Fysiotherapie Eemnes verslag EFLP-3 · Web viewFysiotherapie Eemnes verslag EFLP-3. ... Hierbij word er bij elk onderdeel een reflectie weergeven ... Door het gehele structuur van

Fysiotherapie Eemnes verslag EFLP-3

Mikey Poppe500634462Trainingscentrum Eemnes05-09-2016 t/m 17-03-2017Marc van der SluijsRené van Oosten

Naam:Studentennummer:Stage bedrijf:Periode:Stage begeleiders:SLB-er:

Mikey Poppe Fysiotherapie Eemnes verslag EFLP-3

Voorwoord.............................................................................................................................................2Inleiding..................................................................................................................................................3Verwachtingspatroon.............................................................................................................................4Reflectie Verwachtingspatroon..............................................................................................................4Leerdoelen.............................................................................................................................................5Reflectie op ontwikkeling van de fysiotherapeutische competenties....................................................9SWOT analyse.......................................................................................................................................12Bewijsvoering.......................................................................................................................................12Reflectie Stage Periode........................................................................................................................13

Algemene Conclusie over Stage.......................................................................................................13

Bijlage één: mini-CEX beoordelingen....................................................................................................14Bijlage twee: Evaluatie formulieren.....................................................................................................22

Tussentijdse beoordeling feedback formulier..................................................................................22KVA-lijst tijdens tussentijdse beoordeling........................................................................................23KVA-lijst eind beoordeling stage.......................................................................................................26

Bijlage drie: Tussentijdse beoordeling..................................................................................................29Bijlage vier: Eindbeoordeling................................................................................................................30Bijlage vijf: Case report.........................................................................................................................31

1


Voorwoord

Voor u ligt het stageverslag van Mikey Poppe. Deze stage vond plaats in de periode van 05-09-2016 tot en met 17-03-17. Deze stage is gelopen in het kader van de opleiding fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam.

De stage vond plaats bij Fysiotherapie Eemnes in Eemnes. Dit is een particulier bedrijf die is gevestigd in 1978. Sinds deze tijd is de praktijk steeds verder uit gebouwd voornamelijk op het gebied van sport, zo zit er aan de praktijk een volledig ingerichte medisch centrum. In dit stage bedrijf zijn in totaal drie begeleiders, één van de begeleiders, Marc van der Sluijs is degene die uiteindelijk beoordeeld. Eveline Smits en Melvin Faay beoordelen voornamelijk de intakes tijdens de stage. Meer hierover vindt u verder in de inleiding van het verslag

Tijdens deze stage is er gewerkt aan alle competentie modellen gewerkt om deze op start niveau te krijgen. Uiteindelijk heb was er meer tijd nodig om op dit niveau te komen, hierbij moest er voornamelijk gewerkt worden aan het klinisch redeneren, professionele attitude en het doseren van oefentherapie. Dit is behaald door middel van vele intakes te doen en veel patiënten te behandelen met daarbij constant in acht te houden welke behandelbare grootheden er zijn. Meer hierover komt later in het verslag aan de orde.

Met grote dank aan alle medewerkers en patiënten van Fysiotherapie Eemnes voor een leerzame stage periode. Daarbij in het bijzonder Marc van der Sluijs, Eveline Smits en Melvin Faay voor de strakke begeleiding tijdens de periode. In deze stage is er veel de vrije hand gegeven en veel feedback aangereikt om het maximale uit de stage te kunnen halen. Tijdens deze stage was er veel aandacht voor professionele attitude ten opzichte van collega’s en patiënten.

2


Inleiding

Fysiotherapie Eemnes behandeld allerlei verschillende patiënten op het gebied van sportblessures, uiteraard zijn er nog veel meer patiënten populaties te vinden binnen deze praktijk zoals, verscheidende orthopedische klachten die uiteenlopen van THP tot fracturen daarnaast lopen er ook veel neurologische patiënten rond zoals, Parkinson, NHA en neurologische uitvallen, pulmonale aandoeningen en hart- en vaatlijden draait Fysiotherapie Eemnes zijn hand niet voor om.Fysiotherapie Eemnes is géén sportschool. In Fysiotherapie Eemnes wordt er gewerkt onder fysiotherapeutische begeleiding aan trainingsprogramma’s die erop gericht zijn de fitheid en gezondheid van de patiënten te verbeteren. Fysiotherapie Eemnes richt zich voornamelijk op het verbeteren van de mobiliteit, spierfunctie, houding- en bewegingscoördinatie, het uithoudingsvermogen en natuurlijk het opnieuw in beweging brengen van de patiënt.

Bij Fysiotherapie Eemnes is iedereen welkom om te komen training indien er interesse is in een specifieke programma dit kan zijn, een actieve sporter die graag de prestaties wilt verbeteren of indien door een ongeluk of aandoening gerevalideerd moet worden bij beide facetten is het mogelijk om bij Fysiotherapie Eemnes de resultaten te behalen die de patiënt wenst.

Fysiotherapie Eemnes beschikt niet alleen over verschillende trainingsprincipes maar ook over verschillende technologische snufjes zoals, lasertherapie, interferentie therapie (elektro therapie), oscillatie therapie en andullatie therapie. Binnen de praktijk bestaan er in totaal 4 ruimtes waarin er behandeld, getraind of onderzocht kan worden. Fysiotherapie Eemnes heeft in totaal 2 behandelkamers en 2 trainingsruimtes. De eerste trainingsruimte beschikt over de nieuwste technologie op het gebied van gecontroleerd revalideren. Hierbij zijn er krachttraining apparaten die via een computer werken zodat elke patiënt zijn eigen training intensiteit heeft. Daarnaast in de tweede trainingsruimte bezit Fysiotherapie Eemnes over verschillende aerobe trainingstoestellen en krachttraining apparaten van LIFE-FITNESS.

Na een succesvolle periode bij YorBody kwam het de afgelopen periode erop aan om te bewijzen dat er gefunctioneerd kan worden op het niveau van een beginnende fysiotherapie. Aangezien het de laatste stage is zullen de verwachtingen van de begeleiders extra hoog liggen. Momenteel zijn er in totaal 27 weken voorbij is bij Fysiotherapie Eemnes. De praktijk en begeleiders zorgen iedere dag ervoor dat er een goede leeromgeving is voor de stagiaire. Er wordt veel de vrije hand gegeven en wordt er nauwlettend beoordeeld hoe de behandelingen en intakes verlopen. Vaak wordt er direct ingegrepen indien één van de begeleiders vind dat er een bepaald onderdeel op een andere manier uitgevoerd kan worden. Hierdoor is er de mogelijkheid om deze feedback direct toe te passen binnen de behandelingen zodat de patiënt het minste hinder ervaart.

Het stageverslag is opgebouwd in meerdere onderdelen, deze onderdelen zijn opgebouwd op grond van het plan van aanpak. Hierbij word er bij elk onderdeel een reflectie weergeven waarin wordt beschreven of er gefunctioneerd kan worden als beginnend fysiotherapeut.

In de bijlage staan mijn tussentijdse evaluatie met de daarbij horende beoordeling. Daarbij staan in verschillende bijlage bewijsstukken van in de tekst genoemde leerdoelen en/of competenties. Door op de verwijzing de klikken komt u onmiddellijk bij het desbetreffende bewijs. Verwijzing zijn onderstreept

3


Verwachtingspatroon

Tijdens de aankomende stage zijn er genoeg mogelijkheden om te kunnen ontwikkelen als een beginnend fysiotherapeut. Gedurende de stage bij YorBody was te zien dat er een prettige communicatie was richting de patiënten die onder behandeling waren. In deze stage zou de focus voornamelijk moeten liggen op het ontwikkelen van klinische redenatie. Naast de open en vriendelijke houding zou er effectiever te werk gegaan moeten worden met de tijd binnen de behandelingen. Daarnaast dient er veel aandacht te worden gegeven aan het ontvangen van feedback op handelen als fysiotherapeut.

Tijdens de stage bij Fysiotherapie Eemnes zal Marc van der Sluijs de uiteindelijke beoordelaar zijn. Van de begeleider wordt verwacht feedback te verschaffen over het handelen als fysiotherapeut zoals houding, kennis en de oefentherapie zodat er tijdens de stage aan gewerkt kan worden. Er wordt verwacht één keer per twee weken te krijgen, en indien nodig vaker. Marc van der Sluijs heeft al meer dan 40 jaar ervaring in het vak en is van de lichting fysiotherapeuten waarvan de studenten vandaag de dag les krijgen. Om deze reden zou er ontzettend veel van Marc geleerd kunnen worden.

Vanaf het begin van de stage zal er meteen begonnen moeten worden met het werken aan de leerdoelen. Aangezien na de conclusie van de vorige stage periode 20 weken relatief kort zijn. Naar mate de tijd vordert zal er steeds meer zelfstandig moeten worden gewerkt. Fysiotherapie is een life-learning vak waarbij er dus een gehele carrière moet worden gewerkt aan kwalitatief goede zorg en mogelijke innovaties. Over deze visies en innovaties is vaak veel discussie en zit Marc al meer dan 40 jaar in het vak en daarbij dus de nodige praktijk ervaring om de stagiaire alles te kunnen bijleren welke innovaties wel werken en welke niet.

Reflectie Verwachtingspatroon

Bij Fysiotherapie Eemnes kwamen voornamelijk orthopedisch patiënten en een aantal neurologische en pulmonale patiënten. De diversiteit in deze setting was wel groot, maar die patiëntgroepen kwamen het meest voor. De verwachting aan het begin van de stage omtrent de patiëntgroepen die vooraf in gedachte was kwam ook tot uiting gedurende de gehele stage periode. De patiënten die in deze praktijk lopen bestaan voor 70 procent uit orthopedische of surmenage klachten de overige 30 procent waren neurologische en pulmonale patiënten.

Tijdens de gehele stage periode was er ruimte genoeg om te behandelen en intakes uit te voeren. Deze stage was een zware maar ontzettend leerzame periode, veel feedback en verbeterpunten gekregen omtrent, houding, attitude, oefentherapie, klinische redenatie. Door verschillende behandeltechnieken van verschillende therapeuten werd er veel flexibiliteit verwacht. Door naslagwerk uit te voeren was het. Door alle feedback die werd gegeven afgelopen stage was er een mogelijkheid om het maximale uit de stage te halen wat erin zat.

4


Leerdoelen

In dit onderwerp zullen de leerdoelen besproken worden die van belang zijn geweest in de EFLP-3 stage. Dit zijn leerdoelen die ontwikkeling vereisen om als volwaardig beginnend fysiotherapeut te kunnen functioneren.

Na ELP-3 is de klinische redenatie op het niveau van een beginnend fysiotherapeut, met als gevolg dat er zelfstandig kan worden gehandeld binnen de praktijk.

- Binnen acht weken dient er te worden gewerkt onder geringe toezicht bij minimaal 3 patiënten een goede diagnostiek te hebben verricht op orthopedische klachten

- Binnen 16 weken dient er te worden gewerkt onder geringe toezicht bij minimaal 9 patiënten een goede diagnostiek en duidelijke methodische handelingen tot een goede klinische redenatie komen.

Dit doel is behaald wanneer het functioneren en op de klinische redenatie positieve feedback krijg van de stagebegeleider(s). Dit zal meetbaar zijn door meerdere mini-cex beoordelingen gedurende de gehele periode.

Na EFLP-3 zijn er ten minste 6 eind en/of tussenevaluaties uitgevoerd met orthopedische patiënten.

- Binnen zes weken zijn er ten minste 2 eind en/of tussen evaluatie uitgevoerd en met positieve feedback van de begeleider.

- Binnen 16 weken zijn er onder geringe toezicht zonder hulp bij ten minste 6 patiënten een eind of tussenevaluatie positief uitgevoerd.

Dit leerdoel is behaald indien de begeleiders hier een positief feedback over geven wat weer te reflecteren is op mijn functioneren als fysiotherapeut.

Na EFLP-3 is het mogelijk om te diagnosticeren en behandelen van patiënten met klachten aan de wervelkolom.

- Binnen 10 weken is het mogelijk om een onderbouwde basisfunctie onderzoek van de wervelkolom te kunnen uitvoeren, vloeiend kunnen handelen met de juiste handvattingen, goede klinische redenatie vanuit het onderzoek.

- Binnen 16 weken zijn er bij ten minste 3 patiënten een systematisch diagnostisch onderzoek te hebben verricht.

Gedurende deze stageperiode (EFLP-3) is de ontwikkeling in het diagnosticeren en behandelen van patiënten met thoracale en cervicale klachten belangrijk aangezien dit niet goed ontwikkeld was in de vorige stages. Dit doel is bereikt indien er voldoende kennis en vaardigheden om dit op een methodische wijze uit te voeren. De begeleiders zullen hier op beoordelen volgens een Mini-CEX beoordelingsformulier.

Na ELP-3 is het klinische redeneren op het niveau van een beginnend fysiotherapeut, met als gevolg dat er zelfstandig kan worden gehandeld binnen de praktijk. (nieuw leerdoel na 17 januari)

- Binnen drie weken dient er onder geringe toezicht bij minimaal drie patiënten een structurele diagnostiek te hebben verricht op orthopedische klachten

- Binnen vijf weken dient er onder geringe toezicht bij minimaal drie patiënten een structurele diagnostiek en duidelijke methodische handelingen om tot een conclusie te komen.

- Door het gehele structuur van diagnostiek op papier te zetten, van een anamnese tot onderzoek is het mogelijk een duidelijke structuur laten zien tijdens de intakes.

Dit doel is behaald wanneer er op het functioneren en op de klinische redenatie een positieve feedback wordt gegeven van de stagebegeleider(s). Dit zal meetbaar zijn door meerdere mini-cex beoordelingen gedurende de stage periode.

5


Na EFLP-3 is er een duidelijke structuur in de deelbehandelingen en onderzoek. Per deelbehandeling of onderzoek is een duidelijk lijn zichtbaar van de interventie. (nieuw leerdoel na 17 januari)

- Binnen drie dagen dient er een duidelijke structuur op papier gezet worden, hoe de behandelingen en globaal uit zien.

- Binnen twee weken is er onder geringe toezicht aangetoond dat er een duidelijke lijn in de behandelingen zichtbaar is en er behandelbare grootheden geformuleerd zijn.

- Binnen vijf weken kan er zelfstandig behandeld worden zonder dat er toezicht nodig is.Dit leerdoel is behaald indien de begeleiders hier positieve feedback over geven en het niveau op beginnend fysiotherapeut vinden.

Na EFLP-3 is er een professionele attitude van een beginnende fysiotherapeut. (nieuw leerdoel na 17 januari)

- Binnen één week is er een actieve werkhouding en staat de stagiaire open op tot feedback. - Door een actieve werkhouding en de huidige expertise te laten controleren door de

begeleiders zal er een betere attitude als fysiotherapeut ontwikkelen.Dit leerdoel is behaald indien de begeleiders een voldoende scoren op de KVA-lijst.

Reflectie bovenstaande leerdoelen: Door verschillende intakes uit te voeren en daarbij de klinische redenatie goed in acht te houden was er een mogelijkheid om te kunnen profileren in een beginnend fysiotherapeut. Er wordt gehandeld volgens het HOAC2 principe beginnen de praktijk hierdoor is het mogelijk om goed te kunnen bekijken wat er nu daadwerkelijk met de patiënt aan de hand is. Het door pluizen en zoeken naar een goede hypothese kwam dagelijks aan bod. Daarbij moest te allen tijde transparant en duidelijk zijn wat de reden was van bepaalde handelingen of keuzes die werden gemaakt tijdens de intakes.

Eigenlijk begint het al voordat de anamnese begonnen is, op het moment dat de patiënt binnen komt en er wordt verteld in welke regio de klacht zich bevindt kunnen er al meerdere hypothese in gedachte genomen worden. Dan door in de anamnese al gericht en duidelijk vraagstellingen te hebben was er een mogelijkheid om tot de kern van de klachten te komen. Met de antwoorden die gegeven worden tijdens de anamnese worden er hypotheses verwijderd of zelfs toegevoegd. In het begin van de stage was dit nogal een probleem. Er werd voornamelijk gewerkt via een lijstje die mee wordt gegeven van school er was geen gedachte achter wat de reden was voor bepaalde vragen of testen, en natuurlijk ook wanneer worden er vragen of testen weggelaten of toegevoegd. Het was duidelijk dat er goed gewerkt moest worden aan de klinische redenatie tijdens deze stage.

In het begin van de stage kwam er voornamelijk naar voren dat er nog een gat zat tussen de dosering van oefentherapie. De kwaliteit van de oefentherapie was nog zeker niet optimaal, vaak werd er niet gekeken naar verbeterpunten en evaluaties. Er werd namelijk maar doorgegaan met de huidige behandelingen. Hier in moest een grote verandering plaatsvinden. De uitgangspunten voor het doseren van oefentherapieën of trainingen moeten in het kader staan voor de belasting en belastbaarheid van de patiënt/klant. Door veel oefentherapie te geven aan patiënten en daarbij elke behandeling bekijken welke behandelbare grootheden er waren, was het mogelijk om de kwaliteit van oefentherapie te verbeteren. In combinatie met de oefentherapie stond in afgelopen periode klinisch redeneren centraal, bij elke behandeling of intake moest er elke keer bekeken worden welke behandelbare grootheden er waren en welke beïnvloedbaar waren tijdens de behandeling. Er werd ook veel gevraagd van creativiteit, elke behandeling was een uitdaging om een andere oefeningen te bedenken en de patiënt deze op een correcte wijze uit te laten voeren.

6


Uit de mini-CEX beoordelingsformulieren komt naar voren dat er uiteraard nog verbeterpunten zijn maar dat er een duidelijke groeiende lijn is geweest gedurende de stage periode.Na ELP-3 dienen er minimaal zes intakes zelfstandig verwerkt te zijn in fysioroadmap (EPD) op de plus praktijk manier. Er wordt verwacht om toe-the-point fysiotherapeutische/medische terminologie te gebruiken.

- Binnen acht weken is het mogelijk om het gehele programma onder de knie te hebben zodat het geen extra tijd vergt om de intake te verwerken.

- Binnen 16 weken dienen er ten minste 6 intakes succesvol te zijn verwerkt in fysioroadmap. Dit doel is behaald wanneer er zelfstandig op de correcte manier (nieuwe) patiënten in gevoerd kunnen worden in het EPD en op de ingevoerde patiënten positieve feedback krijg van de stagebegeleider(s).

Reflectie bovenstaande leerdoel: Tijdens het verwerken van de intakes in het EPD van het stagebedrijf was het erg lastig om in het begin tegelijkertijd een gestructureerde intake uit te voeren en daarbij ook het EPD in te vullen. Door middel van de eerste 6 intakes op papier uit te voeren om vervolgens te verwerken in het EPD was het mogelijk om rustig te leren hoe er geschreven en gesproken tegelijk kon worden. Uiteindelijk moest wel overgegaan worden naar het EPD systeem om tijd te besparen.Door de gehele intake te verdelen in verschillende delen was het mogelijk om de patiënt eerst uit te laten spreken waarna er een korte samenvatting plaatsvond door middel van het hard op uit spreken van de getypte tekst. Hierdoor vielen er geen stiltes wat mogelijk als niet professioneel ervaren kan worden.

Na ELP-3 is er een case-report geschreven op basis van een patiënt met een inversietrauma.- Binnen drie weken is er een goed overzicht over de behandelingen op het gebied van

inversietrauma en hierbij ook een specifieke patiënt te hebben geselecteerd om een case report over te schrijven

- Binnen zes weken is er een onderzoeksstrategie opgesteld voor literatuurstudies voor onderbouwing aan het case report.

- Binnen twaalf weken is de eerste aanzet tot het schrijven van het case report, voltooid. - Binnen 18 weken dient er een concept klaar te liggen.

Dit leerdoel is behaald indien er een onderbouwing met verscheidende bewijsvoeringen is beschreven en de studieloopbegeleider deze case report gelezen en voldoende beoordeeld heeft.

Reflectie bovenstaande leerdoel: Allereerst moest er in kaart gebracht worden wat er allemaal qua informatie moest staan in het case-report. Door meerdere case-reporten te bekijken was een structuur aan te leggen. Vervolgens moest er een zoekstrategie worden gemaakt maar dan moest er eerst een patiënt komen waar een case-report over geschreven moest worden. Uiteindelijk werd dat een inversie trauma patiënt die na de reguliere behandeling pijn bleef houden aan de laterale zijde van de enkel. Met deze informatie kon er worden gezocht naar verschillende behandelmethode en de eventuele interventie voor het verminderen van de pijnklachten. Met deze zoekstrategie is er volgens een PICO-vraagstelling gezocht op pubmed waar ontzettend veel literatuurstudies verschenen. De studies die het beste konden weergeven wat belangrijk was voor het case-report.

In Bijlage vijf kunt u de gehele case-report bekijken.

7


Na EFLP-3 kan er op een correcte wijze omgegaan worden met feedback over het handelen als fysiotherapeut en professionele attitude.Dit leerdoel is te behalen door middel van het volgen van de regels van het ontvangen van feedback:

1. Actief Luisteren2. Om toelichting vragen3. Waardering tonen4. Na te denken over de feedback5. Iets te doen!

Door deze regels aan te houden en niet direct in de verdediging te gaan is het mogelijk om te kunnen beargumenteren of er iets met de feedback gedaan zou kunnen worden.Dit leerdoel is behaald indien de begeleiders de KVA-lijst voldoende hebben beoordeeld over de gehele stage periode over de ontwikkeling van het feedback ontvangen.

Reflectie bovenstaande leerdoel: Na deze stage is er wel duidelijk dat er aan dit leerdoel een leven lang gewerkt zal moeten worden. Door het vele feedback wat er afgelopen stage is gegeven zijn er genoeg handgrepen gegeven om hier verder op te borduren. Tijdens de gegeven feedback wordt er ten eerste aandachtig geluisterd waarna er wordt gevraagd voor eventueel verduidelijking. De mening van de ander wordt nu gewaardeerd en zoveel mogelijk niet persoonlijk opgevat.

8


Reflectie op ontwikkeling van de fysiotherapeutische competenties

Hieronder wordt elke beroepscompetentie van de fysiotherapeut besproken en een reflectie over geschreven.

Fysiotherapeutisch handelen“De fysiotherapeut biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en oordeelkundig hulp aan cliënten met klachten of problemen aan het houding en bewegingsapparaat. Hij toont professioneel gedrag naar de stand van het vakgebied. Hij verzamelt en interpreteert gegevens, zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische proces volgens de principes van EBP beslissingen neemt binnen de grenzen van het beroep. Hij verleent up-to-date, effectieve, curatieve en preventieve zorg op ethisch verantwoorde wijze.” Tijdens de gehele stage periode is er op meerdere manieren aan deze competentie gewerkt. Door middel van vele intakes, behandelingen en oefentherapieën. Elke patiënt werd indien hij/zij niet verwezen was gescreend op pluis/niet-pluis. Na het screening proces werd er vervolgd met de anamnese hier in was voornamelijk het structuur belangrijk, in het begin was het nog vaak warrig en daardoor kwam het over als niet professioneel. Door een structuur op papier te zetten en deze te bestuderen was er rust tijdens de intakes waardoor de anamnese en onderzoek een structuur hebben. Door deze methodische wijze van handelen werd er weinig vergeten en was de benodigde informatie verkregen. Bij elke patiënt werd er ook extra aandacht gegeven aan preventie van de recidiverende klachten. Door middel van correct bewegen, informeren en adviseren werden aan de patiënten genoeg handgrepen gegeven om te voorkomen dat de huidige klachten later terugkeren.

Communiceren“Teneinde een hoge kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen, zowel voorafgaand als tijdens de interventie, onderhoudt de fysiotherapeut een effectieve relatie met de cliënt en zijn naasten en/of andere betrokken. De kern van het competentiegebied communicatie betreft het opbouwen van een vertrouwensrelatie en een effectieve informatie-uitwisseling. De fysiotherapeut communiceert op heldere, transparante, effectieve en efficiënte wijze met zijn cliënt. Het gaat daarbij om zowel verbale als non-verbale communicatie.”Communicatie gebeurde in uiteenlopende beroep situaties: tweegesprekken, adviesgesprek, rapporteren, beoordelingsgesprekken, slecht-nieuws gesprekken. In het begin van de stage kwam er naar voren dat de communicatie niet optimaal was op meerdere fronten. Zowel de verbale als non-verbale communicatie liet zijn gebreken nogal teweeg. Zo was er geen mogelijkheid tot het ontvangen van feedback en was de non-verbale communicatie vaak verdedigend en aanvallend. In de schriftelijke gedeelte van de communicatie moet ervoor gezorgd worden dat dit met rust wordt geschreven aangezien indien er druk achter staat er vaker fouten worden gemaakt waardoor het voor een collega moeilijk zou kunnen zijn om te verslagen te kunnen lezen. Naar mate de stage vorderde moest er steeds meer gelet worden op de sensitiviteit, er wordt geluisterd naar de mening van anderen echter wanneer dit over gaat in kritiek is er een neiging tot defensieve communicatie. Aan het eind van de stage wordt er voornamelijk alleen geluisterd naar de

9


mening, feedback, kritiek van anderen waarna er rustig over wordt nagedacht en er eventueel op teruggekomen wordt.

Maatschappelijk handelen“De fysiotherapeut maakt op verantwoorde wijze gebruik van zijn expertise en maatschappelijk invloed om de gezondheid en het welzijn van de individuele cliënt (groepen) en de bevolking te bevorderen. Tevens oefent hij op maatschappelijk verantwoorde wijze zijn beroep uit waarbij factoren als duurzaamheid, beroepsethiek, juridisch kader en de sociaal-culturele context in acht worden genomen.”Binnen de gehele stage is er ook aandacht geweest voor deze beroepscompetentie. Er was vanuit Fysiotherapie Eemnes het initiatief om kinderen binnen de gemeente Eemnes met obesitas een manier van gezonder leven te laten ervaren. In combinatie met een kinderpsycholoog, fysiotherapeuten(stagiaire), diëtist werden er in totaal acht kinderen begeleid tot een gezonde levenswijze. Deze trainingen waren voornamelijk gericht op de coördinatie, stabiliteit en conditie. Door middel van verschillende leuke spelletjes en oefeningen leerde de kinderen sportief te bewegen en te ervaren wat een gezonde levenswijze was. Na het einde van het project kwam duidelijk naar voren dat er meer betrokkenheid moest plaatsvinden vanuit de ouders de positie. Tijdens de groepsactiviteiten werd duidelijk dat dit heel anders is dan het begeleiden van één op één. Het rustig houden van acht kinderen is een hele uitdaging ook om er zelf niet mee in verzeild te raken. Hier kan nog wel ontwikkeling plaatsvinden op grond van het doseren en begeleiders van groepen kinderen.

Professioneel handelen“De fysiotherapeut levert hoogstaande cliënten zorg op een integere, oprechte en betrokken wijze. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen en bewaart weloverwogen een balans tussen persoonlijke en professionele rollen. Hij kent de grenzen van zijn competenties en handelt daarbinnen, of schakelt andere deskundigen in. Hij stelt zich toetsbaar en transparant op. Hij onderkent ethische dilemma’s, heeft inzicht in ethische normen en houdt zich aan de wetgeving.”Deze beroepscompetentie had vanaf het begin van de stage het meeste ontwikkeling nodig. De begeleider was van mening dat er een onprofessionele houding was t.o.v. de begeleiders en patiënten. Er werd namelijk veel getutoyeerd richting de patiënten wat direct veranderd moest worden. Door geen onderscheid te maken tussen patiënten maar elke patiënt met respect te blijven behandelen was dit snel verholpen. Het ontvangen van feedback op een professionele wijze is de gehele stage lastig geweest, het luisteren voordat er antwoord gegeven word blijft een lastig proces. Hier valt daarom nog veel in te ontwikkelen.

10


Organiseren“Teneinde als fysiotherapeut efficiënt en effectief te functioneren, spant de fysiotherapeut zich in voor een goede organisatie. In feite functioneert de fysiotherapeut als manager van zijn eigen werkzaamheden, maar ook in relatie tot werkzaamheden van andere zorgprofessionals treedt hij als manager op. De fysiotherapeut neemt besluiten met betrekking tot het gebruik of de inzet van middelen en medewerkers, het stellen van doelen en prioriteiten en het maken van beleid. Hij organiseert zijn eigen werk, waarbij hij balans houdt tussen het beroepsmatig handelen en de behoefte aan verdere ontwikkeling van zichzelf en indien relevant, de zorgorganisatie waarin hij werkt.”Tijdens elke behandeling stond het centraal om de juiste interventie te selecteren en de daarbij behorende belasting/belastbaarheid in acht te nemen. Na elke intake moesten er behandeldoelen gemaakt worden en het hele dossier moest worden opgebouwd. Doordat er maar 30 min per intake stonden moest er vanaf moment één nauwkeurig gewerkt worden om een effectieve manier van functioneren te hebben. Het indelen van patiënten kwam later in de stage aan bod waardoor er rekening gehouden moest worden met de hoeveelheid patiënten per half uur ingedeeld mochten worden. Door de combinatie van accupunctuur, oefentherapie en behandelingen in één agenda moesten al deze aspecten goed met elkaar overheen komen.

Kennis delen en wetenschap beoefenen“De fysiotherapeut handelt volgens de principes van Evidence Based Practice, levert een bijdrage aan de ontwikkeling, instandhouding en toepassing van klinische expertise van zichzelf en anderen en levert een bijdrage aan wetenschappelijke onderbouwing van het fysiotherapeutisch handelen. Hierbij handelt hij daarbij volgens de daaraan gekoppelde wet- en regelgeving en draagt bij aan de innovatie om nieuwe kennis en procedures te ontwikkelen en kennis te verspreiden.”Aan deze beroepscompetentie was niet veel gewerkt in de afgelopen stage. Zelf kritiek en het vergelijken met elkaars klinische expertise was wel een item wat veel aan bod kwam in de praktijk (zie communicatie). Door de vele jaren ervaring van de begeleider viel er veel te leren van de klinische expertise.

Samenwerken“De fysiotherapeut werkt, indien nodig, samen met betrokken professionals, zorgverzekeraars, maatschappelijke en overheidsinstanties, participeert in een netwerk van samenwerkingsrelaties en maakt optimaal gebruik van beschikbare expertise om te komen tot een hoge kwaliteit van zorgverlening. “Aan deze beroepscompetentie is er voornamelijk gewerkt door de vele verwijzingen die deze praktijk krijgt van artsen in de nabije omgeving. Door wekelijks een brief op te stellen zowel als tussentijdse evaluatie als eindevaluatie richting de huisarts of verwijzer. Door meermalen een brief op te stellen en hier feedback van te ontvangen van de begeleiders was er een conclusie dat er teveel woorden werden gebruikt tijdens het schrijven van een brief. Alle verwijzers willen zo kort en bondig een brief ontvangen over de behaalde resultaten. In de praktijk zelf is samenwerken het uitgangspunt. Alle fysiotherapeuten lopen bij elkaar de behandelkamer in om zo direct en kwalitatief mogelijk de patiënten de juiste zorg te geven. Door constant zelf te reflecteren waar de keuze voor een bepaalde handeling of behandeling voor was kon er goed worden overlegd met de fysiotherapeut die mee kwam kijken. Door duidelijke afspraken te maken binnen de praktijk weet ook elke medewerker precies wat zijn taak is.

11


SWOT analyse

Strenghts:- Maak gemakkelijk contact met patiënten.- Win snel het vertrouwen van patiënten.- Patiënt begeleiding

Weaknesses:- Patroonherkenning, doseren oefentherapie- Druk persoon- Onderwerpen die besproken worden vaak persoonlijk opgevat.

Opportunities:- Vertrouwen krijgen in het eigen kunnen en uitgaan van eigen kracht.- Structuur in gehele leven toepassen zal rust brengen in behandelingen

Threats:- Er moet worden gewaakt dat er geen verdedigende houding wordt aangenomen indien er

feedback wordt gegeven. Feedback is een optie. - Het in de gaten houden van de patiënt en feedback geven op de uitvoering van een

oefeningen of de dagelijkse activiteiten.

Bewijsvoering

De bewijsvoering van de leerdoelen zal o.a. plaats vinden door middel van de mini-CEX beoordelingsformulieren, KVA Lijsten, en eventuele tussentijdse feedback formulieren. Er zal ook terug worden gekoppeld van de leerdoelen naar de beroepscompetenties. Al deze losse bewijsmaterialen zullen voldoende weergave geven over mijn functioneren binnen het bedrijf en de leerdoelen tijdens de stage.

12


Reflectie Stage Periode

Voor de laatste stage stonden een aantal onderwerpen centraal waar aan gewerkt moest worden zoals, professionele attitude, doseringen van oefentherapie en de klinische redenatie van zowel het diagnosticeren als de behandelbare grootheden in kaart brengen tijdens elke behandeling. Vanaf het begin moest elke intake gedaan worden door de stagiaire met begeleiding van één van de fysiotherapeuten. Tijdens de gehele week was er een groot aanbod van patiënten zoals, orthopedisch, neurologisch en pulmonaal. Bijna alles kwam aan bod tijdens de afgelopen stage. Door de diversiteit van patiënten was er de mogelijkheid om te kunnen ontwikkelen in alle handelingen bij veel van de patiënten. Door de directe feedback die verschaft werd door de begeleiders kon er meteen gehandeld worden op grond van de feedback. Hierdoor hadden de patiënten het minste last van de behandelingen door een stagiaire. Er werd veel gevraagd van creativiteit elke behandeling diende een andere wending te hebben afgezien van de standaard functionele oefeningen. Hierdoor moest er elke behandeling nagedacht worden over de mogelijkheden en wat er getraind diende te worden. Tijdens de intakes moest er duidelijk naar voren komen welke richtingen er gezocht werd om tot een conclusie te komen. Deze conclusie diende dan ook goed omschreven te worden en later te worden verwerkt in het EPD. Hierdoor heeft er veel ontwikkeling plaats gevonden op het klinisch redeneren.In de gehele stage was er ook een mogelijkheid tot het gebruik van fysische technieken zoals, interferentie, lasertherapie en ultrageluid. De ervaring heeft in de afgelopen stage periode laten zien dat er daadwerkelijk verandering plaatsvind bij het gebruik van deze technieken.

Algemene Conclusie over Stage

Terugkijkend op de afgelopen stage periode, is er een conclusie gekomen over dat het daadwerkelijk nodig was om zes weken extra stage te lopen. Doordat er op grond van het doseren van oefentherapie en het klinisch redeneren was het nog niet op niveau van een beginnend fysiotherapeut. Uiteindelijk na 6 extra weken stage en intensieve feedback van de begeleiders waren zowel de stagiaire als de begeleiders in staat om tot een voldoende uit te komen. Er is nog veel te leren en de afgelopen periode was een enorme aanwinst op het gebied van kennis, praktische ervaring en het omgaan met feedback. Al deze aspecten hebben ervoor gezorgd dat er een beginnend fysiotherapeut uit deze stage is voortgevloeid.De wijze waarop de begeleiding was in de afgelopen periode was intens en vaak moeilijk te verwerken aangezien er veel persoonlijk werd opgevat. Het was een moeilijk maar erg leerzame tijd waarin er veel mensen behulpzaam wilde zijn. Fysiotherapie Eemnes is een vriendelijk en gastvrije stage plek waar veel studenten veel kunnen leren en gaat er een grote dank naar de werknemers, Marc van der Sluijs, Eveline Smits, Melvin Faay voor de goede begeleiding en sturing die er nodig was om deze stage voldoende af te sluiten.

13


Bijlage één: mini-CEX beoordelingen

14


15


16


17


18


19


20


21


Bijlage twee: Evaluatie formulieren

Tussentijdse beoordeling feedback formulier.

22


KVA-lijst tijdens tussentijdse beoordeling

23


24


25


KVA-lijst eind beoordeling stage

26


27


28


Bijlage drie: Tussentijdse beoordeling

29


Bijlage vier: Eindbeoordeling

30


Bijlage vijf: Case report

31

2016/2017

Fysiotherapie Eemnes verslag EFLP-3

Mikey Poppe500634462Trainingscentrum Eemnes05-09-2016 t/m 17-03-2017Marc van der SluijsRené van Oosten

Naam:Studentennummer:Stage bedrijf:Periode:Stage begeleiders:SLB-er:


Samenvatting

Inleiding: Enkelklachten komen veel voor in de fysiotherapiepraktijk. Om enkelletsel te voorkomen, het herstel te bespoedigen en om het herstel te bevorderen is er gebruik gemaakt van ultrageluid therapie ter vermindering van pijn, zwelling en ontsteking. De micro trillingen die bij het echografie apparaat vrijkomen zouden de bloedsomloop en witte bloedlichaampjes bevorderen. Dit zou het herstel moeten bevorderen . Deze case study onderzoekt of door het gebruik van ultrageluid therapie er sneller herstel van activiteit plaatsvindt. De vraag hierbij is: Wat is het effect van een combinatie van reguliere fysiotherapie en ultrageluid op de functionele beperking na een acuut inversietrauma bij een 57 jarige man in de eerste 8 weken na het trauma?

Methode: Deze case study beschrijft een 57-jarige man na acuut inversieletsel. De meetinstrumenten die gebruikt zijn om de ernst van het letsel en de voortgang vast te leggen zijn: VAS pijn, PSK, functiescore de Bie en Ottawa ankle rules. De interventie bestond uit 8 weken informeren, adviseren, oefentherapie en ter bestrijding van de ontsteking, pijn en zwelling werd er ultrageluid toegepast.

Resultaten: Uit de functiescore en de ankle rules bleek ernstig letsel zonder fractuur. Na 7 weken is op de PSK voor lopen (>5 passen), 1 dag werken en 10 km hardlopen een grote vooruitgang te zien (van ± 90 naar ± 0-15). Zowel de maximale als minimale pijn zijn afgenomen van respectievelijk VAS 9 naar 0 en VAS 5 naar 0.

Conclusie: Uit de resultaten blijkt dat de combinatie van informeren, adviseren, oefentherapie en ter bestrijding van de ontsteking, pijn en zwelling, een positief effect heeft op de functionele beperking, pijn en zwelling na een acuut inversietrauma.

32


Inhoudsopgave

Samenvatting..........................................................................................................................................1Inleiding..................................................................................................................................................3Methode.................................................................................................................................................4

Patiënt beschrijving............................................................................................................................4Onderzoeksdoelstellingen..................................................................................................................4Fysiotherapeutische diagnose............................................................................................................5Interventie..........................................................................................................................................5Meetinstrumenten.............................................................................................................................6

Resultaten..............................................................................................................................................7Discussie.................................................................................................................................................8Conclusie................................................................................................................................................9Literatuurlijst........................................................................................................................................10

33


Inleiding

Enkelblessures zijn een veel voorkomende blessure. In 80 tot 90% van de gevallen betreft dit een inversietrauma (Khor & Tan, 2013). Een inversietrauma ontstaat door een combinatie van plantairflexie, adductie en supinatie waarbij de beweging verder doorzet dan de natuurlijke Range of Motion (ROM) van het gewricht (VSG, 2010). Dit ontstaat meestal door een grote externe kracht op het gewricht en heeft letsel aan banden en kapsels tot gevolg. De symptomen die optreden na een inversietrauma zijn pijn, zwelling, verstoorde propriocepsis en krachtsverlies (VSG, 2010).

In 2013 zijn er in totaal 680.000 enkelblessures in Nederland waargenomen (Factsheet enkelblessures, 2014), dit is een incidentie van 15% ten opzichte van alle sportblessures (Sportblessures blessurecijfers, 2015). De prevalentie wordt geschat op 140.000 (14% van de sportblessures), 40% van de letsels ontstaat tijdens het veldvoetbal, 56% is man en 36% in de leeftijd van 15 tot 24 jaar. Van de 680.000 enkelblessures zijn er 290.000 medisch behandeld, waardoor het totaal aan medische kosten voor enkelblessures in 2013 is geschat op € 47 miljoen. Daar bovenop komt nog € 140 miljoen door het opgetreden arbeidsverzuim. Van de 290.000 behandelde blessures zijn er 180.000 behandeld door een fysiotherapeut waar totaal 1.000.000 fysiotherapeutische behandelingen voor nodig waren. Als een fysiotherapeutische behandeling gemiddeld € 30,- kost, gaat dit jaarlijks om € 30 miljoen.

Er wordt vaak gekozen om de propriocepsis en kracht te trainen door middel van een oefenprogramma. Uit Bahr, Lian en Bahr (1997) blijkt dat door middel van trainingspreventieprogramma het risico op een recidief letsel met de helft kan afnemen. Na acuut enkelletsel blijkt een oefenprogramma waarin enkelkracht en balans werden getraind, twee maal per week onder supervisie, effectief ter preventie van recidief letsel (Holme et al., 1999). Bovendien was de kracht en de rompbalans verbeterd door dit programma. Verder is gebleken (Falconer, 1992) dat ultrageluid therapie niet kan bijdragen in behandeling van patiënten met een inversie trauma op stijfheid en de range of motion. Echter de voordelen van een oefenprogramma en ultrageluid therapie dragen daarbij wel bij aan de vermindering van pijn en zwelling.

Er blijkt een relatie te zijn tussen ultrageluid, zwelling en pijn. Door een patiënt te behandelen met ultrageluid is er een mogelijkheid dat de ultrasone trillingen er voor kunnen zorgen dat de zwelling en pijn afnemen. Dit gebeurt door dat de trillingen een thermisch effect hebben voor de weefsels eronder. Dit thermische effect zorgt voor een verbeterde bloedsomloop, verminderd de ontsteking en zwelling (VSG, 2010). In deze case study wordt hiernaar onderzoek gedaan, de volgende vraag staat hierbij centraal:

Wat is het effect van een combinatie van reguliere fysiotherapie en ultrageluid op de functionele beperking na een acuut inversietrauma bij een 57 jarige man in de eerste 8 weken na het trauma?

34


Methode

In dit hoofdstuk worden de eigenschappen van de patiënt besproken, vervolgens de onderzoeksdoelstellingen en de fysiotherapeutische diagnose. Daarna volgt een uitleg van de toegepaste interventie en de gebruikte meetinstrumenten.

Patiënt beschrijving

De patiënt is een man van 57 die ongeveer 4 uur geleden door zijn linker enkel gegaan is tijdens het afstappen van de fiets. Hierbij stapte hij in een gat in de weg, waardoor hij zijn enkel zwikte en op de grond is gevallen. Naast het enkelletsel is er geen ander letsel opgelopen. Direct na het ongeval is meneer geholpen door omstanders en is hij zelf naar een restaurantje gelopen waar hij 30 minuten de enkel heeft kunnen ijzen.

Thuisgekomen heeft meneer contact opgenomen met de fysiotherapeut en kon dezelfde middag nog terecht. Vanwege heftige pijn bij het belasten komt meneer op krukken aan in de praktijk.

Meneer heeft nooit eerder enkelklachten gehad, en dit is de eerste keer dat hij door de enkel is gegaan. De pijn zit vooral aan de laterale zijde van de linker enkel en is vooral stekend van aard. Tijdens belasting wordt er een 9 gescoord op de VAS-schaal, na een periode te hebben gezeten neemt deze af naar 5, de pijn is constant aanwezig. Er er is sprake van een forse zwelling rond de laterale malleolus en alle bewegingen worden beperkt door de pijn. De beweeglijkheid van de enkel is zwaar beperkt tot -5 graden dorsaalflexie, en 10 graden plantairflexie en er is een minimale inversie en eversie mogelijk. Met de PSK wordt een forse beperking (> 85 punten) aangegeven voor het lopen van meer dan 5 passen, 1 dag werken en 10 km hardlopen.

Meneer heeft een goede algemene gezondheid en hij baalt erg dat hij hierdoor nu een tijdje niet zal kunnen sporten. De hulpvraag is: zo snel mogelijk (het liefst binnen 2 maanden) weer 10 km pijnvrij kunnen hardlopen. Tevens vind meneer het erg belangrijk dat hij begin volgende week weer zijn werk als aardappelen verkoper op de markt kan oppakken. Hij wilt graag adviezen hebben over hoe hij met het herstel moet omgaan en hoe het herstel er waarschijnlijk uit komt te zien.

Onderzoeksdoelstellingen

De onderzoeksdoelstellingen zijn opgesteld met de KNGF richtlijn enkelletsel als leidraad. Hierbij is gebruik gemaakt van het gedeelte over acuut enkelletsel. Beoordelen of een röntgen-foto geïndiceerd is middels Ottawa ankle rules Beoordelen ernst van het letsel middels functiescore de Bie Beoordelingen van zwelling en eventuele verkleuring middels inspectie en palpatie Vaststellen van behandeldoelen en status praesens door middel van PSK-vragenlijst Vaststellen van de actuele aanwezige pijn middels VAS-score Beoordelen ROM middels actief en indien mogelijk passief onderzoek

35


Fysiotherapeutische diagnose

Meneer, 57 jaar oud, is 4 uur geleden door een ongeluk door zijn enkel gegaan. Er is geen sprake van recidief letsel. De uiteindelijke hulpvraag is om, binnen 8 weken, weer 10 km pijnvrij te kunnen hardlopen. Op de kortere termijn vind meneer het belangrijk weer zijn werk als aardappelverkoper op de markt goed te kunnen uitvoeren. Momenteel heeft meneer veel pijn (VAS 9 bij belasting) en is er een flinke zwelling waardoor hij beperkt is in lopen, werken en hardlopen. Meneer baalt dat dit gebeurd is, en is gemotiveerd om zelf hard aan het herstel te werken. Er is goed begrip over belasting en belastbaarheid en het is duidelijk dat de komende weken niet hardgelopen kan worden. De prognose is gunstig wegens het incidentele letsel. Er is een indicatie fysiotherapie voor het herstel van de mobiliteit en ondersteuning tijdens het oppakken van de activiteiten.

Interventie

Er wordt gekozen tijdens de eerste zitting meneer zelf veel te ijzen en de voet hoog te leggen , zodat hiermee in de acute fase de belasting voor de enkel kan worden gereduceerd. Vervolgens vind er advies plaatst over belasting en belastbaarheid gecombineerd met informatie over natuurlijke hersteltijden en het advies te belasten op geleide van de pijn. Na 1 week komt meneer terug voor controle en wordt er gewerkt aan het normaliseren van dynamisch gangpatroon. In de eerste 4 weken worden de overige pijnklachten plaatselijk behandeld door middel van ultrageluid therapie. Verder wordt er besproken dat meneer zelfstandig kan beginnen met de oefeningen van de fysiotherapeut op het moment dat hij een pijnvrij dynamisch gangpatroon heeft.

De oefeningen die worden gegeven van de fysiotherapeut zijn, 1) onbelast de enkel draaien, 2) buitenrand voet staan, 3) op de hakken en tenen staan, 4) handdoek verplaatsen, 5) eenbenige balans oefening, 7) rennershouding, 8) knie buiging op één been en 9) hak, buitenzijde voet en bal van de grote teen – stap oefening. Deze oefeningen worden in een schema beschreven en uitvoerig geoefend met begeleiding van de fysiotherapeut. Indien meneer de oefeningen goed uitvoert dan worden de oefeningen als huiswerk mee gegeven. Tijdens het behandeltraject worden de lokale drukpijn plaatsen behandel middels ultrageluid. Dit wordt gedaan om de bloedsomloop te verbeteren en het verminderen van de zwelling en ontsteking.

Tijdens elke sessie wordt er beoordeeld of de 9 oefeningen goed uitgevoerd worden en wordt de algemene vooruitgang bekeken. Tijdens elke sessie wordt ook de pijn lokaal behandeld middels ultrageluid. Verder wordt er besproken hoe het hardlopen het beste opgepakt kan worden indien meneer pijnvrij kan rondlopen voor minimaal 10 minuten. Advies te beginnen met maximaal 10 keer 1 minuut hardlopen, met 1 minuut wandelen tussendoor.

In de laatste week worden er behandelingen ingepland nadat meneer voor de eerste keer heeft hardgelopen. Er wordt bekeken hoe de enkel daarop reageert qua pijn en zwelling. Verder worden de oefeningen van het schema wederom gecontroleerd en er wordt besproken hoe het hardlopen verder zelfstandig kan worden uitgebreid. Hierbij wordt het advies gegeven de minuten rustig op te bouwen en de rustperiodes af te bouwen. Hierbij geldt dat meer klachten tijdens of na het hardlopen betekent dat er teveel gedaan is. Meneer blijft de vragenlijsten PSK en VAS elke sessie weer beantwoorden om zo het verloop in kaart te brengen.

36


Meetinstrumenten

Om het ingangsniveau van de patiënt te bepalen en de vooruitgang vast te leggen, worden er een aantal meetinstrumenten gebruikt. De meetinstrumenten die gebruikt worden zijn: functiescore de Bie, Ottowa ankle rules, Patiënt Specifieke Klachten (PSK) en de Visueel Analoge Schaal (VAS) voor de pijn. Hieronder zal elk meetinstrument verder worden uitgediept op de betrouwbaarheid en de meetmomenten.

Om een fractuur in de enkel uit te sluiten worden de Ottawa ankle rules gebruikt. Hiervoor moet de patiënt vier (2 keer 2) stappen kunnen lopen (direct na trauma) en worden er vier drukpunten rond de mediale en laterale malleolus, het os navicuale en os metatarsale V gepalpeerd. Indien de patiënt vier stappen kan lopen en de drukpunten negatief zijn kan er dankzij een sensitiviteit van bijna 100% (Pijnenburg et al., 2002; Bachman, Kolb, Koller, Steurer, & ter Riet, 2003) gesteld worden dat een röntgen-foto overbodig is.

Om vast te stellen of er sprake is van licht of zwaar enkelletsel wordt de functiescore van de Bie gebruikt (de Bie, de Vet, van den Wildenberg, Lenssen & Knipschild, 1997). Hiervoor wordt er een korte vragenlijst ingevuld (binnen vijf dagen na het letsel) over de enkelklacht en aan de antwoorden wordt een score gehangen. Als deze score hoger dan 40 punten is, wordt er gesproken van licht letsel en is de verwachting dat de patiënt binnen 14 dagen weer klachtenvrij is. Hierbij is de prognostische sensitiviteit 97% en de specificiteit 100% (de Bie et al., 1997). Volgens onderzoek van van der Wees et al. (2012) liggen deze waarden respectivelijk op 76% en 63%. De functiescore zal op de dag van het letsel worden afgenomen en vijf dagen na het letsel. Hierna zal deze niet meer worden afgenomen omdat dit geen meerwaarde heeft voor de prognostische functie.

Om de hoeveelheid pijn in enkel te objectiveren wordt gebruik gemaakt van de Visuele Analoge Schaal (VAS). Hiervoor moet de patiënt een streep zetten op een lijn van 10 cm om weer te geven hoeveel pijn ervaren wordt. Helemaal links op de lijn staat voor ‘helemaal geen pijn’, helemaal rechts op de lijn staat voor ‘hele extreme pijn’. Uit Ferraz et al. (1990) blijkt dat de VAS schaal betrouwbaar is (r = 0.937).

Om de functionele beperking weer te geven, behandeldoelen inzichtelijk te maken en vooruitgang in kaart te brengen wordt de PSK vragenlijst toegepast. Bij dit meetinstrument moet de patiënt een streep zetten op een Visuele Analoge Schaal van 10 cm om weer te geven hoeveel moeite hij ervaart bij een bepaalde activiteit, 0 is hierbij ‘geen enkele moeite’ en 10 is ‘groots mogelijk moeite/onmogelijk’. De PSK wordt tegelijk met de VAS pijn worden ingevuld. De drie activiteiten waarop de PSK wordt ingevuld zijn tijdens de intake vastgesteld.

37


Resultaten

De Ottawa Ankle Rules zijn direct tijdens de intake uitgevoerd. Deze bleek negatief dus een fractuur is zeer onwaarschijnlijk. Op basis van dit gegeven is er besloten door te gaan met de rest van het onderzoek. De functiescore van de Bie is gemeten op ‘dag 0’ en ‘dag 5’, de scores waren, respectievelijk, 13 punten en 31 punten. Uit deze scores is er afgeleid dat er sprake is van ernstig letsel.

De VAS en PSK zijn twee maal per week ingevuld door de patiënt. De activiteiten waarop mevrouw vooruitgang wilde maken, en die zijn gebruikt voor de PSK waren: hardlopen (10 km), wandelen meer dan 5 passen en 1 dag werken. Bij de eerste meting op ‘dag 0’ waren al deze waardes tussen de 80 en 100 mm. De pijn was op ‘dag 0’ tussen de 50 en 90 mm en was in week 1 al afgenomen naar tussen de 0 en 55 mm. Aan het einde van week 1 was er geen pijn in rust meer aanwezig, deze pijn is in week 3 eenmalig terug gekomen na een sprintje naar de trein. De pijn in rust is na dit incident niet meer terug gekomen. De maximale pijn is gedurende het hele behandeltraject geleidelijk afgenomen en vanaf week 7 na het trauma was er geen sprake meer van pijn tijdens belasten.

Wat betreft de beperkingen volgen deze eenzelfde lijn als de pijn. Alle items van de PSK geven in de tijd een lijn naar beneden aan en allen hebben een piek in week 1,5. Vanaf week 2 gaf het lopen van 5 passen geen problemen meer, vanaf week 4 geldt dit ook voor het werken van 1 dag in het ziekenhuis. Vanaf week 4 is er begonnen met twee hardloop trainingen per week, zie tabel 1. Hierbij lag het accent op het uitbreiden van de trainingsomvang en werd er op een rustig tempo (10 km/h) gelopen. Het hardlopen bleef tot week 9 nog een beetje moeite geven, echter ging dit wel. Bij zowel de pijn als bij de PSK is het verschil tussen de meting van ‘week 0’ en ‘week 9’.

38


Discussie

In deze case study is een 57-jarige man fysiotherapeutisch behandeld na een acuut enkelletsel. De behandeling bestond uit informeren en adviseren, gecombineerd met oefentherapie en ultrageluid therapie. De vraag die in dit onderzoek centraal stond was: ‘Wat is het effect van een combinatie van reguliere fysiotherapie en ultrageluid therapie op de functionele beperking na een acuut inversietrauma bij een 57 jarige man in de eerste 8 weken na het trauma?’ In zowel de pijn en zwelling als in de functionele beperking is een klinisch relevante vooruitgang gevonden.

Uit van Knottnerus et al. (1999) blijkt dat het geen verschil maakt of er gebruik gemaakt wordt van oefentherapie of ultrageluid therapie. In het huidige onderzoek vond meneer het makkelijk zich aan de oefeningen te houden omdat hij de oefeningen ter vervanging deed voor zijn normale sportieve bezigheden. Hierdoor hoefde hij hier niet speciaal tijd voor vrij te maken. Hij vond het juist fijn om zulke intensieve begeleiding te krijgen bij de behandelingen en genoeg oefeningen mee kreeg om dit gewoon thuis uit te voeren. Door de ultrageluid trillingen merkte meneer na de behandeling een warme “gloed” rondom de pijn plaatsen. Na een paar uur was de pijn minder waar door meneer beter zijn oefeningen kon uitvoeren. Dit is dus niet in overeenstemming met het onderzoek van Knottnerus et al. (1999).

Omdat meneer zo spoedig mogelijk wilde revalideren is er besloten het moment van het starten van deze training te laten afhangen van zijn dynamische gangpatroon. Voor vervolg onderzoek is het aan te raden meer proefpersonen te gebruiken waarbij een vast protocol wordt gebruikt. Nu lag dit protocol niet goed vast omdat het afhing van het herstel van de patiënt, in plaats van dat het op basis van tijd werd uitgevoerd.

In dit huidige onderzoek is er alleen gekeken naar het effect van de behandeling in combinatie met ultrageluid therapie op de functionele beperking en de pijn. Er is niet verder gekeken naar het effect van de training op bijvoorbeeld de range of motion of de kracht van het enkelgewricht. Uit onderzoek blijkt (Uh, Beynnon, Helie, Alosa, & Renstrom, 2000) dat een oefenschema gericht op de kracht rond de enkel effect heeft op excentrische inversiekracht. Verder blijkt (Sekir, Yildiz, Hazneci, Ors, & Aydin, 2007) dat een isokinetisch oefenprogramma van 6 weken positief effect heeft op enkelkracht, proprioceptie en balans. Maar of dit ook bereikt wordt met de ondersteuning van ultrageluid is niet duidelijk. Het wordt aangeraden het onderzoek naar het effect van ultrageluid in combinatie met oefentherapie grootschaliger aan te pakken, met meer patiënten en meer onderzoek variabelen. Ook is het aan te raden dat er hierbij gebruik gemaakt wordt van een interventie-, en een controle groep zodat het effect daadwerkelijk vergeleken kan worden.

39


Conclusie

De toepassing van een combinatie van informeren, adviseren, oefentherapie en het verminderen van pijn en zwelling middels ultrageluid heeft een positief effect op de pijn en de functionele beperking bij een 57-jarige patiënt na een inversietrauma. Er blijkt na 4 weken een grote vooruitgang te zijn in de pijn, zwelling en beperkte activiteiten. Na 8 weken was er nauwelijks sprake van een beperking. Echter is het belangrijk te realiseren dat dit onderzoek slechts berust is op één proefpersoon, waardoor de validiteit en betrouwbaarheid van dit onderzoek erg laag is. Er wordt geadviseerd een onderzoek op te zetten waarbij er meer proefpersonen gebruikt worden in combinatie met een controle- en interventiegroep waarbij er ook meer onderdelen onderzocht worden.

40


Literatuurlijst

- Bachman, L.M., Kolb, E., Koller, M.T., Steurer, J., & ter Riet, G. (2003). Accuracy of Ottawa ankle rules to exclude fractures of the ankle and mid-foot: systematic review. British Medical Journal, 326: 417-423.

- Bahr, B., Lian, O., & Bahr, I.A. (1997). A twofold reduction in the incidence of acute ankle sprains in volleyball after the introduction of an injury prevention program: a prospective cohort study. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 7 (3): 172-177.

- Bie, R.A. de, de Vet, H.C., van den Wildenberg, F.A., Lenssen, T., & Knipschild, P.G. (1997). The prognosis of ankle sprains. International Journal of Sports Medicine, 18 (4): 285-289.

- Ekkelboom, J. (2013). Oefenprogramma moet herhaling enkelblessure voorkomen. FysioPraxis, 2: 20-23.

- Factsheet enkelblessures (2014). Opgehaald op 14-05-2016 van VeiligheidNL: https://www.veiligheid.nl/sportblessures/kennis/cijfers-over-sportblessures

- Falconer J , Hayes KW , Chang RW (1992), Arthritis care and research : the official journal of the Arthritis Health Professions Association

- Faraji, E., Daneshmandi, H., Atri, A.E., Onvani, V. & Namjoo, F.R. (2012). Effects of prefabricated ankle orthoses on postural stability in basketball players with chronic ankle instability. Asian Journal of Sports Medicine, 3(4): 274-278.

- Ferraz, M.B., Quaresma, M.R., Aquino, L.R., Atra, E., Tugwell, P., & Goldsmith, C.H. (1990). Reliability of pain scales in the assessment of literate and illiterate patients with rheumatoid arthritis. Journal of Rheumatology, 17 (8): 1022-1024.

- Holme, E., Magnusson, S.P., Becher, K., Bieler, T., Aagaard, P., & Kjaer, M. (1999). The effect of supervised rehabilitation on strength, postural sway, position sense and re-injury risk after acute ankle ligament sprain. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 9 (2): 104-109.

- Gezondheidsraad. De effectiviteit van fysische therapie: Elektrotherapie, lasertherapie, ultrageluidbehandeling. Den Haag: Gezondheidsraad, 1999; publicatie nr 1999/20. ISBN 90-5549-287-6

- Khor, Y.P., & Tan, K.J. (2013). The anatimic pattern of injuries in acute inversion ankle sprains. A magnetic resonance imaging study. The Orthopaedic Journal of Sports Medicine, 1 (7): 2325967113517078 DOI: 10.1177/2325967113517078

- McGuine, T.A., Hetzel, S., Wilson, J., & Brooks, A. (2012). The effect of lace-up ankle braces on injury rates in high school football players. American Journal of Sports Medicine, 40 (1): 49- 57.

- Pijnenburg, A.C.M., Glas, A S., de Roos, M.A.J., Bogaard, K., Lijmer, J.G., Bossuyt, P.M.M., ... & Keeman, J. N. (2002). Radiography in acute ankle injuries: the Ottawa Ankle Rules versus local diagnostic decision rules. Annals of Emergency Medicine, 39(6): 599-604.

- Sekir, U., Yildiz, Y., Hazneci, B., Ors, F., & Aydin, T. (2007). Effect of isokinetic training on strength, functionality and proprioception in athletes with functional ankle instability. Knee Surgery, Sports Traumatology, Arthroscopy, 15: 654-664.

- Sportblessures, blessurecijfers (2015). Opgehaald op 14-05-2016 van VeiligheidNL: https://www.veiligheid.nl/sportblessures/kennis/cijfers-over-sportblessures

- Trégouët, P., Merland, F., & Horodyski, M.B. (2013). A comparison of the effects of ankle taping styles on biomechanics during ankle inversion. Annals of Physical and Rehabilitation Medicine, 56 (2): 113-122.

- Uh, B.S., Beynnon, B.D., Helie, B.V., Alosa, D.M., & Renstrom, P.A. (2000). The Benefit of a Single-Leg Strength Training Program For the Muscles Around the Untrained Ankle, A

41

https://www.veiligheid.nl/sportblessures/kennis/cijfers-over-sportblessures

https://www.veiligheid.nl/sportblessures/kennis/cijfers-over-sportblessures


Prospective, Randomized, Controlled Study. The American Journal of Sports Medicine, 28 (4): 568-573.

- VSG. (2010, februari). Richtlijn acute inversietrauma van de enkel. Geraadpleegd van http://www.sportgeneeskunde.com/files/Richtlijn%20'Acute%20inversietrauma%20van%20 de%20enkel'.pdf

- Wees, P., van der, Hendriks, E., van Beers, H., van Rijn, R., Dekker, J., & de Bie, R. (2012). Validity and responsiveness of the ankle function score after acute ankle injury. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 22: 170-174.

- Wees, P.J. van der, Lenssen, A.F., Feijts, Y.A.E.J., Bloo, H., van Moorsel, S.R., Ouderland, R., ... & de Bie, R.A. (2006). KNGF-richtlijn Enkelletsel. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 116 (5)

- Gezondheidsraad. De effectiviteit van fysische therapie: Elektrotherapie, lasertherapie, ultrageluidbehandeling. Den Haag: Gezondheidsraad, 1999; publicatie nr 1999/20. ISBN 90-5549-287-6

42

Documents

Fysiotherapie Eemnes verslag EFLP-3 · Web viewFysiotherapie Eemnes verslag EFLP-3. ... Hierbij word er bij elk onderdeel een reflectie weergeven ... Door het gehele structuur van