Upload
ecomat
View
218
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
een samenvatting over hoe een autonoom huis (en co-huis) zou moeten kunnen functioneren 2015
Citation preview
1
HET AUTONOME HUIS
EN ECO-HOUSING
EEN HANDLEIDING NAAR MEER ZEKERHEID
SAMENVATTING
HUGO VANDERSTADT
2
1
HET AUTONOME HUIS
EN ECO-HOUSING
EEN HANDLEIDING NAAR MEER ZEKERHEID
SAMENVATTING
AUTEUR HUGO VANDERSTADT
November 2011 - Draftversie
Studiewerk , test en lay out: Hugo Vanderstadt
Tekstcorrectie: Bram Van Dyck en Herman Sourbron
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v.
druk, fotokopie of welke andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van
de auteur
D/2011/7684/1
ISBN: 9789075855005
ECOBOOKS
HEERBAAN 132
1840 LONDERZEEL
T 052 37 11 38
2
WAAROM DIT BOEK?
Dit boek is ontstaan vanuit het besef dat er een zeer grote behoefte is aan informatie over de vele
nieuwe technische mogelijkheden die worden aangeboden om de energierekening te beperken en zelfs
om de grote problemen van de aarde op te lossen.
Dit boek is een forum waar de bewoners, de producenten van nieuwe technieken en de beleidsmensen
zich kunnen informeren.
Dit boek wil een inspiratiebron zijn en een handleiding voor meer zelfredzaamheid.
Jeremi Rifkin, de bekende econoom die ook de EU adviseert legt ons uit waarom we dit moeten doen.
http://www.youtube.com/watch?v=PR1OjDaknpQ&feature=related
“We are all sleeping and time is running out”
Willen we ons voortbestaan als mens op deze planeet vrijwaren en willen we onze welvaart ook nog
behouden dan zullen we met zijn allen de handen uit de mouwen moeten steken.
Er zijn drie transformaties nodig en ze zijn alle drie even belangrijk:
1. De energietransformatie: minder en autonoom duurzaam energiegebruik
2. De transporttransformatie: het transport verminderen via een plaatselijke economie en meer
verwevenheid in de ruimtelijke ordening - wonen waar men werkt
3. De voedingstransformatie: de voedingsgewoonten drastisch herzien
Het zijn geen kleine, maar zeer fundamentele aanpassingen aan ons bestel, waarin elke burger een zeer
groot aandeel in heeft.
We hebben de keuze:
ofwel doen we zoals sommige politici en probeert men met kleine maatregelen wat aan de symptomen
te prutsen. Ofwel los je het probleem kordaat op in een zeer korte tijd.
Je zou het kunnen vergelijken met de zinkende Titanic:
ofwel verlies je je tijd om het schip nog te redden, wat zinloos is want onze mondiale economie ligt op
haar sterfbed , ligt op „intensive care‟ , zoals Jeremi Rifkin het noemt.
ofwel bouwen we onze eigen zelfvoorzienende duurzame economie. We moeten dat samen doen,
massaal en op korte tijd, met medewerking van de politici.
Waarom is “Het Autonome Huis” zo belangrijk?
„Zelfredzaamheid‟ is een sleutelwoord: met het autonome huis kunnen we onbetaalbare
energiefacturen voorkomen en het olietijdperk de rug toe keren.
Het eigen huis is verantwoordelijk voor een derde van de CO2-uitstoot, dit hebben we zelf in handen,
net als onze voeding. Zo hebben de burgers 2/3 van hun toekomst zelf in handen.
We kunnen voor onszelf zekerheid creëren in tijden van onzekerheid.
Kunnen we er zelf wel iets aan doen? Denk aan de nieuwe opkomende economieën zoals China,
India, Brazilië, enz…?
Landen zoals China enz.. volgen ons voorbeeld: ons consumptiepatroon, onze technologieën, onze
voedingsgewoonten. Daarom is het belangrijk dat we het goede voorbeeld geven.
De doelgroep van dit boek is…. iedereen, die de toekomst van zijn kinderen belangrijk vindt .
Begrijpbaar voor niet-technici
Dit boek heeft vooral de intentie om begrijpbaar te zijn voor niet-technici. Het komt er immers op aan
een trendbreuk te realiseren en dat vergt een breed draagvlak.
De nieuwe inzichten en ideeën werden daarom op bevattelijke wijze weergegeven met talrijke
illustraties.
Sommige delen zijn zeer technisch, maar dat kan je overslaan en aan je architect geven of voorleggen
aan de technicus die je huis komt aanpassen.
3
WAT IS “EEN AUTONOOM HUIS”?
Een harde definitie van wat een autonoom huis is bestaat niet echt omdat het een rekbaar begrip is.
Autonomie is geen volledige zelfvoorziening of “autarchie”, waar men in principe alles ter plaatse
produceert. Autarchie is in deze moderne tijd in principe niet meer mogelijk omdat men niet kan
veronderstellen dat men (zoals vroeger) alles ter plaatse kan produceren zoals bijvoorbeeld TV‟s ,
gsm‟s enz..
Wat we vooral nastreven:
wonen en leven zonder nutsaansluitingen van grootschalige producenten. (elektriciteit, gas)
het maximaliseren van de plaatselijke (biologische) voedingsproductie en de productie van
bouwmaterialen met grondstoffen uit eigen streek.
Individuele autonomie
Weinigen weten dat autonomie in de praktijk zeer dicht kan benaderd worden dankzij de nieuwe
technieken en via het juiste concept van het huis. Voor een autonome stroomproductie kan men
bijvoorbeeld gebruik maken van de combinatie van een WWK met PV-cellen.
Architect Raynolds werkt met uitsluitend PV-cellen voor de stroomproductie in zijn concept dat hij
“Earthships “ noemt. (Vooral geschikt voor een woestijnklimaat)
Collectieve autonomie.
Men kan ook een gemeenschappelijke autonomie nastreven, bijvoorbeeld met een woonwijk of een
kleine groep woningen. Energie opwekken vergt immers een zware investering en als je dat
gemeenschappelijk kan doen, drukt dat de investeringskosten.
Het autonoom huis is dus ook een huis in een eco-housing project, waar men energie en voeding ter
plaatse gemeenschappelijk produceert.
WAAROM IS AUTONOMIE ZO BELANGRIJK?
Nog geen 100 jaar geleden waren de meeste mensen veel meer onafhankelijk voor water- en
energievoorziening. Kolen en hout uit eigen streek waren de basis voor de energieproductie.
Dit is op korte tijd volledig veranderd vanwege de goedkope olie en het massatransport.
1..Toenemende kwetsbaarheid
Onze samenleving is zeer kwetsbaar geworden omdat we afhankelijk zijn van multinationals en
(onstabiele) politieke regimes voor onze essentiële voorzieningen, zoals voeding en energie.
De productie van onze energie via fossiele brandstoffen bedreigt het evenwicht in de natuur en de
toekomst van onze planeet.
Europa is afhankelijk van aardgas uit Rusland en olie uit het Midden-Oosten. Kernenergie is dan weer
iets dat ons allen verontrust m.b.t. de toekomst.
De productie van onze voeding gebeurt ver weg en ons dagelijks voedsel wordt steeds meer per
vliegtuig aangevoerd.
2.. Stijgende kostprijs brandstoffen
4
De brandstofprijzen duwen alle prijzen de hoogte in en bij grootschalige productie worden de
transportkosten steeds groter in verhouding tot de productiekosten.
Zo bedraagt de productiekost van elektriciteit slechts 33 % van de factuurprijs, terwijl de transport- en
distributiekosten 42 % bedragen en deze kosten nemen nog steeds toe.
Gezien de energiekosten blijven stijgen wordt de autonome energieproductie steeds interessanter.
3.. De handelsbalans en onze welvaart
Onze economie/concurrentiepositie zal instorten als de energieprijzen blijven stijgen!
Per gezin betaalt men in Europa nu 8.000 euro per jaar voor olie-import en dit zal nog stijgen in de
toekomst. (In 2020 betalen we 4 X meer !!!)
4.. Nieuwe technieken zijn in volle evolutie
De zoektocht naar nieuwe technieken voor kleinschalige energieopwekking wordt hoe langer hoe
evidenter omdat de alternatieven steeds meer betaalbaar worden. Dit geeft heel wat nieuwe
perspectieven voor een ander concept van de nulenergiewoning.
5.. Betaalbaarheid is een kwestie van politiek keuze
De productie van kleinschalige systemen om plaatselijk energie op te wekken is zeer recent, maar heel
wat nieuwe technieken zijn nu nog te duur om op grote schaal toegepast te worden. Zo is bijvoorbeeld
de warmtekrachtkoppeling (=stroom en warmteproductie) op pure plantenolie (PPO) dubbel zo duur
als een gemiddelde personenwagen, terwijl de technologie veel eenvoudiger is. Als de overheid deze
systemen zou subsidiëren, dan wordt deze techniek binnen de kortste keren massaal toegepast en daalt
de kostprijs. Op deze wijze kan de subsidie afgebouwd worden op een paar jaren tijd en is de
noodzakelijke omwenteling tot stand gekomen.
6.. Het milieu
De nieuwe kleinschalige technieken voor energieopwekking hebben meestal ecologische voordelen.
Vooral de systemen op basis van de zon, wind en biomassa zijn zo goed als CO2-neutraal.
7.. De nieuwe communicatiemogelijkheden
Inspiratie vindt je op onderstaande link van de bekende economist
“Jeremi Rifkin”, adviseur van de EU.
http://www.youtube.com/watch?v=PR1OjDaknpQ&feature=related
Het moet duidelijk zijn dat de huidige politiek nog steeds te veel
gebaseerd is op grootschalige oplossingen, waarbij het
burgerinitiatief te weinig in rekening wordt gebracht.
De nieuwe “open-source”-systemen van communicatie zullen er toe
bijdragen dat de kennis om zelf energie op te wekken zich
vliegensvlug kan verspreiden.
Er zijn dus redenen te over om als burger meer zelfvoorzienend
te worden.
HET AUTONOME HUIS IS HET HUIS VAN DE TOEKOMST
Het is zeer bevrijdend te bedenken dat we onze energie en onze voeding uit de onmiddellijke
omgeving kunnen halen, zodat we (voor een groot deel) onafhankelijk zijn van onbeheersbare
transportsystemen.
5
WAAROM IS DE AUTONOME ELEKTRICITEITSPRODUCTIE ZO BELANGRIJK?
Elektriciteit wordt elke dag belangrijker en daardoor is de moderne samenleving zo extreem kwetsbaar
geworden.
Zonder elektriciteit is er
geen verwarming
geen voedsel
geen communicatie
geen water
geen computers
geen transport
geen normaal leven meer mogelijk
Gelukkig zijn er nu nieuwe technieken die ons toelaten zelfvoorzienend te zijn op een manier die de
natuur geen schade toebrengt.
HOOFDDOELSTELLING VAN “HET AUTONOME HUIS”:
ZELF ELEKTRICITEIT PRODUCEREN.
1. Het verspreiden van de kennis van de nieuwe technieken die ons meer onafhankelijk maken van
de grootproducenten.
2. Het creëren van een draagvlak bij de politici om deze systemen beter te ondersteunen.
3. Het stimuleren van een autonoom netwerk waarbij we mekaar ondersteunen en helpen
De aankoppeling aan het net zien we niet als een alles bepalende navelstreng, maar eerder als een
redder in nood als het individuele systeem uitvalt of aan onderhoud toe is.
Dit gedachtegoed vervangt de huidige tendensen van steeds grootschaliger netwerken. Het mega
netwerk wordt vervangen door het lokale netwerk.
WARMTEKRACHTKOPPELING = GEEN KOELTORENS MEER
Koeltorens te Doel / Antwerpen koelen het water af met het water van de Schelde = opwarming van de
Schelde !
DE ENERGIEVERSPILLING IS ENORM: 42 miljard kWh/jaar aan warmte
ter vergelijking: de 200.000 huizen van Antwerpen verwarmen vraagt slechts 3,2 miljard kWh…
MET DE WARMTEVERSPILLING VAN ALLE KOELTORENS KAN MEN ALLE WONINGEN VAN
BELGIE VERWARMEN !!!
Vaststelling:
slechts 1/3 van onze elektriciteitsfactuur heeft te maken met de energieproductie
en 2/3 heeft te maken met transport- en distributiekosten
2/3 van de opgewekte energie wordt verspild in koeltorens
6
Grootschalige elektrische productie: de warmte gaat volledig verloren
Hoge distributie-en transportkosten: in België bedraagt de distributiekostprijs ongeveer 50 %, slechts
40 % van de kosten zijn productiekosten.
RENDEMENT = 34 %
Kleinschalige productie: de warmte wordt gerecupereerd
Met een WKK heb je geen distributiekosten meer en wordt de warmte gerecupereerd.
We zullen dit kleinschalig moeten doen, dan kan men buurtverwarming realiseren met relatief korte
leidingen.
RENDEMENT = 90 %
7
SUPERGOED ISOLEREN … IS EEN EERSTE STAP
ZELF ELEKTRISCHE ENERGIE PRODUCEREN IS DE NOODZAKELIJKE TWEEDE
STAP.
OMDAT… elektrische energie is veel duurder dan gas of stookolie:
stookolie kost 0,085 €/kWh
gas kost 0,080 €/kWh
elektriciteit kost 0,270 €/kWh
OMDAT… bij de gangbare elektriciteitsproductie gooit men 2/3 van de energie weg!!!
OMDAT.... de CO2 uitstoot is tweemaal groter bij de elektriciteitsproductie in vergelijking met de
warmteopwekking.
HET ENERGIEVERBRUIK CONTRA DE C02-UITSTOOT.
Het energieverbruik per gezin
Het aandeel van het energieverbruik per gemiddelde Nederlander is relevant voor Midden-Europa.
Het grootste deel van het energieverbruik gaat naar
voeding (landbouw + voedselverwerking +
consumptie): 32 %
Daarna komt het transport met auto en openbaar
vervoer: 27 + 1 = 28 %
Het energieverbruik dat rechtstreeks te maken heeft
met de woning:
elektriciteit en verwarming: 7 + 13 = 20 %
bouw en onderhoud: 7 + 1 = 8 %
Totaal: 28 %
Opgelet: dit zijn cijfers over energieverbruik en niet over de CO2-uitstoot!
Zo is de CO2-uitstoot van klassieke elektriciteitsproductie drie à viermaal groter dan voor de
verwarming.
Volgens het Vlaams Energieagentschap:
1 kWh elektrisch = 760 gr CO2 uitstoot
Een HR-gaswandketel geeft per kWh een uitstoot van 180 gr. CO2.
8
Indien we de elektriciteitsverbruik omrekenen naar CO2-uitstoot krijgen we een andere verhouding:
7 % wordt minstens 21 % (met de huidige fossiele brandstoffen en productiesystemen)
De CO2 – uitstoot per gezin
Niettegenstaande het elektriciteitsverbruik (7 %) zowat de helft bedraagt van de verwarming (13 %), is
de CO2-uitstoot van het elektriciteitsverbruik per woning zeker het driedubbele van de verwarming.
Op niveau van de woning neemt elektriciteit 21 % van de CO2-uitstoot voor zijn rekening, de
verwarming slechts 11 %.
De passiefhuisbeweging houdt zich dus bezig met 11 % van de CO2 uitstoot op woningniveau.
Het autonome huis houdt zich dus bezig met 90 % van de CO2 uitstoot op woningniveau.
“Schone elektriciteit” moet dus dubbel zo veel aandacht krijgen als “schone verwarming”.
Ook de kostprijs zal in de toekomst steeds meer van doorslaggevend belang worden:
de kostprijs van elektrische energie bedraagt meer dan het dubbele van aardgas
we zien dat de kostprijs van voeding en transport dezelfde stijging vertoont als de olieprijs en de
gasprijs. ( x 4 in 2020 ! )
De ecologische voetafdruk is nog een andere benadering, deze wordt uitgedrukt in ha per inwoner. De
verhoudingen met de voetafruk zijn ongeveer:
een derde energieverbruik en C02-absorbtie – dé uitdaging voor het autonome huis
een derde landbouw en voeding – hier kan je als consument alles aan doen via voedselkeuze
een derde transport – niet alleen individuele keuzes, vooral het verkeersbeleid is hier doorslaggevend.
NULENERGIE IS EEN EERSTE STAP IN DE GOEDE RICHTING
ZERO-UITSTOOT IS EEN MUST:
1.. Voor onze kinderen: omdat we onze planeet willen redden:
Deadline tegen 2020: willen we de temperatuurstijging beperken tot 1,5 °C dan zal men de C02-
uitstoot met 40 % moeten reduceren, dit is een (bijna) onmogelijke opgave!
Minstens 40 % van de bestaande woningen (gebouwen) energieneutraal maken tegen 2020 (dus
binnen 9 jaar) is een politieke, sociale, economische en ecologische prioriteit!!
Aandachtspunt: we hebben het over bestaande woningen, niet over nieuwbouw! Nieuwbouw energieneutraal maken is een nuloperatie : elk nieuw huis is immers een extra NIEUWE
energieverbruiker die we moeten neutraliseren qua C02-uitstoot.
9
2..Voor de politiek : de Europese Commissie heeft een actieplan: nieuwe gebouwen in Europa
mogen na 2020 geen energieverbruik meer hebben.
3.. Voor de economie: de afhankelijkheid van import van energie maakt ons te kwetsbaar.
Onze economie/concurrentiepositie zal instorten als de energieprijzen blijven stijgen!
De stijgende energieprijzen zijn eenvoudigweg niet meer te verteren.
(We besteden in Vlaanderen voor het Kyotoprotocol aan aankoop van emissierechten in het
buitenland: 56 miljoen €/ jaar – hoeveel huizen kunnen we daarmee isoleren?)
10 ton CO2 uitstoten, zoals de gemiddelde Europeaan doet, vraagt een import van ongeraffineerde
ruwe olie ter waarde van 166 euro per persoon per maand.(gerekend aan 110 dollar per vat).
Per gezin betaalt men in Europa dus 8.000 euro per jaar voor olie-import en dit zal nog stijgen in de
toekomst.
Voorspelling volgens IEA
(International Energy Agency).
Tegen 2020 betaalt men 400
dollar per vat, dit is het
viervoudige van vandaag
De eerste bankencrisis in 2008 was wijten aan de te hoge olieprijs, de tweede komt er aan en het zal
zo blijven doorgaan tot men beseft dat onze economie „op intensive care” ligt en men radicaal
overschakelt naar andere duurzame energievormen – aldus “Jeremi Rifkin”.
10
DE PRINCIPES: EEN “AUTONOOM HUIS” GAAT VERDER DAN “NULENERGIE”
1. Zelfvoorziening per woning en/of per woningcluster.
Dat wat in de woning zelf niet kan voorzien worden, (bijvoorbeeld voedsel) moet in een zo kort
mogelijke omgeving voorzien worden.
2. Autonomie op vlak van de basisbehoeften: huisvesting, watervoorziening, voeding, energie,
waarbij zo veel mogelijk de grondstoffen uit de onmiddellijke omgeving worden gebruikt.
3. onder uit, naar een samenleving zonder fossiele bandstoffen en met plaatselijke, milieuvriendelijke
productie van voeding en energie.
4. Energiezekerheid via weersonafhankelijk energiesysteem en de local grid als back-up.
Onafhankelijkheid van de zon en/of de wind is mogelijk met biomassa. Energiezekerheid is
mogelijk via het lokale netwerk: de lokale omgeving zorgt ervoor dat we niet zonder energie
vallen. Een WKK zorgt kan voor deze onafhankelijkheid zorgen.
5. Active house = meer produceren dat nodig is een belangrijk principe ter ondersteuning van het
lokaal netwerk en zonder het netwerk te verstoren met piekbelastingen.
6. Duurzaam: CO2-neutraal en met minimale ecologische voetafdruk. Dit is realiseerbaar met
biobrandstoffen (PPO en pellets) in combinatie met zonne-energie.
7. Inpassend in de bestaande ruimtelijke ordening en plaatselijke architectuur en zo veel mogelijk
gebruikmakend van het bestaande patrimonium. Een ecologisch huis is in de eerste plaats een
bestaand huis. Het afbreken van een bestaand huis om beter te isoleren vergt een terugbetaaltijd
van 50 jaar of meer. Niet de nieuwbouw, maar het verbouwen naar een zo hoog mogelijk
isolatieniveau is een prioriteit.
8. Lowtech: met beheersbare, begrijpbare en zelf te onderhouden technieken. De bewoner moet in
staat zijn om zijn eigen energiehuishouden te beheersen en te begrijpen.
9. Mobiliteit: hoe minder vervoer hoe beter: wonen waar men werkt, geen eco-slaapsteden en het
gebruik van grondstoffen uit de onmiddellijke omgeving.
10. Betaalbaar: de investering in autonomie moet zichzelf terugbetalen binnen de 15 jaar.
11. Bioklimatisch: de architectuur moet aangepast zijn aan het klimaat, zodat de architectuur een
maximaal energievoordeel biedt en de nood aan technieken minimaliseert.
12. Aanpasbaar aan nieuwe technieken: gezien de snelle technische ontwikkeling inzake de
elektriciteits- en de warmteproductie dient de autonome woning deze ontwikkelingen flexibel te
kunnen opvangen.
13. Compacte bouwsystemen: dit wil niet zeggen dat we moeten vervallen tot het zielloze
dozensysteem waarbij een uitsteeksel of een erker niet meer mogelijk zouden zijn. Het heeft
vooral te maken met aaneengesloten bouwen zoals dat in onze steden en dorpen het geval is: de
rijwoning is de meest compacte en de meest energiezuinige woonvorm.
14. Het principe van de “Trias energetica”: de volgorde van belangrijkheid.
Ten eerste: beperk de energievraag
Ten tweede: duurzame (en CO2-neutrale) opwekken van de benodigde energie
Ten derde: wek de resterende energiebehoefte zo efficiënt mogelijk op.
11
DE GLOBALE CONTEXT
Deze beweging past in de andere gelijkwaardige actuele maatschappelijke stromingen.
De transitiebeweging (transitionnetwork),
Citaat van Rob Hopkins: ”Het vermogen van de gemeenschappen om zichzelf te onderhouden is
aangetast vanwege de afhankelijkheid van olie.” http://www.transitionnetwork.org/
De „slowfood-movement”
Regionaal kwaliteitsvoedsel moet voorrang krijgen.
Carlo Petrini is de geestelijke vader van een internationale beweging die „slowfood‟ nastreeft: lokale,
traditionele, ambachtelijke gerechten. http://www.slowfood.com/
Global Ecovillage Network (GEN)
GEN biedt inspirerende voorbeelden over hoe mensen en gemeenschappen gezond en gelukkig
kunnen wonen in coöperatieve leefgemeenschappen, met duurzame leefgewoonten en maximale
zelfvoorziening. Ze tonen ons de weg naar een meer duurzame toekomst op aarde met een cultuur van
wederzijds respect en samenhorigheid. http://gen.ecovillage.org/
Deadline tegen 2020: willen we de temperatuurstijging beperken tot 1,5 °C dan zal men de C02
uitstoot met 40 % moeten reduceren, dit is een (bijna) onmogelijke opgave!
Centraal staat de tegenbeweging tegen de nefaste invloed van het massa transport en de olieverspilling.
Willen we de aarde redden dan moet men gelijktijdig op de deze 3 verschillende domeinen werken
Er is zoveel te doen op zo korte tijd
1. De energierevolutie: minder en autonoom energiegebruik en “groene” productie,
2. De transportrevolutie: het transport verminderen via een plaatselijke economie en meer
verwevenheid in de ruimtelijke ordening - wonen waar men werkt
3. De voedingsrevolutie: de voedingsgewoonten drastisch herzien...(het moeilijkst van al)
“HET AUTONOME HUIS”EN DE AUTONOME WOONWIJK: NOG TE WEINIG
BEKEND.
Er bestaan vele ideeën over wat het autonome huis zou kunnen zijn.
Voor Midden- en Noord-Europa zijn er zo goed als
geen pasklare en betaalbare oplossingen
uitgewerkt.
Passiefhuizen daarentegen zijn al goed
ingeburgerd, maar …ze zijn niet autonoom en zijn
vooral toegespitst op het beperken van
warmteverliezen.
Om van een (zeer lage) energiewoning over te
stappen naar een passiefhuis heb je nog eens extra
20.000 euro nodig
Wat is economisch interessanter: extra investeren
12
om het passiefhuisniveau te bereiken, ofwel te investeren in autonome elektriciteitsvoorziening?
De huidige nulenergiewoningen zijn allemaal aan het net gekoppeld (met vooral zonnepanelen), dit
geeft in de winter het probleem dat we moeten terugvallen op de grootschalige elektriciteitsproductie
(o.a.kernenergie)
Nul energiewoningen zijn geen autonome woningen, ze hangen af van het net, vooral tijdens de
winter.
Tijdens de zomer produceert een nulenergiewoning te veel stroom via de PV-cellen en tijdens de
winter maakt men doorgaans gebruik van een warmtepomp, die het verbruik van stroom tijdens de
winter nog eens opdrijft. De overproductie in de zomer en de groeiende vraag tijdens de winter creëert
een onevenwicht op net dat door geen enkel “smart grid” kan opgelost worden.
Het toepassen van autonome technieken, die tijdens de winter weersonafhankelijk stroom kunnen
produceren, is een dringende noodzaak geworden.
Geen enkele nulenergiewoning heeft een alternatief voor aardgas: elektrisch koken vergt eigenlijk te
veel elektrische energie. Biogas is een grote toekomst weggelegd want de aardgasvoorraden slinken.
13
Gezien er te weinig zon is in de winter en ook de windenergie ons weersafhankelijk maakt, is een
combinatie van technieken van belang o.a. met biomassa als oplossing voor meer energiezekerheid.
Nieuwe uitdagingen voor de architect
Het komt eropaan om te zoeken naar nieuwe bouwconcepten en betaalbare oplossingen voor een
autonoom huis.
Deze zoektocht wordt hoe langer hoe evidenter omdat de energieprijs blijft stijgen en de alternatieven
steeds meer betaalbaar worden.
Maar ook het concept van de woning is interessant en daar hebben de architecten een heel grote impact
op.
Niet alleen het compacte bouwen zoals bij de passiefhuizen is van belang, nog veel belangrijker zijn
de bouwmaterialen en het zich aanpassen aan de klimaatomstandigheden: “bioklimatisch bouwen”
Het is immers een heel grote vergissing om de modernistische architectuurstijl als een
“mondialiserend fenomeen” te beschouwen.
Niets is zo absurd als een glazen toren in de woestijn, nochtans zien we niets anders in Abu Dhabi en
omstreken. Bioklimatisch bouwen in een woestijnklimaat is iets heel anders; schaduwgevende
galerijen, luifels, patio‟s met fonteinen, enz. Modern bouwen zal meer en meer “biodiversiteit” moeten
uitstralen: elke streek zijn eigen architectuur, zo was het trouwens vroeger en zo moet het weer
worden, in een eigentijdse versie uiteraard.
Tot slot: vroeger kon de architect een concept van een huis uittekenen op basis van drie pijlers:
1. de bouwgrond
2. het bouwprogramma
3. het budget
Nu komt daar een vierde pijler bij : het energiehuishouden.
De architect kan met zijn vormgeving en met een minimum aan technieken een autonome woning
creëren. Als hij de vormgeving niet afstemt op het klimaat, dan zal die autonome woning zeer duur
worden, met veel zeer complexe technieken.
14
HST 1… AUTONOME WATERVOORZIENING
Wat liep er fout?
Vervuiling van het grondwater (o.m. vanwege de intensieve veeteeld) en de dalende grondwaterstand
verplichtte de mensen om over te schakelen op leidingwater.
De riolering transporteert zowel regenwater als afvalwater en zorgt voor steeds meer wateroverlast.
De waterlopen zijn vervuild, vooral vanwege de stikstof in het zwart water.
Autonoom waterbeheer kan deze problemen fundamenteel oplossen: regenwater hergebruiken, het
zuiveren en infiltreren.
De techniek van regenwaterrecuperatie
Vanuit het beleid wordt het systeem gesteund met gescheiden waterleidingen: regenwater mag niet
gebruikt worden voor sanitaire toepassingen (vaatwas, bad, douche, lavabo…)
Dit is het meest bekende en toegepaste systeem maar..
Nadeel van dit systeem: de mogelijkheden van regenwater worden onvoldoende benut.
Autonomie met regenwater
In principe is het aanbod aan regenwater niet voldoende voor het gemiddeld verbruik.
Remedies om toch met regenwater de maximale behoeften te kunnen voldoen:
ofwel moet men een groter dak nemen
ofwel besparen op waterverbruik
ofwel het grijze water recycleren voor de WC-doorspoeling
ofwel composttoilet gebruiken
ofwel regentank bijvullen met geboorde put
De laatste optie is de meest betrouwbare.
Het zuiveren van regenwater
Mechanische zuivering
Voorfiltratie vooraleer het water in de regenwaterput terechtkomt.
Sedimentfilter voor de pomp, 25 à 50 micron.
Regenwaterfiter na de pomp, 10 micron.
Voor het drinkbaar water: extra micrifiltratie ofwel omgekeerde osmosefilter.
Regenwaterzuivering met planten
Voorfiltratie vooraleer het water in de regenwaterput terechtkomt.
Er is slechts één plantenfilter nodig vooraleer het regenwater in de tank terechtkomt.
Men onderscheidt twee systemen:
1. diverse bovengrondse plantenfilters met opvang per valpijp
2. ondergrondse opvang in een buffertank van 6.000 liter, het water wordt naar de plantenfilter
gepompt, vanwaar het naar de regentank loopt
15
Het gezuiverde regenwater kan voor alle doeleinden gebruikt worden.
De drinkwaterkraan in de keuken heeft een extra actiefkoolfilter.
Het zuiveren van afvalwater
Er zijn drie stappen te onderscheiden:
de voorbehandeling
de hoofdzuivering
de nazuivering en infiltratie
De goedkoopste zuiveringswijze is de groepszuivering, dat vermindert de investeringskost.
Systemen die weinig energie verbruiken zijn:
de biorotor
de ondergrondse bacteriefilter
de plantenfilter
HST 2 …BIOBRANDSTOFFEN
Biobrandstoffen zijn CO2 –neutraal:
Als planten groeien, gebruiken ze via fotosynthese
zonlicht voor het opslaan van koolstofdioxide (CO2). De
hoeveelheid CO2 die vrij komt bij het verbranden van deze
brandstof is gelijk aan de hoeveelheid CO2 die de planten
tijdens hun leven hebben opgenomen.
Biobrandstoffen zijn hernieuwbaar.
Significante reducties (tot 70%) van roet en fijnstof,
bijvoorbeeld bij pure plantaardige olie (PPO).
Voor het autonome huis is biomassa een geschikte
aanvulling voor zonne-energie maar...
Er zijn een paar voorwaarden:
BELANGRIJKSE VOORWAARDE: wees spaarzaam
de warmtebehoefte dient gereduceerd te worden tot een minimum via sterk doorgedreven isolatie:
lage energiewoning met E - peil 60 , dwz. een totaal energieverbruik van max. 50 kWh / m² / jaar .
Gebruik biomassa alleen als er een tekort is aan zonne-energie.
Gebruik biomassa uit eigen streek.
Is er genoeg ruimte?
indien men bereid is om 1,1 % minder vlees te eten , komt er genoeg landbouwgrond vrij om zowat 1/3
van de bestaande woningen van biobrandstof te voorzien voor verwarming en elektriciteit.
Welke biobrandstof is het meest geschikt voor het autonome huis?
Pellets: scoren ecologisch het beste, de WKK-technologie is in volle ontwikkeling.
PPO: de technologie voor WKK-toepassingen staat op punt.
Biogas: heeft een grote toekomst, maar moet nog verder ontwikkeld worden op kleine schaal.
16
HOOFDSTUK 3…BIOGAS
Als we een hoop organisch afval laten rotten in een zuurstofloze omgeving, komt er bij dit proces een
brandbaar gas vrij. Dit gas noemen wij biogas. Het gas bestaat voor meer dan de helft uit methaangas.
De rest is kooldioxide gas. Methaangas brandt net zo goed als het aardgas.
Wat is methaangas?
Methaan (CH4) is de eenvoudigste koolwaterstof en het voornaamste bestanddeel van aardgas. In
natuurlijke vorm wordt methaan vooral aangetroffen in de buurt van aardolie en andere fossiele
brandstoffen. Het heeft een vergelijkbare geologische oorsprong en is ontstaan uit vergane resten
organisch materiaal.
De eigenschappen van biogas
We rekenen met gas in m³ “nominale waarde”, dat wil zeggen bij een temperatuur van 0°C en een druk
van 1 bar. (1 bar = 1 atm = ongeveer 1 kg/cm² ofwel de gemiddelde atmosferische druk)
EIGENSCHAPPEN EENHEID BIOGAS AARDGAS
Verbrandingswaarde kWh/m³ 6,5 à 10 10
Dichtheid kg/m³ 1,2 0,7
Ontstekingstemperatuur °C 700 650
Het belang van de input:
als je suikerrijk afval gebruikt, zonder plantenvezels, is het rendement 20 X beter en verlaagt de
investeringskost.
Kleinschalige productie van biogas is mogelijk en goed toepasbaar voor het koken: het ARTI-systeem is
een goed voorbeeld voor het Westen
Biogas is de toekomstige vervanging van aardgas, vooral voor het koken, maar moet nog verder
ontwikkeld worden op kleine schaal, aangepast aan het klimaat in Midden-Europa en onze
leefgewoonten.
17
HOOFDSTUK 4 …AUTONOME VOORZIENING VAN ELEKTRISCHE
STROOM
Kunnen we volledige autonomie realiseren met PV cellen?
Bij een ideale zuid-oriëntatie in de winter,
ja , in theorie wel maar…in de praktijk is het heel moeilijk
1.. Voor een gemiddelde woning:
Gemiddelde elektriciteitsbehoefte per jaar : 3.500 kWh = 9,58 kWh per dag
De opbrengst in de winter: 0,15 kWh/m²/dag (worstcase)
Voor de winter hebben we nodig: 9,58 kWh/dag / 0,15 kWh/m²/dag = 63,8 m² PV-cellen.
Dit een veel te groot oppervlak voor een gemiddelde woning.
2.. Voor zeer zuinige verbruikers of een kleine woning voor een alleenstaande:
Een alleenstaande kan rondkomen met 1.400 kWh/jaar = 3,8 kWh/dag
Voor de winter hebben we nodig: 3,8 kWh/dag / 0,15 kWh/m²/dag = 25 m² PV-cellen.
Dus bij zeer zuinig verbruik is een volledige autonomie mogelijk met PV-cellen alleen, ook tijdens de
winter.
Dit is echter voor een gezin met kinderen niet realistisch.
3.. Voor een huis met superzuinige toestellen
Men kan het verbruik beperken tot 2.100 kWh per woning per jaar (5, 75 kWh/dag) zonder
comfortverlies mits investering in zeer zuinige toestellen.
Voor de winter hebben we nodig: 5, 75 kWh/dag / 0,15 kWh/m² / dag = 38,33 m² PV cellen.
Indien men over een dergelijke groot dak beschikt met de ideale zuidoriëntatie en met 45 ° helling, is
een volledige autonomie mogelijk voor de elektriciteitsvoorziening. (soms realiseerbaar met
nieuwbouw)
Een opslag van minimum 2 dagen is steeds
noodzakelijk.
Nodig voor een gemiddelde woning
12 stuks 2 Volt-gelbatterijen van 1.000 Ah (24 volt)
Opgelet
Als men volledig autonoom is voor elektriciteit moet voor
de verwarming en voor het sanitaire warm water nog een
oplossing gezocht worden. Een pelletkachel met
warmtewisselaar lijkt in dit geval een mogelijke oplossing.
De zonnepanelen in een hybride systeem: WKK + PV
cellen+ zonneboiler.
Een gemengd systeem met WKK en PV-cellen kan instaan voor de volledige dekking van het
elektriciteitsverbruik in de winter- en zomermaanden. Tijdens de zomermaanden kunnen de PV-cellen
en zonneboiler voor volledige autonomie zorgen en staat de WKK uit.
Voor een gemiddelde woning:
tijdens de 6 zomermaanden heeft men slechts 26 m² zonnepanelen nodig.
Dit is realistisch uit te voeren op de meeste bestaande daken.
Opbrengst van de PV-cellen tijdens de 6 zomermaanden: 2.000 kWh.
Dit systeem geniet de voorkeur omdat dit geen comfortverlies geeft.
Het is economisch interessanter om een WKK gemeenschappelijk te voorzien.
18
HOOFDSTUK 5 …VAN SMART GRID NAAR LOCAL GRID
Evenwicht winter / zomer
De nieuwe decentrale energieproductie kan in evenwicht gebracht worden met een slim net op
voorwaarde dat men het aanbod winter en zomer op vlak van productiecapaciteit in evenwicht brengt.
Tevens moet men de nadruk leggen op een evenwichtige decentrale productie die
enerzijds weeronafhankelijk is en
anderzijds zoveel mogelijk verbruikt wat er geproduceerd wordt.
Dit evenwicht van productie en verbruik moet zowel tijdens de winter als tijdens de zomermaanden in
evenwicht zijn.
Nadruk op lokale netweken – “local grid” Grootschalige en dure transportnetwerken zijn te vermijden.
Daarom moet men de nadruk leggen op lokale netwerken die intern een evenwicht hebben in productie
en verbruik per seizoen.
De burger dient gestimuleerd te worden om zijn eigen intern netwerk in evenwicht te brengen
door zijn eigen piekverbruik af te knotten.
Meer autonomie aan de basis is een garantie voor een stabiel elektrisch net.
Hoe meer men het probleem aan de basis oplost,
hoe minder risico‟s voor het netwerk,
hoe kleiner de maatschappelijke kosten en
hoe minder zorgen men zich hoeft te maken over een smart grid..
19
HST 6… WINDENERGIE VOOR HET AUTONOME HUIS
OFF GRID OF NIET?
Off grid werken met windmolens is niet interessant: als de batterijen volgelopen zijn, en er is nog extra
wind , dan gaat die (gratis) energie verloren. Aankoppeling aan een local grid is,
economisch en ecologisch altijd wenselijk.
VERGEET KLEINE WINDMOLENS VOOR DE AUTONOME
WONING.
tenzij..
je in een zone woont met meer dan een gemiddelde windsnelheid van
5 m/sec
je een betrouwbaar systeem toepast
je een vergunning kan krijgen om dit in te planten.
Een hybride systeem van horizontale rotor op de nok van het dak
gecombineerd met zonnecellen is ook een mogelijkheid.
Voor een woonwijk zijn er mogelijkheden voor zowel verticale
als horizontale rotors.
HOOFDSTUK 7… KLEINE WATERKRACHT
Kleine waterkracht is nog onderbenut.
Hier is vooral een taak weggelegd voor de plaatselijke besturen, tezamen met de betrokken burgers.
Allereerst zijn er tal van bestaande watermolensites die nieuw leven kunnen ingeblazen worden.
Daarnaast zijn er talrijk nieuwe mogelijkheden te onderzoeken in de bestaande waterlopen.
Foto hiernaast: de watermolen te Rotselaar,
goed voor ongeveer 500.000 kWh per jaar.
Dat is het gemiddelde verbruik van ongeveer
140 doorsnee huishoudens.
Technisch gezien kan men heel wat meer dan
vroeger en het komt er op aan om die nieuwe
technische mogelijkheden toe te passen zodat
het in ons landschap past en er zelfs een
verrijking voor vormt.
20
HST 8…AUTONOMIE MET WARMTEKRACHTKOPPELING
HET SYSTEEM
Warmte Kracht Koppeling (WKK)is een techniek waarbij
de hoogwaardige warmte (1200°C) die vrijkomt bij het
verbranden van de brandstof (in een motor) een alternator
aandrijft voor elektriciteitsproductie.
Hierna wordt restwarmte van het koelwater van de motor en de
rookgassen gebruikt voor de verwarming.
WELKE BRANDSTOF?
Pellets :0,04 €/kWh
Positief:
ze zijn het meest prijsgunstig,
ze hebben de kleinste milieu-impact van alle biobrandstoffen.
Nadelen pellets:
de nodige stockageruimte: voor 8 kW: 6 m³ per woning/jaar = ruimte van 2 op 2 m,
er is nog niet veel praktijkervaring met pellet-WKK‟s
Biogas: 0,081 €/kWh
Biogas is nu nog niet op de markt te bekomen
PPO : 0,12 €/kWh
Positief: PPO –WKK‟s zijn reeds goed ingeburgerd en de techniek staat op punt.
Nadelen:
de kostprijs is duurder dan aardgas en stookolie,
stockageruimte: voor 8 kW: 3 m² per woning/jaar,
de olie moet opgewarmd worden.
Biodiesel: 0,12 €/kWh
Voordeel: de olie moet niet opgewarmd worden, men kan een gangbare diezelmotor toepassen
WELKE SOORT WKK IS GESCHIKT VOOR EEN AUTONOOM HUIS?
1.. De verbrandingsmotor: gas, PPO of biodiesel.
Nadelen: heel wat ruimte nodig, geluidsisolatie, regelmatig onderhoud, (te) hoge kostprijs voor
één woning. Voordelen: relatieve hoge elektriciteitsproductie mogelijk, waardoor ideaal geschikt voor groepen van
woningen.
2.. De stirlingmotor: pellets, gas of olie
Minder geluidsproductie, minder onderhoud nodig, goedkoper dan verbrandingsmotor.
Nadeel: relatief kleine elektriciteitsproductie, vermogen: 1 kW el./ 8 kWh thermisch
Er bestaan vier types uitgewerkt volgens „Whispergen‟, „Microgen‟, „Infinia‟ en „Inspirit‟.
3.. De stoomexpansiemotor: pellets, gas of olie, vermogen 2 kW el./ 16 kWh thermisch
Qua techniek gelijkwaardig aan de stirlingmotor, maar met iets lagere stroomproductie. Minder
onderhoud nodig dan met de stirlingtechnologie.
4.. De brandstofcel:
Voordelen: hoge elektrische rendementen en zeer weinig geluidsproductie.
Nadelen: nog zeer duur en nog niet operatoneel, waarschijnlijk binnen 5 jaar…?
21
Vaststelling: sommige toestellen zijn niet geschikt voor lage energie-woningen en passiefhuizen.
Er komen nu heel wat HR-gaswandketels en pelletketels op de markt die ook stroom produceren, maar
hun stroomproductie is heel klein; slechts 1 kW. Bij toestellen met een hoog thermisch vermogen van
bijv. 25 kW, zijn er te weinig draaiuren en dus ook te weinig stroomproductie bij goed geïsoleerde
woningen. Bijvoorbeeld: 8.000 kWh / 25 kW = 320 draai-uren x 1 kW = 320 kWh.
Tijdens de winter is per dag min.10 kWh elektrisch nodig, 30 m² PV-cellen leveren max. 4 kWh/dag,
voor de resterende 6 kWh hebben we (met een vermogen van 1 kW) 6 draaiuren per dag nodig.
Met een thermisch vermogen van 6 à 8 kW is dat mogelijk.
Bedenking
Op het ogenblik is de verhouding elektrische stroom en thermische energie nog niet optimaal.
(Het is een typisch probleem van de stirlingmotoren en stoommachines)
Voor lage energie-woningen en voor passiefhuizen zal men pellet-systemen moeten ontwikkelen met
een lagere warmteafgifte en hogere stroomproductie..
Bij motoren op aardgas of olie is dat probleem opgelost, hier is de verhouding ½.
De technische evolutie is echter gunstig en de gepaste pellet- WKK is in ontwikkeling…
COMBINATIES
Een WKK kan men combineren met andere
technieken als zonnecollectoren, windmolens
e.d.
zie schema: de WKK werkt alleen in de
winterperiode, tijdens de zomermaanden kan
men voldoende elektriciteit en warmte uit de
zon halen. Tijdens de 6 zonrijke maanden
wordt de WKK dus uitgeschakeld. Het komt
er op aan om de warmte-energie te stockeren
om zodoende de zonloze dagen te kunnen
overbruggen.
22
DE OPSLAG VAN WARMTE
Een WKK werkt perfect samen met een zonneboiler en alles kan in één buffervat (combiboiler)
gecombineerd worden.
Op het buffervat kan je alle energiebronnen aankoppelen op 60°C: WKK + houtkachel + zonnepanelen
+ ….
Het buffervat is de centrale thermische energieleverancier voor verwarming en sanitair warm water.
De combi bufferboiler: een grote thermosfles.
Het is best om alles in één boiler te
combineren en dus ook het buffervat van de
WKK in één boiler te verenigen, dit noemen
we een combiboiler. Vanuit deze combi-
boiler vertrekt de voeding voor de centrale
verwarming en de warmwatertoevoer. De
doorstroom warmtewisselaar voor SWW
voorkomt de legionellabacterie.
Combi boiler: 1.200 à 1.500 liter per woning.
Foto hiernaast : combiboiler type “Pro
Claen”
Deze gelaagde bufferboiler is volledig gevuld
met CV-water, dit is het water van de
radiatoren of van de vloerverwarming.
Aandachtspunt: neem steeds een “gelaagde” boiler .
(ook genoemd: “stratificatieboiler” ofwel “buffer met gelaagde opslag”)
In een gelaagde buffer heb je stabiele temperatuurlagen: koud onderaan en warm bovenaan.
Met een gelaagde boiler heb je een dubbele buffercapaciteit en verdubbel je dus de capaciteit van het
systeem.
Dankzij deze techniek is het mogelijk om tijdens het voorjaar en het najaar de zonloze dagen te
overbruggen.
Conclusie
Voor een autonoom huis met WKK + zonneboiler is een buffer nodig van 1.200 à 1.500 liter. Dit vergt
heel wat ruimte, want men moet rekening houden met een isolatiemantel van minstens 10 à 15 cm dikte
Aandachtspunt voor de architect: de technische ruimte
Het komt eropaan van in elke woning een technische ruimte te voorzien die voldoende polyvalent is om
de snel wijzigende technieken te kunnen opvangen. Voor een bufferboiler en de elektriciteitsproductie
met een micro-WKK + batterijen moet zeker de nodige ruimte voorzien worden. Minimum 12 m².
23
RENDEMENT VAN EEN WKK VOOR EEN LAGE-ENERGI-WONING
HOE HET RENDEMENT BEREKENEN?
Er bestaan zeer complexe rekenmethodes om het rendement van een WKK uit te rekenen. Voor grote
installaties wordt steeds een studiebureau aangesproken.
Voor een micro-WKK is dat echter niet nodig.
De leverancier zal snel geneigd zijn om het systeem rendabel te verklaren omdat men wil verkopen…
Daarom is het nodig dat men met een aantal eenvoudige regels een en ander kan controleren.
Een paar tips en vuistregel:
1.. De terugbetaaltermijn: 15 jaar
De machines moet je terugbetaald krijgen over een periode van 15 jaar omdat deze zeker vervangen
moeten worden na deze periode
(De vaste installaties zoals buizen en opslagtanks kunnen 30 jaar meegaan.)
2.. De expoitatiekosten over een periode van 15 jaar
De belangrijkste exploitatiekost is het energieverbruik.
Het aantal draaiuren/jaar is eenvoudig te berekenen als men het vermogen en het verbruik kent: het
aantal kWh per jaar delen door het vermogen in kW
Het energieverbruik van het toestel per uur is gekend.
De onderhoudskosten zijn moeilijker te begroten. Indien men het zelf doet zijn er alleen de
wisselstukken zoals bvb. de jaarlijkse vervanging van de olie, de oliefilters en luchtfilters.
3.. De rentabiliteit
De WKK-kosten vergelijken met de kostprijs een gangbare netaansluiting van aardgas en
elektriciteitsnet over een periode van 15 jaar.
Uit de berekeningen blijkt dat de investeringskost van een gangbare WKK op plantenolie voor één
unifamiliale LEW-woning niet terug te betalen is over een periode van 15 jaar
Een CO2 – neutrale WKK is WEL RENDABEL indien
1.. men de investeringskost zou betoelagen met 50 %
2.. mits een toelage voor de brandstof
(Dit is het verschil dat PPO meer kost dan stookolie over een periode van 15 jaar.)
0,376 €/liter extra t.o.v. stookolie x 1.319 liter/jaar x 15 jaar = 7439,16 euro
Waarom is een WKK zo duur?
Een WKK op pure plantenolie is niet meer dan een dieselmotor met twee warmtewisselaars om de
warmte te recupereren. Een generator met invertor is ook een zeer bekende technologie.
Deze techniek staat technologisch op punt en is eenvoudiger dan die van een personenwagen. Toch is
de prijs dubbel zo hoog als die van een auto! De oorzaak is natuurlijk de beperkte productie.
Als de overheid deze systemen zou betoelagen zodat ze rendabel zijn, dan zal de productie toenemen
en de prijs dalen. Naarmate de prijs daalt kan de subsidie verminderd worden tot het moment dat dit
niet meer nodig is. Op deze wijze kan de overheid ervoor zorgen dat de duurzame en decentrale
productie van elektriciteit van de grond komt, zonder neveneffecten op het net.
24
RENDEMENT VAN EEN WKK VOOR 5 LAGE-ENERGIE-WONINGEN
Met de huidige subsidies van de overheid is de investering in zonnepanelen + zonneboilers + WKK +
PV cellen +opslag met batterijen + onderhoud zeer rendabel over een periode van15 jaar . Men maakt
zelfs winst: ongeveer 50.000 euro over een periode van15 jaar.
De subsidies van de overheid
Groene stroomcertificaten, WKK-certificaten en premies kan je opvragen bij de leverancier.
De investeringen:
WKK + olietank 5.000 liter, combibufferboiler, ringleidingen, elektrische kabels, de zonneboilers en
zonnepanelen, de PV-cellen, de batterijen (25.000 euro) en de installatiekosten
Men dient rekening te houden met de nutsleidingen van elektriciteit en warmwaterleidingen voor de
buurtverwarming. Voor open bebouwing is dit duurder dan bij gesloten bebouwing.
Raming: minimum 2.500 euro extra per woning voor open bebouwing.
25
BELEIDASPECTEN…
DE STRUIKELSTENEN VOOR MEER AUTONOMIE
.. DE KOSTPRIJS BIJSTUREN
De investeringskost is tijdelijk nog te hoog
De autonome systemen voor de unifamiliale woning zijn nog veel te duur omdat de productie ervan
nog niet voldoende is.
Zo kost een micro WKK (met PPO) meer dan het dubbele van een gezinswagen. Dat is niet normaal
omdat een auto veel complexer is qua techniek.
Remedie: tijdelijk 50 % overheidssubsidies.
Naarmate de marktprijs daalt , kan deze tijdelijke subsidie verminderd worden tot men het
investeringsniveau bereikt waarbij een klassieke netaansluiting even duur is als een autonoom
systeem. (rentabiliteit te berekenen over een afschrijvingsperiode van15 jaar).
Men kan een “tijdelijk impulsfonds” in het leven roepen zodat deze bestaande innoverende technieken
versneld rendabel worden.
(Met “tijdelijk “wordt max. 5 jaar bedoeld)
Voorwaarden voor deze investeringssteun
Electriciteitsopwekking i f v warmtevraag op voorwaarde dat:
de warmtevraag aangepast is aan de elektriciteitsvraag via doorgedreven isolatie, ook bij
bestaande woningen (lage-energie-woning met K waarde: 25 à 30 )
de injectie van de extra elektriciteit in het net mogelijk moet zijn.
geen WKK inschakelen in de zomer: alle warmte moet immers ter plaatse benut worden. (dus geen
koelsystemen)
De exploitatiekost voor duurzame energie is te hoog in vergelijking met fossiele brandstoffen
Remedie: ondersteuning duurzame CO2-neutrale energiedragers (pellets, PPO)
bvb voor PPO : tijdelijke (5 jaar) toelage van 0,4 euro/liter zodat de prijs van groene brandstof gelijk
is aan de fossiele brandstof.
Voorwaarde voor deze exploitatiesteun: de olie moet met biologische teeltmethoden geproduceerd
worden.
PV-cellen zijn nu overgewaardeerd en zijn slechts relevant als ze een onderdeel zijn van een
weersonafhankelijk bufferend systeem.
PV-cellen goed betoelagen is dus alleen verantwoord indien het in combinatie is met een
zelfbedruipend systeem dat weersonafhankelijk is en dus geen extra belasting vergt van het
elektriciteitsnet tijdens de winter.
.. BURGERINITIATIEF ONDERSTEUNEN
De maximale productie van 10.000 kWh per woning/jaar zou niet mogen toegepast worden op
een gemeenschappelijke WKK… bijvoorbeeld : voor 5 woningen zou dat 50.000 kWh moeten
zijn.
Het zou wettelijk toegestaan moeten worden om elektriciteit door te verkopen aan de buur.
.. DE “EILANDFUNCTIE” NIET UITSLUITEN VOOR DE BETOELAGING…
De eilandfunctie wordt nu niet ondersteund!
De eilandfunctie zou fors ondersteund moeten worden omdat op deze wijze de pieken worden
afgevlakt via interne opslag.
Een aansluiting aan het net is aan te bevelen als noodvoorziening.
De injectie in het net bij overproductie is een mogelijke optie.
26
HST 9… VAN LAGE ENERGIE NAAR PASSIEF-, NULENERGIE-,
ACTIEF- en… AUTONOOM HUIS
Een nulenergiewoning zou men anders moeten
definiëren: het energie-evenwicht moet niet per jaar
maar per seizoen gerealiseerd worden.
Anders zal je een groot overschot creëren tijdens de
zomermaanden (vanwege de PV-cellen) en een groot
tekort tijdens de winter (vanwege de
warmtepompen)
De nadruk zou moeten liggen op de bestaande woningen.
Een nulenergiewoning kan best met een lag-energie-woning gerealiseerd worden, vooral in geval van
bestaande woningen.
De bestaande woningen kunnen omgebouwd worden tot lage energiewoningen en dus tot actieve
autonome huizen.
Ingeval van nieuwbouw is een passiefhuisconcept aangewezen.
Een autonoom huis kan best meer energie produceren dan men nodig heeft.
Op deze wijze bekomt men een actief huis dat een bijdrage kan leveren voor het ganse netwerk.
Nieuwe woningen zouden in principe allemaal nulenergie moeten zijn omdat ze anders een
bijkomende energieverbruiker zijn, terwijl we 40 % moeten besparen.
27
HET “ACTIEF - AUTONOOM- HUIS CONCEPT” GEEFT DE OPLOSSING
1..VOOR ALLE BESTAANDE GEBOUWEN
die men kan ombouwen tot lage energiegebouwen,
die MEER produceren dan voor het huis nodig is.
Het maakt een woning autonoom,
netonafhankelijk en weersonafhankelijk
als het gewenst is
dankzij een WKK in combinatie met plaatselijke energie-
stockage en een local grid .
In een local grid kan men zijn extra energie kwijt.
De energievraag van L.E.W. van 170 m²
Electrisch: 3.500 kWh/jaar, thermisch: 9.500 kWh/jaar
Aanbod in zomer: PV-cellen en zonneboiler.
Elektrisch: 26 m² PV-cellen tijdens 6 zomermaanden:
2.000 kWh
Opbrengst in de 6 zomermaanden: 0,44 kWh/m²/dag x 182,5
= 80,3 kWh/m²
Nodig oppervlakte: 2.000 kWh / 80,3 = 26 m² nodig
Thermisch: 8 à 10 m² zonnepanelen tijdens 6 zomermaanden: 1.500 à 1.800 kWh th.
Aanbod in winter: WKK
Thermisch: 8.000 kWh en elektrisch: 4.000 kWh
De WKK geeft op 6 maanden tijd zo veel elektriciteit als men voor een gans jaar nodig heeft.
2.500 kWh kunnen in het net geinjecteerd worden, voornamelijk tijdens de winterperiode.
Dat is de periode dat er het meest vraag is naar stroom,
een WKK werkt dus stabiliserend op het net!!!
2.. VOOR NIEUWBOUW: PASSIEFHUISCONCEPT
Met een passiefhuissysteem daalt de energiebehoefte en
men kan zich de vraag stellen of een WKK wel rendabel
is met degelijke kleine energieproductie.
Met woninggroepen (3 à 5 woningen) is het uiteraard wel
rendabel. (zie verder)
Men is ondertussen technieken aan het ontwikkelen die
beter geschikt zijn voor passiefhuizen.
De brandstofcel geeft nieuwe perspectieven
Deze werkt op basis van omgekeerde elektrolyse:
2/3 elektriciteit, woning: 4.421 kWh/jaar. (=3.500 + 921
kWh voor warmtepomp)
1/3 deel warmte: 2.210 kWh/jaar.
28
Vaststelling: voor een passiefhuis-concept kan dit systeem interessant zijn omdat de output-
verhouding omgekeerd is dan deze van een klassieke WKK: een WKK levert dubbel zo veel warmte
als elektriciteit en een brandstofcel levert dubbel zo veel elektriciteit als warmte. Deze brandstofcel
biedt niet genoeg warmte, hier kan een luchtwarmtepomp voor de nodige extra warmte zorgen. Gezien
we geen waterstof kunnen produceren uit de zon in de winter zal men een beroep moeten doen op
metanol uit biomassa.
HST 10… MATERIAALKEUZE , TECHNIEKEN EN CONCEPT
VAN HET AUTONOME HUIS
MATERIAALKEUZE EN CONCEPT: BIOKLIMATISCHE ARCHITECTUUR
PASSIEVE ZONNE-ENERGIE:
BIOKLIMATISCH BOUWCONCEPT
Het bioklimatisch bouwconcept is van belang om maximaal zonne-energie op te vangen via de
glasramen en te voorkomen dat de woning oververhit tijdens de warme zomerdagen.
Dit kan via een intelligent bioklimatisch ontwerp.
Op deze wijze kan je het stookseizoen inkorten tot 5 maanden: van november tot maart. Tevens kan
je zonloze dagen overbruggen door de warmte in huis op te slaan dank zij de opslagcapaciteit van de
muren en de vloeren.
Vooral de vloeren komen hiervoor in aanmerking, bij houtskeletbouw is dit een aandachtspunt. Het
komt eropaan om de vloerisolatie 30 à 50 cm dieper te leggen om zodoende een grote warmtebuffer te
hebben in de vloer.
DE TECHNIEKEN VOOR HET AUTONOME HUIS
Voorkeur:
weersonafhankelijke en CO2 – neutrale productie na elektriciteit en verwarming
WKK met plantenolie of pellets
als aanvulling van de PV-cellen in de winter.
29
De combiboiler : het centrale systeem
De combiboiler stuurt het ganse systeem en buffert de zonloze dagen. Tevens zal de combiboiler het
rendement van de WKK verbeteren dank zij de langere draaitijden en minder op en af staan. Nodig:
1200 à 1500 liters.
Gescheiden productie van warmte en stroom
Pelletkachels en massieve kachels met warmterecuperatie
PV-cellen met extra oppervlakten voor automie tijdens de winterperiode.
Weersafhankelijke productie van stroom+ opslagsysteem
PV-cellen
Waterkracht
Windturbines
Luchtverversing en ventilatie
Voorkeur: zelfzuiverend systeem met planten
Balansventilatie met fijnstoffilter
Verwarmingssysteem
Open architectuur met één centraal verwarmingselement op
lage temperatuur
Combboiler met maximalisering van de zonne-energie
WP OF WKK?
Wegens gebrek aan voldoende groene
stroom in de winter is een warmtepomp
niet aan te raden.
De micro-WKK komt te gemoet aan de
actuele nood om productie van stroom
in de winter op te drijven. Indien men
het juiste systeem kiest kan men
volledig “off grid” gaan voor de
stroomproductie.
GROEPS WKK
Voor een beter rendement, vooral bij
passiefhuizen.
Een gemeenschappelijke WWK heeft
het grote voordeel dat de
investeringskosten kunnen gedeeld
worden. Tevens is de verhouding van
thermische en elektrische opbrengst
beter bij zwaardere toestellen: de
warmteafgifte is minder in verhouding
tot de elektrische energieopwekking.
30
HST 11.. AUTONOMIE MET MINDER TRANSPORT
WAT KUNNEN WE ZELF DOEN EN WAT NIET ?
Voor de burger
Korter bij het werk gaan wonen
Carpooling
Fiets en bakfiets gebruiken voor korte afstanden
Voor het gemeentebestuur
Voorrang voor veilige voet- en fietspaden en veilige schoolroutes
Meer zorg voor beveiligde halten van openbaar vervoer en beschutte
stelplaatsen voor fietsen en elektrische fietsen
Voor de NMBS en de openbaar vervoersmaatschappijen
Meer aandacht voor het voortransport
Kleine transitparkings aanleggen aan alle haltes met mogelijkheid voor
het opladen van de kleine elektrische wagens
Kleine elektrische voertuigen ter beschikking stellen voor het natransport
Mogelijkheden om de fiets mee te brengen.
De prijzen voor het voorstadsverkeer duurder en in de binnenstad gratis.
Voor het stadsbestuur
Langparkeerplaatsen sterk reduceren en zelfs verbieden op het openbaar domein.
Kortparkeren en bewonersparkeren bovengronds meer ruimte geven.
Meer groen in de stad.
Meer veiligheid dankzij zone 30 en de aanleg van woonerven.
Voor de bestuurders van het land
Files worden niet veroorzaakt door de bewoners maar wel door het
verkeersbeleid en de ruimtelijke ordening.
Een paar voorbeelden tonen dit duidelijk aan
Het Deurgangdok te Antwerpen: extra 20.000 containers per dag en de
ring rond Antwerpen zit nu al vol vrachtwagens.
Het Uplace project aan de ring te Brussel: extra 25.000 auto‟ per dag
op de ring rond Brussel, die nu al de oververzadigd is.
Het goede voorbeeld zien we te “Freiburg”: 70 % van de
verplaatsingen gebeuren er met het openbaar vervoer en in de wijk
“Vauban” beschikt slechts een op de tien gezinnen nog over een auto
omdat alles zo goed bereikbaar is te voet, per fiets en per openbaar vervoer.
31
HST 12 … AUTONOMIE MET VOEDING: ECO-HOUSING EN
DE PLAATSELIJKE VOEDSELPRODUCTIE
De voetafdruk van voedselproductie
In de “material footprint” rekent men, naast de voeding, ook de brandstof, de kunstmest e.d. mee en
dan bekomt men nog veel grotere impact.
Uit bijgaande grafiek valt op:
Boter en kaas scoren ook heel slecht
Serregroenten zijn ook niet zo aan te bevelen.
We zien in deze grafiek heel duidelijk dat “wat gezond is voor de mens is ook gezond voor de aarde”.
Bron: http://www.eea.europa.eu/data-and-maps/figures/carbon-material-and-water-footprint
DE OPBRENGST - EIWITTEN PER HA
Eerst enkele cijfers over eiwitten:
Bron: protein advisory Group van Unicef.
Het verschil tussen soja en rundsvlees valt op:
De opbrengst van eiwitten per ha van vlees is slechts
1/17,8 in vergelijking met de opbrengst van
sojabonen.
Het eiwitgehalte van soja is ongeveer 50 %
Het eiwitgehalte van rundvlees is echter zeer laag, ongeveer 20 % droge stof
Eiwit-opbrengst in
kg/ha
sojabonen 65,5
rijst 48,8
mais 38,85
tarwe 25,41
melk 15,10
eieren 14,36
vlees 8,29
32
Hoe de voetafdruk van onze voeding beperken tot 0,13 ha/persoon?
Vegetarisch diet: 0.2 hectares per persoon - vleesloos maar met zuivel
Veganistisch dieet: 0,08 à 0,1 ha/persoon – zonder zuivel en vlees
0,13 ha/persoon zit tussen het veganistisch en het vegetarisch dieet, met plaatselijke productie , zo
goed als geen verpakking en biologisch geteeld.
Het onderzoek “Hoeveel ruimte hebben we nodig voor de voedselproductie?” heeft ons geleerd dat we
op een belangrijk keerpunt zijn aangekomen. De aarde is vele malen te klein voor het huidige westerse
dieet met een overconsumptie aan dierlijk voedsel.
Als we bvb. het dieet bekijken van Japan van voor de Eerste Wereldoorlog, dan was dat een dieet van
90 % plantaardig voedsel en slechts 10 % was vis.
Toen waren beschavingsziekten zoals hart- en vaatziekten, kanker en suikerziekte zo goed als niet
bestaande.
Na de Tweede Wereldoorlog is men witte gepolijste rijst beginnen te eten en toen kreeg men “beri
beri” (tekort aan vtamine B1 dat in de pel van de rijst zit) Witte rijst was toen een symbool van
rijkdom, bruine rijst van armoede. In plaats van (terug) volle rijst te eten is men overgeschakeld op
massale vis consumptie (bijna het tienvoudige.) Nu eten Japanners de wereldzeeën leeg met 70 kg vis
/jaar : 200 gr. vis/dag/persoon.
Heel wat oude agrarische culturen hadden een dieet van 40% volle granen, 10 % dierlijk voedsel en 50
% divers voedsel van natuurlijke plantaardige oorsprong als basis van een evenwichtig en gezond
voedingspatroon.
Wat dat “dierlijk voedsel” juist moet zijn is zeer cultuurgebonden.
De kweek van karpers in Midden Europa was destijds zeer gebruikelijk . Varkensvlees, schapenvlees,
vis, zuivel, …het was allemaal zeer regionaal gebonden.
De ”Slow Food Movement” sluit hierbij aan: voedsel als onderdeel van het plaatselijk ecosysteem.
We kunnen concluderen:
“Wat gezond is voor de mens is ook gezond voor de aarde”.
“Ecologische voeding” zal ook onze economie ten goede komen want de gezondheidszorg wordt
onbetaalbaar , juist vanwege die beschavingsziekten, waarvan reeds lang bewezen is dat ze vooral
voortkomen uit foutieve eet-leefgewoonten.
Voor de eco-housingprojecten betekent dit concreet dat men zich voorafgaand grondig zou moeten
bezinnen over de voeding voordat men eraan begint. Uit ervaring weten we dat verschillende
opvattingen over de voedingswijze tot heel wat interne discussies kunnen leiden. De meeste eco-
housingprojecten hebben doorgaans veel aandacht voor dit aspect.
Voor cohousing projecten is dit zelfs nog meer van belang gezien ze een gemeenschappelijke keuken
hebben.
33
HST ..13 VIA CO-HOUSING NAAR ECO-HOUSING –
ECODORP – ECO-STEDEN
ALGEMEEN
Eco-housing zet het autonome huis in een breder perspectief: de transitie naar een ecologische
samenleving met meer stabiliteit en zekerheid.
We kunnen zelf de onzekerheid wegnemen en onze toekomst in eigen handen te nemen.
De les uit eco-housing is dat we samen
meer kunnen dan alleen, als we iets
willen veranderen zullen we dat tezamen
moeten doen.
We zien nu reeds dat eco-housing
projecten en ecodorpen een zeer sterke
uitstraling hebben naar de onmiddellijke
omgeving en op deze wijze een invloed
hebben op de samenleving.
Zoals tijdens de middeleeuwen de
kloosters een oase waren waarrond een
nieuwe cultuur kon groeien , zo zijn de
ecodorpen en de ecologische
woongemeenschappen gelijkaardige
bouwstenen voor een samenleving die zal
standhouden terwijl de rest gedoemd is te
verdwijnen, samen met de aardolie..
De Titanic is aan het zinken (Jeremi Rifkin: “Our economy is on intensive care”)
en we hebben allemaal de keuze:
willen we onze energie stoppen om in het dichten van het lek, (dat is wat de politici voortdurend
proberen te doen..) of bouwen we onze eigen autonome reddingssloep ?
Dat is de vraag die we ons moeten stellen.
ZIJN ECODORPEN HET JUISTE ANTWOORD?
De gezinsverdunning
Vroeger waren er gemiddeld 6 à 7 bewoners per huis en nu nog 2,4. Deze gezinsverdunning heeft na
de Tweede Wereldoorlog in Europa geleid tot een enorme bouwwoede, niettegenstaande de
bevolkingsaantal zeer stabiel is.
De tegenstanders van ecodorpen hebben gedeeltelijk gelijk:
nu nog ecodorpen en eco-housingprojecten erbij bouwen betekent nog meer ruimteverspilling.
Tenzij..
we het doen op een wijze die een voorbeeld zijn voor de verbouwing van het bestaande bebouwde
patrimonium.
De eco-dorpen die reeds gebouwd zijn tonen ons hoe het moet :
Bouwen volgens het harmoniemodel mens-natuur:
Zero impact
Verbetering van het bestaande milieu: toename van de biodiversiteit dank zij het bouwproject.
34
Zeer compact bouwen: kleine woningen zijn mogelijk als we gemeenschappelijke ruimten creëren,
zoals bij co-housing.
Autonoom: eigen energie, eigen voedsel, eigen tewerkstelling
Het komt eropaan van de inplanting juist te kiezen zodat ze past in het bestaande woonweefsel.
HOE EEN ECO-VILLAGE REALISEREN IN MIDDEN-EUROPA?
ECO-HOUSING IS GEEN EILAND: WONEN WAAR MEN WERKT
Waar gaan we wonen?
Welke inplanting kiezen voor het eco-housing-project?
Als je een woongemeenschap wil bouwen is het van belang om er naar te streven dat alle bewoners zo
kort mogelijk in de buurt een job hebben. Men kan immers niet met zijn allen in de natuur gaan
wonen, ver van alle voorzieningen en uitsluitend van de landbouw leven.
Dit zou een vlucht naar het verleden zijn, terwijl we juist de toekomst willen uitbouwen zonder de
unieke technische mogelijkheden van vandaag te verliezen.
Eco-housing-projecten zijn eerder hefbomen die aanzetten tot positieve verandering van de omgeving
via de voorbeeldwerking.
HET CO-HOUSING-ASPECT: SAMEN BOUWEN EN WONEN
1. De aankoop van de grond is gemeenschappelijk, de medewerking van de plaatselijke besturen is
hierbij onontbeerlijk. Inderdaad, de potentiële bouwgronden zijn vooral in het bezit van de sociale
bouwmaatschappijen en projectontwikkelaars.
2. Organisatie van de groep en het zoeken naar het gemeenschappelijk concept : hoe wensen we
samen te wonen en wat doen we gemeenschappelijk?
3. De realisatie kan op twee manieren: ofwel met een vastgoedvereniging (= complexe organisatie)
ofwel met een projectontwikkelaar die eerst investeert en daarna de units verkoopt. (=duurder)
HET ECO-HOUSING-ASPECT: ECOLOGISCH BOUWEN EN WONEN
Welke bouwsysteem en materialen gebruiken?
Energie
Het afwegen van de verschillende technieken en systemen om zelf de energie te produceren.
Het ontwerp en de architectuur afstemmen op de energie-opties.
Voeding
Is er in de buurt waar men wil bouwen de mogelijkheid om met een landbouwer samen te werken?
ZELFVOORZIENING met een eigen energievoorziening en een sterke band met de plaatselijke
landbouw zijn de twee belangrijke doelstellingen waarop men moet focussen
bij de opstart en de planning van een eco-housing-project.
35
„HET AUTONOME HUIS‟: EEN BEWEGING VOOR MEER ZEKERHEID, DANK ZIJ
MEER ZELFSTANDIGHEID.
„Het Autonome Huis‟ past in de wereldwijde beweging die een alternatief wil bieden aan de
mistoestanden die voortkomen, uit een ongebreidelde mondialisering.
De transitiebeweging (transitionnetwork),
Citaat van Rob Hopkins: ”Het vermogen van de gemeenschappen om zichzelf te onderhouden is
aangetast vanwege de afhankelijkheid van olie.” http://www.transitionnetwork.org/
De „Slow Food Movement”
Regionaal kwaliteitsvoedsel moet voorrang krijgen.
Carlo Petrini is de geestelijke vader van een internationale beweging die „slow food‟ nastreeft: lokale,
traditionele, ambachtelijke gerechten. http://www.slowfood.com/
Global Ecovillage Network (GEN)
GEN biedt inspirerende voorbeelden van hoe mensen en gemeenschappen gezond en gelukkig kunnen
wonen in coöperatieve leefgemeenschappen, met duurzame leefgewoonten en maximale
zelfvoorziening. Ze tonen ons de weg naar een meer duurzame toekomst op aarde met een cultuur van
wederzijds respect en samenhorigheid. http://gen.ecovillage.org/
DE AUTEUR: HUGO VANDERSTADT IS GEBOREN IN 1949.
Hugo Vanderstadt is geboren in 1949.Hij studeerde architectuur en stedenbouw in het Sint-Lucas
Instituut te Brussel. Na zijn studies werkte hij in Bureau Planning te Brugge tezamen met prof.Jan
Tanghe aan diverse stedenbouwkundige projecten en verkeersplanning voor de steden Brussel, Gent
en Brugge. Hij was assistent aan het Sint-Lucas-Instituut te Brussel onder leiding van Prof. Sepelie in
afdeling Stedenbouwkunde.
Hij schreef tezamen met Jan Tanghe en Sieg Vlaminck het boek “ Wonen of Wijken ?” en in opdracht
van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening schreef hij het boek: “Het Woonerf in een Globale
Stedenbouwkundige Visie”. Hij schreef diverse stedenbouwkundige artikels voor de Koning-
Boudewijnstichting in samenwerking met de” KVIV” in het kader van studiedagen.
Hij leidde gemeentelijke structuurplanning met brede inspraak in de Gemeente Londerzeel onder
auspiciën van de “Koning Boudewijnstichting” en werkte tezamen met een inspraakbureau aan de
structuurplanning van de gemeente Kapelle – op - den - Bos.
Naast zijn stedenbouwkundige activiteiten studeerde hij alternatieve en oosterse geneeskunde in
binnen-en buitenland, o.a. in Boston (USA) en Kiental (Zwitserland)
Hij is medeoprichter van het “Genootschap Gezond Bouwen en Wonen “ en “VIBE”
Mede-auteur van “Gezond Bouwen en Wonen” en “Een Gezonde Mens in een Gezond Huis”
Eigen publicaties:
Duurzaam en Gezond Bouwen en Wonen
Gemeentelijk Waterbeheer in het Buitengebied, een handleiding voor een trendbeuk.
Hij promoot de sociale en ecologische architectuur en stedenbouw en concretiseert dat met co-
housing en eco-housing – projecten. Recente realisatie: 22 co-housing woningen te Clabecq.
Zijn interesse gaat vooral uit naar een meer natuurlijke levenswijze met een zachtere vorm van
technologie en energiegebruik en probeert dat in de eerste plaats op zijn eigen levenswijze toe te
passen, mede ondersteund die door zijn gezin.
Zijn bezorgdheid gaat vooral naar de toekomst van onze kinderen.