108

ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

����������������� �������������������

��� ������ �������

Page 2: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan
Page 3: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

Samengesteld door: Clare Miller, Marianne Kettunen; IEEP Uitgever: Peter Torkler; WWF Met de medewerking van Stefanie Lang, Andreas Baumüller; WWF Vertaling: Stef Boogaerts, Cahier de Brouillon Lay-out voorpagina: Rüdiger Puntke Foto’s cover: © WWFCanon/Anton VORAUER/Michel GUNTHER/Jean-Luc RAY © WWF/M. Czasnoj�/G. Bobrowicz/E. Peissker/P. Torkler © Island Microlight Club Malta

Financiering van Natura 2000 een handboek

In opdracht van de

Europese Commissie

DG Leefmilieu

"Financiering van Natura 2000

Handleiding en Workshops”

Referentie: ENV .B.2/SER/2005/0020

Official Journal reference: S 73 -070009

“This publication has been prepared in the framework of a service contract;

it is not legally binding”

Contact: Peter Torkler WWF Germany tel: +49 30 30 87 42 15 [email protected]

Page 4: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

INHOUD

1. VOORWOORD ................................................................................................................................................................................................4

2. INLEIDING: NATURA 2000 & FINANCIERING VAN NATURA ......................................................................................................................5

3. WAAR DIENT HET HANDBOEK VOOR, VOOR WIE IS HET BESTEMD EN WELKE ZIJN ER DE VOORDELEN VAN...............................7

4. DEFINITIES EN BESCHRIJVINGEN, STRUCTUUR, INHOUD EN TOEPASSING .........................................................................................8

5. BESCHRIJVING VAN DE FONDSEN ........................................................................................................................................................... 13

6. FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN VOOR BEHEERSACTIVITEITEN IN NATURA 2000 ......................................................................... 30

7. REFERENTIES, SLEUTELPUBLICATIES, SLEUTELWEBSITES.............................................................................................................. 104 LIJST MET TABELLEN Tabel 1: Doelgroepen van de Fondsen....................................................................................................................................................................9 Tabel 2: Types van Natura 2000 gebieden ..............................................................................................................................................................9 Tabel 3: Lijst van Natura 2000 beheersactiviteiten................................................................................................................................................. 10 Tabel 4: Prioritaire assen van het ELFPO.............................................................................................................................................................. 15 Tabel 5: Sleuteldata in het implementatieproces voor het ELFPO ......................................................................................................................... 16 Tabel 6: Lijst met de sleutelartikels in de ELFPO-Verordening in relatie tot Natura 2000....................................................................................... 17 Tabel 7: Sleuteldata in het implementatieproces voor het EVF .............................................................................................................................. 18 Tabel 8: Lijst met de sleutelartikels in de EVF-Verordening in relatie tot Natura 2000............................................................................................ 19 Tabel 9: Sleuteldata in het implementatieproces voor het EFRO ........................................................................................................................... 21 Tabel 10: Lijst met de sleutelartikels in de EFRO-Verordening in relatie tot Natura 2000....................................................................................... 21 Tabel 11: Sleuteldata in het implementatieproces voor het ESF ............................................................................................................................ 24 Tabel 12: Lijst met de sleutelartikels in de ESF-Verordening in relatie tot Natura 2000.......................................................................................... 24 Tabel 13: Sleuteldata in het implementatieproces voor het Cohesiefonds ............................................................................................................. 25 Tabel 14: Lijst met de sleutelartikels in de CF-Verordening in relatie tot Natura 2000............................................................................................ 25 Tabel 15: Sleuteldata in het implementatieproces voor het Life+ Fonds ................................................................................................................ 27 Tabel 16: Sleuteldata in het implementatieproces voor het KP7 ............................................................................................................................ 29 Tabel 17: Lijst met de sleutelartikels in het KP7 in relatie tot Natura 2000 ............................................................................................................. 29

Page 5: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

TABEL MET ACTIVITEITEN Activiteit 1: ADMINISTRATIE VAN HET SELECTIEPROCES................................................................................................................................34 Activiteit 2: WETENSCHAPPELIJKE STUDIES/INVENTARISATIES TER IDENTIFICATIE VAN HET GEBIED....................................................35 Activiteit 3: VOORBEREIDING VAN HET EERSTE INFORMATIE- EN PUBLICITEITSMATERIAAL.....................................................................36 Activiteit 4: PILOOTPROJECTEN..........................................................................................................................................................................40 Activiteit 5: VOORBEREIDING VAN BEHEERSPLANNEN, -STRATEGIEËN EN -SCHEMA’S .............................................................................44 Activiteit 6: OPRICHTING VAN BEHEERSORGANEN ..........................................................................................................................................46 Activiteit 7: CONSULTATIE EN NETWERKING - PUBLIEKE VERGADERINGEN, NETWERKING, RELATIE MET GRONDEIGENAARS...........48 Activiteit 8: HERZIENING VAN BEHEERSPLANNEN, -STRATEGIEËN EN SCHEMA’S.......................................................................................52 Activiteit 9: LOPENDE KOSTEN VAN DE BEHEERSORGANEN ..........................................................................................................................54 Activiteit 10: ONDERHOUD VAN PUBLIEKSVOORZIENINGEN – TOEGANG EN GEBRUIK VAN DE GEBIEDEN..............................................55 Activiteit 11: DOORLOPENDE PERSONEELSKOSTEN .......................................................................................................................................57 Activiteit 12: BESCHERMINGSBEHEER – HABITATS..........................................................................................................................................58 Activiteit 13: BESCHERMINGSBEHEER – SOORTEN..........................................................................................................................................65 Activiteit 14: BEHEERSMAATREGELEN – EXOTEN ............................................................................................................................................70 Activiteit 15: INVULLING VAN BEHEERSSCHEMA’S EN -AKKOORDEN.............................................................................................................75 Activiteit 16: HET VOORZIEN VAN DIENSTEN, COMPENSATIE VOOR VERLOREN RECHTEN EN INKOMENVERLIES .................................78 Activiteit 17: MONITORING EN ONDERZOEK ......................................................................................................................................................80 Activiteit 18: RISICOBEHEER................................................................................................................................................................................83 Activiteit 19: (CONTINU) TOEZICHT OP GEBIEDEN............................................................................................................................................86 Activiteit 20: VOORZIEN VAN INFORMATIE- EN PROMOTIEMATERIAAL ..........................................................................................................87 Activiteit 21: OPLEIDING EN EDUCATIE ..............................................................................................................................................................91 Activiteit 22: INRICHTINGEN TER AANMOEDIGING VAN HET GEBRUIK EN DE WAARDERING VAN NATURA 2000 GEBIEDEN ..................95 Activiteit 23: AANKOOP VAN GROND, INCLUSIEF DE COMPENSATIEKOST VOOR RECHTEN DIE OP DIE GRONDEN RUSTEN ................97 Activiteit 24: NOODZAKELIJKE INFRASTRUCTUUR VOOR HET HERSTEL VAN HABITATS OF SOORTEN ....................................................98 Activiteit 25: INFRASTRUCTUUR VOOR PUBLIEKE TOEGANG........................................................................................................................101

Page 6: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

4

1. VOORWOORD Biodiversiteit betekent de diversiteit van leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan voordelen voor de mens – bijvoorbeeld goederen (zoals hout en medicinale producten) en essentiële diensten (zoals de rol in de cyclus en opslag van koolstof, proper water, buffering van het klimaat, van natuurrampen en vervuiling). Het voortdurende verlies van biodiversiteit wordt erkend als een van de meest dringende milieuproblemen die onze samenleving momenteel ondervindt. De rijkdom van de Europese soorten en habitats waarin ze leven zijn een belangrijk element van de kwaliteit van het leven. Belangrijker nog, deze gebieden spelen een kritische rol in de regulering van de natuurlijke systemen (water cyclus, klimaat) en van bepaalde natuurlijke hulpbronnen waarvan onze samenleving afhankelijk is. De economische waarde van deze “ecosysteemdiensten” is veel hoger dan de kostprijs voor hun bescherming en behoud. Toch beschouwen we deze systemen al te vaak als vanzelfsprekend. Hun waarde wordt normaal gezien enkel bepaald bij een degradatie van de systemen die resulteert in bepaalde natuurrampen – overstroming, vloedgolven etc.

Als Directoraat-Generaal van Milieuzaken, verwelkom ik de groeiende erkenning die gegeven wordt aan de milieukwestie biodiversiteit. Het behoud en de bescherming van biodiversiteit is van immens belang voor de toekomst van onze planeet. Maar – jammer genoeg – moet hetzelfde niveau van bezorgdheid en actie nog steeds bereikt worden. Op hetzelfde moment zijn onze burgers zeer geïnteresseerd in de Natuur en haar soorten. Televisiedocumentaires over wilde diersoorten zijn enorm populair en NGO’s die natuurbescherming steunen hebben miljoenen leden in heel Europa. Maar deze wijdverspreide bezorgdheid moet nog vertaald worden in een welbepaalde en gecoördineerde politieke inspanning. De laatste jaren werd er een significante vooruitgang geboekt in de oprichting van een modern, gestroomlijnd en kostefficiënt beleid dat een schoner en gezonder milieu nastreeft voor onze burgers en waar bovendien vernieuwing ook gestimuleerd wordt. De bescherming van de Natuur voor de toekomstige generaties is een werk in opbouw, waar nog hard aan gewerkt dient te worden. Het is een taak die aan mij wordt toevertrouwd en waar ik de komende jaren met volle kracht mee zal doorgaan.

De Natuur bezorgt ons plezier, voldoening, inspiratie en hoop. Natuur is fundamenteel voor onze cultuur, taal en psychologisch en spiritueel welbehagen. Natura 2000 is het Europees ecologische netwerk van gebieden, afgebakend door de dienst “Habitat Instructie”. Het belangrijkste doel ervan is de bescherming van habitattypes en plant- en diersoorten van Europees belang in de Europese Unie. Natura 2000 levert een belangrijke bijdrage tot de lange-termijn doelstelling om de rijkdommen van de Europese biodiversiteit te beschermen. Significante vooruitgang werd geboekt in de implementatie van het Natura 2000 netwerk door middel van afbakening van meer dan 18000 gebieden door de Lidstaten. Aangezien het netwerk bijna vervolledigd is, is het cruciaal om meer aandacht te vestigen op het beheer van de gebieden. Beschikbare financiële en andere bronnen zullen hoogstnoodzakelijk zijn bij de implementatie van beheersplannen.

Mogens Peter Carl

Page 7: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

5

2. INLEIDING: NATURA 2000 & FINANCIERING VAN NATURA

Natura in een notendop Natura 2000 vormt de basis van de natuurbescherming in de Europese Unie. De uitbouw van het Natura 2000 netwerk startte in 1992 met de goedkeuring van de Habitat-richtlijn. Samen met de Vogelrichtlijn vormt de Habitatrichtlijn het kader voor het behoud van soorten en hun habitats in de EU en is het het belangrijkste Europese initiatief voor het behoud van de biodiversiteit in de ver-schillende Lidstaten. De natuurgebieden die als een onderdeel van het Natura 2000 netwerk werden aange-duid, beslaan vandaag 15-30% van het grondgebied van de EU-lidstaten. Samen vormen ze inmiddels een oppervlakte die groter is dan het grondgebied van Duitsland. Natura 2000 moet over heel Europa een ecologisch netwerk vormen van beschermde natuurgebieden met als doel het behoud en herstel van op Europees niveau bedreigde habitats en soorten. Om dat Natura 2000 netwerk uit te bouwen werd de EU verdeeld in zeven bio-geografische regio’s: de Panno-nische, Boreale, Continentale, Atlantische, Alpiene, Macaronesische en Mediterrane re-gio’s. Voor elke regio stellen de Lidstaten aan de Commissie een lijst voor met gebie-den die gekozen werden op basis van de criteria in de Habitatrichtlijn. Met de mede-werking van de European Topic Centre on Biological Diversity (ETC), onafhankelijke

wetenschappers, deskundigen van de Lidsta-ten en NGO’s evalueert de Commissie deze voorstellen met als doel het realiseren van een consequent, samenhangend en repre-sentatief ecologisch netwerk van natuurge-bieden. Nadat de Commissie de lijst met Natura 2000 gebieden heeft aangenomen, worden de Lidstaten (na een overgangs-periode) verantwoordelijk voor het nemen van alle noodzakelijke maatregelen om hun natuurgebieden te beschermen en de achter-uitgang van die gebieden te voorkomen. Opdat de Lidstaten hun verplichtingen voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen zouden kunnen nakomen, moe-ten ze de nodige investeringen in infrastruc-tuur, activiteiten, personeel en/of wetten doen en of voortzetten. Een grote verschei-denheid aan activiteiten is noodzakelijk voor een efficiënt beheer van de gebieden zoals het ontwikkelen van plannen, habitatherstel, en echte beheersactiviteiten zoals maaien of het monitoren van soorten. De kost van deze activiteiten wordt in het kader van het sub-sidiariteitsprincipe in principe betaald door de Lidstaat. Niettemin voorziet artikel 8 van de Habitatrichtlijn indien nodig de mogelijkheid van medefinanciering door Europa. Dankzij de natuurbehoudsinitiatieven kan de realisatie van het Natura 2000 netwerk ook belangrijke economische en sociale voorde-len opleveren, zoals leveren van ecosys-teemdiensten, het leveren van hout en voe-dingsproducten, het creëren van jobs (b.v. in het ecotoerisme), meer diversiteit in lokale economieën, meer sociale stabiliteit en bete-re levensomstandigheden en vermindering

van lokale milieuproblemen, zoals waterver-ontreiniging. De voorbereiding van het Natura 2000 net-werk loopt ook in Bulgarije en Roemenië, twee landen die de EU in 2007 komen ver-voegen. Momenteel zijn deze landen hun lijst met gebieden aan het samenstellen. Die lijs-ten moeten ten laatste op het moment van de toetreding aan de Commissie worden overgemaakt. Financiering van Natura 2000 In haar Communication on the Financing of Natura 2000 aan de Raad en het Europees Parlement1 - aangenomen op 15 juli 2004 – stelt de Commissie haar ideeën voor over de manier waarop de financiële noden van Natura 2000 in de verschillende Europese fondsen kunnen geïntegreerd worden en welke maatregelen er mogelijk zijn om hen te financieren. Bij de voorbereiding van de Communication schatte de Commissie, bijgestaan door een Werkgroep met experten inzake artikel 8, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lidstaten en stakeholderexperten, de gewen-ste financiële noden van een goedwerkend netwerk. De uiteindelijke schatting van €6.1 miljard per jaar voor EU-25 was zowel geba-seerd op de antwoorden van de Lidstaten op een vragenlijst, als op de ervaringen met de kosten in gebieden die reeds werden ingericht.

1 COM (2004) 431 final, 15th July 2004

Page 8: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

6

In de Communication wordt voorgesteld dat co-financiering in de toekomst, zoals dat doorgaans gebeurt, ondergebracht wordt in de bestaande financiële instrumenten – ‘de integratie optie’. Daarvoor werden onder andere volgende redenen aangehaald: – het verzekert dat het beheer van de Natu-

ra 2000 gebieden deel uitmaakt van de bredere aanpak van het plattelandsbeleid in de EU. Zo wordt de landbouw in de Natura 2000 gebieden een onderdeel van het financiële beleid van de Europese landbouwpolitiek en wordt structurele steun een onderdeel van het regionale beleid en het plattelandsbeleid. Deze complementaire aanpak zorgt ervoor dat het netwerk van Natura 2000 gebieden hun rol in de bescherming van de Europese biodiversiteit beter kunnen spelen dan wanneer de Natura 2000 ge-bieden als geïsoleerd of los van een bre-dere beleidscontext worden gezien.

– Het laat de Lidstaten toe prioriteiten te stellen, beleid te ontwikkelen en maatre-gelen te nemen die de nationale en regio-nale eigenschappen weerspiegelen.

– Het vermijdt dat verschillende fondsen van Europa dubbel of overlappend wor-den gebruikt en het vermijdt de administratie- en transactiekosten die met zo’n dubbel gebruik gepaard gaan.

Een ‘nieuwe wereld’ voor de Europese financiering van natuur Veel gebruikers van dit handboek hebben wellicht reeds ervaring met de financiering van Natura 2000 projecten, misschien heb-ben ze zelfs gebruik gemaakt van de fond-sen die in de periode 2000-2006 in gebruik waren. Daarom is het belangrijk te vermel-den dat de financiering voor natuurbescher-ming door Europa voor de periode 2007-2013 grondig is herzien. Dat betekent dat zij die zeker willen zijn van de financiering van hun projecten zowel actief op zoek moeten gaan naar nieuwe mogelijkheden van de Europese fondsen zoals ze in dit handboek worden voorgesteld, als het verderzetten van het vinden van middelen in nationale fondsen. De middelen die voozien worden in de nieu-we fondsen voor 2007-2013 maken het mo-gelijk om veel meer geld te bekomen voor natuurpojecten. De voorwaarden voor de op-richting van Natura 2000 zijn door de Com-missie duidelijk weergegeven in alle Fondsen die de Commissie heeft voorgesteld in het kader van de begrotingsvoorstellen 2007-2013. Om ten volle gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die in de Europese Fondsen zijn voorzien, moeten de Lidstaten en zij die betrokken zijn bij het opzetten van natuurbeheerprojecten samenwerken. Dat betekent dat de nationale en regionale overheden die de fondswervingsprogram-ma’s coördineren samen met de beheerders van de Natura 2000 gebieden en van de

landbouwgronden die in Natura 2000 gebie-den liggen dringend moeten nadenken hoe de natuurbehoudsdoelstellingen en het be-heer van Natura 2000 geïntegreerd kunnen worden in een bredere aanpak van de regio-nale ontwikkeling, de plattelandsontwikke-ling en de mariene ontwikkeling.

Page 9: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

7

3. WAAR DIENT HET HANDBOEK VOOR, VOOR WIE IS HET BESTEMD EN WELKE ZIJN ER DE VOORDELEN VAN

Voor wie is het Handboek bestemd? Het Handboek is in eerste instantie bestemd voor de autoriteiten in de Lidstaten die ver-antwoordelijk zijn voor het opstellen van de nationale en regionale programma’s in de periode 2003-2007. Het Handboek wil de autoriteiten bijstaan bij het ontdekken van de mogelijkheden van de EU-co-financiering van Natura 2000 en wil het volledig opnemen van deze mogelijkheden in de nationale en regionale programma’s aanmoedigen. Het Handboek kan ook een nuttig instrument zijn voor de autoriteiten die betrokken zijn bij de beheersplannen voor specifieke gebieden in die zin dat het valabele ideeën kan aan-brengen hoe in de toekomst specifieke be-heersmaatregelen kunnen worden gefinan-cierd. Door het gebruik van het Handboek worden nationale en regionale overheden aangezet om alle mogelijke doelgroepen te betrekken (m.n. de ‘eindgebruikers’ van de Europese fondsen die momenteel activiteiten in Natura 2000 gebieden uitvoeren), inclusief bestuur-ders, landbouwers, bosbouwers, vissers en viskwekers, private en publieke grondeige-naars, landbeheerders, niet-gouvernemen-tele organisaties (NGO’s), onderwijsinstel-lingen en kleine en middelgrote onderne-

mingen (KMO’s). Alhoewel de inhoud van dit Handboek zich niet rechtstreeks tot deze doelgroepen richt, kan het deze groepen en hun representatieve organisaties helpen beter geïnformeerd te raken over de plannen die nationale en regionale autoriteiten koesteren. Bovendien weten de beheerders van Natura 2000 gebieden best wel welke maatregelen belangrijk zijn en gefinancieerd moeten worden en kunnen zij hun ervaring en informatie ter beschikking stellen van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de nationale en regionale programma’s. De analyse van de Fondsen in Hoofdstuk 6 ‘Financieringsmogelijkheden voor voor beheersactiviteiten in Natura 2000’ behelzen verschillende types Natura 2000 gebieden: landbouwgebieden, bossen, binnenwateren, moerasgebieden, kustzones en mariene gebieden. De analyse beklemtoont ook de mogelijkheden voor de verschillende hierboven vermelde doelgroepen. Meer bijzonderheden over deze doelgroepen en de gebiedstypes vind je in het hoofdstuk met definities en beschrijvingen. Waar dient het Handboek voor? Het grootste gedeelte van de co-financiering van Europa voor Natura 2000 zal in de toekomst geleverd worden via bestaande Gemeenschapsfondsen die de platte-landsontwikkeling, de regionale ontwikkeling en de mariene ontwikkeling willen bevorde-ren. Het verzekeren van duurzaam gebruik van middelen en het versterken van de synergie tussen milieubescherming en eco-

nomische groei worden ook aangemoedigd in het kader van de Lissabon Strategie. Daarom moeten in nationale/regionale ont-wikkelings- en cohesieprogramma’s die in de periode 2007-2013 de steun genieten van Fondsen van Europa milieudoelstellingen als uitgangspunt worden opgenomen (b.v. Natura 2000)2. Dit Handboek wil een accurate en up-to-date bron zijn voor nationale en regionale autori-teiten om alle mogelijkheden te kennen van de EU co-financiering van Natura 2000 in de periode 2007-2013. Het legt de nadruk op de belangrijkste EU-fondsen die in die periode zullen worden toegepast, zoals: • De Structurele Fondsen (Europees

Sociaal Fonds (ESF) en Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO);

• Het Cohesiefonds (CF); • Het Europees Landbouwfonds voor

Plattelandsontwikkeling (ELFPO); • Het Europees Visserijfonds (EVF); • Het Financieel Instrument voor het

Leefmilieu (LIFE+); en • Het 7de Onderzoekskaderprogramma

(KP7). De bedoeling is het stimuleren van comple-mentariteit en synergieën tussen de verschil-lende financiële instrumenten, om dubbele financiering en overlappingen te vermijden.

2 Geïntegreerde richtlijnen voor Groei en Jobs (2005-2008)

(COM(2005)141): Micro-economische richtlijnen - Richtlijn 14.

Page 10: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

8

Er moet tevens worden opgemerkt dat het Handboek ook de mogelijkheden schetst van de EU-fondsen, die in principe op het natio-nale en regionale niveau beschikbaar zijn. Hoe dan ook zullen de concrete mogelijkheden voor Natura 2000 in de periode 2007-2013 bepaald worden door de nationale en regionale programma’s die de Lidstaten opmaken. Het Handboek behandelt niet alle financie-ringsmogelijkheden voor de maatregelen die noodzakelijk zijn om de Habitat- en Vogel-richtlijngebieden in te vullen (b.v. uitwerking van soortbeschermingsplannen die los staan van het gebiedsgericht beheer). Het bevat alleen fondsen voor activiteiten die te maken hebben met Natura 2000. Samengevat wil het Handboek: • mogelijke fondsen aanwijzen voor Natura

2000 op het niveau van de EU; • helpen bij het begrijpen van de nieuwe

regels op een operationeel niveau; en • de aandacht vestigen op algemene

mogelijkheden voor fondsen die niet meteen voor de hand liggen

Voordelen van het Handboek Ondanks het feit dat sommige programma’s voor 2007-2013 reeds afgerond zijn, zit het gehele proces van ontwerpen, goedkeuren en invullen van programma’s en het selecteren van projecten nog in een vroeg stadium. Het Handboek zal actief gepromoot worden door middel van workshops op

nationaal niveau en zal zo het proces voeden. Deze overweging lijkt veeleer beperkt. Het uitwerken van het Handboek en zijn verdere verspreiding in de Lidstaten door het opzetten van workshops moet slechts als één stap in een lopend proces worden gezien. In het verleden werden de fondsen voor natuurbeschermingsthema’s vanwege Europa vooral geleverd door het LIFE-programma, gericht op individuele projecten. De financiële mogelijkheden van Plattelandsontwikkeling en de Structuur-fondsen werden in vorige financiële periodes onvoldoende breed gebruikt. Daarom is de integratie van Natura 2000 fondsen in be-staande financieringsinstrumenten van de Gemeenschap, zoals de Commissie voor de periode 2007-2013 heeft voorgesteld, voor de meeste overheden en betrokkenen een nieuwe aanpak. De nationale invulling van dit nieuwe systeem zal zeker enige tijd kosten. Daarom wil het Handboek zowel bijstand le-veren bij de voorbereiding van lopende natio-nale programma’s, als bij de betere invulling van een geïntegreerde aanpak op langere termijn. Het Handboek biedt hulp in volgende geval-len: • de mogelijkheid om na te gaan of alle

noodzakelijke acties zijn voorzien, en of alle financieringsmogelijkheden bekend zijn en gebruikt worden;

• hulp bij een toekomstige herziening van de programma’s; en

• belangrijke achtergrondinformatie bij de ontwikkeling van beheersplannen.

4. DEFINITIES EN BESCHRIJVINGEN, STRUCTUUR, INHOUD EN TOEPASSING

Definities en beschrijvingen Doelgroepen Dit document wil advies leveren aan relevan-te overheden in de Lidstaten die verantwoor-delijk zijn voor het opstellen van de nationale en regionale programma’s in de periode 2007-2013. Autoriteiten worden gevraagd om daarbij alle mogelijke doelgroepen te betrek-ken die activiteiten kunnen opzetten in Natu-ra 2000 gebieden. Tabel 1 hieronder vermeldt alle categorieën van de te betrekken doelgroepen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen categorie-ën die wettelijke belangen hebben (b.v. grondeigenaars, pachters) en anderen. Types van Natura 2000 gebieden Tabel 2 vermeldt de types Natura 2000 ge-bieden die werden opgenomen in de analyse van de bepalingen zoals ze in het volgende hoofdstuk worden weergegeven. Het Hand-boek vraagt de nationale en regionale over-heden rekening te houden met de types van Natura 2000 gebieden zoals ze hieronder zijn opgelijst.

Page 11: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

9

Tabel 1: Doelgroepen van de Fondsen Publieke administraties Publieke administraties zijn overheidsdiensten en publieke adviesorganen, zowel op nationaal, regionaal als lokaal niveau.

Daartoe rekenen we: overheidsdiensten zoals departementen en ministeries, regionale instanties inzake water en gezondheidszorg, enz. Advies is in dit geval bestemd voor administraties die advies verlenen in verband met landbeheer maar die zelf geen eigenaar zijn.

Landbouwers Personen of organisaties die betrokken zijn bij commerciële landbouwactiviteiten. Bosbouwers Personen of organisaties die betrokken zijn bij commerciële bosbouwactiviteiten. Private grondeigenaars Personen of organisaties die eigenaar zijn van gronden, met inbegrip van hen die die gronden gebruiken voor niet-commer-

ciële activiteiten (geen land- en bosbouwers). Publieke grondeigenaars Publieke organisaties en administraties die eigenaar zijn van gronden. Vissers en viskwekers Personen of organisaties die betrokken zijn bij de commerciële visserij en aquacultuur. Grondbeheerders Personen of organisaties die gronden beheren, maar er geen eigenaar van zijn. Daartoe behoren ook zij die betrokken zijn bij

niet-commerciële activiteiten op die gronden (geen land- en bosbouwers). NGO’s Niet-gouvernementele organisaties die gronden bezitten noch beheren, maar wel financiële steun van Natura 2000 wensen. KMO’s Kleine en Middelgrote Ondernemingen zoals ze omschreven worden in de Aanbeveling van de Europese Commissie Com-

mission 2003/361/EC van 6 mei 2003 betreffende de definitie van micro, kleine en middelgrote ondernemingen, OJ L 124, p. 36-41, van 20 mei 2003.

Vormingsinstellingen Organisaties die educatieve programma’s ontwikkelen. Andere Andere personen of organisaties die niet onder één van bovenstaande categorieën vallen.

Tabel 2: Types van Natura 2000 gebieden Landbouwgrond Landbouwgrond in gebruik, inclusief boomgaarden in gebruik. Bossen Bossen, inclusief dehesa’s (oude eikenboomgaarden in de Spaanse Extremadura), montado Andere gronden Inclusief alpiene gebieden, garigue en alle andere gebieden die niet behoren tot de andere categorieën (b.v. weiland dat niet

in landbouwgebruik is). Hiertoe behoren ook verlaten akkers en boomgaarden. Binnenwateren Rivieren, meren, zoete wateren. Wetlands Moerassen, veengebieden, laagveen, estuaria [kan soms overlappen met kustzones]. Kustzones Duinen, stranden, modderplaten, kustwateren (tot 12 nautische mijl = 22,22 km) [kan soms overlappen met wetlands]. Mariene gebieden Mariene wateren (buiten de 12-mijlszone).

Page 12: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

10

Tabel 3: Lijst van Natura 2000 beheersactiviteiten

Categorie Nr. Type Activititeit Nadere beschrijving

1 Administratie van het selectieproces Fondsen voor de overheden die het selectieproces uitvoeren. 2 Wetenschappelijke studies/inventari-

saties ter identificatie van het gebied ( overzichten, inventarisaties, kaartmateriaal)

Wetenschappelijke studies, onderzoekspersoneel, workshops en vergaderingen, samenstellen van gegevensbanken enz.

3 Voorbereiding van het eerste infor-matie- en publiciteitsmateriaal

Inclusief: handboeken, seminaries, workshops, communicatiemateriaal voor opleiding en capaciteitsopbouw.

Finalisatie van gebieden

4 Pilootprojecten Eerste ‘proef’projecten in de gebieden. 5 Voorbereiding van beheersplannen, -

strategieen en -schema’s Uitwerking en/of updaten van beheers- en actieplannen, bodemgebruiksplannen enz.

6 Oprichten van de beheersorganen Opstartkosten, haalbaarheidsstudies, beheersplannen enz. 7 Consultatie en netwerking – publieke

vergaderingen, netwerking, relatie met grondeigenaars

Inclusief de kost voor de organisatie van vergaderingen en workshops, de publicatie van overlegresultaten, financiële steun aan stakeholders, enz. Kan ook de kosten bevatten van ‘netwerkingsactiviteiten’ (reizen, vergaderingen, workshops).

8 Herziening van beheersplannen, -strategieen en -schema’s

Herziening en bijsturing van beheersplannen en -strategieën.

9 Lopende kosten van de beheersorganen (onderhoud van gebouwen en uitrusting)

Inclusief: lopende kosten voor het afschrijven van de investeringskost voor infrastructuur en roerende goederen; reiskosten, rente, huurcontracten enz.

10 Onderhoud van publieksvoorzieningen – toegang en gebruik van de gebieden

Inclusief de kosten voor gidsen, kaarten en bijhorend personeel.

Beheers-planning

11 Doorlopende personeelskosten (beheers-/projectverant-woordelijken, opzieners/begeleiders, arbeiders)

Permanente personeelskosten.

12 Maatregelen voor de bescherming en het onderhoud van het gebied en voor het bereiken van de beste ecologische condities voor de habitat

Inclusief herstelwerken, het voorzien van wildovergangen, beheer van specifieke habitats en voorbereiding van beheersplannen.

13 Maatregelen voor de bescherming en het onderhoud van het gebied en voor het bereiken van de beste ecologische condities voor bepaalde soorten

Inclusief herstelwerken, het voorzien van wildovergangen, beheer van specifieke soorten (flora en fauna), plannen.

14 Beheersmaatregelen in verband met de aanwezigheid van ongewenste vreemde soorten

Inclusief herstelwerken, infrastructuur, beheer van specifieke soorten, voorbereiding van beheersplannen.

Permanent habitatbeheer en monitoring

15 Invulling van beheersschema’s en -akoorden met eigenaars en grond- en waterbeheerders

Omvat: • Milieumaatregelen in de landbouwsfeer, b.v. faunavriendelijke productiemethodes, habitatherstel in

landbouwgebied, extensieve veeteelt, bescherming van moerasgebieden, enz. • Milieumaatregelen in de bosbouwsfeer, b.v. het creëren van exploitatie-vrije zones, het behoud van

dood hout, beperking of uitroeiing van niet-inheemse soorten, bebossings- of herbebossingsactiviteiten, beheer van specifieke vegetaties, enz.

• Milieumaatregelen bij het waterbeheer, b.v. beheer/behoud van habitats in aquacultuurgebieden enz. (hebben voornamelijk betrekking op andere vormen van aquacultuur dan visserij).

Page 13: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

11

Categorie Nr. Type Activititeit Nadere beschrijving

16 Het voorzien van diensten, compensa-ties voor verloren rechten en inko-menverlies - het uitbouwen van een aanvaardbare ‘relatie’ met de omwo-nenden

Compensatiekosten, b.v. voor landbouwers, bosbouwers of grondeigenaars/grondgebruikers voor gederfde inkomsten als gevolg van beheersvoorschriften die nodig zijn in het kader van Natura 2000.

17 Monitoring en onderzoek Verwijst vooral naar eenmalige kosten als gevolg van monitoring- en onderzoeksactiviteiten, b.v. de ontwikkeling van monitoringplannen, methodes en uitrusting; opleiding van personeel.

18 Risicobeheer (brandpreventie en -controle, overstromingen enz.)

Inclusief de voorbereiding van bewakings- en brandpreventieplannen, de ontwikkeling van de nodige infrastructuur en het aankopen van uitrusting.

19 Continu toezicht op gebieden Inclusief de permanente toezichts-, bewakings- en patrouille-activiteiten. Dat kan eveneens inhouden: personeelskosten, roerende goederen, reiskosten, enz. in functie van het invullen van de toezichts- en bewakingsactiviteiten, inclusief de controle op schadelijke recreatievormen, de controle op schadelijke economische activititeiten en bescherming tegen branden.

20 Voorzien van informatie- en promotiemateriaal

Inclusief het opzetten van communicatienetwerken, productie van nieuwsbrieven en sensibiliserings- en informatiemateriaal, het opzetten en onderhouden van een website, enz.

21 Opleiding en educatie Inclusief de productie van handboeken, seminaries, workshops, communicatiemateriaal. 22 Inrichtingen ter aanmoediging van het

gebruik en de waardering van Natura 2000 gebieden

23 Aankoop van grond, inclusief de compensatiekost voor rechten die op die gronden rusten

Aankoop van gronden in functie van milieubescherming en van beheersdoelstellingen.

24 Infrastructuur voor het herstel van habitats of soorten

Inclusief een waaier aan maatregelen voor de oprichting van specifieke infrastructuur in functie van milieubeheer, b.v. waterbeheer in veengebieden en mijnen. Dit kan eveneens inhouden: de aankoop van uitrusting (materiaal dat organisaties gebruiken voor bescherming en beheer van natuurgebieden, alsook kantoor- en computermateriaal, inventarisatie-materiaal, boten, duikersuitrustingen, camera’s, enz.)

Investerings-kosten

25 Infrastructuur voor publieke toegang, informatiepanelen, kijkhutten, kijktorens, observatiepunten, enz.

Infrastructuur voor het toegankelijk maken van gebieden voor het publiek en dat compatibel is met en bevorderlijk is voor milieubescherming en -beheer (b.v. infrastructuur dat de belevingswaarde van gebieden verhoogt zoals wegwijzers, paden, observatieplatforms en bezoekerscentra). Dit kan eveneens inhouden: de aankoop van uitrusting (materiaal dat organisaties gebruiken voor bescherming en beheer van natuurgebieden, alsook kantoor- en computermateriaal, inventarisatiemateriaal, boten, duikersuitrustingen, camera’s, enz.)

Page 14: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

12

Types activiteiten De mate waarin beheersactiviteiten in Natura 2000 gebieden in aanmerking komen voor subsidiëring varieert. Daarom werden ze in categorieën ingedeeld en in onderstaande tabel gezet. Deze lijst met 25 activiteiten werd overgenomen van de lijst die is opge-nomen in Annex 3 bij de Mededeling van de Communicatie over de financiering van Natu-ra 2000 (COM(2004)431 definitief), die op haar beurt werd afgeleid van de lijst met ca-tegorieën die was vastgelegd door de Artikel 8-Werkgroep en opgenomen in het Definitief Rapport over de Financiering van Natura 20003. De werkgroep erkent dat de definitie van de aard en het doel van de activiteiten niet zo duidelijk is en dat Lidstaten er een redelijk verschillende aanpak van de categorisering en de beschrijving op na mogen houden. Dit punt wordt ook erkend door de auteurs van dit handboek. Indien de autoriteiten van de Lidstaten geïnteresseerd zijn in het bekomen van co-financiering door Europa voor een beheersactiviteit die niet op de lijst hieronder staat, kunnen ze hierover contact opnemen met de ambtenaren van DG-Milieu van de Europese Commissie die hen kan helpen bij de interpretatie van de teksten en op hun vragen kan antwoorden.

3 Zie:

http://europa.eu.int/comm/environment/nature/nature_conservation/natura_2000_network/financing_natura_2000/art8_working_group/pdf/final_report_en.pdf. Aan de lijst werden en-kele wijzigingen/toevoegingen verricht, zoals ze door de Be-geleidende Werkgroep voor dit project werden voorgesteld.

Structuur & Inhoud: Informatie over de subsidiëringsmogelijkhe-den van de verschillende Europese Fondsen wordt in een reeks tabellen voor elk van de 25 types van activiteiten voorgesteld. Elke tabel bevat verwijzingen naar de Artikels van de EU-Verordeningen die relevant zijn voor de betreffende activiteit. Over elk Artikel wordt de volgende informatie vermeld: 1) Artikelnummer 2) Onderwerp artikel (titel) 3) Potentiële doelgroepen* 4) Mogelijke land/gebiedstypes 5) Gebiedsbeperkingen wegens ongeschikt-

heid (b.v. gebiedsbeperkingen als gevolg van het Structuurfonds)

6) Andere mogelijke beperkingen/opmerkin-gen

7) Mogelijke voorbeelden van het gebruik het Artikel bij het beheer van Natura 2000 gebieden.

* Deze informatie is niet opgenomen in de tabellen voor het Structuurfonds/Cohesiefonds, omdat ze om-wille van de vorm van deze Verordeningen in dit geval niet van toepassing zijn. Toepassing De Europese Fondsen die werden geanaly-seerd om dit Handboek samen te stellen, werken elk in overeenstemming met de systemen en vereisten die in hun specifieke Verordeningen worden uiteengezet. De opsomming van mogelijkheden die werd opgenomen in de tabellen die volgen na

Hoofdstuk 5 werden gebaseerd op de tekst van de EU-Verordeningen (voorlopige versie, of definitieve wanneer beschikbaar) voor elk Fonds apart. Voor de Fondsen die werken op basis van een programmeringsaanpak, is het belangrijk te vermelden dat de beschikbaarheid van Fondsen voor een specifieke activiteit ‘op het terrein’ afhangt van de inhoud van verschil-lende strategische en operationele documen-ten, waaronder: a) Tekst in de Verordening, zoals ze is

gepubliceerd in het ‘Official Journal’. b) De inhoud van ‘strategische’ program-

ma’s en plannen (b.v. nationale strate-gische plannen in het kader van EVF, na-tionale strategieën in het kader van ELFPO, nationale strategische referen-tiekaders in het kader van de Struc-tuurfondsen en het Cohesiefonds) die door de Lidstaten werden opgesteld.

c) De inhoud van ‘operationele’ nationale of regionale programma’s (b.v. rurale ont-wikkelingsprogramma’s in het kader van het ELFPO, nationale operationele pro-gramma’s in het kader van EVF, opera-tionele programma’s in het kader van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds, nationale werkingsprogramma’s in het kader van LIFE+).

Deze ‘niveaus’ in de detaillering van het pro-gramma laten elke Lidstaat en/of regio toe om die thema’s te identificeren die lokaal het meest van toepassing zijn, en die fondsen uit te kiezen die het best van toepassing zijn bij deze thema’s. Hoe gedetailleerd elk niveau is, varieert per Fonds. Zo bevatten de rurale

Page 15: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

13

ontwikkelingsprogramma’s die ontwikkeld worden in het kader van het ELFPO bij voorbeeld zeer gedetailleerde beschrijvingen van individuele maatregelen die kunnen gesubsidieerd worden. De plannen en programma’s die vallen onder het EFRO, ESF en het Cohesiefonds zijn daarentegen meer strategisch en bevatten geen gedetaileerde beschrijvingen en maatregelen. Op het nationale en regionale niveau is het bepalen van de inhoud van de programma’s niet de eerste prioriteit van de Commissie, maar ze kan wel een rol spelen bij de controle of de programma’s in overeenstemming zijn met de prioriteiten van Europa zoals ze in de Verordeningen of in de Strategische Krachtlijnen beschreven zijn. In het verleden werden onder andere Ministeries van Financiën, Leefmilieu, Land-bouw en Ontwikkeling betrokken bij het op-stellen van de programma’s die gebruik ma-ken van Fondsen van Europa. Gebruikers van dit Handboek moeten er rekening mee houden dat de Artikels die in de tabellen worden opgesomd niet in alle Lidstaten dezelfde mogelijkheden bieden voor de betreffende activiteit. De financie-ringsmogelijkheden hangen altijd af van een bredere context en van de doelstellingen van de Verordening (b.v. regionale ontwikkeling). In een aantal gevallen kan het Artikel zelf beperkt blijven tot een bepaalde context (b.v. risicobeperking, hernieuwbare energie). Het beheer van Natura 2000 gebieden bevat bij voorkeur een gamma aan maatregelen die, afhankelijk van het betrokken gebied, mogen gefinancierd worden door verschillende Europese Fondsen en Artikels. In feite moe-

ten beheerders beschikken over een grote bekwaamheid in het beoordelen van Fond-sen en Artikels om via alle bestaande EU- en niet-EU-financieringsbronnen financiering te bekomen voor Natura 2000. In Hoofdstuk 5 vind je sheets die een beschrijving geven van elk Europees Fonds. Deze sheets geven een beschrijving van de doelstellingen van het Fonds, het programmeringsproces en de lijst van Artikels die betrekking hebben op Natura 2000 (die in de tabellen voorkomen). NB: dit Handboek heeft niet de bedoeling om in de plaats te treden van het lokale onderzoek naar financieringsmogelijkhe-den. Veel Lidstaten gebruiken namelijk ook financieringsprogramma’s die los staan van de Europese Fondsen maar die wel van toepassing zijn op Natura 2000 gebieden. Dit Handboek bevat echter alleen informatie over de echte Europese Fondsen.

5. BESCHRIJVING VAN DE FONDSEN Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Verordening (EC) Nr. 1698/2005 van 20 september 2005 inzake steun voor rurale ontwikkeling door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). OJ L 277/2 21.10.2005.

Zie ook: Strategische Krachtlijnen voor Plat-telandsontwikkeling van de Europese Ge-meenschap OJ L.55/20 25.02.2006. Doelstellingen De doelstellingen van het ELFPO worden toegelicht in Artikel 4. ‘Steun voor platte-landsontwikkeling moet bijdragen tot de realisatie van deze doelstellingen: (a) het verhogen van de rendabiliteit van land- en bosbouw door het ondersteunen van herstructurering, ontwikkeling en innova-tie; (b) het verbeteren van de kwaliteit van het milieu en het platteland door het onder-steunen van landinrichting; (c) het verhogen van de levenskwaliteit op het platteland en het aanmoedigen van diversificatie van de plattelandseconomie. Programmering Het ELFPO zal werken in overeenstemming met de programmeringsaanpak voor de financieringsperiode 2007-13. De overheden van de Lidstaten worden verzocht Nationale Strategische Plannen (NSP) en Rurale Ont-wikkelingsprogramma’s (ROP) te ontwikke-len die de prioriteiten van de Europese Ge-meenschap die vervat zitten in de Verordening en de Strategische Krachtlijnen vertalen naar de nationale/regionale context. In vele gevallen zullen er nationale of regionale priorititeiten zijn voor specifieke problemen.

De ELFPO-Verordening doet het vereiste proces uit de doeken voor de ontwikkeling en aanname van NSP en ROP, en hun vereiste

Page 16: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

14

inhoud/structuur (zie Titels II en III). Activitei-ten die niet in de Rurale Ontwikkelingsprogramma’s zijn opgenomen, kunnen niet gefinancierd worden vanuit de ELFPO. Daarom is het belangrijk dat de noden en doelstellingen in verband met het beheer van Natura 2000 gebieden geïntegreerd worden in de Nationale Strategische Plannen en dat aanverwante acties/ maatregelen nadien in de ROP worden opgenomen, indien de autoriteiten de bedoeling hebben om de ELFPO te gebruiken voor co-financiering of vergelijkbare activiteiten.

De Verordeningen die invulling moeten geven aan ELFPO zijn nog niet klaar. Deze zullen meer details voorzien over de manier waarop de Lidstaten de maatregelen in Verordening Nr. 1698/2005 moeten toepassen. Financiering De structuur van ELFPO stemt overeen met de vier ‘assen’ van rurale ontwikkeling, en de minimale uitgaven op iedere as verschillen als volgt: Lidstaten hebben de vrijheid om de uitgaven op te splitsen over de vier assen zo lang de

minimale drempel gerespecteerd blijft. De grensoverschrijdende benadering van As 4 van Leader heeft een geïntegreerde rurale ontwikkeling als doel via aspecten in elk van de drie andere assen (zie kadertekst). Er moet worden opgemerkt dat er best wel eni-ge competitie voor financiering is tussen de nationale maatregelen, wat te wijten is aan de omvang van het totale EU-budget voor 2007-2013, en maatregelen die Natura on-dersteunen moeten stevig gepromoot wor-den door de toekomstige belanghebbenden tegenover andere concurrerende maatrege-len. Daarom is de nood aan dynamisch den-ken groot. Belanghebbenden en nationale administraties moeten de beschikbare mid-delen in het ELFPO opzoeken om tot geïnte-greerde plattelandsontwikkeling te komen. Dat betekent het selecteren van een groep maatregelen die niet alleen winst opleveren voor het leefmilieu en voor Natura, maar ook voor de lokale economie en de samenleving.

LEADER Leader vormt de vierde As van het nieuwe ELFPO en zal gebruikt worden om bij te dragen tot de prioriteiten van de eerste drie Assen (b.v. verhogen van het concurrentievermogen, het milieu en het platteland, de kwaliteit van het landleven en de diversificatie van de plattelandseconomie) evenals het aanmoedigen van landelijke ontwikkeling vanuit de basis en van beter bestuur. 5% van de totale ELFPO-fondsen wordt aan de Leader-as toegewezen. Lokale Leaderstrategieën zijn gebiedsgebaseerd om de bestaande bronnen optimaal te gebruiken en te kapitaliseren op een gemeenschappelijke identiteit. Publiek-private samenwerking, lokale actiegroepen (LAG) genoemd, bepalen de ontwikkelingsnoden in hun eigen landelijke gemeen-schappen. Die worden dan vermeld in een ontwikkelingsplan. Financiering van Leader helpt deze lokale actiegroepen om de ontwikkeling van kleinschalige, innovatieve projecten die op een duurza-me manier tegemoet komen aan lokale ontwikkelingsnoden aan te moedigen en te ondersteunen. Leader bevordert de samenwerking tussen lokale actiegroepen in verschillende Europese landen om samen projecten te ontwikkelen en netwerken te bouwen op regionale, nationale en Europese Unie-schaal. In vroegere programmeringsperiodes leverden veel Leader-projecten duidelijke voor-delen op voor Natura 2000. Het belangrijkste voordeel van Leader situeert zich niet alleen in de brede financieringsbron voor Natura 2000 maatregelen, maar veeleer in de aanpak, die de samenwerking van lokale actoren en de ontwikkeling van geïntegreerde projecten bevordert. Daarom is het heel bruikbaar voor regio’s die strategieën hanteren om natuurbescherming en landgebruik op een duurzame manier te combineren, zoals de opwaardering van Natura 2000 gebieden door b.v. ecotoerisme of de promo-tie van duurzame streekproducten. Voorbeelden van Leader-projecten en -programma’s en bijkomende informatie vind je op: http://europa.eu.int/comm/agriculture/rur/leaderplus/index_en.htm

Page 17: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

15

Tabel 4: Prioritaire assen van het ELFPO

As Minimale Besteding (%)

1. Verhogen van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector.

10

2. Verbetering van de kwaliteit van het milieu en het platteland. 25 3. De levenskwaliteit op het platteland en diversificatie van de

plattelandseconomie. 10

4. Leader 5

Page 18: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

16

Tabel 5: Sleuteldata in het implementatieproces voor het ELFPO Actie Datum Standpunt van het Europees Parlement over de Strategische Krachtlijnen voor Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie; Strategische Krachtlijnen door de Europese Raad goedgekeurd

februari 2006

Lidstaten beraadslagen over de NSP Invulling van de Verordening om ter goedkeuring aan de Europese Commissie voor te leggen

januari – maart 2006 april – juni 2006

Lidstaten leggen de NSP voor maart - mei 2006, wat maximum 3 maanden is na de goedkeuring van de Strategische Krachtlijnen van de Europese Commissie, maar in afwachting van de goedkeuring van de algemene Verordening over de Structuurfondsen.

Betrokken autoriteiten beraadslagen over de ROP

minimum 2 maanden en maximum 4 maanden na het voorleggen van de NSP

Onderhandeling over de ROP tussen de Commissie en de Lidstaten

6 maanden na het voorleggen van de ROP

NSP en ROP starten 1 januari 2007

NB: Bovenstaande tabel toont uitsluitend benaderende data. De enige concrete datum om NSP en ROP op te starten is 1 januari 2007. Verder uitstel in het afwerken van de Finan-ciële Perspectieven kunnen ertoe leiden dat Lidstaten de afwerking van de NSP en ROP uitstellen tot er zekerheid is over een duidelijk kader waarbinnen hun Programma’s uitgewerkt kunnen worden.

Page 19: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

17

Tabel 6: Lijst met de sleutelartikels in de ELFPO-Verordening in relatie tot Natura 20004. Artikel Tekst

20(a)(i) Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting, met inbegrip van verspreiding van wetenschappelijke kennis en innoverende praktijken, ten behoeve van in de sectoren landbouw, voedsel en bosbouw werkzame personen

20(a)(v) De oprichting van diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer, bedrijfsverzorgingsdiensten en bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw en van bedrijfsadviesdiensten voor de bosbouw

20(b)(ii) Verbetering van de economische waarde van bossen 20(b)(iii) Verhoging van de toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten 20(b)(vi) Herstel van door een natuurramp beschadigd agrarisch productiepotentieel en het treffen van passende preventieve maatregelen 36(a)(i) Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden 36(a)(ii) Betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebieden 36(a)(iii) Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Verordening 2006/60/EG 36(a)(iv) Agromilieubetalingen 36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond] 36(b)(i) De eerste bebossing van landbouwgrond 36(b)(ii) De eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond 36(b)(iii) De eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond 36(b)(iv) Natura 2000 betalingen; [bossen] 36(b)(v) Bosmilieubetalingen 36(b)(vi) Herstel van het bosbouwpotentieel en het treffen van preventieve maatregelen 36(b)(vii) Steun voor niet-productieve investeringen [bossen] 52(a)(i) Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten.

52(a)(ii) Steun voor de oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen met het doel ondernemerschap te bevorderen en het economische weefsel te ontwikkelen

52(a)(iii) Bevordering van toeristische activiteiten 52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

52(c) Een maatregel betreffende opleiding en voorlichting voor economische actoren die werkzaam zijn op de onder as 3 vallende terreinen

52(d) Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

63 Leader

4 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanging voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen

bevat.

Page 20: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

18

Europees Visserijfonds (EVF) In overeenstemming met de Inter-institutionele file 2004/0169 (CNS), (996/05 ADD1). Doelstellingen

De doelstellingen van het Europese Vis-serijfonds worden uitgelegd in Artikel 4. Zij houden (onder andere) in: • ondersteunen van het Gemeenschap-

pelijk Visserijbeleid; • stimuleren van de bescherming en de

verbetering van het leefmilieu en de natuurlijke bronnen die te maken hebben met de visserijsector; en

• aanmoedigen van duurzame ontwik-keling en het verbeteren van de le-

venskwaliteit in gebieden met activi-teiten in de visserijsector.

Programmering Het EVF opereert in overeenstemming met de aanpak van programmering voor de 2007-13 financieringsperiode. De autoriteiten van de Lidstaten worden gevraagd om Nationale Strategische Plannen (NSP) te ontwikkelen en aan te nemen die de strategie uiteenzet-ten voor hun visserijsectoren in verband met de CFP, en Nationale Operationele Program-ma's (NOPs) die detailleren hoe EVF-geld moet besteed worden in overeenstemming met de NSP. De voorgestelde EVF-Verordening legt het te volgen proces uit voor de ontwikkeling en aanname van Nationale Strategische Plan-

nen en hun noodzakelijke inhoud/structuur (zie Artikel 14). Nationale Operationele Pro-gramma's (NOPs) zijn specifieker en meer gefocust dan NSP, en leggen uit hoe de Lidstaten van plan zijn de EVF-fondsen ope-rationeel te maken. Om door het EVF gefinancierd te kunnen worden moeten ze een kader opstellen voor de invulling van het beleid en de prioriteiten. Om die reden wordt een activiteit die niet in het NOPs is opgenomen, niet door het EVF gefinancierd. Daarom is het belangrijk dat activiteiten die verband houden met het beheer van Natura 2000 gebieden opgenomen worden in de NOP indien de autoriteiten het EVF wil gebruiken voor co-financie-ring of dergelijke activiteiten.

Tabel 7: Sleuteldata in het implementatieproces voor het EVF Actie Datum Lidstaten leggen de NSP ter discussie voor. Ten laatste wanneer de NOP’s ter

discussie voorliggen Lidstaten leggen de NOPs ter discussie voor. tot 31 december 2006 De Commissie kan de Lidstaten vragen de NOP te amenderen.

Binnen de twee maanden waarin de NOP ter discussie voorligt.

De Commissie keurt de NOPs goed. Tot vier maanden na de discussie of het akkoord over de NOP.

NOPs starten. 1 januari 2007 Debat over de NSP implementatielessen, georgani-seerd door de Commissie op basis van de geschre-ven verslagen van de discussies door de Lidstaten

21 december 2011

Page 21: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

19

Tabel 8: Lijst met de sleutelartikels in de EVF-Verordening in relatie tot Natura 2000.5

Artikel Tekst 4 Doelstellingen 20 Geheel van maatregelen voor Prioriteit As 1: ref 20(c) socio-economische compensaties ter ondersteuning van het beheer van de vloot, inclusief beroepsopleiding.

26(1)(a) Het Fonds kan bijdragen tot de financiering van socio-economische maatregelen die voorgesteld worden door de Lidstaten voor vissers die getroffen zijn door de ontwikkelingen in de visserij en die inhouden: 1(a) diversifiëring van activiteiten om veelsoortige jobs voor de vissers te promoten;

26(1)(c) Het Fonds kan bijdragen tot de financiering van socio-economische maatregelen die voorgesteld worden door de Lidstaten voor vissers die getroffen zijn door de ontwikkelingen in de visserij en die inhouden: 1(c) schema’s voor bijscholing in beroepen buiten de zeevisserij;

27 Geheel van maatregelen voor Prioriteit As 2: ref - interventie in aquacultuurproductie

28(1)(b) Invulling van aquacultuurmethodes die een aanzienlijke bijdrage leveren tot het verminderen van de negatieve impact of de verhoging van de positieve invloed op het leefmilieu wanneer ze vergeleken worden met de normale praktijk in de aquacultuursector.

28(1)(c) Steun voor traditionele aquacultuuractiviteiten die belangrijk zijn voor behoud en ontwikkeling van zowel economisch en sociaal rendement als voor het leefmilieu;

29(2)(a) Vormen van aquacultuur die de bescherming en verbetering inhouden van het leefmilieu, de natuurlijke rijkdommen, de genetische diversiteit, het beheer van het landschap en het traditionele uitzicht van aquacultuurgebieden;

29(2)(d) Duurzame aquacultuur verenigbaar met specifieke milieubeperkingen door de aanduiding tot Natura 2000 gebieden in overeenstemming met Directive 92/43/EEC 33 Geheel van maatregelen voor prioriteit As 3, maatregelen van algemeen belang 34(a) Levert een duurzame bijdrage tot een beter beheer of bescherming van natuurlijke hulpbronnen; 34(b) Het stimuleren van selectieve vismethodes of -netten en het beperken van bijvangsten; 34(c) Het verwijderen van verloren visnetten van de zeebodem ter bestrijding van spookvisserij; 34(g) Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van gebieden waar aquacultuur wordt bedreven; 34(i) Verhogen van de vakkennis of de ontwikkeling van nieuwe opleidingsmethodes en -instrumenten; 34(j) Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en actoren in de visserijsector. 35(2)(a) De constructie of installatie van verplaatsbare faciliteiten om de waterfauna en -flora te beschermen en te ontwikkelen; 35(2)(b) Herwaardering van binnenwateren, inclusief broedgebieden en migratieroutes voor trekkende soorten; 35(2)(c) Bescherming en verbetering van het leefmilieu in het kader van N2K waar ze een onmiddelijke invloed hebben op visserijactiviteiten, exclusief de uitvoeringskosten;

38(2)(b) Pilootprojecten: die het mogelijk maken testen uit te voeren op beheersplannen en herlokaliseringsplannen voor de visserij, inclusief, indien nodig, de oprichting van zones waar niet gevist mag worden, om de biologische en financiële gevolgen in te schatten en te experimenteren met het uitzetten van nieuwe visbestanden.

38(2)(c) Pilootprojecten: het ontwikkelen en testen van methodes om de selectiviteit van de netten te verbeteren, bijvangsten te verminderen, wegwerken van de invloed op het leefmilieu, in het bijzonder op de zeebodem;

40 Geheel van maatregelen voor prioriteit As 4, in het bijzonder ref (2)(b), (c), (d)

41(1)(b) Herstructureren en bijsturen van de economische activiteiten, in het bijzonder door het bevorderen van eco-toerisme, in die zin dat deze acties niet resulteren in een verhoging van de visserijeffecten;

41(1)(c) Diversifiëren van de activiteiten door het promoten van beroepsdiversificatie voor de vissers door het creëren van jobs buiten de visserijsector; 41(1)(e) Ondersteunen van kleine visserij- en toerismegerelateerde infrastructuur ten voordele van kleine vissersgemeenschappen;

41(1)(f) Het beschermen van het leefmilieu in visserijregio’s om hen hun aantrekkelijkheid te laten behouden, regenereren en ontwikkelen van kustdorpen en -gehuchten met visserijactiviteiten en het beschermen en verhogen van het natuurlijk en architecturaal erfgoed;

41(1)(h) Stimuleren van interregionale en transnationale samenwerking tussen actoren in visserijregio’s, vooral door netwerking en het verspreiden van de best-mogelijke-technieken 41(1)(i) Het verwerven van vakbekwaamheid en het bevorderen van de voorbereiding van de invulling van de lokale ontwikkelingsstrategie; 42 Deelname aan duurzame ontwikkeling in visserijregio’s, 'lokale entiteiten of groepen’ die publieke en private partners vertegenwoordigen.

5 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanging voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen

bevat.

Page 22: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

20

EFRO; ESF en Cohesiefonds Het cohesiebeleid heeft als hoofddoel het ondersteunen van convergentie en het terugdringen van sociaal-economische en territoriale ongelijkheden. Het doet dat door co-financiering van investeringen in de minder ontwikkelde landen, regio's en gebieden in de Europese Unie. Voor de periode 2007-2013 ligt de focus op de ver-nieuwde Lissabon Strategie en de categorie-ën van investeringen die bijzonder gericht zijn op groei, zoals onderzoek en ontwikke-ling, fysieke infrastructuur, milieuvriendelijke technologieën, menselijk kapitaal en kennis. In de Strategische Beleidslijnen van de Euro-pese Gemeenschap (CSG) zijn de bescherming van natuur en soorten overeen-komstig de milieuwetgeving inbegrepen De voorgestelde algemene Verordening voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds (CF) bepaalt de-zelfde uitgangspunten, regels en maatstaven voor de invulling van de drie Fondsen. Bovendien zorgen drie afzonderlijke specifieke Verordeningen voor meer aangepaste voorzieningen voor ieder Fonds. Voor de programmeringsperiode 2007-2013 is door de Europese Commissie een redelijk belangrijke vereenvoudiging voorgesteld. Cohesiebeleid omvat drie Fondsen: het EFRO, CF en het ESF en drie Doelstellin-gen: Doelstelling 1: ‘Convergentie’ gefinan-cierd door EFRO, ESF en CF, Doelstelling 2: ‘Regionale Competitiviteit en Werkgelegen-

heid’ gefinancierd door EFRO en ESF en Doelstelling 3: ‘Territoriale Samenwerking’ gefinancierd door EFRO. Convergentiere-gio's zijn die waar het BBP (Bruto Binnen-lands Product) per inwoner minder is dan 75% van het gemiddelde in de Europese Unie. Alle andere regio's zijn potentiële kan-didaten voor Doelstelling 2. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) In overeenstemming met de Voorstellen van de Commissie voor de Algemene Verordening voor de Structuur- en Cohesiefondsen (COM(2004)492) en voor de EFRO-Verordening (COM(2004)495). Doelstellingen Het EFRO moet bijdragen tot de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang in de Europese Unie door het reduceren van de regionale ongelijkheden en het ondersteunen van de structurele ontwik-keling en aanpassing van regionale econo-mieën. Het EFRO zal, in het bijzonder, als doel hebben het versterken van de competi-tiviteit en innovatie, het creëren van duurza-me jobs, en de promotie van sterke milieu-vriendelijke groei. Het EFRO richt zijn hulp vooral op een aantal thematische prioriteiten die de doelstellingen weerspiegelen van de Cohesiepolitiek van de Europese Unie (Artikels 4, 5 en 6 van de EFRO-Verordening). In het algemeen draagt het EFRO bij tot de financiering van verschillende regionale ontwikkelings-initiatieven (b.v. productieve investeringen en infrastructuur).

Programmering Het EFRO moet werken in overeenstemming met een programmeringsmethode voor de fi-nancieringsperiode 2007-2013. In het alge-meen zal het ontwikkelen van strategische oriëntaties en programmeringen voor de Structuur- en Cohesiefondsen in drie stap-pen gebeuren: 1) De Europese Raad vaar-digt Strategische Krachtlijnen van de Europe-se Gemeenschap uit voor financiering, 2) Lidstaten ontwikkelen nationale strategische kaders (NSKs) die de strategie uiteenzetten om de doelstellingen van de Europese Ge-meenschap te realiseren 3) Lidstaten berei-den operationele programma's voor die op het niveau van de Lidstaten concrete activi-teiten onder het EFRO (evenals onder het ESF en het Cohesiefonds) ontwikkelen. NSKs en operationele programma's slaan op de periode 01/01/2007-31/12/2013. Operationele programma's leggen uit hoe de Lidstaten de EFRO-fondsen operationeel maken. Daarom creëren zij het kader voor het implementeren van het beleid en de prioriteiten die door het Fonds gecofinancierd zouden moeten worden. Daarom kunnen activiteiten die niet in de operationele pro-gramma's werden opgenomen niet gefina-ncierd worden onder het EFRO. Daarom is het belangrijk dat activiteiten in het kader van het beheer van Natura 2000 gebieden opgenomen worden in de operationele programma's indien de autoriteiten gebruik willen maken van EFRO co-financiering.

Page 23: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

21

Tabel 9: Sleuteldata in het implementatieproces voor het EFRO Actie Datum Strategische Krachtlijnen van de Commissie voor de Structuurfondsen worden van kracht.

Lidstaten bereiden en stellen de NSRKs voor. Zo snel mogelijk na de aanname van de Strategische Krachtlijnen van de Commissie.

Lidstaten bereiden en stellen de operationele programma’s onder EFRO voor.

Zo snel mogelijk volgend op beslissing van Europese Commissie over NSRKs (Algemene Verordening, Artikel 26) of samen met de voorstelling van de NSRKs.

Commissie kan de Lidstaat vragen het voorgestelde program-ma te herzien.

Commissie neemt elk operationeel programma aan. Zo snel mogelijk na de formele voorlegging door de Lidstaat. EFRO-operationele programma’s gaan van start. 1 januari 2007 Lidstaten stellen aan de Commissie een rapport voor over de vooruitgang van de implementatie van NSRKs.

De eerste keer in 2008 en elk jaar ten laatste op 1 oktober.

De operationale programma’s van het EFRO stoppen 31 december 2013 Tabel 10: Lijst met de sleutelartikels in de EFRO-Verordening in relatie tot Natura 20006. Artikel Tekst Convergentiedoelstelling

4 (2) Informatiemaatschappij, ontwikkeling van inhoud, diensten en toepassingen op plaatselijk niveau; verbetering van de toegang tot en de ontwikkeling van on-line overheidsdiensten

4 (3)

Milieu: investeringen die verband houden met afvalbeheer, watervoorziening, behandeling van stedelijk afvalwater en luchtkwaliteit; geïntegreerde verontreinigingspreventie en –bestrijding, sanering van verontreinigde terreinen en gronden; bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming; steun aan kleine en middelgrote bedrijven ter bevordering van duurzame productiepatronen via de invoering van kostenefficiënte systemen voor milieubeheer, en ontwikkeling en toepassing van technologie voor verontreinigingspreventie

4 (4) Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

4 (5) Toerisme: promotie van de natuurlijke en culturele troeven als potentieel voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme; bescherming en verrijking van het cultureel erfgoed ter ondersteuning voor de economische ontwikkeling, steun ter verbetering van de toeristische dienstverlening via nieuwe diensten met een hogere meerwaarde

4 (6) Vervoersinvesteringen: trans-Europese netwerken en geïntegreerde stadsstrategieën voor schoon stadsvervoer die bijdragen tot […] de reductie van milieu-effecten

6 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanging voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen

bevat.

Page 24: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

22

Artikel Tekst

4(7) Energie: trans-Europese netwerken die bijdragen tot […] het integreren van milieu-overwegingen; verhoging van de energie-efficiëntie en ontwikkeling van hernieuwbare energie

4(8) Onderwijsinvesteringen, die bijdragen tot een vergroting van de aantrekkingskracht van de regio’s en tot een verbetering van de levenskwaliteit aldaar

4(10) Directe steun voor investeringen in kleine en middelgrote bedrijven die bijdragen tot het ontwikkelen en beschermen van werkgelegenheid

Regionale concurrentievermogen en werkgelegenheid

5(2)a Stimulering van investeringen voor de sanering van verontreinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

5(2)b Stimulering van de energie-efficiëntie en van de productie van hernieuwbare energie 5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen 5(3)a Toegang, buiten de grote stadscentra, tot vervoers- en telecommunicatiediensten van algemeen economisch belang

Europese territoriale samenwerking

6(1)a Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

6(1)b Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

6(1)d Ontwikkeling van samenwerking, van capaciteiten en van het gezamenlijk gebruik van infrastructuur, in het bijzonder in de sectoren ge-zondheidszorg, cultuur en onderwijs

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

6(2)c Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking […] met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

6(3) Vergroting van de doeltreffendheid van het regionaal beleid door stimulering van netwerkvorming en van de uitwisseling van ervaringen tussen regionale en plaatselijke instanties, waarbij de in Artikel 5(1) en (2) en Artikel 8 bedoelde thema’s centraal staan

8 Stedelijke dimensie: herstel van de fysieke omgeving, de herinrichting van oude industrieterreinen, alsmede de bescherming en ontwikkeling van het historisch en cultureel erfgoed […]

9 Economische diversificatie van plattelandsgebieden en van de visserij afhankelijke gebieden

10 Gebieden met natuurlijke handicaps: investeringen die zijn gericht op verbetering van de toegankelijkheid, bevordering en ontwikkeling van economische activiteiten die verband houden met het cultureel erfgoed, bevordering van het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en stimulering van de toeristische sector

Page 25: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

23

Europees Sociaal Fonds (ESF) In overeenstemming met de Voorstellen van de Commissie voor de Algemene Verordening voor de Structuur- en Cohesiefondsen (COM (2004)492) en voor de ESF-Verordening (COM (2004)493). Doelstellingen

Het ESF ondersteunt het beleid en de prioriteiten die volledige werkgelegenheid beogen, de kwaliteit en de productiviteit op het werk bevorderen en het stimuleren van sociale integratie en cohesie (in de Europese Werkgelegenheidsstrategie (EES)). In het bijzonder zal het ESF rekening houden met de doelstellingen van de Europese Gemeenschap in de velden sociale integratie, educatie en opleiding en gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het ESF focust zijn hulp op een aantal thematische prioriteiten die de doelstellingen van het Cohesiebeleid van de Europese Unie (Artikel 3 van de ESF-Verordening) weerspiegelen. Programmering Het EFRO moet werken op basis van een programmeringsaanpak voor de financie-ringsperiode 2007-2013. In het algemeen zal het ontwikkelen van strategische oriëntaties en programmeringen voor de Structuur- en Cohesiefondsen gebeuren in drie stappen: 1) De Europese Raad vaardigt Strategische Krachtlijnen van de Gemeenschap uit voor financiering, 2) Lidstaten ontwikkelen natio-nale strategische referentiekaders (NSRKs) die de strategie uiteenzetten om te komen tot

de realisatie van de doelstellingen van de Europese Gemeenschap. 3) Lidstaten berei-den operationele programma's voor die op het niveau van de Lidstaten concrete activi-teiten onder het EFRO (evenals onder het ESF en het Cohesiefonds) ontwikkelen. NSRF en operationele programma's slaan op de periode 1 januari 2007 tot 31 december 2013. ESF-Operationele programma's weerspiege-len de strategische keuzen en prioriteiten. Daarom wordt de ruimte om een gedetail-leerde lijst met activiteiten bij te voegen be-perkt. Hoe dan ook zal het mogelijk zijn om ecologische prioriteiten op te nemen in de programma's, en die mogen slaan op gebie-den die de realisatie van Natura 2000 kun-nen ondersteunen (b.v. hervorming van de administraties die zich in de Lidstaten bezig houden met milieubeheer).

Page 26: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

24

Tabel 11: Sleuteldata in het implementatieproces voor het ESF Actie Datum Strategische Krachtlijnen van de Europese Commissie voor het Structureel Fonds treden in werking

Lidstaten bereiden de NSRKs voor en leggen ze voor ter discussie

Zo snel mogelijk na de aanvaarding van de Strategische Krachtlijnen van de Gemeenschap

Lidstaten bereiden de voorstellen van operationele program-ma’s onder het ESF voor en leggen ze voor ter discussie

Zo snel mogelijk na de beslissing van de Commissie over de NSRKs (Algemene Verordening, Artikel 26) of op hetzelfde ogenblik als de voorstellig van de NSRKs.

De Commissie kan de Lidstaat vragen om het voorgestelde programma te herzien

De Commissie aanvaardt elk operationeel programma Zo snel mogelijk na de formele voorlegging door de Lidstaat. Het ESF-operationeel programma start 1 januari 2007 Lidstaten stellen aan de Commissie een rapport voor over de vooruitgang in het invullen van de NSRKs

Voor de eerste keer in 2008 en ten laatste elk jaar op 1 oktober

Einde van de ESF-operationele programma’s 31 december 2013

Tabel 12: Lijst met de sleutelartikels in de ESF-Verordening in relatie tot Natura 20007. Artikel Tekst Convergentie en Regionale competitiviteit en werkgelegenheidsdoelstellingen

3(1)a ii

Ontwikkeling en verspreiding van innovatieve en productievere vormen van arbeidsorganisatie die tot een betere gezondheid en meer veiligheid leiden, door het aangeven van de toekomstige beroeps- en vaardigheidsvereisten, en door de ontwikkeling van specifieke arbeidsbemiddelings-, opleidings- en ondersteunende diensten voor werknemers die worden geconfronteerd met de herstructurering van hun bedrijf of van hun sector

Convergentiedoelstelling

3(2)b i Versterking van de institutionele capaciteit en de doeltreffendheid van overheidsadministraties en –diensten […] goede concipiëring, controle en evaluatie van beleid en van programma’s, via studies, statistieken en expertise, ondersteuning van de coördinatie tussen de diensten en dialoog tussen de betrokken publieke en particuliere instanties

3(2)b ii

Versterking van de institutionele capaciteit en de doeltreffendheid van overheidsadministraties en -diensten […]: capaciteitsopbouw voor de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en programma’s, onder meer met het oog op de handhaving van de wetgeving, vooral via opleiding van het management en het personeel en via specifieke steun aan essentiële diensten, inspectiediensten en sociaal-economische actoren, met name de sociale partners en de betrokken niet-gouvernementele organisaties

7 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanging voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen

bevat.

Page 27: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

25

Cohesiefonds (CF) In overeenstemming met de Commissie-voorstellen voor de Algemene Verordening voor de Structuur- en Cohesiefondsen (COM (2004)492) en voor de Verordening ter oprichting van het Cohesiefonds (COM(2004)494) Doelstellingen Het Cohesiefonds geeft hulp aan: 1) Trans-Europese transportnetwerken, in het bijzonder prioritaire projecten van Euro-pees belang (Beslissing Nr. 1692/96/EC); 2) Het behalen van de doelstellingen van Artikel 174 van het Verdrag in het kader van de prioriteiten van het communautaire milieubeleid en het milieuactieprogramma van Europa.

3) Gebieden die op een duurzame manier kunnen ontwikkeld worden en duidelijke milieuvoordelen opleveren, nl. energie-effi-ciëntie en hernieuwbare energie, in de trans-portsector buiten de trans-Europese netwer-ken, spoor-, rivier- en maritiem transport, in-termodale transportsystemen en hun compa-biliteit, beheer van weg- en luchttransport, milieuvriendelijk stedelijk vervoer en openbaar vervoer. Programmering Het Cohesiefonds moet werken in overeen-stemming met een programmeringsaanpak voor de financieringsperiode 2007-2013. Het programmeren door Lidstaten die program-ma's maken voor de Structuur- en Cohesie-

fondsen verloopt in twee stappen: 1) Lidsta-ten ontwikkelen strategische referentieka-ders (NSRKs) die de strategie uiteenzetten voor duurzame groei die bijdraagt tot de doelstellingen van Europa; 2) Lidstaten be-reiden operationele programma's (OPs) voor die een samenhangend pakket van priori-teiten definiëren die bereikt worden met de hulp van een Fonds. Elke prioritaire as bevat een groep van operaties. NSRKs en opera-tionele programma's slaan op de periode 01/01/2007-31/12/2013. OPs worden aange-nomen door de Europese Commissie. Activiteiten die niet zijn opgenomen in de prioritaire assen kunnen niet worden geco-financierd.

Tabel 13: Sleuteldata in het implementatieproces voor het Cohesiefonds Actie Datum Wetgevend pakket Tegen midden 2006 Strategische Krachtlijnen van de Gemeen-schap Aanvaarding door de Raad na consultatie van het Europees Parlement tegen de herfst van 2006 Lidstaten leggen de NSRKs voor 5 maanden na de Strategische Krachtlijnen van de Gemeenschap Lidstaat legt het operationeel programma voor 4 maanden na voorgaande.

Informele onderhandelingen zijn reeds gestart met de Lidstaten voor de discussie over de NSRF. Tabel 14: Lijst met de sleutelartikels in de CF-Verordening in relatie tot Natura 20008 Artikel Tekst

2 (2) De verwezenlijking van de doelstellingen van Artikel 174 van het Verdrag in het kader van de prioriteiten van het communautaire milieubeleid zoals die zijn vastgesteld in het beleidsplan en actieprogramma inzake milieu

2 (3)

Acties ter bevordering van de duurzame ontwikkeling met een duidelijke milieudimensie, zoals energie-efficiëntie en hiernieuwbare energiebronnen en, op het gebied van vervoer buiten de trans-Europese netwerken om, spoorvervoer, vervoer via de binnenwateren en over zee, multimodaal vervoer en de interoperabiliteit van die vervoerswijzen, de beheersing van de hoeveelheden goederen die over de weg en door de lucht worden vervoerd, schoon stadsvervoer en colectief vervoer

8 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanger voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen

bevat.

Page 28: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

26

Financieringsinstrument voor het Leef-milieu (LIFE+) In September 2004 aanvaarde de Commissie een voorstel voor de Verordeningen van LIFE+. Dit Fonds wordt in werking gesteld in de periode 2007-13 en zal het vroegere LIFE III programma vervangen. Het LIFE+ voorstel staat nog steeds ter discussie in de Europese instellingen en de tekst van de Verordening is nog niet afgewerkt. De analyse in deze sectie is daarom gebaseerd op een compromis voorstel, document nummer 15375/05 LIFE+ bestaat uit drie componenten: LIFE+ Natuur en Biodiversiteit, LIFE+ Milieubeleid & Bestuur en LIFE+-Informatie en -Communi-catie. Doelstellingen De specifieke doelstellingen van LIFE+ Na-tuur en Biodiversiteit worden uiteengezet in Artikel 4: (a) om bij te dragen tot de invulling van het beleid en de wetgeving van de Europese Ge-meenschap op het vlak van natuur en biodi-versiteit […]; en om de verdere ontwikkeling en invulling van het Natura 2000 netwerk te ondersteunen, inclusief kust en maritieme habitats en soorten; (b) om bij te dragen tot de consolidatie van de kennisbasis voor de ontwikkeling, beoor-

deling, opvolging en evaluatie van het na-tuur- en biodiversiteitsbeleid en -wetgeving van de Europese Gemeenschap; (c) om het ontwerpen en de invulling te ondersteunen van de beleidsaanpak en de instrumenten voor het onderzoeken en be-oordelen van natuur en biodiversiteit en de factoren, spanningen en reacties die daar impact op hebben, vooral in verband met het bereiken van het doel, namelijk het verlies aan biodiversiteit binnen de Europese Ge-meenschap tegen 2010 een halt toeroepen; (d) om steun te voorzien voor een beter milieubeleid, om de betrokkenheid van stake-holders te vergroten, ook die van niet-gou-vernementele organisaties, in het overleg over en bij de invulling van het natuur- en biodiversiteitsbeleid en de -wetgeving.’

Programmering Het LIFE+ Fonds werkt op basis van een programmeringsaanpak. De Europese Com-missie zal de meerjaren strategische pro-gramma's voor 2007 tot 2010 en 2011 tot 2013 uittekenen. Die bepalen de belangrijk-ste doelstellingen, de prioritaire actiegebie-den, het type van maatregelen en de ver-wachte resultaten voor de financiering van Europa. Dat houdt toewijzingen tussen Lidstaten in en duidt die delen van het budget aan die bestemd zijn voor centraal of gedelegeerd beheer. Binnen het kader van deze strategische meerjarenprogramma's

leggen Lidstaten voor elk jaar drafts van nationale jaarlijkse werkprogramma's aan de Europese Commissie voor. De vereisten voor deze werkingsprogramma's worden uiteengezet in Artikel 6.

Het is belangrijk dat activiteiten die te maken hebben met het beheer van Natura 2000 gebieden opgenomen worden in de nationale jaarlijkse werkingsprogramma's indien autoriteiten daarvoor Life+ willen gebruiken voor co-financiering of dergelij-ke activiteiten.

Komen niet in aanmerking: Artikel 10 van de LIFE+ Tekst zegt: ‘Deze Verordening zal geen maatregelen financieren die vallen binnen geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financierings-instrumenten van Europa, inbegrepen het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouw Fonds voor Plattelandsontwikkeling, het Competitiviteits- en Innovatienetwerkprogramma, het Europees Visserijfonds en het zevende Onderzoekskaderprogramma. Dat betekent dat LIFE+ niet kan worden gebruikt om activiteiten te financieren die kunnen worden gefinancierd door de Fondsen die in dit handboek worden toegelicht.

Page 29: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

27

Tabel 15: Sleuteldata in het implementatieproces voor het Life+ Fonds Actie Datum De Commissie tekent het eerste meerjaren-strategieprogramma uit voor de periode 2007-2010, en overlegt met de Lidstaten

Wordt aangenomen binnen de drie maanden na het in werking treden van de Verordening.

De Lidstaten leggen hun jaarlijkse nationale werkingsprogramma’s voor

Het eerste programma binnen de drie maanden na de aanvaarding van het eerste meerjaren-strategieprogramma, andere in overeenstem-ming met de tijdsschaal in Artikel 17(2)(b).

De uitvoering van het LIFE+ Fonds start Rond midden 2007 Sleutelartikels in de LIFE+ Verordening in relatie tot Natura 20009. Het sleutelartikel in de LIFE+ Verordening in verband met Natura 2000 is Artikel 3, dat de criteria uiteenzet voor maatregelen en projecten die door de Verordening moeten gefinancierd worden: ‘… 2. Maatregelen voorzien in de meerjaren-strategieprogramma’s die werden uitgete-kend in het kader van Artikel 6(1), jaarlijkse nationale werkingsprogramma’s aangeno-men in overeenstemming met Artikel 6(5) en projecten ingevuld als gevolg van deze pro-gramma’s moeten voldoen aan volgende cri-teria: (a) van Europees belang door het leveren van een betekenisvolle bijdrage tot het bereiken van de algemene doelstelling van LIFE+ zoals uiteengezet in Artikel 1(2); en

9 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanger

voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen bevat.

(b) technisch en financieel samenhangend, uitvoerbaar en ‘zijn geld waard’. 3. Om een toegevoegde waarde op Euro-pees vlak te verzekeren en om financiering te vermijden […] van terugkerende activitei-ten, moeten maatregelen die voorzien zijn in de jaarlijkse nationale werkingsprogramma’s en projecten ingevuld als gevolg van deze programma’s bovendien op zijn minst aan één van volgende criteria voldoen:

(a) ofwel de best mogelijke maatregelen en projecten of demonstratiemaatre-gelen en projecten voor de invulling van Richtlijn 79/409/EEC over de be-scherming van wilde vogels of Richt-lijn 92/43/EEC over het behoud van natuurlijke habitats en van wilde flora en fauna; of

(b) vernieuwende maatregelen en projec-ten of demonstratiemaatregelen en projecten in verband met de milieu-doelstellingen van Europa, inclusief de ontwikkeling of verspreiding van de best mogelijke technieken, know-how of technologieën; of wervende

bewustmakingscampagnes en speciale opleidingen voor agenten die betrokken zijn bij interventies voor brandpreventie; of

(c) maatregelen en projecten voor de ontwikkeling en invulling van de doel-stellingen van Europa in verband met de breedgedragen, eensgezinde, uitgebreide en lange-termijn inventarisatie van bossen en milieuinteracties’.

Bovendien is Artikel 10, dat het kader schetst waarbinnen acties mogelijk zijn, zeer belangrijk (hierboven vermeld).

Page 30: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

28

7de Onderzoekskaderprogramma (KP7) In overeenstemming met het voorstel van de Commissie voor een Beslissing betreffende het 7de kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologi-sche ontwikkeling en demonstratieactiviteiten (2007-2013) (COM(2005) 119). Doelstellingen Het 7de Onderzoekskaderprogramma (KP7) licht de prioriteiten van Europa toe op het vlak van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2013. De KP7-doelstellingen hebben als specifiek doel het ondersteunen van de doelstellingen van de Lissabonagenda door middel van onderzoeksactiviteiten, door Europa gefinancierd. Samen met andere bronnen ondersteunt de KP7 transnationaal onderzoek in een aantal thematische gebieden, b.v. het leefmilieu (Ar-tikel 2 van het Besluit). De sleutelmilieu-thema's onder KP7 zijn

1) voorspelling van wijzigingen in klimaat, ecologische, terrestrische en maritieme systemen,

2) methodes en technologieën voor de controle, preventie en vermindering van milieudruk en de gezond-heidsrisico's die daaruit voortvloeien, en

3) de bescherming van het natuurlijke en door de mens beïnvloede leefmilieu.

Programmering KP7 dekt de periode 1 januari 2007 tot 31 december 2013. Individuele projectvoorstel-len onder KP7 worden aangemoedigd door oproepen aan onderzoekers om projectvoor-stellen voor een specifiek gebied van het Kaderprogramma in te dienen. Oproepen zullen in het Official Journal van de Europese Unie gepubliceerd worden en meer informatie kan gevonden worden op de websites van Europa en Cordis10.

10 http://europa.eu.int/comm/research/future/index_en.cfm

and http://www.cordis.lu/KP7/

Page 31: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

29

Tabel 16: Sleuteldata in het implementatieproces voor het KP7

Actie Datum KP7 wordt gelanceerd Op het eind van 2006 Eerste oproepen voor voorstellen onder KP7 en eerste KP7-projecten worden gelanceerd

Vanaf het begin van 2007

Voortdurende oproepen voor voorstellen en uitvoering van de projecten onder KP7

2007-2013

Einde van KP7 2013

Tabel 17: Lijst met de sleutelartikels in het KP7 in relatie tot Natura 200011. Artikel Tekst

2(2) f Samenwerking: ondersteuning van alle onderzoeksacties uitgevoerd in transnationale samenwerking in deze themagebieden: Leefmilieu (inclusief Klimaatverandering)

2(2) g

Samenwerking: ondersteuning van alle onderzoeksacties uitgevoerd in transnationale samenwerking in deze themagebieden: transport (b.v. vergroening van het wegtransport) Het Capaciteitsprogramma kan ook belangrijk zijn voor b.v. infrastructuur (Artikel 2(5)). Onderwerpen als biotechnologie, landbouw en voeding kunnen van belang zijn voor het samenwerkingsprogramma. (Artikel 2(2) b).

11NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanging voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen

bevat.

Page 32: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

30

Voorbeeld 1: Bescherming van beren in Natura 2000 gebieden De Bruine beer (Ursus arctos) is wereldwijd de meest verspreide beer. Bruine beren hebben een zwaar hoofd met een korte neus, ronde nauwelijks zichtbare oren, kleine ogen, een korte staart en een zwaargebouwd lichaam met een opvallende schouderbult. Beren hebben een laag voortplantingsgemiddelde en zijn kwetsbaar voor mens-gerelateerde sterfte. Het zijn omnivoren en ze hebben nood aan grote habitats, wat hen kwetsbaar maakt voor veranderingen in het landgebruik. De beste berenhabitats in Europa zijn reeds verdwenen door het kappen en exploiteren van bossen. De beste berengebieden en -corridors moeten voldoende beheerd en beschermd worden. Maar niet alleen de aanwezigheid van bestaande habitats is belangrijk voor de overleving van de Bruine beer. Ook de het aanvaarden van de Bruine beer door de mens en een aangepast beheer zijn van cruciaal belang voor de toekomst van deze soort. Bewustmaking en vorming is nodig om het brede publiek in berengebieden te informeren over het gedrag en de ecologie van de beer. Landbouwers moeten aangemoedigd worden om de het vee op traditionele wijze te bewaken om het toenemende conflict rond predatie van de veestapel te verkleinen.

Activiteiten die kunnen gevraagd worden voor de "Bescherming van beren in Natura 2000 gebieden" [het nummer van de activiteit verwijst naar het nummer van het overeenkomende blad in de volgende tabellen]:

o Opleiding voor medewerkers die werken rond berenbescherming [activiteiten 3, 21] o Gebiedsherstel, verbetering van de habitat voor beren (b.v. het aanplanten van traditionele

voedselplanten als fruitbomen) [activiteiten 13, 15] o Lange-termijn monitoring van individuele beren [activiteiten 17, 19] o Telling van de berenpopulatie [activiteit 2] o Educatie van het bredere publiek [activiteit 20, 21] o Ontwikkeling en verkoop van beervriendelijke producten [activiteiten 15, 16] o Netwerking met berenprojecten in aanpalende regio’s [activiteit 20] o Wegwerken van infrastructuurbarrières op berencorridors (groene bruggen, tunnels) [activiteit

13] o Intensieve sensibilisatie om breder draagvlak voor berenbescherming te bekomen [activiteit

20] o Evaluatie van sensibilisatie [activiteit 20] o Lobbying en informatieverlening naar betrokken interessegroepen toe [activiteit 20] o Ontwikkeling en/of updaten van beheersplannen met waarin stakeholders betrokken worden

[activiteiten 5, 8] o Schadepreventiemaatregelen (elektrische afscherming, waakhonden) [activiteit 15, 24] o Beervriendelijke bufferzone creëren rond site (in landbouwgebied) [activiteiten 15, 16] o Bouw en onderhoud van educatieve sporen/paden in gebied [activiteiten 22, 25] o Bouw van bezoekersinfrastructuur (bezoekerscentrum) [activiteit 25] o Bouw van soortgerelateerde infrastructuur (hokken voor rehabilitatie) [activiteit 24] o Risicopreventie in het gebied (maatregelen tegen bosbranden) [activiteit 18]

Maatregelen in verband met dit project zijn in onderstaande tabellen aangeduid [beer].

6. FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN VOOR BEHEERSACTIVITEITEN IN NATURA 2000

Hieronder worden enkele hypothetische ‘natuurbescher-mingsprojecten op grote schaal’ beschreven waarvoor fondsen van de Europese Gemeenschap kunnen worden gebruikt als ondersteuning van diverse beheersaspecten. De specifieke maatregelen die in de voorbeelden worden besproken zijn opgenomen in de tabellen op de volgende bladzijdes. Door de wegen duidelijk te maken waarlangs deze voorbeelden financiering kunnen ontvangen, wordt gehoopt dat de actoren die betrokken zijn bij bescher-mingsprojecten in Europa de verschillende mogelijk-heden zullen ontdekken die beschikbaar zijn door de nieuwe geïntegreerde financieringsaanpak, maar ook de nood om in een brede waaier aan bronnen actief naar fondsen te zoeken.

Page 33: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

31

Activiteiten die nodig kunnen zijn voor het “Levensonderhoud door bosbouw en landbouw in Natura 2000 gebieden” [nummer van activiteit verwijst naar nummer van het overeenkomende blad in de tabellen hieronder]:

1. Bosbouw o Aan de standplaats aangepaste beplanting met verschillende boomsoorten om

een veellagige bosstructuur te creëren [activiteit 12] o Behoud van oude en dode bomen [activiteit 12] o Controle op gebiedsvreemde soorten die de habitats kunnen schaden

[activiteit 14] o Mengen van de soorten (genetische diversiteit) [activiteit 12] o Verschillende afstanden tussen nieuw aangeplante bomen [activiteit 12] o Het verwijderen van drainage in zones met bronnen [activiteit 12] o Monitoring van de sanitaire status en de vitaliteit van de plots [activiteit 14] o Opleidingsprogramma voor de stafmedewerkers [activiteit 21] o Het ontwikkelen van infrastructuur (creëren van toegangspaden, gebruik van

omheiningen als bescherming tegen recreatie e.d.) [activiteit 25]

2. Landbouw o Het creëren van bufferzones rond de velden [activiteit 12] o Uitstellen van de grasoogst door de hooivelden later te maaien [activiteit 12] o Rotatie van begraasde en gemaaide stukken in de loop van het jaar [activiteit

12] o Bescherming van het hagenpatroon, ook om het vee in te rasteren [activiteit 12] o Maatregelen om schade te voorkomen (elektrische afrastering, waakhonden)

[activiteit 15, 24] o Beervriendelijke bufferzones creëren rond de site (op landbouwgrond) [activiteiten

15, 16] o Bouwen en onderhouden van educatieve paden en wegen in het gebied [activiteiten

22, 25] o Bouwen van bezoekersinfrastructuur (bezoekerscentrum) [activiteit 25] o Soortgerelateerde infrastructuur bouwen (hokken voor rehabilitatie)

[activiteit 24] o Risicopreventie in het gebied (maatregelen tegen bosbranden) [activiteit 18]

3. Informatie en communicatie o In samenwerking met onderzoekscentra communicatie- en informatiecampagne

gericht op het publiek en de scholen opzetten [activiteiten 20, 21] o Aanbrengen van waarschuwings- en informatieborden [activiteit 22] o Creëren van infrastructuur voor publiek gebruik (voorbeelden: showroom met

lokale producten, omheiningen enz.) [activiteit 22] Maatregelen in verband met dit project zijn in onderstaande tabellen aangeduid [agrifor].

Voorbeeld 2: Inkomstenwinning door bosbouw en landbouw in Natura 2000 gebieden Het inkomen wordt vergaard op verschillende landbouwpercelen op één oever van de rivier, een beukenbos met enkele lapjes naaldhout, en een vochtig gebied met bronnen. Het originele plantpatroon van het bos bestond uit bomen van dezelfde leeftijd en kende een klassiek beheer gericht op productie. Sommige percelen worden nu afwisselend verjongd waardoor een meerjarig en ongelijkvormig bos ontstaat. Andere percelen blijven bestemd voor houtproductie en enkele delen van het bos worden voor energieproductie gebruikt. Een van de percelen ligt in een vochtiger gedeelte met veel bronnen. De vorige aanplant, die uit coniferen bestond, is volledig geoogst en de drainagebuizen werden opgevuld met plantaardige restanten van de kapping. Zo wordt het oorspronkelijke moeras hersteld. Er werd gekozen voor natuurlijke verjonging. Waar dit niet snel genoeg gebeurt worden de open plekken met geschikte bomen ingeplant. De flora en fauna kan zichzelf herstellen en een halfnatuurlijk habitat zal onstaan. Dit beheerstype wordt als duurzaam beschouwd. Het laat op alle percelen een flinke toename aan biodiversiteit toe en tegelijk blijft het bosbeheer rendabel. De landbouwpercelen worden jaarlijks geoogst. Sommige worden gebruikt voor voedselproductie, andere werden aangeduid als weiland voor de veevoederproductie. Het beheer van deze velden respecteert de landbouwkundige milieunormen en zorgt voor de instandhouding van een keverpopulatie. Het inkomen wordt vergaard op verschillende landbouw-percelen op één oever van de rivier, een beukenbos met enkele lapjes naaldhout, en een vochtig gebied met bronnen. Het originele plantpatroon van het bos bestond uit bomen van dezelfde leeftijd en kende een klassieke productiestructuur. Sommige percelen werden afwisse-lend verjongd waardoor een meerlagig bos ontstaat. Andere percelen blijven bestemd voor houtproductie en delen van bosresten worden voor energieproductie ge-bruikt. Een van de percelen ligt in een vochtiger ge-deelte met veel bronnen. De vorige aanplant, die uit coniferen bestond, is volledig geoogst en de drainage-buizen werden volgestopt met afval van de boskap. Zo wordt het oorspronkelijke moeras hersteld. De bosbouw-kundige keuze die werd gemaakt is natuurlijke regene-ratie. Waar het niet snel genoeg groeit worden de open plekken met geschikte bomen ingeplant. De flora en fau-na kan zichzelf herstellen en de semi-natuurlijke habi-tats kunnen herstellen. Dit beheerstype wordt als duur-zaam beschouwd. Het laat op alle percelen een flinke toename aan biodiversiteit toe en tegelijk blijft het bos-beheer rendabel. De landbouwpercelen worden jaarlijks geoogst. Sommi-ge worden gebruikt voor voedselproductie, andere wer-den aangeduid als weiland voor de veevoederproductie. Het beheer van deze velden respecteert de landbouw-kundige milieumaatregelen en herbergen een keverpo-pulatie.

Page 34: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

32

Voorbeeld 3: Duurzaam rivierbeheer, inclusief bescherming van otterhabitats met toeristische activiteiten in Natura 2000 gebieden De Donau is één van de mooiste rivieren van Europa. Delen van de rivier zijn aangeduid als Natura 2000 gebied omwille van de aanwezigheid van habitats en soorten die voorkomen in de Habitatrichtlijn. Zo is er b.v. een otterhabitat, leven er vele soorten sprinkhanen op de zandbanken en waterjuffers in de bergmeertjes die met de rivier verbonden zijn. Kinderen spelen graag langs deze rivier omdat er een heleboel dingen te ontdekken zijn. Het toerisme groeit omdat de regio rijk is aan natuur en een heleboel mogelijkheden biedt voor natuuractiviteiten: trektochten, fietsen, raften, observeren van dieren (Otter), etc. Als gevolg van de dammen die stroomopwaarts werden gebouwd, stroomt het water steeds sneller door de rivier en daarom moet ze ook voortdurend uitgediept worden. Dat veroorzaakt problemen voor belangrijke habitats die met de rivier verbonden zijn. Veel bergmeertjes kwamen droog te staan en de rivier stroomt sneller met minder zijtakken dan voorheen. Hierdoor steeg ook de bezoekersdruk op de laatst overblijvende habitats. Het stroomgebied van de rivier ligt op het grondgebied van twee Lidstaten. Activiteiten die noodzakelijk kunnen zijn voor “Duurzaam rivier-beheer inclusief otterhabitatbescherming met toeristische activitei-ten in Natura 2000 gebieden”: [nummer van de activiteit verwijst naar het overeenkomende blad in de tabellen hieronder]. o Bewustmaking van de lokale bevolking om het begrip voor

rivierherstel te verhogen [activiteit 20] o Afbreken/verwijderen van dammen [activiteit 12] o Aankoop van gronden voor rivierherstel [activiteit 23] o Creëren van vistrappen [activiteit 24] o Het bouwen van een bezoekerscentrum [activiteit 25] o Bouwen van barbecueplaats voor toeristen dicht bij rivier (om risico

op illegale vuurtjes tot minimum te beperken) [activiteit 22] o Maken van een folder voor toeristen [activiteiten 3, 20] o Aanleggen van een fietspad langs de rivier [activiteit 22] o Inventariseren van libellen- en sprinkhanenpopulatie [activiteit 17] o Uitzetten van endemische rivierkreeftjes [activiteit 13] o Bevorderen van dood hout in de aluviale bossen [activiteit 12]

Maatregelen in verband met dit project zijn aangeduid in de tabellen [rivier].

Voorbeeld 4: Bruinvisbeschermingsproject De Bruinvis (Phocoena phocoena) is één van 's werelds kleinste walvisachtigen, wordt gemiddeld 1,55 meter lang en heeft een gewicht van 55 kg. Bruinvissen leven doorgaans in kustwateren, en hun Engelse benaming (harbour porpoise) hebben ze te danken aan hun regelmatige verschijning in baaien, estuaria en havens. Bruinvispopulaties zijn over de hele lijn bedreigd door sterfte als gevolg van de visserij. Ook chemische vervuiling, geluidshinder, bootverkeer en voedseltekort bedreigen deze soort. Meer informatie over de belangrijkste leefgebieden voor de Bruinvis dient vergaard te worden en deze plaatsen zullen efficiënt beschermd en beheerd moeten worden. Vissers moeten aangemoedigd worden om visnetten te ontwikkelen en te gebruiken die de bijvangst van Bruinvissen tot een minimum beperken. Het is belangrijk dat actieve middelen ingezet worden om Bruinvissen te alarmeren voor de aanwezigheid van een net en hen daarvan weg te houden, b.v. akoestische afschrikmiddelen (‘pingers’). Activiteiten die noodzakelijk kunnen zijn voor het “Bruinvisbescher-mingsproject”: [nummer activiteit verwijst naar overeenstemmende blad in onderstaande tabellen]: o Identificatie en aanwijzing van belangrijke gebieden voor Bruinvissen

[activiteit 2] o Onderzoek naar verspreiding en gedrag van Bruinvissen [activiteit 13] o Lange-termijn monitoring van de Bruinvissen [activiteit 17] o Ontwikkelen en gebruiken van visnetten die de bijvangst minimaliseren

(vissers en wetenschappers) [activiteiten 4, 13] o Verbeteren van de waterkwaliteit en controle op vervuiling [activiteit 12] o Bescherming en beheer van voedselbronnen voor bruinvissen b.v. vis en

cephalopoïden [activiteit 12] o Opleiding voor de medewerkers die betrokken zijn bij de bescherming van

Bruinvissen [activiteiten 13, 21] o Netwerking met bruinvisprojecten in naburige regio’s [activiteit 7] o Vorming en informatieverlening voor betrokken partijen b.v. vissers,

kustwachten [activiteiten 3, 20] o Informatie voor een breder publiek om de gevoeligheid voor

bruinvisbescherming te verhogen [activiteiten 3, 20] o Bouw van een bezoekerscentrum [activiteit 25]

Maatregelen in verband met dit project zijn aangeduid in de tabellen [bruinvis].

Page 35: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

33

Voorbeeld 5: Beheer van droge graslanden in Natura 2000 gebieden “Bloemenrijkdom” is de slogan die gebruikt wordt voor het heuvelachtige Natura 2000 gebied Flowerhill. De landbouwers beheren het land op een traditionele en duurzame manier. Het grootste gedeelte van het grasland is droog en weinig productief. Delen ervan worden slechts om de twee jaar gemaaid. Sommige delen van het grasland worden door geiten begraasd. De melk van de geiten is goed omwille van de hoge kwaliteit van het grasland, en toch is er onvoldoende lokale vraag om alles verkocht te krijgen. Een aantal jaren geleden beslisten enkele landbouwers om in de vochtigere gedeelten van het gebied bomen te planten. Sommigen groeiden niet goed, maar sommige streekeigen soorten deden het wel erg goed en de landbouwers gebruiken dat hout om brand- en timmerhout te produceren. Het is moeilijk om jonge landbouwers te overtuigen om dit traditionele land- en bosbeheer voort te zetten. Sommige willen er wijndruiven telen en enkele hebben de landbouw al vaarwel gezegd. Andere werken slechts deeltijds in de landbouw zodat sommige delen van de droge graslanden niet meer worden beheerd. Bomen en struikgewas rukken op in deze delen. Zeldzame vlinders die deze droge habitats nodig hebben zijn haast uit het gebied verdwenen. Activiteiten die noodzakelijk kunnen zijn voor ”Beheer van droge graslanden Natura 2000 gebieden”: [nummer van de activiteit verwijst naar het overeenkomende blad in de tabellen hieronder]: o Ontwikkelen van een beheersplan voor droog grasland [activiteit 5] o Aankoop van geiten voor begrazing [activiteit 13] o Bouwen van een gewone stal voor de geiten [activiteit 12] o Bouwen van houten afscherming voor het droog grasland [activiteit 12] o Premie voor het eens per jaar maaien met een maaimachine van de niet-

begraasde delen [activiteit 13] o Aankoop van een maaimachine voor de landbouwers [activiteit 12] o Kappen van struikopslag op niet-beheerde droge graslanden [activiteit 12] o Premie voor duurzaam beheer van oorspronkelijke bossen [activiteit 13] o Ontwikkelen van kleine infrastructuur (veldwegen) in bos en grasland

[activiteit 10] o Organisatie van een vergadering over het “beheer van droge graslanden”

[activiteit 7] o Ontwerpen van een logo en een slogan voor de plaatselijke

landbouwproducten (b.v. melk) [activiteit 20] o Communicatieopleiding voor de beheerder van het Natura 2000 gebied

[activiteit 21] o Inrichting van een tentoonstellingsplaats voor lokale producten in de

parochiezaal [activiteit 20]

Maatregelen in verband met dit project zijn aangeduid in de tabellen [bloemen].

Voorbeeld 6: Rivierbeheer met landbouw-, aquacultuur- en toeristi-sche activiteiten in Natura 2000 gebieden Een rivier stroomt door een vallei in landelijk gebied dat is samengesteld uit rijke landbouwakkers, boomgaarden, naald- en loofhoutbossen, viskwekerijen en recreatieterreinen. Een stad die op de oever van de rivier gevestigd is loost een deel van haar ongezuiverd afvalwater in de rivier. Waterhergebruik-projecten staan op stapel. Stapstenen, kleine bijzondere zones van de rivier die door migrerende waterorganismen worden gebruikt, werden als intervallen van ongeveer 20 km aangeduid langs de rivier. Industriële en landbouwkundige activiteiten zijn gereglementeerd in de zones die hierbij aansluiten en de toegang voor het publiek is beperkt. De stapstenen zijn aanduid in kwetsbare gebieden die worden gebruikt door beschermde soorten (voedsel-, rust- en broedgebieden). Specifieke fauna en flora van de rivier en de rivierbanken wordt geïnventariseerd in samenwerking met onderzoekscentra en vissers-, boot- en landeigenaarsverenigingen. Om erosie en de impact ervan op de rivierkwaliteit te vermijden, planten beheerders van aangrenzende gronden bomen en hagen. Delen van de rivier worden gebruikt als viskweekvijvers. Activiteiten die noodzakelijk kunnen zijn voor ”Rivierbeheer met landbouw, aquacultuur en toeristische activiteiten in Natura 2000 gebieden”: [nummer van de activiteit verwijst naar het overeenkomende blad in de tabellen hieronder]: o Stadsplanning, afvalwaterrecuperatieprojecten [activiteiten 12, 25] o Beheer en inventarisatie van de ‘stapstenen’ [activiteiten 12, 13, 14] o Beheer en inventarisatie van fauna en flora van rivier [activiteiten 12, 13, 14] o Invoeren van riviercontracten met eigenaars van de percelen langs de rivier

[activiteit 12] o Constructie van afsluitingen om de oevers te beschermen, vooral die dicht

bij de ‘stapstenen’ [activiteit 12] o Opleiding van de medewerkers in het natuurtechnisch beheer van visserij

en de rivier [activiteit 20] o Vorming van de lokale bevolking en samenwerking met

onderwijsinstellingen [activiteiten 3, 21] o Vergaderingen met dorpsbewoners en stakeholders [activiteit 20] o Infrastructuur in functie van visserij en het waterverkeer, inclusief

voorzieningen voor mindervaliden [activiteit 22] o Alarmsysteem in geval van ziektes of watergebonden problemen [activiteit

17] o Ontwikkeling van vis/natuur-vakantiepakketten [activiteit 20] o Toeristische infrastructuur (b.v. stijgers, paden) [activiteit 22]

Maatregelen in verband met dit project zijn aangeduid in de tabellen [landbouw-water].

Page 36: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

34

Activiteit 1: ADMINISTRATIE VAN HET SELECTIEPROCES

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebieds-beperkingen

Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO geen

EVF geen

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Niet in zijn geheel te selecteren, aan te vullen met gegevens over de opvolging en met uitzonderingen voor mariene gebieden.

KP7

geen

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO

geen

ESF

geen

CF

geen

AC

TIV

ITE

IT 1

: AD

MIN

ISTR

ATI

E V

AN

HE

T S

ELE

CTI

EP

RO

CE

S

Page 37: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

35

Activiteit 2: WETENSCHAPPELIJKE STUDIES/INVENTARISATIES TER IDENTIFICATIE VAN HET GEBIED

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbeper-kingen Opmerkingen/andere beperkingen

Voorbeelden

ELFPO

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Zie Art. 59 De steun die in Artikel 52(d) wordt ver-meld kan slaan op: (a) studies over de betreffende regio; (b) het verzamelen van informatie over de streek en de lokale ontwikkelingsstrategie; […]

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden. Geen Zie de Artikels 61-65.

In het kader van een Lokale Actiegroep kan publie-ke/private samenwerking gebruikt worden om on-derzoek naar gebiedsinventarisaties uit te voeren: tellingen van bepaalde soorten, ontwikkelen van plaatselijke vakkennis en het in de toekomst in de regio mogelijk maken van eco-toerisme [beer].

EVF

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, andere

Kust-, zee- en binnenwaters, wetlands. Geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Vissers en wetenschappers kunnen samen onderzoek voeren naar de aanwezigheid van mariene diersoorten. Door vissers verzamelde gegevens kunnen gebruikt worden in de evaluatie van het gebied. Visserijgegevens kunnen in de inventarisatiegegevens van het gebied worden opgenomen. [bruinvis]

LIFE+

3 Selectiecriteria Alle mogelijke Alle mogelijke Geen

Niet in zijn geheel te selecteren, aan te vullen met gegevens over de opvolging en met uitzonderingen voor mariene gebieden.

KP7

2(2)(f) Doelstellingen en Activiteiten: Leefmilieu (inclusief Klimaatwijziging)

Alle mogelijke Alle mogelijke

Transnationale samenwerking

Context: onderzoek - zie Annex 1 voor meer details over het leefmilieuthema

Kan een grensoverschrijdende vergelijkende studie tussen gebieden financieren. De verzamelde informatie kan gebruikt worden om de prioritaire gebieden te selecteren. Studie kan methodes voor gebiedsidentificatie ontwikkelen en verbeteren (b.v. in kandidaat EU-landen).

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO geen ESF geen CF

geen

AC

TIVITE

IT 2: WE

TEN

SC

HA

PP

ELIJK

E S

TUD

IES

/INV

EN

TAR

ISA

TIES

TE

R ID

EN

TIFICA

TIE V

AN

HE

T GE

BIE

D

Page 38: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

36

Activiteit 3: VOORBEREIDING VAN HET EERSTE INFORMATIE- EN PUBLICITEITSMATERIAAL

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbeper-kingen

Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

20(a)(i)

Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting, met inbegrip van verspreiding van wetenschappelijke kennis en innoverende praktijken, ten behoeve van in de sectoren landbouw, voedsel en bosbouw werkzame personen

Landbou-wers, bosbou-wers

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype geen

Art 21: De steun mag niet worden gebruikt voor cursussen die reeds deel uitmaken van normale programma’s of systemen van land- en bosbouwopleidingen in het middelbaar en hoger onderwijs.

Het produceren van opleidingsmateriaal voor land- en bosbouwers, beschrijving van beervriendelijke land- en bosbouwmethodes. [beer]

52(a)(iii) Bevordering van toeristische activiteiten Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype geen Zie Art 55.

De realisatie van een eerste serie van ‘brochures’ over een gebied, bedoeld voor natuurtoeristen, met de nadruk op één Natura-gebied of op nationale of regionale netwerken. [rivier]

52(c)

Een maatregel betreffende opleiding en voorlichting voor economische actoren die werkzaam zijn op de onder as 3 vallende terreinen

Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype geen Zie Art 58.

Opleidingen voor private gidsen om de kennis van en aandacht voor beschermde gebieden te verhogen en informatie voor uitbaters van hoevetoerisme.

52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen Zie Art 57.

Het voorbereiden van tentoonstellingen over het natuurlijk erfgoed en het traditionele landleven in relatie tot de Natura 2000 gebieden. Beroepsopleiding voor gebiedsbeheerders van beschermde zones over de natuurwaarden van de oude landschappen en traditionele vormen van bodemgebruik.

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen Zie Art 59.

Het realiseren van opleidingsmateriaal ten voordele van Natura 2000, mogelijke invloeden van Natura op de lokale ontwikkeling – zowel bestemd voor de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de lokale ontwikkelingsstrategie en een regionaal of breder netwerk van actoren die betrokken zijn in lokale ontwikkeling en publiek-private samenwerking.

63 Leader

Alle mo-gelijke (in landelijke gebie-den).

Alle landelijke gebieden.

Moet gebeuren binnen een spe-cifiek afgelijnd subregionaal landelijk gebied, zoals beschre-ven in een lokale ontwikkelings-strategie. Zie Artikels 61-65.

De ontwikkeling van een gebied op basis van lokale ontwikkelingsstrategieën die naast sociale en economische belangen ook de belangen van Natura dienen, zoals concrete Leader-projecten die materiaal voor capaciteitsopbouw in landelijke gebieden opleveren, b.v. de ontwikkeling van mogelijkheden in het eco-toerisme.

AC

TIV

ITE

IT 3

: VO

OR

BE

RE

IDIN

G V

AN

HE

T E

ER

STE

INFO

RM

ATI

E- E

N

PR

OM

OTI

EM

ATE

RIA

AL

(INC

L V

OO

R O

PLE

IDIN

G E

N C

AP

AC

ITE

ITS

OP

BO

UW

)

Page 39: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

37

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbeper-kingen Opmerkingen/andere beperkingen

Voorbeelden

EVF

26(1)(a) vissers

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype geen geen

Het voorzien van informatie om ecotoerisme aan zee en aan de kust te vergemakkelijken, b.v. opleiding van vissers in het determineren van lokale soorten.

26(1)(c) Schema’s voor bijscholing in andere beroepsmogelijkheden buiten de zeevisserij. vissers

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen geen

Het realiseren van opleidingsinformatie in verband met mariene sites en soorten om de ontwikkeling van eco-toerisme in de regio mogelijk te maken; opleidingsschema’s om het afscheid van hun sector van door Natura 2000 ‘getroffen’ vissers te ondersteunen.

34(i)

Opwaarderen van de vakbekwaamheid, of het ontwikkelen van nieuwe opleidingsmethodes en -instrumenten;

vissers, anderen

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Het ontwikkelen van nieuwe opleidingsinformatie voor vissers over vismethodes die in overeenstemming zijn met het natuurbeheer in Natura 2000 gebieden, b.v. alternatieve netten met lage negatieve impact. [bruinvis]

41(1)(b)

Herstructureren en bijsturen van economische activiteiten, in het bijzonder door het bevorderen van eco-toerisme, in zoverre dat deze acties geen toename van de visserijinspanningen tot gevolg hebben;

arbeiders in de visserij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Verwijzing naar Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

41(1)(c)

Diversifiëren van activiteiten door het stimuleren van een bredere waaier aan jobs voor vissers door het creëren van jobs buiten de visserijsector;

arbeiders in de visserij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype

Verwijzing naar Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Het voorzien van opleidings- en informatiemateriaal over de mogelijke bijdrage van Natura 2000 aan economische activiteiten in de mariene en kustsfeer – het organiseren van seminaries voor vissers die geïnteresseerd zijn in omschakeling naar het eco-toerisme.

41(1)(i)

Het verbeteren van de vakkennis en het stimuleren van de voorbereiding en invulling van de lokale ontwikkelingsstrategie.

Publieke admini-straties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Verwijzing naar Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Het realiseren van opleidingsmateriaal over de voordelen van Natura 2000 (in de mariene en kustsfeer), mogelijke invloed van Natura op de lokale ontwikkeling- wat de ontwikkeling van een regionaal of breder netwerk van actoren in de lokale ontwikkeling kan inhouden.

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke alle mogelijke geen

Niet in zijn geheel te selecteren, aan te vullen met gegevens over de opvolging en met uitzonderingen voor mariene gebieden.

KP7 geen

AC

TIVITE

IT 3: VO

OR

BE

RE

IDIN

G V

AN

HE

T EE

RS

TE IN

FOR

MA

TIE- E

N

PR

OM

OTIE

MA

TER

IAA

L (INC

L VO

OR

OP

LEID

ING

EN

CA

PA

CITE

ITSO

PB

OU

W)

Page 40: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

38

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO12

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentie-doelstellingen

Context: economische di-versifiëring/modernisering (b.v. capaciteitsopbouw)

In een breder (bij voorbeeld) project rond ecotoerisme kan de ontwikkeling van het eerste promotiemateriaal worden gefinancierd.

4(5)

Toerisme: promotie van de natuurlijke en culturele troeven als potentieel voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme; bescherming en verrijking van het cultureel erfgoed ter ondersteuning voor de economische ontwikkeling, steun ter verbetering van de toeristische dienstverlening via nieuwe diensten met een hogere meerwaarde

Regio’s met convergentie-doelstellingen

Context: promoten/ontwikkelen van het toerisme

Kan de ontwikkeling van informatiebronnen voor toeristen financieren, b.v. brochures, kaarten.

4(8)

Onderwijsinvesteringen, die bijdragen tot een vergroting van de aantrekkingskracht van de regio’s en tot een verbetering van de levenskwaliteit aldaar

Regio’s met convergentie-doelstellingen

De productie van educatief materiaal in verband met de Natura 2000 gebieden, dat door plaatselijke scholen kan gebruikt worden in het kader van een bredere educatieve aanpak. [bruinvis, landbouw-water]

4(10) Directe steun voor investeringen in kleine en middelgrote bedrijven die bijdragen tot het ontwikkelen en beschermen van werkgelegenheid

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

Voor toerisme-gerelateerde KMO’s – het realiseren van informatiebronnen.

6(1)a

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: ontwikkelen van werkgelegenheids-initiatieven en opleiding

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland, zee- of kustzones.

6(3)

Vergroting van de doeltreffendheid van het regionaal beleid door stimulering van netwerkvorming en van de uitwisseling van ervaringen tussen regionale en plaatselijke instanties, waarbij de in Artikel 5(1) en (2) en Artikel 8 bedoelde thema’s centraal staan

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Bij grensoverschrijdende projecten is het financieren van de realisatie van informatie over bredere netwerken rond Natura gebieden mogelijk voor toerisme, verkoop van producten die verband houden met Natura enz. Dat kan informatie inhouden die verband houdt met rivierbekkenbeheer, kustzones en/of wetlands indien die speciaal geschikt zouden zijn voor grensover-schrijdend beheer. Kan een mogelijkheid bieden voor de aanmaak van materiaal in verband met capaciteitsopbouw en netwerking voor overheden – het verzamelen van ervaringen, het plannen van begeleiding van de ‘nieuwe’ staten door de ‘oude’ staten, het ontwikkelen van netwerken voor het regionale beheer van gebieden.

12 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Daarom moeten activiteiten in het kader van Natura 2000/Natuurgebieden geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 3

: VO

OR

BE

RE

IDIN

G V

AN

HE

T E

ER

STE

INFO

RM

ATI

E- E

N

PR

OM

OTI

EM

ATE

RIA

AL

(INC

L V

OO

R O

PLE

IDIN

G E

N C

AP

AC

ITE

ITS

OP

BO

UW

)

Page 41: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

39

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

ESF

3(1)aii

Het verhogen van het aanpassingsvermogen van arbeiders en ondernemingen, b.v. de ontwikkeling van specifieke werkgelegenheid, opleidings- en ondersteunende diensten voor arbeiders in de context van de herstructurering van het bedrijf of de sector.

Context: het creëren van jobs (b.v. in het geval van herstructurering van de sector)

Kan gebruikt worden om bij projecten om jobs te creëren educatief materiaal te ontwikkelen voor mensen die in Natura 2000 gebieden of in verwante bedrijven komen werken.

3(2)bi

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van programma’s, door studies, statisteken en expertise, steun aan de samenwerking tussen departementen en de dialoog tussen het betrokken publiek-private organen.

Regio’s met convergentie-doelstellingen

3(2)bii

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in capaciteitsopbouw in het leveren van beleid en programma’s.

Regio’s met convergentie-doelstellingen

Kan een mogelijkheid bieden voor de aanmaak van materiaal in verband met capaciteitsopbouw en net-werking voor overheden – het bijeenbrengen van ervaringen, het plannen van begeleiding van de ‘nieuwe’ staten door de ‘oude’ staten, het ontwikke-len van netwerken voor het regionale beheer van gebieden. Mogelijkheden zowel op het hoge strate-gische als op het operationele niveau.

CF geen

AC

TIVITE

IT 3: VO

OR

BE

RE

IDIN

G V

AN

HE

T EE

RS

TE IN

FOR

MA

TIE- E

N

PR

OM

OTIE

MA

TER

IAA

L (INC

L VO

OR

OP

LEID

ING

EN

CA

PA

CITE

ITSO

PB

OU

W)

Page 42: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

40

AC

TIV

ITE

IT 4

: PIL

OO

TPR

OJE

CTE

N

Activiteit 4: PILOOTPROJECTEN

Fonds Beschrijving

Doel-groepen

Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

63 Leader

Alle mogelijke (in lande-lijke gebieden)

Alle landelijke gebieden geen Zie Artikels 61-65.

Pilootgemeenschap in de betrokkenheid bij natuurbeheer, educatieplannen, plannen om het toerisme te stimuleren of om gebieden rond Natura-gebieden te ontwikkelen. Moet geïntegreerd worden in de lokale ontwikkelingsstrategie.

EVF

26(1) (a)

Vergroten van de verscheidenheid aan activiteiten met als doel het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers; vissers

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. geen geen

26(1) (c)

Plannen voor bijscholing in bezigheden buiten de zeevisserij; vissers

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. geen geen

34(a) Bijdrage tot een beter en duurzamer beheer en bescherming van natuurlijke hulpbronnen;

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Proefschema om de ontwikkeling van eco-toerisme door vissers aan te moedigen, inclusief bijscholing in klantenservice en het beheer van een kleine onderneming en leidend tot een verlaging van de visvangst en een duurzamer gebruik van de zeerijkdommen.

34(b)

Stimuleren van selectieve vismethodes en -netten en het verminderen van het aantal bijvangsten;

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Proef met nieuwe natuurvriendelijke visnetten die de invloed van bijvangsten verminderen en bruikbaar zijn in Natura 2000 gebieden. [bruinvis]

34(c) Het verwijderen van verloren visnetten van de zeebodem om spookvisserij tegen te gaan;

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Proefproject om het verwijderen van netten uit een bepaald Natura 2000 gebied mogelijk te maken.

34(g) Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van aquacultuurgebieden.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Proef met natuurvriendelijke aquacultuurtechnieken, b.v. de ontwikkeling van vogelbroedplaatsen.

34(i)

Opwaarderen van de vakbekwaamheid, of het ontwikkelen van nieuwe opleidingsmethodes en -instrumenten;

vissers, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Proef met opleidingsplan voor vissers in Natura 2000 gebieden, voordelen voor de gemeenschappen, inclusief toeristische mogelijkheden.

Page 43: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

41

Fonds Beschrijving

Doel-groepen

Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Proefplan om de samenwerking tussen wetenschappers en vissers te stimuleren, b.v. het bevorderen van gegevensverzameling en van onderzoeksprojecten die de gemeenschap en het beheer van het Natura 2000 gebied ten goede kunnen komen.

EVF

38(2) (b)

Pilootprojecten: om testen mogelijk te maken op beheersplannen en herlokaliseringsplannen voor de visserij, indien nodig de instelling van een zone waar niet mag worden gevist om de biologische en financiële gevolgen en het experimeel uitzetten van vis in kaart te brengen.

vissers, anderen, KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

38(1) proefprojecten die door een economische speler moeten worden uitgevoerd, een erkende handelsorganisatie of eender welk bekwaam orgaan dat voor dat doel door de Lidstaat werd aangeduid, in samenwerking met een wetenschappelijk of technisch orgaan.

Project om het niveau van de visstocks binnen en buiten het Natura-gebied onder verschillende beheersregimes te beoordelen.

38(2) (c)

Pilootprojecten: het ontwikkelen van testmethodes om de selectiviteit van netten te verhogen, het aantal bijvangsten te verminderen, wegwerken van de milieuimpact, in het bijzonder op de zeebodem

vissers, anderen, KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters geen

38(1) proefprojecten die door een economische speler moeten worden uitgevoerd, een erkende handelsorganisatie of eender welk bekwaam orgaan dat voor dat doel door de Lidstaat werd aangeduid, in samenwerking met een wetenschappelijk of technisch orgaan.

Proef met nieuwe natuurvriendelijke visnetten die de invloed van bijvangsten verminderen en bruikbaar zijn in Natura 2000 gebieden.

41(1) (c)

Diversifiëring van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers;

Arbeiders in de vis-serij of aanver-wante sectoren

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref: Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Proefschema om de ontwikkeling van eco-toerisme door vissers aan te moedigen, inclusief bijscholing in klantenservice en het beheer van een kleine onderneming en/of het beheer van een Natura-gebied.

LIFE+

geen

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnationale samenwerking. Context: onderzoek

Onderzoeksproject voor het testen van een nieuwe beheersmethode b.v. het vergelijken van graslandbeheersregimes om te bepalen welk het beste resultaat oplevert voor streek-eigen dag- en nachtvlinders over heel Europa.

2(2)g Thema: vervoer (b.v. vergroenen van het wegtransport)

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnationale samenwerking.

Context: onderzoek naar de aanpassing/verbete-ring van de transportinfrastructuur om het effect op Natura-gebieden te verzachten

Onderzoek naar de effectiviteit van lage-impact transportinfrastructuur, b.v. de effectiviteit van tunnels voor reptielen.

AC

TIVITE

IT 4: PILO

OTP

RO

JEC

TEN

Page 44: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

42

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO13

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Proefprojecten met de sanering van vervuilde gronden om er naast habitatherstel ook mogelijkheden voor bedrijven te creëren, b.b. het planten van nieuwe bossen/het ontwikkelen van wetlands/waterzuivering met een gunstige invloed op de habitats en soorten in het aanpalende Natura 2000 gebied.

4(4) Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Context: ontwikkelings-plannen en maatregelen voor risicobeheer.

Proefprojecten met habitatherstel door het planten van bomen met een laag brandrisico (grote gebieden); of het herstel van wetland-, estuariene en littorale soorten door het verminderen van de stroming en de kans op erosie. Moet gebeuren in het kader van een breder project.

4(7)

Energie: trans-Europese netwerken die bijdragen tot […] het integreren van milieu-overwegingen; verhoging van de energie-efficiëntie en ontwikkeling van hernieuwbare energie

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Context: hernieuwbare energie

Proefprojecten kunnen worden gefinancierd om de aanvaarding te versterken van het herstel van overstromingsgebieden en het voorbereiden van hydro-elektriciteit, of om de voordelen te onderzoeken van de installatie op kleine schaal van biomassainstallaties in natuurreservaten. In het kader van regionale plannen voor hernieuwbare energie.

4(8)

Onderwijsinvesteringen, die bijdragen tot een vergroting van de aantrekkingskracht van de regio’s en tot een verbetering van de levenskwaliteit aldaar

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Context: een breder opleidingskader.

Ontwikkelen en proefprojecten rond educatie om de aandacht voor het leefmilieu te vergroten en de levenskwaliteit te verbeteren.

5(2)b Stimulering van de energie-efficiëntie en van de productie van hernieuwbare energie

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en werkgelegenheids-doelstellingen

Context: hernieuwbare energie

Proefprojecten kunnen worden gefinancierd om het draagvlak te versterken voor het herstel van overstromingsgebieden en het voorbereiden van hydro-elektriciteit, of om de voordelen te onderzoeken van de installatie op kleine schaal van biomassainstallaties in natuurreservaten. In het kader van regionale plannen voor hernieuwbare energie.

5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en werkgelegenheids-doelstellingen

Context: ontwikkelings-plannen en maatregelen voor risicobeheer.

Proefprojecten met habitatherstel door het planten van bomen met een laag brandrisico (grote gebieden); of het herstel van wetland-, estuariene en littorale soorten door het verminderen van de stroming en de kans op erosie. Moet gebeuren in het kader van een breder project.

6(1)a

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

Pilootproject voor een netwerk voor ecotoerisme, inclusief grensoverschrijdende samenwerking gericht op Natura 2000 gebieden.

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Pilootproject voor jobcreatie in Natura 2000 gebieden, in het kader van de ontwikkeling van duurzame milieugerelateerde beroepsmogelijkheden in een regio.

13 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Daarom moeten activiteiten in het kader van Natura 2000/Natuurgebieden geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 4

: PIL

OO

TPR

OJE

CTE

N

Page 45: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

43

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

6(1) end

Bovendien kan het EFRO bijdragen tot de bevordering van de integratie van grensoverschrijdende arbeidsmarkten, plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven, gelijke kansen, opleiding en social integratie, en tot het gezamenlijk gebruik van menselijk kapitaal en van OTO-faciliteiten

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Pilootproject voor een grensoverschrijdende arbeidsmarkt voor natuurprofessionals om het verspreiden van vakkennis en het gebruik van bronnen te vergemakkelijken. In het kader van de algehele ontwikkeling van duurzame en milieuvriendelijke arbeid.

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken-, wetland-, zee- of kustzones.

Pilootproject voor een milieuvriendelijk en duurzaam rivierbekkenbeheer, inclusief het beheer van Natura 2000 gebieden. Kan ook inhouden het overwegen van ecosysteemdiensten van Natura 2000 gebieden en het ontwikkelen van economische instrumenten om het adequaat herkennen van de voordelen van die diensten mogelijk te maken.

6(3)

Vergroting van de doeltreffendheid van het regionaal beleid door stimulering van netwerkvorming en van de uitwisseling van ervaringen tussen regionale en plaatselijke instanties, waarbij de in Artikel 5(1) en (2) en Artikel 8 bedoelde thema’s centraal staan

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

De lancering van programma’s voor scholing en verspreiding van vakkennis onder de autoriteiten die betrokken zijn bij het beheer van Natura 2000 gebieden.

9 Economische diversificatie van plattelandsgebieden en van de visserij afhankelijke gebieden

Alleen landelijke gebieden en gebieden die afhangen van de visserij.

Context: economische diversifiëring

Het lanceren van initiatieven in het ecotoerisme, inclusief het ontwikkelen van ecotoeristische initiatieven door ex-vissers voor het observeren van zeevogels en walvissen.

10

���������������� ��������������������������������������������������������������������� ������������������������������� ������������������������������������������������������ ���� �������������������������������������������������� ������� ����������������� �����������������������������

Alleen gebieden met natuurlijke handicaps.

Het lanceren van initiatieven in het ecotoerisme, inclusief het beschrijven van het culturele en natuurlijke erfgoed en het verbeteren van de toegang, b.v. de ontwikkeling van een nieuwe milieugevoelige wandelweg langs de kustlijn of een fietspad door erfgoedregio’s, inclusief Natura 2000 gebieden en het bezoek aan gebieden met natuurlijke handicaps.

ESF

geen

CF14

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van Artikel 174������������������������������������������������������������� ����� ����onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

2(3)

Gebieden die op een duurzame manier en met duidelijke milieuvoordelen kunnen ontwikkeld worden, b.v. energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en de transportsector.

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Context: Infrastructuur en investeringen in het kader van hernieuwbare energie en transport.

Mogelijkheden tot het ontwikkelen van kleine pilootprojecten langs grotere ontwikkelingprojecten – b.v. het uitproberen van nieuwe viscorridors in het kader van de ontwikkeling van dammen. Het lanceren van nieuwe methodes van natuurvriendelijke en lage risicocorridors (b.v. nieuwe technologie voor eco-bruggen en -tunnels). Kan alleen als onderdeel van bredere transportnetwerkprojecten.

14 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 4: PILO

OTP

RO

JEC

TEN

Page 46: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

44

Activiteit 5: VOORBEREIDING VAN BEHEERSPLANNEN, -STRATEGIEËN EN -SCHEMA’S

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-schrijvingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen

57: De steun waarover sprake is in artikel 52(b)(iii) dekt: (a) het ontwerpen van beschermings- en beheersplannen voor Natura 2000 gebieden en andere gebieden met een grote natuurwaarde, milieubewustzijnsacties en investeringen die te maken hebben met het onderhoud, het herstel of de opwaardering van het natuurlijk erfgoed en met de ontwikkeling van gebieden met een grote natuurwaarde; [...]

Kan de ontwikkeling financieren van beheersplannen voor een groter gebied in eender welk plattelandsgebied – b.v. een nationaal park met bossen, wetland en riviergebonden habitats. Kan ook: het beheer van productiegronden. [bloemen]

63 Leader

Alle mogelijke (in landelij-ke gebie-den)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Lokale Actiegroepen kunnen - als doelstelling van een lokale ontwikkelingsstrategie - beheersplannen ontwikkelen voor een gebied. Projecten kunnen in dat geval worden ontwikkeld om een duurzaam beheer van milieugevoelige habitats aan te moedigen.

EVF geen

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumenten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen wel in aanmerking wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria van artikel 3 en maatregelen van annex 1.

KP7

geen

AC

TIV

ITE

IT 5

: VO

OR

BE

RE

IDIN

G V

AN

BE

HE

ER

SP

LAN

NE

N, S

TRA

TEG

IEË

N

EN

SC

HE

MA

’S

Page 47: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

45

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen

Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO15

4(4) Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Context: ontwikkelings-plannen en maatregelen voor risicobeheer.

Kan de ontwikkeling van beheersplannen financieren, maar alleen waar het beheer van het Natura 2000 gebied noodzakelijk is in het kader van risicobestrijding (b.v. het voorkomen van overstromingen).

5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met doelstellin-gen inzake competitivi-teit en werkgelegen-heidsdoelstellingen

Context: ontwikkelings-plannen en maatregelen voor risicobeheer.

Kan de ontwikkeling van beheersplannen financieren, maar alleen waar het beheer van het Natura 2000 gebied noodzakelijk is in het kader van risicobestrijding (b.v. het voorkomen van overstromingen).

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Context: individuele Naturagebieden die deel uitmaken van een breder netwerk

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Gebieden moeten in ver-band staan met rivier-bekken-, wetland-, zee- of kustzones.

Kan de ontwikkeling van beheersplannen voor een grensoverschrijdend netwerk van gebieden betekenen, of van één grensoverschrijdend gebied (b.v. rivierbekken, kustzone). Moet gebeuren in het kader van bredere regionale ontwikkelingplannen. [beer]

6(2)c

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Gebieden moeten in ver-band staan met rivier-bekken-, wetland-, zee- of kustzones.

Kan de ontwikkeling van beheersplannen financieren, maar alleen waar het beheer van het Natura 2000 gebied noodzakelijk is in het kader van risicobestrijding (b.v. het voorkomen van overstromingen).

ESF

3(2)bi

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van programma’s, door studies, statistieken en expertise, steun aan de samenwerking tussen departementen en de dialoog tussen het betrokken publiek private organen.

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Kan capaciteitsopbouw financieren voor stafmedewerkers in de administratie die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van beheersplannen (voor individuele gebieden, of regionale netwerken van gebieden).

CF

geen

15 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 5: VO

OR

BE

RE

IDIN

G V

AN

BE

HE

ER

SP

LAN

NE

N, S

TRA

TEG

IEË

N

EN

SC

HE

MA

’S

Page 48: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

46

Activiteit 6: OPRICHTING VAN BEHEERSORGANEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle mogelijke

Maatregel niet be-perkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen Zie Art 59(e)

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

In het kader van een lokale ontwikkelingsstrategie kunnen gebiedsspecifieke Natura-beheersorganen worden opgericht, eventueel als publiek-private samenwerking.

EVF

geen

LIFE+

geen

KP7

geen

AC

TIV

ITE

IT 6

: OP

RIC

HTI

NG

VA

N B

EH

EE

RS

OR

GA

NE

N

Page 49: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

47

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen

Opmerkingen/andere

beperkingen

Voorbeelden

EFRO16

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Kan de oprichting financieren van een regionaal beheersorgaan om het duurzame gebruik van de biodiversiteit en natuurbescherming te stimuleren.

6(1)d

Ontwikkeling van samenwerking, van capaciteiten en van het gezamenlijk gebruik van infrastructuur, in het bijzonder in de sectoren ge-zondheidszorg, cultuur en onderwijs

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: brede, grensoverschrijdende netwerkinitiatieven

Kan de oprichting financieren van een grensoverschrijdend beheersorgaan dat bijdraagt tot het beheer van Natura-gebieden, maar dan vanuit het perspectief van gezondheid, cultuur, onderwijs enz.

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19)

Context: brede, grens-overschrijdende net-werkinitiatieven, gebie-den moeten aansluiten bij rivierbekkens/wet-land/mariene en kustge-bieden.

6(2)c

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: brede, grens-overschrijdende net-werkinitiatieven, gebie-den moeten aansluiten bij rivierbekkens/wet-land/mariene en kustge-bieden.

Kan de oprichting financieren van een grensoverschrijdend orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van grensoverschrijdende rivierbekkens/wetlands/kustzones. Het moet in eerste instantie te maken hebben met een waterbeheersorgaan en/of risicobeheer, maar ook het beheer van een Natura-gebied moet een taak van dat orgaan zijn.

ESF

3(2)bi

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van programma’s, door studies, statistieken en expertise, steun aan de samenwerking tussen departementen en de dialoog tussen het betrokken publiek private organen.

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Kan de herstructurering van administratieve systemen en -organen mogelijk maken, om goede structuren voor regionaal milieubeheer te creëren (inclusief het beheer van Natura 2000).

CF17

geen

16 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext. 17 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext

AC

TIVITE

IT 6: OP

RIC

HTIN

G V

AN

BE

HE

ER

SO

RG

AN

EN

Page 50: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

48

Activiteit 7: CONSULTATIE EN NETWERKING - PUBLIEKE VERGADERINGEN, NETWERKING, RELATIE MET GRONDEIGENAARS

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle moge-lijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Zie Art 59.

Kan netwerking en capaciteitsopbouw ondersteunen, in zoverre dat dat in verband kan worden gebracht met de milieudoelstellingen in de lokale ontwikkelingsstrategie.

63 Leader

Alle moge-lijke (in landelij-ke gebie-den)

Alle landelijke gebieden Zie Artikels 61-65.

Kan netwerking op regionale of bredere basis ondersteunen (in verband met de lokale ontwikkelingsplannen) om het opnemen van de best mogelijke praktijken aan te moedigen. Kan (bij voorbeeld) worden gebruikt om ervaringen uit te wisselen die landelijke gemeenten opdeden met het beheer van Natura-gebieden; het benadrukken van commerciële en sociale mogelijkheden; of het verspreiden van informatie naar grondeigenaars toe. [bloemen]

EVF

34(i)

Opwaarderen van de vakbekwaamheid, of het ontwikkelen van nieuwe opleidingsmethodes en -instrumenten;

vissers, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Kan de ontwikkeling stimuleren van netwerken voor informatieuitwisseling om informatie te verspreiden over vistechnieken met lage impact en natuurvriendelijke vormen van aquacultuur enz.

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Kan de deelname van wetenschappers aan visserijnetwerken en de ontwikkeling van ideeën voor partnerships tussen vissers en wetenschappers financieren.

41(1)(h)

Bevorderen van interregionale en transnationale samenwerking tussen actoren in visserijregio’s, vooral door netwerking en het verspreiden van de best-mogelijke-technieken.

Publieke admini-straties, KMO’s, anderen.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Kan interregionale en transnationale netwerking ondersteunen in verband met natuurvriendelijke visserijpraktijken en de rol van vissers en aquacultuurbeoefenaars in verband met Natura 2000. [bruinvis]

41(1)(i)

Het verwerven van vakbekwaamheid en het bevorderen van de voorbereiding van de invulling van de lokale ontwikkelingsstrategie.

Publieke admini-straties, KMO’s, anderen.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Kan netwerking en capaciteitsopbouw steunen voor zover die kan worden gekoppeld aan een leefmilieudoelstelling in de lokale ontwikkelingsstrategie.

AC

TIV

ITE

IT 7

: CO

NS

ULT

ATI

E E

N N

ETW

ER

KIN

G -

PU

BLI

EK

E

VE

RG

AD

ER

ING

EN

, NE

TWE

RK

ING

, RE

LATI

E M

ET

GR

ON

DE

IGE

NA

AR

S

Page 51: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

49

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

LIFE+

3 Selectiecriteria

alle moge-lijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumen-ten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen wel in aan-merking wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria van artikel 3 en maatregelen van annex 1.

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbronnen (b.v. de bescher-ming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieu-herstel).

alle moge-lijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedtype.

Transnationale samenwerking.

Context: als onderdeel van een onderzoeksproject wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is.

Onderzoeksproject rond het beheer van Natura kan ook de consultatie van stakeholders betekenen, alsook het verbeteren van beheerspraktijken en van de voordelen die Natura-gebieden opleveren enz.

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO18

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: als onderdeel van een onderzoeksproject wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is.

Kan regionale netwerking en het uitwisselen van positieve ervaringen om de economische voordelen van Natura-gebieden te communiceren ondersteunen.

4(4)

Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: als onderdeel van een onderzoeksproject wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is. (risicobeheer)

Kan netwerking ondersteunen in verband met ‘De bijdrage van Natura aan risicopreventie’. Kan ook de deelname betekenen van naburige grondeigenaren.

4(5)

Toerisme: promotie van de natuurlijke en culturele troeven als potentieel voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme; bescherming en verrijking van het cultureel erfgoed ter ondersteuning voor de economische ontwikkeling, steun ter verbetering van de toeristische dienstverlening via nieuwe diensten met een hogere meerwaarde

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is. (toerisme)

Kan netwerking ondersteunen die bijdraagt tot de ontwikkeling van regionale toerismeplannen, inclusief de discussies over de voordelen en mogelijkheden van Natura 2000 op lokaal en regionaal vlak.

4(8)

Onderwijsinvesteringen, die bijdragen tot een vergroting van de aantrekkingskracht van de regio’s en tot een verbetering van de levenskwaliteit aldaar

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is. (onderwijs)

Regionale netwerking en consultatie inzake milieueducatie, gebruik makend van het Natura 2000 netwerk als een bron voor opleiding.

18 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuur.gebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 7: CO

NS

ULTA

TIE E

N N

ETW

ER

KIN

G - P

UB

LIEK

E

VE

RG

AD

ER

ING

EN

, NE

TWE

RK

ING

, RE

LATIE

ME

T GR

ON

DE

IGE

NA

AR

S

Page 52: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

50

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

4(10) Directe steun voor investeringen in kleine en middelgrote bedrijven die bijdragen tot het ontwikkelen en beschermen van werkgelegenheid

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is. (het creëren van jobs)

Kan netwerking van KMO’s mogelijk maken die actief zijn in Natura 2000 gebieden, om ervaring uit te wisselen en lokale en regionale actoren te betrekken bij het creëren van jobs.

5(2)a

Stimulering van investeringen voor de sanering van verontreinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en werkgelegenheids-doelstellingen

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is.

Kan ook de consultatie betekenen van lokale stakeholders die betrokken zijn bij het bouwen van infrastructuur in Natura 2000 gebieden.

5(2)d

Leefmilieu en risicopreventie: Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en werkgelegenheids-doelstellingen

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is. (risicobeheer)

Kan netwerking ondersteunen in verband met ‘De bijdrage van Natura aan risicopreventie’. Kan ook de deelname betekenen van naburige grondeigenaren.

6(1)a

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is.

Kan netwerking ondersteunen die bijdraagt tot de ontwikkeling van regionale toerismeplannen, inclusief de discussies over de voordelen en mogelijkheden van Natura 2000 op lokaal en regionaal vlak.

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is.

6(1)d

Ontwikkeling van samenwerking, van capaciteiten en van het gezamenlijk gebruik van infrastructuur, in het bijzonder in de sectoren ge-zondheidszorg, cultuur en onderwijs

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: bredere grensoverschrij-dende onderwijsinitiatieven (onderwijs).

Kan bijdragen tot de ontwikkeling van grensoverschrijdende netwerken om regionale plannen te ontwerpen voor duurzaam milieubeheer, onderwijs, en/of bescherming dat bij het beheer van Natura 2000 horen.

6(1)end

Bovendien kan het EFRO bijdragen tot de bevordering van de integratie van grensoverschrijdende arbeidsmarkten, plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven, gelijke kansen, opleiding en social integratie, en tot het gezamenlijk gebruik van menselijk kapitaal en van OTO-faciliteiten

Europese territoriale samenwerking voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is.

Kan grensoverschrijdende netwerken ondersteunen die het effectief inzetten van regionale werkkrachten voor Natura 2000 mogelijk maken.

6(2)a

Totstandbrengen en ontwikkelen van transnationale samen-werking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Vereiste: Europese territoria-le samenwerking voor grens-overschrijdende samenwer-king (zie Art 19).

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is. Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland, zee- of kustzones.

6(2)c

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samen-werking en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

Europese territoriale samen-werking voor grensoverschrij-dende samenwerking (zie Art 19).

Context: als onderdeel van een pro-ject/initiatief wanneer de betrok-kenheid van stakeholders vereist is. (risicopreventie) Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken-, wetland-, zee- of kustzones.

Kan consultatie en netwerking ondersteunen in verband met grensoverschrijdende beheersplannen en/of risicobeheersplannen voor rivierbekkens/wetlands/kustzones, inclusief beheersaspecten van Natura 2000.

AC

TIV

ITE

IT 7

: CO

NS

ULT

ATI

E E

N N

ETW

ER

KIN

G -

PU

BLI

EK

E V

ER

GA

DE

RIN

GE

N,

NE

TWE

RK

ING

, RE

LATI

E M

ET

GR

ON

DE

IGE

NA

AR

S

Page 53: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

51

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

6(3)

Vergroting van de doeltreffendheid van het regionaal beleid door stimulering van netwerkvorming en van de uitwisseling van ervaringen tussen regionale en plaatselijke instanties, waarbij de in Artikel 5(1) en (2) en Artikel 8 bedoelde thema’s centraal staan

Vereiste: Europese territoria-le samenwerking voor grens-overschrijdende samenwer-king (zie Art 19).

Kan de ontwikkeling ondersteunen van bredere net-werken in verband met het beheer van Natura 2000 om de uitwisseling mogelijk te maken van ervaringen, kennis en informatie. Kan regionale samenwerking, begeleiding en capaciteitsopbouw mogelijk maken voor ‘nieuwe’ Lidstaten.

8

Stedelijke dimensie: herstel van de fysieke omgeving, de herinrichting van oude industrieterreinen, alsmede de bescherming en ontwikkeling van het historisch en cultureel erfgoed […]

Context: als onderdeel van een pro-ject/initiatief wanneer de betrok-kenheid van stakeholders ver-eist is. Vereisten: stedelijke dimen-sie.

Kan de consultatie van gemeenschappen en belanghebbenden financieren voor stedelijke Natura 2000 gebieden die zich situeren in een breder stedelijk herwaarderingsproject.

9 Economische diversificatie van plattelandsgebieden en van de visserij afhankelijke gebieden

Alleen landelijke gebieden en gebieden die afhangen van de visserij.

Context: als onderdeel van een pro-ject/initiatief wanneer de betrok-kenheid van stakeholders vereist is. (economische diversifiëring)

Kan netwerking ondersteunen van ex-vissers die nu betrokken worden bij beheersactiviteten van een Naturagebied, of die actief zijn (b.v. ecotoerisme) in Natura 2000 gebieden.

10

Gebieden met natuurlijke handicaps: investeringen die zijn ge-richt op verbetering van de toegankelijkheid, bevordering en ontwikkeling van economische activiteiten die verband houden met het cultureel erfgoed, bevordering van het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en stimulering van de toeristische sector

Alleen gebieden met natuurlijke handicaps.

Context: als onderdeel van een project/initiatief wanneer de betrokkenheid van stakeholders vereist is.

Netwerking van gebieden met natuurlijke handicaps, om de uitwisseling te verbeteren van ervaringen en ideeën over de mogelijke bijdrage van Natura 2000 tot de economische groei van de regio.

ESF

3(2)bi

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van program-ma’s,

Regio’s met convergentiedoelstellingen

3(2)bii

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in capaciteitsopbouw in het leveren van beleid en programma’s.

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: als onderdeel van een pro-ject/initiatief wanneer de betrok-kenheid van stakeholders vereist is.

Netwerking tussen publieke en private organen, departementen, publieke administraties en openbare diensten enz. in verband met het milieubeheer en meer bepaald met Natura 2000.

CF19

geen

19 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 7: CO

NS

ULTA

TIE E

N N

ETW

ER

KIN

G - P

UB

LIEK

E

VE

RG

AD

ER

ING

EN

, NE

TWE

RK

ING

, RE

LATIE

ME

T GR

ON

DE

IGE

NA

AR

S

Page 54: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

52

Activiteit 8: HERZIENING VAN BEHEERSPLANNEN, -STRATEGIEËN EN SCHEMA’S

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO 52(b)(iii)

Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen

57: De steun waar artikel 52(b)(iii) naar verwijst, dekt: (a) het ontwerpen van beschermings- en beheersplannen voor Natura 2000 gebieden en andere gebieden met een hoge natuurwaarde, milieubewustmakingsacties en investeringen in verband met het onderhoud, het herstel en de herwaardering van het natuurlijke erfgoed en met de ontwikkeling van gebieden met een hoge natuurwaarde;

63 Leader

Alle moge-lijke (in lan-delijke ge-bieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Kan, waar relevant voor de lokale ontwikkelingsdoelstellingen, de herziening ondersteunen van schema’s – b.v. het herzien van beheersplannen om zich meer te richten op het engagement van de gemeenschap en op educatieve mogelijkheden (in samenwerking met de relevante overheden).

EVF

geen

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumenten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen wel in aanmerking wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria van artikel 3 en maatregelen van annex 1.

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervui-ling en rampen; bescherming en duur-zaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de bio-diversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Trans-nationale samenwer-king. Context: onderzoek

Onderzoeksprogramma’s met als doel de effectiviteit van de oorspronkelijke beheers-plannen te evalueren en ideeën te ontwikkelen om op te nemen in het toekomstige beheer van gebieden en het Natura-netwerk in een bredere context. [beer]

AC

TIV

ITE

IT 8

: HE

RZI

EN

ING

VA

N B

EH

EE

RS

PLA

NN

EN

, -S

TRA

TEG

IEË

N E

N S

CH

EM

A’S

Page 55: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

53

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO20

4(4) Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: ontwikkelingsplannen en maatregelen voor

risicobeheer. Herziening van plannen voor Natura-gebieden in het licht van hun bijdrage tot het regionale risicobeheer.

5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheids-doelstellingen

Context: ontwikkelingsplannen en maatregelen voor

risicobeheer. Herziening van plannen voor Natura-gebieden in het licht van hun bijdrage tot het regionale risicobeheer.

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: individuele Naturagebieden als onderdeel

van een breder netwerk

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken-,

wetland-, zee- of kustzones.

Herziening van plannen om grensoverschrijdende synergieën mogelijk te maken – b.v. het herzien van plannen voor gebieden (b.v. rivierbekkens, kustzones) op de grens tussen twee buurstaten.

9 Economische diversificatie van plattelandsgebieden en van de visserij afhankelijke gebieden

Alleen landelijke gebieden en gebieden die afhangen

van de visserij. Context: economische

diversifiëring

Herziening van beheersplannen voor Natura 2000 om hun bijdrage mogelijk te maken aan ecotoerisme en de deelname van landbouwers- of vissersgemeenschap-pen die aan de herstructurering deelnemen.

ESF

geen

CF21

geen

20 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext. 21 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext..

AC

TIVITE

IT 8: HE

RZIE

NIN

G V

AN

BE

HE

ER

SP

LAN

NE

N,

-STR

ATE

GIE

ËN

EN

SC

HE

MA

’S

Page 56: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

54

Activiteit 9: LOPENDE KOSTEN VAN DE BEHEERSORGANEN

Fonds B Beschrijving eschrijving Doel-

groepen Land types

Gebieds-beperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle moge-lijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen Zie Art 59(e)

EVF

geen

LIFE+

geen

KP7

geen

Fonds Bes Beschrijving ijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO22

geen Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

ESF

geen Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

CF

geen Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

22 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 9

: LO

PE

ND

E K

OS

TEN

VA

N D

E B

EH

EE

RS

OR

GA

NE

N

(ond

erho

ud v

an g

ebou

wen

en

uitr

ustin

g)

Page 57: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

55

Activiteit 10: ONDERHOUD VAN PUBLIEKSVOORZIENINGEN – TOEGANG EN GEBRUIK VAN DE GEBIEDEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(iv) ������ ����� �����

Landbou-wers, land-beheer-ders

Landbouw-grond Geen

Zie Art 39 en Art 51. De ontvanger moet de randvoorwaarden (cross compliance) en een aantal verplichte standaarden in de nationale wetgeving respecteren.

Het bevorderen van de publieke toegankelijk-heid mag deel uitmaken van de landbouw-leefmilieumaatregelen, de betaling mag bedragen bevatten voor b.v. de verzekering dat publieke wandelpaden onverhard blijven in Lidstaten waar dat niet vereist wordt door de randvoorwaarden (cross-compliance).

36(b)(v) Bosmilieubetalingen

private boseige-naars, gemeen-ten bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42.

Zie Art 47 en Art 51. De ontvanger moet de randvoorwaarden (cross compliance) respecteren.

Het bevorderen van de publieke toegankelijkheid mag deel uitmaken van de landbouw-leefmilieumaatregelen, de betaling mag bedragen bevatten voor het onderhoud van wandelpaden, bruggen enz.

52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

Alle mogelij-ke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen

57: De steun waar artikel 52(b)(iii) naar verwijst, dekt: (a) het ontwerpen van beschermings- en beheersplannen voor Natura 2000 gebieden en andere gebieden met een hoge natuurwaarde, milieubewustmakingsacties en investeringen in verband met het onderhoud, het herstel en de herwaardering van het natuurlijke erfgoed en met de ontwikkeling van gebieden met een hoge natuurwaarde;

63 Leader

Alle mo-gelijke (in lan- delijke gebie-den)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

In het kader van een lokale ontwikkelings-strategie kunnen voorzieningen voor publieke toegankelijkheid worden onderhouden met als doel het bevorderen van educatie, ecotoerisme of voordelen op het vlak van het leefmilieu.

EVF

41(1)(b)

Herstructureren en bijsturen van economische activiteiten, in het bijzonder door het bevorderen van eco-toerisme, in zoverre dat deze acties geen toename van de visserij-inspan-ningen tot gevolg hebben;

Arbei-ders in de visse-rij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Kan gebruikt worden voor het onderhoud of de verbetering van voorzieningen voor publieke toegankelijkheid voor gebruik in kustzones, en om de ontwikkeling van ecotoerisme te vergemakkelijken.

41(1)(e)

Ondersteunen van kleine visserij- en toerismegerelateerde infrastructuur ten voordele van kleine vissersgemeen-schappen;

Publieke admini-straties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Kan toerismegerelateerde infrastructuur voor publieke toegankelijkheid financieren in elk Natura-gebied waar toegankelijkheid de beoogde gemeenschappen ten goede komt (b.v. door lopende of stijgende activiteiten in het eco-toerisme).

AC

TIVITE

IT 10: ON

DE

RH

OU

D V

AN

PU

BLIE

KS

VO

OR

ZIEN

ING

EN

– TO

EG

AN

G E

N G

EB

RU

IK V

AN

DE

GE

BIE

DE

N

Page 58: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

56

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

LIFE+ geen

KP7

geen

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO23

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

5(2)a

Stimulering van investeringen voor de sanering van veront-reinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwik-keling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame econo-mische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebie-den

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheids-doelstellingen

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Kan het onderhoud/de modernisering van de infrastructuur financieren op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, b.v. het verbeteren van wandelwegen. [bloemen]

ESF

geen

CF

geen

23 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 1

0: O

ND

ER

HO

UD

VA

N P

UB

LIE

KS

VO

OR

ZIE

NIN

GE

N –

TO

EG

AN

G E

N G

EB

RU

IK V

AN

DE

GE

BIE

DE

N

Page 59: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

57

Activiteit 11: DOORLOPENDE PERSONEELSKOSTEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

EVF

geen

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumenten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking in de omstandig-heden die zijn voorzien in Artikel 5(5)(b), en dan nog alleen wanneer ze overeenkomen met de EU-toegevoegde waarde-criteria in artikel 3.

KP7

geen

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO24

geen Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

ESF

geen Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

CF

geen Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

24 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 11: DO

OR

LOP

EN

DE

PE

RS

ON

EE

LSK

OS

TEN

Page 60: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

58

Activiteit 12: BESCHERMINGSBEHEER – HABITATS

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(i)

Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moeten wor-den aange-duid – zie Art 50.

Zie Art 37. Is alleen toepasbaar op UAA. Zie Art 51 in Verordening 1782/2003. Dat is een compensa-tievergoeding en er worden geen milieuvoorwaar-den aan verbonden dan die die in de statutaire beheersvoorwaarden zijn opgenomen (die ook de Vogel- en Habitatrichtlijnen bevatten) en GAEC-standaarden (die mogen standaarden bevatten in verband met het verminderen van onderhoud) geassocieerd met Pijler 1-betalingen. De enige andere voorwaarde voor de ontvangers is dat het landbouwbedrijf nog minstens 5 jaar wordt voort-gezet. Daarom moet het beschermingsbeheer afhangen van het type van landbouwactivteit van de landbouwer.

36(a)(ii)

Betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebie-den

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moeten wor-den aange-duid – zie Art 50.

Zie Art 37. Is alleen toepasbaar op UAA. Zie Art 51 in Verordening 1782/2003 on bovenstaande nota over de milieuvoorwaarden.

De betalingen kunnen worden gebruikt voor het ondersteunen van traditionele extensieve en duurzame landbouwpraktijken in gebieden waar dat noodzakelijk is voor het onderhoud van waardevolle habitats – b.v. begrazing van alpiene weiden of open steppegebieden. Merk op dat er geen andere leefmilieucriteria toepasbaar zijn dan die die betrekking hebben op de cross-compliance. Daarom is het belangrijk dat deze betalingen geïntegreerd worden in de landbouw-leefmilieu schema’s of adviesactiviteiten om er zeker van te zijn dat de meest aangepaste vorm van landbeheer werd toegepast. [bloemen]

36(a)(iii)

Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2006/60/EG

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moeten wor-den aange-duid – zie Art 50.

Zie Art 38. Is alleen van toepassing op verplichte acties en op UAA. Een betaling voor opgelopen kosten en gederfde inkomsten. Zie Art 51 in Verordening 1782/2003.

Kan op vele manieren worden gebruikt: b.v. gefaseerd maaien, beperkingen voor nieuwe drainagesystemen, vereisten in verband met het beheer van hagen. De genomen acties zijn afhankelijk van het beheersplan voor de site zoals het door de nationale autoriteiten, die de verantwoordelijkheid dragen over het nationale beheer van de Vogel- en Habitatrichtlijnen, is ingevuld. De betaling die de landbouwer/landeigenaar ontvangt dient voor opgelopen kosten, b.v. de kost van een verminderde opbrengst als gevolg van de vereiste om een lagere begrazingsdichtheid toe te passen. Daarom zijn milieuvoordelen afhankelijk van het beheersplan voor het gebied zoals het verbonden is aan de Natura 2000 betaling. [agrifor, landbouw-water].

36(a)(iv) Agromilieubetalingen

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond geen

Zie Art 39 en Art 51. De ontvanger moet de randvoorwaarden (cross compliance) en een aantal verplichte vermeldingen in de nationale wetgeving respecteren. Betalingen moeten dienen voor maatregelen die verder gaan dan de voorwaarden van de cross-compliance. Betalingen dienen voor gederfde inkomsten en opgelopen kosten, er zijn in deze betalingen dus geen aanmoedigingspremies begrepen.

Betalingen voor het onderhoud van gebieden waar dicht bij de grenzen van boshabitats voedselplanten voor beren groeien. [beer] Er zijn veel mogelijkheden voor de Lidstaten en landbouw-leefmilieuschema’s kunnen worden ontworpen om aanpasbaar te zijn aan verschillende regionale vereisten. Zo zijn landbouw-leefmilieubetalingen ontworpen om de leefmilieudoelstellingen te bereiken die kunnen gepromoot worden naar hen die compensatiebetalingen ontvangen door de Artikels 36 (a) I, 36 (a) ii en 36 (a) iii. Landbouw-leefmilieu schema’s kunnen worden bedoeld voor landbouwgrond tussen sleutelgebieden voor Natura 2000 om er wildcorridors te ontwikkelen die belangrijke habitats verbinden. [agrifor, landbouw-water]

AC

TIV

ITE

IT 1

2: B

ES

CH

ER

MIN

GS

BE

HE

ER

– H

AB

ITA

TS

Page 61: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

59

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

36(a)(vi)

Steun voor niet productieve investe-ringen; [landbouwgrond]

Landbou-wers, landbeheer

Landbouw-grond geen Zie Art 41.

Tijdelijke omheiningen voor het begrazingsbeheer, verbieden van de publieke toegang of andere agriculturele activiteiten; het bouwen van stallen voor geiten [bloemen]; Hekken om het vee weg te houden van waterlopen [landbouw-water]

36(b)(i) De eerste bebossing van landbouwgrond

Alle mogelijke

Landbouw-grond

Gebieden moeten wor-den aange-duid – zie Art 50.

De bedragen hangen af van de categorie waartoe de ontvanger van steun behoort – zie Art 43. Ze dekken oprichtingskosten, onderhoudskosten voor 5 jaar en vergoedingen voor gederfde inkomsten voor maximaal 15 jaar. Eens de gronden bebost zijn komen ze niet langer in aanmerking voor de Single Farm Payment. Zie Art 51 – de ontvanger moet de voorwaarden (cross-compliance) respecteren.

Kan het herstel financieren van oerbossen waar deze verloren zijn gegaan; kan ook gelinkt worden aan andere herstelprojecten voor de creatie van een aangrenzend netwerk van Natura 2000 gebieden (art 10 van de habitatrichtlijn). Een zorgvuldige afweging van de belangen van de biodiversiteit moet worden gemaakt wanneer in het geval van bebossing wanneer de waarde van de biodiversiteit in een gebied kan verminderen als gevolg van bebos-sing, afhankelijk van wat in de plaats is geko-men. Beboste gronden kunnen in aanmerking komen voor een bos-leefmilieuvergoeding om een duurzaam bosbeheer te verzekeren. Be-boste gronden kunnen helpen bij de ontwikke-ling van wildcorridors tussen Natura-gebieden.

36(b)(ii)

De eerste totstandbrenging van bos-landbouwsystemen op landbouwgrond

Landbou-wers

Landbouw-grond

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42.

Zie Art 44. Dekt alleen de oprichtingskosten. Daar is er nood om het permanente onderhoud te verzekeren door bij voorbeeld een landbouw-leefmilieuschema,. Het blijft een vraag of landbouw-bosbouwsystemen in aanmerking blijven komen voor Single Farm Payment. Daarom moeten de Lidstaten het landbouwgebruik van de grond verzekeren (maximum aantal bomen per hectare …).

Kan het herstel mogelijk maken van traditionele landbouw-bosbouwsystemen zoals dehesa/ montado in gebieden waar deze verloren zijn gegaan. NB: Een zorgvuldige afweging van de belangen van de biodiversiteit moet worden gemaakt wanneer in het geval van bebossing de waarde van de biodiversiteit in een gebied kan verminderen als gevolg van bebossing, afhankelijk van wat in de plaats is gekomen.

36(b)(iii)

De eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond

alle mogelijke

Andere landbouw-gronden

Gebieden moeten wor-den aange-duid – zie Art 50. Art 45 verwijst ook naar ver-waarloosde landbouw-gronden.

Zie Art 45, steun varieert afhankelijk van het grondtype en de categorie van ontvangers.

Kan het herstel mogelijk maken van oerbossen in gebieden waar die zijn gekapt, al moet daarbij worden opgemerkt dat bebossing van sommige landtypes (b.v. veen) in het kader van natuurbescherming niet wenselijk zijn.

36(b)(iv) Natura 2000 betalingen; [bossen]

Private bos-eigenaars en hun ver-enigingen. bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van het ge-bied: zie arti-kel 42. Gebieden moeten wor-den aange-duid - zie Art 50.

Zie Art 46 en Art 51 - de ontvanger moet de voorwaarden (cross-compliance) respecteren. Vergoeding voor opgelopen kosten en gederfde inkomsten.

Herstel van oud bos: creëren en beheren van grote bosreservaten (groter dan 50ha) waar bosbeheer grotendeels afwezig is.

36(b)(v) Bosmilieubetalingen

Private bos-eigenaars, gemeenten bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42.

Zie Art 47 en Art 51 - de ontvanger moet de voorwaarden (cross-compliance) respecteren.

Behoud van stervende/dode bomen in selectief gekapte bossen (10% per hectare); grote afstanden tussen bomen; menging van soorten. [rivier, agrifor]

AC

TIVITE

IT 12: BE

SC

HE

RM

ING

SB

EH

EE

R – H

AB

ITATS

Page 62: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

60

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

36(b)(vi)

Herstel van het bosbouwpotentieel en het treffen van preventieve maatregelen

alle mogelijke bossen

Gebieden moeten wor-den aange-duid - zie Art 50. Zie Art 48.

Preventieve acties, kan het planten betekenen van streekeigen boomsoorten op voorwaarde dat deze vuur-bestendig zijn.

36(b)(vii)

Steun voor niet-productieve investeringen [bossen]

alle mogelijke bossen Geen

Zie Art 49. Moet gekoppeld worden aan bos-leefmilieu vergoedingen.

Steun voor de aanleg van kleine vijvers met vegetatie in bosgebieden.

52(b)(iii)

Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen

Zie Art 57. Verwijst naar de investeringen inzake onderhoud, herstel en opwaardering van het natuurlijke erfgoed en de ontwikkeling van gebieden met een hoge natuurwaarde.

Herstel van lokale wetlands door de aanpassing van waterwegen en het aanbrengen van planten. [landbouw-water]

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Beheer van lokale habitats om de doel-stellingen te halen van een lokaal ontwikke-lingsplan b.v. het zuiveren van waterwegen om de reïntroductie van otters mogelijk te maken als on,derdeel van een ‘groene waterwegen’campagne. [landbouw-water]

EVF

28(1)(b)

Invulling van aquacultuurmethodes die een aanzienlijke bijdrage leveren tot de reductie van de negatieve impact of de verhoging van de positieve invloed op het leefmilieu wanneer ze vergeleken worden met de normale praktijk in de aquacultuursector. KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

28(2) Steun aan investeringen blijft beperkt tot [kleine en middelgrote] ondernemingen.

Financiering om viskwekers te ondersteunen bij het invoeren van technieken die een verminderd gebruik van of het bannen van chemicaliën mogelijk maken en die zo leiden tot een zuiverder waterweg en een hogere natuurwaarde stroomafwaarts. [landbouw-water]

28(1)(c)

Steun voor traditionele aquacultuuractiviteiten die belangrijk zijn voor het behoud en de ontwikkeling zowel economisch en sociaal rendement als voor het leefmilieu; KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

28(2) Steun aan investeringen blijft beperkt tot [kleine en middelgrote] ondernemingen.

29(2)(a)

Vormen van aquacultuur die de bescherming en verbetering inhouden van het leefmilieu, de natuurlijke rijkdommen, de genetische diversiteit en beheer van het landschap en het traditionele uitzicht van aquacultuurgebieden; vissers

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Steun voor het onderhoud van traditionele visvijvers die belangrijke habitats kunnen zijn. [landbouw-water]

AC

TIV

ITE

IT 1

2: B

ES

CH

ER

MIN

GS

BE

HE

ER

– H

AB

ITA

TS

Page 63: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

61

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

29(2)(d)

Duurzame aquacultuur verenigbaar met specifieke milieubeperkingen door de aanduiding tot Natura 2000 gebieden in overeenstemming met Directive 92/43/EEC. vissers

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

34(a)

Draagt bij tot een beter en duurzamer beheer en bescherming van natuurlijke hulpbronnen;

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Invoeren van normen voor biologische landbouw, marketing voor producten die in Natura-gebieden op biologische wijze worden geteeld (waar biologische aquacultuur verenigbaar is met de doelstellingen voor het gebied).

34(c)

Het verwijderen van verloren visnetten van de zeebodem ter bestrijding van spookvisserij.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Verwijderen van visnetten uit beschermde mariene gebieden, opdat de kwaliteit van de habitat opnieuw zou verbeteren.

34(g)

Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van aquacultuurgebieden.

vissers, anderen

Kust, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Verbeteren van bestaande habitats door verbeteringen in de aquacultuurgebieden (b.v. door het aanplanten van watervegetaties).

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Kan gebruikt worden om, bijgestaan door wetenschappelijke inbreng, de ontwikkeling van nieuwe beheersmaatregelen voor een habitat te stimuleren (dit kan in het bijzonder bijdragen tot de ontwikkeling van beheersmaatregelen voor mariene gebieden).

35(2)(a)

De constructie of installatie van verplaatsbare faciliteiten om de waterfauna en -flora te beschermen en te ontwikkelen.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Het bouwen van ‘kooien’ om kwetsbare grondgebonden soorten en habitats te beschermen (b.v. zeegrasbedden).

35(2)(b)

Herwaardering van binnenwateren, inclusief broedgebieden en migratieroutes voor trekkende soorten.

vissers, anderen

Binnen-waters geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Het beheer van de waterkwaliteit kan het herstel en de terugkeer van zoetwaterinvertebraten mogelijk maken. Het heraanplanten van oevervegetaties kan het broedsucces verhogen.

35(2)(c)

Bescherming en verbetering van het leefmilieu binnen het kader van N2K op plaatsen waar ze een onmiddelijke invloed hebben op visserijactiviteiten, exclusief de uitvoeringskosten.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

De verbetering van Natura 2000 gebieden waarin broedgebieden of habitats voor vis/schelpdieren liggen - kan bestaan uit de ontwikkeling van waterbehandelings-mogelijkheden of het heraanplanten van oevervegetatie en estuariene vegetatie.

AC

TIVITE

IT 12: BE

SC

HE

RM

ING

SB

EH

EE

R – H

AB

ITATS

Page 64: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

62

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

38(2)(b) Pilootprojecten: die het mogelijk maken testen uit te voeren op beheersplannen en herlokaliseringsplannen voor de visserij, inclusief, indien nodig, de oprichting van zones waar niet gevist mag worden, om de biologische en financiële gevolgen in te schatten en te experimenteren met het uitzetten van nieuwe visbestanden.

vissers, anderen, KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

38(1) proefprojecten die door een economische speler moeten worden uitgevoerd, een erkende handelsorganisatie of eender welk bekwaam orgaan dat voor dat doel door de Lidstaat werd aangeduid, in samenwerking met een wetenschappelijk of technisch orgaan.

Het instellen van zones in Natura 2000 gebieden waar niet mag worden gevist om de effecten van het niet vissen op habitats en soorten na te kunnen gaan. [bruinvis]

38(2)(c)

Pilootprojecten: het ontwikkelen en testen van methodes om de selectiviteit van de netten te verbeteren, bijvangsten te verminderen, de invloed op het leefmilieu weg te werken, in het bijzonder op de zeebodem.

vissers, anderen, KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters. geen

38(1) proefprojecten die door een economische speler moeten worden uitgevoerd, een erkende handelsorganisatie of eender welk bekwaam orgaan dat voor dat doel door de Lidstaat werd aangeduid, in samenwerking met een wetenschappelijk of technisch orgaan.

Pilootproject om testmethodes te ontwikkelen om te vissen met een kleinere weerslag op de zeebodem (b.v. vissen zonder zeegrasbedden te beschadigen).

41(1)(c)

Diversifiëring van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers;

arbeiders in de visserij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Het creëren van jobs door verbetering van een habitat (b.v. het herbeplanten van rivier- en estuariene habitats).

41(1)(f)

Het beschermen van het leefmilieu in visserijregio’s om hen hun aantrekkelijk-heid te laten behouden, regenereren en ontwikkelen van kustdorpen en -gehuch-ten met visserijactiviteiten en het be-schermen en verhogen van het natuurlijk en architecturaal erfgoed.

publieke administra-ties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Verbetering van de milieukwaliteit door het herstel van kusthabitats.

AC

TIV

ITE

IT 1

2: B

ES

CH

ER

MIN

GS

BE

HE

ER

– H

AB

ITA

TS

Page 65: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

63

AC

TIVITE

IT 12: BE

SC

HE

RM

ING

SB

EH

EE

R – H

AB

ITATS

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

LIFE+

3 Selectiecriteria

alle moge-lijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvan-gen voor hetzelfde doel van andere financierings-instrumenten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking in de omstandigheden wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria in artikel 3, maatregelen van annex 1 en niet “niet periodiek terugkerend”.

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam be-heer van natuurlijke en door de mens ge-maakte hulpbronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leef-milieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle moge-lijke

Maatregel niet

beperkt tot een be-

paald ge-biedstype.

Transnatio-nale samen-werking. Context: onderzoek

Onderzoeksprojecten kunnen leiden tot de ontwikkeling van meer effectieve beheersmaatregelen voor specifieke gebieden of biotopen.

Fonds Beschrijving Gebieds- beperking

Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO25

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Kan de eenmalige verwijdering van slibsedimentatie en de uitdieping van een rivierdelta financieren om op langere termijn habitatherstel en ecotoerisme mogelijk te maken.

4(4) Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: ontwikkelings-plannen en maatregelen voor

risicobeheer. Op grote schaal planten van streekeigen boomsoorten met een laag brandrisico.

4(6)

Vervoersinvesteringen: trans-Europese netwerken en geïntegreerde stadsstrategieën voor schoon stadsvervoer die bijdragen tot […] de reductie van milieu-effecten

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: aanleg/verbetering van verkeersinfrastructuur om

de invloed op Natura-gebieden te verzachten.

Verbeteringen aan bestaande verkeersinfrastructuur (b.v. wegen, spoorwegen) kunnen worden gemaakt om de effecten van versnippering te verminderen (b.v. door het bouwen van bruggen en tunnels).

25 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

Page 66: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

64

Fonds Beschrijving Gebieds- beperking

Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

5(2)a Stimulering van investeringen voor de sanering van verontreinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheids-doelstellingen

Kan de eenmalige verwijdering van slibsedimentatie en de uitdieping van een rivierdelta financieren om op langere termijn habitatherstel en ecotoerisme mogelijk te maken.

5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheids-doelstellingen

Context: ontwikkelings-plannen en maatregelen voor

risicobeheer. Op grote schaal planten van streekeigen boomsoorten met een laag brandrisco.

5(3)a Toegang, buiten de grote stadscentra, tot vervoers- en telecommunicatiediensten van algemeen economisch belang

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheids-doelstellingen

Context: aanleg/verbetering van verkeersinfrastructuur om

de invloed op Natura-gebieden te verzachten.

Verbeteringen aan bestaande verkeersinfrastructuur (b.v. wegen, spoorwegen) kunnen worden gemaakt om de effecten van versnippering te verminderen (b.v. door het bouwen van bruggen en tunnels).

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken,

wetland, zee- of kustzones.

6(2)c

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken,

wetland, zee- of kustzones.

Kan grensoverschrijdende initiatieven financieren zoals herstel van rivierbekkens inbegrepen de verwijdering van sediment, de verwijdering van grote infrastructuur als dammen. Evenzeer mogelijk: de ontwikkeling van waterkwaliteitsschema’s zoals de behandeling van industriële vervuiling. [rivier, landbouw-water]

8

Stedelijke dimensie: herstel van de fysieke omgeving, de herinrichting van oude industrieterreinen, alsmede de bescherming en ontwikkeling van het historisch en cultureel erfgoed […]

Voorwaarde: Stedelijke

dimensie. Context: historisch/cultureel erfgoed.

Kan de ontwikkeling van Natura-gebieden in stedelijke regio’s steunen om het lokale gebruik ervan en de ontwikkeling van de gemeenschap te bevorderen.

ESF

geen

CF26

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van Artikel 174 ������������������������������������������������������������ ����� ����van het Verdrag onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergentiedoelstellingen De bouw van een waterzuiveringsinstallatie om de

waterkwaliteit in een Natura-gebied te verbeteren. [bruinvis]

26 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 1

2: B

ES

CH

ER

MIN

GS

BE

HE

ER

– H

AB

ITA

TS

Page 67: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

65

Activiteit 13: BESCHERMINGSBEHEER – SOORTEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(i) Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aangeduid - zie Art 50.

Zie Art 37. Is alleen toepasbaar op UAA. Zie Art 51 in Verordening 1782/2003. Dat is een compensatievergoeding […].

Vergoedingen voor het verderzetten van landbouwpraktijken die het landschap openhouden en zo broedgelegenheid bieden voor alpiene vlindersoorten. [bloemen].

36(a)(ii) Betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebieden

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aangeduid - zie Art 50. Zie Art 37. Is alleen toepasbaar op UAA.

Onderhoud van overstroomde graslanden ten voordele van waadvogels.

36(a)(iii) Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2006/60/EG

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aangeduid - zie Art 50.

Zie Art 38. Is alleen toepasbaar op verplichte acties en op UAA..

Niet oogsten of maaien in een beschermde zone op 50 meter rondom het nest; tegemoetkoming voor het eens per jaar maaien van niet-begraasde delen. [bloemen]

36(a)(iv) Agromilieubetalingen

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond geen Zie Art 39.

Traditionele diersoorten met een lage veebezetting op permanente graslanden. [bloemen]

36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond]

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond geen Zie Art 41.

Aanbrengen van kunstnesten en nestkasten; rustpalen.

36(b)(i) De eerste bebossing van landbouwgrond Alle mogelijke

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aangeduid - zie Art 50.

Bedragen hangen af van de categorie waar-toe de ontvanger van steun behoort – zie Art 43. Ze dekken oprichtingskosten, onder-houdskosten voor 5 jaar en vergoedingen voor gederfde inkomsten voor maximaal 15 jaar. Eens de gronden bebost zijn, komen ze niet meer in aanmerking voor de Single Farm Payment. Zie Art 51 - de ontvanger moet de cross-compliance respecteren.

Heraanplanten van inheemse boomsoorten om verdwenen bosecosystemen te herstellen en de terugkeer van zeldzame soorten te bewerktelligen. [beer]

36(b)(ii) De eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond

Landbou-wers

Landbouw-grond

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42.

Zie Art 44. Dekt alleen de oprichtingskosten. Daar is er nood om het permanente onderhoud te verzekeren door bij voorbeeld een landbouw-leefmilieuschema,. Het blijft een vraag of landbouw-bosbouwsystemen in aanmerking blijven komen voor Single Farm Payment. Daarom moeten de Lidstaten het landbouwgebruik van de grond verzekeren (maximum aantal bomen per hectare …).

Maakt het herstel mogelijk van traditionele landbouw-bosbouwsystemen zoals dehesa/montado in regio’s waar deze verloren zijn gegaan.

AC

TIVITE

IT 13: BE

SC

HE

RM

ING

SB

EH

EE

R – S

OO

RTE

N

Page 68: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

66

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

36(b)(iii)

De eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond

alle mogelijke

Andere landbouw-gronden.

Gebieden moe-ten worden aangeduid - zie Art 50. Art 45 verwijst ook naar verwaar-loosde gron-den.

Zie Art 45, steun varieert afhankelijk van het grondtype en de categorie van ontvangers.

36(b)(iv) Natura 2000 betalingen; [bossen]

Private boseige-naars en verenigin-gen van private boseige-naars. bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42. Gebieden moe-ten worden aangeduid – zie Art 50.

Zie Art 46 en Art 51 - de ontvanger moet de voorwaarden (cross-compliance) respecte-ren. Vergoeding voor opgelopen kosten en gederfde inkomsten.

Aanbrengen van nestkasten voor kleine boszoogdieren.

36(b)(v) Subsidies voor milieuvriendelijke maatregelen in de bosbouwactiviteit.

Private boseige-naars, ge-meentebe-sturen. bossen

Eligibility varies depending on area: refer to article 42.

Zie Art 47 en naar Art 51 - recipient must respect cross compliance.

Retention of dying / old trees in selectively logged bossen, at a rate of 10% per hectare [bloemen].

36(b)(vi) Herstel van het bosbouwpotentieel en introductie van preventieve maatregelen.

alle mogelijke bossen

Gebieden moe-ten worden aangeduid – zie Art 50. Zie Art 48.

Prevention actions could include planting of native trees where these are fire-resistant.

36(b)(vii) Steun voor niet-productieve investeringen (bossen).

alle mogelijke bossen Geen

Zie Art 49. Moet gelieerd worden met de bos-leefmilieuvergoedingen.

Support establishment of small vegetated ponds in forest areas

52(b)(iii) Bescherming en opwaardering van het plattelandserfgoed.

alle mogelijke

maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype Geen Zie Art 57.

Restoration of local riverine species through removal of modifications to waterways, en restorative planting.

63 Leader

Alle mogelijke (in landelij-ke gebie-den)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Soortenbeheer om de doelstellingen van het lokale ontwikkelingplan te halen; b.v. herintroductie van waterveldmuizen in riviersystemen om de doelstellingen op het vlak van ecotoerisme langs de rivier te realiseren.

AC

TIV

ITE

IT 1

3: B

ES

CH

ER

MIN

GS

BE

HE

ER

- S

OO

RTE

N

Page 69: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

67

EVF

26(1)(a)

Diversificatie van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers; vissers

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. geen Geen

Ontwikkeling op kleine schaal van een werkgelegenheidsprogramma (maatregelen voor soortenbeheer) voor gewezen vissers, b.v. vangen en uitzetten van vissoorten om monitoring mogelijk te maken.

26(1)(c) Schema’s voor bijscholing naar andere beroepsmogelijkheden buiten de zeevisserij. vissers

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. geen Geen

Bijscholingsschema’s met als doel een beroepsopleiding van oud-vissers over het beheer van soorten.

28(1)(b)

Invulling van aquacultuurmethodes die een aanzienlijke bijdrage leveren tot de reductie van de negatieve impact of de verhoging van de positieve invloed op het leefmilieu wanneer ze vergeleken worden met de normale praktijk in de aquacultuursector. KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

28(2) Steun aan investeringen blijft beperkt tot [kleine en middelgrote] ondernemingen.

Steun voor aquacultuurtechnieken om streekeigen soorten te gebruiken.

28(1)(c)

Steun voor traditionele aquacultuuractiviteiten die belangrijk zijn voor het behoud en de ontwikkeling van zowel economisch en sociaal rendement als voor het leefmilieu; KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

28(2) Steun aan investeringen blijft beperkt tot [kleine en middelgrote] ondernemingen.

29(2)(a)

Vormen van aquacultuur die de bescherming en verbetering inhouden van het leefmilieu, de natuurlijke rijkdommen, de genetische diversiteit en beheer van het landschap en het traditionele uitzicht van aquacultuurgebieden. vissers

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Steun voor het behoud van lokale historische visvijvers die belang kan hebben voor de migratie van vogels en/of amfibieën en reptielen. [landbouw-water]

29(2)(d)

Duurzame aquacultuur verenigbaar met specifieke milieubeperkingen door de aanduiding tot Natura 2000 gebieden in overeenstemming met Directive 92/43/EEC. vissers

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Aanmoediging voor het behoud van de waterspiegel in functie van trekkende en broedende vogels.

34(a) Draagt bij tot een beter en duurzamer beheer en bescherming van natuurlijke hulpbronnen;

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Kan worden gebruikt om bij te dragen tot een duurzaam beheer van mariene soorten en zoetwatersoorten, b.v. de verbetering van de broedgebieden om het aantal dieren te verhogen.

34(b)

Stimuleren van selectieve vismethodes en -netten en het verminderen van het aantal bijvangsten;

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Bij voorbeeld: het gebruik promoten van netten die het aantal bijvangsten reduceren. [buinvis].

34(g) Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van aquacultuurgebieden.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Het verbeteren van aquacultuurgebieden door het herbeplanten van riviervegetaties, b.v. riet en biezen om nieuwe habitats te creëren voor ongewervelden, kleine zoogdieren en reptielen. [landbouw-water]

AC

TIVITE

IT 13: BE

SC

HE

RM

ING

SB

EH

EE

R - S

OO

RTE

N

Page 70: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

68

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Kan, mits wetenschappelijke inbreng, worden gebruikt voor de ontwikkeling van nieuwe soortgerichte beheersmaatregelen (meer bepaald voor de ontwikkeling van beheersmaatregelen voor mariene soorten).

35(2)(a)

De constructie of installatie van verplaatsbare faciliteiten om de waterfauna en -flora te beschermen en te ontwikkelen.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Het bouwen van ‘kooien’ om kwetsbare grondgebonden soorten en habitats te beschermen (b.v. zeegrasbedden).

35(2)(c)

Bescherming en verbetering van het leefmilieu binnen het kader van N2K op plaatsen waar ze een onmiddelijke invloed hebben op visserijactiviteiten, exclusief de uitvoeringskosten.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Specifieke beheersacties gericht op soorten die commercieel bevist worden en op die manier relevant zijn voor Natura, b.v. het herstel van kweekgronden voor Zalm.

38(2)(b)

Pilootprojecten: die het mogelijk maken testen uit te voeren op beheersplannen en herlokaliseringsplannen voor de visserij, inclusief, indien nodig, de oprichting van zones waar niet gevist mag worden, om de biologische en financiële gevolgen in te schatten en te experimenteren met het uitzetten van nieuwe visbestanden.

vissers, anderen, KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands. geen

38(1) proefprojecten die door een economische speler moeten worden uitgevoerd, een erkende handelsorganisatie of eender welk bekwaam orgaan dat voor dat doel door de Lidstaat werd aangeduid, in samenwerking met een wetenschappelijk of technisch orgaan.

De inrichting van zones in een Natura 2000 gebied waar niet gevist mag worden, om de effecten van het niet vissen op habitats en soorten na te kunnen gaan.

41(1)(c)

Diversifiëring van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers;

arbeiders in de visserij of aanverwan-te sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Het creëren van jobs in het soortgerichte beheer (b.v. monitoring, bescherming en kweken van zoetwatervissen als Zalm en Steur).

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van ande-re financieringsinstrumenten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen ko-men alleen in aanmerking in de omstandighe-den wanneer ze overeenkomen met de toege-voegde waarde-criteria in artikel 3, maatrege-len van annex 1 en niet “niet periodiek terugkerend”.

Bij voorbeeld een herintroductieplan voor endemische kreeftachtigen in een hersteld riviersysteem. [rivier]

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbron-nen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnatio-nale samen-

werking. Context: onderzoek Onderzoeksprojecten kunnen leiden tot de

ontwikkeling van meer effectieve beheersmaatregelen voor specifieke soorten. [bruinvis]

AC

TIV

ITE

IT 1

3: B

ES

CH

ER

MIN

GS

BE

HE

ER

- S

OO

RTE

N

Page 71: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

69

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO27

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen Kan de eenmalige herintroductie van bedreigde

soorten financieren binnen het kader van het in de toekomst geplande ecotoerisme rond deze soorten.

4(6)

Vervoersinvesteringen: trans-Europese netwerken en geïntegreerde stadsstrategieën voor schoon stadsvervoer die bijdragen tot […] de reductie van milieu-effecten

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: aanleg/verbetering van verkeersinfrastructuur om de invloed op Natura-

gebieden te verzachten.

5(3)a

Toegang, buiten de grote stadscentra, tot vervoers- en telecommunicatiediensten van algemeen economisch belang

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheids-doelstellingen

Context: aanleg/verbetering van verkeersinfrastructuur om de invloed op Natura-

gebieden te verzachten.

Verbeteringen aan bestaande verkeersinfrastructuur (b.v. wegen, spoorwegen) kunnen worden gemaakt om de effecten van versnippering op bepaalde soorten te verminderen (b.v. door het bouwen van bruggen en tunnels). [beer]

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Kan een eenmalig grensoverschrijdend herintroductieprogramma voor bedreigde soorten financieren.

8

Stedelijke dimensie: herstel van de fysieke omgeving, de herinrichting van oude industrieterreinen, alsmede de bescherming en ontwikkeling van het historisch en cultureel erfgoed […]

Voorwaarde: Stedelijke dimensie. Context: historisch/cultureel erfgoed.

Kan maatregelen financieren in verband met ‘vlaggeschipsoorten’ in stedelijke grensregio’s voor het bevorderen van de betrokkenheid van Europa bij de bescherming. Dat moet deel uitmaken van een breder initiatief voor regionale ‘branding’.

ESF

geen

CF28

geen

27 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext. 28 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext..

AC

TIVITE

IT 13: BE

SC

HE

RM

ING

SB

EH

EE

R - S

OO

RTE

N

Page 72: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

70

Activiteit 14: BEHEERSMAATREGELEN – EXOTEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO 36(a)(iii)

Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2006/60/EG

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moeten worden aangeduid – zie Art 50. Zie Art 38. Is alleen toepasbaar op UAA..

Verwijderen van niet-inheemse waterplanten uit waterwegen. [landbouw-water]

36(a)(iv) Agromilieubetalingen

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond geen Zie Art 39.

36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond]

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond geen Zie Art 41.

Controle op vreemde soorten om verdere verspreiding te voorkomen.

36(b)(iv) Natura 2000 betalingen; [bossen]

Private boseige-naars en hun vereni-gingen. bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42. Gebieden moeten wor-den aange-duid – zie Art 50.

Zie Art 46 en Art 51 - de ontvanger moet de voorwaarden (cross-compliance) respecteren. Vergoeding voor opgelopen kosten en gederfde inkomsten.

Controle, uitroeiing en voorkomen van de verspreiding van vreemde bosplagen (b.v. Dennescheerder).

36(b)(v) Bosmilieubetalingen

Private boseige-naars, gemeente-besturen bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42.

Zie Art 47 en Art 51 - de ontvanger moet de voorwaarden (cross-compliance) respecteren.

Verwijderen van gebiedsvreemde plantensoorten die de streekeigen soorten verdringen en de bosstructuur schade toebrengen (b.v. Amerikaanse vogelkers). [agrifor]

36(b) (vii) Steun voor niet-productieve investeringen [bossen]

alle mogelijke bossen Geen

Zie Art 49. Moet gekoppeld worden aan bos-leefmilieu vergoedingen.

Invoering van een schema voor de voorkoming en opsporing van bosplagen (b.v. monitoring-systeem met nachtvlindervallen). [agrifor]

52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen Zie Art 57.

Verwijderen van gebiedsvreemde waterplanten uit waterwegen in het kader van een breder programma voor milieuherstel.

AC

TIV

ITE

IT 1

4: B

EH

EE

RS

MA

ATR

EG

ELE

N -

EX

OTE

N

Page 73: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

71

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

63 Leader

Alle moge-lijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Het beheer van ongewenste exoten om de doelstellingen van het lokaal ontwikke-lingsplan te kunnen behalen, b.v. het verwijderen van streekvreemde waterplanten en vissen uit riviersystemen om de doelstellingen te behalen inzake ecotoerisme (gericht op inheems dierenleven) langs rivieren.

EVF

28(1)(b)

Invulling van aquacultuurmethodes die een aanzienlijke bijdrage leveren tot de reductie van de negatieve impact of de verhoging van de positieve invloed op het leefmilieu wanneer ze vergeleken worden met de normale praktijk in de aquacultuursector. KMO’s

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

28(2) Steun aan investeringen blijft beperkt tot [kleine en middelgrote] ondernemingen.

Financiering voor het verwijderen van niet-inheemse waterplanten uit waterpartijen. [landbouw-water]

26(1)(c) Schema’s voor bijscholing naar andere beroepsmogelijkheden buiten de zeevisserij. vissers

Maatregel niet be-perkt tot een be-paald ge-biedstype. geen geen

Bijscholing over habitatherstel of tot begeleiders-opzichters voor Natura-gebieden, inclusief het beheer van niet-inheemse soorten.

29(2)(a)

Vormen van aquacultuur die de bescherming en verbetering inhouden van het leefmilieu, de natuurlijke rijkdommen, de genetische diversiteit en beheer van het landschap en het traditionele uitzicht van aquacultuurgebieden; vissers

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen com-pensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Financiering van aquacultuur die het behoud inhoudt van spontane inheemse vegetatie in visvijvers, en de controle op niet-inheemse soorten.

29(2)(d)

Duurzame aquacultuur verenigbaar met specifieke milieubeperkingen door de aanduiding tot Natura 2000 gebieden in overeenstemming met Directive 92/43/EEC. vissers

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen com-pensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Financiering van aquacultuur die het behoud inhoudt van spontane inheemse vegetatie in visvijvers, en de controle op niet-inheemse soorten. [landbouw-water]

34(a) Draagt bij tot een beter en duurzamer beheer en bescherming van natuurlijke hulpbronnen.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Bijdrage tot het beheer van niet-inheemse soorten waar dat leidt tot een beter beheer van de natuurlijke rijkdom, b.v. het verwijderen van niet-inheemse planten die waterwegen blokkeren, leiden tot de terugkeer van inheemse flora en fauna en betere omstandigheden voor vissen.

34(g) Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van aquacultuurgebieden.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Het verbeteren van aquacultuurgebieden, inclusief het verwijderen van niet-inheemse vissen, mollusken, planten enz.

AC

TIVITE

IT 14: BE

HE

ER

SM

AA

TRE

GE

LEN

- EX

OTE

N

Page 74: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

72

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uit-gevoerd met de actieve steun van de organi-satoren zelf of door verenigingen die in op-dracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Bevorderen van samenwerkingsverbanden tussen wetenschappers en andere actoren inzake het onderzoek naar de voorkoming van de verspreiding en/of de verwijdering van en controle op niet-inheemse soorten.

35(2)(a)

De constructie of installatie van verplaatsbare faciliteiten om de waterfauna en -flora te beschermen en te ontwikkelen.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, er-kende handelsorganisaties, of andere orga-nen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Het bouwen van voorzieningen met als doel de verspreiding van exoten te voorkomen, of de bestaande flora en fauna beschermen tegen de invloeden van exoten.

35(2)(b)

Herwaardering van binnenwateren, inclusief broedgebieden en migratieroutes voor trekkende soorten.

vissers, anderen

Binnen-waters geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Herstel van binnenwaters, inclusief het verwijderen van of de controle op streekvreemde waterplanten, ongewervelden, en zelfs zoogdiersoorten zoals Beverrat.

35(2)(c)

Bescherming en verbetering van het leefmilieu binnen het kader van N2K op plaatsen waar ze een onmiddelijke invloed hebben op visserij-activiteiten, exclusief de uitvoeringskosten.

vissers, anderen

Kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Het verbeteren van Natura-gebieden door het verwijderen van streekvreemde soorten die een effect op de visserij kunnen hebben, b.v streekvreemde mariene en zoetwaterplanten (b.v. Caulerpa taxifolia).

41(1)(c)

Diversifiëring van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers;

arbeiders in de visserij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Diversifiëren van de werkgelegeneid door het creëren van jobs in het reservaatbeheer, incluis de controle op exoten.

41(1)(f)

Het beschermen van het leefmilieu in visserij-regio’s om hen hun aantrekkelijkheid te laten behouden, regenereren en ontwikkelen van kustdorpen en -gehuchten met visserij-activiteiten en het beschermen en verhogen van het natuurlijk en architecturaal erfgoed.

publieke administra-ties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Bescherming en verbetering van het leefmilieu door controle op exoten, b.v. herstel van kustduinen door het verwijderen van streekvreemde planten, herstel van waterwegen door verwijderen van streekvreemde soorten.

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumenten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking in de omstandig-heden wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria in artikel 3, maatregelen van annex 1 en niet “niet periodiek terugkerend”.

AC

TIV

ITE

IT 1

4: B

EH

EE

RS

MA

ATR

EG

ELE

N -

EX

OTE

N

Page 75: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

73

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbron-nen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnatio-nale

samen-werking.

Context: onderzoek

Ontwikkeling van nieuwe maatregelen voor de controle op, het beheer van en de uitroeiing van exoten, in het bijzonder in verhouding tot Natura 2000 gebieden.

2(2)g Thema: vervoer (b.v. vergroenen van het wegtransport)

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnatio-nale

samen-werking.

Context: onderzoek naar de aanpassing/verbetering van de

transportinfrastructuur om het effect op Natura-gebieden te verzachten

Ontwikkeling van nieuwe maatregelen om de verspreiding van exoten via transportnetwerken te verhinderen.

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO29

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Kan gebruikt worden voor de financiering van een programma voor de eenmalige uitroeiing van of controle op exoten die een duidelijk negatieve invloed hebben op economisch, sociaal of ecologisch vlak.

4(4)

Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: het ontwikkelen van plannen en maatregelen voor

exoten-risicobeheer.

Ontwikkeling van exoten-risicobeheersplannen voor alle Naturagebieden in een regio (als onderdeel van een breder regionaal risicobeheer).

4(6)

Vervoersinvesteringen: trans-Europese netwerken en geïntegreerde stadsstrategieën voor schoon stadsvervoer die bijdragen tot […] de reductie van milieu-effecten

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: onderzoek naar de aanpassing/verbetering van de transportinfrastructuur om het effect op Natura-gebieden te

verzachten

Opzetten van regionale monitoring- en managementsystemen voor exoten b.v. vroege detectiesystemen in havens, langs verkeersaders , in luchthavens.

5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en werk-gelegenheidsdoelstellingen.

Context: het ontwikkelen van plannen en maatregelen voor

exoten-risicobeheer.

Ontwikkeling van exoten-risicobeheersplannen voor alle Natura-gebieden in een regio (als onderdeel van een breder regionaal risicobeheer).

5(3)a

Toegang, buiten de grote stadscentra, tot vervoers- en telecommunicatiediensten van algemeen economisch belang

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheids-doelstellingen

Context: onderzoek naar de aanpassing/verbetering van de transportinfrastructuur om het effect op Natura-gebieden te

verzachten

Opzetten van regionale monitoring- en managementsystemen voor exoten b.v. vroege detectiesystemen in havens, langs verkeersaders , in luchthavens.

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Kan grensoverschrijdende programma’s financieren voor de controle op en de uitroeiing van exoten, inclusief de ontwikkeling van maatregelen om de verspreiding ervan tegen te gaan.

29 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 14: BE

HE

ER

SM

AA

TRE

GE

LEN

- EX

OTE

N

Page 76: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

74

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland,

zee- of kustzones.

6(2)c

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland,

zee- of kustzones.

Kan uitroeiing van en controle op exoten financieren waar deze het risico op overstromingen vergroten (b.v. door het versnellen van het dichtslibben of door kanalisering van waterwegen).

8

Stedelijke dimensie: herstel van de fysieke omgeving, de herinrichting van oude industrieterreinen, alsmede de bescherming en ontwikkeling van het historisch en cultureel erfgoed […]

Voorwaarde: Stedelijke dimensie.

Context: historisch/cultureel erfgoed.

In stedelijke gebieden kan de ontwikkeling van Natura-gebieden ondersteund worden (inclusief de uitroeiing van exoten) om het lokale gebruik en de ontwikkeling van de gemeenschap te bevorderen.

ESF geen

CF30 geen

30 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext..

AC

TIV

ITE

IT 1

4: B

EH

EE

RS

MA

ATR

EG

ELE

N -

EX

OTE

N

Page 77: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

75

Activiteit 15: INVULLING VAN BEHEERSSCHEMA’S EN -AKKOORDEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(i) Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aan-geduid - zie Art 50.

Zie Art 37. Is alleen toepasbaar op UAA. Zie Art 51 in Verordening 1782/2003. Dat is een compensatievergoeding en er worden geen milieuvoorwaarden aan verbonden dan die die in de statutaire beheersvoorwaarden zijn opgenomen (die ook de Vogel- en Habitat-richtlijnen bevatten) en GAEC-normen (die mogen normen bevatten in verband met het beperken van het onderhoud) geassocieerd met Pijler 1-betalingen. De enige andere voorwaarde voor de ontvangers is dat het landbouwbedrijf nog minstens 5 jaar wordt voortgezet. Daarom moet het beschermings-beheer afhangen van het type van land-bouwactivteit van de landbouwer.

Subsidies voor het behoud van traditionele landbouwpraktijken die leiden tot een verderzetting van het beheer van alpiene weiden.

36(a)(ii) Betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebieden

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aan-geduid - zie Art 50. Zie Art 37. Is alleen toepasbaar op UAA.

Steun voor het behoud van traditio-nele landbouwpraktijken die leiden tot een verderzetting van het beheer van natte laaglandweilanden, b.v. door begrazing met vee.

36(a)(iii) Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2006/60/EG

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aan-geduid - zie Art 50. Zie Art 38. Is alleen toepasbaar op UAA.

Betalingen voor de bewaking van de veestapel met berghonden tegen grote predatoren. [beer]

36(a)(iv) Agromilieubetalingen

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond geen Zie Art 39.

Behoud van inheemse planten-soorten met een grote voedings-waarde voor het inheemse dieren-leven, vooral in bufferzones rond Natura-gebieden. [beer]

36(b)(iv) Natura 2000 betalingen; [bossen]

Private bos-eigenaars en hun ver-enigingen. bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42. Gebieden moe-ten worden aan-geduid - zie Art 50.

Zie Art 46 en Art 51. De ontvanger moet de voorwaarden (cross-compliance) respecteren. Vergoeding voor opgelopen kosten en gederfde inkomsten.

Subsidies voor het behoud van zowel stand als liggend dood hout in bossen – compensaties voor de mindere opbrengst.

36(b)(v) Bosmilieubetalingen

Private boseige-naars, ge-meente-besturen bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42.

Zie Art 47 en Art 51. De ontvanger moet de randvoorwaarden (cross compliance) respecteren.

Verbeteren van de boshabitats door het aanplanten van onderbegroeiing, of de herintroductie van bodem-bedekkende bossoorten. [beer]

Activiteit 15: IN

VU

LLING

VA

N B

EH

EE

RS

SC

HE

MA

’S E

N -A

KK

OO

RD

EN

Page 78: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

76

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Voortdurend beheer om aan de doelstellingen van het lokaal ontwikkelingsplan te beantwoorden, b.v. ontwikkeling en verkoop van diervriendelijke producten. [beer]

EVF 28(1)(b) Invulling van aquacultuurmethodes die een aanzienlijke

bijdrage leveren tot de reductie van de negatieve impact of de verhoging van de positieve invloed op het leefmilieu wanneer ze vergeleken worden met de normale praktijk in de aquacultuursector. KMO’s

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

28(2) Steun aan investeringen blijft beperkt tot [kleine en middelgrote] ondernemingen.

Herstel van verwaarloosde visvijvers.

29(2)(a)

Vormen van aquacultuur die de bescherming en verbetering inhouden van het leefmilieu, de natuurlijke rijkdommen, de genetische diversiteit en beheer van het landschap en het traditionele uitzicht van aquacultuurgebieden; vissers

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Invoering van tijdelijke of ruimtelijke beperkingen in het wijzigen van het waterniveau. Subsidies kunnen wor-den gebruikt als compensatie voor economische verliezen als gevolg van een verlengde drooglegging of overstroming.

29(2)(d)

Duurzame aquacultuur verenigbaar met specifieke milieubeperkingen door de aanduiding tot Natura 2000 gebieden in overeenstemming met Directive 92/43/EEC. vissers

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Verwijderen van grensbomen en -struiken behalve waar zij noodzake-lijk zijn voor de beheersinfrastruc-tuur, tijdelijke beperkingen of essentiële maaibeurten.

34(a) Draagt bij tot een beter en duurzamer beheer en bescherming van natuurlijke hulpbronnen;

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Instellen van minimumvoorwaarden voor het behoud en beheer van spontane vegetatie en aanverwante zaken.

34(b) Stimuleren van selectieve vismethodes en -netten en het verminderen van het aantal bijvangsten;

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Via economische stimulansen het gebruik promoten van een bepaald soort netten in Natura 2000 gebieden.

34(c) Het verwijderen van verloren visnetten van de zeebodem ter bestrijding van spookvisserij;

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Doorlopend programma voor het verwijderen van netten in Natura 2000 gebieden, b.v. het verwijderen van verloren vangstsystemen voor zeekreeften.

34(g) Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van aquacultuurgebieden.

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Herstel of creatie van nieuwe spontane vegetatie.

AC

TIV

ITE

IT 1

5: IN

VU

LLIN

G V

AN

BE

HE

ER

SS

CH

EM

A’S

EN

-AK

KO

OR

DE

N

Page 79: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

77

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

35(2)(b)

Herwaardering van binnenwateren, inclusief broedgebieden en migratieroutes voor trekkende soorten.

vissers, anderen

Binnen-waters geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

LIFE+

geen

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbronnen (b.v. de bescher-ming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnationale samenwerking. Context: onderzoek

Kan het onderzoek financieren naar de doeltreffendheid van de beheersovereenkomsten met eigenaars van land en hulpbronnen, en hoe die in de toekomst kunnen verbeterd worden.

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO

geen

ESF

geen

CF

geen

AC

TIVITE

IT 15: INV

ULLIN

G V

AN

BE

HE

ER

SS

CH

EM

A’S

EN

-AK

KO

OR

DE

N

Page 80: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

78

Activiteit 16: HET VOORZIEN VAN DIENSTEN, COMPENSATIE VOOR VERLOREN RECHTEN EN INKOMENVERLIES

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(iii) Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2006/60/EG

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aan-geduid – zie Art 50.

Zie Art 38. Is alleen toepasbaar op UAA.

Compensatie voor het inkomenverlies dat te wijten is aan het verminderd gebruik van mest-stoffen en pesticiden, hulp bij de marketing van Natura-vriendelijke producten en -diensten. [beer].

36(a)(iv) Agromilieubetalingen

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond geen Zie Art 39.

Compensatie voor het inkomenverlies als gevolg van het behoud van diervriendelijke vegetatie in Natura-gebieden, b.v. voedselplanten voor wilde dieren. [beer]

36(b)(iv) Natura 2000 betalingen; [bossen]

Private bos-eigenaars en hun ver-enigingen. bossen

Toepasbaar-heid varieert af-hankelijk van ge-bied: zie artikel 42. Gebieden moeten worden aangeduid – zie Art 50.

Zie Art 46 en Art 51 - de ontvanger moet de voorwaarden (cross-com-pliance) respecteren. Vergoeding voor opgelopen kosten en gederfde inkomsten.

Compensatievergoedingen voor het behouden van open plaatsen in het bos, of de controle van vreemde soorten die leiden tot een gesloten kroonlaag en veranderingen in het ecosysteem.

36(b)(v) Bosmilieubetalingen

Private boseige-naars, ge-meente-besturen bossen

Toepasbaar-heid varieert afhankelijk van gebied: zie artikel 42.

Zie Art 47 en Art 51. De ontvanger moet de randvoorwaarden (cross compliance) respecteren.

Compensatievergoedingen voor het behouden van bepaalde hoeveelheid dood hout in bossen.

63 Leader

Alle moge-lijke (in lan-delijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Compensaties voor verloren rechten om de doelstellingen van een lokaal ontwikkelingsplan te bereiken en er de vooruitgang van te meten.

EVF

29(2)(a)

Vormen van aquacultuur die de bescherming en verbetering inhouden van het leefmilieu, de natuurlijke rijkdommen, de genetische diversiteit, beheer van het landschap en het traditionele uitzicht van aquacultuurgebieden; vissers

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Beperk de intensiteit van de viskweek, zet een rotatiesysteem op waarbij een gedeelte van de visvijvers gedurende een bepaalde periode (b.v. 2 jaar) extensief moet worden gebruikt.

29(2)(d)

Duurzame aquacultuur verenigbaar met specifieke milieubeperkingen door de aanduiding tot Natura 2000 gebieden in overeenstemming met Directive 92/43/EEC. vissers

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Alleen in zones met aquacultuur, kunnen compensatie zijn voor Natura-lokatie. - zie (4)(d)

Bepaal de optimale structuur en samenstelling van de vispopulaties.

AC

TIV

ITE

IT 1

6: H

ET

VO

OR

ZIE

N V

AN

DIE

NS

TEN

, CO

MP

EN

SA

TIE

VO

OR

V

ER

LOR

EN

RE

CH

TEN

EN

INK

OM

EN

VE

RLI

ES

Page 81: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

79

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

LIFE+

geen

KP7

geen

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO

geen

ESF

geen

CF

geen

AC

TIVITE

IT 16: HE

T VO

OR

ZIEN

VA

N D

IEN

STE

N, C

OM

PE

NS

ATIE

VO

OR

V

ER

LOR

EN

RE

CH

TEN

EN

INK

OM

EN

VE

RLIE

S

Page 82: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

80

Activiteit 17: MONITORING EN ONDERZOEK

Fonds Beschrijving

Doel-groepen

Land types Gebiedsbeperkingen

Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Zie Art 59.

Een basisstudie maken als hulp bij het bepalen en nadien invullen van een lokale ontwikkelingsstrategie.

63 Leader

Alle mogelijke (in lande-lijke gebie-den)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Projecten kunnen worden ontwikkeld die naast de andere projectactiviteiten ook een biodiversiteits-monitoringcomponent bevatten. De ontwikkeling van monitoringsystemen voor biodiversiteit om aan de doelstellingen en het monitoringproces van een lokaal ontwikkelingsplan te voldoen.

EVF

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Onderzoek naar controlemethodes voor aquatische soorten, uitgevoerd in samenwerking tussen vissers en wetenschappers (b.v. inventarisatie-methodes voor aquatische soorten,, uitgevoerd in een samenwerking tussen wetenschappers en vissers (b.v. vang- en uitzetprogramma’s). [bruinvis]

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mo-gelijke alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumen-ten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking in de omstandigheden wan-neer ze overeenkomen met de toege-voegde waarde-criteria in artikel 3, maatregelen van annex 1 en niet “niet periodiek terugkerend”.

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulp-bronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technolo-gieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Transnationale samenwerking. Context: onderzoek

Onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe controle- en onderzoeksmethodes. [beer, rivier]

AC

TIV

ITE

IT 1

7: M

ON

ITO

RIN

G E

N O

ND

ER

ZOE

K

Page 83: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

81

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO31

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Context: financiering van de ontwikkeling van monitoring-activiteiten/methodes/uitrus-ting

Kan de ontwikkeling financieren van monitoringplannen voor gebieden binnen een breder kader van regionaal milieuonderzoek, b.v. om de vooruitgang te rapporteren in verhouding met de indicatoren voor vooruitgang om de doelstelling te halen om het verlies aan biodiversiteit tegen 2010 een halt toe te roepen.

4(4) Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Context: financiering van de ontwikkeling van monitoring-activiteiten/methodes/uitrus-ting (risicobeheer)

Ontwikkeling van plannen om het hoofd te kunnen bieden aan risico’s als olie- en chemische vervuiling die Natura-gebieden kunnen aantasten. [landbouw-water]

5(2)a

Stimulering van investeringen voor de sanering van verontreinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

Regio’s met doelstellin-gen inzake competitivi-teit en werkgelegen-heidsdoelstellingen.

Context: financiering van de ontwikkeling van monitoring-activiteiten/methodes/uitrus-ting

Kan investeringen inhouden in monitoringinfrastructuur, b.v. remote sensing-uitrusting zoals vaste torens voor telemetrie, de ontwikkeling van een database voor het verzamelen van gegevens enz.

5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met doelstellin-gen inzake competitivi-teit en werkgelegen-heidsdoelstellingen

Context: financiering van de ontwikkeling van monitoring-activiteiten/methodes/uitrus-ting (risicobeheer)

Ontwikkeling van plannen om het hoofd te kunnen bieden aan risico’s als olie- en chemische vervuiling die Natura-gebieden kunnen aantasten.

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Context: financiering van de ontwikkeling van monitoring-activiteiten/methodes/uitrus-ting

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland, zee- of kustzones.

6(2)c Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland, zee- of kustzones.

Ontwikkeling van grensoverschrijdende monitoringplannen en -systemen in relatie tot Natura 2000, b.v. monitoringstrategieën voor vervuiling/verrijking van waterwegen of kustgebieden. [landbouw-water]

6(3)

Vergroting van de doeltreffendheid van het regionaal beleid door stimulering van netwerkvorming en van de uitwisseling van ervaringen tussen regionale en plaatselijke instanties, waarbij de in Artikel 5(1) en (2) en Artikel 8 bedoelde thema’s centraal staan

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-werking (zie Art 19).

Context: gegevensverzame-ling en monitoringtrends

Samenwerkingsprogramma om regionale netwerking te bevorderen in relatie tot de ontwikkeling van regionale monitoring- of onderzoeksplannen en activiteiten.

31 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 17: MO

NITO

RIN

G E

N O

ND

ER

ZOE

K

Page 84: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

82

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

ESF 3(2)bi Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van

overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van programma’s, door studies, statisteken en expertise, steun aan de samenwerking tussen departementen en de dialoog tussen het betrokken publiek private organen.

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen Context: opleiding

Capaciteitsopbouw voor publieke instellingen die betrokken zijn bij monitoring en onderzoek, b.v. de ontwikkeling van monitoringplannen door interdepartementele processen.

3(2)bii

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in capaciteitsopbouw in het leveren van beleid en programma’s.

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen Context: opleiding

Capaciteitsopbouw voor publieke instellingen die betrokken zijn bij het uitvoeren van inventarisate en onderzoek van Natura 2000 gebieden.

CF32

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van Artikel 174 ������������������������������������������������������������ ����� ����onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergen-tiedoelstellingen

Ontwikkelen van een regionaal milieumonitoring- en onderzoeksplan, inclusief de inventarisatie van Natura 2000 gebieden. Als onderdeel van een breder regionaal duurzaamheidsplan.

32 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 1

7: M

ON

ITO

RIN

G E

N O

ND

ER

ZOE

K

Page 85: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

83

Activiteit 18: RISICOBEHEER

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

20(b)(ii) Verbetering van de economische waarde van bossen

Private boseige-naars, ge-meente-besturen bossen

Toepasbaar-heid varieert af-hankelijk van ge-bied: zie artikel 27.

Zie Art 27 voor details over de beperkingen.

Verhogen van de economische waarde door een beter risicobeheer – bereikt door het aanplanten van inheemse bomen met een hohere brandweerstand, b.v. Kurkeiken.

20(b)(vi)

Herstel van door een natuurramp beschadigd agrarisch productiepotentieel en het treffen van passendepreventieve maatregelen

Landbou-wers

Landbouw-grond geen geen

Introductie van preventie-acties tegen overstromingen door het herstel en beheer van wetlands.

36(a)(iii) Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2006/60/EG

Landbou-wers

Landbouw-grond

Gebieden moe-ten worden aan-geduid – zie Art 50. Zie Art 38. Is alleen toepasbaar op UAA.

Subsidies voor het gebruik van een waterbeheersregime dat de kans op overstromingen in Natura-gebieden vermindert.

36(a)(iv) Agromilieubetalingen

Landbou-wers, landbe-heerders

Landbouw-grond geen Zie Art 39.

Landbouw-leefmilieu subsidies om begrazing in bossen aan te moedigen, reduceren van het risico op brand door het reduceren van de opbouw van vegetatie in de onderetage.

36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond]

Landbou-wers, landbe-heerders

Landbouw-grond geen Zie Art 41.

Steun aan investeringen in wetlandherstel om het overstromingsrisico te verkleinen.

36(b)(vi) Herstel van het bosbouwpotentieel en het treffen van preventieve maatregelen

alle mogelijke bossen

Gebieden moe-ten worden aan-geduid – zie Art 50. Zie Art 48.

36(b)(vii) Steun voor niet-productieve investeringen [bossen]

alle mogelijke bossen Geen

Zie Art 49. Moet gekoppeld worden aan bos-leefmilieuvergoedingen.

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Ontwikkeling van biodiversiteitsvriendelijke risicobeheerssystemen om de doelstellingen te behalen en vooruitgang te boeken met het lokaal ontwikkelingplan.

EVF

geen

AC

TIVITE

IT 18: RIS

ICO

BE

HE

ER

Page 86: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

84

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

LIFE+

3

Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumen-ten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria in artikel 3, “niet periodiek terugkerend” zijn en deel uitmaken van een beheersplan voor de bescherming van habitats of soorten.

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulp-bronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technolo-gieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt

tot een bepaald

gebiedstype.

Transnationale samenwerking. Context: onderzoek Onderzoek naar nieuwe en verbeterde

risicobeheersplannen, -methodes en -maatregelen, in het bijzonder in het kader van de bepalingen van Natura 2000 gebieden.

2(2)g Thema: vervoer (b.v. vergroenen van het wegtransport)

alle mogelijke, however

Maatregel niet beperkt

tot een bepaald

gebiedstype.

Transnationale samenwerking.

Context: onderzoek naar de aanpassing/verbetering van de

transportinfrastructuur om het effect op Natura-gebieden te verzachten

Onderzoek naar methodes om de risico’s te verkleinen van het transport op het leefmilieu, in het bijzonder ten opzichte van Natura 2000 gebieden (b.v. het verminderen van het risico op de verspreiding van exoten).

AC

TIV

ITE

IT 1

8: R

ISIC

OB

EH

EE

R

Page 87: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

85

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO33

4(4)

Risicopreventie: ontwikkeling en tenuitvoerlegging van plannen om natuurlijke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Regio’s met convergentiedoelstel-

lingen

Kan hulp leveren bij de ontwikkeling van plannen en maatregelen om risico’s voor het gebied te voorkomen, zoals brand, scheepvaartrisico’s als olielozingen, enz.

4(6)

Vervoersinvesteringen: trans-Europese netwerken en geïntegreerde stadsstrategieën voor schoon stadsvervoer die bijdragen tot […] de reductie van milieu-effecten

Regio’s met convergentiedoelstel-

lingen

Context: onderzoek naar de aanpassing/verbetering van de transportinfrastructuur om de

risico’s voor Natura-gebieden te verkleinen.

Kan specifiek gebruikt worden om plannen te ontwikkelen in verband met transportrisico’s (zoals vervuiling van binnenwaters, olielozingen, introductie van exoten enz.)

5(2)a

Stimulering van investeringen voor de sanering van veront-reinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikke-ling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

Regio’s met doelstellingen inzake

competitiviteit en werkgelegenheids-

doelstellingen

Ontwikkeling van infrastructuur voor risicobeheer, b.v. voor de reiniging van schepen in verband met het verwijderen van exoten, om snel antwoord te kunnen bieden op lozingen van chemicaliën en olie of branden.

5(2)d Ontwikkeling van plannen en maatregelen om natuuriljke en technologische risico’s te voorkomen of op te vangen

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-

werking (zie Art 19).

Kan hulp leveren bij de ontwikkeling van plannen en maatregelen om risico’s voor de gebieden te voorkomen, zoals brand, scheepvaartrisico’s zoals olielozingen, enz.

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-

werking (zie Art 19).

Kan hulp leveren bij de ontwikkeling van grensoverschrijdende plannen en maatregelen om risico’s voor de gebieden te voorkomen, zoals brand, erosie enz.

6(2)c

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: risicopreventie

Europese territoriale sa-menwerking voor grens-overschrijdende samen-

werking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland,

zee- of kustzones. Kan hulp leveren bij de ontwikkeling van plannen en maatregelen om scheepvaartrisico’s te voorkomen, zoals olielozingen, enz.

ESF

3(2)bi

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van programma’s, door studies, statisteken en expertise, steun aan de samenwerking tussen departementen en de dialoog tussen de betrokken publiek-private organen.

Regio’s met convergentiedoel-

stellingen Context: opleiding Capaciteitsopbouw voor publieke instellingen die

betrokken zijn bij de ontwikkeling van risicobeheersplannen.

3(2)bii

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in capaciteitsopbouw in het leveren van beleid en programma’s.

Regio’s met convergentiedoel-

stellingen Context: opleiding

Capaciteitsopbouw voor publieke instellingen die betrokken zijn bij de uitvoering van regionale risicobeheersactiviteiten.

CF34

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van Artikel 174 van het Verdrag in het kader van de prioriteiten van het communautaire milieubeleid onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergentiedoel-

stellingen

Ontwikkeling van regionale capaciteit om snel antwoord te kunnen bieden op milieurisico’s die Natura 2000 gebieden kunnen aantasten, b.v. chemicaliënlozingen, overstromingen, bosbranden, lawines enz.

33 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext. 34 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 18: RIS

ICO

BE

HE

ER

Page 88: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

86

Activiteit 19: (CONTINU) TOEZICHT OP GEBIEDEN

Fonds Beschrijving Doelgroepen Land types

Gebieds- beperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO 63

Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Doorlopend toezicht op de bewaking van gebieden indien dat nodig is om de doelstellingen te behalen en het proces te bewaken van het lokaal ontwikkelingsplan.

EVF geen

LIFE+

geen

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en rampen; bescherming en duurzaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnationale samenwerking.

Context: onderzoek als onderdeel van een onderzoeksproject.

Onderzoeksproject kan het doorlopende toezicht inhouden op gebieden over een bepaalde periode, afhankelijk van het doel. [beer]

Fonds Beschrijving Gebieds-

beperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO

geen

Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

ESF

geen

Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

CF

geen

Fondsen niet beschikbaar voor doorlopende activiteiten

AC

TIV

ITE

IT 1

9: (C

ON

TNIU

) TO

EZI

CH

T O

P G

EB

IED

EN

Page 89: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

87

AC

TIVITE

IT 20: VO

OR

ZIEN

VA

N IN

FOR

MA

TIE- E

N P

RO

MO

TIEM

ATE

RIA

AL

Activiteit 20: VOORZIEN VAN INFORMATIE- EN PROMOTIEMATERIAAL

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

20(a)(i)

Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting, met inbegrip van verspreiding van wetenschappelijke kennis en innoverende praktijken, ten behoeve van in de sectoren landbouw, voedsel en bosbouw werkzame personen

Landbou-wers, bosbou-wers

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen

Art 21: De steun mag niet worden gebrukt voor cursussen die reeds deel uitmaken van normale programma’s of systemen van land- en bosbouw-opleidingen in het middelbaar en hoger onderwijs.

Productie van opleidingsmateriaal voor landbouwers en bosbouwers dat beervriendelijke landbouw- en bosbouwmethodes beschrijft. [beer].

52(a)(iii) Bevordering van toeristische activiteiten alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen Zie Art 55.

Natura 2000 gebieden kunnen gepromoot worden via brochures die het toerisme promoten. [bloemen]

52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen Zie Art 57.

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Zie Art 59.

Het voorzien van opleidingsmaterialen voor beroepsopleiding. [bloemen, landbouw-water]

63 Leader

Alle mogelijke (in lande-lijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Ontwikkelen van allerlei informatie die noodzakelijk is voor de realisatie van een lokale ontwikkelingsstrategie (b.v. regionale promotie in relatie tot Natura 2000). [agrifor]

EVF

34(i)

Opwaarderen van de vakbekwaamheid, of het ontwikkelen van nieuwe opleidingsmethodes en -instrumenten;

vissers, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Ontwikkelen van opleidingsmateriaal voor vissers in relatie tot Natura 2000. [bruinvis]

41(1)(b)

Herstructureren en bijsturen van economische activiteiten, in het bijzonder door het bevorderen van eco-toerisme, in zoverre dat deze acties geen toename van de visserij-inspanningen tot gevolg hebben;

arbeiders in de visserij of aanverwante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Promoten en ontwikkelen van milieuvriendelijke producten die verbonden zijn met Natura 2000 gebieden.

41(1)(c)

Diversifiëring van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers;

arbeiders in de visserij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Produceren van informatie voor opleiding, en over de mogelijkheden voor werkgelegenheid in samenwerking met Natura 2000.

Page 90: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

88

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

41(1)(h)

Bevorderen van interregionale en transnationale samenwerking tussen actoren in visserijregio’s, vooral door netwerking en het verspreiden van de best-mogelijke-technieken.

Publieke admini-straties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3), (4) en 41(4) voor details over de voorwaarden voor gebieden en ontvangers van steun.

Financiering van netwerking om de beste praktijken in Natura 2000 vriendelijke aquacultuur en visserijactiviteiten te bespreken. [landbouw-water]

41(1)(i)

Het verwerven van vakbekwaamheid en het bevorderen van de voorbereiding van de invulling van de lokale ontwikkelingsstrategie.

Publieke admini-straties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Voorbereiding van informatie om de lokale ontwikkelingsstrategie te voeden.

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumenten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking in de omstandig-heden wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria in artikel 3, maatregelen van annex 1 en “niet periodiek terugkerend”.

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervuiling en ram-pen; bescherming en duurzaam beheer van natuur-lijke en door de mens gemaakte hulpbronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de biodiversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnatio-nale samen-

werking. Context: onderzoek

Onderzoeksprojecten kunnen resulteren in de ontwikkeling van informatiemateri-aal, en het ontwerp van nieuwe en effectievere communicatiemethodes (b.v. interactieve fora voor educatie).

2(2)g Thema: vervoer (b.v. vergroenen van het wegtransport)

alle mogelijke, hoe dan

ook

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype.

Transnatio-nale samen-

werking.

Context: onderzoek naar de aanpassing/verbetering van de

transportinfrastructuur om het effect op Natura-gebieden te verzachten

Onderzoeksprojecten kunnen resulteren in de ontwikkeling van informatie over groenere transportnetwerken, inclusief de links met het Natura 2000 netwerk.

AC

TIV

ITE

IT 2

0: V

OO

RZI

EN

VA

N IN

FOR

MA

TIE

- EN

PR

OM

OTI

EM

ATE

RIA

AL

Page 91: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

89

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperking Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO35

4(2)

Informatiemaatschappij, ontwikkeling van inhoud, diensten en toepassingen op plaatselijk niveau; verbetering van de toegang tot en de ontwikkeling van on-line overheidsdiensten

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: informatieoverdrachtsystemen en -uitrusting in Natura 2000 gebieden.

Kan worden gebruikt voor de aankoop van IT-materiaal en de organisatie en installatie van internetinformatiehubs en databanken.

4(5)

Toerisme: promotie van de natuurlijke en culturele troeven als potentieel voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme; bescherming en verrijking van het cultureel erfgoed ter ondersteuning voor de economische ontwikkeling, steun ter verbetering van de toeristische dienstverlening via nieuwe diensten met een hogere meerwaarde

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: Promoten en ontwikkelen van het toerisme.

Ontwikkeling van informatiemateriaal dat nodig is om ecotoerisme in het gebied te promoten. [agrifor]

4(8)

Onderwijsinvesteringen, die bijdragen tot een vergroting van de aantrekkingskracht van de regio’s en tot een verbetering van de levenskwaliteit aldaar

Regio’s met convergentiedoelstellingen Context: opleiding Ontwikkeling van informatiebronnen die nodig zijn

voor de deelname van het gebied in regionale opleidings-programma’s. [beer]

Onderzoeksproje

cten 4(10)

Directe steun voor investeringen in kleine en middelgrote bedrijven die bijdragen tot het ontwikkelen en beschermen van werkgelegenheid

Regio’s met convergentiedoelstellingen Context: het creëren van jobs Ontwikkeling van informatiemateriaal dat nodig is voor

KMO’s om ecotoerisme in het gebied te promoten [agri-aqua].

6(1)a

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

Europese territoriale samenwer-king voor grensoverschrijdende

samenwerking (zie Art 19). Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwer-king voor grensoverschrijdende

samenwerking (zie Art 19).

Context: ontwikkelen van werkgelegenheidsinitiatieven en opleiding

Ontwikkeling van informatiemateriaal over grensover-schrijdende netwerken van gebieden om een breder ecotoerisme te promoten. [beer]

35 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 20: VO

OR

ZIEN

VA

N IN

FOR

MA

TIE-E

N

PR

OM

OTIE

MA

TER

IAA

L

Page 92: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

90

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperking Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

6(1)end Bovendien kan het EFRO bijdragen tot de bevordering van de integratie van grensoverschrijdende arbeidsmarkten, plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven, gelijke kansen, opleiding en social integratie, en tot het gezamenlijk gebruik van menselijk kapitaal en van OTO-faciliteiten

Europese territoriale samenwer-king voor grensoverschrijdende

samenwerking (zie Art 19).

Context: ontwikkelen van werkgelegenheidsinitiatieven en opleiding Ontwikkeling van informatiebronnen die nodig zijn voor

de deelname van het gebied in regionale opleidings-programma’s. [landbouw-water]

6(1)d

Ontwikkeling van samenwerking, van capaciteiten en van het gezamenlijk gebruik van infrastructuur, in het bijzonder in de sectoren ge-zondheidszorg, cultuur en onderwijs

Europese territoriale samenwer-king voor grensoverschrijdende

samenwerking (zie Art 19).

Context: brede grensoverschrijdende opleidingsinitiatieven (opleiding) Ontwikkeling van informatiebronnen die nodig zijn voor

de deelname van het gebied aan regionale gezondheids-, culturele en opleidingsprogramma’s. [rivier]

10

Gebieden met natuurlijke handicaps: investeringen die zijn gericht op verbetering van de toegankelijkheid, bevordering en ontwikkeling van economische activiteiten die verband houden met het cultureel erfgoed, bevordering van het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en stimulering van de toeristische sector

Alleen gebieden met natuurlijke handicaps.

Ontwikkeling van informatiemateriaal dat nodig is voor de promotie van het ecotoerisme in het gebied. [rivier]

ESF

3(2)bi

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van programma’s, door studies, statisteken en expertise, steun aan de samenwerking tussen departementen en de dialoog tussen het betrokken publiek private organen.

Regio’s met convergentiedoelstellingen Context: opleiding

3(2)bii

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in capaciteitsopbouw in het leveren van beleid en programma’s.

Regio’s met convergentiedoelstellingen Context: opleiding

De productie van informatie voor capaciteitsopbouw/opleidingsprogramma’s voor openbare diensten.

CF

geen

AC

TIV

ITE

IT 2

0: V

OO

RZI

EN

VA

N IN

FOR

MA

TIE

-EN

PR

OM

OTI

EM

ATE

RIA

AL

Page 93: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

91

Activiteit 21: OPLEIDING EN EDUCATIE

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

20(a)(i)

Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting, met inbegrip van verspreiding van wetenschappelijke kennis en innoverende praktijken, ten behoeve van in de sectoren landbouw, voedsel en bosbouw werkzame personen

Landbou-wers, bos-bouwers

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen

Art 21: De steun wordt niet gebruikt voor cursussen die reeds deel uitmaken van normale programma’s of systemen van land- en bosbouwopleidingen in het middelbaar en hoger onderwijs.

Opleiding en educatie in het kader van vernieuwende praktijken in de natuurvriendelijke landbouw, marketing van Natura 2000 producten enz.

52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. Geen Zie Art 57.

Opleiding om het behoud en de bescherming van het rurale erfgoed te bevorderen.

52(c)

Een maatregel betreffende opleiding en voorlichting voor economische actoren die werkzaam zijn op de onder as 3 vallende terreinen

Alle moge-lijke (in landelijke gebieden)

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. Geen

Zie Art 58. Kan enkel gebruikt worden voor maatregelen van As 3.

Opleiding om de ontwikkeling van een ecotoeristische industrie aan te moedigen. [agrifor]

52(d)

Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie

Alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. Zie Art 59.

Opleiding om de invulling van de lokale ontwikkelingsstrategie mogelijk te maken, b.v. in de marketing van Natura-producten, of om de ontwikkeling van een ecotoeristische industrie mogelijk te maken. [bloemen]

63 Leader

Alle moge-lijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Elke opleiding die noodzakelijk is voor het realiseren van de lokale ontwikkelingsstrategie (b.v. regionale promotie in verband met Natura 2000). [beer]

EVF

26(1)(a)

Diversificatie van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers. vissers

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen geen

Opleiding om de diversifiëring van activiteiten te vergemakkelijken, b.v. opleiding in het beheer van kleine ondernemingen in functie van de ecotoerisme, of deskundigheid inzake het beheer van het gebied.

26(1)(c) Schema’s voor bijscholing naar andere beroepsmogelijkheden buiten de zeevisserij. vissers

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen geen

Opleiding om de diversifiëring van activiteiten te vergemakkelijken, b.v. opleiding in het beheer van kleine ondernemingen in functie van de ecotoerisme, of deskundigheid inzake het beheer van het gebied.

34(i)

Opwaarderen van de vakbekwaamheid, of het ontwikkelen van nieuwe opleidingsmethodes en -instrumenten;

vissers, anderen

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Opleiding om de diversifiëring van activiteiten te vergemakkelijken, b.v. opleiding in het beheer van kleine ondernemingen in functie van de ecotoerisme, of deskundigheid inzake het beheer van het gebied.

AC

TIVITE

IT 21: OP

LEID

ING

EN

ED

UC

ATIE

Page 94: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

92

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

34(j)

Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en andere actoren in de visserijsector.

vissers, anderen

kust-, zee- en binnenwaters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uitgevoerd met de actieve steun van de organisatoren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organisaties die door de Lidstaat werden erkend.

Opleidingsprogramma’s in samenwerking tussen wetenschappers en uitvoerders, b.v. programma’s in het herkennen van vissen en vogels om het ecotoerisme te promoten en tegelijk het wetenschappelijk onderzoek te ondersteunen.

41(1)(b)

Herstructureren en bijsturen van economische activiteiten, in het bijzonder door het bevorderen van eco-toerisme, in zoverre dat deze acties geen toename van de visserij-inspanningen tot gevolg hebben;

arbeiders in de visserij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Opleiding voor vissers om de omschakeling naar het ecotoerisme in Natura-gebieden mogelijk te maken.

41(1)(c)

Diversifiëring van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers;

arbeiders in de visserij of aanver-wante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Creëren van jobs in Natura-gebieden, ondersteund door een adequate opleiding en educatie. [bruinvis]

41(1)(i)

Het verwerven van vakbekwaamheid en het bevorderen van de voorbereiding van de invulling van de lokale ontwikkelingsstrategie.

publieke administraties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Opleiding en educatie voor de voorbereiding en invulling van de ontwikkelingsstrategie.

LIFE+

3 Selectiecriteria

Alle

Maatregel niet beperkt tot

een bepaald gebiedstype.

geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumen-ten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking in de omstandigheden wan-neer ze overeenkomen met de toege-voegde waarde-criteria in artikel 3, en “niet periodiek terugkerend”.

KP7

geen

AC

TIV

ITE

IT 2

1: O

PLE

IDIN

G E

N E

DU

CA

TIE

Page 95: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

93

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO36

4(5)

Toerisme: promotie van de natuurlijke en culturele troeven als potentieel voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme; bescherming en verrijking van het cultureel erfgoed ter ondersteuning voor de economische ontwikkeling, steun ter verbetering van de toeristische dienstverlening via nieuwe diensten met een hogere meerwaarde

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: promoten en ontwikkelen van toerisme.

Opleidingsprogramma’s om de opstart te ondersteunen van de toeristische industrie in regio’s waar dat voorheen niet aanwezig was (b.v. die die in grote mate afhankelijk zijn van industrieën die achteruit gaan). Opleiding kan als doel hebben mensen te vormen die mogelijk high-end toeristische diensten gaan leveren.

4(8)

Onderwijsinvesteringen, die bijdragen tot een vergroting van de aantrekkingskracht van de regio’s en tot een verbetering van de levenskwaliteit aldaar

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Opleiding in duurzaam beheer, om bij te dragen tot een verbetering van de levenskwaliteit en de milieukwaliteit.

6(1)a

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Ontwikkeling van grensoverschrijdende opleidings- en educatieprogramma’s gebaseerd op de opgedane ervaringen, in het bijzonder met het ecotoerisme in Natura-gebieden/netwerken. [beer, agrifor]

6(1)end

Bovendien kan het EFRO bijdragen tot de bevordering van de integratie van grensoverschrijdende arbeidsmarkten, plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven, gelijke kansen, opleiding en social integratie, en tot het gezamenlijk gebruik van menselijk kapitaal en van OTO-faciliteiten

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Het voorzien van opleiding om de grensoverschrijdende arbeidsmarkt te promoten in verband met het beheer van de Natura-netwerken, b.v. opleiding in natuurvriendelijke bosbouwpraktijken.

6(2)a

Totstandbrenging en ontwikkeling van transnationale samenwerking, en met name van de bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s, door financiering van netwerken en van acties die bijdragen tot geïntegreerde territoriale ontwikkeling met betrekking tot de volgende prioriteiten: waterbeheer, met een duidelijke transnationale dimensie, inclusief bescherming en beheer van rivierbekkens, kustzones, mariene hulpbronnen

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Gebieden moeten in verband staan met rivierbekken, wetland,

zee- of kustzones. Opleiding in verband met het beheer van transnationale rivierbekkens en mariene bronnen (in samenspraak met het beheer van de Natura-gebieden).

36 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIVITE

IT 21: OP

LEID

ING

EN

ED

UC

ATIE

Page 96: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

94

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

6(3) Vergroting van de doeltreffendheid van het regionaal beleid door stimulering van netwerkvorming en van de uitwisseling van ervaringen tussen regionale en plaatselijke instanties, waarbij de in Artikel 5(1) en (2) en Artikel 8 bedoelde thema’s centraal staan

Europese territoriale samenwerking voor

grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Opleidingsprogramma’s voor regionale en lokale overheden, gericht op de uitwisseling van ervaringen en de beste praktijken in verband met de biodiversiteit en Natura 2000.

ESF

3(1)aii

Het verhogen van het aanpassingsvermogen van arbeiders en ondernemingen, b.v. de ontwikkeling van specifieke werkgelegenheid, opleidings- en ondersteunende diensten voor arbeiders in de context van de herstructurering van het bedrijf of de sector.

Context: creëren van jobs (b.v. bij

de herstructurering van een sector).

Het voorzien van opleiding voor arbeiders in sectoren die in herstructurering zijn, om te voorzien in vooruitzichten voor alternatieve werkgelegenheid in duurzame ondernemingen die gekoppeld zijn aan Natura, b.v. produceren van Natura-vriendelijke producten).

3(2)bi

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in goed beleid en het opstellen, monitoren en evalueren van programma’s, door studies, statisteken en expertise, steun aan de samenwerking tussen departementen en de dialoog tussen het betrokken publiek private organen.

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Opleiding voor openbare diensten die te maken hebben met een degelijk beheer van Natura 2000 – kan ook het uitwisselen van ervaringen en de best mogelijke praktijken tussen Lidstaten betekenen. [bruinvis]

3(2)bii

Het versterken van de institutionele capaciteit en de efficiëntie van overheidsadministraties en publieke diensten in capaciteitsopbouw in het leveren van beleid en programma’s.

Regio’s met convergentiedoelstellingen Opleiding van de medewerkers van publieke

administraties in hun omgang met natuurprojecten. [beer]

CF37

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van Artikel 174 ������������������������������������������������������������ ����� ����onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Opleiding als een klein gedeelte van de infrastructuur voor investeringsprojecten – b.v. opleiding van lokale mensen in het efficiënt gebruik van water ter aanvulling van de bouw van watergebonden infrastructuur.

37 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 2

1: O

PLE

IDIN

G E

N E

DU

CA

TIE

Page 97: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

95

AC

TIVITE

IT 22: INR

ICH

TING

EN

TER

AA

NM

OE

DIG

ING

VA

N H

ET G

EB

RU

IK

EN

DE

WA

AR

DE

RIN

G V

AN

NA

TUR

A 2000 G

EB

IED

EN

Activiteit 22: INRICHTINGEN TER AANMOEDIGING VAN HET GEBRUIK EN DE WAARDERING VAN NATURA 2000 GEBIEDEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond]

Landbou-wers, land-beheerders

Landbouw-grond Geen Zie Art 41.

36(b)(vii) Steun voor niet-productieve investeringen [bossen]

alle mogelijke bossen Geen

Zie Art 49. Moet gekoppeld worden aan bos-leefmiliebetalingen.

Constructie en installatie van informatieve wijzers in Natura-gebieden. [agrifor]

52(a)(i) Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten.

Landbou-wers en hun gezinsleden

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. Geen Zie Art 53.

Steun voor de verbetering van bezoekmogelijkheden in landbouwkundige Natura-gebieden om het ecotoerisme aan te moedigen.

52(a)(iii) Bevordering van toeristische activiteiten alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. Geen Zie Art 55.

Constructie van inrichtingen om het bezoek aan Natura-gebieden te bevorderen, b.v. paden en wijzers. [beer, agrifor]

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Constructie van inrichtingen om het bezoek aan Natura-gebieden te bevorderen en om de doelstellingen van de lokale ontwikkelingsstrategie te bereiken.

EVF

41(1)(b)

Herstructureren en bijsturen van economische activiteiten, vooral door het bevorderen van ecotoerisme, zolang deze acties geen toename van de visserij-inspanningen tot gevolg hebben.

Arbeiders in de visserij of aanverwante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Het aanmoedigen van ecotoerisme door het voorzien van bezoekmogelijkheden in Natura-gebieden, b.v. informatie, zitplaatsen, paden.

41(1)(e)

Ondersteunen van kleine visserij- en toeris-megerelateerde infrastructuur ten voordele van kleine vissersgemeenschappen.

Publieke ad-ministraties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Het voorzien van mogelijkheden voor zee- en kustecotoerisme, b.v. wijzers, kaarten, overdekte plaatsen, steigers enz.

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumen-ten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aan-merking in de omstandigheden wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria in artikel 3 en niet gebruikt worden voor zware infrastructuur (EFRO) of voor het onderhoud van inrichtingen.

KP7

geen

Page 98: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

96

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperking Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO38

4(2)

Informatiemaatschappij, ontwikkeling van inhoud, diensten en toepassingen op plaatselijk niveau; verbetering van de toegang tot en de ontwikkeling van on-line overheidsdiensten

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: informatieoverdracht-systemen in Natura 2000/gebieden

Ontwikkeling van websites en databanken die gebruikt kunnen worden voor de promotie van op Natura gebaseerd toerisme.

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

4(5)

Toerisme: promotie van de natuurlijke en culturele troeven als potentieel voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme; bescherming en verrijking van het cultureel erfgoed ter ondersteuning voor de economische ontwikkeling, steun ter verbetering van de toeristische dienstverlening via nieuwe diensten met een hogere meerwaarde

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: promotie voor en ontwikkelen van toerisme

5(2)a

Stimulering van investeringen voor de sanering van verontreinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheid

6(1)a

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

Europese territoriale samenwer-king voor grensoverschrijdende

samenwerking (zie Art 19).

Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

Het bouwen van bezoekersfaciliteiten, b.v. parkeerplaatsen, netwerken van wandelpaden, steigers, bezoekerscentra. [rivier, landbouw-water]

9 Economische diversificatie van plattelandsgebieden en van de visserij afhankelijke gebieden

Alleen landelijke gebieden en gebieden die afhangen van

de visserij. Context: economische

diversifiëring

Verbeteren van de bezoekmogelijkheden als bijdrage tot de diversifiëring van landbouwstreken door de mogelijkheden voor ecotoerisme te verhogen. [beer]

10

Gebieden met natuurlijke handicaps: investeringen die zijn gericht op verbetering van de toegankelijkheid, bevordering en ontwikkeling van economische activiteiten die verband houden met het cultureel erfgoed, bevordering van het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en stimulering van de toeristische sector

Alleen gebieden met natuurlijke handicaps.

Investeringen met als doel de verbetering van bezoekerstoegang tot Natura-gebieden, b.v. aanleggen van hellingen en paden om toegang te verlenen aan rolstoelgebruikers. [landbouw-water]

ESF geen

CF39

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van ����� ��� ������������������������������������������������������������� ����� ����van Europa onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Ontwikkeling van bezoekersmogelijkheden/-com-plexen in Natura-gebieden, b.v. regionale leefmi-lieucentra met educatieve materialen over het Natura 2000 netwerk. [landbouw-water]

38 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext. 39 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 2

2: IN

RIC

HTI

NG

EN

OM

HE

T G

EB

RU

IK D

OO

R E

N D

E

WA

AR

DE

RIN

G V

AN

HE

T P

UB

LIE

K A

AN

TE

MO

ED

IGE

N E

N A

PP

RE

CIA

TIO

N

Page 99: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

97

Activiteit 23: AANKOOP VAN GROND, INCLUSIEF DE COMPENSATIEKOST VOOR RECHTEN DIE OP DIE GRONDEN RUSTEN

Fonds Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebieds-beperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

In theorie, mogelijk in verhouding tot de activiteiten onder elk Artikel, beperkingen in Artikel 71(3)(c)

Afhankelijk van het specifieke Artikel.

Afhankelijk van het specifieke Artikel.

Aankoop van gronden is alleen verkiesbaar wanneer er minder dan 10% van de totale uitgaven die voor de opera-tie zijn voorzien aan worden besteed. In uitzonderlijke omstandigheden kan om redenen van milieubescherming een hoger percentage worden vastgelegd. Zie Art 71(3)(c).

EVF geen

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke alle

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen bin-nen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstru-menten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking wanneer ze […]. Voor de voorwaar-den voor aankoop van gronden, zie Annex 1, 2(g)(v).

Bij voorbeeld de aankoop van gronden om herstel van een rivierbekken mogelijk te maken. [rivier]

KP7 Geen

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO40 In theorie mogelijk in verhouding tot activiteiten onder elk Artikel, voorwerp van algemene beperkingen in Verordening en specifieke beperkingen in Artikel 7(c).

ESF geen

CF41

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van ����� ��� ������������������������������������������������������������� ����� ��� onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergentiedoelstellingen

2(3)

Gebieden die op een duurzame manier en met duidelijke milieuvoordelen kunnen ontwikkeld worden, b.v. energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en de transportsector.

Regio’s met convergentiedoelstellingen Context: hernieuwbare energie en verkeer.

40 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext. Aankoop kan max 10% bedragen van de totale uitgaven die aan de operatie gewijd worden. 41Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext. Aankoop kan max 10% bedragen van de totale uitgaven die aan

de operatie gewijd worden.

AC

TIVITE

IT 23: AA

NK

OO

P V

AN

GR

ON

D, IN

CLU

SIE

F DE

C

OM

PE

NS

ATIE

KO

ST V

OO

R R

EC

HTE

N D

IE O

P D

IE G

RO

ND

EN

RU

STE

N

Page 100: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

98

Activiteit 24: NOODZAKELIJKE INFRASTRUCTUUR VOOR HET HERSTEL VAN HABITATS OF SOORTEN

Beschrijving Doel-

groepen Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond]

Landbou-wers, land-beheer-ders

Landbouw-grond geen Zie Art 41.

Steun voor infrastructuur om het vee te beschermen tegen grote predatoren, b.v. elektrische afsluitingen. [beer]

36(b)(vii) Steun voor niet-productieve investeringen [bossen]

alle mogelijke bossen Geen

Zie Art 49. Moet worden gekoppeld aan bos-leefmiliebetalingen.

Steun voor infrastructuur voor habitatherstel b.v. de constructie van een kwekerij voor streekeigen planten voor herstelprojecten.

52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een be-paald ge-biedstype. Geen Zie Art 57.

Steun voor de bouw van infrastructuur om herko-lonisatie door zeldzame soorten aan te moedi-gen, b.v. nestkasten, slaapplaatsen enz.

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Ontwikkeling van infrastructuur voor het herstel van habitats en soorten om de doelstellingen voor lokale ontwikkeling te bereiken.

EVF

34(g) Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van aquacultuurgebieden.

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 34: Collectieve acties: moeten worden uit-gevoerd met de actieve steun van de organisa-toren zelf of door verenigingen die in opdracht werken van de organisatoren of andere organi-saties die door de Lidstaat werden erkend.

De bouw van infrastructuur om de verstoring door streekeigen soorten van aquacultuurgebieden te verminderen (b.v. het terugdringen van verstoring door vogels).

35(2)(a)

De constructie of installatie van verplaatsbare faciliteiten om de waterfauna en -flora te beschermen en te ontwikkelen.

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

De bouw van kunstnesten (b.v. drijvende broedplatforms voor vogels als visdiefje en meeuwen).

35(2)(b)

Herwaardering van binnenwateren, inclusief broedgebieden en migratieroutes voor trekkende soorten.

vissers, anderen

binnenwa-ters geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

35(2)(c)

Bescherming en verbetering van het leefmilieu binnen het kader van N2K op plaatsen waar ze een onmiddellijke invloed hebben op visserijactiviteiten, exclusief de uitvoeringskosten.

vissers, anderen

kust-, zee- en binnen-waters, wetlands geen

Art 35(3) De acties moeten ingevuld worden door openbare of semi-openbare organen, erkende handelsorganisaties, of andere organen die met dat doel door de Lidstaat werden aangeduid.

Aanpassing van waterwegen door de bouw van infrastructuur om het water een andere loop te geven of om visbewegingen mogelijk te maken in het voordeel van aquatische ecosystemen [rivier].

AC

TIV

ITE

IT 2

4: N

OO

DZA

KE

LIJK

E IN

FRA

STR

UC

TUU

R V

OO

R H

ET

HE

RS

TEL

VA

N H

AB

ITA

TS O

F S

OO

RTE

N

Page 101: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

99

AC

TIVITE

IT 24: NO

OD

ZAK

ELIJK

E IN

FRA

STR

UC

TUU

R V

OO

R H

ET

HE

RS

TEL V

AN

HA

BITA

TS O

F SO

OR

TEN

Beschrijving

Doel-groepen

Land types

Gebiedsbe-perkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke

alle mogelijke geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen bin-nen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumen-ten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Maatregelen komen alleen in aanmerking wanneer ze overeenkomen met de toegevoegde waarde-criteria in artikel 3 en deel uitmaken van een project voor het beschermingsbeheer van habitats en soorten.

KP7

2(2)f

Leefmilieu, b.v. klimaatwijziging, vervui-ling en rampen; bescherming en duur-zaam beheer van natuurlijke en door de mens gemaakte hulpbronnen (b.v. de bescherming en het beheer van de bio-diversiteit); leefmilieu en technologieën (b.v. milieuherstel).

alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald ge-biedstype.

Transnationale samenwerking.

Context: als onderdeel van het opzet en de modaliteiten van het onderzoek

Page 102: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

100

Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere

beperkingen Voorbeelden

EFRO42

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Diversifiëring van de regionale economieën door het bouwen van inrichtingen om het commerciële gebruik van een aantal Natura-gebieden te verbeteren, b.v. broedcentra of revalidatiecentra voor bedreigde soorten die als aantrekkingspunt voor ecotoerisme kunnen fungeren. [beer]

5(2)a

Stimulering van investeringen voor de sanering van verontreinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

Regio’s met doelstellingen inzake competitiviteit en

werkgelegenheid

Kan de ontwikkeling van een installatie voor afvaltwater-behandeling in havens het binnenbrengen van ongewenste vreemde soorten verhinderen; aanbrengen van fysieke barrières in zoet water om de verspreiding van ongewenste vreemde soorten van het ene water naar het andere te vermijden.

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Het bouwen van waterzuiveringsinfrastructuur om de waterkwaliteit (en daardoor de kwaliteit van de habitat) in Natura 2000 gebieden te verbeteren. [landbouw-water]

8

Stedelijke dimensie: herstel van de fysieke omgeving, de herinrichting van oude industrieterreinen, alsmede de bescherming en ontwikkeling van het historisch en cultureel erfgoed […]

Voorwaarde: Stedelijke

dimensie. Context: historisch/cultureel erfgoed.

Het bouwen van waterzuiveringsinfrastructuur om de waterkwaliteit (en daardoor de kwaliteit van de habitat) in Natura 2000 gebieden te verbeteren.

ESF

geen

CF43

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van Artikel 174 van het Verdrag in het kader van de prioriteiten van het communautaire milieubeleid onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergentiedoelstellingen Het bouwen van waterzuiveringsinfrastructuur om de

waterkwaliteit (en daardoor de kwaliteit van de habitat) in Natura 2000 gebieden te verbeteren.

42 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Daarom moeten activiteiten in het kader van Natura 2000/Natuurgebieden geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext. 43 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 2

4: N

OO

DZA

KE

LIJK

E IN

FRA

STR

UC

TUU

R V

OO

R H

ET

HE

RS

TEL

VA

N H

AB

ITA

TS O

F S

OO

RTE

N

Page 103: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

101

AC

TIVITE

IT 25: INFR

AS

TRU

CTU

UR

VO

OR

PU

BLIE

KE

TOE

GA

NG

Activiteit 25: INFRASTRUCTUUR VOOR PUBLIEKE TOEGANG

Fonds Beschrijving Doel-groepen Land types

Gebiedsbeper- kingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

ELFPO

36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond]

Landbouwers, landbeheerders Landbouwgrond geen Zie Art 41.

36(b)(vii) Steun voor niet-productieve investeringen [bossen] alle mogelijke bossen Geen

Zie Art 49. Moet gekoppeld zijn aan bos-leefmiliebetalingen.

Ondersteuning voor investeringen in signalisatie, kaarten, overdekte plaatsen. [beer]

52(a)(i) Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten.

Landbouwers en hun gezinsleden.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. Geen Zie Art 53.

52(a)(iii) Bevordering van toeristische activiteiten alle mogelijke

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype. Geen Zie Art 55.

Ondersteuning voor infrastructuur om de diversifiëring naar toerisme mogelijk te maken, b.v. de constructie van toeristische accomodatie, informatiecentra enz.

63 Leader

Alle mogelijke (in landelijke gebieden)

Alle landelijke gebieden Geen Zie Artikels 61-65.

Ontwikkeling van infrastructuur voor publieke toegang om de doelstellingen voor lokale ontwikkeling te bereiken.

EVF

41(1)(b)

Herstructureren en bijsturen van economische activiteiten, in het bijzonder door het bevorderen van eco-toerisme, in zoverre dat deze acties geen toename van de visserij-inspanningen tot gevolg hebben;

arbeiders in de visserij of aanverwante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Ontwikkeling van infrastructuur voor publieke toegang en toerisme, b.v. aanlegstijgers voor toeristenboten.

41(1)(c)

Diversifiëring van activiteiten met als bedoeling het creëren van een bredere waaier aan jobs voor vissers;

arbeiders in de visserij of aanverwante sectoren.

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Bouw van bezoekerscentra/complexen in Natura-gebieden om de mogelijkheden te vergroten voor commerciële activiteiten in Natura 2000 gebieden. [bruinvis]

41(1)(e)

Ondersteunen van kleine visserij- en toerismegerelateerde infrastructuur ten voordele van kleine vissersgemeenschappen;

publieke administraties, KMO’s, anderen

Maatregel niet beperkt tot een bepaald gebiedstype.

Ref Artikels 40(3),(4)

Ref: Artikels 40(3),(4) en 41(4) voor details over de vereisten voor gebieden en ontvangers van steun.

Bouw van toerismegerelateerde infrastructuur zoals wijzers, voet- en fietspaden, bezoekerscentra enz.

LIFE+

3 Selectiecriteria alle mogelijke alle geen

Life+ zal geen maatregelen financieren die vallen binnen de geschiktheidscriteria van, of hulp ontvangen voor hetzelfde doel van andere financieringsinstrumen-ten van de Europese Gemeenschap (zie Art 10). Alleen voor het realiseren van kleine infrastructuur en de herwaardering van bestaande infrastructuur als onderdeel van een project van beschermingsbeheer voor habitats en soorten.

KP7 geen

Page 104: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

102

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

EFRO44

4(3)

Steun aan modernisering en diversificatie van regionale economische structuren. Prioriteit: Milieu: bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming

Regio’s met convergentiedoelstellingen

4(5)

Toerisme: promotie van de natuurlijke en culturele troeven als potentieel voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme; bescherming en verrijking van het cultureel erfgoed ter ondersteuning voor de economische ontwikkeling, steun ter verbetering van de toeristische dienstverlening via nieuwe diensten met een hogere meerwaarde

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: promotie voor en ontwikkelen van toerisme

4(10)

Directe steun voor investeringen in kleine en middelgrote bedrijven die bijdragen tot het ontwikkelen en beschermen van werkgelegenheid

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

Ondersteuning voor diversifiëring van de economische structuren door het bouwen van infrastructuur om het ecotoerisme mogelijk te maken en te promoten.

5(2)a

Stimulering van investeringen voor de sanering van verontreinigde terreinen en gronden, en bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur in verband met de biodiversiteit en Natura 2000, waardoor wordt bijgedragen tot duurzame economische ontwikkeling en tot diversificatie van plattelandsgebieden

Regio’s met doelstellingen inza-ke competitiviteit en werkgele-genheid.

Kan gebruikt worden voor het ontwikkelen van parkeercentra, toegangswegen, bezoekerscentra, omheiningen, educatieve paden in gebieden. Het mogelijk maken van samenwerking tussen buurregio’s. [beer, agrifor]

6(1)a

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van het ondernemerschap en, in het bijzonder, van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven, toerisme, cultuur en grensoverschrijdende handel

Europese territoriale samenwer-king voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: het creëren van jobs (b.v. toerisme)

6(1)b

Ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame territoriale ontwikkeling, met name door: stimulering van de bescherming en het gezamenlijk beheer van het milieu

Ontwikkeling van infrastructuur om grensoverschrijdende natuurtoerisme mogelijk te maken, b.v. signalisatie, bezoekerscentra en overdekte plaatsen, paden voor wandelaars en fietsers.

6(1)d

Ontwikkeling van samenwerking, van capaciteiten en van het gezamenlijk gebruik van infrastructuur, in het bijzonder in de sectoren ge-zondheidszorg, cultuur en onderwijs

Europese territoriale samenwer-king voor grensoverschrijdende samenwerking (zie Art 19).

Context: brede grensoverschrijdende educatieve initiatieven.

Het opzetten van gezamenlijke infrastructuur voor de promotie van grensoverschrijdende gebieden in het Natura-netwerk, b.v. bezoekers- en informatiecentra dicht bij de regionale of nationale grenzen.

44 EFRO-financiering is bedoeld voor productieve investeringen (b.v. infrastructuur). Daarom moeten activiteiten in het kader van Natura 2000/Natuurgebieden geïntegreerd worden in een bredere

ontwikkelingscontext.

AC

TIV

ITE

IT 2

5: IN

FRA

STR

UC

TUU

R V

OO

R P

UB

LIE

KE

TO

EG

AN

G

Page 105: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

103

AC

TIVITE

IT 25: INFR

AS

TRU

CTU

UR

VO

OR

PU

BLIE

KE

TOE

GA

NG

Fonds Beschrijving Gebiedsbeperkingen Opmerkingen/andere beperkingen Voorbeelden

9 Economische diversificatie van plattelandsgebieden en van de visserij afhankelijke gebieden

Alleen landelijke gebieden en gebieden die afhangen van de visserij. Context: economische diversifiëring

Het ontwikkelen van parkeercentra, toegangswegen, bezoekerscentra, omheiningen, educatieve paden in gebieden. Het mogelijk maken van samenwerking tussen buurregio’s. [beer]

10

Gebieden met natuurlijke handicaps: investeringen die zijn gericht op verbetering van de toegankelijkheid, bevordering en ontwikkeling van economische activiteiten die verband houden met het cultureel erfgoed, bevordering van het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, en stimulering van de toeristische sector

Alleen gebieden met natuurlijke handicaps.

Ontwikkeling van toegangsinfrastructuur, b.v. paden en fietspaden, aanpassing van gebouwen om ze voor andersvaliden toegankelijk te maken.

ESF

geen

CF45

2(2)

Bereiken van de doelstellingen van Artikel 174 van het Verdrag in het kader van de prioriteiten van het communautaire milieubeleid onder het beleids- en actieprogramma voor het leefmilieu.

Regio’s met convergentiedoelstellingen

Ontwikkeling van toegangsinfrastructuur voor het publiek, zoals parkeerplaatsen, paden. [rivier]

45 Activiteiten in verband met Natura 2000/Natuurgebieden moeten vaak geïntegreerd worden in een bredere ontwikkelingscontext.

Page 106: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

104

7. REFERENTIES, SLEUTELPUBLICATIES, SLEUTELWEBSITES Voor meer informatie kun je terecht bij volgende documenten en websites. In verband met specifieke Europese Fondsen N.B.: Voor de meeste Fondsen waren de Verordeningen niet klaar op het moment van de publicatie van dit Handboek. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Verordening (EC) No 1698/2005 van 20 september 2005 voor steun aan de plattelandsontwikkeling door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). OJ L 277/2 21.10.2005; Community Strategic Guidelines for Rural Development. OJ L.55/20 25.02.2006 Zie ook website DG Landbouw: http://europa.eu.int/comm/agriculture/index_en.htm Europees Visserijfonds Wettelijk bindende versie is nog niet gepubliceerd. Zie voor de recentste informatie website DG Visserij- en Maritieme Zaken: http://europa.eu.int/comm/fisheries/policy_en.htm Europees Fonds voorRegionale Ontwikkeling, Europees Sociaal Fonds en Cohesiefonds. Wettelijk bindende versie is nog niet gepubliceerd. Zie voor de recentste informatie website DG Regionaal Beleid: http://europa.eu.int/comm/regional_policy/sources/docoffic/official/regulation/newregl0713_en.htm Financieringsinstrument voor het Leefmilieu (LIFE+) Wettelijk bindende versie is nog niet gepubliceerd. Zie voor de recentste informatie website DG Leefmilieu: http://europa.eu.int/comm/environment/life/home.htm 7de Onderzoekskaderprogramma (KP7) Wettelijk bindende versie is nog niet gepubliceerd. Zie voor de recentste informatie website van Cordis: http://www.cordis.lu/KP7/ Bijkomende referenties CEC (2005) Handbook for Environmental Project Funding. DG-Environment. Te vinden op: http://www.europa.eu.int/comm/leefmilieu/Fondsing/pdf/handbook_Fondsing.pdf WWF (2005) EU funding for the Environment: A handbook for the 2007-2013 programming period. Te vinden op: http://assets.pena.org/downloads/euFondsingforleefmilieuweb.pdf WWF, Natuur en Milieu, and LUPG (2005) Rural Development Environmental Programming Guidelines: A manual based on the findings of the Europe’s living countryside project. Te vinden op: http://www.pena.org/about_wwf/where_we_work/europe/what_we_do/epo/initiatives/agriculture/common_ag_policy/publications/index.cfm?uNewsID=23855

Page 107: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan
Page 108: ec.europa.eu · 2016-05-27 · leven in al zijn vormen – de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan

������������� ������� �����������������������������

������������������������������� ����������������

�� !�"� ���#��� �$���$���������%&'�

( ()�*( ����( ���)����� ����$���+�,��$$�$��� ����� �������-� ����$���. ��&�� -�",��$$�$�

�,�����#�" #"�/00�"0���1���� �����2�������������3����4�

�-���������$�%� �-��������$ ���$������

��������������� ��������