Vraagzinnen maken

1. I could send them an e-mail.

Could I send them an e-mail?

Als er hulpwerkwoorden in de zin staan

(can/could/will/would/must/vormen van ‘to

be’) zet je deze vooraan in een vraagzin.

2. He went to the library last night.

Did he go to the library last night?

Als er geen hulpwerkwoord in de zin staat, dan moet

je een vorm van ‘to do’ gebruiken. Voor de verleden

tijd gebruik je ‘did + hele ww’ voor de tegenwoordige

tijd ‘do/does + hele ww’.

Exercise 1 with modals (hulpwerkwoorden)

Exercise 2 with ‘to do’