78
Universiteit van Amsterdam Ervaringen van bewust alleenstaande moeders Masterscriptie Algemene Sociologie over de ervaringen van bewust alleenstaande moeders over ouderschap in relatie tot de normatieve visie op het gezinsleven die in de samenleving heerst Karuna Blauw 10674519 Begeleiders dhr. drs. R.J.A.M. Hulst en mw. dr. M. van Heesch

Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Universiteit van Amsterdam

Ervaringen van

bewust

alleenstaande

moeders

Masterscriptie Algemene Sociologie over de ervaringen van bewust

alleenstaande moeders over ouderschap in relatie tot de normatieve visie op

het gezinsleven die in de samenleving heerst

Karuna Blauw 10674519

Begeleiders dhr. drs. R.J.A.M. Hulst en mw. dr. M. van Heesch

Page 2: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 2

Universiteit van Amsterdam

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Oktober 2016

Page 3: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 3

Voorwoord

Voor u ligt het afstudeeronderzoek voor de master Algemene Sociologie aan de Universiteit van

Amsterdam over het bewust alleenstaand moederschap. Omdat ik tot voor kort geen vrouwen in

mijn nabije omgeving kende die voor deze ouderschapsvorm hebben gekozen en de beschikbare

informatie meer vragen als antwoorden opleverde, ontstond het idee om mijn masterscriptie

hierover te schrijven. De voornaamste drijfveer voor dit onderzoek is dat ik zelf invulling wil

geven aan deze vorm van ouderschap. De ontmoetingen met de moeders hebben voor meer

verdieping in mijn eigen oriëntatieproces op het bewust alleenstaand moederschap gezorgd,

omdat persoonlijke vraagstukken aan bod kwamen. Ik voelde mij om die reden zeer betrokken

bij het onderzoek.

Ik wil graag een aantal personen bedanken die van belang zijn geweest voor het schrijven

van deze masterscriptie. Ten eerste wil ik mijn begeleiders drs. dr. R.J.A.M. Hulst en mw. dr. M.

van Heesch bedanken voor hun bovenmatige inzet, kennis en enthousiasme. Ik voelde mij door

hen ontzettend aangemoedigd. Ten tweede wil ik mijn respondenten bedanken voor hun

bijzonder mooie en openhartige verhalen.

Karuna Blauw

31 oktober 2016, Amsterdam

Page 4: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 4

Samenvatting

Uit de literatuur komt naar voren dat ideeën over het gezinsleven liggen ingebed in een normatief

heteroseksueel kader met de man aan het hoofd van het gezin. De keuze voor het bewust

alleenstaand moederschap wordt gezien als dat er wordt afgeweken van de beschikbare middelen

om aan het ideaal van traditioneel ouderschap te voldoen. Voor de meeste moeders in dit

onderzoek geldt dat zij dit ideaalbeeld onderschrijven en betrekking heeft op de behoefte aan een

gezin en het belang van een vaderfiguur. Hun keuze voor het bewust alleenstaand moederschap

hebben zij daarom uitgesteld om hun wens in vervulling te laten gaan met een partner. Naarmate

hun leeftijd toenam en daarbij de kans op onvruchtbaarheid, hebben zij hun ideaalbeeld van een

traditioneel gezin losgelaten om hun diepste wens in vervulling te laten gaan. In Nederland

kiezen steeds meer alleenstaande vrouwen met een kinderwens voor het bewust alleenstaand

moederschap. Het gaat om vrouwen die niet op tijd de juiste partner hebben gevonden om

kinderen mee te krijgen. Onder een traditioneel gezin wordt verstaan, een gezin dat specifiek

bestaat uit een man, vrouw en twee kinderen (Algemeen Nederlands Woordenboek, 2016). Om

de heersende visie op ouderschap in perspectief te plaatsen zijn verschillende sociologische

standpunten gebruikt om het ideaal op ouderschap, op zowel micro- als macroniveau te kunnen

verklaren: zo biedt de theorie zicht op hoe idealen op macroniveau tot stand kunnen komen en

hun betekenissen kunnen krijgen op interactioneel niveau, maar ook hoe alleenstaande vrouwen

met een kinderwens met deze idealen op ouderschap omgaan. Het doel van dit onderzoek is om

zicht te krijgen op hoe bewust alleenstaande moeders zich conformeren en/of verzetten tegen de

norm op het gezinsleven. Naar voren is gekomen dat individualisering – een term uit de jaren

van de wederopbouw in Nederland - haar grenzen kent. Vrouwen die kiezen voor het

alleenstaand ouderschap, voldoen aan het mandaat van moederschap, maar zouden volgens de

literatuur vanwege deze onafhankelijk keuze, sociale afkeuring kennen. Zij hebben namelijk

gekozen voor alternatieve middelen om aan dit mandaat te voldoen, waardoor zij ten onrechte de

status van moederschap zouden hebben gekregen. Vraagtekens kunnen worden gezet in

hoeverre er ruimte is voor individuele ontplooiing en diversiteit. De bewust alleenstaande

moeders in dit onderzoek hebben laten zien dat zij deze veronderstelde gestigmatiseerde

identiteit niet in die mate kennen en vooral een reflectieve kracht kennen. Wel hebben zij te

maken gehad met negatieve reacties die op traditionele waarden stuitten, maar worden zij

Page 5: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 5

voornamelijk positief bejegend door hun omgeving vanwege hun moed om te kiezen voor

andere culturele waarden. Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag zijn diepte-

interviews afgenomen met 18 bewust alleenstaande moeders in Nederland over hun ervaringen

in relatie tot de omgang met de normatieve visie op het gezinsleven die in de samenleving heerst.

Page 6: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 6

Inhoudsopgave

1. Inleiding .................................................................................................................................................. 8

1.1 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie ............................................................11

1.2 Opbouw scriptie .......................................................................................................................... 12

2. Theoretische oriëntatie .....................................................................................................................13

2.1 Individuele keuzevrijheid .....................................................................................................13

2.2 Idealen over het gezinsleven die heersen in de samenleving ...........................................17

2.3 Ideaal ouderschap: een opgelegde identiteit .....................................................................20

2.4 Omgang van bewust alleenstaande moeders met de idealen over het gezinsleven ......24

3. Methodologie .......................................................................................................................................33

Tabel ............................................................................................................................................................35

4. Resultaten .............................................................................................................................................40

4.1 Sociale en persoonlijke identiteit van bewust alleenstaande moeders ............................40

Voorbereiding .................................................................................................................41

Identiteitsontwikkeling in relatie tot andere ouderschapsvormen ...........................41

Het ervaren van eigen ouderschapsvorm ....................................................................42

4.2 Het beeld van het gezinsleven van bewust alleenstaande moeders ................................45

Relationele ervaringen ...................................................................................................45

Loslaten ............................................................................................................................45

Alleenstaande met kinderwens .....................................................................................46

‘Bewust alleenstaande moeder' als label ......................................................................47

4.3 De kinderwens van bewust alleenstaande moeders ..........................................................48

Gevoelens kinderwens ........................................................................................................ 48

Zaaddonor en co-ouder ..................................................................................................... 50

Page 7: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 7

4.4 De afwezigheid van een vaderfiguur ...................................................................................51

Vaderfiguur ........................................................................................................................... 52

Jongensachtig ........................................................................................................................ 52

4.5 Hoe bewust alleenstaande moeders omgaan met hun omgeving ..................................53

Acceptatie omgeving ......................................................................................................54

Reactie omgeving ............................................................................................................56

Steun en hulpvraag .........................................................................................................59

5. Conclusie ...............................................................................................................................................61

5.1 Discussie ..................................................................................................................................65

5.2 Reflectie ...................................................................................................................................66

Bronvermelding .......................................................................................................................................67

Bijlage .........................................................................................................................................................70

Vragenlijst interview

Page 8: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 8

Inleiding

Hoofdstuk 1

In de inleiding worden de meest relevante onderzoeken gepresenteerd:

“De biologische klok tikt, de kinderwens groeit. Alleen een relatie ontbreekt. Wacht je dan op de

prins op het witte paard, neem je genoegen met minder of krijg je alleen een kind?” (Bewust

alleenstaande moeder, z.j., geciteerd in Hartog, 2010)1. De afgelopen decennia kenmerken zich

door sociale en demografische veranderingen (Ritsema van Eck, van Dam, de Groot, & de Jong,

2013). Ten gevolge van de vrouwenbeweging, anticonceptie- en abortusmogelijkheden en

reproductieve technologie, genieten ook alleenstaande vrouwen van een hoge mate van seksuele

vrijheid op zaken als of, wanneer, hoe en met wie zij besluiten om zich voort te planten (Coontz,

1992, geciteerd in Bock, 2000; Mannis, 1997, geciteerd in Bock, 2000; Skolnick, 1991, geciteerd

in Bock, 2000). De website Vrouw (2014)2 verwijst naar cijfers van Cryos, een internationale

spermabank, waaruit blijkt dat steeds meer vrouwen voor het bewust alleenstaand moederschap

kiezen. Het gaat met name om heteroseksuele, hoogopgeleide en financieel onafhankelijke

vrouwen van 35 jaar en ouder; via donorinseminatie kiezen zij bewust voor het alleenstaand

moederschap; zij doen dit vaak met behulp van familie, vrienden en gemeenschap (Ben-Ari &

Weinberg-Kurnik, 2007; Bock, 2000; Golombok, Zadeh, Imrie, Smith & Freeman, 2016; Mannis,

1999; Mechaneck, Klein & Kuppersmith., 1987). In tegenstelling tot de bommoeder die het gezin

te traditioneel vindt en de vader overbodig, komt de bamvrouw of bammoeder – bewust

alleenstaande moeder – de ware man niet tegen (Hartog, 2010). Het absolute aantal bewust

alleenstaand moeders in Nederland is onbekend, maar het Medisch Centrum Kinderwens laat

zien dat het aantal aanvragen van alleenstaande vrouwen om in aanmerking te komen voor

donorzaad, is verdubbeld tussen 2007 en 2008 (Hartog, 2010).

Onderzoek (Ben-Ari et al., 2007; Mechaneck et al., 1987) wijst uit dat alleenstaande

moeders altijd te maken hebben gehad met stigma. In het verleden was dat stigma overigens nog

1 Hartog is freelance journalist en heeft een blog over bewust alleenstaande moeders geschreven. 2 Vrouw is een vrouwenmagazine over psyche, relatie, mama en leefstijl.

Page 9: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 9

heviger dan nu. Bij de kinderen uit deze gezinnen worden onherstelbare gebreken aangetroffen

op het gebied van morele ontwikkeling, educatie en sekse-rol identificatie (Ben-Ari et al., 2007).

Vrouwen die kiezen voor het moederschap zonder een partner, worden gezien als inadequaat,

egoïstisch en zelfs irrationeel (ibid.). Verschillende studies (ibid.) tonen aan dat bewust

alleenstaande moeders lijden onder het stigma en sociale stereotypen zoals seksueel

onverantwoordelijk. Bock (2000) verwijst naar verschillende studies die aantonen dat deze

vrouwen geassocieerd worden met armoede, mentale ziekte en de onderbenutting van

welzijnsvoorzieningen. Ten aanzien van de rol van vader claimt Malinowski (1962, geciteerd in

Bock, 2000) dat het een universele wet is, dat geen enkel kind op de wereld gebracht zou moeten

worden zonder een man die de vaderrol heeft. De vaderfiguur geeft daarmee het kind een sociale

plaats en legitimiteit. Alleenstaande vrouwen met kinderen zijn sociologisch gezien dus

incompleet en niet legitiem (ibid.).

Met betrekking tot de huidige situatie in Nederland veronderstelt sociaal demograaf

Latten3 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) dat Nederland steeds toleranter

wordt tegenover afwijkende ouderschapsvormen van de traditionele vorm, zoals een ongehuwd

stel, gescheiden ouders, bewust alleenstaande moeders en homoseksuele koppels (Latten, z.j.,

geciteerd op Hartog, 2010). Met een traditionele ouderschapsvorm wordt bedoeld een

gezinsvorm die bestaat uit een vrouw, man en meerdere kinderen (Encyclo, 2016). In

tegenstelling tot de beargumentering van het CBS, laten diverse bronnen andere uitkomsten zien

als het gaat om de maatschappelijke acceptatie van bewust alleenstaande moeders in delen van de

Nederlandse samenleving. Op de website van OPZIJ (2015)4 komt duidelijk de normatieve inslag

ten aanzien van het gezinsleven van ziekenhuizen en vruchtbaarheidsklinieken naar voren. Uit

het onderzoek van OPZIJ, waarbij ziekenhuizen in kaart worden gebracht die vrouwen met een

kinderwens helpen, blijkt dat alleenstaande vrouwen met een kinderwens niet terecht kunnen bij

veel Nederlandse ziekenhuizen; daar waar zij wel terecht kunnen, worden zij onderworpen aan

een uitgebreide intake met een medisch maatschappelijk werker of een psycholoog, alvorens zij

kunnen beginnen aan een vruchtbaarheidsbehandeling (ibid.). OPZIJ stelt dat sommige artsen

van ziekenhuizen die geen beperkingen opleggen aan alleenstaande vrouwen met een

kinderwens, beweren dat het argument dat alleenstaand ouderschap slecht zou zijn voor het

3 Dhr. Prof. Dr. J.J. Latten is bijzonder hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam. 4 OPZIJ is begonnen in 1972 als feministisch maandblad. Het is een opinieblad voor vrouwen, met als speerpunt de positie van de vrouw in de maatschappij. In een onderzoek naar vruchtbaarheidsbehandelingen dat is uitgevoerd door OPZIJ, onderzocht het blad onder andere welke ziekenhuizen alleenstaande vrouwen helpen en waarom andere klinieken hen niet behandelen.

Page 10: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 10

welzijn van het toekomstige kind, hierin een rol speelt. Crooij, gynaecoloog en directeur bij het

Medisch Centrum Kinderwens in Leiderdorp5, waarnaar OPZIJ verwijst, zegt hierover dat artsen

geen onderscheid mogen maken in levensstijl bij de behandeling, maar dat sommigen het

alleenstaand ouderschap geen juiste keuze vinden; daarentegen stelt Crooij dat alleenstaande

vrouwen die moeder willen worden, vaak geen tekortkomingen hebben (ibid.). Tevens brengt

OPZIJ verslag uit van de lange wachtlijsten waarmee het Medisch Centrum Kinderwens in

Leiderdorp kampt. De woordvoerster stelt dat vanwege het tekort aan donoren, zij selectief zijn

met het beschikbare donorzaad. En bepleit dat bewust alleenstaande moeders een moeilijke

doelgroep is en zegt hierover: “Al onze cliënten voeren gesprekken met een psycholoog. De

singles zijn niet altijd zonder reden alleenstaand. Sommigen hebben bindingsangst, problemen

van psychische aard of problemen vanuit het verleden. Dan moet je je afvragen of je deze

vrouwen wel wilt helpen bij hun kinderwens.” (woordvoerster Medisch Centrum Kinderwens

Leiderdorp, z.j., geciteerd in OPZIJ, 2015). De stellingnames over gezinnen lijken een normatief

karakter te hebben. Ook psychologische intakegesprekken waaraan vrouwen worden

onderworpen, veronderstellen deze normatieve standpunten over het gezinsleven. Inkomen,

werk en het netwerk zijn onder meer de aspecten die tijdens de gesprekken uitgebreid worden

besproken (ibid.). Een psycholoog, werkzaam op de afdeling gynaecologie, waarnaar OPZIJ

verwijst, stelt dat alleenstaand moederschap erg lastig kan zijn, omdat deze vrouwen geen partner

hebben waarop zij kunnen terugvallen. Volgens deze psycholoog zien vrouwen soms van hun

keuze voor het alleenstaand moederschap af, omdat ze zich realiseren dat alleenstaand

ouderschap zwaar kan zijn (ibid.). Fauser6, medisch afdelingshoofd bij het Universitair Medisch

Centrum Utrecht, waarnaar OPZIJ verwijst, bepleit dat dit ziekenhuis alle mensen met een

kinderwens helpt, maar het belang van het kind centraal staat. Fauser stelt dat alleenstaande

ouders in een kwetsbare situatie zitten, omdat zij geen back-up van hun partner hebben wanneer

hun inkomen wegvalt. Daarentegen heeft Fauser ervaren dat deze vrouwen zeer goed over hun

keuze hebben nagedacht (ibid.).

De focus van deze masterscriptie ligt op de ervaringen van bewust alleenstaande moeders

met het alleenstaand ouderschap. Deze studie probeert zicht te krijgen op een verband tussen de

normatieve visie op het gezinsleven die in de samenleving heerst en de ervaringen van bewust

alleenstaande moeders met ouderschap. Dit onderzoek heeft drie ambities. In de eerste plaats

5 Medisch Centrum Kinderwens richt zich op de vervulling van een kinderwens. Zij beschikken over een zaadcel, eicel- en embryobank. 6 Prof. Dr. B.C.J.M. Fauser, is hoogleraar voortplanting en gynaecologie.

Page 11: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 11

wordt verkend welke opvattingen er heersen over het gezinsleven in de Nederlandse samenleving

in het verleden en het heden. Hierbij wordt teruggeblikt naar de twintigste en eenentwintigste

eeuw in Nederland. In de tweede plaats wordt geanalyseerd met behulp van interviews of de

normatieve visie op het gezinsleven die in de samenleving heerst, samenhangt met de

opvattingen en gedragingen ten opzichte van het ouderschap van bewust alleenstaande moeders

voordat zij moeder werden om inzicht te krijgen in de belevingswereld van alleenstaande

vrouwen met een kinderwens. In de derde plaats wordt onderzocht hoe bewust alleenstaande

moeders denken, voelen en handelen in relatie tot deze norm. Passen zij zich aan de normatieve

gezinsideologie aan of bieden zij hiertegen verzet? De hoofdvraag is:

Hoe gaan bewust alleenstaande moeders om met de normatieve visie op het gezinsleven die in de

samenleving heerst?

De twee deelvragen zijn:

1. Hoe conformeren bewust alleenstaande moeders zich aan de normatieve visie op het gezinsleven die in de

samenleving heerst?

2. Op welke manier bieden zij verzet tegen de normatieve visie op het gezinsleven die in de samenleving

heerst?

Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag, wordt kwalitatief onderzoek verricht. De

dataverzameling vindt plaats aan de hand van diepte-interviews met bewust alleenstaande

moeders in Nederland. De interviews worden afgenomen in de maanden maart en april 2016.

1.1 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie

Dit onderzoek probeert beter inzicht te krijgen in maatschappelijke ontwikkelingen over bewust

alleenstaande moeders. Het doel van dit onderzoek is om de theorie over de beeldvorming over

bewust alleenstaande moeders verder te ontwikkelen.

Dit onderzoek heeft een maatschappelijke relevantie ten aanzien van het verminderen

van het stigma van bewust alleenstaande moeders. Het bieden van inzicht in de manier waarop

bewust alleenstaande moeders omgaan met de normatieve visie op het gezinsleven die in de

samenleving heerst, kan bijdragen aan een positief beeld van het bewust alleenstaand

moederschap. Omdat er weinig wetenschappelijke bronnen zijn over hoe bewust alleenstaande

Page 12: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 12

moeders omgaan met de normatieve visie op het gezinsleven die in de samenleving heerst, is

mijn onderzoek wetenschappelijk relevant.

1.2 Opbouw scriptie

Deze masterscriptie is als volgt ingedeeld. Hoofdstuk 2 behandelt het theoretisch kader waarin

verschillende theorieën aan bod komen die relevant zijn voor dit onderzoek. Hoofdstuk 3

bespreekt de methodologische verantwoording van het empirisch onderzoek. In hoofdstuk 4

worden de onderzoeksresultaten beschreven en gelinkt aan de theorie. Hoofdstuk 5 sluit af met

een conclusie en bevat een discussie en aanbevelingen en tot slot een reflectie op dit onderzoek.

Page 13: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 13

Theoretische oriëntatie

Hoofdstuk 2

2.1 Individuele keuzevrijheid

Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat ideeën over het gezinsleven liggen ingebed in

een normatief heteroseksueel kader met de man aan het hoofd van het gezin. In deze paragraaf

zullen de resultaten van deze onderzoeken worden besproken en aan de hand van macro-

sociologische standpunten van onder meer Jan Willem Duuyvendak en Robert K. Merton nader

worden verkend.

Vanuit de theorie van maakbaarheid 7 en zelfontplooiing - begrippen die de

wederopbouw in Nederland kenmerken - kunnen de standpunten over keuzevrijheid in het

perspectief van individualisering worden geplaatst, om de vrijheid van vrouwen met een

kinderwens nader te beschouwen. Individualisering is een concept dat door Jan Willem

Duyvendak (2004) verder is uitgediept in zijn werk Een Eensgezinde Vooruitstrevende Natie: Over de

Mythe van ‘De’ Individualisering en de Toekomst van de Sociologie. Hierin beschrijft hij dat collectieve

opvattingen en gedrag haaks lijken te staan op het fenomeen individualisering - een verschijnsel

dat volgens velen kenmerkend is voor Nederland (ibid.). Hij verwijst in zijn werk naar Jacques

van Doorn (1968) 8 die stelt dat er sprake is van toenemende individuele keuzevrijheid en

diversiteit. Oude groepsscheidslijnen zouden volgens van Doorn verdwijnen. Moderne mensen

zouden hun eigen leven geheel naar eigen inzicht kunnen en willen inrichten (1968, geciteerd in

Duyvendak, 2004). In het kader van maakbaarheid werd na de Tweede Wereldoorlog normatieve

planning een sociologisch ideaal, waarbij de ontplooiing van de mens in de gemeenschap centraal

stond (Duyvendak, 2004). Het ging om sociale planning van labiele massa’s (Banning, 1946,

geciteerd in Duyvendak, 2004). Duyvendak (2004) stelt dat het in de sociaaleconomische politiek 7 De maakbare samenleving was het antwoord van de socialistische PvdA op de groeiende individualisering in de jaren 60 in Nederland. Hierbij gaat het om een samenleving die door maatregelen vanuit de overheid teruggebracht zou worden naar het sociaal beginsel. Het moest weer worden zoals voor de oorlog, met de overheid die de maatschappij beter maakte door in te grijpen (Heuts, 2015) 8 Jacques van Doorn (1925-2008) was een invloedrijk Nederlands socioloog en één van de grondleggers van de Nederlandse sociologie. Zijn werk Moderne sociologie, dat hij samen met C.J. Lammers schreef, was het boek waarmee Nederlandse sociologen werden opgeleid.

Page 14: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 14

om de mens draaide, maar niet om de autonome mens. Alleen mensen in gemeenschap waren de

maatstaf. Er was wel steeds sprake van zelfontplooiing, maar het werd niet aan het individu zelf

overgelaten; het draaide om de mens maar niet om het individu. Deze zelfontplooiing moest zich

realiseren in een geplande, paternalistische politiek, waarbij anderen bepaalden hoe het individu

zichzelf moest ontplooien. Het individu had daar zelf weinig over te zeggen (ibid). Bovendien

zou zelfontplooiing van de mens alleen mogelijk zijn binnen een georganiseerde samenleving

(Den Uyl, 1951, geciteerd in Duyvendak, 2004). In de tijd van de welvaartsstaat ging het volgens

Duyvendak (2004) vooral om de vrijheid van het individu om zich adequaat aan te passen aan de

samenleving; individuele onaangepastheid werd opgevat als een teken van disfunctioneren en

onmaatschappelijkheid. Na de jaren zestig kwam hier verandering in en trad individuele

autonomie op waaraan de samenleving zich moest aanpassen (ibid.). Individuele ontplooiing

werd een hoog te waarderen ideaal, de nieuwe norm die ook gold voor de vrouw (Blom, 1993).

Vraagtekens die vanuit het oogpunt van individuele vrijheid kunnen worden gezet zijn: voor wie

geldt het recht tot zelfbeschikking precies in de context van de uitoefening van ouderschap in

Nederland? Hoe zijn de verworven individuele vrijheden van toen zichtbaar in de keuze voor een

bepaald type ouderschap, oftewel is er ruimte voor verschil binnen deze individuele ontplooiing?

Met andere woorden, hebben alle vrouwen in Nederland met een kinderwens dezelfde legale

toegang tot ouderschap of is ouderschap verbonden aan bepaalde voorwaarden? Deze vragen

zijn slechts suggestief bedoeld.

Een terugblik in de geschiedenis – de twintigste eeuw - toont aan dat het concept

ouderschap traditioneel georiënteerd is en niet iedere moeder dezelfde ouderlijke status krijgt. Uit

het onderzoek van Letherby (1999) over onder meer de status en ervaringen van het niet-

moederschap, blijkt dat heteroseksuele getrouwde vrouwen met kinderen per definitie positief

werden bekrachtigd. Ook weduwen of gescheiden vrouwen hoefden zichzelf niet te

rechtvaardigen, omdat zij getrouwd waren geweest met de vader van de kinderen. In hun rol van

moeder werden zij gelegitimeerd (ibid.). Verder terug in de tijd – de negentiende eeuw - namen

voornamelijk mannelijke priesters, geestelijken, artsen, filosofen, professoren, schrijvers,

journalisten het op zich om voor moeders te definiëren wat hun rol zou moeten zijn (Kaplan,

1992, geciteerd in Letherby, 1999). Met als gevolg dat vrouwelijkheid werd gedefinieerd in

termen van het huwelijk, huiselijkheid en het krijgen van kinderen; moederschap werd gezien als

een privilege. Deze zienswijzen werden aangemoedigd door de media die positieve stereotypen

van moederschap als zowel plicht en privilege, binnen de traditionele patriarchale

Page 15: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 15

familiestructuren presenteerden (Letherby, 1999). De bevindingen uit het onderzoek van

Letherby onderschrijven de theoretische opvattingen van Duyvendak, namelijk dat de keuze

voor een type ouderschap lijkt te duiden op enkel de keuze voor het traditioneel ouderschap, en

derhalve sprake is van individuele ontplooiing binnen de grenzen van het maakbaarheidsideaal.

Huidig onderzoek van Ben-Ari et al. (2007) laat zien dat bewust alleenstaande moeders tegen een

morele grens aanlopen in relatie tot de individuele vrijheid. Bewust alleenstaande moeders

ervaren volgens hen een duale positie; zij zouden zich aanpassen aan het heersende discours van

moederschap en tegelijkertijd weerstand bieden aan culturele stereotypen (ibid.). Deze dualiteit

die ook wordt besproken in paragraaf 2.4, zou in verband kunnen worden gebracht met de vraag

in hoeverre een bewust alleenstaande moeder vrij is in haar keuze. Ben-Ari et al. (2007) beweren

dat bewust alleenstaande moeders een publieke identiteit creëren om sociale afwijking te

voorkomen; echter, zou deze niet leiden tot sociale erkenning. Deze situatie veronderstelt een

paradox; zij gebruiken hun verworven individuele keuzevrijheden om zich te kunnen

conformeren aan heersende principes van ouderschap. Vanuit de theorie over maakbaarheid en

zelfontplooiing kan worden verondersteld dat vrouwen met een kinderwens, als individuen vrij

zijn om hun wens voor het moederschap mét een partner in vervulling te laten gaan. Dit

impliceert dat alleenstaande vrouwen met een kinderwens als individuen niet vrij zijn. Het draait

volgens Duyvendak (2004) namelijk niet om het individu, wel om de mens. Zogezegd, staat de

zelfstandigheid van alleenstaande vrouwen met een kinderwens voorop - hun mensheid staat

immers voorop - om onafhankelijk keuzes te kunnen maken, zoals de keuze voor het bewust

alleenstaand moederschap. En bovendien passen zij zich aan, aan het mandaat van moederschap

met behulp van vruchtbaarheidsbehandelingen. Een aannemelijke tegenstrijdigheid is dat deze

individuele ontplooiingsmogelijkheden ervoor zouden kunnen zorgen dat deze vrouwen tot een

groep worden gerekend die zich niet zou aanpassen aan de heersende opvattingen over het

traditionele gezinsleven vanwege hun keuze voor het bewust alleenstaand moederschap.

Non-conforme gedragingen kunnen echter meer inzicht bieden vanuit het perspectief

van de druk van de samenleving. Volgens de anomietheorie van Robert Merton (1938) leggen

sommige sociale structuren namelijk een zekere druk op bepaalde personen in de samenleving

om zich te verbinden met niet-conform gedrag. Verschillende onderzoeken waarnaar Ben-Ari et

al. (2007) verwijzen, laten bijvoorbeeld zien dat alleenstaande vrouwen die hun kinderwens

zonder partner in vervulling (willen) laten gaan, door de samenleving worden geclassificeerd als

inadequaat, egoïstisch en zelfs irrationeel. Merton (1938) plaatst ‘individuele gebreken’ in de

Page 16: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 16

sociale context. Met zijn anomietheorie laat hij zien dat afwijkende gedragingen niet in de

biologische drive van de mens liggen, maar een symptoom zijn van dissociatie tussen cultureel

gedefinieerde doelen en sociaal gestructureerde middelen. Ter verduidelijking gaat het bij niet-

conform gedrag ten eerste om cultureel gedefinieerde doelen die de basis vormen en variëren in

de mate van prestige en sentiment. Sommige van deze culturele doelen zijn verbonden met

natuurlijke driften van de mens, maar niet door hen vastgesteld. En ten tweede gaat het om

acceptabele manieren om deze doelen te bereiken. De meest algemene functies van sociale

organisatie is om een basis te verschaffen van berekenbaarheid en regelmatigheid van gedrag.

Een gebrek aan coördinatie van de doelen en middelen kan echter leiden tot culturele chaos of

anomie (ibid.). Doordat er nadruk wordt gelegd op de waarde van specifieke doelen, maar

alternatieve procedures of gedragingen om deze doelen te bereiken beperkt zijn, kan zich een

traditioneel-gebonden, heilige samenleving ontwikkelen die door neofobie wordt gekenmerkt

(ibid.). Neofobie zou een afwijzing kunnen impliceren van alleenstaande vrouwen die hun

kinderwens in vervulling (willen) brengen zonder partner. Merton veronderstelt dat wanneer

effectieve institutionele middelen, zoals het niet kunnen vinden van een partner, niet toegankelijk

zijn voor het bereiken van hooggewaardeerd succes, zoals sociale erkenning van de ouderlijke

status, zal frustratie en conflict worden uitgeschakeld door de middelen op te geven. Het doel

blijft relevant, maar er is echter geen sprake van fatsoenlijke socialisatie (ibid.) zodra vrouwen de

keuze voor alleenstaand ouderschap maken. Volgens de anomietheorie zou ouderschap als

cultureel gedefinieerd succes dus kunnen samengaan met spanning, zoals het ‘mislopen’ van de

status van ouderschap en de uitvoering van innovatieve handelingen, zoals de bewuste keuze van

vrouwen voor het alleenstaand moederschap. De offers die tot stand komen door

geïnstitutionaliseerd gedrag – het aanpassen aan het mandaat van moederschap - worden

gecompenseerd door sociale beloningen (ibid.): in de trant van sociale acceptatie van hun

moederlijke identiteit/ status en dus het voorkomen van sociale afwijking. Sociale afwijzing

maakt plaats voor gevoelens van erbij horen, omdat zij aan het moederschap hebben voldaan en

daarmee samenhangend aan de culturele normen, waarbij de vrouwelijkheid van de vrouw is

gerealiseerd doordat zij moeder is geworden, zoals blijkt uit het onderzoek van Ben-Ari et al.

(2007). Echter wijst hun onderzoek ook uit dat ondanks dat bewust alleenstaande moeders aan

het mandaat hebben voldaan, deze vorm niet tot sociale erkenning leidt vanwege het ontbreken

van de basis. Een aanname zou kunnen zijn dat bewust alleenstaande moeders zich niet hebben

Page 17: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 17

aangepast aan het traditioneel ouderschap en zodoende hun moederlijke status ten onrechte

hebben verkregen.

Uit deze paragraaf is gebleken hoe individuele autonomie een morele en sociale

beteugeling kent en laat daarmee een machtsverhouding zien. In de volgende paragraaf zullen

sociale regelingen en daarmee samenhangend de hypothetische oorsprong van

ouderschapsidealen vanuit onder meer een powerstructuur nader worden beschouwd.

2.2 Idealen over het gezinsleven die heersen in de samenleving

Deze paragraaf kenmerkt zich onder meer door een micro- en macro-analytische benadering van

het concept ouderschap. Uit diverse onderzoeken blijkt dat het traditioneel ouderschap als een

ideaal wordt gezien in de samenleving; een ouderschapsideaal waaraan onderhevig lijken te zijn.

Onder meer laat de theorie van Michel Foucault vanuit een historische context zien hoe deze

idealen van ouderschap mogelijk liggen ingebed in een pastorale powerstructuur.

De meeste sociale instituties opereren alsof het traditionele, heteroseksuele, getrouwde

tweeoudergezin de enige ouderschapsvorm is; zij ondersteunen zowel het traditionele gezin als

een ideaal, alsmede de norm waarmee andere gezinnen worden vergeleken (Rice, 1994, geciteerd

in Mannis, 1999). In eerdere tijden was de vader noodzakelijk voor de volledige legitieme status

van de familie (Bock, 2000). De manier van denken is fundamenteel in het patriarchale denken

(Millett, 1990, geciteerd in Bock, 2000). Het patriarchaat bepaalde dat de status van zowel kind

en moeder uiteindelijk afhankelijk was van de man. Het masculiene type in traditionele gezinnen,

waarbij een vader aan het hoofd staat, werd ideologisch gezien als sterk en centraal. Iedere

individuele poging die niet in de buurt kwam van deze regeling werd gezien als een aanval op het

patriarchaat, ofwel op moraliteit zelf (Sinno & Killen, 2009). Onder het negatieve discours van

familiearrangementen ligt echter de angst dat alternatieve gezinnen de mannelijke autoriteit als

hoofd van het huishouden van de troon werpen; dat vrouwen buitengewoon machtig worden;

dat vaders hun verantwoordelijkheden totaal neerleggen en dat vrouwen kunnen besluiten dat

vaders meer last geven dan ze waard zijn (Couture, 1991, geciteerd in Bock, 2000). Deze

dominante visies zorgen voor lasten en stigma op niet-traditionele families (Rice, 1994, geciteerd

in Mannis, 1999), zoals het geval lijkt te zijn bij bewust alleenstaande moeders. Zij zijn het

doelwit van aanvallen door personen met politieke opvattingen die traditionele gezinsstructuren

aanmoedigen en het idee steunen van een vader als een onafscheidelijke noodzaak voor het

Page 18: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 18

welzijn van een kind. Desondanks worden zij wel meer geaccepteerd dan tiener- en

bijstandsmoeders, omdat bewust alleenstaande moeders geen economische last vormen voor de

samenleving (Bock, 2000). Om te kunnen begrijpen hoe de ideologieën over de inrichting van de

samenleving tot stand komen, en mogelijkerwijs kunnen samenhangen met traditionele

voorstellingen van het gezinsleven die in de samenleving heersen, zoals is gebleken uit de zojuist

beschreven onderzoeken, vormt The Subject of Power van Michel Foucault (1982) een betrouwbare

basis voor een historische analyse. De premissen van Foucault lenen zich goed voor een

historische uiteenzetting van heersende idealen. Foucault (Calhoun, 2012) exploreert namelijk

powerissues aan de hand van een historische beschouwing van verschillende discoursen. Zijn

werk wordt geassocieerd met het poststructuralisme en bevatten uitzonderlijke interpretaties van

verschillende tradities (ibid.).

Foucault illustreert het volgende: na de religieuze en morele power die vormgaf aan

subjectiviteit in de Middeleeuwen, ontstond er in de moderne westerse staten meer behoefte aan

spiritueel leven, zieleheil en nieuwe subjectiviteit. De staten pasten op een nieuwe politieke

manier een oude powertechniek toe, die in Christelijke instituties lag geworteld. Het gaat om

pastorale power die veronderstelt dat bepaalde individuen vanwege hun religieuze kwaliteiten,

anderen kunnen dienen. Het doel van deze vorm van power was om het individu te verzekeren

van zieleheil in de volgende wereld. Pastorale power kon niet worden uitgeoefend zonder de ziel

van de mens te verkennen; de nadruk lag op kennis van het bewustzijn en het vermogen om deze

sturing te geven. De moderne staat werd gezien als een entiteit, een geraffineerde structuur

waarin individuen konden integreren, op voorwaarde dat het individu zou worden gevormd in

een nieuw individu en zou worden onderworpen aan zeer specifieke modellen. Pastorale power

verschoof steeds meer van het verzekeren van individuen van zieleheil in de volgende wereld

naar het verzekeren van zieleheil in deze wereld en richtte zich op gebieden zoals gezondheid,

welzijn, veiligheid en bescherming. Pastorale power werd ook steeds meer door andere instituties

dan alleen de kerk uitgeoefend, zoals publieke instituties (politie), welzijnsvoorzieningen,

psychiatrie, onderwijs maar ook de familie nam pastorale functies over (ibid.). Een aannemelijke

verklaring voor het heersende traditionele denken over het gezinsleven, zou kunnen liggen in de

bevoegdheid of power die diverse instituties hebben verworven om het zogenoemde zieleheil te

kunnen bewerkstelligen. Foucault stelt dat het gaat om een power die zich laat gelden in het

onmiddellijke dagelijkse leven; een power die individuen categoriseert, hen markeert bij hun

eigen individualiteit, hen aan de eigen identiteit laat hechten en hen de wet van de waarheid

Page 19: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 19

oplegt en een power die van individuen subjecten maakt (ibid.). Een aanname op basis van deze

historische analyse zou kunnen zijn dat alledaagse stereotypen die alleenstaande vrouwen

ontmoedigen om moeder te worden, zoals het onderzoek van Ben-Ari et al. (2007) uitwijst, een

vorm van veredelde pastorale power is, ofwel een power die gelegen ligt in sociale instituties, en

voorkomt uit religieuze overwegingen om het individu te vormen in een nieuw individu en te

onderwerpen aan zeer specifieke modellen.

Deze theoretische veronderstellingen van Foucault sluiten nauw aan bij de theorie over

de Other waarnaar Nancy Hartsock (1990) verwijst in haar studie over de ondergeschikte positie

van de vrouw als minderwaardig ten opzichte van de heteroseksuele man. Hartsock beklemtoont

in haar werk Foucault on Power: a Theory for Women? het belang van kennis over de werking van

power om dominante relaties die de samenleving structureren en ondergeschikten definiëren, te

kunnen veranderen (ibid.). De Other (Memmi, 1967, geciteerd in Hartsock, 1990), ofwel de

ondergeschikte zoals deze wordt gezien door de superieur, is alles wat de superieur zelf niet is.

Elke negatieve eigenschap wordt de Other toegewezen. De Other is geen volledig mens. Deze

kunstmatig gecreëerde Other wordt altijd gezien als een gebrek, een leegte, als iemand bij wie

kwaliteiten ontbreken die in de samenleving ertoe doen. De Other wordt niet gezien als een

individueel lid van de gemeenschap, maar maakt deel uit van een ongeorganiseerde en anonieme

collectiviteit (ibid.). De theoretische assumpties over de Other bieden inzicht in hoe de

samenleving zou kunnen denken over de inrichting van ouderschap, namelijk dat traditioneel

ouderschap als ideaal, alles is wat andere vormen van ouderschap niet zijn.

Tot nu toe is het concept ouderschap in een (historische) context geplaatst van

powerstructuren om de huidige heersende idealen van traditioneel ouderschap te kunnen

verklaren. De volgende historische uiteenzetting toont aan hoe idealen van ouderschap

onderhevig zijn aan veranderingen in de samenleving. David Bjorklund (2009) bespreekt in zijn

boek Neem de Tijd voor de Kindertijd onder meer hoe veranderingen binnen de samenleving, de

manier waarop kinderen worden gezien en behandeld, hebben beïnvloed. Europeanen uit de

middeleeuwen kenden nog geen concept als kindertijd, maar volwassenen in die tijd realiseerden

zich wel steeds meer dat kinderen andere behoeften hadden dan die van hen (ibid.). Bjorklund

stelt dat het sociologische concept van de kindertijd verwijst naar de manier waarop kinderen in

een samenleving worden gezien en de mate waarin volwassenen hen een speciale status geven

van het totaal afhankelijke kind versus de volledig onafhankelijke volwassene. Het begin van de

twintigste eeuw wordt volgens de schrijver het hoogtepunt genoemd van de kindertijd in de

Page 20: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 20

westerse cultuur. In de Verenigde Staten trad een trek van het platteland naar de stad op en een

verschuiving in de structuur van het gezinsleven. Vrouwen bleven steeds vaker thuis om voor

hun kinderen te zorgen; kinderen werden steeds meer gezien als kwetsbaar met behoefte aan

continue toezicht van vooral hun moeder. Kerngezinnen werden gezien als de ideale setting om

kinderen op te voeden. In het begin van de twintigste eeuw doken er in Europa en Amerika

steeds meer voorvechters van het kind op, zoals pedagogen en opvoedkundigen. Kinderen

gingen voor langere perioden naar school en in veel staten deed de wet op de kinderarbeid haar

intrede. Halverwege de twintigste eeuw was het beeld gevestigd dat kinderen beschermd en

verzorgd dienden te worden, idealiter in een tweeoudergezin waarvan de moeder thuisblijft

(ibid.).

Vanuit verschillende sociale contexten is op micro- en macroniveau benaderd hoe idealen

omtrent het ouderschap zich kunnen manifesteren en mogelijkerwijs kunnen samenhangen met

normatieve visies op ouderschap: met traditioneel ouderschap als volwaardig ouderschap. Verzet

tegen dominante structuren waaraan het subject onderhevig is door te kiezen voor het

alleenstaand ouderschap, wordt geproblematiseerd als disfunctioneel, onmaatschappelijk en

deviant, zoals paragraaf 2.1 en 2.4 uitwijzen. In de volgende paragraaf zal op microniveau

worden uiteengezet hoe opvattingen over het gezinsleven hun sociale en morele betekenissen

kunnen krijgen op interactioneel niveau.

2.3 Ideaal ouderschap: een opgelegde identiteit

Deze paragraaf borduurt verder op de micro- en macroprocessen uit de vorige paragraaf, waarin

werd belicht hoe bepaalde ideologieën over de inrichting van de samenleving (zoals het willen

vormen van nieuwe individuen) tot stand komen, en mogelijkerwijs kunnen samenhangen met

het traditionele denken over het gezinsleven. In de twee volgende alinea’s worden opvattingen

over en associaties met ouderschap besproken aan de hand van verschillende onderzoeken. In de

derde alinea wordt aan de hand van theoretische principes van Ulrich Beck op microniveau

toegelicht hoe ouderschapsidealen zich zouden kunnen verhouden met betrekking tot de

moderniteit die een identificatie met specifieke structuren en hun ideologieën opeist. Hoe deze

identificatie kan samenhangen met het vormen van een stigmatheorie door anderen, laat het

werk van Erving Goffman zien in de vierde alinea.

Page 21: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 21

Verschillende onderzoeken laten voortdurend negatieve resultaten zien als het gaat om

alleenstaande moedergezinnen (Golombok, 2015). De onderzoeken zijn echter vaak gedateerd,

maar door gebrek aan nieuw onderzoek naar het bewust alleenstaand moederschap, blijven deze

verouderde onderzoeken in bepaalde mate bijdragen aan de beeldvorming van alleenstaande

moedergezinnen. Een terugblik in het verleden laat zien dat ongehuwde moeders als vrouwen

werden beschouwd die in overtreding waren gegaan. Ze werden als zwak en neurotisch gezien en

zouden behoefte hebben aan morele rehabilitatie (Gordon, 1994, geciteerd in Bock, 2000). Ook

viel hen ten laste dat zij niet alleen het kind maar ook zichzelf als een onwettig wezen maakten

(Bock, 2000). Bovendien zou hun opvoedstijl neigen naar afhankelijkheid en ambivalentie in

vergelijking met de opvoedstijl van traditionele moeders (Potter & Knaub, 1988). Ook vandaag

de dag hebben zij te maken met normatieve opvattingen. In vergelijking met tweeoudergezinnen

zouden eenoudergezinnen minder gezag en minder discipline bieden in de supervisie van hun

kinderen (Nixon, Green & Hogan, 2012). Eveneens blijkt dat onwenselijke situaties waar

kinderen uit eenoudergezinnen mee te maken kunnen krijgen en een gevolg kunnen zijn van een

scheiding of ongeplande zwangerschap, grotendeels worden geassocieerd met ouderlijke

conflicten, sociaaleconomische achterstelling, moederlijke depressie en gebrekkige sociale steun.

Echter, geen van deze karakteristieken blijkt kenmerkend voor het bewust alleenstaand

moederschap (Golombok, 2015). Verder blijken ook de aanbevelingen in onderzoek een

negatieve connotatie te hebben met betrekking tot alleenstaande moedergezinnen, zoals blijkt uit

het onderzoek Children's Socialization Experiences and Functioning in Single-Mother Households: The

Importance of Fathers and Other van Coley (1998). De aanbevelingen uit dat onderzoek zijn gericht

op het aanmoedigen van alleenstaande moeders in het uitbreiden van hun netwerk. De relatie

met niet-vaderlijke mannen zou namelijk een positieve invloed hebben op het welzijn van

kinderen; kinderen in gezinnen met alleenstaande moeders zouden daarom in contact moeten

worden gebracht met mannelijke vaderfiguren (ibid.). Uit het volgende voorbeeld blijkt hoe

normatieve gezinsopvattingen impact kunnen hebben op uitkomsten van onderzoeken.

Golombok (2015) haalt een onbekende studie aan over de gevolgen bij kinderen die opgroeien in

alleenstaande moedergezinnen. Golombok suggereert dat de negatieve uitkomsten die in het

betreffende onderzoek naar voren komen niet zozeer samenhangen met het alleenstaand

moederschap zelf, maar eerder met een hoge mate van instabiliteit in een gezin. Echter, vanwege

de heersende normatieve visie op het gezinsleven, pakken de resultaten slechter uit voor

kinderen uit gezinnen met alleenstaande moeders (ibid.). Een verklaring hiervoor kan zijn dat

Page 22: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 22

publiek beleid in de regel gericht blijkt op de negatieve aspecten van het alleenstaand

moederschap (Mannis, 1999).

In tegenstelling tot de studies die negatieve resultaten van alleenstaande moeders naar

voren brengen, laat de studie van bijvoorbeeld Nixon, Greene en Hogan (2012, geciteerd in

Golombok, 2015) zien dat het kan gaan om stabiele alleenstaande moedergezinnen. In hun

onderzoek naar de band van kinderen tussen de acht en zeventien jaar met hun moeder, en

opgroeien in alleenstaande moedergezinnen, beschrijven de kinderen deze band als positief. Ze

ervaren een hechte emotionele band met hun moeder die zich kenmerkt door open

communicatie, gedeelde activiteiten en vertrouwen (ibid.). Verdere onderzoeken (Golombok &

Badger, 2009); Golombok, 2015; Golombok et al., 2016) laten zien dat kinderen uit gezinnen met

bewust alleenstaande moeders niet zijn blootgesteld aan ouderlijke conflicten, een echtelijke

scheiding en een scheiding van de vader; bovendien groeien zij niet op met een vader vanaf het

begin van hun leven. Ook kwam hierin naar voren dat deze kinderen vaak de identiteit van de

vader niet weten. Tot slot zou het onwaarschijnlijker zijn dat deze kinderen financiële tegenspoed

en ouderlijke psychische problemen zullen ervaren, die vaak kunnen komen door een echtelijke

scheiding en ongeplande zwangerschap. Desondanks is er nog weinig bekend over de

ontwikkeling en het welzijn van kinderen van bewust alleenstaande moeders (ibid.). Daarnaast is

veel onderzoek gedaan naar de genderontwikkeling bij kinderen van alleenstaande moeders. Zo

wijst onderzoek (Stevens, Golombok, Beveridge & ALSPAC Study Team, 2002) uit dat de

afwezigheid van de vader niet bepalend hoeft te zijn voor de genderontwikkeling van het kind.

Resultaten uit dit onderzoek laten zien dat de invloed van broertjes en zusjes en peers een grote

rol kan spelen in de gender ontwikkeling. Verder onderzoek (Perry en Bussey, 1979, geciteerd in

Maccoby, 1992) laat zien dat het sekse geslacht van de ouder alleen invloed heeft op het moment

dat het kind dit toelaat; jongens en meisjes die opgroeien met bewust alleenstaande moeders

nemen alleen karakteristieken van hun moeder over als zij hier aandrang voor voelen (ibid.). Ook

laat onderzoek (Stevens, Golombok, Beveridge en ALSPAC Study Team (2002) zien dat een

inwonende vader niet noodzakelijk voor typische genderontwikkeling zorgt. Een mogelijke

verklaring is dat een combinatie van andere mannen in het leven van een kind zoals vriendjes,

familie of figuren op televisie of in boeken ook als voorbeeld kunnen dienen. Het is ook mogelijk

dat de moeder gender rolgedrag bevestigt, bijvoorbeeld ter compensatie van de afwezigheid van

de vader, en deze net zo effectief is (ibid.). Ook zijn er positieve resultaten als het gaat om hoe

alleenstaande moeders de opvoeding beleven, zoals het onderzoek van Murray en Golombok

Page 23: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 23

(2005) aantoont. In hun onderzoek zijn zevenentwintig bewust alleenstaande moedergezinnen en

vijftig traditionele gezinnen met een kind tussen de zes en twaalf maanden oud, dat is verwekt

door donorinseminatie, met elkaar vergeleken inzake de psychologische staat van ouders. Uit dit

onderzoek blijkt dat bewust alleenstaande moeders ten aanzien van traditionele ouders, niet meer

stress ervaren in de opvoeding of symptomen hebben van angst of depressie. Ook ervaren

bewust alleenstaande moeders meer plezier en vreugde en minder boosheid in het opvoeden

(ibid.). In tegenstelling tot de maatschappelijke zorgen over het bewust alleenstaand

moederschap, suggereert deze studie dat de ouderschapsvorm kennelijk resulteert in meer

positieve en minder negatieve gevoelens naar het kind toe.

De resultaten van de onderzoeken die in deze paragraaf zijn besproken, blijken op allerlei

fronten van elkaar te verschillen aangaande de inrichting van ouderschap. Het fundament van de

(verschillen in) opvattingen omtrent de constructie van ouderschap, kunnen de dominante visie

op traditioneel ouderschap verklaren door deze in de context van modernisering te plaatsen.

Ulrich Beck (1992) spreekt bijvoorbeeld in zijn werk Risk Society: Towards a New Modernity over

hoe moderniteit zelf, beperkingen met zich mee brengt. Het gaat dan om beperkingen van

traditionele aard die cultureel zijn opgelegd, zoals de wetenschap die sociale actoren een identiteit

oplegt door van hen te eisen dat zij zich identificeren met specifieke sociale instituties en hun

ideologieën, zowel op het gebied van risico’s, maar ook in definities van gezond verstand, gepast

seksueel gedrag en ontelbare andere rationele frames van moderne sociale controle. Het gaat om

realistische beweringen die op basis van wetenschap voor waar worden aangenomen (ibid.) Beck

laat echter ook zien dat er sprake is van ontwikkeling. Vanwege een reflexieve aanpak doorlopen

wetenschappelijke veronderstellingen namelijk verschillende discoursen, waarbij de focus ligt op

de ontwikkeling van sociale en morele identiteiten van actoren (ibid.).

Om beter zicht te krijgen op (en vereiste identificatie met) de sociale context van

opvattingen over en associaties met ouderschap die in de samenleving heersen en floreren in

allerlei onderzoeken, kan een theoretische benadering op microniveau, opheldering geven. De

stigmatheorie van Erving Goffman leent zich hier goed voor. In Stigma: Notes on the Management of

Spoiled Identity definieert Goffman (1963) stigma als volgt: bij stigma gaat het om het bezitten van

een of meerdere attributen die een persoon anders maakt dan anderen. Een attribuut is een

stigma en wordt soms ook wel falen, tekortkoming of handicap genoemd. Men neigt ernaar om

anderen een grote hoeveelheid imperfecties toe te schrijven. Niet alle ongewenste attributen

vormen een issue, alleen degenen die onverenigbaar zijn met het stereotype van wat een bepaald

Page 24: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 24

type individu zou moeten zijn. Men construeert een stigmatheorie, een ideologie om de

minderwaardigheid van een persoon mee te kunnen verklaren. Deze stigmatheorie staat onder

andere voor het gevaar wat deze persoon representeert en soms wrok rationaliseert (ibid.). Deze

theoretische uitgangspunten van Goffman kunnen de resultaten uit het onderzoek van

Mechaneck et al. (1987) verduidelijken. Dat onderzoek illustreert hoe mensen (zowel mannen als

vrouwen) denken over het bewust alleenstaand moederschap en welke argumenten zij daarvoor

gebruiken. De ouderschapsvorm werd gezien door 39% van de vrouwen en 47% van de mannen

als nadelig. Mannen benadrukten meer de negatieve gevolgen voor het kind ten aanzien van de

afwezigheid van een vaderfiguur. Vrouwen benadrukten meer de gevolgen ten aanzien van de

situatie en persoonlijke context en karakter van de moeder. De commentaren van mannen waren

kritisch en die van vrouwen meer begripvol over de situatie van de bewust alleenstaande moeder.

Beiden beweerden echter dat een kind twee ouders nodig heeft (ibid.). De opvattingen die zij

hebben over en de eigenschappen die zij toeschrijven aan bewust alleenstaande moeders,

impliceren dat het kan gaan om een stigmatheorie. Vanuit het oogpunt van de theorie van

Goffman, kan het hierbij gaan om bewijzen die een gevolg zijn van een of meerdere attributen

die bewust alleenstaande moeders bezitten, die hen anders maken dan anderen, waarbij het kan

gaan om categorieën die minder wenselijk zijn (ibid.). Hoe zij hier vervolgens mee omgaan, is

door een repertoire te ontwikkelen, met als doel: berekend omgaan met hun sociale identiteit en

zich beschermen tegen ongewenste kritiek en afkeuring van anderen (Goffman, 1959, geciteerd

in Calhoun, 2012). In paragraaf 2.4 zal verder worden toegelicht hoe bewust alleenstaande

moeders omgaan met de dominante visie op traditioneel ouderschap.

Stigma: Notes on the Management of Spoiled Identity van Goffman (1963) laat aan de hand van

diverse voorbeelden zien hoe de gestigmatiseerde persoon aan zijn stigma komt, namelijk door

de toekenning van bepaalde attributen; ofwel op basis van categorieën die zijn vastgesteld door

sociale settingen. Dat het concept van ouderschap tot stand kan komen door sociale processen

van betekenisgeving, dat moge nu duidelijk zijn, maar onduidelijk blijft hoe deze sociale

toekenning van betekenissen van stigmacategorieën tot stand komen. Goffman houdt het enkel

opdat sociale settingen de betekenissen van ‘gewoon en natuurlijk’ vaststellen voor categorieën,

maar hij blijft in gebreke over de toedracht van betekenissen, ofwel hoe betekenissen hun sociale

betekenis krijgen. Het werk van Blumer (1969) Symbolic Interactionism over de micro-productie van

momenten van intersubjectiviteit, kan de denkbare ontwikkeling van sociale betekenissen in

Page 25: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 25

beeld brengen. De volgende paragraaf beschouwt onder meer hoe de drijfveer van vrouwen voor

het alleenstaand moederschap ligt ingebed in interactieprocessen van sociale betekenisgeving.

2.4 Omgang van bewust alleenstaande moeders met de idealen over het gezinsleven

Deze paragraaf kenmerkt zich tot slot door de drijfveren van vrouwen voor het bewust

alleenstaand moederschap in microperspectief te plaatsen van sociale interactionele processen

van betekenisgeving.

Symbolisch interactionisme - een term bedacht door micro-socioloog Herbert Blumer -

legt een sterke nadruk op het empirisme; dit in tegenstelling tot het structureel functionalisme dat

het sociaal realisme - gekenmerkt door Emile Durkheim, vooropstelt (Calhoun, 2012). Durkheim

(1895, geciteerd in Calhoun, 2012) veronderstelt dat sociologen moeten streven naar objectiviteit

bij het bestuderen van sociale feiten als dingen, aan de hand van empirisch onderzoek. Micro-

sociologen benadrukken dat het sociale systeem een menselijke creatie is; zij zien sociale bevelen

als dat het van onderaf is geproduceerd – hetzij als een opkomend fenomeen dat door menselijke

interactie is geproduceerd of als een resultaat van actie en uitwisseling (Calhoun, 2012). Blumer

stelt dat mensen handelen op basis van betekenissen. Deze betekenissen zijn weer noodzakelijk

voor het maken van betekenis. Sociaal handelen ligt om die reden ingebed in een interpretatief

proces en daarom zijn sociale netwerken en instituties altijd fluïde (1969, geciteerd in Calhoun,

2012). In zijn werk Symbolic Interactionism beschrijft Blumer dat de wederzijdse focus van

aandacht, de gemeenschappelijke stemming versterkt. Wanneer personen meer gefocust raken op

hun gemeenschappelijke activiteit, meer bewust raken van wat de ander doet en hoe de ander

zich voelt, ervaren zij hun gedeelde emotie meer intens en hun bewustzijn domineert (ibid.).

Blumer spreekt van een micro-situationele productie van momenten van intersubjectiviteit. Zijn

theoretische uitgangspunten kunnen verklaren waarom vrouwen met een kinderwens voor het

bewust alleenstaand moederschap kiezen. Wanneer een vrouw met een kinderwens zich

bijvoorbeeld begeeft in het gezelschap van een vriendin met kinderen, zal zij, volgens het

symbolisch interactionisme worden meegevoerd in een wederzijdse emotie. De kinderwens van

deze vrouw zou zogezegd intenser kunnen worden naarmate haar vriendin vertelt over haar

gelukzalige momenten die zij beleeft als moeder. Het toenemen van het verlangen naar een kind,

zou naar de theorie van Blumer, kunnen komen doordat het individu zichzelf verschillende

objecten toewijst; hij geeft de objecten betekenis en beoordeelt hun geschiktheid en neemt op

basis daarvan besluiten. Vrij vertaald zou het hier kunnen gaan om de betekenis die de vrouw

Page 26: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 26

geeft aan de gevoelens van haar vriendin, namelijk dat het krijgen van een kind, gelukzalige

gevoelens produceert. En zou het concept ouderschap op basis hiervan betekenis kunnen krijgen

of worden beoordeeld (zoals het toekennen van een bepaalde status aan ouderschap) en tot slot

naar eigen actie worden vertaald. Op basis van de status die ouderschap heeft gekregen in deze

microproductie van intersubjectiviteit, kan de vrouw besluiten om zonder een partner voor

ouderschap te kiezen. De actie of handelingen van het individu worden stapsgewijs opgebouwd

door een proces van zelfverwijzing waarbij het individu rekening zal moeten houden met

uiteenlopende implicaties, zoals eisen, verwachtingen, verboden en bedreigingen die zich in de

situatie kunnen voordoen (Blumer, 1969). Zelfaanwijzing is een communicatief proces waarbij

het individu onder meer, opmerkt, observeert, herkent, beseft. Het proces van zelfaanwijzing kan

niet worden verklaard door krachten die het gedrag van het individu beïnvloeden

(omgevingsfactoren, zoals druk, stimuli, motieven, attitudes en ideeën) van buitenaf of binnenuit,

maar ontstaat in hoe het individu de dingen interpreteert en ermee omgaat. Het is door het

proces van zelfaanwijzing dat de mens zijn bewuste actie construeert.

Zojuist zijn de motieven van vrouwen voor het alleenstaand ouderschap op microniveau

beschreven, waarbij naar voren kwam dat besluiten op basis van betekenisgeving tijdens een

interactie tot stand komen. Interessant is om na te gaan hoe deze motieven zich manifesteren op

macroniveau. Deze kunnen worden belicht aan de hand van de theoretische uitgangspunten over

sociale fenomenen, beschreven door Emile Durkheim (1895) in The Rules of Sociological Method.

Drijfveren om zonder partner voor een kind te kiezen, zou volgens zijn theorie inhouden dat het

gaat om sui generis realiteiten: sociale fenomenen die alleen door andere sociale feiten kunnen

worden verklaard; deze impliceren overtuigingen, neigingen en beoefeningen van het collectief.

Collectieve gewoonten herhalen zich in individuen en worden hen opgedrongen in de vorm van

vastgelegde sancties. Een essentieel kenmerk van een sociologisch fenomeen is de power die het

bezit om dwang uit te oefenen op het individueel bewustzijn; ofwel de autoriteit die het individu

overstijgt en waaraan het individu onderhevig is zodra hij denkt, voelt of handelt, domineert hem

op sociaal gebied (ibid.). Deze theoretische principes laten zien dat de keuze voor het bewust

alleenstaand moederschap een realiteit is die buiten de vrouw ligt, maar die haar sociale realiteit is

geworden. In termen van Durkheim zou het dus kunnen gaan om een sociale realiteit die in de

samenleving ligt én van de samenleving is; namelijk de realiteit van het bewust alleenstaand

moederschap als sociaal feit. Het bewust alleenstaand moederschap kan een sociaal feit zijn

geworden door de sociale realiteit van het moederschapsstatus die een sociaal feit is geworden.

Page 27: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 27

Waar het op neer komt is: om de sociale wereld te kunnen begrijpen, draagt het niet bij om de

allerindividueelste ervaring als de meest werkelijke te zien; die ervaring bestaat namelijk dankzij

velerlei conceptuele, institutionele, structurele en materiële betrekkingen (Pels, 2004, geciteerd in

Duyvendak, 2004). Verder stelt Durkheim dat wanneer de sociale omgeving meer complex en

instabiel wordt, tradities en overtuigingen onzeker raken (die een meer onbepaald en flexibel

karakter aannemen), terwijl vermogens van reflectie ontwikkelen. Deze zijn onmisbaar voor

samenlevingen en individuen om zich te kunnen aanpassen aan een complexe omgeving (ibid.).

Vanuit de context van een complexe samenleving, kan bij uitstek de theorie van Ulrich Beck een

leidraad vormen in de verdere analyse van de motieven van vrouwen om te kiezen voor het

alleenstaand ouderschap. Zijn werk Risk Society (1992) laat de risicovolle en gevaarlijke gevolgen

zien van wetenschappelijke en industriële ontwikkeling. Deze gevaren kunnen volgens hem ten

aanzien van tijd niet langer worden beperkt en hebben invloed op de volgende generaties. Bij

modernisering gaat het om de veranderende relatie tussen sociale structuren en sociale agenten,

waarbij agenten steeds meer individualiseren doordat dwingende structureren afnemen. Om als

samenleving te kunnen ontwikkelen, moet modernisering reflexief worden (ibid.). Beck heeft

zich gespecialiseerd in onderzoek naar industrie en familie en claimt dat structurele

veranderingen in de privésfeer resulteren in de individualisering van sociale agenten, die

zodoende zijn gedwongen om besluiten te maken zoals met wie zij zullen trouwen, of zij wel of

niet zullen kiezen voor kinderen en welke seksuele voorkeuren zij mogelijk kunnen hebben

(ibid.). De motieven van alleenstaande vrouwen om hun kinderwens in vervulling te laten gaan

zonder partner, zouden kunnen worden geplaatst in de context van de risico’s van de moderne

samenleving, waarbij zij gedwongen besluiten nemen. Zo wijst het boek Modern Families van

Golombok (2015) uit dat alleenstaande vrouwen met een kinderwens zich willen conformeren

aan traditionele gezinsopvattingen. Het boek beschrijft de gevolgen van nieuwe familievormen

voor de ontwikkeling van kinderen en ouderschap. Golombok toont aan dat vanwege de

toename van leeftijd, de afname van vruchtbaarheid en het uitblijven van de ware, vrouwen vaker

voor het alleenstaand moederschap kiezen; echter doen de meesten dit niet vrijwillig en krijgen

liever een kind binnen de traditionele setting. Naar aanleiding van het boek Modern Families zou

de keuze van vrouwen voor het bewust alleenstaand moederschap, in de context van een

risicovolle samenleving met het oog op individualisering, een gedwongen keuze kunnen zijn; een

keuze die in termen van Beck (1992) samenhangt met traditionele beperkingen die de

Page 28: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 28

moderniteit met zich meebrengt en cultureel zijn opgelegd, zoals eerder is geëxpliciteerd in

paragraaf 2.3.

De volgende twee alinea’s zetten uiteen hoe moeders omgaan met de dominante visie op

traditioneel ouderschap. Enerzijds conformeren zij zich aan heersende principes over het

gezinsleven, anderzijds verzetten zij zich hiertegen.

Conformeren aan de norm

Volgens verschillende onderzoeken zijn bewust alleenstaande moeders geneigd om hun

ouderschapsvorm op een positieve manier te presenteren. Zij doen dit vanwege de ervaring met

negatieve reacties van anderen. Ook hebben zij de neiging om zichzelf op een positieve manier te

presenteren, vanwege de zorgen die zij hebben over het bieden van een positieve omgeving voor

hun kind. Daarnaast kunnen zij zorgen hebben over de afwezigheid van een vader. Het gaat dan

om gedachten die bij hen opkomen over dat zij hun kinderen een vaderfiguur ontnemen. Veel

van hen geven er daarom de voorkeur aan om hun kind op te voeden met een man zodat het

kind een vader heeft. Bovendien hopen zij op een vaderfiguur voor hun kinderen in de toekomst

(Ben-Ari et al., 2007; Golombok, Zadeh, Imrie, Smith en Freeman, 2016; Mechaneck et al.,

1987). Om de gevoelens, gedachten en handelingen van deze vrouwen in perspectief te kunnen

plaatsen van een dominante visie op traditioneel ouderschap, zou de stigmatheorie van Goffman

(1963) ook hier een verhelderende analyse kunnen bieden. Deze theorie zou kunnen belichten

hoe deze vrouwen omgaan met de dominante visie op traditioneel ouderschap. Met het oog op

zijn theorie zouden de zorgen die zij hebben over de afwezigheid van een vader en het positieve

beeld dat zij van zichzelf en het bewust alleenstaand ouderschap creëren, kunnen komen door

schaamte. In overeenstemming met deze theorie nemen zij meestal correct waar dat ze niet

worden geaccepteerd - ondanks hetgeen anderen beweren; er ontstaat schaamte zodra zij zich

bewust worden van hun tekortkomingen; en onzekerheid ten opzichte van hoe de normalen hun

identificeren en ontvangen. Op grond van deze theorie zal hun reactie zijn, dat zij directe

pogingen ondernemen om hetgeen wat zij zien als de basis van hun falen, te corrigeren; en zij

extreem kunnen handelen vanwege de pijn (ibid.). Deze theoretische veronderstellingen van

Goffman, onderschrijven de uitkomsten van de volgende onderzoeken; die suggereren ten eerste

dat bewust alleenstaande moeders hun kinderen niet opvoeden zonder mannelijke invloeden en

ten tweede dat zij veel tijd besteden om een man consequent deel te laten uitmaken van het leven

Page 29: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 29

van hun kind. Het kan dan gaan om een peetvader, opa, oom, neef, oppas, mannelijke vrienden

van moeder en de biologische vader die zij bij de opvoeding betrekken (Golombok, 2015;

Graham, 2014, geciteerd in Golombok, 2015; Hertz, 2006, geciteerd in Stacey, 2007; Mechaneck

et al., 1987). De zojuist aangehaalde resultaten van diverse onderzoeken laten zien dat de

gedachten en handelingen van bewust alleenstaande moeders mogelijkerwijs ingebed zijn in

sociale processen van uitsluiting, van waaruit een behoefte ontstaat om zich te conformeren aan

de traditionele norm. In de volgende alinea zullen de denk- en handelingsprocessen van bewust

alleenstaande moeders in historisch perspectief worden geplaatst, en zal de rol van de media

nader worden uiteengezet.

Verzetten tegen de norm

Door toenemende globalisering van media, zijn velerhande milieus zichtbaar geworden.

Individuen bewegen zich tussen verschillende milieus in hun dagelijkse leven. Zij kunnen zich

ongemakkelijk voelen in settingen die hun leefstijl in twijfel trekken. Televisie en nieuwskranten

geven specifiek vorm aan verschillende settingen en leefstijlkeuzes. Marloes Hülsken laat in haar

onderzoek Kiezen voor Kinderen? over het leven van katholieke gezinnen tussen 1950-1975 zien hoe

media de beeldvorming van vrouwen kan bepalen. Zij exploreerde hoe in vrouwentijdschriften

werd geschreven over moederschap, gezinsgrootte en geboorteregeling en de seksuele moraal en

of deze tijdschriften van invloed waren op de katholieke lezeressen. De resultaten uit dat

onderzoek laten zien dat in de jaren vijftig de tijdschriften zich kenmerkten door zedelijkheid,

huishoudelijkheid en een moederschapscultus. Moederschap was een roeping en een heilige taak.

Vrouwen moesten zichzelf voor hun gezin wegcijferen. Vanaf 1960 trad er voorzichtige

openheid op en was een vrouw méér dan alleen moeder. Zij kon zich ook op andere terreinen

ontwikkelen. Dat veranderde in de jaren zeventig toen in de bladen taboes werden doorbroken.

Uit een enquête die het tijdschrift Margriet toentertijd hield, bleek dat een deel van de lezers van

vrouwenbladen modernere opvattingen en gedragingen hadden aangenomen ten opzichte van

geboorteregeling en seksualiteit. Het belang van de enquêtes en de publiciteit daaromtrent zat

niet zozeer in het bekend maken met nieuw gedrag, maar meer in het zorgen voor een

veelomvattende acceptatie van nieuw denken en gedrag. De probleemrubrieken van de

tijdschriften Libelle en Margriet kenmerkten zich in het advies aan vrouwen om meer voor

zichzelf te kiezen en zich niet meer automatisch te schikken naar de wensen van hun man en

kinderen (ibid.). Ook feministische bewegingen (van de jaren zeventig) droegen hieraan bij

Page 30: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 30

doordat zij een atmosfeer schepten waarin vrouwen werden aangemoedigd om zichzelf als

mensen met agency te zien: zij die over hun eigen lot beschikken en in staat zijn om hun eigen

behoeften in te schatten (Mannis, 1999). Beck (1992) beweert dat het bij verzet kan gaan om

onvrede die zich niet heeft kunnen manifesteren. Vanuit zijn oogpunt zouden individuen in hun

eigen sociale wereld kritiek vormen wat hen bewust maakt van hun positie ten aanzien van

dominante instituties en discoursen (ibid.), zoals het stigma dat met eenoudergezinnen wordt

geassocieerd. De volgende studie illustreert hoe bewust alleenstaande moeders zich tegen dit

stigma verzetten. Zij neigen ernaar om hun ouderschapsvorm te legitimeren door tegen dit

stigma te vechten; zo tonen zij aan dat zij niet huiverig zijn om dominante culturele normen uit

te dagen die de traditionele gezinsvorm als enige legitieme gezinsstructuur beschouwen. Zij

willen hiermee laten zien dat ze anders zijn en dat zij zelf een gezin kunnen onderhouden

onafhankelijk van een partner of welzijnsvoorzieningen (Ben-Ari et al., 2007). Om dit te

bewerkstelligen identificeren zij zich openlijk met andere culturele waarden, zoals financieel

onafhankelijk, verantwoordelijk en goed opgeleid zijn en het creëren van een gezin. Deze

waarden tonen hun goede burgerschap (Sidel, 1996, geciteerd in Bock, 2000). Verder vertrouwen

zij op hun rijpheid, financiële zekerheid en steun van familie en gemeenschap (Mannis, 1999).

Ook laten zij zien dat ze andere capaciteiten benutten in de opvoeding. Daarnaast nemen

moeders ten opzichte van vaders een andere rol aan in de aanmoediging van gender type

gedragingen, zijn zij bovendien meer tweezijdig, tonen minder traditioneel gender rolgedrag en

houden minder traditionele gedragingen erop na dan moeders in tweeoudergezinnen (Stevens,

Golombok, Beveridge en ALSPAC Study Team, 2002). De stigmatheorie van Goffman kan ook

in het kader van de zojuist beschreven onderzoeksresultaten illustratief zijn in de context van

bewust alleenstaande moeders en hun omgang met de dominante visie op traditioneel

ouderschap. Goffman veronderstelt dat degenen die onder een bepaalde stigmacategorie vallen

de neiging hebben om in groepen bij elkaar te komen. De basis voor bijvoorbeeld organisaties

vormen dan ook personen met een specifiek stigma, maar ook personen die niet met een

specifiek stigma te maken hebben, kunnen hiervan deel uitmaken. Een kenmerk van de

bijeenkomsten is om het publiek ervan te overtuigen een softer sociaal label te gebruiken voor de

betreffende categorie. Een van de taken is om op te treden als sprekers voor divers publiek van

normalen en gestigmatiseerde personen. Wanneer zij zelf deel uitmaken van de stigmacategorie,

vormen zij het levende bewijs dat dit soort individuen goede personen kunnen zijn. Dergelijke

organisaties geven een stem aan gedeelde gevoelens. Succesverhalen worden gepubliceerd zoals

Page 31: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 31

verhalen waarin sprake is van acceptatie, maar ook wanneer sprake is van slechte behandeling

door normalen. Uit deze historische analyse blijkt hoe de bewustwording van vrouwen over hun

positie in de samenleving, onder invloed van onder meer de media en vrouwenbewegingen,

bijdraagt aan het verzet van bewust alleenstaande moeders van hun positie. Deze informatie van

uitsluiting gebruiken zij vervolgens om voor zichzelf een positief imago te construeren, onder

andere door zich te identificeren met andere culturele waarden. Uit de volgende alinea blijkt

echter dat moeders ook een duale positie van het bewust alleenstaand ouderschap kunnen

ervaren.

Duale positie

Het onderzoek van Ben-Ari et al. (2007) over de ervaringen van bewust alleenstaande moeders,

laat zien dat deze moeders een duale positie ervaren op het persoonlijke en interpersoonlijke vlak

- ondanks dat het moederschap is vervuld. Vanuit persoonlijk oogpunt ervaren zij het bewust

alleenstaand moederschap als een vrije keuze en autonomie, maar op interpersoonlijk vlak

ervaren zij de ouderschapsvorm als gebrekkig en afwijkend (ibid.). De duale positie van het

alleenstaand moederschap reflecteert volgens Ben-Ari et al. een continue dialoog, zowel in

henzelf als tussen hen en de sociale omgeving. De onderzoekers spreken ook wel van een ‘split’

van de moeders en bedoelen hiermee dat de duale positie die deze vrouwen ervaren, ervoor zorgt

dat zij het alleenstaand moederschap ontkennen als een uitzonderlijke sociale ouderschapsvorm;

op deze manier zijn de moeders in staat om zich aan te passen aan het heersende discours van

moederschap en creëren daarmee hun publieke identiteit. Enerzijds zijn zij trots om bij een

groep van sterke, onafhankelijke vrouwen te horen die zowel weerstand bieden tegen culturele

stereotypen als alternatieve gezinsstructuren exploreren. Anderzijds hebben zij behoefte om bij

het grotere geheel te horen en zijn zij bang om publiekelijk als sociaal afwijkend te worden

bestempeld (ibid.). Inzoomend op het werk Modernity and Self-identity: Self and Society in the Late

Modern Age van Anthony Giddens (1991), zou deze veronderstelde dualiteit, ‘een dialoog met de

tijd’ kunnen zijn. “What to do? How to act? Who to be?” (Giddens, 1991, p. 70) zijn existentiële

vragen die kenmerkend zijn voor iedereen die leeft in de omstandigheden van de late

moderniteit9 (ibid.). Volgens Giddens duidt tijd een opvatting over het lot aan, zoals het lot dat

voorkomt in veel traditionele culturen, waar de mensen eerder gevangenen zijn van

voorgestructureerde settingen, dan dat zij in staat zijn om hun leven vorm te geven zoals zij dat

9 Met late moderniteit bedoelt Giddens de wereld zoals deze vandaag de dag is (1991).

Page 32: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 32

willen. Een dialoog met de tijd impliceert de basis voor zelfrealisatie en is een essentiële

voorwaarde voor het bereiken van tevredenheid op elk moment; dit houdt in dat men stressvolle

gebeurtenissen identificeert die al hebben plaatsgevonden of nog moeten plaatsvinden, en men

tot een overeenstemming komt als het gaat om de gevolgen. Maar het heft in eigen handen

nemen, brengt risico’s mee zich mee. Het individu moet zijn voorbereid om in zekere mate te

breken met het verleden en een nieuwe koers voor ogen te hebben (ibid.). De moraal van

zelfrealisatie is volgens Giddens dat het gaat om “being true to oneself” (1991, p. 78), waarmee

hij doelt op het onderscheid tussen de ware en valse zelf. Mensen negeren hun innerlijke

ervaringen en doordat deze zich zullen herhalen, zijn zij als het ware gevangenen van

eigenschappen, ofwel het gaat hier om eigenschappen die voortkomen uit gevoelens en situaties

die door anderen aan hen zijn opgelegd. Trouw zijn aan jezelf is volgens Giddens een actief

proces van zelfrealisatie, ofwel vrij worden van afhankelijkheden en het bereiken van voldoening.

Hij claimt tot slot dat het vinden van voldoening voor een deel een moreel fenomeen is, omdat

het gevoelens bevordert dat iemand een waardevol persoon is.

Page 33: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 33

Methodologie

Hoofdstuk 3

In dit hoofdstuk wordt nader beschreven hoe data zijn verzameld en geanalyseerd met behulp

van deze kwalitatieve onderzoeksmethode.

De onderzoeksgroep bestaat uit achttien bewust alleenstaande moeders met een of meer

kinderen. Het onderzoeksgebied spreidt zich uit over Nederland. De respondenten zijn

verworven via een oproep op sociale media (Vivaforum, Facebookpagina Happy Single Mom en

de persoonlijke Facebookpagina van de onderzoeker) en websites gericht op bewust

alleenstaande moeders, zoals bam-mam (2016) en bampraat (2016). Om eenvoudiger toegang te

krijgen tot de doelgroep zijn zes consultatiebureau’s, negen kindercentra (kinderdagverblijven en

peuterspeelzalen) en vier basisscholen in Amsterdam persoonlijk bezocht. Daarnaast zijn via de

respondenten, andere respondenten verworven. Er zijn diepte-interviews afgenomen om

respondenten de mogelijkheid te geven over hun ervaringen te praten. Naast het verzamelen van

interviewdata, is de organisatie bam-mam benaderd om een bijeenkomst te kunnen bijwonen.

Vanwege privacy-redenen is het verzoek voor een participerende observatie van deze

bijeenkomst afgewezen. De organisatie wil namelijk de privacy van de deelnemende moeders

garanderen. Om dieper op de beleving van respondenten te kunnen ingaan, is gekozen voor een

semigestructureerde vragenlijst, opdat er kon worden afgeweken van de interviewvragen die van

tevoren zijn vastgesteld. Dat maakt het ook mogelijk om een levendige beschrijving van hun

situatie te geven. De interviews met de respondenten vonden voornamelijk plaats bij hen thuis.

Een interview is, vanwege de afstand en reiskosten, via Skype afgenomen waarbij er

gecommuniceerd wordt via internet. Omdat tijdens dit interview de internetverbinding niet

optimaal was en daardoor lastiger kon worden ingespeeld op de emoties van de respondent, is

ervoor gekozen de rest van de interviews alleen nog via een persoonlijke ontmoeting af te

nemen. Vanwege de reiskosten zijn voornamelijk respondenten uit Noord-Holland geïnterviewd.

Alle 18 interviews zijn opgenomen met opnameapparatuur en voor het gebruik ervan is

voorafgaand aan de interviews aan de respondenten om toestemming gevraagd. Er is gekozen

om de interviews anderhalf à twee uur te laten duren, om de respondenten de gelegenheid te

Page 34: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 34

geven hun ervaringen te delen en over het onderwerp te kunnen uitweiden, maar ook om zo

voldoende interviewmateriaal te kunnen verzamelen. De reden van de meeste respondenten om

deel te nemen aan dit onderzoek is ten eerste om hun ervaringen te kunnen delen, onder meer

over hoe trots zij zijn. Ten tweede om meer bekendheid te geven aan het onderwerp, met name

om andere alleenstaande vrouwen met een kinderwens van kennis te voorzien. Sommige

respondenten hebben namelijk ervaren dat er weinig informatie voorhanden lag tijdens hun

besluitvorming voor het bewust alleenstaand moederschap. Ten derde om bij te dragen aan een

positiever beeld van de ouderschapsvorm en het afnemen van stereotypering. In dit onderzoek

moet daarom rekening worden gehouden met bias van sociaal wenselijke antwoorden. Verder is

schriftelijk en aan het begin van een interview benadrukt dat interviewgegevens worden

geanonimiseerd en namen worden gefingeerd, om biasvorming zoveel mogelijk te voorkomen.

Vanwege gedetailleerde beschrijvingen van de respondenten is er veel variatie in de antwoorden.

Ook moet rekening worden gehouden met biasvorming van de onderzoeker vanwege

persoonlijke betrokkenheid.

In totaal is 32 uur en 25 minuten aan interviewmateriaal verzameld om theoretical saturation

mogelijk te maken, dat inhoudt dat dataverzameling een punt bereikt als er geen nieuwe data

meer verschijnt (Bryman, 2012). Vooraf heeft een pilotinterview plaatsgevonden om

onvoorziene problemen te ondervangen. Een aantal interviewvragen zijn verrijkt met citaten uit

de literatuur om de vragen te verhelderen. Interviewopnames zijn letterlijk uitgetypt. Memo’s zijn

gebruikt als geheugensteun om gedachtegangen uiteen te zetten en om te reflecteren op de

voortgang. Om kwalitatieve data-analyse mogelijk te maken is het softwareprogramma ATLAS.ti

gebruikt om de interviewtranscripties te coderen (open coderen) en te analyseren. Omdat de

meeste respondenten uit de provincie Noord-Holland komen en de leeftijd van de kinderen ver

uiteen ligt - zoals uit tabel 1 valt op te maken - is het lastig om in dit onderzoek causale

verbanden te leggen.

Page 35: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 35

Tabel 1

Gezinssituatie bewust alleenstaande moeders en achtergrondgegevens in 2016

Gefingeerde

namen

Leeftijd Mavo Havo

/ MBO

HBO

/

WO

Aantal uren

betaald

werkzaam

Provincie Aantal

kinderen

Karlijn

39

x

33

Noord-

Holland

1

Jessica

49

x

28

Zeeland

1

Gwen

38

X

38

Utrecht

1

Miranda

43

x

28

Zuid-

Holland

1

Marit

43

x

32

Noord-

Holland

1

Kim

47

x

27

Noord-

Holland

1

Eline

50

x

Niet

Zuid-

Holland

1

Eva

39

x

32

Zuid-

Holland

1

Debby

42

x

24

Noord-

Holland

1

Page 36: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 36

Katja 47 x 30 Noord-

Holland

2

Esther

40

x

24

Noord-

Holland

2

Christel

39

x

30

Noord-

Holland

1

Tess

44

x

32

Noord-

Holland

1

Julia

40

x

30

Noord-

Holland

1

Nicole

Nancy

32

37

x

x

32

24

Zuid-

Holland

Zuid-

Holland

1

1

Gerda

44

x

28

Noord-

Holland

1

Jenny

44

x

Niet

Noord-

Brabant

1

Tabel 1

Gezinssituatie bewust alleenstaande moeders en achtergrondgegevens in 2016

Page 37: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 37

Geslacht Leeftijd kinderen

in jaar of

maanden (=mnd)

Wijze van

conceptie

Aanvullende informatie

Karlijn

meisje

7 jaar

onverwachts

zwanger

Jessica

jongen

11 jaar

pleegouder

pleegmoeder vanaf dat kind 3 jaar

Gwen

jongen

2 mnd

gevraagd aan

goede vriend

Miranda

jongen

3 jaar

gevraagd aan

goede vriend

Marit

jongen

21 mnd

co-vader

co-vader homoseksuele vriend van

moeder

Kim

jongen

2 mnd

onbekende

zaaddonor

Eline

jongen

9 jaar

gestart als donor,

daarna

kortstondige

seksuele relatie

waaruit kind is

ontstaan

Eva

jongen

1 jaar

onbekende

zaaddonor

Page 38: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 38

Debby

meisje

2,5 jaar

onbekende

zaaddonor

Katja

jongen meisje

meisje 9 jaar jongen

4 jaar

onverwachts

zwanger

Esther

jongen meisje

5 mnd

onbekende

zaaddonor

kinderen zijn tweeling

Christel

jongen

3 jaar

onbekende

zaaddonor

Tess

jongen

2,5 jaar

onbekende

zaaddonor

Julia

meisje

4 jaar

onverwachts

zwanger

Nicole

Nancy

jongen

jongen

6 mnd

10 mnd

aanbod vriend als

zaaddonor, is zelf

vader

Gerda

jongen

9 jaar

aanbod vriend als

zaaddonor, is zelf

vader

Jenny

jongen

23 mnd

aanbod vriend als

zaaddonor, is zelf

Page 39: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 39

vader

Page 40: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 40

Resultaten

Hoofdstuk 4

In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten in paragrafen uiteengezet aan de hand van de

twee deelvragen:

1. Hoe conformeren bewust alleenstaande moeders zich aan de normatieve visie op het gezinsleven die in de

samenleving heerst?

2. Op welke manier bieden zij verzet tegen de normatieve visie op het gezinsleven die in de samenleving

heerst?

4.1 Sociale en persoonlijke identiteit van bewust alleenstaande moeders

Deze paragraaf gaat in op de persoonlijke en sociale identiteitsvorming van respondenten in

relatie tot hun keuze voor het bewust alleenstaand moederschap. Er komt aan bod hoe zij tot

hun keuze zijn gekomen; hoe zij zichzelf zien; hoe zij aankijken tegen deze en andere vormen

van ouderschap en hoe zij het bewust alleenstaand moederschap ervaren.

De respondenten zijn op het moment van dit onderzoek 35 jaar en ouder, op een na. Zij

omschrijven zichzelf aan de hand van de volgende termen: eigenwijs; (te) zelfstandig; een vrouw

die anders durft te zijn; onafhankelijk; organisatorisch; nadenkend; kritisch; reflectief; flexibel

denkt en creatief in het bedenken van oplossingen, bijvoorbeeld ten aanzien van

opvoedproblemen en het regelen van oppas. De meeste moeders menen dat vrouwen die het

bewust alleenstaand moederschap ambiëren, hoofdzakelijk sterk in hun schoenen moeten staan

in relatie tot hun omgeving om de droom die zij hebben achterna te durven gaan. Het volgende

citaat van een bewust alleenstaande moeder geeft weer hoe zij de keuze voor het bewust

alleenstaand moederschap in een normatief kader van ideeën over gezinnen plaatst, zoals de

termen ‘sterk in je schoenen staan’, ‘normaal’ en ‘minder als een aparte situatie voelen’

veronderstellen:

Page 41: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 41

“Ja of zij willen het zelf gewoon niet zonder man. Dat kan natuurlijk ook. Maar ja, daar

speelt de omgeving natuurlijk ook wel echt een belangrijke rol in. Denk ik. Het hangt er

maar net van af hoe sterk je in je schoenen staat of hoe goed je het onderzocht hebt.

Want zodra je over deze optie gaat nadenken. Ik ben er ook achter gekomen, de hele

wereld gaat voor je open. Dan kom je er achter dat er een heleboel mensen zijn die dit op

andere manieren uitvoeren. Zodra je dat weet dan is het ook al meer normaal dus dan

voelt het minder als een hele aparte situatie omdat je ziet dat het om je heen gebeurt.”

(Gwen)

Voorbereiding

De wijze waarop de respondenten zich hebben voorbereid op het bewust alleenstaand

moederschap is divers. Om te kunnen kiezen voor het bewust alleenstaand moederschap,

hebben zij kennis verzameld door zoal: het lezen van boeken en ervaringen op fora; het

bezoeken van informatiebijeenkomsten; het leggen van contact met andere (bewust)

alleenstaande moeders en het bespreken van hun keuze met familie en/of vrienden. De meesten

hebben lang over hun besluit nagedacht, in een enkel geval meerdere jaren. Ze veronderstellen

dat de keuze geen bevlieging was en dat het kind om die reden buitengewoon gewenst is; dat het

kind krijgt wat het nodig heeft en dat er liefde en aandacht in overvloed is. Hier wordt het verzet

tegen normatieve gezinsopvattingen duidelijk zichtbaar. Een gestigmatiseerde identiteit van

moederschap wordt op deze wijze geherstructureerd tot iets uitgesproken positiefs. Dit is

overeenkomstig met de theorie van Goffman (1963) over stigmatisering. Volgens deze theorie

zouden gestigmatiseerde personen zich losmaken van de realiteit door een ongebruikelijke

interpretatie te geven aan het karakter van hun sociale identiteit. Dit is terug te zien bij de

respondenten doordat zij een andere betekenis aan hun gestigmatiseerde identiteit hebben

gegeven vanwege de voorbereidingen die zij hebben getroffen voor het alleenstaand

moederschap.

Identiteitsontwikkeling in relatie tot andere ouderschapsvormen

Volgens sommige respondenten zijn er zowel overeenkomsten als verschillen in de aard van het

bewust alleenstaand moederschap en het traditioneel moederschap. De overeenkomsten zijn

volgens hen dat het bij beide gezinsvormen gaat om geborgenheid, warmte en liefde. En de

verschillen zijn dat bewust alleenstaande moeders de regie hebben over de opvoeding en

intensiever een op een contact hebben met het kind. Verder geven sommigen aan dat zij zichzelf

Page 42: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 42

stabieler vinden dan traditionele moeders, omdat zij vinden dat zij een grotere

verantwoordelijkheid dragen, meer bereid zijn tot zelfreflectie om de opvoeding goed te laten

verlopen en anders durven te zijn. Een aantal heeft zich bijvoorbeeld gewend tot een vorm van

professionele hulp zoals (alternatieve) therapie of is bewust bezig met de conditie of het gewicht

om zolang mogelijk fit en gezond te blijven. Tot slot meent een aantal dat zij zich gelijkwaardig

voelen vergeleken met traditionele moeders en de ouderschapsvorm gelijkwaardig beschouwen

in vergelijking met de traditionele ouderschapsvorm.

De meeste moeders suggereren dat er sprake is van een andere start wanneer het gaat om

moeders die bewust alleen een kind opvoeden en moeders die bijvoorbeeld door een scheiding

een kind alleen opvoeden. Zij menen dat bij alleenstaande vrouwen het verdriet en/of de strijd

met de ex-partner aanwezig is; alleenstaande vrouwen onvoorbereid zijn of niet gewend zijn om

de opvoeding alleen te doen en de kans aanwezig is dat de kinderen van alleenstaande moeders

iets van het verdriet en/of strijd meekrijgen. De volgende citaten van twee bewust alleenstaande

moeders maken duidelijk hoe zij hun ouderschapsvorm als een keuze zien:

“Mijn jeugdvriendin die woont nu in Rome, die zit midden in een vechtscheiding. Ik zie

haar enorm worstelen ook met haar eigen identiteit. En met haar woede. En vinden dat

de ander medeverantwoordelijk is. Terwijl ik denk ‘ja weet je wel, pak door’. Waarom?

[...] Mijn leven, mijn basis had ik heel goed op orde toen ik kon kiezen.” (Debby)

“Ja. Ik kan me voorstellen dat een vrouw die gescheiden is het pittig vindt, omdat ze

gewend is om dingen te delen en dat ben ik niet gewend. [...] Ik weet niet beter en hun

weten wel hoe het geweest is. Ik denk dat dat het verschil is.” (Jessica)

Het ervaren van de eigen ouderschapsvorm

De wijze waarop de respondenten hun ouderschapsvorm ervaren, houdt vooral verband met de

afwezigheid van een partner en komt tot uitdrukking in praktische en emotionele aspecten. Een

van de voordelen die zij zien op praktisch gebied is bijvoorbeeld dat zij geen discussies hebben

met een partner over de opvoeding. Beperkingen zijn hoofdzakelijk emotioneel van aard, zoals:

niet kunnen overleggen; niet kunnen delen van zorgen en betekenisvolle momenten; twijfelen;

onzeker zijn en eenzaam voelen. Een reden die zij geven voor deze gevoelens is dat een partner

als klankbord ontbreekt. De afwezigheid van een partner ervaren sommigen dan ook als een

beperking, wat het volgende citaat van een bewust alleenstaande moeder laat zien:

Page 43: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 43

“Je twijfelt misschien wat vaker aan jezelf omdat je het allemaal zelf moet doen, dus je

hebt ook niet echt een klankbord. Je hebt niet de partner als klankbord voor de

beslissingen die je neemt. Als ik denk van ‘goh ik weet het niet helemaal zeker’ […] Ik

bespreek het met een paar vriendinnen of mijn moeder of mijn zusje. Dus dan heb ik

daar wel een klankbord in.” (Jenny)

De wijze waarop de respondenten hun ouderschapsvorm ervaren, drukken zij

voornamelijk uit in termen van gezinssamenstelling, zoals het aantal gezinsleden en gender.

Minder dan de helft geeft aan dat zij zichzelf als een gezin zien. Sommigen vinden hun gezin

compleet en anderen vinden hun gezin incompleet en veronderstellen dat een gezin uit een

vader, moeder en meerdere kinderen bestaat en dat zij zichzelf enkel als een vrouw met een kind

zien. Voor hen zou een gezin compleet voelen, wanneer een man en/of een broertje of zusje

erbij zouden komen, zoals het volgende citaat van een bewust alleenstaande moeder laat zien:

“R: Ergens droom ik er nog wel van een man tegen te komen met een ander kindje dat

we dan compleet worden.

I: Voelt het nu niet compleet?

R: Ik doe er van alles om het wel compleet te voelen. Maar het is niet altijd compleet. […]

Aan de ene kant vind ik het heel jammer dat het niet gelukt is om met z’n vieren te zijn.

Daar heb ik in het begin heel veel moeite mee gehad. Ook met op vakantie gaan. […] Ik

zit er meer mee dan hij haha. Soms zit ik er meer mee dan hij. Ja traditioneel gezin, samen

eten, samen spelen, samen op vakantie.” (Miranda)

Aan de hand van de bovenstaande bevindingen zou op grond van de stigmatheorie van Mead

(1934) kunnen veronderstellen dat bewust alleenstaande moeders uitsluitend een complete zelf

kunnen ontwikkelen als zij gedragingen en activiteiten overnemen van de georganiseerde sociale

groep waartoe zij behoren. Dit is in de vorm van de ‘generalized other’, ofwel de georganiseerde

sociale groep die het individu zijn eenheid van zelf geeft (ibid.).

Een aantal heeft overwogen om voor een tweede kind te gaan zodat het kind dan een

broertje of zusje zal hebben; het kind niet meer alleen met enkel één ouder zal zijn en zij met

meerdere kinderen een gezin zullen zijn. Verder geven sommigen aan dat zij een gezin associëren

met levendigheid en gezelligheid van meerdere gezinsleden en dat zij dit missen. Tot slot meent

een aantal dat zij het bewust alleenstaand moederschap slechts als een fase of als een tijdelijke

Page 44: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 44

ouderschapsvorm zien en een toekomstige partner of kind niet worden uitgesloten. Uit deze

bevindingen blijkt dat de ervaringen van het bewust alleenstaand moederschap zich voornamelijk

verhouden ten aanzien van de afwezigheid van een partner. Verder blijkt dat de mate waarin de

respondenten zich (een) compleet (gezin) voelen samenhangt met een traditionele

gezinssamenstelling, zoals de aanwezigheid van een tweede kind en een partner. Het volgende

citaat van een bewust alleenstaande moeder laat zien hoe zij haar ouderschapsvorm interpreteert

op de wijze waarop de omgeving deze waarneemt volgens haar:

“I: Zie jij jouw situatie als een gezin?

R: Ja, nu weet ik niet of ik dat echt zie of dat ik dat wil zien. Ja want ik merk wel dat als ik

bijvoorbeeld post krijg, is het voor Daniëlle en Joris. En dan is dat niet voor familie

Bakker. Nou, vind ik wel jammer. Denk ik: he, we zijn toch een gezin? Dat is mijn kind.

Dus dat vind ik wel jammer.

I: Dus je ziet het wel als gezin?

R: Ja, ik zie het, nou, ik snap het dat anderen dat niet zo zien. Misschien dat ik het zelf

ook niet vind. En is het meer omdat ik het graag zou willen zijn. Dat men mij als gezin

ziet.”

I: Maar wat snap jij eraan dat anderen dat niet zo zien? Hoe denk jij dat anderen dat zien?

R: […] Alleen als ik kijk naar die vriendin waar je dan morgen naar toe gaat, zou ik haar

ook niet bestempelen als een gezin. Dat is Brenda met haar zoontje. Dus ik snap dat men

mij ook zo ziet en niet als een gezin. En misschien dat ik het wel zou willen dat men mij

zo ziet, omdat dat de droom is die ik had, een gezin. Snap je?

I: Dus je zou het willen dat jij als gezin wordt gezien?

R: Ja denk ik

I: Maar je snapt wel dat mensen dat niet zo zien?

R: Ja snap ik heel goed. Want ik ben gewoon een vrouw met een kind.” (Eva)

Uit het citaat van Eva blijkt dat zij zich probeert te verzetten tegen de manier waarop de

ouderschapsvorm wordt beoordeeld door haar omgeving. Dit doet zij door kenbaar te maken dat

zij zichzelf een gezin vindt. De manier waarop haar gezin wordt benaderd in haar ogen,

suggereert dat het zou gaan om een gezinsvisie die in een normatieve structuur ligt ingebed. De

discrepantie die in het citaat van Eva naar voren komt is dat zij weerstand biedt tegen normatieve

gezinsopvattingen. Maar tegelijkertijd onderschrijft zij deze ideeën over het gezinsleven die in de

samenleving heersen; zij doet dit door begrip op te brengen voor deze opvattingen, wat haar

Page 45: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 45

ideaalbeeld van een traditioneel gezin lijkt te accentueren. Vanuit het oogpunt van Goffman

(1959) zou kunnen worden gezegd dat bewust alleenstaande moeders er volledig van overtuigd

zijn dat de realiteit zoals deze zich voordoet en waarvan zij deel uitmaken de echte realiteit is.

4.2 Het beeld van het gezinsleven van bewust alleenstaande moeders

Deze paragraaf gaat onder andere in op het beeld dat de respondenten als kind hadden van een

gezin en hoe zij daar als alleenstaande vrouw met een kinderwens mee zijn omgegaan; hoe

relationele ervaringen daarmee samenhangen en hoe zij aankijken tegen hun keuze voor deze

ouderschapsvorm.

Relationele ervaringen

Voor de meeste respondenten geldt dat zij een ideaalbeeld hebben van een traditioneel gezin

zowel voor als na het moederschap. Dit beeld heeft betrekking op de behoefte aan een gezin en

het belang van een vaderfiguur. Hieronder wordt beschreven hoe relationele ervaringen

samenhangen met dit beeld. De relationele ervaringen die zij als kind hebben opgedaan in de

thuissituatie en op latere leeftijd met een partner, lijken samen te hangen met een ideaalbeeld van

een traditioneel gezin, waarbij positieve en negatieve ervaringen dit beeld, respectievelijk

versterken en verzwakken. Deze ervaringen hebben zoal betrekking op de band tussen en met

hun ouders; de mate waarin hun ouders als voorbeeld hebben gefungeerd; de band met een ex-

partner en tot slot noodlottige gebeurtenissen zoals een miskraam en een abortus. Het volgende

citaat van een bewust alleenstaande moeder geeft weer hoe de band die zij heeft met haar vader,

haar beeld vormt over een gezin:

“Wat mij betreft was mijn vader mijn opvoeder. […] O’ja ik had een hele bijzondere

mooie band met mijn vader. En toen heb ik weleens tegen een vriendinnetje gezegd,

want die zei: “Zou je het wel alleen doen?” En toen zei ik: “Nee.” Weet je mijn meest

betekenisvolle relatie in mijn leven dat was met mijn vader. En dat ga ik toch bij voorbaat

mijn kind niet ontzeggen?” (Marit)

Loslaten ideaalbeeld

Page 46: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 46

De wijze waarop respondenten zijn omgegaan met hun ideaalbeeld van een traditioneel gezin

zowel voor als na het moederschap, zal hieronder worden toegelicht. De meeste respondenten

vertellen dat zij van jongs af aan dachten dat het leven hoorde te gaan op de manier zoals zij zijn

opgegroeid en om zich heen hebben gezien. Zij waren dan ook teleurgesteld om het feit dat hun

traditionele gezinsplaatje anders verliep dan zij zich hadden voorgesteld. Voor sommigen heeft

de keuze voor het bewust alleenstaand moederschap langer geduurd vanwege dit ideaalbeeld,

omdat zij op zoek waren naar een man om een gezin mee te stichten en zij het toekomstige kind

een vaderfiguur gunden. Om te kunnen kiezen voor deze ouderschapsvorm, heeft een deel van

de moeders hun ideaalbeeld van een traditioneel gezin losgelaten. De meeste moeders lieten dit

ideaalbeeld los aan de hand van een leeftijdsgrens die zij stelden – deze grens lag voornamelijk

tussen de 30 en 40 jaar. Het maakte volgens hen de keuze eenvoudiger en draaglijker. Zij wilden

het krijgen van kinderen niet langer laten afhangen van het wel of niet tegenkomen van een man

en het wel of niet slagen van een relatie. De kinderwens voelde daar te sterk voor en ze wilden

achteraf geen spijt hebben dat ze te lang op de ware zouden hebben gewacht. Een aantal geeft

aan dat zij meer op zoek zijn geweest naar een vader voor een toekomstig kind dan naar een man

voor zichzelf. Voor de meesten geldt dat de kinderwens voor te veel druk zorgde op het vinden

van de juiste partner. Met andere woorden, de kinderwens droeg negatief bij aan het daten en aan

een nieuwe relatie. Sommigen zeggen dat zij zowel naar een partner als naar een vader voor een

toekomstig kind op zoek zijn geweest en anderen veronderstellen dat zij niet op zoek zijn

geweest naar een partner. Een ander deel heeft hun ideaalbeeld van een traditioneel gezin na het

moederschap losgelaten. Voor sommigen geldt dat het loslaten van dit ideaalbeeld, voor- of

nadat zij moeder werden, tijdelijk is geweest om gemakkelijker te kunnen kiezen voor het bewust

alleenstaand moederschap. Vanuit dit opzicht meent een aantal moeders dat het verlangen naar

een traditioneel gezin na het moederschap (soms) weer opnieuw opkomt. Zij zeggen

bijvoorbeeld dat ze het leuk zouden vinden om iemand tegen te komen, maar niet actief op zoek

zijn naar een partner. Een van hen staat bijvoorbeeld ingeschreven bij een aantal datingsites,

maar zegt dat een partnerwens geen prioriteit meer is.

Alleenstaande vrouw met kinderwens

Tot slot een beschrijving over hoe de respondenten aankijken tegen de situatie van alleenstaande

vrouwen met een kinderwens. De meesten van hen beweren dat wanneer alleenstaande vrouwen

met een kinderwens niet kiezen voor het bewust alleenstaand moederschap, zij dit voornamelijk

Page 47: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 47

vanuit traditionele overwegingen doen. De vrouwen die zij kennen hebben volgens hen namelijk

een beeld van ouderschap als dat het krijgen van kinderen hoort te gaan op de traditionele

manier en een kinderwens alleen in vervulling kan gaan wanneer er een partner is. Ze menen dat

deze vrouwen zich onder meer verschuilen achter het traditionele beeld van een gezin; dat zij niet

willen afgaan naar de buitenwereld toe en dat de kinderwens voor hen niet groot genoeg is om

het ouderschap alleen te doen. De bevindingen in deze paragraaf tonen aan dat sommige

respondenten hun ideaalbeeld hebben losgelaten om de keuze te kunnen maken voor het bewust

alleenstaand moederschap. Op basis hiervan kan worden verondersteld dat alleenstaande

vrouwen met een kinderwens, eerder zullen kiezen of minder moeite zullen hebben met de keuze

voor het bewust alleenstaand moederschap, wanneer zij hun ideaalbeeld van een traditioneel

gezin loslaten. Ook hier schuilt een vorm van verzet tegen de normatieve visie die in de

samenleving heerst.

Het label bewust alleenstaande moeder

Nu volgt een beschrijving van hoe de respondenten de term bewust alleenstaande moeder

ervaren. Sommige respondenten geven aan dat zij zichzelf als bewust alleenstaande moeder zien,

maar vinden dat de nadruk op het woord ‘bewust’ voor onduidelijkheid zorgt. Zij

veronderstellen dat het begrip ‘bewust’ eerder op de keuze voor het moederschap slaat dan op de

status van alleenstaand. Een aantal associeert de term met de bomvrouw uit de jaren 70 of het

strippersonage Hanna10. Anderen vinden het woord bammoeder apart of lelijk en associëren het

negatief met de website bam-mam of ervaren het als een label. Sommigen menen dat zij de term

soms gebruiken om te benadrukken dat zij bewust zonder partner een kind opvoeden, omdat het

volgens hen voor een positief onderscheid zorgt tussen vrouwen die wel en niet bewust hebben

gekozen voor het alleenstaand moederschap. Enkele moeders gebruiken andere termen om hun

ouderschapsvorm mee aan te duiden, zoals: alleenstaande moeder, alleengaande ouder en

moeder. Of zij zeggen ‘ik doe het alleen/ in mijn eentje’. Elke moeder benoemt haar situatie dus

op een manier die zij prettig vindt, zoals blijkt uit de volgende twee citaten:

“Ik vind het woord alleenstaande moeder vind ik zelf dus echt verschrikkelijk. Als

mensen zeggen alleenstaande moeder, moet ik altijd denken aan zo’n vrouw die naar de

Aldi loopt met al haar tassen, die er niet uit ziet. Met drie kinderen voor, achter of op de

fiets. Dus ik vind single moeder veel positiever klinken dan alleenstaande moeder. Ik heb 10 Hanna is een bomvrouw uit de stripverhalen van Jan, Jans en de kinderen van striptekenaar Jan Kruis.

Page 48: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 48

het gevoel dat iedereen je dan verlaten heeft. Dat je er helemaal alleen voor staat. Zo is

het natuurlijk niet.” (Julia)

“Dan denk ik, alleenstaand? Ik heb een waanzinnig netwerk. Ik doe het alleen, de basis.

Ik heb enorm veel hulp en ik heb inmiddels heel goed geleerd om hulp te vragen.”

(Debby)

Bovenstaande citaten geven weer hoe de respondenten omgaan met de termen die hun

ouderschapsvorm benadrukken. Zij lijken dusdanig bezig te zijn om een identiteit en een plaats

in de samenleving voor zichzelf te scheppen op een manier waar zij zich prettig bij voelen. Zij

nemen de termen in overweging om zich vervolgens te kunnen positioneren en hun plaats in de

samenleving te claimen. Deze voorbeelden laten zien dat bewust alleenstaande moeders kritisch

kunnen zijn ten aanzien de manier waarop hun ouderschapsvorm wordt neergezet en kan als een

vorm kan gelden van verzet tegen de normatieve gezinsvisie die in de samenleving heerst.

4.3 De kinderwens van bewust alleenstaande moeders

Deze paragraaf belicht zoal hoe de kinderwens van de respondenten een rol heeft gespeeld in de

keuze voor het bewust alleenstaand moederschap en de beeldvorming over zichzelf. Ook wordt

duidelijk dat deze keuze een combinatie kan zijn van leeftijd-, vruchtbaarheid- en

omgevingsfactoren.

Gevoelens kinderwens

Hieronder wordt beschreven hoe respondenten destijds hun leven met een kinderwens hebben

ervaren. Een minderheid meent dat zij op een bepaald moment in hun leven toe waren aan een

nieuwe fase of een nieuwe invulling van hun leven. Zij hadden bepaalde doelen bereikt en

voelden een biologische klok tikken. De meesten beschrijven hun kinderwens als een natuurlijke

drift, een oer gevoel en een instinct. Sommigen zeggen dat het leven is bedoeld om zich voort te

planten; dat het normaal is om kinderen te willen (verzorgen) en dat het lichaam van de vrouw is

gemaakt om te baren. De helft geeft aan dat zij negatieve gevoelens hebben ervaren vanwege de

destijds onvervulde kinderwens, zoals: somberheid, eenzaamheid, onrust, leegte en incompleet

voelen. Sommigen menen dat zij het confronterend vonden wanneer anderen zwanger waren of

kinderen kregen en wanneer vragen werden gesteld over de kinderwens. Naarmate de leeftijd

Page 49: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 49

toenam en de vruchtbaarheid afnam bleek de kinderwens sterker te worden. Ten aanzien van het

vinden van een partner, oefende de kinderwens druk uit op hun partnerwens en vice versa. De

meesten beweren dat naarmate zij ouder werden zij hun grenzen hebben verlegd of wilden

verleggen om zwanger te worden. Sommigen deden dit bijvoorbeeld door naar argumenten te

zoeken om hun kinderwens in vervulling te laten gaan. Verder zegt een moeder dat wanneer de

mogelijkheden voor vruchtbaarheidsbehandelingen niet toereikend zouden zijn geweest, zij

wellicht was overgegaan op een one-night stand. De volgende citaten van twee bewust

alleenstaande moeders laten zien hoe zij hun grenzen verleggen, waarbij het tweede citaat laat

zien dat de toename van de leeftijd hierin een rol speelt:

“Bij mij was het echt bewust zo van eh, ik deed er alles aan op de momenten dat ik

vruchtbaar zou zijn, dat ik hem zou kunnen zien. Daar deed ik wel mijn best voor. Dat

ik wel probeerde dat een beetje in de gaten te houden.” (Katja)

“I: En dat was rond je 32 dat je ging zoeken.

R: Toen ging het kriebelen zeg maar en rond mijn 35e ben ik echt heel intensief gaan

zoeken. En dan moet je lang wachten en uiteindelijk ben ik toen op mijn 49e die man

tegengekomen die dan mijn donor wilde zijn. Maar ik denk dat, ja relatie is een raar

woord, maar ik denk dat ik gewoon echt helemaal verblind was door het feit van ‘ik wil

een kind’ en hij wilde mij wel dat kind geven weet je wel. […] Ja en dat heeft mij gewoon

blind gemaakt voor al zijn karaktertrekken en weet ik het allemaal. Ik nam alles maar op

de koop toe.” (Eline)

Een aantal meent dat als het niet zou zijn gelukt om de kinderwens in vervulling te laten

gaan, zij de onvervulde kinderwens alleen zouden accepteren wanneer zij alle aanwezige opties

om zwanger te worden, zouden hebben ondernomen. Nu zij moeder zijn, voelt het leven voor

hen rijker en meer betekenisvol. Nadat zij moeder zijn geworden omschrijven zij de wijze

waarop zij naar zichzelf als vrouw kijken als dat zij zich completer, meer zelfverzekerd en trots

voelen. Voor sommigen voelt het bewust alleenstaand moederschap als een oplossing of de beste

keuze die zij (ooit) hebben gemaakt, zoals het volgende citaat van een bewust alleenstaande

moeder weergeeft:

“Ik ben vaker ongelukkig door relaties geworden dan gelukkig. Dus daarom is alleen zijn

voor mij een soort van gelukkiger iets dan in een relatie zijn. […] Voor mij is dit echt de

oplossing. Jaa ik vind dat heel prettig. Het was echt fantastisch.” (Christel)

Page 50: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 50

Uit bovenstaande bevindingen blijkt dat de respondenten de keuze voor het

moederschap als onvermijdelijk voelen. Zij beschouwen de kinderwens als een natuurlijke

behoefte van de vrouw. Zij hebben negatieve gevoelens ervaren over hun destijds onvervulde

kinderwens en sommigen hebben hun grenzen verlegd naarmate de leeftijd toenam en de

vruchtbaarheid afnam en de kinderwens sterker werd. Een zwangere omgeving speelt hierin ook

een rol. Verondersteld kan worden dat de mate waarin alleenstaande vrouwen met een

kinderwens zich voelen en handelen ten aanzien van hun kinderwens, samenhangt met de

mogelijkheid die alleenstaande vrouwen voelen om te kunnen kiezen voor het bewust

alleenstaand moederschap. Met andere woorden, wanneer zij de mogelijkheden voelen om zich

te kunnen voortplanten zonder partner, zou dit kunnen bijdragen aan het verminderen van

negatieve gevoelens en het vergroten van positieve gevoelens, respectievelijk stress en een

positief zelfbeeld. Uit de bevindingen blijkt dat de mogelijkheden tot voortplanting zich enerzijds

(praktisch) verhouden tot de aanwezigheid van vruchtbaarheidsbehandelingen en anderzijds

(praktisch en emotioneel) tot de aanwezigheid van steun en aanmoediging door de omgeving

voor hun keuze, zoals vrienden die zich aanbieden als zaaddonor en co-ouderschap. Deze

mogelijkheden zorgen er dus voor dat de druk afneemt van hun verlangen naar een kind.

Tegelijkertijd zorgen deze mogelijkheden voor een paradoxale situatie. Vanuit de

maakbaarheidsgedachte, waarnaar Duyvendak (2004) in zijn werk refereert, vormen deze

keuzemogelijkheden voor alleenstaande vrouwen met een kinderwens een manier om zich te

verzetten tegen heersende ideeën over het gezinsleven en vergroten bovendien hun

onafhankelijkheid. Maar tegelijkertijd veronderstellen deze verworven vrijheden, zoals uit de

literatuur is gebleken, dat deze zijn gestaafd op een paternalistische visie op het gezinsleven. De

bevindingen uit dit onderzoek onderstrepen de theoretische aanname van Duyvendak; de

respondenten voelen de keuze voor het moederschap namelijk als onvermijdelijk. Deze

gevoelens lijken gestoeld op het principe van de maakbare samenleving en handelen zij conform

deze culturele doelstellingen.

Zaaddonor en co-ouder

De keuze van de respondenten voor een bekende of onbekende zaaddonor en co-ouder hangt

samen met het sterker worden van de kinderwens; de toename van leeftijd en de afname van

vruchtbaarheid; een zwangere omgeving en de afname van bekende zaaddonoren. Minder dan de

helft van de respondenten heeft een kind van zowel een bekende zaaddonor, zoals een vriend of

Page 51: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 51

ex-partner. Voor een aantal met een bekende zaaddonor geldt dat de donor al vader is, of zowel

vader als partner is. Sommige moeders beargumenteren dat zij een kind hebben van een bekende

zaaddonor of dit graag hadden gewild, vanwege het feit dat het kind de vader dan zal kennen; het

kind te allen tijde contact kan opnemen met de vader en niet hoeft te wachten tot het 16 jaar is,

en de moeders de andere helft van het kind ook van belang vinden. De meeste moeders met een

bekende zaaddonor (of co-vader) menen dat zij verder zouden hebben gezocht naar een

onbekende zaaddonor wanneer zij geen bekende zaaddonor hadden kunnen vinden. Hun sterke

kinderwens zou hiervoor de reden zijn. Ook zochten de meeste moeders naar of overwogen co-

ouderschap om een kind op te voeden met een hetero- of homoseksuele man of een

homoseksueel stel, zodat het kind een vader zal hebben. Een van de moeders heeft co-

ouderschap met een homoseksuele vriend. En enkele anderen hebben co-ouderschap met een

man (vader van het kind) waarmee zij een kortstondige (seksuele) relatie hebben gehad en

waarvan zij (per ongeluk) zwanger zijn geraakt. De mogelijkheden voor alleenstaande vrouwen

met een kinderwens om hun kinderwens in vervulling te laten gaan en een kind op te laten

groeien met een vaderfiguur, laat het volgende citaat zien van een bewust alleenstaande moeder:

“R: Ik heb wel van mensen te horen gekregen van je ontneemt een kind een vader als je

het alleen doet. Ik heb ook nog, voordat ik de spermabank inging, met een homostel

contact gehad, ook via een site, moeders zoekt vaders. Het was gewoon een site via bam-

mam ofzo, dat je donoren kon zoeken of homostellen. […] Toen kreeg ik later te horen

‘we willen niet verder met je […] Toen dacht ik: nou ja. Ik ben ook blij dat ik daarvan af

ben. Dat ik dat niet heb gedaan. Dus ik heb wel heel lang gedacht dat het ideaalbeeld, dus

ik heb dat wel heel lang gezocht. Ik heb ook wel mensen gehad die het niet goed vonden

wat ik deed. Ook niet met die anonieme donor van ‘ja dan ontneem je je kind dit en je

ontneemt je kind dat’. Mensen kunnen heel stellig zijn.” (Kim)

De keuze voor deze voortplantingsmethoden kan een vorm van verzet zijn tegen de normatieve

opvattingen over het gezinsleven die in de samenleving voorkomen, maar vormt tegelijkertijd

een uitsluitingsmechanisme. De theorie van Becker (1963) over Outsiders kan deze stellingname

bekrachtigen. In het licht van Becker kan hierover gezegd worden dat bewust alleenstaande

moeders niet voor deze uitsluiting zorgen, maar dat sociale groepen afwijking creëren, door

regels te maken en de overtreding van deze regels zorgt voor afwijking. Oftewel, de keuze voor

deze voortplantingsmethoden ligt niet aan het feit dat alleenstaande vrouwen bewust voor het

Page 52: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 52

alleenstaand moederschap kiezen. Uitsluiting is eerder een gevolg van de regels die door anderen

zijn opgelegd en zorgt voor een label van het bewust alleenstaand moederschap.

4.4 De afwezigheid van een vaderfiguur

Deze paragraaf geeft weer hoe de respondenten de afwezigheid van een vaderfiguur

beschouwen. Er wordt beschreven hoe zij aankijken tegen het ouderschap en het belang van een

vaderfiguur, en tegen de genderontwikkeling bij jongens die opgroeien in alleenstaande

moedergezinnen.

Vaderfiguur

Hieronder wordt toegelicht hoe de respondenten aankijken tegen het ouderschap en het belang

van een vaderfiguur. De helft van de respondenten geeft aan dat een kind een moeder en een

vader nodig heeft. Een van hen zegt dat het kind kwetsbaar is wanneer het alleen een moeder

heeft en het voor het kind prettig is als het twee referentiepunten heeft. Hun argumenten over

het belang van een vaderfiguur lopen uiteen en beweren de volgende zaken: een man reageert

anders dan een vrouw; een man geeft andere dingen mee aan een kind; mannelijke invloed is van

belang; een man is nodig voor de balans; een man heeft andere energie; een man helpt een kind

zichzelf tot uitdrukking te brengen; een man is nodig als rolmodel voor jongens; een kind heeft

beide rollen nodig. Voor de meeste respondenten geldt dat de biologische vader niet of in

beperkte mate is betrokken bij het kind. Zij beweren dat de rol van de biologische vader kan

worden vervangen door de rol van andere mannen. Zij vinden dat de vaderrol niet persé is

weggelegd voor de biologische vader en de rol op verschillende manieren kan worden ingevuld.

Verder meent de meerderheid dat zij niet actief op zoek is naar een vaderfiguur, maar dit wel

zullen doen wanneer het kind daaraan behoefte heeft. Een deel wijst op de reeds aanwezige

mannelijke rolmodellen in de omgeving van het kind, zoals een stiefvader, opa, oom, vrienden,

buurman en leraar. Een aantal moeders vindt een vaderfiguur voor het kind niet of in beperkte

mate van belang en duidt dit als volgt: er zijn genoeg mannelijke rolmodellen in de omgeving van

het kind; het kind zal de behoefte aan een vaderfiguur uit zichzelf opzoeken, zoals bij mannelijke

vrienden van de respondent en het verschilt per kind of het behoefte heeft aan een vaderfiguur.

Enkelen geven aan dat zij soms een vaderrol op zich nemen. Zij ondernemen bijvoorbeeld

Page 53: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 53

pogingen om wat stoerder te zijn; leren zichzelf aan om te stoeien; doen bewust jongensachtige

activiteiten en zoeken de mannelijke kant van dingen op.

Jongensachtig

De respondenten werd naar hun mening gevraagd over de uitkomsten van een onderzoek van

Stevens et al. (2002) dat uitwijst dat jongens uit alleenstaande moedergezinnen minder

jongensachtig zijn. Een deel van hen beargumenteert hun visie op dit onderzoek, door de

bevindingen ervan toe te passen op hun zoon. Zij menen onder andere dat hun zoon een echte

jongen is, zich jongensachtig gedraagt en stoer is. De helft van de moeders veronderstelt dat het

niet erg is wanneer een jongen minder jongensachtig is. Twee bewust alleenstaande moeders

zeggen hierover:

“I: Eerdere studies beweren dat jongens van alleenstaande moeder families minder

jongensachtig zijn dan jongens uit families die bestaan uit man-vrouw. Hoe kijk jij daar

tegenaan?

R: Nou dat zou misschien wel kunnen. Dat zou ik bij hem niet zo heel erg vinden, want

haha dat een man er helemaal niet slechter van wordt als hij wat meer inlevingsvermogen

heeft en als hij wat meer vanuit de vrouw kan bekijken. Dat maakt een man voor mij

leuker. Dus ik denk niet dat het persé slecht is.” (Nancy)

“Maar op zich heb ik wel een stoer binkie zeg maar. Dus dat is wat ik zeg ook weer kind

afhankelijk. Ik denk wel dat hij wat zachter is, denk ik. Maar of dat nou slechter is, dat

weet ik niet. Hij wordt er niet om gepest zoals hij is.” (Gerda)

De respondenten vinden dat de rol van een vaderfiguur niet alleen is weggelegd voor de

biologische vader of voor een man in huis, maar deze zich kan manifesteren op allerlei manieren.

Ook speelt het belang van een vaderfiguur een minder prominente rol wanneer het gaat om de

mannelijke genderontwikkeling bij hun zonen. Een assumptie zou kunnen zijn dat bewust

alleenstaande moeders zich conformeren aan normatieve opvattingen over de rol van een vader.,

vanwege het belang dat zij hechten aan een vaderfiguur. Maar doordat zij het belang van een

persoons- en plaatsgebonden rol niet onderstrepen, en de meeste van hen het niet bezwaarlijk

vinden als hun zoon zich minder jongensachtig zou gedragen, laten zij zien dat zij zich verzetten

tegen een regulatieve visie op het belang van een vader.

Page 54: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 54

4.5 Hoe gaan bewust alleenstaande moeders om met hun omgeving?

Deze paragraaf beschrijft het beeld dat de omgeving heeft van het (bewust) alleenstaand

moederschap, vanuit het oogpunt van de respondenten; hun ervaringen met reacties en

complimenten uit de omgeving en hoe zij hiermee omgaan.

Acceptatie omgeving

Minder dan de helft van de respondenten beweert dat zowel het alleenstaand moederschap als

het bewust alleenstaand moederschap (grotendeels) worden geaccepteerd. Zij concluderen dit

onder andere naar aanleiding van positieve reacties die zij hebben ontvangen uit de omgeving.

Daarentegen meent een aantal moeders dat er niet of nauwelijks sprake is van acceptatie van

beide ouderschapsvormen. Volgens hen heeft dit te maken met de aanwezigheid van traditionele

waarden over het gezinsleven. Zij veronderstellen bijvoorbeeld dat een (oudere) alleenstaande

vrouw zich moet verantwoorden voor het alleen zijn en voor het niet hebben van kinderen; dat

alleenstaande vrouwen worden aangemoedigd om kinderen te krijgen en dat de aanwezigheid van

een partner ervoor zorgt dat de omgeving minder vreemd tegen de ouderschapsvorm aankijkt.

Het volgende citaat geeft weer hoe een bewust alleenstaande moeder via een formulier van de

kraamzorg is geconfronteerd met haar ouderschapsvorm:

“Kijk ik weet dat ik een aantekening heb. Dat ik uit een, wat stond er nou in toen? Dat ik

uit een instabiel gezin, zo noemen ze dat dan. Jaa instabiel gezin. Toen stond erachter, ja.

Dat is meer omdat ik dan alleen ben. Misschien dat zij meer opletten, geen idee of ze dat

doen.

I: Wat vind je ervan dat ze jouw gezin een instabiel gezin noemen?

R: Nouuh, de eerste keer dat ik dat las dacht ik wel ff [sic]: instabiel gezin? Waar komt

dat vandaan? Toen later dacht ik: ohja, dat komt natuurlijk omdat er een man mist.

Omdat er geen vader is, dan noemen ze dat instabiel. Ik dacht meer van: dat is een

afwijking van het traditionele plaatje en daarom is het instabiel. Ik denk dat dat, als we

het dan over Nederland hebben, dat de meesten nog wel steeds uitgaan van het

traditionele gezin. […] Ja, ja nou. Ja dat ik het las zat het me wel dwars. […] In mijn ogen

is een instabiel gezin een gezin wat niet functioneert.” (Esther)

Page 55: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 55

De visie van de omgeving op het alleenstaand moederschap is volgens de respondenten:

traditioneel; niet voor gekozen; kwetsbaar; iets verloren; zielig; weemoedig; zwaar; alleenstaande

als probleemstuk en gezin als norm. De visie van de omgeving op het bewust alleenstaand

moederschap is volgens hen: traditioneel; gedwongen keuze; medelijden; vrouwen die shoppen

naar zaad; instabiel gezin; geen normale zaak; vader in het gezin nodig; afkeuring. De meeste

respondenten menen dat hun bewering over de visie van de omgeving vooral is gebaseerd op

berichten uit de media en niet op grond van persoonlijke confrontaties. De overeenkomende

eigenschappen tussen het bewust alleenstaand moederschap en het alleenstaand moederschap,

kunnen vooral samenhangen met het beeld dat de omgeving heeft van het alleenstaand

moederschap. Op basis van de labelling theorie van Becker (1963) zou kunnen worden

opgemerkt dat beide type moeders hetzelfde stigmatiserende label delen en beiden de ervaring

delen om te worden gelabeld als outsider.

Het volgende citaat etaleert de interpretatie van een bewust alleenstaande moeder over de

visie van de omgeving op het bewust alleenstaand moederschap en lijkt een vermeende

samenhang te hebben met een traditionele visie op het gezinsleven:

“I: En toen ik eenmaal zwanger was ging ik toch wel denken van ‘jeetje nou heeft hij echt

geen vader’. En bij de kinesioloog kwam eruit dat kinderen voelen je energie, en de

energie van vrouwen is anders dan dat van mannen. En dat hij dan mannelijke energie

miste. En dat was lastig voor hem. Ja dat vond ik toch wel heel moeilijk en toen dacht ik

‘jeetje daar zadel ik hem dan mee op’. […]

I: Oke, en dat haalt zij uit het feit dat hij nu eczeem heeft?

R: Ja volgens mij was dat omdat hij speciale voeding had en niet doorsliep en uiteindelijk

kwam dat eruit.

I: En toen ben jij je schuldig, een beetje schuldig gaan voelen...

R: Nou dan heb ik een heel klein beetje dat ik denk van ‘ja, ergens had ik hem het wel

gegund’. Maar ja, dan zie ik ook weer… Kijk hij heeft niet een vader die bij hem in huis

woont maar hij heeft wel mijn ouders, mijn zus en de mensen om mij heen en mijn

neefje en nichtje. En ik denk gewoon dat hij in een hele liefdevolle, liefderijke omgeving

opgroeit. En dan is het ook wat het is.” (Nancy)

Het alleenstaand en bewust alleenstaand moederschap lijken vooral te worden benaderd

vanuit een normatieve denkwijze over hoe een gezin zou moeten zijn. In het licht van Becker

Page 56: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 56

(1963) hebben zij een regel verbroken. Becker veronderstelt dat de reactie van andere mensen

juist als problematisch moet worden beschouwd. Aangenomen kan worden dat het bewust

alleenstaand moederschap een kwetsbare ouderschapsvorm is en daarmee zelf kwetsbaar is. Deze

stellingname kan tweeledig worden opgevat: Enerzijds als een kwetsbaarheid waar een

alleenstaande moeder niet voor heeft gekozen, zoals de termen ‘zielig’ en ‘zwaar’ beweren.

Anderzijds als een kwetsbaarheid waar een bewust alleenstaande moeder wel (of gedwongen)

voor heeft gekozen, zoals de termen ‘vrouwen die shoppen naar zaad’ en ‘medelijden’

suggereren.

Reactie omgeving

De meeste bekenden van de respondenten zoals familie en vrienden, hebben (voornamelijk)

positief gereageerd. Deze reacties gingen bijvoorbeeld over dat ze de respondent een sterke

vrouw vonden vanwege haar keuze. Ook meent de meerderheid dat hun ouders (of een van de

ouders) verheugd reageerden op hun keuze. Sommige zeggen dat hun ouders (of een van de

ouders) zowel opgetogen als zorgelijk reageerden, omdat zij (of een van de ouders) moesten

wennen aan de keuze voor de respondent en het verdrietig of lastig voor haar vonden dat zij een

kind zonder een partner zal opvoeden. Een aantal meent dat hun ouders (of een van de ouders)

(negatief) oordeelden op basis van traditioneel georiënteerde ideeën van ouderschap, zoals het

volgende citaat van een bewust alleenstaande moeder aantoont: “Ik denk dat ze dat soms best

wel onhandig vinden. Mijn zusje is getrouwd en heeft 2 kindjes en dat is allemaal helemaal

volgens het boekje.” (Karlijn)

Sommigen geven aan dat hun ouders (of een van de ouders) hun keuze niet afwezen of

daar een uitgesproken mening over hadden, maar dat een traditioneel gezinsleven een logisch

vervolg zou zijn geweest. Het volgende citaat van een bewust alleenstaande moeder toont aan

hoe haar ouderschapsvorm door de omgeving wordt benaderd vanuit traditioneel oogpunt:

“Toen heeft mijn vader gezegd: “Ik wil er voor mijn kleinzoon zijn.” En die zorgt dus

een dag in de week en mijn moeder die zorgt ook. Maar opa heeft de verantwoording

voor die dag. […] En mijn vader vindt die mannenrol heel belangrijk dat hij dat aan Mees

overbrengt. […] Hij zegt: “Ik voel me verantwoordelijk voor de opvoeding.” (Miranda)

De helft meent dat zij ook negatieve reacties hebben gekregen die hoofdzakelijk bestaan

uit dat een kind een vader nodig heeft. Een bepaalde geloofsovertuiging kan hierbij een rol

Page 57: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 57

spelen. De reacties kwamen van zoal familieleden, kennissen, collega’s en vreemden op straat.

Enkele moeders zijn contacten verloren door hun keuze, maar betreuren dit niet. Op basis van

de literatuur zou een aanname kunnen zijn dat de omgeving de traditionele ouderschapsvorm het

minst zorgelijk en belastend vindt voor de bewust alleenstaande moeder (en/of voor zichzelf).

Sommige moeders beweren dat zij het spannend vonden om hun keuze kenbaar te

maken aan personen die wat verder weg stonden, zoals collega’s of een huisarts, omdat ze niet

goed wisten hoe deze personen zouden reageren. Zij gingen ervan uit of waren bang dat men

hierover negatief zou denken en oordelen. De meeste moeders vonden (in de eerste plaats) de

mening van familie van belang en (in de tweede plaats) de mening van vrienden. Voor de helft

van de moeders geldt dat zowel familie als vrienden verschillend hebben gereageerd. De moeders

kunnen niet met zekerheid zeggen of zij van hun keuze voor het bewust alleenstaand

moederschap zouden hebben afgezien, wanneer familie en/of vrienden er niet achter zouden

hebben gestaan.

De wijze waarop de moeders de reacties uit hun omgeving hebben ervaren of erop hebben

gereageerd, verschilt. Sommigen hebben bijvoorbeeld bepaalde confrontaties met collega’s

vermeden uit angst voor of ervaring met negatieve reacties. Ook komt het voor dat de moeders

zich willen bewijzen of verantwoorden naar hun omgeving toe of het gevoel hebben dit te

moeten doen. Zij willen bijvoorbeeld niet onderdoen voor een traditioneel gezin en menen dat

zij op dergelijke momenten onzekere gevoelens voor zich houden en verantwoording afleggen

aan personen in de omgeving over hun keuze. De literatuur veronderstelt dat wanneer bewust

alleenstaande moeders worden geconfronteerd met stereotypen en negatieve sociale uitingen

over alleenstaande moeders (Mannis, 1999), kunnen zij vinden dat zij tekortschieten in hun rol

als moeder. Zij kunnen door schaamte worden overmand (Goffman, 1963). De moeders kunnen

denken dat zij hun kinderen een vaderfiguur ontnemen, wat kan samenhangen met het idee dat

traditioneel ouderschap de geschikte en ideale leefstijl is voor het opvoeden van kinderen (Ben-

Ari et al., 2007). De moderniteit brengt volgens Beck (1992) ook risico’s met zich mee, zoals de

vrijheid om zich te identificeren met verschillende instituties of ideologieën, zoals het volgende

citaat schetst. Een bewust alleenstaande moeder bespreekt hoe het bewust alleenstaand

moederschap voor haar soms voelt als een beperking:

“Wat ik denk ik wel, maar dat heeft meer met mij te maken, is dat ik soms het gevoel heb

dat ik moet bewijzen dat ik het allemaal wel kan. En niet zozeer omdat mensen dat

uitstralen of verwachten van mij maar omdat het zo’n bewuste keuze was, heb ik soms

Page 58: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 58

ook het idee van, ja ik slaap al 6 maanden niet. Ja dat heeft iedereen denk ik dan. En dan

zegt mijn vriendin wel eens: “Ja maar dat mag je ook vertellen. Dat je zo alleen bent en je

er extra bewust voor hebt gekozen, zou jij dat niet mogen hebben dat gevoel?” Ik heb

een soort gevoel van dat je niet mag klagen. Dat heb ik wel eens. Dat vind ik soms lastig.

I: Waar komt dat vandaan denk je?

R: Dat denk ik dat ik dat altijd heb gehad.

I: Dat zit in jou?

R: Soort bewijsdrang.

I: Heeft dat niet met het bewust alleenstaande moederschap te maken?

R: Nee. Misschien ook wel. Ik weet het niet. Ik durf je niet te zeggen. Ik ken verder

eigenlijk niemand die dit ook heeft gedaan. Dus dat durf ik je eigenlijk niet te zeggen of

dat echt iets is wat er bij komt. Het zit ook wel in mijn karakter hoor.

I: Dat je vind dat jij jezelf moet bewijzen?

R: En niet zozeer omdat ik denk dat mijn omgeving zoiets heeft van ‘ze kan het niet’.

Want dat is echt niet zo. Iedereen is, ik krijg ook echt wel mensen die zeggen ‘maar jij

kan dit wel’. En dat maakt het soms ook wat lastiger. Dan denk ik ‘ja maar ik heb ook

momenten dat ik het niet kan’ weet je wel. Dan vind ik het extra lastig om dat te zeggen.”

(Nicole)

De gestigmatiseerde identiteit valt verder op doordat sommige moeders hun keuze voor

hun ouderschapsvorm rechtvaardigheden, onder meer door het naar voren brengen van minder

rooskleurige praktijkvoorbeelden van gezinssituaties, bijvoorbeeld doordat zij zeggen: het is veel

heftiger voor het kind als ouders uit elkaar gaat en de vader verdwijnt vaak meer op de

achtergrond na een scheiding wat belastend voor het kind kan zijn. Bock (2000) toont aan dat

bewust alleenstaande moeders op deze manier hun keuze of status van alleenstaande moeder

normaliseren en van belang is voor het in stand houden van hun zelfvertrouwen en trots. Zij

zouden volgens Bock naar culturele ideologieën grijpen, zoals verantwoordelijk zijn en financieel

onafhankelijk zijn. Ook zouden zij zich onderscheiden van vrouwen, zoals tiener- en

bijstandsmoeders en aan hen het stigma doorgeven om hun plaats in de hiërarchie te claimen. De

pogingen van de respondenten om hun ouderschapsvorm te rechtvaardigen, laten een vorm van

verzet zien tegen de normatieve ideeën over het gezinsleven die in de samenleving voorkomen.

In het licht van Goffman (1963) kan verondersteld worden dat deze verzetspogingen op basis

Page 59: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 59

van een gestigmatiseerde identiteit tot stand komen, en van waaruit deze moeders datgene

proberen te corrigeren wat zij zien als hun objectieve basis van hun falen. De gestigmatiseerde

kan volgens Goffman hierin tot het extreme gaan vanwege de pijn die de situatie met zich

meebrengt, zoals onder meer zich willen bewijzen, verantwoorden of confrontaties vermijden en

laat de conformiteit zien van de bewust alleenstaande moeder om niet te willen afwijken.

Een aantal zegt dat een kritische houding van familie, vrienden en instanties zoals het

ziekenhuis met betrekking tot hun keuze ook positief heeft bijgedragen. Het heeft hen geholpen

een (realistischer) beeld te vormen van hun voorgenomen besluit en laat daarmee een vorm van

verzet tegen de norm op het gezinsleven zien. Ten aanzien van het krijgen van een compliment,

zijn de meningen verdeeld. De meesten hebben het krijgen van een compliment als onprettig

ervaren. Het gaat volgens hen om complimenten in de trant van ‘ik zou het niet kunnen’ of

‘dapper van je’. Zij zeggen dat ze niet goed weten wat met dergelijke complimenten wordt

bedoeld of ervaren deze complimenten als denigrerend. Een moeder zegt dat zij de neiging heeft

om opvoedproblemen voor zich te houden, wanneer zij een compliment krijgt. Ze heeft het

gevoel dat ze als bewust alleenstaande moeder niet mag klagen. Tot slot veronderstellen

sommigen dat de wijze waarop zij vertellen over hoe zij het bewust alleenstaand moederschap

beleven, van invloed is op de reacties uit de omgeving. Zij zijn bijvoorbeeld open over hun

gezinssituatie, ten eerste om te laten zien hoe trots ze zijn op hun keuze. Ten tweede om het

beeld van het bewust alleenstaand moederschap te veranderen.

Steun en hulpvraag

De ervaringen over de mate waarin de respondenten zich gesteund voelen en om hulp vragen

worden hieronder toegelicht. De meeste respondenten geven aan dat zij tevreden zijn met de

steun die zij ontvangen. Steun verhoudt zich in hun geval zowel tot praktische als emotionele

steun. Sommigen voelen zich meer gesteund op praktisch gebied dan op emotioneel gebied en

vice versa en anderen voelen zich gesteund op beide gebieden. Een aantal meent dat een netwerk

met name in praktisch opzicht van belang is en zij steeds minder op hun netwerk hoeven te

steunen naarmate het kind ouder wordt. De meerderheid geeft aan dat zij naast de steun die zij

ontvangen, ook contact hebben met of behoefte hebben aan andere (bewust) alleenstaande

moeders, zowel praktisch, emotioneel als informatief. Tevens vinden zij het prettig wanneer het

kind dezelfde gezinsvormen leert kennen.

Page 60: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 60

De mate waarin de moeders om hulp vragen, verschilt. De een durft bijvoorbeeld eerder

om hulp te vragen of wordt hier steeds beter in dan de ander en sommigen kunnen aangeboden

hulp steeds beter accepteren. Sommigen beweren dat zij een lastige situatie liever zelf oplossen,

onder meer om de volgende redenen: het netwerk niet onnodig willen belasten; weinig terug

kunnen doen voor de ander; bang om voor zwak te worden aangezien; te zelfstandig zijn en de

vraag om hulp wordt (geregeld) afgewezen. Een van hen ervaart overigens ‘te zelfstandig zijn’ als

onprettig en meent dat ze daardoor eerder geneigd is om dingen zelf op te lossen. Nu volgt een

citaat van een bewust alleenstaande moeder die angst ervaart om voor zwak te worden aangezien

wanneer zij om hulp zou vragen:

“R: Nee ik denk dat er eerder een soort angst in zit dat ze mij voor zwak aan zien. […]

Dus niet veroordelen van, nou misschien veroordelen van ze kan het niet, of zoiets.

Veroordelen voelt niet goed bij mij, maar het is meer van ze kan het niet, ze kan het niet

aan. Zo van wij moeten altijd haar helpen en dat willen we niet, of zoiets.

I: Van ze heeft er zelf voor gekozen en nu verwacht ze van ons

R: Dat wij haar gaan steunen daarin, maar zij heeft er zelf voor gekozen om dat zo te

gaan doen.” (Katja)

Het ervaren van begrip en steun en om hulp kunnen vragen, zou dus kunnen

samenhangen met hoe bewust alleenstaande moeders handelen en hun ouderschapsvorm

ervaren. Een bewust alleenstaande moeder die bijvoorbeeld bang is om voor zwak te worden

aangezien of meerdere malen ervoer dat haar hulpvraag is afgewezen, zou meer opvoedtaken op

zich zou kunnen nemen dan zij aankan of opvoedproblemen minder snel bespreken, omdat ze

vindt dat ze niet mag klagen. Zij zal de ouderschapsvorm anders kunnen ervaren dan een bewust

alleenstaande moeder die zich begrepen voelt door haar netwerk of haar behoefte aan hulp

duidelijk durft aan te geven. Het toont een wisselwerking aan tussen bewust alleenstaande

moeders en hun omgeving en hangt samen met de beeldvorming over het bewust alleenstaand

moederschap die op basis van een traditionele visie op het gezinsleven tot stand zou kunnen

komen. Een omgeving die onbekend is met het bewust alleenstaand moederschap, zou

bijvoorbeeld eerder kunnen terugvallen op een traditionele visie op het gezinsleven, zoals de

termen ‘geen normale zaak’ en ‘vader in het gezin nodig’ suggereren. Een bewust alleenstaande

moeder zou ten aanzien van een omgeving met een traditionele visie op het gezinsleven,

bijvoorbeeld haar gezin niet compleet kunnen vinden; een vaderfiguur voor haar kind van belang

kunnen vinden en zich mogelijk willen bewijzen.

Page 61: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 61

In dit hoofdstuk zijn de resultaten besproken aan de hand van de onderzoekdeelvragen en met

theorie onderbouwd. In het volgende hoofdstuk zullen deze resultaten uitmonden in een

slotconclusie en aansluitend een reflectie op het onderzoek en aanbevelingen.

Page 62: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 62

Conclusie

Hoofdstuk 5

Door het concept ouderschap vanuit verschillende micro- en macroperspectieven te benaderen,

wordt duidelijk hoe ouderschap zich verhoudt tot heersende visies in de samenleving. Uitgaande

van de context van individualisering wordt duidelijk hoe keuzevrijheid zich verhoudt, namelijk

als een verworven vrijheid van het individu om zich aan te passen aan de samenleving. Het gaat

om morele begrenzing van de individuele vrijheden, zoals de keuze voor het bewust alleenstaand

moederschap. Vanuit de anomietheorie van Merton (1938) gezien blijkt dat sociale codes druk

opleggen en kunnen samengaan met een vorm van dualiteit die bewust alleenstaande moeders

kunnen ervaren. De bevindingen uit dit onderzoek tonen echter aan dat deze dualiteit niet in

deze extreme vorm wordt ervaren door de moeders. Volgens het onderzoek van Ben-Ari et al.

(2007) zouden bewust alleenstaande moeders zich conformeren aan culturele doelen door te

voldoen aan het mandaat van moederschap, waarbij de moederlijke status wordt beloond met

sociale erkenning. Anderzijds zou sociale afwijzing plaatsvinden, omdat zij op grond van de visie

van traditioneel moederschap, non-conformiteit zouden laten zien. Deze dualiteit is niet zozeer

naar voren gekomen; de sociale erkenning van de moederlijke status is niet zozeer besproken.

Wel is naar voren gekomen dat zij een leegte zouden hebben gevoeld als de kinderwens niet in

vervulling kon gaan. Het onafhankelijk verkiezen van alternatieve middelen verkiezen boven de

geaccepteerde institutionele middelen, zou vanuit traditioneel oogpunt op niet fatsoenlijke

socialisatie duiden (Merton, 1938), maar de anomietheorie laat zien dat afwijkende gedragingen

een dissociatie vormen tussen doelen en middelen. Individuele vrijheden zijn dus onderhevig aan

morele en sociale disciplines, ofwel sociale regelingen over de inrichting van de samenleving.

Foucault (1982) suggereert dat het gaat om een power die gelegen ligt in dominante relaties,

waarbij het individu wordt gevormd in een nieuw individu en onderworpen aan zeer specifieke

modellen. Uitgaande van het perspectief van de Other zou het individu geen volledig mens zijn en

het ouderschap als ideaal, zou dan alles zijn wat andere vormen van ouderschap niet zijn. Beck

(1992) ziet een traditioneel georiënteerde samenleving als een van de beperkingen van de

moderniteit, één die een identiteit oplegt door van individuen te eisen dat zij zich identificeren

met specifieke sociale instituties en hun ideologieën. Conform de onderzoeksbevindingen lijken

Page 63: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 63

de moeders het bewust alleenstaand ouderschap voornamelijk in termen van gezinssamenstelling

te ervaren; minder dan de helft geeft aan dat zij zichzelf als een gezin zien. De mate waarin

bewust alleenstaande moeders zich (een) compleet (gezin) voelen, lijkt samen te hangen met een

traditionele gezinssamenstelling, zoals de aanwezigheid van een tweede kind en een partner. Op

basis hiervan kan worden verondersteld dat alleenstaande vrouwen met een kinderwens, eerder

zullen kiezen of minder moeite zullen hebben met de keuze voor het bewust alleenstaand

moederschap, wanneer zij hun ideaalbeeld van een traditioneel gezin loslaten. Ook hier schuilt

een vorm van verzet tegen de normatieve visie die in de samenleving heerst. De moeders in dit

onderzoek lijken dusdanig bezig te zijn om een identiteit en een plaats in de samenleving voor

zichzelf te scheppen op een manier waar zij zich prettig bij voelen. Zij nemen de termen in

overweging om zich vervolgens te kunnen positioneren en hun plaats in de samenleving te

claimen. Deze voorbeelden laten zien dat bewust alleenstaande moeders kritisch kunnen zijn ten

aanzien de manier waarop hun ouderschapsvorm wordt neergezet en kan als een vorm kan

gelden van verzet tegen de normatieve gezinsvisie die in de samenleving heerst. De vereiste

identificatie met culturele opvattingen over ouderschap kan samenhangen met een stigmatheorie

die op basis van categorieën door sociale settingen is vastgesteld (Goffman, 1963). Maar ook

zouden zij een ongebruikelijke interpretatie kunnen geven aan het karakter van hun sociale

identiteit (ibid.). Uit de onderzoeksbevindingen blijkt dat de moeders een andere betekenis (vorm

van verzet) aan hun gestigmatiseerde identiteit hebben gegeven met het oog op de

voorbereidingen die zij hebben getroffen voor het alleenstaand ouderschap. Het concept

ouderschap zou op grond van het standpunt van Blumer (1969) op basis van de productie van

momenten van intersubjectiviteit, een ideaal een sociale betekenis kunnen krijgen, zoals het

toekennen van een bepaalde status aan moederschap, wat zou kunnen samenhangen met de

besluitvorming van vrouwen om zonder partner voor het ouderschap te kiezen. De helft van de

moeders geeft bijvoorbeeld aan dat zij negatieve gevoelens hebben ervaren vanwege de destijds

onvervulde kinderwens, zoals een leegte. De wens voelt aan als een oerkracht. Vanuit het

gezichtspunt van Durkheim (1895) zou de keuze voor het bewust alleenstaand moederschap een

realiteit zijn die buiten de vrouw ligt, maar die haar sociale realiteit is geworden. Het bewust

alleenstaand moederschap kan op macroniveau een sociaal feit zijn geworden door de sociale

realiteit van het moederschapsstatus, die op microniveau door een gedeelde emotie, een sociaal

feit is geworden. Vanuit de invalshoek van Beck (1992) zou het gaan om de gevaren die de

moderne tijd met zich meebrengt, waarbij individualisering kan samenhangen met gedwongen

Page 64: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 64

keuzes, ofwel dat de keuze voor het alleenstaand ouderschap een gedwongen besluit is op basis

van een traditioneel georiënteerde visie van de samenleving op ouderschap. Diverse onderzoeken

laten zien dat de gedachten en handelingen van bewust alleenstaande moeders mogelijkerwijs zijn

ingebed in sociale processen van uitsluiting en op basis van schaamte een behoefte zou ontstaan

om zich conform de norm te gedragen, zoals dat zij hun kinderen niet zouden opvoeden zonder

mannelijke invloeden en veel tijd zouden besteden om een man consequent deel te laten

uitmaken van het leven van hun kind. De bevindingen uit dit onderzoek laten duidelijk zien dat

bewust alleenstaande moeders een mannelijke invloed van belang vinden voor de ontwikkeling

van hun kind, maar hier niet voortdurend mee bezig zijn. Zij zijn zich bewust van hun positie in

de samenleving en gebruiken deze informatie van uitsluiting, om voor zichzelf een positief imago

te construeren, onder andere door zich te identificeren met andere culturele waarden, zoals dat

zij financieel onafhankelijk en goed opgeleid zijn, een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben

en bovendien een andere rol aannemen in de aanmoediging van gender type gedragingen. Maar

vooral een hoge mate van zelfreflectie kennen, waarbij zij uitgaande van de theorie van Giddens

(1991), het heft in eigen handen hebben genomen ondanks de sociale risico’s die de keuze voor

het bewust alleenstaand moederschap kunnen impliceren. Zij brengen hun diepste wens in

vervulling en vertrouwen hierbij op zichzelf. De dualiteit zoals deze zich kan manifesteren, wat

blijkt uit het onderzoek van Ben-Ari et al. (2007), lijken de moeders in dit onderzoek dus niet in

die mate te ervaren. Zij voelen zich sterk doordat zij hun keuze hebben doorgezet. Ondanks dat

de meeste moeders in dit onderzoek te maken hebben gehad met een negatieve reactie (zorgen

om de moeder voor uitsluiting en opdat het kind geen vader heeft) en zij de meningen van

familie en vrienden van belang vonden met betrekking tot hun keuze voor het alleenstaand

ouderschap, lijken de bevindingen niet te suggereren dat zij bang zijn om over het algemeen als

sociaal afwijkend te worden bestempeld, opdat zij hun moederlijke status ten onrechte hebben

gekregen. Er kan wel sprake zijn van dat zij minder om hulp vragen omdat zij bang zijn voor

zwak te zullen worden aangezien.

Uit dit onderzoek komt naar voren dat de keuze voor het moederschap als onvermijdelijk

voelt voor bewust alleenstaande moeders en hun kinderwens aanvoelt als een oerdrift. Een

zwangere omgeving, de toename van leeftijd en de afname van vruchtbaarheid en (de druk van)

een traditionele visie op het gezinsleven, dragen bij aan negatieve gevoelens bij de (toekomstige)

moeder omtrent haar onvervulde kinderwens. Deze gevoelens staan in verband met een

normatief georiënteerde visie op het gezinsleven, oftewel een traditioneel standpunt van waaruit

Page 65: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 65

het gezin wordt gedefinieerd. De wijze waarop deze vrouwen met traditionele gezinscondities

omgaan is enerzijds in de vorm van verzet, zoals het nuanceren van traditionele opvattingen over

conceptie en over het belang van de betrokkenheid van een vaderfiguur. Anderzijds in de vorm

van sociale aanpassing, zoals het verleggen van grenzen ten behoeve van het mandaat van

moederschap. In veel gevallen gaat de keuze voor het alleenstaand moederschap gepaard met een

proces waarin de (toekomstige) moeder haar ideaalbeeld van een traditioneel gezin probeert los

te laten; het gaat om het loslaten van de behoefte aan een gezin en het belang van een

vaderfiguur voor het kind. Als dit lukt kan dat een opluchting zijn en vinden zij meer innerlijke

rust en acceptatie van hun positie. Het loslaten van deze normatieve ideeën over het gezinsleven

die in de samenleving heersen, hangt samen met het verzet van deze vrouwen, haar

identiteitsconstructie en herdefiniëring. In dit onderzoek is identiteitsconstructie en het afzetten

tegen andere 'negatieve' vormen van ouderschap naar voren getreden als omgangsvorm van deze

vrouwen. Het gaat om het bieden van verzet tegen de normatieve gedachten over gezinsvorming

die in de samenleving heersen. Zij laten zien dat zij zich goed voorbereiden; een hoge mate van

zelfreflectie en verantwoordelijk hebben; de vaderrol in een ander perspectief plaatsen en een

liefdevolle en warme opvoeding. Met andere woorden, zij herdefiniëren hun eigen rol en

identiteit als bewust alleenstaande moeder. Op deze manier zijn zij voorbereid op negatieve

oordeelsvorming. In dit onderzoek is gekeken naar hoe bewust alleenstaande moeders omgaan

met de norm op het gezinsleven. Dit is gedaan op basis van de volgende onderzoeksvraag:

Hoe gaan bewust alleenstaande moeders om met de normatieve visie op het gezinsleven die in de

samenleving heerst?

Deze beleving en positionering van de gestigmatiseerde identiteit van deze ouderschapsvorm

komt tot stand in een wisselwerking tussen de moeder en omgeving is en vormt het

grondprincipe voor het voelen en handelen van de moeder. Vanuit dat oogpunt zou het

traditioneel ouderschap de minst belastende vorm van ouderschap kunnen zijn voor een

alleenstaande vrouw met een kinderwens. De mate waarin zij ‘zich sterk voelen’ en ‘zich sterk

moeten voelen’, staat in relatie tot de mogelijkheden die worden aangeboden in de omgeving en

hangen samen met de gestigmatiseerde identiteit van het bewust alleenstaand moederschap. Het

gaat om keuzemogelijkheden die enerzijds hun sociale identiteit emanciperen door het aanbod

van vruchtbaarheidsbehandelingen en anderzijds hun individuele ik als afwijkend aan de morele

en sociale norm bestempelen. Kortom, de wijze waarop bewust alleenstaande moeders omgaan

Page 66: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 66

met de normatieve visie op het gezinsleven hangt samen met de mate waarin zij voelen dat het

bewust alleenstaand moederschap er mag zijn.

5.1 Discussie

Normatieve uitspraken over het gezinsleven van zowel de moeder als de omgeving kunnen zijn

gebaseerd op de volgende vraag: mogen vrouwen besluiten dat een kind zonder vader opgroeit?

Meer expliciet zou de vraag kunnen zijn: mogen vrouwen kinderen ter wereld brengen die zonder

vader opgroeien? Nog een stap verder: mogen kinderen verwekt worden die zonder vader

opgroeien? En de vraag waar het uiteindelijk om zou kunnen draaien is: mogen deze kinderen

geboren worden? Het behelst een ethisch vraagstuk en toont een fundamenteel belang aan in het

herdefiniëren van het alleenstaand moederschap als nieuw soort moederschap of een nieuwe

vorm van ouderschap.

Relevante kennis over het bewust alleenstaand moederschap kan bijdragen aan (meer)

begrip in de samenleving voor de keuze van vrouwen voor het bewust alleenstaand

moederschap. Tevens kan kennis van deze nieuwe vorm van ouderschap, de maatschappelijke

acceptatie vergroten. Ten derde kan kennis aanzetten tot het collectief uitdagen van bestaande

opvattingen over het gezinsleven in de vorm van een publiekelijk dialoog.

De twee volgende aanbevelingen onderstrepen vooral het belang van definitievorming. Een

advies zou kunnen zijn om in de hedendaagse praktijk de doelgroep of de ouderschapsvorm aan

te duiden met termen die wijzen op een positieve connotatie. Verder zou aanbevolen kunnen

worden om het begrip gezin te definiëren in termen van een warme, liefdevolle en zorgzame

verhouding tussen kind en volwassene, in plaats van in termen die de (gender)samenstelling

benadrukken. De volgende aanbevelingen zijn gericht op vervolgonderzoek. Het is aan te

bevelen om nader onderzoek te doen naar de (lange termijn) effecten van het bewust

alleenstaand moederschap op de ontwikkeling van kinderen uit deze gezinnen, zoals de invloed

op de identiteitsontwikkeling van adolescenten. Tevens zou de invloed van de norm op het

gezinsleven bij alleenstaande vrouwen met een kinderwens nader kunnen worden verkend.

Verder is het raadzaam om de tendens van alleenstaande heteroseksuele mannen met een

kinderwens te bestuderen en de morele steun die zij krijgen uit hun netwerk. Tot slot zouden

hieraan verbonden belangenorganisaties een meer prominente rol kunnen krijgen om hun functie

in het geheel te verduidelijken.

Page 67: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 67

5.2. Reflectie

Een beperking van dit onderzoek is de relatief korte tijd die er was om het uit te kunnen voeren.

Er is tot nu toe weinig bekend over hoe bewust alleenstaande moeders het alleenstaand

ouderschap ervaren. De tijdsduur van de interviews en de verschillende interessante thema’s die

naar voren kwamen, tonen aan dat dit onderwerp meer aandacht verdient dan het tot nu toe

heeft gekregen. Ook de hoeveelheid aanmeldingen en de emoties waardoor sommige

respondenten werden overmand tijdens de interviews, tonen ten eerste de gevoeligheid van het

onderwerp aan. Ze tonen ten tweede het belang aan van een meer realiteitsgetrouw beeld van het

bewust alleenstaand moederschap. Een kanttekening die bij dit onderzoek gemaakt zou kunnen

worden, betreft de vergelijking tussen bewust alleenstaande moeders en alleenstaande moeders.

Deze vergelijking is uitsluitend gebruikt om de sociale werkelijkheid zoals deze door de

respondenten wordt ervaren en in de literatuur wordt beschreven, in sociologisch perspectief te

kunnen plaatsen en beleidsadviezen te kunnen uitbrengen.

Page 68: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 68

Bronvermelding

Literatuur

Beck, U. (1992). Risk society: Towards a new modernity (Vol. 17). Sage.

Becker Howard, S. (1963). Outsiders. Studies in the Sociology of Deviance.

Ben-Ari, A., & Weinberg-Kurnik, G. (2007). The dialectics between the personal and the

interpersonal in the experiences of adoptive alleenstaand mothers by choice.Sex

Roles, 56(11-12), 823-833.

Bjorklund, D. F. (2009). Het beeld van de kindertijd veranderen. In Neem de tijd voor de

kindertijd (pp. 254-278). Bohn Stafleu van Loghum.

Blom, J. C. H. (1993). Een harmonisch gezin en individuele ontplooiing. Enkele beschouwingen over

veranderende opvattingen over de vrouw in Nederland sinds de jaren dertig. na.

Blumer, H. (1969). Symbolic interactionism: perspective and method. Berkely (USA): University of

Califórnia.

Bock, J. D. (2000). Doing the right thing? Alleenstaand mothers by choice and the struggle for

legitimacy. Gender & Society, 14(1), 62-86.

Bryman, A. (2012). Social research methods. Oxford university press.

Coley, R. L. (1998). Children's Socialization Experiences and Functioning in Single‐Mother

Households: The Importance of Fathers and Other Men. Child development, 69(1),

219-230.

Durkheim, E. (1895). The Rules of Sociological Method: From the rules of sociological

method. In Calhoun, C., Gerteis, J., Moody, J., Pfaff, S., & Schmidt, K.

Indermohan Virk, eds. (2012). Contemporary Sociological Theory (p. 220-242). John

Wiley & Sons.

Duyvendak, J. W. (2004). Een eensgezinde vooruitstrevende natie: over de mythe

van'de'individualisering en de toekomst van de sociologie. Vossiuspers UvA.

Page 69: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 69

Foucault, M. (1982). The subject and power. Critical inquiry, 8(4), 777-795.Goffman, E. (1959).

The presentation of self in everyday life. In Calhoun, C., Gerteis, J., Moody, J., Pfaff, S.,

& Schmidt, K. Indermohan Virk, eds. (2012). Contemporary Sociological Theory (p. 46-61).

John Wiley & Sons.

Giddens, A. (1991). Modernity and self-identity: Self and society in the late modern age. Stanford

University Press.

Goffman, E. (1963). Stigma: Notes on the management of spoiled identity. Eglewood:

Prentice Hall. From this: Stigma and Social Identity (p.1-31).

Golombok, S., & Badger, S. (2009). Children raised in mother-headed families from infancy: a

follow-up of children of lesbian and single heterosexual mothers, at early adulthood.

Human Reproduction, dep345.

Golombok, S. (2015). Modern families: parents and children in new family forms. Cambridge University

Press.

Golombok, S., Zadeh, S., Imrie, S., Smith, V., & Freeman, T. (2016). Single mothers by

choice: Mother-child relationships and children's psychological adjustment.

Hartsock, N. (1990). Foucault on power: a theory for women?. Feminism/postmodernism, 162.

Maccoby, E. E. (1992). The role of parents in the socialization of children: An historical

overview. Developmental psychology, 28(6), 1006.

Mannis, V. S. (1999). Single mothers by choice. Family Relations, 121-128.

Mead, G. H. (1934). Mind, self, and society: From the standpoint of a social behaviorist. In

Calhoun, C., Gerteis, J., Moody, J., Pfaff, S., & Schmidt, K. Indermohan Virk, eds.

(2012). Contemporary Sociological Theory. John Wiley & Sons.

Mechaneck, R., Klein, E., & Kuppersmith, J. (1987). Single mothers by choice: A family

alternative. Women & therapy, 6(1-2), 263-281.

Merton, R. K. (1968). Social structure and anomie.

Murray, C., & Golombok, S. (2005). Solo mothers and their donor insemination infants: follow-

up at age 2 years. Human reproduction, 20(6), 1655-1660.

Page 70: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 70

Nixon, E., Greene, S., & Hogan, D. M. (2012). Negotiating Relationships in Single‐Mother

Households: Perspectives of Children and Mothers. Family Relations, 61(1), 142-156.

Potter, A. E., & Knaub, P. K. (1988). Single motherhood by choice: A parenting alternative.

Lifestyles, 9(3), 240-249.

Ritsema van Eck, J., van Dam, F., de Groot, C., & de Jong, A. (2013). Demografische

ontwikkelingen 2010-2040. Ruimtelijke effecten en regionale diversiteit. Planbureau voor de

Leefomgeving PBL, Den Haag. TRACY Consortium (2013a). Work package, 4.

Sinno, S. M., & Killen, M. (2009). Moms at work and dads at home: Children's evaluations of

parental roles. Applied Developmental Science, 13(1), 16-29.

Stacey, J. (2007). Review. Contemporary Sociology, Vol. 36, No. 3 (May, 2007), pp. 245-

246.

Stevens, M., Golombok, S., Beveridge, M., & Study Team, T. A. (2002). Does father absence

influence children's gender development? Findings from a general population study of

preschool children. Parenting, 2(1), 47-60.

Internet

Algemeen Nederlands woordenboek. (2016). Kerngezin. Opgehaald van

http://anw.inl.nl/article/kerngezin

Bam-mam. (z.j.). Opgehaald 07 maart, 2015, van https://www.bam-mam.nl

Bampraat. (z.j.). Opgehaald 07 maart, 2015, van https://www.bampraat.nl

Encyclo (2016). Gezin. Opgehaald van http://www.encyclo.nl/begrip/traditioneel+

Hartog, M. (2010). Geen man, geen kind. Michèle Hartog. Opgehaald van

http://michelehartog.nl/redactionele-artikelen/geen-man-geen-kind/

Mensagenscomamor. (2016). Poemas de felicidade [Foto]. Opgehaald van

http://www.mensagenscomamor.com/poemas-de-felicidade

Page 71: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 71

Opzij. (2000). Terugblik op leven eerste bom moeder maakt veel los. Opzij. Opgehaald van

http://www.opzij.nl/nl/artikel/34465/terugblik-op-leven-eerste-bom-moeder-

maakt-veel-los.html

Opzij (2015). Opzij wint mercur reportage van het jaar. Opzij. Opgehaald van

http://www.opzij.nl/nl/artikel/44299/opzij-wint-mercur-reportage-van-het-jaar.html

Vrouw. (2014). Ik kan mijn knullen niet staand leren plassen. Vrouw. Opgehaald van

https://vrouw.nl/qa_met_marina_van_der_wal/22653/ik_kan_mijn_knullen_niet_staa

nd_leren_plassen

Page 72: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 72

Bijlage

Vragenlijst interview

Introductie

1. Mezelf voorstellen

2. Doel onderzoek / tijdsduur

3. Gebruik opname apparatuur + anonieme verwerking

4. Opbouw onderzoek (algemene vragen + 4 delen met +/- 15 vragen)

5. De vragen kunnen confronterend zijn, voel je niet verplicht om te antwoorden, hier ben

je vrij in. Je mag ook aangeven dat je later op een vraag wil terugkomen, of een pauze

inlassen als een vraag iets in je losmaakt, geef dat gerust aan.

Algemeen

1. Leeftijd

2. Woonplaats

3. Opleidingsniveau

4. Beroep + aantal uren werkzaam

5. Aantal + geslacht + leeftijd kinderen

6. Op welke wijze kreeg je een kindje? (adoptie/pleeg, ivf, ongelukje, geplande one night

stand etc.)

7. Samenstelling gezin van herkomst

8. Waarom heb je je voor dit interview opgegeven?

9. Heb je verwachtingen van dit interview?

10. Vraag om verduidelijking als een vraag niet helder is.

1. Wat verwachtte jij toen en nu van het ouderschap?

Visie op gezin vroeger

Page 73: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 73

1. Met welke waarden en normen die betrekking hebben op gezinsvormen, ben jij

opgegroeid? Dus hoe keken jouw ouders tegen niet-traditionele gezinnen aan, welke

opvattingen hadden zij daarover?

2. Welke opvattingen had jij zelf over gezinsvormen?

3. Speelde geloof hierin een rol? Licht toe.

4. Kun je kort vertellen over hoe je voormalige relaties die belangrijk voor jou waren,

verliepen?

Visie op gezin vòòr de zwangerschap

5. Wat waren jouw verwachtingen over het ouderschap voordat je een kind kreeg?

Reden bam-moederschap

6. Waarom koos je voor het bewust alleenstaand moederschap?

7. Welke verwachtingen had jij van het alleenstaand moederschap?

8. Wat waren jouw afwegingen bij het maken van de keuze voor het alleenstaand

moederschap?

- Specifiek wil ik weten wat jouw voor- en tegen argumenten waren?

- Waar keek je het meest tegenop?

9. Waarom heb je toch doorgezet ondanks negatieve argumenten?

Visie op gezin nu

Gezin is de term voor alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op

microniveau vormen, met al dan niet verwante personen die duurzame en affectieve banden

hebben en elkaar onderling steun en verzorging verlenen (Wikipedia)

10. Wat voor associaties heb jij bij het woord “gezin”? Dus welke gevoelens of gedachtes

komen naar voren als je daar aan denkt?

11. Welke gevoelens en gedachten roepen een traditioneel gezin bij jou op?

12. Als je jouw gezin nu eens met een traditioneel gezin vergelijkt, welke overeenkomsten en

welke verschillen kom je dan tegen?

13. Wat is voor jouw een compleet gezin? Omschrijf eens een compleet gezin?

14. Voelt jouw gezin als een compleet gezin? Licht toe.

Page 74: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 74

2. Wat denk je dat anderen verwachten van het ouderschap?

Algemene visie op ouderschap

1. Hoe denk jij hoe er hier in Nederland (nabije omgeving) aangekeken wordt tegen het

ouderschap in het algemeen?

2. Hoe denk jij hoe er hier in Nederland aangekeken wordt tegen het alleenstaande

ouderschap, dus niet t.a.v. bam-moeders?

3. Hoe denk jij hoe er hier in Nederland wordt aangekeken tegen moeders die er bewust

voor kiezen om dit alleen te doen?

Persoonlijk: zichtbare en niet-zichtbare reacties

4. Krijg je wel eens reacties over het feit dat jij bewust gekozen hebt voor het alleenstaand

moederschap? (Als respondent geen voorbeelden geeft, dan de vraag stellen: Zijn er ook

geen verbazende reacties geweest, want het kind zal voor nu, je weet niet wat de

toekomst brengt, opgroeien zonder vader?)

5. Wat voor gevoelens maakten die reacties los?

- Wat was jouw reactie hierop?

- Wat voor gevolgen hebben deze reacties gehad? Geef voorbeelden.

6. Krijg je ook wel eens complimenten // kritiek?

7. Kun je een schatting geven van hoe vaak dit soort reacties zijn voorgekomen in het

afgelopen halfjaar?

8. Voel je je wel eens bekritiseerd zonder dat dit duidelijk gezegd wordt? Licht toe met

voorbeelden.

9. Hoe voelde jij je op dat moment?

- En wat was jouw reactie?

- Wat voor gevolgen heeft dit gehad? Geef voorbeelden.

3. Hoe geef jij betekenis aan de rol van (hoe zien zij zichzelf) vrouw en moeder?

− Ben je een betere, completere of machtigere vrouw geworden?

− Wat heeft moeder zijn, veranderd aan jou in vrouw zijn?

− Over het alleen zijn… wat betekent dat?

Page 75: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 75

Relatie vrouw versus moeder

1. De term die wordt gegeven aan vrouwen die kiezen voor het alleenstaand ouderschap is

bewust alleenstaand ouderschap. Wat vind jij van de term “bewust”?

2. Voelde het voor jou ook als dat je er “bewust” voor gekozen hebt?

3. Wat roept de gehele term bam-moeder bij jou op?

4. Hoe kijk jij ertegen aan dat steeds meer vrouwen hier bewust voor kiezen?

5. Wat vind jij er eigenlijk zelf van dat je voor het alleenstaand moederschap gekozen hebt?

6. Hoe keek je naar jezelf als vrouw, voordat je moeder werd?

7. Hoe kijk je nu naar jezelf als vrouw nu je moeder bent?

8. Hoe voel je je nu als moeder? (aansturen naar waardevol/minderwaardig)

9. Hoe zie jij jezelf als BEWUST alleenstaande moeder?

10. Heeft de manier waarop jij naar het bewust alleenstaand moederschap kijkt, invloed op

hoe jij naar jezelf als vrouw kijkt? Zo ja, wat heeft het veranderd aan jou of aan jouw

‘vrouw zijn’?

11. Wat was er gebeurd als het niet was gelukt met kinderen? (aansturen of zij zich dan

minder waardig had gevoeld?)

● Heb je wel eens gevoelens van schuld?

● Waarom kan je het niet gewoon accepteren?

● Maken wetenschappelijke uitvindingen het moeilijk om de situatie te accepteren?

● Heb je wel eens het gevoel dat je jezelf moet bewijzen?

● Als er sprake is van een oergevoel, dan zou toch elke vrouw wel kinderen willen?

● Hoe denk jij dat het gros van de vrouwen met een mannelijke partner naar bewust

alleenstaande moeders kijkt?

● Denk jij dat er vrouwen zijn, mits zij er zelf kritisch tegenover staan, maar ik bedoel de

vrouwen die graag het bam aan willen gaan, maar waarbij de omgeving er kritisch

tegenover staat, zij om die reden niet voor het alleenstaand moederschap kiezen?

● Vind je het niet een vrij egoïstische keuze? Jij hebt nu wel een kind, maar hij geen vader?

● Heb je voor jezelf keuzes goed gepraat? Zoals: “dat gezin heeft gescheiden en ruziende

ouders, nou dan is mijn kind beter af omdat ik er bewust voor gekozen heb”.

● Kan je je voorstellen als ziekenhuizen al zo denken, ook al zijn het streekziekenhuizen

dat een omgeving als Lutjebroek… Dat het zo bepalend kan zijn? Er zijn misschien

Page 76: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 76

vrouwen die een drempeltje over moeten, maar daardoor niet kiezen voor het

alleenstaande moederschap omdat zij bang zijn voor de reacties en zichzelf daardoor

misschien als minder waardig zien. Maar ook echt geloven dat een gezin zonder vader

niet goed is.

Relatie alleenstaande versus traditionele moeder

12. Wat voor gevoelens maakt het los als je een traditioneel gezin ziet?

13. Hoe voel jij je t.o.v. vrouwen die samen met een (liefdes) partner kinderen opvoeden?

14. Hebben deze gevoelens gevolgen voor de manier waarop jij deze vrouwen ziet en

benadert?

15. In sommige studies komt naar voren dat er tegen alleenstaande moeders anders wordt

aangekeken dan tegen traditionele moeders, bijvoorbeeld dat het kan gaan om wat

minder stabiele of onzekere vrouwen. Wat vind je daarvan als je dit nu zo hoort?

4. Waarin uiten verwachtingen zich in de opvoeding

Opvoeding

1. Hoe ervaar je de opvoeding als bewust alleenstaande moeder op een schaal van 1 (heel

lastig) -10 (heel goed)?

2. Kun je kort vertellen hoe je je mentaal hebt voorbereid op het alleenstaand moederschap

toen je zwanger was?

3. Wat is je tot nu toe, tegen de verwachtingen die je had, mee gevallen in het alleen

opvoeden (of in het co-ouderschap)?

4. Waar ben je vaardig in geworden door het alleenstaande moederschap?

5. Wat is je, tegen alle verwachtingen in, tegen gevallen in het alleen opvoeden?

6. Wat zou je willen veranderen daaraan?

7. Hoe ga je dat doen?

Netwerk (hoe kijkt het netwerk tegen bam aan)

8. Krijg je hulp, zo ja, op welke vlakken?

bv. praktische hulp, hulp bij de opvoeding, emotionele hulp

Van wie?

Page 77: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 77

9. Hoe ervaar je deze hulp?

10. Wat zou je hierin willen veranderen?

11. Voel je wel eens dat je er buiten valt?

Afwezigheid vaderfiguur

12. Een anekdote op de website van Vrouw beschrijft de ervaring van een bewust

alleenstaande moeder die vertelt over dat haar zonen soms een mannelijk rolmodel

missen. Zij is daarom op zoek gegaan naar mannelijke rolmodellen. Wat vindt jij daarvan?

13. Eerdere studies (zie o.a. Stevens et al. 2002) beweren dat jongens van alleenstaande

moeder families minder jongensachtig zijn dan jongens uit families die bestaan uit man-

vrouw. Hoe kijk jij daartegen aan?

14. Hoe vind jij het dat veel ziekenhuizen in Nederland alleenstaande vrouwen weigeren

behalve de vrouwen die een partner hebben?

15. Probeer jij wel eens moeder en vader tegelijk te zijn? Waar uit zich dat in?

16. Hoe kijk jij ertegen aan dat je kind in een gezin met alléén een moeder opgroeit?

17. Reageren jouw kind op het niet-hebben van een vaderfiguur? Zo ja, wat doet dat met

jou? Hoe ga je hiermee om?

18. Hebben jouw kinderen het wel eens over het gemis van een vaderfiguur? Zo ja, wat doet

dat met jou? Hoe ga je hiermee om?

19. Vind je dat jouw kinderen (uiteindelijk) wel een vaderfiguur nodig hebben? Licht toe.

20. Breng je jouw kinderen bewust in contact met mannen (oom, buurman, goede

vriend/collega etc.)? Licht toe.

21. Waarom heb je ervoor gekozen om alleen een kind te krijgen wetende dat het, je weet

natuurlijk niet wat de toekomst brengt, zal opgroeien zonder vader, terwijl je het zo

belangrijk vindt dat hij een vaderfiguur heeft?

22. Wat geef je jouw kinderen mee, welke normen en waarden vind jij belangrijk als het gaat

om vrouwen die kinderen alleen opvoeden?

Page 78: Ervaringen van bewust alleenstaande moeders

Karuna Blauw Masterscriptie Algemene Sociologie 78

Gender

23. Geef je jouw kinderen specifieke taken waarvan jij vind dat alleen jongens of alleen

meisjes die kunnen uitvoeren?

24. Speelt jouw dochter met meisjesspeelgoed en/of jouw zoon met jongensspeelgoed? Zo

ja, waarom?

25. Heb jij ook uitspraken zoals bv. jongens moeten stoer zijn en meisjes moeten netjes zijn?

Einde

1. Bedanken

2. Hoe vond je het gaan? Viel het mee/ tegen?

3. Wil je nog graag iets kwijt?

4. Kopie interviewverslag

5. Mag ik benaderen als iets nog niet helemaal duidelijk voor mij was?

6. Ken jij moeders die wellicht ook willen deelnemen?