52
Bronnenboek Ex@mentraining Wft Schadeverzekeringen Bedrijven

Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

  • Upload
    welten

  • View
    236

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Folder Wft Schadeverzekeringen 2010

Citation preview

Page 1: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

BronnenboekEx@mentraining

Wft Schadeverzekeringen Bedrijven

Page 2: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

2

ColofonUitgever: Welten OpleidingenAuteur: Welten OpleidingenEindredactie: Welten OpleidingenVormgeving: Verhagen Grafische Media BV, VeldhovenIllustraties: Verhagen Grafische Media BV, Veldhoven Drukwerk: Verhagen Grafische Media BV, Veldhoven

Ex@mentraining Wft-Schadeverzekeringen BedrijvenVersie: W45MOD4_V7

Copyright © 2010 Welten Opleidingen Postbus 1047 5512 ZG Vessem Telefoon: 0497- 594800 Fax: 0497 - 594999 E-mail: [email protected] Internet: www.welten.eu

Samenstellers en Welten Opleidingen zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onjuist-heden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any othermeans, without written permission from the publisher.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschul-digde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Page 3: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

3

Inhoud

Voorwoord 7 Doelstellingen 7 Voorkennis 8 Opzet van de module 8

Eindtermen Wft De eindtermen 8

Algemene studieaanwijzingen 9

Inleiding 13

Hoofdstuk 1 14Algemene begrippen 141.1 Inleiding 141.2 Voorlopige dekking 141.3 Terrorisme risico en schade 141.4 Non selectie en autoselectie 141.5 Risicomanagement 151.6 Zaakschade 151.7 Persoonsschade 151.8 Vermogensschade 151.9 Preventie in het kader van

risicoanalyse 151.10 Principes van actief

schaderegelingsbeleid 161.11 Risico’s met financiële gevolgen 16Samenvatting 17

Hoofdstuk 2Schadeverzekeringen 18

Inleiding 182.1 Risico’s 182.2 Klant 18Samenvatting 18

Hoofdstuk 3Nieuw verzekeringsrecht 19

3.1 Inleiding 193.2 Dwingend, semi-dwingend en

regelend recht 19Samenvatting 19

Hoofdstuk 4Verzekeringsdefinitie 20

4.1 Artikel 7:925 BW 204.2 Artikel 7:926 BW 214.3 Artikel 7:944 BW 214.4 Artikel 7:964 BW 224.5 Artikel 7:975 BW 224.6 Artikel 7:928 tot en met 7:931 BW 224.7 Artikel 7:934 tot en met 7:936 BW 284.8 Artikel 7:935 BW 284.9 Artikel 7:936 BW 294.10 Artikel 7:938 BW 304.11 Artikel 7:939 BW 304.12 Artikel 7:940 BW 304.13 Artikel 7:941 BW 314.14 Artikel 7:957 BW 324.15 Artikel 7:951 BW 324.16 Artikel 7:952 BW 334.17 Artikel 7:954 BW 344.18 Artikel 7:955 BW 354.19 Artikel 7:956 BW 354.20 Artikel 7:958 BW 354.21 Artikel 7:959 BW 364.22 Artikel 7:960 BW 364.23 Artikel 7:961 BW 36Samenvatting 39

Hoofdstuk 5Overeenkomst 40

Inleiding 405.1 Polis 405.2 Polisblad 405.3 Polisvoorwaarden 41Samenvatting 41

Hoofdstuk 6Verzekeraar en verzekeringnemer 42

Inleiding 426.1 Verzekeringnemer 426.2 Verzekeraar 42Samenvatting 42

Hoofdstuk 7Tussenpersoon 43

Inleiding 437.1 Gevolmachtigd agent 43Samenvatting 44

Hoofdstuk 8Premie 45

Inleiding 458.1 Premiebetalingsplicht bij schade-

verzekeringen. 458.2 Aanpassingsclausule (en bloc-

clausule; herzieningsclausule) 458.3 Premieopbouw 46Samenvatting 47

Hoofdstuk 9Verlies, schade of gemis van verwacht voordeel 48

Inleiding 48Samenvatting 48

Hoofdstuk 10Soorten verzekeringen 49

Inleiding 4910.1 Verplichte verzekeringen 4910.2 Noodzakelijke en/of wenselijke

verzekeringen 4910.3 Uitsluitingen 49Samenvatting 50

Hoofdstuk 11Samenvatting 51

Deel 1 Zakelijk bezit 55Inleiding 55

Hoofdstuk 1Algemeen 56

Inleiding 561.1 Brand 561.2 Bedrijfsgebouw 571.3 Inboedel en inventaris 57Samenvatting 58

Hoofdstuk 2Preventie 59

Inleiding 592.1 Bedrijfsbezittingen 592.2 Organisatorische maatregelen 602.3 Bouwkundige maatregelen 602.4 Technische maatregelen 612.5 Inbraakgevoeligheid bedrijven

(en instellingen) 61Samenvatting 61

Page 4: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

4

Hoofdstuk 3Inventarisatie en analyse 62

Inleiding 623.1 Moreel en materieel risico 633.2 Risicoadres 633.3 Ondernemingsvorm 643.4 Natuurlijke personen en

Rechtspersonen 653.5 Acceptatie 66Samenvatting 67

Hoofdstuk 4Advies en bemiddeling 68

Inleiding 684.1 Kale brandverzekering 684.2 Uitgebreide Gevarenverzekering

(UGV) 694.3 Dekking bij bedrijfsgebouwen en

inventaris/goederen 704.4 Bijzondere clausules 714.5 Glasverzekering 73Samenvatting 75

Hoofdstuk 5Overige bedrijfsmatige verzekeringen 76

Inleiding 765.1 Bedrijfsschadeverzekering 765.2 Machinebreuk bedrijfsschade-

verzekering 825.3 Computerbedrijfsschadeverzekering 825.4 Reconstructiekostenverzekering 825.5 Extrakostenverzekering 825.6 Huurdervingsverzekering 835.7 De machinebreukverzekering 835.8 Computer- en elektronicaverzekering 845.9 Elektronicaverzekering 855.10 Winkelgeldverzekering 855.11 Geld- en fraudeverzekering 855.12 Kredietverzekering 875.13 Constructie All Risksverzekering

(CAR-verzekering) 875.14 Montageverzekering 915.15 Garageverzekering 925.16 Broeiglas- en hagelschadeverzekering 935.17 Paarden- en veeverzekering 945.18 Land- en werkmateriaal 94Samenvatting 94

Hoofdstuk 6Vaststellen van het verzekerd bedrag 95

6.1 Onderverzekering 956.2 Oververzekering 956.3 Indexclausule 956.4 Taxaties 956.5 Bedrijfsgebouwen 966.6 Verkoopwaarde of sloopwaarde 976.7 BTW 976.8 Waarde inventaris/goederen 986.9 Bedrijfsgoederen en handelsgoederen 986.10 Huurdersbelang 98Samenvatting 99

Hoofdstuk 7Premiefactoren 100

Inleiding 100Samenvatting 100

Hoofdstuk 8Beheer en mutatie 101

Inleiding 101

Hoofdstuk 9Schadebehandeling 102

Inleiding 102Samenvatting 103

Hoofdstuk 10Samenvatting 104

Deel 2 Verkeer 107Inleiding 107

Hoofdstuk 1Inventarisatie en analyse 108

Inleiding 1081.1 Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen

(WAM) 1081.2 Definitie motorrijtuig 1151.3 Artikel 185 Wegenverkeerswet 1171.4 Verzamelen van gegevens 121Samenvatting 121

Hoofdstuk 2Advies en bemiddeling 122

Inleiding 122Samenvatting 123

Hoofdstuk 3Dekkingsvormen 124

Inleiding 1243.1 WA-dekking 1243.2 De beperkte cascodekking 1263.3 Cascodekking 1273.4 Ongevallen Auto Verzekering

Inzittenden 1293.5 Schadeverzekering voor inzittenden 1313.6 Ongevallen Opzittenden-

verzekeringen 1323.7 Verkeersschadeverzekering 1323.8 Collectiviteiten 1333.9 Motorrijtuigenrechtsbijstand -

verzekering 1333.10 Verhaalsrechtsbijstand verzekering 134Samenvatting 134

Hoofdstuk 4Premie berekening 135

Inleiding 135Samenvatting 137

Hoofdstuk 5Beheer en mutatie 138

Inleiding 138Samenvatting 138

Hoofdstuk 6Schadebehandeling 139

6.1 VAR registratie & Systeem Vertrouwelijke Mededelingen 141

6.2 Voorkomen van fraude bij autoschade 1416.3 Stappen in het schadebehandelings-

proces 1416.4. Behandeling bij letselschades 143Samenvatting 143

Page 5: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

5

Hoofdstuk 7Samenvatting 144

Deel 3 Transport 147Inleiding 147

Hoofdstuk 1Inventarisatie en analyse 148

1.1 Leveringscondities 148Samenvatting 149

Hoofdstuk 2Aansprakelijkheid en vervoer 150

Inleiding 1502.1 De AVC 1512.2 Algemene Vervoerscondities

(AVC 2002) 1512.3 CMR 1522.4 AVVV 2006 152Samenvatting 153

Hoofdstuk 3Het inventariseren van andere relevante gegevens 154

Inleiding 154Samenvatting 155

Hoofdstuk 4Advies en bemiddeling 156

Inleiding 1564.1 Nederlandse Beurs Goederen

Polis 2006 1564.2 Clausules NBGP 2006 1574.3 Verzekeringsvormen 1584.4 Declaratiepolis 1594.5 Pauschalpolis 159Samenvatting 161

Hoofdstuk 5Beheer en mutatie 162

Inleiding 162

Hoofdstuk 6Schadebehandeling 163

Inleiding 1636.1 Maatregelen bij schade 164Samenvatting 164

Hoofdstuk 7Landmateriaal 165

Inleiding 1657.1 Inventarisatie en analyse bij

landmateriaal 1657.2 Nederlandse Beurspolis voor

Landmateriaal 2006 (NBPL) 1657.3 Beheer en mutatie bij

Landmateriaal 1677.4 Schadebehandeling bij

Landmateriaal 167Samenvatting 167

Hoofdstuk 8Samenvatting 168

Deel 4 Aansprake lijkheid en rechtsbijstand 171Inleiding 171

Hoofdstuk 1Inventarisatie en analyse 172

1.1 Aansprakelijkheid voortvloeiende uit de wet dan wel aansprakelijkheid voort vloeiende uit het contract 172

1.2 Risicoaansprakelijkheid 1741.3 Aansprakelijkheidsrecht voor

bedrijven 1761.4 Aansprakelijkheid voor

ondergeschikten 1771.5 Productaansprakelijkheid 1781.6 Uitsluitingsgronden 180Samenvatting 181

Hoofdstuk 2Aansprakelijkheids verzekering voor bedrijven (avb) 182

Inleiding 1822.1 Aansprakelijkheidsverzekering

Bedrijven 1822.2 Beroepsaansprakelijkheidsverzekering 1872.3 Werkgeversaansprakelijkheids-

verzekering motorrijtuigen (WEGAM) 1882.4 Bestuurdersaansprakelijkheids-

verzekering 1892.5 Milieuschadeverzekering (MSV) 189Samenvatting 190

Hoofdstuk 3Advies en bemiddeling, beheer en mutatie 191

Inleiding 191Samenvatting 191

Hoofdstuk 4Schadebehandeling 192

Inleiding 192Samenvatting 193

Hoofdstuk 5Rechtsbijstand voor de ondernemer 194

Inleiding 1945.1 Inventarisatie en analyse bij de

rechts bijstandverzekering 1945.2 Advies en bemiddeling bij de

rechtsbijstandverzekering 1945.3 Rechtsbijstand voor bedrijven 1955.4 Schadebehandeling 196Samenvatting 197

Hoofdstuk 6 198Samenvatting 198

Deel 5 Inkomen en arbeidson geschiktheid voor de werkgever 201

Inleiding 201

Hoofdstuk 1Inventarisatie en analyse 202

Inleiding 2021.1 Sociale wetgeving 2021.2 Wet verbetering Poortwachter 2051.3 WVLBZ 2071.4 Wet werk en inkomen naar arbeids-

vermogen (WIA) 209

Page 6: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

6

1.5 Werkhervattingsregeling voor Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) 210

1.5.1 Werknemers die tijdelijk volledig en niet duurzaam arbeids- ongeschikt zijn 210

1.5.2 Werknemers die voor 35% of meer, maar niet volledig arbeidsongeschikt zijn 211

1.6 WAZO-uitkering bij zwangerschap en bevalling 213

1.7 Wet op de arbeidsongeschiktheid (WAO) 214

Samenvatting 214

Hoofdstuk 2Advies en bemiddeling 215

Inleiding 2152.1 Marktwerking bij de regeling WGA 2152.2 Arbeidsongeschiktheidsverzekering

(AOV) 2152.3 Alternatieve AOV 2232.4 Stappen in de schade behandelings-

procedure 223Samenvatting 225

Hoofdstuk 3Werknemers arbeidsongeschiktheids-verzekering 226

Inleiding 2263.1 WGA-gatverzekering 2263.2 WIA-aanvullingsverzekering 2273.3 WIA-excedentverzekering 2273.4 WIA-compensatieverzekering 2283.5 Maandlasten AOV 2283.6 Arbeidsongeschiktheidsclausule 2283.7 Eigen risicodrager WIA 229Samenvatting 230

Hoofdstuk 4Ziekteverzuimpolis 231

Inleiding 2314.1 Verhaalsrechtsbijstand 233Samenvatting 233

Hoofdstuk 5Ongevallenverzekering 234

Inleiding 2345.1 Collectieve persoonlijke

ongevallenverzekering 235Samenvatting 236

Hoofdstuk 6 237Verzekeringen tegen inkomensverlies bij werkloosheid 237

Inleiding 2376.1 Werkloosheidswet (WW) 237Samenvatting 238

Hoofdstuk 7Toeslagen wet 239

Inleiding 2397.1 Hoogte van de aanvulling 239

Hoofdstuk 8Wet werk en bijstand 240

Inleiding 240

Hoofdstuk 9Beheer en mutatie 241

Hoofdstuk 10Schadebehandeling 242

Hoofdstuk 11Samenvatting 243

Deel 6 Gezondheid en zorg 247Inleiding 247

Hoofdstuk 1 248Zorgverzekeringswet 248

Inleiding 2481.1 Identificatieplicht in de zorg 2481.2 Verzekeraars hebben een zorgplicht 2481.3 Premie 2491.4 Zorgtoeslag 2501.5 Eigen risico 2511.6 Wanbetalers 251

Hoofdstuk 2Basispakket 252

Inleiding 2522.1 Collectief contract 2532.2 Acceptatie 2542.3 Mutaties tijdens de looptijd 2542.4 Schadevergoeding 2542.5 Beëindiging van de polis 2542.6 Reisverzekering en Zorgverzekering 2552.7 Verzuimmanagement 2552.8 Griep vaccinatie 2552.9 Declaratie van een schade(nota) 255

Hoofdstuk 3Aanvullende verzekeringen 257

Hoofdstuk 4Algemene wet bijzondere ziektekosten (awbz) 258

4.1 Uitkleding van AWBZ 2584.2 Welke zorg zit er nu eigenlijk in de

AWBZ? 2584.3 Premie 259

Hoofdstuk 5Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 260

Inleiding 2605.1 Van AWBZ naar Wmo 2605.2 Wet voorziening gehandicapten

gaat naar het Wmo 261

Hoofdstuk 6Totaaloverzicht 262

Hoofdstuk 7Rol van de tussenpersoon 263

Deel 7 Begrippenlijst 267

Deel 8 Eind/toetstermenSchadeverzekeringen Bedrijven 2010 277

a. Bezitsverzekeringen 277b. Verkeer 285c. Transport 293d. Aansprakelijkheid en rechtsbijstand 298e. Inkomen en arbeidsongeschiktheid 305f. Gezondheidszorg en zorg 313g. Algemeen 316

Bijlagen 321

Page 7: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

7

Voorwoord

Voor je ligt de Wft-module Schadeverzekeringen Bedrijven. De module voldoet aan de Wft-eind-termen en heeft betrekking op alle aspecten van de advi sering van schadeverzekeringen.

De Wet financieel toezicht (Wft) is opgesteld door het Ministerie van Financiën en is op 1 januari 2007 van kracht geworden. Onder andere de Wet op het consumentenkrediet (Wck) is vervangen door de Wft. De Wft stelt eisen aan financiële dienstverleners op het gebied van integriteit, deskundigheid, betrouw-baarheid, financiële zekerheid, transparantie, adequate informatieverstrekking en zorgvuldige advisering aan consumenten in het kader van de zorgplicht. Het doel is het bieden van een betere bescherming aan de consument met betrekking tot financiële producten.

Financiële productenFinanciële producten, zoals verzekeringen, kre-dieten, beleggingsproducten en betaalmiddelen vervullen een belangrijke rol in het leven van mensen. Zo is een betaalrekening steeds meer een voorwaarde om volwaardig deel te kunnen nemen aan het maatschappelijke verkeer en stellen beleggingsproducten mensen veelal in staat, zich financieel voor te bereiden op grote uitgaven of een periode met beperkte inkomsten en maakt een krediet het mogelijk om nu uit-gaven te doen, terwijl men pas op termijn over de middelen beschikt.

De bescherming van de consumentDe bescherming van de consument is nodig vanwege risico’s die vaak verbonden zijn aan de aanschaf van financiële producten. Deze risico’s zijn voor de consument over het algemeen moeilijker te beoordelen dan voor de financi-ele dienstverlener. De financiële dienstverlener speelt een belangrijke rol in het bewustmaken van de consument van deze risico’s. Het verschil in kennis is gedeeltelijk het bestaansrecht van financiële dienstverleners. Deze kennis mag er niet toe leiden dat de financiële dienstverlener de verantwoordelijkheid van de consument geheel overneemt. Iedere consument is uiteinde-lijk zelf verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Om de juiste keuze te kunnen maken, moet de consument wel juist geïnformeerd worden.

De Wft is bedoeld om de verantwoordelijk heden van de financiële dienstverleners, en daarmee ook die van de consument, te markeren en toe-zicht daarop mogelijk te maken. De Wft is geba-

seerd op de gedachte dat het voor de bescher-ming die de consument wordt geboden niet mag uitmaken via welk distributiekanaal hij een product aanschaft of in welke financiële sector het product zijn oorsprong vindt. Om deze uit-gangspunten in de praktijk te brengen zijn niet alleen bemiddelaars onder de reikwijdte van de wet gebracht, maar ook aanbieders, zoals ban-ken en verzekeraars, en adviseurs voor zover de advisering uitmondt in de aanbeveling van een specifiek financieel product.

Theorie en praktijkAls adviseur heb je vrijwel dagelijks te maken met allerlei aspecten van schadeverzekeringen die voor het midden- en kleinbedrijf van groot belang zijn. Theoretische en praktische kennis van de verschillende aspecten van schadeverze-keringen zijn hierbij onmisbaar. De verschillende vormen alsmede de steeds maar wijzigende wetgeving maken het soms lastig een eenduidig beeld van de huidige stand van zaken te geven.

De inhoud van de opleiding moet gezien worden als een brede basis. De meest voorkomende algemene vragen kunnen ermee worden beant-woord. De praktische ervaring zal moeten wor-den opgedaan tijdens de uitoefening van de functie.

Deze module is geschreven om je voor te berei-den op het examen Verzekeren Schade in het kader van de Wft. Als je voor dit examen slaagt, mag je in opdracht van iedere financiële instel-ling schadeverzekeringen afsluiten.

Naast het behalen van je diploma wordt ook van je verwacht dat je je kennis van de verschillende aspecten van schadeverzekeringen onderhoudt middels permanente educatie.

We zullen nu ingaan op de opbouw van deze Wft-module. Achtereenvolgens komen aan bod:- Doelstellingen- Voorkennis- Opzet van de module

Doelstellingen

Deze module is bedoeld voor eenieder die in zijn functie te maken heeft met het geven van advies op het gebied van schadeverzekeringen. De module heeft tot doel je de basiskennis op dit gebied eigen te laten maken. Daarbij is het belangrijk dat aan de vereisten van de Wft wordt voldaan.

Page 8: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

8

De Wft-eindtermen geven aan wat een beroeps-beoefenaar of functiehouder moet:- weten (kennis)- kunnen (de vaardigheid van het toepassen

van kennis)- doen (houding/attitude van waaruit de dingen

worden gedaan).

De Wft-eindtermen zijn geordend naar ‘inven-tarisatie & analyse’, ‘advies & bemiddeling’ en ‘beheer & mutatie’. Dit zijn de drie stappen van het adviesproces.

Opgemerkt moet worden dat competenties moeilijker te toetsen zijn dan cognitieve kennis. Desondanks hebben we geprobeerd de kwaliteit van de benodigde competenties door middel van toetsing naar voren te krijgen. Inzicht en competentie zullen een belangrijk onderdeel van de opleidingsmodule vormen.

Voorkennis

Er is geen specifieke voorkennis vereist. Wel wordt uitgegaan van de aanwezigheid van competenties die aansluiten bij een mbo/hbo werk- en denkniveau. Daarnaast is het raadzaam de module Wft-Basis (of vergelijkbaar inleidend werk) doorgenomen te hebben alvorens een verdiepingsmodule te bestuderen.

Opzet van de module

De Ex@mentraining Wft Schadeverzekeringen Bedrijven is een opleidingstraject dat bestaat uit een bronnenboek én een examentraining via het internet. De examentraining dient ter onder-steuning van de studie uit het bronnenboek. In de Ex@mentraining staan oefenvragen die je ter voorbereiding op het Wft-examen kunt maken. Na het maken van deze vragen ontvang je feedback per vraag. De Ex@mentraining Wft Schadeverzekeringen Bedrijven staat op het internet onder het volgende adres: http://academy.welten.eu.

In de brief, verstuurd bij dit bronnenboek, vind je de inlogcodes van de Ex@mentraining. Via jouw e-mailadres heb je ook de inlogcodes ontvangen.

Je kunt de Ex@mentraining gebruiken om de stof te gaan beheersen, maar ook om te toetsen of jouw kennis voldoende is, zodat je het Wft-examen met goed gevolg kunt afleggen.

De opleidingsstof is ingedeeld in zeven delen:Deel 1: Inleiding in het schadebedrijfDeel 2: Zakelijk bezitDeel 3: VerkeerDeel 4: TransportDeel 5: Aansprakelijkheid en rechtsbijstandDeel 6: Inkomen en arbeidsongeschiktheidDeel 7: Gezondheid en zorg

Achterin het boek is een Begrippenlijst opge-nomen waarmee je definities en begrippen kunt opzoeken. Ook tref je achterin bijlagen aan.

Overal waar “hij” staat wordt “hij/zij” bedoeld, dit om de leesbaarheid te vergroten.

Eindtermen Wft

In deze Wft-module Schadeverzekeringen Bedrijven gaat het om adviseurs en com-merciële back- en mid office medewerkers, die op basis van een klantprofiel aan klanten producten verkopen. Deze producten voorzien in de verzekering van de risico’s waar bedrijven mee in aanraking komen. De eindtermen zijn gericht op de adviseur die bedrijfsmatige klanten adviseert over schadever-zekeringen. Deze adviseur moet een klantprofiel kunnen maken dat voldoet aan de eisen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Page 9: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

9

Algemene studieaanwijzingen

Zoek een contactpersoon, bijvoorbeeld een ervaren collega, bij je werkgever, aan wie je vragen kunt stellen over lastige zaken die je tijdens het studeren tegenkomt.

Probeer zo mogelijk met medecursisten contact te onderhouden. Je kunt lastige zaken met elkaar doornemen.

Je zult ongeveer 110 uur studietijd kwijt zijn aan deze module. Streef naar een maximale studie-duur van twee uur achtereen.

Maak voor jezelf een samenvatting per hoofd-stuk. Gebruik de samenvatting ook bij het herhalen van de stof.

Ten slotte wensen wij je veel plezier en succes toe bij het bestuderen van deze module.

Page 10: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

10

Page 11: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inleidingin het schadeverzekeringsbedrijf

Page 12: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010
Page 13: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

13

Inleiding

Dit boek geldt als basis voor de kennis over schadeverzekeringen voor het midden- en kleinbedrijf (zie voor particuliere verzekeringen bronnenboek Wft Schade Particulier).

Het onderscheid tussen verzekeringen voor particulieren en bedrijven is vooral een praktisch onderscheid. Veel verzekeringsmaatschappijen en assurantietussenpersonen maken dit onder-scheid. Dit omdat voor het vaststellen van de verzekeringsbehoefte van een particulier een heel andere benadering nodig is dan voor de verzekeringsbehoefte van bedrijven of beroepen.

We bouwen elk deel op dezelfde manier op. In de inleiding van elk deel zie je wat er alle-maal wordt behandeld. Vervolgens geven we algemene informatie over de schadeverzeke-ringen die in dat deel aan bod komen. Die algemene informatie bestaat bijvoorbeeld uit juridische aspecten of definities waarvan je eerst moet weten wat ze betekenen voordat we dieper op de stof kunnen ingaan.

Tot slot geven we de inhoudelijke informatie die nodig is om voldoende begrip te hebben van de schadeverzekeringen. Ook die inhoudelijke informatie wordt telkens op dezelfde manier aan-geboden. We gaan namelijk steeds uit van de situatie dat jij de adviseur van de klant bent.

Een goede adviseur heeft verschillende taken ten opzichte van de klant en kan:- inventariseren en analyseren- adviseren en bemiddelen- de verzekeringen aanpassen en beheren- schades voor de klant zo goed mogelijk

afhandelen.

Al deze aspecten zie je terug in de relevante aandachtsgebieden (rubrieken) van elk deel. De benodigde uitleg krijg je zo veel mogelijk in de vorm van praktijkvoorbeelden.

In dit deel leer je de volgende begrippen:- algemene begrippen- schadeverzekeringen- nieuw verzekeringsrecht- verzekeringsdefinities

(uitleg van alle relevante wetsartikelen)- de polis- verzekeraar en verzekeringnemer- de tussenpersoon- premie en assurantiebelasting- verlies, schade of gemis van verwacht

voordeel- soorten verzekeringen.

Inleiding in het schade-

verzekeringsbedrijf

Page 14: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

14

Hoofdstuk 1Algemene begrippen

1.1 Inleiding

In het verzekeringsbedrijf worden diverse begrippen gebruikt. Om ze goed te gebruiken is het noodzakelijk dat je weet wat deze inhouden. In dit hoofdstuk bespreken we een aantal basis-begrippen die je in de dagelijkse praktijk kunt tegenkomen.

1.2 Voorlopige dekking

Het is mogelijkheid dat een verzekeraar of tussen persoon een voorlopige dekking toezegt aan de kandidaat verzekeringsnemer voor een maximaal aantal dagen of weken.

Afhankelijk van de afspraken die de tussen-persoon heeft met de verzekeraar kan deze bevoegdheid verschillende verzekeringen be treffen. Bijvoorbeeld voor een WA-verzekering motorrijtuigen voor een bepaalde korte periode en voor een inboedelverzekering tot een maxi-mum verzekerd bedrag.

Voor een tussenpersoon is het heel belangrijk om te weten wat zijn bevoegdheden zijn. De bedoeling van de voorlopige dekking is dat de verzekeraar in de gelegenheid wordt gesteld om het aangeboden risico te beoordelen en op basis van deze beoordeling:- Het aangeboden risico ongewijzigd te

accepteren - Het aangeboden risico te kunnen accepteren

onder aanvullende beperkingen dan wel gewijzigde premie (of een combinatie van deze twee)

- Het aangeboden risico te weigeren.

De verzekeraar draagt in die tussentijd dan wel (gedeeltelijk) het risico.

Wat soms gebeurt bij zakelijke risico’s is dat de verzekeraar een voorlopige dekking toezegt onder voorbehoud van inspectie. De voor-lopige dekking gaat in dat geval in nadat de technische inspectie heeft plaatsgevonden en de acceptant aangeeft dat er voorlopige dekking is. Voorlopige dekking impliceert niet dat het aan-geboden risico ongewijzigd wordt geaccepteerd.

De verzekeraar kan alsnog met aanvullende beperkingen of een andere premiestelling komen. De verzekeringnemer heeft, indien hij daarmee niet akkoord gaat, het recht het risico bij een andere verzekeraar aan te bieden.

1.3 Terrorisme risico en schade

Op 15 augustus 2003 hebben de gezamenlijke verzekeraars in Nederland besloten om de polis-voorwaarden van particuliere en zakelijke verze-keringen te wijzigen. De directe aanleiding was de terroristische aanslag op het WTC in New York op 11 september 2001.

De Nederlandse verzekeraars hebben geza-menlijk de Nederlandse Herverzekerings-

maatschappij voor Terrorismeschade op -gericht (NHT). De verzekeraars dragen op deze manier gezamenlijk de schade voor terroristi-sche aanslagen. Het totale verzekerde bedrag per jaar is 1 miljard. Zie voor meer informatie www.TerrorismeVerzekerd.nl. Op deze site kom je meer te weten over de dekking en de gevolgen van terrorisme van alle relevante ver-zekeringen. Ook kun je daar lezen hoe de NHT in elkaar zit en volgens welke regeling de ver-zekeraars om zullen gaan met de gevolgen van terrorisme.

1.4 Non selectie en autoselectie

In het verzekeringsbedrijf worden de termen non-selectie gebruikt en autoselectie (zelf-selectie) gebruikt:

- Autoselectie houdt in dat aanvrager verzeke-ringen wenst te sluiten waarvan hij denkt dat de gekozen dekking het beste past bij zijn (verhoogde) risicoprofiel. Het initiatief tot het willen aangaan van de verzekering gaat uit van de aanvrager. Dus iemand die een risico-vol beroep heeft sluit eerder een ongevallen-verzekering dan iemand die een kantoor-functie heeft

- Non-selectie houdt in dat de verzekeraar (soms contractueel) een acceptatieplicht heeft. Te denken valt aan een omvangrijke collectiviteit waarbij de verzekeraar geen selectie toepast dan wel een verzekerings-vorm waarbij de verzekeraar het aan geboden risico altijd dient te accepteren (basis verzeke-ring zorg).

Page 15: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

15

1.5 Risicomanagement

Risicomanagement is het gestructureerd omgaan met de risico’s die een onderneming bedreigen. Voorbeelden van risicomanagement waar ondernemingen mee te maken hebben zijn:- langdurige ziekte van personeel- beschadigingen aan bezittingen van klanten

welke de ondernemer tijdelijk onder zich heeft- diefstal van computers en laptops- oneigenlijke concurrentie- het uit loondienst gaan van sleutelfiguren- materiële schade en in het verlengde daarvan

de gevolgschade(n).

Risico-identificatie

Inventariseren van alle risico’s waar je als bedrijf aan blootstaat.

Risico-evaluatie

Zijn de risico’s die de ondernemer loopt van dien aard dat de risico’s het beste overgeheveld kunnen worden naar een verzekeraar? Zijn de risico’s beheersbaar en ten opzichte van de Verlies- en Winstrekening zelf te dragen? Zijn er preventieve maatregelen uitvoerbaar? Het is dus belangrijk om te weten welke risico’s aanwezig zijn. Je kunt denken aan:- zaakschade (bezittingen)- persoonsschade (gezondheidstoestand -

arbeidsvermogen)- vermogensschade (inkomstenderving).

1.6 Zaakschade

Bij verzekeren kunnen we stellen dat het gaat om bescherming van een eigen vermogen. De zaakschade, ook wel materiële schade, kunnen we onderverdelen in drie groepen.

BrandAlle verzekeringsvormen die met opstal, inven-taris, handelsgoederen en bedrijfsschade te maken hebben. Naast directe schade (zaak-schade) is er ook indirecte schade. Bijvoorbeeld een bedrijf of afdeling komt stil te liggen. Hierdoor kan een bedrijf minder produceren.

TransportAlle verzekeringsvormen die met het vervoeren van zaken dan wel het middel van vervoer te maken hebben. Verzekering van vliegtuigen en auto’s vallen niet onder deze categorie, maar onder de noemer ‘Varia’.

VariaAlle verzekeringsvormen die niet onder één van de andere twee branches vallen.Medische varia, aansprakelijkheidsverzeke-ringen, motorrijtuigenverzekeringen, reisver-zekeringen, kostbaarhedenverzekeringen, ongevallen verzekeringen etcetera.

1.7 Persoonsschade

Bij persoonsschade kun je denken aan arbeids-ongeschikt worden door ziekte of ongeval. Hierdoor zul je als werkgever dan wel werk-nemer te maken krijgen met inkomensachter-uitgang en krijg je wellicht aanvullende kosten. De wet (sociale verzekeringen) garandeert door middel van sociale verzekeringen minimaal een bepaald bestaansniveau, het zogenaamde wettelijk sociale minimum inkomen voor werk-nemers.

1.8 Vermogensschade

Een vermogensschade betreft een schade welke geen zaakschade dan wel persoons-schade betreft. Binnen de zakelijke sfeer kan worden gedacht aan een schade veroorzaakt door een onjuist dan wel onvolledig verstrekt advies van een accountant. Een andere schade betreft het onverwachts opbreken van de weg voor het pand waar het bedrijf is gevestigd. Door het opbreken van de weg hebben de klanten geen toegang tot het bedrijfspand met als resultaat: geen dan wel sterk een verminderde omzet. Een winkelier bijvoorbeeld wordt gecon-fronteerd met brand in zijn winkel. Naast de schade aan zijn winkelpand (zijn eigendom) en zijn inventaris (beiden bezitsrisico’s) komt er nog een geheel ander financieel nadeel op zijn weg: dat van de bedrijfsschade. Door de brand kan de winkelier enkele maanden geen omzet (en daardoor ook geen winst) meer maken, terwijl zijn vaste lasten (zoals salarissen en huur) toch doorgaan. Duidelijk is dat er van ‘schade’ kan worden gesproken zonder dat er sprake is van een zaakschade of een persoonsschade.

1.9 Preventie in het kader van risicoanalyse

Preventie is een onderdeel van risicomanage-ment. Bedrijven lopen allerlei risico’s. Het is niet nodig al deze risico’s over te dragen aan verzekeraars (verzekeren). Dat zou wel eens zeer (misschien wel te) kostbaar kunnen zijn. Daarnaast zijn sommige risico’s al helemaal niet verzekerbaar. Adequaat omgaan met risico’s

Page 16: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

16

noemt men, zoals eerder beschreven, risico-management. Bij risicomanagement zijn vijf stappen te onderscheiden:1. Risico’s analyseren.2. Risico’s mijden.3. Risico’s verminderen (preventie).4. Risico’s overdragen.5. Risico’s voor eigen rekening nemen.

Bedrijven en organisaties gaan vaak bewuster met risico’s om. Het is immers een onderdeel van het ondernemen in het algemeen. Grotere ondernemingen hebben vaak een eigen risk-manager in dienst (of hebben zelfs een eigen afdeling riskmanagement). Sommige onder-nemingen maken gebruik van de diensten van riskmanagementbureaus. Bij het midden en kleinbedrijf (MKB) is het vaak de verzekerings-adviseur die samen met de ondernemer, en specialisten van verzekeraars, aan riskmanage-ment doen. Zoals gezegd is het afsluiten van verzekeringen slechts een stap in het gehele proces. Het komt ook voor dat verzekeren pas mogelijk is als meer werk is gemaakt van de twee daaraan voorgaande stappen (wel/niet het risico mijden en preventie).

VoorbeeldRotex BV maakt hoogwaardige machines voor metaal-verwerking. Het bedrijf draait uitstekend en wil de aankomende jaren de productie verviervoudigen. Het plan is om een nieuw bedrijfspand te bouwen en om te gaan exporteren naar diverse landen, waaronder de Verenigde staten. De eigenaar van Rotex BV schakelt een risk managementbureau in. Na uitvoerig onderzoek (risicoanalyse) is het advies: Schrap het plan om te exporteren naar Amerika van-wege de kans op enorme aansprakelijkheidsclaims (risico mijden). Breng die en die voorzieningen aan in het nieuw te bouwen pand om de kans op brand fors te verkleinen (risico verminderen/preventie). Alleen door de hiervoor bedoelde preventieve maatrege-len blijkt dat er enkele verzekeraars zijn die het nieuwe pand willen verzekeren tegen brand (risico overdragen). Door de uitstekende financiële positie van Rotex BV (het zogenoemde weerstandsvermogen) is het mogelijk om voor de verzekering van het nieuwe bedrijfspand een zeer hoog eigen risico te nemen: 200.000,-. Dit heeft een fikse premiebesparing tot gevolg (een deel van het risico voor eigen rekening nemen).

1.10 Principes van actief

schaderegelingsbeleid

De eerder gemaakte keuze van verzekering-nemer met betrekking tot de keuze van de ver-zekering en de verzekeraar laat zich spiegelen

door de afhandeling van de schade.

Het voeren van een actief schaderegelings-

beleid van de verzekeraar en/of tussenpersoon is bij de afwikkeling van de schade essentieel. Verzekerde dan wel de betrokken tegenpartij dienen het gevoel te hebben dat de schade voortvarend wordt afgewikkeld.

De toegevoegde waarde van de tussenpersoon/volmacht dan wel verzekeraar bij een schade bestaat uit:- de verzekerde informeren/behulpzaam zijn

bij het nemen van de juiste maatregelen - de verzekerde informeren/behulpzaam zijn

bij de papieren rompslomp- het op tijd uitbetalen van de schade- partijen niet onnodig laten wachten als

duidelijk is dat men recht heeft op de uitkering. Het zo nodig op tijd sturen van experts

- van (bureaucratische) interne procedures van de verzekeringsmaatschappij mag de verzekerde niet de dupe worden.

1.11 Risico’s met financiële gevolgen

De contouren van wat wel of geen bezits-verzekering is, worden al wat scherper. Een aansprakelijkheidsverzekering is geen bezits-verzekering. Zaken kunnen wel beschadigd raken, maar dan gaat het om zaken van ande-ren; niet om zaken van de eigenaar zelf.

Vanzelfsprekend zijn verzekeringen die te maken hebben met de gezondheid, het leven of de dood van de mens geen bezitsverzekeringen. Er is geen verzekerd object. De wet spreekt over persoonsverzekeringen. Ook bij rechtsbijstand-verzekeringen, annuleringsverzekeringen en aansprakelijkheidsverzekeringen ontbreekt een verzekerd object. Of beter gezegd: een verze-kerde zaak.Voorbeelden van bezitsverzekeringen zijn: bedrijfspandverzekering, goederen- en inven-tarisverzekering, machinebreukverzekering. Daarnaast zijn verzekeringen waarbij de bezits-verzekering een onderdeel uitmaakt van het geheel. Een voorbeeld is de autoverzekering. Die bevat altijd de wettelijk verplichte aanspra-kelijkheidsheidsverzekering (WAM). Daarnaast kan schade aan de auto zelf ook verzekerd zijn (bezitsverzekering) in de vorm van een beperkt-casco verzekering of de uitgebreidere vol-casco verzekering.

Page 17: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

17

bezit

verlies

gevolgen vanrisico’s

menselijk leedfinancieel

vermogenkort/lang

levengezondheid/

ongeval

bescha-diging

aansprake-lijkheid

kostenbedrijfs-

schade e.d.

inkomen

geneeskundigekosten

Samenvatting

Kort samengevat ken je nu de begrippen voor-lopige dekking, non-selectie en autoselectie, risicomanagement, zaakschade, persoons-schade en vermogensschade. Ook kun je uit-leggen hoe verzekeringsmaatschappijen zijn omgegaan met terrorisme, risico en schade.

Page 18: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

18

Hoofdstuk 2Schadeverzekeringen

Inleiding

Voor we de schadeverzekeringen in dit boek behandelen, gaan we eerst in op schade-verzekeringen in het algemeen. In dit hoofd-stuk leggen we je een aantal definities uit die verderop in dit boek gebruikt worden. Verder gaan we in op de structuur van het schade-verzekeringsbedrijf. Na dit hoofdstuk ken je dan ook:- de rol van een adviseur op het gebied van

schadeverzekeringen- het argument voor het sluiten van een

v erzekering- de definitie van een verzekeringsover-

eenkomst- de taken van het assurantiekantoor als

tussenpersoon- de taken van verzekeringsmaatschappijen- de betekenis van een aantal belangrijke

begrippen.

2.1 Risico’s

In het dagelijkse leven loop je risico’s. Het is van belang om te weten welke risico’s dat zijn. Je fiets kan gestolen worden, je kunt met je auto tegen een andere auto rijden en je loopt het risi-co dat je brand in huis krijgt. Wil je de financiële gevolgen van deze risico’s afdekken, dan sluit je een verzekering.

2.2 Klant

Aanvrager beoordeelt zelf of hij bepaalde risico’s wil verzekeren. Dit noemen we antiselectie. Antiselectie betekent dat aanvrager uitsluitend die risico’s zal verzekeren waar hij ook werkelijk een kans op schade verwacht.

VoorbeeldEen financieel adviesbureau, dat slechts in beperkte mate contant geld in kas heeft, zal veel minder snel geneigd zijn tot het sluiten van een geldverzekering dan de exploitant van een benzinestation. De exploitant van een benzinestation heeft aan het einde van de dag vaak een deel van de dagopbrengst aan contanten in kas. De kans op een overval is bij dit bedrijf vele malen groter. Bovendien loopt men bij het transport van het geld naar de bank veel risico. De exploitant zal veel sneller tot de conclusie komen dat het sluiten van een geldverzekering voor hem aantrekkelijk is.

Waarom sluit een mens een verzekering?

Elk bedrijf heeft bezittingen. Bezittingen zijn het meest tastbare onderdeel van het bedrijfs-vermogen. Bezittingen zijn goed te herkennen. De eigenaar kan er een prijskaartje aan hangen en weet wat bijvoorbeeld de herbouwwaarde dan wel de vervangings- of nieuwwaarde is. Naast tastbare bezittingen zijn er ook allerlei gebeurtenissen die kunnen leiden tot een ver-mindering van het bedrijfsresultaat (door een ongeluk of ziekte van een werknemer bijvoor-beeld) of tot bepaalde kosten die moeilijk te dragen zijn (zoals kosten voor een advocaat of een schadevergoeding omdat de werkgever aansprakelijk is voor een schade).

We kunnen de diverse verzekeringen in een aantal groepen indelen:

Bezittingen- bedrijfsgebouw inclusief het risico van

ruitbreuk- inventaris/goederen/overig - materieel.

Verkeer- personen- en bedrijfsauto - bromfiets- motor- bedrijfsfiets.

Transport- goederentransport- land- en werkmateriaal.

Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand- aansprakelijkheid van bedrijven- beroepsaansprakelijkheid- rechtsbijstand.

Inkomen en Arbeidsongeschiktheid- sociale verzekeringen- loondoorbetaling- WIA- arbeidsongeschiktheidsverzekering- ongevallenverzekering.

Gezondheid en zorg- Zorgverzekering collectief.

Samenvatting

Dit zijn de meest gebruikelijke schadeverzekerin-gen. Deze komen in de verschillende delen van dit boek aan de orde.

Page 19: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

19

Hoofdstuk 3Nieuw verzekeringsrecht

3.1 Inleiding

Per 1 januari 2006 is het verzekeringsrecht, zoals dat werd behandeld in het Wetboek van Koophandel, vervangen door een nieuwe wet-telijke regeling in het Burgerlijk Wetboek. Deze regeling is vastgelegd in boek 7.

Hoewel de invoering van het nieuwe verzeke-ringsrecht geen enorme gevolgen heeft voor de wijze waarop verzekeraars hun bedrijf uit-oefenen, zullen we toch merken dat er dingen gaan veranderen. Zo is het nieuwe recht voor een groot deel een weerspiegeling van wat door jurisprudentie al regel is geworden. De opbouw van de wetgeving is gelaagd. Dat wil zeggen dat de wet bestaat uit een afdeling met algemene bepalingen, een afdeling die specifiek handelt over schadeverzekeringen en een afdeling over sommenverzekeringen.

3.2 Dwingend, semi-dwingend en

regelend recht

Het nieuwe recht bestaat uit: dwingend recht, semi-dwingend recht en regelend recht.

1.) Onder dwingend recht wordt verstaan dat niet bij overeenkomst mag worden afgewe-ken van wat bij wet is bepaald.

2.) Van semi-dwingend recht kan in prin-cipe door middel van een overeenkomst worden afgeweken, maar alleen voor zover dat niet in het nadeel is van de: - verzekeringnemer, de verzekerde of

andere aangegeven personen, een derde of een benadeelde

- verzekeringnemer of de verzekerde, voor zover deze niet in de uitoefening van een bedrijf of beroep handelt.

Er wordt dus een onderscheid gemaakt tussen particuliere verzekerden en verzekerden die een beroep of bedrijf uitoefenen.

3.) Van regelend recht is er sprake als de verzekeraar mag afwijken van het wettelijke recht.

Het verzekeringsrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek is van kracht voor alle ver-zekeringen die na 1 januari 2006 zijn gesloten. Voor verzekeringen die op 1 januari 2006 al tot stand waren gekomen geldt een overgangs-recht.

Samenvatting

Samengevat kun je nu omschrijven wat dwingend, semi-dwingend en regelend recht is.

Page 20: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

20

Hoofdstuk 4Verzekeringsdefinitie

In dit hoofdstuk worden vierentwintig definities van wetsartikelen uitgelegd, zoals verzekerings-overeenkomst, mededelingsplicht en verzekerde som. Het is belangrijk deze te kennen omdat dit de basis is voor alle schadeverzekeringen. In de hoofdstukken hierna worden onderstaande definities als bekend verondersteld. Indien rele-vant vermelden wij ook de vindplaats van de wetgeving, zoals vermeld in het oude Wetboek van Koophandel (WvK) en van kracht was tot 01.01.2006.

4.1 Artikel 7:925 BW;

Definitie van de verzekeringsovereenkomst

(was artikel 246 WvK)

In artikel 7:925 BW wordt een definitie van het begrip verzekering gegeven.

Artikel 7:925 BW

Verzekering is een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van premie jegens haar wederpartij, de verze-keringnemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen, en bij het sluiten der over-eenkomst voor partijen geen zekerheid bestaat, dat, wanneer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of ook hoe lang de over-eengekomen premiebetaling zal duren. Hetzij schadeverzekering, hetzij sommen-verzekering.

Persoonsverzekering is de verzekering welke het leven of de gezondheid van een mens betreft.

Een verzekering is dus een overeenkomst. Bij een overeenkomst zijn meerdere partijen betrok-ken. Bij een verzekeringsovereenkomst zijn dat minimaal de verzekeringnemer en de verzeke-raar.

Bij een verzekeringsovereenkomst kan ook de verzekerde worden genoemd. Deze is geen partij bij de overeenkomst. De verzekerde is de persoon wiens lijf of goed wordt verzekerd. Ook de begunstigde is geen partij in de over-eenkomst. De begunstigde is degene die recht op de uitkering heeft op het moment dat de verzekering tot uitkering komt.

Uit de overeenkomst vloeien voor beide partijen rechten en plichten voort. Bij een verzekeringsovereenkomst gaat de verzekeraar de verplichting aan tot het doen van één of meer uitkeringen. Daar staan de verplich-tingen van de verzekeringnemer tegenover bij schadeverzekeringen, namelijk het betalen van de premie.

In artikel 7:925 BW wordt als eis gesteld dat bij aanvang van de verzekering geen zekerheid bestaat of er moet worden uitgekeerd, wanneer er moet worden uitgekeerd en tot welk bedrag of hoelang de premiebetaling zal duren.

In artikel 7:925 BW komt het begrip onzeker voorval niet meer voor. Dit zou tot gevolg kun-nen hebben dat een verzekerde bij het aangaan van de verzekering weet dat er een schadever-oorzakende gebeurtenis zal plaatsvinden, maar hij weet nog niet wanneer en niet hoe hoog die schade zal zijn. Het zal duidelijk zijn dat de verzekeraar in een dergelijke situatie niet tot vergoeding van de schade wil overgaan. Het is dus erg belangrijk hoe de verzekeraar in de polis heeft beschreven wanneer hij tot uitkering zal overgaan.

Het Verbond van Verzekeraars heeft daarom in een voorstel aangegeven hoe de polistekst zou kunnen luiden bij een schadeverzekering of een aansprakelijkheidsverzekering.

De polistekst luidt: Deze overeenkomst beantwoordt, tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen, aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW.

Page 21: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

21

Als en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraar respectievelijk een verze-kerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering on zeker was, dat daaruit schade voor de verzekerde respectievelijk de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.

Dat het dus om een onzeker voorval moet gaan, moet dus in de polis worden vastgelegd, omdat het niet meer uit de wet blijkt. Dit artikel heeft betrekking op zowel schade- als sommen-verzekering.

In lid 2 van artikel 7:925 BW wordt ook de levensverzekering onder de definitie van verzekering gebracht.

Voor artikel 7:925 BW geldt geen overgangs-recht, omdat dit artikel alleen betrekking heeft op de aanvang van de verzekering. Dit artikel is dus van toepassing voor alle verzekeringen.

VoorbeeldEen gerenommeerd restaurant heeft een heel oude fles wijn gekocht. De wijn moet nog een jaar worden opgeslagen om bij de her opening van het restaurant te worden geopend en gedronken. Men wil de fles ver-zekeren voor het geval bij opening mocht blijken dat de wijn niet meer te drinken is. Na opening blijkt inderdaad dat de wijn door ouderdom niet meer te drinken is. Bij het aangaan van de verzekering was onzeker of de ouderdom inderdaad invloed had gehad op de wijn. In de zin van de hiervoor genoemde polisomschrijving is er dus sprake van onzekerheid en dus wordt de geleden schade vergoed.

4.2 Artikel 7:926 BW;

Uitkering en uitkeringsgerechtigde

In dit wetsartikel is vastgelegd dat onder een uitkering ook moet worden begrepen een uit-kering in natura. Dit betekent dus dat de definitie ook betrekking heeft op naturaverzekeringen, zoals de Natura Basiszorgverzekering. Ook wordt in dit artikel de uitkeringsgerechtigde betrokken. Hierbij gaat het om degene die recht heeft op de uitkering, wanneer het risico zich voordoet op grond waarvan een recht op een uitkering ontstaat.

4.3 Artikel 7:944 BW;

Specifieke definitie schadeverzekering

We hebben het in deze module over schade-verzekeringen. Maar wat is een schade-verzekering nu precies? De wet heeft een specifieke definitie gegeven van het begrip schadeverzekeringen:

Een schadeverzekering is de verzekering voor vermogensschade die een verzekerde zou kunnen lijden.

Het gaat hier dus om vermogensschade. Kortweg komt het er op neer dat er ook daad-werkelijk een vermindering van het vermogen door schade moet zijn en dat er een duide-lijke samenhang bestaat tussen enerzijds de vermindering van vermogen en anderzijds de omvang van de schade. Dit in tegenstelling tot een sommen verzekering. Voor schadeverzeke-ringen geldt dat een verzekerde geen financieel voordeel mag hebben na een schade, die voort-vloeit uit een schade uitkering. Men noemt dit ook wel: het schadeloosstellingsbeginsel of het indemniteits beginsel.

Het komt er op neer dat verzekeraars na een schade niet meer ‘mogen’ uitkeren dan de ver-mogensachteruitgang die een verzekerde lijdt. Toch komt het in de praktijk voor dat dit wel gebeurt. Maar dat druist in tegen de wet; mag dat wel? Ja, in dit geval wel. Want deze wette-lijke bepalingen zijn regelend recht. Dat wil zeg-gen dat verzekeraars er in hun polisvoorwaar-den van mogen afwijken. Sommige bepalingen in de wet zijn dwingend recht. Dan mogen de contractpartijen (bijvoorbeeld verzekeringnemer en verzekeraar) er niet van afwijken. (Zie 3.2)

Bij een sommen verzekering wordt er een som geld uitgekeerd, welke som geld afhankelijk is van het verwezenlijken van een evenement en los staat van de daadwerkelijke schade. Daarbij maakt het niet uit of er ook een vermindering van het vermogen is.

Page 22: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

22

4.4 Artikel 7:964 BW;

Definitie sommenverzekering

Er wordt in artikel 7:964 BW ook nog een definitie gegeven van de sommenverzekering.

Een sommenverzekering is: De verzekering waarbij het onverschillig is of en in hoeverre met de uitkering schade wordt vergoed. Zij is slechts toegelaten bij persoons-verzekeringen en bij verzekeringen, welke daartoe bij algemene maatregel van bestuur, zonodig binnen daarbij vast te stellen grenzen, zijn aangewezen. Bij sommenverzekeringen gaat het dus om verzekeringen die géén schadeloos-stelling tot doel hebben, maar die uitsluitend een verzekerde som of een deel daarvan uitkeren, wanneer een bepaald risico zich openbaart. Het moet daarbij gaan om een persoonsver-zekering, dus de ongevallenverzekering, de arbeids ongeschiktheidsverzekering en de levens-verzekering. De minister heeft de mogelijkheid opengehouden in de toekomst door middel van een algemene maatregel van bestuur een andere verzekeringsvorm ook als persoonsverzekering aan te merken.

4.5 Artikel 7:975 BW;

Definitie levensverzekering

Als aanvulling op artikel 7:964 BW wordt in artikel 7:975 BW de levensverzekering als volgt gedefinieerd:

Een levensverzekering is: Een in verband met leven en dood gesloten sommenverzekering met dien verstande dat de ongevallenverzekering niet als levensverzekering wordt beschouwd.

4.6 Artikel 7:928 tot en met 7:931 BW;

Mededelingsplicht en overtreding

De verzekeringsovereenkomst is vooral een overeenkomst die gebaseerd is op de goede trouw van beide bij de overeenkomst betrokken partijen. Bij het tot stand komen van de verzeke-ringsovereenkomst baseert de verzekeraar zich vaak alleen op de gegevens die door de aan-vrager worden verstrekt, bijvoorbeeld door het invullen van een aanvraagformulier. Op grond van die gegevens probeert de verzekeraar een inschatting te maken van het risico dat ter ver-zekering wordt aangeboden. Aan de hand van die inschatting bepaalt de verzekeraar of hij wil verzekeren en zo ja op welke voorwaarden en tegen welke premie. De verzekeraar heeft er dus alle belang bij dat de aanvrager de juiste infor-matie verstrekt.

De verzekeraar wordt hierbij beschermd door de artikelen 7:928 tot en met 7:931 BW. In deze artikelen is de mededelingsplicht van de aanvrager vastgelegd. Bovendien is in die artikelen vastgelegd wat de gevolgen voor de verzekeringnemer zijn van het niet nakomen van die mededelingsplicht, die hij als aanvrager van destijds niet juist dan wel onvolledig is nagekomen.

Artikel 7:928 BW

(voorheen artikel 251 WvK, verzwijging)

1. De verzekeringnemer is verplicht vóór het sluiten van de overeenkomst aan de verzeke-raar alle feiten mede te delen die hij kent of behoort te kennen, en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten, afhangt of kan afhangen.

2. Als de belangen van een bij het aangaan van de verzekering bekende derde worden gedekt, omvat de in lid 1 bedoelde verplichting mede de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen, en waarvan, naar deze weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan afhangen. De vorige zin mist toepassing bij persoonsverzekering.

3. Betreft een persoonsverzekering het risico van een bekende derde die de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, dan omvat de mede-delingsplicht mede de hem betreffende feiten die deze kent of behoort te kennen en waar-van, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan afhangen.

Page 23: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

23

4. De mededelingsplicht betreft niet feiten die de verzekeraar al kent of behoort te ken-nen, en evenmin feiten, die niet tot een voor de verzekeringnemer ongunstiger beslissing zouden hebben geleid. De verzekeringnemer of de derde, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan zich er echter niet op beroepen dat de verzekeraar bepaalde feiten al kent of behoort te kennen, als op een daarop gerichte vraag een onjuist of onvolledig antwoord is gegeven. De medede-lingsplicht betreft voorts geen feiten waarnaar ingevolge de artikelen 4 tot en met 6 van de Wet op de medische keuringen in de daar bedoelde gevallen geen medisch onderzoek mag worden verricht en geen vragen mogen worden gesteld.

5. De verzekeringnemer is slechts verplicht feiten mede te delen omtrent zijn strafrechtelijk verleden of omtrent dat van derden, voor zover zij zijn voorgevallen binnen de acht jaren die aan het sluiten van de verzekering vooraf zijn gegaan en voor zover de verzekeraar omtrent dat verleden uitdrukkelijk een vraag heeft gesteld in niet voor misverstand vatbare termen.

6. Als de verzekering is gesloten op de grond-slag van een door de verzekeraar opgestelde vragenlijst, kan deze zich er niet op beroepen dat vragen niet zijn beantwoord, of feiten waar-naar niet was gevraagd, niet zijn medegedeeld, en evenmin dat een in algemene termen ver-vatte vraag onvolledig is beantwoord, tenzij is gehandeld met het opzet de verzekeraar te misleiden.

VoorbeeldBij het afsluiten van een autoverzekering verzuimt André aan de verzekeraar te melden dat er een procesverbaal tegen hem loopt omdat hij met teveel bier op auto heeft gereden. André verzwijgt dit met opzet omdat hij bang is dat hij anders niet verzekerd is. André voldoet niet aan de mededelingsplicht.

Eisen sancties mededelingsplicht

(artikel 7:928 lid 1)

Artikel 7:928 BW lid 1 bevat in feite drie eisen waaraan moet zijn voldaan wil een verzekeraar een beroep kunnen doen op de sancties met betrekking tot de mededelingsplicht.

Het gaat hierbij om het:1. kennisvereiste2. relevantievereiste3. kenbaarheidsvereiste.

Ad 1. Kennisvereiste

Bij de mededelingsplicht moet het gaan om fei-ten die de aanvrager kent of behoort te kennen. Feiten die de aanvrager niet kent of niet hoeft te weten spelen dus geen rol. Wanneer een aan-vrager een ziektekostenverzekering voor zichzelf aanvraagt en lijdt aan een aandoening, waarvan hij niet op de hoogte kan zijn, mag dat na inwer-kingtreding van de verzekering niet tegen hem worden tegengeworpen.

Ad 2. Relevantievereiste

Het moet dus gaan om feiten die de aanvrager kent of behoort te kennen. Maar daarnaast moet het gaan om feiten die zo belangrijk zijn dat ze van invloed zijn of kunnen zijn op de beslissing van de verzekeraar om het risico wel of niet te accepteren. Wanneer de aanvrager een brand-verzekering aanvraagt voor zijn woonhuis, dan is het voor de beoordeling door de brandverze-keraar niet van belang, dat hij kort daarvoor een aanrijding heeft gehad met zijn auto en een cas-coschade heeft gemeld op zijn autoverzekeraar. De beslissing van de brandverzekeraar zal door deze gebeurtenis niet worden beïnvloed.

Ad 3. Kenbaarheidsvereiste

Het moet tot slot gaan om feiten waarvan aan-vrager weet of hoort te begrijpen, dat deze van invloed zijn op de beslissing van de verzekeraar om de overeenkomst wel of niet, dan wel onder andere voorwaarden, aan te gaan.Hoe deze vereisten in de praktijk zullen uit-werken is nu natuurlijk nog moeilijk in te schat-ten. Er is immers nog geen jurisprudentie. Wel heeft de minister in een memorie van toelichting, bepaald, dat bij de beoordeling van de vereisten rekening moet worden gehouden met de per-soon van de verzekeringnemer en zijn persoon-lijke omstandigheden. Daarbij zal de geestelijke ontwikkeling van de verzekeringnemer dus een rol spelen.

Mededelingsplicht en derdebelang

(artikel 7:928 lid 2)

In lid 2 van artikel 7:928 BW wordt bepaald dat de mededelingsplicht ook geldt voor een eventuele derde, wiens belang door de verze-kering wordt gedekt. Wanneer een aanvrager een aansprakelijkheidsverzekering aanvraagt, waarop naast zijn eigen aansprakelijkheid ook de aansprakelijkheid van anderen is verzekerd, dan geldt dus de mededelingsplicht ook voor die anderen. Wanneer die derde verzuimd heeft bepaalde zaken mee te delen, die voor de verzekeraar van belang zijn, dan wordt dit de verzekeringnemer, de aanvrager van destijds, toegerekend.

Page 24: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

24

Mededelingsplicht voor personen jonger dan

16 jaar (art 7:928 lid 3)

Overigens beperkt lid 3 deze uitbreiding weer door te stellen, dat de mededelingsplicht bij persoonsverzekeringen weer niet geldt voor personen jonger dan zestien jaar.Wanneer een vader een ziektekostenverzekering aanvraagt voor hem en zijn gezin, dan is hij wel verantwoordelijk voor relevante feiten/eerdere gebeurtenissen die zijn vrouw niet meedeelt, maar niet voor relevante feiten/eerdere gebeur te-nissen, die zijn kinderen jonger dan zestien jaar niet meedelen.

Mededelingsplicht en bekende feiten

(artikel 7:928 lid 4)

Ook lid 4 beperkt de mededelingsplicht van de aanvrager enigszins. Hier wordt gesteld dat de mededelingsplicht namelijk niet geldt wanneer het gaat om feiten, die de verzekeraar al weet of behoort te weten.

Stel dat een aanvrager een arbeidsongeschikt-heidsverzekering aanvraagt bij een verzekeraar waar ook al een ziektekostenverzekering loopt. Bij het aanvragen van de ziektekostenverzeke-ring maakte de verzekeringnemer al melding van een bepaalde aandoening waarvoor hij destijds werd behandeld. Deze informatie is dus bekend bij de verzekeraar en zou op grond van lid 4 niet meer hoeven worden meegedeeld.

De wetgever heeft echter enige nuancering doorgevoerd door te bepalen dat de mede-delingsplicht wel geldt wanneer op deze feiten gerichte vragen zijn gesteld en daarop geen of een onvolledig antwoord is gegeven. Dat bete-kent dus dat de aanvrager wel alle vragen van een aanvraagformulier volledig behoort te beant-

woorden. Verzekeraars zullen er waarschijnlijk vaak toe over gaan om vragen opnieuw te stel-len. Vaak mogen zij immers op grond van regels met betrekking tot de privacybescherming geen informatie van de ene afdeling aan de andere afdeling doorgeven.

In lid 4 is eveneens bepaald dat de mede-delingsplicht niet van toepassing is op feiten die niet tot een voor verzekeringnemer ongunstige beslissing zouden hebben geleid. Het komt er dus op neer dat, indien de verzekeraar van mening is dat de verzekeringnemer zich destijds niet aan de mededelingsplicht heeft ge houden, hij zal moeten bewijzen, dat hij een ongunstige beslissing voor de verzekeringnemer zou heb-ben genomen, wanneer hij van de juiste feiten op de hoogte zou zijn geweest.

In het voorbeeld van André en het afsluiten van de autoverzekering zou de verzekeraar de verze-kering niet hebben geaccepteerd of een hogere premie hebben opgelegd.

Tot slot bepaalt lid 4 dat geen mededelingsplicht geldt voor feiten waarop grond van de wet op de medische keuringen geen onderzoek naar mag worden gedaan en geen vragen over mogen worden gesteld. Bij overschrijding van het van toepassing zijnde keuringsbedrag is een keuring overigens verplicht. Tevens is het mogelijk dat de beant-woorde vragen op het aanvraagformulier aan-leiding geven tot een verplichte keuring. Het is dan goed mogelijk dat HIV of aids alsnog tijdens de keuring worden geconstateerd.

Mededelingsplicht en strafrechtelijk verleden

(artikel 7:928 lid 5)

Lid 5 van artikel 7:928 BW behandelt de mededelingsplicht met betrekking tot het straf-rechtelijk verleden van de aanvrager of anderen, wiens belang wordt verzekerd. Hierin is bepaald dat de aanvrager een mededelingsplicht heeft voor voorvallen die hebben plaatsgevonden binnen een periode van acht jaar voor het aan-gaan van de verzekering. Die mededelingsplicht geldt alleen voor zover de verzekeraar er in het aanvraagformulier heel uitdrukkelijk naar vraagt.

Mededelingsplicht op het aanvraagformulier

(artikel 7:928 lid 6)

Lid 6 handelt over het aanvraagformulier. Hier wordt bepaald dat een verzekeraar geen beroep op de mededelingsplicht kan doen, wanneer:- vragen in het aanvraagformulier onbeant-

woord zijn gelaten- niet nader naar de wel meegedeelde feiten

werd gevraagd

Page 25: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

25

- vragen in algemene termen zijn gesteld en daarop geen volledig antwoord is gegeven.

Wanneer de verzekeraar als slotvraag de algemene tekst: “Hebt u verder nog iets mee te delen dat voor de verzekeringsovereen-komst van belang kan zijn?” gebruikt, kan hij daar niet veel meer mee. De vraag is immers vrij algemeen gesteld. Wanneer een aanvrager daarop niet of onvolledig antwoordt, kan de verzekeraar geen beroep doen op de mede-delingsplicht van de aanvrager.

De rechtsgevolgen van het niet nakomen van

de mededelingsplicht

Nu gaan we in op de rechtsgevolgen van het niet nakomen van de mededelingsplicht voor de verzekeringsovereenkomst. Daarna bekijken we wat de gevolgen zijn voor het recht op een uitkering.

Rechtsgevolgen voor de verzekerings-

overeenkomst

Wanneer een verzekeraar ontdekt dat de verze-keringnemer, de aanvrager van destijds, niet aan de mededelingsverplichtingen heeft voldaan, moet hij dat binnen twee maanden na het ont-dekken daarvan aan de verzekeringnemer en verzekerde meedelen. Ook zal de verzekeraar moeten meedelen wat de (mogelijke) gevolgen zijn van het niet nakomen van de mededelings-plicht, ook wanneer de verzekeraar het niet voldoen aan de mededelingsplicht pas ont-dekt nadat zich een schade heeft voorgedaan. (Meestal zal de ontdekking plaatsvinden nadat een schade is gemeld).

Gevolgen van het niet nakomen van de mede delingsplicht kunnen zijn: - geen of slechts een gedeeltelijke uitkering- premieverhoging- het opleggen van beperkende voorwaarden.

Nadat dit aan de verzekeringnemer is meege-deeld, heeft de verzekeringnemer het recht de verzekeringsovereenkomst te beëindigen en ergens anders dekking voor het risico te zoe-ken. Hij moet dit dan binnen twee maanden na het bericht van de verzekeraar kenbaar maken. Betreft het een persoonsverzekering, dan kan de beëindiging zich beperken tot de persoon op wie het niet nakomen van de mededelings-verplichting betrekking heeft.

Ook de verzekeraar kan het recht hebben de verzekeringsovereenkomst te beëindigen. Dat kan overigens slechts in twee situaties:1. wanneer de verzekeringnemer de opzet had

om de verzekeraar te misleiden

2. wanneer de verzekeraar bewijst dat hij de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan, wanneer hij van de ware feiten op de hoogte zou zijn geweest.

In alle andere gevallen kan de verzekeraar de verzekeringsovereenkomst niet beëindigen.

Gevolgen voor de uitkering of schade-

vergoeding

Bij de gevolgen voor de uitkering of schade-vergoeding spelen twee begrippen een rol:- causaliteitsbeginsel- proportionaliteitsbeginsel.

Het causaliteitsbeginsel

Het niet nakomen van de mededelingsplicht heeft geen gevolgen voor de uitkering, wanneer er geen causaal verband bestaat tussen het feit dat niet is meegedeeld en het ontstaan van de schade. In dat geval zal de verzekeraar dus onverkort moeten uitkeren.

De verzekeraar hoeft echter niets uit te keren, wanneer hij bewijst dat hij bij kennis van de juiste feiten niet tot sluiten van de verzekering zou zijn overgegaan of dat de verzekeringnemer of een derde belanghebbende het doel had de verzekeraar te misleiden.

VoorbeeldLara heeft een bedrijfsgebouwenverzekering gesloten. Het bedrijfspand is gevestigd in een oude boerderij en heeft een rieten kap. Lara heeft echter op het aanvraag-formulier ingevuld dat het pand met pannen is gedekt. Enige jaren na het sluiten van de verzekering meldt Lara een braakschade aan de voordeur. De verzekeraar ontdekt dat niet is meegedeeld dat er een rieten dak op het bedrijfspand zit. Er is geen enkel verband tussen het rieten dak en de braakschade. Er is dus geen causaal verband tussen de braakschade en het feit dat niet is meegedeeld dat er een rieten dak op het pand zit. In beginsel zal de verzekeraar de braakschade nu volledig moeten betalen. Wel kan de verzekeraar aanvullende voorwaarden, dan wel een premieverhoging bedingen ter continuatie van de verzekering.

Bewijst de verzekeraar echter dat Lara het feit van het rieten dak achterhield om de verzeke-raar te misleiden, dan hoeft hij niet uit te keren. Datzelfde geldt wanneer de verzekeraar bewijst dat hij de verzekering niet zou hebben geac-cepteerd, wanneer hij van het rieten dak op de hoogte zou zijn geweest.

Page 26: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

26

Het proportionaliteitsbeginsel

Als er sprake is van causaliteit, maar de ver-zekeraar kan bewijzen dat hij de verzekering onder andere voorwaarden zou hebben geac-cepteerd, wanneer hij van de juiste feiten op de hoogte zou zijn geweest, dan wordt er naar rato uitgekeerd. Dit vraagt om een voorbeeld en we gebruiken hiervoor weer even het bedrijfspand van Lara.

VoorbeeldLara heeft per abuis opgegeven dat haar bedrijfspand met pannen is gedekt. Zij had niet de bedoeling de ver-zekeraar te misleiden. Het verzekerd bedrag is

400.000,- en de premie bedraagt 1,80‰. Totale jaarpremie 720,-. De braakschade bedraagt 1.000,-. De verzekeraar zal dan moeten uitkeren. Maar wanneer de verzeke-raar bewijst dat hij de verzekering alleen zou hebben gesloten tegen een premie van 2,3% dan zal er naar rato worden uitgekeerd. Voor 720,- had Lara slechts

720 / 2,30 = 313.043,- kunnen verzekeren. De verzekeraar vergoedt dan slechts 313.043 / 400.000 *

1.000,- = 782,60.Stel dat de verzekeraar de verzekering alleen zou hebben geaccepteerd met een eigen risico van 500,-. Dat wordt de schade afgewikkeld als zou dat eigen risico van toepassing zijn.

Het is de bedoeling van de wetgever geweest dat verzekeraars ten aanzien van de mede-delingsplicht alleen gebruik kunnen maken van artikel 7:928 tot en met 7:931 BW. De verzeke-raar kan geen beroep doen op de algemene artikelen 3:44 en 6:228 BW, die handelen over dwaling en bedrog en nietigheid van de over-eenkomst tot gevolg kunnen hebben. Daar komt nog bij dat de artikelen 7:928 tot en met 7:931 BW dwingend zijn voorgeschreven voor parti-culiere verzekeringnemers. Er kan dus niet van worden afgeweken. Ten aanzien van zakelijke verzekeringnemers kan dat wel.

Het Verbond van Verzekeraars heeft een advies-tekst opgesteld voor de slottekst van het aan-vraagformulier van particuliere en bedrijfsmatige verzekeringen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen persoonsverzekeringen en ver-zekeringen van zaken. Om je een idee te geven welke gevolgen de nieuwe wetgeving heeft voor de slottekst van de aanvraagformulieren volgt hiernaast een voorbeeld voor het aanvraag-formulier.

Page 27: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

27

Aanvraagformulier voor zaakverzekeringen

Belangrijk: toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht

Als aanvrager/kandidaat-verzekeringnemer bent u verplicht de gestelde vragen in dit aanvraag-

formulier zo volledig mogelijk te beantwoorden. Dit geldt ook voor feiten en omstandigheden die

betrekking hebben op een bij het sluiten van deze verzekering bekende derde, wiens belangen

worden meeverzekerd. Bij de beantwoording is bovendien niet alleen uw eigen wetenschap

bepalend, maar ook die van de andere belanghebbenden bij deze verzekering.

Vragen waarvan u het antwoord al bij de verzekeraar bekend veronderstelt, moet u toch zo

volledig mogelijk beantwoorden.

Feiten en omstandigheden die u bekend worden nadat u deze aanvraag hebt ingezonden, maar

voordat de verzekeraar u heeft bericht over zijn definitieve beslissing het door u ter verzekering

aangeboden risico al dan niet te verzekeren, moet u alsnog aan de verzekeraar mededelen, als

deze vallen onder de vraagstelling in het aanvraagformulier dat u, tezamen met de op de aan-

gevraagde verzekeringsdekking van toepassing zijnde voorwaarden van verzekering, in tweevoud

ter hand is gesteld.

Als u niet of niet volledig aan uw mededelingsplicht hebt voldaan, kan zulks ertoe leiden dat

het recht op uitkering wordt beperkt of zelfs vervalt. Als u met de opzet tot misleiden van de

verzekeraar hebt gehandeld of deze bij kennis omtrent de ware stand van zaken de verzekering

nimmer zou hebben gesloten, heeft hij ook het recht de verzekering op te zeggen.

Strafrechtelijk verleden (zie ook de toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht).

Bent u of een andere belanghebbende bij deze verzekering, in de laatste acht jaar, als verdachte

of ter uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel, in aanraking geweest met politie of justitie

in verband met: wederrechtelijk verkregen of te verkrijgen voordeel, zoals diefstal, verduistering,

bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte of poging(en) daartoe wederrechtelijke benadeling van

anderen, zoals vernieling of beschadiging, mishandeling, afpersing en afdreiging of enig misdrijf

gericht tegen de persoonlijke vrijheid of tegen het leven of poging(en) daartoe, overtreding van de

Wet wapens en munitie, de opiumwet of de Wet economische delicten?

Zo ja, geef dan aan om welk strafbaar feit het ging, of het tot een rechtszaak is gekomen, wat het

resultaat daarvan was en of eventuele (straf)maatregelen al ten uitvoer zijn gelegd. Als het niet

tot een rechtszaak is gekomen, geef dan aan of er sprake is geweest van een schikking met het

Openbaar Ministerie, en zo ja, tegen welke voorwaarden de schikking tot stand kwam.

(u kunt deze informatie desgewenst vertrouwelijk aan de directie zenden.)

BelangrijkLees voor de ondertekening van dit aanvraagformulier de toelichting op de reikwijdte van de

mededelingsplicht, boven aan het aanvraagformulier.

Door ondertekening van dit aanvraagformulier verklaart de aanvrager/kandidaat-verzekering-

nemer dat hij een verzekering wil sluiten tegen de in de bijgevoegde voorwaarden van verzekering

omschreven dekking, en dat hij akkoord gaat met de toepasselijkheid van de daarbij behorende,

en daarmee een geheel vormende, voorwaarden van verzekering.

Dit formulier is naar waarheid ingevuld en ondertekend door:

………………...…………………… (naam)

……………………………………… (handtekening)

Page 28: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

28

4.7 Artikel 7:934 tot en met 7:936 BW; Premie

Het is goed eerst even stil te staan bij het begrip premie. De premie is de prijs die de verzeke-raar in rekening brengt voor het leveren van zijn prestatie, het dragen van het risico. Onder pre-mie verstaan we de vaste premie dan wel een premiepromillage, zoals we dat kennen bij de brandverzekeringen of een variabele omslag of naverrekening, zoals dat bij sommige onderlinge waarborgmaatschappijen nog wordt toegepast. Bij levensverzekeringen valt ook de koopsom onder het begrip premie, zoals bedoeld in bovengenoemde wetsartikelen.

Premiebetaling

De verplichting van de verzekeringnemer met betrekking tot de schadeverzekeringsovereen-komst bestaat onder meer uit het betalen van de premie. Wanneer de verzekeringnemer zijn verplichting tot betaling van de eerste premie niet nakomt, kan de verzekeraar de verzeke-ringsovereenkomst ontbinden of de nakoming van zijn deel van de overeenkomst, namelijk het lopen van risico, opschorten.

Wanneer de verzekeringnemer echter de ver-volgpremie niet of niet tijdig betaalt, kan niet zonder meer tot beëindiging of opschorting worden overgegaan. Artikel 7:934 BW bepaalt namelijk dat zoiets pas kan nadat de verzeke-ringnemer een aanmaning heeft ontvangen, waarin hij op de gevolgen van het niet betalen van de premie wordt gewezen. Bovendien moet die aanmaning na de premievervaldatum wor-den verzonden en moet de verzekeringnemer nog veertien dagen in de gelegenheid worden gesteld om de premie te betalen. Pas daarna kan de verzekeraar tot opschorting of beëindi-ging overgaan. Heeft de verzekeringnemer laten weten dat hij zijn verplichting niet kan nakomen, dan is opschorting of beëindiging per premie-vervaldatum wel mogelijk.

VoorbeeldNuwat vergeet de premie van zijn nieuwe bromfiets-verzekering te betalen. Twee weken na de premieverval-datum ontvangt hij een aanmaning van zijn verzekeraar. Vervolgens krijgt Nuwat nog veertien dagen de tijd, aanvangende de dag na de aanmaning, om te betalen. Na het verstrijken van deze veertien dagen kan de ver-zekeraar, zoals vermeld in de aanmaning, de dekking opschorten of beëindigen. De plicht tot het betalen van de premie blijft gewoon van kracht.

Mimespeler Rob van Reyn op affiche in 1981.

Bron: Ondernemend in risico Nationale Nederlanden.

Verrekening van premie met uitkeringen

Verrekening van premies met schade-uitkeringen was ook onder het oude recht al mogelijk.Op grond van artikel 6:127 BW mocht de verze-keraar de openstaande premies met de uitkering verrekenen. Dat mocht echter alleen wanneer de verzekeringnemer ook de uitkeringsgerechtigde was. De verzekeraar mocht dan ook premies met de uitkering verrekenen van andere verzeke-ringen, dan die waarop de uitkering plaatsvond. Deze regeling geldt nog steeds, maar onder het nieuwe verzekeringsrecht zijn de verrekenings-mogelijkheden verruimd.

4.8 Artikel 7:935 BW; Premieverrekening

Dit artikel over premieverrekening bepaalt dat de verzekeraar openstaande premiebedragen ook met de uitkering mag verrekenen, wanneer de uitkeringsgerechtigde een ander is dan de verzekeringnemer. Die verrekening geldt dan alleen voor premies van dezelfde verzekering waarop de uitkering plaatsvindt. Premies van andere verzekeringen mogen dus niet worden verrekend met de uitkering, wanneer de verzeke-ringnemer niet de uitkeringsgerechtigde is. Deze regel geldt overigens niet bij zogenaamde ‘aan toonderpolissen’. Bij ‘aan toonderpolissen’ mag niet worden verrekend.

In lid 2 is bepaald dat bij aansprakelijkheids-verzekeringen alleen de premie van de verzeke-ring mag worden verrekend, waarop de uitkering plaatsvindt en niet van andere verzekeringen.

Page 29: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

29

Gaat het om een verplichte aansprakelijkheids-verzekering (bijvoorbeeld op grond van de WAM), dan is verrekening ook niet toegestaan. Er is hier sprake van dwingend recht, waarvan niet kan worden afgeweken.

VoorbeeldPedro is loodgieter en heeft een brandverzekering voor het bedrijfspand en de inventaris. Hiervoor bedraagt de premie 450,-. Daarnaast heeft hij een brandbedrijfs-schadeverzekering gesloten bij dezelfde verzekeraar. Hiervoor bedraagt de premie 500,-. Beide premies zijn nog niet betaald, op het moment dat de verzekeraar een uitkering moet doen op de brandverzekering voor het bedrijfspand en de inventaris. De verschuldigde uitkering bedraagt 2.500,-. Nu de verzekeringnemer ook de uitkeringsgerechtigde is, mag de verzekeraar zowel de premie van de brandverzekering als die voor de brandbedrijfsschadeverzekering met de uitkering verrekenen. De verzekeraar keert dus 2.500,- - / -

950,- = 1.550,- uit.

VoorbeeldPedro heeft een collectieve ongevallenverzekering gesloten voor de personeelsleden van zijn loodgieters-bedrijf. Johan is personeelslid en heeft een ongeval gehad. Op grond van de ongevallenverzekering krijgt Johan een uitkering van 25.000,-. Pedro heeft de premie voor de ongevallenverzekering ad 300,- echter niet betaald. Daarnaast loopt bij dezelfde verzekeraar ook nog een brandverzekering voor het bedrijfspand en de inventaris. Hiervoor bedraagt de premie 450,-. Ook deze premie is niet voldaan. De verzekeraar mag de pre-mie van de collectieve ongevallenverzekering verrekenen met de uitkering aan Johan. Nu de verzekeringnemer niet ook uitkeringsgerechtigd is, mag de premie van de brandverzekering niet worden verrekend. De verzekeraar keert aan Johan 25.000,- - / - 300,- = 24.700,- uit.

VoorbeeldPedro is loodgieter en heeft een brandverzekering voor het bedrijfspand en de inventaris. Hiervoor bedraagt de premie 450,-. Daarnaast heeft hij een brandbedrijfs-schadeverzekering gesloten bij dezelfde verzekeraar. Hiervoor bedraagt de premie 500,-. Ook loopt bij dezelfde verzekeraar een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven tegen een premie van 800,-. Pedro veroorzaakt bij de installatie van een badkamer water-schade bij Herma. De schade bedraagt 1.000,-. Geen van de hierboven genoemde premies is voldaan.

De verzekeraar mag nu alleen de premie van de aan-sprakelijkheidsverzekering verrekenen met de uitkering. De uitkering bedraagt dus 200,-. Aangezien de uit-kering rechtstreeks aan de schadelijdende partij wordt gedaan, behoudt Herma een vordering van 800,- op loodgieter Pedro.

4.9 Artikel 7:936 BW; Verrekening bij bemidde-

ling door tussenpersoon

In artikel 7:936 BW is geregeld hoe met premie en verrekening om wordt gegaan, wanneer er bij de verzekeringsovereenkomst een tussen-persoon is betrokken die het incasso van de premie verzorgt. Het artikel bepaalt, dat de verzekeringnemer de premie is verschuldigd aan de tussenpersoon op het moment dat de verzekeraar de rekening-courant van de tussenpersoon heeft belast voor de premie.

We kunnen met verschillende situaties te maken krijgen wanneer er een tussenpersoon bij het premie-incasso is betrokken:- uitkering vindt plaats via de tussenpersoon- uitkering vindt plaats aan de verzekering-

nemer. Deze is ook uitkeringsgerechtigde- uitkering vindt plaats aan een uitkerings-

gerechtigde die niet de verzekeringnemer is.

Uitkering vindt plaats via tussenpersoon

Als de uitkering wordt gedaan via de tussen-persoon, dan heeft deze tussenpersoon dezelfde verrekeningsrechten als de verzekeraar zou hebben, wanneer deze rechtstreeks aan de ver-zekeringnemer of uitkeringsgerechtigde uitkeert. De tussenpersoon kan dan niet verrekenen wan-neer het gaat om een ‘aan toonderpolis’ of een verplichte aansprakelijkheidsverzekering. Hij kan alleen de premies van de tot uitkering komende verzekering verrekenen, wanneer de uitkerings-gerechtigde een ander is dan de verzekering-nemer. Maar hij mag alle verschuldigde premies verrekenen wanneer de verzekering nemer ook de uitkeringsgerechtigde is.

Uitkering vindt plaats aan de verzekering-

nemer als uitkeringsgerechtigde

Wanneer de verzekeraar de uitkering aan de verzekeringnemer doet, omdat deze ook uit-keringsgerechtigde is, dan zal de verzekeraar eerst moeten controleren of er bij de tussen-persoon nog premies openstaan. Hij moet dan namelijk eerst aan de tussenpersoon de openstaande premies afdragen, ook wanneer het gaat om premies van andere verzekeringen dan die waarop de uitkering plaatsvindt. De tus-senpersoon moet van die premies binnen tien dagen opgave doen. Is er binnen tien dagen geen opgave gedaan, dan mag de verzekeraar de volledige uitkering aan de verzekeringnemer uitbetalen.

Gaat het om een aansprakelijkheidsverzekering, dan moet alleen de niet-betaalde premie van de desbetreffende aansprakelijkheidsverzekering,

Page 30: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

30

waarop een uitkering wordt gedaan, aan de tussenpersoon worden betaald. Premies van andere verzekeringen mogen dan niet worden verrekend. Er mag in het geheel niet worden verrekend bij verzekeringen ‘aan toonder’ of verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen.

Uitkering vindt plaats aan een andere

uitkeringsgerechtigde dan verzekeringnemer

Wanneer niet de verzekeringnemer de uitkerings gerechtigde is, maar een derde, dan moet de verzekeraar de niet-betaalde premie van de betreffende verzekering aan de tussen-persoon betalen. Er mag dan geen verrekening plaatsvinden van premies van andere verzeke-ringen dan die waarop de uitkering plaatsvindt.

4.10 Artikel 7:938 BW;

Geen premie verschuldigd als geen risico is

gelopen

Wat is de betekenis van dit artikel? Alleen als in het geheel geen risico is gelopen waartegen verzekerd werd, noch door de verzekeraar, noch door de uitkeringsgerechtigde, kan er sprake zijn van premieteruggave. Is er gedeeltelijk geen risico gelopen dan is er recht op gedeeltelijke premieteruggave.

In de praktijk zal er gebruik van dit recht ge maakt kunnen worden als het verzekerd object bijvoorbeeld nooit in het bezit van de ve rzekeringnemer is gekomen. Let wel: geen schade gehad hebben is wat anders dan geen risico lopen. Het gaat om de kans dat er schade ontstaat. Is het onmogelijk geworden om een risico te lopen, omdat simpelweg het verzekerd object niet (meer) bestaat, of als de gebeurtenis niet heeft plaatsgevonden, dan kan er sprake zijn van premierestitutie.

VoorbeeldPjotr heeft een duur beeldhouwwerk in Rome besteld. Hij wil het object tijdens het transport naar Nederland verzekeren tegen breuk. Hij betaalt hiervoor vooruitlo-pend op het transport de premie aan de verzekerings-maatschappij. Voordat het beeld op transport wordt gezet, toont een museum in Rome interesse in het beeld. Pjotr gaat er mee akkoord dat het voor een perio-de van twee jaar in het museum tentoon wordt gesteld. Omdat het transport naar Nederland nooit heeft plaats-gevonden, kan Pjotr op basis van artikel 7:938 BW de premie voor de verzekering (gedeeltelijk) terugvorderen.

4.11 Artikel 7:939 BW; Vermindering van

premie bij tussentijdse opzegging

In dit artikel is een bepaling opgenomen (dwingend recht) dat de premierestitutie (van de lopende premie) regelt bij tussentijdse opzeg-ging (op grond van de wet en verzekeringsover-eenkomst), wat er op neer komt dat de premie naar redelijkheid wordt verminderd.

VoorbeeldJamila B.V. heeft een opstalverzekering afgesloten. De polisvervaldatum is 1 juni van ieder jaar. Jamila B.V. de premie een jaar vooruit. Op 1 februari van dit jaar verhuist Jamila B.V. naar een bedrijfspand. Het oude bedrijfspand wordt verkocht. Jamila B.V. maakt gebruik van de mogelijkheid om de verzekeringsovereenkomst tussentijds te beëindigen bij verhuizing. Jamila B.V. krijgt op basis van artikel 7:939 BW de vooruitbetaalde premie naar evenredigheid terug. In dit geval betekent dit 4/12 deel van de betaalde premie.

4.12 Artikel 7:940 BW; Opzegging van de

verzekeringsovereenkomst

In het kader van de opzeggingen kennen we twee situaties. Namelijk opzegging aan het einde van de contractperiode en tussentijdse opzegging.

Opzegging aan het einde van de contract-

periode

De wet bepaalt dat zowel verzekeringnemer als verzekeraar aan het eind van de contract-periode de verzekering kan opzeggen met een opzeg termijn van twee maanden. Wordt er door partijen niet opgezegd, dan loopt de overeen-komst stilzwijgend door voor eenzelfde contract-periode. Van deze bepaling mag niet ten nadele van de verzekeringnemer worden afgeweken.Gaat het om een verzekeringsovereenkomst met een contracttermijn van méér dan vijf jaar, dan hebben zowel de verzekeraar als de verzekering-nemer het recht om, na het verstrijken van een periode van vijf jaar binnen de contract termijn de verzekering, te beëindigen. Ook hierbij moet weer een opzegtermijn van twee maan-den in acht worden genomen. Deze regeling is in gevoerd om onredelijk lange contracttermijnen te voorkomen.

VoorbeeldBoris heeft een verzekering gesloten met een contract-termijn van twintig jaar. Zowel Boris als zijn verzekeraar hebben het recht om de verzekering na vijf, tien, vijftien of twintig jaar op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden.

Page 31: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

31

Van deze regeling kan niet worden afgeweken wanneer de verzekering door een particulier is gesloten. Gaat het om een bedrijfsmatig ge sloten verzekering, dan kan wel van deze bepaling worden afgeweken.

De wet bepaalt ook dat de verzekeraar een persoonsverzekering niet kan opzeggen omwille van het schadepercentage dan wel de schade-frequentie. Dat wat al in veel voorwaarden van persoonsverzekeringen is geregeld, is nu in de wet vastgelegd. Ook een levensverzekering kan niet door de verzekeraar worden opgezegd.

Per 1-1-2010 stoppen de schadeverzekeraars met stilzwijgende verlenging. De contractstermijn wordt standaard één jaar en de opzegtermijn wordt voor de consument (verzekeringnemer) maximaal één maand. Dit geldt echter alleen voor de particuliere schadeverzekeringen.

Tussentijdse opzegging

Wanneer een verzekeraar in de verzekerings-voorwaarden voor zichzelf de mogelijkheid heeft geschapen om de verzekeringsovereenkomst tussentijds te wijzigen, dan geldt dat recht op grond van de wet automatisch ook voor de verzekeringnemer. Bij tussentijdse opzegging moeten beide partijen een opzegtermijn van twee maanden in acht nemen.

Wijziging van premie en/of voorwaarden

Veel verzekeringsovereenkomsten kennen de bepaling dat de verzekeraar de voorwaarden en/of premie mag wijzigen. De wet bepaalt dat de verzekeringnemer de overeenkomst mag beëindigen op de dag dat de wijziging ingaat en in ieder geval nog gedurende één maand nadat de wijziging is ingegaan. Voorwaarde is wel dat het gaat om een wijziging ten nadele van de verzekeringnemer. Dus een beperking van de voorwaarden of een hogere premie. Verzekeringnemer mag de overeenkomst niet opzeggen, indien de wijziging slechts betrek-king heeft op een door de overheid verstrekte bepaling.

VoorbeeldXenia heeft al enige jaren een verzekering voor haar bedrijfsauto. Op een gegeven moment ontvangt zij een brief dat de premie wordt verhoogd. Zij besluit de auto-verzekering op te zeggen en af te sluiten bij een andere verzekeringsmaatschappij die goedkoper is. Drie weken later stuurt Xenia een schriftelijke opzegging naar de verzekeraar.

Wanneer een verzekeraar de verzekeringsover-eenkomst opzegt, moet dit schriftelijk gebeuren. De opzegging moet zijn gericht aan het hem

laatst bekende adres van de verzekeringnemer. De verzekeringnemer kan zich er niet op beroe-pen dat de opzegging hem niet heeft bereikt, omdat hij is verhuisd.

Bron: Elsevier.

4.13 Artikel 7:941 BW;

Verplichtingen van verzekeringnemer

(of verzekerde) bij schade

Uit een overeenkomst vloeien verplichtingen voort. Een aantal van die verplichtingen heeft betrekking op het moment dat het risico waar-voor de verzekering is gesloten zich voordoet. De eerste verplichting die we in de wet tegen-komen is de meldings- en inlichtingenplicht.

Artikel 7:941 BW bepaalt dat de verzekering-nemer of degene die uitkeringsgerechtigd is, verplicht is de schade zo snel mogelijk bij de verzekeraar te melden. Zo snel mogelijk wil zeggen: zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs mogelijk is nadat hij van het zich openbaren van het risico op de hoogte is.

Daarnaast is de verzekeringnemer of de uit-keringsgerechtigde verplicht alle informatie te verstrekken en alle bescheiden te overleggen, die voor het beoordelen van de uitkeringsplicht van belang zijn.

Door bovengenoemde informatie te verstrekken voldoet de verzekeringnemer aan de noodzaak om te bewijzen dat er sprake is van schade en hoe die schade is ontstaan. De schadeoorzaak moet uiteraard gedekt zijn volgende de polis-voorwaarden. De verzekeraar bewijst eventueel dat een uitsluiting van toepassing is.

Page 32: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

32

Wanneer niet aan bovengenoemde verplich-tingen wordt voldaan kan de verzekeraar de uit kering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt. De verzekeraar kan in de polis op nemen dat het recht op uitkering vervalt wanneer de verzekeringnemer of de uitkerings-gerechtigde niet aan deze verplichting voldoet. Om onder de uitkering uit te kunnen zal de verzekeraar aan moeten tonen dat hij hierdoor aanzienlijk in zijn belangen is geschaad.

Het recht op uitkering vervalt in ieder geval wan-neer het niet nakomen van de verplichting tot verstrekking van informatie en melding als doel heeft de verzekeraar te misleiden.

4.14 Artikel 7:957 BW;

Verplichting tot beredding

De wet Verplichting tot beredding legt de verzekeringnemer in artikel 7:957 BW de verplichting op dat hij alle mogelijke maat-regelen moet nemen die tot voorkoming of vermindering van de schade kunnen leiden. Op grond van jurisprudentie, gebaseerd op de oude wetgeving, is inmiddels vastgesteld dat die plicht op de verzekeringnemer rust wanneer het evenement zich heeft voorgedaan, maar ook wanneer er sprake is van een onmiddel-lijk dreigend gevaar. Deze jurisprudentie is met de invoering van het nieuwe verzekeringsrecht wettelijk vastgelegd.

De verplichting berust overigens alleen op de verzekeringnemer wanneer hij op de hoogte is of behoort te zijn van het zich voordoen van het evenement of van het onmiddellijk dreigende gevaar. De bereddingsplicht geldt zowel voor de verzekerde als de verzekeringnemer.

VoorbeeldIndien bij een brand in een bedrijfspand de brandblus-apparaten worden gebruikt om verdere brandschade te voorkomen, worden de kosten van hervulling van de apparaten door de verzekeraar als bereddingskosten vergoed, ongeacht of de bluspoging tot resultaat heeft geleid.

Wanneer niet aan de wettelijke bereddings-

verplichting is voldaan, mag de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.

Artikel 7:957 BW bepaalt voorts dat de kosten van beredding voor rekening van de verzekeraar komen, ook al gaan ze samen met de schade de verzekerde som te boven. Dit geldt ook bij bedrijfsmatige verzekeringen. In dat geval kan

de verzekeraar vergoeding van de bereddings-kosten beperken.

VoorbeeldBij een uitslaande brand bij keukencentrum Fornuis BV slaagt het personeel erin een groot deel van de keuken-apparatuur in veiligheid te brengen. Om de geredde spullen naar een opslagloods te vervoeren huurt men een vrachtauto. De verzekeraar zal de huur van de vrachtauto betalen, het is immers ook in zijn belang dat de roerende zaken niet te lang op straat blijven staan. Ze kunnen bijvoorbeeld door regen beschadigd raken of ze kunnen worden gestolen. De (extra) kosten van het personeel vallen niet onder de beredding; de verzekerde is immers zelf verplicht alles te doen om de schade te beperken.

4.15 Artikel 7:951 BW;

Schade door aard of gebrek van de

verzekerde zaak

De verzekeraar vergoedt geen schade aan een verzekerde zaak als die is veroorzaakt door de aard of een gebrek van die zaak. Het gaat in dit artikel om regelend recht, dus mag ervan worden afgeweken. Laten we eerst eens kijken naar de betekenis van de begrippen ’gebrek‘ en ’aard’.

Een gebrek is een minderwaardige eigenschap van een zaak, die een dergelijke zaak niet behoort te hebben. Je kunt hierbij denken aan een slechte samenstelling van cement, waardoor het begint te brokkelen en geen of een slecht hechtende werking heeft. Of een nieuwe druk-pers die vastloopt door een constructiefout.

Artikel 7:951 BW stelt dat de hierdoor ontstane schade niet door de verzekeraar wordt vergoed. Er kan niet van een gebrek worden gesproken, wanneer de gebrekkige staat waarin een zaak verkeerd van tijdelijke aard is. Hierbij kun je denken aan het niet openzetten van de kraan van het koelwater voor de dieselmotor van een pleziervaartuig of het niet aanbrengen van een borgpen op de schroef van een buitenboord-motor. Wanneer hierdoor schade ontstaat, is artikel 7:951 BW niet van toepassing. Er is namelijk geen sprake van een gebrek.

Wanneer we spreken over de aard van een

zaak, dan gaat het om een eigenschap van die zaak die wel normaal is. Hierbij kan worden gedacht aan het bederven van vlees of groenten en fruit en metaalmoeheid of slijtage, maar ook aan het roesten van ijzeren voorwerpen. Schade die uit de aard van een verzekerde zaak voort-vloeit, is in feite een normale gebeurtenis. Dat je

Page 33: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

33

jezelf daartegen niet kunt verzekeren, is eigenlijk niet vreemd.

Om als verzekeraar een beroep op artikel 7:951 BW te kunnen doen moet er sprake zijn van een causaal verband tussen de aard of het gebrek van de verzekerde zaak en de schade.

VoorbeeldZoals gezegd kan er van de werking van artikel 7:951 BW worden afgeweken. Dat moet dan blijken uit de polisvoorwaarden. Bij een brandverzekering wordt in de regel geheel van dit wetsartikel afgeweken. We noemen dat volledige renunciatie. Zowel het eigen gebrek zelf als de gevolgen zijn verzekerd. Er zijn echter ook verzekeringsvormen waarbij alleen de gevolgen van eigen gebrek zijn verzekerd. Het eigen gebrek zelf dus niet. Dit komt voor bij de motorrijtuigen-cascoverzekering.

4.16 Artikel 7:952 BW;

Opzet of roekeloosheid

Onder de oude wetgeving was schade door eigen schuld van de verzekerde niet gedekt. Omdat verzekeraars bepaalde vormen van schuld wel wilden verzekeren, moest er in de voorwaarden aangegeven worden welke vormen van schuld wel en welke niet waren verzekerd. In de huidige wetgeving is de situatie omge-draaid. Artikel 7:952 BW bepaalt namelijk dat de lat hoger wordt gelegd, namelijk bij opzet of roekeloosheid. Het artikel bevat geen dwingend recht, dus wanneer verzekeraars lichtere vormen van schuld willen uitsluiten kunnen ze dat in hun voorwaarden regelen.

Laten we eens kijken naar de begrippen opzet en roekeloosheid en om wiens opzet of roeke-loosheid het moet gaan. De wet zegt dat de verzekeraar geen schade aan de verzekerde vergoedt als de verzekerde de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt. Het gaat dus om de verzekerde. De verzekerde is degene wiens zaak of lijf wordt verzekerd. Roekeloosheid heeft dezelfde betekenis als de term grove schuld en houdt een aan opzet grenzende schuld in. Het gaat in dit artikel om bewuste en onbewuste roekeloosheid. Bedenk daarbij dat het voor de verzekeraar vaak onmo-gelijk zal zijn om te bewijzen dat verzekerde zich van die roekeloosheid bewust was. Op grond van jurisprudentie lijkt het erop dat het moet gaan om een gedraging van de verzekerde die meer dan een aanmerkelijke kans op schade met zich meebrengt.We kennen drie gradaties van opzet. Opzet als oogmerk, opzet als zekerheidsbewustzijn en

voorwaardelijke opzet. Onder de term opzet in dit wetsartikel worden alle drie gradaties bedoeld.

1. Opzet als oogmerk

Jasper wil de ruit van een winkel vernielen en doet dat door een steen door de ruit te gooien. Er is sprake van opzet als oogmerk. Het oog-merk van Jasper was de ruit te vernielen.

2. Opzet als zekerheidsbewustzijn

Jasper ziet Tom achter de ruit van een winkel staan. Jasper wil Tom treffen met een steen. Daarvoor moet hij de steen echter door de ruit gooien. De schade aan de ruit wordt opzette-lijk veroorzaakt, maar is niet het oogmerk van Jasper. Hij wil Tom treffen met de steen, maar daardoor is het zeker dat de ruit zal sneuvelen.

3. Voorwaardelijke opzet

Jasper en Tom zijn aan het voetballen. Ze gebruiken de ruit van een winkel als doel. Tom probeert als doelman te voorkomen dat Jasper doel treft. Dat lukt heel lang, maar een keer niet: de ruit sneuvelt. Jasper heeft niet het oogmerk de ruit te vernielen. Bovendien is het niet zeker dat de ruit zal sneuvelen. Er is sprake van voorwaardelijke opzet.Bij bewuste roekeloosheid realiseert de dader zich dat zijn handeling een grote kans op schade met zich meebrengt. Bij onbewuste roe-keloosheid realiseert de dader zich dat niet of onvoldoende.

Schuldgradaties

Naast opzet en roekeloosheid bestaat nog een aantal schuldgradaties:

een nauwelijks verwijtbare handeling;

kan de verzekerde wel een verwijt worden gemaakt, maar dat verwijt is niet al te ernstig;

ernstige mate van schuld, de verzekerde kan een ernstig verwijt worden gemaakt.

Page 34: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

34

Artikel 7:952 BW is regelend recht. Een verze-keraar die de dekking wil beperken mag dit in de polisvoorwaarden regelen. In de praktijk worden de vormen lichte schuld (nauwelijks verwijtbaar) en normale schuld (wel verwijt-baar, maar niet al te ernstig) niet als uitsluiting gehanteerd. Immers de meeste schades ont-staan door eigen schuld.

4.17 Artikel 7:954 BW;

Directe actie van benadeelde

(slachtofferbescherming)

De directe actie van de benadeelde die voort-vloeit uit dit artikel is een geheel nieuwe rege-ling die onder het oude verzekeringsrecht niet bestond. Het doel van de regeling is slachtoffer-

bescherming te bieden. Er wordt op deze wijze bereikt dat wanneer er een aansprakelijkheids-verzekering is gesloten welke tot uitkering komt de uitkering uit die verzekering rechtstreeks, zonder tussenkomst van de verzekeringnemer, bij de benadeelde terechtkomt.

Op grond van artikel 7:954 BW kan de bena-deelde namelijk rechtstreeks van de verzekeraar betaling verlangen van dat wat hij van de verze-kerde te vorderen heeft. De betaling gaat dan niet naar de verzekerde, maar naar de benadeel-de. Het gaat dus nagenoeg om een rechtstreeks vorderingsrecht, zoals dat geldt bij verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen.

Voordeel van deze regeling is dat de benadeel-de kan voorkomen dat de uitkering van de aan-sprakelijkheidsverzekeraar, bijvoorbeeld door faillissement aan de zijde van verzekeringnemer, niet bij verzekeringnemer terechtkomt en in de failliete boedel verdwijnt.

Wanneer een directe actie is ingesteld door de benadeelde kan de verzekeraar zich alleen nog van zijn verplichtingen bevrijden door betaling aan de benadeelde. Wanneer de benadeelde nog niet uit eigen beweging heeft gemeld dat hij rechtstreekse betaling wil, moet de verzeke-raar de benadeelde vragen of hij van zijn recht op rechtstreekse betaling gebruik wil maken. Wanneer de benadeelde hierop niet binnen vier weken reageert, vervalt het recht en kan de ver-zekeraar vrij aan de verzekeringnemer betalen.Voor de verzekeringnemer betekent de directe actie dat hij weliswaar een vordering heeft op basis van de polisvoorwaarden op zijn verze-keraar, maar dat hij daar niet vrijelijk over kan beschikken. Hij kan de vordering dus niet overdra-gen aan een ander en niet verpanden. Bovendien is de vordering niet vatbaar voor beslag.

De directe actie is overigens geen verplichte actie. De benadeelde hoeft van het recht geen gebruik te maken. In feite heeft de benadeelde de keuze waar hij zijn vordering neerlegt. Bij de verzekeraar, de verzekerde of bij beiden.

Er moet aan een aantal eisen zijn voldaan om tot directe actie over te kunnen gaan:

1. De directe actie is alleen mogelijk bij aansprakelijkheidsverzekeringen of bij ver-zekeringen die een rubriek aansprakelijkheid kennen. Bovendien is een directe actie alleen mogelijk wanneer de verzekerde de schade bij de verzekeraar heeft gemeld. Deze regel is ingevoerd om de verzekerde niet de gelegen-heid te ontnemen de schade zelf, zonder tus-senkomst van de verzekeraar, met de bena-deelde te regelen. Aan de ene kant kan dit als een bezwaar worden gezien. De verzekerde kan de zaak traineren door de schade niet te melden. Aan de andere kan zal een ver-zekerde zich wel tweemaal bedenken om de schade niet zo snel mogelijk te melden. Indien de verzekeraar kan aantonen in zijn rechten te zijn benadeeld door toedoen van verze-keringnemer, verzekeraar uit hoofde van de polisvoorwaarden regres heeft op het teveel betaalde op verzekeringnemer. Dit bijvoorbeeld inzake de informatieplicht welke verzekeringnemer heeft ten opzichte van de verzekeraar. Benadeelde heeft overi-gens ook een informatieplicht aan verzeke-raar. Dit blijkt uit artikel 7:941 BW.

2. Directe actie is alleen mogelijk bij schade door dood of letsel, dus personenschade. Zaakschade of vermogensschade valt buiten deze regeling.

Wanneer er meer benadeelden bij de schade zijn betrokken, krijgen alle benadeelden in even-redigheid tot de hoogte van hun vordering en de verzekerde som uitgekeerd. Elke benadeelde kan dan betaling verlangen van een evenredig deel van de totale schade. Wanneer een ver-zekeraar te goeder trouw aan één benadeelde heeft uitgekeerd en er melden zich later nog meer benadeelden, dan is de verzekeraar ten opzichte van die andere benadeelden slechts betaling verschuldigd tot het resterende bedrag van de verzekerde som per gebeurtenis.

Wanneer de verzekeraar weet dat er nog meer benadeelden zijn, maar hij kent ze niet en/of hij is nog niet bekend met de volledige schade-omvang, dan loopt hij het risico meer uit te moeten keren dan de verzekerde som, wanneer hij al aan één benadeelde heeft betaald. Daarom

Page 35: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

35

kent artikel 7:954 BW een opschortingrecht toe aan de verzekeraar, zolang de omvang van de totale schade en het totale aantal benadeelden niet bekend is.

4.18 Artikel 7:955 BW; Verzekerde som

De verzekerde som is volgens artikel 7:955 BW de maximale verplichting van de verzekeraar. Bovendien bepaalt artikel 7:955 in lid 2 dat een schade-uitkering de verzekerde som niet ver-mindert. Overigens is dit geen dwingend recht. Verzekeraars kunnen in hun polissen bepalen dat bij een uitkering de verzekerde som wordt verminderd met het bedrag van de uitkering. In dat geval zal dus moeten worden bijverzekerd.

Daarnaast wordt de omvang van de uitkering bepaald door de waarde van de verzekerde zaken. Tegen welke waarde zaken worden verzekerd wordt veelal in de polisvoorwaarden geregeld. Artikel 7: 956 BW treft een regeling voor het geval dit niet uit de polis mocht blijken. In dat geval is een gebouw verzekerd op basis van herbouwwaarde en andere zaken op basis van vervangingswaarde.

4.19 Artikel 7:956 BW;

Herbouw-/vervangingswaarde

Volgens dit artikel worden gebouwen naar hun herbouwwaarde verzekerd. Andere zaken zijn naar hun vervangingswaarde verzekerd. Deze bepaling is aanvullend recht (c.q. regelend recht) wat wil zeggen dat partijen er in hun over-eenkomst van mogen afwijken.

Dat een gebouw verzekerd is op basis van her-bouwwaarde, houdt dus in dat er alleen datgene wordt vergoed, wat nodig is om het pand op dezelfde plaats en binnen de in de polisvoor-waarden vermelde periode weer opnieuw te bouwen, dan wel aan te vangen met de bouw. In sommige gevallen kan het zinvoller zijn om niet hetzelfde, maar een ander gebouw te bouw-en als het oorspronkelijke gebouw verloren is gegaan. In dat geval is het beter om te verzeke-ren naar vervangingswaarde.

4.20 Artikel 7:958 BW;

Onder- en oververzekering

In artikel 7:958 BW Onder- en oververzekering wordt allereerst bepaald dat er sprake is van totaalverlies, wanneer de verzekerde zaak:- is tenietgegaan- zodanig beschadigd is dat het opgehouden is

een zaak van de verzekerde soort te zijn - buiten de macht van de verzekerde is geraakt

en herkrijging niet te verwachten is.

Wanneer de verzekerde zaak, die buiten de macht van de verzekerde is geraakt, bij diefstal bijvoorbeeld, wordt teruggevonden en de verze-kerde heeft inmiddels een uitkering gehad, dan heeft hij de keuze: - hij draagt de zaak over aan de verzekeraar- hij krijgt de zaak terug en betaalt de schade-

vergoeding terug.

Ook hier geldt weer dat er in de polis iets anders kan worden bepaald, omdat we niet met dwin-gend recht te maken hebben. Zo zien verzeke-raars er niet verlangend naar uit om kelders vol roerende zaken te bezitten, welke zaken afkom-stig zijn van diefstal. Indien de roerende zaak beschadigd wordt teruggevonden worden de reparatiekosten verrekend met het bedrag dat verzekeringnemer aan de verzekeraar restitueert.

De verzekeraar vergoedt in geval van schade:- de waarde vóór het evenement verminderd

met de waarde na het evenement of- de reparatiekosten, eventueel verhoogd met

een vergoeding voor waardevermindering na de reparatie.

De verzekeraar vergoedt bij oververzekering nooit meer dan de werkelijk geleden schade, ook al is de verzekerde som hoger dan die schade. Er volgt ook geen premierestitutie met betrekking tot de verhoudingsgewijs teveel betaalde premie. Bij onderverzekering, dus wanneer de verzekerde som lager is dan de

Page 36: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

36

werke lijke waarde van de verzekerde zaak, ver-goedt de verzekeraar naar evenredigheid van de verhouding tussen de verzekerde som en de werkelijke waarde.

De onderverzekeringsformule wordt dan toegepast.

Verzekerde Som------------------------ x Schade = UitkeringWerkelijke waarde

Bij de Premier-risqueverzekering zal de verze-keraar een schade tot maximaal de verzekerde som vergoeden, ook al is de werkelijke waarde hoger. De verzekeraar zal geen beroep doen op onderverzekering. Men kiest voor premier-risque in die gevallen waarin de volle waarde niet of nauwelijks is te berekenen, dan wel de volle waarde voor de verzekeraar onacceptabel is. Vaak komt men dit soort verzekeringen tegen bij reconstructiekosten en opruimingskosten. Dit omdat vooraf de kosten niet of moeilijk zijn in te schatten. Het kan ook zijn dat de kans op een totale schade bijna nihil is. Krachtens Bindend Besluit is een premier-risqueverzekering voor brand niet toegestaan. Bij de verzekering tegen diefstal zullen bijvoorbeeld grote betonnen beel-den niet allemaal tegelijk uit een opslag ruimte worden gestolen. Overigens dient nog te worden opgemerkt dat er enkele verzekeraars zijn die de volle waarde vermelden op de polis. Mocht bij schade blijken dat de op de polis vermelde volle waarde te laag is dan heb je ook bij deze vorm van verzekeren te maken met onderverzekering.

4.21 Artikel 7:959 BW;

Bereddings- en expertisekosten

Artikel 7:959 BW bepaalt bovendien dat de bereddingskosten en de kosten die moeten worden gemaakt voor de vaststelling van de schade (expertisekosten) voor rekening zijn van de verzekeraar. Deze kosten worden vergoed, ook al bedragen ze samen met de schade meer dan de verzekerde som. Op de bereddings-kosten is overigens de onderverzekeringsregel wel van toepassing en niet op de expertisekos-ten. Wanneer er sprake is van onderverzekering zal de verzekeraar de bereddingskosten slechts vergoeden in verhouding van de verzekerde som tot de werkelijke waarde.

VoorbeeldEen bedrijfsgebouw is verzekerd voor 500.000,- op basis van herbouwwaarde. Er breekt een brand uit waar-door 100.000,- aan schade ontstaat. De bereddingskos-ten bedragen 20.000,- en de expertisekosten 8.000,-.

De expert stelt vast dat de herbouwwaarde vlak voor de brand 600.000,- bedroeg. Er is geen sprake van indexe-ring. De verzekeraar vergoedt:

Herstelkosten 5/6 x 100.000 = 83.333,-Bereddingskosten 5/6 x 20.000 = 16.667,-Expertisekosten = 8.000,-Totale uitkering 108.000,-

Let op: de expertisekosten worden volledig vergoed.

4.22 Artikel 7:960 BW;

Indemniteitsbeginsel

In dit artikel wordt het indemniteitsbeginsel (schadevergoedingsbeginsel) beschreven. De schadeverzekering moet de werkelijk geleden schade vergoeden. Een verzekering mag niet de strekking hebben verzekeringnemer na de schade in een duidelijk voordeliger positie te brengen dan vóór de schade. Artikel 7:960 BW is dwingend recht, er mag dus niet van worden afgeweken. Een uitzondering hierop is als de waarde door een deskundige is vastgelegd.

4.23 Artikel 7:961 BW; Samenloop

Er is sprake van samenloop wanneer het belang van verzekeringnemer meerdere keren is verzekerd tegen hetzelfde risico en dezelfde schade. Er is geen sprake van samenloop wanneer meerdere verzekeraars het risico dek-ken op dezelfde polis, zoals bij de beurspolis gebruikelijk is. Bij de beurspolis tekenen in de regel meerdere verzekeraars in op hetzelfde risico, met als doel dat het risico voor 100% is verzekerd. In dat geval is er sprake van co-assurantie. Een voorbeeld van samenloop is in de particuliere sfeer een een schade die zowel op de inboedelverzekering gedekt is als op de kostbaarhedenverzekering. Of een schade die gedekt is op een reis verzekering, maar ook op de zorgverzekering.

Artikel 7:961 BW bepaalt dat de verzekerde bij een schade die op meer polissen gedekt is de keuze heeft welke verzekeraar hij aanspreekt. De aangesproken verzekeraar moet de schade vergoeden. De verzekeraar is echter bevoegd de nakoming van zijn verplichting tot schadever-goeding op te schorten totdat de verzekerde de andere verzekering(en) heeft genoemd. De ver-zekeraars hebben onderling verhaal. Als verze-keraars de schade onderling op elkaar gaan ver-halen, geldt de verhouding tussen de schadebe-dragen waarvoor iedere verzekeraar afzonderlijk kan worden aangesproken. Onderverzekering

Page 37: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

37

speelt binnen de verdeling zelf geen rol. Datzelfde geldt voor een (eventueel) eigen risico. Bepalend voor de verdeling bij het onderling verhaal is (uiteindelijk) welk schade bedrag de verzekeraars, ieder voor zich, op grond van hun polis moeten uitkeren. Dit onderlinge verhaal geldt ook wanneer de aangesproken verzeke-raar een coulance-uitkering doet.

VoorbeeldFabian heeft een inboedelverzekering en een kostbaar-hedenverzekering. Er wordt een kostbaar schilderij gestolen ter waarde van 10.000,-. De schade is op beide polissen gedekt, dus is er sprake van samenloop. Op de kostbaarhedenverzekering is een eigen risico van toepassing van 1.000,-. Wanneer er geen sprake zou zijn van samenloop zou de inboedelverzekeraar 10.000,- moeten betalen en de kostbaarhedenverzekeraar 9.000,-. De inboedelver-zekeraar draagt 10/19 bij in de schade, dus 5.263,- en de kostbaarhedenverzekeraar 9/19 is 4.737,-. Wanneer er geen eigen risico van toepassing zou zijn geweest droeg ieder de helft van de schade.

Wanneer beide verzekeraars de zogenaamde na-u-clausule of non-contributionclausule hebben opgenomen en de redactie van beide clausules is even hard, dan vallen de clausules weer tegen elkaar weg en geldt de regel zoals hiervoor beschreven. Wat opvalt is dat het zoge-naamde chronologische beginsel, zoals vast-gelegd in het Wetboek van Koophandel, geheel is losgelaten.

Het is ook mogelijk dat benadeelde een beroep kan doen op meerdere verzekeraars, waarbij deze verzekeraars dekking verlenen voor de aan benadeelde ontstane schade. De aansprakelijke partij(en) heeft (hebben) verzekeringen afgesloten die bij het manifesteren van de schade dekking dienen te geven. Benadeelde kan de verzekeraar naar keuze aanspreken die de schade in behan-deling neemt en bij dekking uitkeert. Onderling hebben de verzekeraars verhaal op elkaar.

De Geschillencommissie

Schadeverzekeraars (GCS)

De Geschillencommissie Schadeverzekeraars (voorheen de Verbondscommissie Samenloop) geeft bindende adviezen bij geschillen tussen verzekeraars over de toepassing van bedrijfs-regelingen en andere overeenkomsten op het gebied van schadeverzekeringen.

In de GCS, die in mei 2002 is opgericht, zijn alle eerdere geschillencommissies (zoals de Verbondscommissie Samenloop, de Commissie van Arbitrage en de Commissie Overeenkomst Vereenvoudigde Schaderegeling)

opgegaan, zodat er één commissie is die over alle geschillen gaat. Het aandachtsgebied is daardoor ook veel groter dan dat van de eerdere afzonderlijke commissies. De adviezen van de GCS zijn bindend.

Samenloop en speciale polissen

Een aantal verzekeraars heeft met elkaar een overeenkomst gesloten wat inhoudt dat bij samenloop de speciale verzekering voorgaat, deze overeenkomst wordt genoemd: “de Overeenkomst Samenloop”. Deze overeenkomst is niet aanwezig tussen alle verzekeraars.

4.24 Artikel 7:962 BW; Subrogatie

Wanneer een verzekeraar een verzekerde op grond van de polisvoorwaarden, behorende bij een verzekering, schadeloos stelt en die verze-kerde heeft wat betreft die schade verhaalsrech-ten op een derde, dan treedt de verzekeraar in de rechten van verzekerde. Dit recht is geregeld in artikel 7:962 BW en heet subrogatie. De ver-zekeraar die verhaal zoekt wordt regresnemer

genoemd.

VoorbeeldDe chauffeur van een bestelauto van Pakket Service B.V. veroorzaakt een schade aan de auto van Wil. De aanspra-kelijkheid van Pakket Service B.V. staat vast. Wil heeft zijn auto volledig casco verzekerd. De casco verzekeraar vergoedt de schade aan de auto van Wil op grond van de verzekeringsovereenkomst. Wil heeft wat deze schade betreft een vordering op Pakket Service B.V. Immers wan-neer Wil niet verzekerd zou zijn geweest, dan had hij de schade zelf op Pakket Service B.V. kunnen verhalen. Nu de verzekeraar Wil schadeloos heeft gesteld treedt deze in de rechten van Wil en neemt het verhaalsrecht over.

De regres plegende verzekeraar kan alleen verhalen wat de verzekerde zelf ook had kunnen verhalen. Wanneer op een verzekering dus een nieuwwaarderegeling van toepassing is, kan de verzekeraar niet de nieuwwaarde verhalen, maar slechts de werkelijke schade. De verzekerde kon immers de nieuwwaarde ook niet verhalen.Het verhaalsrecht op grond van artikel 7:962 BW geldt alleen voor schadeverzekeringen en uit-drukkelijk niet voor sommenverzekeringen.

VoorbeeldWil uit het vorige voorbeeld loopt bij de aanrijding met de bestelauto ernstig letsel op. Wil heeft echter een ongevallenverzekering voor inzittenden gesloten. Op grond van die verzekering keert de verzekeraar

10.000,- uit vanwege de gedeeltelijke invaliditeit van Wil. De verzekeraar kan dit bedrag niet verhalen, want een ongevallenverzekering is een sommenverzekering.

Page 38: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

38

De verzekerde blijft echter voorrang houden bij het verhalen van zijn schade op de regres plegende verzekeraar. De verzekerde mag dus eerst zijn schade verhalen die niet op een verze-kering gedekt is en daarna mag de verzekeraar verhaal plegen. Dit deel van het wetsartikel is dwingend voorgeschreven en er kan dus niet van worden afgeweken.

Dat geldt ook voor de regeling in lid 3 van het artikel. Daarin is bepaald dat de verzekeraar geen regres kan plegen op:- verzekeringnemer- medeverzekerde- de niet van tafel en bed gescheiden echt-

genoot of geregistreerde partner van een verzekerde

- levensgezel van verzekerde- bloedverwanten in de rechte lijn van verzekerde- werknemer of werkgever van verzekerde- degene die in dienst is bij dezelfde werkgever

als verzekerde.

Deze regeling is ingevoerd omdat de relatie tussen betrokkenen wellicht verstoord raakt, wanneer een verzekeraar regres pleegt.

Page 39: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

39

Samenvatting

Samengevat ken je nu de volgende definities:

Artikel Omschrijving

Artikel 7:925 BW Definitie van de verzekeringsovereenkomst

Artikel 7:926 BW Uitkering en uitkeringsgerechtigde

Artikel 7:944 BW Specifieke definitie schadeverzekering

Artikel 7:964 BW Definitie sommenverzekering

Artikel 7:975 BW Definitie levensverzekering

Artikel 7:928 BW Mededelingsplicht en overtreding

Artikel 7:934 BW t/m Artikel 7:936 BW Premie

Artikel 7:935 BW Premieverrekening

Artikel 7:936 BW Verrekening bij bemiddeling door tussenpersoon

Artikel 7:938 BW Geen premie verschuldigd als geen risico is gelopen

Artikel 7:939 BW Vermindering van premie bij tussentijdse opzegging

Artikel 7:940 BW Opzegging van de verzekeringsovereenkomst

Artikel 7:941 BW Verplichtingen van verzekeringnemer bij schade

Artikel 7:957 BW Verplichting tot beredding

Artikel 7:951 BW Schade door aard of gebrek van de verzekerde zaak

Artikel 7:952 BW Opzet of roekeloosheid

Artikel 7:954 BW Directe actie van benadeelde (slachtofferbescherming)

Artikel 7:955 BW Verzekerde som

Artikel 7:956 BW Herbouw-/vervangingswaarde

Artikel 7:958 BW Onder- en oververzekering

Artikel 7:959 BW Bereddings- en expertisekosten

Artikel 7:960 BW Indemniteitsbeginsel

Artikel 7:961 BW Samenloop

Artikel 7:962 BW Subrogatie

Page 40: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

40

Hoofdstuk 5Overeenkomst

Inleiding

Verzekeren is een overeenkomst tussen twee partijen en in Nederland moet iedere overeen-komst aan vier voorwaarden voldoen om rechts-geldig te zijn:

1. Er moet tussen de partijen wilsovereen-

stemming zijn, dat wil zeggen dat beide partijen de overeenkomst willen.

VoorbeeldKo is veehouder. Ko geeft aan dat hij een paarden- en veeverzekering bij de verzekeringsmaatschappij wil onderbrengen. Veelal zal dit gebeuren door het invullen en ondertekenen van een aanvraagformulier. Zodra de verzekeringsmaatschappij aangeeft dit risico te willen verzekeren is er een wilsovereenstemming tussen beide partijen. Ter bevestiging van deze overeenkomst stuurt de verzekeringsmaatschappij Ko een polis.

2. De wederzijdse rechten en plichten moeten duidelijk tussen partijen zijn overeengekomen.

3. De overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wet, openbare orde of goede zeden.

4. Om een overeenkomst aan te gaan moet je handelingsbekwaam zijn. Je bent handelings-bekwaam als je meerderjarig bent. Dat wil zeggen dat je achttien jaar of ouder bent, al op jongere leeftijd getrouwd bent (geweest) of handlichting hebt gekregen. Meerderjarigen verliezen hun handelingsbekwaamheid als zij onder curatele worden gesteld.

5.1 Polis

De overeenkomst zelf komt tot uiting in de polis. Daarom nu eerst een uitleg van dit begrip.

De polis, het document waarin de aangegane verbintenissen schriftelijk zijn vastgelegd, bestaat uit twee onderdelen:1. polisblad2. polisvoorwaarden.

Polis van de Assurantiemaatschappij tegen brandschade te

Zutphen in 1845.

Bron: Ondernemend in risico Nationale Nederlanden.

5.2 Polisblad

Op het verzekeringsbewijs (polisblad) staan alle gegevens die specifiek voor die klant van toe-passing zijn, zoals:- NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats)- verzekeringnemer- verzekerde(n)- omschrijving van het risico- omschrijving van het verzekerd object- ingangs- en einddatum- premie- eigen risico- verzekerd bedrag.

Page 41: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

41

5.3 Polisvoorwaarden

In de polisvoorwaarden, behorende bij het polisblad, staan alle gegevens die betrekking hebben op de soort verzekering die door de ver-zekeringnemer is gesloten, zoals:- begripsomschrijvingen- dekkingsomschrijvingen- uitsluitingen- premiebetaling- verplichtingen bij schade- schadevaststelling- berekeningswijze van de uitkering.

Op het polisblad kunnen clausules worden vermeld welke onderdeel uitmaken van de polis. Deze clausules kunnen als aanvulling fungeren op de polisvoorwaarden, dan wel in afwijking van de standaard polisvoorwaarden een andere polisdekking verlenen.

Samenvatting

Je weet nu waarom een polis en de polisvoorwaarden van belang zijn.

Page 42: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

42

Hoofdstuk 6Verzekeraar en

verzekeringnemer

Inleiding

Bij de totstandkoming van een verzekerings-overeenkomst kunnen verschillende partijen betrokken zijn. Uiteraard zijn dat de verzekeraar of de gevolmachtigd agent (gevolmachtigde) en de verzekeringnemer. Maar er kan nog eenandere partij bij betrokken zijn, namelijk de assurantietussenpersoon. De tussenpersoon is geen partij in de overeenkomst, maar wat is zijn positie dan?

We zullen deze begrippen één voor één behan-delen. We kijken daarbij ook naar de verschil-lende rollen die ze hebben. Daarbij komen ook andere begrippen aan de orde.

6.1 Verzekeringnemer

We beginnen bij de verzekeringnemer. De verzekeringnemer is degene die alle rech-ten en plichten, voortvloeiende uit de polis heeft. Voordat verzekeringnemer deze rechten en plichten kan uitoefenen dient hij eerst de ver zekeringsovereenkomst aan te gaan. Voordat de wilsovereenkomst, voorafgaande aan de overeenkomst, een gegeven is kan de verze-keraar weigeren de overeenkomst aan te gaan. Juister is dan ook voorafgaande aan de over-eenkomst te spreken van aanvrager enerzijds en verzekeraar anderzijds. De aanvrager is degene die een verzekering wil sluiten. De contract partij van de verzekeringnemer is de verzekeraar. Behalve het begrip verzekeringnemer kunnen we in een polis het begrip verzekerde en het begrip begunstigde tegenkomen. Zoals eerder gezegd is de verzekerde geen partij bij de overeen-komst, de verzekeringnemer wel.

VoorbeeldAdviesbureau BO, bestaande uit de eigenaar en vier consultants, heeft een bedrijfsaansprakelijkheids-verzekering afgesloten. De verzekeringnemer is de eigenaar. Verzekerd zijn zij die aansprakelijk kunnen zijn voor de aan derden toegebrachte schade. Dat betekent dat de aansprakelijkheid van de eigenaar en de vier consultants verzekerd is binnen hun beroepsbeoefening, zoals omschreven in de polisvoorwaarden.

Het begrip begunstigde komen we tegen bij een sommenverzekering. Begunstigde is degene die de uitkering ontvangt. Op het begrip som-menverzekering zal dieper worden ingegaan bij het onderdeel verkeer. Zoals eerder gezegd is de begunstigde geen partij in de overeenkomst. De begunstigde is degene die recht heeft op de uitkering op het moment dat de verzekering tot uitkering komt.

VoorbeeldEen bedrijf heeft voor zijn werknemers een collectieve ongevallenverzekering gesloten. Als een werknemer een ongeluk overkomt ten gevolge waarvan hij geheel of gedeeltelijk invalide wordt dan wel overlijdt, keert de ongevallenverzekeraar het vooraf overeengekomen bedrag uit. De werkgever is de verzekeringnemer. De werknemer is verzekerde. De werknemer is in de regel bij invaliditeit de begunstigde en bij overlijden zijn dat in de regel zijn erfgenamen.

6.2 Verzekeraar

Vervolgens komen we bij de verzekeraar. Verzekeraars die rechtstreeks verzekerings-overeenkomsten sluiten met verzekeringnemers noemen we direct writers. Het woord ‘writer’ komt van underwriter: ondertekenaar. De verze-keraar tekent in op een risico. Voorbeelden van grote direct writers zijn Achmea/Centraal Beheer, FBTO en Ohra. Het marktaandeel van de direct writers ligt op ± 52% van alle afgesloten schade- en zorgverzekeringen. Verzekeraars kunnen ook gebruik maken van het intermediairkanaal. De tussenpersonen bemiddelen daarbij tussen aanvrager/verzekeringnemer enerzijds en de ver-zekeraar anderzijds. Multi-channel verzekeraars maken gebruik van zowel de mogelijkheid van direct writing als het intermediairkanaal. Wat zijn de taken van een verzekerings-maatschappij?- Premievaststelling- Beoordeling van risico’s - Polisafgifte- Schade uitkering en op juiste wijze r eserveren- De maatschappij loopt het daadwerkelijke

risico. Wanneer het nodig is, schakelt de maatschappij een expert in ter vaststelling of controle van de schadegrootte

- Incasseren van de verzekeringspremie.

Samenvatting

Samengevat weet je nu wat de rol van de verzekering nemer, de begunstigde en de ver-zekeraar is.

Page 43: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

43

Hoofdstuk 7Tussenpersoon

Inleiding

De meeste verzekeraars maken gebruik van het intermediairkanaal en accepteren verzekeringen die via een tussenpersoon worden aangebo-den. De tussenpersoon brengt de aanvrager en de verzekeraar bij ’elkaar‘. In de praktijk heb je veelal te maken met een overeenkomst tussen een (vertegenwoordiger namens het) bedrijf en de verzekeringsmaatschappij. Als tussenpersoon ben je bij het aangaan van de verzekeringsover-eenkomst geen officiële partij.

Klant Verzekeringsmaatschappij

Tussenpersoon

Toch is een tussenpersoon een zeer belangrijke factor bij het sluiten van een verzekeringsover-eenkomst. Als dit niet het geval was, ging tenslotte ieder bedrijf naar een direct writer om rechtstreeks zaken te doen met de maatschappij.

Waar ligt de toegevoegde waarde van de tussenpersoon?- De tussenpersoon kan de gehele verzekerings-

markt overzien en is in staat om bepaalde verzekeringsvormen bij verzekeraars onder te brengen, die op dat gebied qua voor waarden en premie toonaangevend zijn.

- De tussenpersoon heeft voldoende verzeke-ringstechnische kennis om een (potentiële) klant een deskundig advies te geven bij het sluiten van een nieuwe verzekering. Dit advies moet gebaseerd zijn op de behoefte van de klant.

- De tussenpersoon zorgt voor de administra-tieve verwerking van verzekeringsaanvragen en wijzigingen.

- De tussenpersoon stelt zichzelf als taak de klant op de hoogte te houden van ontwik-kelingen, die van invloed kunnen zijn op de bestaande verzekeringen en daar waar het nodig is in te gaan op nieuw ontstane verze-keringsbehoeften.

- De tussenpersoon denkt vanuit een totaal-advies om zodoende een goed en volledig verzekeringspakket in het belang van de klant aan te bieden.

- De tussenpersoon beschikt over deze moge-lijkheid, omdat men vanuit zijn positie een beeld heeft van het totale ’financiële plaatje‘ van een klant.

- De tussenpersoon onderhoudt een goede relatie met de klant.

- De tussenpersoon is het eerste aanspreek-punt voor vragen van de klant over zijn verze-keringen.

- De tussenpersoon assisteert bij de afwikkeling van schades. Gaat het om een grote schade, een schade waarvoor bijvoorbeeld een expert nodig is, dan vindt een telefonische melding aan de verzekeraar plaats.

- De tussenpersoon ziet toe op een juiste en volledige invulling van het schadeaangifte-formulier en maakt de klant duidelijk welke aanvullende gegevens, documenten etcetera eventueel nodig zijn om de schade te kunnen laten afwikkelen door de verzekeraar.

- Als de schademelding een aansprakelijkheids-kwestie betreft, moet hij de klant erop wijzen dat deze zich moet onthouden van het doen van uitspraken aan de tegenpartij.

- Correspondentie van de tegenpartij moet onbeantwoord aan de verzekeraar worden opgezonden.

- Contact onderhouden met zowel de klant als de verzekeraar met als doel een spoedige afwikkeling van een schade te bevorderen.

- De tussenpersoon dient er op toe te zien dat de verzekeraar op de juiste wijze een schade afwikkelt en financiële genoegdoening geeft.

7.1 Gevolmachtigd agent

De derde trap is de gevolmachtigd agent

dan wel gevolmachtigde . Een gevolmach-tigd agent heeft van één of meer verzeke-ringsmaatschappijen bevoegdheid (volmacht) gekregen om in naam en voor risico van deze verzekeringsmaatschappij(en) het verzekerings-vak, binnen de grenzen zoals aangegeven in de volmacht, uit te oefenen. De verzekerings-maatschappij is dan volmachtgever. De gevol-machtigd agent accepteert dus verzekeringen (en regelt schades) namens de verzekeraar. De gevolmachtigd agent c.q. gevolmachtigde, han-teert een polis op eigen naam en ondertekent namens de maatschappij. Het kenmerkende verschil tussen een gevolmachtigd agent en een tussenpersoon is dat een gevolmachtigd agent in feite als verzekeraar optreedt en dus verzeke-ringen accepteert en schade regelt. Hij draagt alleen geen risico. Een tussenpersoon heeft deze bevoegdheden niet dan wel in beduidend mindere mate (denk hierbij aan de ‘voorlopige dekkings’ bevoegdheid).

Page 44: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

44

Bron: Blad VVP.

Samenvatting

Je kunt nu omschrijven met welke aspecten een assurantietussenpersoon te maken heeft.

Page 45: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

45

Hoofdstuk 8Premie

Inleiding

Zoals uit de definitie van een verzekering blijkt, neemt de verzekeringsmaatschappij de financiële risico’s, zoals omschreven in de polisvoorwaarden, van verzekerden over. Hier staat tegenover dat verzekeringnemer de plicht heeft bij schadeverzekeringen om de premie te be talen. Wanneer verzekeringnemer zich niet aan deze plicht houdt, heeft de verzekerings-maatschappij het recht de premie langs gerech-telijke weg te vorderen.

Bij levensverzekeringen bestaat deze premie-betalingsplicht niet. Men spreekt hier dan ook van een eenzijdige overeenkomst (het-geen wil zeggen dat de verzekeraar zich ver-plicht tot uitkering over te gaan voor zover de verzekering nemer de premie heeft betaald). Verzekeringnemer heeft geen verplichting tot premiebetaling, waardoor de verzekeringsmaat-schappij geen gerechtelijke stappen kan onder-nemen om de premie alsnog te incasseren. Uiteraard heeft het niet betalen van de premie bij een levensverzekering wel consequenties voor de hoogte, dan wel duur van een eventuele uit-kering.

8.1 Premiebetalingsplicht bij schade-

verzekeringen.

De dag waarop de premie verschuldigd is, noemen we de premievervaldag. Op deze datum moet verzekeringnemer de premie beta-len. Wanneer deze niet op tijd betaalt, geven

de polisvoorwaarden aan de verzekerings-nemer een respijttermijn van dertig dagen na de premievervaldag. Wanneer na de respijttermijn nog geen betaling heeft plaatsgevonden, wordt de polisdekking tijdelijk stopgezet (opgeschort). Dit houdt in dat er vanaf deze datum geen polisdekking bestaat. Omdat de overeenkomst verder ongewijzigd van kracht blijft, blijft de verplichting tot premie-betaling wel bestaan.

Wettelijk termijn

Met betrekking tot de vervolgpremie, dus niet de eerste premie, krijgt de verzekeringnemer een wettelijke betalingstermijn van veertien dagen nadat hij is aangemaand. Slechts na deze periode kan er door de verzekeraar worden overgegaan tot schorsing. Dit om de verzeke-ringnemer te beschermen.Als de klant na de opschortingdatum betaalt, is de dekking 24 uur na betaling opnieuw van kracht (er van uitgaande dat het geld ook daadwerkelijk binnen is gekomen bij de maatschappij) en de verzekeraar bereid is de premiebetaling daadwerkelijk te accepteren.

VoorbeeldEr is een schadeverzekering met een premievervaldatum van 1 mei 2008. De verzekeraar stuurt al op 13 april 2008 een acceptgirokaart met de vermelding dat de verzekering betaald moet zijn op de premievervaldatum van 1 mei 2008. De respijttermijn van dertig dagen gaat lopen vanaf 1 mei 2008 (tot/met 31 mei 2008).Als er niet betaald is, stuurt de verzekeraar op 16 mei de verzekeringnemer een aanmaning met de mede deling dat hij nog tot en met 31 mei 2008 de tijd heeft om de premie te betalen.Op 1 juni 2008 is de respijttermijn voorbij en kan de dekking door de verzekeraar worden opgeschort.

8.2 Aanpassingsclausule (en bloc-clausule;

herzieningsclausule)

Voor de meeste verzekeringsvormen van de ver-zekeringsmaatschappij geldt dat er een aanpas-singsclausule is opgenomen, de zogenaamde en bloc-clausule ook wel de herzienings clausule genoemd. Deze houdt in dat de verzekeringsmaatschappij zich het recht voorbehoudt om, als het nodig is, de premie en/of voorwaarden voor een bepaald product per (hoofd)premievervaldatum aan te passen. Afhankelijk van de contractduur kan dit tevens de contractsvervaldatum zijn. In de en bloc-bepaling is geregeld dat de aanpassing moet gelden voor alle verzekerden van de verzeke-ringsmaatschappij die over een bepaald verze-

Page 46: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

46

keringsproduct beschikken dan wel een groep verzekeringnemers met een identieke factor zoals een postcodeserie. Ook is in deze bepa-ling geregeld dat de klant deze aanpassing mag weigeren. De wet bepaalt dat de verzekeringne-mer in dat geval de overeenkomst mag beëin-digen op de dag dat de wijziging ingaat en in ieder geval nog gedurende één maand nadat de wijziging is ingegaan.

8.3 Premieopbouw

De verzekeringsmaatschappij stelt zelfstan-dig de premiehoogte vast en vermeldt deze in een tarievenboek. Deze premies, zoals in de tarievenboeken vermeld, zijn bedoeld voor standaard risico’s. Bij afwijkende risico’s (sub-standard risico‘s) worden de premies en eventueel de polisvoorwaarden op individuele wijze vast gesteld.

Afhankelijk van het soort verzekering wordt de premie uitgedrukt in een:- vast bedrag in euro’s- promillage/percentage van het verzekerde

bedrag.

Premieopbouw

De premie is opgebouwd uit:- risicodekking- provisie- winst- bedrijfskosten- overige kosten- assurantiebelasting- stroppenpot.

RisicodekkingHet vaste bedrag of promillage is afhankelijk van de hoogte van het risico. Zo zal voor een kappers zaak een lager promillage worden bere-kend dan voor een doe-het-zelf-zaak. Dit omdat het brandrisico groter is. De premie voor een aansprakelijkheidsverzekering voor een boek-handel zal lager liggen dan de premie voor een para medische beroepsbeoefenaar. Het grootste deel van de premie bestaat uit een reservering voor het afdekken van het risico en wordt risico premie genoemd.

WinstZoals ieder commercieel bedrijf wil de verzeke-ringsmaatschappij winst maken en calculeert de gewenste winst in de premiehoogte.

KostenOm een bedrijf dagelijks te kunnen laten ope-reren moeten kosten worden gemaakt, zoals

personeelskostenen voor computerapparatuur, inrichting, gebouwen, etcetera. Deze bedrijfskos-ten vormen ook een onderdeel van de premie.

Overige kostenDe verzekeringsmaatschappij brengt meestal eenmalig poliskosten in rekening. Ook berekent de maatschappij de incassokosten meestal door in de premie. Bij tussentijdse wijzigingen worden er polis- en/of administratiekosten in rekening gebracht. Ook kennen de meeste maatschap-pijen voor maand-, kwartaal- en halfjaarbetaling een toeslag op de premie.

ProvisieHet assurantiekantoor ontvangt voor zijn bemid-deling een beloning (provisie), die meestal een bepaald percentage van het premiebedrag is.

Er is sprake van drie soorten provisies:1. afsluitprovisie2. incassoprovisie3. verlengingsprovisie (prolongatieprovisie).

Afsluitprovisie is de eenmalige provisie de die bemiddelaar (tussenpersoon, bank, makelaar) ontvangt bij het voor het eerst afsluiten van een verzekering.

Incassoprovisie is die (extra)provisie welke de tussenpersoon ontvangt voor het zelf incasseren van de verzekeringspremie. Er is namelijk sprake van maatschappij-incasso en van tussenpersonenincasso. Bij maatschappij- incasso incasseert de verzekeringsmaatschappij de premie en bij tussenpersonenincasso incas-seert de tussenpersoon de premie. Als de maat-schappij de incasso zelf verzorgt ligt de provisie voor de tussenpersoon lager in verband met besparing van incassokosten.

Bij Verlengings- of prolongatieprovisie (door-lopende provisie) ontvangt de tussenpersoon provisie over de premies van verzekeringen die periodiek (meestal jaarlijks) doorlopen. Het gaat dus om een verzekering die al loopt, waarvan al de eenmalige afsluitprovisie is ontvangen.

De tussenpersoon kan er ook voor kiezen aan-vrager dan wel verzekeringnemer een vergoe-ding voor zijn werkzaamheden te laten betalen. Die vergoeding moet dan vooraf afgesproken worden. Deze vergoeding heeft dan betrekking op:- vaste vergoeding voor het verrichten van

bepaalde werkzaamheden- een vast uurtarief voor bepaalde

werkzaamheden- aankoop van een abonnement.

Page 47: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

47

De door de tussenpersoon ontvangen provisie van de verzekeraar verrekent de tussenpersoon met de vergoeding die hij ontvangt van aan-vrager / verzekeringnemer. Over deze vergoeding moet de tussenpersoon dan wel BTW afdragen.

AssurantiebelastingAls je een televisie koopt, moet je over het aankoopbedrag BTW betalen. Sluit je een verzekering, dan moet je over het premiebedrag assurantiebelasting betalen. De assurantie-belasting wordt door de verzekeringsmaatschap-pij afgedragen aan de Belastingdienst. De assurantiebelasting bedraagt 7,5 % en wordt geheven over de premie, verhoogt met even-tuele kosten.

Assurantiebelasting hoeft niet te worden betaald over:- levensverzekeringen (alle vormen)- ziektekostenverzekeringen- ongevallenverzekeringen

(onder andere de ongevallenverzekering inzit-tenden, invaliditeit en arbeidsongeschiktheid)

- goederentransportverzekeringen (met uitzondering van pleziervaartuigen)

- herverzekeringen.

Samenvatting

Samengevat kun je nu het ontbreken van de premiebetalingsplicht van de verzekeringnemer bij levensverzekering verklaren. Ook kun je aan de hand van een voorbeeld uitleggen hoe een schadeverzekeraar om moet gaan met betalings-verzuim. Daarnaast ken je de begrippen premie-aanpassingsclausule, en-bloc-clausule. Je weet hoe de premie is opgebouwd, inclusief provisie, assurantiebelasting en feebeloning.

Page 48: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

48

Hoofdstuk 9Verlies, schade of gemis

van verwacht voordeel

Inleiding

In de definitie van een verzekering wordt gespro-ken over het ‘doen van een of meerdere uitkerin-gen’. Een uitkering wordt gedaan als er schade wordt geleden. Eenvoudig gezegd heeft iemand schade geleden, wanneer een bepaald voorval een achteruitgang in de vermogenspositie tot gevolg heeft.

VoorbeeldDe inventaris van de firma Ter Pol heeft een waarde van 40.000,- (dagwaarde vóór het voorval). Door een binnenbrand (voorval) loopt de waarde terug naar

18.000,- (waarde na het voorval). De schade is het verschil van 22.000,-.

Schades kunnen we in drie soorten onderdelen: verlies, schade of gemis van verwacht voordeel. In deze paragraaf gaan we kort op deze drie soorten schades in.

Verlies

Verlies is vermindering van hoeveelheid (kwan-titeit). Er is iets weg. Doordat de computers van de firma Ter Pol zijn gestolen, kunnen we duidelijk spreken van verlies. Hetzelfde gaat op wanneer je een theekopje in duizend stukken laat vallen.

Schade

Schade is achteruitgang in hoedanigheid (kwali-teit). Als een medewerker van firma Ter Pol met een trolley tegen een deur rijdt, waardoor de ruit in de deur breekt, spreken we van schade. De hoeveelheid is onveranderd, maar de kwaliteit is afgenomen. Hetzelfde gaat op wanneer je een theekopje laat vallen en het oor breekt af.

Gemis van verwacht voordeel

Een fietsenhandelaar koopt een partij fietsen ter waarde van 22.000,-. Bij totale verkoop van de fietsen zal hij hierop een winst maken van

9.000,-. Wanneer de totale partij tijdens het transport naar de fietsenhandel verloren gaat, bedraagt de onverzekerde schade niet alleen de

22.000,- die hij voor de fietsen heeft betaald, maar ook de 9.000,-, die hij in alle redelijk-heid verwacht had te kunnen verdienen. Deze te verwachte winst noemen we ook wel imaginaire

winst.

Schade verhalen

Brandverzekeraars die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars hebben een rege-ling voor verhaal van schades opgesteld. Deze wordt de Bedrijfsregeling brandregres 2000 genoemd. Als we het woord brandverzekering gebruiken, dan bedoelen we ook alles wat valt onder de categorie brandverzekering, dus ook bijvoorbeeld (blus)waterschade.Deze regeling komt er op neer dat de brand-verzekeraar niet verhaalt ingeval van een particuliere klant (behalve bij opzet), maar wel bij een bedrijf, tot een maximum van 500.000,-. Bedragen onder de 2.500,- blijven buiten beschouwing. Het criterium om te verhalen ligt in het begrip onzorgvuldig handelen en/of nalaten.

Samenvatting

Je kunt nu de begrippen verlies, schade en gemis van verwacht voordeel omschrijven.

Page 49: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

49

Hoofdstuk 10Soorten verzekeringen

Inleiding

Je hebt gezien welke soorten schades er zijn. Nu geven we kort aan welke soorten verzeker-bare risico’s er zijn. Deze zijn namelijk onder te verdelen in twee categorieën.

Welke risico’s zijn er zoal te verzekeren?- risico’s waarvoor we wettelijk verplicht zijn ons

te verzekeren- risico’s die noodzakelijk en/of wenselijk zijn

om te verzekeren.

Deze twee soorten risico’s vertalen we naar twee soorten verzekeringen:- verplichte verzekeringen- noodzakelijke en/of wenselijke verzekeringen

10.1 Verplichte verzekeringen

We onderscheiden de volgende verplichte verzekeringen:1. de WA-verzekeringen voor motorrijtuigen2. het WA-jagersrisico3. basiszorgverzekering (ZVW)4. sociale verzekeringen.

Op de WA-verzekering voor motorrijtuigen komen we terug in het deel “Verkeer”. Sociale verzekeringen verstrekken basisvoorzieningen, die uitgebreid en aangevuld kunnen worden door middel van particuliere verzekeringen. Wanneer welke sociale verzekering door wie wordt uitgekeerd, is vastgesteld door de overheid. In dit boek zou het te ver gaan om hierover uit te weiden. Een aantal sociale ver-zekeringen komt nog wel nader aan bod in de delen “Inkomen en Arbeidsongeschiktheid” en “Gezondheid en Zorg”.

10.2 Noodzakelijke en/of wenselijke

verzekeringen

Deze verzekeringsvormen kunnen worden ondergebracht bij particuliere verzekeraars en noemen we particuliere verzekeringen. De meeste schadeverzekeringen vallen hier-onder.

10.3 Uitsluitingen

In bijna alle polissen zijn de catastroferisico’s uit gesloten. Verzekeraars kunnen bij een natuur-ramp door de omvang van de schade in ernstige liquiditeitsproblemen komen en sluiten daarom standaard de volgende risico’s uit:- Molest- Aardbeving- Atoomkernreacties- Vulkanisme- Overstroming (*zie ook volgende pagina)- (Opzet).

Let op: M A A V O (O)

Molest

Onder schade door molest is te verstaan: scha-de veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. De maatschappij moet bewijzen dat de schade direct veroorzaakt of ontstaan is door molest.

Atoomkernreacties

Een atoomkernreactie is elke kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting en kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.

Op de uitsluiting van schade als gevolg van atoomkernreacties is een uitzondering: de uit-sluiting geldt namelijk niet voor radioactieve stof-fen, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en die gebruikt worden of bestemd zijn voor industriële, commer ciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden.

Voorwaarde daarbij is wel dat een bevoegde overheid een vergunning heeft afgegeven voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ont-doen van radioactieve stoffen.

De uitsluiting blijft echter van kracht voor zover op basis van een wet of verdrag een derde aan-sprakelijk is voor de geleden schade.Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan: een kern-installatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225).

Aardbeving

Schade door aardbeving is niet verzekerd.

Vulkanische uitbarsting

Schade door een vulkanische uitbarsting is niet verzekerd.

Page 50: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

50

Overstroming

Een verzekeringsmaatschappij verstaat onder overstroming:

het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen en het uit-stromen van water via scheuren, gaten en andere beschadigingen van waterkeringen.

Maar de uitsluiting geldt niet voor brand en ontploffing, veroorzaakt door overstroming. Overstroming is wel een gedekt evenement op de auto cascopolis en de beperkte auto casco-polis.

Opzet

Schade door opzet is niet verzekerd.

Bron: advertentie ACHMEA.

Samenvatting

Van de schadeverzekeringen kun je nu de ver-plichte verzekeringen en de noodzakelijke of wenselijke verzekeringen onderscheiden. Ook ken je de uitsluitingen op deze verzekeringen.

Page 51: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

51

Hoofdstuk 11Samenvatting

In dit deel heb je kennis gemaakt met een aantal kernbegrippen uit de verzekeringsbranche en hoe die begrippen nader worden omschreven.

Iedere overeenkomst moet voldoen aan vier voorwaarden:1. wilsovereenkomst2. wederzijdse rechten en plichten moeten

duidelijk zijn overeengekomen3. beide partijen moeten handelingsbekwaam

zijn4. de overeenkomst mag niet in strijd zijn met de

wet, openbare orde of goede zeden.

Partijen die direct en indirect betrokken zijn bij de verzekeringsovereenkomst zijn:

- Verzekeraar

Verzekeraar is degene die het risico van een verzekerde accepteert en de premie vaststelt.

- Tussenpersoon

De tussenpersoon is degene die de verzeke-raar en de verzekeringnemer bij elkaar brengt. Zijn rol daarbij voor de klant op het gebied van verzekeringen is:

- inventariseren en analyseren - adviseren en bemiddelen - beheren en muteren - schades behandelen.

- Verzekeringnemer

De verzekeringnemer is de partij die een bepaalde zaak heeft verzekerd.

Op de verzekeringspolis zelf staat onder meer het ‘polispersoneel’ beschreven. Dat zijn de verzekeringnemer, de verzekerde en de begun-stigde aan de ene kant en de verzekeraar aan de andere kant.

Er geldt een respijttermijn van dertig dagen. Als de klant na de opschortingdatum betaalt, is de dekking 24 uur na betaling opnieuw van kracht.

De premie is opgebouwd uit:- risicopremie- provisie, indien de verzekering via de

bemiddeling van een tussenpersoon tot stand is gekomen

- winst- kosten.

Over verzekeringen wordt 7,5% assurantie-belasting geheven. De volgende verzekeringen zijn vrijgesteld van assurantiebelasting:- levensverzekeringen (alle vormen)- ziektekostenverzekeringen- ongevallen-, invaliditeits- en arbeids-

ongeschiktheidsverzekeringen (onder andere de ongevallen auto-inzittendenverzekering)

- goederentransportverzekeringen (met uitzondering van pleziervaartuigen)

- herverzekeringen.

Er zijn drie soorten schades, namelijk:- verlies- schade- gemis van verwacht voordeel.

Er is een aantal verplichte verzekeringen:- WA-verzekeringen voor motorrijtuigen- Basiszorgverzekering (ZVW)- Sociale verzekeringen- WA-jagersrisico.

Uitsluitingen ten aanzien van de catastroferisico’s:- molest- atoomkernreacties- aardbeving- vulkanische uitbarsting- overstroming.

Page 52: Folder Wft Schadeverzekeringen Bedrijven 2010

Inle

idin

g i

n h

et

sc

had

eve

rze

ke

rin

gsb

ed

rijf

52