Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
INSTRUCTIE ADR Waalwijk, 9 november 2018
Agenda
Instructie / training
• Introductie
• Waarom deze training?
• Verplichtingen werkgever / werknemer
• Gevarenklassen
• PGS 15
• Veiligheidsinformatiebladen
• Verpakkingen
• Persoonlijke beschermingsmiddelen
• Limited Quantities
• Incidenten met gevaarlijke stoffen
• Aantoonbaarheid
• Beveiliging
Even voorstellen
Hans Stegeman
Bedrijfsadviseur gevaarlijke stoffen bij evofenedex:
- Veiligheidsadviseur gevaarlijke stoffen (ADR / ADN / RID)- Hoger Veiligheidskundige- Adviseur PGS 15- Adviseur BRZO 2015 / VBS
Vanaf 1992 actief werkzaam in de wereld van de gevaarlijke stoffen.
Wie zijn jullie?
Verplichtingen
Verplichtingen Werknemer
• Volgen van training en instructie.
• Geen (onnodig) gevaar veroorzaken.
• Bedrijfsinstructies opvolgen.
• Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
• Melden van gevaarlijke situaties / handelingen.
Verplichting Werkgever
• Veilig en gezond werken mogelijk maken.
• Verplichte trainingen faciliteren.
• Persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken.
• Het verstrekken van arbeidsmiddelen.
• Opstellen van procedures en werkinstructies
• Ernstige bedrijfsongevallen melden bij de Arbeidsinspectie.
Veilig gedrag
TechniekInrichting
& Machines
MensBewust &Bekwaam
PapierRegels &
Procedures
Factoren van invloed op veilig gedrag
Hoeveel procent van de
bedrijfsongevallen komen door de
menselijke factor?
Een voorbeeld:
Investering: 450 miljoen euro
o.a. in veiligheid
Eén besluit
Eén medewerker
15
Veiligheidsmaatregelen zijn
niet altijd een garantie
Waarom deze training?
Waar moet de training uit bestaan:
- Algemene bewustmaking
- Veiligheidsonderricht
- Functie-specifieke onderricht
Transportmodaliteit wegvervoer
ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route):
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
Gevarenklassen
Wat zijn gevaarlijke stoffen?
Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die door hun intrinsieke eigenschappen of de omstandigheden waaronder ze voorkomen gevaar, schade of ernstige hinder voor mens, dier of milieu kunnen veroorzaken.
Gevaarlijke stoffen kunnen giftig, agressief, irriterend, brandgevaarlijk, kankerverwekkend, bedwelmend, explosief of van invloed op de voortplanting zijn.
Dit is afhankelijk van het type stof, van de dosis en van de omstandigheden.
Classificeren
• Classificeren op grond van de eigenschappen van de stof en de criteria van de afzonderlijke gevarenklasse
• Eigenschappen o.a.:
• Vlampunt (max < 60°C)
• Tijdsduur vernietiging weefsel
• LD50-waarde (Lethal dose 50%)
• Infectueuze stoffen
Vlampunt: de laagste temperatuur van een vloeistof, waarbij de vloeistof zoveel damp afgeeft dat deze gemakkelijk kan worden aangestoken.
LD50-waarde: de hoeveelheid van een stof die bij 50% van een populatie tot de dood leidt.
De gevarenklassen
Gevarenklasse 1 t/m 9
1 Ontplofbare stoffen en voorwerpen
2 Gassen
3 Brandbare vloeistoffen
4.1 Brandbare vaste stoffen
4.2 Voor zelfontbranding vatbare stoffen
4.3 In contact met water brandbare gassen
5.1 Oxiderende stoffen
5.2 Organische peroxiden
6.1 Giftige stoffen
6.2 Infectueuze stoffen
7 Radioactieve stoffen
8 Bijtende stoffen
9 Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
9A Lithium batterijen
Klasse 1: Ontplofbare stoffen en voorwerpen
Voorbeelden:
Vuurwerk
Bommen en munitie
Springstoffen
Gasgeneratoren voor airbags
1.1 gevaar massa-explosie
1.2 gevaar scherfwerking
1.3 gevaar brand, luchtdruk of scherfwerking
1.4 gering explosiegevaar
1.5 weinig gevoelig stoffen met gevaar voor massaexplosie
1.6 extreem weinig gevoelige voorwerpen, zonder gevaar voor massaexplosie
Normaal vuurwerk: classificatiecode 1.4G
1.4: Stoffen met weinig gevaar voor explosie
Klasse 2: Gassen• Etiket 2.1
• Etiket 2.2
• Etiket 2.3
• Extra etiketten
Voorbeelden:
Cylinders
Spuitbussen
Aanstekers
Cryohouders
Etiketnummers:
2.1: Brandbaar gas
2.2: Niet brandbaar niet giftig gas
2.3: Giftig gas
Opwarmen van een spuitbus
Klasse 3: Brandbare vloeistoffen
Voorbeelden:
Benzine
Spiritus
Diesel
Verf
Indeling met verpakkingsgroep
Aceton: 3, II
3: Brandbare vloeistof
II: Middelmatig brandbaar
Verpakkinsgroepen
- Geeft de mate van gevaar aan
- Verpakkingsgroep I – Groot gevaar
- Verpakkingsgroep II - Middelmatig gevaar
- Verpakkingsgroep III - Gevaar maar geringer
Bij klasse 1, 2, 5.2, 6.2 en 7 en sommige van de klasse 4.1 door
bijvoorbeeld subklasse, compatibiliteitsgroepen of groepen
Klasse 4.1: Brandbare vaste stoffen
Voorbeelden:
Lucifers
Zwavel
Metaalpoeder
Alcoholdoekjes
Indeling met verpakkingsgroep II en III.
Alcoholdoekjes: 4.1, II
4.1: Brandbare vaste stof
II: Middelmatig brandbaar
Klasse 4.2: Voor zelfontbranding vatbare stoffen
Voorbeelden:
Natrium
Fosfor
Rioolslib
Katoenafval
Klasse 4.2: Voor zelfontbranding vatbare stoffen
Pyrofore stoffen:
Stoffen (vloeibaar of vast) die in contact met lucht, zelfs in kleine hoeveelheden binnen 5 minuten ontbranden.
Altijd PG I
Bijvoorbeeld fosfine
--------------------------------------------------------------------
Voor zelf verhitting vatbare stoffen:
Stoffen die in contact met lucht zonder toevoer van energie voor zelfverhitting vatbaar zijn. Deze stoffen kunnen slechts in grote hoeveelheden en na lange tijdsduur ontbranden.
Altijd PG II of III
Bijvoorbeeld: Metaalpoeders
Klasse 4.3: Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
Voorbeeld:
(calcium)Carbid
Indeling met verpakkingsgroep, alleen II en
III
Carbid: 4.3, II
4.3: Stoffen die in contact met water
brandbare gassen ontwikkelen.
II: Gemakkelijk reactief
Lastig binnen de PGS15
opslagvoorzieningen, waarom?
Klasse 5.1: Oxiderende stoffen
Voorbeelden:
Kaliumnitraat
Waterstofperoxide
Chroomzuur
Kunstmest
Brandbevorderend en zelf niet zelf
brandbaar.
Indeling met verpakkingsgroep.
Waterstofperoxide: 5.1, III
5.1: Oxiderende stof
III: Zwak oxiderend
Klasse 5.2: Organische peroxide
Voorbeeld:
Polyesterharder
Perazijnzuur
Brandbevorderend en zelf brandbaar.
Indeling met type, toestand en eventueel
temperatuurbeheersing
Organische peroxide type F, vloeibaar: 5.2
5.2: Organische peroxide
Type F: Brandgevoelig bij verwarming
Gevaar voor zelfontleding.
Klasse 6.1: Giftige stoffen
Voorbeelden:
Pesticiden
Kwik
Arseen
Cyanide
Indeling met verpakkingsgroep I, II en III
Natriumcyanide: 6.1, I
6.1: Giftige stof
I: Zeer giftig
Risico’s van deze stoffen….
Klasse 6.2:
Infectueuze stoffen
Voorbeelden:
Ziekenhuisafval
Dode dieren (bij ziektes etc)
Kweken van ziektekiemculturen
Biomedische monsters
Indeling zonder verpakkingsgroep in slechts
4 UN-nummers. (2814, 2900, 3291 en 3373)
Onderscheid in:
Gevaarlijk voor mensen
Gevaarlijk voor dieren
Ziekenhuisafval
Biologische monsters
Klasse 7: Radioactieve stoffen
Voorbeelden:
Diverse rookmelders
Kernafval
Radioactieve bronnen
Meetapparatuur
Valt onder de kernenergiewet.
Speciale opleiding voor de chauffeur.
Speciale verpakkingen.
Klasse 8: Bijtende stoffen
Voorbeelden:
Fosforzuur
Zoutzuur
Natriumhydroxide
Gootsteenontstopper
Indeling met verpakkingsgroep I, II en III
Zoutzuur: 8, III
8: Bijtende stof
III: Zwak bijtend
De PGS 15 gaat dieper in op de bijtende
stoffen
Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
Voorbeelden:
Reddingsvesten
Milieugevaarlijke stoffen
Airbags
Verwarmde stoffen
Indeling met verpakkingsgroep, alleen II en III
Bitumen: 9, III
9: Stof onder verwarmde toestand ≥ 100
graden
III: Gering gevaar
Extra kenmerking mogelijk!
Indelingen, UN nummer en UN omschrijving
• Voorbeeld:• 3,I: Zéér brandbare vloeistof
Verpakkingsgroep geeft mate
van gevaar.
Door verpakkingsgroep I, II of III:
I: groot gevaar, II: middelmatig
gevaar en III: gevaar, maar
geringer.
UN nummer is een
stofidentificatie nummer.
Iedere stof of verzameling van
stoffen heeft een eigen UN
nummer.
• Voorbeeld:• > UN 1090
• > UN 1993
UN omschrijving
Omschrijving van het UN nummer• Voorbeeld:• > UN 1090 = Aceton
• > UN 1993 = Brandbare vloeistof
Indelingen binnen
gevarenklassen
• Voorbeelden:
• 3,I: Zéér brandbare vloeistof.
• 2,5F: Gas, spuitbus, brandbaar
• 6.1,III: Zwak giftige stof
Noodzakelijk om een exacter beeld te geven van
het gevaar en de mate van het gevaar.
Waarom?
Bij klasse 1, 2, 5.2, 6.2 en 7 en sommige van de
klasse 4.1 door bijvoorbeeld subklasse,
compatibiliteitsgroepen of groepen.
Klasse 2: Gassen. Type verpakking? Welke
eigenschap?
Klasse 6.1: Giftig. Hoe giftig?
Bij de overige klassen door verpakkingsgroep I,
II of III:
I: groot gevaar, II: middelmatig gevaar en III:
gering gevaar.
Afwijkend!
• Soort gas door middel van getal:
1: Samengeperst gas
2: Vloeibaar gemaakt gas
3: Sterk gekoeld, vloeibaar gemaakt gas
4: Opgelost gas
5: Spuitbussen en houders klein met gas
6: Andere voorwerpen die gas onder druk
bevatten
7: Drukloze gassen met bijzondere
voorschriften
8: Chemische stoffen onder druk
9: Geadsorbeerd gas
• Gevaar van gas door middel van letter
– A: Verstikkend
– F: Brandbaar
– T: Giftig
– O: Oxiderend
– TF: Giftig, Brandbaar
– TC: Giftig, Bijtend
– TO: Giftig, Oxiderend
– TFC: Giftig, Brandbaar, Bijtend
– TOC: Giftig, Oxiderend, Bijtend
Gassen werken niet met verpakkingsgroep!!
Classificeren
UN 3082, Milieugevaarlijke vloeistof, n.e.g. (Fluxostrobin), 9, PG III, (E)
Verpakkingsgroep (PG)mate van gevaarI = zeer gevaarlijkII = gevaarlijkIII = minder gevaarlijk
UN-nummer Transportbenaming
ADR-labelChemische naamaanvullend op n.e.g.tussen haakjes.
Tunnelcode
Classificeren
UN 1230 Methanol 3 (6.1), PG II, (D/E)
Verpakkingsgroep (PG)mate van gevaarI = zeer gevaarlijkII = gevaarlijkIII = minder gevaarlijk
UN-nummer Transportbenaming
ADR-labels
Tunnelcode
CMR stoffen
• Carcinogene (genetische schade) H340 H341
• Mutagene stoffen (kankerverwekkende) H350 H351
• Reprotoxische stoffen (voor de voortplanting giftige stoffen) H360 H361 H362
Gezondheidsgevaarlijk op lange termijn.
PGS 15
Werkingssfeer
Publicatiereeks gevaarlijke stoffen.
De PGS 15 beschrijft de regels voor het opslaan van verpakte gevaarlijk stoffen en preparaten
Het betreft een richtlijn een referentiekader!!!!!
Referentielader voor algemene regels, vergunningsverlening en toezicht in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Basis PGS 15
PuntenIn- of
uitpandigInrichting
AlgemeenInpandig/ Uitpandig
Vloer
Stellingen
Etc.
PGS 15 van toepassing?
Hoofdstuk 3 - Algemene voorschriften < 10 ton
Hoofdstuk 4 - Opslag > 10 ton óf
Opslag > 1 ton klasse 6.1 PG I en klasse 8 PG I met bijkomend gevaar 6.1
Hoofdstuk 5 - Tijdelijke opslag verpakte gevaarlijke stoffen
Hoofdstuk 6 - Opslag gasflessen
Hoofdstuk 7 - Opslag spuitbussen en gaspatronen
Hoofdstuk 8 - Opslag klassen 4.1, 4,2, 4.3
Hoofdstuk 9 - Opslag beperkte hoeveelheid organische peroxiden
Hoofdstuk 10 - Opslag (tank-) containers
Ondergrenzen PGS 15 – tabel 1.2
Ondergrenzen PGS 15 – tabel 1,2
Ondergrens CMR-stoffen 25 kg
LQ of EQ verpakking ondergrens mag worden verdubbeld
Gelijkwaardigheidsbeginsel, gemotiveerd
afwijken
Hoofdstuk 1.4 + hoofdstuk 1.5
Gelijkwaardigheidsbeginsel: andere maatregelen dan in de PGS 15 voorschriften
Gemotiveerd afwijken: alleen als er redelijkerwijs niet voldaan kan worden aan de betreffende voorschriften en eisen
Het bevoegd gezag bepaald, niet het bedrijf!
WBDBO (bouwbesluit)
• Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag in minuten
Gebruik opslagvoorziening (3.4)
• Monsternames en incidentenbestrijding mag
• Wikkelmachines zijn onder voorwaarden toegestaan
• Stapelen conform gebruiksaanwijzing verpakking
• Pallets stapelen onder voorwaarden toegestaan
• Breekbare enkelvoudige verpakkingen mogen niet worden gestapeld
• Verblijfsduur gemotoriseerde transportmiddelen beperken
• Regelmatige controles verpakkingen op schades en lekkages
vastleggen
Stoffenscheiding opslag
• Verpakte gevaarlijke stoffen die onderling gevaarlijk kunnen reageren
moeten gescheiden zijn opgeslagen. (Geldt niet voor LQ!)
• Scheiding door afstand binnen ruimte (minimaal 2 meter) alleen horizontaal!!
• Scheiding door aparte lekbakken
• Scheiding door plaatsing in andere ruimte
• Hoofdlijnen scheidingsprincipe:
• Brandbaar gescheiden van overig
• Giftig gescheiden van overig
• Bijtend, scheiding zuur en loog (gevaar: gevaarlijke gassen die vrijkomen)
Scheiden klasse 8
Scheiden klasse 8 – Zuren & basen (logen)
Tot PH 7 - Zuur
PH 7 - Neutraal
Vanaf PH 7 - Basisch
Of:
Op classificatiecode:
C1 t/m C4 = Zuur
C5 t/m C8 = Basisch
Hoe beoordeel je een product of het een zuur
of basisch is?
Natronloog
Hoe beoordeel je een product of het een zuur
of basisch is?
Natriumaluminaat, Oplossing
Hoe beoordeel je een product of het een zuur
of basisch is?
• ADR:
Domino-effecten
• Stoffenscheiding om eventuele domino-effecten te voorkomen.
Incidenten met gevaarlijke stoffen (3.4.3)
• Instructies welke maatregelen er genomen moeten worden
• Bij de toegang inrichting moet er een instructie zijn aangebracht over
wat er moet gebeuren bij een calamiteit
• In de instructie moeten gegevens staan van instanties of personen met
wie er contact moet worden opgenomen ten tijden van een
incident/calamiteit
Bodembeschermende voorzieningen (3.5)
Bodembeschermde voorzieningen (3.5)
• Het risico voor de bodem moet verwaarloosbaar zijn
• Vloeistofdichte vloer, of vloeistofkerende vloer
• Visuele controles. Vastleggen!!!
Stellingen (3.7.1)
Stellingen
- Moet bestand zijn tegen de stoffen
- Niet zwaarder belasten dan dat is toegestaan
- Beveiligen tegen aanrijding
- Beschadigd, vervormt? Maatregelen nemen.
- Jaarlijkse controle. Vastleggen!
- Scheidingsregels gelden ook in stellingen
Lege pallets (3.7.2)
• Buiten de opslagvoorziening houden!
Echter:
- Pallets voor logistieke proces toegestaan
- Max 24 pallets
- Opslag maaiveld, maar niet hoger dan
1,80 meter
- 48 mag, maar…WBDBO
Onbedoeld vrijkomen dampen gevaarlijke stoffen (3.9)
ARBO
Doeltreffende maatregelen
- Onderzoek risicobronnen, en maatregelen nemen.
- Meenemen in RIE
- Punt van zorg CMR-stoffen.
Voorkomen en blussen branden (3.12)
• Niet roken
• Buitenzijde voorzien van waarschuwingspictogrammen en
verbodsborden.
• Elke 200m2, door 1 brandblusser van 5 kg, beschermd.
• Blusmiddel geschikt.
• Alternatief is de brandslang gelijkwaardigheidsbeginsel*
Rook- en vuurverbod, veiligheidssignalering (3.13)
Vakbekwaamheid (3.14)
• >2.500 kg altijd 1 deskundige aanwezig zijn
• Deskundig = omgaan met gevaarlijke stoffen, bestrijden calamiteiten
• Kunnen aantonen en bewijs moet in de inrichting zijn
Journaal en registratie
Noodplan (3.19)
• Actueel noodplan inrichting > 10 ton
• Eisen zoals aangegeven in de PGS 15
• < & > 10 ton, rol I-SZW, Veiligheidsregio en Handhaving
• Scenario’s
• 1 x per drie jaar oefenen. Vastleggen!
Nooduitgangen
• Moet aangegeven zijn, en altijd vrijhouden!!
Veiligheidsinformatiebladen
Veiligheidsinformatiebladen (VIB’s)
• Geeft aan welke gevaren de stof heeft voor de veiligheid en
gezondheid van werknemers
• De gevaren voor het milieu
• De wijze waarop deze gevaren voorkomen of beperkt kunnen worden
• Nederlandse taal
• Up-to-date,
• Register(en)
Indeling VIB / MSDS
• Vaste opbouw, 16 rubrieken:
• 1: Identificatie van de stof en onderneming
• 2: Identificatie van de gevaren
• 3: Samenstelling en informatie over bestanddelen
• 4: Eerste hulp maatregelen
• 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
• 6: Maatregelen bij ongewenst vrijkomen
• 7: Hantering en opslag
• 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling en persoonlijke
bescherming
Indeling VIB / MSDS
• 9: Fysische en chemische eigenschappen
• 10: Stabiliteit en reactiviteit
• 11: Toxicologische informatie
• 12: Ecologische informatie
• 13: Instructies voor verwijdering
• 14: Informatie met betrekking tot vervoer
• 15: Regelgeving
• 16: Overige informatie
Opdracht
• Wat is het UN-nummer en de gevarenklasse?
• Wat is de PH-waarde?
• Wat is het vlampunt?
• Uw collega heeft spetters op zijn arm gehad, wat doet u? Gaat u
bijvoorbeeld naar het ziekenhuis?
• Mag dit product naast zuren staan?
• Zou u dit product in een stelling plaatsen?
• Mag u het product blussen met een watersproeistraal?
Orde scheppen in de etiketten……
Waarom etiketten voor de gebruiker?
• Communiceren van:
• Risico’s en veiligheid
• Gevaar en voorzorgsmaatregelen
• Door:
• Pictogrammen
• Tekst
• Zodat:
• Goed gecommuniceerd wordt wat de gevaren en te nemen
veiligheidsmaatregelen zijn.
• En als het toch misgaat, we goed zijn voorbereid.
2 systemen
• WMS systeem
– Europees
– Tot uiterlijk 1 juni 2015
• Producenten
– Tot uiterlijk 1 juni 2017
• Distributeurs e.d
• (EU-)GHS/CLP systeem
– Wereldwijd
– Sinds januari 2009
Waarom een nieuw systeem?
• Stof met LD50 waarde van 257mg/kg in de indelingswereld krijgt
verschillende indelingen in verschillende landen:
• EU: Schadelijk
• VS: Giftig
• India: Niet giftig
• Japan: Giftig
• China: Niet gevaarlijk
• Korea: Giftig
Het ‘nieuwe’ systeem: (EU-)GHS
• Ruiten met rode rand
• H(azard) en P(recautionary) zinnen:• Onderscheid in:
• Fysische gevaren (Brandbaar, explosief, etc)
• Gezondheidsgevaren
• Milieugevaren
• EUH zinnen specifiek voor europa.
• Voorbeelden:• H225, Licht ontvlambare vloeistof en damp
• H350, Kankerverwekkend
• P235, Koel bewaren
• EUH031, Vormt giftig gas met zuren
(EU
)GH
S P
icto
gra
mm
en
Verpakkingen
Algemene eisen verpakking
Bestand zijn tegen normale transport handelingen.
Geen gevaarlijke resten aan buitenzijde,
Mogen niet gevaarlijk reageren met de stof,
Mogen niet worden verzwakt door de stof,
Moeten goed gesloten zijn,
Specifieke eisen verpakking
Vullingsgraad
Samen verpakken van meerdere gevaarlijke stoffen
Toegestane verpakkingen
Vastgelegd in verpakkingsinstructies
Specifieke eigenschappen van de gevaarlijke stof
Verpakkingsinstructies ADR
Type verpakkingenZak
Doos
Can
Vat
FlesIBC
Drukhouder
Blik
Spuitbus
Onderscheid in soort
Enkelvoudig Samengesteld
Behandelingsetiket
Deze zijdeboven
Op:• samengestelde verpakkingen met binnenverpakkingen die vloeistoffen bevatten;• enkelvoudige verpakkingen die voorzien zijn van ontluchtingsinrichtingen;• cryo-houders voor het vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen.
Behandelingsetiketten
Maximaalstapelgewicht
Breekbaar Deze zijdeboven
Tegen vochtbeschermen
ZwaartepuntmiddenGebruik geen
haken
UN kenmerk
• UN-gekeurd herkenbaar aan keuringskenmerk
• verband met verpakkingsgroep
I X
II Y
III Z
• IBC: periodieke keuring (2,5 en 5 jaar)
• Kunststof maximaal 5 jaar!
UN kenmerk
Etiketteren IBC
UN 1170
Alle etikettering op 2 tegenovergestelde zijden
Etiketten drukhouders
Verkleind mag indien op de schouder aangebracht.
Verkleind mag niet indien op de cylinderaangebracht. Dan 10x10cm vereist!
Verpakken
1 vat 200 liter UN 1918: Isopropylbenzeen: Klasse 3,III
Gekeurde verpakking?Etiket(ten)?Pijlen?Opschrift(en)?
Ja, verplicht
NeeUN 1918
Verpakken
• Verpakking in orde?
Verpakken
Stapeling
Oververpakkingen
Indien niet alle aanwezige etiketten en UN nummers aanwezig in de
oververpakking duidelijk leesbaar en zichtbaar zijn moeten deze herhaald worden
op de buitenzijde van de oververpakking.
De oververpakking moet dan tevens worden voorzien van de tekst:
‘oververpakking’ en eventueel richtinggevende pijlen (2X)
Oververpakking: een omhulling die gebruikt wordt met het doel om één of
meer colli te bevatten en een eenheid te vormen die tijdens het vervoer
gemakkelijker kan worden behandeld en gestuwd;
Samenvatting
Verpakkingen moeten UN gekeurd zijn
Gevaarsetiketten moeten zijn aangebracht, in ruitvorm
UN nummer moet zijn aangebracht
Indien vereist moeten pijlen zijn aangebracht, op 2 tegenovergestelde zijden
Indien vereist moet de tekst ‘oververpakking’ zijn aangebracht
Verpakking mag niet zijn beschadigd, moet goed gesloten zijn en vrij zijn
van (restanten) gevaarlijke stoffen
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen altijd!
PBM’s:
Ze zijn verstrekt!
Dus we hebben ze!
Dus we gebruiken
ze!
Altijd!
Verplichtingen
De werkgever is verplicht de verstrekte PBM’s te verstrekken!
De werknemer is verplicht ze te dragen!
Wie is nu aansprakelijk als de werknemer een ongeval krijgt en hij
had niet zijn verstrekte PBM’s aan?
Limited Quantities
Limited Quantity
Afhankelijk van de stof een beperkte hoeveelheid per binnenverpakking
toegestaan. Zie kolom 7a ADR voor hoeveelheden.
Maximaal 30kg bruto per omverpakking voor dozen en 20kg voor trays.
Voordelen:
Geen gekeurde verpakkingen
Beperkte opleiding voor chauffeur (ADR)
Beperkte uitrusting voor voertuig (2 kg brandblusser)
Geen vrachtdocumentatie indien ADR
Geen gevaarsetiketten, wel LQ kenmerk
Geen UN nummers
Nadeel:
Verplicht gebruik samengestelde verpakking
Incidenten met gevaarlijke stoffen
Incidenten met gevaarlijke stoffen
We hebben een incident, wat nu?
We hebben een incident, wat nu?
• Eigen veiligheid eerst!
• Waarschuw uw leidinggevende & het management
• Probeer uit te zoeken welk product het betreft
• Controleer aansluitend eerst de SDS/VIB
• Gebruik wanneer noodzakelijk en het kan, de geschikte PBM’s om
op te ruimen.
Meldplicht Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS)
Bij het vrijkomen van een gevaarlijke stoffen tijdens het
vervoersproces (incl. laden en lossen) moeten minimaal de
volgende partijen worden ingelicht:
• Management
• Uw veiligheidsadviseur gevaarlijke stoffen
• IL&T (melding door de veiligheidsadviseur) – art 47 Wvgs
Aantoonbaarheid
Vastleggen! Noteer wat u doet.
• Controles laden en lossen
• Controlelijsten:
Controle op correctheid / juist ontvangst
Controle op correctheid / juiste verzending
• Betreft een verplichting vanuit het ADR 1.4
• Het voorkomen van incidenten / afwijkingen
• Controles vanuit het bevoegd gezag
• Ketenaansprakelijkheid
Beveiliging
• Afsluitbare pand / terrein.
• Positieve identificatie.
• Volgens het ADR (1.10) heeft U geen goederen met een hoog gevarenpotentieel.
• Let op vreemd gedrag, vreemde situaties.
• Verdachte situaties melden bij uw leidinggevende.
Zijn er nog vragen?
U werkt met gevaarlijke stoffen!