Convenant Transitie VVT - irp-cdn.multiscreensite.com€¦ · Convenant Transitie VVT De VVT branche ZO Brabant zet zich in voor het toekomstbestendig maken van de zorg aan de meest

Convenant Transitie VVT 2020 Doorgaan op de ingeslagen weg(en) - Publieksversie

Inhoudsopgave

Voorwoord

Inleiding

Overzicht van de ontwikkelplannen 2020

Begroting 2020 (niet opgenomen in deze versie)

VVT 2020 Ontwikkelplan 1 1 Bredere inzet van proactieve ouderenzorg

VVT 2020 Ontwikkelplan 2 Crisiszorg & Regionale Samenwerking

VVT 2020 Ontwikkelplan 3 Hoogcomplex, intensieve somatische zorg

VVT 2020 Ontwikkelplan 4 Regionale zorginnovatieplatform

VVT 2020 Ontwikkelplan 5 Langer Veilig Thuis

VVT 2020 Ontwikkelplan 6 Voorliggend Veld

VVT 2020 Ontwikkelplan 7 Parkinson-keten (nieuw)

Convenant Transitie VVT 2018

Voorwoord

Voor u ligt een voorstel voor het voortzetten van de inzet van de transitiemiddelen in 2020, specifiek beschikbaar voor de regio Zuidoost Brabant, met als titel ‘Doorgaan op de ingeslagen weg(en)’.

Er wordt aangesloten op het RAAT (Regionaal Actieplan Aanpak Tekorten) wat al een aantal jaar eerder is gesloten. Dit transitiebudget geeft ons aanvullend de gelegenheid verder te ontwikkelen in de benodigde innovaties voor de sector als ook verdere kennisverspreiding. De aangesloten partners van het convenant hebben uitgesproken dat het hun maatschappelijke verantwoordelijkheid is ervoor te zorgen dat de gelden goed worden ingezet.

Door zowel gebruik van technologie, accent leggen op de thuissituatie van de cliënt en de mantelzorger als ook samenwerken met onder andere Hogescholen, willen wij in deze regio ons voorbereiden op de vraagstukken die zich in de komende jaren binnen de Ouderenzorg zullen voordoen.

Een nieuwe manier van denken en samenwerken. Daar waar men binnen de sector van zorg, wonen en welzijn elkaar als concurrenten zag, weten we nu dat we alleen door samen te werken verder zullen komen. En met die overtuiging is een nieuwe weg ingeslagen!

Namens de participerende partijen, VVT-instellingen Regio Zuidoost Brabant

Marion van Zoom, MBA 11 november 2019 Voorzitter stuurgroep Transitiemiddelen Zuidoost Brabant Directeur Ananz Ouderenzorg, St. Anna Zorggroep

“Samen staan en maken we ons sterk

voor een toekomstbestendige ouderenzorg.”

Inleiding

In 2018 hebben elf VVT-organisaties in de regio Zuidoost-Brabant en CZ Zorgkantoor een convenant gesloten om gezamenlijk aan de slag te gaan met zaken die een bijdrage kunnen leveren aan een toekomstbestendige ouderenzorg.

Convenant Transitie VVT

De VVT branche ZO Brabant zet zich in voor het toekomstbestendig maken van de zorg aan de meest kwetsbare ouderen. Samenwerken om de zorg op de juiste plek te kunnen geven, om nieuwe ingewikkelde vragen aan te kunnen pakken en om werknemers te blijven binden is hiervoor nodig.

We zijn sterk in samenwerking met de andere sectoren en branches in ZO Brabant en weten van daaruit tot effectievere en minder bureaucratische inzet te komen voor onze cliënten en doelgroepen. Dit doen we bijvoorbeeld door krachten te bundelen op specialistischere terreinen en verbindingen te leggen in de programma’s kwetsbare ouderen en dementie. We geloven erin dat de toekomstige cliënt benaderd kan worden vanuit een positieve gezondheidsvisie en brengen dit breed in de regio ZO Brabant tot stand. Dit betekent tevens dat we ons inspannen het voorliggend veld goed voor te lichten en mee te nemen in nieuwe opvattingen. Hiermee trachten wij zo lang mogelijk thuis te ondersteunen.

Technologie in de Zorg heeft onze specifieke aandacht. Vanuit de slimste regio van Nederland (Brainport) zijn we in staat om onderwijs en onderzoek nauw te verbinden met de zorg. Technologie in verbinding met zorg leidt tot nieuwe oplossingen op de middellange termijn. Onderzoek hierop is nodig.’

Partners zijn: Sint Annaklooster, Valkenhof, Archipel , Vitalis , Oktober , Amaliazorg, Ananz , Zuidzorg , Land van Horne , Joris Zorg , CZ zorgkantoor

Het bovenstaande is vertaald naar zes ontwikkelplannen die verschillende thema’s aanpakken en een perspectief schetsen voor de periode 2018 – 2021. In oktober 2018 is gestart met de uitvoering van de plannen.

In verband met de samenwerking is afgesproken:

• Bestuurders in de regio dragen samen deze transitie;

• Elk ontwikkelplan heeft een bestuurder die verantwoordelijkheid draagt voor devoortgang;

• Elke bestuurder zet zich in voor voortgang binnen de eigen organisatie;• Binnen de organisaties willen we het voordeel van de samenwerking ervaren;• Elke organisatie kan deelnemen aan een ontwikkelplan;• Alle resultaten van een ontwikkelplan worden met elkaar gedeeld.

De voortgang van de plannen worden gemonitord op enerzijds resultaat en anderzijds op financiële parameters door een stuurgroep Convenant Transitie VVT bestaande uit Marion van Zoom (Directeur Ouderenzorg Ananz en voorzitter), Inge Fleischeuer (bestuurder Vitalis en vice voorzitter) en Dianne Engels (bestuurder Joris Zorg en lid). Jacqueline Kuppens is aangetrokken voor de programmacoördinatie en Lukas Rijerse vervult de functie van kassier.

Eind 2018 en in de eerste helft van 2019 zijn projectleiders voor de verschillende ontwikkelplannen aangetrokken en zijn de projecten ingericht. De voortgang van elk plan wordt in de volgende alinea geschetst.

In oktober 2019 heeft de stuurgroep Convenant Transitie VVT de voortgang in het algemeen en per project besproken. De resultaten daarvan zijn overgebracht aan de projectleiding en/of aan de betreffende bestuurder. Verder heeft de stuurgroep aangegeven nadrukkelijker zicht te willen hebben op de voortgang van de ontwikkelplannen en de risico’s.

Om de samenwerking verder te ondersteunen is een beeldmerk ontwikkeld. In het vierde kwartaal zal een website worden ingericht en een eerste nieuwsbrief worden uitgegeven. Verder is voorzien in het uitgeven van een magazine met het Jaarbeeld 2019.

ConvenantTransitie VVT

Beeldmerk VVT

> De losse vormen uit het beeldmerk zijn afgerond en even groot. Dit symboliseert de gelijkwaardige, organische samenwerking tussen de partners.

> De losse elementen vormen samen de tekst VVT.Dit laat zien dat het effect van het samenwerken groter is dan elk van de partners afzonderlijk zou kunnen bereiken.

> De verschillende kleuren symboliseren de transparante samenwerking tussen een grote diversiteit aan partners. Hoewel de kleuren overlappen, behoudt iedere partner de eigen identiteit.

> De witte uitgespaarde cirkels laat zien hoe de losse vormen organisch verbonden worden om samen verder te komen. Niet star en hoekig, maar open en organisch.

> Het beeldmerk vertelt een kleurrijk verhaal over nieuwe vormen van samenwerking, flexibiliteit, beweging en inspiratie.

Typografie woordmerk

> Het woordmerk is gezet in de Nunito Bold.

> Een rond, prettig leesbaar lettertype met een sympathieke enpositieve uitstraling. Om de leesbaarheid en toegankelijkheid te optimaliserenis de tekst in hoofdletters (kapitalen) en kleine letters (onderkast) gezet.

> De combinatie van het organische beeldmerk en ronde woordmerkversterken elkaar en vormen een eenheid.

Overzicht van de ontwikkelplannen in 2020

Onderstaand vindt u in het kort de voortgang in 2019 en het vervolg in 2020. Voor nadere informatie verwijzen we u naar de bijlagen.

Voortgang Ontwikkelplan 1 Bredere inzet van proactieve ouderenzorg Dit plan valt in drie delen uiteen: 1a. Uitbreiding programma kwetsbare ouderen 1b. Proactieve Inzet geriatrische expertise 1c. Zorgtechnologie en blended care (bij mensen thuis).

De projecten 1a en 1b worden uitgevoerd door de VVT-partners en de huisartsengroepen (DOH, SGE, Pozob). De voortgang in 2019 is moeizaam verlopen. Op project 1b is ingegrepen vlak voor de zomer. Omdat de stuurgroep onvoldoende vertrouwen had in de verdere voortgang is gevraagd om een analyse en om aanpassingen in uitvoering en begroting. Afgesproken is dat beide projecten een extra jaar krijgen om hun doelstelling te behalen.

Project 1c wordt uitgevoerd door de VVT-partners van het convenant samen met enkele andere organisaties die werken bij mensen thuis. Na een moeizame start, is de aanpak in juni gewijzigd en wordt nu gewerkt aan een gestructureerd proces dat ertoe moet leiden dat organisaties ervaring op gaan doen, implementatiewijzers gaan maken en in 2020 bij minimaal 500 cliënten e-health wordt toegepast.

Kortom: voor alle drie projecten in dit ontwikkelplan is een extra jaar nodig om de doelen te halen.

Voortgang Ontwikkelplan 2 Crisiszorg & Regionale Samenwerking Door nauwe en gestructureerde samenwerking tussen alle VVT-partners in de regio zijn we erin geslaagd om crisiszorg te bieden zonder wachtlijst. Alleen in de zomer is dat enkele weken niet gelukt. De ervaring die is opgedaan, leidt ertoe dat bestuurders hebben aangegeven meer samen te willen werken tussen de klantencentra. Een volgende stap hierin zal plaatsvinden in 2020. Deze volgende stap willen we graag uitvoeren in het kader van dit ontwikkelplan. De titel is daarom gewijzigd.

Voortgang Ontwikkelplan 3 Hoogcomplex, intensieve, somatische zorg Conform het ontwikkelplan was in 2019 de focus op de hoogcomplex, intensieve, somatische zorg in een intramurale setting op een gespecialiseerde afdeling. Dat is financieel doorgerekend en de gesprekken over de financiën lopen nog. In 2020 gaat de aandacht naar het creëren van een expertcentrum dat inzetbaar is voor advies op andere locaties en bij mensen thuis. In 2019 waren alleen Archipel en de Zorgboog bij het project betrokken. In 2020 zal een grotere groep VVT-partijen aanhaken.

Voortgang Ontwikkelplan 4 Regionaal zorginnovatieplatform Het regionaal zorginnovatieplatform is in 2019 goed van start gegaan. Door te werken met kwartiermakers, ambassadeurs, projectleiders is een groot aantal mensen vanuit organisaties betrokken geraakt. Door elkaar te ontmoeten in innovatiecafé’s ontstaat een community. In de samenwerking zijn projecten opgepakt die succesvol zijn gebleken en

anderen zijn afgekapt omdat ze (na een verkenning) niet zouden gaan opleveren wat ervan verwacht werd). Ook voor 2020 is ruimte gemaakt om nieuwe zaken te verkennen.

Voortgang Ontwikkelplan 5 Langer Veilig Thuis Om zicht te gaan krijgen op de effecten van technologie op zelfredzaamheid van ouderen en op de werkdruk van medewerkers, zijn studenten aan de slag gegaan met het bekijken van toepassingen in de praktijk. Deze studenten komen vanuit diverse studierichtingen. Studenten vormen samen een leergemeenschap rondom de toepassing van de onderzoeks- methodiek zijnde het verzamelen van ervaringen (narratieven) van de oudere, mensen dichtbij de oudere en de medewerkers. In 2020 wordt doorgewerkt op het pad dat in 2019 is gelegd.

Voortgang Ontwikkelplan 6 Voorliggend Veld Vrijwilligers en mantelzorgers beter equiperen voor hun taak en ondersteuning bieden, is het doel van dit ontwikkelplan. Veel partners nemen er aan deel. Op allerlei wijzen worden hier stappen in gezet variërend van Into Dementie cabines om meer begrip te krijgen tot praktische digitale tools om bij de juiste informatie te komen. Dit plan gaat in 2020 verder op de ingeslagen weg.

Nieuw: Ontwikkelplan 7 Keten voor Parkinson Parkinson is een steeds meer voorkomend ziektebeeld bij ouderen. Binnen onze regio en daarmee voor de cliënt is nog winst te behalen in het inrichten van een duidelijke keten met betrekking tot Parkinson. Door het goed inrichten van de keten Parkinson kunnen we voor deze doelgroep nog beter zorgen voor de juiste zorg op de juiste plek. Hiermee kan het gebruik van de WLZ teruggedrongen en/of vertraagd worden. Voordat dit plan ontwikkeld wordt, willen we eerst een indruk hebben of de financiële ruimte ervoor bestaat. Als daarover duidelijkheid gegeven kan worden, kan op korte termijn een ontwikkelplan worden samengesteld.

Ontwikkelplan 1 Bredere inzet van proactieve ouderenzorg

Ontwikkelplan1BredereinzetproactieveouderenzorgProject1AProactievezorginde1elijnverruimennaarkwetsbareouderenmeteendreigendeWLZ-indicatie

Deelnemers: Ananz, Archipel, Valkenhof, Oktober, Vitalis

In onze regio wordt gewerkt met programmatische huisartsenzorg voor ouderen. Het is een gestructureerde aanpak en met inbreng van expertise van een specialist ouderengeneeskunde. Nadat de situatie van de cliënt op meerdere domeinen in kaart is gebracht, volgt een domein-overstijgend zorgplan waarbij casemanagement is belegd bij de praktijkondersteuner, een zorgtrajectbegeleider of een wijkverpleegkundige. Het verbreden van casemanagement naar functies buiten de huisartsenpraktijk is nieuw.

Door deze gestructureerde werkwijze kan mogelijk worden voorkomen dat mensen in een situatie komen waarbij op stel en spring dingen geregeld moeten worden (zoals crisisopname) en kan verpleeghuisopname worden voorkomen of worden uitgesteld.

2019

Er is een zorgpad 2.0 gemaakt waarbij verschillende werkwijzen en instrumenten zijn geïntegreerd en zijn richtlijnen voor maatwerk casemanagement opgesteld.

Vanwege de verdeling van het casemanagement over nieuwe functies, is een document gemaakt met de verwachtingen ten aanzien van de invulling van het casemanagement.

In 2019 starten vier huisartsenpraktijken. Ervaring leert dat elke huisartsenpraktijk anders werkt (voor wat betreft organisatie). Deze praktijken zien we daarom als vier pilots. De ervaringen in de pilots kunnen op later moment worden gebruikt ter ondersteuning van anderen. Vanwege de verscheidenheid wordt voor elke praktijk een apart implementatieplan gemaakt.

In de randvoorwaardelijke sfeer is gezorgd voor infographic, een protocol registratie en declaratie, een meetplan en voor samenwerkingsovereenkomsten.

In december vindt een eerste tussenevaluatie plaats. Naar verwachting zal het programma eind 2019 zijn uitgebreid met veertig cliënten. De verplichtingen voor deze cliënten gaan we voor langere tijd aan. De kosten worden daarom opgenomen voor 2019.

De voortgang van dit project is in 2019 tegengevallen. Op verzoek van de stuurgroep Convenant Transitie 2019 is een terugblik en voortuitblik gemaakt, en is het project bijgesteld.

2020 In 2020 gaan we door met de genoemde pilots en verwachten we nog enkele huisartsenpraktijken toe te voegen. We streven naar een verdeling van praktijken over het

gehele werkgebied. Verder maken we een overzicht van oplossingen (organisatorisch) die we binnen de praktijken hebben gevonden. In 2020 gaan we nog veertig cliënten toevoegen. Dit jaar staat in het teken van het opbouwen van een duurzame samenwerkingsrelatie tussen care en cure als het gaat om kwetsbare ouderen met (dreigende WLZ indicatie). Tevens gaan we aan de slag met het vinden van structurele financiering. Begin november 2020 moet helderheid bestaan over het vervolg zijnde afbouw of structureel voorzetten.

Beoogd effect voor ouderen De casemanager en de huisarts volgen de situatie van de oudere en kunnen veranderingen snel signaleren. Daar kan vervolgens naar gehandeld worden waardoor acute situaties worden voorkomen.

SMART doelen 2020 • Best practises (organisatorisch) worden beschreven• Casemanagement wordt uitgevoerd door meerdere functies

Bestuurlijk verantwoordelijk De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit project ligt bij Monique Hertogs, Archipel.

VVT 2020 Ontwikkelplan 1 Bredere inzet proactieve ouderenzorg Project 1B Inzet geriatrische expertise

Deelnemers: Ananz, Archipel, Valkenhof, Oktober, Vitalis

Binnen de VVT is expertise beschikbaar die bruikbaar is voor ouderen in de thuissituatie. Doel van dit project is de VVTexpertise beschikbaar te krijgen voor ouderen thuis met een (dreigende) Wlz-indicatie. Er wordt uitgegaan van een multidisciplinaire benadering door diverse behandelaren. Doel is opnamen te voorkomen of uit te stellen.

2019 Om te komen tot een plan van aanpak zijn interviews gehouden met tien specialisten ouderengeneeskunde en met vijf kaderhuisartsen. Er is een overzicht gemaakt van voorbeelden in het land. De tussentijdse bevindingen zijn besproken tijdens een Verenso-bijeenkomst is de regio. Vervolgens is een projectleider aangenomen voor het opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak opgesteld. Het plan is eind juni tijdens een bijeenkomst getoetst bij specialisten ouderengeneeskunde en huisartsen.

Doel is in 2019 met vijf huisartsenpraktijken aan de slag te gaan. Bij het opstellen van het ontwikkelplan in 2018 is uitgegaan van één mobiel geriatrisch team voor de gehele regio. Dat idee is losgelaten. Er wordt gedacht aan een netwerk van geriatrie-behandelaren rondom een huisartsenpraktijk.

De eerste praktijken zijn aan de slag gegaan. Er bleek een probleem te zijn met projectgewijze registratie in het programma Care2U. Dat probleem is omzeild door de administratie apart te regelen met toepassing van googleforms en googlesheets. In deze google-tools worden géén persoonsgegevens opgeslagen.

De volgende documenten zijn opgesteld: - Werkinstructie POH;- Registratie googleforms (per praktijk);- Werkinstructie registratie;- Facturatieformulier (digitaal);- Infographic.

We verwachten 50 cliënten te includeren in 2019. Uitgangspunt hierbij is dat voor de oudere die gestart is in 2019 vanuit de gelden 2019.

2020

In 2020 wordt verder gewerkt met de genoemde vijf huisartsenpraktijken. We verwachting nog 50 extra cliënten te includeren. In de loop van 2020 ontstaat een beeld van de effecten op de cliënten en op de organisatorische aspecten van de samenwerking. Plan activiteiten 2020 Doorloop van de pilot en uitbreiding cliënten en praktijken in 2020. In november 2020 dient helderheid te zijn met betrekking tot vervolg of afbouw.

Beoogd effect voor ouderen Geriatrische expertise (alle disciplines) zijn beschikbaar voor ouderen thuis.

SMART doelen voor 2020 • Vijf huisartsenpraktijken hebben een geriatrisch team om zich heen• De ervaringen en effecten zijn beschreven in een rapport en zijn gedeeld binnen de

huisartsengroepen en de VVT instellingen

Bestuurlijk verantwoordelijk De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit project ligt bij Monique Hertogs, Archipel.

Ontwikkelplan 1 Bredere inzet proactieve ouderenzorg project 1C Project 1C Zorgtechnologie en Blended Care

Deelnemers (VVT): Archipel Thuis, Joriszorg, Oktober, Sint Annaklooster, Valkenhof, Vitalis, ZuidZorg, Land van Horne

Het doel bij het project thuiszorgtechnologie voor ouderen met een (dreigende) WLZ indicatie is om ouderen in de thuissituatie met inzet van zorgtechnologie te ondersteunen in hun zelfredzaamheid, waardoor ze langer, op een verantwoorde wijze, zelfstandig kunnen blijven wonen.

2019 In augustus tot december 2019 start elke organisatie bij 20 nieuwe cliënten een eHealth dienst die de zelfredzaamheid van de oudere bevordert. Er wordt gebruik gemaakt van proven technologie. Doel daarbij is om een opname (WLZ) te voorkomen dan wel uit te stellen.

Daarmee bereiken zij een groei van het aantal nieuwe gebruikers. Daarnaast gaan deze organisaties gedurende het toepassen bij deze 20 cliënten en hun hulpverleners, een gemeenschappelijk basis rondom eHealth ontwikkelen. Een gemeenschappelijk gedragen basis van de werkprocessen, kennis van implementatie, waarden een normen en terminologie bij thuiszorgtechnologie voor deze doelgroep.

Dit deel van het project wat tot 31-12-2019 loopt zal leiden tot een eerste concept van een implementatiewijzer voor zorgtechnologie in de extramurale zorg voor alle VVT organisaties in Zuidoost Brabant.

Het implementeren van zorgtechnologie vraagt om een actieve aanpak. Een aanpak die leidt tot een doelmatige, doeltreffende, veilige en een belevingsgerichte inzet van nieuwe zorgtechnologie voor thuiswonende ouderen.

De implementatiewijzer helpt de afzonderlijke organisaties daarbij. Samen met Kodiezijn ontwerpen en ontwikkelen zij deze wijzer met elkaar. Daarmee ontstaat er een gemeenschappelijk basis van aanbevelingen, een overzicht van de benodigde operationele randvoorwaarden en is er een gemeenschappelijk visie over de condities die bij een implementatie gerealiseerd moeten worden om op een verantwoorde manier zorgtechnologie in te kunnen zetten.

Deze condities vinden hun oorsprong in de kwaliteitsnorm voor Telemedicine en de ervaringen die de 12 organisaties met elkaar gaan delen. De kwaliteitsnorm voor Telemedicine (NEN8028) beschrijft de eisen die worden gesteld aan de inzet van technologie in het zorgproces. Het eerste concept voor de implementatiewijzer wordt in januari 2020 opgeleverd.

Binnen het programma Convenant Transitie VVT heeft dit project goede contacten met het regionale zorginnovatieplatform. Verder draagt het project bij aan de doelstellingen van het programma Precies!, de juiste zorg op de juiste plaats.

2020 Door binnen alle organisaties met de implementatiewijzer te gaan werken en de ervaringen te blijven delen, ontstaat er een breed gedragen en een gemeenschappelijke basis binnen deze regio, wat een opschaling en een versnelling mogelijk maakt die alleen voor de afzonderlijke organisaties niet haalbaar is.

Echter ….. ook met een gezamenlijk ontwikkelde implementatiewijzer (eerste concept 31-12-2019) is een opschaling binnen de verschillende organisaties niet vanzelfsprekend. Dat heeft ons de afgelopen 10 jaren en de velen onderzoeken naar acceptatie en adaptatie van zorgtechnologie geleerd. De actieve aanpak waarmee op kleine schaal (20 cliënten per organisatie en bv 1 team) in 2019 ervaring wordt opgedaan en waar een standaard aanpak is ontwikkeld, vraagt dan om inzet en borging op grotere schaal binnen iedere organisatie. Bij veel meer teams en ook de ondersteunende diensten van een organisatie.

De implementatiewijzer is dan een handig hulpmiddel bij de opzet en uitvoering van een eHealthdienst binnen de teams in de thuiszorg. Door de benodigde condities na te lopen, is het gemakkelijk te bepalen waar mogelijke risico’s spelen een kunnen op voorhand preventieve maatregelen worden genomen.

Het doel voor 2020 is om met de organisaties en hun hulpverleners de ervaringen te blijven uitwisselen. Met een gemeenschappelijke taal en een gedragen visie op implementatie verwoord in een praktische implementatiewijzer, is er dan een platform ontstaan waar delen en leren centraal staat. Dan kan ook een nieuwe, wellicht nu nog niet bekende technologie, op efficiënte en effectieve wijze ingezet worden.

In 2020 zullen we een voorstel doen voor een geschikte vorm om samen met alle professionals in deze regio te blijven leren en te ontwikkelen. Op deze wijze worden de resultaten van dit project op een duurzame wijze verankerd in de extramurale zorg binnen Zuidoost Brabant.

Beoogd effect voor de ouderen Er is informatie beschikbaar over technieken die bijdragen aan verantwoord langer thuis wonen, en medewerker brengen deze informatie actief bij de ouderen.

SMART doelen in 2020 • Bij alle VVT partners wordt actief informatie verstrekt aan cliënten;• 500 ouderen in de regio maken gebruik van eHealth.

Bestuurlijk verantwoordelijk De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit ontwikkelplan ligt bij Charles Laurey, Zuidzorg.

Aanvraag ontwikkelbudget/transitiemiddelen

Pagina 1 van 6

Begeleidende informatie

Naam project Bredere inzet van proactieve ouderenzorg

1e aanspreekpunt M. Hertogs, Archipel

Startdatum november 2018

Evaluatiedatum /.

Einddatum December 2019

Kartrekkende organisaties Archipel ZuidZorg Joriszorg Valkenhof Sint- Anna klooster RSZK Vitalis

Aanbieders die participeren vanuit andere sectoren

PoZoB SGE Zorggroep DOH

Regionale meerwaarde

In de regio Zuidoost-Brabant kent de zorg voor thuiswonende ouderen (met en zonder WLZ-indicatie) veel knelpunten voor de kwetsbare ouderen zelf maar ook voor zorgaanbieders in de 1e en 2e lijn. Samenwerken is en een geïntegreerde aanpak is zal leiden tot structurele oplossingen In de regio worden gezamenlijk verschillende speerpunten opgepakt. Drie van deze speerpunten komen terug in deze aanvraag, omdat het de doelgroep betreft van kwetsbare ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie. Uiteindelijk moet dit leiden tot ‘De juiste zorg, op de juiste plek’.


Pagina 2 van 6

1. Aanleiding“Het doel van de zorg en de ondersteuning van ouderen is het zo lang mogelijk kunnenfunctioneren in de eigen omgeving met een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. Hethuidige zorgaanbod sluit nog niet voldoende aan bij de complexer wordende zorg- enondersteuningsvragen van de snelgroeiende groep thuiswonende kwetsbare ouderen”.Zo schijft het Zorginstituut Nederland in haar startnotitie Kwetsbare Ouderen thuis’(juni 2018).

Ook in de regio Zuidoost-Brabant kent de zorg voor thuiswonende ouderen (met en zonder WLZ-indicatie) veel knelpunten voor de kwetsbare ouderen zelf maar ook voor zorgaanbieders in de 1e en 2e lijn. Een recente situatieschets door een grote afspiegeling van de zorgaanbieders (juni 2018) laat o.a. zien dat er groeiende wachtlijsten zijn voor casemanagement dementie en (palliatieve) thuiszorg en WLZ/VVT in de regio. Ook zijn er toenemende wachttijden voor vervolgzorg na een ziekenhuisopname (palliatief bed, GGZ, thuiszorg) of indien er tijdelijke opname vanuit thuis nodig is (ELV). Daardoor is er sprake van verkeerde bed problematiek. Daarnaast lopen transfermomenten niet altijd optimaal. De kwaliteit van zorg en de veiligheid kan verbeteren door “Kwetsbare Ouderen” proactief in beeld te hebben en te houden.

Zorgaanbieders werken door deze urgentie al steeds beter samen, maar een geïntegreerde aanpak is nu nodig om tot structurele oplossingen te komen. In de regio Zuidoost-Brabant is er sprake van dubbele vergijzing, zijn er meer mensen met dementie en zijn er meer mensen kwetsbaar in vergelijking met de rest van Nederland (ROS wijkscan,CBS, NIVEL). Door druk op intramurale bedden en arbeidscapaciteit, nemen wachtlijsten voor opname in het verpleeghuis alleen maar verder toe. De bestuurders van zorgorganisaties in onze regio (waaronder leden van het VVT-platform, zorggroepen en ziekenhuizen) hebben in de zomer van 2018 gezamenlijk een prioritering aangebracht van speerpunten die we als regio gezamenlijk gaan oppakken onder de noemer: ‘De juiste zorg op de juiste plek’. Drie van deze speerpunten komen terug in deze aanvraag, omdat het de doelgroep betreft van kwetsbare ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie.

De plannen uit deze aanvraag sluiten naadloos aan bij het landelijke programma “Langer thuis” van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het doel van het programma is dat ouderen in hun vertrouwde omgeving zelfstandig oud kunnen worden met een goede kwaliteit van leven. Hierbij horen 3 actielijnen, 1. Goede ondersteuning en zorg thuis, 2. Mantelzorg en vrijwilligers in zorg & welzijn en 3. Wonen. Het programma “Langer thuis” is een van de drie onderdelen van het Pact voor de ouderenzorg, het andere programma is “Thuis in het verpleeghuis” waarbij naast liefdevolle en persoonsgerichte zorg (meer tijd en aandacht voor een bewoner), veilige zorg (leren, verbeteren en innoveren) geboden moet worden.


Pagina 3 van 6

Probleemdefiniëring De doelgroep voor deze aanvraag betreft thuiswonende ouderen van wie de kwetsbaarheid begint toe te nemen, waardoor ook hun mantelzorgers toenemend worden belast. Deze ouderen hebben een (toenemende kans op een) WLZ-indicatie, ze staan op een wachtlijst voor opname in een verpleeghuis, of ze kiezen ervoor om de WLZ-zorg thuis te ontvangen (indicatie zonder behandeling). Zorgvragen worden steeds complexer naarmate de ouderdom en kwetsbaarheid toenemen. Hierdoor zijn er vaak veel verschillende professionals betrokken. Daarnaast is er in toenemende mate sprake van regieverlies. De zorg voor deze kwetsbare ouderen is nu veelal reactief; er wordt veel tijd besteed aan crisismanagement. Hierdoor neemt de druk op de 1e lijn toe en als gevolg is er minder ruimte voor proactieve zorg. Terwijl deze proactieve zorg juist bedoeld is om crises te voorkomen en opname in het verpleeghuis uit te stellen doordat ouderen stabiel zijn. Crises opnamen in een verpleeghuis zorgen voor veel druk op het personeel en op afdelingen. Proactieve zorg voorkomt escalatie en daarmee neemt de druk op de verpleeghuizen af.

Proactieve ouderenzorg is momenteel beschikbaar voor 1% van de totale populatie kwetsbare ouderen in Zuidoost-Brabant, in de vorm van het Zorgprogramma Kwetsbare Ouderen (zie onderdeel 3). Terwijl de totale omvang van de doelgroep naar schatting 2,5% van de totale populatie bedraagt volgens het Zorginstituut Nederland. Echter, thuiswonende ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie vallen buiten het zorgprogramma. De samenwerkende zorgaanbieders in deze regio hebben daarom de wens om dit zorgprogramma breder beschikbaar te maken. Hiervoor is het ook noodzakelijk om regionaal in pilots te experimenteren met de implementatie van ‘nieuwe’ vormen van zorg in de vorm van de inzet van een mobiel geriatrisch team en de toepassing van thuistechnologie.


Pagina 4 van 6

2. Projectomschrijving Proactieve ouderenzorg in de regio Zuidoost-Brabant, in de vorm van het Zorgprogramma Kwetsbare Ouderen, bestaat uit verschillende processtappen zoals weergegeven in onderstaand schema.

Nadat de situatie van de patiënt op alle domeinen in kaart is gebracht, volgt hieruit een domein-overstijgend zorgplan waarbij het casemanagement is belegd bij 1 functionarisi. Hij / zij fungeert als spin in het web. Het casemanagement kan uitgevoerd worden door een praktijkondersteuner ouderenzorg (POH OZ), wijkverpleegkundige (WV) of een zorgtrajectbegeleider dementie (ZTB). Afstemming met de betrokken zorgprofessionals, de kwetsbare ouderen en diens vertegenwoordiger vindt plaats in Multi Disciplinaire Overleggen (MDO) en tijdens de overleggen van het Eerstelijns Kern Team (EKT). Samen met de patiënt en de mantelzorger, is daarbij de huisarts, casemanager en ook altijd een specialist ouderengeneeskunde (SO) vanuit een verpleeghuis aanwezig. Binnen het zorgprogramma is een SO gekoppeld aan een huisartsenpraktijk. Echter, er is een tekort aan formatie SO in de 1e lijn, waardoor extramurale SO inzet momenteel niet gegarandeerd is.

De 3 speerpunten De 3 speerpunten die we de komende jaren in dit project willen realiseren zijn: - Proactieve ouderenzorg in de 1e lijn structureel ruimer beschikbaar maken voor

kwetsbare ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie. Het zorgprogramma zorgt ervoor dat patiënten samenhangende zorg en ondersteuning ontvangen in de thuissituatie, waarmee crises kunnen worden voorkomen waardoor opnamen in ziekenhuis en verpleeghuis kunnen worden uitgesteld of voorkomen.

- Middels een pilot onderzoeken we of de ondersteuning aan thuiswonende ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie nog beter georganiseerd kan worden door de inzet van een mobiel geriatrisch team. Om ouderen langer thuis te kunnen houden en om doorverwijzing te voorkomen dienen er meer mogelijkheden te komen voor onderzoek en diagnostiek van kwetsbare ouderen aan huis. Daarnaast zijn er in de regio te weinig GRZ- en ELV-bedden, waardoor overbruggingshulp na een ziekenhuisopname thuis georganiseerd moet worden. Het mobiel geriatrisch team kan hier een belangrijke rol spelen, door ouderen met complexe zorgvragen aan huis te adviseren en te behandelenii.


Pagina 5 van 6

- Ten derde willen we in een pilot de inzet van thuistechnologie stimuleren voorthuiswonende ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie. Beschikbaretechnologie-oplossingen die het zelfstandig thuis wonen makkelijker makenworden nauwelijks gebruikt. Dat terwijl deze zelfredzaamheid vergroten,hierdoor mantelzorgers ontlasten waardoor de volhoudtijd thuis wordt verlengd,zodat de kwetsbare oudere lang en veiliger thuis kan wonen. Ook kanthuistechnologie bijdragen aan de efficiëntere inzet van personeel. In deze pilotwordt de expertise van intramurale zorgtechnologie benut (kwartiermakerinnovatie). Het gebruik van dezelfde technieken draagt bij aan een naadlozeovergang indien opname onvermijdelijk is.

Met bovenstaande 3 speerpunten willen we de druk op de wachtlijsten doen afnemen, door mensen in hun eigen woonomgeving beter te ondersteunen waardoor crisissen verminderen. Hierdoor neemt de belasting op de mantelzorger af. Om uitbreiding van proactieve zorg (speerpunt 1) mogelijk te maken, is het nodig om de zorg anders en efficiënter te organiseren en daarvoor voeren we pilots uit (speerpunt 2 en 3).

3. Doelen en gewenste resultatenDoel AProactieve zorg in de 1e lijn verruimen naar kwetsbare ouderen met een (dreigende)WLZ-indicatie.

Gewenste resultaten doel A - Implementatieplan voor verruiming van het zorgprogramma van 1% naar 2,5%. 1e

pilot met een toename van 2,5% (= 115 personen).- Structurele extramurale inzet SO in de 1e lijn t.b.v. het zorgprogramma

(deelname MDO, EKT en medicatiecheck).

Doel B Pilot inzet van een Geriatrisch team voor kwetsbare ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie.

Gewenste resultaten doel B - Opstellen van een plan van aanpak tot het oprichten van een geriatrie team met

o.a. gewenste samenstelling, werkwijze, inclusief routing tot laagdrempeligeaanmelding.

- Implementeren van het plan van aanpak, bijstellen en evalueren van dewerkwijze en meerwaarde van het geriatrisch team.

Doel C Pilot implementatie van zorgtechnologie/innovatie en blended-care voor kwetsbare ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie. Hierbij benutten van expertise van intramurale zorgtechnologie (kwartiermaker innovatie).

Gewenste resultaten doel C Inzet van thuis-technologie voor minimaal 500 gebruikers in de regio middels inzet van leefstijlmonitoring (sensoren), medicatiemanagement en beeldbegeleiding.


Pagina 6 van 6

4. Inrichting governance De governance is in concept gereed en bestaat uit een breed bestuurlijk netwerk in de regio. Zie ook het convenant van het VVT-platform.

5. Monitoring De monitoring is in handen van de projectleider van elk van de speerpunten. Hiertoe zal er per speerpunt een monitoringplan worden opgesteld als onderdeel van de uitwerking van het plan van aanpak. De programmamanager van ‘De juiste zorg op de juiste plek’ stuurt de uitwerking van deze speerpunten aan. In een convenant heeft het regionale VVT-platform zich gecommitteerd aan deze en andere aanvragen uit de regio, en draagt zorg voor de verantwoording aan het zorgkantoor. Op basis van voortgang, wensen/ behoefte zal de financiering voor 2020 en 2021 worden aangevraagd. Daarnaast wordt de effectiviteit van het zorgprogramma kwetsbare ouderen momenteel in een groot internationaal onderzoek wetenschappelijk geëvalueerd in samenwerking met Erasmus MC. De 1e resultaten hiervan worden in het najaar van 2019 verwacht.

6. Mogelijke risico’s

Tijd SO beschikbaarheid

Organisatie Diversiteit aan ICT - systemen

Geld

Met deze bijdrage kunnen er pilots worden uitgezet, maar is de financiering niet structureel geborgd.

i Protocol zorgprogramma Kwetsbare Ouderen. Door zorggroepen DOH, SGE, PoZoB. Herziening 2017. Protocol Zorgprogramma Kwetsbare Ouderen def.pdf ii Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde. Meerwaarde van een ouderenteam. 2017. de Groot & van Eck, 2017.pdf

Ontwikkelplan 2 Crisiszorg en regionale samenwerking

VVT 2020 Ontwikkelplan 2 Crisiszorg & Regionale Samenwerking

Deelnemers: Amaliazorg, Ananz, Archipel, Valkenhof, Joriszorg, Vitalis, Land van Horne, Sint Annaklooster, Oktober, Zuidzorg

In 2018 zijn veel momenten geweest dat er geen bed beschikbaar was voor mensen waarvoor een crisisopname nodig was. Vervolgens werden mensen op een wachtlijst geplaatst. Deze situatie werd als zeer onwenselijk ervaren. Na een verkenning is als oorzaak van dit probleem naar voren gekomen dat doorstroom uit de crisisbedden onvoldoende plaatsvond en daardoor crisisbedden lang werden bezet door dezelfde persoon. Er is daarom gewerkt aan het verbeteren van doorstroom vanuit crisisbedden naar reguliere PG-bedden in de regio. Het effect is geweest dat doorstroom vlot plaatsvindt, en vrijwel altijd voldoende crisisbedden beschikbaar zijn.

Gezien de goede ervaringen met samenwerking, wil de regio in 2020 de samenwerking uitbreiden. Het ontwikkelplan krijgt een bredere scope.

2019 De klantencentra van alle aanbieders hebben de crisiszorg samen opgepakt in overleg met de crisisdienst van de GGzE. Er is gewerkt met een projectleider die gedurende het gehele traject de route scherp in de gaten heeft gehouden, en heeft aangemoedigd en bijgestuurd als dat nodig was.

Er is een manier van samenwerken ontstaan die ertoe heeft geleid dat crisisbedden in de regio (op twee weken in de zomerperiode na) altijd beschikbaar waren. Door een goede samenwerking bij opname en doorstroom, kon dat gerealiseerd worden. Het vroeg om vereende krachten van alle deelnemers.

Om de samenwerking te ondersteunen is een protocol gemaakt en is een website ingericht. Deze website ondersteunt in de dagelijkse praktijk van de samenwerking en levert managementinformatie op.

In het proces van ontwikkeling zijn de klantencentra regelmatig bijeengekomen. Nu de samenwerking loopt, is het overleg beperkt tot het gebruikelijke overleg.

Onderdeel van het proces is de betrokkenheid van alle bestuurders en hun bereidheid zich vanuit dit project aan te laten spreken op hun verantwoordelijkheid.

2020

In 2020 zal de crisiszorg aandacht blijven vragen om de nieuwe samenwerking verder te laten inslijten. Verder willen de organisaties ook andere onderwerpen samen aanpakken om gezamenlijk te komen tot ‘juiste zorg, juiste plek’ (optimalisatie van cliëntenstromen), tot een eenduidige toegang voor verwijzers en cliënten uit de regio voor verschillende typen zorg en tot het behouden van een evenwichtig wachtlijstbeheer. Om deze stappen te zetten

zal naast onderlinge samenwerking ook samenwerking met de huisartsen, en met zorgadvies van het zorgkantoor nodig zijn. Verdere uitwerking is voorzien voor eind 2019. De eerste stap is het verkennen van de (gezamenlijke) ervaren problematiek en het bepalen aan welk(e) vraagstukken in 2020 gewerkt gaat worden.

Dit ontwikkelplan sluit aan bij het programma Precies!, de juiste zorg op de juiste plek. In het kader van dit programma is aan de VVT organisaties gevraagd volgens een stepping stone model (= stap voor stap meer samen gaan doen) de informatievoorziening aan professionals en de toegang tot zorg te verbeteren.

Beoogd effect voor ouderen Juiste zorg, juiste plek in de gehele regio waardoor ouderen passende zorg krijgen.

SMART doelen voor 2020 Crisiszorg

• altijd twee organisaties met een vrij crisisbed• ligduur op crisisbed < 14 dagen• geen wachtlijst voor crisiszorg

Andere doelen • nader te bepalen na vaststellen prioriteiten 2020

Bestuurlijk verantwoordelijk De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit ontwikkelplan ligt bij Inge Fleischeuer, Vitalis.


Pagina 1 van 6


Naam project Crisiszorg

1e aanspreekpunt I. Fleischeuer, Vitalis

Start September 2018

Evaluatiedatum /.

Aanbieders die participeren voor instroom en doorstroom crisisbed

Vitalis Woonzorg Groep Archipel RSZK Valkenhof St. JorisZorg

Aanbieders die participeren alleen voor doorstroom crisisbed

St. Maarten Land van Horne Ananz Annaklooster Amalia zorg


GGZ Eindhoven


Goed werkende website met Up-to-date informatie beschikbaar voor alle betrokkenen. Crisisbedden zijn (eerder) beschikbaar door snellere doorstroom. Gedragen verantwoordelijkheid en samenwerking van alle zorgaanbieders. Door verdeling van doorstroomplaatsingen komen andere wachtenden ook aan de beurt. Meer inzicht in aantallen, doorlooptijden van bedbezetting. Crisisprotocol is herschreven met de gemaakte afspraken en werkwijze.


Pagina 2 van 6

1. Aanleiding Beoordeling voor crisisbedden in Eindhoven en omstreken gebeurt door de crisisdienst van de GGzE. In de afgelopen maanden zijn er veel momenten geweest dat er geen bed beschikbaar is voor de klanten die als crisis beoordeeld zijn. De crisisartsen krijgen van elke aanbieder WLZ te horen dat er geen bed beschikbaar is.

Op het moment dat er een beoordeling is geweest en er is geen bed beschikbaar levert dit grote problemen op. De GGzE kan de klant niet kwijt terwijl er direct zorg nodig is en het gevoel dat er geen verantwoordelijkheid genomen wordt, door zorgaanbieders, overheerst. Deze klanten worden op een wachtlijst geplaatst die door GGzE bijgehouden wordt. Deze is niet inzichtelijk voor de zorgaanbieders. In 2017 en 2018 zijn er door de GGzE, reguliere PG crisissen opgenomen binnen de GGzE zelf. Deze afdeling kan dienen als noodoplossing maar is geen goede woon-zorgomgeving voor de klant. Beide oplossingen zijn onwenselijk want het plaatsen op een wachtlijst is niet acceptabel, en we willen mensen niet op een verkeerd bed plaatsen. Zorgaanbieders daarentegen zitten met het probleem dat er geen doorstroom is en dat zij rekening moeten houden met diverse stromen van aanmeldingen. Huisartsen, ziekenhuizen, actief wachtenden in de regio en daarbuiten, doorplaatsen crisisbedden, doorplaatsen na revalidatie etc. De afgelopen maanden heeft iedere aanbieder ook voor bijna iedere cliënt die op een crisisbed ligt een verlenging aan moeten vragen omdat de mutaties bij iedere aanbieder nihil zijn geweest. Verder stamt het crisisprotocol uit februari 2012. De gewijzigde omstandigheden vragen om een herziening van het crisisprotocol.

2. Projectomschrijving De indiening van dit project richt zich op drie onderdelen. A. Rouleersysteem op te zetten voor de in- en doorstroom vanuit het crisisbed.

Alle aanbieders die deze zorg leveren draaien mee in het systeem, ook de aanbieders die geen crisisbedden hebben. Deze aanbieders draaien mee voor de doorstroom cliënten. Dit opnemen in de te herschrijven crisisprotocol voor Regio Eindhoven en de Kempen.

B. De website www.crisisbedregioeindhoven.nl opnieuwbouwen met up-to-date informatie beschikbaar met een beheerder die controle houdt op de afspraken.


Pagina 3 van 6

- Rouleerschema waar cliënten door crisisarts GGzE naar verwezen kunnen worden. Iedere aanbieder krijgt hier, naar rato aantal bedden, de klant toegewezen. - Rouleerschema waar cliënten naar toe door kunnen stromen vanuit het

crisisbed. - Informatie beschikbaar zetten (wachtlijst IBS, RM cliënten, cliënten die van crisisbed door moeten stromen.

C. Crisisprotocol voor Regio Eindhoven en de Kempen wordt herzien.

3. Strategisch perspectief

Wat is onze ambitie? We gaan het proces van onze crisisaanmeldingen optimaliseren, waarbij we gebruik gaan maken van de website. Tevens gaan we de samenwerking tussen alle aanbieders Eindhoven en de Kempen intensiveren voor deze doelgroep. Vertrekpunt daarbij is de vraag van de cliënt, in combinatie met het zo efficiënt mogelijk inzetten van de bedden. We zullen onze kennis vergroten en bundelen rondom de aanmelding en doorstroom van deze doelgroep waarvan we verwachten dat deze een grote impact gaan hebben op het toekomstige wachtlijstaantal. Doelstellingen Ons motto is “gewoon doen”. We zijn samen bereid en in staat om dit knelpunt in de zorg op te lossen. Met hulp van iedere aanbieder in de regio dragen we zorg voor de kwetsbare doelgroep in Eindhoven en de Kempen door slim gebruik te maken van elkaars capaciteit en de website.

Regionale meerwaarde - Goed werkende website met Up-to-date informatie beschikbaar voor alle betrokkenen. - Crisisbedden zijn (eerder) beschikbaar door snellere doorstroom. - Gedragen verantwoordelijkheid en samenwerking van alle zorgaanbieders. - Door verdeling van doorstroomplaatsingen komen andere wachtenden ook aan de beurt. - Meer inzicht in aantallen, doorlooptijden van bedbezetting. - Crisisprotocol is herschreven met de gemaakte afspraken en werkwijze.

De oprichting en structurele operationalisering van de website Valkenhof, Archipel leveren samen met Vitalis, bemensing aan om de website vorm en inhoud te geven. Samenwerking & bemensing Om samen te werken worden verschillende rollen gedefinieerd:


Pagina 4 van 6

- Projectleider, geleverd door Vitalis: is verantwoordelijk voor de website, voor coördinatie van de werkafspraken en het nakomen hiervan. Rapporteert aan de bestuurder van Vitalis WoonZorgGroep die de contactpersoon bij de bestuurders is van dit onderwerp. - Eindgebruikers (één per organisatie): zijn eerste aanspreekpunt voor projectleider. Zij informeren hun achterban, houden de eigen organisatie aangelijnd en adviseren rondom haalbaarheid en prioritering binnen hun organisatie. Daarnaast kunnen zij de rol van projectleider vervullen binnen de eigen organisatie. Het bestaande ZBC overleg zal hiervoor als klankbordoverleg voor gebruikt worden. Opdrachtgever & facilitator: de bestuurders van de deelnemende zorgorganisaties en de GGzE zijn opdrachtgever voor het crisisprotocol en de website. Zij faciliteren de eindgebruikers in de haalbaarheid en prioritering van plaatsing. - Opdrachtgever & facilitator: de bestuurders van de deelnemende zorgorganisaties

en de GGzE zijn opdrachtgever voor het crisisprotocol en de website. Zij faciliteren de eindgebruikers in de haalbaarheid en prioritering van plaatsing.

4. Relatie met het kwaliteitskader

Deze aanvraag raakt meerdere gebieden uit het kwaliteitskader en niet 1 “taartpunt” in het bijzonder.

5. Verwachte effecten op de arbeidsmarkt Het geeft een efficiënte werkwijze voor PG crisisplaatsingen in de regio.

6. Concrete activiteiten inclusief tijdsplanning

Rouleersysteem en website - Het rouleersysteem wordt door Vitalis WoonZorg Groep, Archipel, RSZK,

Valkenhof en St JorisZorg opgezet. - 9 oktober wordt hier de 1e aanzet voor gedaan met gebruikers. - 11 oktober wordt 1e aanzet gedaan opbouw website - Verdere vervolgafspraken nog niet gepland

Uiterste startdatum besloten in bestuurdersoverleg 24 september jl.: 1 januari 2019

Crisisprotocol Regio Eindhoven en de Kempen

- Het crisisprotocol zal met een afvaardiging van betrokken eindgebruikers herschreven worden.

- Regie ligt bij de projectleider. - Andere partijen die niet deelnemen aan het ZBC zullen gevraagd worden deel te

nemen aan dit gezamenlijk overleg. 7. Planning 2018-2019 en meerjarenperspectief

Drie en zes maanden na de startdata. Eindevaluatie één jaar na startdata

8. Mate van regionale dekking Door de samenwerking met de in deze aanvraag vermelde partners borgen we een regionale dekking.


Pagina 5 van 6

9. Is het plan in lijn met het inkoopkaderHet plan is in lijn met het inkoopkader.

10. Inrichting governanceElke gebruiker c.q. partner in het proces is verantwoordelijk voor de inrichting van degovernance binnen zijn eigen organisatie.

11. Mogelijke risico’sDe risico’s bij de uitvoering zijn beperkt.

12. MonitoringVoor de wijze van monitoring van de resultaten zal op de website mogelijkhedeningezet gaan worden.

13. Vragen aan het zorgkantoorDe vraag aan het zorgkantoor is om de kosten die door de VVT aanbieders gemaaktworden voor A. het maken en bewaken van de rouleerschema’s en B. beheer enonderhoud van de website te vergoeden middels de transitiemiddelen. Dit zalaangestuurd en begeleid worden door een projectleider. Dit zal een projectleidervanuit Vitalis worden. Tevens is technische ondersteuning nodig om de website eneventuele andere materialen te vervaardigen.

Ontwikkelplan 3 Hoogcomplex, intensieve Somatische zorg

VVT 2020 Ontwikkelplan 3 Hoogcomplex, intensieve somatische zorg

Deelnemers 2019: de Zorgboog, Archipel

Deelnemers 2020: Archipel, Valkenhof, Joriszorg, Vitalis, Land van Horne, Sint Annaklooster

De zorg die verleend wordt is intensief. Cliënten hebben verschillende ziektebeelden vaak in combinatie met andere risicofactoren, en ook psychische en gedragsmatige problematiek. In 2019 is gekeken naar de afdeling op de Landrijt (momenteel de enige afdeling voor hoogcomplexe intensieve somatische zorg in Zuidoost-Brabant) en is een eerste verkenning gedaan voor een expertisecentrum Hoog Intensieve Zorg. In 2020 wordt de stap gezet naar buiten: naar het opzetten van een expertisecentrum voor de regio om zodoende dit type zorg elders (op locaties of thuis) te ondersteunen.

2019 Het eerste half jaar is gewerkt aan: • Doelgroep analyse in regio Zuidoost Brabant;• Verwachtingen in de vraagontwikkeling;• Visie op de gewenste zorg.

Hierbij ligt de focus op de huidige intramurale afdeling, als onderdeel van een expertisecentrum Hoog Intensieve Zorg.

Om te komen toe een doelgroep-analyse en visie op de gewenste zorg zijn de volgende activiteiten ondernomen: • twee werkbezoeken buiten de regio afgelegd (Vivent en Thebe)• diverse gesprekken in de regio plaatsgevonden (CTB, Zorgboog, ORO, CZ)• Hebben twee werksessies plaatsgevonden (15 mei, 12 juni) met medewerkers

Archipel, Zorgboog, Vilans en CZ.

De verwachtingen in de vraagontwikkeling zijn verzameld specifiek voor (een) afdeling(en) Hoog Intensieve Zorg.

Op het gebied van financiën heeft een verdieping plaatsgevonden op de nieuwe meerzorg regeling, en andere toeslagen en aanvullende subsidieregelingen. De concept Businesscase voor (een) intramurale afdeling (en) is besproken met het zorgkantoor. Deze afdeling(en) zijn onderdeel van expertisecentrum Hoog Intensieve Zorg.

De tweede helft van 2020 wordt verder gewerkt aan het expertisecentrum: • Kennis en expertise structuur uitwerken;• Verschuiving van keten- naar netwerkzorg;• Scenario’s om hieraan invulling te geven;• Concrete uitwerking in businesscase en plan.

2020 Eerste kwartaal 2020 vindt de verdere uitwerking expertisecentrum Hoog Intensieve Zorg plaats in de vorm van een aanvullende businesscase.

Uitrol van de businesscase expertisecentrum staat gepland voor april – december 2020. In 2020 zal de werkgroep worden uitgebreid met andere partners zodat het plan breed gedragen kan worden.

Beoogd effect voor ouderen Hoogcomplexe, intensieve zorg kan zo dichtbij mogelijk worden geboden (thuis, op locatie, op een afdeling in de regio)

SMART doelen in 2020 Zorgorganisaties in de regio kunnen gebruik maken van expertise; een werkwijze is daartoe ontwikkeld en ingevoerd.

Bestuurlijk verantwoordelijk De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit ontwikkelplan ligt bij Monique Hertogs, Archipel.


Pagina 1 van 10


Naam project Hoog complex, intensieve, somatische zorg

1e aanspreekpunt M. Hertogs, Archipel

Startdatum Na toekenning budget

Evaluatiedatum /.

Kartrekkende organisatie Archipel


- Concentratie van de doelgroep hoog complex somatische zorg.- Geen druk op andere instellingen.- Juiste zorg op de juiste plek.


Pagina 2 van 10

1. AanleidingHet ontwikkelbudget wordt ingezet voor problematiek die bij meerderezorgaanbieders binnen de VVT speelt, in het kader van de implementatie en/ofdoorontwikkeling van het kwaliteitskader. Er is een concreet plan van aanpak metacties, resultaten, verplichtingen en een tijdlijn.

In de voorbereiding van deze notitie heeft een gesprek plaatsgevonden met de directie van de Zorgboog om gezamenlijk een expertisecentrum in te richten voor de hoog complex intensieve somatische zorg voor de regio Zuidoost Brabant. De tijd heeft ons ingehaald, door interne omstandigheden onder meer arbeidsmarktkrapte, heeft de Zorgboog haar somatische locatie de Rinck gesloten. Deze notitie beschrijft de intentie van Archipel voor de korte termijn. Op langere termijn willen Archipel en de Zorgboog een visiedocument opstellen met in kaart brenging van onder andere de complexiteit en een doelgroepanalyse voor Zuidoost Brabant.

2. ProjectomschrijvingBinnen de regio Zuidoost Brabant is door omstandigheden, momenteel nog éénzorgaanbieder, Archipel, beschikbaar voor het aanbieden van hoog-complexsomatische zorg. Op meer afstand zijn aanbieders gelokaliseerd in o.a. Nijmegen,Bergen op Zoom en Goirle.

Specifieke expertise maakt de zorg kwetsbaar. Er doen zich een aantal problemen voor: - Cliënten staan langer op de wachtlijst dan gewenst waardoor zorg op een andere

plek wordt geleverd b.v. in revalidatiecentra of ziekenhuizen (verkeerde bedproblematiek);

- Cliënten worden geplaatst in een bovenregionale setting, dat vergt een aanzienlijkereistijd van familie en/of mantelzorger;

- Cliënten die zelf willen verhuizen of door die ene specifieke zorgaanbieder wordenovergeplaatst, kunnen niet elders in de regio Zuidoost Brabant terecht vanwege hetontbreken van kennis en expertise;

- medewerkers ervaren een hoge en toenemende werkdruk, door dearbeidsmarktkrapte is het moeilijk om medewerkers te binden en nieuwemedewerkers te vinden;

- die zorgverlening die plaatsvindt is intensief, vaak is 1 op 1 zorg geïndiceerd. Dehuidige financiering schiet te kort. Het zorgkantoor is daar bewust van. Archipel wilgraag in gesprek met het zorgkantoor hoe de regionale functie “hoog complexsomatische zorg” toereikend gefinancierd kan worden.


Pagina 3 van 10

Wat is hoog complex intensieve somatische zorg? De zorg die verleend wordt is intensief. Cliënten hebben verschillende ziektebeelden1 onder meer neuromusculaire ziekten (guillaume barre, ALS, MS, CVA, lockedin syndroom), chronisch COPD, apneu syndroom en dat in combinatie met risicofactoren (diabetes mellitus, hypertensie, roken) en waar ook psychisch en gedragsmatig functioneren een rol speelt in de zorgvraag.

Het multidisciplinaire behandelteam van een verpleeghuis (o.a. specialist ouderengeneeskunde, V&V, fysiotherapeut, ergotherapeut, psycholoog) levert specifieke zorg voor aanpassingen in en om de woonomgeving, specifieke communicatiemiddelen maar ook specifieke verpleegtechnische handelingen zoals (non) invasieve beademing en tracheostoma in combinatie met diep uitzuigen van keelholten.

Cliënten met ernstige psychiatrische problematiek waarvoor specifieke behandeling GGZ noodzakelijk is of een mildere vorm van agressie, bedreigingen of welke de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen nodig hebben, kunnen niet in aanmerking komen voor een open somatische afdeling. Deze exclusiecriteria worden als knelpunten ervaren in de huidige praktijk.

Voor wie? Hoog intensieve zorg wordt vergoed vanuit de wet langdurige zorg. Deze zorg is bedoeld voor cliënten met een hoge ZZP indicatie (bij voorkeur ZZP VV8) eventueel in combinatie met een toeslag.

Archipel ervaart dat het CIZ soms een te lage ZZP indicatie afgeeft en dat de weg tot herindicatie een langdurig en intensief traject is. Daarnaast dient Archipel bij opname kritisch te kijken of een afdeling passend is bij de nieuwe cliënt. Voor het kenniscentrum Landrijt van Archipel is een multidisciplinaire plaatsingscommissie ingesteld welk een cliëntprofiel gebruikt als leidraad voor het plaatsen van een hoog complex somatische cliënt.

Wat maakt de zorg kostbaar? Door de complexiteit van zorg, zijn er op de afdelingen meer noodoproepen in 24 uur ten opzichte van de reguliere somatiek afdelingen. De zorg is intensief en moet eerder door 2 medewerkers verricht worden. Hierdoor wordt er meer V&V personeel ingezet. De cliënten met (non)invasieve beademing willen graag een zorgverlener in de nabijheid voor het geval er iets misgaat want bij te laat handelen kunnen de gevolgen zeer ernstig zijn. De specifieke zorgverlening, de technische handeling kan complex zijn zeker in combinatie met de gedragscomponent die (opgebouwde angst van een cliënt) voortdurend aanwezig is. V&V moet zowel geschoold zijn voor complexe somatische zorg als ook in de omgang met gedragsproblematiek. Gezien de arbeidsmarkt problematiek is dit een lastige opgave. Daarnaast is er sprake vaneen toename intensiteit van medische, paramedische en gedragswetenschappelijke behandeling.

1 Bij de Zorgboog behoorde ook cliënten met een verminderd bewustzijn of coma tot de doelgroep.


Pagina 4 van 10

Ook de behandelingsduur en frequentie zijn intensiever in vergelijking met een reguliere somatische cliënt. Naast de extra inzet van zorg en behandeling, zijn de medewerkers aanvullend geschoold door het Centrum voor Thuisbeademing (CvtM) van Maastricht MUMC+ welke jaarlijks bekwaamheidsbevordering vereist.

Omvang locatie Noordertoren, etage 3, 4, 5, Archipel Samen met verpleeg- en revalidatiehuis Dommelhoef, vormt locatie Landrijt het kenniscentrum van Archipel, speciaal voor het bijzondere. Gespecialiseerd in bijzondere doelgroepen. Archipel onderscheidt zich ten opzichte van andere V&V aanbieders in de regio doordat de hoog complexe zorg gecentraliseerd op twee locaties wordt aangeboden. Het verschil tussen de twee hoog complex intensieve somatische locaties is dat op locatie Dommelhoef meer geleefd wordt in gezamenlijke ruimtes. Bij locatie Landrijt op de Noordertoren leven cliënten veelal zelfstandig, solistisch in eigen regie in een eigen appartement met een eigen voordeur. Niet elke etage van bouwdeel “de noordertoren” heeft een gemeenschappelijke woonkamer.

De noordertoren bestaat uit een aantal verdiepingen: - etage 3 is bestemd voor beademing en beschermd wonen met intensieve of zeer

intensieve zorg met de nadruk op verzorging en verpleging, vaak in combinatie metgedragsproblemen;

- etage 4 en 5 zijn bestemd voor beschermd wonen met intensieve of zeer intensievezorg met de nadruk op verzorging en verpleging, vaak in combinatie metgedragsproblemen;

- de overige etages (6-9) vallen buiten beschouwing voor de doelgroep hoog-complexsomatische intensieve zorg.

Specifiek kijkend naar de beademingszorg dan verleent Archipel momenteel zorg aan twee invasieve en één non-invasieve beademingscliënten.


Pagina 5 van 10

3. Hoe ziet de toekomst eruit voor een chronische beademingscliënt?Sinds een aantal jaren verzamelen de vier Centra voor Thuisbeademing een grootaantal gegevens van de chronisch beademden in Nederland 2. Naast het feit dat hetvan belang is voor wetenschappelijk onderzoek, is het ook nodig voor debehoeftebepaling van voorzieningen en ontwikkeling van beleid rondom beademing.

Uit de landelijke gegevens blijkt dat er in totaal 3223 cliënten zijn die chronisch beademd worden in 2017. Er is een groei van het aantal cliënten dat chronisch beademd wordt en de verwachting is dat de groei doorzet. Specifiek kijkend naar het type beademing dan is in onderstaand figuur te zien dat het aantal non-invasief beademde patiënten (NIPPV) veel groter is dan het aantal beademden dat via een tracheacanule (invasief) beademd (TIPPV) wordt.

De groei is hoofdzakelijk te zien bij ouderen, het aantal ouderen dat ingesteld wordt voor chronische beademing neemt toe. Kennelijk is geslacht geen voorspellende factor, het aantal mannen en vrouwen is gelijk. De meeste cliënten wonen thuis. In 2017 woonde 125 cliënten (4%) in het verpleeghuis, deze locatie van verblijf toont een lichte groei.

2 Registratiegegevens 2017, Centrum voor thuisbeademing, https://www.vsca.nl/thuisbeademing/centra-voor-thuisbeademing/


Pagina 6 van 10

Conclusie: de registratiegegevens van de vier centra van chronische thuisbeademing in Nederland tonen een aanzienlijke toename van het aantal non-invasieve, thuiswonende oudere cliënten in de loop der tijd. De verwachting is dat deze groei doorzet.

4. Hoe lossen we het probleem op in de regio Zuidoost Brabant?

Vanuit maatschappelijk belang en de verantwoordelijk die Archipel wil nemen, faciliteert Archipel chronische (non)invasieve beademing in een verpleeghuis in de regio Zuidoost Brabant. Archipel is momenteel, helaas. de enigste V&V-aanbieder in de regio.

Korte termijn, fase 1 meer beademingsplekken binnen Archipel creëren – formatie en financiën

Formatie Momenteel biedt Archipel plaats voor 2 invasieve beademing en 1 non invasieve cliënten terwijl er voorzieningen zijn voor 5 cliënten (invasief) op een etage van 7 appartementen. Het ideaalbeeld vanuit Archipel is om de gehele 3e etage in te richten voor een hoog intensief somatische cliënt met (non) invasieve beademing. Uitbreiding vindt nu niet plaats in verband met arbeidsmarktproblemen en de al aanwezige werkdruk. Het verpleegkundig team is stevig uitgerust met kennis en expertise, dat ook werkt volgens het eigen ontwikkelde zorgprogramma chronische (non) invasieve beademing in begeleiding met het centrum voor thuisbeademing. Er is een medewerker welke als tutor volgens maatstaven CvtM fungeert voor het niveau van bekwaamheid te beoordelen en praktijk gericht te leren. Daarnaast wordt er rekening gehouden met de gedragscomponent die aanwezig bij deze doelgroep en waar een team op de juiste wijze mee moet kunnen opgaan. Om het ideaalbeeld te realiseren is de basisvoorwaarde dat de formatie V&V toereikend is. Niet alleen in de dag situatie maar 7x 24 uur. Een geschoolde V&V medewerker dient back-up te hebben van een tweede collega die geschoold en bekwaam is volgens het CvtM. Deze basisvoorwaarde kan nu niet altijd gegarandeerd worden. Het ambulant verpleegkundig team van Archipel is ook geschoold en kan bijspringen indien in de nabijheid of bij acute nood door 112 te benaderen. Het CvtM hanteert protocollen voor het uitvoeren van voorbehouden en risicovolle handelingen die nodig zijn bij een chronische (non) invasieve beademingscliënt. Uitgangspunt is hierbij minimaal verzorgende IG-niveau 3. Gezien de verantwoordelijkheid en de complexiteit hanteert Archipel dit uitgangspunt.


Pagina 7 van 10

Archipel heeft de V&V formatie op orde voor het aanbieden van een appartement aan een 3e cliënt met invasieve beademing in november 2018. De resterende appartementen kunnen pas beschikbaar komen indien er extra personeel wordt geworven en indien een deel of het gehele verpleegkundig team van de 4/5e etage ook geschoold is door het CvtM. Hierdoor verminder je de kwetsbaarheid met in achtneming dat medewerkers voldoende zorg moeten verlenen om hun bekwaamheidsniveau te garanderen.

Er is een voorlopige berekening gemaakt voor de formatie uitbreiding op basis van de gewenste inzet:

Benodigde formatie V&V op basis uitbreiding capaciteit

Fte schaal 45-5

Gewenste realisatie

2 invasieve beademingscliënten 11,48 Momenteel

2 invasieve en 1 non-invasieve beademing cliënten 12,03 Nov. 2018

3 invasieve beademingscliënten 13,18 Nov. 2018

3 invasieve en 1 non-invasieve beademing cliënten 13,18 Maart 2019

4 invasieve beademingscliënten 14,32 Maart 2019

4 invasieve en 1 non-invasieve beademing cliënten 14,32 Sept. 2019

5 invasieve beademingscliënten 15,47 Sept. 2019

De laatste kolom in de tabel geeft een streefdatum aan waarbij de basisvoorwaarde, formatie op orde, gegarandeerd is en er uitbreiding kan plaatsvinden op beademingscliënten. Deze realisatie is zeer afhankelijk van de werving en de standvastigheid van het personeel. In het kader van de arbeidsproblematiek is dit een lastige voorspelling. Archipel wil onderzoeken via onder meer de exit enquêtes waarom personeel Archipel heeft verlaten en hoe Archipel in het kader van goed werkgeverschap kan zorgen dat het huidige en noodzakelijke personeel tevreden is met de geboden randvoorwaarden.

In de berekening is factor 1,33 extra toegekend aan de basisformatie ten opzichte van een reguliere somatische afdeling vanwege de intensiviteit en snelle beschikbaarheid van personeel bij een beademingscliënt. Ook deze berekeningsfactor verdiend nader onderzoek of de V&V formatie voldoende is voor de intensieve zorgvraag.

Naast formatie zijn scholingskosten een aanzienlijke kostenpost. Personeel volgt e-learning van CvtM, een praktijkdag in het skillslab en dient blijvend aantoonbaar bekwaam te blijven door gericht praktijk leren te stimuleren. De scholingsuren en waarnemingsuren zitten niet in bovenstaande basisformatie.

Het gebruik van hulpbronnen, bijvoorbeeld de inzet van technologische hulpmiddelen ICT en het gebruik van domotica, telemonitoring, e-health verdient nader onderzoek. Mogelijk kunnen deze voorzieningen bijdragen aan de kwaliteit van zorg en het ontlasten van het zorgteam.


Pagina 8 van 10

Financiën – bekostigingsvorm Bij de berekening van de minimale V&V formatie inzet door Archipel en de formatie woon-zorg die in een ZZP zit afgezet tegen een gemiddeld uurtarief omgerekend op jaarbasis, leidt dit tot een financieel tekort. Archipel ontvangt minder geld van het zorgkantoor dan dat noodzakelijk is om kwalitatief goede en veilige zorg te verlenen bij een complexe intensieve doelgroep.

Overschrijding meerkosten hoog-complex somatische doelgroep etage 3,4,5 Noordertoren.

Noordertoren –etage 3

Etage 3 inzet Fte bedrag incl soclst/eju

Begroot 133% 11,48 €497.130,-

100% 8,33 €374.090,-

Verschil €123.040,-

Noordertoren – etage 4/5

Etage 4/5 inzet Fte bedrag incl soclst/eju

Begroot 116% 15,85 €686.370,-

100% 13,66 €592.210,-

Verschil €94.160,-

Overschrijding meerkosten Etage 3= 76.000 tot 1-08-2018, op jaarbasis 2018 = €130.2860,- Etage 4/5= 262.000 tot 1-08-2018 op jaarbasis 2018 =€449.143,-

Tekort etage 3 in totaal = €123.040,- + 130.286,- =€ 253.326,- Tekort etage 4/5 in totaal = €94.160,- + 449.143,- =€ 543.303,- Totaal tekort 2018 =€ 796.629,-

Conclusie: Wil Archipel intensiveren in de hoog-complex somatische doelgroep en in het bijzonder de chronische beademingscliënt dan is naast voldoende formatie ook een afdoende bekostiging noodzakelijk.


Pagina 9 van 10

Fase 2 Samenwerking met een tweede V&V aanbieder voor hoog complex intensieve somatische zorg in de regio

Langere termijn Nu zit de expertise en ervaring bij Archipel. Dat is heel kwetsbaar. De Zorgboog heeft op den duur wederom ambitie om deze specifieke zorg te verlenen. Het ideaalbeeld is dat Archipel en de Zorgboog samen het expertisecentrum vormen voor de chronische (non) invasieve beademing binnen de V&V sector in de regio Zuidoost Brabant.

Zij vormen de aanbieder binnen V&V waarbij ziekenhuizen, revalidatiecentra en andere zorgaanbieders terecht kunnen met een chronische (non) invasieve beademing cliënt die niet meer thuis / elders kan verblijven.

Om tot een inrichting te komen van een expertisecentrum is meer tijd nodig dan welke nu voorhanden is. Welk scenario het meest passend is binnen de visie van beide organisaties en het beschikbare ontwikkelbudget verdiend een nadere oriëntatie. De oriëntatie wordt breed ingezet: - doelgroep analyse in regio Zuidoost Brabant- verwachtingen in de vraagontwikkeling- visie op gewenste zorg.- scenario’s om hieraan invulling te geven- concrete uitwerking

Het jaar 2019 wordt gebruikt voor verkenning en richting van een regionaal expertisecentrum voor de (non) invasieve chronische somatische cliënten en andere cliënten met een zeer complexe somatische zorgvraag in Zuidoost Brabant. Om daadwerkelijk stappen te maken is een projectgroep noodzakelijk met een projectleider. Naast beschikbare tijd is expertise noodzakelijk. Om dit te bekostigen is minimaal €72.800,- noodzakelijk, welke wordt aangevraagd via het ontwikkelbudget bij het zorgkantoor. We denken in eerste instantie aan een projectleider voor 20 uur per week gedurende 6 maanden (€52.000,-), en 8 uur voor de resterende 6 maanden a € 100,- per uur (€20.800,-). Afhankelijk van de richting is ook financiering noodzakelijk voor de inrichting en mogelijk in stand houden van het regionale expertisecentrum. Het is te vroeg om daarvoor een geldbedrag aan te vragen van de gelden bestemd voor 2018-2019. Naar verwachting vindt dit verzoek plaatst in 2019 om in aanmerking te komen voor de gelden van 2020.


Pagina 10 van 10

We spelen met deze aanvraag met name in op drie punten uit het kwaliteitskader: - Persoonsgerichte zorgen ondersteuning, waarbij er vanuit de projecten

aandacht is voor nabijheid en behouden van de eigen autonomie. - Wonen en welzijn, waarbij we insteken om het huidige wooncomfort te verhogen

middels inzet van technologie. Thuis zodanig aanpassen dat men opname in een instelling zo lang als mogelijk kan uitstellen. De inzet van technologie geldt echter ook voor de intramurale situatie. Het actief betrekken van de familie/naasten en vrijwilligers is daarin een essentieel element. Hen tools en kennis geven om goed om hun naaste en zichzelf zo goed als mogelijk te begeleiden.

- Gebruik van hulpbronnen. Vanuit de projecten ligt dus ook de focus op inzet van technologische hulpbronnen en materialen ter ondersteuning van de cliënt om de autonomie zo groot mogelijk te houden. Daarbij zoeken we in de professionele relaties de samenwerking met elkaar, waarvan dit project een uitwerking is.

Ontwikkelplan 4 Regionaal Zorginnovatie Platform

VVT 2020 Ontwikkelplan 4 Regionaal Zorginnovatieplatform Deelnemers: Archipel, Vitalis, Oktober Door nieuwe technologie ontstaan allerlei mogelijkheden om de zorg beter en slimmer te organiseren. Door samen te werken willen zorgorganisaties meer mogelijkheden hebben om toepassing in de praktijk van alledag te realiseren. 2019 De start vanaf 2018 is succesvol. We merken een grote betrokkenheid van bestuurders en van innovatieve mensen binnen de organisaties. Het eerste kwartaal is vooral gegaan naar het bepalen van de gezamenlijke doelen en het leren kennen van elkaar. Inmiddels zijn alle projecten goed op gang gekomen. Behandelcirkels De bedoeling is artsen en verpleegkundigen te laten werken voor cliënten van meerdere organisaties. Daarvoor is nodig: een structuur van samenwerking, een gezamenlijk gehanteerd triage model en digitale middelen om de communicatie met de arts te ondersteunen. In 2019 is een eerste pilot gestart tussen Archipel en Lunet zorg. Verder is het triage model (destijds ontwikkeld met de regionale innovatiegelden 2014) geëvalueerd. Eind 2019 is gestart met nieuwe digitale hulpmiddelen om diagnostiek bij de cliënt te kunnen uitvoeren en de communicatie met de arts op afstand goed in te vullen. Dubbele medicatiecontrole De context van gebruik van een app voor dubbele medicatiecontrole is vastgesteld en er is een programma van eisen gemaakt. Verder is vanuit een pilot een blauwdruk gemaakt voor de implementatie. Gezien het succes van de pilot wordt het gebruik van de app uitgerold binnen Vitalis voor alle teams in de verzorgingshuis-zorg. De blauwdruk is beschikbaar voor andere organisaties en wordt ingebracht in het ontwikkelplan 1 (project 1C Zorgtechnologie en blended care). Jinca ontzorgt Een goed aanbod voor mensen thuis bestaat uit techniek & uit bijbehorende services. De dienstverleningsconcepten zijn uitgewerkt voor Sensara (monitoring) en voor dwaaldetectie. Eind 2019 staat het aanbod op de Jinca website en kunnen cliënten ernaar worden verwezen. Technologietoolboxen De eerste stap is geweest de context van het gebruik van tools helder te krijgen en de eisen die eraan worden gesteld. Momenteel wordt gewerkt aan de realisatie van de eerste tool. Met deze tool kan de medewerker de behoeften van de cliënt in beeld brengen en komen vanuit (de database van) de tool de mogelijkheden beschikbaar die op betreffende locatie beschikbaar zijn.

Blockchain Naar de mogelijkheden van blockchain is een verkenning uitgevoerd. Resultaat is dat blockchain op dit moment geen meerwaarde biedt. Belangrijke winst in belasting van systemenen kan worden gehaald uit het veranderen/verbeteren van werkprocessen.

2020

In 2020 zetten we de projecten door van 2019. Vanwege het succes van de community aanpak met kwartiermakers, ambassadeurs en innovatiecafé’s zetten we ook in 2020 hier op in. Verder pakken we projecten aan.

Behandelcirkels Na de proef tussen Archipel en Lunet zorg, verwachten we een volgende stap te maken richting de samenwerking tussen verpleegkundigen en de specialisten ouderengeneeskunde.

Dubbele medicatiecontrole De blauwdruk die is opgesteld, wordt toegepast bij Oktober en bij Archipel.

Jinca ontzorgt In 2019 hebben we aanbod-gestuurd gewerkt en zijn Sensara (monitoring) en dwaaldetectie als diensten voor particulieren opgenomen in het aanbod van Centrale24. In 2020 gaan we bij ouderen de vragen naar dienstverlening ophalen en van daaruit eventueel nieuwe dienstverlening opzetten of bestaande dienstverlening uitbreiden of beter kenbaar maken.

Technologietoolboxen In 2019 komt de eerste tool af. In 2020 gaan we verder.

ADL-zorg in verpleeghuis In 2020 gaan we een nieuw project starten namelijk het gebruik van technologie voor het ondersteunen van ADL-zorg binnen het verpleeghuis.

Kansen van Business Intelligence We gaan verkenning naar de mogelijkheden van Business Intelligence voor verpleeghuiszorg.

In 2020 komen de projecten dichterbij de uitvoering in de praktijk van alledag. In die zin is 2020 een jaar om te ervaren of implementatie in de dagelijkse praktijk gaat lukken.

Beoogd effect voor ouderen Behandelcirkels: sneller beoordeeld kunnen worden door arts, niet hoeven verplaatsen Dubbele medicatiecontrole: medicatieveiligheid Jinca ontzorgt: dienstverlening die bijdraagt aan veilig thuis Technologietoolbox: goed gebruik van techniek ADL: meer privacy, meer zelfredzaamheid

SMART doelen in 2020 Behandelcirkels

• Pilot met samenwerking op afstand tussen arts en verpleegkundige (digitaledokterstas) is uitgevoerd en geëvalueerd

Dubbele medicatiecontrole • Bij alle drie deelnemende zorgorganisaties wordt een medicatie app toegepast

Jinca ontzorgt • Organisaties wijzen cliënten op mogelijkheden van dienstverlening gericht op langer

thuis

Technologietoolbox • De keuzetool (ontwikkeld in 2019) wordt binnen de deelnemende organisaties

toegepast• Er is een tweede tool ontwikkeld

ADL • Mogelijkheden van techniek voor ADL-ondersteuning in verpleeghuis zijn

geïnventariseerd• Tenminste 1 techniek is uitgeprobeerd op locatie

Mogelijkheden Business Intelligence • Verkenning is uitgevoerd




Pagina 1 van 14


Naam project Regionaal Zorginnovatieplatform

1e aanspreekpunt I. Fleischeuer, Vitalis

Startdatum Januari 2018

Evaluatiedatum /.

Kartrekkende organisaties Vitalis Woonzorg Groep Archipel RSZK


Lunet Zorg Centrale 24


Een belangrijke reden voor de oprichting van het innovatieplatform en de (daaruit voortvloeiend) op te pakken projecten betreft de arbeidsmarktproblematiek. De verwachting is dat middels deze gezamenlijke krachtenbundeling een belangrijke bijdrage wordt geleverd in de aanpak van deze problematiek.


Pagina 2 van 14

1. Aanleiding

Waarom richten we een zorginnovatieplatform op? Een aantal zorgaanbieders in de regio Zuidoost-Brabant constateert een toenemende zorgvraag van mensen in hun eigen vertrouwde omgeving. Dit legt niet alleen een enorme druk op mantelzorgers en vrijwilligers, maar vraagt ook een andere manier van werken van de zorgprofessionals. Gelijktijdig nemen de tekorten aan goed gekwalificeerd zorgpersoneel over de volle breedte van de zorg snel toe. Daarnaast ontstaan door toepassingen van nieuwe technologie allerlei mogelijkheden om de zorg beter en slimmer te organiseren. Als zorgaanbieders zijn we tot de conclusie gekomen dat we deze uitdagingen samen moeten oppakken en dat we over de grenzen van onze organisaties en sector moeten kijken om tot oplossingen te komen, zodat we ook de komende jaren een passend antwoord hebben op de toenemende uitdagingen in de gezondheidszorg.

Waarom doen we dit in de regio Zuidoost Brabant De wortels van onze cliënten en medewerkers liggen in deze regio en we snappen de culturele en sociale context als geen ander. We werken al een aantal jaren succesvol samen rondom de ongeplande zorg in de nacht door middel van de zogenaamde Zorgcirkels, een personele samenwerking over de grenzen van de organisaties heen. Brainport vormt in onze regio het hart van een innovatieve toptechnologieregio van wereldformaat. Als zorgaanbieders beschikken we over een gemeenschappelijke zorginfrastructuur in de vorm van Centrale24 die de verbinding kan vormen tussen de sociale innovaties waarvoor wij staan en het benutten van de technologische mogelijkheden die veelal hun oorsprong vinden in deze regio.


Pagina 3 van 14

2. Projectomschrijving De indiening van dit project richt zich op twee onderdelen. - A. De oprichting en structurele operationalisering van het zorginnovatieplatform. - B. De eerste concreet uit te rollen projecten vanuit het zorginnovatieplatform.

A. De oprichting en structurele operationalisering van het platform Founding partners

Vitalis, RSZK, Archipel en Lunet zorg zijn de founding partners van het Regionaal Zorginnovatieplatform. Als zorgorganisaties gaan we een niet-vrijblijvende meerjarige overeenkomst aan, waarin we ons committeren aan het slagen van het innovatieplatform en de investeringen (in cash & in kind) die daarvoor nodig zijn. Wij vragen Centrale24 als regionale verbinder om het platform namens de zorgaanbieders te coördineren en faciliteren. Samen met deze vijf partijen bepalen we de gemeenschappelijke innovatieagenda op basis waarvan een meerjarenplan en bijbehorende begroting opgesteld worden. We staan positief tegenover verdere uitbreiding van het zorginnovatieplatform met andere organisaties, maar willen eerst gezamenlijk resultaten laten zien. We zijn van mening dat samenwerking alleen kan slagen als de belangen van de eigen organisatie ondergeschikt gemaakt worden aan het belang van het geheel. Samenwerkingspartners We willen graag met technologiepartners, kennisinstellingen en andere organisaties binnen het netwerk samenwerken, omdat we van mening zijn dat de combinatie van sociale en technologische innovaties ons in staat stelt de toenemende zorgvraag op een kwalitatief hoogwaardige manier in te vullen, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt. Samenwerking met partners binnen het netwerk zal plaatsvinden op projectbasis. De gemeenschappelijke innovatieagenda die door de founding partners opgesteld wordt, is leidend bij het aangaan van samenwerkingsverbanden in de toekomst. Samenwerking & bemensing Om samen te werken t.b.v. innovatie binnen het platform worden verschillende rollen binnen het netwerk gedefinieerd (zie ook figuur 1 op de volgende pagina): - Programmamanager Centrale24: is verantwoordelijk voor coördinatie van het

programma van het Zorginnovatieplatform en rapporteert aan de founding partners

die opdrachtgever zijn.

- Kwartiermakers (één per organisatie): zijn eerste aanspreekpunt voor

programmamanager. Zij informeren hun achterban, houden de eigen organisatie

aangelijnd en adviseren rondom haalbaarheid en prioritering van projecten binnen

hun organisatie. Daarnaast kunnen zij de rol van projectleider vervullen binnen de

eigen organisatie.

- Ambassadeurs: denken mee in ontwikkeling van het programma van het platform,

nemen deel in scrum-/projectgroepen en vertegenwoordigen locaties waar

implementatie of pilots plaatsvinden.


Pagina 4 van 14

- Innovatie-community: waar verschillende eindgebruikers (cliënten, verwanten,

medewerkers) in samenkomen, fysiek en virtueel, om kennis te delen en om vanuit

hun perspectief advies te geven tijdens het ontwikkelen, testen en implementeren

van innovaties.

- Opdrachtgever & facilitator: de bestuurders van de vier zorgorganisaties zijn

opdrachtgever voor het platform en de innovatieagenda. Zij faciliteren innovaties

binnen het netwerk van het innovatieplatform en monitoren de voortgang van de

projecten die gedefinieerd zijn.

- Samenwerkingspartners: per project wordt bekeken of expertise of partnerships

nodig zijn of niet. Dit kan zijn met bedrijven (bijvoorbeeld voor het testen van

nieuwe technologie of inbrengen van expertise), kennisinstellingen (bijvoorbeeld

inzet van studenten t.b.v. onderzoek of onderzoeksgroepen voor gezamenlijk

subsidieproject) of andere (zorg)organisaties.

Enkele uitgangspunten voor samenwerking zijn: - Er zal t.b.v. projecten zoveel mogelijk gewerkt worden vanuit de scrum- of lean

start-up methodiek waarbij stapsgewijs en kort cyclisch gewerkt wordt aan het

behalen van deelresultaten die gedeeld kunnen worden met de andere partners.

- Na verdere invulling van het inhoudelijke programma, kiezen organisaties bij welke

projecten zij aansluiten (en bij welke niet). Er wordt per project één overstijgende

projectleider aangewezen; dit kan de programmaleider zijn of een van de

kwartiermakers die werkzaam is voor de organisatie die kartrekker is voor het

betreffende project.

- Wij stimuleren de ontmoeting tussen medewerkers van de verschillende

organisaties in het netwerk in de vorm van zogenaamde innovatiecafés waarvan de

eerste plaatsgevonden heeft op 5 juli 2018. Naast ontmoetingen zetten we ook

online communicatiemiddelen in om samenwerking te faciliteren en

kennisuitwisseling te stimuleren.

- De ontmoeting met het bedrijfsleven en de kennisinstellingen willen we stimuleren

door o.a. een gezamenlijk programma voor onderzoeks-stagiaires op te zetten in

samenwerking met verschillende opleidingen en bedrijven.


Pagina 5 van 14

Figuur 1: Organisatie Regionaal Zorginnovatieplatform


Pagina 6 van 14

B. De eerste concreet uit te rollen projecten Deze projecten worden beschreven onder punt 7: - Behandelcirkels - Dubbele Medicatiecontrole - Jinca Ontzorgt - Technologie toolboxen - Blockchain ter bevordering van eigen regie

3. Strategisch perspectief We gaan de zorgprocessen optimaliseren en innoveren, waarbij we optimaal gebruik maken van de technologische mogelijkheden en Centrale24. Vertrekpunt daarbij is de vraag van de cliënt in combinatie met het zo efficiënt mogelijk inzetten van de zorgprofessional op basis van beschikbaarheid, bekwaamheid en bevoegdheid. We doen dit zowel voor de intramurale zorgprocessen alsook voor de zorg die we leveren aan mensen in hun eigen vertrouwde omgeving. We zullen onze kennis vergroten en bundelen rondom een aantal nieuwe technologische ontwikkelingen, waarvan we verwachten dat deze een grote impact gaan hebben op het toekomstbestendig organiseren van onze zorgverlening. Ons motto is “gewoon doen”. We zijn samen bereid en in staat om een aantal knelpunten in de zorg op te lossen om ervoor te zorgen dat we, met minder professionals, zorg van goede kwaliteit kunnen blijven bieden aan onze cliënten door slim gebruik te maken van technologie.

4. Relatie met het kwaliteitskader

Deze aanvraag richt zich op het optimaliseren en innoveren van de zorgprocessen, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van technologische mogelijkheden. Hiermee raakt deze aanvraag vrijwel alle gebieden uit het kwaliteitskader en niet 1 “taartpunt” in het bijzonder.

5. Verwachte effecten op de arbeidsmarkt Een belangrijke reden voor de oprichting van het innovatieplatform en de (daaruit voortvloeiend) op te pakken projecten betreft de arbeidsmarktproblematiek. De verwachting is dat middels deze gezamenlijke krachtenbundeling een belangrijke bijdrage wordt geleverd in de aanpak van deze problematiek.


Pagina 7 van 14

6. Concrete activiteiten inclusief tijdsplanning en meerjarenperspectief

Project 1. Behandelcirkels Aanleiding & doelstelling 2018-2019 In de avond-, nacht-, en weekenddiensten neemt de werkdruk op gespecialiseerd verpleegkundigen, artsen en specialisten ouderenzorg (evenals artsen voor verstandelijk gehandicapten) toe. Het is voor zorgorganisaties hebben in toenemende een uitdaging om de bezetting rond te krijgen zodat in de ANW adequate en tijdige basis-medische zorg geleverd kan worden volgend de geldende richtlijnen. Door de toenemende complexiteit van zorgvragen en schaarste aan zorgpersoneel, wordt verwacht dat dit in de nabije toekomst in de regio problematische situaties op zal leveren. Uitgangspunt voor het project ‘behandelcirkels’ is het concept ‘nachtzorgcirkels’ waar alle partijen binnen het innovatieplatform reeds aan deelnemen en van waaruit zij gewend zijn met elkaar samen te werken. In een nachtzorgcirkel is 1 team bestaande uit nachtzorgmedewerkers van verschillende organisaties in een geografisch afgebakend gebied gezamenlijk verantwoordelijk voor de nachtzorg van de cliënten van de verschillende organisaties die in dit gebied woonachtig zijn en die aangesloten zijn bij de zorgcentrale. Samenwerking in nachtzorgcirkels levert regionaal een besparing op nachtzorg op van 60 fte per jaar en zorgt ervoor de cliënten sneller hulp en ondersteuning krijgen in de nacht. De doelstelling van het project ‘behandelcirkels’ is om allereerst te onderzoeken hoe organisaties met elkaar samen kunnen werken in de ANW om de basis-medische zorg voor hun cliënten op een effectieve en kwalitatieve manier vorm te geven en vervolgens om behandelcirkels te implementeren in de regio.

Activiteiten & Deliverables 1. Proces analyse huidige context: inzicht in hoe individuele organisaties ANW

diensten voor basis-medische dienstverlening organiseren en waar knelpunten liggen.

2. Businesscase uitwerken: uitwerking hoe concept behandelcirkels georganiseerd zou kunnen worden in de praktijk in co-creatie met de deelnemende organisaties

3. Procesafspraken & Pilot fase: kleinschalige evaluatie van behandelcirkels in de praktijk.

4. Samenwerkingsafspraken: formaliseren van samenwerkingsafspraken tussen regionale partners die deelnemen aan behandelcirkels obv bevindingen pilot.

5. Uitrol behandelcirkels regio Zuidoost-Brabant: instructie medewerkers en gefaseerd uitbreiden van consortium dat deelneemt aan behandelcirkels binnen de regio.


Pagina 8 van 14

Planning

Activiteit Q4 2018 Q1 2019 Q2 2019 Q3 2019 Q4 2019

Proces analyse x

Businesscase uitwerken x

Procesafspraken & pilot x x x

Samenwerkingsafspraken x x

Uitrol behandelcirkels x

Doorkijk naar 2021

- Behandelcirkels zijn de nieuwe manier van werken binnen de regio in de ANW (ook met partners buiten het innovatieplatform) waardoor basis-medische zorg op een kwalitatieve en efficiënte manier ingevuld kan worden.

- Behandelcirkels maken gebruik van slimme technologie (zoals smart-glasses of beeldschermzorg) om zorg en ondersteuning op afstand te leveren en nog efficiënter te werken.


Pagina 9 van 14

Project 2. Dubbele medicatiecontrole

Aanleiding & doelstelling Er zijn steeds meer technologieën en applicaties beschikbaar die de zorg kunnen ondersteunen bij veilige toediening en registratie van medicatie. Deze applicaties worden steeds vaker ingezet in de praktijk; ook enkele partners binnen het innovatie platform hebben hier ervaring mee. Echter blijkt dat het gebruik van dergelijke applicaties voor het uitvoeren van dubbele medicatiecontrole soms leidt tot verstoringen van het werkproces (mensen moeten lang wachten voordat een collega de controle uitvoert) en de interactie tussen professional en cliënt (een collega die een cliënt aan het ondersteunen is wordt afgeleid doordat hij/zij een dubbele controle uit moet voeren). Door het proces anders in te richten en de dubbelcontrole door een centralist van een zorgcentrale uit te laten voeren worden de verstoringen tijdens het werkproces en de interactie met de cliënt voorkomen en kan de wachttijd op akkoord voor inname verkort worden. Doelstelling van dit project is om dubbelcontrole van medicatie via een app met centrale24 als achterwacht te implementeren in de organisaties van het regionaal zorginnovatieplatform en op die manier een bijdrage te leveren aan de kwaliteit, efficiëntie en veiligheid van medicatie toediening.

Activiteiten & Deliverables 1. Vooronderzoek: pakket van eisen voor applicatie elektronische toedien registratie

medicatie volgens verschillende organisaties van het regionaalzorginnovatieplatform.

2. Leverancier selecteren: contract en service level agreement met leverancierworden door zorgorganisaties en centrale24 ondertekend.

3. Proces afspraken: Er worden proces afspraken gemaakt met alle stakeholders dieeen rol spelen in de medicatie keten zodat duidelijk is hoe de nieuwe technologieingebed wordt in het dagelijks werkproces en wie waarvoor verantwoordelijk is.

4. Pilot op locaties: 3 kleinschalige pilots worden uitgevoerd op uiteenlopende locatiesmet verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld thuiszorg, intramuraal PG, etc.)

5. Werkwijze & training bijstellen: O.b.v. de geleerde lessen uit de pilot wordt planvan aanpak gemaakt voor grote uitrol en werkwijze/procesafspraken aangepastindien nodig.

6. Brede uitrol: opschaling dubbele medicatiecontrole applicatie met Centrale24 alsachterwacht.


Pagina 10 van 14

Planning


Pakket van eisen opstellen

x

Leverancier kiezen x

Proces afspraken x x

Pilot op locaties x

Werkwijze & training bijstellen

x

Opschalen x x

Doorkijk naar 2021 Dubbele medicatie controle met centralist in achterwacht is standaard manier van werken binnen de organisaties van het innovatieplatform waardoor minder verstoringen optreden tijdens het werkproces waardoor de kwaliteit van zorg voor de cliënt verder verhoogd wordt en werkdruk afneemt.

Project 3. Jinca Ontzorgt

Aanleiding & doelstelling Personenalarmering, dwaaldetectie en leefstijlmonitoring zijn diensten die een positieve bijdrage leveren aan langer zelfstandig blijven en middels eigen regie met een veilig en gerustgesteld gevoel kunnen wonen. Personen alarmering wordt door verschillende partners binnen het innovatieplatform al geruime tijd ingezet en leefstijlmonitoring is een nieuwe dienst in opkomst. Veel taken die samenhangen met het organiseren van personenalarmering, dwaaldetectie en leefstijlmonitoring zijn niet direct zorg-gerelateerd maar hebben te maken met logistiek en administratie. Jinca ontzorgt zorgorganisaties bij het organiseren van deze diensten. Uitgangspunt daarbij is dat de zorg alleen wordt ingezet wanneer zorg geleverd moet worden en dat Jinca de overige zaken organiseert. De doelstelling van dit project is om cliënten die behoefte hebben aan personenalarmering, dwaaldetectie of leefstijlmonitoring aan te sluiten bij Jinca om op die manier de zorgorganisatie en mantelzorgers te ontlasten.


Pagina 11 van 14

Activiteiten & Deliverables 1. Procesafspraken maken: service blueprint opleveren waarin aangegeven staat welke

rollen en verantwoordelijkheden verschillende stakeholder hebben richting de klant in het leveren van de diensten personenalarmering, dwaaldetectie en leefstijlmonitoring.

2. Diensten aanbod: zorgorganisaties bieden de diensten van Jinca aan aan hun cliënten en hun mantelzorgers die een ondersteuningsvraag hebben op het gebied van veilig wonen.

3. Aansluiten & onboarden cliënten: cliënten melden zich via de Jinca website aan voor de dienst die aansluit bij hun behoeften, krijgen een ontvangstpakket toegestuurd en nemen de dienst in gebruik.

4. Evaluatie klanttevredenheid: te tevredenheid van cliënten en hun mantelzorgers die gebruik maken van één van de diensten wordt geëvalueerd.

Planning


Procesafspraken maken X X

Diensten aanbod x X

Onboarding cliënten x x x x X

Evaluatie klanttevredenheid x x x

Doorkijk naar 2021

Woningtoegang oplossing toevoegen aan Jinca propositie om toegangsproblematiek bij alarmoproepen in de thuissituatie op te lossen.

Proces verder optimaliseren om zorg maximaal te ontlasten (bijvoorbeeld door ook te ondersteunen bij facturatie geleverde zorg aan Jinca klanten die alarmeren).

Project 4. Technologie toolboxen Aanleiding & doelstelling

Er bestaan veel verschillende technologieën en applicaties beschikbaar waar kwetsbare burgers en hun mantelzorgers baat bij kunnen hebben in verschillende fasen van hun leven. De wereld staat niet stil en er komen steeds meer technologieën, applicaties en diensten bij die mensen kunnen ondersteunen. Voor kwetsbare burgers, mantelzorgers en zorgprofessionals is het soms lastig om inzicht te hebben in welke technologie op welk moment ondersteunend kan zijn en hoe deze technologie dan inzet kan worden en ingebed kan worden in het dagelijkse (zorg)proces. Doel van dit project is om voor verschillende doelgroepen een ‘technologie toolbox’ en keuzehulp te ontwikkelen die gebruikers en professionals kan ondersteunen bij het maken van de juiste keuzes en het maken van passende procesafspraken. Hierbij zal uiteraard gebruik gemaakt worden van bestaande kennis binnen en buiten de regio: mogelijk dat (delen van) bestaande keuzehulpen geïntegreerd worden in 1 pakket. De toegevoegde waarde van de te ontwikkelen toolbox is dat deze niet slechts een overzicht van beschikbare middelen is maar ook handvatten geeft hoe deze in te zetten en in te bedden in goed processen ter ondersteuning van mensen met een bepaalde hulpvraag.


Pagina 12 van 14

Activiteiten & Deliverables 1. Persona’s in kaart brengen: overzicht maken van profielen van cliënten van

verschillende organisatie onderdelen.2. Deskresearch aanbod: inventariseren welke technologieën en diensten reeds

bestaan en welke onderbouwing reeds bekend is m.b.t. meerwaarde voor dedoelgroep (eventueel gebruik makend van bestaande keuzehulpen).

3. Value-proposition sessies organiseren: met cliënten, mantelzorgers en professionalsinvenstariseren welke technologieën volgens hen meerwaarde hebben en watgeorganiseerd moet worden om deze optimaal in te zetten in de praktijk)

4. Toolboxen op papier delen binnen het platform: overzicht uitwerken (verdeling vanpersona’s over verschillende organisaties) en met elkaar delen binnen het platform.

5. Toolboxen digitaliseren: Inventariseren hoe up-to-date kennis via een digitale toolgedeeld kan worden en partij inschakelen die dergelijke tool kan ontwikkelen (ofaansluiten bij bestaande infrastructuur voor kennisdeling binnen de organisaties).

6. Promotie campagne via innovatie Café: Awareness creeëren bij medewerkers datde tool bestaat en hen op weg helpen om deze in de dagelijkse praktijk tegebruiken.

Planning


Persona’s creëren x

Deskresearch aanbod x

Value-proposition sessies x x

Concept toolboxen x x

Toolboxen digitaliseren x x x

PR en implementatie toolboxen

x

Doorkijk naar 2021

Toolboxen up to date houden o.b.v. nieuwe mogelijkheden technologie.

Mogelijkheid creëren om digitaal ervaringen uit te wisselen over inzet vantechnologieën uit de toolbox zodat een lerend netwerk ontstaat.


Pagina 13 van 14

Project 5. Blockchain ter ondersteuning van eigen regie Aanleiding & doelstelling Zorgaanbieder Archipel werkt al enkele jaren succesvol aan de ontwikkeling en implementatie van de eigen regie van de cliënten en haar medewerkers. Eén van de manieren waarop Archipel dit doet is de middelen die bij een indicatie horen virtueel ter beschikking te stellen aan de cliënt om zo zorg en diensten in te kopen bij Archipel. In deze nieuwe manier van werken wordt de cliënt bijgestaan door een klantondersteuner, die onafhankelijk van het zorgteam, de cliënt helpt met formuleren van wensen en maken van keuzes. Zowel cliënten als medewerkers ervaren deze werkwijze als prettig, nabij en ondersteunend. Deze manier van werken doet echter een groot beroep op de backoffice wat betreft de registratie en monitoring van de budgetten van de cliënten: het is complex, tijdsintensief en foutgevoelig. Dit belemmert een bredere toepassing van deze succesvolle werkwijze binnen Archipel. Deze problematiek is herkenbaar voor andere zorgaanbieders binnen het regionale zorginnovatieplatform. Inzet van blockchaintechnologie kan mogelijk bijdragen aan het terugdringen van de foutgevoeligheid van de registratie en declaratie, kan de administratieve druk verlagen en de kwaliteit van de informatievoorziening verhogen, en daarbij de positieve effecten op de eigen regie van de cliënt en de medewerker in stand te houden. Een pilot van het Zorginstituut in de kraamzorg met blockchainoplossing ‘Mijn Zorg Log’ laat zien dat deze innovatie bijdraagt aan het transparanter en efficiënter afhandelen van administratieve processen. Doelstelling van dit project is om te verkennen of blockchain een bijdrage kan leveren aan de hierboven beschreven belemmeringen en te onderzoeken hoe een blockchaintoepassing ingezet kan worden in de regio om een bijdrage te leveren aan het efficiënter en transparanter inregelen van administratieve processen. De casus vanuit Archipel zal daarbij als startpunt genomen worden maar doordat verschillende organisaties deelnemen aan het project wordt gewaarborgd dat een vergelijkbare oplossing mogelijk ook binnen andere organisaties ingezet kan worden.

Activiteiten & Deliverables 1. Stakeholder analyse: overzicht van betrokken stakeholders (cliënten, medewerkers,

organisatie, zorgkantoor, zorginstituut, etc.) en hun belangen & behoeften m.b.t. de oplossing in de context van de langdurige zorg.

2. Concept development: uitwerking van eerste versie blockchain oplossing o.b.v. stakeholder analyse en high-level plan van aanpak i.s.m. leverancier blockchain oplosing.

3. Draagvlak creëren: pitch voor stakeholders uit eerdere analyse en eventuele andere partijen die relevante rol spelen in ontwikkeling & implementatie van blockchain oplossing.

4. Go/No-go: gedetailleerd plan van aanpak inclusief investeringsplan wordt voorgelegd aan partijen die nodig zijn om blockchainoplossing te ontwikkelen, testen en implementeren.


Pagina 14 van 14

5. Ontwikkelen & testen blockchainoplossing: evaluatie van blockchain in pilot settingbinnen Archipel zorggroep.

6. Opschalen: Bijstellen en breed uitrollen blockchainoplossing binnen partijen vanzorginnovatie platform.

Planning


Stakeholder analyse x

Concept development x

Draagvlak creeëren x

Go/No-go x

Ontwikkelen & testen x x

Opschalen

Doorkijk naar 2021 - Blockchain toepassing wordt breed opgeschaald en ingezet binnen organisaties van

het innovatieplatform.- Doorontwikkeling van de blockchainoplossing voor andere administratieve

processen.

7. Welke organisatie levert welke bijdrageNog nader te bepalen. Alignment met organisaties en bestuurders dient plaats tevinden om te bepalen welke organisatie aan welk project deelneemt en welke partijwaar in de lead gaat.

8. De mate van regionale dekkingDoor de samenwerking met de in deze aanvraag vermelde partners borgen we eenregionale dekking. Tevens is het platform bereid om andere collega’s mee te latenliften op de opgedane kennis.

9. Is het plan in lijn met het inkoopkaderHet plan is in lijn met het inkoopkader.

10. Inrichting governanceElke partner in het project is verantwoordelijk voor de inrichting van de governancebinnen zijn eigen organisatie.

11. MonitoringVoor de wijze van monitoring van de resultaten zal aangesloten worden bij het nogte ontwikkelen landelijke format.

12. Mogelijke risico’sDe risico’s bij de uitvoering zijn beperkt. Dit betreft met name inzet van personeelwat mogelijk bij niet slagen van het platform en de projecten niet terugverdiendwordt.

Ontwikkelplan 5 Langer Veilig Thuis

VVT 2020 Ontwikkelplan 5 Langer Veilig Thuis

Deelnemers: Alle partners in VVT convenant

Kennisontwikkeling via studentenprojecten over ondersteuning van leven in vrijheid en zelfredzaamheid bij kwetsbare mensen via technologische innovaties. Tevens wordt impact op vermindering van werkdruk bij zorgprofessionals en/of mantelzorgers in kaart gebracht.

Het verzamelen van evidence wordt gedaan door het houden van interviews met ouderen, hun naasten en met medewerkers. Studenten wordt deze methodiek geleerd en de methodiek wordt in een leergemeenschap van studenten besproken. De verzamelde narratieven vormen de basis voor analyse.

De studenten komen vanuit diverse opleidingen binnen Fontys en vanuit diverse leerjaren. Het betreft stages en minors. Er wordt uitgegaan van twaalf studentenprojecten per jaar.

2019

In 2019 is de basis gelegd voor dit ontwikkelplan dat loopt van 2019 tot en met 2020. In het eerste half jaar zijn contacten gelegd met de verschillende zorgorganisaties en met de verschillende richtingen binnen Fontys. De bedoeling is september te starten met varia studenten. Dat is gelukt. In het totaal gaan dit jaar 28 studenten aan de slag met afstudeeropdrachten en stageopdrachten (ethiek en technologie). De projecten hebben een looptijd van een half jaar tot een jaar.

Overzicht • Savant: leefstijlondersteuning via Sensara (1 student)• ZuidZorg: (1 student)• Vitalis: leven in vrijheid, technologie bij onrust van personen met dementie,

onderzoek naar impact op werkdruk en kwaliteit van leven (2 studenten)• Joriszorg: medido (2 studenten) looptijd half jaar• Sint Anna Klooster: leefstijlondersteuning via Tessa (2 studenten) looptijd half jaar• Archipel: invloed van eHealth op het vergroten van zelfredzaamheid bij ouderen in de

thuissetting (1 student)• Oktober: stage ethiek en technologie 13 studenten, onderwerp: leven in vrijheid• Ananz: stage ethiek en technologie 2 studenten: leven in vrijheid

De studenten maken deel van een leergemeenschap gericht op de methodiek (interviews, narratieven schrijven en analyseren).

2020

In de loop van 2020 zullen nog meer studenten starten. Eind 2020 verwachten we vanuit deze opdrachten tachtig narrratieven te hebben verkregen. Deze narratieven zijn de basis voor verdere analyse. De analyse wordt door het lectoraat uitgevoerd in 2021.

Beoogd effect voor ouderen Toepassing van technologie die bijdraagt aan eigen regie en zelfredzaamheid

SMART doelen voor 2020 • 12 studentenprojecten• Eind 2020 zijn 80 interviews verkregen

Bestuurlijk verantwoordelijk De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit ontwikkelplan ligt bij Dianne Engels, Joriszorg.


Pagina 1 van 8


Naam project

Langer veilig thuis

1e aanspreekpunt

D. Engels, Joriszorg

Startdatum

Na toekenning budget

Evaluatiedatum

/.

Kartrekkende organisaties

Joriszorg

Regionale meerwaarde Evidence over de werkzaamheid van beschikbare technologische innovaties bij het ondersteunen van mensen in de beginfase van dementie en andere ouderen met chronische aandoeningen op hun eigen regie en zelfredzaamheid, zodat zij veilig en langer thuis kunnen wonen Kennis en inzichten over de impact van de leergemeenschap (binden en boeien) op de doelmatigheid van zorg, ervaren werkdruk en persoonsgerichte praktijkvoering.


Pagina 2 van 8

1. Aanleiding De komende jaren zal door de vergrijzing het aantal ouderen, en daarmee het aantal mensen met een chronische ziekte met een zorgbehoefte, sterk toenemen. Tegelijkertijd met de stijging in zorgvraag zal het zorgaanbod door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt juist afnemen. Daarbij is er sprake van een verschuiving in de zorg van intramurale naar extramurale zorg: ouderen en mensen met een chronische ziekte of aandoening ontvangen zorg in de eigen leefomgeving. Deze ontwikkelingen hebben grote impact op zowel zorgverleners als zorgvragers. Voor zorgverleners betekent het dat ze worden geconfronteerd met meer en complexere zorgvragen, zowel intramuraal als extramuraal. Bij hogere werkdruk neemt het risico op uitval onder zorgverleners toe. Illustratief is dat de afgelopen vier jaar het ziekteverzuim onder jonge (beginnend) zorgprofessionals met 27% is gestegen (Schurink, 2018). Voor zorgvragers die thuis blijven wonen betekent het dat een groot appèl wordt gedaan op het vermogen om eigen regie te nemen en zelfredzaam te zijn (Kaljouw et al, 2015). Er kan echter niet worden verondersteld dat alle ouderen hiertoe in staat zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan ouderen met de diagnose dementie. De tijd dringt om innovatieve en duurzame oplossingen te (onder)zoeken om persoonsgerichte zorg voor deze ouderen te garanderen waarbij regie en waardigheid van álle betrokkenen wordt gerealiseerd. De uitdagingen waar we voor staan betreffen het boeien en binden van (hoger opgeleide) zorgprofessionals voor de zorg voor ouderen en het inrichten van zorgprocessen die mensen in de beginfase van dementie ondersteunen in hun eigen regie en zelfredzaamheid, zodat zij veilig en langer thuis kunnen wonen. Het binden en behouden van zorgverleners voor de zorg voor ouderen in het verpleeghuis of thuiszorg vraagt om verschillende acties waarin onderwijs in combinatie met onderzoek kan bijdragen. Een van de mogelijkheden waarin onderwijs een bijdrage kan leveren aan het aantrekkelijk maken van het werken in het verpleeghuis en de thuiszorg is door verpleegkundigen in opleiding vakinhoudelijke verdieping te bieden waarbij zij de complexiteit en diepgang zien in het domein van de ouderenzorg. Hieronder valt ook het begeleiden van anderen in het leveren van kwalitatief goede zorg. HBO opgeleide verpleegkundigen kunnen via vakinhoudelijk leiderschap bijdragen aan het versterken van persoonsgerichte zorg via het (voortdurend) sámen vormgeven van relaties en structuren binnen zorg-, leer- en werkomgevingen. Dit kan plaatsvinden binnen zogenaamde leergemeenschappen waarin (transmuraal en interdisciplinair) wordt samen gewerkt én geleerd via onderwijs en onderzoek in en mét de praktijk. In de leergemeenschappen participeren rolmodellen met HBO niveau om vakinhoudelijk leiderschap vorm te geven en om onderzoek te initieren en uit te voeren hoe veilig en langer thuis wonen van mensen met dementie kan worden bevorderd.


Pagina 3 van 8

Een andere oplossingsrichting voor de sterk groeiende behoefte aan zorg, gecombineerd met een afname van het aantal zorgmedewerkers, is het ontwikkelen en implementeren van informatie en communicatie technologie (eHealth) voor mensen die zorg thuis ontvangen. Hierbij moet rekening worden gehouden met factoren die de acceptatie en implementatie van eHealth beïnvloeden; zowel bij individuen (zorgvragers, hun naasten en zorgprofessionals) als binnen zorgorganisaties. Het vraagt onder andere om gezamenlijke overeenstemming over het nut en de toepassing van de te implementeren eHealth toepassing en een gedeeld bewustzijn van de veranderingen die de innovatie veroorzaakt in het zorgproces en in zorgroutines. Daarnaast vraagt het om gezamenlijk en eensgezind gebruik maken van de eHealth toepassing(en) en tenslotte dient er ruimte te zijn om de innovatie op haar merites te beoordelen via evaluaties (Wouters et al, 2017). Bij merites valt niet alleen te denken aan het versterken van persoonsgerichte zorg maar ook aan het verlichten van werkdruk en het verhogen van efficiency. In de ontwerpen evaluatie fase van de implementatie van innovatieve technologie kan onderwijs en onderzoek een bijdrage leveren. Specifiek ligt hier de vraag hoe mensen in een beginfase van dementie en hun zorgprofessionals kunnen worden ondersteund met technologische innovaties die langer veilig thuis wonen mogelijk maken. Hoofdvraag: Hoe kan de ouderenzorg hoger opgeleide professionals boeien en binden en daarmee veilig en langer thuis wonen van ouderen bevorderen? Deelvragen:

- Hoe kunnen ouderen, hun mantelzorgers en zorgprofessionals worden ondersteund met technologische innovaties die langer veilig thuis wonen mogelijk maken?

- Hoe kunnen we hoger opgeleide professionals boeien en binden voor zorgverlening binnen de ouderenzorg?


Pagina 4 van 8

2. Plan van aanpak Er wordt een regionale leergemeenschap samengesteld vanuit een samenwerking van meerdere zorgorganisaties om kennis te ontwikkelen rondom het thema langer veilig thuis wonen. Daarbinnen kunnen meer specifieke thema’s worden opgepakt, zoals eigen regie en zelfredzaamheid, technologische hulpmiddelen, vakinhoudelijk leiderschap of samenwerking in de zorg. De thema’s waarover binnen leergemeenschappen projecten worden uitgevoerd, vragen om transmurale en interdisciplinaire samenwerking.

Een leergemeenschap bestaat uit:

- Een lid van het kernteam lectoraat van Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid met expertise op het gekozen thema binnen de leergemeenschap

- Een Lecturer Practitioner (master opgeleide verpleegkundige) die zowel werkzaam is in de zorgorganisatie als in het onderwijs

- Studenten verpleegkunde: 12 studenten hbo-verpleegkunde uit verschillende leerjaren (inclusief enkele afstudeerders met jaarstage en afstuderen gecombineerd) verdeeld over 4 afdelingen en/of wijkteams in de regio

- Studenten van andere opleidingen die participeren in afstudeeropdrachten (bv. ICT, AD Zorg & Technologie, TEC for Health, Bachelor Toegepaste Gerontologie waar het gaat om ontwerp en/of evaluatie van eHealth producten) Kennis ontwikkeling en uitwisseling vindt plaats via :

- Wekelijkse bijeenkomsten tussen studenten en professionals in een leergemeenschap,

- Wanneer van toepassing zijn ook studenten uit andere opleidingen bij bijeenkomsten aanwezig waarin aan projecten wordt gewerkt in het kader van een onderzoekslijn/inhoudelijk thema.

- Wanneer van toepassing wordt ook het bedrijfsleven uitgenodigd voor deelname aan projecten. Te denken valt aan start ups voor eHealth toepassingen

- Eens per half jaar worden er symposia georganiseerd rondom een thema waarvoor iedereen die met dit thema werkt, wordt uitgenodigd. Onderzoeksresultaten worden hierin gedeeld.

- Naast symposia wordt kennis verspreid via artikelen in vaktijdschriften en wetenschappelijke tijdschriften


Pagina 5 van 8

Fasen van kennisontwikkeling De onderzoeken die binnen leergemeenschappen plaatsvinden volgen een fasering waarbij voor iedere fase minimaal een half jaar en maximaal een jaar wordt gerekend. Afhankelijk van de beschikbare kennis en middelen in een bepaalde context, kan op fase 1, 2 of 3 worden ingestoken: Fase 1. Verkennen van behoeften , huidige situatie en evidence in kaart brengen rondom een thema met behulp van een mix van methoden (kwalitatief en kwantitatief) Fase 2. Ontwerp en uitvoering van een innovatie (sociale en/of technologische innovatie) en monitoring van het proces Fase 3. Impact evaluatie: evaluatie van de innovatie op de doelen ervan, zoals eigen regie. Dit wordt per project vastgesteld in het onderzoeksplan. Ook kan een overall evaluatie plaatsvinden over projecten heen, op nader te bepalen variabelen, zoals ervaren werkdruk door zorgverleners, doelmatigheid van zorg, persoonsgerichtheid in de zorg of cliënt tevredenheid.


Pagina 6 van 8

4. Taak- en rolverdeling

Medewerkers taak

1 Coördinator ZIC team

Fase 1 Verkennen welke afdelingen/teams betrokken worden Inrichten van een ondersteunde structuur die het leren van studenten en

medewerkers binnen een leergemeenschap bevorderen Fase 2: Uitwerken en organiseren van onderwijsbijeenkomsten voor

onderzoekscycli Fase 3 Afsluiting met symposium voor kennisdeling over tussentijdse resultaten

binnen de inhoudelijke thema’s

1 Lecturer Practitioner

Fase 1 Organiseren van introductie, begeleiden en beoordelen van studenten Verkennen van samenwerking en ieders rol binnen ZIC/ZIN Randvoorwaarden en faciliteiten, zoals ruimte, wifi, bereikbaarheid, etc

realiseren

3 Medewerkers lectoraat

Fase 1 Vormgeven van deskundigheidsbevordering professionals m.b.t. hun rol

binnen de gemeenschap Prioritering thema’s en bepalen van innovatieve projecten hierbinnen Ontwikkelen overkoepelend onderzoeks- en evaluatieplan Fase 2 Begeleiding onderzoeksprojecten Fase 3 Evaluatie met stakeholders Rapportage over projecten

15 Verpleegkundigen

Fase 1: Deelname aan deskundigheidsbevordering en prioritering

onderzoeksthema’s Fase 2 Deelname aan (onderzoeks)projecten, met als rollen:

- intermediair voor dataverzameling bij ouderen die zorg ontvangen - eigen deelname aan dataverzameling via gestructureerde

vragenlijsten, observatie opdrachten, interviews, of focusgroepen - evt deelname aan data-analyse; gezamenlijk ivm draagvlak voor

resultaten waarop acties worden geformuleerd - handelingen gericht op implementatie van innovaties in de praktijk

Fase 3 Deelname aan overall evaluatie Deelname aan symposium


Pagina 7 van 8

5. Opbrengst Het project levert de volgende opbrengsten op: - Evidence over de werkzaamheid van beschikbare technologische innovaties bij het ondersteunen van mensen in de beginfase van dementie en andere ouderen met chronische aandoeningen op hun eigen regie en zelfredzaamheid, zodat zij veilig en langer thuis kunnen wonen - Kennis en inzichten over de impact van de leergemeenschap (binden en boeien) op de doelmatigheid van zorg, ervaren werkdruk en persoonsgerichte praktijkvoering.

6. Tijdspad

Januari – juni 2019

Voorbereiden eerste leergemeenschap

Verkennen welke afdelingen/teams betrokken worden

Vormgeven van deskundigheidsbevordering professionals m.b.t. hun rol binnen de gemeenschap

Inrichten van een ondersteunde structuur die het leren van studenten en medewerkers binnen een leergemeenschap bevorderen

Organiseren van introductie, begeleiden en beoordelen van studenten

Verkennen van samenwerking en ieders rol binnen ZIC/ZIN

Uitwerken en organiseren van onderwijsbijeenkomsten

Prioritering thema’s en bepalen van innovatieve projecten hierbinnen

Ontwikkelen overkoepelend onderzoeks- en evaluatieplan

Randvoorwaarden en faciliteiten, zoals ruimte, wifi, bereikbaarheid, etc realiseren

Augustus 2019 t/m januari 2020

Start eerste leergemeenschap

Volgens plan en voorbereiding

Start (onderzoeks)projecten (fase 1)

Evaluatie met stakeholders

Afsluiting met bijeenkomst voor kennisdeling over tussentijdse resultaten binnen de inhoudelijke thema’s

Februari t/m juni 2020

Door ontwikkelen eerste leergemeenschap


Verkennen ontwikkelen van een tweede leergemeenschap

Augustus t/m januari 2021

Door ontwikkelen eerste leergemeenschap


Start tweede leergemeenschap


Februari t/m juni 2021

Verdere ontwikkeling leergemeenschappen

Overall evaluatie leergemeenschap 1 (van de periode van twee jaar met langer lopende projecten)


Pagina 8 van 8

7. Referenties Kaljouw, M. & Vliet, van K. (2015). Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren Innovatie. Zorgberoepen & Opleidingen, Zorginstituut Nederland.

Schurink, M. (2018). Ziekteverzuim jonge zorgmedewerkers stijgt. Nursing. Gedownload op 23 februari 2018; https://www.nursing.nl/ziekteverzuim-jonge-zorgmedewerker-stijgt/ Wouters E, Van der Zijpp T, Nieboer M. (B)eHealth. Technologie voor een gezonde toekomst. 2017. BSL Houten.

Ontwikkelplan 6 Voorliggend Veld

1

VVT 2020 Ontwikkelplan 6 Voorliggend Veld

Deelnemers: Ananz, Amaliazorg, Archipel, Joriszorg, Vitalis, Valkenhof, Oktober

We werken binnen dit project aan de doelstelling: “De eigen regie van de cliënt en het informele netwerk van de cliënt verstevigen om daarmee het welzijn van de cliënt te verhogen en de draagkracht van de zorg te verstevigen”

Met het informele netwerk van de cliënt bedoelen we het sociale systeem om de cliënt heen. Dit kunnen familieleden, naasten, mantelzorgers, vrienden, kennissen, buren etc. zijn. De scope van dit project is het informele netwerk van de oudere die wacht op plaatsing in een verpleeghuis.

Dit ontwikkelplan richt zich op twee pijlers:

Pijler 1 Doel: Vergroten van kennis en kunde van het informele netwerk van de cliënt door middel van samen leren en ontwikkelen. Resultaat: Het informele netwerk van de cliënt heeft op verschillende manieren kennis verkregen over kwetsbare ouderen en hebben daarbij aangegeven welke informatie/kennis hen helpt bij de ondersteuning van eventuele problemen van kwetsbare ouderen (best practice).

Pijler 2 Doel: Verrichten van hand en spandiensten door het informele netwerk voor kwetsbare ouderen zodat zorgprofessionals ontlast worden. Resultaat: Personen uit het informele netwerk van de cliënt die hand en spandiensten verrichten zijn verbonden aan kwetsbare ouderen met een hulpvraag (er is sprake van een infrastructuur die dit mogelijk maakt). Daarbij is helder over welke ondersteuningstaken het gaat.

2019 Binnen dit project werken we met een systeem van experimenteren, leren en meten, kennis delen, (eventueel) plannen bijstellen om te komen tot een best practice. In de bijlage treft u nadere informatie aan.

Het doel van de samenwerking is: 1. door activiteiten uit te voeren te ontdekken welke interventies bijdragen om hetinformele netwerk van de cliënt in te zetten zodat ouderen langer thuis kunnen wonen2. elkaar te inspireren en te motiveren.

Om een beeld te krijgen van de meerwaarde van de interventies is gestart met het uitvoeren van impactmetingen. De impact wordt per interventie bekeken vanuit de ouderen, de mantelzorgers, professionals en de vrijwilliger. Ook in 2020 zal deze manier van werken doorgezet worden en leiden tot een verzameling van best practices.

2

Om nieuwe ideeën op te halen is samenwerking aangegaan met Avans Hogeschool Sociale Studies. Een klas van dertien leerlingen gaat een jaar lang een dag in de week aan de slag met de doelstellingen van ons ontwikkelplan.

De betrokkenheid en voortgang in dit project is goed en biedt een goede basis om op door te gaan.

2020

In 2020 werken we door op de lijnen die in 2019 zijn uitgezet.

(Door)ontwikkelen van kennisoverdracht Denk hierbij aan trainingen technologie, agressie, onbegrepen gedrag, dementie/ziektebeelden, sundowning, ADL-handelingen. Maar ook het ontwikkelen van flyers, posters, informatieve bijeenkomsten enz. Deze trainingen worden verzorgd voor mantelzorgers, vrijwilligers, familieleden en overige betrokkenen.

Methodiek/toolkit ontwikkeling ‘Balans in Mantelzorg’ Het verder ontwikkelen en uitvoeren van een toolkit die ontworpen is rondom balans in Mantelzorg. In deze toolkit is aanbod opgenomen dat zorg draagt voor de overdracht van kennis en kunde zodat de mantelzorger niet overbelast raakt.

Inzet van Momentum methodiek De Momentum methodiek zorgt voor de juiste verbinding tussen vrijwilliger en zorgvrager. Interesses van de zorgvrager worden gematcht met interesses van vrijwilligers. Op deze manier kan er een duurzame relatie ontstaan tussen beide partijen.

Onderzoeken mogelijkheid inzet ondersteunende functies De afgelopen jaren zijn bepaalde functie ontstaan die bijdragen aan ‘zo lang mogelijk thuis wonen’ en ‘mantelzorgerondersteuning’. Denk hierbij aan de dagbestedingscoach, de zinvolle dag coach en de thuisondersteuner. De kennis over deze functies wordt in dit project bij elkaar gebracht en er wordt gekeken op welke wijze de functies nog beter of breder kunnen worden ingezet.

Digitale toegang tot informatie Er is veel aanbod voor ouderen en voor hun informele netwerk. Dit varieert van een aanbod voor zorgen dienstverlening tot aan ondersteunde technologie en bedrijven die klussendiensten of services aanbieden. Daarnaast is er ook een divers aanbod van ondersteuningsmogelijkheden voor mantelzorgers. Denk hierbij aan welzijnswerk die trainingen aanbieden, model mantelzorg ondersteuning, mantelzorgmakelaars etc. Veelal voorzien de huidige websites niet van een duidelijk en gestructureerd overzicht van de mogelijkheden. Zaak is om dit aanbod beter te ontsluiten en inzichtelijk te maken om op deze manier beter kennis en kunde over te kunnen dragen op het informele netwerk. Met als beoogd gevolg dat het informele netwerk zelf de regie kan blijven voeren en minder een beroep doet op professionele zorg/ondersteuning.

3

In 2020 gaan we aan de slag met de ontsluiting en doorontwikkeling van informatie over zorgen dienstverlening. In de begroting is daartoe een bedrag opgenomen. Hiermee dragen we bij aan het programma Precies!, de juiste zorg op de juiste plek.

Informatievoorziening aan deelnemende organisaties In 2019 is een ronde gemaakt langs alle deelnemende bestuurders. Aanvullend op deze persoonlijke benadering wordt gestart met een nieuwsbrief aan bestuurders. Verder wordt een bestuurlijk overleg opgezet om zodoende de besturen goed bij dit ontwikkelplan betrokken te houden.

Beoogd effect op ouderen Het eigen netwerk van de oudere wordt steviger en kan meer zelf doen, doordat mantelzorgers en anderen in de omgeving van de oudere meer kennis en kunde hebben

SMART doelen in 2020 • Bij elke activiteit in het kader van dit ontwikkelplan is een impactmeting uitgevoerd• De ingebrachte methodieken (zoals Momentum, zoals Morgen gezond weer op

kaart) worden tenminste bij drie partners uitgevoerd• Er is een best practise boek• In tenminste drie delen van het werkgebied is de digitale informatievoorziening

gericht op kennis/kunde overdragen, verbeterd door bestaande websites uit tebouwen of nieuwe websites op te richten.

Bestuurlijk verantwoordelijk De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit project ligt bij Paula Nelissen, Zorg in Oktober.

Voortgang 2019 Ontwikkelplan 6 Voorliggend Veld

Vanuit de verschillende partners zijn er activiteiten ingebracht die binnen de eigen organisatie opgezet zijn. Daarbij zijn nieuwe ideeën ontstaan. Onderstaand een overzicht van de activiteiten met daarbij de kartrekker van de activiteit en de deelnemers die tevens de activiteit gaan uitrollen in hun werkgebied.

Organisatie Theater ‘Zorgeloos’

Ontbijt met MZ en vrijwilligers

Methodiek ontwikkeling balans in MZ (nieuw)

Morgen gezond weer op kaart

Theater ‘Ervaria’

Waaier tips dementie

Oktober Kartrekker x x x Archipel x x x x x x Ananz x x AmaliaZorg x x x x Valkenhof Kartrekker x x Joriszorg x x Kartrekker Kartrekker Kartrekker Kartrekker Vitalis x x

Organisatie Inzet

Dagbestedings-coach (2020)

Into D’mentia

Momentum (2020)

Thuisonder-steuner

Opzetten kennisoverdracht (nieuw)

Langer Thuis Kompas

Oktober x Kartrekker

x Kartrekker Kartrekker Kartrekker

Archipel Kartrekker x x x x Ananz x Kartrekke

r x x

AmaliaZorg

x x x

Valkenhof x x x x x x Joriszorg x x x x x x Vitalis x x

Alle activiteiten worden geëvalueerd en gemonitord door middel van impactmeting voor een zo’n optimaal mogelijk leereffect. Deze resultaten worden verwerkt in het ‘best practice’ boek wat als product wordt opgeleverd aan het einde van de looptijd van project ‘voorliggend veld’. Per activiteit is een werkgroep actief die geregeld bij elkaar komen om uitleg te geven, voortgang te bespreken en doorontwikkeling mogelijk te maken. Overall wordt er 6 wekelijks een projectgroep georganiseerd om elkaar te informeren, leren, enthousiasmeren en samen te werken.

Toelichting activiteiten • Theater Zorgeloos: een theater (college) voorstelling over een prangend thema uit

het dagelijks leven; mantelzorg. Immers, wie zorgt er voor de mantelzorger? In Zorgeloos worden knellende zaken rondom de mantelzorger pijnlijk duidelijk. Met

humor en schurende pijn komt een herkenbaar en soms confronterend beeld van een mantelzorger over het voetlicht. Voorstelling duurt 50-55 minuten en daarna wordt er nabesproken.

• Ontbijt met mantelzorgers en vrijwilligers: een ontmoetingsmoment met ontbijt voor mantelzorgers en hun partners in de beginnende fase van dementie. Mensen kunnen in een vertrouwde omgeving hun verhaal doen. Tijdens het ontbijt wordt er gesproken over het dagelijkse leven. Naast het ontbijt staat altijd een thema centraal zoals ‘’dementie’, ‘agressie’, ‘onbegrepen gedrag’ . Het doel is dat men in een ongedwongen sfeer leert voor hun partner en voor zichzelf te zorgen.

• Methodiek ontwikkeling ‘Balans in Mantelzorg’: Balans creëren tussen het participeren van de mantelzorger en het voorkomen van overbelasting bij de mantelzorger, door het opzetten van een methodiek.

• Morgen gezond weer op kaart: Gezond-weer-opkaart’ ontwerpen waarmee het sociaal en professioneel netwerk van de cliënt in beeld kan worden gebracht.

• Theater ‘Ervaria’; Theatervoorstelling ‘de dementie van Jet en Harrie’. We volgen Jet en Harrie vanaf het moment dat Jet met pensioen gaat. Ze ondernemen leuke dingen en staan nog volop in het leven. Totdat Jet wat vergeetachtig begint te worden. Niet lang daarna krijgt zij de diagnose “Alzheimer”. Een verwoestende diagnose voor dit echtpaar. In deze voorstelling beleeft u de dementie zowel vanuit het perspectief van Jet als vanuit Harrie die als mantelzorger nauw betrokken is bij dit proces. Een leerzame en ontroerende theatervoorstelling verzorgd door Ervarea, met ook de nodige humor. Theaterscènes worden afgewisseld met stukjes kennisoverdracht en korte oefeningen. De voorstelling wordt gespeeld door 3 acteurs en een pianist.

• Waaier tips dementie: Mantelzorgers en dorpsgenoten op een laagdrempelige manier informatie geven over dementie waardoor zij meer kennis verkrijgen en beter aan kunnen sluiten bij de belevingswereld van mensen met dementie.

• Inzet Dagbestedingscoach: Inzetten van een dagbestedingscoach (klantondersteuner ) bij elke extramurale cliënt die een vraag heeft over dagbesteding.

• Into D’mentia: Into D’mentia laat gezonde mensen ervaren wat het betekent om dementie te hebben. Dit gebeurt door een simulatie in een ruimte waar de beleving van dementie wordt gecreëerd. In deze ruimte speelt een verhaal af waarin de bezoeker zelf een rol heeft. In dit verhaal ontstaan ervaringen die passen bij het ziektebeeld van dementie. De simulatieruimte is ondergebracht in een mobiele unit en reist door het land. Tevens is het mogelijk deze ervaring te beleven via Virtual Reality (VR).

• Momentum: Match op maat tussen cliënt en vrijwilliger. Vrijwilligers werven, opleiden in dementie en koppelen aan een bewoner met dementie op basis van een gezamenlijke match; interesse/beroep/hobby etc. Op deze manier ontstaan er mooie (contact)momenten. De zorg en mantelzorgers worden dan tijdelijk ontlast.

• Thuisondersteuner: Huishoudelijke hulpen worden getraind tot Thuisondersteuner. Een Thuisondersteuner is een hulp bij het huishouden die lichte zorg/ondersteuningstaken (basiszorg) uit mag voeren (zoals steunkousen aantrekken, ondersteunen bij douchen, toiletbezoek, wassen en aankleden). Maar ook een signalerende functie heeft. Inspelen op ‘het niet pluis gevoel’. Het idee erachter is dat verzorgenden en verpleegkundigen zich op deze manier kunnen

richten op de complexe zorg/ondersteuningsvragen en de thuisondersteuners op de basiszorg. Naar verwachting worden hiermee meer banen gecreëerd voor thuisondersteuners en zullen verzorgende en verpleegkundige ingezet kunnen worden op daadwerkelijke complexe zorg/ondersteuningsvragen. Op deze manier kunnen er meer cliënten geholpen worden wat een uitkomst biedt voor het arbeidstekort. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de functie van Thuisondersteuner een bijdrage levert aan de ontlasting van de mantelzorger

• Langer Thuis Kompas: www.langerthuiskompas.nl een keuzehulp die leidt naar een aanbod wat passend is om ‘langer thuis te kunnen wonen’(lokaal aanbod). Het Langer Thuis Kompas inventariseert de situatie en behoefte van de betreffende inwoner en laat zien welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn. Dit kan op het gebied van wonen, zorg, welzijn, digitale en technologische ondersteuning, service & comfort en mobiliteit. Zowel voorliggende voorzieningen, geïndiceerde zorg mogelijkheden als aanbod van producten en diensten van lokale aanbieders komen naar voren. Er worden alleen passende oplossingen getoond. Het advies is onafhankelijk. De gebruiker krijgt een bondig overzicht van aanbieders van de getoonde oplossingen. Ook is een klantenservice beschikbaar voor inwoners die een maatadvies behoeven.

• Opzetten kennisoverdracht: Het opzetten van kennisoverdracht voor vrijwilligers en

mantelzorgers. Denk hierbij aan trainingen technologie, agressie, onbegrepen gedrag, dementie/ziektebeelden, sundowning, ADL handelingen. Maar ook het ontwikkelen van flyers, posters, informatieve bijeenkomsten enz.

Binnen dit project is er in de start fase veel aandacht besteed aan de nieuwe samenwerking. Samenwerken buiten de eigen organisatie is voor alle projectcoördinatoren een nieuwe stap.

Daarnaast is voor dit project de samenwerking aangegaan met de Avans Hogeschool Sociale Studies. Hiervoor hebben we een leergemeenschap opgezet. Een klas van 13 leerlingen gaat een jaar lang 1 dag per week aan de slag met dezelfde doelstelling als het consortium. Zij ontwikkelen zelf interventies en voeren deze ook uit. Het consortium biedt ruimte voor de studenten op locatie om in contact te komen met de doelgroep en worden voorzien in kennis die zij vragen.

1 28 maart 2019

Aanvraag ontwikkelbudget/transitiemiddelen Begeleidende informatie

Naam project Voorliggend veld

1e aanspreekpunt P. Nelissen, RSZK

Startdatum 01-12-2018

Evaluatiedatum /.

Kartrekkende organisaties RSZK Ananz Joriszorg Amaliazorg Archipel Valkenhof Regionale meerwaarde

Met dit project proberen we in de regio Zuid-Oost Brabant het voorliggend veld meer in haar kracht te zetten door middel van de inzet van het informele netwerk van de cliënt om zo antwoord te kunnen geven op de enorme krapte op de arbeidsmarkt in een fors vergrijzende populatie waar deze regio mee te maken heeft. De inzet van het informele netwerk van de cliënt is van belang zowel binnen de muren van de woonzorglocaties als daarbuiten. Zij ondersteunen de huidige inzet van de zorgprofessionals, verlichten de zorglast en brengen input voor de zorgverlening.

2 28 maart 2019

1. Aanleiding Met dit project proberen we in de regio Zuid-Oost Brabant het voorliggend veld meer in haar kracht te zetten. We proberen zoveel mogelijk aansluiting te vinden bij onze informele partners om zo antwoord te kunnen geven op de enorme krapte op de arbeidsmarkt in een fors vergrijzende populatie waar deze regio mee te maken heeft. De inzet van het informele netwerk van de cliënt is van belang zowel binnen de muren van de woonzorglocaties als daarbuiten. Zij ondersteunen de huidige inzet van de zorgprofessionals, verlichten de zorglast en brengen input voor de zorgverlening. Met het omarmen van het voorliggend veld willen we ook zoveel mogelijk mensen vanuit de samenleving blijven betrekken in de zorg, zowel in de thuissituatie als wanneer iemand wordt opgenomen. De jonge generatie vroeg kennis te laten maken met de ouderenzorg en de oudere generatie actief en betrokken houden. 2. Projectomschrijving De toenemende vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt, technologische ontwikkelen en verschuiving naar langer thuis wonen vraagt dat wij als zorgaanbieders de krachten bundelen met het informele netwerk van de cliënt om te kijken hoe we de cliënt zolang mogelijk eigen regie kunnen laten voeren op zijn/haar invulling van het leven in de thuissituatie (het voorliggend veld), maar ook in de intramurale setting. We werken binnen dit project aan de navolgende doelstelling: “eigen regie van de cliënt en het informele netwerk van de cliënt verstevigen om daarmee het welzijn van de cliënt te verhogen en de draagkracht van de zorg te verstevigen”. Met het informele netwerk van de cliënt bedoelen we het sociale systeem om de cliënt heen. Dit kunnen familieleden, naasten, mantelzorgers, vrienden, kennissen, buren etc. zijn. Dit project richt zich op twee pijlers: Pijler 1: Doel: Vergroten van kennis en kunde van het informele netwerk van de cliënt door

middel van samen leren en ontwikkelen. Resultaat: Het informele netwerk van de cliënt heeft op verschillende manieren kennis

verkregen over kwetsbare ouderen en hebben daarbij aangegeven welke informatie/kennis hen helpt bij de ondersteuning van eventuele problemen van kwetsbare ouderen (best practice).

Pijler 2: Doel: Verrichten van hand en spandiensten door het informele netwerk voor

kwetsbare ouderen zodat zorgprofessionals ontlast worden.

Resultaat: Personen uit het informele netwerk van de cliënt die hand en spandiensten verrichten zijn verbonden aan kwetsbare ouderen met een hulpvraag (er is sprake van een infrastructuur die dit mogelijk maakt). Daarbij is helder over welke ondersteuningstaken het gaat.

3 28 maart 2019

3. Strategisch perspectief We streven ernaar de vraag van de cliënt zo goed mogelijk te beantwoorden in combinatie met het zo efficiënt mogelijk inzetten van het informele netwerk van de cliënt en de formele zorg. We doen dit zowel voor de intramurale zorg alsook voor de zorg die we leveren aan mensen in hun eigen vertrouwde omgeving. We zijn samen bereid en in staat om een aantal knelpunten in de zorg op te lossen om ervoor te zorgen dat we, met inzet van het informele netwerk van de cliënt en met minder professionals, zorg en ondersteuning van goede kwaliteit kunnen blijven bieden aan onze cliënten zodat zij langer thuis kunnen blijven wonen. We zullen onze kennis vergroten en bundelen waarvan we verwachten dat deze een grote impact gaan hebben op de toekomstige zorgvragers. 4. Concrete activiteiten Binnen dit project gaan we werken met een systeem van experimenteren, leren en meten, kennis delen, (eventueel) plannen bijstellen en te komen tot een best practice. Het doel is namelijk dat we al lerende ontdekken welke interventies daadwerkelijk bijdragen om het informele netwerk van de cliënt in te zetten zodat ouderen langer thuis kunnen wonen. Vanuit de betreffende organisaties (Ananz, Archipel, Amaliazorg, Joriszorg, RSZK en Valkenhof) wordt een groep (informeel netwerk) samengesteld. Deze groep gaat gebruik maken van de kennis en kunde die de professionals binnen de organisaties hebben ontwikkeld rondom het thema langer thuis wonen. We denken daarbij aan thema’s zoals eigen regie en zelfredzaamheid, dementie, onbegrepen gedrag, technologie of samenwerking in de zorg. Er wordt gewerkt met de navolgende structuur en bijeenkomsten om het systeem te ondersteunen:

- Projectleider wordt geleverd vanuit RSZK en is verantwoordelijk, coördineert en zorgt voor werkafspraken en dat deze worden nagekomen;

- Projectleider heeft zitting in een stuurgroep met de bestuurders van de betreffende organisaties en op afroep de programmacoördinator (vanuit het VVT platform ingezet voor projecten ten behoeve van het ontwikkelbudget);

- Projectleider vormt een projectgroep met coördinatoren per organisatie; - Coördinatoren zijn aanspreekpunt voor de projectleider, informeren de achterban,

houden de eigen organisatie aangelijnd en adviseren rondom haalbaarheid en prioritering binnen hun organisatie. Daarnaast vervullen zij de rol van projectleider binnen de eigen organisatie.

- Aan de hand van interventies/activiteiten vinden periodiek effectmetingen plaats en vindt eventueel bijbestellen plaats;

- Jaarlijkse evaluatie en komen tot best practice. In onderstaande tabellen worden de activiteiten vermeld.

4 28 maart 2019

Pijler 1: Organisatie Doel Activiteit Resultaat Amaliazorg Anansz Archipel Joriszorg Valkenhof RSZK

Binnen de 6 deelnemende zorgorganisaties diverse groepen uit het informele netwerk van de cliënt samenbrengen met als doel samen leren en ontwikkelen

• Deelnemers groepen samenstellen • Trainingsmateriaal ontwikkelen (bijv. een

handboek) • Deelnemers trainen • Ervaringen opdoen (bijv. into d’mentia

cabine, theater) • Ontmoetingen organiseren voor kennis

uitwisselen onder de deelnemers • Leren en verbeteren (terugkoppelen,

bespreken, resultaten meten) • Best practices definiëren en overdraagbaar

maken voor andere organisaties (op basis van implementatieplan)

Te bereiken dat deelnemers (mensen uit het informele netwerk van de cliënt) kennis en ervaring opdoen inzake de zorg en ondersteuning voor kwetsbare ouderen en voor kwetsbare ouderen met dementie

Pijler 2: Organisatie Doel

Activiteit Resultaat

Amaliazorg Anansz Archipel Joriszorg Valkenhof RSZK

Het ondersteunen van cliënten door de inzet van het informele netwerk van de cliënt om zodoende de zorgprofessionals te ontlasten.

• Groep informeel netwerk samenstellen • Deze groep koppelen aan cliënten • De activiteiten in beeld brengen • Bezuiniging c.q. resultaat dat het oplevert

oormerken • De best practices in beeld brengen en

overdraagbaar maken

De deelnemende organisaties brengen het informele netwerk van de cliënt in beeld, koppelen deze groep aan de betreffende cliënten en brengen in beeld welke werkzaamheden de zorgprofessional ontlasten. Ook hier worden na een tijd van ervaring opdoen de best practices in beeld gebracht.

5. Relatie met het kwaliteitskader We spelen met deze aanvraag met name in op drie punten uit het kwaliteitskader: • Persoonsgerichte zorgen ondersteuning, waarbij er vanuit de projecten aandacht is

voor nabijheid en behouden van de eigen autonomie; • Wonen en welzijn, waarbij we insteken om het huidige wooncomfort te verhogen. Het

actief betrekken van het informele netwerk van de cliënt is daarin een essentieel element. Hen tools en kennis geven om goed om hun naaste en zichzelf zo goed als mogelijk te begeleiden;

• Gebruik van hulpbronnen, vanuit de projecten ligt dus ook de focus op inzet van hulpbronnen en materialen ter ondersteuning van de cliënt om de autonomie zo groot mogelijk te houden. Daarbij zoeken we in de professionele relaties de samenwerking met elkaar, waarvan dit project een uitwerking is.

6. De mate van regionale dekking • De Kempen; Bladel / Reusel / Eersel / Veldhoven • Oirschot / Eersel • Eindhoven / Best / Nuenen / Son en Breugel • Valkenswaard • Geldrop / Heeze

5 28 maart 2019

7. BegrotingHieronder wordt de totale begroting weergegeven voor het gehele project voor de duur vanéén jaar:

Onderwerp Kosten Toelichting Programmacoördinator/projectleider €65.200 1 FTE, FWG 55 Coördinatoren €61.100 0,2 FTE per organisatie, totaal 1,2 FTE,

FWG 50 Opleidingsfunctionaris €26.100 0,4 FTE, FWG 55 Verzorgen van de trainingen €180.000 30k per organisatie Cursus/scholingsmateriaal €60.000 10k per organisatie Ervaringen opdoen €50.000 Bv. Into d’mentia, theater PR campagne €40.000 Advertenties plaatsen, flyers etc.

voor burgers, werken aan zichtbaarheid in de regio.

Totaal: €482.400

8. Is het plan in lijn met het inkoopkaderMet dit project sluiten we aan op het huidige inkoopkader vanuit de WLZ. We spelennamelijk in op de ‘Inzet op betere kwaliteit voor klanten’.

9. Verwachten effecten op de arbeidsmarktMiddels alle in te zetten projecten verwachten we de volgende effecten op dearbeidsmarkt:• Inzet van het informele netwerk van de cliënt maakt dat minder inzet van het formele

netwerk nodig is, waardoor deze zorgmedewerkers meer cliënten kunnen bedienen,met een daadwerkelijk passende hulpvraag.

• Door het betrekken van alle lagen uit de maatschappij wordt mede beoogd hetverhogen van de sociale cohesie in de samenleving. En doordat mensen sneller inaanraking komen met de zorgsector (als mantelzorger, vrijwilliger, buddy, leerling), dedrempel om in de zorg te werken te verlagen (meer arbeidskrachten aan trekken).

• Ontlasting van de mantelzorgers, geen overbelasting en daardoor minder uitval (ookonder eigen personeel).

10. Inrichting governanceDit plan is een onderdeel van een groter convenant opgesteld met alle samenwerkendeinstellingen. Kassier functie m.b.t. dit onderwerp ligt bij de kartrekker van het onderwerp.

11. MonitoringDe wijze van monitoring zal gebeuren door middel van het te ontwikkelen verantwoordingsformat.

12. Mogelijke risico’s• Tijdinvestering van de diverse betrokken partijen• Commitment van de betrokken partijen bij de projecten om de gezamenlijkheid en

samenwerking te zoeken.

Ontwikkelplan 7 Parkinson

Ontwikkelplan 7 Parkinson keten Deelnemers (VVT): < nog te bepalen> Parkinson is een steeds meer voorkomend ziektebeeld bij ouderen. Binnen onze regio en daarmee voor de cliënt is nog winst te behalen in het inrichten van een duidelijke keten met betrekking tot Parkinson. Door het goed inrichten van de keten Parkinson kunnen we voor deze doelgroep nog beter zorgen voor de juiste zorg op de juiste plek. Hiermee kan het gebruik van de WLZ teruggedrongen en/of vertraagd worden. Voordat dit plan ontwikkeld wordt, willen we eerst een indruk hebben of de financiële ruimte ervoor bestaat. Als daarover duidelijkheid gegeven kan worden, kan op korte termijn een ontwikkelplan worden samengesteld. Dit ontwikkelplan wordt uitgewerkt door Vitalis als financiële ruimte aanwezig is.

2018

Convenant Zuidoost Brabant

Visie op de arbeidsmarkt ontwikkelingen en kwaliteitsinnovatie VVT ‘samen staan en maken we ons sterk’


-Pagina 1-

Inhoudsopgave 1. Inleiding

2. Zorggebruik en personele inzet: een stip op de horizon 2.1 Analyse Arbeidsmarkt VVT Zuid-Oost Brabant 2.2 De Stip op de Horizon: ‘samen staan en maken we ons sterk’ 2.3 Samenhang met 1e lijn, ziekenhuizen en gemeenten: ‘Juiste Zorg op de juiste plaats 2.4 Visie en gezamenlijke aanpak Arbeidsmarkt

3. Kwaliteitskader en ontwikkelplannen 3.1 Randvoorwaarden en gezamenlijke afspraken

Bijlage 1. Activiteiten en projecten branche VVT vanuit RAAT Bijlage 2. Arbeidsmarktcijfer Branche VVT / regio Zuidoost Brabant Bijlage 3. Arbeidsmarktcijfers 2021 / Prismant Bijlage 4. Ontwikkelplannen 1 tot en met 6 1. Bredere inzet van proactieve ouderenzorg 2. Crisiszorg 3. Hoog complex intensieve somatische zorg 4. Regionaal zorginnovatieplatform 5. Langer veilig thuis 6. Voorliggend veld


-Pagina 2-

1. Inleiding Ten gevolge van de Arbeidsmarktontwikkelingen staan ons landelijk en regionaal grote uitdagingen te wachten. Naast de uitdaging om de vergrijzing van de bevolking op te vangen met een steeds kleinere beroepsbevolking, komen daar voor de VVT sector de afspraken in het Kwaliteitskader bij. Gelukkig zijn hier gelden voor beschikbaar en is voor het eerst sinds jaren de financiële kant niet zozeer de uitdaging. Het is wel de vraag hoe wij als regio denken de schaarste die ontstaat op de arbeidsmarkt met typisch regionale aandachtspunten en knelpunten aan te pakken.

Bestuurders van de VVT instellingen in ZO Brabant committeren zich met dit Convenant aan een gezamenlijke krachtige aanpak om de inzet van de middelen tot 2021 dusdanig in te zetten dat we op middellange termijn tot gedegen oplossingsrichtingen komen. Dit betekent dat ‘samenwerken het nieuwe concurreren’ is zoals minister Hugo de Jonge recent uitsprak en dat de bestaande aanpak niet leidt tot de oplossing indien we dit niet verbinden aan innovatieve ontwikkelingen.

In dit Convenant maken we grofmazig tweeledige afspraken: - Vanuit een specifieke analyse van de arbeidsmarktontwikkelingen in ZO Brabant

voor de VVT sector, is een visie vanuit het VVT platform opgesteld. Op basis van de analyse zijn de speerpunten gericht op meer kracht bij willen zetten aan de specifieke branche knelpunten, beschreven met de te behalen resultaten. Deze regionale afspraken zorgen voor voldoende juist opgeleide (zorg)medewerkers die goede kwaliteit van leven kunnen verlenen aan ouderen, thuis of in een verpleeghuis. We hebben een punt op de horizon geschetst voor 2021 (en later) waar dit Convenant ons toe leidt. Immers: Samen staan en maken we ons sterk.

- Vanuit het kwaliteitskader WLZ en de innovatiewens van de regio ZO Brabant zijn tevens de belangrijkste thema s uitgewerkt in projectplannen. Dit betreffen de overkoepelende thema s waar we regionaal kracht aan willen geven;

In landelijk overleg is vastgesteld dat de gemaakte RAAT1 in de arbeidsregio’s de basis

is voor een convenant Waardigheid en Trots, zo ook voor de arbeidsmarktregio

Zuidoost Brabant ( bijlage 1). Dit Convenant is aanvullend op het onderdeel van de

RAAT VVT Zuidoost Brabant en levert voor sommige thema’s een verdiepingsslag. Het

Convenant dient als startpunt van de verdere ontwikkeling van de samenwerking van

alle VVT-aanbieders in de regio en een gezamenlijke implementatie van het

kwaliteitskader. Dat betekent, onder andere, dat onder regie van participerende

partijen, de huidige analyse in 2019 wordt geactualiseerd, met behulp van het model

Zorggebruik van Prismant. Ook de visie op zorg/verpleeghuiszorg wordt in 2019

opnieuw aangescherpt en uitgewerkt in een aantal scenario’s. Dit leidt tot scherper

inzicht in de gezamenlijke regionale opgave, de toekomstige functiemix en de

personele consequenties. Het uitwisselen van individuele kwaliteitsplannen geeft zicht

op de wijze waarop en in welke mate de problemen worden opgepakt.

1RAAT = Regionaal Actieplan Aanpak Tekorten De RAAT VVT Zuidoost Brabant is in mei 2018 door 18 organisaties bestuurlijk ondertekend.


-Pagina 3-

Het aantal

vacatures voor

verzorgend en

verplegend

personeel op

BrabantZorg.Net is

sinds januari 2016

niet zo hoog

geweest als in juli

2018.

0

50

100

150

200

250

300

350

400

jan

-16

mrt

-…

mei

-…

jul-

16

sep

-…

no

v-…

jan

-17

mrt

-…

mei

-…

jul-

17

sep

-…

no

v-…

jan

-18

mrt

-…

mei

-…

jul-

18

Aantal vacatures BrabantZorg.Net

Verzorgende niveau3/IG

Mbo-verpleegkundige

Hbo-verpleegkundige

Helpende niveau 2

2. Zorggebruik en personele inzet: een stip op de horizon

De cijfers liegen er niet om: zoals Actiz recent nog eens stevig wegzette, we hebben een andere kijk op langdurige zorg nodig. Inzoomend op de landelijke arbeidsmarkt tot/met 2022 hebben we voor de VVT sector ongeveer 187.750 medewerkers nodig om aan de ene kant de groeivraag in het kader van de Hugo Borst gelden op te vangen (99.450 medewerkers) en aan de andere kant om de vervangingsvraag ( 88.300 medewerkers) op te vangen. Tot nu hebben we een instroom uit opleidingen van zo‘n 65.200 medewerkers. Dat laat een landelijk tekort zien van nog zo‘n 122.550 medewerkers. We moeten het dus echt anders gaan organiseren en zoals gesteld wordt, de varkenscyclus zal, gegeven deze ontwikkelingen, voor deze sector niet meer gelden. Tevens zien we een toename van de vraag doordat we met ons allen snel verouderen. Tot 2025 zijn we al met anderhalf maal zoveel 80 plussers als nu. Dit ouder worden betekent dat er meer zorgbehoeften en complexe vraagstellingen bijkomen. Tevens heeft het Kwaliteitskader een behoefte aan kwaliteitsverhoging weergegeven. Deze is landelijk vertaald naar 85% meer handjes in de VVT zorg. Kijken we nog verder vooruit dan zien we dat in 2040 dementie volksziekte nummer 1 is. Kortom, reden om een visie te ontwikkelen op de regio ZO Brabant t.a.v. de arbeidsmarktontwikkelingen en de kwaliteitsvraag die het kwaliteitskader stelt. In de volgende paragrafen gaan we in op de consequenties voor de arbeidsmarkt VVT bij ongewijzigd beleid. We brengen initiatieven die al gestart zijn samen. Dit leidt tot een visie op de toekomst (2025) en de plannen die we als VVT Platform oppakken om beleid verder te veranderen en oplossingen te realiseren.

2.1. Analyse Arbeidsmarkt VVT Zuid-Oost Brabant

In een werksessie met Prismant en Transvorm zijn de cijfers bekeken van de situatie op de arbeidsmarkt branche VVT / Regio Zuidoost in 2021 (alle totale cijfers zijn opgenomen in bijlage 2).

In de cijfers zijn een paar zaken opvallend en geven het gevoel van urgentie:

a. Vacatures De druk op de arbeidsmarkt is groot, de vacatures van de gehele sector, maar zeker van VVT exploderen.

Figuur 1: Het aantal vacatures op BrabantZorg.Net voor verzorgend en verplegend personeel.

(Bron: BrabantZorg.Net, bewerkt door Transvorm).


-Pagina 4-

b. Uitstroom uit de branche VV&T in Zuidoost Brabant In 2017 is ongeveer 37% van het totaal aan uitstromers in zorg en welzijn in Zuidoost-

Brabant uitgestroomd buiten de sector Zorg en Welzijn. In de VV&T Zuidoost was dat

35%.

figuur 2 c. Prognose 2021; Branche VVT / Zuidoost Brabant

2697

1885

2985

414 99

Uitsroom uit de branche VVT Zuidoost-Brabant

Binnen branche

Binnen zorg en welzijn

Buiten zorg en welzijn

Pensioen

Overig


-Pagina 5-

Vervolgens zijn onderstaand in figuur 3 de aantallen te zien van de te verwachtte tekorten, zonder beleidsinterventies.

Deze analyse geeft gericht aan wat er voor tekorten ontstaan wanneer in de VVT niet ingegrepen wordt. Bestuurders VVT Platform ZO Brabant nemen hun verantwoordelijkheid door in dit convenant gezamenlijk een visie voor de regio te presenteren en hun inspanningen te verbinden. In het volgende hoofdstuk worden de visie en richtingen met resultaten nader uitgewerkt.


-Pagina 6-

2.2. De Stip op de Horizon: ‘samen staan en maken we ons sterk’

In de regio ZO Brabant zijn bestuurders verenigd in het zogenaamde VVT platform ZO Brabant. In open sfeer worden in meetings de belangrijkste knelpunten en zorgen uit de regio gedeeld. Vanuit dit platform zijn lerende netwerken ontstaan die verdiepen in samen leren en van elkaar leren (Klavertje Vier, Helmond en de Peel, Zorg en Techniek). Waar mogelijk wordt in ketenverband voor elkaar waargenomen en worden initiatieven gezamenlijk ontwikkeld. De geografische gegevens liegen er niet om, de groei in de regio ZO Brabant van kwetsbare ouderen (80 plus) vermeerdert keer anderhalf. Hiermee wordt de druk op instellingen groter, want de multiproblematieken nemen toe. Dementie is in 2040 de grootste ziekte en het is een uitdaging om de regio voor te bereiden op deze uitdaging. Naast de afname van de beroepsbevolking is, zoals geschetst in de analyse, het vooral zaak om samen te werken in de regio. Dit doet het platform vanuit de onderstaande visie:

‘De VVT branche ZO Brabant zet zich in voor het toekomstbestendig maken van de zorg aan de meest kwetsbare ouderen. Samenwerken om de zorg op de juiste plek te kunnen geven, om nieuwe ingewikkelde vragen aan te kunnen pakken en om werknemers te blijven binden is hiervoor nodig. We willen dat de VVT zorg aantrekkelijk is en blijft voor medewerkers werkzaam in zorg en welzijn. Speciaal de jonge generatie willen we zowel behouden als op andere wijzen met ons verbinden. We creëren ruimte voor anders opgeleiden en medewerkers met andere culturele achtergronden. We zijn sterk in samenwerking met de andere sectoren en branches in ZO Brabant en weten van daaruit tot effectievere en minder bureaucratische inzet te komen voor onze cliënten en doelgroepen. Dit doen we bijvoorbeeld door krachten te bundelen op specialistischere terreinen en verbindingen te leggen in de programma’s kwetsbare ouderen en dementie. We geloven erin dat de toekomstige cliënt benaderd kan worden vanuit een positieve gezondheidsvisie en brengen dit breed in de regio ZO Brabant tot stand. Dit betekent tevens dat we ons inspannen het voorliggend veld goed voor te lichten en mee te nemen in nieuwe opvattingen. Hiermee trachten wij zo lang mogelijk thuis te ondersteunen. Technologie in de Zorg heeft onze specifieke aandacht. Vanuit de slimste regio van Nederland (Brainport) zijn we in staat om onderwijs en onderzoek nauw te verbinden met de zorg. Technologie in verbinding met zorg leidt tot nieuwe oplossingen op de middellange termijn. Onderzoek hierop is nodig. Dit kan vanuit diverse andere achtergronden ondersteund en mee ontwikkeld worden. Dit betekent ook dat we hier onze arbeidsmarkt bril mee verruimen’.


-Pagina 7-

2.3. Samenhang met 1e lijn, ziekenhuizen en gemeenten: ‘Juiste Zorg op de Juiste Plaats’:

Het VVT platform zet breed in op samenwerking, juist ook met andere branches. Op 4

juli 2018 heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden waarin commitment tot stand is

gebracht op 8 importante verbetertrajecten. Met deze speerpunten denken bestuurders

van VVT, Ziekenhuizen, huisartsen en gemeenten uit ZO Brabant dat zij effectiever “de

juiste zorg op de juiste plek” vorm kunnen geven. Hiermee beogen we het voorkomen

van (duurdere) zorg, het verplaatsen van zorg (dichterbij mensen thuis) en het

vervangen van zorg (door andere zorg zoals e-health).

Naast het feit dat bestuurders de principes van Positieve Gezondheid breed regionaal ondersteunen neemt het VVT platform de speerpunten die de WLZ betreffen, mee in dit convenant. Bestuurders delen de visie dat de financiële schotten niet moeten bepalen hoe de juiste zorgt op de juiste plek vorm krijgt, maar dat de goede sturing op de oprechte cliënt vraag leidend is. Vooral de samenhang tussen kwetsbare ouderen en het dementienetwerk en de crisisopvang heeft de specifieke aandacht van de VVT samen met de huisartsengroepen en de GGZ.

2.4. Visie en gezamenlijke aanpak Arbeidsmarkt

Uit de analyse van de specifieke VVT arbeidsmarktontwikkelingen van Prismant en Actiz blijkt dat de VVT specifiek met een aantal zaken kampt. Bestuurders in de ZO Brabant vinden elkaar in de visie dat, juist op deze problematieken gericht, samenhang aangebracht moet worden. Hierbij verbinden we ons om onderstaande richtingen nader uit te werken met elkaar.

Samen voor een bestuursvisie Het is nodig te bepalen hoe we vanuit een nieuwe denkrichting, met betrekking tot de inzet van een veranderende functie en skill mix, toekomstbestendiger worden. Elke organisatie werkt dit nader uit en in het VVT Platform vindt gezamenlijk leren plaats middels uitwisseling van kwaliteitsplannen en visie op deskundigheidsmix ontwikkeling. In 2019 zullen de “kwaliteits/ meerjarenplannen” per instelling en de resultaten met elkaar besproken worden zodat de regionale samenhang waar verder nodig nog tot aanscherping en bijstelling kan leiden. In de meerjarenplannen is uitwerking gegeven aan wat het na te streven resultaat tot en met 2021 is op onder meer: - ontwikkeling van de huidige professional; - opleiden en stages; - binnenhalen van nieuwe werknemers; - inzet van technologie.

Samen voor een positief werkklimaat en werkgeluk De uitstroom uit de sector is groot. In 2017 hebben ruim 2000 medewerkers de sector

verlaten. Specifiek de 20-30 jarigen en de 50 plus medewerkers vormen in de VVT een

knelpunt. Enerzijds zien we dat we de jongeren niet kunnen behouden, anderzijds zien

we dat de oudere medewerker vervroegd wil uittreden uit de branche. Het inzetten op

behoud, inzetbaarheid en werkgeluk zijn pijlers die we gezamenlijk onderschrijven. Het

delen van kennis, good en bad practices en elkaar inspireren is een manier om lerend

te ontwikkelen. De HR en opleidingsfunctionarissen van de VVT instellingen

participeren in een lerend netwerk hiertoe. Zij dragen mede zorg voor het verankeren

van beleid op (duurzame) inzetbaarheid. Als resultaat willen we de uitstroom uit de

sector van Verpleegkundige hbo, verpleegkundige mbo, verzorgende IG, Helpende

Zorg en Welzijn verlagen met 30%.


-Pagina 8-

Samen voor de optimale inzet van de huidige Professionals In het verlengde van het behoud van personeel willen we de huidige medewerkers meer en met betere contracten aan ons verbinden. Verzuimbegeleiding is onderwerp in VVT overleg. We streven er concreet naar om de deeltijdfactor te verhogen: Verpleegkundige hbo, verpleegkundige mbo, verzorgende IG, Helpende Zorg en Welzijn. Medewerkers werken 1 uur per week extra t.o.v. de huidige werkelijk gemaakte uren. Hierdoor willen de uitstroom verlagen.

Samen opleiden Meerdere initiatieven zijn er in de regio waarbij nieuwe instroom opgeleid wordt naar

het beroepenveld. Het kenbaar maken van deze initiatieven, het gebruik maken

daarvan en komen tot ‘volle’ klassen. De uitval van leerlingen uit opleidingen moet

verminderd worden. Als resultaat willen we de instroom in de opleidingen

Verpleegkundige hbo, verpleegkundige mbo, verzorgende IG, Helpende Zorg en

Welzijn verhogen met 20%

Samen voor stages De VVT organisaties in Zuidoost hebben de ambitie om voor iedere leerling een

gepaste en volwaardige stage te organiseren. Vertaald in Opleidingsrendement willen

we voor Verpleegkundige hbo, verzorgende IG, helpende zorg en welzijn het

opleidingsrendement verhogen met 30% (vermenigvuldigen met 1,3) zodat 2 op de drie

leerlingen het diploma halen en ook daadwerkelijk in de sector aan het werk gaan. De

inspanning richt zich ook op instroom HBO-ers in de branche gekoppeld aan zorg en

techniek en innovatie (nieuwe vorm van Zorg Innovatieve Centra/Netwerken zie

hiervoor punt 3.4).

Samen voor de intrinsiek gemotiveerde werkzoekende Uit de gezamenlijke wervingscampagnes blijven veel werkzoekende ‘over’ die op dat moment even niet geplaatst zijn. Hier ligt een potentieel aan intrinsiek gemotiveerde werkzoekenden. Het blijven binden aan de sector is een opgaaf die we samen oppakken.

Samen voor de baangarantie Werken aan imago is ook werken aan de beeldvorming bij toekomstige nieuwe medewerkers. Gezien de oplopende tekorten op niveau 3 en hoger wordt de baangarantie gegeven dat iedereen die met goed gevolg de opleiding van niveau 3 of hoger afrond zeker is van een baan in de sector.

Samen met andere branches Via de RAAT zijn inmiddels vele acties ingezet tbv het verhogen van de instroom en opleidingscapaciteit. ( zie bijlage 1 RAAT ZO Brabant, incl inzet VVT instellingen). Het is nodig dat we als VVT ook hier onverminderd kracht op blijven zetten. Immers behoud voor de totale sector is ook een streven!


-Pagina 9-

In onderstaande tabel is het effect van de boven gestelde beoogde resultaten te zien in arbeidsmarktontwikkelingen.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat het effect van een andere besturingsvisie niet in

regionale getallen kan worden uitgedrukt. Er is natuurlijk wel degelijk samenhang

tussen de visie en de beoogde doelen. De kwaliteitsplannen per instelling zullen

middels meerjarenbegrotingen scherper inzicht geven op de beoogde effecten.


-Pagina 10-

3. Kwaliteitskader en ontwikkelplannen

Op basis van de dialoog van VVT platform leden is tevens geconstateerd dat een regionale aanpak zeer wenselijk is om gezamenlijke punten aan te pakken in het kader van kwaliteitsinnovatie. Aan de ene kant richten we ons op knelpunten, bijvoorbeeld die we tegenkomen in samenwerking met andere branches of in het voorliggend veld, aan de andere kant richten we ons op ontwikkelthema’s waar we samen sterker in kunnen zijn om tot betere innovatie te komen. De dialogen hebben geleid tot de onderstaande thema’s die het nodig hebben om de krachten te bundelen.

1. Bredere inzet van proactieve ouderenzorg

Ook in de regio Zuidoost-Brabant kent de zorg voor thuiswonende ouderen (met en zonder WLZ-indicatie) veel knelpunten voor de kwetsbare ouderen zelf maar ook voor zorgaanbieders in de 1e en 2e lijn. Een recente situatieschets door een grote afspiegeling van de zorgaanbieders (juni 2018) laat o.a. zien dat er groeiende wachtlijsten zijn voor casemanagement dementie en (palliatieve) thuiszorg en WLZ/VVT in de regio. Ook zijn er toenemende wachttijden voor vervolgzorg na een ziekenhuisopname (palliatief bed, GGZ, thuiszorg) of indien er tijdelijke opname vanuit thuis nodig is (ELV). Daardoor is er sprake van verkeerde bed problematiek. Daarnaast lopen transfermomenten niet altijd optimaal. De kwaliteit van zorg en de veiligheid kan verbeteren door “Kwetsbare Ouderen” proactief in beeld te hebben en te houden. Zorgaanbieders werken door deze urgentie al steeds beter samen, maar een geïntegreerde aanpak is nu nodig om tot structurele oplossingen te komen. In de regio Zuidoost-Brabant is er sprake van dubbele vergijzing, zijn er meer mensen met dementie en zijn er meer mensen kwetsbaar in vergelijking met de rest van Nederland (ROS wijkscan,CBS, NIVEL). Door druk op intramurale bedden en arbeidscapaciteit, nemen wachtlijsten voor opname in het verpleeghuis alleen maar verder toe. De bestuurders van zorgorganisaties in onze regio (waaronder leden van het VVT-platform, zorggroepen en ziekenhuizen) hebben in de zomer van 2018 gezamenlijk een prioritering aangebracht van speerpunten die we als regio gezamenlijk gaan oppakken onder de noemer: ‘De juiste zorg op de juiste plek’. Drie van deze speerpunten komen terug in deze aanvraag, omdat het de doelgroep betreft van kwetsbare ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie. De 3 speerpunten die we de komende jaren in dit project willen realiseren zijn: - Proactieve ouderenzorg in de 1e lijn structureel ruimer beschikbaar maken voor kwetsbare ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie. - Middels een pilot onderzoeken we of de ondersteuning aan thuiswonende ouderen met een (dreigende) WLZ-indicatie nog beter georganiseerd kan worden door de inzet van een mobiel geriatrisch team. - bijdrage van zorgdomotica en onderzoek naar werkende technologie inzetten voor mensen met dementie (uitgewerkt in ontwikkelplannen 4 en 5).

2. Crisiszorg Er is momenteel veel druk op de crisisbedden dementie; een andere regionale aanpak en verbinding is nodig om toekomstbestendig te worden. Een gezamenlijk projectplan is ontwikkeld om dit te kunnen realiseren.


-Pagina 11-

3. Hoog complex intensieve somatische zorg In de regio wordt gebruik gemaakt van elkaars specialisaties en inzet bij problematische doelgroepen. Op de snijvlakken van intensieve somatische zorg en GGZ Zorg ontstaan complexe grote vragen aan de VVT waar specialisatie noodzakelijk is. In dit kader kiest de regio ZO Brabant voor samenwerking door bij Archipel en Land van Horne deze expertise te ontwikkelen en in te zetten voor de regio. Dit behoeft een uitwerking op bekostiging, logistieke zorgprocessen en hogere deskundigheidsontwikkeling. De leden van het VVT Platform onderschrijven dat bestaande financiering niet voldoende is om deze specialisatie te bekostigen. Tevens zien zij kansen om de expertise naar andere instellingen te brengen in voorliggende fases van complexiteit. In een projectplan is uitgewerkt hoe dit opgepakt wordt en is een meerjarenperspectief aangegeven.

4. Regionaal Zorginnovatieplatform

Gebruik van techniek en domotica is voor alle organisaties een belangrijk item. Op dit terrein wordt inmiddels zoveel ontwikkeld dat het VVT platform het hoge prioriteit geeft helder te hebben over wat werkt en wat niet werkt en waarop ontwikkelkracht gezamenlijk in moet worden gezet. Voor de regio zijn een paar instellingen als kartrekkers aangewezen om de ontwikkelingen op dit terrein actief op te pakken en te toetsen op de praktijk. Zij doen dit samen met centrale 24 en richten zich komend jaar vooralsnog op projecten met betrekking tot behandelcirkels, dubbele medicatiecontrole, jinca ontzorgt, technologie toolboxen en blockchain ter bevordering van eigen regie. Met de slimme zorgcirkels heeft de regio bewezen met kennisintensieve bedrijven en VVT samen innovatie te kunnen opzetten en uitwerken.

5. Langer veilig thuis Transmurale en interdisciplinarie leergemeenschappen worden per subregio ingericht met behulp van studenten HBO Technologie en Verpleegkunde. Zij onderzoeken onder meer hoe langer en veilig thuis kan worden ondersteund voor mensen met dementie en hoe dit ontwikkeld kan worden met behulp van technologie. Bewezen werking kan vervolgens voor de brede regio ingezet worden. In het ontwikkelplan is zowel aandacht voor werkende technologie die “zolang mogelijk thuis” ondersteunt, als voor het opdoen van ervaringen van zorgmedewerkers met technologie. Transmuraal wordt een nieuwe vorm van leren en ontwikkelen ingezet die de verbinding tussen de ontwikkelingen en de praktijk nog beter kan volgen en borgen.

6. Voorliggend veld mantelzorg en vrijwilligers systematisch in hun kracht zetten. De grote groei en vraagstelling van kwetsbare ouderen met dementie zal alleen maar toenemen. Zolang mogelijk thuisblijven kan alleen ondersteund worden als we systematisch aandacht besteden aan het investeren in het voorliggend veld van mantelzorgers en vrijwilligers. Hier past aan de ene kant een subregionale aanpak om de verbindingen met andere partijen goed lokaal te kunnen leggen. Anderzijds hoeft het wiel niet opnieuw uitgevonden te worden in elke subregio, ten aanzien van werkende bestanddelen. In dit kader ontwikkelt het VVT platform een projectplan, waarmee dit voorliggend veld voor de brede regio komende 3 jaren systematisch de aandacht krijgt die het behoeft.

De thema’s zijn uitgewerkt tot 6 ontwikkelplannen die VVT ZuidOost Brabant

gezamenlijk oppakt, uitwerkt, volgt en verantwoordt (bijlage 4).


-Pagina 12-

3.1. Randvoorwaarden en gezamenlijke afspraken Het VVT Platform ZO Brabant verbindt zich aan dit convenant. Het Platform bestaat uit bestuurders in de regio die al lange tijd in openheid en vertrouwen met elkaar relevante situaties oppakken en kracht bijzetten. Er bestaat een grote bereidheid om met elkaar en van elkaar te leren. Projecten waar collega’s kartrekkers van zijn worden teruggekoppeld in het overleg. Voor de uitvoering en het volgen van dit convenant zal het VVT Platform dienst doen als Stuurgroep. Met het VVT platform wordt, komende maanden, nader uitwerking gegeven aan een projectstructuur waarbij elke organisatie, naar grootte en mogelijkheden haar bijdrage levert. De verantwoording naar het zorgkantoor t.a.v. de innovatiemiddelen wordt in deze structuur meegenomen met een gezamenlijke terugkoppeling die 2 keer per jaar plaatsvindt, waarbij de relatie met de te behalen resultaten wordt gepresenteerd. Leden zullen elkaar kritisch opbouwend volgen op deze bijdragen. De setting is dat gezamenlijk geleerd wordt en dat effectiviteit met samenwerken zeer goed mogelijk is. Om de verantwoording niet te bureaucratiseren zal één instelling de kassier functie op zich nemen. De voorzitter en vice-voorzitter dragen, ondersteund door de leden, de verantwoordelijkheid om coördinatie en regie te voeren op de projecten.

Het VVT platform committeert zich aan de volgende regionale samenwerkings-afspraken: - het onderschrijven van het belang van openheid vanuit elke organisatie over de

personele situatie en hier ook naar handelen; - de bereidheid hebben om elkaar te helpen en van elkaar te leren ten behoeve van

een goede personeelsvoorziening; - het onderschrijven van het belang van kennisdelen en delen van de lessons

learned binnen en buiten de regio en hier ook naar handelen; - geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden bij aantrekken nieuwe medewerkers; - het onderschrijven van het belang van bestuurlijk draagvlak bij het uitvoeren van

het convenant; - het onderschrijven dat de uitvoering van het convenant vraagt gezamenlijk te

investeren in menskracht en hier ook naar handelen.


Bijlage 1. Activiteiten en projecten branche VVT vanuit RAAT Verhogen van de instroom- en opleidingscapaciteit - Grote landelijke Imago Campagne “Ik Zorg”, geïnitieerd vanuit VWS.

De landelijke campagne: Ik Zorg, de oriëntatiebijeenkomsten, de verwijzingen van arbeidsmarktpartijen in Zuidoost levert potentiële kandidaten die intrinsiek gemotiveerd zijn om te gaan werken en leren in de sector Z&W. Voor deze kandidaten gaan we de rode loper uitleggen. Maatwerk voor iedere kandidaat die vanuit de aanbodkant op de sector afkomt. Echter de vraagkant is ook van belang, of te wel het absorptie vermogen van de Z&W organisaties in Zuidoost. Organisaties dienen een pakket van instroommogelijkheden klaar te hebben. Denk aan oriëntatiefasen, snuffelstages, speeddates, banenmarkten, verkorte opleidingen, herintrederscursussen, BBL pekken, flexibel opleiden etc. maar vooral de begeleidingskant dient geoptimaliseerd te worden (een negatief imago ligt op de loer als we de aanbodkant alsook de vraagkant niet op orde hebben).

- Werkgroep Arbeidsmarkt communicatiespecialisten Zuidoost: wat plussen we op als regio in het samenspel van de acties individuele organisaties en de landelijke campagne ‘Ik Zorg’?

- Promotieteam, samengesteld uit professionals van de VVT organisaties, zij zijn

ambassadeurs voor de branche VVT. Wordt uitgebreid naar de gehele sector voor

banenbeurzen, Onderwijsbeurs, Opendagen en lessen bij het voortgezet onderwijs.

- Samenstellen van de activiteitenagenda voor het promotieteam.

- MKB vacature café, blijven we deelnemen of gaan we een Kansenmarkt Z&W zelf

organiseren.

- Het blijven organiseren van de maandelijkse oriëntatiebijeenkomst “maak werk van

jezelf in Zorg & Welzijn” voor iedereen die geïnteresseerd is in leren en werken in

de sector. Combi met samen aan Zet 2.0.

- Gezamenlijke werving voor Herintreders en Zij-instromers.

- Doorontwikkelen van Samen aan Zet (alleen niveau 3) naar samen aan Zet 2.0

(alle niveaus).

- Inzetten van het talent center bij gezamenlijke werving. Iedere kandidaat kan een

e-portofolio en een e-assesment maken. Deze komen in de TTC. HRM en

recruiters kunnen hier uit putten bij werving.

- Verhogen van het aantal BBL plekken naar het niveau van 2014 (?); BBL

boventallig.

Positief beïnvloeden loopbaankeuzes jongeren - Doorontwikkelen van de jongeren website www.eenstapindetoekomst.nl . Hierop is

informatie te vinden over kansen op de arbeidsmarkt, soorten werk en functies en de opleidingen die daarbij horen en ervaringsverhalen van jongeren.

- Promoten van de lespakketten bij de decanen onderwijs van VMBO, Havo, VWO. 'Aan JOU hebben we wat!' is de titel van twee lespakketten; één lespakket voor vmbo (einde 2e jaar) en één voor havo/vwo (einde 3e jaar). Per september 2017 is voor elke middelbare school in Nederland lesmateriaal beschikbaar om jongeren een beeld te geven van de sector, hen kennis te laten maken met de dynamiek en voor te bereiden op een juiste sector- of profielkeuze. Zie: landelijke Imago campagne: ‘Ik Zorg’.

Verhogen opleidingsrendement - Gezamenlijk opleiden, massa maken, klasjes volmaken. - Delen van informatie met elkaar, wat loopt er al , waar zijn mee bezig, met welke

opleidingsinstituten: Inventarisatie.

http://www.eenstapindetoekomst.nl/


Intensiveren op Leerklimaat Het rendement van opleidingen is laag; de uitval is groot. Nieuwe instromers, waarvan de meeste via verkorte trajecten en modulair onderwijs binnen zullen komen hebben recht op een warm welkom van collega’s en een goed leerklimaat binnen de afdeling. De begeleiding van deze nieuwkomers is cruciaal. Helaas ontbreekt het vaak aan de nodige begeleiding. In een werkgroep dient gezocht te worden naar nieuwe vormen en uitbreiding van begeleiding. Een nader in te richten werkgroep zal een projectomschrijving, inclusief begroting opzetten.

Vergroten van de opleidingsmogelijkheden - Verkorte opleiding VZ/MZ niveau 3. - Opleiding voor herintreders VZ. - Start van het pilotproject Actiz/CAOP/MBO raad, in samenwerking met SUMMA.

Flexibele, op maat gemaakte opleidingsmodule. Certificeerbare eenheden. - Pilot flexibel opleiden HBO. Met Actiz, MBO raad en CAOP zijn we in Zuidoost een pilot gestart in kader flexibel opleiden, certificeerbare eenheden voor zij-instromers. Vanuit het werkveld is de vraag groot om ook een pilot te initiëren voor HBO opleidingen / HBO zij instroom. Dit met het oogmerk om versneld gekwalificeerde medewerkers binnen de organisatie te krijgen. Een nader in te richten werkgroep zal een projectbeschrijving, inclusief begroting opstellen.

Het bieden van een goed werkklimaat / goed werkgeverschap - Ziekteverzuim: diverse workshops voor diverse disciplines, o.a.: ‘maak

opbrengsten, oorzaken en analyse verzuim en preventie inzichtelijk’, ‘zelf aan de slag met het verhaal achter de cijfers’, leergang ‘Op weg naar een positieve inzetbaarheids-cultuur’.

- Leergang Creëren van draagvlak beleid Duurzame Inzetbaarheid. - Werken aan Werkgeluk, Capability management, opstarten lerend netwerk met

medewerking van Prof. Jac van der Klink. - Symposium Wendbaar aan het Werk, wat wijst wetenschappelijk uit over de

interventies, wat werkt. - Workshop Werken met huis van Werkvermogen. - Sterk in je werk Week, voor de zorg medewerkers. - Uitwerken van de Zorg on Tour in Zuidoost / thema bijeenkomsten Werkgeluk

medewerkers. - Activering opplussen van arbeidsovereenkomst, doel ; iedereen 1 uur per week

extra / 4 uur per maand. - Doelgroep 20 – 30 jarigen: extra oplussen in uren, groter contrachten aanbieden - Randvoorwaardelijk zorgen dat medewerkers makkelijker de keuze maken om een

uur extra per week op te pakken.

Pilot behoud van medewerkers Gezien de uitstroomcijfers (1/3 verlaat de sector) zijn extra activiteiten noodzakelijk in het kader van een goed werkgeverschap, behoud van je medewerkers. Naast activiteiten in het kader van Duurzame Inzetbaarheid in het kader van behoud eigen medewerkers, wordt momenteel ook nagedacht over activiteiten om medewerkers te behouden binnen de branche c.q. binnen de sector. Te denken valt hier bij aan o.a. de volgende doelgroepen: - Leerlingen die dreigen uit te vallen bij een organisatie - Sollicitanten die het net niet halen in een selectiegesprek - Etc. Deze activiteiten zouden belegd kunnen worden in het regionaal Actie Centrum Leidinggevenden, managers.


Bestaande werkgroepen die de diverse activiteiten ontwikkelen

Werkgroep: Oriëntatiefasen Ananz, Valkenhof, RSZK

Werkgroep: Themabijeenkomsten werkgeluk medewerkers (behoud) Zuidzorg, St Annaklooster, Transvorm

Werkgroep: Campagne: Rinette zorg, HSPO

Werkgroep: Samen aan Zet 2.0 (verbreding) Lunetzorg, Archipel, Transvorm

Werkgroep: Proces ”rotonde”: Lunetzorg, Vitalis, RSZK, Transvorm

Werkgroep: Flexibel opleiden MBO, Certificeerbare eenheden Vitalis, Archipel, RSZK, SBB, CAOP

RAAT VVT Zuidoost Brabant De RAAT is een verantwoordelijkheid van de werkgevers van de betreffende branche in de branche VVT. Transvorm faciliteert het proces en uitwerking. Kartrekker voor de branche VVT is Guido Dahler / Valkenhof.

De RAAT VVT is in mei 2018 door 18 organisaties bestuurlijk ondertekend. Dit gaf de legitimering om in een projectgroep, in diverse werkgroepjes, de activiteiten te ontwikkelen en te initiëren. De projectgroep RAAT VVT bestaat uit de volgende organisaties / functionarissen:

HSPO Louis Machielsen

Zuidzorg Inge Janssen

Zorg en Wonen Glorieux Maaike Ermerins

Valkenhof Guido Dahler

Joriszorg Esther van den Oord

Archipel Marian van Ginkel

Zorgmed Janou van Dijk

Rinette zorg Ariena Smolders

Vitalis Xandra Haas

Sint Annaklooster Jorick Horstermans

Amalia zorg Marlies Verbakel

Archipel thuis Marieke Theuws

RSZK Jirka Veldhuis

St Anna Zorggroep Peter van den Hurk

Thuiszorg samen verder Sandra Limpens

Kraamzorg Homecare Els van der Veen

Kraamzorg VDA Janou van Dijk

Land van Horne Gerry Remmers

NEOS Wendy Duijvestein


0

50

100

150

200

250

300

350

400

jan

-16

mrt

-16

mei

-16

jul-

16

sep

-16

no

v-1

6

jan

-17

mrt

-17

mei

-17

jul-

17

sep

-17

no

v-1

7

jan

-18

mrt

-18

mei

-18

jul-

18


Verzorgende niveau3/IG

Mbo-verpleegkundige

Hbo-verpleegkundige

Helpende niveau 2

Bijlage 2: Arbeidsmarktcijfer Branche VVT / regio Zuidoost Brabant

(Prismant) (apart bijgevoegd)

Sector Zorg en Welzijn Noord-Brabant kampt met grote tekorten

Figuur 1: Aantal vacatures BrabantZorg.Net (Bron: BrabantZorg.Net, bewerkt door Transvorm)2

Figuur 2: Het aantal vacatures op BrabantZorg.net voor verzorgend en verplegend personeel.

(Bron: BrabantZorg.net, bewerkt door Transvorm).

2 Op BrabantZorg.net plaatsen bij Transvorm aangesloten organisaties vacatures

0

200

400

600

800

1000

1200

1400


De afgelopen

periode is het

aantal

vacatures op

BrabantZorg.

Net gestegen

tot boven de

1.200.


Figuur 3: Het aantal vacatures op BrabantZorg.net in de thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen. (Bron: BrabantZorg.net, bewerkt door Transvorm).

Veel uitstromers verlaten de sector Zorg en Welzijn

Figuur 4: Uitstroom naar bestemming Zuidoost-Brabant 2017 (Bron: PFZW, bewerkt door Transvorm)3

3 De cijfers hebben betrekking op de branches Gehandicaptenzorg, Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), Huisartsenzorg en Gezondheidscentra, Jeugdzorg, Kinderopvang, VVT, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (WMD) en Ziekenhuizen. De cijfers van 2017 zijn voorlopig en kunnen nog worden gecorrigeerd.

0

100

200

300

400

500

600

jan

-16

mrt

-16

mei

-16

jul-

16

sep

-16

no

v-1

6

jan

-17

mrt

-17

mei

-17

jul-

17

sep

-17

no

v-1

7

jan

-18

mrt

-18

mei

-18

jul-

18


Verpleeg- enverzorgingshuizen

Thuiszorg

2697

1885

2985

414 99

Zuidoost-Brabant

Binnen branche



Pensioen

Overig

In 2017 is

ongeveer 37 %

van het totaal

aan uitstromers

in zorg en

welzijn in

Zuidoost-

Brabant

uitgestroomd

buiten de sector

Zorg en Welzijn.

In de VV&T was

dat 35%.


Uitstroom uit Verpleging Verzorging en Thuiszorg

Figuur 5: Uitstroom naar bestemming Zuidoost-Brabant 2017 in de branche VV&T (Bron: PFZW, bewerkt door Transvorm)4

4 De cijfers van 2017 zijn voorlopig en kunnen nog worden gecorrigeerd.

1.569

731

1.353

193 46

VV&T Zuidoost-Brabant

Binnen branche



Pensioen

Overig


Instroom in het onderwijs is onvoldoende om de tekorten op te vangen

Figuur 3: Instroom mbo zorg en welzijn Zuidoost-Brabant (Bron: DUO, bewerkt door Transvorm)5

Figuur 4: Instroom hbo gezondheidszorg en sociale studies Noord-Brabant (Bron: DUO, bewerkt door Transvorm)6

5 Cijfers zijn gebaseerd op nieuwe instromers in de bekostigde opleidingen Dienstverlening, Doktersassistent, Maatschappelijke Zorg, Pedagogisch werk, Sociaal Werk, Verpleegkundige, Verzorgende aan een ROC met hoofdvestiging in de regio Zuidoost-Brabant. 6 Cijfers zijn gebaseerd op nieuwe instromers in de bekostigde bacheloropleidingen Verpleegkunde, Pedagogiek, Social Work en Toegepaste psychologie en masteropleidingen Advanced Nursing Practice en Pedagogiek aan een hogeschool met hoofdvestiging in de regio Noord-Brabant.

12051554 1409 1526 1606

889

626618

571 539

2094 2180 2027 20972145

0

500

1000

1500

2000

2500

2013 2014 2015 2016 2017

Instromers mbo Zuidoost-Brabant

BOL BBL

3.0472.725

2.434 2.410 2.295

384

330395 439 449

86

90119 119 122

3.517

3.1452.948 2.968 2.866

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

4.000

2013 2014 2015 2016 2017

Instromers hbo Noord-Brabant

Voltijd Deeltijd Duaal

Het aantal

BBL-

instromers

is in 2017

nog niet op

het niveau

van 2013

t/m 2016.



Bijlage 3: Arbeidsmarktcijfers 2021 / Prismant

3.500 MEDEWERKERS TEKORT

= 1 1 % V A N T O T A L E F O R M A T I E M I X 2 0 1 6

• Verzorgend en verplegend : 2.800 tekorten

• Sociaal agogisch (mbo) : 400 tekorten

• Sociaal agogisch (hbo) : 200 tekorten

• Doktersassistenten : 65 tekorten


DE PROGNOSE 2021

ZUIDOOST-BRABANT

VERZORGING & VERPLEGING

1.724 MEDEWERKERS TEKORT

= 1 6 % V A N T O T A L E F O R M A T I E M I X 2 0 1 6


SCENARIO VERHOGEN INSTROOM ONDERWIJS


SCENARIO VERHOGEN OPLEIDINGSRENDEMENT


SCENARIO VERLAGEN UI TSTROOM


EFFECT OP TEKORTEN MET COMBINATIE VAN INTERVENTIES

• I N S T R O O M V A N U I T H E T O N D E R W I J S + 1 0 % • O P L E I D I N G S R E N D E M E N T + 1 0 % • U I T S T R O O M - 1 0 %

H E L P E N D E N : V A N 1 2 9 N A A R 6 3 T E K O R T E N

V E R Z O R G E N D E N : V A N 9 7 1 N A A R 7 8 6 T E K O R T E N

M B O - V : V A N 4 0 6 N A A R 3 4 0 T E K O R T E N

H B O - V : V A N 1 9 9 N A A R 1 5 8 T E K O R T E N


DE RAAT AMBIT IES VERTAALD NAAR IMPACT



Bijlage 3: Ontwikkelplannen 1 tot en met 6 (apart bijgevoegd)

1. Bredere inzet van proactieve ouderenzorg

2. Crisiszorg

3. Hoog complex intensieve somatische zorg

4. Regionaal Zorginnovatieplatform

5. Langer veilig thuis

6. Voorliggend veld

Documents

Convenant Transitie VVT - irp-cdn.multiscreensite.com€¦ · Convenant Transitie VVT De VVT branche ZO Brabant zet zich in voor het toekomstbestendig maken van de zorg aan de meest