Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Hoe was jouw dag? Zinvolle daginvulling voor mensen met EMB
Nienke van den Broeke
Suzanne Jansen
Opzet workshop
• Het opvoedings- en ondersteuningsprogramma
• Multi-sensory storytelling (MSST)
• Bewegingsprogramma
Het opvoedings- en ondersteuningsprogramma:anders kijken naar hetzelfde
• Doelgroep
• Aanleiding
• In vogelvlucht de methode Vlaskamp
Doelgroep personen met EMB
• (zeer) ernstige verstandelijke beperking: IQ < 25
• (zeer) ernstige motorische beperkingen
• Veelal ook:
• Zintuiglijke problemen
• Algemene gezondheidsproblemen
Bijkomende problemen
• Epilepsie 80
• Maag- darm problemen 67
• Dysphagie (slikproblemen) 78
• Chronische luchtwegproblemen 38
• Obstipatie 68
• Gedragsproblemen 45-82
• Slaapproblemen 31
• Visuele problemen 98
• Auditieve problemen 35
Bohmer et al., 1999; Didden & Sigafoos, 2001; Evenhuis, 2002; Nakken & Vlaskamp,
2007; Poppes, van der Putten & Vlaskamp, 2010; Richdale et al., 2000; Veugelers et
al., 2006; Zijlstra & Vlaskamp, 2004, 2005
Moeilijkheden in de ondersteuning
• Welke moeilijkheden zouden er zijn in het werk met deze doelgroep?
Moeilijkheden binnen de ondersteuningPersoon met EMB
•Gedrag moeilijk te begrijpen
•Weinig kennis over ontwikkeling
Hulpverlener (kennis en vaardigheden)
•Doelen ontbreken vaak, waar moeten we aan werken?
•Kennis over cliënt vaak in hoofd begeleider
•Vergeten te kijken of je ook bereikt wat je wil
Organisatie
•Alle betrokken begeleiders werken aan eigen dingen
•We stemmen niet goed af
De dingen die we doen passen niet bij de behoeften van de persoon
Samengevat
• We weten weinig over deze groep
• Gedrag moeilijk te begrijpen
• Vaak geen doelen
• Kennis in hoofd begeleider
• Toetsing zwakke schakel
• Gebrek inhoudelijke continuïteit
Daarom methode Vlaskamp ontwikkeld
• Carla Vlaskamp, Ruud van Wijck en Han Nakken
Methode Vlaskamp
• Wetenschappelijk onderzocht
• Effecten op:
- Persoon
- Begeleider
- Relatie
- Organisatie
Methode Vlaskamp
Normatieve uitgangspunten:� Recht op zo optimaal mogelijk
ontwikkelen� Kan alleen via relaties met
anderen� Kinderen en volwassenen met
EMB kunnen een actieve en sturende rol spelen
2 aspecten: 1. actieve en sturende
rol 2. optimale ontwikkeling
van mogelijkheden
Wat is ontwikkeling in de methode Vlaskamp?
• Ontwikkeling:
- Meer kunnen
- Dingen kunnen in meerdere situaties
- Minder ondersteuning nodig hebben
- Voorkomen achteruitgang
Het werkmodel
Casuïstiek
De methode Vlaskamp
in de praktijk
Beeldvorming
• Wie is de persoon en
wat heeft hij nodig?
Beeldvorming
• Kennis functionele mogelijkheden
• Adaptief gedrag
• Participatie, interactie en sociale rollen
• Gezondheid
• Context
• Geboden zorg, overdracht, omgangsregels
Beeldvorming
Dossieranalyse
Feitelijke kennis
Instrumenten:
•IPZ
•GTI
•LAS
Persoonsbeeld
Inhoud persoonsbeeld
• Wie is deze persoon? Wat kan hij wel en wat niet?
• Met wie heeft hij contact en hoe verlopen die contacten?
• Wat is belangrijk voor hem? Wat heeft hij nodig?
• Krijgt hij op dit moment de ondersteuning die hij nodig heeft?
• Is men het er over eens hoe deze ondersteuning eruit moet zien?
• Waar loopt men tegenaan in de ondersteuning?
• Hoe zou de toekomst van deze persoon eruit moeten zien?
Persoonsbeeld voorbeeld
• 24 jaar oud • Marden-Walkersyndroom• zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperking • epilepsie • terugkerende oorontstekingen • slechtziend (CVI-kijkgedrag) en goedhorend• PEG-sonde i.v.m. ondergewicht • rolstoelgebonden; kan armen en benen bewegen• gedragsproblemen: zelfverwonding• 9 dagdelen dagbesteding• woont in een woning op een zorgpark met 6 medecliënten
Fragmenten persoonsbeeld
• “Koen wordt door alle betrokkenen getypeerd als een rustige, observerende, nieuwsgierige jongeman, die alles wat er om hem heen gebeurt volgt”.
• “Koen heeft humor en kan om veel dingen lachen, als bijvoorbeeld de telefoon gaat, er iets valt, of als er personen aanwezig zijn of binnen komen die hij leuk vindt, maar ook als hij aan het spelen is”.
• “Koen praat niet, maar maakt veel verschillende geluiden. Uit logopedisch onderzoek komt naar voren dat hij kan reageren op het starten van een bekend spelletje, de aandacht op zichzelf kan vestigen, een geef- en neemspelletje kan spelen, iets kan weigeren of protesteren door iets/iemand weg te duwen en om een activiteit of voorwerp kan ‘vragen’”.
Fragmenten persoonsbeeld
• “Koen is bekend met automutileren vanaf zijn 1e levensjaar. Hij slaat met zijn handen op zijn oren, stompt zichzelf hard in zijn maag/ buik, slaat zichzelf met zijn vlakke hand hard op het voorhoofd, bonkt met zijn hoofd tegen de muur en bijt hard op zijn hand “.
• “De functie van het automutileren is vaak niet duidelijk, het lijkt een combinatie te zijn van verschillende factoren, zoals non-verbale communicatie (iets niet willen), pijn, verveling, maar het gedrag lijkt soms ook stereotiep gedrag. Alle betrokkenen geven aan niet altijd de oorzaak van de automutilatie te kennen. Begeleiders van wonen geven aan niet altijd de oorzaak van de automutilatie te kennen”.
Perspectief
• Lange termijn (± 2 jr)
• Afgeleid van persoons-
beeld
• Belang van richting
• Belangrijk dat iedereen
het erover eens is
Waar moet aan gewerkt worden en waarom?
Perspectief- en hoofddoelbespreking
• Grootste zorgen: zelfverwondend gedrag
• Hypothese: te weinig duidelijkheid & eenduidig
handelen
Hoofddoel
• Afgeleid van perspectief
• Duur 6 of 12 maanden
• Iedereen is het ermee
eens
Perspectief en hoofddoel
• Perspectief: Koen voelt zich prettig.
Evaluatiedatum: december 2015
• Hoofddoel: We weten in hoeverre een gestructureerd dagprogramma leidt tot een afname van zelfverwondend gedrag.
Evaluatiedatum: juni 2014
Werkdoel
• Per discipline
• Korte looptijd (6 weken)
• Te voren bepalen wat je wilt bereiken
• Precies formuleren activiteit
• Rapportagepunten
• Evaluatie met goal attainment scales
Aan welke werkdoelen zou gewerkt kunnen worden?
Werkdoelen
• Begeleiders wonen en dagbesteding:
- overgangen eenduidig maken
- vast dagprogramma maken
- vaststellen welke activiteiten Koen prettig vindt
• Logopedie:
- Inzicht in communicatieve vaardigheden
• Ergotherapie:
- Inzicht in sensorische integratie
Evaluatie hoofddoel
• Alle betrokkenen
• Evaluaties werkdoelen
• Resultaten:
- Zelfverwonding bij overprikkelen
- Zelfverwonding bij onduidelijkheid
- Inzicht in alertheid
• Door eenduidig handelen van begeleiders is het zelfverwondend gedrag van Koen sterk afgenomen.
Multi-sensory storytelling
• Waarom?• Uitgangspunten• Wat?• Hoe?• Resultaten
Multi-sensory storytelling
Het voorlezen van zintuiglijke verhalen aan mensen met een zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperking
Waarom?
“To enable the child to participate in those experiences which are uniquely human”
(Ware, 1994, in: Park, 2001)
Uitgangspunten
• “Apprehension before Comprehension”.
(Groves, 1998)
• Gepersonaliseerd – aansluitend bij de interesses
• Het aanbieden van een adequaat programma vergt specifieke kennis over elke persoon met ZEVMB.
(Vlaskamp, Hiemstra & Wiersma, 2007)
Wat?
• Op maat gemaakt
• Doos
• Verwijzer
• Verhaal script
• 6 tot 16 zinnen
• Begin instructie
• Stimuli
• Witte bladen
Hoe?
• Goed voorbereid• Stick to the text• Herkenbaarheid• Expressief• Actief• Tijd nemen/bieden
Resultaten
• Herhaling: meer aandacht
• Actief aanbieden: meer aandacht (boek!)
• Lange verhalen: meer aandacht
Houdingsprogramma
• Cursus aan medewerkers wonen over effect zwaartekracht op houding (fysio)
• Per individuele cliënt overdacht (fysio en ergo)
• Op dagbesteding instructie zijlig (fysio)
Bewegingsprogramma
2 x per week een uitdagende vorm van bewegen (geen ADL)
• Zwemmen
• Bewegingsbeleving
resterende dagen
• Bewegingstrainer
• Beweegkist
Uitdagende bewegingsvorm2x per week
• 45 minuten per week zwemmen
fysio met bewegingsagogen, ouders en vrijwilligers
• 45 minuten per week Bewegingsbeleving
bewegingsagogen met groepsleiding dagbesteding, stagiaires bewegen/dagbesteding
Filmpje bewegingsbeleving
Vragen?
Dank voor jullie aandacht!
[email protected]@sheerenloo.nl