Upload
vuongkhue
View
226
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 1 van 105
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine
Geïntegreerd Jaardocument 2015
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 2 van 105
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine
Postadres Postbus 84021
3009 CA Rotterdam
Bezoekadres Marten Meesweg 50
3068 AV ROTTERDAM
Website: www.zadkine.nl E-mail: [email protected]
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 3 van 105
Inhoud
Vooraf ..................................................................................................................................... 5
Kengetallen – Zadkine in cijfers ............................................................................................. 6 ................................................................................................................................................ 6
Organisatorische structuur ..................................................................................................... 7
Juridische en economische structuur .................................................................................... 8
Leeswijzer............................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 1 Terugblik 2015 ................................................................................................. 11
1.1 College van Bestuur ................................................................................................... 11
1.2 Ondernemingsraad .................................................................................................... 12
1.3 Raad van Toezicht ..................................................................................................... 13
1.4 Studentenraad ............................................................................................................ 14
Hoofdstuk 2 Strategie en kwaliteit ....................................................................................... 17
Hoofdstuk 3 Onderwijs ......................................................................................................... 21
3.1 Voorlichting en werving .............................................................................................. 21
3.2 Inspectie bij Zadkine .................................................................................................. 23
3.3 Onderwijsrendement .................................................................................................. 24
3.4 Voortijdig schoolverlaten (vsv) ................................................................................... 27
3.5 Examinering ............................................................................................................... 28
3.6 Taal en rekenen ......................................................................................................... 29
3.7 Passend onderwijs en begeleiding ............................................................................ 31
Hoofdstuk 4 Personeel ......................................................................................................... 33
4.1 Algemene gegevens van het personeelsbestand ..................................................... 33
4.2 Docenten: bevoegd, onbevoegd of in opleiding ........................................................ 34
4.3 Verzuim ...................................................................................................................... 36
Hoofdstuk 5 Diversen ........................................................................................................... 38
5.1 Huisvesting ................................................................................................................. 38
5.2 Klachten, bezwaar en beroep .................................................................................... 38
5.3 Klokkenluidersregeling ............................................................................................... 39
5.4 Publieke en private samenwerkingsverbanden ......................................................... 39
Hoofdstuk 6 Financiën ......................................................................................................... 42
6.1 Terugblik financiële ontwikkelingen 2015 .................................................................. 42
6.2 Vooruit financiële ontwikkelingen: continuïteitsparagraaf ......................................... 46
6.3 Risicobeheersing en governance .............................................................................. 52
6.4 Segmentatie naar organisatieonderdelen.................................................................. 55
6.5 Huisvestingsstrategie ................................................................................................. 57
6.6 Verantwoording in het kader van de regeling beleggen en belenen......................... 57
Hoofdstuk 7 Jaarrekening 2015 ........................................................................................... 59
7.1 Geconsolideerde balans ............................................................................................ 59
7.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten .............................................................. 60
7.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht ......................................................................... 61
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 4 van 105
.............................................................................................................................................. 61
7.4 Toelichting op de geconsolideerde balans van kosten en baten .............................. 62
7.5 Waarderingsgrondslagen activa en passiva en grondslagen resultaatbepaling ...... 65
7.6 Toelichting op de geconsolideerde balans ................................................................ 70
7.7 Toelichting op de staat van baten en lasten .............................................................. 80
7.8 Enkelvoudige jaarrekening na resultaatsbestemming ............................................... 87
7.9 Overige informatie ...................................................................................................... 91
7.10 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant............................................. 99
7.11 Bestemming van het resultaat ............................................................................... 102
Hoofdstuk 8 Afsluitend ....................................................................................................... 103
8.1 Overzicht hoofd- en nevenfuncties Raad van Toezicht........................................... 103
8.2 Overzicht hoofd- en nevenfuncties directie ............................................................. 104
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 5 van 105
Vooraf 2015 was in veel opzichten een bijzonder jaar voor Zadkine. Zo hebben we de intensieve samenwerking met het Albeda College rond het vormen van mbo-colleges op het gebied van Techniek doorgezet. Tegelijkertijd besloten we de samenwerking met Albeda bij de overige opleidingen te stoppen. Terugkijkend kan ik concluderen dat we als organisatie veel kennis hebben opgedaan over nieuwe vormen van onderwijs, herkenbaarheid en de samenwerking met het bedrijfsleven waar we ook nu nog veel profijt van hebben. Op het gebied van onderwijs en de verbinding die we in toenemende mate met studenten en het bedrijfsleven willen realiseren hebben we in 2015 flinke stappen gezet. Ontwikkelingen waar we trots op zijn en die aan bod komen in dit Geïntegreerd Jaardocument. Ook op financieel gebied staat Zadkine stevig. De lijn die we de afgelopen jaren hebben ingezet, trekken we door. Op het vlak van huisvesting zijn belangrijke keuzes gemaakt om het aantal vierkante meters terug te dringen. De positieve effecten hiervan zijn duidelijk zichtbaar. In dit Geïntegreerd Jaardocument treft u een overzicht van belangrijke ontwikkelingen in 2015 rond onderwijs, ondersteuning en financiën. Rest mij nog om alle collega’s die dit resultaat voor Zadkine in 2015 mogelijk hebben gemaakt hartelijk te bedanken. En dat terwijl we alweer halverwege 2016 zijn. Ik wens u veel leesplezier! Rotterdam, 20 juni 2016 dr. Luc D. Verburgh Voorzitter College van Bestuur
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 6 van 105
Kengetallen – Zadkine in cijfers
2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008
Financieel
Totaal baten (in € mln) 149,3 148,3 144,3 154,0 163,0 179,2 175,9 157,5
Ongeoormerkte rijksbijdragen (in € mln) 136,2 132,0 126,8 126,4 126,7 131,0 128,2 120,1
Resultaat (excl. buitengewone baten/lasten, in € mln) 6,0 2,9 3,2 17,7- 14,9- 6,3- 1,8 2,9-
Resultaat (incl. buitengewone baten/lasten, in € mln) 6,0 2,9 3,2 17,7- 14,9- 6,3- 1,8 2,9-
Aandeel ongeoormerkte rijksbijdrage in totale baten 91,2% 89,0% 87,8% 82,0% 77,7% 73,1% 72,9% 76,3%
Balanstotaal (in € mln) 94,8 101,2 99,1 103,3 108,3 120,1 139,3 121,3
Eigen vermogen (in € mln) 25,1 19,1 16,2 13,0 30,7 45,6 51,9 50,1
Vreemd vermogen (in € mln) 69,8 82,1 82,9 90,3 77,5 74,5 87,4 71,2
Waarvan langlopend gefinancierd (in € mln) 26,2 36,9 39,9 43,2 21,3 22,5 23,8 15,0
Liquide middelen (in € mln) 22,6 25,4 18,7 15,6 0,7 12,6 27,4 30,8
Solvabiliteit 26,5% 18,8% 16,3% 12,6% 28,4% 38,0% 37,2% 41,3%
Current ratio 0,9 1,1 1,1 1,1 0,5 0,7 0,8 1,0
Rentabiliteit (excl. buitengewone baten/lasten) 4,0% 1,9% 2,2% -11,5% -9,1% -3,5% 1,0% -1,8%
Personeel (in wtf): eigen personeel+inhuur
1. Gemiddelde inzet in kalenderjaar
Onderwijzend personeel (OP) 785 729 725 816 885 952 992 976
Bijzonder Ondersteunend Beheerspersoneel (BOBP) 158 153 174 210 226 221 241 214
Totaal primair proces 943 882 899 1.025 1.112 1.173 1.234 1.190
Algemeen Ondersteunend Beheerspersoneel (AOBP) 507 490 511 604 641 667 623 568
Totaal personeel 1.450 1.372 1.410 1.630 1.753 1.840 1.857 1.757
Waarvan eigen Zadkine personeel 1.383 1.331 1.312 1.460 1.623 1.684 1.597 1.555
Waarvan ingehuurd personeel 67 41 98 169 130 157 259 202
Totaal personeel 1.450 1.372 1.410 1.630 1.753 1.840 1.857 1.757
Aandeel secundair (AOBP) in totaal personeel 35,0% 35,7% 36,2% 37,1% 36,6% 36,2% 33,6% 32,3%
2. Inzet per ultimo kalenderjaar
Onderwijzend personeel (OP) 825 761 714 755 860 923 983 948
Bijzonder Ondersteunend Beheerspersoneel (BOBP) 164 158 178 188 218 228 229 214
Totaal primair proces 989 919 892 943 1.078 1.151 1.212 1.162
Algemeen Ondersteunend Beheerspersoneel (AOBP) 521 490 473 550 610 700 645 581
Totaal personeel 1.510 1.409 1.365 1.493 1.688 1.851 1.857 1.743
Waarvan eigen Zadkine personeel 1.440 1.359 1.321 1.353 1.554 1.697 1.663 1.541
Waarvan ingehuurd personeel 70 50 44 140 134 154 194 202
Totaal personeel 1.510 1.409 1.365 1.493 1.688 1.851 1.857 1.743
Aandeel secundair (AOBP) in totaal personeel 34,5% 34,8% 34,7% 36,8% 36,1% 37,8% 34,7% 33,3%
3. Ziekteverzuim 6,0% 5,9% 6,1% 5,9% 5,9% 5,7% 6,3% 6,2%
2015/ 2014/ 2013/ 2012/ 2011/ 2010/ 2009/ 2008/
2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009
Aantal CREBO-nummers 206 215 254 304 316 343 335 368
Aantal deelnemers per 1 oktober
BOL 13.812 14.121 14.340 13.912 13.477 14.103 13.568 13.494
BBL 2.179 2.253 2.842 3.366 3.950 4.437 4.689 5.333
dt-BOL 26 124 265 398 665 842 665 811
16.017 16.498 17.447 17.676 18.092 19.382 18.922 19.638
VMBO - - - - - - 91 107
Educatie (incl. VAVO) 2.082 2.467 2.172 1.965 2.536 7.961 6.039 4.225
Totaal 18.099 18.965 19.619 19.641 20.628 27.343 25.052 23.970
Aantal deelnemers per niveau
Niveau 1 462 505 548 644 536 688 554 644
Niveau 2 3.326 3.425 3.893 4.227 4.721 5.524 5.532 6.070
Niveau 3 4.438 4.203 4.510 4.749 5.389 5.400 5.278 5.470
Niveau 4 7.791 8.365 8.496 8.056 7.446 7.770 7.558 7.454
Totaal 16.017 16.498 17.447 17.676 18.092 19.382 18.922 19.638
Uitstroom deelnemers per niveau 2014/ 2013/ 2012/ 2011/ 2010/ 2009/ 2008/ 2007/
2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008
Totale uitstroom 7.193 8.085 7.504 7.671 8.268 7.443 7.903 9.300
Waarvan gediplomeerd op niveau 1 236 318 266 221 291 276 343 616
Waarvan gediplomeerd op niveau 2 1.297 1.818 1.635 1.502 1.436 1.339 1.439 1.866
Waarvan gediplomeerd op niveau 3 1.304 1.328 1.213 1.291 1.183 1.169 1.055 1.477
Waarvan gediplomeerd op niveau 4 2.255 2.028 2.066 1.671 1.808 1.653 1.735 1.752
Waarvan ongediplomeerd 2.101 2.593 2.324 2.986 3.550 3.006 3.331 3.589
Aandeel gediplomeerde uitstroom in totale uitstroom 70,8% 67,9% 69,0% 61,1% 57,1% 59,6% 57,9% 61,4%
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 7 van 105
Organisatorische structuur
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 8 van 105
Juridische en economische structuur Juridische structuur Stichting Zadkine is juridisch eigenaar van Zadkine Contract Activiteiten B.V. en ValentineZ B.V. Economische structuur Naast de hierboven weergegeven juridische structuur is Stichting Zadkine door over-heersende zeggenschap economisch eigenaar van de volgende stichtingen die zeer beperkt in omvang zijn: • Stichting Zadkine Fonds: richt zich op materiële ondersteuning van financieel niet voldoende draagkrachtige studenten; • Stichting Ossip Unlimited: richt zich op het aanbieden van voorzieningen en het verlenen van (beheers)diensten. Zo laat de stichting de studenten van Zadkine kennismaken met het bedrijfsleven, door ondernemingen te drijven; • Stichting Dutch Gemmological Institute (Nederlands instituut voor edelsteenkunde); • Stichting Stream Opleidingen: richt zich op het behoud en het ontwikkelen van opleidingscapaciteit van technisch hoogwaardige vakmensen voor de metaal- en elektrotechnische industrie en de metaalbewerking. De zeggenschap uit zich door personele verbindingen: bestuurders van Zadkine hebben een meerderheid aan stemrecht in het bestuur van genoemde stichtingen. Tot slot heeft Stichting Zadkine voor 50 procent zeggenschap over de Vereniging van Eigenaren Technikon.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 9 van 105
Leeswijzer In dit Geïntegreerd Jaardocument verantwoordt Zadkine zich aan externe en interne toezichthouders. Het jaarbericht voldoet aan de eisen die de overheid stelt. Deze zijn gebaseerd op de inrichtingsvereisten die zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en die nader zijn uitgewerkt in de richtlijnen voor onderwijsinstellingen. In hoofdstuk 1 geven het College van Bestuur, de Raad van Toezicht, de Ondernemingsraad en de Studentenraad een terugblik op 2015. Hoofdstuk 2 beschrijft de strategische doelstellingen van Zadkine en de inbedding van kwaliteitsborging om de organisatiedoelstellingen te behalen. In hoofdstuk 3 staat het onderwijs centraal. We behandelen thema’s als rendement, voortijdig schoolverlaten, toelating, passend onderwijs en examinering. Hoofdstuk 4 gaat in op ontwikkelingen op het gebied van personeel. Professionalisering, verzuim en convenantgelden zijn daarin opgenomen. Hoofdstuk 5 geeft een korte beschrijving van diverse projecten en ontwikkelingen op het gebied van huisvesting, klachten en samenwerkingsverbanden. In hoofdstuk 6 en 7 staan de financiën centraal en presenteren we de jaarrekening. We geven een financiële terugblik en vooruitblik (continuïteitsparagraaf) en gaan we in op risicobeheersing en governance. Opzet en redactie van dit verslag gaan uit van een breed lezerspubliek: medewerkers van Zadkine, collega-instellingen, brancheorganisaties en bedrijven, relaties, studenten, ouders en verzorgers, inspraak- en overlegorganen, overheid en financiers. Op de website van Zadkine is een digitale versie van dit jaarverslag beschikbaar en kunt u doorklikken naar onderliggende en flankerende documenten.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 10 van 105
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 11 van 105
Hoofdstuk 1 Terugblik 2015
1.1 College van Bestuur
Het was een bijzonder jaar voor Zadkine. Hoewel ieder jaar natuurlijk een bijzonder jaar is omdat er zaken plaatsvinden die uniek zijn voor dat specifieke jaar, De dubbele beweging van enerzijds doorgaan met de intensieve samenwerking met het Albeda College op het gebied van Techniek en anderzijds het stoppen met de samenwerking bij de overige opleidingen, maakt dat het een bijzonder jaar is geweest. Als we kijken naar de ontwikkelingen binnen het onderwijs (kwaliteit en rendementen) en naar de verbinding die we in toenemende mate hebben gerealiseerd met de omgeving (student en bedrijfsleven) in 2015, dan mogen we toch van een bijzonder positief jaar spreken. Zo omschrijft CvB-voorzitter Luc Verburgh in grote lijnen 2015. “We hebben weer flinke stappen gezet bij het verbeteren van ons onderwijs en daar plukken onze studenten natuurlijk als eerste de vruchten van.” In 2015 is besloten om de samenwerking met het Albeda College op kleine schaal voort te zetten. Wat waren de beweegredenen en wat betekende het voor Zadkine?
“Beide scholen hebben de afgelopen jaren hard gewerkt aan het uitwerken en ontwikkelen van ideeën om gezamenlijk mbo-colleges in Rotterdam te vormen,” vertelt Luc Verburgh. “Het enthousiasme en de creativiteit waren voelbaar. Dat heeft ons veel nieuwe inzichten opgeleverd over ons onderwijs, maar ook over onze herkenbaarheid en de samenwerking met het bedrijfsleven. Medio 2015 bleek helaas dat er onvoldoende draagvlak was. Ook verliep de medewerking vanuit het ministerie op bepaalde vlakken moeizaam. Door het ontbreken van deze belangrijke voorwaarden was het niet haalbaar om de plannen tot het vormen van mbo-colleges in de breedte uit te voeren. We besloten toen om alleen met de techniekopleidingen de samenwerking voort te zetten. Dat was een moeilijk besluit, dat uiteindelijk in het belang was van onze studenten en de organisatie. Als CvB-voorzitter kijk ik terug op een intensieve en mooie periode waarin we als organisatie veel geleerd hebben en uitgebreide kennis hebben opgedaan. Met al deze inzichten zijn we na de zomer verder gegaan binnen Zadkine. Zij vormen voor een deel de basis voor de strategische herijking die op dit moment binnen Zadkine plaatsvindt.” Op welke manieren geeft Zadkine invulling aan arbeidsmarktrelevantie?
“Om onze studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op een plek op de arbeidsmarkt, werken we nauw samen met het bedrijfsleven. Dit betekent dat we goed kijken naar wat de eisen zijn die worden gesteld aan werknemers. Daarnaast moeten we aansluiting zoeken waar het gaat om de groei of krimp van de arbeidsmarkt voor onze studenten. Deze uitkomsten laten we meespelen bij de ontwikkeling van ons onderwijsaanbod en het aantal studenten dat we per opleiding toelaten. Zo hebben we in 2015 wederom meer studenten bij onze opleidingen Logistiek toegelaten, omdat deze sector groeit. Bij onze luchtvaartdienstverlening- en kappersopleidingen hebben we daarentegen gekozen voor een stabilisering van het aantal studenten. Of zelfs voor een daling voor specifieke opleidingsniveaus. Het aantal beschikbare stages en banen in die richtingen was namelijk beperkt, of nam af. Op deze wijze geven wij actief invulling aan het thema van macrodoelmatigheid en arbeidsmarktrelevantie. Wij willen immers bij voorkeur studenten opleiden voor een plaats op de arbeidsmarkt, in het geval ze niet kiezen voor een vervolgopleiding. Daarbij zijn wij druk bezig geweest om de relatie tussen de opleidingen en het bedrijfsleven te versterken door bijvoorbeeld bedrijven nadrukkelijker op te nemen in onze schoolse leeromgeving. Zo is in 2015 bij onze administratieve opleidingen een aantal leerwerkbedrijven gehuisvest in gebouwen van Zadkine. Juist door het creëren van één omgeving ontstaat een hechte samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, waar studenten kunnen leren en praktijkervaring opdoen. Soortgelijke samenwerkingsverbanden bestaan ook bij andere opleidingen, zoals de Veiligheidsacademie en de opleiding Logistiek.”
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 12 van 105
Wat zijn belangrijke punten op het gebied van kwaliteitsverbetering geweest? “Het bewaken van onze basiskwaliteit is een continu proces dat we hebben ingericht volgens het PDCA-model (Plan-Do-Check-Act). Het zijn de randvoorwaarden voor goed onderwijs. In 2015 hebben we op verschillende vlakken flinke verbeterslagen doorgevoerd, met name in de administratieve ondersteuning. Zo hebben we de kwaliteit van onze roosters verbeterd door het proces efficiënter in te richten en de beschikbaarheid van docenten en gebouwen beter op elkaar af te stemmen. Ook hebben we een eenduidige en digitale vorm van verzuimregistratie ingevoerd. Hierdoor hebben we beter zicht op studenten die niet in de les verschijnen en kunnen we ze sneller weer bij de lessen betrekken. Het ziekteverzuim onder docenten is gedaald in 2015 (zie tabel p. 41). Hierdoor is lesuitval beperkt gebleven. Op het gebied van ICT hebben we het aantal smartboards uitgebreid en is geïnvesteerd in het wifibereik op onze locaties. Onze studenten zijn daar heel blij mee. Tot slot zien we dat er binnen teams professioneler met elkaar wordt samengewerkt. Het nemen van verantwoordelijkheid en eigenaarschap is ook in 2015 vanuit de lijn gestimuleerd. Een groot aantal onderwijsteams werkt inmiddels met de methode leerKRACHT. Mede hierdoor zijn de teams in staat meer verantwoordelijkheid te nemen, beter samen te werken en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.” Hoe stond Zadkine er financieel voor in 2015? “We kijken terug op een gezond financieel jaar voor Zadkine. De lijn die de afgelopen jaren is ingezet, hebben we doorgetrokken. Op het gebied van huisvesting hebben we belangrijke keuzes gemaakt om het aantal vierkante meters terug te dringen. De positieve effecten hiervan zijn duidelijk zichtbaar. Ook de extra kwaliteitsmiddelen voor professionalisering en de ontwikkeling van de kwalificatiedossiers hebben positieve gevolgen gehad voor de budgetten. Ook gaf dit ons ruimte voor extra impulsen. Het gedeelte van deze middelen dat aan het eind van 2015 nog beschikbaar was, kunnen we meenemen naar 2016. Een kritische noot: voor de komende jaren blijft het van belang goed op de uitgaven te letten. De extra inkomsten die we voor kwaliteitsimpulsen en projecten als Focus op Vakmanschap hebben ontvangen, lopen af. Daarnaast worden we gekort op onze meerjarige opleidingen. Een deel van mbo-opleidingen niveau 4 gaat van vier naar drie jaar. Dat betekent voor ons de komende jaren een lagere bekostiging.”
1.2 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad (OR) van Zadkine heeft in 2015 regelmatig overleg gehad met het College van Bestuur en is tevreden over de samenwerking. De onderlinge verhoudingen zijn goed en over het algemeen wordt de OR in voldoende mate betrokken bij de besluitvorming. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste punten die aan de orde zijn gekomen in 2015. Het verslag is geschreven op basis van een interview met voorzitter van de Ondernemingsraad, Paul van Dries. Wat vindt de OR van het beleid ten aanzien van kwaliteit en financiën?
“De OR is tevreden met de keuzes die zijn gemaakt op financieel gebied, waaronder de strategische keuzes op het gebied van huisvesting. Wel heeft de OR erop aangedrongen meer geld vrij te maken voor onderwijs door de financiële behoefte vanuit het onderwijs als uitgangspunt te nemen bij het vaststellen van de begroting. In 2015 heeft de OR aandacht gevraagd voor de volgende punten: goedwerkende computers voor studenten, de invoering van een evaluatie van docenten en gebouwen door studenten en professionalisering van docenten. Met name dit laatste punt staat hoog op de agenda bij de OR. De Kwaliteitsgelden zijn niet in hun totaliteit besteed en wij hebben erop aangedrongen dat alle clusters opleidingsplannen ontwikkelen. Ook heeft de OR in 2015 overleg gevoerd met de Studentenraad van Zadkine. De uitkomst hiervan is meegenomen in de overleggen met het CvB.”
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 13 van 105
Voor welke punten heeft de Ondernemingsraad daarnaast aandacht gevraagd?
“De OR heeft het CvB gevraagd om prominenter aandacht te geven aan de uitvoering van de platte organisatie. Naar de mening van de OR kunnen we dit proces, dat drie jaar geleden is ingezet, versnellen door teamleden toegang te geven tot teambegrotingen en besluitvorming over budget, formatie en beleid. Dit zorgt ook voor het ontlasten van teamleiders die te maken hebben met een hoge werkdruk. In 2015 is het beleidsstuk aanpak Ziekteverzuim aan de OR gepresenteerd. De OR heeft het CvB gevraagd dit nader uit te werken. Reden hiervoor is dat naar de mening van de OR thema’s als betrokkenheid en menselijke maat niet zorgvuldig genoeg waren uitgewerkt. Het CvB heeft toegezegd een nieuwe versie op te stellen. De OR heeft gevraagd om een positievere insteek, die is gebaseerd op waardering, vitaliteit en gezonde medewerkers.”
1.3 Raad van Toezicht ‘’Het jaar 2015 stond in het teken van de voorbereidingen voor het vormen van mbo-colleges in Rotterdam en het moeilijke en moedige besluit van het College van Bestuur daarmee te stoppen. het vormen van die mbo-colleges was een goed idee waarvoor uiteindelijk het draagvlak bij de Ondernemingsraad van het Albeda College te klein was en waarvoor de medewerking van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat op gang kwam en op sommige punten te kort schoot. Dan moet je denken aan het niet kunnen aanpassen van wet- en regelgeving op het gebied van registratie, verantwoording en btw.’’ Aan het woord is Leendert Bikker, voorzitter van de Raad van Toezicht van Zadkine. Hij geeft aan dat het Rotterdamse bedrijfsleven en de raden van toezicht van Zadkine en het Albeda College voorstanders waren van het idee, dat met de wijsheid van nu misschien een minder goed idee was dan vooraf ingeschat. ‘’In zo´n proces zijn twee partijen nodig die in de volle breedte aan elkaar gewaagd zijn. Dat was niet zo. We hebben met veel toewijding en enthousiasme aan het idee gewerkt en er was teleurstelling toen bleek dat het niet mogelijk was. Tegelijkertijd kan Zadkine er trots op zijn dat de school zich in de zomer van 2015 weer heeft herpakt. En misschien is het ook wel een blessing in disguise. Tussen de ideevorming en het stopzetten ervan zitten bijna vijf jaar. Daarin is in de buitenwereld veel veranderd, net als in de stichting zelf. We hebben veel op orde gebracht. Niet alleen op het gebied van kwaliteit, financiën, gebouwen, bestuursinrichting en toezicht, maar ook in de vorm van een gemotiveerd bestuursteam, management en medewerkers met de blik vooruit.’’ Volgens Leendert Bikker leent dit moment zich er goed voor om na te denken over een nieuwe en eigen strategische visie. Daar heeft Zadkine eind 2015 een begin mee gemaakt. Zaken die daarbij van belang zijn:
- Wat kunnen we van de markt leren? - Hoe kunnen aanbod en organisatie daarop worden aangepast? - Hoe flexibel zijn we en hoe ICT-minded?
Daar denkt de Raad van Toezicht graag over mee. En wat voorzitter Bikker betreft, doen de studenten dat ook. ‘’Talent laten floreren is hoofdzaak. Net als met de tijd meegaan; anders halen onze studenten ons in. Dit is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Docenten die al dertig jaar voor de klas staan zijn niet van de ene op de andere dag bedreven in new skills. Misschien lukt dat ook niet, maar dan kunnen we de ervaren docenten weer inzetten om jonge collega’s te ontwikkelen. Die jongeren hebben de noodzakelijke new skills meestal al op zak.’’ Heeft Zadkine in 2015 de basiskwaliteit op orde? ’’Zadkine is daar flink mee gevorderd. Neem bijvoorbeeld voortijdige schoolverlaters. Ik denk dat je hiervan echter nooit kunt zeggen: we zijn er klaar mee. De transitie gaat ook zo snel.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 14 van 105
Zelfs de beste studenten kunnen niet voorspellen met welke opleiding ze over vijf jaar in welk type bedrijf ze zullen werken, of wat voor baan ze zullen hebben. Die bedrijven en banen zijn er simpelweg nog niet. Neem als voorbeeld de RET (de Rotterdamse Elektrische Tram N.V.). Dat is allang geen trammaatschappij meer, maar wat ik noem een premium mobiliteitsaanbieder. Geen laatste toevluchtsoord dus, maar sneller, schoner en comfortabeler dan de auto. Met mijn RET-app weet ik altijd alles en ben ik binnen de kortste keren waar ik wil zijn. De tevredenheid van reizigers en medewerkers is enorm gestegen. Een model waar ook het onderwijs zijn voordeel mee kan doen en op sommige plaatsen al doet. Neem nou de ontwikkelingen bij Logistiek, Veiligheid, Administratie in het Technikon-gebouw. Daar zie je dat opleiding en werkveld steeds meer in elkaar grijpen en stijgt de arbeidsmarktrelevantie van onze opleidingen.’’ Een andere speerpunt: de financiële gezondheid van Zadkine. Wat is de visie van de Raad van Toezicht daarop en heeft de voorzitter nog een bijzonder aandachtspunt? ‘’Dat is inderdaad een belangrijk punt, waarop de aandacht niet verslapt. De financiële basis is hier weer op orde, maar uit Den Haag komt beleid waardoor we de buikriem op sommige plaatsen weer moeten aanhalen. Ook willen we de gebouwen degelijk aanpassen. Dat is nodig en kan ook, maar een pui met spiegelende ruiten? Daar zijn we niet van. Een bijzonder aandachtspunt is het besef dat onze regio de snelst veranderende regio is van het land. Dat komt door import, export, en de uitwisseling tussen mensen en (kennis)culturen. Wij zijn een metropolaire regio. Ik denk dat die diversiteit nog meer kan worden weerspiegeld in ons management en in onze teams. Daar ligt voor Zadkine een flinke kans.’’
1.4 Studentenraad Resha Persaud en Wilma van Berkel zijn voorzitter en coach van de Studentenraad (SR) van Zadkine. Terugkijkend op 2015 geven zij aan dat het een jaar was van veel wisselingen binnen de Studentenraad. Nieuwe leden, een nieuwe voorzitter, verkiezingen, werken aan de bekwaamheid en competenties van de leden en de ontwikkeling van nieuwe communicatiemiddelen zoals een eigen website voor de SR. Een druk jaar dus, met aandacht voor continuïteit en het stellen van prioriteiten. Een van die prioriteiten was de samenwerking met het Albeda College. Reshma Persaud vertelt daarover: ‘’Wij hebben enkele bijeenkomsten gehad met de SR van het Albeda College. Die gespreken gingen met name over de mbo-colleges en wat dat betekende voor studenten en de studentenraden. In het voorjaar zijn we ook betrokken bij het besluit deze samenwerking in de breedte te stoppen. Jammer, maar wel begrijpelijk. We konden niet doorgaan met samenwerken zonder de randvoorwaarden goed te regelen. Dat was ook niet in het belang geweest van de studenten.’’ Andere punten waar de Studentenraad bij heeft stilgestaan, waren:
- bezoeken afleggen aan de Tweede Kamer; - aandringen op uitstel van de geldigheid van de rekentoets in het mbo; - overleg voeren met de Ondernemingsraad; - opzetten van een begroting voor de Studentenraad en - overleg voeren over de zorg- en begeleidingsaanpak binnen Zadkine en over de
invoering van passend onderwijs. Hoe is het in de visie van de Studentenraad gesteld met de arbeidsmarktrelevantie van het opleidingsaanbod van Zadkine?
‘Bij arbeidsmarktrelevantie denken we als Studentenraad in eerste instantie aan stage lopen en het vinden van een stageplaats. We zijn van mening dat het initiatief hier bij de student moet liggen en pas daarna bij een stagebureau. Niet andersom dus. Dat is voor studenten
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 15 van 105
een goede leerschool voor later. Wat wel belangrijk is - en dat zie je bij verschillende opleidingen goed gaan - is de studentenbegeleiding en coaching. Bijvoorbeeld bij het opstellen van een sollicitatiebrief en een cv. En bij het zoeken natuurlijk. Bij onze opleiding doet een docent Nederlands die begeleiding en dat werkt heel goed”, aldus Reshma Persaud. Wilma van Berkel vult aan: “Ik denk dat de aansluiting op de arbeidsmarkt in de ogen van de Studentenraad over het algemeen oké is. Tijdens de opleiding ontwikkelen studenten een redelijk reëel beeld van het beroep. Als dat toch anders is dan verwacht, dan bestaat binnen een cluster meestal de mogelijkheid om te switchen. Dat geldt ook voor het meer in de school brengen van de beroepspraktijk bij opleidingen waarbij dat wat minder voor de hand ligt, bijvoorbeeld bij de opleidingen Financiën en Administratie.’’ Hoe staat het volgens de Studentenraad met de kwaliteit van het onderwijs. Heeft Zadkine de basis op orde?
SR-voorzitter Persaud vindt het lastig aan te geven in hoeverre de maatregelen die Zadkine heeft genomen de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Wat de Studentenraad wel ziet, is de uitslag van de JOB-enquête. Die levert weinig bijzonderheden op. ‘’Iets waar we als SR op aandringen, is de mogelijkheid om meer directe feedback te geven aan docenten over hun lessen. Met het College van Bestuur zijn we in gesprek over de vraag of daar Zadkine-breed een middel voor kan komen. Wat we als SR ook zien is dat het verzuim terugloopt en dat we tegenwoordig zelf digitaal ziekmeldingen kunnen doen. Het toetsen en examineren is bij Zadkine over het algemeen goed.” Waar de Studentenraad ook aandacht voor vraagt, is het soms grote niveauverschil in de klas. Mede hierdoor gaat een flinke groep studenten tussen het eerste en derde leerjaar iets anders doen. De SR is daarom voorstander van een striktere houding bij het inschrijven van studenten, waar mogelijk. Goede voorlichting is hier van belang. Een ander verbeterpunt is de realisatie van voldoende lesuren Nederlands. Het rooster is op orde, maar door uitval van docenten gaan de ingeroosterde lessen niet altijd door. En de samenwerking met het College van Bestuur tot slot? Daarover is de Studentenraad tevreden.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 16 van 105
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 17 van 105
Hoofdstuk 2 Strategie en kwaliteit Zadkine is een school voor middelbaar beroepsonderwijs in Rotterdam. Wij leiden vakmensen op en bereiden studenten voor op een zelfstandige, actieve en perspectiefrijke positie in de maatschappij. Zadkine streeft naar vakbekwaam, dichtbij en betrokken onderwijs. Om dat te bereiken trekken we op met werkgevers, bedrijven en instellingen in de regio. Beter en effectiever beroepsonderwijs is onze ambitie. Wij hechten bijzondere waarde aan het overleg met alle belanghebbenden bij het mbo. Uitgangspunt hierbij is denken en werken van buiten naar binnen. Overleg met partners buiten de organisatie vormt een inspiratiebron voor het organisatiebeleid en de diverse onderdelen daarvan. Dit overleg wordt onder andere gevoerd in panels waarin bedrijfsleven, studenten en medewerkers zijn vertegenwoordigd. Strategische doelstellingen Omdat we de kwaliteit van ons onderwijs willen blijven verbeteren, hebben wij vier doelstellingen geformuleerd die in 2018 behaald moeten zijn:
Wij zijn een school met toonaangevende middelbare beroepsopleidingen en hebben ons georganiseerd in branches waar de markt om vraagt.
Wij garanderen de basiskwaliteit van ons onderwijs.
Wij hebben onderwijsteams die in een platte organisatie verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het onderwijs en het efficiënt en effectief afleveren van gediplomeerde studenten.
Wij bereiden studenten voor op economische zelfstandigheid, of op een vervolgopleiding in een adequate leeromgeving.
Strategieontwikkeling Halverwege 2015 bleek de collegevorming over de totale breedte in samenwerking met het Albeda College niet haalbaar. Alleen voor de opleidingen van Techniek hebben beide scholen ervoor gekozen om de samenwerking voort te zetten. Daarnaast is Zadkine in de tweede helft van 2015 gestart met een traject om de strategie te herijken. De kennis en uitgangspunten die zijn ontwikkeld bij de collegevorming, hebben we hierin meegenomen. In de loop van 2016 ronden we dit traject af. Kwaliteitszorg Sinds 2013 werkt Zadkine met het kwaliteitszorgsysteem dat gebaseerd is op de Plan-Do-Check-Act-cirkel. 2015 is het tweede volledige kalenderjaar dat we werken met de systematiek van managementgesprekken, waarbij iedere vier maanden de voortgang op de afspraken uit de managementcontracten wordt besproken. Deze contracten sluiten de directeuren en hoofden van dienst af met het College van Bestuur en de financieel directeur. De teamleiders doen dit weer met hun directeuren. In de contracten staan afspraken tussen de verschillende partijen in de vorm van kritieke prestatie-indicatoren (kpi’s). De onderwijsteams, clusters en diensten beschrijven in plannen hoe zij de doelen (kpi’s) bereiken. Scorecards Tijdens de managementgesprekken op de hierboven genoemde niveaus wordt de voortgang op de kpi’s besproken en afgezet tegen eerder gemaakte afspraken. Hierbij is een betrouwbaar meetinstrument belangrijk. Zadkine gebruikt hiervoor de scorecard waarin de resultaten op de meeste kpi’s zijn terug te vinden. De scorecard is zo ingericht dat de voortgang op de managementcontracten in één oogopslag is te zien via zogenaamde tegels. Deze tegels zijn te raadplegen op instellings-, cluster en teamniveau. Door kleurgebruik wordt duidelijk of de betreffende kpi boven of onder de afgesproken waarde zit. In 2015 heeft Zadkine de scorecard verder ontwikkeld. Zo hebben we het teamperspectief toegevoegd en kunnen we teams met elkaar vergelijken.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 18 van 105
Na twee jaar is deze werkwijze enerzijds vertrouwd voor de organisatie. Anderzijds moet de aanpak geïmplementeerd worden, zodat de onderwijsteams nog beter aangesloten zijn. Eigenaarschap voor de resultaten en voor het verbeteren ervan is daarbij de sleutel tot succes. Mede naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de instelling van de onderwijsinspectie (zie paragraaf 3.2 hebben we een aantal ontwikkelstappen gezet in de kwaliteitsborging. Programma’s voor cultuurverandering en kwaliteitsverbetering Voor de cultuurverandering in de organisatie voor de ontwikkeling van eigenaarschap, zetten we het programma leerKRACHT in. Doelstelling hiervan is dat teams ‘elke dag samen een beetje beter’ functioneren. Ook zet Zadkine het programma MBObeter Light in als instrument. Hiermee komen teams zelf tot een goede analyse van rendementen en kunnen zij een verbeterplan opstellen. Instellingsbreed hebben we een meetlat kwaliteitsborging ontwikkeld en uitgezet. Onderwijsteams hebben deze in 2015 eenmaal ingevuld. De resultaten zijn open besproken in het directieteam. Dat heeft onder andere geleid tot het besluit deze meetlat in mei 2016 opnieuw in te vullen en te bespreken in het directieteam. Zo kunnen we nagaan of we vorderingen hebben gemaakt en of we aanvullende maatregelen moeten nemen. In de tussentijd werken teams en clusters waar nodig aan verbetering van kwaliteitsborging. Dit doen ze bijvoorbeeld door één of meer teamleden verantwoordelijk te maken voor een onderwijsproces (deelgebied), zoals examinering. Dit teamlid zorgt voor monitoring van het proces, voor evaluatie en verbeterplannen. Instellingsbreed zijn de volgende afspraken gemaakt om de kwaliteitsborging te verbeteren:
We nemen maatregelen ter verbetering op in de nieuwe cluster- en teamplannen.
We kiezen voor kwaliteitsborging als onderwerp bij managementgesprekken.
We ontwikkelen beleidsadviezen over onderwijsevaluaties.
We stellen servicedocumenten en beleidsadviezen beschikbaar op het gebied van kwaliteitszorg in de Toolbox onderwijs.
We herzien de auditsystematiek.
We delen best practices rond kwaliteitsborging en zelfevaluatie in de Toolbox. Bijvoorbeeld een lesobservatieformulier met handleiding, dat ontwikkeld is in een cluster.
We verzorgen een training voor adviseurs onderwijs en teamleiders over het vergroten van kwaliteitsbewustzijn van onderwijsteams.
Voor examinering hebben we een instellingsbrede risicoanalyse gemaakt. Die analyse heeft geleid tot een plan met mitigerende maatregelen rondom examinering. De belangrijkste interventies die we hebben ingezet en deels hebben afgerond, staan hieronder:
We hebben het doorlopen van de PDCA-cyclus op het gebied van examinering verder verankerd.
We hebben maatregelen getroffen om de kwaliteit van examinering in de beroepspraktijk nog beter te borgen.
We hebben maatregelen genomen om de kwaliteit van de examendossiers te verbeteren en onzorgvuldigheden te voorkomen.
We besteden aandacht aan de deskundigheid van met name de vaststellers.
We hebben aandacht voor complexe exameninstrumenten, zoals Prove2move. Tevredenheid studenten In 2015-2016 heeft Zadkine voor de tweede keer meegedaan met de JOB-monitor. 52,9 procent van onze studenten vulden deze tevredenheidenquête in. Dat is een groei van ruim 10 procent ten opzichte van 42 procent van de studenten die de enquête in 2013-2014 invulde. Het huidige aantal studenten is groot genoeg om betrouwbare resultaten te kunnen genereren, maar we streven een volgende keer naar nog meer respondenten.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 19 van 105
Uitslagen
Ten tijde van het schrijven van dit verslag is de voorlopige uitslag van de JOB-monitor bekend. Studenten van Zadkine beoordelen hun eigen opleiding gemiddeld met een 7, dat is iets hoger dan in 2013-2014 waarbij we een 6,9 scoorden. Verder zien we dat Zadkine nu ook iets hoger scoort, namelijk een 6,2 ten opzicht van twee jaar geleden waarbij we een 5,9 scoorden op de vraag “Welk schoolcijfer geef je je school?”. Overigens is het verschil in beoordeling tussen school en opleiding een verschijnsel dat zich in heel Nederland voordoet, hoewel het verschil tussen die cijfers landelijk iets kleiner is. Het minst tevreden zijn studenten over de onderdelen organisatie (hieronder valt bijvoorbeeld het op tijd doorgeven van roosterwijzingen). Ze beoordelen dit onderdeel met een 2,6, wat dezelfde score is als in 2013-2014. De eigen behoefte aan meedenken scoorden zij in 2014/2015 met een 2,6 (was 2,4). Het meest tevreden zijn studenten over de mogelijkheid om gebruik te maken van internet op school: op dat vlak scoort Zadkine een 4,1. Ook het voldoende kunnen leren op de stage of werkplek doe het goed met een 4,0. Na de officiële uitslag maken we, net als in 2014-2014, een analyse van de uitslagen en een verbeterplan. Dit nemen we op in het Geïntegreerd Jaardocument van 2016.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 20 van 105
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 21 van 105
Hoofdstuk 3 Onderwijs
3.1 Voorlichting en werving In 2015 heeft Zadkine in het proces van voorlichting en werving de drie fasen die we in 2014 hebben ontwikkeld verder vorm en inhoud gegeven. Dit jaar hebben we vooral geïnvesteerd in het verbeteren van de middelen en de acties. Fase 1: informeren en interesseren
Bij de start van 2015 heeft Zadkine zich uitgebreid gepresenteerd op de Studiebeurs West. Daarnaast was Zadkine aanwezig op de vele beurzen en scholingsmarkten. Tijdens de Infodagen en Open dagen is in samenwerking met de onderwijsteams invulling gegeven aan het concept Durf te vragen en Durf te ontdekken.
Een van de speerpunten in 2015 was het optimaliseren van de informatievoorziening. Een groot project was de doorontwikkeling van de brochurelijn in de bijbehorende voorlichtingsmaterialen.
Ook hebben we in 2015 een optimale crossmediale communicatiemix ingezet om potentiële studenten te informeren over de Infodagen en de Open dagen. In deze communicatie zetten we ook veel online acties in naast de uitingen naar vo-scholen en offline uitingen (denk aan brochures, mailings, advertenties, out of home reclame). Online kunnen we de middelen doelgericht en regionaal targeten, zodat we zo effectief mogelijk onze potentiële studenten kunnen bereiken.
Fase 2: contact met Zadkine Studenten die op onze Infodagen en Open dagen zijn geweest, informeren wij vervolgens specifiek en doelgericht via mailings. In samenwerking met de Infoshop hebben we nieuwe (vervolg)trajecten ingezet, zoals studiekeuzebijeenkomsten en workshops. Ook hebben we een aparte meeloopdagenmodule ontwikkeld, het blog volg.zadkine.nl doorontwikkeld, de
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 22 van 105
informatievoorziening aan decanen geïntensiveerd en hebben we extra ingezet op doelgerichte en specifieke cluster-, of opleidingscampagnes. Fase 3: aanmelding en binding Na aanmelding via de website, nodigen de opleidingsteams de nieuwe studenten uit voor een kennismaking. Nadat de studenten zijn geplaatst, zetten we verschillende activiteiten in om de toekomstige studenten structureel aan de opleiding en Zadkine te binden. Dit doen wij onder meer door nieuws en relevante informatie te delen via mailings, extra bijeenkomsten te organiseren en informatie aan teams te bieden om studenten tijdens de toelating en plaatsing gericht te kunnen informeren over de opleiding.
Toegankelijkheid Zadkine heeft geen maxima ingesteld voor opleidingen en hanteert in dat kader dus geen specifieke selecties. Opleidingen zijn vrij toegankelijk voor een ieder die aan de
startspecificaties voldoet. Zadkine Infoshop De Infoshop is het informatiepunt van Zadkine waar potentiële en huidige studenten voorlichting, informatie en advies krijgen. De Infoshop is gevestigd in het centrum van Rotterdam, in de Centrale Bibliotheek Rotterdam. Het informatiepunt biedt individuele en groepsgebonden studieadviesgesprekken, loopbaanoriëntatiegesprekken, zorgintakegesprekken, beroepskeuzevragenlijsten, begeleiding naar stage of werk (in combinatie met leren) en workshops. Ook signaleert de shop zorg- en risicostudenten en begeleidt studenten bij de aanmelding. De Infoshop geeft extra aandacht aan leerplichtigen en jongeren/jongvolwassenen zonder startkwalificatie. Om vervroegde studieverlating te voorkomen, heeft de Infoshop bovendien een preventieve signaleringsfunctie. Bezoekersaantallen Infoshop
In 2014 zijn twee duidelijke piekmomenten te zien van grote aantallen bezoekers aan de Zadkine Infoshop (zie figuur Opkomst per maand 2014). Tijdens deze piekmomenten in juli en september liggen de bezoekersaantallen tussen de 450 en 550 bezoekers per maand. Een verklaring voor deze pieken is de instroom vlak voor de zomer en bij een instroom bij de start van het nieuwe schooljaar in september. In september betreft dit vooral de groep late aanmelders. De bezoekersaantallen van 2015 (Opkomst per maand 2015) laten dezelfde piekmomenten en bezoeksaantallen zien.
De overige correspondentie van de Infoshop met potentiële studenten laat in 2015 een
gemiddelde zien van circa 1500 mails en/of telefoongesprekken per maand. Hierbij zijn
piekmomenten geregistreerd in de maanden januari, juni, juli en september van gemiddeld
circa 1650 mails en/of telefoongesprekken per maand.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 23 van 105
3.2 Inspectie bij Zadkine In 2015 vond het driejaarlijkse onderzoek naar de Staat van de Instelling plaats. De onderwijsinspectie voerde bij vijf opleidingen een onderzoek uit en heeft gesprekken gevoerd over kwaliteitsborging. Bij vier opleidingen werd het onderwijsproces als voldoende beoordeeld. Bij één opleiding was het leren in de beroepspraktijk nog niet voldoende. Bij drie opleidingen was de examinering onvoldoende en bij twee opleidingen gold dit voor de examinering. Ten slotte hadden drie van de vijf opleidingen een rendement onder de norm. Tevens is de instellingsbrede kwaliteitsborging als onvoldoende beoordeeld. Op grond van de risico's - met name bij de opbrengsten onder de norm - die de onderwijsinspectie constateerde, is het onderzoek uitgebreid. Om de organisatie niet te veel te belasten, maar ook op grond van onze structurele aanpak en inmiddels bij sommige opleidingen al gerealiseerde verbeteringen, heeft de inspectie ervoor gekozen om aan te sluiten bij ons strategisch project Rendement op orde. De inspectie kiest hiermee voor proportioneel toezicht. We pakken de uitvoering van kwaliteitsborging bij teams en het verhogen van het eigenaarschap instellingsbreed op. Hiervoor hebben we zaken in gang gezet die staan beschreven in de alinea over kwaliteit (hoofdstuk 2). Dit geldt ook voor examinering.
0
100
200
300
400
500
600
Jan
ua
ri
Feb
ruari
Maa
rt
Ap
ril
Mei
Jun
i
Juli
Au
gu
stu
s
Se
pte
mbe
r
Okto
be
r
Nove
mb
er
Dece
mb
er
opkomst per maand
Bezo
ekers
Aan
tal
Opkomst per maand 2014
0
100
200
300
400
500
Jan
ua
ri
Feb
ruari
Maa
rt
Ap
ril
Mei
Jun
i
Juli
Au
gu
stu
s
Se
pte
mbe
r
Okto
be
r
Nove
mb
er
Dece
mb
er
Bezo
ekers
Aan
tal
Opkomst per maand 2015
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 24 van 105
Naast het onderzoek naar de Staat van de Instelling is in 2015 nog een onderzoek geweest bij een andere opleiding. Hier is het onderzoek afgemaakt dat het jaar daarvoor niet was afgerond. Bij deze opleiding waren de gebieden onderwijsproces en examinering voldoende en kwaliteitsborging en opbrengsten onvoldoende. Verder heeft de inspectie onderzoek gedaan naar onze bedrijfsgerichte trajecten. Dit zijn trajecten die wij uitvoeren op verzoek van een bedrijf. Zadkine verzorgt dit soort trajecten vooral in het cluster Techniek en bij het subcluster Veiligheid. Ook bij Zorg loopt een aantal trajecten. Voor de inspectie hebben we een opgave gedaan van de trajecten en stukken gestuurd. In september en november heeft de onderwijsinspectie gesprekken gevoerd met het College van Bestuur over die trajecten. In deze gesprekken heeft Zadkine aangegeven een nieuw verantwoordingsdocument te ontwikkelen dat bijdraagt aan de transparantie en de (juridische) juistheid van dergelijke trajecten. Dit is inmiddels gerealiseerd. Leerplicht Leerplicht Rotterdam voerde in 2015 in opdracht van de onderwijsinspectie elf onderzoeken naar de verzuimaanpak van Zadkine uit. Van de onderzochte opleidingen is voor acht opleidingen geen vervolgtoezicht meer gepland, omdat de opleiding aan alle voorwaarden voldeed. Drie teams krijgen een heronderzoek, omdat zij twee of meer meldingen niet binnen de gestelde termijnen hebben gedaan, of omdat de verzuimregistratie niet correct was verlopen. Hiervan krijgt één team voor de tweede maal een onderzoek. Bij de andere twee teams betrof het een derde schoolcontrole op verzuim. Dit betekent dat de Onderwijsinspectie bij deze opleidingen de vierde controle op de verzuimaanpak uitvoert.
3.3 Onderwijsrendement Een van de doelstellingen van Zadkine is het garanderen van de basiskwaliteit van het onderwijs. Dit betekent dat wij zo veel mogelijk studenten de gelegenheid willen geven een diploma bij ons te halen, waarmee zij tot de arbeidsmarkt kunnen toetreden of een vervolgopleiding kunnen starten. Vanuit dit perspectief vormen de rendementsnormen van de Onderwijsinspectie en het al dan niet halen hiervan voor ons belangrijke informatie. De inspectie stelt jaarlijks per niveau normen vast voor het jaar- en diplomaresultaat. Doelstellingen en maatregelen In 2014 heeft Zadkine een begin gemaakt om zoveel mogelijk opleidingen aan de inspectienorm te laten voldoen. Ook is afgesproken om het rendement van de opleidingen te verbeteren. In 2015 zijn we hiermee verder gegaan. De directies en het College van Bestuur hebben managementafspraken gemaakt die zijn vertaald naar afspraken met de onderwijsteams. Deze afspraken zijn vastgelegd in managementcontracten. De clusters hebben op verschillende manieren gewerkt aan het verbeteren van het rendement. De eerste stap was bewustwording. Die bewustwording hebben we versterkt doordat het jaar- en diplomaresultaat nu een vast onderdeel is in de managementcontracten. Daarnaast is een aantal teams gaan werken met de methode MBObeter Light om een analyse te maken van achterblijvende rendementen en vervolgstappen te definiëren. Ook is een aantal teams overgestapt op de methode LeerKRACHT. Deze methode is gericht op het verbeteren van het onderwijsproces van onderop, vanuit de docenten. De factoren die het rendement beïnvloeden bevinden zich in alle gebieden van het onderwijsproces: intake, onderwijs, begeleiding, beroepspraktijkvorming en examinering. De inspanningen om het rendement te verbeteren hebben dan ook een breed karakter. Ook maatregelen we nemen om voortijdige schoolverlating te beperken, hebben een positief effect op het rendement. Het is belangrijk om dit in samenhang te zien. In 2014 is Zadkine gestart met het project Rendement op orde. Het directieteam heeft dit als strategisch project neergezet in de organisatie om het belang van rendementen te benadrukken. Bovendien laat deze beslissing zien dat het directieteam als collectief
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 25 van 105
verantwoordelijkheid neemt op het gebied van rendementen en dat het onderwerp opleiding- en clusteroverstijgend is. Zadkine heeft het project in 2015-2016 voortgezet. Dit heeft geleid tot een werkwijze die we opnemen in de staande organisatie, zodat Zadkine duurzaam in control is rond rendementen. Scorecard De rendementscijfers raadplegen we vanuit Scorecard, het managementinformatiesysteem van Zadkine. Hierin zijn de jaar- en diplomaresultaten te zien van 2014-2015. De inspectie publiceert deze cijfers pas medio 2016, maar heeft aangegeven dat wij onze Scorecard als officiële bron kunnen beschouwen. Hier zijn wij blij mee, omdat we zo met recentere informatie kunnen werken. In de volgende tabel is te zien hoe het jaar- en diplomaresultaat zich de laatste jaren heeft ontwikkeld. Trendinformatie jaarresultaat op instellingsniveau
Trendinformatie diplomaresultaat op instellingsniveau
Van schooljaar 2010-2011 tot en met schooljaar 2012-2013 zien we een stijgende lijn in het jaarresultaat. In 2013-2014 was gemiddeld een lichte daling waarneembaar. In 2015 heeft
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 26 van 105
die daling zich grotendeels weer hersteld. De daling in 13-14 is overigens voor een deel te verklaren uit het ‘opschonen’ van ons studentenbestand en het stoppen met specifieke diploma-trajecten met commerciële partners.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 27 van 105
3.4 Voortijdig schoolverlaten (vsv) Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft per niveau normpercentages over voortijdig schoolverlaten (vsv) vastgesteld. De managementcontracten die binnen Zadkine zijn afgesloten over de aantallen voortijdig schoolverlaters komen niet altijd overeen met die normpercentages: per cluster is gekeken naar een realistische verbetering door de teams te realiseren. Maandelijks ontvangt Zadkine van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) informatie over de stand van zaken van de cijfers voortijdige schoolverlaters per niveau. Activiteiten Binnen Zadkine zijn in 2015 maatregelen genomen om voortijdige schoolverlating terug te dringen:
Zadkine heeft als doelstelling de basiskwaliteit van het onderwijs te garanderen. Goed onderwijs voorkomt voortijdige schoolverlating.
Zadkine vindt dat de overstap van voortgezet onderwijs (vo) naar mbo moet goed verlopen. Het registratiesysteem Intergrip geeft inzicht in de aangemelde en ingeschreven ex vo-leerlingen bij een opleiding van Zadkine. Tevens is zichtbaar in Intergrip welke ex-vo-leerlingen een warme overdracht behoeven bij de overstap naar een opleiding bij Zadkine.
Zadkine startte een zomeroffensief: een samenwerking in de zomerperiode met de gemeente Rotterdam en de Drechtsteden en Zadkine Infoshop om uitgevallen en niet-bereikbare studenten op te sporen en terug te leiden naar een opleiding voor aanvang van het nieuwe schooljaar.
Zadkine heeft de samenwerking met de Buitendienst van de gemeente Rotterdam versterkt. Gedurende het schooljaar gaan medewerkers van de Buitendienst op huisbezoek bij niet-bereikbare Rotterdamse studenten van Zadkine. Het doel is om de betreffende studenten terug te leiden naar hun (of een andere) opleiding.
Zadkine is een intensieve samenwerking aangegaan met leerplicht/RMC in de eerste maand van het nieuwe schooljaar (No Show Actie). Daarbij melden we studenten die niet verschijnen bij de aanvang van de studie in september direct aan. Leerplicht/RMC sporen de studenten op om ze terug te leiden naar hun (of een andere) opleiding.
Zadkine heeft geregeld dat studenten die uitvallen bij een opleiding worden aangemeld bij het plusteam voor uitstroombegeleiding. We helpen bij hermotiveren, beroepskeuzetrajecten, heroriënteren. Ook begeleiden we bij aanmelding en monitoren we studenten die starten met een nieuwe opleiding.
Zadkine zet een schoolloopbaanteam (SLBT) in. Het aanmelden van studenten, die een verhoogde kans op uitval van school of opleiding hebben bij het SLBT voor langdurige school-overstijgende begeleiding tot het behalen van een startkwalificatie.
Verzuim of beter. Aanwezigheidsregistratie in orde. Verzuim als belangrijke indicator voor dreigende schooluitval.
Resultaten De resultaten die zijn geboekt in het schooljaar 2014-2015 zijn aanmerkelijk beter ten opzichte van voorafgaande schooljaren. De voorlopige DUO-vsv-cijfers van schooljaar 2014-2015 laten een daling van het aantal voortijdige schoolverlaters zien. Echter, we behalen de normpercentages niet die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap per niveau vaststelt. Naast de bovengenoemde activiteiten, hebben ook onderstaande acties en ontwikkelingen geleid tot de reductie van de vsv-cijfers:
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 28 van 105
Op administratief gebied is het voortijdig schoolverlaten nu inzichtelijk. We ondernemen er direct actie op. De nieuwe onderwijsovereenkomsten per 2016 zullen administratief vsv in de toekomst voorkomen.
Meer examenkandidaten zijn gediplomeerd voor 31-12-2015 en dat betekent dat ze geen voortijdig schoolverlaters zijn voor het schooljaar 2014-2015.
Meer gediplomeerden op niveau 1 hebben een reguliere baan gevonden en zijn van de vsv-lijst verdwenen. Deze (ex-)studenten moeten gedurende een half jaar voor minimaal twaalf uur per week werken om van de voorlopige vsv-lijst 2014-2015 te verdwijnen.
We hebben aanpassingen gedaan voor de intakeprocedure voor schooljaar 2014-2015. Dat komt onder andere door de invoering van passend onderwijs.
We hebben het onderwijs verbeterd. Zo hebben we ingezet op het project Rendement op orde en de methode leerKRACHT, besteden we aandacht aan het professionaliseren van het onderwijzend personeel en doen we een studenttevredenheidsonderzoek. De definitieve vsv-cijfers over 2014-2015 stellen we in oktober 2016 vast.
3.5 Examinering Ontwikkelingen in 2015 Vanaf 2013 staan de activiteiten voor examinering in het teken van:
Voortzettende clustergewijze organisatie en inrichting;
Verdere harmonisatie en standaardisatie van de examenprocessen;
Verdere ontwikkeling van kwaliteitszorg en -borging van examinering;
Toenemende professionalisering;
Verbetering van ondersteunende systemen bij examinering;
Optimalisering van centrale examinering in de staande organisatie. In 2015 is vooral onze aandacht uitgegaan naar:
Professionalisering en kwaliteitsborging: Zadkine heeft extra ingezet op het doorlopen van de PDCA-cyclus. We hebben een concepthandreiking ontwikkeld. Bijna alle examencommissies van de clusters hebben een workshop van Stichting CINOP (onderwijs- en opleidingskundig adviesbureau) gevolgd over kwaliteitsborging met de examenscan examinering. De examenadviseurs van de clusters hebben eerder trainingen gevolgd om audits op examinering uit te voeren. Zij vormen met elkaar een auditpool die interne audits bij de clusters verzorgt. Dat doen zij onder begeleiding van Audit & Control en de beleidsadviseur examinering. In 2015 zijn zes van deze audits uitgevoerd.
EduArte Summatief: In 2015 is het project EduArte Summatief succesvol afgerond. In
september 2014 is begonnen met de instellingsbrede uitrol van een beheersysteem van de examenresultaten, gekoppeld aan het kernregistratiesysteem EduArte. Hiermee beschikt Zadkine over een instrument om het resultatenbeheer en diplomeringsproces beter te borgen en managementinformatie op dit aspect efficiënter te ontsluiten. Examenplannen zijn vertaald naar beslisbomen in EduArte Summatief. Diplomabeslissingen konden we via het systeem voorbereiden (kandidaatstelling). En na vaststelling door de examencommissie konden we diploma’s en resultatenoverzichten via EduArte genereren.
Implementatie/borging examinering taal en rekenen: In 2015 is het project invoering
centrale examinering succesvol overgedragen aan de staande organisatie. Alle centrale examens nemen we af in computerexamensysteem Facet op vier centrale examenlocaties. We zijn overgeschakeld naar de online-afname. De planning vindt in de teams plaats met behulp van Ontrac. Een centraal examenkerngroep (CE-kerngroep) met afnameplanners, de functioneel applicatieondersteuner en de beleidsadviseur examinering bewaken het proces
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 29 van 105
en stellen procedures zo nodig bij. Het is gelukt om in 2015 circa 21.000 centrale examens af te nemen zonder grote incidenten.
Procesarchitectuur examinering: Het Handboek Examinering is inhoudelijk herzien en nadrukkelijk gekoppeld aan de procesarchitectuur. Ook hebben we een site ingericht op basis van procesarchitectuur, waarin we documenten kunnen plaatsen. Zowel op centraal niveau als op het niveau van de examencommissies. Verder is het examenreglement aangepast en de extraneusregeling uitgewerkt.
Passend onderwijs: we hebben procedures ingericht en geïmplementeerd rond aangepaste
examinering. Het servicedocument aangepaste examinering is bijgesteld. Bij de intake detecteren we deelnemers die een aangepast traject en examinering nodig hebben direct. De bewijslast archiveren we in EduArte. De examencommissie beslist uiteindelijk of aangepaste examinering is toegestaan en welke hulpmiddelen zijn toegestaan.
Vrijstellingenbeleid: Zadkine heeft zijn vrijstellingenbeleid verder uitgewerkt en aangescherpt voor taal en rekenen. De complexe regelgeving rondom taal en rekenen maakte een nadere specificatie noodzakelijk. We moeten voorkomen dat diploma’s op verkeerde gronden worden afgenomen. Bij het verlenen van vrijstellingen worden de regels uit de notitie Helderheid in acht genomen.
Samenstelling examencommissies: de examencommissies zijn in de clusters bezig met
een gefaseerde overgang waarbij steeds meer kerndocenten examinering lid worden. Risico-inventarisatie: we hebben een risico-inventarisatie gedaan. Op basis daarvan
hebben we mitigerende maatregelen vastgesteld op basis van de vijf prioriteiten (zoals vermeld in hoofdstuk 2).
Vooruitblik naar 2016:
In 2016 zet Zadkine, naast de mitigerende maatregelen naar aanleiding van de risicoanalyse, sterk in op veranderingen in regelgeving die ook in de Examenagenda mbo 2015-2020 staan aangegeven:
- De voorbereiding op het veranderend inspectietoezicht door meer nadruk te leggen op de formulering van eigen kwaliteitsnormen en kwaliteitsmaatregelen.
- De voorgenomen wetgeving examencommissies: we gaan aan de slag met onder meer een gefaseerde aanpassing van de samenstelling van examencommissies, het uitwerken van procedures rondom de benoeming van interne en externe leden en de positionering ten opzichte van het management.
- De certificering register examenfunctionarissen: als eerste stap brengen we de verschillende deskundigheidsregisters samen tot één register voor Zadkine en stellen we een expiratiedatum van trainingen vast.
- Een externe validering en een keurmerk voor examenleveranciers: het beleid van Zadkine is erop gericht examens in te kopen waar mogelijk (in de toekomst doen we dat bij gecertificeerde leveranciers). Daar waar we examens zelf construeren, zoeken we naar aansluiting met samenwerkingsverbanden op het gebied van externe validering.
- Een herziene kwalificatiestructuur: voor de keuzedelen nemen we examens op in het examenplan. Maar ook de vertaalslag naar examenplannen en de consequenties voor de summatieve structuur in EduArte behoeft extra aandacht.
3.6 Taal en rekenen
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 30 van 105
Het gevoerde beleid op het gebied van taal en rekenen is vastgelegd in het beleidsstuk Herontwerp 2014 – 2016. Hierin zijn onder andere de volgende subdoelen vastgesteld:
De examinering van Nederlands, Engels en Rekenen vormt geen belemmering voor de diplomering van onze studenten.
We werken met transparante gegevens.
Het taal- en rekenonderwijs is effectief en efficiënt georganiseerd.
Teams hebben een werkwijze die het omgaan met verschillen mogelijk maakt.
Zadkine heeft goed geschoolde docenten Nederlands, moderne vreemde talen en rekenen.
Acties en resultaten Alle clusters hebben kwaliteitsverbeteringen doorgevoerd om nog beter taal- en rekenonderwijs aan te bieden aan zwakke studenten. Overal hebben we ondersteuningslessen georganiseerd. Ook hebben we remedial teaching gedecentraliseerd en dichtbij de teams georganiseerd. Voor studenten bestaat daarnaast centraal de mogelijkheid voor het volgen van een Zomerschool. Bovendien zijn docenten bij een aantal opleidingen geprofessionaliseerd op het gebied van differentiatie binnen de klas.
Bij de meeste opleidingen werken we met leerlijnen planmatig toe naar de centraal examens (CE) en instellingsexamens (IE).
Bij een aantal opleidingen hebben we ingezet op een efficiëntere inzet van contacturen in combinatie met vormen van afstandsleren.
Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de resultaten van de examens Taal & Rekenen het diplomarendement negatief beïnvloeden. Zadkine scoort wel onder het landelijk gemiddelde. Een verklaring daarvoor kan liggen in het feit dat een deel van de studenten afkomstig is uit de zogenaamde APC-gebieden (Armoede Probleem Cumulatie) en een aantoonbaar lagere taalvaardigheid hebben.
Een centrale vaststellingscommissie Talen draagt zorg voor kwalitatief goede instellingsexamens. Constructeurs en vaststellers van instellingsexamens zijn geprofessionaliseerd.
Voor de scholing van docenten werken we nog steeds intensief samen met het Albeda College. We hebben onder andere ingezet op een specifiek aanbod voor rekendocenten, maar ook op een breder aanbod gericht op didactische en pedagogische technieken (Teach like a champion door CED-advies).
Ondanks deze positieve resultaten, blijven we aan deze en andere punten werken. Het streven blijft met de examens Zadkinebreed te scoren op minimaal het landelijke gemiddelde, wat nu nog niet het geval is. Aanbevelingen 2016 Door een aantal interne en externe ontwikkelingen (o.a. Kwaliteitsplan, Actieplan rekenen, en de herziene strategie van Zadkine) wordt het taal- en rekenbeleid opnieuw gedefinieerd voor de periode 2016-2018. Daarbij wordt de relatie gelegd met het kwaliteitsplan. Verbeterpunten liggen op het gebied van de analyse van examengegevens en daaruit voortvloeiend op
- de sturing op kwaliteitsverbetering van het onderwijs; - het verbeteren van programma’s voor zwakke studenten;
- het ontwikkelen van programma’s om studenten te laten excelleren; - het ontwikkelen van vormen van afstandsleren, met accent op beroepsbegeleidende
leerweg (BBL);
- professionalisering van docenten (met accent op rekendocenten); - uitdagend en boeiend onderwijs in een aantrekkelijke leeromgeving.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 31 van 105
3.7 Passend onderwijs en begeleiding In augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingegaan. Voor het mbo betekent dit dat, gelijk aan de Wet gelijke behandeling, iedere student geplaatst kan worden, mits deze voldoet aan het beroepsprofiel en de opleidingseisen. Elk cluster heeft de ondersteuningsmogelijkheden in kaart gebracht. Studenten krijgen vanuit dit kader ondersteuning. Een breed team staat klaar om de studenten ondersteuning op maat te bieden bij het doorlopen van hun studieloopbaan. We geven extra aandacht aan de intake, om passend onderwijs te laten slagen. Potentiële studenten kunnen hun specifieke zorgbehoefte helder maken bij inschrijving, zodat wij hierover direct met elkaar in gesprek gaan. Indien nodig stellen wij het verplichtte addendum bij de onderwijsovereenkomst op. In een apart handelingsplan maken wij specifieke afspraken en leggen deze in EduArte vast. Het invoeren van de systematische PDCA-cyclus, met periodieke terugkoppeling naar de student (en ouders) is een aandachtspunt waar we in 2016 verder aan werken. Onze inzet is om de voortgang op de ondersteuningsbehoeften periodiek te bespreken met elkaar, zodat ontwikkelingen in de vraag van de studenten en de haalbaarheid van de opleidingen om hierop in te spelen onderling is gedeeld. Zo versterken we gezamenlijk de aanpak rondom een student. Begeleiding Alle onderwijsclusters zijn zelf verantwoordelijk voor zorg en begeleiding. Vanuit centrale kaders realiseren we deze zorg zo dicht mogelijk op het onderwijsproces. Om de studenten zo goed mogelijk te ondersteunen in hun studieloopbaan, werkt zorg en begeleiding mee aan dit gezamenlijke doel, namelijk het behalen van het diploma. Elk cluster heeft de diverse begeleidingsprofessionals samengebracht in een plusteam. De zorgcoördinator voert de regie op de inzet van zorg. Dit betekent dat hij of zij zorgt dat de studenten de juiste ondersteuning krijgen en dat ook docenten zo nodig worden ondersteund. In een plusteam bevinden zich verschillende functionaliteiten, zoals schoolmaatschappelijk werk (SMW), interne begeleiding, Time For You, verslavingspreventie en sociaal verpleegkundigen. Dit team werkt multidisciplinair samen. In het najaar van 2015 is besloten om voor de inkoop van schoolmaatschappelijk werk-diensten te veranderen van aanbieder. De visie om zorg en onderwijs nog meer te verbinden, was hierbij het inhoudelijke uitgangspunt. In 2016 implementeert Zadkine dit verder, zodat onze visie op zorg en onderwijs als tandem nog verder gestalte krijgt. 3.8 Urennorm Zadkine kent geen opleidingen met een curriculum dat bestaat uit minder uren dan het wettelijk minimum.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 32 van 105
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 33 van 105
Hoofdstuk 4 Personeel In dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste thema’s op het gebied van personeel: de algemene gegevens met betrekking tot ons personeelsbestand, ontwikkelingen in de docentenpopulatie en ziekteverzuim.
4.1 Algemene gegevens van het personeelsbestand In onderstaande overzichten staat beschreven hoe ons personeelsbestand zich in 2015 heeft ontwikkeld. Het aantal eigen werknemers in werktijdfactor (wtf) is gegroeid van 1409 naar 1510; een toename van 7,2 procent. Het aantal ingehuurde werknemers in werktijdfactor (wtf) is toegenomen van 84 naar 130; een toename van 64,6 procent. Het betreft hier medewerkers die we tijdelijk inhuren voor projecten of ziektevervanging, of omdat voor de invulling van vacatures een bureau is ingezet. Eigen en ingehuurde werknemers samen zijn toegenomen van 1493 naar 1640; dat is 9,8 procent. De stijging in werknemersaantallen is vooral te zien in de jongere leeftijdscategorieën en onder het onderwijzend personeel.
De groei in personeel heeft te maken met de extra middelen die wij gekregen hebben om de invoering van de nieuwe KD’s mogelijk te maken als onderdeel van de kwaliteits- en professionaliseringsmiddelen. Zij is in lijn met afspraken die wij gemaakt hebben om waar mogelijk deze extra middelen zoveel mogelijk in en voor het onderwijs in te zetten. Omdat veel van de extra middelen tijdelijk zijn, is er voor gekozen ook de personele invulling van
deze middelen flexibel te houden. Leeftijdsopbouw en categorieën personeel Zadkine per 31 december 2015
Leeftijdscat. OP OBP OP OBP TOTAAL M M V V personen wtf <25 4 5 10 9 28 20 25 - 34 68 21 81 63 233 193 35 - 44 72 60 99 117 348 292 45 - 54 123 101 126 141 491 427 55 - 64 216 97 157 115 585 497
>=65 8 8 0 3 19 11 TOTAAL 491 292 473 448 1.704 1.440
Zadkine 454 285 442 434 1615 1372 Educatie 7 2 14 7 30 24 VAVOR 30 5 17 7 59 44 ZCA BV 0 0 0 0 0 0
TOTAAL 491 292 473 448 1704 1440
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 34 van 105
Leeftijdsopbouw en categorieën personeel ingehuurd (ZCA-BV, Driessen, Randstad e.d.) per 31 december 2015
Leeftijdscat. OP OBP OP OBP TOTAAL M M V V personen wtf <25 0 2 3 4 9 4
25 - 34 2 7 7 14 30 16 35 - 44 3 9 1 7 20 10 45 - 54 5 4 9 17 35 19 55 - 64 11 4 14 3 32 20 >=65 3 1 0 0 4 1
TOTAAL 24 27 34 45 130 70
Zadkine 12 26 15 32 85 44 Educatie 2 0 3 3 8 0
VAVOR 10 0 16 9 35 25 ZCA BV 0 1 0 1 2 1
TOTAAL 24 27 34 45 130 70
Ontwikkeling aantal medewerkers
ZADKINE
PERSONEEL WTF
2015 2014 2013 2012 2011 2015 2014 2013 2012 2011 OP 964 900 851 815 935 792 729 688 668 765 MOBP 11 12 12 30 37 11 12 12 30 34 AOBP 536 518 510 536 624 482 463 457 480 563 BOBP 193 188 202 211 236 155 155 164 175 192
TOTAAL 1.704 1.618 1.575 1.592 1.832 1.440 1.359 1.321 1.353 1.554
Ontwikkeling aantal medewerkers - ingehuurd
INGEHUURD PERSONEEL
PERSONEEL WTF 2015 2014 2013 2012 2011 2015 2014 2013 2012 2011
58 51 36 156 187 34 32 26 87 95
1 1 1 2 1 1 1 1 2 1
48 21 22 50 19 27 14 16 38 12 23 11 10 29 39 8 3 1 13 26
130 84 69 237 246 70 50 44 140 134
4.2 Docenten: bevoegd, onbevoegd of in opleiding In de strategie van Zadkine voor 2013-2018 staat beschreven: wij zijn een school met betaalbare en toonaangevende beroepsopleidingen die ertoe doen en met onderwijs dat kwaliteit heeft, uitgevoerd door de onderwijsteams als kern en adequate ondersteunende diensten die in dienst staan van het onderwijzen en ontwikkelen van studenten. Zadkine stelt dat onderwijs gegeven door bevoegde docenten de basis is voor de kwaliteit van onderwijs. Om aan deze basiskwaliteit te kunnen voldoen, heeft Zadkine bepaald dat in 2018 minder dan 2 procent van het docentenbestand onbevoegd is. Zadkine heeft in 2015 fors geïnvesteerd in de nieuwe opleiding PDG (pedagogisch didactisch getuigschrift); de totale opdrachtwaarde bedroeg ruim € 300.000. Daarmee hebben 51 docenten de
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 35 van 105
mogelijkheid gekregen om bevoegd te worden. Daarnaast zijn de onderwijsclusters ondersteund bij de implementatie en monitoring van scholingsplannen. Ten opzichte van 2014 is het percentage onbevoegde docenten in 2015 toegenomen, van 4 procent naar 5 procent. De tabellen op pagina 34 geven de inventarisatie over 2015 en 2014 weer. Oorzaak van deze toename is de instroom van nieuwe, onbevoegde docenten. Echter, het percentage docenten dat óf bevoegd óf in een traject zit om bevoegd te worden, is toegenomen van 796 naar 864. Deze ontwikkelingen leiden op termijn tot een steeds hoger percentage bevoegde docenten. En dat vormt de basis voor het verder verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.
Bevoegdheidsinventarisatie 2015 Bevoegd Onbevoegd,
in traject Onbevoegd Eindtotaal
Onbevoegd Docent 11 11
Docent 304 100 40 444
Senior Docent 369 10 8 387
Expert Docent 67 3 1 71
Eindtotaal 740 124 49 913
Percentage 81% 14% 5% 100%
Bevoegdheidsinventarisatie 2014 Bevoegd Onbevoegd,
in traject Onbevoegd Eindtotaal
Onbevoegd Docent 9 9
Docent 283 63 21 367
Senior Docent 344 11 13 368
Expert Docent 57 2 1 60
Eindtotaal 684 85 35 804
Percentage 85% 11% 4% 100%
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 36 van 105
4.3 Verzuim Verzuim heeft een direct verband met het gedeelte van de strategische doelstelling: wij zijn een school met betaalbare en toonaangevende beroepsopleidingen. Verzuim is een kostenpost die zich laat vertalen naar een personele last waar geen arbeid tegen over staat. Daarnaast hebben uitval van lessen en het oplopen van de werkdruk als gevolg van het opvangen van verzuim invloed op de kwaliteit van de opleidingen. Het terugdringen van verzuim hebben we als speerpunt opgenomen in het Werkplan hrm 2015. De doelstelling is om het verzuimpercentage onder de 5 procent te krijgen, gebaseerd op de MBO-benchmark. Een belangrijke actor binnen het terugdringen van verzuim is de leidinggevende. Vanuit integrale lijnverantwoordelijkheid is gesteld dat leidinggevenden binnen Zadkine ook verantwoordelijk zijn voor het terugdringen van verzuim. De gekozen aandachtspunten om tot de doelstelling te komen zijn:
- inzicht in de juiste verzuimcijfers op teamniveau; - leidinggevenden beter positioneren en ondersteunen in het verzuimtraject.
Om leidinggevenden in staat te stellen het verzuim terug te dringen, hebben we twee maatregelen genomen. In 2015 zijn de verzuimgegevens inzichtelijk gemaakt op het niveau van teams, zodat leidinggevenden hier gemakkelijker op kunnen sturen. Daarnaast zijn de leidinggevenden ondersteund bij het voeren van verzuimgesprekken. Leidinggevenden hebben vooral invloed op kortfrequent verzuim. Aan langdurig verzuim is vaak weinig te doen, vanwege harde medische oorzaken. Kortfrequent verzuim kent ook een substantiële gedragscomponent. Het totale ziekteverzuimpercentage in 2015 was 5,98% procent tegen 5,86 procent in 2014. Daarmee is het ziekteverzuim licht toegenomen en is de doelstelling van 5 procent niet behaald. Echter; de beschreven maatregelen hebben wel geleid tot een daling van de verzuimfrequentie en een stijging van het nulverzuim. Onderstaande tabellen laten deze positieve ontwikkeling zien.
Ontwikkeling van het totaalverzuim
Verzuimmaat 2012 2013 2014 2015 Norm
Verzuimpercentage 5,85% 6,11% 5,86% 5,98% 5,00%
Verzuimfrequentie 1,31 1,31 1,21 1,06 1,30
Nulverzuim 36,34% 35,88% 39,98% 40,04% 40,00%
Ontwikkeling verzuimduur
Verzuimduur 2012 2013 2014 2015 Toelichting
Kort 0,99% 1,05% 0,94% 0,87% 1 t/m 7 kalenderdagen
Middellang 0,01 0,01 0,01 0,01 8 t/m 42 kalenderdagen
Lang 4,16% 4,20% 4,33% 4,42%
43 en meer kalenderdagen
Totaal 5,85% 6,11% 5,86% 5,98%
Het ziekteverzuim verschilt per personeels- en leeftijdscategorieën. In de ontwikkeling van het verzuimpercentage is te zien dat er sprake is van een afname van het ziekteverzuim in de personeelscategorie onderwijzend personeel (OP). Daarentegen is er een toename te zien in de categorie ondersteunend en beheerspersoneel (OBP). De tabel hieronder toont de ontwikkeling van het verzuim binnen de verschillende medewerkerscategorieën. De
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 37 van 105
strategische doelstelling van Zadkine is voornamelijk gericht op het onderwijs. Met de daling van het verzuim in de categorie OP kunnen we aannemen dat de aanpak van verzuim in het licht van die strategie heeft gewerkt. Bij management (MOBP) en bijzonder ondersteunend personeel (BOBP) is het verzuim toegenomen. Mogelijk ligt de oorzaak bij deze groepen in gestegen werkdruk. De grootste toename van het verzuimpercentage is terug te vinden in de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder. Binnen deze categorie is de oorzaak te vinden in het langdurig verzuim; kort verzuim is juist afgenomen. De trend dat het verzuim het hoogst is in de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder komt overeen met andere werkgevers en specifiek met de mbo-sector.
Verzuim per medewerker- en leeftijdscategorie
2012 2013 2014 2015
Categorie Verzuim-
percentage Verzuim-frequentie Nulverzuim
Verzuim-percentage
Verzuim-frequentie Nulverzuim
Verzuim-percentage
Verzuim-frequentie Nulverzuim
Verzuim-percentage
Verzuim-frequentie Nulverzuim
OP 6,16% 1,23 39,69% 6,30% 1,30 39,01% 6,36% 1,11 42,34% 5,40% 0,97 42,44%
AOBP 5,58% 1,46 32,04% 5,87% 1,51 32,63% 5,26% 1,42 35,86% 6,53% 1,28 35,07%
BOBP 6,20% 1,33 36,68% 6,73% 1,33 34,08% 5,87% 1,20 39,73% 7,36% 0,84 45,85%
MOBP 1,41% 0,62 65,71% 0,42% 0,82 68,97% 0,32% 1,01 91,67% 2,58% 0,50 66,67%
Jonger dan
25 jaar 5,76% 2,49 34,38% 9,40% 2,76 57,14% 2,27% 1,92 56,76% 0,88% 1,11 65,22%
25 t/m 34 jaar 4,70% 1,60 25,18% 5,07% 1,68 31,56% 5,06% 1,57 38,19% 4,11% 1,36 39,24%
35 t/m 44 jaar 5,88% 1,48 34,73% 4,91% 1,46 36,09% 4,39% 1,30 38,87% 4,50% 1,25 40,25%
45 t/m 54 jaar 6,06% 1,23 41,43% 6,19% 1,27 38,17% 5,56% 1,23 40,43% 5,43% 1,23 41,67%
55 jaar en ouder 6,11% 1,16 45,13% 7,04% 1,26 40,50% 7,35% 1,02 45,81% 8,23% 1,08 41,58%
Gemiddeld 5,85% 1,31 36,34% 6,11% 1,36 35,88% 5,86% 1,21 39,98% 5,98% 1,19 40,04%
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 38 van 105
Hoofdstuk 5 Diversen
5.1 Huisvesting De belangrijkste uitgangspunten in het strategisch huisvestingsplan van Zadkine zijn in 2015 niet gewijzigd en zijn:
Een vermindering van de ruim 200.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak (BVO) in 2011 naar circa 100.000 vierkante meter in 2018.
Alle locaties moeten qua (onderhouds)kwaliteitsniveau in 2018 op orde zijn.
Een forse vermindering van jaarlijkse exploitatielasten, wat uiteindelijk ten goede moet komen aan het onderwijs.
Zadkine had eind 2014 nog circa 174.000 vierkante meter BVO vloeroppervlak in gebruik. Dit is niet veel minder dan eind 2013, omdat we in 2014 geen afscheid hebben genomen van eigendoms- of huurpanden. Begin 2015 is het pand aan de Eikenlaan verkocht met een gedeeltelijke terughuur. Daarnaast hebben we de huur van het pand aan Montessoriweg 14 opgezegd. Ook is er sprake van concrete onderhandelingen voor de verkoop van een drietal andere panden. Zadkine ligt hiermee op schema om de bovenstaande doelstelling rond het terugbrengen van het aantal vierkante meters BVO te realiseren. In 2014 is gestart met groot onderhoud aan het pand Marten Meesweg. Dit pand zullen we op lange termijn gebruiken voor onderwijs en stafdiensten. Daarnaast is in de loop van 2015 gestart met de uitvoering van een omvangrijk groot onderhoudsplan of verbouwing van het pand Technikon.
5.2 Klachten, bezwaar en beroep In 2015 is de werking van de klachtenprocedures van Zadkine doorgezet zoals is vastgelegd in de klachtenregeling. Het streven is nog steeds de klacht af te handelen waar deze is ontstaan. Zadkine heeft ter begeleiding de achttien klachtencoördinatoren bij de clusters toegerust om de klager te kunnen informeren, bij te staan en de procedure van klacht tot en met bezwaar te monitoren/begeleiden en te registreren. Procedures
De verantwoordelijke teamleider van de opleiding behandelt de klachten. Indien de klager zich niet kan vinden in het genomen besluit, heeft hij de mogelijkheid om gebruik te maken van een bezwaar- of beroepsprocedure. De procedures zijn beschreven in de klachtenregeling en gepubliceerd op de website van Zadkine. Bezwaar inzake examens (wettelijk vastgelegd) moeten studenten indienen bij de Examencommissie van de opleiding. Voor de overige klachten die doorlopen naar een bezwaar, kan men terecht bij de Bezwarencommissie van het Cluster. Klachten Het registreren van de klachten gebeurt in een hiervoor ontwikkeld gezamenlijk systeem, waarin alle klachtencoördinatoren en de examenadviseurs de vastgestelde waarden (gegevens) kunnen invullen. Het studiejaar 2015 hebben we gebruikt om het klachtenregistratiesysteem te evalueren en te verfijnen. Op verzoek van het management van Zadkine zijn een aantal aspecten (soorten klacht) toegevoegd om de inzage in klachten te vergroten en hierdoor mogelijke verbeterpunten sneller te kunnen inzetten. Ook veranderingen als invoering Passend Onderwijs hebben invloed op de klachtenregeling. Het systeem is ingericht op studiejaar en geeft hierdoor niet automatisch per kalenderjaar het aantal klachten weer. De aantallen voor het kalenderjaar 2015 halen we dus uit twee
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 39 van 105
studiejaren, namelijk 2014-2015 en 2015-2016. Voor het kalenderjaar 2015 zijn ongeveer 153 klachten geregistreerd. Beroepscommissie
De Beroepscommissie deelnemers Zadkine, gevormd door externen en internen, heeft in het kalenderjaar 2015 twee verzoeken tot behandeling gekregen. Beide beroepsschriften waren niet ontvankelijk voor behandeling met als reden de veel te lange termijn tussen bezwaar- en beroepsprocedure.
5.3 Klokkenluidersregeling Sinds 1 januari 2009 is voor de organisaties in het onderwijs de code Goed bestuur in de bve-sector in werking getreden. Deze code draagt de Raad van Toezicht op zorg te dragen voor een klokkenluidersregeling die het werknemers van de instelling mogelijk maakt zonder benadeling van de eigen belangen vermeende onregelmatigheden binnen de instelling kenbaar te maken. Deze regeling moet transparant en toegankelijk zijn. De Raad van Toezicht draagt zorg voor een correcte afwikkeling. Zadkine heeft in juni 2014 een nieuwe regeling vastgesteld die de eerdere regeling uit de tijd dat Zadkine geen Raad van Toezicht kende, vervangt. Het instellen van een Raad van Toezicht maakte dat er behoefte was aan een geactualiseerde versie van de klokkenluidersregeling. Naast een actualisatieslag is de regeling nog toegankelijker en transparanter gemaakt. Doel hiervan is bij te dragen aan de verbetering en zo nodig tot correctie van het eigen functioneren van de onderwijsorganisatie en daarbij de positie van de klokkenluider te beschermen. De regeling is vastgesteld door de Raad van Toezicht, goedgekeurd door de Ondernemingsraad en is te vinden op het intranet van Zadkine. In 2015 heeft één persoon gebruik gemaakt van de klokkenluidersregeling en een melding gedaan bij de klokkenluiderscommissie. Deze klacht is niet-ontvankelijk verklaard. Het ging om een juridisch geschil tussen Zadkine als werkgever en een werknemer. Deze klacht is niet in behandeling genomen, omdat de klokkenluidersregeling niet bedoeld is voor rechtspositionele aangelegenheden of klachten.
5.4 Publieke en private samenwerkingsverbanden Zadkine en het Albeda College werken nauw samen met vijf vmbo-scholen om studenten vloeiend van het vmbo naar de techniekopleidingen te laten doorstromen. Samen bieden zij enkele Vakmanschaproutes aan. CIVOM De mobiliteitsopleidingen van Zadkine en het Albeda College werken eveneens al langer samen in het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Onderhoud in Mobiliteit (CIVOM). Hiervan maken ook de Hogeschool Rotterdam, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en een groot aantal bedrijven en kennisinstellingen deel uit. Het CIVOM onderhoudt nauwe banden met werkgevers in de mobiliteitssector, houdt zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het werkveld en gebruikt deze informatie om de opleidingen en bijscholingscursussen beter af te stemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt. Ook in 2015 heeft CIVOM een duidelijke meerwaarde bewezen om samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven vorm te geven en te komen tot efficiënt en passend onderwijs. Een van de grote successen in 2015 is totstandkoming van het convenant van de programmaraad RVO tussen RET, HTM, Shunter, Stork, CIVOM en Zadkine/Albeda. Doel daarvan is meerledig: opzetten van een goede railvoertuigmonteuropleiding, vergroten van instroom en betere samenwerking onderwijs en markt.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 40 van 105
In het kalenderjaar 2015 is de ontwikkeling van CIVOM voor een laatste keer geëvalueerd door de expertcommissie in opdracht van Platform Bèta Techniek om zo de pilotfase af te ronden. Het doel van deze eindaudit was om vast te stellen in hoeverre de ambities zijn gerealiseerd en welke ontwikkeling daaraan ten grondslag heeft gelegen. Ook had de eindaudit tot doel om lessen te leren voor toekomst: voor CIVOM zelf, voor andere Centra voor innovatief vakmanschap, Centres of expertise en voor het Platform Bèta Techniek. De resultaten van de eindaudit zijn 30 september 2015 gepresenteerd. De eindvaststelling is goedgekeurd door het Platform Bèta Techniek. Samenvattend is CIVOM geslaagd in de ambitie om onderwijs en bedrijfsleven dichter bij elkaar te brengen, onder andere door meer wederzijds begrip en vertrouwen te kweken. Ook na de pilotfase ligt in de rol van verbinder en accelerator de sleutel voor het voortbestaan van CIVOM. Samenwerking techniek In de regio Zuid-Holland participeert Zadkine in het Masterplan CGO Zuid-Holland. Hierin werken vmbo en mbo samen aan goed onderwijs in de technische installatiebranche en in het consortium Werken Leren in de Procestechniek met dezelfde doelstelling op het gebied van Procestechniek. In de regio Rijnmond werken Zadkine, Albeda, STC, het Rotterdamse Havenbedrijf, Deltalinqs en de gemeente Rotterdam samen onder de naam CIV Maintenance en Procestechniek. In hetzelfde verband werken onderwijs en het bedrijfsleven samen aan de Streamopleidingen voor de scholing in de metaalbranche. Samenwerking vmbo-scholen
Ook op niet-technische onderwerpen werkt Zadkine nauw samen met diverse partijen. Zo biedt Zadkine samen met vmbo-scholen in de regio Rijnmond VM2-trajecten aan. Dit zijn verkorte vmbo-mbo-trajecten, waarbij leerlingen een mbo-diploma op niveau 2 behalen. Dit is mogelijk binnen de opleidingen Sport en Bewegen, Beveiliging, Handel en Administratie, Zorg, Techniek en Horeca. De VM2-trajecten voldoen aan de doelstelling om uitval te verminderen en meer jongeren aan een startkwalificatie te helpen. De doorstroom naar niveau 3 van het mbo blijft lastig en dat geldt ook voor het organiseren van de inhoudelijke uitwisseling tussen vmbo en mbo. In november 2012 hebben Zadkine en Carré College de Vakschool Zorg geopend in het centrum van Rotterdam. Wijkscholen In het Rotterdams Offensief werken Zadkine, Albeda, LMC, BOOR, CVO en de gemeente Rotterdam samen om overbelaste jongeren op positieve wijze te betrekken bij hun sociale en fysieke omgeving en hen terug naar school of werk te begeleiden. In 2014 heeft de gemeente Rotterdam besloten Albeda en Zadkine te vragen de wijkscholen af te bouwen, omdat gemeente en Rijk geen middelen meer voor deze faciliteiten beschikbaar stellen. De afbouw is gestart en wordt in 2016 voltooid. Veiligheidsacademie Verder is Zadkine initiator van de Veiligheidsacademie, een netwerkorganisatie die bestaat uit veel partijen uit de beveiligingsbranche. Ook participeert Zadkine in het Paars Partnerschap, een landelijk samenwerkingsverband van zeven ROC’s die zich specialiseren in het scholen van studenten van instroomopleidingen van defensie en defensiemedewerkers tijdens hun loopbaan. Associate degree Toegespitst op ambitieuze en talentvolle studenten neemt Zadkine deel aan de Rotterdam Academy (RAC). Hierin werken Zadkine, het Albeda College, de Hogeschool Rotterdam en sinds 2013 ook Hogeschool InHolland samen om studenten te laten doorgroeien naar een
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 41 van 105
associate degree op hbo-niveau. De Rotterdam Academy biedt tien verschillende opleidingen aan en heeft een aantal nieuwe opleidingen in ontwikkeling. De RAC had bij de start van het schooljaar 2014-2015 730 studenten, ten opzichte van 515 in 2013. Het aantal Zadkine-studenten in een associate degree-opleiding groeit gestaag. Overig Andere vermeldenswaardige samenwerkingsverbanden zijn de opleiding Gastheer/Gastvrouw die Zadkine samen met het Albeda College uitvoert op het stoomschip ss Rotterdam. Ook het Dutch Gemmological Institute, met opleidingstrajecten op het gebied van edelstenen, is een samenwerking waar Zadkine trots op is. De VM2-trajecten, waarbij leerlingen een gecombineerd traject vmbo-mbo niveau 2 volgen, worden landelijk en dus ook bij Zadkine afgebouwd. Een van de redenen dat VM2 is gestopt, is het feit dat leerlingen in het gecombineerde traject tussentijds geen vmbo-diploma haalden. Het VM2-traject was echter een belangrijke stimulator voor de samenwerking tussen Zadkine en het PENTA College. Deze samenwerking is in 2014 gecontinueerd op Campus Hoogvliet, maar niet meer onder de VM2-paraplu. De mbo niveau 2-opleidingen op Campus Hoogvliet worden verzorgd door een onderwijsteam dat gespecialiseerd is in deze doelgroep. Het samenwerkingsverband tussen PENTA en Zadkine gebruiken we om leerlingen een vertrouwde en veilige leeromgeving te bieden met waar mogelijk maatwerktrajecten. Dit kan verkorting van het traject betekenen. De duur van de opleiding ligt tussen de een tot twee jaar. In 2014 boden we daar de mbo 2-opleidingen voor Helpende Zorg en Welzijn, Administratie, Handel en Horeca (gastheer, gastvrouw en kok) aan.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 42 van 105
Hoofdstuk 6 Financiën
6.1 Terugblik financiële ontwikkelingen 2015
In 2015 is een resultaat behaald van € 6,0 miljoen positief. Dit is € 1,9 miljoen hoger dan het begrote resultaat van € 4,1 miljoen. Na de in 2011 en 2012 ingezette bijstellingsprogramma’s sluit Zadkine hiermee het derde achtereenvolgende jaar af met een positief resultaat.
De positieve ontwikkelingen zorgden ervoor dat per eind 2015 op alle drie de signaleringsnormen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de uitkomsten beter zijn dan de ondergrens die het ministerie hanteert.
Belangrijkste ontwikkelingen in het resultaat en liquiditeit 2015
Het resultaat van € 6,0 miljoen positief is gunstiger dan het voor 2015 begrote resultaat van € 4,1 miljoen. Deze resultaatsverbetering van € 1,9 miljoen laat zich als volgt verdelen in regulier resultaat en bijzondere items. .
0,0%
10,0%
20,0%
30,0%
40,0%
50,0%
60,0%
-20
-10
0
10
20
30
40
50
2010 2011 2012 2013 2014 2015
Eigen vermogen (in € mln) en solvabiliteit (in %)
Eigen vermogenSolvabiliteit 1Solvabiliteit 2
-14,0%
-12,0%
-10,0%
-8,0%
-6,0%
-4,0%
-2,0%
0,0%
2,0%
4,0%
6,0%
-20
-15
-10
-5
0
5
10
2010 2011 2012 2013 2014 2015
Resultaat (in € mln) en rentabiliteit (in %)
Resultaat Signaleringsgrens OCW Rentabiliteit Rentabiliteit
0,00
0,20
0,40
0,60
0,80
1,00
1,20
-20
0
20
40
60
80
100
120
2010 2011 2012 2013 2014 2015
Liquiditeit (in € mln) en current ratio (in %)
Liquide middelen Current ratio Signaleringsgrens OCW Current ratio
0,0%
0,1%
0,2%
0,3%
0,4%
0,5%
0,6%
0,7%
0,8%
0,9%
0
10
20
30
40
50
60
2010 2011 2012 2013 2014 2015
Langlopende schulden (in € mln)
Langlopende schulden Rentelast als % totale lasten
ultimo ondergrens gemiddelde
realisatie begroot 2014 OCW benchmark
mbo 2014
Solvabiliteit 1 26,5% 21,9% 18,8% n.v.t. 52,5%
Solvabiliteit 2 36,8% 34,1% 30,6% 30,0% 59,1%
Liquiditeit (current ratio) 0,91 1,00 1,06 0,50 1,40
Rentabiliteit 4,0% 2,7% 1,9% 0,0% 1,1%
Solvabiliteit 2 is Eigen Vermogen + voorzieningen als % van het balanstotaal
ultimo 2015
In € mln 2014
Realisatie Begroot Verschil Realisatie
Regulier resultaat +11,3 +6,1 +5,2 +10,3
Resultaat uit bijzondere items -5,3 -2,0 -3,3 -7,4
Totaal resultaat +6,0 +4,1 +1,9 +2,9
2015
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 43 van 105
In hoofdlijnen valt het resultaat om de volgende redenen beter uit dan begroot:
Korte toelichting op belangrijkste items met resultaatseffect in 2015:
Kwaliteitsgelden/scholing onbenut, passivering 2016 en lagere beschikking 2015
De Kwaliteitsgelden vallen in 2015 lager uit dan begroot. Doordat de planvorming niet gelijk loopt met toekenning van de budgetten, is een deel van het budget gepassiveerd en doorgeschoven naar 2016.
Passend onderwijs/KD's
Door de planvorming per schooljaar in plaats van per kalenderjaar is een deel van het budget onuitgenut.
Hogere & lagere baten Hogere baten dankzij de verhuur van het pand aan de Eikenlaan, zijinstroom, lerarenbeurs en Educatie. Lagere baten door een lagere subsidie voor schoolmaatschappelijk werkers en door voortijdig schoolverlaters.
Overige personele kosten Diverse kleine onder uitnuttingen op personele voorzieningen.
Afwaardering en verkoop panden, herstel en nieuwe huur F&H
Afwaardering Kesperstraat, herstelkosten Marconistraat, huur nieuwe locaties.
Lagere afschrijvingen huisvesting
Lagere investeringen Prins Constantijnweg en Jan Ligthartstraat door vertragingen in de renovatie en een wijziging van de huisvestingsstrategie.
Bijzondere items College van Bestuur (vavo, convenant, LB-controle en CvB-onvoorzien)
Diverse plussen en minnen bij het College van Bestuur, saldo -/- € 1,2 miljoen.
6,0
0,6 1,20,8
0,9
4,1
0,8
1,1
1,1
0,5 0,70,7
0,5
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
Belangrijkste afwijkingen resultaat 2015 (in € mln)
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 44 van 105
Rijksbijdrage, cao-verhoging, lagere pensioenpremies
Saldo extra lumpsum in verband met loonprijs, compensatie hogere loonkosten, cao-verhoging en lagere pensioenpremies.
Hogere ICT-kosten en afschrijvingen Met name door de inhuur van het helpdeskpersoneel, CSB, Omnicard en EduArte.
Hogere inzet personeel Technologie & Toepassingen, lesmateriaal en vernieuwingsprojecten
Hogere inzet personeel met name door tijdelijke uitbreiding, ziektevervanging en niet-begrote inhuur. Hogere kosten lesmateriaal en niet-begrote kosten vernieuwingsprojecten BVMT en Stream.
Diverse waaronder lagere financiële lasten, hogere kosten personeel AO
Onder andere hogere kosten door de personele inzet voor de administratieve organisatie van de administratieve organisatie, hogere baten pro rata btw en de afrekening GWE Campus Hoogvliet.
Balans per ultimo 2015 Het balanstotaal 2015 is met € 6,4 miljoen gedaald ten opzichte van 2014.
De materiële vaste activa dalen met € 2,5 miljoen. Deze daling is een saldo van afschrijvingen ad -/- € 8,6 miljoen, desinvesteringen ad -/- 9,8 miljoen en investeringen van + € 15,9 miljoen. De belangrijkste desinvestering in 2015 was de verkoop van het pand aan de Eikenlaan. De financiële vaste activa stijgen met € 0,8 miljoen. Deze uitstaande gelden betreffen een waarborgsom die in 2015 bij de notaris in depot is geplaatst vanwege het verschaffen van zekerheid aan de BNG Bank. Dit naar aanleiding van het overnemen van de lening van de koper van het pand aan de Eikenlaan. De liquide middelen dalen met € 2,8 miljoen. Deze daling is een saldo van de kasstroom uit operationele activiteiten (+ € 13,5 miljoen, met name resultaat en afschrijvingen), investeringsactiviteiten (- € 5,6 miljoen), financieringsactiviteiten (- € 10,7 miljoen, aflossing door verkoop Eikenlaan). De overige vlottende activa dalen met € 1,7 miljoen. Dit kunnen we met name verklaren door de daling van de vooruitbetaalde kosten met betrekking tot het project Gastouder.
ActivaUltimo
2015
Ultimo
2014 PassivaUltimo
2015
Ultimo
2014
in mln € in mln €
Materiële vaste activa 63,4 65,9 Eigen Vermogen 25,1 19,1
Financiële vaste activa 0,8 0,0
Totaal vaste activa 64,2 65,9 Voorzieningen 9,8 12,0
Voorraden 0,3 0,3 Langlopende schulden 26,2 36,9
Vorderingen 7,8 9,5
Liquide middelen 22,6 25,4 Kortlopende schulden 33,8 33,2
Totaal vlottende activa 30,7 35,2
Totaal activa 94,8 101,2 Totaal activa 94,8 101,2
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 45 van 105
Het eigen vermogen stijgt met € 6,0 miljoen door het positieve resultaat van 2015. De voorzieningen lopen terug door onttrekking aan deze voorzieningen terwijl aanvullende dotaties in beperkte mate nodig waren. De langlopende schulden dalen met € 10,7 miljoen sterk door de afwikkeling van de lening op het pand aan de Eikenlaan: de onderliggende lening (€ 8,3 miljoen) bij BNG Bank is overgegaan op de koper. Daarnaast kunnen we de daling verklaren door reguliere aflossingen in 2015 op de leningen bij de staat of het ministerie van Financiën. De kortlopende schulden stijgen met € 0,6, veroorzaakt door het saldo van diverse effecten waaronder het passiveren van de kwaliteits- en convenantgelden Liquiditeit
De liquiditeit eind 2015 is € 22,6 miljoen. Begroot tot en met december 2015 is € 10,1 miljoen. De afwijking tussen realisatie en begroting van € 12,5 miljoen komt door: Beginsaldo liquide middelen 2015 + € 7,8 miljoen
Kasstroom uit operationele activiteiten + € 6,1 miljoen
Kasstroom uit investeringsactiviteiten + € 16,5 miljoen
Kasstroom uit financieringsactiviteiten - € 18,0 miljoen
De afwijking tussen realisatie en begroting + € 12,5 miljoen Beginsaldo liquide middelen Hoger beginsaldo liquiditeit t.o.v. de begroting ad. € 7,8 miljoen, waarvan € 4,3 miljoen vooruit ontvangen salarismix leraren 2015. Kasstroom uit operationele activiteiten De realisatie van de totale kasstroom uit operationele activiteiten is € 6,1 miljoen hoger dan begroot, waarvan € 1,9 miljoen toe te rekenen is aan een hoger resultaat over 2015 dan begroot en € 2,2 miljoen aan lagere onttrekkingen personele voorzieningen. De onttrekking
Realisatie Begroting Verschil
2015 2015 2015
Liquide middelen in € mln december december R vs B
Kasstroom uit operationele activiteiten
Resultaat 6,0 4,1 1,9
Afschrijvingen 8,6 8,3 0,3
Dotatie personele voorzieningen 1,2 0,9 0,3
Onttrekkingen personele voorzieningen -3,4 -5,6 2,2
Overige mutaties werkkapitaal 1,5 0,1 1,4
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 13,9 7,8 6,1
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen -15,9 -23,2 7,3
Desinvesteringen 9,8 0,6 9,2
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -6,1 -22,6 16,5
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Opname lening - 10,0 -10,0
Aflossing lening -10,7 -2,7 -8,0
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -10,7 7,3 -18,0
Mutatie liquide middelen -2,9 -7,5 4,6
Beginsaldo liquide middelen 25,4 17,6 7,8
Mutatie l iquide middelen -2,9 -7,5 4,6
Eindsaldo liquide middelen 22,6 10,1 12,5
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 46 van 105
personele voorziening is onder andere lager dan begroot omdat de onttrekking van de regeling voor vervroegde uittreding (RVU) niet heeft plaatsgevonden. Kasstroom uit (des)investeringsactiviteiten De omvang van de investeringsuitgaven is in 2015 lager dan begroot. Dit kunnen we met name verklaren door een vertraging in de verbouwing van Technikon. De realisatie van de desinvesteringen is € 9,8 miljoen hoger dan begroot, waarvan € 8,3 miljoen de verkoop van de Eikenlaan betreft. Deze verkoop was in december 2014 begroot en is in januari 2015 gerealiseerd. Daarnaast is eind 2015 het pand Vork/Sikkel/Ploegstraat verkocht. Deze verkoop was niet begroot. Kasstroom uit financieringsactiviteiten In 2015 is € 8,3 miljoen meer afgelost dan begroot. Dit betreft de hierboven reeds genoemde verkoop van het pand Eikenlaan, die was begroot in december 2014, maar uiteindelijk in januari 2015 heeft plaatsgevonden. De BNG-lening op dit pand is overgenomen door de koper. Daarnaast heeft de begrote opname lening van € 10 miljoen in 2015 niet plaatsgevonden. Vanwege enige vertraging in het investeringsprogramma Technikon neemt Zadkine deze lening op zijn vroegst in 2016 op.
6.2 Vooruit financiële ontwikkelingen: continuïteitsparagraaf In 2012 heeft Zadkine een plan opgesteld dat was gericht op herstel van de financiële positie van Zadkine. Dit naar aanleiding van de verslechtering van onze financiële situatie in het tijdvak 2008 t/m 2012. Door een set aan maatregelen is deze ontwikkeling ten goede gekeerd, hebben de jaren 2013 t/m 2015 positieve exploitatieresultaten getoond en is de solvabiliteit verbeterd. De financiële meerjarenraming speelt daarbij een belangrijke rol. Zadkine stelt deze jaarlijks op als onderdeel van het begrotingsproces. Gegeven de diverse ontwikkelingen, zowel binnen als buiten Zadkine, het streven naar een blijvende gezonde exploitatierekening en het streven naar verdere verbetering van de financiële positie, hebben we diverse maatregelen uitgewerkt. In deze paragraaf beschrijven we dit financiële meerjarenperspectief en de daarbij geïdentificeerde belangrijkste ontwikkelingen en maatregelen.
6.2.1 Uitkomsten en conclusies financiële meerjarenraming
De financiële meerjarenraming 2015 t/m 2020 toont een verder herstel van de financiële posities:
Positief exploitatieresultaat voor de jaren 2015 t/m 2020;
Stijging van de solvabiliteit;
Positieve liquide middelen, gebruik van de rekening-courantfaciliteit niet nodig;
Opname van lening en aansluitende aflossing daarvan.
De financiële meerjarenraming toont de volgende ontwikkelingen van de baten en lasten: De rijksbijdrage daalt in de periode 2016 t/m 2020 met € 13,7 miljoen: van € 138,3
miljoen naar € 124,6 miljoen. Dit komt met name door nadelige financiële effecten door invoering Focus op Vakmanschap, de OCW-macrodoelmatigheidskorting en marktaandeelverlies.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 47 van 105
Indien de leerlingaantallen verder dalen dan de geraamde 16.100 loopt deze daling verder op.
Door de uitvoering van het Strategisch huisvestingsplan: dalen de huisvestingslasten van € 15,2 miljoen in 2016 naar € 9,7 miljoen in
2020. nemen de afschrijvingslasten op gebouwen aanvankelijk toe van € 4,9 miljoen in
2016 naar € 6,6 miljoen in 2017 om daarna geleidelijk te dalen naar € 4,6 miljoen in 2020.
Door de ICT-investeringen stijgen de afschrijvingen van € 4,3 miljoen in 2016 naar € 5,4 miljoen in 2019, om in 2020 iets terug te lopen naar € 5,1 miljoen.
De volgende kostenreductieprogramma’s zijn in de meerjarenraming verwerkt: Daling van de personele kosten in 2017 met € 8,0 miljoen. Dit is 120 wtf
uitgaande van een gemiddelde personeelslast (GPL) van k€ 67. Daling van de overige materiële lasten in 2017 met k€ 0,7 miljoen en een
aansluitende jaarlijkse daling van € 0,2 in elk van de jaren 2018, 2019 en 2020. Dit leidt tot de volgende financiële posities: Bij volledige realisatie van bovengenoemde kostenreducties voorzien we een
exploitatieresultaat in 2017 dat nog net positief blijft, te weten € 0,2 miljoen. De jaren daarna verbetert het exploitatieresultaat richting € 3,5 miljoen, met name door lagere huisvestingslasten.
Solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorzieningen / balanstotaal) daalt in 2016 en 2017 door de opname van de externe financiering met in totaal € 19,8 miljoen. In 2017 komt solvabiliteit 2 exact uit op de signaleringsgrens van 30 procent. Na 2017 verbetert de solvabiliteit door positieve exploitatieresultaten en daling van het balanstotaal ten gevolge van de aflossing op langlopende leningen.
De lagere exploitatieresultaten en het hogere ICT-investeringsprogramma zijn de belangrijkste verklaring voor de lagere liquiditeit dan voorzien in de meerjarenraming van december 2014.
in € mln 2020 t.o.v. 2016
a) Marktaandeelverlies -3,0
b) Focus op vakmanschap (effect FoV in totaal - 5,0 mln) -3,4
c) Korting Macrodoelmatigheid -4,1
d) Kwaliteitsafspraken -1,1
e) Onbenutte deel '15 eenmalig doorgeschoven naar '16 -2,4
f) Overige bijstellingen 0,3
Totaal -13,7
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 48 van 105
6.2.2 Ontwikkeling balans en exploitatierekening
De balans en exploitatierekening tonen de volgende verwachte ontwikkeling:
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
in %
in €
mln
Ontwikkeling Eigen Vermogen+voorzieningen en solvabiliteit 2
Eigen vermogen+voorzieningen MJP december 2014 Eigen vermogen+voorzieningen MJP februari 2016
Solvabiliteit 2 MJP december 2014 Solvabiliteit 2 MJP februari 2016
-30
-20
-10
0
10
20
30
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
in €
mln
Ontwikkeling liquide middelen
Liquide middelen MJP december 2014 Liquide middelen MJP februari 2016 RC-faciliteit Schatkist
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
in €
mln
Ontwikkeling restschuld externe financiering
Restschuld externe financiering MJP december 2014 Restschuld externe financiering MJP februari 2016
-2%
-1%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
0
1
2
3
4
5
6
7
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
in %
in €
mln
Ontwikkeling resultaat en rentabiliteit
Resultaat MJP december 2014 Resultaat MJP februari 2016
Rentabiliteit MJP december 2014 Rentabiliteit MJP februari 2016
in € mln realisatie realisatie prognose raming raming raming raming
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
MVA: gebouwen & terreinen 65,9 64,2 85,8 91,2 83,8 79,3 76,5
MVA: inventaris & apparatuur 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Totaal Vaste Activa 65,9 64,2 85,8 91,2 83,8 79,3 76,5
Voorraden 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
Vorderingen 9,5 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8
Liquide middelen 25,4 22,6 15,1 9,8 15,3 18,7 20,7
Totaal vlottende activa 35,2 30,7 23,2 17,9 23,4 26,8 28,8
Totaal activa 101,2 94,8 108,9 109,1 107,2 106,1 105,3
Eigen Vermogen 19,1 25,1 26,1 26,3 29,4 32,9 36,4
Voorzieningen 12,0 9,8 7,9 6,4 5,0 4,1 3,5
Langlopende schulden 36,9 26,2 38,3 39,9 36,2 32,5 28,8
Kortlopende schulden 33,2 33,8 36,8 36,8 36,8 36,8 36,8
opgenomen rc-faciliteit 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
kortlopende deel langlopende leningen 3,0 2,7 2,7 2,7 2,7 2,7 2,7
schuld inzake ESF 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
overige kortlopende schulden 30,2 31,1 34,1 34,1 34,1 34,1 34,1
Afrondingsverschil balans -0,1 -0,2 -0,2 -0,1 -0,1 -0,1
Totaal passiva 101,2 94,8 108,9 109,1 107,2 106,1 105,3
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 49 van 105
6.2.3 Uitgangspunten financiële meerjarenraming
De financiële meerjarenraming is gebaseerd op een scala aan uitgangspunten. Uiteraard geldt voor ieder uitgangspunt dat er in meer of mindere mate sprake is van onzekerheden. Door deel te nemen aan onder meer overleggen van de MBO Raad, overleg met collega instellingen (Albeda in het bijzonder), een goede interne afstemming en het vroegtijdig (proberen te) benoemen van bijsturingsmaatregelen, trachten we zo snel en goed mogelijk relevante zaken scherp te krijgen. Zo kunnen we zaken verwerken in de financiële meerjarenraming.
Rijksbijdrage De rijksbijdrage daalt in de periode 2016 t/m 2020 met € 13,7 miljoen van € 138,3 miljoen naar € 124,6 miljoen.
De daling van het aantal ongewogen leerlingen naar 16.100 per schooljaar 2015/2016 leidt tot een marktaandeelverlies van € 2,4 miljoen per 2017, oplopend naar € 3,0 miljoen per 2020 (incl. diplomabekostiging).
Geen verdere daling van het marktaandeel na schooljaar 2015/2016 en verder.
Ten opzichte van 2015 een daling van de rijksbijdrage door: a) Focus op Vakmanschap, verkorting van vier naar drie jaar, effect € 7,6 miljoen lager dan in 2015.
in € mln realisatie realisatie prognose raming raming raming raming2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
BATEN - Lumpsum MBO 111,0 120,6 114,7 109,5 107,6 105,3 104,0 - Kwaliteitsafspraken (investering) 5,6 6,0 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 - Kwaliteitsafspraken (excellentie) 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 - Kwaliteitsafspraken (resultaat) 0,0 0,0 4,2 3,2 3,2 3,2 3,2 - Doorschuiven kwaliteitsafspraken -2,4 2,4 0,0 0,0 0,0 0,0 - Verlaging convenantsgelden -1,0 -0,5 -0,5 -0,5 -0,5 -0,5 - LGF (passend onderwijs) 0,7 1,3 1,4 1,6 1,7 1,9 1,9 - overige 10,2 9,6 9,8 9,8 9,8 9,8 9,9Totaal Rijksbijdrage MBO 127,5 134,8 138,3 129,7 128,0 125,9 124,6Totaal Rijksbijdrage VAVO 5,8 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4
Overige overheidsbijdragen 6,1 9,5 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4
Opbrengst werk voor derden 3,4 2,9 2,7 2,7 2,7 2,7 2,7
Overige baten (incl. collegegelden) 5,6 3,6 3,2 3,1 3,0 2,9 2,9Totaal baten 148,3 154,2 150,9 142,3 140,5 138,2 137,0
Personele lasten - in loondienst 86,2 92,0 95,6 91,7 91,7 91,7 91,7 - niet in loondienst 4,0 6,5 6,4 2,2 2,2 2,2 2,2 - Personeel a.g.v. doorschuiven kwaliteitsgelden 1,2 - dotaties/vrijval reguliere voorzieningen 1,5 1,1 0,9 0,9 0,8 0,8 0,8 - opleidingskosten 1,3 1,9 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 - overige personele lasten 1,7 -0,1 2,2 2,2 2,2 2,2 2,2Totale personele lasten 94,7 101,5 108,1 98,8 98,8 98,8 98,8Afschrijvingen 10,4 7,9 9,2 11,7 11,2 10,7 9,7 - gebouwen & terreinen 8,3 5,2 4,9 6,6 5,8 5,3 4,6 - apparatuur & inventaris 2,1 2,7 4,3 5,1 5,3 5,4 5,1Huisvestingslasten 16,3 15,6 15,2 15,0 11,3 9,7 9,7Overige materiële lasten 18,2 17,2 16,1 15,4 15,2 15,0 14,8
Totaal lasten 139,6 142,4 148,6 140,9 136,4 134,2 133,0
Saldo baten en lasten 8,7 11,8 2,3 1,4 4,0 4,1 4,0
Financiële baten en lasten -0,9 -0,5 -0,4 -0,7 -0,6 -0,6 -0,5
A. Resultaat EXCL. bijzondere items 7,8 11,3 1,9 0,7 3,4 3,5 3,5
B. Resultaat bijzondere items -4,9 -5,3 -1,0 -0,5 -0,3 0,0 0,0
Resultaat INCL. bijzondere items 2,9 6,0 0,9 0,2 3,1 3,5 3,5
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 50 van 105
b) Kortingen OCW-budget voor ROC’s, met name voor macrodoelmatigheid, effect € 5,3 miljoen lager dan in 2015.
Loon-/prijscompensatie € 1,5 miljoen met betrekking tot 2015 en € 1,8 miljoen met betrekking tot 2016 vanwege de cao. Daar staan hogere loonkosten tegenover.
Kwaliteitsafspraken:
Investeringsdeel: constant gehouden op niveau 2016 ad € 5,4 miljoen.
Excellentie: constant gehouden op niveau 2016 ad € 0,8 miljoen.
Resultaatsafhankelijk: conform verwachting MBO Raad voor 50 procent op vast gehouden. a) Voor het resterende deel een score van 50 procent aangehouden. Daardoor 75
procent van de middelen van 2015 (namelijk € 3,2 miljoen versus € 4,2 miljoen). b) Het onbenutte deel 2015 ad € 2,4 miljoen doorgeschoven naar 2016. Volledige
uitnutting verondersteld waarbij we 50 procent ter dekking voorzien van reeds begrote kosten voor 2016.
c) Geen marktaandeelverlies bij de overige onderdelen van de rijksbijdrage. Dit leidt tot de volgende raming van de rijksbijdrage mbo:
Rijksbijdrage vavo
Rijksbijdrage MBO realisatie realisatie prognose raming raming raming raming
in € mln 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
A. Lumpsum (excl. wachtgeld) 108,172 118,035 120,100 120,100 120,100 120,100 120,100
- Vertrekniveau 2015 116,440 116,800 116,800 116,800 116,800 116,800
- Aansluitingsverschil 0,095
- Loon-/prijscompensatie 2015 1,500 1,500 1,500 1,500 1,500 1,500
- Loon-/prijscompensatie 2016 1,800 1,800 1,800 1,800 1,800
B. Aanpassingen Focus op Vakmanschap (FoV) 2,800 2,515 -1,470 -2,654 -3,739 -5,124 -5,124
- Herverdeeleffecten FoV -4,924 -4,924 -4,924 -4,924 -4,924 -4,924
- Overbruggingsregeling FoV 3,939 2,954 1,970 0,985 0,000 0,000
- Netto effect overbruggingsregeling FoV -0,985 -1,970 -2,954 -3,939 -4,924 -4,924
- Intensivering FoV 3,800 5,200 5,200 5,200 5,200 5,200 5,200
- Verkorting FoV -1,000 -1,700 -4,700 -4,900 -5,000 -5,400 -5,400
C. Aanpassingen Makrokader OCW 0,000 0,000 -2,223 -3,823 -4,535 -4,943 -5,644
- Minder deelnemers mbo-sector -1,000 -1,000 -1,000 -1,000 -1,000
- Bijdrage ROC Leiden -0,440 -0,367 -0,367
- Overige kortingen Rijk -0,700
- Incidentele ophoging Nationaal Onderwijs Akkoord 0,400
- Incidentele taakstelling -0,483
- Taakstelling Macrodoelmatigheid -2,000 -2,700 -3,400 -4,100
- Invoering OV-kaart 18- -0,982 -1,008 -1,013 -1,016
- Compensatie invoering OV-kaart 18- 0,526 0,540 0,543 0,544
- Oploop taakstelling lumpsum lenteakkoord -0,072 -0,073
D. Mutatie a.g.v. ontwikkeling deelnemersaantallen 0,000 0,000 -1,700 -4,100 -4,200 -4,700 -5,300
- Lagere deelnemersaantallen 2014 met effect op bekostiging 2016 -1,700 -1,700 -1,700 -2,100 -2,100
- Lagere deelnemersaantallen 2015 met effect op bekostiging 2017 -2,400 -2,400 -2,400 -3,000
- Lagere deelnemersaantallen 2016 met effect op bekostiging 2018 -0,100 -0,100 -0,100
- Lagere deelnemersaantallen 2017 met effect op bekostiging 2019 -0,100 -0,100
- Lagere deelnemersaantallen 2018 met effect op bekostiging 2020 0,000
E. Lumpsum MBO (A t/m D) 111,0 120,6 114,7 109,5 107,6 105,3 104,0
E1. Kwaliteitsafspraken (investeringsbudget) 5,607 5,997 5,400 5,400 5,400 5,400 5,400
E2. Kwaliteitsafspraken (excellentie) 0,840 0,800 0,800 0,800 0,800 0,800
E3. Kwaliteitsafspraken (resultaatafhankelijk budget) 0,000 0,000 4,200 3,150 3,150 3,150 3,150
E4. Kwaliteitsgelden: doorschuiven onbenutte deel -2,427 2,427
- Passend onderwijs 1,868 1,868 1,868 1,868 1,868 1,868
- Overbruggingsregeling passend onderwijs -0,596 -0,447 -0,298 -0,149 0,000 0,000
F. Passend onderwijs 0,651 1,272 1,421 1,570 1,719 1,868 1,868
Plusvoorzieningen overbelaste jongeren 1,200 1,200 1,200 1,200 1,200 1,200 1,200
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo 0,456 0,503 0,500 0,500 0,500 0,500 0,500
Salarismix Randstadregio's (convenant Leerkracht) 4,302 4,315 4,300 4,300 4,300 4,300 4,300
Risico verlaging salarismix Randstadregio's -1,000 -0,500 -0,500 -0,500 -0,500 -0,500
Overig (school ex / lerarenbeurs/zij instroom) 0,296 0,880 0,100
Wachtgeld (zit in lumpsum) 3,975 3,866 3,800 3,800 3,800 3,800 3,800
G.Overige 10,229 9,764 9,300 9,300 9,300 9,300 9,400
Totaal OCW 1e geldstroom 127,5 136,0 138,3 129,7 128,0 125,9 124,6
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 51 van 105
Het leerlingvolume van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is constant verondersteld. De rijksbijdrage is daardoor constant gehouden op het Zadkine-aandeel van € 3,4 miljoen (60% van de totale rijksbijdrage vavo). Personele kosten en personele voorzieningen De personele bezetting daalt in 2017 met 120 wtf.
We voorzien geen reorganisatiekosten. Uitgangspunt is dat we deze reductie opvangen met natuurlijk verloop (pensionering en ontslag op eigen verzoek) en door verlaging van de flexibele schil.
We nemen geen stijging van de gemiddelde personeelslast (GPL) mee omdat we toegroeien naar OCW-normen LB/LC/LD. De raming is dat deze hogere loonkosten wegvallen door de lagere loonkosten als gevolg van een verjonging van het personeelbestand vanwege de uitstroom grijze golf.
Investeringsprogramma
Voor het tijdvak 2015-2020 houdt Zadkine een investeringsprogramma aan van € 81,5 miljoen.
Afschrijvingen & huisvestingskosten
Gebaseerd op Strategisch huisvestingsplan (met name Technikon) en opgave ICT. Financieringsprogramma 2016: opname lening ad € 14,8 miljoen, 2017: opname lening ad € 5 miljoen. Looptijd
twintig jaar.
Overig
In 2015 is besloten dochteronderneming Zadkine Contract Activiteiten BV op te heffen en te
liquideren in 2016. Deze beeindiging zal naar verwachting niet tot resultaateffecten leiden .
Ook is in 2015 besloten de 50% deelneming Cooperatief Rotterdams Offensief U.A. op te
heffen en te liquideren. Naar verwachting zal hier in 2016 nog een nader te bepalen batig
saldo uit voortvloeien welke niet is meegenomen in de meerjarenraming.
Baten die voortkomen uit derde geldstromen (o.a. detachering, verhuur en maatwerk) lagen
in 2015 wat lager dan in 2014 als gevolg van het beeindigen van een aantal
verhuurcontracten en maatwerkcontracten. Voor derde geldstromen worden geen bijzondere
wijzigingen voorzien en zullen daarmee naar verwachting voor de toekomstige jaren in lijn
liggen met 2015.
Investeringen (in € mln) 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal
a. Huisvesting 9,8 21,6 11,7 1,3 1,1 1,1 46,4
b. Huisvesting: 10% risico 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
b. ICT & Informatiemanagement 6,4 5,8 3,5 1,5 4,1 4,9 26,2
c. Onderwijsclusters 0,5 3,4 2,0 1,0 1,0 1,0 8,9
Totaal 16,7 30,8 17,1 3,8 6,2 6,9 81,5
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 52 van 105
kk 6.2.4 Ratio’s
De meerjarenraming leidt tot de volgende ratio’s:
6.3 Risicobeheersing en governance
Uitwerken en monitoren gemaakte afspraken
Het financiële meerjarenbeleid van Zadkine is op drie centrale uitgangspunten gebaseerd,
namelijk op:
realisatie realisatie prognose raming raming raming raming
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020Personele bezetting ultimo
OP 745 824 833 767 767 767 767
BOBP 155 164 155 143 143 143 143
AOBP 468 508 526 485 484 484 484
MOBP 12 12 12 11 11 11 11
Totaal 1.380 1.507 1.526 1.406 1.406 1.406 1.406
MBO 1.299 1.426 1.464 1.344 1.343 1.343 1.343
VAVO (60% Zadkine) 43 43 42 42 42 42 42
Educatie 38 38 20 20 20 20 20
Totaal 1.380 1.507 1.526 1.406 1.406 1.406 1.406
Personele bezetting
OP+BOBP 65,2% 65,5% 64,7% 64,7% 64,8% 64,8% 64,8%
AOBP+MOBP 33,9% 33,7% 34,5% 34,5% 34,5% 34,5% 34,5%
Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Deelnemers
BOL 14.129 13.830 13.830 13.830 13.830 13.830 13.830
BBL 2.256 2.230 2.230 2.230 2.230 2.230 2.230
DTBOL 123 26 13 0 0 0 0
Aantal deelnemers 16.508 16.086 16.073 16.060 16.060 16.060 16.060
Aantal gewogen deelnemers 15.031 14.678 14.678 14.678 14.678 14.678 14.678
Gewogen deelnemers MBO per fte MBO 11,6 10,3 10,0 10,9 10,9 10,9 10,9
Aantal ongewogen deelnemers per fte OP 22,1 19,5 19,3 20,9 20,9 20,9 20,9
Rijksbijdrage mbo per gewogen deelnemer mbo *1) 8.480 9.265 9.419 8.839 8.720 8.574 8.492
Rijksbijdrage mbo (totaal) per fte mbo *1) 98.121 95.355 94.458 96.566 95.287 93.691 92.796
GPL *2) 65.365 65.397 66.833 66.838 66.852 66.852 66.852
*1) totaal van de Rijksbiijdrage, niet alleen het lumpsum-deel
*2) GPL = loonkosten personeel in loondienst & inhuur/aantal wtf
Samenstelling lasten (incl. rente, excl. bijzondere posten 2014)
Personele kosten 67,4% 70,7% 72,5% 69,8% 72,1% 73,3% 73,9%
Afschrijvingslasten 7,4% 6,0% 6,2% 8,2% 8,1% 7,9% 7,3%
Huisvestingslasten 11,6% 10,5% 10,2% 10,6% 8,2% 7,2% 7,3%
Overige materiële lasten 13,6% 12,7% 11,1% 11,4% 11,6% 11,5% 11,5%
Totale lasten 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Huisvesting (exclusief kosten clusters)
Aantal m2 (gemiddeld) 173.483 147.948 150.456 141.224 120.833 103.091 103.091
Aantal m2 per gewogen deelnemer 11,5 10,1 10,3 9,6 8,2 7,0 7,0
Aantal m2 per fte 125,7 98,1 98,6 100,5 86,0 73,3 73,3
Huisvestingslasten per gewogen deelnemer *3) 1.552 1.343 1.370 1.475 1.170 1.034 982
*3) Huisvestinglasten is de som van huisvestingslasten, afschrijvingslasten gebouwen en rentelasten leningen
Financiële positie
Solvabiliteit 1 18,9% 26,5% 23,9% 24,1% 27,4% 31,0% 34,5%
Solvabiliteit 2 30,7% 36,8% 31,2% 30,0% 32,1% 34,9% 37,9%
Current ratio 1,1 0,9 0,6 0,5 0,6 0,7 0,8
Rentabiliteit 2,0% 4,0% 0,6% 0,1% 2,2% 2,5% 2,5%
Eigen vermogen 19,1 25,1 26,1 26,3 29,4 32,9 36,4
Eigen vermogen + voorzieningen 31,1 34,9 34,0 32,7 34,4 37,0 39,9
Liquide middelen 25,4 22,6 15,1 9,8 15,3 18,7 20,7
Externe financiering (langlopend) 39,9 28,9 41,0 42,6 38,9 35,2 31,5
Resultaat 2,9 6,0 0,9 0,2 3,1 3,5 3,5
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 53 van 105
de door Zadkine geformuleerde strategie zoals in dit Geïntegreerd Jaardocument is
beschreven;
de afspraken die per eind 2012 zijn gemaakt met het ministerie van Financiën en het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij het aangaan van de langlopende
financieringen met het Rijk;
een conservatieve benadering van baten en lasten.
Het voor 2016 opgenomen resultaat in het herstelplan vormde het doel waarop de begroting
2016 uit moest komen en was richtinggevend voor het begrotingsproces. Als gevolg van de
realisatiegegevens van 2014 en 2015 zijn de doelen voor 2016 gewijzigd. Dit is verwerkt in
de vorige alinea beschreven actualisatie van de financiële meerjarenraming
De strategie met betrekking tot huisvesting hebben we besproken met de Raad van toezicht,
de Ondernemingsraad en de clusterdirecteuren en servicehoofden. De inzichten daaruit zijn
integraal in de meerjarenraming verwerkt.
De afspraken uit de begroting zijn vertaald naar de managementcontracten tussen het
College van Bestuur en clusterdirecteuren, respectievelijk hoofden van de services. Deze
afspraken zijn op hun beurt leidend voor de werkafspraken met de teamleiders en
teamleden. De voortgang van de managementcontracten worden drie keer per jaar door het
College van Bestuur en de betreffende directeur, of hoofd van dienst besproken. Dit kan
leiden tot een bijstelling in de uitvoering of de gemaakte afspraken.
De behaalde financiële resultaten koppelen we aan het daartoe ontwikkelde dashboard met
kritische procesindicatoren (kpi’s). De ontwikkeling van dit managementinformatiesysteem
heeft in 2015 een grote vlucht genomen. Inmiddels is een belangrijk deel van de
managementinformatie via het dashboard beschikbaar. Dit is een belangrijk instrument om
activiteiten tijdig bij te kunnen sturen.
Periodiek bespreekt het directieteam een element uit de scorecard.
De financiële rapportages worden maandelijks verzonden naar het College van Bestuur, het
directieteam, de Ondernemingsraad en de commissie Audit & Control RvT. Periodiek worden
deze rapportages in deze overleggen gepresenteerd en besproken.
Het gehele proces van financiële meerjarenraming, begroting, managementcontracten,
maandrapportages, et cetera, is vastgelegd in een door Zadkine uitgewerkte PDCA-cyclus
(Plan-Do-Check-Act). Deze PDCA-cyclus is de basis waarop processen als
maandrapportage, begroting en jaarafsluiting zijn gebaseerd.
Risico-inventarisatie
Gebeurtenissen die een negatief effect kunnen hebben op het behalen van de doelstellingen
beschouwen we als risico`s. Deze risico’s hebben impliciet en expliciet de aandacht van
Zadkine. In expliciete vorm is dit onder andere zichtbaar in: - het gebruik van jaarlijkse zelfevaluaties op teamniveau;
- de opvolging van aandachtspunten die voortvloeien uit de managementletter van de
externe accountant;
- de eerder genoemde analyses van de dashboards, en
- de continue monitoring van veranderende wet- en regelgeving en de impact daarvan
op de organisatie.
Ook het uitvoeren van audits op zowel de kwaliteit van het onderwijs als op de
bedrijfsvoering draagt bij aan de inzichten in welke mate Zadkine risico`s heeft beheerst. De
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 54 van 105
directeuren zijn daarnaast verplicht een risicoparagraaf op te nemen in hun clusterplan.
Impliciet komen de risicobeheeractiviteiten terug in functiescheidingen, autorisaties,
procedures, rapportages en overige interne controlemaatregelen.
Om de aandacht voor risico`s verder te verbeteren, is Zadkine in 2013 gestart met het
opzetten van een systeem om te komen tot risico-inventarisatie en bewaking op strategisch,
tactisch en operationeel niveau. In 2015 hebben we hierop doorgepakt. Een voorbeeld
hiervan is de intensivering van de afdeling Audit & Control met extra capaciteit (1 wtf) en een
interne auditpool. Audit & Control heeft stappen gezet om de beheerskwaliteit te bewaken door na te denken
over lagen van beheersing binnen de organisatie: De eerste laag: management, verantwoordelijk voor de eigen processen;
De tweede laag: risicomanagement en kwaliteitsborging, ondersteunend aan het
management;
Derde laag: de interne audit, verantwoordelijk voor het vormen van een mening
over de algehele beheersing vanuit een objectieve en onafhankelijke positie.
Audit & Control voert samen met interne en externe professionals gevraagd en ongevraagd
audits uit op de onderdelen onderwijs, examinering en bedrijfsvoering om zo het
management te voorzien van stuurinformatie en bij te dragen aan een continu lerende
organisatie.
De auditpool is een verzameling van getrainde medewerkers vanuit de verschillende clusters
die worden ingezet voor het uitvoeren van audits. Audits worden uitgevoerd onder regie van
Audit & Control. Een auditteam bestaat uit minimaal twee personen van wie één de rol van
senior vervult. De senior is verantwoordelijk voor het starten en adequaat afronden van een
audit.
Zadkine onderkent de volgende belangrijkste risico’s:
Onvoorziene wijzigingen in de rijksbekostiging bovenop Focus op Vakmanschap en de
snelheid waarmee we hierop kunnen inspelen (kosten zijn veelal vast en pas op termijn
beïnvloedbaar).
Beeldvorming in de pers of social media door incidenten, ontwikkelingen bij Zadkine of
in de samenleving die door kunnen werken op de instroom van leerlingen.
Daling van de studentenaantallen, wat leidt tot een dalende rijksbijdrage.
Macro-economische en politieke ontwikkelingen met gevolgen voor de begroting van
het Rijk en daarmee voor de bekostiging voor het mbo in het algemeen en Zadkine in
het bijzonder.
Waardering van vastgoed, afstoten van panden, opzeggen van huurcontracten in het
kader van de meerjarenhuisvestingsstrategie, met name vanwege de daarmee
samenhangende financiële effecten.
Benodigde investeringen in huisvesting en ICT die hoger uitvallen dan voorzien.
Benodigde reductie van personeel die tegen hogere kosten plaatsvindt dan geraamd,
of moeilijk haalbaar blijkt te zijn onder andere door kwalitatieve frictie.
Niet-tijdige signalering van uitstroom van het personeel en/of noodzakelijke
uitstroomkosten.
Besparingsmaatregelen vanaf 2016 (mitigerende maatregelen) die we onvoldoende
kunnen invullen.
Stijging van lonen en salarissen, sociale premies, pensioenlasten en materiële
uitgaven die onvoldoende worden gecompenseerd door loon-/prijscompensatie van het
Rijk.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 55 van 105
Eventuele sterkere bijstelling van de convenantsgelden. Governance
Bestuur en toezicht zijn bij Zadkine gescheiden. Het College van Bestuur (CvB) is het bevoegd gezag van Zadkine en de Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op de wijze waarop het College van Bestuur het ROC bestuurt. Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht werken binnen de governancecode zoals die door de BVE-sector is opgesteld.Vanuit het perspectief van het niet doorgaand van de brede samenwerking met Albeda én de ambitie van Zadkine voor de komende jaren, is besloten tot een uitbreiding van van het CvB naar 3 leden. In 2015 is de statutair directeur, de heer H. Slagt, benoemd tot lid CvB. In 2015 is het tweede lid van het College van Bestuur benoemd. In 2016 staat de aanstelling van een derde lid gepland.
Voor de verslaglegging over 2015 hebben we gebruikgemaakt van de checklist van de MBO
Raad die is opgebouwd naar de elementen van de code Goed bestuur in de bve-sector en
de overige governance-elementen in de regelgeving over het opstellen van een
jaardocument in het onderwijs. Zadkine is lid van de MBO Raad en sluit aan bij diverse (netwerk)overleggen om zicht te houden op de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en governance.
Het sturen en beheersen is een verantwoordelijkheid van het College van Bestuur. Op basis
van de meerjarenstrategie geeft het College van Bestuur jaarlijks aan welke doelen centraal
staan. Alle organisatieonderdelen formuleren hieruit in een jaarplan hun doelen, de beoogde
resultaten en de acties om dit te bereiken. Hierop aansluitend heeft het College van Bestuur
met ingang van 2014 met de directeuren van de clusters en met de managers van de
serviceafdelingen managementcontracten opgesteld. Voor de beheersing van de organisatie
vindt twee-wekelijks overleg van het College van Bestuur met de clusterdirecteuren van
plaats. . Dit directieteam bespreekt de gezamenlijke strategie, het beleid en de praktische
uitvoering hiervan.
Maandelijks brengt de afdeling Finance Planning & Control een financiële rapportage uit,
zodat de actuele financiële situatie voortdurend in beeld is. Gedurende het jaar voert een
externe accountant een interim-controle uit. Naar aanleiding van deze interim-controle
ontvangt Zadkine een managementletter waarin eventuele bevindingen die van belang zijn
worden gerapporteerd. Hierdoor is het nog mogelijk vroegtijdig het beleid op specifieke
punten aan te passen. Na afloop van het boekjaar vindt de eindejaarscontrole plaats. Naar
aanleiding van de eindejaarscontrole wordt Zadkine op de hoogte gebracht van eventueel
gesignaleerde tekortkomingen.
6.4 Segmentatie naar organisatieonderdelen Het resultaat kunnen we als volgt naar organisatieonderdelen segmenteren. Met uitzondering van de vavo- en educatieactiviteiten verzorgt Zadkine uitsluitend mbo-onderwijs. Segmentatie naar andere onderwijssoorten is dus niet aan de orde. Binnen het mbo valt de organisatie sinds augustus 2013 uiteen in diverse zogenaamde onderwijsclusters. Segmentatie naar onderwijsclusters voor het jaar 2013 is derhalve niet zinvol weer te geven. Vóór 1 augustus 2013 was Zadkine georganiseerd naar locatie en niet naar branche . De begroting naar cluster, en dus naar branches, heeft derhalve met ingang van 2014 voor het eerst plaatsgevonden.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 56 van 105
Mbo: het hogere gerealiseerde resultaat dan begroot van € 4,6 miljoen laat zich op
hoofdlijnen verklaren door hogere baten door een conservatieve begroting en lagere
personele kosten (o.a. lagere inhuur derden, opleidingskosten en overige personele
kosten).
Educatie: de hogere resultaten dan begroot komen met name voort uit het in 2015
definitief afwikkelen WEB-contracten met de gemeente Rotterdam.
ZCA: het hogere resultaat dan begroot ontstaat door tijdelijke voortzetting van de
flexibele schil via de uitzendactiviteiten van ZCA. Naar verwachting wordt ZCA in de
tweede helft van 2016 geliquideerd.
in k€ 2014
Realisatie Begroot verschil Realisatie
Ambachten, Laboratorium & Optiek -199
Handel & Uiterlijke verzorging 526 42 484 1.449
Horeca, Toerisme & Facilitair dienstv 306 103 203 153
Administratief, Secretarieel & Commerc 790 290 500 319
Startcollege 292 259 33 447
Techniek -824 -122 -703 -708
Veiligheid, Logistiek & ICT -3 -525 522 206
Welzijn & Sport 691 109 582 586
Gezondheid 1.574 915 659 1.000
Totaal Clusters 3.353 1.072 2.281 3.253
Centraal begroot: Serviceafdelingen en CvB 7.231 4.894 2.337 4.062
Totaal MBO onderwijs vóór bijzondere items 10.584 5.966 4.618 7.315
-
Educatie 472 109 363 1.432
ValentinzeZ 53 - 53 186
ZCA 99 - 99 165
VAVOR 69 25 44 48
Totaal vóór bijzondere items 11.277 6.100 5.177 9.146
Bijzondere items -5.263 -2.000 -3.263 -7.765
Totaal resultaat 6.014 4.100 1.914 1.381
2015
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 57 van 105
6.5 Huisvestingsstrategie
In 2011 werd, in opdracht van het toenmalige College van Bestuur, voor Zadkine een eerste
strategisch huisvestingsplan ontwikkeld. Belangrijkste reden om dat plan te maken was het
forse overschot aan vierkante meters en de hoge huisvestingslasten, zonder dat goed in
beeld was waar deze door werden veroorzaakt. Met andere woorden: we konden niet sturen.
Het eerste plan dat werd ontwikkeld voor de periode 2011 – 2016, werd samen met
onderwijsdirecteuren opgesteld. In september 2011 stelde het algemeen bestuur van
Zadkine strategisch huisvestingsplan vast. Gedurende de jaren heeft Zadkine regelmatig
aanpassingen gedaan om in te spelen op de veranderende omstandigheden, wensen en
behoeften.
Onlangs is, nadat de samenwerking met het Albeda College in juni 2015 is geëindigd (met
uitzondering van het Techniekcollege Rotterdam), het strategisch huisvestingsplan herijkt.
De belangrijkste uitgangspunten in het strategisch huisvestingsplan van Zadkine zijn in 2015
niet gewijzigd en zijn: De totale aantal vierkante meters bruto vloeroppervlak (BVO) moet voor het einde van
het programma (2019/2020) teruggebracht zijn van circa 200.000 (2011) naar 100.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak. Dit geldt bij een gelijkblijvend studentenaantal (circa 15.000 gewogen en bekostigd).
De kosten per student – ook afhankelijk van de bekostigingsfactor – moeten in de eindsituatie gemiddeld tussen € 750 en € 1000 liggen.
De totale huisvestingsexploitatielasten per jaar mogen niet meer bedragen dan maximaal € 15 miljoen all-in. Dit stellen we alleen bij als de studentenaantallen fors toenemen.
Onderwijsvisie, spreiding, bereikbaarheid, uitstraling en samenhang met het bedrijfsleven zijn zwaarwegende factoren voor de huisvestingsstrategie.
In 2015 is het aantal vierkante meter bruto vloeroppervlak ten opzichte van 2014 gedaald met 26.000. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn het afstoten van (delen) van de Eikenlaan, Montessoriweg en de Vork/Sikkel/Ploegstraat. In 2016 zal het aantal vierkante meters BVO met 3.000 stijgen door met name de tijdelijke huur voor het opvangen van studenten die we door de Technikonrenovatie elders moeten huisvesten. Na 2016 zal er een stabiele daling van het aantal vierkante meters plaatsvinden naar rond de 100.000 vierkante meter BVO in 2019 en verder.
6.6 Verantwoording in het kader van de regeling beleggen en belenen Het beleid van Zadkine ten aanzien van het proces van plannen, bewaken en sturen van huidige en toekomstige kasstromen en financiële posities is vastgelegd in het treasurystatuut dat voldoent aan de regeling beleggen en belenen. Het in- en doorlenen van middelen met als doel extra inkomsten voor Zadkine te genereren is niet toegestaan en vindt ook niet plaats. Het treasurystatuut behandeld autorisaties en bevoegdheden met betrekking tot het aangaan van (mutaties in) leningen, openen en sluiten van bankrekeningen etc. Overige belangrijke punten uit het statuut t zijn:
Zadkine neemt geen risicovolle of speculatieve posities in. In het proces van inkomend en uitgaand betalingsverkeer is sprake van een
adequate functiescheiding. Zadkine participeert in schatkistbankieren. Eventueel batige liquiditeiten worden dagelijks
afgeroomd door het Rijk.
Zadkine heeft geen deposito’s uitstaan.
Zadkine heeft per begin 2015 € 36,9 miljoen aan langlopende verplichtingen op haar balans staan. De langlopende schulden zijn gedurende 2015 afgenomen met 10,7 miljoen naar 26,2 miljoen ultimo 2015. Belangrijkste reden hiervoor is dat als gevolg van
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 58 van 105
de verkoop van het pand Eikenlaan de hierbij behorende externe financiering bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) naar de kopende partij is overgegaan.
In december 2014 heeft Zadkine een aanvraag van € 19,8 miljoen bij het Rijk ingediend ter medefinanciering van haar huisvestingstrategie. Deze strategie is gericht op halvering van het aantal vierkante meters van 200.000 naar 100.000. Onderdeel van dit plan is dat investeringen in diverse panden nodig zijn. In januari 2015 is akkoord ontvangen op deze aanvraag. De exacte invulling in termen van opnamemoment, wel of niet opname in delen en looptijd maken we in de loop van 2016 concreet.
De liquide middelen van Zadkine zijn licht gedaald van € 25,4 miljoen per eind 2014 naar € 22,6 miljoen per eind 2015. Gedurende geheel 2015 was de liquiditeit positief en hoefde Zadkine geen beroep te doen op de beschikbare rekening-courantfaciliteit bij het ministerie van Financiën uit hoofde van schatkistbankieren.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 59 van 105
Hoofdstuk 7 Jaarrekening 2015
7.1 Geconsolideerde balans
De jaarrekening is opgesteld na resultaatbestemming.
Activa Paragraaf 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Materiële vaste activa 7.6.1 63.383 65.941
Financiële vaste activa 7.6.2 800 0
Totaal vaste activa 64.183 65.941
Voorraden 7.6.3 256 320
Vorderingen 7.6.4 7.843 9.485
Liquide middelen 7.6.5 22.560 25.432
Totaal vlottende activa 30.659 35.237
Totaal activa 94.842 101.178
Passiva 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Eigen Vermogen 7.6.6 25.088 19.072
Voorzieningen 7.6.7 9.781 11.982
Langlopende schulden 7.6.8 26.200 36.900
Kortlopende schulden 7.6.9 33.773 33.224
Totaal passiva 94.842 101.178
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 60 van 105
7.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten
in k€ Paragraaf Realisatie Begroot Realisatie
2015 2015 2014
Rijksbijdragen 7.7.1 136.165 136.027 132.029
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 7.7.2 6.043 8.815 7.272
College-, cursus-, les- en examengelden 1.465 1.378 1.854
Baten 'Werk in opdracht van derden' 7.7.3 2.943 2.792 3.425
Overige baten 7.7.4 2.655 1.453 3.737
Totaal baten 149.271 150.465 148.317
Personeelslasten 7.7.5 100.944 103.779 97.493
Afschrijvingen 7.7.6 8.611 8.254 10.396
Huisvestingslasten 7.7.7 15.025 14.805 17.387
Overige lasten 7.7.8 18.153 18.828 19.242
Totaal lasten 142.733 145.666 144.518
Saldo baten en lasten 6.538 4.799 3.799
Financiële baten en lasten 7.7.9 -521 -599 -928
Resultaat 6.017 4.200 2.871
Belastingen 7.7.10 -2 0 3
Totaal resultaat na belastingen 6.015 4.200 2.874
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 61 van 105
7.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
in k€ Paragraaf 31-12-2015 31-12-2014
Totaal resultaat na belastingen 6.015 2.874
Belastingen 7.7.10 2 -3
Financiële baten en lasten 7.7.9 521 928
Saldo van Baten en Lasten 6.538 3.799
Aanpassing voor:
Afschrijvingen en overige waardeveranderingen 7.7.6 8.584 10.315
Mutaties voorzieningen -2.201 -1.346
6.383 8.969
Veranderingen in vlottende middelen:
Voorraden 64 2
Vorderingen 1.642 4.235
Kortlopende schulden excl. bankkrediet en te betalen interest 950 3.892
2.656 8.129
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 15.577 20.897
Betaalde belastingen -2 3
Ontvangen interest 1 30
Betaalde interest -589 -989
-590 -956
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten: 14.987 19.941
Investeringen materiële vaste activa 7.6.1 -15.951 -10.041
Desinvesteringen in materiële vaste activa 7.6.1 9.925 118
Desinvesteringen financiele vaste activa
Totaal kasstroom investeringsactiviteiten -6.026 -9.923
Aflossing langlopende schulden 7.6.8 -11.033 -3.286
Verstrekte leningen 7.6.2 -800
Totaal kasstroom financieringsactiviteiten -11.833 -3.286
Mutatie liquide middelen -2.872 6.732
Beginstand liquide middelen 7.6.5 25.432 18.700
Mutatie liquide middelen 7.6.5 -2.872 6.732
Eindstand liquide middelen 22.560 25.432
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 62 van 105
7.4 Toelichting op de geconsolideerde balans van kosten en baten
Algemeen
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine (hierna: Zadkine), statutair gevestigd
te Rotterdam Marten Meesweg 50, is een opleidingscentrum voor middelbaar
beroepsonderwijs in de regio Rotterdam Rijnmond. De voornaamste activiteit van Zadkine
betreft het verzorgen van beroepsonderwijs in de zin van de Wet educatie en
beroepsonderwijs.
De jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een
kalenderjaar.
Consolidatie
In de consolidatie zijn de financiële gegevens opgenomen van Zadkine (als hoofd van de
groep), samen met haar groepsmaatschappijen, andere rechtspersonen en
samenwerkingsverbanden met derden waarin Zadkine overheersende zeggenschap kan
uitvoeren of waarover Zadkine de centrale leiding heeft.
Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Zadkine direct of indirect overheersende
zeggenschap kan uitoefenen, doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten
of op enige andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij
wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden
uitgeoefend op balansdatum.
De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop Zadkine een overheersende
zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100
procent in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in
het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Deelnemingen waarop geen overheersende
zeggenschap kan worden uitgeoefend (geassocieerde deelnemingen) worden niet betrokken
in de consolidatie. Wanneer sprake is van een belang in een joint venture, dan wordt het desbetreffende belang proportioneel geconsolideerd. Van een joint venture is sprake indien als gevolg van een overeenkomst tot samenwerking de zeggenschap door de deelnemers gezamenlijk wordt uitgeoefend. Vanaf de overnamedatum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen instelling opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De overnamedatum is het moment dat overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend op de betreffende instelling. De verkrijgingsprijs bestaat uit het geldbedrag of het equivalent hiervan dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen instelling, vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indien de verkrijgingsprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva, wordt het meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Indien de verkrijgingsprijs lager is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva, dan wordt het verschil (negatieve goodwill) als overlopende passiefpost opgenomen.
De maatschappijen die in de consolidatie zijn betrokken, blijven in de consolidatie
opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; deconsolidatie vindt plaats op het
moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 63 van 105
Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie
opgenomen rechtspersonen en samenwerkingsverbanden zijn daar waar nodig gewijzigd om
aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de groep.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn (proportioneel) opgenomen de financiële gegevens
van:
Buiten de consolidatie blijven, naast geassocieerde deelnemingen, enkele deelnemingen die
afzonderlijk en gezamenlijk van te verwaarlozen betekenis zijn.
Zadkine Contract Activiteiten B.V. (ZCA) biedt maatwerk, open aanbod, op startkwalificatie
volgend onderwijs en functiegerichte trainingen aan overheid, bedrijven en particulieren. In
verband met meer focus op de primaire activiteiten van Zadkine en een daarbij passende
organisatiestructuur, zijn de activiteiten van ZCA in 2013 en 2014 fors teruggebracht. Deels
door stopzetting en deels door overdracht aan Zadkine. In Zadkine Contract Activiteiten B.V.
zijn de balans en winst-en-verliesrekening van de in 2010 in het leven geroepen dochter ZCA
B.V. geconsolideerd. Doelstelling is ZCA in 2016 te beëindigen en te liquideren.
ValentineZ B.V. verzorgt educatieve- en scholingstrajecten in de meest brede zin voor
individuen en groepen. In het bijzonder aan niet-hoogopgeleiden ter bevordering van
arbeidsidentiteit, vakbekwaamheid, ondernemerschap en vereiste competenties en
vakbekwaamheden voor een beroep. Tevens zijn de activiteiten gericht op het inlenen van
personeel en houdsteractiviteiten. Doelstelling is de resterende activiteiten van ValentineZ in
2016 te beëindigen.
VvE Technikon is een initiatief van Zadkine en het Grafisch Lyceum Rotterdam met als doel
het beheren van het Technikongebouw (Benthemstraat) dat in gezamenlijk bezit is. Het
samenwerkingsverband is per 15 oktober 2012 notarieel omgezet in de VvE Technikon.
De eigendomsverhoudingen zijn bij deze omzetting aangepast naar 50 procent – 50 procent.
Aanvullend is afgesproken dat Zadkine voor 50 procent aansprakelijk is voor de gemaakte
kosten van de VvE. Voor de VvE is een afzonderlijke jaarrekening opgeleverd over de
periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. Op 11 april 2016 heeft KPMG
Accountants N.V. bij deze jaarrekening een goedkeurende verklaring afgegeven.
VAVO Rijnmond College is een samenwerkingsverband tussen het Albeda College en
Zadkine waarmee onder gemeenschappelijke regie en naam vavo-onderwijs wordt
aangeboden. Zadkine heeft overwegende zeggenschap. Het overeengekomen aandeel in de
baten en lasten is 60% Zadkine en 40% Albeda.
Intercompany-eliminatie en bijzondere transacties met groepsmaatschappijen
Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden
tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn
Naam Gevestigd te KvK-nummer Belang Belang
2015 2014
Groepsmaatschappijen
- Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine Rotterdam 41131797 100% 100%
- Zadkine Contract Activiteiten B.V. Rotterdam 24246170 100% 100%
- ValentineZ B.V. Rotterdam 51061422 100% 100%
Joint Ventures
- Vereniging van Eigenaren (VvE) Technikon Rotterdam 58284152 50% 50%
- VAVO Rijnmond College (samenwerkingsverband) n.v.t. 60% 60%
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 64 van 105
geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn
gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook
geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Transacties van
betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale
marktvoorwaarden zijn aangegaan.
Deelnemingen en overige verbonden partijen
Buiten de consolidatie blijft een aantal kleine deelnemingen die afzonderlijk en gezamenlijk
van te verwaarlozen betekenis zijn. Het betreft:
Stichting Zadkine Fonds richt zich op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten van
deelnemers ten gevolge van onvoldoende financiële middelen. Ook voorziet het fonds in de
materiële noden van, het verstrekken van middelen voor de studie aan deelnemers en voorts
al hetgeen in de ruimste zin met één en ander verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe
bevorderlijk kan zijn.
Stichting Dutch Gemmological Institute verzorgt onderwijs aan en begeleidt studenten in het
cursorisch onderwijs op het gebied van Gemmologie (Edelsteenkunde), waaronder het
verstrekken van leermiddelen.
Stichting Stream Opleidingen verzorgt mbo-metaalopleidingen.
Coöperatief Rotterdams Offensief U.A. houdt zich bezig met het uitvoeren van programma’s
om voortijdige schooluitval te verminderen. Transacties van betekenis met deelnemingen en andere verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Verbonden partijen zijn – naast de genoemde groepsmaatschappijen en deelnemingen - rechtspersonen waar invloed van betekenis kan worden uitgeoefend door middel van kapitaalbelangen of door het uitvoeren van bestuursfuncties in andere rechtspersonen door Zadkinemedewerkers die voorkomen uit het uitoefenen van hun functie bij Zadkine.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in
het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met
een looptijd langer dan drie maanden. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn
opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De verkrijgingsprijs van de
verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit
investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen
die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering
gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt,
waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.
Naam Gevestigd te KvK-nummer Belang Belang
2015 2014
- Stichting Zadkine Fonds Rotterdam 50230492 100% 100%
- Stichting Dutch Gemmological Institute Rotterdam 41173934 100% 100%
- Stichting Stream Opleidingen Schiedam 24342682 67% 67%
- Coöperatief Rotterdams Offensief U.A. Rotterdam 53455800 50% 50%
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 65 van 105
7.5 Waarderingsgrondslagen activa en passiva en grondslagen resultaatbepaling
Algemeen
De jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro’s voor zover niet anders is vermeld. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, Titel 9 Boek 2 BW, en Hoofdstuk 660 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd
gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar.
Operational leasing
Bij de Stichting kunnen leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en
nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de Stichting ligt. Deze leasecontracten
worden verantwoord als operational leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend
met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten
en lasten over de looptijd van het contract.
Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen,
is het nodig dat de leiding van de instelling zich over verschillende zaken een oordeel vormt,
en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening
opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste
inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende
veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Materiële vaste activa
Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs plus bijkomende
kosten onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige
gebruiksduur. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op
balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake
is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf bijzondere
waardeverminderingen (pagina 65). Investeringssubsidies worden in aftrek gebracht op de
aanschafwaarde van de materiële vaste activa waarop de subsidies betrekking hebben.
Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs inclusief direct toerekenbare
kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige
gebruiksduur of lagere bedrijfswaarde. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object
verlengen. Voor materiële vaste activa worden de volgende jaarlijkse afschrijvingspercentages en
activeringsgrenzen toegepast:
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 66 van 105
Financiële vaste activa Financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Bij de waardering houden we rekening met eventuele waardeverminderingen. Bijzondere waardeverminderingen Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de staat van baten en lasten onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief. De opbrengstwaarde wordt in eerste instantie ontleend aan een bindende verkoopovereenkomst; als die er niet is, wordt de opbrengstwaarde bepaald met behulp van de actieve markt waarbij normaliter de gangbare biedprijs geldt als marktprijs. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde wordt een inschatting gemaakt van de toekomstige netto kasstromen bij voortgezet gebruik van het actief of de kasstroomgenererende eenheid; vervolgens worden deze kasstromen contant gemaakt. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.
Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs op verkrijgingsprijzen onder toepassing
van de FIFO-methode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare
verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de
incourantheid van de voorraden.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde van de
tegenprestatie. Vorderingen worden na de eerste verwerking gewaardeerd tegen de
geamortiseerde kostprijs. Vorderingen worden beoordeeld op inbaarheid. Voor oninbare
Afschrijvings- Activeringsgrens
Categorie percentage in euro
Gebouwen 3,33 10.000
Terreinen in erfpacht 4,8 - 6,25 10.000
Renovaties gebouwen en terreinen 6,67 1.000
Verbouwingen 10 - 20 1.000
Installaties gebouwen 10 1.000
Inventarissen
- leermiddelen 10 1.000
- hard- en software 20 1.000
- kantoormeubulair 10 1.000
- schoolmeubulair 10 1.000
Vervoermiddelen 20 1.000
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 67 van 105
vorderingen wordt een voorziening getroffen. De voorziening is in mindering gebracht op de
boekwaarde van de vordering. Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden, met een looptijd korter dan twaalf
maanden, die worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves en de bestemmingsreserves
gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan
van het bestuur. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door het bestuur is
aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als
bestemmingsreserve. In het eigen vermogen is zowel publiek als privaat vermogen
opgesloten. Het publieke en private deel van het eigen vermogen wordt zichtbaar
gepresenteerd bij de toelichting op het eigen vermogen. Voorzieningen
Onder voorzieningen worden de personele voorzieningen en de overige voorzieningen gepresenteerd. Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De overige voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Langlopende schulden
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het komende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de langlopende schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Langlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de langlopende schulden in de winst-en-verliesrekening als interestlast verwerkt. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde.
Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder geoormerkte
bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode
zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het
nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van
baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 68 van 105
Resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Rijksbijdragen
Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Indien subsidies en overheidsbijdragen met een specifiek doel of project worden toegekend, worden deze ingezet voor het door Zadkine met de subsidieverstrekker overeengekomen beoogde doel.
Indien de bijdrage is vastgesteld voor een of meer boekjaren dan worden de opbrengsten naar rato van de voortgang van de bestedingen in het projectplan als baten verantwoord. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten. Rijksbijdragen Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Indien subsidies en overheidsbijdragen met een specifiek doel of project worden toegekend, worden deze ingezet voor het door Zadkine met de subsidieverstrekker overeengekomen beoogde doel. Indien de bijdrage is vastgesteld voor een of meer boekjaren dan worden de opbrengsten naar rato van de voortgang van de bestedingen in het projectplan als baten verantwoord.
Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering
gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de
staat van baten en lasten.
College-, cursus-, les- en examengelden
De college-, cursus-, les- en examengelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij
betrekking hebben. De algemene deelnemersbijdragen worden per schooljaar in rekening
gebracht maar tijdsevenredig als bate in het betreffende boekjaar opgenomen. De specifieke
deelnemersbijdragen worden toegerekend aan het kalenderjaar waarin de activiteiten
plaatsvinden.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 69 van 105
Baten werk in opdracht van derden
Opbrengsten uit hoofde van werk in opdracht van derden (contractonderwijs,
contractonderzoeken overige) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen
voor een bedrag gelijk aan de kosten indien zeker is dat deze kosten declarabel zijn. Een
eventueel positief resultaat wordt genomen naar rato van het stadium van voltooiing van de
transactie op verslagdatum (de zogeheten percentage of completion-methode).
Overige baten
Overige baten bestaan uit baten uit verhuur, detachering en overige exploitatiebaten.
Overige baten worden toegerekend aan het jaar waarin de leveringen en diensten hebben
plaatsgevonden. Afschrijvingen
Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.
Personeelsbeloningen en pensioenen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit. De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en aan het ABP worden op verplichte of contractuele basis premies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 105% vindt geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Het Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP had per 31 december 2015 een dekkingsgraad van 97,2%. Deze dekkingsgraad ligt onder de norm van 105%. Het ABP is om die reden verplicht een (nieuw) herstelplan in te leveren bij DNB voor 1 juli 2016. De eventuele gevolgen van dit plan zijn nog niet bekend. Beleidsregels toepassing WNT
De verantwoording van bezoldigingsgegevens van topfunctionarissen heeft plaatsgevonden conform de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de
effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de
rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de
ontvangen leningen.
Belastingen
De vennootschapsbelasting over het resultaat van Zadkine Contract Activiteiten B.V. en ZCA
B.V. wordt berekend over het resultaat van bepaalde contractactiviteiten conform de met de
belastingdienst gemaakte afspraken.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 70 van 105
Vanwege de zeer beperkte teruggave van btw, worden kosten inclusief btw verantwoord.
Voor de btw is sprake van een fiscale eenheid tussen Zadkine, Zadkine Contract Activiteiten
B.V., ZCA B.V. en ValentineZ B.V.
Transacties met verbonden partijen
Zadkine maakt voor inhuur van personeel gebruik van personeel dat in dienst is van Zadkine
Contract Activiteiten, een 100 procent deelneming van Stichting Zadkine. De marktconforme
opslag in de verrekening van de hiermee gepaard gaande kosten aan Stichting Zadkine is 4
procent. Hieruit voortkomende opbrengsten en kosten en balansstanden worden
geëlimineerd.
7.5.1 Financiële instrumenten
Algemeen
Zadkine handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de
omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen
door een tegenpartij van aan de onderneming verschuldigde betalingen blijven eventuele
daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende
instrumenten.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van debiteuren zijn niet geconcentreerd bij enkele grote afnemers.
Voor de kredietrisico’s inzake de vorderingen op debiteuren en de overige vorderingen wordt
verwezen naar de toelichting op de financiële vaste activa en de vlottende activa.
Renterisico en kasstroomrisico
Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en
uitgegeven leningen. Bij deze leningen is over het algemeen sprake van een vast
rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van
de looptijd.
Zadkine heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om
(tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.
Valutarisico
Zadkine voert geen transacties uit in buitenlandse valuta en is werkzaam in Nederland. Er
zijn om deze reden geen valutarisico’s.
Prijsrisico
Zadkine beschikt niet over effecten dan wel financiële derivaten. Om deze reden is er geen
sprake van prijsrisico’s.
Liquiditeitsrisico
Zadkine maakt gebruik van schatkistbankieren en daarmee is het liquiditeitsrisico beheerst.
7.6 Toelichting op de geconsolideerde balans
7.6.1 Materiële vaste activa
De boekwaarde heeft zich in 2015 als volgt ontwikkeld:
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 71 van 105
Gebouwen en terreinen betreffen naast gebouwen en terreinen ook verbouwingen in
eigendomspanden en huurpanden.
De post inventaris en apparatuur bestaat onder andere uit meubilair, leermiddelen, soft- en
hardware.
In 2015 hebben de volgende materiële afwaarderingen plaatsgevonden, welke zijn
verantwoord onder de afschrijvingen. Pand Mr. Kesperstraat is in december 2015 verkocht en met k€ 550 afgewaardeerd
naar de uiteindelijke verkoopprijs.
We schrijven activa in het huurpand aan de Marconistraat versneld af, omdat Zadkine
dit huurpand per eind 2017 gaat verlaten. Vanwege dit vertrek per eind 2017, heeft –
conform 2014 – een extra afschrijving plaatsgevonden in 2015 van k€ 100.
Aanvullend op de hierboven genoemde verkoop van Mr Kesperstraat is in 2015 het pand
Eikenlaan in januari verkocht tegen boekwaarde en is het pand Vork/Sikkel/Ploegstraat
verkocht in december, resulterend in een boekwinst van k€440. De verkoop van deze twee
panden leidt tot een totaal aan desinvesteringen in 2015 van € 9,9 miljoen.
De investeringen in 2015 van € 15,5 miljoen vallen uiteen in de volgende componenten: Voor circa € 8 miljoen investeringen betreffende verbouwingen, bouwkundige
verbeteringen en meubilair, lesapparatuur en inventaris. Hiervan heeft € 2,4 miljoen
betrekking op herbestemming (onderwijs) van het pand Marten Meesweg en € 2,7
miljoen op de renovatie van het pand Technikon.
Voor circa € 6 miljoen investeringen betreffende pc’s, netwerk, laptops, bekabeling en
hard- en software. Deze investeringen liggen in lijn met de begroting en betreffen deels
een inhaaleffect dat reeds in 2014 is ingezet en deels om een hogere kwaliteit van de
bedrijfsvoering in de toekomst te realiseren.
Voor € 1,5 miljoen investeringen voor ICT-projecten als EduArte, ScoreCard, Afas et
cetera.
Materiele vaste activa Totaal
in k€ gereed in aanbouw totaal gereed in uitvoering totaal 2015
Stand per primo jaar:
Aanschafprijs 125.319 881 126.200 39.354 1.407 40.761 166.961
Afschrijving cumulatief -72.343 0 -72.343 -28.677 0 -28.677 -101.021
Boekwaarde per primo jaar 52.975 881 53.857 10.677 1.407 12.084 65.941
Mutaties boekwaarde:
Investeringen 4.813 3.015 7.828 5.921 2.203 8.123 15.951
Ingebruikname 636 -636 0 627 -627 0 0
Desinvesteringen -9.838 -69 -9.907 0 -18 -18 -9.925
Afschrijvingen -5.505 0 -5.505 -3.105 0 -3.105 -8.611
Afwaarderingen 0 0 0 0 0 0
Vrijval Investeringssubsidie 27 27 27
Mutaties -9.867 2.309 -7.557 3.442 1.558 4.999 -2.558
Mutaties opschoning vaste activa:
Aanschafprijs -21.269 -21.269 -355 -355 -21.625
Afschrijving cumulatief 21.269 21.269 355 355 21.625
Mutaties 0 0 0 0 0 0 0
Stand per ultimo jaar:
Aanschafprijs 109.499 3.191 112.690 45.546 2.965 48.511 161.200
Afschrijving cumulatief -66.390 0 -66.390 -31.428 0 -31.428 -97.818
Boekwaarde per ultimo jaar 43.109 3.191 46.300 14.118 2.965 17.083 63.383
gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 72 van 105
Ten opzichte van 1 januari 2014 is de WOZ-waarde met € 14,6 miljoen gedaald, veroorzaakt
door de verkoop in 2015 van Eikenlaan, Vork/Sikkel/Ploegstraat en Mr Kesperstraat (totaal €
12,7 miljoen) en het verlagend effect als gevolg van het in 2015 met succes aantekenen van
bezwaar.
Met betrekking tot de verzekerde waarde van eigendomsgebouwen vindt één keer per zes
jaar een taxatie plaats. In de tussenliggende jaren wordt deze waarde geïndexeerd met een
CBS-index.
In de loop van 2009 is een taxatie uitgevoerd voor de op dat moment nieuwe en de
gerenoveerde gebouwen om onderverzekering te voorkomen. In 2012 zijn de overige acht
panden voor herbouwwaarde getaxeerd met als peildatum 1 januari 2013. De verzekerde
waarde is gedaald als gevolg van de verkoop van de bij de WOZ-waarde genoemde panden.
Met betrekking op de volgende terreinen is sprake van afgekochte erfpachtrechten, waarbij
we opmerken dat de afkoopsommen zijn geactiveerd en in dertig jaar worden afgeschreven.
7.6.2. Financiële vaste activa
De uitstaande gelden komen voort uit de verkoop van het pand Eikenlaan eind januari 2015. Op het moment van verkoop was de onderliggende lening bij BNG k€ 8.333. Het pand Eikenlaan is verkocht voor k€ 9.350. Overeengekomen is dat de koper in de rechten en plichten van Zadkine treedt ten aanzien van de financiering van dit pand. Derhalve heeft eind januari 2015 voor Zadkine de feitelijke aflossing van de BNG-lening plaatsgevonden. De resterende vordering van Zadkine van € 1 miljoen is conform de afspraken in depot geplaatst onder een notaris. Dit depot dient ter extra zekerheid voor de BNG van de nakoming door de koper van de verplichtingen die met de BNG zijn overeengekomen. Vijfjaarlijks, voor het eerst op 31 januari 2016, wordt k€ 200 uit depot betaald aan Zadkine. Het langlopende deel van de vordering per eind 2015 is derhalve € 0,8 miljoen. De rente over het depotbedrag komt Zadkine toe.
7.6.3 Voorraden
Voorraden 31-12-2015 31-12-2014 in k€
Gebruiksgoederen 256 320 Voorraden 256 320
De voorraden betreffen nagenoeg geheel edelmetalen en gereedschappen van de locatie
Schoonhoven (2015: k€ 214; 2014: k€ 289) en de voedingsmiddelen die worden
WOZ en verzekerde waarde gebouwen en terreinen Boekjaar 2014 Boekjaar 2013
in k€ Bedrag Peildatum Bedrag Peildatum
WOZ-waarde gebouwen en terreinen 71.405 1-1-2015 86.019 1-1-2014
Verzekerde waarde gebouwen 164.251 1-1-2016 195.024 1-1-2015
in k€ Afkoopsom 31-12-2015 31-12-2014
Terrein uitbreiding Prins Constantijnweg 741 24 48
Terrein Prins Alexanderlaan 1.569 228 280
Totaal 2.310 252 328
Financiële vaste activa Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Boekwaarde
31-12-2014 en verstrekte en afgeloste 31-12-2015
in k€ leningen leningen
Uitstaande gelden 0 800 0 800
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 73 van 105
aangehouden bij de restauratieve voorzieningen van Horeca & Toerisme (2015: k€ 42; 2014:
k€ 31).
7.6.4 Vorderingen
Tot en met 2014 had Zadkine een vordering op ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die Zadkine had opgenomen inzake nog te ontvangen vakantiegeld in het komende boekjaar, waarvan de opgebouwde rechten reeds in het afgesloten boekjaar liggen. In overleg met de accountant is deze vordering in 2015 vrijgevallen, omdat de bijbehorende te verantwoorden rijksbijdrage in enig boekjaar niet mag afwijken van de beschikkingen hieromtrent voor dat betreffende boekjaar. Het niet meer opnemen van deze vordering leidt tot een negatieve bijstelling van de lumpsum rijksbijdrage in 2015 van k€ 3.260 (zie ook paragraaf 7.7, Toelichting op de staat van baten en lasten). In 2014 was de vordering op het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap ook nihil, omdat OCW eind 2014 een (te vroege) betaling van k€ 4.315 betreffende salarismix 2015 aan Zadkine had verricht. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde, gegeven het kortlopende karakter ervan en rekening houdende met de gevormde voorzieningen voor oninbaarheid. De post debiteuren betreft vorderingen op handelsdebiteuren, overwegend voorkomend uit maatwerkprojecten, verhuur en detachering. Onder de handelsdebiteuren zijn, conform 2014, geen vorderingen opgenomen met een looptijd langer dan een jaar. De daling van de vordering op studenten kunnen we overwegend verklaren door een relatief hoog bedrag aan ontvangsten per eind 2015 ten aanzien van de facturatie wettelijk cursusgeld 2015/2016. De overige vorderingen zijn gestegen vanwege een kortlopende vordering van € 0,2 miljoen op de koper van het pand Eikenlaan. Zie ook de nadere toelichting bij de Financiële vaste activa (paragraaf 7.8.1).
De vooruitbetaalde kosten betreffen de kosten van de huur voor gebouwen, de kosten
voor softwarelicenties en geactiveerde kosten in verband met bijbehorende nog te
realiseren opbrengsten. De daling in 2015 kunnen we verklaren door een afname van
de vooruitbetaalde kosten met betrekking tot het project Gastouder met € 1,8 miljoen.
De afrekeningen met gemeenten betreft het nog te ontvangen bedrag voor het project
Plusvoorzieningen dat via het Albeda College wordt afgerekend. Het bedrag van € 1,2
miljoen is gelijk aan de jaarlijkse baten uit hoofde van dit project.
Vorderingen 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Debiteuren 1.865 1.858
Studenten/deelnemers/cursisten 448 626
Overige vorderingen 365 161
Overlopende activa 5.710 7.294
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -545 -454
Vorderingen 7.843 9.485
Uitsplitsing overlopende activa 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Vooruitbetaalde kosten 3.152 5.131
Afrekeningen gemeenten 1.200 1.200
Overige overlopende activa 1.358 963
Totaal overlopende activa 5.710 7.294
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 74 van 105
De overige overlopende activa betreffen voornamelijk de facturen die Zadkine nog
moet versturen, of bedragen die we nog moeten ontvangen. En een vordering
(conform verleden jaar) op VvE Technikon van circa € 0,5 miljoen, voortkomend uit het
verstrekken van financiering van werkkapitaal dat in bepaalde mate een langlopend
karakter kent. De stijging komt voort uit nog te ontvangen bedragen betreffende de
gemeentelijke vsv-convenantgelden (k€ 240) en een restant vordering (k€ 104)
betreffende de verkoop van het pand Vork/Sikkel/Ploegstraat.
De dotatie 2015 ligt op een regulier niveau. De dotatie 2014 was negatief vanwege een voorzichtige inschatting van de voorziening oninbaarheid in het jaar 2013. In 2013 was deze dotatie k€ 96. De voorziening bepalen we op basis van de statische methode.
7.6.5 Liquide middelen
Alle liquide middelen staan ter vrije beschikking van de instelling.
7.6.6 Eigen vermogen
De geconsolideerde balans is weergegeven na resultaat bestemming. Het resultaat is
volledig toegevoegd aan het eigen vermogen. In het eigen vermogen van Zadkine is zowel
publiek als privaat vermogen opgenomen. Deze splitsing is in 2009 aangebracht.
De activiteiten van ZCA en van ValentineZ worden beschouwd als privaat vermogen.
Daarnaast hebben we met ingang van 2014 het private resultaat op maatwerkcontracten
binnen Zadkine (overgenomen met ingang van 2014 van ZCA) toegevoegd aan het private
deel van het vermogen.
De opbouw naar publiek en privaat vermogen is per ultimo 2015 en 2014 als volgt:
Uitsplitsing voorziening wegens oninbaarheid 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Stand per 1-1 454 693
Onttrekking -62 -218
Vrijval 0 0
Dotatie 153 -21
Voorziening wegens oninbaarheid 545 454
Liquide middelen 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Kasmiddelen 26 44
Tegoeden op bank- en girorekeningen 22.534 25.388
Liquide middelen 22.560 25.432
Bestemming resultaat Publiek Privaat Totaal
in k€
Algemene reserve 5.782 233 6.015
Totaal resultaat 2015 5.782 233 6.015
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 75 van 105
De stijging van het private deel van het eigen vermogen van totaal k€ 233 komt door de
winst van Zadkine Contract Activiteiten BV (k€ 99), de winst van ValentineZ (k€ 53) en het
private resultaat op maatwerkcontracten binnen Zadkine van k€ 81.
7.6.7 Voorzieningen
Het kortlopende deel van de voorziening (voorziene verplichting binnen één jaar) per ultimo
2015 bedraagt € 3,4 miljoen. Het deel van de voorziening dat langer loopt dan vijf jaar,
bedraagt € 0,5 miljoen. In de staat van baten en lasten is het saldo van dotatie en vrijval aan personele
voorzieningen van k€ 902 verwerkt onder lonen en salarissen en komt daarbij tot uitdrukking
onder de overige personele lasten. Voorziene uitgaven worden contant gemaakt tegen een
rentepercentage van 1,5 procent.
Voorziening wachtgelden
Risico’s van niet-verwijtbare wachtgeldaanspraken, ontstaan na 1 augustus 1998 en vóór 1
juli 2005, komen voor 60 procent ten laste van de werkgever. Aanspraken die zijn ontstaan
vanaf 1 juli 2005 komen geheel ten laste van de werkgever.
Per eind 2015 is een berekening gemaakt van de lopende ‘eigen’ wachtgeldverplichtingen.
Voor het berekende bedrag is de voorziening aangepast via een dotatie.
Voorziening jubileumuitkeringen
Conform de cao Beroepsonderwijs & volwasseneneducatie (BVE) heeft het personeel van
Zadkine bij 25 en 40 jaar ambtelijk dienstverband recht op een jubileumgratificatie. Deze
gratificatie is bij 25 jaar 50 procent en bij 40 jaar 100 procent van de maandelijkse
bezoldiging (inclusief vakantiegeld). De toekomstige gratificatie is aan te merken als een
uitgestelde beloning waarvoor een voorziening is gevormd. Rekening is gehouden met een
blijfkans tot het moment van jubileum.
Voorziening reorganisatie Educatie 2010
Na twee eerdere reorganisaties bij Educatie heeft het niet-verkrijgen van de aanbesteding bij
Educatie per eind 2009 in 2010 opnieuw geleid tot een reorganisatie van de
werkzaamheden. Zadkine draagt, binnen voorwaarden, de WW- en BWW-lasten van ex-
medewerkers. In 2014 is er overwegend onttrokken aan deze voorziening. De dotatie komt,
naast oprenting, voort uit ex-medewerkers die wederom aanspraak maken op WW of BWW.
Voorziening Sociaal plan 2012
De reorganisatie in 2012 heeft geleid tot vrijwillig vertrek (Ouderenregeling) en onvrijwillig
Specificatie Eigen Vermogen Saldo Saldo
in k€ 31-12-2015 31-12-2014
Publiek 15.475 9.692
Privaat 9.613 9.380
Totaal 25.088 19.072
Voorzieningen Saldo Dotaties Onttrekking Vrijval Saldo
in k€ 1-1-2015 2015 2015 2015 31-12-2015
Voorziening wachtgelden 1.737 811 678- 1.870
Voorziening jubileumuitkeringen 819 2 123- 698
Voorziening reorganisatie Educatie 2010 4.658 178 1.086- 3.750
Voorziening Sociaal plan 2012 2.159 548- 10- 1.601
Voorziening Sociaal plan 2013 584 161- 99- 324
Voorziening reorganisatie Educatie 2014 2.025 20 507- 1.538
Totaal voorzieningen 11.982 1.011 3.103- 109- 9.781
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 76 van 105
vertrek.
Het deel van de voorziening dat betrekking heeft op de Ouderenregeling, betreft de
verplichting inzake aanvulling op de ingegane pensioenen van de betreffende ex-
medewerkers,
Het deel van de voorziening dat betrekking heeft op onvrijwillig vertrek, betreft de hierbij
behorende ingeschatte WW- en BWW-verplichtingen van Zadkine.
Voorziening Sociaal plan 2013
De reorganisatie 2013 heeft geleid tot het vertrek van medewerkers via vrijwillig vertrek
(onder gebruikmaking van vertrekbevorderende maatregelen, waaronder de
Ouderenregeling) en onvrijwillig vertrek.
Het deel van de voorziening dat betrekking heeft op onvrijwillig vertrek, betreft de hierbij
behorende en geschatte WW- en BWW-verplichtingen van Zadkine. De vrijval in 2015 van €
0,1 miljoen komt voort uit een te hoge inschatting eind 2014 van deze WW/BWW-
verplichting.
Voorziening reorganisatie Educatie 2014
Het besluit tot afbouw van Educatie ligt in lijn met het overgangsregime van het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de beëindiging van de Educatieactiviteiten
per 1 januari 2018. Uitgangspunt is dat de werkzaamheden zodanig worden afgebouwd dat
Zadkine de nog beschikbare budgetten voor Educatie volledig aanspreekt. Doelstelling
hierbij is dat werknemers niet worden ontslagen. Het streven is werknemers elders in de
organisatie te herplaatsen.
7.6.8 Langlopende schulden
Eind 2012 zijn twee hypothecaire leningen van de staat aangetrokken via het ministerie van
Financiën:
Een lening van € 20 miljoen ingegaan op 20 december 2012, looptijd tot en met 31 mei
2032, rente 1,87% voor de gehele looptijd van de lening.
Een lening van € 17 miljoen ingegaan op 20 december 2012, looptijd tot en met 31 mei
2022, rente 1,08% voor de gehele looptijd van de lening.
In 2015 is conform het aflossingsschema € 2,7 miljoen afgelost op de leningen van de staat,
waardoor per eind 2015 een schuld resteert van € 28,9 miljoen.
in k€
Bedrag lening
31-12-2014
Opname in
2015
Aflossingen
2015
Bedrag lening
31-12-2015
Resterende
looptijd in jaren
Ministerie van Financiën 18.000 0 -1.000 17.000 16 jr en 5 maanden
Ministerie van Financiën 13.600 0 -1.700 11.900 6 jr en 5 maanden
Totaal Ministerie van Financiën 31.600 0 -2.700 28.900
Bank Nederlandse Gemeenten 8.333 0 -8.333 0
Totaal schulden 39.933 0 -11.033 28.900
Aflossingen binnen een jaar
Gepresenteerd als
Kortlopende schuld 3.033 2.700
Totaal langlopende schulden 36.900 26.200
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 77 van 105
Verder kan Zadkine sinds eind 2012 beschikken over een rekening-courantfaciliteit ter
grootte van
€ 24,5 miljoen. In 2015 is geen gebruik gemaakt van deze faciliteit.
Tot zekerheid voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de ontvangen
geldleningen en de rekening-courantfaciliteit heeft Zadkine ten behoeve van de staat het
recht van eerste hypotheek en verpanding verleend tot een bedrag van € 60,8 miljoen op
diverse panden. Zoals gebruikelijk is bij het verstrekken van leningen in het kader van de
Wet geïntegreerd middelenbeheer, heeft het vakministerie Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap in het kader van deze financiering een garantstelling uitgewerkt voor het
ministerie van Financiën.
De lening met Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) met een hoofdsom van € 10,0 miljoen
is in november 2009 afgesloten ter financiering van de aankoop van het pand Eikenlaan in
Spijkenisse. Het saldo van deze lening bedraagt per 31 december 2014 € 8,3 miljoen. Eind
januari 2015 is het betreffende pand verkocht en is de hierbij behorende lening afgelost.
De aflossingen die in 2016 plaatsvinden, zijn gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
Het totaal aan schulden met een looptijd langer dan vijf jaar bedraagt € 12,7 miljoen.
7.6.9 Kortlopende schulden
De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de
kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter ervan. De
kortlopende schulden aan kredietverstrekkers per eind 2015 betreffen voor het gehele
bedrag de aflossingen in 2016 op langlopende leningen. De schuld aan crediteuren ligt in lijn
met 2013 (€ 6,4 miljoen). Eind 2014 was deze post relatief laag als gevolg van een
omvangrijke betaling eind december.
De vooruitontvangen niet-geoormerkte overheidsbijdragen zijn fors gestegen als gevolg van
het passiveren van € 1 miljoen Convenant salarismix en het passiveren van € 2,4 miljoen
aan Kwaliteitsgelden. Ten aanzien van Kwaliteitsgelden is het voor 2015 toekende bedrag k€
6.687. Hiervan is k€ 4.260 verantwoord als bate. Het verschil van k€ 2.420 is als overlopend
passief verantwoord. Voor het na 2015 nog te besteden bedrag van € 2,4 miljoen is een plan
van aanpak aanwezig dat aansluit bij reeds in 2015 ingezette programmaonderdelen.
Kortlopende schulden 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Kredietverstrekkers 2.700 3.033
Crediteuren 6.730 5.106
Niet-geoormerkte overheidsbijdragen 3.577 150
Belastingen en premies sociale verzekeringen 4.870 4.623
Schulden ter zake van pensioenen 1.069 1.263
Overlopende passiva 14.827 19.049
Kortlopende schulden 33.773 33.224
Uitsplitsing belastingen en premies sociale verzekeringen: 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Loonheffing 3.601 3.376
Omzetbelasting 125 154
Premies sociale verzekeringen 1.144 1.093
Belastingen en premies sociale verzekeringen 4.870 4.623
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 78 van 105
Te betalen loonheffing 2015 bevat een reservering voor een mogelijke naheffing als gevolg van een in 2014 gestarte Loonbelastingcontrole, die nog niet volledig is afgerond.
Vooruitontvangen scholierenbijdragen betreffen de in 2015 gefactureerde bijdragen via Van
Dijk Educatie die we in het kader van matching met bijbehorende kosten in 2016 als
opbrengsten verantwoorden.
De daling van de vooruitontvangen geoormerkte subsidies van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW) kunnen we met name verklaren door het per 2015 afronden
van de subsidieregelingen Intensivering taal en rekenen, Prof/bekwaamheid MBO en
Taalexperiment MBO. Deze regelingen zijn met ingang van 2015 vervangen door de regeling
Kwaliteitsgelden, die als niet-geoormerkte subsidie is geclassificeerd.
De stijging van de vooruitontvangen bijdragen van gemeenten/provincie/overige komt met
name door ontvangsten van regelingen als leerKRACHT en CIF Maintenance. De
vooruitontvangen bedragen kennen overwegend een kortlopend karakter en leiden daarom
overwegend in 2016 tot baten.
Met ingang van 2014 is een reservering van € 0,5 miljoen opgenomen voor medewerkers die
per eind 2014 langdurig ziek zijn. De reservering betreft een inschatting van loon dat Zadkine
moet doorbetalen, zonder dat hier een wederprestatie tegenover staat. Deze reservering is in
2015 na herijking gelijk gebleven.
De te verrekenen schuld inzake VAVOR bestaat voor € 1,1 miljoen uit de reguliere
afrekening met het Albeda College over de laatste maanden van 2015. Deze afrekening is
bijna € 0,4 miljoen lager dan die per eind 2014, doordat eind 2014 het exploitatieresultaat
over geheel 2014 nog moest worden afgerekend. Aanvullend is inzake VAVOR voor € 0,7
miljoen te verrekenen aan rijksbijdrage en gemeentelijke bijdragen. Dit is ruim 0,3 miljoen
lager dan per eind 2014 omdat er eind 2015 minder afrekeningen door Zadkine hebben
plaatsgevonden met gemeenten waarvan de baten uiteindelijk bij VAVOR behoren.
De overige overlopende passiva zijn ten opzichte van 2014 met € 1,5 miljoen afgenomen.
Deze daling kunnen we verklaren door het saldo van de volgende vier materiële mutaties. -/- € 1,1 miljoen uit de vrijval van de in 2014 getroffen reservering (ten bate gebracht
van de overige huisvestingskosten) voor een afkoopsom betreffende het voortijdig
beëindigen van de huurovereenkomst Montessoriweg. Deze reservering is niet meer
nodig omdat na heronderhandeling het te betalen bedrag is verlaagd tot k€ 550 en
Zadkine voor dit resterende bedrag de beschikking krijgt (huur) over een sporthal voor
een periode van tien jaar.
Uitsplitsing overlopende passiva 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Vooruitontvangen scholierenbijdrage 515 502
Vooruitontvangen geoormerkte subisidies Ministerie OCW 1.282 3.292
Bijdragen Gemeenten/Provincie/Overige 1.805 1.513
Vakantiegeld en - dagen 3.854 4.135
Reservering Langdurig ziek 500 500
Vooruitgefactureerde opbrengsten contractonderwijs 337 258
Te verrekenen inzake VAVOR 1.755 2.497
Overige 4.779 6.352
Overlopende passiva 14.827 19.049
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 79 van 105
-/- € 1,2 miljoen uit een per eind 2014 eenmalige schuld aan het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, veroorzaakt door een te vroege ontvangst van €
4,3 miljoen salarismix in november 2014.
+ € 0,4 miljoen hoger bedrag aan te betalen kosten. Mede verklaard door hogere
ramingen voor te verwachte afrekeningen/facturen die voortkomen uit
samenwerkingstrajecten met het Albeda College.
+ € 0,4 miljoen hoger bedrag aan vooruit ontvangen gelden voor afrekeningen
subsidies Educatie. Eind 2013 was € 1 miljoen vooruitontvangen en eind 2015 hebben
we € 1,4 miljoen vooruit ontvangen.
7.6.10 Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen
Meerjarige financiële verplichtingen
De huidige huurverplichtingen van Zadkine zijn voor de komende jaren als volgt:
2016: € 7,5 miljoen
2017: € 6,9 miljoen
2018: € 4,1 miljoen 2019: 3,4 miljoen 2020: 3,4 miljoen
De totale huurverplichting over de periode 2021 en alle daarna volgende jaren tezamen
bedraagt
€ 70,6 miljoen (2014: € 63 miljoen).
De toename van de verplichtingen vanaf 2019 ten opzichte van een jaar geleden is met
name het gevolg van de terughuur die we zijn aangegaan van een deel van de in 2015
verkochte panden Eikenlaan en Mr Kesperstraat.
Duurzame inzetbaarheid
Werknemers die in aanmerking willen komen voor de nieuwe regeling seniorenverlof, genaamd duurzame inzetbaarheid, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden. Tenminste 57 jaar; de AOW leeftijd nog niet bereikt; tenminste 5 jaar in dient van een werkgever die valt onder de cao-mbo en een werktijdfactor van minimaal 0,4. Gezien de beperkte omvang van het aantal werknemers die kenbaar hebben gemaakt gebruik te willen maken van deze regeling, is eind 2015 geen voorziening voor duurzame inzetbaarheid gevormd.
Bankgaranties
Er zijn per eind 2015 drie bankgaranties afgegeven voor in totaal k€ 237 betreffende de huur
van Posthumalaan en Hoefsmitstraat.
Aansprakelijkheid bij fiscale eenheid
Zadkine vormt samen met Zadkine Contract Activiteiten B.V., ZCA B.V. en ValentineZ B.V.
een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Op grond van de Invorderingswet zijn Zadkine
en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake
door de combinatie verschuldigde belasting. De belastinglast wordt via de rekening-
courantverhouding afgerekend.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 80 van 105
7.7 Toelichting op de staat van baten en lasten
7.7.1 Rijksbijdragen
Lumpsum rijksbijdrage: per 2015 heeft Zadkine de vordering voor vakantiegeld op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet meer gemaakt. Dit heeft in 2015 geleid tot een verlaging van de verantwoorde lumpsum rijksbijdrage met k€ 3.260. Zie ook de toelichting die gegeven is bij de kortlopende vorderingen. Van de toewijzing Kwaliteitsgelden van € 6,7 miljoen in 2015 hebben we € 3,4 miljoen in 2015 onder de lumpsum als bate verantwoord en € 2,4 miljoen op de balans 2015 gepassiveerd. Kwaliteitsgelden: deze post betreft een regeling die per 2015 is ingegaan. In deze regeling zijn oude regelingen opgegaan als variabel deel van het Prestatieconvenant vsv, Prof/bekwaamheid MBO en Intensivering taal en rekenen. Zie ook de nadere toelichting bij de kortlopende schulden (paragraaf 7.6.9), regel ‘niet-geoormerkte overheidsbijdragen’. Prestatieconvenant vsv: in 2014 waren de verantwoorde vsv-gelden omvangrijk als gevolg van een inhaaleffect op het jaar 2013 waarin de vsv-baten zeer laag waren. De daling in 2015 kunnen we verder verklaren door het per 2015 overgaan van het variabele deel van de vsv-gelden naar de nieuwe regeling Kwaliteitsgelden. Het vaste deel is in 2015 gecontinueerd. Leerlinggebonden financiering: de regeling Leerlinggebonden financiering is eind 2014 gestopt en heeft in 2015 een vervolg gekregen in de component passend onderwijs van de lumpsum rijksbijdrage. Het verantwoorde bedrag in 2014 van k€ 450 betreft het eenmalige niet-geoormerkte overgangsbudget voor de periode augustus tot en met december 2014. Convenant Leerkracht van Nederland: dit Convenant betreft de meerjarige, aanvullende gelden die voor de Randstandregio beschikbaar zijn gesteld met als doel het aandeel van docenten in de salarisschalen LB/LC/LD te verhogen en als doel extra inzet van instructeurs en docenten mogelijk te maken. De daling in 2015 ten opzichte van 2014 kunnen we voor €
Rijksbijdragen 2015 2014
in k€
Lumpsum rijksbijdrage 125.887 120.717
Niet-geoormerkte rijksbijdrage: 7.736 6.434
Kwaliteitsgelden 4.260 0
Prestatieconvenant VSV 282 1.682
Leerling gebonden financiering 0 450
Convenant Leerkracht van Nederland 3.194 4.302
Geoormerkte rijksbijdrage: 2.542 4.878
School Maatschappelijk Werk 503 456
Intensivering taal en rekenen 476 2.343
School Ex / Next Step 2013 228 51
Leerling gebonden financiering 0 201
Zij-instroom 260 200
Lerarenbeurs 222 0
Prof/bekwaamheid MBO 546 1.582
Taalexperiment MBO 248
Overig 59 45
Totaal rijksbijdrage 136.165 132.029
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 81 van 105
1 miljoen verklaren door het passiveren van de voor 2015 ontvangen gelden in verband met de timing van uitvoering van het onderliggende programma. Intensivering taal en rekenen: deze regeling is in 2015 gestopt en vervangen door de nieuwe regeling Kwaliteitsgelden. School Ex / Next Step 2013: deze regeling betreft een bijdrage voor studenten in het examenjaar die een programma doorlopen met betrekking tot de te maken keuze voor het vervolg na Zadkine. De lagere bate in 2014 kwam voort uit het feit dat een deel van de bijbehorende inspanningen/kosten nog in 2015 moesten plaatsvinden. In 2015 ligt de bate weer in lijn met de bate uit 2013. Lerarenbeurs: deze beurs betreft een vergoeding voor het vervangen van leraren bij studieverlof. In 2015 is voldaan aan de verantwoordingseisen. Dit resulteert in de hierbij behorende verantwoorde bate. Schoolmaatschappelijk werk: voor schoolmaatschappelijk werk is minder subsidie ter beschikking gesteld, waarvoor we meer schoolmaatschappelijk werkers hebben ingehuurd. Leerlinggebonden financiering geoormerkt: deze regeling is beëindigd per eind 2014. Zijinstroom: in 2015 hebben diverse medewerkers, evenals in 2014, hun certificaat behaald voor onderwijsbevoegdheid waarmee ze voldoen aan de subsidievoorwaarden voor zijinstroom. Prof/bekwaamheid MBO: in 2014 heeft Zadkine expliciet aandacht besteed aan bekwaamheid en het opleiden van personeel. Dit heeft in 2014 geleid tot een aanzienlijk groter beroep op deze regeling dan in 2013. De hierbij behorende opleidingskosten zijn in 2014 verantwoord onder de overige personele lasten. Per 2015 is deze regeling gestopt en overgegaan naar de nieuwe regeling Kwaliteitsgelden.
7.7.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Educatie WI contracten: de inburgeringscontracten met gemeenten zijn in 2013 afgelopen.
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2015 2014
in € mln
Bijdragen Educatie 2.327 3.605
WI totaal 74 251
WEB/TKV Rotterdam totaal 1.486 2.414
WEB REGIO Rotterdam totaal 767 940
Bijdragen ValentineZ 474 572
Overige gemeentelijke bijdragen 2.941 2.857
VSV Doeluitkering Jeugd (Vasthoudend) 527 629
VSV Convenant 743 650
Plusvoorzieningen 1.200 1.200
ZAT/SchoolMaatschappelijk Werk 350 290
Overig 121 88
Overige overheidsbijdragen 301 238
Totaal overige overheidsbijdr. en -subsidies 6.043 7.272
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 82 van 105
De geringe opbrengsten 2015 komen voort uit de resterende en definitieve afwikkeling van
deze contracten in 2015.
WEB/TKV Rotterdam: de daling ten opzichte van 2014 komt met name voort uit de afbouw
van Educatie die de overheid heeft ingezet en uit de uit extra baten in 2014 die voortkomen
uit het DRW/MP-contract dat eind 2014 afliep.
Vsv Doeluitkering Jeugd en Convenant vsv: doordat de gemeenten lagere budgetten ter
beschikking heeft gesteld voor deze regelingen, zijn de hieruit voortkomende baten lager dan
in 2014.
Plusvoorzieningen: voor de plusvoorzieningen heeft Zadkine per augustus 2012 een contract
afgesloten voor drie jaar. Dit contract is in 2015 met één jaar verlengt tot augustus 2016. Met
een vaste bijdrage van € 1,2 miljoen per (school)jaar.
7.7.3 Baten 'Werk in opdracht van derden'
Baten in opdracht van derden zijn afgenomen door het contractueel aflopen van een aantal
omvangrijke maatwerkactiviteiten bij Techniek en Gezondheid. Hiervoor zijn minder nieuwe
contracten in de plaats gekomen.
7.7.4 Overige baten
De opbrengsten uit verhuur zijn afgenomen doordat Zadkine de verhuur van een deel van
het pand Eikenlaan aan de gemeente Spijkenisse heeft beëindigd; effect k€ 375. Ook het
beëindigen van de verhuur deel van Technikon aan Grafisch Lyceum; effect k€ 291 en het
beëindigen van de verhuur van een deel van de Marten Meesweg aan de Politieacademie;
effect k€ 160, heeft hier invloed op.
De boekwinst op verkoop van panden in 2015 komt voort uit de verkoop van het pand
Vork/Sikkel/Ploegstraat.
Onder de diverse overige baten valt een breed scala aan zaken. Onder andere de omzet van
de restaurants bij Horeca & Toerisme, de omzet van de winkel in Schoonhoven en de
opbrengst uit hoofde van repro en syllabi/readers, die in 2015 licht is afgenomen. Het
grootste deel van de daling ten opzichte van 2014 kunnen we verklaren doordat in 2014 op
deze regel voor k€ 567 aan (eenmalige) baten is verantwoord die voortkomen uit de DRW -
en MP-contracten van Educatie met betrekking tot voorgaande boekjaren.
Baten 'Werk in opdracht van derden' 2015 2014
in k€
Baten 'Werk in opdracht van derden' 2.943 3.425
Overige baten 2015 2014
in k€
Verhuur 874 1.688
Detachering personeel 633 641
Boekwinst verkoop panden 440 0
Diverse overige baten 708 1.408
Overige baten 2.655 3.737
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 83 van 105
7.7.5 Personeelslasten
Eind 2014 was de inzet personeel 1.409 wtf. Eind 2015 is deze inzet gestegen naar 1.510
wtf (+99 wtf). In 2014 was de gemiddelde inzet personeel 1.372 wtf. In 2015 steeg deze inzet
naar gemiddeld 1.450 wtf. (+78 wtf). Geen van de medewerkers was werkzaam buiten
Nederland (2014: 0).
Per 1 augustus 2014 is een nieuwe cao voor het mbo afgesloten met de looptijd van één
jaar. Deze cao uit 2014 is tot op heden niet vernieuwd. Wel is per 10 juli 2015 een
loonruimteovereenkomst publieke sector 2015/2016 afgesloten door de rijksoverheid.
Aanvullend zijn afspraken gemaakt in de mbo-onderwijssector om de loonafspraken voor
2015 die voortkomen uit deze loonruimteovereenkomst reeds toe te kennen en uit te betalen
in 2015. Als gevolg hiervan heeft in 2015 heeft een salarisstijging plaatsgevonden van 2,2
procent (dit is inclusief een eenmalige uitkering per wtf van € 500) ten opzichte van 2014.
De sociale lasten 2015 stijgen in lijn met de brutolonen en salarissen. De daling van de
pensioenpremie kunnen we verklaren door een daling van het premiepercentage met 1,2
procent van het pensioengevend salaris en een daling van dit pensioengevend salaris als
gevolg van een stijging in 2015 van het franchisebedrag.
Onder de overige personele lasten van 2015 is voor € 0,9 miljoen verantwoord aan dotaties
voor reorganisatie- en wachtgeldvoorzieningen. Voor een nadere specificatie van deze
dotatie verwijzen we naar de toelichting op voorzieningen.
De kosten voor personeel niet in loondienst zijn toegenomen door extra inhuur bij het
onderwijs, mede als gevolg van activiteiten betreffende het programma Kwaliteitsgelden en
inhuur bij centrale diensten, waaronder management HRM en ICT. De overige personele
lasten zijn met name gedaald als gevolg van een verlaging van de reservering
vakantiedagen met k€ 367.
Personeelslasten 2015 2014
in k€
Lonen en salarissen 90.404 86.235
Overige personele lasten 11.199 11.704
Af: uitkeringen -659 -446
Personeelslasten 100.944 97.493
Uitsplitsing lonen en salarissen: 2015 2014
in k€
Brutolonen en salarissen 72.304 67.790
Sociale lasten 9.071 8.582
Pensioenpremies 9.029 9.863
Lonen en salarissen 90.404 86.235
Uitsplitsing overige personele lasten:
in k€
Dotaties personele voorzieningen 902 3.781
Personeel niet in loondienst 6.629 3.969
Overige 3.668 3.954
Overige personele lasten 11.199 11.704
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 84 van 105
7.7.6 Afschrijvingen
De vergelijking van de afschrijvingskosten is vertekend door enkele bijzondere items:
In 2015 hebben in totaal voor k€ 650 afwaarderingen plaats gevonden bij de post
gebouwen en terreinen. Zie voor een specificatie paragraaf 7.6.1.
In 2014 hebben voor totaal € 2,5 miljoen afwaarderingen plaatsgevonden bij gebouwen
en terreinen.
De reguliere afschrijvingskosten ( 2015: € 8 miljoen en 2014: € 7,9 miljoen) blijven vrijwel
gelijk.
7.7.7 Huisvestingslasten
De daling van de huurlasten ten opzichte van 2014 wordt met name verklaard door de
volgende huurmutaties: het beëindigen van de huur Montessoriweg per 1 augustus 2015
(effect k€ 630) en door het beëindigen huur Hoefsmitstraat per januari 2015 (effect k€ 317).
Daarnaast heeft de verkoop Eikenlaan en gedeeltelijke terughuur van dit pand in 2015 geleid
tot een toename van de huurlasten met k€ 247.
De onderhoudskosten zijn met name gestegen door hogere kosten voor het pand Technikon.
Dit komt doordat we tijdelijke voorzieningen moesten treffen vanwege de lopende renovatie. Energie en water daalt met name door een lagere afrekening van het pand Campus
Hoogvliet. Pas na ruim twee jaar huur is de eerste afrekening van de gemeente ontvangen.
Het betreft een nieuw huurpand waarvoor nog geen ervaringscijfers voorhanden waren.
De daling van de overige huisvestingskosten ten opzichte van 2014 kunnen we voor € 1,1
miljoen verklaren door het in 2015 vrijvallen van de in 2014 onder de Overige overlopende
passiva gereserveerde afkoopsom voor het voortijdig beëindigen van de huurovereenkomst
Montessoriweg. Daarnaast zijn kosten die in 2015 specifiek voorkomen uit het
samenwerkingstraject Albeda-Zadkine en traject Techniek College verantwoord onder de
beheerslasten.
Afschrijvingen 2015 2014
in k€
Gebouwen en terreinen 5.505 8.332
Inventaris en apparatuur 3.106 2.064
Totaal afschrijvingen 8.611 10.396
Huisvestingslasten 2015 2014
in k€
Huur 7.825 8.516
Verzekeringen 206 199
Onderhoud 1.532 1.193
Energie en water 1.992 2.636
Schoonmaakkosten 2.427 2.399
Heffingen 802 653
Overige 241 1.791
Huisvestingslasten 15.025 17.387
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 85 van 105
7.7.8 Overige lasten
De toename van administratie en beheerslasten kunnen we met name verklaren door de
kosten die gemaakt zijn in het kader van het samenwerkingstraject Albeda-Zadkine en voor
het aansluitende traject Techniek College. Dit komt onder andere door een verschuiving in
de tijd; een deel van de kosten die eerst in 2014 verwacht werden, zijn feitelijk gerealiseerd
in 2015.
Dotatie/vrijval overige voorzieningen betreffen de mutaties voor de restervering dubieuze
debiteuren.
De overige lasten zijn afgenomen door lagere kosten Gastouder (0,5 miljoen), door lagere
kosten voortkomende uit de reservering voor het verschil tussen inhouding-versus
gefactureerd wettelijk cursusgeld (€ 0,3 miljoen) en door het verantwoorden van k€ 925 aan
eenmalige bate, die voortkomt uit de rechtszaak inzake btw-VAVOR. De definitieve uitspraak
in deze kwestie was 22 januari 2016 en gaf daarmee nader inzicht in de feitelijke situatie per
eind 2015.
7.7.9 Financiële baten en lasten
De rentelasten omvatten nagenoeg uitsluitend de langlopende leningen en hebben zich in
2015 ontwikkeld conform de geldende leningsovereenkomsten. De daling van de rentelasten
laat zich met name als volgt verklaren: in 2015 hadden we een lagere schuld
schatkistbankieren als gevolg van reguliere aflossingen (effect 36k), in 2015 hadden we
geen schuld meer bij de gemeente Spijkenisse als gevolg van de laatste reguliere
aflossingen in 2014 (effect k€ 17), per eind januari 2015 aflossing van de volledige lening
BNG, als gevolg van verkoop pand Eikenlaan (effect k€ 358).
Overige lasten 2015 2014
in k€
Administratie en beheerslasten 5.093 4.049
Inventaris, apparatuur en leermiddelen 9.700 10.170
Dotatie/vrijval overige voorzieningen 153 -5
Overige 3.207 5.028
Overige lasten 18.153 19.242
Financiële baten en lasten 2015 2014
in k€
Rentebaten 1 30
Rentelasten (-/-) -522 -958
Financiële baten en lasten -521 -928
Rentelasten 2015 2014
in k€
Schatkistbankieren 462 498
Leningen gemeente Spijkenisse 0 17
Lening BNG 27 385
Overig 33 58
Totaal rentelasten 522 958
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 86 van 105
7.7.10 Belastingen
Het bedrag van k€ 2 betreft de vennootschapsbelasting van Zadkine Contract Activiteiten. Honorarium accountant
In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen inclusief btw aan accountantshonoraria van PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. ten laste van het resultaat gebracht:
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de instelling en de in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk waartoe de accountantsorganisatie behoort. Deze honoraria hebben betrekking op het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar 2015, ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende het boekjaar zijn verricht.
Vergelijking van de gerealiseerde baten en lasten met begroting 2015
Wezenlijke verschillen tussen gerealiseerd en begroot verklaren we hieronder nader.
Overige overheidsbijdragen zijn € 2,8 miljoen lager uitgekomen dan begroot. Dit komt
doordat de bijdrage vavo begroot was onder Overige overheidsbijdragen en gerealiseerd is
onder rijksbijdrage voor € 3,4 miljoen. Daarnaast wordt dit verschil voor € 0,5 miljoen
veroorzaakt door hogere baten bij ValentineZ. Beëindiging van ValentineZ-activiteiten was
verwacht en begroot in 2015, maar deze activiteiten lopen door naar 2016.
Overige baten zijn € 1,2 miljoen hoger dan begroot. Dit kunnen we voor ruim € 0,4 miljoen
verklaren door niet-begrote boekwinst op de verkoop van panden. Het restant wordt
verklaard door hogere opbrengsten op detacherings- verhuur- en winkelactiviteiten.
Personeelslasten zijn € 2,8 miljoen lager dan begroot. Dit kunnen we voor € 0,9 miljoen
verklaren door een verlaging van de pensioenpremie met 1,2 procent van het
pensioengevend salaris en door een verlaging van de reservering vakantiedagen met € 0,5
miljoen die niet waren begroot. Het restantverschil laat zich verklaren door diverse
ontwikkelingen en is relatief gering ten opzichte van het totaal van € 101 miljoen aan
personeelslasten.
2015 in K€ 2014 in K€
PWC PWC Totaal
accountants Overig PWC Totaal
Onderzoek van de jaarrekening/bekostiging/interimwerk 125 - 125 155
Andere controleopdrachten 24 - 24 35
Adviesdiensten op fiscaal terrein 6 - 6 3
Andere niet controlediensten - 39 39 39
Totaal honorarium accountant 155 39 194 232
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 87 van 105
7.8 Enkelvoudige jaarrekening na resultaatsbestemming
Enkelvoudige balans (na resultaatbestemming)
Activa Paragraaf 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Materiële vaste activa 7.6.1 63.377 65.930
Financiële vaste activa 7.8.1 2.663 1.763
Totaal vaste activa 66.040 67.693
Voorraden 7.6.3 256 320
Vorderingen 7.8.2 6.020 7.786
Liquide middelen 7.8.3 22.361 25.276
Totaal vlottende activa 28.637 33.382
Totaal activa 94.677 101.075
Passiva 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Eigen Vermogen 7.6.6 25.088 19.072
Voorzieningen 7.6.7 9.781 11.982
Langlopende schulden 7.6.8 26.200 36.900
Kortlopende schulden 7.6.9 33.608 33.121
Totaal passiva 94.677 101.075
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 88 van 105
Enkelvoudige staat van baten en lasten
Waarderingsgrondslagen enkelvoudige jaarrekening Algemeen
De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2015 van Zadkine. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De waarderingsgrondslagen en grondslagen resultaatbepaling van de enkelvoudige jaarrekening zijn gelijk aan de waarderingsgrondslagen van de geconsolideerde jaarrekening. Voor zover posten uit de balans en de staat van baten en lasten hierna niet zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde-methode. Wanneer 20 procent of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt ervan uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende
in k€ Paragraaf Realisatie Realisatie
2015 2014
Rijksbijdragen 7.7.1 136.165 132.028
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 7.8.4 5.569 6.699
College-, cursus-, les- en examengelden 1.465 1.854
Baten werk in opdracht van derden 7.7.3 2.914 3.417
Overige baten 7.8.5 2.561 3.643
Totaal baten 148.674 147.641
Personeelslasten 7.7.5 100.700 97.306
Afschrijvingen 7.7.6 8.553 10.340
Huisvestingslasten 7.7.7 15.003 17.364
Overige lasten 7.7.8 18.035 19.182
Totaal lasten 142.291 144.192
Saldo baten en lasten 6.383 3.449
Financiële baten en lasten 7.7.9 -519 -926
Resultaat 5.864 2.523
Belastingen 7.7.10 0 0
Resultaat deelnemingen 7.8.6 151 351
Totaal resultaat na belastingen 6.015 2.874
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 89 van 105
gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming.
Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien Zadkine garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gebracht en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de organisatie ten behoeve van deze deelneming. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering. Het resultaat van deelnemingen omvat het aandeel van Zadkine in de resultaten van deze deelnemingen en bestaat uit het bedrag waarmee de boekwaarde van de deelneming sinds de voorgaande jaarrekening is gewijzigd als gevolg van het door de deelneming behaalde resultaat.
Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde. Afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-en-verliesrekening.
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
Zadkine participeert in:
VvE Technikon. Dit betreft een samenwerkingsverband met het Grafisch Lyceum
Rotterdam voor de exploitatie van de panden Benthemstraat 6, 13, 15 en
Teilingerstraat.
VAVOR. Dit betreft een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid met het
Albeda College waarmee onder gemeenschappelijke regie en naam voortgezet
volwassenenonderwijs wordt aangeboden. De genoemde samenwerkingsverbanden zijn naar rato van het belang van Zadkine
opgenomen en worden dus niet gepresenteerd als deelneming.
De vorderingen in de enkelvoudige balans zijn € 1,8 miljoen lager dan in de geconsolideerde
jaarrekening. Dit komt overwegend door een rekeningcourantschuld van Zadkine aan haar
deelneming ZCA. Deze schuld komt mede voort uit het in 2014 overnemen door Zadkine van
ZCA van de post vooruitbetaalde kosten Gastoudertraject. Deze post is door Zadkine
overgenomen als voortvloeisel van het overnemen per begin 2014 van de rechten en
plichten voortkomende uit het contract Gastoudertraject. Zowel de kortlopende vorderingen als de kortlopende schulden hebben allen een looptijd
korter dan één jaar.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 90 van 105
7.8.1 Financiële vaste activa
7.8.2 Vorderingen
Voor een nadere verklaring van de wijziging in de specificatie van de vorderingen per 2015 ten opzichte van 2014 wordt verwezen naar paragraaf 7.7.4.
7.8.3 Liquide middelen
7.8.4 Overige overheidsbijdragen en –subsidies
Voor een nadere verklaring van de verschillen tussen 2015 en 2014 verwijzen we naar paragraaf 7.7.2.
De financiele vaste activa bestaan uit 31-12-2015 31-12-2014
in k€
- Deelnemingen 1.861 1.762
- Langlopende vorderingen 802 -
Totaal 2.663 1.762
Vorderingen 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Debiteuren 1.660 1.640
Studenten/deelnemers/cursisten 449 627
Overige vorderingen 360 146
Overlopende activa 3.999 5.761
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -448 -388
Vorderingen 6.020 7.786
Liquide middelen 31-12-2015 31-12-2014
in k€
Kasmiddelen 26 44
Tegoeden op bank- en girorekeningen 22.335 25.232
Liquide middelen 22.361 25.276
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2015 2014
in € mln
Bijdragen Educatie 2.327 3.605
WI totaal 74 251
WEB/TKV Rotterdam totaal 1.486 2.414
WEB REGIO Rotterdam totaal 767 940
Overige gemeentelijke bijdragen 2.941 2.857
VSV Doeluitkering Jeugd (Vasthoudend) 527 629
VSV Convenant 743 650
Plusvoorzieningen 1.200 1.200
ZAT/SchoolMaatschappelijk Werk 350 290
Overig 121 88
Overige overheidsbijdragen 301 237
Totaal overige overheidsbijdr. en -subsidies 5.569 6.699
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 91 van 105
7.8.5 Overige baten
Voor een nadere verklaring van de verschillen tussen 2015 en 2014 verwijzen we naar paragraaf 7.7.4.
7.8.6 Resultaat deelnemingen
Specificatie van de post deelnemingen:
De omzet van ZCA bedroeg in 2015 k€1.217 en de omzet van ValentineZ bedroeg in 2015 k€ 474. Het bestuur van ZCA als ook dat van ValentineZ bestaat uit de voorzitter CvB Zadkine, L.D. Verburgh. Het bestuur van VvE Technikon bestaat uit L.D. Verburgh namens Zadkine en R. Hoogstraten namens Grafisch Lyceum. Het bestuur van VAVOR bestaat uit L.D. Verburgh namens Zadkine en R. Kooren namens het Albeda College. Coöperatief
7.9 Overige informatie
7.9.1 Subsidies ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
G1. Verantwoording van subsidies zonder verrekening clausule
G2. Verantwoording van subsidies met verrekening clausule G2 A. Aflopend per ultimo verslagjaar
G2 B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Overige baten 2015 2014
in k€
Verhuur 780 1.594
Detachering personeel 633 641
Boekwinst verkoop panden 440 0
Diverse overige baten 708 1.408
Overige baten 2.561 3.643
Deelneming
in k€
Netto vermogens
waarde 31-12-
2014
Boekwaarde
31-12-2014
Resultaat
2015
Netto vermogens
waarde 31-12-
2015
Gepresenteerd
in mindering
vordering
Boekwaarde
31-12-2015
ZCA 1.762 1.762 99 1.861 0 1.861
ValentineZ -140 0 52 -88 -88 0
Totaal 1.622 1.762 151 1.773 -88 1.861
Omschrijving Bedrag van ontvangsten t/m Prestatie is ultimo verslagjaar
(bedragen in euro's) Kenmerk datum de toewijzing verslagjaar
€ €
Prestatiebeurs convenanten VSV 2015 2014/2/381609 6-10-2014 150.000 150.000 x
Prestatiebeurs convenanten VSV 2016 2015/2/56498 23-9-2015 150.000 150.000 x
Convenant Leerkracht 2015 664996-2 18-12-2014 4.314.892 4.314.892 x
Regeling kwaliteitsafspraken mbo Excellentiegelden 706419-1 21-9-2015 840.085 840.085 x
Regeling kwaliteitsafspraken mbo 702298-1 20-5-2015 5.846.500 5.846.500 x
Zij-instroom 2015 diversen 160.000 160.000 x
Lerarenbeurs 2012/2013 diversen 48.180 48.180 x
Lerarenbeurs 2013/2014 diversen 151.626 151.626 x
Lerarenbeurs 2014/2015 diversen 217.765 217.765 x
Lerarenbeurs 2015/2016 diversen 240.849 240.849 x
Totaal 12.119.897 12.119.897
Toewijzing
geheel
uitgevoerd
en afgerond
nog niet geheel
afgerond
Omschrijving Bedrag van ontvangsten t/m totale kosten te verrekenen
(bedragen in euro's) Kenmerk datum de toewijzing verslagjaar ultimo verslagjaar
€ € € €
Zij-instroom 2013 diversen 360.000 360.000 360.000 0
Schoolmaatschappelijkwerk 2014 2014/2/352675 6-1-2014 514.128 514.128 514.128 0
School-Ex / Next Step 2013 2014/2/369089 20-6-2014 274.620 274.620 274.620 0
School-Ex / Next Step 2014 2014/2/386417 18-12-2014 217.170 217.170 217.170 0
Taal en rekenen Intensivering 2014 592011-2 18-12-2013 2.443.675 2.443.675 2.443.675 0
Prof/bekwaamheid MBO 2014 590526-1 13-11-2013 1.280.627 1.280.627 1.280.627 0
Taalexperiment MBO OND/ODB-11/74134U 2-12-2011 1.310.493 1.310.493 1.310.493 0
Totaal 6.400.713 6.400.713 6.400.713 0
Toewijzing
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 92 van 105
7.9.2 Gemeentelijke en overige bijdragen en subsidies
Verantwoording van subsidies met verrekening clausule overige subsidiegevers
Aflopend per ultimo verslagjaar
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
7.9.3 Bezoldiging topfunctionarissen waaronder de leden College van Bestuur en
Raad van Toezicht
Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en
semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de
regelgeving die op Zadkine van toepassing is: het WNT-maximum voor het onderwijs,
plafond voor de mbo-sector.
Het bezoldigingsmaximum in 2015 voor Zadkine is € 178.000 (2014: € 199.905). Het
weergegeven individuele WNT-maximum is berekend naar rato van de omvang (en voor
topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de
omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Het individuele WNT-
maximum voor de leden van Raad van Toezicht bedraagt voor de voorzitter 15 procent en
Omschrijving Bedrag van saldo ontvangsten in lasten in totale kosten saldo nog te besteden
(bedragen in euro's) Kenmerk datum de toewijzing 1-1-2015 verslagjaar verslagjaar t/m verslagjaar ultimo verslagjaar
€ € € € € €
Zij-instroom 2011 diversen 817.000 227.000 0 0 552.000 227.000
Zij-instroom 2014 diversen 160.000 160.000 0 100.000 100.000 60.000
Schoolmaatschappelijkwerk 2015 666495-1 10-12-2014 494.327 0 494.327 288.903 288.903 205.424
Masterplan MEI 14/19 (RIF) 2014/2/381609 20-10-2014 911.994 227.999 182.399 154.770 154.770 255.628
Zuid-Holland Infra Park (ZIP) 704915 20-7-2015 544.945 0 190.731 138.033 138.033 52.698
Totaal 2.928.266 614.999 867.457 681.706 1.233.706 800.749
Toewijzing
Omschrijving Bedrag van ontvangsten t/m totale kosten te verrekenen
(bedragen in euro's) subsdiegever de toewijzing verslagjaar ultimo verslagjaar
€ € € €
SMW 2014 Gem R'dam/JOS 280.843 280.843 280.843 0
SMW 2015 Gem R'dam/JOS 350.000 350.000 350.000 0
VSV Doeluitkering Jeugd 13/14 Gem R'dam/JOS 788.178 788.178 788.178 0
VSV Convenant 13/14 Gem R'dam/JOS 656.798 656.798 656.798 0
VSV Doeluitkering Jeugd 14/15 Gem R'dam/JOS 458.000 458.000 458.000 0
VSV Convenant 14/15 (incl microkrediet) Gem R'dam/JOS 816.821 694.297 775.159 -80.862
Drugs en Alcohol Gem R'dam/GGD 20.000 20.000 20.000 0
Leonardo Mobiliteit Exchange Call 2012 CINOP/Leonardo 100.492 100.492 100.492 0
Leonardo Mobiliteit Exchange Call 2013 CINOP/Leonardo 173.071 173.071 173.071 0
Verbetering taalvaardigheid Gem R'dam/JOS 22.680 22.680 22.680 0
E-hulpverlening DU Jeugd Gem R'dam/JOS 50.000 42.500 42.500 0
Vaccinatie stageplaatsen Zorg 14/15 Min VWS 100.500 100.500 100.500 0
GAPS INTERREG IVA / Medway council 191.700 93.417 76.235 17.182
St Auris LGF - 18.107 16.857 1.250
Stagefonds 2.500 2.500 2.500 0
voorkomen onged. Uitstroom SWV nww 1.000 1.000 1.000 0
First Lego League 2.500 2.500 2.500 0
Pedagogisch vakmanschap gem R'dam 12.680 12.860 12.860 0
Proefstuderen 14/15 gem R'dam 9.600 9.600 9.600 0
Zomerschool 2015 gem R'dam 15.480 15.480 15.480 0
Euroloop (B) Flow centre of Excellence Holland Metrology 73.899 29.597 29.597 0
CIVOM-subsidie Platform Béta techniek 2.000.000 1.533.333 1.362.029 171.304
KEC Installatie- en Koudetechniek Prov. Zuid-Holland 142.806 133.280 6.834 126.446
KEC Installatie- en Koudetechniek Gem R'dam/JOS 135.000 81.000 0 81.000
KEC Installatie- en Koudetechniek Agentschap NL 292.806 247.809 43400 204.409
Totaal 6.697.354 5.867.841 5.347.113 520.729
Toewijzing
Omschrijving Toewijzing Bedrag van saldo ontvangsten in lasten in totale kosten saldo nog te besteden
(bedragen ineuro's) Subsidiegever de toewijzing 1-1-2015 verslagjaar verslagjaar t/m verslagjaar ultimo verslagjaar
€ € € € €
Plusvoorziening gem R'dam 4.800.000 698.746 1.199.582 1.200.000 4.100.000 698.328
VSV Convenant 15/16 Gem R'dam 575.371 0 239.738 239.738 239.738 0
VSV Doeluitkering Jeugd 15/16 Gem R'dam 458.916 0 191.215 189.500 189.500 1.715
Vaccinatie stageplaatsen Zorg 15/16 Min VWS 108.875 0 108.875 41.875 41.875 67.000
Ouderbetrokkenheid Gem R'dam 44.560 0 11.140 10.890 54.290 250
Leren Loont! (LOB) Gem R'dam 90.000 0 37.500 0 0 37.500
Meisjes in de techniek Gem R'dam 7.750 7.750 5.000 5.500 0 7.250
LOB 2014 LMC 45.000 0 38.250 0 0 38.250
LOB 2015 LMC 53.160 0 45.186 0 0 45.186
CIV programmalijn 1 ST. STC Group 0 38.450 29.790 69.980 8.660
CIV Maintenance ST. STC Group 0 225.000 42.957 42.957 182.043
BOSS BVESamenwerking lerarenopl. Mbo's Penvoerder HRO 172.000 33.390 30.678 53.318 62.928 10.750
Erasmus+ CINOP 108.892 0 65.335 59.008 59.008 6.327
Gezonde school Jantje Beton 40.000 0 40.000 0 0 40.000
LeerKRACHT SOM 267.150 0 133.425 0 0 133.425
Totaal 6.771.674 739.886 2.409.374 1.872.575 4.860.275 1.276.685
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 93 van 105
voor de overige leden 10 procent van het bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de
duur van het dienstverband.
Alle personeelsleden zijn in 2015 en 2014 bezoldigd onder dit grensbedrag met uitzondering
van de voorzitter College van Bestuur, L.D. Verburgh, in het jaar 2015. De salarisafspraken
van L.D. Verburgh vallen onder het WNT-overgangsrecht. Uitsluitend de leden van het
College van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht zijn aan te merken als
topfunctionaris conform de WNT. De in onderstaand overzicht vermelde bezoldigingen per
persoon betreffen het gehele jaar 2015, tenzij anders vermeld.
Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT moeten worden vermeld, of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.
De beloning betaalbaar op termijn van de Topfunctionarissen College van Bestuur is
afgenomen als gevolg van nieuwe regelgeving rond de maximale pensioenopbouw met
ingang van 2015: maximering van de opbouw tot een pensioengevend salaris tot k€ 100. De
hieruit voortkomende daling van de werkgeverspremie-pensioenen is bij L.D. Verburgh
gecompenseerd door een toename van het brutoloon. In 2014 is besloten de vergoedingen aan de RvT in twee stappen – per medio 2014 en per medio 2015 - aan te passen aan de vergoedingen die bij het Albeda College worden gehanteerd. Voor 2015 resulteert dit in een bruto beloning van € 6.075 (voorzitter € 7.275) en een onkostenvergoeding van € 1.800 (voorzitter € 3.600). Met ingang van 2013 vallen natuurlijke personen die lid zijn van een Raad van Toezicht onder de btw-plicht. Dit heeft tot gevolg dat over de totale beloning per persoon 21% btw aan
Realisatie bezoldinging topfunctionarissen Periode Realisatie 2015 Realisatie 2014
in €
Leidinggevende topfuctionaris binnen College van Bestuur
L. D. Verburgh, voorzitter CvB, omvang dienstverband 1 fte 1 jan t/m 31 dec
Beloning 171.858 165.368
Beloning betaalbaar op termijn 16.809 28.124
Belastbare vaste / variabele onkostenvergoeding - -
Uitkering einde dienstverband - -
Beloning conform WNT 188.667 193.492
Leidinggevende topfuctionaris binnen College van Bestuur
H.T.G. Slagt, lid CvB, omvang dienstverband 1 fte 1 jan t/m 31 dec
Beloning 141.153 140.750
Beloning betaalbaar op termijn 16.107 24.373
Belastbare vaste / variabele onkostenvergoeding - -
Uitkering einde dienstverband - -
Beloning conform WNT 157.260 165.123
Topfunctionarissen in Raad van Toezicht
L. Bikker (voorzitter) 1 jan t/m 31 dec 10.875 9.625
W. Bontes 1 jan t/m 31 dec 7.875 5.625
M.E.J. Salomons 1 jan t/m 31 dec 7.875 5.625
H.W.M Linssen 1 jan t/m 31 dec 7.875 5.625
F.J.M. Meijers 1 jan t/m 31 dec 7.875 5.625
C.G.C.G. Segers 1 jan t/m 31 dec 7.875 5.625
H.A. Roos - van Aerssen 1 okt t/m 31 dec 2.250
P. van Lange 1 jan t/m 31 mei 2.813 5.625
D. van de Mheen (betreft 2014) 1 jan t/m 1 okt 4.500
Totaal beloningen topfunctionarissen 401.240 406.490
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 94 van 105
Zadkine in rekening is gebracht. De hierboven genoemde bedragen in 2015 en 2014 zijn exclusief de in rekening gebrachte btw.
7.9.4 Verantwoording in het kader van de regeling Beleggen en Belenen
Zadkine heeft in 2015 conform haar treasurystatuut een periodieke interne audit uitgevoerd
op haar activiteiten rond betalingsverkeer en leningen. Hoofdconclusie daarbij was dat deze
activiteiten binnen de regeling Beleggen en belenen worden uitgevoerd.
In 2015 heeft Zadkine geen nieuwe leningen afgesloten of volledig afgelost. De aflossingen
op de lopende leningen hebben plaatsgevonden conform aflossingsschema.
In 2015 was de liquiditeit van Zadkine positief en hoefde geen beroep te worden gedaan op
de beschikbare rekening courantfaciliteit bij het ministerie van Financiën uit hoofde van
schatkistbankieren.
7.9.5 Verantwoording in het kader van de notitie Helderheid
Uitbesteding van onderwijstaken Van uitbesteding van onderwijs is in 2015 sprake geweest in een aantal gevallen, te weten:
De kosten die het gevolg waren van het uitbesteden van deze onderwijstaken waren in 2015 € 0,8 miljoen en lagen daarmee in lijn met de kosten van 2014. Uitwisselingsovereenkomsten met buitenlandse studenten
Voor diverse opleidingen heeft Zadkine uitwisselingsovereenkomsten met scholen in het buitenland. Dit betekent dat Zadkine studenten in het buitenland stage lopen en buitenlandse studenten in Nederland stage lopen. In alle gevallen vindt het onderwijs en examinering in Nederland plaats. Bedrijven of organisaties waarvoor maatwerk is verzorgd Regulier – plustrajecten zijn opleidingen waarbij op verzoek van opdrachtgevers naast de CREBO-opleiding aanvullend onderwijs wordt verzorgd. De opdrachtgever vergoedt deze extra activiteiten separaat. Van maatwerk is in 2015 sprake geweest in de volgende gevallen:
Cluster Uitbesteding bij
Gezondheidszorg, Optiek & Welzijn Zorgcampus Rotterdam B.V., Mathemesselaan 480, 3023 HL Rotterdam
Gezondheidszorg, Optiek & Welzijn Stichting SVGB Landelijk Orgaan beroepsonderwijs, Brinkwal 3, 3432 GA Nieuwegein
Techniek & Technologie BVMT, Rotterdamseweg 402d, 2629 HH Delft
Techniek & Technologie Capabel, Pegasusweg 20, 3067 KX Rotterdam
Techniek & Technologie Technicom Opleidngen B.V., Hoefsmidstraat 39, 3199 AA Hoogvliet
Veiligheid, Logistiek & Ambacht IproSafety, A. van Leeuwenhoekweg 38-J, 2408 AN Alphen a/d Rijn
Veiligheid, Logistiek & Ambacht SafeNed Securituy, Hortsedijk 81, 5708 HC Helmond
Veiligheid, Logistiek & Ambacht Opleidinggevend .nl, Versteeg 6a, 6658 KP Beneden Leeuwen
Veiligheid, Logistiek & Ambacht De Haan Beveiliging, Ruitersstraat 24, 6371 GP Landgraaf
Veiligheid, Logistiek & Ambacht RCCS, Coenecoop 530, 2741 PS Waddinxveen
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 95 van 105
Er is geen sprake van het investeringen van publieke middelen in private activiteiten.
Project Start Einde Opdrachtgever Adres Postcode Plaats
Alliander 1-9-2013 31-8-2016 Alliander B.V. Utrechtseweg 68 6812 AH Arnhem
BMI (geen crebo) 1-10-2014 31-1-2015 B&V De Hil 18 4762 AG Zevenbergen
(Allround) Plaatwerker 1-9-2013 1-9-2015 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
(Allround) Plaatwerker 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Allround Constructiewerker 1-9-2014 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Allround Constructiewerker 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Allround Monteur Mobiele Werktuigen 1-9-2014 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Allround Monteur Mobiele Werktuigen 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Constructiewerker 1-9-2013 1-9-2015 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Constructiewerker 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Fijnmechanisch Verspaner 1-9-2013 1-9-2015 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Fijnmechanisch Verspaner 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Machinebouw Mechatronica 1-9-2014 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Machinebouw Mechatronica 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Metaalbewerker basislasser 1-9-2013 1-9-2015 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Metaalbewerker basislasser 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Monteur Mechatronica 1-9-2013 1-9-2015 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Monteur Mechatronica 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Monteur Mobiele Werktuigen 1-9-2013 1-9-2015 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Monteur Mobiele Werktuigen 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Technisch Tekenaar 1-9-2014 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Technisch Tekenaar 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Verspaner 1-9-2013 1-9-2015 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Verspaner 1-9-2015 1-9-2016 BVMT Rotterdamseweg 402d 2629 HH Delft
Sport en bewegen 1-9-2013 30-8-2018 BVO Sparta Spartapark Noord 3027 VW Rotterdam
Beveiliger niv 2 1-2-2015 1-2-2016 De Haan Ruiterstraat 24 6371 GP Landgraaf
Beveiliger niv 2 1-4-2015 1-4-2016 De Haan Ruiterstraat 24 6371 GP Landgraaf
Beveiliger niv 2 1-5-2015 1-5-2016 De Haan Ruiterstraat 24 6371 GP Landgraaf
Beveiliger niv 2 1-6-2015 1-6-2016 De Haan Ruiterstraat 24 6371 GP Landgraaf
Beveiliger niv 2 8-6-2015 8-6-2016 De Haan Ruiterstraat 24 6371 GP Landgraaf
Defensie MBO 3 Generieke vakken 1-4-2015 1-5-2015 Defensie (Paars Partnerschap) Kraanstraat 4, MPC 71C 4811 MA Breda
Defensie MBO 3 Generieke vakken 1-6-2015 1-7-2015 Defensie (Paars Partnerschap) Kraanstraat 4, MPC 71C 4811 MA Breda
Defensie MBO 3 Generieke vakken 1-11-2015 1-12-2015 Defensie (Paars Partnerschap) Kraanstraat 4, MPC 71C 4811 MA Breda
Defensie MBO 3 Generieke vakken 1-12-2015 1-1-2016 Defensie (Paars Partnerschap) Kraanstraat 4, MPC 71C 4811 MA Breda
Tech X pert 2 1-1-2014 31-3-2015 Exxon Mobil Botlekweg 4060 3197 KA Botlek Rotterdam
Opticien (niv 4) 1-9-2014 31-7-2016 Hans Anders Papland 21 4206 CK Gorichem
Beveiliger niv 2 1-9-2014 1-9-2015 Ipro Safety B.V. s Gravenzandeseweg 60k 2291 PE Wateringen
Coordinator Beveiliger niv 3 1-9-2014 1-9-2015 Ipro Safety B.V. s Gravenzandeseweg 60k 2291 PE Wateringen
Beveiliger niv 2 1-4-2015 1-4-2016 Ipro Safety B.V. s Gravenzandeseweg 60k 2291 PE Wateringen
Beveiliger niv 2 1-6-2015 1-6-2016 Ipro Safety B.V. s Gravenzandeseweg 60k 2291 PE Wateringen
Beveiliger niv 2 1-9-2015 1-9-2016 Ipro Safety B.V. s Gravenzandeseweg 60k 2291 PE Wateringen
Examinering Helpende Zorg en Welzijn 1-1-2015 31-12-2015 KCM-Groep Koningstraat 64-3 6811 DJ Arnhem
Examinering VIG 1-1-2015 31-12-2015 KCM-Groep Koningstraat 64-3 6811 DJ Arnhem
Pedagogisch medewerker 4 1-9-2014 1-9-2015 Kinderdam, KomKids, Un1ek, Bimbola p/a Schiekade 34 3032 AJ Rotterdam
BHV/EHBO (geen crebo) 1-9-2014 31-12-2016 Medprevent Trijehoek 19 8408 HB Lippenhuizen
Opl. Mobiele Werktuigen 1-9-2014 1-8-2015 Meerdere bedrijven Landbouw Mechanisatie Nikkelstraat 40 3067 GR Rotterdam
HZW BBL 1 1/2 1-9-2014 1-3-2015 MOB thuiszorg Graaf Floris straat 45 3021 CC Rotterdam
Contactlensspecialist 1-9-2014 1-9-2015 open inschrijving Marconistraat 16 3029 AK Rotterdam
Contactlensspecialist 1-9-2015 1-9-2016 open inschrijving Marconistraat 16 3029 AK Rotterdam
Medewerker Maatsch.Zorg Ervaringsdeskundige 1-9-2013 1-9-2015 open inschrijving Marconistraat 16 3029 AK Rotterdam
Medewerker Maatsch.Zorg Ervaringsdeskundige 1-9-2014 1-9-2016 open inschrijving Marconistraat 16 3029 AK Rotterdam
Medewerker Maatsch.Zorg Ervaringsdeskundige 1-9-2015 1-9-2017 open inschrijving Marconistraat 16 3029 AK Rotterdam
Verkorte opleiding Doktersassistent 1-2-2014 1-2-2015 open inschrijving Marten Meesweg 50 3068 AV Rotterdam
Verkorte opleiding Doktersassistent 1-9-2014 1-9-2015 open inschrijving Marten Meesweg 50 3068 AV Rotterdam
Verkorte opleiding Doktersassistent 1-9-2015 1-9-2016 open inschrijving Marten Meesweg 50 3068 AV Rotterdam
Verkorte opleiding Kraamverzorgende 1-3-2014 1-3-2015 open inschrijving Sportlaan 15 3202 VW Spijkenisse
Verkorte opleiding Kraamverzorgende 1-11-2014 1-11-2015 open inschrijving Sportlaan 15 3202 VW Spijkenisse
Verkorte opleiding Kraamverzorgende 1-3-2015 1-3-2016 open inschrijving Sportlaan 15 3202 VW Spijkenisse
Verkorte opleiding Kraamverzorgende 1-11-2015 1-11-2016 open inschrijving Sportlaan 15 3202 VW Spijkenisse
Verzilvering EVC 1-1-2015 31-12-2015 open inschrijving Prins Alexanderlaan 55 3067 GB Rotterdam
Piping & Design 1 1-9-2015 1-9-2016 open inschrijving Prins Alexanderlaan 55 3067 GB Rotterdam
Piping & Design 2 1-9-2015 1-9-2016 open inschrijving Prins Alexanderlaan 55 3067 GB Rotterdam
Piping & Design 1 1-9-2014 1-9-2015 open inschrijving Prins Alexanderlaan 55 3067 GB Rotterdam
Piping & Design 2 1-9-2014 1-9-2015 open inschrijving Prins Alexanderlaan 55 3067 GB Rotterdam
Handhaver Toezicht en Veiligheid 1-11-2014 1-11-2016 Opleidinggevend.nl Veesteeg 6a 6658 KP Beneden Leeuwen
Gastheer/gastvrouw 1-1-2015 1-1-2016 Paars Partnerschap Obrechtstrat 28B 8031 AZ Zwolle
Kok 1-1-2015 1-1-2016 Paars Partnerschap Obrechtstrat 28B 8031 AZ Zwolle
Kok (Leidinggevende keuken) 1-1-2015 1-1-2016 Paars Partnerschap Obrechtstrat 28B 8031 AZ Zwolle
Beveiliger niv 2 1-7-2015 1-7-2016 RCCS Coenecoop 530 2741 PS Waddinxveen
Beveiliger niv 2 1-9-2014 1-9-2015 SafeNed Security Hortsedijk 81 5708 HC Helmond
Coordinator Beveiliger niv 3 1-1-2015 1-1-2016 SafeNed Security Hortsedijk 81 5708 HC Helmond
Beveiliger niv 2 1-4-2015 1-4-2016 SafeNed Security Hortsedijk 81 5708 HC Helmond
Verzorgende IG 1-10-2014 1-10-2016 Zorgcampus Rotterdam B.V. Mathemesselaan 480 3023 HL Rotterdam
Verzorgende IG 1-4-2013 30-4-2015 Zorgcampus Rotterdam B.V. Mathemesselaan 480 3023 HL Rotterdam
Verzorgende IG 26-9-2013 31-10-2015 Zorgcampus Rotterdam B.V. Mathemesselaan 480 3023 HL Rotterdam
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 96 van 105
Deelnemers die kort na 1 oktober 2015 de instelling hebben verlaten, met aanduiding van reden
Totaal aantal uitgeschreven deelnemers in de periode 1-10-2015 / 1-2-2016 817
1. Waarvan met diploma 342
2. Waarvan zonder diploma, te splitsen in:
Persoonsgebonden factoren:
- waar de instelling geen invloed op kan uitoefenen 93
- waar de instelling niets kan doen aan de oorzaken, wellicht wel aan de opvang 131
Instellingsgebonden factoren 16
Studie- en beroepskeuzegebonden factoren -
Arbeidsmarkt- en (externe) omgevingsfactoren 110
Zonder diploma, maar wel succesvol/afgesproken resultaat behaald -
Onbekend 14
Geen uitval 111
Totaal zonder diploma 475
Deelnemers die kort na 1 oktober 2015 alsnog zijn ingeschreven bij de instelling
Totaal aantal ingeschreven deelnemers in de periode 1-10-2015 / 1-2-2016 475
Deelnemers die tijdens het schooljaar van opleiding/leerweg veranderden
Aantal overgestapte deelnemers in de periode 1-10-2015 / 1-2-2016 624
waarvan:
met diploma 33 5,3%
zonder diploma 591 94,7%
624 100,0%
Doorgestroomd naar:
hoger niveau 96 15,4%
zelfde niveau 462 74,0%
lager niveau 66 10,6%
624 100,0%
Doorgestroomd:
van BBL naar BOL/dt-BOL 4 0,6%
van BOL naar BBL/dt-BOL 20 3,2%
van dt-BOL naar BBL/BOL - 0,0%
binnen dezelfde leerweg 600 96,2%
624 100,0%
In de tijd verspreide stapeling van diploma's
Aantal deelnemers dat in 2014 én in 2015 een bekostigd diploma hebben behaald
Aantal deelnemers dat in 2014 t.o.v. 2013 een diploma hebben behaald:
- met hoger niveau 286 97,9%
- met gelijk niveau 6 2,1%
- met lager niveau - 0,0%
292 100,0%
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 97 van 105
Het komt voor dat deelnemers zijn ingeschreven in meer dan één opleiding tegelijk. In dat
geval zijn de procedures dusdanig dat dergelijke deelnemers voor bekostigingsdoeleinden
niet meer dan één keer worden meegenomen.
Les- en cursusgeld niet betaald door de studenten zelf
Bij Zadkine bestaat geen eigen fonds waaruit les- en cursusgelden voor deelnemers worden
betaald dat gevoed wordt uit de rijksbijdrage. Het is alleen mogelijk dat een derde (een
bedrijf of andere organisatie) het cursusgeld voor een deelnemer betaalt als de deelnemer
die derde daartoe schriftelijk heeft gemachtigd.
7.9.6 Overige gegevens
Statutaire regeling inzake de winstbestemming
De statuten bevatten geen bepalingen omtrent de bestemming van het behaalde resultaat. Het behaalde resultaat staat daarmee ter vrije beschikking van het College van Bestuur. Bestemming van het resultaat
Het resultaat 2015 bedraagt k€ 6.015 en wordt als volgt bestemd
Het private deel bestaat uit het exploitatieresultaat van ZCA B.V. (k€ 99), ValentineZ B.V. (k€ 53) en winst op private activiteiten Stichting Zadkine (k€ 81).
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen, met uitzondering van de reeds toegelichte gebeurtenissen in de jaarrekening, gebeurtenissen na balansdatum geweest die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum, of die van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening.
Bestemming resultaat Publiek Privaat Totaal
in k€
Algemene reserve 5.782 233 6.015
Totaal resultaat 2015 5.782 233 6.015
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 98 van 105
Vaststelling jaarrekening door College van Bestuur en Raad van Toezicht
De jaarrekening 2015 is vastgesteld in de vergadering van het bestuur van de Stichting voor
Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine d.d. 20 juni 2016.
De heer dr. L.D. Verburgh De heer drs. H.T.G. Slagt RA Voorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur
Raad van toezicht:
De heer L. Bikker
De heer drs. W. Bontes De heer dr. F.J.M. Meijers
De heer mr. M.E.J. Salomons De heer C.G.C.G. Segers
De heer ing. H.W.M. Linssen Mevrouw drs. H.A. Roos – van Aerssen
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 99 van 105
7.10 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: het college van bestuur en de raad van toezicht van stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine
Verklaring over de jaarrekening 2015
Ons oordeel Naar ons oordeel: geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de
samenstelling van het vermogen van stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine op 31 december 2015 en van het resultaat over 2015 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs;
voldoen de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2015, in alle
van materieel belang zijnde aspecten, aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015.
Wat we hebben gecontroleerd
Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2015 van stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine te Rotterdam (‘de stichting’) gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde jaarrekening van stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine en dochtermaatschappijen (samen: ‘de groep’) en de enkelvoudige jaarrekening. De jaarrekening bestaat uit: de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2015;
de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2015; en
de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is de
Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse
controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015 vallen. Onze
verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden
voor de controle van de jaarrekening’.
Wij zijn onafhankelijk van stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine zoals vereist in de
Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere
voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de
Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons
oordeel.
Verantwoordelijkheden van het college van bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het college van bestuur is verantwoordelijk voor: het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de
Regeling jaarverslaggeving onderwijs; het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving
onderwijs;
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 100 van 105
de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en
balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen;
een zodanige interne beheersing die het college van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken
van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het college van bestuur afwegen of de stichting in staat is
om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde
verslaggevingsstelsel moet het college van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de
continuïteitsveronderstelling, tenzij het college van bestuur het voornemen heeft om de stichting te
liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.
Het college van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen
bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële
verslaggeving van de stichting.
Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij
daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel,
als bedoeld in artikel 2 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Ons controleoordeel beoogt een
redelijke mate van zekerheid te geven dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang
bevat. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid
waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen ontdekken. Afwijkingen
kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden
verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische
beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen.
Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij
onze controleverklaring.
Verklaring betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten
Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens
Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW en de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens): dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het
jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3. Jaarverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015 is opgesteld, en of de door de Regeling jaarverslaggeving onderwijs vereiste overige gegevens zijn toegevoegd;
dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Amsterdam, 20 juni 2016 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door R. Goldstein RA
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 101 van 105
Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2015 van stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine
In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze
verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een
controle inhoudt.
De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze doelstelling is om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening vrij van materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude is. Onze controle bestond onder andere uit: Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel
belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.
Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle van de
jaarrekening en de financiële rechtmatigheid met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting.
Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving,
de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het college van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan.
Het vaststellen dat de door het college van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling
aanvaardbaar is. Tevens op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven.
Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin
opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid.
Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing
van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en
omvang van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen bepaald om te waarborgen
dat we voldoende controlewerkzaamheden verrichten om in staat te zijn een oordeel te geven over de
jaarrekening als geheel. Bepalend hierbij zijn de geografische structuur van de groep, de omvang
en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten, de bedrijfsprocessen en interne
beheersingsmaatregelen en de bedrijfstak waarin de vennootschap opereert. Op grond hiervan
hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de financiële
informatie of specifieke posten noodzakelijk was.
Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van
de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen,
waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 102 van 105
Wij bevestigen aan de raad van toezicht dat wij de relevante ethische voorschriften over
onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met hen over alle relaties en andere
zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband
houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
7.11 Bestemming van het resultaat
Het resultaat 2015 bedraagt k€ 6.015 en deze bestemmen we als volgt:
Het private deel bestaat uit het exploitatieresultaat van ZCA (k€ 99), ValentineZ (k€ 53) en
winst op private activiteiten Zadkine (k€ 81).
Bestemming resultaat Publiek Privaat Totaal
in k€
Algemene reserve 5.782 233 6.015
Totaal resultaat 2015 5.782 233 6.015
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 103 van 105
Hoofdstuk 8 Afsluitend
8.1 Overzicht hoofd- en nevenfuncties Raad van Toezicht Dhr. L. Bikker Hoofdfunctie(s):
Oprichter Bikker & Company Executive Director Stichting World Expo Rotterdam 2025
Nevenfunctie(s):
Voorzitter Raad van Toezicht Zadkine Voorzitter Bestuur Scapino Ballet Rotterdam Voorzitter Raad van Commissarissen Corporate Communications Centre Erasmus
Universiteit Rotterdam Lid Raad van Toezicht Rotterdam Partners
Dhr. drs. W. Bontes Hoofdfunctie(s):
Chief Executive Officer Hurks Groep Nevenfunctie(s):
Lid Raad van Toezicht Zadkine Lid Raad van Commissarissen Feyenoord
Lid van de Raad van Commissarissen Cyclus NV Dhr. ing. H.W.M. Linssen Hoofdfunctie(s):
Managing Director Keppel Verolme B.V. Nevenfunctie(s):
Lid Raad van Toezicht Zadkine Hoofdbestuur Vereniging: Nederlandse Scheepsbouw Industrie Hoofdbestuur Vereniging: Netherlands Maritime Technology Adviesraad Human Capital Topsector Water Raad van Toezicht: Stichting Maritiem Collectie Rijnmond
Dhr. dr. F.J.M. Meijers Hoofdfunctie(s):
Directeur Meijers Onderzoek & Advies Lector Pedagogiek van de Beroepsvorming, De Haagse Hogeschool
Nevenfunctie(s):
Lid Raad van Toezicht Zadkine Lid Raad van Toezicht ROC Friesland College
Mw. drs. H.A. Roos-van Aerssen Hoofdfunctie(s):
Directeur Business Control Pricing & Procurement Aegon Nederland N.V. Nevenfunctie(s):
Lid Raad van Toezicht Zadkine Dhr. mr. M.E.J. Salomons Hoofdfunctie(s):
Juridisch Adviseur
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 104 van 105
Nevenfunctie(s):
Lid Raad van Toezicht Zadkine Lid Raad van Bestuur Stichting Internationaal Juridisch Instituut te ‘s Gravenhage Lid Ledenraad Koninklijk Instituut voor de Tropen
Dhr. C.G.C.G. Segers MA Hoofdfunctie(s):
Bestuurder SKOzoK. (Onderwijsstichting primair onderwijs) Nevenfunctie(s):
Lid Raad van Toezicht Zadkine
8.2 Overzicht hoofd- en nevenfuncties directie Dhr. dr. L.D. Verburgh
Hoofdfunctie(s): Voorzitter College van Bestuur Zadkine
Nevenfunctie(s):
Geen Dhr. drs. H.T.G. Slagt Hoofdfunctie(s):
Financieel directeur Zadkine Nevenfunctie(s):
Lid Raad van Commissarissen MC Groep
Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine II Geïntegreerd Jaardocument 2015 Pagina 105 van 105
Postadres Postbus 84021
3009 CA Rotterdam
Bezoekadres Marten Meesweg 50
3068 AV ROTTERDAM
Website: www.zadkine.nl E-mail: [email protected]