24
Besturen is de toekomst plannen en vorm geven. Vandaag nadenken over de toekomst van onze steden in 2030. De toekomst voorbereiden, dat was het thema van het 4e wereldcongres van de verenigde steden en lokale besturen UCLG* dat plaatsvond te Mexico van 17 tot 20 november 2010. Een goed gevuld congres met heel wat vergaderingen en workshops, waar onderstreept werd dat de lokale besturen van de hele wereld verantwoordelijk zijn voor de inrichting van de steden van de toekomst. Daartoe moet men een vernieuwende kijk op de stad van morgen durven uittekenen, gesteund op een doeltreffende strategische planning voor fysieke, economische, sociale, culturele en milieu-ontwikkeling. Een van de vele aanbevelingen die door het congres van de UCLG uitgewerkt werden, is dat de lokale besturen over voldoende financiële middelen dienen te beschikken om de essentiële diensten aan hun bevolking te vrijwaren en de nodige investeringen voor de toekomst te kunnen doen. De econo- mische crisis mag geen hercentralisering van de macht teweegbrengen. Een ander belangrijk thema van het congres was het trachten te bereiken van de doelstellingen rond de klimaatverandering. Het congres van de UCLG, dat de conferentie van Cancún voorafging, heeft deze deels voorbereid. De burgemeester van Mexico, die de UCLG op de conferentie vertegenwoordigde, vroeg er om nog strengere maatregelen om de klimaat- verstoringen te voorkomen of in te perken en meldde dat de lokale steden en besturen hun steentje willen bijdragen tot het beleid terzake. Het congres van de UCLG heeft er ook voor gepleit dat cultuur de vierde pijler zou worden van de duurzame ontwikkeling, naast economie, sociaal leven en milieu. Cultuur en menselijke ontplooiing zijn nauw met elkaar verbonden. Culturele diversiteit is een uitdaging op internationaal niveau, maar ook voor iedere stad. Op het congres bleek duidelijk dat de culturele diversiteit die wij in Brussel kennen, een realiteit is van steden overal ter wereld. Interculturele dialoog is dus een prioriteit voor de lokale besturen. Een “geslaagde” stad is een stad van welzijn en samenleven. Dat vergt een goede combinatie tussen positieve planning van de infrastructuur, uitrustingen, diensten op de goede plaats en het goede moment en voldoende creativiteit die het mogelijk maakt dat de stad ontwikkelt en haar eigen leven, cultuur, economie en sociale diversiteit versterkt zonder al te veel regulering. De stad in 2030 Ver. Uitg. MarcThoulen - Nr 7317 EDITO Nr 2010/ 06 - december 2010 / januari 2011 Marc Cools Voorzitter van de VSGB INHOUDSTAFEL Naar een Europees netwerk voor goed bestuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Een sociaal handvest 2.0 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Praktisch handboek voor burgemeesters en schepenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Participatieve tuinen in Etterbeek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Een gewestelijk kader voor biodiversiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Parkeerretributies : stand van zaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 pagina DE VERENIGING IN ACTIE De periode waarvan we hier verslag uitbrengen, loopt van 22 oktober tot 10 december. Die periode is kort en aangezien er nog steeds geen federale regering is, was het voor de organen en de studiedienst van de Vereniging niet echt relevant acties op het getouw te zetten op dat niveau. Mobiliteit De specifieke opdrachten van de Vereniging hebben minder te lijden onder de omstandigheden. De mobiliteitscel heeft verschillende vergaderingen georganiseerd met allerlei partners, werkt voornamelijk aan de conclusies van de Week van Vervoering en draagt actief bij tot de voorbereiding van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ter herinnering : het doel van de Staten- Generaal is een nieuw actieplan uit te werken voor 2011-2020 met het oog op de terugschroeving van het aantal doden en zwaargewonden op onze wegen. Naast deze activiteit wijzen wij tevens op een nieuwe opfrissingscursus ivm het verkeers- reglement, die plaatsvond op 15 en 22 november: er waren 35 deelnemers, voornamelijk gemeenschapswachten uit gemeenten, maar ook ambtenaren van het Gewest en de MIVB, politiezones en het politieparket. * UCLG (United Cities and Local Governments) is de wereldorganisatie van steden en gemeenten, die om de drie jaar een congres houdt. Meer info op www.cities-localgovernments.org

De stad in 2030diversiteit die wij in Brussel kennen, een realiteit is van steden overal ter wereld. Interculturele dialoog is dus een prioriteit voor de lokale besturen. Een “geslaagde”

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • Besturen is de toekomst plannen en vorm geven. Vandaagnadenken over de toekomst van onze steden in 2030.

    De toekomst voorbereiden, dat was het thema van het 4ewereldcongres van de verenigde steden en lokale besturenUCLG* dat plaatsvond te Mexico van 17 tot 20 november2010. Een goed gevuld congres met heel wat vergaderingen enworkshops, waar onderstreept werd dat de lokale besturen vande hele wereld verantwoordelijk zijn voor de inrichting van desteden van de toekomst. Daartoe moet men een vernieuwendekijk op de stad van morgen durven uittekenen, gesteund op eendoeltreffende strategische planning voor fysieke, economische,sociale, culturele en milieu-ontwikkeling.

    Een van de vele aanbevelingen die door het congres van deUCLG uitgewerkt werden, is dat de lokale besturen overvoldoende financiële middelen dienen te beschikken om deessentiële diensten aan hun bevolking te vrijwaren en de nodigeinvesteringen voor de toekomst te kunnen doen. De econo-mische crisis mag geen hercentralisering van de machtteweegbrengen.

    Een ander belangrijk thema van het congres was het trachtente bereiken van de doelstellingen rond de klimaatverandering.Het congres van de UCLG, dat de conferentie van Cancúnvoorafging, heeft deze deels voorbereid. De burgemeester vanMexico, die de UCLG op de conferentie vertegenwoordigde,vroeg er om nog strengere maatregelen om de klimaat-verstoringen te voorkomen of in te perken en meldde dat delokale steden en besturen hun steentje willen bijdragen tot hetbeleid terzake.

    Het congres van de UCLG heeft er ook voor gepleit dat cultuurde vierde pijler zou worden van de duurzame ontwikkeling,naast economie, sociaal leven en milieu. Cultuur en menselijkeontplooiing zijn nauw met elkaar verbonden. Culturelediversiteit is een uitdaging op internationaal niveau, maar ookvoor iedere stad. Op het congres bleek duidelijk dat de culturelediversiteit die wij in Brussel kennen, een realiteit is van stedenoveral ter wereld. Interculturele dialoog is dus een prioriteitvoor de lokale besturen.

    Een “geslaagde” stad is een stad van welzijn en samenleven.Dat vergt een goede combinatie tussen positieve planning vande infrastructuur, uitrustingen, diensten op de goede plaats enhet goede moment en voldoende creativiteit die het mogelijkmaakt dat de stad ontwikkelt en haar eigen leven, cultuur,economie en sociale diversiteit versterkt zonder al te veelregulering.

    De stad in 2030

    Ver.

    Uitg.

    Mar

    cTho

    ulen

    -Nr7

    317

    ED

    ITO

    Nr 2010/06 - december 2010 / januari 2011

    Marc CoolsVoorzitter van de VSGB

    INHOUDSTAFEL

    Naar een Europees netwerk voor goed bestuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5Een sociaal handvest 2.0 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10Praktisch handboek voor burgemeesters en schepenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11Participatieve tuinen in Etterbeek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12Een gewestelijk kader voor biodiversiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17Parkeerretributies : stand van zaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19

    pagina

    DE VERENIGING IN ACTIE

    De periode waarvan we hier verslag uitbrengen, loopt van 22oktober tot 10 december. Die periode is kort en aangezien er nogsteeds geen federale regering is, was het voor de organen en destudiedienst van de Vereniging niet echt relevant acties op hetgetouw te zetten op dat niveau.

    Mobiliteit

    De specifieke opdrachten van de Vereniging hebben minder telijden onder de omstandigheden. De mobiliteitscel heeftverschillende vergaderingen georganiseerd met allerlei partners,werkt voornamelijk aan de conclusies van de Week vanVervoering en draagt actief bij tot de voorbereiding van deStaten-Generaal van de Verkeersveiligheid in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest. Ter herinnering : het doel van de Staten-Generaal is een nieuw actieplan uit te werken voor 2011-2020met het oog op de terugschroeving van het aantal doden enzwaargewonden op onze wegen. Naast deze activiteit wijzen wijtevens op een nieuwe opfrissingscursus ivm het verkeers-reglement, die plaatsvond op 15 en 22 november: er waren 35deelnemers, voornamelijk gemeenschapswachten uit gemeenten,maar ook ambtenaren van het Gewest en de MIVB, politiezonesen het politieparket.

    * UCLG (United Cities and Local Governments) is de wereldorganisatievan steden en gemeenten, die om de drie jaar een congres houdt. Meer info op www.cities-localgovernments.org

  • 2 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Internationale samenwerking

    Wat de gemeentelijke internationale samenwerkingbetreft, heeft de Vereniging een workshop georganiseerd inMarokko, te Al Hoceima, van 25 tot 27 oktober. Dit Zuid-Noord-platform bracht nagenoeg alle Belgische enMarokkaanse partners samen die actief zijn in het kader vandit samenwerkingsprogramma: de gemeenten Vorst, Sint-Gillis, Jette, Evere, Oudergem, Sint-Jans-Molenbeek enSchaarbeek vergezelden de Vereniging op deze missie.

    De ambassadeur van België in Marokko, de walli van deregio Taza-Al Hoceima-Tanouate, de president van de regioen de voorzitster van de stad Al Hoceima hebben er dewerkzaamheden geopend. De gewestregering had haar grotezaal ter beschikking gesteld van het platform, waarvan depraktische organisatie feilloos ter harte genomen werd doorde gaststad.

    Drie dagen lang werd het samenwerkingsbeleid in Marokkobelicht, op basis van een presentatie van de heer Boonen,adviseur bij de ambassade. De deelnemers konden er hunopvattingen uitwisselen over het concept sociale actie, deprioritaire sector van het programma GIS in Marokko, zoalshet in België en in Marokko ingekleurd wordt. Er werdmeermaals in kleinere groepjes gewerkt, onder meer rond defactoren voor het welslagen van een samenwerkingsverband,netwerken of indicatoren. Externe sprekers, zoals het UnitedNations Development Program of de vereniging Targa(actief bij de voorbereiding van ontwikkelingsplannen inMarokkaanse gemeenten), hebben bijgedragen tot deverruiming van de visie van de deelnemers. Enkele bezoekenaan lokale initiatieven rond sociale actie (verenigingen voorvrouwen, ontwikkeling, …) maakten de uitwisselingen nogconcreter.

    Naast dit doel “platform” maakte de Vereniging tevens vande missie gebruik om de gemeenten Sint-Gillis en Evere tebegeleiden bij de vormgeving van hun respectievesamenwerking met Berkane en Oued Essafa.

    In het kader van het programma voor gemeentelijkeinternationale samenwerking vond tevens een missie naarSenegal plaats van 4 tot 9 november, maar gezien de volleagenda met internationale vergaderingen voor deVereniging, werd deze laatste er vertegenwoordigd door eenadviseur van de UVCW.

    Alle Belgisch-Senegalese samenwerkingsverbanden, waar-onder de Brusselse gemeenten Anderlecht, Sint-Agatha-Berchem en Sint-Jans-Molenbeek, woonden van 4 tot 6november in Dakar het eerste Euro-Senegalese congres voorgedecentraliseerde samenwerking bij rond het thema“territoriale aanpak, voor doeltreffendere bijstand” onder

    het hoge beschermheerschap van de Senegalese president.Ook de gedecentraliseerde samenwerking van Frankrijk,Italië, Spanje en België werd bij het gebeuren betrokken, terbevordering van de driehoekssamenwerking met het oog opeen betere coördinatie van de acties en de bevordering vande synergie tussen lokale gemeenschappen. In de loop vanhet congres werden de Belgisch-Senegalese partnerships vanhet programma GIS uitgenodigd, zowel in plenaire zittingals in een workshop rond hun gemeenschappelijk doel inSenegal, nl. lokale economische ontwikkeling.

    Na deze bijeenkomst kwamen de 6 Belgisch-Senegalesesamenwerkingsverbanden nogmaals samen, nog steeds inDakar, van 7 tot 9 november, voor hun jaarlijksevergadering van het Zuid-Noord-platform. In de loop vandeze twee dagen vol uitwisseling en overleg bogen departnerships zich voornamelijk over vragen omtrent definanciering van de lokale ontwikkeling.

    Ook nog in het kader van het programma voorgemeentelijke internationale samenwerking trok deVereniging samen met haar Waalse zustervereniging van 14tot 26 november op missie naar Congo. Met driedoelstellingen voor ogen.

    Ten eerste was er een eerste vergadering van het Zuid-Noord-platform van de Belgisch-Congolese gemeentelijkesamenwerkingsverbanden betreffende het thema van hetprogramma in Congo, de steun aan de sector burgerlijkestand en bevolking. De 14 Belgisch-Congolesesamenwerkingsverbanden waren vertegenwoordigd op devergadering (voor ons Gewest gaat het om de stad Brussel,Elsene, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Lambrechts-Woluwe) in de stad Bandundu, op 400 km van Kinshasa,van 21 tot 23 november. De eerste dag was voornamelijkgewijd aan het platform van Congolese steden engemeenten, en kon op zo’n grote belangstelling rekenen vande Congolese overheid dat er onverwachte interne debattenop gang kwamen over de vorm en de oprichting van eennationale structuur van vereniging van Congolese steden engemeenten. De twee volgende dagen draaiden rondtechnische kwesties in verband met burgerlijke stand enbevolking: in deskundig door Belgische en Congolese

    DE VERENIGING IN ACTIE

  • N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6 33

    geleide workshops werden ervaringen met volkstellingen inbepaalde Congolese gemeenten geanalyseerd en tipsuitgewisseld om de verwerking van geboorte- enoverlijdensakten te verbeteren.

    Vervolgens hebben onze Vereniging hun steentjebijgedragen tot twee Belgisch-Congolese partnerships, omhun toetreding tot het programma een duwtje in de rug tegeven. Daarbij hielpen zij de nieuwe partners vooruit tenopzichte van de gemeenten die er reeds in zitten: contactenleggen, gegevens verzamelen, werkdocumenten opstellen, desamenwerkingsovereenkomst afsluiten.

    Het derde doel was in samenwerking met de DGOntwikkelingssamenwerking een interne monitoring vanhet programma GIS 2009-2012 in Congo te verrichten nuhet halverwege is. De monitoring berust op bilateralecontacten met Belgische en Congolese partners, om voorieder partnership na te gaan welke vooruitgang er geboektwerd in de uitvoering van de programmatie, maar ook demoeilijkheden die vastgesteld werden inzake beheer eninhoud.

    Duurzame ontwikkeling

    In de loop van oktober en november heeft de Verenigingvier workshops georganiseerd rond Lokale Agenda 21.

    Op 28 oktober werd een voormiddag gewijd aan de nieuweprojectoproep “Agenda Iris 21” voor gemeenten enOCMW’s, ’s anderendaags gevolgd door een bijzondereinfosessie voor de Brusselse lokale besturen die dezefinanciële steun reeds drie jaar genieten.

    Op vraag van de Vereniging biedt het Gewest hun immersde mogelijkheid de subsidie een vierde jaar te kunnenontvangen om hun Lokale Agenda 21 verder uit te voeren.Om daarvoor in aanmerking te komen moet de gemeente ofhet OCMW reeds drie jaar subsidies genoten hebben in hetkader van de projectoproep “Agenda Iris 21”, dienen ze te

    beschikken over een door de politieke instanties gevalideerdactieplan 21, moet het project voor 10 % van degewestelijke subsidie die toegekend zal worden, gefinancierdworden door de gemeente (buiten de kosten voor reedsaanwezig personeel), moet er binnen het bestuur eentransversale stuurcel actief blijven, moet de gemeente eenoverzicht kunnen voorleggen van de prioritaire acties voor2011 (waarvan er minimum één betrekking heeft op deevaluatie en de follow-up van het actieplan) en moet er eenspecifiek onderdeel “participatie” zijn. Deze eenmaligesubsidie bedraagt maximaal 25.000 euro en dekt debezoldiging van een coördinator en/of de organisatie vanprioritaire acties uit het actieplan.

    Op 16 november belichtte de workshop “een project rondduurzame ontwikkeling in goede banen leiden” het themaaan de hand van praktische oefeningen en het gebruik vaninstrumenten, zoals de boordtabel voor het voeren van eenproject of nog de horloge van de duurzame ontwikkeling.Tot slot was de voormiddag van 25 november gewijd aan deuitwisseling van praktijkvoorbeelden en ervaringen tussendragers van duurzame projecten.

    Op 24 november organiseerde de Vereniging insamenwerking met de universiteit van Newcastle eeninfosessie in het kader van het Europees project “Informedcities – making research work for local sustainability”om de banden te versterken tussen onderzoek en deuitwerking van duurzaam beleid op lokaal niveau. Devoormiddag was bestemd voor de Belgische en Nederlandselokale overheden. Er werd een voorstelling gegeven vantwee evaluatiemiddelen die door universiteiten ontwikkeldwerden in het kader van de projecten “Urban Ecosystems”(een vergelijkende evaluatie van de duurzame realisaties) en“Local Evaluation 21” (zelf-evaluatie van duurzameprocessen die door de lokale overheden op touw gezetworden).

    DE VERENIGING IN ACTIE

  • 4 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Afdeling OCMW

    Na een zuiver technische onderbreking bij de vorige editiesluiten we dit overzicht af met het verslag van devoornaamste activiteiten van de Afdeling OCMW.

    In het kader van de hervorming van de ordonnantie van2004 betreffende de erkenning en de financiering vanplaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van dewerkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen, onderimpuls van Brussels minister voor Werk Benoît Cerexhe,stelde de Afdeling OCMW vast dat gemeenten enOCMW’s niet betrokken werden bij het overleg rond devoorbereidende werkzaamheden bij het voorontwerp vanordonnantie, terwijl zij zeer actief zijn in de sector van desociale economie. In de geest van de brief van de Verenigingvan 19 oktober, waarvan sprake was in het vorige verslag,schreef de Afdeling OCMW in samenwerking met deConferentie van Brusselse OCMW-voorzitters en–secretarissen op 20 oktober een brief naar de minister. Naverscheidene interpellaties in het Brusselse Parlement werder op 6 december een ontmoeting met het kabinetverkregen, om dit voorontwerp te bespreken.

    Op 26 november organiseerde de Afdeling OCMW haartraditionele herfstontmoeting, die dit jaar gewijd was aande human resources. In de lokalen van het OCMW vanWatermaal-Bosvoorde werkten de talrijk opgekomendeelnemers in groepjes om aanbevelingen uit te werken,waarop wij in een volgend nummer zullen ingaan. Hetdebat werd ingeleid met uiteenzettingen over de turn-overin Brusselse OCMW’s, de aankondiging van het Gewest dater een nieuw sociaal handvest komt en de voorstelling vanmaatregelen voor tewerkstelling, met name de valideringvan competentie, waarvan u de mechanismen vindt op onzewebsite, en het beheer van de competentie van het personeelvan OCMW's en gemeenten, wat verder in dit nummer aanbod komt.

    Op 30 november vond een rondetafel plaats over hetBrussels rapport over de armoedebestrijding,georganiseerd door het Observatorium voor gezondheid enwelzijn van Brussel. Het doel van deze tweejaarlijkserondetafel is te debatteren met alle betrokkenen, waaronderde lokale en regionale overheden, over de resultaten van hetrapport en over de acties die gevoerd moeten worden om destrijd aan te binden tegen de armoede in het BrusselsGewest. Op de plenaire zitting werd het Brussels plan voorarmoedebestrijding voorgesteld door de bevoegde ministers.De Afdeling OCMW en de Conferentie van BrusselseOCMW-voorzitters en –secretarissen werden geraadpleegdbij de opstelling van het rapport en een werkgroepsamengesteld uit die twee organisaties heeft er commentaarbij gegeven en opmerkingen aangereikt. Die werden

    overgemaakt vóór de rondetafel en zouden opgenomenmoeten worden in het 5e kahier van het Brussels rapport,dat de uiteenzettingen en de conclusies van de rondetafelvan 30 november bevat.

    Op 30 november was de Afdeling OCMW uitgenodigd opeen dringende vergadering met staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie en ArmoedebestrijdingPhilippe Courard, betreffende de opvang van asielzoekersen de problemen inzake opvang op het Brusselsgrondgebied in de winter. Op de vergadering waren ookburgemeesters en OCMW-voorzitters, Brusselse ministersen hun adviseurs, de NMBS, vertegenwoordigers van deeerste minister en de minister van Defensie,vertegenwoordigers van de staatssecretaris van Migratie enAsiel, vertegenwoordigers van de Samu Social, Strada,enkele ngo’s en Fedasil.

    Heel wat asielzoekers zijn momenteel dakloos en hebbengeen recht op materiële bijstand ondanks de toename vanhet aantal plaatsen, aangezien bepaalde opvangplekken nogniet operationeel zijn. De staatssecretaris wou een stand vanzaken opmaken van alle initiatieven die reeds genomenwerden en nagaan hoe de acties op elkaar afgesteld kunnenworden om er de impact van te maximaliseren.

    Ondanks de 20.400 asielplaatsen die reeds of bijnabeschikbaar zijn, blijft er een groot aantal personen inhotels. Sinds oktober 2009 bedraagt het totaal aantal niet-aanwijzingen code 207 (plaatsen in opvangstructuren)7.539. Velen onder hen hebben geen onderdak gevonden bijverwanten of particulieren.

    De heer Philippe Courard wees op de problematiek van dekraakpanden: veel gezinnen leven er in penibeleomstandigheden. Verschillende partners, waaronder deSamu Social en het Rode Kruis, hebben snel opvangplaatsengevonden of gaan langs kraakpanden om die personen ofgezinnen te vinden.

    Het debat was boeiend en verscheidene sprekers hebbenhun standpunt of bezwaren geuit betreffende deoverlevingskansen van deze mensen, of deden voorstellenom hen beter op te vangen. De staatssecretaris deed eennoodoproep tot het Brussels Gewest, de gemeenten enOCMW’s, om nieuwe oplossingen te zoeken voor tijdelijkeopvang in de gemeenten in de loop van de drie komendeweken, in afwachting dat de nieuwe opvangplaatsen in dekazernes operationeel zouden zijn. Enkele aanwezigendrongen aan op de uitvoering van het spreidingsplan eninterpelleerden daartoe zowel de staatssecretaris als devertegenwoordiger van de eerste minister.

    DE VERENIGING IN ACTIE

    Marc Thoulen

  • 5N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    NIEUW

    NAAR EEN EUROPEES NETWERK VOOR GOED BESTUUR

    Op 21 oktober 2010 vond in het kader van de Week van de Lokale Democratie in het gemeentehuis vanEtterbeek een forum plaats rond “Cities and Regions, partners for good governance”, een gezamenlijkeorganisatie van de dienst Europese Zaken van de gemeente Etterbeek en onze Vereniging, met de steun vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Het forum wou bijdragen tot de creatie van een Europees netwerk voor de uitwisseling van best practicesrond bestuur op lokaal niveau en andere niveaus die verbonden zijn met het eerste (“multi-level”).Deskundigen uit internationale instanties die in Brussel vertegenwoordigd zijn en ook uit academischekringen, traden er in dialoog met de mandatarissen en ambtenaren uit gemeenten en het BrusselsHoofdstedelijk Gewest.

    Later zullen wij nog terugkomen op bepaalde concrete aspecten van dit project, maar nu overlopen wij reedsde uitdagingen.

    Welke uitdagingen ?

    “Ons doel”, stelt de heer Marc Cools, Voorzitter van deVSGB, “is het promoten van goede praktijkvoorbeelden op hetvlak van lokaal bestuur en wij zouden daartoe willen komendoor ze zo goed mogelijk bekend te maken op Europees niveau.Wij stellen vast dat de voorbeelden van goed bestuur nietvoldoende samengebracht of gedeeld worden. Het enige wat echtgedeeld wordt, is de vaststelling dat de openbare besturen – delokale in het bijzonder – onvoldoende toegang hebben tot deinformatie en de bestaande uitwisselingsnetwerken, dat debestaande netwerken niet echt opgevat zijn om voorbeelden vangoed bestuur uit te wisselen en tot slot dat er obstakels zijn omdeze netwerken met elkaar te verbinden, wat de mogelijkheidzou bieden om er de beperkingen van te overstijgen.

    Wij gaan dus uit van de vaststelling dat er op het vlak van goedbestuur duidelijk nood is aan informatie en dat het idee vaneen netwerk voor uitwisselingen daarop kan inspelen, alhoewelhet wellicht niet de enige oplossing is.

    Maar er rijzen heel wat vragen : welk soort netwerk ? welketaken ? welke partners ? welke middelen ? welke financiering ?Met andere woorden, wij trachten verder te gaan dan degebruikelijke vragen om informatie, uitwisselingen op gang tebrengen en eventueel netwerken te creëren om ons toe te leggenop het “hoe”.

    Ik zal niet uitweiden over de definitie van governance, ook alheerst daar geen volledige consensus over. Er zijn er heelingewikkelde, en wellicht preciezere, maar hier wil ik heteenvoudig en nuttig houden voor het debat. Daarom zou ikzeggen dat governance alle andere relaties behelst danhiërarchische, normatieve of financiële, d.w.z. positief: het gaatom de 'partner'-relaties tussen verschillende actoren (publiekeen private) om het beleid dat deze actoren aanbelangt, vorm tegeven en in goede banen te leiden.

    Ik preciseer echter dat ik onder 'governance op lokaal niveau'zowel het eigenlijke lokale niveau als het 'multi-level' bedoel,zowel horizontaal (verenigingen en intercommunaleverbanden) als verticaal (relaties met de hogere overheden enook met de burgersamenleving).

    Op lokaal niveau is het meest recente en meest complete de 12beginselen van de strategie van innovatie en goed bestuur oplokaal niveau, die goedgekeurd werd door de Raad van Europa.Enkele voorbeelden: een doeltreffend en billijk kiesstelsel, dereactiviteit van de gemeente, de doelmatigheid en dedoeltreffendheid van de diensten, de transparantie van deinformatie, de toepassing van het recht, ethiek, competentie enknowhow, open staan voor verandering, duurzaamheid, gezondfinancieel beheer en verplicht afleggen van rekenschap, oog voorde rechten van de mens. (…)

    In de multi-level wereld lijken de criteria voor goed beheer opverschillende niveaus nog maar nauwelijks gedefinieerd. Er zijner heel logische, zoals de subsidiariteit in de verticalebetrekkingen of de billijkheid in de horizontale betrekkingen.Buiten regels van verantwoordelijkheid of proportionaliteit zijner nog maar weinig dingen te vinden met betrekking tot degoede manier om samenwerkingsverbanden op te bouwen,behalve als ik slecht geïnformeerd zou zijn. Hier lijkt dus eennog onontgonnen onderzoeksdomein te liggen, misschiengewoon omdat de materie heel complex is omdat ze heelgediversifieerd is.

  • 6 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Het is nogal logisch dat de lokale besturen het met dezeontoereikende definities en onvolledige criteria moeilijk hebbenom de goede voorbeelden te herkennen.

    Zij kunnen het vooral moeilijk hebben om ze te vinden en zichgeïsoleerd voelen in hun initiatieven omdat deze niet voldoendecirculeren. Er zijn verschillende hinderpalen: de omvang van deentiteiten, het behoren tot verschillende organisatiestelsels,concurrerende politieke groepen, verschillende talen (…)

    Uiteraard gaan we niet ontkennen dat er reeds netwerkenbestaan en dat die al een toegevoegde waarde leveren.

    Er zijn reeds uitwisselingen op beperkte schaal, maar hetpotentieel aan creativiteit is beperkt door hun geografische basisof gelijkenissen. Er zijn ook netwerken van ambtenaren ofterritoriaal verkozenen, soms op grote schaal, maar die strevenniet noodzakelijk naar uitwisselingen omtrent governance. Erzijn ook netwerken die informatie uitwisselen over preciezemateries zoals het beheer van historische centra,afvalverwerking of mobiliteit, en die via technische kwesties ookkomen tot debat over governance. Zeldzamer maar misschienrelevanter voor wat ons hier bezighoudt, zijn er ookthematische netwerken in verband met bestuur, hoewel degenedie wij gevonden hebben zich beperken tot duurzaamheid ofparticipatie en van beperkte omvang zijn.

    Ik kan hier ook aan toevoegen dat verschillende universiteitenzich op deze vragen toeleggen, zonder dan nog te spreken overdie welke algemener werken rond openbaar bestuur. Ik weetniet in welke mate ze samenwerken met de politieke wereld,maar ik durf te stellen dat hun werk door die laatsteonvoldoende gekend is. Verder van de research maar dichterbijde lokale wereld vermelden we ook de centra die veeleertoegespitst zijn op vorming en dus ook een bijdrage kunnenleveren.

    Volledigheidshalve denk ik ook dat wij buiten de netwerkenvan mandatarissen of ambtenaren, onderzoeks- ofopleidingscentra ook de burger niet mogen vergeten, die toch deeindgebruiker is van deze best practices, hoewel het 'hoe' van dezaak mij eerlijk gezegd nog niet helemaal duidelijk is.

    We moeten het wiel niet heruitvinden. Als het netwerk er komt,moet het “verenigend” werken. We mogen immers niet in de valtrappen van de concurrentie die netwerken soms teweegbrengen.Het is ook een kwestie van besparing dat overlappingenvoorkomen moeten worden. Laten we conflicten ontwijken endubbel werk vermijden. De resultaten van bestaandenetwerken nuttig aanwenden, gepaste structuren tot standbrengen, onderzoek en vorming koppelen, … zijn enkelefundamentele werkpistes.

    Laten we terugkomen op ons project: de creatie van eenEuropees netwerk voor de uitwisseling van goede voorbeelden op

    het vlak van lokaal bestuur. Maar laten we het doel voor ogenhouden en geen netwerk creëren om een netwerk te creëren ennog minder om modern te doen. De verbetering van het bestuuris het enige doel dat wij beogen. Het netwerk zal altijd slechtseen middel zijn.

    Het doel is de politici op lokaal niveau – en degene die ook rondbeleid werkzaam zijn – een 'toolbox' ter beschikking te stellen.A priori denk ik aan niets anders en zeker niet aan eeninstrument voor evaluatie en minder nog een middel voorvergelijking, benchmarking, dat angst kan aanjagen en tot hettegengestelde zou kunnen leiden dan het vooropgestelde doel.

    Voor deze toolbox moeten een aantal functies vervuld zijn:goede praktijkvoorbeelden volgen, ervaringen beschrijven,bundelen en tot slot verspreiden.

    De essentiële taken worden uitgevoerd in een netwerk, in hetbijzonder het opsporen en verspreiden van goedepraktijkvoorbeelden. Komt de Raad van Europese Gemeentenen Regio's door zijn universaliteit voor die rol in aanmerking?Zo ja, onder welke voorwaarden? Wat vaststaat, is datonderzoekscentra niet geschikt zijn voor verspreiding maar weleen significante bijdrage kunnen leveren tot de beschrijving vande ervaringen.

    Of het nu gaat om een nieuw netwerk of een samensmeltingvan netwerken of een virtueel netwerk van netwerken, wezullen in elk geval moeten streven naar een stabiele kern, deverzending van een newsletter, de organisatie vanontmoetingen. De structuur moet wel zo licht mogelijk blijven.

    Ik hoop dat dit reflectieforum verder gaat dan een intellectueleontmoeting en de gebruikelijke vrome wens om informatie enuitwisselingen tot stand te brengen. Ik hoop dat zonder schroomde moeilijkheden en voorwaarden aan bod komen, deopportuniteit van de creatie van een netwerk besproken wordten waarom niet een werkplan opgemaakt wordt.”

    Steun van het Gewest

    De heer Michel Van der Stichele,Directeur-Generaal van het Bestuurvan de Plaatselijke Besturen van hetMinisterie van het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest, schetst de conclusies van de laatste 'highlevel meeting' (HLM), de jaarlijkse vergadering van detopambtenaren van de instanties van de verschillendeEuropese landen die bevoegd zijn voor lokale besturen inBrussel op 30 september en 1 oktober. Hoewel het Gewest,dat de ontmoeting in goede banen leidde in het kader vanhet Belgisch EU-voorzitterschap, de plannen om eennetwerk te creëren in de conclusies wou opnemen, heeft deConferentie het idee niet overgenomen, wellicht bang omnog een bijkomend organisme op te richten terwijl het zelf

    NIEUW

  • 7N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    geen operationele structuur is. Misschien was er niet genoegovertuigingswerk verricht naar boven toe. Misschien was deHLM ook niet de meest geschikte instantie om een dergelijkproject te dragen. Een deel van de conclusies ligt welduidelijk in het verlengde van de ontmoeting, met name dater op Europees niveau reeds veel kennis en kunde aanwezigis, maar de uitwisselingen nog versterkt moeten wordenzodat iedereen, in het bijzonder de lokale besturen, ze zoukunnen benutten. Wat het project zelf betreft, hebben wevolgens Michel Van der Stichele misschien een gevechtverloren, maar zeker niet de oorlog. Hij bekrachtigt de steunvan het Gewest aan dit project: het zal samen met deVereniging bijdragen tot de afwerking ervan, waarbij devoorkeur gaat naar een soepel en licht apparaat en ervoldoende aandacht moet uitgaan naar het voorkomen vanconflicten en overlappingen.

    Prioritaire acties

    Twee jaar geleden werd een specifiekewerkgroep opgericht rond deze kwesties, dieoverigens ook het voorwerp uitmaken van

    samenwerking met het Congres van Lokale en RegionaleOverheden van de Raad van Europa en met United Citiesand Local Governments, diens tegenhanger opwereldniveau, stelt de heer Boris Tonhauser, opdracht-houder “democratie en governance” in de Raad vanEuropese Gemeenten en Regio's. “De creatie van een netwerkvoor de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden inzakebestuur werd overigens opgenomen in het programma vanprioritaire acties van de REGR.” Hij is derhalve overtuigdaanhanger van het initiatief van de Vereniging van de Staden de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Brussel, laboratorium bijuitstek

    De heer Peter Sondergaard, policyofficer bij de vereniging van agent-schappen voor lokale democratieALDA, steunt dit initiatief ook: door zijn werk in Oost-Europa maar ook ten oosten van Europa en in hetmiddellandse-zeegebied, heeft hij gezien dat er rond bestuurgewerkt moet worden, maar hij heeft er ook de positieveeffecten van gezien. Het begrip goed bestuur blijft zeerabstract voor de meeste mensen en het remt hun participatieaf. Toch verbetert deze laatste op haar beurt vaak devoorwaarden voor de werking van de lokale besturen.Brussel lijkt op dat vlak een ideaal laboratorium, niet alleendoor de vele initiatieven die er genomen worden opgewestelijk en lokaal vlak, maar ook door de smeltkroes vantalen, culturen en instellingen. Hij bevestigt in elk geval datAlda aan dit toekomstige netwerk zal meewerken en steltvoor het debat voort te zetten met de andere betrokkenpartijen.

    Netwerken: praktische lessen

    Netwerken kunnen geanalyseerd worden alsmechanisme om de organisaties te lerenkennen, wat betrekking heeft op huncomplexiteit, waarde- en gezagsverhoudingen,geschiktheid en weerstand voor verandering, verklaart deheer Jan Mattijs, hoogleraar en assistent aan de SolvayBrussels School of Economics and Management. Tenopzichte van het academische, dat gericht is opveralgemening maar de vraag van de afstemming van deresultaten ten aanzien van een precieze organisatie ofcontext onbeantwoord laat, leunt het aftasten dichter aanbij de werking van de organisaties, die voor verkennend enexperimenteel werk slechts een beperkt potentieel hebben.Werken in een netwerk valt onder dat laatste, maar nietzonder voorwaarden. Zo is er meer te leren uit occasioneleen gediversifieerde uitwisselingen dan uit dichte banden van“soort zoekt soort”; innoveren veronderstelt een proces vanovertuiging en leren. Om tot een doeltreffend netwerk tekomen moeten abstracties en veralgemeningen vermedenworden, moet er gewaakt worden over de diversiteit van dethema's en de actoren, moeten ook experimenten en foutenaangekaart worden, moeten projecten ontwikkeld wordendie interactie structureren, moet de nodige flexibiliteit aande dag gelegd worden.De universiteit kan hier meer dan advies en abstractiebieden : interdisciplinair werk, networking, neutraliteit envooral een kader waarin elders 'gevoede' uitwisselingen echttot bloei kunnen komen.

    Behoeften inventariseren

    Mevrouw Isabelle Dirckx, attachee bij de celprospectie van het Comité van de Regio's vande EU, geeft toelichting bij de ambities van hetwitboek over multi-level governance : deverbetering van het Europees beslissingsproces door delokale en regionale besturen er meer bij te betrekken en deterritoriale reflex te versterken in het gemeenschapsbeleid.De beoogde middelen zijn co-responsabilisering encontractualisering, in de mate dat zij deze besturen erbijbetrekken, maar ook de analyses van impact en territorialesamenwerking. Multi-level governance gaat ook vooruit inde uitwerking en behelst criteria die betrekking hebben ophet delen van verantwoordelijkheden, inspraak vanverkozenen, een geïntegreerde territoriale aanpak. Bij hetoverlopen van de acties van het Comité van de Regio's voorde concretisering van het witboek, meldt zij dat ze dedynamiek van de netwerken bevordert door de organisatievan de monitoring van de subsidiariteit, van de strategie2020 of van de territoriale samenwerking. “Belangrijk is eengoede definitie te geven van wat men met het netwerk wil doen,de behoeften goed te inventariseren: het Comité van de Regio'sstaat open voor debat om na te gaan wat er reeds gedaan kanworden op basis van de bestaande elementen.”

    NIEUW

  • 88 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Een oude bekommernis

    Goed bestuur is reeds lang een bekommernis vande Europese Unie, stelt de heer Christian DeBruyne, adjunct-directeur van de vertegen-woordiging van de Europese Commissie in

    België. Deze is niet alleen vervat in de principes die zebehartigt, subsidiariteit en proportionaliteit, maar ook invele documenten, akkoorden en programma's. Hij wijst ophet programma “jumelages”, dat door de aanmoediging vande participatie van het volk bijdraagt tot goed bestuur enoverigens ook de ondersteuning van netwerken behelst. Hijwijst op het engagement van ons land om in het kader vanhet voorzitterschap van de EU het Europees referendumvoor volksinitiatief te promoten. “Al deze acties streven naarde aanvaarding door de bevolking van het Europees beleid. Enhet is misschien geen toeval als, ondanks de vooruitgang die nogmogelijk is op het vlak van communicatie, onze bevolking meerdan andere het Europees niveau vertrouwt.”

    Strategie voor innovatie en goedbestuur op lokaal niveau

    De Raad van Europa is de oudste Europeseinstelling, stipt de heer Paul-Henri Philips aan,vertegenwoordiger van België in het comité van

    lokale en regionale democratie. Aangezien de driewerkpijlers Europa door het recht, de rechten van de mensen de democratie zijn, is het - reeds lang - ook de plaats bijuitstek om te sleutelen aan de verbetering van de werkingvan de lokale besturen. Dit werk werd geconcretiseerd doorde goedkeuring in 1985 van het Europees handvest van delokale autonomie, dat onlangs door ons land geratificeerdwerd. De strategie voor innovatie en goed bestuur op lokaalniveau werd in maart 2008 uitgestippeld en vormt eentweede luik van dit project. Het wil alle burgers doengenieten van de weldaden van goed democratisch bestuur,opgebouwd volgens de 12 principes die in het voorwoordgenoemd worden en gestructureerd zijn in drie types(structuur, gedrag en ethiek). Een Europees label, dat in2011 van start zou moeten gaan, werd tot stand gebrachtom de strategie te promoten. Dit label geldt 3 tot 5 jaar langen beloont de besturen die een zelfevaluatie-test verrichthebben, ondersteund door een dubbele externe evaluatie,door verkozenen en burgers. De gemeenteraad blijft centraalstaan in het gemeentelijk bestuursapparaat, terwijl eenplatform van deskundigen (waarbij de verenigingen vangemeenten betrokken worden) zal meewerken aan hetlabellingsproces.

    Steunen op concrete contacten

    De heer François Bégeot, voorzitter van de adviescommissieEuropese zaken van de gemeente Etterbeek, schetst despecifieke context van de gemeente. Zij bevindt zich vlak bijde Europese instellingen en heeft bovenop de bevolking die

    niet van Europese afkomst is, een niet-Belgische Europesebevolking, waarvan het belangrijk is dat zij zich nietverwaarloosd voelen. Omdat de gemeente een derde vanhaar bevolking niet links wil laten liggen, werd dezecommissie opgericht om te luisteren, informeren encoördineren ter bevordering van nabijheid, integratie enmedewerking aan het gemeentelijk leven. Als goed bestuurin de eerste plaats betekent de burger centraal stellen, danbiedt deze commissie volop haar bijdrage. De commissie wilaan de hand van debatten ook een bijdrage leveren tot deEuropese eenmaking en door de bevordering van hetstemrecht voor Europeanen in België.

    Netwerken zijn niet alles …

    Bepaalde principes van goed bestuur behelzen een mixwaarbij ambtenaren evenveel verantwoordelijkheid hebbenals politici, hoewel deze verantwoordelijkheden niet op eeneven directe manier uitgeoefend worden ten opzichte van debevolking, merkt de heer Etienne Schoonbroodt op,ondervoorzitter van de Federatie van Gemeentesecretarissenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het betreft in hetbijzonder de reactiviteit, doeltreffendheid en doelmatigheiden gezond financieel beheer. Er werden hervormingendoorgevoerd in Brussel in de zin van een groterebetrokkenheid van de ambtenaren: hij wijst op het mandaatvan de topambtenaren en de werking van het Directie-comité en merkt op dat de hervormingen die voortvloeienuit het plaatselijk-bestuursplan ingevoerd werden viawetswijzigingen of via financiering, d.w.z. door mecha-nismen die buiten de dynamiek van de netwerken staan.

    Hij vestigt de aandacht van de andere sprekers derhalve inhet bijzonder op de specifieke inbreng van de netwerken ophet vlak van de verspreiding van goede praktijkvoorbeelden,ten opzichte van de inbreng van wetgevende of financiëlemechanismen.

    … maar bieden heel wat voordelen

    Volgens de heer Paul-Henri Philips is de specifiekemeerwaarde van een netwerk het voluntaristische aspect:volgens hem is het plaatselijk-bestuursplan niet alleen totstand gekomen. Het belang van het netwerk is dat het eenvoorbeeld toont dat gevolgd kan worden, voor zover menniet bang is ook mislukkingen te tonen, waaruit menuiteindelijk meer lessen kan trekken dan uit successen, endat het zodanig opgevat wordt dat er zo veel mogelijk nutgehaald wordt uit het deel “verkenning”: waarom zouden weer de burger niet bij betrokken, al dan niet georganiseerd inverenigingen ? In ieder geval moet een goed netwerkaantrekkelijk genoeg opgevat worden.

    Voor de heer Jan Mattys is het onderscheid dat in het spelis, van dezelfde aard als datgene wat van government naargovernance geleid heeft. Als men er terecht op wijst dat de

    NIEUW

  • wetgevende en financiële mechanismen meespelen, bestaande hiërarchische betrekkingen niet op internationaal vlak,wat de netwerken hun nut verleent. Het is ook op dit niveaudat men gemakkelijker zwakke banden vindt, die meerpotentieel leveren, ook waar het gebrek aan hiërarchischelinks meer overtuiging vergt.

    Voor de heer Christian De Bruyne zijn het de verenigingenvan burgers of organisaties die de dingen op grote schaal inbeweging brengen : zonder mobilisering van de burgerszouden we nooit tot het verdrag van Lissabon gekomen zijn.

    Voor de heer Marc Cools moet de efficiëntie van eenwettelijk of financieel kader en van een netwerk vergelekenworden rekening houdend met het feit dat zij niet inhetzelfde stadium verlopen : zo leveren de netwerkenervaringen en reflecties die later de wetgeving en definanciering doen vooruitgaan. Een netwerk zal ookbijzonder nuttig zijn voor de lokale instellingen, dieregelmatig geconfronteerd worden met dringende zaken endus moeilijk afstand kunnen nemen. Een netwerk dat henverbindt, zal duidelijkheid verschaffen over de relevantie vanhun actie en zal vorm geven aan hun eisen.

    Tot besluit onderstreept hij dat een netwerk aantrekkelijkmoet zijn, rekening houdend met wat er vandaag gezegdwerd en dat het doel duidelijk omschreven moet worden.Hij stelt voor contact te houden met de aanwezigen om deconcrete aspecten te bespreken en een werkplan op testellen, zonder te vergeten overleg te plegen met hen over debijkomende voorwaarden die het welslagen van het initiatiefkunnen bepalen.

    9N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Marc Thoulen

    NIEUW

    Meer infoVoor ideeën, suggesties en opmerkingen met betrekking tot hetproject van een Europees netwerk van best practices voor goedbestuur kan u contact opnemen met Marc Thoulen, directeur vande VSGB : [email protected] Witboek over governance : http://ec.europa.eu > Gouvernance Raad van Europa : www.coe.intREGR: www.ccre.org United Cities en Local Governments : www.cities-localgovernments.orgComité van de Regio’s : www.cor.europa.eu > Het CVDR aan hetwerk > Commissies > CIVEXAssociation of Local Democracy Agencies : www.alda-europe.eu

  • 10 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    NIEUWS VAN HET GEWEST

    Reeds 15 jaar geleden verscheen het sociaal handvest via omzendbrief en sindsdien beïnvloedt het op lokaalniveau het personeelsbeheer. Momenteel werkt het Gewest aan een nieuwe tekst, die dit keer in de vorm vaneen ordonnantie wordt gegoten, zoals Chantal Jordan van het kabinet van de minister-voorzitter stelde opde herfstontmoeting van de OCMW's, die dit keer gewijd was aan de human resources.

    EEN SOCIAAL HANDVEST 2.0

    Het project van het sociaal handvest kwam tot stand in1991, kort na de creatie van het Brussels Gewest. Desectoriële akkoorden van juni van dat jaar zouden deoverheidssector herstructureren op alle machtsniveaus.Daaruit vloeide de Copernicus-hervorming voort. Toen altrachtte men de motivatie van het personeel te verbeteren.In 1994 werd op gewestelijk niveau een akkoord gevondenover een hervorming voor de 30.000 werknemers vangemeenten, OCMW's, regies, ziekenhuizen, … dat berust oprevalorisering, responsabilisering, mobiliteit en pensioenen.

    Het sociaal handvest is een omzendbrief, die de facto geenbindende kracht heeft. Het geldt slechts als richtlijn voorgemeenten en OCMW's die het in de loop der tijd zullentoepassen en ook aanpassen, aan hun eigen tempo.

    En toch is het dit handvest dat een vijfde niveau creëert,“2+” (inmiddels “B” geworden), dat de barema'sopwaardeert (met nieuwe schalen en de valorisering van deomkaderingsfuncties), die vorming omzet in een recht maarook een plicht waaruit structuren en vormingsplannenvoortvloeien, en die tevens de nood aan evaluatie invoert.

    1994 is ook het jaar van de oprichting van de GSOB, waar-van de actieradius aanvankelijk toegespitst was hetgemeentebestuur maar die inmiddels ook de OCMW'sbestrijkt.

    Nu weet iedereen dat het sociaal handvest deelsvoorbijgestreefd is door de technologie, het milieu en deevolutie van de managementtechnieken. Het heeft grenzenin bepaalde domeinen aangetoond, zoals het gebrek aanfunctiebeschrijvingen of planning inzake aanwervingen,ondoeltreffende evaluatie aangezien er geen beloning nochsanctie aan gekoppeld is of de evolutie van de loopbaanonvoldoende in aanmerking genomen wordt.

    Daarom heeft de gewestregering in 2008 gereageerd ennaast het project Columbus een debat aangewakkerd overeen ordonnantie houdende beschikkingen inzake humanresources management. Die tekst zou het sociaal handvestmoeten vervangen, maar is nog niet afgewerkt. Er wordenmomenteel diensten op lokaal niveau geraadpleegd. HetGewest verwacht eind januari een rapport dat hen in staatzal stellen vooruitgang te boeken in dit dossier in 2011.

    Hoewel het de vorm van een ordonnantie zou aannemen enniet langer een omzendbrief, zou de inhoud een algemeenkader vormen waarbinnen de gemeentelijke autonomiegevrijwaard wordt. Met andere woorden : verplichterichtlijnen maar vrijere toepassingsmodaliteiten.

    De OCMW-gids bundelt de voornaamste wettelijkebepalingen die van toepassing zijn op de OCMW's inhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest

    De nieuwe papieren editie van deze gids, die bijgewerkt is tot30 september 2010, is uit.

    Het werk bundelt voornamelijk de 3 wetten betreffendeopenbare maatschappelijke bijstand: de wet van 8 juli 1976betreffende de OCMW's, de wet van 26 mei 2002 betreffendehet recht op maatschappelijke integratie en de wetvan 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen vande steun verleend door de OCMW's. Deze wettenworden aangevuld met verwijzingen naaruitvoeringsbesluiten en ministeriële of administratieveomzendbrieven.

    In deze publicatie vindt u tevens :

    • De bepalingen van de bijzondere wet van 16 juli 1993 totvervollediging van de federale staatsstructuur diebetrekking hebben op de OCMW's

    • een rubriek met essentiële wettelijke en reglementairebepalingen betreffende de opdrachten van de OCMW'sdie niet in de basisteksten opgenomen zijn

    • overzichtstabellen van de bedragen uit de federalewetgeving betreffende de maatschappelijke bijstand op 1september 2010

    • de inforumnummers van verwijzingen die niet in extensoopgenomen werden

    • een gedetailleerde inhoudstafel en een index van deorganieke OCMW-wet en de wet betreffende het recht opmaatschappelijke integratie, om de raadpleging van hetwerk te vergemakkelijken

    Formaat : A5

    Taal : Nederlandse en Franstaligeversie apart verkrijgbaar

    Prijs : 28 euro voor leden *32 euro voor niet-leden29 euro voor studenten

    OCMW-gidsNieuwe editie !

    * Genieten het ledentarief: aangesloten gemeenten, OCMW’s enintercommunales; mandatarissen en ambtenaren van dezeadministraties, voor zover hun functie duidelijk vermeld is.

    U kan de nieuwe OCMW-gids bestellen aan de hand van hetformulier op www.vsgb.be > rubriek Afdeling OCMW > OCMW-gids.

    Voor bijkomende inlichtingen kan u contact opnemen met deAfdeling OCMW van de VSGB, tel. 02 238 51 57.

  • 1111N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Bent u uitvoerend mandataris, burgemeester of schepen ineen Brusselse gemeente ? De Vereniging publiceert eenpraktische gids voor u : een leidraad door uw bevoegdhedenen taken, die soms erg complex zijn.

    Deze publicatie tracht tegemoet te komen aan een zekerebehoefte aan praktische informatie, een domein waaruitgevers zich onvoldoende in wagen wegens de beperkteafzetmarkt voor Brusselse uitvoerende mandatarissen. De Vereniging wou die leemte wegwerken.

    Fiches

    De gids bestaat uit fiches. Iedere fiche bevat een kortebeschrijving van het doel, de wettelijke basis van hetonderwerp, een uiteenzetting van de problematiek enbijkomende wettelijke referenties over precieze punten,rechtspraak of rechtsleer.

    De fiches zijn gegroepeerd in hoofdstukken over algemenebegrippen, gaande van het statuut, de bevoegdheden vanburgemeester en schepenen en materies zoals hetlevenskader, huisvesting of economie.

    Juridisch werk, praktische benadering

    Er werd geopteerd voor een praktische benadering vanjuridische thema's. De materie wordt uitgediept door tekijken naar de wetgeving die van toepassing is op deBrusselse uitvoerende gemeentelijke mandataris, met eenbeschrijving van zijn taken en verantwoordelijkheden.

    Naar gelang van de materie gaan de fiches in op debevoegdheid van de burgemeester, de schepen of het college,maar als dat voor een goed begrip noodzakelijk is, wordt erook verwezen naar de gemeenteraad of de gemeente zelf.

    Voor burgemeesters en schepenen

    Schepen of burgemeester, de Brusselse uitvoerendegemeentemandataris is de voornaamste doelgroep.

    Maar ook anderen die iets te maken hebben met huntakenpakket, zullen er nuttige informatie in vinden:gemeenteraadsleden, gemeentepersoneel of studenten diezich willen verdiepen in de werking van de gemeente.

    Aanvullingen, updates en soepele verspreiding

    De gids is nog niet exhaustief, maar zal mettertijd aangevuldworden. Hij zal ook aangepast worden aan de evolutie van dewetgeving.

    Daarom worden de fiches elektronisch ter beschikkinggesteld, op de website van de Vereniging (www.vsgb.be).

    In een eerste fase is de verspreiding gratis, zodat iedereen kankennismaken met de publicatie en een bijdrage kan leverentot de verbetering van deze eerste editie. Vervolgens blijft

    alles gratis voor de Brusselse uitvoerendegemeente-mandatarissen, maar wordt hetbetalend voor de andere doelgroepen en ookindien men een papieren versie wil ontvangen.

    Brusselse uitgave – bijwerking nr. 17 – november2010 - Deze bijgewerkte versie bevat nieuwe referenties, in hetbijzonder onder de bijlagen “wet van 12 november 1997betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies engemeenten” en “wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van detalen in bestuurszaken”.

    Wenst u een abonnement te nemen? Dat kan

    - via onze website www.vsgb.be

    - bij ons secretariaat: tel. 02 238 51 49 (P. De Kinne)

    De Brusselse versie van de Nieuwe Gemeentewet, een publicatievan de VSGB, is het referentiewerk bij uitstek voor demandatarissen en ambtenaren van de Brusselse gemeenten.

    Nieuwe Gemeentewet

    NIEUW

    PRAKTISCH HANDBOEK VOORBURGEMEESTERS EN SCHEPENEN

  • 12 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Participatieve tuinen binnen de eerste kroon, ineen van de meest verstedelijkte gemeenten vanBrussel, hoe is dit mogelijk ?

    Judith Charlier “Het project van de participatieve tuinenwerd op touw gezet door de gemeente Etterbeek. Met haar40.000 inwoners op een grondgebied van 315 hectare isEtterbeek een dichtbevolkte en zeer verstedelijkte gemeente metweinig groene ruimten. Naar aanleiding van de uit-breidingswerken van het spoorwegennet voor de aanleg van hetGEN in Brussel kreeg de gemeente in 2007 de kans om een stukonontgonnen grond langs de spoorweg in erfpacht te nemen.Dit perceel werd als “moestuin” opgenomen in het gewestelijkstedenbouwkundig plan. Toen de gemeente besliste het perceelover te nemen, had ze twee doelstellingen voor ogen: een extragroene ruimte creëren en vooral, een gemeenschappelijkemoestuin aanleggen waarvan een groot aantal Etterbekenarengebruik kunnen maken. Zo ontstond het project van departicipatieve tuinen op dit terrein van 2.700 m2. Insamenwerking met verschillende verenigingen werden er heelwat herinrichtingswerken uitgevoerd. De participatieve tuinenzijn niet alleen een plaats voorontdekking (je vindt er zowatalles wat er in een Etterbeeksetuin gedaan kan worden) maarook voor uitwisseling, ontmoetingen sociale diversiteit.”

    Voor wie zijn de tuinenbestemd en hoe zijn ze georganiseerd ?

    J.C. “Alle Etterbekenaren mogen de tuinen komen ontdekkenen/of deelnemen aan de activiteiten die er regelmatiggeorganiseerd worden.

    Wat de organisatie betreft, zijn onze tuinen het resultaat vansamenwerking met Etterbeekse, Brusselse en Waalseverenigingen. Elke zone van de tuin (bijenstal, poel,boomgaard, moestuinen, composthoop, …) wordt in goedebanen geleid door een sociale en/of milieuvereniging. Terwijl deene vereniging technische kennis aanbrengt, werkt de andereaan de integratie en de deelname van de buurtbewoners aan de

    Half oktober publiceerde het WWF de 8ste editie van zijn“Living Planet”-verslag waarin het op basis van nieuwemethoden deze keer een veel zwaardere ecologischevoetafdruk voor België berekend heeft dan voordien. Volgenshet verslag zou de ecologische voetafdruk van elke Belgtegenwoordig acht hectare bedragen. Als de helewereldbevolking hetzelfde deed, zouden we iets meer danvier planeten nodig hebben om onze levensstijl tebestendigen zonder de natuurlijke rijkdommen uit te putten.De aarde heeft momenteel al anderhalf jaar nodig om denatuurlijke rijkdommen te produceren die wij in één jaarverbruiken. Wereldwijd beschouwd is de Belgische voetafdrukper inwoner een van de hoogste (slechts drie andere landenhebben een nog grotere ecologische voetafdruk). Gezien deernst van de macroanalyse is het meer dan ooit cruciaal om opalle niveaus actie te voeren. Een verwante problematiek is hetklimaat. Iedereen beseft inmiddels dat de ontregeling van hetklimaat toe te schrijven is aan de menselijke activiteit,voornamelijk de ontbossing en de impermeabilisering van debodem. Dit alles stond centraal in de debatten te Cancúnmidden december, waarvan het slotakkoord de besprekingendie vastgelopen waren sinds de mislukking van Kopenhagen,nieuw leven inblaast.·

    Vanuit dit louter milieudeskundig oogpunt achten we het nunog belangrijker om duurzaamheid zo snel mogelijk teverankeren in onze bedrijven, onder meer op lokaal niveaumet de Lokale Agenda's 21. Al jarenlang steunt het Gewest deuitwerking van deze agenda’s, waardoor de Brusselsegemeenten en OCMW’s een zekere voorsprong kondennemen op hun collega’s in de rest van België. Op 6 oktober,toen de driejarige gewestelijke ondersteuning bijna afliep eneen groot deel van de gemeenten begonnen was aan deuitwerking van hun agenda, werd in het InternationalAuditorium aan de Koning Albert II-laan eenbalansevenement georganiseerd, waar de bezielers van deBrusselse duurzame ontwikkeling bijeenkwamen inaanwezigheid van minister Evelyne Huytebroeck.

    Judith Charlier is milieuadviseurbij de dienst Leefmilieu van degemeente Etterbeek en stelde ditproject voor op de vergaderingvan 6 oktober jl.

    Na de presentatie van de Lokale Agenda 21 van Watermaal-Bosvoorde en Ukkel (inNieuwsbrief 2010-4 en 2009-1) ronden we onze reeks artikels over duurzaamheidaf met de participatieve tuinen van Etterbeek, in het verlengde van het retrospectief forum over LokaleAgenda 21 van 6 oktober jl., waarvan het verslag in het vorige nummer verscheen.

    IN ONZE GEMEENTEN

    Meer info over de ecologische voetafdruk Download de verslagen “Living Planet” (in het Engels)en “België en zijn ecologische voetafdruk” opwww.wwf.be > wat doet WWF > onze impactverminderen > ecologische voetafdruk

    Zie “De ecologische voetafdruk ten dienste van hetmilieubeleid in de Brusselse gemeenten” in deMonitor van de Duurzame Ontwikkeling nr. 6 opwww.vsgb.be

    Meer info over het akkoord van Cancún

    Het akkoord is beschikbaar op www.un.org

    PARTICIPATIEVE TUINEN IN ETTERBEEK

  • IN ONZE GEMEENTEN

    verschillende projecten. Zowel de aanleg van de tuin als hetbeheer van de verschillende zones gebeurt in samenwerking metde bewoners van de wijk, de gemeente en soms zelfs debuurgemeenten. Zo hebben een vijftiental personen meegewerktaan de aanplanting van de boomgaard, met inbegrip van hetsnoeien van de bomen, het plaatsen van de omheining en hetenten van oude plantensoorten. De vereniging “Flore etPomone” bood de nodige begeleiding tijdens de grote fasen vande aanleg, maar intussen werkt de groep bewoners die zich ertoeengageerde, steeds zelfstandiger. De groep stelde zelfs een eigenwerkschema op, maar de vereniging blijft de evolutie van deboomgaard uiteraard van nabij volgen.

    Wat de oogst uit de tuin (fruit,groenten en honing) betreft, hebbenwe met de verenigingen beslist dat80 % verdeeld wordt onder dedeelnemers aan het project. Deoverige 20 % wordt gebruikt vooractiviteiten die toegankelijk zijnvoor het publiek. Tijdens deopendeurdag in september konden de

    bezoekers bijvoorbeeld de honing proeven die in juni geoogstwerd door de acht beginnende imkers van degemeenschappelijke bijenstal.

    Voor de rest beheren de verenigingen zelf hun perceel enorganiseren ze minstens drie activiteiten per jaar dietoegankelijk zijn voor het publiek. De bewoners kunnen zichactief inzetten voor het project of deelnemen aan allerleiactiviteiten (snoeien van de boomgaard, oogsten van honing,inzaaien van wintergewassen, ...).”

    De tuinen dienen als moestuin en hebben eenecologische en decoratieve functie. Maar welkeandere doelstellingen streeft de gemeenteEtterbeek na ? En waarop kunnen deze tuineneen antwoord bieden ?

    J.C. “Een van de belangrijke onderdelen van het project is deverbetering van de leefomgeving in de wijk. Onzeparticipatieve tuinen bevinden zich vlakbij 800 socialewoningen, in een niet erg levendige wijk, aan de rand van degemeente. Het sprak voor zich dat we ze eveneens dienden tegebruiken als instrument voor sociale cohesie, ontmoeting en

    leven in de wijk. Daarvoor werkenwe samen met de vzw “Logement etHarmonie sociale” die vooral actief isop het gebied van sociale woningenin de gemeente. De verenigingbeheert een perceel van de moestuinen zet zo gemeenschapsactiviteiten ophet getouw. Onze tuinen kunnen ookdienen als achtergrond voor andere

    activiteiten die niets te maken hebben met tuinieren, zoalskookles, yogacursus, …

    Sint-Jans-MolenbeekBernadette Lejeune – Dienst Burgerparticipatie vanSint-Jans-Molenbeek:

    “In 2008 besloten de klanten van het sociaal restauranttijdens een algemene vergadering de weinig charmanteomgeving van het restaurant op te fleuren om er kruidenen groenten te kunnen kweken.

    Dankzij een projectoproep van de FOD MaatschappelijkeIntegratie, het netwerk van de gedeelde tuinen vanWallonië-Brussel en de terbeschikkingstelling van een"artikel 60'er" door het OCMW kon het projectuitgevoerd worden.

    Door de tuin kwamen deklanten van het restaurant incontact met gebruikers vande Sampa (gemeentelijkedienst voor hulp aannieuwkomers in Molenbeek).

    In 2009 werden bakken en een composthoop aangelegd.Samen met de andere klanten hebben een vrijwillige klanten een gebruiker van de Sampa geplant, gezaaid enuitgewisseld.

    De tuin gaf al gauw aanleiding tot sociale uitwisselingenen produceerde munt voor de thee van het restaurant en slain overvloed. Zo leerde het personeel ook composteren enafval sorteren. En in de zomer werd er gegeten op het terrasvlak naast de tuin.

    De klanten van het restaurant zijn er weg van en decoördinator krijgt veel bezoekjes.”

    De gedeelde moestuin van hetsociaal restaurant “Les uns et lesautres” (sociale inschakelings-onderneming, Graaf Van Vlaan-derenstraat 13) waar groen voorsamenhang staat.

    Tegenwoordig vind je in de participatieve tuinen mensen vanverschillende afkomst die in de wijk wonen, maar ookEtterbekenaren uit andere wijken. Het project had uiteraardeen milieuaspect, maar heeft ook sociale diversiteit alsdoelstelling die we stap voor stap verwezenlijken."

    Welk budget hadden jullie nodig om het projectuit te werken en draaiende te houden ?

    J.C. “Voor de uitvoering van het project was een budget van60.000 euro nodig, dat als volgt verdeeld werd :

    • 50.000 euro voor de ruwbouwwerken zoals deplaatsing van omheiningen, steunmuren aan dehelling, paden, ... Die werken werden deels door eenonderneming voor aangepast werk (die dus duurderis) en deels door een privéondernemer uitgevoerd.

    • 10.000 euro voor de uitvoering van het plan dooreen tuinarchitect, de bodemonderzoeken, de aankoopvan de bijenstal en het bijbehorende materiaal en debouw van beschuttingen met opvang van regenwater.

    13N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

  • 1414 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    IN ONZE GEMEENTEN

    Momenteel beschikken we over een budget van 12.600 euro perjaar voor de financiering van :

    • de vervanging van gereedschap en materiaal• de aankoop van planten en zaad• de organisatie van de jaarlijkse opendeurdag• begeleiding en opleiding voor bewoners en scholen • de uitvoering van nieuwe projecten in het domein

    van de tuinen (bv. aanleg van een yogaparcours)Daarnaast vragen wij onze partners om te streven naarfinanciële autonomie, zodat het project kan voortbestaan als degemeente de geldkraan voor participatieve tuinen ooit zousluiten.”

    Met welke grote problemen werden julliegeconfronteerd om het project tot stand tebrengen ? En om het project draaiende tehouden ?

    J.C. “De grootste uitdaging was het goochelen met deverschillende tempo's :

    1. het tempo van de verenigingen: zij kunnen niet allemaalevenveel tijd aan dit project besteden. Sommige maken van hun

    deelname een centrale activiteit binnen de vereniging, terwijlandere er een kleiner deel van hun activiteiten aan wijden

    2. het tempo van de participatie: de aansluiting van zowelde partners als de bewoners gebeurde in verschillende tempo’safhankelijk van de projecten

    3. het tempo van de tuin: idealiter moet de moestuinaangelegd worden in de lente, de boomgaard eind november, debijenkorven in de lente, …

    4. het tempo van het budget, dat niet beschikbaar is voormei maar uitgegeven moet worden voor december, terwijl elkeuitgave goedgekeurd en in een bestelbon vastgelegd moet worden

    Gezien al die moeilijkheden moesten wij ervoor zorgen dat departnerverenigingen gemotiveerd bleven om mee te werken aanhet project, want zonder hen was er geen project.

    Een ander probleem, eerder van technische aard, was dewatervoorziening in de tuin, aangezien er geen watertoevoerwas naar het perceel. Hoewel we daar vanaf het begin van opde hoogte waren, moesten we oplossingen zoeken zodra deverenigingen toegang kregen tot hun perceel. We hebben dusreservoirs van een kubieke meter geplaatst en in eerste fasegevuld met leidingwater. Daarna hebben we drie beschuttingengebouwd die uitgerust zijn met een systeem voor de opvang vanregenwater.

  • N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6 15

    IN ONZE GEMEENTEN

    Meer infoDe participatieve tuin wordt beschreven opwww.etterbeek.be > de gemeente in detail > netheid enleefmilieu > de participatieve tuinen van Etterbeek

    Uiteindelijk werden alle problemen opgelost. Zoals de schepenvan Milieu, de heer van Eyll, zei: “Het is goed nieuws dat erproblemen zijn. Dat wil zeggen dat het project leeft!” Eninderdaad, geleidelijk aan werden er oplossingen gevonden ennam het project een concrete vorm aan.”

    Welk advies zou u geven aan andere gemeentendie een participatieve tuin willen aanleggen ?

    J.C. “Optimisme, een goed humeur en doorzettingsvermogenzijn een must. Het resultaat is niet onmiddellijk zichtbaar,maar elke stap vooruit is zeer bemoedigend omdat dergelijkeinitiatieven doorgaans zeer goed onthaald worden bij debewoners. In ons geval moesten we het project nog promoten bijde bevolking, na lange voorbereidende werkzaamheden met deverenigingen. Het hele project berust nu eenmaal op de actieveparticipatie van de bewoners. In dat opzicht was het eerste jaarerg rustig, maar stap voor stap nam de participatie van debewoners toe. Hoe meer het project vordert, hoe coherenter engeloofwaardiger het wordten hoe meer bijval hetkrijgt.

    Men hoeft zich geenzorgen te maken als hetproject een tijdje vaagblijft vooraleer het eenconcrete vorm aanneemt.Zo was het onze in hetbegin onvoldoendegedefinieerd en kondenwe moeilijk een antwoord geven op de vragen van onze partners(“Wanneer krijgen we toegang tot het terrein? Wie zal watfinancieren ? Waar kunnen we ons gereedschap opbergen ?”).Deze situatie was niet altijd even prettig, maar achteraf denkik dat we daardoor pas echt konden werken aan hetparticipatieve aspect, waarbij elke partner bijdroeg tot deuitvoering. We hebben samen nagedacht over de vragen die elkenieuwe fase deed rijzen.

    Ten slotte zou ik dergelijke initiatieven zeker willen aan-bevelen. Gemeenschappelijke tuinen zijn een plaats voorontmoeting, uitwisseling, multiculturaliteit, natuurbescherming,experiment, burgerzin … een puzzelstukje voor tal van andereprojecten, zowel op sociaal als milieugebied.”

    Bernadette Lejeune :

    Dienst Burgerparticipatie van Sint-Jans-Molenbeek :

    “Alles begon in 2001, met een houweel om zonne-bloemente planten op een onstabiel privéterrein dat als vuilnisbeltdiende. De lokale vzw “La Rue” stelde de bewoners van dewijken van de Ransfort-, Fin- en Sint-Maartensstraatvoor om een verwaarloosde plek te veranderen in een plaatswaar 'groene vingers' hun kennis kunnen ontplooien endelen en waar de schoolgaande jeugd enkelenatuuraspecten bij hen in de buurt kunnen observeren.Het initiatief van La Rue werd door de overheid gesteundvia het wijkcontract en diverse programma's (KoningBoudewijnstichting, Rotary Club, ...).

    Vandaag worden in het kader van een “gedeelde tuin”activiteiten georganiseerd op een terrein dat toebehoortaan de dienst Gemeentegebouwen van Sint-Jans-Molenbeek. De doelstellingen zijn ambitieus: de bewoners,ongeacht hun leeftijd, doen deelnemen aan de vergroeningvan hun wijk; de wijk aantrekkelijker maken door deverbetering van de leefomgeving; projecten voor“samenhang en ecologie” koppelen aan het gebruik vangroene ruimten en streven naar de ontsluiting van debinnenkant van huizenblokken.”

    Gedeelde tuin(Finstraat 34-38)

    Zie ook “OCMW van Brussel: Biodiversiteit in de groeneruimten” in Monitor van de Duurzame Ontwikkeling2009-9: in een moestuin in Neder-Over-Heembeekworden onbekende of vergeten groenten gekweekt in hetkader van een project dat opgenomen werd in de LokaleAgenda 21 van het OCMW van de stad Brussel.

  • 16 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    Regeerakkoord 2009-2014 – Een duurzame ontwik-keling van het Gewest ten dienste van de Brusselaars >2.8 Behoud van natuur en biodiversiteit in de stad engenieten van aangename en gezellige groene ennatuurlijke groene ruimten in alle wijken > Behoud vannatuur en biodiversiteit & Groene ruimtenU kunt het Regeerakkoord downloaden opwww.brussel.irisnet.be > Brussels Hoofdstedelijk Gewest> De overheden van het Gewest > De BrusselseGewestregering > Akkoorden en besluitenZie ook “Duurzame ontwikkeling in het Brusselsregeerakkoord”, in Nieuwsbrief 2009-5, beschikbaar opwww.vsgb.be

    Een gewestelijk kader voor biodiversiteitHet akkoord van de Brusselse regering heeft biodiversiteit toegevoegd aan het programma, in het tekenwaarvan de voorbije jaren verschillende moestuinen aangelegd werden.

    Sandrine Snyers – Dienst Agenda 21 van Sint-Gillis :

    “Naar aanleiding van de Europese Week van de LokaleDemocratie hebben de diensten Agenda 21 van degemeente en van het OCMW van Sint-Gillis eengezamenlijk project voorgesteld. Er werd gekozen voor hetthema “duurzame voeding”, omdat beide instellingen zichaangesproken voelden door deze materie, die rechtstreeksbetrekking heeft op de burgers en bepaalde verenigingen.

    De avond werd in twee stukken onderverdeeld.

    Allereerst stelde de voorzitster van de adviesraad van dehuurders van de Sint-Gillishaard OASIS, YolandePistone, haar project rond een gemeenschappelijkemoestuin voor. Het terrein, dat ter beschikking gesteldwordt door de Haard, wordt gedeeld door de bewoners vande Haard en de vzw “Les Amis des Restos du Cœur”.

    Er worden in de moestuin niet alleen groenten geteeld opnatuurlijke wijze, maar het project heeft ook een impactop de sensibilisering rond milieu (bioteelt), duurzamevoeding (gezonde en seizoensgebonden groenten in kortcircuit), gezondheid (verse groenten in de maaltijden vande Resto du Cœur) maar ook sociale samenhang (contact

    tussen het publiek van Resto duCœur en de bewoners van de Sint-Gillishaard). Demoestuin verandert trouwens steeds meer in eengemeenschapstuin, aangezien de individuele percelenstilaan verdwijnen.

    Ook waren er enkele instellingen betrokken bij dit project.Het OCMW stelt bijvoorbeeld een "artikel 60'er" terbeschikking van de moestuin. De gemeente heeft deinrichting van een compostplaats gesteund in het kadervan de projectoproep van het BIM en door eenvoedselrestvermaler uit te lenen. Tijdens evenementen zoalsde Week van de Democratie of Sint-Gillis Dorp in hetkader van de autoloze zondag konden we dit mooieinitiatief trouwens promoten.

    Ten slotte heeft de vzw “Le Début des Haricots”voorbeelden van burgerinitiatieven op het gebied vanduurzame voeding voorgesteld, zoals de "solidaireaankoopgroep voor artisanale landbouw", en gewezen ophet belang om terug te keren naar een lokale artisanalelandbouw die lokale jobs creëert waarbij voldoendeaandacht gaat naar de werker zelf.”

    Bezoek aan de moestuinOasis en lezing overduurzame voeding

    “Tijdens de vijf volgende jaren zal het Gewest zich inzettenom het verlies aan biodiversiteit tegen te gaan en hetstedelijk natuurbehoud op zijn grondgebied stimuleren metde volgende middelen: actualisering van de wetgeving,goedkeuring van een Natuurplan, bescherming vanlandschappen met hoge biologische waarde en invoeringvan een ecologisch netwerk, vermindering van het gebruikvan biociden en pesticiden.Er zal een Gewestelijk Natuurplan worden uitgewerkt. Hetzal een programmering in tijd en ruimte omvatten voor deacties die deze doelstellingen moeten verwezenlijken en eencartografie van het Brussels ecologisch netwerk.De Regering zal landschappen met een grote biologischewaarde beschermen. Het statuut van beschermd natuur-gebied zal worden toegekend aan nieuwe landschappen dieniet binnen dit netwerk vallen. De Regering zal de bewaringvan deze landschappen waarborgen, enerzijds door middelvan preventieve maatregelen en anderzijds door degoedkeuring van een plan voor ecologisch beheer voor elkvan deze landschappen.Voor elk project van vervoersinfrastructuur dat binnen oftussen landschappen van grote biologische waardeversnippering veroorzaakt of versterkt, zullen systematischcompenserende maatregelen opgelegd worden om denatuurverbindingsgebieden voor wilde soorten tewaarborgen.

    De Regering zal erop toezien dat het gebruik van pesticidenop het gewestelijk grondgebied, zowel door beheerders vanopenbare ruimten als door particulieren sterk afbouwt.Groene ruimtenVanuit een solidair en aantrekkelijk perspectief is hetkwantitatief en kwalitatief aspect van het beheer van groeneruimten een doorslaggevend element in de leefkwaliteit inde stad. Elke Brusselaar moet kunnen beschikken overbuurtgroen op wandelafstand. De Regering zal deschepping van nieuwe gewestelijke groene ruimtenaanmoedigen in zones met een groentekort. De Regering zal een netwerk van moestuinen in hetBrussels Gewest opzetten in samenwerking met deopenbare en privé-grondeigenaars.”

    Sint-Gillis

    IN ONZE GEMEENTEN

  • 17N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    WETGEVING

    bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25.10 t/m 12.12.2010

    BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING

    10.11.2010 Omz. Privédetectives -B.S.,10.11.2010 - 251078

    03.11.2010 Omz. van de Minister vanBinnenlandse Zaken betreffende de aanmaak vaneen fotokopie van een elektronischeidentiteitskaart - Strijd tegen identiteitsfraude.Ref. III21/724/R/6298/10 - 251636

    FINANCIËN

    05.11.2010 KB [verkeersveiligheidsfonds - projec-ten van de geïntegreerde politie] Ô zieVerkeersveiligheid

    GEMEENTEBEHEER

    15.11.2010 Omz. Overheidsopdrachten - Inmededingingstelling van postdiensten -B.S.,22.11.2010 - 251396

    11.11.2010 Omz. Overheidsopdrachten -Kostprijs van de opdrachtendocumenten -B.S.,22.11.2010 - 251398

    HUISVESTING

    Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 91/2010 van29.07.2010 - Het beroep tot vernietiging van art.2 van de ordonnantie van het BrusselseHoofdstedelijke Gewest van 30.04.2009 ertoestrekkend een hoofdstuk V toe te voegen aan titelIII van de huisvestingscode betreffende de straffenin geval van woningleegstand, wijz. deordonnantie van 12.12.1991 houdende oprichtingvan begrotingsfondsen en tot wijziging van hetGerechtelijke WetboekB.S.,25.10.2010 - 250806

    LEEFMILIEU

    28.10.2010 Ordonnantie wijz. de ordonnantievan 20.10.2006 tot opstelling van een kader voorhet waterbeleid en tot wijziging van deordonnantie van 25.03.1999 betreffende deopsporing, de vaststelling, de vervolging en debestraffing van misdrijven inzake leefmilieu B.S.,18.11.2010 - 251277

    28.10.2010 BBHR dat de milieu- enenergiewetgeving in overeenstemming brengt metde regels van Richtlijn 2006/123/EG van hetEuropees Parlement en de Raad van 12.12.2006betr. de diensten op de interne markt -B.S.,23.11.2010 - 251495

    28.10.2010 Ordonnantie die de milieu- enenergiewetgeving in overeenstemming brengt metde regels van Richtlijn 2006/123/EG van hetEuropees Parlement en de Raad van 12.12.2006betr. diensten op de interne markt -B.S.,25.11.2010 - 251653

    04.06.2009 BBHR [energienormen - rationeelenergiegebruik] Ô zie Subsidies

    MOBILITEIT

    25.11.2010 Ordonnantie tot regeling van deuitbating van een openbaar geautomatiseerdfietsverhuursysteemB.S.,07.12.2010 - 251928

    PERSONEEL

    12.10.2010 KB tot vaststelling van deerkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedurevoor uitgevers van maaltijdcheques in eenelektronische vorm, tot uitvoering van art. 183 tot185 van de wet 30.12.2009 houdende diversebepalingen - B.S.,23.11.2010 - 251484

    10.11.2010 Omz. nr. 606 - Eindejaarstoelage2010 [op basis van het KB 28.11.2008] -B.S.,29.11.2010 - 251734

    10.11.2010 Omz. nr. 607 - Eindejaarstoelage2010 [op basis van het KB 23.10.1979] -B.S.,29.11.2010 - 251738

    POLITIE

    29.10.2010 Omz. Over de toepassing van dewapenwetgeving - B.S.,24.11.2010 - 251609

    05.11.2010 KB [verkeersveiligheidsfonds - pro-jecten van de geïntegreerde politie] Ô zieVerkeersveiligheid

    RICHTLIJN DIENSTEN

    28.10.2010 BBHR [milieu- en energie-wetgeving] Ô Zie leefmilieu

    28.10.2010 Ordonnantie [milieu- enenergiewetgeving] Ô Zie leefmilieu

    SOCIALE ZAKEN

    OCMW

    24.06.2010 BVCGG tot vaststelling van hetaandeel voor het jaar 2010 van elk OpenbaarCentrum voor Maatschappelijk Welzijn van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest in het BijzonderFonds voor Maatschappelijk Welzijn en demodaliteiten van de betaling - [niet gepubliceerd] -

    87083

    22.10.2010 MB houdende toekenning van eentoelage tot dekking van een deel van de kostenbetreffende de verwezenlijking van projecten in hetkader van het Europees Integratiefonds,programmatie 2009, federale gedeelte -B.S.,19.11.2010 - 251319

    Gebouwen

    04.06.2009 BBHR [energienormen - rationeelenergiegebruik] Ô zie Subsidies

    Rechtsbijstand

    11.10.2010 Règlement de l'Ordre des BarreauxFrancophones et Germanophone rendantobligatoire le mémorandum sur l'aide juridique -B.S.,17.11.2010 - 231412

    Reiskosten

    12.10.2010 KB tot vaststelling van devoorwaarden waaronder de verplichte verzekeringvoor geneeskundige verzorging en uitkeringentegemoetkomt in de reiskosten van recht-hebbenden die opgenomen zijn in een centrumvoor dagverzorgingB.S.,27.10.2010 - 250889

    Rust- en verzorgingstehuizen

    [Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie]09.09.2010 MB Ô zie Subsidies

    18.11.2010 BVCGG [erkenning - voorzieningenvoor opvang of huisvesting van bejaarden] Ô zieSubsidies

    STEDENBOUW/LEEFOMGEVING

    28.10.2010 BBHR wijz. BBHR 07.12.1995inzake de erkenning van de ontwerpers van degemeentelijke ontwikkelingsplannen en van de desbetreffende milieueffectenrapporten -B.S.,10.11.2010 - 251074

    28.10.2010 BBHR wijz. BBHR 18.05.2006 betr.de erkenning van de ontwerpers van bijzonderebestemmingsplannen en van desbetreffendemilieueffectenrapportenB.S.,10.11.2010 - 251076

    SUBSIDIES

    16.07.2010 BBHR betr. de erkenning en debetoelaging van verenigingen zonder winstoog-merk en van vennootschappen met sociaaloogmerk die bedrijvig zijn in de hergebruik- enrecyclingsectorB.S.,26.10.2010 - 250841

    tot de registers][toegang

  • 18 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    WETGEVING

    [Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie]09.09.2010 MB tot bepaling van dereferentierentevoet voor de vaststelling van hetmaximumbedrag van de gebruikssubsidie voor derusthuizen van de GemeenschappelijkeGemeenschapscommissieB.S.,04.11.2010 - 250972

    22.10.2010 MB Ô zie Sociale Zaken > OCMW

    08.11.2010 MB Ô zie Verkeersveiligheid

    04.06.2009 BBHR tot vaststelling van deenergienormen die van toepassing zijn op degesubsidieerde projecten van werken diebijdragen tot een rationeel energiegebruik in degebouwen die toebehoren aan de gemeenten enOCMW's - B.S.,09.12.2010 - 251992

    18.11.2010 BVCGG dat het BVCGG 03.12.2009tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraande voorzieningen voor opvang of huisvesting vanbejaarden moeten voldoen alsmede tot nadereomschrijving van de groepering en de fusie en debijzondere normen waaraan deze moeten voldoen -B.S.,29.11.2010 - 251725

    VERKEERSVEILIGHEID

    12.10.2010 KB betr. de goedkeuring, de ijking ende installatie van de meettoestellen gebruikt omtoezicht te houden op de naleving van de wet betr.de politie over het wegverkeer en haaruitvoeringsbesluiten - B.S.,25.10.2010 - 250803

    31.08.2010 Ministeriële omzendbrief houdendede opdrachten en het prioritair actieterrein van defederale wegpolitieB.S.,28.10.2010 - 250918

    16.07.2010 BBHR tot vaststelling van hetminimumkapitaal van het Parkeeragentschapopgericht bij de ordonnantie van 22.01.2009houdende de organisatie van het parkeerbeleid ende oprichting van het Brussels HoofdstedelijkParkeeragentschapB.S.,29.10.2010 - 250925

    06.11.2010 KB wijz. KB 20.07.2001 betr. deinschrijving van voertuigenB.S.,12.11.2010 - 251122

    08.11.2010 MB wijz. MB 23.07.2001 betr. deinschrijving van voertuigenB.S.,12.11.2010 - 251124

    28.09.2010 KB wijz. KB 15.03.1968 houdendealgemeen reglement op de technische eisen waaraande auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen enhun veiligheidstoebehoren moeten voldoen -B.S.,12.11.2010 - 251126

    06.11.2010 KB tot vaststelling van de datum vaninwerkingtreding van art. 23 van de wet28.04.2010 houdende diverse bepalingen B.S.,12.11.2010 - 251128 [vergoedingen

    06.11.2010 KB betr. de vaststelling van devergoedingen verbonden aan de inschrijving vanvoertuigen - B.S.,12.11.2010 - 251130

    02.11.2010 KB wijz. KB 20.07.2001 betr. deinschrijving van voertuigenB.S.,16.11.2010 - 251178

    08.11.2010 MB betr. de toekenning van definanciële hulp van de Staat in het kader van deverkeersactieplannen 2010 geïndexeerd bedrag2007 - B.S.,26.11.2010 - 206256

    22.11.2010 Ministeriële omz. houdende decampagne voor verkeersveiligheid: 'Rijden onderinvloed van alcohol - BOB'B.S.,26.11.2010 - 251685

    05.11.2010 KB betr. de voorafname op hetverkeersveiligheidsfonds van een bedrag voor deprojecten van de geïntegreerde politie -B.S.,06.12.2010 - 234419

    VZW / INTERCOMMUNALES

    03.12.2010 Advies - Kosten voor de open-baarmaking van de documenten bedoeld in art.25 van het KB 19.12.2003 betr. deboekhoudkundige verplichtingen en deopenbaarmaking van de jaarrekening van bepaaldeverenigingen zonder winstoogmerk, internationaleverenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen -B.S.,03.12.2010 - 233101

    03.12.2010 Advies - Kosten voor de open-baarmaking van de documenten bedoeld in art.173 van het KB 30.01.2001 tot uitvoering van hetWetboek van vennootschappen B.S.,03.12.2010 - 242913

    voor de inschrijving van voertuigen]

  • 19N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    PARKEERRETRIBUTIES(deel 1)

    Concessies behouden, maar beperkt

    ONDER DE LOEP

    Gemeenten kunnen parkeerbelastingen heffen, maar ze kunnen ook kiezen voor retributies en parkeerbeheerdoor middel van een concessie. Deze mogelijkheden zijn geëvolueerd, zowel op het vlak van rechtspraak alsregelgeving. De keuze voor een concessiehouder (meestal een privéonderneming) wierp vragen op metbetrekking tot het beheer van de openbare dienst (eventuele delegatie van de gemeentelijke bevoegdheid aaneen privépersoon) en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (toegang tot gegevens van de DIV voorde concessiehouder). Het Grondwettelijk Hof heeft de wet geannuleerd die deze toegang mogelijk maakte.Het parkeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt momenteel gereorganiseerd op basis van deordonnantie van 22 januari 2009 tot oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap. Erwordt wel nog gewacht op de toepassingsbesluiten. Op termijn wenst het gewest dit systeem te harmoniserenen een gecentraliseerd gewestelijk beheer in te voeren 1.

    Deze bijdrage bestaat uit twee delen : dit eerste deel bespreekt de evolutie van de problematiek metbetrekking tot parkeerbelastingen en –retributies (de wet van 22 december 1965, de recente rechtspraak vanhet Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie). In een volgend nummer zal het tweede deel de ordonnantiehoudende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels HoofdstedelijkParkeeragentschap bespreken.

    1 Zie antwoord van minister Brigitte GROUWELS op schriftelijke vraag nr. 302, Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Op het vlak van bevoegdheidsverdeling valt de algemenebestuurlijke politie onder de bevoegdheid van defederale Staat.

    Het gewest is bevoegd voor de organieke wetgeving van degemeenten en inzake wegen. De aanvullende reglementen diede gemeenteraad aanneemt, passen de reglementering aan delokale eigenheden aan. Deze aanvullende reglementen bevattengeen regels van algemene politie.

    De bepalingen van de wet van 2008 hebben betrekking op deaanvullende reglementen en vallen bijgevolg niet onder debevoegdheid van de federale wetgever, maar van het gewest.

    De wet wordt toegepast in de versie van vóór 2008 en degemeenten blijven, tot de goedkeuring van het gewestelijk

    parkeerbeleidplan, bevoegd om belastingen of retributies teheffen inzake parkeren.

    De gemeente die een deel van de weg aanbiedt voorparkeerdoeleinden, exploiteert een openbare dienst. Ze heeft devrijheid om deze te exploiteren op de wijze die haar het meestgepast lijkt. Dit omvat de bevoegdheid om eenbeheersovereenkomst af te sluiten met een privéonderneming.Op die manier delegeert de lokale overheid haar eigenbevoegdheid niet, maar oefent ze die op de meest gepastemanier uit. De concessiehouders hebben geen rechtstreeksetoegang tot de gegevens van de DIV, maar versturen hunvaststellingen naar de gemeenten, die op hun beurt de identiteitvan de kentekenhouder opvragen.

    De wet van 22 december 1965 machtigt gemeenten omparkeerretributies te innen ;

    De wet van 20 juli 2005 machtigt lokale overheden om tekiezen voor belastingen of retributies inzake parkeren ;

    De wet van 22 december 2008 (geannuleerd door het Arrestvan het Grondwettelijk Hof van 27 mei 2010) bevatte devolgende bepalingen :

    • de mogelijkheid om belastingen of retributies op teleggen

    • de “interne” exploitatie van het parkeren of via eenconcessie of autonome regie

    • de gemeente en de externe exploitant kunnen deidentiteit opvragen van de houder van de plaat

    • de retributie wordt betaald door de houder van denummerplaat van het voertuig.

    In een notendop

    Wettelijke basis

  • 20 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    ONDER DE LOEP

    2 B.S., 30 januari 2009, pg. 7287.3 Grondwettelijk Hof, 29 juli 2010, nr. 89/2010, B.S., 20 augustus 2010, pg. 54358.4 B.S., 23 maart 1965.5 Artikel 37 van de wet van 7 februari 2003 heeft artikel 1 van de wet van 1965 vervangen, B.S., 25 februari 2003, pg. 8989. 6 B.S., 11 augustus 2005, pg. 34722.7 B.S., 29 december 2008, pg. 68722.8 Parl. St., Kamer, 2008-2009, DOC 52-1608/001, pg. 16.9 De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, B.S., 31 december 1996.10 Artikel 136 van de Nieuwe Gemeentewet luidt als volgt : “De gemeenteontvanger wordt alleen en onder zijn verantwoordelijkheid belast met :

    1° het houden van de boekhouding van de gemeente en het opstellen van de jaarrekeningen ;2° de invordering van de ontvangsten van de gemeente ; 3° het innen van de regelmatige schuldvorderingen ; 4° de heffing, in voorkomend geval door eengedwongen tenuitvoerlegging, van de gemeentebelastingen, met toepassing van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van deprovincie- en gemeentebelastingen (…)”.

    Algemeen kader en toelichting1. Wetgeving - terugblik

    De voorbije jaren was er heel wat rechtspraak rond hetgemeentelijk parkeerbeheer. Hoewel het hierna beschrevensysteem zal evolueren, staan we even stil bij :

    - de mechanismen van gemeentelijke belastingen enretributies

    - het arrest van het Grondwettelijk Hof van 27 mei2010: dit arrest annuleert een aantal bepalingen vande wet van 22 december 2008 tot wijziging van dewet van 22 februari 1965 die gemeenten toelaat omparkeerbelastingen en -retributies te heffen

    - de rechtspraak van het Hof van Cassatie van 29 mei2009 met betrekking tot het parkeerbeheer doormiddel van een concessie (afwezigheid van delegatievan de gemeentelijke bevoegdheid en toegang tot degegevens van de DIV)

    - in een volgend nummer komen we terug op deordonnantie van 22 januari 2009 2 met betrekkingtot de organisatie van het parkeerbeleid en deoprichting van het Parkeeragentschap, en derechtspraak van het Grondwettelijk Hof van 29 juli2010 die erop betrekking heeft 3

    1.1. De wet van 22 december 1965 machtigt gemeentenom parkeerretributies te innen : 4 :

    “Wanneer de gemeenteraden reglementen inzake parkerenvaststellen overeenkomstig de wetgeving en de reglementen op depolitie van het wegverkeer, dan kunnen zij, afgezien van deinrichting van zones voor het beperkt parkeren, "blauwe zones"genaamd, parkeerretributies instellen op de motorvoertuigen.”

    Deze machtiging is absoluut vereist om gemeentelijkeretributiereglementen een wettelijke grond te geven 5.

    1.2. De wet van 20 juli 2005 tot wijziging van degecoördineerde wetten van 16 maart 1968betreffende de politie over het wegverkeer 6 stelt datgemeenten kunnen kiezen voor belastingen ofretributies.

    1.3. De wet van 22 december 2008 7 (art. 14, 15, 16)heeft die van 1965 gewijzigd :

    - Artikel 1 (art. 14 van de wet van 2008) : “Wanneerde gemeenteraden, (…) reglementen inzake het

    parkeren vaststellen (…), kunnen zij parkeer-retributies of -belastingen instellen of parkeer-gelden bepalen in het kader van concessies ofbeheersovereenkomsten inzake het parkeren op deopenbare weg.”

    - Artikel 15 :“Gemeenten, concessiehouders en autonomegemeentebedrijven zijn gemachtigd om de identiteit vande houder van de nummerplaat op te vragen bij deoverheid die belast is met de inschrijving van devoertuigen in overeenstemming met de wet totbescherming van de persoonlijke levenssfeer.”

    - Artikel 16 : “De retributie wordt ten laste gelegd van dehouder van de nummerplaat van het voertuig.”

    Het doel van de wetswijziging van 2008 was een wettelijkeoplossing te vinden zodat concessiehouders onbetaaldeparkeerretributies konden innen zonder het gemeentelijkeparkeerbeheer te belemmeren 8. Verschillende vonnissenhadden bevestigd dat de concessiehouder niet gemachtigdwas om gegevens op te vragen bij de DIV. Bijgevolg kon deconcessiehouder de persoon die de retributie verschuldigdwas, niet in gebreke stellen. De wetgever wilde dan ookkomaf maken met deze moeilijkheid voor privébedrijven.

    Tegen deze artikelen werd een beroep ingediend bij hetGrondwettelijk Hof, wat leidde tot de annulering.

    2. Parkeerbelastingretributie2.1. De belasting

    Gemeenten kunnen parkeerbelastingen heffen. Ze baserenzich hierbij op de gemeentelijke autonomie beschreven inartikel 41 en 162 van de Grondwet. Die bevoegdheid laathen toe om alles te regelen wat onder het gemeentelijkbelang valt. Artikel 170 kent de bevoegdheid toe ombelastingen te heffen.

    Overeenkomstig artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewetregelt de gemeenteraad in de praktijk alles wat onder hetzogenaamde gemeentelijk belang valt, door belasting-reglementen aan te nemen :

    - Het parkeerbeheer gebeurt dus “intern”. Degemeente int de verschuldigde belasting bij debelastingplichtige die de openbare weg gebruikt 9. Devaststellingen gebeuren in dit geval doorgemeentepersoneel dat speciaal werd aangesteld.

    - Ingevolge artikel 136 van de Nieuwe Gemeentewetwordt de gemeenteontvanger belast met deinvordering van de belasting 10.

  • 21N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 6

    - De belasting biedt een aantal voordelen: de gemeenteis, bij het nastreven van het gemeentelijk belang, vrijom belastingen te heffen in vrijwel iedere materie 11.

    - In tegenstelling tot de retributie vormt de belastinggeenszins de tegenprestatie voor een dienst die debelastingplichtige ten individuele titel geniet 12.

    - Er bestaat geen verplichting tot proportionaliteittussen het bedrag van de belasting en de kostprijsvoor de dienst 13.

    - De belastingplichtige, vrij aangeduid door deoverheid, kan bij het college een klacht indienentegen een gemeentebelasting 14.

    - Inzake belastingen beschikt de overheid bij deinvordering over prerogatieven (onder meer het'privilège du préalable' en de ambtshalve uitvoering)die bij retributies niet gelden 15.

    Een aantal gemeenten gebruiken dit mechanisme, metweinig problemen. We zullen dan ook vooral stilstaan bij deandere mogelijkheid, namelijk de inning van parkeer-retributies via een private concessiehouder.

    2.2. De retributie

    Gemeenten hebben de mogelijkheid om retributies te innenals tegenprestatie voor het ter beschikking stellen van eendeel van de weg voor parkeerdoeleinden 16.

    - Bijgevolg is de aard van de relatie tussen de burger ende gemeentelijke overheid, de regie of deconcessiehouder contractueel.

    - De geadministreerde doet vrijwillig beroep op eenaan