41
Broos weerspiegeld Een portret van Kralingen

Kralingenboek_090902 1317

Embed Size (px)

Citation preview

Broos weerspiegeldEen portret van Kralingen

Samenstelling

Flip Kolet en Willem van Hest

Met bijdragen van

Joop van den BosArjan DoorgeestWillem van Hest

Manuel KneepkensFlip Kolet

Arie van der Waal

Broos weerspiegeldEen portret van Kralingen

Een portret van Kralingen | Flip Kolet

Een portret van één enkel iemand is al een hele klus, een portret van een hele wijk is dat helemaal. Het idee voor dit boekje is om met enkele andere kunstenaars een portret van Kralingen te maken, van de plekken of panden van ieders voorkeur. Getekend, geschilderd of in de vorm van een gedicht of verhaal. Het is natuurlijk het mooist als deze verhalen en gedichten gerelateerd zijn aan een bepaalde plek in Kralingen, als deze teksten ‘topografisch’ zijn, zoals het gedicht van Jan Prins over de Maas en dat van J.C. Bloem over de Amsterdamse Dapperstraat of over het bombardement van Rotterdam.

We hebben het bij Kralingen over een wijk waar chique babyboomers, kun-stenaars, studenten en allochtonen in een bonte mengelmoes bij elkaar wonen. Kralingen is zwaar getroffen in de oorlog, daarna in de periode van de stadsver-nieuwing en nog eens bij een grootschalige bodemsanering, maar de mengeling van chique en volks is gebleven. Wat we laten zien en laten lezen zijn persoonlijke indrukken, eigen visies op de mooie of lelijke plekken in ons Kralingen. Dat kan een café zijn, een winkel of een galerie. Of gewoon een fraai gebouw of een parkje. En de Kralingers zelf natuurlijk, zo divers als ze zijn. Samen het gezicht van Kralingen.

beeld Flip Kolet4 | 5

De Plasmolens | Manuel Kneepkens

De Plasmolens, piramide-geelzien toe, ochtend na ochtend

hoe ’t wit plezier van zeilboten, ’s zomersovergaat, langzaam, langzaamin de bevroren adem van schaatsers, ’s winters

Ach, Plasmolens, jullie behoren de scharlaken-rodemondschilderes Mevr. Zonsondergang

alsook haar minnaar(met takshond)ex-accountant Heer Dood!

beeld Flip Kolet6 | 7

Vijverweg | Manuel Kneepkens

Wat overblijft: weerspiegelingvan zwanen, loodwit& rimpelende vrienden, whiskydrinkendmet 18-karaats gouden brillendie zij op- en afzettenOp én af

ZweetIn hun handpalmen, zakdoeken opera buffa komischover hun rode hoofdengeknoopt

Hoe warm het was en hoe ver…

over blijven de foto’s: kussende spokentussen de ootmoed van salomonszegelen vingerhoedskruid, behoedzaamzaadverkwistend

Over blijft de smalle adem van de parkenwaarin wij

sierlijk als het paarlemoer van de Melkwegin de nacht

wuivenddwaas als de code van de karpersonder het bladerdak, schaduwrijk, van de waterlelies

Over blijftomega zon, de ondergaandein het alfabet van de takken

Laurierbladlachendritselend… om Niemand

beeld Flip Kolet8 | 9

De jogger in het Kralingse Bos | Manuel Kneepkens

Hij passeert beuk, berk, eikeen heel Kralings Boshalf

Plotsbrandt een braamstruikdwars door zijn borst

zakt hijvoorovertussen brandnetel, hondsdraf, engelwortel

on-kruid – dat hij niet heeft uitgevonden… –

Ach, Drank had hem al opgegeven!En Roken!

Heden verbreekt ook Slechte Ademhet contract

O, Rijnmond, o, Rijnmondmet je grote aktetasvol dood

met je stropdas met een Windsor-knoopvan dood

Ispahaan– olallalla! – is overal in het Kralingse Bos!

beeld Flip Kolet10 | 11

Voorschoterlaan | Manuel Kneepkens

In zulke huizen rochelt de grote eenzamekikvors, prins Hendrikin de schaduw van de gootsteen

Ben ik pluche fauteuil / perkamentenschemerlamp / aluminium rookstelonnozel & verwerpelijkHoeksteengeworden van de 19e eeuwde Bergrede, stoffig op de gang, in een verguld lijstje

Ook al glimlacht mijn navel als een zen-monniken lijkt mijn buik de Grote Stuurman Maoik behoor het ras Verleden. Definitief

Mijn stem, vergeeldeen avondblad

japans zwaardvechter kaapt

nederlands vliegtuig

In zulke straten immersspiegelt zich in alle badkamerseen koudbloedig samoeraide emaillen polsengebarsten

blauw op de rand van de waanzin

beeld Flip Kolet12 | 13

Lusthofstraat | Manuel Kneepkens

Ik wist niet dat het woord Lustzo koperrood waszo witgloeiend van huid

zo voorzien van lachrimpeltjesom kleine, scheefstaandeogen

Ik wist niet dat Godtwee kleine borsten hadalsook een hoffelijke schoot

En ik wist niet dat Zij, de Liefstehokteboven de halal slager in de Lusthofstraat

O, Lof der Zotheid…

Ik, Erasmus’ Muze L man

ik wist dat niet! Ik las de Turkenkrijg!

beeld Flip Kolet14 | 15

Ik herneem de loop | Joop van den Bos

Vanmiddag het warme licht,in rust en schaduwluwten,de zin zweeft overal.

Hoor hoe moeders stem weerklinkt,door het oude Jaffastraatje,waar kinderen tijdloos spelen.

Ik poog vergeefs nog,noem wat namen van het zingen,nu de luister uit de sluimeris herrezen.

Hoor hoe zij mij noemt,om het wonder in haar hove,nu hier kinderen spelenweer als toen.

Ik herneem de loopvan komen en gaan,door het oude straatje.Zij roept mij,wenkt mij,het luiden van de schoolbel toe.In haar lach, haar berispende vreugd.Hier waar nu kinderen spelen,nog in de droomtijd,van hun werkelijkheid.

beeld Flip Kolet16 | 17

Arboretum Trompenburg | Manuel Kneepkens

Lentesbalsemendat is wat een dichter doet…

*

Wat passen ze goed bij elkaarex-minnaar & ex-minnares…

als de neuspeuteraar bij de pioenroos!

*

Man & vrouwschilder ik onsals op een vlindervleugel

in wankel evenwicht

*

Een schram beklimt m’n beenMij passeerteen braamstruik, brandend

God, bloeden wij samen?

*

Perenbloesem: Wespwaar zijn uw steekpenningen?

*

beeld Flip Kolet18 | 19

Wat voer jij daar mee, oostenwindpaardenbloempluizenofvrijkomend plutonium?

(Wind:

Sinds wanneer schrijven jullie, Westerlingen haiku’s

sinds Hiroshima?)

*

O, Buddleia, wat kalligraferenal die dronken Dagpauwogenop je paarse lei?

Het woord Liefde?

*

Arboretum, hoe hou je het graswelig?

Minnaar, lig er met je liefste in!

*

Kikker

Het universum grijnst om mijin een heldere plons

ben ik soms A. Einstein?

*

beeld Flip Kolet20 | 21

Vingerhoedskruid

Kleine witte & rozecondoomslaat je vallen…

hoe troostrijkin het tijdperkvan de aids!

*

Merel, wat moet je toch in zwart avondkostuumin Elysium?

Dichter, ik deporteer je melancholieIk ruil ’m voor 2 regenwormen

*

Herfst. Zonnebloemenheffen hun strooien hoedenals vrolijke, oude komiekennog eenmaalWie applaudisseert? Alleen de regen…

*

beeld Flip Kolet22 | 23

Recht voor allen | Joop van den Bos

Recht voor allen!Staat er met grote lettersop nummer zeventienin de Waterloostraat.

Voor het raam zit eenbebaarde zeventiger,van het type Domela Nieuwenhuis.

Aha! Een anarchist, denk ik,nog een echte, zeker, knik ik vol begrip.Recht voor allen!Maar de man schudt aartsvaderlijk de manen.Nee meneer, zegt hij wijsgerig,zo heet onze duivenvereniging.

beeld Willem van Hest24 | 25

De Zwanen van Kralingen | Manuel Kneepkens

Zwanen zijn monogaam En wolven! En Kralingse dames? Die niet!

Iedere ochtend hoor ik hun vleugels, ruisendzonlicht, boven de tuinen van KralingenTerug van het openluchtbadOp weg naar de tennisbaan. Of andersom…

Hoor, mevr. Stanley kust mevr. Livingstone– Pom! Pom! –op de loomheid van haar gelipstickte mondo, als Mozartmuziek, zomerkoelte luchthartiggevernist…

Met de 101 Dalmatiërs van Pavlov(a)met hijgende tongverschuil ik mij dan achter een mastiekboom(of is ’t toch een steeneik?)

En ik zie ze dalen op de vijversOp de Steinway van ’t wateroppervlakbroos weerspiegeld paarlemoer

Hoe ze komen bij ’t baltsspelals hobo’s, als achtbare fagottende onderjurken spierwit opgeschorteen blinde god als dirigent

net lelies op protheses, die Lohengrin-liefsten van Kralingen

Ach, ladies Leda, met jullie donzen onderbuikenzo lustvol musicerendop minnaar… na minnaar… na minnaar…

(… en waar is Jupiter… bassist Echtgenoot?)

’Ooohh & aaahh & ooooohhhh…’

hoe Zwanen sterven

weten jullie enkel van B a l l e t

beeld Willem van Hest26 | 27

Een wandeling door de Voorschoterlaan en de Avenue Concordia: de dialoop | Flip Kolet

Op vrijdag 13 maart 2009 deed ik mee aan een zogenaamde dialoop. Ik had me tevoren amper verdiept in de bedoeling van een dergelijke loop en zag het vooral als een gelegenheid om onze wijk nog wat beter te leren kennen. Om plekken en gebouwen te ontdekken waar ik niet eerder geweest was.

Het was de bedoeling van de wandeling om al lopend met elkaar in dialoog te komen en zodoende de integratie en het wederzijds respect te bevorderen. Om de zaak op gang te brengen kregen we een lijstje met vragen die we elkaar zouden kunnen stellen.

Ik werd er een beetje verlegen van, ontdekte niet veel andere gezindten in de groep dan de mijne. We waren zo’n vijfentwintig mannen en vrouwen van veertig tot zestig, goed gekleed, ontwikkeld en sociaal vaardig. Lastig om iemand te ont-dekken met een wezenlijk andere culturele achtergrond. Ik keek naast me en zag een vriendelijke vrouw van begin vijftig.

Eer ik de kans kreeg om een praatje te maken werden we het gebouw van de Melanchtonschool binnengeloodst, door de man die de leiding had van de dialoop, dominee Peter van Helden. Binnen kregen we een uitleg van de directeur en een leerkracht over het thema integratie. De school was voor 99% zwart, het onderling begrip van de leerlingen werd bevorderd door de gezamenlijke viering van Suiker-feest, Holifeest, Kerstmis en Pasen. Maar men wilde wel wat meer witte kinderen op school.

Van buiten had ik al gezien hoe mooi het gebouw was, in de schoolstijl van de jaren dertig. Eersteklas gevelarchitectuur met smaakvolle metselwerkdetails. Een fraaie lichtgele steen met verzorgd voegwerk.

Nu dwaalden mijn ogen binnen rond. Je kon goed zien dat de gebruikers onge-nadig met het oorspronkelijke interieur waren omgesprongen. Boven me zag ik hetzelfde goedkope systeemplafond als in de kleine buurtwoningen. Aan het eind van het kantineachtige zaaltje (misschien ooit een klaslokaal) was een wand met kastjes, met kluisjes met slotjes. Gemaakt door de conciërge? De deurtjes hadden felle Gammakleuren, die niets van doen hadden met de overige kleuren. Geen ge-

beelden Willem van Hest28 | 29

zicht. Culturen bijeenbrengen, oké, maar let een beetje op de kleur van de verf. Ik werd ruw in mijn overpeinzingen gestoord toen ik de directeur de wens te kennen hoorde geven dat het schoolgebouw maar gauw gesloopt zou worden om plaats te maken voor vervangende nieuwbouw. Wat zonde, dacht ik.

De tocht ging verder. Dominee Peter van Helden voerde de groep aan met een vlag in alle kleuren van de regenboog, met daarop in grijze letters het woord pace. Het deed me denken aan vroeger, toen we meeliepen met optochten van de wan-delvereniging, op Koninginnedag, van sportvereniging of padvinderij. Vooral als de fanfare vooropging, haastte je je om een plekje vooraan te bemachtigen en een stukje mee te lopen. Dicht bij de vlag. Het maakte niet uit van welk gezindte je was. Nu lopen alleen nog voetbalsupporters met de vlag van hun club naar het stadion, om daar de dialoog aan te gaan, met gezang en ongezouten spreekkoren.

Bij het hofje van Uit Liefde En Voorzorg (voormalig hofje Gerrit de Koker) kreeg ik meteen een vredig gevoel: een oase van rust. Ze wisten vroeger wel hoe ze een rus-tige omgeving moesten bouwen. Het hofje is fijnzinnig gerestaureerd en voorzien van een mooie tuin. Goed voor de sociale contacten, tijd voor een praatje. Even een sigaretje erbij, lekker windstil. Mijn buurman vraagt ook een sigaret. We praten wat over het hofje. Als we uit gerookt zijn vertrekt hij weer. Hij was niet iemand van onze groep, maar gewoon iemand van de straat die om iets te roken verlegen zat. De tocht ging verder.

Een half jaar geleden liep ik eens langs het kerkje toen dat uitkwam. Een grote groep Surinamers schoolde samen bij de uitgang. Het geheel maakte een hartelijke en ontspannen indruk. Die sfeer trof ik nu weer. Na een korte introductie werden we uitgenodigd in de huiskamerachtige ruimte naast het kerkje, voor een soort kof-fietafel, maar dan met gemberbier en orchata, amandelmelk. Een kerk waar je geen moeite hoeft te doen om erbij te horen, zo leek me. De tocht ging verder.

Buurthuis Het Knooppunt aan de Waterloostraat. Nieuwe architectuur in vrolijke pasteltinten. Alsof de ijscoman is langs geweest bij de kleurkeuze: pistache, straci-atella, lemone, azurri, etcetera. Echt jaren negentig: alles vriendelijk, prettig, open minded, zelfs een beetje intercultureel. Maar tegelijkertijd onbestemd – er had ook een politiepost in het gebouw kunnen zitten of een school. De toelichting staafde dit: er huisde een kinderdagverblijf in, en een balletschool. Buurthuizen gingen met hun tijd mee. Ze moeten wel, afhankelijk van gemeentelijke subsidies als ze zijn, waarbij de overheid ook voortdurend blijk geeft van andere wensen en voorkeuren. Vrouwenwerk, het troetelkindje van de jaren tachtig, was afgeschaft en ingeruild voor koken en handwerken voor migranten. Migranten heetten ook geen migran-ten meer, maar doelgroepen. Ik was het spoor af en toe bijster, maar de ouderwetse gezelligheid en gastvrijheid die buurthuizen kenmerkt, was er gelukkig nog steeds.

beeld Flip Kolet30 | 31

De regenboog | Joop van den Bos

Op het Oostplein staat mijn vadermet de Rode tribune.Het beloofde land in zijn ogen,de heilstaat,een hemel op aarde.Het regende die middageen zware zoelte,de glinsterende zon op de keien.Dag vader, zei ik, maar hij hoorde me niet.Ik moet brood gaan halen, vader,moeder vraagt of u komt eten.Maar hij hoorde me niet,hij droomt, hij is er niet.En alles is vreemd in het tegenlichtvan de wonderlijke regenboog,de gloed, de weerschijn, alles is vreemd.Hij wenkte dat hij zal komen,hij wenkt dat ik moet gaan.

beeld Willem van Hest32 | 33

De voddenman | Joop van den Bos

Laat me nog één keerde dood van de voddenman noemen,De Leeuw was zijn naam.Nu hier in Kralingen-Westnieuwe huizen zijn gebouwd.En hoe hij zich verhingin zijn pakhuis aan de Vlietkaom aan deportatie te ontkomen.En de schok toen wij kinderen hem vonden,naast hem zijn huilende hond.

Te elfder ure | Joop van den Bos

Geen glorie nog op de Kralingsespiegelplas hier in morgenvroegte.De zilvering is te bleekte wit van glinster,in neveldauw,onbewogen.

Maar in de schoonheid die zichzelve zelftrangschikt, ontpopt, openbaarthet wonder van de tweede geboorte,fladdert vlinderend rond.

De krekel sjirpt de zielslier van Orpheusdaar op de kinderboerderij:te elfder ure.

Daar waar de bruine regenwormencyclusin een matriarchale bevruchting verblijft,nog in die neerslag ondergronds.O, spiegelplas in drasmoeras.

beelden Flip Kolet34 | 35

Zie ik Leda daar | Joop van den Bos

De gladde spiegelplas in glans te zweefdaagt in windstille zwanghaar badende schitter.

Goudgloed sponne ginder roodin rossig aanzien zo,adem mijmer.Maar zie ik daar Leda uit nevele doemen,is zij het?

Haar zwanen zijn er al.Hoe verluchtigt zij het landschaprank en vleugelvoetig.

Deel je de schoonheid met de zwaanmijn lief, in jouw omarming zo besloten.Ben je jezelf genoeg?Verdroom je de vloeiende voortganghet zielsbeeld,onraakbaarniet te schenden!

Eens mocht ik jouw zwaan zijnkoel en Apollinisch weet je nog?Hoe mocht ik toen jouw schone zijnbeminnen, wezensecht.

Je vlocht een kroon voor mijvan laurier en wilgetwijge.

Je kijkt naar me.Maar je ziet me niet eens,zo ga je mij voorbij, wat statig tussen de zwanen.

Weet je nog dat je me liefhad, Leda?

Hier bij de twee molens van de plasjouw eigen zwanenmeer.

beeld Flip Kolet36 | 37

De Kralingse Plas en het Kralingse Bos | Willem van Hest

Mijn eerste herinneringen aan Kralingen hebben met mijn tante te maken. Tante Corrie, de enige echte zus van mijn moeder, woonde op twee adressen aan de Jeri-cholaan. Tante Corrie is er al jaren niet meer.

Die enige echte zus van mijn moeder was een nogal stugge vrouw die op haar manier toch erg op ons gesteld was. Daarom bezochten we haar regelmatig, op zondagmiddag. Daar hoorde altijd een lange wandeling door het bos bij.

Dat vonden mijn broertjes en ik meestal nogal saai, want we moesten rustig meelopen, tot we bij het hertenkamp kwamen. Onder de bomen zaten we op een bankje en dan waren daar de eekhoorntjes, toch wel de leukste en liefste diertjes van de hele wereld. Sierlijk, beweeglijk en met zo’n grote donzige knuffelstaart. Als er sneeuw lag, en het lijkt nu wel of dat elk jaar raak was, gleden we met duizeling-wekkende snelheid op de slee van de helling vlakbij, langs de witte, stenen peli-kaan.

Later mocht ik zonder mijn ouders. Dan fietste ik met vriendjes heel Rotterdam door (wij woonden aan de andere kant van de stad, bij de Nieuwe Binnenweg), om van de leuning van de bruggetjes aan de plas in het water te springen.

Maar de mooiste herinnering was het legendarische popfestival. ‘This is the dawnin’ of the age of aquarius’. Met zijn tienduizenden zaten we bij elkaar in het gras, luisterden naar Santana, Jefferson Airplane, The Byrds, Soft Machine en Pink Floyd en hoefden verder helemaal niks meer. We waren compleet geworden, het was alsof er een nieuwe wereld was geboren, alsof het paradijs was aangebroken.

Nu nog zijn het bos en de plas mijn favoriete plekken. Ik loop mijn rondjes om de plas en soms dwaal ik door het bos. Van mei tot oktober zwem ik bij het strandbad. Omringd door het groen, de futen en de aalscholvers. Af en toe flitst zelfs het licht-blauw van het ijsvogeltje langs me over het water.

beeld Willem van Hest38 | 39

Popfestival | Joop van den Bos

Dit is de nieuwe mens dacht iktoen op het Kralingse popfestival.Wat waren zij mooi in de bevlieging,vluchtig mooi van zijn,van liefde, levende liefdein de verwezenlijking.Ja een heuse orgie, zij waren het echt!

Het Kralingse Bos was de Hof van Eden;les enfants du paradis!Een minnetuin,een heerlijke sponde, volmaakt,schier volmaakt!Het woord was vleesgeworden muziek,vervoering. Extase!En de boom der kennis klankteals een waaier over hen,in een onmiddellijk weten van de ziel,van levende psyche!

Zo lijfelijk van geest, het feest.Ja dat is het geweest.

Het was feestvan water in wijn,van heilige geest!

beeld Flip Kolet40 | 41

Vredenoord | Joop van den Bos

Het is zaterdagmorgen zeven uur zeven,ik laat de hond uit.Op de Vredenoordlaan fietst een jongenmet op zijn fietstas het woordje trouw.

Maar ook de vishandelaar frits ruyst zich daar al;evenals de herenkapper.

En op het gebouw van het leger des heils staat:God is er ook voor u!En omdat de Gerdesiabomen geurenis het ook zo,is het inderdaad paradijselijk.

Maar vliegen daar agaatvlindersop het Vredenoordplein?

Het is zaterdagmorgen zeven uur zevenentwintigik sta voor jouw zijraam Hélène Swarth,hier in Vredenoord.Inderdaad een vredig oord!

beeld Willem van Hest42 | 43

De Vredenoordkade | Willem van Hest

Op de Vredenoordkade is mijn leven in Kralingen begonnen. Na ruim twintig jaar Binnenweg en Mathenesserweg, Hoboken, Exit, de Ballons en Dizzy werd het de Boezembrug, De Pui en het Kralingse Bos. Na de middelbare school werd het de kunstacademie en na mijn ouders en mijn broers werd het Hannie. We stapten het stadhuis op de Coolsingel binnen, want er waren nog geen deelgemeenten. We hingen een zielig verhaal op tegen een mevrouw achter een balie en kregen zonder moeilijke vragen de sleutels van een voor-, tussen- en achterwoning op de Vredenoordkade, een huisje onder de huurwaarde op de tweede verdieping. Dat pand staat er niet meer. Net als mijn ouderlijk huis is het gesloopt. De huizen aan de overkant van de Boezem zijn ook vervangen door nieuwbouw. Maar de brug, de bomen en het water waar ik op uitkeek, vlak bij het café waar ik wel eens wat ging drinken, en dat ook met grond gelijk is gemaakt, kijk, die mooie brug is er nog.

beeld Willem van Hest44 | 45

De Lambertuskerk | Willem van Hest

De Lambertuskerk ligt in een bocht van de Oostzeedijk Beneden of, zoals de echte oude Kralingers zeggen: de Lage Oostzeedijk. In het groen, slank neogotisch, alsof hij er al vanaf de Middeleeuwen staat. Ik stond daar jaren geleden voor het altaar en probeerde iets over mijn vader te zeggen die achter me in een kist lag. Maar er kwam alleen een snik.

Ik vind het een mooie kerk, mooier dan de kerk waar ik veel vaker kwam, noodge-dwongen. Die kerk staat aan de Mathenesserlaan, vlak bij waar ik de eerste twintig jaar van mijn leven doorbracht.

De Lambertuskerk doet me soms aan die vroege jaren denken, toen ik minimaal één keer per week de mis bezocht. Meestal zie ik hem als ik weer in Rotterdam te-rugkom, na een reis. Na de Brienenoordbrug en de brede, drukke wegen Kralingen in. Dan is er die afslag, de dijk af, en dan is daar dat smalle kronkelige weggetje, dan zijn daar de bomen, het gras, een watertje en de Lambertuskerk.

beeld Willem van Hest46 | 47

De boer boer ode | Joop van den Bos

Bij boer boer daar toen in de Esch.(Het is nu een moeras, vol bosgewasmet schapen vol licht en leven,dankzij herder Arie Hallensleben.)Mocht ik in de hongerwinterde laatste aardappels vlooien,nalezen,narooien.Vandaar, o, die boer boer in mij nog steedstoujoursgeprezen!

Met een zak vol aardappels ging ikjuichend naar huis,met m’n kop onder de hoofdluis,en al die feestvreugd thuis.Die mij nu nog heugt.

We hebben niet gegeten,maar gevreten.

En drie avonden met een volle maagbij kaarslicht gezeten.

beeld Flip Kolet48 | 49

Avenue Concordia (1) | Flip Kolet

Het was vroeger de gewoonte om boeken van een ex libris te voorzien dat iets vertelde over de eigenaar ervan. In de boeken die ik van mijn vader erfde, is het ex libris kort en zakelijk:

Avenue Concordia 126Rotterdam

Tel. 20618 Giro 367125

Dat huis aan de Avenue Concordia staat er nog, gebouwd voor de betere stand, waartoe mijn grootouders blijkbaar behoorden. Als ik op bezoek ging, was ik altijd onder de indruk van het meubilair en van de schilderijen. En van de boeken die ze hadden. Misschien wel gekocht bij Boekhandel Amesz, bedacht ik later.

Een tweedelige uitgave, Wonderen der Wereld, met foto’s van radiolaren (lichtge-vend plankton). En een fotoboek over de Boerenoorlog. Boeken van een paar kilo.

Zelfs het speelgoed dat we voorgeschoteld kregen, was chique: een bouwdoos met zandstenen blokjes, pilaren, timpanen en bogen.

De stijl van de 19e eeuw, de stijl van de Avenue Concordia, zoals ik me later reali-seerde.

Ondertussen schonk oma ranja in sierlijke limonadeglazen. Omdat ze niet van koud hield, had ze de limonade een beetje opgewarmd met warm water uit de geiser. Uit beleefdheid dronken we het toch maar op. Voor zo veel deftigheid moest je maar iets overhebben.

beeld Flip Kolet50 | 51

Avenue Concordia (2) | Flip Kolet

De glorieuze naam van de Avenue is ontleend aan de bouwonderneming die in 1895 het project voor twee deftige lanen op zich nam: Avenue Alexander, later Voorschoterlaan geheten en Avenue Concordia. Beide avenues werden ontwor-pen om te kunnen voldoen aan de wensen van de betere stand van die tijd. Naar het voorbeeld van de eerder ontwikkelde Jericholaan zou het gaan om lanen van dertig meter breed, met een verhoogd middenpad, met bomen aan weerszijden daarvan. Omdat bestrating in het Kralingen van die tijd allerminst vanzelfsprekend was, moest ook die het aanzien verhogen.

De verbinding met de reeds bestaande Waterloostraat zou het cachet van de Ave-nue kunnen verminderen. Daarom werden de dwarsverbindingen met de straatjes afgezet door muurtjes. Ook de volkse winkels aan de Oudedijk en de Lusthofstraat wenste men niet in de Avenues. Alleen de dokter van de Oudedijk mocht er zich vestigen met een apotheek. Daar was nog heel wat over te doen, omdat het plan 10 cm buiten de voorgeschreven rooilijn was gebouwd. Wat het particuliere initiatief anno 1895 niet voor elkaar kreeg om zich behaaglijk te kunnen vestigen! De bouw-voorschriften van de Woningwet van 1901 bestonden nog niet, om maar te zwijgen van bouwverordeningen.

Al met al mogen we niet klagen over de erfenis van deze particuliere bouwonder-neming Concordia. De gemeente Kralingen was nog zelfstandig, maar dat zou niet lang meer duren. Veel nieuwe initiatieven waren van haar kant niet te verwachten. De kosten van openbare werken vielen voor een kleine gemeente moeilijk op te brengen. Daartoe was de gemeente Rotterdam beter in staat. Per project werden afspraken gemaakt over de financiering, waarbij Rotterdam zijn eigen eisen stelde.

Uiteindelijk annexeerde Rotterdam Kralingen in zijn geheel. Kralingen was inte-ressant voor Rotterdam, met relatief veel goedkope bouwgrond in de vorm van in onbruik geraakte buitens. De bebouwing rond park Rozenburg is daar een voor-beeld van.

beeld Flip Kolet52 | 53

Locus Publicus | Flip Kolet

Aan de kop van de Oostzeedijk, hoek Oostplein, is een café gevestigd dat vroeger aan de overkant opereerde, aan de Beneden Oostzeedijk. Dat is eigenlijk het enige wat is veranderd. Men draait er wel muziek, maar alleen klassiek. Men schenkt er pelpinda’s en de doppen daarvan mogen, nee moeten op de grond worden ge-gooid. Dat zorgt voor knisperende geluiden, als bij een witte kerst. Nog steeds wordt het etablissement voornamelijk gefrequenteerd door studenten rechten en economie. De naam Locus publicus komt van de oude Romeinen, ‘publieke plaats’. Het intrigerende uithangbord belooft allerhande soorten bier en die belofte wordt binnen waargemaakt. Tweehonderd soorten, waarvan twaalf van het vat. Alles gaat over de tong bij zo’n overvloed aan bier. Locus Publicus is een begrip in dorstig Kralingen. Maar wie kan haarfijn het verschil uitleggen tussen een dubbel en een tripel, een trappist en een abdijbier? Evengoed: proost!

beeld Flip Kolet54 | 55

De vijver | Flip Kolet

Zondag 10 mei 2009 13.06 uur

Ik bevind mij in het rijkste deel van Kralingen. Hier wonen de geslaagde onderne-mers die in alle rust in hun weelde lijken te baden. Met smaak gekozen auto’s op straat. Welgevormde tuinen die zo mee in een tuinmagazine kunnen of zich open kunnen stellen op de verborgen-tuinendag.

Onderweg naar de plek waar ik wil gaan tekenen tref ik al een jonge ondernemer aan die limonade uitvent op straat. ‘Lekkere limonade, vijftig cent’, roept hij telkens, terwijl ik toch de enige ben in de hele omgeving die het kan horen. ‘Straks mis-schien’, antwoord ik. Eerst een goed tekenplekje vinden.

Dat is elke keer een lastige klus: midden op straat kan niet, het moet wel scha-duwrijk zijn, anders krijg ik de felle zon op papier. En ik moet ook nog een beetje mooie compositie hebben. Ik zie af van de grote vijver omdat dat net een gete-kende ansicht gaat worden, met de Lambertuskerk in tegenlicht, dus ik neem de kleine vijver. De jongen met de limonade houdt het voor gezien. Even later komt zijn vader poolshoogte nemen. ‘Is dit een of ander project’, vraagt hij.

Ik leg hem uit wat de bedoeling is. ‘O,’ zegt hij, ‘dat is leuk, maar ik heb het druk, dus ik moet weer verder.’ Ik ben nog maar net op gang of er komen een paar kinde-ren met visgerei en een schepnetje aan. Het lukt ze niet om iets boven water te krij-gen. Dan maar het roeibootje van de buurvrouw geleend. Daar blijven ze eindeloos mee spelen. Als ze uitgekeken zijn op hun bootje, heb ik mijn tekening klaar. De rust keert weer op de vijver. Het water is weer even vlak als voorheen.

beeld Flip Kolet56 | 57

De zeilles | Flip Kolet

Kralingse Plas, zondag 10 mei 2009 11.34 uur

Als ik aan kom rijden zie ik dat het terras van De Tuin al vol zit en dat het fietspad al wemelt van de joggers, rollerskaters en wandelaars. Het wordt lastig om een rustig plekje te vinden waar ik op mijn gemak kan gaan tekenen. Alle stoelen en bankjes zijn bezet, zo ver ik kan kijken. Gelukkig vind ik iets naast een van de Plasmolens, weliswaar tussen de wilgen en het onkruid, maar dat is geen probleem. Terwijl ik me aan het installeren ben, word ik nadrukkelijk gegroet door een heer die contact zoekt, maar duidelijk niet over mijn tekeningen. Ik troost mij met de gedachte dat ik blijkbaar nog in trek ben.

Als ik ga tekenen zie ik de bootjes van Van Gent aan de steiger midden op de plas. Het ene zeiltje na het andere gaat omhoog. Rank gekromde mastjes. Het zijn niet meer dan fors uitgevallen surfplanken met een sierlijke romp van geel polyes-ter. Midden op de steiger staat een volwassen man met een zwemvest. Ik hoor af en toe een aanwijzing over het water schallen: ‘Tegen de wind in aanleggen… Ja, die kant op is tegen de wind in…’

Zodra de bootjes weer los zijn van de steiger neemt een andere instructeur in een rubberboot het over. Ik kan niet horen wat zijn instructies zijn, maar wel zien aan het gedrag van de bootjes: ze gaan een voor een overstag als de rubberboot langskomt. De bootjes reageren als een veertje op de wind en de aanwijzingen van de instructeur. Het lijkt wel een dans op het water. De schoonheid van een zeilklas.

beeld Flip Kolet58 | 59

De wachters | Flip Kolet

Als de wind weg is, wachten ze in stilte. Op een molenaar of op een stuurman. De ebbenhouten molen met het geduld van eeuwen. Daarnaast twee ivoren jachtjes, rank en roerloos op het water. De lijnen krommen sierlijk om wat ik teken, handge-maakte vormen. De wereld van de strakke dozen is ver weg. In de verte vaag een torenflat. Klein lustoord aan de oevers van een plas. Verwachtingsvol.

beeld Flip Kolet60 | 61

Het Libanon | Flip Kolet

De poort van het gebouw is afgesloten met een stalen hek. Het gebouw oogt als een sombere wachter. Verderop spelen wat kinderen in het parkje. Voor het overige zijn er geen leerlingen te zien, want het is zondag. Half Kralingen is uitgelopen naar de Kralingse Plas, met het mooie weer.

In 2009 bestaat het Libanonlyceum 100 jaar. Het gebouw waar we nu tegenaan kijken is nog niet zo oud. Het is gebouwd in 1921, als meisjes-hbs. Het gebouw van de jongens-hbs aan de Ramlehweg is nog ouder, van 1913. Beide schoolgebouwen zijn ontworpen door de architect Granpré Molière en hebben Jugendstilelementen.

Het Libanonlyceum heeft een lange geschiedenis. De twee meisjes die naast de ingang zijn afgebeeld, zullen daar wel mee te maken hebben. Een van die meisjes die de school in 1929 voor het eerst bezochten, was mijn moeder. Erg vooruitstre-vend voor die tijd. Mijn vader bezocht het andere gebouw, aan de Ramlehweg. Zo is het gekomen. De vriendschappen van de schooljeugd. Voor mijn familie een gunstige samenloop van omstandigheden. Veel later bezochten mijn beide doch-ters dezelfde school.

De ingang van de school ziet eruit als een opengesperde mond die leerlingen lijkt te verzwelgen. Er moeten tienduizenden leerlingen door die poort gegaan zijn. Het gebouw oogt strenger dan zijn leerprogramma van tegenwoordig, dat volgens de website erg aardig voor leerlingen is.

beeld Flip Kolet62 | 63

De Jericholaan | Flip Kolet

De statige platanen leunen licht naar elkaar. Ze vormen een mooi venster op de Kralingse Plas. De schaduwplekken op het gras omlijsten het beeld. In tegenstel-ling tot de rustige laan verkeert de Kralingse Plas op een zonnige dag als deze in opperste staat van bedrijvigheid. Alles wat varen kan, komt voorbij, van statige kajuitzeiljachten tot ranke piraatjes.

De plaats Jericho, de oude bijbelse stad, ligt dicht bij de Dode Zee en staat onder Palestijns bestuur. Ze is talloze malen verwoest en weer opgebouwd. Gelukkig is de Jericholaan dit lot bespaard gebleven. Hier heerst een en al rust.

beeld Flip Kolet66 | 67

De watertoren | Willem van Hest

Jaren geleden schilderde ik overdag in mijn atelier aan de Feijenoordkade in Rotter-dam-Zuid. Af en toe schreef ik wat, vaak over wat ik schilderde, in mijn schilders-dagboek. Als ik uit het raam keek, zag ik het water van de Maas, met Kralingen aan de overkant. Daar, helemaal in het oostelijke deel, dat nu De Esch heet maar toen nog ‘dwl-terrein’, drinkwaterleidingterrein, stond de watertoren. Daar zit nu, sinds de watertoren geen watertoren meer is, een restaurant.

In de tijd dat ik tekende en schilderde in Feijenoord, werkte ik daar een paar avonden als gastheer. Het verhaal gaat dat het niet veel gescheeld heeft of alle oude bebouwing was gesloopt. Het was in Rotterdam lange tijd de gewoonte om alles wat het Duitse bombardement overleefd had en wat geen duidelijke functie meer had maar af te breken. Triest dieptepunt was de Koninginnekerk waar de Rot-terdamse bevolking destijds één miljoen gulden voor bij elkaar bracht en die toch tegen de vlakte ging. Er schijnen zelfs plannen te zijn geweest om na de oorlog alleen de toren van de Laurenskerk te laten staan. Rotterdam is altijd erg gericht geweest op de toekomst.

Terug naar het gebied dat toen dus dwl-terrein heette. De watertoren en de meeste omringende gebouwen zijn gebouwd in een tijd dat het zogenaamde oriëntalisme ook in de architectuur opgang maakte. Islamitische bouwelementen als de hoefijzerboog zijn daar bijvoorbeeld veelvuldig in de ramen en deuren terug te vinden.

Het is te danken aan een groep krakers, die het gebied een tijd lang Utopia noem-den, dat de waterbassins met de kleine en een aantal grotere gebouwen de kern zijn gaan vormen van een Kralingse wijk met de watertoren als trots middelpunt.

beeld Willem van Hest68 | 69

Oostzeedijk Beneden | Arjan Doorgeest

Op deze plek werden op 3 april 194520 mensen gefusilleerdonder wie een jongen van 17 jaar.God hebbe zijn ziel,maar het was meer de duiveldie hem daar bracht als toevallige passantop die middag,zijn land op iets meer dan 30 dagen na bevrijd.

’k Zag jarenlang, vanaf mijn kindertijdeen wit kruis zonder plaquetteen wist niet wat hier was geschied.‘Voor hen die vielen’maar ’t was mij onbekend wie hier viel.Totdat ik de grootvader van mijn vrouw in de keuken van zijn voormalige huis hoorde zeggen:‘Na afloop moest je gaan kijken,je werd gedwongen er langs te lopen,die neergeschoten mensen te aanschouwen,hele drommen mensen werden er verplichtlangs geleid.’Toen de oude man deze woorden had gesprokenis het gaan spreken voor mij.

Nu houd ik mijn pas inbij het betreden van dit stuk Kralingen,of minder ik soms vaart op de fiets.Voor mijn ogen verschijnt een zwart-grijs-witte foto,enigszins uitgebleekt,van mensen half over elkaar liggend in de holte van dit stuk dijk.In gedachten zie ik hen soms voor mepal naast het huis van God – de Lambertuskerk.Onvoldoende getroostdoor half verlepte kransenin de eerste dagen na de vierde dag in mei.

beeld Arie van der Waal70 | 71

De lanen van Kralingen | Arjan Doorgeest

De lanen met hun voorname huizengebouwd in een tijd dat een huis nog een half kasteeltje was.Ik verbaas me over hun gemetseldeen ten dele met wit stucwerk afgezette gevels,het uitbundig gebruik van houtdat toen nog voor een habbekrats verkrijgbaar was.Waan me in een ver verledendeze plekken hebben iets eeuwigs,de tijd waarin het leven nog majestueusen diep in zichzelf in orde was.

De lanen van oud Kralingenvoorname schoonheid.De bomen – kastanjes en platanen –van iedere vorm van ongeduldcompleet wars.Statige schoonheid – brede straten.De fotograaf in 1920drukte nauwelijks een ander plaatjedan zijn collega van vandaag de dag af.

Voorname schoonheid.Ik wou – vanmiddag opnieuw –dat heel de wereldals de lanen van Kralingen was.

Alles in orde, roerloos, statig.Het verval heeft deze buurt nooit aangeraakt.Alles van waardestaat hier mooi te wezen – wijkt niet.Schoonheid die genoeg heeft aan haar eigen pracht.De vijver bij de Slotlaan,het geboomte langs de lanen.De huizen iets verderop gelegendie uitkijken als bruidjes over de plas.

beeld Arie van der Waal72 | 73

Rudolf Mees Instituut – Witte Hertstraat | Arjan Doorgeest

Op het schoolpleinlopen de kinderen te gebaren,ze versnijden met hun armen en handen de lucht.Ik zie verweesde vogels, kwartels die op willen stijgen,maar ze komen niet los van de gronden op deze manierwordt het met hun leventjes niets.De kinderen van de gebarenvoor wie er geen communicatie – geen hoop meer is.De jonkies op het plein van Amman.Mijn dochter is één van henhaar lot is lastig en triest.Van achter het hek hoor ik klankijlende kinderstemmenen volg de gebarende kleutersvoor wie er geen geluid – slechts stilte is.De kinderen op het plein van Amman.Ik wil dit niet – aanvaard dit niet.Niet hier en niet dit,raast het door mijn bovenkamer.Ik wou dat zij horenden ergens anders was.Het schoolplein met de gebaren.Ergens ging het met hen, met haar afschuwelijk mis.En het ergste:ik weet dat het irreparabel is.

beeld Arie van der Waal74 | 75

Heemtuin – Kralingse Bos | Arjan Doorgeest

In de heemtuinmijn verloren paradijs hervonden:pril voorjaarsgebladerte, stilte,het doorzichtige water van het kreekjedat uitmondt in de plas.Wat ik hier zie, waande ik verlorendoet me denken aan de dagdat ik nog goed, geheel in orde was.Het leven is een teloorgangvan gezondheid, onschuld en idealen.Alles wat je dierbaar was,ligt bij de vuile was.Aan de horizon leeft de zondede mega-stad voor wiezuiverheid en onbezoedeldheidslechts een grap, een bizarre woordspeling was.

’k Hoor de vogels tjilpenen wou dat er een wegterug het verleden in was.Maar die weg bestaat niet.Wat kapot is, ligt aan scherven.De opgesoupeerde tijd is moordend hard.’k Wou dat er spontane heling genezingvan het meest elementaire was.Die moet er zijn en ’t liefstzonder die ellendige draaideur te betredenwaar ik nu geestelijk nog niet doorheen wil,voor geen kilo in pas.

beeld Arie van der Waal76 | 77

Ik denk aan de man uit Nazarethen hoop hem in de verte te zien,op het water van de plas.Maar hij is er nieten ik denk aan mijn kindertijdtoen alles nog goeden ik in orde was.

Een heemtuin op dinsdagmiddag.

Ik wou dat er ergens voor mijvoor iedereen een oplossing was.Maar die is er nieten ik zoek tevergeefs naar de beeltenisvan de jonge man uit Nazarethwandelend over de plas.De man die kon genezen.Maar hij komt niet op mijn pad.

Joop van den Bos (1928) – dichter. Groeide op in Kralingen, bokste in Crooswijk. Beïnvloed door filosoof en vrijdenker Jan Börger en Anton Constandse. Rotterdam is altijd het decor van zijn gedichten.

Arjan Doorgeest (1961) – dichter, beeldend kunstenaar (tekeningen, schilderijen, fotografie). Zoekt als dichter maximale zeggingskracht met minimale woorden.

Willem van Hest (1953) – beeldend kunstenaar (schilderijen, tekeningen, zeefdruk-ken ). Hij schrijft dagboeken, brieven, interviews, portretten en artikelen. Hij ge-bruikt fotografie, teksten en film in exposities en manifestaties. Zijn onderwerpen: de mens, Rotterdam.

Manuel Kneepkens (1942) – dichter , schrijver, oud-politicus en beeldend kunste-naar. Schrijft aan een sleutelroman over de recente geschiedenis van Rotterdam.

Flip Kolet (1948) – stedenbouwkundige en beeldend kunstenaar. Tekent het liefst direct naar de natuur tijdens zijn omzwervingen door de stad.

Arie van der Waal (1951) – fotograaf. Werkt ook met video, taal en geluid en mag graag dingen vereenvoudigen of weglaten.

Deze uitgave kwam mede tot stand dankzij bijdragen van:Deelgemeente Kralingen-CrooswijkStichting Bevordering van Volkskracht

© 2009 uitgeverij DouaneHet copyright op de teksten en afbeeldingen berust bij de schrijvers en kunstenaars

redactie Arie van der Enteindredactie Astrid Koelemeijerontwerp omslag Gereon Bargemanontwerp binnenwerk de rotterdamse schrijffabriek

illustraties omslag en pagina 2 Flip Koletfoto’s pagina’s 66-67 en 78 Arie van der Waaldruk Opolgraf, Polen

isbn 978-90-72247-23-0nur 306, 521, 646

www.uitgeverijdouane.nl