Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
BLOK 6
EXTRA1 2
DOEL 1 • Je oefent met eenheden optellen tot en met 100:– binnen het tiental: in 1 stap.– over het tiental: in 2 stappen, via het tiental.
GA VERDER
HULP
65 + 4 = 69
5 + 4 = 9
1 stap
37 40 42
+3 +2
37 + 5 = 422 stappen
1 Kleur de sommen binnen het tiental geel.Kleur de sommen over het tiental blauw.
53 + 6
74 + 5
19 + 5 14 + 3 37 + 6 85 + 6
21 + 5 62 + 9 98 + 1 49 + 4
2 Reken uit op de getallenlijn, in 2 stappen.
36 + 5 = 48 + 7 = 57 + 6 =
32 + 9 = 29 + 8 = 85 + 9 =
66 + 5 = 18 + 7 = 78 + 4 =
45 + 8 = 57 + 5 = 29 + 3 =
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2
BLOK 6
EXTRA1 2
KLAAR!
3 Welke sprongen horen bij de som?
65 + 8 =
26 + 6 =
57 + 6 =
48 + 6 = +3 +3
+2 +4
+4 +2
+3+5
4 Reken uit.Kruis de sommen aan die niet over het tiental gaan.Sommen binnen het tiental: zonder getallenlijn.Sommen over het tiental: op de getallenlijn.
44 + 7 =
32 + 2 =
58 + 6 =
25 + 4 =
11 + 6 =
77 + 4 =
36 + 2 =
89 + 3 =
95 + 4 =
26 + 3 =
58 + 8 =
66 + 4 =
79 + 1 =
42 + 5 =
85 + 6 =
33 + 9 =
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2
BLOK 6
EXTRA1 2
GA VERDER
DOEL 2 • Je oefent met eenheden aftrekken tot en met 100:– binnen het tiental: in 1 stap.– over het tiental: in 2 stappen, via het tiental.
HULP
38 − 5 = 331 stap
8 − 5 = 3
656057
−5−3
65 − 8 = 572 stappen
1 Kleur de sommen binnen het tiental geel.Kleur de sommen over het tiental blauw.
26 − 3
52 − 7
81 − 8 62 − 4 63 − 2 26 − 9
49 − 7 32 − 7 43 − 5 58 − 4
2 Reken uit op de getallenlijn, in 2 stappen.
53 − 8 = 24 − 7 = 68 − 9 =
46 − 8 = 32 − 5 = 71 − 6 =
82 − 4 = 25 − 8 = 44 − 8 =
62 − 7 = 21 − 9 = 36 − 8 =
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2
BLOK 6
EXTRA1 2
KLAAR!
3 Welke sprongen horen bij de som?
32 − 8 =
64 − 8 =
44 − 6 =
73 − 7 =
−4 −4
−4
−4
−2
−2−6
−3
4 Reken uit.Kruis de sommen aan die niet over het tiental gaan.Sommen binnen het tiental: zonder getallenlijn.Sommen over het tiental: op de getallenlijn.
65 − 3 =
43 − 8 =
28 − 4 =
96 − 3 =
72 − 5 =
57 − 3 =
84 − 2 =
35 − 6 =
32 − 6 =
47 − 9 =
67 − 4 =
96 − 6 =
55 − 4 =
28 − 6 =
72 − 4 =
82 − 8 =
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2
BLOK 6
EXTRA1 2
GA VERDER
DOEL 3 • Je oefent optelsommen en aftreksommen tot en met 100 die je straks nodig hebt bij het uitrekenen van de keersommen.
• Je oefent een keerverhaal te tekenen met sprongen op de lijn.• Je oefent bij een keersom een verhaal bedenken (herhaling).• Je oefent bij een keerverhaal een keersom bedenken en die leggen met
blokken en tekenen (herhaling).
HULP
0 6 12 18
+6 +6 +66 + 6 + 6 = 183 × 6 = 18
1 Reken uit.
50 − 5 =
10 − 1 =
90 − 9 =
20 − 2 =
60 − 6 =
30 − 3 =
70 − 7 =
40 − 4 =
80 − 8 =
60 − 6 =
90 − 9 =
70 − 7 =
2 Reken uit.
20 − 2 =
15 − 3 =
40 − 4 =
25 − 5 =
12 + 6 =
35 + 7 =
16 + 8 =
45 + 9 =
30 − 6 =
35 − 7 =
80 − 8 =
45 − 9 =
4 + 2 =
15 + 3 =
20 + 4 =
15 + 5 =
3 Reken uit.
2 + 2 =
4 + 2 =
10 + 2 =
10 − 2 =
20 − 2 =
3 + 3 =
6 + 3 =
15 + 3 =
15 − 3 =
30 − 3 =
4 + 4 =
8 + 4 =
20 + 4 =
20 − 4 =
40 − 4 =
5 + 5 =
15 + 5 =
25 + 5 =
25 − 5 =
50 − 5 =
6 + 6 =
12 + 6 =
30 + 6 =
30 − 6 =
60 − 6 =
7 + 7 =
14 + 7 =
35 + 7 =
35 − 7 =
70 − 7 =
8 + 8 =
16 + 8 =
40 + 8 =
40 − 8 =
80 − 8 =
9 + 9 =
18 + 9 =
45 + 9 =
45 − 9 =
90 − 9 =
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2
BLOK 6
EXTRA1 2
KLAAR!
4 Welke 2 sommen horen erbij?
0
+7 +7 +7
7 + 7 + 7
3 + 3 + 3 + 3 + 3 + 3 + 3
3 × 7
7 × 3
0
+3 +3 +3 +3 +3
3 + 3 + 3 + 3 + 3
5 + 5 + 5
3 × 5
5 × 3
5 Schrijf de keersom op.
0
+5 +5 +5 +5
keersom:
0
+6 +6 +6
keersom:
6 Teken de sprongen op de lijn en vul in.
3 × 7 = 3 × 9 =
7 Schrijf de lange plussom op.Reken uit.
keersom: 2 × 9 =
lange plussom:
keersom: 3 × 8 =
lange plussom:
keersom: 6 × 5 =
lange plussom:
keersom: 5 × 3 =
lange plussom:
keersom: 4 × 4 =
lange plussom:
keersom: 3 × 7 =
lange plussom:
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2
BLOK 6
EXTRA1 2
GA VERDER
DOEL 4 • Je oefent de tijd van een digitale klok af te lezen bij hele en halve uren.• Je oefent de tijd van een digitale klok af te lezen bij kwartieren.
HULP
:0005uren minuten
:1505
12 12
3
4567
8
9
1011
Het is kwart over 5.
:4504
12 12
3
4567
8
9
1011
Het is kwart voor 5.
1 Hoe laat is het?
:3004
half 4
half 5
:3011
half 11
half 12
:0005
4 uur
5 uur
:1510
kwart over 10
kwart over 11
:4506
kwart voor 6
kwart voor 7
:4510
kwart voor 11
kwart over 11
:3008
half 8
half 9
:1512
kwart voor 12
kwart over 12
2 Steeds een kwartier later.
:3005
:1508
3 Hoe laat is het?:1506 :0005:4504 :3007
12 12
3
4567
8
9
1011 12 1
2
3
4567
8
9
101112 1
2
3
4567
8
9
1011 12 1
2
3
4567
8
9
1011
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2
BLOK 6
EXTRA1 2
KLAAR!
4 Hoe laat is het?Teken de wijzers.Rood voor de grote wijzer, groen voor de kleine wijzer.Vul de tijd in.
:1511
12 12
3
4567
8
9
1011
:3005
12 12
3
4567
8
9
1011
:4509
12 12
3
4567
8
9
1011
:4503
12 12
3
4567
8
9
1011
5 Hoe laat is het?Teken de wijzers.Vul de tijd in.
:0004
12 12
3
4567
8
9
1011
Het is .
:1509
12 12
3
4567
8
9
1011
Het is .
:1511
12 12
3
4567
8
9
1011
Het is .
:3001
12 12
3
4567
8
9
1011
Het is .
Pluspunt • groep 4 • blok 6 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2