1

Woensdag 15 oktober 2014

Zendingsviering pastoraal werker Johan De Ryck Kapel AZ Sint-Maria Halle

bron van liefde & zorg

Voorganger: E. H. kan. Kristof Struys Concelebranten: E. H. Raymond Decoster E. H. Steven Wielandts E. H. Tim Peeters E. H. Cuong Van Nguyen o. praem. Vertegenwoordiger bisschop: Zr. Hilde Reynders ss. cc. Orgel & muzikale leiding: Klaas Jaap van der Meijden

2

3

Intredelied – ‘Gij droomt als koninklijk gezant’ M: gregoriaanse hymne

T: J.W. Schulte Nordholt

Gij droomt als koninklijk gezant verlaat gij vaderhuis en land en biedt aan heidenen verwoed uw Heiland of uw hartebloed.

Maar ander lot zal ’t uwe zijn, Een zoeter dood, een dieper pijn,

Een feller pijl die u doorvlijmt Als g’in Gods liefdegloed bezwijmt.

Teresa, door Gods vuur gezengd Die vuur in onze harten brengt, Wij bidden u dat gij ons leidt En van het helse vuur bevrijdt.

Geloofd zij op Teresa’s feest De Vader, Zoon en heilige Geest,

De heilige Drievuldigheid In aller eeuwen eeuwigheid.

Begroeting & kruisteken Aanstelling pastoraal werker , zr. Hilde Reynders Bezinning Woorden van Teresa uit ‘Het boek van mijn leven’: “Wij mensen zijn geen engelen, wij bezitten een lichaam. Engel willen spelen is al te gek. Doorgaans heeft ons bestaan een steunpunt nodig. Bij fysieke en geestelijke beproevingen, bij sociale nood, wanneer we niet de normale rust genieten en in uren van dorheid, leegte en wanhoop, is Christus voor mij een heel goede Vriend. Ik zie Hem dan als mens, zwak en beproefd. Hij is het die ons gezelschap houdt. Toch zullen er ogenblikken zijn waarop we niet in staat zijn dat gezelschap te voelen.”

4

Gebed om ontferming – kyriale V Vertrouwen wij bij het begin van deze viering al

onze zorgen, pijn & tekorten toe aan God: L Omdat wij mensen zijn…, allen mee getekend

door onze eigen pijn en beproevingen, door onze eigen dorheid en beperkingen. HEER, ontferm U over ons.

Koor Kyrie eleison. Allen Kyrie eleison. L Omdat wij mensen zijn…, voor wie de zorg voor

anderen, maar ook de zorg voor onszelf, soms teveel is. HEER, ontferm U over ons.

Koor Christe eleison. Allen Christe eleison. L Omdat wij mensen zijn…, en een steunpunt

nodig hebben in ons leven. Omdat wij mensen zijn…, en geen engelen. HEER, ontferm U over ons.

Koor Kyrie eleison. Allen Kyrie eleison. V HEER, U schonk de Samaritaanse vrouw water

van eeuwig leven en U giet overvloed van leven over de aarde en alle mensen uit, waardoor hemel en aarde in liefde samensmelten om eindeloos vrucht te geven. Schenk ons, die samen met onze zieken dit gebed tot U uitschreeuwen, uw genade, opdat wij allen onze waardigheid als mens mogen ervaren. Amen.

Gloria (bij aanvang van het Gloria wordt er tot aan het einde van het

openingsgebed rechtgestaan, door wie daartoe in staat is)

5

Voorzang Koor

Allen K

K

K

K

K

K

K

A

A

A

A

A

A

A

6

Openingsgebed Eerste lezing (Wijsheid 7,7-14) Dus bad ik om inzicht, en het werd mij gegeven; ik heb gesmeekt, en mij werd een wijze geest geschonken. Ik verkoos wijsheid boven scepters en tronen, rijkdom viel bij haar in het niet. Ze was voor mij onvergelijkbaar met de kostbaarste edelsteen; naast haar waren bergen goud niet meer dan een hoopje zand, en met haar vergeleken was zilver maar slijk. Ik beminde haar meer dan gezondheid en schoonheid, ik verkoos haar boven het licht, want ze schitterde zonder ophouden. Tegelijk met haar ontving ik alle andere goede dingen, ze schonk mij onmetelijke rijkdom. Ik was verheugd over al die gaven, omdat zij het was die ze meebracht, hoewel ik toen nog niet besefte dat zij de bron was van dat alles. Onzelfzuchtig heb ik haar verworven, onbaatzuchtig geef ik haar door, zonder haar rijkdom te verbergen. Zij is voor mensen een onuitputtelijke schat; wie haar verwerft raakt bevriend met God, die mild gestemd is door de gaven die de wijsheid meegeeft. Antwoordzang (naar psalm 84)

Koor Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o HEER. A Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o HEER.

7

Mijn ziel verlangt en hunkert naar uw heiligdom. Mijn hart en heel mijn wezen Gaan juichend uit naar U, de God die leeft.

A Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o HEER. Want zelfs de mussen hebben wel een schuilplaats, de zwaluwen een nestje voor hun broed; Voor mij is dat uw altaar, HEER der hemelmachten, mijn koning en mijn God!

A Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o HEER. Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o HEER, die U daar altijd mogen prijzen. Gelukkig die op U mag steunen; hij zal zijn weg vervolgen met hernieuwde kracht.

A Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o HEER. Tweede lezing (Rom 8,14-17.26-27) Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om Hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister. De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. God, die ons doorgrondt, weet

8

wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn wil pleit voor allen die Hem toebehoren. Bezinning voor het Evangelie Woorden van Teresa uit ‘Het boek van mijn leven’: “Als ik aan de ziel denk, dan moet ik denken aan kleine bronnen die ik ooit zag en die bij het opwellen voortdurend het zand naar boven stoten. De ziel wordt altijd bewogen door de liefde en vraagt zich onophoudelijk af wat ze kan doen. Ze kan het niet in zichzelf bewaren, evenmin als de aarde het water kan tegenhouden. Het is de gewone toestand van de ziel. Nooit kent ze rust. De liefde die haar nooit zal ontbreken brengt haar buiten haarzelf en doordringt haar geheel en al. Daarom verlangt ze dat ook anderen doordrenkt worden in liefde. Oh, hoe dikwijls moet ik daarbij denken aan het levend water dat de HEER de Samaritaanse gaf! Daarom precies is dit stukje evangelie me zo dierbaar.” Alleluia

‘Als iemand mij liefheeft zal hij mijn woord

onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en wij zullen tot Hem komen en verblijf bij Hem nemen.’

Joh 14,23

9

Evangelie (Joh 4,5-15a) Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’ ‘Maar HEER,’ zei de vrouw, ‘U hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen? U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,’ zei Jezus, ‘maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ ‘Geef mij dat water, HEER,’ zei de vrouw. Homilie Geloofsbelijdenis

10

Bezinning Woorden van Teresa uit ‘Het boek van mijn leven’: “God alleen kan de ondragelijke pijnen kennen die ik na vier dagen crisis waarin de ziekte haar hoogtepunt bereikte, geleden heb. Mijn tong was stukgebeten en doordat ik geen voedsel meer nam, was ik totaal uitgeput. Mijn keel was totaal dichtgesnoerd. Ik had de grootste tegenzin in alles. Ik liet me in die toestand terug naar het klooster brengen. Ze verwachtten er een dood lichaam. Het was ook meer dan dood, maar mijn ziel leefde. Ik was vreselijk om aan te zien en onzegbaar verzwakt. Een geraamte was alles wat nog overbleef. Ondanks enige vooruitgang bleef ik ongeveer drie jaar lam. Toen ik op handen en voeten begon te kruipen, loofde ik God. Met veel overgave kon ik dit alles dragen. Zelfs met grote vreugde. Dit was niet zo in het begin. Mijn medezusters waren verwonderd over het geduld dat de HEER me schonk. Ik geloof dat je zonder de hulp van Zijne Majesteit onmogelijk met vreugde zoveel kunt lijden.” Voorbeden V Barmhartige God, in volle vertrouwen bidden we

vandaag tot U…: L Voor onze patiënten en hun naasten, vandaag

en morgen…, voor mensen die worstelen met ziekte en gezondheid, die met verdriet en sterfelijkheid geconfronteerd worden… vandaag speciaal voor de mensen die deze voormiddag in onze kapel het sacrament van de zieken ontvingen… laat ons bidden…

11

A Laat ons bidden in de stilte van ons hart. Dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

L Voor mensen die zorgen om hun naasten… voor collega’s, die de zorg dragen – rechtstreeks of onrechtstreeks, om de waardigheid van elk mensenleven…, voor onze vele vrijwilligers, die hun tijd schenken en luisterend oor zijn voor onze patiënten en onszelf…, en om de eigen zorgen en vreugde van collega’s en vrijwilligers… laat ons bidden…

A Laat ons bidden in… L Voor mensen die een steunpunt zijn voor ons…,

voor onze directie en beheer…, voor de collega’s uit andere zorginstellingen, parochies, ons bisdom en ver daarbuiten…, voor de collega’s uit andere geloofsgemeenschappen…, voor onze families en de zwartzusters augustinessen, die allen op hun manier bron van liefde en zorg zijn voor ons… en voor al onze eigen intenties… laat ons bidden…

A Laat ons bidden in… V Barmhartige God, zie vol ontferming om naar al

uw mensen. Verhoor ons gebed, laaf onze dorst naar wijsheid, vreugde en leven en wees Gij onze diepste bron van liefde en zorg, door Christus onze HEER, vandaag en tot in eeuwigheid. Amen.

12

Offertorium – Teresa’s ziel stijg op in ’t licht M: ‘aeterne rerum conditor’

T: J.W. Schulte Nordholt

Teresa’s ziel stijgt op in ’t licht, Een witte duif op God gericht, Vandaag voorgoed op weg naar huis En in zijn tempel eeuwig thuis.

“Kom van de Karmel, liefste, kom” Zo spreekt tot haar de Bruidegom,

“Het bruiloftsmaal is toebereid, Ontvang de kroon der heerlijkheid!”

O Jezus, aller maagden kroon, U zingen op verhoogde toon De zaligen de bruiloftszang In ’t hemels licht de eeuwen lang.

Prefatie Sanctus

Koor

K

K

K Allen A

A

A

13

Onze Vader Gebed om vrede Agnus Dei

Communieritus

(Wie wenst te communiceren wordt hier vriendelijk toe uitgenodigd. Indien u met rolstoel aanwezig bent, komt er een priester tot bij u.)

Bezinning na de communie Woorden van Teresa uit ‘Innerlijke Burcht’: “Ik vraag me wel eens af waaruit Gods wil bestaat. Hij heeft ons namelijk niet alleen met gunsten overladen. Maar dat Hij ons zijn Zoon gaf om de weg te tonen volstaat. Maar meen nu niet dat het mij erom te doen is me zomaar bij Gods wil neer te leggen, dat ik bij het sterven van vader of broer geen droefheid voel. En denk ook maar niet dat ik beproevingen als ziekten zomaar met vreugde verdraag. We kunnen daar immers niets aan doen. Gods wil bestaat volgens mij slechts uit twee dingen: liefde voor Zijne Majesteit en onze naaste. Dat is het waar we aan moeten werken en zo zullen we met Hem verenigd zijn.”

Koor

K

K

Allen

A

A

14

HEER onze HEER (ZJ 540)

15

Slotgebed Bezinning Woorden van Teresa uit ‘Innerlijke Burcht’: “Als onderlinge liefde en de liefde voor onze naasten zouden afzwakken, zou dat heel schadelijk zijn voor ons allemaal. De ware volmaaktheid ligt namelijk in de liefde tot God en tot onze naaste. Hoe meer we ons aan deze twee geboden houden, hoe volmaakter we kunnen zijn. In al mijn spreken en schrijven, in al mijn bidden, lachen en met al mijn tranen, beoog ik niets anders. Laten we de onbezonnen ijver die ons veel kwaad kan doen, rusten. Je wederzijdse liefde is zo belangrijk. Ik zou willen dat je het nooit vergeet.” Zending en zegen Slotlied – Teresia, uw luister is een baken in de

duisternis M: ‘Immense coeli conditor’

T: J.W. Schulte Nordholt

Teresia, uw luister is een baken in de duisternis, Uw deugdzaamheid van ziel en zin Verlicht de harten binnenin

O ziel gelouterd door het vuur Der Seraphim, die wit en puur,

Met hemels hartsgeheim vervuld, De waarheid Gods aan ons onthult.

O eenheid der Drievuldigheid, Laat waar Teresia ons leidt Ons volgen in haar lichte spoor U loven alle eeuwen door!

16

‘Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft.’

Romeinen 12,15. Bedankt voor uw aanwezigheid, uw gebed en uw zorg om onze naasten. Aansluitend op deze viering nodigen Beheer & Directie van het AZ Sint-Maria u, samen met de congregatie van zwartzusters augustinessen van Halle, uit tot de receptie die doorgaat in de cafetaria van het ziekenhuis.