3
13 idee april 2014 Follow the leader, leader Menno Hurenkamp De zoektocht naar leiderschap Leiderschap in gelijkwaardigheid We wien aemaal meer vrijheid voor, en gelijkwaardigheid van, het individu, maar ondertussen zoeken we ook naar leiding en ankerpunten. Het zoeken naar leiderschap is de last van de individualisering en modernisering. Door Menno Hurenkamp De zoektocht naar leiderschap Bijna niemand is tegen ‘emancipatie’, het bevrij- den van individuen uit verstiende verbanden. Bijna de gehele politiek pleit dan ook graag vóór modernisering van onze sociale verhoudingen. Graag ruim baan voor minder dwingende ar- beidsverhoudingen, minder dwingende gezins- verhoudingen, minder dwingende grenzen van het land en andere bevrijdingen uit de ketenen van het oude, en verstiende. De school en het werk als keuze, het huwelijk als keuze, religie als keuze en uiteindelijk ook: loyaliteit als keuze. Lang leve de individualisering! Maar de ‘lichte gemeenschappen’ die je daardoor krijgt, hebben ook een prijs. Want wanneer het om de onbedoel- de en vaak negatieve effecten van deze moderni- sering gaat, dan vraagt de politiek juist weer om nieuwe ordening, om herkenbaarheid die al te vrije individuen weer een thuis moet bieden. Wanneer die vrije burgers zich verweesd, onthand of ontworteld gedragen, dan is dat omdat er te weinig zingeving is, of te weinig tijd voor naas- ten, of te weinig gevoel voor het nationale, te weinig geloof in de politiek ook. Dan moet er nieuwe ordening komen en is de individualise- ring een last. Leiderschap in gelijkwaardigheid De laatste decennia is onze (westerse) samenleving veranderd van een meer hiërarchisch ingerichte samenleving naar een samenleving waarin mensen zich steeds meer op basis van gelijkwaardigheid tot elkaar verhouden. Leiderschap en autoriteit worden niet zonder meer geaccepteerd. Toch zoeken we naar leiderschap, en dat levert spanningen op, meent Menno Hurenkamp. Leiderschap blijſt nodig, ook in gelijkwaardigheid, maar ziet er wel anders uit dan vroeger, menen Frank van Mil en Ad van Vugt.

De zoektocht De zoektocht naar leiderschap naar leiderschap...De zoektocht naar leiderschap Bijna niemand is tegen ‘emancipatie’, het bevrij-den van individuen uit verstikkende

  • Upload
    others

  • View
    34

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • 1312

    idee

    ap

    ril 2

    014

    Follo

    w t

    he

    lead

    er, l

    ead

    erM

    enn

    o H

    ure

    nka

    mp

    D

    e zo

    ekto

    cht

    naa

    r le

    ider

    sch

    ap

    Leiderschap in gelijkwaardigheidWe willen allemaal meer vrijheid voor, en gelijkwaardigheid van, het individu, maar ondertussen zoeken we ook naar leiding en ankerpunten. Het zoeken naar leiderschap is de last van de individualisering en modernisering. Door Menno Hurenkamp

    De zoektocht naar leiderschap

    Bijna niemand is tegen ‘emancipatie’, het bevrij-den van individuen uit verstikkende verbanden. Bijna de gehele politiek pleit dan ook graag vóór modernisering van onze sociale verhoudingen. Graag ruim baan voor minder dwingende ar-beidsverhoudingen, minder dwingende gezins-verhoudingen, minder dwingende grenzen van het land en andere bevrijdingen uit de ketenen van het oude, en verstikkende. De school en het werk als keuze, het huwelijk als keuze, religie als keuze en uiteindelijk ook: loyaliteit als keuze. Lang leve de individualisering! Maar de ‘lichte gemeenschappen’ die je daardoor krijgt, hebben

    ook een prijs. Want wanneer het om de onbedoel-de en vaak negatieve effecten van deze moderni-sering gaat, dan vraagt de politiek juist weer om nieuwe ordening, om herkenbaarheid die al te vrije individuen weer een thuis moet bieden. Wanneer die vrije burgers zich verweesd, onthand of ontworteld gedragen, dan is dat omdat er te weinig zingeving is, of te weinig tijd voor naas-ten, of te weinig gevoel voor het nationale, te weinig geloof in de politiek ook. Dan moet er nieuwe ordening komen en is de individualise-ring een last.

    Leiderschap in gelijkwaardigheidDe laatste decennia is onze (westerse) samenleving veranderd van een meer hiërarchisch ingerichte samenleving naar een samenleving waarin mensen zich steeds meer op basis van gelijkwaardigheid tot elkaar verhouden. Leiderschap en autoriteit worden niet zonder meer geaccepteerd. Toch zoeken we naar leiderschap, en dat levert spanningen op, meent Menno Hurenkamp. Leiderschap blijft nodig, ook in gelijkwaardigheid, maar ziet er wel anders uit dan vroeger, menen Frank van Mil en Ad van Vugt.

  • 1514

    idee

    ap

    ril 2

    014

    Follo

    w t

    he

    lead

    er, l

    ead

    er

    timing en aard van de organisatie. De generatie bestuurders die zichzelf verrijkt heeft ten koste van ziekenhuizen, woningbouwcorporaties en andere halve en hele publiekinstellingen getuigt daar nu van.

    Leiderschap als deel van het politieke repertoire krijgt de laatste tijd meer en meer aandacht naar-mate oude, ideologische kaders er minder toe doen. Dit is bekend terrein voor politicologen en ook voor geoefende krantenlezers. We leven in een mediacultuur, niet in een partijcultuur en geïndividualiseerde kiezers stappen makkelijker over tussen partijen, laten zich minder gelegen liggen aan partijprogramma’s en des te meer aan aansprekende voormannen- en vrouwen. Excuus: vergeet dat -vrouwen, het zijn alleen mannen die in Nederland de dienst uitmaken waar het om leiderschap van politieke partijen gaat. Heteromannen ook, al die lijsttrekkers. En be-hoorlijk wit ook, nu we het er toch over hebben. En academisch geschoold. En in een ‘Ogert’ pak, met zo’n das expliciet zónder die dikke knoop van Fortuyn. Leg een groepsfoto van alle Nederlandse politieke leiders van vandaag voor aan kinderen uit de Sovjet-Unie en zeg dan nog eens dat ‘ons systeem’ vrijheid produceert.

    Achter dit retorische punt schuilt een wezenlijk probleem. Lichte gemeenschappen, gekozen verbanden, gaan niet spontaan samen met demo-cratie. Sterker, democratie lijdt onder keuzevrij-heid: mensen gaan verschillen en meningsverschillen nou eenmaal liever uit de weg, en als het even kan lossen ze het conflict liever op via het recht van de sterkste. Individuele vrijheid en politieke verwaarlozing vertonen samenhang: met mij gaat het goed, met de sa-menleving slecht is de platgetreden samenvatting van die maatschappelijke toestand. Het is de constatering dat er een mismatch bestaat tussen het eigen leven en het collectief, tussen persoon-lijk optimisme en sociaal wantrouwen, tussen private opulence and public squalor zoals het ten tijde van Galbraith & Den Uyl heette, toen deze kloof nog in sociaaleconomische termen werd geduid. Men is liberaal waar het moet, en ont-hecht waar het kan: ruimdenkend ten opzichte van andermans vrijheden maar aarzelend om

    daar zelf voor in actie te komen, aarzelend jegens politieke partijen, aarzelend jegens ideologie.

    Nu lijdt democratie altijd onder de samenleving die voor haar gekozen heeft, dus we moeten er niet apocalyptisch over redeneren. Maar voor alle Nederlandse politieke partijen geldt dat de laatste decennia de interne democratie eerder af- dan toenam. Leiderschap wordt meer en meer ge-maakt door een kleine kliek rond de leider. De media stribbelen mee met de lusten en het lijden van de leider, door hem te koesteren wanneer hij probeert de baas te worden, hem te gedogen zolang hij geen fouten maakt en hem neer te sabelen wanneer hij wel fouten maakt. Partijen zelf hebben er zelden veel mee van doen wie de baas wordt, ze mogen in een referendum of tij-dens een congres het beeld bevestigen dat in de media en door een kleine club mensen rond de nieuwe leider geschapen is. Het verschil met ‘vroeger’ moet niet te zwaar worden aangezet: Drees noch Kok dacht bij moeilijke beslissingen: tijd voor een belrondje onder de leden. Maar de context is wel een andere; we veronderstellen nu veel geëmancipeerder te zijn dan we onder Drees waren. En ook een partij als D66 raakt ondanks zijn democratische geloofsbrieven eerder meer dan minder piramidaal georiënteerd. Zoals het zonder Van Mierlo nooit wat was geworden, was het nu zeker zonder Pechtold nooit wat geworden.

    Zie daar hoe de modernisering botst op zijn eigen grenzen. Uit de sociale bevrijding volgt democra-tische verwaarlozing. Ontideologisering kan misschien betekenen dat ‘arbeid’ en ‘kapitaal’ en ‘kerk’ niet meer de criteria zijn om politiek langs te ordenen, maar het onderhoud van de democra-tie vergt wel strijd, geen gebabbel. Want dalende opkomsten bij verkiezingen zijn wel degelijk een probleem (anders dan bijvoorbeeld verdwijnende partijen). Maar hoe dat te doen? Sturing door anderen dan onszelf vinden we dus slecht, maar als iemand toch af en toe de baas moet zijn, wie onderhoudt dan de structuren waarin we die bazen kiezen? Het is naïef om te veronderstellen dat partijen ooit weer echt gaan leven, de verwor-ven vrijheid biedt ons aardiger én zinvoller tijds-besteding dan een bezoek aan een partijcongres.

    Men

    no

    Hu

    ren

    kam

    p

    De

    zoek

    toch

    t n

    aar

    leid

    ersc

    hap

    Het schuurt dus; roepen dat vrijheid het hoogste goed is en ondertussen kaders willen scheppen om het gevreesde gebrek aan binding een beetje overzichtelijk te houden. Dat wordt bijvoorbeeld zichtbaar in pleidooien voor burgerschap. In lichte gemeenschappen leer je in de dagelijkse praktijk wat goed burgerschap is; thuis of op straat of op school of in de vereniging oefenen mensen zich in idealen articuleren, meningsver-schillen oplossen, vergaderen. Maar dat goede burgerschap wordt op het nationale niveau ge-toetst: je hoeft niet helemaal te weten hoe je vergadert of hoe je geld inzamelt voor een goed doel, maar je moet wel weten wie een vinger in de dijk stak en wie Willem van Oranje was om een goed Nederlands burger te zijn en het inburger-examen te halen. Dit wringt met de logica van de lichte gemeenschappen.

    Het zoeken naar kaders in een wereld waar vrij-heid de norm is, dat is de last van de modernise-ring. Pleidooien voor ‘meer leiderschap’ laten zich tegen deze achtergrond goed begrijpen, het zijn meestal pogingen om degenen die niet met vrij-heid heten overweg te kunnen tot de orde te roepen. Het land, de politiek, de stad, een bedrijf heeft behoefte aan ‘meer leiderschap’, omdat er bepaalde cruciale vernieuwingen nodig zijn waarvoor de doorgeslagen individualisten die wij nu eenmaal zijn niet spontaan offers willen bren-gen. Het helpt enorm om dit soort pleidooien terug te brengen tot de kern: leiderschap is één van de oplossingen voor sturingsvraagstukken, een onderdeel van een repertoire voor politici, bestuurders en managers. Binnen een zakelijke context is de goede leider degene die het meeste geld verdient. Regelmatig worden ook ‘goede leiders’ op het schild gehesen die zich laten voor-staan op hun menslievendheid of hun zorg voor de omgeving, maar ze halen zelden de voorkant van Time of Quote. Populaire zachtaardige zaken-mannen zijn ‘bliksemaf ’-leiders van het feit dat in ondernemingsland alleen telt wie de grootste heeft. Binnen de context van het openbaar be-stuur en aanverwante instellingen is dat anders. Daar zit ‘goed leiderschap’ meer in het proces, wie er met veel poen vandoor gaat heeft zelden duur-zaam gezag vertoond. Het verwerven van legiti-miteit vergt veel aandacht voor procedures,

    Lokaal leiderschap: invloed vs macht

    Altijd al voel ik de behoefte om mezelf nuttig te maken. Ik wil een bijdrage leveren aan de samen-leving. Maar hoe doe je dat? Er zijn talloze manie-ren om dit te doen, maar wat past bij mij? Dat is de lokale politiek gebleken. Het is iets waar ik plezier in heb en veel voldoening uit haal. Wat mij wel opvalt, is dat er nog veel oude machtspolitiek bedreven wordt. Politiek om de politiek, vastge-roeste dogma’s en gericht op het verwerven van machtige posities. Volgens mij is dit niet de ma-nier om de kloof tussen de politiek en de burger te dichten. Met respect, een open dialoog en door naar elkaar te luisteren, komen we tot betere oplossingen en een verantwoordelijk bestuur.

    Een duidelijke inspiratiebron in de politiek heb ik niet. Uiteraard heb ik veel bewondering voor mensen die een verschil maken, maar niemand waar ik me ook echt aan spiegel. Ik denk dat ik me nog het meest laat inspireren door mensen die ik in het dagelijks leven ontmoet en de mensen met wie ik werk. Uiteindelijk zal ik altijd mijn eigen pad moeten bewandelen. De essentie van mijn eigen leiderschapsstijl is dat ik werk vanuit rela-ties en niet vanuit mijn positie. De baas willen spelen, is niet wat ik wil. In mijn fractie is er ruimte voor eigen meningen en maken we ge-bruik van elkaars kennis en ervaringen. Natuurlijk moet een leider de politieke lijnen uitzetten en uiteindelijk knopen doorhakken. Ik doe dat vanuit invloed. Invloed is herbruikbaar, macht droogt op.

    Maaike Pippel

    Fractievoorzitter D66 Haarlem

  • 1716

    idee

    ap

    ril 2

    014

    Follo

    w t

    he

    lead

    er, l

    ead

    er

    Leiderschap in gelijkwaardigheidIn onze individualiserende samenleving zijn we allemaal ‘leiders’ geworden over ons eigen leven. Dit betekent zeker niet dat leider-schap er niet meer toe doet of onwenselijk is. Leiderschap ziet er nu alleen anders uit. Door Frank van Mil en Ad van Vugt

    Zeventien miljoen leidersOp dit hele kleine stukje aarde

    We leven in een tijd waarin leiderschap en autori-teit niet meer voetstoots worden geaccepteerd. Door ontwikkelingen als individualisering, ont-kerkelijking en welvaartstijging kunnen mensen zich meer dan ooit tevoren weinig gelegen laten liggen aan wat anderen over hen te zeggen (den-ken te) hebben. We laten ons dus steeds minder vertellen hoe we ons eigen leven zouden moeten inrichten. Dat maken we zelf wel uit. Kort of lang werken, wel of geen kinderen, elke dag in de kroeg of niet. We zijn onze eigen ‘leiders’ over onze eigen levens. Maar wat is dat dan, leider-schap, in een gelijkwaardige geïndividualiseerde samenleving?

    Persoonlijk leiderschapBij leiderschap denken veel mensen vaak direct aan de minister-president of aan een ceo van een multinational. Maar juist in een gelijkwaardige, geïndividualiseerde maatschappij is het van belang je te realiseren dat leiderschap bij iedereen kan liggen. In wisselende contexten, en in steeds veranderende verbanden. De ene keer is iemand leidend, de andere keer volgend. Dat leiderschap niet vanzelfsprekend bij een persoon of bij een groep ligt valt alleen maar toe te juichen, vooral vanuit sociaal-liberaal perspectief. Leiderschap verhoudt zich namelijk tot macht, en sociaal-libe-ralen hebben altijd kritisch gekeken naar grote

    Fran

    k va

    n M

    il en

    Ad

    van

    Vu

    gt

    Zeve

    nti

    en m

    iljo

    en le

    ider

    s

    Ook voor maatschappijcritici zijn er beter voer-tuigen dan de partij. Daarmee hebben leiders in de politiek in toenemende mate twee mogelijkheden.

    De ene mogelijkheid is zich onderscheiden in de media en in oppositie van de zittende macht door ‘anders’ te zijn, waarbij het niet veel uitmaakt ‘hoe’ anders. Het uitgangspunt is dan dat een groot deel van de kiezers áltijd ontevreden is over het beheer van het publieke domein en dus als vanzelf zal neigen naar een alternatief voor de regering. Dit is de kaart waarmee D66 zich de afgelopen maanden behoorlijk mee in de kijker heeft weten te spelen. Zeg: D66 en de kiezer zegt: onderwijs. Maar vraag de kiezer niet: D66 en wát voor onderwijs, want hij zal zwijgen. En mocht D66 aan de macht raken, dan keren de kansen fluks, want regeren is bloeden in het Nederlandse landschap bezaaid met gefnuikte middenpartijen.

    De andere mogelijkheid is het probleem van de democratische verwaarlozing die volgt uit de sociale bevrijding serieuzer nemen. De claim om democratie te verspreiden moet opnieuw herno-men worden. Patriarchale voorlieden ‘(verzui-ling’) en klassenverschillen (‘arm en rijk’) zijn succesvol bestreden. Daarmee lijkt de weg vrij om een ander pad dan dat van je ouders in te slaan, om een eigen weg te vinden. Maar is daarmee de bevrijding gerealiseerd? Nou nee. Want, om maar eens een voorbeeld te noemen, wanneer overheid, werkgevers en al dan niet commerciële dienstver-leners niet alleen weten welke dingen je graag koopt en hoe je je vrije tijd doorbrengt, maar ook weten hoe lang je hoogstwaarschijnlijk gezond blijft, ligt je bestemming plotseling niet meer in eigen hand of dat van het noodlot, maar in han-den van de mensen die je een baan geven of ont-houden, die je een verzekering geven of onthouden, die er op aandringen dat je je levens-gewoonten wijzigt. Nieuwe heren, nieuwe onder-danen; niet meer op basis van geboorte of geloof, maar op basis van kennis.

    Door big data staat het opnieuw vast waar je onge-veer uitkomt met je leven, net als ruim een eeuw geleden. En het lijkt kiezers misschien niet veel

    uit te maken. Onder condities van lichte gemeen-schappen komt veel sociaal goeds tot stand, maar verwacht van burgers die zichzelf als bevrijd beschouwen geen spontante maatschappijkritiek. Dat die kritiek niet uit de verf komt, komt vooral omdat de hedendaagse politiek amper bij machte is iets te zeggen over de nieuwe breuklijnen in de maatschappij; men is te druk met oude ideologi-sche tegenstellingen of strijd om beelden in de media. Maar het is een kleine stap van het heden-daags individualisme naar een nieuwe dictator, zoals Facebook of een overheid die zich weinig meer aan hoeft te trekken van haar tevreden onderdanen. Berusting kan toch niet de bedoe-ling zijn? Het vergt opnieuw nadenken over machtsverhoudingen, tussen staat en burger, tussen werkgever en werknemer. Energie en inspiratie om deze 21e eeuwse emancipatie te organiseren, dat is pas voer voor politiek leiderschap.

    Menno Hurenkamp is politicoloog en journalist.

    Hij is hoofdredacteur van S&D, het maandblad

    van de Wiardi Beckman Stichting.