Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
3
november 201744
3 Van en met elkaar leren
5 Geef het stokje door: Marcel Krieger
6 Gastrubriek: Meer- en hoogbegaafdheid
8 AccentPlus: Rondleiding Roombeek
9 Maar PDDnos bestaat toch niet meer…
10 Accent Onderwijsmiddag: Van dagmenu naar lopend buffet
11 Boekbespreking: Het prachtige risico van onderwijs
12 Goed doel belicht: RoPaRun
13 Overlijden en protocol
accentueel is een uitgave van de
s t i c h t i n g a c c e n t s c h o l e n g r o e p
J.J.: Leren gaat altijd gepaard met afleren.Afleren gaat gepaard met onzekerheid.
J.J.: Ga kijken bij
iemand met hoge
opbrengsten, in welke
zin dan ook!
10
8
7
colofon:Accentueel verschijnt 3 maal
per jaar in een oplage van 800
exemplaren (bestemd voor leden
van het bestuur, de schoolteams,
de ouderraden, mede zeggen-
schaps raden en leden van
Accent Plus).
redactie:Marco König
Ben Lammers (vormgeving)
Harry Peterkamp
Hennie van Schilt
redactieadres:Accentueel
Postbus 253
7120 AC Aalten
e-mail:
de accentscholen zijn:
gemeente AaltenCBS Barlo
De Höve
De Klimop
De Triangel
Groen van Prinstererschool
IKC De Bosmark
IKC Uniek
nieuwHessen
‘t Möllenveld
‘t Warmelinck
gemeente Oost GelreDe Hoeksteen Groenlo
gemeente Oude IJsselstreekDe Hoeksteen Gendringen
Bontebrugschool
De Meeander
De Knienenbult
gemeente WinterswijkJulianaschool
Emmaschool
Kon.Wilhelminaschool
De Bataaf
RelativerenI
nteressant hoe Jan Jutten al strooiend met allerlei prikkelende uitspraken groene
lampjes liet branden. Zijn prikkels, soms op het filosofische af (“Het is onmogelijk om
te weten wat mogelijk is”, van Steve Jobs), zetten aan tot denken. Neem deze meer
praktische uitspraak: “De idioot is iemand die meer van hetzelfde doet en dan betere
resultaten verwacht” (van Albert Einstein).
Het gekke wat mij betreft is, dat al zijn uitspraken bekend zijn of niet vreemd voorkomen.
Waarom niet? Door de volstrekte logica. Neem die uitspraak van Einstein. Niets nieuws
toch? Kan iedereen bedenken. Wie weleens op Facebook kijkt ziet de levenslessen en
wijze uitspraken met bosjes voorbij komen (“Als je altijd doet wat je deed, overkomt je
wat je altijd overkwam”, dat soort dingen). Het zijn verrassend simpele uitspraken en ik
denk dat bijna niemand de waarheid ervan zal ontkennen. Desondanks merkte ik tijdens
de presentatie van Jan Jutten het relativerende effect van de quotes. Kennelijk is het goed
om ze te herhalen, zodat relativeren ook een beetje blijft bestaan. Dat is ook de reden
waarom allerlei uitspraken van Jan Jutten zijn verstrooid door deze Accentueel. Zo heeft
elke pagina op zijn minst een beetje relativerende werking.
Goede kennis kan ook relativeren trouwens. Goede kennis geeft in ons beroep
handvatten door het juist verklaren en interpreteren van gedrag. Hoewel onderbuik-
gevoelens en intuïtie belangrijke graadmeters zijn, kan de juiste kennis ons ook helpen
om de juiste besluiten te nemen. Manuela heeft een boeiend stuk geschreven over
PDD-nos. Neem er maar kennis van.
Nu is “relativeren” niet een thema geweest voor deze editie van Accentueel. Maar
denkend aan het Accent-principe om vooral te “leren van en met elkaar”, levert deze
editie misschien iets daaraan toe. Hopelijk kunt u er uw voordeel mee doen waarde
collega’s.
Veel leesplezier namens de redactie!
www.accentscholengroep.nl
2
voorwoord
J.J.: We hebben een methode voor
sociale ontwikkeling nodig voor
problemen die we met aardrijkskunde
veroorzaken.
J.J.: Mensen hebben
allemaal verstand
van onderwijs. Dus
als je je eigen toekomst niet
definieert word je een speelbal.
J.J.: Doen we wel het werk dat nodig is in deze tijd?
Van en met elkaar leren Cherish Babou deelt haar ervaringen opgedaan in Amsterdam
In de aanloop naar het schooljaar hoorde
ik van het team dat er veel leer- en
gedrags problemen waren en dat dit gedrag
te wijten was aan de kinderen zelf en niet
aan het onderwijs of de leer krachten. Het
vertrouwen in deze klas was vanuit het
team niet groot. Met de kennismakingsdag
zag ik inderdaad een heel drukke klas. Wat
mij naast het gedrag ook meteen opviel
was de leeromgeving. De kinderen zaten
kriskras in groepjes door het lokaal en het
oogde enorm druk in de klas. Ook stonden
overal onnodig veel spullen op venster-
banken, kasten en hingen er spullen aan de
muur. Deze leeromgeving sloot niet aan bij
mijn kennis en kunde die ik had opgedaan
bij de vorige school. Op een gegeven
moment ben ik in de klas gaan zitten
zonder kinderen en heb ik gekeken naar
de mogelijkheden voor een, in mijn visie,
goede en rustige leeromgeving.
Wat ik als eerste veranderd heb, is de
inrichting van het lokaal. De groepjes heb
ik tegen de zijkanten van het lokaal gezet.
Het eerste voordeel van deze indeling is de
rust en ruimte die je creëert in de klas. Nog
een groot voordeel is, dat de leerkracht
effectieve en voorspelbare rondes kan
lopen. Daarnaast is het makkelijker om
coöperatieve werkvormen uit te voeren,
een goede kring te maken en de leerkracht
heeft veel ruimte om bewegings oefe nin-
gen met de kinderen te doen. Wat ik ook
belangrijk vind, is om hoeken te creëren in
de klas voor de verschillende vakken. Dit
geeft de kinderen meer ruimte om auto-
noom bezig te zijn en het aspect ‘leren
leren’ te bevorderen.
In het wat ‘hardere’ Amsterdam, waar
kinderen veel buiten leven en veel mee-
maken, moet je op school zorgen voor een
veilig klimaat. Zo waren kinderen getuige
van schietpartijen en andere criminaliteit.
Zelf was ik getuige van een bommelding op
school waarbij de school ontruimd moest
worden. De kinderen moesten in veiligheid
gebracht worden en wij moesten de rust
terugvinden in een hectische situatie.
Naast een veilig klimaat creëren, moet je je
als leerkracht verdiepen in het kind. Zo is
het belangrijk dat je interesse toont in het
leven van het kind buiten school. Een
goede band met het kind is erg belangrijk.
Het kind echt zien en proberen in te leven
in zijn/haar situatie, interesse in de hobby’s,
wat hun bezigheden buiten school zijn, hoe
het thuis gaat en hoe zij zich voelen. Een
goede band met ouders is en was erg
belangrijk (zeker ook omdat er grote
cultuurverschillen waren en verschillen in
opvoeding) en het is van belang om met
contact leggen niet te wachten tot een
slecht nieuws- of tien minuten gesprek.
Dit kun je creëren door ouders bijvoorbeeld
tien minuten voor het begin van de les de
ruimte te geven om de klas binnen te
komen, zodat ze kunnen zien waar de
kinderen mee bezig zijn.
Naast de veilige omgeving waren wij ook
bezig met de zorg voor de kinderen. Iedere
vrijdag werd er fluoride gespoeld. Er mocht
alleen water en fruit meegenomen worden
voor het eten in verband met overgewicht
van de kinderen. Tevens mochten de
kinderen alleen maar gezond trakteren. Er
werden regelmatig taaltrips georganiseerd
om de woordenschat van de Nederlandse
taal te verbreden. Deze trips gingen onder
andere naar Schiphol.
Wat ik ervaren heb, is dat hoge verwach-
tingen, vertrouwen in een kind en het kind
echt zien, een positief effect hebben op het
leren van de kinderen. Zo werd gezegd dat
kinderen uit groep 4 geen spreekbeurt
konden geven, maar uit ervaring blijkt, dat
dit zeker wel kan als je het kind het
vertrouwen geeft. De opbrengsten van
deze veranderingen in de groep waren
enorm. De vaardigheidsscores van de
kinderen gingen met meer dan voldoende
groei omhoog. De doelen werden sneller
behaald en wat ik zelf het belangrijkste
vond, is dat ze weer met een lach en plezier
naar school gingen om te leren.
Na de school in de Bijlmer mocht ik vijf jaar
werken op een school in Amsterdam West
(Bos en Lommer). Deze school was door de
inspectie beoordeeld als onvoldoende en
de uitdaging was om een basisarrangement
te krijgen. Met een nieuw team zijn we aan
de slag gegaan. Het belangrijkste was om
De kinderen zijn aan het leren in de rekenhoek
Afscheid nemen in de Bijlmer
Na een jaar gewerkt te hebben in Amsterdam-West (Osdorp) en geleerd te hebben van de beste leerkrachten, kwam ik te werken in Amsterdam de Bijlmer. De klas in de Bijlmer bevatte op dat moment maar liefst 33 leerlingen.
3
J.J.: Zijn we op de hoogte van
de laatste kennis?
4 5
Geef het stokje door… In deze rubriek geven Accent-collega’s elkaar het stokje door met
boeiende vragen die ze graag aan een andere Accent-collega willen stellen. Alleen de laatste vraag is altijd hetzelfde: aan wie stel jij in
Accentueel jouw vragen? De vorige keer gaf Harmen Temming boeiende antwoorden op de aan hem gestelde vragen!
Nu is het zijn beurt om vragen te stellen aan Marcel Krieger, vakleerkracht
bewegingsonderwijs bij De Triangel.
Voor je werk ben je de hele week met
sport bezig. Wilde je dit werk altijd al
doen?
Op de HAVO zat ik te twijfelen tussen de
opleiding voor gymleraar en die voor
computerprogrammeur. Twee uitersten
bij elkaar. Nadat ik in die tijd aan het NK
atletiek had deelgenomen werd het voor
mij toch duidelijk dat ik in de sport verder
wilde gaan. Vandaar dat ik voor de
gymopleiding heb gekozen. Ik heb van
mijn hobby mijn werk kunnen maken.
Je werkt niet alleen in het onderwijs,
hoe is dat om verschillende banen te
hebben?
Ik vind het ideaal. Het raakvlak van beide
banen is: mensen aan het sporten /
bewegen te krijgen. Maar de verschillen
tussen beide banen maakt het juist dat
het werk erg afwisselend blijft en er geen
sleur in komt. In het onderwijs werk ik
met kinderen.
De meeste kinderen zijn leergierig, willen
graag nieuwe onderdelen leren en
vinden gym vaak een leuke uitlaatklep
van het stilzitten in de klaslokalen.
Bij de sportschool werk ik hoofdzakelijk
met volwassenen. Hier is het veel meer
schema’s maken om ervoor te zorgen dat
ze hun doelstellingen halen of van hun
lichamelijke klachten af komen.
Al een lange tijd ben je werkzaam op
De Triangel als gymdocent.
Wat is jouw drijfveer om het gym-
onderwijs aantrekkelijk te houden
voor de kinderen?
Kinderen bewegen tegenwoordig steeds
minder en zitten steeds meer achter een
scherm (mobiel, TV, computer enz.). Ik
probeer mijn lessen steeds leuk, gevarieerd
en uitdagend te maken en te houden voor
de kinderen. Ik hoop dat leerlingen
zodoende ook buiten schooltijd om (meer)
gaan sporten / bewegen. Het is dan ook
erg leuk om te zien dat er regelmatig
kinderen bij de sportschool binnen
stappen die ik in het onderwijs ook in de
klas gehad heb.
Je bent de ‘drager’ van de
sportcommissie, wat doet de
sportcommissie eigenlijk?
De sportcommissie organiseert de
jaarlijkse breedte sportdag voor de
kinderen. Dit was altijd voor groep 7 en 8
en sinds afgelopen jaar voor de groepen
5-8.
De bedoeling van de breedtesportdag is
om kinderen kennis te laten maken met
verschillende sporten die er in Aalten en
omgeving gedaan kunnen worden.
In totaal hebben afgelopen jaar ruim 900!!
kinderen aan de breedtesportdag
meegedaan.
Het programma voor deze dag is dan ook
erg uitgebreid: basketbal, voetbal, hockey,
zwemmen, survival, dansen, paardrijden,
tennis, korfbal en nog vele andere sporten.
De sportcommissie is op zoek naar
aanwas, waarom zouden collega’s
moeten deelnemen aan de
sportcommissie?
Zoals je net al kon lezen is het elk jaar
weer een hele organisatie die we rond
moeten krijgen. Maar het geeft ook erg
veel voldoening om op de breedte-
sportdag zelf al die kinderen te zien
bewegen.
We zitten op dit moment met 6 personen
in de sportcommissie. Van deze 6 zijn er 4
die al bijna vanaf het eerste uur bij de
commissie zitten (waarvan er 2 al niet
meer in het onderwijs werkzaam zijn). Het
wordt dus hoog tijd dat de jonge garde
zich aanmeldt. Je hoeft zelf helemaal niet
actief aan sport te doen om bij de
sportcommissie te komen. Je moet het
vooral leuk vinden om dit te organiseren
(uren voor sportcommissie vallen binnen
taakbeleid uren). Er is vooral behoefte aan
iemand die goed roosters kan maken. Op
dit moment ben ik de enige binnen de
commissie die dat kan. Als ik ziek word
vindt er geen sportdag plaats. Dit kan niet
de bedoeling zijn!!
Aan wie geef jij het stokje door?
Ik geef het stokje door aan Harry
Nienhuis.
J.J.: Het einde van moetisme? Simpel. Leer de kinderen
écht kennen!
J.J.: Kwaliteit kun je
niet regelen. Alles
heeft te maken met passie en
betrokkenheid.
J.J.: Liever de term “boeiend’
dan “leuk”!
met het hele team achter de visie te staan
en deze op dezelfde wijze uit te voeren.
Dit bestond uit: op dezelfde wijze lesgeven
aan de hand van het algemeen directe
instructiemodel, het leren zichtbaar maken,
coöperatieve werkvormen uitvoeren,
bewegen tijdens de lessen, van de hele
school een uitdagende leeromgeving
maken, klassenconsultaties, video-interactie
en coaching (lessen filmen en feedback
geven), coöperatief vergaderen, team-
building, groepsplannen maken die je
verwerkt in een dagplanning waardoor je
Gezond trakteren
Taaltrip Schiphol
2017 is voor Accent een zeer actief jaar aan het (ver)bouwfront. In de begroting zijn extra middelen vrijgemaakt op een aantal gebouwen een extra impuls te geven om verschillende redenen. In dit artikel een korte weergave van de stand van zaken op dit moment.
’t Möllenveld Om onderwijs in twee
units te verzorgen was
een goede verbinding
nodig voor een
passende ruimte voor
de unit 5 t/m 8.
Hierdoor is een unieke
ruimte ontstaan van
zo’n 150 m2. Een
record voor Accent.
het effectief kunt gebruiken, doel van de les
betekenisvol maken en effectieve studie-
dagen. Stond je als leerkracht niet achter
deze visie dan kreeg je de ruimte om
mobiliteit aan te vragen. In Amsterdam
werd mobiliteit ook aangemoedigd, omdat
je op deze manier de leerkrachten de
ruimte geeft om hun eigen visie na te
streven en zichzelf te blijven ontplooien.
Zelf vind ik dit een goede ontwikkeling,
omdat je zo je eigen ervaringen kunt delen
op de nieuwe school en zelf ook weer
nieuwe ervaringen op kunt doen en
uitgedaagd wordt.
Zo probeer ik mijn ervaringen die ik heb
opgedaan in Amsterdam nu te delen
binnen de scholen van Accent. Vorig jaar
heb ik dit bijvoorbeeld op de Triangel
mogen doen. Ik waardeerde het erg dat
mijn collega ’s daarvoor openstonden en
het profijt ervan inzagen.
J.J.: Sluit niet aan bij de belevings-wereld. Breng ze juist naar een nieuwe!
6
Wat is wat jou betreft de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen jaren geweest t.a.v. meer- en hoogbegaafd-heid in het onderwijs?
De belangrijkste ontwikkelingen dateren
alweer van wat langer geleden. Toen ik
begon met mijn adviesbureau (1998) was
hoogbegaafdheid op scholen nog een
nieuw onderwerp en slechts een enkele
school had al een duidelijke visie ten
aanzien van het begeleiden van begaafde
leerlingen.
In de jaren daarna is er steeds meer
literatuur verschenen over het onderwerp,
een tijdschrift (Talent) en ook zijn er
diverse instrumenten ontwikkeld
(waaronder het DHH) om leerkrachten te
ondersteunen bij de begeleiding van
begaafde leerlingen. De laatste vijf jaar zijn
er wat minder echt nieuwe
ontwikkelingen, wel zie je dat er nu op
bijna alle scholen aandacht is voor
leerlingen die meer aankunnen dan het
reguliere leerstofaanbod. Begaafdheid is
‘gewoon’ geworden en dat vind ik een hele
goede ontwikkeling. In mijn werk zie ik dat
steeds meer scholenverbanden ervoor
kiezen om bovenschools aandacht te
besteden aan begaafdheid en het
belangrijk vinden dat alle scholen van het
samenwerkingsverband scholing volgen
op het gebied van begaafdheid en ook dat
ze beleid maken om een doorgaande lijn
binnen de school te garanderen. Accent is
hier een duidelijk voorbeeld van.
Stel, in de ideale school, hoe wordt er dan met meer- en hoogbegaafde kinderen om gegaan?
Op dit moment probeer ik met mijn
adviezen aan leerkrachten zoveel mogelijk
aan te sluiten bij de manier van werken
van de school, dat biedt de meeste kans
dat de adviezen ook daadwerkelijk in
praktijk gebracht worden. Maar als ik zou
mogen kiezen hoe het onderwijs aan
begaafde leerlingen eruit zou moeten
zien, dan zou ik het vooral belangrijk
vinden dat kinderen leren hoe ze moeten
leren, dus de focus leggen op het aanleren
van werk- en leerstrategieën en een
procesgerichte benadering. Verder zou ik
minder instructie geven, maar leerlingen
meer dingen zelf uit laten zoeken. Ik zou
ook meer aandacht besteden aan het
aanleren van allerlei vaardigheden die
belangrijk zijn voor het verdere leven. Maar
ik denk dat deze punten eigenlijk voor alle
kinderen belangrijk zijn. Ik zou wel de
focus leggen op het passend onderwijs in
de groep en wat minder op plusklassen.
Het is belangrijk dat er structureel iedere
dag aanpassingen worden gemaakt in het
leerstofaanbod voor deze leerlingen en
niet alleen 1x per week in een aparte klas.
Via jouw ondersteuning in de Accent
Meer- en hoogbegaafdheidSylvia Drent is gespecialiseerd in (hoog)begaafdheid. Ze heeft menig Accent-school van advies voorzien en biedt ook een gevarieerd programma in onze eigen Academie. Sylvia houdt zich bezig met het testen van kinderen, het adviseren en begeleiden van leerkrachten en het geven van voorlichting en scholing op alle aspecten van het onderwerp (hoog)begaafdheid.
GASTRUBRIEK
Sylv
ia D
rent
Academie bereik je inmiddels veel collega’s. Kun je iets zeggen over de ontwikkelstappen die wij als groep gedaan hebben en nog zouden moeten doen?
Ik ben nu sinds het schooljaar 2013-2014
betrokken bij Accent voor de scholing op
het gebied van begaafdheid. In de
afgelopen jaren hebben bijna alle scholen
van Accent scholing gevolgd en school
specifiek beleid geschreven. De afgelopen
jaren heb ik twee intervisiegroepen
begeleid van scholen die bezig zijn met
het invoeringstraject van het beleid voor
begaafde leerlingen. Wat mij hierbij vooral
opvalt is de betrokkenheid van de
directeuren bij het onderwerp. Ook de
directeuren komen bijvoorbeeld 2x per
jaar naar de intervisiebijeenkomsten,
omdat ze het belangrijk vinden om
betrokken te blijven bij nieuwe
ontwikkelingen. Alle scholen die beleid
hebben geschreven zijn druk bezig om de
begeleiding van begaafde leerlingen een
plek te geven binnen de structuur van
passend onderwijs, de intern begeleiders
vervullen hierbij een centrale rol. Binnen
Accent heeft het scholingsaanbod op het
gebied van begaafdheid de afgelopen
jaren een vaste plek gekregen binnen het
aanbod van de Accent Academie,
voorbeeld daarvan is ook de jaarlijkse
ouderavond voor ouders van begaafde
leerlingen met telkens een ander thema.
Wat voor de komende jaren heel
belangrijk is, is dat de aandacht voor de
groep begaafde leerlingen steeds meer
geïntegreerd wordt binnen het totale
onderwijs. Dat betekent dat bij alle
nieuwe ontwikkelingen binnen scholen
ook gekeken moet worden naar de
specifieke aandachtspunten die deze
ontwikkelingen mogelijk met zich
meebrengen ten aanzien van de begaafde
leerlingen. En daarbij is de rol van de
directeuren dan weer erg belangrijk.
7
J.J.: Er zijn leraren
die 25 jaar geleden
hun laatste boek
hebben gelezen.J.J.: Veel mensen
zeggen dat ze leren belangrijk vinden. Maar wat doe je
eraan?
J.J.: Bel de hondentrainer maar, want mijn mensen zijn doeners.
Groen van PrinstererschoolEen geplande schilderbeurt bleek een goed moment voor een kwaliteitsimpuls
in deze school. De toename van leerlingen in de laatste jaren vraagt om
aanpassing. Het speellokaal is ‘opgeofferd’ tot integraal leerplein. Als compensatie
gebruikt de onderbouw de nabij gelegen sporthal voor het bewegingsonderwijs.
Ook de personeels- en multifunctionele ruimte heeft een andere bestemming
gekregen. De school ziet er nu weer fris uit en kan de komende jaren vooruit.
118 99
Er is de afgelopen jaren namelijk wel degelijk een
heleboel veranderd met betrekking tot het kijken
naar kinderen met een ontwikkelingsstoornis als
ADHD/ASS. Maar het is vooral belangrijk om te weten
dat er veel meer smaken zijn dan alleen ADHD en ASS.
De begrippen zijn namelijk afkomstig uit het
handboek voor psychiaters: de DSM. Inmiddels is daar
in 2013 de 5e editie van verschenen. Het doel van dat
handboek is om gedrag te “klasseren” door de
deskundigen. Dit om te voorkomen dat iemand door
twee psychiaters een totaal andere diagnose
opgelegd krijgt. Zo kon begin jaren 50 iemand in
Amerika bestempeld worden als depressief, terwijl
hetzelfde beeld van symptomen in Europa als
schizofrenie werd afgedaan. Het is dus een soort
encyclopedie waar je alle kenmerken van een stoornis
kunt herkennen. Zo kunnen onderzoekers en
behandelaars bekijken welke behandeling effectief is
bij bepaalde stoornissen. En er is pas sprake van een
stoornis als het gedrag iemand belemmert in zijn
ontwikkeling! Het probleem is echter ontstaan toen
die diagnoses belangrijk werden om recht te hebben
op zorg. We kennen allemaal het “rugzakverhaal”.
Zonder diagnose geen hulp. Die tijd ligt inmiddels
achter ons.
Autismespectrumstoornissen En toch klopt de titel, PDDnos
bestaat niet meer. In de DSM 5 is
het een en ander veranderd. Zo
zijn de criteria en indelingen
voor angststoornissen en
trauma aangepast en de criteria
voor ADHD veranderd. Maar
misschien wel de grootste verandering bij de ontwik-
kelingsstoornissen is, dat er nog maar één algemene
categorie is, namelijk de autismespectrumstoornissen
(ASS). In de praktijk betekent dit echter nog steeds dat
voor de meeste mensen, waarbij ooit de stoornis van
bijvoorbeeld Asperger of PDDnos werd gesteld, zij nu
de diagnose ASS krijgen. Ze voldoen namelijk aan de
criteria die er gesteld worden. Maar wanneer er geen
sprake is van stereotiep gedrag of interesses, dan wordt
de stoornis ASS niet meer gesteld. Voor hen –en in ons
geval voor kinderen- geldt een nieuwe restcategorie en
dat is de “sociale communicatiestoornis”. Het doel van
de geleerden, die zich jaren (!) bezighielden met die
DSM 5, was namelijk om ASS beter te onderscheiden
van de andere ontwikkelingsstoornissen zoals taal- en
leerstoornissen en ADHD.
Wat hebben ze van hun omgeving nodig?Dé PDDnosser heeft ook nooit bestaan. Het is wel
handig dat je als leerkracht snapt dat leerlingen die de
diagnose PDDnos in hun dossier hebben staan, over
het algemeen snel het overzicht kwijt zijn en dan niet
weten wat er van hen verwacht wordt. Maar veel
belangrijker is om goed door te hebben wat ze van jou
nodig hebben. Onze kijk -in psychologen- en
orthopedagogenland- is ook veel meer daarop gericht.
Niet op zoek gaan naar wat ze niet kunnen, maar naar
wat ze van hun omgeving nodig hebben om tot
ontwikkeling te komen. Dat kijken start voor de
leerkracht en intern begeleider met observeren in de
groep naar wat werkt bij die leerling. Maar vooral ook in
gesprek gaan met ouders en kind over waar zij zich
zorgen over maken; wat ze meegemaakt hebben en
wat voor het kind belangrijk is. Wat daarop kan volgen
is neuropsychologisch onderzoek naar bijvoorbeeld
hoe de intelligentie van een leerling is opgebouwd .
Leert een kind makkelijk van een praatje of een plaatje
of van allebei, hoe zit het met zijn geheugen, zijn
aandacht en concentratie. Al die informatie samen
zorgt ervoor dat we steeds beter snappen wat een kind
nodig heeft om zich veilig te voelen, fouten te durven
maken en dus te leren.
Sommige kinderen hebben veel van ons nodig! In het
aanbod van de AccentAcademie wordt daar ook veel
aandacht aan geschonken. Een ontwikkelingsstoornis
kan een enorme belemmering zijn voor een kind
wanneer er niet adequaat op gereageerd wordt. Als
gedragswetenschapper vind ik het hartstikke belangrijk
dat er diagnoses gesteld worden. De tijd dat er met een
vinger naar jou als opvoeder werd gewezen, omdat
jouw kind autistisch was (de ijskastmoeders) ligt
gelukkig ook ver achter ons. En hoe beter we kunnen
klasseren, hoe beter we ontdekken wat helpt en werkt
bij de aanpak van gedragsproblemen. Het is ook
belangrijk voor het onderzoek naar bijvoorbeeld ASS.
Wat is namelijk de oorzaak van autisme? Het lijkt erfelijk
te zijn, maar we zien ook steeds méér kinderen met
ASS. Dat komt voor een deel omdat we beter kijken,
maar ook kan het weleens een gevolg zijn van de
hogere eisen die we aan kinderen stellen. Maar dat is
iets voor een volgende Accentueel!
Manuela Jansen
AccentPlusRondleiding Roombeek
Op 4 juli 2017 kwamen vijfenveertig
Accentplus-leden bijeen in de
Gastrobarbijrozendaal te Enschede. Wij
brachten schitterend weer met ons mee!
Onder het genot van een kopje koffie/
thee met een overheerlijke appelflap
kwamen de tongen weer los.
Na de koffie moesten we ons tot de lunch
zelf vermaken. Dat was niet moeilijk. De
meeste van ons brachten een bezoek aan
museum Twentse Welle. Hier was veel te
zien: zoals prehistorische dieren, machines
uit de vroegere textielfabrieken, te veel om
op te noemen.
Na de lunch was de rondleiding
Roombeek aan de beurt. Tijdens de
inleiding in het theater van het museum
kregen we al gauw een indruk van de
omvang van de ramp op 13 mei 2000.
Titia Boitelle, onze zeer ervaren gids, nam
ons mee door deze bijzondere wijk en
maakte de rondleiding door Roombeek tot
een unieke ervaring. Vlak bij de plek waar
de explosie heeft plaats gevonden staat
een monument, het heeft de contouren
van ‘Het verdwenen huis’ met de namen
van de 23 dodelijke slachtoffers. Er waren
ongeveer 950 gewonden. 1.500 woningen
en 500 bedrijven raakten zwaar beschadigd.
1.250 mensen raakten dakloos. In totaal is
60 hectare verwoest.
Onder de leiding van architect Pi de Bruijn
is Roombeek uitgegroeid tot een leven dige
en wereldse wijk met nieuwe architectuur
en met respect voor het verleden. Resten
van het rijke textielverleden vind je overal
terug in de wijk.
Dank aan de organisatie van deze
gezellige en indrukwekkende bijeenkomst.
John Borst
Maar PDDnos bestaat toch niet meer…Het afgelopen halfjaar werd die vraag verschillende keren aan mij gesteld. Scholen en ouders ontvingen een verslag waarin de diagnose PDDnos gesteld werd. Dat was raar want dat kon toch helemaal niet meer. Ook bij de redactie van de Accentueel vroeg men zich af of ik niet iets kon vertellen over de gewijzigde aanpak en de kijk op ADHD/ASS. “Minstens 5 pagina’s, zonder foto’s…”. Dat laatste is voor mij geen probleem, maar zal ik de lezer niet aan doen.
J.J.: Wat ertoe doet is tijdgebonden. Sta
open voor de wereld waarin we leven.
J.J.: We hebben de
laatste 10 jaar
meer geleerd over
leren dan in de
eeuwen daarvoor.
J.J.: In een lerende school doen
mensen samen wat ertoe doet. Zonder precies te weten
wat de uitkomst is.
10 11
Wie erbij was, heeft het begrepen: aan
ieder kind hetzelfde aanbieden
geeft slechts een enkel kind voldoening/
vleugels/motivatie/plezier/kennis/
vaardigheden/etc. (kies zelf maar wat het
meest van toepassing is). Terwijl bij een
gevarieerd aanbod de kans op al dat
moois wordt vergroot. De presentatie van
Jan Jutten ging over de leerkracht met
hoofdletter “L”. De Leerkracht dus! Dat is de
Leerkracht die in plaats van “iedereen
hetzelfde”, differentiatie toepast. Dat is de
Leerkracht die leermogelijkheden creëert
en niet wat Jan noemt “instructivisme” en
“moetisme” toepast. Dat is de lerende
school waarin Leerkrachten werken aan
boeiend onderwijs. De school waar de
Leerkracht dagelijks zijn gereedschaps-
koffer aanvult. Precies daar ziet Jan het
nogal eens misgaan.
Neem studiedagen. Jan ziet er weinig
zinvols in. Ze helpen in zijn optiek hooguit
om veranderingen te voorkomen. Echt
leren is volgens Jan “proberen, op je bek
gaan, opstaan en doorgaan”. Onze
Canadese principals Kim & Claudine
dachten er ook zo over. “Leren”, zegt Jan,
“is het ontwikkelen van vermogen om te
doen wat je moet doen.” Dan is het wel
handig om te weten wat je moet doen en
hoe. Op de vraag hóe je het dan precies
moet doen geeft Jan geen antwoord.
“Dat is een school- en teamkwestie.” Wel
vindt hij, dat elke leerkracht zich zou
moeten afvragen waarom hij of zij
leerkracht is en voegt daar aan toe: “Als je
geen idee hebt van je toegevoegde
waarde, zoek dan een andere baan.” Oeps.
Een groen lampje ging aan.
Wanneer spraken we voor het laatst over
onze toegevoegde waarde binnen ons
team? Weten we eigenlijk wel van elkaar
wat onze toegevoegde waarde is? Of
weten we van elkaar welke toegevoegde
waarde we wensen te hebben? Misschien
hebben we (onbewust) wel de behoefte
om van elkaar te horen wat onze
toegevoegde waarde is. Geen idee
eigenlijk. Misschien wil Jan duidelijk
maken dat de gesprekken die we met
elkaar voeren op school echt wel ergens
over moeten gaan (dus niet over het weer,
de slechte koffie of zelfs werkdruk).
Bijvoorbeeld over jou en mij en wat we
samen voor elkaar krijgen.
Of voer gesprekken over instructivisme en
constructivisme. Waarbij het geven van
instructie informatie doorgeven is. Met
een kans op blijvende verandering die
tamelijk laag is. Tenzij er iets met die
informatie wordt gedaan. Wat dat “iets” is
weet Jan niet, maar wel dat het nodig is
om van informatie kennis te maken. Dat is
constructivisme. Natuurlijk is de vraag:
“Hoe constructief bent u beste leerkracht,
beste school of beste stichting?”
Jan noemt ook “de rijke leeromgeving” en
waarschuwt deze niet te verwarren met
chaos (want dat gevaar ligt op de loer).
Zijn test? Als hij ontdekt, dat hij in een
lokaal, zonder dat er wordt les gegeven, na
5 minuten iets heeft geleerd. Beste
collega’s: doe uw voordeel met deze
praktisch tip. Ga morgenochtend om 8.00
uur maar eens vijf minuten in het lokaal
van uw collega zitten… en leer!
Vervolgens deelt u in een minuut met uw
collega wat u leerde. Dan kunt u om 8.06
uur al terug kijken op een zinvol gesprek!
Het mag duidelijk zijn. De uitspraken van
Jan geven genoeg aanleiding voor
gesprekken met elkaar. Daarom zijn
verschillende uitspraken her-en-der
verstrooid over deze editie van Accentueel,
zodat elke pagina van deze editie
gespreksstof geeft. Want leren van en met
elkaar begint met het gesprek. Hopelijk
geven de woorden van Jan hiertoe veel
aanleiding. Dat is niet alleen constructief
en leerzaam, maar - vergeef me Jan - ook
erg leuk!
Accent Onderwijsmiddag: Van dagmenu naar lopend buffetHet was er weer zo één. Eentje die schuurt, ogen opent en tot denken aanzet. Eén die zo mooi de liefdevolle kant van ons werk raakt. Eén die verbinding legt tussen wat we doen en onze “onderwijsziel”. Dit keer was het de presentatie van Jan Jutten en zijn “lopend buffet”. Waarbij hij helder uiteenzet waarom gedragsproblemen het gevolg kunnen zijn van een te laag Freek-Vonk-gehalte. Ons op de vingers tikt door te stellen dat scholen denken een monopolie op leren te hebben. En geruststellend toevoegt dat kinderen ondanks school tòch leren!
J.J.: Groepen kleiner maken heeft geen enkele invloed op de kwaliteit. De onderwijskundige keuzes wel.
J.J.: Je leert als je iets wilt leren. Ook bij kinderen werkt moetisme averechts.
J.J.: Ik zie nog steeds de lessen die ik zelf
ook heb gehad.
we zeggen niet meer dat onderwijs
leuk is
J.J.: Eigenaarschap? Dat is van
informatie kennis maken.
De hermelijn verandert
om zichzelf te blijven.
J.J.: Mooie paradox hè?
Instructivisme & constructivismeWat is “instructivisme” (lesgeven) ook
alweer? In de kern ligt de nadruk op
kennisoverdracht van leerkracht naar
leerling. De leerkracht geeft zijn of haar
kennis en de leerling neemt deze op.
Leren is een activiteit waarbij de
leerkracht veel invloed uit denkt te
kunnen oefenen op het leren van
kinderen.
Bij “constructivisme” (leren) ligt de
nadruk op de activiteit van de leerling.
Leerlingen construeren hun eigen
inzichten, begrip en kennis en
leerkrachten doen dit niet voor hen.
Simpelweg omdat het niet kan (erop
vertrouwende dat elk mens een
autonoom denkend en lerend wezen is).
De leerkracht is degene die iets nieuws
aan de leersituatie toevoegt, iets dat nog
niet eerder aanwezig was.
Rol van de leerkrachtDe verschuiving van “lesgeven naar
leren” heeft wat gedaan met de rol van
de leerkracht. Zoals het ontstaan van de
opvatting dat leerlingen niets meer leren
als leerkrachten ouderwets lesgeven.
Schrijver Biesta veronderstelt zelfs dat
leerkrachten in verlegenheid kunnen
raken door het moderne denken over
lesgeven en hun identiteit als leerkracht.
Hij maakt zich hierover trouwens zorgen.
Want als leerkrachten het idee hebben
niets meer te kunnen bieden, dan wordt
op een bepaalde manier het idee van
onderwijs opgegeven.
Geschenk van de lesBiesta zegt dat leerkrachten nooit de
volledige controle kunnen hebben over
de ‘invloed’ van hun activiteiten op
leerlingen. Dat is de reden waarom hij
een onder scheid maakt tussen
“onderwezen worden door” en “leren
van”. In deze laatste situatie is de
leerkracht degene die hulpbron is en er
op toeziet dat al het geleerde binnen de
controle van de leerling blijft (dit is wat
we al jaren gewend zijn overigens,
mocht u nu afhaken).
Maar kinderen die “onderwezen” worden
hebben de ervaring dat “iets hun wezen
van buitenaf binnendringt”, ze hebben
een bijna geestverruimende ervaring en
zijn vol verwondering. Biesta noemt deze
leerervaring het geschenk van de les!
Leerkrachten zijn daarom geen
wegwerp artikelen of vervangbare
hulpbronnen voor het leren. Nee, ze
deinzen niet terug voor ongemakkelijke
vragen of ongemak kelijke waarheden.
Ze zijn geestverruimers. Spreker Jan
Jutten zegt het zo: “Sluit vooral niet aan
bij de belevingswereld van kinderen,
maar neem ze mee naar een nieuwe!”.
De taak van een school, aldus Biesta, is
dat een leerling open staat voor het
geschenk van onderwezen worden. Een
school is dus niet persé een plek waar
wordt geleerd. Een school, aldus Biesta,
is een plek waar kinderen het risico
lopen te worden onderwezen.
GeestverruimerMisschien is het beter ons beroep niet
meer dat van leerkracht of onderwijzer
te noemen, maar van geestverruimer.
Misschien kunt u dan makkelijker
checken of u na uw werkdag verschil
heeft kunnen maken.
Meer lezen?Biesta, G. (2015).
Het prachtige risico van onderwijs.
Culemborg: Uitgeverij Phronese.
Boekbespreking: Het prachtige risico van onderwijsJan Jutten sprak erover tijdens de Accentmiddag: de verschuiving van instructivisme naar constructivisme. Of scherper: de verschuiving “van lesgeven naar leren”. Deze verschuiving is de meest bepalende geweest in de afgelopen twee decennia t.a.v. het collectieve denken over goed onderwijs (Biesta, 2015). Wat doet de verschoven opvatting over “lesgeven en leren” met de rol van de leerkracht? In zijn boek “Het prachtige risico van onderwijs” geeft Gert Biesta antwoord op vele vragen.
12
Op woensdagavond kwam het telefoontje: “Hij is
overleden”. Geschrokken, gedesillusioneerd en
verbijsterd moest er een minuut later gehandeld worden
(“Hè? Klopt dit allemaal wel?”). Direct gebeld met de
interne begeleider, het nieuws gebracht en verzocht
meteen tot actie over te gaan. We gingen alle ouders van
de groep bellen. Dat leek het meest gepast. Echter niet
voordat de leerkrachten van groep 4 gebeld waren om het
verschrikkelijke nieuws mee te delen. Maar ook om te
verzoeken een deel van de ouders te laten bellen. Het was
inmiddels al rond 21.30 uur. Dan gaat het beginnen.
Keuzes worden gemaakt (“Oh, ook nog bellen met de
bouwcoördinatoren en bestuur.”), besluiten worden
genomen. Deels geholpen door een protocol. Maar vooral
op basis van intuïtie en gesprekken. Meer op basis van wat
zich aandient dan een strak geregisseerd ritueel.
Hoe hielp het rouwprotocol?Het meest hielp het protocol met het ordenen van onze
gedachten. Het hielp ons denken aan minder voor de
hand liggende zaken, zoals de vorming van een sleuteltrio.
Dit waren in ons geval directeur, leerkracht(en) en interne
begeleider (eigenlijk een kwartet). Het sleuteltrio had de
regie over alle activiteiten. Zo spraken we direct af dat er
geen informatie via iemand anders dan het sleuteltrio de
school zou verlaten. Hiermee kon voorkomen worden dat
de geruchtenmachine vat kreeg op de school.
Het sleuteltrio organiseerde informatie, zocht contact met
de ouders en stemde met hen af wat gecommuniceerd
kon en mocht worden. Maar het sleuteltrio besloot ook de
aanstaande schoolreis niet door te laten gaan en over de
wijze waarop hierover bericht zou worden.
De dag na het overlijdensbericht verzamelden zich
‘s ochtends vroeg het sleuteltrio samen met orthopeda-
goog Manuela. We spraken af hoe de kinderen in groep 4
werden opgevangen en hoe we de ouders zouden
opvangen. Leerkrachten en interne begeleider vingen de
kinderen op in de groep. Op elke tafel lag papier klaar
waarop kinderen konden kleuren. Later kwamen de
kinderen samen in de kring waarin zij alle ruimte kregen
om hun gedachten te delen.
De ouders werden opgevangen door Manuela en de
directeur. De bijeenkomst was vervuld met verdriet en
ongeloof. Veel ouders hadden de behoefte om samen te
blijven, om te praten en te delen. Of om samen stil te zijn.
We besloten de school tot een plaats te maken waar
ouders ook konden delen met elkaar. Voor de kinderen van
groep 4 ging deze week elke dag om 12.00 uur de school
uit. Vanaf 11.00 uur stond – met dank aan de activiteiten-
commissie - voor ouders in het speellokaal van de kleuters
koffie en thee klaar.
Het was goed om minstens in een tweetal de kinderen en
hun ouders op te vangen. Hierdoor kon afwisselend het
woord genomen worden. In een bijzonder emotionele
situatie zoals die zich bij De Triangel voordeed konden we
daardoor blijvend handelen èn voor elkaar zorgen.
Zo goed en kwaad als het kon is het gelukt om de kinderen,
ouders en collega’s op te vangen. Waarbij we van ouders
terug kregen dat “het zo natuurlijk aanvoelt allemaal”. Voor
het sleuteltrio was dit een belangrijk resultaat. Want het
continue schakelen en bijsturen met het regiegroepje is
voor de buitenwereld onzichtbaar gebleven.
Beetje merkwaardigHet lijkt een beetje merkwaardig om te noemen. Namelijk
dat er hele mooie dingen gebeurden. In alle verbijstering
ontstond bijvoorbeeld enorme verbroedering. Een ander
resultaat: het relativerende effect binnen het team. Ook
het team werd “terug geworpen naar een basis”. Er werd
onderling gewaarschuwd voor de sneltrein die straks weer
met hoge snelheid door het jaar dendert. De drukte en
hectiek van alledag gaat weer regeren en de verbijstering
van nu is dan een gebeurtenis in het verleden. Terwijl we
dit niet willen laten gebeuren. Want, hoe ellendig en
verschrikkelijk de gebeurtenis is, het was ook fijn dat de
trein even stopte. Om even het druk-loze moment te
ervaren waarin niets er meer toe doet. Waarin “haast” en
“regelen” plaats maken voor zorg en contact. Waarin niet
het woord, maar juist de stilte alles zegt. Dat deze stilte
enkele weken later plaats maakte voor een ouderavond
over rouwverwerking stond ook niet in het protocol. Maar
bleek een goede toevoeging.
Het rouwprotocol gaf dus goede aanwijzingen en
handvatten. Het voorzag alleen niet in één ding: dat de
wijze van handelen per situatie verschillend is en dat
intuïtie de belangrijkste graadmeter is. Hopelijk blijft het
voor altijd in de kast liggen. Maar voor wie het rouw-
protocol van De Triangel wil ontvangen, mail naar
111312
J.J.: Als kinderen zich
na 8 jaar veilig voelen maar niets
hebben geleerd. Dan heb je gefaald. J.J.:
Bij elkaar
kijken leidt tot
betere dingen
doen.
J.J.: Mensen zijn geen denkers of doeners. Ze worden zo gemaakt door
de context. Zoek maar eens een cynische kleuter.
J.J.: Als je lesgeeft met slechte resultaten. Stop dan direct met lesgeven.
Dit keer sponsorde niet een school in het
bijzonder, maar Accent het team van 100%
Running Winterswijk bij het inzamelen
voor hun goede doel. Het team zamelt
namelijk geld in voor de RoPaRun.
Deze stichting besteedt al haar geld aan
mensen die getroffen zijn door kanker.
De laatste editie zamelde de stichting
maarliefst € 5.497.643,- in en was de
bijdrage van 100% Running Winterswijk
een flinke € 25.000,-!
Wat is de RoPaRun?Tijdens de run leggen meer dan 300 teams
non-stop ruim 550 kilometer hardlopend
af van Parijs naar Rotterdam of sinds
enkele jaren (het werd een beetje te druk
in Parijs) van Hamburg naar Rotterdam!
De run wordt gehouden in het
Pinksterweekeinde van zaterdag tot
maandag. Ieder team bestaat uit 8 hard-
lopers met daar omheen een ‘entourage’
van 18 personen voor catering, verzorging,
(fiets)begeleiding en vervoer.
Het complete team levert deze dagen een
topprestatie.
Goede (lokale) doelenDe totale opbrengst komt ten goede aan
mensen die getroffen zijn door kanker.
Waar mogelijk gaat er ook geld naar lokale
doelen. Vorig jaar is er een flink bedrag
uitgekeerd aan de hospice in Winterswijk
en aan het Hof van Kairos (een plaats waar
patiënten met kanker tot rust kunnen
komen door onder meer bezinning en
retraite). Dit jaar is een deel van de
opbrengst geschonken aan ‘troostkoffers’
voor het SKB in Winterswijk. Deze koffers
zijn gevuld met informatie om kinderen te
ondersteunen die te maken krijgen met
kanker (bij zichzelf of bijvoorbeeld bij hun
ouders).
Nog een keer!Het teamwork, de topprestatie, de goede
besteding van het gesponsorde bedrag,
de (benefiet)acties om geld in te
zamelen… ze zijn allemaal onderdeel van
het RoPaRun-virus. Ook voor komend jaar
is alle steun weer van harte welkom!
Goed doel belicht!Op onze scholen wordt veel gedaan voor
goede doelen: inzamelingen, sponsorlopen,
kruitnotenacties en ga-zo-maar-door.
Elke editie van Accentueel komt een goed
doel aan bod. Jullie goede doel ook
in Accentueel? Mail de redactie!
Uit “Achterhoek nieuws”, oktober 2017
Motto RoPaRun:
“Leven toevoegen aan de dagen,
waar vaak geen dagen meer kunnen
worden toegevoegd aan het leven”.
Overlijden en protocol
scholennieuws
1514
Wat teken jij?God!
Maar niemand weet toch hoe God eruit ziet?Over 5 minuten wel!
J.J.: Een jaar verder
durft dit kind ook
geen God meer te
tekenen.
J.J.: Teamvraag: Wat zit er in het koffertje van
kinderen na 8 jaar school?
Op 5 april hebben wij op de Julianaschool aandacht besteed aan
drie jubilarissen. Juf Nathal Koldeweij, Juf Nienke van der Donk en
Juf Toke Zwinkels zijn dit jaar 12½ jaar werkzaam in het onderwijs.
In de groep zijn ze verrast door de leerlingen en buiten hebben
wij gezamenlijk een lied voor hen gezongen. Dit gebeurde op
meester en juffendag!
3 jubilarissen op de Julianaschool
Op de foto van links naar rechts juf Toke, juf Nienke en juf Nathal.
1416
J.J.: Het meest gebruikte woord in onderwijs is “leuk”.
J.J.: Leren jullie kinderen de wereld
te lezen?
J.J.: Misschien kun je eens wat
boeiender lesgeven.
Emmaschool
Voor de Emma school is een mooie
ruimte gecreëerd voor de unit 1 t/m 4.
In dit project is dankbaar gebruik
gemaakt van lokale ‘hand- en
spandiensten.
KnienenbultGroot onderhoud is slim gecombineerd
met een kwaliteitsimpuls. 2 fraaie units
voor onder- en bovenbouw zijn hierdoor
ontstaan. Ook zijn zaken als sanitair,
keuken etc. vernieuwd. In het kader van
duurzaamheid zijn naast zonnepanelen
nu ook LED-armaturen aangebracht.
‘Een groene school in het groen…’
nieuwHessenOok hier is sprake van een kwaliteitsimpuls. De gymzaal had nog een uitstraling uit de
jaren ’70. Het gebouw wordt nu ook geschikt gemaakt als instructieruimte voor
AccentAcademie en andere bijeenkomsten. Het werk zal in de kerstvakantie worden
opgeleverd. Het is de bedoeling dat ook de buitenkant een opfrisbeurt krijgt.
BinnenklimaatDit onderwerp is heel actueel. Recent
is bij CBS Barlo een mechanische
ventilatie aangebracht in sommige
lesruimten. Het is de bedoeling om in
de winterperiode het binnenklimaat
op de locatie Triangel-laag drastisch
te verbeteren.