Upload
others
View
4
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Faculteit Rechtsgeleerdheid
Universiteit Gent
Academiejaar 2016-2017
DE WERKING VAN EEN NOTARISKANTOOR IN ZUID-WEST-VLAANDEREN
KORT VOOR DE EERSTE WERELDOORLOG:
HECTOR SIBILLE IN WAASTEN (1884-1913)
Masterproef van de opleiding
‘Master in het Notariaat’
Ingediend door
Julie Podevyn
(studentennr. 01100761)
Promotor: prof. dr. Rik Opsommer
Commissaris: prof. dr. Jan Bael
i
Inhoud Afkortingenlijst ................................................................................................................................................................... ii
Inleiding ................................................................................................................................................................................. 1
Deel I: Biografie van Hector Sibille ............................................................................................................................. 7
1. Afkomst en jeugd ................................................................................................................................................. 7
2. Opleiding ................................................................................................................................................................. 9
2.1. Algemeen: de opleiding rechten aan de Rijksuniversiteit Gent .............................................. 9
2.2. De notarisopleiding aan de Rijksuniversiteit Gent tot 1880 ................................................. 11
2.3. Stage bij een notaris van derde klasse ........................................................................................... 17
2.4. Benoeming tot notaris .......................................................................................................................... 20
3. Notaris te Waasten: 1884-1913 ................................................................................................................. 21
3.1. Aanstelling als notaris en professionele betrokkenheid ........................................................ 21
3.2. Gezin ............................................................................................................................................................. 22
3.3. Zijn leven naast het notariaat ............................................................................................................ 23
3.4. Einde carrière ........................................................................................................................................... 24
4. Eerste Wereldoorlog ....................................................................................................................................... 25
5. Na de Eerste Wereldoorlog .......................................................................................................................... 30
Deel II: Analyse van de aktes ...................................................................................................................................... 33
1. Aantal aktes ......................................................................................................................................................... 33
2. Soorten aktes ...................................................................................................................................................... 35
2.1. Algemeen .................................................................................................................................................... 35
2.2. Personen- en familierecht ................................................................................................................... 36
2.3. Zaken- en verbintenissenrecht ........................................................................................................ 38
3. Cliënten ................................................................................................................................................................. 43
3.1. Woonplaats van cliënten...................................................................................................................... 43
3.2. Sociaal-economische achtergrond van het cliënteel ................................................................ 46
Besluit .................................................................................................................................................................................. 49
Bibliografie ........................................................................................................................................................................ 51
Bijlagen ................................................................................................................................................................................ 59
1. E. Butaye, “Les testaments de Belges en Angleterre”. ....................................................................... 59
2. Overzicht van de evolutie van de subcategorieën van categorie 1 “Personen- en
familierecht” tussen 1884 en 1909. .................................................................................................................... 61
ii
Afkortingenlijst
AR = Arrêté Royal
ARA = Algemeen Rijksarchief
AUG = Archief Universiteit Gent
CDW = Centre de Documentation in Waasten
NFR = Notulen Faculteitsraad
SAI = Stadsarchief Ieper
1
Inleiding
Mijn masterproef in de rechten behandelde de werking van de Ieperse rechtbank
voor oorlogsschade in 1923.1 Tijdens dat onderzoek kwam ik in aanraking met enkele
opmerkelijke lokale figuren die in die tijdelijke rechtbanken zetelden. Daaronder bevond
zich een ere-notaris uit Waasten: Hector Sibille. In 1923 was hij alleenzetelend rechter in
de tweede kamer van de Ieperse oorlogsschaderechtbank. In principe konden notarissen
geen deel uitmaken van de rechtbanken voor oorlogsschade, maar de wetgever had voor
de gerechtelijke arrondissementen Veurne en Ieper een uitzondering gemaakt. Dat maakt
de figuur van Sibille opmerkelijk.2 Verdere opzoekingen tijdens mijn masterproef
brachten mij in contact met zijn achterkleinzoon, ere-notaris Francis De Simpel, die tot
2009 als laatste binnen het notarisgeslacht Sibille-De Simpel kantoor hield te Waasten. In
de negentiende eeuw was het gebruikelijk dat een notariskantoor overging van vader op
(schoon)zoon.3 Toch stamde Hector Sibille niet uit een notarisfamilie, wat zijn
geschiedenis alleen maar boeiender maakt. Bovendien zorgde zijn aanstelling in Waasten
ervoor dat, na een onderbreking van zeventig jaar, het plaatselijk notarisambt terug in
handen van de familie De Simpel kwam.4 Hector Sibille was de stamvader van de familie
Sibille-De Simpel die vier generaties lang het notariskabinet in Waasten in handen hield.
Met het pensioen van Francis De Simpel in 2009 kwam daaraan (voorlopig) een einde.5
De bijzondere geschiedenis van Hector Sibille, overgrootvader van ere-notaris Francis De
Simpel, verdient een diepgaandere studie.
Met een microstudie van een klein landelijk notariaatskabinet draagt deze
masterscriptie bij tot de historiografie in het algemeen en van het notariaat in het
bijzonder. Een specifiek notarieel kabinet onder de loep nemen blijkt de manier te zijn om
inzicht te verwerven in de praktische werking van het notariaat doorheen de tijd. Over de
1 J. PODEVYN, De rechtbank voor oorlogsschade, anno 1923. Analyse van vonnissen van de tweede kamer, onuitg. masterproef, Faculteit Rechtsgeleerdheid, UGent, 2017, 136 p. 2 Art. 6, lid 2 wet 25 april 1920 op de hoven en rechtbanken voor oorlogsschade, BS 5 mei 1920, 3442 (hierna: Gec.Wet 25 april 1920); J. PODEVYN, De rechtbank voor oorlogsschade, anno 1923. Analyse van vonnissen van de tweede kamer, onuitg. masterproef, Faculteit Rechtsgeleerdheid, UGent, 2017, 28. 3 B. NEEFS, “De sociale positie van de notaris. Een voorbeeld : het notariaat van Woelingen in de 19de eeuw” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 278. 4 Bruno De Simpel was notaris te Waasten tot 1843, Pierre De Simpel werd er notaris in 1913; Familiearchief De Simpel, Résidence notariale de Warneton. 5 Het betreft de notarissen Hector Sibille, Pierre De Simpel, Jean De Simpel en Francis De Simpel.
2
geschiedenis van de notaris en het notariaat verschenen overal in Europa al algemene
werken.6 Binnen België7 en Vlaanderen zijn die veelal van de hand van de Leuvense
professor emeritus Fred Stevens.8 Zijn basiswerk Het notariaat in België van de
middeleeuwen tot heden bevat enkele microstudies van notariskantoren uit Antwerpen,
Verviers en Leuven, die ons een goed beeld geven van de werking van een notariskantoor
doorheen de negentiende eeuw in die streken.9 Over dat Leuvense kantoor, het kabinet
van de notarisfamilie Hollanders de Ouderaen, bestaat een diepgaandere studie van de
hand van de Leuvense professor Guido Van Dievoet10 in samenwerking met Fred
Stevens.11 Ze bespreken de geschiedenis van het kantoor van 1783 tot 1983. Stevens
publiceerde in 2002 een boek over tweehonderd jaar notariaat Dierckx in Turnhout.12 De
keuze voor deze notarissen lijkt ingegeven door hun lange familiegeschiedenis die
verweven is met het belang van hun standplaats. Het mag duidelijk zijn dat de tot nu toe
bekeken notariskabinetten zich vooral in kleine steden bevinden. Elke stad had zijn eigen
belang. Zo was Verviers in de negentiende eeuw een bloeiende industriestad, terwijl
Turnhout en Leuven binnen hun regio ook centrumsteden waren en zijn. In die steden,
waar een rechtbank van eerste aanleg was geïnstalleerd, waren tot 1927 notarissen van
‘tweede klasse’ actief. Nochtans leefde tot diep in de twintigste eeuw het overgrote deel
van de Belgische bevolking op het platteland, wat hen – althans tot 1927 – in contact
bracht met de laagst gerangschikte op de notariële ladder: de notaris van derde klasse of
de zogenaamde ‘kantonnale notaris’.13 Zij maakten op dat moment de meerderheid uit
onder de notarissen wat een studie over een dergelijke notaris, die binnen een landelijke
6 Bijvoorbeeld J.-P. GRABER, Histoire du notariat dans le canton de Neuchâtel, Zurich, onuitg. doctoraatsthesis, 1957, 243 p.; A. VACHON, Histoire du notariat canadien: 1621-1960, Quebec, Presses Universitaires Laval, 1962, 209 p.; M. SCHMOECKEL & W. SCHUBERT (eds.), Handbuch zur Geschichte des Notariats der europäischen Traditionen, Baden-Baden, Nomos, 2009, 619 p. 7 Bijvoorbeeld A. FOBE, Histoire du notariat, Brussel, Larcier, 1973, 80. 8 Fred Stevens is professor emeritus rechtsgeschiedenis aan de Universiteit van Leuven; o.a. F. STEVENS, La loi de ventôse contenant organisation du notariat et sa genèse, Brussel, Bruylant, 2004, 301 p.; C. BRUNEEL, P. GODDING EN F. STEVENS, Het notariaat in België van de Middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 311 p. 9 C. BRUNEEL, P. GODDING EN F. STEVENS, Het notariaat in België van de Middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 255-269. 10 Guido van Dievoet (1924-2008) had zowel geschiedenis als rechten gestudeerd aan de universiteit van Leuven. Na deze studies werd hij als advocaat ingeschreven aan de Leuvense balie. In 1950 behaalde hij bovendien het diploma van licentiaat in het notariaat; J. MONBALLYU, “Nécrologie: in memoriam Guido C.E. van Dievoet, 1924-2008”, Tijdschrift voor rechtsgeschiedenis 2009, 77, 295-298. 11 G. VAN DIEVOET (ed.) Tweehonderd jaar notariaat het kantoor Hollanders de Ouderaen te Leuven (1783-1983), Leuven, KUL afdeling Romeins recht en geschiedenis, 1983, 287 p. 12 F. STEVENS, Scripta ferunt annos. Tweehonderd jaar notariaat Dierckx in Turnhout. 1802-2002, Brepols Publishers, Turnhout, 2002, 155 p. 13 Zie infra.
3
omgeving zijn aktes verleed, rechtvaardigt. Het biedt de mogelijkheid om het beeld van
de notaris doorheen de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw bij te
stellen. Aan de hand van de casus van Hector Sibille zal deze masterproef die lacune
proberen op te vullen.
Van Dievoet en Stevens brachten alle notarissen die tot de respectievelijke
kantoren behoorden in beeld. Hier wordt stilgestaan bij één notaris die actief was tussen
1884 en 1913. Deze masterproef ent zijn structuur op het werk van de Leuvense
professoren. In een eerste deel bespreken we het leven van Hector Sibille. Zowel zijn
afkomst, zijn opleiding tot notaris als zijn gezinssituatie komen aan bod.14 Dit deel bevat
ook algemene gegevens over zijn leven in Waasten. Enkele vragen staan hier centraal: Is
Sibille afkomstig uit een bekende notarisfamilie? Of weet hij zich op te werken? Hoe
profileerde Sibille zich op sociaal vlak? Om deze vragen te beantwoorden konden we
gebruik maken van het familiearchief dat ere-notaris Francis De Simpel exclusief voor
deze studie ter beschikking stelde. Dat archief kunnen we verder aanvullen met gegevens
uit de aktes van de burgerlijke stand die voor de negentiende eeuw online te raadplegen
zijn15 en de historische kranten.16 Het Gentse universiteitsarchief is van belang, aangezien
Sibille in Gent zijn notariaatsopleiding genoot. Naast wetgeving en andere regelgeving, zal
ook literatuur gehanteerd worden.17 Voor de algemene informatie zoals zijn aanstelling
en standplaats, baseren we ons op de gegevens die terug te vinden zijn in het Belgisch
Staatsblad en (juridische) tijdschriften zoals La Belgique Judiciaire, Revue Pratique du
Notariat belge en de Almanach royal officiel de Belgique.
Het tweede deel analyseert zijn werk als notaris. De informatie over de inhoud van
zijn werk puren we uit een inventaris van zijn verleden aktes die ter inzage ligt in het
Documentatiecentrum van de Société d’Histoire de Comines-Warneton in Waasten.18 Aan
14 We leggen in dit deel vooral de nadruk op de opleiding, aangezien deze in de tweede helft van de negentiende eeuw heel wat wijzigingen heeft ondergaan. Bovendien zijn Stevens en van Dievoet in hun werken hier nog niet uitgebreid op ingegaan. 15 Omwille van hun geloof verzamelden de Amerikaanse Mormonen heel wat genealogische gegevens in Europa. Ook in België scanden ze volledige microfilms en/of akten van burgerlijke stand in die gratis online te raadplegen zijn; FAMILYSEARCH, “Belgium, West Flanders, Civil Registration, 1582-1910”, https://familysearch.org/search/collection/location/1927071?region=Belgium. 16 http://www.historischekranten.be. 17 Bijvoorbeeld over de notarisopleiding te Gent, waar Sibille had gestudeerd, bestaat er: L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 253 p. 18 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton.
4
de hand van grafieken en statistische gegevens vormen we ons een beeld van de notariële
praktijk rond 1900 voor die uithoek van het land. In dit deel integreren we ook de
(sociale) afkomst van het cliënteel van notaris Sibille.
We opteerden voor deze studie om een overzicht te geven van alle aktes die zijn
opgenomen in de inventaris. Dit bevat de aktes uit zijn repertorium die tussen 1884 en
1909 zijn verleden.19 Het zijn er precies 2887. Ter vergelijking, tijdsgenoot en collega-
notaris Louis Dierckx verleed over een tijdspanne van twintig jaar (1890-1909) ongeveer
3500 aktes.20 Dat cijfer geeft alvast een indicatie over de bevolkingsdichtheid. Hoe hoger
het aantal inwoners van een bepaalde omschrijving, hoe meer (potentieel om) aktes te
verlijden. Gezien de beperkte tijd die voor deze masterproef voorhanden is, behandelen
we de inhoudelijke kenmerken niet in detail.21 Bij het verwerken van de inventaris pikten
we de volgende gegevens uit:
- datum van de akte
- taal van de akte
- soort akte, globaal
- soort akte, specifiek
- Naam, voornaam, beroep en woonplaats van de cliënt(en)
- (bij koop-verkoop, huur): ligging van het goed
Algemeen deelden we de soorten aktes in drie categorieën op.22 Een eerste
categorie omvat alle aktes die verband hielden met personen- en familierecht zoals
testamenten, akten betreffende het huwelijk, erkenning van natuurlijke kinderen en
akten betreffende vereffening, verdeling en inventarissen. Een tweede categorie omvat
alle aktes die in zich in de verbintenisrechtelijke en zakenrechtelijke sfeer bevinden zoals
koop-verkoop, ruil, schenkingen, leningen, volmachten, enz. De derde categorie is
19 Zie infra. 20 Tussen 1890 en 1909; F. STEVENS, Scripta ferunt annos. Tweehonderd jaar notariaat Dierckx in Turnhout. 1802-2002, Brepols Publishers, Turnhout, 2002, 120. 21 Zo laten we bijvoorbeeld de waarde van het goed bij een verkoop achterwege. 22 Naar analogie van notariskantoor Ouderaen in Leuven; G. VAN DIEVOET (ed.) Tweehonderd jaar notariaat het kantoor Hollanders de Ouderaen te Leuven (1783-1983), Leuven, KUL afdeling Romeins recht en geschiedenis; 1983, 171-194.
5
tenslotte een restcategorie. Deze bevat de aktes die in geen van de vorige categorieën
thuishoren zoals de akte van bekendheid23 en neerlegging van onderhandse aktes.
Bij de identificatie van de cliënten opteerden we om de gegevens te beperken tot
maximum twee actoren die in de aktes voorkwamen. Wanneer het bijvoorbeeld om een
verkoop ging van een huis die aan zeven erfgenamen toebehoorde en die dan verkocht
werd aan een derde, staan enkel de gegevens van de eerste erfgenaam die in de akte
vermeld wordt en van de derde die het goed kocht in de tabel.24 De reden hiervoor is om
de gegevens gemakkelijk en overzichtelijk te kunnen verwerken.25
Door het verhuizen van de minuten in de twintigste eeuw,26 gingen heel wat aktes
verloren. Dankzij de nummering kunnen we weten om welke aktes het gaat, al blijft exacte
inhoud onbekend. De verloren gegane aktes worden enkel in rekening gebracht bij de
weergave van het totale aantal verleden aktes en het aantal verleden aktes per jaar. Bij de
analyses, zoals bijvoorbeeld beroepscategorie, blijven zij buiten beschouwing.27
23 De akte van bekendheid of acte de notoriété is een akte waarin twee of meer personen ten aanzien van de notaris een getuigenis afleggen over bepaalde personen of feiten; G. VAN DIEVOET (ed.) Tweehonderd jaar notariaat het kantoor Hollanders de Ouderaen te Leuven (1783-1983), Leuven, KUL afdeling Romeins recht en geschiedenis, 1983, 193. 24 Bijvoorbeeld in de akte van 31 augustus 1887. Hierin verkochten leden van de families Rohart (Charles, Alfred, Aimée en Gustave) en Lefebvre (Achille, Charles en Julie) 4 huizen aan Laure Vandermarliere. In de tabel zijn enkel de gegevens (naam, voornaam, beroep en woonplaats) van Charles Rohart en Laure Vandermarliere opgenomen; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 85, 31 augustus 1887. 25 Er is in het Centre een digitaal bestand beschikbaar met een alfabetische lijst met alle namen die in de aktes voorkomen; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, SIBILLE.IND. 26 Zie infra. 27 Ook in de nog te raadplegen aktes staat soms geen beroep bij de partijen. Wanneer we de verloren gegane aktes ook in rekening zouden brengen, zouden we een vertekend beeld krijgen van de categorie ‘geen beroep opgenomen’.
37%
63%
Verhouding onbekende - bekende aktes
Totaal aantal aktesonbekend
Totaal aantal aktesbekend
6
Door een analyse te maken van de werkzaamheden van een notaris rond de vorige
eeuwwisseling, kunnen we de pijnpunten van het toenmalige notariaat blootleggen en
welke weg tot het huidige notariaat leidde (werklast, sociale afkomst). Gezien de beperkte
omvang van deze masterproef, beperken we ons tot één specifieke telg van het
notarisgeslacht, al worden wel perspectieven geboden om later een uitgebreidere studie
te maken over de notarisfamilie Sibille-De Simpel.
7
Deel I: Biografie van Hector Sibille
1. Afkomst en jeugd
De familie Sibille stamt oorspronkelijk uit Frankrijk, meer bepaald uit de streek rond
Recquignies in het departement Nord.28 Toen Frankrijk in 1795 de Zuidelijke
Nederlanden annexeerde, introduceerden de Fransen hun gecentraliseerd bestuur. Om
de goede werking ervan te garanderen, benoemde de Franse overheid gezagstrouwe
Franse ambtenaren in de Belgische gewesten.29 In die periode vestigde de jonge Alphonse
Sibille (1775-1847),30 de grootvader van Hector, zich in het West-Vlaamse Staden waar
hij aangesteld werd als gemeentelijk percepteur.31 Hij huwde er op 27 april 1808 de lokale
Antoinette Van Middelen (1783-1856)32 met wie hij later een brouwerij en herberg op het
28 Familiearchief De Simpel, Généalogie de la famille Sibille. 29 F. SEBRECHTS, “Politiek” in J. ART en E. VANHAUTE, Inleiding tot de lokale geschiedenis van de 19de en de 20ste eeuw, Gent, Mens & Cultuur Uitgevers, 2003, 207; F. STEVENS, “de ontwikkeling van het notariaat en zijn organisatie. De invoering van een eenvormig Latijns notariaat in de Belgische departementen” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 195. 30 Familiearchief De Simpel, Généalogie de la famille Sibille; FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1841-1851 Staden, 616 van 968, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 31 De term percepteur duidt op de Franse oorsprong van de familie Sibille. Het beroep ontvanger wordt namelijk in Frankrijk met deze term aangeduid, terwijl in de Belgische streken de term receveur gehanteerd werd; P. BOGAARDS, Robert & Van Dale: dictionaire français-néerlandais, néerlandais-français, Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 1988, 420; SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL BELGE, Paiement ou remboursement, https://www.belgium.be/fr/impots/impot_sur_les_revenus/societes/paiement_ou_remboursement (geraadpleegd op 11 april 2017); gesprek met Francis De Simpel op 11 april 2017. 32 FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1852-1863 Staden, 346 van 947, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017).
Hector Alexandre Dieudonné SIBILLE
(°Staden 22 mei 1858 – † Waasten, 1 maart 1926)
Augustin Bernard SIBILLE
(°Staden, 27 augustus 1812 - † Staden, 20 oktober 1865)
Alphonse Joseph Ferdinand SIBILLE
(°Recquignies, 30 december 1775 - † Staden, 30 april 1847)
Antoinette VAN MIDDELEN
(°Staden, 24 oktober 1783 - † Staden, 12 mei 1856) Adelaïde Maria VANDENBERGHE
(°Lo, 5 december 1829 - ?)
Figuur 1: Stamboom familie Sibille langs vaderszijde
8
dorpsplein uitbaatte.33 Het gezin kreeg vier kinderen: Augustin Bernard, Carolus Francis,
Petrus Alphonse en Sylvie.34
De oudste zoon van het gezin, Augustin (1812-1865) – de vader van Hector Sibille
– bleef in Staden wonen en zette de familiezaak voort.35 Verder werd hij ook aangesteld
als gemeenteontvanger in Staden waar zijn broer Francis later secretaris werd.36 Augustin
trad op 10 oktober 1853 in het huwelijk met de uit Lo afkomstige brouwersdochter
Adelaïde Vandenberghe.37 Met haar kreeg hij drie zonen: Lucien, Arthur en Hector.38
Hector Sibille was de jongste van het gezin Sibille-Vandenberghe en werd geboren
op 22 mei 1858 in Staden.39 Hij startte zijn middelbare schoolcarrière net voor het
uitbarsten van de eerste schoolstrijd.40 Hij doorliep het secundair onderwijs van 1872 tot
1878 in het Ieperse.41 De eerste drie jaar volgde hij Latijn-Grieks in het Sint-
Vincentiuscollege.42 De puntenboekjes geven weer dat hij een gemiddelde leerling was
maar in het vijfde jaar behaalde hij de hoogste score in geschiedenis en aardrijkskunde.43
33 X., “Moorslede”, Le Propagateur, 25 augustus 1841, 4; FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1841-1851 Staden, 616 van 968, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017); FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1799-1813 Staden, 734-735 van 1138, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 34 Familiearchief De Simpel, Généalogie de la famille Sibille. 35 FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1799-1813 Staden, 1028 van 1138, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017); FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1841-1859 Reninge, 619-620 van 920, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 36 De functie van ontvanger was volgens de artikelen 52 en 53 van de gemeentewet van 1836 enkel onverenigbaar met die van burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, provinciewerknemer of een politiefunctie. Er wordt geen melding gemaakt van onverenigbaarheid met andere beroepen; articles 52 et 53 du loi communale 30 mars 1836, Pasin. 1836, 46-64 (hierna: Gemeentewet 1836); X., “Cour d’assises de la Flandre-Occidentale: Affaire de la bande rouge”, Le Propagateur, 22 april 1863, 5; X., “Liste des jurés pour le troisième trimestre, première série de 1849”, Le Propagateur, 21 juli 1849, 1; FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1864-1870 Staden, 167 van 637, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 37 FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1841-1859 Reninge, 619-620 van 920, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 38 Familiearchief De Simpel, Généalogie de la famille Sibille. 39 FAMILYSEARCH, Geboorten, huwelijken, overlijden 1852-1863 Staden, 508 van 947, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 40 G. DENECKERE, E. WITTE, E. GUBIN, J.-P. NANDRIN, Nieuwe Geschiedenis van België, deel I 1830-1905, Tielt, Lannoo, 2005, 477-499. 41 Staden behoorde tot het gerechtelijk arrondissement Ieper en niet tot het nabijgelegen Roeselare; S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 579. 42 J.-J. FAICT, Distribution solennelle des prix, aux élèves du collège Saint Vincent de Paul, à Ypres, Ypres, Vanderghinste-Fossé, 1873-1875, 138 p. 43 In die tijd werden de jaren afgeteld. Men startte dus in het zesde middelbaar om te eindigen in het eerste; J.-J. FAICT, Distribution solennelle des prix, aux élèves du collège Saint Vincent de Paul, à Ypres, Ypres, Vanderghinste-Fossé, 1874, 35.
9
De laatste drie jaar vervolledigde hij zijn humaniora aan het toenmalige collège communal
d’Ypres.44 Het feit dat hij halfweg zijn schoolcarrière van een katholieke school naar een
staatsschool omschakelde, kan wijzen op de liberale gezindheid van de familie Sibille.45 In
1878 schreef hij zich bovendien in aan een niet-katholieke universiteit, de
Rijksuniversiteit van Gent.46
2. Opleiding
2.1. Algemeen: de opleiding rechten aan de Rijksuniversiteit Gent
Hector Sibille vatte zijn hogere studies aan in woelige tijden. De notarisopleiding
lag eind de jaren zeventig van de negentiende eeuw onder vuur. Zowel de overheid als de
universiteit(en) probeerden hier een oplossing voor te vinden.47 Na de invoering van de
ventôsewet in 180348 onderging de opleiding doorheen de negentiende eeuw heel wat
veranderingen. Om praktische reden leggen we in grote lijnen eerst uit hoe de
rechtenopleiding aan de Gentse rechtsfaculteit er toentertijd uitzag. Daarna zoomen we
in op de notarisstudies.
In 1816, één jaar voor de oprichting van de Gentse Rijksuniversiteit bepaalde een
Nederlands organiek besluit dat de rechtenopleiding als volgt zou verlopen: voorafgaand
aan de driejarige opleiding moest de student eerst één jaar kandidatuur in de letteren
afgelegd hebben.49 Dit bestond uit een examen Grieks, Latijn, Romeinse oudheden,
algemene geschiedenis en verder moest een bewijs voorgelegd worden dat de cursus
wiskunde en logica gevolgd werd.50
44 Het collège communal was de voorloper van het huidige atheneum; X., Terugblik op 40 jaar Koninklijk Atheneum te Ieper (1943-1983) met vergezicht op meer dan 150 jaar officieel onderwijs te Ieper, Ieper, s.n., 1983, 8; AUG, inschrijvingen studenten academiejaar 1878-1879, 4A4_1_6_417_[187879_16495_16512.tif. 45 Zowel zijn vader als grootvader hadden (ooit) een job in de ambtenarij uitgeoefend én waren zelfstandig (geweest) (zie supra). 46 AUG, inschrijvingen studenten academiejaar 1878-1879, 4A4_1_6_417_[187879_16495_16512.tif. 47 Zie infra. 48 Loi du 25 ventôse an XI contenant l’organisation du notariat, Pasin. 1803, 16-39 (hierna: ventôsewet). 49 Article 26 arrêté organique de 25 septembre 1816 sur l’enseignement supérieur dans les provinces méridionales, Pasin. 1816, 400-418 (hierna: organiek besluit 1816). 50 Art. 48 organiek besluit 1816.
10
Indien geslaagd, begon de student aan de drie jaar durende51 rechtenopleiding die
opgesplitst was in één jaar kandidatuur in de rechten52 en het daaropvolgende tweejarige
doctoraat in de rechten.53 In deze laatste categorie werd een onderscheid gemaakt tussen
enerzijds een doctoraat in de rechten, doctoratus iuris, wat een wetenschappelijke titel
was en anderzijds een doctoraat in het Romeins en hedendaags recht, doctoratus iuris
romani et hodierni, wat toegang gaf tot de juridische beroepen.54 Om de academische titel
van doctoraat in het Romeins en hedendaags recht te behalen, moesten de studenten
naast examens een doctoraal proefschrift, een specimen inaugurale, schrijven en
verdedigen.55
De wet van 15 juli 1849 beperkte de toegang tot de kandidaatsexamens in de
letteren tot studenten die reeds de graad van élève universitaire behaald hadden.56 Dit was
een soort toelatingsexamen. In 1855 werd deze voorwaarde afgeschaft om in 1861 terug
ingevoerd te worden maar dan onder de benaming graduat en lettres, graduaat in de
letteren.57 De nieuwe wet op het hoger onderwijs van 20 mei 1876 voerde het
toelatingsexamen opnieuw af.58
51 Art. 27 organiek besluit 1816 ; UNIVERSITÉ DE GAND, Rectorat de mr. F. J. D. Soupart, professeur ordinaire à la faculté de médecine. Programme de cours. Année académique 1878-1879, Gand, Université de Gand, 1878, 5. 52 Art. 31 organiek besluit 1816; dit was louter een academische titel die geen werking had buiten de universiteit. 53 In artikel 12 van het organiek besluit van 1816 gaf men enkel een omschrijving wat de vakken uit de kandidatuur moesten inhouden. Hieruit blijkt dat dit nog een sterk voorbereidende studie was. Men moest slagen in examens over de instituten van het Romeins recht (uit de Codex Iustinianus) en men moest certificaten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de lessen encyclopedie van het recht, rechtsgeschiedenis, vaderlandse geschiedenis en natuurrecht hadden gevolgd; art. 34 organiek besluit 1816; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 22-23. 54 Artt. 35 en 64-65 besluit 1816; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 23. 55 Art. 55 organiek besluit 1816. 56 Omdat rechtenstudenten eerst de graad van kandidaat in de letteren dienden te behalen, is ook voor hen deze voorwaarde van toepassing; article 37 loi 15 juillet 1849 qui modifie la loi du 27 septembre 1835 sur l’enseignement supérieur, MB 19 juillet 1849, 2083-2087 (hierna : wet 15 juli 1849). 57 Article 2 loi 27 mars 1861 qui proroge l’article 24 de la loi du 1er mai 1857 sur les jurys d’examen et qui établit l’examen de gradué en lettres, MB 31 mars 1861, 1557-1558 (hierna : wet 27 maart 1861). 58 Articles 1-2 loi 20 mai 1876 sur la collation des grades académiques et la programme des examens universitaires, MB 24 mai 1876, 1489-1493 (hierna: wet 20 mei 1876); L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 98
11
2.2. De notarisopleiding aan de Rijksuniversiteit Gent tot 1880
2.2.1. De ventôsewet: vrije toegang tot het beroep?
Initieel vereiste de ventôsewet geen enkel diploma om notaris te worden. Ze
voorzag enkel dat wie notaris wilde worden allereerst over zijn volledige burgerrechten
moest beschikken, ten tweede voldeed aan de wetten in verband met de dienstplicht, ten
derde de volle leeftijd van vijfentwintig jaar bereikt had, ten vierde een stage gevolgd
had59 en ten slotte een “certificaat van moraliteit en bekwaamheid” moest voorleggen.60
Dit laatste certificaat werd na het doorlopen van de stage en het afleggen van een
eenvoudig examen, afgeleverd door de Chambre de Discipline (Tuchtkamer)61 van het
arrondissement waar men het ambt wou uitoefenen.62 Omdat de meeste studenten zonen
van notarissen waren, leverde de Tuchtkamer de attesten zonder problemen af zodat het
examen eerder een formaliteit was.63 De “opleiding” was dus heel praktijkgericht en het
zwaartepunt lag bij de jaren stage.64 Maar er kwam al kritiek vanaf de jaren 1840.65
Er bestond op dat moment ook een wettelijke regeling waarbij het maximumaantal
notarissen vastgesteld werd.66 Hierdoor bleef de toegang tot het beroep beperkt en kwam
er geen overvloed aan notarissen.67
59 Zie infra. 60 Art. 35 ventôsewet; F. STEVENS, M. VERWILGHEN, “de notarisopleiding” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 205. 61 M. VERWILGHEN, “Ontmoetingsplaatsen” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 237; F. STEVENS, “De opleiding en de toegang tot het notariaat in België sinds 3 prairial jaar IV (22 mei 1796)”, Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 1998, 128-129. 62 L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 75. 63 M. VERWILGHEN, Le notariat à l’université catholique de Louvain. Mémorial 1836-1886-1986 historique, portraits, palmarès, Louvain-la-Neuve, Cabay, 1986, 11; F. STEVENS, “De opleiding en de toegang tot het notariaat in België sinds 3 prairial jaar IV (22 mei 1796)”, Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 1998, 130. 64 Deze varieerde tussen de vier à zes jaar, zie infra. 65 A.F., “De la réforme du notariat”, BJ 1846, 129-131; idem, 209-212; idem, 423-425; idem, 439-440; idem, 487-488; idem, 696-697; L. JOTTRAND, “De l’unité de ressort dans le notariat”, BJ 1846, 775-787; X., “Projet de loi sur le notariat (1)”, BJ 1846, 839-845; X., “Projet de loi sur le notariat”, BJ 1846, 871-895; X., “Tribunal civil de Bruxelles”, BJ 1846, 1778-1780. 66 Dit maximumaantal was afhankelijk van het aantal inwoners. Voor steden met meer dan 100 000 inwoners mocht er ten hoogste één notaris per 6000 inwoners zijn, in andere steden mochten er slechts twee notarissen zijn en in de arrondissementen van de vredegerechten maximum vijf; art. 31 ventôsewet. 67 F. STEVENS, “De opleiding en de toegang tot het notariaat in België sinds 3 prairial jaar IV (22 mei 1796)”, Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 1998, 128-129.
12
2.2.2. De wet van 15 juli 1849: verwetenschappelijking van de opleiding
In 1836 namen zowel de Université Libre de Bruxelles als de Katholieke Universiteit
Leuven enige initiatieven om toekomstige notarissen een vorm van opleiding te geven. De
rijksuniversiteiten van Gent en Luik volgden aanvankelijk deze tendens niet.68
Een kentering69 in het notarislandschap kwam er door de invoering van de titel
“kandidaat-notaris”.70 Veel auteurs zien dit als het startpunt van de
verwetenschappelijking van de notarisopleiding met als spilfiguur Louis Rutgeerts (1805-
1877).71 Personen die wensten het ambt van notaris op te nemen, waren vanaf de wet van
15 juli 1849 immers verplicht om over de titel van kandidaat-notaris te beschikken.72 Ook
aan de Gentse universiteit konden studenten vanaf het academiejaar 1849-1850 deze titel
behalen door te slagen voor de volgende vakken: elementair burgerlijk recht, de
organieke wetten van het notariaat en financiële wetgeving en het opstellen van akten. In
tegenstelling tot de “gewone” rechtenopleiding, dienden de studenten niet over een
kandidaatstitel in de letteren te beschikken noch over de graad van élève universitaire om
68 De overheid vond dit nog niet noodzakelijk; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 76; F. STEVENS, M. VERWILGHEN, “de notarisopleiding” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 205. 69 In deze periode waren heel wat veranderingen op til. Zo wilde de wetgever de ventôsewet aanpassen zodat de klasses van notarissen zouden verdwijnen – wat overigens pas in 1927 zou gebeuren (zie infra). Deze hervorming kreeg van de kant van de notarissen (uit eerste en tweede klasse) heel wat tegenwind wat leidde tot hun groepering in de Confédération des notaires de Belgique; X., “Confédération des notaires de Belgique”, Moniteur du Notariat belge 1847, 2 en 57; M. VERWILGHEN, “Ontmoetingsplaatsen” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 237. 70 Op dat moment was dit een louter academische titel die aantoonde dat de student de universitaire opleiding had genoten en de vastgelegde vakken had gevolgd; A. VAN DEN BOSSCHE, “De kandidaat-notaris” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 212. 71 Louis Joseph Napoléon Marie Rutgeerts kwam uit een notarisfamilie. Hij zat in 1848 in de commissie die instond om de organieke wet op het notarisambt te herzien. In de tweede helft van de negentiende eeuw publiceerde hij een aantal handboeken voor het notariaat, Manuel de droit notarial et de droit fiscal; L. GOEMANS, “Rutgeerts, Louis Joseph Napoléon Marie” in ACADÉMIE ROYALE DE BELGIQUE, Biographie nationale, v. 20, Bruxelles, Bruylant, 1910, 482-487; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 76; F. STEVENS, M. VERWILGHEN, “de notarisopleiding” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 205; M. VERWILGHEN, Le notariat à l’université catholique de Louvain. Mémorial 1836-1886-1986 historique, portraits, palmarès, Louvain-la-Neuve, Cabay, 1986, 14-15. 72 De wetgever had deze voorwaarde niet in de ventôsewet overgenomen; J. VAN ASSCHE, Handboek van den notaris, eerste boekdeel, Gent, Eugène Vanderhaeghen, 1883, 358; artt. 36 en 65 wet 15 juli 1849.
13
deel te nemen aan het notariaatsexamen. Vanaf het academiejaar 1867-1868 bedroeg de
notariaatsopleiding twee studiejaren.73
Al snel na de wet van 1849 uitte toenmalig minister van Binnenlandse Zaken
Ferdinand Piercot (1797-1877)74 kritiek op de notarisopleiding die hij te gemakkelijk
vond.75 De wetten van 1857 en 1861 kwamen gedeeltelijk aan zijn bezwaren tegemoet.
De wet van 1 mei 1857 bepaalde immers dat enkel studenten die het secundair onderwijs
met vrucht76 hadden voldaan aan het examen van kandidaat-notaris konden deelnemen.77
De wet van 27 maart 1861 verstrengde de toelatingsvoorwaarden nog meer door te eisen
dat de studenten over een diploma van gegradueerde in de letteren moesten beschikken
vooraleer de studie notariaat aan te vatten.78
Opleiding in de rechten anno 1861
Faculteit / Letteren Rechten Rechten Opleiding Graduaat in de
letteren Kandidaat letteren
Kandidaat rechten
Doctoraat rechten
Aantal jaar Examen Één jaar Één jaar Twee jaar
Opleiding in het notariaat anno 1861
Faculteit / Rechten Opleiding Graduaat in de letteren Notarisopleiding Aantal jaar Examen Twee jaar
Ook de universiteiten toonden zich ontevreden met de stand van zaken. In de jaren
1870-1880 ontstond een tweespalt tussen de Rijksuniversiteiten van Luik en Gent. Luik
wou dat enkel studenten die afgestudeerd waren in de rechten, zouden worden
73 L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 79. 74 Ferdinand Piercot was een liberaal politicus. Hij was advocaat en van 1852-1855 was hij in de regering de Brouckère minister van Binnenlandse Zaken; C. DE THIER, “Piercot, Guillaume Ferdinand Joseph” in ACADÉMIE ROYALE DE BELGIQUE, Biographie nationale, v. 17, Bruxelles, Bruylant, 1903, 408-416. 75 F. PIERCOT, Etat de l'instruction supérieure donnée aux frais de l'état. Rapport présenté aux chambres législatives, le 19 décembre 1853, Bruxelles, s.n., 1854, 269-270. 76 Voor alle vakken geslaagd. 77 Article 2 loi 1 mai 1857 sur les jurys d’examen pour la collation des grades académiques, MB 13 juin 1857, 1979-1984 (hierna : wet 1 mei 1857); A. FOBE, Histoire du notariat in Répertoire notarial. XI: Droit notarial 1, Bruxelles, Larcier, 1973, 42. 78 Art. 2 wet 27 maart 1861.
14
toegelaten tot de notarisopleiding.79 Het voorstel van Gent was niet zo verregaand. Zij
waren enkel voorstander van een aanpassing van het studieprogramma.80
Waar in de ventôsewet de stage als hoofdmoot voor de notarisopleiding stond
voorgeschreven, verdwijnt dit aspect in de praktijk halfweg de negentiende eeuw naar de
achtergrond door de verbeterde academische vorming.81
2.2.3. De wet van 20 mei 1876: vrije toegang tot de opleiding?
De vooropgestelde programmawijziging brak niet volledig door. Enkel de cursus
Encyclopédie du droit, introduction historique au cours de droit civil (Encyclopedie van het
recht, historische inleiding tot het burgerlijk recht) – die in de praktijk al gedoceerd werd
– voegde men toe aan het curriculum.82 De grootste ommezwaai kwam er door de
afschaffing van de graduaat in de letteren.83 Hierdoor werd de notarisopleiding opnieuw
vrij toegankelijk zoals in 1849, nu zelfs voor studenten die hun humaniora niet hadden
afgemaakt. Dit devalueerde de facto de opleiding. Onder andere professor François
Laurent (1810-1887)84 klaagde in 1878 dat de tegenvallende examenresultaten te wijten
waren aan het feit dat veel studenten te jong en onvoorbereid aan de notarisopleiding
startten.85
79 L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 77. 80 Professor Albéric Allard (1834-1872) stelde voor om vakken zoals natuurrecht, publiekrecht, historische inleiding tot het burgerlijk recht en het administratief recht in de opleiding op te nemen; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 78; H. DE PAGE, “Allard, Albéric” in ACADÉMIE ROYALE DE BELGIQUE, Biographie nationale, v. 30, supplément tome II, Bruxelles, Bruylant, 1958, 32-35; UNIVERSITÉ DE GAND, Université de Gand. Liber memorialis: notices biographiques, I, Gand, Vanderpoorten, 1913, 394-397. 81 A. VAN DEN BOSSCHE, “De stage” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 215. 82 Art. 9 wet 20 mei 1876. 83 Artt. 1-2 wet 20 mei 1876. 84 François Laurent studeerde rechten aan de universiteit van Luik en werd in 1836 professor in de rechten aan de universiteit van Gent. Hij wordt nog altijd als een van de belangrijkste rechtsgeleerden gezien op het vlak van burgerlijk recht; D. HEIRBAUT, “François Laurent: een vreemde eend in de bijt van de Belle Époque?” in B. DEBAENST (ed.), De Belle Époque van het Belgisch recht (1870-1914), Brugge, Die Keure, 2016, 79-90; UNIVERSITÉ DE GAND, Université de Gand. Liber memorialis: notices biographiques, I, Gand, Vanderpoorten, 1913, 324-354. 85 AUG, NFR, zitting van 13 november 1878; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 127.
15
2.2.4. Hector Sibille als student in Gent
Hector Sibille schreef zich in op 17 oktober 1878 aan de Rijksuniversiteit van Gent
voor de tweejarige opleiding notariaat. Uit het inschrijvingsformulier blijkt dat hij geen
voorafgaande universitaire opleiding had genoten maar enkel de volledige humanoria
had doorlopen.86 Hij was dus één van de studenten die eind de jaren zeventig van de
negentiende eeuw zonder vooropleiding de graad van kandidaat-notaris kon behalen. Hij
zat op kot op de Place de la Calandre (de huidige Kalandeberg).87
Sibille betaalde 100 frank voor elk studiejaar dat hij afsloot met examens over de
gedoceerde vakken.88 In het laatste jaar moest hij ook een praktische proef afleggen. In
zijn eerste jaar, het academiejaar 1878-1879, kregen hij en zijn mede-notariaatsstudenten
samen met de studenten kandidatuur in de rechten89 in het eerste semester
“Encyclopedie van het recht, historische inleiding tot het burgerlijk recht” van Albert
Callier (1846-1920).90 In het tweede semester kreeg Sibille les van Gérard Galopin (1849-
1921)91 over de organieke wetten van het notariaat. Het eerste deel van de cursus
burgerlijk recht was een jaarvak dat de toenmalige decaan Jules Nossent (1845-1911)92
doceerde.93 Dit vak volgden de notariaatsstudenten samen met de studenten voor het
86 AUG, inschrijvingen studenten academiejaar 1878-1879, 4A4_1_6_417_[187879_16495_16512.tif en 4A4_1_6_513_[187980_17209_17224.tif. 87 AUG, adressenregister 1874-1885, 4A4/3 adressenregister studenten, studentennummer 17217. 88 Over twee jaar gespreid kostte de opleiding 200 frank. Bij wijze van vergelijking: in die periode verdiende een metser in Brussel een halve frank per uur, een letterzetter in Brussel had op dat moment een dagloon van 4,79 frank; art. 36 wet 20 mei 1876; P. SCHOLLIERS, Lonen in de Brusselse Drukkerij Hayez, 1865 – 1934, Brussel, VUB. Centrum voor hedendaagse sociale geschiedenis, 1980, 32; P. VAN DEN
EECKHOUT, Lonen van Brusselse arbeiders in openbare instellingen (1809-1934): bouwvakarbeiders, ziekenhuis- en stadspersoneel, Brussel, VUB. Centrum voor hedendaagse sociale geschiedenis, 1979, 11; UNIVERSITÉ DE GAND, Rectorat de mr. F. J. D. Soupart, professeur ordinaire à la faculté de médecine. Programme de cours. Année académique 1878-1879, Gand, Université de Gand, 1878, 6. 89 UNIVERSITE DE GAND, Rectorat de mr. F. J. D. Soupart, professeur ordinaire à la faculté de médecine. Programme de cours. Année académique 1878-1879, Gand, Université de Gand, 1878, 5. 90 Albert Callier was afkomstig uit een liberale familie. Hij doceerde handels- en burgerlijk recht aan de Rijksuniversiteit van Gent en was decaan van de faculteit rechtsgeleerdheid in het academiejaar 1874-1875. Hij was tevens rector van de universiteit van 1879-1885; UNIVERSITÉ DE GAND, Université de Gand. Liber memorialis: notices biographiques, I, Gand, Vanderpoorten, 1913, 398. 91 Gérard Galopin was zowel aan de universiteit van Gent als die van Luik verbonden als professor in de rechten. Hij was van 1883-1885 decaan van de Gentse rechtsfaculteit; UNIVERSITÉ DE GAND, Université de Gand. Liber memorialis: notices biographiques, I, Gand, Vanderpoorten, 1913, 407. 92 Jules Nossent was decaan van de faculteit rechtsgeleerdheid in het academiejaar 1878-1879; UNIVERSITÉ
DE GAND, Université de Gand. Liber memorialis: notices biographiques, I, Gand, Vanderpoorten, 1913, 401-406. 93 UNIVERSITE DE GAND, Rectorat de mr. F. J. D. Soupart, professeur ordinaire à la faculté de médecine. Programme de cours. Année académique 1878-1879, Gand, Université de Gand, 1878, 6.
16
doctoraat in de rechten.94 Een deel van de examens verliep mondeling waardoor niet alle
studenten op dezelfde dag afstudeerden.95 Van de achtentwintig studenten slaagden
slechts twaalf studenten in de eerste zittijd, waaronder Hector Sibille op voldoende wijze
op 16 juli 1879.96 De lokale Ieperse krant van liberale inslag, Le Progrès, kondigde op 20
juli 1879 trots aan dat de jonge student Sibille “vient de passer avec succès, la première
épreuve pour le grade de candidat-notaire”.97
In het academiejaar 1879-1880 kregen de notariaatsstudenten samen met de
studenten voor het doctoraat in de rechten deel twee van de cursus burgerlijk recht.
Albert Callier en François Laurent doceerden deze cursus gezamenlijk.98 In het tweede
semester kreeg Sibille van Gérard Galopin de fiscale wetgeving in verband met het
notariaat. Op het einde van het tweede jaar dienden notariaatsstudenten ook een
praktische proef af te leggen die erin bestond om een akte op te stellen in een landstaal
naar keuze (Frans, Nederlands of Duits).99 Sibille slaagde op voldoende wijze en op 22 juli
1880 kreeg hij de academische titel van kandidaat-notaris.100
De notarisopleiding evolueerde in de negentiende eeuw van heel praktijkgericht
met de nadruk op stage naar een meer geschoold en wetenschappelijk onderbouwde
studie.101 Toch kregen de notariaatsstudenten in de tweede helft van de negentiende
eeuw op twee jaar heel wat minder rechtsgerelateerde vakken gedoceerd in vergelijking
met wat de “normale” rechtenstudenten over vier jaar te verwerken kregen.102
94 UNIVERSITE DE GAND, Rectorat de mr. F. J. D. Soupart, professeur ordinaire à la faculté de médecine. Programme de cours. Année académique 1878-1879, Gand, Université de Gand, 1878, 5. 95 De data variëren tussen 8 en 24 juli 1879; artt. 52-53 wet 15 juli 1849; AUG, examenregister 1877-1883, 4A4/13 register examen, fo. 92-93; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 97. 96 AUG, examenregister 1877-1883, 4A4/13 register examen, fo. 92-93. 97 X, “Examen”, Le Progrès, 20 juli 1879, 2. 98 UNIVERSITE DE GAND, Rectorat de mr. A. Callier, professeur ordinaire à la faculté de droit. Programme de cours. Année académique 1879-1880, Gand, Université de Gand, 1879, 5-6. 99 De wet van 1857 voorzag dit reeds; art. 16 wet 1 mei 1857; UNIVERSITE DE GAND, Rectorat de mr. A. Callier, professeur ordinaire à la faculté de droit. Programme de cours. Année académique 1879-1880, Gand, Université de Gand, 1879, 6. 100 AUG, examenregister 1877-1883, 4A4/13 register examen, fo. 132-133. 101 Kleine uitzondering: de periode tussen 1877 en 1890 met de afschaffing van de graduaat in de letteren (zie supra) zorgde ervoor dat men op twee jaar tijd de titel kon behalen waar rechtenstudenten er vier jaar over deden; L. VANDERSTEENE, De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, Gent, Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 128. 102 De notariaatstudenten kregen bijvoorbeeld geen enkele inleiding tot het publiekrecht of strafrecht. De nadruk lag bij burgerlijk recht, de rechtsmaterie waar notarissen het vaakst mee geconfronteerd worden;
17
Hector Sibille had geen titel van doctor in de rechten of een ander universitair
diploma dan dat van kandidaat-notaris behaald. Hieruit volgt dat hij onmogelijk notaris
van de eerste of de tweede klasse kon worden.103
2.3. Stage bij een notaris van derde klasse
De oorspronkelijke ventôsewet deelde de notarissen op in drie klassen.104 De
eerste klasse omvatte de notarissen die standplaats hielden in een stad waar zich een hof
van beroep bevond. Zij mochten instrumenteren binnen dat volledige ressort. Notarissen
van de tweede klasse zetelden in een stad waar een rechtbank van eerste aanleg was. Zij
mochten binnen het desbetreffende gerechtelijk arrondissement hun functie uitoefenen.
De derde klasse omvatte de notarissen die woonden in een gebied waar enkel een
vredegerecht was. Zij mochten hun ambt enkel uitoefenen binnen dit kanton.105
Dit betekent dat bijvoorbeeld notaris 1 zijn standplaats in Gent heeft en tot de
eerste klasse behoort. Notaris 2 van de tweede klasse woont in Ieper en notaris 3 van de
derde klasse woont in Waasten.106 In Gent bevindt zich een hof van beroep, dit betekent
dat de notaris mag instrumenteren binnen het ressort van dat hof, i.e. het toenmalige
West- en Oost-Vlaanderen. In Ieper is een rechtbank van eerste aanleg, dit wil zeggen dat
notaris 2 in het gerechtelijke arrondissement Ieper mag instrumenteren. In Waasten is er
geen enkele rechtbank. Notaris 3 mag dus enkel in het kanton Mesen, waartoe Waasten
gerechtelijk behoorde, instrumenteren. In Waasten konden met andere woorden alle
notarissen van Gent en Ieper (eerste en tweede klasse) en de bevoegde notaris van derde
klasse uit het kanton Mesen instrumenteren.
De ratio legis van dit onderscheid was de premisse dat notarissen uit steden een
betere opleiding hadden genoten en meer vertrouwd waren met ingewikkelde juridische
problemen. De wetgever van 1804 meende dat op die manier geen ongelijkheid tussen
meer en minder geschoolde notarissen zou ontstaan.107 In werkelijkheid vreesden de
Parijse notarissen dat ze benadeeld zouden worden wanneer de wet voorschreef dat alle
UNIVERSITÉ DE GAND, Rectorat de mr. A. Callier, professeur ordinaire à la faculté de droit. Programme de cours. Année académique 1879-1880, Gand, Université de Gand, 1879, 5-6. 103 X. REAL, “Exposé des motifs”, Pasin. 1803, VI-VII. 104 Art. 5 ventôsewet. 105 A. MATON, “L’unité du ressort notarial”, Revue pratique du notariat Belge 1875, 511-512. 106 De woonplaats en standplaats dienden zich op hetzelfde adres te bevinden, zie infra. 107 X. REAL, “Exposé des motifs”, Pasin. 1803, VI-VII.
18
notarissen bevoegd waren voor het gerechtelijk arrondissement waar ze resideerden. Dit
betekende voor hen een inperking van hun bevoegdheid tot het kleine departement van
de Seine terwijl ze graag in heel Frankrijk bevoegd bleven. Door de annexatie van de neuf
départements bij Frankrijk, trad ook het notarieel klassensysteem daar in voege. Vanaf de
Belgische onafhankelijkheid verscheen de afschaffing van de klassen regelmatig op de
wetgevende tafel. De bedoeling was om alle notarissen binnen een gerechtelijk
arrondissement bevoegd te maken. Dat voorstel zorgde voor verzet van de notarissen van
eerste en tweede klasse die hun positie bedreigd zagen door de opwaardering van de
notarissen van derde klasse. Uiteindelijk werd het klassensysteem gehandhaafd tot
1927.108
108 F. STEVENS, “De opleiding en de toegang tot het notariaat in België sinds 3 prairial jaar IV (22 mei 1796)”, Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 1998, 127-128; F. STEVENS, “Het notarieel ressort of het schrikbeeld van de zwervende notaris” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 207-208; L. JOTTRAND, “De l’unité de ressort dans le notariat”, BJ 1846, 775-787; X., “Projet de loi sur le notariat (1)”, BJ 1846, 839-842; X., “Projet de loi sur le notariat”, BJ 1846, 871-893; X., “Legislation”, Revue pratique du notariat Belge 1927, 228.
Figuur 2: Het aantal notarissen in het ressort van het hof van beroep van Gent in 1884 (uit: L. BASTINÉ, Cours de notariat,comprenant l’explication des lois organiques, Bruxelles, Bruylant, 1884, 389).
19
Als kandidaat-notaris moest Hector Sibille vervolgens stage lopen.109 Deze duurde
in de regel zes jaar maar kon ingekort worden.110 Sibille viel hoogstwaarschijnlijk onder
de uitzondering van artikel 37 van de ventôsewet want hij volgde slechts een viertal jaar
stage, tussen 1880 en 1884.111 Dit artikel stipuleerde dat de stagetijd slechts vier jaar
duurde wanneer de kandidaat-notaris drie jaar bij een notaris van een hogere klasse dan
zijn uiteindelijke vestiging had gewerkt. In het vierde jaar moest hij dan in de
hoedanigheid van eerste klerk112 bij een notaris van een hogere of gelijke klasse
werken.113 Zijn laatste stagejaar bracht hij door op het kantoor Bruno Verlez (1803-
1883)114 in Moorslede, een notaris van de derde klasse.115 Wellicht was dit op voorhand
geregeld door de goede connecties tussen de familie Verlez en Sibille. Verlez, geboren te
Staden, had nog samen met Augustin Sibille, de vader van Hector, in het gemeentebestuur
van Staden gezeteld. Voor hij notaris werd te Moorslede was Verlez er gemeentesecretaris
en Augustin Sibille schepen.116 Het lag waarschijnlijk in de bedoeling dat Hector Sibille
mettertijd dit kantoor zou overnemen, maar wegens de dood van Verlez op 28 mei 1883
ging dit niet door.117 De Koning benoemde Camille Deneckere om het kabinet Verlez over
te nemen die zo de stagemeester werd van Sibille, die nog één jaar stage te lopen had.118
109 Art. 36, laatste lid wet 1 mei 1857; A. AMIAUD, Commentaire sur la loi du 25 ventôse an XI organique du notariat et sur les lois et principes du droit civil qui s’y rattachent, III, articles 31 à 68, Bruxelles, Larcier, 1884, 1244-1259; J. VAN ASSCHE, Handboek van den notaris, eerste boekdeel, Gent, Eugène Vanderhaeghen, 1883, 355. 110 Artt. 37-41 ventôsewet; F. STEVENS, “De opleiding en de toegang tot het notariaat in België sinds 3 prairial jaar IV (22 mei 1796)”, Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 1998, 127 en 137. 111 Hij studeerde af in juli 1880 (zie supra) en werd bij Koninlijk Besluit van 6 juni 1884 tot notaris benoemd in Waasten; AR 6 juin 1884 notariat-nominations, MB 11 juin 1884, 3035. 112 A. AMIAUD, Commentaire sur la loi du 25 ventôse an XI organique du notariat et sur les lois et principes du droit civil qui s’y rattachent, III, articles 31 à 68, Bruxelles, Larcier, 1884, 1257. 113 Art. 37 ventôsewet. 114 Bruno Verlez was van 1843 tot aan zijn dood in 1883 notaris te Moorslede. Hij zetelde voor vier jaar, van 1860 tot 1864, als liberaal in de provincieraad voor het kanton Passendale. Van 1859 tot 1866 en 1879 tot zijn dood in 1883 was hij tevens burgemeester van de gemeente Moorslede; L. SCHEPENS, “De provincieraad van West-Vlaanderen 1836-1921. Socio-politieke studie van een instelling en haar leden met 501 biografieën van Westvlaamse notabelen”, Tielt, Lannoo, 1976, 627-628; ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1883, Bruxelles, Guyot Frères, 1883, 316; “Actes officiels, notariat”, BJ 1884, 832. 115 Moorslede lag in het kanton Passendale wat impliceert dat de instrumenterende notarissen binnen dit kanton behoorden tot de derde klasse; S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 629. 116 X., Almanach der provincie West-Vlaenderen, en wegwyzer der stad Brugge, voor het jaar ons heeren Jesu-Christi MDCCCXXXVII, Brugge, Bogaert, 1837, 57. 117 Op het moment van overlijden (in 1883) had Hector Sibille nog maar drie jaar stage gelopen in plaats van de minimaal vereiste vier jaar; art. 37 ventôsewet. 118 R. HOUTHAEVE, Moorslede het lievensdorp, Izegem, Hochepied, 1988, 199; X., “Bulletin politique”, Le Progrès, 3 juni 1883, 1.
20
Op dat moment maakte Moorslede deel uit van het gerechtelijk kanton Passendale
dat behoorde tot het gerechtelijk arrondissement Ieper.119 Daartoe behoorde ook het
kanton Mesen, waar vier notarissen hun standplaats hadden. Het overlijden van de
notaris in Mesen zou Sibille helpen om notaris te worden in Waasten.120
2.4. Benoeming tot notaris
Wanneer de kandidaat-notaris de stage doorlopen had, kon hij, indien hij dat
wenste, een benoemingsaanvraag indienen bij de Koning. Vooraleer de benoeming kon
plaatsvinden, vroeg de minister van Justitie advies over de kandidaat aan het parket, de
voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en de tuchtkamer van het
arrondissement.121 Indien een plaats vacant werd, kon de Koning uit de voorgestelde
aanvragen de kandidaat benoemen en zijn standplaats aanduiden.122 De geadresseerde
aanvaardde deze benoeming door binnen de twee maanden – op straffe van verval – de
eed af te leggen bij de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar hij zijn
standplaats zou houden.123 Hector Sibille kreeg Waasten als standplaats toegewezen door
het Koninklijk Besluit van 6 juni 1884 en legde binnen de twee maanden de eed af bij de
rechtbank van Ieper.124 Vanaf dan was hij gerechtigd het ambt van notaris uit te oefenen
en strekte zijn ambtsgebied zich uit binnen het kanton van Mesen.125 Waasten was op dat
moment een stadje126 binnen de provincie West-Vlaanderen met ongeveer 3510
inwoners en zag tijdens de jaren dat Hector Sibille notaris was zijn populatie toenemen.127
119 S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 629. 120 Zie infra. 121 “Notaire, Notariat”, Pandectes Belges. Corpus Juris Belgici vol. 68, Bruxelles, Bruylant, 542-544. 122 Art. 45 ventôsewet. 123 Artt. 46-47 ventôsewet. 124 AR 6 juin 1884 notariat-nominations, MB 11 juin 1884, 3035. 125 Ook diende hij zijn handtekening en paraaf bij de griffie van deze rechtbank en het gemeentebestuur neer te leggen; artt. 48-49 ventôsewet; J. VAN ASSCHE, Handboek van den notaris, eerste boekdeel, Gent, Eugène Vanderhaeghen, 1883, 362-368; S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 612. 126 Het Koninklijk Besluit van 30 mei 1825 vermeldde de 150 steden die op dat moment stadsrechten hadden. Er veranderde tot het einde van de Eerste Wereldoorlog niets aan die lijst. Waasten stond op die lijst. 127 S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 1775.
21
3. Notaris te Waasten: 1884-1913
3.1. Aanstelling als notaris en professionele betrokkenheid
Binnen het kanton van Mesen instrumenteerden in 1883 vier notarissen van de
derde klasse.128 In Waasten was sinds 1870 Nestor Victoor actief, Benoît Deneckere had
sinds januari 1883 de plaats van notaris Benoît Butaye in Mesen ingenomen en in
Nieuwkerke zaten twee notarissen: Jean Therry sinds 1852 en Cyrille Glorie sinds
1879.129 Deze notarissen waren bevoegd om in volgende gemeentes te instrumenteren:
Dranouter, Kemmel, Loker, Mesen, Nieuwkerke, Ploegsteert, Waasten, Wijtschate en
Wulvergem.130
In het voorjaar van 1884 stierf notaris Benoît Deneckere waarop Nestor Victoor
door de Koning aangesteld werd om deze vacante plaats in Mesen in te vullen.131
Zodoende kwam de standplaats in Waasten vrij, waarop hij zijn kans waagde en een
aanvraag indiende om notaris-titularis te worden in Waasten. Het Koninklijk Besluit van
6 juni 1884 benoemde Hector Sibille tot notaris in Waasten.132 Zijn kabinet bevond zich
in de Ieperstraat133 te Waasten waar hij, zoals de wet het voorschreef, ook zijn woonplaats
had.134
Als notaris was Sibille lid van de Tuchtkamer voor de notarissen van het
arrondissement Ieper.135 Tussen 1898 en 1900 vervulde hij er de functie van secretaris,
tussen 1905 en 1907 en in 1913 was hij rapporteur.136
128 De ventôsewet schrijft voor dat binnen elk kanton minimum twee en maximum vijf notarissen aanwezig moeten zijn ; art. 31 ventôsewet. 129 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1883, Bruxelles, Guyot Frères, 1883, 316. 130 S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 612. 131 De reden hiervoor is onbekend; “Actes officiels, notariat”, BJ 1884, 576; AR 2 mai 1884 notariat-nominations, MB 4 mai 1884, 1694. 132 “Actes officiels, notariat”, BJ 1884, 832; AR 6 juin 1884 notariat-nominations, MB 11 juin 1884, 3035. 133 X., “Waasten”, Het weekblad van IJperen, 29 september 1900, 4. 134 Artt. 4 en 6 ventôsewet; A. MATON, “L’unité du ressort notarial”, Revue pratique du notariat Belge 1875, 511-512. 135 Tuchtkamers werden in de hoofdplaats van een gerechtelijk arrondissement geïnstalleerd; M. VERWILGHEN, “Ontmoetingsplaatsen” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 237. 136 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, années 1898-1913, Bruxelles, Guyot Frères, 1898-1913.
22
3.2. Gezin
Op 3 januari 1886 kondigden Hector Sibille en de uit Wervik afkomstige Irma
Blieck (1864-1943) hun huwelijk in Wervik aan.137 Irma was de dochter van
linnenhandelaar Isidoor Blieck en Marie Cawet.138 Ze lieten bij notaris Arsène Van Eecke
in Wervik hun huwelijkscontract opmaken.139 De plechtigheid voltrok er zich op 16
januari en Irma verhuisde mee naar de woonst van haar man in de Ieperstraat te
Waasten.140 Begin oktober verwelkomde het jonge koppel hun enig kind, een dochtertje:
Maria-Adèle Sibille (1886-1970), vernoemd naar respectievelijk de moeders van Irma en
Hector.141 Zij huwde op 11 augustus 1908 met Pierre De Simpel waardoor het
notarisambt voor de familie De Simpel terug binnen bereik kwam.142
137 De akte van de burgerlijke stand vermeldt “Wervik” (België) als geboorteplaats van Irma Blieck. Haar rouwbericht spreekt evenwel van “Wervicq-Sud” (Frankrijk). Gelet op de officiële draagkracht van aktes, opteren we ervoor om Wervik als geboorteplaats aan te nemen; Familiearchief De Simpel, Rouwbericht Irma-Marie-Louise Blieck; FAMILYSEARCH, Huwelijksafkondigingen 1880-1890 Wervik, 150 van 264, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 138 FAMILYSEARCH, Huwelijksafkondigingen 1880-1890 Wervik, 150 van 264, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 139 ARA, Personen – Hector Sibille: bruidegom, http://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/q/persoon_achternaam_t_0/Sibille/q/persoon_voornaam_t_0/Hector/q/zoekwijze/s?M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_soort=geboorte&persoon_0_periode_geen=0 (geraadpleegd op 30 april 2017). 140 VRIJWILLIGERS VAN DE RIJKSARCHIEVEN VAN BRUGGE EN KORTRIJK, Database akten West-Vlaanderen. Klappers op de huwelijken te Wervik - deel II: 1851-1905, http://vrijwilligersrab.be/nl/Wervik_Deel2 (geraadpleegd op 29 april 2017) 141 Familiearchief De Simpel, Rouwbericht Maria-Adèle Sibille; FAMILYSEARCH, Huwelijksafkondigingen 1880-1890 Wervik, 150 van 264, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017). 142 FAMILYSEARCH, Naissainces, mariages, décès 1907-1912 Warneton, 189 van 717, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017); zie infra.
Figuur 3: Portretten van het echtpaar Sibille-Blieck (Familiearchief De Simpel)
23
3.3. Zijn leven naast het notariaat
Hector Sibille belandde als notabele van de gemeente ook in het lokale bestuur. In
1895 brak in Waasten een politiek schandaal uit dat in de liberale krant “La Lutte – De
Strijd” breed werd uitgesmeerd. De katholieke burgemeester Auguste Godtschalck (1842-
1927) beschuldigde de toenmalige gemeenteontvanger Hector Vanwindekens, die
liberale sympathieën had, van geldverduistering.143 Bij nader onderzoek van de feiten
bleek dat de leden van het Welzijnsbureel van Waasten144 dit geld verduisterd hadden.145
Vanwindekens werd publiekelijk in ere hersteld, maar het vertrouwen was weg.146 De
gemeenteraad diende een nieuwe gemeenteontvanger aan te stellen.147 Aangezien het
overgrote deel van deze raad liberaal was, viel hun oog op iemand die dit gedachtengoed
143 X., “Conseil communal de Warnêton – Accusation de détournement à l’adresse du receveur communal”, De Strijd – La Lutte, 19 januari 1895, 3. 144 Voorloper van het OCMW. 145 X., “Conseil communal de Warnêton – Séance du 11 janvier 1895”, De Strijd – La Lutte, 2 februari 1895, 2-3. 146 X., “Warnêton”, Journal d’Ypres, 1 april 1896, 2. 147 Artikel 114 Gemeentewet 1836.
Figuur 4: Het vijfde huis aan de rechterkant, met de hoekramen, in de Ieperstraat was de standplaats van notaris Sibille in Waasten. Deze foto werd net voor de Eerste Wereldoorlog genomen. (Familiearchief De Simpel).
24
steunde: Hector Sibille.148 Sibille trad daarmee in 1896 in de voetsporen van zijn
grootvader en vader.149 Waasten telde op dat moment 3557 inwoners, wat bijna de helft
was van de gemeente Staden op dat moment (5430).150 Dit lage aantal kan verklaren
waarom Sibille dit werk met zijn ambt als notaris bleef combineren waar zijn vader en
grootvader dit als enig beroep uitoefenden.151 Hij bleef gemeenteontvanger tot 1921.152
De boog kon echter niet altijd gespannen staan. Sibille had ook heel wat culturele
interesses. Zo was hij vicevoorzitter van de gemeentelijke harmonie van Waasten,
“l’Harmonie Royale de Warneton”153 en verdiepte hij zich in de fotografie. Deze laatste
hobby zou hem tijdens de Eerste Wereldoorlog nog een plaatselijke beroemdheid
maken.154
3.4. Einde carrière
In 1913, na een bijna dertigjarige carrière, besloot de 55-jarige Hector Sibille zijn
activiteiten als notaris stop te zetten.155 Hij liet het kantoor over aan zijn schoonzoon,
Pierre De Simpel (1883-1959).156 Pierre was geboren in Waasten en was de kleinzoon van
148 Als gemeenteontvanger mag men geen politieke partij vertegenwoordigen wat niet wegneemt dat men bepaalde politieke voorkeuren heeft. Hector Sibille was van liberale signatuur. We kunnen dit afleiden uit een aantal elementen: hij had school gelopen aan zowel de gemeenteschool in Ieper en de Rijksuniversiteit Gent. Bovendien zat hij in 1900 een liberale bijeenkomst voor in Waasten; X., “Les meetings de Warnêton et Ploegsteert”, Le Progrès, 13 mei 1900, 2; X., “Conseil communal de Warnêton – Accusation de détournement à l’adresse du receveur communal”, De Strijd – La Lutte, 19 januari 1895, 3. 149 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1895, Bruxelles, Guyot Frères, 1895, 299; ROYAUME
DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1896, Bruxelles, Guyot Frères, 1896, 304. 150 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1896, Bruxelles, Guyot Frères, 1896, 303. 151 Bovendien was het niet verboden om als notaris de functie van gemeenteontvanger uit te oefenen (zie supra). Een vonnis van de rechtbank van Gent uit 1874 stelde uitdrukkelijk in haar beslissing vast dat een notaris dit ambt en dat van gemeenteontvanger kon cumuleren; Trib. Gand 2 novembre 1874, BJ 1878, 840; “Notaire, Notariat”, Pandectes Belges. Corpus Juris Belgici vol. 68, Bruxelles, Bruylant, 568-569. 152 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1922, Bruxelles, Guyot Frères, 1922, 388. 153 G. DENIS, “Histoire de l’Harmonie royale de Warneton depuis sa fondation (ca. 1794)” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XI, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 1981, 177. 154 Zie infra. 155 KB 26 mei 1913 Notariaat, BS 28 mei 1913, 3469; X., “Warnêton”, Journal d’Ypres, 31 mei 1913, 2. 156 Pierre behaalde naast het diploma van kandidaat notaris ook het diploma van doctor in de rechten. Hierdoor kon hij voor enkele vakken in de notarisopleiding een “vrijstelling” krijgen; article 16 AR 31 juillet 1891 en modifiant du loi du 31 juillet 1891 sur la collation des grades académiques et le programme des examens universitaires, réimprimée en exécution de l’article 2 de la loi du 3 juillet 1891, avec les modifications résultant de cette dernière loi, Pasin. 1891, 325-336; F. STEVENS, M. VERWILGHEN, “de notarisopleiding” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 205; FAMILYSEARCH, Naissainces, mariages, décès 1907-1912 Warneton, 189 van 717, https://familysearch.org/search (geraadpleegd op 11 maart 2017); Familiearchief De Simpel, Rouwbericht Pierre-Jacques-Bruno-Emile-Marie De Simpel.
25
notaris Bruno De Simpel die tussen 1827 en 1843 zijn standplaats in Waasten had.157 Door
zijn huwelijk met Maria Sibille kreeg Pierre het notariskantoor dat ooit tot zijn familie
behoorde, weer in handen. Het Koninklijk Besluit van 2 juni 1913 benoemde Pierre
officieel als opvolger van Hector Sibille, die tot ere-notaris werd benoemd.158
4. Eerste Wereldoorlog
Duitsland viel op 4 augustus 1914 België binnen en enkele weken later reed de
oorlogsmachine zich vast in een vier jaar durende stellingenoorlog. Waasten kwam op de
frontlijn te liggen en werd zwaar getroffen. Vanaf de herfst van 1914 verlieten heel wat
Waastenaars hun huis,159 zo ook de familie Sibille. Hector en zijn volledige gezin vluchtten
via Staden, Diksmuide, Veurne en Boulogne naar het Britse Blackburn.160 Estelle
Delannoy, de moeder van Pierre De Simpel, de schoonzoon van Sibille, bleef achter in
Mers-les-Bains (departement van de Somme).161 Zij hielden contact via postkaarten.
157 Familiearchief De Simpel, Résidence notariale de Warneton. 158 KB 2 juni 1913 notariaat, BS 4 juni 1913, 3665. 159 F. DE SIMPEL, “Les déportés de 14 et le sort des civils à Warneton d’octobre 1914 à mars 1915” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXI, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2001, 261-280; F. DE SIMPEL, D. LORIDAN, Een slagveld: Ploegsteert en Waasten 1914-1918. Geschiedenis en archeologie, Namen, Institut du patrimoine wallon, 2016, 4-5; F. DE SIMPEL, “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2014, 163. 160 F. DE SIMPEL, “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2014, 163; Gesprek met Francis De Simpel op 17 november 2016. 161 F. DE SIMPEL, “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2014, 164; gesprek met Francis De Simpel op 11 april 2017.
Figuur 5: Hector, Irma, Marie en Pierre verbleven met hun kinderen (Jean, Françoise, Marie-Louise en Elisabeth) een tijd in Blackburn. Ze stuurden de moeder van Pierre die in Frankrijk verbleef geregeld kaartjes. Bemerk dat hij ook bij het schrijven van een postkaart notaris bleef: “Vous trouvez ci-dessous les signatures officiels de Jean [De Simpel] et de Françoise [De Simpel]”. (Familiearchief De Simpel).
26
Intussen in België werd Waasten tot puin herleid. Om een beschrijving te geven
van de vernielingen deed het Duitse leger beroep op neutrale journalisten.162 Op die
manier probeerden ze vooral de Britten, tegen wie de Duitse kanonnen gericht waren,
zwart te maken. Het was de hoop om op begrip van de plaatselijke bevolking te rekenen
en hun vertrouwen te winnen. Duitse officieren censureerden wel het uiteindelijke
resultaat. In 1916 verscheen in het Nederlandse weekblad Het Leven een artikel over
Waasten waarin vermeld stond dat Duitsers de kunstvoorwerpen uit de kerk hadden
gered zodat de Britten deze niet konden plunderen of vernielen.163
Vermoedelijk las een gevluchte Waastenaar in Nederland dit artikel en besloot om
het te kopiëren en te verspreiden naar andere vluchtelingen, zoals Hector Sibille en Pierre
De Simpel in Blackburn, zodat alle inwoners op de hoogte gesteld werden van de
gebeurtenissen in hun thuisdorp. Zij – en andere vluchtelingen – kopieerden en
verspreidden op hun beurt het artikel waardoor heel wat belangrijke documenten en
foto’s uit die tijd bewaard zijn gebleven. In het artikel staan twee foto’s van de markt van
Waasten, één voor de oorlog genomen en één tijdens de oorlog. Omdat Hector Sibille in
die tijd al bekend stond als een amateurfotograaf, kunnen we er bijna zeker van zijn dat
hij de oorspronkelijke fotograaf was.
Figuur 6: Kopie uit F. DE SIMPEL, “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2014, 172.
162 Bijvoorbeeld uit Nederland. 163 F. DE SIMPEL, “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2014, 163.
27
Hij kopieerde deze afbeelding van het krantenartikel en stuurde dit in mei 1916 als
postkaart op naar Estelle Delannoy en de rest van de familie in Frankrijk:
“Chers amis,
Contemplez pour la dernière fois notre coquet hôtel de ville et voyez ce qu’il en
reste. Cette vue a paru dans un illustré hollandais… qui a pu visiter Warnêton et
Messines il n’y a plus une seule maison habitable (février 1916). Il dit aussi que
les Boches164 étaient occupés à enlever les stalles, jubé, chaire de vérité et autels
de l’église pour les mettre à abri des obus. Jules Delmotte fait le voiturier entre
Ploegsteert et Watou. Il a dit au chef de gare qu’il voyait toujours le clocher mais
depuis 8 jours il ne le voit plus. Bien des amitiés de toute la famille.
H. Sibille” 165
Op de foto is de kerktoren nog te zien waar in de brief vermeld wordt dat
deze platgebombardeerd is.
164 Duitse soldaten. 165 F. DE SIMPEL, “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2014, 164.
Figuur 7: Uit deze kaart – in het Engels geschreven – blijkt dat het gezin Sibille-De Simpel een tijd in Folkestone heeft gewoond terwijl Hector Sibille nog steeds in Blackburn verbleef. (Familiearchief De Simpel)
28
Hector Sibille bleef gedurende de ganse oorlog in Blackburn wonen,166 terwijl zijn
dochter, schoonzoon en hun gezin naar Folkestone trokken.167 Tijdens zijn verblijf in
Engeland leerde Hector Engels en volgde hij een cursus typografie.168
166 Heel wat (rijke) Belgische families zochten hun toevlucht over het kanaal. Daarom besloot de in Londen verblijvende Emile Butaye, notaris uit Ieper, om de naar Groot-Brittannië gevluchtte Belgische notarissen te groeperen in “La Fédération des notaires de Belgique en Angleterre”. Hijzelf vervulde er de functie van voorzitter. De notarissen verleenden gratis advies aan de in Engeland verblijvende landgenoten. Juridische vragen, zoals “Hoe kan ik mijn testament geldig opmaken als Belg in Engeland?” beantwoordden zij door in de krant een advies neer te pennen (zie bijlage 1). We vermoeden dat Pierre De Simpel en misschien zelfs Hector Sibille als ere-notaris hiervan deel zouden uitgemaakt hebben aangezien de voorzitter een streekgenoot betrof; X., “Nécrologie”, Het Ypersche, 16 november 1929, 9; E. BUTAYE, “Les testaments de Belges en Angleterre”, La Métropole, 28 augustus 1915, 2. 167 Familiearchief De Simpel, Ansichtkaart Jean De Simpel. 168 Gesprek met Francis De Simpel op 11 april 2017.
Figuur 8: Tijdens de oorlog liet Hector Sibille zijn foto’s afdrukken om als postkaart naar familie en vrienden te sturen. Op deze foto zien we het huis van de familie Sibille-De Simpel in Blackburn. Achteraan staan Hector Sibille en zijn vrouw Irma Blieck. Hun dochter Marie Sibille en haar man Pierre De Simpel bevinden zich aan de zijkant met hun vier kinderen. Vooraan staat Jean De Simpel. (Familiearchief De Simpel)
29
Wat gebeurde er met het notariskantoor te Waasten tijdens de oorlog? Aangezien
de gehele bevolking gevlucht of geëvacueerd was, was het de facto onmogelijk en onnodig
om een notariskantoor open te houden. De oorlog dreigde het kabinet te verwoesten met
het gevolg dat alle aktes zouden verdwijnen. Toch werden het overgrote deel van het
kantoor gered. Volgens de overlevering lagen in Wervik, bij Martha Blieck en Louis
Lepoutre, de schoonzus en –broer van Hector, enkele Duitse officieren ingekwartierd. Om
hun goede wil naar de bevolking toe te tonen en de mythe dat het cultuurbarbaren waren
te ontkrachten,169 vroeg een Duitse generaal aan het koppel waarmee hij hen plezier kon
doen. Het echtpaar Blieck-Lepoutre drukte de wens uit om het notarieel archief van hun
schoonbroer en zijn schoonzoon te redden. Daarop besliste de generaal om de minuten
van het notariskantoor van Pierre De Simpel in veiligheid te brengen bij een andere
notaris.170 De ventôsewet schreef voor dat bij het overlijden, overplaatsen of vervanging
van een notaris zijn gehele notariële archief moest overgedragen worden aan een notaris
in hetzelfde kanton.171 De totale evacuatie van de frontstreek belette dit evenwel,
aangezien er geen enkele notaris meer in het kanton Mesen te vinden was. De Duitsers
beslisten daarop het gehele archief bij een Kortrijkse notaris te deponeren. Dit was ofwel
notaris Valère Pillen of notaris Valère Van Steenhuyse.172 De archieven van notaris Sibille
leken aldus verdwenen maar doken als bij toeval terug op.
In de jaren 1980 besloot Godfried Werbrouck, notaris in Kortrijk en opvolger van
zowel notaris Pillen als notaris Van Steenhuyse, een deel van zijn notarieel archief te
deponeren bij het Rijksarchief in Brugge. De wet uit 1963 voorzag namelijk dat houders
van minuten, tabellen en repertoria van notariële aktes die minstens honderd jaar oud
zijn de mogelijkheid hadden deze neer te leggen in het Rijksarchief van de provincie
waarbinnen hun ambtsgebied gelegen was.173 Bij controle door de archivarissen bleek het
fonds ook notariële aktes uit Waasten te bevatten. Sinds 1963 behoorde Waasten tot de
169 In hun opmars naar Parijs richtten Duitse troepen in enkele steden zoals Dinant, Dendermonde en Leuven bloedbaden aan in een reactie op de zogenaamde ‘franc-tireurs’. Deze steden werden deels platgebrand. Het symbool bij uitstek van Duitse barbarij was het in brand steken van de Leuvense universiteitsbibliotheek; D. VERHOFSTADT en L. DE HAES, 1914: Het vervloekte jaar, Antwerpen, Houtekiet, 2014, 150-151. 170 Gesprek met Francis De Simpel op 11 april 2017. 171 Art. 54 ventôsewet. 172 Gesprek met Francis De Simpel op 11 april 2017. 173 Wet 5 juli 1963 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI tot regeling van het notarisambt, BS 20 juli 1963, 7451; F. STEVENS, “Het notariaat” in P. VAN DEN EECKHOUT en G. VANTHEMSCHE, Bronnen voor de studie van het hedendaagse België 19e – 20e eeuw, Brussel, Koninklijke commissie voor geschiedenis, 2009, 666.
30
provincie Henegouwen, wat betekende dat de aktes wettelijk gezien niet in het archief
van de provincie West-Vlaanderen konden bewaard worden.174 Werbrouck had onder
meer de notariële archieven van notaris Jean Renard, die voor zijn aanstelling in Kortrijk,
notaris was in Waasten tussen 1822 en 1827.175 Verder bleek hij ook de archieven van
notaris Hector Sibille te hebben. Het Rijksarchief contacteerde notaris Francis De Simpel,
die toen al zijn standplaats in Waasten had, en vroeg deze documenten terug over te
nemen.176 Als bij toeval kwam het verloren gewaande archief terug in Waasten, waarop
notaris De Simpel de originelen overmaakte aan het Rijksarchief van Doornik. Kopieën
zijn te raadplegen in Le Centre de Documentation in Waasten.177
5. Na de Eerste Wereldoorlog
Na de Wapenstilstand keerde de familie Sibille - De Simpel terug naar België. Ze
vestigden zich korte tijd in het Kortrijkse om begin 1919 terug keren naar het verwoeste
Waasten.178 Daar hervatte Hector Sibille zijn activiteiten als gemeenteontvanger.179
In 1919 richtte de overheid ook in het gerechtelijk arrondissement Ieper een
rechtbank voor oorlogsschade op.180 Deze bestond uit verschillende kamers waarvan
sommige niet in de hoofdplaats ondergebracht waren. De overheid vestigde deze in
omliggende gemeentes. Zo zetelde de achtste kamer te Waasten. Vanaf 1921 zat Hector
Sibille deze kamer voor.181 Na twee jaar als voorzitter van de achtste kamer gezeteld te
hebben, werd Sibille tot alleenzetelende rechter in de tweede kamer van dezelfde
rechtbank benoemd. Deze kamer zetelde in de oude infanteriekazerne te Ieper.182
174 S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 612. 175 Familiearchief De Simpel, Résidence notariale de Warneton. 176 Gesprek met Francis De Simpel op 11 april 2017. 177 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, 1884-1913. 178 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1920, Bruxelles, Guyot Frères, 1920, 300. 179 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1920, Bruxelles, Guyot Frères, 1920, 384. 180 J. PODEVYN, De rechtbank voor oorlogsschade, anno 1923. Analyse van vonnissen van de tweede kamer, onuitg. masterproef, Faculteit Rechtsgeleerdheid, UGent, 2017, 15 en 22. 181 ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1921, Bruxelles, Guyot Frères, 1921, 362-363; ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1922, Bruxelles, Guyot Frères, 1922, 319; ROYAUME DE
BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1923, Bruxelles, Guyot Frères, 1923, 357. 182 Zie onder andere SAI, Rechtbank voor oorlogsschade te Ieper, 2e kamer, 12 april 1923, rolnr. 67978, B16_0247.
31
Als voorzitter van een kamer was Hector Sibille een buitenbeentje. De wetgever
voorzag namelijk dat enkel actieve, plaatsvervangende en op rust gestelde magistraten,
advocaat-pleitbezorgers, advocaten en pleitbezorgers die al minstens tien jaar op het
tableau stonden ingeschreven of rechtsprofessoren met minstens tien jaar ervaring in
aanmerking kwamen om dit ambt uit te oefenen.183 Omdat er in de gerechtelijke
arrondissementen Veurne en Ieper een enorme hoeveelheid zaken te verwerken was,
voerde de wetgever enkele uitzonderingsmaatregelen in. Zo mochten advocaten en
pleitbezorgers die slechts vijf jaar beroepservaring hadden en (ere)notarissen, aangesteld
worden in de Veurnse en Ieperse rechtbanken.184 Sibille viel onder deze laatste categorie
en kon om die reden deze functie vervullen.
In 1922 volgde Pierre De Simpel Auguste Godtschalck op als burgemeester van
Waasten. Om belangenvermenging te vermijden, besloot Hector Sibille zijn functie als
gemeenteontvanger op te zeggen.185 Hiermee eindigde zijn openbare carrière in de
gemeentepolitiek.
Op 1 maart 1926 stierf ere-notaris Hector Sibille op 67-jarige leeftijd. Hij liet zijn
vrouw Irma, dochter Marie en acht kleinkinderen achter.186 De oudste van hen, Jean, zou
uiteindelijk in de voetsporen van zijn grootvader en vader treden en in 1945 het kantoor
van Pierre De Simpel overnemen.187
183 Art. 6, lid 1 Gec.Wet 25 april 1920. 184 Art. 6, lid 2 Gec.Wet 25 april 1920; J. PODEVYN, De rechtbank voor oorlogsschade, anno 1923. Analyse van vonnissen van de tweede kamer, onuitg. masterproef, Faculteit Rechtsgeleerdheid, UGent, 2017, 27-28. 185 Er mocht geen aanverwantschap bestaan tot in de tweede graad; art. 51 Gemeentewet 1836; ROYAUME
DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1922, Bruxelles, Guyot Frères, 1922, 388. 186 Familiearchief De Simpel, Rouwbericht Hector Alexandre Dieudonné Sibille; X., “Funérailles de M. Hector Sibille à Warnêton”, Het Ypersche, 13 maart 1926, 9. 187 F. DE SIMPEL, “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2014, 163.
33
Deel II: Analyse van de aktes
In dit tweede deel belichten we de akten die Sibille opmaakte, het onderwerp van
die akten, de sociale positie van zijn cliënteel (hun beroep en woonplaats) en in
voorkomend geval de ligging van het goed waarover de akte gaat.
1. Aantal aktes
Hector Sibille verleed als notaris tussen 1884 en 1909 in totaal 2887 aktes. Dit
kwam neer op een gemiddelde van 107 aktes per jaar. De verklaring waarom hij er in
1884 slechts 28 verleed, ligt voor de hand. Hij nam het ambt pas halfweg augustus op. Het
volgende jaar maakte hij dat ruimschoots goed door zo’n 160 aktes te verlijden. Nochtans
moet het als notaris van derde klasse in een kleine provinciestad niet eenvoudig geweest
zijn om cliënteel te verwerven. Zo besprak Paul Van Iseghem (1851-1940)188, procureur-
188 Paul Van Iseghem was een advocaat uit Oostende die als rechter via de rechtbanken van Veurne en Kortrijk in het hof van beroep van Gent belandde. Uiteindelijk werd hij zelfs raadsheer in het Hof van Cassatie; BELGIAN MAGISTRATES DATABASE, Van Iseghem Paul, http://www.bejust.be/tools/prosopography-belgian-magistrates (geraadpleegd op 7 mei 2017).
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Aantal aktes per jaar (1884-1909)
34
generaal bij het hof van beroep van Gent, tijdens zijn mercuriale voor het gerechtelijk jaar
1901 de problemen die binnen het notariaat rezen. Hij behandelde het feit dat door een
toename in transportmogelijkheden en een hogere industrialisatie het cliënteel
“bestemd” voor notarissen van de derde klasse, steeds vaker hun toevlucht zochten tot
notarissen van de tweede en eerste klasse.189 Hij stelde vast dat hierdoor voor sommige
kantonnale notarissen “(…) la moyenne des actes réçus dans le cours d’une année n’atteint
pas cent actes par notaire; dans quelques uns (sic.) elle ne dépasse pas, pour certaines
années, le chiffre de 60 actes!”.190
Uit de statistische gegevens blijkt dat Sibille bijna altijd net boven dat gemiddelde
zat.191 We kunnen hieruit afleiden dat hij weinig hinder ondervond van de
bovengenoemde “concurrentieproblemen”. De meeste van zijn collega’s hadden hun
standplaatsen in verderaf gelegen plaatsen zoals Ieper en Nieuwkerke. Gelet op de
beperkte mobiliteit van de bevolking aan het eind van de negentiende eeuw bleef Sibille
als “dorpsnotaris” het gemakkelijkst bereikbaar.192
Naarmate Sibille ouder werd, namen zijn werkzaamheden ietwat af, op enkele
uitschieters na.193 We zien een significante daling in 1896, niet toevallig het jaar waar hij
voor het eerst in de functie van gemeenteontvanger opnam.
189 Hij vond dat de ventôsewet uit 1803 gedateerd was. Door de industrialisering konden mensen zich makkelijker en sneller verplaatsen waardoor inwoners van een kleine gemeente (waar een notaris van derde klasse instrumenteerde) ook naar de stad (waar een notaris van tweede of eerste klasse zat) gingen; P. VAN ISEGHEM, “L’organisation du notariat”, BJ 1901, 1415-1416. 190 P. VAN ISEGHEM, “L’organisation du notariat”, BJ 1901, 1416. 191 1895: 123, 1896: 98, 1897: 106, 1898: 103, 1899: 102, 1900: 125. 192 Zo liep spoorlijn 69, die reeds in 1870 geopend werd, van Komen naar Armentiers (Frankrijk). Hierbij passeerde ze de volgende gemeentes en gehuchten: Komen, Neerwaasten, Waasten, Pont-Rouge en Le Touquet. De Britten bouwden tijdens de Eerste Wereldoorlog lijn 69B, een spoorweg die oorspronkelijk van Belle over Nieuwkerke tot in Mesen liepen. Net voor de Wapenstilstand verlengden ze de lijn tot in Waasten. Na de oorlog bleef de lijn Nieuwkerke – Waasten behouden tot 1965; P. KEVERS, “L. 67: Comines – Le Touquet grens (Armentières), L. 69B: Warneton – Nieuwkerke”, http://users.telenet.be/pk/lijnen.htm#67 (geraadpleegd op 10 mei 2017). 193 Enkel in 1902 verleed hij uitzonderlijk meer dan 120 aktes.
35
2. Soorten aktes
2.1. Algemeen
Bovenstaande grafiek deelt de soorten aktes per jaar in drie categorieën op. De
eerste categorie, “Personen- en familierecht”, omvat testamenten; huwelijksaktes;
erkenningen van natuurlijke kinderen; de vereffeningen en verdelingen en inventarissen.
In categorie twee, “Verbintenissen- en zakenrecht”, vinden we de aktes aangaande koop;
ruil; schenkingen; huur-en pachtovereenkomsten; erfpacht en vruchtgebruik; rente en
lijfrente; leningen en kredietopeningen; obligaties, kwijtingen en aktes van rangregeling;
hypotheken, panden en borgen; procuraties; vennootschappen; erfdienstbaarheden;
dadingen, bekrachtigingen, verbeteringen en vervangingen. De laatste categorie is een
restcategorie met onder andere de aktes van bekendheid; neerleggingen van
onderhandse aktes en ontvangstbewijzen.
Over de jaren heen komen de aktes in de obligatoire sfeer (tweede categorie), het
meest voor. Slechts een kwart van de aktes regelt aangelegenheden in de familiale sfeer.
We kunnen hieruit afleiden dat de cliënten van Hector Sibille enkel naar hem toekwamen
om “hoogstnodige” aktes te verlijden. Een testament kan men namelijk ook eigenhandig
opmaken194 en bij een huwelijk hoeft men niet noodzakelijk een huwelijksakte op te
stellen. 194 Art. 970 BW.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
18
84
18
85
18
86
18
87
18
88
18
89
18
90
18
91
18
92
18
93
18
94
18
95
18
96
18
97
18
98
18
99
19
00
19
01
19
02
19
03
19
04
19
05
19
06
19
07
19
08
19
09
Verdeling aktes naar aard (1884-1909)
Personen- en familierecht Verbintenissen- en zakenrecht Diverse
36
2.2. Personen- en familierecht
25%
73%
2%
Verdeling aktes naar aard (1884-1909)
Personen- en familierecht Verbintenissen- en zakenrecht Diverse
40%
24%
1%
35%
Akten Personen- en Familierecht (1884-1909)
Testamenten
Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind
Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
37
Binnen de eerste categorie komen de aktes met betrekking tot testamenten het
meest voor (in totaal 183 keer). De meesten lieten een notarieel testament opstellen (112)
of deponeerden hun zelfgeschreven testament ter bewaring bij de notaris (in totaal 35
keer).195
Erkenningen van natuurlijke kinderen kwamen zelden voor: drie keer gedurende
zesentwintig jaar. Landbouwster Marie Gesquiere deed dit voor haar zoon Julien in
1885,196 Marie-Thérèse Becquart, een herbergierster uit Ploegsteert erkende haar
dochter Pauline Becquart in 1886197 en Céline Butin uit Mesen erkende haar zoon Léon
Butin in 1896.198 Toen genoten natuurlijke kinderen niet dezelfde (erf)rechten als wettige
kinderen.199
Binnen de subcategorie “akten betreffende het huwelijk” zitten zes “akten van
eerbied”.200 Vroeger dienden koppels die wensten te huwen en de meerderjarigheid nog
niet bereikt hadden, toestemming te vragen aan hun ouders. Toch konden de ouders via
een acte respectueux een advies uitbrengen over koppels die de meerderjarigheid al
bereikt hadden.201
De categorie “testamenten” is van de vier subcategorieën in het begin van de
carrière van Hector Sibille de belangrijkste. Vanaf 1890 neemt de categorie “vereffening,
verdeling en inventaris” die koppositie soms over. Vanaf 1900 lijkt het definitief gedaan
met de machtspositie van de testamenten en neemt de categorie van de
huwelijkscontracten ook een alsmaar belangrijkere positie in.
195 Bijvoorbeeld Charles Syx, weduwnaar van Julie Lambelin, liet op 12 april 1885 zijn testament opmaken bij notaris Sibille; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 57, 12 april 1885; Pierre Breyne, handelaar uit Waasten, gaf zijn eigenhandig geschreven testament in bewaring; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 82, 4 augustus 1909. 196 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 145, 19 oktober 1885. 197 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 57, 18 mei 1886. 198 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 13, 31 januari 1896. 199 Dit zou pas door het arrest Marckx in 1987 in de Belgische wet aangepast worden; EHRM 13 juni 1979, nr. 6833/74, Marckx/Belgium; B. DEBAENST, “Moeder Marckx maakt geen bastaard!” Pro Memorie 2012, 97-107. 200 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 13, 27 februari 1891; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 89, 6 november 1893; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 45, 6 april 1894; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 102, 7 oktober 1895; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 18, 7 februari 1896; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 109, 3 september 1902. 201 “Mariage”, Pandectes Belges. Corpus Juris Belgici vol. 62, Bruxelles, Bruylant, 1899, 656-662.
38
2.3. Zaken- en verbintenissenrecht
Bij de tweede categorie zien we een grotere diversiteit aan aktes verschijnen maar de
koopaktes vertegenwoordigen hier meer dan de helft van de zaken. In januari 1885 kocht
brouwer Edmond Motte-Cordonnier uit Armentiers eind januari heel wat onroerende
goederen in Ploegsteert aan. Théodore Fertin verkocht hem een huis, Philomène
Deconinck verkocht hem tuingrond en Félix Leman tenslotte verkocht hem enkele
gebouwen en grond om te bewerken.202 Later verpachtte hij sommige van die aankopen,
zoals een huisje met aanbouw tot kleine boerderij aan Henri Devroede.203
202 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 8, 23 januari 1885; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 9, 23 januari 1885; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 10, 24 januari 1885; Later dat jaar onderneemt hij nog verschillende aankopen, bijvoorbeeld: CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 31, 2 maart 1885; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 32, 2 maart 1885. 203 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 126, 7 augustus 1885.
52%
1%
10%
8%
0%0%
12%
8%
1%
6%0%0%2%
AKTEN ZAKEN- EN VERBINTENISSENRECHT (1884-1909)
Koop
Ruil
Schenking
Huur- en pachtovereenkomst
Erfpacht en vruchtgebruik
Rente en lijfrente
Lening en kredietopening
Obligaties, kwijtingen, aktesrangregeling
Hypotheek, pand en borg
Procuraties
Vennootschap
Erfdienstbaarheid
Dading, bekrachtiging, verbetering,vervanging, enz.
39
De onroerende goederen lagen bijna uitsluitend binnen het kanton Mesen, het
ambtsgebied van notaris Sibille.
0%
91%
8%
1%
Ligging Onroerend Goed 1884-1909
Frankrijk
Kanton Mesen
Gerechtelijk Arrondissement Ieper
Ressort Gent
40
Figuur 9: De nominale cijfers bij de gemeentes binnen het gerechtelijk arrondissement Ieper die zijn opgenomen in het repertorium voor de ligging van een onroerend goed. We zien een overwicht in Waasten, Wijtschate en Ploegsteert.
41
Op het einde van de negentiende eeuw won de schenking tussen echtgenoten aan
populariteit.204 Ook Sibille verleed heel wat dergelijke aktes. Het koppel verscheen voor
de notaris en meestal werden achtereenvolgens twee aktes afgeleverd: de eerste akte
betrof de schenking van echtgenoot X aan echtgenoot Y, de tweede akte betrof een
schenking van echtgenoot Y aan echtgenoot X.205 Een opvallende akte in deze categorie,
was de schenking die Louis Bonduel aan zijn echtgenote Sophie Knockaert overmaakte.
Zij maakte immers geen gelijkaardige gift aan hem over.206
Volmachten dienden meestal om een bepaalde partij te vertegenwoordigen bij
erfeniskwesties.207 Ter illustratie twee opmerkelijke zaken:
- Edouard Braem. Hij verleende Charles Braem uit Mesen een volmacht om zijn
erfenis van Fleurice Buttein in ontvangst te nemen aangezien hij in Pana (Illinois,
Verenigde Staten) zat.208
- De burgemeester van Mesen, Eudoxe Victoor, kreeg van zijn broer Léonce
Victoor een volmacht pour gérer ses affaires. Léonce werkte in Algerije als
landbouwingenieur.209
Een blik op de belangrijkste subcategorieën,210 toont de prominente plaats die koop-
verkoopaktes innemen. Deze vertegenwoordigden elk jaar minstens 35 procent van de
zakenrechtelijke en verbintenisrechtelijke aktes en kenden vooral tijdens de jaren 1896-
1897 een enorme stijging, al blijft een verklaring daarvoor moeilijk. Over het algemeen
dalen de leningsaktes doorheen de jaren heel licht, de meeste werden voornamelijk
tussen 1884 en 1889 verleden. Tussen 1904 en 1906 lijkt deze tendens (kort) terug te
keren. De schenkingen bereiken vooral hun hoogtepunten voor 1900. De pacht- en
verhuuraktes bleven tussen 1889 en 1899 op een tamelijk constant niveau en kenden
kleine piekmomenten in 1900 en 1907. De kwijtingsovereenkomsten lijken begin 1900 te
204 G. VAN DIEVOET (ed.) Tweehonderd jaar notariaat het kantoor Hollanders de Ouderaen te Leuven (1783-1983), Leuven, KUL afdeling Romeins recht en geschiedenis, 1983, 169. 205 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 79, 17 augustus 1886; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 80, 17 augustus 1886; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 39, 18 april 1887; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 40, 18 april 1887. 206 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 55, 4 juni 1891. 207 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 53, 9 juni 1892; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 81, 28 augustus 1894; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 14, 20 februari 1895; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 11, 9 maart 1899. 208 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 53, 4 juni 1895. 209 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 71, 17 augustus 1900. 210 Koop, schenking, huur- en pachtovereenkomsten, lening en kredietopening, procuraties en kwijtingen.
42
stabiliseren waar ze in 1885 en 1896 even een piek vertoonden. Het aantal volmachten is
in de jaren 1880 uiterst gering. In 1890 kenden ze een eerste piekmoment om in 1902,
het jaar dat de verkoopaktes een serieuze dip hadden gekregen, zeer prominent in beeld
te komen.
We stellen vast dat enkele types van aktes aan belang wonnen na de eeuwwisseling
(de volmachten), waar andere hun hoogtepunt ervoor hadden gekend (schenkingen). De
theorie dat de bevolking naar de notaris trok voor enkel hoogstnodige zaken, lijkt
nogmaals bevestigd aangezien de koopovereenkomsten, waar voor onroerende goederen
steeds een authentieke akte vereist is, de kroon spannen.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Evolutie meest voorkomende zakenrechtelijk en verbintenisrechtelijke aktes
Koop Lening Schenking Pacht & huur Kwijting Volmacht
43
3. Cliënten
3.1. Woonplaats van cliënten
Bijna tachtig procent van het cliënteel van notaris Sibille had zijn woonplaats binnen
het gerechtelijk kanton Mesen.211 De overgrote meerderheid kwam uit Waasten zelf
(1316). Een groot deel kwam vervolgens uit Mesen (376), Wijtschate (288) en
Ploegsteert (241). De cijfers van Mesen en Wijtschate lijken op het eerste gezicht vreemd
aangezien de notaris in Mesen voor beide gemeentes de dichtstbijzijnde was. Wanneer we
de aktes bekijken waarin deze gemeentes als woonplaats aangemerkt stonden, zien we
dat in veel gevallen één van beide partijen in Waasten woonde. Ter illustratie:
- Op 30 maart 1904 kwamen Jules Misplon, bakker in Waasten en Clothilde
Vanhove uit Wijtschate hun huwelijkscontract vastleggen.212
211 Dit omvat de gemeentes Dranouter, Kemmel, Loker, Mesen, Nieuwkerke, Ploegsteert, Waasten, Wijtschate en Wulvergem; S. VRIELINCK, De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden (administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen, Leuven, Universitaire Pers, 2000, 612. 212 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 30, 30 maart 1904.
9%
79%
9%2%1%
Woonplaats cliënten 1884-1909
Frankrijk
Kanton Mesen
Gerechtelijk Arrondissement Ieper
Ressort Gent
België
44
- Louis Debailleul en zijn vrouw Rosalie Vandamme, besloten om de
inboedel van café “Au Bloc” in Wijtschate van de hand te doen. De
uiteindelijke koper was een brouwer uit Waasten, Henri Boedt.213
- Ignace Devroede, landbouwer uit Waasten nam een hypotheek op zijn huis
ten voordele van de schilders Léon en Joseph uit Waasten.214
- De Waastense schoenmaker Désiré Savatte besloot om zijn terugkooprecht
op een huis dat in Waasten lag, op te zeggen ten voordele van Emile
Molhant, een leerlooier uit Mesen.215
Een andere mogelijke verklaring is dat mensen vanwege hun liberale sympathieën
naar Hector Sibille kwamen. Notaris Emiel Thevelin uit Mesen stond namelijk bekend als
aanhanger van de katholieke partij.216 Eudoxe Victoor, de liberale burgemeester van
Mesen,217 was een vaste “klant” bij notaris Sibille.218 Bovendien hadden notaris Sibille en
Victoor nog een andere band met elkaar. Eudoxe was namelijk gehuwd met Léontine
Lannoy.219 Zij was de weduwe van Nestor Victoor, de voorganger van Hector Sibille.220
Hector Sibille was als notaris en publiek figuur een bekend persoon in de streek.
Hierdoor kwamen heel wat niet-Waastenaars ook met hem in contact waardoor ook zij
hem geconsulteerd zullen hebben.221
213 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 1, 7 januari 1887. 214 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 35, 17 april 1888. 215 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 101, 11 november 1889. 216 X., “Elections provinciales”, Le Progrès, 15 mei 1890, 2; X., “Association catholique de l’arrondissement d’Ypres”, Journal d’Ypres, 4 april 1900, 1. 217 X., “Les funérailles de monsieur Eudoxe Victoor”, Het Ypersch nieuws, 21 juni 1930, 5-6. 218 Bijvoorbeeld: CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 26, 23 maart 1891; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 7, 18 januari 1894; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 101, 7 oktober 1895; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 70, 17 augustus 1900. 219 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 100, 27 september 1895. 220 Zie supra. 221 Zie bijvoorbeeld CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 117, 26 december 1886. Zowel Louis Debailleul als Romain Debailleul woonden beiden in Wijtschate. Het betrof een leningsakte waarbij een hypotheek werd genomen op een huis dat in Wijtschate stond.
45
Figuur 10: Op de kaart zijn de nominale cijfers van de woonplaats van de cliënten binnen het arrondissement Ieper opgenomen. Het lijkt erop dat men het liefst een notaris uit de eigen gemeente koos.
46
Omdat Waasten dicht bij de Franse grens ligt, vonden ook relatief veel inwoners uit
het departement Nord hun weg naar het notariskantoor van Sibille.222 Het betrof veelal
mensen die een goed verwierven of van de hand deden dat binnen het kanton Mesen lag.
- Louis Faveur, een bakker uit Tourcoing (Frankrijk), verkocht een huis dat
in de Rijselstraat in Waasten stond aan slager Joseph Vanseveren.223
- Octavie Laloy uit Deulemonde (Frankrijk) verkocht een stuk grond dat
langs de baan Mesen-Frelingen lag aan dokter Auguste Toffart uit Frelingen
(Frankrijk).224
- Per openbare verkoop verkocht de Rijselse Philomène Werquin een huis,
gelegen in Waasten, aan Emile Debailleul.225
3.2. Sociaal-economische achtergrond van het cliënteel
Sociaal-economische achtergrond van de cliënten volgens beroepsgroep.226
222 274 om precies te zijn. 223 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 21, 22 februari 1894. 224 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 117, 9 december 1890. 225 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 101, 11 december 1903. 226 Landbouwer (landbouwer, dagloner, landwerker) arbeider, ambacht (bakker, behanger, binnenschipper, blikslager, dakdekker, horlogemaker, goudsmid, hoedenmaker, hoefsmid, houtbewerker, kleermaker, leerlooier, metser, molenaar, schilder, schoenmaker, timmerman, tuinman, tonnenmaker, wagenmaker, wever, zadelmaker) ambtenaar(boswachter, burgemeester, douanebrigadier, gemeentewerker, onderwijzer, ontvanger, postbode, postdirecteur, schatkistbewaarder, veldwachter) bediende, handelaar (bedrijfsleider, boetiekuitbater, brouwer, fabrikant, handelaar, hoteleigenaar, hoteluitbater, industrieel, kleinhandelaar, kruidenier, marktkramer, melkboer, ondernemer,
10%
20%
5%
1%24%
12%
24%
4%
Sociaal-economische achtergrond cliënteel (1884-1909)
Arbeider
Ambacht
Ambtenaar
Bediende
Handelaar
Herbergier
Landbouwer
Vrij beroep
47
De notaris heeft een bevoorrechte positie als ministerieel ambtenaar. Elke burger
komt vroeg of laat met hem in contact, zij het voor de aankoop van een onroerend goed,
de sluiting van een huwelijkscontract of de vereffening-verdeling van een erfenis. Alle
lagen van de bevolking passeren in een notariaatskabinet. Bijgevolg bieden de notariële
akten een venster op de socio-economische achtergrond van het kanton, het
arrondissement of het ressort waar hij instrumenteert. Aan de hand van de akten die
verleden werden door notaris Sibille is het mogelijk de samenstelling van de bevolking
van Waasten naar beroep en/of sociale positie te reconstrueren.
Het merendeel van zijn cliënteel betrof landbouwers. Gezien de woonplaats van de
partijen en de ligging van sommige goederen, lijkt dit niet geheel onlogisch aangezien dit
allemaal rurale streken betroffen. Veel landbouwers hielden ook een herberg open. Het
was in die tijd niet ongebruikelijk dat mensen twee hoofdberoepen hadden.227 Dit kan een
verklaring zijn waarom het percentage “herbergiers” relatief hoog ligt.
Ook handelaars zijn sterk vertegenwoordigd. Hier spannen de kleinhandelaars en
de brouwers de kroon.
Slechts een kleine tien procent van het cliënteel oefende een beroep uit waarvoor
men een hogere opleiding had genoten. Dit kan op twee dingen wijzen:
- Ofwel bestond het gros van de bevolking uit mensen die niet verder geleerd
hadden.
- Ofwel kozen de hoger opgeleiden voor een notaris van eerste of tweede
klasse.
Mijns inziens zijn beide verklaringen plausibel. Zo is bijvoorbeeld dokter Gustave
Marhem uit Waasten cliënt bij Sibille.228 Geneesheren-specialisten daarentegen
woonden dichter bij hun werkplek, in de grotere steden waar notarissen van tweede en
eerste klasse instrumenteerden.
verzekeringsagent, winkelier), herbergier, vrij beroep (advocaat, architect, boekhouder, dierenarts, dokter, notaris, gerechtsdeurwaarder). De onbekende gegevens zijn niet in de grafiek opgenomen. 227 Bijvoorbeeld Auguste Leuridan uit Neerwaasten; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 67, 28 juni 1904. 228 CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 122, 11 december 1895; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 56, 16 juli 1900.
48
Voordat de taalgrens in 1963 werd vastgelegd, was het kanton Mesen een tweetalig
gebied. Waasten was (is) grotendeels Franssprekend en heel wat cliënten waren
afkomstig uit Frankrijk.229 Dit verklaart deels waarom er slechts 71 aktes in het
Nederlands werden opgesteld. Bovendien waren het allemaal inwoners van de meer
Nederlandstalige gemeenten Wijtschate, Kemmel en Mesen.230
229 Zie supra. 230 Bijvoorbeeld François Bauwen uit Wijtschate verkocht aan Théodore Bauwen, eveneens uit Wijtschate enkele meubels en andere roerende objecten; CDW, Répertoire du notaire Sibille à Warneton, akte 16, 9 februari 1892.
49
Besluit
Hector Sibille zou men vandaag omschrijven als een self-made man. In tegenstelling
tot vele van zijn ambtsgenoten toentertijd was hij niet afkomstig uit een notarisfamilie.
Hij stamde wel af uit een liberaalgezinde familie van ambtenaren en brouwers. De familie
Sibille was bemiddeld, gelet op het feit dat de jonge Hector middelbare school liep in Ieper
en kon studeren aan de universiteit, wat toen een dure aangelegenheid was.
Als telg uit een liberale familie was de keuze voor de Gentse universiteit haast
vanzelfsprekend. Sibille studeerde notariaat op het moment dat de richting in woelige
tijden verkeerde. De Belgische wetgever had halfweg de jaren 1870 heel wat
vernieuwende en drastische maatregelen genomen ter verbetering van de opleiding van
notarissen. Die bleken soms het omgekeerde effect te hebben en een snellere
toegangsweg tot het notariaat open te leggen. De keuze voor het notariaat toont de
schranderheid van Hector Sibille aan. Hij greep de kans om op twee jaar tijd de graad van
kandidaat-notaris te behalen en dat zonder bijkomende studies in de rechten. Op die
manier steeg hij op de sociale ladder. Hij gebruikte ook handig het netwerk van zijn familie
om een stageplaats te verkrijgen. Bovendien genoot hij van het ‘gunstregime’ om zijn
stage sneller af te ronden.
Hoewel het misschien niet zijn doel was, verwierf de 26-jarige jongeman als notaris
van de derde klasse de standplaats in Waasten. Daar bleef hij gedurende een kleine dertig
jaar dit ambt uitoefenen, om het kantoor dan over te laten aan zijn schoonzoon, Pierre De
Simpel. Op die manier werd hij onbewust een stamvader van een notarisgeslacht. Tijdens
zijn loopbaan engageerde hij zich zowel voor professionele aangelegenheden met het
lidmaatschap van de Tuchtkamer voor notarissen van het gerechtelijk arrondissement
Ieper, als voor lokale aangelegenheden zoals het bestuur van de plaatselijke harmonie.
Als gemeenteontvanger speelde hij een voorname rol in het lokale bestuur en trad
daarmee in de voetsporen van zijn vader en grootvader. Aldus groeide Hector Sibille uit
tot een belangrijke notabele in Waasten.
Als welstellende familie, verbleven Hector Sibille en zijn familie tijdens de Eerste
Wereldoorlog een viertal jaar in het Britse Blackburn. Zijn interesse voor geschiedenis
indachtig en zijn vrees voor het verlies van erfgoed, leidden hem ertoe om zijn
zelfgemaakte foto’s van Waasten van voor de Eerste Wereldoorlog als postkaart te
50
bezorgen aan Waastenaars die over alle uithoeken van Europa verspreid waren. Zijn
notarieel archief werd ondertussen door zijn schoonbroer en –zus in veiligheid gebracht
bij een Kortrijkse notaris.
Na de Eerste Wereldoorlog bleef Hector Sibille ondanks zijn pensioen actief. Hij bleef
nog tot het begin van de jaren twintig gemeenteontvanger en was tussen 1921 en 1923
voorzitter van een kamer van de Ieperse oorlogsschaderechtbank. De laatste jaren van
zijn leven deed hij het wat rustiger aan. Hij stierf in 1926 op 68-jarige leeftijd.
Hector Sibille verleed gemiddeld een 107 aktes per jaar waarvan de aktes met
betrekking tot verbintenisrechtelijke aspecten het leeuwendeel uitmaakten. We kunnen
hieruit afleiden dat zijn cliënteel geneigd was om enkel in noodzakelijke gevallen, zoals
de authentieke akte bij de verkoop van een onroerend goed, zich tot de notaris te wenden.
Die onroerende goederen bevonden zich in negentig procent van de gevallen binnen het
kanton Mesen wat het belang van de nabijheid van een notaris toentertijd illustreert.
Gezien de toenmalige mobiliteit was de gemakkelijk bereikbare notaris het
aanspreekpunt bij uitstek. Bovendien lag Waasten vrij ver van de steden Ieper en
Poperinge. Daardoor kunnen we aannemen dat het kantoor van Sibille niet veel leed
onder het toen geldende notarieel klassensysteem. Misschien was zijn keuze om te
postuleren voor Waasten ook ingegeven door de gunstige ligging van Waasten in
vergelijking met andere notariskantoren.
Bij de familiaalrechtelijke aktes zien we over de tijd een lichte verandering. Waar in
de jaren 1880 de testamenten de belangrijkste aktes waren, winnen de vereffening-
verdelingsaktes tegen het einde van zijn ambtsperiode meer aan belang.
De cliënten van Hector Sibille zijn over het algemeen Franssprekend, zijn
landbouwer en/of handelaar en wonen binnen het kanton Mesen, meer bepaald in
Waasten. We kunnen hieruit concluderen dat Sibille en zijn cliënten elkaar zeer goed
kenden.
51
Bibliografie
Wetgeving
Vóór de wet van 18 april 1898 (ook wel bekend als “De Gelijkheidswet”), hadden enkel de
Franstalige wetten en koninklijke besluiten die in Le Moniteur Belge (Belgisch Staatsblad)
verschenen, rechtskracht. Daarom vermelden we in de bibliografie de officiële Franstalige
titel zoals die destijds in het Belgisch Staatsblad stond voor de wetten en koninklijke
besluiten die voor 18 april 1898 verschenen zijn. Om de uniformiteit te bewaren, staan
ook de datum en de afkorting voor de Franstalige naam van het Belgisch Staatsblad, Le
Moniteur Belge (MB) in het Frans.
- Loi du 25 ventôse an XI contenant l’organisation du notariat, Pasin. 1803, 16-39.
- Arrêté organique de 25 septembre 1816 sur l’enseignement supérieur dans les
provinces méridionales, Pasin. 1816, 400-418.
- Loi communale 30 mars 1836, Pasin. 1836, 46-64.
- Loi 15 juillet 1849 qui modifie la loi du 27 septembre 1835 sur l’enseignement
supérieur, MB 19 juillet 1849, 2083-2087.
- Loi 1 mai 1857 sur les jurys d’examen pour la collation des grades académiques,
MB 13 juin 1857, 1979-1984.
- Loi 27 mars 1861 qui proroge l’article 24 de la loi du 1er mai 1857 sur les jurys
d’examen et qui établit l’examen de gradué en lettres, MB 31 mars 1861, 1557-
1558.
- Loi 20 mai 1876 sur la collation des grades académiques et la programme des
examens universitaires, MB 24 mai 1876, 1489-1493.
- Wet 5 juli 1963 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI tot regeling van het
notarisambt, BS 20 juli 1963, 7451.
- Wet 25 april 1920 op de hoven en rechtbanken voor oorlogsschade, BS 5 mei 1920,
3442.
- AR 6 juin 1884 notariat-nominations, MB 11 juin 1884, 3035.
- AR 2 mai 1884 notariat-nominations, MB 4 mai 1884, 1694.
- AR 31 juillet 1891 en modifiant du loi du 31 juillet 1891 sur la collation des grades
académiques et le programme des examens universitaires, réimprimée en
52
exécution de l’article 2 de la loi du 3 juillet 1891, avec les modifications résultant
de cette dernière loi, Pasin. 1891, 325-336.
- KB 26 mei 1913 Notariaat, BS 28 mei 1913, 3469.
- KB 2 juni 1913 Notariaat, BS 4 juni 1913, 3665.
Voorbereidende werken
RÉAL, X., “Exposé des motifs”, Pasin. 1803, III-XIV.
Archieven
Algemeen Rijksarchief.
Archief Universiteit Gent.
Centre de Documentation de Comines-Warneton.
Familiearchief De Simpel.
Stadsarchief Ieper.
Literatuur
- “Mariage”, Pandectes Belges. Corpus Juris Belgici vol. 62, Bruxelles, Bruylant, 1899,
656-662.
- “Notaire, Notariat”, Pandectes Belges. Corpus Juris Belgici vol. 68, Bruxelles, Bruylant,
1901, 481-1098.
- AMIAUD, A., Commentaire sur la loi du 25 ventôse an XI organique du notariat et sur les
lois et principes du droit civil qui s’y rattachent, III, articles 31 à 68, Bruxelles, Larcier,
1884, 3 volumes.
- BASTINE, L., Cours de notariat, comprenant l’explication des lois organiques, Brussel,
Bruylant, 1884, 409 p.
- DEBAENST, B., “Moeder Marckx maakt geen bastaard!”, Pro Memorie 2012, 97-107.
- DENECKERE, G., WITTE, E., GUBIN, E., NANDRIN, J.-P., Nieuwe Geschiedenis van België, deel
I 1830-1905, Tielt, Lannoo, 2005, 678 p.
53
- DENIS, G., “Histoire de l’Harmonie royale de Warneton depuis sa fondation (ca.
1794)” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région, XI,
Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 1981, 622 p.
- DE SIMPEL, F., “Les déportés de 14 et le sort des civils à Warneton d’octobre 1914 à
mars 1915” in Mémoires de la société d’histoire de Comines-Warneton et de la région,
XXXI, Comines, La société d’histoire de Comines-Warneton, 2001, 384 p.
- DE SIMPEL, F., “Warneton-Messines, vus par un journaliste Hollandais en 1916 et le
sauvetage du mobilier de l’église de Warneton” in Mémoires de la société d’histoire
de Comines-Warneton et de la région, XXXXIV, Comines, La société d’histoire de
Comines-Warneton, 2014, 400 p.
- DE SIMPEL, F. en LORIDAN, D., Een slagveld: Ploegsteert en Waasten 1914-1918.
Geschiedenis en archeologie, Namen, Institut du patrimoine wallon, 2016, 52 p.
- FAICT, J.-J., Distribution solennelle des prix, aux élèves du collège Saint Vincent de Paul,
à Ypres, Ypres, Vanderghinste-Fossé, 1873-1875, 138 p.
- FOBE, A., Histoire du notariat in Répertoire notarial. XI: Droit notarial 1, Bruxelles,
Larcier, 1973, 80 p.
- GRABER, J.-P., Histoire du notariat dans le canton de Neuchâtel, Zurich, onuitg.
doctoraatsthesis, 1957, 243 p.
- HEIRBAUT, D., “François Laurent: een vreemde eend in de bijt van de Belle Époque?”
in DEBAENST, B. (ed.), De Belle Époque van het Belgisch recht (1870-1914), Brugge, Die
Keure, 2016, 216 p.
- HOUTHAEVE, R., Moorslede het lievensdorp, Izegem, Hochepied, 1988, 512 p.
- MATON, A., “L’unité du ressort notarial”, Revue pratique du notariat Belge 1875, 511-
512.
- MONBALLYU, J., “Nécrologie: in memoriam Guido C.E. van Dievoet, 1924-2008”,
Tijdschrift voor rechtsgeschiedenis 2009, 77, 295-298.
54
- NEEFS, B., “De sociale positie van de notaris. Een voorbeeld : het notariaat van
Woelingen in de 19de eeuw” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in
België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 311 p.
- PIERCOT, F., Etat de l'instruction supérieure donnée aux frais de l'état. Rapport présenté
aux chambres législatives, le 19 décembre 1853, Bruxelles, s.n., 1854, 1138 p.
- PODEVYN, J., De rechtbank voor oorlogsschade, anno 1923. Analyse van vonnissen van
de tweede kamer, onuitg. masterproef, Faculteit Rechtsgeleerdheid, UGent, 2017,
136 p.
- ROYAUME DE BELGIQUE, Almanach Royal officiel, année 1883, Bruxelles, Guyot Frères,
1878-1927.
- SEBRECHTS, F., “Politiek” in ART, J. en VANHAUTE, E., Inleiding tot de lokale geschiedenis
van de 19de en de 20ste eeuw, Gent, Mens & Cultuur Uitgevers, 2003, 416 p.
- SCHEPENS, L., “De provincieraad van West-Vlaanderen 1836-1921. Socio-politieke
studie van een instelling en haar leden met 501 biografieën van Westvlaamse
notabelen”, Tielt, Lannoo, 1976, 655 p.
- SCHOLLIERS, P., Lonen in de Brusselse Drukkerij Hayez, 1865 – 1934, Brussel, VUB.
Centrum voor hedendaagse sociale geschiedenis, 1980, 260 p.
- STEVENS, F., “De ontwikkeling van het notariaat en zijn organisatie. De invoering van
een eenvormig Latijns notariaat in de Belgische departementen” in BRUNEEL, C.,
GODDING, P. en STEVENS, F., Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden,
Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 311 p.
- STEVENS, F., “De opleiding en de toegang tot het notariaat in België sinds 3 prairial
jaar IV (22 mei 1796)”, Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 1998, 117-
151.
- STEVENS, F., “Het notariaat” in VAN DEN EECKHOUT, P. en VANTHEMSCHE, G., Bronnen voor
de studie van het hedendaagse België 19e – 20e eeuw, Brussel, Koninklijke commissie
voor geschiedenis, 2009, 1629 p.
55
- STEVENS, F., “Het notarieel ressort of het schrikbeeld van de zwervende notaris” in C.
BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat in België van de middeleeuwen tot
heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 311 p.
- STEVENS, F., La loi de ventôse contenant organisation du notariat et sa genèse,
Bruxelles, Bruylant, 2004, 301 p.
- STEVENS, F., Scripta ferunt annos. Tweehonderd jaar notariaat Dierckx in Turnhout.
1802-2002, Brepols Publishers, Turnhout, 2002, 155 p.
- STEVENS, F. en VERWILGHEN, M., “de notarisopleiding” in BRUNEEL, C., GODDING P. en
STEVENS, F., Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel,
Gemeentekrediet, 1998, 311 p.
- UNIVERSITE DE GAND, Université de Gand. Liber memorialis: notices biographiques, I,
Gand, Vanderpoorten, 1913, 480 p.
- UNIVERSITE DE GAND, Rectorat de mr. F. J. D. Soupart, professeur ordinaire à la faculté
de médecine. Programme de cours. Année académique 1878-1879, Gand, Université
de Gand, 1878, 19 p.
- UNIVERSITE DE GAND, Rectorat de mr. A. Callier, professeur ordinaire à la faculté de droit.
Programme de cours. Année académique 1879-1880, Gand, Université de Gand, 1879,
20 p.
- VACHON, A., Histoire du notariat canadien: 1621-1960, Quebec, Presses Universitaires
Laval, 1962, 209 p.
- VAN ASSCHE, J., Handboek van den notaris, eerste boekdeel, Gent, Eugène
Vanderhaeghen, 1883, 696 p.
- VAN DIEVOET, G., (ed.) Tweehonderd jaar notariaat het kantoor Hollanders de Ouderaen
te Leuven (1783-1983), Leuven, KUL afdeling Romeins recht en geschiedenis, 1983,
287 p.
56
- VAN DEN BOSSCHE, A., “De kandidaat-notaris” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS,
Het notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet,
1998, 311 p.
- VAN DEN BOSSCHE, A., “De stage” in C. BRUNEEL, P. GODDING en F. STEVENS, Het notariaat
in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 311 p.
- VANDERSTEENE, L., De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van
haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940) in Verhandelingen der
maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent XXXIII, Gent, Maatschappij
voor geschiedenis en oudheidkunde, 2009, 253 p.
- VAN DEN EECKHOUT, P., Lonen van Brusselse arbeiders in openbare instellingen (1809-
1934): bouwvakarbeiders, ziekenhuis- en stadspersoneel, Brussel, VUB. Centrum voor
hedendaagse sociale geschiedenis, 1979, 49 p.
- VAN ISEGHEM, P., “L’organisation du notariat”, BJ 1901, 1415-1416.
- VERHOFSTADT, D. en DE HAES, L., 1914: Het vervloekte jaar, Antwerpen, Houtekiet,
2014, 254 p.
- VERWILGHEN, M., Le notariat à l’université catholique de Louvain. Mémorial 1836-
1886-1986 historique, portraits, palmarès, Louvain-la-Neuve, Cabay, 1986, 277 p.
- VERWILGHEN, M., “Ontmoetingsplaatsen” in BRUNEEL, C., GODDING P. en STEVENS, F., Het
notariaat in België van de middeleeuwen tot heden, Brussel, Gemeentekrediet, 1998,
311 p.
- VRIELINCK, S., De territoriale indeling van België (1795-1963). Bestuursgeografisch en
statistisch repertorium van de gemeenten en de supra-communale eenheden
(administratief en gerechtelijk). Met de officiële uitslagen van de volkstellingen,
Leuven, Universitaire Pers, 2000, 2104 p.
- X., Almanach der provincie West-Vlaenderen, en wegwyzer der stad Brugge, voor het
jaar ons heeren Jesu-Christi MDCCCXXXVII, Brugge, Bogaert, 1837.
57
- X., Terugblik op 40 jaar Koninklijk Atheneum te Ieper (1943-1983) met vergezicht op
meer dan 150 jaar officieel onderwijs te Ieper, Ieper, s.n., 1983, 35 p.
- X., “Legislation”, Revue pratique du notariat Belge 1927, 228.
Rechtspraak
EHRM 13 juni 1979, nr. 6833/74, Marckx/Belgium.
Trib. Gand 2 novembre 1874, BJ 1878, 840.
Naslagwerken
Biographie Nationale
BOGAARDS, P., Robert & Van Dale: dictionaire français-néerlandais, néerlandais-français,
Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 1988.
Tijdschriften en kranten
La Belgique Judiciaire
Le Moniteur du Notariat Belge
Revue pratique du notariat belge
De Strijd – La Lutte
Het weekblad van IJperen
Het Ypersche
Het Ypersch nieuws
Journal d’Ypres
La Métropole
58
Le Progrès
Le Propagateur
Websites
http://www.bejust.be/tools/prosopography-belgian-magistrates
https://www.belgium.be/fr/impots/impot_sur_les_revenus/societes/paiement_ou_rem
boursement
www.Familysearch.org/search
www.historischekranten.be
http://users.telenet.be/pk/lijnen.htm#67
http://vrijwilligersrab.be/nl/Wervik_Deel2
Interview
Gesprek met Francis De Simpel op 17 november 2016 en 11 april 2017 in Centre de
Documentation in Waasten.
59
Bijlagen
1. E. Butaye, “Les testaments de Belges en Angleterre”.
Originele bron: E. Butaye, “Les testaments de Belges en Angleterre”, La Métropole, 28 augustus
1915, 2.
LES TESTAMENTS DE BELGES EN ANGLETERRE. -♦- La Fédération des notaires
belges en Angleterre est très souvent questionnée sur les deux points suivants; l°.
Comment un Belge en Angleterre doit-il faire son testament? ; 2°. Un décès survenant, que
faire du testament? Voici, eu égard aux circonstances, ce que nous nous permettons de
conseiller;
l°. Comment faire son testament en Angleterre? Faire deux testaments; l’un sous la
forme olographe belge, l’autre sous l’unique forme anglaise. Les deux devront avoir
exactement les mêmes termes, sauf que le testament belge ne peut pas désigner
d’exécuteur testamentaire et que celui sous la forme anglaise doit en nommer, deux de
préférence. Le testament anglais étant peu connu des Belges, nous donnons
succinctement ici à son sujet des renseignements spéciaux. 1) Il ne doit pas être
nécessairement écrit de la main même du testateur. 2) Point essentiel; il doit être signé,
en présence de deux témoins, qui doivent le déclarer expressément. Si le testateur a par
distraction signé hors de leur présence, ou bien si le testateur ne sait signer, ou si, ne
sachant signer, un autre l’a fait pour lui, la déclaration des témoins se modifiera en
conséquence, 3) Il est très utile de nommer deux exécuteurs testamentaires. Pourquoi
cette différence entre les formes, belge et anglaise? La loi belge qui détermine la
dévolution des successions est relativement récente et elle se tient en quelque sorte au
courant du sentiment public à ce sujet. Donc, à défaut de testament, la succession d’un
Belge suit un cours normal et, par contre, tout testament y fait obstacle; c’est pourquoi le
législateur, voyant de mauvais œil cet obstacle, lui impose pour être valable,
certaines formalités dont il exige la stricte observation. En Angleterre, au contraire, pays
superlativement coutumier, la coutume archi-ancienne de la dévolution des biens n’a
jamais été abrogée. De là se fait que le sort des successions non testamentaires va à
l’encontre de tous les sentiments de filiation et de parenté. L’Angleterre le sait, mais ses
législateurs, au lieu d’abroger ses vieilles coutumes surannées, préfèrent laisser à chacun
le soin de le faire. Aussi l’usage du testament répondit-il à une nécessité presqu’absolue
et sa confection est-elle entourée du minimum de formalités. Une seule est essentielle; la
présence de deux témoins, devant lesquels s’appose la signature, qui font leur déclaration
et qui signent. Voici la formule ordinaire du testament anglais et qui se vend chez la
plupart des bouquinistes ;
“ Ceci est le testament de ............... “ Je nomme pour mes exécuteurs
testamentaires .............................. “Je donne et lègue .................. “ Londres, le
................” Ici les témoins inscrivent ce qui suit;
60
(Signature du testateur qui doit s’apposer en présence des témoins.) “ Signé
par le testateur en présence de nous deux. A............ B..............., tous deux
présents au même instant, et, en sa présence et en celle réciproque de chacun
de nous, nous avons apposé également notre signature comme témoins.”
(Signatures des témoins.)
Pour être témoin il suffit d’être majeur de vingt-et-un ans, sans distinction de sexe
ni de nationalité. Les héritiers et légataires ne peuvent retrie.
2°. Voilà les deux testaments écrits et signés; que faut-il en faire? Si le décès du
testateur survient après sa rentrée en Belgique le testament anglais peut être détruit. S’il
survient avant, le testament belge est précieusement conservé jusqu’à la rentrée en
Belgique et le testament anglais est remis à un solicitor de confiance qui fera le nécessaire
(Dépôt à Somerset House, relevé des valeurs, déclaration de succession, paiement des
droits, etc.). Il est bien entendu que si le decuius ”ne possède pas dans un safe deposit” ou
autre établissement, des valeurs ou papiers, il est inutile de faire un testament anglais.
Voilà, sommairement exposée, la question des testaments; elle le sera peut-être
insuffisamment pour beaucoup, mais la place fait défaut dans un journal pour la
développer comme il convient. Aussi ne pouvons-nous assez conseiller aux intéressés de
s’adresser en temps utile à l’un ou l’autre solicitor ou notaire belge au courant de la
question.
EM. BUTAYE
61
2. Overzicht van de evolutie van de subcategorieën van categorie 1
“Personen- en familierecht” tussen 1884 en 1909.
0%0%0%
100%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1884
Testamenten
Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind
Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
14%
84%
2%
VERDELING AKTES NAAR AARD 1885
Personen- en familierecht Verbintenissen- en zakenrecht Diverse
62
70%
10%
10%
10%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1886
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
53%
31%
0%
16%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1887
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
63
53%
16%
0%
31%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1888
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
33%
38%
0%
29%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1889
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
64
50%
25%
0%
25%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1890
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
31%
25%0%
44%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1891
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
65
54%
8%
0%
38%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1892
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
52%
28%
0%
20%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1893
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
66
41%
11%0%
48%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1894
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
48%
24%
0%
28%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1895
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
67
35%
45%
5%
15%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1896
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
39%
19%0%
42%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1897
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
68
41%
27%
0%
32%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1898
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
44%
19%
0%
37%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1899
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
69
40%
15%0%
45%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1900
Testamenten
Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind
Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
33%
27%
0%
40%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1901
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
70
50%
23%
0%
27%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1902
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
43%
28%
0%
29%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1903
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
71
18%
35%
0%
47%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1904
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
39%
23%
0%
38%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1905
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
72
33%
11%
0%
56%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1906
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
22%
33%
0%
45%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1907
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
73
14%
57%
0%
29%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1908
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris
7%
14%
0%
79%
AKTEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1909
Testamenten Akten betreffende huwelijk
Erkenning (natuurlijk) kind Akten betreffende vereffening-verdeling, inventaris