Upload
advice-reclame-adviesbureau
View
234
Download
5
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Voor u ziet u het derde nummer van INN010, het B2B-magazine dat een podium geeft aan innoverende bedrijven, makers en kennis- instellingen in de regio Rotterdam. INN010 is ontstaan uit de wens van enkele publieke en private partners om Rotterdam gezamenlijk regionaal en internationaal innovatief te etaleren met het oog op de toekomst. Vaste partners Deloitte, RDM Centre of Expertise, Stadshavens Rotterdam, Van Lanschot bankiers, R. Smaal B.V., iTanks en Nsecure geven hiertoe twee keer per jaar een magazine uit. Elke uitgave van INN010 wordt feestelijk gelanceerd en gekoppeld aan een netwerk- borrel. Bovendien besteedt elke editie van INN010 in een rondetafelgesprek aandacht aan een actueel thema. In dit nummer speciale aandacht voor Food & Medisch. Ook energie, maritiem, gebiedsontwikkeling en de creatieve industrie zijn steeds terugkerende onderwerpen.
Citation preview
win
ter 20
14
#03
losse verkoop € 6,95
InspIratIe uIt InnovatIe
DUNE is the interactive landscape of light which brightens according to the sounds and motion of people / credits: Studio Roosegaarde
Voorwoord
Tijdens een afspraak in een van de Europointtorens keek ik uit op
Merwe-Vierhavens. In de verte sprong er een gebouw uit, dat heb je wel
eens, het leek wel licht te geven. Ik ben meteen gaan kijken en werd verliefd.
Dat was pakweg een half jaar geleden. Inmiddels is officieel bekend dat
Studio Roosegaarde naar Rotterdam komt. Naar het Glazenpand waar
alles klopt. De lichtval door het glas, de fijne schaal... De wens van de
gemeente om het gebied een push te bezorgen heeft de doorslag gegeven
om voor Rotterdam te kiezen. Rotterdam heeft de ambitie dé Maakstad 2.0
te worden. Hier gebeurt het, en in deze context wil ik in de rol van
droomfabriek nadenken over de nieuwe economie.
Wat zeker ook meespeelt is de soepele manier waarop de gemeente meedenkt.
Ze zijn niet aan het babbelen, maar aan het meebouwen en stellen zich als
actieve overheid op. Ouderwets programmatisch verhuren is niet meer
van deze tijd. Rotterdam wil een gebied ontwikkelen, neemt hierin haar
verantwoordelijkheid en investeert. En dus ook in dingen waar je als stad
trots op kunt zijn. Aan mij om lekker radicale ideeën te ontwikkelen voor
Smart Cities.
Die mooie, lelijke Europointtorens, daar kan ik wel wat mee. Er ligt al een
schetsontwerp om met inzet van kunst en technologie interactie te creëren
tussen de torens en de omgeving, net zoals ik met DUNE in de Maastunnel
heb gedaan. De afspraak is dat we twee, drie maal per jaar met elkaar een
sessie organiseren om over Merwe-Vierhavens na te denken. Ik kan niet
beloven dat die torens straks in één keer vol komen. Maar we kunnen wel
ideeën delen, over en weer pingpongen.
Studio Roosegaarde wordt een echte proeftuin, en daarin gaat het zeker niet
alleen om mij. Ik wil de plek gaan kietelen en mijn technisch ondernemerschap
en verbeelding inzetten voor de Maakstad 2.0. In elk geval voor de komende
tien jaar. Jullie zien me vast nog vaker terug in INN010!
Daan Roosegaardekunstenaar, innovator en zelfbenoemd hippie met een businessplan
Foreword Inn010
Once, during a meeting in one of the Europoint Towers,
I looked out over Merwe-Vierhavens. Off in the distance,
a building jumped out at me - that happens sometimes - and
it appeared to be giving off light. I immediately went to have
a look and fell in love. That was roughly half a year ago. In the
meantime, it’s been made official that Studio Roosegaarde is
coming to Rotterdam. To that glass building where everything
is right. The way the light falls through the glass, the fine
details... The municipality’s ambition to give the area a push
was the deciding factor to choose for Rotterdam. Rotterdam
wants to be Creative City 2.0. It’s happening here, and we, in
the role as a dream factory, want to think about about the new
economy in that context.
It helps that the municipality is adaptable in its manner
of thinking. They’re not just talking about things, they’re
helping to build, and are establishing themselves as an active
government. Old-fashioned, schematic rental of space is a
thing of the past. Rotterdam wants to develop an area, accepts
its responsibility and invests, also in the things that a city can
be proud of. It’s merely up to me to develop fantastic, radical
ideas for Smart Cities.
Those beautiful, ugly Europoint Towers, I can work with
th0se. There’s already a proposal to create interaction
between the towers and their environment using art and
technology, just as I did in the Maastunnel with DUNE. We’ve
agreed to organize sessions two or three times a year to
rethink the Merwe-Vierhavens area. I can’t promise that those
towers will be filled soon. But we can share ideas, toss them
around.
Studio Roosegaarde is a real testing ground, and it’s certainly
not just about me. I want to titillate the place and put my
technical entrepreneurship and imagination to work for
Creative City 2.0, for at least the next ten years. You’ll see
me again in INN010!
Voorwoord
fotografie: Studio Roosegaarde
pagina 3
INHOUD#03
12 >> Food made INN010
14 >> Kasteel van Rhoon
16 >> Tieleman Keukens
10
Healthcare @Van LanschotWereldwijd neemt de behoefte aan gezondheids-zorg toe. In Zuid-Amerika, Azië en Afrika, werelddelen met een groeiende bevolking ...
Voor u ligt het derde nummer van INN010, het B2B-magazine dat een podium geeft aan innoverende bedrijven, makers en kennis-instellingen in de regio Rotterdam. INN010 is ontstaan uit de wens van enkele publieke en private partners om Rotterdam gezamenlijk regionaal en internationaal innovatief te etaleren met het oog op de toekomst. Vaste partners Deloitte, RDM Centre of Expertise, Stadshavens Rotterdam, Van Lanschot bankiers, R. Smaal B.V., iTanks en Nsecure geven hiertoe twee keer per jaar een magazine uit. Elke uitgave van INN010 wordt feestelijk gelanceerd en gekoppeld aan een netwerk-borrel. Bovendien besteedt elke editie van INN010 in een rondetafelgesprek aandacht aan een actueel thema. In dit nummer speciale aandacht voor Food & Medisch. Ook energie, maritiem, gebiedsontwikkeling en de creatieve industrie zijn steeds terugkerende onderwerpen.
Veel leesplezier!
Annet Spijkerman en Annemarie Teeken (uitgever A&A Business)
Yvette van Dael en Ellen Lengkeek(het redactieteam)
De voedselsector heeft te maken met een verande-rende beleving van de consument. Vers, duurzaam en dichtbij geproduceerd zijn de trends ...
Food meets: HealtH
6
food / medisch
23 >> Bako Koeltechniek
22
18
Groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven
Eén ding is duidelijk. De economie van de toekomst is niet meer gebaseerd op aardolie ...
Bioforce en Biolat Door toepassing van biomassa kan de uitstoot van CO2 snel omlaag. In Rotterdam komt nu een fabriek die houtsnippers gaat verwerken ...
energie
pagina 5
32 >> De FAV010 spots van
35 >> Drones
36 >> Zoeteman
38 >> Woonboelevard Spijkernisse
3450
20
46
28
Ondernemen in Merwe-VierhavensDe stadshavens van Rotterdam bieden ruimte voor nieuwe bestemmingen op en aan het water ...
Deloitte heeft een overeenkomst gesloten met ERP-leverancier IFS en wordt daarmee strate-gisch partner van IFS voor de implementatie ...
24
Food meets... urban development
Veni, vidi, vici: de Markthal kwam, zag en veroverde zijn plekje al voor de opening in hartje Rotterdam. Een uniek architectonisch gebouw ...
Building climate resilient communities
Wat hebben New York, Rotterdam en de andere deltametropolen in de wereld gemeen ...
54 >> Start-ups
56 >> En de winnaars zijn ...
58 >> INN010 ambassadeur
64 >> Cross-overs
60
58
Gratis schoenen en brillen wereldwijdKopen en geven. Dat is waar het non-profit-bedrijf TOMS uit Californië voor staat ...
nieuw zakelijk wereldnetwerkInfinAgora is een nieuw internationaal zakenplat-form voor ondernemers en zakelijke beslissers ...
creatieve industrie
gebiedsontwikkelingmaritiem
40
Rechte wegen, kranen, opslagtanks. Ja, dit is Rotterdam, de belangrijkste Europese haven ...
welkom in de wereld van tankopslag en innovatie
engineering, procurement & constructionsector
de toekomst van de roeiers ligt in diversificatie en innovatie De bijna 120 jaar oude Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE) afficheert zich als ‘de handen, ogen, oren van de haven’...
44 >>Bonn&Mees
48 >>Boelaars & Lambert Groep
53 >>Oskam
Nieuwbouw Lely CampusNsecure is toonaangevend in de markt van hoog-staande beveiligingsoplossingen. Lely Industries heeft de tradities van de agrarische sector ...
62
Gasten aan de discussietafel
1) Eric Claassen
ondernemer en professor Ondernemerschap en
kennisvalorisatie aan de VU en het Erasmus MC
2) Sharon Janmaat-Bouw
projectmanager gemeente Rotterdam,
clusteraanpak Food
3) Rob Baan
directeur Koppert Cress, Monster (Westland)
Rondetafelgesprek
De clusters food en medical leveren een interessante verbinding op met legio kansen voor innovatie. De regio Rotterdam heeft in dat opzicht alles in huis om tot hoog-waardige oplossingen te komen voor ons welzijn in de toekomst. De stadshavens van Rotterdam zijn de proeftuin waar initiatieven op dit gebied kunnen landen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Rotterdam Science Tower.
Het op grote schaal stimuleren van het eten van gezond voedsel ontlokt voor- en tegenstanders tot pittige discussies. Want wat is gezond? Professor Eric Claassen vindt in foodpionier Rob Baan en Sharon Janmaat-Bouw medestanders.
321
pagina 6
pagina 7
De gedrevenheid van Baan is overal zichtbaar in het bedrijf, tot zelfs zijn overhemd waarop lieveheersbeestjes staan afgedrukt, de natuurlijke gewasbeschermers. Wat is zijn drijfveer?
Rob Baan: ‘Mijn missie is voeding en gezond-
heid. Ik wil de gezondheid terugkrijgen op ons
bord. Tuinbouw is daarvoor de basis. We zijn veel
en goedkoop gaan produceren. We eten vaak
ongezond, met talloze niet-overdraagbare ziekten
als gevolg, zoals diabetes 2, kanker, obesitas en
hart- en vaatziekten. Vaak het gevolg van slecht
voedsel. Ik moest aanvankelijk lachen om een
term als urban farming als de nieuwe toekomst.
Maar wat we hier doen is typisch urban farming.
Tuinbouw naast de stad waaraan we dagelijks
kakelverse producten leveren. Dat supermarkten
daar dagen over doen, is hun verhaal. Maar in ons
geval kan het zomaar zijn dat onze groenten
‘s morgens gesneden worden en ‘s middags
op je bordje liggen. En daarom zit ik hier met dit
bedrijf. Het Westland is het centrum van de wereld-
tuinbouw en dat hebben wij jaren terug al ingezien.
Alle landen zouden willen dat ze op de achtergrond
een Westland hadden met hun toeleveranciers,
apparatuur en kennis. En dat is heel spannend.
De relatie met de consument is door de enorme
reclame, met dank aan de voedingsindustrie, op
haar kop gezet. Het reclamebudget voor een
Twixreep is groter dan dat voor alle promotie van
tuinbouw en groente bij elkaar in Europa. Een
bloody reep. Wij gaan voor vers.’ >
Food meets: HealtH
De voedselsector heeft te maken met een veranderende beleving van de
consument. Vers, duurzaam en dichtbij geproduceerd zijn de trends, evenals
voedsel van hoge kwaliteit. De medische wereld zet in op gezonde voeding
om ziektes te voorkomen en eetgedrag te beïnvloeden. In het innovatieve
glastuinbouwgebied het Westland zorgt INN010 voor een bijzondere
ontmoeting. We praten in de Cressperience van het Monsterse bedrijf
Koppert Cress over de macht van vers en de kracht van samenwerken.
tekst: Yvette van Dael / Ellen Lengkeek fotografie: Freek van Arkel
food / medisch
Rob Baan: ‘Waar was je al die tijd?’
Eric Claassen: ‘Ik ben er altijd geweest.’
pagina 8
De macht van vers wordt door zijn gesprekpartners direct onderkend.
Sharon Janmaat-Bouw: ‘De gemeente
Rotterdam wil ten dienste staan van de bedrijven
binnen het Foodcluster in deze regio. Zo hebben
we veel interviews gehouden met ondernemers
om vanuit de grote stad een agenda op te
stellen. Hiermee willen we bedrijven helpen om
hun business te vergroten, zodat de stad weer
kan profiteren van goede voeding en werk-
gelegenheid. We hebben nu de Markthal en
werken verder aan de ontwikkeling van het
foodplatform De Wereld van Smaak. We hebben
ook het kabinet verleid om volgend jaar alsnog
te participeren in de World Expo in Milaan, met
het thema food. Ook weer namens de bedrijven
in deze regio. We zetten de macht van de stad
in om het bedrijfsleven verder te helpen.’
Rob Baan: ‘En de gemeente Rotterdam maakt waar
wat ze belooft. Zo stoer. Het was ingewikkeld om
voor de realisatie van de Markthal alle kikkers in
de kruiwagen te krijgen. En het is gelukt. Zelfs
in Japan, waar ik vaak kom, spreken ze erover!
De Markthal staat er, alleen jammer dat veel mensen
nu weer gaan zeuren. Natuurlijk gaan we
niet allemaal verdienen in de Markthal, maar
het is voor mij een podium tot bewustwording.
Een mogelijkheid ook om kinderen in de Wereld
van Smaak weer te leren wat vers voedsel is.’
Eric Claassen doceert zijn ‘gezondheids- c.q. versverhaal’ over de hele wereld en onder-streept het belang van minder, vers en gebalanceerd eten.
‘We hebben nu twee jaar een website over
darmgezondheid waar ook recepten op staan.
De website heeft 60.000 hits per maand, wat
voor een healthwebsite erg veel is. Ik werk sinds
1987 in het umfeld van voeding en gezondheid.
We zijn vergeten welke groenten echt belangrijk
zijn. Een mooi voorbeeld vind ik witlof. Witlof
staat voor mij op nummer 1 als antidiarree-
middel. Maar de professional verklaart mij
dan voor gek, want die komt met bouillon aan.
Je kunt ook artisjok nemen, schorseneren of
asperges. In de mediterrane restaurants staan
die gewoon als bijgerechten op de kaart. In die
landen weten ze heel goed dat deze groenten
goed zijn. Dat weten ze al 2000 jaar. Veel van
mijn collega’s in de medische wereld onder-
kennen niet eens het belang van deze groenten.
Zij denken bij een mediterraan dieet alleen aan
tomaten en olijfolie. Je kunt die lijstjes wel
publiceren, maar voordat het besef in de
medische wereld landt, duurt het zeker vijf tot
zeven jaar. Ik hamer op: minder eten, vers eten
en gebalanceerd eten. Kook vers en niet eenzijdig.’
Baan en Janmaat-Bouw moeten lachen. ‘Dus geen
sherrydieet, of alleen maar raw food.’
Food en industrie, hoe liggen de verhoudingen?
Rob Baan: ‘Ik kom zelf uit de industrie en ik
heb er niets mee. Dat durf ik ook te roepen.
Toenmalig wethouder Baljeu verzocht mij
namens de foodsector samenwerking te zoeken
met een grote speler in de voedingsindustrie.
Dus was ik niet te beroerd daar met de witte vlag
naar toe te gaan, om te praten over de komst
van onder meer het World Food Center naar
Rotterdam. Laat ik zeggen, we kwamen niet
tot elkaar. Zeker niet tijdens de lunch met
tomatensoep uit een pakje. Maar wel met onze
mooie verse tomaten op de verpakkingen.
Er valt nog een slag te maken.’
Sharon Janmaat-Bouw: ‘Je ziet toch dat de
industrie en de verssector elkaar een beetje
naderen. Een bedrijf als Unilever wil zich heus
wel verbinden aan de sector, vanuit de behoefte
in te spelen op duurzaamheid en vers. Unilever
heeft het Westland hard nodig voor zijn
identiteit. Maar laten we een stapje teruggaan.
Hoe zorgen we ervoor dat we samen de
waarheid gaan roepen: namelijk dat het eten van
gezond voedsel ziekten voorkomt? Rob Baan is
daarop aan het voorsorteren.’
Eric Claassen reageert: ‘De essentie van het
verhaal is dat we uit de bocht zijn gevlogen met
ons voedingspatroon. Als iemand dat ontkent,
mag je diegene aan de schandpaal nagelen.
Ketchup is echt niet beter dan verse tomaten.
Het is schandalig om dat te veronderstellen.
Dat is marketing. Maar mogen we een Magnum
eten? Jawel, een Magnum past in een uitgebalan-
ceerd dieet, maar dan een paar keer per jaar.’
Hij stelt dat je het feitelijk gewoon weet of iets
goed voor je is en dat je dat heus niet klinisch
hoeft te bewijzen. ‘Je weet ook dat je door steriel
eten de goede parasieten en schimmels mist.
De rebalancering van normale groenten met een
normaal eetpatroon is essentieel.’
Terug naar de regio Rotterdam. Welke rol speelt de gemeente?
Sharon Janmaat-Bouw: ‘We gaan ons niet
mengen in de discussie wat de voedselindustrie
moet doen, of de versbedrijven. Voor ons is het
Foodcluster in de regio belangrijk. En wat we
zien gebeuren is dat de sector veel kennis
naar het buitenland verkoopt, waardoor we
langzaam onze rol als voedselproducent van
Europa verliezen, omdat veel regio’s nu zelf
kunnen verbouwen. Bulkproductie van tomaten
ofkomkommers kan dus niet meer de
corebusiness van de sector zijn. Ik denk dat
Rotterdam de business van het Foodcluster
extra kracht kan bijzetten door kennisdeling
met de andere clusters te stimuleren, mee
te investeren en mee te denken over niches.
En door de knowhow, geschiedenis en
innovatiekracht van de bedrijven die hier zitten
meer naar buiten te brengen.’ Zij stelt dat de
oplossing van elk foodprobleem van de wereld
zich binnen een straal van 30 km om de
Euromast bevindt. ‘Daarmee proberen wij
duidelijk te maken wat er op een klein stukje
land gebeurt en welke logische verbindingen
er te leggen zijn.’
Eric Claassen: ‘Een goede claim. De politiek
moet zeggen: wat wil je nou als bedrijf, maak
gebruik van die lokale kennis. Dat kun je als
overheid stimuleren. Op Europees niveau zijn
daar gelden voor. Maar lokaal zetten overheden
liever in op gebiedsontwikkeling dan dat ze een
ecosysteem ontwikkelen. En hier in de regio is echt
sprake van een ecosysteem. De regio kan die samen
met het medische cluster, met 14.000 werknemers
een van de grootste in Europa, verder uitbouwen
en er een voorbeeldfunctie aan meegeven.’
Sharon Janmaat-Bouw: ‘In die straal van 30 km
bevinden zich dé kennis op het gebied van
watermanagement, logistiek & distributie en
voedingsproductie, én het medische cluster. Als je
dat allemaal bij elkaar hebt, op zo’n klein stukje
land, dan moet je wel tot grote dingen komen.’
Rob Baan: ‘Ik geloof in cross-overs tussen
lifesciences, health en tuinbouw. Van elkaar leren.’
Eric Claassen: ‘Mensen als Rob sorteren de
vragen voor, de wetenschap moet ermee aan de slag.
Wetenschappers zijn narcisten, maar het is hun
verantwoordelijkheid om te luisteren naar mensen
die weliswaar geen Nobelprijs voor lifesciences
krijgen maar wel de waarheid vertellen.’ Een inkopper
voor Sharon Janmaat-Bouw: ‘En wij kunnen als
overheid weer breed ontsluiten.’ Aan tafel zijn
de muurtjes in elk geval geslecht. En de eerste
cross-over is gelegd: Baan en Claassen weten elkaar
vanaf nu te vinden. <
pagina 9food / medisch
Food meets health
The food and medical clusters offer an interesting link, with countless opportunities for
innovation. The food industry is dealing with a changing consumer experience, whose
current trends are fresh, sustainable, high-quality and locally produced food. The medical
world is focusing on healthy diets to prevent diseases and to influence eating
behavior. INN010 brought together some exceptional voices to discuss the power
of freshness and the strength in collaboration: Professor Eric Claassen, professor of
entrepreneurship and knowledge valorisation at the Vrije Universiteit and the Erasmus
Medical Centre; Sharon Janmaat-Bouw, project manager for the municipality of Rotterdam;
and Rob Baan, managing director of Koppert Cress, a company specializing in unusual
seedlings and ingredients.
“My mission is nutrition and health,” says Baan. “I want to get healthy food back on our
plates. What we do here is almost like urban farming: growing things close to a city that
we can deliver farm-fresh produce to on a daily basis. Vegetables we picked in the morning
can be on your plate by the afternoon.”
Claassen has worked in nutrition and health since 1987. “We’ve forgotten which vegetables
are really important,” he says. “People who live in the Mediterranean countries have known
for 2000 years that vegetables like artichokes, salsify and asparagus are healthy, but a lot
of my colleagues in the medical world don’t even recognize their importance. If they hear
‘Mediterranean diet’, they only think about tomatoes and olive oil. People like Rob Baan
figure out the questions, but science needs to get to work on them.”
Janmaat-Bouw says she sees the food industry and the fresh food sector moving closer
together, though. “The solution to every food problem in the world can be found within
a 30 km radius of the Euromast,” she says. “In that 30 km stretch you’ll find expertise in
water management, logistics, distribution and food production, and the medical cluster.
If you have all of that in one small place, great things can be done.”
pagina 10
Met besparingen alleen komen we er niet. Er is een blijvende noodzaak
tot onderzoek en innovatie voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen,
medische technologie en behandelmethoden. Maar de ontwikkeling
van geneesmiddelen is ook een kostbare onderneming. Van elke twintig
middelen die aan dure, verplichte testen worden onderworpen, haalt er
gemiddeld maar één de eindstreep. De hoge kosten van de mislukte
middelen worden afgewenteld op de weinige middelen die de markt wél
bereiken. Wat weer leidt tot hoge prijzen voor nieuwe geneesmiddelen.
Met andere woorden: ook bij onderzoek en innovaties moeten de
kosten tegen de baten opwegen. En daar kunnen de specialisten van
Van Lanschot en 100%-dochter Kempen & Co een grote rol in spelen.
Zij werken op verschillende niveaus samen met artsen, bedrijven en
ondernemers in de zorgsector. Maak kennis met hun specialismes.
Specialisme: Van Lanschot Healthcare De eerstelijnszorg staat volop in de schijnwerpers.
De zorgvraag neemt toe en de organisatie van het
aanbod is sterk in ontwikkeling. De komende jaren
staan in het teken van kwaliteit en innovatie.
De zorgprofessionals moeten inzicht zien te krijgen
in de gevolgen en de juiste keuzes maken. Daarvoor
kunnen zij terecht bij Van Lanschot Healthcare.
Deze bankiers hebben veel kennis van de zorgsector,
volgen de ontwikkelingen op de voet en zijn bekend
met de financiële vraagstukken en veranderingen.
En vertalen deze naar concrete adviezen: financieel,
fiscaal én strategisch. De afdeling Healthcare richt
zich specifiek op de eerstelijns medische professionals
en hun praktijk of zorgonderneming.
Specialisme: Van Lanschot Participaties
Van Lanschot Participaties investeert in stabiele, middelgrote
Nederlandse ondernemingen en helpt hen bij het realiseren
van hun groeistrategie. Als dat eenmaal gelukt is, worden
de belangen weer verkocht. Zoals recent gebeurde bij DORC,
een bedrijf dat instrumenten maakt voor de oogindustrie. In de
healthcare sector is Van Lanschot nog wel aandeelhouder van
Medsen Apotheken. Overigens... Van Lanschot verwerft bij
voorkeur een minderheidsbelang voor de lange termijn en
geeft in de samenwerking het management zodoende veel
bewegingsvrijheid. Daarnaast is Van Lanschot Participaties
vooral een betrokken aandeelhouder die het management
ondersteunt en adviseert.
Healthcare @Van Lanschot
Wereldwijd neemt de behoefte aan gezondheidszorg
toe. In Zuid-Amerika, Azië en Afrika, werelddelen
met een groeiende bevolking en stijgende welvaart,
vertaalt die behoefte zich in een betere infra-
structuur en beschikbare zorg tegen zo laag mogelijke
kosten. In de Verenigde Staten zijn de kosten voor
gezondheidszorg dermate hoog opgelopen dat ze
voor een steeds kleiner deel van de bevolking zijn op
te brengen. En in het vergrijzende Europa stijgen
de zorgkosten en wordt de oplossing gezocht in
kostenbesparingen.
tekst: Yvette van Dael/Van Lanschot fotografie: archief Van Lanschot
pagina 11food / medisch
Westersingel 74 – 3015 LB Rotterdam / t: +31 (0)10 440 20 20 / www.vanlanschot.nl
Specialisme:
MedSciences Capital De ambitie om door innovatie, zorg betaalbaar te houden is een
gedeelde ambitie: Kempen & Co heeft als enige Nederlandse bank
een investeringsfonds in de gezondheidszorg: MedSciences Capital.
Het fonds investeert in niet-beursgenoteerde, opkomende
ondernemingen die zich toeleggen op de ontwikkeling van
innovatieve medische producten. Zo stond het fonds aan de wieg
van Prosensa, het intussen aan Nasdaq genoteerde Nederlandse
bedrijf dat op het punt staat om als eerste goedkeuring te vragen
voor een geneesmiddel tegen de dodelijke spierziekte van Duchenne.
Meer info: www.medsiencescapital.com.
Specialisme:
Kempen & Co Corporate Finance Kempen & Co Corporate Finance heeft een eigen Life Sciences & Healthcare
team, dat bedrijven begeleidt bij hun kapitaalmarkttransacties en
fusies & overnames. Zeker voor de biotechnologiebedrijven is toegang
tot kapitaalmarkten van groot belang bij het ontwikkelen van nieuwe
producten. Dit jaar was Kempen & Co onder meer betrokken bij de
beursgang van het Belgisch-Nederlandse bedrijf arGEN-X op Euronext
Brussel, en van het Duitse bedrijf Probiodrug op Euronext Amsterdam.
Beide bedrijven gebruiken het opgehaalde geld om hun producten ter
bestrijding van kanker en Alzheimer’s verder te ontwikkelen. Ook medisch
technologische bedrijven gebruiken een beursgang vaak om de benodigde
financiën op te halen voor hun innovatieve producten. Mainstay Medical
bijvoorbeeld, dat zich richt op de behandeling van lage rugpijn, is eerder dit
jaar naar de beurzen van Dublin en Parijs gebracht. Fusies en overnames
geven bedrijven tenslotte de mogelijkheid om technologieën te verwerven
of te combineren. Zo adviseerde Kempen & Co het Indiase farmaceutische
bedrijf Dr Reddy’s bij de overname van het Nederlandse technologiebedrijf
Octoplus.
Casus SkylineDx
In de medische sector ontstaan vanzelf nieuwe
kansen. De grootste impact wordt verwacht van
ondernemingen die innovatieve producten
combineren met slimmere productontwikkeling én
een duurzamer bedrijfsmodel. Zij worden de echte
‘game changers’. De eerste ondernemingen dienen
zich al aan. SkylineDx is zo’n onderneming, een
van de aanjagers van de Rotterdam Science Tower
(zie ook INN010#2, www.inn010.com) in het
Merwe-Vierhavensgebied.
SkylineDx vormt de schakel tussen onderzoek en
praktijk. Het Rotterdamse technologiebedrijf
brengt in 2015 de MMprofiler op de markt.
Een geautomatiseerde genetische test die de
ziekteprognose van een patiënt met een multipel
myeloon nóg nauwkeuriger weet te voorspellen.
Multipel Myeloom staat ook wel bekend als ziekte
van Kahler, en is een kwaadaardige woekering van
plasmacellen in het beenmerg. Aan de hand van de
MMprofiler wordt bepaald welk type beenmergkanker
iemand heeft. De test analyseert 92 kenmerken in
het genetische profiel van het aangedane beenmerg
en geeft inzicht of de patiënt een hoog risico heeft
om te overlijden. Dat inzicht stelt de behandelaar
weer in staat de juiste keuzes te maken in de
behandeling. Van de MMprofiler hangen dus
therapiebeslissingen af. Meer info: skylinedx.com
Loeren bij de boerenRotterdamse Oogst wil de regionale voedselketen versterken door
het organiseren van evenementen en marktplaatsen. Midden in de
stad en dicht bij de consument ontmoet boerenverstand wereld-
burgers, ambacht design en vergeten groente innovatie.
www.rotterdamseoogst.nl
madeINNO1O
FoodZwammen in het zwembadGeen zwemmers, maar zwammen bevolken nu het vroegere
zwembad Tropicana. RotterZwam redt koffiedik van de vuil-
verbranding en kweekt oesterzwammen op dit organische
restafval van lokale restaurants. Zonder afval achter te laten,
want ook de resten worden hergebruikt. Na de oogst gaan de
zwammen weer terug naar de horeca: de cirkel is weer rond.
www.rotterzwam.nl
Oogst van het dakNaar een idee van ontwerpbureau Zones Urbaines
Sensibles heeft Rotterdam het eerste oogstbare dak
van de Randstad: de DakAkker. Hier worden groente,
fruit en kruiden verbouwd, en honingbijen gehouden.
De DakAkker is opgezet als proef om te experimenteren
met groene daken.
www.dakakker.nl
tekst en samenstelling: Yvette van Dael
Een gezonde stadVoedseltuin Rotterdam komt op voor een duurzame stedelijke
samenleving met gezond voedsel voor iedereen. Volgens de
principes van permacultuur produceert de tuin biologisch geteelde
groente en fruit voor cliënten van de Voedselbank. De inhoud van
de voedselpakketten is er een stuk gezonder door geworden!
www.voedseltuin.com
FoodcuratorsDe bedenkers van Foodcurators houden zich bezig met voedsel en
vormgeving. Ze zetten voedsel stil dat anders weggegooid of zelfs
weggerot zou zijn en conserveren het. Door het te pletten, drogen,
in te maken, stoken enzovoorts verzamelen ze collecties van de
stilgezette producten. Op de foto notencollecties gevat in karamel.
www.foodcurators.wordpress.com
Écht biologische munttheeRotterdamse Munt levert ‘kruiden met eigenwaarde’:
ecologisch geteeld en verwerkt door de vrouwen uit de
buurt. De passie voor kruiden delen de tuinders graag
in workshops en natuurlessen. De verse munt en andere
kruiden vinden hun weg naar de keukens van de lokale
horeca en particulieren.
www.rotterdamsemunt.nl
Meer dan peen met uiBraakliggende terreinen worden moestuinen en leegstaande panden
worden restaurants: Hotspot Hutspot buigt leegstand in de wijken om
tot ‘hotspots’ waar tieners leren over stadslandbouw. Na schooltijd en
in het weekend koken ze en bedienen ze de gasten die zich de ‘hutspot’
maar al te goed laten smaken.
www.hotspothutspot.nl
pagina 13food / medisch
23799_INN010_advertorial.indd 3 18-11-14 16:28
Precies veertig jaar geleden werd zakenman Simon Abel eigenaar
van het zwaar vervallen Kasteel van Rhoon uit 1199. Dat jaar was
ook de start van de horeca in het prachtig gelegen slot. Eerst als
een soort kantine voor de Rotterdamse havenbaronnen, maar
steeds meer een à la carte restaurant met een goede keuken. Dat is
het werk van meester-kok Ad Janssen, die in 1987 naar Rhoon kwam
en in 1996 eigenaar werd.
In de loop der jaren groeide het Kasteel van Rhoon uit tot het hart
van een bloeiend horeca-imperium dat inmiddels acht zaken telt.
Meester-kok Aart van den Hoek zwaait de scepter in de keuken
van Biggo, bijgestaan door chef-kok Michael Verboom. Een goed
duo, zo bleek onlangs weer tijdens de speciale lunch waar Janssen
zijn jubileumplannen ontvouwde en stilstond bij een rijke carrière.
En net als de gasten genoot van Simon Stokvis uit ‘Toen was geluk
heel gewoon’, die de gangen aan elkaar praatte en zong, verbaal
dolde met Janssen en zijn waardering uitsprak voor het werk van de
meester-kok.
Puur en eerlijk‘Puur en eerlijk’ zijn al jaren de sleutelwoorden in Janssens werk.
‘Bij ons is de klassieke keuken nog steeds de basis, terwijl uit eten
gaan in de afgelopen jaren enorm is veranderd. Het begon met
chef-kok Paul Bocuse die als eerste het eten op het bord uitserveerde,
daarna kreeg je trends als nouvelle cuisine, back-to-basic met zelf
geteelde groente, de moleculaire keuken en de presentatie van
gerechten op hout en steen’, verhaalt Janssen. ‘Wij kennen het,
volgen het ook en af en toe vind je er iets van terug op je bord. Maar
wat goed is, moet je behouden’.
Dat is ook precies wat de gast wil, weet Janssen. ‘Dat gevoel
ontwikkel je in de loop der jaren, wij noemen dat ‘de gast lezen’.
De mensen willen verse duurzame spullen, goed bereid,
fatsoenlijke porties en redelijke prijzen. Als je dat aanvult met
gewilde accenten als groentes, kruiden en fruit uit onze
kasteeltuin, is iedereen tevreden,’ vervolgt hij. Het juiste
wijnadvies van Biggo’s sommelier Joseph Amhandi maakt lunch
en diner compleet. De persoonlijke benadering gaat bij het Kasteel
van Rhoon een nog grotere rol spelen. Compleet met tafel-
bereiding, zoals dat vroeger gewoon was. ‘Als je ziet dat de wilde
zalm zo vers van het mes op je bord komt, eet je net weer een stukje
lekkerder. En altijd vis van Schmidt Zeevis natuurlijk, al veertig jaar
onze vaste leverancier, ook daarin doen we geen concessies’.
Wie een blik op de kaart werpt, ziet dat Janssen ook vasthoudt aan
de klassiekers die Biggo kenmerken, zoals de ambachtelijke kreeften-
soep, een van de toppers van het huis. ‘De mensen blijven er om
vragen. Het recept is geheim, maar ik kan wel verklappen dat we
uitsluitend kreeft en pure room gebruiken en zeker geen
alcoholische smaakaccenten’.
Roofridder Biggo van Duivelandt was acht eeuwen geleden de eerste
bewoner van het Kasteel van Rhoon. Deze stichter van Rhoon, die
bekend stond als nietsontziend, heeft nooit kunnen bevroeden dat
zijn kasteel een geliefd monument zou worden voor trouwerijen,
recepties, diners, feesten en vergaderingen, zowel particulier als
zakelijk. Een plek ook waar de natuur zich op zijn best toont;
kleurig in de herfst en kristalfris in de winter. Het juiste decor
voor een culinair feestje op topniveau. <
tekst: Joke Waltmans fotografie: BIGGO Restaurant
Ad Janssen viert 40 jaar horeca
40 dagen lang een zesgangendiner voor 40 euro, 40 procent korting voor een
40-jarige, een gratis glas champagne voor een selfie met 40 in cijfers of letters
en, als dat lukt, een diner voor 40 meester-koks. In restaurant Biggo, de parel
van het Kasteel van Rhoon draait komend jaar alles om het getal 40.
Dorpsdijk 63, 3161 KD Rhoon / t: +31(0)10 501 88 96 / www.hetkasteelvanrhoon.nl
dagelijks geopend voor lunch en diner (zaterdag alleen diner)
- advertorial -
Precies veertig jaar geleden werd zakenman Simon Abel eigenaar
van het zwaar vervallen Kasteel van Rhoon uit 1199. Dat jaar was
ook de start van de horeca in het prachtig gelegen slot. Eerst als
een soort kantine voor de Rotterdamse havenbaronnen, maar
steeds meer een à la carte restaurant met een uitstekende keuken.
Dat is het werk van meesterkok Ad Janssen, die in 1987 naar Rhoon
kwam en in 1996 eigenaar werd.
In de loop der jaren groeide Het Kasteel van Rhoon uit tot het hart
van een bloeiend horeca-imperium dat inmiddels acht zaken telt.
Meesterkok Aart van den Hoek zwaait de scepter in de keuken
van BIGGO, bijgestaan door chefkok Michael Verboom. Een goed
duo, zo bleek onlangs weer tijdens de speciale lunch waar Janssen
zijn jubileumplannen ontvouwde en stilstond bij een rijke carrière.
Tijdens de lunch genoten de genodigden niet alleen van de
excellente gerechten, maar ook van Simon Stokvis, bekend van
‘Toen Was Geluk Heel Gewoon’, die de gangen aan elkaar praatte
en zong, verbaal dolde met Janssen en zijn waardering uitsprak voor
het werk van de meesterkok.
Puur en eerlijk‘Puur en eerlijk’ zijn al jaren de sleutelwoorden in Janssens werk.
‘Bij ons is de klassieke keuken nog steeds de basis, ondanks dat uit
eten gaan in de afgelopen jaren enorm is veranderd. Het begon met
chefkok Paul Bocuse die als eerste het eten op het bord
uitserveerde. Daarna kreeg je trends als nouvelle cuisine, back-
to-basic met zelf geteelde groente, de moleculaire keuken en de
presentatie van gerechten op hout en steen’, verhaalt Janssen. ‘Wij
kennen het, volgen het ook en af en toe vind je er iets van terug op
je bord. Maar wat goed is, moet je behouden’.
Dat is ook precies wat de gast wil, weet Janssen. ‘Dat gevoel
ontwikkel je in de loop der jaren, wij noemen dat ‘de gast lezen’.
De mensen willen verse, duurzame spullen; goed bereid,
fatsoenlijke porties en redelijke prijzen. Als je dat aanvult met
gewilde accenten als groentes, kruiden en fruit uit onze
kasteeltuin, is iedereen tevreden,’ vervolgt hij. Het juiste wijnadvies
van BIGGO’s maître Joseph Amhandi maakt lunch en diner
compleet. De persoonlijke benadering gaat bij Het Kasteel van
Rhoon een nog grotere rol spelen. Compleet met tafelbereiding,
zoals dat vroeger gewoon was. ‘Als je ziet dat de wilde zalm zo vers
van het mes op je bord komt, eet je net weer een stukje lekkerder.
En altijd vis van Schmidt Zeevis natuurlijk, al veertig jaar onze vaste
leverancier, ook daarin doen we geen concessies’.
Wie een blik op de kaart werpt, ziet dat Janssen ook vasthoudt aan
de klassiekers die BIGGO kenmerken, zoals de ambachtelijke
kreeftensoep, een van de toppers van het huis. ‘De mensen blijven
er om vragen. Het recept is geheim, maar ik kan wel verklappen dat
we uitsluitend kreeft en pure room gebruiken en zeker geen
alcoholische smaakaccenten’.
Roofridder Biggo van Duivelandt was acht eeuwen geleden de eerste
bewoner van Het Kasteel van Rhoon. Deze stichter van Rhoon, die
bekend stond als nietsontziend, heeft nooit kunnen bevroeden dat
zijn kasteel een geliefd monument zou worden voor trouwerijen,
recepties, diners, feesten en vergaderingen, zowel particulier als
zakelijk. Een plek ook waar de natuur zich op zijn best toont;
kleurig in de herfst en kristalfris in de winter. Het juiste decor
voor een culinair feestje op topniveau. <
Ad Janssen viert 40 jaar horeca
- advertorial -
Veertig dagen lang een zesgangendiner voor 40 euro, 40 procent korting voor
een 40-jarige, een gratis glas champagne voor een selfie met 40 in cijfers of
letters en, als dat lukt, een diner voor veertig meesterkoks. In BIGGO restaurant,
de parel van Het Kasteel van Rhoon draait komend jaar alles om het getal 40.
tekst: Joke Waltmans
Dorpsdijk 63, 3161 KD Rhoon / t. 010 501 88 96 / www.biggorestaurant.nl
dagelijks geopend voor lunch en diner (zaterdag alleen diner)
23799_INN010_advertorial.indd 4 18-11-14 16:28
pagina 15
pagina 16
Een koelkast die vlees en vis drie keer langer vers houdt dankzij de speciale
0 gradenzone en met optimale luchtvochtigheid die de houdbaarheid van
groente en fruit verlengt. Een vriezer die nooit meer ontdooid hoeft te
worden of een afwasautomaat die het water verwarmt met de restwarmte
van de koelkast. In de keukenwereld wordt volop geïnnoveerd.
>> Als voorloper in de keukenbranche bieden
wij in nauwe samenwerking met onze partners
alle laatste keukentrends. <<
Tieleman Keukens op het eiland Goeree-Overflakkee is meer dan vijftig
jaar specialist op het gebied van kwaliteitskeukens. Zes jaar geleden zag
eigenaar Jan Tieleman zijn droom in vervulling gaan: hij opende toen een
bijzonder moderne keukenzaak met meer dan zeventig keukens in diverse
uitvoeringen en opstellingen. Van eenvoudig functioneel tot zeer luxe
een dagje Tielemannen
De keuken wordt meer en meer de sociale hotspot van de
woning. De ontmoetingsplaats voor het gezin, familieleden en
vrienden. Samen koken is een feest, een lifestyle en vooral een
bezigheid waardoor mensen dichter tot elkaar komen. Samen
koken is dé trend van 2015. Trendwatchers voorspelden
het al en bij Tieleman Keukens in Middelharnis zien ze
het dagelijks: de keuken is hot en steeds energiezuiniger.
tekst: Joke Waltmans fotografie: archief Tieleman
Duurzame keukenspecialist op Goeree-Overflakkee
- advertorial -
pagina 17
keukens met domotica. Van klassiek tot
ultramodern. Alle nieuwe snufjes en ontwik-
kelingen ten spijt, koop je toch maar een of
twee keer in je leven een nieuwe keuken. Met
zorg zoek je er een uit. Wat wordt de stijl?
Wat mag er niet ontbreken? Wordt het mat of
glas, kleurig of gedekt? Als eenmaal de keuze is
gemaakt, toont de Living Wall bij Tieleman in
3D de nieuwe keuken op een scherm van drie
bij vier meter, dan zie je op ware grootte wat je
koopt vanuit verschillende standpunten.
‘Wij willen onze klant laten beleven, genieten en
hem entertainen tijdens de aanschaf van een
keuken en alle ‘zorgen’ wegnemen. Uiteindelijk
wil iedereen graag zien hoe het er uit komt te
zien, dat gaat niet vanaf papier.’
Alles bij Tieleman is gericht op de klant. Een dag
keukens bekijken is een dag ‘Tielemannen’,
inclusief een bezoek aan het Miele Experience
Centre. Voor de kinderen is er niet alleen de
traditionele speelhoek, maar ook een
babyruimte, een bioscoop waar tekenfilms
draaien en een playstationcentre.
Wie letterlijk trek heeft gekregen van alle
keukens kan terecht bij Werelds In-Side, de
eigen lunchroom waar ook bij een kopje koffie
de aankoop kan worden besproken. Puur en
eerlijk eten staat centraal bij Werelds In-Side
dat in korte tijd naam heeft gemaakt en ook
catering verzorgt.
Duurzaamheid en innovatie beperken zich
niet alleen tot de keukenvloer bij Tieleman.
Het nieuwe pand is duurzaam gebouwd en
telt 476 zonnepanelen. Bovendien werkt het
bedrijf voor zijn producten samen met
leveranciers die energiezuinige en duurzame
producten leveren die FSC-gecertificeerd zijn.
Op het maatschappelijke vlak worden
meerdere sportverenigingen en goede doelen
gesponsord. <
>> Vanuit onze oergedachte de
klant ‘nog ouderwets’ centraal
te stellen, willen wij onze klant
totaal ontzorgen. Onze eigen
montage- en servicediensten
waarborgen deze kwaliteit. <<
Korendreef 15, 3241 AS Middelharnis / t: +31 (0)187 60 25 55 / www.tielemankeukens.nl
- advertorial -
pagina 18
pagina 19energie
De zon straalt in een uur evenveel energie naar
de aarde als de mens in een jaar gebruikt.
Een deel van deze energie wordt in de natuur
opgevangen en opgeslagen door planten. Zowel
op het land als in grote hoeveelheden in de zee,
bijvoorbeeld in de vorm van algen. Zo ontstaan
groene grondstoffen, ofwel biomassa. De laatste
jaren hoor je steeds vaker de term biobased
economy vallen. In de biobased economy wordt
biomassa afkomstig van planten, algen en resten
uit de natuur gebruikt als een groene grondstof
voor chemie, materialen en energie. Naast de
grotere inzet van natuurlijke materialen gaat
het om het vernieuwen en optimaliseren
van raffinageprocessen. Ook de zorg om
de CO2-uitstoot speelt een voorname rol.
EnergietransitieIsabelle Vries, lector Port Development bij het
Kenniscentrum RDM, onderzoekt de betekenis
van nieuwe markten voor ruimtelijke ontwikkeling
van havens. Tevens is ze werkzaam bij de
afdeling Strategie van het Havenbedrijf
Rotterdam. ‘Voorheen draaide de haven om olie,
nu zoeken we naar nieuwe vormen van energie.
De fossiele brandstoffen raken op en verduur-
zaming staat hoog op de agenda. Bovendien
zijn we afhankelijk van importen uit regio’s met
grote politieke risico’s. Een energietransitie is
dus nodig om aan de verschillende bedreigingen
het hoofd te bieden en ook in de toekomst een
succesvolle haven te zijn.’ Ad de Kok, Lector
Hernieuwbare Grondstoffen bij het Kenniscentrum
RDM vult aan: ‘De energietransitie in Rotterdam
verloopt echter traag en het zal nog een zware
dobber worden om de landelijke doelstelling
van 14 procent duurzame energie in 2020 te
verwezenlijken. Uiteindelijk hebben we geen
keus. De transitie is iets van de lange adem, er
gaan twee of drie generaties overheen. Sommige
bedrijven zijn nog in een ontkenningsfase,
maar zullen zich vroeg of laat realiseren dat
omschakelen nodig is. Er leven in 2050 negen
miljard mensen op aarde die allemaal een
bepaalde levensstandaard wensen.’
Bioport plug & playIn Rotterdam is er al enkele jaren een samen-
werkingsverband op klimaatgebied tussen
gemeente, havenbedrijf, bedrijven in de haven
en de milieudienst DCMR: het Rotterdam
Climate Initiative (RCI). Speerpunten van het
Actieplan Energie RCI zijn onder meer inzetten/
opwekken van hernieuwbare energie (biomassa,
wind, zon), deltaplan warmte/koude energie-
infrastructuur, het stimuleren van LNG in
scheepvaart en vrachtverkeer, afvang, transport
en hergebruik en opslag van CO2, en Rotterdam
Bioport.
Biomassa is onmisbaar voor de aanpak om in
2030 de meest duurzame haven te zijn. Volgens
Vries liggen er volop mogelijkheden en kansen. >
groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven
Eén ding is duidelijk. De economie van de toekomst is niet meer gebaseerd op
aardolie. Sterker nog: over twintig jaar is er mogelijk geen druppel aardolie
meer te vinden. We zijn dus op zoek naar alternatieven. Een van de mogelijk-
heden is de biobased economy. Rotterdam onderzoekt de gevolgen voor
de Rotterdamse haven. En: waar liggen de uitdagingen en mogelijkheden?
tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel
Over de transitie naar een biobased economy
pagina 20
en waar de overheid en het bedrijfsleven
zich mee bezighouden. De Kok: ‘Er bestaat
onzekerheid over de gevolgen van biobased op
de lange termijn. Op wereldniveau liggen er
grote uitdagingen op het vlak van de grond-
schaarste en de stevige positie van de fossiele
reuzen die nu nog in staat zijn om de balans
bij fossiele grond- en brandstoffen te laten
doorslaan. En dan zijn er nog de hoge kosten.
Als puntje bij paaltje komt, denken de grote
bedrijven nog te veel aan het volgende kwartaal
en te weinig aan de komende dertig jaar.
Begrijpelijk, maar omschakelen naar nieuwe
technologieën kost tijd en geld: denk aan nieuwe
fabrieken en technieken, het opschalen. Het gaat
al snel over honderden miljoenen euro’s. Op het
moment wordt de olie in de wereld bovendien niet
duurder. En als een nieuwe, goedkope (maar
eindige) fossiele grondstof zoals schaliegas of
schalieolie zich aandient, dan verplaatst de focus
zich al snel weer naar de korte termijn.’
Vries pleit ervoor om vooral te kijken naar de
mogelijkheden en investeringskansen: ‘Hoe pas
je biobased duurzaam toe? Wel is het belangrijk
om te kijken naar het grotere geheel. Denk
aan de impact van productie en import van
biomassa als palmolie uit landen als Indonesië
en Maleisië, met name wegens de schadelijke
gevolgen voor de lokale bevolking en het
tropisch oerwoud. Biomassa is soms niet zo
groen als het lijkt. Partijen in de sector werken
aan certificering van eerlijke biomassa. De
regelgeving moet nog vorm krijgen, ook moet
het eenvoudiger worden om juist met
restproducten te werken.’
Mond of motor?Bioport streeft naar meervoudig gebruik van
biomassa: eerst de stoffen met hoogwaardige
toepassingen eruit halen, voor farmacie,
smaak- en geurstoffen en voedsel en dan de
volumineuze restproducten benutten als veevoer,
vezels en energie. Het echt verstoken doe je
alleen met stoffen die je niet meer kunt gebruiken.
De Kok: ‘Er worden te veel stoffen verbrand
waar nog waardevolle componenten in zitten.
We hebben de benodigde technologieën niet
voldoende onder de knie. Bij aardolie weten we
hoe we moeten fractioneren, dat doen we al meer
‘De energietransitie vormt een kans om nieuwe hernieuwbare grondstoffen aan
te boren, nieuwe technologieën toe te passen en te ontwikkelen, en nieuwe
bedrijvigheid van de grond te krijgen. In de Rotterdamse haven hebben we de
ruimte. Daarnaast hebben we een unieke gasinfrastructuur, pijpleidingen en
opslagmogelijkheden. Een deel van de Tweede Maasvlakte is bestemd voor
biobased ondernemingen. Daar creëren het Havenbedrijf Rotterdam en
nutsbedrijven de (nuts)voorzieningen zoals water, stroom en CO2-pijpleidingen.
Door dit plug & play-concept wordt het aantrekkelijk voor biobedrijven om zich
hier te vestigen. Ook is een aantal industriële complexen al langer geïntegreerd,
zoals in de Botlek. Dat wil zeggen dat bedrijven onderling grondstoffen, warmte
en restproducten uitwisselen. In het biobased cluster profiteren bedrijven dus
optimaal van elkaars aanwezigheid. Het restproduct van de één kan weer de
grondstof zijn voor de ander.’
Naast ‘traditionele’ vloeibare bulkstromen is het Rotterdamse olie- en chemiecluster
inmiddels ook aantrekkelijk voor het opzetten van nieuwe bulkstromen. Vier
biobrandstoffenproducenten hebben al gekozen voor Rotterdam als thuishaven.
En op de Maasvlakte komt een nieuwe fabriek waar van houtsnippers houtskool
wordt gemaakt (zie pagina 22). Houtskool vormt een prima bijstook in
kolengestookte elektriciteitscentrales.
Uitdagingen en mogelijkhedenHoe lang gaat de omschakeling duren? Zijn het winstgevende technieken? Welke
nieuwe regels en wetten moeten er komen? Wat zijn de kosten en opbrengsten?
Er zijn genoeg vragen rondom biomassa waar nog een antwoord op moet komen
pagina 21energie
dan honderd jaar. Dat kan bij biomassa ook,
maar dat kost tijd.’ We spreken over eerste-,
tweede- en derdegeneratie biomassa.
Suikerbiet, mais, tarwe, graan zijn bijvoorbeeld
eerste generatie. De trend is om over te gaan
op de tweede generatie, de restproducten zoals
de kolven, bladeren en stengels. Alles wat
wij niet eten. Dan concurreer je niet met de
voedselketen. De derde generatie zijn de algen
en de wieren. De verwachting is dat de
Rotterdamse industrie in toenemende mate
ook biobrandstoffen van algen gaat verwerken.
Het ligt voor de hand dat de producten uit de
kwekerijen hier worden verwerkt. Vries: ‘Wij
propageren het gebruik van tweedegeneratie-
en-verder-biobrandstoffen, om te voorkomen
dat we een keuze moeten maken tussen mond
of motor. Maar áls de keuze tussen de teelt van
voedselgewassen voor de consumptie of de
teelt van biobrandstoffen aan de orde is, dan
gaan voedselgewassen altijd voor.’
Circulaire economie In het verlengde van cascadering, altijd als
eerste proberen de componenten met de
hoogst toegevoegde waarde uit de biomassa
te halen, ligt het volledig sluiten van ketens,
het kringloopdenken. Hoe kun je reststoffen
weer inzetten? Het Havenbedrijf Rotterdam is
partij in het Circularity Center, gericht op
kennisontwikkeling en business development
in de circulaire economie. Diverse partijen
hebben elkaar gevonden in de ambitie om
grondstoffen en materialen te hergebruiken,
maar ook om daar nieuwe verdienmodellen
mee te creëren en de ontwikkeling naar een
circulaire economie te versnellen. Een van die
projecten is Plastic to Oil. Onderzocht wordt
welke methodieken en toepassingen mogelijk
zijn om plastic reststromen terug te kraken
tot olie en in een tweede stadium ook weer
terug naar plastics.
Vries: ‘Het is moeilijk om in te schatten
welke gevolgen een circulaire economie
heeft. Simpel gezegd hebben we heel andere
ladingstromen en productiefaciliteiten nodig
als we alles wat we hier consumeren lokaal
zouden produceren en hergebruiken. En de
gevolgen van ontwikkelingen als 3D-printing
hebben we nog niet goed in kaart. Wel duidelijk
is dat je daar grondstoffen voor nodig hebt, en
dat zijn bij voorkeur ook weer hernieuwbare
grondstoffen.’
Worden boeren oliesjeiks?Uiteindelijk valt er heel veel van biomassa te
maken. Nederland staat er vanwege
vooruitstrevende agrarische en chemische
industrieën goed voor om de omschakeling
naar biobased te maken. Wellicht vindt straks
een eerste bewerking van de biomassa plaats,
op of vlak bij de boerderij. De Kok: ‘In onze
energie- en grondstofbehoeften voorzien
met alleen biomassa is niet mogelijk. Dan
heb je drie aardbollen nodig. Dit valt deels te
ondervangen door algenkweek op zee. Maar
zelfs dat is onvoldoende om onze energie-
behoefte te dekken. Uiteindelijk pleit ik ervoor
om meer beroep te doen op de zon, een
onuitputtelijke bron van energie. Laten we
inzetten op diversificatie van energieopwekking.
Naast energieopwekking uit aardgas, kolen en
biomassa is het belangrijk om te investeren in
andere energiedragers zoals zon en wind.’ <
Green is the new gold for Rotterdam harbor
One thing is for sure: the economy of the future won’t be based on oil. In fact, there might not be a single drop of oil
left in twenty years’ time. So we’re looking for alternatives. One possibility is the bio-based economy.
In the last few years, that term has come up more and more. In a bio-based economy, biomass derived from plants,
algae and natural residues are used as green raw material for the manufacturing of chemicals, materials and energy.
In addition to increasing the use of natural materials, a bio-based economy involves renewing and optimizing
refining processes, with concern for CO2 emissions also playing an important role. Rotterdam is examining both
the challenges and the opportunities of a bio-based economy, and the implications for its port.
Biomass is an indispensible component to the goal of being the world’s most sustainable port by 2030. A section
of the Maasvlakte 2 has been specifically allocated for bio-based companies. The Port of Rotterdam and utility
companies are setting up services there such as water, steam and CO2 pipelines for that very purpose. The ‘plug-
and-play’ concept will make it more attractive for bio-based companies to establish themselves there. A number
of industrial complexes has already been integrated in a way that allows companies to exchange raw materials,
heat and residual products. In a bio-based culture, companies benefit from each other’s presence: one company’s
product can be another’s raw material.
To take it a step further, one could look at closing the recycling circle, or creating a closed-loop system. How can residual
products be used again to create new products that feed back into the system? The Port of Rotterdam is a member of the
Circularity Center, which is focused on the development of knowledge and business in the circular economy. One of
its projects is Plastic to Oil, which researches which methods and applications are possible in turning plastic waste
into oil, and then creating plastic again from that oil, closing the loop so that there is little to no waste.
De suikerbiet
De komende jaren liggen er enorme kansen voor de suikerbiet. Een belangrijk doel is nog steeds er suiker
van te maken. Als ze gerooid zijn, gaan ze naar de suikerfabriek. Daar vindt extractie van suiker plaats.
Het suikersap wordt gecentrifugeerd en zo worden de kristallen gescheiden. Daarnaast kan het suikersap voor
de productie van bio-ethanol worden gebruikt. Per hectare kan ongeveer 5000 à 6000 liter bio-ethanol
geproduceerd worden. En uit de restproducten van de suikerextractie kan cellulose-ethanol worden gehaald.
Suikerbieten zijn tevens een goede grondstof voor de vergister. Suikerbieten kunnen namelijk per hectare twee
keer zoveel energie opwekken als energiemais. En suikerbieten zijn zeer snel vergistbaar. Vergeleken met
andere traditionele landbouwgewassen produceren ze het meeste biogas per hectare.
pagina 22
Aangeboden door: RDM Centre of Expertise
Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
Biocoal is een houtachtige biomassa. Verhit tot maximaal 300°C krijgt
de massa eigenschappen die met steenkool te vergelijken zijn. Hierdoor
kan biocoal samen met gewone kolen in energiecentrales worden
gestookt. Een goed alternatief voor wanneer de kolenstroom straks
afneemt. Frans van Kleef, business developer bij Clean Tech Delta vertelt
over twee biocoalprojecten uit de Rotterdamse haven: ‘Allereerst is
er Bioforce. Doel van dit project is een fabriek te realiseren die in de
Rotterdamse haven houtchips tot biocoal verwerkt. De biocoalfabriek
komt op het terrein van EMO (Europees Massagoed-Overslagbedrijf)
op de Maasvlakte. Dat is nu zeker, de investeringsbeslissing is genomen.
Bioforce wordt geleid door River Basin Energy (RBE), en ondersteund
door een consortium van industriële en academische leiders zoals
Laborec (GDF-SUEZ groep), BS Energy (Duitsland), Sea2Sky (UK),
KIC InnoEnergy, EMO en TU Delft.’
Biolat In het verlengde van Bioforce ligt het Biolat project. Het doel van Biolat
is het ontwikkelen en toepassen van logistiek voor het ontvangen, lossen,
opslaan en transporteren van biomassa en biocoal, zowel in de haven
van Rotterdam als naar het achterland. Naast de logistiek op de EMO-terminal
richt dit project zich op het transport naar Duitsland waar de biocoal ook
gaat bijdragen aan groene energieopwekking. ‘Dat is interessant omdat
biocoal, anders dan bij wind en zon, constant te gebruiken is en
eenvoudig op- en af te schakelen. Om de biomassa te kunnen vervoeren
moet de bestaande kolenlogistiek worden aangepast. Biolat maakt de
industrie rijp voor grootschalige aanpak op de lange termijn.’
Het transporteren van biocoal werkt anders dan bij gewone kolen. Het
heeft dan ook allerlei haken en ogen. Van Kleef: ‘Biocoal is veel lichter.
De transportschepen liggen daardoor minder diep in het water, wat weer
consequenties heeft voor het laden en lossen en voor de grijpers op de
kade. Biocoal verstuift namelijk anders dan kolen. Dat moeten we
allemaal onderzoeken. Hier liggen mooie uitdagingen voor studenten
van RDM Centre of Expertise. Zij kunnen onder meer meedenken over
techniek, logistiek, kostenberekeningen en vergunningen. Er zijn al
voldoende concrete aanknopingspunten. Zo kunnen de studenten
samenwerken met de binnenvaartschippers/rederijen en de grijper-
leverancier die in het project participeren.’
Naast EMO en RBE zijn de andere partners in Biolat RDM Centre of
Expertise, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, Nemag, DAP
Barging, het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs. <
tekst: Madelon Stoele fotografie: Johhny Peleman
Bioforce en Biolat
Door toepassing van biomassa kan
de uitstoot van CO2 snel omlaag.
In Rotterdam komt nu een fabriek
die houtsnippers gaat verwerken tot
biocoal. Biocoal kan weer als vervanger
van kolen worden ingezet en geeft een
sterke impuls aan het opwekken en
het gebruik van duurzame energie.
Wereldwijd is de fabriek een primeur.
Frans van Kleef over twee energieprojecten in de haven
Bioforce and Biolat
Bio-coal is a wood-based biomass that can be used to partially replace coal in power
plants, stimulating the generation and use of renewable energy. Two bio-coal projects
have recently been established in the port of Rotterdam. Bioforce’s goal is to build a
factory that processes wood chips into bio-coal. Biolat will, among other things, deal
with the logistics of transporting biomass and bio-coal, both in the port of Rotterdam
and farther afield, particularly in Germany, where bio-coal will contribute to the green
energy sector.
energie
pagina 23
Aangeboden door: RDM Centre of Expertise
Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
Wie bij airconditioning nog aan herrie en grote apparaten denkt, heeft
een belangrijke ontwikkeling gemist. De nieuwste airconditioning-
systemen zijn juist geluidloos, strak vormgegeven en energiezuinig.
‘En ieder jaar zijn de technieken weer verfijnder’, weet Mark de Jong
van BAKO Koeltechniek & Airconditioning in Rhoon.
Nijverheidsweg 31, 3161 GJ Rhoon / t: +31 (0)10 223 64 66 / www.bako.nl
Het Rhoonse bedrijf, dat in 1976 door De Jong
senior werd opgericht, vindt zijn oorsprong in de
koeltechniek, maar de laatste jaren ligt de nadruk
meer op airconditioning. Zowel bij bedrijven als
particulieren. ‘We kunnen heel lokaal het juiste
systeem leveren, dat zowel koelt als verwarmt’,
legt De Jong uit. ‘Vooral in milieuvriendelijke
huizen heb je maar drie zonnestralen nodig om
de boel te verwarmen. Maar die warmte blijft in
de zomer ook hangen en dat wil je niet op je
slaapkamer. Of de verwarming slaat af omdat
de kamer op temperatuur is, maar jij zit op een
koud kantoor. Dan is airco een uitkomst en veel
zuiniger dan de thermostaat hoger zetten’,
vervolgt hij.
De stijgende populariteit van airconditioning
heeft ook de techniek een boost gegeven. ‘Vroeger
was de aircoregeling aan of uit, had je alles of niks.
Tegenwoordig zit de apparatuur vol met elektronica,
waardoor het in een ruimte beter en zuiniger
wordt geregeld. Die verfijnde techniek maakt het
bijvoorbeeld ook mogelijk de airco pas aan te laten
gaan als er iemand in de ruimte komt.’
Het rendement van airconditioning wordt ook
steeds hoger. De nieuwste apparatuur levert
rendementen van liefst 600 procent of meer.
Ook de uitvoering van de apparatuur wordt steeds
verfijnder: stijlvol weggewerkt in het plafond, aan
de muur of op de vloer. De Jong wijst op een wand
vol airco-systemen die veel weg hebben van een
flatscreen. Het is de Art Cool-lijn van LG: strakke,
platte designmodellen die in niets doen denken
aan een aircosysteem, maar dat wel zijn. ‘Door
de wissellijstfunctie kun je er een eigen foto in
plaatsen, of het behangpatroon dat je op de muur
hebt. Bedrijven kunnen er hun logo in plaatsen.
Als je dit bij de receptie hangt, is de temperatuur
altijd goed en heb je een mooie blikvanger.’ <
tekst: Joke Waltmans fotografie: Sjors Massar
Verfijnde aircotechnieklevert toprendement
- advertorial -
Food meets... urban developmentMagere verblijfscultuur binnenstad passé
Veni, vidi, vici: de Markthal kwam, zag en veroverde zijn plekje al voor
de opening in hartje Rotterdam. Een uniek architectonisch gebouw met
bouwtechnische innovaties en voorzien van een opvallend kunstwerk.
Vanuit de hele wereld komen mensen kijken naar de ‘koopkathedraal aan
de Maas’, zoals de bijnaam nu al luidt.
tekst: Ellen Lengkeek/Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel
De ooit verpauperde Rotterdamse binnenstad en grijze havenstad
vol oorlogslittekens is opgestaan. De magere verblijfscultuur in
het centrum is met de opening van de Markthal door koningin
Máxima in oktober 2014 voorgoed passé. In amper drie weken is
de Markthal met honderd versunits al door een miljoen mensen
bezocht en een enorme publiekstrekker.
En dat is exact wat de gemeente Rotterdam voor ogen had
tijdens de planvorming. Onder de noemer Citylounge wil zij de
totale binnenstad ontwikkelen tot een vitale kwaliteitsplek voor
ontmoeting, verblijf en vermaak. Citylounge is de metafoor
voor de sfeer die de stad nastreeft. Stoer, robuust en groots
aan de buitenkant. Warm, gastvrij en gezellig aan de
binnenkant. Mensen moeten in het nieuwe stadshart op
avontuur gaan. Gaan slenteren en steeds uitkomen op nieuwe
doorgangen om hun weg te kunnen vervolgen zoals dat in
veel andere Europese steden ook gebeurt.
‘Wij willen dat meer mensen in de binnenstad gaan wonen
en werken. Ook willen we dat meer mensen de binnenstad
bezoeken, er langer blijven en er meer geld besteden. Om dit
te bereiken gaan we door met het ontwikkelen van de
binnenstad tot een plek waar altijd iets te doen is. Een plek
waar het aangenaam is om te verblijven en te verpozen voor
bewoners, bezoekers, studenten, bedrijven en investeerders,’
aldus het stadsbestuur.
Daartoe is de afgelopen jaren een flinke aanzet gegeven. Het
college van B en W is bezig om de binnenstad te transformeren
van zakencentrum tot een meer grootstedelijk woonmilieu. Stille,
tochtige plekken in het in 1940 weggebombardeerde deel van de
stad zijn nieuw leven ingeblazen. Grensverleggend, werelds en
no-nonsense: zo ziet Rotterdam zichzelf graag en dat wil zij ook
in haar imago uitdragen. Vernieuwing zit in het dna van de stad,
een beetje New Yorks, geen buurt is dezelfde. Er worden
appartementencomplexen gerealiseerd, zoals Calypso en het
Timmerhuis en leegstaande of incourante kantoorgebouwen
worden herontwikkeld. Nieuwe woningen brengen levendigheid
in de stad. Nieuwe bewoners hebben bovendien een positief
effect op het omliggende gebied. >
pagina 24
pagina 25gebiedsontwikkeling
pagina 26
Gastvrij imagoRotterdam werkt bewust aan een gastvrij imago
van de binnenstad. En dus is de zestig jaar oude
Lijnbaan opgeknapt. Ooit Europa‘s eerste
autovrije winkelstraat, nu een rijksmonument uit
de wederopbouwarchitectuur. De trendy Witte
de Withstraat heeft inmiddels meer terrassen,
voetgangers en groen. Het Schouwburgplein
biedt een culturele en sportprogrammering die
samen met bewoners, ondernemers en kunst-
instellingen is opgesteld. Sowieso bestaat er steeds
meer aandacht voor kunst en groen in de openbare
ruimte. En voor evenementen en festivals.
Place to be Rotterdam heeft zich inmiddels als stad op
belangrijke ‘to-go-lijstjes’ gespeeld. Volgens de
Amerikaanse krant The New York Times staat het
op de tiende plek in de lijst van ‘steden die je
moet bezoeken’. Reisgids Rough Guide plaatst de
Maasstad op acht in de ranglijst met spannendste
steden van 2014. Rotterdam staat met foto’s van
de skyline tussen steden als Rio de Janeiro,
Marseille, Liverpool, Los Angeles, Perth en
Kaapstad.
Daartoe heeft onder meer een blikvanger als
het gebouw De Rotterdam van Rem Koolhaas
bijgedragen. Een hypermoderne verticale stad op
de Wilhelminapier met een vloeroppervlakte van
160.000 vierkante meter en 150 meter hoogte die
recent is opgeleverd. Zo ook het nieuwe Centraal
Station dat als entree fungeert voor de financiële
hub-to-be. En sinds 1 oktober dus ook de
Markthal die niet alleen mensen en bedrijvigheid
aantrekt, maar ook kopers verleidt er een
appartement te kopen. De kap van het gebouw
bevat maar liefst 228 appartementen en het is
daarmee de enige markt waar mensen wonen.
Duurzaam foodwalhallaDe Markthal biedt meer dan wonen en consu-
meren. Het gebouw wil tevens een innovatief
podium zijn voor een groot aanbod van duurzaam
voedsel. Zo is in de hal een unit van Natuurlijk!
te vinden, een samenwerking van Koppert Cress,
TomatoWorld en Best Fresh Group, die samen
aardappelen, groenten en fruit direct van de
teler verkopen.
Nieuw is de coöperatie Buutegeweun, waarin
dertig kleinschalig werkende producenten uit
Goeree-Overflakkee zich hebben verenigd. In de
Markthal heeft de coöperatie twee units waar
de vissers, boeren, slagers, telers en bakkers
van het eiland onder de rook van Rotterdam
hun waar aanbieden. ‘We beleven hier de weder-
opstanding van de Stellendamse garnaal, die
niet meer gezouten, gezuurd en ingevroren
naar Marokko wordt gevlogen om nogmaals te
worden behandeld en gepeld. Ons visaanbod
komt uit duurzame flyshoot en pulsevisserij.
We staan voor vers en duurzaam,’ legt woord-
voerder Mark Soetman uit. ’De moderne
tomatenkwekerij Van Noord werkt bijvoorbeeld
met geen enkel gewasbeschermingsmiddel en
verwerkt jaarlijks 25 miljoen verpakkings-
eenheden. De coöperatie wil energie besparen
en duurzame energietoepassingen stimuleren.
Nog een voorbeeld: een groene aspergeteler op
ons eiland levert nu ook energie aan het net. ‘
FoodlabDe Markthal huisvest tevens het foodlab De Wereld
van Smaak , waarin workshops, lezingen,
Feiten MarkthalArchitect: Winy Maas.
Bouwers: Mobilis en J.P van Eesteren.
Tekenden ook voor het nieuwe CS, De Kuip,
Euromast en renovatie Rijksmuseum.
Groot: ’s Wereld grootste overdekte foodmarkt;
71 meter breed, 117 meter lang.
Kunstenaars: Arno Coenen en Iris Roskam
ontwierpen een 11.000 vierkante meter grote
legpuzzel in het plafond met afbeeldingen
van voedsel en natuur. De producten lijken
gefotografeerd, maar zijn stuk voor stuk met
de computer opgebouwd. Het werk is gemaakt
met de nieuwste software van Pixar Animation
Studios, het bedrijf achter succesvolle
animatiefilms zoals Lord of the Rings, Finding
Nemo en Cars. De enorme beelden zijn
gerenderd in Nieuw-Zeeland en Frankrijk.
Ramen: Bij harde wind hebben de ramen in
de hal 70 cm speling naar binnen en buiten.
Geluid: In de hoogte zijn de binnenpanelen
geperforeerd om stemgeluid in de hal voor
bezoekers en bewoners te dempen.
Parkeren: Onder de hal is een innovatieve
duurzame parkeergarage met drie parkeerdekken
en 1200 plekken aangelegd. Ook thuis kan
online een plek worden gereserveerd voor elke
dag en ieder tijdstip. Geen wachttijden en
wachtende draaiende motoren met uitstoot,
maar ledverlichting en tal van oplaadplekken
voor elektrische auto’s. Auto’s met energielabel
A krijgen parkeerkorting. Zie interparking.nl.
Social media: Info via markthal.nl, facebook.com,
twitter, pinterest en instagram: @#indemarkthal
Openingstijden: Ma-do / za: 10-20 uur,
vr: 10-21 uur / zo 12-18 uur.
pagina 27gebiedsontwikkeling
The Markthal
Veni, vidi, vici: the Markthal, Rotterdam’s new indoor food market, came, saw and conquered even before its opening
in the heart of the city. A unique architectural building with structural innovations, it also features a striking work of art.
Since Queen Maxima officially opened the Markthal in October 2014, the city centre’s stagnant culture is clearly a thing of
the past. In just three weeks, a million people have visited the Markthal’s hundred stalls. And that is exactly what the city
of Rotterdam envisioned during the planning process.
The members of the city council are busy trying to transform the inner city from a business centre into a greater urban
living environment where there’s always something to do. A place where residents, visitors, students, businesses and
investors find it pleasant to stay and linger. Groundbreaking, international and no-nonsense: that’s Rotterdam’s vision of
itself, and one that it wants to convey.
Rotterdam is also working hard on its image as a hospitable place. The trendy Witte de With Street has more patios, pedestri-
ans and green space. The Schouwburgplein offers cultural and sport programs put together by residents, entrepreneurs and art
organizations. There’s also been a concerted effort to develop more public art and green spaces, as well as events and festivals.
Add to that Rem Koolhaas’ recently-completed 160 000 square meter multi-use building “De Rotterdam”, and the new central
train station that functions as an entrance to the financial hub-to-be. And since October first, the Markthal. The Markthal is
more than just a place to shop. The upper floors of the building consist of 228 apartments, making it the only market in which
people live. The building also wants to be an innovative platform for a wide range of sustainable food, offering the opportunity
to buy potatoes, vegetables and fruit directly from their growers. There are also a couple of stalls where fishermen, farmers,
butchers, bakers and growers from Goeree-Overflakkee, a stone’s throw away from Rotterdam, can sell their goods.
Finally the Markthal is home to the food lab The World of Taste, where workshops, lectures, conferences and
demonstrations are given: an interactive place for inspiration, experience, innovation and education in fresh food, and
where different sectors cross over, always coming back to the flavors of nature.
Nu de Markthal er staat, kan de directe omgeving
verder worden aangepakt: de Binnenrotte.
Het grootste plein van de stad dat zelfs mét
Markthal en markt niet vol te krijgen is.
Ook dit heeft een bijnaam, de landingsbaan,
omdat er een vliegtuig zou kunnen landen.
Het plein moet levendiger worden en gaat net
zoals de andere pleinen in het centrum op de
schop. De Binnenrotte wordt vergroend en krijgt
meer bomen en groene vlakken in aansluiting
op de markt, en aan weerszijden terrassen.
Er komt hetzelfde straatmeubilair als elders
in Rotterdam, met z’n typerende roodbruine
straatstenen en bankjes. Tot slot wordt de
Binnenrotte via een trap op de Grotemarkt
aangesloten, het plein tussen de Markthal en
de geplande nieuwbouw RottaNova. De trap
is nodig om het hoogteverschil tussen de
Grotemarkt en de Binnenrotte te overbruggen.
De herinrichting wordt in fasen uitgevoerd
en zal eind 2016 zijn voltooid.
congressen en demonstraties worden gegeven.
‘Een interactieve plek voor inspiratie, beleving,
innovatie en educatie op het gebied van vers
eten. Waar we cross-overs ervaren van de
verschillende verssectoren en weer teruggaan
naar de smaken van de natuur. Zoals het is
bedoeld’, vertelt directeur Carin Leenders de
Vries van de coöperatie DWVS. De Wereld van
Smaak is een onafhankelijke coöperatie U.A. en
bestaat uit vertegenwoordigers uit de verssector:
GroentenFruit Huis, Platform van Moeder
Natuur, Brood-en banketbakkersvereniging
NBOV, Kookpunt Rotterdam en Verstegen Spices
& Sauces B.V. Kinderen vormen een speciale
doelgroep. ‘Door kinderen hun smaak te laten
ontwikkelen en beter te leren proeven kunnen
ze een goede basis leggen voor gezond eten.
We bieden ook kooklessen aan basisscholen.
Inzet is duurzaam koken en eten.’ <
pagina 28
Ondernemen in Merwe-Vierhavens
De stadshavens van Rotterdam bieden ruimte voor nieuwe
bestemmingen op en aan het water, nu een deel van de haven-
activiteiten steeds meer richting Tweede Maasvlakte opschuift.
tekst: Yvette van Dael fotografie: Flying Holland/Bas Wilders/Stadshavens Rotterdam
Samen de versnelling maken naar een nieuwe economie
pagina 29
Een van de vier deelgebieden binnen de
stadshavens is Merwe-Vierhavens, ooit een van
de grootste fruithavens ter wereld. Dat de fruit- en
sappenbedrijven stilletjes de haven verlaten,
betekent echter niet dat de loodsen ongebruikt
blijven. Op de vrijkomende plekken ontstaat juist
steeds meer nieuwe bedrijvigheid. De eerste
pioniers uit de maakindustrie en de creatieve
sector vinden hun weg naar de leegstaande oude
gebouwen. Zij voelen zich aangetrokken tot het
ruige, industriële karakter van het gebied en de
aanwezigheid van het water alom.
Ontwikkel mee in MH4De nieuwe bedrijvigheid komt voort uit de strategie
die het Havenbedrijf en de gemeente Rotterdam
voor Merwe-Vierhavens hebben uitgezet. Zij willen
de stadshaven uitdrukkelijk samen met markt-
partijen transformeren tot een stedelijk platform
waar haven & stad en kennis & kunde bij elkaar
komen. En waar nieuwe woon- en werkvormen
een plek krijgen. De transformatie vindt
geleidelijk plaats, door slim mee te bewegen met
de markt en door met de huidige ondernemers
kansen te pakken. Het is de bedoeling dat er zich
in de toekomst ook bedrijven uit de clusters
cleantech, medisch en food thuis gaan voelen,
de economische clusters waarin Rotterdam
internationaal koploper is. Dat gaat zeker lukken,
want op een steenworp afstand van de Rotterdamse
binnenstad geeft Merwe-Vierhavens namelijk alle
ruimte aan vernieuwende plannen. Het gebied
fungeert als proeftuin, waar dingen bedacht en
gemaakt worden. Tel daarbij op de uitstekende
ligging nabij uitvalswegen en ov en het wordt
duidelijk wat het zo aantrekkelijk maakt voor
ondernemers die gedreven worden door
technologie en innovaties. Zij zijn de partijen die
samen met het Havenbedrijf Rotterdam en de
gemeente de versnelling kunnen maken naar een
nieuwe, stedelijke economie.
Nieuwe economieDe nieuwe economie is onder meer gebaseerd op
kleinschalige, lokaal georganiseerde netwerken
van producenten en consumenten, en verleent
plek aan technologische innovaties die de
bestaande economische sectoren omgooien en
nieuwe sectoren mogelijk maken. En dat is nu
precies wat er in Merwe-Vierhavens gaande is.
Voor de omslag zijn makers nodig. Ondernemers
die hun kans grijpen om te vernieuwen, te
groeien en door kruisbestuiving met andere
ondernemers tot onverwachte innovaties
komen. Daar hoort iets tegenover te staan,
vinden de gemeente en het Havenbedrijf
Rotterdam. Zij zorgen voor een aantrekkelijk
vestigingsklimaat en doen fysieke investeringen
in de buitenruimte en in de herontwikkeling
van de historische panden. Investeerders en
ondernemers mogen rekenen op een hoog
serviceniveau, snelle procedures en een
klantgerichte organisatie. Anders gezegd: voor
wat hoort wat, maar… hoe ervaren de pioniers
het ondernemen in Merwe-Vierhavens zelf?
We beginnen met Solid Shapes. >
>> Het gebied fungeert als proeftuin,
waar dingen bedacht en gemaakt worden <<
gebiedsontwikkeling
Samen de versnelling maken naar een nieuwe economie
De nieuwe economie wordt ook wel gezien als de
Derde Industriële Revolutie. Nieuwe technologieën
veranderen de wereld in razend tempo, met voorop
3D-printing. Maar vergeet ook niet de nieuwe
energievormen, robotics, nanotechnologie, het
printen van organen via bioprinting, Internet of
Things, big data en de circulaire economie.
Dit soort disruptive ontwikkelingen beïnvloeden
de wereldeconomieën. Om dichter bij huis te blijven:
wat zijn in Rotterdam de gevolgen voor de
werkgelegenheid en voor de haven? De impact is
straks enorm als in de haven geen containers meer
binnenkomen met speelgoed uit China, maar met
grondstoffen voor 3D-printing. De Maasstad kan
ineens uitgroeien tot dé grondstoffenhaven van de
wereld wanneer het speelgoed vervolgens hier geprint
wordt. Made in China wordt dan Made in
Rotterdam.
Over al deze vraagstukken organiseerde de
gemeente van 6-8 november de 3rd Rev Xperience
met een aantal co-creators als Bosch, Deltalinqs,
TU Delft, Ministerie van BZK en natuurlijk
Stadshavens Rotterdam. Afgewisseld met
demonstraties van bedrijven, kenniscentra en
onderwijsinstellingen op RDM Campus deelden
topdeskundigen uit binnen- en buitenland hun
toekomstbeeld. Een van de hoogtepunten was het
gloedvolle betoog dat topeconoom Jeremy Rifkin op
6 november hield over de wijze waarop Nederland
de Derde Industriële Revolutie kan ingaan. Het
Europees Parlement heeft zijn richtlijnen inmiddels
tot officieel Europees beleid gemaakt.
Het 3Daagse congres vond plaats in de Citrusveiling
in Merwe-Vierhavens, gezien het thema natuurlijk
de gedroomde locatie. Midden in het gebied waar de
Derde Industriële Revolutie al lang in gang is gezet.
Een uitgelezen kans om het gebied internationaal op
de kaart te zetten en bedrijven voor een van de
locaties in Merwe-Vierhavens te interesseren.
pagina 30
TJALKLAAN
1E M
ER
WEG
AT
ME
RW
EH
AV
EN
2E M
ER
WEG
AT
3E M
ER
WEG
AT
IJSSELHAVEN
LEKHAVEN
SCHIEDAMSEWEG
MARCONISTRAAT
GA
LILE
ISTR
AA
T
RA
DIO
STR
AA
TGU
STO
WEG
BEN
JAM
IN FR
AN
KLIN
STRA
AT
VIERHAVEN
STRAAT
KEILEWEG
KEILEWEG
KEILESTRAAT LEKSTRAAT
SCHIEDAMSEWEG
MATHENESSERWEG
UIT JE EIGEN STAD
MARCONISTRIP
GUSTOTERREIN
FERRO
R’DAM SCIENCE TOWER
DESIGN DOCK
VOEDSELTUIN
HAKA GEBOUW
ATELIER VAN LIESHOUT
DE VERTREKHAL
ENERGIECLUSTER
DE FRUITVISRICHARD HUTTEN
P
MARCONIPLEIN
M
KEILEHAVEN
A20SCHIEDAM
DELFSHAVEN
R’DAM CENTRUM
STADSHAVENS ROTTERDAM
NIEUWE MAAS
DAKPARK & BIGSHOPS
STUDIO ROOSEGAARDE
Solid Shapes (1) vertaalt voor ontwerpers virtuele
3D-ontwerpen in fysieke (schaal)modellen en
prototypes. Ze zitten in Design Dock Rotterdam,
in een voormalige vleeswarenfabriek. Vanessa van
Hemert vertelt dat ze zich drie jaar geleden vooral
vanwege de maakindustrie in Merwe-Vierhavens
hebben gevestigd en dat ze daar de vruchten van
plukken. ‘Sinds we hier zitten, hebben we er een
hoop klanten bijgekregen.’ Er zijn veel ontwerpers
en conceptmakers in het Design Dock en ‘dat
maakt samenwerken extra makkelijk.’ De
samenwerking gaat buiten gewoon door. ‘We
werken voor diverse ontwerpers en architecten uit
de directe omgeving. Omdat Merwe-Vierhavens
aan de noordkant van de stad ligt, zitten we ook
dicht bij Delft.’*
De Rotterdam Science Tower (2) zetelt sinds 2012
in een van de drie Europointtorens bij het Marconi-
plein. Het innovatiecentrum voor hoogwaardige
medische bedrijven levert kantoorruimte met
geavanceerde laboratoria aan medische
ondernemers en start-ups, onder meer vanuit het
Erasmus MC. Bijvoorbeeld Viroclinics Biosciences.
In hun hightech laboratorium op de 20e verdieping
voeren zij virologisch onderzoek uit voor
biofarmaceutische bedrijven vanuit de hele wereld.
Volgens CEO Bob van Gemen is het waardevol
om zo nabij de universiteit te zitten. ‘We hebben
slimme mensen in dienst, maar zijn een klein
bedrijf. Op de universiteit zit een van de allerbeste
virologische afdelingen van de wereld. Onderling
wisselen wij veel kennis en mensen uit. En dan is
het handig dat je bij elkaar in de buurt zit én dat je
goed bereikbaar bent.’*
Johan Bosman van ’Uit Je Eigen Stad’ (3) wil
Rotterdammers verbinden met hun eten. Uit Je
Eigen Stad is een stadslandbouwbedrijf van twee
hectare op een voormalig rangeerterrein. ‘We
verbouwen 45 soorten groente, kweken vis en
paddenstoelen en hebben 1200 kippen.’ En niet
te vergeten een winkel, restaurant en terras. ‘We
bieden Rotterdammers een alternatief voor de
supermarkt. Een speldenprik in de voedselketen.
We hebben met de gemeente afgesproken dat we
hier in elk geval tien jaar mogen blijven. Gelukkig
maar, want we hebben nog heel veel ideeën om
onze droom verder uit te werken.’*
Stichting Treehouse (4) zet zich in voor duurzame
vastgoedontwikkeling. Dat wil zeggen: geen nieuwe
kantoren bouwen, maar oude panden hergebruiken.
‘We zijn altijd op zoek naar gebieden waar nog veel
plaats is voor ontwikkeling. Op die manier zijn we
ook in Merwe-Vierhavens terechtgekomen. Waar
anderen een oude loods zien, zien wij kansen voor
nieuwe bedrijven en initiatieven’, aldus founder Bas
van den Berg. Van de gemeente huren zij de grote
loods, het Glazenpand en een deel van de buiten-
ruimte. Hiervoor zoeken zij nieuwe bestemmingen
en nieuwe gebruikers. ‘Eigenlijk zijn wij een soort
makelaar.’*
1
1
4
3
5
2
2 3
* Citaat uit publieksversie strategienota
pagina 31
Lekstraat 14 (havennr. 272), 3029 BN Rotterdam / t: +31 (0)10 283 38 00 / www.stadshavensrotterdam.nl
Entrepreneurship in Merwe-Vierhavens
Merwe-Vierhavens once was one of the world’s largest fruit ports. But the warehouses that the fruit and juice companies
abandoned are not empty. On the contrary, these are now places where pioneers from the manufacturing and creative
industries have decided to set up shop. The city and Port of Rotterdam have a vision to transform the Merwe-Vierhavens
area into an urban platform where harbour and city, knowledge and skills come together. And where new live-work spaces
can be developed. The idea is that businesses from the clean-tech, medical and food sectors will feel at home there in the
future - the same economic sectors in which Rotterdam has long been an international leader. Merwe-Vierhavens is a tes-
ting ground, a place where things are invented and made, attracting entrepreneurs driven by technology and innovation
and partnering with the Port and the municipality in their move towards a new, urban economy.
Some of the pioneers include:
Solid Shapes. Located in a former meatpacking factory, Solid Shapes translates virtual 3D designs into physical (scale)
models and prototypes.
The Rotterdam Science Tower, located in one of the three Europoint towers. This innovation hub for high-grade medical
companies offers office space and advanced laboratories to medical entrepreneurs and start-ups, including those associ-
ated with the Erasmus Medical Centre.
Uit Je Eigen Stad (From Your Own City), an urban farm located on a former railroad yard. Its goal is to connect Rotter-
dammers with what they eat.
Stichting Treehouse (Treehouse Foundation), committed to sustainable property development, reusing old buildings
instead of constructing new ones.
Daan Roosegaarde. Roosegaarde will move his Dutch studio to The Glass Building in May of 2015. His work blends art
and technology to make the world a more interesting, better and more beautiful place.
These sorts of disruptive developments can influence the world economy. Imagine that the Port of Rotterdam is no
longer full of toys made in China, but with materials for 3D-printing. If the toys were made in Rotterdam instead, it could
become the world’s raw material port. “Made in China” can become “Made in Rotterdam”.
gebiedsontwikkeling
De aanjager
Het Glazenpand is inmiddels verhuurd aan
Daan Roosegaarde (5) die in mei 2015 zijn
Nederlandse studio naar deze plek verhuist.
Roosegaarde is bezig met de vraag hoe je kunst
en technologie kunt inzetten om de wereld
interessanter, beter en mooier te maken. Hij ziet
de verhuizing naar Rotterdam als een upgrade:
van pand, context en ambitie. ‘De story of my
life is dat ik altijd buiten alle kaders val, maar nu
heet dat creativiteit. Creativiteit wordt het
exportproduct van Nederland en moet met
vakmanschap, met ‘de ballen’ gedaan worden.
In combinatie met een visie. Daarom wil ik in
een context zitten waar de maakindustrie zit,
waar mensen dromen hebben en waar cross-overs
ontstaan.’ Het pand wordt de komende maanden
klimaatneutraal gerenoveerd. Na de verhuizing gaat
hij met zijn team verder met het nieuwe ontwerp
voor de Afsluitdijk, een lichtinstallatie voor Schiphol
en het smogvrije park in Beijing. En natuurlijk met
opdrachten voor Rotterdam zelf en met pilot-
projecten, soms in opdracht, soms in eigen beheer.
In Food bijvoorbeeld. ‘Zelf ga ik eenmaal per jaar
naar de dokter en die zegt dan ‘meneer Roosegaarde,
u gaat nog niet dood.’ Loop ik in de supermarkt,
zie ik honderden producten met labels die me
helemaal niets zeggen. Nu ben ik met een aantal
supermarkten, een zorgverzekeraar en een bank
in gesprek over een draagbare buddy. Hiermee
wordt technologie een persoonlijk onderdeel van
wat we dragen en gebruikt om ons gezond te
houden. Er zit ook nog een vitaminesticker in de
kookpan, maar die laat ik daar nog lekker even
borrelen. Ik ben dus feitelijk constant bezig met
de vraag hoe je dingen kunt bedenken die de
wereld begrijpelijker maken.’ <
SOFIE zocht én vond ondernemers met toekomstvisieRotterdam doet er alles aan om de ontwikkelingen in de oude havengebieden te stimuleren.
Zo is in de zomer van 2013 SOFIE in het leven geroepen: het Stadshavens Ontwikkelingsfonds
voor Innovatie en Economie (zie ook het artikel in INN010#2 op www.inn010.com).
Ondernemers mogen bij het fonds onder bepaalde voorwaarden geld lenen en daarmee
een kansrijk project opzetten.
Twee aanvragen zijn inmiddels gehonoreerd. Wethouder Struijvenberg (Werkgelegenheid
en Economie) gaf op 4 november de eerste lening uit aan de Stichting Handelscompagnie
Sluisjesdijk voor de herontwikkeling van de voormalige tramremise. Het bijzondere aan
deze renovatie is dat langdurig werkloze jongeren uit Rotterdam-Zuid hier in diverse leer- en
werktrajecten ervaring opdoen.
De tweede lening is voor Maskerade®, een bouwmethode waarbij het houten casco en de
afbouw van elkaar gescheiden zijn. Maskerade wordt industrieel geprefabriceerd uit duurzame
(biobased) grondstoffen. De combinatie met een intelligent ventilatiesysteem zorgt voor een
gezonder leefklimaat. De bouw van twee Maskerade prototypen staat gepland in Heijplaat,
in Concept House Village.
4
* Citaat uit publieksversie strategienota
pagina 32
2
Maike AkkersGebiedsmanager M4H
de Favo1o spots van
Het gebied Merwehaven-Vierhavens (M4H) in Rotterdam is een internationale
proeftuin voor innovatieve technologische maakindustrie. Op en aan het water komt
zo een nieuw bijzonder innoverend stadsdeel tot leven. We gaan er werken, wonen,
leren en recreëren. ‘Er is hier genoeg ruimte om volop te experimenteren’, zegt een
enthousiaste Maike Akkers. Ze werkt voor de organisatie Stadshavens Rotterdam en
is Gebiedsmanager M4H. INN010 gaat met haar op stap in het
oude havengebied.
1
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar
1 E.On centrale
Vlak achter de Europointtorens ligt de E.On- Centrale, de oude
elektriciteitsfabriek aan de Galileïstraat. Het rauwe, ruwe karakter
van dit zware industriële gebied maakt deze plek extra
interessant. Het is de juiste plek voor innovatieve, technologisch
hoogwaardige maakindustrie. De centrale is inmiddels buiten
gebruik, een mooie kans voor de noodzakelijke vernieuwing van
dit gebied. Het is nu een desolaat terrein met oude loodsen,
kantoren en een grote lege kolenbak. ‘Straks bruist het hier.’
2 Het Glazenpand aan de Vierhavensstraat 54
‘Ook ondernemers in de ambachtelijke
maakindustrie voelen zich aangetrokken tot
het inspirerende klimaat van M4H en richten
hier hun atelier of bedrijfswerkplaats in. Het
Glazenpand uit de jaren ’30, ooit bestemd voor
havenactiviteiten, is een verrassende plek.
Van de buitenzijde verwacht je het niet maar
het is een prachtige, lichte ruimte, waarin
ontwerper Roosegaarde straks zijn nieuwe studio
opent. We hebben meer van zulke prachtige
plekken. Dat maakt dit gebied zo verrassend.
Onverwachte parels zijn het. Nu nog verborgen,
straks hotspots.’
3 Vertrekhal Oranjelijn, Benjamin Franklinstraat
‘Dit is de voormalige passagiers- en cargoterminal
in de Lekhaven. Een industrieel monument uit 1948.
Het was onderdeel van een groot loodsencomplex
dat tot in de jaren ’70 van de vorige eeuw een
belangrijke rol vervulde bij de stukgoedoverslag in
Rotterdam. Vanaf de Wilhelminapier vertrokken de
beter bedeelde mensen naar Amerika. Vanuit deze
vertrekhal gingen de goederen mee en het ‘gewone
volk’. Sinds 2008 huisvest het gebouw food- en
designbedrijven. Voor mij een sprekend voorbeeld
van het gewenste hergebruik van oude haven-
gebouwen. Verborgen tussen de grote fruit-
loodsen. Onverwacht, verrassend. De ondernemers
hierin, zoals bakkerij Koekela en koffieleverancier
Santas, zijn de pioniers van het eerste uur en zijn
precies de ondernemers die we willen in dit
gebied. Het is bovendien heel erg populair als
trouwlocatie.’
4 Uitzicht vanaf Lekhaven
‘Op de kop van de Lekhaven en bovenin de oude
vertrekhal heb je een prachtig uitzicht. Water,
schepen, de oude Radarpost, RDM Centre of
Expertise pal aan de overzijde, het oude te
ontwikkelen Katoenveem. Hier komen stad en
haven samen. Dit karakter, dit uitzicht maakt
M4H mede uniek. Een plek waar je trots bent
op de haven, op Rotterdam. Een echte
feelgoodplek.’
3
4
pagina 33gebiedsontwikkeling
De kenniscentra RDM en Innovatief Ondernemerschap trekken het initiatief binnen de Hogeschool. Interesse in de samenwerking of de brochure?
Kijk op www.rdmcampus.nl/rdmcoe of neem contact op met [email protected] of [email protected]
De klimaatverandering maakt de deltametropolen kwetsbaar. Zij kampen
met steeds zwaardere regenbuien, overstromingen en zelfs tropische
cyclonen en orkanen. De zeespiegel stijgt twee keer zo snel als voorspeld.
Er moet nú wat gebeuren. Met bouwen op water, waterpleinen en groene
gevels haalt Rotterdam internationaal de pers, denk aan de herontwik-
kelingsplannen voor de Rijnhaven en Aqua Dock op RDM Campus.
Vanuit het idee om die ervaringen wereldwijd binnen de netwerken van
connecting delta cities te delen is een samenwerking gestart tussen
RDM Centre of Expertise en Pratt Institute uit New York.
Instapmodel voor andere stedenLector Gert-Joost Peek van het Kenniscentrum RDM van Hogeschool
Rotterdam was nauw betrokken bij de start in september 2014. ‘De
samenwerking met Pratt is natuurlijk niet in één dag ontstaan. Wij zijn al
vier jaar in het Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange programma met
elkaar in de weer om kennis en best practices te delen. Deze gedegen
verkenning vormt het fundament onder de samenwerking en zorgt ervoor
dat andere steden naadloos op ons netwerk kunnen aansluiten.’
De afgelopen maanden hebben Peek en collega Gabriëlle Muris in
co-creatie met Pratt gewerkt aan een publicatie. ‘De brochure resilient
waterfront communities is onze eerste stap in de samenwerking. We
beschrijven erin hoe wij via een wereldwijd netwerk kunnen bijdragen
aan een toenemende veerkracht van de dichtbevolkte gemeenschappen
aan het water in hun aanpassing aan de klimaatverandering. De volgende
stap is concrete onderzoeken aan het netwerk toevoegen. Voor hun
minor zijn in november drie van onze studenten naar New York gegaan.
Zij onderzochten daar de veerkracht van de door het water getroffen
gemeenschappen in Brooklyn.’
Drie componentenDe samenwerking bestaat uit drie componenten. Online kennisdeling,
gezamenlijk onderzoek en onderwijs. Én onsite uitwisseling van studenten
en onderzoekers om samen met de gemeenschappen aan het water
oplossingen te bedenken voor de huidige en toekomstige ontwikkelings-
uitdagingen. ‘Met aandacht voor de ecologische en economische gevolgen.’
Peek vertelt dat de huidige netwerken binnen connecting delta cities
zich voornamelijk verhouden op het niveau van overheid tot overheid,
business-to-business of overheid tot business. ‘Wij willen de gemeen-
schappen aan het water een plek in die netwerken geven. Van Katrina heeft
Bloomberg geen natte voeten gekregen, maar de mensen van Brooklyn
hebben dat wél. En de problemen zijn daar nog steeds niet opgelost.
We willen de herontwikkeling van de stedelijke gebieden aan het water
dus vooral ook met de mensen doen, zodat zij er direct van profiteren.
Niet alleen in termen van waterveiligheid, maar ook in sociaaleconomische
spin-offs.’ De ambitie is om wereldwijd aansluiting te vinden bij de andere
connecting delta cities, van Manilla tot Melbourne. <
tekst: Yvette van Dael fotografie: Gerhard van Roon
Building climate resilient communitiesWat hebben New York, Rotterdam en de andere
deltametropolen in de wereld gemeen? De strijd tegen
het water. Deltametropolen moeten constant slimme
oplossingen zoeken om in te spelen op de effecten van de
klimaatverandering. Daarnaast moeten ze alternatieven
bedenken voor de stedelijke havengebieden die wegens
het wegtrekken van de havenactiviteiten ineens veel
ruimte over hebben. Deze gebieden langs het water
zijn nieuwe plekken om te wonen, werken en spelen.
Rotterdam en New York bouwen samen aan resilient waterfront cities
Building climate resilient communities
Building on the Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange program (2010-2014),
the RDM Centre of Expertise and Pratt Institute of New York plan to initiate and
foster a worldwide network of game changers and decision makers in delta cities to
address living with rising sea levels. Using online sharing of expertise, joint research
and education, and the onsite exchange of ideas, they hope to create innovative,
climate resilient communities in partnership with citizens, government and business.
pagina 34
De kenniscentra RDM en Innovatief Ondernemerschap trekken het initiatief binnen de Hogeschool. Interesse in de samenwerking of de brochure?
Kijk op www.rdmcampus.nl/rdmcoe of neem contact op met [email protected] of [email protected]
Aangeboden door RDM Centre of Expertise
Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
Een op afstand bestuurbare waterdrone is op
een aantal locaties in Nederland ingezet om
onderzoek te doen naar de effecten van bouwen
op water. INN010 spreekt met Rutger de
Graaf-van Dinther, lector bij het Kenniscentrum
RDM en eigenaar van Deltasync dat drijvend
bouwen als specialisme heeft. ‘Waterdrones
kunnen makkelijk onder de drijvende objecten
om gegevens te verzamelen. Duikers komen
daar in ondiep water niet bij, bovendien zijn ze
duur.’ Hij hoopt dat de studie een aantal
bezwaren tegen bouwen op waterkavels
wegneemt, vooral bij de vergunningverlenende
instanties. ‘In diverse projecten loopt Deltasync
ertegenaan dat waterschappen zich zorgen
maken over de gevolgen voor de ecologie en de
waterkwaliteit. Op de een of andere manier zijn
de effecten wereldwijd nooit onderzocht.’ De
studie is uitgevoerd binnen een consortium van
onderzoeksbureaus, gemeenten, waterschappen
en verschillende Nederlandse universiteiten en
hogescholen.
Een van de onderzochte locaties is het Drijvend
Paviljoen in de Rotterdamse Rijnhaven.
Studenten van onder meer Hogeschool
Rotterdam gingen in augustus op pad met een
drone die was voorzien van een camera om
de vissen en planten onder het drijvende object
in kaart te brengen. En van sensoren om de
waterkwaliteit te meten. ‘Op de beelden van de
camera zien we van alles onder het paviljoen.
Garnalen, zeewier, vissen… De natuur lijkt zich
er aardig thuis te voelen en dat is bijzonder,
want vóór het paviljoen er stond was er op die
plek weinig leven te bekennen. En dat in vier jaar
tijd.’ Ook de gegevens van de sensoren tonen
geen grote verschillen tussen de waterkwaliteit
onder het paviljoen en ernaast.
Op basis van de voorlopige resultaten lijkt het
erop dat kleinschalige drijvende constructies
geen negatief effect hebben op de waterkwaliteit.
‘Nu we meer weten, kunnen we voor drijvend
bouwen richtlijnen opstellen die ik weer kan
gebruiken voor de onderwijsprogramma’s aan
de Hogeschool. RDM Centre of Expertise gaat
een cruciale rol spelen in het vervolg. We
beschikken hier over een interdisciplinair
platform om het geheel naar een hoger plan te
tillen, van data-analyse tot het ontwikkelen van
een volgende generatie drones.’ Meer info,
dr. ir. Rutger de Graaf-van Dinther, lector Stad en
Water, Kenniscentrum RDM, [email protected] <
Een onbemand vliegtuig dat in kustgebied
illegale lozingen of scheepsbranden opspoort:
de drone die op zee de veiligheid bewaakt is weer
een stapje dichterbij na de presentatie van de
2Seas20 in de haven van Rotterdam. In het kader
van het Europese ontwikkelingsprogramma
Interreg 2 seas hebben zestien partijen uit de UK,
Frankrijk en Nederland gewerkt aan het eerste
prototype. De drone kan bijvoorbeeld ook een
incident op zee volgen en de maritieme grenzen
bewaken. Een bemand toestel kost vele tientallen
malen meer per uur en verbruikt meer dan
honderd keer zoveel brandstof. Het ontwerp voor
de 2seas20 is zeer innovatief. Met een spanwijdte
van 3,7 meter is de drone een van de eerste grote
drones uit de 3D-printer. Het protoype is in tien
dagen gebouwd. Een andere innovatie is de
gebruiksvriendelijke bediening. Het unieke
systeem stelt klant, camerabestuurder en piloot
in staat om, elk via een eigen touchscreen, met
elkaar te communiceren.
Onder meer door de huidige strenge regelgeving
zal het nog wel enige jaren duren voor de drone
daadwerkelijk boven de Noordzee gaat vliegen.
De businesscase ziet er positief uit, want er zit
een enorme potentie in onbemande vliegtuigen.
Tot die tijd staat het toestel nog even in opslag
bij de TU Delft.
Meer informatie op www.2seas-uav.com. <
tekst: Yvette van Dael fotografie: Deltasync/2seas20
Inzet van drones: onderzoeker of toezichthouder
De waterdrone
De luchtdrone
Using waterdrones
A remote-controlled waterdrone is being used to research the effects of building on water. ‘Waterdrones can manoeuvre
easily under floating objects to collect data. They can reach places divers can’t, like shallow water, and they’re cheaper,’
says Rutger de Graaf-van Dinther, lector at RDM Knowledge Centre. He hopes the research will remove barriers to building
on water, such as concerns about ecology and water quality that, until now, have never been studied. Based on the
preliminary results of the research, it seems that small-scale floating structures don’t affect the water quality.
pagina 35gebiedsontwikkeling
pagina 36
Met buitenplaats Rijshorst heeft bouw- en aannemingsbedrijf
Zoeteman een primeur voor Rhoon. ‘Deze gemeente heeft
prachtige woningen, maar geen luxe appartementen voor haar
inwoners die riant en beschermd willen wonen’, weet directeur
Mels Zoeteman. ‘Je vindt ze wel in Barendrecht en Rotterdam,
maar de meeste mensen die in Rhoon wonen, willen hier ook
blijven. Het is een mooie, groene gemeente en je zit binnen
tien minuten met de auto of de metro in de stad’.
Plan Rijshorst heeft die luxe en die ruimte wel. Op een eiland
aan de Rijsdijk/Achterdijk in Rhoon, met zicht op de weilanden,
wordt een monumentaal pand gebouwd met tien appartementen:
vier op de eerste woonlaag, vier op de tweede en twee pent-
houses op de bovenste verdieping. De appartementen variëren
van 140 tot 160 vierkante meter en de penthouses tellen 280
vierkante meter. De prijzen zijn vanaf 440.000 euro voor een
appartement tot 840.000 voor de penthouses. Alle woningen
hebben een eigen entree en zijn bereikbaar via de lift in de
centrale hal.
Zoeteman heeft de bouw van het luxe appartementencomplex
al lange tijd op zijn wensenlijst staan. Over belangstelling heeft
hij niet te klagen, de Rijshorst-brochures waren snel op. Na de
start van de verkoop, afgelopen augustus, zijn er al snel drie
appartementen verkocht, twee op de begane grond en één op
de eerste verdieping.
‘Het mooie van Rijshorst is dat je er heel beschermd woont.
Door de ligging op een eiland heb je een oprijlaan met eigen
toegang. Rondom is er water en om het gebouw een prachtig
aangelegde, gemeenschappelijke tuin. Het perceel is ruim
3500 vierkante meter waarvan de bebouwing 600 meter beslaat’,
schetst Zoeteman. De appartementen hebben ieder ook een
terras als eigen buitenruimte en sommige woningen zelfs
twee. De penthouses hebben de mogelijkheid voor een patio
en een daktuin.
Natuurlijke materialenBuitenplaats Rijshorst wordt opgetrokken uit veelal natuurlijke
materialen. Het pand wordt duurzaam gebouwd met keramische
dakpannen, lichte baksteen, hardhouten kozijnen en glas met
hoge isolatiewaardes. De appartementen worden alle voorzien
van intercom met camerasysteem.
De indeling van de appartementen is vrij te bepalen door de
kopers. Er is voldoende ruimte voor een ruime living van minimaal
zestig vierkante meter, een slaapkamer en een studeer- of
logeerkamer. ‘Heel geschikt voor stellen van wie de kinderen
het huis uit zijn. We hebben het bij Rijshorst meestal over
seniorenappartementen, maar een jong stel zal het hier ook
zeker naar zijn zin hebben’, stelt Zoeteman. ‘De eerste kopers
zijn nu de ruimte aan het indelen.’ Zij kunnen daarbij gebruik-
maken van de diensten van Eric Kant die als interieurarchitect
aan dit project is verbonden.
Buitenplaats Rijshorst: Luxe huizen, duurzame materialen
Op een karakteristieke plek aan de Rijsdijk in Rhoon verrijst volgend
jaar appartementencomplex Rijshorst. Een traditioneel gebouwd
complex dat plaats biedt aan tien appartementen. Een ideale plek om
ruim en beschermd te wonen, voorzien van alle privacy. En zoveel
mogelijk duurzaam gebouwd.
tekst: Joke Waltmans fotografie: archief Zoeteman
- advertorial -
pagina 37
Voor de keukeninrichting zijn er afspraken met Tieleman Keukens
in Middelharnis, daar wordt plan Rijshorst ook gepresenteerd.
‘Voor iedere koper ligt er een waardecheque van 2500 euro klaar’,
belooft Zoeteman.
De bouw van Rijshorst start zodra er zes appartementen zijn
verkocht, Zoeteman hoopt in het eerste kwartaal van 2015 te
kunnen beginnen. Met de bouw van Rijshorst voegt het Rhoonse
bouw- en aannemingsbedrijf weer een mooi pand toe aan zijn
‘visitekaartjes’. Dat zijn onder meer het Medisch Centrum, het
bedrijfspand van de Karl Steder Group, het kantoor van de
LBH-Group en van Jordex Shipping & Forwarding, allemaal in
Rhoon. ‘Mooie traditioneel gebouwde panden die, evenals onze
luxe villa’s, er net even uitspringen. Allemaal hebben ze dat luxe
tintje, zoals Rijshorst, waar woondromen waar worden.’’ <
Nijverheidsweg 17 – 3161 GJ Rhoon / t: +31 (0)10 501 53 33 / www.zoeteman.com
- advertorial -
pagina 38
‘Het complex innoveert mee met het gedrag
van de huidige en toekomstige consument’,
zegt Marloes Kalsbeek van het Rotterdamse
communicatiebureau Campagne namens
de woonboulevard-ondernemers. Spijkenisse
neemt als gemeente een derde plaats in binnen
de Stadsregio Rotterdam en faciliteert het eiland
Voorne-Putten. De woonboulevard op de hoek
van de N218 en de Groene Kruisweg, die
doorloopt tot aan de grens met Rotterdam,
speelt daarin een belangrijke rol.
Het woonwinkelcomplex bedient het eiland
met ruim 150.000 inwoners en een kleine
70.000 woningen.
Woonboulevard Spijkenisse bestaat uit 24
woonwinkels en horeca onder een golvende
luifel, die bij slecht weer als droogloop fungeert.
Op de hoeken van de woonwinkelblokken zijn
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief Campagne
Woonboulevard groeit naar belevenis
Het is opvallend te noemen dat juist in economisch mindere tijden
en een sterk concurrerend aanbod via de digitale snelweg,
Woonboulevard Spijkenisse floreert. Daar waar in Nederland veel
woonboulevards kampen met een verouderd imago, groeit dit
complex naar een lifestyle-boulevard waar internet verder wordt
geïntegreerd en meer wordt ingespeeld op beleving.
- advertorial -
pagina 39
hogere ovale gebouwen gerealiseerd. Bezoekers parkeren
gratis voor de deur van de winkels. Er zijn 500 parkeerplaatsen
aangelegd. Het complex is geopend in het najaar van 2009,
ten tijde van de economische crisis, en werd twee jaar later
al uitgebreid. In totaal telt het 40.000 vierkante meter aan
vloeroppervlak. Het bedrijf Groeneweg Bouw heeft de
woonboulevard in samenwerking met Van der Leur Vermeer
Architecten BNA en opdrachtgevers gebroeders Roobol
ontwikkeld.
Online koppelingInmiddels staat de woonboulevard voor een volgende fase.
‘De basis is opgezet vanuit een traditionele retailgedachte.
Die blijven we trouw maar gekoppeld aan nieuwe trends en
nieuw koopgedrag’, aldus Kalsbeek. ‘We gaan ons meer
proactief richten op het creëren van een beleving.’ Een trend
die wordt onderschreven door deskundigen. ‘Winkelen wordt
steeds meer een dagje uit. Het gaat om gezellig op pad zijn
en het opsnuiven van sfeer, die je mist als er online wordt
gewinkeld. Daarnaast maken winkels een steeds betere
koppeling met hun onlinewinkel om te concurreren met
de verkoop via het internet. Bijvoorbeeld met het plaatsen
van internetzuilen in de winkels waar ook direct online kan
worden besteld’, aldus consumentenpsycholoog Maud Ebbekink.
Op Woonboulevard Spijkenisse wordt een aantal winkels
kleiner van opzet en wordt op de eerste etage wereldrestaurant
De Watertuin geopend met ruim 500 couverts. Te midden van
koikarpervijvers, ruime volières, weelderige bomen en
rotsblokken kunnen bezoekers hier terecht voor diverse
internationale keukens. De gerechten worden in een open
keuken ter plekke bereid door koks. Het restaurant berekent
vaste tarieven en is zeven dagen van 09.30 tot 22.00 uur open.
Tevens komen op de woonboulevard meer live-evenementen
en leisure-activiteiten en wordt wifi beschikbaar voor interactie
met en service aan de consument. <
Lucebertstraat, 3202 SW Spijkenisse / www.woonboulevardspijkenisse.nl
www.facebook.com/woonboulevardspijkenisse
- advertorial -
welkom in de wereld van
tankopslag en innovatie
Creatieve diepgang in de Rotterdamse industrie
pagina 40
pagina 41maritiem
Op mondiaal niveau is de Rotterdamse haven
waarschijnlijk de grootste haven voor tankopslag
en vormt ze in ieder geval samen met Singapore
en Houston de top-drie. Rotterdam heeft
tankopslagcapaciteit voor alle typen bulk-
vloeistoffen. Denk aan ruwe olie, minerale
olieproducten zoals benzine, diesel, kerosine en
nafta, alle soorten vloeibare bulkchemicaliën,
biobrandstoffen en eetbare oliën en vetten.
De grootste opslagtanks voor ruwe olie staan
op de punt van de Maasvlakte en zijn van
de Maasvlakte Olie Terminal (MOT). Hier
bevinden zich ook steigers waar de grootste
olietankers kunnen lossen. De MOT is een
samenwerking van grote partijen als BP,
Esso, Vopak en Shell. Elders in de Europoort
bevinden zich bedrijven die onbereikbaar zijn
voor de allergrootste olietankers. De olie wordt
dan via pijpleidingen naar opslagtanks en
raffinaderijen in de Europoort gepompt en naar
afnemers in het achterland, zoals Vlissingen,
Antwerpen en het Ruhrgebied.
Fabriekjes Ron Vaz Dias, business developer bij Stichting
iTanks, introduceert ons in de wereld van de
tankopslag. Hij vertelt: ‘De grootste tanks zijn
85 meter in omvang. Er zijn ook kleintjes,
peperbusjes, van twaalf meter hoog en drie
meter doorsnee. Alle tanks zijn eigenlijk op
zichzelf staande fabriekjes, gebonden aan
strikte regels en normen. Sommige hebben
drijvende daken, een brandblussysteem. Je
moet dampen afvangen, corrosie tegengaan,
noem maar op. Elke tank heeft een onder-
houdscyclus. Bij sommige tanks duurt het
basisonderhoud alleen al veertig weken.
Hoe sneller dat onderhoud kan plaatsvinden,
hoe meer kosten kunnen worden bespaard.
En dat kun je doen met innovaties.’
iTanks In de tank- en opslagbranche valt veel te ver-
beteren en te innoveren, vooral op het gebied >
De avond is gevallen en de lampen in de haven zijn net aan.
Felle bonte lichten, afgewisseld met onduidelijke kleine lichtjes
die tot aan de horizon reiken. Het landschap doet futuristisch
aan. Alsof we in een andere wereld zijn. De lichtjes maken
duidelijk dat hier dag en nacht wordt gewerkt.
Rechte wegen, kranen, opslagtanks. Ja, dit is Rotterdam,
de belangrijkste Europese haven voor vloeibare lading
en de daaraan gekoppelde tankopslag, met een capaciteit
van 28,4 miljoen m3 in ruim 2100 tanks.
tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel, archief Boskalis (foto Jopie), Michiel de Kruik (foto Translas)
pagina 42
van kostenbesparing, efficiëntie, veiligheid
en milieuvriendelijkheid. Het Havenbedrijf
Rotterdam heeft stichting iTanks gevraagd
of zij de innovatiemotor van het havengebied
wil worden. Deze stichting, gegroeid
vanuit de op- en overslag, is havenbreed een
onafhankelijk kennis- en innovatieplatform.
Vaz Dias: ‘Wij brengen mensen en bedrijven op een
nieuwe manier samen. Door kennisuitwisseling
ontstaan nieuwe ideeën en concepten die weer
uitgroeien tot succesvolle innovaties.’
Inmiddels zijn er meer dan zeventig bedrijven
bij iTanks aangesloten. Belangrijke partners zijn
de Rabobank en het Havenbedrijf Rotterdam.
Naast asset owners zijn ook mkb’ers en zzp’ers
onderdeel van iTanks. Vaz Dias: ‘Zo komt
iedereen in contact met elkaar. Dat gebeurt
tijdens onze pitchontbijtjes, brainstormsessies,
rondetafeldiscussies, conferenties en evene-
menten. We gebruiken inspirerende locaties
om de creativiteit te bevorderen, zoals onze
eigen ruimte in de Scheepsbouwloods:
het iTanks Xperience Dock. Dat is allemaal
vrij nieuw voor deze industrie.’
Leren innoverenDe industrie werkt vooral operationeel.
‘Bovendien is er nu nog een financiële crisis
en staan grote bedrijven onder druk. Dan is
er geen tijd voor innovatie. De focus ligt op
de continuïteit van het bedrijf. Maar de
continuïteit van nu is ook die van later. De wereld
staat niet stil, ontwikkelingen gaan snel. Via
iTanks komen innovaties makkelijker binnen bij
de asset owners. Het is belangrijk om mee te
gaan. Er zijn voorbeelden genoeg van miljoenen-
bedrijven die een ontwikkeling misten, denk
aan Kodak of de Free Recordshop. Dat kan ons
ook gebeuren. Een loods vol materiaal raak je
misschien niet meer kwijt omdat straks alles
zelf op maat 3D kan worden geprint.’
Cultuuromslag‘Enerzijds besteden we vanuit iTanks aandacht
aan conventionele innovaties. Anderzijds
proberen we juist ook de nieuwe manier van
werken en denken bij de industrie onder de
aandacht te brengen. Denk aan het gebruik
van open data, 3D-printen, augmented reality,
crowdfunding en Google Glass voor de
industrie. Ook actueel is de wereld van de apps
en het gebruik van mobiele devices. In de
wereld van de tankopslag heb je te maken
met de ATEX-norm (Atmosphères Explosives).
Een gewone telefoon kun je door zijn vonk-
gevaarlijkheid niet zomaar gebruiken. Vaak
worden er nu nog opschrijfboekjes gebruikt.
Daar valt dus een hele wereld te winnen.’
Haven en industrie, het is vrij lang een
conservatieve wereld geweest. Innovatie?
Waarom, het gaat toch goed? Je kunt dus wel
spreken van een cultuuromslag. Vaz Dias: ‘Er
komen steeds meer jonge mensen de industrie
binnen. Zij denken op een andere manier, gaan
ook uit van een ander verdienmodel. De oudere
generatie groeide op met het idee van zoveel
mogelijk geld verdienen. Jongeren niet, zij kopen
vrije tijd en delen hun kennis. Jonge mensen
groeien op met dat hele idee van delen, dat
begint al op Facebook. iTanks wil de industrie
graag meegeven dat de wereld in transitie is en
dat we mee moeten. De kruisbesbestuiving
tussen jong en oud en mensen die niet uit deze
branche komen is interessant. Innovatie is een
breed begrip. Techneuten vinden elkaar toch wel.
Laatst is er een laserlasapparaat ontwikkeld door
mensen die nog nooit een tank van binnen
hadden gezien.’
Doe-mentaliteitDe Rotterdamse ‘doe-mentaliteit’ is sterk
verweven met iTanks die in de afgelopen jaren
meerdere innovaties concreet heeft gemaakt.
Vaz Dias: ‘Wij innoveren door echt met ideeën
aan de slag te gaan. We begeleiden bedrijven
vanaf een idee tot aan de uitvoering. We halen
problemen op uit de markt en gaan ermee aan
de slag. We innoveren niet om het innoveren.
Het doel is om twee of drie projecten per jaar
te begeleiden. We zijn nu ook bezig om het
Innovation Dock op RDM Campus als
innovation cluster te promoten. Hiervoor zijn
we onder meer in gesprek met Jules Dock,
RDM Makerspace, het Havenbedrijf en
Hogeschool Rotterdam.’
‘Een tijd terug hebben we samen met Boskalis
schoonmaakrobot Jopie ontwikkeld. Ook
hebben we een lastoorts ontwikkeld, samen
met TNO en Translas, die komt in november
op de markt. Op dit moment is het meest
concrete project voor de terminalwereld een
laserlasrobot. Deze kan in twee weken tijd een
tankbodem vervangen van 85 meter in omvang.
Normaal kost dat drie maanden. Die tijdwinst
levert enorm veel geld op. Bovendien is het
veiliger, want je werkt met minder mensen.’ <
iTanks Students
Enthousiasme opwekken voor de industrie bij
studenten en het gat dichten tussen theorie en
praktijk. Dat is het uitgangspunt van iTanks
Students. Zonder nieuwe lichting geen toekomst
voor onze haven! iTanks Students verbindt
studenten van universiteiten en hogescholen met
de industrie door bijbanen, stages, projecten en
door ze als denktank in te zetten.
Rookvrij lassen
Jelmer Wolleswinkel, commercieel directeur
Translas: ‘Samen met TNO en iTanks hebben
we een lastoorts met rookafzuiging ontwikkeld.
De testfase is inmiddels afgerond en we hopen
half november de markt op te gaan met deze
innovatie onder de naam Extractor.’
‘Tot nu toe waren ruimtelijke afzuiging en/of
een helm met frisse luchtunit voor lassers de
enige goede oplossing tegen schadelijke rook.
Nu is er iets nieuws ontwikkeld: een stand-alone
bron-afgezogen lastoorts. De kern hiervan is dat
de toorts lasrook efficiënt afzuigt zonder dat het
beschermgas wordt weggezogen. De rook blijft
niet in de omgeving van de lasser hangen. Dat is
schoner en gezonder.’
‘Bijzonder is dat we met de uitstoot bij het gebruik
van deze toorts onder de gestelde grenswaarde
uitkomen door 90 tot 95% van de lasrook weg te
nemen. Dat is revolutionair te noemen. Vooral
voor lassers onder extreme situaties – zoals in een
tank - is dat van belang. Daarnaast is de toorts
betaalbaar en niet zwaarder geworden, dat zijn
ook belangrijke punten.’
Creative innovation in Rotterdam’s port industry
On a global level, Rotterdam probably has the largest port for tank storage, with capacity for all types of bulk
liquids. Think crude oil, petroleum products (such as gasoline, diesel, kerosene and naphtha), liquid chemicals,
biofuels and edible oils and fats.
The tank and storage industry could use some improvement, especially in the areas of cost savings, efficiency, safety and
sustainability. With that in mind, the Port of Rotterdam has asked the iTanks Foundation to be the engine of innovation
in the harbour. iTanks is a port-wide, independent platform for expertise and innovation. More than seventy companies
have joined the platform, from Rabobank to small and medium-sized entrepreneurs, as well as freelancers. Asset owners
are exposed to more innovations via iTanks. ‘There are plenty of examples of big companies that missed the boat on
developing, like Kodak,’ says Ron Vaz Dias, a business developer at iTanks. ‘That could happen to us too. You might
suddenly have a warehouse full of material you can’t get rid of because everything can be custom 3D-printed instead.
‘On one hand, we pay a lot of attention to conventional innovations. On the other hand, we try to focus on thinking and
working in new ways, by incorporating things in the industry like open data, 3D-printing, augmented reality, crowdfunding
and Google Glass. Apps and mobile devices are also important. There’s a whole new world of possibility,’ says Vaz Dias.
One innovation that’s already in use is Jopie, a robot designed to clean the support columns - above and below water -
of things such as piers and oil platforms. Jopie is also suitable for inspection and repair work, as well as ultrasonic wall
thickness measurement, so that repairs can be carried out in a more ad hoc manner. Jopie is cheaper, faster, safer and more
environmentally friendly compared to using divers to clean and inspect scaffolding and platforms. Jopie’s developers are
also developing different variants of the robot for other industries, such as windmills. Jopie has the ability to turn this
industry - and others - upside down.
Hoe gaat het nu met Jopie?
Max Schellenbach, Manager Civil Boskalis
Offshore: ‘Een van de innovaties waar wij een
bijdrage aan hebben geleverd is de schoon-
maakrobot Jopie. Deze is ontwikkeld voor het
reinigen - boven en onder water - van steiger-
palen van bijvoorbeeld aanlegsteigers en
boorplatformen. Daarnaast is Jopie ook geschikt
voor inspectie- en reparatiewerkzaamheden en
voor ultrasone wanddiktemetingen, waardoor
onder meer ad hoc reparaties kunnen worden
uitgevoerd.’
Jopie, vernoemd naar Joop Riemens, een
werknemer uit de petrochemische industrie, is
vorig jaar op de markt gekomen. ‘Momenteel
zijn we bezig met het doorontwikkelen van
de robot. Het gaat goed, er is veel vraag naar.
Jopie kan ook op hele andere gebieden worden
ingezet, zoals bij windmolens. We richten ons
dan ook op verschillende varianten van de
robot.’
‘Je zou kunnen zeggen dat we de industrie
hiermee een beetje op z’n kop zetten. Jopie is
economisch voordeliger, sneller, veiliger en
milieuvriendelijker vergeleken met vroeger,
toen duikers palen van steigers en platformen
moesten reinigen en inspecteren.’
pagina 43maritiem
pagina 44
pagina 45maritiem
Een ergernis minder Trots toont directeur-eigenaar Peter Leenheer, de vierde
opeenvolgende Leenheer aan het roer, het nieuwe opslagterrein
van maar liefst 12.000 m2 aan de Heijsehaven op het voor-
malige RDM-terrein. Leenheer: ‘Voorheen gebruikten we vijf
verschillende opslaglocaties met alle interne transportkosten
van dien. Maar behalve een forse besparing, is het zonder al
die vrachtwagens op de weg natuurlijk ook stukken milieu-
vriendelijker’. Hij wijst naar de rekken vol met ‘hijsmiddelen’
die met elektro-heftrucks af en aan worden gereden. Een
ergernis minder, ook dat: ‘Je moet het zien als een hoogst
efficiënte bibliotheek. Vroeger lagen onze materialen vaak
op de verkeerde plek, dus als je iets nodig had, lag het altijd
op een van de andere terreinen. Nu grijpen we haast nooit
meer mis’.
Kunststukje De HefEr is op de Willemsbrug na geen Rotterdamse brug waar Bonn
& Mees niet aan heeft meegewerkt. Onder grote publieke
belangstelling werd het meest recente kunststukje uitgevoerd:
het uithijsen van De Hef die een grote onderhoudsbeurt krijgt.
‘Met onze drijvende bokken ‘Matador’ en ‘Matador 2’ hebben
we het 560 ton zware platform - de ‘val’ - uit de oude spoorbrug
gehesen en aan de Merwehaven op de kade gelegd’.
Prima conditieEen specialiteit van Bonn & Mees is het verplaatsen van
opslagtanks. Nieuwe exemplaren die bij de producent van
de wal worden gehesen en worden vervoerd naar de eind-
bestemming of bestaande tanks die over water van de ene
naar de andere terminal worden verplaatst. ‘De grootste
opslagtanks die wij in de takels hadden, hebben een diameter
van 84 meter. Die zijn zo groot dat ze uiteraard nooit over de
weg vervoerd worden’, aldus de directeur.
Peter Leenheer ziet een grote toename in het transport
van hergebruikte tanks: ‘Het is echt een volwassen markt
geworden die ook helemaal past in de groene, duurzame
trend. Voeger werden tanks afgeschreven en haalden wij de
slooptanks gewoon weg, nu worden ze opnieuw gebruikt op
andere locaties. Hergebruik is uiteraard ook veel voordeliger;
op de coating na zijn de tanks vaak nog in prima conditie.’ <
Sluisjesdijk 123, 3087 AE Rotterdam / t: +31(0)10 - 42 90 5443 / www.bonn-mees.com
Hergebruikte opslagtanks passen helemaal in de groene trend
Peter Leenheer, Bonn & Mees
tekst: Karen Auer fotografie: archief Bonn & Mees
- advertorial -
pagina 46
De laatste jaren is de aandacht voor veiligheid,
milieu en gezondheid (Health, Safety &
Environment, ofwel HSE) in de olie- en
gassector en petrochemie sterk toegenomen.
Niet alleen hanteren overheden steeds strengere
regels, ook bedrijven zelf erkennen het belang
ervan. Een effectief HSE-beleid vermindert onder
meer het risico op ongevallen, wat direct van
invloed is op het rendement van de organisatie.
HSE is een zaak van de hele organisatie. Een
geïntegreerde informatievoorziening speelt
hierbij een cruciale rol. IFS heeft verschillende
applicaties die de diverse aspecten van
HSE-beleid ondersteunen.
>> Door deze samenwerking biedt Deloitte alle consultancy-diensten op het gebied van business en systemen waar klanten om vragen, inclusief consultancy-diensten voor de implementatie van IFS Applications’, zegt Eric Vennix, Partner bij Deloitte Consulting in Nederland. <<
Een eerste vereiste is een efficiënt HSE-
managementsysteem. In zo’n systeem zijn de
verantwoordelijkheden, praktijken, procedures,
processen en middelen voor de uitvoering van
gezondheid, veiligheid en milieuzorg vastgelegd.
De voordelen van een HSE-managementsysteem
gaan verder dan voldoen aan de wettelijke eisen.
Het verbeteren van processen en voorkomen van
ongelukken en milieuschade komen de efficiency
ten goede en leiden tot lagere kosten.
Contractor managementEen belangrijk onderdeel van HSE-management
is Contractor Management. Daarbij meet de
Deloitte heeft een overeenkomst gesloten met
ERP-leverancier IFS en wordt daarmee strategisch
partner van IFS voor de implementatie van
IFS Applications in de offshore, olie & gas- en
maritieme sector in de Benelux.
tekst: Chris Thomassen fotografie: archief IFS
engineering, procurement & constructionsector kan niet zonder geïntegreerde informatievoorziening bij Hse-beleid
pagina 47
Flight Forum 3450, 5657 EW Eindhoven / t: +31 40 29 23 292 / www.ifsworld.com
Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
opdrachtgever de prestaties van onderaannemers,
leveranciers en andere partijen waarmee de
organisatie samenwerkt. Partijen leggen
de afspraken over veiligheid en werkwijzen,
rollen en verantwoordelijkheden in de regel
gedetailleerd vast, zodat goede controle
mogelijk is en de organisatie dagelijks werkt
aan een ongevalvrije werkplek. Ook wanneer
werk wordt uitbesteed aan (sub)contractors is
het een must om een geïntegreerd systeem te
hebben voor het beheer van gezondheids- en
veiligheidsinformatie, verzekeringsgegevens,
trainingsprogramma’s en specifieke
documenten.
Meten van de eigen prestatiesEen organisatie moet natuurlijk ook zelf de
prestaties op HSE-gebied meten, hiervoor
worden kritieke prestatie-indicatoren vastgelegd,
afgekort kpi’s. Via actieve monitoring en
reguliere inspecties is vast te stellen hoe de
organisatie op veiligheid scoort. Risico’s zijn zo
te verminderen en bovendien kan de organisatie
proactief reageren als blijkt dat de prestaties
achterblijven bij de vastgestelde standaarden.
Met een regelmatige audit van de prestaties
zijn deze constant te verbeteren en zijn blinde
vlekken op te sporen. Hierdoor gaat de
algemene kwaliteit van het HSE-beleid omhoog.
AutomatiseringVoor veel organisaties is het monitoren en
rapporteren van incidenten best complex. Het
registreren van incidenten gebeurt maar al te vaak
in op zich staande informatiesystemen die maar
een deelaspect van het totale HSE-beleid onder-
steunen. Daardoor mist een organisatie het
totaalbeeld en valt er geen verband te leggen
met de andere bedrijfsprocessen. Je moet je dan
feitelijk de vraag stellen wat voor het automatiseren
van bedrijfsprocessen het beste alternatief is.
Een geïntegreerd systeem dat alle processen
ondersteunt of een zogenaamde best-of-breed-
aanpak, waarbij voor ieder proces een aparte
toepassing ingezet wordt?
Een best-of-breed-aanpak lijkt aantrekkelijk,
omdat een pakket helemaal is gebouwd voor
een functie. Een geïntegreerde aanpak heeft
weer voordelen vanwege het gebruiksgemak,
het delen van gegevens en kostenbesparingen.
Het beste alternatief? Onderstaande
argumenten spelen mogelijk een rol bij
het maken van een definitieve keus:
Kosten
Een best-of-breed-toepassing is vaak duurder in
aanschaf en gebruik. Medewerkers hebben extra
training nodig, er zijn koppelingen nodig naar
andere softwarepakketten en gegevens zijn
moeilijker te delen.
Ondersteuning
Hoe meer verschillende systemen een organisatie
inzet, hoe complexer de ondersteuning en het
beheer. Medewerkers moeten zich verdiepen in
verschillende technologieën en benaderingen, en
de verschillende interfaces onderhouden.
Effectiviteit
Leveranciers van geïntegreerde bedrijfssystemen
vullen hun software constant aan met nieuwe
functionaliteit. Functionaliteit die in eigen huis
is ontwikkeld of na een overname in de eigen
software opgenomen. Er is dan sprake van een
combinatie van de geïntegreerde aanpak en
best-of-breed. In deze situatie is het delen van
gegevens eenvoudiger. Thomassen: ‘En dat is
ook meteen het belangrijkste argument om te
pleiten voor een geïntegreerde aanpak: wanneer
alle relevante gegevens in één database zijn
opgeslagen, zijn verbanden beter te leggen en is
een totaalbeeld van het HSE-beleid te creëren.
Dat is bij op zichzelf staande systemen vele
malen moeilijker, omdat gegevens verspreid
over de organisatie worden bewaard. Je weet
dan nooit zeker of een rapportage compleet is.
Bij een geïntegreerde aanpak bestaat die
onzekerheid niet.’ <
Chris Thomassen ([email protected])
is senior business consultant Oil & Gas, Maritime
Industry bij softwareleverancier IFS Benelux
>> Vennix: ‘Deloitte isSilver Partner van IFS. Onze samenwerking richt zich met name op vraagstukken die in de maritieme sector spelen.’<<
maritiem
ERP staat voor enterprise resource planning, software die binnen organisaties wordt gebruikt ter
ondersteuning van alle processen binnen het bedrijf. ERP-software wordt in de wandelgangen vaak
bekritiseerd omdat het te complex zou zijn en moeilijk in gebruik. De bedrijfssoftware van IFS is dat
allesbehalve. IFS richt zich niet alleen op gebruiksgemak, maar op de volledige gebruikerservaring.
Mensen moeten van de applicatie houden, is het credo. De samenwerking stelt Deloitte dus in staat zijn
portfolio uit te breiden met een bewezen ERP-oplossing die bekend is om zijn prestaties, functionaliteit
en flexibiliteit. Volledig opgeleide Deloitte IFS-specialisten bieden klanten een grondige kennis van de
business en technologische expertise.
Engineering, procurement & construction
Deloitte has signed an agreement with ERP vendor IFS, becoming a strategic partner for the implementation of
IFS Applications in the offshore, oil & gas and maritime industry in the Benelux.
ERP stands for enterprise resource planning, software used within organizations to support all processes within their
company. Employees often criticize ERP software because supposedly it’s too complex and difficult to use. IFS’s business
software is anything but. IFS focuses not just on usability, but on the complete user experience. The credo is: people
have to love it. The partnership will enable Deloitte to expand its portfolio with a proven ERP solution recognized for its
performance, functionality and flexibility. Fully trained Deloitte IFS specialists will offer clients a thorough understanding
of business and technological expertise.
pagina 48
tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar
Een informele organisatie is een voorwaarde
voor productinnovatie
De Boelaars & Lambert Groep, adviseur op het gebied van
verzekeringen en andere financiële diensten, is van oorsprong
een echt Rotterdams bedrijf en al bijna een eeuw actief.
Danny Monjé, directeur-aandeelhouder
Boelaars & Lambert Groep
pagina 49maritiem
Schiekade 79-85, 3033 BE Rotterdam / t: +31 (0)10 44 33 400 / www.boelaarsenlambert.nl
Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
Imiddels zijn ze uitgegroeid tot een landelijk en zelfs internationaal
opererende organisatie. De verzekeringsmakelaar richt zich vooral op het
midden- en kleinbedrijf. In 2008 namen de huidige directeuren, de broers
Peter en Danny Monjé, de Boelaars & Lambert Groep over. Danny Monjé,
directeur-aandeelhouder en Registermakelaar in Assurantiën beschikt
over grondige kennis op het gebied van risicobeheer.
Wat is jullie marktgebied?‘We richten ons in de breedte op bedrijfsverzekeringen van het midden-
en kleinbedrijf. Wij werken met gespecialiseerde afdelingen en zijn
vooral sterk op het vlak van logistieke risico’s van ondernemingen zoals:
verladers, fabrikanten, producenten, handelsbedrijven en logistieke
dienstverleners.
Wat is jullie grootste kracht?‘Onze kracht is om vanuit de ondernemer te denken, klantgericht en
niet alleen productgericht. We zijn persoonlijk betrokken bij onze
klanten. Anders kun je de risico’s nooit goed inschatten. Het gaat echt
altijd om maatwerk.’
En wat is de link met industrie/ transport/food? ‘Goederentransportverzekeringen zijn een belangrijk onderdeel van onze
activiteiten. Bij het verplaatsen van goederen van A naar B komt veel
kijken. Het is nogal een verschil of je betonnen buizen vervoert of groente
en fruit. Dan kun je niet met een doorsnee-verzekering aankomen. Wij
kijken per soort ondernemer naar de risico’s bij het transporteren van
goederen en adviseren over mogelijke verzekeringen. Als verzekerings-
makelaar ontwikkelen we eigen producten en clausules, geënt op de
specifieke risico’s van de onderneming, dat is noodzakelijk in deze sector.’
Wat zijn de risico’s?Met name logistieke dienstverleners zijn in de huidige marktomstandigheden
gefocust op meer omzet en winst. Ondernemers nemen daardoor soms
te grote risico’s bij het afsluiten van contracten. Daarnaast is er nog steeds
onvoldoende kennis over de handelscondities, de Incoterms (International
Commercial Terms), met alle risico’s van dien voor de ondernemer.
Waarin onderscheiden jullie je van de concurrenten?‘Wij ontwikkelden een tool waarmee we inventariseren en analyseren
welke risico’s een onderneming loopt, waarbij onder meer contracten
met opdrachtgevers worden beoordeeld. Dan kijken we welke risico’s
beheersbaar zijn, waar preventie mogelijk is en waar maatregelen te
nemen zijn. Vervolgens kijken we hoe we de overgebleven risico’s
voldoende kunnen afschermen. Ons adagium is: ‘verzekering als
vangnet is iets heel anders dan een verzekering als hangmat.’ Op die
manier blijft het kostenplaatje voor het verzekeren van risico’s
aantrekkelijk.
Wat is het raakvlak met innovatie en duurzaamheid?‘In 2006 hebben we een online webapplicatie ontwikkeld voor de
Organisatie voor Erkende Verhuizers (OEV), waardoor real time garantie-
certificaten aan de individuele relaties konden worden overhandigd.
Dat was toen vrij vooruitstrevend. Ook ondersteunen en faciliteren we
maatschappelijk verantwoorde projecten zoals het initiatief Klimaatneutrale
verhuizing en Greenparts. Bij Greenparts gaat het om schadeherstel van
auto’s met gebruikte onderdelen. Kortom: we spelen in op maatschappelijke
vragen en beoordelen de risico’s bij elk nieuw product. Ook richten we ons
op de ontwikkeling van apps bij verzekeringsdiensten en schademeldingen.
Met een app kun je efficiënter communiceren met klanten. Als er iets
aan de hand is heeft de klant direct toegang tot informatie. Daarmee
ontzorgen we de klant, dat gaat verder dan alleen een verzekering.’
Hoe innovatief zijn jullie eigen werknemers?‘Als bedrijf richten wij ons op beheer van langdurige relaties. Onze
werknemers zijn vaak al lang bij ons in dienst. We willen geen formele
organisatie zijn. Mensen die zich informeel durven te gedragen, durven
ook over grenzen heen te kijken. En dat is een voorwaarde voor
creativiteit en het ontwikkelen van nieuwe, klantgerichte producten.’ <
Boelaars & Lambert Group
Boelaars & Lambert Group is an international advisor in insurance and other financial
services for small and medium-sized businesses. Their specialty is inlogistics risks, and
their clients include shippers, manufacturers, producers, trading companies and logistics
service providers, to name a few. Boelaars & Lambert Group also responds to social
issues by supporting and facilitating socially responsible projects such as climate neutral
relocation and Greenparts - sustainable automotive repair using used parts. They are
also developing apps that communicate more effectively with their insurance customers,
giving them instant access to information.
pagina 50
‘de toekomst van de roeiers ligt in diversificatie en innovatie’
De bijna 120 jaar oude Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE)
afficheert zich als ‘de handen, ogen, oren van de haven’. Hoewel de roeiers zich
voor het vastmaken en het lossen van scheepstrossen allang niet meer
verplaatsen in roeibootjes, is de naam gebleven.
tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar/archief KRVE
Erik de Neef, Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht:
pagina 51maritiem
Risico’s lopen de roeiers nog steeds; de huidige, zelfgebouwde
motorvletten mogen dan wel state-of-the-art zijn, ze zijn nietig
in vergelijking met de reusachtige zeeschepen die dag en
nacht en in soms barre weersomstandigheden bedwongen
moeten worden. Bovendien manoeuvreren de roeiers hun
scheepjes naar uiterst linke plekken tussen de wal en het schip
en dichtbij de schroef.
Tot zover over wat bij het oude bleef. Om een financieel
gezonde toekomst te waarborgen in een snel veranderende
haven, heeft de KRVE zich de laatste jaren succesvol
ontwikkeld tot een brede, internationaal toonaangevende
dienstverlener. Erik de Neef (43) is een van de aanjagers van
de vernieuwingen en van een efficiënte bedrijfsvoering. Nadat
hij al op 16-jarige leeftijd als roeier begon, zich in de loop der
tijd breed heeft geschoold en intern in diverse functies het
klappen van de zweep heeft leren kennen, werd hij dit jaar
gekozen tot voorzitter van de vereniging. Met maar liefst
263 stemmen voor en 2 tegen. Op 1 januari 2015 neemt hij
het stokje officieel over.
InnovatiedriftHet grote vertrouwen in de nieuwe voorman van de
Rotterdamse roeiers is voorstelbaar. De Neef maakt een
opvallend energieke indruk en zijn enthousiasme over de
nieuwste ontwikkelingen en slimme, kostenbesparende tools
is aanstekelijk. De innovatiedrift oogst alom bewondering en
werd in 2010 beloond met de Rotterdam Promotie Prijs.
Over de noodzaak van verandering zegt De Neef: ‘Het werk in
de Rotterdamse haven is teruggelopen; schepen zijn groter
geworden en nemen meer lading mee. De toekomst van de
roeiers ligt dus in diversificatie en innovatie.’
Behalve de traditionele core business, het vast- en
losmaken van zeeschepen in het Rotterdamse havengebied
en de Moerdijk, heeft de KRVE een florerende vervoerstak.
Met bemande vaartuigen, maar ook met negen Mercedessen
vervoeren zij loodsen in het havengebied. Ook de eigen
scheepswerf in Heijplaat brengt geld in het laatje. Hier wordt
de vloot van onder andere vastmaakvletten, loodstenders en
supersnelle crewtenders onderhouden en worden nieuwe
boten gebouwd, ook voor andere (internationale) roeiers-
bedrijven. De Neef: ‘In 2006 was er 1 man aan het werk,
anno 2014 zijn het er 22.’
Drijvende reuzen‘Wij pakken nu de offshore aan’, zegt de voorzitter. ‘Daar
zijn we in 2006 mee begonnen toen een klant in Zuid-Afrika
ons benaderde om te assisteren bij een kraaneiland, een
miljardenproject. De roeiers hebben het eiland vastgekoppeld
waarop het door zeesleepboten naar de kade werd gebracht.
Toen werd duidelijk dat we aardig goed zijn in het offshore-
spelletje en sindsdien weet de wereld ons te vinden.’
De roeiersvereniging levert bij deze projecten mens en
materieel voor allerlei doeleinden. De Neef: ‘Olie moet
steeds verder en dieper worden gehaald. Dat gebeurt met
zogenoemde FPSO-schepen: ‘floating production, storage
and offloading’, zeg maar drijvende raffinaderijen. Shell
laat nu de grootste drijvende installatie ooit bouwen, een
opslag- en productiefaciliteit voor ‘Liquefied Natural Gas’
(LNG). 475 meter lang en 600.000 ton zwaar. Omdat deze
drijvende reuzen vaak niet zijn ingericht om af te meren,
komen op verzoek onze roeiers in beeld. Voor het dekwerk,
werkzaamheden aan de kade, het leveren van materieel en
voor de consultancy. Wij maken de berekeningen, bijvoorbeeld
hoeveel trossen zijn er nodig - let wel, een set van zestien
trossen kost al snel 1 à 2 miljoen dollar -, wat is de
breeksterkte en hoe gaan we de mooring doen. Onze mensen
worden uit den treure getraind en moeten voor specifieke
klussen certificaten halen.’ >
pagina 52
>> Het geheime wapen <<
Bob de BouwerHet geheime wapen van de vereniging is roeier Gerrit van der
Burg alias ‘Bob de Bouwer’. De Neef: ‘We hebben de praktijk
en de theorie in huis. Geen ingenieurs, maar geschoolde
roeiers. Er zijn er die zelfs hun eigen huis hebben gebouwd,
maar Gerrit is pas echt een genie.’ Deze begaafde roeier is de
uitvinder van lucratieve innovaties als een milieuvriendelijke
fender. Een stootkussen: ‘Het bijzondere is dat de fender
afbreekbaar is, binnen twee jaar is ie weg.’ Ook een
futuristische afmeerboei, de eerste door Lloyds gecertificeerde
boei die 240 ton aankan, komt uit zijn koker. De Neef: ‘Met
deze boei reduceren we per tros elke handeling van 15 minuten
tot slechts 1 minuut. Bovendien is het veel minder gevaarlijk.
Een roeier hoeft niet meer op de boei te klimmen.’
ShoreTensionHet neusje van de zalm op innovatiegebied is de ShoreTension
(ST), door de KRVE ontwikkeld in samenwerking met het
Havenbedrijf Rotterdam. ‘De aanleiding was een incident in
de haven waarvan de havenmeester zei: dat nooit meer’, vertelt
de voorzitter in spe. ‘Op een stormachtige dag in 2007 lag een
groot containerschip afgemeerd op de Maasvlakte. Door de
harde storm braken de trossen, raakte het schip op drift en
voer het dwars door een steiger heen waarachter een enorme
olievoorraad lag. De schade bedroeg circa 150 miljoen euro.’
De ShoreTension werd aanvankelijk ontwikkeld als storm-
beveiliging, maar bleek ook uiterst geschikt om afgemeerde
schepen te fixeren, waardoor ze efficiënter geladen en gelost
kunnen worden.
Een bedrijfsfilm toont een even simpel als ingenieus apparaat.
Een cilindrische buis met een rechthoekige trommel houdt
scheepstrossen met een van tevoren ingestelde trekkracht
op een constante spanning, waardoor de kans dat de trossen
breken aanzienlijk wordt verminderd. De Neef, trots: ‘De
ShoreTension gaat zeer waarschijnlijk de nieuwe standaard
worden in de haven. Hij minimaliseert bewegingen
veroorzaakt door golfslag tot slechts een halve centimeter.
Zowel de haven, de terminal als het schip zijn erbij gebaat.’ <
Heijplaatweg 7, 3089 JC Rotterdam / t: +31 (0)88 113 30 00 / www.krve.nl
maritiem
Overtocht 19, 2411 BS Bodegraven / t: +31 (0)6 53 88 15 65 / www.oskam-bodegraven.nl
Geen concessiesNog 1 jaar en dan viert Oskam zijn 35-jarig jubileum. Voor naamgever
Adrie Oskam is de tijd gevlogen. Duizenden klussen later stapt hij nog
steeds iedere ochtend vrolijk uit bed: ‘Tevreden opdrachtgevers vervelen
nooit en daar hebben we gelukkig niet over te klagen. We stellen dan
ook hoge eisen aan onszelf wat betreft de kwaliteit van de werkzaam-
heden en we doen geen concessies aan de materialen die we gebruiken.
Bovendien hebben we een aantal vaste partners, zoals afbouwspecialist
Lobouw en Stukadoors- en Spuitbedrijf R. Smaal, waarvan we weten
dat zij diezelfde kwaliteit bieden.’
Lang voordat duurzaamheid bon ton was, specialiseerde Oskam zich al
in gevelisolatie van nieuwe en bestaande woningen. Nu energieverbruik
hoog op de agenda staat, ziet Adrie Oskam zijn klantenkring dan ook
fors groeien. Een lesje gevelisolatie: ‘Gemiddeld verdwijnt een kwart van
de warmte door ongeïsoleerde buitenmuren. Wij pakken een huis als
het ware in met geluiddempende polystyreenplaten die een ondergrond
vormen voor het uiteindelijke stucwerk. Een van de voordelen van
buitengevelisolatie is dat je binnen niet te maken krijgt met
ruimteverlies.’
BesparenBinnenshuis gaat het leefklimaat erop vooruit. ‘Gevelisolatie zorgt
ervoor dat bij kou de warme lucht binnen blijft en dat in de zomer de
warmte juist buiten wordt gehouden. Ook krijgen vocht en schimmel
veel minder kans’, vertelt Oskam. Tegenover een verhoogd wooncomfort
staat bovendien een lagere energierekening: ‘Je bespaart al snel een paar
honderd euro per jaar’, weet de vakman. Zijn klanten dragen ook bij aan
een beter milieu: ’40 procent van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt
door de verwarming van gebouwen. Een goede isolatie vermindert de
uitstoot.’
Gevelisolatie is ook nog eens een lust voor het oog die de waarde van
het huis doet stijgen; dat zou de laatste twijfelaar over de streep moeten
trekken. Adrie Oskam: ‘Nadat we een naadloze pleisterlaag hebben
aangebracht, ziet de gevel er prachtig strak en verzorgd uit.’ <
tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar
gevelisolatie: duurzaam ingepakt
Timmer-, stukadoors- en aannemingsbedrijf Oskam voert sinds 1980
opdrachten uit voor particulieren en bedrijven, en voor kleine en grote
(nieuwbouw)projecten. De werkzaamheden bestaan onder meer uit
binnen- en buitenstucwerk, gevelonderhoud en -isolatie, timmer-
werkzaamheden, plaatsen en restaureren van dakkapellen,
inbraakpreventie en totale verbouwingen.
pagina 53- advertorial -
aangeboden door RDM Centre of Expertise
Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam
t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
In het Innovation Dock gebeurt het allemaal. In deze hal waar bedrijven en
opleidingen kavels huren, mogen alle Rotterdammers zelf experimenteren
met nieuwe technologieën. In de monumentale industriehal - met zwevend
kantoor - worden nu vier Smart Industry Zones gecreëerd. Althans, dat is het
plan waarmee Vincent Wegener en zijn compagnon Jurjen Lengkeek van de
RDM Makerspace naar RDM Centre of Expertise stapten. De zones richten
zich op 3D-printing, robotica, drones en sensors/Internet of Things. Er komt
ook een groot bassin om onder meer drijvende drones te testen.
Wegener: ‘Onze visie? Een volle hal met makers. Nu kun je in het Innovation
Dock een kavel huren. Dat is interessant voor ondernemers, omdat er hier veel
gebeurt, maar in de praktijk missen we nog de echte bedrijvigheid. Bijvoorbeeld
omdat mensen voornamelijk op hun hoofdkantoor werken, en niet hier. Daarom
zijn we gaan kijken hoe we meer kunnen bieden dan alleen een kavel.’
Samen delen‘De kracht van ons plan is het delen. We delen ruimte, technologie, machines en
kennis. Elkaar fysiek ontmoeten bij de koffieautomaat of als je bezig bent is
belangrijk, juist om van elkaar te leren. Voor veel mensen is dat de reden om
zich bij onze community aan te sluiten. Er zijn veel mensen die iets ontwerpen,
maken of repareren en zich graag omringen door mensen met dezelfde
interesses of aanvullende vaardigheden. Een voorbeeld: drone-ontwikkelaars
weten hoe je de drone in de lucht krijgt, maar hebben geen kennis van de
sensoren die je erop kunt aanbrengen. En daar gaat het nu juist om. Sensoren en
Internet of Things zullen de komende jaren de ontwikkelingen in de technologie
domineren. Die kruisbestuiving vinden we heel belangrijk.’
Studenten, het bedrijfsleven maar ook de kunstenaar of zzp’er kunnen in het
Innovation Dock terecht en toegang krijgen tot de zones met bijbehorende
faciliteiten en machines. ‘We hebben verschillende abonnementen. Als je
eenmaal lid bent van een zone dan mag je ook gebruik maken van een andere
zone. Daarnaast bieden we cursussen, programmering en services aan. Een
idee werkelijk omzetten in productie komt daarmee binnen ieders bereik.’
Robotica
Robotica houdt zich bezig met theoretische implicaties en praktische
toepassingen van robots in de ruimste zin van het woord. Een 3D-printer kan
op basis van digitale input driedimensionale objecten produceren. Dit gebeurt
door het object laag na laag op te bouwen. Het is een grote tak van de rapid
prototyping-industrie. In de RDM Makerspace wordt de combinatie tussen
deze twee technieken zichtbaar en bruikbaar. Dit gebeurt bijvoorbeeld met
een grote industriële robot die, aangestuurd door software, enorme objecten
kan 3D-printen zoals industriële mallen, schaalmodellen of objecten van
kunstenaars. Studenten van RDM Centre of Expertise denken mee over
toepassingen, materiaalgebruik, benodigde elektronica en software van
de robot. <
startups
pagina 54
tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar
rdm smart industry zone
NAAM EIGENAAR VINCENT WEGENER & JURJEN LENGKEEK
GESTART 2013
WEBSITE WWW.RDMMAKERSPACE.NL
pagina 55
Mare Straetmans van het Havenbedrijf Rotterdam, programmamanager
innovatie, commerciële afdeling industrie: ‘We willen nieuwe bedrijven
interesseren en faciliteren in en voor de haven. Het gaat om havenstart-ups
in brede zin, dus ook om mkb’ers die al wat groter zijn en die innovatieve
producten naar de markt kunnen brengen. Bedrijven met verschillende
ontwikkelkracht. Op RDM Centre of Expertise zal een deel van het programma
plaatsvinden. Bedrijven zullen zich daar ook vestigen.’
Potentie in de havenHet Havenbedrijf Rotterdam heeft uiteraard verantwoordelijkheid naar de haven
toe. ‘We zijn al lang niet meer de grootste haven. Maar als meest innovatieve
haven kunnen we de beste haven blijven en internationaal concurreren.
Ondernemerschap hoort bij Rotterdam. De potentie in de haven is enorm.
Er zijn start-ups die innovaties ontwikkelen die miljoenen aan besparing
gaan opleveren, zoals de lasrobot. Ook hebben we een fabriek in de haven
staan die meer stroom gebruikt dan de hele gemeente Den Haag bij elkaar.
Je kunt je voorstellen dat elke besparing dan enorm veel geld oplevert.
Thema’s met veel onderzoeks- en ontwikkelpotentie zijn: IT-data,
onderhoud, biobased en de circulaire economie.’
Waarom is ondersteuning nodig? ‘Er zijn bedrijven met mooie innovatieve
ideeën die de haven niet weten te vinden en er zijn start-ups van buiten de haven
die de haven niet kennen. Een voorbeeld: die jongen die een app ontwikkelde
waarbij de aankomst- en vertrektijden beter waren dan in de app van de NS zelf.
Zoiets gebeurt in de haven niet snel. De haven is nog onzichtbaar, onherkenbaar.
Dan zie je ook niet welke potentie er ligt en ga je er ook niets voor bedenken.
We proberen dus een programma te ontwikkelen met verschillende incubators.’
Een incubator is een plek waar start-ups bij elkaar kunnen komen en ook een
programma kunnen volgen. ‘Wij ondersteunen PHIA (Philips Innovation
Award), studentenstart-ups in de haven, Yes! Delft, de Start-up Bootcamp
en het havenfonds voor de hele serieuze start-ups die van waarde zijn voor
de economie.’
Yes! Delft YES! Delft is een van de meest succesvolle incubators van Europa. ‘Wij staan op
het punt om het samenwerkingscontract met hen te ondertekenen. Zij gaan tien
start-ups begeleiden. YES! Delft is een hightech ondernemerscentrum met een
duidelijke missie: het bouwen van toonaangevende bedrijven van morgen. Zij
inspireren en ondersteunen studenten, professionals en wetenschappers om
stappen te zetten om ondernemer te worden.’ Meer dan honderd bedrijven
zijn ooit onder de vleugels van YES! Delft begonnen, succesverhalen zoals
Epyon Power, Ephicas en Ampelmann Operations. Bedrijven die een verschil
kunnen maken en van duidelijke waarde voor de economie zijn. <aangeboden door RDM Centre of Expertise
Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam
t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
Het Havenbedrijf Rotterdam gaat fors investeren
om starters in de haven te begeleiden.
Als incubator spelen zij een belangrijk rol in
nieuwe bedrijvigheid in de Rotterdamse haven.
RDM Centre of Expertise (CoE) is gevestigd op de RDM Campus, de plek midden in de Rotterdamse
haven waar jongeren op mbo- en hbo-niveau worden opgeleid voor werk in techniek en mainport.
RDM CoE verbindt de drie O’s van onderwijs, onderzoek en ondernemers. Voor onderzoek wordt
samengewerkt met Kenniscentrum RDM van Hogeschool Rotterdam.
HavenBedrijF als incuBator voor start-ups
creatieve industrie
De dames werkten samen aan een oplossing
voor het probleem dat dieselmotoren te veel
emissies produceren. De hoofdvraag was hoe in
een moderne dieselmotor een bougie toegepast
kon worden om zware olie te laten ontbranden
en emissies te reduceren.
1. Het idee?We hadden eigenlijk twee ideeën. Het eerste
idee was het verlagen van emissies. Bepaalde
schadelijke stoffen komen vrij doordat er in
een motor dusdanig hoge temperaturen
ontstaan, dat stoffen als NOx ontstaan. We
bedachten twee oplossingen om heavy fuel oil
of marine diesel oil te ontsteken: door middel
van laser of bougie in de dieselmotor.
2. Waarom wonnen jullie?Door een lagere einddruk en temperatuur te
creëren wordt de uitstoot van NOx terug-
gedrongen. Een verlaging van emissies draagt
natuurlijk bij aan een beter milieu. Daarnaast zijn
er ook verschillende technische voordelen aan
deze innovatieve motor. Als onze technologische
innovatie eenmaal goed gaat werken is dat een
enorme verbetering voor de maritieme
scheepvaart.
3. Voor wie is dit interessant?In eerste instantie voor rederijen, motor-
fabrikanten. De wetgeving op het gebied van
uitstoot wordt natuurlijk steeds strenger.
De scheepvaart moet zich hieraan aanpassen,
zodoende is deze ontwikkeling voor hen van
groot belang. Dat geldt ook voor motorfabrikanten.
En de haven als leefgebied wordt erdoor verbeterd.
4. Wat was de grootste uitdaging?Bewijzen dat ons idee in de praktijk mogelijk zou
kunnen zijn. Wel was vanaf het begin duidelijk
dat ons idee theoretisch zou blijven, omdat de
middelen ontbraken om een praktijksituatie na te
bootsen. Het bouwen van een nieuwe motor is
heel erg duur en niet te bewerkstelligen in een
onderwijsomgeving.
5. Wat is er nodig om de nieuwe motor wél te realiseren?Onderzoek en testen. En een bedrijf dat aan het
onderzoek wil meewerken en daarnaast ook kan
investeren. Een TU Delft bijvoorbeeld, of Wärtsilä.
6. Gaan jullie ermee verder?Ja, dat staat vast, maar wel na de stage. Wellicht
dat we daarna weer met groepsleden verder
gaan, of met de hele groep. Er zou bijvoorbeeld
wel een minor- of een afstudeerproject van
kunnen worden gemaakt. We zijn er nu al zo ver
mee gekomen dat we het idee niet willen laten
liggen. <
Rotterdam Mainport University
Om in Rotterdam de beste hbo-opleidingen voor
scheepvaart, scheepsbouw, havens en logistiek
aan te kunnen bieden, hebben de STC-Group en
Hogeschool Rotterdam de handen ineengeslagen.
De samenwerking gebeurt onder de naam:
Rotterdam Mainport University of applied sciences
(RMU). Hieronder vallen de opleidingen: chemische
technologie, scheepsbouwkunde, logistiek,
technische vervoerskunde en Maritiem Officier.
Programma hbo in de haven
Het Beste Havenidee was onderdeel van het
programma hbo in de haven. Dit programma
wilde studenten en docenten laten kennismaken
met de haven, en omgekeerd. Met als doel:
jongeren enthousiast maken voor een carrière
in de haven. Hoewel het programma formeel is
beëindigd, worden de activiteiten deels voort-
gezet: www.hboindehaven.nl
tekst: redactie INN010 fotografie: Roy Borghouts
En de winnaars zijn...
Op 11 juni 2014 streden studenten van Hogeschool Rotterdam en het
STC-RMU om de prijs van het Beste Havenidee. De jury bestaande uit
Raymond Riemen (CEO Broekman Group), Arjen van Klink (Rabobank
Rotterdam), Maartje Berendsen (Havenbedrijf Rotterdam), Onno de
Jong (Jong Haventalent), Peter Wierenga (Nieuwsblad Transport) en
Klaas Winters (Deloitte) benoemde tijdens het ‘hbo in de haven TOP event’
het damesteam ‘Reduce Emission by Spark Ignition’ tot de winnaar van
2014. Reden om eens nader kennis te maken.
Michelle van der Wees, Marloes Marijnissen, Désirée Sommers,
Tirza Krul en Denise Smit; vijf zeevrouwen van de opleiding
Maritiem Officier aan de Rotterdam Mainport University.
pagina 56
aangeboden door RDM Centre of Expertise
Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam
t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
Vlnr: Denise Smit, Michelle van der Wees,
Marloes Marijnissen, Désirée Sommers, Tirza Krul
creatieve industrie
Vlnr: Denise Smit, Michelle van der Wees,
Marloes Marijnissen, Désirée Sommers, Tirza Krul
pagina 57
‘Rotterdam profileert zich wereldwijd als toonaangevende innovatieve
proeftuin. In de gebiedsontwikkeling hebben we te maken met een
bijzonder kennisintensieve bedrijvigheid. De organisatie Stadshavens
Rotterdam vervult daarin graag een faciliterende rol. Op en rond het
water bieden wij ruimte voor innovaties. Samen met marktpartijen,
de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam realiseren we innovatieve
woon- en werkgebieden in het stadshavengebied, waarbij de
economische structuur van stad en haven verder wordt versterkt. Deze
gebieden zijn Rijn- en Maashaven, Waal- en Eemhaven, RDM Heijplaat
en Merwe-Vierhavens, dat we kortweg M4H noemen.
Een geslaagd voorbeeld is de ontwikkeling van het RDM-gebied, met
het Aquadock voor experimenten op het water. Uniek in de wereld!
Op RDM Campus komen onderwijsinstellingen en het innovatieve
bedrijfsleven bij elkaar en zorgen we voor werkgelegenheid. Prachtig
vind ik de windturbines van het bedrijf the Archimedes, mede ontwikkeld
in het Innovationdock op RDM Campus. Ook het Stadshavenkantoor
heeft een turbine van dit bedrijf op het dak staan dat ons van stroom
voorziet. We ontwikkelen nu het M4H-gebied en zijn er trots op dat
een pionier als Daan Roosegaarde zich met zijn studio hier vestigt.
Verdere plannen voor de Rijnhaven hopen we begin volgend jaar bekend
te maken. Deze enorme ‘waterbak’ biedt een prachtig podium voor
Rotterdamse innovaties, die er volop zijn. Denk aan het idee voor een
drijvend bos. Voor de Maashaven hebben ondernemers het plan opgevat
om de karakteristieke oude graanelevatoren van de Maassilo te renoveren
en mogelijk een nieuwe functie te geven. Ook dat vind ik een geweldig
initiatief. Industrieel erfgoed blijft behouden te midden van hedendaagse
gebiedsontwikkelingen.
De stad loopt nu warm voor de Wereld Expo in 2025. Ondernemers
hebben daartoe het initiatief genomen. Rotterdam is een boeiende
innoverende stad en speelt een bijzondere rol in de wereld. Stadshavens
is daarvan warm pleitbezorger en faciliteert met genoegen dergelijke
initiatieven. Ter stimulatie daarvan is het Stadshavens Ontwikkelingsfonds
voor Innovatie en Economie (SOFIE) opgezet om ondernemers ook
financieel bij hun projecten te ondersteunen.
INN010 verhaalt over deze ontwikkelingen en innovaties. We zijn een blad
maar ook een podium voor lezingen en discussies en maken cross-overs
tussen verschillende sectoren in Rotterdam en omgeving. Participatie van
Stadshavens Rotterdam in INN010 biedt ons de mogelijkheid om alle
duurzame ontwikkelingen in het stadshavensgebied te etaleren, teneinde
de gebiedsontwikkeling in al haar facetten ook bottum-up te stimuleren. <
In de volgende INN010 geeft Luuk Preveas graag het woord aan
Hans van Driel. Hij is directeur-eigenaar van Nsecure.
Rotterdam; wereldspeler innovaties
Luuk Prevaes is programmadirecteur Stadshavens Rotterdam,
participant van het platform INN010
INN010 ambassadeur
pagina 58
toms verspreidt bijzonder one for one® businessmodel
Kopen en geven. Dat is waar het non-profitbedrijf TOMS uit Californië
voor staat. De onderneming verkoopt schoenen en brillen volgens het
One for one® businessmodel. Van elk verkocht paar schoenen wordt een
paar cadeau gedaan aan kinderen in nood. Een winstdeel van de brillenverkoop
wordt gebruikt om in ontwikkelingslanden mensen met een visuele handicap
te helpen. Het zakelijke adviesbureau Deloitte in Rotterdam helpt mee.
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief Toms
Gratis schoenen en brillen wereldwijd
pagina 59creatieve industrie
Danzigerkade 13F, 1013 AP Amsterdam / t:+31 (0)20 580 0520 / www.toms.com
Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
Inmiddels heeft TOMS al meer dan 35 miljoen
paar nieuwe schoenen weggegeven en 250.000
mensen geholpen bij het herstel van het
gezichtsvermogen. Doneren als marketing-
onderdeel. Handig en slim bedacht, menen
criticasters. Vooral fijn, vinden de miljoenen
mensen die dankzij TOMS nu gratis op goede
schoenen lopen of zijn geholpen bij zicht-
problemen. Zoals de achtjarige Dara uit
Guatemala die nieuwe schoenen kreeg en Ansha
Ali (65) uit Ethiopië, die na een staaroperatie
weer kon zien. Voor de 42-jarige Sujon Mia
uit Bangladesh betekende een door TOMS
ondersteunde staaroperatie dat hij weer kon
terugkeren naar zijn baan als kapper om zijn
vier gezinsleden te ondersteunen.
Ondernemer Blake Mycoskie richtte TOMS in
2006 op. Tijdens een reis in Argentinië kwam hij
kinderen tegen die geen schoenen hadden om
hun voeten te beschermen. Om ze te kunnen
helpen, begon hij met de productie van canvas
schoenen vanuit het idee om van elk verkocht
paar een paar nieuwe schoenen aan een kind in
nood te schenken. Sinds 2011 produceert het
bedrijf ook brillen. Van de winst van de brillen
wordt een deel gebruikt om in ontwikkelings-
landen mensen met een visuele handicap te
helpen. En begin 2014 ontstond TOMS Roasting
Co, dat voor elke verkochte zak koffie een week
schoon water geeft aan een mens in nood. Wat
begon als een eenvoudig idee is uitgegroeid tot
een krachtig bedrijfsmodel. One for one® is dan
ook officieel zijn handelsmerk.
In de marketing moet TOMS het vooral hebben
van mond-tot-mondreclame, ondersteund
door social media, modeshows, events op
universiteiten en pop-up winkels, zodat Mycoskie
zich kan blijven focussen op maatschappelijk
verantwoord ondernemen. Van Mycoskie wordt
gezegd dat hij niet alleen schoenen, maar vooral
ook zijn eigen ideaal verkoopt: klanten die
zijn schoenen kopen worden weldoeners.
In het One for one® programma van TOMS
zijn wereldwijd veertig landen opgenomen,
waaronder Argentinië, Ethiopië, Guatemala,
Haïti, Rwanda, Zuid-Afrika en de VS. Naast
winkels in de VS, Dubai en Griekenland is
onlangs ook in Amsterdam een TOMS-store
geopend. De ‘weggeefschoenen’ worden nu
geproduceerd in vier verschillende fabrieken.
Deze staan in Haiti, Argentinië, Kenia en
Ethiopië. Bijna een derde van de schoenen
wordt nu gefabriceerd in de landen waar ze
ook worden weggegeven.
Zakelijk betrokken en warm voorstander van
het gedachtegoed van TOMS is het Nederlandse
bedrijf Deloitte met consulting en financiële
advisering als corebusiness. ‘We zijn met TOMS
in contact gekomen toen de organisatie de
overstap maakte naar Europa’, zegt Klaas Winters,
partner Deloitte in het hoofdkantoor op de
Wilhelminakade. ‘Deloitte heeft TOMS
geadviseerd bij het opzetten van een goede
douanestructuur in Europa. Hiervoor hebben we
onder meer afspraken gemaakt met de douane
over de waarde van de goederen als basis voor
de berekening van invoerrechten. Daarbij komt
dat we het goede doel achter TOMS bijzonder
appreciëren.’ <
toms verspreidt bijzonder one for one® businessmodel
De weggeefschoen is in eerste instantie gebaseerd op de Argentijnse variant van espadrilles.
De eerste Europese TOMS flagship store is te vinden in Amsterdam, Runstraat 13.
Bij TOMS werken wereldwijd 400 mensen, waarvan 25 op de Weggeefafdeling.
Ook Syrische vluchtelingen lopen op TOMS. De vluchtelingenorganisatie van de VN heeft er 500.000 uitgedeeld.
TOMS verkoopt simpele espadrilles maar ook warme winterlaarsen voor gebieden zoals Kirgizië.
In 60 landen lopen mensen op Toms-schoenen.
TOMS
Buying and giving - that’s what California’s non-profit business TOMS stands for. They sell shoes and eyeglasses following
the One for one® business model. For every pair of shoes sold, another pair is given away to a child in need. A portion of
the profits from the sale of eyeglasses helps people with visual handicaps in developing countries. TOMS also started a
coffee roasting company in 2014, where for every bag of coffee sold, they will donate a week of clean water to a person
who needs it. Professional services firm Deloitte in Rotterdam is helping with consulting and financial advice. Meanwhile,
TOMS has given away more than 35 million pairs of new shoes and helped restore the vision of 250 000 people.
pagina 60
Als het ligt aan initiatiefnemer Kazim Atilla, die 4,5 jaar intensief
is bezig geweest om InfinAgora van de grond te tillen, zullen de
komende vijf jaar honderdduizenden leden actief gebruik gaan
maken van het platform. Lokaal en internationaal. ‘Ambitieus
maar haalbaar en noodzakelijk’, zegt hij. De leden zijn afkomstig
uit grote steden als Singapore, New York, Parijs, New Delhi en
dichterbij uit Rotterdam en Dordrecht, om maar een paar
voorbeeld te geven.
InfinAgora staat voor ‘oneindige markt’ en is geen social media
platform of businesscommunity, maar een zakelijk platform
waar ondernemers en zakenlieden via een betaald lidmaatschap
direct zaken met elkaar kunnen doen. InfinAgora zorgt voor
hulpmiddelen en voor een beveiligde online omgeving.
In het oude Griekenland was de agora het kloppend hart van
de stad; een plek voor het doen van zaken en het ontwikkelen
van grote ideeën. Het stond voor ondernemen, democratie
en vindingrijkheid. Kernwaarden waaraan Atilla waarde hecht.
Als zakenman liep hij steeds tegen hetzelfde probleem aan.
‘Je wilt verkopen, maar ook weten met wie je echt van doen
hebt. Vaak maak je een afspraak in het binnen- of buitenland
met zakenmensen die je niet kent. Als je elkaar dan ontmoet,
blijkt dat dan niet de juiste persoon te zijn en ben je voor
niets gegaan. Ondernemers sluiten zich ook vaak aan bij
businessclubs waar ze weinig aan hebben, terwijl ze er
jaarlijks een flink bedrag voor betalen.
Ik vergelijk die businessclubs met de Malediven: iedereen wil
naar dat andere eiland, maar niemand weet hoe je er komt.
nieuw zakelijk wereldnetwerkInfinAgora is een nieuw internationaal zakenplatform voor ondernemers en zakelijke beslissers.
Het is ontdaan van ongemakkelijke en bovenal incourante opsmuk. Het ambieert meer omzet
tegen lagere kosten, in minder tijd en binnen een veilige netwerkomgeving. InfinAgora heeft
drie kantoren: in Dubai, Londen en Rotterdam en is actief in al 150 landen. Bedenker
Kazim Atilla spreekt van de ‘ultieme nieuwe zakelijkheid’.
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief InfinAgora
Veilig zaken doen
InfinAgora: ‘Onze leden hebben toegang tot het platform via een
triple-layer combinatie van een username, password en persoonlijke
smartcard met transactie verificatie nummer (TAN-code), bekend
van het online bankieren. Daarnaast is InfinAgora een betaald
member-only netwerk. Iedereen die lid wordt, heeft per definitie een
zakelijke bankrekening. Bij betaling van het lidmaatschap wordt dit
gecontroleerd. Leden weten op deze manier zeker dat de bedrijven
waar ze contact mee hebben, écht zijn. Eenmaal lid, kan door de
leden binnen Nederland zelf een onbeperkt aantal creditchecks
uitgevoerd worden. Alvorens tot zaken te komen, kan in ieder geval
geverifieerd worden of de andere partij kredietwaardig is.
Kantoren InfinAgora in Rotterdam, Londen en Dubai
pagina 61creatieve industrie
Het blijven 1500 losse eilandjes zonder sterke
onderlinge verbinding. ’
Atilla is ervan overtuigd dat ondernemers
zich wel onderling kunnen verbinden op het
InfinAgora-platform. ‘Een lidmaatschap kost
2500 euro per jaar. Daarvoor krijgt onze klant
vijf accounts en een mini-website waarop het
bedrijf wordt gepresenteerd. Binnen een paar
klikken weet je met wie je te maken hebt.
En kun je direct contact leggen via Instant
Messaging of bellen via het VOIP-systeem. Onze
lidmaatschapskaart met login code is uiteraard
beveiligd en biedt voordeel bij vele (online-)
winkels en geeft kortingen op vluchten en hotels.’
Het InfinAgora-lidmaatschap biedt ook
toegang tot een magazine in print- en digitale
versie. Het magazine bevat artikelen over
lokale en (inter)nationale businesstrends, en
lifestyle. ‘De digitale versie is zeer interactief.
Artikelen en advertenties komen tot leven via
animaties, video’s en audiobestanden. Dat is
het moderne uitgeven.’
Een online tv-platform tenslotte biedt -
in samenwerking met content providers en
internationale mediapartners - diverse kanalen
aan waarop de hele dag op de doelgroep
toegespitst nieuws en informatie wordt aan-
geboden. Elk bedrijf met een lidmaatschap van
InfinAgora kan zijn eigen tv-kanaal beginnen
via een te personaliseren My Channel. <
InfinAgora
InfinAgora is a new international trading platform for
entrepreneurs and decision-makers in the business
world. Its goal is more sales at lower costs, in less time
and within a secure network environment. InfinAgora
has three offices - in Dubai, London and Rotterdam -
and is active in 150 countries.
InfinAgora is not a social media platform or business
community, but a platform where entrepreneurs and
business leaders can deal directly with each other, via
paid membership. InfinAgora provides the tools and a
secure online environment. Membership costs € 2500
per year, and members receive, among other incentives,
unlimited credit checks on companies. Within a few
clicks, you know who you’re dealing with.
WTC Beursplein 37, 22ste verdieping Rotterdam / t: +31 (0)10 268 07 00 / www.infinagora.com
Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
pagina 62
Nsecure levert bijdrage aan
vijfsterrenlabel voor duurzaamheid
Nieuwbouw Lely Campus
Nsecure is toonaangevend in de markt van hoogstaande beveiligingsoplossingen.
Lely Industries heeft de tradities van de agrarische sector volledig veranderd.
Beide bedrijven vonden elkaar in duurzame oplossingen voor de recente
nieuwbouw van Lely: ‘the Greenest Innovation Campus’ in Maassluis.
tekst: Yvette van Dael fotografie: archief Lely Industries
Lely is internationaal producent van toekomstgerichte
innovaties voor de melkveehouderij. Vanuit een
duidelijke visie op duurzaamheid bedenkt Lely
oplossingen die ervoor zorgen dat melkveebedrijven
over 25 jaar nog steeds, en op een milieuvriendelijke
manier, melk kunnen produceren. Producten uit de
koker van Lely zijn bijvoorbeeld systemen om de
levensverwachting van koeien te verlengen, zoals een
monitoringssysteem. Maar ook producten als
melkrobots, stalreinigers en de Lely Vector, een
automatisch voersysteem. Om hun visie kracht bij te
zetten, besloot het bedrijf een volledig klimaatneutrale
campus te bouwen. De begin dit jaar opgeleverde
Lely Campus biedt huisvesting aan het internationale
hoofdkantoor en aan twee productiefaciliteiten. Op de
campus ontwikkelt het bedrijf innovaties die zorgen
voor een aangename toekomst voor mens en dier.
De groenste innovatiecampus van EuropaTijdens de bouw zijn zoveel mogelijk gerecyclede
materialen gebruikt. Daarnaast is het complex voor
100 procent duurzaam in het gebruik. Niet voor niets
is de Lely Campus onderscheiden met het hoogst
haalbare internationale duurzaamheidscertificaat
‘BREEAM Outstanding’, in de categorie Kantoren en
Industriegebouwen. Het kantoor en de productie-
faciliteiten ontvingen zelfs als enige binnen Europa
het certificaat ‘outstanding’ (vijf sterren). Van de
ledverlichting tot aan de toiletten die regenwater
gebruiken: de visie van Lely is tot in de kleinste details
uitgewerkt. Om die reden denkt het bedrijf 60 procent
aan CO2-uitstoot te kunnen besparen ten opzichte
van de Europese norm. In cijfers betekent dit een
besparing van 343 ton CO2.
Nsecure wint aanbestedingDe groenste innovatiecampus van Europa zijn, gaat
niet ongemerkt voorbij. Bedrijven uit binnen- en
buitenland komen langs om het gebouw te bekijken.
Met al die bezoekers is het veiligheidsaspect geen
sinecure, aangezien Lely nieuwe technologieën
ontwikkelt die niet zomaar naar buiten mogen. Lely
vond in Nsecure de juiste partner om de safety- en
securitysystemen aan te leggen. Nsecure kwam
tijdens het aanbestedingstraject met het beste
voorstel. Als geen ander weet Nsecure namelijk
duurzame en gebruiksvriendelijke veiligheids-
oplossingen te realiseren die zijn afgestemd op
de bedrijfsactiviteit van de klant. In het geval van
de campus lag de uitdaging in het bedenken van
oplossingen die het bedrijvencomplex gesloten
zouden maken, maar niet té.
>> Voor Nsecure is ieder segment
anders en elke organisatie uniek <<
Nsecure leverde onder meer een toegangssysteem en
cameratoezicht. Ook realiseerde Nsecure elektrische
vergrendelingen, werktijdregistratie en een betaal-
functie op de toegangspas. En er komt een vervolg:
Lely wil de samenwerking graag uitbreiden naar
andere projecten op en buiten de campus. <
Nieuwbouw Lely Campus
pagina 63
+ 3 cliëntwerkplekken
+ 121 kaartlezers
+ 36 camera’s
+ 6 intercomposten
+ 215 inbraakdetectiepunten
+ 25 bedieningszuilen
+ 20 netwerkswitches
+ 2000 Mifare DESfire passen
Cornelis van der Lelylaan 1, 3147 PB Maassluis / t: +31 (0)88 122 82 21 / www.lely.com
Aangeboden door: Postbus 26, 2990 AA Barendrecht / t: +31 (0)180 65 66 66 / www.nsecure.nl
creatieve industrie
pagina 64
Gelijk met alle indrukwekkende innovaties en duurzame ontwikkelingen ontstaat in en om
Rotterdam een toonaangevend netwerk. Deloitte, Stadshavens, RDM Centre of Expertise,
Van Lanschot Bankiers, R. Smaal B.V. , iTanks en Nsecure werken samen om het innoverend
vermogen van Rotterdam te tonen in woord en beeld. Het INN010-platform verbindt.
tekst: Ellen Lengkeek & Yvette van Dael
Voorbeelden te over: Stadshavens Rotterdam
zit als een spin in het web tussen alle nieuwe
bedrijvigheid van Merwe-Vierhavens. Op het dak
van Stadshavens Rotterdam (1) voorziet de
windturbine Liam het kantoor van energie.
Niet toevallig een product van het bedrijf
the Archimedes. In de Oranje Vertrekhal tegenover
Stadshavens (2) kunnen de pioniers in MH4 zoals
bakkerij Koekela en nieuwkomers op de oude
E.On-locatie (3) zomaar geïnspireerd raken in deze
stroomvoorziening van de buurman. ‘Iedereen
heeft recht op goedkope stroom’ vinden ze
immers bij Archimedes, aan de overzijde in het
Innovation Dock (4) van RDM Centre of Expertise.
Daar is ook Hogeschool Rotterdam gevestigd,
waar lectoren nadenken over biomassa, resilient
cities en de gevolgen van drijvend bouwen (5).
En studenten worden uitgedaagd met nieuwe
innovaties te komen (6). Net zoals de start-ups in
het Innovation Dock, waar alle Rotterdammers zelf
experimenteren met nieuwe technologieën. In de
monumentale industriehal (met zwevend kantoor)
worden nu vier Smart Industry Zones (7)
gecreëerd. Meetings bij de koffieautomaat zijn er
belangrijk. Vinden ze ook bij koffieleverancier
Santas en Koekela weer heel aardig.
We zien ook een interessante liaison tussen de
gemeente Rotterdam en de nieuwe makers. Die
vrijage werd publiek op de jaarlijkse 3rd Rev
Xperience voor de creatieve industrie. De komst
>> Lector Gert-Joost Peek: ‘Wij zijn al vier jaar in het Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange programma met elkaar in de weer om kennis en best practices te delen. Deze gedegen verkenning vormt het fundament onder de samenwerking en zorgt ervoor dat andere steden naadloos op ons netwerk kunnen aansluiten.’<<
1
2
3
4 7
6
5
pagina 65creatieve industrie
van Daan Roosegaarde is bekend, maar ook de
Amerikaanse topondernemer Tim Rowe verklapte
daar dat hij zijn oog op ‘maakstad’ Rotterdam
heeft laten vallen. Hij wil in Merwe-Vierhavens
zijn eerste Europese vestiging openen van
het Cambridge Innovation Center. ‘De ideale
internationale proeftuin.’ Bij al dat water komen
de roeiers vanzelf in beeld. Zij gaan nog altijd
op eigen kracht (8). Maar innoveren intussen
ook hard mee. Vindt ook gezamenlijke vriend
en INN010-ambassadeur Rob Smaal (9) heel
aardig.
Food en innovatie willen ook wat. Zie de prachtige
Markthal (10) en het innovatieve Westland.
Nsecure legde een ingenieus beveiligingssysteem
aan voor het klimaatneutrale hoofdkantoor
van Lely, op de grens met het tuinbouwgebied.
Dit bedrijf is een internationale producent van
innovaties in de agrarische sector. Daar is ook de
duurzame foodcoöperatie op Goeree Overflakkee
(11), met een stand in de Markthal, mee bekend.
Over een eiland gesproken. Terwijl de producenten
van Buutegeweun er op de koffie gaan bij keuken-
specialist Tieleman onder 476 zonnepanelen, wil
het zakenplatform InfinAgora (12) de eilandcultuur
doorbreken. Geholpen door Deloitte, dat altijd
grensoverschrijdend denkt. Het bedrijf steunt het
sympathieke TOMS (13) dat mensen over de hele
wereld helpt met gratis schoenen.
Graag willen we ook iTanks voorstellen, onze
nieuwste partner. Ron Vaz Dias brengt INN010
binnen in de wereld van tankopslag en innovatie.
>> Feit: de Rotterdamse haven is binnen Europa de belangrijkste haven voor vloeibare lading en de daar-aan gekoppelde tankopslag en biedt een capaciteit van 28,4 miljoen m3 in ruim 2100 tanks. <<
Bij iTanks (14) zijn meer dan zeventig bedrijven
aangesloten. Niet alleen de grote vissen, zoals
het Havenbedrijf, maar juist ook mkb’ers en
zzp’ers. Vaz Dias: ‘Zo komt iedereen in contact
met elkaar.’ Laten de INN010-uitgevers
Annet Spijkerman en Annemarie Teeken dat
nu juist voor ogen hebben (15).
9
13
12
11
14
15
8
10
InspIratIe uIt InnovatIe INN010 geeft nu ook online een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o.
inn010.com
December 2014 / nummer 3
Uitgever: A&A business,Partner in duurzaam ondernemenPostbus 241133007 DC [email protected]
Redactieteam en bladmanagement: Yvette van Dael, Ellen LengkeekFreelance redacteuren: Karen Auer, Madelon Stoele, Joke WaltmanEngelse vertaling: Anik See
Tekstcorrectie:Katja van Es
Redactie denktank:Deloitte: Cees Jorissen, Klaas Winters Stadshavens Rotterdam / Gemeente Rotterdam: Jillian Sant-BarendregtRDM Centre of Expertise: Bert HooijerVan Lanschot Bankiers: Raymond van Wijnen, Gregory HaasR. Smaal BV: Rob SmaaliTanks: Ron Vaz DiasNsecure: Hans van Driel Fotografie:Redactionele pagina’s en cover: Freek van ArkelBedrijfsreportages: Sjors Massar enarchief bedrijven, tenzij anders vermeld Vormgeving:Advice reclame adviesbureau, advice.nl
Art-direction:Jasper Hofman
Losse verkoop:€ 6,95
Advertenties:Rob SmaalAnnet SpijkermanAnnemarie Teeken
Informatie:INN010 verschijnt 2 keer per jaar. Iedere uitgave wordt gelanceerd tijdens een releaseparty. De oplage (5000) wordt verspreid onder bedrijven in de regio Rijnmond die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en vallen onder de topsectoren: agri & food, maritiem, life sciences & health, chemie, hightech, energie, logistiek, creative industrie, bouw & onroerend goed en offshore. Ook ligt INN010 op de leestafel bij overheidsinstellingen, ambassades en verschillende zakelijke ontmoetingsplekken in de regio.
Voor meer informatie, vragen, adreswijzigingen, advertenties of een bedrijsreportage: neem contact op met A&A business, [email protected], Annemarie Teeken 06-51197588 of Annet Spijkerman 06-23742596. Copyright:Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrecht-hebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal geschiedt op eigen risico. Aansprakelijkheid:Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of gevolgen van onvolkomenheden.
Druk:Drukcase Zwolle
Dit magazine is geproduceerd op 100% gecertificeerd FSC papier
pagina 67
colofon
Verdieping Scan de QR-code en kom meer te weten over een van onderstaande INN010-artikelen.
Partners:
Food meets: health Welkom in de wereld van tankopslag en innovatie
Groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven
inn010.com
twitter.com/inn010
linkedin.com/inn010
Hét kennIs- en busInessplatform voor Innoverend rotterdam