5

GOEDE MOED - Onderwijs.pro · nog vaak op dat de student en docent zich moeten aan-passen op wat er online mogelijk is. Het leerproces van de student wordt vaak toch niet centraal

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: GOEDE MOED - Onderwijs.pro · nog vaak op dat de student en docent zich moeten aan-passen op wat er online mogelijk is. Het leerproces van de student wordt vaak toch niet centraal
Page 2: GOEDE MOED - Onderwijs.pro · nog vaak op dat de student en docent zich moeten aan-passen op wat er online mogelijk is. Het leerproces van de student wordt vaak toch niet centraal

17 juni 2017 Onderwijsblad11 37

Op veel beroepsopleidingen

lijkt het een toverwoord:

blended onderwijs. Veel hbo-

instellingen bieden inmid-

dels deeltijd, maar ook vol-

tijd deze opleidingen aan waarin klassikaal

onderwijs of onderwijs in de beroepsprak-

tijk gecombineerd wordt met een online

leeromgeving. Aan docenten de taak hun

onderwijs te herzien en geschikt te maken

voor deze mix van onderwijs op school of

in de beroepspraktijk en online leren. Waar

lopen docenten tegenaan en hoe gaan zij

te werk?

Sommige scholen kiezen voor blended

onderwijs vanuit een visie. Zo kan het

online leren zorgen voor buitenschoolse interactie en ken-

nisuitwisseling tussen studenten en de docent. Soms spe-

len ook andere motieven een rol, zoals kostenbesparing

of efficiency. In beide gevallen is het aan de docent om

invulling te geven aan deze onderwijsvorm.

GOEDE MOEDVol goede moed en met een redelijk beeld van de eigen

leeromgeving, beginnen docenten vaak aan het ont-

werp van hun blended cursus. Maar de eerste horde komt

dan al in beeld: de techniek. Zonder goedwerkend plat-

form dat aansluit op de wensen van docenten en studen-

ten, kom je niet ver. Daar liep Gerard Smit tegenaan, een

docent aan de Hogeschool Utrecht.

Vanwege een zieke collega moest hij op korte termijn de

minor datavisualisatie herzien, een minor waarin studen-

ten van verschillende opleidingen in een half jaar leren

infographics te maken voor een opdrachtgever uit de

beroepspraktijk.

Smit hoopte dat een online leeromgeving studenten kon

helpen in de samenwerking buiten school. Maar dat ging

niet vanzelf: “Alleen al bepalen welk systeem je wil, ver-

eist veel denkwerk vooraf. Wat voor soort opdrachten ga

je aanbieden, hoe maak je gebruik van alle mogelijkheden

zoals fora en interactieve werkvormen? Bovendien moet

het systeem flexibel genoeg zijn om tijdens de cursus nog

aanpassingen te kunnen maken.”

De online leeromgeving die de hogeschool zelf aanbood

voldeed niet aan Smits wensen omdat hij de navigatie en

opbouw ervan te ingewikkeld vond. “Ik kon het niet snel

doorgronden en ik had niet de tijd om me nog uitvoerig

bij te laten scholen”, zegt hij. Een ict’er binnen de school

kwam met een oplossing en raadde het open source- h

ONLINE ONDERWIJS HEEFT KLASLOKAAL HARD NODIG

Het combineren van klassikaal onderwijs met een online leer-omgeving valt docenten in de prak-tijk niet mee. Een college opne-men en op internet zetten is niet genoeg. Docenten moeten bereid zijn hun eigen werkwijze kritisch tegen het licht te houden. “Ik heb veel geleerd over lessen maken.”

Tekst Judith Popken Beeld Wim Stevenhagen

Page 3: GOEDE MOED - Onderwijs.pro · nog vaak op dat de student en docent zich moeten aan-passen op wat er online mogelijk is. Het leerproces van de student wordt vaak toch niet centraal

38 Onderwijsblad11 17 juni 2017

systeem Coursesites aan dat Smit overzich-

telijker vond en dat bovendien meer reac-

tiemogelijkheden bood. “Goede onder-

steuning van ict’ers is heel belangrijk”,

aldus Smit. “En durf eigenwijs te zijn in je

keuze.”

OMLIJND IDEESmit had vooraf al een redelijk omlijnd

idee over zijn nieuwe cursus en de rol

van de online leeromgeving daarin. Hbo-

docent Patrick van der Bogt liet zich bij

het totale herontwerp van een cursus juist

inspireren door een online leeromgeving.

“We gingen al tijdens het ontwerpen van

het onderwijs direct de online omgeving

vormgeven. Je ziet op zo’n website direct

wat je studenten uiteindelijk gaat bieden.

Doordat je de teksten, theorieën, opdrach-

ten en filmpjes plaatst in de online omge-

ving komt ook de cursus zelf tot leven.

Normaal moet je wachten tot de cursus

echt gaat draaien, door de website konden

we nu al een soort online preview krijgen.”

Het bouwen of kiezen van een online

leeromgeving is één ding. Het vullen van

het online platform met teksten, afbeel-

dingen, opdrachten en filmpjes moet dan

nog beginnen. Daarmee begint het echte werk, volgens

onderwijskundige Chhetri Ober. Ober adviseert instellin-

gen bij het herontwerp van hun onderwijsprogramma’s.

Hij is kritisch over blended onderwijs. “Noem me ouder-

wets, maar ik vind dat de focus nu te veel is doorgescho-

ten naar online leren. Iedereen zet alles maar online, maar

daarmee ben je er niet. De online leeromgeving moet de

student ondersteunen in het leerproces. Nu lijkt het er

nog vaak op dat de student en docent zich moeten aan-

passen op wat er online mogelijk is. Het leerproces van de

student wordt vaak toch niet centraal gezet.”

Ober waarschuwt dat het niet genoeg is als een docent een

college opneemt en dat op internet plaatst. “Interessant

wordt het pas als de ene leeromgeving de andere gaat aan-

vullen of ondersteunen.”

KENNISCLIPSDat ondervond Patrick van der Bogt bij het herontwerpen

van een cursus Communicatiemanagement binnen de

HU. ”Ik wil niet in de les de theorie die online staat alleen

maar herhalen. Het wordt pas interessant als je als docent

de verschillende theorieën met elkaar kunt gaan verbin-

den. Of als je in de klas mooie voorbeelden uit de beroeps-

praktijk samen met de studenten kunt gaan uitleggen aan

de hand van de theorie die online staat.”

Voor Van der Bogt betekende het dat hij online kennis-

clips plaatste waarin belangrijke theorieën uit de beroeps-

praktijk werden uitgelegd. In de klassikale lessen gebruik-

‘JE KUNT JE ONDERWIJS

WEER EENS KRITISCH ONDER DE

LOEP NEMEN’

Page 4: GOEDE MOED - Onderwijs.pro · nog vaak op dat de student en docent zich moeten aan-passen op wat er online mogelijk is. Het leerproces van de student wordt vaak toch niet centraal

17 juni 2017 Onderwijsblad11 39

ten de communicatiestudenten die theo-

rieën om reclamefilmpjes mee te analyse-

ren.

Zo’n centrale rol voor de docent is volgens

Chhetri Ober van groot belang, juist in een

blended leeromgeving. Maar dat vraagt wel

van de docent om na te denken over zijn

rol in de klas én online. “Docenten moe-

ten echt kijken wat ze willen aanbieden

in de verschillende leeromgevingen. Als

het gaat om pure kennisoverdracht, dan is

daar misschien helemaal geen docent bij

nodig, en kun je de stof makkelijk alleen

online plaatsen. Maar vaak is er meer

nodig dan het zenden van informatie. Dan

wil je ook dat studenten verbanden gaan

zien in de theorieën, of kritisch naden-

ken. Daarin heb je als docent een essenti-

ele rol.”

LEERMEESTERZeker voor het hoger beroepsonderwijs

geldt volgens Ober dat kennis en vaardig-

heden alleen niet genoeg zijn. “Om de stu-

dent echt te laten leren moet de docent

steeds de verbinding maken tussen de te

leren stof en de beroepspraktijk. Je kunt

een student een model leren maar wan-

neer kies je voor een bepaald model? En

wanneer niet? Hoe maak je de juiste ethi-

sche afwegingen? Dit soort vragen beant-

woord je niet in een online omgeving,

daarbij is juist de docent in de klas van

groot belang.”

Ingewikkelde professionele afwegingen

kun je maar lastig leren maken zonder

de hulp van een leermeester, vindt Ober.

“Dat is naar mijn mening de grote toege-

voegde waarde van de docent. De discus-

sie moet bij het ontwerp van een leerom-

geving gaan over het leren van de student

en niet over de te behandelen stof of over

welk verhaal er in de online omgeving

moet staan.”

Volgens Van der Bogt is het ontwerp van

de online leeromgeving een mooie kans

om met collega’s in gesprek te gaan: “Je

kunt je onderwijs weer eens kritisch onder

de loep nemen.”

TUTORIALSDat deed ook Smit. Hij ging door de

manier waarop informatie online wordt

aangeboden, extra kritisch kijken naar zijn

eigen lesinvulling: “Ik kwam erachter dat

de student van nu veel heeft aan tutorials,

korte clips waarin je in een paar stappen iets leert doen.

Dit soort clips bieden we ook aan in de online leeromge-

ving, bijvoorbeeld rondom het gebruik van ontwerp- en

tekenprogramma’s.”

Het succes van die tutorials zette Smit aan het denken

over zijn eigen lessen. “In plaats van een hoorcollege te

geven over de principes van storytelling probeer ik nu

meer de vertaalslag te maken naar zo’n ‘how-to-tutorial’.

De student moet aan het einde niet de principes van sto-

rytelling kennen, nee hij moet er een vaardigheid van

hebben geleerd die direct van pas komt bij het werk voor

de opdrachtgever. Dat vereist wel een hoop meer van de

docent. Ik heb zelf ook veel geleerd over lessen maken.”

Smit ontdekte de waarde van Whatsapp- en Facebookgroe-

pen, waarin hij zelf ook deelneemt. “Sommige studenten

en collega’s hadden me van te voren gewaarschuwd. Ze

zeiden dat ik niet besefte wat ik over me heen zou krij-

gen aan berichten. Ik vind het juist wel mooi om in zo’n

groep te zien hoe studenten elkaar helpen. Bovendien is

er via Facebook veel meer emotionele binding dan via een

forum in de leeromgeving van school. Ze weten elkaar op

Facebook beter te vinden.” h

‘DOOR DE WEBSITE KREGEN WEEEN ONLINE

PREVIEW VAN DE CURSUS’

Page 5: GOEDE MOED - Onderwijs.pro · nog vaak op dat de student en docent zich moeten aan-passen op wat er online mogelijk is. Het leerproces van de student wordt vaak toch niet centraal

40 Onderwijsblad11 17 juni 2017

ZELFSTANDIGHEIDBlended onderwijs vraagt veel zelfstandigheid van de

student. ‘De filmpjes zijn leuk, maar driekwart van de

stof lees ik niet’, bekende een student uit een van de

blended cursussen. Tja, je kunt als docent alle stof,

oefeningen, video’s, discussieplatforms en quizjes nog

zo mooi klaar hebben staan in een online omgeving,

dan ben je er nog niet. Hoe zorg je er als docent voor

dat de student ook buiten je leslokaal aan de slag gaat?

Het begint volgens Van der Bogt met een helder ont-

werp van de leeromgeving. “Je wil niet dat studenten

zich rot klikken en verdwalen op de site. We proberen

de pagina’s zo op te bouwen dat er zo min mogelijk

‘lagen’ zijn zodat het aantal clicks beperkt blijft. Ook

moet je er rekening mee houden dat mensen vanaf een

beeldscherm anders lezen dan vanuit een tekstboek.

Om het er overzichtelijk uit te laten zien gebruiken we

korte teksten en tussenkopjes.”

Van der Bogt is zich ervan bewust dat studenten zelfs

een goed ontworpen website niet zo maar actief zul-

len gebruiken. “Je kunt erop sturen door bijvoorbeeld

per week een voorbereidingsopdracht en leesstof aan

te bieden”, zegt hij. “In de les kun je hier dan vra-

gen over stellen: ‘Je hebt je nu voorbereid, wat kom je

halen?’ Dan vraag je van studenten dat ze

in ieder geval helder hebben wat ze nog

niet weten.”

GROEPSNORMVan der Bogt behandelt praktische zaken

rond toetsing en inleverdata niet in de

klas, als deze informatie al online staat. “Ik

vraag wel in de groep of iemand het ant-

woord weet, maar daarna verwijs ik naar de

online omgeving. Het mooie daarvan is dat

studenten op een gegeven moment elkaar

gaan corrigeren. Ze zuchten als er weer zo’n

vraag over de toets vanuit de klas komt.

Dan wordt het een groepsnorm om op de

site te kijken en dat is natuurlijk veel ster-

ker dan dat ik zeg dat ze dat moeten doen.”

Chhetri Ober is wel gecharmeerd van die

oplossing. “Belangrijk is in ieder geval

dat je consequent bent en altijd dezelfde

boodschap hebt in hoe je zaken aanbiedt.

Het kan helpen als de docent geen escape

biedt. Het staat in de online omgeving en

dat betekent dat je het niet nog eens aan-

biedt via mail of Facebook, zelfs niet als de

student erom vraagt. Dat is voor alle par-

tijen helder. Het wordt een probleem als

docenten hierin inconsequent zijn.”

Helderheid is dus belangrijk, maar Ober

waarschuwt voor kilheid. “Een online

omgeving heeft weinig menselijkheid.

Dus belangrijk is dat studenten daarnaast

ook gewoon een goede, betrokken docent

zien.” Hij raadt docenten aan om samen

met studenten de online leeromgeving te

gaan ontdekken.

“Investeer daar echt tijd in en toon begrip

als studenten dingen niet kunnen vinden.

Natuurlijk zijn er gemakszuchtige of luie

studenten, maar de meerderheid wil echt

graag verder.”

Al met al is de online leeromgeving niet

de oplossing voor alle uitdagingen in het

hoger onderwijs. Toch was het voor Smit

de moeite waard ermee aan de slag te gaan.

“Ik heb de laatste jaren van mijn onder-

wijsloopbaan zoveel nieuws bijgeleerd,

zeker ook door dit traject. En een mens,

en zeker een docent moet altijd blijven

leren.” H

judith popken is docent aan de hogeschool

utrecht. binnen het kenniscentrum cross-

mediale kwaliteitsjournalistiek doet ze prak-

tijkgericht onderzoek naar leeromgevingen

in het hbo.

‘IEDEREEN ZET ALLES

MAAR ONLINE, MAAR

DAARMEE BEN JE

ER NIET’