Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
duurzaamsamenwerkenJ A A R V E R S L A G 2 0 0 3
Samen met gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijven en
bewoners werken wij aan een duurzame ontwikkeling van de regio.
Een regio waarin u én uw kleinkinderen kunnen wonen, werken en
recreëren.
duurzaamsamenwerkenJ A A R V E R S L A G 2 0 0 3
3
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
Voorwoord 4
Kwaliteitsverbetering 7
Kwaliteit ... het INK-model 7
Projecten 9
Communicatie 9
Verruimde Reikwijdte 9
Veiligheid 10
Milieuvergunningen 10
Handhaving 12
Bodem 16
Geluid 18
Monitoring 21
Natuur- en milieueducatie 22
Groen 23
Dienstverlening 25
Personeel & organisatie 27
Financiën 31
Bijlagen 35
Productverantwoording per gemeente 35
Inhoud
4
Op 1 januari 2004 bestaat de Milieudienst
IJmond 5 jaar. Het doet mij goed te zien dat in
5 jaar tijd een dienst is ontwikkeld met een
duidelijk herkenbaar gezicht in de IJmond en
waarbinnen het belang van een advies- en
informatiefunctie wordt onderkend. Het taakveld
milieu is veelomvattend. Milieu speelt niet alleen
een rol binnen het bedrijfsleven waarbij de
milieudienst het vergunningen- en handhavings-
spoor voor de IJmondgemeenten uitvoert. Ook op
het gebied van bouwen en wonen, natuurbeheer
en economische ontwikkeling is het van belang
dat de milieuparagraaf op een adequaat niveau
wordt ingevuld. Dit betekent dat de milieudienst
moet blijven investeren in hun advies- en
informatiefunctie naar de burgers, bedrijfsleven,
gemeenten en andere overheden.
Op het gebied van de milieuwethandhaving is
in 2003 veel inzet gepleegd. Door het ministerie
van VROM is een landelijk kader neergelegd
waaraan instanties die zich bezighouden met de
handhaving van de milieuwetgeving moeten
voldoen. Het bureau KPMG heeft van VROM
opdracht gekregen om alle handhavings-
instanties te auditen om te bezien hoe zij er voor
staan. Uit deze audits is gebleken dat wij in de
provincie Noord-Holland bovenaan staan en aan
de meeste criteria voldoen. Het was in 2003 dan
ook een genoegen om collega ’s uit onder andere
West-Friesland en Waterland te mogen ont-
vangen en hen te laten zien hoe wij het een en
ander realiseerden. Ook op dit vlak heeft de
Milieudienst IJmond na 5 jaar een uitstekende
positie verworven.
De Polderbaan van Schiphol is in 2003 geopend
en dit heeft geleid tot een stroom aan klachten
over geluidsoverlast vanuit de IJmond-
gemeenten. Het volgen van de ontwikkelingen
rondom Schiphol en het adviseren en informeren
van de gemeentebesturen en burgers heeft van
de milieudienst in 2003 veel inzet gevraagd.
De komende jaren zal hierin geen verandering
komen. In Beverwijk/Heemskerk, Uitgeest en
Velsen worden meetpunten geplaatst. De resul-
taten van deze metingen zullen van belang zijn
bij de evaluatie van de luchtvaartwet in 2006.
Voorwoord
Ton Kooiman
5
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
De gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest
en Velsen hebben ieder een milieuvisie voor de
komende jaren vastgesteld. Deze milieuvisies
zijn belangrijke pijlers voor de taakuitvoering
van de milieudienst. De eerste rapportages zijn
bevredigend, echter op het gebied van duurzame
ruimtelijke ontwikkeling zal meer inspanning van
zowel de milieudienst als de gemeenten worden
gevraagd. Er zijn in de afgelopen jaren veel
beleidsnotities verschenen, echter in veel
gevallen stagneert de uitvoering. Wij zullen daar-
om de komende jaren nog intensiever moeten
inzetten op dit onderwerp.
In de Gemeenschappelijke Regeling is opge-
nomen dat de milieudienst actief moet streven
naar uitbreiding met meerdere gemeenten.
De milieudienst is in 2000 gestart met op
contractbasis verlenen van diensten aan de
gemeenten Bennebroek, Bloemendaal,
Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Heemstede
en Zandvoort. De dienstverlening en de samen-
werking met deze gemeenten verloopt uit-
stekend. Ons bestuur heeft dan ook de keuze
gemaakt om de komende jaren de samenwerking
met deze gemeenten te intensiveren. Voor-
waarde is echter wel dat de continuïteit en de
kwaliteit van dienstverlening aan de IJmond-
gemeenten is gewaarborgd.
Eind 2003 is de nieuwe Gemeenschappelijke
Regeling door Gedeputeerde Staten goed-
gekeurd. Ik verwacht dat deze nieuwe regeling
zorgt voor continuïteit in de uitvoering. Ook op
het gebied van de kostenverdeling zijn goede
afspraken gemaakt en in de praktijk blijkt dat de
destijds afgesproken kostenverdeelsleutel vrijwel
overeenkomt met de verdeelsleutel op basis van
tijdschrijven. Ook met deze instrumenten kan de
Milieudienst IJmond doorgaan op de ingeslagen
weg ... ‘een dienst met een advies- en
informatiefunctie’.
Ton Kooiman
Voorzitter algemeen en dagelijks bestuur
6
kwaliteits-verbetering
Klantenonderzoek
Wij onderzochten in het najaar van 2003 de kwaliteit van onze dienst-verlening. Mirjam Berkhout, communicatieadviseur, was verantwoorde-lijk voor het onderzoek. Zij licht toe.
“Het klantenonderzoek behoorde tot een van de eerste vier actiepunten van ons
kwaliteitsverbeterplan. We kozen hiervoor omdat uit een zelfevaluatie bleek dat de
klanttevredenheid van onze klanten nooit getoetst was. Om de tevredenheid over onze
dienstverlening te meten, is in het najaar van 2003 onder de gemeentelijke afdelingen
van Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen een klanttevredenheidsonderzoek
verricht. Het doel van het onderzoek was inzicht krijgen in de mening van diverse
medewerkers en afdelingshoofden van relevante gemeentelijke afdelingen over onze
dienstverlening.
Mirjam Berkhout
7
Kwaliteit…het INK-modelDe Milieudienst IJmond geeft een constante
impuls aan kwaliteit en kwaliteitszorg.
Enerzijds door middel van praktische kwaliteits-
verbeteringen op het vlak van onder andere
procesbeschrijvingen en een producttoets, ander-
zijds door het toepassen van het INK-model. INK
staat voor Instituut Nederlandse Kwaliteit.
De reden van de keuze voor het INK-model is
tweeledig. Ten eerste gaat het INK-model in
vergelijking tot veel andere systematieken en
modellen verder dan alleen de kwaliteit van de
werkprocessen. Het INK-model beslaat alle
organisatieaspecten en richt zich ook op de
‘wereld’ buiten de organisatie. Zo is er aandacht
voor bijvoorbeeld de leiding van de organisatie
en wordt tegelijkertijd de waardering van klanten
betrokken. Ten tweede biedt het INK-model
de mogelijkheid om zelfstandig de norm vast
te stellen.
Het afgelopen jaar werkten wij aan vier
kwaliteitsprojecten:
• klantenonderzoek
• producttoets
• werkprocessen
• kennismanagement
KWALITEITSVERBETERING
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
>
Producttoets
Een aantal van onze producten zoals vergunnin-
gen en handhavingsacties hebben wij onder de
loep genomen. Met verschillende disciplines
binnen onze dienst is het hele proces doorge-
lopen en is gekeken naar verbeterpunten. Deze
verbeterpunten worden bij het opstellen van de
werkprocessen weer meegenomen.
Wij proberen op een creatieve manier bezig te
zijn met het kwaliteitstraject. Kwaliteit heeft
direct invloed op de manier waarop wij onze
werkzaamheden uitvoeren. Het is de bedoeling
dat onze klanten dat nadrukkelijk merken in de
contacten die ze met ons en met de kwaliteit van
ons werk hebben.
Werkprocessen
We begonnen in 2003 met het beschrijven van
de eerste werkprocessen. Om draagvlak te creë-
ren, kozen we ervoor om de werkprocessen door
de medewerkers zelf te laten beschrijven.
Inmiddels zijn de werkprocessen vergunningver-
lening Wet milieubeheer, handhaving Wet
milieubeheer en de afhandeling makelaarsfaxen
bodem beschreven. Gewerkt wordt aan de werk-
processen beoordeling technische rapportage,
advisering bestemmingsplannen en advisering
bestuur.
8
De medewerkers van de gemeentelijke
afdelingen hebben een schriftelijke enquête
ingevuld. De enquête bestond uit 22 stellin-
gen die zij konden beoordelen met een keuze,
bijvoorbeeld ‘sterk mee eens’ tot ‘sterk mee
oneens’. Ook konden de geënquêteerden hun
meest positieve en meest negatieve ervaring
met ons noteren. Waar nodig heb ik naar aan-
leiding van de ingevulde antwoorden extra
gesprekken gevoerd om een en ander uit te
diepen.
De enquêtes heb ik verwerkt en de uitkom-
sten in percentages omgezet. De bevindingen
waren positief: 81% oordeelde positief over de
kwaliteit van de dienstverlening, 10% negatief
en 9% had geen mening. De resultaten van het
onderzoek zijn vastgelegd in het rapport
‘Klantenonderzoek kwaliteit dienstverlening
Milieudienst IJmond’. Op basis hiervan wordt
waar dat nodig is, ingezet op verbetering.
Dit onderzoek was de start voor breder klant-
tevredenheidsonderzoek op termijn, waarbij
wij ons op meer klantgroepen willen richten
en een goed beeld krijgen van onze dienst-
verlening.”
De verwachting is dat deze processen begin 2004
zijn beschreven.
Kennismanagement
In het kader van dit project werd hard gewerkt
aan het aanbrengen van structuur in de opslag en
uitwisseling van kennis (projectkennis, netwerk-
kennis, informatiebeheer) binnen onze dienst.
Dit moet de kennisoverdracht stimuleren en
begeleiden zodat het de uniformiteit en efficiën-
tie bevordert. Dit project loopt door in 2004. Een
belangrijk te ontwikkelen instrument voor het
behalen van deze doelstelling is intranet.
projecten
CommunicatieCommuniceren over
Duurzaamheid in de Broekpolder
Broekpolderbewoners wonen met het oog op de
toekomst. De Broekpolder is namelijk een unieke
nieuwbouwwijk. Niet alleen omdat de gemeen-
ten Beverwijk en Heemskerk de wijk gezamenlijk
ontwikkelen, maar vooral omdat de wijk duur-
zaam gebouwd wordt. Al vanaf de tekentafel is
nagedacht over de duurzame aspecten in de wijk.
Dat komt tot uiting in de inrichting van de
openbare ruimte door bijvoorbeeld de sloten en
singels aan te leggen met natuurvriendelijke
oevers. Alle woningen worden gebouwd volgens
het principe duurzaam bouwen. Er is gezorgd
voor comfortabele, energiezuinige woningen die
door materiaalgebruik en energievoorzieningen
in de woning bijdragen aan een beter milieu.
De bewoners van de Broekpolder zijn helaas niet
allemaal op de hoogte van hun bijzondere wijk
en woning. Met de ‘Leren voor Duurzaamheid-
subsidie’ van de provincie Noord-Holland zijn wij
in 2003 begonnen met het project ‘Communi-
ceren over Duurzaamheid in de Broekpolder’.
Binnen dit project schrijven wij een communi-
catieprogramma waarin we, samen met andere
organisaties en een aantal bewoners van de
Broekpolder, communicatieprojecten opstellen.
In oktober 2003 organiseerden wij een start-
bijeenkomst waar alle betrokken organisaties
hun ideeën konden inbrengen. Afhankelijk van de
toepasbaarheid worden deze ideeën verwerkt tot
projecten binnen het genoemde communicatie-
programma. Deze projecten informeren de bewo-
ners van de wijk over de duurzame aspecten van
de woningen en de wijk en stimuleren hen zelf
ook duurzamer te leven. Een van de projecten
binnen het communicatieprogramma is de gids
‘Hart voor uw huis’, waarin tips zijn opgenomen
voor duurzaam en geldbesparend wonen. Alle
huishoudens in de wijk ontvangen een exem-
plaar van deze gids. Een ander project binnen
het programma is het opstellen van informatie-
materiaal over duurzame energiebesparende
maatregelen in de woningen zoals warmte-
pompen en warmteterugwinning.
Wij willen alle ervaringen die met dit project
worden opgedaan in de toekomst toepassen in
de communicatie met de bewoners van de deel-
nemende gemeenten.
Verruimde ReikwijdteMilieumaatregelen leveren ook geld op
In het kader van de Wet milieubeheer hebben
gemeenten ook een taakstelling om maatregelen
op het gebied van energiebesparing, afvalpreven-
tie, zuinig gebruik van grondstoffen en verkeer
en vervoer in de milieuvergunning op te nemen.
9
PROJECTEN
Gids Duurzaam wonen
‘Hart voor uw huis’, een gratis gids voor
Broekpolderbewoners met tips voor
duurzaam en geldbesparend wonen.
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
In vaktaal hebben wij het over ‘de verruimde
reikwijdte van de Wet milieubeheer’. Dit soort
maatregelen moet specifiek per bedrijf of instel-
ling worden bekeken en vereist dan ook specia-
listische kennis van onze medewerkers. In 2003
hebben de meeste van onze milieu-inspecteurs
een training op het gebied van afvalpreventie
afgerond. Maatregelen die binnen 5 jaar kunnen
worden terugverdiend, kunnen worden voor-
geschreven in de milieuvergunning. Na 5 jaar
leveren deze maatregelen ook een financiële
besparing op. Het is dan ook van belang dat wij
ondernemers goed adviseren en informeren over
dit soort maatregelen.
MilieuvergunningenDe Wet milieubeheer
De Wet milieubeheer is van toepassing op vele
bedrijven en instellingen binnen de IJmond. In
het kader van deze wet verlenen wij namens de
IJmondgemeenten milieuvergunningen. In de
milieuvergunning worden voorschriften opge-
nomen waaraan een bedrijf of instelling (de Wet
spreekt van inrichtingen) moet voldoen om
milieubelasting te voorkomen of zoveel als
mogelijk te beperken. De milieuvergunning-
procedure duurt (indien er geen bezwaren zijn
ingediend) maximaal 6 maanden.
10
VEILIGHEID
Risicobenadering LPG tankstations
Wij inventariseerden in 2003 de (omgevingsgerelateerde) veiligheids-aspecten bij LPG-tankstations. Hans Tegelaar, milieu-inspecteur, werktemee aan het project en vertelt hierover.
“Op 22 februari 2002 publiceerde de Staatscourant het Ontwerpbesluit ‘kwaliteitsei-
sen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer’. Het doel van dit ontwerpbesluit is
om risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risi-
covolle inrichtingen, tot een aanvaardbaar minimum te beperken.
LPG-tankstations worden beschouwd als een risicovolle inrichting, waarbij het niet is
toegestaan dat woningen te dichtbij liggen. Is dit wel het geval, dan moet de gevaar-
lijke situatie veranderd worden. Dit kan door verplaatsing van de LPG-onderdelen van
het tankstation, door sloop van de woning of door het stoppen met de LPG-verkoop.
Hans Tegelaar
PROJECTEN
Omdat veel bedrijven en instellingen gelijk-
soortige activiteiten verrichten zijn in de Wet
milieubeheer categorieën van inrichtingen aan-
gewezen waarvoor de vergunningplicht vervalt.
In Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB)
worden voor deze inrichtingen voorschriften
gesteld. Het voordeel voor deze groep van be-
drijven en instellingen is dat er geen langdurige
procedure hoeft te worden doorlopen. Men kan
volstaan met een melding. Voorbeelden zijn
onder andere garagebedrijven, horeca en tank-
stations. In ons Wet milieubeheerbestand maken
wij dan ook een onderscheid in vergunning-
plichtige en meldingsplichtige inrichtingen.
Onderstaand geven wij een overzicht van proce-
dures en termijnen van het afhandelen van
milieuvergunningen.
De wettelijke termijnen zijn vastgelegd in de
Algemene wet bestuursrecht. Bij alle 20 over-
schrijdingen zijn geen nadelige gevolgen voor
11
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
Ook wordt er gekeken hoeveel personen er in de buurt van een LPG-tankstation
wonen en werken. Het is duidelijk dat een LPG-tankstation beter langs een snelweg
kan liggen dan binnen een woonwijk.
Op verzoek van de IJmondgemeenten inventariseerden we in 2003 de 19 aanwezige
LPG-tankstations in de IJmond. Vervolgens zijn er kaarten gemaakt van de omgeving
van de LPG-tankstations en is gekeken of er sprake is van een (toekomstige) sanerings-
verplichting. Verder is uitgerekend of er mogelijk teveel personen in de buurt wonen
of werken. Is dit het geval dan heet dat een overschrijding van het groepsrisico. Ook
controleerden we de LPG-tankstations op veiligheid, zoals de aanwezigheid van
brandblussers, goede noodprocedures en veiligheidsinstructies voor het personeel.
Bij 12 LPG-tankstations bleek er sprake te zijn van een (toekomstige) saneringsituatie
en bij 14 LPG-tankstations wordt het groepsrisico overschreden. In 2004, als het
Besluit ‘kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer’ van kracht
wordt, komt er ook meer helderheid over de vergoedingen voor alle gewenste veran-
deringen. In afwachting hiervan blijven wij de LPG-tankstations jaarlijks controleren
op de veiligheidsaspecten.
Het was voor mij een aangenaam project om uit te voeren. Met tekeningen uit
dossiers bepaalde ik de cirkels om de LPG-vulpunten en bezocht ik alle locaties.
Vervolgens bracht ik in kaart welke panden aanwezig waren en waar deze voor
gebruikt werden. Hierna was het gewoon bewoners en gebruikers tellen en uit-
rekenen hoeveel er in een cirkel woonden of werkten. Heel interessant was het om te
zien dat in bepaalde bestemmingsplannen al rekening was gehouden met bepaalde
LPG-cirkels. De woningen stonden dan keurig in een boogje. Motiverend was het ook,
want dit onderwerp heeft een hoge maatschappelijke prioriteit.”
procedures en termijnenafhandelen van milieuvergunningen
aantal procedures
binnen de wettelijke termijn
niet binnen de wettelijke termijn
132
112
20
het bedrijf of het milieu ontstaan. In het kader
van ons kwaliteitsysteem streven wij ernaar om
alle procedures binnen de daarvoor gestelde
termijnen af te handelen.
Onderstaand geven wij een overzicht van het
aantal AMvB meldingen en termijnen.
Voor specifiek gemeentelijke overzichten van het
aantal inrichtingen, meldingen en vergunning-
procedures verwijzen wij naar de bijlagen.
Advies bouw- en sloopplannen
Bij de overleggen van de afdelingen bouwkunde
van de IJmondgemeenten zijn wij aanwezig en
toetsen alle ingekomen bouw- en sloopplannen
op milieurelevantie. Wanneer milieuaspecten een
rol spelen, schrijven wij adviezen op het gebied
van bodem, geluid en de Wet milieubeheer.
Voor specifiek gemeentelijke overzichten van de
bouw- en sloopplannen verwijzen wij naar de
bijlagen.
Gemeentelijke inrichtingen
Onderstaand geven wij een overzicht van het
aantal inrichtingen, die door de gemeenten
worden gedreven, maar waarvan de provincie
Noord-Holland het bevoegd gezag is.
In het overzicht staat het aantal inrichtingen
die gedreven worden door de gemeenten en
waarvan zij tevens bevoegd gezag zijn.
Voor specifiek gemeentelijke overzichten verwij-
zen wij u naar de bijlagen.
HandhavingServicepunt handhaving
Het servicepunt handhaving coördineerde en
faciliteerde net als in voorgaande jaren de
samenwerking tussen de verschillende hand-
havingsinstanties. De volgende instanties
werkten in 2003 nauw met elkaar samen:
• provincie Noord-Holland
• gemeenten Bennebroek, Bloemendaal,
Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Heemstede
en Zandvoort
• VROM-inspectie
• politie
• Openbaar Ministerie
• Rijkswaterstaat
• waterschappen
• Milieudienst IJmond
Ten behoeve van de samenwerking komen
vertegenwoordigers van bovengenoemde hand-
havingsinstanties periodiek bijeen in een ambte-
lijk en een bestuurlijk regionaal handhavings-
overleg. In het ambtelijk handhavingsoverleg
stemmen de partners op uitvoerend niveau met
elkaar af. Het bestuurlijk handhavingsoverleg
stelt jaarlijks het regionaal handhavings-
programma vast. Dit is de ruggengraat van de
handhavingsamenwerking. In het programma
staan verschillende regionale handhavings-
projecten die door de handhavingsinstanties
12
aantalAMvB meldingen
totaal aantal meldingen
binnen de wettelijke termijn
niet binnen de wettelijke termijn
139
139
0
aantal milieutoetsenbouw- en sloopplannen in 2003
totaal 313
totaal aantal inrichtingengedreven door de gemeenten
waarvan de provincie bevoegd gezag is
waarvan zij zelf bevoegd gezag zijn
1
76
PROJECTEN
gezamenlijk worden uitgevoerd. Hieronder volgt
een toelichting op enkele projecten.
Professionalisering van de
handhavingsamenwerking
Onder leiding van de voorzitter van het alge-
meen en dagelijks bestuur van de milieudienst,
de heer A.M. Kooiman, formuleerde een project-
groep aanbevelingen voor een professionele(re)
en een meer op resultaatgerichte samenwerking.
Milieuestafette
In maart 2003 is door 54 personen van 15
instanties deelgenomen aan de Milieuestafette,
een landelijk georganiseerde 24-uurscontrole
waaraan alle regionale handhavingspartners
deelnamen. Tijdens deze Milieuestafette
constateerden de handhavingspartners in de
regio IJmond en Zuid-Kennemerland 60 over-
tredingen, waarvan er 6 met een proces-verbaal
zijn afgedaan en 20 met een bestuurlijke
aanschrijving.
Vuurwerkbesluit
Net als in voorgaande jaren zijn er ook dit jaar
controles uitgevoerd bij de vuurwerkverkoop-
punten in de regio. Per 1 maart 2004 moeten
alle verkooppunten voldoen aan het ‘Vuurwerk-
besluit’. Uit een inventarisatie blijkt dat circa
40 % van de huidige verkooppunten er per
1 maart 2004 definitief mee ophoudt vanwege
de hoge kosten die de voorgeschreven investe-
ringen met zich meebrengen. In 2003 vroegen
enkele verkooppunten een nieuwe vergunning
aan.
Paardenhouderijen
In het kader van dit project controleerde de
milieudienst circa 50 paardenhouderijen in de
gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest,
Velsen, Heemstede en Haarlemmerliede op de
naleving van de milieuwetgeving. Het project
vereiste een lange voorbereidingstijd in verband
met de nieuwe wet- en regelgeving en de manier
waarop deze uitgevoerd moet worden. De ver-
wachting is dat deze nieuwe wet- en regelgeving
in de toekomst meer invloed op de uitvoering
van ondermeer handhaving en vergunning-
verlening zal hebben.
CPR 15-1
CPR 15-1 betreft de richtlijn voor de opslag van
gevaarlijke stoffen. Tijdens de reguliere controles
is extra aandacht besteed aan deze opslag.
Er zijn 118 controles uitgevoerd op de naleving
van CPR 15-1. Bij 16 bedrijven constateerde de
milieudienst overtredingen die na het versturen
van een waarschuwingsbrief ongedaan werden
gemaakt.
Externe veiligheid
De startnotitie is in 2003 afgerond en richt zich
op de praktische invulling van het project. Tevens
is er binnen de Milieudienst IJmond een aantal
initiatieven ontplooid dat regiobreed kan worden
uitgezet, bijvoorbeeld de controle van de veilig-
heidsaspecten bij LPG-stations en ammoniak-
installaties. Als milieudienst willen we het aan-
dachtsveld externe veiligheid zo breed mogelijk
in het handhavings- en vergunningsverlening-
beleid inpassen. Om de veiligheid meer gestalte
te geven, streven wij continue naar samen-
werking van overheidspartners en partners in
het bedrijfsleven.
Afvalketenonderzoek
Het onderzoek concentreerde zich specifiek op
bouw- en sloopafval. De meeste controles in
het kader van dit project zijn uitgevoerd bij
containerverhuurbedrijven, een aantal grotere
afvalverwerkingsbedrijven en een asbest-
inzamelaar. Naar aanleiding van de controles
volgden diverse aanschrijvingen. In 2004 geeft
de Milieudienst IJmond hieraan verder vervolg.
Probleembedrijven
Er is sprake van een probleembedrijf wanneer
meer dan 1 handhavingspartner een belang
heeft op het gebied van handhaving. In 2003
werden 3 bedrijven als probleembedrijf
13
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
beschouwd. Bij alledrie loopt het handhavings-
traject nog volop, variërend van een proces-
verbaal tot opgelegde dwangsom.
Controle, toezicht en handhaving
De handhaving van milieuvoorschriften is een
kerntaak van het gemeentelijk milieubeleid.
Naast de uitvoering van branche- of gebieds-
gerichte handhavingsprojecten, hebben wij in
2003 veel bedrijven en instellingen individueel
en integraal gecontroleerd. Alle nieuwe bedrijven
en instellingen worden standaard door een
medewerker van de milieudienst bezocht. Ook
naar aanleiding van klachten controleert de
milieudienst bedrijven. De controles omvatten
steeds meer aandachtspunten en het toezicht en
de handhaving worden doelmatiger. Voor een
consequente handhaving hanteren wij de strate-
gie zoals deze in 2000 door de IJmondgemeenten
in de handhavingsnota is vastgesteld. Na de
eerste controle wordt een hercontrole uitgevoerd
en wordt in overleg met het bestuur, zonodig
corrigerend opgetreden. Onze inspecteurs zijn
ingedeeld in 4 rayons en zij houden binnen dit
rayon toezicht op de naleving van de milieuwet-
en regelgeving en onderhouden de contacten
met de burgers en de bedrijven.
14
Professionaliseringvan de handhaving
Herbert Dekkers
Naar aanleiding van de discussienota ‘Met recht verantwoordelijk’,besloten het Rijk, de provincies, de gemeenten en de regionale waterkwaliteitsbeheerders begin 2002 om gezamenlijk een projectop te starten ter verbetering (‘professionalisering’) van de milieuwet-handhaving. Aan het woord is Herbert Dekkers, teamleider Milieu-beheer en verantwoordelijk voor de handhaving.
“Op basis van de discussienota zijn kwaliteitscriteria voor een goede handhaving
ontwikkeld die zijn gebaseerd op het adequate handhavingsproces van de Landelijke
Coördinatie Commissie Milieuwethandhaving (LCCM). Deze criteria worden vastge-
legd in een AMvB. Handhavingsorganisaties moeten op 1 januari 2005 voldoen aan
deze kwaliteitscriteria.
PROJECTEN
Voor specifiek gemeentelijke overzichten van
het aantal milieucontroles verwijzen wij naar de
bijlagen.
Milieuklachten
De milieuklachten in 2003 hadden onder meer
betrekking op hinder van geluid en geur, veront-
reiniging van bodem en oppervlaktewater en
visuele hinder zoals zwerfvuil. Klachten worden
zowel telefonisch als schriftelijk bij ons inge-
diend. In 2002 (totaal 341 milieuklachten) was er
ten opzichte van het jaar daarvoor een toename
van het aantal klachten. In 2003 is een afname
van het aantal milieuklachten geconstateerd.
Voor specifiek gemeentelijke overzichten ver-
wijzen wij naar de bijlagen.
15
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
aantal milieucontrolesbij bedrijven en instellingen in 2003
totaal 877
In januari 2003 heeft de milieudienst als milieuhandhavingsorganisatie voor de gemeen-
ten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen de uitvoeringskwaliteit tegen het licht
gehouden op basis van een zelfevaluatie. In maart 2003 is deze zelfevaluatie aan de hand
van een audit, uitgevoerd door het bureau KPMG, geverifieerd. Uit deze verificatie is het
volgende gebleken:
• aantal criteria 55
• voldaan 35
• niet voldaan 17
• nvt 3
Met deze resultaten zijn we koploper binnen de provincie Noord-Holland. Wij zijn echter
altijd op zoek naar de vraag ‘hoe kan het beter?’. De resultaten van de audit van KPMG
waren een goed vertrekpunt om verbeteringen aan te brengen. Wij hebben een plan van
aanpak opgesteld waarin acties zijn opgenomen die als doel hebben om op 1 januari 2005
aan alle criteria te gaan voldoen. Het plan van aanpak is door de provincie Noord-Holland,
die door VROM is aangewezen als regisseur, goedgekeurd.
Een belangrijk element uit het plan van aanpak is het analyseren van de milieuproblemen
op het gebied van de inrichting gebonden milieuhandhavingstaken, de niet inrichting-
gebonden milieuhandhavingstaken, milieuhandhavingstaken bij (bouw)werken en
regulerende taken op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de ver-
schillende IJmondgemeenten. Per gemeente hebben wij een analyse gemaakt en vanuit
deze analyse een prioriteringssyteem voor de handhaving van de milieuregelgeving
ontwikkeld. Een tweetal uitgangspunten voor een nieuwe prioritering waren door de
IJmondgemeenten in hun milieuvisie al opgenomen, namelijk aandacht voor veiligheid
op het gebied van milieu en vergroting van het milieurendement.
Begin 2004 zullen de analyses en het nieuwe prioriteringssysteem aan de verschillende
gemeentebesturen ter goedkeuring worden aangeboden. Met het nieuwe systeem hopen
wij onze capaciteit op handhavingsgebied zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten.”
aantal milieuklachtenin 2003
totaal 290
Aantal inrichtingen in de IJmond
Onderstaand geven wij u een overzicht van het
aantal inrichtingen waarbij de gemeenten het
bevoegde gezag zijn.
Voor specifiek gemeentelijke overzichten van
het aantal inrichtingen verwijzen wij naar de
bijlagen.
BodemInvesteringsfonds Stedelijke Vernieuwing
In het programma Investeringsbudget Stedelijke
Vernieuwing (ISV) is een hoofdstuk opgenomen
over bodemverontreiniging. Het programma
loopt van 2000 tot en met 2004. Het richt zich
op actief bodembeheer heeft een planmatige
aanpak voor het in kaart brengen en beheren
van bodemverontreinigingen. Volgens de doel-
stellingen uit het NMP-3 moeten alle bodem-
verontreinigingen in Nederland vóór 2005 in
beeld zijn gebracht. In de periode daarna tot
2032 moeten de geïnventariseerde bodem-
verontreinigingen zodanig beheersbaar worden
gemaakt, dat bodemverontreiniging geen belem-
mering meer vormt voor stedelijke ontwikkeling.
Via de gemeentelijke ISV-programma’s zijn
financiën beschikbaar voor de uitvoering van
bovengenoemde bodemtaken. Daarnaast hebben
we met de gemeenten meegedacht over de wijze
waarop ISV binnen de gemeentelijke organisaties
uitgevoerd kon worden en hoe de uitvoering van
het programma te monitoren is.
In dit voorlaatste jaar van de ISV periode 2000-
2004 zijn een aantal grote slagen gemaakt. De
provincie Noord-Holland startte in januari 2003
het project ‘landsdekkend beeld’. Het doel van dit
project is het in kaart brengen van de aard en de
omvang van de bodemproblematiek binnen de
provincie Noord-Holland. Om dit te bereiken
moest inzicht komen in de hoeveelheid ver-
dachte locaties en het aantal bekende gevallen
van bodemverontreiniging waarop nog actie
moet worden ondernomen. Wij hebben voor alle
gemeenten archiefonderzoek verricht om inzicht
te krijgen in het aantal verdachte locaties. Deze
locaties zijn ingevoerd in een bestand dat ge-
koppeld kan worden aan het Bodem Informatie
Systeem (BIS). In het BIS wordt alle bodeminfor-
matie geautomatiseerd opgeslagen. Vervolgens
zijn de gegevens uit het BIS van de gemeenten
gekoppeld aan het BIS van de provincie Noord-
Holland, zodat alle bekende gegevens bij elkaar
gevoegd zijn. Hieruit zal de provincie de priori-
teiten bepalen. Deze prioriteitstelling is de basis
voor de verdeling van de ISV-gelden voor de vol-
gende ISV-periode 2005-2009. De milieudienst
krijgt ook de beschikking over de uitgewisselde
gegevens en zal de lijst met verdachte locaties
gebruiken als basis voor het voortzetten van het
project ‘Oriënterend Onderzoek Nieuwe Stijl’.
Dit is een project waarbij met uitgebreid archief-
onderzoek wordt bekeken hoe verdacht een
locatie is en ook bodemonderzoek wordt verricht
op locaties waar dat nodig blijkt.
16
aantal inrichtingen in de IJmondin 2003
totaal 4059
PROJECTEN
Voor de gemeente Velsen is het saneringsplan
voor de sanering van de verontreiniging met
oplosmiddelen in de Rivierenbuurt te IJmuiden
afgerond. De sanering start in 2004.
Voorafgaande aan de echte sanering zal eerst
een pilotsanering worden uitgevoerd. Het doel
van deze pilot is de gekozen saneringsmethode
in het veld te testen en te bepalen hoe het
prestatiebestek waaronder zal worden gewerkt,
moet worden opgesteld.
In Beverwijk is de tweede fase van het nader
onderzoek naar de oplosmiddelenverontreiniging
aan de Zeestraat afgerond. In 2004 begint het
saneringsonderzoek.
Bijzonder Inventariserend Onderzoek
‘de Pijp’ Beverwijk
Bijzonder Inventariserend Onderzoek (BIO)
‘de Pijp’ is een inventarisatie en actualisatie van
de gegevens die bekend zijn over de bodem-
verontreiniging van bedrijventerrein ‘de Pijp’ te
Beverwijk. Het onderzoek geeft inzicht in de
(negatieve) milieu-, economische, ruimtelijke en
gezondheidsconsequenties van de aanwezige
bodemverontreiniging en geeft oplossings-
richtingen aan voor deze problemen. In 2003
is een inventarisatie van alle bestaande onder-
zoeksgegevens uitgevoerd. Begin 2004 start het
uitvoeren van het veldwerk voor het actualiseren.
Het gehele onderzoekstraject wordt naar
verwachting medio 2004 afgerond.
Bodemonderzoeken en -saneringen
De kwaliteit van de bodem is onder andere van
grote invloed op de uitvoering van bouw- en
civiele werkzaamheden. Door middel van bodem-
onderzoek wordt de bodemkwaliteit vastgesteld.
In de meeste gevallen geven marktpartijen de
opdracht voor de uitvoering van deze onder-
zoeken. Wij beoordelen de rapportages en ad-
viseren over de vervolgstappen. Daarnaast ver-
strekt de milieudienst namens de gemeenten
ook opdrachten aan onderzoeksbureaus om de
bodemkwaliteit in kaart te brengen.
Bodeminformatie aan makelaars
De bodemkwaliteit kan tevens van invloed zijn
op de waarde van onroerend goed. Om make-
laars in het kader van de aan- en verkoop van
percelen in de behoefte aan bodeminformatie te
voorzien, hanteren wij de zogenaamde make-
laarsfax. Handmatig worden door medewerkers
van de afdelingen facilitair en bodem diverse
bronnen geraadpleegd die informatie kunnen
bevatten over de bodemkwaliteit van de gevraag-
de percelen. Per fax krijgt de makelaar vervolgens
de relevante informatie toegezonden. In de loop
der jaren is geconstateerd dat dit een zeer doel-
matig proces is, maar gezien het stijgend aantal
informatieaanvragen, ook zeer arbeidsintensief.
Om efficiënter in de behoefte van de makelaars
te voorzien besloten wij het proces te automati-
seren. In 2004 moet onze ICT infrastructuur
zodanig zijn ingericht dat makelaars, eenvoudig
met behulp van het internet bodeminformatie
kunnen opvragen. Vervolgens wordt de gevraag-
de bodeminformatie, zonder tussenkomst van
milieudienstmedewerkers, per e-mail verstrekt. 17
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
aantal bodemonderzoeken en -saneringenin 2003
bouwvergunning
nulonderzoeken bij bedrijven
grondtransacties
bodemsaneringen
bodeminformatie makelaars
civiele werken
overige
74
26
16
17
1186
14
4
GeluidVerkeersmilieukaart
De Verkeersmilieukaart (VMK) is software dat als
ondersteunend instrument gebruikt wordt om
voorspellingen te doen over de gevolgen van een
verkeerssituatie. Deze gegevens kunnen worden
gebruikt om beslissingen te nemen op het
gebied van milieu (geluid en lucht), verkeer en
ruimtelijke ordening. Bijvoorbeeld om te bekijken
wat de effecten zijn van het aanleggen van een
nieuwe weg of woningbouwlocatie. De VMK
bestaat uit een verkeersmodel en een milieu-
model. Het verkeersmodel voorspelt hoe verkeer
gaat rijden in een bepaald gebied. Het milieu-
model berekent de geluidsuitstraling van auto’s
op gevels van woningen en de uitstoot van ver-
ontreinigende stoffen in de lucht. Vanuit het
verkeersmodel is de bron van het geluid - het
verkeer - en het aantal auto’s bekend. In het
milieumodel staan ook de afstanden van de weg
ten opzichte van de gevels van woningen.
Het project VMK 2003 richtte zich op het actuali-
seren van de gegevens in beide modellen voor de
IJmondgemeenten. Begin 2003 hadden alleen
Velsen-Noord, Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest
een VMK. Bij de geactualiseerde versie heeft
Velsen zich helemaal aangesloten. Ook Castricum
(Limmen en Akersloot) heeft zich bij onze VMK
aangesloten. Het project wordt in het voorjaar
van 2004 afgerond.
Sanering weg- en railverkeerslawaai
In 2003 zijn op volgorde van de prioriteitenlijst in
de IJmond woningen akoestisch geïsoleerd. Dit
was het laatste jaar waarin de isolaties vanuit
een subsidie van het ministerie van VROM
werden gefinancierd. De komende periode zal de
financiering vanuit het budget ISV plaatsvinden.
In 2003 zijn vier woningen aan de Groenelaan in
Castricum gesaneerd. Daarnaast is het project
Litslaan en omgeving in Velsen voorbereid. In
overleg met de bewoners is onderzocht hoe de
woningen akoestisch geïsoleerd konden worden.
Aan een aannemer is inmiddels opdracht gege-
ven om veertien woningen akoestisch te isoleren.
18
René ten Have
PROJECTEN
19
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
SchipholIn 2003 veranderde er veel in het luchtruim boven deIJmond. De Wet luchtvaart werd aangepast en de vijfdebaan, de Polderbaan, werd in gebruik genomen. Doorde komst van de Polderbaan is er meer vliegverkeerboven de IJmond. Een verandering waar de bewonersvan de IJmond volop mee geconfronteerd worden. Voorde Milieudienst IJmond betekenen deze ontwikkelingeneen aanpassing in de werkzaamheden. René ten Have,adviseur milieubeleid, is een van de medewerkers vande milieudienst die zich bezighoudt met de ontwikke-lingen rond de luchthaven.
“In 2002 begon de voorbereiding voor de aanpassing van de Wet
luchtvaart met een nieuw hoofdstuk 8, speciaal voor Schiphol.
Tot dat moment bestonden mijn werkzaamheden rond Schiphol
voornamelijk uit het voorbereiden van de vergaderingen van de
Commissie Geluidhinder Schiphol (CGS) in de Werkgroep Advies
Voorbereiding (WAV). Ik had die werkzaamheden overgenomen
van Peter Groot, teamleider Techniek, waarmee ik nog steeds regel-
matig overleg voer over de te volgen strategie.
Op 20 februari 2003 werd het nieuwe hoofdstuk 8 van de Wet lucht-
vaart van kracht. Vanaf dat moment kon ook de vijfde baan, de
Polderbaan, worden gebruikt. Bij het ingaan van de wet is de CGS
opgeheven en opgegaan in de Commissie Regionaal Overleg lucht-
haven Schiphol (CROS). De CROS is een overlegplatform met als doel
oplossingen te vinden voor problemen op het gebied van milieu en
externe veiligheid. In de CROS zitten vertegenwoordigers van 3
provincies, 35 gemeenten, bewoners en de sector (Schiphol, de
Luchtverkeersleiding Nederland en luchtvaartmaatschappijen).
Voor de eerste vergadering van de CROS moest iedere gemeente
een bestuurlijk en een bewonersvertegenwoordiger aanwijzen.
De portefeuillehouders milieu van de IJmondgemeenten werden
aangewezen als bestuurlijk vertegenwoordiger. In overleg met hen
is een sollicitatieprocedure gestart om de bewonersvertegenwoor-
digers aan te wijzen. Om de vergaderingen van de CROS beheers-
baar te houden zijn de gemeenten geclusterd. De IJmondgemeenten
en Castricum vormen het cluster Noord.
Het nieuwe hoofdstuk in de Wet luchtvaart is opgesteld om regels
te stellen met het oog op het optimale gebruik van Schiphol als
kwalitatief hoogwaardig knooppunt van nationaal en internatio-
>
naal luchtverkeer. Daarbij worden grenzen gesteld aan veiligheid
en het milieu om een duurzame balans te bewaren tussen het
gebruik van de luchthaven en de kwaliteit van het leefmilieu.
Die regels zijn uitgewerkt in AMvB, te weten het Luchthaven-
indelingbesluit (LIB) waarin regels zijn opgenomen over de be-
stemming en het gebruik van de grond van de luchthaven en het
Luchthavenverkeerbesluit (LVB) waarin regels zijn opgenomen die
betrekking hebben op veiligheid, geluidbelasting, lokale lucht-
verontreiniging en geurhinder. Voor de IJmondgemeenten heb ik
een reactie opgesteld op de conceptwet. Het belangrijkste bezwaar
was dat de wijziging zou leiden tot een onaanvaardbare toename
van de geluidsbelasting in de IJmond.
De voorbereiding van de CROSvergaderingen gebeurt door een
ambtelijke werkgroep, waarvan ik de coördinator ben. Bij de voor-
bereiding zijn ook de gemeenten Haarlem, Haarlemmerliede-
Spaarnwoude en Zaandam betrokken. Daarnaast zit ik in de door
de CROS ingestelde werkgroep klachten. Sophie Zwetsloot, commu-
nicatieadviseur van onze dienst, zit in de werkgroep communicatie.
Sinds de Polderbaan in gebruik is, is de geluidsbelasting boven de
IJmond toegenomen. Hierdoor nam ook het aantal klachten over
geluidsoverlast uit de IJmond toe. Dit uit zich niet alleen in het
aantal klagers dat zich meldt bij de CROS, maar ook in de reacties
die bij de milieudienst binnenkomen. Dit houdt in dat ik veel tijd
besteed aan het beantwoorden van brieven en telefoontjes van
IJmondbewoners. Ik probeer daarin de mogelijkheden en onmoge-
lijkheden van de IJmondgemeenten uit te leggen en de rol van de
CROS toe te lichten. De publieke opinie rondom Schiphol is in de
IJmond sterk veranderd. De geluidsoverlast doet de emoties vaak
hoog oplopen. De Milieudienst IJmond adviseert de gemeenten over
deze problematiek.
De toename van geluidsoverlast heeft ook geleid tot discussies over
handhaving van de in de wet gestelde normen. Deze handhaving
vindt plaats op basis van berekeningen in handhavingspunten.
Er wordt niet gemeten om te handhaven, alleen om te monitoren.
In de IJmond zijn nog geen meetpunten. Om die reden hebben de
gemeenten Schiphol verzocht om meetpunten in de IJmond te
plaatsen. Dit verzoek is gehonoreerd. Drie NOMOS-meetpunten
zullen in 2004 worden geplaatst. Ik heb daarbij een coördinerende
rol. Via de CROS pleiten de IJmondgemeenten voor een vierde meet-
punt. Daarnaast vinden in de gemeenten discussies plaats om zelf
meetpunten te plaatsen. Voor gemeenten die een eigen meetpunt
willen, bereid ik voorstellen voor.
Ook ben ik betrokken geweest bij de, op initiatief van Uitgeest,
vanuit de CROS georganiseerde informatieavond voor inwoners van
de regio. Op deze bijeenkomst gaven de CROS, Schiphol en de
Luchtverkeersleiding Nederland informatie over de gevolgen voor
de regio van de Polderbaan. Daarnaast heb ik binnen diverse raads-
commissies in de IJmondgemeenten een presentatie gehouden over
de stand van zaken rond Schiphol op dat moment.
Inmiddels heeft Schiphol verzocht het Luchthavenverkeersbesluit
aan te passen vanwege een ‘invoerfout’. Op verzoek van de CROS
heeft de minister van VenW besloten dat een Milieu Effect
Rapportage (MER) opgesteld moet worden waarin de gevolgen voor
het milieu zichtbaar worden. Aanpassing van de uitvliegroutes over
Spaarndam wordt daarin ook meegenomen. Op basis van de MER
20
PROJECTEN
neemt de minister een besluit over het al dan niet aanpassen van
het LVB.
Door mij is voor het cluster Noord een reactie voorbereid op de
startnotitie. Uitgangspunt van het cluster Noord is dat er geen
nadelige gevolgen voor de IJmond mogen ontstaan. Het cluster
Noord krijgt nog de gelegenheid te reageren op de MER. Dat zal
plaatsvinden in 2004.”
21
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
MonitoringMilieumonitoring in de IJmond
In de vier IJmondgemeenten zijn milieuvisies
vastgesteld waarin het beleid staat tot 2007. In
2003 zijn wij gestart met het opzetten van een
milieumonitoringssysteem dat aansluit op de
beleidsdoelstellingen uit de milieuvisies en
geschikt is voor de gemeenten.
Milieumonitoring geeft inzicht in de uitvoering
en de resultaten van het milieubeleid. Dat is nut-
tig voor onszelf en de gemeenten, aangezien op
basis van deze resultaten besloten kan worden
beleid te handhaven of te wijzigen. Daarnaast is
inzicht in de resultaten ook nuttig voor bewoners
en maatschappelijke organisaties, aangezien het
bijdraagt aan het vergroten van het draagvlak en
bewustwording.
Wat is milieumonitoring?
Milieumonitoring is een vorm van informatie-
voorziening waarbij gedurende langere tijd op
systematische wijze gegevens worden verza-
meld, bewerkt en gepresenteerd die betrekking
hebben op het milieubeleid. De monitor wordt in
beginsel beperkt opgezet. We kunnen niet alles
meten, dus meten we een aantal zaken waaruit
voldoende beeld ontstaat over de resultaten van
ons gevoerde beleid. Nadat gebleken is dat het
systeem goed draait, kan gekozen worden voor
een uitbreiding.
De aanpak tot nu toe
Begin 2003 zijn we gestart met het doornemen
van de milieuvisies. Hieruit zijn een aantal
regionale thema’s en per gemeente een lokaal
thema gekozen. De volgende thema’s zijn door
de colleges vastgesteld.
Regionaal
• duurzame bedrijvigheid en ondernemen
• externe veiligheid
• ruimtegebruik
• milieudruk
Lokaal
• Heemskerk: groen, water en ecologische
activiteiten
• Velsen: havengebied
• Beverwijk: gemeentelijke interne milieuzorg
• Uitgeest: verkeer en vervoer
Op basis van de gekozen onderwerpen is een
intergemeentelijke projectgroep geformeerd.
Deze heeft na de zomer 2003 de thema’s uitge-
werkt in onderwerpen en in zogenaamde indica-
toren. Een voorbeeld van een indicator is: het
aanbod van duurzame energievoorzieningen per
bedrijventerrein. Deze indicator zegt dus iets over
de duurzaamheid van de bedrijventerreinen in de
gemeenten. Begin 2004 wordt een nulmeting
uitgevoerd en afspraken vastgelegd ten aanzien
van de implementatie zodat de jaarlijkse
monitoring soepel verloopt.
Natuur- en milieueducatieSteunpunt NME
Wij hebben in 2003 ‘groene taken’ erbij gekregen.
Op initiatief van de Milieufederatie Noord-
Holland en het IVN Consulentschap Noord-
Holland heeft de milieudienst in augustus 2002
een overeenkomst getekend om een regionale
functie op het gebied van natuur- en milieu-
educatie (NME) te vervullen. De provincie heeft
een startsubsidie ter beschikking gesteld om
vorm te kunnen geven aan deze taak.
Op 1 januari 2003 hebben wij een coördinator
voor deze taak aangesteld. Vanaf die datum was
het Steunpunt NME Zuid-Kennemerland en
IJmond een feit.
Doel van het regionale steunpunt is het opti-
maliseren van het NME- aanbod in de regio door
het coördineren van de NME-taken, het bevor-
deren van samenwerking tussen natuur- en
milieuorganisaties, het afstemmen van product-
ontwikkeling en het verwijzen naar de juiste
instanties.
Ook in vijf andere regio’s in Noord-Holland zijn
steunpunten in ontwikkeling of operationeel.
Met het oog op efficiënt werken wordt met deze
regio’s overleg gevoerd en samengewerkt. Het
afgelopen jaar is vooral gebruikt om het steun-
punt vorm te geven, maar daarnaast zijn er ook
een aantal concrete producten gerealiseerd.
Vanuit het programma ‘Leren voor duurzaam-
heid’ zijn er diverse projecten geweest waarbij
het steunpunt betrokken was, zoals:
• het betrekken van organisaties en burgers bij
het provinciaal milieubeleidsplan
• communiceren over duurzaamheid in de
Broekpolder
• professionalisering van NME-organisaties
Een aanvullende subsidie maakte het mogelijk
een eigen website te ontwikkelen:
www.steunpuntnme.nl. Hier staat onder andere
informatie over de werkzaamheden van het
steunpunt, haar leden en de lopende projecten.
Ook hebben alle leden een eigen pagina op de
site waarop zij informatie plaatsen over hun
eigen organisatie. Het steunpunt heeft de
coördinatie van de NME-wijzer op zich genomen.
De zeven NME-centra uit de regio presenteren
hierin hun aanbod voor de basisscholen. In
oktober begon het steunpunt met de voorberei-
dingen om deze NME-wijzer volgend jaar digitaal
aan te bieden.
In 2003 hebben 27 organisaties zich enthousiast
aangemeld als lid van het steunpunt. Zij zijn
benaderd met nieuwsbrieven, direct mail en via
activiteiten rondom projecten. Eind november
2003 vond een startbijeenkomst plaats waarbij
22
PROJECTEN
bijna alle leden aanwezig waren. De leden
maakten op deze dag kennis met het steunpunt.
Daarnaast konden ze zelf ook aangeven welke
taken zij belangrijk vonden voor het Steunpunt
NME. Het bleek dat er interesse was in projecten
rondom het thema water, het verstrekken van
informatie over subsidiemogelijkheden en in het
ontwikkelen van een gezamenlijke poster waarop
alle NME activiteiten aan het brede publiek
worden gepresenteerd. Begin 2004 worden deze
taken uitgewerkt en toegevoegd aan het reeds
opgestelde werkplan voor 2004.
GroenStrengere groene wetgeving
Over de hele wereld worden natuurgebieden
aangetast en plant- en diersoorten bedreigd.
Om deze gebieden en soorten te beschermen,
zijn er op Europees niveau regels opgesteld: de
Habitat- en Vogelrichtlijn. Een vertaling van dit
EU-beleid voor de bescherming van planten en
dieren naar Nederlands niveau, is de Flora- en
faunawet. Gebiedsbescherming wordt in
Nederland geregeld in de Natuurbeschermings-
wet. Beide ‘groene’ wetten kunnen gevolgen
hebben voor de uitvoering van ruimtelijke
plannen op gemeentelijk niveau.
Gevolgen voor gemeenten
Wanneer een gemeente deze nieuwe wet- en
regelgeving overtreedt, kan vanuit de provincie
of het ministerie van LNV een boete volgen en
kunnen bestemmingsplannen worden afgekeurd.
De wet- en regelgeving is bijzonder complex en
het was onduidelijk aan welke eisen precies
voldaan moest worden. Duidelijkheid hierover
was dan ook hoogst noodzakelijk. Daarom begon
de milieudienst in 2003 met het project
‘Implementatie groene wetgeving in de IJmond’.
Project implementatie
groene wetgeving in de IJmond
Voor dit project is de groene wet- en regelgeving
met daarbij behorende procedures en toetsings-
criteria geïnventariseerd. Ook zijn de diverse
beschermde gebieden in de IJmond in kaart
gebracht. Tijdens bijeenkomsten zijn de bevin-
dingen samen met beleidsmedewerkers van de
gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en
Velsen besproken. Dit alles resulteerde in het
rapport: ‘Beleidskader en protocol voor de toe-
passing van wetgeving voor soort- en gebieds-
bescherming op ruimtelijke projecten’. Dit
document is (in concept) in 2003 tot stand
gekomen. Aan de hand daarvan is begonnen
met adviseren over een aantal proefprojecten
om ervaring op te doen. In totaal adviseerde de
milieudienst in 2003 over een twintigtal
gemeentelijke projecten. Begin 2004 wordt het
document verder afgemaakt en gaat de milieu-
dienst verder met een aantal proefprojecten om
de ervaring te vergroten. Het einddoel is dat in
de eerste helft van 2004 de taak ‘groene advise-
ring’ tot de structurele werkzaamheden van de
Milieudienst IJmond behoort.
23
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
24
dienst-verlening
DIENSTVERLENING
DienstverleningIn 2000 ging de Milieudienst IJmond met de
gemeenten Bennebroek, Bloemendaal,
Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Heemstede en
Zandvoort dienstverleningovereenkomsten aan
voor het uitvoeren van milieutaken. In 2002
startten wij ook met het uitvoeren van taken in
de gemeente Noordwijkerhout.
De taken voor bovengenoemde gemeenten
worden op projectbasis uitgevoerd door specifiek
voor deze gemeenten aangetrokken mede-
werkers. Onderstaande tabel geeft een overzicht
van de uitgevoerde taken in deze gemeenten.
25
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
uitgevoerde takenper gemeente
handhaving
milieuvergunning
bodem/ISV
geluidmetingen
advisering milieubeleid
x
x
x
-
-
x
x
x
-
-
x
x
x
x
-
x
x
-
-
-
x
x
x
x
x
x
x
-
x
-
taakuitvoering Bennebroek BloemendaalH’lemmerliede-Spaarnwoude Heemstede Zandvoort
Noord-wijkerhout
26
personeel enorganisatie
PERSONEEL & ORGANISATIE
De Milieudienst IJmond is een gemeenschappe-
lijke regeling van de gemeenten Beverwijk,
Heemskerk, Uitgeest en Velsen. Voor diverse
gemeenten in Zuid-Kennemerland voeren wij op
contractbasis milieutaken uit. Onze organisatie
bestaat uit vier teams: Milieubeheer, Techniek,
Milieubeleid & Juridische zaken en Facilitaire
zaken.
De samenstelling van het dagelijks bestuur
wordt gevormd door de vier wethouders milieu
van de gemeenten in de gemeenschappelijke
regeling. Het algemeen bestuur wordt gevormd
door de wethouders milieu aangevuld met leden
van de gemeenteraden.
Organigram
Algemeen bestuur
• de heer A.M. Kooiman (Beverwijk)
• mevrouw A.M. Korf (Velsen)
• de heer L.W.M. van der Kolk (Heemskerk)
• de heer H.H. Eilert (Uitgeest)
• de heer H. Erol (Beverwijk)
• mevrouw Ir. A.V. Baerveldt (Velsen)
• de heer A. Blok (Velsen)
• de heer O.R. Wagner (Heemskerk)
Dagelijks bestuur
• de heer A.M. Kooiman (Beverwijk)
• mevrouw A.M. Korf (Velsen)
• de heer L.W.M. van der Kolk (Heemskerk)
• de heer H.H. Eilert (Uitgeest) 27
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
organigramMilieudienst IJmond
algemeenbestuur
dagelijksbestuur
directeur
team milieubeleid& juridische zaken
teamtechniek
teamfacilitaire zaken
teammilieubeheer
28
Opleidingmilieu-inspecteur
Geert Jan van Boheemen
Vanaf 1 mei 2003 verzorgde de Milieudienst IJmond voor vier junior milieu-inspecteurs een opleidingstrajectin eigen huis. Bert Pannekeet, directeur en Geert Jan van Boheemen, senior milieu-inspecteur, vormdensamen het opleidingsteam. Geert Jan vertelt hierover.
“In het najaar van 2002 ontstonden door personeelsverloop vaca-
tures binnen het team Milieubeheer. Externe werving had weinig
zin, aangezien de ‘landelijke vijver’ van senior milieu-inspecteurs
leeggevist was. Daarom zijn vier HBO-ers als junior milieu-
inspecteurs voor de duur van 1 jaar aangenomen en werd hen een
opleidingstraject aangeboden. Het theoriegedeelte bestond uit
10 lesdagen, het praktijkgedeelte omvatte het meegaan op bedrijfs-
bezoeken met andere senior milieu-inspecteurs en de eigen aange-
wezen coach. Om het leslokaal verder te vullen, is over deze opleiding
een mailing uitgegaan naar andere gemeenten en milieudiensten.
Het resultaat hiervan was dat aan het theoriegedeelte van de opleiding
zeven junior milieu-inspecteurs van de gemeente Den Haag en een
junior milieu-inspecteur van Milieusamenwerking Noord-Oost
Flevoland deelnamen.
In het theoretische gedeelte behandelden we onder andere de van toe-
passing zijnde wet- en regelgeving, procedures, verruimde reikwijdte,
externe veiligheid en handhavingsstrategie. Om aan te sluiten bij het
werkveld gaven we tijdens de theoriedagen een aantal praktijk-
opdrachten. Zo moesten de vergunningplichtige bedrijven in een
winkelstraat geïnventariseerd worden en kwam de verruimde reik-
wijdte aan de orde door de junioren te laten inventariseren in hoeverre
er binnen het eigen kantoorgebouw nog besparingsopties aanwezig
waren. Omdat tijdens een controle ook de zaken die bij een bedrijf niet
in orde zijn, benoemd moeten worden, is een hele dag geoefend in com-
municatietechnieken aan de hand van rollenspellen met een acteur.
In het praktijkgedeelte kregen de junioren van de Milieudienst IJmond
speciale projecten waarin ze ervaring konden opdoen. Zo zijn onder
andere alle bakkerijen en slagerijen binnen het werkgebied van de
Milieudienst IJmond gecontroleerd. Steeds meer zijn de junioren zelf-
standig op bedrijfsbezoek gegaan waarna de constateringen samen met
hun coaches, een ervaren medewerker, besproken werden.
Op 12 november heeft de evaluatie en de certificaatuitreiking van de
opleiding plaatsgevonden. De meningen van de cursisten waren
unaniem positief. De opleiding is een goede basis gebleken voor de
praktijk, de junioren hebben naast kennis, ook zelfvertrouwen en
zekerheid opgebouwd.”
Personeels- en functiebestand in 2003
Man/vrouw ratio
PERSONEEL & ORGANISATIE
Formatie
Verzuimpercentage
29
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
leeftijdopbouwMilieudienst IJmond
25-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-650
2
4
6
8
10 man
vrouw
4 4
10 10
56
5
2
5
2
5
man/vrouw ratioMilieudienst IJmond
totaal organisatie
milieubeheer
milieubeleid & juridische zaken
techniek
facilitair
0 20 40 60 80 100%
man
vrouw
personeelsomvangin personen en fte’s
50 52 54 56 58 60
53,21
58
totaal personen
totaal fte’s
verzuimgegevensMilieudienst IJmond in 2003
totaal aantal ziektemeldingen
totaal aantal dagen
verzuimpercentage
meldingsfrequentie
gemiddelde verzuimduur
94
601,30
4%
1,92
6,67 dagen
Verdeling functieniveauIn het functiewaarderingssysteem van de
Milieudienst IJmond worden A, B en C criteria
gebruikt voor het inschalen van medewerkers.
• A is de senior medewerker, de ervaren mede-
werker die ook collega’s gevraagd en onge-
vraagd stuurt
• B is de medior medewerker, kan zelfstandig
werken en is voldoende gekwalificeerd voor
het uitoefenen van de taken
• C is de junior medewerker, de starter
In- en uitstroomoverzicht in het 5-jarigbestaan van de Milieudienst IJmondIn 2003 werkte de milieudienst hard aan de
professionalisering en kwaliteitsverbetering van
het personeelsbeleid. De werkprocessen binnen
de afdeling P&O zijn beschreven en de jaarplan-
ning is opgesteld. De Milieudienst IJmond is een
kennisintensieve organisatie en ziet haar mede-
werkers als belangrijkste kapitaal. Om de kwa-
liteit van de primaire processen te borgen vinden
wij investeren in medewerkers van belang voor
de continuïteit van de organisatie.
Persoonlijke en teamontwikkelingOm teamontwikkeling en persoonlijke ontwik-
keling van medewerkers te coördineren is binnen
het team milieubeheer een pilotproject gedraaid
met de Lifo methode. Lifo staat voor Life
Orientations en baseert zich op een vragenlijst
waarmee vier basisgedragsstijlen in kaart
worden gebracht. Het levert een bijdrage aan het
verkrijgen van inzicht in het eigen functioneren
en het verkrijgen van begrip en respect voor
anderen, zodat beter in teamverband kan
worden gewerkt. Hierbij gaat men niet uit van
waarde-oordelen. Iedere gedragsstijl is in
principe goed. Door de positieve resultaten uit
het pilotproject zullen in 2004 alle medewerkers
in de gelegenheid worden gesteld met de Lifo
methode te starten.
30
verdeling functieniveauMilieudienst IJmond
senior
medior
junior
0 10 20 30 40 50 60%
MT leden
milieubeleid &juridische zaken
techniek
milieubeheer
facilitair
totaal organiatie
in- en uitstroomoverzichtMilieudienst IJmond
1999 2000 2001 2002 20030
%
5
10
15
20
25 instroom
uitstroom21,5
2,5
18
7 810
21,5
8,5
4
16
financiën
FINANCIËN
Activa 2003 2002
Vaste activa
materiële vaste activa 459.191 377.318
Vorderingen en
overlopende activa
onderhanden werk -520.210 -538.200
debiteuren 185.619 212.049
overlopende activa 100.770 80.558
liquide middelen 932.350 1.013.596
689.529 768.003
Totaal activa 1.157.720 1.145.321
Passiva 2003 2002
Eigen vermogen
algemene reserve 106.395 39.735
saldo van baten en lasten 247.424 66.659
353.819 106.394
Lang vreemd vermogen
langlopende schulden 219.233 320.099
Kortlopende schulden en
overlopende passiva
crediteuren 136.684 208.351
kortlopend deel
lang vreemd vermogen 100.896 100.925
kortlopende schulden en
overlopende passiva 347.088 409.552
584.668 718.828
Totaal passiva 1.157.720 1.145.321
31
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
Balans
32
Rekening 2003 Begroting 2003 Rekening 2002
Baten
Resultaat projecten 39.699 33.763 40.755
Overige opbrengsten 55.860 57.690 56.728
Totaal baten 95.559 91.453 97.483
Lasten
Personeelskosten -2.386.163 -2.567.449 -2.174.350
Afschrijving op materiële vaste activa -112.597 -127.000 -124.074
Overige bedrijfslasten -422.007 -440.662 -484.872
Rentebaten en –lasten 9.067 -19.907 4.787
Totaal lasten -2.911.700 -3.155.018 -2.778.509
Per saldo last -2.816.141 -3.063.565 -2.681.026
Bijdragen deelnemende gemeenten 3.063.565 3.063.565 2.747.685
Subtotaal saldo van baten en lasten 247.424 - 66.659
Verplichtingen korte termijn uit 2003 -97.000
Resultaat bedrijfsuitoefening 150.424
Staat van baten en lasten
FINANCIËN
Toelichting op de cijfers
AlgemeenIn de jaarrekening 2003 worden de baten en
lasten van de milieudienst verantwoord in vijf
begrotingsposten. Bij het opstellen van de jaar-
rekening zijn dezelfde regels en principes toege-
past als in het voorgaande boekjaar. Hierdoor is
een vergelijking van de resultaten van 2002 en
2003 mogelijk. De resultaten van de jaarrekening
2003 worden gespiegeld aan de begroting van
2003. Dit jaarverslag geeft een samenvatting van
de jaarrekening door middel van een beknopte
toelichting op de winst- en verliesrekening. Voor
een uitgebreid inzicht in de financiën over 2003
verwijzen wij u naar de jaarrekening.
Het generale resultaatWij hebben in 2003 een positief saldo op de staat
van baten en lasten gerealiseerd. Dit is onder
meer het gevolg van de inzet van formatie op
gesubsidieerde projecten en opbrengsten uit ver-
richte werkzaamheden voor contractgemeenten.
Door subsidies is de loonsom die aan de deel-
nemende gemeenten toegerekend wordt lager
dan begroot. Ook de opbrengst als gevolg van de
rente op het banktegoed draagt bij aan het
resultaat. Op het saldo zijn de verplichtingen op
korte termijn in mindering gebracht.
BatenDe dienstverlening aan de gemeenten in Zuid-
Kennemerland en Noordwijkerhout heeft zich in
2003 voortgezet en uitgebreid. Tevens is de over-
eenkomst met de gemeente Noordwijkerhout
verlengd voor de komende drie jaar. Ook het
verstrekken van bodeminformatie aan makelaars
in de regio heeft tot een resultaat conform
begroting geleid. Overige opbrengsten worden
onder andere verkregen door de verhuur van
kantoorruimte aan de Regio IJmond.
LastenPersoneelskosten
Onder de begrotingspost ‘personeelskosten’
worden de kosten voor lonen, werving en
personeelsbeleid, inhuur van personeel, scholing
en employability plus overige personele lasten
verantwoord. Het totaal aan personeelskosten is
lager dan begroot. Bij de post 'lonen' wordt
onderscheid gemaakt in de loonsom van de
formatie die is ingezet om de werkprogramma's
van de deelnemende gemeenten te realiseren en
de loonsom van de projectformatie. Aan de deel-
nemende gemeenten wordt uitsluitend de loon-
som doorberekend van de formatie die voor deze
gemeenten werkzaam is geweest. Voor een
specificatie van de post ‘lonen’ verwijzen wij u
naar de jaarrekening. De kosten voor werving en
personeelsbeleid worden onder andere gemaakt
voor het plaatsen van personeelsadvertenties en
het toekennen van flexibele beloningen. In 2003
is voor het werven van nieuw personeel actief
gebruik gemaakt van vacaturesites op het inter-
net. In 2003 is meer gebruik gemaakt van de
inhuur van personeel dan was voorzien. De inzet
komt ten laste van de tijdelijke vervanging van
de medewerker P&O, facilitaire ondersteuning
(secretariaat en archiefbeheer) en inhuur van
specialismen via ingenieursbureaus. Onder
scholing en employability worden de opleidings-
kosten verantwoord. Door het opstellen van een
opleidingsplan worden jaarlijks op gestructureer-
de wijze middelen en wensen van de organisatie
op elkaar afgestemd. De overige personele lasten
bestaan onder andere uit reiskostenvergoedin-
gen, leasekosten van de bedrijfsauto, kosten voor
kinderopvang en controles op ziekteverzuim.
Afschrijving op materiële vaste activa
Alle kosten voor verbeteringen aan het bedrijfs-
pand worden lineair afgeschreven over 10 jaar en
de kosten voor de aanschaf van automatisering
en telecommunicatie worden lineair afgeschre-
ven over 3,5 jaar. Met name de afschrijvings-
kosten voor de automatisering waren lager dan
begroot als gevolg van uitgestelde investeringen
in nieuwe hard- en software. Per saldo zijn de
afschrijvingskosten lager dan het begrotings-
bedrag.
33
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
Overige bedrijfslasten
Onder de begrotingspost ‘overige bedrijfslasten’
worden alle overheadkosten verantwoord.
Hiertoe behoren onder andere de kosten voor de
huisvesting, organisatie ontwikkeling, het verzor-
gen van de salarisadministratie, accountants- en
advieskosten en vakliteratuur. Deze kosten waren
in 2003 hoger dan begroot. De overschrijding
wordt onder meer veroorzaakt door hogere
kosten voor organisatie ontwikkeling en hogere
accountantskosten ten behoeve van de controle
van de jaarrekening 2002 en de advisering over
de reservevorming. Voor deze extra uitgaven
waren geen kosten begroot. Deze uitgaven zijn
gedaan na goedkeuring van het dagelijks
bestuur. Overheadkosten die toegerekend kun-
nen worden aan projecten worden in mindering
gebracht op deze post.
Rentebaten en –lasten
De rentelasten worden veroorzaakt door de geld-
leningen die zijn aangegaan voor de investerin-
gen in de huisvesting en de automatisering. De
rentebaten zijn een gevolg van positieve saldi
gedurende 2003 op de rekening courant en de
bedrijfsspaarrekening. De rentebaten zijn niet
meegenomen in de begroting en zorgen
daardoor mede voor een deel van het resultaat.
Per saldo zijn de kosten op deze post lager dan
het begrotingsbedrag.
34
bijlage
Productverantwoording gemeente Beverwijk
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 1272
Aantal inrichtingen waar de gemeente de
inrichting drijft en tevens bevoegd gezag is: 12
behandelen van 33 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 34 meldingen AmvB
uitvoeren van 216 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt hand-
having IJmond
behandelen van 84 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calamiteiten
wettelijk adviseurschap provinciale milieu
inrichtingen/vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkeling
milieucommunicatie
Schiphol
veiligheid
duurzaam bouwen
energie en klimaat
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
Techniek
78 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart
(VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
adviseren sanering industrielawaai
modernisering instrumentarium geluidhinder
(MIG)
opstellen rapportage voor Besluit luchtkwaliteit
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
= gerealiseerd
BIJLAGE
35
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
Productverantwoording gemeente Heemskerk
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 704
Aantal inrichtingen waar de gemeente de
inrichting drijft en tevens bevoegd gezag is: 9
behandelen van 17 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 35 meldingen AmvB
uitvoeren van 268 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt hand-
having IJmond
behandelen van 59 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calmiteiten
wettelijk adviseurschap provinciale milieu
inrichtingen/vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkeling
milieucommunicatie
Schiphol
veiligheid
duurzaam bouwen
energie en klimaat
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
Techniek
41 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart
(VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
adviseren sanering industrielawaai
modernisering instrumentarium geluidhinder
(MIG)
opstellen rapportage voor Besluit luchtkwaliteit
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
= gerealiseerd
36
Productverantwoording gemeente Uitgeest
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 285
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en de provincie bevoegd gezag is: 1
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en tevens bevoegd gezag is: 12
behandelen van 16 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 12 meldingen AmvB
uitvoeren van 69 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt hand-
having IJmond
behandelen van 7 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calamiteiten
wettelijk adviseurschap provinciale milieu
inrichtingen/vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkeling
milieucommunicatie
Schiphol
afval
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
Techniek
39 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart
(VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
modernisering instrumentarium geluidhinder
(MIG)
opstellen rapportage voor Besluit luchtkwaliteit
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
= gerealiseerd
BIJLAGE
37
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
Productverantwoording gemeente Velsen
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 1798
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en tevens bevoegd gezag is: 43
behandelen van 66 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 58 meldingen AmvB
uitvoeren van 324 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt hand-
having IJmond
behandelen van 140 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calamiteiten
adviseren over externe veiligheid
wettelijk adviseurschap provinciale milieu
inrichtingen/vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkeling
milieucommunicatie
Schiphol
veiligheid
duurzaam bouwen
havens en kustbeleid
energie en klimaat
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
Techniek
155 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart
(VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
adviseren sanering industrielawaai
modernisering instrumentarium geluidhinder
(MIG)
opstellen rapportage voor Besluit luchtkwaliteit
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
= gerealiseerd
38
39
Mili
eudi
enst
IJm
ond
JAA
RV
ER
SLA
G 2
00
3
40
Milieudienst IJmond
bezoekadres Wijckermolen 2, Beverwijk
postadres Postbus 325, 1940 AH Beverwijk
T 0251 263 863
F 0251 263 888
I www.milieudienst-ijmond.nl
Milieudienst IJmond
bezoekadres Wijckermolen 2, Beverwijk
postadres Postbus 325, 1940 AH Beverwijk
T 0251 263 863
F 0251 263 888
I www.milieudienst-ijmond.nl
Eindredactie
L.A. Pannekeet, M.C.C. Berkhout
Foto’s
H. Hogervorst, Amsterdam
Milieudienst IJmond
Grafisch ontwerp
C. Vansuyt, In petto, Wormer
Druk
Heijnis & Schipper drukkerij, Zaandijk
Datum
april 2004
Oplage
800