33
Het Blad nummer 80, januari 2016 pagina 1 Redactie: Justus van den Berg, Fluitekruidstraat 151, 4461 MG Goes, 0113-271210 Orgaan van de Zeeuwse floristen en FLORON district 17 (Zeeland). Oplage 175 exemplaren digitaal INHOUDSOPGAVE ZEEUWSE FLORON-middag 6 februari 2016 Schaapskooi Nisse ........................................................................... 1 HNS in 2015............................................................................................................................................................... 3 Begraafplaats decor voor nieuwe soort voor Nederland: Veronica cymbalaria......................................................... 3 Eerste Kamer stemt in met natuurwet ....................................................................................................................... 8 Wet natuurbescherming: de bescherming van planten uitgekleed! ........................................................................... 8 Bericht Herfstschroeforchis Hompelvoet 2015 ........................................................................................................ 11 De geur van herfstschroeforchis. Film door Rolf Roos ............................................................................................ 13 Bokkenorchis onder het zand en geklepeld ............................................................................................................. 14 In 2014 uitgevoerde werkzaamheden voor de Wollige distel en Ruige anjer ......................................................... 17 Opmerkelijke plantenvondsten in Zeeland in 2015 .................................................................................................. 20 FLORON op de ranglijst van natuurorganisaties ..................................................................................................... 28 Mogelijk veldwerk voor provinciaal bermbeheer ...................................................................................................... 29 Flora Zeelandica: “magere hokken” in 2016 ............................................................................................................ 31 Plannen 2016 ........................................................................................................................................................... 31 ADRESSEN voor informatie over FLORON Zeeland .............................................................................................. 33 ZEEUWSE FLORON-middag 6 februari 2016 Schaapskooi Nisse Zaterdag 6 februari 2016 Tijdstip: 13.00-16.00 Plaats schaapskooi Nisse 12.45-13.00 uur. Koffie met bolus. Dit jaar zijn weer te gast in de Bevelanden. Locatie is de schaapskooi te Nisse. 13.00-13.05 uur. Opening door Justus. Welkom en verslag van de activiteiten in 2015

Het Blad Nr 80 december 2015

  • Upload
    vannhi

  • View
    227

  • Download
    3

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 1

Redactie: Justus van den Berg, Fluitekruidstraat 151, 4461 MG Goes, 0113-271210

Orgaan van de Zeeuwse floristen en FLORON district 17 (Zeeland). Oplage 175 exemplaren digitaal

INHOUDSOPGAVE

ZEEUWSE FLORON-middag 6 februari 2016 Schaapskooi Nisse ........................................................................... 1 HNS in 2015 ............................................................................................................................................................... 3 Begraafplaats decor voor nieuwe soort voor Nederland: Veronica cymbalaria......................................................... 3 Eerste Kamer stemt in met natuurwet ....................................................................................................................... 8 Wet natuurbescherming: de bescherming van planten uitgekleed! ........................................................................... 8 Bericht Herfstschroeforchis Hompelvoet 2015 ........................................................................................................ 11 De geur van herfstschroeforchis. Film door Rolf Roos ............................................................................................ 13 Bokkenorchis onder het zand en geklepeld ............................................................................................................. 14 In 2014 uitgevoerde werkzaamheden voor de Wollige distel en Ruige anjer ......................................................... 17 Opmerkelijke plantenvondsten in Zeeland in 2015 .................................................................................................. 20 FLORON op de ranglijst van natuurorganisaties ..................................................................................................... 28 Mogelijk veldwerk voor provinciaal bermbeheer ...................................................................................................... 29 Flora Zeelandica: “magere hokken” in 2016 ............................................................................................................ 31 Plannen 2016 ........................................................................................................................................................... 31 ADRESSEN voor informatie over FLORON Zeeland .............................................................................................. 33

ZEEUWSE FLORON-middag 6 februari 2016 Schaapskooi Nisse

Zaterdag 6 februari 2016 Tijdstip: 13.00-16.00

Plaats schaapskooi Nisse

12.45-13.00 uur. Koffie met bolus. Dit jaar zijn weer te gast in de Bevelanden. Locatie is de schaapskooi te Nisse. 13.00-13.05 uur. Opening door Justus. Welkom en verslag van de activiteiten in 2015

Page 2: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 2

13.05-13.25 uur. Bijzondere waarnemingen in Nederland en Zeeland door Wim van Wijngaarden.

Het is een selectie uit de presentatie van Leni Duistermaat zoals gehouden op de landelijke FLORON dag met

aanvullingen vanuit ons district. 13.25-13.45 uur. Maaibeheer van de provinciale wegen door Jeannet Vermue. Sinds 2014 is het ecologische maaibeheer van de helft van de provinciale bermen afgeschaft. Er zijn gedachten om het maaien en afvoeren gedeeltelijk weer te herintroduceren. Jeannet Vermue geeft hierover een toelichting en vraagt hulp bij de Zeeuwse floristen. Zie ook het artikel over dit onderwerp en de artikelen over de wijziging van de wet. 13.45-14.15 uur. De Zeeuwse flora quiz door Peter Meininger. Ook in Zeeland wordt het een traditie: een plantenquiz. Dit keer is het een echte Zeeuwse quiz opgesteld door Peter Meininger. Het is een leuke manier om je kennis over de flora te toetsen.

14.15-14.45 uur. Pauze 14.45-15.05 uur. Bostulp op Walcheren, door Ed Stikvoort. Verslag van inventarisatie op Walcheren, beschermingsactie en herplant. 15.05-15.20 uur. De ontwikkeling van de herfstschroeforchis op de Hompelvoet door Kees de Kraker. De ontwikkeling van de herfstschroeforchis volgt Kees op de voet. Een verslag en een voorspelling voor de komende jaren. 15.20-15.40 uur. Het nieuwe strepen en PlantObs, door Justus van den Berg. Ervaringen in 2015 met HNS en de informatie die je krijgt via verspreidingsatlas.nl van jouw eigen waarnemingen. Tevens het succes van het digitale strepen met PlantObs. 15.40-16.00 uur. FLORON Zeeland: plannen voor 2016, door Justus van den Berg. - provinciale bermen; - flora Zeelandica magere hokken; - HNS; - muurplanten volgens het protocol; - staat die soort er nog; - witte gebieden. 16.00: Slot.

Page 3: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 3

HNS in 2015

Justus van den Berg Er was in 2015 een groot aantal kilometerhokken te inventariseren volgens de nieuwe methode van HNS (het nieuwe strepen). Veel plantenwerkgroepen en floristen hebben zich ingezet om in Zeeland de hokken twee keer te inventariseren. Ik ben verheugd om te melden dat het gelukt is om het overgrote deel van de kilometerhokken daadwerkelijk zijn geïnventariseerd. Alleen bij een paar lastige hokken is het niet gelukt. De resultaten van de inventarisaties worden door FLORON gepresenteerd. Je kan de waarnemingen ook zien op de site verspreidingsatlas.nl. Begin 2016 komt er weer een nieuwe lijst van kilometerhokken waarvan de inventarisatie gewenst is. Deze zullen weer een spreiding hebben over Zeeland zodat alle plantenwerkgroepen daar actief aan kunnen deelnemen.

Begraafplaats decor voor nieuwe soort voor Nederland: Veronica cymbalaria

Awie de Zwart Urbane flora Sinds een aantal decennia is er toenemende aandacht voor de urbane flora. Een vegetatie die vanwege het stenige substraat in dorpen en steden afwijkt van de begroeiing in het buitengebied. Er zijn zelfs ware urbane floristen actief. Enthousiaste onderzoekers die stad en dorp afstruinen om letterlijk de onderste floristische steen boven te krijgen. Het levert vaak soortenrijke streeplijsten op. Niet zelden worden er bijzondere vondsten gedaan. Begraafplaatsen Binnen het urbane milieu vormen de begraafplaatsen weer een apart onderdeel. Vaak zijn deze dodenakkers parkachtig ingericht met (oude) bomen en struiken en veel steen en grind. Het meest opvallende is echter de grote hoeveelheid onbegroeide grond. Kale bodem die het gevolg is van het beheer dat bestaat uit veelvuldig schoffelen en doodspuiten van het onkruid. Hierdoor is het bovengronds vaak net zo’n dooie boel als onder de grond. Sinds een paar jaar ben ook ik lichtelijk besmet met het urbane virus. Als medicatie mag ik graag rondsnuffelen op begraafplaatsen. Met respect en te midden van de serene rust ga ik op zoek naar wat er allemaal groeit en bloeit. Vanwege het rigoureuze regime van onkruidbestrijding is het zaak om er vroeg bij te zijn. Begraafplaatsen

Page 4: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 4

zijn het domein van winterannuellen en bolgewassen. Zij profiteren van het feit dat de concurrentie eerder in het groeiseizoen volledig is weggevaagd. Vanaf de herfst hebben ze vrij spel. Nog voor de winter kiemen de meeste soorten. In het vroege voorjaar komen de planten tot bloei en zetten zaad nog voor de schoffel uit het vet is gehaald. Schoffelseizoen Op 7 februari 2015 breng ik een bezoek aan de begraafplaats in Oostburg. In mijn opschrijfboekje noteer ik na de eerste meters:

o Gewoon sneeuwklokje; o Speenkruid; o Daslook; o Vroegeling; o Kleine veldkers; o Klimopereprijs en nog meer voorspelbare soorten.

Daarna vervolg ik mijn weg door een labyrint van paadjes. Plots zie ik in het grind voor een oude grafzerk een nietig ereprijsje dat mijn aandacht trekt. Het blad heeft veel weg van Klimopereprijs, dat hier plaatselijk massaal staat, maar zowel stengel als blad zijn afwijkend roodachtig gekleurd. Ook het aantal lobben van het jonge blad lijkt groter dan bij de Klimopereprijs. Het is voldoende om te twijfelen. Maar omdat er nog geen bloemen zijn is determinatie niet mogelijk. Wachten tot het plantje in bloei komt lijkt mij met het oog op het aanstaande schoffelseizoen te riskant. Ook bestaat dan de kans dat de onbekende ereprijs door een passerende rugbusambtenaar roemloos in de kiem wordt gesmoord.

Ik besluit om het fragiele plantje voorzichtig uit het grind te halen, in mijn zakdoek te wikkelen en mee naar huis te nemen. Daar kan ik het veilig opkweken. Thuis gaat het plantje in een pot en wacht ik rustig af. Onder invloed van de voorjaarszon groeit de ereprijs voorspoedig. Op 6 maart gaat de eerste bloemknop open en ontvouwen zich aarzelend vier roomwitte bloemblaadjes. De eerste bloeiwijzen blijven nog half gesloten, pas als het weer verbetert openen de bloemen zich volledig. Determinatie levert met de Heukels’ flora niets op. De betreffende ereprijs staat er niet in. Ook de wat zuidelijker gerichte Belgische flora geeft wat dat betreft niet thuis. Via Wim van Wijngaarden en Edwin Dijkhuis (FLORON) krijg ik kopieën van buitenlandse flora’s toegezonden. Zij laten ook al voorzichtig een vermoeden doorschemeren. Met hulp van een woordenboek scharrel ik door de determinatiesleutel en kom tot een zelfde conclusie als beide heren: Veronica cymbalaria.

Page 5: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 5

Herbarium Met deze naam in de hand kan ik op het internet op zoek gaan naar afbeeldingen van de soort. Die zijn overtuigend, de determinatie is juist, zo lijkt het. Voor zover ik kan nagaan is het een ereprijs die nog niet in Nederland voorkomt. Aan de hand van foto’s informeer ik Wim van Wijngaarden en Edwin Dijkhuis van mijn bevindingen. Die sluiten zich aan bij mijn conclusie. Het Rijksherbarium (tegenwoordig Naturalis Biodiversity Center) in Leiden laat even later via Leni Duistermaat weten dat er geen eerdere vondsten in het archief zitten.

Ondertussen groeit de plant verder en ontwikkelen zich de eerste zaaddozen die, zoals de literatuur vermeldt, enorm harig zijn. Half april besluit ik dat het moment is aangebroken om de plant op te offeren aan de wetenschap door er een herbariumexemplaar van te maken. De plant is nu op zijn hoogtepunt met zowel

Page 6: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 6

bloemen, blad als zaaddozen. Hierna zal de aftakeling onherroepelijk inzetten. De geoogste plant verdwijnt voor een tijdje tussen de kranten en gaat vervolgens in een enveloppe op de post naar Leiden. Niet veel later wordt mijn eerdere determinatie officieel bevestigd, waarmee de eerste gedocumenteerde vondst in Nederland een feit is. Toch niet de eerste Als gevolg van het doorsijpelen van het nieuws over de vondst komt er een internationale digitale correspondentie op gang. Daaruit blijkt dat ook bij onze zuiderburen een eerste vondst van Veronica cymbalaria is gedaan. Rutger Barendse vond in mei 2015 de plant in een kaal gemaakte wegberm tegenover een woning in Balen (provincie Antwerpen). Navraag leerde hem dat ook in België geen herbariummateriaal in het archief van de Nationale Plantentuin van België aanwezig was. Controle van foto’s van de sterk gelijkende Klimopereprijs op Waarnemingen.be en Waarneming.nl bracht nog wel een andere vondst aan het licht. Al in 2010 bleek Veronica cymbalaria door Henk van der Sluis te zijn aangetroffen in Hoek van Holland. Doordat de vondst destijds als Klimopereprijs is ingevoerd bleven de alarmbellen onberoerd. Ook in België resulteert de eerste vondst in een tweede vondst. Ivan Hoste (Nationale Plantentuin van België) herinnerde zich een eerdere niet gepubliceerde waarneming uit 2012 van Veronica cymbalaria bij een verkoper van mediterrane kuipplanten in Ardooie (provincie West-Vlaanderen), zodat de teller voor de lage landen nu op vier komt te staan. Plantenhandel Van oorsprong is Veronica cymbalaria een mediterrane soort, maar lijkt recent zijn areaal in noordelijke richting uit te breiden. Het ligt voor de hand om dit te verklaren aan de hand van de klimaatverandering. Verspreidingsgegevens uit Duitsland lijken in die richting te wijzen. Daar heeft de soort zich recent via een aantal locaties in de Rijnvallei noordwaarts uitgebreid. In de lage landen lijkt het er echter op dat de mens onbewust de hand heeft gehad in de introductie. Met name de vondst van Veronica cymbalaria in een pot met mediterrane kuipplanten bij een handelaar lijkt voor deze zienswijze vrij overtuigend bewijs. Ook bij de andere locaties, twee in de directe omgeving van een particuliere tuin en één op een begraafplaats, lijkt er sprake van directe relaties met de plantenhandel. Zo kan de plant in Oostburg als verstekeling zijn meegelift met een plantje dat is gekocht om een graf op te fleuren. Dat neemt echter niet weg dat de plant in Hoek van Holland inmiddels, sinds de ontdekking vijf jaar geleden, uitstekend floreert met in 2015 enkele duizenden exemplaren. Het geeft aan dat het Nederlandse (kust)klimaat voor de nakomelingen geen enkele belemmering vormt. Dus wees alert, wellicht komt Veronica naar je toe deze zomer. Nederlandse naam De naam cymbalaria is afgeleid van de wetenschappelijke naam voor Muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis) en verwijst naar de gelijkenis van het blad van beide soorten. Voor zover ik weet heeft de plant nog geen Nederlandse naam. Wellicht wordt het Muurleeuwenbekereprijs (grote letterwaarde) in navolging van Tijmereprijs, Steentijmereprijs en zijn dubbelganger Klimopereprijs die ook allen vernoemd zijn naar een ander plantengeslacht. In Duitsland (Zymbelkraut-Ehrenpreis) en Frankrijk (Véronique cymbalaire) heeft men in ieder geval ook deze weg gevolgd terwijl de plant in Engeland (Pale Speedwel) en Spanje (Gallinita Blanca) vernoemd is naar de kleur van de bloem. Tabel 1. De belangrijkste verschillen tussen Veronica cymbalaria en Veronica hederifolia *.

Veronica cymbalaria Veronica hederifolia

Bloemkleur Wit Blauwachtig tot bleek lila; soms vrijwel wit, maar dan blauw, paars of roze dooraderd

Kelkbladen Omgekeerd eirond, stomp Spits met hartvormige voet

Vrucht Lang behaard Kaal

Bladvorm Blad met 5-7(-9) lobben Blad met 3-5(-7) lobben

*Overgenomen uit artikel Dumortiera. Literatuur *I. Hoste. 2016. De eerste vondst van de Zuid-Europese soort Veronica cymbalaria in Nederland en België. Dumortiera 108 (in prep.).

Page 7: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 7

Page 8: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 8

Eerste Kamer stemt in met natuurwet

Justus van den Berg Geplukt van de site van de eerste kamer De Eerste Kamer heeft ingestemd met de nieuwe Wet natuurbescherming . Het wetsvoorstel werd aangenomen met steun van VVD, PvdA, CDA, SGP, ChristenUnie, D66, GroenLinks, 50Plus en OSF. PvdD, SP en PVV stemden tegen het wetsvoorstel. ‘Verbetering ten opzichte van bestaande wet’ GroenLinks-Kamerlid Marijke Vos legde in een stemverklaring uit dat haar fractie vindt dat de nieuwe Wet natuurbescherming een verbetering is ten opzichte van de bestaande natuurwetten. “Veel hangt af van goede uitvoering van de wet. Monitoring van de natuur is belangrijk en de evaluatie van de wet, eind 2017, vinden wij erg belangrijk”, zegt Vos. Ze is teleurgesteld dat er geen verbod is gekomen op plezierjacht, maar ze noemt de verplichting van faunabeheerplannen en de aanwezigheid van maatschappelijke organisaties in de faunabeheereenheden een verbetering voor de jacht. ‘Lokale overheden zijn er niet aan toe’ SP-senator Meta Meijer vindt dat de decentralisatie van het natuurbeleid ertoe leidt dat lokale overheden verantwoordelijkheden krijgen waar ze helemaal niet aan toe zijn. “Ook de koehandel die in de Kamer heeft plaatsgevonden over de jacht is verwerpelijk”, zegt Meijer in haar stemverklaring over waarom de SP tegen het voorstel stemde. Goede monitoring De PvdD en de SP dienden diverse moties in om het natuurbeleid en het beleid rondom de jacht aan te passen. Deze moties werden door veel fracties niet gesteund omdat deze moties niet in lijn zijn met de taak van de Eerste Kamer. Een motie van Vos (GL) waarin wordt gevraagd om een goede monitoring van de kwaliteit en de effectiviteit van de handhaving van de wet werd met steun van PvdA, ChristenUnie, GroenLinks, SP, D66 en 50PLUS wel aangenomen. Alle partijen in de Eerste Kamer vinden dat een aantal landelijke organisaties als KNJV, LTO, Dieren- en Faunabescherming plek moeten krijgen in de faunabeheereenheden, zodat er sprake is van een breed maatschappelijk gedragen faunabeleid. PvdA diende hiervoor een motie in.

Wet natuurbescherming: de bescherming van planten uitgekleed!

Peter Meininger Het was een zware bevalling, de nieuwe Wet natuurbescherming: een samenvoeging van Flora en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet. Na jarenlang geploeter in de Tweede Kamer is deze wet op 15 december 2015 door de Eerste Kamer goedgekeurd en zal naar verwachting op 1 juli 2016 in werking treden. Het hele proces ging gepaard met talloze amendementen, die vrijwel zonder uitzondering over fauna(beheer) gingen. Geen woord over planten! Op de deskundigenbijeenkomst, waar leden van Eerste Kamer vragen konden stellen aan deskundigen, ging het alleen over fauna (integrale opname te vinden op internet). Als er nu wat betreft planten maar weinig gewijzigd was, zou er geen probleem zijn. Het venijn zit echter in de staart, namelijk in de bijlage met wettelijk beschermde planten. Hier resteert een mager lijstje van soorten die vrijwel zonder uitzondering in goed beschermde reservaten staan of vrijwel zijn uitgestorven. Alle zeldzame soorten die buiten reservaten voorkomen, bij voorbeeld in bermen, op dijken, op muren en op bouwterreinen of dijken, en dus “lastig” voor beheerders en projectontwikkelaars, hebben hun beschermde status verloren. Het is nauwelijks te bevatten dat zeldzame Zeeuwse soorten zoals Poppenorchis, Harlekijn, Bijenorchis, Hondskruid, Herfstschroeforchis, Aardaker, Veldsalie, Tongvaren, Steenbreekvaren etc. voortaan onbeschermd zijn. Veel van deze soorten hebben mede geprofiteerd van gericht maaibeheer (twee keer per jaar maaien en afvoeren van het maaisel = verschraling). Dit relatief kostbare beheer werd vooral uitgevoerd vanwege aanwezigheid van deze beschermde soorten. Zowel bij de Provincie Zeeland als bij Rijkswaterstaat is het maaibeheer in 2015 “versoberd” (door te gaan “klepelen” en niet meer af te voeren, respectievelijk door maar één keer per jaar maaien en afvoeren).

Page 9: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 9

Natuurlijk blijft er wel de Rode Lijst, maar - hoewel gepubliceerd in de Staatscourant - heeft deze geen enkele wettelijke status en is het rekening houden met deze soorten geheel vrijblijvend. Toch krijgt de Provincie een grotere rol toebedeeld bij de instandhouding van flora en fauna, waarbij de Rode Lijsten wel degelijk een rol zouden moeten spelen. Rijkswaterstaat en Waterschappen hebben een “Gedragscode Wet natuurbescherming” waarin ook het begrip “zorgplicht” wordt gehanteerd. Dat betekent dat men in beginsel populaties van alle soorten in stand moet houden. De invulling hiervan hangt echter in hoge mate af van (in meerdere opzichten!) betrokken ambtenaren, “handhaving” is vrijwel ondoenlijk en mogelijkheden voor sancties ontbreken. De nieuwe Wet natuurbescherming is voor de bescherming van vaatplanten een onbegrijpelijke en betreurenswaardige stap achterwaarts. Een wassen neus, een doekje voor het bloeden, een koekje van eigen deeg. Terwijl de lobby voor de bescherming van fauna (Vogelbescherming, Faunabescherming, Partij voor de Dieren) wel tot allerlei wijzigingen en verbeteringen heeft geleid, heeft de lobby voor de bescherming van planten helaas weinig succes geboekt. Twee Zeeuwse soorten zijn beschermd conform de Habitatrichtlijn:

o Groenknolorchis: massaal Grevelingen; o Kruipend moerasscherm: zorgenkindje van de natuurbeheerders in Zeeuws-Vlaanderen.

Soorten die zijn bescherm in het kader van de Habitatrichtlijn en op zijn genomen in de Wet Natuurbescherming (artikel 3.5 lid 5)

Kruipend moerasscherm artikel 3.5 lid 5 79

Groenknolorchis artikel 3.5 lid 5 748

Drijvende waterweegbree artikel 3.5 lid 5 765

Kleine vlotvaren artikel 3.5 lid 5 1131

Liggende raket artikel 3.5 lid 5 1214

Zomerschroeforchis artikel 3.5 lid 5 1239

Klaverbladvaren artikel 3.5 lid 5 5319

Volgens de nieuwe “Wet natuurbescherming” beschermde planten in Zeeland, met een korte toelichting op de status in deze provincie:

o Akkerdoornzaad kwijnende populatie op verruigde Noord-Bevelandse dijk; restantje in SBB reservaat;

o Bergnachtorchis twee kwetsbare groeiplaatsen met 1-2 exemplaren; o Blaasvaren één vondst in 2002 in Middelburg; o Bokkenorchis diverse groeiplaatsen, ook in bermen en op dijken; o Brede wolfsmelk nauwelijks te beschermen; duikt op uit zaadbank bij beroering van grond; o Dreps vooral afhankelijk van inzaai in akkerreservaten; o Glad biggenkruid veel aanwezig in duinen, Oosterscheldekering, Sloegebied en in Vlissingen;

bescherming is overbodig, onverkoopbaar en onhandig; o Grote leeuwenklauw nauwelijks te beschermen; duikt op uit zaadbank bij beroering van grond; o Kleine wolfsmelk nauwelijks te beschermen; duikt op uit zaadbank bij beroering van grond; o Korensla Laatste in Zeeland in 2001; o Muurbloem Fort Rammekens en enkele andere oude muren; o Naakte lathyrus geheel afhankelijk van inzaai in akkerreservaten; o Naaldenkervel geheel afhankelijk van inzaai in akkerreservaten; o Stijve wolfsmelk slechts één keer gevonden in Zeeland, waarschijnlijk aangevoerd; o Stofzaad incidenteel in Zeeland; o Trosgamander In 2015 honderden op de Oosterscheldekering; waarschijnlijk aangevoerd.

Page 10: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 10

Beschermde planten onder de nieuwe Wet Natuurbescherming

Naam in Bijlage wettekst

Soort nummer Wetenschappelijke naam

Akkerboterbloem 1042 Ranunculus arvensis

Akkerdoornzaad 1288 Torilis arvensis

Akkerogentroost 1496 Odontites vernus subsp. vernus

Beklierde ogentroost 511 Euphrasia officinalis

Berggamander 1271 Teucrium montanum

Bergnachtorchis 951 Platanthera montana

Blaasvaren 389 Cystopteris fragilis

Blauw guichelheil 1659 Anagallis arvensis subsp. foemina

Bokkenorchis 627 Himantoglossum hircinum

Bosboterbloem 2404 Ranunculus polyanthemos subsp. nemorosus

Bosdravik 155 Bromopsis ramosa subsp. benekenii

Brave hendrik 307 Chenopodium bonus-henricus

Brede wolfsmelk 499 Euphorbia platyphyllos

Breed wollegras 478 Eriophorum latifolium

Bruinrode wespenorchis 459 Epipactis atrorubens

Dennenorchis 590 Goodyera repens

Dreps 164 Bromus secalinus

Echte gamander 5468 Teucrium chamaedrys

Franjegentiaan 565 Gentianopsis ciliata Geelgroene wespenorchis 1423 Epipactis muelleri Geplooide vrouwenmantel 1649 Alchemilla subcrenata

Getande veldsla 1335 Valerianella dentata

Gevlekt zonneroosje 1313 Tuberaria guttata

Glad biggenkruid 652 Hypochaeris glabra

Gladde zegge 238 Carex laevigata

Groene nachtorchis 344 Dactylorhiza viridis

Groensteel 1609 Asplenium viride

Groot spiegelklokje 721 Legousia speculum-veneris

Grote bosaardbei 528 Fragaria moschata

Grote leeuwenklauw 74 Aphanes arvensis

Honingorchis 608 Herminium monorchis

Kalkboterbloem 1512 Ranunculus polyanthemos subsp. polyanthemoides

Kalketrip 278 Centaurea calcitrapa

Karthuizeranjer 403 Dianthus carthusianorum

Karwijselie 1182 Selinum carvifolia

Kleine ereprijs 1366 Veronica verna

Kleine Schorseneer 1166 Scorzonera humilis

Kleine wolfsmelk 494 Euphorbia exigua

Kluwenklokje 191 Campanula glomerata

Knollathyrus 711 Lathyrus linifolius

Knolspirea 527 Filipendula vulgaris

Korensla 94 Arnoseris minima

Kranskarwij 272 Carum verticillatum

Kruiptijm 1420 Thymus praecox

Lange zonnedauw 416 Drosera anglica

Liggende ereprijs 1361 Veronica prostrata

Moerasgamander 1272 Teucrium scordium

Muurbloem 304 Erysimum cheiri

Naakte lathyrus 710 Lathyrus aphaca

Naaldenkervel 1148 Scandix pecten-veneris

Pijlscheefkalk 1458 Arabis hirsuta subsp. sagittata

Roggelelie 737 Lilium bulbiferum subsp. croceum

Rood peperboompje 392 Daphne mezereum

Rozenkransje 61 Antennaria dioica

Ruw parelzaad 751 Lithospermum arvense

Scherpkruid 106 Asperugo procumbens

Schubvaren 301 Asplenium ceterach

Schubzegge 240 Carex lepidocarpa

Smalle raai 539 Galeopsis angustifolia

Spits havikskruid 612 Hieracium lactucella

Steenbraam 1092 Rubus saxatilis

Stijve wolfsmelk 501 Euphorbia stricta

Stofzaad 834 Monotropa hypopitys

Tengere distel 210 Carduus tenuiflorus

Tengere veldmuur 829 Minuartia hybrida

Trosgamander 1269 Teucrium botrys

Veenbloembies 1149 Scheuchzeria palustris

Vliegenorchis 881 Ophrys insectifera

Vroege ereprijs 1360 Veronica praecox

Wilde averuit 98 Artemisia campestris subsp. campestris

Wilde ridderspoor 396 Consolida regalis

Wilde weit 803 Melampyrum arvense

Wolfskers 125 Atropa bella-donna

Zandwolfsmelk 500 Euphorbia seguieriana

Zinkviooltje 1379 Viola lutea subsp. calaminaria

Zweedse kornoelje 356 Cornus suecica

Page 11: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 11

Bericht Herfstschroeforchis Hompelvoet 2015

Kees de Kraker, augustus 2015 De afgelopen twee weken was ik druk met het tellen van de Herfstschroeforchis op de Hompelvoet. Om ze nauwkeurig te kunnen tellen wordt bij elk bloeiend exemplaar een kokkelschelp gelegd. Aan kokkels geen gebrek want de ondergrond van de Hompelvoet bestaat voor een deel uit grote schelpenbanken. Hieruit gezeefde schelpen worden verpakt in zakjes van honderd stuks, waarna ze zonder dat je de tel kunt kwijt raken gedachteloos worden weggelegd. Wel donders opletten, want je ziet die bloeiende orchideetjes gemakkelijk over het hoofd. Bij hard zonlicht vallen ze totaal niet op tussen de overige begroeiing. Ze verschenen dit jaar wat later als gewoonlijk vanwege langdurige droogte en mogelijk was de langdurige kou in het voorjaar waardoor veel plantensoorten een vertraging van enkele weken opliepen, ook nog van invloed. Omstreeks half augustus werden de eerste exemplaren gevonden en daarna ging het hard, als paddenstoelen schoten ze de grond uit. Resultaat 2014 Vorig jaar verdubbelde de populatie van 10.000 naar 20.000 exemplaren. Dat bleek geen eenmalige gebeurtenis, want dit jaar was de toename niet minder (zie tabel). Toch verrassend zo hard dat nu gaat en er over grote oppervlakten zeer dichte populaties ontstaan. Het zag er prachtig uit: vlakten met Parnassia, Geelhartje, Herfstbitterling, Stijve ogentroost, leeuwentand en plaatselijk Slanke gentiaan met daartussen al die Herfstschroeven. Alle bloeiende planten merken bleek in 2014 al onbegonnen werk, het is toen bij 10.000 exemplaren gebleven en het overig deel meer globaal geteld. Telling 2015 Dit jaar kwam ik tot 17.000 weggelegde schelpjes en is het overig deel ingeschat door per hectarehok hok in banen van tien meter breed te tellen. Het totaal aantal exemplaren voor 2015 is op minstens 45.000 exemplaren uitgekomen. Bloeiende exemplaren wel te verstaan! Een groot deel van de planten komt niet jaarlijks in bloei (o.a. merkbaar aan schelpjes uit voorgaande jaren), het werkelijke aantal planten bedraagt een veelvoud van het aantal dat een bloeiaar produceert. Naast verdichting van de aanwezige concentraties zien we ook nog steeds verdere uitbreiding over de Hompelvoet, zie tabel.

Herfstschroeforchis

Page 12: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 12

Voorspelling Het einde van deze ontwikkeling lijkt voorlopig nog niet in zicht. Toename tot honderdduizend exemplaren is dan ook geen irreële verwachting, misschien wel tot twee keer zoveel! Voorlopig ligt er nog genoeg geschikt habitat te wachten om gekoloniseerd te worden. Het gaat daarbij om een schrale kortgrazige open begroeiing. Wel zijn er ontwikkelingen die de beschikbaarheid daarvan op termijn aanzienlijk zullen beperken, zoals verruiging door sterk toenemende soorten als Knoopkruid, Kruisdistel (hogere delen), Peen, Sint Janskruid en in de meer vochtige gebiedsdelen door Kruipwilg. Uit dat oogpunt zou een verhoging van het aantal Fjordenpaarden dat jaarrond het gebied begraast, wenselijk zijn. Overigens verdient Staatsbosbeheer alle lof voor de wijze waarop dit gebied sinds de afsluiting van de Grevelingen in 1971 beheerd is. Aantallen Herfstschroeforchis (1e telling) op proefvlakken. Dat het doorgaans om een mooi afgerond getal gaat, komt omdat ik de laatste jaren meestal probeer het zakje met schelpen leeg te maken. Wanneer je terugloopt over een geteld deel zie je altijd nog exemplaren die je over het hoofd hebt gezien. Kost dan ook weinig moeite om 20 of 30 schelpjes extra weg te leggen.

Hompelvoet 2011 2012 2013 2014 2015

hoekje Schor 120 144 330 1500 3700

stuifrug Ganzewei 272 760 666 1500 2700

westzijde Delingsdijk 275 291 282 880 1800

oost van Oostvijver 55 30 40 135 750

hoekje Morinellenvlak 350 450 670 1500 2800

Slanke gentiaan en wasplaat

Page 13: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 13

Herfstschroeforchis

De geur van herfstschroeforchis. Film door Rolf Roos

Kees de Kraker Op 30 augustus heeft Kees de Kraker met een groep mensen een bezoek bracht aan de Hompelvoet. Rolf Roos heeft daar opnamen gemaakt en dit verwerkt tot een heel leuk en informatief filmpje (zie link). Bezoek ook zijn site Duinenenmensen.nl voor meer info. http://duinenenmensen.nl/de-geur-van-hersftschroeforchis-reportage/ Voor het filmpje zelf: zie https://vimeo.com/139934008

Page 14: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 14

Bokkenorchis onder het zand en geklepeld

Awie de Zwart en Justus van den Berg

In 2015 zijn er veel dingen fout gegaan bij de groeiplaatsen van de bokkenorchis (en andere orchideeën) nabij het veerplein in Breskens:

- zandstort op een deel van de populatie. Dit als gevolg van asfalteringswerkzaamheden van een fietspad. Blijkbaar moest de berm ook worden verbreed;

- klepelen van een deel van de populatie. Ook de locatie waar enige jaren geleden bokkenorchissen naar toe zijn verplaatst vanwege de dijkverzwaring;

- geen maaibeheer op een belangrijke groeiplaats; - het met zwaar materieel verwijderen van struweel op en naast een belangrijke groeiplaats

Het beheer van de wegen en bermen is hier verdeeld over provincie, gemeente en waterschap. Ze weten alle dat daar bijzondere planten staan maar bij de uitvoering van werkzaamheden gaat het geregeld fout. Ik heb navraag gedaan bij de RUD of er een ontheffing in het kader van de flora- en faunawet is aangevraagd voor de verbreding van de berm. Maar dat konden ze niet nagegaan want ze wisten niet wie verantwoordelijk was voor de verbreding van het fietspad. Wij konden dat ook niet achterhalen. Actie Lijkt zinvol om de planologiewerkgroep van 't Duumpje hier eens bij te betrekken en een bijeenkomst te beleggen met alle beherende instanties. Mogelijk wordt het dan beter. Te meer omdat de bokkenorchis onder de nieuwe wet nog wel is beschermd en alle andere soorten die hier ook groeien helaas niet meer. Het gaat dus degelijk om florabescherming en handhaving en waar noodzakelijk ontheffingen.

Naast de platte wegberm is ook het talud geklepeld: weg orchideeën.

Page 15: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 15

Bij de asfalteringswerkzaamheden is de berm verbreed van het fietspad aan de bovenzijde van het talud. Het talud is van een zandlaag voorzien. De bokkenorchissen liggen onder het zand.

Ook de resterende platte berm is geklepeld: weg orchideeën.

Page 16: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 16

Een van de beste groeiplaatsen. Vorig jaar door onbekende oorzaak niet gemaaid. Veel opslag van iep.

Naast platte berm ook talud gemaaid: weg orchideeën

Page 17: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 17

In 2014 uitgevoerde werkzaamheden voor de Wollige distel en Ruige anjer

André Hannewijk In 2014 en 2015 heeft de beheereenheid Schelde van Natuurmonumenten op een aantal dijken beheerwerkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van de Wollige distel en Ruige anjer. Uitgevoerde werkzaamheden Wollige distel: Valdijk Op de Valdijk stonden in 2014 een groot aantal Wollige distels. Deze dijk is eind 2014 nog een keer extra gekorfmaaid omdat deze slecht werd begraasd door de Schaapskudde. In het voorjaar van 2015 bleek dat de schaapskudde de dijk helemaal niet meer begraasde. Om verdere verruiging tegen te gaan is besloten de dijk te korfmaaien waarbij de wollige distels zoveel als mogelijk werden gespaard. Door beheerteammedewerker Widmar van der Meer werd de kraanmachinist gewezen op de groeiplaats en werden zo de distels gespaard. Lindendijk In november 2014 werden met behulp van een minikraan van vrijwilliger Ko van de Kreeke op een aantal vakken op de Lindendijk de grond verstoord (oude groeiplaatsen). Deze plaatsen lagen deels bovenop maar ook enkele op het talud van de dijk. Ambachtsherendijk Op de Ambachtsherendijk werd op de plaats waar in het verleden met de aanleg van een kabel heel veel wollige distels groeiden, het struweel afgezet, de grond opengewerkt en flink verstoord met een frees in december 2014. In september 2015 werd deze locatie nog een keer gekorfmaaid omdat r veel braamruigte groeide. Joost Huibjesdijk Op de Joost Huibjesdijk zijn geen speciale maatregelen uitgevoerd. De oostkant van de dijk werd zoals gebruikelijk gemaaid en de westkant begraasd door de schaapskudde (overnachtingsweide) Naaldendijk In november 2014 werden met behulp van een minikraan van Ko van de Kreeke een vak op de Naaldendijk de grond verstoord. Als experiment werd wat zaad van de wollige distel van de Valdijk verzameld en gelijktijdig ondergewerkt in het opengewerkt stuk. Grond verstoren met minikraantje Lindendijk

Page 18: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 18

Plagplaatsen voor de wollige distel november 2014. Molenpolderdijk Op de Molenpolderdijk is de braamruigte en het struweel verwijderd. Eind september is het dijkdeel geklepeld waarna het maaisel naar beneden is getrokken. Uitgevoerde werkzaamheden Ruige anjer: Zwaaksedijk Op de Zwaakse dijk ter hoogte van de coupure is het struweel verwijderd en de grond opengewerkt. Resultaten Wollige distel Valdijk Op de Valdijk werden door de KNNV plantenwerkgroep de aantallen distels geteld. Aan de noordkant staan ze boven aan het talud, terwijl er aan de zuidkant een grotere spreiding is Ze vonden voor het eerst één afwijkende groeiplaats, zo'n 200 meter meer naar het noordwesten, met twee planten. Door het hoge gras en de vele akkerdistels bleek het zoeken naar rozetten zeer lastig (Verslag Justus vd Berg).

Zuid (akkerzijde) Noord (weelkant) Totaal

Bloei 148 124 272

rozet 50 41 91

Lindendijk

Op de geplagde stukken op de Lindendijk werden geen wollige distels aangetroffen. Ambachtsherendijk Op 25 augustus 2015 werden op het opengewerkte stukje op de Ambachtsherendijk 11 grote wollige distels gevonden. De planten moesten concurreren tegen de alweer opgeschoten braam. Opvallend veel glad parelzaad was aanwezig op deze plek.

Page 19: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 19

Joost Huibjesdijk

Op de Joost Huibjesdijk werden in het voorjaar voor de eerste maaibeurt en op 25 augustus 2015 geen Wollige distels meer gevonden op de oostzijde van de dijk! Op de Joosthuibjesdijk werd door de KNNV plantenwerkgroep één rozet en vier bloeiende planten gevonden. Naaldendijk Op het geplagde deel werden op 25 augustus 2015 4 Wollige distels gevonden. Dit als resultaat van het ingebrachte zaad van de Valdijk. Molenpolderdijk Op de Molenpolderdijk werden in augustus 2015 door de plantenwerkgroep 1 bloeiende distel gevonden. André Hannewijk vond in totaal 3 wollige distels. Resultaten Ruige anjer Zwaaksedijk Op de Zwaaksedijk ter hoogte van de coupure werden geen Ruige anjers aangetroffen.

Foto Valdijk (Justus vd Berg)

Page 20: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 20

Opmerkelijke plantenvondsten in Zeeland in 2015

Peter Meininger Dit is een selectie van opmerkelijke vondsten van vaatplanten in Zeeland in 2015, hoofdzakelijk gebaseerd op ingevoerde waarnemingen in www.waarneming.nl . Overige bronnen van de NDFF, zoals invoer in Telmee.nl, PlantObs en FLORON- streeplijsten, zijn niet eenvoudig toegankelijk. Hierdoor zijn ongetwijfeld interessante gevallen over het hoofd gezien. Met dank aan de invoerders en kwaliteitsborgers van waarneming.nl! Ook dank aan Grada Menting voor hulp en advies bij het selecteren. Volgorde alfabetisch op wetenschappelijke naam. Alchemilla conjuncta In 2015 vond Wijnand Lammers een vrouwenmantel op de steenglooiing van de zeedijk van Perkpolder ZV. Met hulp van Teddy Dolstra werd deze gedetermineerd als Alchemilla conjuncta. Deze determinatie werd op basis van verzameld materiaal bevestigd door Sigurd Frohner (Dresden), een expert in deze soortgroep. De soort komt oorspronkelijk voor in de zuidwestelijke Alpen, is ook in Nederland in de handel als tuinplant en wordt slechts zelden verwilderd aangetroffen. Voor zover bekend was dit de eerste vondst in Nederland. Pijpbloem Aristolochia clematitis De eerste vondst in Zeeland was in 2012 op de Westerscheldedijk bij Bath ZB (Frank Wagemans, wrn.nl). In 2015 waren hier minstens 80 bloeistengels, mogelijk behorende tot slechts één plant. Hier worden ook vruchten gevormd (Peter Meininger, wrn.nl). In 2015 werd Pijpbloem ook aangetroffen tussen de stortsteen langs het Kanaal door Zuid-Beveland nabij de Postbrug ZB (Peter Meininger, wrn.nl).

Duinaveruit Artemisia campestris subsp. maritima Duinaveruit komt vooral voor in de duinen tussen Den Haag en het Noordzeekanaal, in het Amsterdams havengebied en sporadisch op de Waddeneilanden. Ondanks gericht zoeken in het gehele duingebied was Duinaveruit nooit gevonden door Zeeuwse floristen. De vondst in Oranjezon in 2015 (Grada Menting, wrn.nl) is dan ook verrassend. Enkele eerdere meldingen van Duinaveruit in Zeeland op verspreidinsatlas.nl zijn inmiddels ontmaskerd als Zeealsem Artemisia maritima of Kleine ruit Thalictrum minus (die vroeger Duinruit heette).

Aardkastanje Bunium bulbocastanum In Zeeland is Aardkastanje altijd zeldzaam geweest en in het verleden (meeste ruim vóór 1980) gemeld van diverse plaatsen in het gebied tussen Middelburg-Veere-Vrouwenpolder. Concrete gegevens over vroegere vondsten zijn echter nauwelijks te traceren. In de jaren 1970 kende Abraham de Visser een groeiplaats langs de dijk tussen Veere en de Veerse Dam (meded. Jan-Wim Jongepier). Na vele decennia zonder meldingen in Zeeland bleek Aardkastanje in 2015 toch nog aanwezig: 16 bloeiende planten op 100 m langs het Kanaal door Walcheren tussen Middelburg en Veere (Erwin Put, wrn.nl). Een zoektocht langs het hele kanaal leverde verder niets op (meded. Chiel Jacobusse).

Geschubde mannetjesvaren Dryopteris affinis In Nederland zeldzame soort, die zich de laatste decennia sterk heeft uitgebreid. De eerste Zeeuwse vondst van een exemplaar op de Schotsman VM in 2015 (Peter Maas, wrn.nl) kwam dan ook niet als een verrassing. Geschubde mannetjesvaren was sinds 2013 al aangetroffen op twee plaatsen in het Zuid-Hollandse deel van de Grevelingen.

Page 21: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 21

Vertakte paardenstaart Equisetum ramosissimum Vertakte paardenstaart is in Nederland een zeer zeldzame soort, die vooral voorkomt in het oostelijke rivierengebied. De soort staat als “gevoelig” op de Rode Lijst. De vondst van een groeiplaats met enkele honderden planten in de Braakman-Noord in 2015 (Wim de Winter, wrn.nl) was verrassend!

Geribde wolfsmelk Euphorbia prostrata Oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en het Caribische gebied afkomstige soort die op vele plaatsen in de wereld is ingeburgerd. De soort is de laatste jaren op verschillende plaatsen in Nederland aangetroffen, vooral in stedelijk gebied. De eerste vondst in Zeeland was in augustus 2015 op een bouwterrein in Haamstede SD (Theo Muusse e.a., wrn.nl). Verfbrem Genista tinctoria In 1982 werd de soort aangetroffen in een kilometerhok dat o.a. het centrum van Vlissingen omvat (NDFF). Exacte locatie en vinder zijn onbekend. In 2015 werden minstens 15 planten aangetroffen tussen rozenstruiken in een plantsoen nabij het station van Vlissingen (Peter Meininger). Walcheren ligt ruim buiten het natuurlijke verspreidingsgebied en beide vondsten zijn te beschouwen als adventief.

Page 22: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 22

Groot nagelkruid Geum macrophyllum In 2015 gevonden op Industrieterrein Arnestein II in Middelburg (Grada Menting, wrn.nl). In Zeeland was slechts één eerdere melding bekend: in 2013 bij Groede ZV (Willem Stouthamer, NDFF). Het is een uit Noord-Amerika afkomstige exoot, die sinds ongeveer 1990 is verwilderd en nu snel inburgert in grote delen van Nederland. Tot nu toe is vooral de oostelijke helft van het land gekoloniseerd. Groot nagelkruid onderscheidt zich van Geel nagelkruid door de tijdens de bloei al teruggeslagen kelkbladen, de aanwezigheid van klieren op de stijl en het grotere aantal vruchten in de vruchthoofdjes.

Page 23: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 23

Zwaardrus Juncus ensifolius In 2015 werd een tiental exemplaren gevonden in natuurontwikkelingsgebied Duinzoom bij Haamstede (div., wrn.nl). In Zeeland is sinds tenminste 1983 een populatie van vele tientallen aanwezig in een sloot bij Hulst (ZV). Zwaardrus is een oorspronkelijk uit Noord- Amerika afkomstige plant, die zich vooral na 1990 op vrij veel plaatsen in Nederland heeft gevestigd en nu als ingeburgerd wordt beschouwd.

Poppenorchis Orchis anthropophora De vondst van een exemplaar in een berm langs de kust van Noord-Beveland betekende de tweede groeiplaats in Zeeland.

Distelbremraap Orobanche reticulata In 2014 werden minstens 45 bremrapen aangetroffen in een verruigde berm op Werkeiland Roggenplaat, onderdeel van de Oosterscheldekering; deze werden gedetermineerd als Klavervreter (Peter Meininger, wrn.nl). Bij een tweede bezoek in juli 2015 waren 200 exemplaren aanwezig, duidelijk parasiterend op Akkerdistel en pas toen correct gedetermineerd (Peter Meininger, wrn.nl). De eerste vondst in Zeeland.

Page 24: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 24

Zachte naaldvaren Polystichum setiferum In 2015 werden drie nieuwe groeiplaatsen ontdekt. Vijftien exemplaren werden gevonden in een park in Goes ZB; opmerkelijk is dat hier ook enkele Stijve naaldvarens groeiden (Gerard Kerpel, wrn.nl). In 2015 vond Awie de Zwart een Zachte naaldvaren op bunker ten noorden van Nieuwvliet ZV. Eveneens in 2015 werd een fors exemplaar aangetroffen in de duinen bij Klein Valkenisse WA (Grada Menting, wrn.nl). De eerste vondst in Zeeland was in 1997 en daarna werden slechts enkele exemplaren gevonden. Klein fakkelgras Rostraria cristata De eerste vondst in Zeeland was in 2015 in Kats (Grada Menting, wrn.nl). Oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied afkomstige soort die steeds vaker in Nederland wordt aangetroffen, vooral in stedelijk gebied. Voorjaarshelmkruid Scrophularia vernalis L. Een vondst in 2015 nabij Heinkenszand (Peter Meininger, wrn.nl) heeft wellicht betrekking op een tuinvlieder, maar mogelijk ook op een spontane vestiging. Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid- en Midden-Europa. Als stinsenplant ingevoerd in de 18e eeuw en sindsdien ingeburgerd, vooral in de duinen van Noord- en Zuid-Holland. Elders in het land verspreid op zandgrond, vooral op landgoederen. In Zeeland werd de soort gemeld tussen 1950 en 1970 in de duinen bij Haamstede SD.

Page 25: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 25

Page 26: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 26

Zwartmoeskervel Smyrnium olusatrum In 2015 werden zeven bloeiende planten aangetroffen op een “natuurlijk” ogende groeiplaats langs de Veerse Kreken bij Buiten de Veste WA (Jaco Walhout, wrn.nl), hoewel hier inzaai of verwildering zeker niet uitgesloten is. Het betrof hier de eerste vondst in Zeeland. Zwartmoeskervel is oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse zeegebied; de verspreiding langs de Atlantische kust reikt tot Noordwest-Frankrijk, met “voorposten” in Engeland en op Texel.

Sporobolus indicus Dit oorspronkelijk uit Azië en/of Azië afkomstige gras werd in 2015 aangetroffen in Middelburg (Grada Menting, wrn.nl). Er zijn slechts enkele eerdere vondsten bekend in Nederland. De soort is ingeburgerd in Zuid-Europa.

Trosgamander Teucrium botrys In 2015 werd een verrassende vondst gedaan van enkele honderden bloeiende planten op de Oosterscheldekering (Peter Maas e.a., wrn.nl). De groeiplaats bevindt zich op een doodlopende, verlaten asfaltweg die bedekt is met een dunne, schelprijke laag van humus, mos en lage vegetatie; het is dus een warme, kalkrijke plek. Gezien de omvang van de groeiplaats moet deze eenjarige soort hier al langer aanwezig zijn geweest, wellicht aangevoerd met stortsteen tijdens de bouw van de kering. Trosgamander is in Nederland zeer zeldzaam in kalkgraslanden en steengroeven in Zuid-Limburg. Buiten Zuid-Limburg wordt de soort incidenteel aangetroffen

Page 27: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 27

als adventief. Zeeland valt ruim buiten het natuurlijke verspreidingsgebied. In 1996 werden meerdere exemplaren aangetroffen op de bodem van een leegstaand kanaal in de waterleidingbossen bij Clinge (determinatie Ruud van der Meijden; NDFF).

Groot zeegras – Zostera marina Tot in de jaren 1980 waren honderden hectaren in de Grevelingen bedekt met Groot zeegras. Daar verdween de soort geheel en tot voor kort resteerden enkele kwijnende groeiplaatsen in en om de Oosterschelde. Op – voor zover bekend – de enige huidige groeiplaats in de Delta, de Plaat van Oude Tonge, werd dit jaar intensief gezocht door Dick de Jong. Dit leverde minstens 6000 planten op, “iets” meer dan de schatting van 120 planten in 2014.

Page 28: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 28

FLORON op de ranglijst van natuurorganisaties

Justus van den Berg De totale lijst van betalende aanhangers (leden/donateurs) van de grote landelijke natuur- milieu- en dierenbeschermings-organisaties, zoals is opgemaakt door Vara Vroege vogels. FLORON staat op plek nummer 62 en is gestegen van 65, er zijn 1.445 vrijwilligers. Navolgend een selectie van de in totaal 105 organisaties.

2015 plaats

2014 plaats

naam aantal leden

1. 1. Wereld Natuur Fonds 826.000

2. 2. Natuurmonumenten 735.000

3. 3. Greenpeace 453.000

5. 5. Dierenbescherming 172.392

7. 7. Vogelbescherming 150.089

8. 9. Stichting AAP 138.898

18. 19. IVN 21.834

27. 30. SOVON Vogelonderzoek

8.874

28. 27. Stichting Natuur & Milieu

8.607

29. 28. KNNV 8.269

32. 33. Vlinderstichting 5.813

35. 35. Faunabescherming 4.958

39. 38. Otterstation & St. Vrienden van de Otter

4.033

40. 37. Ver. Nederlands Cultuurlandschap

3.923

43. 44. Zoogdiervereniging 3.056

45. 48. Bomenstichting 2.730

52. 56. RAVON 2.193

53. 52. St. Schildpaddencentrum Nederland

2.120

54. 55. Stichting Duinbehoud 2.036

61. 61. Ver. Het Edelhert 1.480

62. 65. FLORON 1.445

68. 70. Werkgroep Roofvogels Nederland

1.245

69. 71. Natuurhistorisch Genootschap in Limburg

1.165

72. 74. Ned. Jeugdbond voor Natuurstudie

1.095

74. 77. Mycologische (Paddestoelen) Vereniging

967

75. 77. Rechten Voor Al Wat Leeft

892

76. 78. Bijenstichting 863

78. 80. Nederlandse Dendrologische Vereniging

778

79. 81. Ned. Entomologische Vereniging

710

83. 84. Stichting Anemoon 625

84. 87. Jeugdbond Natuur en Milieustudie

491

85. 86. Nederlandse Malacologische Vereniging

470

87. 88. Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie

407

88. 92. BLWG mossen en korstmossen

397

89. 91. Gierzwaluwbescherming Nederland

383

93. 89. Heijmans & Thijsse Stichting

305

95. 99. Koninklijke Ned. Botanische Vereniging

270

Page 29: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 29

Mogelijk veldwerk voor provinciaal bermbeheer

Justus van den Berg Bijeenkomsten in 2015 Op 14 december 2015 heb ik een overleg gehad met Jeannet Vermue van de provincie. Dit naar aanleiding van de bijeenkomst die wij in juni 2015 hebben gehad over de wijziging in het bermbeheer van de provincie (alles klepelen) en de aanwezigheid van beschermde soorten. Bij dit overleg waren ook Hans Eckhardt namens de KNNV Walcheren en de Vlinder en libellenwerkgroep Zeeland, Anton Baaijens en Wijnand Lammers en Marthe Bouvy aanwezig provinciaal plan 2017 Zij gaf aan dat door de verandering van de wetgeving in 2016 de noodzaak voor een beroepsmatige veldinventarisatie eigenlijk niet meer aanwezig is. De Wet natuurbescherming die juli 2015 aan de Eerste Kamer is aangeboden beschermt nauwelijks nog plantensoorten die in Zeeuwse bermen voorkomen. Kortom de aanwezigheid van soorten die zijn beschermd in het kader van de nieuwe wet is minimaal (of gewoon verwaarloosbaar). Een kostbaar gebied dekkend onderzoek door een professioneel bureau zal daardoor niet door de provincie worden uitgevoerd. De kosten wegen niet op tegen het risico/de zekerheid van een paar planten. Zij gaf echter aan dat het belang van bloemrijke bermen voor de provincie echter veel breder is dan alleen de beschermde status. Het gaat hierbij om aspecten als:

- biodiversiteit; - bescherming; - beleving; - bestuiving (landbouwgewassen en natuurlijke bestrijding van plagen).

Dat zijn ook aspecten van het provinciale beleid. Jeannet zet zich binnen de provincie in om het ecologische bermbeheer te herintroduceren. Maar daar is wel een nadere onderbouwing voor nodig want het kost de provincie immers extra geld. Ze moet in augustus 2016 een nadere onderbouwing geven van de gewenste verandering van het bermbeheer. Ik heb het volgende voorstel gedaan om haar te voorzien van nader informatie. Er wordt door Jeannet een presentatie gegeven van het huidige provinciale bermbeheer op de bijeenkomst van FLORON Zeeland op de eerste zaterdag in februari en haar voorstel om ecologisch maaibeheer weer deels in te stellen. Ik stel voor om een werkgroep in het leven te roepen in het verlengde van de groep die al eerder bijeen is geweest. Voorstel voor inventarisatie Het doel is om een werkgroep in te stellen die:

- Een nadere onderbouwing van de biodiversiteit in de provinciale bermen geeft. - In eerste instantie een deskundigheidsoordeel geeft over de bermen waar het beheer van maaien en

afvoeren gewenste is (bijeenkomst feb/maart 2016). Dit kan gaan over de bermen die tot 2014 een maaibeheer hebben gehad, maar ook over de dijkvakken die toe een klepel beheer hadden. Zie hiervoor de bijgevoegde kaart.

- Aangeeft voor welke gedeelte het wenselijk ik is om zeker floristische informatie te verzamelen. - Op zoek gaat naar vrijwilligers of plantenwerkgroepen die dit willen inventariseren. - Hierbij ligt het gebruik van een inventarisatie via de Android app PlantObs voor de hand (zie de FLORON

site), omdat deze plaatsvindt via puntwaarnemingen. De gegevens zijn vervolgens ook makkelijk aan te leveren in een excel bestand of in te zien via verspreidingsatlas.nl.

- Zorgt voor een goede scholing van de floristen/plantenwerkgroepen die willen inventariseren. Dit door een instructie van Rene Bult (de maker van het programma);

- Begin augustus 2016 komt met een advies voor de kansrijke locaties voor het instellen van ecologisch bermbeheer, waarbij gebruik is gemaakt van de inventarisatieresultaten.

Duidelijk is dat het hier gaat om een deskundigheidsoordeel die voor een deel nader onderbouwd zal worden met inventarisatie gegevens. We werken met vrijwilligers en kunnen niet garanderen dat alle gewenste delen worden geïnventariseerd.

Page 30: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 30

Figuur Provinciaal bermbeheer tot en met 2014 maaien en afvoeren (groen op de kaart) en klepelen (dunne zwarte lijnen) Hoe krijgen we vrijwilligers zo ver? Als tegenprestatie is er het mijn voorstel dat de provincie tablets ter beschikking stelt waarmee de inventarisaties uitgevoerd kunnen worden. Gezien de omvang van de wegbermen en de korte periode (mei - juni) waarin de gegevens verzameld moeten worden stel ik voor om per regio twee complete tablets ter beschikking te stellen. Hierdoor kunnen zowel de groep en een zeer enthousiaste florist onafhankelijk van elkaar bezig zijn. Ik moet hiervoor nog een nader onderbouwing bij Jeannet aanleveren. Vervolgens moet de provincie hier nog over besluiten. Daarnaast natuurlijk een cursusdag/workshop door Rene Bult (die moet uit Groningen komen dus dat is wel een heel eind). Bij voorkeur eind april/beging mei. Locatie in het MEC Goes of de Schaapskooi. Een en ander zal nog worden uitgewerkt in een nader voorstel naar de provincie. Ik heb het bovenstaande eind december aan de coördinatoren van de plantenwerkgroepen verzonden met de vraag is:

- Willen jullie meewerken aan een dergelijke samenwerking met de provincie? - Verwachten jullie dat er een goede inhoudelijk bijdrage kan worden geleverd door de vrijwilligers? Zo ja,

met hoeveel personen ongeveer? Zo niet, waarom niet ? - Is de voorgestelde tegenprestatie van de provincie in verhouding tot de inzet van vrijwilligers?

Veiligheid eerst Het is natuurlijk een gegeven dat wij alleen bermen kunnen inventariseren vanaf veilige locaties. Dus vanaf een parallelweg of fietspad. Het is zeker niet de bedoeling om bermen te inventariseren waar geen veilige situatie aanwezig is. Op de bijeenkomst een actueel overzicht en waarschijnlijk plan van aanpak De resultaten van de vragen en het voorstel naar de provincie worden zeer waarschijnlijk op de bijeenkomst van 6 februari gepresenteerd.

Page 31: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 31

Flora Zeelandica: “magere hokken” in 2016

Peter Meininger Door mij (en een team van kundige meelezers) wordt hard gewerkt aan een Flora Zeelandica, als boek te verschijnen in 2017. Hierin zullen ook veel kaartjes worden opgenomen met de verspreiding per km2 in de perioden 1970-1990 en 1991-2016. In de eerste periode valt de (vrijwel) integrale inventarisatie door de Provincie Zeeland (1976-1987), wat prachtige kaartbeelden oplevert. In tweede periode is de dekking veel geringer, met nog honderden km-hokken in Zeeland waar sinds 1990 tussen de nul en enkele tientallen soorten zijn gemeld. Ik heb een overzicht van al deze “magere hokken” (<50 soorten). Het zou mooi zijn in veldseizoen 2016 nog een zo groot mogelijk aantal “magere hokken” te bezoeken en aanvullende waarnemingen te verzamelen. In een paar uurtjes heb je al gauw een aardig beeld (maar natuurlijk niet “compleet”). Zelfs in een zachte winter kun je eigenlijk gewoon doorgaan. Ik had in december rondjes van 110 en 80 soorten per km hok, met diverse bijzondere vondsten. Hierbij dus een oproep voor medewerking om in 2016 zo veel mogelijk “magere hokken” aan te pakken. Dit kan individueel of met een werkgroep. Natuurlijk is er ook Het Nieuwe Strepen (HNS), wat ook al wat tijd kost (en uiteraard ook bijdraagt aan de Flora Zeelandica). Om dubbel werk te voorkomen wil ik graag de “magere hokken” verdelen. Het bezoek bij voorkeur ergens tussen 1 april en het najaar, bij uitblijven van winterweer tot in december... Een vroeg en een laat bezoek is natuurlijk ook prima. Soms zijn het tamelijk “saaie” hokken in landbouwgebied, maar de ervaring leert dat overal onverwachte vondsten opduiken. Aanmelden in de loop van het seizoen is natuurlijk ook mogelijk. Methode: invoer op www.waarneming.nl (bijv. via ObsMap) is het meest direct toegankelijk (en controleerbaar voor mij) en komt ook in de NDFF terecht. Invoer kan ook via Telmee en als streeplijst in verspreidingsatlas.nl. Indien het protocol van Het Nieuwe Strepen wordt gevolgd (bezoek van 2-4 uur) kan ook met PlantObs worden gewerkt. Dat is ook voor Floron een waardevolle aanvulling. Overigens zijn alle aanvullende losse waarnemingen welkom, dus ook tijdens het rondje in de lunchpauze of in je eigen straat. Ook floristen van buiten Zeeland worden van harte uitgenodigd bij een bezoek aan deze provincie een paar uurtjes te besteden aan een “mager hok”. Een hele zomervakantie mag natuurlijk ook! Meld je s.v.p. aan bij ondergetekende en geef aan hoeveel hokken je in welke regio of omgeving je wilt aanpakken. Peter Meininger [email protected]

Plannen 2016

Justus van den Berg Er is komend jaar een groot scala aan wensen voor floristische projecten:

- Zeeuwse vragen: - inventariseren van kilometerhokken met minder dan 50 gemelde soorten. Peter Meininger heeft een

overzicht opgesteld van de kilometer hokken die het dit jaar graag geïnventariseerd wilt hebben. Peter is bezig met een overzicht van het voorkomen van de soorten in Zeeland. Het blijkt dat grote delen van Zeeland de laatste jaren zeer slecht zijn onderzocht daarom zijn oproep voor het inventariseren van kilometerhokken.

- provinciale wegbermen. Zie het artikel over het provinciaal bermbeheer. - landelijke vragen:

- HNS; - staat die soort er nog; - witte gebieden; - foto's van planten, zie verspreidingsatlas.nl.

Page 32: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 32

Volgens mij dus voldoende vraag om het komende jaar zinvol in het veld bezig te zijn. Maar je kan natuurlijk ook je eigen project opstarten. Als dat zo is dan verneem ik dat graag, want ik ben op zoek naar floristen die iets leuks doen op locaal/regionaal niveau.

Page 33: Het Blad Nr 80 december 2015

Het Blad nummer 80, januari 2016 – pagina 33

ADRESSEN voor informatie over FLORON Zeeland

Centrale coördinatie; Justus van den Berg, Fluitenkruidstraat 151, 4461 MG Goes, tel 0113-271210. [email protected]. Wim van Wijngaarden doet de moeilijke dingen. De volgende werkgroepen leveren een belangrijke bijdrage aan het verzamelen van floragegevens in Zeeland: Plantenwerkgroep van de Natuur- en vogelwacht Schouwen-Duiveland; Plantenwerkgroep Natuurvereniging Tholen; Plantenwerkgroep KNNV Walcheren; Plantenwerkgroep KNNV Bevelanden; Plantenwerkgroep van natuurvereniging ’t Duumpje; Plantenwerkgroep van de Steltkluut.