1
Het hbo als alternatief voor de vwo-leerling Kansen en excelleren Door Emmanuel Naaijkens Begonnen op de lts of op de mavo en eindigen als hoog- leraar? Of als manager bij een groot internationaal concern? Het kan in ons land, dankzij een onderwijssysteem dat schakelen mogelijk maakt. De van oorsprong Amerikaanse onderwijshoogleraar prof. Paul Kirschner vindt dat een van de grote verdiensten van Nederland, zei hij onlangs in een interview. Het tot bloei laten komen van talenten van kinderen is een wezenskenmerk van echte onderwijsmen- sen. Maar in het streven om de prestaties omhoog te krijgen dreigt de overheid een beetje het kind met het badwater weg te gooien. Ik heb de laatste tijd veel schooldirecteuren en leraren gesproken die aarzelen om kinderen nog in alle gevallen de kansen te geven die ze verdienen. Die bang zijn dat het kind dat ze het voordeel van de twijfel hebben gegeven, het toch niet redt. En dat dat leidt tot een negatief oordeel van de inspectie en tot een mindere positie op de ranglijstjes. Het een hoeft het ander niet in de weg te zitten. In deze bijlage worden scholen geportretteerd die het predicaat Excellente School hebben verworven. Niet vanwege hun uitzonderlijk hoge resultaten, maar omdat ze een balans hebben gevonden tussen enerzijds zo goed mogelijk presteren en anderzijds de vorming (Bildung) van leerlingen. Maar die scholen gaan bovenal voor het geven van kansen aan jonge mensen. Daar moeten we zuinig op zijn. ‘Vrienden haakten af op de universiteit’ Naam: Niels Smeets (20) Studiekeuze: deed vwo maar koos bewust voor hbo Opleiding: Technische Bedrijfskunde Fontys “Op het vwo was ik eerlijk gezegd niet al te ijverig, ik ben ook een keer blijven zitten. Dat was een beetje mijn eigen schuld. Veel van mijn vrienden zaten al op de universiteit en toen ik in 6 vwo zat hoorde ik wel eens wat ze daar allemaal moesten doen. Toen dacht ik, dat is niks voor mij. Ik had op de middelbare school al moeite om me een paar uur achter elkaar in te zetten. Een aantal vrienden is na het eerste jaar op de universiteit alsnog overgestapt naar het hbo. Ik ben direct naar het hbo gegaan, ook omdat je als vwo’er een verkort programma kunt doen, dat duurt 3,5 jaar. Daarna kan ik altijd nog een universitaire master gaan volgen. Bij Fontys doe ik de studie technische bedrijfskunde. Het hbo is erg praktijkgericht. Al in de eerste week werden we met een groepje eerstejaars die je niet kent bij elkaar gezet en kregen we een opdracht. Maar niemand van dat groepje had er ook maar enig verstand van. Zo zijn we in het diepe gegooid, dat was heel leerzaam. Met technische bedrijfskunde ga je processen in bedrijven onderzoeken, jij kijkt wat beter en efficiënter kan. Je moet wel enige technische kennis hebben, maar je bent in deze opleiding minimaal met techniek bezig. Als vwo’er heb je een voorsprong als je hbo gaat doen, als je dat vergelijkt met havo’er of mbo’ers. En wat interessant is, ik kan ook een minor volgen aan de universiteit. Op mijn middelbare school werd er in de voorlichting geen aandacht aan besteed dat je met een vwo-diploma ook naar het hbo kon. In mijn omgeving waren er ook mensen die zeiden ‘het is zonde als je met je vwo niet naar de universiteit gaat.’ Maar ik ken mezelf en ik had zoiets van: wat maakt het uit, het is mijn keuze.” Het beleid van de overheid is de laatste jaren gericht op het terugdringen van de uitval in het hoger onderwijs. De juiste student op de juiste plek is het motto. Voor een vwo’er kan dat het hbo zijn. Het Nederlandse onderwijssysteem is zo ingericht dat wie van de havo (of het mbo) komt een studie aan een hogeschool gaat volgen. En voor een scholier met vwo-diploma leidt de route naar de universiteit. Maar is dit voorsorteren wel zo vanzelfsprekend? Is een universitaire studie een logisch vervolg op een vwo-diploma? “De maatschappij ziet dat vaak nog wel zo. Alsof je kansen laat lopen als je als vwo’er voor het hbo kiest. Maar is een kentering gaande. Er is meer begrip bij ouders en in het voortgezet onderwijs voor de vwo’er die zich bewust inschrijft voor een opleiding aan een hogeschool”, zegt Rosemarie Moonen, consultant bij de Dienst Marketing en Communicatie van Fontys Hogescholen. “En die ontwikkeling juichen wij toe, want die past in ons beleid van de juiste student op de juiste plek.” Te lang is het studiekeuzeproces gedomineerd door het binaire stelsel (universiteiten en hogescholen), dat was het vertrekpunt. Nu staat de student zelf centraal. En gaat het om vragen als: wat heeft hij in zijn mars, hoe is zijn studiehouding, waar liggen zijn interesses, wat zijn zijn persoonlijkheidskenmerken, is het een doener of toch meer een denker? Een vwo’er die graag zijn tanden zet in theoretische vraagstuk- ken komt in een academische omgeving het best tot zijn recht. Maar de vwo’er die enthousiast wordt van het toepassen van praktische kennis gedijt waarschijnlijk beter op een hbo-opleiding. Dat de ene vwo’er niet de andere is, weten ze sinds jaar en dag al op de TU/e. Een deel van de scholieren verkijkt zich op het feit dat het een technische universiteit is, en komt er gaandeweg achter dat de opleiding van een hoog abstract gehalte is. Uitval is het gevolg, en dat laat de betrokken student niet onberoerd. Hij of zij heeft het gevoel gefaald te hebben. Fontys en de TU/e hebben de handen ineen geslagen om te voorkomen dat studenten op deze manier kopje onder gaan. “Dat begint met de beeldvorming”, zegt consultant Moonen. “We geven als Fontys en TU gezamenlijk voorlichting op middelbare scholen. We willen vwo’ers laten zien dat de ene opleiding niet minder is dan de andere. Wel dat ze anders zijn. En we proberen die boodschap ook aan de studiedecanen mee te geven, dat ze hun leerlingen wijzen op beide opties. Vaak gaat de voorlichting alleen over universitaire studies.” De samenwerking is er verder op gericht dat uitvallers op de TU/e soepel instromen bij Fontys. Maar er ligt ook een opdracht aan het hbo om de opleidingen uitda- gender te maken voor de betere student. En dat hoeft niet alleen een vwo’er te zijn, maar dat kan ook een goede havist of mbo’er zijn. Om die categorie tegemoet te komen worden er verschillende varianten ontwikkeld. Meer ruimte voor zelfstandigheid, een stevig opgetuigd programma. Een verkorte propedeuse of de mogelijkheid om in drie jaar, in plaats van vier jaar, de hbo-studie te doen. Een andere optie is het aanbieden van vakken op universitair niveau. Cijfers Bij Fontys komt nu ongeveer 10 procent van de studenten van het vwo. Bij Avans heeft ongeveer 9% van alle studenten een vwo-ach- tergrond. Bij de HAS in Den Nosch heeft ongeveer 10 procent van de eerstejaars een vwo-diploma. De NHTV in Breda biedt ook 3-jarige trajecten voor vwo’ers aan. Het beleid van NHTV is om binnen enkele jaren 15% instroom uit het vwo te hebben. Bij Fontys kunnen vwo’ers een speciaal, korter traject volgen, zoals op de Fontys Hogeschool voor Pedagogiek. Tekst: Emmanuel Naaijkens Foto: Dolph Cantrijn 5

ED: Het hbo als alternatief voor de vwo-leerling

Embed Size (px)

DESCRIPTION

ED: Het hbo als alternatief voor de vwo-leerling

Citation preview

  • Het hbo als alternatiefvoor de vwo-leerling

    Kansen enexcellerenDoorEmmanuelNaaijkens

    Begonnen op de lts of op demavo en eindigen als hoog-leraar? Of als manager bij eengroot internationaal concern?Het kan in ons land, dankzijeen onderwijssysteem datschakelenmogelijk maakt. De van oorsprong Amerikaanseonderwijshoogleraar prof. Paul Kirschner vindt dat eenvan de grote verdiensten van Nederland, zei hij onlangs ineen interview. Het tot bloei laten komen van talenten vankinderen is een wezenskenmerk van echte onderwijsmen-sen.

    Maar in het streven om de prestaties omhoog te krijgen dreigtde overheid een beetje het kind met het badwater weg tegooien. Ik heb de laatste tijd veel schooldirecteuren en lerarengesproken die aarzelen om kinderen nog in alle gevallen dekansen te geven die ze verdienen. Die bang zijn dat het kind datze het voordeel van de twijfel hebben gegeven, het toch nietredt. En dat dat leidt tot een negatief oordeel van de inspectie entot eenmindere positie op de ranglijstjes.Het een hoeft het ander niet in de weg te zitten. In deze bijlageworden scholen geportretteerd die het predicaat ExcellenteSchool hebben verworven. Niet vanwege hun uitzonderlijk hogeresultaten, maar omdat ze een balans hebben gevonden tussenenerzijds zo goedmogelijk presteren en anderzijds de vorming(Bildung) van leerlingen. Maar die scholen gaan bovenal voor hetgeven van kansen aan jongemensen. Daar moeten we zuinig opzijn.

    Vrienden haakten af op deuniversiteitNaam: Niels Smeets (20)Studiekeuze: deed vwo maar koos bewust voor hboOpleiding: Technische Bedrijfskunde Fontys

    Op het vwo was ik eerlijk gezegd niet al te ijverig, ik ben ook eenkeer blijven zitten. Dat was een beetje mijn eigen schuld. Veel vanmijn vrienden zaten al op de universiteit en toen ik in 6 vwo zathoorde ik wel eens wat ze daar allemaal moesten doen. Toen dachtik, dat is niks voor mij. Ik had op demiddelbare school al moeite omme een paar uur achter elkaar in te zetten. Een aantal vrienden is nahet eerste jaar op de universiteit alsnog overgestapt naar het hbo. Ikben direct naar het hbo gegaan, ook omdat je als vwoer een verkortprogramma kunt doen, dat duurt 3,5 jaar. Daarna kan ik altijd nogeen universitaire master gaan volgen.

    Bij Fontys doe ik de studie technische bedrijfskunde. Het hbois erg praktijkgericht. Al in de eerste week werden wemet eengroepje eerstejaars die je niet kent bij elkaar gezet en kregen weeen opdracht. Maar niemand van dat groepje had er ookmaarenig verstand van. Zo zijn we in het diepe gegooid, dat was heelleerzaam. Met technische bedrijfskunde ga je processen in bedrijvenonderzoeken, jij kijkt wat beter en efcinter kan. Je moet wel enigetechnische kennis hebben, maar je bent in deze opleiding minimaalmet techniek bezig. Als vwoer heb je een voorsprong als je hbo gaatdoen, als je dat vergelijkt met havoer of mboers. En wat interessantis, ik kan ook eenminor volgen aan de universiteit.

    Opmijn middelbare school werd er in de voorlichting geen aandacht

    aan besteed dat je met een vwo-diploma ook naar het hbo kon. Inmijn omgeving waren er ookmensen die zeiden het is zonde als jemet je vwo niet naar de universiteit gaat. Maar ik kenmezelf en ikhad zoiets van: wat maakt het uit, het is mijn keuze.

    Het beleid van de overheid is de laatste jaren gericht ophet terugdringen van de uitval in het hoger onderwijs.De juiste student op de juiste plek is het motto. Vooreen vwoer kan dat het hbo zijn.

    Het Nederlandse onderwijssysteem is zo ingericht dat wie van de havo(of het mbo) komt een studie aan een hogeschool gaat volgen. En vooreen scholier met vwo-diploma leidt de route naar de universiteit. Maaris dit voorsorteren wel zo vanzelfsprekend? Is een universitaire studieeen logisch vervolg op een vwo-diploma? Demaatschappij ziet datvaak nog wel zo. Alsof je kansen laat lopen als je als vwoer voor hethbo kiest. Maar is een kentering gaande. Er is meer begrip bij ouders enin het voortgezet onderwijs voor de vwoer die zich bewust inschrijftvoor een opleiding aan een hogeschool, zegt Rosemarie Moonen,

    consultant bij de Dienst Marketing en Communicatie van FontysHogescholen. En die ontwikkeling juichen wij toe, want die past in onsbeleid van de juiste student op de juiste plek.

    Te lang is het studiekeuzeproces gedomineerd door het binaire stelsel(universiteiten en hogescholen), dat was het vertrekpunt. Nu staat destudent zelf centraal. En gaat het om vragen als: wat heeft hij in zijnmars, hoe is zijn studiehouding, waar liggen zijn interesses, wat zijnzijn persoonlijkheidskenmerken, is het een doener of tochmeer eendenker? Een vwoer die graag zijn tanden zet in theoretische vraagstuk-ken komt in een academische omgeving het best tot zijn recht. Maarde vwoer die enthousiast wordt van het toepassen van praktischekennis gedijt waarschijnlijk beter op een hbo-opleiding.

    Dat de ene vwoer niet de andere is, weten ze sinds jaar en dag alop de TU/e. Een deel van de scholieren verkijkt zich op het feit dathet een technische universiteit is, en komt er gaandeweg achter datde opleiding van een hoog abstract gehalte is. Uitval is het gevolg,en dat laat de betrokken student niet onberoerd. Hij of zij heeft hetgevoel gefaald te hebben. Fontys en de TU/e hebben de handen ineengeslagen om te voorkomen dat studenten op dezemanier kopje ondergaan.Dat begint met de beeldvorming, zegt consultant Moonen. Wegeven als Fontys en TU gezamenlijk voorlichting opmiddelbarescholen. We willen vwoers laten zien dat de ene opleiding niet minderis dan de andere. Wel dat ze anders zijn. En we proberen die boodschapook aan de studiedecanenmee te geven, dat ze hun leerlingen wijzenop beide opties. Vaak gaat de voorlichting alleen over universitairestudies. De samenwerking is er verder op gericht dat uitvallers op deTU/e soepel instromen bij Fontys.

    Maar er ligt ook een opdracht aan het hbo om de opleidingen uitda-gender te maken voor de betere student. En dat hoeft niet alleen eenvwoer te zijn, maar dat kan ook een goede havist of mboer zijn. Omdie categorie tegemoet te komen worden er verschillende variantenontwikkeld. Meer ruimte voor zelfstandigheid, een stevig opgetuigdprogramma. Een verkorte propedeuse of de mogelijkheid om in driejaar, in plaats van vier jaar, de hbo-studie te doen. Een andere optie ishet aanbieden van vakken op universitair niveau.

    CijfersBij Fontys komt nu ongeveer 10 procent van de studenten van hetvwo. Bij Avans heeft ongeveer 9% van alle studenten een vwo-ach-tergrond. Bij deHAS inDenNosch heeft ongeveer 10procent van deeerstejaars een vwo-diploma. De NHTV in Breda biedt ook 3-jarigetrajecten voor vwoers aan. Het beleid van NHTV is om binnenenkele jaren 15% instroom uit het vwo te hebben.

    Bij Fontys kunnen vwoers een speciaal, korter traject volgen, zoalsop de Fontys Hogeschool voor Pedagogiek.Tekst: Emmanuel Naaijkens Foto: Dolph Cantrijn

    5