4
10 Pluimveehouderij 35e jaargang 27 augustus 2005 Vijfentwintig jaar geleden begon de mestproblematiek geleidelijk echt een probleem te worden. Wat toen nog het meest speelde waren niet zozeer de overschotten en de afzetkosten, maar vooral de discussie over stankoverlast. Het bouwen van biogasinstallaties werd in de jaren zeventig gezien als een van de oplossingen. Door het afvangen van het gas uit mest blijft er dan immers een geurar- Voor gas uit pluimveemest werd in 1980 al een toekomst voorspeld. Vergisting liep echter uit op een vergissing. Vijfentwintig jaar na de eerste ‘biogasgolf’ lijken de kansen te keren. De vraag naar groene energie is groot en de techniek is inmiddels volwassen. Naast vergisting lijkt ook vergassing interessant voor pluimveehouders. Maar hoe kansrijk is het eigenlijk, gas uit pluimveemest, anno nu? Het kronkelige paadje omhoog Gas uit pluimveemest heeft al een lange toekomst achter zich... me meststof over. De energiecrisis zorgde in de zeventiger jaren ook voor torenhoge prijzen voor brandstof en elektriciteit. In veel landen in Europa kwamen programma’s om minder afhankelijk te worden van olie. Zo kwam er geld voor een groot onderzoekspro- gramma naar alternatieve energie. Het IMAG vulde een onderdeel daarvan in met de bouw van twintig biogasinstallaties op boerde- door Diederik Sleurink foto’s en foto’s voorplaat: Robin Britstra en Hans Prinsen 05plu034_omslaggas 10 05plu034_omslaggas 10 24-8-2005 14:58:56 24-8-2005 14:58:56

kronkelige paadje omhoog - AGRI Press · 2005-09-17 · gier of runderdrijfmest te gebruiken om het voldoende te ver-dunnen. De aanvoer daarvan op het bedrijf was toen overigens nog

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: kronkelige paadje omhoog - AGRI Press · 2005-09-17 · gier of runderdrijfmest te gebruiken om het voldoende te ver-dunnen. De aanvoer daarvan op het bedrijf was toen overigens nog

10

Plui

mve

ehou

deri

j 35e

jaar

gang

27

augu

stus

200

5

Vijfentwintig jaar geleden begon de mestproblematiek geleidelijk echt een probleem te worden. Wat toen nog het meest speelde waren niet zozeer de overschotten en de afzetkosten, maar vooral de discussie over stankoverlast. Het bouwen van biogasinstallaties werd in de jaren zeventig gezien als een van de oplossingen. Door het afvangen van het gas uit mest blijft er dan immers een geurar-

Voor gas uit pluimveemest werd in 1980 al een toekomst voorspeld. Vergisting l iep

echter uit op een vergissing. Vijfentwintig jaar na de eerste ‘biogasgolf ’ l i jken de

kansen te keren. De vraag naar groene energie is groot en de techniek is inmiddels

volwassen. Naast vergisting l i jkt ook vergassing interessant voor pluimveehouders.

Maar hoe kansrijk is het eigenli jk, gas uit pluimveemest, anno nu?

Het kronkelige

paadje omhoog

Gas u i t p lu imveemest hee f t a l een lange toekomst achter z ich . . .

me meststof over. De energiecrisis zorgde in de zeventiger jaren ook voor torenhoge prijzen voor brandstof en elektriciteit. In veel landen in Europa kwamen programma’s om minder afhankelijk te worden van olie. Zo kwam er geld voor een groot onderzoekspro-gramma naar alternatieve energie. Het IMAG vulde een onderdeel daarvan in met de bouw van twintig biogasinstallaties op boerde-

door D ieder i k S leu r ink f o to ’s en fo to ’s voorp laa t : Rob in Br i t s t ra en Hans P r insen

05plu034_omslaggas 1005plu034_omslaggas 10 24-8-2005 14:58:5624-8-2005 14:58:56

Page 2: kronkelige paadje omhoog - AGRI Press · 2005-09-17 · gier of runderdrijfmest te gebruiken om het voldoende te ver-dunnen. De aanvoer daarvan op het bedrijf was toen overigens nog

11

Plui

mve

ehou

deri

j 35e

jaar

gang

27

augu

stus

200

5

en groenteafval voor 43 m3. Tot vorig jaar was co-vergisting een probleem, omdat de overgebleven mest (digestaat) niet als gewo-ne mest kon worden afgezet. Vorig jaar heeft het ministerie van LNV dit met een positieve lijst voor gewassen en diverse bijpro-ducten al mogelijk gemaakt. Dit jaar verscheen een tweede lijst, die de weg opent om een aantal vaste reststromen uit de voe-dingsmiddelenindustrie, zoals tarwezetmeel en aardappelstoom-schillen mee te vergisten.

Vergisting en vergassingVijfentwintig jaar na een artikel hierover van Van de Weerdhof in Pluimveehouderij (zie kader hierboven) is het dus opnieuw de vraag of het winnen van gas uit mest perspectief biedt voor pluim-veehouders. Op het eerste gezicht lijkt vergisting nog steeds niet voor de hand te liggen. Wie met relatief droge pluimveemest wil vergisten moet er immers rundveemest en coproducten bij gaan aanvoeren. Na de vergisting blijft er dan een veel grotere hoeveel-heid mest (digestaat) over, waarvoor afzet moet worden gevonden. Een pluimveehouder die mest gaat vergisten moet dus tevens mestverwerker en intermediair worden voor anderen. Een andere techniek die voorzichtig opgang lijkt te maken is mest-vergassing. Bij vergassing wordt mest bij hoge temperatuur aan het smeulen gebracht, waarbij gassen vrijkomen. Het mooie daar-van is dat het tevens een vorm van mestverwerking is: van de oor-spronkelijke hoeveelheid blijft minder dan 20 procent over in de vorm van vliegas. Er lijken goede kansen te zijn om die kosteloos af te zetten als vulstof in beton, of als grondstof voor kunstmest, maar een gelopen race is dat nog niet. Er zijn (nog) geen kant-en-klare vergassingsinstallaties voor pluimveemest, maar er is wel veel ervaring met kolenvergassers

Pioniers vader en zoons Duis: net niet gelukt...Vandaar dat Pluimveebedrijf Duis v.o.f. in Bladel toekomst zag in vergassing. Op 4 oktober 2002 schreef Pluimveehouderij erover onder de kop: ‘Gelukt! Schoon gas uit kippenmest’. Vader Jos en zonen Walter en John Duis ontwikkelden en bouwden samen met BTG in Enschede in twee jaar tijd een technisch hoogwaardige vergasser. Gedroogde pluimveemest (85% d.s.) wordt hierin ver-gast bij 700˚C. Om het gas daarna te ontdoen van verontreiniging werd een Roterende Deeltjes Scheider (RDS) gebruikt die bij 3.000 toeren per minuut de asdeeltjes uit het gas slingert. Daarnaast werd een teerkraker toegevoegd die ammoniak en teer omzet in brandbaar gas. Het gas wordt vervolgens gekoeld en daarna ge-bruikt om met een gasmotor elektriciteit te produceren. Ten tijde van het artikel was de zuivering nog niet helemaal perfect, zodat er nog net geen elektriciteit werd geproduceerd. Wel heeft de gas-motor enkele uren (onbelast) gedraaid op gas uit kippenmest. Twee jaar later geeft Walter Duis een kort antwoord op de vraag hoe het er nu voorstaat. „Het heeft een aantal van de 17 testruns goed gedraaid en de installatie is voor 95 procent klaar. Maar we hebben er per 1 januari 2004 een punt achter moeten zetten. Hij is te koop en mijn broer en ik richten ons op het pluimveebedrijf en

In 1980, tijdens de ‘eerste biogasgolf’ verscheen in Pluimvee-houderij een artikel van onderzoeker A.M. van de Weerdhof. Van de Weerdhof legde uit hoe vergisting werkt en maakte een bere-kening van kosten en rendement voor een pluimveebedrijf met 25.000 leghennen. Met een investering van 120.000 gulden en 35 procent subsidie daarop, leek het in theorie maar net te kun-nen. Heel terecht betoonde Van de Weerdhof zich voorzichtig over de mogelijkheden in de pluimveehouderij. Hij voorzag dat

het lastig werd om kippenmest voldoende te mengen en neer-slag in de tanks tegen te gaan. Het leek hem nodig om kalver-gier of runderdrijfmest te gebruiken om het voldoende te ver-dunnen. De aanvoer daarvan op het bedrijf was toen overigens nog geen probleem. Aan het slot van zijn artikel vraagt Van de Weerdhof zich af of vergisting van natte pluimveemest wel een oplossing is. „Een betere oplossing zou misschien kunnen zijn om i.p.v. natte mest droge mest te maken.”<

In 1980 werd al voorzien dat het lastig zou zijn met pluimveemest

rijen. Hiermee werd onderzoek gedaan naar het proces, de op-brengsten uit verschillende mestsoorten en de verschillen tussen de systemen die op de markt waren.

Oliecrisis toen snel voorbij. En nu weer terug...?Inmiddels weten we hoe het verder ging met deze ‘eerste biogas-golf’, zoals het nu wel genoemd wordt. Vergisting was in de jaren tachtig een korte hype. De eerste installaties, overigens allemaal op varkens- en rundveebedrijven, werden geplaagd door techni-sche problemen. Het gas bleek corrosief en tastte leidingen en motoren aan. Het roerwerk was te simpel en bevatte geen snij-inrichting voor stro. Gevolg waren bezinklagen onder in en drijf-lagen boven in de silo’s. De subsidiestroom droogde op en de vergoeding voor de geleverde elektriciteit daalde snel, omdat de oliecrisis voorbij was en de prijzen normaliseerden. Allerlei vormen van mestverwerking zijn onderzocht en gepro-beerd, maar wat door alle jaren heen het beste werkte was indro-gen tot stapelbare mest. Droge pluimveemest bleek een best te verkopen meststof en het opwekken van energie uit mest raakte in de pluimveehouderij buiten beeld. Maar de tijden zijn veranderd. De mestafzetkosten zijn gestegen en export van droge pluimveemest wordt er niet eenvoudiger op. Met de nieuwe mestwet op komst vrezen veel pluimveehouders dat de afzetkosten verder stijgen. Aan de andere kant is energie weer ‘hot’. We noemen het (nog) geen oliecrisis, maar de energie-prijzen stijgen sterk en doen weer terugdenken aan de jaren ze-ventig. Bovendien is de overheid eropuit om ten minste 10 pro-cent van de energieopwekking uit duurzame energie te laten komen in 2020. Nu dat met windmolens steeds moeilijker gaat, worden de kaarten op biomassa gezet. Voor de bouw en ontwik-keling van nieuwe projecten is een flinke subsidie van Novem te krijgen en voor het leveren van stroom aan het net is een toeslag van 9,7 cent per kWh bovenop de marktprijs van rond 5 cent voor tien jaar gegarandeerd.

Co-vergisting maakt het interessantNederland beleeft dan ook een tweede biogasgolf. Er worden weer volop installaties gebouwd, opnieuw vooral op rundveebedrijven. Samenwerkingsverbanden investeren in grotere installaties omdat het rendement toeneemt met de grootte. Technisch is er veel ver-beterd. Dat is vooral te danken aan het feit dat er in Denemarken en Duitsland afgelopen jaren wel steun bleef voor biogas op vee-houderijbedrijven. Duitse en ook enkele Nederlandse leveranciers leveren inmiddels bedrijfszekere installaties op boerderijschaal en er is nu veel meer kennis over het juiste gebruik in de praktijk. Wat de biogasgolf nu een nieuwe dimensie geeft is de uit het oos-ten overgewaaide ervaring dat het meevergisten van andere pro-ducten het rendement van een installatie sterk kan laten toene-men. Vooral koolhydraatproducten en vetrijke producten, zoals granen, maïs en groenten, of groenteresten en veilingafval zijn ge-schikt voor co-vergisting. Ter vergelijking: een ton varkensmest le-vert ongeveer 22 m3 methaan, een ton maïs is goed voor 180 m3 >>

05plu034_omslaggas 1105plu034_omslaggas 11 24-8-2005 14:59:1224-8-2005 14:59:12

Page 3: kronkelige paadje omhoog - AGRI Press · 2005-09-17 · gier of runderdrijfmest te gebruiken om het voldoende te ver-dunnen. De aanvoer daarvan op het bedrijf was toen overigens nog

12

Plui

mve

ehou

deri

j 35e

jaar

gang

27

augu

stus

200

5

mijn technische bedrijf Duis En-gineering. We hebben het pluim-veebedrijf net overgenomen van onze ouders en dit jaar uitge-breid van 32.000 naar 60.000 scharrelkippen.” Walter werd in vier jaar tijd als ‘engineer’ en ‘operator’ van de mestvergassingsinstallatie een gewaardeerde partner van on-derzoekers aan de TU in Eindho-ven en ook van de mensen van BTG. Maar dit bedrijf kon het niet meer opbrengen om nog langer onbetaalde uren bij te dragen. Voor verdere ontwikkeling kregen ze geen subsidie meer. „Jammer, want we zijn er bijna en dan heb je een revolutionaire installatie.” Voor toepassing in de pluimvee-houderij waren ze met deze op-zet hun tijd kennelijk te ver voor-uit, denkt Walter. De keuze om met een gasmotor te werken stelt hoge eisen aan de zuiverheid van het gas, maar ook strenge milieunormen voor uitstoot eisen vaak zuiver gas. Dat vraagt om technieken die nog niet helemaal uitontwikkeld zijn. Overigens heeft Walter Duis hierin niet stilgezeten. Tot 2003 was de Roterende Deeltjes Scheider het probleemkind van de installa-tie. Samen met TU Eindhoven heeft hij een geheel nieuwe en be-trouwbaardere versie ontwikkeld. Deze brengt hij met zijn tech-nisch bedrijf Duis Engineering zelf op de markt.

In Tzum is gekozen voor een eenvoudige opzetEvengoed is er een tweede vergasser in aanbouw, en wel op het pluimveebedrijf van vader en zoon Atsma in het Friese Tzum. Het project van Stichting Biomassavergasser Noord Nederland (SBNN) kreeg de naam ‘De schone kip’. Deelnemers zijn de Stichting MestAfzet Noord Nederland (SMANN) en gebiedscoöperatie De Friese Wouden. De vergasser wordt gebouwd voor de verwerking van 3.000 ton vleeskuikenmest uit zeven kuikenstallen van Atsma en daarnaast gehakseld snoeihout uit de Friese Wouden. Projectleider Erick de Kant van HoST engineering in Hengelo verwacht niet dat het project in Tzum tegen dezelfde problemen oploopt als Duis, omdat voor een andere opzet is gekozen. „Het verschil is dat we het gas gebrui-ken om stoom op te wekken en daarmee een turbine aan te drij-ven. Die techniek is eenvoudiger en stelt minder hoge eisen aan de zuiverheid van het gas. In een project in Roemenië zien we dat het goed werkt, met zonnebloem-vliesjes als brandstof.” Toch zal het enige jaren duren voor de installatie de bedoelde 7.000 uur per jaar op volle capa-citeit draait, denkt De Kant. „Kip-penmest is een lastiger brand-stof, omdat de samenstelling en het vochtgehalte variëren. We moeten nog veel leren en aan-passen.” Kuikenmest levert meer

gas naarmate het droger wordt gebruikt. Bij Atsma blijft de mest twee weken liggen. Naar schatting komt de mest daarmee op 70 procent droge stof. Om aan het juiste vochtgehalte te komen en uit te vinden in welke verhouding de mest met hout moet worden gemengd, is veel praktijkervaring nodig. De Kant benadrukt dat het om een demonstratieproject gaat, waarin drie jaar lang erva-ring kan worden opgedaan. Het gebruikte (tweedehands) stoomcircuit heeft een capaciteit van 200 kWe (200 kWh per uur) en is vrij klein. Met een nieuw stoom-circuit moet de installatie uiteindelijk twee keer zo veel elektriciteit kunnen produceren. Volgens De Kant kan een installatie als deze dan rendabel draaien met een terugverdientijd van 3 jaar. Voor de vliegasafzet werkt het project samen met coöperatie Agri-firm. Het zou een goede grondstof kunnen zijn voor kunstmest. „Mocht dat niet lukken, dan kun je de vliegas als afval afvoeren. De kosten vallen mee, omdat het maar weinig is.”De firma Farmer Automatic ziet eveneens brood in vergassings-installaties voor pluimveebedrijven. Frank Luttels vertelt dat het

Op het bedrijf van Wilco Atsma is de vergassingstechniek eenvoudig en zijn de eisen aan de zuiverheid van het gas beperkt

Walter Duis (links, met rechts vader en broer): „Jammer, want we zijn er bijna en dan heb je een revolutionaire installatie”

05plu034_omslaggas 1205plu034_omslaggas 12 24-8-2005 14:59:3124-8-2005 14:59:31

Page 4: kronkelige paadje omhoog - AGRI Press · 2005-09-17 · gier of runderdrijfmest te gebruiken om het voldoende te ver-dunnen. De aanvoer daarvan op het bedrijf was toen overigens nog

13

Plui

mve

ehou

deri

j 35e

jaar

gang

27

augu

stus

200

5

zusterbedrijf in Duitsland werkt aan een compacte installatie die geschikt is voor de verwerking van de mest van 100.000 legkip-pen. De unit die 75 kWh levert, zou pakweg in een zeecontainer passen. De hetelucht uit de installatie kan worden gebruikt in een drooginstallatie om de mest op 85 procent droge stof te brengen. Na vergassing blijft 10 procent van de mest over als vliegas.Ook bij deze installatie is volgens Luttels een minder geavanceerde zuivering van het gas nodig, omdat de temperatuur in de vergasser op maar liefst 1.200 tot 1.300 graden wordt gehouden. Er draaien alleen nog proefopstellingen in Duitsland. Luttels verwacht dat de compacte mestvergassingsunit op zijn vroegst volgend voorjaar in Nederland kan worden geïntroduceerd.

In Parrega is gekozen voor thermofiel vergistenVergassing mag dan voordelen hebben, het blijft een gecompli-ceerdere techniek die (kennelijk nog) niet helemaal klaar is voor depraktijk. Enkele pluimveehouders kiezen liever voor vergisting, om-dat het eenvoudiger is en er veel werkende voorbeelden te zien zijn in Duitsland. Douwe de Jong in het Friese Parrega heeft al er-varing met een windmolen bij zijn bedrijf met 23.000 scharrel- en 29.000 volièrekippen. In zijn kan-toor wijst hij glimlachend op te-keningen aan de muur. „Ik heb jaren gewerkt aan plannen voor een biogasinstallatie en de ver-gunningaanvraag loopt nu.”De Jong is enthousiast omdat hij een systeem kon uitdenken dat met bestaande installaties werkt. Hij kiest voor een combinatie van mesofiele en thermofiele vergis-ting, waarbij de mest eerst op 37˚C, daarna op 56˚C wordt ver-gist. „De verblijftijd van de mest is daarmee maar twee weken, in plaats van meer dan een maand. Je hebt dan ook minder grote silo’s nodig, zodat de hele instal-latie veel compacter blijft”.Om de mest van het eigen be-drijf (2.000 ton) verwerkbaar te maken moet De Jong er rundvee-mest en coproducten aan toevoegen. De installatie krijgt een ca-paciteit van 15.000 ton mest en coproducten per jaar. „Ik wil het systeem op een vast menu laten draaien. Dan is het makkelijker te regelen en heb je een eindproduct met constante samenstelling. Met thermofiele vergisting luistert het ‘voeren’ van de vergister ook nauwer dan bij mesofiele vergisting.” De Jong wil naast de stal een mengkelder maken waar de kippen-mest gemengd wordt met aangevoerde rundveemest en copro-ducten. Van de mengkelder wordt de mest naar de vergistings- tanks gepompt waarvan er drie op een rij voor de stal komen. Vergiste mest wordt te-ruggepompt naar een gebouw naast de stal, waar een drooginstallatie komt te staan van het systeem Farmers Freedom van BioOne. De vergistingsinstallatie wordt geleverd door BioOne en ISS uit Drachten. Deze heeft een mengsysteem dat overweg kan met mest met 25 procent droge stof. De mestdroger

brengt dat na vergisting terug naar 85 pro-cent droge stof. De Jong verwacht dat hij die mest goed zal kunnen exporteren. Hij beseft dat hij met deze opzet ook mest-verwerker wordt. „Daar kies ik voor. Met de opbrengsten uit energieproductie kan ik de kosten voor de installatie en het drogen van mijn eigen mest terugverdienen. Als ik de mest exporteer, mag ik 50 procent van

die ruimte weer met pluimveerechten opvullen. Bij elkaar is het dan toch een aantrekkelijk plaatje.” Daarbij scheelt het dat hij vijf-tien jaar lang een fouragehandel dreef naast het pluimveebedrijf. Het bedrijf is overgenomen door zijn broer, maar de ervaring met transport en handel komt hem van pas.

‘Voor een doorbraak is het nog te vroeg’Anton Kool van CLM voorspelde onlangs in een nieuwsbrief van het ministerie van LNV dat in de toekomst bij elk groot veehoude-rijbedrijf een biogasinstallatie te vinden zal zijn, behalve in de

pluimveehouderij, omdat vergisting van droge mest geen zin heeft. „Een beetje zwartwit geciteerd”, zegt hij achteraf verontschuldi-gend. Want voor gas uit pluimveemest ziet hij wel degelijk een grote toekomst. „Pluimveemest is prachtig materiaal voor co-ver-gisting. Een ton droge pluimveemest kan 250 kuub gas opleveren; dat is tien keer zo veel als een ton rundveemest.” Bij de opkomst van mestvergisting speelt pluimveemest dus zeker een rol. Het is alleen de vraag of die vergisters dan ook op een pluimveebedrijf moeten staan. Kool geeft toe dat vergisten op het pluimveebedrijf, met aanvoer van andere mest en coproducten, zoals De Jong gaat

doen, ook een optie is. „Maar er zit aan mestboekhouding en mestafzet wel heel veel vast.” Voorlopig is vergisting de lei-dende techniek, omdat het eenvoudig en robuust is. „Maar vergassing heeft zeker toekomst”, denkt Kool. „Het is ingewikkel-der en kwetsbaarder dan vergisting, maar heeft een hoger rendement. Maar voor een doorbraak is het nog te vroeg.”<

Douwe de Jong kiest voor vergisting: „Ik heb jaren gewerkt aan de plannen en de vergunningaanvraag loopt nu”

‘Pluimveemest is prachtig materiaal voor co-vergisting. Een ton kan 250 kuub gas

opleveren; dat is tien keer zo veel als een ton rundveemest’

‘Vergassing heeft zeker toekomst. Het is ingewikkelder

en kwetsbaarder dan vergisting, maar heeft een

hoger rendement’

05plu034_omslaggas 1305plu034_omslaggas 13 24-8-2005 14:59:4624-8-2005 14:59:46