Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
2 TAALBIJLAGE DE STANDAARD
Een overvolle trein tussen Gent en Tienen op een avond in de
herfst. De passagiers zijn moe. Er wordt niet gepraat. Ik heb het
laatste plaatsje in een coupé weten te bemachtigen en zit ge
kneld tussen negen medereizigers. Twee luisteren naar muziek
op hun smartphone. Of beter: ze slapen door het boenkeboenke
in hun oordopjes heen. Eén reiziger kijkt wat voor zich uit; dat
ben ik. De anderen lezen.
Ik kijk naar wat de lezers in handen hebben. Een modeblad, een
krant, een tablet en vier boeken. Kanjers van romans, mag ik wel
zeggen, minstens vierhonderd pagina’s. Deze mensen zijn het
blijkbaar gewend te lezen in de trein. Ze hebben gelijk. Zelfs al
zou het in het boek gaan om een akelige tocht door een spook
stad, met gewetenloze huurmoordenaars achter elke hoek, het
is in zo’n roman gezelliger dan in deze pendeltrein.
De lezers zitten, zolang de treinreis duurt, in een cocon. Pas na
dat hun bestemming is aangekondigd, zullen ze hun boek dicht
klappen en worden ze weer zichzelf. Het is heerlijk als je je kunt
laten meeslepen in een parallelle wereld waarin je zoveel meer
beleeft dan in je eigen banale be
staan. En al is het een afgesloten
wereld, waarin je passief blijft, le
zen is een verrijkende ervaring. Je
leert er nieuwe situaties en andere
karakters mee kennen. Lezers heb
ben doorgaans meer begrip voor an
deren dan nietlezers.
Dat gaat binnenkort verloren, zeg
gen doemdenkers. Het boek heeft
zijn beste tijd gehad. Kinderen krijg je nog wel aan het bladeren
in kleurrijke boeken met weinig woorden. Maar als ze eenmaal
de computer hebben ontdekt, is het afgelopen. Alleen als er on
middellijk en kortstondig plezier volgt, zonder diepgang, kun
nen jongeren hun aandacht houden bij een geschreven tekst.
Dat valt allemaal erg mee, denk ik. Kinderen die voor school
informatie moeten zoeken op internet, knippen niet alleen een
tekst en plaatjes uit een krant of tijdschrift, nee ze puren infor
matie uit een gigantische digitale bibliotheek. Daarvoor moeten
ze selecteren en beoordelen. Ze vergelijken, toetsen, halen de
essentie uit verschillende teksten naar boven. Ze illustreren met
materiaal van heel andere bronnen en leggen nieuwe verbanden
aan. En dat doen ze met plezier!
Dit lezen 2.0 is actief lezen met alle zintuigen open. En dankzij
wifi kan het binnenkort in elke trein.
Het lezen 2.0is actief lezen,met alle zintuigenopen
LEZEN 2.0
WE LEZEN NIET MEER ZOALS WE VROEGER LAZEN
DEPAPIERLEZER
IS DOOD
Chris is in augustus dertien gewordenen hij is niet goed in begrijpend lezen,
vertelt een vriendin mij. Ze is zijnmoeder en licht bezorgd, want Chris isverder een slimme jongen. ‘Wat voorteksten moet hij dan lezen?’ app ik
haar, ondertussen vermoedend dat dieteksten een beetje wereldvreemd voorhem zullen zijn. Ook bekruipt me hetvage gevoel dat het onderwijs weinigaansluit op de actieve nieuwe lezer,
zoals Chris er een is.Hans van Driel
een ongunstig effect hebben op deslaagcijfers’, voorspelt Martens. ‘Deoverheid moet zich daarvan bewustzijn.’Bert Hoogewijs, algemeen directeur van de Hogeschool Gent, isminder pessimistisch dan zijn Leuvense collega. ‘Deze besparingensnijden diep. Wij moeten volgendjaar twee miljoen euro vinden.Sommige contracten zullen nietverlengd worden. Maar we zoekencreatieve oplossingen. Zo sparenwe geld uit door mensen te benoemen.’ (ty)BLZ. 1011 Berichtgeving.
De hogescholen kunnen wel eenmalig uit reserves putten. ‘Maar alser in 2016 een nog zwaardere besparing op hen afkomt – daar ziethet naar uit – kunnen we hier nietmeer onderuit’, aldus Martens.Minder personeel betekent groteregroepen. De begeleiding van de studenten zal eronder lijden. ‘Dit zal
van 2,1 miljoen euro. Hij ziet maaréén mogelijkheid om dat geld tevinden en dat is in de omkadering,in het personeel dus. ‘Als je deze besparing uitzet, kom je uit op dertigvoltijdse equivalenten minder.Aangezien we veel deeltijdse contracten hebben, zullen meer mensen getroffen worden.’
dat niet. De overheid legt de hoogtevan het inschrijvingsgeld vast, vooriedereen. Dat betekent dat we meteen groot gat zitten. Het studiegeldhad nog 350 euro hoger gemoetenom de bezuinigingen goed te maken.’De drie hogescholen onder Martens’ hoede kampen met een tekort
BRUSSEL | Dat het inschrijvingsgeld omhoog gaat, maakt debesparingen in het hoger onderwijs– 55 miljoen euro in 2015 – maar tendele goed. Volgens Toon Martens,de algemeen directeur van deKH Leuven (die fusioneert met KHLim en Groep T) en voorzitter vande hogescholenraad Vlhora, zal debesparing banen kosten.Het inschrijvingsgeld had dus bestwat hoger gemogen. ‘Niet omdat wedat zo’n goede zaak vinden. Maarals de overheid ons middelen ontneemt, zouden we de kans moetenkrijgen dat te compenseren. Nu kan
*Geldig t.e.m. 31/10/2014 bij aankoop van glazen. Voorwaarden op pearle.be
Goed Gezien, gratis*
montuur
g r a t i sm o n t u u rg r a t i s
m o n t u u r
Werk aan jeeigen Merk!
Lees de tipsvandaag in de
MARK Magazine bijlage
VTM Nieuwsvs.
Het JournaalZoek de
verschillenD5
Jihadi’s in hetdefensief in
Kobani©ap
1617
Verborgen stad (3)‘Geld maakt gelukkig’
1415
BANEN OP DE TOCHTBIJ HOGESCHOLEN
‘Het inschrijvingsgeld moest nog 350 euro hoger liggen omde besparingen te dekken. Dit gaat banen kosten’, vreest
Toon Martens van de hogescholenraad.
DINSDAG 21 OKTOBER 2014DAGBLAD / EDITIE NATIONAAL 91STE JAARGANG, NR.245
WWW.STANDAARD.BEBELGIE €1,40 NEDERLAND €2,10 LUXEMBURG €2,00
©vtm,vrt
JanDeMae
ssch
alck
,Zon
dertitel.
©Cou
rtesyZe
noXGallery,foto
PeterCox
IEDER ZIJN PORTIE MELANCHOLIEMuseum Dr. Guislain herstelt de duisternis in ere
D10D11
‘De Standaard anno 2014’. © rr
COLOFON Hoofdredacteur: Karel Verhoeven Samenstelling: Karin De Ruyter, AstridHouthuys en Ludo Permentier Bijdragen: Hans Cottyn, redacteur De Standaard der Letteren;Karin De Ruyter, chef buitenlandredactie De Standaard; Astrid Houthuys, eindredactrice De Standaard;Ludo Permentier, columnist De Standaard/medewerker Nederlandse Taalunie/UGent; TomHeremans,chef weekendkrant De Standaard; Henk Tack, redacteur De Standaard Online; Jan T’Sas, journalist/UAntwerpen; Bart Van Belle, redacteur De Standaard Online; Pieter Van Dooren, wetenschapsredacteur De Standaard; Hans van Driel, Universiteit van Tilburg Illustraties: Dirk Huyghe Cover: Dirk Huyghe Vormgeving: Stephanie Verbraekel Eindredactie: Astrid Houthuys enEva Van den Eynde.
LUDO PERMENTIER
MAANDAG TAALDAG
DE STANDAARD TAALBIJLAGE 3
mijn opsomming.
Activerend onderwijs
Als ik gelijk heb, dan krabt het onderwijs zich vanaf nu achter deoren. We dagen Chris uit om eentekst te kiezen en om bij de tekstzelf vragen te formuleren, en ook
creëren immers schoolse leessituaties die buiten de klas niet voorkomen.De leerling krijgt over het algemeen papieren teksten die net boven zijn pet gaan, gekoppeld aanvragen die wij achter ons bureaubedenken of we geven ons overaan schoolboekenauteurs die ditnamens ons hebben gedaan. Hijmag slechts die ene tekst voor zichhebben en geen internet gebruiken noch de hulp inroepen vanmedeleerlingen.En als hij de vragen foutief beantwoordt, dan ligt de fout bij hem,terwijl de auteur de hoofdgedachte misschien wel onhelder in zijnhoofd had, onze vragen mogelijkniet deugen, de leerling die tekstnooit spontaan zou hebben gelezen – en ik ben nu onvolledig in
internet. De receptieve papierlezer heeft zich ontwikkeld tot eenactieve beeldschermlezer voorwie samenwerken vanzelfsprekend is.
Het leesonderwijs
Het onderwijs is niet helemaalmee met die ontwikkeling. We
Ons leesonderwijs berust opeen misverstand. Laat ik het bestbewaarde geheim maar meteenverklappen en vertel het gerustdoor. De klassieke papierlezer –het ideaalbeeld waaraan onzeleerlingen in onze klassieke ogenmoeten voldoen – bestaat al langniet meer. Toch leiden we onzeleerlingen op met die illusie in hetachterhoofd. In 2001 omschreef ikde hedendaagse lezer als een ‘ongeduldige, scannende, lange tekstvermijdende, verticaal lezende, visueel ingestelde’ persoon. Hetgaat hem en haar om tempo, eenoverzicht krijgen, niet al te langeteksten met witregels en tussenkopjes, om een korte regellengte,en om ondersteunende illustraties, grafieken en infografieken. Ikdoelde toentertijd op de beeldschermlezer. Wie de voorpaginavan De Standaard anno 2014 ziet,ontwaart een papieren beeldschermpagina die – tot mijn verrassing – de beeldschermlezeraanspreekt die ik eerder omschreef (zie afbeelding).In één oogopslag hebben we eenoverzicht van het hoofdartikel.Een kleurenfoto, een citaat en eenteaser bovenaan verwijzen naarartikelen verderop. De voorpagina kent vijf kolommen en dus korte regellengtes. De papieren DeStandaard wordt steeds meer opgemaakt als een beeldschermkrant.Vergelijk maar eens met De Standaard van, laten we zeggen, 3 november 1950 (zie afbeelding).Deze ontwikkeling van de opmaakvan de krant leidt tot een opmerkelijke conclusie: de papierlezer isgaan gelijken op de beeldschermlezer. Je kunt het ook anders stellen: de papierlezer is aan het verdwijnen, de beeldschermlezerblijft over. Twijfelt u nog? Pak ergerust tijdschriften bij of studieboeken en herlees dan het bovenstaande.
Samenwerken
Behalve het verdwijnen van de papierlezer is er ook iets anders aande hand: alleen lezen doen wenauwelijks meer, ook Chris niet.Chris en zijn klasgenootjes gaananders om met teksten en lezenmaakt daar deel van uit. Ze scannen twitter en facebookberichtenen reageren daarop. Zij struinenhet internet af, lezen ondertitelsbij films en tvprogramma’s en leren tegelijkertijd Engels.Snappen zij een tekst niet, danvragen ze een vriendje om hen tehelpen. Of ze zoeken zaken op via
Wie devoorpagina van
De Standaard anno2014 ziet, ontwaart
een papierenbeeldschermpagina
We creërenschoolse
leessituaties diebuiten de klas
niet voorkomen
‘De Standaard’, 3 november 1950. © rr
bij de tussenkopjes, de illustraties, de grafieken, de infografieken en de onderschriften. Vervolgens mag hij medeleerlingen samen begrijpend laten lezen en begrijpend laten kijken en ze dancomplimenteren met hun reactieof uitleggen wat een antwoord opeen vraag had kunnen zijn. Of wevragen hem om de tekst te verbeteren, zoals een vriendin bij dezetekst deed.Discussie gegarandeerd en eenleereffect ook.
Ben jij een leerling en krijg je dezetekst uit ‘De Standaard’voorgelegd met een vraag naar dehoofdgedachte ervan, dan luidt hetantwoord: het leesonderwijs dat jekrijgt, is behoorlijk achterhaald.