85
Farmacodynamiek en Farmacokinetiek Prem Adhien apotheker/epidemioloog 29 januari 2018 Timm,Timm & Timm 1

Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacodynamiek en Farmacokinetiek

Prem Adhien

apotheker/epidemioloog

29 januari 2018

Timm,Timm & Timm 1

Page 2: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Docent

• Prem Adhien

– Apotheker

– Voorzitter SIG Diabetes

– NDF

– Hogeschool Utrecht:

docent MPA

– Universiteit Utrecht:

docent Farmaceutische

Wetenschappen

Timm,Timm & Timm 2

Page 3: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Programma

• Farmacodynamiek

• Farmacokinetiek

Timm,Timm & Timm 3

Page 4: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Leerdoel

• De cursist heeft kennis van en inzicht in:

– De algemene principes van farmacotherapie

– Farmacokinetiek

– Farmacodynamiek

4Timm,Timm & Timm

Page 5: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

1. Bij een competitieve antagonist treedt

remming van de receptoractivatie op als

de antagonist op een andere plaats aan

de receptor bindt dan de agonist of door

binding van de antagonist aan

componenten van de

signaaltransductiecascade.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 5

Page 6: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

2. Allergieën zijn bijwerkingen die niet

verklaard worden door de

farmacologische eigenschappen van

een geneesmiddel, maar door de

veranderde immunologische

gevoeligheid van een patiënt.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 6

Page 7: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

3. Men spreekt van tolerantie als een

kortdurende verminderde gevoeligheid

optreedt na toediening van slechts enkele

doses van het farmacon. Dit kan optreden

door uitputting van de voorraad (neuro-)

transmitter.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 7

Page 8: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

4. Als van twee geneesmiddelen, die in een (verschillende) dosering hetzelfde welomschreven effect hebben, een willekeurig percentage van de dosis van het ene geneesmiddel wordt vervangen door hetzelfde percentage van de dosis van het andere geneesmiddel en het effect hetzelfde blijft, spreekt men van synergisme.O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 8

Page 9: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

5. Men spreekt van het reboundfenomeen

wanneer na abrupt staken van een

geneesmiddel de aan de therapeutische

werking tegenovergestelde toestand in

versterkte mate optreedt.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 9

Page 10: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

6. Afhankelijkheid is een toestand gekarakteriseerd door een sterke drang of behoefte bij voortduring een bepaalde stof te gebruiken, met een tendens de dosis te verhogen; dit gaat veelal gepaard met psychische en fysieke afhankelijkheid en een neiging de stof tegen letterlijk en figuurlijk tegen elke prijs te verwerven.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 10

Page 11: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

7. Het twee-compartiment-model bestaat uit

een centraal (plasma-) en een perifeer

(weefsel-) compartiment; hiermee wordt

de kinetiek van de meeste

geneesmiddelen beschreven.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 11

Page 12: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

8. Bij nulde-ordekinetiek of niet-lineaire

kinetiek: per tijdseenheid wordt een

bepaald percentage van het

geneesmiddel uitgescheiden of omgezet,

hierdoor ontstaat een rechte lijn als de

concentratie op logaritmische wijze wordt

uitgezet.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 12

Page 13: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

9. Het verdelingsvolume (V) is het

‘schijnbaar’ volume over welke het

geneesmiddel verdeeld zou zijn

wanneer de concentratie in het

weefsel (het perifere compartiment)

gelijk is aan die van het plasma (het

centrale compartiment).

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 13

Page 14: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Begintoets

10. De biologische beschikbaarheid (F) is

de fractie van het geneesmiddel welke

tenslotte in de algemene circulatie

komt; F varieert dus tussen 0 en 1.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 14

Page 15: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Doel farmacotherapie

• Bij farmacotherapie wordt gezocht naar een zo

gunstig mogelijke interactie tussen de patiënt en

het geneesmiddel met als doel een maximum

aan gewenst effect en zo min mogelijk bijwerkingen.

15Timm,Timm & Timm

Page 16: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Therapeutische breedte

• Indien de plasmaconcentraties waarbij het

gewenste effect optreedt en waarbij bijwerkingen

optreden dicht bij elkaar liggen, dan spreken we

van een geneesmiddel met een geringe

therapeutische breedte.

16Timm,Timm & Timm

Page 17: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacodynamiek

• De farmacodynamiek beschrijft de werking en

bijwerking van geneesmiddelen op het totale

organisme en behandelt op welke manier een

geneesmiddel zijn effecten heeft op

regulatiemechanismen, weefsels, receptoren en

processen in cellen.

17Timm,Timm & Timm

Page 18: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacodynamiek

• Werking en bijwerkingen

• Interactie

• Veranderde werking

• Afhankelijkheid en verslaving

Timm,Timm & Timm 18

Page 19: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Werking - 1

• Receptor: specifieke bindingsplaats in het lichaam

waarbij de binding van een geneesmiddel of een andere

(lichaamseigen) stof leidt tot een effect.

Timm,Timm & Timm 19

Page 20: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Werking - 2

• Niet elk geneesmiddel past op elk willekeurig receptor:

hun ruimtelijke structuur moet (enigszins) op elkaar

afgestemd zijn.

Timm,Timm & Timm 20

Page 21: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Werking - 3

• Agonist: wanneer binding van het

geneesmiddel de receptor activeert en

daarmee het gewenste of bedoelde effect

optreedt.

• Intrinsieke activiteit:

– Volledig agonist: 1

– Partiele agonist: tussen 0 en 1

Timm,Timm & Timm 21

Page 22: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Agonist

Timm,Timm & Timm 22

Page 23: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Werking - 1

• Antagonist: wanneer een geneesmiddel de effecten van

activering van een receptor blokkeert of opheft.

• De intrinsieke activiteit van een antagonist is 0.

Timm,Timm & Timm 23

Page 24: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Werking - 2

• Competitieve antagonist: het verhinderen van binding

van een (lichaamseigen) agonist aan de receptor door

competitie om de bindingsplaats.

Timm,Timm & Timm 24

Page 25: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Werking - 3

• Niet-competitieve antagonist: remming van de

receptoractivatie treedt op als de antagonist op een

andere plaats aan de receptor bindt dan de agonist of

door binding van de antagonist aan componenten van de

signaaltransductiecascade.

Timm,Timm & Timm 25

Page 26: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Bijwerking - 1

• Een bijwerking is de werking van het

geneesmiddel anders dan de bedoelde

werking. De meeste bijwerkingen liggen in

het verlengde van het voornaamste

farmacologische effect of zijn ongewenste

farmacologische effecten.

Timm,Timm & Timm 26

Page 27: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Bijwerking - 2

• Ze zijn voorspelbaar op grond van het werkingsmechanisme van het geneesmiddel en zijn vaak orgaanspecifiek.

• Onvoorspelbare bijwerkingen zijn allergieën en idiosyncrasie (abnormale gevoeligheid).

• Allergieën zijn bijwerkingen die niet verklaard worden door de farmacologische eigenschappen van een geneesmiddel, maar door de veranderde immunologische gevoeligheid van een patiënt.

Timm,Timm & Timm 27

Page 28: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Interactie - 1

• Interactie: een kwalitatieve of kwantitatieve verandering in de werking van een geneesmiddel door toedoen van een andere stof.

• Interactie met voedingsmiddelen en genotmiddelen als interactie met geneesmiddelen kan optreden.

• Interacties treden eerder aan het licht bij farmaca met een geringe therapeutische breedte.

Timm,Timm & Timm 28

Page 29: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Geneesmiddeleninteractie

• Mogelijke consequenties:

– Geneesmiddelinteracties kunnen leiden tot een afname of het uitblijven van een effect (therapeutic failure).

– Geneesmiddelinteractie kunnen leiden tot een verhoogd risico op (ernstige) bijwerkingen.

Timm,Timm & Timm 29

Page 30: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Indeling

Farmacodynamische interactie

• Via recept beinvloeding: – Antagonist & agonist

• Versterking (bij)werking:– Acenocoumarol & clopidogrel

Farmacokinetische interactie

• Absorptieniveau

• Verdelingsniveau

• Eliminatieniveau– Hepatische klaring

• CYP-interactie

– Renale klaring

Timm,Timm & Timm 30

Page 31: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacodynamische interactie

• Effect kan varieren van uitblijven/verminderen effect tot ernstige toxiciteit of complicaties.

• Voorbeelden:

– Cumarines & vitamine K: trombo-embolisch risico stijgt (verminderen effect cumarine).

– Cumarines & trombocytenaggregatieremmers: bloedingsrisico stijgt (versterken effect cumarine).

Timm,Timm & Timm 31

Page 32: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Interactie - 3

• Negatieve interactie antagonisme

• Positieve interactie additie en

synergisme (of potentiering)

Timm,Timm & Timm 32

Page 33: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Interactie - 4

• Van additie spreekt men als twee

geneesmiddelen, die in een

(verschillende) dosering hetzelfde

welomschreven effect hebben, een

willekeurig percentage van de dosis van

het ene geneesmiddel wordt vervangen

door hetzelfde percentage van de dosis

van het andere geneesmiddel en het effect

blijft (1+1=2).

Timm,Timm & Timm 33

Page 34: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Interactie - 5

• Men spreekt van synergisme wanneer van

twee geneesmiddelen, die in een

(verschillende) dosering hetzelfde

welomschreven effect hebben, een

willekeurig percentage van de dosis van

het ene middel wordt vervangen door

hetzelfde percentage van de dosis van het

andere geneesmiddel waarbij het

uiteindelijk effect toch toeneemt (1+1=3)

Timm,Timm & Timm 34

Page 35: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Veranderde werking - 1

• Sensibilisatie

• Reboundfenomeen

• Tachyfylaxie

• Tolerantie

• Resistentie

Timm,Timm & Timm 35

Page 36: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Veranderde werking - 2

• Sensibilisatie: het verkrijgen van verhoogde gevoeligheid van het organisme voor een geneesmiddel. Hieraan kan zowel een allergie als een versterkte werking ten grondslag liggen.

• Reboundfenomeen: wanneer na abrupt staken van een geneesmiddel de aan de therapeutische werking tegenovergestelde toestand in versterkte mate optreedt.

Timm,Timm & Timm 36

Page 37: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Veranderde werking - 3

• Tachyfylaxie: een kortdurende verminderde gevoeligheid na toediening van slechts enkele doses van het farmacon. Dit kan optreden door uitputting van de voorraad (neuro-) transmitter.

• Tolerantie: lange tijd (dagen tot weken) durende verminderde gevoeligheid van het organisme voor een farmacon na langdurige toediening.

Timm,Timm & Timm 37

Page 38: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Veranderde werking - 4

• Resistentie: ongevoeligheid voor een

bepaald geneesmiddel als gevolg van

genetische selectie van organismen met

bepaalde mutaties.

Timm,Timm & Timm 38

Page 39: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Afhankelijkheid en verslaving - 1

• Afhankelijkheid: een psychisch toestand, die vaak met lichamelijke symptomen gepaard gaat en gekarakteriseerd wordt door de periodieke of continu aanhoudende drang een (genees)middel te nemen. Het oogmerk van zulk gedrag is om de psychische effecten van het geneesmiddel te verkrijgen en/of de negatieve effecten van (genees)middelenonthouding te vermijden.

Timm,Timm & Timm 39

Page 40: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Afhankelijkheid en verslaving - 2

• Verslaving: een toestand gekarakteriseerd

door een sterke drang of behoefte bij

voortduring een bepaalde stof te

gebruiken, met een tendens de dosis te

verhogen. Dit gaat veelal gepaard met

psychische en fysieke afhankelijkheid en

een neiging de stof tegen letterlijk en

figuurlijk elke prijs te verwerven.

Timm,Timm & Timm 40

Page 41: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacokinetiek - 1

• De farmacokinetiek behandelt de reactie

van het organisme op het geneesmiddel.

– Absorptie: opname geneesmiddelen.

– Distributie: verdeling over het organisme.

– Metabolisme: omzetting in (on)werkzame

stoffen.

– Eliminatie: de uitscheiding

Timm,Timm & Timm 41

Page 42: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacokinetiek - 2

• Doel farmacokinetiek: de farmacokinetiek

geeft aan hoe (toedieningsvorm/- wijze),

hoe lang en in welke dosering het

geneesmiddel moet worden toegediend

om de juiste plasmaconcentratie te

bereiken en deze te handhaven binnen het

gewenste farmacodynamische bereik.

Timm,Timm & Timm 42

Page 43: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Het een- en

tweecompartimentenmodel

• Een-compartiment-model: een

geneesmiddel verspreidt zich homogeen

over het lichaam.

• Twee-compartiment-model: bestaat uit een

centraal (plasma-) en een perifeer

(weefsel-) compartiment, wordt de kinetiek

van de meeste geneesmiddelen

beschreven.

Timm,Timm & Timm 43

Page 44: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Plasmaconcentratie/tijdcurve - 1

• De plasmaconcentratie-tijdcurve geeft aan hoe de

plasmaspiegel van een geneesmiddel verandert in de

tijd.

• De tijd wordt lineair uitgezet op de X-as terwijl de Y-as de

plasmaspiegel logaritmisch weergeeft.

• Eerste-ordekinetiek of lineaire kinetiek: per tijdseenheid

een bepaald percentage van het geneesmiddel

uitgescheiden of omgezet wordt. hierdoor ontstaat

een rechte lijn als de concentratie op logaritmische wijze

wordt uitgezet.

Timm,Timm & Timm 44

Page 45: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Plasmaconcentratie/tijdcurve - 2

• Niet-lineaire kinetiek of nulde orde

kinetiek: er is geen verband meer tussen

de hoogte van

geneesmiddelenconcentratie en de

hoeveelheid geneesmiddel die omgezet

wordt (en er is geen rechte lijn in een

semi-logaritmische grafiek) alcohol

Timm,Timm & Timm 45

Page 46: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacokinetische parameters - 1

• Halfwaardetijd (T1/2): de tijd die nodig is

om een plasmaconcentratie tijdens de

eliminatiefase tot de helft te reduceren.

• Klaring (Cl): hoeveel plasma per

tijdseenheid van het geneesmiddel wordt

geschoond.

• De totale klaring is de som van de

klaringen van alle klarende organen.

Timm,Timm & Timm 46

Page 47: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacokinetische parameters - 2

• Verdelingsvolume (V): over welk ‘schijnbaar’volume het geneesmiddel verdeeld zou zijn

wanneer de concentratie in het weefsel (het

perifere compartiment) gelijk is aan die van

het plasma (het centrale compartiment).

• Biologische beschikbaarheid (F): welke

fractie van het geneesmiddel er tenslotte in

de algemene circulatie komt; F varieert dus

tussen 0 en 1.

Timm,Timm & Timm 47

Page 48: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Verdelingsvolume

Verdelingsvolume Compartimentsysteem

Vd<0,8 eiwitbinding 1-compartimentsysteem

0,8<Vd<2,0 1-compartimentsysteem

Vd>2,0 2-compartimentsysteem

Timm,Timm & Timm 48

Page 49: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Farmacokinetische interactie

• Absorptieniveau

• Verdelingsniveau

• Eliminatieniveau

– Hepatische klaring

• CYP-interactie

– Renale klaring

Timm,Timm & Timm 49

Page 50: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Invloed biologische beschikbaarheid

• Invloed grapefruitsap sterker bij middelen met lage biologische beschikbaarheid.

• Klinische effecten: hypotensie, blozen, tachycardie en hoofdpijn.

Calcium-antagonist

F Effectgrapefruitsap

Klinischrelevant?

Amlodipine 64-80% - Nee

Nitrendipine 10-30% -/+ Twijfelachtig

Lercanidipine 1-2% ++ Ja

Felodipine 15% + Ja

Timm,Timm & Timm 50

Page 51: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Absorptie

• Complexvorming en adsorptie

• pH-veranderingen in de maag

• Verandering van de verblijftijd in de maag

• Inname van vetrijk voedsel

• Transport en metabolisme in de darmwand

Timm,Timm & Timm 51

Page 52: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Complexvorming

• Vorming van onoplosbare complexen van geneesmiddel en mineralen (Ca(2+), Fe(2+), Mg (2+), Zn(2+) of Al(3+)), waardoor de absorptie afneemt.

• Voeding: melkproducten, supplementen, sonde- en drinkvoeding

• Geneesmiddelen:

– Chinolonen: ciprofloxacine, norfloxacine, levofloxacine

– Tetracyclines: doxycycline, minocycline, tetracycline

– Bisfosfonaten: alendroninezuur, risedroninezuur

Timm,Timm & Timm 52

Page 53: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Complexvorming

• Norfloxacine & sucralfaat (Al-verbinding)

– Biologische beschikbaarheid norfloxacine

• Gelijktijdig inname 2%

• Sucraalfaat 2 uur voor norfloxacine 55%

• Norfloxacine 2 uur voor sucralfaat 85-90%

Advies: Norfloxacine 2 uur voor sucralfaat innemen!

Timm,Timm & Timm 53

Page 54: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

pH-verandering in de maag

• Itraconazol & omeprazol

– Itraconazol lost slecht op bij pH>3

– Oplossing:

• Gescheiden inname?

• Afwachten of itraconazol effect heeft?

• Omeprazol vervangen?

• Itraconazol vervangen?

Timm,Timm & Timm 54

Page 55: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Transport en metabolisme in de darm

• Absorptie vindt vooral plaats in duodenum en jejenum

• Opname via passieve diffusie of actief transport

• Passieve diffusie: lipofiliteit, molecuulgrootte

• Actief transport enterocyt in/uit:

– Drug transporters (bijv. P-glycoproteine)

• Metabolisme in darmwand door enterocyten

– Drug metabolizing enzymes: CYP-enzymen

Timm,Timm & Timm 55

Page 56: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Enterocyten

Timm,Timm & Timm 56

Page 57: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Biotransformatie

• Met biotransformatie wordt een aantal chemische reacties aangeduid die in het lichaam verlopen waardoor de structuur van lichaamsvreemde stoffen wordt veranderd.

• De producten die na biotransformatie ontstaan worden metabolieten genoemd.

• Doel van biotransformatie is:– De stof onwerkzaam te maken en/of

– De stof geschikter te maken voor uitscheiding.

Timm,Timm & Timm 57

Page 58: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Biotransformatie

• In principe kan biotransformatie overal in het lichaam plaatsvinden, maar in de lever spelen zich de meeste reacties af.

• Er zijn twee reactievormen:

– Fase 1: oxidatie, hydrolyse, reductie

– Fase II: conjugatie-reacties

Timm,Timm & Timm 58

Page 59: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Fase 1 reactie

• De structuur wordt zodanig gewijzigd dat de stof onwerkzaam wordt.

• In een aantal gevallen wordt een onwerkzaam stof (pro-drug) juist wel werkzaam of verandert de werking.

• Fase 1 katalyseert reacties als:– Oxidatie reacties: chemisch proces waarbij een stof elektronen afgeeft

aan een andere stof.

– Hydrolyse reacties: de splitsing van een chemische verbinding onder opname van water.

– Reductie reacties: het scheikundige proces waarbij een deeltje elektronen opneemt.

Timm,Timm & Timm 59

Page 60: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Fase 1 reactie

• Fase 1 enzymen verwijderen of voegen juist een functionele groep toe aan een stof.

• Dit speelt een belangrijke rol in de metabolisme van giftige stoffen, maar ook voor chemicaliën in het lichaam.

• De meeste fase 1 reacties worden uitgevoerd door Cytochroom P450.

Timm,Timm & Timm 60

Page 61: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Cytochroom P450

• Cytochroom P450 enzymen (CYP’s)– Familienummer

– Subfamilienummer

– Nummer voor het individuele enzym binnen de subfamilie.

– Asterix en letter voor de genetische variant: CYP2D6*1a

• Zowel betrokken bij (bio)synthese als degradatie.– Endogene substraten: steroiden, lipiden en vitamines

– Exogene substraten: bestanddelen uit voeding, omgeving en geneesmiddelen.

Timm,Timm & Timm 61

Page 62: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Cytochroom P450

• Geneesmiddelen: remming of inductie van CYP-enzymen.

• Vooral CYP1, CYP2 en CYP3 relevant bij metabolisme van geneesmiddelen.

• Expressie CYP450 afhankelijk van:– Genetische variant (polymorfismen)

– Geslacht

– Leeftijd

– Voedingspatroon

– Roken( CYP1A2)

– Geneesmiddelengebruik (carbamazepine)

Timm,Timm & Timm 62

Page 63: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Genetische polymorfismen

• CYP2D6 polymorfisme:– Efficient metabolizer: 75-85%

– Intermediate metabolizers: 10-15%

– Poor metabolizers: 5-10%

– Utra-rapid metabolizer: 1-10%

• Klinisch relevant bij 25% van de geneesmiddelen:– Betablokkers (metoprolol)

– TCA’s

– Antipsychotica (haloperidol, perfenazine)

– Anti-arritmica (flecainide)

Timm,Timm & Timm 63

Page 64: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Fase 2 reactie

• Fase 2 omvat conjugatie-reacties.

• Hierbij wordt de lichaamsvreemde stof, of de metabolieten na de fase 1 reacties, gekoppeld aan een lichaamseigen stof.

• Daardoor wordt de nieuwe verbinding meer wateroplosbaar waardoor het beter door de nieren uitgescheiden kan worden.

Timm,Timm & Timm 64

Page 65: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Cumulatie - 1

• Cumulatie: als bij herhaalde toediening het

doseringsinterval korter is dan 4-5

halfwaardetijden, stijgt de plasmaspiegel,

omdat het geneesmiddel nog niet volledig

is verwijderd.

• De mate van cumulatie is afhankelijk van

de verhouding tussen halfwaardetijd en

doseringsinterval.

Timm,Timm & Timm 65

Page 66: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Cumulatie - 2

Timm,Timm & Timm 66

Page 67: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Cumulatie - 3

Timm,Timm & Timm 67

Page 68: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Cumulatie - 4

Timm,Timm & Timm 68

Page 69: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Cumulatie - 5

• Geneesmiddelen die middels eersteordekinetiek worden

uitgescheiden, bereiken na 4-5 halfwaardetijden na het

starten of wijzigen van de dosering een plateau in de

plasmaconcentratie: de kinetische steady state. bij

een stijgende plasmaconcentratie neemt de uitscheiding

evenredig toe.

• De hoogte van de gemiddelde steady-state-concentratie

is afhankelijk van de dagelijkse dosis en de fluctuaties

tussen top- en dalspiegel van de doseringsfrequentie.

Timm,Timm & Timm 69

Page 70: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Het farmacotherapeutische raam -

1

• Farmacotherapeutische raam: horizontale band in de

plasmaconcentratie/tijdgrafiek.

70Timm,Timm & Timm

Page 71: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Het farmacotherapeutische raam -

2

• Therapeutische drempel: ondergrens van deze band,

waarbij een gewenst effect optreedt . Bij concentraties

lager is geen effect merkbaar.

• De bovengrens is de concentratie waarbij een bepaalde

bijwerking optreedt. Bij concentraties boven de

bovengrens geven bijwerkingen en /of toxiciteit.

• Therapeutische breedte: de afstand tussen de onder-en

bovengrens in de therapeutische breedte.

71Timm,Timm & Timm

Page 72: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Verschuivingen van het

therapeutische raam

• De therapeutische raam ligt hoger bij verminderde

gevoeligheid bij patienten of bij antagonisme door een

ander geneesmiddel hogere plasmaconcentratie, dus

hogere dosering nodig om hetzelfde effect te bereiken.

• De therapeutische raam ligt lager in geval van

hypergevoeligheid van de patient en bij synergisme van

een ander geneesmiddel een lagere

plasmaconcentratie en dus dosering is dan voldoende.

72Timm,Timm & Timm

Page 73: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Breedte van het therapeutische

raam.

• Smal bij digoxine en cytostatica

• Breed bij penicillinen

• Breedte verschilt per patient: therapeutische

raam benzodiazepinen bij bejaarden smaller dan

bij jong volwassenen.

• Bij smalle ramen is een nauwkeurige dosering

nodig (plasmaspiegels bepalen bij individuele

patient).

73Timm,Timm & Timm

Page 74: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

De plasmaconcentratie-tijd curve

• Het stoppen van de behandeling:

– De tijd die na het staken nodig is totdat een geneesmiddel geen

effect heeft wordt bepaald door de hoogte van Css, T1/2 en

therapeutische drempel.

– Uitsluipen: het geleidelijk verlagen van de dosering (in de loop

van dagen tot maanden) omdat er ontrekkings-verschijnselen of

reboundfenomenen kunnen optreden.

74Timm,Timm & Timm

Page 75: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

1. Bij een competitieve antagonist treedt

remming van de receptoractivatie op als

de antagonist op een andere plaats aan

de receptor bindt dan de agonist of door

binding van de antagonist aan

componenten van de

signaaltransductiecascade.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 75

Page 76: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

2. Allergieën zijn bijwerkingen die niet

verklaard worden door de

farmacologische eigenschappen van

een geneesmiddel, maar door de

veranderde immunologische

gevoeligheid van een patiënt.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 76

Page 77: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

3. Men spreekt van tolerantie als een

kortdurende verminderde gevoeligheid

optreedt na toediening van slechts enkele

doses van het farmacon. Dit kan optreden

door uitputting van de voorraad (neuro-)

transmitter.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 77

Page 78: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

4. Als van twee geneesmiddelen, die in een (verschillende) dosering hetzelfde welomschreven effect hebben, een willekeurig percentage van de dosis van het ene geneesmiddel wordt vervangen door hetzelfde percentage van de dosis van het andere geneesmiddel en het effect hetzelfde blijft, spreekt men van synergisme.O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 78

Page 79: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

5. Men spreekt van het reboundfenomeen

wanneer na abrupt staken van een

geneesmiddel de aan de therapeutische

werking tegenovergestelde toestand in

versterkte mate optreedt.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 79

Page 80: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

6. Afhankelijkheid is een toestand gekarakteriseerd door een sterke drang of behoefte bij voortduring een bepaalde stof te gebruiken, met een tendens de dosis te verhogen; dit gaat veelal gepaard met psychische en fysieke afhankelijkheid en een neiging de stof tegen letterlijk en figuurlijk tegen elke prijs te verwerven.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 80

Page 81: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

7. Het twee-compartiment-model bestaat uit

een centraal (plasma-) en een perifeer

(weefsel-) compartiment; hiermee wordt

de kinetiek van de meeste

geneesmiddelen beschreven.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 81

Page 82: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

8. Bij nulde-ordekinetiek of niet-lineaire

kinetiek: per tijdseenheid wordt een

bepaald percentage van het

geneesmiddel uitgescheiden of omgezet,

hierdoor ontstaat een rechte lijn als de

concentratie op logaritmische wijze wordt

uitgezet.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 82

Page 83: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

9. Het verdelingsvolume (V) is het

‘schijnbaar’ volume over welke het

geneesmiddel verdeeld zou zijn

wanneer de concentratie in het

weefsel (het perifere compartiment)

gelijk is aan die van het plasma (het

centrale compartiment).

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 83

Page 84: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Eindtoets

10. De biologische beschikbaarheid (F) is

de fractie van het geneesmiddel welke

tenslotte in de algemene circulatie

komt; F varieert dus tussen 0 en 1.

O Juist O Onjuist

Timm,Timm & Timm 84

Page 85: Farmacodynamiek en Farmacokinetiek - Timmx3

Vragen ??

• Dank voor jullie aandacht

Timm,Timm & Timm 85