8
willen of niet: willen of niet ? Klasse voor 01:97 Jongeren Klasse voor 01:97 Jongeren

Klasse voor Jongeren 1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Citation preview

Page 1: Klasse voor Jongeren 1

willen of niet:willen of niet?

Klasse voor 01:97 JongerenKlasse voor 01:97 Jongeren

Page 2: Klasse voor Jongeren 1

DIT BLAD IS GRATIS: VERDACHT! Je kan dit blad meteen weggooien. Je kan

dit blad meteen weggooien. Je kan er ook iets mee DOEN. (Wie zelf geen vliegertjes kan

vouwen krijgt er een handleiding bij.) Niet alle leerlingen krijgen dit blad. Jouw school heeft het aangevraagd bij de redactie van KLASSE. Die gasten maken drie bladen: 1. KLASSE VOOR

LEERKRACHTEN. Alle 150.000 Vlaamse leraars (dus ook àl jouw leraars) krijgen dat

tijdschrift. Ze lezen er elke maand in wat er leeft in de wereld van het onderwijs. Niet niks, hé ?! 2. KLASSE VOOR OUDERS. Steeds meer worden ouders bij het beleid van de school betrokken. Ze zitten in raden

en comités of denken en praten gewoon mee over de school. Scholen die dat belangrijk

vinden kunnen een gratis nieuwsbrief krijgen voor alle ouders van leerlingen tot en met de eerste graad secundair onderwijs. Meer dan 600.000 ouders krijgen elke maand hun eigen KLASSE. Ziet er heel anders uit.

3. KLASSE VOOR JONGEREN. Prima dat leer-krachten en ouders goed geïnformeerd worden.

Maar eigenlijk draait het toch om de leerlingen. Klopt. Daarom is er nu ook deze krant voor leerlingen van de tweede en derde graad secundair on-derwijs. Jouw school vindt het belangrijk dat je mee-denkt en mee-praat.

Daarom heeft ze dit blad ook aangevraagd. (Zo zegt ze toch.) Niet alle scholen doen dat. Tot nu toe doen XXXX scholen mee. Samen goed voor XXXXXX leerlingen. Deuren openen kan enkel met goede scharnieren, dàt weet ook KLASSE. In iedere publicatie vind je elke maand zo’n scharnierartikel. Zo hebben we het bijvoorbeeld zowel in Klasse voor Leerkrachten, Ouders en Leerlingen in het januarinummer over ‘straf’. Hetzelfde onderwerp én toch anders. Misschien verwacht je dat niet, maar deze krant wordt uitgegeven door het ministerie van Onderwijs (dat heet tegenwoordig gewoon

departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap). Dit blad wordt geschreven door onafhankelijke journalisten en door jonge medewerkers uit vele Vlaamse scholen. Als jij het goed vindt, staan we er elke maand opnieuw met een krant die lééft, werkt, bibbert, snikt, bliksemt en dondert. Zoals een mens dus. (Is een leerling een mens?)

400 150.000

A F Z I E N WO R D T B E L O O N D

We winnen. Voor wiskunde scoren de Vlaamse leerlingen het hoogst in Europa. We staan zelfs vijfde op de

wereldranglijst (na Singapore, Zuid-Korea, Japan en Hong-Kong). Ook voor wetenschappen, aardrijkskunde,

fysica en biologie halen de Vlaamse leerlingen schitterende resultaten. Wij kijken daar niet echt van op. Die

internationale onderzoekers weten zeker niet hoe hard wij moeten werken? Ze hebben 41 landen met elkaar

vergeleken. Amerika en Engeland zitten zelfs onder het gemiddelde. Bovendien is er bij ons bijna geen verschil

tussen jongens en meisjes (al zijn de jongens iets beter in wetenschappen en de meisjes in wiskunde). In veel

andere landen krijgen meisjes niet dezelfde kansen als jongens en scoren ze dus ook lager. Voor één keer

werden niet alleen de leerlingen getest en ondervraagd maar ook de leerkrachten. En samen hebben we het

dus gehaald. De resultaten voor Nederlands hebben ze niet onderzocht. Wedden dat we dat ook beter spreken

dan de Amerikanen?

Page 3: Klasse voor Jongeren 1

Drie keer zoveel slapen Ze hebben het precies geteld. In het secundair onderwijs zitten wij in België gemiddeld 987 uren per jaar op de schoolbank. Dat is 11% van het totaal aantal uren. Wie acht uur per dag slaapt brengt op een jaar tijd drie keer zoveel tijd door in zijn bed dan op school: zo’n 33%. En dan hebben ze niet eens de uren meegeteld waarop we gewoonweg slapen op school. In Nederland (1067 uren) en Frankrijk (1026 uren) zitten ze langer op school. In Duitsland (960 uren) iets minder.

Computer in de klas? Niet gezien Een computer kan je ook gebruiken om talen, techniek, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde of biologie te leren. Maar de leraars maken daar maar weinig gebruik van. KLASSE vroeg aan 2000 Vlaamse leerkrachten of ze computers gebruiken in hun lessen. Dit zijn de resultaten voor het secundair onderwijs: de meeste leraars (67%) gebruiken nooit een computer in de les. De anderen doen dat zelden (9%) of soms (10%). Slechts 14% gebruikt hem dikwijls. Vooral in de eerste drie jaren van het secundair onderwijs komen leerlingen heel weinig in contact met computers, nadien wordt het iets beter. Maar ook in de hoogste jaren gebruikt bijna 70% van de leraars zelden of nooit een computer in de les. Toen we die cijfers publiceerden in KLASSE voor Leerkrachten kwamen er op de televisie allerlei professoren zeggen dat het heel erg is als jongeren op school niet méér met computers te maken krijgen. Veel leraars weten niet wat er allemaal met computers mogelijk is. Eén derde werkt er thuis ook nooit mee. Niet iedereen volgt ASO Soms doen ze of er alleen maar leerlingen in ASO (Algemeen Secundair Onderwijs) zitten. Dat klopt niet. In de tweede en derde graad secundair onderwijs volgt 40% van de leerlingen ASO. De anderen volgen TSO (Technisch Onderwijs): 32% of BSO (Beroepsonderwijs):26%. De kleinste groep (2%) volgt KSO (Kunstonderwijs). Daarnaast volgen zo’n 15.000 leerlingen (goed voor 3%) Buitengewoon Onderwijs (BUSO).

H e t schoolsysteem van vandaag bestaat niet in m i j n droomwereld. Natuurlijk zou er nog zoiets als school bestaan, maar dan niet zo van die broeikassen. Nu is de school een broeikas, Snap je ? Een broeikas waar ze een ei in gooien. En het moet snel gaan. Ze stomen je klaar en je moet mee- draaien. Je mag nergens bij stilstaan of een keer iets anders doen. Anders krijg je hu i dkanke r .

Lisa alias elfje Lolo: Lieve Bram, weet je wat ik denk ? Nee.

: Ik denk dat er zoveel mensen flashen op de school omdat ze iets te weinig tijd voor zichzelf hebben.

Hallo, dit is Bram. Buiten is het koud. En donker. Ik ben nu aan het kijken naar Danny. Danny is een goudvis. Ik zal hem een vraag stellen:”Danny, wat is volgens jou de zin van het leven?”. Blub, blub, blub. Dit was Danny en dan gaan we nu over naar het minst interessante object in deze kamer, namelijk ikzelf. Ik heb geen idealen. Ik wil wel iets bereiken. Ik kan dat alleen niet zo, euh. Ik weet niet wat dat is. Ik weet dat het leven zin heeft. Iedereen heeft zijn eigen zin. Ik weet wel zo’n paar “zinnen” in het leven. Je hebt mensen die leven om macht te hebben en je hebt mensen die leven voor de schoonheid van het leven: levensgenieters. En je hebt ook mensen die leven om te leven, maar die niet nadenken over de zin van het leven. Dat zijn de ja-knikkende, naiëve burgers. Ik weet de zin van mijn leven nog niet, maar ik besef wel dat die er is. Het liefst zou ik in een bos willen zitten. Een stuk stof rond mijn lijf en een speer in mijn hand. Zo stel ik mezelf voor zoals ik écht was. Zo zou ik normaal gezien geleefd hebben als er niet zo’n zware evolutie zou zijn geweest. Ja, ik zou graag terug zo willen leven. Maar dat kan ik niet. Ik zit hier vast. Ik ben hier opgegroeid. Ik heb hier al mijn vrienden. Ik zou wel heimwee hebben in mijn bos. In zekere zin is er zeker zin. Wat ik nu wil doen is informatie opslaan. Leren, en vooral zien. Dat is heel belangrijk. De mensen goed in’t oog houden. Uit andere mensen leren of juist niet. Lisa: Als ik hier helemaal alleen zou leven dan zou ik verhuizen. Naar Frankrijk of Nieuw-Zeeland. Maar dat kan ik nu nog niet want ik moet naar school. Of ik graag naar school ga ? Pfff....School is school, hé. Soms is dat plezant en soms is dat saai. Als iedereen op die dag goed gezind is, dan is het best leuk op school. Maar op andere dagen: saai ! Nee. Ik ga absoluut niet graag naar school. Maar het moet. Door de omgeving. Als je niet naar school gaat, wat ben je dan? Dan kom je weer in de fabriek of zo. Dat wil ik ook niet. Je moet altijd op een bepaald niveau blijven. Je kan je niet veroorloven om daar even onder te gaan, want dan ga je steeds dieper. En dan geraak je misschien niet meer weg.

Bra m:

Page 4: Klasse voor Jongeren 1

«We hadden er niets beters op gevonden dan

een stinkbom in de klas te gooien. De lerares komt binnen en ruikt onmiddellijk wat er gebeurd is. Haar reactie: deuren dicht, ramen dicht, allemaal blijven zitten. De les gaat gewoon door.» «De leraar biologie kwam binnen in de les, zette zijn boekentas op de lessenaar en zei tegen Tom: ga maar aan de deur staan tijdens de les want

ik kan niet tegen je gezicht. Tom is zowat de braafste leerling van de klas, wel wat naïef ja. Maar niemand durfde reageren.» «Bjorn heeft

k-a-u-w-g-o-m onder zijn bank geplakt. Die van wiskunde heeft dat gezien en Bjorn moet tegen morgen dertig extra-opdrachten voor wiskunde oplossen. Veel te strenge straf eigenlijk. Maar als hij ze niet maakt mag hij zaterdag ook niet meespelen met de basketbalploeg van de school. Daar is die van wiskunde coach van. En basket is volgens Bjorn nog net het enige dat deugt op school. Bjorn maakt dus zijn straf maar daardoor heeft hij geen tijd meer voor zijn huiswerk Latijn en voor zijn toets geschiedenis. De volgende dag krijgt hij twee extra straffen.»

Ons schoolreglement staat vol van wat allemaal NIET mag. Maar wat mag er dan WEL ? Waar kan ik bijvoorbeeld eens een schouderklop of een beloning voor krijgen?

Zegt een leraar: «In het begin had ik de gewoonte om de leerlingen op hun plaats te zetten door rake opmerkingen te maken en hen persoonlijk aan te vallen. Zeer geschikt daarvoor zijn grapjes over hun familienaam. Dat was een middel om mijn gezag te handhaven. Intussen ben ik daarvan teruggekomen, want uiteindelijk steunt dit op het recht van de sterkste. Het is niet moeilijk om een leerling belachelijk te maken en de lachers op je hand te krijgen. Maar voor die leerling is dat een dodelijk wapen want hij staat op dat moment helemaal alleen. Als leerkracht trek je altijd aan het langste eind. Maar dat mag je nooit bewust uitspelen: niet alle wapens zijn geoorloofd. Je moet je eigenlijk kwetsbaar opstellen en je eigen gevoelens ook durven laten zien.» Straf zou als doel moeten hebben dat een leerling iets niet meer doet. Dat heet dan gedrags-verandering zonder negatieve neveneffecten. Het is niet in de eerste plaats de bedoeling te herstellen wat er verkeerd werd gedaan. Het doel van de straf ligt in de toekomst. Veel leraars geven echter vooral straf om wat voorbij is (het verleden in plaats van de toekomst dus). Het gaat hen om schuld en boete. Zegt een leraar: «Ik heb spijt dat ik die leerling meteen naar de directeur heb gestuurd. Er is geen echt gesprek geweest. Daardoor heb ik te weinig rekening kunnen houden met de situatie van dat meisje. Alles is dan wel verlopen volgens het reglement, maar wat is het effect bij de leerling? We moeten niet de symptomen maar wel de oorzaken van het probleemgedrag aanpakken. Ik vraag me af of straf daarbij wel helpt.» Een mens moet zich leren houden aan regels. Niet alles kan zomaar altijd. In die zin helpt straffen bij het verkennen, afbakenen en respecteren van grenzen.

DANK U WEL VOOR DEZE MIJNHEER Hedwig en Peter lokken regelmatig een strafstudie uit op zaterdag. Dat is voor hen een welkom alibi om nadien ‘s zaterdags nog even de stad in te kunnen. Hun ouders kunnen daar moeilijk iets tegen doen. Straf kan soms (ongewild) als een vorm van beloning overkomen: «Ah, ik krijg aandacht!» Soms hebben mensen er alles voor over om toch maar enige aandacht te krijgen. Af en toe word je er zelfs even

e e n h e l d mee bij de anderen (WOW!). En soms dreigen ze met zo’n zware straf dat ze die toch nooit tot uitvoer kunnen brengen («Als je nu je straf niet maakt, smijt ik je uit het raam»). Zoiets kan alleen maar tot een overwinning leiden. En dat is onrechtstreeks ook een vorm van beloning.

e e n h e l d

Page 5: Klasse voor Jongeren 1

1. Bestraf bepaald gedrag soms wel, soms niet. Soms wel, soms niet. ( Geraak daar maar eens wijs uit! 2. Voer echte wraakacties uit. Schriften en opdrachten kapot scheuren bijvoorbeeld. DDaar word ik zelf WOEST woest van.3. Verneder de leerling. Beledig hem. Zeg dat hij dom is, dat je hem niet kunt uitstaan, dat hij hier eigenlijk niet op zijn plaats zit enz. Een mens zou voor minder zijn zelfrespect verliezen, maar meteen ook

het respect voor de leraar.

4. Geef een lichamelijke straf: een draai of alles wat pijn doet. OnmachtO. Moeten leraars hier trouwens niet het goede voorbeeld geven?5. Straf de hele klas. Ronduit onrechtvaardigRONDUIT ONRECHTVAARDIG.

6. Trek punten af. Maak het examen extra moeilijk, deel nullen uit. Cijfers en gedrag zijn twee aparte zaken. Van zo’n straf word je pas echt schoolmoe.

7. Vergelijk leerlingen en groepen. Altijd heel leukLEUKom dat te horen!

Aan welke eisen moet een rechtvaardige straf voldoen? - Ik heb ze verdiend. Moeilijk toe te geven, maar kom. - Ze staat in verhouding met de fout. Geen twintig bladzijden als ik voor het eerst mijn schrift vergeet. - Ik wist op voorhand dat het niet mocht. Goede afspraken maken goede vrienden. - De straf is niet volledig zinloos. Misschien leer ik er nog iets mee. - Zo mogelijk bestaat er een verband tussen de fout en de straf. De boel opruimen bijvoorbeeld. - Als de straf volbracht is, mag de zaak ook vergeten worden. Schone lei, voor iedereen. Zouden we soms ook eens mogen horen wat we goed gedaan hebben en daar soms ook een beloning voor krijgen (al was het maar een woord van waardering)?

Straf geven gebeurt altijd in een negatieve sfeer. Eigenlijk is het zowel voor de leerlingen als voor de leraar prettiger dat het niet moet gebeuren. Straf geven betekent dat het al te laat is, dat er geen andere vorm van communicatie meer mogelijk is.

Dat we geen begrip meer voor elkaar hebben, dat we niet meer naar elkaar luisteren. JA, HET GAAT HIER NOG EEN SERIEUZE PREEK WORDEN.

Test je straf

straf je leraar! geef hem een boek cadeau Alle ideeën, getuigenissen, voorbeelden en raadgevingen op deze bladzijden hebben WIJ niet bedacht. Ze komen uit een ernstig en splinternieuw boek voor leraars. Het is zowaar door een echte professor in de opvoedkunde geschreven. Jouw leraars lezen daarover deze maand ook meer in hun eigen KLASSE voor Leerkrachten. Misschien interessant om samen eens over door te bomen. Opvoeden in de klas, wegwijzer voor leerkrachten. Professor Herman Van den Broeck. Uitgeverij Lannoo. Je vindt het boek in de boekhandel. Wij geven 20 exemplaren van dit boek gratis weg (leuk cadeau voor een leraar?). Schrijf ons over jouw ervaringen, voorstellen en ideeën over STRAF. Win je misschien meteen een boek. KLASSE VOOR JONGEREN (Da’s straf) - Koningsstraat 138 - lokaal 515 - 1000 Brussel

De meeste leraars geven zelden of nooit straf (zeggen ze) KLASSE vroeg aan 2000 Vlaamse leerkrachten of ze veel straf geven. De antwoorden van de leraars in het secundair onderwijs: nooit 15% zelden 53% soms 31% dikwijls 1% De meeste leraars (68%) zeggen dus zelden of nooit straf te geven. Eén op de drie geeft soms straf en bijna niemand (1%) deelt dikwijls straf uit. Uit de enquête blijkt ook dat leraars vooral in de lagere jaren meer straf geven. Hoe ouder de leerlingen, hoe minder straf ze krijgen. Zeggen de leraars. De ouders geven de leraar niet altijd gelijk KLASSE vroeg aan 500 ouders of ze de school gelijk geven als hun kinderen straf krijgen. De antwoorden van de ouders met kinderen in het secundair onderwijs: altijd 26% soms 29% dikwijls niet 38% geen mening 7% Slechts één op de vier ouders geeft de school dus altijd gelijk. In het lager onderwijs geloven ze de leraar iets meer, maar in het secundair onderwijs zegt 38% van de ouders dat ze dikwijls twijfelen aan het gelijk van de school. Misschien kunnen oudere leerlingen het thuis ook wat beter uitleggen. Een pak rammel? 26 % van de ouders geeft zijn kinderen (tussen 13 en 16 jaar) nog regelmatig een pak rammel of een draai om de oren. Bij jongere kinderen gebeurt dat nog veel meer: 51 % bij de 8- tot 12-jarigen.

Page 6: Klasse voor Jongeren 1

1. Ik voel me op mijn plaats in mijn school.

2. Ik voel me er gewaardeerd.

3. Er heerst een gemoedelijke sfeer.

4. Ik voel me er op mijn gemak.

5. De omgeving van de school is veilig.

6. De gebouwen en de speelplaats zijn aangepast en aantrekkelijk.

7. Er heerst een jongerenvriendelijke sfeer .

8. Er zijn afspraken maar er is ook voldoende vrijheid.

9. De lessen zijn boeiend en uitdagend.

10. Ik zie het nut in van wat ik leer.

11. Ik zie verbanden tussen de verschillende leervakken.

12. Ik heb het gevoel dat ik iets léér.

13. Naast kennis komen er ook vaardigheden aan bod.

14. Er is een goede organisatie.

15. Er is voldoende orde.

16. Je kan bij de directie terecht met wat je bezighoudt.

17. Je kan bij de meeste leerkrachten met je voorstellen en meningen terecht.

18. Directie en leerkrachten zijn in de leerlingen geïnteresseerd.

19. De kennis en aanpak van de leerkrachten zijn eigentijds.

20. De beschikbare apparatuur is eigentijds.

21. Er is een goede samenwerking tussen de leerkrachten.

22. Problemen en conflicten worden uitgepraat.

23. Ik word geholpen als ik persoonlijke problemen heb.

24. Ik word aangemoedigd als ik faal.

25. In mijn school ontmoet ik figuren (leerkrachten, leerlingen, …) naar wie ik opkijk.

26. Er worden voldoende buitenschoolse activiteiten (theater, film, museum- en stadsbezoek, optredens, themaweken, schoolfeesten, uitwisselingsprojecten, gesprekken met gasten) georganiseerd.

27. Onze school heeft interessante contacten met de buitenwereld.

28. Elk jaar krijgen de leerlingen meer verantwoordelijkheid.

29. De leerlingen beslissen mee over dingen die hun aanbelangen.

30. De leerlingen hebben een eigen inspraakkanaal om hun stem in de school te laten horen.

wa

ari

s d

e s

l e

u

t

e

l ?

ja, zeker weten

mmmm, ja

ik weet het niet zo goed

mmmm, nee,

vind ik niet

helemaaaal niet!

Vuurwerk in ijsland “School, school , school. Het komt me de strot uit! Als ik nu al iets meer mocht doen

dan enkel van buiten leren en stil zitten.

Ik zou wel eens m’n zegje willen doen over wat ik vind over onze school. Maar als ik

mijn mond open doe mag ik zo’n dom opstel schrijven over hoe ik me op school moet

g e d r a g e n .

Wel, ik wil me op school gedragen zoals ik ben en dus niet als een ‘ding’ dat hier

enkel is om iets bi j te leren.

En trouwens, als ik discussieer met een leraar dan ben ik toch bezig met het leren

d i s c u s s i ë r e n ?

Ik vind het op school niet leuk. Soms haat ik het zelfs.

Op de school van Griet luisteren leraars en directie tenminste naar wat hun leerlingen

te vertellen hebben. Ze luisteren niet alleen, ze DOEN er ook nog wat mee. Griet zegt

dat haar school nog wel te doen is. Soms gaat ze zelfs gráág ?!”

Een warme school geeft leerlingen inspraak.

Als in jouw school leerlingen, leerkrachten en directie er samen het beste van proberen

te maken, zich een deel of een part van de school voelen, samen aan het schoolleven

p a r t i c i p e r e n ,

d a n z i t j e g o e d .

H o e w a r m i s j o u w s c h o o l ?

KLASSE voor Jongeren peilt in dit eerste nummer naar het klimaat in de Vlaamse scholen.

En jij bent de thermometer: vuurwerk in ijsland ?

Hoe lekker zit mijn school? De school: een tempel van groot verdriet, een paradijs waar je vrienden ontmoet en kennis vergaart of een gewaardeerde vijand waar je beter de vredespijp mee rookt? Onderstaande test om je haat-liefde-verhouding met je s choo l b loo t t e l eggen .

Plaats na elk van de 30 zinnen een kruisje

(ja Mertens, een bolletje kan ook) in de naar jouw mening gepaste kolom. Zo schets je een eigen beeld van je school en breng je de verhouding met je school in kaart. Als je jouw resultaten met die van je vrienden, klasgenoten vergelijkt, dan heb je gedroomd voer voor een open klassegesprek en

hét middel om de leraar wiskunde af te leiden. In elk geval materiaal om niet bij te blijven stilzitten. Dit laatste geldt natuurl i jk niet voor Mertens.

KLASSE voor Jongeren peilt naar dé mening van de scholier. In de Bornemse herberg met de strijdlustige naam ‘De Boerenkrijg’ treffen we op een zaterdagochtend drie strijdlustige jongeren. Jeroen: ‘Met de leerlingenraad hebben we nu een goeie ploeg. We bereiken vele jongeren uit het derde jaar en die zijn vrij gemotiveerd. Dat belooft toch voor de toekomst, want daar hebben we wel wat schrik van. Het mag niet opnieuw stilvallen! Dat heb ik vannacht nog zitten, enfin liggen denken.’ An: ‘De meeste leerkrachten geven niet echt om leerlingenparticipatie; ze vinden het enkel binnen hun uren belangrijk. ‘t Is zoals bij de leerlingen: er zijn er velen die ZEGGEN en weinigen die DOEN.’ Sam: ‘Onze directeur is in ons geïnteresseerd, altijd aanspreekbaar en bereid om te luisteren. Maar toch hebben we ‘t gevoel: doet hij het voor ons of doet hij het voor de goeie naam van de school; vindt hij leerlingeninspraak nu echt belangrijk of scoort het goed. Dat vragen we ons wel eens af.’

Driehoeksmening

Hoe lekker zit mijn school?

Jeroen

Sam An

Page 7: Klasse voor Jongeren 1

Hoi, KLASSE voor Jongeren, Hier mijn persoonlijke top-5 van de dingen die ik op school het belangrijkste vind. 1. 2. 3. 4. 5. Als ik één ding op school zou veranderen zou het dit zijn: Nu ik hier toch ben wil ik dit nog even kwijt: (op een apart briefje) Stuur je eerlijke en ongezouten mening - ja, Mertens, jij ook - voor 15 februari naar Klasse voor Jongeren - lekkere school Koningsstraat 138, lokaal 515 100 0 B rus sel Twintig (20!) schoolfreaks, schoolhaters of koele schoolminnaars winnen als tegenpresta-tie een boeken-CD-bon van 1000 (duizend!) frank. Kijk, nu schiet Mertens wakker! Naam: Straat&Nr.: Postnr.&Gemeente: Studierichting: de leerjaar Zeg niet te gauw bij ons lukt het nooit! Is jouw school, volgens jouw ongezouten me-ning, ongezellig, hard als beton, jongerenon-vriendelijk, niet meer van deze tijd? Loopt het bij jullie fout tussen directie, leraars en leerlin-gen? Zoeken jullie naar ‘de formule’ om het gesprek met directie en leerkrachten op gang te trekken? Lijken je medeleerlingen één plom-pe, ongeïnteresseerde massa? Spraakmaker is misschien de remedie. Spraakmaker is een actieprogramma voor scholen die aan een betere relatie tussen jon-geren, leerkrachten en directie willen werken, maar niet goed weten hoe eraan te beginnen. Spraakmaker is er ook voor scholen die met leerlingenparticipatie willen beginnen, voor scholen waar leerlingenparticipatie niet zo best wil lukken, voor scholen die aan een be-tere schoolsfeer willen werken. Met 60 tot 80 leerlingen uit het 4de en 5de jaar, 3 tot 5 leerkrachten en een directielid gaan jullie dan een dag creatief op zoek naar dé aan-pak om het klimaat in jullie school te ver-beteren. Zorg ervoor dat Spraakmaker ook in jullie school terechtkomt! Spreek er met je le-raars en directie over! Zij hebben alle infor-matie over Spraakmaker al lang ontvan-gen. Spraakmaker is gratis en maakt deel uit van de campagne ‘Jouw school is onze school’ over leerlingenparticipatie, die de Koning Boudewijnstichting samen met het departement Onderwijs organiseert. Informeer je bij de Koning Boudewijn-stichting, Jan Blondeel, Brederodestraat 21, 1000 Brussel, tel. 02/549.02.14, fax 02/549.52.21. Zoals je ziet, zelfs Boudewijn is actiever dan ooit! Verwacht van Klasse voor Jongeren geen al te eenvoudige conclusies. We houden niet zo van opdelen in geprefabriceerde categorietjes. Maar als je kruisje (of ja ja Mertens, bolletje) zich vooral l inks in de tabel bevindt, zit je goed. Houdt het zich pijnli jk veel rechts op, dan is er wat aan de hand: met de school, met jou of met beide. En dan doe je er iets aan. Hoor je’t Mertens, doen!

Oplossing test ‘Hoe lekker zit mijn school?’

Op school de sleur doorbreken? Of nog sterker, op school een kick beleven, er een flinke stoot adrenaline door je lijf voelen ja-gen? Het kan. Knutsel met je klas, enkele klassen of een groep jongeren uit je school een project in elkaar. Voor een project heb je ideeën, soms begeleiding en meestal centen nodig. De ideeën lever je zelf, voor de begeleiding en de centen … wel, hierbij wil D y n a m o 2 een aardig stukje helpen. Rond 15 maart valt de vijfde Dynamo2-catalogus in je school binnen. Aai hem, koester hem, omhels hem. Deze flinke knaap is meer dan de moeite waard. Hij stelt zo’n 150 personen en orga-nisaties voor die staan te trappe-len om jullie schoolproject ‘97-‘98 te helpen realiseren. Ook voorstellingen, materialen en wedstrijden die je project kun-nen inspireren vind je erin terug. De catalogus heeft zeven rubrie-ken: de bedrijvige school, de de-mocratische school, de gezonde school, de groene school, de mu-zische school, de sportieve school en de veilige school. Zo kan je vlot op zoek naar dé vrouw, dé man of dé organisatie die bij een bepaald gedeelte van het project bij kan springen. Begeleiding hoeft uiteraard niet,

je kan een project volledig op eigen houtje uitvoeren. Een project staat niet op zich. Hoe meer een project aansluit bij de ruimere werking van de school, hoe meer kans op een be-hoorlijke financiële ondersteu-ning van Dynamo2. Maak dus ook enkele leraars warm voor het project! Per project vul je een deelne-mingsformulier in, waarop je het project beschrijft. De om-schrijving van de plaats die het project in de ruimere werking van klas of school inneemt, laat je best aan je leraar(s) over. Bij de aanvraag stop je een raming van de inkomsten en uitgaven van het project. De aanvraag moet voor 16 mei ’97 worden verstuurd. Een jury be-slist dan of jullie project voor fi-nanciële ondersteuning in aan-merking komt. Begin september ’97 verneem je de beslissing. Niet veel kans? Kom zeg, met een degelijk pro-

ject maak je erg veel kans. Bij de vorige Dyna-mo2-aflevering selecteerde de jury uit de 1260 aanvragen 647 (zeshonderd zevenveertig) pro-jecten. Niet mis toch? Zorg er dus voor dat je de Dynamo2-catalogus in handen krijgt. Val op 15 maart je directeur of directrice lastig! Beleger op 15 maart het leraarslokaal!

Project 391

Sueno Leerlingen, oud-leerlingen, leraars, de directeur, keuken- en onder-houdspersoneel draaien de eerste langspeelfilm die door een school uit het secundair onderwijs wordt opgenomen. Een risicovol project dat enorm veel doorzettingsvermo-gen vergt. Op het strand, in het ziekenhuis en op de begraafplaats wordt er gefilmd. Zelfs de Blanken-bergse politie stapt mee in het pro-ject. De anderhalf uur durende film wordt voor zo’n 1200 toeschou-wers drie keer in het lokale casino vertoond. Iedereen waant er zich op een internationaal filmfestival. Het Laatste Nieuws: «De regisseur, zijn spelers en de technische ploeg hebben bewezen dat een school met weinig middelen toch een goede langspeelfilm kan maken.»

Project 85 Eurosong

Hoe krijg je dat Frans onder de knie? Met de hulp van zangeres Jo Lemaire, dachten de vijf klassen van een 4de jaar ASO in Ekeren. Leerlin-gen en leerkrachten leren van Jo Le-maire hoe je songs maakt. De 4de jaars besluiten dan een Eurosong-liedjeswedstrijd te organiseren. Elke klas neemt eraan deel met 1 Nederlandstalig, 1 Frans, 1 Engels en 1 Duits zelfgeschreven nummer. De 6de jaars leveren de helft van de juryleden. De andere helft be-staat uit mensen uit de showbiz. De presentatie van de liedjes ge-beurt in de taal van het aangekon-digde nummer. Het best beoordeel-de Franse nummer wordt aan het grote publiek voorgesteld in het voorprogramma van Jo Lemaire. De Franse nummers trekken met Jo Lemaire naar de studio en worden op CD ingeblikt.

Project 430 Go-kart Acht werkloze jongeren uit het deeltijds beroeps-onderwijs in Antwerpen went kart! Ze demonte-ren, onderhouden en monteren karts, ze on-derhouden het circuit en sleutelen aan de inrich-ting. De begeleiders pas-sen de lessen algemene vorming en beroepsprak-tijk aan het project aan. Met de Dynamo2-subsi-die kopen ze een tweede-hands kart. Op het einde van het project zijn de jongeren klaar om aan een officiële kart-wed-strijd deel te nemen.

Met de drijfkracht van Dynamo x DynamoDynamo2 is een uitgave van CANON, de cultuurcel van het

departement Onderwijs van de Vlaamse gemeenschap.

Inlichtingen: Lydia Asbestaris, Koningsstraat 138 (5de verdieping),

1000 Brussel, tel 02-211 45 62 - fax 02-211 45 52

Page 8: Klasse voor Jongeren 1

Hoofdredacteur Leo Borm

ans Eindredactie Jan Van den Bossche Redactie Sarah Van de Put Redactiesecretariaat Leen M

ortier Productcoördinator D

iana De Caluw

é

Creatieve leiding Marc H

erman

Foto’s Guy Kokken, PhotoD

isc, PhotoArt Verantw

oordelijke uitgever G

. Monard - RAC - 1010 Brussel

Deze jongerenkrant is gratis en verschijnt m

aandelijks. Ze wordt uitgegeven door het depar-

tement O

nderwijs van het m

inisterie van de Vlaamse G

emeenschap. Scholen die dat w

ensen kunnen zich inschrijven voor alle leerlingen van het derde tot het zevende jaar secundair on-derw

ijs. Wie het blad niet via de school krijgt, kan voor 250 frank een persoonlijk abonne-

ment nem

en. Er is ook een KLASSE voor Leerkrachten en een KLASSE voor Ouders (voor leer-

lingen tot en met de eerste graad secundair onderw

ijs). Zo maken w

e samen school.

KLASSE VOO

R JON

GEREN

Koningsstraat 138 - 1000 Brussel tel 02-211 45 82 - fax 02-211 46 61 U

RL: ww

w.artefact.be/klasse

email: klasse@

artefact.be

WIJ KOMEN NAAR JOU

Stuur ons je schoolblad of een overzicht van wat jullie allemaal doen op school. Geen reclame a.u.b. Meld ons ook wat er niet lukt, wat fout loopt, wat beter kan. Misschien kunnen we ook eens op bezoek komen in jouw school. Voor een ge-sprek over dit blad en over jullie ideeën. Nodig ons uit. Op de interessantste voor-stellen kunnen we gewoon niet neen zeggen.

NIET COOL

De leraars moeten voor ons niet cool zijn en de school moet geen plaats zijn waar je elke dag naar uitkijkt. Iemand die super enthou-siast is over zijn leraar ge-schiedenis of elke dag alle werken van Homerus ver-taalt, wordt nu eenmaal scheef bekeken door de an-dere studenten. Kan je het hen kwalijk nemen? Ik niet. We moeten volwassen wor-den, maar als je al die vol-wassenen bekijkt, heb ik er nog maar weinig zin in. Iemand die gewoon eerlijk is en voor zijn eigen mening uitkomt zie ik veel liever voor de klas staan dan ie-mand die wil zijn zoals ons, alleen voor de schijn en op-dat we niet zouden gaan zeggen dat hij saai is. Mathias Vaes, 5de jaar

SNUIVEN

Mijn wens is dat de deuren van de school op onver-klaarbare wijze worden dichtgekleefd met secon-denlijm, zodat we een zalig jaar tegemoet gaan... Te ver gezocht ? Stéphanie Reynaert, 5de jaar

BRENG JE LERAAR OP T.V.

Er zijn ook toffe leraars. Maar die komen nooit op de televisie. Daar wil het pro-gramma N.V. De Wereld iets aan doen. Zijn er leraars waar je echt iets aan hebt en die de school voor jou de moeite waard maken? Verklik hun naam (en wat uitleg) aan N.V. De Wereld - BRTN-televisie - 1043 Brus-sel.

DE MAN MET HET RENDIER

Dringend gezocht. Heeft iemand hem gezien?

WORDS WORDS WORDS

«Ik kan deze tekst niet le-zen.» Het is niet omdat een tekst LEESBAAR is, dat hij ook ge-lezen wordt. Neem nu deze woorden. Nauwelijks lees-baar. Maar ik lees ze omdat ik ze WIL lezen. Zoals de kleine lettertjes in

een CD-hoesje: onleesbaar. Maar voor mij BETEKENEN ze veel. Wat een verschil met de kilo-

meters woorden woorden woorden die de hele dag als een fax door mijn ogen naar binnen rollen: aardrijkskun-de, wiskunde, onkunde, ver-loskunde. Héél goed lees-baar nochtans. Heel goed

HOE HEET DIT BLAD EIGENLIJK?

Dit blad lééft en zal elke maand een andere naam hebben. Misschien herken je het de volgende keer al niet meer. Voor het gemak zetten we er wel telkens dezelfde ondertitel bij (de familie-naam zoals je wil): Klasse voor Jongeren. Voorlopig is de voornaam: Misschien.

INTERNET

Surf via internet bij ons bin-nen. Op onze home-page vind je meteen je weg in de drie publicaties van KLASSE (voor leerkrachten, ouders en jonge-ren). Je kan ook post achterla-ten in het gastenboek en deel-nemen aan gesprekken. Wel-dra kan je trouwens in elke bi-bliotheek terecht voor een duiktocht op internet. e-mail: [email protected] URL: www.artefact.be/klasse

SLEEP EEN ADVOCAAT VOOR JE KLAS

Zit jij ook met 101 vragen over onze rechtspraak? Over

je rechten en plichten? Als je ouders scheiden, mag je dan kiezen bij wie je wil wo-nen? Is het gerecht wel rechtvaardig? Wat is die Wet Lejeune? De Belgische Orde van Advo-caten organiseert tussen 20 januari en 28 februari de actie Advocaat in de school. Als laatstejaars van het se-cundair kun je dan in je klas een advocaat op de rooster leggen. Zo’n vlotprater die al je vragen beantwoordt en je pittige voorbeelden geeft uit de praktijk. Iemand die je recht voor de raap wegwijs maakt in de donkere gangen van het gerecht. Trek die arme leerkracht ge-schiedenis of maatschappelij-ke vorming bij de mouw en vraag haar of hem ook voor jullie zo’n advocaat te reser-veren. De advocaat is voor één keer gratis. Informatie bij het eigen schoolnet of bij de Belgische Nationale Orde van Advoca-ten, mevr. Huwaert, Gulden Vlieslaan 65, 1060 Brussel, tel. 02-534 67 73, fax 02-539 39 20

BEDANKT

Ik krijg zo ook al genoeg naar mijn voeten, zonder dat ik in Klasse voor Jongeren nog eens een sneer moet krij-gen. Bedankt. W. Mertens, 4de jaar

BOTSAUTO’S

Lang geleden dat je de adre-naline door je bloed voelde stromen ? Tijd voor een energieke, brui-sende theatervoorstelling voor en door jongeren ? Theatergroep Victoria toert al enkele maanden rond met Bernadetje, een voorstelling die zaal na zaal platspeelt en het publiek gek van enthou-siasme maakt.

“Bernadetje” is niet het hou-terige theater waar je nacht-merries aan overhoudt. Dit is theater op maat van jonge-ren: vernieuwend, opwin-dend en realistisch. Het decor bestaat uit een éch-te botsauto-piste waarin de groep jonge acteurs rondrij-den, elkaar uitdagen, flirten, dansen (van techno tot klas-siek), ruziën, zingen, vechten, praten, verliefd worden, een-zaam zijn, paraderen,... Zin ? We geven telkens 5 x 2 vrijkaarten weg voor de voor-stellingen in Brussel (AB) op 1 feb., in Turnhout (De Wa-rande) op 11 feb. en in Kort-rijk (Kortrijkse Schouwburg) op 1 maart. Stuur ons meteen jouw ant-woord op de vraag: “Waar zijn botsauto’s goed voor ?”. Vermeld je telefoonnummer want wij bellen de winnaars op ! Klasse voor Jongeren (Bots-auto’s) - Koningsstraat 138 - lokaal 515 - 1000 Brussel

advertentie

«Ik kan deze tekst niet le-zen.» Het is niet omdat een tekst LEESBAAR is, dat hij ook gelezen wordt.

Zoals de kleine lettertjes in een CD-hoesje:

Zoals de kleine lettertjes in een CD-hoesje:

1 E e b A 5

6 ➔

Adve

rten

tie