Upload
vincent-peters-8234
View
325
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 1/21
MEDIAGEBRUIKER
Kosten, acceptatie, usability en behoefte bepalen of een bepaalde applicatie aanslaat
Wil je tv kijken via je mobiel? (umts)
Hoe lang wil je wachten op een e-mail? (blackberry)
Heb je behoefte om te weten of je in het rood staat? (alerts)
UMTS of Universal Mobile Telecommunications System wordt gezien als de opvolger voor GSM/GPRS (General Packet Radio Services) en biedt net als de voorgangers
zowel circuitgeschakelde als pakketgeschakelde communicatiediensten. UMTS werd aanvankelijk bedreven in de frequentieband tussen 2.0-2.15 GHz, maar om de uitrol te
versnellen besliste Europa in juli 2009 dat ook de 900Mhz en 1800Mhz band (vroeger exclusief voorbehouden voor GSM) mag gebruikt worden. In België was dit al toegestaan
sinds 2008. De grootste voordelen van die beslissing zij n een betere dekking en een kostenbesparing voor de providers die hie rdoor minder masten moeten plaatsen.
UMTS wordt ook de derde generatie (3G) mobiele communicatie genoemd en is niets meer dan een stelsel van afspraken tussen aanbieders van verschillende mobiele netwerken.
UMTS biedt een grotere verbindingssnelheid t.o.v. andere mobiele systemen.
Mediagebruiker
Personen die media gebruiken om hun behoeften te bevredigen
• Hij beperkt zich niet tot kijken, lezen, surfen, luisteren,…
• Keuze = afhankelijk van behoefte
Publiek
• Verzameling van alle mediagebruikers
BEHOEFTEN VAN MEDIAGEBRUIKER?
• Honger naar informatie
Bv: boek, site of krant lezen, deskundige bellen, tv- journaal kijken,…
Behoefte aan nieuws is oud, maar methoden zijn gewijzigd
• Behoefte aan ontspanning
• Bv: film kijken, café gaan, sporten, wellness, games spelen, tekenen
• Behoefte aan routine (rituelen)
In de trein lees ik Metro
In de auto luister ik naar Q Music
• Sociale aspect
Mensen willen kunnen meepraten
Service-aspect
• Hun leven plannen en organiseren
–Wanneer komt Moby naar België?
–Hoe warm is het volgende week in de Provence?
–Zijn er op nu files richting Brussel?
• Media hebben doorverwijsfunctie, vaste rubrieken, nemen agenda’s op,…
MEDIAGEBRUIKER
Mediagebruik: gem. 5u per dag (mediabureau Space, zie grafiek)
Behoeften evolueren op een dag
Mediagebruiker zal verschillende media inzetten volgens het moment op een dag
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 2/21
HOUDING MEDIAGEBRUIKER
Vroeger: mensen luisterden naar wat media hen vertelde (push)
Nu: meer macht en controle over informatie (pull)
→ Nieuwe benadering door mediamakers & adverteerders !!!
EGO’S
Wereld van kieskeurige ego’s (boek “Me the media”)
Allereerst massamedium: munt
Sinds 1970: narcistische ik-tijdperk
Ik, ik en nog eens ik, bijv. Idool
Gewijzigde rol van tv
Vroeger: tv = spiegel van de wereld
Nu: tv = venster op de wereld
Hyperego’s in hun sociale netwerken
• Hyperego’s: gehyperlinkte individuen, organisaties en dingen die met elkaar verweven raken
• Munten = geschikt om identiteit te broadcasten (waardevol, slijtvast)
• Nieuwe media: bijv. YouTube
Sociale netwerken Informatie delen Online shoppen Identiteit en social graph
Friendster Digg e-bay openID
Myspace Del.icio.us Marktplaats openSocial
Hyves Stumbleupon Amazon dataPortability
Facebook reddit craigslist
Linkdin
plaxo
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 3/21
COMMUNICATIE ONDERZOEK – MEDIATHEORIE
OPINION LEADER-THEORIE
• Onderzoek naar de rol van een (kleine) groep bij het optreden van effecten in de massacommunicatie
• Lazarsfeld: in elke groep bestaan personen die in sterke mate andere groepsleden beïnvloeden (1944)
Onderzoek: interpersonele gesprekken hadden meer invloed op stemgedrag dan massamedia (radio &
print) !!!
• Two-step-flow of communication-hypothese
Men is geen opinie leider tout court (soms volger, soms leider afhankelijk van het domein) WIKI: The two-step flow of communication model hypothesizes that ideas flow from mass media to opinion leaders, and from them to a wider
population.
• Zwamvlokmodel
Meest zichtbare gedeelte: massamedia
Onzichtbare, ondergrondse deel: interpersonele communicatiekanalen
• 15% van de mensen beïnvloedt de opvattingen van anderen
Hoe?Ze verkondigen hun mening over merken en bedrijven op internet (blogs, reviews, beoordelingen, …)
Bron: Nederlands onderzoek van MarketRespons en Nima
• Online word-of-mouth = krachtig communicatiemiddel
`Mensen hechten veel waarde aan het oordeel van anderen. Veel meer dan aan informatie van het bedrijf
zelf.`
• Online word-of-mouth = vaak positief
5% van de consumenten plaatst overwegend negatieve berichten
13% is overwegend positief
Bij de meerderheid wisselt het sterk.
• Mening van onbekende over merken en producten zijn van grote invloed op de mening en het aankoopgedrag van
consumenten!!
USES AND GRATIFICATION-THEORIE
WIKI: Uses and Gratifications Theory is a popular approach to understanding mass communication. The theory places more focus on the consumer, or audience, instead of the
actual message itself by asking “what people do with media” rather than “what media does to people” (Katz, 1959) . It assumes that members of the audience are not passive but
take an active role in interpreting and integrating media into their own lives. The theory also holds that audiences are responsible for choosing media to meet their needs. The
approach suggests that people use the media to fulfill specific gratifications. This theory would then imply that the media compete against other information sources for viewers'
gratification.
Artikel van Blumler & Katz, 1974
Vertrekt vanuit principe: wat doet de mens met de massamedia?
Motivatie voor mediagebruik
• Info over omgeving van ontvanger
Oplossing voor problemen van angst, eenzaamheid, ontsnappen realiteit,…
Play-theorie
Men gebruikt media voor het plezier
Basis
• actieve rol van gebruikers in keuze en gebruik van media
• keuze volgens behoefte (gebruik vervult dan al dan niet die behoefte)
• gebruiker heeft verschillende opties om in behoefte te voorzien
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 4/21
Relatie zender – ontvanger
• zender - boodschap - ontvanger (passieve ontvanger wordt actieve gebruiker)
• behoefte - keuze media - mediagebruik
• ontvanger - kanaal - zender
Gratification
GO > GS: hoge appreciatie en aandacht
GO= bevrediging gezocht. GS = ervaren bevrediging vervulling
Achtergrond
• ontologisch
nadruk op vrije wil van subject vs. determinisme
• epistemologisch
verschillende oplossingen/waarheden vs. 1 waarheid/oplossing
• relativisme
evenveel redenen om media te gebruiken als er gebruikers zijn
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 5/21
4 domeinen
Waarom worden media gebruikt? (functie)
1. Persoonlijke identiteit
• bevestiging eigenwaarde
• rolpatronen
• identificatie met ...
• inzicht in eigen psyche
2. Persoonlijke relaties
• integratie en interactie
• Ersatz-gezelschap
• gespreksthema’s
• sociale empathie
3. Informatie/Kennis
• journaal, kranten, tijdschriften: info
• over samenleving en wereld• advies
• opinievorming
• zelfstudie
4. Ontspanning
1. culturele, esthetische voldoening
2. humor
3. pulp
4. genot
Objectieven
• Hoe worden media gebruikt om behoefte te bevredigen?
• Wat zijn de motieven voor individueel mediagebruik?
• Wat zijn de positieve en negatieve gevolgen van individueel media-gebruik?
Kritiek
• erg optimistisch & individualistisch (impact media is groter dan theorie laat uitschijnen)
• belang van content wordt onderschat (receptie/interpretatie)
• impliciete vooronderstelling dat gebruiker al op de hoogte is van content en mogelijk ‘nut’ ervan
• belang van de ervaring op zich wordt onderschat (ervaring: meteen behoeftebevredigend?)
• voorbijgegaan aan socio-culturele verschillen
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 6/21
MEDIALANDSCHAP
MEDIA-ACTOREN
Drie actoren in medialandschap
5. Mediagebruiker (publiek): vraagt mediacontent om behoeften in te vullen
6. Adverteerder: vraagt toegang tot het publiek om producten/dienst te promoten
7. Mediabedrijf : biedt content (publiek) en toegang tot het publiek (adverteerder)
1. MEDIAGEBRUIKER (PUBLIEK)
• Publiek betaalt voor content
Geld - Bijv. abonnement op krant, kabel, Prime kanaal, internet
Aandacht
Bijv. inspanning en aandacht om Metro te lezen op trein
Aandacht is soms belangrijker voor mediabedrijf » Waarom denk je dat dit belangrijker is?
• Attention economy
» Wat betekent dit volgens jou? Welke risico’s?
2. ADVERTEERDER
• Adverteerder vraagt toegang tot het publiek
Publiek = consument
Media consumeren = 1 behoefte
Andere behoeften: bijv. nieuwe auto, mobiel bellen, eten koken,
kleren wassen => veel keuzes
Publiek moet “juiste” keuze maken (kiezen voor merk X)
• Zoeken naar de juiste consument
Adverteerder wil product bekendmaken bij publiek
Advertentieruimte kopen bij mediabedrijf (radio, tv, krant,..)
Media-aandacht => aandacht product? => product kopen?
Hoe groter en/of meer gesegmenteerd het publiek => hoe hoger de reclametarieven
Juiste publiek bereiken door te adverteren tijdens tv-programma’s, artikels of website die gebruiker
interesseert
» Voorbeeld: Axe, man, 15-35 jaar: via welke media bereiken?
3. MEDIABEDRIJF (OMR OEP, UITGEVERIJ)
• Dual product market
Biedt het publiek content (publieksmarkt)
Biedt de adverteerder toegang tot het publiek (reclamemarkt)
• Beide markten versterken elkaar
» Hoe versterken ze elkaar?
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 7/21
PUBLIEKSMARKT
• Content verpakken in mediaproducten
Bepaalde types content onderbrengen in één mediaproduct => homogene doelgroep bereiken
» Bijv. VT4: welke content? welke doelgroep?
• Portfolio van mediaproducten
Mediabedrijven willen meerdere doelgroepen aanspreken => meerdere mediaproducten aanbieden =>
> adverteerders!
Voorbeeld: De Persgroep
Groot leesbereik: Het Laatste Nieuws, Dag Allemaal
Klein leesbereik: De Morgen, De Tijd (profiel, kwaliteitsmedia)
ZIE Media in beweging, H4
• Push + Pull + UGC (user generated content)
» wat betekent dit?
• Mediaproduct = economisch product
Mediabedrijf wil winst maken & overleven
Bijzonder product
Kostenstructuur: hoge first copy costs
Content heeft geen intrinsieke waarde
Content heeft impact op gedrag van mensen
o » Is dit negatief of positief?
• Mediaproduct = cultureel product
Mediabedrijf vervult maatschappelijke rol
Content = spiegel van de samenleving?
o » Risico: representatieproblematiek
o » Voorbeeld: film “The Birth of a Nation” (1915)
Overheid verplicht beroepsethiek, mediadecreten, enz.
WELKE ANDERE ACTOREN ZIJN ACTIEF OP PUBLIEKSMARKT?
o Redactie & productiekern: maken content
o Productiehuizen: maken tv-programma’s
o Nieuwsagentschappen: verspreiden nieuws
o Stockbureaus: online database foto’s
o Intellectuele eigendom: EK-rechten,…
o Software: CMS, back-office, zoek, DRM,…
o Grondstoffen: rotatiepersen, papier, inkt,…
o Facilitaire televisiediensten: preproductie, captatie, postproductie
WELKE ANDERE ACTOREN ZIJN ACTIEF OP RECLAMEMARKT?
o Mediabureau: bieden een (full service) advies of ondersteuning aan adverteerders
o Mediaregie van mediabedrijven: exploitatie of verkoopt van advertentieruimte
o Mediacentrale: koopt advertentieruimte aan voor bedrijven of mediabureaus
o Overheden: stimulerend + regulerend (zie H3)
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 8/21
MEDIABEDRIJVEN
Overzicht belangrijkste mediabedrijven (zie H 1B)
o De Persgroep
o Corelioo Concentra Media
o Rossel
o IPM
o Roularta Media Group
o Sanoma Magazines Belgium
o Think Media
o Mass Transit Media
o VRT
o VMMa
o SBS Belgium
o RTBF
o RTL
o Media Ad Infinitum
o Mediafin
MARKTONTWIKKELINGEN
TRENDS IN VERANDERENDE MEDIALANDSCHAP
Het medialandschap schuift langzaam op van massa naar maatwerk
1. Van massa naar profielgebonden communicatie (bijv. gepersonaliseerde reclame, 121 communicatie)
2. Integratie van on- en offline (integreren door crossmediale output technologie)
3. Doorlooptijden verkorten (minder schakels in communicatieproces)
4. Meer aandacht voor huisstijlbewaking (geïntegreerde communicatie)
5. Reclame transformeert van kunst naar wetenschap (effect meten van reclamecampagnes)
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 9/21
TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING
Basistechnologieën
• Boekdrukkunst (eenrichting)
7de eeuw: Gutenberg: losse letters (ipv blokdruk) 17de eeuw: kranten & tijdschriften (ontstaan van massamedia) -> kennis & info toegankelijk voor de massa
• Analoge ethersignaal (eenrichting)
Signaal die een waarde aanneemt binnen een bereik
(bijv. tv-beelden, geluid via telefoon, ruis)
Radio: draadloze communicatie (massamedium)
Ethertelevisie = gratis (antenne)
• Analoge telefoonsignaal (interactie)
Telefoon: tweerichtingscommunicatie tussen A en B
• Analoge kabelsignaal (eenrichting)
Kabeltelevisie en -radio: vervangen beperkte etherontvangst en lelijke dakantennes + meer buitenlandse
(en lokale) zenders
In 2004 had 95% van de huishoudens in België kabelaansluiting
Nadeel: capaciteitsbeperkingen van analoge kabel
Digitalisering van informatie
• Digitale ether-, kabel- en telefoonsignaal
Digitale ethertelevisie ipv analoge ethersignalen ->Dvb-t: Digital Video Broadcasting Terrestrial
Digitale etherradio -> Dab: Digital Audio Broadcasting
Digitale tv (zie blok 3) -> Dvb-c: Digital Video Braodcasting via kabel
Digitale telefoon -> ISDN en ADSL
• Mobiele telefoon signaal
Draagbare telefoon (thuis)
Autotelefoon
GSM: derde generatie - Umts-standaard: 3G-telefonie => videotelefonie, mobiele televisie,
• Satellietsignaal (schotelantenne)
• Internet
Online tv kijken, radio luisteren, telefoneren via Skype, enz.
Wifi en Wimax: draadloze standaarden
Kloof: 60 % van de bevolking (+15j) in België is online actief (2007, Insites)
Ontwikkelingen 21ste eeuw
• Breedbandinternet
Always on: Skype, mp3’s downloaden, YouTube
Downloaden en uploaden: tweerichtingsverkeer!
• Convergentie van technologieën
Versmelten van radio, tv, telefonie, kranten, tijdschriften, games, agenda,…
Geldt voor mediabedrijven en organisaties
Voorbeeld Telenet: telefoon, digitale tv, internet
• Divergentie van platformen
Mediagebruikers zetten toestellen die bestemd waren voor communicatie of entertainment in voor
mediaconsumptie
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 10/21
MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING
Demografische ontwikkelingen
• Vergrijzing
Verwachte levensduur wordt steeds langer Actieve medioren (en senioren)
• individualisering
Mensen zijn minder lid van grote groep, wel van verschillende kleine groepen (minder hechte band)
Individueler mediagedrag: tv op kamer?
Mediagebruiker is mondiger & socialer (social media)
• Stijging opleidingsniveau
Digitale kloof: 60% laaggeschoolden gebruiken nooit internet, 10% van de hooggeschoolden (2007, Statbel)
Opleidingsniveau en digitale geletterdheid neemt toe
• Toename migratie
In 2020 wonen in ontwikkelde landen 20 tot 30% immigranten
Geen digitale kloof, wel taal- en cultuur verschillen
andere media consumeren (representatieprobleem)!
Culturele ontwikkelingen
• Ontzuiling
19de en 20ste eeuw: politieke en maatschappelijke organisaties (christelijke, liberale, socialistische zuil)
Media (kranten) in politieke handen => pluriformiteit Pluriformiteit: Variatie in doorgegeven televisiezenders. Dit om te zorgen dat er voor iedere doelgroep een interessant programma-aanbod
is. / veelvormigheid; gebrek aan eenheid
• Afkalving van klassenmaatschappij
1960: antiautoritaire en antikapitalistische proteststemmen (bijv. Vietnam, Leuven Vlaams)
Elitaire groepen verdwenen => “gewone man”
Human interest programma’s (bijv. Het leven zoals het is…)
• Toenemende mobiliteit
Wereld is kleiner + groter geworden
Reizen met Google Earth
• Toenemende vrije tijd
Minder werken sinds Industriële Revolutie (info + entertainment)
• Dominantie van beeldcultuur
Beeld en video integreren in tekstmedia (internet) -> minder lang aandacht (korte hapklare berichten,
steeds iets nieuws)
• Participatie
Mediagebruikers participeren in media (tweerichtingsverkeer)
User Generated Content (UGC)
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 11/21
VERANDERENDE MEDIABELEVING
Meer persoonlijke, convergerende en participatieve mediabeleving
• Meer aanbod
Meer aanbieders, verspreidingsvormen, media combinaties• Meer comfort
Meer kwaliteit, navigatie door aanbod
• Meer controle
Wat consumeren? Waar? Wanneer?
• Meer communicatie
Tweerichtingsverkeer (interactie), communities
EXTERNE LEVERANCIERS
Waar vind je externe leveranciers?
Jaarboeken en websites (bv. PUB Agency Book, MM Media Plan)
Bedrijvengidsen (bv. Gouden Gids)
Selectiecriteria voor externe leveranciers?
1. Formele criteria
2. Houding
3. Bedrijfsachtergrond
4. Professionalisme
1. Formele criteria
Prijs (goedkoop en prijstransparant)
Offerte in klaar en duidelijke taal
Volledigheid offerte
Tijdig indienen van offerte
2. Houding
Empathisch vermogen (opdrachtgever en doelgroep)
Persoonlijke contacten (‘klik’)
Brede belangstelling
Gedrevenheid
Flexibiliteit (inspelen)
Verantwoordelijkheidszin
3. Bedrijfsachtergrond
Voeling met de sector (producten of diensten, profit, non-profit, overheid, culturele sector, auto-
industrie,…)
Referenties (welke projecten gemaakt?)
Stabiliteit (personeelsverloop, overlevingskansen, …)
4. Professionalisme
Onderzoek (pre- en posttesten)
Organisatietalent en opvolging
Creativiteit
Vakkennis, trends en ontwikkelingen
Bereikbaarheid (afstand!) Praktische ingesteldheid
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 12/21
Agency pitch (bureaucompetitie)
• Competitie waarbij verschillende communicatiebureaus een strategie en dummies indienen voor een project van
een opdrachtgever (bijv. TV- en radiospot)
Nadeel: duur en tijdrovend voor bureaus
•
Code of conduct: definieert basisprincipes voor bureaus en adverteerders die een pitch organiseren Max. vier bureaus (incl huidig bureau)
Communicatiebudget communiceren (groot of klein project?)
Inzichten in strategisch en creatief proces (remuneration fee: 5.000 € voor strategie, 5.000 € voor creatie)
Geschreven briefing voor deelnemende bureaus
Transparantie van procedure, deelnemende bureaus, verwachtingen
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 13/21
MEDIACONTENT
PROCES VAN CONTENT-CREATIE
PROCES: VAN BRON NAAR CONTENT
• Bron: goed idee voor programma, artikel, site of blog door redacteur, journalist, reporter of programmamaker
Gebeurtenis (bijv. staking) kan bron zijn
Zelfbedacht idee
Productiehuis Tévé Company: “Een BV zoekt een man via oproep op televisie” (VTM)
• Research: voldoende body?
• Content: uitwerken van programma, artikel,…
• Content: verspreiden via media (krant, tijdschrift, tv, radio, internet, mobile phone,…)
Multimedia: tekst, audio, video
TELEVISIE
• Nieuws, (live) talkshow: kortere lead time (1 opnamedag)
• Fictie, reality, docu: lange tead time (enkele maanden)
• Genereren van programma-ideeën
Briefing of pitch van productiehuizen
Briefingdocument: soort programma, genre, gevoelswaarden, doelgroep, uurschijf (timeslot),
presentator, budget, kijkcijferdossier, publiek, …
Brainstorm
Divergentiefase + convergentiefase (haalbaar? creatief?)
o Divergentiefase: In deze fase worden veel ideeën gegenereerd.
De begeleider vraagt de deelnemers om hun ideeën.Als er geen ideeën worden genoemd, geeft de facilitator een voorzetje om de crea
tiviteit te stimuleren.Alle deelnemers presenteren hun ideeën, en de mindmapper neemt ze op.Deelnemers mogen alleen uitweiden o
ver hun ideeën om duidelijkheid te verschaffen. Geen discussie dus.
o Convergentiefase: Na de divergentiefase heb je een overvloed aan creatieve ideeën en oplossingen. Daaruit moeten nu de beste
ideeën geselecteerd & uitgewerkt worden in een aantal sterke resultaatgerichte concepten. Creativiteit is nutteloos zonder een
kritische evaluatie.
Beurzen
Cannes: MIPtv en MIPcom
Kennis van tijdsgeest
Trends volgen
• Verschillende formats
Paper format: goedgekeurde mood flyer
Piloted format: pilotaflevering is klaar
Aired of proven format: al op tv geweest (kijkcijfers en profielgegevens)
• Rechten voor productiehuis of voor zender?
Weergaverechten
Internationale formatrechten
Secundaire exploitatierechten (DVD, VOD)
Merchandisingrechten (merchandising, events)
• Co-producties en back-to-back producties
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 14/21
• Contentpackaging
Wat betekent dit?
Hoe content selecteren?
Publieksonderzoek, kijk- en luisteronderzoek
Buikgevoel
Juiste mix (timeslots of uurschijven: juiste mood?)
Budgettaire middelen
Scheduling
Verticale programmeren (micro niveau)
o Populair format: access to prime-time
o Niet populair format:
» Locomotief: populair voor niet-populair
» Duw: niet-populair voor populair
» Sandwichtechniek: niet-populair voor en na populair
Horizontale programmeren (macro niveau)
Tegenprogrammeren (gelijktijdig concurrentie uitzenden)
Verticale programmering is een manier van programmering bij televisie- en radio-uitzendingen waarbij de aandacht of interesse van kijkers of luisteraars zolang mogelijk
aaneensluitend wordt vastgehouden.
Horizontale programmering is het principe dat een bepaald radio- of televisieprogramma iedere dag op dezelfde tijd wordt uitgezonden.
Look & Feel van een zender
Idents: korte spotjes + baseline + logo
Trailers: reclame voor programmering
Omroepsters
2 SOORTEN CONTENT
1. Informatiecontent
2. Entertainmentcontent
Fusion: versmelting van genres (infotainment)
1. Informatiecontent
• Registreren van informatie is een middel om een ander doel te bereiken
Bv: actieve burger, beter zaken doen, cultuur beleven, aandelen kopen, reisbestemming kiezen
• Informatie bevat drie lagen
Feiten: …
Duiding: …
Commentaar: …
• Soms info in meerdere lagen aanbieden
• Media = vierde macht (waakhond democratie)
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 15/21
2.Entertainmentcontent
• Entertainment: content wil publiek vermaken, ontspannen, amuseren
Bv: quiz, talkshow, film, series,
Entertainment is het doel, het is geen middel dat naar iets “hogers” leidt
Concurrentie: sporten, op café gaan, …
• Cijfers in België
Ontspanning, sport en fictie: 75% van tv-aanbod
• Entertainment = spiegel van maatschappij
• Herkenbare content
Lokale content: content geproduceerd door redacteurs en reporters van eigen bodem
Bv: Temptation Island (programma ‘vervlaamsen’
• Aspirationele content
Content die situaties presenteert die het publiek nastreeft of alleen maar van kan dromen
Bv: Vlamingen in het buitenland, afvallen, …
MEDIA
DEFINITIE VAN MEDIA
Media zijn fysieke, materiële, technische middelen die ingezet worden om communicatie tijd- en ruimte overstijgend te
maken, dat wil zeggen:
mogelijk te maken
in stand te houden vast te leggen
op te slaan
(eventueel) te transporteren
te richten op bewerkingen op de kennisdomeinen van participanten
WELKE DRIE SOORTEN MEDIA?
• Primaire media (fysieke middelen)
mondelinge communicatie, non-verbale
communicatie
• Secundaire media (technische productiemiddelen)
kranten, tijdschriften, foto’s
• Tertiaire media (technische productie en receptie)
film, radio, televisie, multimedia (computer)
WELKE EVOLUTIES IN MEDIA?
Zie foto rechts
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 16/21
WELKE DRIE SOORTEN MEDIA?
• Traditionele media
Teken- en schilderkunst, beeldhouwkunst, gesproken, geschreven en gedrukte woord
• Oude media
Fotografie, radio, televisie, telefoon, telegraaf
• Nieuwe of digitale media
Internet, digitale fotografie, digitale film, games, sms, mobiele telefoon
METAVERSUM
Vier werelden in het metaversum
1. Life streams
2. Mirror worlds
3. Augmented reality
4. Virtual worlds
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 17/21
LIFE STREAMS/INTIMATE
• Gericht op de identiteit en de acties van een individu of object (intiem, persoonlijk)
• Lifelogging: onze levenslopen, worden (gedeeltelijk) vastgelegd in Lifestreams
Voorbeelden: sociale netwerken als MySpace en Facebook gecombineerd met blogs, microblogs,
MIRROR WORLDS/EXTIMATE
• Tegenpool van intiem en persoonlijk
• Toppunt daarvan zijn mirror worlds
VB: Microsoft Virtual Earth, onze 3D-planeet
AUGMENTED REALITY
• Toevoeging van extra informatie of functionaliteit door digitale applicaties en systemen aan onze fysieke
realiteit op een bepaalde locatie
• Informatie is zichtbaar op een richting- en locatiegevoelig scherm
BV: Bril, lens, GPS-systeem in auto of mobiele telefoon
• Plaatsgebonden multimedia-info en simulatie
VIRTUAL WORLDS
Virtuele werelden ontstaan
• door digitale varianten van de sociaal-economische werkelijkheid
VB: Second Life
• op basis van fictieve scenario’s
VB: The Sims, World of Warcraft
MEDIARIJKHEIDSTHEORIE (MCLUHAN)
• Wat zijn rijke en arme media?
• Context: bedrijfscommunicatie
duidelijke taken en afspraken
meer ambigue boodschappen en
complexe taken
• Welk communicatiemiddel kiezen? Waarom?
Elk medium biedt mogelijkheden en beperkingen
• Hoe rijker het medium:
hoe groter de capaciteit om begrip en
verheldering in complexe materies te
brengen in een bepaalde tijdspanne.
• Hoe meer tijd nodig is:
hoe armer het medium.
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 18/21
4 CRITERIA
1. interactiviteit
• synchrone media rijker dan
asynchrone
2. verbale mogelijkheden
• intensiteit en subtiliteit
3. taalvariatie
• interpretatiemogelijkheden
4. socio-emotionele factoren
• uitdrukken van emoties en
gevoelens
• De potentiële rijkheid van een medium
is de som van de rijkheid van deze vier
factoren.
• De uiteindelijke rijkheid is afhankelijk
van hoe het medium gebruikt wordt.
• verschillende doelen en situaties vragen om verschillende media
• kwaliteit wordt bepaald door de mate waarin een medium geschikt is om een boodschap over te brengen
• rijk-arm dimensie als aanvullende factor in doelgroepenmatrix
POSTMODERNE MEDIATHEORIE (BAUDRILLARD)
WIKI: Baudrillards simulacrumtheorie gaat over de echtheid en werkelijkheid van beelden die wij denken te kennen. In deze theorie wordt gesteld dat de mens het contact met de
echte wereld is verloren, doordat hij een beeld van de wereld creëert aan de hand van wat hij in de media ziet. Baudrillard zei dat er steeds minder waarheid is, omdat we al onze
werkelijkheid baseren op iets wat we zelf (de mensheid) hebben bedacht (in film en media). Een voorbeeld van een 'simulacrum' is dat iedereen weet hoe een neerstortend
vliegtuig eruit ziet. Maar wij weten dit doordat we dit op televisie hebben gezien. Het 'kennen' van dit beeld is dus niet gebaseerd op onze eigen waarheid, maar op de waarheid
die gecreëerd is op tv. Zijn simulacrumtheorie plaatst de realiteit lijnrecht tegenover de door de beeldcultuur gecreëerde illusie van werkelijkheid. Een simulacrum is een kopie
zonder origineel, het is dus niet meer te linken aan iets origineels, iets echts.
Herdenken van de radicale sociale theorie en politiek door veranderingen bij consument, media, informatie en technologie
• Media = hyperrealiteit
“Golfoorlog heeft nooit plaatsgevonden”: wat bedoelt hij?
• Consumptiemaatschappij = hyperrealiteit
Consumptie bestaat uit tekens (los van realiteit)
We kopen producten niet omdat we ze nodig hebben, maar om het idee (experience economie)
Bijv. Ferrari
MEDIAKENMERKEN
Elk medium heeft zijn eigen kenmerken, waarmee voor specifieke boodschappen bepaald kan worden of het medium
geschikt is. Het belangrijkste is natuurlijk dat duidelijk is welk doel bereikt moet worden met de boodschap. Samen met de
onderstaande kenmerken kan dan bepaald worden of het medium geschikt is om de boodschap zo te brengen.
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 19/21
KENMERKEN VAN EEN MEDIUM (10)
1. Attitude
of + houding tov boodschap?
afhankelijk van medium (type)- Bijv. advertentie in gratis pers of kwaliteitspers?
2. Aandacht
• Meer aandacht voor boodschap in boek of krant?
• Gaat aandacht naar belangrijkste info?
• Gaat aandacht snel weg? > wegzappen, wegsurfen
3. Symboolverscheidenheid
• aantal manieren waarop informatie kan worden gecommuniceerd
• meerdere manieren tegelijk kan de informatie beter overbrengen
• VB: tekst, spraak, beeld, lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, intonatie en beweging
• Internet > veel manieren (multimediaal) / Veel tekst > papier
4. Feedbackmogelijkheden
• Mogelijkheden tot tweerichtingscommunicatie of reageren op de boodschap
• 4 vormen van feedback: F2F, telefoon, schriftelijk, digitaal
• Website: lage drempel voor feedback, snelle feedback + verwijzen naar andere vormen + in andere vormen
verwijzen naar website
5. Houdbaarheid
• tijdsduur dat de informatie beschikbaar is of kan zijn
o dagblad (1 à 2 dagen bewaren) >< website (jaren)
o dagblad & site (actueel) >< tijdschrift (niet snel updaten)
6. Bereik
• hoeveelheid mensen die je met een boodschap bereikt
• Website: niet altijd een groot bereik op kortetermijn
• Hoewel: virale campagne, zoekmachines (SEO), vermelding op andere websites,vermelding in andere media de trafiek kunnen verhogen!
7. Herhalingsmogelijkheid/Frequentie
Herhalingsmogelijkheid: mogelijkheden om de boodschap te herhalen
Frequentie: snelheid waarmee dat kan
Hoe boodschap beter onthouden?
Herhaling boodschap + op verschillende manieren
BV: dagblad (dagelijks) <> website (niet dagelijks, hoewel: aanvulling van papieren versie!)
8. Onthoudbaarheid
mate waarin de ontvanger naderhand de boodschap nog weet
Hoe boodschap beter onthouden? opvallende, leuke en apart vormgegeven boodschap wanneer deafnemer er actief mee aan de slag gaat
9. Informatieaspect
Meten hoeveel informatie overgebracht kan worden
Meer informatie wil niet altijd zeggen beter, soms is een korte boodschap (met hoge impact) beter dan een
lange boodschap (met kleinere impact)
Advertentie (duur) > kortere boodschap / Website of brochure > langere boodschap
10. Budget
Kleine of non-profit bedrijven zullen geen geld hebben voor een spotje op tv
Voor een multinational zal een tv spot wellicht meer opbrengen dan een zeer grote hoeveelheid
advertenties in de krant
Bij alle mediatypen geldt: des te groter het budget, des te meer er bereikt kan worden
TV en radio: grote drempel <> advertentie in lokale krant of op site
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 20/21
KENMERKEN VAN TELEVISIE (VOLGENS HELLEMANS, 1996)
Televisie is het medium van
het nu
het visuele en auditieve de opgevoerde illusie
de opdringerigheid en de agressie
de reeks of serie
KENMERKEN VAN RADIO (WERNER FAULSTICH: RADIOTHEORIE, 1981)
Radio is het medium van
het nu
het auditieve
de illusie
de angst
de reeks of serie
KENMERKEN VAN RADIO (VOLGENS CRISELL: UNDERSTANDING RADIO. 1986)
Radio kenmerken
doet beroep op de imaginatie
bij de stem hoort een lichaam
intimiteit
flexibiliteit
verschillende vormen van aandacht
KENMERKEN VAN SMART PHONE
Mobiele media kenmerken
Altijd en overal bereikbaar
Korte boodschappen
Multimediaal karakter
Ontspanning karakter Interactief & sociale aspecten
Ondersteunend medium
5/8/2018 Communicatie - 1A+1B+2 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/communicatie-1a1b2 21/21
MEDIAKERNMERKEN
Vaak wordt niet goed overwogen of media geschikt zouden kunnen zijn voor bepaalde activiteiten. Afhankelijk van de
context, de doelen en de gebruikers zijn bepaalde media meer of minder geschikt. Geen enkel medium is absoluut dé beste
of scoort hoog op alle attributen (Rice, 1992)
Kenmerken van media (volgens Rice, 1987)
• Kenmerken die vrijheid van interactie tussen gebruikers beperken
• Bandwijdte
• Interactiviteit
• Network flow of architectuur