54
telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35 - 37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 [email protected] www.c5s.nl 20083802 Gemeente Baarle-Nassau Bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit” Datum: 18 september 2012 Projectnr. 02483.007

Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

telefoon

fax

email

internet

kvk Breda

Compositie 5 stedenbouw bv

Boschstraat 35 - 37

4811 GB Breda

076 – 5225262

076 – 5213812

[email protected]

www.c5s.nl

20083802

Gemeente Baarle-Nassau Bestemmingsplan

“Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Datum: 18 september 2012 Projectnr. 02483.007

Page 2: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied
Page 3: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

Gemeente Baarle-Nassau Bestemmingsplan

“Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Inhoud

1. Toelichting2. Bestemmingsplanregels3. Verbeelding

id.nr. : NL.IMRO.0744.BSPDeKievit-b003 d.d. : 20-03-2012gew. : 18-09-2012

Auteur: dhr. ing. T.A.B.M. de KousemaekerCollegiale toets: dhr. drs. M.C.M. Reijnaars Status: voorontwerp bestemmingsplan

Page 4: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied
Page 5: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

Toelichting

Page 6: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied
Page 7: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 1

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

INHOUD

1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding ............................................................................................................................................... 3 1.2 Doel ........................................................................................................................................................ 3 1.3 Begrenzing plangebied ............................................................................................................................ 4 1.4 Leeswijzer ................................................................................................................................................ 4

2 GEBIEDSBESCHRIJVING 5 2.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 5 2.2 Buitengebied Baarle-Nassau .................................................................................................................... 5 2.3 Huidig gebruik plangebied ...................................................................................................................... 7

3 PLANBESCHRIJVING 9 3.1 Verkavelingsopzet en bebouwing ............................................................................................................ 9 3.2 Verkeer en parkeren .............................................................................................................................. 10

4 BELEIDSKADER 11 4.1 Inleiding ................................................................................................................................................ 11 4.2 Nationaal beleid .................................................................................................................................... 11 4.3 Provinciaal beleid .................................................................................................................................. 12 4.4 Gemeentelijk beleid ............................................................................................................................... 21

5 PLANOLOGISCH RELEVANTE (MILIEU)ASPECTEN 27 5.1 Inleiding ................................................................................................................................................ 27 5.2 Bodem .................................................................................................................................................. 28 5.3 Waterhuishouding ................................................................................................................................. 29 5.4 Cultuurhistorie en archeologie ............................................................................................................... 31 5.5 Flora en fauna ....................................................................................................................................... 34 5.6 Akoestiek ............................................................................................................................................... 36 5.7 Bedrijven en milieuzonering .................................................................................................................. 36 5.8 Externe veiligheid .................................................................................................................................. 38 5.9 Kabels en leidingen ............................................................................................................................... 40 5.10 Luchtkwaliteit ........................................................................................................................................ 40

6 JURIDISCHE PLANTOELICHTING 43 6.1 Algemene opzet .................................................................................................................................... 43 6.2 Opbouw van het bestemmingsplan ....................................................................................................... 43 6.3 Bestemmingsplanregels ......................................................................................................................... 43

7 UITVOERBAARHEID 47 7.1 Inleiding ................................................................................................................................................ 47 7.2 Economische uitvoerbaarheid ................................................................................................................ 47 7.3 Handhaving........................................................................................................................................... 47 7.4 Maatschappelijke uitvoerbaarheid ......................................................................................................... 48

Bijlagen: Bijlage 1: Verkennend bodemonderzoek Bijlage 2: Watertoets Bijlage 3: Archeologisch bureauonderzoek Bijlage 4: Quickscan flora en fauna Bijlage 5: Natuurcompensatieplan Bijlage 6: Notitie ‘Bijdrage kwaliteitsverbetering van het landschap’ Bijlage 7: Landschapsplan ‘Uitbreiding Recreatiepark De Kievit’

Page 8: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

2

Gemeente Baarle-Nassau

Het Recreatiepark De Kievit in het buitengebied van Baarle-Nassau weergegeven op een topografische kaart. Bron: Topografische atlas Noord-Brabant, 2005

De ligging van het plangebied is nader aangeduid met een rode contour.

Page 9: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 3

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

Ten zuidoosten van de kern Baarle-Nassau ligt, aan de zuidzijde van de doorgaande weg Kievit, het Recreatiepark De Kievit. Het recreatiepark omvat thans 412 recreatiewoningen en 41 standplaatsen voor stacaravans. Tevens zijn 92 toeristische plaatsen voor seizoenskampeerders op het terrein aanwezig. Tenslotte zijn op het terrein diverse voorzieningen aanwezig, zoals een restaurant, sportvoorzieningen en een zwembad. Initiatiefnemer is voornemens om het aantal recreatiewoningen op het recreatiepark uit te breiden met circa 106 recreatiewoningen. Deze uitbreiding vindt enerzijds plaats door de 92 toeristische plaatsen op het park op te heffen ten behoeve van kwaliteitsverbetering van het park en het realiseren van recreatiewoningen. Anderzijds wordt het aantal recreatiewoningen vergroot door uitbreiding van het terrein aan de zuidoostelijke zijde met maximaal 65 woningen. De bouw van recreatiewoningen op het reeds bestaande terrein van Recreatiepark De Kievit, ten koste van de toeristische plaatsen, is mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied 2008” van de gemeente Baarle-Nassau. De bouw hiervan is reeds begonnen. De aanleg van de overige 65 recreatiewoningen ten zuidoosten van het bestaande terrein is niet direct mogelijk binnen dit bestemmingsplan. Op deze gronden rust de bestemming ‘Agrarisch met waarden, agrarische functie met landschapswaarden’. In het bestemmingsplan “Buitengebied 2008” is echter reeds rekening gehouden met de uitbreidingsbehoefte, deze is mogelijk gemaakt door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor de onderhavige gronden. Door een omissie in de wijzigingsbevoegdheid, welke de bouw van de 65 recreatiewoningen onder voorwaarden mogelijk gemaakt, mogen de woningen maar maximaal 5,5 meter hoog worden. Deze bouwhoogte dient, overeenkomstig de bouwhoogte die is opgenomen voor de reeds bestaande recreatiewoningen op het recreatiepark, 7 meter te bedragen. Het onderhavige initiatief is derhalve niet passend binnen (de wijzigingsbevoegdheid van) het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied 2008”. Om de ontwikkeling van 65 recreatiewoningen met een bouwhoogte van 7 meter juridisch-planologisch mogelijk te maken en de omissie in de wijzigingsbevoegdheid te repareren is een nieuw bestemmingsplan benodigd.

1.2 Doel

Voorliggend bestemmingsplan vormt het planologisch kader voor de ontwikkeling van 65 recreatiewoningen ten zuidoosten van en grenzend aan Recreatiepark De Kievit te Baarle-Nassau. Daar dit bestemmingsplan op een stedenbouwkundig plan is gebaseerd, is er sprake van een zogenoemd ontwikkelingsplan. Met het onderhavige bestemmingsplan wordt aangesloten op de voorwaarden zoals die zijn gesteld in de wijzigingsbevoegdheid van het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied 2008” alsmede de van toepassing zijnde regels behorende bij de bestemmingen ‘Natuur’ en ‘Recreatie’.

Page 10: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

4

Gemeente Baarle-Nassau

1.3 Begrenzing plangebied

Het plangebied is gelegen in het zuidoosten van de gemeente Baarle-Nassau op de grens met België. De noordoostelijke grens van het plangebied wordt gevormd door het bestaande Recreatiepark De Kievit en de oostelijke grens wordt gevormd door de doorgaande weg Kievit, welke de verbinding vormt van Baarle-Nassau naar Weelde. In het zuidoosten wordt de plangrens gevormd een zandweg, gevolgd door de landsgrens tussen Nederland en België en in het zuidwesten wordt het plangebied begrensd door een onverharde weg.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt in het kort de bestaande situatie in het plangebied beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een omschrijving van de vigerende ruimtelijke beleidskaders gegeven. Hoofdstuk 4 gaat in op de planbeschrijving, waarna in hoofdstuk 5 de milieuhygiënische aspecten aan bod komen. In hoofdstuk 6 worden de bestemmingsplanregels en de verbeelding toegelicht. Tenslotte beschrijft hoofdstuk 7 de economische uitvoerbaarheid en hoofdstuk 8 de resultaten uit de inspraak en het overleg.

Satellietfoto met in rood weergegeven de ligging van het plangebied ten opzichte van de omgeving. In oranje is de grens tussen Nederland en België weergegeven.

Page 11: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 5

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

2 GEBIEDSBESCHRIJVING

2.1 Inleiding

Het plangebied is gelegen aan de Kievit, een doorgaande weg van Baarle-Nassau naar Weelde. Deze straat bevindt zich in het oostelijke deel van het buitengebied van de gemeente Baarle-Nassau. Het plangebied is kadastraal bekend onder gemeente Baarle-Nassau, sectie R, perceelnummers 616 en 617.

2.2 Buitengebied Baarle-Nassau

Algemene ontstaansgeschiedenis landschap omgeving plangebied De bodem van Baarle-Nassau is in het begin van het Pleistoceen gevormd door rivierafzettingen van de Rijn, Maas en Schelde. Deze afzettingen bestonden uit een combinatie van klei, zand en leem. Gedurende de ijstijden zijn over deze laag dekzanden neergelegd. Op de dekzandrug zijn de eerste nederzettingen ontstaan, die de gronden rondom in cultuur hebben gebracht. Door menselijke invloeden is het landschap veranderd. Zo is het natuurlijk reliëf vergroot door eeuwenlange ophoging van de oude dorpsakkers met potstalmest.

In de vroege middeleeuwen (9e / 10e eeuw), toen de nederzettingen op het grote dekzandplateau lagen, bestond de vegetatie van het gebied nog voornamelijk uit loofbos. In de periode van de 10e tot de 12e eeuw traden er een aantal veranderingen op die tot een geheel ander landschap in de late middeleeuwen leidden. De bewoning verplaatste zich gedeeltelijk naar de beekdalranden, waardoor de beekdalen gedeeltelijk werden ontgonnen. De bosvegetatie maakte geleidelijk plaats voor een heidevegetatie, plaatselijk afgewisseld met akkercomplexen. Tussen 1500 en 1850 was de ontginning minder dynamisch dan de middeleeuwse periode. Het ging hier hooguit nog om kleine individuele ontginningen aan de rand van het middeleeuwse cultuurland. Verder trad er in deze periode een schaalverkleining op (verkeutering) in de hoevenlandschappen en de groei van de akkercomplexen. In het begin van de 19e eeuw had Baarle-Nassau een gevarieerd landschap met een duidelijke en functionele structuur: akkercomplexen rond Baarle-Nassau, Ulicoten en Castelré, een krans van nederzettingen en boscomplexen daaromheen en daarachter de natte open heidegebieden. Het geheel werd doorsneden door beken met een besloten kleinschalig landschapsbeeld (weiden met houtwallen). Het landschap bestond uit ontgonnen cultuurlanden (± 30%), beekdalen (± 10%) en een enorm oppervlak aan heidevelden (± 60%). Vanaf 1850 brak de periode van de moderne heideontginningen aan, waarbij op grote schaal heide werd bebost en in cultuur gebracht (mede gestimuleerd door de hoge houtprijzen). Dankzij de uitvinding van de kunstmest werd ook weer het bos ontgonnen; dit keer tot cultuurland. Toch is vrij veel bos onontgonnen gebleven. Een vergelijking van de kaart van Baarle-Nassau van het begin van de 19e eeuw met de huidige topgrafische kaart laat zien dat er nog veel elementen van de oorspronkelijke structuur aanwezig zijn, maar dat vooral de heldere opbouw, de aantrekkelijkheid en herkenbaarheid van het landschap minder zijn, doordat de verschillen tussen de landschapstypen zijn vervaagd. De heide werd ontgonnen, de akkers werden deels als weidegrond gebruikt en grootschalige landbouwmethoden deden veel kleinere landschapselementen verdwijnen (bosjes, houtwallen, vennen).

Page 12: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

6

Gemeente Baarle-Nassau

Aanzicht van een gedeelte van de zuidelijke groenstrook van het plangebied

Aanzicht van een gedeelte van de westelijke groenstrook van het plangebied

Aanzicht van de bomenrij die de toeristische plaatsen scheidt van het plangebied

Het plangebied bestaat, de randen uitgezonderd, geheel uit grasland

Aan de oostzijde van het plangebied is de doorgaande weg Kievit gelegen. Het plangebied ligt op de foto links

Aan de noordoostzijde van het plangebied is een ontsluiting naar de Kievit gelegen

Page 13: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 7

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Beschrijving huidig gebruik omgeving plangebied Het onderhavige plangebied is gelegen aan de Rethsche Heide, een gebied waar, in de laatste fase van de ontstaansgeschiedenis van het landschap in het buitengebied van Baarle-Nassau, grootschalige landbouwtechnieken hebben gezorgd voor het verdwijnen van de heide en veel kleinere landschapselementen. Aan de westzijde van het plangebied is hierdoor een halfopen landschap ontstaan. Het landschap kenmerkt zich hier door verspreide kleine bosjes, al dan niet aangevuld met houtwallen en bomenrijen. Ten noorden van het plangebied ligt het bestaande Recreatiepark De Kievit. Het bestaande park is gelegen in een aaneengeschakelde ring van grote bosgebieden met een gesloten karakter rondom Baarle-Nassau. Dit bos is, in de fase van grote ontginningen, ongeschonden gebleven. Aan de zuid- en oostzijde van het plangebied is, met uitzondering van de Kievitshof, een landschap met een uitgesproken open karakter gelegen. Bossen en bomenrijen ontbreken hier bijna volledig. Aan de Kievitsweg is ter hoogte van het plangebied een bomenrij aanwezig, zodat ter plaatse van de Kievitsweg geen zicht is op het open landschap. Gesteld kan worden dat het onderhavige plangebied is gelegen op een plaats waar diverse landschapstypen bij elkaar komen. In het westen een halfopen landschap, in het zuiden en oosten een open landschap en in het noorden een gesloten landschap. De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied enkele woon- en boerenerven. Ten noorden van het plangebied is Recreatiepark De Kievit gelegen met daarop 412 recreatiewoningen en 41 stacaravans. De toeristische plaatsen voor seizoenskampeerders, waar het onderhavige plangebied aan grenst, bestaat grotendeels uit kleinschalige grasveldjes. Verder bestaat het zuidelijke gedeelte van het recreatiepark uit een speeltuin en een douche- en toiletgebouw. In dit gedeelte is reeds aangevangen met de bouw van recreatiewoningen.

2.3 Huidig gebruik plangebied

Het plangebied betreft grotendeels een grasland met rondom een groenstrook. De gronden waren voorheen beplant met bomen, maar zijn door illegale houtkap verdwenen. Ter compensatie dient daarvoor 1 ha aan nieuwe natuur c.q. bos te worden gerealiseerd. Deze voorwaarde is ook opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid uit het vigerende bestemmingsplan voor het buitengebied. Op het oostelijke gedeelte van het grasland bevinden zich grote hopen met snoeiafval. De groenstrook op de oost- en zuidgrens van het grasland bestaat hoofdzakelijk uit struiken met jonge aanplant van onder andere els, berk, haagbeuk en Gelderse roos en plaatselijk ondergroei van braam. De groenstrook op de westgrens is meer verruigd met braam en brem. Het noordelijke grens van het grasland wordt gevormd door en afwateringssloot en een houtsingel.

Page 14: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

8

Gemeente Baarle-Nassau

Stedenbouwkundig impressie van de uitbreiding van Recreatiepark De Kievit in het onderhavige plangebied. Het rechtsboven op de tekening weergegeven bouwvolume maakt geen onderdeel uit van het onderhavige initiatief.

Page 15: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 9

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

3 PLANBESCHRIJVING

3.1 Verkavelingsopzet en bebouwing

Relatie met bestaande park Aan de zuidwestzijde van de Kievit wordt beoogd het bestaande Recreatiepark De Kievit uit te breiden met 65 recreatiewoningen. Deze uitbreiding met recreatiewoningen wordt onlosmakelijk verbonden met het bestaande park en wordt tevens bedrijfsmatig geëxploiteerd. De gebruikers van de recreatiewoningen kunnen gebruik maken van de centrale voorzieningen op het bestaande park. Ten behoeve van deze uitbreiding wordt de bestaande ontsluitingsstructuur op het park doorgetrokken naar het onderhavige plangebied. De ontsluitingsstructuur bestaat uit twee noord-zuid gerichte wegen, gelegen aan de oost- en de westzijde van het plangebied. Daartussen wordt beoogd vier oost-west lopende paden aan te leggen. Percelen en recreatiewoningen Aan de ontsluitingswegen worden 65 percelen gerealiseerd van ieder ten minste 400 m² groot. Op ieder perceel komt een vrijstaande recreatiewoning met kap te staan met een maximaal te bebouwen oppervlak van 95 m² (inclusief aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen). Door deze bebouwingsopzet krijgt het recreatiepark een groene aanblik. De bebouwing wordt opgericht in maximaal twee bouwlagen met een bouwhoogte van 7 meter. Deze bouwhoogte is in overeenstemming met de bouwhoogte van de recreatiewoningen die reeds aanwezig zijn en nog worden opgericht op het bestaande Recreatiepark De Kievit. Door voor de in het onderhavige initiatief beoogde recreatiewoningen eenzelfde bouwhoogte toe te staan, ontstaat er een uniforme artefactiële morfologische structuur en wordt het park als één geheel ervaren. De hoofdgebouwen, bouwwerken en terreininrichting worden in samenhang ontwikkeld. Structuren en voorzieningen De uitbreiding van het recreatiepark wordt doorsneden door groenstructuren, gevormd door hagen en bomenrijen die de afzonderlijke percelen met recreatiewoningen omzomen. Daarnaast wordt op twee plaatsen een groene long ingericht te midden van de recreatiewoningen. De woningen grenzen met de achterzijden aan deze plekken. De groene longen zullen gedeeltelijk worden ingericht met speelvoorzieningen en gedeeltelijk met waterpartijen. Aan de oostzijde van het plangebied en tevens centraal in het plangebied worden watergangen aangelegd. De groen- en watervoorzieningen worden met elkaar verbonden door een centraal wandelpad dat in noord-zuid richting over het terrein loopt. De zuidelijke rand van het plangebied zal geaccidenteerd worden aangelegd, zodat er in het terrein kleine hoogteverschillen waarneembaar zullen zijn. Landschappelijke inpassing Het plangebied zal aan de noordoostzijde, zuidoostzijde en zuidwestzijde worden omzoomd door een houtwal van circa 7,5 meter breed. Deze breedte is gelijk aan de breedte van de houtwal van het bestaande recreatiepark. De houtwal wordt gerealiseerd met inheemse soorten die er na enkele jaren uit zal zien als een houtwal of bosschage zoals dit landschap er in het verleden vele kende. De wal zal er op deze manier niet uitzien als een incident langs de weg of akker, maar als een logisch onderdeel van het landschap en het gehele recreatiepark. Bijkomstig

Page 16: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

10

Gemeente Baarle-Nassau

voordeel is dat hiermee een afgeschermde woonplek voor de toekomstige gebruikers wordt gecreëerd. Voor de realisatie van de totale houtwal is een beplantingsplan opgesteld. Hierbij is het van belang het totaal te beschouwen als landschappelijk element en niet het individuele perceel.

3.2 Verkeer en parkeren

Het plangebied zal worden ontsloten vanaf het bestaande Recreatiepark De Kievit. Ten aanzien van parkeren wordt er geen centrale parkeervoorziening gecreëerd, maar vindt het parkeren op eigen perceel plaats. Aangezien de percelen ten minste 400 m² groot zijn, is er voldoende ruimte aanwezig voor één of twee opstelplaatsen per perceel.

In het plangebied worden twee waterpartijen gerealiseerd. Rondom de waterpartijen komen recreatiewoningen

De recreatiewoningen worden vrijstaand gerealiseerd

De recreatiewoningen komen op een perceel van 400 m² te staan en bestaan uit maximaal twee bouwlagen, waarvan één in de kap

Op het zuidelijke gedeelte van het bestaande recreatiepark, grenzend aan het plangebied, is de bouw van identieke recreatiewoningen aangevangen

Page 17: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 11

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

4 BELEIDSKADER

4.1 Inleiding

De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante beleid samengevat.

4.2 Nationaal beleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), 2012 Toetsingskader Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in werking getreden. De aanleiding voor het opstellen van deze structuurvisie is gelegen in het feit dat er nieuwe politieke accenten zijn gelegd en doordat er veranderende omstandigheden zijn zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen. Dit laatste onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. Deze structuurvisie geeft een integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. In de visie worden ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur sterker dan voorheen met elkaar verbonden. De structuurvisie vervangt alle voorgaande rijksnota’s ten aanzien van ruimte en mobiliteit (waaronder de Nota Ruimte), behalve de Structuurvisie Nationaal Waterplan. De hoofdlijn van de SVIR is dat het Rijk op het gebied van de ruimtelijke ordening terugtreedt en dat gemeenten en provincies op dit taakveld een meer prominente rol krijgen. In het SVIR staat centraal dat alleen nog een taak voor het Rijk is weggelegd wanneer sprake is van: 1. een onderwerp dat nationale baten en / of lasten heeft en de doorzettingsmacht van

gemeenten overstijgt (bv. mainports); 2. een onderwerp waarvoor internationale verplichtingen zijn aangegaan (bv.

werelderfgoederen); 3. een onderwerp dat (provincie-) of landsgrens overschrijdend is, of een hoog

afwentelingsrisico kent of reeds in beheer bij het rijk is (bv. infrastructuur). Het Rijk heeft 13 onderwerpen benoemd waar het, aan de hand van de bovenstaande criteria, een taak voor zichzelf ziet weggelegd. Door het nemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van deze onderwerpen stelt het Rijk zich voor de middellange termijn (2028) en lange termijn (2040) tot doel Nederland concurrerend, veilig en leefbaar te houden. De onderwerpen die een nationaal belang betreffen zijn het creëren van een internationaal bereikbaar vestigingsklimaat, ruimte bieden voor het hoofdnetwerk van (duurzame) energievoorziening en het vervoer van stoffen via buisleidingen en een efficiënt gebruik van de ondergrond. Daarnaast zijn ook het creëren van een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor- en vaarwegen, het beter benutten en in stand houden van het bestaande mobiliteitssysteem met bijbehorende hoofdinfrastructuur, het verbeteren van de milieukwaliteit, ruimte voor waterveiligheid en klimaatbestendige ontwikkeling, ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationaal unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten, ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten en ruimte voor militaire terreinen en activiteiten van nationaal belang. Tenslotte vindt het Rijk zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij ruimtelijke plannen belangrijk.

Page 18: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

12

Gemeente Baarle-Nassau

Beoordeling De onderhavige ontwikkeling raakt geen van de onderwerpen die door het Rijk zijn aangemerkt als nationaal belang. Het beleid van het Rijk wordt geëffectueerd door het Barro en het Rarro. Conclusie Het onderhavige plan is passend binnen het beleid uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Besluit en ministeriële regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, Rarro), 2011 Toetsingskader Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, eerste tranche (Barro) is vastgesteld op 22 augustus 2011; en is op 30 december 2011 in werking getreden. Het Barro vloeit voort uit de ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het kabinet heeft in de genoemde SVIR vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen moet worden ingezet. Het gaat daarbij om het beschermen van de nationale belangen. Deze algemene regels, vastgelegd in het Barro, werken zoveel mogelijk direct door op het niveau van de lokale besluitvorming. Slechts daar waar een directe doorwerking niet mogelijk is, is gekozen voor indirecte doorwerking via provinciaal medebewind. In het wetsvoorstel tot wijziging van de Wro (Spoedwet Wro; TK 32 821) wordt, naar aanleiding van het Raad van State-advies over het Barro, eerste tranche, de wettelijke grondslag voor het provinciaal medebewind en ontheffingen verbeterd. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State voorziet het Barro thans ook in een bij dit besluit behorende ministeriële regeling (Rarro). In deze regeling is de begrenzing opgenomen van de gebieden uit een aantal titels uit het Barro waarvoor een reservering of een vrijwaring geldt. De aanduiding van deze gebieden is opgenomen in het Barro. Beoordeling Ten aanzien van het onderhavige plangebied zijn er geen regels uit het Barro van toepassing, aangezien er bij de onderhavige ontwikkeling geen nationale belangen zijn gemoeid. Conclusie Het onderhavige plan is passend binnen de normstelling van de Barro.

4.3 Provinciaal beleid

Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO), 2010 Toetsingskader De SVRO is vastgesteld door Provinciale Staten op 1 oktober 2010 en geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). Een deel van het provinciale beleid uit de vroegere beleidsstukken (Interimstructuurvisie / Paraplunota / Uitwerkingsplannen) is ongewijzigd gebleven. Voorbeelden hiervan zijn het principe van concentratie van verstedelijking, zorgvuldig ruimtegebruik, verantwoord omgaan met de natuurlijke basis, het streven naar robuuste en aaneengeschakelde natuurgebieden en de concentratiegebieden voor glastuinbouw en intensieve veehouderijen.

Page 19: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 13

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

De provinciale sturingsfilosofie is gebaseerd op vijf rollen: ontwikkelen, ordenen, beschermen, regionaal samenwerken en stimuleren. Twee rollen zijn met name van belang voor onderhavig plan: de ordenende en de beschermende rol. De ordenende rol gaat uit van het behartigen van ruimtelijke belangen en keuzes. Deze zijn geordend in vier ruimtelijke structuren. De structuren geven een hoofdkoers aan: een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief voor een combinatie van functies. Maar ook waar functies worden uitgesloten of welke randvoorwaarden de provincie aan functies stelt. Binnen de structuren is ruimte voor regionaal maatwerk. De vier onderscheidende structuren zijn: de groenblauwe structuur, de agrarische structuur, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Het uitgangspunt van de beschermende rol is zorgvuldig ruimtegebruik. Bij ruimtelijke afwegingen betekent dat eerst gekeken wordt naar mogelijkheden voor intensivering of hergebruik op of binnen bestaand bebouwd gebied. De provincie wil nieuw ruimtebeslag zoveel mogelijk voorkomen. Bij ontwikkelingen buiten bestaand bebouwd gebied wil de provincie dat de initiatiefnemer zorgt voor een investering in het landschap om daarmee het verlies aan omgevingskwaliteit te beperken. Beoordeling Uit de structurenkaart van de SVRO blijkt dat het plangebied “Recreatiepark De Kievit” binnen de contouren van het ‘gemengd landelijk gebied’ valt. De provincie Noord-Brabant beschouwt het hele landelijke gebied als een gebied waarbinnen een menging van functies aanwezig is. De mate van menging varieert daarbij van gebieden waarbinnen meerdere functies in evenwicht naast elkaar bestaan tot gebieden waar de land- en tuinbouw de dominante functie is. Centraal in de SVRO staat het realiseren van een gemengde plattelandseconomie. Rondom steden, dorpen en natuur is er daarbij in de meeste gevallen sprake van een gemengde plattelandseconomie. Ontwikkelingen houden rekening met hun omgeving en dragen bij aan een versterking van de gebiedskwaliteiten. De onderhavige ontwikkeling van recreatiewoningen draagt bij aan een gemengde plattelandseconomie. Naast de dominante landbouwfunctie in het buitengebied van Baarle-Nassau wordt een toeristisch-recreatieve functie toegevoegd. Het onderhavige initiatief draagt tevens bij aan de omgevingskwaliteiten van de Baronie, zo wordt de uitbreiding van het recreatiepark landschappelijk ingepast en vindt er compensatie plaats door het realiseren van natuur op een nabij het plangebied gelegen terrein. Als bijlage van de SVRO zijn onder andere gebiedspaspoorten vastgesteld waarin, aan de hand van de natuurlijke basis, voor het ontginningslandschap en het moderne landschap ambities worden geformuleerd. Het plangebied ligt in gebiedspaspoort ‘Baronie’. De Baronie wordt gekenmerkt door een afwisselend zandlandschap met een grofmazig mozaïek van oude en jonge zandontginningen en bossen. Kenmerkend voor de oude zandontginningen zijn de akkercomplexen met aan- en omliggende buurtschappen en bijbehorende groenstructuren. In de Baronie komen open en meer besloten jonge zandontginningen voor. Het onderhavige plangebied is gelegen op de overgang van deze ontginningen met een zeer verschillende karakter. De ambitie voor de Baronie bestaat onder meer uit het robuuster maken van de groenstructuur van het jonge ontginningslandschap. Daarnaast wordt belang gehecht aan het verder ontwikkelen, beschermen en toeristisch-recreatief ontsluiten van cultuurhistorische landschappen. Het onderhavige initiatief draagt bij aan het toeristisch recreatief ontsluiten van het landschap van de Baronie, en is derhalve passend binnen het beeld uit het gebiedspaspoort. Conclusie Het onderhavige plan is passend binnen het beleid uit de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.

Page 20: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

14

Gemeente Baarle-Nassau

Uitsnede uit de Structurenkaart van de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. Het plangebied is weergegeven met een ster. Bron: provincie Noord-Brabant

Uitsnede uit de Ambitiekaart behorend bij de Gebiedspaspoorten. Zichtbaar is dat het onderhavige plangebied niet is gelegen op een locatie waarvoor bijzondere landschappelijke ambities gelden. Ligging plangebied is weergegeven met een rode ster. Bron: provincie Noord-Brabant

Page 21: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 15

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Verordening ruimte Noord-Brabant 2012, 2012 Inleiding In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vastgelegd hoe de bevoegdheden voor de ruimtelijke ordening zijn verdeeld tussen gemeenten, provincies en rijk. Zo kan de provincie regels opstellen waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen: de provinciale planologische verordening. Door deze regels, welke zijn gebaseerd op het beleid uit de provinciale structuurvisie, weten gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. Door Provinciale Staten is op 11 mei 2012 de geactualiseerde versie van de Verordening ruimte 2012 vastgesteld. Deze verordening stelt regels aan onder meer de bundeling van stedelijke ontwikkeling, natuurontwikkeling, de ontwikkeling van intensieve veehouderijen (reconstructie van het buitengebied), waterberging, cultuurhistorie en het agrarisch gebied. Navolgend worden de relevante artikelen uit de Verordening ruimte voor het plangebied “Recreatiepark De Kievit” nader toegelicht. Artikel 8.2: Ontwikkelingsperspectief voor de agrarische gebieden Toetsingskader Een ruimtelijk plan dat is gelegen in een agrarisch gebied wijst op zodanige wijze de bestemmingen van de in dat gebied begrepen gronden aan dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een onderscheid wordt gemaakt tussen een gebied waar de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie wordt nagestreefd een gebied waar een in hoofdzaak agrarische economie wordt nagestreefd. Het onderscheid wordt gebaseerd op het gevoerde ruimtelijke beleid. Beoordeling Het onderhavige plangebied is geheel gelegen in het agrarisch gebied. Ten aanzien van het plangebied kan worden gesteld dat het onderdeel uitmaakt van een gebied waar de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie wordt nagestreefd. Diverse functies worden in dit type gebied gemengd. Het onderhavige plan zorgt voor een verdere menging van dit type gebied door het toevoegen van recreatiewoningen in een buitengebied wat gedeeltelijk een agrarische functie heeft en gedeeltelijk ook toeristische functies kent. Naast het bestaande Recreatiepark De Kievit ligt ten westen van het plangebied ook Landgoed

Uitsnede uit de kaart Overige agrarische ontwikkeling van de Verordening ruimte 2011. Het plangebied is weergegeven met een rode contour. Bron: provincie Noord-Brabant

Page 22: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

16

Gemeente Baarle-Nassau

Schaluinen, wat in gebruik is als grootschalige recreatievoorziening. Het mengen van functies in het oostelijke gedeelte van het buitengebied van Baarle-Nassau is onderdeel van het ruimtelijke beleid van de gemeente Baarle-Nassau zoals vastgelegd in de gemeentelijke StructuurvisiePlus (Ruimtelijk Economisch Kaderplan). Conclusie Het onderhavige plan draagt bij aan het realiseren van een gemengde plattelandseconomie en draagt tevens bij aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse. Aan de motiveringsverplichtingen wordt voldaan; verwezen wordt naar de paragraaf ten aanzien van het gemeentelijke beleid. Artikel 11.9: Aanvullende en afwijkende regels voor recreatiewoningen Toetsingskader Een ruimtelijk plan dat is gelegen in de groenblauwe mantel of agrarisch gebied, niet zijnde een landbouwontwikkelingsgebied of een vestigingsgebied glastuinbouw, kan voorzien in een VAB-vestiging of een uitbreiding van een complex van recreatiewoningen, mits de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een grootschalige voorziening. Onder een grootschalige voorziening wordt begrepen een voorziening waarbij het te verwachten aantal overnachtingen meer dan 100.000 per jaar bedraagt. Uit een verantwoording moet blijken dat: a. Is verzekerd dat het beoogde complex van recreatiewoningen bedrijfsmatig en

complexmatig wordt geëxploiteerd; b. de inrichting van het bestemmingsvlak een gunstige verhouding tussen bruto en netto

ruimtebeslag bevordert; c. er sprake is van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard

van de omgeving en de beoogde ontwikkeling; Beoordeling Het onderhavige plangebied is gelegen in het agrarische gebied dat tevens is aangewezen als extensiveringsgebied. Een uitbreiding van een complex van recreatiewoningen is in deze gebieden onder voorwaarden mogelijk. De uitbreiding van het bestaande Recreatiepark De Kievit leidt niet tot een grootschalige voorziening. Het Recreatiepark De Kievit bestaat thans uit 412 recreatiewoningen en 41 stacaravans. Het park wordt uitbreid met in totaal circa 106

Uitsnede uit de kaart Ontwikkeling intensieve veehouderij van de Verordening ruimte 2011. Het plangebied is weergegeven met een rode contour. Bron: provincie Noord-Brabant

Page 23: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 17

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

recreatiewoningen, waarvan er 65 in het onderhavige plangebied zijn geprojecteerd. De toeristische plaatsen voor seizoenskampeerders worden geheel geamoveerd. Het totaal aantal recreatiewoningen en stacaravans bedraagt na uitbreiding in totaal 559. De gemiddelde bezetting van een recreatiewoning is circa 1/3e deel van een jaar. Uitgaande van 122 dagen bezetting van 559 woningen, vinden er gedurende een jaar in totaal 68.198 overnachtingen plaats op het totale park De Kievit. Gesteld kan worden dat dit aantal overnachtingen ruim onder de norm van 100.000 overnachtingen per jaar valt. Het onderhavige plan voldoet tevens aan de gestelde verantwoordingseisen: a. Verzekerd is dat het beoogde complex met recreatiewoningen bedrijfsmatig en

complexmatig wordt geëxploiteerd. Het onderhavige plangebied sluit aan op het bestaande recreatiepark en wordt daar ook onlosmakelijk mee verbonden. Zo zal de ontsluitingsstructuur, zowel de wegen als de wandelpaden, en de groenstructuur worden aangesloten op de bestaande structuren op het recreatiepark. In het onderhavige plangebied worden geen centrale voorzieningen gerealiseerd. De gebruikers van de recreatiewoningen dienen gebruik te maken van de voorzieningen die aanwezig zijn op het bestaande deel van het recreatiepark. Gesteld kan worden dat door de ruimtelijke en functionele onlosmakelijkheid van het plangebied met het reeds bestaande bedrijfsmatig en complexmatig geëxploiteerde Recreatiepark De Kievit is verzekerd dat ook de recreatiewoningen in het onderhavige plangebied op die wijze geëxploiteerd zullen worden.

b. De inrichting van het bestemmingsvlak zorgt voor een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag. De uitbreiding van het recreatiepark zal bestaan uit 65 recreatiewoningen van maximaal 95 m² (totaal: 6175 m²) en de aanleg van ontsluitingswegen (ca. 550 meter lengte, 4 meter breed) van in totaal 2.200 m². Het overige deel van het ca. 3,8 hectare grote terrein bestaat uit groen- en speelvoorzieningen. Gesteld kan worden dat bij een totaal bebouwd en verhard oppervlak van 8.375 m² in verhouding tot het totale oppervlak van 3,8 hectare sprake is van een gunstige verhouding tussen bruto- en netto ruimtebeslag. Een gedeelte van de ruimte voor groenvoorzieningen zal worden aangewend ten behoeve van de realisatie van waterpartijen. Tevens zal voldaan worden aan de voorwaarde uit de wijzigingsbevoegdheid dat ten minste 5% van de terreinoppervlakte zal worden ingericht voor speelvoorzieningen.

c. Zoals aangegeven bij de verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag is het bebouwingspercentage (en verhardingspercentage) relatief laag ten opzichte van het gehele plangebied. De bouwhoogte van de recreatiewoningen bedraagt in het beoogde bouwplan 7 meter. Deze bouwhoogte is passend in de omgeving; immers in het aansluitende bestaande recreatiepark bedraagt de maximale bouwhoogte volgens het vigerende bestemmingsplan tevens 7 meter. Op het aangrenzende deel van het recreatiepark waar thans de toeristische plaatsen worden heringericht voor de bouw van soortgelijke recreatiewoningen wordt ook 7 meter aangehouden. Om te zorgen voor morfologische uniformiteit en een rustig aanzicht van de bebouwing op het recreatiepark, om zodoende een optimaal recreatief product te kunnen aanbieden, is het wenselijk de uitbreiding qua bouwhoogte exact aan te sluiten op het bestaande park.

Artikel 2.1: Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit Toetsingskader Een ruimtelijk plan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied moet bijdragen aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van

Page 24: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

18

Gemeente Baarle-Nassau

het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving, in het bijzonder aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. Het gaat hier om vier aspecten: a. Toepassing van het principe van zorgvuldig ruimtegebruik;

Het provinciale beleid is al jaren gericht op het bundelen van de verstedelijking en het streven naar zorgvuldig ruimtegebruik. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied dient bij te dragen aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving, in het bijzonder aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. Uitbreiding van het op grond van het geldende bestemmingsplan toegestane ruimtebeslag is slechts toegestaan mits de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde ruimtelijke ontwikkeling binnen dat toegestane ruimtebeslag te doen plaatsvinden.

b. Gevolgen ontwikkeling voor het plangebied en omgeving; In ruimtelijke plan dient rekening te worden gehouden met de gevolgen van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling voor de in het plan begrepen gronden en de naaste omgeving, in het bijzonder wat betreft de bodemkwaliteit, de waterhuishouding, de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten, de cultuurhistorische waarden, de ecologische waarden, de aardkundige waarden en de landschappelijke waarden alsmede de op grond van deze verordening toegelaten ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden.

c. Passendheid omvang beoogde bebouwing in de omgeving; De omvang van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling, in het bijzonder wat betreft de omvang van de beoogde bebouwing, dient te passen in de omgeving.

d. Afwikkeling van personen en goederenvervoer. Een op de beoogde ruimtelijke ontwikkeling afgestemde afwikkeling van het personen- en goederenvervoer, waaronder een goede aansluiting op de aanwezige infrastructuur van weg, water of spoor, waaronder ook openbaar vervoer, dient te zijn verzekerd.

Beoordeling Bij toetsing aan de vier aspecten van de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit kan het volgende worden gesteld. a. Toepassing van het principe van zorgvuldig ruimtegebruik;

De planontwikkeling voorziet in de realisatie van 65 recreatiewoningen. De recreatiewoningen vormen een belangrijke invulling van de vraag naar recreatiewoningen binnen de gemeente Baarle-Nassau en de regio Midden- en West-Brabant. Het realiseren van dit aantal recreatiewoningen is niet mogelijk binnen het bestaande bestemmingsvlak van Recreatiepark De Kievit. Woningbouw is mogelijk buiten het bestemmingsvlak wanneer aangetoond kan worden dat financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde vorm van ontwikkeling binnen het bestaande bestemmingsvlak te situeren. Ten eerste kan gesteld worden dat de aard van een toeristisch-recreatief milieu zich niet voor zorgvuldig ruimtegebruik in de vorm van inbreiding, intensiveren of meervoudig ruimtegebruik leent. Een toeristisch-recreatief milieu wordt gekenmerkt door een relatief klein bouwvlak op een relatief groot bouwperceel met daarnaast veel ruimte voor groen- en speelvoorzieningen. Dit type milieu kan daardoor feitelijk nooit leiden tot een van de bovenstaande vormen van zorgvuldig ruimtegebruik, omdat die andere vormen van grondgebruik al een intensiever gebruik van de grond kennen dan de onderhavige beoogde ontwikkeling.

Page 25: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 19

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Ten tweede ontbreken de feitelijke mogelijkheden om de morfologie van de beoogde vorm van toeristisch-recreatieve ontwikkeling elders te realiseren dan op de onderhavige locatie. De mogelijkheden van het bestaande bestemmingvlak “Recreatie”, dat over de gronden van het bestaande recreatiepark ligt, worden volledig benut. Ten behoeve van de totale uitbreiding met 106 recreatiewoningen worden 41 recreatiewoningen gebouwd binnen het bestaande bestemmingsvlak. Hiertoe worden de bestaande toeristische plaatsen voor seizoenskampeerders geamoveerd. Meer mogelijkheden tot inbreiding c.q. intensivering zijn op het bestaande park niet aanwezig. Derhalve wordt in het onderhavige plan uitbreiding beoogd ten behoeve van het uitbreiden met de overige beoogde 65 recreatiewoningen. Het vigerend bestemmingsplan biedt met een wijzigingsbevoegdheid reeds planologische ontwikkelingsruimte.

b. Gevolgen ontwikkeling voor het plangebied en omgeving; Hoofdstuk 3 van de toelichting van dit bestemmingsplan geeft een planbeschrijving waarbij ingegaan wordt op de landschappelijke inpassing van de ontwikkeling in de omgeving. Met name het realiseren van een duurzame afronding van het recreatiepark via een verweving van rood en groen is hierbij uitgangspunt. Hoofdstuk 5 van de toelichting van het bestemmingsplan gaat in op de planeffecten van de ontwikkelingen. De consequenties voor de waterhuishouding, flora en fauna, bodem, cultuurhistorie en archeologie zijn onderzocht en beschreven in dit hoofdstuk. Geconcludeerd kan worden dat de ontwikkeling voldoet aan alle relevante wet- en regelgeving.

c. Passendheid omvang beoogde bebouwing in de omgeving; De omvang van de bebouwing is passend in de omgeving. Het bebouwde oppervlak is ondergeschikt aan het oppervlak dat wordt aangewend voor de realisatie van groen- en speelvoorzieningen. Daarnaast wordt de bebouwing in het onderhavige plangebied ingepast in de omgeving door de aanleg van groene randen aan alle zijden. Daarbij wordt aangesloten op de bestaande groene randen van Recreatiepark De Kievit. De uitwerking van de landschappelijke inpassing alsmede de inrichting van het park is onderbouwd met een landschapsplan. Dit plan is als bijlage bij onderhavige toelichting toegevoegd.

d. Afwikkeling van personen en goederenvervoer. De ontwikkeling wordt ontsloten vanaf de bestaande doorgaande weg Kievit.

Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het onderhavige plan bijdraagt aan de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit buiten het bestaand stedelijk gebied. Op basis hiervan kan gesteld worden dat het onderhavige plangebied passend is in het provinciale beleid. Artikel 2.2: Kwaliteitsverbetering van het landschap Toetsingskader In artikel 2.2 van de Verordening ruimte wordt aangegeven dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de provincie wil dat de initiatiefnemer zorgt voor een kwaliteitsverbetering van het landschap om daarmee het verlies aan omgevingskwaliteit te beperken (rood-met-groen-koppeling). Dit uitgangspunt geldt voor ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied én buiten de ecologische hoofdstructuur en maakt de principes van ontwikkelingsplanologie toepasbaar. De toelichting bij een ruimtelijk plan dient derhalve een verantwoording te bevatten van de wijze waarop financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde

Page 26: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

20

Gemeente Baarle-Nassau

ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft of van het gebied waarvan de gemeente de voorgenomen ontwikkeling in de hoofdlijnen heeft beschreven. In 2011 is, in navolging en detaillering van art. 2.2 van de Verordening ruimte, de “Handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap, de rood-met-groen-koppeling” door de provincie Noord-Brabant opgesteld. In deze handreiking zijn methodieken uitgewerkt om invulling te geven aan het principe van kwaliteitsverbetering. Onderscheid wordt gemaakt in de methodiek ‘maatwerk met menselijke expertise’, de methodiek ‘verrekening in euro’s’ en de methodiek ‘verevening met oppervlaktes’. Het voldoen aan de handreiking is geen plicht, maar wordt door de gemeenten als leidraad gehanteerd. Voortbordurend op de handreiking heeft de Regio Midden-Brabant de handreiking verder uitgewerkt in een notitie ‘Regionale toepassing Kwaliteitsverbetering van het landschap’. De notitie biedt gemeenten binnen de regio (onder meer Baarle-Nassau): a. een helder beleidskader voor de gemeenten, en wel zodanig dat vooraf duidelijk is dat dit

de instemming heeft van de provincie b. duidelijkheid aan initiatiefnemers van ruimtelijke plannen over hoe de gemeenten de rood-

met-groen koppeling toepassen c. duidelijkheid over hoe de rood-met-groen koppeling kan worden opgenomen in te

ontwikkelen bestemmingsplannen en dat dit in overeenstemming is met de bedoeling van de Verordening ruimte.

Vanuit de notitie valt de uitbreiding van het recreatiepark De Kievit onder categorie 3 ontwikkelingen: ‘Ruimtelijke ontwikkelingen waarbij de basisinspanning voor kwaliteits-verbetering wordt genormeerd in euro’s (op basis van forfaitaire bedragen)’. Deze verrekenmethode in ‘euro’s’ die binnen deze categorie wordt gehanteerd betekent per type ruimtelijke ontwikkeling een forfaitair bedrag koppelen als gevolg van waardestijging/bestemmingswinst. Voor een ontwikkeling als in onderhavige situatie wordt, afgeleid uit paragraaf 5 van de notitie, geconcludeerd dat maatwerk is vereist. De uitbreiding van een recreatiepark door een vergroting van het bestemmingsvlak waarop nieuwe recreatiewoningen kunnen worden gerealiseerd is niet genormeerd. Beoordeling In het kader van het onderhavig initiatief wordt gekozen voor de methode ‘verrekening in euro’s’. In de bijlage van onderhavig plan is de bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het landschap nader toegelicht. De landschappelijke inpassing van de uitbreiding van het recreatiepark vormt een onderdeel van de bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het landschap. Conclusie Middels het juridisch-planologisch vastleggen van de landschappelijke inpassing door het opnemen van de bestemming ‘Groen’ inclusief onderbouwd met een landschapsplan en een anterieure exploitatieovereenkomst waarin de bijdrage aan het Fonds Landschapsversterking

Page 27: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 21

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

wordt juridisch verzekerd dat het onderhavige initiatief bijdraagt aan de kwaliteitsverbetering van het landschap.

4.4 Gemeentelijk beleid StructuurvisiePlus, 2002 In het in 2002 opgestelde Ruimtelijk-Economisch Kaderplan (R.E.K.) zijn de gemeenten Baarle-Nassau en Baarle-Hertog tot één visie gekomen om de meest wenselijke ruimtelijke ontwikkelingen voor het gehele gebied te kunnen sturen met behoud van de unieke staatkundige situatie. Het plan, dat beschouwd kan worden als een StructuurvisiePlus, maar niet door beide gemeenteraden als zodanig is vastgesteld, beschrijft de gewenste ontwikkeling van de verschillende ruimtelijke functies voor de periode tot 2015. Op het vlak van economische ontwikkelingen streeft Baarle 'selectieve groei' na. Baarle wil de kwalitatieve en aantrekkelijke uitstraling verder ontwikkelen. In het plan worden vier speerpunten van beleid aangegeven. Dit zijn: a. duurzame ontwikkeling en verbreding van de agrarische sector, rekening houdend met de

draagkracht van landschap en natuur; b. versterking van de recreatieve sector, met name in kwalitatieve zin als belangrijke peiler van

de werkgelegenheid en leefbaarheid van Baarle; c. versterking van de ecologische structuur en de herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van het

landschap; d. handhaving en versterking van de leefbaarheid, zowel in de kernen als op het platteland. Toerisme en recreatie Wat betreft de recreatieve sector, die wordt gezien als een belangrijke peiler van de werkgelegenheid en leefbaarheid van Baarle, moet worden gestreefd naar versterking in kwalitatieve zin. Toerisme en recreatie maken medegebruik van de ruimte die vooral door de landbouw wordt ingevuld. Het medegebruik dient niet steeds in een secundaire rol te zijn, maar kan een gelijkwaardige invulling krijgen waar de draagkracht dit toelaat. Recreatie en toerisme dienen een economische impuls te leveren aan het bedrijfsleven in Baarle. Voor bestaande bedrijven wordt een kwaliteitsverbetering voorgestaan waaraan een beperkte ruimtebeslag verbonden kan zijn. In het onderhavige initiatief vindt kwaliteitsverbetering van de omgeving plaats door het nemen van compenserende maatregelen. Daarnaast wordt de toeristisch-recreatieve structuur versterkt. Ruimtelijke principes en concepten Alvorens het plan ingaat op de specifieke ruimtelijke principes voor het landelijke gebied en de kernen, is een overkoepelend concept weergegeven. Dat concept gaat uit van een dualiteit binnen Baarle, niet enkel wegens de grensoverschrijding maar ook als principe om de ruimte te ordenen. Baarle heeft twee gezichten, een Nederlands en een Vlaams, maar ook twee verschillende functionele zijden. Er zitten twee mantels rond de hoofdkern Baarle. De oostelijke mantel herbergt de harde functies (woonuitbreiding, lokale bedrijvigheid, recreatieve attractiepunten etc.). De westelijke mantel omvat de zachte functies (grondgebonden landbouw, extensieve recreatie en recreatief medegebruik, natuurwaarden etc.).

Voor dit bestemmingsplan zijn met name de volgende ruimtelijke principes van belang: - tegengaan van clustervorming in de open ruimten; - behouden en versterken van bestaande natuurwaarden;

Page 28: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

22

Gemeente Baarle-Nassau

- voorzien van een recreatieve corridor tussen kern en landelijk gebied; - creëren van een netwerk als basis voor recreatief medegebruik; - vormgeven van een recreatief verwevingsgebied ten zuiden van Baarle; - landschappelijke inpassing van toeristisch-recreatieve bedrijven; - de open ruimte maximaal vrijwaren van bijkomende zonevreemde elementen. De ambities uit het REK zijn geplaatst in het kader van de mogelijkheden en beleidskaders van reconstructie en het provinciale beleid. Binnen de beleidsruimte die resteert, worden doelstellingen van het REK gerealiseerd. Beleid recreatie en toerisme Het streven van de gemeente Baarle-Nassau is gericht op het tot stand brengen van een hoogwaardige omgevingskwaliteit. Sociale en economische vitaliteit zijn belangrijke voorwaarden om dit te kunnen bereiken. De recreatieve sector levert een belangrijke bijdrage aan de lokale economie en wordt van groot belang geacht voor de instandhouding van de bestaande voorzieningen. Een algehele kwaliteitsverbetering van de recreatieve sector kan een belangrijke bijdrage leveren aan de omgevingskwaliteit. Het toeristisch recreatief product is sterk maar het hoogste niveau van zowel omgevingskwaliteit als bedrijfskwaliteiten en de optimale variatie is nog niet bereikt en er is onvoldoende samenhang in het aanbod. De gemeente wil dan ook actief en stimulerend bijdragen aan het in stand houden en versterken van de toeristisch-recreatieve functie van Baarle-Nassau, uitgaande van de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden, die de pijlers vormen van het toeristisch-recreatief product. De beoogde instandhouding en versterking van de toeristisch-recreatieve functie dient vorm te krijgen door middel van het inhoud geven en uitvoeren van een stimulerend en voorwaardenscheppend beleid op het terrein van recreatie en toerisme. Binnen dit gegeven wenst de gemeente zich uitdrukkelijk te profileren als een recreatief aantrekkelijke gemeente. Door het reconstructieplan en de teruglopende agrarische bedrijfsactiviteiten zet de gemeente in op leefbaarheid van het buitengebied, een gunstig economisch ondernemersklimaat en compensatie van verlies aan werkgelegenheid. Het onderliggende bestemmingsplan levert hieraan een bijdrage. De belangrijkste algemene uitgangspunten op basis waarvan de voorgenomen ontwikkelingen binnen de toeristisch recreatieve sector in de gemeente Baarle-Nassau vorm dienen krijgen zijn: - kwaliteit boven kwantiteit; - indien bestaande bedrijven willen ontwikkelen en meer ruimte nodig hebben: deze wensen

in samenhang beschouwen met andere (ter plaatse) te realiseren doelstellingen (natuur, landschap, cultuurhistorie, economie, etc.);

- diversiteit en verrijking van het toeristisch-recreatief product.

Toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in de Oostelijke mantel De gemeente acht de oostelijke mantel geschikt voor de opvang van hardere functies. Op het vlak van recreatie is dit gebied bestemd voor de passerende routes en grootschaligere campings annex bungalowparken. Nieuwe locaties voor verblijfs- en dagrecreatie zijn in dit gebied alleen toegestaan binnen de bestaande en voormalige (agrarische) bouwblokken, mits de draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden.

Page 29: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 23

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Bestemmingsplan “Buitengebied 2008” Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan “Buitengebied 2008”. Het bestemmingsplan “Buitengebied 2008” is vastgesteld door de gemeenteraad van Baarle-Nassau op 16 juli 2009. Het plangebied is bestemd met de bestemming ‘Agrarisch met waarden, agrarische functie met landschapswaarden’. Op basis van een ruimtelijke analyse van het onderhavige plangebied is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming ‘Agrarisch met waarden, agrarische functie met landschapswaarden’ te wijzigen in de bestemming ‘Recreatie’. Geconstateerd wordt dat aan de noordzijde de camping ligt die van de uitbreiding gescheiden wordt door een hoge en dichte bomenrij. Aan de oostzijde ligt de straat De Kievit, een landelijke weg in een 60 km/u-zone tussen Nederland en België. Aan de zuid- en westzijde wordt het gebied begrensd door zandpaden. In de huidige situatie is een deel in gebruik als akkerland en wordt er maïs geteeld. Tegen de Belgische grens liggen twee percelen weiland, waarop een klein schuurtje staat. Met uitzondering van de noordzijde is het plangebied vanuit alle zijden zichtbaar. Er zijn lange zichtlijnen aanwezig kriskras door het landelijk gebied.

Het plangebied is op de plankaart van de StructuurvisiePlus gelegen in de recreatieve zoekzone van de oostelijke mantel. Het plangebied is weergegeven met een ster.

Page 30: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

24

Gemeente Baarle-Nassau

Op basis van de analyse is, zoals gezegd, voor deze uitbreiding een aantal ruimtelijke uitgangspunten opgesteld. Deze dienen om een zo goed mogelijke afstemming te bewerkstelligen op aanwezige kwaliteiten en om samenhang te creëren in het ruimtelijk beeld. - Behoud van de tweede entree met receptie en fietsenverhuur, o.a. vanwege de spreiding

op de entrees als gevolg van de uitbreiding en de aanwezige parkeermogelijkheden. - Opwaarderen van de huidige parkeerplaats. - Huidige camping wordt opgeheven en het vrijkomende terrein wordt in samenhang met

het naastliggende terrein betrokken bij de ontwikkeling. - Aantakken op de bestaande structuur van het chaletpark om de eenheid op het park te

versterken. - Behoud van de begrenzende bomenrij met uitzondering van de plaatsen waar een

doorsteek gerealiseerd dient te worden. - Het gebied dient omsloten te worden door een met bomen begroeide groenzone van

minimaal 10 meter breed. - Compensatie van 1,0 ha bos in de nabije omgeving van het park. - Parkeren dient zoveel mogelijk op eigen terrein of op de centrale parkeerplaatsen plaats te

vinden.

Uitsnede vigerend bestemmingsplan “Buitengebied 2008”. Het plangebied is weergegeven met een rode contour.

Page 31: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 25

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

- Het gebied dient evenals het bestaande park een introvert karakter te krijgen. - De stedenbouwkundige structuur dient helder en kleinschalig van karakter te zijn. In de wijzigingsbevoegdheid zijn de volgende voorwaarden opgenomen: - De uitbreiding mag maximaal 65 recreatiewoningen omvatten; - De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 meter en de bouwhoogte niet meer

bedragen dan 5,5 meter. - Ten minste 5% van de terreinoppervlakte zal worden ingericht voor speelvoorzieningen. - De oppervlakte van een recreatiewoning met aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen

en overkappingen mag maximaal 95 m² bedragen. - Op het terrein dient voldoende parkeergelegenheid te zijn. - Rondom het terrein wordt een groene bufferzone aangelegd met een breedte van 10

meter. - Aangetoond dient te worden dat er sprake is van een kwaliteitsverbetering in samenhang

met Park De Kievit. - Er wordt voorzien in de realisatie van tenminste 1 hectare bos- en / of natuurgebied

aansluitend aan bos- en natuurgebied danwel in gebieden bestemd tot ‘Agrarisch met waarden, agrarische functie met natuurwaarden’. Deze voorwaarden is gesteld als gevolg van illegale houtkap ter plaatse van het plangebied. Deze compensatie betreft geen natuurcompensatie of een bijdrage kwaliteitsverbetering voor het landschap als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling in het buitengebied.

Met het onderhavige bestemmingsplan wordt aan alle gestelde voorwaarden uit de wijzigingsbevoegdheid voldaan, twee voorwaarden uitgezonderd. Het onderhavige initiatief omvat een groenstrook van 7,5 meter breed in plaats van 10 meter breed. Deze breedte sluit aan op de bestaande groenbestemming rondom het huidige Recreatiepark De Kievit. De maximale bouwhoogte van de beoogde woningen bedraagt 7 meter in plaats van 5,5 meter. Derhalve is hiervoor een nieuwe juridisch-planologische regeling benodigd. Tenslotte is voor de compensatie van 1 hectare bos- en/of natuurgebied als gevolg van illegale houtkap inmiddels 0,5 hectare beschikbaar. Deze gronden worden met onderhavig bestemmingsplan juridisch-planologisch vastgelegd met een natuurbestemming. Het betreft hier een perceel ter hoogte van de Hoogstraatensebaan. Het perceel staat kadastraal bekend als gemeente Baarle-Nassau, sectie Q, nr. 602. De overige gronden zijn nog niet beschikbaar, maar zullen ten tijde van het ontwerp bestemmingsplan in onderhavig plan worden opgenomen.

Page 32: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

26

Gemeente Baarle-Nassau

Page 33: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 27

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

5 PLANOLOGISCH RELEVANTE (MILIEU)ASPECTEN

5.1 Inleiding

Toetsing juncto art. 3.1.6 Bro Ten behoeve van de voorgenomen uitbreiding van Recreatiepark De Kievit dient conform art. 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek te worden gepleegd naar een aantal uitvoeringsaspecten. Met het bouwplan wordt aangesloten op de al gerealiseerde ruimtelijke en functionele structuur, zoals de ontsluitingsstructuur, groenstructuur en de waterhuishouding. In hoofdstuk 2 zijn deze in hun samenhang toegelicht. Hieronder wordt verslag gedaan van de uitkomsten van het gepleegde onderzoek. De onderzoeksrapporten zijn als (separate) bijlagen gevoegd bij dit bestemmingsplan. Achtereenvolgens worden behandeld: - bodem; - waterhuishouding; - cultuurhistorie; - archeologie; - flora en fauna; - akoestiek; - bedrijven en milieuhinder; - geur; - externe veiligheid; - kabels en leidingen; - luchtkwaliteit. Toetsing Besluit m.e.r. Toetsingskader Per 1 april 2011 is het Besluit m.e.r gewijzigd. De belangrijkste aanleidingen hiervoor zijn de modernisering van de m.e.r wetgeving in 2010 en de uitspraak van het Europese Hof van 15 oktober 2009. (HvJ EG 15 oktober 2009, zaak C-255/08 – Commissie vs. Nederland) Uit deze uitspraak volgt dat de omvang van een project niet het enige criterium mag zijn om wel of geen me.r.- (beoordeling) uit te voeren. Ook als een project onder de drempelwaarde uit lijst C en D zit, kan een project belangrijke nadelige gevolgen hebben, als het bijvoorbeeld in of nabij een kwetsbaar natuurgebied ligt. Gemeenten en provincies moeten daarom per 1 april van 2011 ook bij kleine bouwprojecten beoordelen of een m.e.r.-beoordeling nodig is. Achterliggende gedachte hierbij is dat ook kleine projecten het milieu relatief zwaar kunnen belasten en ook bij kleine projecten van geval tot geval moet worden beoordeeld of een MER nodig is. Een m.e.r.-beoordeling is een toets van het bevoegd gezag om te beoordelen of bij een project belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden. Wanneer uit de toets blijkt dat er belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden moet er een m.e.r.-procedure worden doorlopen. Met andere woorden dan is het opstellen van een MER nodig.

Page 34: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

28

Gemeente Baarle-Nassau

Beoordeling noodzakelijkheid m.e.r.-beoordeling Om te bepalen of een m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is dient bepaald te worden of de ontwikkeling de drempelwaarden uit lijst D van het Besluit m.e.r. overschrijdt, of de ontwikkeling in een kwetsbaar gebied ligt en of er belangrijke milieugevolgen zijn. In het plangebied worden 65 recreatiewoningen mogelijk gemaakt. De ontwikkeling dient getoetst te worden aan activiteit D 11.2 uit de Bijlage bij het Besluit m.e.r. Deze activiteit betreft een stedelijk ontwikkelingsproject. In het geval van een stedelijk ontwikkelingsproject is direct een m.e.r.-beoordeling noodzakelijk als de activiteit gaat om de bouw van 2.000 woningen of meer in een aaneengesloten gebied of als de activiteit een omvang heeft van 100 hectare. Geconcludeerd kan worden dat de ontwikkeling ver beneden de drempelwaarde ligt zoals opgenomen in het Besluit m.e.r.. In onderdeel A van de bijlage bij het Besluit m.e.r is bepaald wat verstaan wordt onder een gevoelig gebied. Als gevoelig gebied zijn gebieden aangewezen die beschermd worden op basis van de natuurwaarden, landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden en waterwingebieden. Uit het onderhavige hoofdstuk, waaraan de resultaten van de toetsing juncto art. 3.1.6 Bro worden weergegeven, blijkt dat het plangebied niet ligt in of nabij een gebied dat beschermd wordt ten gevolge van de natuurwaarden. Het plan ligt daarnaast zodanig ver verwijderd van de Ecologische Hoofdstructuur, een Vogel- of Habitatrichtlijngebied of overig beschermd natuurgebied dat van externe werking geen sprake kan zijn. Het plangebied behoort niet tot een waterwinlocatie, waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. Ook behoort het plangebied niet tot een gebied waarbinnen een Rijksmonument ligt of een Bèlvéderegebied. En is er geen sprake van een landschappelijk waardevol gebied. In dit hoofdstuk zijn tevens de verschillende milieueffecten beschouwd, zoals geluid en luchtkwaliteit. Hieruit blijkt dat er door de ontwikkeling inderdaad geen sprake zal zijn van nadelige milieugevolgen. Conclusie Zoals beschreven in de voorafgaande alinea’s zijn er geen ‘belangrijke nadelige milieugevolgen’ te verwachten en daarom is het niet noodzakelijk een m.e.r.-beoordeling uit te voeren.

5.2 Bodem

Toetsingskader Het landelijk beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. Met andere woorden, de bodemkwaliteit mag geen onaanvaardbaar risico opleveren voor de gebruikers van de bodem. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient de bodemkwaliteit door middel van een bodemonderzoek in beeld te worden gebracht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van de onderzoeksresultaten kan vervolgens worden nagegaan of er vervolgmaatregelen getroffen moeten worden, zoals een nader onderzoek of eventueel een (functiegerichte) sanering.

Page 35: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 29

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Beoordeling Door MILON bv is in september 2005 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het plangebied. De rapportage is toegevoegd in de bijlagen. In de opgeboorde grond zijn zintuiglijk geen bijzonderheden waargenomen die mogelijk duiden op een bodemverontreiniging. In de bovengrond is plaatselijk een licht verhoogd gehalte minerale olie of PAK aangetoond. Voor het overige zijn geen verhoogde gehalten aangetoond. In het grondwater zijn analytisch licht tot sterk verhoogde gehalten zware metalen aangetoond. De overige parameters zijn niet in een verhoogd gehalte aangetoond. Op basis van de analyseresultaten wordt nader bodemonderzoek niet noodzakelijk geacht. Na september 2005 hebben in het plangebied geen activiteiten plaatsgevonden die een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de grond. De gronden hebben een agrarisch grondgebruik, waarbij medio 2012 sprake was van teelt voor voedermais.

Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor onderhavige ontwikkeling. De kwaliteit van de grond is geschikt voor de realisatie van de gewenste recreatiewoningen.

5.3 Waterhuishouding

Wettelijk toetsingskader De laatste jaren dient in ruimtelijke plannen steeds meer aandacht besteed te worden aan waterhuishoudkundige aspecten. Daarbij staan naast een duurzaam waterbeheer de integrale afweging en het creëren van maatwerk voorop. Water moet altijd bekeken worden in het licht van het watersysteem of stroomgebied waarin een stad of een dorp ligt. Een goede afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening, ook in het direct aangrenzende gebied, is daarom noodzakelijk. De integratie van water in ruimtelijke plannen wordt landelijk ondersteund. In de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw tussen rijk, provincies, waterschappen en gemeenten (d.d. 14 februari 2001) is overeengekomen dat vanaf de ondertekening van deze overeenkomst op alle voor de waterhuishouding relevante nieuwe ruimtelijke plannen een zogenaamde watertoets uitgevoerd dient te worden. Concreet betekent de invoering van de watertoets, dat een plan een zogenaamde waterparagraaf dient te bevatten, die keuzes ten aanzien van de waterhuishoudkundige aspecten gemotiveerd beschrijft. Daarin dient een wateradvies van de waterbeheerder te worden meegenomen. De watertoets is wettelijk verankerd in artikel 3.6 lid 1, sub b Bro. Beleid provincie Noord-Brabant Op regionaal niveau is de provincie verantwoordelijk voor het beleidsveld water. Vigerend is het Provinciale Waterplan 2010-2015. Het PWP is de structuurvisie voor het aspect water op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Het plan bevat de verplichte onderdelen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Behalve dat het PWP de uitgangspunten aangeeft voor het waterbeleid van waterschappen en gemeenten, toetst de provincie aan de hand van dit plan ook of de plannen van de waterschappen passen in het provinciale beleid. Als algemene uitgangspunten zijn onder andere te noemen de scheiding van relatief schone en vuile waterstromen en het benutten van mogelijkheden voor infiltratie en/of conservering van hemelwater.

Page 36: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

30

Gemeente Baarle-Nassau

Beleid Waterschap De Dommel De locatie valt binnen het beheersgebied van Waterschap De Dommel. De hoofdlijnen voor het waterbeleid van De Dommel zijn beschreven in het waterbeheerplan 'Krachtig Water', dat is afgestemd op het Stroomgebiedsbeheerplan Maas, het Nationaal Waterplan en het Provinciaal Waterplan. Het centrale beleidsuitgangspunt is het principe 'Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen', waarbij de geohydrologische situatie als gevolg van de ontwikkelingen niet mag verslechteren. Waterschap Aa en Maas en De Dommel hebben gezamenlijk in de notitie 'Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk' (11 juli 2006) een definitie, randvoorwaarden en uitgangspunten gegeven voor Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen. Om dit te implementeren in het watertoetsproces en de verschillende aspecten toetsbaar te maken is het "Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen" ontwikkeld. Doel van het toetsinstrumentarium is het bepalen van ondermeer de benodigde hemelwaterinfiltratie en -berging ten behoeve van het hydrologisch neutraal ontwikkelen van een (nieuw) projectgebied. Concreet betekent dit dat er binnen het plangebied voor gezorgd moet worden dat: - de hemelwaterafvoer niet toeneemt (geen toename van de afvoercoëfficiënt); - de waterstanden in het open water niet toenemen; - de grondwateraanvulling gelijk blijft (voor een gemiddeld nat jaar); - de waterstanden in de infiltratievoorziening en de open waterberging voldoen aan de eisen

voor de gemiddelde situatie en de T=10+10%-situatie en aan het advies voor de T=100+10%-situatie.

Een gedeelte van het perceel aan de Kievit is gelegen in een Keurbeschermingsgebied. Ten behoeve van de ontwikkeling wordt een keurvergunning aangevraagd bij het Waterschap De Dommel. Beoordeling Door Econsultancy bv is in februari 2012 een watertoets uitgevoerd ter plaatse van het plangebied. De rapportage is toegevoegd in de bijlagen. In het kader van de watertoets zijn enkele locatiespecifieke kenmerken (waaronder de doorlatendheid) onderzocht. Geconstateerd wordt dat in de huidige situatie de locatie in agrarisch gebruik is en geheel onverhard. De bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot matig siltig, zeer fijn tot matig fijn zand en is

Uitsnede kaart Keur 2009 van het Waterschap De Dommel. Het plangebied is met een rode contour weergegeven.

Page 37: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 31

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

bovendien plaatselijk zwak tot sterk gleyhoudend. De bovengrond is bovendien matig humeus. Zeer plaatselijk is over het traject 2,95 – 3,0 m –mv een veenlaag aangetroffen. Het grondwaterniveau bevond zich gedurende de veldwerkzaamheden tussen 1,6 m –mv en 12,2 m –mv. De GHG is, op basis van de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant, vastgesteld op 0,6 m –mv. Ter plaatse van het plangebied zijn 4 in-situ doorlatendheidsmetingen in een onverzadigde bodemlaag uitgevoerd. De doorlatendheid van de onderzochte bodemlaag is geclassificeerd als slecht tot goed doorlatend, waarbij een k-waarde variërend tussen de 0,1 m/dag en 6,7 m/dag is aangetoond. Uit de watertoets blijkt dat de bodem ter plaatse, gelet op de bodemopbouw, de doorlatendheid en het grondwaterniveau, geschikt is voor het vasthouden en infiltreren van hemelwater. Voor het bufferen van hemelwater op eigen terrein is, uitgaande van een worst case scenario, een infiltratievoorziening met buffer benodigd per vakantiewoning van maximaal 4,9 m³ bij een maatgevende langdurige bui van T=100 (780 m³/ha verhard oppervlak). Gezien de toekomstige situatie (de aanleg van waterpartijen in het plangebied) is het mogelijk om het bufferen en infiltreren van het afgekoppeld hemelwater per vakantiewoning integraal te realiseren. Omdat het hemelwater hiermee in de directe omgeving van het plangebied vastgehouden wordt, wordt hiermee voldaan aan het hydrologisch neutraal bouwen. Bij de aanleg van de waterpartijen wordt tevens een overloopvoorziening gerealiseerd.

Conclusie In het onderhavig plangebied wordt, middels de aanleg van twee waterplassen, voldaan aan het principe hydrologisch neutraal bouwen. Bij de aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen van de recreatiewoningen zal worden aangetoond dat de waterberging voldoende is voor het aantal te realiseren recreatiewoningen. Geconcludeerd kan worden dat het aspect water geen belemmering vormt voor de onderhavige ontwikkeling.

5.4 Cultuurhistorie en archeologie

Cultuurhistorie Wettelijk toetsingskader Per 1 januari 2012 is de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) in werking getreden. Als gevolg van de MoMo wijzigt de Bro (artikel 3.1.6, lid 2). Wat eerst voor alleen archeologie gold, geldt nu ook voor al het cultureel erfgoed. In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen hoe met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (steden)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Page 38: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

32

Gemeente Baarle-Nassau

Beleid provincie Noord-Brabant In de provincie Noord-Brabant dienen in het kader van het behoud van waardevolle cultuurhistorische elementen en archeologische vindplaatsen, bestemmingsplannen te worden getoetst aan de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart. Hierop staan de bepalende cultuurhistorische elementen aangeven. Beoordeling In het onderhavige plangebied zijn geen objecten gelegen die vallen onder historische bouwkunst. Het plangebied is tevens niet gelegen nabij gebieden met een hoge stedenbouwkundige of historisch geografische waarde. Aan de overzijde van de doorgaande weg Kievit is de Kievitshof gelegen, welke een hoge cultuurhistorische waarde heeft. De cultuurhistorische waarden van de Kievitshof worden door de onderhavige ontwikkeling niet aangetast. De historische groenstructuur die ten westen van het plangebied is gelegen, wordt eveneens niet aangetast door de onderhavige ontwikkeling.

Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart. Het plangebied is weergegeven met een rode contour. Bron: provincie Noord-Brabant, 2010.

Page 39: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 33

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het aspect cultuurhistorie geen belemmering vormt voor de onderhavige ontwikkeling. Archeologie Wettelijk toetsingskader In Europees verband is het zogenaamde ‘Verdrag van Malta’ tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is, dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. Sinds 2007 kent Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, gewijzigde Monumentenwet 1988). Op basis van deze wet zijn gemeenten verplicht een archeologisch beleid te voeren. Daarbij hoort ook dat de archeologische waarden en verwachtingen binnen de gemeente inzichtelijk gemaakt moeten worden. Verder stelt de Wamz 2007 dat gemeenten archeologieparagrafen moeten opnemen in bestemmingsplannen. Het doel hiervan is om het ‘bodemarchief’ zoveel mogelijk te beschermen. De archeologische resten in de bodem vormen een belangrijke bron van informatie over het verleden. In het bijzonder voor die perioden of aspecten van het verleden waarvan geen of weinig schriftelijke bronnen bewaard zijn gebleven of waarover niet of nauwelijks is geschreven. Beleid gemeente Baarle-Nassau Om het archeologisch belang goed mee te wegen in de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkeling is er in februari 2011 door de gemeente Baarle-Nassau gemeentelijk archeologiebeleid ontwikkeld, met een bijbehorende archeologische beleidsadvieskaart. Op de archeologische beleidsadvieskaart is het plangebied aangegeven als zijnde van lage / middelhoge archeologische waarde. Archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht wanneer nieuwe ontwikkelingen een groot oppervlak beslaan. Beoordeling Aangezien de onderhavige ontwikkeling een groot oppervlak beslaat is ten aanzien van het onderhavige plangebied door Econsultancy bv in februari 2012 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. De rapportage is bijgevoegd in de bijlagen. In het bureauonderzoek wordt geconstateerd dat het plangebied in het verleden in gebruik is geweest als heide, bos en akkerland. Door ploegen / rooiwerkzaamheden en doorworteling van de bomen kunnen eventueel aanwezige archeologische resten, die vanaf het maaiveld worden verwacht, mogelijk verloren zijn gegaan. Grootschalige verstoringen worden op basis van het bureauonderzoek niet verwacht. Uit de landschappelijke ligging, op een hogere terraswelving in de buurt van een lager gelegen dal van de Retsche Loop en het Blockmoerven blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers – verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Geconcludeerd wordt dat in het hele plangebied resten kunnen voorkomen uit alle archeologische perioden. De gespecificeerde archeologische verwachting is hoog voor archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum tot Neolihticum en middelhoog voor archeologische resten uit de Bronstijd tot en met de Middeleeuwen. De verwachting voor resten uit de Nieuwe tijd is laag. Om de gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen wordt tijdens de bestemmingsplanprocedure een verkennend booronderzoek uitgevoerd met

Page 40: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

34

Gemeente Baarle-Nassau

oppervlaktekartering. De resultaten van het onderzoek worden toegevoegd aan het ontwerp bestemmingsplan. Conclusie Ten behoeve van het aspect archeologie is nader onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd gedurende de bestemmingsplanprocedure. De resultaten worden verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan.

5.5 Flora en fauna

Toetsingskader De Nederlandse natuurwetgeving valt uiteen in gebiedsbescherming en soortbescherming. De gebiedsbescherming is geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998 en omvat de beschermde natuurmonumenten alsmede de gebieden met de status Vogel- en/of de Habitatrichtlijngebied. Globaal kan gesteld worden dat de gebiedsbescherming gericht is op de bescherming van de waarden waarvoor een gebied is aangewezen. Deze bescherming is gebiedsspecifiek, maar kent wel de zogenaamde externe werking. Dat wil zeggen dat ook

Uitsnede archeologische beleidsadvieskaart gemeente Baarle-Nassau. Het plangebied is weergegeven met een blauwe contour.

Page 41: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 35

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

handelingen buiten het beschermde gebied niet mogen leiden tot verlies aan kwaliteit in het beschermde gebied. Op 1 april 2002 is daarnaast de Flora- en faunawet in werking getreden. De soortbescherming is opgenomen in de Flora- en faunawet. Deze bescherming geldt overal in Nederland, ook in de beschermde gebieden. De soortbescherming kent geen externe werking. Projecten worden getoetst aan de directe invloed op beschermde waarden binnen de grenzen van het projectgebied. De wet regelt de bescherming van wilde dier- en plantsoorten. Ook omvat de wet de bescherming van Habitatrichtlijnsoorten buiten de aangewezen Natura 2000 gebieden welke zijn beschermd in bijlage IV. In de wet zijn de voormalige Jacht- en Vogelwet opgenomen. Volgende de Flora- en faunawet morgen beschermde dier- en plantsoorten niet worden verwond, gevangen, opzettelijk worden verontrust of gedood. Voortplanting of vast rust- of verblijfplaatsen mogen niet worden beschadigd, vernield of verstoord. Beschermde planten mogen op geen enkele wijze van hun groeiplaats worden verwijderd of vernield. Ook legt de wet de zorgplicht van de burger voor de flora en fauna vast. Er zijn vrijstellingsbepalingen, onder andere in verband met de jacht en de schadebestrijding. Afwijkingen van de verbodsbepalingen zijn mogelijk indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Sinds 23 februari 2005 is het Vrijstellingsbesluit van kracht. Met dit besluit is geregeld dat voor algemeen voorkomende soorten een vrijstelling geldt bij ruimtelijke ingrepen en geen ontheffing mee aangevraagd hoeft te worden. Wel blijft de algemene zorgplicht van kracht. Conform de Flora- en faunawet is de initiatiefnemer bij ruimtelijke ingrepen verplicht op de hoogte te zijn van mogelijke voorkomende beschermde natuurwaarden binnen het projectgebied. Vanuit de kennis dienen plannen en projecten getoetst te worden aan eventuele strijdigheid van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Beoordeling Door Econsultancy bv is in februari 2012 een quickscan flora en fauna uitgevoerd ter plaatse van het plangebied. De rapportage is toegevoegd in de bijlagen. Geconstateerd wordt dat door de aanwezigheid van bomen, struiken, heggen en grote hopen rooi- en snoeiafval zijn er binnen de uitbreidingslocatie diverse geschikte nestlocaties aanwezig voor ‘algemene’ vogelsoorten als merel, heggenmus, winterkoning, roodborst, vink, groenling, tjiftjaf, fitis en houtduif. De struiken binnen de uitbreidingslocatie worden door huismussen gebruikt als gezamenlijke schuil- en slaapplaats. De locatie zal, gelet op het aanwezige habitat (beschutting van bomen en struiken, maar ook open ruimtes), gebruikt kunnen worden door soorten als gewone dwergvleermuis, laatvlieger en gewone grootoorvleermuis om te foerageren. Verder kunnen op de locatie algemeen voorkomende grondgebonden zoogdieren als egel, konijn en mol worden aangetroffen. Op de locatie kunnen tevens algemene amfibieënsoorten als bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander. Verder kan op de locatie een licht beschermde plantensoort als brede wespenorchis of grote kaardenbol voorkomen. Voor de overige soorten uit de verschillende soortgroepen vormen de deellocaties geen geschikt habitat of zijn deze op grond van bekende verspreidingsgegevens of het ontbreken van verblijfsindicaties niet te verwachten.

Page 42: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

36

Gemeente Baarle-Nassau

Beplanting en snoeiafval worden buiten het broedseizoen worden verwijderd, waardoor er geen overtredingen van de Flora- en faunawet plaatsvinden met betrekking tot ‘algemene’ broedvogels. In het kader van de algemene zorgplicht wordt er bij het verwijderen van beplanting en snoeiafval tevens rekening gehouden met de aanwezigheid van algemene soorten als konijn, egel, kleine watersalamander, gewone pad en bruine kikker. Aanwezige dieren krijgen de gelegenheid krijgen om veilig uit zichzelf weg te komen. In het uiterste geval worden aanwezige dieren zorgvuldig verplaatst naar een geschikte locatie buiten de ingreep. De EHS zal niet worden aangetast door de herbestemming van de uitbreidingslocatie. Externe werking op overige beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is niet aan de orde.

Conclusie Nader onderzoek naar het voorkomen van verschillende soortgroepen binnen de huidige uitbreidingslocatie is niet noodzakelijk. Geconcludeerd kan worden dat het aspect flora- en fauna geen belemmering vormt voor het onderhavige plangebied.

5.6 Akoestiek

Wegverkeerslawaai Toetsingskader Ingevolge artikel 74 Wgh (Wet geluidhinder) zijn in principe alle wegen gezoneerd. Uitzondering op deze regel zijn wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt en woonerven. Voor gezoneerde wegen geldt een grenswaarde van 48 dB. Om te bepalen of er een ontheffing met betrekking tot wegverkeerslawaai nodig is moet er gekeken worden naar een tweetal mogelijke bronnen van verkeerslawaai; 1. de wegen rondom het plangebied; 2. de aan te leggen wegen binnen het plangebied. Op grond van artikel 74 eerste lid van de Wet geluidhinder bevindt zich aan weerszijden van wegen een zone, waarbinnen een akoestisch onderzoek noodzakelijk is naar de geluidsbelasting op gevels van woningen vanwege de weg. Beoordeling Recreatiewoningen zijn niet aangemerkt als zijnde geluidsgevoelig object, in tegenstelling tot woningen die permanent worden bewoond. Derhalve hoeft niet getoetst te worden aan de Wet geluidhinder. Conclusie Het aspect wegverkeerslawaai vormt geen belemmering voor het onderhavige initiatief.

5.7 Bedrijven en milieuzonering

Milieuhinder Toetsingskader Door het aanbrengen van een zone tussen bedrijvigheid en milieugevoelige bestemmingen (zoals woningbouw) kan de overlast ten gevolge van bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden worden. Zonering is met name van toepassing bij nieuwbouw van woningen en andere gevoelige functies in de directe omgeving van een bedrijf en bij vestiging van een nieuw

Page 43: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 37

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

bedrijf in de directe omgeving van gevoelige bestemmingen. Op basis van de VNG-brochure 'Bedrijven en Milieuzonering 2009' (hierna: VNG-brochure) wordt onder milieugevoelige functies verstaan: woningen, woongebieden, ziekenhuizen, scholen en verblijfsrecreatie. Sommige functies kunnen zowel milieubelastend als milieugevoelig zijn (bijvoorbeeld ziekenhuizen en scholen).

Beoordeling Uit het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied 2008” van de gemeente Baarle-Nassau alsmede na raadpleging van andere relevante openbare informatiebronnen blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen bedrijven (tevens België) zijn gevestigd die een (wettelijke) hindercontour hebben die tot in het onderhavige plangebied reikt. Gesteld kan worden dat er ten aanzien van bedrijven en milieuzonering een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.

Conclusie Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor het onderhavige initiatief. Geurhinder Toetsingskader Voor veehouderijen is het beleid ten aanzien van het aspect geur vastgelegd in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) die op 1 januari 2007 in werking is getreden. Bij nieuwe planologische projecten in het kader van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden gekeken naar de aanvaardbaarheid van deze plannen in verband met omliggende geurbronnen, de zogenaamde omgekeerde werking. In de wet zijn normen bepaald die de maximale geurbelasting op een gevoelig object bepalen. Als de geuremissie van een dier niet bekend is (geen geuremissiefactoren vastgesteld), stelt de wet minimumafstanden tussen veehouderij en geurgevoelig object. Als die geuremissie wel bekend is, dan moet de geurbelasting worden berekend met contouren. De emissie van geurstoffen uit een veehouderijbedrijf wordt uitgedrukt in geureenheden (OUÅ of OUÅ/S). Hiervoor zijn emissiefactoren vastgelegd in de Regeling geurhinder en veehouderij. De berekende geurbelasting wordt getoetst aan de norm (de maximale belasting die het bedrijf mag veroorzaken). Gemeenten mogen, binnen bepaalde bandbreedten, van deze wettelijke normen afwijken als er een gebiedsvisie is opgesteld en een geurverordening is vastgesteld. Beoordeling De meest dichtbij gelegen veehouderijen met een geurcirkel zijn gelegen aan de Liefkenshoek. Deze veehouderijen hebben geen geurcontour die over het plangebied valt. Aan bedrijven die in België zijn gelegen hoeft in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij niet te worden getoetst. Conclusie Het aspect geur vormt geen belemmering voor de onderhavige ontwikkeling.

Page 44: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

38

Gemeente Baarle-Nassau

5.8 Externe veiligheid

Wettelijk toetsingskader Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van degenen die niet bij de risicovolle activiteit zelf zijn betrokken, maar als gevolg van die activiteit wel risico's kunnen lopen, zoals bijvoorbeeld omwonenden. Bij ruimtelijke plannen dient aandacht te worden besteed aan de vraag of er risicovolle activiteiten in en/of nabij het plangebied aanwezig zijn c.q. komen en zo ja, of er sprake is van een toelaatbaar risico. Het veiligheidsbeleid in Nederland is gebaseerd op een tweetal begrippen, het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat, één persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats langs een transportroute of nabij een inrichting verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met het vervoer, de opslag en/of de handeling van gevaarlijke stoffen. Daarbij is de omvang van het risico een functie van de afstand waarbij geldt: hoe groter de afstand, des te kleiner het risico. De risico’s worden weergegeven in PR risicocontouren. Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportroute of een inrichting voor handelingen met gevaarlijke stoffen in één keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval. In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico geldt voor het groepsrisico geen grenswaarde maar een oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde kan gezien worden als een streefwaarde en heeft geen juridische status. Het overschrijden van de oriëntatiewaarde is mogelijk mits dit in de besluitvorming door het bevoegd gezag gemotiveerd wordt middels een verantwoordingsverplichting. Het beleid inzake externe veiligheid is gericht op de beheersing van risico’s voor de omgeving met betrekking tot: 1. het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen); 2. het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, waterwegen, wegen en spoorwegen); 3. het gebruik van luchthavens. Ad. 1 Inrichtingen In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) zijn milieukwaliteitseisen op het gebied van externe veiligheid geformuleerd. Dit besluit heeft tot doel de risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Ad. 2 Transport Het vervoer van gevaarlijke stoffen leidt tot risico's voor de omgeving. Er is daarom beleid opgesteld om te komen tot een afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving. Dit beleidskader wordt momenteel gevormd door de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (cRvgs van 22 december 2009) en de Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (nota Rnvgs). De circulaire is een operationalisering en verduidelijking van het beleid uit de nota. In 2006 is de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) uitgebracht waarin een beleidsvernieuwing op het thema vervoer van gevaarlijke stoffen is gepresenteerd als uitwerking van de Nota Mobiliteit. Het nieuwe beleid is onder andere gericht op het verminderen van de spanning tussen belangen op het gebied van veiligheid, ruimtelijke ontwikkeling en vervoer. Die

Page 45: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 39

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

vermindering moet plaatsvinden door het wettelijk vastleggen van een Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. Op het Basisnet wordt een gebruiksruimte voor het vervoer vastgesteld en langs het Basisnet worden veiligheidszones vastgelegd (ruimtelijke ordening). In het Basisnet worden de rijkswegen opgenomen. Per 1 januari 2011 vigeert tevens het “Besluit externe veiligheid buisleidingen” (Bevb). Bij het vaststellen van de externe veiligheidscontouren rondom buisleidingen zijn twee waarden van belang, het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen stelt op basis van deze twee risico’s een basisveiligheidsniveau vast. Ad. 3 Luchthavens Vastgesteld dient te worden of bebouwing in het plangebied gelegen is binnen verstoringszones van vliegvelden.

Uitsnede risicokaart externe veiligheid.. Het plangebied is blauw omkaderd. Bron: provincie Noord-Brabant

Page 46: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

40

Gemeente Baarle-Nassau

Beoordeling Om eventuele belemmeringen op het gebied van externe veiligheid in beeld te brengen is de Brabantse risicokaart geraadpleegd. De kaart wordt door de provincie Noord-Brabant en al haar gemeenten gebruikt om informatie te verschaffen over risico's in Noord-Brabant. Ten aanzien van het deelaspect inrichtingen kan geconcludeerd worden dat in de omgeving van het plangebied één inrichting aanwezig is. Deze inrichting betreft het bestaande en naastgelegen Recreatiepark De Kievit. Op het park is een ondergrondse c.q. ingeterpte opslagtank van 50 m³ aanwezig ten behoeve van de opslag van propaan of ander vloeibaar gemaakt brandbaar gas. Ten aanzien van deze tank is geen PR 10-6 contour bekend. Op basis van de generieke benadering wordt rekening gehouden met een PR van ca. 45 meter. Het onderhavige plangebied is op circa 480 meter van de tank gelegen. Geconcludeerd kan worden dat deze tank geen belemmering vormt voor de onderhavige ontwikkeling. Daarnaast is op het terrein een tank van 1000 liter chloorbleekloog aanwezig. Deze heeft geen PR 10-6 contour en vormt geen belemmering voor de onderhavige ontwikkeling. Een gedeelte van het bestaande recreatiepark is gelegen in gemengd bos van loof- en naaldhout. Hier bestaat risico voor natuurbranden. Het onderhavige plangebied is op afstand gelegen van het bosgebied van De Kievit, waardoor er geen risico bestaat voor natuurbrand. Ten aanzien van het deelaspect transport kan worden geconcludeerd dat er geen transportroutes in de omgeving zijn die een belemmering vormen. Ook is het plangebied niet gelegen nabij buisleidingen. Tenslotte kan ten aanzien van het deelaspect luchthavens geconcludeerd worden dat het plangebied niet gelegen is in een radarverstoringsgebied. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de onderhavige ontwikkeling.

5.9 Kabels en leidingen

Ter plaatse van het plangebied zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig. Indien nodig zal in een later stadium van onderhavig project een KLIC-melding worden uitgevoerd.

5.10 Luchtkwaliteit

Toetsingskader In het kader van een planologische procedure dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor wat betreft luchtkwaliteit. Hierbij dient het effect op de luchtkwaliteit in de omgeving als gevolg van een nieuwe ontwikkeling, als ook de toetsing aan de Wet luchtkwaliteit in beeld te worden gebracht.

De Wet luchtkwaliteit maakt onderdeel uit van de Wet milieubeheer en bevat grenswaarden voor luchtkwaliteit. Conform de richtlijn van de EU gelden de grenswaarden voor de buitenlucht voor het gehele grondgebied van de lidstaten, met uitzondering van de werkplek. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn vastgelegd in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen (mr) die gelijktijdig met de Wet luchtkwaliteit in werking treden.

Page 47: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 41

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

De luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor een ruimtelijke ontwikkeling als: - er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; - een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; - een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging; - een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL

(Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit). In de Algemene Maatregel van Bestuur ‘Niet in betekenende mate’ (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd, die betrekking hebben op het begrip NIBM. De EU heeft medio 2009 derogatie verleend waarmee het NSL inwerking is getreden. De NIBM norm is daarbij opgeschoven naar 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. De norm voor fijnstof (PM10) moet in 2011 gehaald zijn en de norm voor NO2 uiterlijk 1 januari 2015.

In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, infrastructuur, kantoor- en woningbouwlocaties en activiteiten of handelingen) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Ook indien aannemelijk gemaakt kan worden dat een gepland project NIBM bijdraagt, kan toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege blijven. De wettelijke ondergrens voor onderzoek bedraagt de bouw van 1500 woningen. Beoordeling Onderhavige ontwikkeling betreft de bouw van 65 recreatiewoningen. Gesteld kan worden dat dit plan in verhouding tot de wettelijke ondergrens voor onderzoek, gelegen op de bouw van 1500 woningen, niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan het verslechteren van de luchtkwaliteit. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de onderhavige ontwikkeling.

Page 48: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

42

Gemeente Baarle-Nassau

Page 49: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 43

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

6 JURIDISCHE PLANTOELICHTING

6.1 Algemene opzet

Dit hoofdstuk bespreekt de wijze waarop het ruimtelijk en functioneel beleid voor het plangebied in het bestemmingsplan is vertaald. Bij het opstellen van de juridische regeling heeft het uitgangspunt centraal gestaan dat er een regeling geboden wordt die de ontwikkeling van het plangebied mogelijk maakt.

6.2 Opbouw van het bestemmingsplan

Het bestemmingsplan bestaat uit (bestemmings)planregels en een verbeelding, vergezeld van een toelichting. De planregels en de verbeelding vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De planregels zijn zodanig opgesteld dat wordt aangesloten bij het bestemmingsplan “Buitengebied 2008” van de gemeente Baarle-Nassau en de specifiek daarin opgenomen wijzigingsregels voor het onderhavige gebied. De verbeelding heeft de rol van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding omvat de gronden die voor de ontwikkeling van het plan van belang zijn. De keuze van de bestemmingen en de situering van de bestemmingsvlakken is gebaseerd op de huidige ruimtelijke situatie en de gewenste functies. Voorts sluit de opzet van de verbeelding aan op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008).

De bestemmingsplanregels regelen hoe de betreffende gronden mogen worden gebruikt en bebouwd. De bestemmingen zijn zo opgenomen dat voldoende rechtszekerheid bestaat voor omwonenden en andere gebruikers van het gebied en de omliggende gebieden.

De bestemmingsplanregels bestaan uit vier hoofdstukken, te weten: - inleidende regels; - bestemmingsregels; - algemene regels; - overgangs- en slotregels. In de toelichting wordt gemotiveerd waarom sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Ondanks het feit dat de toelichting geen onderdeel uitmaakt van het juridisch plangedeelte, fungeert de toelichting wel als interpretatiekader voor de uitleg van de regels, indien hierover interpretatieverschillen blijken te bestaan.

6.3 Bestemmingsplanregels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Begrippen In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Page 50: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

44

Gemeente Baarle-Nassau

Wijze van meten In dit artikel wordt aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Dit hoofdstuk omvat de op de afzonderlijke bestemming gerichte regels en omvat bij onderhavig bestemmingsplan de volgende artikelen: Groen Ten behoeve van de landschappelijke inpassing, zoals noodzakelijk conform de provinciale Verordening ruimte 2012 en het bestemmingsplan voor het buitengebied, is de noordoostelijke, zuidoostelijke en zuidwestelijke rand van het plangebied bestemd met een groenbestemming. Binnen deze bestemming zijn de gronden bestemd voor groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen. Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen worden opgericht. Natuur Deze bestemming is toegekend aan de gronden ter compensatie als gevolg van de illegale houtkap. Hiermee wordt voldaan aan de bepaling van artikel 14.5.2 onder h van het vigerend bestemmingsplan “Buitengebied 2008”. Voor de gronden is aanvullend een natuurcompensatieplan opgesteld. Met dit plan wordt aangegeven hoe ter plaatse natuurwaarden ontwikkeld worden. Tevens dienen deze waarden behouden en daar waar nodig hersteld te kunnen worden. Hiervoor is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en van werkzaamheden. Recreatie - Verblijfsrecreatie De bestemming ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie’ is toegekend aan het gehele plangebied, behalve de noordoostelijke, zuidoostelijke en zuidwestelijke rand daarvan. Binnen de bestemming worden de verblijfsrecreatieve functies gerealiseerd. Tot de toegelaten functies behoren bedrijfsmatig geëxploiteerde verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van maximaal 65 recreatiewoningen, speelvoorzieningen, wateberging en wegen en paden. Tot de toegelaten bebouwing behoren gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde. Ten aanzien van de bebouwing zijn maatvoeringseisen opgenomen betreffende bebouwingspercentage, bouw- en goothoogte en afstanden tot perceelsgrenzen. Waarde - Archeologie Ter bescherming van de potentieel aanwezige archeologische waarden in het plangebied is een dubbelbestemming Waarde – Archeologie opgenomen in de bestemmingsplanregels. In de regels is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen ten aanzien van het roeren van de grond voor werkzaamheden.

Het stramien voor de bestemmingsplanregels is vastgelegd in de SVBP 2008. De regels van een bestemming worden als volgt opgebouwd en benoemd: - bestemmingsomschrijving; - bouwregels; - nadere eisen; - afwijken van de bouwregels;

Page 51: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 45

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

- specifieke gebruiksregels; - afwijken van de gebruiksregels; - omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van

werkzaamheden; - omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk; - wijzigingsbevoegdheid;

Duidelijk zal zijn dat een bestemmingsregel niet alle elementen hoeft te bevatten. Dit kan per bestemming verschillen. Hoofdstuk 3 Algemene regels Dit hoofdstuk omvat zes artikelen: Anti-dubbeltelbepaling Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een omgevingsvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Algemene bouwregels In de algemene bouwregels is bepaald dat het verboden is om enig terrein of bouwperceel zo te bebouwen dat daardoor op een aangrenzend terrein een toestand zou ontstaan die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen. Algemene gebruiksregels In dit artikel zijn de algemeen geldende regels opgenomen ten aanzien van verboden gebruik ten aanzien van onbebouwde gronden en gebouwen. Algemene afwijkingsregels In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsregels opgenomen. Deze afwijkingen betreffen het bouwen van gebouwtjes van openbaar nut, en het oprichten van kunstwerken, masten en antennes tot een bepaalde bouwhoogte. Algemene wijzigingsregels In dit artikel zijn algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor het bevoegd gezag om het bouwen van gebouwtjes van openbaar nut, het overschrijden van bebouwingsgrenzen, beperkte verschuivingen van de bestemmingsgrenzen mogelijk te maken. Algemene procedureregels In dit artikel zijn de algemeen geldende procedureregels opgenomen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Dit artikel betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor wordt verkleind. Daarnaast zijn overgangsregels opgenomen ten aanzien van het bouwen. Een bouwwerk dat afwijkt van de bouwregels van het

Page 52: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

46

Gemeente Baarle-Nassau

bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, of na een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd. De afwijking mag daarbij naar aard en omvang niet worden vergroot. Daarvan mag eenmalig bij een omgevingsvergunning worden afgeweken tot maximaal 10% van de inhoud van het bouwwerk. Het overgangsrecht is niet van toepassing op bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorgaande geldende bestemmingsplan. Slotregel De regels kunnen worden aangehaald onder de naam: Regels van het bestemmingsplan ‘Uitbreiding Recreatiepark De Kievit’.

Page 53: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

02483.007bp12 47

Toelichting bestemmingsplan “Uitbreiding Recreatiepark De Kievit”

7 UITVOERBAARHEID

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ten eerste de economische uitvoerbaarheid beschreven. Vervolgens komt het aspect handhaving aan bod en tot slot de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

7.2 Economische uitvoerbaarheid

Toetsingskader De Wet ruimtelijke ordening maakt het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in een bestemmingsplan, een wijziging van een bestemmingsplan, een projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is staan in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit betreft onder meer plannen voor de bouw van een of meer woningen en de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen. Bovendien is een exploitatieplan nodig als locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningcategorieën) gesteld moeten worden en/of het bepalen van een tijdvak of fasering noodzakelijk is. Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de kosten van grondexploitatie anderszins verzekerd is en er geen fasering of tijdvak behoeft te worden vastgelegd én geen locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningbouwcategorieën) hoeven te worden vastgesteld.. Beoordeling en conclusie Voor de realisatie van het plan hoeft door de gemeente geen investering gedaan te worden. De ontwikkelingskosten worden geheel door de initiatiefnemer gedragen. De gemeente Baarle-Nassau sluit met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst af, waarin de verantwoordelijkheid voor gemaakte kosten wordt vastgelegd alsmede de vergoeding door de initiatiefnemer van eventuele gegronde planschadeverzoeken. Hierbij dient vermeld te worden, dat de gemeente alleen medewerking verleend aan het initiatief, als de exploitatiekosten van het initiatief voor de gemeente niet negatief zijn. De exploitatie is op deze manier anderszins verzekerd.

7.3 Handhaving

Een belangrijk aspect in de uitvoering van het bestemmingsplan is van juridische aard. Het gaat hierbij om de handhaving en het toezicht op de naleving van het bestemmingsplan. Deze handhaving is van cruciaal belang om de in het plan opgenomen ruimtelijke kwaliteiten te kunnen bewaren. Daarnaast is handhaving van belang uit het oogpunt van rechtszekerheid. Alle gebruikers dienen door de gemeente op een zelfde wijze aan het plan te worden gehouden. Met deze oogmerken is in het plan gestreefd naar een eenvoud van in het bijzonder de bestemmingsplanregels van het plan. Door de toegankelijkheid en de leesbaarheid daarvan worden de mogelijkheden om toe te zien op de naleving vergroot. In januari 2010 heeft de gemeenteraad van Baarle-Nassau de ‘‘Beleidsnota integrale handhaving’’ vastgesteld. Deze nota vormt het beleidskader voor het gemeentelijke handhavend optreden tegen overtredingen met

Page 54: Gemeente Baarle-Nassau · De bebouwingsstructuur van de omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. In zuidelijke richting bevinden zich op Belgisch grondgebied

48

Gemeente Baarle-Nassau

betrekking tot onder andere ruimtelijke regelgeving en bouwregelgeving (bouwen zonder of in afwijking van omgevingsvergunning).

7.4 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het bestemmingsplanproces bestaan diverse mogelijkheden tot communicatie. De voor dit voorliggende bestemmingsplan relevante communicatie wordt in dit hoofdstuk belicht. Vooroverleg Vóór het opstarten van de procedure wordt dit bestemmingsplan ter vooroverleg opgestuurd naar het Waterschap en de provincie Noord-Brabant. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft laten weten dat wanneer geen nationaal belang gemoeid is, er geen vooroverleg gevoerd hoeft te worden. In dit geval is er inderdaad, zoals bij het beleidskader beschreven, geen nationaal belang gemoeid. --PM-- Zienswijzen --PM--