9
3 november 2017 44 3 Van en met elkaar leren 5 Geef het stokje door: Marcel Krieger 6 Gastrubriek: Meer- en hoogbegaafdheid 8 AccentPlus: Rondleiding Roombeek 9 Maar PDDnos bestaat toch niet meer… 10 Accent Onderwijsmiddag: Van dagmenu naar lopend buffet 11 Boekbespreking: Het prachtige risico van onderwijs 12 Goed doel belicht: RoPaRun 13 Overlijden en protocol accentueel is een uitgave van de stichting accent scholengroep J.J.: Leren gaat altijd gepaard met afleren. Afleren gaat gepaard met onzekerheid. J.J.: Ga kijken bij iemand met hoge opbrengsten, in welke zin dan ook! 10 8 7

k! stichting accent scholengroepaccentsites.nl › site-content › uploads › sites › 2 › 2017 › 11 › Accentue… · De kinderen zijn aan het leren in de rekenhoek Afscheid

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

3

november 201744

3 Van en met elkaar leren

5 Geef het stokje door: Marcel Krieger

6 Gastrubriek: Meer- en hoogbegaafdheid

8 AccentPlus: Rondleiding Roombeek

9 Maar PDDnos bestaat toch niet meer…

10 Accent Onderwijsmiddag: Van dagmenu naar lopend buffet

11 Boekbespreking: Het prachtige risico van onderwijs

12 Goed doel belicht: RoPaRun

13 Overlijden en protocol

accentueel is een uitgave van de

s t i c h t i n g a c c e n t s c h o l e n g r o e p

J.J.: Leren gaat altijd gepaard met afleren.Afleren gaat gepaard met onzekerheid.

J.J.: Ga kijken bij

iemand met hoge

opbrengsten, in welke

zin dan ook!

10

8

7

colofon:Accentueel verschijnt 3 maal

per jaar in een oplage van 800

exemplaren (bestemd voor leden

van het bestuur, de schoolteams,

de ouderraden, mede zeggen-

schaps raden en leden van

Accent Plus).

redactie:Marco König

Ben Lammers (vormgeving)

Harry Peterkamp

Hennie van Schilt

redactieadres:Accentueel

Postbus 253

7120 AC Aalten

e-mail:

[email protected]

de accentscholen zijn:

gemeente AaltenCBS Barlo

De Höve

De Klimop

De Triangel

Groen van Prinstererschool

IKC De Bosmark

IKC Uniek

nieuwHessen

‘t Möllenveld

‘t Warmelinck

gemeente Oost GelreDe Hoeksteen Groenlo

gemeente Oude IJsselstreekDe Hoeksteen Gendringen

Bontebrugschool

De Meeander

De Knienenbult

gemeente WinterswijkJulianaschool

Emmaschool

Kon.Wilhelminaschool

De Bataaf

RelativerenI

nteressant hoe Jan Jutten al strooiend met allerlei prikkelende uitspraken groene

lampjes liet branden. Zijn prikkels, soms op het filosofische af (“Het is onmogelijk om

te weten wat mogelijk is”, van Steve Jobs), zetten aan tot denken. Neem deze meer

praktische uitspraak: “De idioot is iemand die meer van hetzelfde doet en dan betere

resultaten verwacht” (van Albert Einstein).

Het gekke wat mij betreft is, dat al zijn uitspraken bekend zijn of niet vreemd voorkomen.

Waarom niet? Door de volstrekte logica. Neem die uitspraak van Einstein. Niets nieuws

toch? Kan iedereen bedenken. Wie weleens op Facebook kijkt ziet de levenslessen en

wijze uitspraken met bosjes voorbij komen (“Als je altijd doet wat je deed, overkomt je

wat je altijd overkwam”, dat soort dingen). Het zijn verrassend simpele uitspraken en ik

denk dat bijna niemand de waarheid ervan zal ontkennen. Desondanks merkte ik tijdens

de presentatie van Jan Jutten het relativerende effect van de quotes. Kennelijk is het goed

om ze te herhalen, zodat relativeren ook een beetje blijft bestaan. Dat is ook de reden

waarom allerlei uitspraken van Jan Jutten zijn verstrooid door deze Accentueel. Zo heeft

elke pagina op zijn minst een beetje relativerende werking.

Goede kennis kan ook relativeren trouwens. Goede kennis geeft in ons beroep

handvatten door het juist verklaren en interpreteren van gedrag. Hoewel onderbuik-

gevoelens en intuïtie belangrijke graadmeters zijn, kan de juiste kennis ons ook helpen

om de juiste besluiten te nemen. Manuela heeft een boeiend stuk geschreven over

PDD-nos. Neem er maar kennis van.

Nu is “relativeren” niet een thema geweest voor deze editie van Accentueel. Maar

denkend aan het Accent-principe om vooral te “leren van en met elkaar”, levert deze

editie misschien iets daaraan toe. Hopelijk kunt u er uw voordeel mee doen waarde

collega’s.

Veel leesplezier namens de redactie!

www.accentscholengroep.nl

2

voorwoord

J.J.: We hebben een methode voor

sociale ontwikkeling nodig voor

problemen die we met aardrijkskunde

veroorzaken.

J.J.: Mensen hebben

allemaal verstand

van onderwijs. Dus

als je je eigen toekomst niet

definieert word je een speelbal.

J.J.: Doen we wel het werk dat nodig is in deze tijd?

Van en met elkaar leren Cherish Babou deelt haar ervaringen opgedaan in Amsterdam

In de aanloop naar het schooljaar hoorde

ik van het team dat er veel leer- en

gedrags problemen waren en dat dit gedrag

te wijten was aan de kinderen zelf en niet

aan het onderwijs of de leer krachten. Het

vertrouwen in deze klas was vanuit het

team niet groot. Met de kennismakingsdag

zag ik inderdaad een heel drukke klas. Wat

mij naast het gedrag ook meteen opviel

was de leeromgeving. De kinderen zaten

kriskras in groepjes door het lokaal en het

oogde enorm druk in de klas. Ook stonden

overal onnodig veel spullen op venster-

banken, kasten en hingen er spullen aan de

muur. Deze leeromgeving sloot niet aan bij

mijn kennis en kunde die ik had opgedaan

bij de vorige school. Op een gegeven

moment ben ik in de klas gaan zitten

zonder kinderen en heb ik gekeken naar

de mogelijkheden voor een, in mijn visie,

goede en rustige leeromgeving.

Wat ik als eerste veranderd heb, is de

inrichting van het lokaal. De groepjes heb

ik tegen de zijkanten van het lokaal gezet.

Het eerste voordeel van deze indeling is de

rust en ruimte die je creëert in de klas. Nog

een groot voordeel is, dat de leerkracht

effectieve en voorspelbare rondes kan

lopen. Daarnaast is het makkelijker om

coöperatieve werkvormen uit te voeren,

een goede kring te maken en de leerkracht

heeft veel ruimte om bewegings oefe nin-

gen met de kinderen te doen. Wat ik ook

belangrijk vind, is om hoeken te creëren in

de klas voor de verschillende vakken. Dit

geeft de kinderen meer ruimte om auto-

noom bezig te zijn en het aspect ‘leren

leren’ te bevorderen.

In het wat ‘hardere’ Amsterdam, waar

kinderen veel buiten leven en veel mee-

maken, moet je op school zorgen voor een

veilig klimaat. Zo waren kinderen getuige

van schietpartijen en andere criminaliteit.

Zelf was ik getuige van een bommelding op

school waarbij de school ontruimd moest

worden. De kinderen moesten in veiligheid

gebracht worden en wij moesten de rust

terugvinden in een hectische situatie.

Naast een veilig klimaat creëren, moet je je

als leerkracht verdiepen in het kind. Zo is

het belangrijk dat je interesse toont in het

leven van het kind buiten school. Een

goede band met het kind is erg belangrijk.

Het kind echt zien en proberen in te leven

in zijn/haar situatie, interesse in de hobby’s,

wat hun bezigheden buiten school zijn, hoe

het thuis gaat en hoe zij zich voelen. Een

goede band met ouders is en was erg

belangrijk (zeker ook omdat er grote

cultuurverschillen waren en verschillen in

opvoeding) en het is van belang om met

contact leggen niet te wachten tot een

slecht nieuws- of tien minuten gesprek.

Dit kun je creëren door ouders bijvoorbeeld

tien minuten voor het begin van de les de

ruimte te geven om de klas binnen te

komen, zodat ze kunnen zien waar de

kinderen mee bezig zijn.

Naast de veilige omgeving waren wij ook

bezig met de zorg voor de kinderen. Iedere

vrijdag werd er fluoride gespoeld. Er mocht

alleen water en fruit meegenomen worden

voor het eten in verband met overgewicht

van de kinderen. Tevens mochten de

kinderen alleen maar gezond trakteren. Er

werden regelmatig taaltrips georganiseerd

om de woordenschat van de Nederlandse

taal te verbreden. Deze trips gingen onder

andere naar Schiphol.

Wat ik ervaren heb, is dat hoge verwach-

tingen, vertrouwen in een kind en het kind

echt zien, een positief effect hebben op het

leren van de kinderen. Zo werd gezegd dat

kinderen uit groep 4 geen spreekbeurt

konden geven, maar uit ervaring blijkt, dat

dit zeker wel kan als je het kind het

vertrouwen geeft. De opbrengsten van

deze veranderingen in de groep waren

enorm. De vaardigheidsscores van de

kinderen gingen met meer dan voldoende

groei omhoog. De doelen werden sneller

behaald en wat ik zelf het belangrijkste

vond, is dat ze weer met een lach en plezier

naar school gingen om te leren.

Na de school in de Bijlmer mocht ik vijf jaar

werken op een school in Amsterdam West

(Bos en Lommer). Deze school was door de

inspectie beoordeeld als onvoldoende en

de uitdaging was om een basisarrangement

te krijgen. Met een nieuw team zijn we aan

de slag gegaan. Het belangrijkste was om

De kinderen zijn aan het leren in de rekenhoek

Afscheid nemen in de Bijlmer

Na een jaar gewerkt te hebben in Amsterdam-West (Osdorp) en geleerd te hebben van de beste leerkrachten, kwam ik te werken in Amsterdam de Bijlmer. De klas in de Bijlmer bevatte op dat moment maar liefst 33 leerlingen.

3

J.J.: Zijn we op de hoogte van

de laatste kennis?

4 5

Geef het stokje door… In deze rubriek geven Accent-collega’s elkaar het stokje door met

boeiende vragen die ze graag aan een andere Accent-collega willen stellen. Alleen de laatste vraag is altijd hetzelfde: aan wie stel jij in

Accentueel jouw vragen? De vorige keer gaf Harmen Temming boeiende antwoorden op de aan hem gestelde vragen!

Nu is het zijn beurt om vragen te stellen aan Marcel Krieger, vakleerkracht

bewegingsonderwijs bij De Triangel.

Voor je werk ben je de hele week met

sport bezig. Wilde je dit werk altijd al

doen?

Op de HAVO zat ik te twijfelen tussen de

opleiding voor gymleraar en die voor

computerprogrammeur. Twee uitersten

bij elkaar. Nadat ik in die tijd aan het NK

atletiek had deelgenomen werd het voor

mij toch duidelijk dat ik in de sport verder

wilde gaan. Vandaar dat ik voor de

gymopleiding heb gekozen. Ik heb van

mijn hobby mijn werk kunnen maken.

Je werkt niet alleen in het onderwijs,

hoe is dat om verschillende banen te

hebben?

Ik vind het ideaal. Het raakvlak van beide

banen is: mensen aan het sporten /

bewegen te krijgen. Maar de verschillen

tussen beide banen maakt het juist dat

het werk erg afwisselend blijft en er geen

sleur in komt. In het onderwijs werk ik

met kinderen.

De meeste kinderen zijn leergierig, willen

graag nieuwe onderdelen leren en

vinden gym vaak een leuke uitlaatklep

van het stilzitten in de klaslokalen.

Bij de sportschool werk ik hoofdzakelijk

met volwassenen. Hier is het veel meer

schema’s maken om ervoor te zorgen dat

ze hun doelstellingen halen of van hun

lichamelijke klachten af komen.

Al een lange tijd ben je werkzaam op

De Triangel als gymdocent.

Wat is jouw drijfveer om het gym-

onderwijs aantrekkelijk te houden

voor de kinderen?

Kinderen bewegen tegenwoordig steeds

minder en zitten steeds meer achter een

scherm (mobiel, TV, computer enz.). Ik

probeer mijn lessen steeds leuk, gevarieerd

en uitdagend te maken en te houden voor

de kinderen. Ik hoop dat leerlingen

zodoende ook buiten schooltijd om (meer)

gaan sporten / bewegen. Het is dan ook

erg leuk om te zien dat er regelmatig

kinderen bij de sportschool binnen

stappen die ik in het onderwijs ook in de

klas gehad heb.

Je bent de ‘drager’ van de

sportcommissie, wat doet de

sportcommissie eigenlijk?

De sportcommissie organiseert de

jaarlijkse breedte sportdag voor de

kinderen. Dit was altijd voor groep 7 en 8

en sinds afgelopen jaar voor de groepen

5-8.

De bedoeling van de breedtesportdag is

om kinderen kennis te laten maken met

verschillende sporten die er in Aalten en

omgeving gedaan kunnen worden.

In totaal hebben afgelopen jaar ruim 900!!

kinderen aan de breedtesportdag

meegedaan.

Het programma voor deze dag is dan ook

erg uitgebreid: basketbal, voetbal, hockey,

zwemmen, survival, dansen, paardrijden,

tennis, korfbal en nog vele andere sporten.

De sportcommissie is op zoek naar

aanwas, waarom zouden collega’s

moeten deelnemen aan de

sportcommissie?

Zoals je net al kon lezen is het elk jaar

weer een hele organisatie die we rond

moeten krijgen. Maar het geeft ook erg

veel voldoening om op de breedte-

sportdag zelf al die kinderen te zien

bewegen.

We zitten op dit moment met 6 personen

in de sportcommissie. Van deze 6 zijn er 4

die al bijna vanaf het eerste uur bij de

commissie zitten (waarvan er 2 al niet

meer in het onderwijs werkzaam zijn). Het

wordt dus hoog tijd dat de jonge garde

zich aanmeldt. Je hoeft zelf helemaal niet

actief aan sport te doen om bij de

sportcommissie te komen. Je moet het

vooral leuk vinden om dit te organiseren

(uren voor sportcommissie vallen binnen

taakbeleid uren). Er is vooral behoefte aan

iemand die goed roosters kan maken. Op

dit moment ben ik de enige binnen de

commissie die dat kan. Als ik ziek word

vindt er geen sportdag plaats. Dit kan niet

de bedoeling zijn!!

Aan wie geef jij het stokje door?

Ik geef het stokje door aan Harry

Nienhuis.

J.J.: Het einde van moetisme? Simpel. Leer de kinderen

écht kennen!

J.J.: Kwaliteit kun je

niet regelen. Alles

heeft te maken met passie en

betrokkenheid.

J.J.: Liever de term “boeiend’

dan “leuk”!

met het hele team achter de visie te staan

en deze op dezelfde wijze uit te voeren.

Dit bestond uit: op dezelfde wijze lesgeven

aan de hand van het algemeen directe

instructiemodel, het leren zichtbaar maken,

coöperatieve werkvormen uitvoeren,

bewegen tijdens de lessen, van de hele

school een uitdagende leeromgeving

maken, klassenconsultaties, video-interactie

en coaching (lessen filmen en feedback

geven), coöperatief vergaderen, team-

building, groepsplannen maken die je

verwerkt in een dagplanning waardoor je

Gezond trakteren

Taaltrip Schiphol

2017 is voor Accent een zeer actief jaar aan het (ver)bouwfront. In de begroting zijn extra middelen vrijgemaakt op een aantal gebouwen een extra impuls te geven om verschillende redenen. In dit artikel een korte weergave van de stand van zaken op dit moment.

’t Möllenveld Om onderwijs in twee

units te verzorgen was

een goede verbinding

nodig voor een

passende ruimte voor

de unit 5 t/m 8.

Hierdoor is een unieke

ruimte ontstaan van

zo’n 150 m2. Een

record voor Accent.

het effectief kunt gebruiken, doel van de les

betekenisvol maken en effectieve studie-

dagen. Stond je als leerkracht niet achter

deze visie dan kreeg je de ruimte om

mobiliteit aan te vragen. In Amsterdam

werd mobiliteit ook aangemoedigd, omdat

je op deze manier de leerkrachten de

ruimte geeft om hun eigen visie na te

streven en zichzelf te blijven ontplooien.

Zelf vind ik dit een goede ontwikkeling,

omdat je zo je eigen ervaringen kunt delen

op de nieuwe school en zelf ook weer

nieuwe ervaringen op kunt doen en

uitgedaagd wordt.

Zo probeer ik mijn ervaringen die ik heb

opgedaan in Amsterdam nu te delen

binnen de scholen van Accent. Vorig jaar

heb ik dit bijvoorbeeld op de Triangel

mogen doen. Ik waardeerde het erg dat

mijn collega ’s daarvoor openstonden en

het profijt ervan inzagen.

J.J.: Sluit niet aan bij de belevings-wereld. Breng ze juist naar een nieuwe!

6

Wat is wat jou betreft de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen jaren geweest t.a.v. meer- en hoogbegaafd-heid in het onderwijs?

De belangrijkste ontwikkelingen dateren

alweer van wat langer geleden. Toen ik

begon met mijn adviesbureau (1998) was

hoogbegaafdheid op scholen nog een

nieuw onderwerp en slechts een enkele

school had al een duidelijke visie ten

aanzien van het begeleiden van begaafde

leerlingen.

In de jaren daarna is er steeds meer

literatuur verschenen over het onderwerp,

een tijdschrift (Talent) en ook zijn er

diverse instrumenten ontwikkeld

(waaronder het DHH) om leerkrachten te

ondersteunen bij de begeleiding van

begaafde leerlingen. De laatste vijf jaar zijn

er wat minder echt nieuwe

ontwikkelingen, wel zie je dat er nu op

bijna alle scholen aandacht is voor

leerlingen die meer aankunnen dan het

reguliere leerstofaanbod. Begaafdheid is

‘gewoon’ geworden en dat vind ik een hele

goede ontwikkeling. In mijn werk zie ik dat

steeds meer scholenverbanden ervoor

kiezen om bovenschools aandacht te

besteden aan begaafdheid en het

belangrijk vinden dat alle scholen van het

samenwerkingsverband scholing volgen

op het gebied van begaafdheid en ook dat

ze beleid maken om een doorgaande lijn

binnen de school te garanderen. Accent is

hier een duidelijk voorbeeld van.

Stel, in de ideale school, hoe wordt er dan met meer- en hoogbegaafde kinderen om gegaan?

Op dit moment probeer ik met mijn

adviezen aan leerkrachten zoveel mogelijk

aan te sluiten bij de manier van werken

van de school, dat biedt de meeste kans

dat de adviezen ook daadwerkelijk in

praktijk gebracht worden. Maar als ik zou

mogen kiezen hoe het onderwijs aan

begaafde leerlingen eruit zou moeten

zien, dan zou ik het vooral belangrijk

vinden dat kinderen leren hoe ze moeten

leren, dus de focus leggen op het aanleren

van werk- en leerstrategieën en een

procesgerichte benadering. Verder zou ik

minder instructie geven, maar leerlingen

meer dingen zelf uit laten zoeken. Ik zou

ook meer aandacht besteden aan het

aanleren van allerlei vaardigheden die

belangrijk zijn voor het verdere leven. Maar

ik denk dat deze punten eigenlijk voor alle

kinderen belangrijk zijn. Ik zou wel de

focus leggen op het passend onderwijs in

de groep en wat minder op plusklassen.

Het is belangrijk dat er structureel iedere

dag aanpassingen worden gemaakt in het

leerstofaanbod voor deze leerlingen en

niet alleen 1x per week in een aparte klas.

Via jouw ondersteuning in de Accent

Meer- en hoogbegaafdheidSylvia Drent is gespecialiseerd in (hoog)begaafdheid. Ze heeft menig Accent-school van advies voorzien en biedt ook een gevarieerd programma in onze eigen Academie. Sylvia houdt zich bezig met het testen van kinderen, het adviseren en begeleiden van leerkrachten en het geven van voorlichting en scholing op alle aspecten van het onderwerp (hoog)begaafdheid.

GASTRUBRIEK

Sylv

ia D

rent

Academie bereik je inmiddels veel collega’s. Kun je iets zeggen over de ontwikkelstappen die wij als groep gedaan hebben en nog zouden moeten doen?

Ik ben nu sinds het schooljaar 2013-2014

betrokken bij Accent voor de scholing op

het gebied van begaafdheid. In de

afgelopen jaren hebben bijna alle scholen

van Accent scholing gevolgd en school

specifiek beleid geschreven. De afgelopen

jaren heb ik twee intervisiegroepen

begeleid van scholen die bezig zijn met

het invoeringstraject van het beleid voor

begaafde leerlingen. Wat mij hierbij vooral

opvalt is de betrokkenheid van de

directeuren bij het onderwerp. Ook de

directeuren komen bijvoorbeeld 2x per

jaar naar de intervisiebijeenkomsten,

omdat ze het belangrijk vinden om

betrokken te blijven bij nieuwe

ontwikkelingen. Alle scholen die beleid

hebben geschreven zijn druk bezig om de

begeleiding van begaafde leerlingen een

plek te geven binnen de structuur van

passend onderwijs, de intern begeleiders

vervullen hierbij een centrale rol. Binnen

Accent heeft het scholingsaanbod op het

gebied van begaafdheid de afgelopen

jaren een vaste plek gekregen binnen het

aanbod van de Accent Academie,

voorbeeld daarvan is ook de jaarlijkse

ouderavond voor ouders van begaafde

leerlingen met telkens een ander thema.

Wat voor de komende jaren heel

belangrijk is, is dat de aandacht voor de

groep begaafde leerlingen steeds meer

geïntegreerd wordt binnen het totale

onderwijs. Dat betekent dat bij alle

nieuwe ontwikkelingen binnen scholen

ook gekeken moet worden naar de

specifieke aandachtspunten die deze

ontwikkelingen mogelijk met zich

meebrengen ten aanzien van de begaafde

leerlingen. En daarbij is de rol van de

directeuren dan weer erg belangrijk.

7

J.J.: Er zijn leraren

die 25 jaar geleden

hun laatste boek

hebben gelezen.J.J.: Veel mensen

zeggen dat ze leren belangrijk vinden. Maar wat doe je

eraan?

J.J.: Bel de hondentrainer maar, want mijn mensen zijn doeners.

Groen van PrinstererschoolEen geplande schilderbeurt bleek een goed moment voor een kwaliteitsimpuls

in deze school. De toename van leerlingen in de laatste jaren vraagt om

aanpassing. Het speellokaal is ‘opgeofferd’ tot integraal leerplein. Als compensatie

gebruikt de onderbouw de nabij gelegen sporthal voor het bewegingsonderwijs.

Ook de personeels- en multifunctionele ruimte heeft een andere bestemming

gekregen. De school ziet er nu weer fris uit en kan de komende jaren vooruit.

118 99

Er is de afgelopen jaren namelijk wel degelijk een

heleboel veranderd met betrekking tot het kijken

naar kinderen met een ontwikkelingsstoornis als

ADHD/ASS. Maar het is vooral belangrijk om te weten

dat er veel meer smaken zijn dan alleen ADHD en ASS.

De begrippen zijn namelijk afkomstig uit het

handboek voor psychiaters: de DSM. Inmiddels is daar

in 2013 de 5e editie van verschenen. Het doel van dat

handboek is om gedrag te “klasseren” door de

deskundigen. Dit om te voorkomen dat iemand door

twee psychiaters een totaal andere diagnose

opgelegd krijgt. Zo kon begin jaren 50 iemand in

Amerika bestempeld worden als depressief, terwijl

hetzelfde beeld van symptomen in Europa als

schizofrenie werd afgedaan. Het is dus een soort

encyclopedie waar je alle kenmerken van een stoornis

kunt herkennen. Zo kunnen onderzoekers en

behandelaars bekijken welke behandeling effectief is

bij bepaalde stoornissen. En er is pas sprake van een

stoornis als het gedrag iemand belemmert in zijn

ontwikkeling! Het probleem is echter ontstaan toen

die diagnoses belangrijk werden om recht te hebben

op zorg. We kennen allemaal het “rugzakverhaal”.

Zonder diagnose geen hulp. Die tijd ligt inmiddels

achter ons.

Autismespectrumstoornissen En toch klopt de titel, PDDnos

bestaat niet meer. In de DSM 5 is

het een en ander veranderd. Zo

zijn de criteria en indelingen

voor angststoornissen en

trauma aangepast en de criteria

voor ADHD veranderd. Maar

misschien wel de grootste verandering bij de ontwik-

kelingsstoornissen is, dat er nog maar één algemene

categorie is, namelijk de autismespectrumstoornissen

(ASS). In de praktijk betekent dit echter nog steeds dat

voor de meeste mensen, waarbij ooit de stoornis van

bijvoorbeeld Asperger of PDDnos werd gesteld, zij nu

de diagnose ASS krijgen. Ze voldoen namelijk aan de

criteria die er gesteld worden. Maar wanneer er geen

sprake is van stereotiep gedrag of interesses, dan wordt

de stoornis ASS niet meer gesteld. Voor hen –en in ons

geval voor kinderen- geldt een nieuwe restcategorie en

dat is de “sociale communicatiestoornis”. Het doel van

de geleerden, die zich jaren (!) bezighielden met die

DSM 5, was namelijk om ASS beter te onderscheiden

van de andere ontwikkelingsstoornissen zoals taal- en

leerstoornissen en ADHD.

Wat hebben ze van hun omgeving nodig?Dé PDDnosser heeft ook nooit bestaan. Het is wel

handig dat je als leerkracht snapt dat leerlingen die de

diagnose PDDnos in hun dossier hebben staan, over

het algemeen snel het overzicht kwijt zijn en dan niet

weten wat er van hen verwacht wordt. Maar veel

belangrijker is om goed door te hebben wat ze van jou

nodig hebben. Onze kijk -in psychologen- en

orthopedagogenland- is ook veel meer daarop gericht.

Niet op zoek gaan naar wat ze niet kunnen, maar naar

wat ze van hun omgeving nodig hebben om tot

ontwikkeling te komen. Dat kijken start voor de

leerkracht en intern begeleider met observeren in de

groep naar wat werkt bij die leerling. Maar vooral ook in

gesprek gaan met ouders en kind over waar zij zich

zorgen over maken; wat ze meegemaakt hebben en

wat voor het kind belangrijk is. Wat daarop kan volgen

is neuropsychologisch onderzoek naar bijvoorbeeld

hoe de intelligentie van een leerling is opgebouwd .

Leert een kind makkelijk van een praatje of een plaatje

of van allebei, hoe zit het met zijn geheugen, zijn

aandacht en concentratie. Al die informatie samen

zorgt ervoor dat we steeds beter snappen wat een kind

nodig heeft om zich veilig te voelen, fouten te durven

maken en dus te leren.

Sommige kinderen hebben veel van ons nodig! In het

aanbod van de AccentAcademie wordt daar ook veel

aandacht aan geschonken. Een ontwikkelingsstoornis

kan een enorme belemmering zijn voor een kind

wanneer er niet adequaat op gereageerd wordt. Als

gedragswetenschapper vind ik het hartstikke belangrijk

dat er diagnoses gesteld worden. De tijd dat er met een

vinger naar jou als opvoeder werd gewezen, omdat

jouw kind autistisch was (de ijskastmoeders) ligt

gelukkig ook ver achter ons. En hoe beter we kunnen

klasseren, hoe beter we ontdekken wat helpt en werkt

bij de aanpak van gedragsproblemen. Het is ook

belangrijk voor het onderzoek naar bijvoorbeeld ASS.

Wat is namelijk de oorzaak van autisme? Het lijkt erfelijk

te zijn, maar we zien ook steeds méér kinderen met

ASS. Dat komt voor een deel omdat we beter kijken,

maar ook kan het weleens een gevolg zijn van de

hogere eisen die we aan kinderen stellen. Maar dat is

iets voor een volgende Accentueel!

Manuela Jansen

AccentPlusRondleiding Roombeek

Op 4 juli 2017 kwamen vijfenveertig

Accentplus-leden bijeen in de

Gastrobarbijrozendaal te Enschede. Wij

brachten schitterend weer met ons mee!

Onder het genot van een kopje koffie/

thee met een overheerlijke appelflap

kwamen de tongen weer los.

Na de koffie moesten we ons tot de lunch

zelf vermaken. Dat was niet moeilijk. De

meeste van ons brachten een bezoek aan

museum Twentse Welle. Hier was veel te

zien: zoals prehistorische dieren, machines

uit de vroegere textielfabrieken, te veel om

op te noemen.

Na de lunch was de rondleiding

Roombeek aan de beurt. Tijdens de

inleiding in het theater van het museum

kregen we al gauw een indruk van de

omvang van de ramp op 13 mei 2000.

Titia Boitelle, onze zeer ervaren gids, nam

ons mee door deze bijzondere wijk en

maakte de rondleiding door Roombeek tot

een unieke ervaring. Vlak bij de plek waar

de explosie heeft plaats gevonden staat

een monument, het heeft de contouren

van ‘Het verdwenen huis’ met de namen

van de 23 dodelijke slachtoffers. Er waren

ongeveer 950 gewonden. 1.500 woningen

en 500 bedrijven raakten zwaar beschadigd.

1.250 mensen raakten dakloos. In totaal is

60 hectare verwoest.

Onder de leiding van architect Pi de Bruijn

is Roombeek uitgegroeid tot een leven dige

en wereldse wijk met nieuwe architectuur

en met respect voor het verleden. Resten

van het rijke textielverleden vind je overal

terug in de wijk.

Dank aan de organisatie van deze

gezellige en indrukwekkende bijeenkomst.

John Borst

Maar PDDnos bestaat toch niet meer…Het afgelopen halfjaar werd die vraag verschillende keren aan mij gesteld. Scholen en ouders ontvingen een verslag waarin de diagnose PDDnos gesteld werd. Dat was raar want dat kon toch helemaal niet meer. Ook bij de redactie van de Accentueel vroeg men zich af of ik niet iets kon vertellen over de gewijzigde aanpak en de kijk op ADHD/ASS. “Minstens 5 pagina’s, zonder foto’s…”. Dat laatste is voor mij geen probleem, maar zal ik de lezer niet aan doen.

J.J.: Wat ertoe doet is tijdgebonden. Sta

open voor de wereld waarin we leven.

J.J.: We hebben de

laatste 10 jaar

meer geleerd over

leren dan in de

eeuwen daarvoor.

J.J.: In een lerende school doen

mensen samen wat ertoe doet. Zonder precies te weten

wat de uitkomst is.

10 11

Wie erbij was, heeft het begrepen: aan

ieder kind hetzelfde aanbieden

geeft slechts een enkel kind voldoening/

vleugels/motivatie/plezier/kennis/

vaardigheden/etc. (kies zelf maar wat het

meest van toepassing is). Terwijl bij een

gevarieerd aanbod de kans op al dat

moois wordt vergroot. De presentatie van

Jan Jutten ging over de leerkracht met

hoofdletter “L”. De Leerkracht dus! Dat is de

Leerkracht die in plaats van “iedereen

hetzelfde”, differentiatie toepast. Dat is de

Leerkracht die leermogelijkheden creëert

en niet wat Jan noemt “instructivisme” en

“moetisme” toepast. Dat is de lerende

school waarin Leerkrachten werken aan

boeiend onderwijs. De school waar de

Leerkracht dagelijks zijn gereedschaps-

koffer aanvult. Precies daar ziet Jan het

nogal eens misgaan.

Neem studiedagen. Jan ziet er weinig

zinvols in. Ze helpen in zijn optiek hooguit

om veranderingen te voorkomen. Echt

leren is volgens Jan “proberen, op je bek

gaan, opstaan en doorgaan”. Onze

Canadese principals Kim & Claudine

dachten er ook zo over. “Leren”, zegt Jan,

“is het ontwikkelen van vermogen om te

doen wat je moet doen.” Dan is het wel

handig om te weten wat je moet doen en

hoe. Op de vraag hóe je het dan precies

moet doen geeft Jan geen antwoord.

“Dat is een school- en teamkwestie.” Wel

vindt hij, dat elke leerkracht zich zou

moeten afvragen waarom hij of zij

leerkracht is en voegt daar aan toe: “Als je

geen idee hebt van je toegevoegde

waarde, zoek dan een andere baan.” Oeps.

Een groen lampje ging aan.

Wanneer spraken we voor het laatst over

onze toegevoegde waarde binnen ons

team? Weten we eigenlijk wel van elkaar

wat onze toegevoegde waarde is? Of

weten we van elkaar welke toegevoegde

waarde we wensen te hebben? Misschien

hebben we (onbewust) wel de behoefte

om van elkaar te horen wat onze

toegevoegde waarde is. Geen idee

eigenlijk. Misschien wil Jan duidelijk

maken dat de gesprekken die we met

elkaar voeren op school echt wel ergens

over moeten gaan (dus niet over het weer,

de slechte koffie of zelfs werkdruk).

Bijvoorbeeld over jou en mij en wat we

samen voor elkaar krijgen.

Of voer gesprekken over instructivisme en

constructivisme. Waarbij het geven van

instructie informatie doorgeven is. Met

een kans op blijvende verandering die

tamelijk laag is. Tenzij er iets met die

informatie wordt gedaan. Wat dat “iets” is

weet Jan niet, maar wel dat het nodig is

om van informatie kennis te maken. Dat is

constructivisme. Natuurlijk is de vraag:

“Hoe constructief bent u beste leerkracht,

beste school of beste stichting?”

Jan noemt ook “de rijke leeromgeving” en

waarschuwt deze niet te verwarren met

chaos (want dat gevaar ligt op de loer).

Zijn test? Als hij ontdekt, dat hij in een

lokaal, zonder dat er wordt les gegeven, na

5 minuten iets heeft geleerd. Beste

collega’s: doe uw voordeel met deze

praktisch tip. Ga morgenochtend om 8.00

uur maar eens vijf minuten in het lokaal

van uw collega zitten… en leer!

Vervolgens deelt u in een minuut met uw

collega wat u leerde. Dan kunt u om 8.06

uur al terug kijken op een zinvol gesprek!

Het mag duidelijk zijn. De uitspraken van

Jan geven genoeg aanleiding voor

gesprekken met elkaar. Daarom zijn

verschillende uitspraken her-en-der

verstrooid over deze editie van Accentueel,

zodat elke pagina van deze editie

gespreksstof geeft. Want leren van en met

elkaar begint met het gesprek. Hopelijk

geven de woorden van Jan hiertoe veel

aanleiding. Dat is niet alleen constructief

en leerzaam, maar - vergeef me Jan - ook

erg leuk!

Accent Onderwijsmiddag: Van dagmenu naar lopend buffetHet was er weer zo één. Eentje die schuurt, ogen opent en tot denken aanzet. Eén die zo mooi de liefdevolle kant van ons werk raakt. Eén die verbinding legt tussen wat we doen en onze “onderwijsziel”. Dit keer was het de presentatie van Jan Jutten en zijn “lopend buffet”. Waarbij hij helder uiteenzet waarom gedragsproblemen het gevolg kunnen zijn van een te laag Freek-Vonk-gehalte. Ons op de vingers tikt door te stellen dat scholen denken een monopolie op leren te hebben. En geruststellend toevoegt dat kinderen ondanks school tòch leren!

J.J.: Groepen kleiner maken heeft geen enkele invloed op de kwaliteit. De onderwijskundige keuzes wel.

J.J.: Je leert als je iets wilt leren. Ook bij kinderen werkt moetisme averechts.

J.J.: Ik zie nog steeds de lessen die ik zelf

ook heb gehad.

we zeggen niet meer dat onderwijs

leuk is

J.J.: Eigenaarschap? Dat is van

informatie kennis maken.

De hermelijn verandert

om zichzelf te blijven.

J.J.: Mooie paradox hè?

Instructivisme & constructivismeWat is “instructivisme” (lesgeven) ook

alweer? In de kern ligt de nadruk op

kennisoverdracht van leerkracht naar

leerling. De leerkracht geeft zijn of haar

kennis en de leerling neemt deze op.

Leren is een activiteit waarbij de

leerkracht veel invloed uit denkt te

kunnen oefenen op het leren van

kinderen.

Bij “constructivisme” (leren) ligt de

nadruk op de activiteit van de leerling.

Leerlingen construeren hun eigen

inzichten, begrip en kennis en

leerkrachten doen dit niet voor hen.

Simpelweg omdat het niet kan (erop

vertrouwende dat elk mens een

autonoom denkend en lerend wezen is).

De leerkracht is degene die iets nieuws

aan de leersituatie toevoegt, iets dat nog

niet eerder aanwezig was.

Rol van de leerkrachtDe verschuiving van “lesgeven naar

leren” heeft wat gedaan met de rol van

de leerkracht. Zoals het ontstaan van de

opvatting dat leerlingen niets meer leren

als leerkrachten ouderwets lesgeven.

Schrijver Biesta veronderstelt zelfs dat

leerkrachten in verlegenheid kunnen

raken door het moderne denken over

lesgeven en hun identiteit als leerkracht.

Hij maakt zich hierover trouwens zorgen.

Want als leerkrachten het idee hebben

niets meer te kunnen bieden, dan wordt

op een bepaalde manier het idee van

onderwijs opgegeven.

Geschenk van de lesBiesta zegt dat leerkrachten nooit de

volledige controle kunnen hebben over

de ‘invloed’ van hun activiteiten op

leerlingen. Dat is de reden waarom hij

een onder scheid maakt tussen

“onderwezen worden door” en “leren

van”. In deze laatste situatie is de

leerkracht degene die hulpbron is en er

op toeziet dat al het geleerde binnen de

controle van de leerling blijft (dit is wat

we al jaren gewend zijn overigens,

mocht u nu afhaken).

Maar kinderen die “onderwezen” worden

hebben de ervaring dat “iets hun wezen

van buitenaf binnendringt”, ze hebben

een bijna geestverruimende ervaring en

zijn vol verwondering. Biesta noemt deze

leerervaring het geschenk van de les!

Leerkrachten zijn daarom geen

wegwerp artikelen of vervangbare

hulpbronnen voor het leren. Nee, ze

deinzen niet terug voor ongemakkelijke

vragen of ongemak kelijke waarheden.

Ze zijn geestverruimers. Spreker Jan

Jutten zegt het zo: “Sluit vooral niet aan

bij de belevingswereld van kinderen,

maar neem ze mee naar een nieuwe!”.

De taak van een school, aldus Biesta, is

dat een leerling open staat voor het

geschenk van onderwezen worden. Een

school is dus niet persé een plek waar

wordt geleerd. Een school, aldus Biesta,

is een plek waar kinderen het risico

lopen te worden onderwezen.

GeestverruimerMisschien is het beter ons beroep niet

meer dat van leerkracht of onderwijzer

te noemen, maar van geestverruimer.

Misschien kunt u dan makkelijker

checken of u na uw werkdag verschil

heeft kunnen maken.

Meer lezen?Biesta, G. (2015).

Het prachtige risico van onderwijs.

Culemborg: Uitgeverij Phronese.

Boekbespreking: Het prachtige risico van onderwijsJan Jutten sprak erover tijdens de Accentmiddag: de verschuiving van instructivisme naar constructivisme. Of scherper: de verschuiving “van lesgeven naar leren”. Deze verschuiving is de meest bepalende geweest in de afgelopen twee decennia t.a.v. het collectieve denken over goed onderwijs (Biesta, 2015). Wat doet de verschoven opvatting over “lesgeven en leren” met de rol van de leerkracht? In zijn boek “Het prachtige risico van onderwijs” geeft Gert Biesta antwoord op vele vragen.

12

Op woensdagavond kwam het telefoontje: “Hij is

overleden”. Geschrokken, gedesillusioneerd en

verbijsterd moest er een minuut later gehandeld worden

(“Hè? Klopt dit allemaal wel?”). Direct gebeld met de

interne begeleider, het nieuws gebracht en verzocht

meteen tot actie over te gaan. We gingen alle ouders van

de groep bellen. Dat leek het meest gepast. Echter niet

voordat de leerkrachten van groep 4 gebeld waren om het

verschrikkelijke nieuws mee te delen. Maar ook om te

verzoeken een deel van de ouders te laten bellen. Het was

inmiddels al rond 21.30 uur. Dan gaat het beginnen.

Keuzes worden gemaakt (“Oh, ook nog bellen met de

bouwcoördinatoren en bestuur.”), besluiten worden

genomen. Deels geholpen door een protocol. Maar vooral

op basis van intuïtie en gesprekken. Meer op basis van wat

zich aandient dan een strak geregisseerd ritueel.

Hoe hielp het rouwprotocol?Het meest hielp het protocol met het ordenen van onze

gedachten. Het hielp ons denken aan minder voor de

hand liggende zaken, zoals de vorming van een sleuteltrio.

Dit waren in ons geval directeur, leerkracht(en) en interne

begeleider (eigenlijk een kwartet). Het sleuteltrio had de

regie over alle activiteiten. Zo spraken we direct af dat er

geen informatie via iemand anders dan het sleuteltrio de

school zou verlaten. Hiermee kon voorkomen worden dat

de geruchtenmachine vat kreeg op de school.

Het sleuteltrio organiseerde informatie, zocht contact met

de ouders en stemde met hen af wat gecommuniceerd

kon en mocht worden. Maar het sleuteltrio besloot ook de

aanstaande schoolreis niet door te laten gaan en over de

wijze waarop hierover bericht zou worden.

De dag na het overlijdensbericht verzamelden zich

‘s ochtends vroeg het sleuteltrio samen met orthopeda-

goog Manuela. We spraken af hoe de kinderen in groep 4

werden opgevangen en hoe we de ouders zouden

opvangen. Leerkrachten en interne begeleider vingen de

kinderen op in de groep. Op elke tafel lag papier klaar

waarop kinderen konden kleuren. Later kwamen de

kinderen samen in de kring waarin zij alle ruimte kregen

om hun gedachten te delen.

De ouders werden opgevangen door Manuela en de

directeur. De bijeenkomst was vervuld met verdriet en

ongeloof. Veel ouders hadden de behoefte om samen te

blijven, om te praten en te delen. Of om samen stil te zijn.

We besloten de school tot een plaats te maken waar

ouders ook konden delen met elkaar. Voor de kinderen van

groep 4 ging deze week elke dag om 12.00 uur de school

uit. Vanaf 11.00 uur stond – met dank aan de activiteiten-

commissie - voor ouders in het speellokaal van de kleuters

koffie en thee klaar.

Het was goed om minstens in een tweetal de kinderen en

hun ouders op te vangen. Hierdoor kon afwisselend het

woord genomen worden. In een bijzonder emotionele

situatie zoals die zich bij De Triangel voordeed konden we

daardoor blijvend handelen èn voor elkaar zorgen.

Zo goed en kwaad als het kon is het gelukt om de kinderen,

ouders en collega’s op te vangen. Waarbij we van ouders

terug kregen dat “het zo natuurlijk aanvoelt allemaal”. Voor

het sleuteltrio was dit een belangrijk resultaat. Want het

continue schakelen en bijsturen met het regiegroepje is

voor de buitenwereld onzichtbaar gebleven.

Beetje merkwaardigHet lijkt een beetje merkwaardig om te noemen. Namelijk

dat er hele mooie dingen gebeurden. In alle verbijstering

ontstond bijvoorbeeld enorme verbroedering. Een ander

resultaat: het relativerende effect binnen het team. Ook

het team werd “terug geworpen naar een basis”. Er werd

onderling gewaarschuwd voor de sneltrein die straks weer

met hoge snelheid door het jaar dendert. De drukte en

hectiek van alledag gaat weer regeren en de verbijstering

van nu is dan een gebeurtenis in het verleden. Terwijl we

dit niet willen laten gebeuren. Want, hoe ellendig en

verschrikkelijk de gebeurtenis is, het was ook fijn dat de

trein even stopte. Om even het druk-loze moment te

ervaren waarin niets er meer toe doet. Waarin “haast” en

“regelen” plaats maken voor zorg en contact. Waarin niet

het woord, maar juist de stilte alles zegt. Dat deze stilte

enkele weken later plaats maakte voor een ouderavond

over rouwverwerking stond ook niet in het protocol. Maar

bleek een goede toevoeging.

Het rouwprotocol gaf dus goede aanwijzingen en

handvatten. Het voorzag alleen niet in één ding: dat de

wijze van handelen per situatie verschillend is en dat

intuïtie de belangrijkste graadmeter is. Hopelijk blijft het

voor altijd in de kast liggen. Maar voor wie het rouw-

protocol van De Triangel wil ontvangen, mail naar

[email protected].

111312

J.J.: Als kinderen zich

na 8 jaar veilig voelen maar niets

hebben geleerd. Dan heb je gefaald. J.J.:

Bij elkaar

kijken leidt tot

betere dingen

doen.

J.J.: Mensen zijn geen denkers of doeners. Ze worden zo gemaakt door

de context. Zoek maar eens een cynische kleuter.

J.J.: Als je lesgeeft met slechte resultaten. Stop dan direct met lesgeven.

Dit keer sponsorde niet een school in het

bijzonder, maar Accent het team van 100%

Running Winterswijk bij het inzamelen

voor hun goede doel. Het team zamelt

namelijk geld in voor de RoPaRun.

Deze stichting besteedt al haar geld aan

mensen die getroffen zijn door kanker.

De laatste editie zamelde de stichting

maarliefst € 5.497.643,- in en was de

bijdrage van 100% Running Winterswijk

een flinke € 25.000,-!

Wat is de RoPaRun?Tijdens de run leggen meer dan 300 teams

non-stop ruim 550 kilometer hardlopend

af van Parijs naar Rotterdam of sinds

enkele jaren (het werd een beetje te druk

in Parijs) van Hamburg naar Rotterdam!

De run wordt gehouden in het

Pinksterweekeinde van zaterdag tot

maandag. Ieder team bestaat uit 8 hard-

lopers met daar omheen een ‘entourage’

van 18 personen voor catering, verzorging,

(fiets)begeleiding en vervoer.

Het complete team levert deze dagen een

topprestatie.

Goede (lokale) doelenDe totale opbrengst komt ten goede aan

mensen die getroffen zijn door kanker.

Waar mogelijk gaat er ook geld naar lokale

doelen. Vorig jaar is er een flink bedrag

uitgekeerd aan de hospice in Winterswijk

en aan het Hof van Kairos (een plaats waar

patiënten met kanker tot rust kunnen

komen door onder meer bezinning en

retraite). Dit jaar is een deel van de

opbrengst geschonken aan ‘troostkoffers’

voor het SKB in Winterswijk. Deze koffers

zijn gevuld met informatie om kinderen te

ondersteunen die te maken krijgen met

kanker (bij zichzelf of bijvoorbeeld bij hun

ouders).

Nog een keer!Het teamwork, de topprestatie, de goede

besteding van het gesponsorde bedrag,

de (benefiet)acties om geld in te

zamelen… ze zijn allemaal onderdeel van

het RoPaRun-virus. Ook voor komend jaar

is alle steun weer van harte welkom!

Goed doel belicht!Op onze scholen wordt veel gedaan voor

goede doelen: inzamelingen, sponsorlopen,

kruitnotenacties en ga-zo-maar-door.

Elke editie van Accentueel komt een goed

doel aan bod. Jullie goede doel ook

in Accentueel? Mail de redactie!

Uit “Achterhoek nieuws”, oktober 2017

Motto RoPaRun:

“Leven toevoegen aan de dagen,

waar vaak geen dagen meer kunnen

worden toegevoegd aan het leven”.

Overlijden en protocol

scholennieuws

1514

Wat teken jij?God!

Maar niemand weet toch hoe God eruit ziet?Over 5 minuten wel!

J.J.: Een jaar verder

durft dit kind ook

geen God meer te

tekenen.

J.J.: Teamvraag: Wat zit er in het koffertje van

kinderen na 8 jaar school?

Op 5 april hebben wij op de Julianaschool aandacht besteed aan

drie jubilarissen. Juf Nathal Koldeweij, Juf Nienke van der Donk en

Juf Toke Zwinkels zijn dit jaar 12½ jaar werkzaam in het onderwijs.

In de groep zijn ze verrast door de leerlingen en buiten hebben

wij gezamenlijk een lied voor hen gezongen. Dit gebeurde op

meester en juffendag!

3 jubilarissen op de Julianaschool

Op de foto van links naar rechts juf Toke, juf Nienke en juf Nathal.

1416

J.J.: Het meest gebruikte woord in onderwijs is “leuk”.

J.J.: Leren jullie kinderen de wereld

te lezen?

J.J.: Misschien kun je eens wat

boeiender lesgeven.

Emmaschool

Voor de Emma school is een mooie

ruimte gecreëerd voor de unit 1 t/m 4.

In dit project is dankbaar gebruik

gemaakt van lokale ‘hand- en

spandiensten.

KnienenbultGroot onderhoud is slim gecombineerd

met een kwaliteitsimpuls. 2 fraaie units

voor onder- en bovenbouw zijn hierdoor

ontstaan. Ook zijn zaken als sanitair,

keuken etc. vernieuwd. In het kader van

duurzaamheid zijn naast zonnepanelen

nu ook LED-armaturen aangebracht.

‘Een groene school in het groen…’

nieuwHessenOok hier is sprake van een kwaliteitsimpuls. De gymzaal had nog een uitstraling uit de

jaren ’70. Het gebouw wordt nu ook geschikt gemaakt als instructieruimte voor

AccentAcademie en andere bijeenkomsten. Het werk zal in de kerstvakantie worden

opgeleverd. Het is de bedoeling dat ook de buitenkant een opfrisbeurt krijgt.

BinnenklimaatDit onderwerp is heel actueel. Recent

is bij CBS Barlo een mechanische

ventilatie aangebracht in sommige

lesruimten. Het is de bedoeling om in

de winterperiode het binnenklimaat

op de locatie Triangel-laag drastisch

te verbeteren.