68
winter 2014 #03 losse verkoop 6,95 INSPIRATIE UIT INNOVATIE

INN010 #3 winter 2014/2015

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Voor u ziet u het derde nummer van INN010, het B2B-magazine dat een podium geeft aan innoverende bedrijven, makers en kennis- instellingen in de regio Rotterdam. INN010 is ontstaan uit de wens van enkele publieke en private partners om Rotterdam gezamenlijk regionaal en internationaal innovatief te etaleren met het oog op de toekomst. Vaste partners Deloitte, RDM Centre of Expertise, Stadshavens Rotterdam, Van Lanschot bankiers, R. Smaal B.V., iTanks en Nsecure geven hiertoe twee keer per jaar een magazine uit. Elke uitgave van INN010 wordt feestelijk gelanceerd en gekoppeld aan een netwerk- borrel. Bovendien besteedt elke editie van INN010 in een rondetafelgesprek aandacht aan een actueel thema. In dit nummer speciale aandacht voor Food & Medisch. Ook energie, maritiem, gebiedsontwikkeling en de creatieve industrie zijn steeds terugkerende onderwerpen.

Citation preview

Page 1: INN010 #3 winter 2014/2015

win

ter 20

14

#03

losse verkoop € 6,95

InspIratIe uIt InnovatIe

Page 2: INN010 #3 winter 2014/2015

DUNE is the interactive landscape of light which brightens according to the sounds and motion of people / credits: Studio Roosegaarde

Page 3: INN010 #3 winter 2014/2015

Voorwoord

Tijdens een afspraak in een van de Europointtorens keek ik uit op

Merwe-Vierhavens. In de verte sprong er een gebouw uit, dat heb je wel

eens, het leek wel licht te geven. Ik ben meteen gaan kijken en werd verliefd.

Dat was pakweg een half jaar geleden. Inmiddels is officieel bekend dat

Studio Roosegaarde naar Rotterdam komt. Naar het Glazenpand waar

alles klopt. De lichtval door het glas, de fijne schaal... De wens van de

gemeente om het gebied een push te bezorgen heeft de doorslag gegeven

om voor Rotterdam te kiezen. Rotterdam heeft de ambitie dé Maakstad 2.0

te worden. Hier gebeurt het, en in deze context wil ik in de rol van

droomfabriek nadenken over de nieuwe economie.

Wat zeker ook meespeelt is de soepele manier waarop de gemeente meedenkt.

Ze zijn niet aan het babbelen, maar aan het meebouwen en stellen zich als

actieve overheid op. Ouderwets programmatisch verhuren is niet meer

van deze tijd. Rotterdam wil een gebied ontwikkelen, neemt hierin haar

verantwoordelijkheid en investeert. En dus ook in dingen waar je als stad

trots op kunt zijn. Aan mij om lekker radicale ideeën te ontwikkelen voor

Smart Cities.

Die mooie, lelijke Europointtorens, daar kan ik wel wat mee. Er ligt al een

schetsontwerp om met inzet van kunst en technologie interactie te creëren

tussen de torens en de omgeving, net zoals ik met DUNE in de Maastunnel

heb gedaan. De afspraak is dat we twee, drie maal per jaar met elkaar een

sessie organiseren om over Merwe-Vierhavens na te denken. Ik kan niet

beloven dat die torens straks in één keer vol komen. Maar we kunnen wel

ideeën delen, over en weer pingpongen.

Studio Roosegaarde wordt een echte proeftuin, en daarin gaat het zeker niet

alleen om mij. Ik wil de plek gaan kietelen en mijn technisch ondernemerschap

en verbeelding inzetten voor de Maakstad 2.0. In elk geval voor de komende

tien jaar. Jullie zien me vast nog vaker terug in INN010!

Daan Roosegaardekunstenaar, innovator en zelfbenoemd hippie met een businessplan

Foreword Inn010

Once, during a meeting in one of the Europoint Towers,

I looked out over Merwe-Vierhavens. Off in the distance,

a building jumped out at me - that happens sometimes - and

it appeared to be giving off light. I immediately went to have

a look and fell in love. That was roughly half a year ago. In the

meantime, it’s been made official that Studio Roosegaarde is

coming to Rotterdam. To that glass building where everything

is right. The way the light falls through the glass, the fine

details... The municipality’s ambition to give the area a push

was the deciding factor to choose for Rotterdam. Rotterdam

wants to be Creative City 2.0. It’s happening here, and we, in

the role as a dream factory, want to think about about the new

economy in that context.

It helps that the municipality is adaptable in its manner

of thinking. They’re not just talking about things, they’re

helping to build, and are establishing themselves as an active

government. Old-fashioned, schematic rental of space is a

thing of the past. Rotterdam wants to develop an area, accepts

its responsibility and invests, also in the things that a city can

be proud of. It’s merely up to me to develop fantastic, radical

ideas for Smart Cities.

Those beautiful, ugly Europoint Towers, I can work with

th0se. There’s already a proposal to create interaction

between the towers and their environment using art and

technology, just as I did in the Maastunnel with DUNE. We’ve

agreed to organize sessions two or three times a year to

rethink the Merwe-Vierhavens area. I can’t promise that those

towers will be filled soon. But we can share ideas, toss them

around.

Studio Roosegaarde is a real testing ground, and it’s certainly

not just about me. I want to titillate the place and put my

technical entrepreneurship and imagination to work for

Creative City 2.0, for at least the next ten years. You’ll see

me again in INN010!

Voorwoord

fotografie: Studio Roosegaarde

pagina 3

Page 4: INN010 #3 winter 2014/2015

INHOUD#03

12 >> Food made INN010

14 >> Kasteel van Rhoon

16 >> Tieleman Keukens

10

Healthcare @Van LanschotWereldwijd neemt de behoefte aan gezondheids-zorg toe. In Zuid-Amerika, Azië en Afrika, werelddelen met een groeiende bevolking ...

Voor u ligt het derde nummer van INN010, het B2B-magazine dat een podium geeft aan innoverende bedrijven, makers en kennis-instellingen in de regio Rotterdam. INN010 is ontstaan uit de wens van enkele publieke en private partners om Rotterdam gezamenlijk regionaal en internationaal innovatief te etaleren met het oog op de toekomst. Vaste partners Deloitte, RDM Centre of Expertise, Stadshavens Rotterdam, Van Lanschot bankiers, R. Smaal B.V., iTanks en Nsecure geven hiertoe twee keer per jaar een magazine uit. Elke uitgave van INN010 wordt feestelijk gelanceerd en gekoppeld aan een netwerk-borrel. Bovendien besteedt elke editie van INN010 in een rondetafelgesprek aandacht aan een actueel thema. In dit nummer speciale aandacht voor Food & Medisch. Ook energie, maritiem, gebiedsontwikkeling en de creatieve industrie zijn steeds terugkerende onderwerpen.

Veel leesplezier!

Annet Spijkerman en Annemarie Teeken (uitgever A&A Business)

Yvette van Dael en Ellen Lengkeek(het redactieteam)

De voedselsector heeft te maken met een verande-rende beleving van de consument. Vers, duurzaam en dichtbij geproduceerd zijn de trends ...

Food meets: HealtH

6

food / medisch

23 >> Bako Koeltechniek

22

18

Groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven

Eén ding is duidelijk. De economie van de toekomst is niet meer gebaseerd op aardolie ...

Bioforce en Biolat Door toepassing van biomassa kan de uitstoot van CO2 snel omlaag. In Rotterdam komt nu een fabriek die houtsnippers gaat verwerken ...

energie

Page 5: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 5

32 >> De FAV010 spots van

35 >> Drones

36 >> Zoeteman

38 >> Woonboelevard Spijkernisse

3450

20

46

28

Ondernemen in Merwe-VierhavensDe stadshavens van Rotterdam bieden ruimte voor nieuwe bestemmingen op en aan het water ...

Deloitte heeft een overeenkomst gesloten met ERP-leverancier IFS en wordt daarmee strate-gisch partner van IFS voor de implementatie ...

24

Food meets... urban development

Veni, vidi, vici: de Markthal kwam, zag en veroverde zijn plekje al voor de opening in hartje Rotterdam. Een uniek architectonisch gebouw ...

Building climate resilient communities

Wat hebben New York, Rotterdam en de andere deltametropolen in de wereld gemeen ...

54 >> Start-ups

56 >> En de winnaars zijn ...

58 >> INN010 ambassadeur

64 >> Cross-overs

60

58

Gratis schoenen en brillen wereldwijdKopen en geven. Dat is waar het non-profit-bedrijf TOMS uit Californië voor staat ...

nieuw zakelijk wereldnetwerkInfinAgora is een nieuw internationaal zakenplat-form voor ondernemers en zakelijke beslissers ...

creatieve industrie

gebiedsontwikkelingmaritiem

40

Rechte wegen, kranen, opslagtanks. Ja, dit is Rotterdam, de belangrijkste Europese haven ...

welkom in de wereld van tankopslag en innovatie

engineering, procurement & constructionsector

de toekomst van de roeiers ligt in diversificatie en innovatie De bijna 120 jaar oude Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE) afficheert zich als ‘de handen, ogen, oren van de haven’...

44 >>Bonn&Mees

48 >>Boelaars & Lambert Groep

53 >>Oskam

Nieuwbouw Lely CampusNsecure is toonaangevend in de markt van hoog-staande beveiligingsoplossingen. Lely Industries heeft de tradities van de agrarische sector ...

62

Page 6: INN010 #3 winter 2014/2015

Gasten aan de discussietafel

1) Eric Claassen

ondernemer en professor Ondernemerschap en

kennisvalorisatie aan de VU en het Erasmus MC

2) Sharon Janmaat-Bouw

projectmanager gemeente Rotterdam,

clusteraanpak Food

3) Rob Baan

directeur Koppert Cress, Monster (Westland)

Rondetafelgesprek

De clusters food en medical leveren een interessante verbinding op met legio kansen voor innovatie. De regio Rotterdam heeft in dat opzicht alles in huis om tot hoog-waardige oplossingen te komen voor ons welzijn in de toekomst. De stadshavens van Rotterdam zijn de proeftuin waar initiatieven op dit gebied kunnen landen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Rotterdam Science Tower.

Het op grote schaal stimuleren van het eten van gezond voedsel ontlokt voor- en tegenstanders tot pittige discussies. Want wat is gezond? Professor Eric Claassen vindt in foodpionier Rob Baan en Sharon Janmaat-Bouw medestanders.

321

pagina 6

Page 7: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 7

De gedrevenheid van Baan is overal zichtbaar in het bedrijf, tot zelfs zijn overhemd waarop lieveheersbeestjes staan afgedrukt, de natuurlijke gewasbeschermers. Wat is zijn drijfveer?

Rob Baan: ‘Mijn missie is voeding en gezond-

heid. Ik wil de gezondheid terugkrijgen op ons

bord. Tuinbouw is daarvoor de basis. We zijn veel

en goedkoop gaan produceren. We eten vaak

ongezond, met talloze niet-overdraagbare ziekten

als gevolg, zoals diabetes 2, kanker, obesitas en

hart- en vaatziekten. Vaak het gevolg van slecht

voedsel. Ik moest aanvankelijk lachen om een

term als urban farming als de nieuwe toekomst.

Maar wat we hier doen is typisch urban farming.

Tuinbouw naast de stad waaraan we dagelijks

kakelverse producten leveren. Dat supermarkten

daar dagen over doen, is hun verhaal. Maar in ons

geval kan het zomaar zijn dat onze groenten

‘s morgens gesneden worden en ‘s middags

op je bordje liggen. En daarom zit ik hier met dit

bedrijf. Het Westland is het centrum van de wereld-

tuinbouw en dat hebben wij jaren terug al ingezien.

Alle landen zouden willen dat ze op de achtergrond

een Westland hadden met hun toeleveranciers,

apparatuur en kennis. En dat is heel spannend.

De relatie met de consument is door de enorme

reclame, met dank aan de voedingsindustrie, op

haar kop gezet. Het reclamebudget voor een

Twixreep is groter dan dat voor alle promotie van

tuinbouw en groente bij elkaar in Europa. Een

bloody reep. Wij gaan voor vers.’ >

Food meets: HealtH

De voedselsector heeft te maken met een veranderende beleving van de

consument. Vers, duurzaam en dichtbij geproduceerd zijn de trends, evenals

voedsel van hoge kwaliteit. De medische wereld zet in op gezonde voeding

om ziektes te voorkomen en eetgedrag te beïnvloeden. In het innovatieve

glastuinbouwgebied het Westland zorgt INN010 voor een bijzondere

ontmoeting. We praten in de Cressperience van het Monsterse bedrijf

Koppert Cress over de macht van vers en de kracht van samenwerken.

tekst: Yvette van Dael / Ellen Lengkeek fotografie: Freek van Arkel

food / medisch

Rob Baan: ‘Waar was je al die tijd?’

Eric Claassen: ‘Ik ben er altijd geweest.’

Page 8: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 8

De macht van vers wordt door zijn gesprekpartners direct onderkend.

Sharon Janmaat-Bouw: ‘De gemeente

Rotterdam wil ten dienste staan van de bedrijven

binnen het Foodcluster in deze regio. Zo hebben

we veel interviews gehouden met ondernemers

om vanuit de grote stad een agenda op te

stellen. Hiermee willen we bedrijven helpen om

hun business te vergroten, zodat de stad weer

kan profiteren van goede voeding en werk-

gelegenheid. We hebben nu de Markthal en

werken verder aan de ontwikkeling van het

foodplatform De Wereld van Smaak. We hebben

ook het kabinet verleid om volgend jaar alsnog

te participeren in de World Expo in Milaan, met

het thema food. Ook weer namens de bedrijven

in deze regio. We zetten de macht van de stad

in om het bedrijfsleven verder te helpen.’

Rob Baan: ‘En de gemeente Rotterdam maakt waar

wat ze belooft. Zo stoer. Het was ingewikkeld om

voor de realisatie van de Markthal alle kikkers in

de kruiwagen te krijgen. En het is gelukt. Zelfs

in Japan, waar ik vaak kom, spreken ze erover!

De Markthal staat er, alleen jammer dat veel mensen

nu weer gaan zeuren. Natuurlijk gaan we

niet allemaal verdienen in de Markthal, maar

het is voor mij een podium tot bewustwording.

Een mogelijkheid ook om kinderen in de Wereld

van Smaak weer te leren wat vers voedsel is.’

Eric Claassen doceert zijn ‘gezondheids- c.q. versverhaal’ over de hele wereld en onder-streept het belang van minder, vers en gebalanceerd eten.

‘We hebben nu twee jaar een website over

darmgezondheid waar ook recepten op staan.

De website heeft 60.000 hits per maand, wat

voor een healthwebsite erg veel is. Ik werk sinds

1987 in het umfeld van voeding en gezondheid.

We zijn vergeten welke groenten echt belangrijk

zijn. Een mooi voorbeeld vind ik witlof. Witlof

staat voor mij op nummer 1 als antidiarree-

middel. Maar de professional verklaart mij

dan voor gek, want die komt met bouillon aan.

Je kunt ook artisjok nemen, schorseneren of

asperges. In de mediterrane restaurants staan

die gewoon als bijgerechten op de kaart. In die

landen weten ze heel goed dat deze groenten

goed zijn. Dat weten ze al 2000 jaar. Veel van

mijn collega’s in de medische wereld onder-

kennen niet eens het belang van deze groenten.

Zij denken bij een mediterraan dieet alleen aan

tomaten en olijfolie. Je kunt die lijstjes wel

publiceren, maar voordat het besef in de

medische wereld landt, duurt het zeker vijf tot

zeven jaar. Ik hamer op: minder eten, vers eten

en gebalanceerd eten. Kook vers en niet eenzijdig.’

Baan en Janmaat-Bouw moeten lachen. ‘Dus geen

sherrydieet, of alleen maar raw food.’

Food en industrie, hoe liggen de verhoudingen?

Rob Baan: ‘Ik kom zelf uit de industrie en ik

heb er niets mee. Dat durf ik ook te roepen.

Toenmalig wethouder Baljeu verzocht mij

namens de foodsector samenwerking te zoeken

met een grote speler in de voedingsindustrie.

Dus was ik niet te beroerd daar met de witte vlag

naar toe te gaan, om te praten over de komst

van onder meer het World Food Center naar

Rotterdam. Laat ik zeggen, we kwamen niet

tot elkaar. Zeker niet tijdens de lunch met

tomatensoep uit een pakje. Maar wel met onze

mooie verse tomaten op de verpakkingen.

Er valt nog een slag te maken.’

Sharon Janmaat-Bouw: ‘Je ziet toch dat de

industrie en de verssector elkaar een beetje

naderen. Een bedrijf als Unilever wil zich heus

wel verbinden aan de sector, vanuit de behoefte

in te spelen op duurzaamheid en vers. Unilever

heeft het Westland hard nodig voor zijn

identiteit. Maar laten we een stapje teruggaan.

Hoe zorgen we ervoor dat we samen de

waarheid gaan roepen: namelijk dat het eten van

gezond voedsel ziekten voorkomt? Rob Baan is

daarop aan het voorsorteren.’

Eric Claassen reageert: ‘De essentie van het

verhaal is dat we uit de bocht zijn gevlogen met

ons voedingspatroon. Als iemand dat ontkent,

mag je diegene aan de schandpaal nagelen.

Ketchup is echt niet beter dan verse tomaten.

Het is schandalig om dat te veronderstellen.

Dat is marketing. Maar mogen we een Magnum

eten? Jawel, een Magnum past in een uitgebalan-

ceerd dieet, maar dan een paar keer per jaar.’

Hij stelt dat je het feitelijk gewoon weet of iets

goed voor je is en dat je dat heus niet klinisch

hoeft te bewijzen. ‘Je weet ook dat je door steriel

eten de goede parasieten en schimmels mist.

De rebalancering van normale groenten met een

normaal eetpatroon is essentieel.’

Terug naar de regio Rotterdam. Welke rol speelt de gemeente?

Sharon Janmaat-Bouw: ‘We gaan ons niet

mengen in de discussie wat de voedselindustrie

moet doen, of de versbedrijven. Voor ons is het

Foodcluster in de regio belangrijk. En wat we

zien gebeuren is dat de sector veel kennis

naar het buitenland verkoopt, waardoor we

langzaam onze rol als voedselproducent van

Europa verliezen, omdat veel regio’s nu zelf

kunnen verbouwen. Bulkproductie van tomaten

ofkomkommers kan dus niet meer de

corebusiness van de sector zijn. Ik denk dat

Rotterdam de business van het Foodcluster

extra kracht kan bijzetten door kennisdeling

met de andere clusters te stimuleren, mee

te investeren en mee te denken over niches.

En door de knowhow, geschiedenis en

innovatiekracht van de bedrijven die hier zitten

meer naar buiten te brengen.’ Zij stelt dat de

oplossing van elk foodprobleem van de wereld

zich binnen een straal van 30 km om de

Euromast bevindt. ‘Daarmee proberen wij

duidelijk te maken wat er op een klein stukje

land gebeurt en welke logische verbindingen

er te leggen zijn.’

Eric Claassen: ‘Een goede claim. De politiek

moet zeggen: wat wil je nou als bedrijf, maak

gebruik van die lokale kennis. Dat kun je als

overheid stimuleren. Op Europees niveau zijn

daar gelden voor. Maar lokaal zetten overheden

Page 9: INN010 #3 winter 2014/2015

liever in op gebiedsontwikkeling dan dat ze een

ecosysteem ontwikkelen. En hier in de regio is echt

sprake van een ecosysteem. De regio kan die samen

met het medische cluster, met 14.000 werknemers

een van de grootste in Europa, verder uitbouwen

en er een voorbeeldfunctie aan meegeven.’

Sharon Janmaat-Bouw: ‘In die straal van 30 km

bevinden zich dé kennis op het gebied van

watermanagement, logistiek & distributie en

voedingsproductie, én het medische cluster. Als je

dat allemaal bij elkaar hebt, op zo’n klein stukje

land, dan moet je wel tot grote dingen komen.’

Rob Baan: ‘Ik geloof in cross-overs tussen

lifesciences, health en tuinbouw. Van elkaar leren.’

Eric Claassen: ‘Mensen als Rob sorteren de

vragen voor, de wetenschap moet ermee aan de slag.

Wetenschappers zijn narcisten, maar het is hun

verantwoordelijkheid om te luisteren naar mensen

die weliswaar geen Nobelprijs voor lifesciences

krijgen maar wel de waarheid vertellen.’ Een inkopper

voor Sharon Janmaat-Bouw: ‘En wij kunnen als

overheid weer breed ontsluiten.’ Aan tafel zijn

de muurtjes in elk geval geslecht. En de eerste

cross-over is gelegd: Baan en Claassen weten elkaar

vanaf nu te vinden. <

pagina 9food / medisch

Food meets health

The food and medical clusters offer an interesting link, with countless opportunities for

innovation. The food industry is dealing with a changing consumer experience, whose

current trends are fresh, sustainable, high-quality and locally produced food. The medical

world is focusing on healthy diets to prevent diseases and to influence eating

behavior. INN010 brought together some exceptional voices to discuss the power

of freshness and the strength in collaboration: Professor Eric Claassen, professor of

entrepreneurship and knowledge valorisation at the Vrije Universiteit and the Erasmus

Medical Centre; Sharon Janmaat-Bouw, project manager for the municipality of Rotterdam;

and Rob Baan, managing director of Koppert Cress, a company specializing in unusual

seedlings and ingredients.

“My mission is nutrition and health,” says Baan. “I want to get healthy food back on our

plates. What we do here is almost like urban farming: growing things close to a city that

we can deliver farm-fresh produce to on a daily basis. Vegetables we picked in the morning

can be on your plate by the afternoon.”

Claassen has worked in nutrition and health since 1987. “We’ve forgotten which vegetables

are really important,” he says. “People who live in the Mediterranean countries have known

for 2000 years that vegetables like artichokes, salsify and asparagus are healthy, but a lot

of my colleagues in the medical world don’t even recognize their importance. If they hear

‘Mediterranean diet’, they only think about tomatoes and olive oil. People like Rob Baan

figure out the questions, but science needs to get to work on them.”

Janmaat-Bouw says she sees the food industry and the fresh food sector moving closer

together, though. “The solution to every food problem in the world can be found within

a 30 km radius of the Euromast,” she says. “In that 30 km stretch you’ll find expertise in

water management, logistics, distribution and food production, and the medical cluster.

If you have all of that in one small place, great things can be done.”

Page 10: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 10

Met besparingen alleen komen we er niet. Er is een blijvende noodzaak

tot onderzoek en innovatie voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen,

medische technologie en behandelmethoden. Maar de ontwikkeling

van geneesmiddelen is ook een kostbare onderneming. Van elke twintig

middelen die aan dure, verplichte testen worden onderworpen, haalt er

gemiddeld maar één de eindstreep. De hoge kosten van de mislukte

middelen worden afgewenteld op de weinige middelen die de markt wél

bereiken. Wat weer leidt tot hoge prijzen voor nieuwe geneesmiddelen.

Met andere woorden: ook bij onderzoek en innovaties moeten de

kosten tegen de baten opwegen. En daar kunnen de specialisten van

Van Lanschot en 100%-dochter Kempen & Co een grote rol in spelen.

Zij werken op verschillende niveaus samen met artsen, bedrijven en

ondernemers in de zorgsector. Maak kennis met hun specialismes.

Specialisme: Van Lanschot Healthcare De eerstelijnszorg staat volop in de schijnwerpers.

De zorgvraag neemt toe en de organisatie van het

aanbod is sterk in ontwikkeling. De komende jaren

staan in het teken van kwaliteit en innovatie.

De zorgprofessionals moeten inzicht zien te krijgen

in de gevolgen en de juiste keuzes maken. Daarvoor

kunnen zij terecht bij Van Lanschot Healthcare.

Deze bankiers hebben veel kennis van de zorgsector,

volgen de ontwikkelingen op de voet en zijn bekend

met de financiële vraagstukken en veranderingen.

En vertalen deze naar concrete adviezen: financieel,

fiscaal én strategisch. De afdeling Healthcare richt

zich specifiek op de eerstelijns medische professionals

en hun praktijk of zorgonderneming.

Specialisme: Van Lanschot Participaties

Van Lanschot Participaties investeert in stabiele, middelgrote

Nederlandse ondernemingen en helpt hen bij het realiseren

van hun groeistrategie. Als dat eenmaal gelukt is, worden

de belangen weer verkocht. Zoals recent gebeurde bij DORC,

een bedrijf dat instrumenten maakt voor de oogindustrie. In de

healthcare sector is Van Lanschot nog wel aandeelhouder van

Medsen Apotheken. Overigens... Van Lanschot verwerft bij

voorkeur een minderheidsbelang voor de lange termijn en

geeft in de samenwerking het management zodoende veel

bewegingsvrijheid. Daarnaast is Van Lanschot Participaties

vooral een betrokken aandeelhouder die het management

ondersteunt en adviseert.

Healthcare @Van Lanschot

Wereldwijd neemt de behoefte aan gezondheidszorg

toe. In Zuid-Amerika, Azië en Afrika, werelddelen

met een groeiende bevolking en stijgende welvaart,

vertaalt die behoefte zich in een betere infra-

structuur en beschikbare zorg tegen zo laag mogelijke

kosten. In de Verenigde Staten zijn de kosten voor

gezondheidszorg dermate hoog opgelopen dat ze

voor een steeds kleiner deel van de bevolking zijn op

te brengen. En in het vergrijzende Europa stijgen

de zorgkosten en wordt de oplossing gezocht in

kostenbesparingen.

tekst: Yvette van Dael/Van Lanschot fotografie: archief Van Lanschot

Page 11: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 11food / medisch

Westersingel 74 – 3015 LB Rotterdam / t: +31 (0)10 440 20 20 / www.vanlanschot.nl

Specialisme:

MedSciences Capital De ambitie om door innovatie, zorg betaalbaar te houden is een

gedeelde ambitie: Kempen & Co heeft als enige Nederlandse bank

een investeringsfonds in de gezondheidszorg: MedSciences Capital.

Het fonds investeert in niet-beursgenoteerde, opkomende

ondernemingen die zich toeleggen op de ontwikkeling van

innovatieve medische producten. Zo stond het fonds aan de wieg

van Prosensa, het intussen aan Nasdaq genoteerde Nederlandse

bedrijf dat op het punt staat om als eerste goedkeuring te vragen

voor een geneesmiddel tegen de dodelijke spierziekte van Duchenne.

Meer info: www.medsiencescapital.com.

Specialisme:

Kempen & Co Corporate Finance Kempen & Co Corporate Finance heeft een eigen Life Sciences & Healthcare

team, dat bedrijven begeleidt bij hun kapitaalmarkttransacties en

fusies & overnames. Zeker voor de biotechnologiebedrijven is toegang

tot kapitaalmarkten van groot belang bij het ontwikkelen van nieuwe

producten. Dit jaar was Kempen & Co onder meer betrokken bij de

beursgang van het Belgisch-Nederlandse bedrijf arGEN-X op Euronext

Brussel, en van het Duitse bedrijf Probiodrug op Euronext Amsterdam.

Beide bedrijven gebruiken het opgehaalde geld om hun producten ter

bestrijding van kanker en Alzheimer’s verder te ontwikkelen. Ook medisch

technologische bedrijven gebruiken een beursgang vaak om de benodigde

financiën op te halen voor hun innovatieve producten. Mainstay Medical

bijvoorbeeld, dat zich richt op de behandeling van lage rugpijn, is eerder dit

jaar naar de beurzen van Dublin en Parijs gebracht. Fusies en overnames

geven bedrijven tenslotte de mogelijkheid om technologieën te verwerven

of te combineren. Zo adviseerde Kempen & Co het Indiase farmaceutische

bedrijf Dr Reddy’s bij de overname van het Nederlandse technologiebedrijf

Octoplus.

Casus SkylineDx

In de medische sector ontstaan vanzelf nieuwe

kansen. De grootste impact wordt verwacht van

ondernemingen die innovatieve producten

combineren met slimmere productontwikkeling én

een duurzamer bedrijfsmodel. Zij worden de echte

‘game changers’. De eerste ondernemingen dienen

zich al aan. SkylineDx is zo’n onderneming, een

van de aanjagers van de Rotterdam Science Tower

(zie ook INN010#2, www.inn010.com) in het

Merwe-Vierhavensgebied.

SkylineDx vormt de schakel tussen onderzoek en

praktijk. Het Rotterdamse technologiebedrijf

brengt in 2015 de MMprofiler op de markt.

Een geautomatiseerde genetische test die de

ziekteprognose van een patiënt met een multipel

myeloon nóg nauwkeuriger weet te voorspellen.

Multipel Myeloom staat ook wel bekend als ziekte

van Kahler, en is een kwaadaardige woekering van

plasmacellen in het beenmerg. Aan de hand van de

MMprofiler wordt bepaald welk type beenmergkanker

iemand heeft. De test analyseert 92 kenmerken in

het genetische profiel van het aangedane beenmerg

en geeft inzicht of de patiënt een hoog risico heeft

om te overlijden. Dat inzicht stelt de behandelaar

weer in staat de juiste keuzes te maken in de

behandeling. Van de MMprofiler hangen dus

therapiebeslissingen af. Meer info: skylinedx.com

Page 12: INN010 #3 winter 2014/2015

Loeren bij de boerenRotterdamse Oogst wil de regionale voedselketen versterken door

het organiseren van evenementen en marktplaatsen. Midden in de

stad en dicht bij de consument ontmoet boerenverstand wereld-

burgers, ambacht design en vergeten groente innovatie.

www.rotterdamseoogst.nl

madeINNO1O

FoodZwammen in het zwembadGeen zwemmers, maar zwammen bevolken nu het vroegere

zwembad Tropicana. RotterZwam redt koffiedik van de vuil-

verbranding en kweekt oesterzwammen op dit organische

restafval van lokale restaurants. Zonder afval achter te laten,

want ook de resten worden hergebruikt. Na de oogst gaan de

zwammen weer terug naar de horeca: de cirkel is weer rond.

www.rotterzwam.nl

Oogst van het dakNaar een idee van ontwerpbureau Zones Urbaines

Sensibles heeft Rotterdam het eerste oogstbare dak

van de Randstad: de DakAkker. Hier worden groente,

fruit en kruiden verbouwd, en honingbijen gehouden.

De DakAkker is opgezet als proef om te experimenteren

met groene daken.

www.dakakker.nl

tekst en samenstelling: Yvette van Dael

Page 13: INN010 #3 winter 2014/2015

Een gezonde stadVoedseltuin Rotterdam komt op voor een duurzame stedelijke

samenleving met gezond voedsel voor iedereen. Volgens de

principes van permacultuur produceert de tuin biologisch geteelde

groente en fruit voor cliënten van de Voedselbank. De inhoud van

de voedselpakketten is er een stuk gezonder door geworden!

www.voedseltuin.com

FoodcuratorsDe bedenkers van Foodcurators houden zich bezig met voedsel en

vormgeving. Ze zetten voedsel stil dat anders weggegooid of zelfs

weggerot zou zijn en conserveren het. Door het te pletten, drogen,

in te maken, stoken enzovoorts verzamelen ze collecties van de

stilgezette producten. Op de foto notencollecties gevat in karamel.

www.foodcurators.wordpress.com

Écht biologische munttheeRotterdamse Munt levert ‘kruiden met eigenwaarde’:

ecologisch geteeld en verwerkt door de vrouwen uit de

buurt. De passie voor kruiden delen de tuinders graag

in workshops en natuurlessen. De verse munt en andere

kruiden vinden hun weg naar de keukens van de lokale

horeca en particulieren.

www.rotterdamsemunt.nl

Meer dan peen met uiBraakliggende terreinen worden moestuinen en leegstaande panden

worden restaurants: Hotspot Hutspot buigt leegstand in de wijken om

tot ‘hotspots’ waar tieners leren over stadslandbouw. Na schooltijd en

in het weekend koken ze en bedienen ze de gasten die zich de ‘hutspot’

maar al te goed laten smaken.

www.hotspothutspot.nl

pagina 13food / medisch

Page 14: INN010 #3 winter 2014/2015

23799_INN010_advertorial.indd 3 18-11-14 16:28

Page 15: INN010 #3 winter 2014/2015

Precies veertig jaar geleden werd zakenman Simon Abel eigenaar

van het zwaar vervallen Kasteel van Rhoon uit 1199. Dat jaar was

ook de start van de horeca in het prachtig gelegen slot. Eerst als

een soort kantine voor de Rotterdamse havenbaronnen, maar

steeds meer een à la carte restaurant met een goede keuken. Dat is

het werk van meester-kok Ad Janssen, die in 1987 naar Rhoon kwam

en in 1996 eigenaar werd.

In de loop der jaren groeide het Kasteel van Rhoon uit tot het hart

van een bloeiend horeca-imperium dat inmiddels acht zaken telt.

Meester-kok Aart van den Hoek zwaait de scepter in de keuken

van Biggo, bijgestaan door chef-kok Michael Verboom. Een goed

duo, zo bleek onlangs weer tijdens de speciale lunch waar Janssen

zijn jubileumplannen ontvouwde en stilstond bij een rijke carrière.

En net als de gasten genoot van Simon Stokvis uit ‘Toen was geluk

heel gewoon’, die de gangen aan elkaar praatte en zong, verbaal

dolde met Janssen en zijn waardering uitsprak voor het werk van de

meester-kok.

Puur en eerlijk‘Puur en eerlijk’ zijn al jaren de sleutelwoorden in Janssens werk.

‘Bij ons is de klassieke keuken nog steeds de basis, terwijl uit eten

gaan in de afgelopen jaren enorm is veranderd. Het begon met

chef-kok Paul Bocuse die als eerste het eten op het bord uitserveerde,

daarna kreeg je trends als nouvelle cuisine, back-to-basic met zelf

geteelde groente, de moleculaire keuken en de presentatie van

gerechten op hout en steen’, verhaalt Janssen. ‘Wij kennen het,

volgen het ook en af en toe vind je er iets van terug op je bord. Maar

wat goed is, moet je behouden’.

Dat is ook precies wat de gast wil, weet Janssen. ‘Dat gevoel

ontwikkel je in de loop der jaren, wij noemen dat ‘de gast lezen’.

De mensen willen verse duurzame spullen, goed bereid,

fatsoenlijke porties en redelijke prijzen. Als je dat aanvult met

gewilde accenten als groentes, kruiden en fruit uit onze

kasteeltuin, is iedereen tevreden,’ vervolgt hij. Het juiste

wijnadvies van Biggo’s sommelier Joseph Amhandi maakt lunch

en diner compleet. De persoonlijke benadering gaat bij het Kasteel

van Rhoon een nog grotere rol spelen. Compleet met tafel-

bereiding, zoals dat vroeger gewoon was. ‘Als je ziet dat de wilde

zalm zo vers van het mes op je bord komt, eet je net weer een stukje

lekkerder. En altijd vis van Schmidt Zeevis natuurlijk, al veertig jaar

onze vaste leverancier, ook daarin doen we geen concessies’.

Wie een blik op de kaart werpt, ziet dat Janssen ook vasthoudt aan

de klassiekers die Biggo kenmerken, zoals de ambachtelijke kreeften-

soep, een van de toppers van het huis. ‘De mensen blijven er om

vragen. Het recept is geheim, maar ik kan wel verklappen dat we

uitsluitend kreeft en pure room gebruiken en zeker geen

alcoholische smaakaccenten’.

Roofridder Biggo van Duivelandt was acht eeuwen geleden de eerste

bewoner van het Kasteel van Rhoon. Deze stichter van Rhoon, die

bekend stond als nietsontziend, heeft nooit kunnen bevroeden dat

zijn kasteel een geliefd monument zou worden voor trouwerijen,

recepties, diners, feesten en vergaderingen, zowel particulier als

zakelijk. Een plek ook waar de natuur zich op zijn best toont;

kleurig in de herfst en kristalfris in de winter. Het juiste decor

voor een culinair feestje op topniveau. <

tekst: Joke Waltmans fotografie: BIGGO Restaurant

Ad Janssen viert 40 jaar horeca

40 dagen lang een zesgangendiner voor 40 euro, 40 procent korting voor een

40-jarige, een gratis glas champagne voor een selfie met 40 in cijfers of letters

en, als dat lukt, een diner voor 40 meester-koks. In restaurant Biggo, de parel

van het Kasteel van Rhoon draait komend jaar alles om het getal 40.

Dorpsdijk 63, 3161 KD Rhoon / t: +31(0)10 501 88 96 / www.hetkasteelvanrhoon.nl

dagelijks geopend voor lunch en diner (zaterdag alleen diner)

- advertorial -

Precies veertig jaar geleden werd zakenman Simon Abel eigenaar

van het zwaar vervallen Kasteel van Rhoon uit 1199. Dat jaar was

ook de start van de horeca in het prachtig gelegen slot. Eerst als

een soort kantine voor de Rotterdamse havenbaronnen, maar

steeds meer een à la carte restaurant met een uitstekende keuken.

Dat is het werk van meesterkok Ad Janssen, die in 1987 naar Rhoon

kwam en in 1996 eigenaar werd.

In de loop der jaren groeide Het Kasteel van Rhoon uit tot het hart

van een bloeiend horeca-imperium dat inmiddels acht zaken telt.

Meesterkok Aart van den Hoek zwaait de scepter in de keuken

van BIGGO, bijgestaan door chefkok Michael Verboom. Een goed

duo, zo bleek onlangs weer tijdens de speciale lunch waar Janssen

zijn jubileumplannen ontvouwde en stilstond bij een rijke carrière.

Tijdens de lunch genoten de genodigden niet alleen van de

excellente gerechten, maar ook van Simon Stokvis, bekend van

‘Toen Was Geluk Heel Gewoon’, die de gangen aan elkaar praatte

en zong, verbaal dolde met Janssen en zijn waardering uitsprak voor

het werk van de meesterkok.

Puur en eerlijk‘Puur en eerlijk’ zijn al jaren de sleutelwoorden in Janssens werk.

‘Bij ons is de klassieke keuken nog steeds de basis, ondanks dat uit

eten gaan in de afgelopen jaren enorm is veranderd. Het begon met

chefkok Paul Bocuse die als eerste het eten op het bord

uitserveerde. Daarna kreeg je trends als nouvelle cuisine, back-

to-basic met zelf geteelde groente, de moleculaire keuken en de

presentatie van gerechten op hout en steen’, verhaalt Janssen. ‘Wij

kennen het, volgen het ook en af en toe vind je er iets van terug op

je bord. Maar wat goed is, moet je behouden’.

Dat is ook precies wat de gast wil, weet Janssen. ‘Dat gevoel

ontwikkel je in de loop der jaren, wij noemen dat ‘de gast lezen’.

De mensen willen verse, duurzame spullen; goed bereid,

fatsoenlijke porties en redelijke prijzen. Als je dat aanvult met

gewilde accenten als groentes, kruiden en fruit uit onze

kasteeltuin, is iedereen tevreden,’ vervolgt hij. Het juiste wijnadvies

van BIGGO’s maître Joseph Amhandi maakt lunch en diner

compleet. De persoonlijke benadering gaat bij Het Kasteel van

Rhoon een nog grotere rol spelen. Compleet met tafelbereiding,

zoals dat vroeger gewoon was. ‘Als je ziet dat de wilde zalm zo vers

van het mes op je bord komt, eet je net weer een stukje lekkerder.

En altijd vis van Schmidt Zeevis natuurlijk, al veertig jaar onze vaste

leverancier, ook daarin doen we geen concessies’.

Wie een blik op de kaart werpt, ziet dat Janssen ook vasthoudt aan

de klassiekers die BIGGO kenmerken, zoals de ambachtelijke

kreeftensoep, een van de toppers van het huis. ‘De mensen blijven

er om vragen. Het recept is geheim, maar ik kan wel verklappen dat

we uitsluitend kreeft en pure room gebruiken en zeker geen

alcoholische smaakaccenten’.

Roofridder Biggo van Duivelandt was acht eeuwen geleden de eerste

bewoner van Het Kasteel van Rhoon. Deze stichter van Rhoon, die

bekend stond als nietsontziend, heeft nooit kunnen bevroeden dat

zijn kasteel een geliefd monument zou worden voor trouwerijen,

recepties, diners, feesten en vergaderingen, zowel particulier als

zakelijk. Een plek ook waar de natuur zich op zijn best toont;

kleurig in de herfst en kristalfris in de winter. Het juiste decor

voor een culinair feestje op topniveau. <

Ad Janssen viert 40 jaar horeca

- advertorial -

Veertig dagen lang een zesgangendiner voor 40 euro, 40 procent korting voor

een 40-jarige, een gratis glas champagne voor een selfie met 40 in cijfers of

letters en, als dat lukt, een diner voor veertig meesterkoks. In BIGGO restaurant,

de parel van Het Kasteel van Rhoon draait komend jaar alles om het getal 40.

tekst: Joke Waltmans

Dorpsdijk 63, 3161 KD Rhoon / t. 010 501 88 96 / www.biggorestaurant.nl

dagelijks geopend voor lunch en diner (zaterdag alleen diner)

23799_INN010_advertorial.indd 4 18-11-14 16:28

pagina 15

Page 16: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 16

Een koelkast die vlees en vis drie keer langer vers houdt dankzij de speciale

0 gradenzone en met optimale luchtvochtigheid die de houdbaarheid van

groente en fruit verlengt. Een vriezer die nooit meer ontdooid hoeft te

worden of een afwasautomaat die het water verwarmt met de restwarmte

van de koelkast. In de keukenwereld wordt volop geïnnoveerd.

>> Als voorloper in de keukenbranche bieden

wij in nauwe samenwerking met onze partners

alle laatste keukentrends. <<

Tieleman Keukens op het eiland Goeree-Overflakkee is meer dan vijftig

jaar specialist op het gebied van kwaliteitskeukens. Zes jaar geleden zag

eigenaar Jan Tieleman zijn droom in vervulling gaan: hij opende toen een

bijzonder moderne keukenzaak met meer dan zeventig keukens in diverse

uitvoeringen en opstellingen. Van eenvoudig functioneel tot zeer luxe

een dagje Tielemannen

De keuken wordt meer en meer de sociale hotspot van de

woning. De ontmoetingsplaats voor het gezin, familieleden en

vrienden. Samen koken is een feest, een lifestyle en vooral een

bezigheid waardoor mensen dichter tot elkaar komen. Samen

koken is dé trend van 2015. Trendwatchers voorspelden

het al en bij Tieleman Keukens in Middelharnis zien ze

het dagelijks: de keuken is hot en steeds energiezuiniger.

tekst: Joke Waltmans fotografie: archief Tieleman

Duurzame keukenspecialist op Goeree-Overflakkee

- advertorial -

Page 17: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 17

keukens met domotica. Van klassiek tot

ultramodern. Alle nieuwe snufjes en ontwik-

kelingen ten spijt, koop je toch maar een of

twee keer in je leven een nieuwe keuken. Met

zorg zoek je er een uit. Wat wordt de stijl?

Wat mag er niet ontbreken? Wordt het mat of

glas, kleurig of gedekt? Als eenmaal de keuze is

gemaakt, toont de Living Wall bij Tieleman in

3D de nieuwe keuken op een scherm van drie

bij vier meter, dan zie je op ware grootte wat je

koopt vanuit verschillende standpunten.

‘Wij willen onze klant laten beleven, genieten en

hem entertainen tijdens de aanschaf van een

keuken en alle ‘zorgen’ wegnemen. Uiteindelijk

wil iedereen graag zien hoe het er uit komt te

zien, dat gaat niet vanaf papier.’

Alles bij Tieleman is gericht op de klant. Een dag

keukens bekijken is een dag ‘Tielemannen’,

inclusief een bezoek aan het Miele Experience

Centre. Voor de kinderen is er niet alleen de

traditionele speelhoek, maar ook een

babyruimte, een bioscoop waar tekenfilms

draaien en een playstationcentre.

Wie letterlijk trek heeft gekregen van alle

keukens kan terecht bij Werelds In-Side, de

eigen lunchroom waar ook bij een kopje koffie

de aankoop kan worden besproken. Puur en

eerlijk eten staat centraal bij Werelds In-Side

dat in korte tijd naam heeft gemaakt en ook

catering verzorgt.

Duurzaamheid en innovatie beperken zich

niet alleen tot de keukenvloer bij Tieleman.

Het nieuwe pand is duurzaam gebouwd en

telt 476 zonnepanelen. Bovendien werkt het

bedrijf voor zijn producten samen met

leveranciers die energiezuinige en duurzame

producten leveren die FSC-gecertificeerd zijn.

Op het maatschappelijke vlak worden

meerdere sportverenigingen en goede doelen

gesponsord. <

>> Vanuit onze oergedachte de

klant ‘nog ouderwets’ centraal

te stellen, willen wij onze klant

totaal ontzorgen. Onze eigen

montage- en servicediensten

waarborgen deze kwaliteit. <<

Korendreef 15, 3241 AS Middelharnis / t: +31 (0)187 60 25 55 / www.tielemankeukens.nl

- advertorial -

Page 18: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 18

Page 19: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 19energie

De zon straalt in een uur evenveel energie naar

de aarde als de mens in een jaar gebruikt.

Een deel van deze energie wordt in de natuur

opgevangen en opgeslagen door planten. Zowel

op het land als in grote hoeveelheden in de zee,

bijvoorbeeld in de vorm van algen. Zo ontstaan

groene grondstoffen, ofwel biomassa. De laatste

jaren hoor je steeds vaker de term biobased

economy vallen. In de biobased economy wordt

biomassa afkomstig van planten, algen en resten

uit de natuur gebruikt als een groene grondstof

voor chemie, materialen en energie. Naast de

grotere inzet van natuurlijke materialen gaat

het om het vernieuwen en optimaliseren

van raffinageprocessen. Ook de zorg om

de CO2-uitstoot speelt een voorname rol.

EnergietransitieIsabelle Vries, lector Port Development bij het

Kenniscentrum RDM, onderzoekt de betekenis

van nieuwe markten voor ruimtelijke ontwikkeling

van havens. Tevens is ze werkzaam bij de

afdeling Strategie van het Havenbedrijf

Rotterdam. ‘Voorheen draaide de haven om olie,

nu zoeken we naar nieuwe vormen van energie.

De fossiele brandstoffen raken op en verduur-

zaming staat hoog op de agenda. Bovendien

zijn we afhankelijk van importen uit regio’s met

grote politieke risico’s. Een energietransitie is

dus nodig om aan de verschillende bedreigingen

het hoofd te bieden en ook in de toekomst een

succesvolle haven te zijn.’ Ad de Kok, Lector

Hernieuwbare Grondstoffen bij het Kenniscentrum

RDM vult aan: ‘De energietransitie in Rotterdam

verloopt echter traag en het zal nog een zware

dobber worden om de landelijke doelstelling

van 14 procent duurzame energie in 2020 te

verwezenlijken. Uiteindelijk hebben we geen

keus. De transitie is iets van de lange adem, er

gaan twee of drie generaties overheen. Sommige

bedrijven zijn nog in een ontkenningsfase,

maar zullen zich vroeg of laat realiseren dat

omschakelen nodig is. Er leven in 2050 negen

miljard mensen op aarde die allemaal een

bepaalde levensstandaard wensen.’

Bioport plug & playIn Rotterdam is er al enkele jaren een samen-

werkingsverband op klimaatgebied tussen

gemeente, havenbedrijf, bedrijven in de haven

en de milieudienst DCMR: het Rotterdam

Climate Initiative (RCI). Speerpunten van het

Actieplan Energie RCI zijn onder meer inzetten/

opwekken van hernieuwbare energie (biomassa,

wind, zon), deltaplan warmte/koude energie-

infrastructuur, het stimuleren van LNG in

scheepvaart en vrachtverkeer, afvang, transport

en hergebruik en opslag van CO2, en Rotterdam

Bioport.

Biomassa is onmisbaar voor de aanpak om in

2030 de meest duurzame haven te zijn. Volgens

Vries liggen er volop mogelijkheden en kansen. >

groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven

Eén ding is duidelijk. De economie van de toekomst is niet meer gebaseerd op

aardolie. Sterker nog: over twintig jaar is er mogelijk geen druppel aardolie

meer te vinden. We zijn dus op zoek naar alternatieven. Een van de mogelijk-

heden is de biobased economy. Rotterdam onderzoekt de gevolgen voor

de Rotterdamse haven. En: waar liggen de uitdagingen en mogelijkheden?

tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel

Over de transitie naar een biobased economy

Page 20: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 20

en waar de overheid en het bedrijfsleven

zich mee bezighouden. De Kok: ‘Er bestaat

onzekerheid over de gevolgen van biobased op

de lange termijn. Op wereldniveau liggen er

grote uitdagingen op het vlak van de grond-

schaarste en de stevige positie van de fossiele

reuzen die nu nog in staat zijn om de balans

bij fossiele grond- en brandstoffen te laten

doorslaan. En dan zijn er nog de hoge kosten.

Als puntje bij paaltje komt, denken de grote

bedrijven nog te veel aan het volgende kwartaal

en te weinig aan de komende dertig jaar.

Begrijpelijk, maar omschakelen naar nieuwe

technologieën kost tijd en geld: denk aan nieuwe

fabrieken en technieken, het opschalen. Het gaat

al snel over honderden miljoenen euro’s. Op het

moment wordt de olie in de wereld bovendien niet

duurder. En als een nieuwe, goedkope (maar

eindige) fossiele grondstof zoals schaliegas of

schalieolie zich aandient, dan verplaatst de focus

zich al snel weer naar de korte termijn.’

Vries pleit ervoor om vooral te kijken naar de

mogelijkheden en investeringskansen: ‘Hoe pas

je biobased duurzaam toe? Wel is het belangrijk

om te kijken naar het grotere geheel. Denk

aan de impact van productie en import van

biomassa als palmolie uit landen als Indonesië

en Maleisië, met name wegens de schadelijke

gevolgen voor de lokale bevolking en het

tropisch oerwoud. Biomassa is soms niet zo

groen als het lijkt. Partijen in de sector werken

aan certificering van eerlijke biomassa. De

regelgeving moet nog vorm krijgen, ook moet

het eenvoudiger worden om juist met

restproducten te werken.’

Mond of motor?Bioport streeft naar meervoudig gebruik van

biomassa: eerst de stoffen met hoogwaardige

toepassingen eruit halen, voor farmacie,

smaak- en geurstoffen en voedsel en dan de

volumineuze restproducten benutten als veevoer,

vezels en energie. Het echt verstoken doe je

alleen met stoffen die je niet meer kunt gebruiken.

De Kok: ‘Er worden te veel stoffen verbrand

waar nog waardevolle componenten in zitten.

We hebben de benodigde technologieën niet

voldoende onder de knie. Bij aardolie weten we

hoe we moeten fractioneren, dat doen we al meer

‘De energietransitie vormt een kans om nieuwe hernieuwbare grondstoffen aan

te boren, nieuwe technologieën toe te passen en te ontwikkelen, en nieuwe

bedrijvigheid van de grond te krijgen. In de Rotterdamse haven hebben we de

ruimte. Daarnaast hebben we een unieke gasinfrastructuur, pijpleidingen en

opslagmogelijkheden. Een deel van de Tweede Maasvlakte is bestemd voor

biobased ondernemingen. Daar creëren het Havenbedrijf Rotterdam en

nutsbedrijven de (nuts)voorzieningen zoals water, stroom en CO2-pijpleidingen.

Door dit plug & play-concept wordt het aantrekkelijk voor biobedrijven om zich

hier te vestigen. Ook is een aantal industriële complexen al langer geïntegreerd,

zoals in de Botlek. Dat wil zeggen dat bedrijven onderling grondstoffen, warmte

en restproducten uitwisselen. In het biobased cluster profiteren bedrijven dus

optimaal van elkaars aanwezigheid. Het restproduct van de één kan weer de

grondstof zijn voor de ander.’

Naast ‘traditionele’ vloeibare bulkstromen is het Rotterdamse olie- en chemiecluster

inmiddels ook aantrekkelijk voor het opzetten van nieuwe bulkstromen. Vier

biobrandstoffenproducenten hebben al gekozen voor Rotterdam als thuishaven.

En op de Maasvlakte komt een nieuwe fabriek waar van houtsnippers houtskool

wordt gemaakt (zie pagina 22). Houtskool vormt een prima bijstook in

kolengestookte elektriciteitscentrales.

Uitdagingen en mogelijkhedenHoe lang gaat de omschakeling duren? Zijn het winstgevende technieken? Welke

nieuwe regels en wetten moeten er komen? Wat zijn de kosten en opbrengsten?

Er zijn genoeg vragen rondom biomassa waar nog een antwoord op moet komen

Page 21: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 21energie

dan honderd jaar. Dat kan bij biomassa ook,

maar dat kost tijd.’ We spreken over eerste-,

tweede- en derdegeneratie biomassa.

Suikerbiet, mais, tarwe, graan zijn bijvoorbeeld

eerste generatie. De trend is om over te gaan

op de tweede generatie, de restproducten zoals

de kolven, bladeren en stengels. Alles wat

wij niet eten. Dan concurreer je niet met de

voedselketen. De derde generatie zijn de algen

en de wieren. De verwachting is dat de

Rotterdamse industrie in toenemende mate

ook biobrandstoffen van algen gaat verwerken.

Het ligt voor de hand dat de producten uit de

kwekerijen hier worden verwerkt. Vries: ‘Wij

propageren het gebruik van tweedegeneratie-

en-verder-biobrandstoffen, om te voorkomen

dat we een keuze moeten maken tussen mond

of motor. Maar áls de keuze tussen de teelt van

voedselgewassen voor de consumptie of de

teelt van biobrandstoffen aan de orde is, dan

gaan voedselgewassen altijd voor.’

Circulaire economie In het verlengde van cascadering, altijd als

eerste proberen de componenten met de

hoogst toegevoegde waarde uit de biomassa

te halen, ligt het volledig sluiten van ketens,

het kringloopdenken. Hoe kun je reststoffen

weer inzetten? Het Havenbedrijf Rotterdam is

partij in het Circularity Center, gericht op

kennisontwikkeling en business development

in de circulaire economie. Diverse partijen

hebben elkaar gevonden in de ambitie om

grondstoffen en materialen te hergebruiken,

maar ook om daar nieuwe verdienmodellen

mee te creëren en de ontwikkeling naar een

circulaire economie te versnellen. Een van die

projecten is Plastic to Oil. Onderzocht wordt

welke methodieken en toepassingen mogelijk

zijn om plastic reststromen terug te kraken

tot olie en in een tweede stadium ook weer

terug naar plastics.

Vries: ‘Het is moeilijk om in te schatten

welke gevolgen een circulaire economie

heeft. Simpel gezegd hebben we heel andere

ladingstromen en productiefaciliteiten nodig

als we alles wat we hier consumeren lokaal

zouden produceren en hergebruiken. En de

gevolgen van ontwikkelingen als 3D-printing

hebben we nog niet goed in kaart. Wel duidelijk

is dat je daar grondstoffen voor nodig hebt, en

dat zijn bij voorkeur ook weer hernieuwbare

grondstoffen.’

Worden boeren oliesjeiks?Uiteindelijk valt er heel veel van biomassa te

maken. Nederland staat er vanwege

vooruitstrevende agrarische en chemische

industrieën goed voor om de omschakeling

naar biobased te maken. Wellicht vindt straks

een eerste bewerking van de biomassa plaats,

op of vlak bij de boerderij. De Kok: ‘In onze

energie- en grondstofbehoeften voorzien

met alleen biomassa is niet mogelijk. Dan

heb je drie aardbollen nodig. Dit valt deels te

ondervangen door algenkweek op zee. Maar

zelfs dat is onvoldoende om onze energie-

behoefte te dekken. Uiteindelijk pleit ik ervoor

om meer beroep te doen op de zon, een

onuitputtelijke bron van energie. Laten we

inzetten op diversificatie van energieopwekking.

Naast energieopwekking uit aardgas, kolen en

biomassa is het belangrijk om te investeren in

andere energiedragers zoals zon en wind.’ <

Green is the new gold for Rotterdam harbor

One thing is for sure: the economy of the future won’t be based on oil. In fact, there might not be a single drop of oil

left in twenty years’ time. So we’re looking for alternatives. One possibility is the bio-based economy.

In the last few years, that term has come up more and more. In a bio-based economy, biomass derived from plants,

algae and natural residues are used as green raw material for the manufacturing of chemicals, materials and energy.

In addition to increasing the use of natural materials, a bio-based economy involves renewing and optimizing

refining processes, with concern for CO2 emissions also playing an important role. Rotterdam is examining both

the challenges and the opportunities of a bio-based economy, and the implications for its port.

Biomass is an indispensible component to the goal of being the world’s most sustainable port by 2030. A section

of the Maasvlakte 2 has been specifically allocated for bio-based companies. The Port of Rotterdam and utility

companies are setting up services there such as water, steam and CO2 pipelines for that very purpose. The ‘plug-

and-play’ concept will make it more attractive for bio-based companies to establish themselves there. A number

of industrial complexes has already been integrated in a way that allows companies to exchange raw materials,

heat and residual products. In a bio-based culture, companies benefit from each other’s presence: one company’s

product can be another’s raw material.

To take it a step further, one could look at closing the recycling circle, or creating a closed-loop system. How can residual

products be used again to create new products that feed back into the system? The Port of Rotterdam is a member of the

Circularity Center, which is focused on the development of knowledge and business in the circular economy. One of

its projects is Plastic to Oil, which researches which methods and applications are possible in turning plastic waste

into oil, and then creating plastic again from that oil, closing the loop so that there is little to no waste.

De suikerbiet

De komende jaren liggen er enorme kansen voor de suikerbiet. Een belangrijk doel is nog steeds er suiker

van te maken. Als ze gerooid zijn, gaan ze naar de suikerfabriek. Daar vindt extractie van suiker plaats.

Het suikersap wordt gecentrifugeerd en zo worden de kristallen gescheiden. Daarnaast kan het suikersap voor

de productie van bio-ethanol worden gebruikt. Per hectare kan ongeveer 5000 à 6000 liter bio-ethanol

geproduceerd worden. En uit de restproducten van de suikerextractie kan cellulose-ethanol worden gehaald.

Suikerbieten zijn tevens een goede grondstof voor de vergister. Suikerbieten kunnen namelijk per hectare twee

keer zoveel energie opwekken als energiemais. En suikerbieten zijn zeer snel vergistbaar. Vergeleken met

andere traditionele landbouwgewassen produceren ze het meeste biogas per hectare.

Page 22: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 22

Aangeboden door: RDM Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe

Biocoal is een houtachtige biomassa. Verhit tot maximaal 300°C krijgt

de massa eigenschappen die met steenkool te vergelijken zijn. Hierdoor

kan biocoal samen met gewone kolen in energiecentrales worden

gestookt. Een goed alternatief voor wanneer de kolenstroom straks

afneemt. Frans van Kleef, business developer bij Clean Tech Delta vertelt

over twee biocoalprojecten uit de Rotterdamse haven: ‘Allereerst is

er Bioforce. Doel van dit project is een fabriek te realiseren die in de

Rotterdamse haven houtchips tot biocoal verwerkt. De biocoalfabriek

komt op het terrein van EMO (Europees Massagoed-Overslagbedrijf)

op de Maasvlakte. Dat is nu zeker, de investeringsbeslissing is genomen.

Bioforce wordt geleid door River Basin Energy (RBE), en ondersteund

door een consortium van industriële en academische leiders zoals

Laborec (GDF-SUEZ groep), BS Energy (Duitsland), Sea2Sky (UK),

KIC InnoEnergy, EMO en TU Delft.’

Biolat In het verlengde van Bioforce ligt het Biolat project. Het doel van Biolat

is het ontwikkelen en toepassen van logistiek voor het ontvangen, lossen,

opslaan en transporteren van biomassa en biocoal, zowel in de haven

van Rotterdam als naar het achterland. Naast de logistiek op de EMO-terminal

richt dit project zich op het transport naar Duitsland waar de biocoal ook

gaat bijdragen aan groene energieopwekking. ‘Dat is interessant omdat

biocoal, anders dan bij wind en zon, constant te gebruiken is en

eenvoudig op- en af te schakelen. Om de biomassa te kunnen vervoeren

moet de bestaande kolenlogistiek worden aangepast. Biolat maakt de

industrie rijp voor grootschalige aanpak op de lange termijn.’

Het transporteren van biocoal werkt anders dan bij gewone kolen. Het

heeft dan ook allerlei haken en ogen. Van Kleef: ‘Biocoal is veel lichter.

De transportschepen liggen daardoor minder diep in het water, wat weer

consequenties heeft voor het laden en lossen en voor de grijpers op de

kade. Biocoal verstuift namelijk anders dan kolen. Dat moeten we

allemaal onderzoeken. Hier liggen mooie uitdagingen voor studenten

van RDM Centre of Expertise. Zij kunnen onder meer meedenken over

techniek, logistiek, kostenberekeningen en vergunningen. Er zijn al

voldoende concrete aanknopingspunten. Zo kunnen de studenten

samenwerken met de binnenvaartschippers/rederijen en de grijper-

leverancier die in het project participeren.’

Naast EMO en RBE zijn de andere partners in Biolat RDM Centre of

Expertise, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, Nemag, DAP

Barging, het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs. <

tekst: Madelon Stoele fotografie: Johhny Peleman

Bioforce en Biolat

Door toepassing van biomassa kan

de uitstoot van CO2 snel omlaag.

In Rotterdam komt nu een fabriek

die houtsnippers gaat verwerken tot

biocoal. Biocoal kan weer als vervanger

van kolen worden ingezet en geeft een

sterke impuls aan het opwekken en

het gebruik van duurzame energie.

Wereldwijd is de fabriek een primeur.

Frans van Kleef over twee energieprojecten in de haven

Bioforce and Biolat

Bio-coal is a wood-based biomass that can be used to partially replace coal in power

plants, stimulating the generation and use of renewable energy. Two bio-coal projects

have recently been established in the port of Rotterdam. Bioforce’s goal is to build a

factory that processes wood chips into bio-coal. Biolat will, among other things, deal

with the logistics of transporting biomass and bio-coal, both in the port of Rotterdam

and farther afield, particularly in Germany, where bio-coal will contribute to the green

energy sector.

energie

Page 23: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 23

Aangeboden door: RDM Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe

Wie bij airconditioning nog aan herrie en grote apparaten denkt, heeft

een belangrijke ontwikkeling gemist. De nieuwste airconditioning-

systemen zijn juist geluidloos, strak vormgegeven en energiezuinig.

‘En ieder jaar zijn de technieken weer verfijnder’, weet Mark de Jong

van BAKO Koeltechniek & Airconditioning in Rhoon.

Nijverheidsweg 31, 3161 GJ Rhoon / t: +31 (0)10 223 64 66 / www.bako.nl

Het Rhoonse bedrijf, dat in 1976 door De Jong

senior werd opgericht, vindt zijn oorsprong in de

koeltechniek, maar de laatste jaren ligt de nadruk

meer op airconditioning. Zowel bij bedrijven als

particulieren. ‘We kunnen heel lokaal het juiste

systeem leveren, dat zowel koelt als verwarmt’,

legt De Jong uit. ‘Vooral in milieuvriendelijke

huizen heb je maar drie zonnestralen nodig om

de boel te verwarmen. Maar die warmte blijft in

de zomer ook hangen en dat wil je niet op je

slaapkamer. Of de verwarming slaat af omdat

de kamer op temperatuur is, maar jij zit op een

koud kantoor. Dan is airco een uitkomst en veel

zuiniger dan de thermostaat hoger zetten’,

vervolgt hij.

De stijgende populariteit van airconditioning

heeft ook de techniek een boost gegeven. ‘Vroeger

was de aircoregeling aan of uit, had je alles of niks.

Tegenwoordig zit de apparatuur vol met elektronica,

waardoor het in een ruimte beter en zuiniger

wordt geregeld. Die verfijnde techniek maakt het

bijvoorbeeld ook mogelijk de airco pas aan te laten

gaan als er iemand in de ruimte komt.’

Het rendement van airconditioning wordt ook

steeds hoger. De nieuwste apparatuur levert

rendementen van liefst 600 procent of meer.

Ook de uitvoering van de apparatuur wordt steeds

verfijnder: stijlvol weggewerkt in het plafond, aan

de muur of op de vloer. De Jong wijst op een wand

vol airco-systemen die veel weg hebben van een

flatscreen. Het is de Art Cool-lijn van LG: strakke,

platte designmodellen die in niets doen denken

aan een aircosysteem, maar dat wel zijn. ‘Door

de wissellijstfunctie kun je er een eigen foto in

plaatsen, of het behangpatroon dat je op de muur

hebt. Bedrijven kunnen er hun logo in plaatsen.

Als je dit bij de receptie hangt, is de temperatuur

altijd goed en heb je een mooie blikvanger.’ <

tekst: Joke Waltmans fotografie: Sjors Massar

Verfijnde aircotechnieklevert toprendement

- advertorial -

Page 24: INN010 #3 winter 2014/2015

Food meets... urban developmentMagere verblijfscultuur binnenstad passé

Veni, vidi, vici: de Markthal kwam, zag en veroverde zijn plekje al voor

de opening in hartje Rotterdam. Een uniek architectonisch gebouw met

bouwtechnische innovaties en voorzien van een opvallend kunstwerk.

Vanuit de hele wereld komen mensen kijken naar de ‘koopkathedraal aan

de Maas’, zoals de bijnaam nu al luidt.

tekst: Ellen Lengkeek/Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel

De ooit verpauperde Rotterdamse binnenstad en grijze havenstad

vol oorlogslittekens is opgestaan. De magere verblijfscultuur in

het centrum is met de opening van de Markthal door koningin

Máxima in oktober 2014 voorgoed passé. In amper drie weken is

de Markthal met honderd versunits al door een miljoen mensen

bezocht en een enorme publiekstrekker.

En dat is exact wat de gemeente Rotterdam voor ogen had

tijdens de planvorming. Onder de noemer Citylounge wil zij de

totale binnenstad ontwikkelen tot een vitale kwaliteitsplek voor

ontmoeting, verblijf en vermaak. Citylounge is de metafoor

voor de sfeer die de stad nastreeft. Stoer, robuust en groots

aan de buitenkant. Warm, gastvrij en gezellig aan de

binnenkant. Mensen moeten in het nieuwe stadshart op

avontuur gaan. Gaan slenteren en steeds uitkomen op nieuwe

doorgangen om hun weg te kunnen vervolgen zoals dat in

veel andere Europese steden ook gebeurt.

‘Wij willen dat meer mensen in de binnenstad gaan wonen

en werken. Ook willen we dat meer mensen de binnenstad

bezoeken, er langer blijven en er meer geld besteden. Om dit

te bereiken gaan we door met het ontwikkelen van de

binnenstad tot een plek waar altijd iets te doen is. Een plek

waar het aangenaam is om te verblijven en te verpozen voor

bewoners, bezoekers, studenten, bedrijven en investeerders,’

aldus het stadsbestuur.

Daartoe is de afgelopen jaren een flinke aanzet gegeven. Het

college van B en W is bezig om de binnenstad te transformeren

van zakencentrum tot een meer grootstedelijk woonmilieu. Stille,

tochtige plekken in het in 1940 weggebombardeerde deel van de

stad zijn nieuw leven ingeblazen. Grensverleggend, werelds en

no-nonsense: zo ziet Rotterdam zichzelf graag en dat wil zij ook

in haar imago uitdragen. Vernieuwing zit in het dna van de stad,

een beetje New Yorks, geen buurt is dezelfde. Er worden

appartementencomplexen gerealiseerd, zoals Calypso en het

Timmerhuis en leegstaande of incourante kantoorgebouwen

worden herontwikkeld. Nieuwe woningen brengen levendigheid

in de stad. Nieuwe bewoners hebben bovendien een positief

effect op het omliggende gebied. >

pagina 24

Page 25: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 25gebiedsontwikkeling

Page 26: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 26

Gastvrij imagoRotterdam werkt bewust aan een gastvrij imago

van de binnenstad. En dus is de zestig jaar oude

Lijnbaan opgeknapt. Ooit Europa‘s eerste

autovrije winkelstraat, nu een rijksmonument uit

de wederopbouwarchitectuur. De trendy Witte

de Withstraat heeft inmiddels meer terrassen,

voetgangers en groen. Het Schouwburgplein

biedt een culturele en sportprogrammering die

samen met bewoners, ondernemers en kunst-

instellingen is opgesteld. Sowieso bestaat er steeds

meer aandacht voor kunst en groen in de openbare

ruimte. En voor evenementen en festivals.

Place to be Rotterdam heeft zich inmiddels als stad op

belangrijke ‘to-go-lijstjes’ gespeeld. Volgens de

Amerikaanse krant The New York Times staat het

op de tiende plek in de lijst van ‘steden die je

moet bezoeken’. Reisgids Rough Guide plaatst de

Maasstad op acht in de ranglijst met spannendste

steden van 2014. Rotterdam staat met foto’s van

de skyline tussen steden als Rio de Janeiro,

Marseille, Liverpool, Los Angeles, Perth en

Kaapstad.

Daartoe heeft onder meer een blikvanger als

het gebouw De Rotterdam van Rem Koolhaas

bijgedragen. Een hypermoderne verticale stad op

de Wilhelminapier met een vloeroppervlakte van

160.000 vierkante meter en 150 meter hoogte die

recent is opgeleverd. Zo ook het nieuwe Centraal

Station dat als entree fungeert voor de financiële

hub-to-be. En sinds 1 oktober dus ook de

Markthal die niet alleen mensen en bedrijvigheid

aantrekt, maar ook kopers verleidt er een

appartement te kopen. De kap van het gebouw

bevat maar liefst 228 appartementen en het is

daarmee de enige markt waar mensen wonen.

Duurzaam foodwalhallaDe Markthal biedt meer dan wonen en consu-

meren. Het gebouw wil tevens een innovatief

podium zijn voor een groot aanbod van duurzaam

voedsel. Zo is in de hal een unit van Natuurlijk!

te vinden, een samenwerking van Koppert Cress,

TomatoWorld en Best Fresh Group, die samen

aardappelen, groenten en fruit direct van de

teler verkopen.

Nieuw is de coöperatie Buutegeweun, waarin

dertig kleinschalig werkende producenten uit

Goeree-Overflakkee zich hebben verenigd. In de

Markthal heeft de coöperatie twee units waar

de vissers, boeren, slagers, telers en bakkers

van het eiland onder de rook van Rotterdam

hun waar aanbieden. ‘We beleven hier de weder-

opstanding van de Stellendamse garnaal, die

niet meer gezouten, gezuurd en ingevroren

naar Marokko wordt gevlogen om nogmaals te

worden behandeld en gepeld. Ons visaanbod

komt uit duurzame flyshoot en pulsevisserij.

We staan voor vers en duurzaam,’ legt woord-

voerder Mark Soetman uit. ’De moderne

tomatenkwekerij Van Noord werkt bijvoorbeeld

met geen enkel gewasbeschermingsmiddel en

verwerkt jaarlijks 25 miljoen verpakkings-

eenheden. De coöperatie wil energie besparen

en duurzame energietoepassingen stimuleren.

Nog een voorbeeld: een groene aspergeteler op

ons eiland levert nu ook energie aan het net. ‘

FoodlabDe Markthal huisvest tevens het foodlab De Wereld

van Smaak , waarin workshops, lezingen,

Feiten MarkthalArchitect: Winy Maas.

Bouwers: Mobilis en J.P van Eesteren.

Tekenden ook voor het nieuwe CS, De Kuip,

Euromast en renovatie Rijksmuseum.

Groot: ’s Wereld grootste overdekte foodmarkt;

71 meter breed, 117 meter lang.

Kunstenaars: Arno Coenen en Iris Roskam

ontwierpen een 11.000 vierkante meter grote

legpuzzel in het plafond met afbeeldingen

van voedsel en natuur. De producten lijken

gefotografeerd, maar zijn stuk voor stuk met

de computer opgebouwd. Het werk is gemaakt

met de nieuwste software van Pixar Animation

Studios, het bedrijf achter succesvolle

animatiefilms zoals Lord of the Rings, Finding

Nemo en Cars. De enorme beelden zijn

gerenderd in Nieuw-Zeeland en Frankrijk.

Ramen: Bij harde wind hebben de ramen in

de hal 70 cm speling naar binnen en buiten.

Geluid: In de hoogte zijn de binnenpanelen

geperforeerd om stemgeluid in de hal voor

bezoekers en bewoners te dempen.

Parkeren: Onder de hal is een innovatieve

duurzame parkeergarage met drie parkeerdekken

en 1200 plekken aangelegd. Ook thuis kan

online een plek worden gereserveerd voor elke

dag en ieder tijdstip. Geen wachttijden en

wachtende draaiende motoren met uitstoot,

maar ledverlichting en tal van oplaadplekken

voor elektrische auto’s. Auto’s met energielabel

A krijgen parkeerkorting. Zie interparking.nl.

Social media: Info via markthal.nl, facebook.com,

twitter, pinterest en instagram: @#indemarkthal

Openingstijden: Ma-do / za: 10-20 uur,

vr: 10-21 uur / zo 12-18 uur.

Page 27: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 27gebiedsontwikkeling

The Markthal

Veni, vidi, vici: the Markthal, Rotterdam’s new indoor food market, came, saw and conquered even before its opening

in the heart of the city. A unique architectural building with structural innovations, it also features a striking work of art.

Since Queen Maxima officially opened the Markthal in October 2014, the city centre’s stagnant culture is clearly a thing of

the past. In just three weeks, a million people have visited the Markthal’s hundred stalls. And that is exactly what the city

of Rotterdam envisioned during the planning process.

The members of the city council are busy trying to transform the inner city from a business centre into a greater urban

living environment where there’s always something to do. A place where residents, visitors, students, businesses and

investors find it pleasant to stay and linger. Groundbreaking, international and no-nonsense: that’s Rotterdam’s vision of

itself, and one that it wants to convey.

Rotterdam is also working hard on its image as a hospitable place. The trendy Witte de With Street has more patios, pedestri-

ans and green space. The Schouwburgplein offers cultural and sport programs put together by residents, entrepreneurs and art

organizations. There’s also been a concerted effort to develop more public art and green spaces, as well as events and festivals.

Add to that Rem Koolhaas’ recently-completed 160 000 square meter multi-use building “De Rotterdam”, and the new central

train station that functions as an entrance to the financial hub-to-be. And since October first, the Markthal. The Markthal is

more than just a place to shop. The upper floors of the building consist of 228 apartments, making it the only market in which

people live. The building also wants to be an innovative platform for a wide range of sustainable food, offering the opportunity

to buy potatoes, vegetables and fruit directly from their growers. There are also a couple of stalls where fishermen, farmers,

butchers, bakers and growers from Goeree-Overflakkee, a stone’s throw away from Rotterdam, can sell their goods.

Finally the Markthal is home to the food lab The World of Taste, where workshops, lectures, conferences and

demonstrations are given: an interactive place for inspiration, experience, innovation and education in fresh food, and

where different sectors cross over, always coming back to the flavors of nature.

Nu de Markthal er staat, kan de directe omgeving

verder worden aangepakt: de Binnenrotte.

Het grootste plein van de stad dat zelfs mét

Markthal en markt niet vol te krijgen is.

Ook dit heeft een bijnaam, de landingsbaan,

omdat er een vliegtuig zou kunnen landen.

Het plein moet levendiger worden en gaat net

zoals de andere pleinen in het centrum op de

schop. De Binnenrotte wordt vergroend en krijgt

meer bomen en groene vlakken in aansluiting

op de markt, en aan weerszijden terrassen.

Er komt hetzelfde straatmeubilair als elders

in Rotterdam, met z’n typerende roodbruine

straatstenen en bankjes. Tot slot wordt de

Binnenrotte via een trap op de Grotemarkt

aangesloten, het plein tussen de Markthal en

de geplande nieuwbouw RottaNova. De trap

is nodig om het hoogteverschil tussen de

Grotemarkt en de Binnenrotte te overbruggen.

De herinrichting wordt in fasen uitgevoerd

en zal eind 2016 zijn voltooid.

congressen en demonstraties worden gegeven.

‘Een interactieve plek voor inspiratie, beleving,

innovatie en educatie op het gebied van vers

eten. Waar we cross-overs ervaren van de

verschillende verssectoren en weer teruggaan

naar de smaken van de natuur. Zoals het is

bedoeld’, vertelt directeur Carin Leenders de

Vries van de coöperatie DWVS. De Wereld van

Smaak is een onafhankelijke coöperatie U.A. en

bestaat uit vertegenwoordigers uit de verssector:

GroentenFruit Huis, Platform van Moeder

Natuur, Brood-en banketbakkersvereniging

NBOV, Kookpunt Rotterdam en Verstegen Spices

& Sauces B.V. Kinderen vormen een speciale

doelgroep. ‘Door kinderen hun smaak te laten

ontwikkelen en beter te leren proeven kunnen

ze een goede basis leggen voor gezond eten.

We bieden ook kooklessen aan basisscholen.

Inzet is duurzaam koken en eten.’ <

Page 28: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 28

Ondernemen in Merwe-Vierhavens

De stadshavens van Rotterdam bieden ruimte voor nieuwe

bestemmingen op en aan het water, nu een deel van de haven-

activiteiten steeds meer richting Tweede Maasvlakte opschuift.

tekst: Yvette van Dael fotografie: Flying Holland/Bas Wilders/Stadshavens Rotterdam

Samen de versnelling maken naar een nieuwe economie

Page 29: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 29

Een van de vier deelgebieden binnen de

stadshavens is Merwe-Vierhavens, ooit een van

de grootste fruithavens ter wereld. Dat de fruit- en

sappenbedrijven stilletjes de haven verlaten,

betekent echter niet dat de loodsen ongebruikt

blijven. Op de vrijkomende plekken ontstaat juist

steeds meer nieuwe bedrijvigheid. De eerste

pioniers uit de maakindustrie en de creatieve

sector vinden hun weg naar de leegstaande oude

gebouwen. Zij voelen zich aangetrokken tot het

ruige, industriële karakter van het gebied en de

aanwezigheid van het water alom.

Ontwikkel mee in MH4De nieuwe bedrijvigheid komt voort uit de strategie

die het Havenbedrijf en de gemeente Rotterdam

voor Merwe-Vierhavens hebben uitgezet. Zij willen

de stadshaven uitdrukkelijk samen met markt-

partijen transformeren tot een stedelijk platform

waar haven & stad en kennis & kunde bij elkaar

komen. En waar nieuwe woon- en werkvormen

een plek krijgen. De transformatie vindt

geleidelijk plaats, door slim mee te bewegen met

de markt en door met de huidige ondernemers

kansen te pakken. Het is de bedoeling dat er zich

in de toekomst ook bedrijven uit de clusters

cleantech, medisch en food thuis gaan voelen,

de economische clusters waarin Rotterdam

internationaal koploper is. Dat gaat zeker lukken,

want op een steenworp afstand van de Rotterdamse

binnenstad geeft Merwe-Vierhavens namelijk alle

ruimte aan vernieuwende plannen. Het gebied

fungeert als proeftuin, waar dingen bedacht en

gemaakt worden. Tel daarbij op de uitstekende

ligging nabij uitvalswegen en ov en het wordt

duidelijk wat het zo aantrekkelijk maakt voor

ondernemers die gedreven worden door

technologie en innovaties. Zij zijn de partijen die

samen met het Havenbedrijf Rotterdam en de

gemeente de versnelling kunnen maken naar een

nieuwe, stedelijke economie.

Nieuwe economieDe nieuwe economie is onder meer gebaseerd op

kleinschalige, lokaal georganiseerde netwerken

van producenten en consumenten, en verleent

plek aan technologische innovaties die de

bestaande economische sectoren omgooien en

nieuwe sectoren mogelijk maken. En dat is nu

precies wat er in Merwe-Vierhavens gaande is.

Voor de omslag zijn makers nodig. Ondernemers

die hun kans grijpen om te vernieuwen, te

groeien en door kruisbestuiving met andere

ondernemers tot onverwachte innovaties

komen. Daar hoort iets tegenover te staan,

vinden de gemeente en het Havenbedrijf

Rotterdam. Zij zorgen voor een aantrekkelijk

vestigingsklimaat en doen fysieke investeringen

in de buitenruimte en in de herontwikkeling

van de historische panden. Investeerders en

ondernemers mogen rekenen op een hoog

serviceniveau, snelle procedures en een

klantgerichte organisatie. Anders gezegd: voor

wat hoort wat, maar… hoe ervaren de pioniers

het ondernemen in Merwe-Vierhavens zelf?

We beginnen met Solid Shapes. >

>> Het gebied fungeert als proeftuin,

waar dingen bedacht en gemaakt worden <<

gebiedsontwikkeling

Samen de versnelling maken naar een nieuwe economie

De nieuwe economie wordt ook wel gezien als de

Derde Industriële Revolutie. Nieuwe technologieën

veranderen de wereld in razend tempo, met voorop

3D-printing. Maar vergeet ook niet de nieuwe

energievormen, robotics, nanotechnologie, het

printen van organen via bioprinting, Internet of

Things, big data en de circulaire economie.

Dit soort disruptive ontwikkelingen beïnvloeden

de wereldeconomieën. Om dichter bij huis te blijven:

wat zijn in Rotterdam de gevolgen voor de

werkgelegenheid en voor de haven? De impact is

straks enorm als in de haven geen containers meer

binnenkomen met speelgoed uit China, maar met

grondstoffen voor 3D-printing. De Maasstad kan

ineens uitgroeien tot dé grondstoffenhaven van de

wereld wanneer het speelgoed vervolgens hier geprint

wordt. Made in China wordt dan Made in

Rotterdam.

Over al deze vraagstukken organiseerde de

gemeente van 6-8 november de 3rd Rev Xperience

met een aantal co-creators als Bosch, Deltalinqs,

TU Delft, Ministerie van BZK en natuurlijk

Stadshavens Rotterdam. Afgewisseld met

demonstraties van bedrijven, kenniscentra en

onderwijsinstellingen op RDM Campus deelden

topdeskundigen uit binnen- en buitenland hun

toekomstbeeld. Een van de hoogtepunten was het

gloedvolle betoog dat topeconoom Jeremy Rifkin op

6 november hield over de wijze waarop Nederland

de Derde Industriële Revolutie kan ingaan. Het

Europees Parlement heeft zijn richtlijnen inmiddels

tot officieel Europees beleid gemaakt.

Het 3Daagse congres vond plaats in de Citrusveiling

in Merwe-Vierhavens, gezien het thema natuurlijk

de gedroomde locatie. Midden in het gebied waar de

Derde Industriële Revolutie al lang in gang is gezet.

Een uitgelezen kans om het gebied internationaal op

de kaart te zetten en bedrijven voor een van de

locaties in Merwe-Vierhavens te interesseren.

Page 30: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 30

TJALKLAAN

1E M

ER

WEG

AT

ME

RW

EH

AV

EN

2E M

ER

WEG

AT

3E M

ER

WEG

AT

IJSSELHAVEN

LEKHAVEN

SCHIEDAMSEWEG

MARCONISTRAAT

GA

LILE

ISTR

AA

T

RA

DIO

STR

AA

TGU

STO

WEG

BEN

JAM

IN FR

AN

KLIN

STRA

AT

VIERHAVEN

STRAAT

KEILEWEG

KEILEWEG

KEILESTRAAT LEKSTRAAT

SCHIEDAMSEWEG

MATHENESSERWEG

UIT JE EIGEN STAD

MARCONISTRIP

GUSTOTERREIN

FERRO

R’DAM SCIENCE TOWER

DESIGN DOCK

VOEDSELTUIN

HAKA GEBOUW

ATELIER VAN LIESHOUT

DE VERTREKHAL

ENERGIECLUSTER

DE FRUITVISRICHARD HUTTEN

P

MARCONIPLEIN

M

KEILEHAVEN

A20SCHIEDAM

DELFSHAVEN

R’DAM CENTRUM

STADSHAVENS ROTTERDAM

NIEUWE MAAS

DAKPARK & BIGSHOPS

STUDIO ROOSEGAARDE

Solid Shapes (1) vertaalt voor ontwerpers virtuele

3D-ontwerpen in fysieke (schaal)modellen en

prototypes. Ze zitten in Design Dock Rotterdam,

in een voormalige vleeswarenfabriek. Vanessa van

Hemert vertelt dat ze zich drie jaar geleden vooral

vanwege de maakindustrie in Merwe-Vierhavens

hebben gevestigd en dat ze daar de vruchten van

plukken. ‘Sinds we hier zitten, hebben we er een

hoop klanten bijgekregen.’ Er zijn veel ontwerpers

en conceptmakers in het Design Dock en ‘dat

maakt samenwerken extra makkelijk.’ De

samenwerking gaat buiten gewoon door. ‘We

werken voor diverse ontwerpers en architecten uit

de directe omgeving. Omdat Merwe-Vierhavens

aan de noordkant van de stad ligt, zitten we ook

dicht bij Delft.’*

De Rotterdam Science Tower (2) zetelt sinds 2012

in een van de drie Europointtorens bij het Marconi-

plein. Het innovatiecentrum voor hoogwaardige

medische bedrijven levert kantoorruimte met

geavanceerde laboratoria aan medische

ondernemers en start-ups, onder meer vanuit het

Erasmus MC. Bijvoorbeeld Viroclinics Biosciences.

In hun hightech laboratorium op de 20e verdieping

voeren zij virologisch onderzoek uit voor

biofarmaceutische bedrijven vanuit de hele wereld.

Volgens CEO Bob van Gemen is het waardevol

om zo nabij de universiteit te zitten. ‘We hebben

slimme mensen in dienst, maar zijn een klein

bedrijf. Op de universiteit zit een van de allerbeste

virologische afdelingen van de wereld. Onderling

wisselen wij veel kennis en mensen uit. En dan is

het handig dat je bij elkaar in de buurt zit én dat je

goed bereikbaar bent.’*

Johan Bosman van ’Uit Je Eigen Stad’ (3) wil

Rotterdammers verbinden met hun eten. Uit Je

Eigen Stad is een stadslandbouwbedrijf van twee

hectare op een voormalig rangeerterrein. ‘We

verbouwen 45 soorten groente, kweken vis en

paddenstoelen en hebben 1200 kippen.’ En niet

te vergeten een winkel, restaurant en terras. ‘We

bieden Rotterdammers een alternatief voor de

supermarkt. Een speldenprik in de voedselketen.

We hebben met de gemeente afgesproken dat we

hier in elk geval tien jaar mogen blijven. Gelukkig

maar, want we hebben nog heel veel ideeën om

onze droom verder uit te werken.’*

Stichting Treehouse (4) zet zich in voor duurzame

vastgoedontwikkeling. Dat wil zeggen: geen nieuwe

kantoren bouwen, maar oude panden hergebruiken.

‘We zijn altijd op zoek naar gebieden waar nog veel

plaats is voor ontwikkeling. Op die manier zijn we

ook in Merwe-Vierhavens terechtgekomen. Waar

anderen een oude loods zien, zien wij kansen voor

nieuwe bedrijven en initiatieven’, aldus founder Bas

van den Berg. Van de gemeente huren zij de grote

loods, het Glazenpand en een deel van de buiten-

ruimte. Hiervoor zoeken zij nieuwe bestemmingen

en nieuwe gebruikers. ‘Eigenlijk zijn wij een soort

makelaar.’*

1

1

4

3

5

2

2 3

* Citaat uit publieksversie strategienota

Page 31: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 31

Lekstraat 14 (havennr. 272), 3029 BN Rotterdam / t: +31 (0)10 283 38 00 / www.stadshavensrotterdam.nl

Entrepreneurship in Merwe-Vierhavens

Merwe-Vierhavens once was one of the world’s largest fruit ports. But the warehouses that the fruit and juice companies

abandoned are not empty. On the contrary, these are now places where pioneers from the manufacturing and creative

industries have decided to set up shop. The city and Port of Rotterdam have a vision to transform the Merwe-Vierhavens

area into an urban platform where harbour and city, knowledge and skills come together. And where new live-work spaces

can be developed. The idea is that businesses from the clean-tech, medical and food sectors will feel at home there in the

future - the same economic sectors in which Rotterdam has long been an international leader. Merwe-Vierhavens is a tes-

ting ground, a place where things are invented and made, attracting entrepreneurs driven by technology and innovation

and partnering with the Port and the municipality in their move towards a new, urban economy.

Some of the pioneers include:

Solid Shapes. Located in a former meatpacking factory, Solid Shapes translates virtual 3D designs into physical (scale)

models and prototypes.

The Rotterdam Science Tower, located in one of the three Europoint towers. This innovation hub for high-grade medical

companies offers office space and advanced laboratories to medical entrepreneurs and start-ups, including those associ-

ated with the Erasmus Medical Centre.

Uit Je Eigen Stad (From Your Own City), an urban farm located on a former railroad yard. Its goal is to connect Rotter-

dammers with what they eat.

Stichting Treehouse (Treehouse Foundation), committed to sustainable property development, reusing old buildings

instead of constructing new ones.

Daan Roosegaarde. Roosegaarde will move his Dutch studio to The Glass Building in May of 2015. His work blends art

and technology to make the world a more interesting, better and more beautiful place.

These sorts of disruptive developments can influence the world economy. Imagine that the Port of Rotterdam is no

longer full of toys made in China, but with materials for 3D-printing. If the toys were made in Rotterdam instead, it could

become the world’s raw material port. “Made in China” can become “Made in Rotterdam”.

gebiedsontwikkeling

De aanjager

Het Glazenpand is inmiddels verhuurd aan

Daan Roosegaarde (5) die in mei 2015 zijn

Nederlandse studio naar deze plek verhuist.

Roosegaarde is bezig met de vraag hoe je kunst

en technologie kunt inzetten om de wereld

interessanter, beter en mooier te maken. Hij ziet

de verhuizing naar Rotterdam als een upgrade:

van pand, context en ambitie. ‘De story of my

life is dat ik altijd buiten alle kaders val, maar nu

heet dat creativiteit. Creativiteit wordt het

exportproduct van Nederland en moet met

vakmanschap, met ‘de ballen’ gedaan worden.

In combinatie met een visie. Daarom wil ik in

een context zitten waar de maakindustrie zit,

waar mensen dromen hebben en waar cross-overs

ontstaan.’ Het pand wordt de komende maanden

klimaatneutraal gerenoveerd. Na de verhuizing gaat

hij met zijn team verder met het nieuwe ontwerp

voor de Afsluitdijk, een lichtinstallatie voor Schiphol

en het smogvrije park in Beijing. En natuurlijk met

opdrachten voor Rotterdam zelf en met pilot-

projecten, soms in opdracht, soms in eigen beheer.

In Food bijvoorbeeld. ‘Zelf ga ik eenmaal per jaar

naar de dokter en die zegt dan ‘meneer Roosegaarde,

u gaat nog niet dood.’ Loop ik in de supermarkt,

zie ik honderden producten met labels die me

helemaal niets zeggen. Nu ben ik met een aantal

supermarkten, een zorgverzekeraar en een bank

in gesprek over een draagbare buddy. Hiermee

wordt technologie een persoonlijk onderdeel van

wat we dragen en gebruikt om ons gezond te

houden. Er zit ook nog een vitaminesticker in de

kookpan, maar die laat ik daar nog lekker even

borrelen. Ik ben dus feitelijk constant bezig met

de vraag hoe je dingen kunt bedenken die de

wereld begrijpelijker maken.’ <

SOFIE zocht én vond ondernemers met toekomstvisieRotterdam doet er alles aan om de ontwikkelingen in de oude havengebieden te stimuleren.

Zo is in de zomer van 2013 SOFIE in het leven geroepen: het Stadshavens Ontwikkelingsfonds

voor Innovatie en Economie (zie ook het artikel in INN010#2 op www.inn010.com).

Ondernemers mogen bij het fonds onder bepaalde voorwaarden geld lenen en daarmee

een kansrijk project opzetten.

Twee aanvragen zijn inmiddels gehonoreerd. Wethouder Struijvenberg (Werkgelegenheid

en Economie) gaf op 4 november de eerste lening uit aan de Stichting Handelscompagnie

Sluisjesdijk voor de herontwikkeling van de voormalige tramremise. Het bijzondere aan

deze renovatie is dat langdurig werkloze jongeren uit Rotterdam-Zuid hier in diverse leer- en

werktrajecten ervaring opdoen.

De tweede lening is voor Maskerade®, een bouwmethode waarbij het houten casco en de

afbouw van elkaar gescheiden zijn. Maskerade wordt industrieel geprefabriceerd uit duurzame

(biobased) grondstoffen. De combinatie met een intelligent ventilatiesysteem zorgt voor een

gezonder leefklimaat. De bouw van twee Maskerade prototypen staat gepland in Heijplaat,

in Concept House Village.

4

* Citaat uit publieksversie strategienota

Page 32: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 32

2

Maike AkkersGebiedsmanager M4H

de Favo1o spots van

Het gebied Merwehaven-Vierhavens (M4H) in Rotterdam is een internationale

proeftuin voor innovatieve technologische maakindustrie. Op en aan het water komt

zo een nieuw bijzonder innoverend stadsdeel tot leven. We gaan er werken, wonen,

leren en recreëren. ‘Er is hier genoeg ruimte om volop te experimenteren’, zegt een

enthousiaste Maike Akkers. Ze werkt voor de organisatie Stadshavens Rotterdam en

is Gebiedsmanager M4H. INN010 gaat met haar op stap in het

oude havengebied.

1

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar

1 E.On centrale

Vlak achter de Europointtorens ligt de E.On- Centrale, de oude

elektriciteitsfabriek aan de Galileïstraat. Het rauwe, ruwe karakter

van dit zware industriële gebied maakt deze plek extra

interessant. Het is de juiste plek voor innovatieve, technologisch

hoogwaardige maakindustrie. De centrale is inmiddels buiten

gebruik, een mooie kans voor de noodzakelijke vernieuwing van

dit gebied. Het is nu een desolaat terrein met oude loodsen,

kantoren en een grote lege kolenbak. ‘Straks bruist het hier.’

Page 33: INN010 #3 winter 2014/2015

2 Het Glazenpand aan de Vierhavensstraat 54

‘Ook ondernemers in de ambachtelijke

maakindustrie voelen zich aangetrokken tot

het inspirerende klimaat van M4H en richten

hier hun atelier of bedrijfswerkplaats in. Het

Glazenpand uit de jaren ’30, ooit bestemd voor

havenactiviteiten, is een verrassende plek.

Van de buitenzijde verwacht je het niet maar

het is een prachtige, lichte ruimte, waarin

ontwerper Roosegaarde straks zijn nieuwe studio

opent. We hebben meer van zulke prachtige

plekken. Dat maakt dit gebied zo verrassend.

Onverwachte parels zijn het. Nu nog verborgen,

straks hotspots.’

3 Vertrekhal Oranjelijn, Benjamin Franklinstraat

‘Dit is de voormalige passagiers- en cargoterminal

in de Lekhaven. Een industrieel monument uit 1948.

Het was onderdeel van een groot loodsencomplex

dat tot in de jaren ’70 van de vorige eeuw een

belangrijke rol vervulde bij de stukgoedoverslag in

Rotterdam. Vanaf de Wilhelminapier vertrokken de

beter bedeelde mensen naar Amerika. Vanuit deze

vertrekhal gingen de goederen mee en het ‘gewone

volk’. Sinds 2008 huisvest het gebouw food- en

designbedrijven. Voor mij een sprekend voorbeeld

van het gewenste hergebruik van oude haven-

gebouwen. Verborgen tussen de grote fruit-

loodsen. Onverwacht, verrassend. De ondernemers

hierin, zoals bakkerij Koekela en koffieleverancier

Santas, zijn de pioniers van het eerste uur en zijn

precies de ondernemers die we willen in dit

gebied. Het is bovendien heel erg populair als

trouwlocatie.’

4 Uitzicht vanaf Lekhaven

‘Op de kop van de Lekhaven en bovenin de oude

vertrekhal heb je een prachtig uitzicht. Water,

schepen, de oude Radarpost, RDM Centre of

Expertise pal aan de overzijde, het oude te

ontwikkelen Katoenveem. Hier komen stad en

haven samen. Dit karakter, dit uitzicht maakt

M4H mede uniek. Een plek waar je trots bent

op de haven, op Rotterdam. Een echte

feelgoodplek.’

3

4

pagina 33gebiedsontwikkeling

Page 34: INN010 #3 winter 2014/2015

De kenniscentra RDM en Innovatief Ondernemerschap trekken het initiatief binnen de Hogeschool. Interesse in de samenwerking of de brochure?

Kijk op www.rdmcampus.nl/rdmcoe of neem contact op met [email protected] of [email protected]

De klimaatverandering maakt de deltametropolen kwetsbaar. Zij kampen

met steeds zwaardere regenbuien, overstromingen en zelfs tropische

cyclonen en orkanen. De zeespiegel stijgt twee keer zo snel als voorspeld.

Er moet nú wat gebeuren. Met bouwen op water, waterpleinen en groene

gevels haalt Rotterdam internationaal de pers, denk aan de herontwik-

kelingsplannen voor de Rijnhaven en Aqua Dock op RDM Campus.

Vanuit het idee om die ervaringen wereldwijd binnen de netwerken van

connecting delta cities te delen is een samenwerking gestart tussen

RDM Centre of Expertise en Pratt Institute uit New York.

Instapmodel voor andere stedenLector Gert-Joost Peek van het Kenniscentrum RDM van Hogeschool

Rotterdam was nauw betrokken bij de start in september 2014. ‘De

samenwerking met Pratt is natuurlijk niet in één dag ontstaan. Wij zijn al

vier jaar in het Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange programma met

elkaar in de weer om kennis en best practices te delen. Deze gedegen

verkenning vormt het fundament onder de samenwerking en zorgt ervoor

dat andere steden naadloos op ons netwerk kunnen aansluiten.’

De afgelopen maanden hebben Peek en collega Gabriëlle Muris in

co-creatie met Pratt gewerkt aan een publicatie. ‘De brochure resilient

waterfront communities is onze eerste stap in de samenwerking. We

beschrijven erin hoe wij via een wereldwijd netwerk kunnen bijdragen

aan een toenemende veerkracht van de dichtbevolkte gemeenschappen

aan het water in hun aanpassing aan de klimaatverandering. De volgende

stap is concrete onderzoeken aan het netwerk toevoegen. Voor hun

minor zijn in november drie van onze studenten naar New York gegaan.

Zij onderzochten daar de veerkracht van de door het water getroffen

gemeenschappen in Brooklyn.’

Drie componentenDe samenwerking bestaat uit drie componenten. Online kennisdeling,

gezamenlijk onderzoek en onderwijs. Én onsite uitwisseling van studenten

en onderzoekers om samen met de gemeenschappen aan het water

oplossingen te bedenken voor de huidige en toekomstige ontwikkelings-

uitdagingen. ‘Met aandacht voor de ecologische en economische gevolgen.’

Peek vertelt dat de huidige netwerken binnen connecting delta cities

zich voornamelijk verhouden op het niveau van overheid tot overheid,

business-to-business of overheid tot business. ‘Wij willen de gemeen-

schappen aan het water een plek in die netwerken geven. Van Katrina heeft

Bloomberg geen natte voeten gekregen, maar de mensen van Brooklyn

hebben dat wél. En de problemen zijn daar nog steeds niet opgelost.

We willen de herontwikkeling van de stedelijke gebieden aan het water

dus vooral ook met de mensen doen, zodat zij er direct van profiteren.

Niet alleen in termen van waterveiligheid, maar ook in sociaaleconomische

spin-offs.’ De ambitie is om wereldwijd aansluiting te vinden bij de andere

connecting delta cities, van Manilla tot Melbourne. <

tekst: Yvette van Dael fotografie: Gerhard van Roon

Building climate resilient communitiesWat hebben New York, Rotterdam en de andere

deltametropolen in de wereld gemeen? De strijd tegen

het water. Deltametropolen moeten constant slimme

oplossingen zoeken om in te spelen op de effecten van de

klimaatverandering. Daarnaast moeten ze alternatieven

bedenken voor de stedelijke havengebieden die wegens

het wegtrekken van de havenactiviteiten ineens veel

ruimte over hebben. Deze gebieden langs het water

zijn nieuwe plekken om te wonen, werken en spelen.

Rotterdam en New York bouwen samen aan resilient waterfront cities

Building climate resilient communities

Building on the Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange program (2010-2014),

the RDM Centre of Expertise and Pratt Institute of New York plan to initiate and

foster a worldwide network of game changers and decision makers in delta cities to

address living with rising sea levels. Using online sharing of expertise, joint research

and education, and the onsite exchange of ideas, they hope to create innovative,

climate resilient communities in partnership with citizens, government and business.

pagina 34

Page 35: INN010 #3 winter 2014/2015

De kenniscentra RDM en Innovatief Ondernemerschap trekken het initiatief binnen de Hogeschool. Interesse in de samenwerking of de brochure?

Kijk op www.rdmcampus.nl/rdmcoe of neem contact op met [email protected] of [email protected]

Aangeboden door RDM Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe

Een op afstand bestuurbare waterdrone is op

een aantal locaties in Nederland ingezet om

onderzoek te doen naar de effecten van bouwen

op water. INN010 spreekt met Rutger de

Graaf-van Dinther, lector bij het Kenniscentrum

RDM en eigenaar van Deltasync dat drijvend

bouwen als specialisme heeft. ‘Waterdrones

kunnen makkelijk onder de drijvende objecten

om gegevens te verzamelen. Duikers komen

daar in ondiep water niet bij, bovendien zijn ze

duur.’ Hij hoopt dat de studie een aantal

bezwaren tegen bouwen op waterkavels

wegneemt, vooral bij de vergunningverlenende

instanties. ‘In diverse projecten loopt Deltasync

ertegenaan dat waterschappen zich zorgen

maken over de gevolgen voor de ecologie en de

waterkwaliteit. Op de een of andere manier zijn

de effecten wereldwijd nooit onderzocht.’ De

studie is uitgevoerd binnen een consortium van

onderzoeksbureaus, gemeenten, waterschappen

en verschillende Nederlandse universiteiten en

hogescholen.

Een van de onderzochte locaties is het Drijvend

Paviljoen in de Rotterdamse Rijnhaven.

Studenten van onder meer Hogeschool

Rotterdam gingen in augustus op pad met een

drone die was voorzien van een camera om

de vissen en planten onder het drijvende object

in kaart te brengen. En van sensoren om de

waterkwaliteit te meten. ‘Op de beelden van de

camera zien we van alles onder het paviljoen.

Garnalen, zeewier, vissen… De natuur lijkt zich

er aardig thuis te voelen en dat is bijzonder,

want vóór het paviljoen er stond was er op die

plek weinig leven te bekennen. En dat in vier jaar

tijd.’ Ook de gegevens van de sensoren tonen

geen grote verschillen tussen de waterkwaliteit

onder het paviljoen en ernaast.

Op basis van de voorlopige resultaten lijkt het

erop dat kleinschalige drijvende constructies

geen negatief effect hebben op de waterkwaliteit.

‘Nu we meer weten, kunnen we voor drijvend

bouwen richtlijnen opstellen die ik weer kan

gebruiken voor de onderwijsprogramma’s aan

de Hogeschool. RDM Centre of Expertise gaat

een cruciale rol spelen in het vervolg. We

beschikken hier over een interdisciplinair

platform om het geheel naar een hoger plan te

tillen, van data-analyse tot het ontwikkelen van

een volgende generatie drones.’ Meer info,

dr. ir. Rutger de Graaf-van Dinther, lector Stad en

Water, Kenniscentrum RDM, [email protected] <

Een onbemand vliegtuig dat in kustgebied

illegale lozingen of scheepsbranden opspoort:

de drone die op zee de veiligheid bewaakt is weer

een stapje dichterbij na de presentatie van de

2Seas20 in de haven van Rotterdam. In het kader

van het Europese ontwikkelingsprogramma

Interreg 2 seas hebben zestien partijen uit de UK,

Frankrijk en Nederland gewerkt aan het eerste

prototype. De drone kan bijvoorbeeld ook een

incident op zee volgen en de maritieme grenzen

bewaken. Een bemand toestel kost vele tientallen

malen meer per uur en verbruikt meer dan

honderd keer zoveel brandstof. Het ontwerp voor

de 2seas20 is zeer innovatief. Met een spanwijdte

van 3,7 meter is de drone een van de eerste grote

drones uit de 3D-printer. Het protoype is in tien

dagen gebouwd. Een andere innovatie is de

gebruiksvriendelijke bediening. Het unieke

systeem stelt klant, camerabestuurder en piloot

in staat om, elk via een eigen touchscreen, met

elkaar te communiceren.

Onder meer door de huidige strenge regelgeving

zal het nog wel enige jaren duren voor de drone

daadwerkelijk boven de Noordzee gaat vliegen.

De businesscase ziet er positief uit, want er zit

een enorme potentie in onbemande vliegtuigen.

Tot die tijd staat het toestel nog even in opslag

bij de TU Delft.

Meer informatie op www.2seas-uav.com. <

tekst: Yvette van Dael fotografie: Deltasync/2seas20

Inzet van drones: onderzoeker of toezichthouder

De waterdrone

De luchtdrone

Using waterdrones

A remote-controlled waterdrone is being used to research the effects of building on water. ‘Waterdrones can manoeuvre

easily under floating objects to collect data. They can reach places divers can’t, like shallow water, and they’re cheaper,’

says Rutger de Graaf-van Dinther, lector at RDM Knowledge Centre. He hopes the research will remove barriers to building

on water, such as concerns about ecology and water quality that, until now, have never been studied. Based on the

preliminary results of the research, it seems that small-scale floating structures don’t affect the water quality.

pagina 35gebiedsontwikkeling

Page 36: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 36

Met buitenplaats Rijshorst heeft bouw- en aannemingsbedrijf

Zoeteman een primeur voor Rhoon. ‘Deze gemeente heeft

prachtige woningen, maar geen luxe appartementen voor haar

inwoners die riant en beschermd willen wonen’, weet directeur

Mels Zoeteman. ‘Je vindt ze wel in Barendrecht en Rotterdam,

maar de meeste mensen die in Rhoon wonen, willen hier ook

blijven. Het is een mooie, groene gemeente en je zit binnen

tien minuten met de auto of de metro in de stad’.

Plan Rijshorst heeft die luxe en die ruimte wel. Op een eiland

aan de Rijsdijk/Achterdijk in Rhoon, met zicht op de weilanden,

wordt een monumentaal pand gebouwd met tien appartementen:

vier op de eerste woonlaag, vier op de tweede en twee pent-

houses op de bovenste verdieping. De appartementen variëren

van 140 tot 160 vierkante meter en de penthouses tellen 280

vierkante meter. De prijzen zijn vanaf 440.000 euro voor een

appartement tot 840.000 voor de penthouses. Alle woningen

hebben een eigen entree en zijn bereikbaar via de lift in de

centrale hal.

Zoeteman heeft de bouw van het luxe appartementencomplex

al lange tijd op zijn wensenlijst staan. Over belangstelling heeft

hij niet te klagen, de Rijshorst-brochures waren snel op. Na de

start van de verkoop, afgelopen augustus, zijn er al snel drie

appartementen verkocht, twee op de begane grond en één op

de eerste verdieping.

‘Het mooie van Rijshorst is dat je er heel beschermd woont.

Door de ligging op een eiland heb je een oprijlaan met eigen

toegang. Rondom is er water en om het gebouw een prachtig

aangelegde, gemeenschappelijke tuin. Het perceel is ruim

3500 vierkante meter waarvan de bebouwing 600 meter beslaat’,

schetst Zoeteman. De appartementen hebben ieder ook een

terras als eigen buitenruimte en sommige woningen zelfs

twee. De penthouses hebben de mogelijkheid voor een patio

en een daktuin.

Natuurlijke materialenBuitenplaats Rijshorst wordt opgetrokken uit veelal natuurlijke

materialen. Het pand wordt duurzaam gebouwd met keramische

dakpannen, lichte baksteen, hardhouten kozijnen en glas met

hoge isolatiewaardes. De appartementen worden alle voorzien

van intercom met camerasysteem.

De indeling van de appartementen is vrij te bepalen door de

kopers. Er is voldoende ruimte voor een ruime living van minimaal

zestig vierkante meter, een slaapkamer en een studeer- of

logeerkamer. ‘Heel geschikt voor stellen van wie de kinderen

het huis uit zijn. We hebben het bij Rijshorst meestal over

seniorenappartementen, maar een jong stel zal het hier ook

zeker naar zijn zin hebben’, stelt Zoeteman. ‘De eerste kopers

zijn nu de ruimte aan het indelen.’ Zij kunnen daarbij gebruik-

maken van de diensten van Eric Kant die als interieurarchitect

aan dit project is verbonden.

Buitenplaats Rijshorst: Luxe huizen, duurzame materialen

Op een karakteristieke plek aan de Rijsdijk in Rhoon verrijst volgend

jaar appartementencomplex Rijshorst. Een traditioneel gebouwd

complex dat plaats biedt aan tien appartementen. Een ideale plek om

ruim en beschermd te wonen, voorzien van alle privacy. En zoveel

mogelijk duurzaam gebouwd.

tekst: Joke Waltmans fotografie: archief Zoeteman

- advertorial -

Page 37: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 37

Voor de keukeninrichting zijn er afspraken met Tieleman Keukens

in Middelharnis, daar wordt plan Rijshorst ook gepresenteerd.

‘Voor iedere koper ligt er een waardecheque van 2500 euro klaar’,

belooft Zoeteman.

De bouw van Rijshorst start zodra er zes appartementen zijn

verkocht, Zoeteman hoopt in het eerste kwartaal van 2015 te

kunnen beginnen. Met de bouw van Rijshorst voegt het Rhoonse

bouw- en aannemingsbedrijf weer een mooi pand toe aan zijn

‘visitekaartjes’. Dat zijn onder meer het Medisch Centrum, het

bedrijfspand van de Karl Steder Group, het kantoor van de

LBH-Group en van Jordex Shipping & Forwarding, allemaal in

Rhoon. ‘Mooie traditioneel gebouwde panden die, evenals onze

luxe villa’s, er net even uitspringen. Allemaal hebben ze dat luxe

tintje, zoals Rijshorst, waar woondromen waar worden.’’ <

Nijverheidsweg 17 – 3161 GJ Rhoon / t: +31 (0)10 501 53 33 / www.zoeteman.com

- advertorial -

Page 38: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 38

‘Het complex innoveert mee met het gedrag

van de huidige en toekomstige consument’,

zegt Marloes Kalsbeek van het Rotterdamse

communicatiebureau Campagne namens

de woonboulevard-ondernemers. Spijkenisse

neemt als gemeente een derde plaats in binnen

de Stadsregio Rotterdam en faciliteert het eiland

Voorne-Putten. De woonboulevard op de hoek

van de N218 en de Groene Kruisweg, die

doorloopt tot aan de grens met Rotterdam,

speelt daarin een belangrijke rol.

Het woonwinkelcomplex bedient het eiland

met ruim 150.000 inwoners en een kleine

70.000 woningen.

Woonboulevard Spijkenisse bestaat uit 24

woonwinkels en horeca onder een golvende

luifel, die bij slecht weer als droogloop fungeert.

Op de hoeken van de woonwinkelblokken zijn

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief Campagne

Woonboulevard groeit naar belevenis

Het is opvallend te noemen dat juist in economisch mindere tijden

en een sterk concurrerend aanbod via de digitale snelweg,

Woonboulevard Spijkenisse floreert. Daar waar in Nederland veel

woonboulevards kampen met een verouderd imago, groeit dit

complex naar een lifestyle-boulevard waar internet verder wordt

geïntegreerd en meer wordt ingespeeld op beleving.

- advertorial -

Page 39: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 39

hogere ovale gebouwen gerealiseerd. Bezoekers parkeren

gratis voor de deur van de winkels. Er zijn 500 parkeerplaatsen

aangelegd. Het complex is geopend in het najaar van 2009,

ten tijde van de economische crisis, en werd twee jaar later

al uitgebreid. In totaal telt het 40.000 vierkante meter aan

vloeroppervlak. Het bedrijf Groeneweg Bouw heeft de

woonboulevard in samenwerking met Van der Leur Vermeer

Architecten BNA en opdrachtgevers gebroeders Roobol

ontwikkeld.

Online koppelingInmiddels staat de woonboulevard voor een volgende fase.

‘De basis is opgezet vanuit een traditionele retailgedachte.

Die blijven we trouw maar gekoppeld aan nieuwe trends en

nieuw koopgedrag’, aldus Kalsbeek. ‘We gaan ons meer

proactief richten op het creëren van een beleving.’ Een trend

die wordt onderschreven door deskundigen. ‘Winkelen wordt

steeds meer een dagje uit. Het gaat om gezellig op pad zijn

en het opsnuiven van sfeer, die je mist als er online wordt

gewinkeld. Daarnaast maken winkels een steeds betere

koppeling met hun onlinewinkel om te concurreren met

de verkoop via het internet. Bijvoorbeeld met het plaatsen

van internetzuilen in de winkels waar ook direct online kan

worden besteld’, aldus consumentenpsycholoog Maud Ebbekink.

Op Woonboulevard Spijkenisse wordt een aantal winkels

kleiner van opzet en wordt op de eerste etage wereldrestaurant

De Watertuin geopend met ruim 500 couverts. Te midden van

koikarpervijvers, ruime volières, weelderige bomen en

rotsblokken kunnen bezoekers hier terecht voor diverse

internationale keukens. De gerechten worden in een open

keuken ter plekke bereid door koks. Het restaurant berekent

vaste tarieven en is zeven dagen van 09.30 tot 22.00 uur open.

Tevens komen op de woonboulevard meer live-evenementen

en leisure-activiteiten en wordt wifi beschikbaar voor interactie

met en service aan de consument. <

Lucebertstraat, 3202 SW Spijkenisse / www.woonboulevardspijkenisse.nl

www.facebook.com/woonboulevardspijkenisse

- advertorial -

Page 40: INN010 #3 winter 2014/2015

welkom in de wereld van

tankopslag en innovatie

Creatieve diepgang in de Rotterdamse industrie

pagina 40

Page 41: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 41maritiem

Op mondiaal niveau is de Rotterdamse haven

waarschijnlijk de grootste haven voor tankopslag

en vormt ze in ieder geval samen met Singapore

en Houston de top-drie. Rotterdam heeft

tankopslagcapaciteit voor alle typen bulk-

vloeistoffen. Denk aan ruwe olie, minerale

olieproducten zoals benzine, diesel, kerosine en

nafta, alle soorten vloeibare bulkchemicaliën,

biobrandstoffen en eetbare oliën en vetten.

De grootste opslagtanks voor ruwe olie staan

op de punt van de Maasvlakte en zijn van

de Maasvlakte Olie Terminal (MOT). Hier

bevinden zich ook steigers waar de grootste

olietankers kunnen lossen. De MOT is een

samenwerking van grote partijen als BP,

Esso, Vopak en Shell. Elders in de Europoort

bevinden zich bedrijven die onbereikbaar zijn

voor de allergrootste olietankers. De olie wordt

dan via pijpleidingen naar opslagtanks en

raffinaderijen in de Europoort gepompt en naar

afnemers in het achterland, zoals Vlissingen,

Antwerpen en het Ruhrgebied.

Fabriekjes Ron Vaz Dias, business developer bij Stichting

iTanks, introduceert ons in de wereld van de

tankopslag. Hij vertelt: ‘De grootste tanks zijn

85 meter in omvang. Er zijn ook kleintjes,

peperbusjes, van twaalf meter hoog en drie

meter doorsnee. Alle tanks zijn eigenlijk op

zichzelf staande fabriekjes, gebonden aan

strikte regels en normen. Sommige hebben

drijvende daken, een brandblussysteem. Je

moet dampen afvangen, corrosie tegengaan,

noem maar op. Elke tank heeft een onder-

houdscyclus. Bij sommige tanks duurt het

basisonderhoud alleen al veertig weken.

Hoe sneller dat onderhoud kan plaatsvinden,

hoe meer kosten kunnen worden bespaard.

En dat kun je doen met innovaties.’

iTanks In de tank- en opslagbranche valt veel te ver-

beteren en te innoveren, vooral op het gebied >

De avond is gevallen en de lampen in de haven zijn net aan.

Felle bonte lichten, afgewisseld met onduidelijke kleine lichtjes

die tot aan de horizon reiken. Het landschap doet futuristisch

aan. Alsof we in een andere wereld zijn. De lichtjes maken

duidelijk dat hier dag en nacht wordt gewerkt.

Rechte wegen, kranen, opslagtanks. Ja, dit is Rotterdam,

de belangrijkste Europese haven voor vloeibare lading

en de daaraan gekoppelde tankopslag, met een capaciteit

van 28,4 miljoen m3 in ruim 2100 tanks.

tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel, archief Boskalis (foto Jopie), Michiel de Kruik (foto Translas)

Page 42: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 42

van kostenbesparing, efficiëntie, veiligheid

en milieuvriendelijkheid. Het Havenbedrijf

Rotterdam heeft stichting iTanks gevraagd

of zij de innovatiemotor van het havengebied

wil worden. Deze stichting, gegroeid

vanuit de op- en overslag, is havenbreed een

onafhankelijk kennis- en innovatieplatform.

Vaz Dias: ‘Wij brengen mensen en bedrijven op een

nieuwe manier samen. Door kennisuitwisseling

ontstaan nieuwe ideeën en concepten die weer

uitgroeien tot succesvolle innovaties.’

Inmiddels zijn er meer dan zeventig bedrijven

bij iTanks aangesloten. Belangrijke partners zijn

de Rabobank en het Havenbedrijf Rotterdam.

Naast asset owners zijn ook mkb’ers en zzp’ers

onderdeel van iTanks. Vaz Dias: ‘Zo komt

iedereen in contact met elkaar. Dat gebeurt

tijdens onze pitchontbijtjes, brainstormsessies,

rondetafeldiscussies, conferenties en evene-

menten. We gebruiken inspirerende locaties

om de creativiteit te bevorderen, zoals onze

eigen ruimte in de Scheepsbouwloods:

het iTanks Xperience Dock. Dat is allemaal

vrij nieuw voor deze industrie.’

Leren innoverenDe industrie werkt vooral operationeel.

‘Bovendien is er nu nog een financiële crisis

en staan grote bedrijven onder druk. Dan is

er geen tijd voor innovatie. De focus ligt op

de continuïteit van het bedrijf. Maar de

continuïteit van nu is ook die van later. De wereld

staat niet stil, ontwikkelingen gaan snel. Via

iTanks komen innovaties makkelijker binnen bij

de asset owners. Het is belangrijk om mee te

gaan. Er zijn voorbeelden genoeg van miljoenen-

bedrijven die een ontwikkeling misten, denk

aan Kodak of de Free Recordshop. Dat kan ons

ook gebeuren. Een loods vol materiaal raak je

misschien niet meer kwijt omdat straks alles

zelf op maat 3D kan worden geprint.’

Cultuuromslag‘Enerzijds besteden we vanuit iTanks aandacht

aan conventionele innovaties. Anderzijds

proberen we juist ook de nieuwe manier van

werken en denken bij de industrie onder de

aandacht te brengen. Denk aan het gebruik

van open data, 3D-printen, augmented reality,

crowdfunding en Google Glass voor de

industrie. Ook actueel is de wereld van de apps

en het gebruik van mobiele devices. In de

wereld van de tankopslag heb je te maken

met de ATEX-norm (Atmosphères Explosives).

Een gewone telefoon kun je door zijn vonk-

gevaarlijkheid niet zomaar gebruiken. Vaak

worden er nu nog opschrijfboekjes gebruikt.

Daar valt dus een hele wereld te winnen.’

Haven en industrie, het is vrij lang een

conservatieve wereld geweest. Innovatie?

Waarom, het gaat toch goed? Je kunt dus wel

spreken van een cultuuromslag. Vaz Dias: ‘Er

komen steeds meer jonge mensen de industrie

binnen. Zij denken op een andere manier, gaan

ook uit van een ander verdienmodel. De oudere

generatie groeide op met het idee van zoveel

mogelijk geld verdienen. Jongeren niet, zij kopen

vrije tijd en delen hun kennis. Jonge mensen

groeien op met dat hele idee van delen, dat

begint al op Facebook. iTanks wil de industrie

graag meegeven dat de wereld in transitie is en

dat we mee moeten. De kruisbesbestuiving

tussen jong en oud en mensen die niet uit deze

branche komen is interessant. Innovatie is een

breed begrip. Techneuten vinden elkaar toch wel.

Laatst is er een laserlasapparaat ontwikkeld door

mensen die nog nooit een tank van binnen

hadden gezien.’

Doe-mentaliteitDe Rotterdamse ‘doe-mentaliteit’ is sterk

verweven met iTanks die in de afgelopen jaren

meerdere innovaties concreet heeft gemaakt.

Vaz Dias: ‘Wij innoveren door echt met ideeën

aan de slag te gaan. We begeleiden bedrijven

vanaf een idee tot aan de uitvoering. We halen

problemen op uit de markt en gaan ermee aan

de slag. We innoveren niet om het innoveren.

Het doel is om twee of drie projecten per jaar

te begeleiden. We zijn nu ook bezig om het

Innovation Dock op RDM Campus als

innovation cluster te promoten. Hiervoor zijn

we onder meer in gesprek met Jules Dock,

RDM Makerspace, het Havenbedrijf en

Hogeschool Rotterdam.’

‘Een tijd terug hebben we samen met Boskalis

schoonmaakrobot Jopie ontwikkeld. Ook

hebben we een lastoorts ontwikkeld, samen

met TNO en Translas, die komt in november

op de markt. Op dit moment is het meest

concrete project voor de terminalwereld een

laserlasrobot. Deze kan in twee weken tijd een

tankbodem vervangen van 85 meter in omvang.

Normaal kost dat drie maanden. Die tijdwinst

levert enorm veel geld op. Bovendien is het

veiliger, want je werkt met minder mensen.’ <

iTanks Students

Enthousiasme opwekken voor de industrie bij

studenten en het gat dichten tussen theorie en

praktijk. Dat is het uitgangspunt van iTanks

Students. Zonder nieuwe lichting geen toekomst

voor onze haven! iTanks Students verbindt

studenten van universiteiten en hogescholen met

de industrie door bijbanen, stages, projecten en

door ze als denktank in te zetten.

Rookvrij lassen

Jelmer Wolleswinkel, commercieel directeur

Translas: ‘Samen met TNO en iTanks hebben

we een lastoorts met rookafzuiging ontwikkeld.

De testfase is inmiddels afgerond en we hopen

half november de markt op te gaan met deze

innovatie onder de naam Extractor.’

‘Tot nu toe waren ruimtelijke afzuiging en/of

een helm met frisse luchtunit voor lassers de

enige goede oplossing tegen schadelijke rook.

Nu is er iets nieuws ontwikkeld: een stand-alone

bron-afgezogen lastoorts. De kern hiervan is dat

de toorts lasrook efficiënt afzuigt zonder dat het

beschermgas wordt weggezogen. De rook blijft

niet in de omgeving van de lasser hangen. Dat is

schoner en gezonder.’

‘Bijzonder is dat we met de uitstoot bij het gebruik

van deze toorts onder de gestelde grenswaarde

uitkomen door 90 tot 95% van de lasrook weg te

nemen. Dat is revolutionair te noemen. Vooral

voor lassers onder extreme situaties – zoals in een

tank - is dat van belang. Daarnaast is de toorts

betaalbaar en niet zwaarder geworden, dat zijn

ook belangrijke punten.’

Page 43: INN010 #3 winter 2014/2015

Creative innovation in Rotterdam’s port industry

On a global level, Rotterdam probably has the largest port for tank storage, with capacity for all types of bulk

liquids. Think crude oil, petroleum products (such as gasoline, diesel, kerosene and naphtha), liquid chemicals,

biofuels and edible oils and fats.

The tank and storage industry could use some improvement, especially in the areas of cost savings, efficiency, safety and

sustainability. With that in mind, the Port of Rotterdam has asked the iTanks Foundation to be the engine of innovation

in the harbour. iTanks is a port-wide, independent platform for expertise and innovation. More than seventy companies

have joined the platform, from Rabobank to small and medium-sized entrepreneurs, as well as freelancers. Asset owners

are exposed to more innovations via iTanks. ‘There are plenty of examples of big companies that missed the boat on

developing, like Kodak,’ says Ron Vaz Dias, a business developer at iTanks. ‘That could happen to us too. You might

suddenly have a warehouse full of material you can’t get rid of because everything can be custom 3D-printed instead.

‘On one hand, we pay a lot of attention to conventional innovations. On the other hand, we try to focus on thinking and

working in new ways, by incorporating things in the industry like open data, 3D-printing, augmented reality, crowdfunding

and Google Glass. Apps and mobile devices are also important. There’s a whole new world of possibility,’ says Vaz Dias.

One innovation that’s already in use is Jopie, a robot designed to clean the support columns - above and below water -

of things such as piers and oil platforms. Jopie is also suitable for inspection and repair work, as well as ultrasonic wall

thickness measurement, so that repairs can be carried out in a more ad hoc manner. Jopie is cheaper, faster, safer and more

environmentally friendly compared to using divers to clean and inspect scaffolding and platforms. Jopie’s developers are

also developing different variants of the robot for other industries, such as windmills. Jopie has the ability to turn this

industry - and others - upside down.

Hoe gaat het nu met Jopie?

Max Schellenbach, Manager Civil Boskalis

Offshore: ‘Een van de innovaties waar wij een

bijdrage aan hebben geleverd is de schoon-

maakrobot Jopie. Deze is ontwikkeld voor het

reinigen - boven en onder water - van steiger-

palen van bijvoorbeeld aanlegsteigers en

boorplatformen. Daarnaast is Jopie ook geschikt

voor inspectie- en reparatiewerkzaamheden en

voor ultrasone wanddiktemetingen, waardoor

onder meer ad hoc reparaties kunnen worden

uitgevoerd.’

Jopie, vernoemd naar Joop Riemens, een

werknemer uit de petrochemische industrie, is

vorig jaar op de markt gekomen. ‘Momenteel

zijn we bezig met het doorontwikkelen van

de robot. Het gaat goed, er is veel vraag naar.

Jopie kan ook op hele andere gebieden worden

ingezet, zoals bij windmolens. We richten ons

dan ook op verschillende varianten van de

robot.’

‘Je zou kunnen zeggen dat we de industrie

hiermee een beetje op z’n kop zetten. Jopie is

economisch voordeliger, sneller, veiliger en

milieuvriendelijker vergeleken met vroeger,

toen duikers palen van steigers en platformen

moesten reinigen en inspecteren.’

pagina 43maritiem

Page 44: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 44

Page 45: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 45maritiem

Een ergernis minder Trots toont directeur-eigenaar Peter Leenheer, de vierde

opeenvolgende Leenheer aan het roer, het nieuwe opslagterrein

van maar liefst 12.000 m2 aan de Heijsehaven op het voor-

malige RDM-terrein. Leenheer: ‘Voorheen gebruikten we vijf

verschillende opslaglocaties met alle interne transportkosten

van dien. Maar behalve een forse besparing, is het zonder al

die vrachtwagens op de weg natuurlijk ook stukken milieu-

vriendelijker’. Hij wijst naar de rekken vol met ‘hijsmiddelen’

die met elektro-heftrucks af en aan worden gereden. Een

ergernis minder, ook dat: ‘Je moet het zien als een hoogst

efficiënte bibliotheek. Vroeger lagen onze materialen vaak

op de verkeerde plek, dus als je iets nodig had, lag het altijd

op een van de andere terreinen. Nu grijpen we haast nooit

meer mis’.

Kunststukje De HefEr is op de Willemsbrug na geen Rotterdamse brug waar Bonn

& Mees niet aan heeft meegewerkt. Onder grote publieke

belangstelling werd het meest recente kunststukje uitgevoerd:

het uithijsen van De Hef die een grote onderhoudsbeurt krijgt.

‘Met onze drijvende bokken ‘Matador’ en ‘Matador 2’ hebben

we het 560 ton zware platform - de ‘val’ - uit de oude spoorbrug

gehesen en aan de Merwehaven op de kade gelegd’.

Prima conditieEen specialiteit van Bonn & Mees is het verplaatsen van

opslagtanks. Nieuwe exemplaren die bij de producent van

de wal worden gehesen en worden vervoerd naar de eind-

bestemming of bestaande tanks die over water van de ene

naar de andere terminal worden verplaatst. ‘De grootste

opslagtanks die wij in de takels hadden, hebben een diameter

van 84 meter. Die zijn zo groot dat ze uiteraard nooit over de

weg vervoerd worden’, aldus de directeur.

Peter Leenheer ziet een grote toename in het transport

van hergebruikte tanks: ‘Het is echt een volwassen markt

geworden die ook helemaal past in de groene, duurzame

trend. Voeger werden tanks afgeschreven en haalden wij de

slooptanks gewoon weg, nu worden ze opnieuw gebruikt op

andere locaties. Hergebruik is uiteraard ook veel voordeliger;

op de coating na zijn de tanks vaak nog in prima conditie.’ <

Sluisjesdijk 123, 3087 AE Rotterdam / t: +31(0)10 - 42 90 5443 / www.bonn-mees.com

Hergebruikte opslagtanks passen helemaal in de groene trend

Peter Leenheer, Bonn & Mees

tekst: Karen Auer fotografie: archief Bonn & Mees

- advertorial -

Page 46: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 46

De laatste jaren is de aandacht voor veiligheid,

milieu en gezondheid (Health, Safety &

Environment, ofwel HSE) in de olie- en

gassector en petrochemie sterk toegenomen.

Niet alleen hanteren overheden steeds strengere

regels, ook bedrijven zelf erkennen het belang

ervan. Een effectief HSE-beleid vermindert onder

meer het risico op ongevallen, wat direct van

invloed is op het rendement van de organisatie.

HSE is een zaak van de hele organisatie. Een

geïntegreerde informatievoorziening speelt

hierbij een cruciale rol. IFS heeft verschillende

applicaties die de diverse aspecten van

HSE-beleid ondersteunen.

>> Door deze samenwerking biedt Deloitte alle consultancy-diensten op het gebied van business en systemen waar klanten om vragen, inclusief consultancy-diensten voor de implementatie van IFS Applications’, zegt Eric Vennix, Partner bij Deloitte Consulting in Nederland. <<

Een eerste vereiste is een efficiënt HSE-

managementsysteem. In zo’n systeem zijn de

verantwoordelijkheden, praktijken, procedures,

processen en middelen voor de uitvoering van

gezondheid, veiligheid en milieuzorg vastgelegd.

De voordelen van een HSE-managementsysteem

gaan verder dan voldoen aan de wettelijke eisen.

Het verbeteren van processen en voorkomen van

ongelukken en milieuschade komen de efficiency

ten goede en leiden tot lagere kosten.

Contractor managementEen belangrijk onderdeel van HSE-management

is Contractor Management. Daarbij meet de

Deloitte heeft een overeenkomst gesloten met

ERP-leverancier IFS en wordt daarmee strategisch

partner van IFS voor de implementatie van

IFS Applications in de offshore, olie & gas- en

maritieme sector in de Benelux.

tekst: Chris Thomassen fotografie: archief IFS

engineering, procurement & constructionsector kan niet zonder geïntegreerde informatievoorziening bij Hse-beleid

Page 47: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 47

Flight Forum 3450, 5657 EW Eindhoven / t: +31 40 29 23 292 / www.ifsworld.com

Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com

opdrachtgever de prestaties van onderaannemers,

leveranciers en andere partijen waarmee de

organisatie samenwerkt. Partijen leggen

de afspraken over veiligheid en werkwijzen,

rollen en verantwoordelijkheden in de regel

gedetailleerd vast, zodat goede controle

mogelijk is en de organisatie dagelijks werkt

aan een ongevalvrije werkplek. Ook wanneer

werk wordt uitbesteed aan (sub)contractors is

het een must om een geïntegreerd systeem te

hebben voor het beheer van gezondheids- en

veiligheidsinformatie, verzekeringsgegevens,

trainingsprogramma’s en specifieke

documenten.

Meten van de eigen prestatiesEen organisatie moet natuurlijk ook zelf de

prestaties op HSE-gebied meten, hiervoor

worden kritieke prestatie-indicatoren vastgelegd,

afgekort kpi’s. Via actieve monitoring en

reguliere inspecties is vast te stellen hoe de

organisatie op veiligheid scoort. Risico’s zijn zo

te verminderen en bovendien kan de organisatie

proactief reageren als blijkt dat de prestaties

achterblijven bij de vastgestelde standaarden.

Met een regelmatige audit van de prestaties

zijn deze constant te verbeteren en zijn blinde

vlekken op te sporen. Hierdoor gaat de

algemene kwaliteit van het HSE-beleid omhoog.

AutomatiseringVoor veel organisaties is het monitoren en

rapporteren van incidenten best complex. Het

registreren van incidenten gebeurt maar al te vaak

in op zich staande informatiesystemen die maar

een deelaspect van het totale HSE-beleid onder-

steunen. Daardoor mist een organisatie het

totaalbeeld en valt er geen verband te leggen

met de andere bedrijfsprocessen. Je moet je dan

feitelijk de vraag stellen wat voor het automatiseren

van bedrijfsprocessen het beste alternatief is.

Een geïntegreerd systeem dat alle processen

ondersteunt of een zogenaamde best-of-breed-

aanpak, waarbij voor ieder proces een aparte

toepassing ingezet wordt?

Een best-of-breed-aanpak lijkt aantrekkelijk,

omdat een pakket helemaal is gebouwd voor

een functie. Een geïntegreerde aanpak heeft

weer voordelen vanwege het gebruiksgemak,

het delen van gegevens en kostenbesparingen.

Het beste alternatief? Onderstaande

argumenten spelen mogelijk een rol bij

het maken van een definitieve keus:

Kosten

Een best-of-breed-toepassing is vaak duurder in

aanschaf en gebruik. Medewerkers hebben extra

training nodig, er zijn koppelingen nodig naar

andere softwarepakketten en gegevens zijn

moeilijker te delen.

Ondersteuning

Hoe meer verschillende systemen een organisatie

inzet, hoe complexer de ondersteuning en het

beheer. Medewerkers moeten zich verdiepen in

verschillende technologieën en benaderingen, en

de verschillende interfaces onderhouden.

Effectiviteit

Leveranciers van geïntegreerde bedrijfssystemen

vullen hun software constant aan met nieuwe

functionaliteit. Functionaliteit die in eigen huis

is ontwikkeld of na een overname in de eigen

software opgenomen. Er is dan sprake van een

combinatie van de geïntegreerde aanpak en

best-of-breed. In deze situatie is het delen van

gegevens eenvoudiger. Thomassen: ‘En dat is

ook meteen het belangrijkste argument om te

pleiten voor een geïntegreerde aanpak: wanneer

alle relevante gegevens in één database zijn

opgeslagen, zijn verbanden beter te leggen en is

een totaalbeeld van het HSE-beleid te creëren.

Dat is bij op zichzelf staande systemen vele

malen moeilijker, omdat gegevens verspreid

over de organisatie worden bewaard. Je weet

dan nooit zeker of een rapportage compleet is.

Bij een geïntegreerde aanpak bestaat die

onzekerheid niet.’ <

Chris Thomassen ([email protected])

is senior business consultant Oil & Gas, Maritime

Industry bij softwareleverancier IFS Benelux

>> Vennix: ‘Deloitte isSilver Partner van IFS. Onze samenwerking richt zich met name op vraagstukken die in de maritieme sector spelen.’<<

maritiem

ERP staat voor enterprise resource planning, software die binnen organisaties wordt gebruikt ter

ondersteuning van alle processen binnen het bedrijf. ERP-software wordt in de wandelgangen vaak

bekritiseerd omdat het te complex zou zijn en moeilijk in gebruik. De bedrijfssoftware van IFS is dat

allesbehalve. IFS richt zich niet alleen op gebruiksgemak, maar op de volledige gebruikerservaring.

Mensen moeten van de applicatie houden, is het credo. De samenwerking stelt Deloitte dus in staat zijn

portfolio uit te breiden met een bewezen ERP-oplossing die bekend is om zijn prestaties, functionaliteit

en flexibiliteit. Volledig opgeleide Deloitte IFS-specialisten bieden klanten een grondige kennis van de

business en technologische expertise.

Engineering, procurement & construction

Deloitte has signed an agreement with ERP vendor IFS, becoming a strategic partner for the implementation of

IFS Applications in the offshore, oil & gas and maritime industry in the Benelux.

ERP stands for enterprise resource planning, software used within organizations to support all processes within their

company. Employees often criticize ERP software because supposedly it’s too complex and difficult to use. IFS’s business

software is anything but. IFS focuses not just on usability, but on the complete user experience. The credo is: people

have to love it. The partnership will enable Deloitte to expand its portfolio with a proven ERP solution recognized for its

performance, functionality and flexibility. Fully trained Deloitte IFS specialists will offer clients a thorough understanding

of business and technological expertise.

Page 48: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 48

tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar

Een informele organisatie is een voorwaarde

voor productinnovatie

De Boelaars & Lambert Groep, adviseur op het gebied van

verzekeringen en andere financiële diensten, is van oorsprong

een echt Rotterdams bedrijf en al bijna een eeuw actief.

Danny Monjé, directeur-aandeelhouder

Boelaars & Lambert Groep

Page 49: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 49maritiem

Schiekade 79-85, 3033 BE Rotterdam / t: +31 (0)10 44 33 400 / www.boelaarsenlambert.nl

Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com

Imiddels zijn ze uitgegroeid tot een landelijk en zelfs internationaal

opererende organisatie. De verzekeringsmakelaar richt zich vooral op het

midden- en kleinbedrijf. In 2008 namen de huidige directeuren, de broers

Peter en Danny Monjé, de Boelaars & Lambert Groep over. Danny Monjé,

directeur-aandeelhouder en Registermakelaar in Assurantiën beschikt

over grondige kennis op het gebied van risicobeheer.

Wat is jullie marktgebied?‘We richten ons in de breedte op bedrijfsverzekeringen van het midden-

en kleinbedrijf. Wij werken met gespecialiseerde afdelingen en zijn

vooral sterk op het vlak van logistieke risico’s van ondernemingen zoals:

verladers, fabrikanten, producenten, handelsbedrijven en logistieke

dienstverleners.

Wat is jullie grootste kracht?‘Onze kracht is om vanuit de ondernemer te denken, klantgericht en

niet alleen productgericht. We zijn persoonlijk betrokken bij onze

klanten. Anders kun je de risico’s nooit goed inschatten. Het gaat echt

altijd om maatwerk.’

En wat is de link met industrie/ transport/food? ‘Goederentransportverzekeringen zijn een belangrijk onderdeel van onze

activiteiten. Bij het verplaatsen van goederen van A naar B komt veel

kijken. Het is nogal een verschil of je betonnen buizen vervoert of groente

en fruit. Dan kun je niet met een doorsnee-verzekering aankomen. Wij

kijken per soort ondernemer naar de risico’s bij het transporteren van

goederen en adviseren over mogelijke verzekeringen. Als verzekerings-

makelaar ontwikkelen we eigen producten en clausules, geënt op de

specifieke risico’s van de onderneming, dat is noodzakelijk in deze sector.’

Wat zijn de risico’s?Met name logistieke dienstverleners zijn in de huidige marktomstandigheden

gefocust op meer omzet en winst. Ondernemers nemen daardoor soms

te grote risico’s bij het afsluiten van contracten. Daarnaast is er nog steeds

onvoldoende kennis over de handelscondities, de Incoterms (International

Commercial Terms), met alle risico’s van dien voor de ondernemer.

Waarin onderscheiden jullie je van de concurrenten?‘Wij ontwikkelden een tool waarmee we inventariseren en analyseren

welke risico’s een onderneming loopt, waarbij onder meer contracten

met opdrachtgevers worden beoordeeld. Dan kijken we welke risico’s

beheersbaar zijn, waar preventie mogelijk is en waar maatregelen te

nemen zijn. Vervolgens kijken we hoe we de overgebleven risico’s

voldoende kunnen afschermen. Ons adagium is: ‘verzekering als

vangnet is iets heel anders dan een verzekering als hangmat.’ Op die

manier blijft het kostenplaatje voor het verzekeren van risico’s

aantrekkelijk.

Wat is het raakvlak met innovatie en duurzaamheid?‘In 2006 hebben we een online webapplicatie ontwikkeld voor de

Organisatie voor Erkende Verhuizers (OEV), waardoor real time garantie-

certificaten aan de individuele relaties konden worden overhandigd.

Dat was toen vrij vooruitstrevend. Ook ondersteunen en faciliteren we

maatschappelijk verantwoorde projecten zoals het initiatief Klimaatneutrale

verhuizing en Greenparts. Bij Greenparts gaat het om schadeherstel van

auto’s met gebruikte onderdelen. Kortom: we spelen in op maatschappelijke

vragen en beoordelen de risico’s bij elk nieuw product. Ook richten we ons

op de ontwikkeling van apps bij verzekeringsdiensten en schademeldingen.

Met een app kun je efficiënter communiceren met klanten. Als er iets

aan de hand is heeft de klant direct toegang tot informatie. Daarmee

ontzorgen we de klant, dat gaat verder dan alleen een verzekering.’

Hoe innovatief zijn jullie eigen werknemers?‘Als bedrijf richten wij ons op beheer van langdurige relaties. Onze

werknemers zijn vaak al lang bij ons in dienst. We willen geen formele

organisatie zijn. Mensen die zich informeel durven te gedragen, durven

ook over grenzen heen te kijken. En dat is een voorwaarde voor

creativiteit en het ontwikkelen van nieuwe, klantgerichte producten.’ <

Boelaars & Lambert Group

Boelaars & Lambert Group is an international advisor in insurance and other financial

services for small and medium-sized businesses. Their specialty is inlogistics risks, and

their clients include shippers, manufacturers, producers, trading companies and logistics

service providers, to name a few. Boelaars & Lambert Group also responds to social

issues by supporting and facilitating socially responsible projects such as climate neutral

relocation and Greenparts - sustainable automotive repair using used parts. They are

also developing apps that communicate more effectively with their insurance customers,

giving them instant access to information.

Page 50: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 50

‘de toekomst van de roeiers ligt in diversificatie en innovatie’

De bijna 120 jaar oude Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE)

afficheert zich als ‘de handen, ogen, oren van de haven’. Hoewel de roeiers zich

voor het vastmaken en het lossen van scheepstrossen allang niet meer

verplaatsen in roeibootjes, is de naam gebleven.

tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar/archief KRVE

Erik de Neef, Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht:

Page 51: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 51maritiem

Risico’s lopen de roeiers nog steeds; de huidige, zelfgebouwde

motorvletten mogen dan wel state-of-the-art zijn, ze zijn nietig

in vergelijking met de reusachtige zeeschepen die dag en

nacht en in soms barre weersomstandigheden bedwongen

moeten worden. Bovendien manoeuvreren de roeiers hun

scheepjes naar uiterst linke plekken tussen de wal en het schip

en dichtbij de schroef.

Tot zover over wat bij het oude bleef. Om een financieel

gezonde toekomst te waarborgen in een snel veranderende

haven, heeft de KRVE zich de laatste jaren succesvol

ontwikkeld tot een brede, internationaal toonaangevende

dienstverlener. Erik de Neef (43) is een van de aanjagers van

de vernieuwingen en van een efficiënte bedrijfsvoering. Nadat

hij al op 16-jarige leeftijd als roeier begon, zich in de loop der

tijd breed heeft geschoold en intern in diverse functies het

klappen van de zweep heeft leren kennen, werd hij dit jaar

gekozen tot voorzitter van de vereniging. Met maar liefst

263 stemmen voor en 2 tegen. Op 1 januari 2015 neemt hij

het stokje officieel over.

InnovatiedriftHet grote vertrouwen in de nieuwe voorman van de

Rotterdamse roeiers is voorstelbaar. De Neef maakt een

opvallend energieke indruk en zijn enthousiasme over de

nieuwste ontwikkelingen en slimme, kostenbesparende tools

is aanstekelijk. De innovatiedrift oogst alom bewondering en

werd in 2010 beloond met de Rotterdam Promotie Prijs.

Over de noodzaak van verandering zegt De Neef: ‘Het werk in

de Rotterdamse haven is teruggelopen; schepen zijn groter

geworden en nemen meer lading mee. De toekomst van de

roeiers ligt dus in diversificatie en innovatie.’

Behalve de traditionele core business, het vast- en

losmaken van zeeschepen in het Rotterdamse havengebied

en de Moerdijk, heeft de KRVE een florerende vervoerstak.

Met bemande vaartuigen, maar ook met negen Mercedessen

vervoeren zij loodsen in het havengebied. Ook de eigen

scheepswerf in Heijplaat brengt geld in het laatje. Hier wordt

de vloot van onder andere vastmaakvletten, loodstenders en

supersnelle crewtenders onderhouden en worden nieuwe

boten gebouwd, ook voor andere (internationale) roeiers-

bedrijven. De Neef: ‘In 2006 was er 1 man aan het werk,

anno 2014 zijn het er 22.’

Drijvende reuzen‘Wij pakken nu de offshore aan’, zegt de voorzitter. ‘Daar

zijn we in 2006 mee begonnen toen een klant in Zuid-Afrika

ons benaderde om te assisteren bij een kraaneiland, een

miljardenproject. De roeiers hebben het eiland vastgekoppeld

waarop het door zeesleepboten naar de kade werd gebracht.

Toen werd duidelijk dat we aardig goed zijn in het offshore-

spelletje en sindsdien weet de wereld ons te vinden.’

De roeiersvereniging levert bij deze projecten mens en

materieel voor allerlei doeleinden. De Neef: ‘Olie moet

steeds verder en dieper worden gehaald. Dat gebeurt met

zogenoemde FPSO-schepen: ‘floating production, storage

and offloading’, zeg maar drijvende raffinaderijen. Shell

laat nu de grootste drijvende installatie ooit bouwen, een

opslag- en productiefaciliteit voor ‘Liquefied Natural Gas’

(LNG). 475 meter lang en 600.000 ton zwaar. Omdat deze

drijvende reuzen vaak niet zijn ingericht om af te meren,

komen op verzoek onze roeiers in beeld. Voor het dekwerk,

werkzaamheden aan de kade, het leveren van materieel en

voor de consultancy. Wij maken de berekeningen, bijvoorbeeld

hoeveel trossen zijn er nodig - let wel, een set van zestien

trossen kost al snel 1 à 2 miljoen dollar -, wat is de

breeksterkte en hoe gaan we de mooring doen. Onze mensen

worden uit den treure getraind en moeten voor specifieke

klussen certificaten halen.’ >

Page 52: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 52

>> Het geheime wapen <<

Bob de BouwerHet geheime wapen van de vereniging is roeier Gerrit van der

Burg alias ‘Bob de Bouwer’. De Neef: ‘We hebben de praktijk

en de theorie in huis. Geen ingenieurs, maar geschoolde

roeiers. Er zijn er die zelfs hun eigen huis hebben gebouwd,

maar Gerrit is pas echt een genie.’ Deze begaafde roeier is de

uitvinder van lucratieve innovaties als een milieuvriendelijke

fender. Een stootkussen: ‘Het bijzondere is dat de fender

afbreekbaar is, binnen twee jaar is ie weg.’ Ook een

futuristische afmeerboei, de eerste door Lloyds gecertificeerde

boei die 240 ton aankan, komt uit zijn koker. De Neef: ‘Met

deze boei reduceren we per tros elke handeling van 15 minuten

tot slechts 1 minuut. Bovendien is het veel minder gevaarlijk.

Een roeier hoeft niet meer op de boei te klimmen.’

ShoreTensionHet neusje van de zalm op innovatiegebied is de ShoreTension

(ST), door de KRVE ontwikkeld in samenwerking met het

Havenbedrijf Rotterdam. ‘De aanleiding was een incident in

de haven waarvan de havenmeester zei: dat nooit meer’, vertelt

de voorzitter in spe. ‘Op een stormachtige dag in 2007 lag een

groot containerschip afgemeerd op de Maasvlakte. Door de

harde storm braken de trossen, raakte het schip op drift en

voer het dwars door een steiger heen waarachter een enorme

olievoorraad lag. De schade bedroeg circa 150 miljoen euro.’

De ShoreTension werd aanvankelijk ontwikkeld als storm-

beveiliging, maar bleek ook uiterst geschikt om afgemeerde

schepen te fixeren, waardoor ze efficiënter geladen en gelost

kunnen worden.

Een bedrijfsfilm toont een even simpel als ingenieus apparaat.

Een cilindrische buis met een rechthoekige trommel houdt

scheepstrossen met een van tevoren ingestelde trekkracht

op een constante spanning, waardoor de kans dat de trossen

breken aanzienlijk wordt verminderd. De Neef, trots: ‘De

ShoreTension gaat zeer waarschijnlijk de nieuwe standaard

worden in de haven. Hij minimaliseert bewegingen

veroorzaakt door golfslag tot slechts een halve centimeter.

Zowel de haven, de terminal als het schip zijn erbij gebaat.’ <

Heijplaatweg 7, 3089 JC Rotterdam / t: +31 (0)88 113 30 00 / www.krve.nl

maritiem

Page 53: INN010 #3 winter 2014/2015

Overtocht 19, 2411 BS Bodegraven / t: +31 (0)6 53 88 15 65 / www.oskam-bodegraven.nl

Geen concessiesNog 1 jaar en dan viert Oskam zijn 35-jarig jubileum. Voor naamgever

Adrie Oskam is de tijd gevlogen. Duizenden klussen later stapt hij nog

steeds iedere ochtend vrolijk uit bed: ‘Tevreden opdrachtgevers vervelen

nooit en daar hebben we gelukkig niet over te klagen. We stellen dan

ook hoge eisen aan onszelf wat betreft de kwaliteit van de werkzaam-

heden en we doen geen concessies aan de materialen die we gebruiken.

Bovendien hebben we een aantal vaste partners, zoals afbouwspecialist

Lobouw en Stukadoors- en Spuitbedrijf R. Smaal, waarvan we weten

dat zij diezelfde kwaliteit bieden.’

Lang voordat duurzaamheid bon ton was, specialiseerde Oskam zich al

in gevelisolatie van nieuwe en bestaande woningen. Nu energieverbruik

hoog op de agenda staat, ziet Adrie Oskam zijn klantenkring dan ook

fors groeien. Een lesje gevelisolatie: ‘Gemiddeld verdwijnt een kwart van

de warmte door ongeïsoleerde buitenmuren. Wij pakken een huis als

het ware in met geluiddempende polystyreenplaten die een ondergrond

vormen voor het uiteindelijke stucwerk. Een van de voordelen van

buitengevelisolatie is dat je binnen niet te maken krijgt met

ruimteverlies.’

BesparenBinnenshuis gaat het leefklimaat erop vooruit. ‘Gevelisolatie zorgt

ervoor dat bij kou de warme lucht binnen blijft en dat in de zomer de

warmte juist buiten wordt gehouden. Ook krijgen vocht en schimmel

veel minder kans’, vertelt Oskam. Tegenover een verhoogd wooncomfort

staat bovendien een lagere energierekening: ‘Je bespaart al snel een paar

honderd euro per jaar’, weet de vakman. Zijn klanten dragen ook bij aan

een beter milieu: ’40 procent van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt

door de verwarming van gebouwen. Een goede isolatie vermindert de

uitstoot.’

Gevelisolatie is ook nog eens een lust voor het oog die de waarde van

het huis doet stijgen; dat zou de laatste twijfelaar over de streep moeten

trekken. Adrie Oskam: ‘Nadat we een naadloze pleisterlaag hebben

aangebracht, ziet de gevel er prachtig strak en verzorgd uit.’ <

tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar

gevelisolatie: duurzaam ingepakt

Timmer-, stukadoors- en aannemingsbedrijf Oskam voert sinds 1980

opdrachten uit voor particulieren en bedrijven, en voor kleine en grote

(nieuwbouw)projecten. De werkzaamheden bestaan onder meer uit

binnen- en buitenstucwerk, gevelonderhoud en -isolatie, timmer-

werkzaamheden, plaatsen en restaureren van dakkapellen,

inbraakpreventie en totale verbouwingen.

pagina 53- advertorial -

Page 54: INN010 #3 winter 2014/2015

aangeboden door RDM Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam

t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe

In het Innovation Dock gebeurt het allemaal. In deze hal waar bedrijven en

opleidingen kavels huren, mogen alle Rotterdammers zelf experimenteren

met nieuwe technologieën. In de monumentale industriehal - met zwevend

kantoor - worden nu vier Smart Industry Zones gecreëerd. Althans, dat is het

plan waarmee Vincent Wegener en zijn compagnon Jurjen Lengkeek van de

RDM Makerspace naar RDM Centre of Expertise stapten. De zones richten

zich op 3D-printing, robotica, drones en sensors/Internet of Things. Er komt

ook een groot bassin om onder meer drijvende drones te testen.

Wegener: ‘Onze visie? Een volle hal met makers. Nu kun je in het Innovation

Dock een kavel huren. Dat is interessant voor ondernemers, omdat er hier veel

gebeurt, maar in de praktijk missen we nog de echte bedrijvigheid. Bijvoorbeeld

omdat mensen voornamelijk op hun hoofdkantoor werken, en niet hier. Daarom

zijn we gaan kijken hoe we meer kunnen bieden dan alleen een kavel.’

Samen delen‘De kracht van ons plan is het delen. We delen ruimte, technologie, machines en

kennis. Elkaar fysiek ontmoeten bij de koffieautomaat of als je bezig bent is

belangrijk, juist om van elkaar te leren. Voor veel mensen is dat de reden om

zich bij onze community aan te sluiten. Er zijn veel mensen die iets ontwerpen,

maken of repareren en zich graag omringen door mensen met dezelfde

interesses of aanvullende vaardigheden. Een voorbeeld: drone-ontwikkelaars

weten hoe je de drone in de lucht krijgt, maar hebben geen kennis van de

sensoren die je erop kunt aanbrengen. En daar gaat het nu juist om. Sensoren en

Internet of Things zullen de komende jaren de ontwikkelingen in de technologie

domineren. Die kruisbestuiving vinden we heel belangrijk.’

Studenten, het bedrijfsleven maar ook de kunstenaar of zzp’er kunnen in het

Innovation Dock terecht en toegang krijgen tot de zones met bijbehorende

faciliteiten en machines. ‘We hebben verschillende abonnementen. Als je

eenmaal lid bent van een zone dan mag je ook gebruik maken van een andere

zone. Daarnaast bieden we cursussen, programmering en services aan. Een

idee werkelijk omzetten in productie komt daarmee binnen ieders bereik.’

Robotica

Robotica houdt zich bezig met theoretische implicaties en praktische

toepassingen van robots in de ruimste zin van het woord. Een 3D-printer kan

op basis van digitale input driedimensionale objecten produceren. Dit gebeurt

door het object laag na laag op te bouwen. Het is een grote tak van de rapid

prototyping-industrie. In de RDM Makerspace wordt de combinatie tussen

deze twee technieken zichtbaar en bruikbaar. Dit gebeurt bijvoorbeeld met

een grote industriële robot die, aangestuurd door software, enorme objecten

kan 3D-printen zoals industriële mallen, schaalmodellen of objecten van

kunstenaars. Studenten van RDM Centre of Expertise denken mee over

toepassingen, materiaalgebruik, benodigde elektronica en software van

de robot. <

startups

pagina 54

tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar

rdm smart industry zone

NAAM EIGENAAR VINCENT WEGENER & JURJEN LENGKEEK

GESTART 2013

WEBSITE WWW.RDMMAKERSPACE.NL

Page 55: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 55

Mare Straetmans van het Havenbedrijf Rotterdam, programmamanager

innovatie, commerciële afdeling industrie: ‘We willen nieuwe bedrijven

interesseren en faciliteren in en voor de haven. Het gaat om havenstart-ups

in brede zin, dus ook om mkb’ers die al wat groter zijn en die innovatieve

producten naar de markt kunnen brengen. Bedrijven met verschillende

ontwikkelkracht. Op RDM Centre of Expertise zal een deel van het programma

plaatsvinden. Bedrijven zullen zich daar ook vestigen.’

Potentie in de havenHet Havenbedrijf Rotterdam heeft uiteraard verantwoordelijkheid naar de haven

toe. ‘We zijn al lang niet meer de grootste haven. Maar als meest innovatieve

haven kunnen we de beste haven blijven en internationaal concurreren.

Ondernemerschap hoort bij Rotterdam. De potentie in de haven is enorm.

Er zijn start-ups die innovaties ontwikkelen die miljoenen aan besparing

gaan opleveren, zoals de lasrobot. Ook hebben we een fabriek in de haven

staan die meer stroom gebruikt dan de hele gemeente Den Haag bij elkaar.

Je kunt je voorstellen dat elke besparing dan enorm veel geld oplevert.

Thema’s met veel onderzoeks- en ontwikkelpotentie zijn: IT-data,

onderhoud, biobased en de circulaire economie.’

Waarom is ondersteuning nodig? ‘Er zijn bedrijven met mooie innovatieve

ideeën die de haven niet weten te vinden en er zijn start-ups van buiten de haven

die de haven niet kennen. Een voorbeeld: die jongen die een app ontwikkelde

waarbij de aankomst- en vertrektijden beter waren dan in de app van de NS zelf.

Zoiets gebeurt in de haven niet snel. De haven is nog onzichtbaar, onherkenbaar.

Dan zie je ook niet welke potentie er ligt en ga je er ook niets voor bedenken.

We proberen dus een programma te ontwikkelen met verschillende incubators.’

Een incubator is een plek waar start-ups bij elkaar kunnen komen en ook een

programma kunnen volgen. ‘Wij ondersteunen PHIA (Philips Innovation

Award), studentenstart-ups in de haven, Yes! Delft, de Start-up Bootcamp

en het havenfonds voor de hele serieuze start-ups die van waarde zijn voor

de economie.’

Yes! Delft YES! Delft is een van de meest succesvolle incubators van Europa. ‘Wij staan op

het punt om het samenwerkingscontract met hen te ondertekenen. Zij gaan tien

start-ups begeleiden. YES! Delft is een hightech ondernemerscentrum met een

duidelijke missie: het bouwen van toonaangevende bedrijven van morgen. Zij

inspireren en ondersteunen studenten, professionals en wetenschappers om

stappen te zetten om ondernemer te worden.’ Meer dan honderd bedrijven

zijn ooit onder de vleugels van YES! Delft begonnen, succesverhalen zoals

Epyon Power, Ephicas en Ampelmann Operations. Bedrijven die een verschil

kunnen maken en van duidelijke waarde voor de economie zijn. <aangeboden door RDM Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam

t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe

Het Havenbedrijf Rotterdam gaat fors investeren

om starters in de haven te begeleiden.

Als incubator spelen zij een belangrijk rol in

nieuwe bedrijvigheid in de Rotterdamse haven.

RDM Centre of Expertise (CoE) is gevestigd op de RDM Campus, de plek midden in de Rotterdamse

haven waar jongeren op mbo- en hbo-niveau worden opgeleid voor werk in techniek en mainport.

RDM CoE verbindt de drie O’s van onderwijs, onderzoek en ondernemers. Voor onderzoek wordt

samengewerkt met Kenniscentrum RDM van Hogeschool Rotterdam.

HavenBedrijF als incuBator voor start-ups

creatieve industrie

Page 56: INN010 #3 winter 2014/2015

De dames werkten samen aan een oplossing

voor het probleem dat dieselmotoren te veel

emissies produceren. De hoofdvraag was hoe in

een moderne dieselmotor een bougie toegepast

kon worden om zware olie te laten ontbranden

en emissies te reduceren.

1. Het idee?We hadden eigenlijk twee ideeën. Het eerste

idee was het verlagen van emissies. Bepaalde

schadelijke stoffen komen vrij doordat er in

een motor dusdanig hoge temperaturen

ontstaan, dat stoffen als NOx ontstaan. We

bedachten twee oplossingen om heavy fuel oil

of marine diesel oil te ontsteken: door middel

van laser of bougie in de dieselmotor.

2. Waarom wonnen jullie?Door een lagere einddruk en temperatuur te

creëren wordt de uitstoot van NOx terug-

gedrongen. Een verlaging van emissies draagt

natuurlijk bij aan een beter milieu. Daarnaast zijn

er ook verschillende technische voordelen aan

deze innovatieve motor. Als onze technologische

innovatie eenmaal goed gaat werken is dat een

enorme verbetering voor de maritieme

scheepvaart.

3. Voor wie is dit interessant?In eerste instantie voor rederijen, motor-

fabrikanten. De wetgeving op het gebied van

uitstoot wordt natuurlijk steeds strenger.

De scheepvaart moet zich hieraan aanpassen,

zodoende is deze ontwikkeling voor hen van

groot belang. Dat geldt ook voor motorfabrikanten.

En de haven als leefgebied wordt erdoor verbeterd.

4. Wat was de grootste uitdaging?Bewijzen dat ons idee in de praktijk mogelijk zou

kunnen zijn. Wel was vanaf het begin duidelijk

dat ons idee theoretisch zou blijven, omdat de

middelen ontbraken om een praktijksituatie na te

bootsen. Het bouwen van een nieuwe motor is

heel erg duur en niet te bewerkstelligen in een

onderwijsomgeving.

5. Wat is er nodig om de nieuwe motor wél te realiseren?Onderzoek en testen. En een bedrijf dat aan het

onderzoek wil meewerken en daarnaast ook kan

investeren. Een TU Delft bijvoorbeeld, of Wärtsilä.

6. Gaan jullie ermee verder?Ja, dat staat vast, maar wel na de stage. Wellicht

dat we daarna weer met groepsleden verder

gaan, of met de hele groep. Er zou bijvoorbeeld

wel een minor- of een afstudeerproject van

kunnen worden gemaakt. We zijn er nu al zo ver

mee gekomen dat we het idee niet willen laten

liggen. <

Rotterdam Mainport University

Om in Rotterdam de beste hbo-opleidingen voor

scheepvaart, scheepsbouw, havens en logistiek

aan te kunnen bieden, hebben de STC-Group en

Hogeschool Rotterdam de handen ineengeslagen.

De samenwerking gebeurt onder de naam:

Rotterdam Mainport University of applied sciences

(RMU). Hieronder vallen de opleidingen: chemische

technologie, scheepsbouwkunde, logistiek,

technische vervoerskunde en Maritiem Officier.

Programma hbo in de haven

Het Beste Havenidee was onderdeel van het

programma hbo in de haven. Dit programma

wilde studenten en docenten laten kennismaken

met de haven, en omgekeerd. Met als doel:

jongeren enthousiast maken voor een carrière

in de haven. Hoewel het programma formeel is

beëindigd, worden de activiteiten deels voort-

gezet: www.hboindehaven.nl

tekst: redactie INN010 fotografie: Roy Borghouts

En de winnaars zijn...

Op 11 juni 2014 streden studenten van Hogeschool Rotterdam en het

STC-RMU om de prijs van het Beste Havenidee. De jury bestaande uit

Raymond Riemen (CEO Broekman Group), Arjen van Klink (Rabobank

Rotterdam), Maartje Berendsen (Havenbedrijf Rotterdam), Onno de

Jong (Jong Haventalent), Peter Wierenga (Nieuwsblad Transport) en

Klaas Winters (Deloitte) benoemde tijdens het ‘hbo in de haven TOP event’

het damesteam ‘Reduce Emission by Spark Ignition’ tot de winnaar van

2014. Reden om eens nader kennis te maken.

Michelle van der Wees, Marloes Marijnissen, Désirée Sommers,

Tirza Krul en Denise Smit; vijf zeevrouwen van de opleiding

Maritiem Officier aan de Rotterdam Mainport University.

pagina 56

aangeboden door RDM Centre of Expertise

Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam

t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe

Vlnr: Denise Smit, Michelle van der Wees,

Marloes Marijnissen, Désirée Sommers, Tirza Krul

creatieve industrie

Page 57: INN010 #3 winter 2014/2015

Vlnr: Denise Smit, Michelle van der Wees,

Marloes Marijnissen, Désirée Sommers, Tirza Krul

pagina 57

‘Rotterdam profileert zich wereldwijd als toonaangevende innovatieve

proeftuin. In de gebiedsontwikkeling hebben we te maken met een

bijzonder kennisintensieve bedrijvigheid. De organisatie Stadshavens

Rotterdam vervult daarin graag een faciliterende rol. Op en rond het

water bieden wij ruimte voor innovaties. Samen met marktpartijen,

de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam realiseren we innovatieve

woon- en werkgebieden in het stadshavengebied, waarbij de

economische structuur van stad en haven verder wordt versterkt. Deze

gebieden zijn Rijn- en Maashaven, Waal- en Eemhaven, RDM Heijplaat

en Merwe-Vierhavens, dat we kortweg M4H noemen.

Een geslaagd voorbeeld is de ontwikkeling van het RDM-gebied, met

het Aquadock voor experimenten op het water. Uniek in de wereld!

Op RDM Campus komen onderwijsinstellingen en het innovatieve

bedrijfsleven bij elkaar en zorgen we voor werkgelegenheid. Prachtig

vind ik de windturbines van het bedrijf the Archimedes, mede ontwikkeld

in het Innovationdock op RDM Campus. Ook het Stadshavenkantoor

heeft een turbine van dit bedrijf op het dak staan dat ons van stroom

voorziet. We ontwikkelen nu het M4H-gebied en zijn er trots op dat

een pionier als Daan Roosegaarde zich met zijn studio hier vestigt.

Verdere plannen voor de Rijnhaven hopen we begin volgend jaar bekend

te maken. Deze enorme ‘waterbak’ biedt een prachtig podium voor

Rotterdamse innovaties, die er volop zijn. Denk aan het idee voor een

drijvend bos. Voor de Maashaven hebben ondernemers het plan opgevat

om de karakteristieke oude graanelevatoren van de Maassilo te renoveren

en mogelijk een nieuwe functie te geven. Ook dat vind ik een geweldig

initiatief. Industrieel erfgoed blijft behouden te midden van hedendaagse

gebiedsontwikkelingen.

De stad loopt nu warm voor de Wereld Expo in 2025. Ondernemers

hebben daartoe het initiatief genomen. Rotterdam is een boeiende

innoverende stad en speelt een bijzondere rol in de wereld. Stadshavens

is daarvan warm pleitbezorger en faciliteert met genoegen dergelijke

initiatieven. Ter stimulatie daarvan is het Stadshavens Ontwikkelingsfonds

voor Innovatie en Economie (SOFIE) opgezet om ondernemers ook

financieel bij hun projecten te ondersteunen.

INN010 verhaalt over deze ontwikkelingen en innovaties. We zijn een blad

maar ook een podium voor lezingen en discussies en maken cross-overs

tussen verschillende sectoren in Rotterdam en omgeving. Participatie van

Stadshavens Rotterdam in INN010 biedt ons de mogelijkheid om alle

duurzame ontwikkelingen in het stadshavensgebied te etaleren, teneinde

de gebiedsontwikkeling in al haar facetten ook bottum-up te stimuleren. <

In de volgende INN010 geeft Luuk Preveas graag het woord aan

Hans van Driel. Hij is directeur-eigenaar van Nsecure.

Rotterdam; wereldspeler innovaties

Luuk Prevaes is programmadirecteur Stadshavens Rotterdam,

participant van het platform INN010

INN010 ambassadeur

Page 58: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 58

toms verspreidt bijzonder one for one® businessmodel

Kopen en geven. Dat is waar het non-profitbedrijf TOMS uit Californië

voor staat. De onderneming verkoopt schoenen en brillen volgens het

One for one® businessmodel. Van elk verkocht paar schoenen wordt een

paar cadeau gedaan aan kinderen in nood. Een winstdeel van de brillenverkoop

wordt gebruikt om in ontwikkelingslanden mensen met een visuele handicap

te helpen. Het zakelijke adviesbureau Deloitte in Rotterdam helpt mee.

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief Toms

Gratis schoenen en brillen wereldwijd

Page 59: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 59creatieve industrie

Danzigerkade 13F, 1013 AP Amsterdam / t:+31 (0)20 580 0520 / www.toms.com

Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com

Inmiddels heeft TOMS al meer dan 35 miljoen

paar nieuwe schoenen weggegeven en 250.000

mensen geholpen bij het herstel van het

gezichtsvermogen. Doneren als marketing-

onderdeel. Handig en slim bedacht, menen

criticasters. Vooral fijn, vinden de miljoenen

mensen die dankzij TOMS nu gratis op goede

schoenen lopen of zijn geholpen bij zicht-

problemen. Zoals de achtjarige Dara uit

Guatemala die nieuwe schoenen kreeg en Ansha

Ali (65) uit Ethiopië, die na een staaroperatie

weer kon zien. Voor de 42-jarige Sujon Mia

uit Bangladesh betekende een door TOMS

ondersteunde staaroperatie dat hij weer kon

terugkeren naar zijn baan als kapper om zijn

vier gezinsleden te ondersteunen.

Ondernemer Blake Mycoskie richtte TOMS in

2006 op. Tijdens een reis in Argentinië kwam hij

kinderen tegen die geen schoenen hadden om

hun voeten te beschermen. Om ze te kunnen

helpen, begon hij met de productie van canvas

schoenen vanuit het idee om van elk verkocht

paar een paar nieuwe schoenen aan een kind in

nood te schenken. Sinds 2011 produceert het

bedrijf ook brillen. Van de winst van de brillen

wordt een deel gebruikt om in ontwikkelings-

landen mensen met een visuele handicap te

helpen. En begin 2014 ontstond TOMS Roasting

Co, dat voor elke verkochte zak koffie een week

schoon water geeft aan een mens in nood. Wat

begon als een eenvoudig idee is uitgegroeid tot

een krachtig bedrijfsmodel. One for one® is dan

ook officieel zijn handelsmerk.

In de marketing moet TOMS het vooral hebben

van mond-tot-mondreclame, ondersteund

door social media, modeshows, events op

universiteiten en pop-up winkels, zodat Mycoskie

zich kan blijven focussen op maatschappelijk

verantwoord ondernemen. Van Mycoskie wordt

gezegd dat hij niet alleen schoenen, maar vooral

ook zijn eigen ideaal verkoopt: klanten die

zijn schoenen kopen worden weldoeners.

In het One for one® programma van TOMS

zijn wereldwijd veertig landen opgenomen,

waaronder Argentinië, Ethiopië, Guatemala,

Haïti, Rwanda, Zuid-Afrika en de VS. Naast

winkels in de VS, Dubai en Griekenland is

onlangs ook in Amsterdam een TOMS-store

geopend. De ‘weggeefschoenen’ worden nu

geproduceerd in vier verschillende fabrieken.

Deze staan in Haiti, Argentinië, Kenia en

Ethiopië. Bijna een derde van de schoenen

wordt nu gefabriceerd in de landen waar ze

ook worden weggegeven.

Zakelijk betrokken en warm voorstander van

het gedachtegoed van TOMS is het Nederlandse

bedrijf Deloitte met consulting en financiële

advisering als corebusiness. ‘We zijn met TOMS

in contact gekomen toen de organisatie de

overstap maakte naar Europa’, zegt Klaas Winters,

partner Deloitte in het hoofdkantoor op de

Wilhelminakade. ‘Deloitte heeft TOMS

geadviseerd bij het opzetten van een goede

douanestructuur in Europa. Hiervoor hebben we

onder meer afspraken gemaakt met de douane

over de waarde van de goederen als basis voor

de berekening van invoerrechten. Daarbij komt

dat we het goede doel achter TOMS bijzonder

appreciëren.’ <

toms verspreidt bijzonder one for one® businessmodel

De weggeefschoen is in eerste instantie gebaseerd op de Argentijnse variant van espadrilles.

De eerste Europese TOMS flagship store is te vinden in Amsterdam, Runstraat 13.

Bij TOMS werken wereldwijd 400 mensen, waarvan 25 op de Weggeefafdeling.

Ook Syrische vluchtelingen lopen op TOMS. De vluchtelingenorganisatie van de VN heeft er 500.000 uitgedeeld.

TOMS verkoopt simpele espadrilles maar ook warme winterlaarsen voor gebieden zoals Kirgizië.

In 60 landen lopen mensen op Toms-schoenen.

TOMS

Buying and giving - that’s what California’s non-profit business TOMS stands for. They sell shoes and eyeglasses following

the One for one® business model. For every pair of shoes sold, another pair is given away to a child in need. A portion of

the profits from the sale of eyeglasses helps people with visual handicaps in developing countries. TOMS also started a

coffee roasting company in 2014, where for every bag of coffee sold, they will donate a week of clean water to a person

who needs it. Professional services firm Deloitte in Rotterdam is helping with consulting and financial advice. Meanwhile,

TOMS has given away more than 35 million pairs of new shoes and helped restore the vision of 250 000 people.

Page 60: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 60

Als het ligt aan initiatiefnemer Kazim Atilla, die 4,5 jaar intensief

is bezig geweest om InfinAgora van de grond te tillen, zullen de

komende vijf jaar honderdduizenden leden actief gebruik gaan

maken van het platform. Lokaal en internationaal. ‘Ambitieus

maar haalbaar en noodzakelijk’, zegt hij. De leden zijn afkomstig

uit grote steden als Singapore, New York, Parijs, New Delhi en

dichterbij uit Rotterdam en Dordrecht, om maar een paar

voorbeeld te geven.

InfinAgora staat voor ‘oneindige markt’ en is geen social media

platform of businesscommunity, maar een zakelijk platform

waar ondernemers en zakenlieden via een betaald lidmaatschap

direct zaken met elkaar kunnen doen. InfinAgora zorgt voor

hulpmiddelen en voor een beveiligde online omgeving.

In het oude Griekenland was de agora het kloppend hart van

de stad; een plek voor het doen van zaken en het ontwikkelen

van grote ideeën. Het stond voor ondernemen, democratie

en vindingrijkheid. Kernwaarden waaraan Atilla waarde hecht.

Als zakenman liep hij steeds tegen hetzelfde probleem aan.

‘Je wilt verkopen, maar ook weten met wie je echt van doen

hebt. Vaak maak je een afspraak in het binnen- of buitenland

met zakenmensen die je niet kent. Als je elkaar dan ontmoet,

blijkt dat dan niet de juiste persoon te zijn en ben je voor

niets gegaan. Ondernemers sluiten zich ook vaak aan bij

businessclubs waar ze weinig aan hebben, terwijl ze er

jaarlijks een flink bedrag voor betalen.

Ik vergelijk die businessclubs met de Malediven: iedereen wil

naar dat andere eiland, maar niemand weet hoe je er komt.

nieuw zakelijk wereldnetwerkInfinAgora is een nieuw internationaal zakenplatform voor ondernemers en zakelijke beslissers.

Het is ontdaan van ongemakkelijke en bovenal incourante opsmuk. Het ambieert meer omzet

tegen lagere kosten, in minder tijd en binnen een veilige netwerkomgeving. InfinAgora heeft

drie kantoren: in Dubai, Londen en Rotterdam en is actief in al 150 landen. Bedenker

Kazim Atilla spreekt van de ‘ultieme nieuwe zakelijkheid’.

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief InfinAgora

Veilig zaken doen

InfinAgora: ‘Onze leden hebben toegang tot het platform via een

triple-layer combinatie van een username, password en persoonlijke

smartcard met transactie verificatie nummer (TAN-code), bekend

van het online bankieren. Daarnaast is InfinAgora een betaald

member-only netwerk. Iedereen die lid wordt, heeft per definitie een

zakelijke bankrekening. Bij betaling van het lidmaatschap wordt dit

gecontroleerd. Leden weten op deze manier zeker dat de bedrijven

waar ze contact mee hebben, écht zijn. Eenmaal lid, kan door de

leden binnen Nederland zelf een onbeperkt aantal creditchecks

uitgevoerd worden. Alvorens tot zaken te komen, kan in ieder geval

geverifieerd worden of de andere partij kredietwaardig is.

Kantoren InfinAgora in Rotterdam, Londen en Dubai

Page 61: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 61creatieve industrie

Het blijven 1500 losse eilandjes zonder sterke

onderlinge verbinding. ’

Atilla is ervan overtuigd dat ondernemers

zich wel onderling kunnen verbinden op het

InfinAgora-platform. ‘Een lidmaatschap kost

2500 euro per jaar. Daarvoor krijgt onze klant

vijf accounts en een mini-website waarop het

bedrijf wordt gepresenteerd. Binnen een paar

klikken weet je met wie je te maken hebt.

En kun je direct contact leggen via Instant

Messaging of bellen via het VOIP-systeem. Onze

lidmaatschapskaart met login code is uiteraard

beveiligd en biedt voordeel bij vele (online-)

winkels en geeft kortingen op vluchten en hotels.’

Het InfinAgora-lidmaatschap biedt ook

toegang tot een magazine in print- en digitale

versie. Het magazine bevat artikelen over

lokale en (inter)nationale businesstrends, en

lifestyle. ‘De digitale versie is zeer interactief.

Artikelen en advertenties komen tot leven via

animaties, video’s en audiobestanden. Dat is

het moderne uitgeven.’

Een online tv-platform tenslotte biedt -

in samenwerking met content providers en

internationale mediapartners - diverse kanalen

aan waarop de hele dag op de doelgroep

toegespitst nieuws en informatie wordt aan-

geboden. Elk bedrijf met een lidmaatschap van

InfinAgora kan zijn eigen tv-kanaal beginnen

via een te personaliseren My Channel. <

InfinAgora

InfinAgora is a new international trading platform for

entrepreneurs and decision-makers in the business

world. Its goal is more sales at lower costs, in less time

and within a secure network environment. InfinAgora

has three offices - in Dubai, London and Rotterdam -

and is active in 150 countries.

InfinAgora is not a social media platform or business

community, but a platform where entrepreneurs and

business leaders can deal directly with each other, via

paid membership. InfinAgora provides the tools and a

secure online environment. Membership costs € 2500

per year, and members receive, among other incentives,

unlimited credit checks on companies. Within a few

clicks, you know who you’re dealing with.

WTC Beursplein 37, 22ste verdieping Rotterdam / t: +31 (0)10 268 07 00 / www.infinagora.com

Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com

Page 62: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 62

Nsecure levert bijdrage aan

vijfsterrenlabel voor duurzaamheid

Nieuwbouw Lely Campus

Nsecure is toonaangevend in de markt van hoogstaande beveiligingsoplossingen.

Lely Industries heeft de tradities van de agrarische sector volledig veranderd.

Beide bedrijven vonden elkaar in duurzame oplossingen voor de recente

nieuwbouw van Lely: ‘the Greenest Innovation Campus’ in Maassluis.

tekst: Yvette van Dael fotografie: archief Lely Industries

Page 63: INN010 #3 winter 2014/2015

Lely is internationaal producent van toekomstgerichte

innovaties voor de melkveehouderij. Vanuit een

duidelijke visie op duurzaamheid bedenkt Lely

oplossingen die ervoor zorgen dat melkveebedrijven

over 25 jaar nog steeds, en op een milieuvriendelijke

manier, melk kunnen produceren. Producten uit de

koker van Lely zijn bijvoorbeeld systemen om de

levensverwachting van koeien te verlengen, zoals een

monitoringssysteem. Maar ook producten als

melkrobots, stalreinigers en de Lely Vector, een

automatisch voersysteem. Om hun visie kracht bij te

zetten, besloot het bedrijf een volledig klimaatneutrale

campus te bouwen. De begin dit jaar opgeleverde

Lely Campus biedt huisvesting aan het internationale

hoofdkantoor en aan twee productiefaciliteiten. Op de

campus ontwikkelt het bedrijf innovaties die zorgen

voor een aangename toekomst voor mens en dier.

De groenste innovatiecampus van EuropaTijdens de bouw zijn zoveel mogelijk gerecyclede

materialen gebruikt. Daarnaast is het complex voor

100 procent duurzaam in het gebruik. Niet voor niets

is de Lely Campus onderscheiden met het hoogst

haalbare internationale duurzaamheidscertificaat

‘BREEAM Outstanding’, in de categorie Kantoren en

Industriegebouwen. Het kantoor en de productie-

faciliteiten ontvingen zelfs als enige binnen Europa

het certificaat ‘outstanding’ (vijf sterren). Van de

ledverlichting tot aan de toiletten die regenwater

gebruiken: de visie van Lely is tot in de kleinste details

uitgewerkt. Om die reden denkt het bedrijf 60 procent

aan CO2-uitstoot te kunnen besparen ten opzichte

van de Europese norm. In cijfers betekent dit een

besparing van 343 ton CO2.

Nsecure wint aanbestedingDe groenste innovatiecampus van Europa zijn, gaat

niet ongemerkt voorbij. Bedrijven uit binnen- en

buitenland komen langs om het gebouw te bekijken.

Met al die bezoekers is het veiligheidsaspect geen

sinecure, aangezien Lely nieuwe technologieën

ontwikkelt die niet zomaar naar buiten mogen. Lely

vond in Nsecure de juiste partner om de safety- en

securitysystemen aan te leggen. Nsecure kwam

tijdens het aanbestedingstraject met het beste

voorstel. Als geen ander weet Nsecure namelijk

duurzame en gebruiksvriendelijke veiligheids-

oplossingen te realiseren die zijn afgestemd op

de bedrijfsactiviteit van de klant. In het geval van

de campus lag de uitdaging in het bedenken van

oplossingen die het bedrijvencomplex gesloten

zouden maken, maar niet té.

>> Voor Nsecure is ieder segment

anders en elke organisatie uniek <<

Nsecure leverde onder meer een toegangssysteem en

cameratoezicht. Ook realiseerde Nsecure elektrische

vergrendelingen, werktijdregistratie en een betaal-

functie op de toegangspas. En er komt een vervolg:

Lely wil de samenwerking graag uitbreiden naar

andere projecten op en buiten de campus. <

Nieuwbouw Lely Campus

pagina 63

+ 3 cliëntwerkplekken

+ 121 kaartlezers

+ 36 camera’s

+ 6 intercomposten

+ 215 inbraakdetectiepunten

+ 25 bedieningszuilen

+ 20 netwerkswitches

+ 2000 Mifare DESfire passen

Cornelis van der Lelylaan 1, 3147 PB Maassluis / t: +31 (0)88 122 82 21 / www.lely.com

Aangeboden door: Postbus 26, 2990 AA Barendrecht / t: +31 (0)180 65 66 66 / www.nsecure.nl

creatieve industrie

Page 64: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 64

Gelijk met alle indrukwekkende innovaties en duurzame ontwikkelingen ontstaat in en om

Rotterdam een toonaangevend netwerk. Deloitte, Stadshavens, RDM Centre of Expertise,

Van Lanschot Bankiers, R. Smaal B.V. , iTanks en Nsecure werken samen om het innoverend

vermogen van Rotterdam te tonen in woord en beeld. Het INN010-platform verbindt.

tekst: Ellen Lengkeek & Yvette van Dael

Voorbeelden te over: Stadshavens Rotterdam

zit als een spin in het web tussen alle nieuwe

bedrijvigheid van Merwe-Vierhavens. Op het dak

van Stadshavens Rotterdam (1) voorziet de

windturbine Liam het kantoor van energie.

Niet toevallig een product van het bedrijf

the Archimedes. In de Oranje Vertrekhal tegenover

Stadshavens (2) kunnen de pioniers in MH4 zoals

bakkerij Koekela en nieuwkomers op de oude

E.On-locatie (3) zomaar geïnspireerd raken in deze

stroomvoorziening van de buurman. ‘Iedereen

heeft recht op goedkope stroom’ vinden ze

immers bij Archimedes, aan de overzijde in het

Innovation Dock (4) van RDM Centre of Expertise.

Daar is ook Hogeschool Rotterdam gevestigd,

waar lectoren nadenken over biomassa, resilient

cities en de gevolgen van drijvend bouwen (5).

En studenten worden uitgedaagd met nieuwe

innovaties te komen (6). Net zoals de start-ups in

het Innovation Dock, waar alle Rotterdammers zelf

experimenteren met nieuwe technologieën. In de

monumentale industriehal (met zwevend kantoor)

worden nu vier Smart Industry Zones (7)

gecreëerd. Meetings bij de koffieautomaat zijn er

belangrijk. Vinden ze ook bij koffieleverancier

Santas en Koekela weer heel aardig.

We zien ook een interessante liaison tussen de

gemeente Rotterdam en de nieuwe makers. Die

vrijage werd publiek op de jaarlijkse 3rd Rev

Xperience voor de creatieve industrie. De komst

>> Lector Gert-Joost Peek: ‘Wij zijn al vier jaar in het Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange programma met elkaar in de weer om kennis en best practices te delen. Deze gedegen verkenning vormt het fundament onder de samenwerking en zorgt ervoor dat andere steden naadloos op ons netwerk kunnen aansluiten.’<<

1

2

3

4 7

6

5

Page 65: INN010 #3 winter 2014/2015

pagina 65creatieve industrie

van Daan Roosegaarde is bekend, maar ook de

Amerikaanse topondernemer Tim Rowe verklapte

daar dat hij zijn oog op ‘maakstad’ Rotterdam

heeft laten vallen. Hij wil in Merwe-Vierhavens

zijn eerste Europese vestiging openen van

het Cambridge Innovation Center. ‘De ideale

internationale proeftuin.’ Bij al dat water komen

de roeiers vanzelf in beeld. Zij gaan nog altijd

op eigen kracht (8). Maar innoveren intussen

ook hard mee. Vindt ook gezamenlijke vriend

en INN010-ambassadeur Rob Smaal (9) heel

aardig.

Food en innovatie willen ook wat. Zie de prachtige

Markthal (10) en het innovatieve Westland.

Nsecure legde een ingenieus beveiligingssysteem

aan voor het klimaatneutrale hoofdkantoor

van Lely, op de grens met het tuinbouwgebied.

Dit bedrijf is een internationale producent van

innovaties in de agrarische sector. Daar is ook de

duurzame foodcoöperatie op Goeree Overflakkee

(11), met een stand in de Markthal, mee bekend.

Over een eiland gesproken. Terwijl de producenten

van Buutegeweun er op de koffie gaan bij keuken-

specialist Tieleman onder 476 zonnepanelen, wil

het zakenplatform InfinAgora (12) de eilandcultuur

doorbreken. Geholpen door Deloitte, dat altijd

grensoverschrijdend denkt. Het bedrijf steunt het

sympathieke TOMS (13) dat mensen over de hele

wereld helpt met gratis schoenen.

Graag willen we ook iTanks voorstellen, onze

nieuwste partner. Ron Vaz Dias brengt INN010

binnen in de wereld van tankopslag en innovatie.

>> Feit: de Rotterdamse haven is binnen Europa de belangrijkste haven voor vloeibare lading en de daar-aan gekoppelde tankopslag en biedt een capaciteit van 28,4 miljoen m3 in ruim 2100 tanks. <<

Bij iTanks (14) zijn meer dan zeventig bedrijven

aangesloten. Niet alleen de grote vissen, zoals

het Havenbedrijf, maar juist ook mkb’ers en

zzp’ers. Vaz Dias: ‘Zo komt iedereen in contact

met elkaar.’ Laten de INN010-uitgevers

Annet Spijkerman en Annemarie Teeken dat

nu juist voor ogen hebben (15).

9

13

12

11

14

15

8

10

Page 66: INN010 #3 winter 2014/2015

InspIratIe uIt InnovatIe INN010 geeft nu ook online een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o.

inn010.com

Page 67: INN010 #3 winter 2014/2015

December 2014 / nummer 3

Uitgever: A&A business,Partner in duurzaam ondernemenPostbus 241133007 DC [email protected]

Redactieteam en bladmanagement: Yvette van Dael, Ellen LengkeekFreelance redacteuren: Karen Auer, Madelon Stoele, Joke WaltmanEngelse vertaling: Anik See

Tekstcorrectie:Katja van Es

Redactie denktank:Deloitte: Cees Jorissen, Klaas Winters Stadshavens Rotterdam / Gemeente Rotterdam: Jillian Sant-BarendregtRDM Centre of Expertise: Bert HooijerVan Lanschot Bankiers: Raymond van Wijnen, Gregory HaasR. Smaal BV: Rob SmaaliTanks: Ron Vaz DiasNsecure: Hans van Driel Fotografie:Redactionele pagina’s en cover: Freek van ArkelBedrijfsreportages: Sjors Massar enarchief bedrijven, tenzij anders vermeld Vormgeving:Advice reclame adviesbureau, advice.nl

Art-direction:Jasper Hofman

Losse verkoop:€ 6,95

Advertenties:Rob SmaalAnnet SpijkermanAnnemarie Teeken

Informatie:INN010 verschijnt 2 keer per jaar. Iedere uitgave wordt gelanceerd tijdens een releaseparty. De oplage (5000) wordt verspreid onder bedrijven in de regio Rijnmond die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en vallen onder de topsectoren: agri & food, maritiem, life sciences & health, chemie, hightech, energie, logistiek, creative industrie, bouw & onroerend goed en offshore. Ook ligt INN010 op de leestafel bij overheidsinstellingen, ambassades en verschillende zakelijke ontmoetingsplekken in de regio.

Voor meer informatie, vragen, adreswijzigingen, advertenties of een bedrijsreportage: neem contact op met A&A business, [email protected], Annemarie Teeken 06-51197588 of Annet Spijkerman 06-23742596. Copyright:Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrecht-hebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal geschiedt op eigen risico. Aansprakelijkheid:Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of gevolgen van onvolkomenheden.

Druk:Drukcase Zwolle

Dit magazine is geproduceerd op 100% gecertificeerd FSC papier

pagina 67

colofon

Verdieping Scan de QR-code en kom meer te weten over een van onderstaande INN010-artikelen.

Partners:

Food meets: health Welkom in de wereld van tankopslag en innovatie

Groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven

Page 68: INN010 #3 winter 2014/2015

inn010.com

twitter.com/inn010

linkedin.com/inn010

Hét kennIs- en busInessplatform voor Innoverend rotterdam