21
TM70 JOYSTICKS V23 (01/07) IKUSI reserves the right to modify this information without prior notification.. GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING TM70 JOYSTICKMODEL

GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (01/07) IKUSI reserves the right to modify this information without prior notification..

GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING

TM70

JOYSTICKMODEL

Page 2: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (01/07)

I N DEX

Blz.

1.- VERKLARING VAN GELIJKVORMIGHEID ......................................................................................................1

2.- SYSTEEMBESCHRIJVING .....................................................................................................................................2

3.- VOORZORGSMAATREGELEN .............................................................................................................................3 3.1.- WAT MOET JE DOEN ..........................................................................................................................................3 3.2.- WAT JE NIET MAG DOEN ..................................................................................................................................3 3.3.- NOTA.....................................................................................................................................................................4

4.- INSTALLATIE ...........................................................................................................................................................5 4.1.- DE BATTERIJLADER CB60 .......................................................................................................................................5 4.2.- ONTVANGER .......................................................................................................................................................6 4.3.- OPSTARTEN.........................................................................................................................................................8

5.- GEBRUIK..................................................................................................................................................................11

6.- ONDERHOUD .........................................................................................................................................................13 6.1.- GARANTIE .........................................................................................................................................................13 6.2.- VOORZORGEN ..................................................................................................................................................14 6.3.- STORINGSONDERZOEK ..................................................................................................................................15 6.4.- ONDERDELENLIJST .........................................................................................................................................17

BIJLAGE A: PROGRAMMEREN VAN EEN RESERVEZENDER. ......................................................................18

BIJLAGE B: PROGRAMMEREN VAN MACHINE-IDENDIFICATIE OP ZENDERS MET DISPLAY .........19

Figuren

Figure 1. Batterijlader CB60 ..............................................................................................................................................5 Figure 2. Ontvanger, optioneel met kit externe antenne en verlengkabel. .........................................................................6 Figure 3. Ontvangerbord ....................................................................................................................................................7 Figure 4. Indicatie-LEDs in de ontvanger. .........................................................................................................................8 Figure 5. Bedieningen en indicatoren op zender ................................................................................................................9

Page 3: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 1

1.- VERKLARING VAN GELIJKVORMIGHEID

DECLARACION DE CONFORMIDAD

CONFORMITY DECLARATION KONFORMITÄTSERKLÄRUNG

DECLARATION DE CONFORMITE DICHIARAZIONE DI CONFORMITA'

DECLARAÇAO DE CONFORMIDADE VERKLARING VAN GELIJKVORMIGHEID

El Fabricante The Manufacturer

Der Hersteller Le Fabricant

Il Fabbricante O Fabricante De Fabrikant

ANGEL IGLESIAS, S.A. Paseo Miramón 170 SAN SEBASTIAN - SPAIN NIF: A-20-036.018 Tel : (+34) 943 448800 Fax: (+34) 943 448819

Declara que el producto: Telemando IKUSI Declares that the product: Remote Control IKUSI

Erklärt, dass das Produkt: Funkfernsteuerung IKUSI Déclare que le produit: Télécommande IKUSI Dichiara che il prodotto: Radiocomando IKUSI Declara que o produto: Radiocomando IKUSI

Verklaart dat het product: Radiobesturing IKUSI

TM70/3, TM70/5, TM70/7 TM70/3, TM70/5, TM70/7

Cumple con las Directivas de Consejo:

Complies with the provisions of Council: Erfüllt die Richtlinien des Rates:

Accompli les Directives du Conseil: E´conforme alle Direttive del Consiglio:

Cumpre as Directivas del Consello: Conform is met de richtlijnen van de Raad:

98/37 EC MACHINARY 99/5 EC R&TTE

Normas armonizadas utilizadas: Applied harmonized standards:

Angewendete harmonisierte Normen: Normes harmonisées utilisées:

Norme armonizate utilizzate: Normas armonizadas utilizadas:

Volgens geharmoniseerde normen:

ETSI EN 300220 ETS EN 301489-3 EN 55022 EN 61000-4-2 EN 61000-4-3 EN 61000-4-4 EN 61000-4-5 EN 61000-4-6 EN 61000-4-11

EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 EN 60950-1 EN 50178 EN 60204-32 EN 60529 EN 13557 PrEN 12077-1

San Sebastián, 01/06/05 Susana Surutusa

Quality Dpt.

Page 4: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 2

2.- SYSTEEMBESCHRIJVING

De sticksuitvoeringen van de radiografische besturingen TM70/3, TM70/4, TM70/5, TM70/6, TM70/7 en TM70/8, zijn ontworpen voor het op afstand bedienen van alle elektrisch of electrohydraulisch gestuurde machines voor hijswerktuigen en goederenbehandeling, (rolbruggen, bouwkranen, hydraulische kranen, betonpompen, voertuigen zonder bestuurder, enz..). Zij zijn uitermate geschikt voor toepassingen waarbij de operator van op een zekere afstand of van op een welbepaalde plaats het toestel moet besturen.

De radiosturing bevat een zender voor de selectie van de bedieningen en een ontvanger voor de aansluiting op de machine. Verder bestaat ze uit een batterijlader en twee oplaadbare batterijen.

De voornaamste specificaties zijn de volgende : System TM70

Frequentieband 869,700 a 870,000 MHz; ERP <5mW Optioneel: 433,050 a 434,040 MHz; ERP <1mW 434.040 a 434.790 MHz; ERP <10mW 902.0 a 928.0 MHz; ERP <1mW Responstijd 100 ms Temperatuur -20º a +65ºC

Zenders T70/3, T70/4, T70/5, T70/6, T70/7 y T70/8

Beschermingsgraad IP65 Ontvangers R70/13, R70/21, R70/29 en R70/36, R70/13A4V, R70/13A6V, R70/13A8V, R70/13A4I, R70/13A6I en R70/13A8I

Voedingsspanning 48, 115, 230 Vac ± 10%, 50/60 Hz Optioneel 12 of 24 Vdc Verbruik 20 W Relais 230 Vca/8 A STOP-relais 230 Vca/6 A Beschermingsgraad IP55 Veiligheid Klasse II (EN50178)

Batterijlader CB60

Voeding 230 Vac ± 10%, 50 Hz; optioneel 115 Vca, 60 Hz; 24 Vdc; 12 Vdc

Batterijen: BT20K BT12

Spanning 4,8 V 7,2 V Capaciteit 2000 mAh NiMH 1300 mAh NiMH Oplaadtemperatuur 0º a 45ºC 0º a 45ºC Ontlaadtemperatuur -20º a 50ºC -20º a 50ºC Autonomie 12 a 18h 8 a 12 h

Page 5: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 3

3.- VOORZORGSMAATREGELEN

Wij raden u ten stelligste aan volgende richtlijnen aandachtig te lezen en strikt op te volgen. Ze stellen u in staat om optimaal de toestellen te installeren, te onderhouden en verkeerd gebruik te vermijden.

Deze radiobesturing mag niet gebruikt worden op machines voor het hijsen van personen of in potentieel explosieve omgevingen.

Alle gebruik van de radiobesturing dat afwijkt van wat gespecifieerd is in deze handleiding, kan gevaren inhouden. U moet dus de volgende richtlijnen strikt volgen.

3.1.- WAT MOET JE DOEN

� De instructies voor indienststelling uit deze handleiding strikt volgen. � Er zeker van zijn dat de installatie uitgevoerd wordt door gevormd en bekwaam

personeel. � De veiligheidsvoorschriften eigen aan de werkplaats naleven, en ook de geldende

veiligheidsnormen. � De handleiding steeds ter beschikking stellen van de gebruiker en van de

onderhoudsverantwoordelijke. � De zender buiten bereik bewaren van niet bevoegd personeel. � De sleutel wegnemen wanneer de zender niet gebruikt wordt. � Bij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

van de machine nagaan. � Bij iedere onregelmatigheid onmiddellijk de noodstop indrukken. � Voor het geval er meerdere installaties op een zelfde locatie aanwezig zijn, er zich van

vergewissen dat de zender behoort bij de machine die men wil bedienen. � Periodiek onderhoud laten uitvoeren door bevoegd personeel. � Bij herstellingen enkel onderdelen geleverd door de fabrikant gebruiken.

3.2.- WAT JE NIET MAG DOEN

� Nooit wijzigingen aan de besturing aanbrengen zonder voorafgaandelijke studie en akkoord van de fabrikant.

� Het toestel nooit gebruiken met een andere voedingsspanning dan deze waarvoor ze voorzien is.

� Het toestel nooit laten gebruiken door niet bevoegde personen. � Na gebruik, de zender niet achterlaten zonder de sleutel uit te nemen of de noodstop in

te drukken, om ongewenste bewegingen te vermijden. � Het toestel niet gebruiken zonder voldoende zicht. � Het toestel onderwerpen aan schokken. � Het toestel niet gebruiken wanneer het niet goed zou werken.

Page 6: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 4

3.3.- NOTA

Wijzigingen die niet expliciet goedgekeurd zijn door de fabrikant kunnen de toelating voor het gebruik van dit apparaat ongeldig maken. Om te blijven voldoen aan de FCC-richtlijnen inzake RF-blootstelling, mag dit apparaat en zijn antenne niet geplaatst worden naast, of in conjunctie werken met elk andere antenne of zender.

Dit apparaat is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van Klasse A, conform Deel 15 van de FCC-regels. Deze grenswaarden dienen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een commerciële omgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan ook hoogfrequente energie uitstralen. Indien de apparatuur niet in overeenstemming met de instructiehandleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot schadelijke storingen van radiocommunicatie. Gebruik van deze apparatuur in een huiselijke omgeving veroorzaakt hoogstwaarschijnlijk schadelijke storing, in welk geval de gebruiker verplicht is de storing op eigen kosten te verhelpen.

Page 7: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 5

4.- INSTALLATIE

4.1.- DE BATTERIJLADER CB60

De batterijlader CB60 bevat 2 batterijen van het type BT06, BT12, BT06K en BT20K tegelijkertijd laden.

Sluit de lader aan op het voedingsnet met behulp van het meegeleverde voedingsblok: De centrale rode LED geeft aan dat er de voedingspanning aanwezig is.

Men dient er rekening mee te houden dat het laden moet gebeuren bij temperaturen hoger dan 5°C, en dat de voedingsspanning gedurende de nacht aangesloten blijft.

Men moet ook vermijden dat de lader blootgesteld wordt aan felle zonnestralen of zich op een plaats bevindt waar de temperatuur hoger dan 45°C is, omdat dan de batterijen niet volledig kunnen geladen worden.

Figure 1. Batterijlader CB60

De batterijen in de lader steken; de lampjes zullen oplichten, wat betekent dat de batterijen opgeladen worden. Een volledige oplaadcyclus neemt 12 uren in beslag. Daarna mogen de batterijen nog onbeperkt in de lader blijven.

De capaciteit van de batterijen vermindert met het gebruik. De levensduur is geschat op 500 laadcycli, maar hangt in grote mate af van het gebruik, vanwaar volgende aanbevelingen: � Batterijen herladen als deze volledig leeg zijn. De zender geeft aan wanneer het

zover is. � De batterijen laden bij een temperatuur tussen 0º en 45ºC. � Laad de batterijen minstens 1 keer om de 6 maanden � Kortsluiting tussen de contacten van de batterij vermijden. Geladen batterijen niet

transporteren in werkbakken of in een gesloten ruimte waarin zich andere metalen voorwerpen bevinden (sleutels, geldstukken, enz.).

� De contacten rein houden. � De batterijen en de batterijlader niet in de buurt zetten van of boven een radiator

of andere warmtebronnen of in een omgeving met direct zonlicht.

Gebruik enkel batterijen van IKUSI. Versleten batterijen moeten gerecycleerd worden in overeenstemming met de lokale wetgeving.

Page 8: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 6

4.2.- ONTVANGER

Zet de machine volledig uit tijdens de montage, ontruim het werkgebied en gebruik alle veiligheidsmiddelen. In geval van montage op een kraan of rolbrug, stop deze en plaats stootbuffers (of in geval dit niet kan, aangepaste signalisatie), op een gepaste afstand om botsingen met andere kranen of rolbruggen te vermijden. Controleer de voedingsspanning en zet daarna de hoofdschakelaar af. Onthoud dat de schakelkringen van de ontvanger onder spanning kunnen zijn (bv externe stuurspanning). Het uitschakelen van de voeding alleen is geen garantie van afwezigheid van spanning in de ontvanger!

Zoek een geschikte plaats voor de ontvanger, gemakkelijk bereikbaar en open om de ontvangst ter vergemakkelijken en verwijderd van onderdelen die sterke elektrische storingen kunnen genereren. Zet de ontvangerkast vast met 4 trillingsbuffers (M8) en met de kabeluitgang langs onder.

Figure 2. Ontvanger, optioneel met kit externe antenne en verlengkabel.

Indien nodig, kan men de signaalontvangst verbeteren mbv een kit met externe antenne en verlengkabel. Deze kit is enkel van toepassing voor niet-zendende ontvangers (radiofeedback).

Page 9: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 7

De aansluiting van de voedingsspanning en de uitgangsrelais uitvoeren op de overeenkomstige klemmen van de print met relais. Gebruik hiervoor het schema dat meegeleverd wordt met de besturing en die het verband weergeeft tussen de bedieningen op de zender en de uitgangsrelais.

De veiligheidsrelais STOP (K15 en K16) staan in serie en moeten verbonden worden met de hoofdcontactor.

De relais K2/START trekt aan bij het indrukken van de startknop.

De relais K1/SAFETY is voorzien voor toepassingen waarbij een extra veiligheidsuitgang verplicht of aangewezen is voor bepaalde actieve bevelen die bewegingen tot gevolg hebben.

Figure 3. Ontvangerbord

Vergeet de aansluiting van de aarding niet. Gebruik steeds kabels die aan de normen voldoen. Kies de geschikte voedingspanning in de ontvanger (230,115 of 48Vac)

Page 10: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 8

4.3.- OPSTARTEN

Opgelet; het is mogelijk dat een verkeerde aansluiting onvoorziene bewegingen veroorzaakt bij het opstarten.

Wanneer de ontvanger aangesloten is, kijk de aansturing van de relais na terwijl het vermogen van de motoren uitgeschakeld is, (bijvoorbeeld door de vermogenzekeringen uit te zetten) en zet de ontvanger onder spanning. Volgende LEDs moeten hierbij oplichten:

POWER: AAN; geeft aan dat de voedingsspanning goed is.

HARDOK: AAN; geeft aan dat er geen fouten zijn gedetecteerd in de ontvanger.

SIGNAL: UIT als alle radiokanalen vrij zijn. Knippert als er radiosignalen zijn binnen de beschikbare kanalen

DATA: UIT als geen andere TM70-systemen aanwezig zijn binnen de omgeving. Knippert in het ander geval

ID: UIT

CAN_RUN: AAN, geeft aan dat de CAN-communicatie met uitbreidingsprinten OK is.

CAN_ERR: UIT

Figure 4. Indicatie-LEDs in de ontvanger.

Hierbij is de ontvanger in STAND-BY-mode

Page 11: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 9

1. Label voor kraanidentificatie. Optioneel: LCD-Display

2. LED.

3. Bedieningselementen

4. Contactsleutel.

5. Startknop.

6. STOP-knop.

7. Optie:Gebieds- beperking.

Figure 5. Bedieningen en indicatoren op zender

Vervolgens activeer de zender naar OPERATIONELE mode als volgt:

� Plaats een geladen batterij in de zender.

� Draai het sleutelcontact op “1”.

� Druk en trek de STOP-knop. Hierbij zal de LED kortstondig oranje-groen knipperen. Indien de zender uitgerust is met een display dan zal de machine-identificatie alsook de batterijtoestand verschijnen.

� Druk op de START-knop. Hierbij zal de indicatie-LED continu groen moeten branden, wat aangeeft dat de zender operationeel is.

De ontvanger zal hierbij het signaal van de zender ontvangen en overgaan naar de operationele mode. Volgende LEDs moeten hierbij oplichten op de ontvanger:

POWER: AAN; geeft aan dat de voedingsspanning goed is.

HARDOK: AAN; geeft aan dat er geen fouten zijn gedetecteerd in de ontvanger.

SIGNAL: AAN, geeft aan dat de ontvanger radiosignalen ontvangt op de werkfrequentie van het systeem.

DATA: AAN als data ontvangen wordt met een correct IKUSI-formaat

ID: AAN als de ontvanger de correct identificatiecode ontvangt van de zender

CAN_RUN: AAN, geeft aan dat de CAN-communicatie met uitbreidingsprinten OK is.

CAN_ERR: UIT

Page 12: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 10

Hierbij zullen de veiligheidsrelais STOP (KSTOP1 en KSTOP2) geactiveerd worden. De relais K2/START zal ook geactiveerd worden zolang de startknop ingedrukt blijft.

Bij het bedienen van een functieknop zullen de overeenkomstige relais geactiveerd worden. Indien de functie een actieve commando is (bv. een beweging), zal ook de veiligheidsrelais K1/SAFETY geactiveerd worden.

Controleer op die manier alle bedieningen en het gedrag van de overeenkomstige relais.

Stop de werking van de zender door op de (veiligheids)stopknop te drukken. Controleer hierbij of alle relais gedesactiveerd zijn. Door deze actie zal de ontvanger terug in STAND-BY-mode zijn.

Schakel de vermogens van bv. de motoren terug in, ga op een veilige afstand van de installatie en test de correcte werking van alle bedieningen en de veiligheidsstop.

Page 13: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 11

5.- GEBRUIK

Voor een correct gebruik van het systeem, gelieve volgende richtlijnen te volgen :

� Controleer dat u de juiste zender gaat gebruiken. Vergelijk hierbij de identificatie van de machine met de gegevens van betreffende label op de zender. Indien de zender uitgerust is met een LCD-display, programmeer dan de machine-identificatie volgens de procedure beschreven in bijlage B. Hierbij zal de machine-identificatie getoond worden op de display bij het opstarten van de zender.

De wijzigingen m.b.t. de machine-identificatie op zender worden niet aangepast in de EEPROM van de ontvanger. Hierbij is het dus nodig om de aangepaste gegevens van de zender te kopiëren in de EEPROM van de ontvanger.

� Haak de riem vast aan de behuizing van de zender. Het is aan te raden deze riem te gebruiken om het vallen van de zender te vermijden.

� Een opgeladen batterij in de zender plaatsen, het sleutelcontact draaien op positie 1, de noodstop uittrekken en wachten op een puls van de groene LED. Indien de noodstop reeds uitgetrokken is, dan moet deze knop terug ingedrukt worden en vervolgens uitgetrokken worden om de zender toe te laten de goede werking van het noodstopcircuit te controleren. Druk vervolgens op de startknop. De groene LED zal hierbij branden, wat de goede werking van de zender aangeeft. In deze situatie zal het activeren van een willekeurige functie op de zender de uitvoering van de overeenkomstige functie tot gevolg hebben.

� Om te kunnen starten, dienen alle bedieningsorganen van de zender zich in rusttoestand te bevinden (bv. drukknop los). Indien niet, dan zal de zender aangeven dat er een actieve functie is bij het starten en zal het systeem niet geactiveerd worden. Het is echter niet nodig dat de selectiefuncties bij het starten gedesactiveerd zijn.

� Als er gedurende de ingestelde time-out of uitvaltijd (standaard 4 minuten) geen functie geactiveerd wordt, zal de zender automatisch uitschakelen en zal overgaan in STAND-BY-mode. Om hem opnieuw in werking te stellen, volstaat het terug op de startknop te drukken.

� De zender beschikt over een bewaking van de batterijlading. Wanneer de batterijlading onder een zeker niveau komt, zal de LED op de zender traag rood knipperen. 5 minuten later zal de zender uitvallen, Hierbij zal de hoofdcontactor van de machine uitvallen. Gedurende die tijd is het noodzakelijk de machine in een veiligheidstoestand te brengen (bv. de last van een kraan op een veilige plaats brengen).

Page 14: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 12

� Op zenders met LCD-uitlezing wordt het batterijniveau aangegeven door een grafische blokvoorstelling :

• 3 blokken: batterijlading > 50%. • 2 blokken: batterijlading tussen 50% en 10%. • 1 blok: batterijlading tussen 10% en 5%. • geen: batterijlading < 5%.

� Om de zender uit te schakelen, de noodstop indrukken of het sleutelcontact op “0” draaien.

Let wel dat deze radiobediening bewegende onderdelen van een machine kan besturen. Hierbij dienen de veiligheidsinstructies van hoofdstuk 3 van deze handleiding strikt gevolgd te worden.

Page 15: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 13

6.- ONDERHOUD

6.1.- GARANTIE

Er geldt een garantie op de TM70-systemen voor een periode van 1 jaar na leveringsdatum. De garantie beperkt zich tot het terug in goede staat brengen van het toestel, door het gratis herstellen of vervangen van defecte onderdelen op de kortst mogelijke termijn. In geen geval kunnen IKUSI of zijn verdelers verantwoordelijk gesteld worden voor werkonderbreking, ongelukken of kosten als gevolg van een storing van de uitrusting. Geen enkele schadeloosstelling zal aanvaard worden. De herstelling of vervanging van onderdelen tijdens de garantieperiode, zal in geen geval een verlenging van de garantieperiode met zich brengen. De gratis vervangen onderdelen blijven eigendom van IKUSI. De garantie heeft geen betrekking op de herstelling of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage, ongevallen door onoplettendheid, slecht onderhoud of verkeerd gebruik. De garantie vervalt onmiddellijk en volledig indien de klant zelf aanpassingen aan het toestel aanbrengt of zelf herstellingen uitvoert of dit uitgeeft aan een derde zonder onze formele, geschreven toestemming. Tevens dekt de garantie geen schade aan de TM70-systemen als gevolg van: - Transport. - Verkeerde installatie - Foutief gebruik of onderhoud van de uitrusting en het niet respecteren van de

voorzorgsmaatregelen. Onze garantie beperkt zich tot onze klanten en is niet van toepassing op derden aan wie dit toestel werd doorverkocht.

Page 16: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 14

6.2.- VOORZORGEN

Het systeem werd ontworpen om te werken in industriële omstandigheden. Toch raden wij u aan volgende richtlijnen te volgen om de levensduur van de uitrusting te verlengen: � Gebruik de draagriem om het vallen van de zender te vermijden.

� De zender niet reinigen met detergenten of water onder hoge druk.

Gebruik hiervoor een vochtige doek.

� De batterijen aan regelmatige cycli van laden en ontladen onderwerpen.

� Elke dag de goede werking van de noodstop controleren.

� De kabel naar de ontvanger en de antenne loskoppelen in geval er laswerken worden uitgevoerd op de machine.

� Controleer regelmatig de rubberen afscherming van de drukknoppen en de afdichtingen van de bedieningsmechanismen van de zender. Vervang bij slijtage deze elementen om afdichtingproblemen te vermijden.

� Controleer de bevestigingsvijzen van de zender.

� Maak geregeld de batterijcontacten schoon

Laat regelmatig u uitrusting nakijken door een erkend IKUSI service.

Page 17: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 15

6.3.- STORINGSONDERZOEK

Zender en ontvanger beschikken over controle-LEDs die de diagnose van de oorzaak van de storing vergemakkelijken. Hieronder volgt een beschrijving van de meest voorkomende indicaties. ZENDER

LED OMSCHRIJVING

Groen continu Zender werkt normaal. OPERATIONELE mode. Groene pulsen. Zender klaar om te starten. STAND BY mode. Rode trage pulsen Batterijniveau laag Rode snelle pulsen EEPROM-fout, EEPROM niet aanwezig Rode dubbele puls Een geactiveerde functie verhindert het opstarten van de

zender (bv. druknop vast). Rood continu Zender defect

ONTVANGER

In de OPERATIONELE mode moeten de 5 groene indicatie-LEDs opgelicht zijn zoals beschreven in hoofdstuk 4.3. Indien dit het geval is en bij het bedienen van de functies op de zender de relaisfuncties normaal werken, ligt de oorzaak van de storing buiten de radiografische besturing en dient de installatie nagekeken te worden. Wanneer geen enkele relais geactiveerd wordt, ligt de oorzaak waarschijnlijk wel bij de radiografische besturing en dient de toestand van de LEDs gecontroleerd te worden:

LED AAN KNIPPERT UIT

POWER Voeding OK -- Voeding niet OK

HARDOK Relaisprint OK traag: storing relaisprint snel: EEPROM-fout Storing relaisprint

SIGNAL radiosignaal OK Detectie radiosignaal in STAND BY-mode

Geen ontvangst radiosignaal

DATA -- Ontvangst data met correct IKUSI-formaat

Geen data met correct formaat

ID -- ID-code OK ID-code niet herkend

Page 18: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 16

Er zijn ook 2 LEDs in de ontvanger die de toestand aangeven van de CAN-BUS. Indien de CAN-verbinding niet werkt, controleer de toestand van volgende LEDs.

LED AAN KNIPPERT UIT

CAN_RUN Operationeel Pre-operationeel CAN-communicatie niet actief

CAN_ERR Communicatie OK communicatiestoring CAN-controler

uitgeschakeld

In geval van storing van de uitrusting, gelieve de zender en ontvanger te sturen naar uw vertrouwde IKUSI-hersteller. Voeg hierbij een beschrijving van de storing alsook de toestand van de indicatie-LEDs.

Indien de storing werd vastgesteld bij de zender en er is een reservezender ter beschikking, volg dan de procedure beschreven in bijlage A.

Page 19: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 17

6.4.- ONDERDELENLIJST

BT20K Batterij IK70PS028 CB70 Batterijlader IK70PB038 Adaptor voor CB70, 230 Vac IK60PB002 C70C draagriem comfort IK70PS029 B60C schouderriem comfort IK60PB005 Joystick universeel 4x4 IK70PS008 Joystick universeel 4x0 IK70PS007 Afscherming joystick universeel IK70PS011 Joystick elektrisch (1 stap), 2 assen IK60PS003 Joystick elektrisch (1 stap), 2 assen met kruis IK70PS015 Afscherming joystick elektrisch IK70PS016 Drukknop hulpfunctie 0-1 IK60PS006 Afscherming voor drukknop IK60PS007

Terugverende manipulator 0-1 IK60PS009 Terugverende manipulator 1-0-1 IK60PS008 Keuzeschakelaar met vaste standen 0-1 IK60PS011 Keuzeschakelaar met vaste standen 1-0-1 IK60PS010 Afscherming voor keuzeschakelaar IK60PS012 Noodstop IK60PB024 Sleutelcontact K60P IK60PS047 AE70 900 MHz externe antenne IK70PB001 MCX/BNC kabel voor externe antenne IK70PB009 PA3BNC verlengkabel antenne 3m IK70PB008 PA8BNC verlengkabel antenne 8m IK60PB029 PA15BNC verlengkabel antenne 15m IK60PB006 PS70/3 bovenbehuizing leeg (op maat) IK60PS014 PS70/4 bovenbehuizing leeg (op maat) IK60PS015 PI70/3 onderbehuizing IK70PS004 PI70/4 onderbehuizing IK70PS018 Beugel T70/3 IK70PS019 Beugel T70/4 IK70PS020

Page 20: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 18

BIJLAGE A: Programmeren van een reservezender.

In geval van storing van de zender, is het mogelijk om de machine snel terug in dienst te nemen m.b.v. een reservezender. Hierbij dient men de gepersonaliseerde parameters van de defecte uitrusting te laden in de reservezender.

Deze parameters worden bewaard in een geheugenmodule EEPROM EP70, gemakkelijk bereikbaar in de binnenkant van de zender. Schakel hierbij de defecte zender uit en draai vervolgens de 4 bevestigingsschroefjes los om de zender te openen. Neem de geheugenmodule uit de defecte zender en plaats het vervolgens in de reservezender.

Plaats de batterij in de reservezender, draai de sleutelschakelaar op “1” en trek de noodstop uit. Hierbij zal de LED gedurende een halve minuut knipperen waarbij de gegevens van de EEPROM in de zender worden geschreven. Als de LED uit is, is de reservezender klaar voor gebruik.

Indien de EP70 ook beschadigd is, kan de reservezender geprogrammeerd worden met de EP70-module van de ontvanger.

Hierbij dient u volgende procedure te volgen:

1. Zoek in de meegeleverde technische fiche van uw systeem naar de actuator die toegewezen is aan de functie “Copy EP”.

2. Met de reservezender uitgeschakeld, neem de blanco EP70 als hierboven beschreven, en plaats de EP70 van de ontvanger in de reservezender.

3. Plaats een geladen batterij en draai de contactsleutel op ON. Vervolgens de STOP-knop drukken en trekken. De meldingsLED zal vervolgens voor ongeveer 15s knipperen.

4. Om de inhoud van de eeprom naar het intern geheugen van de zender te kopiëren, druk op “Copy EP” en vervolgens samen met START. Hierbij zal de LED rood knipperen. Hou beide knoppen ingedrukt tot de LED oranje knippert. Bij het lossen van beide knoppen zal de LED groen branden. Zenders met een display zullen hierbij volgende berichten tonen: “Reading…” en vervolgens “Reading OK Change EEP”. In geval de LED rood blijft (of display toont “Reading NOK”, herhaal de procedure.

5. Als het kopieerproces beeindigd is, verwijder dan de EP70 zonder de zender uit te schakelen en plaats deze terug in de ontvanger. Plaats de lege EP70 in de reservezender en druk vervolgens even op de knop “Copy EP”. Hierbij zal de LED oranje knipperen om aan te geven dat de lege eeprom overschreven wordt met de opgeslagen parameters van het intern geheugen. Bij zenders met display verschijnen de berichten “Writing…” en “Writing OK”. Indien de LED rood is (of display toont “Writing NOK”), herhaal dan de procedure

6. Druk vervolgens op STOP om de programmeringsprocedure te beeindigen.

Page 21: GEBRUIKERS- EN INSTALLATIE- HANDLEIDING - Indicindiconline.com/downloads/481503TM70-JOYSTICKS-V23.pdfBij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veiligheden

TM70 JOYSTICKS V23 (INDIC 01/07) 19

BIJLAGE B: Programmeren van machine-idendificatie op zenders met display

Zenders met LCD-display laten toe om de machine-identificatie te tonen met een tekst van max. 24 karakters. De tekst verschijnt op de display bij het starten van de zender.

De tekst moet de betreffende installatie identificeren met een naam die door de operatoren algemeen gekend is.

De invoer of het aanpassen van de naam van de machine-identificatie gebeurt als volgt.

1. Zoek in de meegeleverde technische fiche van uw TM70-systeem naar de actuatoren toegewezen aan de functies “Configuration”, “ENTER”, “UP”, “DOWN”, en “ESC”.

2. Plaats de batterij in de zender en draai de sleutelschakelaar op ON

3. Druk en trek de STOP-knop. Hierbij zal de LED groen/oranje knipperen.

4. Druk op de knop “Configuration” en vervolgens samen met de knop START. Hou beide knoppen ingedrukt voor ong 2s tot de “Config Mode” op de display verschijnt

5. Druk op “ENTER” om in de menu te komen

6. Navigeer door het menu met de drukknoppen “UP” en “DOWN” tot EDIT LABEL.

7. Druk op “ENTER”

8. Hierbij verschijnt de tekst “CRANE ??” (bij de eerste keer) of de reeds geprogrammeerde naam waarbij het eerste karakter knippert. Hier kan de naam van de machine ingevoerd worden m.b.v. de knoppen “Down”, “Up”, “Enter” en “Escape” waarvan de functies hieronder worden beschreven:

� “DOWN”: navigeren in de karakterlijst in dalende volgorde

� “UP”: navigeren in de karakterlijst in opklimmende volgorde

� “ESC”: terug naar vorige karakter.

� “ENTER”: naar volgende karakter (rechts)

9. Druk op START om de ingevoerde naam te bewaren. Op de display verschijnt het bericht “SAVED” voor 2 seconden.

10. Druk op de STOP-knop on de editeermode te verlaten.