102

Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen
Page 2: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Colofon

TitelKOEKJES EN KAMELENGesprekken met allochtone en autochtone ouders over onderwijs

In opdracht vanExpertise Centrum Allochtonen Hoger Onderwijs (ECHO), Utrecht

AuteursDrs. K. AutarDr. H.D.I. Homan

EindredactieDrs. M. de Bie

BegeleidingscommissieMw. drs. M. de Bie (ECHO)Drs. H. Moeniralam (Autar Consultancy)Mw. R. Noordermeer (Hogeschool van Utrecht/Theo Thijssen Academie)Mw. A. Souisa (Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers)Mw. dr. C. Suransky (Hogeschool Domstad)

Vormgeving omslagLenie Arntzen (Isidoor & Schadek, Rotterdam)

Uitgave ECHO, Utrecht

Jaar van uitgave: 2002

© 2002 Autar Consultancy, Oegstgeest

InformatieECHOPostbus 191693501 DD UtrechtT: 030-2393270E: [email protected]: www.echo-net.nl

4

Page 3: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD 7

1 INLEIDING 81.1 Ouderparticipatie 81.2 Verschil in doelgroepen 61.3 Voortraject 91.4 Etnische diversiteit 101.5 Doel van het onderzoek 101.6 Opbouw van het rapport 10

2 HET ONDERZOEK 112.1 Onderzoeksopzet en werkwijze 112.2 Deelnemers aan het onderzoek 112.3 Vraagstelling 122.4 De gesprekken 122.5 De uitsprakenlijsten 122.6 Beperkingen van het onderzoek 132.7 Verloop van het onderzoek 13

3 DE GESPREKKEN 143.1 Introductie 143.2 Schoolbestuur 143.3 Gebouw 143.4 Schoolorganisatie 153.5 Sfeer/pedagogisch klimaat 153.6 Didactische aanpak/werkwijze 163.7 Kwaliteit van de schoolleiding 163.8 Kwaliteit van de leerkrachten 173.9 Leerstof/leermiddelen 183.10 Rooster/programma 183.11 Schooltijd 183.12 Schoolgeld 183.13 Leertijd 193.14 Samenwerking met ouders 193.15 Relatie met buurtinstellingen 203.16 Samenvatting 20

4 DE UITSPRAKENLIJSTEN 214.1 De procedure 214.2 Uitsprakenlijst 1 224.3 Uitsprakenlijst 2 224.4 Uitsprakenlijst 3 234.5 Uitsprakenlijst 4 234.6 Het totaalbeeld 254.7 Samenvatting 28

5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 305.1 Inleiding 305.2 De gesprekken 305.3 De vragenlijstjes 335.4 Aanbevelingen 33

BIBLIOGRAFIE 36

BIJLAGEN1 Deelnemende organisaties2 Introductiebrief ouders3 Verslagen van gesprekken met ouders4 Persoonsgegevens ouders

5

Page 4: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Voorwoord

Door het terugtreden van het Rijk zijn veel onderwijstaken gedelegeerd naar gemeenten en scholen. Mede daardoor staat ouderparticipatie weer volop in de belangstelling zowel bij lokale overheden als bij ouders. Immers, een centralistisch aangestuurd onderwijssysteem is voor veel ouders een ongrijpbare abstractie. Door de verantwoordelijkheid te leggen bij de lokale overheden is de lijn ouder - bestuurder veel korter geworden. Ook scholen hebben belang bij betrokken ouders. Onderzoek wijst uit dat de leerprestaties van kinderen positief worden beïnvloed als ouders zich actief met scholing bemoeien. Tot op heden wordt de stem van allochtone ouders echter zelden gehoord in debatten over onderwijs en dat terwijl het percentage allochtone leerlingen sterk groeit, met name op de basisschool.Vandaar dat ECHO, het Expertisecentrum Allochtonen Hoger Onderwijs, het initiatief heeft genomen om ook een onderzoek te doen onder allochtone ouders over hun wensen en ideeën ten aanzien van goed onderwijs.

ECHO is in 1994 ingesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) om de in- door- en uitstroom van allochtonen in het hoger onderwijs te bevorderen. Hoewel de basisschool dus niet tot het directe werkterrein behoort van ECHO heeft de ervaring geleerd dat doorstroom van allochtone leerlingen naar de bovenste regionen van het onderwijs, staat of valt met de uitstroom van goed voorbereide leerlingen uit het voortgezet onderwijs (vo). En het hoeft geen betoog dat een goede voorbereiding op de basisschool een voorwaarde is voor de instroom van grotere aantallen allochtone vo leerlingen.

ECHO heeft de onderzoeksopdracht verleend aan Adviesbureau Autar Consultancy. Dit adviesbureau heeft de onderzoeker Dr. H. Homan ingeschakeld om in teamverband het onderzoek uit te voeren.De inhoudelijke componenten en de uitkomsten van het onderzoek zijn van commentaar voorzien door de leden van de begeleidingscommissie: drs. M. de Bie, drs. H. Moeniralam, mevrouw R. Noordermeer, mevrouw A. Souisa en dr. C. Suransky.Dit onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de bereidwillige medewerking van de acht verschillende minderhedenorganisaties, een zeer betrokken schoolleider en uiteraard de ouders. Langs deze weg willen we eenieder bedanken die tijd heeft geïnvesteerd in het onderzoek.

De titel van het rapport "Koekjes en Kamelen" is ontleend aan een uitspraak van een Marokkaanse gesprekspartner die bezorgd constateerde dat de opbrengst van studiereizen naar zijn land vaak niet uitstijgt boven 'het kunnen meepraten over koekjes en kamelen'.

K. AutarH. Homan

6

Page 5: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

1 INLEIDING

1.1 Ouderparticipatie

Ouderparticipatie? Voor mensen die al jaren in het Nederlandse onderwijs meelopen roept dat herinneringen op aan de jaren '70 van de twintigste eeuw. De toenmalige beweging had tot doel ouders te betrekken bij het onderwijsproces. Dat proces heeft destijds geleid tot grotere betrokkenheid van ouders bij de dagelijkse gang van zaken in de klas maar leerkrachten waren er niet altijd even gelukkig mee want ouders wilden of mochten uiteindelijk over heel veel zaken meebeslissen, zoals bijvoorbeeld de pedagogische en didactische aanpak. De daaropvolgende reactie vanuit het onderwijsveld kwam in veel gevallen neer op: informeer de ouders optimaal maar houd ze zoveel mogelijk buiten de klas en/of school. De leerkrachten zijn de professionals die de verantwoordelijkheid dragen voor het lesgeven. Door deze visie is gedurende lange tijd een groot potentieel aan kennis van - en ervaring met - leerlingen niet ten volle benut in het onderwijs.

Vanuit het Ministerie van OCenW wordt veel belang gehecht aan het kweken van meer interesse voor het onderwijs door middel van goede voorlichting voor en aan ouders. Scholen zijn bijvoorbeeld verplicht een schoolgids uit te geven met informatie voor ouders. De inspectie beoordeelt scholen op behaalde resultaten en maakt die beoordeling openbaar, onder andere op het internet. Het ministerie geeft gidsen1 uit voor ouders met onder meer informatie over schoolkeuze, kosten en regels, de gang van zaken op school, klachtenregelingen, de inbreng van ouders, vorderingen en wat te doen als het problematisch wordt.

Het is de bedoeling dat ouders en leerlingen meer zeggenschap krijgen in de school. De positie van alle ouders is gelijkwaardig hetgeen wil zeggen dat ouders niet op grond van de identiteit van de school mogen worden uitgesloten van zitting in het bestuur of de medezeggenschapsraad van de school. Daarnaast kennen veel scholen een aparte ouderraad die weer leden kan afvaardigen naar de medezeggenschapsraad.

De multiculturele samenleving stelt het onderwijs voor nieuwe opgaven en uitdagingen. Tot nu toe is bij de inrichting hiervan onvoldoende rekening gehouden met verwachtingen en wensen van (allochtone) ouders over wat goed onderwijs is en wie een goede leerkracht is.

Door de sterk groeiende deelname van allochtone kinderen aan het onderwijs wordt verwacht dat de wensen en verwachtingen van allochtone ouders de komende jaren steeds meer van belang zullen worden. Daarom heeft ECHO het adviesbureau Autar Consultancy de opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de perceptie van allochtone ouders van goed onderwijs en van een goede leerkracht.

1.2 Verschil in doelgroepen

De stem van allochtone ouders wordt in het onderwijsdebat nog niet veel gehoord. Ouders zijn echter wel een belangrijke bron van informatie zowel op cultureel gebied als op het gebied van deskundigheid ten aanzien van hun eigen kinderen. Ook zijn ze belangrijke partners van het onderwijs.

In vakliteratuur wordt vaak gesproken over allochtone leerlingen/ouders terwijl men daarbij voorbij gaan aan onderlinge verschillen tussen etnische groeperingen. De eerste vraag voor de onderzoekers was dan ook: mag je ouders die behoren tot verschillende etnische minderheden wel over één kam scheren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is bij de opzet van het onderzoek gezocht naar duidelijk herkenbare, homogene groepen ouders. Homogeniteit was gebaseerd op etniciteit en/of geboorteland. Soms bleek de groep ook homogeen in religieus opzicht. Er is getracht om een zekere spreiding over Nederland te realiseren maar de praktijk wijst uit dat de Randstad toch de grootste 'leverancier' is geworden van allochtone ouders.

1 De basisschool gids voor ouders en verzorgers 2000- 2001 uitgegeven door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. Zoetermeer, september 2000.

7

Page 6: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Naast acht groepen ouders van voornamelijk niet-Nederlandse oorsprong is ook een groep Nederlandse ouders ondervraagd. In dit kader worden Nederlandse ouders ook beschouwd als een aparte etnische groep.

1.3 Voortraject

In 2000 is een voorstudie gedaan door de Steunfunctieorganisatie voor Surinamers in Amsterdam (SSA). De voorstudie moest uitwijzen of de methode voor het selecteren van de ouders goed functioneerde en of de voorgestelde onderzoeksmethode voldoende resultaten opleverde.De selectieprocedure liep als volgt: medewerkers van SSA hebben contact gezocht met verschillende zelforganisaties en hebben daarnaast hun eigen netwerken aangeboord om ouders te vinden die wilden meewerken aan het vooronderzoek. In dit kader zijn gesprekken gevoerd met afzonderlijke etnische groeperingen te weten met Molukse, Turkse, Surinaamse en Ghanese ouders. De medewerkers van SSA hebben de verslaglegging verzorgd. De bevindingen van het vooronderzoek zijn meegenomen in de opzet van dit onderzoek.

De voornaamste bevindingen van het vooronderzoek waren:het aanboren van eigen netwerken en van de zelforganisaties heeft goed gefunctioneerd. Voor de samenstelling van een groep Ghanese ouders is een beroep gedaan op een vertrouwenspersoon.Bij sommige bijeenkomsten is een native speaker aanwezig geweest. Dat schept vertrouwen maar is volgens de onderzoekers 'geen harde eis'.Om meer tijd over te houden voor de gesprekken kan persoonlijke informatie, zoals naam, eigen opleiding, werkervaring en namen van scholen van de kinderen, via een vragenlijst worden verkregen. Dit advies is niet overgenomen omdat de onderzoekers van mening zijn dat de start van het gesprek te onpersoonlijk zou worden.

Uit het voortraject werd duidelijk dat het niet nodig is dat ouders zich van te voren prepareren aan de hand van een lijstje met aandachtspunten. De vragen kunnen per cluster worden besproken en de onderwerpen kunnen toegelicht worden. Daarnaast is het van belang dat reacties worden uitgelokt en dat iedereen aan bod komt.Verder moet er rekening mee gehouden worden dat de meeste ouders graag ‘s avonds of in het weekend willen vergaderen. Ouders zullen op hun gemak worden gesteld door te zorgen voor een vriendelijke ambiance met koffie, thee en iets lekkers.Het verslag van de bijeenkomst wordt gestuurd naar de betreffende contactpersoon.

De resultaten van de gesprekken met ouders in het voortraject zijn tevens gebruikt voor een reactie 2 op de nota ‘Aan de slag met onderwijskansen’ van staatssecretaris Adelmund. Hiertoe werd o.a. een expertmeeting georganiseerd in Amsterdam door de SSA en ECHO.

Slotconclusie: De ondervraagde ouders tonen een grote bereidheid om zich in te zetten voor de schoolloopbaan van hun kinderen maar ze weten niet goed welke wegen ze daarvoor moeten bewandelen.

1.4 Etnische diversiteit

Het totaal aantal basisschoolleerlingen in het schooljaar 1999/2000 bedroeg volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 1.543 duizend. Het is bekend dat het percentage allochtone leerlingen in het onderwijs groeit. Op de basisschool is die groei het grootst. In het schooljaar 1999/2000 behoorde 15% van de leerlingen tot een culturele minderheid. De meeste 'cumi' leerlingen wonen in Noord- en Zuid Holland. In Amsterdam en Rotterdam behoort meer dan 50% van de leerlingen in het basisonderwijs tot een etnische minderheid.

Sinds 1997 zijn verschillende taken, die voorheen onder verantwoordelijkheid vielen van het Rijk, overgeheveld naar gemeenten en schoolbesturen. Enkele van die taken zijn: het gemeentelijk achterstandenbeleid, onderwijs in allochtone levende talen en huisvesting.

2 Mars, J. (2001). Leren en niet Vergeten. Ongevraagd advies van minderhedenorganisaties over de nota ’Aan de slag met onderwijskansen’. Utrecht: ECHO

8

Page 7: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Niettemin heeft het Rijk in samenwerking met gemeenten een actieplan ontwikkeld om onderwijsachterstanden gericht aan te pakken. Beheersing van de Nederlandse taal, voor- en vroegschoolse educatie en vermindering van schooluitval vormen de drie belangrijkste aandachtspunten.3 Ook het betrekken van allochtone ouders bij voor- en vroegschoolse educatie maakt deel uit van het actieplan.

1.5 Doel van het onderzoek

Het doel van dit onderzoek is tweeledig. In eerste instantie is het de bedoeling inzicht te verwerven in de visie van allochtone en autochtone ouders op het onderwijssysteem in Nederland. Wat vinden zij belangrijk voor een goede intellectuele, sociale en emotionele ontwikkeling van hun kinderen, welke eisen stellen zij aan schoolleiders en leerkrachten. Wat beschouwen ouders als maatschappelijk succes, hoe kunnen scholen hieraan een bijdrage leveren. Ook is onderzocht aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan met betrekking tot organisatie, communicatie, financiële verplichtingen en dergelijke.In tweede instantie wordt gekeken hoe de verkregen informatie omgezet kan worden in aanbevelingen voor ouders, scholen en lerarenopleidingen basisonderwijs.

1.6 Opbouw van het rapport

In hoofdstuk 2 wordt kort uiteengezet welke onderzoeksmethode is gevolgd en hoe de werkwijze is geweest. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de gesprekken met de verschillende groepen ouders. Deze gesprekken zijn gevoerd aan de hand van een lijst vooraf vastgestelde onderwerpen. Hoofdstuk 4 bevat een analyse van uitsprakenlijsten die door de ouders zijn ingevuld. In hoofdstuk 5 worden de verzamelde gegevens samengevat. Na de conclusies volgen aanbevelingen en een aantal bijlagen.

3 Aan de slag met onderwijskansen. Gerichte aanpak van onderwijsachterstanden uitgave Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. Zoetermeer: juni 2000.

9

Page 8: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

2 HET ONDERZOEK

2.1 Onderzoeksopzet en werkwijze

Dit verkennende onderzoek brengt de ervaringen in beeld van een beperkte groep allochtone en autochtone ouders (87) en kan als basis dienen voor een uitgebreider onderzoek. Het onderzoek bestaat uit een kwalitatieve en een kwantitatieve component. Informatie voor het kwalitatieve deel van het onderzoek is verkregen via groepsgesprekken. Het kwantitatieve deel bestaat uit persoonlijke informatie die door de ouders is verstrekt tijdens het 'rondje voorstellen' en uit scores op vier uitsprakenlijsten.

Elke bijeenkomst begon met een 'rondje voorstellen'. Achtereenvolgens vertelde iedere deelnemer hoe lang hij/zij in Nederland woonde, wat de laatstgenoten opleiding is geweest, waar hij/zij momenteel werkte, hoeveel kinderen de ouder had en op welke school die kinderen zaten. Daarna volgde de introductie van het onderzoek en werden de doelstellingen nader toegelicht. Vervolgens werden twee uitsprakenlijstjes door de ouders ingevuld. De ouders vulden voorafgaande aan het gesprek twee lijstjes in en na afloop van het gesprek nogmaals twee.

2.2 Deelnemers aan het onderzoek

Voor het onderzoek zijn allochtone en autochtone ouders benaderd die kinderen op een basisschool hebben - of hebben gehad. In dit onderzoek komen ouders aan het woord die zich rekenen tot de volgende groeperingen: Antillianen/Arubanen, Chinezen, Kaapverdianen, Marokkanen, Molukkers, Nederlanders, Surinamers met een Creoolse achtergrond, Surinamers met een Hindoestaanse achtergrond4 en Turken.

Voor de selectie van de deelnemende ouders is dankbaar gebruik gemaakt van netwerken van medewerkers van verschillende regionale minderhedenorganisaties. (Zie bijlage 1)Voorwaarde voor deelname was dat de ouders een voortgezette opleiding hadden gevolgd na de basisschool, bij voorkeur mbo of hoger. Daarnaast moesten de ouders het Nederlands goed beheersen. Dat was noodzakelijk gezien de opzet van het onderzoek en de betrekkelijk korte duur van de bijeenkomsten: maximaal 2 uur. Bovendien gingen de onderzoekers er van uit dat in geval van een minder goede beheersing van het Nederlands de communicatie met leerkrachten en schoolleiding waarschijnlijk ook beperkt zou zijn. Er is voor gekozen om ook een groep ouders van Nederlandse oorsprong te bevragen, omdat zij ook een aparte groep vormen en hun mening van belang wordt geacht. Deze ouders zijn uitgenodigd door een schoolleider van ‘hun’ basisschool. Op die betreffende school vormen de autochtone kinderen procentueel een minderheid namelijk 20% van de totale schoolpopulatie.

Het onderzoek pretendeert niet de mening van de betreffende bevolkingsgroep in Nederland te representeren maar de mening van een beperkt aantal personen die binding hebben met specifieke, lokale, etnisch gebonden belangengroepen. Eigenlijk is het een exploratief onderzoek. Er is wel gestreefd naar enige geografische spreiding.

Niet alle ouders voldeden aan het geschetste profiel. Het opleidingsniveau van de ouders varieerde, zowel ouders die het basisonderwijs hebben gevolgd als academisch gevormde ouders hebben deelgenomen aan de gesprekken. In bijlage 3 is een uitgebreid 'profiel' van de ouders opgenomen, uitgesplitst naar verblijfsduur in Nederland, sekse en opleidingen. Ook het totaal aantal kinderen en hun schoolsituatie is daar in beeld gebracht. Enkele kinderen zijn reeds volwassen en nemen al deel aan het arbeidsproces.

Het aantal ouders per bijeenkomst varieerde van 5 tot 17. In totaal zijn 87 ouders betrokken geweest bij dit onderzoek. Daarvan hebben 81 ouders deelgenomen aan de introductie van het gesprek. De andere ouders kwamen na de introductie.Van de 81 deelnemers waren 46 vrouw en 35 man. De gemiddelde verblijfsduur van deze allochtone ouders in Nederland lag in de meeste gevallen ver boven de 10 jaar,

4 In het rapport wordt 'Surinaams' gebruikt voor ouders met een Creoolse achtergrond en 'Hindoestaans' voor de andere, eveneens uit Suriname afkomstige groep.

10

Page 9: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

behalve bij de Molukse ouders, die waren op één persoon na, allen in Nederland geboren. Bij de Nederlandse ouders was dit punt uiteraard niet aan de orde. Het aantal ouders dat de vragenlijstjes heeft ingevuld varieerde enigszins van maximaal 87 tot minimaal 79. Sommige ouders kwamen later, anderen moesten eerder weg. Drie vragenlijsten zijn niet meegeteld omdat ze verkeerd waren ingevuld.

2.3 Vraagstelling

De volgende onderzoeksvragen stonden centraal in het onderzoek:

- Wat verstaan ouders onder goed onderwijs? (denk aan bestuur, gebouw, schoolorganisatie, pedagogisch klimaat, didactische aanpak, kwaliteit schoolleiding en leerkrachten, leerstof, programma, schooltijd, relatie ouders, leertijd, relatie buurtinstellingen)

- Vinden zij dat de schoolorganisatie en de leerkrachten van de school van hun kinderen voldoen aan hun mening hierover?

- Aan welke eisen moet volgens de ouders "een goede leerkracht" voldoen?- Vinden zij dat het onderwijs (school en leerkrachten) rekening houdt met de multiculturele

samenleving (diversiteit in culturen en levensbeschouwingen)?- Hebben ouders suggesties voor het invoeren/uitbreiden van intercultureel onderwijs?

De verkregen gegevens vormen de basis voor de aanbevelingen voor de pabo's voor:A het beter afstemmen van de beroepsprofielen van toekomstige leraren basisonderwijs op de

multiculturele samenleving B het bevorderen van intercultureel onderwijs op de lerarenopleidingen basisonderwijs.

2.4 De gesprekken

Aanvankelijk was het de bedoeling om tijdens gesprekken met ouders veertien aandachtspunten de revue te laten passeren te weten: Bestuur, Gebouw, Schoolorganisatie, Sfeer/pedagogisch klimaat, Didactische aanpak/werkwijze, Kwaliteit schoolleiding, Kwaliteit leerkrachten, Leerstof/leermiddelen, Rooster/programma, Schooltijd, Schoolgeld, Leertijd, Samenwerking met ouders en Relatie buurtinstellingen.In de eerste twee gesprekken is vastgehouden aan deze opzet maar het programma werd te overladen. Daardoor dreigde de diepgang teloor te gaan. De onderzoekers hebben bij de volgende zeven gesprekken de ouders de lijst met aandachtspunten voorgelegd en hen gevraagd daar zelf vijf of zes onderwerpen uit te selecteren.

Tijdens de gesprekken bleek al snel dat een strikte scheiding tussen aandachtspunten niet mogelijk en ook niet wenselijk was omdat de gespreksleiders dan te sturend bezig moesten zijn. Door aandachtspunten te clusteren kwamen regelmatig meer facetten aan bod dan de door de ouders geselecteerde aandachtspunten. Een voorbeeld van een cluster is: Bestuur/schoolorganisatie/schoolgeld.In bijlage 4 zijn de geanonimiseerde verslagen van de bijeenkomsten opgenomen.

2.5 Uitsprakenlijsten

De onderwerpen van de vier uitsprakenlijsten waren als volgt geclusterd:1 School - ouders2 School - kind3 Sfeer - eigenschappen school4 Leermiddelen, methodes, werkwijze

De ouders konden de uitspraken waarderen met 1, 2, 3, 4, en 5. Elk getal mocht slechts éénmaal gebruikt worden. Voor deze rapportage zijn de uitspraken voorzien van een alfabetische codering (A, B, C, etcetera).

Per oudergroep is de totaalscore van elke uitspraak berekend door rechte telling. Vervolgens is elke totaalscore gedeeld door het aantal deelnemers (n) per groep om een gemiddelde score te verkrijgen van

11

Page 10: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

die groep. Om de werkbaarheid te vergroten zijn de scores vermenigvuldigd met 100. Dus de getallen waar mee gewerkt wordt zijn (totaalscore: n) x 100.Vervolgens is gekeken hoe de uitspraken door alle ouders samen zijn gewaardeerd. Daartoe zijn de gemiddelden van elke groepering bij elkaar opgeteld. Daarna is onderzocht of er tussen de diverse groeperingen opvallende verschillen waren te constateren. Het aantal ouders (n = ) dat lijstje 3 en 4 invulde verschilde in enkele gevallen van het aantal dat lijstje 1 en 2 invulde omdat een paar ouders door verplichtingen elders voortijdig moesten opstappen.

2.6 Beperkingen van het onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd met medewerking van groepen ouders uit de Nederlandse samenleving die specifieke etnische overeenkomsten vertonen. Alle ouders maken tot op zekere hoogte deel uit van lokale of regionale netwerken. Hun uitspraken gelden dus niet automatisch voor andere ouders die behoren tot dezelfde etnische minderheid. Zo werd bijvoorbeeld in Groningen opgemerkt dat Antilliaanse/Arubaanse kinderen daar een betrekkelijk nieuw fenomeen zijn in het basisonderwijs en dat de leerkrachten daar nog weinig ervaring mee hebben opgedaan. Antilliaanse/Arubaanse ouders in Amsterdam of Rotterdam zullen zich waarschijnlijk niet herkennen in deze uitspraak.Ook de nauwe banden met de kerk, zoals omschreven door de Molukse ouders, zijn niet automatisch van toepassing op de Molukse gemeenschap in Nederland als geheel. Wat geldt voor de allochtone ouders als het gaat om generalisaties, geldt uiteraard ook voor de Nederlandse ouders. Deze groep ouders is door het schoolhoofd van de school van hun kinderen gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De ouders komen uit een buurt waar voor het merendeel allochtone families wonen. Hun ervaringen met het basisonderwijs van hun kinderen is gebaseerd op een school waar meer dan 80% van de leerlingen een allochtone achtergrond heeft.

2.7 Verloop van het onderzoek

Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden in 2000. De regionale minderhedenorganisaties zijn begin 2001 benaderd door Autar Consultancy met het verzoek tot medewerking. Bij een positieve reactie zijn via de organisaties uitnodigingsbrieven naar ouders verstuurd (zie bijlage 2). De groepsgesprekken zijn gevoerd in de eerste helft van 2001.

12

Page 11: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

3 DE GESPREKKEN

3.1 Introductie

In het kader van dit onderzoek zijn negen bijeenkomsten gehouden. Elke bijeenkomst begon met een uiteenzetting van het doel van het onderzoek. De kernpunten werden nog eens als volgt samengevat: Wat verstaan ouders onder goed onderwijs? Aan welke kwalificaties moeten schoolorganisatie, schoolleiding en leerkrachten voldoen om die kwaliteit te leveren en hoe kunnen de lerarenopleidingen inspelen op wensen van ouders?

Zoals reeds aangeduid in hoofdstuk 2 zijn tijdens de eerste twee bijeenkomsten veertien aandachtspunten besproken. In de daaropvolgende zeven bijeenkomsten hebben ouders zelf een keuze gemaakt uit de veertien aandachtspunten.

Tabel 1 Onderwerpen die ouders hebben gekozen

Onderwerpen Voorgestelddoor onderzoekers

Gekozen doorouders

1 Bestuur 2 22 Gebouw 2 -3 Schoolorganisatie 2 24 Sfeer/pedagogisch klimaat 2 75 Didactische aanpak/werkwijze 2 66 Kwaliteit schoolleiding 2 77 Kwaliteit leerkrachten 2 78 Leerstof/leermiddelen 2 49 Rooster/programma 2 110 Schooltijd 2 -11 Schoolgeld 2 112 Leertijd 2 113 Samenwerking met ouders 2 414 Relatie met buurtinstellingen 2 2

Uit tabel 1 blijkt dat de ouders vrijwel allemaal kozen voor het bespreken van de sfeer en het pedagogisch klimaat, de didactische aanpak en de kwaliteit van schoolleiding en leerkrachten. Ook de belangstelling voor leerstof/leermiddelen en samenwerking met ouders is naar verhouding redelijk.Hieronder is te lezen wat de mening is van de ondervraagde ouders over de verschillende onderwerpen die tijdens de groepsgesprekken aan de orde zijn gekomen.

3.2 Schoolbestuur

De ouders geven aan weinig zicht te hebben op het functioneren van het schoolbestuur. Alleen in crisissituaties, waarin het overleg met de leerkracht en de schoolleiding spaak liep, is wel eens een beroep gedaan op het bestuur. De namen van de bestuurders waren over het algemeen niet bekend bij de ouders en stonden ook niet vermeld in de schoolgids.

Enkele ouders gaven aan toch wel prijs te stellen op meer informatie over de bestuursleden. Ze stelden voor om de gegevens van bestuurders in de schoolgids op te nemen

3.3 Gebouw

Dit onderwerp is tweemaal kortstondig aan de orde geweest. De meeste ondervraagde ouders hebben geen problemen met het gebouw. Eén ouder gaf aan dat ze de school van haar kind kil en ongezellig

13

Page 12: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

vond. Enkele ouders stemden daar mee in. Diverse keren werd bezorgdheid geuit over de schoolomgeving, die als onveilig werd beschreven. Verkeersdrukte en drugshandel werden in dit verband genoemd.

3.4 Schoolorganisatie

Het reilen en zeilen van de schoolorganisatie onttrekt zich grotendeels aan het oog van de ouders. De schoolgids biedt informatie over de school maar die wordt niet door alle ouders uitvoerig bestudeerd.Enkele ouders gaven te kennen dat zij graag eens een dagje zouden meelopen om wat meer inzicht te krijgen in de dagelijkse gang van zaken. De meeste scholen zijn in dat opzicht niet erg uitnodigend. Scholen zouden zich best wat 'klantvriendelijker' mogen opstellen volgens de ondervraagde ouders.Een veelgehoorde klacht is dat vervanging van zieke leerkrachten niet goed is geregeld. Dat is met name voor werkende ouders een probleem. Eén ouder waarschuwt dat het accent te veel aan het verschuiven is; de school is nooit bedoeld als kinderopvang voor werkende ouders.

3.5 Sfeer/pedagogisch klimaat

De meeste ouders geven aan dat ze tevreden zijn met de manier waarop hun kind of kinderen op school worden benaderd. Kinderen vinden het over het algemeen leuk om naar school te gaan, een enkele uitzondering daargelaten. Ze zijn op school vrij in de omgang en ze leren hoe zich te uiten. De leerstof sluit aan bij de belangstelling van de kinderen en ze leren om hun werk tot op zekere hoogte zelfstandig uit te voeren.

Naast deze positieve opmerkingen zijn er ook punten van kritiek en suggesties voor verbetering.

Turkse ouderLeer een paar woordjes in de taal van het kind

Met deze opmerking geeft deze ouder te kennen dat hij veel belang hecht aan een positieve houding van leerkrachten ten opzichte van de eerste taal van de leerlingen. Maar al te vaak wordt deze extra talenkennis afgedaan als een belemmering voor het leren van de Nederlandse taal.Er wordt volgens sommige ouders bij allochtone kinderen al bij voorbaat uitgegaan van een taalachterstand, ook als de ouders Nederlands spreken en het kind in Nederland is geboren en getogen.

Met name de Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse ouders hebben de ervaring dat hun kinderen te negatief worden beoordeeld. Zij hebben het gevoel dat ze steeds moeten knokken om hun kind op zijn/haar niveau te handhaven.

Deze ouders hebben de ervaring dat allochtone kinderen snel naar het speciaal onderwijs (so) worden doorverwezen, omdat leerkrachten een [te] laag verwachtingspatroon hebben ten aanzien van hun kinderen. Zij vinden dat in veel gevallen niet terecht en ervaren het als een vorm van discriminatie.Leerkrachten zijn in de optiek van deze ouders niet goed toegerust om les te geven aan leerlingen uit verschillende etnische groeperingen. Als er problemen ontstaan kiezen de leerkrachten voor de gemakkelijkste weg en verwijzen het kind door naar het speciaal onderwijs.

Surinaamse ouder:De rotte appels (onze kinderen) moeten uit de mand

In veel gevallen doorzien ouders de consequenties niet van plaatsing op het so. Immers, na het so zijn de doorstroommogelijkheden beperkt tot het vmbo. De Surinaamse en Arubaanse/Antilliaanse en ook Hindoestaanse ouders geven tal van voorbeelden waarbij zij tegen het schooladvies van de basisschool in zijn gegaan. En hun kinderen presteren goed op de door hen gewenste - hogere - opleiding. Een Chinese ouder zorgt voor wat tegenwicht; zij vertelt dat leerkrachten soms te hoge verwachtingen hebben van Chinese leerlingen.

Andere ervaringsfeiten waar leerkrachten volgens ouders uit verschillende etnische groeperingen onvoldoende oog voor hebben, zijn de verschillen in leerstijlen. Sommige kinderen hebben meer tijd nodig of moeten even bewegen om daarna weer geconcentreerd te kunnen werken. Uiteraard geldt dit

14

Page 13: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

ook voor autochtone kinderen. Ook kunnen kinderen in de problemen raken doordat ze gedwongen worden tot een dubbele loyaliteit; enerzijds moeten ze trouw zijn aan de regels die thuis worden gesteld, anderzijds zijn ze niet ongenegen om de schoolregels te volgen. Denk daarbij o.a. aan vrijere omgangsvormen, religieuze verplichtingen, gemengd sporten, schoolreisjes, etcetera. Ouders adviseren om in geval van conflicten hierover, in gesprek te raken en te blijven. Dat geldt zowel voor ouders als voor leerkrachten.Tenslotte zijn veel ouders van mening dat leerkrachten en/of schoolleiders te weinig weten van verschillende culturen. Hun kennis reikt vaak niet verder dan folkloristische aspecten.

Diverse ondervraagde ouders adviseren om intercultureel onderwijs (ICO) in het curriculum te integreren. Leerkrachten dienen de mogelijkheid te krijgen om zich bij te scholen en ICO dient een verplicht onderdeel van de lerarenopleiding te zijn.

3.6 Didactische aanpak/werkwijze

Ouders die aangeven hun kinderen te willen begeleiden bij hun huiswerk worden regelmatig geconfronteerd met nieuwe methoden en werkwijzen die hen vreemd zijn. Molukse ouders vertellen dat zij door de school worden geïnformeerd over nieuw aangeschafte methodes. Dat initiatief wordt erg op prijs gesteld en verdient volgens de ouders navolging.

In verschillende gesprekken komt naar voren dat allochtone ouders het prettiger vinden als de docenten iets strenger optreden en meer respect eisen van de leerlingen. 'Soms is de juf te lief'. Nederlandse ouders moeten daar volgens eigen zeggen niets van hebben.

Spelenderwijs leren van elkaars cultuur bevordert de integratie. Een Marokkaanse ouder constateert dat de interactie tussen allochtone en autochtone leerlingen stagneert vanaf groep 4. In de onderbouw spelen kinderen nog wel samen, later ontstaat etnische segregatie. Deze ouder zou graag zien dat scholen gericht beleid voeren om deze scheiding tegen te gaan. Het fenomeen zwarte en witte scholen draagt al evenmin bij tot integratie. Oplossingen voor deze kwestie liggen meer in het politieke vlak. Als mogelijke oplossingen worden genoemd: een andere verdeelsleutel voor toewijzing bij huisvesting en loonpolitieke maatregelen.

Veel ouders pleiten ervoor om het tempo aan te passen voor leerlingen die dat nodig hebben. Een Hindoestaanse ouder waarschuwt voor het ‘stoptrein’-effect. Door stil te blijven staan bij de wat langzame leerlingen wordt het onderwijs minder uitdagend voor de snellere leerlingen. Het is denkbaar dat zij dan afhaken. Enkele Nederlandse ouders beamen dat.

Verscheidene Nederlandse ouders zijn van mening dat een eenzijdige nadruk op het respecteren van culturele verschillen de aandacht dreigt af te leiden van andere emancipatoire ontwikkelingen zoals aandacht voor de positie van vrouwen, homoseksuelen of gehandicapten.

3.7 Kwaliteit van de schoolleiding

Net als bij de aandachtspunten Schoolbestuur en Schoolorganisatie zeggen ouders weinig inzicht te hebben in het doen en laten van de schoolleiding. De communicatie met schoolleiders is op de meeste scholen beperkt. Ouders richten zich voornamelijk tot de leerkrachten van hun kinderen.De Molukse ouders die aan dit onderzoek hebben meegewerkt vormen in dit opzicht een uitzondering. Zij behoren allen tot één kerkgemeenschap en hebben via de kerk ook informeel contact met schoolleiders, leden van het schoolbestuur en leerkrachten.Op de school van de Nederlandse ouders staat elke morgen uitnodigend een pot koffie klaar. Informele contacten ontstaan zo spelenderwijs tussen schoolleiders, leerkrachten en ouders en ook tussen ouders onderling.

Schoolleiders zouden best wat meer interesse mogen tonen in de culturele achtergrond van hun leerlingenpopulatie volgens de ouders. Chinese ouders vertellen dat de directeur van 'hun' basisschool enkele keren op bezoek is geweest in hun culturele centrum. Ook studenten van de pabo zijn langs geweest om zich op de hoogte te stellen van de Chinese cultuur.

15

Page 14: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Men is er wel van doordrongen dat deze werkwijze alleen mogelijk is bij een relatief grote vertegenwoordiging van een etnische groepering binnen een school. Op scholen waar tientallen culturen zijn vertegenwoordigd is een dergelijke gang van zaken moeilijk te realiseren

Kritisch is men ten aanzien van het personeelsbeleid. Er staan te weinig allochtone leerkrachten voor de klas en allochtone schoolleiders zijn er überhaupt niet. Met moeite komt men tot twee of drie voorbeelden. Enkele Surinaamse ouders die zelf werkzaam zijn als leerkracht merken op dat er nu wel vraag is naar allochtone groepsleerkrachten maar dat die vraag eerder voortkomt uit de huidige krapte op de arbeidsmarkt dan uit een weloverwogen keuze voor meer etnische diversiteit in het lerarenteam. De ondervraagde ouders adviseren dan ook om meer allochtone groepsleerkrachten en onderwijsassistenten aan te stellen.

De vele wisselingen van leerkrachten worden als een probleem gezien. Twijfels zijn er rond het aanstellen van zij-instromers5. Ouders vinden het onbegrijpelijk dat hun kinderen les kunnen krijgen van docenten die niet volledig bevoegd zijn.

Schoolleiders reageren niet altijd adequaat op klachten van ouders en zeker niet als klachten over leerkrachten gaan. Dit is een knelpunt volgens diverse ouders. Zij verwachten dat een schoolleider in voorkomende gevallen objectief is en ouders even serieus neemt als leerkrachten. Hoewel dit een algemeen probleem is geven allochtone ouders aan dat ze vaak niet serieus worden genomen door leerkrachten.

3.8 Kwaliteit van de leerkrachten

De meeste ouders zijn tevreden over de leerkrachten van hun kinderen. Er zijn echter ook ouders die teleurgesteld zijn in de leerkrachten. Onderstaande lijst is een samenvatting van omschrijvingen van ouders zoals die in verschillende gesprekken naar voren zijn gekomen.

Een goede leerkracht- straalt vertrouwen uit- neemt een standpunt in als het gaat om principiële zaken, zoals de rechten van de mens- waakt voor vooroordelen- onderneemt onmiddellijk stappen om ongewenste situaties te keren- toont empathie; inlevingsgevoel in de situatie van kinderen- respecteert leerlingen en eist dat leerlingen de leerkracht respecteren- respecteert verschillen- communiceert met ouders - stelt zich op de hoogte van de etnische en religieuze achtergrond van leerlingen- is op de hoogte van familieomstandigheden- kan aard en tempo en ontwikkelingsniveau van kinderen inschatten- kan leerlingen stimuleren, ook allochtone leerlingen. - kan de leerstof begrijpelijk uitleggen en sluit daarbij aan bij de belangstelling van de leerlingen- daagt de leerlingen uit om vragen te stellen

Vrijwel alle ouders hechten aan de schoolprestaties van hun kinderen en wensen daarover objectief te worden geïnformeerd. Er wordt in dit opzicht niet altijd gelijkwaardig omgegaan met allochtone en autochtone kinderen. ‘Het goed doen op school’ wordt volgens ouders gerelateerd aan de allochtone achtergrond van hun kind.Voorbeeld: een allochtone ouder informeert naar de vorderingen van zijn kind. De leerkracht zegt dat het goed gaat op school. De cijfers op het rapport zijn zesjes of lager. Adviezen voor vervolgopleidingen blijven dientengevolge vaak steken op vmbo niveau.

5 Het Ministerie van OCenW onderscheidt twee typen van zij-instromers in de lerarenopleidingen:a. zij-instromers in de opleiding. Dit zijn personen met elders verworven kwalificaties of competenties die niet per se in het eerste jaar van de opleiding hoeven te beginnenb. zij-instromers in het beroep. Dit zijn personen met elders verworven competenties die al meteen na een assessment voor de klas mogen en wellicht enkele aanvullende scholingsactiviteiten moeten ondernemen. Onderinstromers zijn allochtone groepsleerkrachten die in Nederland een reguliere lerarenopleiding basisonderwijs hebben gevolgd.

16

Page 15: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Marokkaanse ouders vragen zich af of er een extra beloning moet komen voor die leerkrachten die extra inzet tonen in scholen met een groot percentage allochtone leerlingen.

Sommige ouders vinden het jammer dat er na schooltijd geen betrokkenheid meer is van docenten. Dat geldt niet voor alle oudergroeperingen. De leerkrachten van de Molukse kinderen gaan twee keer per jaar op huisbezoek. Zij worden ook uitgenodigd als de kinderen belijdenis doen.

3.9 Leerstof/leermiddelen

Niet elke ouder weet precies welke leermiddelen op de school van hun kind(eren) worden gebruikt. Maar sommige ouders geven ook aan geen behoefte te hebben aan zeer gedetailleerde informatie over het verloop van de lesdag.

Ouders zijn het er over eens dat leermiddelen actueel moeten zijn, moeten aansluiten bij nieuwe ontwikkelingen (ICT) en ruimte moeten laten voor andere (niet westerse) visies. Aan die eisen voldoen momenteel maar weinig leermiddelen. Met name is er kritiek op de inhoud van geschiedenisboeken. Historisch besef wordt alleen aangebracht vanuit een Westers perspectief. Verschillende ouders geven aan dat geschiedenisboeken in hun ogen onjuiste informatie bevatten. De Kruistochten worden in dit verband meermalen genoemd. 'Gevoelige punten' uit de Nederlandse geschiedenis worden niet, of eenzijdig, belicht.

Molukse ouders:De onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië en de positie van de Molukkers wordt nooit besproken.

Antilliaanse ouder:Over de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen van voormalige slaven lees je nooit iets in geschiedenisboeken.

Vrijwel alle ouders zijn het erover eens dat onderwijs in de eigen taal en cultuur (OETC)een verantwoordelijkheid is van de ouders zelf. Eventueel kan OET(C) of OALT (Onderwijs in Allochtone Levende Talen ) als naschoolse activiteit worden aangeboden. Deze lessen mogen niet ten koste gaan van het reguliere programma. De school is er voor algemene ontwikkeling, gericht op integratie in de Nederlandse samenleving.

Als een ouder zegt dat kinderen tegenwoordig veel minder parate kennis opdoen op school dan vroeger, komen andere ouders daartegen in het geweer. Zij noemen school TV, ICT, computergebruik/- spelletjes en ook mobiele telefonie als waardevolle nieuwe bronnen voor kennisverwerving.

3.10 Rooster/programma

Dit punt is nauwelijks aan de orde geweest. Ouders beschouwen deze zaken als vaststaande gegevens waar ze weinig inbreng in hebben. Enkele ouders zeggen dat ze geïnformeerd willen worden over roosters en met name roosterwijzigingen maar dat speelt meer in de basisvorming en in het vo dan op de basisschool.

3.11 Schooltijd

In die bijeenkomsten waar dit punt is besproken is gekeken naar een mogelijke invulling van een verlengde schooldag. Kaapverdiaanse ouders hebben in hun culturele centrum huiswerkbegeleiding maar ze zouden dit liever aan de scholen overlaten, onder voorbehoud dat het 'wel leuk' moet blijven.Surinaamse ouders vinden dat de schoolleiding meer rekening zou mogen houden met werkende moeders als het gaat om planning. Als het schoolteam overleg heeft dan moeten de kinderen thuis blijven. Zeker voor alleenstaande werkende ouders kan dat grote problemen opleveren. Ouders moeten kunnen meepraten over dergelijke beslissingen.

17

Page 16: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

3.12 Schoolgeld

De belangrijkste vragen over dit onderwerp waren: zijn ouders verplicht om schoolgeld te betalen en waaraan wordt het geld uitgegeven? Ouders zijn niet verplicht schoolgeld te betalen maar ze worden wel stevig onder druk gezet door middel van diverse aanmaningen. De besteding van de gelden zal per school verschillen maar is in principe bedoeld voor extra-curriculaire activiteiten, zoals schoolreisjes, excursies, sportdagen, etcetera. Enkele ouders geven aan dat de manier waarop het schoolgeld wordt geïnd niet getuigt van veel respect voor ouders. Een vriendelijk verzoek tot betaling en een overzichtje van de geplande activiteiten zou beter werken.

Het verkrijgen van informatie over financiële bestedingen gaat niet altijd even soepel zo beschrijft een Turkse ouder. Hij had een verzoek ingediend bij de schoolleiding om een overzicht te krijgen van de besteding van de CUMI gelden - geoormerkte gelden voor het bevorderen van de schoolprestaties van leerlingen die gerekend worden tot culturele minderheden. Hij heeft daar een zware dobber aan gehad. Pas toen hij dreigde zijn kind niet te laten inschrijven volgde er een gesprek.

3.13 Leertijd

Over dit onderwerp is nauwelijks gesproken door de ouders.

3.14 Samenwerking met ouders

Ouders vinden samenwerking met het schoolteam belangrijk. Over de vorm van die samenwerking verschillen de inzichten. Surinaamse en Kaapverdiaanse ouders geven aan dat zij niet dagelijks hun kinderen naar school brengen en ze ophalen. Regelmatig persoonlijk contact tussen ouders en leerkrachten is dus niet mogelijk. Deze ouders zien meer in telefonische of schriftelijke communicatie. Op de school van de Nederlandse ouders worden regelmatig informatieve 'koffieochtenden' gehouden. Ouders worden dan geïnformeerd over zaken als methodekeuze, taalbeleid, etcetera. Behalve dat ouders meer betrokken raken bij de school zijn deze ochtenden ook goed voor het leggen of verstevigen van contacten tussen ouders onderling.

Ouders wensen dat ze tijdig en zakelijk worden geïnformeerd. Tijdig omdat ze dan kunnen ingrijpen als er leerachterstanden dreigen of om escalatie van conflicten te voorkomen. Zakelijk omdat leerkrachten nog wel eens geneigd zijn de waarheid een beetje geweld aan te doen om de leerling te behoeden voor repercussies thuis.

Samenwerking hoeft niet eenzijdig vanuit de school te worden aangekaart. Een Kaapverdiaanse ouder vertelt over haar deelname aan het project "Ouders informeren leerkrachten". Ouders uit vier etnische groeperingen hebben meegedaan aan dit project in Rotterdam. Deze ouders informeerden de leerkrachten over hun eigen onderwijservaring, de verschillen met scholen in Nederland, ideeën over opvoeding, etcetera.

Veel ouders geven te kennen dat ze de tien minuten gesprekjes op de ouderavonden te kort vinden. Ze nemen het op voor andere allochtone ouders die de taal niet zo goed spreken want voor deze ouders speelt de taalbarrière ook nog eens een rol. Vaak gaat dan de leerling, over wiens voortgang wordt gesproken, mee om het gesprek te vertalen. Dat is voor geen van de partijen optimaal. Scholen zouden daar iets creatiever mee om kunnen gaan. Soms worden al OALT leerkrachten of allochtone onderwijsassistenten ingeschakeld om te tolken. Chinese ouders kunnen moeilijk ‘s avonds weg vanwege hun werk in de horeca. Zij stellen een flexibele inroostering voor die gesprekken voor, bijvoorbeeld vanaf 4 uur 's middags.

Ouders uit verschillende groeperingen schetsten situaties waarin niet goed geluisterd wordt naar hun mening. Een voorbeeld: een ouder van een tweeling, waarvan één een blank uiterlijk heeft en het andere kind meer gekleurd is, vertelt dat de leerkracht taalachterstand constateerde bij haar meer gekleurde kind. De moeder is ervan overtuigd dat het geen taalachterstand is maar een houdingskwestie en spreekt de leerkracht daar op aan. Ze vertelt dat haar kind nogal verlegen en teruggetrokken is en zich niet gemakkelijk uit. Pas toen het duidelijk werd dat de kinderen uit hetzelfde gezin kwamen en zelfs een

18

Page 17: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

tweeling vormden, was de leerkracht bereid deze verklaring te accepteren en de juiste stappen te nemen richting het kind.

De Surinaamse ouders geven aan dat de contacten soms moeizaam verlopen. Zij ondervinden weinig begrip van leerkrachten voor éénoudergezinnen. De achtergronden van het matrifocale gezinstype6 is bij veel leerkrachten onbekend.

3.15 Relatie met buurtinstellingen

Momenteel vindt er niet veel uitwisseling plaats tussen buurtinstellingen en scholen. Sommige ouders zouden graag een intensivering van de contacten zien omdat de mogelijkheden en de aanwezige expertise dan beter benut kunnen worden. Er worden verschillende ideeën geopperd voor het bevorderen van nauwere samenwerking: huiswerkbegeleiding, naschoolse opvang, creatieve clubs, dam/schaakclub, computerclub, etc.

3.16 Samenvatting

Het was te verwachten dat de onderwerpen die wat verder van de dagelijkse schoolpraktijk af staan, zoals bestuur, organisatie, roosters, schooltijden en gebouw, door ouders minder relevant worden geacht. De veelvuldige keuze voor het bespreken van pedagogische en didactische aspecten en de kwaliteit van schoolleiding en leerkrachten was derhalve geen verrassing.

Onderwijs kan nog altijd rekenen op waardering en respect, zij het dat enkele ouders erg negatieve ervaringen hebben opgedaan. De ouders delen veel gemeenschappelijke ervaringen en inzichten. Zij streven allen naar goede scholing om de toekomst voor hun kinderen zeker te stellen. De meningen over kwalificaties van de ‘goede leraar’ staan dicht bij elkaar. Taalproblematiek speelt bij de meeste allochtone groeperingen een rol. Opvoedingsstijlen en leerstijlen verschillen enigszins per etnische groep.

Na afloop van de bijeenkomsten gaven ouders veelvuldig aan dat ze het heel bevrijdend hadden gevonden dat ze in groepsverband hun ervaringen hadden kunnen uitwisselen. In diverse groeperingen is gesproken over het organiseren van vervolggesprekken.

6 In dit gezinstype is de vrouw/moeder het gezinshoofd. Ze speelt een centrale en overheersende rol. Woont deze vrouw in het huishouden van haar eigen moeder, dan is de laatste de centrale figuur. De man/vader heeft een marginale positie in het gezin. Bushkens, W. 1973. Het familiesysteem der Volkscreolen van Paramaribo. Leiden.

19

Page 18: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

4 DE UITSPRAKENLIJSTEN

4.1 De procedure

Op elke bijeenkomst werden aan de ouders vier uitsprakenlijstjes voorgelegd. Twee voorafgaand aan het gesprek en twee na afloop van het gesprek. Aan elke uitspraak ging vooraf 'Ik vind het belangrijk dat'. De integrale lijstjes staan hierna vermeld.De uitspaken waren als volgt geclusterd:1 school - ouders2 school - kind3 sfeer - eigenschappen school4 leermiddelen, methodes, werkwijze

De ouders konden de uitspraken waarderen met de cijfers 1, 2, 3, 4, en 5. Elk cijfer mocht slechts éénmaal gebruikt worden. Een score van 1 geeft aan dat die uitspraak het minst belangrijk wordt gevonden en een 5 het meest belangrijk. Voor deze rapportage zijn de uitspraken voorzien van een alfabetische codering (A, B, C, etc.)

Stap 1 Per etnische groep is eerst de totaalscore van elke uitspraak berekend. Voorbeeld: Groep 1 n=8 totaalscore uitspraak A = 27

Stap IIElke totaalscore is gedeeld door het aantal deelnemers (n) van die groep om een gemiddelde score per uitspraak, per groep te verkrijgenTotaalscore uitspraak A : n 27:8= 3.375

Stap IIIOm de komma's te vermijden zijn de scores vermenigvuldigd met 100. Als het eerste cijfer achter de komma een 5 of hoger is, dan wordt het getal afgerond naar boven. Gemiddelde score groep 1 uitspraak A = 338

Op grond van bovenstaande drie stappen is de laagste gemiddelde score per vraag 100, de hoogste score per vraag is 500.

-- - +- + ++100 200 300 400 500

De gemiddelde scores voor de uitsprakenlijsten zijn ingevoerd in schema's.

20

Page 19: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

4.2 Uitsprakenlijst I School/ouders

Tabel 2 Uitsprakenlijst 1 School - ouders

Gemiddelde score per groep SurCreool

Marok Antil/Arub

Moluk Kaap V Chin Turk SurHindoe

Nederl

Ik vind het belangrijk dat:

A de school ouders serieus neemt 380 361 373 475 440 410 429 355 400

B afspraken met ouders worden gemaakt over de verbetering van de prestaties van hun kinderen

410 331 293 375 250 330 329 373 338

C ouders worden gestimuleerd om hun kinderen thuis te ondersteunen bij het leren

400 277 340 275 460 350 314 300 337

D ouders in het schoolbestuur zitten 160 246 187 125 180 140 157 209 113

E leerkrachten en ouders goed communiceren en samenwerken

150 285 307 250 160 270 271 263 313

Verschillen tussen de diverse groeperingen:Uitspraak A: Deze uitspraak is door alle groeperingen hoog gewaardeerd. Vijf groeperingen scoorden 400 of hoger; alle andere groepen boven de 300. Op deze uitspraak scoren de Kaapverdiaanse ouders het hoogst en de Hindoestaanse ouders het laagst.Uitspraak B: Zes keer boven de 300; alleen de Surinaamse ouders scoorden 410. De Kaapverdiaanse en Antilliaanse ouders scoorden beneden de 300. Uitspraak C: Ook hier vijf keer een score van 300 en meer. De Kaapverdiaanse ouders en Surinaamse ouders scoren respectievelijk 460 en 400. De Molukse en Marokkaanse ouders scoren relatief laag met 275 en 277.Uitspraak D: Wordt door alle groeperingen laag gewaardeerd. De Marokkaanse ouders scoren het hoogst met 246 het hoogst en de Nederlandse ouders scoren met 113 het laagst.Uitspraak E: Hier scoren de Nederlandse ouders het hoogst met 313 en de Kaapverdiaanse ouders en Surinaamse ouders het laagst met respectievelijk 160 en 150.

4.3 Uitsprakenlijst 2 School/kind

Tabel 3 Uitsprakenlijst 2 School - kind

Gemiddelde score per groep SurCreool

Marok Antil/Arub

Moluk Kaap V Chin Turk SurHindoe

Nederl

Ik vind het belangrijk dat:

F mijn kind met plezier naar school gaat

360 367 333 413 350 389 257 382 388

G er persoonlijke aandacht is voor de leerlingen op school

340 344 293 275 380 300 286 436 238

H de kinderen zich veilig voelen op school

280 322 320 275 200 244 343 291 213

I er toezicht is op school buiten de lesuren, bijvoorbeeld tijdens de pauzes

130 189 200 125 100 167 200 127 188

J leerlingen op school worden opgevoed tot zelfstandigheid en mondigheid

390 278 353 413 460 400 414 264 475

Verschillen tussen de diverse groeperingen:Uitspraak F: Een hoge score: zeven keer boven de 300. De Molukse ouders scoren hier het hoogst met 413 en de Turkse ouders het laagst met 257.

21

Page 20: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Uitspraak G: Hier schommelt de score rond de 300; vier keer beneden de driehonderd en vier keer driehonderd. Absolute 'topscore' is die van de Hindoestaanse ouders met 436. Nederlandse ouders scoren het laagst met 238.Uitspraak H: Over veiligheid lopen de meningen niet sterk uiteen. De Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse ouders scoren resp. 343, 320, en 322. De Kaapverdiaanse ouders hebben met 200 de laagste score. Uitspraak I: Toezicht buiten schooltijden scoort laag: maximaal 200 bij Turkse en Antilliaanse ouders. Kaapverdiaanse ouders geven slechts een score van 100 te zien.Uitspraak J: Hoewel deze uitspraak in zijn totaliteit het hoogste scoort van dit lijstje zijn er toch opmerkelijke verschillen waar te nemen tussen de groeperingen. Eén keer 400 en vier keer boven de 400; twee keer in de 300 en twee keer onder de 300. Veruit de hoogste scores zijn die van de Nederlandse en Kaapverdiaanse ouders; respectievelijk 475 en 460. De laagste scores zijn van de Hindoestaanse en Marokkaanse ouders, resp. 264 en 278.

4.4 Uitsprakenlijst 3 Sfeer /eigenschappen school

Tabel 3 Sfeer / eigenschappen school

Gemiddelde score per groep SurCreool

Marok Antil/Arub

Moluk Kaap V Chin Turk SurHindoe

Nederl

Ik vind het belangrijk dat:

K er rust en orde zijn in de klas van mijn kind

290 392 280 338 233 400 414 264 375

L het schoolgebouw goed wordt onderhouden

220 346 233 175 267 200 114 218 300

M er gemotiveerde leerkrachten lesgeven

460 208 447 500 500 433 429 464 475

N Leerkrachten uit verschillende culturen les geven op de school van mijn kind

400 277 307 275 300 267 343 309 225

O de school open staat voor activiteiten in de buurt

130 285 240 213 200 200 200 155 125

Verschillen tussen de diverse groeperingen:Uitspraak K: Turkse en Chinese ouders hechten zeer aan rust en orde zo blijkt uit hun hoge score van 414 en 400. Kaapverdiaanse ouders scoren hier het laagst met 233. Uitspraak L: Hoewel de totaalscore erg laag is voor deze uitspraak zijn er toch behoorlijke verschillen te zien. Het hoogste scoren Marokkaanse ouders met 346, gevolgd door Nederlandse ouders met 300. Turkse ouders scoren het laagst met 114. Uitspraak M: Een zeer hoge score. Kaapverdiaanse en Molukse ouders scoren zelfs 500. Andere scores liggen ver boven de 400 met uitzondering van de Marokkaanse ouders, die scoren 208.Uitspraak N: Leerkrachten uit verschillende culturen wordt met name door de Surinaamse ouders als belangrijk ervaren zo blijkt uit de score van 400. Andere groeperingen zitten dichter bij de 300. Met 225 scoren de Nederlandse ouders het laagst.Uitspraak O: Deze uitspraak levert geen uitschieters op. Met 240 en 285 zijn de Antilliaanse en Marokkaanse ouders het meest positief. De Nederlandse en Surinaamse ouders scoren laag met respectievelijk 125 en 130.

4.5 Uitsprakenlijst 4 Leermiddelen, methodes en werkwijze Tabel 5 Uitsprakenlijst 4 Leermiddelen, methodes en werwijze

Gemiddelde score per groep SurCreool

Marok Antil/Arub

Moluk Kaap V Chin Turk SurHindoe

Nederl

Ik vind het belangrijk dat:

P de school de nadruk legt op leerprestaties

180 292 340 250 467 410 314 182 250

Q de school rekening houdt met de culturele achtergronden (opvoeding, taal, religie) van de leerlingen

430 200 353 413 300 320 414 400 400

R De leerling dagelijks huiswerk krijgt 160 383 233 163 333 280 129 272 113

S Leerkrachten hoge verwachtingen hebben van al hun leerlingen

420 350 306 238 167 280 257 209 400

T in leermiddelen aandacht wordt besteed aan verschillende culturen

310 233 267 438 100 210 386 291 338

22

Page 21: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Verschillen tussen de diverse groeperingen:Uitspraak P: Leerprestaties worden door de Kaapverdiaanse ouders en de Chinese ouders hoog gewaardeerd met respectievelijk 467 en 410. Hindoestaanse en Surinaamse ouders geven met 182 en 180 aan dat nadruk op prestaties niet hun eerste belang is.Uitspraak Q: Aandacht voor de culturele achtergrond wordt door de Surinaamse ouders het meest belangrijk geacht, 430, gevolgd door Turkse en Molukse ouders met 414 en 413. Marokkaanse ouders vonden dit minder belangrijk getuige de score van 200.Uitspraak R: Marokkaanse ouders scoren hier het hoogst met 383; de Nederlandse en Turkse ouders het laagst met resp. 113 en 129.Uitspraak S: Het belangrijkste vinden de Surinaamse en Nederlandse ouders deze uitspraak, getuige de score van 420 en 400. De Kaapverdiaanse ouders scoren met 167 het laagste.Uitspraak T: Aandacht voor verschillende culturen in leermiddelen is iets wat vooral de Turkse en Molukse ouders willen zien: de scores zijn respectievelijk 386 en 438. Kaapverdiaanse ouders scoren met 100 het laagst.

23

Page 22: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

4.6 Het totaalbeeld

In het voorgaande deel van dit hoofdstuk zijn alle scores in beeld gebracht. De scores laten duidelijk verschillen zien in waardering tussen de verschillende etnische groepen. De vraag is of er ook ten aanzien van de vragen een trend is aan te wijzen. Welke vragen vinden de ouders het meest belangrijk? Om daar een beeld van te krijgen zijn de gemiddelde scores per vraag gegroepeerd en in een grafiek omgezet. De uitkomsten worden kort toegelicht

Totaalbeeld uitsprakenlijst 1 School - ouders

Op deze eerste uitsprakenlijst geven ouders aan dat ze veel belang hechten aan een positieve benadering vanuit de school. Ouders willen serieus worden genomen. Zij zien voor zichzelf een rol weggelegd in de begeleiding van hun kinderen maar verwachten dat er van de school een stimulerende werking uitgaat. De zorg of interesse van de ouders gaat meer uit naar een positieve benadering van ouders en hun rol bij het begeleiden van hun kinderen dan naar bestuurlijke taken. Goed communiceren en samenwerken met leerkrachten scoort relatief laag.

24

Page 23: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Totaalbeeld uitsprakenlijst 2 School – kind

Opvoeden tot mondigheid en zelfstandigheid staat bovenaan het scorelijstje van de ouders. Het plezier van kinderen in het schoolgebeuren staat ook hoog genoteerd. Veiligheid door toezicht en veilig voelen in school scoren veel minder hoog. Persoonlijke aandacht voor kinderen komt op de derde plaats in dit scorelijstje.

25

Page 24: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Totaalbeeld uitsprakenlijst 3 Sfeer/eigenschappen van de school

De hoogste totaalscore -van alle vier uitsprakenlijstjes - is voor de gemotiveerde leerkracht. Rust en orde in de klas en het belang van leerkrachten uit verschillende culturen komen ongeveer gelijk uit en onderhoud van het gebouw en buurtactiviteiten scoren relatief laag.

26

Page 25: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Totaalbeeld uitsprakenlijst 4 Leermethoden/leermiddelen/werkwijze

In de laatste serie uitspraken zijn geen grote uitschieters te vinden, niet naar boven en niet naar beneden. Dagelijks huiswerk wordt als minst belangrijk gewaardeerd maar komt toch aan een totaalscore boven de 200. Leerprestaties, hoge verwachtingen en aandacht voor verschillende culturen in leermiddelen komen ongeveer gelijk uit. Rekening houden met culturele achtergronden scoort het hoogst.

4.7 Samenvatting

Hoewel het invullen van de uitsprakenlijstjes relatief weinig tijd in beslag heeft genomen, krijgt men toch een beeld van de prioriteiten van ouders. Veel ouders verzuchtten tijdens het invullen van de lijstjes dat de beperking, opgelegd door het eenmalig gebruik van de cijfers 1 t/m 5, de keuzes wel erg moeilijk maakten. Een lage score zegt dus niet per definitie dat ouders dat onderwerp helemaal niet belangrijk vinden.

Het wordt eens te meer duidelijk dat 'de allochtone ouder' slechts een verzamelnaam is voor ouders die er heel verschillende ideeën en wensen op nahouden. De scores van Kaapverdiaanse ouders steken zowel naar boven als naar beneden iets uit. Dat komt wellicht doordat een relatief kleine groep ouders (n=5) heeft deelgenomen aan het gesprek. Bovendien hadden enkele ouders geparticipeerd in het project 'Ouders informeren leerkrachten' hetgeen uiteraard leidt tot diepgaande reflectie op de onderwijspraktijk. De Nederlandse ouders scoren in veel gevallen in de middenmoot. Zij scoorden relatief hoog op hoge verwachtingen van leerkrachten en goede communicatie met leerkrachten en relatief laag op de uitspraak dat het belangrijk is om leerkrachten uit verschillende culturen voor de klas te hebben.

27

Page 26: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

De 'top vijf' kan als volgt worden samengevat: Ouders vinden het belangrijk dat: Gemotiveerde leerkrachten er zorg voor dragen dat leerlingen met plezier naar school gaan en dat ze zich ontwikkelen tot mondige kinderen. Daarbij houdt de leerkracht/schoolorganisatie rekening met de culturele achtergrond van leerlingen. De leerkracht betrekt ouders in dit proces als serieuze gesprekspartners.

Minst belangrijk geachte onderwerpen: Toezicht buiten schooltijd, ouders in schoolbesturen, de relatie met buurtinstellingen, dagelijks huiswerk en onderhoud van het schoolgebouw.Vier van deze onderwerpen hebben niet direct betrekking op de dagelijkse schoolpraktijk. Opmerkelijk is dat ouders kennelijk niet zoveel belang hechten aan een dagelijkse portie huiswerk.

28

Page 27: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

5.1 Inleiding

De aanleiding voor dit onderzoek is gelegen in de toenemende interesse van ouders in goed onderwijs. Vanuit de overheid worden wetswijzigingen voorbereid om de positie van ouders in het onderwijs te versterken. Er zijn vergaande plannen voor een nationaal adviescentrum voor individuele ouders en lerarenopleidingen beraden zich op speciale leerroutes voor achterstandsscholen. In discussies en besluitvorming over onderwijs wordt de stem van allochtone ouders echter nauwelijks gehoord.

De initiator van dit onderzoek is ECHO dat belast is met het bevorderen van de in- door- en uitstroom van allochtonen in het hoger onderwijs. De instroom van allochtone studenten in het hoger onderwijs is direct afhankelijk van de uitstroom van allochtone leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Op haar beurt is het voortgezet onderwijs, dat voorbereidt op hoger en wetenschappelijk onderwijs, weer afhankelijk van de uitstroom uit de basisschool. De ervaring leert dat verhoudingsgewijs veel allochtone leerlingen van de basisschool doorstromen naar het beroepsvoorbereidend onderwijs en niet naar het algemeen vormend onderwijs, het vereiste voortraject voor doorstroom naar hoger of wetenschappelijk onderwijs.

Dus heeft ECHO de koe bij de horens gevat en tal van projecten in samenwerking met Pabo's geïnitieerd rond het primaire onderwijs. Het betreft onder meer een landelijke studiedag voor docenten van Pabo’s7 over bevordering van in- en doorstroom van allochtone studenten, een inventarisatie van beleidsvorming rond intercultureel onderwijs8, ervaringen van schoolleiders in het primair onderwijs met allochtone groepsleerkrachten9 stage ervaringen van allochtone pabo studenten 10, ervaringen van recent afgestudeerde allochtone leerkrachten11 en nu dus ook dit onderzoek naar de mening van ouders over 'goed' onderwijs. De inbreng van allochtone en autochtone ouders zou in dit verband verhelderend kunnen werken zo was de verwachting.

Er is gekozen voor het bevragen van etnisch homogene groepen. Dit was qua organisatie de meest efficiënte methode. De selectie van de ouders is overgelaten aan stafleden van regionale minderhedenorganisaties. Deze minderhedenorganisaties hebben ook de organisatie van de bijeenkomsten op zich genomen, ruimte beschikbaar gesteld en de inwendige mens verzorgd.

5.2 De gesprekken

De algemene teneur van de gesprekken was dat de ondervraagde allochtone ouders het belangrijk vinden dat hun kinderen integreren in de Nederlandse maatschappij, zij het met behoud van eigen culturele waarden en normen. Onderwijs is in het integratieproces cruciaal.

Schoolleiders/leerkrachtenDe ondervraagde allochtone ouders achten het van belang dat schoolleiders en leerkrachten op de hoogte zijn van de culturele normen en waarden die allochtone kinderen van huis uit meekrijgen. Het oproepen van grotere belangstelling voor etnische diversiteit en het verspreiden van kennis over diverse culturen zou op nationaal niveau gestalte kunnen krijgen door bijvoorbeeld landelijke bijscholingsprojecten onder de noemer Intercultureel Onderwijs op te zetten. Deze bijscholing moet gericht zijn op de dagelijkse realiteit van leerlingen in Nederland. Educatieve 'reisjes' naar herkomstlanden leveren volgens een Marokkaanse deelnemer onvoldoende rendement op.

7Vernieuwing (2000). Geen gezeur meer kleur, allochtone studenten op de Pabo (2000). Themanummer van Vernieuwing Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding, jrg. 59, nr. 5 (mei);

F. Hordijk en H. Pot (2000). Koorddansen op de regenboog. Ervaringen met versneld opleiden van allochtone studenten op twee Pabo’s. Utrecht:ECHO;

Special Didactief & School (2001). Meer kleur op school. Jrg. 31, nr. 6/juni.8 J. Mars (2002). Een onbetreden gebied. Allochtonen als Pabo-student en als groepsleerkracht. Utrecht: ECHO9 K. Autar & H. Moeniralam (2002). Ze maken de school herkenbaar Schoolleiders in het primair onderwijs over allochtone

groepsleerkrachten. Utrecht: ECHO10 K. Autar & H. Homan (2002).'Dan wil ik het graag horen'. Een onderzoek naar stage ervaringen van allochtone pabo studenten. Utrecht:

ECHO11 K. Autar, H. Moeniralam en H. Van der Veen (2002). Een gekleurd begin Samenvatting van een onderzoek naar allochtone

groepsleerkrachten in het basisonderwijs). Utrecht: ECHO

29

Page 28: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Marokkaanse deelnemerZe kunnen dan meepraten over koekjes en kamelen maar daar schieten leerlingen in Nederland weinig mee op.

Belangstelling en culturele empathie kunnen echter ook heel effectief tot uiting komen in kleine zaken zo bleek uit de gesprekken: een pot koffie voor ouders die hun kinderen naar school brengen, aandacht voor etnische/culturele diversiteit in de 'aankleding' van het gebouw; een leerkracht die een paar woordjes leert in de taal van de allochtone leerling, etcetera. Overdracht van culturele en religieuze waarden beschouwen de ondervraagde allochtone ouders als een taak die voornamelijk in familieverband moet worden vervuld.

Toekomstige leerkrachtenOm Pabo studenten beter voor te bereiden op de multiculturele leerlingenpopulatie stellen allochtone ouders voor om kennis van verschillende culturen als apart vak te geven op de Pabo en om intercultureel onderwijs, waaronder ook interculturele didactiek, te integreren in alle vakken.

Op dit gebied zijn al ontwikkelingen in gang gezet zo blijkt uit de publicatie van 'Aan de slag met onderwijskansen' van OCenW uit 2000:

*De pabo's zetten een initiële en een post initiële opleiding op voor leerkrachten die op onderwijskansenscholen (willen) werken* De pabo- differentiatie 'lesgeven op achterstandsscholen' krijgt een duaal karakter. De school wordt dan een belangrijke opleidingsplaats voor leraren.(pag. 33)

Deze trajecten zijn dit jaar gestart. Veel aandacht zal worden besteed aan taal, rekenen, sociale competenties, leren leren, mentoring en taalverwerving door kinderen die Nederlands als tweede taal leren (NT2).

Communicatie met allochtone oudersUit de gesprekken blijkt dat door miscommunicatie verhoudingen snel worden verstoord. Gebrekkige voorlichting, onvolledige informatie vanuit school, (te) lage verwachtingen van leerkrachten, onbekendheid met elkaars omgangsvormen, zijn de meest genoemde redenen waardoor de relatie tussen scholen en ouders wordt verstoord. Het hoeft geen betoog dat een verstoorde relatie zijn weerslag heeft op het welbevinden van de leerling.

Gebrekkige voorlichtingVeel ouders hebben de ervaring dat 'vrije schoolkeuze' meer een abstractie is dan realiteit. Pogingen om hun kinderen op een andere school te plaatsen - waar het percentage allochtone leerlingen lager lag - liepen op niets uit omdat plaatsing onlosmakelijk verbonden was aan de postcode.

Er is inmiddels een aantal gemeenten die ouders adviseren bij de keuze van een basisschool die het beste past bij het kind. Onderliggende doelstelling is om kinderen van verschillende achtergronden over de scholen te spreiden.

Andere 'goede voornemens' van de overheid ter verbetering van de informatie zijn:- de Inspectie maakt rapportages over scholen, speciaal voor ouders- er komt een kwaliteitssite voor ouders met relevante informatie over scholen- er komt een landelijk adviescentrum voor individuele ouders.

Er is dus wel informatie beschikbaar en er worden tal van initiatieven ontwikkeld maar de vraag is of die informatie ook gemakkelijk toegankelijk is voor allochtone ouders. Rapporten van de Inspectie mogen dan voor ouders toegankelijk worden gemaakt maar hoe is de verspreiding van die informatie geregeld? Worden wellicht net als bij veel gemeentelijke publicaties ook samenvattingen in allochtone levende talen gemaakt? Een kwaliteitssite veronderstelt bekendheid met de computer. Is er onderzoek gedaan naar het computergebruik onder allochtone ouders? Het landelijke informatiepunt is inmiddels in bedrijf. Turkse en Marokkaanse ouders worden, indien gewenst, in hun eigen taal te woord gestaan.

30

Page 29: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Communicatie Het project 'Ouders informeren leerkrachten' verdient navolging. Eigenlijk zou elke school met allochtone leerlingen ouders moeten benaderen om eens iets meer over die culturen te vertellen aan het docententeam en eventueel aan andere ouders.

De communicatie tussen leerkrachten en ouders verloopt het beste als leerkrachten ook op huisbezoek gaan. De leerkrachten hebben dan de mogelijkheid om kennis te maken met de familie en om de leefomstandigheden te observeren. Op die manier kan er een vertrouwensbasis ontstaan. De tien-minuten-gesprekjes op school zijn daarvoor te kort en te eenzijdig. Echter, lang niet op elke school gaan leerkrachten op huisbezoek.

Een minder goede taalbeheersing van allochtone ouders kan de communicatie ernstig belemmeren maar ook op dit front zijn al tal van ontwikkelingen gaande. Op verschillende scholen zijn of worden taalprogramma's ontwikkeld voor ouders. Ook het aantrekken van allochtone contactouders lijkt goed te werken.Omgekeerd vragen ouders aan de leerkrachten om eens een paar woordjes in de moedertaal van hun leerlingen te verwerven. Daartoe zou men gebruik kunnen maken van de zogenaamde ‘Survival list' 12. Deze lijst is opgesteld door een internationaal samengesteld groep jongeren en is in de loop der jaren verfijnd. Met kennis van deze woorden zou een begin kunnen worden gemaakt met het communiceren in een onbekende taal.

Op de Pabo's - en in de nascholing- zou meer aandacht moeten worden besteed aan effectieve communicatie met ouders, c.q. allochtone ouders. Voor diverse lerarenopleidingen is reeds trainingsmateriaal ontwikkeld voor verbetering van de communicatie met allochtone ouders13. Dat houdt echter niet automatisch in dat de studenten ook de vaardigheid hebben ontwikkeld om het geleerde te kunnen toepassen in de praktijk. Training en reflectie zijn in dit proces onontbeerlijk.

VerwachtingenDe ondervraagde allochtone ouders hebben zorg over het lage verwachtingspatroon dat veel leerkrachten hebben van allochtone leerlingen. Dat komt volgens de ouders tot uiting in lagere schooladviezen voor het vervolgonderwijs en een snellere doorverwijzing naar het speciaal onderwijs. Ouders klagen dat leerkrachten bij voorbaat uitgaan van taalachterstand bij allochtone kinderen.

Een dergelijke houding van leerkrachten wekt wrevel bij ouders die ervan overtuigd zijn dat hun kinderen geen achterstand hebben in taalverwerving. Echter in het Onderwijsverslag van de Inspectie van 2000 wordt nog eens benadrukt dat de taalachterstand van Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse leerlingen in het basisonderwijs ongeveer 2 jaar bedraagt. Deze achterstand wordt verhoudingsgewijs sneller ingelopen op scholen waar allochtone leerlingen getalsmatig een minderheid vormen. De inspectie stelt in dit verband ten aanzien van het didactisch handelen van de leraren voor:

Dit [het didactisch handelen] zou voor zwakke allochtone leerlingen sterker gestructureerd, meer directief en meer afgestemd op hun specifieke problemen moeten zijn.(Onderwijsverslag 2000)

Uit de gesprekken kwam ook al naar voren dat sommige ouders een iets 'strakkere' aanpak prefereren. Recent onderzoek van het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) wijst ook uit dat leerkrachtgericht onderwijs beter aansluit bij de wensen van allochtone ouders dan leerlinggericht onderwijs.14Leerkrachtgericht onderwijs staat een aanpak voor die de leerstof en resultaten centraal stelt. Deze benadering staat haaks op het leerlinggerichte onderwijs waar de aandacht in eerste instantie gericht is op het volgen van het spontane ontwikkelingsproces van de leerling.In een meer leerstofgerichte aanpak zouden ouders een belangrijke, stimulerende rol op zich kunnen nemen, zij het dat veel ouders laag scoorden op het punt van 'elke dag huiswerk mee'. Ouders willen hun kinderen graag helpen maar ze moeten een beetje op weg worden geholpen met de aanpak van de leerstof en methodes. Als er ouders zijn die zelf weinig scholing hebben gehad dan zijn er vaak wel familieleden die bereid zijn te assisteren. Een informatieve handreiking vanuit de school in dezen wordt zeer op prijs gesteld.

12 De survival list is ontleend aan de publicatie Die Kunst zu Überleben - SURVIVAL van R. Nehberg (1981). Hamburg: Ernstkabelverlaak,.13 K. Autar & E. Dumasy (2001). Voorbeelden van communicatie met allochtone ouders. Utrecht: ECHO.14 P. Tesser & J. Iedema (2001). Rapportage Minderheden 2001. Vorderingen op school. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

31

Page 30: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Tenslotte Aandachtspunten die de randvoorwaarden voor het onderwijs betreffen zoals onderhoud en aankleding van het gebouw, veiligheid buiten schooltijd, en extra lessen in het kader van OALT zijn door de ouders niet uitvoerig besproken. Wel is het merendeel van de ouders van mening dat onderwijs in de eigen taal en/of cultuur een onderdeel van de opvoeding is die ze zelf voor hun rekening dienen te nemen. Schoolorganisatie, zitting nemen in de medezeggenschapsraad en/of ouderraden is ook niet een prioriteit voor ouders. Dat betekent niet automatisch dat ouders deze en voorgaande punten niet belangrijk vinden maar binnen de beperkte tijdsduur van de bijeenkomsten was het ook niet mogelijk alle punten te bespreken. Willen allochtone ouders invloed uitoefenen op de ontwikkelingen en beleid binnen school dan zijn dat echter wel de geëigende wegen.

5.3 De vragenlijstjes

De uitkomst van de vragenlijstjes geeft duidelijk aan dat wensen van allochtone ouders zeer divers zijn en dat er per gespreksgroep ook accentverschillen te zien zijn. Hier wordt alleen ingegaan op de punten die ouders het meest belangrijk achten:

Gemotiveerde leerkrachtenHet is opmerkelijk dat de allochtone ouders aangeven dat zij gemotiveerde leerkrachten een eerste vereiste vinden voor goed onderwijs. De lerarenopleidingen en schooldirecties kunnen zich dus gesteund weten door ouders in hun taak om goede gemotiveerde leerkrachten voor de klas te houden of te krijgen.Onderzoek naar mogelijke oorzaken van burn out bij leerkrachten heeft uitgewezen dat tijdsdruk, overbelasting en problemen met leerlingen hoog scoren.De Pabo's kunnen leerkrachten en studenten hiertegen wapenen door meer aandacht te schenken aan time management, het managen van de klas, conflictbeheersing, etcetera.Een prima hulpmiddel in dit proces is het bijhouden van een dagboekje waarin de succes- en faalfactoren worden genoteerd en waarin wordt bijgehouden hoeveel tijd is geïnvesteerd.

Serieus nemenOuders wensen serieus te worden genomen. Zij zijn de ervaringsdeskundigen bij uitstek als het gaat om de kinderen. Gezondheid, karaktertrekjes en leefomstandigheden zijn factoren die deel uit maken van hun expertise. Goed overleg tussen leerkracht en ouder komt de leerling ten goede. In 5.2 is dit onderwerp al uitvoerig aan de orde geweest en het wordt daarom hier niet verder besproken.

PlezierHet is zeer geruststellend te vernemen dat op een enkele uitzondering na de kinderen van de ondervraagde ouders met plezier naar school gaan en dat ouders dat ook erg belangrijk vinden. Deze bevindingen komen overeen met de mening van de Inspectie over het primair onderwijs:

Sterk ontwikkelde kenmerken zijn nog altijd de leertijd van de leerlingen, het veilige en ondersteunende pedagogisch klimaat, de structuur en organisatie van de lessen en de manier waarop leerkrachten hun leerlingen bij het onderwijs betrekken. (Onderwijsverslag 2000)

MondigheidMondigheid van leerlingen kan alleen worden opgebouwd in een veilige omgeving. Veilig in fysiek en emotioneel opzicht. Ouders geven aan dat zij over het algemeen tevreden zijn met de huidige stand van zaken, zij het dat bijvoorbeeld de Hindoestaanse ouders vinden dat mondigheid wel snel dreigt te ontaarden in gebrek aan respect. Zij verwachten dan ook dat leerkrachten dat respect opeisen.

5.4 Aanbevelingen

Ouders

32

Page 31: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

1 Veel ouders klagen over gebrekkige voorlichting. Uit de gesprekken bleek echter dat veel allochtone ouders de schoolgids niet uitvoerig bestuderen. Het bespreken van de gids in de vorm van een voorlichtingsavond zou al veel duidelijkheid kunnen verschaffen. Daarnaast zijn er tal van informatieve publicaties op de markt die niet voor iedereen even gemakkelijk te vinden zijn. Ouders zouden de hulp kunnen inroepen van de Medezeggenschapsraad, Ouderraad of schoolleiders voor het verkrijgen van dergelijke informatie. Denk hierbij aan publicaties van het Ministerie van OCenW en de Inspectie. Neem deel aan voorlichtingsprogramma's of bijeenkomsten die bedoeld zijn voor ouders en bespreek met de leerkracht hoe u bij kunt dragen aan het schoolsucces van uw kind.

2 Voor ouders die weinig Nederlands spreken is het advies: neem deel aan taalprogramma's als die worden aangeboden. Bespreek de mogelijkheid om samen met andere ouders iets meer over uw eigen cultuur te vertellen aan het schoolteam. Voorlichting kan ook van twee kanten komen. Onderzoek de mogelijkheid om via de ouderraad of medezeggenschapsraad de school een intercultureler karakter te geven, zowel in aankleding als in themabijeenkomsten, feesten, didactiek en uitstapjes.

Scholen

4 Onderzoek of de schoolgids toegankelijk is voor alle ouders. Neem informatie op over bestuurders en in die gevallen waarin dit onderwerp nog niet is opgenomen in de gids: leg uit waarom schoolgeld wordt geheven en hoe het geld wordt besteed.

5 Focus in het personeelsbeleid ook - of nog meer - op het aantrekken van allochtone groepsleerkrachten en/of allochtone onderwijsassistenten.

6 Probeer een uitnodigende atmosfeer te creëren zodat ouders niet worden afgeschrikt als ze contact zoeken. Dat kan onder andere door:- aandacht te besteden aan interculturele communicatie; bespreek de valkuilen die kunnen ontstaan door begripsverwarring met het schoolteam- door er voor te zorgen dat de aankleding van het gebouw een reflectie is van verschillende culturen- door een kleine woordenschat te verwerven in allochtone levende talen.

7 Informeer ouders zoveel mogelijk over de in gebruik zijnde leermiddelen en methodes en zorg er voor dat leermiddelen aansluiten bij de huidige culturele diversiteit.

8 Informeer ouders goed en regelmatig over de feitelijke stand van zaken met betrekking tot de leerprestaties van hun kinderen. Ouders klagen dat er in eerste instantie een te rooskleurig beeld wordt geschetst. Doorverwijzing naar het so of naar een vmbo komt dan als een schok. Informeer in voorkomende gevallen de ouders over de consequenties van doorverwijzing naar het so. Zorg voor een bewustwordingsproces in het schoolteam, wat is hun perceptie van een 'goede' of 'slechte' allochtone leerling.

9 Maak duidelijk op welke wijze aandacht wordt besteed aan het tegengaan van etnische segregatie op school. Als er nog geen beleid is ontwikkeld op dit gebied overweeg ook de invoering van een antidiscriminatie code.

10 Zoek samenwerking met zelforganisaties op lokaal of regionaal niveau. Zij kunnen een belangrijke schakel zijn tussen ouders en school en zijn voor de allochtone ouders herkenbaar.

11 Kijk kritisch naar de opkomst van allochtone ouders op voorlichtingsavonden en oudergesprekken. Wanneer de opkomst laag is, is het de moeite waard te analyseren hoe dit komt en eventueel te kiezen voor een andere aanpak.

Initiële opleiding Pabo's

12 Het benutten van culturele diversiteit in de school heeft een kenniscomponent. Pabo's zouden studenten moeten leren te analyseren welke kennis ze nodig hebben en hoe ze die kennis kunnen verwerven. Studenten moeten getraind worden hierin selectief te zijn. Kennis hoeft niet altijd eenzijdig uit boeken te komen. De informatie wordt waar mogelijk ondersteund met excursies naar multiculturele regio's.

33

Page 32: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

13 Het benutten van culturele diversiteit heeft daarnaast een vaardigheids- en houdingscomponent die samenkomen in het verwerven van interculturele communicatieve vaardigheden. Deze vaardigheden kunnen verworven worden door intensieve training van de studenten. Betrek ook ouders uit verschillende etnische groeperingen en zelforganisaties bij dit proces.

14 Aandacht voor diversiteit komt tot uiting in de didactische aanpak en in het gebruik van leermiddelen. De studenten moeten leren om zowel leerkracht - als leerling-gericht te werken. De leermiddelen bevatten in het meest ideale geval geen eenzijdige informatie en/of discriminerende teksten en afbeeldingen. In de praktijk blijkt dit nog niet gerealiseerd te zijn. Het is daarom van belang studenten te trainen in het herkennen van monoculturele benaderingen in leermiddelen en didactiek en deze voor de eigen groep te kunnen aanpassen.

Nascholing Pabo's

15 In principe komen de aanbevelingen voor de initiële opleiding overeen met die voor nascholing alleen zullen de accenten anders liggen. In de nascholing kan de onderwijspraktijk als uitgangspunt dienen terwijl in de initiële opleiding nog veel algemene kennis en vaardigheden moeten worden bijgebracht. De effectiviteit van de nascholing zal groter zijn als initiële opleidingen gaan samenwerken met basisscholen.

34

Page 33: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bibliografie

Autar, K. & Moeniralam, H. (2002). De leerlingen zijn blij met mij. Ervaringen van allochtone groepsleerkrachten in het primair onderwijs. Utrecht: ECHO.

Autar, K. & Moeniralam, H. (2002). Ze maken de school herkenbaar Schoolleiders in het primair onderwijs over allochtone groepsleerkrachten. Utrecht: ECHO.

Autar, K., Moeniralam, H & van der Veen, H. (2002). Een gekleurd begin Samenvatting van een onderzoek naar allochtone groepsleerkrachten in het basisonderwijs. Utrecht: ECHO

Autar, K. & Dumasy, E. (2001). Voorbeelden van communicatie met allochtone ouders. Utrecht: ECHO.

Autar, K. & Homan, H. (2002). Dan wil ik het graag horen. Een onderzoek naar stage ervaringen van allochtone pabo studenten). Utrecht: ECHO

Bushkens, W. (1973). Het familiesysteem der Volkscreolen van Paramaribo. Leiden.

Hordijk, F. & Pot, H. (2000). Koorddansen op de regenboog. Ervaringen met versneld opleiden van allochtone studenten op twee Pabo’s. Utrecht:ECHO;

Inspectie van het Onderwijs (2000) Onderwijstijd, resultaten en ouderbijdrage in de schoolgids. Utrecht: Inspectie.

Mars, J. (2001). Leren en niet Vergeten. Ongevraagd advies van minderhedenorganisaties over de nota ’Aan de slag met onderwijskansen’. Utrecht: ECHO

Mars. J. (2002). Een onbetreden gebied Allochtonen als pabo student en als groepsleerkracht.Utrecht: ECHO.

Ministerie van OCenW. (2000). De basisschool gids voor ouders en verzorgers 2000 - 2001. (2000) Zoetermeer: Ministerie van OCenW.

Ministerie van OCenW (2000). Aan de slag met onderwijskansen. Gerichte aanpak van onderwijsachterstanden.Zoetermeer: Ministerie van OCenW.

Nehberg R. (1981). Die Kunst zu Überleben - SURVIVAL. Hamburg: Ernstkabelverlaak.

Special Didactief & School (2001). Meer kleur op school.Jrg. 31, nr. 6/juni.

Tesser, P. & Idema, J. (2001). Rapportage Minderheden 2001. Vorderingen op school. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Themanummer Geen gezeur meer kleur, allochtone studenten op de Pabo (2000). Vernieuwing Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding, jrg. 59, nr. 5 (mei).

Theunissen, J. & Visser, J. (1999). Ouders? Praat me er niet van. Onderzoeksrapport. Den Bosch: KPC Groep.

35

Page 34: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijlage 1

Deelnemende organisaties

Antilliaanse ouders:Stichting ForsaJacobijnerstraat 3GroningenContactpersoon mevrouw M. Wallee

Chinese ouders:Chinees Cultureel CentrumGraaf Florisstraat 45RotterdamContactpersoon mevrouw L. Chui

Hindoestaanse oudersStichting HCC VikaashKormelinkweg 1Amsterdam ZOContactpersoon de heer R. Bissesar

Kaapverdiaanse ouders:Stichting AVANCORobert Fruinstraat 26-32RotterdamContactpersoon mevrouw E. Reekers

Marokkaanse ouders:Multicultureel Instituut UtrechtBemuurde Weert Westzijde 4UtrechtContactpersoon: de heer R. Adriaansen

Molukse oudersOrganisatie Stichting Batu TjapeuColumbusstraat 76BarneveldContactpersoon: Mevrouw S. Sutela

Nederlandse ouders:Christelijke basisschool de LoopplankKlipperstraat 2ZaandamContactpersoon mevrouw A. Joachim-Ruis

Surinaamse oudersStichting KrosbeGraaf Florisstraat 41RotterdamContactpersoon mevrouw J. Parker

Turkse oudersOrganisatie PaletNoordstraat 80TilburgContactpersoon mevrouw C. Eijsenring

36

Page 35: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijlage 2 Introductiebrief ouders

Aan geadresseerde

Utrecht, 25 januari 2001

Betreft: onderzoek naar de visie van ouders op goed onderwijs

Geachte ouder,

De multiculturele samenleving stelt het onderwijs in Nederland voor nieuwe opgaven en uitdagingen. Richtlijnen voor de inrichting van het onderwijs worden tot op heden voornamelijk door de overheid opgesteld. Daarbij wordt te weinig rekening gehouden met verwachtingen en wensen van ouders terwijl zij groot belang hebben bij goed onderwijs voor hun kinderen. Door de grote toename van allochtone kinderen in het onderwijs zullen ook de wensen en verwachtingen van allochtone ouders de komende jaren belangrijker worden. Daarom laat het Expertise Centrum Allochtonen Hoger Onderwijs (ECHO) onderzoek doen naar de visie van zowel autochtone als allochtone ouders. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Autar Consultancy in Oegstgeest.

Het onderzoek beoogt twee zaken:- beter afstemmen van de beroepsprofielen van toekomstige leraren basisonderwijs op de

multiculturele samenleving en- bevorderen van intercultureel onderwijs op de lerarenopleidingen basisonderwijs

Voor het onderzoek worden allochtone en autochtone ouders benaderd die kinderen op een basisschool hebben of hebben gehad. In dit onderzoek wordt onder allochtone ouders verstaan ouders die zich rekenen tot de volgende etnische groepen: Antillianen/Arubanen, Chinezen, Vietnamezen, Ghanezen, Kaapverdianen, Marokkanen, Molukkers, Surinamers en Turken.

De volgende vragen staan centraal in het onderzoek:- Wat verstaan ouders onder goed onderwijs? (denk aan bestuur, gebouw, schoolorganisatie,

pedagogisch klimaat, didactische aanpak, kwaliteit schoolleiding en leerkrachten, leerstof, programma, schooltijd, relatie ouders, leertijd, relatie buurtinstellingen)

- Vinden zij dat de schoolorganisatie en de leerkrachten van de school van hun kinderen voldoen aan hun mening hierover?

- Aan welke eisen moet volgens de ouders "een goede leerkracht" voldoen?- Vinden zij dat het onderwijs (school en leerkrachten) rekening houdt met de multiculturele

samenleving (diversiteit in culturen en levensbeschouwingen)?- Hebben ouders suggesties voor het invoeren/uitbreiden van intercultureel onderwijs?

Het verzamelen van de informatie vindt plaats via groepsgesprekken.Voor de selectie van allochtone ouders is samenwerking met minderhedenorganisaties gezocht. Deze organisaties hebben de namen en adressen van de doelgroep beschikbaar gesteld. De groep autochtone ouders is samengesteld met hulp van een gemeentelijke afdeling onderwijs.

De groepsgesprekken vinden plaats in vier regio's. In totaal zijn er 10 groepsgesprekken gepland. Autar Consultancy zal de gesprekken leiden en de rapportage verzorgen.De verzamelde gegevens zullen uitmonden in een rapport dat naar verwachting in juni 2001 wordt opgeleverd. De resultaten van het onderzoek worden mogelijk nabesproken op een bijeenkomst.

Op grond van de uitkomsten van het onderzoek worden aanbevelingen opgesteld voor het Ministerie van OCenW, lerarenopleidingen, schoolorganisaties, etcetera.We zouden het bijzonder waarderen als U deze kans aangrijpt om uw visie op goed onderwijs voor Uw kind(eren) met anderen te delen. Graag nodigen we U dan ook uit voor een groepsgesprek op …. in…aan…

Voor nadere informatie kunt zich wenden tot…

Met vriendelijke groet,

37

Page 36: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijlage 3 Verslagen van de gesprekken met ouders

Bijeenkomst 1Gesprek met Surinaamse/Creoolse ouders

Negatieve aspecten van de relatie school-ouders.Ouder: Maar twee keer per jaar contact tussen ouder en leraar is te weinig.Ouder: De doorsnee Nederlandse leraar vindt een 6 of 7 goed voor een allochtone leerling. Ze hebben te lage verwachtingen van deze leerlingen, er is sprake van onderwaardering van hun prestaties.Algemeen: Het is heel moeilijk een scheidslijn aan te brengen tussen ouder en professie. Ouder: Onderzoek hoe het komt dat zoveel allochtone kinderen in het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs terechtkomen. Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Deze oververtegenwoordiging komt mede door de wijze van testen en door een laag verwachtingspatroon van leerkrachten.Een ouder signaleert het onvermogen van zittende leerkrachten om vanuit een ander etnisch-cultureel perspectief te kijken en te denken; dat heeft zijn weerslag op de omgang met de kinderen zowel op het didactisch als pedagogisch handelen.

Onderzoeker: Ik wil graag wat concretere antwoorden.Ouder: Als je praat over een ander etnisch-cultureel perspectief dan heb je het bijvoorbeeld over de didactische aanpak. Allochtone kinderen ontwikkelen andersoortige leerstrategieën. Als je als leerkracht die omslag niet kunt maken dan zit je fout.

Ouder: Het schoolgebouw is koud, chaotisch en vies.Ouder:‘Zwarte scholen’ krijgen vaak de kneuzen onder de leerkrachten of Surinaamse leerkrachten die de boel even in goede banen moeten leiden. Mijn ervaring is dat je als Surinaamse leerkracht heel vaak de moeilijkste groepen krijgt.Ouder: Als die Surinaamse leerkrachten vervolgens die moeilijke groepen niet de baas kunnen, zijn zij dus per definitie slechte leerkrachten. Surinaamse leerkrachten moeten harder werken om zich waar te maken.Ouder: Scholen willen niet, of zijn niet in staat om iemand aan te trekken voor communicatie/samenwerking met (allochtone) ouders. Ouder: In de schoolorganisatie vind je geen enkele allochtone leerkracht en ook niet bij de maatschappelijk werkers, en/of het onderwijsondersteunend personeel. Ouder: De enkele allochtoon die wordt aangesteld is meer een token.Ouder: Ik zou graag meer overleg willen met andere ouders. Veel Caribische en Creoolse moeders werken, dus waarom worden de schooltijden niet aangepast aan de opvang? Er zijn heel weinig scholen in Rotterdam met een doorlopend rooster. Onderzoeker: Men zou dus in overleg met ouders de schooltijden moeten aanpassen. De wet hoeft daarvoor niet te worden aangepast. Scholen moeten 1000 uur effectief invullen.Ouder: Hoe zit het met de kwaliteit van de schoolleiding? Je ziet nooit een allochtone schoolleider; ze weet van één geval maar toen is de allochtone schoolleider weggepest. De kinderen hebben niemand binnen de school aan wie ze zich kunnen spiegelen.Ouder: In Rotterdam zijn geen allochtone schoolleiders, alleen bij het Hindoeïstisch onderwijs, daar is de schoolleider een Surinaamse Hindoestaan.

Positieve zaken:

Ouder: Er is een steeds betere afstemming van leermiddelen op allochtone leerlingen. Maar dat wordt ook ingegeven door de financiën, de drukkerijen worden er alleen maar beter van. Ouder: Dat is waar maar rol en positie van donkere personen in deze leermiddelen zijn vaak inferieur.Ouder: De methode ‘Laat wat van je horen’ is beter. Vooral de laatste jaren is er meer aandacht voor dit onderwerp.Onderzoeker: Er is de laatste jaren veel actie gevoerd door onder andere Parelvoor betere interculturele leermiddelen.Ouder: Ouders komen steeds vaker op voor hun rechten; ze worden mondiger.Onderzoeker: Zie je dat als positief, ook vanuit je functie als leerkracht?

38

Page 37: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Ouder: Ik heb het als ouder heel belangrijk gevonden dat mijn kinderen konden genieten van een Surinaamse leerkracht in de school. Toen mijn dochter werd geboren kon ik niet bevroeden dat er 10 jaar later zo’n aanwezigheid van Surinaamse leerkrachten zou zijn. Dat is een positieve ontwikkeling.Ouder: Die ontwikkeling is niet zo positief, het is de marktwerking, er zijn gewoon te weinig andere leerkrachten.Onderzoeker: Toen ik eind jaren 80 met de opleidingen ISO en ISAL begon was het nog erg moeilijk, nu staan schoolbesturen, ministeries, en arbeidsvoorziening positiever ten opzichte van allochtonen, maar een etnisch-cultureel personeelsbeleid zou nog steeds meer gestimuleerd moeten worden. Ouder: Allochtone leerlingen worden ook steeds mondiger; vroeger werden ze een beetje onderdanig opgevoed maar de volgende generatie is mondiger, assertiever.Ouder: Dat heeft ook wel weer zijn neerslag thuis; mondigheid wordt thuis niet altijd gewaardeerd.Ouder: Mondige Surinaamse kinderen worden niet altijd gewaardeerd op school, ze worden vaak als brutaal gezien. De school stimuleert mondigheid en zelfstandigheid maar bepaalt ook grenzen. Het gaat om tolerantie, van de ene leerling wordt het wel gepikt, van een andere niet.Ouder: Het woord gedragsproblematiek wordt opgehangen aan het individuele kind; het is de leraar die bepaalt welk gedrag wordt getolereerd; er wordt daarbij anders gekeken naar een allochtoon kind dat mondiger wordt.Ouder: Het past niet in de rol die het kind altijd al vervuld heeft. Ligt daarin niet een taak voor ouders om kinderen daarin te begeleiden? ‘Luister, je bent wel assertief geworden maar hou er rekening mee dat je dan niet echt gewenst bent’. De vertaalslag moet gemaakt worden zodat het kind zelf weet ik ben wel assertief maar ik pas wel op mijn tellen.Onderzoeker: Moet het streven naar mondigheid meer worden afgestemd op de thuiscultuur?Ouders: Ja, dat moet je zoveel mogelijk afstemmen.Ouder: Samenwerking betekent nu meestal dat ouders zich moeten richten naar de eisen van school. Er wordt weinig rekening gehouden met de wensen van ouders. De school moet zich ook wel openstellen voor ouders. Meer ouders in school betekent niet automatisch meer inspraak voor ouders.Onderzoeker: Is de benadering teveel top-down? Scholen moeten meer op gelijkwaardig niveau communiceren want ouders zijn ook deskundigen. Ouder: Wat ga je zeggen tegen je kind? Hoe moet je je gedragen? Op een gegeven moment wordt het toch weer ’niets zeggen’. Hou er rekening mee dat het niet ten koste gaat van je cijfer.Ouder: Ik vind een negatief punt dat kinderen doodgaan van binnen. In het basisonderwijs wordt gemeten met twee maten. Vaak zijn het basale dingen, jonge kinderen ondervinden het wel maar kunnen niet verwoorden wat hen dwarszit. Het kind trekt zich in zichzelf terug of gaat dan vaak 'acting out' gedrag vertonen want het wil ook iemand zijn. Het 'zijn' van het kind wordt niet voldoende opgepakt.Onderzoeker: Zeg je dat de school te weinig kindgericht is?Ouder: Het zijn subtiele zaken. Ouder: Ik kan dat onderschijven; we hebben in veel witte organisaties gedraaid, in groepjes en in werkgroepen. Daar is geen gelijkwaardigheid, je moet soms met de vuist op tafel slaan om aandacht te krijgen. Je bent volwassen, je kunt dingen verwoorden en relativeren en het gebeurt toch. Het is een mechanisme waar mensen zich vaak niet van bewust zijn maar het is er wel. Het gaat om ‘wij tegen zij’.Ouder: Het gaat om het superioriteitsgevoel van de witten; daar krijgen kinderen al in de kleuterschool mee te maken. Ze zien en voelen heel veel, ook vanuit non-verbale informatie. Ze ervaren dat er twee types burgers zijn in Nederland:’Wat ik doe of zeg doet er minder toe dan wat een ander zegt of doet’.Ouder: Ik heb jaren in Suriname gewerkt. Daar had ik groepen van 30 tot 35 kinderen. Als 3 of 4 kinderen het niet goed deden was dat je eer te na, die wilde je er ook bij halen. Het gros draaide mee, had een normale intelligentie. Nu zie je hele volksstammen verdwijnen naar het so alsof hun hersencellen zijn weggevloeid. Zijn allochtone kinderen nu per definitie dommer? Nee, maar wat is er dan aan de hand? We zien nu een verschuiving van een witte school naar een school met veel allochtone kinderen. De toevloed naar het speciaal onderwijs heeft te maken met het superioriteitsgevoel van de witten ten opzichte van de bruinen en een laag verwachtingspatroon van leerkrachten (waarom zou ik mijn best doen, het worden toch allemaal schoonmakers).

Autochtone leerkrachten voelen zich vaak bedreigd en doen afstandelijk als blijkt dat jij, de allochtone leerkracht, ook deskundig bent. Die houding wordt overgebracht op de kinderen.Ouder: Ik herken niet zoveel in de genoemde punten. Komt een en ander niet ook door de thuissituatie? Voelen de ouders zelf zich misschien ondergeschoven?Ouder: Ik kom uit een gezin van twee werkende ouders en ik heb een moeder die enorm van wanten weet. Zelf heb ik een kind op de kleuterschool en ik moet hem normen, waarden, principes, eigenwaarde, et cetera meegeven. Als ik daarin faal en mijn kind het idee geef dat hij minder is of zijn mond maar moet houden of dat het niet zijn beurt is, creëer je dan niet dat zo’n kind zich minder gaat voelen? Zijn ouders moeten voor hem opkomen. Ik heb zelf nooit meegemaakt dat ik me minder voelde.

39

Page 38: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Vergeleken met vroeger zijn de scholen veel kindvriendelijker. Opvoeden gebeurt nu vanuit het kind-zijn. Zelf heb ik een vervelende tijd gehad op de lagere school maar ik weet niet of dat kwam om dat ik Surinaamse ben; ik had in ieder geval geen aardige leerkracht. Wellicht kwam het ook omdat het een Christelijke school was daar hadden ze ook een heel andere benadering. Onderzoeker: Denk je niet dat jouw ervaring ook milieugebonden is?Ouder: Dat zou kunnen; het zij zo.Ouder: Ik ben blij om ook iets positiefs te horen en het is belangrijk dat de thuissituatie stabiel is. De vraag is: wat is de positie van de ouders binnen de samenleving? Dat beïnvloedt de opvoeding. Je zou verwachten dat de school een relatie zoekt met jou, maar je kunt ook de relatie met de school ook claimen.Onderzoeker: Je kunt niet alle verantwoordelijkheid bij de school leggen. Je zou je af kunnen vragen hoe wij de communicatie kunnen verbeteren. Roep wat.Ouder: Het gaat nog veel verder. Bij de Surinaamse bevolking hebben veel mensen een ondergeschoven gevoel, dat begrijp ik niet helemaal. Dat zie ik ook in de familie, ze zeggen nee dat is niet voor ons, nee want wij zijn donkerder, nee blijf jij maar hier, laat die maar gaan want jij kan het niet. Dat minderwaardigheidsgevoel, waar komt dat vandaan, waarom?Ouder: Los daarvan: ik heb gezien dat kinderen die hier zijn geboren en grootgebracht pas toen ze 12 jaar waren dachten: ’Hé ik ben een ander type kind en ik ben minder’.. Ouder: Ik heb me altijd Surinaams gevoeld. Mensen zeggen dat ik zo verhollandst ben maar mijn moeder heeft me het Nederlands en het verschil tussen die water en dat water heel goed geleerd. Door hun werkervaring had ik misschien wel een streepje voor op andere kinderen.Onderzoeker: Iedereen mag vanuit haar beleving iets zeggen en dit is de ervaring van een ouder.We gaan niet generaliseren, dit geldt niet voor alle Surinaamse vrouwen. Zij zegt “Mensen probeer je niet voortdurend in een slachtofferrol of in een ondergeschoven positie te plaatsen. Zorg dat je jezelf versterkt door bijvoorbeeld je eigen situatie voortdurend te evalueren en er met anderen over te praten”. Ouder: Als je assertief bent en je recht opeist dan word je als lastig ervaren, daar moet iets op ontwikkeld worden.Onderzoeker: Waardoor komt het dat je als lastig wordt ervaren, komt dat door de inhoud of door de vorm?Ouder: Beide. Ik heb aan mijn kinderen meegegeven: “Jij zegt precies wat je denkt en voelt maar het is de toon die de muziek maakt, blijf dus onder alle omstandigheden correct”.Geloof me, ik kan ontploffen als een bom maar in relatie tot de school zullen ze me op de toon niet pakken maar wel op de inhoud. Ik blijf me bewust van het belang van het kind. Als ze je niet met argumenten kunnen inpakken dan ben jij de lastige moeder.Een collega vertelde laatst: “Als ik de school binnenkom dan geef ik een visitekaartje af want daarop staat ’ beleidsmedewerker onderwijs gemeente Rotterdam’. Dan is de benadering meteen een andere. Onderzoeker: Goed dat je naar voren brengt dat scholen zich niet moeten laten leiden door de toon, je moet ook weten hoe Nederlanders communiceren. In welke mate moet de meerderheidscultuur rekening houden met de minderheidscultuur? De verhouding - wij/zij - speelt een rol. Nu is de ervaring nog dat de meerderheidscultuur voorschrijft.Ouder: Dat heeft vooral te maken met het feit dat scholen niet gewend zijn aan mondige allochtone ouders. Als jij kritische vragen gaat stellen dan probeert de school jou te weren. Het zijn meestal de vrouwen die naar de scholen gaan en wij hebben ook lage verwachtingen van onszelf; er moet aan beide kanten worden gewerkt. Onderzoeker: Wie zou dat moeten doen?Ouder: De overheid.Onderzoeker: Wie is de overheid?Ouder: De scholen en de beleidsmakers van de scholen. Ik zou graag zien dat leerkrachten, op basis van het aantal aanwezige allochtone leerlingen, om de zoveel tijd nascholingscursussen volgen, waarin zij kennis nemen van de culturen van hun leerlingen, opdat zij hun leerlingen beter begrijpen en gerichter kunnen benaderen. Op Pabo’s wordt daar wel aandacht aan besteed maar zittende leerkrachten hebben dat nooit gehad.In koor: wat er op de Pabo’s gebeurt dat stelt niets voor!Ouder: Op Pabo’s gebeurt wel wat; ik heb daar onderzoek naar gedaan; de leerstof is aardig; maar er is niets ontwikkeld voor zittende leerkrachten.Ouder: Dat is niet waar, zeker niet in Rotterdam. Daar is men jaren geleden al begonnen, eind jaren ‘80, om beetje bij beetje zaken duidelijk te maken. Nascholingscursussen over opvoeding, informatie over zeden en gewoonten, et cetera.Onderzoeker: Er gebeurt weliswaar wat, maar dat is niet structureel en er zou meer moeten gebeuren, onder andere in nascholingscursussen. Volgens jullie is een stevige aanpak nodig; leerkrachten in opleiding en zittende leerkrachten moeten rekening houden met allochtone ouders zowel in pedagogisch als in didactisch opzicht.Ouder: Wat moeten we doen om ouders bewuster te maken zodat ze niet in die slachtofferrol blijven? Bundelen van ervaringen en informatie uitwisselen. Ik kom terug op wat een ouder heeft gezegd: zij heeft gezegd: “Het kan ook anders”. Zij vertelt over haar moeder. We weten zelf ook dat het anders kan maar hoe?

40

Page 39: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Ouder: Het is belangrijk om de informatie te bundelen en over te dragen. Wat zijn de ervaringen, en welke zaken hebben haar versterkt. Vergelijk wat wij zelf hebben ervaren en onderzoek hoe je de omslag zou kunnen maken. De opmerking dat op de Pabo’s cursussen worden gegeven is in dit verband belangrijk. Hoe Nederlandse mensen hun kinderen opvoeden interesseert me verder weinig. Het gaat erom dat leerkrachten die omslag kunnen maken, het gaat om attitudeverandering.Onderzoeker: Het gaat dus niet alleen om kennis maar ook om de inhoudelijke kant.Ouder: Ouders moeten zich gaan organiseren.Onderzoeker: Je kunt gebruik maken van je democratische rechten. Hebben jullie dan ook subsidie nodig?Ouder: Dat hangt ervan af welke activiteiten je wilt ontplooien, of je bijvoorbeeld meer wilt doen aan activiteiten die erop gericht zijn om onszelf als ouders te trainen in vaardigheden. Als het meer is dan alleen uitwisselen van ervaringen maar als er iets mee wordt gedaan, dan zou je een subsidie nodig hebben. Ik ben de eerste die daar ja tegen zegt.Onderzoeker: Weten jullie dat op jaarbasis 90 miljoen beschikbaar is voor ouderbetrokkenheid? Hebben jullie daar ooit iets van gemerkt?In koor: Nee hoor. Ouder : Van dat geld merk je niets want vooral allochtone ouders zijn weinig betrokken bij het onderwijs.In koor : Nee dat is niet waar!Ouder: Je formuleert verkeerd. Het geld is beschikbaar maar je merkt er niets van.Onderzoeker: Met die 90 miljoen hebben ze geen nasi of bami gekocht. Het geld is er maar soms moet de vraag worden opgeworpen, wat gebeurt er met het geld? Ouders zouden zich moeten organiseren en navragen wat ermee gebeurt.Ouder: Ik wil nog even terug naar ouderbetrokkenheid, wat verstaan we daaronder? Zo betrokken is die witte ouder ook niet!Onderzoeker: Wat moeten we verstaan onder ouderbetrokkenheid; wie heeft een antwoord?Ouder: Niet primair de fysieke aanwezigheid in de school, dan ben ik niet per definitie betrokken. Een heleboel mensen zullen het niet met me eens zijn, dat weet ik. Mijn betrokkenheid bij het onderwijsleerproces en de totale ontwikkeling van mijn kinderen speelt zich niet af als leesmoeder of zwemmoeder maar speelt zich primair af in de thuissituatie waarin ik dingen met hen doe, en ontwikkelingsprocessen doorloop. Investeren in liefde, aandacht, et cetera. Ik ga niet elke keer de school binnen.Onderzoeker: Dus als de school verwacht dat je elke keer je neus om de hoek van de deur steekt is dat een andere invulling. Ouder: Ik heb ervaren dat men je wil berispen omdat je alleenstaande ouder bent. Op het moment dat het met je kind minder goed gaat wordt gevraagd: “Is hij vaak alleen thuis? Blijft hij vaak over?”, etcetera.Onderzoeker: Je ervaart dat scholen vaak negatief kijken naar een eenoudergezin? Zeker naar matrifocale gezinnen. Denk jij dat leerkrachten op de hoogte zijn van de ontstaansgeschiedenis van een matrifocaal gezin? Denk je dat leraren van de Pabo’s dat weten? Reguliere lerarenopleidingen moeten contacten met ouders serieus nemen. Er bestaat wel een module over dit soort vraagstukken/feiten/gegevens.Ouder: Ik ken de module niet, dus ik onthoud mij van kritiek; wat ik belangrijk vind is niet kennisoverdracht en niet allochtonen kijken. Ik wil daar niet over vertellen; niet hoe wij communiceren en welke groenten wij eten, et cetera. Wat ik wil is dat de autochtone leerkracht kijkt naar zichzelf en kijkt wat allochtone kinderen in hem en haar oproepen; wat voor beelden. Onderzoeker: Zelfanalyse en zelfreflectie zijn heel belangrijk. Een dergelijke aanpak is ontwikkeld door het expertisecentrum GEM, Gender and Ethnicity in Multicultural Education. Waarom zijn jullie niet tevreden met oververtegenwoordiging in het speciaal onderwijs,dat is toch heel specialistisch onderwijs?Ouder: Het omgaan met kinderen wordt bepaald door de kijk die men op het kind heeft. Leerkrachten denken "Waarom zou ik me druk maken?"Onderzoeker: Zijn allochtone kinderen door de lage maatschappelijke status gedoemd te mislukken? Uit onderzoek is gebleken dat Surinaamse kinderen sterk vertegenwoordigd zijn in het MLK.Ouder: De laatste drie jaar is er een toename van Surinaamse kinderen in het ZMLK van meer dan 50%. Ouder: Je bent niet meer alleen bezig met opvoeden je bent bezig met allerlei randvoorwaarden. Je moet veel meer sociaal-maatschappelijke problemen oplossen. Daarbij komt de vergadercultuur, commissies, kortom de werkdruk is te groot, dat gaat ten koste van aandacht voor kinderen; dus lastige of langzaam lerende kinderen moeten weg.Onderzoeker: Zijn er ook andere factoren die een rol spelen? Ouder: Ja, het lage verwachtingspatroon bij leerkrachten.Ouder: Er is te weinig tolerantie. Ik verwijs naar de jeugdmonitor van de GGD van Rotterdam van 1998. Daarin staat dat Surinaamse en Antilliaanse kinderen er qua gedragsproblematiek in verhouding 1 staat tot 2 positiever uitsprongen in vergelijking met autochtone leerlingen. De auteurs vroegen zich af wat dan wel die gedragsproblematiek van de allochtone kinderen is geweest.

41

Page 40: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Onderzoeker: Daar hebben ze geen antwoord op gegeven?Ouder: Nee, maar het zijn wel bevindingen. Surinaamse en Antilliaanse kinderen weigerden met autochtone klasgenoten om te gaan omdat die uit een lower class kwamen dan zijzelf.Onderzoeker: Allochtone kinderen zijn oververtegenwoordigd in het speciaal onderwijs maar niet in de vier grote steden. Conclusie van de onderzoeker: kennelijk zijn leerkrachten in de grote steden – door hun uitgebreide ervaring met allochtone leerlingen - beter in staat om deze leerlingen te begeleiden.Ouder: Die oververtegenwoordiging wordt steeds erger.

Onderzoeker: Hoe zit het met de schoolgebouwen? Ouders moeten eisen dat kinderen in een hygiënische omgeving les krijgenOuders moeten het ook opnemen voor de werksituatie van leerkrachten. Opgewekte leerkrachten geven ook plezieriger les aan je kind. Er zou ook meer aandacht moeten zijn voor het aantrekken van allochtone leerkrachten.Ouder: Ik heb meegemaakt dat een schoolbestuur liever een onervaren jonge Nederlandse leerkracht had dan een ervaren Surinaamse leerkracht. In Rotterdam is eind 1989 een hetze ontstaan tegen de instroom van Surinaamse leerkrachten omdat ze slechter zouden zijn opgeleid. Hetzelfde mechanisme werkt bij in Nederland opgeleide Surinaamse leerkrachten; ze hebben moeten vechten om hun plaatsen te krijgen en te behouden.Ouder: Nu er schaarste is aan leerkrachten mag het weer.Ouder: Ik heb meegemaakt dat de school de voorkeur gaf aan een witte 3 e jaars uit Limburg in plaats van aan een Surinaamse afgestudeerde leerkracht.Ouders: Dat hebben we ook zelf meegemaakt op de Universiteit in Leiden. Het doet pijn.Ouder: Ze hebben moeten vechten om hun positie te handhaven maar die mensen moeten het wel doorgeven. Jongens, je kunt wel wat in je mars hebben maar je moet het wel weten te etaleren. Ook daarop moet bundeling van krachten plaatsvinden.

Onderzoeker: Wat vind je van de kwaliteit van de school, het schoolbestuur? Ouder: Alleen op basis van individuele ervaringen? Ik heb een incident meegemaakt op een school met 50% allochtone leerlingen waar een kind van een Surinaamse ouder werd beschuldigd van diefstal van mobieltjes. Die zaak is door een conciërge aangekaart; hij belde de ouder om te zeggen dat het kind naar school moest komen en daarna de politie. Het kind heeft 4 dagen op het politiebureau vastgezeten. Dit alles zonder toestemming van de schoolleiding. Het management op die school is een puinhoop.Ouder: Het voorval zegt ook iets over hoe wij Surinamers tegen onszelf aankijken. Een blanke had wel eerst met zijn kind de zaak doorgesproken.Ouder: Het gaat om de manier hoe je als Surinaamse ouder aankijkt tegen de relatie met de school. Je vertrouwt er op dat de school handelt in het belang van het kind maar het belang wordt systematisch geschaad.Onderzoeker: Ouders moeten (beter) over de gang van zaken op school geïnformeerd worden.Ouder: Dat gebeurt via de schoolgids maar het gros van de ouders leest de schoolgids niet.Onderzoeker: De schoolgids nodigt niet uit tot lezing?Ouder: Je moet de gids wel lezen het is geen kinderkrant! Je praat ook over de kwaliteit van de school en als die school zich zo laagdrempelig moet aanbieden.....

Onderzoeker: ik vat even samen:De grootste bondgenoten van het onderwijs zijn de ouders. Verder zeggen jullie dat leerkrachten onvoldoende zijn voorbereid op etnisch-culturele diversiteit en dat Surinaamse leerkrachten het moeilijk(er) hebben op school.Surinaamse meisjes doen het nu beter, ze doen het op eigen kracht. Bij Engels scoren allochtone meisjes hoger dan autochtone leerlingen. De tendens binnen Surinaamse gezinnen is dat ouders tegenwoordig meer investeren.

Zijn er wensen ten aanzien van intercultureel onderwijs?Ouder: In geschiedenisboeken graag meer aandacht besteden aan de herkomst van diverse groeperingen.Ouder: Ik heb gekeken naar methodes voor wereldoriëntatie; "De grote reis" van Malmberg is goed, daar is 10 jaar aan gewerkt.Ouder: Ik merk dat allochtone kinderen oververtegenwoordigd zijn in het speciaal onderwijs. Als je kijkt naar het speciaal onderwijs is het niet zo dat dat de betere beroepen zijn die daar worden aangeboden, bijvoorbeeld schoonheidsspecialiste, kapper. Ouder: Nee dat zijn mbo-opleidingen,het gaat over schoonmakers et cetera.Ouder: Vaak zie ik dat de kinderen geen ideeën hebben over hun toekomst. Ze hebben de interesse (nog) niet.Zorg ervoor dat de kinderen hun school afmaken en vertel dat het diploma voortgezet onderwijs niet het eindstation is.

42

Page 41: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Stimuleer ze dat ze een trapje hoger komen. Ouder: Ik sta daar helemaal achter. De school faalt hierin dus ouders moeten dat op zich nemen.De schoolkeuze is veel te vroeg.Ouder: Het specifieke van het speciaal voortgezet onderwijs is dat de beroepsoriëntatie alleen maar gericht is op de onderste regionen zoals assistent-helpende en assistent-verzorgende.Ouder: Als kinderen van 14, 17 jaar aan de stagedocent aangeven dat ze nog niet toe zijn aan een stage dan worden ze geprest om het toch te doen.Ouder: De pressie is verschrikkelijk.Ouder: Praten helpt, mijn zoon heeft van 1997-1999 groep 6 en 7 in Suriname doorlopen. Hier heeft hij groep 8 afgemaakt. Hij kreeg eerst het advies theoretische leerweg van het vmbo.Na overleg en uitleg dat hij twee jaar in Suriname heeft gewoond is hij geplaatst in de havo-vwo brugklas.

43

Page 42: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 2Gesprek met Marokkaanse ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Bestuur2 Sfeer3 Werkwijze/didactische aanpak4 Samenwerking met ouders5 Leermiddelen

Het bestuur van de schoolMeer contact is niet nodig, er zijn wel andere mogelijkheden om in contact te komen met het bestuur, bijvoorbeeld via de ouderraad. De directeur is de eerst aangewezen contactpersoon.De taken van het schoolbestuur zijn niet duidelijk; het bestuur legt geen verantwoording af naar ouders maar beslist wel over het onderwijs dat de kinderen krijgen. Het bestuur wordt ook niet democratisch gekozen.Niemand kent de namen van de bestuursleden; wellicht is vermelding van de taken van het bestuur en namen van bestuursleden in de schoolgids mogelijk/wenselijk? Als de directie het contact tussen bestuur en ouder moet regelen dan ontstaat er een drempel voor ouders.In geval van conflicten met de schoolleiding moet je rechtstreeks bij het bestuur terecht kunnen.De drempel is te hoog, meer openheid is gewenst.

Het schoolgebouwPositief vindt men:Het schoolgebouw is dicht bij huis; het is goed onderhouden en er is een veilig schoolplein.Negatief vindt men: Er is geen stilteruimte in de school.De omgeving van de school is niet veilig (drugshandelaars, druk verkeer, et cetera)

De schoolorganisatieDaar merk je niet veel van. Ouder: Ik breng en haal mijn kind en verder heb ik weinig zicht op de organisatie binnen de schoolmuren.In de schoolgids staat allerlei informatie.Negatief punt: De vervanging van zieke leerkrachten is niet goed geregeld.

De sfeerAls positief ervaart men:Iedere week krijgen we een stencil waar informatie op staat; bijvoorbeeld schoolregels, zowel algemene regels als specifieke. Een goed voorbeeld hiervan is schelden, de problemen worden meteen aangepakt.Als negatief ervaart men:Vanaf groep 4 splitsen de klassen zich op in groepjes van dezelfde nationaliteit. Dat is niet goed voor allochtone kinderen; kinderen zouden meer met elkaar moeten spelen, zo leren ze spelenderwijs omgaan met verschillende culturen. De school heeft daarin een belangrijke taak.Hierbij werd ook de vraag gesteld: Wat kun je daar zelf aan doen? Kinderen zijn er niet zo mee bezig.

De leermiddelen moeten worden aangepast aan de veranderde situatie met betrekking tot diversiteit.

De multiculturele gedachte wordt belemmerd door de opsplitsing in zwarte en witte scholen. Het zwart/wit denken is gecreëerd door de overheid. De overheid zou meer moeten doen aan inkomensspreiding en lagere huurprijzen zodat er een betere menging ontstaat tussen autochtoon en allochtoon in de wijken.

Praktische adviezen voor het opleiden van lerarenWensen die werden geuit:Kleinere klassen van hooguit 10 kinderen.Het personeelsbeleid afstemmen op de multiculturele samenleving; meer allochtone leerkrachten dus.Ook zittende leraren bijscholen en dan niet via snoepreisjes naar de landen van herkomst maar door training in attitude en interculturele vaardigheden en het toepassen van die vaardigheden. Ouder: Die reisjes zijn verspild geld; de verslagen die ik daarvan heb gelezen….Ze kunnen nu praten over koekjes en kamelen maar dat helpt niet in de communicatie hier.

44

Page 43: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

De vrijblijvendheid moet weg: Hij moet in staat zijn mij te begrijpen en niet "hij mag mij begrijpen".

Wat zou beter werken?

Kennis vergaren over regels, gebruiken in andere culturen, et cetera. Als voorbeeld vertelt een ouder van een jongen die met neergeslagen ogen het verhaal van een leerkracht aanhoort; voor westerse mensen lijkt dat onbeleefd; voor Marokkaanse mensen is dat juist een bewijs van respect.

Ouder: Soms willen de mensen de allochtone cultuur niet begrijpen. Bijvoorbeeld: de meeste mensen weten dat bidden bij de Marokkaanse cultuur hoort maar toch doen ze net alsof ze dat niet begrijpen. Dat is toch een vorm van discriminatie?Een ander voorbeeld: meisjes met een hoofddoek. Dat weten ze, dat het zo hoort maar ze willen het niet accepteren. Ze gaan er vanuit dat je in Nederland vrij bent om te dragen wat je wilt. De acceptatie van verschillen is echter gering

Werkwijze/didactische aanpakJe kunt als ouder niet zomaar een dagje meelopen dus daar weet ik weinig van.

Zelfstandigheid en mondigheid worden bevorderd, is dat positief of negatief?Voor heel jonge kinderen is dat nog niet aan de orde. Voor iets oudere kinderen is het een goede manier om grenzen te onderzoeken.Wij, de tweede generatie, zijn heel anders opgevoed dan de kinderen hier. In Marokko zijn wij veel strenger opgevoed. Het schoolsysteem in Marokko is strenger dus dat levert wrijving op.Er is een discrepantie tussen school en thuis.

Altijd maar andere leerkrachten; de wisseling van leerkrachten maakt ook een chaotische indruk.

Welke oplossingen ziet men? De leerkrachten moeten eigenlijk meer weten over onze cultuur. In samenspraak tussen ouders en school zijn de problemen wel op te lossen. De vraag is of er wel voldoende ruimte is voor interactie met ouders. De scholen moeten rekening houden met de doelgroep, in dit geval dus met de Marokkaanse kinderen. De school wordt steeds meer marktgericht, ze richt zich steeds meer op specifieke doelgroepen.

Scholen hanteren verschillende filosofieën: Montessori, Dalton, Vrije School. Het is de vraag of allochtone ouders op de hoogte zijn van al die onderlinge verschillen tussen de scholen. Als ouder heb je weinig keuzemogelijkheden; je wordt belemmerd door de geografische ligging van de school.Ouders zouden elkaar kunnen informeren over deze verschillen.

Samenwerking met oudersEr is weinig sprake van samenwerking; de kinderen zijn ongeveer 6 uur per dag op school en daar is de leraar de opvoeder. Er is normaal weinig overleg, alleen als er iets verkeerd gaat. De MR vertegenwoordigt de ouders. Veel ouders willen niet in de MR. Dat is gebrek aan interesse. Taalproblemen en de behoefte aan rust en ontspanning spelen daarbij ook een rol.Scholen moeten wegen zoeken om meer met ouders in contact te komen; liefst 1 x per week.

Wat moeten leerkrachten kunnen en weten om goed te communiceren met ouders?

Leerkrachten vertellen lang niet alles (bang dat leerlingen een pak slaag krijgen).Het leerstofaanbod zou transparanter moeten zijn. Zolang de scholen niet uitnodigend zijn naar ouders toe kan er geen sprake zijn van goede samenwerking.Je moet als ouder ook controle uitoefenen op de vorderingen van je kind en duidelijk laten merken dat je je betrokken voelt bij de school(prestaties).In de lerarenopleiding zou aandacht moeten worden besteed aan contacten met ouders, dat gebeurt nog niet structureel.

De overheid heeft geen interesse in de behoeften van de burger ten aanzien van het onderwijsproduct. De overheid heeft de verantwoordelijkheid gedelegeerd naar de gemeenten.

45

Page 44: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Het Nederlandse onderwijs is opgezet om burgers te kweken. Leerkrachten moeten een omslag kunnen maken. Nu is het nog vaak ’Ouders bemoei je niet teveel met onderwijs’.Ouders zouden dus meer gestimuleerd moeten worden om te participeren in het onderwijs.

Welke suggesties zijn er om de ouderparticipatie te bevorderen?

Scholen moeten beter onderzoeken waarom ouders niet komen. Ouders worden alleen opgeroepen als er een reden is (bijvoorbeeld slechte prestaties of vandalisme).Herkenningspunten/ voorbeeldfuncties ontbreken. Betrokken personen hoeven niet per se ouders te zijn maar kunnen ook tussenpersonen zijn. Denk bijvoorbeeld aan een schoolconsulent uit de betreffende cultuur.

Scholen kunnen zich 'klantvriendelijker' opstellen naar ouders; in de trant van "kom eens kennismaken". Nu krijg je alleen een rekening voor het schoolfonds.

De communicatie wordt ernstig belemmerd door taalproblemen.Zou de OALT- leerkracht daarin een taak kunnen hebben? Op de ouderavonden worden OALT leerkrachten ingeschakeld om in kleine groepjes onderwerpen te bespreken.De OALT leerkrachten zijn daar eigenlijk niet voor ingehuurd. Dat is dan weer de andere kant.

SchoolgeldAls negatief wordt ervaren:Ouders hebben nog nooit gehoord waarom het eigenlijk nodig is en waar dat geld aan wordt besteed. Het wordt gebruikt voor de extra activiteiten die niet betaald kunnen worden uit het reguliere budget.

Het is niet verplicht maar je krijgt wel steeds herinneringen dat je nog niet hebt betaald. Wel zielig voor kinderen wiens ouders het niet kunnen betalen. Op goede scholen zijn wel fondsen waar een ouder een beroep op kan doen. Op die manier hoeven kinderen niet te worden uitgesloten van deelname aan bepaalde activiteiten.De wensen van ouders zouden ook wel eens aan bod mogen komen bij de besteding van schoolgelden.

Leermiddelen De leermiddelen zijn nog steeds erg traditioneel; op een van de scholen zijn bijvoorbeeld maar 2 computers.

Het geschiedenisonderwijs is inhoudelijk ook erg traditioneel. De kruistochten worden bijvoorbeeld vanuit een westers perspectief ingevuld.Advies: Laat ook ruimte voor visies van andere culturen.Veel ouders weten niet precies wat hun kinderen leren, wat de inhoud is van de leerstof.

.

46

Page 45: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 3Gesprek met Antilliaanse ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Kwaliteit leerkrachten2 Didactische aanpak/werkwijze3 Samenwerking met ouders4 Sfeer op school5 Leermiddelen6 Bestuur

Kwaliteit van de leerkrachtenPositieve ervaringen en/of wensen waren:De leerkracht moet goed kunnen luisteren naar kinderen en leerlingen serieus nemen; goed kijken naar het kind (maatwerk).De leerkracht moet weten en kunnen invoelen wat kinderen meemaken. Het gaat om aandacht voor de leefwereld en beleving van de kinderen.Benadrukken wat de leerling WEL kan.Goede communicatie met ouders (snel informeren) contact met thuis, bijvoorbeeld over gedrag of over vorderingen.Humor – dit helpt bij het bespreekbaar maken van moeilijke zaken.Aandacht voor natuur, onderzoek, recreatieve aspecten, ook buiten school (binnen schooltijd).Kennis hebben van de culturele achtergrond van kinderen. Kennis in de praktijk kunnen vertalen, niet alleen erover lezen maar ook vaardigheden ontwikkelen.In principe moeten leerkrachten ook buitenschoolse activiteiten kunnen doen (dit zit af en toe in de opleiding, de school beslist echter of dat ook gebeurt).Moet kunnen motiveren en boeien.

Negatieve ervaringen:Een ouder die nog niet zo lang in Nederland woont heeft (nog) geen negatieve ervaringen opgedaan.Het kind wordt snel als lastpost gezien.Na schooltijd is er geen betrokkenheid meer; om half vier is de betrokkenheid afgelopen. Ouders moeten knokken om hun kinderen als individu te laten overkomen en niet als een 'allochtoontje'.Leerkrachten hebben vaak lage verwachtingen van allochtone kinderen die niet gefundeerd zijn, testen zijn niet toegerust op allochtone kinderen.Leerkrachten kleineren allochtone kinderen; alsof het een wonder is dat een 'zwartje' naar het mbo kan.Het algemeen beeld van allochtone kinderen is negatief.(Ouder: ik heb alle testen en rapporten bewaard - wij als ouders hebben keihard gewerkt om te zorgen dat het niveau wordt gehaald - ze hebben mijn kinderen de grond in geschreven - nu gaat mijn zoon naar de mbo-hotelvakschool).Snelle doorverwijzing naar speciaal onderwijs; kinderen worden weggegooid; er is weinig geduld bij leerkrachten.Leerkrachten denken niet rolpatroondoorbrekend. Ouder: toen mijn dochter vertelde dat ze MTS bouwkunde wilde gaan doen zei de docent: “Je wilt daar zeker koffie gaan schenken”. Over een ontwerp voor een huis met veranda zei een docent: “Oh natuurlijk zo wonen al die stomme Surinamers”.Leerkrachten benadrukken sterk de negatieve aspecten (zwart, dus per definitie een kleine woordenschat).Ouder: ik heb twee kinderen, een met een donkere huidskleur en een met een lichte huidskleur; de leerkracht constateerde dat haar kind met een donkere huidskleur een taalachterstand zou hebben; iets wat volgens de moeder niet waar was. Het had meer te maken met persoonlijkheidsstructuur en uitdrukkingsmogelijkheden.

Op de scholen is alles 'wit'; er zouden meer allochtone leerkrachten moeten komen, zowel mannen als vrouwen.Op onveilige situaties wordt niet altijd adequaat gereageerd, in zijn algemeenheid.

De Schoolleiding

Meer allochtonen in de schoolleiding is gewenst.Schoolleidingen ondernemen niet altijd actie op klachten van ouders, bijvoorbeeld in verband met discriminatie.Ouder: je moet verbaal heel sterk zijn om problemen aan te kaarten.

47

Page 46: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

De schoolleiding is niet aanspreekbaar, ze negeren ouders; ze verzachten, maar lossen niets op; in dergelijke situaties kun je beter het schoolbestuur inschakelen.Er is te weinig informatie over bijvoorbeeld de didactische aanpak, de uitstroom naar mavo/havo; schoolkeuze, profielen, et cetera.Ouder: Ik maak alleen maar sores mee in contacten met Antilliaanse ouders. Als wij het niet voor ze opnemen dan worden ze kapot gemaakt. Kinderen worden doorgestuurd naar het speciaal onderwijs zonder dat ouders daar de consequenties van overzien. In het noorden is nog weinig ervaring opgedaan met allochtone leerlingen.Een ouder omschreef de sfeer als 'tellen hoeveel zwartjes er zijn op school'.

48

Page 47: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Samenwerking met ouders Ouders moeten zelf ook actief zijn; denk aan schoolvoorlichting; maar ook sfeer is belangrijk.Scholen moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid naar allochtone leerlingen en ouders. Het vertrouwen tussen ouders en school is soms op een dieptepunt, kortom er zijn frustraties die uitgesproken moeten worden.Ouder: Ik heb het vertrouwen in de school opgezegd; wat moet er met mijn kind gebeuren? Dat gebeurt met meer kinderen.

Welke oplossingen ziet men?

Evenredige vertegenwoordiging van allochtonen in schoolleiding, schoolteams, et cetera.Ouder: Ik heb altijd medewerking gekregen; je eigen manier van omgaan met leerkrachten is belangrijk.Elkaar versterken:je houding ten opzichte van leerkrachten duidelijk bepalen; toon betrokkenheid.Ouder: Wil je verandering dan is 500% inzet nodig van allochtone ouders; je moet je actief opstellen want als je thuis zit dan hoor je nooit iets! Niet van je kind en niet vanuit de school!De communicatie is onvoldoende.Vergelijking met een fruitmand: de rotte appels moeten weg.Ouder: Mijn advies is, hecht geen geloof aan psychologische testen; deskundigen moeten nog leren om met interculturele aspecten om te gaan; schakel 'eigen mensen' in.Ouder: Daar ben ik het niet mee eens; je kunt beter de mensen opzoeken die goed werk verrichten op die plekken.Ouder: Ik zoek mensen die ik vertrouw; mensen met een eigen onderwijskantoor. Ik laat mijn kinderen niet zomaar meer testen.

De sfeer op school

Meer sport en/of beweging voor kinderen is nodig.Er is een goede ondersteuning door de leerkracht. Ouder: de leerkracht belt om het kind bemoedigend toe te spreken.De coaching van ouders is ook belangrijk (vraag altijd naar een bewijs van beoordelingen, de toetsen van je kind , et cetera). Besteed als ouder aandacht aan de communicatie van je kind met de leerkracht; verpak je boodschap goed.

49

Page 48: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

LeermiddelenAls positief werd genoemd:Aardrijkskunde, geschiedenis alles gaat via de PC, dat vinden ze leuk.Wat moeten ouders doen als ze daar niet genoeg geld voor hebben? Zijn er mogelijkheden via de Bijstand?In leermiddelen moet rekening worden gehouden met verschillen tussen culturen, dat gebeurt nu nog niet.Ouder: ik vind het belangrijker dat leerkrachten kijken naar het individu. Zij wonen hier en moeten het hier maken.Ouders moeten leerlingen helpen hun eigen cultuur te onderzoeken.De leerstof moet flexibel zijn en ingangen hebben voor zowel Groningse als Antilliaanse kinderen.Nu is de leerstof nog te 'wit' , ze moet meer gericht zijn op diversiteit.Moet er aandacht besteed worden aan Papiamento? De meeste ouders vinden dat een taak voor thuis.Wel moet de school de mogelijk bieden om de eigen taal te gebruiken om beter Nederlands te leren.

Communicatie met allochtone oudersEr is al veel over gesproken. Het belangrijkste is dat ouders elkaar versterken, communiceren en negatieve beeldvorming rechtzetten zijn daarbij belangrijke aandachtspunten.

50

Page 49: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 4Gesprek met Molukse ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Didactische aanpak/werkwijze2 Leerstof, leermiddelen3 Samenwerking met ouders4 Pedagogisch klimaat5 Kwaliteit leerkrachten6 Bestuur

Didactische aanpak/werkwijzeAls positief werd ervaren:Door sommige ouders is gekozen voor een Christelijke school. Het geloof is een heel belangrijk punt. Er is veel aandacht voor kinderen. De school heeft goede contacten met ouders en er worden goede adviezen gegeven. Kinderen leren spelenderwijs, zelfs in groep 8; maar dat is wel afhankelijk van de leerkracht.

Kan dat spelenderwijs leren aangeleerd worden op de lerarenopleiding? Ja, dat zou kunnen volgens de ouders.

De samenstelling van groepjes wordt steeds gewijzigd zodat de kinderen goede contacten krijgen binnen de klas.De waarden en normen van thuis werken ook door in de school zoals respect voor ouderen, met U aanspreken, et cetera).

Als negatief werd ervaren:De school moet meer met de tijd meegaan (bijvoorbeeld in het gebruik van leermiddelen, de lesstof moet actueel zijn).Leerkrachten moeten niet meer zo streng zijn (regeren) maar ook rekening houden met mondige leerlingen. Het gaat dan vaak over oudere leerkrachten.Veel ouders begrijpen de nieuwe methodes niet zoals bijvoorbeeld bij rekenen. Ouders kunnen hun kinderen niet goed meer helpen. Deze vernieuwingen zouden beter gecommuniceerd kunnen worden.

Leerstof/leermiddelenAls positief werd ervaren:De nieuwe rekenmethode is wel leuker, het gaat met stappen; door tekeningetjes wordt het verduidelijkt. Door realistisch rekenen wordt taligheid belangrijk. Dit wordt door de ouders niet als een probleem gezien.Leren lezen: ouders worden geïnformeerd over het niveau maar kinderen vertellen zelf vaak over hun resultaten.

Als negatief werd ervaren:De leerstof is niet altijd actueel (monocultureel); de geschiedenisles blijft steken bij de 2 e Wereldoorlog maar gaat niet in op de tijd daarna. De school moet inspelen op etnische identiteit zodat kinderen loyaal kunnen zijn naar de thuissituatie en naar de groep waar ze deel van uitmaken.

Hoe kunnen leerkrachten voorkomen dat kinderen in conflict komt met hun (etnische) loyaliteit?

Leerkrachten moeten open staan voor culturele verschillen, nieuwsgierig zijn.Op de Pabo zou culturele diversiteit als apart vak kunnen worden gegeven zodat toekomstige leerkrachten zich daarop kunnen trainen, bijvoorbeeld in een module intercultureel onderwijs.Daarnaast moet diversiteit geïntegreerd worden/zijn in alle vakken.

Moet er vanuit de ouders actie worden gevoerd om meer bekendheid te geven aan de Molukse cultuur?

In schoolboeken ontbreekt vaak historisch besef. In projecten is er soms aandacht voor culturele aspecten maar daar moet het niet in blijven steken, dan neigt het te veel naar folklore.Er wordt niet voldoende aandacht besteed aan de verschillende culturen in Nederland, wij waren voornamelijk goed voor de lekkere hapjes.

51

Page 50: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Ouder: Als er al wordt gesproken over de Molukse cultuur dan laten ze de treinkaping zien. Leerkrachten moeten ook eens ouders raadplegen en navraag doen naar hun visie op goed onderwijs.

Pabo-studenten zouden meer moeten leren over de historische achtergronden van verschillende etnische groepen in Nederland. De koloniale geschiedenis geeft veel aanknopingspunten maar daar wordt tot nu toe veel te weinig aandacht aan besteed.

Samenwerking met allochtone oudersAls positief wordt ervaren:De ouderraad: in de ouderraad zitten ook vertegenwoordigers van de religieuze gemeenschap. Die ouders zijn vaker op school en hebben dus meer mogelijkheden tot contact. Huisbezoek vindt twee keer per jaar plaats. Meestal met de Kerst en vlak voor het eindrapport. Je hoort dan veel meer over je kind; de leerkracht neemt werk van het kind mee, dat wordt thuis besproken. (duur ongeveer 60 minuten). In het overleg tussen ouders en leerkrachten over de didactische aanpak is de verhouding gelijkwaardig.Huisbezoek is bijzonder, in veel plaatsen gebeurt het niet.Leerkrachten worden vaak uitgenodigd voor de belijdenis. Die betrokkenheid bij het gezinsleven wordt als heel positief ervaren.

Als negatief wordt ervaren:De 10-minutengesprekken op de rapport/ouderavonden zijn te kort. Het gaat alleen over presteren; meestal hoor je daar alleen de negatieve dingen.Ouders mogen (of moeten) zelf meer initiatief nemen; uiteindelijk kennen de ouders hun kinderen het beste.

Kwaliteit van de leerkrachtenLeerkrachten moeten meer rekening houden met:1 de aard van het kind;2 het tempo van het kind;3 de etnische achtergrond van het kind (denk aan hiërarchie en respect).

Leerkrachten moeten:4 meer stimuleren (door bijvoorbeeld de leerling bij de naam te noemen);5 leerlingen meer betrekken bij de les (vaker een beurt geven);6 individualiseren (niet zeggen: ‘Molukse kinderen zijn zo’).

Het verwachtingspatroon van de leerkracht verschilt per kind maar wordt mede bepaald door culturele factoren. Vroeger was dat patroon negatiever, toen moesten ook veel kinderen bijles hebben in het Nederlands.De taalbeheersing is nu over het algemeen goed.Ouder: een leerkracht heeft tegen mijn kind gezegd ” Als je een dubbeltje bent dan word je nooit een kwartje” . Daar ben ik erg boos om geworden. Met dat soort uitspraken haal je een kind gevoelsmatig heel erg omlaag.Leerkrachten moeten gevarieerde instructie- en werkvormen toepassen. De opgedane kennis moet zoveel mogelijk in de culturele context worden geplaatst.

LeertijdIn het basisonderwijs is de indeling wel goed omdat je maar één leerkracht voor de klas hebt. In het voortgezet onderwijs heb je lessen van 45 minuten dat is wel erg weinig.

Hoeveel tijd wordt daadwerkelijk aan leren besteed?

Zelfstandig leren helpt bij het vergroten van de effectieve leertijd. Zelfwerkzaamheid is belangrijk maar leerlingen moeten ook leren elkaar te steunen. Samenwerkend leren zou kunnen bijdragen aan de effectieve leertijd.De helper, de tutor, leert daar meer van dan degene die wordt geholpen, de tutee.Naschoolse activiteiten vergroten de leertijd (sport, Klokhuis, school TV, spelen met leeftijdsgenoten).Etnisch gemengde vriendschappen zijn belangrijk. Kinderen leren spelenderwijs van elkaar over culturele verschillen.De denominatie van de school bepaalt mede met welke culturen de kinderen in aanraking komen. Bijvoorbeeld op een Christelijke school vind je bijna geen Turkse of Marokkaanse kinderen.

52

Page 51: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Het bestuurIs het van belang dat je de bestuursleden kent?

Op onze school kent iedereen elkaar vanuit de kerk. De schoolleiding functioneert ook goed.Kinderen moeten meer leren over de buitenwereld; ze groeien nu vaak te beschermd op; geweld wordt afgeschermd (bijvoorbeeld geen gewelddadig speelgoed).

53

Page 52: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 5Gesprek met Kaapverdiaanse ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Kwaliteit leerkrachten2 Rooster/programma3 Schoolgeld4 Werkwijze en didactische aanpak5 Kwaliteit schoolleiding6 Pedagogisch klimaat7 Samenwerking met ouders

Kwaliteit van de leerkrachtenAls positief werd ervaren:De leerkrachten die vertrouwen uitstralen zodat kinderen die thuis problemen hebben daar op school over kunnen praten; leerkrachten die vertrouwelijk omgaan met deze informatie.Er worden goede contacten met ouders onderhouden; ouders meteen informeren als er iets aan de hand is ( telefonisch).

Wat doe je als ouder na zo’n bericht?

Eerst praten met je kind en met de leerkracht afzonderlijk; dan naar school en met zijn drieën overleggen en afspraken maken. De afspraken worden niet alleen met het kind gemaakt maar ook tussen ouders en leerkrachten onderling. Ook ouders nemen vervolgens initiatieven om het proces te volgen.

Als negatief wordt ervaren:Onze kinderen krijgen een speciale behandeling; daarbij valt de term ‘machtsstrijd’.

Leerkrachten moeten met alle kinderen gelijkwaardig omgaan maar dat gebeurt niet altijd.

Ouder: Mijn zoon voelde zich gediscrimineerd, als er maar iets mis ging in de klas dan kreeg hij de schuld. Hij is fors van postuur en heeft een zware stem. We gingen praten met de leerkracht en die bekende dat ze vanaf het eerste moment had verwacht dat hij problemen zou gaan geven. We hebben het uitgepraat en daarna nog telefonisch contact gehad. De zaak is wel tot rust gekomen. De directeur heeft ook met die betreffende docent gesproken.

Veel allochtone leerlingen krijgen een (te) laag advies, waarom? Is er sprake van te lage verwachtingen?

Er wordt bij voorbaat van uitgegaan dat er een taalachterstand is maar ouders weten zelf heel goed wat hun kind (aan)kan. Ouder: Op grond van de Citotoets zou mijn kind een havo-advies moeten krijgen. Het advies van de school was om het nog een jaartje over te doen want 'hij is nog zo jong', en dat terwijl het kind zelf ook graag naar de havo wilde.

Wat is een ideale leerkracht?

Iemand die verstand heeft van verschillende culturen; deze kennis hoort in de lerarenopleiding thuis omdat de bevolkingssamenstelling is veranderd.Het is ook belangrijk dat ouders leerkrachten informeren over het onderwijs in de ‘thuislanden’. Dat geeft herkenning en ook meer waardering voor ouders; (negatieve) beeldvorming wordt gecorrigeerd.Dat bijvoorbeeld Kaapverdiaanse ouders niet veel naar school komen heeft te maken met de situatie in het thuisland. Daar worden de kinderen de eerste dag naar school gebracht maar daarna niet meer. Afwezigheid van ouders wordt hier snel uitgelegd als ongeïnteresseerdheid. In Kaapverdië hebben leraren een hoge status; hij/zij weet hoe je kinderen opvoedt dus je kunt het gerust aan hen overlaten.Kaapverdianen zijn meegaand, ze passen zich snel aan. Ze zijn mondig en komen voor zichzelf op. Kinderen moeten ouderen respecteren en thuis de regels volgen.

Hoe zit het met de ouderavonden?

54

Page 53: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Er komen weinig ouders, maar niet omdat ze geen interesse hebben in het onderwijs van hun kinderen. Taal is een grote barrière. Voor sommige groepen is er aanvullend taalbeleid maar het Portugees wordt vergeten. Kaapverdianen zijn meestal spontaan naar Nederland gekomen. Onder de Kaapverdianen zijn veel alleenstaande moeders; naar schatting zo’n 60%. Zij hebben sowieso weinig tijd om naar school te gaan, ze werken hard en maken lange dagen. Het zijn veelal matrifocaal gerichte gezinnen.

RoosterAls negatief wordt ervaren:Kinderen kunnen hun ouders gemakkelijk in de maling nemen. Voorstel: stuur de roosters naar huis en geef roosterwijzigingen door aan de ouders. Dit speelt echter niet zo op de basisschool.De verlengde schooldag zou meer benut kunnen worden voor een Cito- training; dat is handiger omdat ouders daarbij niet zo’n belangrijke rol kunnen spelen omdat ze de taal niet volledig beheersen. Het moet echter wel leuk blijven!

Het programmaOALT tijdens de reguliere schooltijden is (of wordt) afgeschaft. Portugees is daar sowieso niet bij. Een ouder vertelt dat haar kind beter in Frans werd toen hij op Portugese les ging. Extra taalles moet echter liever niet ten koste van andere vakken gaan.

Het schoolgeldDe ouderbijdrage is te hoog; er is kritiek op de verdeelsleutel. De bijdrage mag wel gehandhaafd blijven want daardoor zien ouders ook het belang in van de ‘leuke’ aspecten van het onderwijs.

De werkwijze op schoolAls positief werd ervaren:Kinderen vinden de school leuk en de juf leuk; de communicatie tussen de juf en de kinderen is perfect. De kinderen mogen praten over hun eigen belevenissen, op een speelse manier worden ze allemaal betrokken bij de gesprekken. Ouder: Zelf moest ik altijd netjes zitten en mijn mond houden; ik was zelfs bang om naar school te gaan.Computers op school worden gezien als een belangrijk hulpmiddel om kennis te maken met informatica.De ouders zijn tevreden en de kinderen gaan met plezier naar school.Vaardigheden zijn belangrijk maar soms worden de kinderen te mondig. De juf is soms te lief; ze moet duidelijk grenzen stellen.De morele basis komt van thuis. Kaapverdianen passen zich aan maar wel met behoud van eigen cultuur. Wij zijn hier te gast, als iemand bij ons op bezoek komt dan moet hij/zij zich aan ons aanpassen.

De schoolleidingIn het basisonderwijs zitten nu vooral mannen in de schoolleiding en staan vooral vrouwen voor de klas. Over het management van de scholen zijn geen aanmerkingen behalve over het personeelsbeleid, dat zou ‘kleurenblind’ moeten zijn. Er moet alleen gekeken worden naar capaciteiten.

Zou er ook gezocht moeten worden naar Kaapverdiaanse leerkrachten?

Niet specifiek Kaapverdianen, maar de school moet (eigenlijk) een afspiegeling zijn van de samenleving qua diversiteit. Nu zijn er 2 ‘zwarte’ docenten op 20 Nederlandse; in de klas zitten echter bijna geen leerlingen van Nederlandse oorsprong.Schoolleiders zouden meer interesse mogen hebben in verschillende culturen (en dit vertalen in beleid).Sommige scholen geven een dag per maand vrij om te overleggen, dat is vervelend voor ouders; dit alles staat in het informatieboek maar het zou handig zijn als er ook overleg met ouders kon plaatsvinden.

De sfeer op schoolDe sfeer op de basisschool is erg goed. Er is een veilig schoolplein, de omgang tussen leerkrachten en leerlingen is goed.Leerlingen pesten elkaar soms wel op school. Er is op elke school een pestprotocol. Ook agressie moet worden tegengegaan. Op een school is een Kaapverdiaanse onderwijsassistent die kan ook nieuwe leerlingen uit Kaapverdië opvangen. Een ouder heeft haar derde kind op een andere school geplaatst omdat daar meer Nederlandse kinderen op waren. Zij was bevreesd voor taalachterstand.

55

Page 54: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Ouder: De lerares besteedde op de eerste school onvoldoende aandacht aan de specifieke noden van de kinderen. Het advies dat daar op volgde, voorwaardelijk over naar groep 4 deed de deur dicht. Toen heb ik een andere school gezocht.Veel Kaapverdiaanse kinderen gaan onnodig naar het speciaal onderwijs. Kaapverdiaanse ouders weten vaak niet wat speciaal onderwijs inhoudt. Nu is de groepsgrootte in het reguliere onderwijs te groot; ideaal zou zijn tussen 15 en 20 leerlingen.

Samenwerking met oudersDe samenwerking is goed. Ja, er zijn goede contacten. Ouders nemen vaak het initiatief en proberen de leerkrachten een stap voor te zijn, dus niet te wachten tot er problemen zijn. Dat beïnvloedt de beeldvorming op school positief.De contacten met leerkrachten zijn goed maar dat gaat vanzelf als je je kind naar school brengt. Communicatie met ouders zou een aandachtspunt mogen zijn op de Pabo.Er is nog wel een punt ten aanzien van straf op school. Het zijn altijd dezelfde kinderen die 'het hebben gedaan'. Dat zou eens goed onderzocht moeten worden.Er moet beter geluisterd worden naar de kinderen.

Leermiddelen

Daar hoeft niets over Kaapverdië in; die kennis van de geschiedenis moeten de ouders zelf maar aanbrengen. We zijn nu in Nederland.

56

Page 55: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 6Gesprek met Chinese ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Schoolorganisatie2 Pedagogisch klimaat3 Kwaliteit schoolleiding4 Kwaliteit leerkrachten5 Samenwerking ouders6 Relatie buurtinstellingen

De schoolorganisatieAls positief werd ervaren: De kinderen van allochtonen krijgen naast de reguliere lessen bijles in het Nederlands. Ouders zijn heel erg tevreden over die aanpak. (Deze bijlessen worden echter niet op alle scholen gegeven).

Ouder: Beide ouders werken en het kind is opgevoed door oma; oma spreekt geen Nederlands. Ze is bijgespijkerd tijdens schooltijd en ze is nu een van de besten. In haar schrift dat ze elke vrijdag meeneemt staat ‘goed’ en er zijn mooie stickers bijgeplakt. Ouder: ik heb zelf extra les NT2 gevraagd voor mijn kind, hij sprak niet zo goed Nederlands. Hij is nu klaar voor groep 3 maar ze zeggen ”Laat hem nog een jaartje kleuteren hij heeft zo hard gewerkt om de taalachterstand in te halen”. Ik zeg: “Hij is er klaar voor” maar de school zegt dat hij er sociaal emotioneel niet klaar voor is. In feite zegt de school dat ze het kind beter kennen dan de ouder.

Er wordt niet goed geluisterd; de expertise om met niet-Nederlandse kinderen om te gaan ontbreekt.Er is op die school weinig ondersteuning, dat verschilt per school.We moesten een brief ondertekenen dat als het fout gaat de ouders verantwoordelijk zijn.

Een andere ouder heeft juist hele prettige ervaringen. Er is een goed contact: hij krijgt adviezen over leesboeken en over vaker voorlezen, et cetera. Zelfs de buren komen nu bij hem advies vragen. De leerling is enorm vooruitgegaan.

Goede ervaringen zijn opgedaan op de OVS, de grootste school van Nederland; er zijn vier locaties; de school is goed georganiseerd; er worden ook leuke dingen gedaan. Er wordt veel vrijwilligerswerk door ouders gedaan: leesspelletjes, kleurenmatrix, musical, uitstapjes. Een juf met 30 kinderen kan dat in haar eentje niet doen. Er is extra ondersteuning door de vrijwilligers, zij signaleren kinderen met problemen. Die problemen worden buiten school(tijd) en met experts bijgewerkt (bijvoorbeeld (uit)spraakproblemen).

Nieuwe leerkrachten besteden meer aandacht aan taalproblemen; ’oude juffen’ zijn soms een beetje lui.

Ouder: In de periode 1980-1985 was er geen extra hulp voor leerlingen; de eerste 3 maanden kwam mijn kind huilend naar huis omdat hij de taal niet begreep. Nu is er in het wijkcentrum opvang. Een jaar voordat ze naar school gaan, komen de kinderen naar het wijkcentrum en spelen daar met elkaar om alvast wat Nederlands te leren. Dat is een goede overgang.

Kwaliteit van de schoolleidingAls positief werd ervaren:Als ouder heb je daar weinig mee te maken: je moet alleen opbellen als het kind ziek is. Ik heb zelf nog nooit een gesprek gehad met de directie. De schoolleiding functioneert overigens goed.

Op een andere school werkt de directrice 4 dagen en studeert een dag. Een ouder vindt dat op die school de ouders niet serieus worden genomen. Klachten over onveilige situaties worden niet opgepakt.

Waarschijnlijk heb je meer contact als er problemen zijn. Er zijn twijfels aan de kwaliteit van het management als het gaat om herintreders; die worden niet altijd als bekwaam beschouwd.Onbevoegden mogen nu zo voor de klas, dat komt ook door het grote tekort aan leerkrachten. Zij moeten wel ‘s avonds studeren.

57

Page 56: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

De schoolleiding moet aandacht besteden aan multicultureel onderwijs. De aandacht moet structureel zijn en er moet voor gezorgd worden dat de schoolcultuur vriendelijk is voor alle kinderen.

Ook in de schoolleiding zouden meer allochtonen moeten zitten.

Het pedagogisch klimaatOuder: Mijn oudste dochter is nu 21 jaar; in het begin werd ze met haar taalachterstand gepest door andere jongens of genegeerd. Ik heb daar nooit iets van gemerkt en heb ook nooit nagevraagd ”hoe is het nu op school”. Nu vertelt ze dat ze het heel moeilijk heeft gehad “ik heb hele dagen gehuild”.

De school moet veilig zijn voor alle kinderen. Leerkrachten zouden dat moeten bewaken.

Ouder: op de klassenfoto ontbreekt mijn zoon. Desgevraagd zei de leerkracht dat ze geen idee had waar het kind op dat moment was. De ouder heeft toen zelf een foto gemaakt van de hele klas maar er kon geen bedankje af. De communicatie met de leerkracht is verstoord, die is te laks vindt de ouder.

Kinderen moeten soms worden bijgespijkerd maar hoe? Zijn er speciale mensen nodig? Ook voor Turkse en Marokkaanse ouders is dat van belang; Chinese kinderen lopen meestal de achterstand in, anderen vaak niet. Komt dat wellicht omdat Chinese ouders meer aandacht hebben voor het leren en zij de kinderen stimuleren om hard te werken?

Wat is de rol van onderwijs in de Chinese gemeenschap?

Presteren wordt heel belangrijk gevonden om vooruit te komen in de maatschappij.Hard werken en goede manieren zijn cruciaal.

Kwaliteit van de leerkrachtenAls negatief werd ervaren:De verhouding tussen docenten is niet altijd goed. De ene docent roddelt over de andere.

De cijfers van de Citotoets van de ene docent zijn lager dan de andere. Komt dat door verschil in kwaliteit?

Zijn de verwachtingen van de leerkrachten te laag?

Een dubbeltje wordt nooit een kwartje maar 11 of 12 cent zou kunnen.

Leerkrachten hebben soms juist hoge verwachtingen van Chinese kinderen, dat speelde vroeger wel. Op de middelbare school werden wij als voorbeeld gesteld. Dat hoorden wij dan pas achteraf.

Heeft een van jullie zelf een rolmodel als voorbeeld gehad?

Als kind presteer je voor je ouders; om je ouders niet teleur te stellen; zij mogen geen gezichtsverlies lijden.

Kunnen jullie ook als rolmodel fungeren voor de jonge generatie?

De vorige generatie werkte veelal in restaurants en sprak weinig Nederlands. Onze generatie heeft wel goed Nederlands geleerd zodat ze uit de horeca geraken. Wij, de ouders, hebben nog weinig kansen gekregen. Onze kinderen weten nu dat ze door studie kunnen ontsnappen. Veel jongeren gooien er tegenwoordig met de pet naar en gaan dan weer terug naar de horeca. Als je bent afgestudeerd verdien je vaak minder dan in de horeca; daar ben je eigen baas en werk je met 'eigen' mensen.

De werksfeer is ook anders. Het is nog altijd lastig om door te dringen in de topfuncties. Daar kom je niet doorheen. Veel Chinezen kiezen daarom voor vrije beroepen; advocaten, artsen, ingenieurs. Het belangrijkste is dat de kinderen nu een keuze hebben.

Moeten leerkrachten iets meer weten over de geschiedenis en cultuur van China?

De afgelopen twee jaar is de directeur van een basisschool twee keer hier geweest. Hij heeft het programma meegemaakt, dat was heel positief. Hij is directeur van een gereformeerde school waar veel Chinese kinderen zitten. Dat is wel heel positief maar naar Turkse en andere culturen gaat hij niet.

58

Page 57: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Studenten van de Pabo zijn hier ook een keer geweest; de leraar moet het concept zien; ze doen er veel aan.Op de lagere school gaan kinderen zelf op onderzoek uit.

Samenwerking met allochtone oudersTwee keer per jaar zijn er contactavonden; veel Chinese ouders gaan niet naar de avonden; ze hebben er geen tijd voor en er is een taalprobleem.

Moet de school rekening houden met de gebruiken en taalproblemen van Chinezen?

In het onderwijs werken ze van acht tot half vier; dan is het op. Huisbezoek zou leuk zijn maar de taal is de grootste barrière; als je elkaar niet kunt verstaan waarom zou je dan huisbezoek willen hebben?Sommige ouders zeuren “geen tijd, geen tijd” maar ouders moeten ook interesse tonen. Na vieren is een gemakkelijke tijd voor de horeca.

Hoe kun je de samenwerking bevorderen?

Het begint altijd met ouderavonden. De eerste weken hoor je niets van de school. Op school is men met een nieuwe methode begonnen, dan wordt het moeilijk om je kind te helpen. Kan er een middag worden georganiseerd om de ouders daarover te informeren? Het zou leuk zijn om 1 of 2 keer per jaar ouders te informeren over nieuwe methodes en de manier van lesgeven.Dat gebeurt al wel op sommige scholen.

De school moet ook interesse tonen voor allochtone ouders, bijvoorbeeld door ouderavonden een beetje flexibel in te richten of spreekuren in te stellen en daarbij rekening te houden met de culturele achtergrond van de ouders (tolken inschakelen bijvoorbeeld).Het is ook belangrijk om informatie naar (allochtone) ouders te sturen over taalproblemen, discriminatie, et cetera.

De school heeft de steun van de ouders nodig. Leerkrachten moeten goed met ouders kunnen communiceren en samenwerken.

De schoolgids: wordt die wel gelezen?

Ja, maar lang niet alles, meer de dagelijkse dingen.Deelnemen in de ouderraad en medezeggenschapsraad geeft je invloed op de gang van zaken in de school. De ouderraad beheert het schoolfonds en regelt de activiteiten. De MR zorgt onder andere voor benoemingen van schoolleiders en leerkrachten.

Samenwerking met de buurtinstellingenNaast de school heb je clubhuizen, buurthuizen, muziekscholen, etcetera, hoe communiceer je met al deze instellingen? Wat zijn de voordelen als de drempel wordt verlaagd?

Leren doe je niet alleen op school maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld tijdens naschoolse activiteiten, sport, hobby, et cetera.

Moeten ouders de leerkrachten en directieleden bijscholen over de cultuur in het land van herkomst?

Ouder: Dat is lastig want ik leef tussen twee culturen; niet alle denkwijzen zijn van toepassing; soms kies ik voor de Chinese, soms voor de Nederlandse aanpak. Dat zou je ook kunnen uitbuiten.De juf legt de nadruk op de sociaaal-emotionele ontwikkeling; ik richt me op prestaties. De vraag is: hoe ga je om met deze verschillende inzichten.

Chinese kinderen worden snel zelfstandig; ze doen van alles zelf. Ze weten dat ouders problemen hebben met de taal dus ze lossen de problemen meestal zelf op. Nederlandse ouders bieden kinderen meer keuzemogelijkheden; Chinese ouders stellen duidelijke grenzen. Zelfstandigheid moet altijd samengaan met verantwoordelijkheid.

59

Page 58: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 7 Gesprek met Turkse ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Kwaliteit leerkrachten2 Samenwerking ouders3 Bestuur 4 Didactische aanpak5 Leerstof/leermiddelen6 Pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de leerkrachtenAls positief werd ervaren:Het is belangrijk dat de leerkracht affiniteit heeft met de kinderen en in staat is om met kennis en kunde met de kinderen te werken.Kennis hebben over en ervaring hebben met verschillende culturen zodat ze met alle kinderen kunnen communiceren.Elk kind moet je als individu benaderen; ze worden toch al snel gediscrimineerd vanwege hun afkomst.Leerkrachten moeten waken voor vooroordelen, goed luisteren en proberen vooroordelen weg te nemen. Leerkrachten zeggen soms dat ze het niet hebben opgemerkt. Belangrijk is dat leerkrachten meteen actie ondernemen en de oplossing niet overlaten aan kinderen.

Als negatief werd ervaren:Sommige allochtone kinderen sluiten zich aan bij Nederlandse kinderen en discrimineren anderen om maar bij de groep te horen. Nederlandse leerkrachten hebben niet voldoende kennis vanen ervaring met andere culturen; daar ligt een taak voor de opleiding; opleidingen bereiden daar nu nog niet genoeg op voor.Ouder: Ik heb zelf meegemaakt dat leerkrachten veel problemen hadden met lesgeven aan kinderen uit andere culturen. Zittende leerkrachten moeten de kans krijgen om bij te scholen.Het onderwijs, zowel huidige als aanstaande leerkrachten, moet zich openstellen voor veranderingen.

Wat zijn basisvoorwaarden voor het functioneren in de multiculturele klas?1 Goed kunnen communiceren met kinderen uit verschillende culturen;2 De situatie van de ouders moet bekend zijn: eventuele problemen, rechtspositie, werk, et cetera;3 Kennis hebben van culturele en religieuze zaken; waarden en normen;4 Meer interactie; een standpunt innemen ten aanzien van culturele diversiteit wordt vaak afgedaan met 'dat is politiek'.

Iedereen heeft een eigen cultuur ook al komt men uit hetzelfde land. Verschillen moet je respecteren.Leerkrachten gaan meer uit van integratie en assimilatie dan van managing diversity.Ouder: ik vind: probeer maar zoveel mogelijk te assimileren en maak gebruik van de mogelijkheden hier.Leerkrachten moeten ook aandacht besteden aan gezinnen die iets andere normen hebben binnen de Turkse groep. In de trant van: in grote lijnen zijn dit de waarden en normen maar daartussen zitten ook grote verschillen. Onderwijsinstellingen/leerkrachten kunnen echter niet met alle verschillen rekening houden.

Didactische aanpakKrijgen Turkse kinderen goed les?Ouder: Ik had graag gewild dat de leerkracht een klein beetje Turks sprak; bijvoorbeeld even gedag zeggen in de Turkse taal.Empathie (= inlevingsvermogen) is belangrijk in adaptief onderwijs.Het ontbreekt nog wel eens aan een veilig en goed pedagogisch klimaat.

Zou de lerarenopleiding meer aandacht moeten besteden aan intercultureel onderwijs? De inhoud van intercultureel onderwijs is nog niet helemaal duidelijk: -intercultureel onderwijs is onderwijs dat het leren direct beïnvloedt en het schoolsucces bevordert; -kennis over intercultureel onderwijs moet worden gereflecteerd in de didactische aanpak.

60

Page 59: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

In de media wordt ICO steeds geassocieerd met problemen; de lerarenopleidingen (en scholen) moeten, ondersteund door de media, meer positieve voorbeelden geven; ICO ombuigen van een probleemsituatie naar een successituatie.Kinderen die weinig Nederlands hebben gesproken hebben nu eenmaal een ander startniveau; van de leerkrachten in klassen met veel allochtone kinderen wordt dan meer gevraagd; die extra inspanning zou beloond moeten worden door bijvoorbeeld een hoger salaris.

Positieve ervaringen/wensen:Leerkrachten moeten de didactiek ook interculturaliseren.Leerkrachten moeten kinderen wijzen op verschillen tussen kinderen en het accent zou daarbij moeten liggen op bepaalde aspecten van het onderwijs; bijvoorbeeld begrip kweken op het gebied van taalvaardigheid.Vooroordelen wegnemen door bepaalde aspecten door kinderen zelf te laten onderzoeken. Je zou kunnen beginnen met spelletjes of feesten zodat kinderen spelenderwijs kennismaken met verschillen. Het is ook goed om bijvoorbeeld Nederlandse kinderen iets te laten voorbereiden over een andere cultuur (uit de klas) en omgekeerd. Jonge kinderen zijn nog niet gewend aan onderzoek dus dat moet langzaam worden opgebouwdTurkse kinderen hebben veel te maken met vooroordelen; geef ze ruimte in de zaken waarin ze goed zijn. Wat het onderwijs in de eigen taal betreft: kinderen moeten wel de Turkse taal leren maar niet onder schooltijd.In groep 1 tot 4 gebeurt dat onder schooltijd en in groep 5 tot 8 buiten schooltijd. Als allochtone kinderen naar die les gaan wordt door de andere leerlingen beweging, sport en handvaardigheid gedaan.Ouder: ik vind dat alle kinderen dezelfde lessen moeten krijgen.

Is het wellicht nodig om kinderen in twee talen instructie te geven?Dat moet wel goed met ouders gecommuniceerd worden. Kinderen moeten alle lessen goed kunnen volgen; scholen hebben extra geld voor extra begeleiding maar dat wordt daar niet altijd voor gebruikt.Ouder: Of het geld doelmatig wordt ingezet? Op mijn vraag of ik op schrift kon krijgen wat er met het geld gebeurt kreeg ik een negatief antwoord. Ik heb toen geweigerd mijn kind op die school in te schrijven. Daarna volgde een gesprek.

Hoe zouden de scholen dat geld effectiever kunnen inzetten?Bespreken met ouders welke kinderen in aanmerking komen; samen met ouders een route uitstippelen. Veel ouders zijn niet op de hoogte van de extra financiële mogelijkheden. Vraag de schoolleiding om in de jaarlijkse vergadering kenbaar te maken wat ze met het geld hebben gedaan en laat de belangrijkste onderwerpen vertalen voor de allochtone ouders.Moeten ouders of subsidiegevers dat controleren? De Inspectie moet controles doen en vanuit het Ministerie is ook controle op bestedingen. Het geld kan gewoon geboekt worden voor extra begeleiding. Ouders kunnen dat moeilijk controleren.Veel ouders dachten: laat de school het maar regelen, maar anno 2001 is er wel een verandering te zien.Ouders hebben wel een belangrijke stem in de onderwijspraktijk, bijvoorbeeld in de medezeggenschapsraad of ouderraad; vragen van willekeurige ouders leveren soms conflicten op met de schoolleiding of het docententeam en dat is niet goed voor de leerprestaties van hun kinderen.

61

Page 60: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Samenwerking met ouders (in besturen).Zoek naar stimulansen voor allochtone ouders waardoor de samenwerking beter kan worden. Het beleid moet dan wel anders, het is ook de verantwoordelijkheid van de school, die moet het voortouw nemen.Ouders moeten ook (meer) gebruik maken van hun recht om vragen te stellen. Sommige scholen gaan daar toch te vrijblijvend mee om en dan wordt er geklaagd ”ze komen niet”.

Zou je Turkse ouders moeten verplichten om deel te nemen aan die gesprekken?Dat weinig ouders komen heeft ook met taal te maken, taal is een probleem. Sommige leraren hebben geen zin om met je te praten. Door het inzetten van een tolk of het organiseren van aparte ouderavonden voor Turkse ouders zou het probleem aangepakt kunnen worden.De ouder moet zelf inzien dat het zinvol is en dat hij/zij een bijdrage kan leveren. Je moet de contacten met school in een breder perspectief plaatsen. Ouder: Ik ben wel betrokken, ik ga naar alle ouderavonden maar toch zeggen ze dat mijn kind een probleem heeft.Ouders verliezen het vertrouwen in het onderwijs: we krijgen te horen het gaat goed, goed, goed, maar vervolgens komen er lage cijfers. Door de lage verwachtingen van de leerkrachten wordt het vertrouwen in het systeem ondermijnd. Er is geen samenhang tussen aanwezigheid en betrokkenheid. Bij de eerste generatie was de betrokkenheid nihil maar de tweede generatie is veel actiever. Die stelt kritische vragen waardoor de leerkrachten nu veel voorzichtiger zijn geworden.Leerkrachten realiseren zich nu dat ze genuanceerder moeten zijn want ze weten niet of hun allochtone leerlingen het vervolgtraject wellicht succesvol kunnen doorlopen.

Wordt een dubbeltje ooit een kwartje?Als ouder volg je het kind; je helpt hem en motiveert: ”Zet door”. Leerkrachten zijn nu soms te voorzichtig. Ouder: Halverwege het schooljaar komt er een nieuw schoolhoofd. Op de Cito-toets scoort mijn dochter slecht. Op de vraag waarom zij zo'n lage score heeft (in verhouding tot klasgenootjes) zegt het schoolhoofd: “Ik ben voorzichtig geweest want ik ken je kind niet”.Veel gehoord: “In vergelijking met andere allochtone kinderen scoort Uw kind goed”. In vergelijking met Nederlandse kinderen is dat vaak niet goed maar dat wordt er niet bijgezegd.Je hoort vaak dat allochtone ouders zich niet zo interesseren voor school, maar als je ze spreekt dan hoor je over drempels, belemmeringen. Ouder: Je moet weten hoe je je kind kunt helpen maar als je dat de leerkracht vraagt dan zeggen ze “ik weet het niet”.

Pedagogisch klimaatDaar is al veel over gezegd. Gaan kinderen over het algemeen met plezier naar school?Ja, tijdens lange vakanties vervelen ze zich en zijn ze blij als ze weer naar school kunnen.

Leerstof/ leermiddelenOuder: Sommige zaken zijn niet correct; zelf heb ik een heel ander idee over de geschiedenis van Turkije.Hoe ga je daar mee om? Kinderen leren gewoon verkeerde dingen. De wijze waarop de Kruistochten aan de orde worden gesteld is daarvan een goed voorbeeld. Probeer de feiten boven tafel te krijgen en bied meerdere invalshoeken om naar een probleem te kijken.Vanuit de emancipatiegedachte is roldoorbrekend onderwijs aanvaardbaar binnen de Turkse cultuur.Ouder: Onderwijzers hebben het soms ook heel moeilijk. Mijn dochter werkt in het onderwijs. Ze wilde praten over de aardbeving; hoe ontstaat een aardbeving? Kinderen kregen thuis te horen dat een aardbeving ontstaat omdat de Koran niet is gerespecteerd.

Presteren kinderen van hoger opgeleide ouders beter op school? Als beide ouders academisch zijn opgeleid is dat een goede indicatie voor schoolsucces. De eerste generatie allochtonen kon over het algemeen hun hoger opgeleide kinderen niet helpen. Kinderen van arme families presteerden soms ook beter op school als ze weggingen uit hun dorp.

BestuurHebt U kennis gemaakt met het schoolbestuur? Vanuit de ouderraad is er geen contact.

Welke wensen hebt U ten aanzien van het schoolbestuur?

62

Page 61: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

De samenstelling moet veranderen; er moet veel gebeuren om allochtonen in het bestuur te krijgen, trouwens ook in het schoolteam.

63

Page 62: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 8Gesprek met Surinaamse/Hindoestaanse ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Pedagogisch klimaat/sfeer2 Kwaliteit leerkrachten3 Leerstof4 Didactische aanpak5 Kwaliteit schoolleiding6 Schoolorganisatie

Pedagogische aanpakJe kunt niet goed lesgeven als er geen goede sfeer heerst in de klas. Het zou ideaal zijn als iedereen op dezelfde lijn zit. Als de leerkracht op een heel ander niveau communiceert, dan krijg je geroezemoes. De stof moet begrijpelijk worden uitgelegd, de boodschap moet overkomen. Dat kan alleen als de leerkracht de taal spreekt van kinderen. De leerkracht moet niet te dwingend zijn maar meer uitdagend en uitnodigend. De kinderen moeten de kans krijgen om vragen te stellen. De leerkracht zou vaker complimenten moeten/mogen geven als het goed gaat.De kinderen moeten de kans krijgen om zich te uiten ook als ze ergens mee zitten. De leerkracht ziet het heel snel als er iets aan de hand is en zou bijvoorbeeld na schooltijd even met het kind kunnen praten.Didactische werkvormen moet een open karakter hebben en rekening houden met culturele verschillen.

Uit onderzoek blijkt dat Hindoestaanse kinderen nogal terughoudend zijn; thuis waardeert men dat en docenten waarderen het juist niet. Hoe ga je daarmee om?

Het onderwijs zit op een hellend vlak, er moet wel een soort eerbied zijn voor de meester. Normen en waarden vervagen, momenteel wordt de mores verwaarloosd. Als voorbeeld wordt het tutoyeren opgevoerd. Op veel scholen mogen de kinderen de docenten bij hun voornaam noemen en aanspreken met ‘je’ of ‘jij’.Soms waarderen leerkrachten kinderen verschillend en daarmee ongelijk. Voorbeeld: een zoon zit op het atheneum. Een groepje klasgenoten had een test niet goed gemaakt en mocht het overdoen, hij niet. De ouder kreeg desgevraagd te horen dat de andere leerlingen hadden laten zien dat ze wel hun best wilden doen terwijl zijn zoon dat niet had gedaan in de ogen van de leerkracht. De vader had thuis andere ervaringen met zijn zoon. De vader geeft wel toe dat zijn zoon terughoudend is maar dat hoeft niet automatisch onwil te betekenen.Er is toen afgesproken dat de ouder sneller geïnformeerd zou worden in dergelijke situaties. Dit vindt men een schoolvoorbeeld van gebrekkige communicatie tussen ouders en leerkrachten.

De Nederlandse gezinscultuur is een onderhandelingscultuur waarin ouders en kinderen vrij met elkaar omgaan; hoe is dat in jullie omgeving?

Een eigen mening hebben is op school belangrijk. Op zich is dat goed maar de grens wordt overschreden.Uitleg is belangrijk; school is school en thuis gebruik je een andere taal. Kinderen moeten die verschillende codes goed leren onderscheiden. Gezinnen veranderen, de maatschappij verandert, maar de scholen veranderen niet mee. Wij hadden altijd respect voor onze goeroes, in mijn tijd was het nog wel streng, nu is dat niet meer.Het respect voor de leerkracht moet hersteld worden want ook het leren wordt beïnvloed door de huidige normvervaging.

Kwaliteit leerkrachtenEr klonken ontevreden geluiden over het lerarentekort. Als mijn kind geen les kan volgen doordat de leraar ziek is, dan is dat slecht. Kinderen mogen niet zonder onderwijs naar huis gestuurd worden, er wordt dan niet voldaan aan de behoefte om te leren.

Er wordt nu onderzocht waarom de leerkrachten zo vaak ziek zijn. Eerder onderzoek wijst uit dat het ziekteverzuim in Amsterdam ZO twee keer hoger is dan in de rest van Amsterdam. Naarmate leerkrachten ouder worden neemt het verzuim toe en ook onder vrouwelijke leerkrachten. Wat zegt dat over de kwaliteit van leerkracht, aan welk profiel zou een leerkracht moeten voldoen?

De nadruk ligt teveel op het leren, er wordt nu teveel van de kleuters (jonge kinderen) verwacht. Ze zouden meer moeten kunnen spelen en later mag er meer nadruk komen op de cognitieve ontwikkeling. Er zit nu al druk

64

Page 63: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

achter. Ouder: “Mijn dochter van 6 moet bijvoorbeeld al een boekbespreking doen”. Het kind mag niet lang genoeg kind blijven, kinderen moeten nu meer presteren.

Is dat kwaliteit?

Ja, de onderwijzers zijn niet zo capabel meer, de algemene ontwikkeling en kennis van onderwijzers schiet tekort. Ze willen kinderen meer laten leren leren en ze daardoor zelf oplossingen laten zoeken. Onderwijzers weten te weinig, zij hebben zich te veel gericht op hun opleiding (diploma). Ze zouden breder geïnformeerd moeten zijn, de parate kennis is onvoldoende. Maar soms kan het ook wel eens goed zijn om te zeggen “ik weet het niet, dat zoeken we op”.Een leerkracht moet zich heel goed profileren en een duidelijke scheiding maken - en behouden - tussen leerling en leerkracht. Die hiërarchie moet je duidelijk maken want daarmee wordt respect verkregen en dat neem je als kind mee de maatschappij in. De docent mag wel sociaal zijn maar dan wel binnen afgebakende grenzen.

Helpen leerkrachten om je onderwijsdoelen te realiseren?

Niet altijd. Bij Hindoestanen wordt hoog gegrepen als het gaat om schoolkeuze. Verschillende ouders hebben ervaren dat het schooladvies niet overeenkwam met hun eigen visie op de mogelijkheden van hun kind.Een ouder heeft dat zelf meegemaakt: “Ik was goed op school maar had mijn CITO-toets verprutst. Mijn vader moest praten als Brugman om mij toch op de juiste school te krijgen”.Discriminatie, daar praten we liever niet over, maar als je merkt dat een Nederlandse leerling hetzelfde presteert als een allochtone leerling en dat de verwachtingen ten aanzien van de allochtone leerling lager zijn dan ga je toch nadenken.

In het onderwijs praten we in dit verband liever over lage verwachtingspatronen.

In Suriname kregen bijvoorbeeld de meest capabele mensen geen kans. Vaak worden mensen op een mavo geplaatst en dan is er soms een leraar die ingrijpt en zegt “Jij moet naar het vwo”.Het is zo en het blijft zo en die beslissingen zijn wel gebaseerd op discriminatie. In de maatschappij zie je dat ook, maar het valt moeilijk te bewijzen. Het is hetzelfde als bij belastingrecht; je moet zelf bewijzen dat er sprake is van discriminatie.De kwaliteit van leerkrachten houdt idealiter ook in dat ze inzicht hebben in de culturele achtergrond van kinderen. Een voorbeeld: mijn zoon heeft heel veel moeite om naar mij toe te komen als hij een probleem heeft. Daar zit hij mee, thuis en op school. Het kind doet goed zijn best maar de school (leerkracht) werkt niet mee. Leerkrachten kneden kinderen en als die kinderen steeds in een bepaald hokje worden geplaatst dan worden zij de verschoppelingen van de maatschappij. De communicatie tussen ouders en school is onvoldoende.

65

Page 64: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Kwaliteit schoolleidersWe merken niks van de schoolleiders, we hebben alleen met leerkrachten te maken. De directeur heeft alleen gebeld toen ik moest betalen; alleen als er iets fout gaat heb je contact.

Welke eigenschappen heeft de ideale schooldirecteur?

Een helikopterview; hij/zij moet de ouders kennen; moet met ouders communiceren; moet levenservaring hebben; moet besluitvaardig zijn. Hij/zij moet zich in de privé-sfeer van de kinderen kunnen inleven; bijvoorbeeld de ouders gaan scheiden, hoe verwerkt het kind dat? Hij/zij moet objectief zijn en niet het standpunt innemen van ”ik ben de directeur en moet daarom volledig achter mijn leerkracht staan”.

Zijn de directeuren capabel?

Een schooldirecteur moet goed leiding kunnen geven. In Nederland hoef je geen diploma te hebben voor het managen van een school maar er zijn wel cursussen.Directeuren hebben met steeds meer problemen te maken. Mondigheid ontaardt in schofterigheid, dat gebeurt in alle geledingen. De directeur moet ook gezag uitstralen en respect afdwingen maar hij/zij moet niet autocratisch handelen, de besluitvorming moet democratisch zijn.

Wat kan de directeur doen om de onderwijskwaliteit te verhogen?

Voorbeeld: Bij een van de scholen is een nieuwe leermethode ingevoerd. Daar is toen onderzoek naar gedaan en de resultaten zijn doorgestuurd naar andere scholen en besproken.

LeerstofHet gehalte van de leerstof is wel goed maar het is teveel in te korte tijd. Het gaat nu als volgt: “ hier heb je het en zoek het maar uit”. Als het kind het niet kan dan wordt gezegd: “ga dan maar naar een andere school”'. Ouders zijn van mening dat hun kinderen met iets meer uitleg wel kunnen slagen. Voorstel: gun kinderen die dat nodig hebben wat meer tijd.Kinderen moeten veel leren maar krijgen te weinig algemene ontwikkeling. Daar staat tegenover dat ze wel nieuwe kennis opdoen via ICT, computerkennis, internet, mobieltjes, enzovoorts.

Is het belangrijk dat de school rekening houdt met verschillende culturele achtergronden?

Ja, daar moet meer tijd aan worden besteed. Thuis spreken we een andere taal; daar moet de school rekening mee houden. Een ouder vindt dat niet: als daar meer tijd aan wordt besteed dan wordt het onderwijs een stoptrein (komt het tempo te laag te liggen). Kinderen met taalproblemen moeten individuele begeleiding krijgen. Een goed zorgsysteem betekent differentiëren; zorg op maat. Maar dat moet wel passen binnen de mogelijkheden van de school.Scholen moeten er van uitgaan dat Nederland een multiculturele samenleving is, dat staat in de wet.Kennis van verschillende culturen zou deel moeten uitmaken van het leerplan maar het mag niet zoveel aandacht krijgen dat het de Nederlandse ouders afschrikt. Kennis over culturele diversiteit kan ook geïntegreerd worden in leermiddelen. Binnen de school is er nu ook wel aandacht voor verschillende culturen bijvoorbeeld in de vorm van projecten. Die aandacht zou er ook moeten zijn in taal en rekenen.

Moet er aandacht worden besteed aan bijvoorbeeld Hindoestaanse geschiedenis?

Het programma is nu al overladen. De keuze voor onderwerpen zou iets anders kunnen bijvoorbeeld 80% Europese geschiedenis en 20 % flexibel. Er zijn te veel verschillende culturen, zo kom je niet aan de basisstof toe. Kennis aanbrengen over de eigen culturele achtergrond is een taak voor de ouders en/of voor het OALT-onderwijs.Als allochtoon moet je al oppassen om niet achtergesteld te worden; “we zitten hier nu eenmaal dus maak je de Nederlandse zaken maar eigen”.

Wat is jullie mening over specifieke scholen zoals de Hindoeschool, Turkse en Marokkaanse scholen? Is dat een goede ontwikkeling?

Nee, ik vind dat we hier moeten integreren, ik zorg zelf voor hindieles, hindoedansles, etcetera.

66

Page 65: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Waarom wel christelijke, protestantse, rooms-katholieke scholen en geen joodse, islamitische of hindoescholen? Het Nederlandse systeem is verzuild.Alle islamitische, joodse en hindoescholen moeten verplicht Nederlands onderwijs geven. Het is een groot goed dat ouders hun eigen school mogen stichten; die vrijheid is bevochten. Deze verworvenheden willen we niet overboord gooien; Nieuwkomers maken daar ook gebruik van.Het gaat om de integratiegedachte: via een Nederlandse school kun je gemakkelijker integreren.Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen van islamitische scholen veel beter presteren (bijvoorbeeld op de Cito-toets) dan leerlingen van 'gewone' scholen. Een verklaring daarvoor is dat tijd de belangrijkste factor is in het leerproces. Op de islamitische scholen zijn leerkrachten langer met kinderen bezig; meer huiswerk, meer instructie, intensievere begeleiding, zaterdagschool, et cetera. Waarschuwing: er kan worden gerommeld met de Cito-toets door bijvoorbeeld niet alle leerlingen de toets te laten doen.

Didactische aanpak

De overdracht van leerstof, gebeurt dat goed?

Dat is afhankelijk van de gemiddelde leerlingen: “als de meeste leerlingen slimmer zijn dan blijf ik achter”. De leerkracht moet leerlingen niet afremmen maar ook niet achter laten blijven.Wanneer passeert de docent de grens? De finish moet iedereen halen maar er blijven altijd verschillen. Vroeger kreeg je klassikaal onderwijs: instructie, sommen maken en dan een toets. Nu krijgen de kinderen allerlei ezelsbruggetjes en voorbeelden, dat was vroeger niet. Bij de instructie wordt aangesloten bij de interesse van de groep en wordt ingehaakt op de cultuur van de leerlingen.

Schoolorganisatie

De schoolorganisatie omvat directie, leerkrachten, leerplan, niet-onderwijzend personeel; vakanties, toetsen, etcetera. Hoe waarderen jullie de organisatie?

Ik geef een 8.Schooltijden zijn tegenwoordig voor werkenden wel heel belangrijk evenals opvang tussen de middag. Maar je mag het niet omdraaien, de school is geen opvang voor kinderen van werkende ouders.Voor de scholen is een taak geformuleerd, gebaseerd op wensen vanuit de maatschappij. De maatschappij verandert, dus schooltaken veranderen. Er is nog steeds veel vertrouwen in de scholen en iedereen betaalt mee aan het onderwijs. Het onderwijs is gebaseerd op solidariteit.

Zijn ouders verplicht schoolgeld te betalen?

Het schoolgeld is een vrijwillige bijdrage en is bedoeld voor leuke activiteiten voor kinderen. Het gesprek wordt afgerond. Er volgt nog een rondje wensen van ouders:

Ik heb wel vrede met de situatie;Meer allochtone leerkrachten;De leerstof veranderen;Meer aandacht voor kinderen;Maatwerk, meer individueel onderwijs;Meer onderwijsassistenten;Kwaliteit moet voorop staan en moet met de tijd meegaan.

67

Page 66: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijeenkomst 9Gesprek met Nederlandse ouders

AandachtspuntenDeze ouders kozen voor:1 Sfeer/ pedagogisch klimaat2 Didactische aanpak3 Kwaliteit schoolleiding/leerkrachten4 Samenwerking met ouders5 Relatie buurtinstellingen

Sfeer/ Pedagogisch klimaatDe sfeer hier op school is goed; ouders hebben inzicht in de wijze van lesgeven. Het onderwijs is ontwikkelingsgericht, leerkrachten kijken hoe ver een kind is.

Krijgen kinderen voldoende aandacht?

Ja, één ouder zegt aanvankelijk twijfels te hebben gehad omdat hun oudste jongen niet zo gemakkelijk is maar hij wordt voldoende gestimuleerd om te leren. Hij kwam van een school met voornamelijk Nederlandse leerlingen. De overgang was groot maar de opvang hier was prima. De sfeer is gemoedelijk, kinderen krijgen veel aandacht ook in vergelijking met de andere school, daar was de omgang veel afstandelijker.Ouders hebben het gevoel dat er een samenhang is tussen de manier van werken van de leerkrachten; iedereen heeft dezelfde aanpak. Je merkt dat bijvoorbeeld op een open dag. Ouders weten dat de leerkrachten regelmatig geschoold worden. Bijscholing is jarenlang niet verplicht geweest maar nu is het een must. Jaarlijks wordt tijd gereserveerd voor bijscholing. Wie in aanmerking komt hangt af van de informatie; die moet teamgericht zijn en onderwijsinhoudelijk van belang voor de school.

Wat zijn de wensen om het pedagogisch klimaat te verbeteren?

Hier is een lage drempel voor ouders; op koffieochtenden worden allerlei onderwerpen besproken zoals speelgoed, het twee-talen beleid, vernieuwingen, et cetera. Die bijeenkomsten hoeven niet beslist wat op te leveren maar je wordt wel even geïnformeerd. Voorbeeld: taalstimulering: er wordt uitgelegd waarom het belangrijk is om met peuters/kleuters te praten. Hier op school is ook een peuter-plus klas: voorschoolse opvang om de kinderen alvast met de Nederlandse taal in aanraking te brengen.Ouders maken ook gemakkelijker contact met ouders die je anders niet zo snel spreekt. Maar toch is het contact met allochtone ouders soms moeizaam, er is wel een tweedeling. Er wordt veel Turks gesproken en dat moet dan weer vertaald worden. Je hoort niet precies wat er achter zit, je komt er moeilijk tussen.Een ouder schetst de problemen bij het maken van afspraken (met Turkse ouders). De moeder zegt dat het kind komt op een verjaardagspartijtje, maar het komt niet. Dat kan te maken hebben met cultuurverschillen, geen nee durven/willen zeggen. Advies: blijf heel dicht bij je eigen gevoel en spreek de ouder er op aan. Laat blijken dat je teleurgesteld bent en leg uit waarom. Pas dan krijg je een gesprek.

Van integratie is niet altijd sprake, dat is ook merkbaar in de klas, kinderen klitten bij elkaar.Ouder: “Als ik vraag wie zijn je vriendinnetjes dan hoor ik alleen Nederlandse namen”. Op zich is het heel begrijpelijk dat kinderen met dezelfde culturele achtergrond)elkaar opzoeken. Hoe ga je om met cultuurverschillen? Er wordt in het team veel over gesproken maar sommige leraren gaan daar handiger mee om dan anderen. Het is goed dat er open over gesproken kan worden,dat geeft ook een signaal naar de school.

Sommige ouders spreken geen of heel weinig Nederlands, zou de school daar iets mee kunnen doen?

Dat is niet de eerste verantwoordelijkheid van school, dat is namelijk lesgeven aan kinderen, daar zit de expertise. De school zou wel gunstige randvoorwaarden kunnen creëren en faciliteiten beschikbaar kunnen stellen maar de mensen moeten het zelf willen en de overheid moet inspringen. Het mes snijdt dan aan twee kanten; je wilt ouders in de school hebben en je vergroot hun betrokkenheid.

68

Page 67: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Volgend jaar start het project ‘Oudkomers’, een intensieve taalcursus van drie ochtenden in de week. Daar worden intakegesprekken voor gevoerd maar nu blijkt dat sommige ouders analfabeet zijn en de voorwaarde voor deelname is dat de ouders kunnen lezen en schrijven. Het loopt storm, we hebben nu al 27 mensen.Er is ook een groep moeders die zegt geen opvang te hebben. Als de lessen binnen schooltijd vallen dan is dat geen belemmering.

De wens voor communicatie is er wel, ook bij Turkse ouders maar door de gebrekkige taalbeheersing blijven de contacten moeizaam en erg oppervlakkig. De voorwaarde voor groei zit er niet in.Turkse ouders die wel goed Nederlands spreken, praten toch Turks met andere ouders. Soms worden ze voor 'Hollands' uitgemaakt; degene die Nederlands praat wordt als arrogant beschouwd. Die mensen zou je eigenlijk een beetje moeten steunen.Een 'sleutelouder' kan in dit soort situaties goede diensten bewijzen. Er zijn tweetalige assistenten op school die beide talen goed spreken en in de ouderraad zitten ook Turkse ouders, die ouders kun je aanspreken en vragen stellen.

Vader: graag ook vaders betrekken bij het schoolgebeuren, waarom geen koffieavond in plaats van koffiemorgen? Immers veel vaders werken vijf ochtenden. Hoe zou je een vadernetwerk kunnen opstarten?

Ouder: ik wil graag dat mijn kinderen leren omgaan met kinderen van andere culturen omdat het hier de situatie is. Dat is gemakkelijker als kinderen van jongs afgaan opgroeien in cultureel gemengde groepen, beter nu dan later in het voortgezet onderwijs, dan is de omschakeling veel lastiger.Op deze school leren ze heel veel over interculturele zaken en ze leren respect te hebben voor andere culturen. Veel problemen worden gefocussed op cultuurverschillen en er is minder aandacht voor bijvoorbeeld het verschil tussen mannen en vrouwen en voor de acceptatie van homoseksuelen, een gevoelig punt. Die punten laten we eigenlijk liggen en die los je niet op met een bordje op de deur waarop staat dat er niet gediscrimineerd mag worden. Het gaat natuurlijk niet alleen om homoseksuele leerkrachten maar het kan ook je eigen kind zijn, daar wordt niet voldoende aandacht aan besteed. Ouder: ik ben hier wel eens uitgescholden voor lesbo.Schoolleider: Het respect voor elkaar, daar zijn we wel heel erg mee bezig. In de groepen wordt daar wel over gesproken niet alleen over andere culturen maar ook over dikke kinderen, et cetera.

Naar aanleiding van een uitspraak van de imam hier, is hij uitgenodigd voor een gesprek. Hem is verzocht naar een andere school te gaan als de uitspraken in de krant juist bleken te zijn. Je moet duidelijk zijn, je kunt heel tolerant zijn maar je moet wel een grens stellen.Je moet niet bang zijn voor verschillen; dat is juist goed, maar hoe ga je ermee om?Leer ze dat ze in discussie moeten blijven.Voorbeeld: de discussie over douchen. Een ouder zei het vies te vinden die Hollanders in hun blootje. Dat vond ik (schoolleider) heel respectloos. In een gesprek is toen duidelijk aangeven wat het beleid is op school, waar je voor staat. De ouder begreep dat en maakte excuses.Toch vinden sommige ouders dat de nadruk teveel op het interculturele aspect ligt, dus op de ontmoeting tussen mensen en kinderen uit verschillende culturen en dan met name tussen de Turkse en de Nederlandse cultuur. Over andere culturen verschijnt wel eens iets in het schoolblad maar veel aandacht gaat daar niet naar uit.

Didactische aanpak/werkwijzeHoe proberen de leerkrachten de stof over te brengen? Wat is jullie ervaring?

Dat is erg afhankelijk van de kwaliteit van de leerkracht of hij/zij het ontwikkelingsgericht onderwijs goed beheerst. Als dat niet zo is dan kan een leerling gemakkelijk achterop raken want de toetsmomenten zijn hier anders. Er wordt meer vaardigheid van leerkrachten verwacht en ze hebben minder houvast aan de lesmethode.Ouder: ik heb het gevoel dat deze vorm van onderwijs zich meer richt op kinderen met een achterstand, de aandacht voor middelmatige en hoogbegaafde leerlingen blijft achter.Ouder: daar kan ik me er wel een beetje in vinden. Mijn kind wil momenteel liever niet naar school ze moet altijd spelen en kan dat thuis ook, op school wil ze niet spelen. Mijn kind zou naar groep drie gaan; is onzeker, faalangstig; zegt gauw dat ze het niet kan; emotioneel kan ze het nog niet aan. Daardoor is moeilijk in te schatten wat ze al wel kan. Het volgend jaar gaat de leerkracht wat meer aandacht aan haar besteden maar deze leerkracht wordt dan geopereerd en de vraag is: pikt een andere leerkracht dat ook op? Bij de Turkse kinderen wordt meer gestuurd.

Hoe is dat op een andere school?

69

Page 68: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Daar gaat het meer groepsgewijs, binnen het ontwikkelingsgericht model is meer differentiatie mogelijk. Je zou het onderwijs kunnen aanscherpen. Nu is het zo dat het onderwijs wacht op de leerbehoeften van kinderen; maar je zou juist meer moeten stimuleren. Schoolleider: De school gaat ook extra stimuleren: voorwaarden creëren zodat het kind wordt uitgedaagd. De kerndoelen zijn heel nadrukkelijk beschreven en er is gekeken of alle onderdelen ruim vertegenwoordigd waren. Een zwak punt is dat we te weinig aangepaste toetsen hadden. Volgend jaar gaan we daaraan werken met hulp van de begeleidingsdienst. We zijn in het verleden niet met een nulmeting begonnen, vaak is er sprake van een grote taalachterstand en ouders die laag zijn opgeleid, daardoor scoren kinderen ook laag.

Kwaliteit schoolleiding/leerkrachtenWaarop moet je de kwaliteit van leerkrachten beoordelen?

Als een kind met plezier naar school gaat en zijn ouders regelmatig verbaast/verblijdt met zijn/haar vorderingen dan is het goed. In de tien-minutengesprekken hoor je of je kind vooruit gaat of niet, maar op grond daarvan kun je niet goed beoordelen of de leraar zelf goed of slecht functioneert. Ideaalbeeld? Eén leraar op één kind. Maar dat is niet haalbaar.De manier waarop ze hier pedagogisch bezig zijn vind ik heel goed: ze motiveren, stimuleren en leren de kinderen samen te werken.De afstand tussen leerkrachten en leerlingen is niet groot, leerkrachten hoeven niet strenger te worden als ze maar duidelijk grenzen aangeven. Leraren voelen zich verantwoordelijk voor alle leerlingen en spreken ook leerlingen aan die ze niet in de klas hebben. Kinderen moeten respect hebben voor alle volwassenen en de leerkracht moet in staat zijn respectvol met leerlingen om te gaan, zelfs met 'klierkinderen'. Ze moeten rekening houden met zijn/haar achtergrond dat gebeurt te weinig. Vaak hoor je verzuchten 'dat kind weer'. Zo'n negatief beeld is moeilijk te corrigeren.Integriteit en bewaking van de privacy is belangrijk. Problemen van kinderen horen niet aan andere ouders te worden doorverteld. Dat zegt ook wel iets over de open sfeer, het kan soms helpen om een kind beter te begrijpen, dan is dat prima. Leraren hoeven niet per se een vorm van psychosociale hulp te verlenen. Ze moeten wel een signaalfunctie hebben en het moet duidelijk zijn hoe je iets moet signaleren. Dat zouden ze in de opleiding al moeten leren.

SchoolleidingWat verwacht je van de schoolleiding?

Dat de leiding zorgt voor een veilig klimaat, ook in emotioneel opzicht. Dat is nodig om goed te kunnen leren. De schoolleiding moet de leerkrachten in staat stellen om dat te bereiken, dus voorwaardenscheppend bezig zijn. De schoolleiding moet goed kunnen communiceren, stimuleren, initiatief ontwikkelen, controleren, delegeren en de financiën regelen. Op dat laatste onderdeel hebben ouders weinig zicht .Wellicht is het managen een valkuil omdat onderwijs bij veel schoolleiders dichterbij het hart zit. Als je daarentegen managers op school zet die geen ervaring hebben met onderwijs is het ook niet goed. De gezondheidszorg is daar een 'goed' voorbeeld van.Vaak komen de beste onderwijskrachten in het management terecht, dat is jammer voor de leerlingen. Bijscholing in managementtaken wordt genoemd als optie.

Samenwerking oudersIs er hier op school goede samenwerking met ouders, gebaseerd op een visie?

Er is wel een duidelijke visie op samenwerking met ouders maar er is niet echt een beleid aan gekoppeld. Voorzitter van de ouderraad: moet dat allemaal van school komen? Vanuit de ouderraad kunnen ook initiatieven komen. Tot op heden komt er nog niet veel van de grond. Samenwerking moet leiden tot een goede sfeer op school. De koffie ‘s morgens is een goed initiatief.

Schoolleider: er zijn veel gesprekken waarin regels voor ouders, leerkrachten en leerlingen worden besproken. Ook in kringgesprekken met de leerlingen worden zaken goed uitgesproken.Voorbeeld: ouders van kleintjes, moeders van kleuters, klaagden dat de leerkrachten niet van kinderen houden omdat ze alles zelf moesten doen. Daar is een goed gesprek op gevolgd waarin de visie op opvoeden werd uitgelegd, het verschil tussen de ik en wij- huishouding, zelfredzaamheid, opvoeding tot individu, etcetera. Ouderparticipatie is te vrijblijvend, er staan geen sancties op. Er hangt een briefje aan de klassedeur: wie helpt schoonmaken; wie wil helpen klussen, wie maakt hapjes. Maar het zijn meestal dezelfde (Nederlandse) ouders

70

Page 69: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

die dit soort werkjes doen. Nederlandse ouders communiceren meer over wat er gedaan moet worden. Zij komen uit een traditie van een onderhandelingshuishouding, veel Turkse ouders uit een bevelshuishouding.Veel allochtone ouders verwachten dat ze persoonlijk gevraagd worden voor deze extra activiteiten. Schoolleider: bij de inschrijving benadruk ik wel de rol van ouders en de verwachtingen van de school. Ik praat niet echt over meehelpen, dat moet geen verplichting zijn.

Hebben jullie inzicht in de werkwijze van leerkrachten?

Ouders hebben veel vertrouwen in leerkrachten. Sommige ouders hebben behoefte aan meer informatie over het gebeuren in de klas, anderen niet zozeer. Er zijn wel oplossingen voor bedacht, bijvoorbeeld met behulp van ICT.

BuurtinstellingenContact met andere mensen in de buurt is belangrijk maar in ons buurthuis gebeurt niks. Je zou als school kunnen samenwerken door bijvoorbeeld clubs voor schaken en dammen op te richten of gewoon door te communiceren of een actie te voeren voor een verkeersdrempel, of kinderen iets te laten doen in het bejaardenhuis, dat vormt een goede attitude voor vrijwilligerswerk later.

71

Page 70: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

72

Page 71: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

Bijlage 4

Gegevens over de deelnemers

In alfabetische volgorde: 1 Antilliaanse ouders, 2 Chinese ouders, 3 Kaapverdiaanse ouders, 4 Marokkaanse ouders, 5 Molukse ouders, 6 Nederlandse ouders, 7 Surinaamse ouders - Creoolse achtergrond, 8 Surinaamse ouders - Hindoestaanse achtergrond, 9 Turkse ouders.

Aangezien niet alle ouders aanwezig waren tijdens het 'rondje voorstellen' wijken de aantallen enigszins af van de aantallen ouders die de uitsprakenlijst hebben ingevuld.

In dit onderzoek worden alle deelnemers aangeduid als ouders; het is twee keer voorgekomen dat deelnemers zelf geen kinderen hadden. Op grond van hun ervaring, achtten zij zich wel capabel om deel te nemen aan de discussie.

1 Antilliaanse ouders

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren:13, 15, 10, 16, 3/4, 18, 23, 23, 11, 15, 25.

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs Thuis //Lbo / / Kleuteropvang //Mavo ///// Basisschool ///// ///// ////Mbo Vo ///// ///// //Havo/vwo / Ho /Hbo /// WoWo Werk ///Totaal 4 7 Totaal 34

2 Chinese ouders

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren: 40, 16, 28, 40, 27, 28, 30, 25, 25, 20.

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs Thuis /Lbo KleuteropvangMavo // / Basisschool /////Mbo /// Vo ///// //Havo/vwo / / HoHbo / Wo ///Wo / Werk //Totaal 4 6 Totaal 18

3 Kaapverdiaanse ouders

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren: 26, 29, 25, 13, 14.

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs / ThuisLbo / KleuteropvangMavo Basisschool /////Mbo // Vo /////Havo/vwo HoHbo / WoWo WerkTotaal 1 4 Totaal 10

73

Page 72: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

4 Marokkaanse ouders

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren: 16, 10, 25, 32, 37, 16, 42, 12, 14, 13, 13, 18.

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs // Thuis /Lbo / KleuteropvangMavo Basisschool ///// ///// ///// ///// //Mbo /// Vo ///// ///// / Havo/vwo // HoHbo //// WoWo Werk //Totaal 12 Totaal 36

5 Molukse ouders

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren: 19, alle andere ouders zijn in Nederland geboren.

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs / Thuis //Lbo KleuteropvangMavo / Basisschool ///// /////Mbo / // Vo /Havo/vwo HoHbo /// WoWo Werk /Totaal 2 6 Totaal 14

6 Nederlandse ouders

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren: niet van toepassing

Opleidingsniveauouders

Vader/ Moeder/ Kinderen

Basisonderwijs Thuis //Lbo KleuteropvangMavo / Basisschool ///// ///// ///// / Mbo / VoHavo/vwo / Ho /Hbo / // WoWo / / WerkTotaal 3 5 Totaal 19

7 Surinaamse ouders Creoolse achtergrond

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren:16, 8, 25, 21, 13, 27, 27, 21, 8, 34, 10

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs Thuis //Lbo Kleuteropvang //Mavo Basisschool ////Mbo / Vo /////Havo/vwo Ho /Hbo ///// / WoWo /// Werk /Totaal 10 Totaal 15

74

Page 73: Concept reactie ‘superopleidingen’ en kamelen.doc · Web viewOver de rol van de slavernij in de opbouw van de Nederlandse economie en over de gevolgen van de slavernij voor afstammelingen

8 Surinaamse ouders Hindoestaanse achtergrond

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren: 25, -, 20, 25, 10, 28, 12, 38, 22, 28.

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs /// ThuisLbo Kleuteropvang /Mavo / Basisschool ////Mbo // Vo /////Havo/vwo / HoHbo /// WoWo Werk //Totaal 6 4 Totaal 12

9 Turkse ouders

Verblijfsduur Nederland uitgedrukt in jaren: 20, 20, -, 36, 17, ?, 11.

Opleidingsniveauouders

Vader Moeder Kinderen

Basisonderwijs Thuis ///// Lbo / KleuteropvangMavo Basisschool ////Mbo / Vo //Havo/vwo HoHbo // / Wo /Wo / / WerkTotaal 3 4 Totaal 12

75