60
DOSSIERS OUDE KUNST vervalsingen bij de vleet KUNST in de BUITENLUCHT MU.ZEE doos vol verrassende schuifjes HET S PILLIAERT HUIS LONDON 2016 Rein DRAIJER Museum MAGAZIJN deluxe EXTRA ZOMER NUMMER

COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Inspelend op een zomer vol kunst brengt COLLECT enkele bijzondere dossiers in een extra gratis digitaal nummer.

Citation preview

Page 1: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

DOSSIERSOUDE KUNSTvervalsingen

bij de vleet

KUNST in de BUITENLUCHT

MU.ZEEdoos vol

verrassende schuifjes

HET SPILLIAERT

HUISLONDON 2016

Rein DRAIJERMuseum

MAGAZIJN deluxe

EXTRAZOMERNUMMER

Page 2: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

maakt u wegwijs in de wereld van kunst, antiek en design

Een jaar lang leesplezier voor slechts €45

ARTS ANTIQUES AUCTIONSCOLLECT

U wilt een jaarabonnement (9 nummers): België € 45 - Europa € 65 - Airmail € 74.

Abonnementenland - 02/808 55 23 - www.aboland.be

Page 3: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

REDACTIESECRETARIAATBegijnhoflaan 464 G - 9000 GentTel: 09/216.20.20 / Fax: 09/[email protected] - www.collectaaa.beING 310-0657650-76IBAN BE91 3100 6576 5076SWIFT BBRU BE BBB.T.W.: BE 432.544.477

ADVERTENTIESKunstsector: Joris van GlabbeekTel: 09/216.20.24Alle andere sectoren: MAC-Strat Yves de SchaetzenSteenweg op Halle 158 1640 Sint Genesius RodeTel: 02/245.00.60 / Fax: 02/241.08.82GSM: 0475/[email protected]

HOOFDREDACTRICEEls Bracke

REDACTIEChristophe DosogneEls BrackeIris de FeijterAnne HustacheLiesbeth LangoucheBetty Vanlangendonck

MEDEWERKERSIris De FeijterLieven DefourThijs DemeulemeesterGwennaëlle GribaumontDiane HennebertAnne HustacheChristine Vuegen

ABONNEMENTENAbonnementenlandAmbachtenlaan 21 unit 2A3001 HerverleeTel. 02/808.55.23 België € 45, Europa € 65, Luchtpost

COVERLucas Cranach de Oude, ‘Venus’, 1531. Olieverf op paneel, 38,7 x 24,5 cm. Liechtenstein, prinselijke col-lecties, Vaduz – Wenen.

ACHTERPAGINA © Jeff Koons. Te zien in Newport Street Gallery.

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers.

COLLECTEXTRA DIGITAAL ZOMERNUMMER 2016

De zomermaanden zijn ideaal om u te verdiepen in onderwerpen waar u tijdens het jaar niet aan toe komt.

COLLECT stelde hiervoor speciaal een aantal bijzondere dossiers samen die u ongetwijfeld een aantal uren extra leesplezier zullen verschaffen.

Onthutsend en tegelijk spannend is het uitgebreide artikel over de vervalsingen in oude kunst. Wie, hoe en waarom zijn een aantal vragen waar we een antwoord op trachten te formuleren.

Andere verhalen nodigen uit om op stap te gaan. Op regenachtige dagen kunt u in het museum terecht maar als de zon schijnt, zijn er de zomerse activiteiten buiten de vertrouwde museummuren die u laten genieten van een zomer vol kunst.

Kunst in de buitenlucht 4

Oude kunst:vervalsingen bij de vleet? 18

Mu.ZEE: doos vol verrassende schuifjes 28

Op de golven van SpilliaertHet Spilliaert Huis 32

Rein DraijerIn essentie 42

Museum magazijn deluxe 48

London 2016back to the future 52

Boekbesprekingen 58

Page 4: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER
Page 5: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

Kunst in de buitenlucht

Een bloeiende museumtuin, een kunstparade door de stad, een vorstelijke paleispicknick met een tentoonstelling als dessert of een ontdekkingstocht langs eeuwenoude kerkinterieurs. Het is slechts een greep uit de zomerse activiteiten die Belgische en Nederlandse musea de komende maanden organiseren. Onverschrokken laten ze de veilige museummuren achter zich en nodigen

de bezoekers uit hen te vergezellen in de buitenlucht. Een bloemlezing uit het rijke aanbod.

TEKST: BETTY VANLANGENDONCK

Page 6: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

6 l COLLECT

AARSCHOT BE

DE GRECHT Een wervelende, met armoede worstelende arbei-dersbuurt in Aarschot, compleet met drukbezochte cafeetjes en energieke verenigingen. Het is een bondige omschrijving van het stadsdeel De Grecht in de aanloop naar (en aan het begin van) de 20e eeuw, en vormt het thema van de evocatie die de stad Aarschot deze zomer organiseert. De opkomst van het socialisme en commu-nisme en de vlijtige wevers, schoenmakers, marktkra-mers en zangers van toen, treden hierbij uitgebreid op de voorgrond. Het arbeiderskwartier, dat met typische kleine huizen, armoede en solidariteit een uitgesproken identiteit en levenswijze bezat, wordt vandaag met de hulp van de Aarschottenaren tot leven gewekt. De hui-dige bewoners zijn ook van onmisbaar belang geweest voor de gelijklopende tentoonstelling over De Grecht in het Stedelijk Museum. Persoonlijke verhalen, objecten en archiefmateriaal doen de meeslepende geschiede-nis van de oudste wijk van de stad uit de doeken: van vrolijke belevenissen als kermissen en trouwfeesten tot ellendige woonomstandigheden, honger en opstand. Expo: 13-08 t/m 13-11Evocatie: 31-08 t/m 03-09www.hetgasthuis.be

bovenMarie-Thérèse Goossens uit ‘De Grecht’, jaren ’50. Col-lectie Christl Mailly.

onderDiamanten Bruiloft Isenborghs-Cuypers 1898-1958, ‘De Grecht’. Collectie Johan Goolis.

Page 7: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 7

kunst in de buitenlucht

MECHELEN BE

ZOT GEWELD/DWAZE MAAGD100 jaar geleden stierf de Mechelse kunstenaar Rik Wouters, een gebeurtenis die met de expositie ‘Zot Geweld/Dwaze Maagd’ in het Hof van Busleyden wordt herdacht. De titel verwijst naar het beeld ‘Het Zotte Geweld’ van Wouters en behelst de vier grote thema’s waar de tentoonstelling aan wordt opge-hangen: dans, evenwicht, schoonheid en moraliteit. Het werk van kunstenaars als Berlinde De Bruyckere, Alain Platel en Auguste Rodin komt aan bod: creaties die door dynamiek, schoonheidsidealen en authen-ticiteit verband houden met ‘Het Zotte Geweld’. De onstuimigheid spreidt zich ook uit tot in de Mechelse straten: live performances, cursussen hedendaagse dans, prikkelende lezingen en kunstprojecten vertalen de centrale thema’s naar een hedendaagse context. Later op het jaar wordt een knallende afsluiter georga-niseerd: jong Mechels geweld toont het resultaat van een intensieve danscursus en een eindperformance onder begeleiding van Busta Move brengt voor een laatste keer ode aan de kerngedachte van de expositie.26-08 t/m 11-12www.musemechelen.be

linksRik Wouters, ‘Het zotte geweld’, 1912.

onderAuguste Leveque, ‘Bacchanaal’. Olieverf op doek. KMSKA.

Page 8: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

8 l COLLECT

SONSBEEK NL

SONSBEEK ‘16: TRANSACTION Park Sonsbeek, Museum Arnhem en de stad Arnhem vormen voor de 11e keer het decor van SONSBEEK, de inter-nationale hedendaagse kunsttentoonstelling die ditmaal door het Indonesische curatorencollectief ruangrupa wordt samengesteld. Het motto van deze geëngageerde groep luidt: ‘Make friends, not art’. 44 kunstenaars uit 22 landen stellen aldus het activeren van de bezoekers centraal en plaatsen de koloniale geschiedenis in een nieuw daglicht aan de hand van persoonlijke verhalen. Monumentale installaties in Park Sonsbeek lokken onmiskenbaar interactie uit: het Bakkershuis van Alphonse ter Avest verenigt verschillende culturen en verspreidt elke zaterdag de geur van versgebakken heerlijkheden, terwijl collectief Slavs and Tatars iedereen uitnodigt voor een ruimhartig gesprek over geloof in hun boskerk. Daarnaast trekken muurschilderingen in de stad de aandacht van de Arn-hemmers en kunnen de bewoners meelopen in de performance van Agung Kurniawan: een parade die van het Stadhuis naar Museum Arnhem trekt. Die laatste locatie presenteert transHISTORY: een tentoonstelling waarmee ruangrupa via installaties, fotografie, video, sculpturen en performances het koloniale verleden op een nieuwe, dynamische en persoonlijke manier benadert.t/m 18-09www.sonsbeek.org

bovenLouie Cordero, ‘Happy Camper’. © Foto: Maurice Boyer.

onderHet Indonesische curatorencollectief ruangrupa stelde SONSBEEK ‘16 sa-men. © Foto: Maurice Boyer.

openingspaginaHet Bakkershuis van Alphonse ter Avest is tijdens SONSBEEK ‘16 te be-zoeken in Park Sonsbeek. © Foto: Maurice Boyer.

Page 9: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 9

kunst in de buitenlucht

‘Make friends, not art’: vieren-

veertig kunstenaars uit twee-

entwintig landen stellen het

activeren van de bezoekers

centraal.

links Roy Villevoye, ‘The Things They Carried (The Missionary)’, 2014. Deze sculptuur brengt het culturele spanningsveld tussen de diepe oerwouden en de westerse wereld in beeld. © Foto: Maurice Boyer.

onderEko Prawoto, ‘Bamburst’. Bamboe. Deze tropische variant van de Stadsvilla werd vervaardigd door professionele ‘bamboe-knopers’ uit Yogyakarta, de thuisbasis van de kunstenaar. © Foto: Maurice Boyer.

Page 10: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

10 l COLLECT

bovenArja Hop en Peter Svenson, fotogram-men. © Arja Hop en Peter Svenson.

onder© Paul de Kort, ‘Grond-geluid’, 2013. Te Landartpark Buitenschot.

DRENTHE NL

INTO NATURE ART EXPEDITIONEen kunstroute langs 17 locaties in Drenthe met werk van kunstenaars uit binnen- en buitenland: dat is Into Nature art expedition in een notendop. Het gros van de kunstwerken is speciaal voor Into Nature gecreëerd en treedt in dialoog met de omgeving waarin ze zijn opgesteld. Onder de blikvangers vinden we Florentijn Hofman, wiens kenmerkende grote badeenden ongetwijfeld een belletje doen rinkelen en die een grote beer van conife-ren maakt, de Japanse kunstenaar Taturo Atzu neemt het zomerhuis De Til uit de jaren ‘20 onder handen en de Belgische Katleen Vinck poot op het landgoed Valkenstijn een installatie neer die heden en verleden verenigt. De interactieve route voert ook langs musea als De Nieuwe Kolk, waar Mark Dion de bezoekers via zijn werk uitnodigt na te denken over onze natuurbeleving en het Jacob Cramerpark, dat zich bovenop het dak van Drents Museum bevindt, en dat Sjoerd Buisman voorziet van natuursculpturen. t/m 18-09www.intonature.net

Page 11: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 11

kunst in de buitenlucht

”Je kijkt als het ware

door de ogen van

kunstenaars naar de

geschiedenis, en dat

is heel verfrissend.”

Curator Anne van der

Zwaag.

bovenInstallatie van Tjep.. © Tjep..

uiterst linksNynke Koster zet Paleis Soestdijk let-terlijk op z’n kop tijdens BAL!. © Nynke Koster.

linksIsabelle Wenzel. © Isabelle Wenzel.

BAARN NL

BAL! Paleis Soestdijk baadt deze zomer in een opgetogen feeststemming: “Het Paleis krijgt binnenkort een nieuwe bestemming en met BAL! vieren we nog een keer feest, we zetten het paleis en het park, soms letterlijk, op zijn kop.”, zegt curator Anne van der Zwaag. Zij selecteerde zo’n 40 Nederlandse ontwerpers, fotografen, kunstenaars en schrijvers die allen een kunstinstallatie creëerden en zich daarbij lieten inspireren door de vorstelijke residentie en de gegoede bewoners die er doorheen de geschiedenis vertoefden. Naast creaties in het paleis, zijn er zo’n 20 installaties in de tuin te vinden. Studio Drift vervaardigde een poëtisch werk, dat met een nadrukkelijke licht- en schaduwwerking refereert aan parasols die de tuinfeesten van weleer verfraaiden, de rododendrons krijgen het gezelschap van ‘Ballroom’, een dansvloer van Krijn de Koning en de oude kassen herbergen een botanisch werk van Frank Bruggeman, dat de lievelingsplanten van het Koningshuis samenbrengt. “De werken brengen heden en verleden op een unieke manier bij elkaar, je kijkt als het ware door de ogen van kunstenaars naar de geschie-denis, en dat is heel verfrissend.”, aldus Van der Zwaag. Als kers op de taart organiseert Paleis Soestdijk historische ‘BAL! Garden party’s’, kan je picknicken aan de vijveroever en kunnen filmliefhebbers zich ’s avonds nestelen aan de buitenbioscoop. t/m 25-09www.paleissoestdijk.nl

Page 12: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

12 l COLLECT

AMSTERDAM NL

PENONE IN DE RIJKSMUSEUMTUINENDe Italiaanse Arte Povera kunstenaar Giuseppe Penone (°1947) drukt zijn bewondering voor en verbondenheid met de ontembare natuur uit in wonderlijke beelden, waarvan er 18 in de Rijksmuseumtuinen (en vier binnen de museummuren) te zien zijn. Zo getuigt een meters-lange, zwaar getroffen boom (‘Albero Folgorato’) van de meedogenloze kracht van een blikseminslag, waarvan de blootgelegde kern teder verguld werd door de kunstenaar. De glimmende gouden wond verheerlijkt het verwoestende geweld van de blik-semschicht. Bomen zijn een terugkerend onderwerp in Penones werk: eens gebroken en gestut, dan via diepe insnijdingen herleid tot het hart van de stam maar telkens beïnvloed door de vluchtige aanwezigheid van de mens. Tuinbezoekers kunnen zich ook te goed doen aan hersengymnastiek op het buitenschaakbord, er worden koffie en ijsjes geserveerd aan het geres-taureerde Haarlemse tuinpaviljoen en de fontein van de Deense kunstenaar Jeppe Hein nodigt liefhebbers uit tot een verfrissend intermezzo.t/m 02-10www.rijksmuseum.nl

rechtsGiuseppe Penone, ‘Idee di pie-tra-1532 kg di luce’, 2010. © Foto: Olivier Middendorp.

middenGiuseppe Penone, ‘Tra…’, 2008. Particuliere collectie. © Foto: Olivier Middendorp.

onderIn de Rijksmuseumtuinen kan je een partijtje schaken op een levensgroot bord. © Foto: Rijksmuseum.

Page 13: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 13

kunst in de buitenlucht

bovenAnton Günther Ghering, ‘Interieur van de Sint-Walburgiskerk’, 1661. Antwerpen, Kerkfabriek Sint-Paulus-kerk. © Foto: KIK-IRPA, Brussel.

ANTWERPEN BE

GODDELIJKE WANDELINGMuseum Mayer van den Bergh brengt de wereld van 17e eeuwse kerken niet alleen tot leven via architec-tuurschilderijen in de tentoonstelling ‘Goddelijke interieurs’, maar biedt met de ‘Goddelijke wandeling’ ook een app die de bezoeker meetroont op een parcours door het Antwerpen van toen. De interieurs van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, de Sint-Carolus Borromeuskerk, de Sint-Paulus- en Sint-Jacobskerk kunnen via de applicatie worden vergeleken met wat de kerkganger er 400 jaar geleden aanschouwde. Ook wordt de wandelaar gewezen op schijnbaar alledaagse plekken in de stad waar kerken eens het straatbeeld domineerden: zo ontdek je dat de Stads-schouwburg gebouwd is op de plek van de barokke kerk van de Ongeschoeide Karmelieten, kan je in de Burchtwijk virtueel kennismaken met de verdwenen Sint-Walburgiskerk en kom je te weten waar de aldaar bewaarde kunstpareltjes, zoals de ‘Kruisoprichting’ van Rubens, vandaag terug te vinden zijn. t/m 16-10www.museummayervandenbergh.be

APELDOORN NL

DELFTS BLAUW IN DE PALEISTUINENDe 17e eeuw: vanuit de majestueuze kamers van Paleis Het Loo beslissen koning-stadhouder Willem III en koningin Mary om exclusieve Delfts blauwe tuinvazen in de baroktuinen te plaatsen. Vandaag blijven van de vazen enkel nog wat scherven over, maar een uitgebreide Europese zoektocht leverde de vondst van drie goed bewaarde koninklijke exemplaren op. Deze stonden model voor de vervaardiging van 45 handgeschilderde repli-ca’s in een verfijnde tinglazuurtechniek. De tuinen van Paleis Het Loo werden gerenoveerd en herschikt naar het oorspronkelijke plan van eeuwen terug, met net als toen een prominente plek voor de Delfts blauwe tuinvazen. In de Oostvleugel van het paleis vertelt de expositie ‘Blauw & Bont, Delfts blauw in de paleistuinen’, met prenten en voorwerpen het verhaal van koningin Mary’s voorliefde voor Delfts blauw en nemen filmbeelden de bezoeker mee op avontuur langs het arbeidsintensieve reproductieproces dat aan de plaatsing van de vazen vooraf ging. t/m 23-10www.paleishetloo.nl

linksDe expositie ‘Blauw & Bont, Delfts blauw in de paleistuinen’ op Paleis Het Loo. © Paleis Het Loo.

Page 14: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

14 l COLLECT

OTTERLO NL

NATURE BASED Als we de relatie tussen mens en natuur zouden definiëren, kunnen we niet om het element ‘tegenstrijdigheid’ heen. Pierre Huyghe (°1962) vertaalt deze grillige verhouding in zijn kunstwerken. De beeldentuin van het Kröller-Müller Museum werd door de Franse kunstenaar onder handen genomen, met de cirkelvormige tuin ‘La Saison des Fêtes’ als resultaat. Een panorama van zandheuvels herbergt zo’n 45 gewassen die verbonden zijn aan feestdagen van over de ganse wereld: een pruimenboom voor Chinees Nieuwjaar, klavertjes vier voor Saint Patrick’s Day en pompoenen voor Halloween. Met deze ingreep accentueert Huyghe de opeenvolging van feestdagen en seizoenen, die via de bloeiende planten afwisselend aan bod komen. Binnenin het museum lopen de vertakkingen van de tentoonstelling ‘Nature based’ verder: er worden twee films van Huyghe vertoond en het (video)werk van vijf andere kunstenaars (Oscar Santillan, Persijn Broersen, Margit Lukács, Roni Horn en Lon Robbé) biedt uiteenlopende beschouwingen over mens en natuur. t/m 13-11www.krollermuller.nl

boven en onderOscar Santillan, ‘The Manifesto of Goodness’, 2012. Serie van 12 dia’s. © Collectie van de kunstenaar.

rechterpaginaPierre Huyghe, ‘Streamside Day’, 2003. Film. © Pierre Huyghe.

Page 15: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 15

kunst in de buitenlucht

Pierre Huyghe vertaalt de grillige en tegenstrijdige verhouding

tussen mens en natuur in zijn kunstwerken.

Page 16: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

16 l COLLECT

SENEFFE BE

ORIGIN De Schotse kunstenaar Aeneas Wilder (°1967) kreeg carte blanche voor zijn solotentoonstelling op het prachtige Domein van Seneffe. Zijn voorliefde voor hout en architecturale structuren is duidelijk terug te vinden in de werken die hij in dialoog met het uitgestrekte terrein creëerde. 600 houten balken vormen een 11 meter hoge, indrukwekkende bol: “Een vorm die me sterk aantrekt en refereert aan de vrouwelijke vruchtbaarheid.”, vertelt Wilder. Achter het neoklassieke kasteel, bevindt zich een hoge toren waarop een stoel prijkt: “‘High Chair’ vormt enerzijds een tegengewicht voor de bolvormige structuur: het is een symbool van het mannelijke geslacht. Anderzijds hou ik van het idee van onbereikbaarheid: je wordt verleid om de toren te beklimmen, maar eens boven zal je die beslissing betreuren. De stoel biedt tot slot ook een blik op het verleden en de gevechten die eeuwen terug in deze omgeving plaatsvonden.” De cyclus van leven en dood komt ook terug in het doolhof ‘Flower Labyrinth’, in de videowerken die te zien zijn in de kelders van het kasteel en in ‘The Ministry of Love’, dat bestaat uit vijf besloten, kleurrijke kubussen. Elke kubus bevat een artefact van een overleden persoon die de kunstenaar nauw aan het hart lag. t/m 13-11www.chateaudeseneffe.be

bovenKunstenaar Aeneas Wilder voor zijn werk ‘High Chair’ op het Domein van Seneffe.

onderAeneas Wilder, ‘High Chair’, 2016. 12 x 0,95 x 0,95 m.

rechterpagina linksAeneas Wilder, ‘Untitled # 180’, 2016. Hoogte: 11,4 m.

rechterpagina rechtsAeneas Wilder, ‘The Ministry of Love’, 2016. 2,4 x 2,7 x 2,4 m.

Page 17: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 17

kunst in de buitenlucht

MEER TIPS:HORNU BEFietsend door Le Grand-HornuCulinaire, culturele en sportieve uitstap, inclusief bezoek aan het CID17-07

Muzikale wandeling in de Grand-Hornu17-07

Groot feest! (Lampionnenbal)Gezinsrondleidingen in het CID en MAC’s, aperitief, barbecue, lampionnenbal en openluchtconcert21-07

BloemenpicknickVerrassende bloemenpicknick in de moestuin van het MAC’s14-08

Comme une danseStille, geritmeerde wandeling rond het MAC’s met kunstenaar Jean-François Pirson21-08www.grand-hornu.eu

OOSTENDE BEMANMADEHedendaagse kunst over de relatie tussen mens en aardet/m 02-10www.raversyde.be

ROTTERDAM NLRotterdam XpandedInternational Film Festival Rotterdam, Kunsthal Rotter-dam en Museum Boijmans Van Beuningen presente-ren een gezamenlijk internationaal programma in en rond het Museumpark.t/m 18-09www.rotterdamxpanded.com

Rotterdam viert de stad !Rotterdam viert 75 jaar wederopbouw met een cultu-rele manifestatieDoorlopend tijdens de zomerwww.rotterdamviertdestad.nl

MENEN, WERVIK, ZONNEBEKE, IEPER BEMenin Road – YpernstrasseKunstparcours met 40 nationale en internationale kunstenaarst/m 25-09www.meninroadypernstrasse.be

Page 18: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

Oude kunst: vervalsingen bij de vleet?

Page 19: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 19

De afgelopen maanden stond de oude kunst in het brandpunt van de gerechtelijke actualiteit. Eerst was er de affaire van een mogelijk vals schilderij van Cranach uit de privéverzameling van de prins van Liechtenstein, en nu is er ook deining ontstaan door valse meubelen uit de 18e eeuw. Is de markt nu echt vergeven van de vervalsingen, zoals sommigen beweren? Blijft een verzamelaar er maar beter weg? We wilden er het fijne van weten en gingen zelf op onderzoek uit. We gingen niet alleen na hoe betrouwbaar sommige recente persberichten zijn, maar staken ook ons licht op bij

prominente kenners. Wat we daarbij ontdekten, was behoorlijk onthutsend.

TEKST: CHRISTOPHE DOSOGNE

“Waar een markt is, heb je vervalsingen”, zegt onze eerste gesprekspartner al met-een. Hij is een gerenommeerde expert, docent sierkunst aan de Université Paris-Sorbonne en werkt mee aan een seminar

over kunstvervalsingen voor masterstudenten kunstgeschiedenis aan de Sorbonne. Hij staat bekend als integer. Volgens hem moeten we heel voorzichtig zijn met de feitenbeschrijving en de analyses verschenen in de internationale pers de afgelopen maanden. Hij raadt ons aan de conclu-sies te lezen in het boek getiteld ‘L’Affaire Beltrac-chi’, uitgegeven in 2013 bij Actes Sud. Hij vertelt ons meteen ook enkele anekdotes over zijn eigen vakgebied: de meubelkunst. Zo zijn er ‘klanten’ die handelaars vragen of ze een meubelstuk dat ze willen kopen even mogen ‘lenen’, om te zien of het wel past in hun interieur. In werkelijkheid gaat het om gewiekste oplichters, die het meubel enkel willen bestuderen om er een kopie van te maken en die dan te verkopen als een origineel meubel. Het verhaal doet denken aan handelaars Bill Pal-lot (Galerie Aaron), Guillaume Dillée (Dillée Art Consultant Melbourne) en Laurent Kraemer (Ga-lerie Kraemer), grote kenners van de 18e-eeuwse meubelkunst in Frankrijk, die begin juni werden aangehouden voor verhoor door agenten van de OCBC (Office central de lutte contre le trafic de biens culturels), een overheidsdienst belast met de strijd tegen de illegale handel in culturele goede-ren. Wat hen ten laste wordt gelegd? Niets minder dan dat ze nieuwe meubelen hebben verkocht als oude en dat ze stoelen hebben laten maken van oud hout, om ze daarna te merken met een oude stempel. Zoals dat vaak gaat, werden ze aan de galg gepraat door een collega. Sinds 2012 had an-tiquair Charles Hooreman, een voormalige leer-ling van Bill Pallot, al meermaals de vermoedens van speurders bevestigd. Er was toen al anderhalf jaar een onderzoek aan de gang. Hooreman zei dat hij getuige was geweest van het vervaardigen van valse stoelen, zogezegd van de hand van de grootste meubelmakers van het einde van de 18de eeuw, zoals Jean-Baptiste Boulard (1725-1789), Louis Delanois (1731-1792), François II Foliot (1748 – na 1808), Georges Jacob (1739-1814) en Jean-Baptiste-Claude Sené (1748-1803). Die stoe-

len zouden in prestigieuze collecties zijn beland, onder meer die van het paleis van Versailles, dat dubieuze stukken zou hebben gekocht voor min-stens € 2 miljoen! Sinds 9 juni laatstleden bevindt Bill Pallot zich in voorlopige hechtenis, na te heb-ben bekend twee valse Foliot-stoelen te hebben gemaakt, waarna die werden doorverkocht door Galerie Kraemer. Dit zou wel eens het begin van een lange reeks kunnen zijn. Nu de Biennale des Antiquaires voor de deur staat, is het kunstwe-reldje bang van nieuwe politieacties tegen andere

links‘The Next Rembrandt’, 2016, detail.

onderDe bergère van Madame Elisabeth, de zus van koning Lodewijk XVI, vervaar-digd door Jean-Baptiste-Claude Sené, ging op 9 juni 2011 in Drouot onder de hamer voor bijna € 250.000. Het zitmeubel behoort mogelijk tot een partij valse exemplaren, waarvan som-mige zijn aangekocht door het paleis van Versailles.

Page 20: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

20 l COLLECT

handelaars en mogelijk ook de arrestatie van am-bachtslieden met gouden handen actief in Parijs, in de Faubourg Saint-Antoine … Een voormalige conservator van Versailles zei daarover onlangs tegen Didier Rykner, een redacteur van ‘La Tri-bune de l’Art’: “Al meer dan tien jaar heb je in Parijs een atelier waar koninklijke stoelen worden vervaardigd of verhandeld, waar etiketten worden opgekleefd. Je vindt die gewoon in de handel, bij handelaars. Het enige dat mij interesseert, is dat de musea, de overheid, Versailles niet het slacht-offer van dat soort praktijken wordt.” Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Versail-les blijkt echter wel degelijk het slachtoffer te zijn geweest van oplichters en vervalsers, zoals men dat helaas al heeft mogen ervaren in de branche van de oude schilderkunst, waar ons onderzoek zich op toespitst. Denken we maar aan de affaire-Beltracchi, de mogelijk valse Cranach uit de pri-vécollectie van de prins van Liechtenstein en de ‘valse’ werken van Correggio, Hals, Gentileschi, Pontormo en Velázquez, waar we het zo meteen zullen over hebben.

Van Correggio tot CranachHet begon allemaal in september 2008, toen de beruchte Italiaanse kunstcriticus Vittorio Sgarbi zijn twijfels uitte over de echtheid van een werk van Antonio Allegri, beter bekend als Correggio (ca. 1489-1534). Het schilderij was te zien op een aan deze grote renaissanceschilder gewijde ten-toonstelling in de Galleria Nazionale in Parma. Volgens Sgarbi is dit op een paneel geschilderde ‘Hoofd van Christus’ niet van Correggio, maar van de Romeinse schilder Lino Frongia, die hij beschouwt als de grootste nog levende ‘oude’ meester. Het schilderij zou sterk zijn geïnspireerd op een echt werk van de kunstenaar, bewaard in het J. Paul Getty Museum in Malibu (Califor-nië). Het werd verwijderd uit de tentoonstelling voor nader onderzoek, maar bleek uiteindelijk toch authentiek te zijn. In 2014 was het zelfs te zien in een catalogus gepubliceerd door de pres-tigieuze galerie Maison d’Art (Monaco), in sa-menwerking met de Britse deskundige Clovis Whitfield. Daarin stond interessante info over de voorgeschiedenis, onder meer een verkoping bij Christie’s in Genève, maar vooral de collectie van André Borie (Frankrijk) en 1973 als het jaar waarin het werk voor het eerst op de markt ver-scheen. Het zijn twee sleutelelementen die daarna telkens weer zouden opduiken bij andere omstre-den schilderijen. Zo werd dezelfde herkomst (‘Bo-rie’) opgegeven voor een ‘Mannenportret’ van de Nederlandse schilder Frans Hals (ca. 1580-1666), dat in de herfst van 2008 opdook bij Christie’s en door de Franse overheid werd bestempeld als nationale schat. In 2010 probeerde het Louvre het tevergeefs te kopen voor € 5 miljoen. Toen

we contact opnamen met Blaise Ducos, de con-servator van het Louvre die destijds belast was met dit dossier, verkoos hij niet te antwoorden op onze vragen. Blijkbaar heeft het museum het no-dige geld niet bijeengekregen en gooide het dan maar de handdoek in de ring. Volgens de laatste geruchten zou het werk zich in een privéverza-meling bevinden. Nu evenwel de affaire rond de Cranach van Liechtenstein is losgebarsten, rijzen er meteen weer twijfels over de echtheid van dit schilderij. Men kan zich afvragen waarom, aan-gezien alle experts hadden verklaard dat het echt was. Het spook van de Borie-collectie duikt hier weer op en stelt het werk in een kwade reuk, maar is dat eigenlijk wel een argument?

Wie is André Borie?De Britse kunsthandelaar en -historicus Bendor Grosvenor, de man achter de website ‘Art History News’, deed onderzoek naar die fameuze collectie van André Borie die Giuliano Ruffini, een Malte-se staatsburger en de sleutelfiguur in dit hele ver-haal, zou hebben geërfd via diens dochter Andrée, een Parijse antiquair. André Borie werd in 1889 geboren in Blomard, in het Franse departement Allier, en overleed in 1971. Hij was een belang-rijke werkgever uit de Franse sector van de bouw en de openbare werken, de voorzitter van het Syn-dicat des Travaux Publics en de Fédération Nati-onale des Travaux Publics. Hij hielp onder meer mee aan de bouw van de tunnel onder de Mont Blanc en werd daarvoor onderscheiden met een medaille van het Légion d’Honneur. In 1939 zou Borie echter door het Vichy-bewind zijn benoemd tot coördinator van de openbare werken en in die hoedanigheid zou hij, op vraag van de Duitse be-zetter, hebben deelgenomen aan de bouw van de Atlantikwall … Dankzij zijn connecties met het Vichy-bewind zou hij naar verluidt vlot de hand hebben kunnen leggen op van joden gestolen kunstwerken. Die zouden de basis van een in-drukwekkende collectie vormen, bewaard in een privéwoning aan de Avenue de Wagram, in Parijs. Na zijn overlijden zou zijn dochter, Andrée Borie, de verzameling hebben geërfd. Zij was de levens-gezellin van Giuliano Ruffini. Een verleidelijke hypothese in deze tijden van heksenjacht, maar niets bewijst dat dit verhaal ook klopt. Het is al-lemaal gebaseerd op verklaringen van personen met wie Ruffini nu in een proces is gewikkeld. Hoe dan ook, volgens Ruffini zouden de al dan niet valse werken uit die fameuze collectie stam-men, ook de Correggio te zien op de tentoonstel-ling in Parma, de Hals waar het Louvre een oogje op had, een werk dat onlangs werd toegeschreven aan Velázquez en de Cranach uit de collectie van de prins van Liechtenstein. Dit laatste werk zou de dochter van André Borie hem hebben nagela-ten bij haar overlijden.

Page 21: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 21

kunstvervalsingen

Grondige laboratoriumanalyses van deze Cranach waren aanleiding

voor de experts van Christie’s om kunsthandelaar Konrad Bernheimer

van Galerie Colnaghi af te raden het schilderij te kopen. Tevergeefs.

linkerpagina bovenPrins Hans-Adam II van Liechtenstein voor zijn kasteel in Vaduz.

linkerpagina middenBill Pallot van Galerie Aaron werd be-gin juni aangehouden voor verhoor. Hij bekende twee valse Foliot-stoelen te hebben gemaakt en doorverkocht. linkerpagina onderCorreggio, ‘Hoofd van Christus’. Olie-verf op doek, 40 x 34 cm. Privéverza-meling. Met toestemming van Maison d’Art, Monaco.

linksLucas Cranach de Oude, ‘Venus’, 1531. Olieverf op paneel, 38,7 x 24,5 cm. Liechtenstein, prinselijke collecties, Vaduz – Wenen.

Page 22: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

22 l COLLECT

Anonieme tipsTot zover lijkt dit slechts een storm in een glas water: een verzamelaar en rechtmatige eigenaar van schilderijen die nooit problemen heeft gehad met het gerecht verkoopt een aantal oude werken die hij zelf in het beste geval beschouwt als ate-lierproducten, maar die uiteindelijk authentieke meesterwerken bleken te zijn. Al bij al een leuk verhaal, zoals je er geregeld hoort op de kunst-markt. En daar zou het bij gebleven zijn, ware het niet van die verdenkingen, sinds 2015 gevoed door anonieme brieven gericht aan de Franse jus-titie. Na maanden van vooronderzoek besliste de Parijse rechter Aude Burési op 1 maart laatstleden de ‘Venus’ van Lucas Cranach de Oude door in-specteurs van de OCBC in beslag te laten nemen in het Hôtel de Caumont, in Aix-en-Provence, waar het werk was tentoongesteld. Dit schilderij op paneel uit 1531 maakte vroeger deel uit van de collectie Borie-Ruffini en bevindt zich nu in die van de prins van Liechtenstein. Het werd voor verder onderzoek naar het Louvre gebracht. Dit is slechts één van de werken waar de auteur van de anonieme brieven het over had. Zijn eveneens verdacht: het ‘Mannenportret’ van Frans Hals, waar we het al over hadden, en een heel bijzon-der schilderij op lapis lazuli, toegeschreven aan Orazio Gentileschi (1563-1639): ‘David met het hoofd van Goliat’, een werk daterend van omstreeks 1612. Volgens een verslag van expert Francesco Solinas, de wetenschappelijk directeur van het CNRS (Centre National de la Recherche Scientifique), zou het besteld zijn geweest door paus Paulus V. Het werd voor echt verklaard door de grootste kenners van deze kunstenaar. Het is nu eigendom van een Amerikaanse verzamelaar. In 2012 werd het tentoongesteld in het Musée Maillol, in 2013 op de kunst- en antiekbeurs TE-FAF in Maastricht, en begin 2016 in de National Gallery in Londen. Wat nu het verband tussen die drie werken is? Ze waren ooit eigendom van Giuliano Ruffini. De anonieme briefschrijver is dus wellicht een vijand van hem, of in ieder geval iemand die hem schade wil berokkenen. Niette-min, om dermate doortastend op te treden tegen de eigenaar van een kunstwerk, een buitenlander en bovendien een prins, moet rechter Burési over méér argumenten hebben beschikt dan een hand-vol anonieme brieven. Sommige welingelichte commentatoren verwijzen naar de conclusies van een deskundig onderzoek van de Cranach dat eind 2012 werd verricht bij Christie’s. Uit die la-

boratoriumanalyse blijkt dat het werk een ther-mische behandeling heeft ondergaan en dat de houten drager van het schilderij titaanwit bevat (gebruikt voor het parelsnoer). Deze synthetische kleurstof kwam er echter pas in de twintigste eeuw … Bovendien bevat het werk een abnor-maal hoog gehalte aan loodzout en is er een ver-dacht verschil tussen de staat van het paneel en die van het beschilderde oppervlak. Een en ander kan het gevolg van restauratie zijn, maar voor de experts van Christie’s was dit aanleiding genoeg om kunsthandelaar Konrad Bernheimer, van Ga-lerie Colnaghi, af te raden het schilderij te kopen. Bernheimer sloeg dat advies evenwel in de wind. Andere experts, zoals Bodo Brinkmann en Dieter Koepplin, conservators van het Kunstmuseum in Basel, hebben volgens Vincent Noce, in ‘Le Journal des Arts’ (1 april 2016), toegegeven dat ze perplex staan van een ‘dermate verwarrend werk’. Ze houden het bij de hypothese dat het om een ‘grotendeels overschilderd origineel’ gaat.

Internationale vertakkingenVolgens de laatste berichten zou het onderzoek betrekking hebben op tientallen schilderijen, die niet alleen alle afkomstig zijn uit dezelfde col-lectie, maar ook alle een band hebben met een bekend oud werk (een tekening of schilderij) waarvan de herkomst vals of onbekend zou zijn, nog afgezien van de vraag of de bewuste werken zelf wel authentiek zijn. Het onderzoek breidt zich nu ook uit naar Italië, waar onlangs verschil-lende werken in beslag zijn genomen, onder meer een ‘Heilige Franciscus van Assisi’ van El Greco (1541-1614), die op vraag van de Franse autoritei-ten op 1 mei laatstleden werd weggehaald uit een tentoonstelling over deze kunstenaar in de stad Triëst. Het werk zou afkomstig zijn uit een col-lectie uit de regio Emilia-Romagna, met name die van een verwant van Giuliano Ruffini. Volgens de ‘Corriere del Veneto’ en de ‘Gazetta di Reg-gio’ zou het Frans-Italiaanse onderzoek hebben geleid tot de arrestatie van drie streekbewoners (een vader, zijn zoon en een schilder). Ze worden ervan beschuldigd een internationale kunstzwen-del (goed voor verschillende miljoenen euro’s) te hebben opgezet. Het zou meer bepaald gaan om renaissancekunst, in werkelijkheid pastiches, of in het beste geval goede kopieën van oude wer-ken, te danken aan een getalenteerde vervalser, een schilder uit Reggio nell’Emilia en de eigenaar van het bewuste werk van El Greco. Hij zou er ook van beschuldigd zijn de Cranach, de Gentile-schi en de Hals te hebben gecreëerd! Aan die hy-pothese wordt alvast weinig geloof gehecht door de Italiaanse kunstcriticus Vittorio Sgarbi, die in 2008, zoals we al zeiden, zijn twijfels uitte over de echtheid van het in Parma tentoongestelde werk

bovenFrans Hals, ‘Mannenportret’, ca. 1650. Olieverf op doek. Privéverzameling, Verenigde Staten. Met toestemming van de Nederlandse ambassade in Parijs.

onderOrazio Gentileschi, ‘David met het hoofd van Goliat’, ca. 1612. Olieverf op lapis lazuli, 25 x 19 cm. Privéver-zameling. Met toestemming van de National Gallery, Londen. rechterpaginaEl Greco, ‘Heilige Franciscus’, ca. 1576-1577. Olieverf op doek. Privéver-zameling.

Nu de Biennale des Antiquaires voor de deur staat,

is het kunstwereldje bang van nieuwe politieacties te-

gen andere handelaars en mogelijk ook de arrestaties.

Page 23: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 23

kunstvervalsingen

van Correggio. “Het is niet meer dan een afreke-ning onder kunsthandelaars”, beweert hij. Toeval of niet, maar Giuliano Ruffini, de erfgenaam van André Borie en de eerste eigenaar van de Cor-reggio, blijkt ook de eigenaar van een woning in Rosano te zijn, op zo’n twintig kilometer van Par-ma, in de regio Emilia-Romagna … Eind april heeft de Italiaanse justitie daar, op vraag van de Franse autoriteiten, documenten en schilderijen in beslag genomen. Geen rook zonder vuur, zegt men. Is hij een sleutelfiguur in dit hele verhaal? In Frankrijk lijken sommigen daar niet aan te twij-felen. Een van hen is Philippe Costamagna, de directeur van het Palais Fesch, het museum voor schone kunsten in Ajaccio. In zijn boek ‘Histoires d’œils’, verschenen in april 2016 bij Grasset, heeft hij het over een personage waarin je makkelijk Giuliano Ruffini kunt herkennen (p. 183). Die zou hem enkele jaren geleden een Salviati en een Pontormo te koop hebben aangeboden, twee wer-ken waarvan nu geweten is dat ze vals zijn. De au-teur verduidelijkt: “Men heeft me verteld over een restaurateur die bijzonder bekwaam zou zijn in het maken van kopieën naar een tekening, zonder evenwel zijn identiteit te verklappen. Ik ben ervan overtuigd dat mijn schilderij van hem kwam. Hij maakt gebruik van tekeningen om grote schilders te pasticheren. Ik wil nu nog enkele van zijn schil-derijen zien om dan een groep samen te stellen en verder onderzoek naar dit personage te doen.” (p. 133). Gaat het om de mysterieuze Lino Frongia, die Vittorio Sgarbi in 2008 aan de kaak stelde? Volgens ‘Le Journal des Arts’ zou rechter Aude Burési op zoek zijn naar een clandestien atelier waar valse schilderijen worden gemaakt …

Het standpunt van RuffiniGiuliano Ruffini, die afwisselend in Italië en op Malta woont, zegt dat hij werd bedot door dege-nen die hij had gemachtigd de bewuste werken te verkopen. Hij ontkent met klem dat hij achter de geruchten zit dat ze vals zijn. Hij dacht hooguit dat sommige misschien oude kopieën waren en dat verder onderzoek nodig was. Zoals we reeds zagen, gebeurde dat onderzoek door de grootste kenners van elke betrokken meester. Hun po-sitieve adviezen werden dan nog eens bevestigd door wetenschappelijke analyses uitgevoerd in de grootste laboratoria. In een gesprek met Stéphane Loison voor het onafhankelijke webzine ‘Roads-mag’ verklaarde Giuliano Ruffini over het werk van Frans Hals, dat hij aanvankelijk als authen-tiek beschouwde: “Een vriend van mij die anti-quair is, was geïnteresseerd in mijn Frans Hals. (…) Maar vóór die aan hem te verkopen, wilde ik eerst Elvire de Maintenant, een grote specialiste van oude schilderkunst en deskundige bij Chris-tie’s, zien. (…) Tien dagen later belde ze me en zei ze (…) dat het schilderij volgens haar kon worden

toegeschreven aan Frans Hals himself. (…) Ze zei dat het Louvre interesse toonde (…).” Uiteindelijk werd het werk verkocht aan de Londense hande-laar Mark Weiss voor € 3 miljoen, evenwel zonder dat het ‘gegarandeerd’ kon worden toegeschreven aan Frans Hals. Diezelfde handelaar had ook het schilderij op lapis lazuli van Gentileschi gekocht voor € 3,6 miljoen, via Jean Charles Methias, aan wie Ruffini het had toevertrouwd nadat hij het zelf had gekocht in 1995. Weiss verkocht het werk daarna door aan een Amerikaan. Ook de Cranach van de prins van Liechtenstein is door de handen van Giuliano Ruffini gegaan. Ruffini zei daarover: “Er waren nogal wat twijfels. Ik wist niet of het een schilderij van Cranach zelf dan wel van zijn atelier was. Er waren verschillende schil-derijen met hetzelfde onderwerp. Het werk was geschilderd op eikenhout, terwijl Cranach deze houtsoort niet gebruikte. Doorgaans schilderde hij op beuken- of lindehout. Ik heb het daarna laten onderzoeken. (…)”. Toen verschenen de tus-senpersonen ten tonele die eerder al betrokken waren bij de verkoop van de Hals en de Gentile-schi: Jean Charles Methias en Michaël Tordjman. Blijkbaar zonder dat Ruffini hiervan op de hoogte was, verkochten ze de Cranach aan de Londense handelaar Konrad Bernheimer van Galerie Col-naghi. Om die verkoop geregeld te krijgen zonder uitvoercertificaat beweerde Michaël Tordjman dat het schilderij al 150 jaar eigendom van zijn familie in België was … De verkoopsom bedroeg € 3,2 miljoen. Het werk werd daarna doorver-kocht voor € 7 miljoen aan prins Hans-Adam II van Liechtenstein. De rechtmatige eigenaar, Giuliano Ruffini, was stomverbaasd toen hij dat vernam en diende meteen een klacht in tegen zijn vroegere partners. Het geschil zal wellicht worden beslecht tijdens een proces dat in september 2016 van start gaat in Parijs. Mogelijk komen daar nog interessante dingen aan het licht …

Niet voorzichtig genoegIn al die gevallen, zoals ook in het geval van de meubelen uit de 18de eeuw waarover we het eer-der al hadden, werd een twijfelachtig werk van een zogezegd prestigieuze, soms zelfs koninklijke herkomst voorgesteld als een herontdekt werk, zonder het minste historische bewijs uit de 19e of 20e eeuw. Dat had minstens een belletje moe-ten doen rinkelen bij de experts en hen moeten aansporen tot grotere voorzichtigheid. In zijn ar-tikel over de ‘Venus’ van Cranach, dat op 5 maart 2016 verscheen in ‘La Tribune de l’Art’, was ook Didier Rykner die mening toegedaan: “Verdacht is in ieder geval dat al die schilderijen recentelijk werden herontdekt, dat er in monografieën van vóór 2000 geen spoor van te bekennen is en dat hun herkomst en geschiedenis onduidelijk zijn. ‘Eigendom van dezelfde familie sinds het midden

Giuliano Ruffini, die

afwisselend in Italië

en op Malta woont,

zegt dat hij werd

bedot door degenen

die hij had gemach-

tigd de bewuste

werken te verkopen.

Page 24: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

24 l COLLECT

van de 19e eeuw’: dat is vaag, tenzij je over on-weerlegbare bewijzen beschikt. In verschillende gevallen gaat het om een nieuwe, nog niet eerder vertoonde versie van een werk dat bekend is in het oeuvre van een kunstenaar. Wat de ‘Venus’ betreft, zie je dat het model erg verwant is aan dat van het schilderij van Frankfurt, terwijl het subtiele haarnetje vervangen is door een gewone haarband, die ook in andere werken van de Duit-se schilder te zien is.” De auteur besluit: “Ofwel zijn dit echte (of op zijn minst oude) schilderijen en dan kan je je vragen stellen bij de proporties die deze affaire aanneemt en de redenen om te twijfelen aan hun echtheid. Ofwel zijn het recente vervalsingen, en dan is dat echt wel zorgwekkend. Hoe kun je nu géén twijfels hebben over een oud werk zonder bekende voorgeschiedenis?”

En wat nu?‘Waar een markt is, heb je vervalsingen’: die sim-pele vaststelling lijkt hier de kern van de zaak te vormen. Net hetzelfde zeggen de auteurs van het boek over dat andere vervalsingsschandaal, ‘L’Affaire Beltracchi’, dat aan het begin van dit decennium veel stof deed opwaaien. Volgens hen zullen die affaires evenwel geen gevolgen hebben voor de kunstmarkt: “De geschiedenis van de kunstvervalsingen is even oud als de kunstmarkt, en die zwendels zijn altijd zonder gevolgen geble-ven. Er zijn altijd al min of meer getalenteerde vervalsers geweest die erin slagen hun kopieën te laten opnemen in museumcollecties of privéver-zamelingen. Die schandalen hebben altijd al het nieuws gehaald, met ronkende verklaringen tot gevolg: voortaan zou men voorzichtiger, strenger zijn! Die beloften werden echter altijd snel weer vergeten. (…) Zoals steeds, wanneer een nieuwe branche een zeker economisch succes heeft, dui-ken er al snel namakers, profiteurs en oplichters op.” Bovendien, zoals de resultaten van recente veilingen aantonen, is de kooplust van de steeds talrijkere en steeds rijkere verzamelaars er zeker niet kleiner op geworden. Kunst wordt ook nog altijd beschouwd als een veilige belegging in crisis-tijden, en al zeker op een kunstmarkt waar steeds meer geld circuleert, doordat de rijken steeds rij-ker worden. De auteurs van het boek verduidelij-ken: “Het zou naïef zijn te denken dat de kunst-wereld, in ieder geval toch de hogere segmenten ervan, reageert als een seismograaf op de politieke en sociale veranderingen. Wie een Rothko kan kopen voor 60 miljoen dollar of een Pollock voor 80 miljoen dollar ligt niet echt wakker van de re-voluties in Noord-Afrika, het Griekse bankroet of de kernramp in Fukushima. De economische gevolgen van die gebeurtenissen (…) worden meestal getemperd door vermogensbeheerders of investeringsbanken. De kunstmarkt is een wereld met heel eigen gebruiken. Elke bekende galerist

(…) kent minstens een tiental personen aan wie hij een kunstwerk kan aanbieden voor 50 miljoen dollar. De markt hangt niet af van de gezond-heid van de wereldeconomie. De meeste van die klanten stellen zich maar twee vragen: wil ik dat schilderij in huis halen (omdat ik het graag zie en het past bij mijn collectie) en is het zijn geld waard (is het een écht kunstwerk)?” Het is dus niet erg dat, zoals Jean-Jacques Neuer, een inter-nationale advocaat gespecialiseerd in kunstzaken, in april 2014 liet optekenen tijdens een interview met de krant ‘La Croix’, “men schat dat het aan-tal vervalsingen goed is voor 30 % van de kunst-markt. De juistheid van dat cijfer valt niet te controleren, maar experts denken dat het klopt.” Conclusie: “Kunst is altijd speciaal. Het is niet zomaar een object dat je verkoopt, maar een ding dat representatief is voor iets dat méér is dan de optelsom van materiële eigenschappen.” De gale-ries die in een kwade reuk kwamen te staan door de affaire-Beltracchi, of degenen die de afgelopen maanden in opspraak zijn gekomen en waar we het in dit artikel over hadden, zullen wellicht een tijdje lijden onder die slechte reclame, maar “te-rughoudendheid is snel vergeten, een misstap is snel vergeven zodra er weer een belangrijk werk (…) op de markt verschijnt. Het verlangen opge-wekt door een nieuw schilderij is sterker dan alles. (…) Het milieu rekent op het slechte geheugen van het koperspubliek en op de aantrekkings-kracht van schilderijen en grote kunstenaars. De zaken gaan dan weer hun gewone gangetje, tot het volgende grote schandaal: men vertrouwt op het oordeel van de experts. Verklaren die een werk voor echt, dan zal er altijd wel een koper gevonden worden.” Net als Jean-Jacques Neuer, die de nalatenschap van Picasso, Brancusi en Ar-man beheert, vragen de auteurs om de invoering van een deontologische code voor de kunstmarkt, een database waarin alle vervalsingen zijn op-genomen en een systeem om al die valse exem-plaren te markeren. Iedereen die actief is op de kunstmarkt zou zich ertoe moeten verbinden die code te respecteren en de toepassing ervan zou ook moeten worden gecontroleerd. Voorlopig zijn het echter nog altijd de experts (alsook de auteurs van overzichtscatalogi en standaardwerken) die een echtheidsgarantie afleveren, maar die hebben nauwe banden met de kunsthandelaars en de vei-linghuizen. Misschien is het beter om een beroep te doen op de academische wereld of instellingen om de echtheid te garanderen van dat culturele erfgoed, dat door de handen van verschillende marktspelers gaat. Maar wat dan met de discretie en het sacrosancte recht op geheimhouding die de markt doen gedijen? Bovendien is de overheid de enige instantie die zo’n systeem kan financieren. Wil die zo’n titanenwerk wel aanpakken? Wel-licht niet …

Het milieu rekent

op het slechte

geheugen van het

koperspubliek en

op de aantrek-

kingskracht van

schilderijen en

grote kunstenaars.

Page 25: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 25

kunstvervalsingen

De kunst van het vervalsenIn de loop van ons onderzoek hebben we kennisgemaakt met enkele van de technieken gebruikt door vervalsers, vaak bijzonder begaafde vakmensen, om valse schilderijen te creëren en die vervolgens te verkopen op de markt, na experts te slim af te zijn geweest. Hun werken doorstaan zelfs wetenschappelijke analyses in laboratoria! Hier is één van die technieken, zoals beschreven in een aantal boeken. In China, Rusland of Italië zoek je een uitzonderlijk begaaf-de vakman, die niet zomaar een identieke kopie maakt, maar het leven en het werk van een schilder die hij wil naboot-sen op zijn duimpje kent. Hij beheerst de oude schildertechnieken in de perfectie. Daarna koop je een oud werk van middelmatige kwaliteit, op doek of paneel (belangrijk is dat de drager écht antiek is), je haalt het oude, vergeelde ver-nis eraf met alcohol en je doet het in een recipiënt. Nadat de alcohol is verdampt, kun je het vernis aanbrengen op het nieuwe schilderij. Vervolgens haal je de oude verf eraf met een afbijtmiddel. Konijnenvel, gedroogd in kalk met gips, gebruik je als lijm om het nieuwe preparaat op de drager te aan te brengen. Voor het maken van loodwit, dat dient als basis voor het preparaat en de andere verflagen, gebruikt onze vervalser stukken oud lood, gebruikt in het Rome van de 17e eeuw, om de stenen van gebouwen aan elkaar te hechten. Zijn grote geluk is dat de C14-datering heel nauw-keurige resultaten oplevert voor het verre verleden, maar geen onderscheid kan maken tussen pakweg de 16e en de 19e eeuw … Na nog diverse bewerkingen, te langdradig om hier uit de doeken te doen, ontstaat een verrassend authentiek loodoxide, geschikt als basis voor witte verf. Net als de andere kleuren die de vervalser zal aanmaken met uitsluitend natuurlijke pigmenten, zal hij die witte verf vermengen met zuivere notenolie. Om zelfs maar de geringste vervuiling door synthetische vezels te voorkomen, gebruikt hij enkel instrumenten en penselen met natuurlijke haren. Zelfs zijn werkschort is idealiter gemaakt van een oud linnen laken. Hij moet natuurlijk de stijl van de meester die hij wil imiteren perfect beheersen, maar hij mag nooit een exacte kopie creëren, wel een versie die, op een paar details na, sterk lijkt op schilderijen bewaard in grote musea. Hij kiest ook beter een niet-religieus onderwerp, want dat krijg je vlotter verkocht, zoals een stilleven, een mythologisch tafereel of een portret. Hij mag ook niet vergeten de randen van het paneel of het doek te schilderen. Vóór hij het originele vernis, of beter gezegd het van lood gemaakte vernis, aanbrengt, opdat een analyse met ultraviolette straling (Wood-lamp) geen bedrog aan het licht zou brengen, plaatst de vervalser het nieuwe schilderij eerst nog in de oven (op een temperatuur van 120° C, gedurende twee weken), zodat er een mooi netwerk van craquelures ontstaat. Ter verdere misleiding van de expert, die na keuring van het schilderij een certificaat van echtheid zal afleveren, dis je een verhaal over een erfenis op, met overlegging van een valse factuur met daarop het briefhoofd van een gedienstige, of beter nog een overleden antiquair. Men kan ook een beroep doen op een stroman, een lid van de adel. Dat is de ideale dekmantel, want zo kun je de expert makkelijker wijsmaken dat het werk deel uitmaakte van een oude familieverzameling. Een kunstwerk mét pedigree en het nodige prestige! Nu de vervalser een certificaat op zak heeft, kan hij op zoek gaan naar een goedgelovige klant, nog steeds met de hulp van zijn stroman, tenzij de expert dat voor zijn rekening neemt. Aangezien topstukken steeds zeldzamer worden, zal de expert met het bewuste werk gaan aankloppen bij een van de grote Angelsaksische kunsthandelaars die leveren aan de oudere musea, of de nieuwere in het Midden-Oosten, of bij superrijken in Doebai, Qatar, Brazilië of Rusland. Het zijn vooral de nieuwe rijken in de opkomende landen die zich graag een culturele status aanmeten door een stuk van het historische patrimonium in huis te halen. (cd)

Meer wetenLezenJules-François Ferrillon, ‘Faussaire’, L’Âge d’Homme, Parijs, 2015, ISBN 978-2-8251-4492-3

Stefan Koldehoff en Tobias Timm, ‘L’Affaire Beltracchi. Enquête sur l’un des plus grands scandales de faux tableaux du siècle et sur ceux qui en ont profité’, Poche. Babel, Actes Sud, Arles, 2015, ISBN 978-2-330-05647-6

Jean-Jacques Breton, ‘Le faux dans l’art. Faussaires de génie’, Hugo Image, Parijs, 2014, ISBN 978-2-7556-1667-5

Xavier de Langlois, ‘La technique de la peinture à l’huile: Histoire du procédé à l’huile, de Van Eyck à nos jours; Eléments, recettes et manipulations; Pratique du métier; Suivie d’une étude sur la peinture acrylique’, Flammarion, Parijs, 2011, ISBN 978-2-0812-5821-1

Philippe Costamagna, ‘Histoires d’œils’, coll. Le Courage, Grasset, Parijs, 2016, ISBN 978-2-2468-0275-4

Internet‘Roads Magazine’, onafhankelijk webzine: www.roadsmag.com

‘Art History News’, blog over kunstgeschiedenis: www.arthisto-rynews.com

Page 26: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

26 l COLLECT

ExpertiseIn een artikel verschenen in de bijlage ‘Le Mad’ bij de krant ‘Le Soir’, op 6 april 2016, legde Alexandre Pintiaux, een in kunstrecht gespecialiseerde advocaat, de vinger op de wonde: “De expert stelt zijn kennis en ervaring ten dienste van liefhebbers of professionele verzamelaars. Bij gebrek aan een statuut kan iedereen dat beroep uitoefenen, zonder een speciale opleiding te hebben gevolgd. Onder de experts vind je onderzoekers, handelaars en uitnemende kenners. De wetenschappelijke waarde van een expertise is dan ook heel relatief.” Ook al staan ze te boek als grote kenners van deze of gene kunstenaar en hebben ze de ‘heilige graal’ in handen, in de vorm van een certificaat van echtheid, toch zijn experts zeker niet onfeilbaar. Wie heeft er het hoogste gezag in dit soort zaken? Het is nog gebeurd dat een werk eerst als vals werd bestempeld, tot tientallen jaren later bleek dat het toch echt was. Discutabel is in ieder geval dat veel experts tegelijk ook handelaar zijn. Sommigen spelen zelfs een rol bij de verkoop van werken die ze zelf voor echt hebben verklaard, waarbij ze dan een commissieloon opstrijken. Dan kun je je natuurlijk afvragen hoe objectief hun analyse is … De Belgische wetgeving wat dat betreft is nogal beperkt, zoals Alexandre Pintiaux in het bewuste artikel stelt: “De waarde van een werk schatten is geen exacte wetenschap en voor zover mij bekend is de hierover gepubliceerde Belgische rechtspraak vrijwel onbestaande.” We kunnen besluiten door de Franse koning Frans I te parafraseren: ‘Souvent expert varie, Bien fol est qui s’y fie!’ (slechts dwazen vertrouwen op grillige experts).

3D-printen en ‘deep learning’Het ultieme hulpmiddel voor vervalsers? Dat zou wel eens een 3D-printer kunnen zijn, in combinatie met software voor ‘deep learning’. Het is die techniek die men heeft toegepast voor het project ‘The Next Rembrandt’, een initiatief van de bank ING, uitgevoerd door Microsoft, in samenwerking met de universiteit van Delft, het Mauritshuis en het Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam. Begin april heeft men zo een nieuw doek van de Nederlandse meester uit de 17e eeuw gecreëerd. Het vertoonde alle kenmerken waar de schilder zijn reputatie aan dankte. Het ging om een busteportret van een man, waar Rembrandt zelf best trots op geweest zou zijn. Het schilderij bestaat uit 148 miljoen pixels, komende uit een 3D-printer, in een perfecte imitatie van de heel eigen toets van de meester, dankzij 13 lagen van speciale inkt … Die techniek was in 2015 al eens toegepast om negen werken van Van Gogh te ‘klonen’, in een oplage van 260 exemplaren, verkocht als kopieën, voor echt verklaard door het Van Gogh Museum in Amsterdam. De totale opbrengst bedroeg € 58 miljoen. Dat moet oplichters op de kunstmarkt ongetwijfeld op ideeën brengen …

“Een onrustwekkend boekDe fameuze anonieme briefschrijver had verwezen naar de roman ‘Faussaire’ van Jules-François Ferrillon, verschenen in de zomer van 2015 bij uitgeverij L’Âge d’Homme. Het is een intrigerend boek over de weder-waardigheden van een leerling-oplichter. De auteur, een voormalige kunsthandelaar, blijkt bijzonder goed geïn-formeerd te zijn, meer bepaald over de Cranach uit de Liechtenstein-collectie, een werk dat trouwens te zien was in een promotievideo voor het boek op YouTube. Op pagina 516 van die roman staat te lezen dat de ‘Ve-nus’ een vals werk is, vervaardigd in Italië door een net-werk van sluwe namakers, die op grote schaal werken en ervaring hebben met het bedriegen van musea en Britse handelaars die verkopen aan musea. In het boek is trouwens sprake van nog tal van andere vervalsingen, onder meer werken van Il Pontormo, Velázquez, Correg-gio en Gentileschi. Minstens één recentelijk herontdekt werk doet heel wat twijfels rijzen en wordt nu nader on-der de loep genomen. In een interview met het webzine ‘Roadsmag’, eind april, vertelde de auteur dat zijn boek oorspronkelijk zou dienen als scenario voor een film die Giuliano Ruffini zou financieren met de opbrengst van de verkoop van zijn schilderijen. De ‘bedrogen’ eige-naar van de door sommige experts voor echt verklaarde Cranach zou zo vooral zijn zoon, een acteur, een rol heb-ben willen geven. Jules-François Ferrillon vindt het kras dat degenen die Ruffini het vuur aan de schenen leggen zijn boek aanvoeren als bewijsgrond: “Als we de experts en de analyses mogen geloven, zijn dit schilderij en andere authentiek! Dan vraag je je toch af waarom er getwijfeld wordt aan de echtheid van die schilderijen? Twijfelt men door wat ik heb geschreven? (…) Is die informatie overgeno-men door een expert die het aan de stok had met de echte eigenaar van de schilderijen?” Of er een geniale vervalser achter die hele affaire zit? “Mochten die schilderijen inderdaad het werk van een vervalser zijn, dan zou dat meteen de grootste aller tijden zijn! Dan zou hij de hele kunstgeschiedenis in de vingers hebben! Als hij écht bestaat, dan moeten ze die zeker zien te vinden!” Volgens de onderzoekers is die kans in ieder geval niet onbestaande …

bovenJules-François Ferrillon, auteur van het boek ‘Faussaire’. © uitg. L’Âge d’Homme.

rechtsDiego Velázquez, ‘Portret van kar-dinaal Borgia’, ca. 1640. Olieverf op doek.

Page 27: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 27

kunstvervalsingen

Page 28: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

28 l COLLECT

Doos vol verrassende

schuifjes

Mu.ZEE

Page 29: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 29

In de wereld van Honoré ∂’O lijkt

het alsof je rondwandelt in een

laboratorium dat vol staat met

experimenten: je valt er van de

ene verrassing in de andere en

bij sommige presentaties wordt

er een actieve inbreng gevraagd.

Wie deze zomer naar de Vlaamse kust trekt, kan er naast zon, zee en strand ook heel wat cultuur ontdekken. Wie op zoek gaat naar verrassende tentoonstellingen moet zeker in Mu.ZEE, het Kunstmuseum aan Zee in Oostende langsgaan. Dit museum is gekend voor haar unieke verza-meling hedendaagse en moderne kunst van Belgische of internationale kunstenaars die in België wonen en werken.

Al bij de eerste stap in het museum word je on-dergedompeld in kunst. ‘Enter’, een platform dat een draagvlak wil creëren voor jonge begin-nende kunstenaars, nodigde Saddie Choua uit. In ‘The Choua’s. A Work in Progress’ vertrok Saddie Choua, die Belgische-Marokkaanse roots heeft, van een oude foto van haar vader en zijn vier broers en begon zo aan haar verhaal dat zoals ze zelf beschrijft ‘nooit eindigt’. Ze gebruikt hier-voor heel verrassende communicatiemiddelen en formats.

Patrick Corillon & Honoré ∂’OHet echte ‘Mu.ZEE imaginaire’ van Patrick Co-rillon balanceert tussen magie, poëzie en realiteit. Het was voor Mu.ZEE een gelukkig weerzien met de kunstenaar: Patrick Corillon was immers een van de vele kunstenaars aanwezig in de tentoon-stelling ‘De zee. Salut d’honneur Jan Hoet’. Toen al viel zijn voorliefde voor het woord, verhaal en beeld op. Hij is een kunstenaar, een ‘plasticien’ zoals hij zich zelf graag noemt die de relatie tus-sen fictie en realiteit onderzoekt. Corillon creëert

poëtische, absurde en tragische verhalen en situ-eert ze in een context waardoor ze geloofwaardig dreigen te worden. Tot het einde van dit jaar is hij te gast in het museum waar hij op een originele manier naar de collectie van Mu.ZEE kijkt. Dit vertaalt zich in verschillende presentaties en ten-toonstellingen, performances – binnen en buiten het museum – en publicaties. Deze zomer laat hij ons kennis maken met ‘Het zuivere wit’. Ook de wereld van Honoré ∂’O is magisch. Het is alsof je rondwandelt in een laboratorium dat vol staat met experimenten: je valt er van de ene verrassing in de andere en bij sommige presenta-ties wordt er een actieve inbreng gevraagd. Holy Molecule is een terugblik op een oeuvre dat de kunstenaar sinds midden jaren 1980 heeft opge-bouwd. Dit gebeurt via een aantal sleutelwerken, die fungeren als een leidraad doorheen de ten-toonstellingsruimtes en treden op als katalysator van herinneringen uit een ver of nabij verleden en van nieuwe reflecties, beelden en gedachten.

Page 30: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

30 l COLLECT

James Ensor & Léon Spilliaert Maar de kers op de taart is de recent geopende Ensor en Spilliaert museumvleugel. James Ensor en Léon Spilliaert zijn twee kunstenaars wiens namen onlosmakelijk verbonden zijn aan de stad Oostende. Bij het binnenkomen van de museum-vleugel word je verwelkomd door twee indruk-wekkende monumentale foto’s van de bekende fotograaf Maurice Antony. Ze typeren onmiddel-lijk de twee Grootmeesters van Oostende: James Ensor, op gevorderde leeftijd staat er als een mo-nument, bewust van zichzelf. Hij hield van zijn Oostende: de stad was zijn muze en inspiratie-bron; Léon Spilliaert met allures van een dandy, poseert er in gezelschap van een collega-kunste-naar Floris Jespers. Meer ingetogen en terugge-trokken van karakter, was hij de kunstenaar die bekend werd voor zijn nachtelijke zwerftochten doorheen de stad en de lange wandelingen langs de vloedlijn. Alhoewel deze twee Grootmeesters van Oostende tot een iets oudere generatie beho-ren, worden ze vaak in een adem genoemd met de surrealistische kunstenaars René Magritte en Paul Delvaux. Op een originele manier wordt hun werk en leven verhaald: niet chronologisch maar wel via kleine en grote verhalen, hun ont-moetingen, hun vrienden en kennissenkring. Er is een mooi en rijk evenwicht gevonden tussen documenten, schilderijen, grafiek, film en foto-materiaal. Naar aanleiding van deze nieuwe mu-seumvleugel verscheen er een bezoekersgids (€5).

James Ensor en Léon Spilliaert

zijn twee kunstenaars wiens

namen onlosmakelijk verbonden

zijn aan de stad Oostende.

Meer wetenBezoekenInformatie over Mu.ZEE, Permekemuseum en Ensorhuis en over het tentoonstellingspro-gramma 2016 -2017:[email protected]

Page 31: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 31

mu.zee

onderDe woning zelf, De Vier Winden, is al een bezoek op zich waard.

Permeke Zomerfestival Mu.ZEE heeft twee satellietmusea: het Ensorhuis, ooit de woning van James Ensor in Oostende, en iets verder van de kust meer landinwaarts, het Permekemuseum in Jabbeke. Vanaf dit jaar vindt er elke zomer het Permeke Zomerfestival plaats. Dit zomerfestijn bestaat uit diverse tentoonstellingen en evenementen. ‘Au Fond. Katleen Vinck en Wim Wauman’ bijt de spits af. Tot 13 november zijn deze kunstenaars te gast in de woning van Constant Permeke.

De Vier WindenDe woning zelf, De vier winden, is al een bezoek op zich waard. Gebouwd in de jaren 1928-1930 naar een idee van de kunstenaar moet dit modernistisch bouwwerk een ware schok veroorzaakt hebben in de rurale omgeving, maar het behoort nu tot een van de pareltjes van de modernistische woningbouw uit de streek. Loop na een bezoek aan het museum zeker eens de tuin in voorbij de vijver waar je een blik kan werpen op de weidse velden. In het kader van het zomerfestival vindt op zondag 14 au-gustus, ‘Permeke’s boekentuin’, de tweede antiquarische boekenmarkt plaats. Wie op zoek gaat naar een publicatie die nergens meer te vinden is of een unieke prent of docu-menten, doet hier misschien wel een ontdekking. Het museum ligt wat verscholen in het in het groene Brugse ommeland, maar is makkelijk te bereiken per wagen of per bus. Op een mooie zomertocht kan je er een leuke daguitstap per fiets van maken. Verschillende fietsroutes kunnen opgevraagd worden bij Westtoer, het autonoom provinciebedrijf voor toerisme en recreatie in West-Vlaanderen (www.westtoer.be). Op het eerste gezicht lijkt het wat eigenaardig om twee hedendaagse kunstenaars tentoon te stellen, maar er is wel degelijk naar raakpunten of verschillen gezocht met Constant Permeke. Vanuit de drang om zijn gevoelens bij het waarnemen van een landschap uit te drukken, schil-derde Constant Permeke met snelle penseelstreken. Op die manier herleidde hij zijn omgeving tot haar essentie en verrijkte hij het landschap met persoonlijke indrukken. In ‘Au Fond. Katleen Vinck en Wim Wauman’ benaderen beide kunstenaars op hun beurt de realiteit uit een ei-gen invalshoek. Ze reflecteren over de wezenlijkheid van decors en verheffen de ‘scène’ tot onderwerp van hun werk. Waar Constant Permeke het bestaande landschap manipuleerde in functie van een expressie, construeren Katleen Vinck en Wim Wauman echter zelf een landschap aan de hand van verschillende materialen en rekwisieten.Katleen Vinck herschept het bestaande architecturale landschap door er bepaalde elementen uit te lichten en opnieuw te plaatsen. Ze maakt van plekken, die al een soort nabootsing zijn, nieuwe decors. Door spontaan ge-groeide creaties te imiteren, ontstaan immers interessante mengvormen tussen natuur en cultuur. Zo willen rots-achtige formaties in bedevaartsoorden een indruk van

authenticiteit opwekken, maar zijn het eigenlijk archety-pes die de mens met weinig fantasie veelvuldig kopieert. Vanuit haar achtergrond in architectuur en scenografie voelt Katleen Vinck zich sterk aangetrokken tot dergelijke niet-categoriseerbare structuren. Haar beelden en foto’s bevinden zich dan ook tussen kopie en origineel, en tus-sen autonoom object en decor.Een vergelijkbare interesse in scenografie is prominent aanwezig in het recent werk van Wim Wauman. Hij ver-liet het pad van ‘de fotografie als venster op de wereld’ en besloot om eigen beelden te construeren vanuit een ‘tabula rasa’. In zijn studio assembleert en fotografeert hij composities met gevonden objecten en giften van andere kunstenaars. Het strategische gebruik van studiolicht, de dominante camerapositie en de uitgekiende puzzel van objecten en houten panelen benadrukken het theatrale van deze scènes. De constructies voor zijn stillevens bena-dert Wim Wauman steeds meer als autonome entiteiten. Via een experimenteel vertaalproces van twee- naar drie-dimensionaal werk (en omgekeerd) en de toepassing van ambachtelijke technieken, breidt hij zijn kunstproductie uit met handgemaakte decorstukken, houten objecten en andere rekwisieten. Op die manier onderzoekt hij de intuïtieve wisselwerking tussen ‘denken’ en ‘maken’ die aan de basis ligt van zijn creatief proces.

In ‘Au Fond. Katleen

Vinck en Wim Wau-

man’ benaderen

beide kunstenaars

de realiteit uit een

eigen invalshoek.

Vanaf dit jaar vindt er elke zomer

het Permeke Zomerfestival plaats.

Page 32: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

32 l COLLECT

Op de golven van Spilliaert

Page 33: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 33

het spilliaert huis

Page 34: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

34 l COLLECT

Page 35: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 35

Spilliaert is hot. Kijk maar naar de recente veilingrecords, met het fameuze zelfportret uit 1908 op kop. Dat werd in oktober 2015 bij De Vuyst verkocht voor € 741.000 (incl. kosten). Maar ook zijn er afgelopen mei in Oostende maar liefst twee initiatieven gelanceerd rond Léon Spilliaert: de nieuwe Ensor- en Spilliaertvleugel in Mu.ZEE, en Het Spilliaert Huis aan het einde van de Koninklijke Gaande-rijen. Is dit alles een toevallige samenloop van omstandigheden, of zit er toch meer achter?

TEKST: LIESBETH LANGOUCHE

Het Spilliaert Huis

Er is in elk geval sprake van een kentering in de waardering voor Léon Spilliaert (1881-1946). Volgens Artprice is de waarde van zijn werk sinds 2000 met 140% gestegen,

en dit jaar alleen al met 44,6%. Het Lokerse veilinghuis De Vuyst heeft niet enkel het wereldwijde veilingrecord op zijn naam staan met het zelfportret uit 1908, maar verkoopt gere-geld werk van Spilliaert. Afgelopen mei zagen zij bovendien opnieuw een belangrijke aquarel van eigenaar verwisselen: ‘La Princesse Maleine’ uit 1910 ging voor € 299.700 (incl. kosten) naar een Belgische privéverzamelaar. Hoewel de recente topresultaten volgens Guy De Vuyst voor een en-keling wel een rol kunnen spelen om tot verkoop over te gaan, blijft de inbreng van Spilliaerts wer-ken constant. Sinds de jaren ’70 zien zij een toe-genomen belangstelling, waarvan de laatste tien jaar ook vanuit het buitenland. En algemeen be-vestigen ze het: Spilliaert is aan een opmars bezig, waarvan het hoogtepunt nog lang niet bereikt is.

De ziel van OostendeOok Anne Adriaens-Pannier merkt de gegroeide interesse voor Spilliaert. In 2003 doctoreerde zij op Léon Spilliaert, waarna talrijke publicaties volgden, waaronder de monografie in 2006. Deze verscheen gelijktijdig met de door haar gecureerde grote overzichtstentoonstelling over Spilliaert in het Museum voor Moderne Kunst te Brussel. Als dusdanig geldt zij als dé expert op gebied van de Oostendse kunstenaar. “Nu de mensen de prijs-stijgingen zien van Spilliaert, komen ze steeds vaker naar mij. Iedereen wil weten wat het waard is. Ik geef echter nooit een financieel waardeoor-deel, maar stuur ze door naar veilinghuizen.” Ook Mark Vanmoerkerke kwam bij haar aan-kloppen met zijn idee voor Het Spilliaert Huis. De Oostendse kunstverzamelaar en uitbater van het hotel Thermae Palace wilde al langere tijd iets doen voor de kunstenaar die zo goed de ziel van zijn geliefde thuisstad kon vatten. “Spilliaert is Oostende, en Oostende in Spilliaert”, zegt hij,

“Geen enkele kunstenaar heeft op zo’n duidelijke manier de sterkte en de troeven van Oostende in beeld kunnen brengen als Spilliaert. Oostende kan dat steuntje gebruiken, maar Léon Spilliaert ook omdat hij tot op vandaag nog niet de uitstra-ling heeft die hij verdient.” In februari van dit jaar vroeg hij Anne Adriaens-Pannier artistiek direc-teur te zijn van het nieuw op te richten Spilliaert Huis. Dit wil een documentatie-, onderzoeks- en ontmoetingscentrum zijn, met als voornaamste doel: Spilliaert promoten, in het binnenland, en als het even kan, ook in het buitenland. “Want nu is hij gekend in Vlaanderen, al heel wat minder in Wallonië, en in het buitenland nauwelijks”, ver-telt Mark Vanmoerkerke, “Er is één collectioneur in Parijs, en één in New York. Mochten wij er al voor kunnen zorgen dat hij beter gekend raakt en gewaardeerd wordt in Europa, zouden we al heel blij zijn.”

openingspaginaHet Spilliaert Huis is gevestigd in de westelijke rotonde aan het uiteinde van de Koninklijke Gaanderijen.

linkerpaginaZelfportret’, 1906. Privéverzameling.

onderAnne Adriaens-Pannier was tot 2011 als conservator en departementshoofd verbonden aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel. In 1989 startte zij haar weten-schappelijk onderzoek naar Léon Spil-liaert, en nog steeds zet zij haar werk verder met o.a. de catalogue raisonné en het recent verschenen ‘Léon Spil-liaert. Het literair en kritisch portret van een kunstenaar’.

Anne Adriaens-Pan-

nier: “Ik spreek nooit

over de schilder Spil-

liaert, want eigenlijk

was hij een minder

goede schilder. Hij

was vooral een line-

air grafische tekenaar

en aquarellist. Ik

spreek dan ook altijd

over de kunstenaar.”

Page 36: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

36 l COLLECT

Page 37: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 37

het spilliaert huis

Page 38: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

38 l COLLECT

“Mooi zou zijn als

de mensen eerst

naar de nieuwe

vleugel in Mu.ZEE

zouden gaan, en

daarna naar het

recent geopende

Spilliaert Huis voor

extra informatie”.

1 + 1 = 3Maar dan zal de prijs van zijn werk nog stijgen, en zo ook de waarde van de werken die Mark Vanmoerkerke zelf bezit. Heeft hij dan echt geen commerciële motieven? Het Spilliaert Huis opent op een wel heel gelegen moment de deuren, bo-vendien gelijktijdig met de vleugel in Mu.ZEE. Het antwoord hierop klinkt resoluut: neen, het is een mooi toeval. Op het idee broedde Mark Vanmoerkerke al jaren. En: “In de cultuursector wordt er veel gebabbeld en gediscuteerd. Maar in het leven moet je actie ondernemen. Dit is een voorbeeld van iets kunnen doen met relatief wei-nig middelen.” Een eigen collectie hebben ze bij-voorbeeld niet. Daar hebben ze het budget niet voor. Alles gebeurt via bruiklenen. Over de loca-tie moest Mark Vanmoerkerke niet lang naden-ken: de rotonde aan het uiteinde van de Konink-lijke Gaanderijen maakt deel uit van het Thermae Palace en stond er verkommerd en leeg bij. “Ik denk niet dat je veel ruimtes zult vinden die beter geschikt zijn. De gaanderijen waren één van Spil-liaerts favoriete thema’s, en elders op de zeedijk 300-400 m² vinden die gratis ter beschikking gesteld wordt, zal niet snel lukken.” Een bijko-mende beweegreden was de opwaardering van dit prachtig stukje architecturaal patrimonium – dat tussen 1902 en ’06 gebouwd werd in opdracht van Leopold II ter verfraaiing van zijn favoriete badstad. Twee vliegen in één klap dus.

Ontmoetingen met SpilliaertNet zo mooi en rustgevend het zicht is op en vanuit de gaanderijen, zo is ook de aanblik bin-nenin de rotonde. Zonder overbodige poespas en op egaal witte wanden geven 32 werken van Léon Spilliaert een overzicht van zijn oeuvre. Ze zijn gegroepeerd volgens thema: de zeedijk, de bomen, de zelfportretten, de vissersvrouwen,… en tellen enkele regelrechte topstukken. Tien jaar na haar ‘perfecte Spilliaerttentoonstelling’ in het Museum voor Schone Kunsten doet Anne Adriaens-Pannier het opnieuw, maar dan klein-schaliger en intiemer. Alle werken zijn afkomstig uit privécollecties, of verkregen via galerieën als Eric Gillis Fine Art, Francis Maere Fine Arts Gal-lery en Galerie Patrick Derom. Doordat zij sinds 1991 bezig is met het opstellen van de catalogue raisonné, weet zij als geen ander welke werken er bestaan, en waar deze zich bevinden. Ging ie-dereen dan meteen akkoord om hun werken uit te lenen? “Slechts één werk hebben we niet kun-nen krijgen”, antwoordt Mark Vanmoerkerke hierop, “Daartegenover staat dat er ook een werk hangt dat we aanvankelijk niet geselecteerd had-den (‘Dijk en strand’, 1907). De eigenaar had per vergissing een ander werk opgestuurd dan we overeengekomen waren. Maar we mochten het houden, en Anne en ik zijn het erover eens: het is zelfs het beste dat er hangt!” Na deze ken-nismakingstentoonstelling zullen twee maal per

Page 39: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 39

het spilliaert huis

Mark Vanmoerkerke: “Oostende heeft nood aan een nieuwe identi-

teit, en om te veranderen, moet je voorbeelden zoeken van wat je

wilt zijn. Wel, neem 15-20 werken van Spilliaert en voer die uit.”

pagina 36‘Baadster’, 1910. Privéverzameling.

pagina 37‘Het glazen dak’, 1909. Privéverzame-ling.

linkerpaginaBinnenzicht in Het Spilliaert Huis.

linksNa de verkoop van Sunparks Vakan-tieparken, richtte Mark Vanmoerkerke zich op de vastgoed- en de hotelsec-tor. Zo is hij uitbater van het Thermae Palace Hotel, centraal gelegen in de Koninklijke Gaanderijen.

Page 40: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

40 l COLLECT

onder‘De Flacons’, 1909. Privéverzameling.

rechterpaginaOok op een grijze dag is het zicht op de zee vanuit de Koninklijke Gaande-rijen prachtig.

jaar andere tentoonstellingen volgen, die samen het minder gekende werk van Spilliaert stukje bij beetje ontrafelen. “Ik heb er 4.500 opgenomen in de catalogue raisonné, dus ik heb voldoende materiaal om telkens een kleinere tentoonstelling van 30 werken te maken rond een ander thema”, vertelt Anne Adriaens-Pannier, “Maar ook heb-ben we een overeenkomst met de universiteiten van o.a. Gent en Brussel om jonge masterstu-denten onderwerpen te suggereren, zodat zij op Spilliaert kunnen werken. Ook hieruit kunnen thema’s voortvloeien.” Ter wille van verder onder-zoek naar hem zal Het Spilliaert Huis deze zomer een bibliotheek inrichten met alle boeken, cata-logi en artikels die ooit over hem verschenen zijn. “Mooi zou zijn als de mensen eerst naar Mu.ZEE zouden gaan, en daarna naar Het Spilliaert Huis voor extra informatie”. Mu.ZEE bezit een 160-tal werken van Spilliaert, waarvan het er 29 in hun nieuwe vleugel toont. Het is er genieten van top-pers als ‘De Windstoot’, ‘Duizeling’ en ‘Zelfpor-tret voor spiegel’, en normaliter zal de opstelling niet of nauwelijks wijzigen.

Nooit afDan is de aanpak van Het Spilliaert Huis heel anders. Naast hun wisselende exposities in eigen huis, dromen zij bovendien van een grote reizende tentoonstelling. Anne Adriaens-Pannier licht al een tipje van de sluier: “Ik ben al jaren in onder-handeling met het Metropolitan Museum. Er zit daar een Vlaamse curator die ons project draagt.” “Pas op, tussen deze plannen en ze daadwerkelijk uitvoeren, ligt $ 250.000 om de kosten te dek-ken”, zegt Mark Vanmoerkerke nuchter, “Maar

inderdaad, een tentoonstelling van Spilliaert met catalogus in het Met zou prachtig zijn. En het zou al helemaal compleet zijn mocht diezelfde show nadien naar het Art Institute van Chicago gaan, en daarna naar Engeland en Duitsland.” Het be-kendmaken van Spilliaert in het buitenland, dat is één van hun missies. Dat is ook de reden waar-om er een Engelse vertaling van de monografie uit 2006 op til staat én dat de catalogue raisonné enkel in het Engels en online te raadplegen zal zijn. Met 4.500 werken is die zodanig uitgebreid dat een gedrukte versie onbegonnen werk is, te meer omdat er nog steeds nieuwe werken opdui-ken. Anne Adriaens-Pannier: “Om de maand komen er makkelijk 3 à 4 stukken op mij af die ik nog niet kende. Mijn werk is dus nooit af, van-daar dat de catalogus digitaal moet.”

Waarom?Mark Vanmoerkerke is al langer begaan met kunst. Achttien jaar geleden startte hij zijn eigen collectie, die overigens op afspraak te bezoeken is. “Eigenlijk is mijn collectie een reactie geweest op de ironische melancholie van Oostende. Ik heb hier veel meegemaakt, ook minder leuke dingen. En dan ga je als reactie naar dingen kijken die dit weer goedmaken en een positief beeld geven.” Niet alleen richt hij zich in zijn collectie op het vrolijke, ook zal men er enkel hedendaagse kunst terugvinden. Hoe is Spilliaert hier dan in ver-zeild geraakt? “Enkele jaren geleden werd mij een werk van Spilliaert aangeboden, een mooi strand van Oostende. Ik ben een echte Oostendenaar, heb hier zelfs mijn eigen strandcabine, en ben mij na dit eerste werk verder gaan verdiepen in Spilliaert. Hij raakt bij mij een gevoelige snaar. Spilliaert toont de donkere kant van het leven, en misschien had ik te veel van het goede, het po-sitieve. Die nostalgie, die nachtelijke miserie die hij in beeld gebracht heeft, herken ik nog steeds in Oostende. En hij is nog steeds hedendaags. Ik ben er zeker van, dat mocht je zijn werken uit de periode 1900-’10 in een modern kader vandaag op een hedendaagse kunstbeurs aanbieden, dat ze zouden verkopen als warme pistolets op een zon-dagmorgen.” Anne Adriaens-Pannier heeft zo haar eigen drijfveren: “Tijdens mijn onderzoek heb ik veel vriendschap gekregen van Spilliaerts dochter Ma-deleine. Zij heeft mij altijd geholpen en enorm veel informatie gegeven. Voor haar was het be-langrijkste dat haar vader niet vergeten werd. Het is triest als de theaterstukken van een schrijver nooit opgevoerd worden, of de muziek van een componist nooit uitgevoerd. Zo is het even be-langrijk voor een kunstenaar dat hij de interesse van de generaties nadien blijft opwekken. En het werk van Spilliaert is universeel waardevol. Daar-voor wil ik vechten.”

Page 41: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 41

het spilliaert huis

Meer wetenBezoeken‘Ontmoetingen met Spilliaert’Spilliaert HuisRotonde West, Thermae PalaceKoningin Astridlaan 7Oostendet/m 09-10Elke dag open tijdens schoolvakanties, en daarbuiten enkel tijdens het week-end.

Vanmoerkerke CollectieOud Vliegveld 10 Oostendewww.artcollection.beOp afspraak te bezoeken op weekdagen

Page 42: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

42 l COLLECT

Rein DraijerMuseum MORE organiseert de eerste grote overzichtstentoonstelling over Rein Draijer sinds 35 jaar. De schilder-beeldhouwer Rein Draijer (1899-1986) was een van de beste kunstenaars van zijn generatie. Kunstcritici stelden deze unieke, typisch Hollandse kunstenaar zelfs op één lijn met Saenredam en Mondriaan. Bij het brede publiek werd Draijer ook bekend als ontwerper van postzegels. De tentoonstelling brengt een ode aan een kunstenaar die de werkelijkheid wilde terugbrengen tot

haar pure essentie.

In essentie

Page 43: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 43

Draijer ontwikkelde een geheel

eigen stijl, past in geen enkele

stroming en kent ook geen bui-

tenlandse evenknie.

Rein Draijer belichaamt misschien wel hoe wij onszelf graag zien als Nederlanders. Zijn oeuvre ademt ‘Hollandse’ beheerstheid. Hij temde de werkelijkheid tot heldere beelden, tot haar pure essentie. Zijn liefde voor ons georganiseerde land-schap, het water, de lucht en de verte schilderde hij in grote lijnen.

Koel en intens Polders, duinen en ook de moderne stad vatte hij in een plat vlak. Hij balanceerde op de grens van het minimum op zoek naar het maximum. Ui-terlijk koel, maar in wezen zeer intens. Zoals een recensent ooit schreef: “Draijer maakt geen ver-beelde poëzie, maar strak gehouden proza. Een soort Bordewijk in verf.” Hij hield van gedempte tonen. Rood en geel wa-ren voor hem ‘onmogelijke’ kleuren. “Ik ben echt wat je noemt een grijze Hollander in een grijze wereld. Van jongs af aan heb ik mij aangetrokken gevoeld tot het grijze, regenachtige. Het is voor mij een typisch aandoenlijk verschijnsel.”

Unieke stijlDraijer ontwikkelde een geheel eigen stijl, past in geen enkele stroming en kent ook geen bui-tenlandse evenknie. Hij was er niet trots op, daar was hij veel te bescheiden voor. Zijn unieke ont-wikkeling weet hij aan de Eerste Wereldoorlog. Afgesloten van internationale kunstcontacten en lichtende artistieke voorbeelden, keek en koos hij zelf. Draijers beschouwende aard versterkte zijn ‘splendid isolation’ als kunstenaar. Hij had een hekel aan reizen en gaf toe een beetje mensen-schuw te zijn. In zijn Haagse atelier hield hij zich liever afzijdig van het slagveld van de kunst.

linkerpaginaRein Draijer, ‘Zelfportret in atelier.’

linksRein Draijer, ‘Atelier I’, 1967. Collectie Museum Kunstpaviljoen.

Page 44: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

44 l COLLECT

Page 45: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 45

rein draijer

Rein Draijer belichaamt misschien wel hoe wij onszelf graag zien

als Nederlanders. Zijn oeuvre ademt ‘Hollandse’ beheerstheid. Hij

temde de werkelijkheid tot heldere beelden, tot haar pure essentie.

linkerpagina bovenRein Draijer, ‘Tafelberg’, 1958. Particu-lier bezit.

linkerpagina onderRein Draijer,’ Poes in mand’, 1935. Bruik-leen Museum Arnhem.

bovenRein Daijer, ‘Hollands landschap’, 1975. Particuliere Collectie.

Page 46: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

46 l COLLECT

WaarderingDit ‘stille’ maar ongekend veelzijdige talent viel niettemin op. Zelfs in een tijd waarin uitbundige expressie de boventoon begon te voeren. Draijers schilderijen, later ook bronzen beelden en post-zegelontwerpen oogstten bijzonder veel waarde-ring. In 1962 vertegenwoordigde hij Nederland bij de Biënnale van Venetië en in 1968 won hij de prestigieuze Jacob Marisprijs. Als docent aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag werd hij door leerlingen op handen gedragen. Co Westerik, Herman Berserik en Pe-ter Struycken gaven decennia later nog hoog op over hun leermeester die hen zonder dwang het proces van kijken en kiezen bijbracht. Zelf ope-reerde hij op het scherp van de snede en streefde

ernaar dat alleen het restant van de werkelijkheid overbleef. Zo sterk zelfs dat hij eigen werk vernie-tigde. Slechts de essentie deed ertoe.

Alles is gezegd Toen Draijer begin jaren ‘80 stopte, reageerde de kunstwereld verbijsterd. De maestro wilde niet in het harnas sterven. Draijer was beslist, hij wilde zichzelf niet herhalen. “Alles is gezegd’, verklaarde hij. Na zijn afscheid bewoog de grijze Hollander zich – weer of geen weer - gestaag door zijn geliefde omgeving. Hij reed figuren in het landschap bij zijn dagelijkse tochten op de fiets: driehoeken, cirkels en vierkanten die hij uitzocht op de kaart. Zo zette hij toch tot het laatste toe de wereld naar zijn hand.

TentoonstellingUit het oeuvre van Rein Draijer zijn 65 schilderijen, 15 sculpturen, 20 postzegel-ontwerpen en tientallen tekeningen en persoonlijke documenten te zien. Dit kon alleen dankzij de royale medewerking van onder meer de familie Draijer, particuliere bruikleengevers, Collectie Westerik, Gemeentemuseum Den Haag, Museum Arnhem, Museum De Funda-tie, Musea Zutphen, Bouwfonds Kunstcollectie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Na zijn afscheid als

kunstenaar reed

Draijer figuren in het

landschap bij zijn

dagelijkse tochten

op de fiets: driehoe-

ken, cirkels en vier-

kanten die hij uit-

zocht op de kaart.

Page 47: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 47

rein draijer

Museum MoreMuseum MORE is het grootste museum voor Nederlands Modern Realisme. Het museum huisvest de collectie van zakenman Hans Melchers en opende zijn deuren in 2015. De verzameling bevat topwerken van onder meer Jan Man-kes, Carel Willink, Pyke Koch en Charley Toorop. Naast de semipermanente opstelling met meer dan 100 highlights uit een eeuw realisme zijn er wisseltentoonstellingen. Het gebouw van MORE is een attractie op zich. Het ontwerp van architect Hans van Heeswijk werd in NRC Handelsblad genoemd als een van de vijf beste ontwerpen van 2015.

Meer wetenBezoeken‘In essentie – Rein Draijer’Museum MORE7213 CW GorsselNederlandwww.museummore.nlMuseumkaart geldig met €3,- toeslag19-06 t/m 25-09

linkerpaginaRein Draijer met zelfportret brons, 1956.

bovenMuseum MORE. Foto Imre Csany.

onderMuseum MORE. Foto Imre Csany.

Page 48: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

48 l COLLECT

Museummagazijndeluxe

Page 49: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 49

Het nieuwste speeltje in museumland? Een publiek depot waar bezoekers een kijkje krijgen achter de schermen. Een van de koptrekkers is het Collectiegebouw van museum Boijmans Van Beuningen

in Rotterdam. Een project waar directeur Sjarel Ex al meer dan tien jaar voor ijvert.

TEKST: IRIS DE FEIJTER

“Waar moet ik mijn hondje dan uitlaten? Dit park is zijn lievelingsplek,” roept een boze Rotterdamse vrouw. Ze protesteert tegen de dik 40 meter hoge nieuwbouw die een

groot stuk van het Rotterdamse Museumpark zal opslokken. “U mag uw hond gewoon meenemen naar onze daktuin. Geen probleem. Bovendien wordt de gevel volledig spiegelend zodat al het groen erin reflecteert. Het gebouw zal mooi op-gaan in de omgeving,” oppert Sjarel Ex, directeur van Boijmans Van Beuningen. Al meer dan tien jaar ijvert hij voor een grootschalige uitbreiding van zijn museum. Het Collectiegebouw moet een openbaar kunstdepot worden van 15.000m waar de volledige collectie van zijn Rotterdamse mu-seum te zien zal zijn. Bezoekers zullen er doorheen kunnen struinen, weliswaar onder begeleiding van een gids. Om Sjarel Ex van dat plan af te brengen, is meer nodig dat wat argumenten over uitgelaten viervoeters of teerbeminde bomen. Zelfs de vele bezwaren van de nabijgelegen musea en een tekort aan financiële middelen deden pitbull Ex niet los-sen. De afgelopen jaren trok hij alles uit de kast om de gemeente Rotterdam te overtuigen dat er een nieuw depot moest komen. Zo trakteerde hij de gemeenteraad eens op een dinertje in de zeer erbarmelijke kelderdepot. En hij zwierde een film-

pje van zichzelf op internet waar hij uitgerust met rubberlaarzen water staat te hozen in een onder-gelopen opslag. Uiteindelijk gaf de gemeente toe. Tien jaar geleden kreeg Boijmans geld voor een nieuw depot aan de rand van de stad: 23 miljoen euro. Maar om een publiek toegankelijk magazijn te bouwen in het Museumpark was 15 miljoen euro extra nodig. Als een geschenk uit de hemel meldde zich in 2011 een particuliere geldschieter: miljardair Martijn van der Vorm. Een zeer be-scheiden zakenman die een historische link heeft met het museum. Zijn oudoom Willem (de broer van zijn opa) werd rijk met steenkool en scheep-vaart en was een fervent kunstverzamelaar. Zijn collectie is in bruikleen bij Boijmans. In 2011 richtte familie Van der Vorm Stichting De Verre Bergen op die investeert in onderwijs en cultuur in Rotterdam. Recent kocht die vzw 100 Rotter-damse huizen voor Syrische vluchtelingen. Ook de financiering van het Collectiegebouw komt uit deze stichting. In ruil krijgt familie Van der Vorm opslag- en exporuimte op de 5e verdieping voor hun eigen collectie. In november 2015 keurde de Rotterdamse gemeenteraad het plan definitief goed. En in september gaat de eerste paal in de grond van zíjn Collectiegebouw. In de tweede helft van 2018 moet het openen.

linksArtist impression atrium Collectiege-bouw Museum Boijmans Van Beu-ningen Rotterdam. Ontwerp: MVRDV i.s.m. Kossmann.dejong.

onderArtist impression exterieur Collectie-gebouw Museum Boijmans Van Beu-ningen Rotterdam. Ontwerp: MVRDV.

De afgelopen jaren

trok pitbull Sjarel Ex

alles uit de kast om

de gemeente Rotter-

dam te overtuigen

dat er een nieuw

depot moest komen.

Page 50: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

50 l COLLECT

Het publiek depot is het nieuwste speeltje van museum-

directeurs. Kijkdepots zijn er bij het MAS in Antwerpen,

het Museum für Gestaltung in Zürich en het Schaulager

in Bazel. In het Museum of Decorative Arts in Dublin zijn

twee exporuimtes ingericht als publieke opslagplaats.

En onlangs opende het Schaudepot van het Vitra Design

Museum in Weil am Rhein bij Bazel.

VliegenplaagWaarom zou Sjarel Ex zo graag dat Collectiedepot openen? Wil hij als directeur een onvergetelijke landmark achterlaten? Misschien. Maar een nieuw depot was ook gewoon broodnodig. Toen Ex in 2004 het directeurspak aantrok, bleken de depots verre van in orde. De kelders waren vochtig, de kozijnen waren rot en een zuur in het hout kon de verf aantasten. In een andere opslag woedde een vliegenplaag. In 2010 werden 4 van de 9 inpan-dige depots waterdicht gemaakt. Ook huurde het museum tijdelijke depotruimtes. Ex: “De overige depots zijn onveilig, overvol en gedateerd. Simpel gezegd: ze lopen onder water als het veel regent. Bovendien hebben we nu negen interne depots en vijf externe, in de rand van de stad. Het is niet handig om de collectie zo verspreid en ver van het museum te bewaren. Ook vanuit financieel oog-punt is het niet efficiënt. Die verschillende locaties verhogen de reis-, transport- en beveiligingskos-ten,” analyseert Ex. “Zo ontstond het plan om een nieuw centraal depot te bouwen vlakbij het museum. We wilden de stukken die al jaren ver-stopt zitten voor het publiek, toegankelijk maken. Onze collectie bevat 145.000 objecten: van oude meesters tot hedendaagse kunst en design. Maar slechts 3000 tot 5000 werken hangen in het mu-seum. 80.000 tekeningen zijn ondergebracht in de printroom van het museum die in 2008 werd ge-renoveerd. De overige 75.000 objecten – waaron-der schilderijen en sculpturen – zullen hun plekje vinden in het publieke depot. Een totaal nieuwe museumtypologie.”

MiskopenZo’n publiek depot is het nieuwste speeltje van museumdirecteurs. Het MAS in Antwerpen heeft een kijkdepot, net als het Museum für Gestaltung in Zürich. Ook het Schaulager in Bazel combineert het tonen én het bewaren van kunst. In het Mu-seum of Decorative Arts in Dublin zijn twee ex-poruimtes ingericht als publieke opslagplaats. En onlangs opende het Schaudepot van het Vitra De-sign Museum in Weil am Rhein bij Bazel. Daarin is de volledige meubelcollectie ondergebracht, met

7000 items is die één van de grootste en belang-rijkste ter wereld. Maar vooral de komende jaren kondigt zich een grote golf openbare kunstmaga-zijnen aan. Naast Boijmans smeedt ook Victoria & Albert Museum in Londen plannen, net als Louvre Lens en de Neue Sammlung in München. Zelfs musea die geen open depot willen bouwen, zetten de kluisdeur op een kier. Zo had het Mau-ritshuis in Den Haag afgelopen voorjaar een expo over de schatten en de miskopen uit hun depot. Waarom voelen musea ineens de drang hun cou-lissen open te gooien? Wellicht omdat het begrip transparantie altijd maar belangrijker wordt, ook in de kunstwereld. Dat in de meeste musea slechts 5 of 10% van de collectie op zaal hangt, kan voor de bezoekers frustrerend zijn. Ze vragen zich af of er meesterstukken worden achtergehouden in de reserves? Of dat de musea hun miskopen – gedaan met publieke middelen – liefst verbergen in een donkere kluis? Kortom: het verlangen groeit om eens achter de schermen te piepen en het reilen en zeilen van een museum te observeren. Om te-gemoet te komen aan die vraag, verspreid de open mindset zich als een olievlek in museumland.

Depot te huurVan alle publieke museadepots heeft Boijmans het meest ambitieuze project te pakken. En dat weet Sjarel Ex zelf ook. “Natuurlijk hebben we inspira-tie opgedaan bij Schaulager in Bazel en het MAS in Antwerpen. Maar wat wij gaan doen, is uniek in de wereld. In geen enkel ander museum zijn alle kunstwerken voortdurend on show. En ner-gens anders ter wereld is het depot zo toegankelijk als bij ons. Bezoekers mogen zelfs binnen in plek-ken die normaal gesloten blijven, zoals de werk-plaatsen en het restauratieatelier.” Ex heeft een punt. We vergelijken het met de laatste nieuwko-mer in de depotranglijst: Vitra’s Schaudepot. De grote open ruimte heeft met de hoge rekken en beperkte info de looks van een magazijn. Maar hier zijn slechts 420 objecten te zien. De overige 6500 stukken staan in het echte depot in de kelder eronder. De architecten van dienst – het Zwitser-se bureau Herzog & de Meuron – tekenden wel vier gigantische ramen die uitzicht geven op deze stock. Maar erin wandelen, kan niet. Mateo Kries, directeur van het Vitra Design Museum: “Vanuit conservatie-oogpunt is het onmogelijk om er be-zoekers toe te laten. De kans dat er iets beschadigd wordt, is te groot. Zo hebben we veel plastic meu-bels uit een periode waarin de techniek nog niet op punt stond. Die zijn enorm fragiel. Bovendien brengt elke bezoeker ook vocht, bacteriën en an-dere kwalijke zaken mee binnen die de stukken kunnen aantasten.”Een andere ongeziene troef van Boijmans’ Collec-tiegebouw is dat ze ook stockruimte verhuren aan privéverzamelaars. Al is de verrassing minder groot

Page 51: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 51

museumdepots

als je kijkt naar de geschiedenis van het museum. Dat werd in 1849 gesticht door kunstcollectio-neur Frans Boijmans toen hij zijn verzameling ou-de meesters schonk aan de gemeente Rotterdam. Sindsdien groeide de collectie door aankopen én door andere schenkingen. Vooral van verzamelaars die hun fortuin hadden verdiend in Rotterdam en iets terug wilden doen voor de stad, zoals Daniël van Beuningen die rijk werd dankzij de Rotter-damse haven. Met 30.000 stukken zijn de giften goed voor één twintigste van de totale collectie. Sjarel Ex: “Al vanaf dag één mergen bij Boijmans Van Beuningen publiek en privé. De samenwer-king met verzamelaars is nog altijd een belangrijk deel van het dagelijks leven in het museum. Met het Collectiegebouw willen we hen nog extra on-dersteunen en faciliteren. We geven hen de kans om te werken op museumniveau qua veiligheid, expertise, art handling en publieke verantwoor-delijkheid.” Het Collectiegebouw is natuurlijk in eerste instantie bedoeld voor de collectie van museum Boijmans Van Beuningen. Eén derde van de opslagruimte in het Collectiegebouw is gereser-veerd voor privéverzamelaars, in totaal 1950m . Daarvan is al een groot stuk verhuurd, maar er zijn nog enkele plekjes beschikbaar. Prijskaartje: 398 euro per m per jaar, met een minimumcontract van vijf jaar. Verzamelaars moeten niet hun hele collectie overhevelen. Ook als ze met één groot werk geen blijf weten, zijn ze welkom. Sjarel Ex: “Wie een depot huurt, is niet verplicht om zijn gestalde stukken uit te lenen voor expo’s. Maar als ze dat willen, kunnen we hen er wel bij helpen. Zeker een eerste bruikleen is voor een verzame-laar best spannend. Als museum hebben we veel ervaring met condition reports, facility reports en kunsttransport. Deze services bieden we – tegen betaling – ook aan aan onze huurders. Zij kunnen ook beroep doen op onze restauratiedienst. Of zelf tentoonstellingen organiseren.” Het depotverhuur helpt om het Collectiegebouw zelfbedruipend te maken. De totale kosten van het project -52,3 miljoen euro - wordt gefinancierd door Stichting De Verre Bergen. 17 miljoen euro is een gift. Bo-vendien heeft de stichting nog 3 miljoen achter de hand voor tegenvallers. De resterende 35,3 mil-joen euro betaalt het museum de komende 40 jaar volledig terug. Dat doen ze met eigen inkomsten uit onder meer ticketverkoop, depotverhuur en horeca.

Hangende tuinVoor het ontwerp belde Sjarel Ex naar het Rot-terdamse MVRDV, een topbureau dat meespeelt in de frontlinie van de architectuur. Het zijn ver-nieuwers die niet bang zijn van wat experiment. Onlangs bouwden ze nog een indrukwekkende panoramatrap aan het Rotterdamse Groothan-delsgebouw. Ook hun Collectiegebouw heeft

landmark-allures. Sommigen noemen het een spiegelende bloempot, anderen een architecturaal icoon. In de spiegelende gevel zal onder meer de bekende toren van Boijmans reflecteren. Maar ook het Museumpark zelf en de nabije kunstin-stellingen zoals de Kunsthal en NAI. “Ik vergelijk het effect graag met een anamorfose zoals je die ziet op renaissance schilderijen,” associeert Ex. Op het dak komt een gratis toegankelijke daktuin met maar liefst 64 bomen. Hier kan je altijd naartoe, ook als het museum dicht is. Je kan er zelfs pick-nicken. Ex: “We noemen het een elevated park. Al het groen wat sneuvelt voor de bouwgrond, com-penseren we 40 meter hoger.”Binnenin zal het depotgevoel overheersen met grote rekken vol schilderijen. Verwacht zeker geen netjes gecureerde white cube zoals een museum vaak is. “Stel het je voor als het huis van Sir John Soane in Londen waar de muren letterlijk van de vloer tot het plafond gevuld zijn met schilderijen en sculpturen,” vertelt Sjarel Ex. “De nadruk in het Collectiegebouw ligt niet op de individuele stukken. Naamkaartjes en jaartallen zal je er niet vinden. We willen de bezoeker vooral wat bijleren over conservatie, collectiebeheer en curatorschap. Omdat er geen selectie van de werken werd ge-maakt, krijg je als bezoeker de kans om je eigen verhaal te vertellen. Wellicht ontdek je details of visuele linken in de collectie die we als museum nog niet zagen. Kortom: als bezoeker van het Col-lectiegebouw word je zelf conservator” Bij deze is iedereen uitgenodigd om binnen twee jaar onbe-kende schatten te gaan ontdekken in Rotterdam. En neem gerust je hond mee.

De troef om privé-

verzamelaars stock-

ruimte te verhuren,

helpt om het Boij-

mans’ Collectiege-

bouw zelfbedrui-

pend te maken.

onderArtist impression exterieur Collectie-gebouw Museum Boijmans Van Beu-ningen Rotterdam. Ontwerp: MVRDV.

Page 52: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

52 l COLLECT

In juni werd met veel trompetgeschal de nieuwe vleugel van Tate Britain geopend. Dit uitge-sproken hedendaagse gebouw flankeert nu de voormalige elektriciteitscentrale, die intussen al zestien jaar onderdak biedt aan het museum. Een bezoek aan de vroegere industriële wijk is te-genwoordig een must voor toeristen en kunstliefhebbers. Hij is immers uitgegroeid tot een van de chicste buurten van de Britse hoofdstad. Londen heeft zwaar geïnvesteerd in kunst en archi-tectuur, die nu belangrijke economische troeven zijn geworden.

TEKST: ANNE HUSTACHE

Sinds de opening in mei 2000 heeft Tate Modern al zo’n veertig miljoen bezoekers over de vloer ge-had, waardoor het meteen een van de drie popu-lairste trekpleisters van het Verenigd Koninkrijk is. De jaarlijkse opbrengst voor Londen bedraagt zo’n £ 100 miljoen.Toch was het een zware gok: de wijk waar de oude elektriciteitscentrale stond, was hoogst on-aantrekkelijk. Vanaf het terras had je dan wel een prachtig uitzicht over de Theems (Tate Modern ligt tegenover de Saint Paul’s Cathedral), maar er was geen brug via dewelke je vlot het centrum kon bereiken. Het succes van Tate Modern is dan ook niet weinig te danken aan de grondige facelift die de buurt kreeg. Het museum speelde trouwens een belangrijke rol in die metamorfose.Donald Hyslop, het ‘Head of Regeneration and

Community for Tate’, zegt daarover: “Van meet af aan werd het museum betrokken bij de vernieu-wing van de wijk. Vijf jaar vóór de opening heb-ben we een reeks partnerschappen voor de lange termijn opgezet, met diverse gemeenschappen, de politici en de zakenwereld. Het resultaat is dat sinds de opening het inwoneraantal verdubbeld is. Natuurlijk zijn er nog andere factoren in het spel, zoals de Shakespeare’s Globe, de Borough Market en natuurlijk ook de verbeterde toegan-kelijkheid van de site: nieuwe metrostations en de fameuze Millennium-brug, een voetgangersbrug die de Southwark-wijk verbindt met de City, gele-gen aan de andere kant van de Theems.”De nieuwe vleugel van Tate Modern zet de kroon op het werk: de transformatie van de Bankside-wijk is nu vrijwel compleet. Het is nu een van de

London 2016back to the future!

Page 53: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 53

De nieuwe vleugel is een uitge-

sproken eigentijds bouwwerk

van tien verdiepingen, genaamd

The Switch House.

© Tate Photography. © Iwan Baan.

chicste buurten van de hoofdstad. Een en ander heeft natuurlijk de huurprijzen fors doen stijgen. Londen is niet voor niets een van de duurste hoofdsteden ter wereld om in te wonen. Maar het werk gaat voort: het beroemde Battersea Power Station, een voormalige kolencentrale aan de oe-ver van de Theems, bekend geworden doordat ze te zien was op de hoes van het album ‘Animals’ van Pink Floyd, wordt momenteel grondig ge-renoveerd, onder leiding van Norman Foster en Frank Gehry. In een boomrijke omgeving wor-den daar nu tal van luxeflats ingericht. Op een totaal van zo’n 20.000 geplande woningen zullen er slechts 4.000 te koop zijn voor een niet al te exorbitante prijs (van € 627.000 tot 4 miljoen).

Hedendaagse architectuurDe transformatie van de voormalige elektriciteits-centrale in de Bankside-wijk werd in goede banen geleid door het Zwitserse architectenbureau Her-zog & de Meuron, dat ook tekende voor de nieu-we vleugel. Geen restauratie in dit laatste geval, maar een uitgesproken eigentijds bouwwerk van tien verdiepingen, genaamd The Switch House. Het heeft iets symbolisch: een piramideachtige structuur die de voormalige centrale lijkt te om-helzen. Haar silhouet is een opvallend element in het Londense stadslandschap, dat de afgelopen jaren ingrijpend verjongd is, in een resoluut he-dendaagse stijl. In 2002 opende niet ver van de beroemde Tower Bridge het nieuwe stadhuis zijn deuren. Het is een bolvormige structuur van glas

en staal, ontworpen door architect Norman Fos-ter, die ook de Millennium-brug ontwierp.In de zomer geniet het personeel van het stad-huis en van de kantoren in de omgeving van een broodje in het open amfitheater naast het gebouw. Ze kijken er niet enkel uit op de Theems, maar ook op The Shard, de hoogste toren van Londen (309,60 m), geopend in 2012. Hij werd ontwor-pen door de Italiaanse architect Renzo Piano en gefinancierd door het emiraat Qatar. In de toren vind je zowel kantoren, luxeflats, een hotel en … een terras waar je een adembenemend uitzicht over Londen hebt. Net als andere steden heeft Londen geprofiteerd van belangrijke evenementen om resoluut de kaart van de hedendaagse architectuur te trek-ken. Denken we maar aan de Millennium Dome, het grootste koepelgebouw ter wereld (Green-wich – Richard Rogers), nu bekend als het evene-mentencomplex The O2, of het Aquatics Center (Stratford), ontworpen door de Brits-Iraakse ar-chitect Zaha Hadid voor de Olympische Spelen van 2012, een van de meest spectaculaire zwem-baden ter wereld, met een dak dat de vorm van een golf heeft.

Page 54: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

54 l COLLECT

Een nieuwe directrice voor Tate Kunsthistorica Frances Morris werkt al sinds de opening in 2000 voor Tate Modern. Ze heeft er al menige tentoonstelling in goede banen geleid als commissaris en heeft zich ook ingezet voor de uitbreiding van de internationale collectie van het museum. Zo is het uitgegroeid tot een van de belangrijkste musea voor moderne en heden-daagse kunst ter wereld. Dit jaar volgt ze Chris Dercon op aan het hoofd van Tate Modern.Haar ambities? “Onze collecties nog meer diversi-fiëren, met internationale werken, en onze traditi-onele benadering van moderne kunst verrijken met wat er wereldwijd gebeurt op dat vlak. Daarvoor moet je eerst bekijken hoe kunstenaars werken en wat hier en nu onze kijk op kunst is. Ik zie daar een geweldige opportuniteit in om moderne kunst te brengen op een verfrissende en boeiende manier. De nieuwe tentoonstellingszalen van Tate zijn prachtig en bieden ons niet alleen de mogelijkheid werk van bekende kunstenaars te tonen, maar ook nieuwe, verrassende werken. Het oude gedeelte van Tate

Modern (The Boiler House) is nu op drie verdiepin-gen verbonden met het nieuwe gedeelte (The Switch House). Het wordt boeiend te zien hoe de bezoekers zich van het ene gedeelte naar het andere zullen begeven. Samen met het realiseren van het nieuwe Tate-project hebben we ook de collecties uitgebreid, met nog meer werk van internationale kunstenaars, van meer vrouwelijke kunstenaars ook en grote, verrassende installaties. Driekwart van de tentoon-gestelde werken werd aangekocht sinds 2000! We hebben de presentatie in de oudere gedeelten dan ook volledig moeten herzien. Er zijn nu werken van over de hele wereld te zien en de waaier van artistie-ke media is ook veel groter. We zijn nu in staat onze werken in een veel ruimere dialoog te presenteren, een uitgesproken internationale dialoog.”De eerste tentoonstelling in het vernieuwde Tate Modern gaat over Louise Bourgeois, wiens fa-meuze ‘Mama’, een reusachtige bronzen spin, bij de opening van Tate Modern stond opgesteld in The Turbine Hall.

Frances Morris: “We willen

onze traditionele benadering

van moderne kunst verrijken

met wat er wereldwijd ge-

beurt op dat vlak.”.

Page 55: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 55

londen 2016

“Samen met het realiseren van

het nieuwe Tate-project hebben

we ook de collecties uitgebreid,

met nog meer werk van interna-

tionale kunstenaars, van meer

vrouwelijke kunstenaars ook en

grote, verrassende installaties.”

linkerpaginaFrances Morris, de nieuwe directeur van Tate Britain. © Tate Photography.

linksLouise Bourgeois, ‘Cell (Eyes & Mirrors)’, 1989-93. Artist Rooms. Tate and Na-tional Galleries of Scotland. Gepresen-teerd door het American Fund for the Tate Gallery, 1994. © Tate Photography.

middenRoy Lichtenstein, ‘Whaam!’, 1963. Aan-gekocht in 1963. © Tate Photography.

onderRicardo Basbaum, ‘Capsules (NBP x me-you). © Tate Photography.

Page 56: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

56 l COLLECT

Architectuur en hedendaagse kunstKunnen we spreken van een Tate Modern-effect, een beetje zoals kringen die je zou maken door een steen in het water van de Theems te gooien? In de nieuwe eeuw hebben de hedendaagse kunst en de avant-garde het aanzien van Londen niet weinig veranderd. Sinds 2000 wordt er in het Kensington Park iedere zomer een paviljoen op-gezet door een internationaal bekende architect. De aftrap werd in 2000 gegeven door Zaha Ha-did. De lijst is intussen indrukwekkend, van Jean Nouvel tot SANAA, met vorig jaar Selgas Cano en dit jaar de Deense architect Bjarke Ingles. De hele zomer lang is het Summer Pavilion het decor

voor allerlei experimenten van jonge kunstenaars: performances, concerten en […]. Dit gevarieerde artistieke programma wordt georganiseerd door de beroemde Serpentine Galleries. In 1970 werd een eerste galerie gevestigd in een onder monu-mentenzorg geplaatste woning, om er heden-daagse kunst tentoon te stellen. In 2013 kreeg de Serpentine Gallery er een zusje bij: de Serpentine Sackler Gallery, gevestigd in een tot beschermd monument verklaard gebouw, een voormalig kruitmagazijn, gerenoveerd door Zaha Hadid. De tentoonstellingen van hedendaagse kunst lok-ken er steevast heel wat belangstellenden.

De kleinere galeries in Cork

Street krijgen het moeilijk nu de

buurt een gedaanteverwisseling

ondergaat en er steeds meer

chique gebouwen verrijzen.

De galeriesDe Londense facelift heeft echter ook minder positieve gevolgen voor het kunstmilieu. In 2012 lieten zeven galeries in Cork Street (City of West-minster) weten dat ze er binnen een jaar zou-den weggaan, wat voor een zekere verbijstering zorgde. Cork Street staat bij de liefhebbers im-mers reeds lang bekend om zijn kleine en grote galeries van diverse aard. Die krijgen het moeilijk nu de buurt een gedaanteverwisseling ondergaat en er steeds meer chique gebouwen verrijzen, met waanzinnig dure huurprijzen tot gevolg. Enkel de echt florissante handelszaken kunnen die nog betalen. Toch is Londen nog altijd een belang-rijke draaischijf van de hedendaagse kunst. Sinds 2003 is de beurs voor hedendaagse kunst Frieze, die jaarlijks plaatsvindt in de herfst, uitgegroeid tot een niet te missen rendez-vous, onder meer omdat kunstenaars er mogen uitpakken met een specifiek project. Sinds vijf jaar vindt Frieze ook plaats in New York. De editie van 2016 werd door de krant ‘The Guardian’ uitgeroepen tot de belangrijkste beurs van New York. Londen is een van de steden waar de grootste kleppers van de kunstmarkt actief zijn. Zo heeft de New Yorkse Gagosian Gallery drie vestigingen in Londen en twee in Parijs. Galerie Almine Rech, die een paar

jaar geleden een vestiging opende in Brussel, is eveneens aanwezig in Parijs en Londen. De lijst van Londense galeries, die elkaar ongenadig be-concurreren, is nog altijd indrukwekkend. Is er in een stad met buitensporig hoge huurprijzen, ‘waar het grootste aantal miljardairs ter wereld woont’, nog wel plaats voor jonge galeristen? Blijkbaar wel. Sommige zijn een zaak begon-nen zonder meteen winst na te streven, om pas na enkele seizoenen naar een hogere versnelling te schakelen. Denken we maar aan The Sunday Painter en Arcadia Missa, beide gevestigd in het zuiden van Londen. Andere galeries, zoals Car-los/Ishikawa (Oost-Londen, nabij Whitechapel) en Southard Reid (Soho) zijn opgericht door mensen die eerst de knepen van het vak hebben geleerd in andere galeries.

rechtsSerpentine Sackler Gallery. © Luke Hayes, 2013.

onderDe galerie Southard Reid (Soho) is opgericht door mensen die eerst de knepen van het vak hebben geleerd in andere galeries.

rechterpaginaIn het najaar van 2015 opende de galerie van Damien HIrst in Newport Street. Vanaf begin dit jaar kan je er ook terecht in het restaurant Phar-macy in samenwerking met Mark Hix. © Newport Street Gallery.

Page 57: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

COLLECT l 57

londen 2016

Meer wetenBezoekenwww.tate.org.uk/tate-britainwww.newportstreetgallery.comwww.serpentinegalleries.orgEurostarMet je Eurostar-ticket geniet je van twee toegangstickets voor de prijs van één voor de betalende tentoonstellingen in de negen bekendste musea in Londen.

Hirst als conservatorDamien Hirst, aanvankelijk de rebelse lieveling van Saatchi, daarna van Gagosian, heeft altijd al een speciale relatie met de kunstwereld gehad. Een klein jaar geleden heeft hij, niet ver van Tate Modern, een gratis toegankelijk museum ge-opend in Newport Street, waar het gros van zijn privéverzameling tentoongesteld is. De bezoeker maakt er kennis met werk van andere beroemde kunstenaars, van Francis Bacon en Gavin Turk tot Pablo Picasso en Jeff Koons (over wie in de zomer een tentoonstelling wordt gehouden). Da-mien Hirst presenteert er echter ook werk van opkomend talent dat zijn belangstelling geniet. De kunstenaar is dus een conservator geworden. En dat mocht blijkbaar wat kosten. Hij gaf het architectenbureau Caruso St John de opdracht van drie gebouwen van rode baksteen (voorma-lige pakhuizen) één gebouw te maken. Nu steeds meer privémusea het licht zien, heeft de kunste-naar een nieuwe stap gezet door op te treden als conservator en curator. Dit lijkt hem gewoon de beste manier om zijn persoonlijke keuzes wat moderne en hedendaagse kunst betreft aan het publiek voor te stellen.

Wordt dit nu een trend? In zijn nummer van 7 juni laatstleden kondigde ‘The Art Newspaper’ aan dat het beroemde kunstenaarskoppel Gilbert & George momenteel een ‘Gilbert & George Centre’ in de steigers aan het zetten is. Het zou gaan om een galerie en stichting zonder winst-oogmerk die het publiek wil laten kennismaken met hedendaagse kunst. Wait and see …

Page 58: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

BOEKEN

58 l COLLECT

De collectie Van HerckVia haar publicaties wil het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting haar collectie valoriseren en een grotere be-kendheid geven. De laatste uitgave licht het belang van de verzame-ling van Charles Van Herck (1884-1955) toe. In 1996-’76 kocht het fonds deze uitzonderlijke collectie van meer dan 700 tekeningen en 110 terracotta’s uit de 17e tot en met de 19e eeuw. Deze betreffen voornamelijk ontwerpen voor en schaalmodellen van monumentale sculpturen of kerkmeubilair van Antwerpse en andere Zuid-Neder-landse kunstenaars. In deze kleine, maar verzorgde uitgave, maken we kennis met de verzamelaar-antiquair Van Herck. Ook wordt veel aandacht geschonken aan de steeds terugkerende Oud-Romeinse invloeden in de kunsten vanaf de Renaissance, en welke mythologische thema’s te vinden zijn in de collectie Van Herck.

Mythologie in de collectie Van Herck, door Gilles Docquier e.a.Uitgave: Koning Boudewijnstichting65 pagina’s in kleur geïllustreerdNederlands- of FranstaligISBN: 9789492347039Prijs: € 5

Een fragiel evenwichtNog tot en met 4 september kan u in Fondation Beyeler met eigen ogen zien hoe de werken van de Amerikaan Alexander Calder (1898-1976) en het Zwitserse duo Peter Fischli (°1952) en David Weiss (1946-2012) wonderwel samengaan. Zo naast elkaar bekeken, blijken ze de twee kanten van dezelfde medaille te zijn. Elk op hun manier spelen ze met beweging en – een fragiel – evenwicht, het luchtige en de zwaartekracht. De mobielen en draadfiguren van Calder enerzijds, en de foto’s en installaties uit de Equilibres-serie van Fischli/Weiss anderzijds zijn daarbij wellicht de eerste werken die in gedachten springen. Deze publicatie loodst ons door de tentoonstelling, en belicht en vergelijkt beide oeuvres omstandig.

Alexander Calder & Fischli/Weiss, door Theodora Vischer (ed.)Uitgave: Hatje Cantz272 pagina’s met 301 kleurenillustratiesEngels- of DuitstaligISBN: 9783775741262 (D) / 9783775741279 (E)Prijs: € 58

Johan TahonZoals het verhaal van de mens een verhaal van evolutie en op elkaar inspelende krachten is, zo zijn ook de sculpturen van Johan Tahon. Jan Koenot beschouwt dit proces en de zoektocht van de kunstenaar vanuit kunsthistorisch en filosofisch standpunt. Philippe Van Cauteren verwoordt het als volgt: “Het zijn beelden die onkundig kundig stot-teren […] Ze zijn opgebouwd, ver-bouwd en behandeld. Dragen de littekens van hun ontstaan.” En de laatste tekst is van Arie Hartog, die Tahon bekijkt vanuit het perspec-tief van André Malraux’ essay ‘Le Musée Imaginaire’, over hoe musea een (andere) betekenis geven aan getoonde objecten. Maar naast dit hersenvoer laat dit boek door vele mooie foto’s vooral de sculpturen van Johan Tahon voor zich spreken.

Adorant. Johan Tahon, door Johan TahonUitgave: Lannoo292 pagina’s in kleur en zwart-wit geïl-lustreerdNederlands- en EngelstaligISBN: 9789401437240Prijs: € 39,99

De naakten van RembrandtNet als elders in het 17e-eeuwse Europa kwamen ook in Ams-terdam schilders bijeen om in zogenaamde ‘academies’ naar naaktmodel te tekenen. Maar waar dit doorgaans mannelijke modellen betrof, zijn de oudst gedocumenteerde voorbeel-den van vrouwelijke naakten te vinden in Amsterdam. Govert Flinck, Ferdinand Bol, Jacob van Loo, Adriaen van de Velde en vele anderen oefenden zich op deze manier in de weergave van de menselijke anatomie. Maar centraal in deze publicatie staat Rem-brandt, die zich zoals geen ander afwendde van idealisering en de onvolmaaktheid van zijn model-len omarmde. Het naakttekenen zonder model, het erotische aspect van de tekensessies, de functie van Rembrandts naakttekeningen, dit en veel meer wordt besproken in deze mooi geïllustreerde catalogus van de tentoonstelling die eerder dit jaar in het Rembrandthuis te zien was.

Rembrandts naakte waarheid. Tekenen naar naaktmodellen in de gouden eeuw, door Judith Noorman en David de WittUitgave: WBOOKS184 pagina’s met 150 kleurillustratiesISBN: 9789462581333Prijs: € 24,95

COLLECT geeft al deze boeken weg. Om kans te maken op één van deze boeken, volstaat het een mailtje te sturen naar [email protected] met de vermelding van uw naam, adres en het boek van uw

voorkeur. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.

Page 59: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER

BOEKEN

COLLECT l 59

De bezeten visionairDat het werk van Jheronimus Bosch wereldberoemd is, hoeft geen betoog. Maar wat met de mysteries achter de controversiële schilder zelf? Vertrekkend vanuit zijn beperkte biografie, poogt Henk Boom met interviews en diepgaand archiefonderzoek een antwoord op deze vraag te formuleren.

De bezeten visionair. Vijfhonderd jaar controverse over Jheronimus Bosch, door Henk BoomUitgave: Athenaeum296 pagina’s in kleur en zwart-wit geïl-lustreerdISBN: 9789025301071 Prijs: € 22,50

Japan en Nederland: een turbulente geschiedenisHet Rijksmuseum huist een uitgebreide collectie voorwerpen die getuigen van de fascinerende Japans-Nederlandse geschiedenis. Deze publicatie licht via dergelijke bijzondere objecten de eeuwen-lange handelsrelaties, culturele wisselwerking en machtsverhou-dingen tussen beide landen op verhelderende wijze toe.

De smalle brug. Japan en Nederland sinds 1600, door Jan de Hond en Menno FitskiUitgave: Vantilt216 pagina’s in kleur geïllustreerdISBN: 9789460042638Prijs: € 24,50

Jan TooropVeelzijdig, dat was kunstenaar Jan Toorop (1858-1928) ten voeten uit. Gerard van Wezel neemt de lezer mee door zijn omvangrijk en internationaal gevierd oeuvre: van pointillisme, over luminisme tot geometrische figuratie en sym-bolisme. Dit grondige, rijk geïllus-treerde werk belicht Toorop als onmiskenbare voorloper, inspirator en eclecticus.

Jan Toorop, door Gerard van WezelUitgave: WBOOKS280 pagina’s in kleur geïllustreerd ISBN: 9789462581319Prijs: € 29,95

Kunst en broederliefdeDe Nederlandse eeneiige tweeling David en Pieter Oyens leefde aan het einde van de 19e eeuw in het bruisende Brussel. Deze publicatie schetst de hechte band van dit onafscheidelijkse kunstenaarsduo aan de hand van schilderijen, aqua-rellen en tekeningen.

De gebroeders Oyens. David en Pieter Oyens. Een Nederlandse schilderstwee-ling in Brussel, door Fred Hendriks en Saskia de BodtUitgave: Waanders191 pagina’s in kleur geïllustreerdISBN: 978904008469

Kunstkritiek in NederlandSchrijvers als Jeroen Boomgaard, Max Bruinsma, Hans den Hartog, Sandra Smallenburg en Janneke Wesseling penden tussen 1989 en 2015 artikels neer over de relevan-tie van kunstkritiek, de rol van de criticus en de link met engagement, design en kapitaal.

Kunstkritiek in een tijd van vervagende grenzen. Over engagement, design en commercie 1989-2015, door Annemarie KokUitgave: nai010280 pagina’s in kleur geïllustreerdISBN: 9789462081338Prijs: € 34,95

De artistieke visie van RembrandtHoe overwon Rembrandt de obs-takels op zijn artistieke pad? Welke schilderkunstige theorieën lagen aan de basis van zijn werken? Ernst van de Wetering beantwoordt deze vragen met verve en biedt de lezer inzicht in de gedachtegang van de grootmeester uit de Gouden Eeuw.

Rembrandt. The Painter Thinking, door Ernst van de WeteringUitgave: Amsterdam University Press336 pagina’s in kleur geïllustreerdEngelstaligISBN: 9789089645616Prijs: € 44,95

Meesterlijke 18e eeuwDe 18e eeuw was een periode van verbazingwekkend raffinement. In drie periodes onderverdeeld – de late Barok, het Rococo en het vroege Neoclassicisme – worden meesterwerken uit de 18e-eeuwse meubel- en decoratieve kunsten overschouwd.

From Invention to Perfection. Masterpie-ces of Eighteenth-Century Decorative Art, door Sarah-Katharina Andres-Acevedo en Hans OttomeyerUitgave: Arnoldsche416 pagina’s met 346 kleurillustratiesEngels- of DuitstaligISBN: 9783897904422 (E) / 9783897904415 (D)Prijs: € 78

Evert NijlandBij Evert Nijland vormen klassieke materialen als goud, parels en edelstenen fascinerende combi-naties met porselein, hout, haar en glas. Ook qua vormentaal en ornamentiek tapt hij gretig uit ver-schillende historische vaatjes. Twin-tig jaar juweelkunst van deze grote Nederlandse juweelkunstenaar is hier prachtig samengebracht.

Evert Nijland. Mercurius & Psyche. Jewel-lery, door Ward SchrijverUitgave: Arnoldsche316 pagina’s in kleur geïllustreerdEngels- en NederlandstaligISBN: 9783897904699Prijs: € 34,80

Page 60: COLLECT BELGIE EXTRA NUMMER