Samenvatting ReaderMediaproductie- en organisatie 2017-2018

InhoudsopgaveGraham Murdock (McChesney): Political Economy of Mass Media.......................................................2

Gillian Doyle: Understanding Media Economics.....................................................................................3

Stylianos Papathanassopoulus: The Europeanization of the European Media.......................................5

Tarlach McGonagle: The Council of Europe – Ensuring the freedom and independence of Europe’s media.....................................................................................................................................................6

Christian Möller & Tarlach McGonagle: Europe’s Internet Policies – the challange of maintaining an open internet.........................................................................................................................................9

Zvi Reich: The Impact of Technology on News Reporting.....................................................................11

Thomas Hess & Christian Matt: The Online Value Chain......................................................................12

Mark Leenders, Mark Farrell, Koos Zwaan & Tom ter Bogt: How are young music artists configuring their media and sales platforms in the digital age?..............................................................................13

Hilde Van Den Bulck, Leen d’Haenens, Tim Raats: PUBLIC SERVICE MEDIA IN WESTERN EUROPE TODAY: A TEN-COUNTRY COMPARISON...............................................................................................14

Barbara Thomass, Hallvard Moe & Leen d’Haenens: Renewing the Public Service Media Remit........16

Tim Raats, Jeanette Steemers & Karen Donders: Is content still king?.................................................17

Josef Trappel: Subsidies – fuel for the media.......................................................................................19

José García-Avilés, Andy Kaltenbrunner &Klaus Meier: MEDIA CONVERGENCE REVISITED: Lessons learned on newsroom integration in Austria, Germany and Spain.......................................................21

Klaske Tameling & Marcel Broersma: De-converging the newsroom: Strategies for newsroom change and their influence on journalism practice...........................................................................................25

Rozane De Cock & Hedwig de Smaele: Freelancing in Flemish News Media and Entrepreneurial Skills as Pivotal Elements in Job Satisfaction.................................................................................................27

Christian Fuchs: Alternative Media as Critical Media...........................................................................28

Marisol Sandoval & Christian Fuchs: Towards a critical theory of alternative media...........................30

Maaika Santana & Nico Carpentier: Mapping the rhizome. Organizational and informational networks of two Brussels alternative radio stations............................................................................................32

1

Les 1: Introductie

Graham Murdock (McChesney): Political Economy of Mass MediaPolitieke economie: probeert te achterhalen hoe het kapitalisme werkt. In dit geval welke machtsrelaties aan de basis liggen van productie, distributie en consumptie van middelen. Vooral geïnteresseerd in de asymmetrie in distributie en controle van goederen.

Kapitalisme, democratie en communicatiePublieke communicatie heeft centrale rol in het verzekeren van een democratische orde

Door het doorgeven van informatie die het volk nodig heeft Construeert de natiestaat Alternatieve interpretaties van de situatie kunnen getest worden ten opzichte van het

beschikbare bewijs

Vrije markt in ideeënVrije markt als garantie voor betrouwbare informatie MAAR opkomst advertenties

Beïnvloeden objectief nieuws (conflicteert met betrouwbare informatie)o Verkleint de stem van niet adverteerderso Geeft mogelijkheid om slechte publiciteit te censureren

Politieke economie versus economie

Economisten focussen louter op de werking van ‘de economie’ Economisten zien economisch gedrag puur als iets psychologisch individualistisch i.p.v. een

sociaal construct Focussen op efficiëntie i.p.v. gerechtigheid

Twee visies (Privaat – Publiek)Privaat (Anglo/US):

Commerciële bedrijven Communicatie voor consumptie

Publiek (Continentaal Europa)

Uitzenddiensten zijn publieke goederen Publiek monopolie als beste garantie voor deelname aan democratie Communicatie voor burgerschap

Opm: sommigen landen verkiezen een mix van de twee modellen

Neoliberaal denken de nieuwe standaard (4 dimensies)

1. Privatisering: Publiek bedrijven gefinancierd met publiek geld worden verkocht aan private bedrijven

2. Liberalisering: Oorspronkelijke monopolies worden opengebroken en nieuwe concurrentie wordt geïntroduceerd.

2

3. Deregulering: minder regels geeft private bedrijven de kans om te groeien4. Verzelfstandiging: Publieke subsidies van overheidsbedrijven wordt verminderd. Steeds meer

werken volgens een bedrijfslogica. Bvb. VRT krijgt de mogelijkheid om zelf inkomsten te genereren.

Globalisatie

Geeft westerse media meer bereik in de wereld Nieuwe concurrentie en samenwerking op internationaal, regionaal en lokaal niveau

Digitalisering

Recente evolutie Doet vraag reizen over nieuwe concentratie en machtsrelaties (vb. Google als grote speler) Nieuwe interesse en discussie over het doorverkopen van persoonlijke informatie

Gillian Doyle: Understanding Media EconomicsEconomie ook een belangrijk subject voor mediastudies

Keuzes die mediabedrijven maken zijn vaak van economische aard Mediabedrijven hebben nood aan publiek en adverteerders Omvat internationale handel, bedrijfsstrategie, beleid, competitie en industriële concentratie

Macro-economie: economie op een breed niveau (werkgelegenheid, economie in een land, algemene prijsniveau…)

BNP (bruto nationaal product: totale goederen en diensten geproduceerd in een jaar(ook media maakt hier deel van uit)Succes in media sterk afhankelijk van economie (in een groeiende economie namelijk meer advertentie inkomsten)

Micro-economie: studie van individuele markten, producten en bedrijven (hoe, wat, wanneer iets geproduceerd wordt)

Drie actoren: consumenten, bedrijven en overheden

Mediabedrijven produceren, aggregeren en distribueren

Opgelet niet alle mediabedrijven zijn commercieel

Om winst te maximaliseren moeten bedrijven kiezen welke output het beste is (vb. 100 of 1000 magazines?) Daarvoor moeten ze de kosten en inkomsten weten productie functie

‘Wet van verkleinende inkomsten’: extra hoeveelheden van een variable factor (vb. aantal freelancers) toegevoegd aan een invariable factor (vb. tv-uitzending) zorgt voor een daling in inkomsten (vb. omdat meer filmmateriaal gedeeld moet worden) MAAR dit klopt niet helemaal in media want reproductie van tv-programma’s kost bijna niks (vb door intellectuele eigendom inkomsten blijven genereren door herhalingen)

Perfecte competitie tegenovergestelde van monopoliePerfecte competitie = veel verkopers van één en hetzelfde product (geen barrières om markt te betreden) (amper te vinden in de echte wereld)

Monopolie = slechts 1 verkoper en veel barrières om te doorbreken

3

Oligopolie is de soort markt waar media het meest in voor komt.

Is een markt met slechts enkele concurrenten (zelfde of gelijkaardige producten) en (grote spelers) die de markt controleren

Economies of scale: hoge initiële productiekost maar lage marginale reproductie (dus meer produceren om kosten te drukken

Economies op scope: meerdere producten en samenwerking om kosten te drukken (hoe groter het bedrijf hoe goedkoper productiekosten). Producten kunnen ook hergebruikt worden (vb een nieuwsopname voor meerdere radiozenders of een ingeblikte serie dat doorverkocht wordt is goedkoper dan zelf te produceren)

Imperfecte competitie: overheidsregels overzien dat een bedrijf niet te groot wordt zodat andere niet meer in de markt kunnen breken. (om kleine bedrijven te helpen)In werkelijkheid zijn er echter een aantal grote bedrijven die zelf veel kunnen produceren. Voor nieuwe bedrijven zou dit te duur zijn en dus kunnen zij niet meedoen. (te veel barrières)

Waarom is media-economie zo speciaal?

Het gaat in tegen de basis van economie, nl. schaarste. Hoe vaak een lied, film of nieuwsuitzending ook bekeken wordt, het raakt niet uitgeput. Het zijn m.a.w. publieke goederen (initiële kost duur, maar marginale reproductie kost is laag) economies of scale

Media produceren duale producten: content en publiek (audience). Dat publiek kan vervolgens verkocht worden aan adverteerders (inkomsten).

Verticale concentratie: verticale deconstructie is het opdelen van productie in verschillende deelaspecten

Drie stappen (zie powerpoint):

1. Produceren van content (verzamelen van nieuws, radio/tv-programma maken)2. Content in een product maken (krant of televisiedienst) (aggregatie)3. Distributie van product (via breedband/kabel/radiogolven)

Deze fases beïnvloeden elkaar en zijn allemaal even belangrijk. Een bedrijf kan meer controle uitoefenen in markt door de verschillende stappen in de keten te bezitten (vb. een krant die zowel eigen productie, aggregatie als distributie doet verlaagt de kosten) verticale integratie

Opmerking: technologische evoluties verlagen zowel entry van andere bedrijven (vb. internet maakt het mogelijk om enkel online krant te zijn zoals Huffington Post druktoestellen niet nodig), MAAR leidt ook tot nieuwe monopolies (vb. in VK slechts 1 bedrijf die juist encryptie voor betaaltelevisie kan uitvoeren)

Convergenties

Als gevolg van digitale ontwikkelingen en globalisatie zijn er steeds meer bedrijven die met elkaar in zee gaan (vb. AOL en Time Warner uiteindelijk geflopt door te veel verschillen)

Horizontaal: twee bedrijven die in dezelfde soort media zitten en een zelfde activiteit uitoefenen die samen gaan (vb. twee kranten die fusioneren) economies of scale

Verticaal: twee bedrijven in dezelfde soort media maar een verschillende activiteit fusioneren (vb. een krant die samengaat met een drukker bedrijf)

4

Diagonaal: twee bedrijven uit andere soort media fusioneren (vb. een filmbedrijf en een gamebedrijf)

Transnationaal: om aan globale vraag te voldoen gaan twee internationale bedrijven met elkaar in zee (vb. een bedrijf van VS en VK)

Voordelen van verticale, horizontale en diagonale integratie mooi samengevat in de slides

Les 2: Europeanisering van media

Stylianos Papathanassopoulus: The Europeanization of the European MediaEuropese Unie probeert Europese identiteit te beschermen (ook op het vlak van media)Dit artikel onderzoekt initiatieven op beleidsniveau

Van Europese integratie tot communicatie

- Beleid initieel op vlak van tv, dan telecommunicatie en dan informatie en communicatietechnologie en digitalisering

- Harmoniseren van Europees Audiovisuele sector begon in 1983o Dit leidde tot de green paper in 1984 en de richtlijn television withour frontiers in

1997 (werd audiovisual media services richtlijn in 2007)o Amsterdam Treaty 1997o Gericht op het Europeaniseren van communicatie en beschermen van Europese

identiteit ten opzichte van Amerika- Richtlijnen zorgde voor veel druk op nationale mediawetten

From television without frontiers to Audiovisual Media Services

- AVMS (audiovisual media services) zowel voor lineair als niet-lineaire media (on demand)o Regelgeving voor niet-lineair wel minder strikt

- Country of origin: maakt het mogelijk voor sommigen landen om nationale wetten te omzeilen omdat hoofdzetel zich in een ander land bevindt

- Advertising:o regelgeving soepeler geworden (max 12 minuten reclame per uur)o Helaas geen specifieke regels voor bescherming van kinderen

- Product Placement: verboden tenzij lidstaat daar anders over beslist- Promotie van Europese content (om strijd met Amerikaanse content aan te gaan)

5

- Grote events: AVMS zorgt ervoor dat events van groot belang gratis te bekijken zijn

MEDIA programma

Helpt het produceren en distribueren van veel Europese films (o.a. door promotie)

- Programma zorgde ook voor meer zichtbaarheid van Europese cultuur op het wereldtoneel- Europese films meer in Europa, maar ook op wereldtoneel

Media ownership EU policy

EU probeert zowel publieke media als private media te reguleren

- EU kan concentratie en fusie moeilijk controleren/reguleren- 2007 working paper media pluralism

o Verzekeren dat burgers toegang hebben tot verschillende mediao EU wel gefaald in controleren van Google

Concluding remarks

EU wilt Europese media harmoniseren, beschermen, promoten en steunen

EU vraagt aan overheden van lidstaten om aan zelf-regulering te doen

Toch nog overtredingen ondanks wetgevingen (vb. 12 min. Limiet van advertising wordt vaak overschreden)

Meeste huidige problemen op vlak van:

- Advertising breaks- Gender stereotypes- Uitzendrechten van events van groot maatschappelijk belang- Te weinig promotie van Europese producties

Tarlach McGonagle: The Council of Europe – Ensuring the freedom and independence of Europe’s mediaEU beschermt vrijeheid van meningsuiting en vrijheid van media (Council of Europe als bescherming)

The System

Belangrijk om compositie van council te achterhalen

- State reporting en controlling mechanisms

6

- European Convention on Human Rights belangrijkste bescherming

- Task Force ter bescherming van vrijeheid van meningsuiting in 2012 gecreëerd.- Meer recent: platform ter bescherming van journalisten en journalistiek (2015)

o In samenwerking met partners zoals: European Federation of Journalists, Reporters Without Borders, the Association of European Journalists,…

o Elk van deze partners mag aangeving wanneer een journalist of journalistiek in een bepaalde lidstaat in gevaar is.

o 5 soorten gevaren: Fysiek gevaar voor journalisten Gevangenschap van journalisten Intimidatie van journalisten Straffeloosheid Andere effecten die een gevaar vormen voor vrijheid van meningsuiting

Freedom and independence of the (public service) media

Vrijheid van media wordt gezien als middel om vrijheid van meningsuiting te garanderen

- Vb. VRM als onafhankelijke regulator van Vlaamse media

7

European Convention on Human Rights

- Artikel 10 beschermt vrijheid van meningsuitingo Paragraaf 2 legt echter ook limieten op die vrijheid (vb. racisme)

- Journalisten een watch-dog functie van de staat- Het voorgaande zijn redenen waarom media onafhankelijk moeten zijn

Committee of Ministers (standard setting texts)

Vb. 1982 –> vermijden van censuurAndere belangrijk vb. 2006 onafhankelijkheid van public service media

Parliamentary Assembly

Hebben ook een aantal richtlijnen uitgeschreven betreft PSM en PSB (public service broadcaster)

Other Bodies

Ook andere EU-functies houden zich bezig met bescherming van media (vb. The Commissioner of Human Rights en de European Commission for Democracy through Law)

European Ministrial Conferences

8

Bijeenkomsten gericht op toekomstige beleidsmaatregelen

Christian Möller & Tarlach McGonagle: Europe’s Internet Policies – the challange of maintaining an open internetInternet kan niet meer gezien worden als een aparte virtuele wereld. Het is deel van onze wereld geworden.

Ervoor zorgen dat internet vrij en open blijft is daarom cruciaal voor vrijheid van meningsuiting

- Echter ook plaatsen op we wereld waar internet gecensureerd en gecontroleerd wordt- EU allerhande regels om open internet te garanderen- Openheid bevat drie dimensies:

o Openheid van content op interneto Openheid van internet infrastructuuro Openheid van bestuursstructuur van internet

History of internet

- Vanaf begin ontwikkelt buiten normaal regelgeving- Many-to-many communication ipv one-to-many (plaats voor publiek debat)- Grote spelers zoals Google, Twitter en Facebook controleren internet- Toch ook negatieve kanten: terrorisme, hatespeech, kinderporno,…- Op vlak van privacy is er veel discussie

Social media

- Deel van web 2.0- Prosumers (gebruikers zowel producenten als consumenten)- Regulering moet constant worden aangepast op het vlak van sociale media

Human Rights

- Artikel 10 als grootste bescherming van vrijheid van meningsuiting- Onduidelijkheid over vrijheid van meningsuiting op het internet- Toch zit het gerecht internet als noodzakelijk voor publiek debat (in Turkije wordt dit

verboden –> tegen mensenrechten want je ontneemt hun recht op informatie)

Charter of Fundamental Rights of the European Union

- Bevat rechten in lijn met mensenrechten- Charter bevat een aantal rechten die niet in Convention of Human Rights staan

o Vb. een aantal economische rechten

Institutional Actors

Council of Europe

- Aandacht voor vrijheid van media en internet- Verdragen die organisaties creëerden:

o Convention of Cybercrimeo Legal Protection of Services

9

- Baseert zich op Convention of Human Rights (human rights in een online context)- Onderzoekt technologie die mensenrechten in gevaar brengt (zoals tracking en andere

surveillance technieken)- Net Neutrality: gebruikers moeten de beste toegang hebben tot content, applicaties en

servers ongeacht hun infrastructuur of netwerk die ze kiezen voor hun internetconnectie (onlangs in VS afgeschaft -> veel controverse)

o Blokkeren of vertragen van toegang is dus verboden volgens Net Neutrality

Commissioner for Human Rights

- Heeft ook een standpunt over internetvrijheid

European Ministrial Conferences (zie eerder)

European Union

- Een open internet behouden is een centraal doel van de EUo Onlangs afschaffing van roamingkosten als voorbeeldo Artikels zie pag 59 van literatuur

OSCE representative on freedom of the media

- Intergouvernementele organisatie van 57 lidstaten- Gaat verder dan EU (28) of Council of Europe (47 staten waaronder Turkije) - Sinds 2003 verklaringen inzake internetvrijheid

Freedom Online Coalition

- Global but European based- Free expression en privacy online

Internet Governance

- Regulering over infrastructuur was vroeger top-down. Internet echter bottum-up gecreëerd.- Toch een aantal organisaties:

o ICANN: Internet Corporation of Assigned Names and Numbers (verantwoordelijk voor o.a. domeinnamen)

10

De bottem-up natuur van internet heeft geleid tot een multi-stakeholder controle over internet

IGF (internet governance forum) = jaarlijkse multi-stakeholder meeting over privacy; veiligheid, toegankelijkheid en vrijheid van het internet

EuroDIG

- Open platform voor discussie over internet governance- Onder andere mogelijk gemaakt door Council of Europe, European Commission, Internet

Society (ISOC) en European Broadcasting Union (EBU)

Civil Society (burgermaatschappij)

- Open internet ook mogelijk door burgermaatschappij en non-gouvernementele organisaties- Vb. reporters without borders, Chaos Computer Club (CCC)

Internet Companies

- Internet is not run by governments, mostly by private companies- Hatespeech op websites doet vragen rijzen over de rol van internetbedrijven (bvb.

Hatespeech op Facebook)- ICT4Society initiatief van de EU om internet bedrijven te helpen in hun rol van Corporote

Social Responsability (CSR)o Principes zoals privacy, transparantie, multi-stakeholder samenwerking, etc.

Net Neutrality

- Snelheid van data wordt bepaald door de hoeveelheid data en de bandbreedte- Net Neutrality = open internet = afwezigheid van discriminatie op basis van content, zender

en ontvanger- Vb. het niet aftrekken van geld (zero rating) voor data van Facebook of Spotify

discriminatie ten opzichte van andere sociale media- Vb. 2 Sneller internet voorzien aan diegene die meer betalen is geen net neutrality- 2012 Nederland als eerste een net neutrality wet- 2015 ook EU komt met richtlijnen MAAR met vele achterpoortjes en tekortkomingen

Les 3 en 4: Technologische innovatie

Zvi Reich: The Impact of Technology on News ReportingDit artikel onderzoekt bestaande theorieën over de invloed van technologie op nieuwsmedia

Het bestuderen van de impact van technologie kan ons een beter idee geven van de werkomstandigheden en standaarden binnen nieuwsproductie.

Twee kampen in dit soort onderzoek:

- Transformatie perspectief: nieuwe technologie heeft impact op nieuwsproductie

11

- Adaptatie perspectief: ook al zijn journalisten fans van nieuwe technologie. Ze vervangen niet zomaar hun oude technologie voor nieuws reporting. Zo blijven face-to-face interviews, telefoongesprekken en search engines nog zeer populair

- Vraag van dit onderzoek: welke van de twee benaderingen klopt nu?

Keuze voor technologie in nieuwsreporting is opgedeeld in 5 factoren:

1. Centraliteit van nieuwsbronnen: als nieuws niet iets is wat gebeurd, maar wat iemand zegt dat zal gebeuren moet technologie de journalist in verbinding stellen met die iemand

2. Interactiviteit: communicatie sterk gebaseerd op interactiviteit3. Conservatisme: koppige journalisten veranderen amper hun technologiegebruik (vooral oudere

journalisten beweren dat dit meer voor de jonge journalisten is)4. Oranisationele prioriteiten: sommige organisaties promoten technologie5. Hiërarchie van communicatiekanalen: in deze volgorde verkiezen journalisten een medium

(hangt van factoren af)a. Non mediated channels: face to face, vooral ethisch wenselijk om er echt te zijn (zodat

ze je zien), echte reacties op de straat achterhalenb. Oral technology: plaatsen die moeilijk te bereiken (vb. ver) zijn of door tijdsgebrek

(telefoon)c. Textual technology: minst verkozen, wel handig als ze ready-made PR teksten nodig

hebben

Bevindingen van de studie zijn consistent met die van het adaptatie perspectief maar adaptatie is beperkt.

Daarbovenop hangt gebruik van een bepaalde technologie sterk af van in welke context een journalist zich bevindt. (fysieke aanwezigheid steeds minder betaalbaar)

Journalisten blijken vooral conservatief te zijn.

Thomas Hess & Christian Matt: The Online Value ChainWaardenketens zijn industriespecifiek.

Twee generaties van internet: Web 1.0 en Web 2.0

Web 1.0: weinig bandbreedte, consument passiefWeb 2.0: actieve consument, ontstaan van communities

Trend 1: bedrijven kunnen online steeds meer gebruik maken van consument om waarde te creëren.

Stap 1 Waardenketen: productie

User Generated Content (UGC) Terwijl oorspronkelijk content door professionals geproduceerd werd, wordt het

tegenwoordig in web 2.0 ook door gebruikers gedaan Van consumer naar prosumer Vb. YouTube

Stap 2 Waardenketen: Aggregatie

Web 2.0 probeert content te bundelen en aan te bieden die het meest relevant lijken voor iemand (zogenaamde personalisatie a.d.h.v. gebruikersgegevens)

12

Stap 3 Waardenketen: Distributie

Web 2.0 maakt peer2peer distributie mogelijk (gebruik van verschillende computers als distributienetwerk). Dit wordt vooral gebruikt bij piraterij van media (vb. Pirate Bay)

Trend 2: vier nieuwe gatekeepers op het internet

Bedrijven willen toegang tot consumenten en proberen dat bij andere bedrijven te blokkeren (gatekeepers)

1. Interface naar consumenten: bedrijven die consument toegang verlenen tot internet maken daarvan gebruik om een commissie van andere bedrijven te vragen (vb. Apple en hun digitale muziekwinkel iTunes. Vragen een commissie van artiesten omdat ze hun muziek als het ware etaleren aan publiek)

2. Transmissienetwerken: Internet Service Provider (maar bieden normaal gezien vrij verkeer op internet aan net neutraliteit). Onlangs toch geen net neutrality in VS meer. Discriminatie op basis van gebruiker en content als gevolg. Betere betalende klanten krijgen bv. Sneller internet

3. Industrieplatformen: brengt complementaire goederen samen (vb. product en publiek) verbindt producenten met consumenten (wederom Apple iTunes als voorbeeld in ruil voor commissie)

4. Navigation Hubs: bundelen informatie (vb. Google). Zeer belangrijke gatekeeper geworden (bezit mogelijkheid tot adverteren en persoonlijke informatie)

Trend 3: veranderende rol intermediairen

Consumenten verkiezen grote intermediairen om van te kopen ipv de producent op zich

Intermediairen zijn nodig als ze de exchange tussen producenten en consumenten goedkoper kunnen uitvoeren (vb. Spotify, Apple iTunes) iTunes biedt bvb. De mogelijkheid om slechts 1 nummer van een album te kopen. Wat niet mogelijk is bij de producent zelf

Ander vb. Netlfix oorspronkelijk enkel verdeler van series. Nu ook eigen series en films

Mark Leenders, Mark Farrell, Koos Zwaan & Tom ter Bogt: How are young music artists configuring their media and sales platforms in the digital age?

Nieuwe technologie zorgt ervoor dat we op een andere manier naar muziek luisteren en dat artiesten op een andere manier inkomsten genereren.

Illegale downloads zorgt voor een daling in verkoop en muziekwinkels Muzieklandschap is m.a.w. enorm veranderd Deze studie gaat in op de impact van nieuwe media bij jonge artiesten

Configuration Theory:

“A configuration denotes a multidimensional constellation of the strategic and organisational characteristics of a business”

- Deze theorie stelt dat organisaties een positie zoeken die bovengemiddeld is in de markt.

13

- Volgens deze theorie is er niet ‘één goede manier” om te organiseren- Deze theorie focust daarnaast op hoe organisaties hun marketingactiviteiten organiseren.

(hoe blijven artiesten bijvoorbeeld succesvol met dreigingen zoals illegale downloads?)- In recente jaren vermindert CD verkoop en verhoogt digitale verkoop en streams (vb. iTunes

en Spotify)- Nieuwe media biedt jonge artiesten kansen om henzelf te promoten

Focus: media en sales platforms die jonge muzikanten gebruiken

Propositie 1a: New and old media and sales platforms offer young music artists a range of options to successfully configure their market access resulting in different clusters of young artists that generate revenues in different ways. (tv, radio, CD, streams, live…)

Propositie 1b: Record labels will continue to play a role in the music industry, but different types of young music artist will benefit differently from a record label’s resources and capabilities making them less important for specific artist configurations.

Methode: survey bij beginnende, jonge artiesten in Nederland

Resultaten:

- verschillende groepen gebruiken inderdaad verschillende strategieën. - Er is geen één juiste manier om de verkoop van muziek in een veranderend medialandschap

te organiseren.- Record labels zullen niet verdwijnen maar een rol spelen in deze nieuwe mediawereld. Ze

gebruiken de nieuwe media zeer effectief.- Twee belangrijke groepen: emerging stars (ondersteunt door label) en independent artists

(niet ondersteunt). Beide maken gebruik van media:o Emerging stars maken gebruik van oude media (tv, radio) en nieuwe (Internet, MP3).

Succes, bekendheid en marketing ondersteuning is nodig vooraleer media een kans geven aan emerging stars

o Sociale media zoals Twitter en Facebook zijn echter zeer belangrijk voor zogenaamde independent artists die proberen succesvol te zijn zonder label. Zei focussen daarnaast op live optredens en de verkoop van CD’s.

o Een derde groep maakt geen gebruik van media: hobbyisten

Opmerking: dit onderzoek focust vooral op de latere delen van de muziek waardenketen en niet op de productie van muziek.

Les 5: Public Service Media

Hilde Van Den Bulck, Leen d’Haenens, Tim Raats: PUBLIC SERVICE MEDIA IN WESTERN EUROPE TODAY: A TEN-COUNTRY COMPARISONPublic Serice Media = publieke omroepen

Dit artikel behandelt de huidige debatten over wat een publieke omroep is of wat die zou moeten zijn. Bovendien worden de publieke media van een aantal West-Europese landen vergeleken:

14

Vlaanderen, Wallonië, Oostenrijk, Ierland, Denemarken, Nederland, Noorwegen, Zweden, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk)

Uitdagingen voor PSM vandaag:

- BBC als moeder van publieke omroepen in Europa- Evolutie van monopolie tot competitie met commerciële media (door liberalisering en

privatisering)

Drie posities in debat

1. Neo-liberaal: keuren elke vorm van staatsinterventie (en dus ook PSM) af2. Marktfalen model: PSM moeten de gaten opvullen die de markt niet opvult. I.e. programma’s

en publiek die niet commercieel interessant zijn. (gericht op een minderheid)3. Sterke en brede PSM: moeten in staat zijn te concurreren met commerciële media.

Digitalisering zorgt voor nieuwe discussies: moeten publieke media meegaan met nieuwe media en diensten of moeten ze het aan de commerciële media overlaten en zelf bij radio en tv blijven?

Andere vragen: Publieke omroep centraal? Welke relatie met stakeholders? Remedie voor marktfalen?

Discussie over PSM zijn verder vaak gelinkt met discussie over financiering van deze media

- Oorspronkelijk geheel door staat gefinancierd om onafhankelijk te blijven- Tegenwoordig steeds meer een gecombineerd model van staats en private financiering

Verantwoordelijkheden PSM (Reithian Principles):

- Informatie- Culturele educatie en vorming- Entertainment

Er is onlangs discussie over het feit dat publieke omroepen deze verantwoordelijkheden uit het oog zijn verloren.

PSM en entertainment: concurreren met commerciële media of uitblinken in innovatie?

VERGELIJKING

1. Publieke taak en organisatiea. Meeste PSM’s gecentraliseerd rond één organisatie (VRT, BBC). Hoewel ook

gedecentraliseerde modellen (Frankrijk) alsook commerciële media met een publieke taak (vb. Denemarken en VK)

b. De meerderheid van PSM hebben een overeenkomst met de overheid (tussen de 3 en 6 jaar) + jaarlijks rapport verplichting

2. Financieringa. De meeste PSM hebben een gemixt model (publieke als private inkomsten).

Overheidssteun en adverteerdersb. Zwitsers betalen relatief veel voor hun publieke omroep (komt omdat ze voor vier

verschillende talen moeten produceren)c. Nederlanders betalen het minstd. Zweden laat advertenties op publieke omroep niet toe. Generen inkomsten door de

verkoop van rechten

15

3. Zenders en programmeringa. BBC heeft de meest tv-kanalen (128)b. Kleine markten leidt tot minder kanalen (VRT/RTBF)

4. Cross-media en digitale dienstverleninga. Vaak hebben openbare omroepen een website met pagina’s van diverse kanalen

(gemiddeld aantal platformen = 17)b. Cross-media om publiek te bereiken: kinderen, nieuws, cultuur,…c. Alle PSM hebben op zijn minst 1 herbekijk functie. Zij het via digitale tv (niet gemist) of

via internet (VRTNU)5. Content

a. Grotendeels nieuws, actualiteit en fictie op openbare omroep (BBC scoort hoog voor nieuws en laag voor fictie)

b. Vele PSM’s volgens een sterk en brede logica (concurrentie voor commerciële zenders)Entertainment gecombineerd met nieuws en actualiteit

c. 3-stap strategie voor cultuur:i. Culturele participatie stimuleren

ii. Mensen uitnodigen om cultuur te ervareniii. Een partner zijn voor de culturele sector

6. Bereik en marktaandeela. Veel kritiek van commerciële media dat PSM over dominant zijnb. Groot gemiddeld bereik in Europa tussen 70 en 80% voor TVc. Radiobereik over het algemeen lager, maar Zweden en Oostenrijk scoren nog steeds

hoog met 80%

Conclusies:

1. Publieke omroepen in Europa hebben een zeer verschillend organisatiemodel2. Publieke omroepen nog steeds ingebed in medialandschap3. Grotendeels gemixte financiering (overheid en adverteerders)4. Content vooral fictie, sport, nieuws en actualiteit5. Publieke omroepen hebben online en nieuwe media volledig als nieuw platform ontwikkeld6. Publieke omroepen hebben een groot tv en radio aandeel

Barbara Thomass, Hallvard Moe & Leen d’Haenens: Renewing the Public Service Media RemitOpmerking: Public Service Broadcasters (PSB) zenden oorspronkelijk enkel via tv en radio uit. Nieuwe media heeft er echter toe geleid dat zij op meerdere media platformen aanwezig moeten zijn. Daarom veranderen zij in Public Service Media (PSM)

Dit artikel behandelt integratie van werknemers met een migratie achtergrond, de strategiën van PSM in tijden van digitalisering en de bronnen van inkomen voor publieke omroepen.

Mobiliteit, timeshifting, on demand personalization en social sharing zijn maar enkele evoluties die momenteel plaatsvinden en waar PMS moet op inspelen. PSM moet met andere woorden inspelen op de burgermaatschappij. Dat gaat niet wanneer publieke omroepen nog volledig gecontroleerd worden door politici.

- Het aandeel van subsidies bij publieke omroepen verschilt sterk van land tot land

16

- Frankrijk, Zweden en Duitsland rekenen voor 90% op subsidies- België rekent voor 2/3 op subsidies- Commerciële zenders zenden meer non-Europese fictie uit dan publieke omroepen (publieke

omroepen proberen deze rol nog te vervullen)

PSB kampt tegenwoordig ook met probleem dat ze bepaalde bevolkingsgroepen niet kunnen bereiken (met name jongeren en mensen met een migratie achtergrond). Wel nog steeds groot marktaandeel in de meeste landen (behalve Baltische staten)

Impact van economische crisis op PSB

Verschil tussen landen met veel interventie en subsidies en diegene met weinig (vb. Zuid-Europese landen) economische crisis meer impact op laatste groep

PSM en diverse samenlevingen

- Audiovisuele media focussen vooral op gewelddadige feiten en stereotyperen als het om migranten gaat

- Media kunnen echter ook een educatieve rol vervullen om vooroordelen en racisme te verminderen. Dit is enkel mogelijk wanneer PSM diverse onderwerpen aanhaalt en zowel content creëert voor de meerderheid alsook de minderheid

- D’Haenens en Mattelart vragen naar meer interculturele content in mainstream mediao Mogelijk door interculturele kanalen zoals in Australië (SBS = special broadcasting

channels)

PSM en de Europeaanse publieke sferen

- PSM moet rekening houden met cross-border influences binnen Europa- Europa heeft nood aan geïntegreerde communicatieve sferen waar er gepraat kan worden

over Europeaanse issues over grenzen heen (om wij versus zij te vermijden)- Het delen van formats kan Europeaanse perspectieven verhogen

Online aanwezigheid: deel van het takenpakket of niet?

- PSB’s gebruiken online media om traditionele media (zoals tv en radio) te verbeteren- Nieuws, catch-up tv, live streaming- Ook aanwezig met behulp van applicaties- Wetten leggen echter beperking op online aanwezigheid (zie discussie over VRT NWS en

aantal woorden in hun online artikels zou marktverstorend werken voor de kranten)

Conclusie

PSM onder druk voor twee redenen:

1. Mediaconvergenties en digitalisering hebben de competitieve omgeving zo verandert dat hun diensten in vraag gesteld worden (kans om legitimiteit en subsidies te verliezen)

2. PSM moeten voldoen aan veranderingen zoals Europeanisering en migratie

Les 6: mediaproductie- en distributie in Europa

17

Tim Raats, Jeanette Steemers & Karen Donders: Is content still king?Behandelt recente ontwikkelingen in Europees tv-landschap en de beleidsveranderingen die daarbij komen kijken. (vb. verdwijnen van lineaire programma’s on demand). 3 delen:

1. Geschiedenis van tv in Europa (van staatsmonopolie naar competitie2. Gevolgen en uitdagingen van recente ontwikkelingen3. Hoe hebben beleidmakers gereageerd op uitdagingen?

Geschiedenis

- Tot jaren 80 vooral staats geproduceerde content en publieke omroepen- tv zou mensen te fel beïnvloeden om het zomaar aan de markt over te laten- Gericht op een nationaal doelpubliek- In communistische landen werd de ideologie door de omroep meegegeven

Privatisering, commercialisering en globalisering leidt er uiteindelijk toe dat het staatsmonopolie plaats moet maken voor commerciële zenders

- PSB verloren hun dominantie- Digitalisering en meer kanalen vormen uitdagingen voor PSB- Steeds meer quota die gericht zijn op content van onafhankelijke producenten (vb. bij BBC

moet 10% van hun content van zogenaamde independent producers komen

Productielandschap is meest kwetsbaar in landen waar weinig in PSB is geïnvesteerd (vb. Spanje, Griekenland, Oost-Europa)

- Opkomst van transnationale bedrijven zoals EndemolShine (die veel rechten bezitten) zorgen voor een verplaatsing in productiemacht

o Minder macht bij nationale publieke omroepo Meer transnationale programma’s i.p.v. nationale

Huidige uitdagingen

Financiering en inkomsten:

- Tv gekenmerkt door hoge productiekosten en lage distributiekost daarom is zelf produceren veel riskanter dan ingeblikte programma’s kopen van een rechtenhouder

- Daarom investeert men in: programma’s die hun succes al getoond hebben in het buitenland, formats die hun succes getoond hebben in buitenland, binnenlandse producties die kunnen doorverkocht worden aan buitenland

- Fenomeen van pre-sales: programma al verkopen voor het klaar is (helpt mee investeren)

Televisieproductie in veranderen: van waardenketen naar waardennetwerk

- Oorspronkelijk werden programma’s in huis gemaakt door publieke omroepen. Zij bezaten de primaire en secundaire rechten

- Nu steeds meer producties buitenshuis. Publieke omroepen bezitten secundaire rechten- Impact Netflix op Europese markt impact op inkomsten

Grotere producties, nieuwe inkomsten

- Online video on demand zorgt voor extra productiekosten en extra inkomsten

18

- Co-producties met online spelers (vb. DeMensen met Netflix en één voor undercover)

MAAR investeringen in tv dalen (HOEWEL tv kijken nog nooit zo populair was paradoxaal)

Beleidsmaatregelen om productie in tv te promoten

Nood aan maatregelen om productie in Europese media terug interessant te maken

- MEDIA: Europees programma gericht op productie, distributie en promotie van tv-programma’s

- Quotas (vb. out of England quota van BBC)- Belastingvoordelen (vb. tax shelter wanneer bedrijf investeert in productie krijgt die een

percentage aan belastingvoordelen), - Fondsen (VAF: Vlaams Audiovisueel Fonds)

Josef Trappel: Subsidies – fuel for the mediaFinanciële steun van de overheid in de vorm van subsidies

Probleem: subsidies kunnen competitie met commerciële zenders verstoren

What are media subsidies?

- Kan zowel financieel als niet-financieel, staat en privaat

- Door het geven van info worden bvb. Kosten van nieuwsgaring vermindert- Opmerking: advertising niet bij alle mediabedrijven toegestaan- Overheidssubsidies moeten transparant zijn, verantwoordbaar zijn en mogen de markt niet

verstoren- Amsterdam Protocol (1997) voor het financieren van PSM (publieke omroepen)

o OPMERKING: het financieren van publieke omroepen wordt betaald met belastinggeld (publiek geld). Zij hebben daarvoor een publieke taak te vervullen (net zoals brandweer en politie). Strikt genomen kunnen we dus niet praten over subsidies. Ze zijn publiek gefinancierd, niet gesubsidieerd.

Waarom media subsidies?

Economie gerelateerd:

1. Jobs: media creëert jobs en subsidies kunnen daarbij helpen2. Overkomen van crisis: subsidies om de economisch zwakke mediabedrijven te ondersteunen3. Als compensatie voor groeiende belastingen en transportatiekosten (lagere belasting op

kranten en helpen de verdeling van kranten financieren zodat deze goedkoop blijven)4. Om in te grijpen in marktfalen (wanneer er slechts 1 grote speler is) MAAR dat is moeilijk te

bewijzen

19

5. Innovatie aanmoedigen6. Boosting demand: media die kinderen motiveren om kranten te lezen en de ouderen

motiveren om internet te gebruiken7. Vermijden van advertentiekosten: door ready-made PR boodschappen worden

nieuwsbedrijven indirect gesubsidieerd (want minder kosten naar het opmaken van een nieuwsbericht)

Waarde gerelateerd:

1. Behoud van diversiteit en kwaliteit in media-aanbod2. Media als waakhond van machtshebbers3. Opleiding van journalisten (subsidiëren van journalisten scholen)4. Aan bod laten komen van alternatieve stemmen

Soorten Subsidies

Direct: geld geven en indirect: verminderen van kosten

- Boeken: boekprojecten en vertalingen- Film: schrijven van scenario, productie en distributie- Pers en Online Media: Projecten rond innovatie en voor kranten publiceren in taal van

minderheidsgroep- Tv en radio: vernieuwing, kwaliteit, ondertiteling- Subsidies door reclame vanwege de overheid

Direct generiek mediasubsidies

Opleiding journalisten Kranten in de klas als initiatief

Gevolgen en implicaties

Media dus enorm veel gesubsidieerd door overheid en private bedrijven

Wat met persvrijheid als ze gesubsidieerd worden door overheid?o In realiteit komt dat niet vaak in gevaar (regel van transparantie)o Hoewel in landen zoals Hongarije overheidsadvertenties misbruikt worden als vorm

van soft-censorship (anders geen inkomsten meer)

20

Subsidies helpen enorm maar kunnen helaas niet helpen bij alle ups en downs in economie

Conclusie:

Subsidies helpen zeker en vast MAAR mogen niet gezien worden als principale inkomsten en het is bovendien belangrijk dat de subsidies democratische regels en procedures respecteren (hier moet mediabeleid iets aan doen)

Les 7: De convergente media-organisatie: impact op de werkvloer

José García-Avilés, Andy Kaltenbrunner &Klaus Meier: MEDIA CONVERGENCE REVISITED: Lessons learned on newsroom integration in Austria, Germany and SpainDit artikel behandelt de veranderingen op nieuwsredacties door convergentie (= samensmelten van o.a. redacties)

Introductie

Convergentie is van technologische, professionele, structurele en operationele aard

- Mediahuizen gebruiken een multi-platform benadering (niet meer zuiver kranten)- Redacties worden samengevoegd- Cross-border samenwerking tussen nieuwsredacties- Convergentie is kostenbesparend, zorgt voor groei en kwaliteit- Journalisten doen aan multiskilling

Methode

- Focussen op professionele activiteiten in drie newsrooms die aan convergentie doen- El mundo (spanje), De Welt (Duitsland), Der Standard (Oostenrijk)

Vragen:

1. Hoe is convergentie geëvolueerd de afgelopen 5 jaar2. Hoe passen journalisten zich daaraan aan?3. Wat zijn nieuwe problemen die komen uit multiplatform nieuws4. Welke essentiële delen moeten geanalyseerd worden als het gaat om convergentie?

El Mundo

- Online en papier redacties werden samengevoegd- Nood aan multi-skilled journalisten- Ook contracten van online en papier redacties zijn nu hetzelfde- Niet alleen jonge werknemers zijn enthousiast over de convergentie

Die Welt

- Online first principe: zodra artikel af is, wordt deze online gepost- Recent digital tot paper principe: artikels bedoeld voor online, worden in kranten geplaatst

21

- Hoofdredacteur vindt sociale media overschat (slechts 5% van bezoekers komt van sociale media)

Der Standard

- Oorspronkelijk aparte redacties voor online en papieren krant- Convergentie om samenwerking te promoten

Vijf factoren die convergentie beïnvloeden

1. Marktsituatie2. Organisatie van het bedrijf3. Workflow en inhoud4. Change management, skills en opleiding5. Publieksparticipatie

22

23

24

Klaske Tameling & Marcel Broersma: De-converging the newsroom: Strategies for newsroom change and their influence on journalism practiceRecente ontwikkelingen op de redactie van de Nederlandse krant De VolkskrantDeze krant besloot om hun online en print redacties strikt gescheiden te houden (zogenaamd deconvergentie)

Intro

- Kranten hebben moeilijkheden in de onlinestrategie- In de cross-media redactie van de toekomst zouden verschillende redacties sterk moeten

samenwerken (convergent)- Convergentie kan ook gezien worden als kostenbesparend, maar bedreigd tegelijk

kwaliteitsvolle journalistiek- Volkskrant was oorspronkelijk trendsetter in convergentie- In 2011 veranderde de Volkskrant echter van strategie en besloot de redacties wederom

strikt te scheiden (de-convergence)- Verticale convergentie: Krant zowel online, op tv, op radio en in papier

25

- Horizontale convergentie: krant houdt zich enkel bezig met 1 medium (vb. papier), maar doet dat voor meerdere titels.

Convergence and cross-media journalism

- Volgens academici is convergentie nodig in de toekomst (samengaan van print en online)- 3 fases

o Coördinatie van geïsoleerde platformso Cross-mediao Volledige integratie

- Auteurs van dit artikel beweren echter dat convergentie niet zo lineair mag bekeken worden in fases, maar eerder een zoektocht is naar wat de beste manier is om online aan te pakken

- Positief gevolg van convergentie: multi-skilling maakt journalisten interessanter om aan te werven

- Negatief: Meer druk op journalisten, bedreiging voor journalistieke kwaliteit- Opmerkelijk dat ondanks wat academici beweren (convergentie = toekomst), dat Volkskrant

toch beslist voor deconvergentie

Deconvergence as a strategy

- Online redactie fysiek verplaatst naar een andere stad (Rotterdam)- Print: focus op kwaliteit- Online: focus op zoveel mogelijk artikels publiceren (200 op een weekdag en 100 op een

zaterdag/zondag). Slechts enkele woorden herschrijven en foto toevoegen, weinig factchecks

Cultural resistance

- cross-media kende wat oppositie in de beginjaren bij Volkskrant (veel journalisten wouden geen multimedia mindset opbouwen)

- Print journalisten zette zich af van online artikels (distancing)- Om die reden terug deconvergentie- Print journalisten blij dat ze kunnen focussen op kwaliteit en online journalisten blij dat ze

kunnen focussen op de website- Negatief gevolg van de-convergentie: de twee redacties voelen zich niet meer één (vb.

hoofdredacteur print was op De Wereld Draait Door en had daar geen woord gerept over het werk van zijn online collega’s (n.a.v. dood Osama Bin Laden online constante updates terwijl print lang op zich liet wachten)

Implicaties van de-convergentie

- Online heeft eigen hoofdredacteur- Weinig samenwerking en communicatie tussen de twee redacties- Splitsing van kennis: printjournalisten zijn vooral specialisten- Tegengestelde visies: snel artikels plaatsen zonder feiten na te gaan versus kwaliteitsvol

rapporteren- Door horizontale convergentie (zie eerder) verdwijnen van diversiteit. Zo deelt de Volkskrant

artikels met De Morgen (leidt tot meer homogeniteit en minder verschillende artikels en invalshoeken)

26

Rozane De Cock & Hedwig de Smaele: Freelancing in Flemish News Media and Entrepreneurial Skills as Pivotal Elements in Job Satisfaction1 op 5 journalisten in België is een freelancer

Onderzoeksvragen:

1. Wat zijn de voorwaarden om freelancejournalistiek in Vlaanderen een succes te maken?2. Wat zijn de voor- en nadelen als freelancers3. Hoe tevreden zijn ze en wat zijn de redenen?

Intro:

- Journalistiek steeds onzekerder en intens- Onderscheid tussen self-employment (wanneer freelancer onzeker is) en ondernemend

(wanneer freelancer zich onafhankelijk voelt)- Titel van ‘Professionele journalist’ in België sinds 1963: geeft pers kaart die recht geeft op het

bijwonen van persconferenties en gratis transport- Meeste freelancers werken voor meerdere werkgevers- Vooral journalisten met weinig ervaring doen ervaring op door freelance werk- Freelancers hebben meer last van burn-outs maar verdienen minder dan vast aangenomen

journalisten (worden betaald per verhaal of per woord)- Qua tevredenheid is er een verschil in intrinsieke (vrijheid, creativiteit, variërende

werkdagen) en extrinsieke factoren (werkuren/werkzekerheid) meer tevreden over intrinsiek en minder tevreden over extrinsieke factoren

Methode

- Diepte-interviews

Resultaten

Voorwaarden om freelancer te worden:

- Professionele inhoud en context: o Flexibliteito Goede netwerker zijn is cruciaal om aan jobs te geraken

- Organisationele context (vb. werkrooster)o Voorbereiden op avond en weekendwerko Aankunnen van het zware werkroostero Tijdens crisis meer gebruik van vaste werknemers, anderzijds soms meer beroep

doen op freelancers (zoals VRT momenteel doet)- Socio-demografische context

o Beter om al een spaarpot te hebben als je zelfstandige wil wordeno Werken voor meerdere werkgevers voor extra inkomsten

Voor- en nadelen:

27

- Er bestaat niet iets als één vaste lijst met voor- en nadelen- Verschil tussen gedwongen freelancers (forced) en vrijwillige freelancers (die laatste zouden

meer tevreden zijn) (ook wel ondernemend freelancers genoemd ipv self-employment)- Zo worden onregelmatige uren en thuiswerken gezien als een voordeel door vrijwillige

freelancers en een nadeel door gedwongen freelancers

Tevredenheid:

- 7.6 op 10 gemiddelde tevredenheid- Er is volgens de respondenten een verschil tussen job satisfaction en financial satisfaction

(waarbij het financiële iets minder is)

Conclusie:

- Freelancers verkiezen een partner met vast werk en krijgen financiële begeleiding (vb. accounting)

- Moeilijker voor freelancers om aan perskaart te geraken- Weinig feedback en appreciatie- Tevreden over intellectuele vrijheid (intrinsiek), maar minder tevreden over inkomen…

(extrinsiek)

Les 8: Alternatieve media-organisaties

Christian Fuchs: Alternative Media as Critical MediaDit artikel ontwikkelt een theorie over alternatieve media en probeert hierin dimensies te onderscheiden (te weinig onderzocht topic)

Intro

- Volgens auteur belangrijk dat alternatieve media niet alleen bekeken worden als louter dat, maar ook als kritische media

- Mensen interpreteren media-inhoud naar gelang hun ervaringen en sociale context (decoding)- Volgens Habermas zijn kritische publicaties kenmerkend voor een echte publieke sfeer

Theorie over alternatieve media

- Verschillende benaderingen:o Alternatieve media is media waar leden van een community aan meewerkeno Alternatieve media heeft andere content dan mainstream mediao Sommigen zien het als een derde soort medium tussen staats en commerciële mediao Media die verschillende protestgroepen linkt

28

Alternatieve media als kritische media

Alternatieve media zijn media die de moderne kapitalistische vorm van media-productie, inhoud, organisatie,… uitdaagt.

- Traditionele media creëert vooral inhoud die verkoopbaar en populair is (vaak ook ideologisch)

- Alternatieve media creëren daarentegen kritische inhoud (t.o.v. racisme, patriarchie, seksisme,…)

- In Alternatieve media is er geen hiërarchie: collectiveo ownership and consensus decision-making by those who work in the organizationo not financed by advertisements or commodity sale, but by donations, public funding,

private resources, or no cost-strategies.

Kritische media zijn kritisch op basis van vijf kwaliteiten:

1. Ontkenning van ontkenning op inhoudsniveau (geïnteresseerd in wat zou kunnen, niet in de bestaande maatschappij)

2. Ontkenning van ontkenning op het niveau van vorm (daagt menselijk bewustzijn uit)3. Dialectaal realisme op inhousniveau (Beseffen dat er een realiteit bestaat die wij niet kunnen

zien)4. Dialectaal realisme op niveau van vorm 5. Materialistische uitdrukking van de interesses van de gedomineerde op inhoudsniveau

(standpoint of the oppressed)

Opmerking: alternatieve media moet niet noodzakelijk tegen de logica van commerciële media zijn (met name marketingtechnieken). Ze kunnen dat ook in hun voordeel gebruiken

Critical Media and the Counter Public Sphere

Alternatieve media kunnen het publiek debat starten

- Zowel extreem links als rechtse media kan als alternatief beschouwd worden- Kritische media worden vaak gelinkt aan protestgroepen, maar dat is niet noodzakelijk een

combinatie die altijd voorkomt. Er kunnen alternatieve media zijn zonder veel aanhang

29

Types alternatieve media

Marisol Sandoval & Christian Fuchs: Towards a critical theory of alternative mediaIntro

- Theorie over alternatieve media is nodig.- Indymedia als goed voorbeeld:

o Onlineo ‘‘democratic open-publishing system”o ‘‘collectively run”o ‘‘a decentralized and autonomous network”

- Ook conservatieven maken gebruik van bottum-up online media:o Townhall.como “to activate conservative political participation”

Alternative media as participatory media

Community media are understood as media that serve a specific geographic community or a community of interest, and allow non-professional to actively engage in media production, organization and management

Alternatieve media als kritische media

30

Alternatieve media versus mainstream media:

- Kritische content (vereiste om over alternatieve media te spreken) ipv mainsteam ideologische content

- Non-commerciële mediaproducten ipv comodities- Consumenten van alternatieve media kunnen ook actief deelnemen bij het productieproces

- Ook commerciël media kunnen als alternatief beschouwd worden als ze kritische inhoud produceren (zie fig. 2)

Samengevat: alternative media can be understood as media that try to contribute to emancipatory societal transformation by providing critical media content, content that questions dominative social relations.

Succes van alternatieve media hangt af van publieke zichtbaarheid van hun kritische content

Conclusie

Alternatieve media enkel definiëren als participatory media is niet voldoende. Vooral het kritische aspect van alternatieve media is belangrijk.

31

Maaika Santana & Nico Carpentier: Mapping the rhizome. Organizational and informational networks of two Brussels alternative radio stationsDit artikel: Alternatieve media als cross-roads van burgermaatschappij, hun ongrijpbaarheid en zij als verbinding tussen staat en en markt (op het vlak van media)

In dit artikel toegepast op twee Brusselse alternatieve media (dat toont hoe zij burgermaatschappij, andere organisaties en staat en markt met elkaar verbinden)

Intro en definiëring gelijkaardig aan twee vorige artikels

Rhizomatic networks of alternative radio stations

the rhizome connects any point to any other point

- Elk punt in een netwerk kan verbonden worden met een ander punt (ondanks verschillende karakteristieken)

- Past in hun rol als cross-roads waar mensen van verschillende bewegingen en problemen elkaar ontmoeten

Casestudies

Toegepast op twee Brusselse radiostations

- Radio Panik & Radio Air Libre (beide alternatief)o organized in a non-commercial way and oriented towards specific societal groups

(such as (sub-)cultural communities, political-activist organizations and movements, and excluded societal groups), and focus on the creation of ‘different’ media content

- Bedoeling van artikel is om te laten zien dat de twee radiozenders inderdaad als een soort cross-road (overweg) in de burgermaatschappij dient

- Alternatieve onderwerpen zoals anarchisme, gay-rights, atheïsme,…- Alternatieve muziekgenres zoals wereldmuziek- Nieuwsuitzendingen geven een stem aan minderheden zoals Grieken, Congolezen,…- Vb radioprogramma “Sans Papiers” focust op mensen die in België verblijven zonder geldige

verblijfsvergunningo Dit programma nodigt ook gasten uit (vb. overheidsinstantie die sans papiers

behandelen) –> vorm van netwerkconnectie met de staat- Ander vb: Passe Muraille

o Geeft een stem aan gevangen door hun brieven voor te lezen of door hen te belleno Nodigen ook NGO leden uit (wederom cross-roads in netwerken)

- Beide radiozenders organiseren thema-avonden en feestjes om de zender te financieren (verbinding met markt)

- Beide radiozenders gebruiken het staatsfonds Fund of Aid to Radiophonic Creation om hun zenders te financieren (verbinding met staat)

Conslusie

32

- Radiostations gebruiken veel alternatieve discourses zoals: anarchisme, pacifistisch, gay-rights, atheïstisch, anti-militaristisch,…

- Ook veel alternatieve muziekgenres van veel verschillende subculturen gespeeld - De rhizomatic approach heeft vermeden dat er te veel gefocust werd op de media

organisatie zelf - Alternatieve media komen soms in aanraking met staat of markt (nodig om te blijven

bestaan). Echter ook positief om hen eraan te helpen herinneren dat deze alternatieve media wel degelijk bestaan

- De alternatieve media helpen ons eraan herinneren dat de derde optie (tussen staat en markt) nog wel degelijk een optie is.

33