16
Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Economische Wetenschappen

Brochure ESE

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Brochure Faculteit der Economische Wetenschappen/Erasmus School of Economics, 2006.

Citation preview

Page 1: Brochure ESE

Era

smu

s U

niv

ers

ite

it R

ott

erd

am

Faculteit der Economische Wetenschappen

Page 2: Brochure ESE

De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) concentreert haar onderwijs- en onder-zoeksactiviteiten in de drie wetenschappelijke domeinen Economie enManagement, Geneeskunde en Gezondheid, en Recht, Cultuur en Maatschappij.Het onderwijs is van hoge kwaliteit en er wordt excellent onderzoek verricht.

De bachelor- en masteropleidingen en de onderzoeksprogramma’s van deFaculteit Economische Wetenschappen zijn ondergebracht in vier capaciteits-groepen: • Algemene Economie• Bedrijfseconomie• Econometrie • Toegepaste Economie. Aan de faculteit zijn twee onderzoeksscholen verbonden: het Erasmus ResearchInstitute of Management (ERIM) en het Tinbergen Instituut. Contractactiviteiten,in de vorm van toegepast onderzoek en postinitiële (master)opleidingen, worden verzorgd vanuit de facultaire werkmaatschappijen.

Erasmus Universiteit Rotterdam, de universiteit voor denkers en doeners

Page 3: Brochure ESE

In Rotterdam natuurlijk, waar anders!

De Faculteit der Economische Wetenschappen (FEW) van de Erasmus UniversiteitRotterdam kent een lange traditie in kwalitatief hoogstaand onderzoek enonderwijs. Bijna honderd jaar leveren we jonge economen af die snel hun padvinden op de landelijke en internationale arbeidsmarkt. Onder hen bevindenzich toptalenten, die zich verdienstelijk hebben gemaakt in de wetenschap, bijde overheid en in het bedrijfsleven.Kwaliteit staat hoog in het vaandel. De onderzoekschool ERIM behoort volgensde Financial Times tot de top vijf van de Europese onderzoeksinstituten. In dejaarlijkse citatietop dertig van de Economisch Statistische Berichten prijkenopvallend veel namen van economen van het Tinbergen Instituut. Dankzij degrote betrokkenheid van de wetenschappelijke staf bij de opleidingen is deonderwijskwaliteit hoog en ervaren de studenten het studieklimaat als bijzonderprettig.Het onderwijs start met de basisbeginselen en eindigt met de recente weten-schappelijke ontwikkelingen, gedoceerd en begeleid door actieve en gemoti-veerde onderzoekers. De energie die hiervoor nodig is, halen zij uit de vruchtenvan teamwork en een professionele werkhouding: een energie die overslaat opde studenten. Zonder twijfel zijn zij de meest ondernemende studenten vanNederland. Dat blijkt uit het grootste studentencongres van Nederland, deBusiness Week, die de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam jaarlijksorganiseert. Daarnaast geven we ons wetenschappelijk onderzoek een maatschappelijkebetekenis mee. Dat doen we door allerlei vormen van dienstverlening, variërendvan postacademisch onderwijs tot contractonderzoek. Ook daarin levert de FEWtopkwaliteit. Goed voor de opdrachtgevers maar ook goed voor de faculteit. Het heeft immers een uitstekend spin-off effect naar onze kernactiviteiten.Economie is dynamiek, in een stad met vaart, waar men vanuit de hele wereldgraag als wetenschapper of als student te gast is. De FEW maakt het mogelijk.De mensen moeten het echter zelf maken. En dat doen ze!

Prof.dr. Philip Hans Fransesdecaan

Op uitnodiging van de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam (EFR) houdt oud-premier Benjamin Netanyahu van Israel in 2004 een lezing voor studenten in hetkader van de EFR-World Leader Cycle. • De toenmalige Duitse bondskanselier GerhardSchröder opent in april 2004 de jaarlijkse EFR Business Week, het grootste studen-

Page 4: Brochure ESE

2 Faculteit der Economische Wetenschappen

tencongres van Nederland. • In januari 2005 kent de Erasmus Universiteit een eer-vol EUR-fellowship toe aan dr. Dennis Fok. Hij richt zich op de toepassing van econo-metrische modellen en technieken binnen de marketing en de macro-economie. • In2005 wint Wilco van den Heuvel, promovendus bij ERIM, de Chorafas Prijs voor zijn

Het honderdjarige bestaan van de Erasmus Universiteit Rotterdam is in zicht.Dankzij de sterk groeiende bedrijvigheid in en om de Rotterdamse haven was erbegin vorige eeuw vanuit het bedrijfsleven veel vraag naar goed opgeleidebedrijfseconomen. Het vakgebied economie, met al zijn kwantitatieve methodenen technieken, was destijds nog betrekkelijk jong en werd alleen bij juridischeopleidingen gedoceerd. Op voortvarende wijze besloten enkele ondernemendeRotterdamse zakenlieden daarom in 1913 de Nederlandse Handelshoogeschoolop te richten. In 1973 groeide dit instituut uit tot de Erasmus UniversiteitRotterdam: met een medische campus op Hoboken en een campus maatschappij-wetenschappen op Woudestein. Economie en bedrijfseconomie zijn altijd deharde kern gebleven van de Woudestein-campus. De faculteit heeft een aanzien-

lijk aantal economen van groot formaat voortgebracht.Vooraan staat Jan Tinbergen die in 1969 de Nobelprijsvoor Economie kreeg uitgereikt. Zijn opvolger HenriTheil, een van de pioniers van de econometrie, wasgrondlegger van het Econometrisch Instituut, dat in1956 werd opgericht. Hij verwierf hiermee wereldfaam.De faculteit heeft eveneens aan de wieg van deRotterdam School of Management (RSM) gestaan. Toende TU Delft eind jaren zestig zocht naar mogelijkhedenom technisch opgeleide managers ook bedrijfseconomi-sche bagage mee te geven, werd samen met de FEW deinterfaculteit Bedrijfskunde opgericht. Hieruit is later deinterdisciplinair gerichte RSM als spin-off voortgekomen.

Bijna honderd jaar oud, maar levendig als altijd

STEVIG ONDER DE STORMEN

Het motto uit de beginjaren van de faculteit, ‘Stevigonder de stormen’, is veelzeggend. Het hoge niveauen de stevige economische focus van afgestudeerdestudenten is op de arbeidsmarkt goed bekend.Beroepsorganisaties zijn ook zeer te spreken over depraktijkgerichte programma’s. Dankzij de internatio-nale reputatie kiezen vele buitenlandse studententegenwoordig voor de studie Economie inRotterdam. Ook wat het fundamenteel en toegepast weten-schappelijk onderzoek betreft staat de faculteit inbinnen- en buitenland bijzonder goed aangeschre-ven. De twee onderzoeksscholen ERIM en TinbergenInstituut kunnen zich meten met die van de besteonderzoeksinstituten en graduate scholen terwereld.De Faculteit der Economische Wetenschappen heeftals strategie een heldere focus op economie. Zo isze nog de enige faculteit in Nederland die opleidttot bedrijfseconoom. De FEW vindt het van grootstrategisch belang dat alle stafleden zowel onder-zoek verrichten als onderwijs verzorgen. Door dezeheldere keuzen gaat het de faculteit goed. Net alshonderd jaar terug zijn de economen het kloppendhart van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

MIJLPALEN

1913 oprichting Nederlandsche Handelshoogeschool

1939 nieuwe naam: Nederlandse Economische Hogeschool

1969 Nobelprijs voor prof.dr. Jan Tinbergen1973 samenvoeging met de Medische

Faculteit tot Erasmus Universiteit Rotterdam

1987 oprichting Tinbergen Instituut1999 oprichting Erasmus Research Institute

of Management (ERIM)

BEKENDE OUD-STUDENTEN

EN OUD-DOCENTEN

Peter Bakker, Eduard Bomhoff, Wim Dik, Jaap van Duijn, Pim Fortuyn, Laura van Geest,Mohammad Hatta, Cor Herkströter, prins Johan Friso, Angelien Kemna, J.G. Koopmans,Pieter Korteweg, L.M. Koyck, Neelie Kroes, Piet Lieftinck, Ruud Lubbers, Sergio Orlandini,Supachai Panitchpakdi, Heinz Hermann Polzer (Drs. P), N.W. Posthumus, Jan Pronk, Jo Ritzen,Anton van Rossum, Onno Ruding, Henri Theil,Jan Tinbergen, Cees Veerman, P.J. Verdoorn, Sjoerd Vollebregt, Frans de Vries, Frans Weisglas,Nout Wellink, Johan Witteveen, Jelle Zijlstra en vele, vele anderen.

Page 5: Brochure ESE

Faculteit der Economische Wetenschappen 3

Algemene EconomieDe capaciteitsgroep Algemene Economie bestudeert hetzij vanuit de micro-, hetzij vanuit de internationale en macro-economie de economische factoren diehet functioneren van de maatschappij beïnvloeden. Het onderzoek wordtinternationaal als excellent beoordeeld. Aandachtsgebieden zijn bijvoorbeeldmarktwerking, deregulering, de gevolgen van e-commerce en diverse inter-nationale financiële ontwikkelingen.Het analyseren van actuele maatschappelijke vraagstukken is een van de hoofdaspecten van het onderwijsprogramma. Studenten leren van een maat-schappelijk probleem de onderliggende economische relaties te traceren. Uitde evaluaties blijkt dat ze zeer tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs.Medewerkers van de capaciteitsgroep vallen herhaaldelijk in de prijzen voor hunonderwijskundige prestaties. Steeds opnieuw zoeken ze in hun colleges naar aansprekende actuele toepassingen van het economisch denken.

veelbelovende onderzoek naar productieplanning. • In december 2005 wordt prof.dr.Stefan Stremersch benoemd tot lid van De Jonge Akademie van de KNAW. Hij legt inzijn onderzoek dwarsverbanden tussen micro-economie, gezondheidswetenschap-pen, culturele studies en technologie. • Dr. Tom van Ourti ontvangt een Veni-subsidie

ONDERZOEKSPROGRAMMA

INTERNATIONAL AND MONETARY

ECONOMICS

‘Globalisering vinden we dichtbij huis en aan deandere kant van de wereld. Olie halen we uit hetMidden-Oosten, ICT- en call centers wordenbemand vanuit India, en onze baggeraars zendenwe over de hele wereld uit. De Nederlandse econo-mie is altijd sterk handelsgericht geweest, maarbestaat dankzij de globalisering uit producten endiensten die vanuit de hele wereld worden geleverd.Wat is de invloed hiervan op het gedrag van consu-menten, ondernemers, politici? Ons onderzoeks-programma is erop gericht om op een vraag alsdeze een antwoord te geven. We richten ons opmacro-economische onderwerpen in relatie totinternationale handel, emigratie, investeringsstro-men, rente- en wisselkoersfluctuaties. Terwijl handelsteeds meer wereldhandel wordt, wordt het com-merciële en monetaire beleid meer regionaal.Tegelijkertijd worden er nieuwe valutablokkengecreëerd: nu in Europa, straks in Azië. Ook die ontwikkelingen worden door ons nauwlettendgevolgd.’ Prof.dr. Jean-Marie Viaene is hoogleraarInternationale economie, directeur capaciteits-groep Algemene Economie en coördinator vanhet facultaire onderzoeksprogrammaInternational and Monetary Economics.

ONDERZOEKSPROGRAMMA MARKETS,

ORGANIZATIONS AND GOVERNMENT

‘Iedereen kent wel het handjeklap van de beesten-markt. Markten zijn er letterlijk voor alles en ieder-een, en in de meest uitzonderlijke vormen. Neem deinternetveilingen eBay en Yahoo. Tien jaar geledenbestonden ze nog niet, maar nu al wordt er voorzo’n tien miljoen dollar per dag omgezet. In onsprogramma onderzoeken wij hoe al die verschillen-de markten functioneren. We bestuderen de manierwaarop de overheid zich via de NederlandseMededingingsautoriteit NMa mengt in de economie.In hoeverre beïnvloedt dit de positie van bedrijvenen consumenten? Ook is ons onderzoek gericht opinformatiestromen en de wijze waarop marktpartij-en omgaan met ongelijke hoeveelheid informatie.De gevolgen hiervan zijn duidelijk zichtbaar bij veilingen, zoals bij de UMTS-veilingen in 2000.Vergaderprocedures en bijvoorbeeld de samen-stelling van directies, zoals die van de EuropeseCentrale Bank, beïnvloeden het gebruik van informatiestromen en dus de kwaliteit van hunbeslissingen.’Prof.dr. Maarten Janssen is hoogleraar Micro-Economie, algemeen directeur van hetTinbergen Instituut en coördinator van hetfacultaire onderzoeksprogramma Markets,Organizations and Government.

Page 6: Brochure ESE

ONDERZOEKSPROGRAMMA F INANCIAL

ECONOMICS AND ACCOUNTING

‘Het nieuws over financiële markten komt ‘s avondsvele huiskamers binnen, tezamen met populairefinanciële tv-spelletjes als ‘Deal or No Deal’. Dankzijdit spel zijn onderzoekers in de Financial Economicsin de unieke gelegenheid geweest besluitvormings-processen in risicovolle situaties te analyseren.Belangrijke thema’s zijn - naast het beleggen en deondernemingsfinanciering - derivaten, monetaireeconomie, bank- en verzekeringswezen, portfoliomanagement en de microstructuur van financiëlemarkten. Binnen het onderzoeksprogramma wordtook onderzoek gedaan naar het functioneren vanfinanciële markten in relatie tot de verslaglegging.Dit accountingsonderzoek richt zich op twee deel-terreinen: Financial Accounting en ManagementAccounting & Control. Een van onze onder-zoeksthema’s betreft de informatieasymmetrie: tussen enerzijds beleggers onderling en anderzijdstussen beleggers en management. Ook de relatietussen het toekennen van beslissingsrechten aanmanagers, prestatiemeting en -beoordeling, enbeloningsvormen is een thema van het accountings-onderzoek.’ Prof.dr. Thierry Post is hoogleraar Finance encoördinator van het facultaire onderzoekspro-gramma Financial Economics and Accounting.

ONDERZOEKSPROGRAMMA MARKETING

‘Binnen het onderzoeksprogramma Marketing doenwe kwantitatief onderzoek naar een aantal recenteontwikkelingen. We begeven ons, doordat we metgrote datasets werken, in de richting van de toepas-singsgebieden van econometrie. Zo bestuderen wehoe nieuwe internettechnologieën klanten in staatstellen een persoonlijk profiel aan te maken, waar-mee ze zichzelf geschikt maken voor maatwerk. Eenbelangrijk onderzoeksterrein ligt op het gebied vande levenswetenschappen. Hoe gaan medici om metinformatie? Wat is hun leergedrag? En welke gevol-gen heeft dit op bijvoorbeeld hun voorschrijf-gedrag? Hoe leren patiënten over ziekte en hunmedicijnen? Hoe worden nieuwe medicijnen geaccepteerd door arts en patiënt? Met geavanceer-de marketingmodellen gaan we deze vragen te lijf.Maar we ontwikkelen ook nieuwe modellen ommarktwerking en gedrag van afnemers en aanbie-ders te bestuderen. Wij werken daarbij primair vanuit een economische invalshoek.’ Prof.dr. Stefan Stremersch is hoogleraarMarketing en coördinator van het facultaireonderzoeksprogramma Marketing.

voor zijn onderzoek naar het verband tussen inkomen en gezondheid. • In april 2006richten de FEW en de Shanghai Normal University (SHNU) gezamenlijk het Sino-EuropeComparative Urban Research Center (SECURC) op. Tijdens de kick-off conferentievindt de eerste bijeenkomst van het jaarlijkse SECURC Forum plaats. • Prof.dr.

Onderwijs vormt een belangrijke kernactiviteit van de capaciteitsgroepBedrijfseconomie, vooral omdat ze ongeveer driekwart van het facultaire onder-wijs voor haar rekening neemt. De studenten oordelen zeer positief over dekwaliteit ervan. De capaciteitsgroep ziet het als haar taak om studenten ook nahun afstuderen allerlei vormen van onderwijs aan te bieden. Post-initieel onderwijs behoort nadrukkelijk tot haar taakgebied. Er is een sterke band met het bedrijfsleven: ten behoeve van stages, gastdocen-ten maar ook om een uitwisseling tot stand te brengen tussen post-initiëledocenten uit de praktijk en docent-onderzoekers van de faculteit. Het onder-zoek is, hoe fundamenteel ook van aard, sterk op de praktijk gericht en heefteen sterke maatschappelijke relevantie. Een aantal docenten bekleedt top-posities in het bedrijfsleven.Kenmerkend voor de capaciteitsgroep is bovendien de samenwerking metonderzoeksgebieden buiten het economisch domein. Dit resulteert onder meerin het nieuwe multidisciplinaire terrein van compliance en toezicht.Bedrijfseconomen werken hiervoor nauw samen met juristen. Een van de tweepost-initiële opleidingen voor ervaren commissarissen in Nederland wordt inRotterdam verzorgd. Daarnaast bereiden de bedrijfseconomen samen metbedrijfskundigen van RSM Erasmus University het prestigieuze jaarlijkse congresvan de European Accounting Association (2008) voor.

Bedrijfseconomie

Faculteit der Economische Wetenschappen4

Page 7: Brochure ESE

Faculteit der Economische Wetenschappen 5

ONDERZOEKSPROGRAMMA

ECONOMETRICS

‘De deregulering van westerse economische syste-men maakt econometrie tot een levendig onder-zoeksterrein. Wat dat aangaat kunnen de schomme-lingen in olieprijzen voor econometristen niet sterkgenoeg zijn. Het is een groot voordeel dat er steedsmeer en steeds grotere datasets op het gebied vanfinanciën en marketing ter beschikking komen.Daarmee kunnen we de fijne details van de groteprijsfluctuaties modelleren en voorspellen, ongeachtde dynamiek waarin ze verzeild zijn geraakt. Dankzijdeze grote databestanden kunnen we nieuwe eco-nometrische technieken toepassen, om daarmee deflexibiliteit en dynamiek van economische systemente lijf gaan. Ons onderzoeksprogramma richt zichmet diverse thema’s op de econometrische analysevan dynamische modellen.’Prof.dr. Philip Hans Franses is hoogleraarEconometrie en Marktonderzoek, decaan FEWen coördinator van het facultaire onderzoeks-programma Econometrics.

ONDERZOEKSPROGRAMMA OPERATIONS

RESEARCH

‘Rotterdam is als havenstad een van de belangrijkstelogistieke knooppunten in Europa. Dit brengt metzich mee dat erom heen ook andere vormen vanbedrijvigheid zijn ontstaan, waardoor het is uitge-groeid tot een zakelijk knooppunt van goederen-stromen, informatiestromen, mensenstromen enfinanciële stromen. In ons onderzoeksprogrammarichten we ons op het ontwikkelen, analyseren entoepassen van statistische en wiskundige methoden,die gebruikt kunnen worden bij de optimalisatie vanal deze processen. In het bijzonder is het ons tedoen om de logistieke processen, met het doelbedrijfseconomische beslissingen te ondersteunen.Ook de informatietechnologie speelt hierbij eenbelangrijke rol. Behalve praktijkgericht onderzoekomvat dit programma een aanzienlijke componenttheoretisch onderzoek. Het Econometrisch Instituutheeft op dit punt zijn internationale naam alstoponderzoeksinstituut hoog te houden. Een aantalvan onze onderzoekers behoort echt tot de wereld-top.’Prof.dr. Albert Wagelmans is hoogleraarEconometrie (Management Science), directeurvan de capaciteitsgroep Econometrie en coördi-nator van het facultaire onderzoeksprogrammaOperations Research.

EconometrieDe oudste universitaire opleiding Econometrie ter wereld is die van hetEconometrisch Instituut, dat vijftig jaar geleden werd opgericht. Hiermee werdeen krachtige impuls gegeven aan het toen nog jonge vakgebied econometrieen de prominente rol die Nederland daarin speelt. Econometrie is het onderdeel van de economische wetenschap dat statistischemethoden toepast op de empirische studie van economische theorieën en relaties. Het Rotterdamse instituut heeft beroemdheden voortgebracht als Jan Tinbergen en ook nu telt het, met Sir Clive W.J. Granger als hoogleraar opde Henri Theil-leerstoel, een Nobelprijswinnaar in zijn gelederen.De bacheloropleiding Econometrie & Besliskunde is uniek. Nergens ter wereldwordt de opleiding op dit niveau aangeboden. Het is tegelijkertijd ook de groot-

ste econometrieopleiding in Nederland.Desondanks is het onderwijs kleinschaligvan opzet. Dit geldt ook voor de nogjonge opleiding Economie & Informatica,die voor een groot deel door de capaci-teitsgroep Econometrie wordt verzorgd.

Martin Hoogendoorn RA krijgt op 6 april 2006 de Limperg Penning. Deze onderschei-ding wordt jaarlijks uitgereikt door het Limperg Instituut, een interuniversitairinstituut voor de accountancy. • De citatietop 30 van Nederlandse economen, in april2006 gepubliceerd door de Economisch Statistische Berichten (ESB), bevat zes FEW-

Page 8: Brochure ESE

6 Faculteit der Economische Wetenschappen

ONDERZOEKSPROGRAMMA APPL IED

ECONOMICS

‘Ruimtelijk-economische landschappen bestaan uitknopen en verbindingen. Tussen die knopen - desteden, stations, havens en luchthavens - is eeninfrastructuur van verschillende soorten wegen.Transportsystemen en logistieke structuren makenhet beeld compleet. Wij bestuderen de dynamiekenvan deze knopen en verbindingen vanuit een geïn-tegreerd regionaal-economisch en transport-econo-misch perspectief. De samenhang tussen de ruimte-lijke en transportnetwerken is voor ons van belang.De concurrentiepositie van een stad hangt immerssteeds meer af van de bereikbaarheid, terwijl deefficiëntie van een zeehaven afhangt van de kwa-liteit. In ons onderzoeksprogramma AppliedEconomics concentreren we ons ook op de indus-triële economie. Wij doen onderzoek naar de organisatie van industrieën en markten in een inter-nationale context. Ons doel is een analytische basiste ontwikkelen waarmee we bedrijfsstrategieën enindustrie- en marktprestaties in open economieënbeter kunnen begrijpen en voorspellen.’ Prof.dr. Bert van der Knaap is hoogleraarEconomische en sociale geografie, directeurcapaciteitsgroep Toegepaste Economie en coör-dinator van het facultaire onderzoeksprogram-ma Applied Economics.

SECTIE HEALTH ECONOMICS

‘Om de kosten voor de gezondheidszorg in de handte houden overwegen veel landen een grotere rolvan marktwerking in de zorg. Het feit dat Nederlandhierin een voorloper is, schept voor ons uniekeonderzoeksmogelijkheden waarvoor wereldwijdgrote belangstelling is. Gereguleerde marktwerkingmoet tot grotere efficiëntie leiden, zonder dat ditten koste gaat van de solidariteit in de zorg.Marktwerking in de zorg werkt echter alleen wan-neer de partijen inzicht hebben in de mate waarinbehandelingen waar voor hun geld bieden. Om ditte bepalen moet je de baten en kosten van medi-sche zorg meten. Wij proberen met behulp vannieuwe inzichten uit de gedragseconomie betrouw-bare meetmethodes te ontwikkelen. Daarnaast wer-ken we aan methodes om de rechtvaardigheid inverschillende zorgstelsels te meten. Onze sectieHealth Economics werkt nauw samen met het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg.De resultaten van ons onderzoek stelt de overheidin staat om tot een afgewogen gezondheidszorg-beleid te komen.’Prof.dr. Han Bleichrodt is hoogleraar Economievan de gezondheidszorg.

hoogleraren. Met stip binnengekomen op de tweede plaats van de lijst staat prof.dr.Eddy van Doorslaer, gezondheidseconoom bij FEW en iBMG. Verder staan in de lijstde hoogleraren Peter Wakker, Philip Hans Franses, Rommert Dekker, Han Bleichrodten Casper de Vries. • Tijdens de 22e editie van de Business Week van de Economische

Het onderzoek van de capaciteitsgroep Toegepaste Economie is gericht op tweespeerpunten. Het eerste betreft gezondheidseconomie. Dit vakgebied heeft inde korte tijd van zijn bestaan, mede dankzij omvangrijke tweede-geldstroomfinanciering, een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt en boekt indrukwek-kende resultaten. Het werkt nauw samen met het instituut Beleid &Management Gezondheidszorg (iBMG) van het Erasmus Medisch Centrum. Het tweede speerpunt ligt op het terrein van de stedelijke economie en in hetbijzonder stedelijk management. Ook voor dit onderzoek is grote maatschappe-lijke belangstelling, zo blijkt uit de daarmee gepaard gaande externe finan-cieringsstromen.In de bachelor- en masteropleidingen maken studenten kennis met de weten-schappelijke probleemvelden op het terrein van de gezondheidseconomie, stedelijke en regionale economie, industriële organisatie en het ondernemer-schap.

Toegepaste Economie

Page 9: Brochure ESE

Faculteit der Economische Wetenschappen 7

‘ONZE INTERNATIONALE ONDERZOEKS-

REPUTATIE IS U ITSTEKEND’

‘Het Tinbergen Instituut behoort tot de wereldtopen daar zijn we best trots op. Bij de KNAW-accredi-tatie oogstten we veel lof. De beoordelingscommis-sie, met vertegenwoordigers van de besteAmerikaanse en Europese universiteiten, had grootontzag voor wat we in Nederland presteren metrelatief weinig financiële middelen. Onze uitsteken-de internationale onderzoeksreputatie houden wewel voortdurend in de gaten. Zo bieden we buiten-landse onderzoekers programma’s aan van een paardagen. Ze kunnen dan buiten een seminar om kennismaken met wat onze leden en research fel-lows aan onderzoek doen. Dit biedt extra kansentot samenwerking en verstevigt onze uitstekendenaam in het buitenland. Jaarlijks promoveren bij onstwintig jonge onderzoekers tot doctor.’ Prof.dr. Maarten Janssen is hoogleraar Micro-Economie en algemeen directeur van hetTinbergen Instituut.

ONDERZOEKSTHEMA’S

• Econometrics• Financial and International Markets• Institutions and Decision Analysis• Labour, Region and the Environment

Tinbergen InstituutHet Tinbergen Instituut is het interuniversitaire samenwerkingsverband tussende faculteiten Economische Wetenschappen van de Vrije Universiteit (25%), deUniversiteit van Amsterdam (25%) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (50%).Het onderzoeksinstituut behoort tot de wereldtop. Vertaald naar maatstavenvan het gezaghebbende Journal of the European Economics Association komthet op de eerste plaats in Europa. Wereldwijd neemt het de vijftiende plaats in. Bij het Tinbergen Instituut zijn ruim honderd research fellows betrokken, diehun thuisbasis hebben bij een van de drie betrokken universiteiten. Zij zien hetopleiden van de onderzoekers van morgen als een belangrijke taak. De contac-ten met jong talent, gecombineerd met de interactie tussen junior- en senior-onderzoekers, dragen bij aan het wetenschappelijk klimaat binnen het instituut. Net als het Erasmus Research Institute of Management (ERIM) biedt hetTinbergen Instituut een geïntegreerd en ononderbroken graduate programmaaan. De internationale belangstelling is groot, zo blijkt uit het vijf maal zo grote

aantal gegadigden als beschikbare plaat-sen. De selectieprocedure is dan ookzwaar. De meerderheid van de studentenkomt uit het buitenland, zoals Oost-Europaen Azië. De accreditatiecommissie van deKoninklijke Nederlandse Akademie vanWetenschappen (KNAW) is zeer te sprekenover het niveau van de studenten, hunenthousiasme en hun betrokkenheid.

Faculteitsvereniging Rotterdam in april 2006 ontvangt de FEW diverse wereldleidersen vertegenwoordigers van topbedrijven. De week wordt geopend door José ManuelBarroso, voorzitter van de Europese Commissie. Op de sprekerslijst staan onderanderen premier Jan Peter Balkenende, de Spaanse oud-premier José Mariá Aznar en

Page 10: Brochure ESE

‘ IN VAKBLADEN SCOREN ER IM-

ONDERZOEKERS OPVALLEND HOOG’

‘Volgens de Financial Times behoren wij sinds 2003tot de top vijf van de Europese onderzoeksinstitu-ten. Ook in andere rankings scoren onze onderzoe-kers opvallend hoog. Dat willen we graag zo hou-den. Daarom investeren we in jonge talentvolleonderzoekers uit binnen- en buitenland, van wie wevermoeden dat zij binnen ons vakgebied toonaan-gevend zullen zijn. We loven prijzen uit voor debeste artikelen, de beste dissertaties en de hoogstecitatiescore. Niet om de prijs als zodanig, maar omte benadrukken hoe belangrijk het is dat er excel-lent onderzoek wordt verricht. De ErasmusUniversiteit is een groot voorstander van dit beleiden heeft de interne verdeling van onderzoeksfinan-ciën voor een groot deel afgestemd op de onder-zoekskwaliteit. Hoe beter we scoren, des te meermiddelen we tot onze beschikking krijgen. Daarmeezullen we onze positie nog meer versterken.’Prof.dr. Dick van Dijk member van ERIM.

ONDERZOEKSTHEMA’S

• Business Processes, Logistics and Information Systems

• Finance & Accounting• Marketing• Organization• Strategy

de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan. • Andere internationaal bekende sprekerstijdens de Business Week 2006 zijn Rex W. Tillerson, ceo van Exxon MobilCorporation, Shell-topman en ceo Jeroen van der Veer en astronaut André Kuipersvan het European Space Agency. • Op 15 juni 2006 verleent de universiteit een ere-

De onderzoekschool ERIM is een samenwerkingsverband van RSM ErasmusUniversity en de FEW. De onderzoeksprogramma’s zijn gericht op het manage-ment in het bedrijf in relatie tot zijn omgeving, zijn intra- en interorganisatori-sche relaties en de bedrijfsprocessen in onderling verband. De inbreng van deFEW-onderzoekers zorgt voor een nadrukkelijk economisch perspectief binnendit fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Net als het Tinbergen Instituut ziet ERIM het aantrekken en monitoren vanwetenschappelijk talent als een van zijn kerntaken. Al vanaf de researchmasterwerken jonge onderzoekers aan het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden.Aansluitend kunnen ze solliciteren naar een promotieopleiding, waar zij meerop maat gesneden onderwijs krijgen in het doen van fundamenteel wetenschap-pelijk onderzoek.Om het wetenschappelijk onderzoek op de campus op een hoger niveau te tillenorganiseert ERIM diverse activiteiten voor zijn leden en research fellows. Zo zijner wekelijkse seminars en congressen waarvoor gastsprekers uit binnen- en buitenland worden uitgenodigd. Het debat moet leiden tot een uitdagendwetenschappelijk klimaat, dat excellent onderzoek ten goede komt. Het onder-zoeksinstituut voorziet in laboratoriumfaciliteiten waar leden en fellows onderzoek kunnen verrichten. Voor onderzoek van topkwaliteit zijn extra financiële middelen beschikbaar.

Erasmus Research Institute ofManagement (ERIM)

Faculteit der Economische Wetenschappen8

Page 11: Brochure ESE

Faculteit der Economische Wetenschappen 9

‘ONZE BASIS IS EEN WETENSCHAPPE-

L I JKE STAF DIE GOED IS IN ONDERWIJS

ÉN ONDERZOEK’

‘Onze studenten waarderen het zeer dat ze aan deene kant kennismaken met de manier waarop deeconomische theorievorming tot stand komt, en aande andere kant zien hoe die in de praktijk wordttoegepast. Al onze docenten zijn tweebenige spe-lers, die goed zijn in onderwijs én onderzoek. Vooronze studenten heeft dit als voordeel dat ze sneleen baan vinden waarvoor ze zijn opgeleid. Er is onsdaarom veel gelegen aan een uitstekende onder-wijskwaliteit. De internationale dimensie wordt inhet onderwijs ook steeds belangrijker. Onze studen-ten hebben dertig verschillende nationaliteiten. De meeste masterprogramma’s worden aangebodenin het Engels. Daarnaast zijn we in 2006 van startgegaan met een het Engelstalige InternationalBachelor in Economics and Business Economics.’Prof.dr. Ivo Arnold is opleidingsdirecteur vanFEW.

BACHELOROPLE ID INGEN

• Economie & Bedrijfseconomie• Economie & Informatica• Econometrie & Besliskunde• Fiscale Economie• International Bachelor in Economics & Business

Economics

MASTEROPLE ID INGEN

• MSc in Economics & Business:Accounting, Auditing & ControlEconomics of Markets, Organisations and PolicyEntrepreneurship, Strategy and Organisation EconomicsFinancial EconomicsInternational Economics and Business StudiesMarketingUrban, Port & Transport Economics

• MSc in Economics & Informatics:Computational EconomicsEconomics and ICT

• MSc in Econometrics & Management Science:Econometrics Operations Research & Quantitative LogisticsQuantitative MarketingQuantitative Finance

• MSc in Fiscale Economie• MSc in Health Economics*

De twee onderzoeksmasters van FEW zijn onder-gebracht in de twee onderzoeksinstituten, hetTinbergen Instituut en ERIM. De postinitiëlemasteropleidingen worden aangeboden door defacultaire bv’s.

* i.s.m. het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg

(iBMG).

Excellent in onderwijsDe bachelor- en masteropleidingen zijn uitdagend en dankzij de grote praktijk-kennis van de docenten enthousiasmerend. De opleidingsprogramma’s zijn dus-danig ingericht dat studenten letterlijk en figuurlijk bij de les worden gehouden.Op allerlei manieren probeert de faculteit hun betrokkenheid bij de studie tevergroten. Zo zijn er in de studie diverse prikkels ingebouwd om in een jaar-groep te studeren. Het studiejaar is opgedeeld in vijf blokken, elk met een kleinaantal modules die direct na afloop worden getoetst. Door het beperkte aantaltoetsmomenten en herkansingen is het studierendement hoog. Het facultaire onderwijs is kleinschalig georganiseerd. Studenten krijgen begelei-ding van mentoren die hen zo nodig doorverwijzen naar studieadviseurs. Er issprake van een netwerk rond de studenten dat hen actief bij de studie betrekt.Op deze wijze ontstaat een leergemeenschap van student, docent en mentor.Excellente studenten kunnen bovendien deelnemen aan het honours-program-ma. De extra verbredende en verdiepende vakken zijn een stimulans om door testromen naar de graduate programma’s van de onderzoeksscholen.Studenten voor wie de economiestudie geen gelukkige keuze is gebleken, wor-den hierover vroegtijdig geïnformeerd en worden eventueel doorverwezen naareen meer geschikte studie. Ook de studenteninstroom vanuit het hbo wordtnauwlettend gemonitord. Deze schakelstudenten sluiten met de faculteit eencontract af over de te leveren prestaties. Het Onderwijs Service Centrum biedtallerlei vormen van ondersteuning aan studenten en docenten.

doctoraat aan de Amerikaanse econometristen prof.dr. Arnold Zellner en aanNobelprijswinnaar prof.dr. Sir Clive W.J.Granger. De eredoctoraten worden uitgereiktter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan van het Econometrisch Instituut. • HetInstitute for Housing en Urban Development Studies (IHS) trekt de banden aan met

Page 12: Brochure ESE

BESCHOUW CONTRACTACTIV ITE ITEN

ALS EEN VORM VAN KRUISBESTUIV ING

De samenleving vraagt aan universiteiten om hunwetenschappelijke kennis om te zetten in een maat-schappelijke en economische waarde. Die taak hadde faculteit altijd al, maar wordt nu nadrukkelijk aanons gesteld. Met ons contractonderwijs en contract-onderzoek delen we als het ware onze kennis metanderen. Dat doen we in de werkmaatschappijenvan de EUR Holding maar ook in de vorm van eenMaatschappelijk Topinstituut. Samen met het insti-tuut voor Beleid & Management Gezondheidszorg(iBMG) doet onze faculteit onderzoek naar maat-schappelijke vraagstukken op het terrein van degezondheidszorg, bijvoorbeeld om de economischeeffecten van het nieuwe Nederlandse zorgstelsel temonitoren. Beschouw het als een vorm van kruis-bestuiving, want ook het academisch onderwijsheeft hier profijt van. En het levert weer nieuwefundamenteel wetenschappelijke onderzoeks-projecten op.

‘ONZE MAATSCHAPPEL I JKE TAAK IS

PROFESS IONALS OP TE LE IDEN VAN DE

WIEG TOT AAN HET PENSIOEN’

‘Als faculteit hebben we de maatschappelijke taakprofessionals op te leiden van de wieg tot aan hetpensioen, en zelfs daarna. Van studenten tot en metauditors, controllers of commissarissen. Om de ideevan ‘permanente educatie’ op alle terreinen vanfinanciële economie uit te dragen, gebruiken wenaar buiten toe de naam ESAA: Erasmus School ofAccounting & Assurance. Onder deze paraplu zijnonze bachelor-, master- en postinitiële opleidingenuit de EURAC-werkmaatschappij samengebracht,hetgeen de nodige continuïteit en onderlingeafstemming waarborgt. Dankzij het postinitiëleonderwijs maken de docenten op indringende wijzekennis met de vragen die vakgenoten in de praktijktegenkomen. Het is uitdagend, indirect ook voor debachelor- en masterstudent, en leidt dikwijls tot eenmix van fundamenteel en toegepast onderzoek.Door de bundeling van al het onderwijs in één instituut, is de samenwerking met andere weten-schapsdomeinen een logische stap.’Prof. Hans Gortemaker RA is hoogleraarAccountancy, in het bijzonder controleleer, ishoogleraar-directeur van ESAA en directeur vande capaciteitsgroep Bedrijfseconomie.

India. Een Indiase delegatie, waaronder de minister van stedelijke werkgelegenheiden armoedebestrijding, Kumari Selja, brengt op 27 juni een bezoek aan de FEW voorde ondertekening van een samenwerkingscontract. • Vanaf 1 juli 2006 bezet SirClive Granger, die in 2003 de Nobelprijs voor de Economie won, de komende drie jaar

Voor de kwaliteit van contractonderwijs en -onderzoek is het belangrijk samente werken met relevante beroepsgroepen, met organisaties, bedrijven of metoverheidsinstellingen. Vragen uit de praktijk kunnen worden aangescherpt ende toepasbaarheid van het wetenschappelijk onderzoek wordt daarmee ver-groot. Niet voor niets worden de beroepsverenigingen betrokken bij de kwa-liteit van het postacademisch onderwijs.De facultaire werkmaatschappijen bieden dan ook een breed scala aan post-initiële opleidingen aan, die hun waarde ruimschoots hebben bewezen.Voorbeelden zijn de Nederlandstalige post-experience Master of Finance andControl, de Master of City Developer, de Master of IT-Auditing, en deEngelstalige Master’s Course Management of the European Metropolitan Region(MEMR). Vermeldenswaard zijn voorts de Erasmus Masterclass Ondernemen ende Beroepsopleiding Financieel-Economisch Beleidsmedewerker (BOFEB).Bij de keuze van contractactiviteiten is er altijd sprake van aanwijsbare spin off-effecten naar het academisch onderwijs en het facultaire onderzoek. Zo komt de casuïstiek uit de praktijk het onderwijs ten goede en leidt toegepastonderzoek in opdracht van derden tot zuiver wetenschappelijk onderzoek. Of andersom: dergelijke contractactiviteiten leiden tot nieuwe ideeën waarmeedocenten hun theorieën aanscherpen. Alleen dan is er sprake van een synergietussen de ‘best of two worlds’.

Facultaire werkmaatschappijen: excellentie in opdrachten

Faculteit der Economische Wetenschappen10

Page 13: Brochure ESE

Faculteit der Economische Wetenschappen 11

de nieuwe Henri Theil Leerstoel van de FEW. • Dr. Ingolf Dittmann, verbonden aan decapaciteitsgroep Bedrijfseconomie, krijgt op 13 juli 2006 een omvangrijke Vidi-sub-sidie toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek(NWO). Het is bedoeld voor zijn onderzoek naar de mate waarin managers zich laten

FACULTAIRE BV’S

• Erasmus Center for Customer, Channel and Market Analysis (EC3MA)EC3MA verzorgt onderzoek en onderwijs op hetgebied van marketing & sales en marktgerelateer-de vraagstukken in het domein van de levens-wetenschappen.

• Erasmus Food Management Instituut (EFMI)EFMI houdt zich bezig met vraagstukken die spe-len in de levensmiddelensector. Een van de post-initiële masteropleidingen is de Master of FoodManagement, Retail Analyse.

• Erasmus Universiteit Rotterdam Accounting, Auditing & Controlling (EURAC)EURAC biedt diverse vormen van contractonder-wijs aan, zoals de post-initiële masteropleidingenAccountancy, Register Controlling, en FinancialPlanning.

• Fiscaal Economisch Instituut (FEI)FEI verzorgt postacademisch onderwijs, verrichtwetenschappelijk onderzoek en geeft beleidsad-viezen vanuit het vakgebied fiscale economie.

FACULTAIRE BV’S

• Institute for Housing and Urban Development Studies (IHS)IHS richt zich op training, consultancy en toege-past onderzoek op het gebied van stedelijke ont-wikkeling, stedelijk beheer en stadsontwikkeling.Een van de activiteiten is de post-initiële masterCity Developer.

• Center for Maritime Economics & Logistics (MELEUR)MELEUR is gespecialiseerd in maritieme economieen logistiek.

• Regionale Economie, Haven- en Vervoerseconomie (RHV) RHV biedt diverse vormen van contractonderzoeken contractonderwijs aan op het gebied vanregionale en stedelijke economie, haveneconomieen vervoerseconomie.

• Sociaal-Economisch Onderzoek Rotterdam (SEOR)SEOR is gespecialiseerd in het analyseren, model-leren, doorrekenen, monitoren en evalueren vaneconomische beleidsscenario’s, programma’s enprojecten van de overheid.

Page 14: Brochure ESE

12 Faculteit der Economische Wetenschappen

beïnvloeden wanneer hun salaris deels uit opties bestaat. • De Chorafas Prijs 2006wordt op 8 september 2006 toegekend aan Arthur Attema, promovendus bij HealthEconomics, voor zijn onderzoek naar de invloed van tijd op de waardering voorgezondheidszorg.

Afgeronde cijfers per 1-1-2007.

PERSONEEL

Hoogleraren 31 fteUHD’s 28 fteUD’s 41 ftePromovendi 80 ftePostdoc’s 34 fteOndersteunende staf 54 fte

ONDERWIJS (P / J )

Ingeschreven studenten 4.450Instroom studenten 800Uitstroom bachelor 500 Uitstroom master 400 Promoties 20

ONDERZOEK

Wetenschappelijke publicaties (p/j) 400Citatiescore ESB 2005 tweede plaats*

F INANCIËN

Eerste geldstroom Mw 17,0Tweede geldstroom Mw 0,6Derde geldstroom Mw 17,5

* Economische Statistische Berichten 2005, opgesteld door CentER.

Feiten & cijfers

Page 15: Brochure ESE

ColofonOntwerp

Studio Bauman BNO, Rotterdam

Fotografie

Hannah Anthonysz, Arno Bauman,Paula Delfos, Patrick Groenen, Ben Wind

Tekst

Rietje van Vliet

Druk

Veenman Drukkers, Rotterdam

Oplage

3.000

Uitgave

Bestuursteam FEW12.2006

Page 16: Brochure ESE

Erasmus Universiteit RotterdamFACULTE IT DER ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN

Bezoekadres

Burgemeester Oudlaan 503062 PA Rotterdam

Postadres

Postbus 1738 3000 DR RotterdamTelefoon (010) 408 13 77Fax (010) 408 91 [email protected]