurreservaten kan niet in het HAG vallen. Die grond kan wel nog tot de agrarische structuur gaan behoren, maar dan via een ruim-telijk uitvoeringsplan (RUP). Intussen is voor alle 13 gebieden het HAG vastgelegd, goed voor ruim 537.000 ha agrarische bestemmingen. Helaas mer-ken we dat in de besliste HAG’s de verschillende overheden – gemeentelijk, provinciaal, en ook onze gewestelijke overheid – toch nog te veel marge heb-ben om in te breken door middel van allerhande RUP’s. Dat doet afbreuk aan het statuut van herbe-vestiging van een agrarische bestemming.’
gewikt en gewogen
gezocht medewerker die de agrarische structuur mee helpt afbakenen en daarbij de belan-gen van de boeren verdedigt
gevonden Michel Van Om-bergen (41), ingenieur op de afdeling Duurzame Land-bouwontwikkeling, Departe-ment Landbouw en Visserij, [email protected], 02 552 79 10
Hoe worden de boeren in dat proces betrokken?‘Er is intensief overleg via een klankbordgroep met daarin de landbouworganisaties en de natuurorgani-saties uit dat gebied. Zij zetten vooraf hun wensen op kaart en geven ook bij het uiteindelijke vastleggen van het HAG advies. Natuurlijk hebben wij tussen-door ook intensieve contacten met de landbouwers. Het is onze taak om te zorgen dat in die 750.000 ha zoveel mogelijk de juiste landbouwgrond zit.’
Hoe komt een RUP tot stand?‘In de RUP’s wordt de natuurlijke structuur vastge-legd, maar ook de resterende 250.000 ha agrari-sche structuur. Het wordt dus zeker niet allemaal groen. In alle 13 buitengebiedregio’s moeten zo tientallen RUP’s worden opgesteld. Ook daarvoor werkt het projectteam telkens een voorstel uit. Mijn collega’s en ik doen dan telkens een land-bouwgevoeligheidsanalyse. Per perceel bekijken we de impact van het voorstel voor de boer. Zo wapenen we ons voor de gesprekken en kunnen we de belangen van de boeren verdedigen. Nog een stap verder is een landbouweffectenrapport: alle betrokken boeren worden bevraagd. Dan wordt een flankerend beleid uitgewerkt, met bijvoorbeeld ruilverkaveling, een grondenbank, een aankoopre-geling enz. Niemand mag in de kou blijven staan.’‘Het voorstel wordt voorgelegd aan de land-bouw- en natuurorganisaties, de gemeenten en de provincie. Zo komen we tot een finaal voorstel, dat dan de geijkte procedure van een RUP volgt: voorontwerp, ontwerp, openbaar onderzoek en dan uiteindelijk een beslissing. In dat proces zijn de landbouworganisaties opnieuw meerdere keren betrokken. En in het openbaar onderzoek kan ieder-een zich laten horen. We merken dat er geluisterd wordt naar ons en naar de landbouworganisaties.’
De man achter de afbakening
‘Zoveel mogelijk goede landbouwgrond’
INFO rsv.vlaanderen.be De 13 regio's van het buitengebied vind je onder Over het RSV > Planningsprocessen > Buitengebied > Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos
gewenste ruimtelijke structuur en nu al landbouwbestemming heeft op het gewestplan, wordt vastgelegd als herbevestigd agrarisch gebied (HAG). gelegd als herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Landbouwbestemming die in Habitatrichtlijn-gebied of Vogelrichtlijn-gebied ligt of in visiegebied van erkende natuurreservaten kan niet in het HAG vallen. Die grond kan wel nog tot de agrarische structuur gaan behoren, maar dan via een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Intussen is voor alle 13 gebieden het HAG vastgelegd, goed voor ruim 537.000 ha agrarische bestemmingen. Helaas merken we dat in de besliste HAG’s de verschillende overheden – gemeentelijk, provinciaal, en ook onze
12 ondernemer van nature
B
‘Een gesprek is geen boksmatch’
8 TIPS voor een beter contractPatrick
Meulemeester,
tuinbouw-
consulent diep-
vriesgroenten
bij Boerenbond,
legt uit hoe
je meer uit je
contract haalt:
1. Lees alles grondig
door. Neem je tijd en
laat je niet onder druk
zetten om snel te te-
kenen. Een kleine wij-
ziging aan een vorig
contract zou immers
ongemerkt kunnen
passeren en grote ge-
volgen hebben.
2. Een getekend
contract heeft kracht
van wet. Zorg ervoor
dat alles in het con-
tract duidelijk om-
schreven en haal-
baar is.
3. Sta erop dat alle
onduidelijkheden
vóór het onderteke-
nen uitgeklaard zijn.
Tijdens het teeltsei-
zoen sta je in een veel
zwakkere positie, als
het bijvoorbeeld gaat
om extra kwaliteits-
voorwaarden of lan-
ger bewaren van een
product.
Stel je in de plaats van de verkoper: waarom zou hij bij mij kopen?
‘Zelfs als je van nature niet zo’n verkoper bent, kun je leren onder-
handelen’, zegt Bart Nemegheer van de Aardappelhoeve in Tielt. ‘Zet
je kwaliteit in de kijker, onderhoud je contacten en leer nee zeggen.’
art en zijn vrouw Anja namen in 1992
het bedrijf van Barts ouders over. In
2001 trokken ze voluit de kaart van de
aardappelen. ‘Eerst leverden we aan
de Reo-veiling, maar ons volume was te groot.
Dus ben ik zelf naar de warenhuizen toegestapt,’
vertelt Bart.
Op gesprek mógen gaan is de eerste uitdaging.
‘Het eerste contact is telefonisch. Je moet goed
voorbereid zijn en iets te vertellen hebben waar-
mee je de interesse van de aankoper kunt wek-
ken.’ Als je dan op gesprek mag, moet je iets te
bieden hebben. ‘Stel je in de plaats van de verko-
per: waarom zou hij bij mij kopen? Je moet iets in
de kijker zetten dat een ander niet heeft. Dat kan
echt van alles zijn. Bij mij was dat de eigen teelt,
mijn certificeringen, mijn breed assortiment.’
Een goeie eerste indrukBart herinnert zich nog levendig zijn eerste gesprek.
‘Natuurlijk heb je dan enorm veel zenuwen. Maar
die eerste indruk is toch erg belangrijk: je krijgt ook
geen vijf kansen. Je moet echter niet verwachten
dat je meteen mag gaan leveren. Het komt erop
aan om contact te houden, regelmatig offertes in te
dienen enzovoort. Als ze dan op een dag iets nodig
hebben, gaan ze misschien aan jou denken.’
De eerste levering die Bart mocht doen, in
2001, waren bintjes voor Lidl. ‘Je moet klein
beginnen, en die leveringen aangrijpen om te
bewijzen dat je betrouwbaar bent en kwaliteit
levert. Je start bij een afnemer meestal met één
product. Het allersterkste argument dat je dan
kunt hebben, is een stijgende verkoop in de win-
kel: dat overtuigt elke aankoper.’ Om die ver-
koop te doen stijgen, rekent Bart op de kwaliteit
van zijn product. ‘Kwaliteit verkoopt bij de Bel-
gische consument. Volgens mijn ervaring vinden
aankopers kwaliteit belangrijker dan prijs. De
prijs moet competitief zijn, maar als je een betere
kwaliteit levert, gaat men niet discussiëren over
een paar centen.’
Op naar een langdurige relatieBart werkt elke dag aan het onderhouden van
zijn contacten. ‘Na een levering bel ik of ze te-
vreden zijn, hoe de verkoop loopt, of ze nog
bijkomende leveringen nodig hebben… Je moet
altijd zelf de eerste stap zetten. Wij geven we-
kelijks offertes. En als je prijs stijgt moet je daar
een valabele uitleg voor kunnen geven.’ Bart
geeft ruiterlijk toe dat hij zelf heeft moeten leren
onderhandelen. ‘Ik heb cursussen gevolgd – heel
nuttig. Zo heb ik moeten leren nee zeggen. Als
je regelmatig mag leveren, dan kun je eens een
inspanning doen voor een stuntpromotie. Maar
als je voelt dat ze stelselmatig proberen af te
pingelen, moet je nee durven zeggen. Voor die
prijs kan ik het niet doen. Meestal krabbelen ze
dan terug. Soms loop je ook wel eens met je kop
tegen de muur, maar als ze het idee krijgen dat
je plooit onder druk, dan ben je gezien.’ Noch-
tans is een gesprek met een afnemer zeker geen
boksmatch, vindt Bart. ‘Het is een manier om
elkaar te leren kennen. Warenhuizen proberen
relaties op te bouwen voor een lange tijd. Dat is
in het belang van iedereen.’
product.
13
4. Vermeld in het
contract de plaats van
aanvaarding. Daar ge-
beurt de eigendoms-
overdracht en wor-
den de kwaliteit en de
zichtbare gebreken
vastgesteld. Het veld
is vanuit telersstand-
punt de beste plaats.
Als het toch de fa-
briek is, zorg dan dat
je bij de overdracht
aanwezig bent.
5. Wat niet dade-
lijk kan worden op-
gemerkt, zoals over-
schrijding van een
residulimiet (MRL),
geldt als verborgen ge-
brek. De klager moet
het gebrek én de oor-
sprong ervan bewij-
zen. Vraag daar dus
naar. Traceerbaarheid
is voor alle partijen van
groot belang en kan je
als teler vrijspreken.
6. Voldoe altijd aan
de contractvoorwaar-
den wat hoeveelheid
betreft. Als dat niet
lukt, door teeltmis-
lukking bijvoorbeeld,
stel dan tijdig de af-
nemer op de hoog-
te. Dat kan het best
schriftelijk.
7. Kom op voor je-
zelf. Betrouwbare en
kwaliteitsvolle te-
lers zullen niet snel de
kans op een contract
verliezen. Ga uit van
je sterkte en haal het
onderste uit de kan.
Een contract moet
een overeenkomst
zijn waar beide partij-
en mee akkoord gaan,
maar niet noodzakelijk
aan de laagste prijs.
8. Elk geschil moet
met voldoende bewijs-
kracht worden verde-
digd. Zorg dus dat alles
op papier staat: voeg
bij een verandering
een door beide partij-
en getekende bijlage
toe aan het contract
of laat documenten
faxen. In de diepvries-
groentesector bestaat
er een arbitragecom-
missie voor geschillen.
namen Bart Nemegheer
woonplaatsTielt
bedrijf 120 ha aardappelen + aan- en verkoop
een totale oppervlakte van 2,4 hectare – goed voor
335.000 kropjes sla. En al die plantjes vragen werk.
Veel werk. Johan: ‘We staan vijf dagen op zeven om
4.30 uur op om de sla te oogsten. Het oogsten zelf
gebeurt nog manueel, met een aardappelmesje. Sla
is heel teer, je moet de kropjes dus voorzichtig afsnij-
den. De afgesneden sla gaat dan via een transport-
band naar de loods, waar ze gewassen en verpakt
worden. Daarna moeten we nog de restbladeren
wegvoeren, de loods schoonmaken, de vrachtwagen
laden, de grond bemesten en gewasbescherming uit-
voeren. Soms rijd ik zelf naar de veiling, soms onze
chauffeur. Twee keer in de week planten we ook
nog nieuwe slaplantjes aan, en op vaste tijdstippen
nemen we grondstalen. In de zomer zijn we op die
manier al gauw bezig tot 20 à 20.30 uur. In de winter,
wanneer de sla wat trager groeit, is het iets rustiger.’
sla1414 ten huize van
Op de knieën voor
A
naam Johan Bytebier
leeftijd 42 jaar
taken dagelijkse leiding, helpen bij alle taken (oogsten, bemes-ten …), naar veiling rijden
diploma A3 tuinbouw
hobby’s tafelen met het hele gezin
naam Kathleen Heirbrant
leeftijd 44 jaar
taken huishouden, personeel opvol-gen, helpen bij het planten en oogsten van de sla
diploma kantoor
hobby’s fietsen met het gezin
ls slateler moet je niet voor honderd
maar voor tweehonderd procent van
het vak houden’, zegt Johan Bytebier.
Samen met zijn vrouw Kathleen Heirbrant en zes
medewerkers kweekt hij het jaar rond sla onder
glas. Volgens Johan werd de liefde voor het vak
hem met de paplepel ingegeven. ‘Mijn vader
kweekte groenten in Sint-Martens-Latem, langs
de oevers van de Leie. Op mijn vijftiende draaide
ik al mee in zijn bedrijf. In 1989 zijn Kathleen en
ik dan onze eigen zaak begonnen. Eerst in Sint-
Martens-Latem, maar omdat we onze gronden
daar niet meer mochten bemesten, waren we ge-
dwongen om uit te wijken naar Nazareth.’
Lange zomerdagenIn Nazareth bouwde het koppel twee serres met
Rampjaar‘Omdat we alleen maar serresla verbouwen, het
hele jaar door, verloopt alles volgens een strak
stramien’, legt Johan uit. ‘Vroeger kweekten we
ook andere groenten, zoals prei en andijvie. Maar
hoe meer soorten je hebt, hoe ingewikkelder alles
wordt: je moet de groeitijden op elkaar afstem-
men, je moet anders verwarmen, je hebt verschil-
lende verpakkingen nodig, …’
Het nadeel van één soort groente is dan weer dat
je afhankelijk bent van de marktprijzen daarvoor,
zoals Johan en Kathleen momenteel ondervinden.
Johan: ‘Voor een krop sla krijgen we vandaag 6 à 7
cent. Maar om uit de kosten te raken, hebben we
een gemiddelde prijs nodig van 33 cent. In april al-
leen al leden we een verlies van 25.000 euro. Op
die manier verspeel je al snel je reserves. Eigenlijk
Twintig jaar geleden stampte Johan Bytebier, samen met zijn
vrouw Kathleen, een eigen tuinbouwbedrijf uit de grond. Van-
daag brengen ze ieder jaar meer dan anderhalf miljoen slakrop-
pen op de markt. ‘Met de hand afgesneden. Zowel in tijden van
goede, als van slechte prijzen.’
(vlnr.) Joke, Johan, Kathleen, Jessie en Jolien steken in deze moeilijke periode allemaal een tandje bij.
sla15
Op de knieën voor
Vandaag is het samen knokken om overeind
te blijven.
zou er een minimumprijs van 12 cent moeten komen
voor sla. Ook 2007 was een rampjaar; we betalen
daar nu nog schulden voor af. Gelukkig was 2008
iets beter. Ook over de afgelopen koude winter zijn
we tevreden. We hadden vrij veel verwarmingskos-
ten, maar de prijzen van de sla zaten goed. Omdat
het ook rond de Middellandse Zee stevig winterde,
waren de oogsten uit die gebieden vaak mislukt.
Het aanbod was dus kleiner dan anders.’
Samen sterk‘Het harde werken en de magere inkomsten leg-
gen een zware last op ons gezin’, zegt Johan. ‘We
zijn heel veel met het bedrijf bezig, hebben weinig
tijd voor onze kinderen. Jolien en Joke, onze doch-
ters, moeten ook vaak meehelpen: de loods op-
ruimen, met de vorkheftruck rijden … Zelfs Jessie,
die nog maar zeven is, helpt al vaak mee. En daar
staan weinig financiële compensaties tegenover.
Elke aankoop – voor school, voor kleren … – wik-
ken en wegen we momenteel.’
‘Vandaag is het samen knokken om overeind te
blijven’, vertelt Kathleen. ‘Ik kom zelf uit een land-
bouwersgezin. Maar mijn ouders hadden op de
boerderij tussen allerlei werk door nog tijd over
voor hun gezin. Dat hebben wij vandaag niet. Ik
stimuleer mijn kinderen dan ook om een diploma
te halen, zodat ze later de beste mogelijkheden op
een mooie job hebben.’
Verwacht Johan in de nabije toekomst beter-
schap? ‘Soms vrees ik ervoor. Er komt meer en
meer concurrentie van alternatieve soorten als
ijsbergsla uit Spanje en Italië. Ook de pakjes
voorgesneden sla zitten in de lift, nu de gezinnen
steeds kleiner worden en iedereen het ontzettend
druk heeft. Momenteel leven we eigenlijk van dag
tot dag. Ik zou het bedrijf niet graag moeten op-
geven, dat zou ik als een persoonlijke mislukking
beschouwen. Ik hoor dat verschillende collega’s
aan alternatieve teelten beginnen te denken. En
ook wij zitten intussen op ons tandvlees. Laat ons
hopen dat de prijzen snel weer stijgen. En dat het
een mooie zomer wordt, zodat iedereen zin krijgt
in een fris slaatje!’
16
De distributiesector beloofde recent meer aandacht te
besteden aan de promotie van Belgische producten.
Een goed moment om Dominique Michel, gedelegeerd
bestuurder van Fedis, de federatie van de distributie-
sector, in onze Biechtstoel uit te nodigen.
biechtstoel
‘Er zijn altijd winnaars en verliezers’
17
Dirk Lips: De distributiesector onderte-kende in het najaar van 2008 een protocol om Belgische producten extra te onder-steunen. Heeft dat niet erg lang geduurd?Dominique Michel: Onze leden maken al veel lan-
ger promotie voor producten van eigen bodem.
Wel nieuw is de gezamenlijke aanpak, van alle
supermarktketens, samen met de Vlaamse en
Waalse landbouworganisaties en promotieagent-
schappen, waaronder VLAM. Het gaat overigens
niet over een uniforme marketingcampagne voor
producten van eigen bodem. Elke keten behoudt
zijn eigen commerciële beleid, maar wij onder-
steunen hen, onder meer door middel van inhou-
delijke informatie over de producten.
In welke mate kan Fedis druk uitoefenen op zijn leden?
Zo zie ik het niet. Uiteindelijk
zijn het onze leden die de
beslissingen nemen. Wij
hebben dagelijks contact
met hen, maar als fede-
ratie onderhouden wij
ook contacten met de
politiek en de maat-
schappij om op-
lossingen te hel-
pen zoeken voor
bepaalde proble-
men. Sommige
van onze voor-
stellen worden
goed ont-
haald door onze leden, andere niet. Soms vraagt
het wel wat overtuigingskracht, zoals bij het ban-
nen van de plastic zakjes. Tegen 2012 willen we
samen met onze leden de gloeilampen uit de rek-
ken halen. Ook dat is een hele opdracht.
Is dat ook geen bewijs van de macht van de distributiesector? Die kan van alles doordrukken, los van alle democratische controle, en bovendien kennen de winkelketens het gedrag van de consument tot in de details. Ook de politici denken altijd dat de distributie-
sector een grote invloed heeft op de consument,
maar ik wil dat toch relativeren. De concurren-
tie tussen de ketens is in België enorm. Als de
consument niet akkoord gaat, zal hij elders zijn
inkopen doen. Wij kunnen niks opleggen aan de
consument als hij het niet wil.
Intussen is er een enorme kloof tussen de productieprijs en de winkelprijs. 10% van de winkelprijs van aardappelen gaat naar de boer, voor melk en varkensvlees is het een 18%. Geeft de keten echt zo veel meerwaarde aan die producten?Je moet alle tussenstappen zien tussen de boer
en de kassierster: de behandelingen, de logistiek
enzovoort. In september is er een officieel onder-
zoek geweest van het ministerie van economische
zaken naar de melkprijzen. Ze hebben alle elemen-
ten van de keten onderzocht, en nergens wordt er
op een oneerlijke manier marge genomen. Voor
vlees hebben ze hetzelfde gedaan, met hetzelfde
resultaat.
Laat mij de vraag anders stellen: is er één andere partij in de keten die soms verlies maakt? Het aantal faillisementen is in onze sector nog
nooit zo hoog geweest als de eerste drie maan-
den van 2009. Als distributiebedrijven hun pro-
ducten niet op tijd verkocht krijgen, dan maken
ook zij verlies. Het is business: er zijn er altijd die
verdienen en altijd die verliezen. In geen enkele
business heb je controle over externe factoren.
Dat geldt niet alleen voor de boeren, maar voor
alle economische actoren.
Is het de juiste weg om voedselvoorzie-ning over te laten aan een business? Is dat niet nefast voor de kwaliteit? Ik denk dat we nog nooit zoveel verschillende
producten in de rekken hebben gehad als nu en
nog nooit zoveel goede kwaliteit. Er worden veel
inspanningen gedaan en er zijn veel controles –
waarvoor de distributiesector het grootste deel be-
taalt overigens. Ik denk echt niet dat we verkeerd
bezig zijn. Wat is het alternatief? Een gecontroleerd
staatssysteem zoals vroeger in het Oostblok?
Nee, we willen naar een beter systeem, met minder volatiliteit en een beter inko-men. Boeren verdienen al decennia 20 tot 30% minder dan de gemiddelde Belg. Het is toch niet eerlijk dat één groep de prijs betaalt voor goedkoop voedsel?Volatiliteit is voor niemand goed. Het probleem
is dat de landbouw heel lang bescherming heeft
gehad van het Europese landbouwbeleid, met
uiteindelijk overproductie en andere uitwassen.
Dat systeem moest worden aangepast, door de
markt meer te laten werken. De distributiesector
heeft er echter alle belang bij dat de boer zich
goed voelt in die markt. Daarom overleggen wij
ook met de landbouworganisaties. De distribu-
tiesector is afhankelijk van de boeren en beseft
dat. Maar samen beslissen dat de melk opslaat,
is verboden. Dus is de promotie van Belgische
producten uit de bus gekomen. Ik vraag niet dat
de boeren onze problemen oplossen, maar om-
gekeerd kan de distributiesector dat ook niet. We
kunnen en willen wel overleggen.
Hoe kan het systeem dan verbeteren? Misschien door terug te gaan naar kleinere, lokalere structuren?Er is een evolutie naar meer lokale winkels, met
soms heel lokale streekproducten. Je mag echter
niet vergeten dat logistiek een enorm belangrijke
factor is. Naar mijn mening moet het systeem niet
zozeer verbeterd worden: het is aan iedere speler
om zijn rol binnen het systeem te optimaliseren.
Zo moeten onze boeren onder meer mikken op
kwaliteit om opgewassen te zijn tegen concur-
rentie uit het buitenland. Het kwaliteitsverschil is
vandaag niet altijd duidelijk genoeg, terwijl onze
boeren zich juist daarop kunnen profileren.
op zijn leden?Zo zie ik het niet. Uiteindelijk
zijn het onze leden die de
beslissingen nemen. Wij
hebben dagelijks contact
met hen, maar als fede-
ratie onderhouden wij
ook contacten met de
politiek en de maat-
schappij om op-
lossingen te hel-
pen zoeken voor
bepaalde proble-
men. Sommige
van onze voor-
stellen worden
goed ont-
naam Dominique Michel
leeftijd 44 jaar
opleiding Master in de Rechten en Economie
functie Gedelegeerd bestuurder Fedis
Ook wij willen dat de boeren zich
goed voelen.
rubriek & rubriek18
W
burenbabbel18
Vogelspotters verblijven vaak in land-
bouwgebied om hun geliefde dieren te
observeren. Toch zien niet alle boeren de
vogelaars even graag komen. Terecht of
onterecht? We zochten het uit en trokken
met Dominique Verbelen van Natuurpunt
naar het akkerbouwbedrijf van Carl Adri-
ansens uit De Haan.
Gespot: vogelaar in akkerrand
e zullen het zeker niet over al-
les eens zijn. Maar ik wil gerust
met iedereen praten en kijken
wat ik al dan niet kan bijstu-
ren’, klonk het vooraf bij Carl Adriansens. Als
Dominique Verbelen van Natuurpunt arriveert,
voelen we meteen dat ook hij een constructie-
ve dialoog voor ogen heeft. ‘Zelfs al werk ik al
mijn hele leven in de natuursector, ik ben ook
vertrouwd met de landbouw. Als kind bracht ik
geregeld tijd door op de boerderij van mijn oom.
Ik besef dus hoe jullie je boterham verdienen.
Ik vind het niet abnormaal dat inkomstenverlies
om natuurwaarde te creëren financieel wordt
gecompenseerd.’
50 % minder patrijzenDominique was als kind al gefascineerd door
vogels, en staat momenteel (met 380 soorten!)
tweede in rangschikking van wie in België de
meeste vogelsoorten heeft gespot. ‘Voor Na-
tuurpunt monitor ik onder andere de impact van
naamDominique Verbelen
leeftijd38 jaar
beroepProjectmedewerker Natuurpunt Studie
diplomalicentiaat Nederlandse taal- en letterkunde, milieudeskundige
burenbabbel18
Gespot: vogelaar Gespot: vogelaar in akkerrandGespot: vogelaar in akkerrandGespot: vogelaar Gespot: vogelaar
1919
Gespot: vogelaar in akkerrand
natuurmaatregelen. Vogels kijken maakt dus
deel uit van mijn job. Maar ik ga evengoed op
reis om exotische vogels te zien. De laatste jaren
zijn heel wat akkervogels overal in Europa erg
schaars geworden. Het bestand patrijzen is de
voorbije 30 jaar in Vlaanderen bijvoorbeeld met
50 procent achteruitgegaan, het aantal geelgor-
zen met 80 procent en de populatie veldleeuwe-
riken zelfs met 95.’
De voorbije jaren werden pogingen onder-
nomen om het verdwijnen van akkervogels een
halt toe te roepen. Carl is een van de boeren
die een aantal natuurlijk beheerde akkerranden
heeft ingericht. ‘Ik heb er geen probleem mee
om via beheerovereenkomsten een structureel
inkomen te halen uit agrarisch natuurbeheer.
Dat is een win-winsituatie: de teeltoppervlakte
vermindert wel, maar voor veel teelten zouden
de prijzen beter zijn mocht iedereen net iets
minder produceren. Ik geloof ook dat je via de
natuurlijke vijanden in akkerranden de ziekte-
druk op je perceel kunt verlagen. En eigenlijk is
het ook praktisch om de intensieve voedselpro-
ductie voor te behouden voor rechte stukken
die makkelijk bewerkbaar zijn en sowieso een
hogere opbrengst halen.’
Naar efficiënter natuurbeheer?Dit voorjaar, kort nadat hij het bedrijf van zijn
vader had overgenomen, stapte Carl in het Eu-
ropees project Solabio ‘Soorten en Landschap-
pen als dragers voor Biodiversiteit’. Via Proclam
vzw werkt hij mee aan een experiment met
trio-akkerranden. Net als bij de beheerovereen-
komsten van VLM krijgt hij een vergoeding van
± 1500 euro per hectare. Carl: ‘We gebruiken een
andere mix van minder productieve grassen en
kruiden. En de akkerrand bestaat uit drie stro-
ken die elk op een verschillend moment gemaaid
moeten worden.’ Dominique knikt enthousiast.
‘Zeer goed, zo kunnen de diertjes bij het maaien
altijd naar een andere strook verlopen om voed-
sel en beschutting te vinden. Dat is zeker een
interessant project om te kijken hoe we via agra-
risch natuurbeheer de ecologische winst kunnen
maximaliseren.’
‘Het probleem van de akkervogels was zo nij-
pend dat we een paar jaar geleden zo snel mo-
gelijk moesten reageren’, zegt Dominique. ‘In
sommige gebieden was the point of no return im-
mers al bereikt. Het is goed dat landbouwers zich
onder meer via beheerovereenkomsten voor zo’n
projecten willen engageren. Maar nu zijn we op
het punt dat er onderzoek nodig is naar de vraag
of we met de beschikbare middelen geen hoger
rendement kunnen halen. Levert het geld dat in
natuurcreatie wordt gepompt ook echt meer na-
tuur op? Er werden al heel wat studies uitgevoerd
waaruit blijkt dat bepaalde beheerovereenkom-
Carl Adriansens uit De Haan legt uit wat op zijn bedrijf wel en niet haalbaar is om vogels te helpen.
We onderzoeken hoe we de ecologische winst kunnen maximaliseren.
Dat hebben de bezoekers van de website van Vo-
gelbescherming Vlaanderen beslist. Al voor de
derde keer verkiezen zij de ‘Vogel van het Jaar’.
Maar ondanks dat gaat het slecht met de boe-
renzwaluw, de meest voorkomende zwaluwsoort
in ons land. Zoals zijn naam al doet vermoeden,
voelt het vogeltje zich vooral thuis op landbouw-
bedrijven. Daar er steeds minder landbouwers
zijn, krijgt ook de boerenzwaluw het moeilijk.
Om in kaart te brengen hoeveel zwaluwen
Vlaanderen nog telt, heeft Natuurpunt samen
met de landbouworganisaties de actie ‘Zwa-
luwen in nesten’ opgezet. Alle landbouwers
kunnen nog tot september doorgeven hoeveel
boerenzwaluwen op hun bedrijf een nestje
hebben gemaakt. Op basis van die gegevens
willen de organisaties samen werk maken van
een efficiënt beschermingsplan zodat ook de
toekomstige generaties van dit zwarte vogeltje
kunnen genieten.
INFO – www.natuurpunt.be/zwaluwen of Natuurpunt,
Coxiestraat 11, 2800 Mechelen– Boerenstebuiten maakte een reportage over
boerenzwaluwen. Bekijk ze op www.vilt.be
Boerenzwaluw is Vogel van het Jaar
20
1. Plaatsen met ruwe muren of houten balken
zijn ideaal voor zwaluwen om hun nest te bou-
wen, zeker in combinatie met de steun van spij-
kers, richels, kabels of een stallamp. Timmer ruwe
plankjes in een donker hoekje of sla enkele grote
spijkers in de muur om hen een handje te helpen.
2. Modder is de mortel van het nest van zwalu-
wen. Help hen door geregeld een paar liter wa-
ter over een modderig plekje op je erf te gieten,
zeker in droge periodes.
sten geen of zelfs een negatief effect hebben op
de vogelpopulatie. Zo zijn de huidige overeen-
komsten maaibeheer wel goed uit botanisch oog-
punt, maar voor vogelnesten is maaien op 16 juni
een ramp.’
Zwaluwen in nestenVolgens Dominique zijn er nog wel een paar zaken
die bijgestuurd kunnen worden. ‘In samenwerking
met de landbouw zouden we meer op de lokale
situatie moeten kunnen inspelen. Soms is een
akkerrand de beste investering, soms is dat een
poel, een houtkant of een combinatie. Er bestaat
ook zoiets als een ecologische val. Doordat je alle
fauna naar een beperkte oppervlakte lokt, maak
je ze soms ook kwetsbaar. Als een vos daar ge-
bruik van maakt, kan dat nefast zijn. Daarnaast
is de situatie in bepaalde regio’s zo erg dat een
akkerrand er een druppel op een hete plaat is.
In die gevallen zouden we onze middelen eigen-
lijk beter op een andere locatie inzetten. En er is
het probleem dat heel wat akkerranden om de 5
jaar omgeploegd worden omdat er onvoldoende
rechtszekerheid is.’
ZelF aaN de slag? Op volgende websites vind je heel wat tips waarmee je op jouw bedrijf vogels kunt helpen:
Algemeen: www.vlm.be/landtuinbouwers/beheerovereenkomsten Zwaluwen: www.natuurpunt.be/zwaluwenAkkervogels: www.inbo.be/akkervogelsWeidevogels: www.rlsd.be/weidevogels Of neem contact op met Proclam vzw:[email protected], T 051 27 33 82, www.proclam.be
Als Carl ons even later rondleidt op zijn erf,
toont hij fier de nesten van boerenzwaluwen in
zijn oude varkensstallen. Negen om precies te
zijn, wat ruim boven het gemiddelde van drie
per landbouwbedrijf is. Dominique maakt van
de gelegenheid gebruik om het project Zwa-
luwen in nesten, dat Natuurpunt met enthou-
siaste medewerking van de landbouworga-
nisaties heeft opgezet, onder de aandacht te
brengen. ‘In vergelijking met 30 jaar geleden
zijn er vandaag 75 procent minder boerenzwa-
luwen. Nochtans kunnen die erg nuttig zijn: een
koppeltje met jongen eet 60.000 insecten per
week. Geen enkele insecticide kan daar tegen
op! Er is ook geen enkel lastenboek dat zwa-
luwen om hygiënische redenen wil weren. En,
zoals de naam verklapt, beschouwen veel Vla-
mingen de boerenzwaluw als ambassadeur voor
de landbouw.’
Meer zwaluwen op je bedrijf?4 tips
3. Een zwaluwenpaartje zoekt elk jaar zijn
zelfde nest terug op. Bij het reinigen van de
stallen kan je de bestaande nestjes maar be-
ter laten hangen.
4. De zwaluw wil ‘binnenshuis’ broeden,
maar in hermetisch afgesloten stallen kan hij
geen nest bouwen. Zorg dus voor een open
venster, een halfopen deur of een kier van
zo’n vijf centimeter waarlangs de vogels in
stallen of schuren geraken.
BioScience, one of the three business groups of Bayer CropScience AG, is a leading international player in the research, development and marketing of seeds with added value traits. Innovation and product devel-opment is focused on vegetable seeds and the agricultural crops such as oilseed rape, cotton and rice. BioScience has more than 2100 employees worldwide. The headquarters are in Lyon, France.
Bayer BioScience N.V. located in Gent, Belgium is one of the main global plant biotechnology innovation centers of Bayer. This center of excellence integrates plant biotechnology research and BioScience busi-ness support functions to optimize the innovation process in a responsible and sustainable approach.
If you have the right qualifi cations and wish to be part of this innovative R&D setting, please send your resume to: Pascale Philips – [email protected]
Tel. +32/9/243 04 50 • Bayer BioScience N.V., Technologiepark 38, 9052 Gent • Belgium www.bayer.be
Breeding Agronomist (m/f)Job description:Organisation and execution of Winter Oilseedrape fi eld trials in Wallonia and Northern France.Specifi cs:· Execute winter oilseed rape breeding trials in Wallonia
& Northern France· Make scorings of phenotypic characteristics, in
cooperation with the Winter Oilseedrape breeders· Manage local fi elds, materials and equipment· Ensure compliance with all existing safety standards in
the area of responsibility· Recruit and supervise temporary people
Profi le:• M Sc in Agriculture (specialisation agronomy) or equivalent• Extensive experience in conducting fi eld trials• Thorough knowledge of common agricultural practices also
including machinery operation• Accuracy• Teamplayer• Preferred languages : Dutch, French & English
Offer:We offer a competitive salary and benefi ts package and an innovative and international environment. Our teams are amongst the best in the industry. Teamwork, entrepreneurship, drive, a passion to learn and to share knowledge, respect for sustainable development and integrity are our most precious values. Our international and interdisciplinary work environment offers a range of possibilities to motivated, qualifi ed people with excellent interpersonal and organizational skills.
For our Development department in Astene (Deinze) we are currently looking for a motivated
§2090295
2090249_advertentie VILT.indd 1 04-06-2009 12:36:43§
advertentie
2121uit de provincie
De provincie Oost-Vlaanderen
wil zo veel mogelijk mensen
laten kennismaken met de he-
dendaagse land- en tuinbouw.
Met muisje Pierlepein als mas-
cotte, worden groot en klein
op sleeptouw genomen voor
een verrassend en gevarieerd
boerderijbezoek.
ns moet niemand overtuigen dat er
heel wat te beleven is op het platte-
land, maar de doorsnee Vlaming kan
gerust een duwtje in de rug gebruiken
om de boerenbuiten beter te leren kennen. Daarom
hebben de provincie Oost-Vlaanderen en de Pro-
vinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen
zo veel mogelijk initiatieven, die op verschillende
doelgroepen zijn afgestemd, samengebracht.
Snuffelen en brood bakkenOp twee websites – www.beleefdeboerderij.be
en www.beleefhetplatteland.be vinden zowel
scholen als gezinnen een overzicht van tientallen
actieve land- en tuinbouwbedrijven die graag be-
zoekers ontvangen, handig opgedeeld per regio.
Maar het aanbod beperkt zich niet tot de klassieke
boerderijbezoeken, ook snuffeltochten, poelver-
kenningen, themanamiddagen, wandelzoektoch-
ten, broodbaksessies, enzovoort staan op het
programma.
Het speelse muisje Pierlepein is het uithang-
bord van het plattelandsproject 'de wereld van
Pierlepein'. ‘Onze mascotte is net als alle muizen
buitengewoon nieuwsgierig, ondernemend en
sociaal. Maar ze blinkt vooral uit in liefde voor de
boerderij, de natuur, het landschap en het plat-
teland’, zegt gedeputeerde Alexander Vercamer
van de Provincie Oost-Vlaanderen. ‘Het motto
van Pierlepein is ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik
onthou, ik doe en ik begrijp. Of anders gezegd: in
plaats van de statische rondleidingen bieden we
zo veel mogelijk doe-dingen aan om je alternatie-
ve leeruitstap, je (verjaardags)feestje of familie-
uitstapje belevingsvol in te kleuren.’
Lekkere hoeveproductenBelangrijk is dat bezoekers levensecht de boer-
derij ervaren. Het educatief materiaal is hier de
ideale leidraad voor. ‘Figuren als Antoinette de
aardbei, Prosper de peer en Alfons de appel la-
ten jonge kinderen de wondere wereld van de
fruitteelt ontdekken. De dierensnuffeltocht prik-
kelt alle zintuigen, het klein boekje 'fauna audit'
brengt heel wat nieuwtjes over boerderijdieren.
Schuif je mee aan het hoeve- of serreparadijs, dan
ontdek je het verhaal achter verse hoeveproduc-
ten en kamerplanten. En er is nog veel meer: net
als het platteland is het Pierlepein-aanbod voort-
durend in beweging!’
O
INFO Caroline Ingelbert: T 09 267 86 75, www.beleefdeboerderij.be, www.pierlepein.be, www.beleefhetplatteland.be
We bieden zo veel mogelijk doe-dingen
aan.
Muisje Pierlepein gidst op het platteland
BioScience, one of the three business groups of Bayer CropScience AG, is a leading international player in the research, development and marketing of seeds with added value traits. Innovation and product devel-opment is focused on vegetable seeds and the agricultural crops such as oilseed rape, cotton and rice. BioScience has more than 2100 employees worldwide. The headquarters are in Lyon, France.
Bayer BioScience N.V. located in Gent, Belgium is one of the main global plant biotechnology innovation centers of Bayer. This center of excellence integrates plant biotechnology research and BioScience busi-ness support functions to optimize the innovation process in a responsible and sustainable approach.
If you have the right qualifi cations and wish to be part of this innovative R&D setting, please send your resume to: Pascale Philips – [email protected]
Tel. +32/9/243 04 50 • Bayer BioScience N.V., Technologiepark 38, 9052 Gent • Belgium www.bayer.be
Breeding Agronomist (m/f)Job description:Organisation and execution of Winter Oilseedrape fi eld trials in Wallonia and Northern France.Specifi cs:· Execute winter oilseed rape breeding trials in Wallonia
& Northern France· Make scorings of phenotypic characteristics, in
cooperation with the Winter Oilseedrape breeders· Manage local fi elds, materials and equipment· Ensure compliance with all existing safety standards in
the area of responsibility· Recruit and supervise temporary people
Profi le:• M Sc in Agriculture (specialisation agronomy) or equivalent• Extensive experience in conducting fi eld trials• Thorough knowledge of common agricultural practices also
including machinery operation• Accuracy• Teamplayer• Preferred languages : Dutch, French & English
Offer:We offer a competitive salary and benefi ts package and an innovative and international environment. Our teams are amongst the best in the industry. Teamwork, entrepreneurship, drive, a passion to learn and to share knowledge, respect for sustainable development and integrity are our most precious values. Our international and interdisciplinary work environment offers a range of possibilities to motivated, qualifi ed people with excellent interpersonal and organizational skills.
For our Development department in Astene (Deinze) we are currently looking for a motivated
§2090295
2090249_advertentie VILT.indd 1 04-06-2009 12:36:43§
buitenlander22
inds hun deelname aan Mijn Restau-
rant zijn Yanaïka en Steffie de came-
ra’s al gewoon, ze kijken dus niet raar
op van de cameraploeg van Boeren-
stebuiten die in ons spoor volgt. Voor de familie
Coenegrachts is het wel even wennen. ‘Hoewel,
ook wij hebben nogal wat mediabelangstelling
gehad’, zegt Julie, de vriendin van Jan. ‘Vooral
bij de uitreiking van de Belgian Potato Quality
Award.’ Voor die award brengt de vakjury zowel
de smaak van de aardappelen in rekening, als de
teeltwijze en de aandacht voor het milieu. Sinds
eind 2008 teelt Jan officieel de beste aardappelen
van België, samen met de familie Cap uit Ernage
(Gembloux).
Koken met CharlotteJan runt een aardappelboerderij in Lafelt (Riemst)
maar verbouwt ook graan, mais, suikerbieten
en wortelen. De vader van Jan was een van de
eersten in de streek om aardappelen te telen. Nu
beheren ze samen 26 hectare, waarvan 16 hectare
eigen grond en de rest in seizoenpacht.
Exquisa’s heeft Jan niet in de aanbieding: voor
de voedingsindustrie is die zeldzame aardappel-
soort minder interessant. ‘Ik kweek vooral Bintje
en Charlotte. Zeker bij de mensen die rechtstreeks
aan de boerderij kopen, is daar vraag naar’. Ook
Yanaïka kookt vaak met Charlotte, zo blijkt. ‘En
met veel andere soorten, die ze naar gelang van
het menu nauwgezet uitzoekt. Bataten, bijvoor-
beeld, of paarse aardappelen. Het hangt ook af
van het seizoen en de prijs.’
Dat laatste is een teer punt voor Jan. ‘Je zou
het niet geloven als je de winkelprijs ziet, maar
wij verkopen momenteel tegen kostprijs. Het zijn
de tussenstappen waar het geld blijft hangen.
Daarom begin ik ook meer en meer rechtstreeks
te verkopen aan frituren en winkels uit de buurt,
en aan mensen uit de streek.’ Daarbij komt de
Belgian Potato Quality Award goed van pas. ‘Die
prijs heeft heel wat mensen naar hier gelokt. Dat
effect is natuurlijk eenmalig: de mensen komen
één keer uit nieuwsgierigheid, en daarna kun je
‘Hard labeur, dat herkennen we’
Een restaurant dat zich richt op aardappelen, tot zelfs aardap-
pelsoep toe: niet iedereen vond het in de vorige reeks van Mijn
Restaurant een verstandige keuze. Maar Yanaïka en Steffie van
restaurant Exquisa zetten met succes door, en daar kan aardap-
pelteler Jan Coenegrachts alleen maar blij om zijn.
S
huisgemaakte aardappelpasta. En we serveren
natuurlijk ook geen stuk vlees met een berg pa-
tatten ernaast. Tegen dergelijke clichés moesten
we zeker in het begin nog opboksen.’
Intussen moeten de meisjes wel toegeven dat
ook zij niet vrij zijn van clichédenken. ‘Proper dat
het hier is! Heel anders dan we ons hadden inge-
beeld. Als buitenstaander associeer je een boerde-
rij toch altijd met beesten.’ En met types als boer
Charel, vult Jan aan. ‘Echt waar: als mensen aan
een boer denken, blijft dat vaak het eerste beeld
dat bij hen opkomt. Geef toe: daar is de landbouw
vandaag toch een heel eind van verwijderd...’
2323
‘Hard labeur, dat herkennen we’
alleen overtuigen door hard te werken en kwali-
teit te bieden. Maar ook dat lijkt aardig te lukken.’
‘Dat herkennen we’, knikken Yanaïka en Steffie.
‘Niet alleen het hard labeur. In het begin kwamen
bij ons veel mensen langs voor de hype, maar dat
effect is nu zo goed als verdwenen. Nu komen ze
gewoon om te genieten, en zo hoort het ook. Heel
af en toe hebben we nog eens klanten die opzet-
telijk hun servet op de grond laten vallen om te
testen hoe snel wij ze oprapen. Maar dat zijn echt
de uitzonderingen.’
Multifunctionele ploeg?Echt veel ervaring met de landbouw hebben de
meisjes van Exquisa niet. ‘We geven het gerust toe:
goede producten kennen we, de landbouw erach-
ter niet. Er zijn wel een paar boeren in de familie,
maar eigenlijk weten we niets over hoe ze dag in
dag uit werken.’ Wat Yanaïka meteen bewijst door
een ploeg weliswaar te herkennen (‘Daar heb ik
ooit nog opgezeten!’) maar dan te raden dat ze
dient om aardappelen te rooien. Steffie verbaast
dan weer vriend en vijand door de tere plantjes op
het veld correct te identificeren als suikerbieten.
Misschien een gok, maar wel recht erop.
‘We hebben dan misschien niet veel verstand
van landbouw, stadsmensen zijn we ook niet’, zegt
Steffie. ‘Ik woon vlakbij een bos en Yanaïka mid-
den in de velden. Veel gezelliger dan in de stad. En
veiliger: iedereen laat gewoon zijn sleutels op de
auto zitten als die op de oprit staat. Misschien wel
een goede tip voor inbrekers: ja, op het platteland
is het gemakkelijker werken.’
Smaken en clichésHet gesprek komt op de smaak van aardappelen,
en of je het verschil tussen twee soorten proeft.
Jazeker, vindt iedereen. ‘Maar mensen letten daar
niet op’, zegt Steffie. ‘Voor de meesten is het ge-
woon een patat. Als hij paars is, ja, dat zien ze wel.
En dan vragen ze hoe we dàt voor elkaar hebben
gekregen. Met inktvisinkt?’ ‘Aardappelen wor-
den ondergewaardeerd’, vindt Yanaïka. ‘En met
Exquisa willen we de aardappel in ere herstellen.
Er zijn zo veel bereidingsmogelijkheden en ras-
sen met een bijzondere smaak. We geven geen
gewone spaghetti, maar aardappelgnocchi en
Voor de meeste mensen is een aardappel
gewoon een patat.
INFO BoerenstebuitenTV maakte een reportage over het bezoek van Yanaïka en Steffie aan het bedrijf van Jan Coenegrachts. Bekijk ze op www.vilt.be
Jan Coenegrachts en zijn vriendin Julie laten Yanaïka en Steffie met het veldwerk kennismaken.
frontaal24
In een ideale wereld heb je ze nooit nodig. Maar voor de praktijk-
situaties waarin ze onvermijdelijk zijn, lijkt het goed om een eendui-
dig systeem van redelijke compensatieregelingen vast te leggen.
We vroegen aan drie tenoren hoe dat er volgens hen moet uitzien.
24
‘Een compensatieregeling blijft altijd een pleister
op een houten been. Het verlies van grond is voor
een grondgebonden landbouwbedrijf in Vlaande-
ren nauwelijks recht te zetten. Naast het actu-
ele waardeverlies vermindert ook je rendement
op lange termijn. De best mogelijke regeling is
daarom een compensatie in grond in plaats van in
geld. Dat is het systeem dat in de grondenbank is
uitgewerkt. Maar in de praktijk blijkt dat moeilijk
werkbaar omdat de grondenbank net als iedere
individuele boer geconfronteerd wordt met het
probleem dat er te weinig gronden beschikbaar
zijn, zowel in het getroffen gebied als daarbuiten.
Er is in realiteit dus toch vaak ook een flankerend
beleid met financiële compensaties nodig.’
‘In het verleden werden, afhankelijk van het
project, facultatief compenserende maatrege-
len voor de betrokken landbouwer uitgewerkt.
In het Sigmaplan doen we voor het eerst erva-
ring op met een globaal flankerend beleid dat
voor alle deelprojecten geldt. Op die manier
verliezen we minder tijd en kunnen we ons met-
een op het uitwerken van concrete oplossingen
concentreren. De eerste ervaringen zijn positief
al vertoont het systeem wel nog tekortkomin-
gen, waaraan op dit ogenblik wordt gesleuteld.
Zo is het voor pachtende boeren erg moeilijk
om via de grondenbank nieuwe pachtgronden
te vinden. Dat kan opgelost worden via stimuli
voor nieuwe eigenaars buiten het projectgebied
die met deze boeren een nieuwe pacht willen
afsluiten. Een ander element is dat wie profi-teert, zou moeten meebetalen. In het verleden
was het vaak de overheid die vergoedingen be-
taalde, terwijl andere spelers zoals de haven of
bedrijven van de nieuwe situatie profiteerden
zonder een bijdrage te leveren. Een eerste po-
sitief voorbeeld is hier de financiering van het
flankerend beleid in het kader van de uitbrei-
ding van de haven van Antwerpen, waarbij ook
het havenbedrijf een deel van de kosten van dit
beleid op zich neemt.’
‘In de praktijk blijkt ook het systeem van
wijkersstimuli nuttig om, binnen en buiten het
projectgebied, snel ruimte te creëren voor de
aankoop van gronden of bedrijven. Op die ma-
nier kan er meer in der minne geregeld worden
in plaats van via gedwongen verkoop. Nog iets
waarmee momenteel naar het voorbeeld van
Nederland wordt geëxperimenteerd, is het ver-
plaatsen van volledige bedrijven. Het is daarbij
de bedoeling om op een andere locatie een ge-
lijkwaardig bedrijf te vinden en indien nodig het
verschil in waarde bijkomend te vergoeden. Naast
al deze hulpmiddelen verdient natuurlijk ook de
grootte van de wettelijk vastgelegde vergoedin-
gen bij onteigening en uittreding onze blijvende
aandacht. Al blijft het misschien wel nog belang-
rijker om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk
boeren met deze problematiek te maken krijgen.’
Peter Van Bossuyt, Boerenbond
Wat is een redelijke compensatieregeling?
In een ideale wereld heb je ze nooit nodig. Maar voor de praktijk-
situaties waarin ze onvermijdelijk zijn, lijkt het goed om een eendui-
dig systeem van redelijke compensatieregelingen vast te leggen.
We vroegen aan drie tenoren hoe dat er volgens hen moet uitzien.
Wat is een redelijke compensatieregeling?Wat is een redelijke compensatieregeling?Wat is een redelijke
2525
Bart Helon, VLM-diensthoofd Grondzaken
‘Door de hoge gronddruk in Vlaanderen heb je als betrokken landbouwer meer aan een gelijkwaardig perceel dan aan een financiële compensatie. Dat is de uitdaging waarvoor we
met de oprichting van lokale grondenbanken een
oplossing proberen te zoeken. Het probleem is
dat het systeem van een grondenbank alleen goed
functioneert met een voldoende groot aanbod.
En in de praktijk blijkt het allesbehalve eenvoudig
om in een projectgebied voldoende oppervlakte
te verwerven. Iedereen zit op dezelfde gronden te
azen. Toch hebben we in een aantal recente dos-
siers wel goede ervaringen opgedaan, waaruit we
voor de toekomst kunnen leren.’
‘Op de eerste plaats denk ik aan de oprichting
van zogenaamde pregrondenbanken. Dat principe
hebben we de voorbije jaren twee keer toegepast:
op Linker- en op Rechteroever in Antwerpen. Het
voordeel daarvan is dat wij veel vrijer kunnen on-
derhandelen over de mogelijke verwerving van
gronden. Dat maakt een wereld van verschil, want
we willen onder meer vermijden dat we de prijzen
in een regio plots kunstmatig de hoogte in jagen.
Tegelijk biedt deze werkwijze het voordeel dat we
onze klanten al op korte termijn een aantal perce-
len kunnen aanbieden.’
‘Een tweede verbeterpunt heeft betrekking op
de wijkersstimuli. Die blijken erg effectief om gron-
den beschikbaar te maken. Ook voor wie grond
pacht, trouwens. Want we keren onder meer een
toeslag uit aan grondbezitters die hen ertoe aan-
zet om te blijven pachten. Een negatief gevolg van
dergelijke stimuli is echter dat er een onevenwicht
dreigt te ontstaan met regio’s die net buiten het
projectgebied vallen. Daarom is het een goed idee
om duidelijke criteria decretaal vast te leggen voor
de vraag welke stimuli in welke gevallen kunnen
worden ingezet. Het invullen van die criteria is een
politieke keuze, maar het zou ons een duidelijker
kader bieden voor de uitvoering van het beleid.’
‘Ik heb het grootste begrip voor de moeilijkhe-
den waarmee landbouwers in het dichtbevolkte
Vlaanderen worden geconfronteerd. Het is niet
meer dan normaal dat ze op een correcte wijze
worden gecompenseerd voor de economische
schade die ze lijden bij grondverlies. Ik heb het
dan zowel over de eigenaars, als over wie gron-
den pacht. Tegelijk wil ik erop wijzen dat haven-
uitbreiding maar een van de vele oorzaken van
de hoge druk op landbouwgronden is. Europese
natuurwetgeving en infrastructuurprojecten, zo-
als het Sigmaplan dat een verhoogde veiligheid
met natuurontwikkeling wil verzoenen, slorpen
minstens evenveel ruimte op.’
‘Het is een goede zaak dat er naast de bestaande
compensatieregelingen meer aandacht wordt be-
steed aan het ontwikkelen van een flankerend be-
leid, dat landbouwers naar een nieuwe toekomst
binnen of – indien gewenst – buiten de Vlaamse
landbouw begeleidt. Ik kan mij perfect vinden in
het principe dat wie baat heeft, mee betaalt. Dat
doen we vandaag al op Linker- en op Rechteroe-
ver. Een bedenking is wel dat natuurcompensaties
niet ten bate van de haven komen. Die wetgeving
is uit globale maatschappelijke overwegingen ge-
stemd. En zonder ons aandeel te willen minimali-
seren, is het zo dat de ganse Vlaamse economie
meegeniet van investeringen in de haven.’
‘Het idee van een grondenbank vind ik een nuttig
instrument. Hoewel er vaak onvoldoende grond
aanwezig blijkt om een ruil te kunnen voorstellen.
Daarbij komt dat de natuursector soms tot drie keer zoveel landbouwgrond opeist om natuur-waarde te compenseren. Dan vraag ik mij af of ze,
net als de haven, gronden niet economisch effici-
enter kunnen inzetten. Via gerichte natuurontwik-
keling kan dat toch zuiniger? Voorts is er ook de
administratieve rompslomp en traagheid waarmee
alles vooruitgaat. Er komt ontzettend veel bij kijken
om een eigendomsoverdracht of bedrijfsverplaat-
sing rond te krijgen. Ook in dat opzicht kan het
flankerend beleid zeker verder worden versterkt.’
Eddy Bruyninckx, gedelegeerd bestuurder Haven van Antwerpen
Trouwe cliëntenbelonen we
met exclusieve
voordelen
Kom eensterug als je
aan het volledige
voorwaardenpakket
beantwoordt.
Waar legt uw bank het accent ?
BANK & VERZEKERINGEN
Ontdek
Meer info en voorwaarden op www.fidelio.be
Fidelio is een vipprogramma met tal van exclusieve voordelen. Om Fidelio te worden
schrijft u gewoon in op maatschappelijke aandelen van het Landbouwkrediet. Die leveren u
elk jaar een mooi dividend. Daarbovenop geven zij recht op een gratis zichtrekeningwaarmee u bovendien nog eens een aardige cent op zak kunt steken. Inderdaad, voor elke
verrichting die u zelf uitvoert krijgt u aan het eind van het jaar 5 cent. Daarnaast krijgt u
ook toegang tot een reeks andere voordelen op producten en diensten van het
Landbouwkrediet, en geniet u kortingen bij een groot aantal externe partners ! Fidelio is
er ook voor u ! Schrijf vandaag nog in op maatschappelijke aandelen. Instapkosten zijn er
niet en de jaarlijkse bijdrage van € 25,20 wordt het eerste jaar maar gedeeltelijk
aangerekend, met name vanaf de maand die volgt op de inschrijving.
Breng vandaag nog een bezoek aan een agent van hetLandbouwkrediet in uw buurt. Of bel hem. U vindt zijngsm-nummer op www.landbouwkrediet.be.
16433_LBK_Annonces_FIDELIO-2 - 07-08:16433_LBK_Annonces_FIDELIO 15-09-2008 16:07 Page 2
27
e hoeft geen groot bedrijf met een eigen
R&D-afdeling te hebben om te innoveren,
zelfs voor het kleinste bedrijfje is het re-
levant. Maar vaak is het geen eenvoudig
proces, eerder één van vallen en opstaan.
Belangrijk is te beseffen dat innovatie niet en-
kel vanuit jezelf moet komen. Door je horizon te
verruimen, geraak je vaak veel verder. Het zou
idioot zijn om het wiel opnieuw uit te vinden. Zo
kan je heel wat leren van andere sectoren, van
je leveranciers of van het buitenland. Mensen
hebben dan vaak de neiging om te zeggen ‘dat is
anders’, maar het komt erop aan om de vraag om
te draaien: waar zijn er gelijkenissen en wat kan
ik daar voor mijn bedrijf uit leren? Externen in je
innovatieproces betrekken, helpt ook om je blik
open te trekken. Bij hogescholen, universiteiten,
kenniscentra en ook klanten is er vaak heel wat
expertise aanwezig die je kan helpen. Waar het
uiteindelijk om gaat is niet waar de ideeën van-
daan komen, maar wel in welke mate je ze kan
valoriseren voor je bedrijf.
Veel mensen denken dat innoveren een briljan-
te inval vergt, die niet te sturen of te forceren valt.
Maar dat zijn eerder uitzonderingen. Innovatie is
uiteindelijk het resultaat van een proces waarin
creatieve ideeën worden omgezet in bruikbare
oplossingen. En dat proces laat je beter niet aan
het toeval over. Er moet structuur en systematiek
in zitten: je start met een heleboel ruwe ideeën
die na evaluatie gefilterd worden om zo enkel de
ideeën die kans op slagen hebben over te houden.
Tijdens zo’n proces loopt het vaak mis in de beslis-
singsmomenten. Vertrouw nooit op je buikgevoel,
maar toets je idee steeds aan relevante en objec-
tieve criteria. Een andere bedreiging voor goede
beslissingen is een te grote betrokkenheid. Je ei-
gen baby dood doen, doe je niet gauw. Zorg dat er
steeds externe mensen bij betrokken zijn die van
op afstand je idee kunnen toetsen. Innovaties zul-
len pas echt tot economische doorbraken leiden
als ze het verschil maken. Hou altijd voor ogen
dat je innovatie moet inspelen op de behoeften
van klanten.
Maar innovatie gaat niet alleen om een nieuw
product of een nieuwe dienst. Soms moet je
ook je business in vraag durven stellen om zo te
komen tot een totaal nieuw businessmodel. Een
voorbeeld van een bedrijf dat daar heel goed in
is geslaagd, is Amazon. Het zorgde voor een re-
volutie in de wereld van de boekhandels toen het
een dominante speler werd in de verkoop via het
internet.
Ook voor landbouw is innovatie van het busi-
nessmodel een te overwegen piste. De land-
bouwsector produceert vaak geen afgewerkte
producten, maar grondstoffen voor de voedings-
industrie. Neem nu melk. Koeien worden gemol-
ken door de boer. De melk wordt verkocht aan zui-
velfabrieken waar ze vaak in de massa verdwijnt,
hoe kwaliteitsvol die melk ook is. De zuivelfabrie-
J
mijn gedacht
‘Innoveren
Vaak denkt men dat innoveren een briljante inval vergt, maar niets
is minder waar.
Marion Debruyne is professor aan de Vlerick Leu-ven Gent Management School en verbonden aan het kenniscentrum van Flanders District of Crea-tivity (Flanders DC). Zij is auteur van het boek’In-noveren met creativiteit’.
WIN! Het boek ‘Innoveren met
creativiteit’ van prof. De-
bruyne bevat een heleboel
praktische tips, tests en
voorbeelden die je meteen kan toepassen op
je bedrijf. Wil jij 1 van de 5 exemplaren van dit
boek winnen? Stuur je naam en adres naar
INFO www.flandersdc.be, www.vlerick.be
ken verwerken die melk en gaan ze op hun beurt
vermarkten. Als je dit principe nooit in vraag durft
te stellen, dan wordt je kwetsbaar en is de kans
groot dat de condities steeds slechter worden.
Als boer kan je dan op zo’n moment alleen maar
concluderen hoe jammer het is dat je geen hogere
prijs krijgt.
Ik heb al vaak gemerkt dat bedrijven die
grondstoffen of standaardproducten maken,
het gevoel hebben dat innovatie niets voor hen
is. Maar ook als grondstoffenproducent kan je
op die manier het verschil maken. Je moet en-
kel trachten te ontsnappen uit het dominante
recept, afwijken van wat de standaard is. Daar
heb je niet alleen veel durf voor nodig, je moet
ook jezelf en je bedrijf in vraag stellen: waar ben
ik mee bezig? En dat is misschien wel moeilijk,
maar zeker niet onmogelijk.
kan je leren’
Gebruik biociden veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
d o o d t s n e Lb e s c h e r m t L a n g d u r i g
250 ml, 1L en 2,5L
Butoxdoodtvliegen,luizen enschapeluisvliegen
biedt bescherminggedurende
8 weken
36030_Butox_ad_210x239_NL_v1.indd 1 6/9/09 8:28:01 AMAfgiftekantoor Gent XLandgenoten 18Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 2, 2009
België-Belgique9099 Gent X
bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel
P509285