8
Hoofdstuk 2.3 Tekstopmaak Naam: Klas: Nummer: In dit hoofdstuk leer je over tekstopmaak. Je gaat er zelfstandig mee aan de slag. Beantwoord de vragen en vraag de leerkracht pas om hulp wanneer je echt niet verder kunt. A. THE BASICS 1) Lees de inleidende tekst en vat daarna in je eigen woorden samen wat tekstopmaak is. Schrijf dat in het kader. Als we een tekst voor ons hebben, ziet die er vaak anders uit dan de laatste tekst die we hebben gelezen. Dit komt door de tekstopmaak. In plaats van je een document of papier voor te schotelen dat vol staat met tekst, kan je de tekst beter overzichtelijk weergeven. De basis hiervan is om alinea’s te gebruiken, maar je kan ook meer geavanceerd tewerk gaan. Zo kan je bijvoorbeeld afwisselen in lettertype en lettergrootte, of je kan kolommen gebruiken. 2) Een alinea aanbrengen in een doorlopende tekst kan de bladspiegel (=hoe het blad eruit ziet) al veel verlichten. Alinea’s aanbrengen in Word is erg simpel: met een druk op Enter kan je al naar de volgende regel springen. Maak in onderstaande tekst drie alinea’s. Belangrijk: je maakt pas een alinea als de tekst over een ander onderwerp gaat. Elke alinea babbelt dus over een klein onderwerpje binnen het algemene thema. De Europese draak, afkomstig uit verschillende Europese mythologieën, heeft veel verschillen ten opzichte van de oosterse draak die afgeleid is van de Chinese draak. De draak wordt sinds Psalm LXXIV, 13, tot de Apocalyps, XII, 3, voorgesteld als een monster met meerdere koppen (meestal zeven), een uitbeelding die duidelijk geïnspireerd is op de oude Mesopotamische iconografie. De vorm en uiterlijk van een draak varieert per overlevering. Een draak wordt vaak 1

files.ict1sac3.webnode.nlfiles.ict1sac3.webnode.nl/200000002-a9fa8aaf24/ICT 1A …  · Web viewAlinea’s aanbrengen in Word is erg simpel: ... Om de opmaak te tonen, duw je op de

Embed Size (px)

Citation preview

Hoofdstuk 2.3 TekstopmaakNaam: Klas: Nummer:

In dit hoofdstuk leer je over tekstopmaak. Je gaat er zelfstandig mee aan de slag. Beantwoord de vragen en vraag de leerkracht pas om hulp wanneer je echt niet verder kunt.

A. THE BASICS

1) Lees de inleidende tekst en vat daarna in je eigen woorden samen wat tekstopmaak is. Schrijf dat in het kader.

Als we een tekst voor ons hebben, ziet die er vaak anders uit dan de laatste tekst die we hebben gelezen. Dit komt door de tekstopmaak. In plaats van je een document of papier voor te schotelen dat vol staat met tekst, kan je de tekst beter overzichtelijk weergeven. De basis hiervan is om alinea’s te gebruiken, maar je kan ook meer geavanceerd tewerk gaan. Zo kan je bijvoorbeeld afwisselen in lettertype en lettergrootte, of je kan kolommen gebruiken.

2) Een alinea aanbrengen in een doorlopende tekst kan de bladspiegel (=hoe het blad eruit ziet) al veel verlichten. Alinea’s aanbrengen in Word is erg simpel: met een druk op Enter kan je al naar de volgende regel springen. Maak in onderstaande tekst drie alinea’s.

Belangrijk: je maakt pas een alinea als de tekst over een ander onderwerp gaat. Elke alinea babbelt dus over een klein onderwerpje binnen het algemene thema.

De Europese draak, afkomstig uit verschillende Europese mythologieën, heeft veel verschillen ten opzichte van de oosterse draak die afgeleid is van de Chinese draak. De draak wordt sinds Psalm LXXIV, 13, tot de Apocalyps, XII, 3, voorgesteld als een monster met meerdere koppen (meestal zeven), een uitbeelding die duidelijk geïnspireerd is op de oude Mesopotamische iconografie. De vorm en uiterlijk van een draak varieert per overlevering. Een draak wordt vaak uitgebeeld met het lichaam van een slang of een krokodil; klauwen en soms de kop van een arend, leeuw of valk; vleermuisvleugels (vlerken). In Indië vindt men olifants-draken en in China herten-draken. Veel draken worden ook wel ingedeeld bij de serpenten. Ook worden ze in verband gebracht met visachtigen. De termen worden vaak door elkaar gebruikt. Zie ook bestiarium en het Visboeck. Het geloof dat een draak vuur spuwde wordt

1

soms toegeschreven aan het feit dat men een vallende ster ook draak noemde. Het spoor dat een vallende ster trok werd dan geassocieerd met de vurige adem van de draak.

3) Probeer nu in de tekst de sneltoets Shift+Enter uit. Wat is het verschil met een gewone Enter? Schrijf dit in onderstaand kader.

4) Je kan er ook voor zorgen dat de afstand tussen je regels groter is. Voer de instructies uit:- Selecteer onderstaande tekst;- Rechterklik en kies Alinea;- Onderaan rechts zie je Regelafstand, vergroot deze tot 1,5;- Klik op OK.

Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst.

5) Je kan verschillende vormen van opmaak ook niet altijd goed zien (bv. een witruimte kan met spatie, de tabtoets of met Enter gemaakt worden). Om de opmaak te tonen, duw je op de toets die je hieronder ziet. Schrijf in het kader wat er gebeurt.

2

B. LETTERTYPE

6) Na het invoegen van alinea’s, wil je misschien delen van de tekst benadrukken. Dit kan je doen door bovenaan je tekst in het vet, cursief, of onderstreept te zetten. Schuif het vak rechts op de drie knoppen die je hiervoor nodig hebt.

7) Je kan dit ook doen met sneltoetsen. Ken je de drie sneltoetsen nog? Vul ze hieronder in.

VetgedruktCursiefOnderstreept

8) Je kan het soort lijntje waarmee je onderstreept van vorm veranderen. Klik op dit pijltje:

Hoeveel soorten lijntjes krijg je aangeboden? Vul dat hieronder in.

9) Je kan er ook voor kiezen letters in een andere kleur te zetten of misschien zelfs te arceren. Schuif het kader over de twee knoppen die je hiervoor kan gebruiken.

3

10) Voer de instructies uit op onderstaande tekst:- Zet de eerste twee zinnen in een rood lettertype;- Arceer de derde zin met een gele kleur;- Geef de laatste zin een blauw lettertype en arceer hem in het grijs.

Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst.

11) We kunnen het soort lettertype en de grootte ervan ook veranderen. Bekijk onderstaande afbeelding en probeer alle knoppen uit op de oefentekst. Schrijf daarna in de tabel wat er gebeurt.

Nr knop Wat gebeurt er?1234

12) Bekijk onderstaande tekst. Vind jij dat de tekst goed opgemaakt is? Waarom wel/niet?

Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst.

4

1 2 3

4

Ik ben een oefentekst. Ik ben een oefentekst.

13) Je moet er altijd goed op letten dat je tekst niet té veel opmaak heeft. Een tekst lezen met te veel opmaak is lastig en alle veranderingen een voor een ongedaan maken, duurt erg lang. Gelukkig kan je dit in één klik doen. Voor volgende instructies uit:- Selecteer de bovenstaande tekst;- Klik op de knop die onderaan staat aangeduid.

5

C. STIJLEN

14) Een overzichtelijk document heeft altijd een titel en soms zelfs tussentitels. Natuurlijk kan je deze zelf maken door ze vetgedrukt of in een ander lettertype te zetten.

Wat sneller gaat, is gebruik maken van de basisstijlen van Word. Bekijk de balk ‘Stijlen’ bovenaan. Welk lettertype is ingesteld als Standaard?

15) Op welke knop moet je klikken om de kleuren van je Stijl te veranderen?

16) Kies bij Stijlen de knop ‘Titel’ en schrijf iets in het eerste vak. Ga daarna opzoek naar hoe titels zijn opgemaakt en vul de tweede tabel in.

Welk lettertype?Welke lettergrootte?Welke kleur?Extra opmaak?

17) Als je zelf een lijntje wil trekken onder een zin of titel, doe je dat zo:- Schrijf je zin en duw Enter;- Maak daarna drie underscores (___);- Duw Enter.

Probeer het nu hieronder!

18) Klik nu op Stijl wijzigen Opmaakset en beweeg dan je cursor (=muishandje) over de verschillende opties. Wat gebeurt er met de tekst in je document?

6

Je hebt dit hoofdstuk afgewerkt. Vooraleer je dit venster sluit, doe je volgende dingen:

- Sla het bestand op onder de al opgegeven naam + jouw eigen naam;- Kijk alles nog eens snel na op kleine foutjes (lay-out én spelling);- Vraag de leerkracht om te komen kijken naar je werk.

Als je werk volledig en kwaliteitsvol is, dan zal de leerkracht je de toestemming geven dit bestand te sluiten. Daarna begin je aan de volgende opdracht.

7