Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
VROUWEN IN HET EUROPEES
PARLEMENT
NL
Internationale Vrouwendag, 8 maart 2017
Politiek niveau
2Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
Tenzij anders vermeld geldt voor de hele brochure:
vrouwen mannen
Herkomst van de statistische gegevens
u Het Europees Parlement en zijn organen: www.europarl.eu, per 5.1.2017, tenzij anders vermeld
u Foto's: Europees Parlement
Een initiatief van Afdeling Gelijkheid en Diversiteit DG Personeelszaken Leiding van de redactiestaf: Alberto Rossetti (hoofd van de afdeling Gelijkheid en Diversiteit) Guillaume Margenseau
Europees Parlement, GEOS-gebouw, 22-24, rue Edward Steichen, L-2540 Luxemburg Tel. +352 4300 24397 E-mail: [email protected] Intranet: http://www.epintranet.ep.parl.union.eu/sites/refin/home/administrative_life/personnel.html
Disclaimer: de meningen in deze publicatie geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Europees Parlement weer L0
0563
0 | C
once
ption
& D
esign
: IDEA
Unit
| Pr
int : P
rintin
g Unit
| DG
ITEC
, EDI
T Dire
ctora
te
3Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
P O L I T I E K N I V E AU
INHOUD
4 Voorwoord
van Dimitrios Papadimoulis,
ondervoorzitter
van het Europees Parlement
5 Leden
6 Vertegenwoordiging
van vrouwen in het EP
en in de nationale parlementen
per lidstaat
7 Het Bureau
8 Groep op hoog niveau inzake
gendergelijkheid en diversiteit
9 Fracties
10 Parlementaire commissies
11 Commissie rechten van de vrouw
en gendergelijkheid
12 Parlementaire delegaties
Voorwoord van de Voorzitter
Als voorzitter van het Europees Par lement ben ik trots en vereerd een instelling voor te zitten die een belangrijke rol speelt en krachtig van zich laat horen in verband met gendergelijkheid. Enerzijds door de waarden en beginselen uit te dragen waarop onze Unie is gestoeld. Anderzijds door deze onderwerpen op de agenda te plaatsen, met inbegrip van de meest gevoelige, zoals geweld tegen vrouwen en de combinatie van werk en privéleven.
Het Europees Parlement is hier niet alleen mee begaan in het kader van zijn wetgevingsbevoegdheden maar ook intern, in zijn politieke en administratieve structuur, waarin vrouwen een steeds grotere plaats innemen. Wij mogen trots zijn op de vrouwen die in onze instelling werken.
Ik wil ook de aandacht vestigen op de steun van het Parlement voor twee maatregelen die momenteel in behandeling zijn, namelijk de richtlijn zwangerschapsverlof en de hoognodige ratificatie van het Verdrag van Istanbul door de lidstaten. Het Europees Parlement heeft ook duidelijk oog voor het potentieel van nieuwe technologieën voor vrouwen, loopbaandiversificatie en de rol van vrouwen in de economie.
De boodschap die onze instelling uitstuurt, blijft niet beperkt tot de lidstaten en onze burgers. Onze debatten, onze wetgeving en onze parlementaire delegaties vinden ook buiten onze grenzen weerklank. Ze geven vrouwen overal ter wereld een klaar en duidelijk signaal, omdat vrouwenrechten mensenrechten zijn.
We mogen echter niet versagen: we moeten verder gaan. Vrouwendag is niet alleen 8 maart. Vrouwendag is alle dagen van het jaar, want dit gaat ons allemaal aan. Ook mannen moeten worden betrokken bij de verdediging van vrouwenrechten. Hiermee staat of valt het succes van een zaak die mij na aan het hart ligt.
Antonio Tajani
4Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
VOORWOORD VAN DIMITRIOS PAPADIMOULIS
Ondervoorzitter van het Europees Parlement
Het is mij een eer en een genoegen als ondervoorzitter belast met gendergelijkheid en diversiteit, en als voorzitter van de
Groep op hoog niveau van het Bureau, het beleid van het EP op dit vlak verder te mogen aansturen. Gelijkheid, diversiteit en
non-discriminatie maken immers integraal deel uit van de waarden van onze instelling en we moeten ons extra inspannen
om ze te bevorderen want Europa heeft krachtige signalen nodig om zijn opvattingen en gewoonten inzake gendergelijkheid
te doen evolueren.
Het Europees Parlement moet zich van zijn meest betrokken kant laten zien en beginselen en waarden uitdragen om volledige
gendergelijkheid, zoals vermeld in de Verdragen en in het Handvest van de grondrechten, ingang te doen vinden in het
bewustzijn en in de praktijk.
Daartoe zijn een aantal prioriteiten inzake gendergelijkheid vastgesteld, zoals de bevordering van volledige gelijkheid tussen
vrouwen en mannen in alle aspecten van het beroepsleven of de bevordering van een open en inclusieve werkomgeving voor
eenieder. In dat verband strijdt onze instelling al lang vastbesloten tegen het glazen plafond waardoor vrouwen minder toegang
hebben tot leidinggevende functies. Dit blijkt uit het optreden van het EP als medewetgever en uit zijn personeelsbeleid, dat
erop gericht is de meest bekwame en best gekwalificeerde vrouwen beter toegang te verschaffen tot verantwoordelijke functies
en zo bij te dragen aan het wegwerken van hardnekkige genderverschillen.
Vanuit dat streven en in dat licht heb ik namens de Groep op hoog niveau inzake gendergelijkheid en diversiteit een verslag
over Gendergelijkheid bij het secretariaat-generaal van het Europees Parlement – stand van zaken en volgende stappen 2017-
2019 gepresenteerd, dat het Bureau op 16 januari 2017 heeft aangenomen. In dat verslag wordt nogmaals bevestigd dat moet
worden vastgehouden aan de gekwantificeerde doelstellingen van het verslag-Kaufmann, met een lichte verhoging inzake de
functies van directeur-generaal, waarna een aantal concreet uit te voeren maatregelen en acties worden geschetst. De fasen voor
de uitvoering daarvan zullen worden vastgelegd in een tijdschema, gespreid over de volgende drie jaar, in overeenstemming
met het verslag-Mlinar over gendermainstreaming in de activiteiten van het Europees Parlement.
Ik ben mij ervan bewust dat discriminatie op grond van geslacht definitief uitbannen en volledige gendergelijkheid ingang
doen vinden in het bewustzijn en in de praktijk een werk van lange adem is, waarvoor bewustmaking en krachtige besluiten
onontbeerlijk zijn. Het begrip „gelijkheid” moet van kindsbeen af worden bijgebracht en geassimileerd: thuis, op school en op
het werk. Gelijkheid tussen vrouwen en mannen moet er voor iedereen, mannen en vrouwen, toe doen.
Internationale Vrouwendag leent zich uitstekend om deze kwestie onder de aandacht te brengen en de bereikte resultaten, de
betrokken spelers en de uitdagingen voor het voetlicht te halen. Vrouwen zijn net als mannen onmisbaar voor het welslagen
van het Europese integratieproces en het versterken van Europa's democratische grondslagen, teneinde gelijkheid, eerlijkheid
en sociale rechtvaardigheid te waarborgen.
5Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
P O L I T I E K N I V E AU
LEDEN
Met 37,4 % ligt het percentage vrouwen lichtjes hoger dan in 2016 en 1,6 procentpunt hoger dan in 2014 vóór de verkiezingen (35,8 %). Het toegenomen aantal vrouwelijke leden in het Europees Parlement verhoogt het niveau van democratische vertegenwoordiging van de EU-burgers en stelt het Parlement in staat om de gendergelijkheid beter te integreren in al zijn werkterreinen, of het nu gaat om wetgeving en beleid voor de EU als geheel dan wel om zijn eigen interne structuren en organen, waaronder het secretariaat-generaal.
Naast een stijging van het percentage vrouwen dat gekozen werd in het EP, is tussen de zevende en achtste
parlementaire zittingsperiode ook het aantal vrouwen in besluitvormingsfuncties geëvolueerd. Het aantal vrouwelijke ondervoorzitters is gestegen van drie tijdens de vorige zittingsperiode naar momenteel vijf op een totaal van veertien (in 2016 waren er zes vrouwelijke ondervoorzitters). Tijdens de zevende zittingsperiode zaten acht vrouwen een commissie of subcommissie voor; tijdens de eerste helft van de zevende zittingsperiode waren dat er tien (op een totaal van vierentwintig) en momenteel zijn het er twaalf op een totaal van vierentwintig. Het aantal vrouwelijke fractievoorzitters is stabiel gebleven met één voorzitter en twee medevoorzitters.
Leden van het Europees Parlement 1952-2017
EP-leden
0%
10%
20%
30%
40%
50%
05/01/2016200920041999199419891984197919751964195819521952 1958 1964 1975 1979 1984 1989 1994 1999 2004 2009 5.1.2017
50%
40%
30%
20%
10%
0%
1,3% 3,
5%
3,5% 4,
9%
16,6
%
17,7
% 19,3
% 25,9
% 30,3
%
30,2
%
31,1
% 37,4
%
1979
16,6%
83,4%
68342
2010
34,9%
65,1%
257479
2017
37,4%
62,6%
281470
6Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
VERTEGENWOORDIGING VAN VROUWEN IN HET EP EN IN DE NATIONALE PARLEMENTEN PER LIDSTAAT1
Vrouwen maken meer dan de helft van de wereldbevolking uit. Hun deelname en hun bijdrage aan het politieke proces zijn zowel belangrijk als noodzakelijk en vormen in feite een fundamenteel recht.
Het percentage vrouwen in het Europees Parlement is na de verkiezingen van 2014 opnieuw gestegen. Malta, Finland, Ierland en Kroatië hebben meer vrouwelijke dan mannelijke parlementsleden in het EP. Oostenrijk, Estland, Letland en Zweden halen een perfect evenwicht. In de lidstaten van de Europese Unie is het percentage vrouwelijke leden in
het Europees Parlement hoger dan dat in de nationale parlementen van de lidstaten, met uitzondering van Duitsland, België, Denemarken, Portugal, Polen, Litouwen en Cyprus.
Het percentage vrouwen bedraagt in het derde jaar van de achtste zittingsperiode 37,4 % en daarmee ligt het aandeel vrouwelijke leden in het Europees Parlement meer dan 13 procentpunt boven het gemiddelde percentage vrouwelijke leden in de nationale parlementen in de wereld, dat momenteel 23,9 % bedraagt.
1 De gegeves inzake de nationale parlementen zijn gebaseerd op het aantal vrouwen dat in de tweede kamers is verkozen. Bron: www.ipu.org per 1.11.2016.
Mal
ta
Finl
and
Ierla
nd
Kroa
tië
Zwed
en
Oos
tenr
ijk
Estla
nd
Letla
nd
Span
je
Vere
nigd
Kon
inkr
ijk
Ned
erla
nd
Fran
krijk
Italië
Slov
enië
Dui
tsla
nd
Belg
ië
Luxe
mbu
rg
Den
emar
ken
Slow
akije
Bulg
arije
Port
ugal
Roem
enië
Pole
n
Tsje
chië
Grie
kenl
and
Hon
garij
e
Lito
uwen
Cypr
us
65%
60%
55%
50%
45%
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
% vrouwen in het Europees Parlement
% vrouwen in de nationale parlementen
7Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
P O L I T I E K N I V E AU
HET BUREAU
Het Bureau bestaat uit de Voorzitter van het Europees Parlement, de veertien ondervoorzitters en de vijf quaestoren, met de status van waarnemer, en wordt door de voltallige vergadering gekozen voor een verlengbare periode van tweeënhalf jaar. Het
Bureau zorgt voor het interne functioneren van het Parlement, waaronder begrotingsramingen en alle administratieve, personeelsgebonden en organisatorische zaken.
5 vrouwelijke ondervoorzitters (per 1.2.2017)
2 vrouwelijke quaestoren
Elisabeth MORIN-CHARTIER
(FR - PPE)
Catherine BEARDER (UK - ALDE)
Evelyne GEBHARDT(DE - S&D)
Mairead McGUINNESS (IE - PPE)
Ildikó GÁLL-PELCZ (HU - PPE)
Sylvie GUILLAUME (FR - S&D)
Ulrike LUNACEK (AT -Verts/ALE)
59 35,7%64,3%
23 40,0%60,0%
8Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
GROEP OP HOOG NIVEAU INZAKE GENDERGELIJKHEID EN DIVERSITEIT
De Groep op hoog niveau werd in 2004 opgericht door het Bureau naar aanleiding van de EP-resolutie van 13 maart 2003 over gendermainstreaming in het Europees Parlement. Oorspronkelijk bestond zijn taak voornamelijk erin het genderaspect binnen de activiteiten, structuren en organen van het Parlement te bevorderen en in te bedden. Om de taak van de Groep te verruimen tot de bevordering van de diversiteit in het algemeen, heeft het Bureau in november 2007 de naam van deze werkgroep veranderd in „Groep op hoog niveau inzake gendergelijkheid en diversiteit”.
De Groep op hoog niveau treedt op als een horizontaal orgaan en werkt nauw samen met andere organen van het Europees Parlement, met name de Conferenties van commissie- en delegatievoorzitters en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.
Voor de achtste zittingsperiode (2014-2019) bestaat het mandaat van de Groep op hoog niveau inzake gendergelijkheid en diversiteit uit de volgende punten:
u De waarden gelijkheid, non-discriminatie en diversiteit in de administratie van het Parlement bevorderen zodat het secretariaat van het Parlement zo veel mogelijk een afspiegeling van de hele Europese samenleving is;
u Om deze doelstellingen te verwezenlijken moet werk worden gemaakt van de volgende prioriteiten:1. volledige gelijkheid tussen vrouwen en mannen in alle aspecten van het beroepsleven bevorderen bij het secretariaat
van het Parlement;2. personen met een handicap volledig gelijke kansen bieden en hun volledige participatie en integratie bevorderen, rekening
houdend met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap; 3. een open en inclusieve werkomgeving scheppen, met name door ernaar te streven zowel bij aanwerving als bij de
verdere loopbaanontwikkeling elke discriminatie op gronden als geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid of identiteit uit te bannen;
4. diversiteit bevorderen, zo mogelijk door middel van positieve maatregelen of acties, zoals omschreven in artikel 1 quinquies van het Statuut van de ambtenaren;
5. de volledige tenuitvoerlegging van artikel 27 van het Statuut van de ambtenaren aanmoedigen om ambtenaren aan te werven die uit een oogpunt van vakbekwaamheid, prestatievermogen en integriteit aan de hoogste eisen voldoen en die uit de onderdanen van de lidstaten van de Unie zijn aangeworven met inachtneming van de breedst mogelijke geografische basis;
u Een actieplan ter bevordering van gelijkheid en diversiteit in het Europees Parlement aannemen en ten uitvoer leggen nadat het door het Bureau is goedgekeurd;
u Nauw met de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid samenwerken om ervoor te zorgen dat er passende administratieve structuren worden opgezet om het beginsel van gelijkheid van vrouwen en mannen in de activiteiten van het Parlement te integreren;
u Voorzieningen bevorderen om het personeel van het Parlement te helpen werk en gezinsleven te combineren;
u Een strategie voor interne en externe communicatie bevorderen teneinde de inzet van het Parlement voor de bevordering van gelijkheid en diversiteit in zijn secretariaat zichtbaarder te maken;
u De betrekkingen met de andere instellingen en organen van de Europese Unie en met de nationale parlementen ontwikkelen op het gebied van gendergelijkheid en diversiteit, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden die krachtens het Reglement aan de verschillende organen van het Parlement zijn verleend.
Dimitrios PAPADIMOULISVoorzitter
(EL – GUE/NGL)
Ildikó GÁLL-PELCZ (HU – PPE)
Evelyne GEBHARDT(DE – S&D)
Ulrike LUNACEK(AT –Verts/ALE)
Catherine BEARDER(UK – ALDE)
Vilija BLINKEVIČIŪTĖ(LT – S&D)
Inés AYALA SENDER (ES – S&D)
61
85,7%14,3%
9Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
P O L I T I E K N I V E AU
FRACTIES
In het Europees Parlement maken de leden deel uit van fracties die gebaseerd zijn op politieke overtuiging, niet op nationaliteit. Er zijn in het Parlement momenteel acht fracties, die onder leiding staan van een voorzitter (of twee medevoorzitters). De Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links wordt voorgezeten door een vrouw, Gabriele Zimmer; de Fractie
De Groenen/Vrije Europese Alliantie heeft een vrouwelijke medevoorzitter, Ska Keller, net als de Fractie Europa van Naties en Vrijheid, in de persoon van Marine Le Pen. De leden die tot geen van deze fracties behoren, beschikken over een secretariaat en vormen samen de "niet-fractiegebonden leden".
Voorzitters en medevoorzitters van fracties
Genderverdeling binnen de fracties
Gabriele ZIMMER (DE – GUE/NGL)
Ska KELLER (DE –Verts/ALE)
Marine LE PEN (FR – ENF)
PPE S&D ECR ALDE GUE/NGL Verts/ALE EFDD ENF NI
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
PPE Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten)
S&D Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement
ECR Fractie van de Europese Conservatieven en Hervormers
ALDE Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa
GUE/NGL Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links
Verts/ALE Fractie van de Groenen/Europese Vrije Alliantie
EFDD Fractie Europa van Vrijheid en Directe Democratie
ENF Fractie Europa van Naties en Vrijheid
NI Niet-fractiegebonden leden
38
27,3%72,7%
10Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
PARLEMENTAIRE COMMISSIES (PER 1.2.2017)
Er zijn twintig parlementaire commissies, twee subcommissies en twee enquêtecommissies in de achtste zittingsperiode van het Europees Parlement. Door het opstellen van wetgevingsverslagen en initiatiefverslagen bereiden de commissies de werkzaamheden van de plenaire vergaderingen van het Parlement voor. De commissievoorzitters coördineren de werkzaamheden van de commissies in de Conferentie van commissievoorzitters. Van de vierentwintig commissies worden er momenteel twaalf voorgezeten door een vrouw.
Conferentie van commissievoorzitters – 12 vrouwelijke commissievoorzitters
Vrouwen in de parlementaire commissies
91,4
%
57,1
%
56,7
%
52,7
%
48,0
%
47,8
%
45,0
%
44,0
%
41,9
%
41,5
%
40,8
%
40,0
%
35,7
%
34,9
%
30,0
%
29,3
%
29,2
%
28,9
%
28,0
%
26,9
%
24,6
%
23,3
%
19,7
%
16,7
%
FEM
M*
PETI
*
LIBE
EMPL
PECH
ENVI
*
IMCO
*
JURI
CULT
*
INTA
TRAN
*
EMIS
*
DEV
E*
REG
I*
DRO
I
BUD
G
PAN
A
AGRI
AFCO
*
ITRE
ECO
N
SED
E*
AFET
CON
T*
* Commissie voorgezeten door een vrouw
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Iskra MIHAYLOVA (BG - ALDE)
Regionale ontwikkeling (REGI)
Linda McAVAN (UK - S&D)
Ontwikkelingssamenwerking (DEVE)
Ingeborg GRÄSSLE (DE - PPE)
Begrotingscontrole (CONT)
Vicky FORD (UK - ECR)
Interne markt en consumentenbescherming
(IMCO)
Karima DELLI(FR -Verts/ALE)
Vervoer en toerisme (TRAN)
Petra KAMMEREVERT (DE - S&D)
Cultuur en onderwijs (CULT)
Vilija BLINKEVIČIŪTĖ (LT - S&D)
Rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM)
Kathleen VAN BREMPT(BE - S&D)
Enquêtecommissie emissiemetingen
in de automobielsector (EMIS)
Adina-Ioana VĂLEAN(RO - PPE)
Milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI)
Anna Elżbieta FOTYGA (PL - ECR)
Subcommissie veiligheid en defensie (SEDE)
Danuta Maria HÜBNER (PL - PPE)
Constitutionele zaken (AFCO)
Cecilia WIKSTRÖM (SV - ALDE)
Verzoekschriften (PETI)
50,0%
50,0%
1212
11Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
P O L I T I E K N I V E AU
COMMISSIE RECHTEN VAN DE VROUW EN GENDERGELIJKHEID
De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM) is de parlementaire commissie die bevoegd is voor kwesties inzake de opvolging van wetgeving die verband houdt met vrouwenrechten, gendergelijkheid en de uitbanning van alle vormen van geweld en discriminatie op grond van geslacht. Deze commissie werd in 1979 door het Europees Parlement opgericht als een ad-hoccommissie voor de rechten van de vrouw en gelijke kansen. In die periode kregen de rechten van de vrouw en het concept van gendergelijkheid wereldwijd alsmaar meer aandacht en keurden de Verenigde Naties het verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen goed. In 1984 verwierf de commissie de status van vaste commissie en sindsdien is de Commissie rechten van de vrouw binnen het EP het voornaamste orgaan voor de bevordering van de gendergelijkheid en de rechten van de vrouw.
De taken van de commissie omvatten onder meer: afbakening, bevordering en verdediging van de rechten van de vrouw in de Unie en maatregelen op dit gebied, bevordering van de rechten van de vrouw in derde landen, beleidsvoorstellen inzake gelijke kansen voor mannen en vrouwen, onder meer op de arbeidsmarkt en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, uitbanning van alle vormen van discriminatie op grond van geslacht, uitvoering en voortzetting van de opneming van het gelijkekansenbeleid in alle sectoren, opvolging en uitvoering van de internationale overeenkomsten en verdragen met betrekking tot de rechten van de vrouw en beleid inzake de voorlichting over vrouwen.
Het programma van werkzaamheden van de commissie voor 2017 is gericht op de versterking van bepaalde fundamentele kwesties. De Commissie rechten van de vrouw wil alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat vooruitgang wordt geboekt met betrekking tot het EU-wetgevingsvoorstel inzake het aantal vrouwen in raden van bestuur en dat dit binnenkort kan worden aangenomen. Nu het voorstel tot herziening van de richtlijn moederschapsverlof is ingetrokken, zal de Commissie rechten van de vrouw zich buigen over het nieuwe maatregelenpakket inzake het combineren van werk en privéleven dat de Commissie naar verwachting in het voorjaar van 2017 zal uitbrengen en dat zal bestaan uit wetgevings- en niet-wetgevingsmaatregelen rond aspecten zoals moederschaps-, vaderschaps-, ouderschaps- en zorgverlof.
Overeenkomstig de traditie om de Internationale dag van de vrouw als bijzonder jaarlijks evenement te vieren in de
vorm van een vergadering van de interparlementaire commissie komen de EP-leden en de leden van de nationale parlementen op 8 en9 maart 2017 bijeen om te debatteren over het thema „Economische empowerment van vrouwen: onze krachten bundelen!”. Begin 2017 stelt de Commissie rechten van de vrouw hierover tevens een initiatiefverslag op. Ook de 61e vergadering van de VN-Commissie inzake de positie van de vrouw, die van 13 t/m 24 maart 2017 zal plaatsvinden in de hoofdzetel van de Verenigde Naties in New York, zal hiermee verband houden en de Commissie rechten van de vrouw zal er een delegatie van EP-leden naar afvaardigen. De Commissie rechten van de vrouw zal zich ook inspannen voor de toetreding van de EU tot het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, een thema dat al jarenlang centraal staat in de werkzaamheden van de commissie. Zij zal ook werken rond andere thema's in verband met zowel de interne als de externe dimensie van het EU-beleid. Wat de interne dimensie betreft, wil ze zich toeleggen op gendergelijkheid op verschillende gebieden, zoals de begrotingsmiddelen, belastingbeleid en de mediasector. Ze zal zich ook bezighouden met maatregelen ter bestrijding van seksuele intimidatie op het werk, de situatie en de rechten van vrouwen met een handicap, een Europese strategie tegen vrouwspecifieke vormen van kanker en de afkalving van de rechten van de vrouw en de gendergelijkheid in de EU. Wat de externe dimensie betreft, zal de commissie onder meer aandacht besteden aan gendergelijkheid en de rechten van de vrouw in de zuidelijke partnerlanden en in de handelsovereenkomsten van de EU alsook aan de genderdimensie van klimaatrechtvaardigheid. Ten slotte zal de Commissie rechten van de vrouw ook haar halfjaarlijkse verslag over gendergelijkheid in de EU opstellen en zich buigen over de tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende het Europees beschermingsbevel en de richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten.
In februari 2017 trok een delegatie van de Commissie rechten van de vrouw naar Malta om er deel te nemen aan een conferentie van het Maltese voorzitterschap van de Raad over geweld tegen vrouwen, en in mei 2017 zal een andere delegatie naar Polen gaan.
http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/FEMM/home.html
Vilija BLINKEVIČIŪTĖ Voorzitter
(LT – S&D)
12Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
PARLEMENTAIRE DELEGATIES (PER 1.2.2017)
Delegaties onderhouden en ontwikkelen de internationale contacten van het Parlement. De activiteiten van de delegaties zijn gericht op het onderhouden en verbeteren van de contacten met de parlementen van landen die van oudsher partners van de Europese Unie zijn, en zij helpen om de waarden waarop de EU gebaseerd is, in derde landen te bevorderen. Er zijn momenteel negenendertig delegaties en vijf multilaterale assemblees. In de tweede helft van de achtste zittingsperiode zijn elf van de negenendertig delegatievoorzitters vrouwen en twee van de vijf multilaterale assemblees worden voorgezeten door vrouwen.
Conferentie van delegatievoorzitters – 11 vrouwelijke voorzitters van EP-delegaties
Vrouwen in de parlementaire delegaties
Teresa JIMÉNEZ-BECERRIL BARRIO
(ES - PPE) Mexico (D-MX)
Michèle ALLIOT-MARIE (FR - PPE)
Arabisch schiereiland (DARP)
Constanze KREHL (DE - S&D) Chili (D-CL)
Sofia SAKORAFA (EL - GUE/NGL)
Midden-Amerika (DCAM)
Monica MACOVEI (RO - PPE)
Albanië (D-AL)
Jean LAMBERT (UK -Verts/ALE)
Zuid-Azië (DSAS)
Anneliese DODDS (UK – S&D)
Montenegro (D-ME)
Iveta GRIGULE (LV - ALDE)
Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan
en Mongolië (DCAS)
Heidi HAUTALA (FI -Verts/ALE)
Euronest (DEPA)
Marisa MATIAS (PT - GUE/NGL) Masjrak (DMAS)
Eva KAILI (EL - S&D)
Parlementaire Vergadering van de NAVO (DNAT)
0
10
20
30
40
50
60
70
69,2%
66,7%
64,3%
58,3%
52,9%
50,0%
48,7%
46,7%
46,2%
45,9%
45,8%
44,4%
43,8%
43,8%
43,8%
42,9%
42,9%
42,1%
41,7%
41,7%
41,7%
40,0%
40,0%
40,0%
40,0%
38,9%
36,2%
36,0%
33,3%
31,7%
31,6%
31,3%
30,0%
28,6%
27,8%
26,9%
25,0%
22,6%
16,7%
16,7%
14,3%
12,5%
6,7%
0,0%
DSE
ED
-CL*
D-M
X*D
PAP
DEE
AD
SCA
DAC
PD
ARP*
D-M
KD
-CN
D-J
PD
MAS
*D
-UA
D-Z
AD
MED
D-A
L*D
-ME*
DM
ERD
AND
D-IN
DAN
ZD
CAM
*D
CAR
DLA
TD
SAS*
DPL
CD
-US
D-T
RD
MAG
DEP
A*D
CAS*
D-C
AD
NAT
*D
-MD
D-IL
DAS
ED
-BY
D-R
UD
-IRD
KOR
D-B
RD
-AF
D-R
SD
-IQ
* Delegatie voorgezeten door een vrouw
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
25,0%
75,0%
1133
VROUWEN IN HET EUROPEES
PARLEMENT
NL
Internationale Vrouwendag, 8 maart 2017
Administratief niveau
2Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
Tenzij anders vermeld geldt voor de hele brochure:
vrouwen mannen
Herkomst van de statistische gegevens
u Administratie EP: Streamline, vanaf 5.1.2017, tenzij anderszins is bepaald
u Foto's: Europees Parlement
Een initiatief van: Afdeling Gelijkheid en Diversiteit DG Personeelszaken Leiding van de redactiestaf: Alberto Rossetti (hoofd van de afdeling Gelijkheid en Diversiteit) Guillaume Margenseau
Europees Parlement, GEOS-gebouw, 22-24, rue Edward Steichen, L-2540 Luxemburg Tel.: +352 4300 24397 E-mail: [email protected] Intranet: http://www.epintranet.ep.parl.union.eu/en/sites/refin/home/administrative_life/personnel.html
Disclaimer: de meningen in deze publicatie geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Europees Parlement weer.
3Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
A D M I N I S T R AT I E F N I V E AU
INHOUDSOPGAVE
4 Voorwoord van Kristian Knudsen,
waarnemend directeur-generaal
Personeelszaken
4 Bijdrage van Leena Maria Linnus
en Agnieszka Walter-Drop,
directeuren-generaal
5 Secretariaat-generaal
van het Europees Parlement
– Organisatieschema
6 Vrouwen onder
het leidinggevende personeel:
statistische gegevens
8 Secretariaat-generaal van het EP,
algemeen secretarissen
van de fracties
en geaccrediteerde
parlementaire medewerkers:
statistische gegevens
10 Maatregelen
voor het combineren van werk
en privéleven:
statistische gegevens
12 Structuren ter bevordering
van de gendergelijkheid
Voorwoord van de secretaris-generaalGelijkheid tussen mannen en vrouwen is een thema dat mij nauw aan het hart ligt en ik heb er altijd voor geijverd dat dit punt ook centraal wordt gesteld in ons beleid. Voor de goede werking van het Parlement en de vervulling van zijn taken in dienst van de parlementsleden is het cruciaal dat elke werknemer zich professioneel kan ontplooien. De ontwikkeling van vrouwen op alle niveaus van verantwoordelijkheid is dan ook van het allergrootste belang. Het is om die reden dat in het kader van een ambitieus verslag dat gepresenteerd is door ondervoorzitter Papadimoulis1 en goedgekeurd door het Bureau, de in het verslag Kaufmann2 vastgelegde doelstellingen inzake de vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posten naar boven zijn bijgesteld wat betreft de directeuren-generaal. Ik ben verheugd over dit besluit en ik spoor alle vrouwelijke collega’s aan om zich kandidaat te stellen voor middenkaderfuncties zodat we op termijn een pool van potentiële kandidaten voor het hogere management hebben. In dit verband eis ik dat bij de selectieprocedures voor afdelingshoofden minstens één van de voorgestelde kandidaten een vrouw is. Op die manier zijn sedert 2009 37% van de vacante posten voor afdelingshoofd door een vrouw ingevuld, wat ervoor heeft gezorgd dat vrouwen nu aanzienlijk beter vertegenwoordigd zijn in het middenkader van onze instelling. Er is een volledig opleidingsprogramma uitgewerkt voor vrouwen met potentieel om een leidinggevende post te bekleden.Maar niet alleen opleiding is belangrijk. Er moeten ook extra inspanningen worden geleverd om een open en inclusieve werkomgeving te creëren die een goed evenwicht tussen werk en privéleven mogelijk maakt. De invoering van incidenteel thuiswerk is een belangrijke stap in deze richting. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van het ouderschapsverlof, het verlof om gezinsredenen en de diverse deeltijdregelingen. De ontwikkelingen op dit vlak beantwoorden aan de voorstellen van het in 2016 aangenomen verslag Mlinar3, over gendermainstreaming in de activiteiten van het Europees Parlement.Met deze initiatieven stuurt het Parlement een krachtig en duidelijk signaal naar zijn vrouwelijke personeelsleden en spoort het hen aan meer verantwoordelijkheden op te nemen binnen de instelling. De vrouwen van het Parlement zullen ongetwijfeld snel deze uitdaging aangaan, wat volledig in het belang is van ons secretariaat-generaal.
Klaus Welle
1 „Gendergelijkheid bij het secretariaat van het Europees Parlement - stand van zaken en volgende stappen” verslag aan het Bureau gepresenteerd door Dimitrios PAPADIMOULIS, voor gendergelijkheid bevoegd ondervoorzitter (PE 595.277/BUR).
2 „Gendergelijkheid bij het secretariaat van het Europees Parlement - stand van zaken en volgende stappen”, verslag aan het Bureau gepresenteerd door Sylvia-Yvonne KAUFMANN, voor gendergelijkheid bevoegd ondervoorzitter (PE 380.159/BUR).
3 P8-TA(2016)0072.
4Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
VOORWOORD VAN KRISTIAN KNUDSEN, waarnemend directeur-generaal Personeelszaken
Het beleid inzake gendergelijkheid bij het secretariaat-generaal van het EP, gevoerd door het directoraat-generaal Personeelszaken
Het beleid inzake gendergelijkheid en diversiteit speelt een cruciale rol binnen het directoraat-generaal Personeelszaken. Daarbij gaat het niet alleen om de hoeveelheid initiatieven die worden genomen om dit beleid uit te voeren maar ook over de mate waarin alle personeelsleden volledig hierbij worden betrokken.Er zijn aanzienlijke vorderingen geboekt op het gebied van de vertegenwoordiging van vrouwen in onze instelling. Er worden ook nog steeds nieuwe maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat alle collega’s ongeacht hun geslacht dezelfde mogelijkheden krijgen voor hun professionele ontwikkeling. Ik stel dan ook met voldoening vast dat ongeveer 120 vrouwelijke ambtenaren hebben deelgenomen aan de vier opleidingscycli voor vrouwen die afdelingshoofd kunnen worden, en dat er een programma voor talentmanagement is opgezet, evenals een nieuw programma voor vrouwen met potentieel om een leidinggevende post te bekleden. Dat steeds meer gebruik wordt gemaakt van de maatregelen om werk en privéleven te combineren voor het gehele personeel, vormt evenzeer een aspect van dit gendergelijkheidsbeleid.Maar we mogen het daarbij niet laten: de grootste uitdaging voor het Parlement is ervoor te zorgen dat er een klimaat van gelijkheid is tussen de verschillende personeelsgroepen en dat onze instelling uit de pool die wij nu opbouwen de beste talenten kan aanwerven. Een van de voorwaarden om dit te kunnen doen is dat kansengelijkheid als een integraal onderdeel van onze managementcultuur wordt beschouwd. Een aantal belangrijke stappen in dit verband zijn de beginselverklaring over gelijkheid en diversiteit1, verscheidene verslagen aan het Bureau over dit onderwerp, zoals het verslag dat onlangs is voorgelegd door ondervoorzitter Papadimoulis2 en twee actieplannen3.Omdat het Parlement als voorbeeld moet dienen voor andere werkgevers, schaart het zich duidelijk achter de waarden van respect en bevordering van de diversiteit, inclusie in een open werkomgeving, waardering van talenten en het delen van verantwoordelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het directoraat-generaal Personeelszaken moet zich blijven inzetten voor het verwezenlijken van deze doelstellingen die het Parlement maken tot wat het is: een democratische en inclusieve instelling.
BIJDRAGE VAN LEENA MARIA LINNUS, directeur-generaal van het DG Infrastructuur en logistiek, en
AGNIESZKA WALTER-DROP, directeur-generaal van het DG Vertolking en Conferenties
Als leidinggevende vrouwen streven wij ernaar al onze collega’s te stimuleren en hen aan te moedigen zichzelf te ontplooien. Wij menen dat wij met het unieke perspectief dat wij hebben verworven op de lange weg naar de plek waar wij nu staan, kunnen zorgen voor de bevordering van een inclusieve arbeidscultuur en een harmonieus evenwicht tussen vrouwen en mannen. Om een betere cultuur op de werkplek tot stand te brengen moeten de vrouwelijke managers van vandaag hun uiterste best doen om het potentieel van hun werknemers te optimaliseren en te ijveren voor een meer flexibele werkomgeving, waarin werk en privéleven beter kan worden gecombineerd. Wij zullen dit doel bereiken door te putten uit onze persoonlijke ervaring, waardoor wij met meer kennis van zaken actie kunnen ondernemen, ook met oog voor detail. Managers kunnen concrete resultaten boeken wanneer zij de talenten van hun teamleden kunnen ontdekken en ervoor kunnen zorgen dat zij hun potentieel waarmaken door hen te stimuleren en te helpen bij hun ontwikkeling. Wij kunnen – en wij moeten – aan onze collega’s het nodige advies geven zodat zij meer kunnen bereiken en met name de uitdagingen durven aangaan. We hebben een slim en doeltreffend talentmanagement nodig om vrouwen ertoe aan te sporen te solliciteren voor verantwoordelijke functies en ervoor te zorgen dat zij daarvoor een gelijk speelveld krijgen. Onze rol als leidinggevende vrouwen die het glazen plafond doorbreken voor de andere vrouwen, moet dan ook verder gaan dan alleen maar het bevestigen van de mannelijke leiderschapstijl. Het is onze taak om ons eigen standpunt te verdedigen, onze gesprekpartners te overtuigen van de blijvende noodzaak om gendergelijkheid te bevorderen en deze in aanmerking te nemen in alle beleidsgebieden.Wij verlenen met trots onze steun aan deze campagne in het Europees Parlement, een instelling die een van de eerste is om te erkennen dat culturele veranderingen nodig zijn om te zorgen voor een rechtvaardiger evenwicht tussen mannen en vrouwen. Dit is geen nulsomspel: het is een scenario waarin de organisatie kan profiteren van arbeid die gestoeld is op flexibele methodes en gemengde en evenwichtige teams, en waarin vooral iedereen winnaar is. Om het te zeggen met de woorden van Jack Welch, voormalig directeur van General Electric, Voordat je een leider wordt, moet je vooral jezelf ontplooien om te slagen; eens je een leider bent moet je vooral de anderen helpen zichzelf te ontplooien.1 Goedgekeurd door het Bureau op 13 november 2006.
2 Verslag over gendergelijkheid bij het secretariaat van het Europees Parlement - stand van zaken en volgende stappen 2017-2019, goedgekeurd door het Bureau op 16 januari 2017.
3 Goedgekeurd door het Bureau op 9 maart 2009 voor de periode 2009-2014 en op 27 april 2015 lopende tot 2019.
5Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
A D M I N I S T R AT I E F N I V E AU
SECRETARIAAT-GENERAAL VAN HET EUROPEES PARLEMENT ORGANISATIESCHEMA
Directeuren-generaal en directeuren
Secretaris-generaalJuridische Dienst
Juridisch adviseurHoofd van het kabinet van de secretaris-generaal, directeur
Directoraat Betrekkingen met de fracties
* Bureau in Washington: een mannelijke directeur
** waarnemend
Legenda
Vrouwen
Mannen
DG IPOL Intern beleid
DG PERS **
Personeelszaken
DG FINS Financiën
DG PRESPresidium
DG COMM *
Communicatie
DG INTE Vertolking
en conferenties
DG EXPO Extern beleid
DG INLO Infrastructuur
en logistiek
DG ITEC Innovatie
en Technologische Ondersteuning
DG EPRS Parlementaire
Onderzoeksdiensten
DG TRADVertaling
DG SAFE Beveiliging
en Veiligheid
**
**
**
**
**
6Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
VROUWEN ONDER HET LEIDINGGEVENDE PERSONEEL: STATISTISCHE GEGEVENS* (OP 1.2.2017)
Adjunct-secretaris-generaal en directeuren-generaal
Directeuren Afdelingshoofden
* hierbij is geen rekening gehouden met de "waarnemers"
16,7%30,0%
29,8%
34,1%
35,0%
40,0%
Directeuren
Directeuren-generaal
Afdelingshoofden
% vrouwen op 5.1.2017 (1.2.2017 voor de directeuren-generaal)
Doelstellingen 2019 - zoals vastgesteld door het Bureau in 2017 (verslag-Papadimoulis)
210 16,7%83,3%
Leena Maria LINNUSDirecteur-generaal
DG Infrastructuur en logistiek(DG INLO)
Agnieszka WALTER-DROPDirecteur-generaal
DG Vertolking en conferenties (DG INTE)
29,8%
70,2%
1433
34,1%
65,9%
92178
7Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
A D M I N I S T R AT I E F N I V E AU
Benoemingen onder het hogere kaderpersoneel – directeuren-generaal en directeuren (van 1.1.2016 tot 31.12.2016)
Afdelingshoofden per geslacht en per DG
Selectie van afdelingshoofden – 2016
88,9%62,5%90,0%100%63,6%56,2%87,5%60,0%66,7%
11,1%37,5%10,0%
0%36,4%43,8%12,5%40,0%33,3%
859379766
131047143
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
66,7% 50,0% 84,6% 50,0% 50,0% 66,7% 80,0% 66,7% 65,5% 55,2% 70,0% 85,7% 81,8% 54,5% 65,9%
33,3%50,0%15,4%50,0%50,0%33,3%20,0%33,3%34,5%44,8%30,0%14,3%18,2%45,5%34,1%
Secretaris-generaal
DG PRES
DG IPOL
DG EXPO
DG EPRS
DG COMM
DG PERS
DG INLO
DG TRAD
DG INTE
DG FINS
DG ITEC
DG SAFE
Juridische Dienst
Totaal
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Kandidaten
Kandidaten op gesprek
Kandidaten op de shortlist
Benoemingen
67,9%
65,7%
56,4%
44,4%
32,1%
34,3%
43,6%
55,6%
8Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
SECRETARIAAT-GENERAAL VAN HET EP, ALGEMEEN SECRETARISSEN VAN DE FRACTIES EN GEACCREDITEERDE PARLEMENTAIRE MEDEWERKERS: STATISTISCHE GEGEVENS
Personeel van het secretariaat-generaal van het EP
Personeel van het secretariaat-generaal van het EP (1957-2016)
Personeel in functiegroep AD Personeel in functiegroep AST
Personeel in functiegroep AST/SC
Totaal
AD
AST
AST/SC
40,5%
47,5%
35,2%
14,3%
59,5%
52,5%
64,8%
85,7%
2 159
1 186
957
16
3 173
1 313
1 764
96
41998
156126
80107151154118
7697
114321361077379205232179114141
AD16
AD15
AD14
AD13
AD12
AD11
AD10
AD9
AD8
AD7
AD6
AD5
80,0%57,6%75,4%53,4%54,1%52,3%57,5%42,4%39,9%39,7%40,0%40,8%
20,0%42,4%24,6%46,6%45,9%47,7%42,5%57,6%60,1%60,3%60,0%59,2%
3037
151106128103118
97130
1641
20312411882281842382742027385
AST11
AST10
AST9
AST8
AST7
AST6
AST5
AST4
AST3
AST2
AST1
60,0%54,4%38,5%36,1%36,0%35,9%33,1%26,1%39,2%18,0%32,5%
40,0%45,6%61,5%63,9%64,0%64,1%66,9%73,9%60,8%82,0%67,5%
35 %
40 %
45 %
50 %
55 %
60 %60%
55%
50%
45%
40%
35% 1957 1967 1977 1987 1997 2007 2016
610
3066
AST/SC2
AST/SC1
83,3%86,8%
16,7%13,2%
9Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
A D M I N I S T R AT I E F N I V E AU
Gemiddelde leeftijd per geslacht
Percentage bevorderden onder de voor bevordering in aanmerking komende personeelsleden per geslacht en per functiegroep (2016)
Verdeling m/v onder de bevorderden, per geslacht en per functiegroep (2016)
Arbeidscontractanten, per geslacht en per functiegroep
Algemeen secretarissen van de fracties
Personeel van de fracties (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
Arbeidscontractanten bij de fracties
Geaccrediteerde parlementaire medewerkers
Totaal AD AST AST/SC
Tota
al
Tota
al
Tota
al
Tota
al
48 48 50 3846 45 48 3947 46 49 39
47,9%
52,1%
912990
Voorbeeld: in 2016 is 62 % van de vrouwelijke AD die voor bevordering
in aanmerking kwamen, bevorderd
52,6% 49,2%62,0% 56,6%AD AST AD AST
Voorbeeld: in 2016 is 70,7 % van de bevorderde assistenten vrouw (het
totaal m/v is hier altijd gelijk aan 100) terwijl in 2016 67,7 % van de voor bevordering in aanmerking komende AST vrouw was
TotalPromus TotalPromus45,5%
54,4%
29,3%
70,7%
49,7%
50,3%
32,3%
67,7%
Bevo
rder
den
Tota
al
Tota
al
Totaal GF IV GF III GF II GF I0 %
20 %
40 %
60 %
80 %
100 %
GF IGF IIGF IIIGF IVTotal
41,7%
58,3%
544759
54,9%
45,1%
10183
58,4%
41,6%
7352
80,8%
19,2%
15637
26,7%
73,3%
214587
29,0%
71,0%
25ASTADTotal
41,9% 53,9% 33,0%
339185
154
471158
313
58,1% 46,1% 67,0%
Totaal AD AST0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
GF IGF IIGF IIIGF IVTotalTotaal GF IV GF III GF II GF I
61,0%
39,0%
13989
53,6%
46,4%
3732
53,9%
46,1%
4841
84,2%
15,8%489
46,2%
53,8%
67
Bevo
rder
den
10Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
MAATREGELEN VOOR HET COMBINEREN VAN WERK EN PRIVÉLEVEN: STATISTISCHE GEGEVENS (JANUARI-DECEMBER 2016)*
Personeelsleden in deeltijd(op het gehele personeel en opgedeeld naar functiegroep)
Personeelsleden in deeltijd, opgedeeld naar arbeidstijd ***
Personeelsleden die in deeltijd werken, opgedeeld naar leeftijdsgroep****
* Met het „gehele personeel” worden de ambtenaren en tijdelijke functionarissen (buiten de fracties) bedoeld op donderdag 31 december 2016.
** Directeuren-generaal, directeuren en afdelingshoofden.
*** De gegevens over deeltijdwerkers die in de loop van 2016 van deeltijdrooster zijn veranderd, zijn meegewogen in de verschillende gekozen categorieën.
**** De gegevens over personeelsleden die in de periode van deeltijd werken van leeftijdsgroep zijn veranderd, zijn meegewogen in twee groepen.
TotalAST/SCASTAD (non managers)AD managers **1 169613516 1129 335127186 022
AD managers ** AD (niet-managers) AST TotaalAST/SC
36,6%
34,4%42,6%
11,7%26,6% 15,4%0%9,8% 13,1%19,2%
63,2%
12,0%
0,5%
7,0%
12,3%
5,0%
Arbeidstijd
95%
90%
80%
75%
60%
50%
44,2%
0,8%
18,0%
17,7%
14,6%
Arbeidstijd
4,7%
95%
90%
80%
75%
60%
50%
38,7%
25,8%
5,4%
30,1%
Totaal aantal: 349
55 jaar en ouder
45-54 jaar
36-44 jaar
tot 35 jaar
43,2%
5,5%
20,5%
30,9%
Totaal aantal: 1260
55 and over
45-54
36-44
35 and under
11Afdeling Gelijkheid en Diversiteit – Directoraat-generaal Personeelszaken
A D M I N I S T R AT I E F N I V E AU
In 2016 heeft 28 % van het gehele personeel in deeltijd gewerkt, tegenover 25,6 % in 2015 en 23,3 % in 2014. Dit bevestigt de tendens tot een progressieve toename van het aantal personeelsleden dat in deeltijd werkt,
een tendens die al een aantal jaren waarneembaar is. Werken in deeltijd blijft een maatregel waarvan voornamelijk vrouwen gebruikmaken: in 2016 waren 77,7 % van de deeltijds werkenden vrouwen. Dit is
nog duidelijker voor het verlof om gezinsredenen, een maatregel waarvan 87,8 % vrouwen gebruik hebben gemaakt. Bij het ouderschapsverlof is er iets meer evenwicht, met 72,8% vrouwen die van deze maatregel
gebruik maken. Het percentage personeelsleden dat ouderschapsverlof neemt neemt al jarenlang gestaag toe (16,2 % in 2016 tegenover 10,2 % in 2011).
Personeelsleden in ouderschapsverlof voltijds Personeelsleden in ouderschapsverlof halftijds
Personeelsleden in verlof om gezinsredenen voltijds*
Personeelsleden in verlof om gezinsredenen halftijds*
Personeelsleden in verlof om redenen van persoonlijke aard*
* Aangezien geen enkel personeelslid in de functiegroep AST/SC gebruik heeft gemaakt van het verlof om gezinsredenen of het verlof om redenen van persoonlijke aard, komt deze groep in de statistieken niet voor.
Personeelsleden in ouderschapsverlof
Personeelsleden in verlof om gezinsredenen
Personeelsleden in verlof om redenen van persoonlijke aard
7541
0
7951
0
AD
AST
AST/SC
AD
AST
AST/SC
70,5%79,0%100%
70,1%73,7%100%
29,5%21,0%0%
29,9%26,3%0%
17915410
1851434
opgedeeld naar functiegroep opgedeeld naar functiegroep
Mannen Vrouwen Totaal
(op het gehele personeel)
19,9%
2,3% 0,9%
63572 29
16,2%
1,6% 0,9%
87284 50
10,9%0,6% 1%
237 12 21
(broken down by function group)
16
5
16
13
AD
AST
50,0%
72,2%
50,0%
27,8%
opgedeeld naar functiegroep opgedeeld naar functiegroep
36
22
622
1533
AD
AST
AD
AST
66,7%78,6%
88,2%94,3%
33,3%21,4%
11,8%5,7%
12Internationale Vrouwendag – 8 maart 2017
Vrouwen in het E U R O P E E S PA R L E M E N T
STRUCTUREN TER BEVORDERING VAN GENDERGELIJKHEID
Afdeling Gelijkheid en Diversiteit (UED)Alberto Rossetti, afdelingshoofd
De afdeling Gelijkheid en Diversiteit valt onder het directoraat-generaal Personeelszaken. De afdeling is met name verantwoordelijk voor de volgende taken:
u Zorgen voor de uitvoering en de follow-up van het gelijkheids- en diversiteitsbeleid zoals vastgesteld door het Bureau van het Parlement.
u Concipiëren en coördineren van projecten en maatregelen ten behoeve van de volledige participatie en inclusie van gehandicapten, overeenkomstig het bepaalde in lid 4 van artikel 1quinquies van het statuut.
u Studies uitvoeren en verslagen opstellen; cijfers verzamelen en analyseren vanuit een genderperspectief; maatregelen nemen om elke vorm van discriminatie te voorkomen en uit te bannen, overeenkomstig artikel 1 quinquies, van het statuut.
u Een open, inclusieve werkomgeving bevorderen; projecten opzetten en coördineren voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven; bijdragen aan de ontwikkeling en toepassing van een beleid voor waardigheid op het werk, om alle vormen van intimidatie op de werkplek te voorkomen en uit te bannen.
u Bewustmakingsevenementen en opleidingsactiviteiten organiseren; medewerkers bijstaan in kwesties die verband houden met gelijkheid en diversiteit.
De afdeling Gelijkheid en Diversiteit verleent steun en bijstand aan de ondervoorzitter van het EP die verantwoordelijk is voor gendergelijkheid en diversiteit, en die eveneens voorzitter is van de Groep op hoog niveau. De afdeling geeft ook advies en steun aan het TABG, het COPEC en andere interne organen in kwesties betreffende de bevordering van gelijkheid en diversiteit binnen het secretariaat-generaal van het EP.
DG-coördinatoren voor gelijkheid en diversiteit
Elke directeur-generaal benoemt twee coördinatoren voor gelijkheid en diversiteit, die tot taak hebben bij te dragen tot de tenuitvoerlegging van het beleid inzake gelijkheid en diversiteit van het secretariaat- generaal van het Europees Parlement op het niveau van hun eigen directoraat-generaal. De coördinatoren werken nauw samen met de afdeling Gelijkheid en Diversiteit. De Groep coördinatie gelijkheid en diversiteit (bestaande uit de coördinatoren en de afdeling Gelijkheid en Diversiteit) kan documenten, nota’s en voorstellen over belangrijke kwesties van algemeen belang op haar bevoegdheidsterreinen opstellen, die aan de secretaris-generaal en de directeuren-generaal zijn gericht. De afdeling Gelijkheid en Diversiteit zorgt voor de coördinatie en het secretariaat van de Groep.
Comité voor gelijke kansen en diversiteit (COPEC)Chiara Malasomma, voorzitter
Het COPEC, dat in 1987 als raadgevend comité werd ingesteld, bestaat uit vier leden die door het TABG worden aangewezen, vier leden die door het Personeelscomité worden aangewezen en zijn voorzitter. Het COPEC heeft voornamelijk tot taak om binnen het Europees Parlement de invoering van een tolerante en inclusieve werkomgeving te bevorderen. Hiertoe stelt het COPEC alle maatregelen voor waarmee de niet- discriminatie wordt gewaarborgd. Het COPEC brengt tevens adviezen uit over de regelgeving en richtlijnen die voortvloeien uit het statuut van de ambtenaren. Ook ziet het COPEC toe op de juiste toepassing van genomen maatregelen, met name als waarnemer in de diverse raadgevende comités.
Personeelscomité Pilar Antelo Sanchez, voorzitter
Het Personeelscomité vertegenwoordigt de belangen van het personeel bij de administratie van het Parlement, met name op het gebied van carrière, arbeidsvoorwaarden, lonen en sociale zekerheid, disciplinaire maatregelen en beroepsprocedures. Het onderhoudt permanent het contact tussen de administratie en het personeel en draagt bij tot de goede werking van de diensten. Het Personeelscomité vaardigt vertegenwoordigers af naar de interne raadgevende comités en naar interinstitutionele comités en organen waarin de personeelsvertegenwoordiging zitting heeft. Het Personeelscomité is eveneens vertegenwoordigd in vakdelegaties.
31,0%69,0% 920