Upload
dinhkhue
View
220
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
22
Inhoudsopgave
1. Voorwoord
1. Inleiding 5 2. Belangrijke informatie 5 Veranderingsservice 5 Actualiteit 5 3. Geldigheid van deze bedieningshandleiding 5 Geldigheid 5 Voorbehoud auteursrecht 5 4. Eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker 5 5. Service 5
2. EG-verklaring en protocollen
1. EG-conformiteitsverklaring 6 2. Belangrijke informatie 7 3. Instructiebewijs 7
3. Algemene veiligheidsvoorschriften
1. Informatie over tekens, symbolen en aanduidingen 8 2. Algemeen 9 3. Veiligheidsvoorschriften voor het bedrijf
dat de machine gebruikt 10 4. Geluid 10 5. Oliën, vetten en andere chemische substanties 10 6. Restrisico 10 7. Veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel 11 8. Veiligheidsvoorschriften voor het gebruiken
van de machine 11 9. Veiligheidsvoorschriften voor de instandhouding 11 10. Trainingen/instructies 11 11. Persoonlijke beschermingsmiddelen 12
4. Gebruiksdoel / werkwijze
1. Algemene informatie 14 2. Doelmatig gebruik 14 3. Voorzienbaar verkeerd gebruik 14 4. Functie en beschrijving van de machine 15 5. Typeplaatje 15 6. Grenswaarden 15 7. Aansprakelijkheid 15
5. Technische informatie
1. Veiligheidsinstructies 16 2. Aanslagpunten 16 3. Technische gegevens 17 4. Uitrusting 18 Aanpassingen 22 5. Aanvullende beschermingen 22 6. Geluidsemissie 23 7. Afstellen/bevestigen 23 Algemene informatie 23 8. Vereiste aansluitingen 23 Hoofdstroomaansluiting 23 Persluchtaansluiting 23 9. Transport 23 Transport met vorkheftruck of hefwagen 24 10. Transport binnen het bedrijf 24 11. Compleetheid van de levering 24 12. Afhandeling van transportschade 24 13. Maatregelen voor tussenopslag 24 14. Plaats van opstelling 24 15. Veiligheidsvoorzieningen op locatie 25 16. Toelaatbare omgevingsomstandigheden 25 17. Deconservering 25 18. Elektronica 25 19. Pneumatische aansluiting 25 20. Afzuiging 25
6. Ingebruikname / testrun
1. Algemeen 27 2. Veiligheidscontrole 27 3. Storingen bij de ingebruikname 27 4. Eerste ingebruikneming 27 5. Leveringsvarianten 28 6. Wisselbooraandrijvingen 29 Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta 29 Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 29 Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 90° 29 7. Overige accessoires 29 8. Componenten 30 Indrukbeugel voor de wisselbooraandrijving, 6 assen 30 Middenaanslag 31 Voortzettingsaanslagen 31 Instellingen boordiepte 32 Trommelaanslag 33 Neerdrukarm 33 Ombouw handbediening / voetschakelaar 34 Aansluiting voetschakelaar bij een machine
met horizontale booraandrijving 34 Aansluiting voetschakelaar bij een machine
zonder horizontale booraandrijving 35 9. Testrun uitvoeren 36 10. Beëindigen van de ingebruikname 36
7. Afstellen
1. Machine voorbereiden 38 Operationaliteit 38 Aansluiting op de afzuiging 38 Aansluiting op de persluchtvoorziening 39 Aansluiting op de stroomtoevoer 39 Inschakelen 40 Bediening 40 Rijboring maken met wisselbooraandrijving, 9 assen 41 Scharnieren indrukken 42 2. Instellen (werkvoorbereiding) 42 Het gebruikte gereedschap (boren) 42 Wisselbooraandrijving, 6 assen, Wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9) 43 Wisselbooraandrijving, 9 assen 43 Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 44 Wisselbooraandrijving vervangen 44 Reiniging 44 Aandrijving inzetten 45 Schakelaarfunctie controleren 45 Boordiepte-instelling verticale booraandrijving 46 Boren met horizontale booraandrijving 46 Instellingen aan de achterzijde van de machine 47 Boorslagbegrenzing voor rijboringen 48 3. Neerdrukarm en middenaanslag 48 Neerdrukarm 48 Middenaanslag 49 Instellen van de trommelaanslagen 49 Pendelaanslagen 49
8. Bedrijf
1. Veiligheidscontrole 50 Algemene informatie 50 Operationaliteit 50 Bedieningselement 51 2. Inschakelen 52 Voorbereidende werkzaamheden 52 3. Bediening 52 Neerdrukarm 53 Verwerking van Hettich scharnieren 53 Boren 54 Indrukken 54 4. Storingen tijdens de werking 55 Storingen verhelpen 55 5. Controles tijdens de werking 55 Functiecontroles 55
33
9. Onderhoud/verzorging 1. Algemene informatie 56 Werkzaamheden aan elektrische componenten 56 2. Instructie van het onderhoudspersoneel 56 3. Stilstandsbeveiliging van de machine 57 4. Reiniging van de machine 57 Elektromotoren 57 5. Onderhoudswerkzaamheden 57 Onderhoud en instandhouding 57 Onderhoudsunit 58 6. Instructies voor inspecties 58 Algemeen 58
10. Storingen/oplossing 1. Algemene informatie 59 2. Storingsoorzaken bij exploitant 59 3. Foutopsporing 59 Algemene storingsoorzaken 59 Storing in het machineverloop 59 4. Storingsmelding 59
11. Demontage/afvalverwijdering
1. Algemene informatie 60 Voor de demontage 60 2. Buitenbedrijfstelling 60 3. Demontage 61 Algemene informatie 61 Demontage van de machine/installatie 61 4. Gevaarlijke stoffen / afvalverwijdering 61 Milieubescherming 61 Slopen 61 Olie en oliehoudend afval 61
12. Reserveonderdelen
1 Basisonderstel 63 2. Werkblad 63 3. Excenterspanner 64 4. Onderstel geleiding 64 5. Uitzetter 65 6. Afzuiging 65 7. Kabelsleepketting 66 8. Console 66 9. Hefcilinder 67 10. Aanslag boordiepte 68 11. Verstelbare aanslag 68 12. Klemming 69 13. Motor met dragend element 70 14. Middenaanslag 70 15. Indrukbeugel 71 16. Neerdrukarm achter 71 17. Neerdrukarm voor 71 18. Voortzettingsaanslag 72 19. Slagbegrenzing 72 20. Trommelaanslag 72 21. Horizontale booreenheid 73 22. Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 74 23. Wisselbooraandrijving, 9 assen 75 24. Wisselbooraandrijving, 6 assen 75 25. Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta (22/9) 75 26. Pneumatisch schema 76 27. Elektrisch schakelschema 77
13. Nummers reserveonderdelen
1. Nummeroverzicht van de reserveonderdelen met omschrijving 78
14. Montagehandleidingen voor toebehoren
1. Indrukbeugel 82 2. Aanpassing van hand- naar voetschakelaar 82 Aansluiting voetschakelaar bij een machine met horizontale booraandrijving 83 3. Montage laser 84 4. Montage voortzettingsaanslag 85 Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen 86 5. Montage schraag 86
44
1. Voorwoord
1. Inleiding 5
2. Belangrijke informatie 5
Veranderingsservice 5
Actualiteit 5
3. Geldigheid van deze bedieningshandleiding 5
Geldigheid 5
Voorbehoud auteursrecht 5
4. Eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker 5
5. Service 5
Voorwoord
WAARSCHUWING
Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig door, zodat u diepgaande kennis vergaart over de machine en het bedienen en onderhouden hiervan. Bedien de machine correct, zoals beschreven in deze handleiding, zodat letsel en schade aan de installatie wordt voorkomen. U mag de machine niet op basis van veronderstellingen bedienen. Zorg dat de bedieningshandleiding binnen bereik is en raadpleeg die, indien u twijfels hebt over het uitvoeren van enig proces.
Mochten er na het doorlezen nog vragen bestaan, mag u de machine niet in gebruik nemen. U dient deze vragen eerst te bespreken met de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG.
Deze bedieningshandleiding moet het gemakkelijker voor u maken, om de machine te leren kennen en de mogelijkheden van een doelmatig gebruik optimaal te benutten. De bedieningshandleiding omvat belangrijke informatie om de machine veilig, vakkundig en rendabel te kunnen gebruiken. Het naleven hiervan helpt om gevaren te voorkomen, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur te verhogen.
Bestaande nationale ongevallenpreventievoorschriften en milieurichtlijnen dienen eveneens te worden nageleefd.
De machine mag uitsluitend door personen die hiermee door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG zijn belast worden geplaatst en gemonteerd. Dat geldt met name ook voor de eerste inbedrijfstelling.
Deze handleiding moet altijd op de plaats van toepassing beschikbaar zijn. De bedieningshandleiding moet door alle personen worden gelezen en nageleefd die met werkzaamheden met/aan de machine, bijv.:
• bediening
• inclusief aanpassingswerkzaamheden, het verhelpen van storingen tijdens de dagelijkse werkroutine, verwijderen van brand- en hulpstoffen
• instandhouding
• onderhoud, inspectie, reparatie
• transport
zijn belast.
55
1. Inleiding
Het belangrijkste doel van deze handleiding is de veiligheid van 'mens en machine' conform de EG-machinerichtlijnen. Hij richt zich tot alle personen die met deze machine of installatie en het bedrijf hiervan zijn belast, met name tot het bedienend personeel.
• Lees als bediener/onderhouder altijd eerst deze handleiding door en zorg dat u vertrouwd raakt met de bediening, een veilig bedrijf van de machine en alle noodzakelijke aanpassings-, onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden die veilig en afgestemd op de machine moeten worden uitgevoerd.
• Uw persoonlijke veiligheid en die van uw omgeving, evenals een veilig gebruik van de machine zonder andere voorwerpen of het milieu in gevaar te brengen, zijn alleen gewaarborgd indien kennis werd genomen van alle instructies in deze handleiding, de Arbo-wet en de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften en indien deze ook werden nageleefd.
• Zorgt u er als klant en/of exploitant voor dat deze handleiding voor de eerste inbedrijfstelling ter beschikking wordt gesteld aan het bedienend/onderhoudend personeel, altijd in de directe omgeving van de machine blijft en dat de instructies en waarschuwingen in deze handleiding alsook de voor de montageplek geldende technische regels, Arbo-regels, veiligheidsvoorschriften e.d. worden nageleefd.
Deze handleiding ontheft de exploitant daarom ook niet van zijn verplichting om eigen, aan zijn bedrijfsomstandigheden, een bepaalde installatie-/machinecombinatie, bijzondere plaatsingsomstandigheden, speciale aansluitvormen en/of gereedschap- resp. componenteigenschappen enz. aangepaste gezondheids- en veiligheidsvoorschriften alsook veiligheidstechnische processen te ontwikkelen en toe te passen resp. te laten toepassen en het naleven hiervan te controleren.
2. Belangrijke informatie
Veranderingsservice
Voor deze handleiding geldt geen veranderingsservice. Bij aanpassingen/aanvullingen na de levering van de machine moet de exploitant deze handleiding in eigen verantwoordelijkheid door eigen of eventueel door Hettich FurnTech GmbH & Co. KG geleverde aanvullingen actualiseren.
Het recht tot wijzigingen en verbeteringen in het kader van de technische vooruitgang blijft ten opzichte van alle technische gegevens, afmetingen en afbeeldingen altijd voorbehouden.
Actualiteit
In deze handleiding genoemde wetten, voorschriften, richtlijnen, technische regels enz. evenals daaruit afgeleide informatie zijn volgens de meest actuele stand ten tijde van de samenstelling van deze handleiding.
Deze zijn altijd in de nieuwste, geldige versie toe te passen, moeten door de exploitant in eigen verantwoordleijkheid worden geactualiseerd en altijd in hun restrictieve (strengere) versie worden toegepast.
Wij wijzen er verder op dat de inhoud van deze handleiding niet deel van een eerdere overeenkomst, toezegging of juridische relatie is en deze ook niet moet veranderen. Alle verplichtingen van Hettich FurnTech GmbH & Co. KG blijken uit de desbetreffende leveringsovereenkomst, waarin ook de volledig en alleen geldige garantieregeling staat resp. hiernaar wordt verwezen. Deze contractuele garantiebepalingen worden door de informatie in deze handleiding noch uitgebreid, noch beperkt.
3. Geldigheid van deze bedieningshandleiding
• Deze bedieningshandleiding geldt alleen voor deze machine
• Vermeld bij al uw vragen en bestellingen van reserveonderdelen altijd het machinenummer
Informatie in deze handleiding m.b.t. uitrustingsvoorwerpen die niet bij de levering zijn inbegrepen, is slechts ter informatie. Rechten m.b.t. de uitrusting van de machine met deze uitrustingsvoorwerpen zijn hieruit niet af te leiden.
Geldigheid
Deze handleiding werd volgens EG-richtlijnen, Europese (geharmoniseerde) normen enz. gemaakt. Informatie m.b.t. werkveiligheid, milieubescherming en veiligheidsregels komen eventueel overeen met nog niet geharmoniseerde, in Duitsland geldende ongevallenpreventievoorschriften resp. de in de bijlage van de productveiligheidswet genoemde DIN-normen of technische regels.
De klant/exploitant moet in eigen verantwoordelijkheid:
• de genoemde wetten, voorschriften, richtlijnenen e.d. als basis voor een veilige omgang en goed onderhoud beschouwen
• hun uitvoering en naleving toetsen aan nationale / regionale / bedrijfsinterne voorschriften
• aanvullende, door de verantwoordelijke plaatselijke, regionale of nationale instanties voorgeschreven beschermingen zelf ter beschikking stellen en voor de eerste inbedrijfstelling aanbrengen
Bedieningshandleiding: Hettich FurnTech GmbH & Co. KG© 2016 van Hettich FurnTech GmbH & Co. KG
Auteursrechten van de bedieningshandleiding
De auteursrechten van deze bedieningshandleiding zijn in handen van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG.
Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor het bedienend personeel. U vindt hierin technische voorschriften en tekeningen, die noch volledig noch gedeeltelijk mogen worden verveelvoudigd, verspreid, onbevoegd voor concurrentiedoeleinden worden gebruikt of aan anderen worden meegedeeld.
Vermenigvuldiging, ook van delen van deze handleiding, is niet geoorloofd.
4. Eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker
De klant of exploitant moet in eigen verantwoordelijkheid ervoor zorgen,
• dat de bepalingen m.b.t. arbeidsveiligheid, veiligheid, milieu en afvalverwijdering voor de machine, het gebruik daarvan, evenals bij inspecties, onderhoud en reparaties worden nageleefd
• dat ongeoorloofde veranderingen of aanpassingen aan de machine en de veiligheidsmechanismen achterwege blijven
• dat een onpassend, onjuist of ondoelmatig gebruik van de machine uitgesloten is
5. Service
Klantenservice
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Straße 10, D-32602 Vlotho
66
2. EG-verklaring en protocollen
1. EG-conformiteitsverklaring 6
2. Belangrijke informatie 7
3. Instructiebewijs 7
1. EG-conformiteitsverklaring
EG-verklaring en protocollen
EG-conformiteitsverklaring In de zin van machine richtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
Hierbij verklaart de firma
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho
dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho
gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:
EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie
EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2
2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit
EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254
2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving
EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen
Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.
• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen
Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening
EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
Hierbij verklaart de firma
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho
dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho
gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:
EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie
EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2
2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit
EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254
2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving
EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen
Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.
• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen
Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening
EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
Hierbij verklaart de firma
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho
dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho
gaat om een machine in de zin van de machine richtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machine richtlijn 2006/42/EG, laagspannings richtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:
EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie
EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2
2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit
EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254
2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving
EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen
Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.
• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen
Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening
EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
Hierbij verklaart de firma
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho
dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho
gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:
EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie
EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2
2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit
EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254
2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving
EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen
Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.
• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen
Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening
EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
Hierbij verklaart de firma
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho
dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho
gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:
EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie
EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2
2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit
EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254
2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving
EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen
Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.
• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen
Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening
EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
Hierbij verklaart de firma
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho
dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho
gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:
EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie
EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2
2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit
EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254
2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving
EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen
Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.
• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen
Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening
EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
Hierbij verklaart de firma
Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho
dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho
gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:
EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie
EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2
2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit
EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254
2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving
EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen
Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.
• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen
Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening
77
2. Belangrijke informatie
Informatie voor de exploitant
Behalve de bedieningshandleiding en de in het land resp. de plaats van gebruik geldende voorschriften met betrekking tot ongevallenpreventie moeten ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken in acht worden genomen.
De exploitant van de machine mag zonder toestemming van firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG geen aanpassingen, uitbreidingen of veranderingen bij de machine uitvoeren, die van invloed zouden kunnen zijn op de veiligheid.
De gebruikte reserveonderdelen moeten aan de door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG vastgelegde technische eisen voldoen. Dat is bij originele reserveonderdelen uit de steeds geldende onderdelenlijst altijd gegarandeerd.
Laat altijd alleen geschoold of geïnstrueerd personeel met de machine werken en leg de verantwoordelijkheden van het personeel voor het bedienen, repareren en onderhouden duidelijk vast.
Verder gebruik en aanpassingen
Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat bij aanpassingen/veranderingen enz. aan de hierboven genoemde machines de EU-verklaring komt te vervallen. Het bedrijf dat de aanpassing uitvoert, moet de EU-verklaring aanvullen en de documentatie uitbreiden resp. vernieuwen, aangepast aan de actuele en veranderde versie (art. 8 lid 6 EU-machinerichtlijn)
NaamDatum van/
tot
Soort instructieHandteke-ning van de geïn-strueerde persoon
Instructeur Geïnstrueerde persoon Bediening Veiligheids-voorschriften Onderhoud
3. Instructiebewijs
De ondergetekenden van dit protocol bevestigen met hun handtekening de juistheid van de volgende gegevens en informatie.
Bevestiging
Hiermee bevestig ik dat ik de handleidingen van de machine:
Omschrijving BlueMax Mini Modular Plus
Bouwwijze: Boor-indrukmachine
Machinenr.
gelezen en begrepen heb.
Verder verplicht ik mijzelf ertoe om de algemene veiligheidsvoorschriften, het onderhoud en de verzorgingsinstucties, evenals de inschakel- en bedieningsinstructies en in geval van storingen de hiervoor voorgeschreven voorschriften aan te houden en na te leven. Het is mij bekend dat bij het niet-naleven van de voorschriften ongevallen en risico's voor mensen, alsook materiële schade aan de machine kan ontstaan, wanneer deze instructies niet worden opgevolgd.
8
Algemene veiligheidsvoorschriften
3. Algemene veiligheidsvoorschriften
1. Algemeen 8
Informatie voor het bedienend personeel 8
2. Algemeen 9
3. Veiligheidsvoorschriften voor het bedrijf dat de machine gebruikt 10
4. Geluid 10
5. Oliën, vetten en andere chemische substanties 10
6. Restrisico 10
7. Veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel 11
8. Veiligheidsvoorschriften voor het gebruiken van de machine 11
9. Veiligheidsvoorschriften voor de instandhouding 11
10. Trainingen/instructies 11
11. Persoonlijke beschermingsmiddelen 12
1. Informatie over tekens, symbolen en aanduidingen
De veiligheidsinformatie in de bedieningshandleiding is als volgt opgebouwd:
GEVAAR
Deze gevaaraanduiding duidt op een direct gevaarlijke situatie die zelfs de dood of ernstig letsel tot gevolg heeft, indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.
WAARSCHUWING
Deze gevaaraanduiding duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die zelfs de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.
OPGELET
Deze gevaaraanduiding duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die licht letsel tot gevolg kan hebben, indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.
OPMERKING
Deze aanduiding wijst op mogelijke materiële schade of een situatie van bijzonder interesse/belang, die zou kunnen ontstaan indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.
In de bedieningshandleiding worden de volgende symbolen gebruikt om risicobronnen aan te duiden:
GEVAAR
Gevaar door stroomschok!
Onjuist uitgevoerde werkzaamheden aan elektrische componenten zijn levensgevaarlijk i.v.m. elektrische schokken!
Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen alleen door erkende elektriciens worden uitgevoerd!
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor gehoorschade!
Sommige delen van de installatie kunnen in een bereik van meer dan 80 dB (A) liggen.
Draag bij werkzaamheden in geluidsintensieve gebieden gehoorbescherming!
WAARSCHUWING
Gevaar door houtstof!
Houtstof kan de functie van de ademhalingswegen belemmeren. Draag daarom een stofmasker.
9
WAARSCHUWING
Brandgevaar!
Schuur- en laswerkzaamheden mogen bij deze machine nooit worden uitgevoerd.
Houd rekening met de lasvoorschriften en de ongevallenpreventievoorschriften.
WAARSCHUWING
Ex-bescherming
Deze machine heeft geen EX-bescherming. Niet in de omgeving van verfspuiterijen plaatsen.
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
Er bestaat het risico dat handen bekneld raken, in de machine worden getrokken of anderszins letsel oplopen.
Houd uw handen nooit tussen de bewegende delen van de installatie!
Draag veiligheidshandschoenen!
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor hete oppervlakken/voorwerpen!
Er bestaat letselgevaar door het aanraken van hete oppervlakken (bijv. elektromotoren).
Niet aanraken!
2. Algemeen
De in deze bedieningshandleiding beschreven machine is volgens de laatste stand van techniek gebouwd en bedrijfsveilig. Hij voldoet aan NEN EN 12100.
Risicoplaatsen zijn volgens de voorschriften beveiligd. Er kunnen echter gevaren van de machine uitgaan, wanneer die door niet hiervoor opgeleid personeel onvakkundig wordt bediend of niet doelmatig wordt gebruikt.
In dat geval zouden ernstige gezondheidsrisico's evenals risico's voor de machine en gevaren voor de efficiënte werking van de machine kunnen ontstaan.
Alle personen die in het bedrijf van de exploitant met het installeren, ingebruiknemen, bedienen, onderhouden of repareren van de machine zijn belast, moeten de bedieningshandleiding en met name het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' hebben gelezen en begrepen.
In zijn eigen belang moet de met de veiligheid belaste medewerker van de exploitant voor het eerste gebruik door het bedienend personeel schriftelijk laten bevestigen, dat zij hebben deelgenomen aan trainingen en instructies, en alle veiligheidsvoorschriften ter kennis hebben genomen.
Veiligheidsvoorzieningen mogen niet gedemonteerd of buiten werking gesteld worden.
Wanneer het noodzakelijk is dat veiligheidsvoorzieningen t.b.v. onderhouds- of reparatiewerkzaamheden gedemonteerd worden, moeten deze onmiddellijk na beëindiging van deze werkzaamheden weer worden aangebracht.
De machine mag alleen in onberispelijke staat en door hiervoor opgeleid, bevoegd personeel worden gebruikt.
Werkzaamheden waarvoor vakkennis vereist is (bijv. aan de elektrische of pneumatische onderdelen) mogen uitsluitend door hiervoor geschikt en opgeleid personeel worden uitgevoerd.
Bij alle werkzaamheden aan de machine de hoofdschakelaar op stand '0' (UIT) zetten, beveiligen en de persluchttoevoer loskoppelen.
Alle energiebronnen uitschakelen voordat reparatie-, onderhouds-, installatie- of reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Energiebronnen:
• elektrische energie
• pneumatische energie
OPGELET
Gevaar door restenergie!
Ook na het uitschakelen van de machine met de hoofdschakelaar verdwijnt de opgeslagen energie niet.
De resterende energie en opgeslagen energie wegvoeren!
Energiebronnen uitschakelen/wegnemen:
De voor externe apparaten geldende veiligheidsvoorschriften vindt u in de gegevens van de leveranciers (bedieningshandleidingen van gekochte aggregaten).
Elektrische energie via de motorschakelaar/hoofdschakelaar van de machine. Plaats bovendien een informatiebord, wanneer onderhoud of werkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd.
Afb. 3: motorschakelaar
Afb. 4: hoofdschakelaar (vanuit de bediener gezien rechts aan de zijkant van het machine onderstel)
1010
OPGELET
Waarschuwing voor handletsel!
De hoofdschakelaar schakelt alleen de aandrijving uit, niet de pneumatische onderdelen!
De machine heeft geen noodstop-knop of noodstop-inrichting. Daarom is bij de omgang met en het werken aan deze machine bijzondere voorzichtigheid geboden.
Pneumatische energie via de aansluiting op het machineonderstel. Zorg ervoor dat alle componenten van de machine drukloos zijn en evt. opgeslagen energie is weggevoerd. De exploitant stelt in het kader van de installatie een mechanische hoofdkraan beschikbaar, waarmee de perslucht van de machine kan worden gehaald.
Afb. 4: onderhoudseenheid pneumatische onderdelen (vanuit de bediener gezien linksachter aan de zijkant van het machineonderstel)
3. Veiligheidsvoorschriften voor het bedrijf dat de machine gebruikt
Alle met het bedrijf van de machine belaste personen (ook leidinggevenden) dienen het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' goed door te lezen. De veiligheidsvoorschriften moeten worden nageleefd.
De machine mag alleen in onberispelijke staat worden gebruikt. Het bedrijf dat de machine gebruikt verdeelt de bevoegdheden voor o.a. onderhoud, reiniging en reparatie helder en let op het vereiste opleidingsniveau voor deze werkzaamheden.
Ook de in het land van gebruik geldende veiligheidsvoorschriften moeten worden nageleefd. Voer geen werkzaamheden uit die de bedrijfsveiligheid zouden kunnen verminderen.
Het bedieningspersoneel controleert de machine op veranderingen of storingen, meldt die bij de verantwoordelijke veiligheidsmedewerker en stelt de machine, indien nodig, buiten bedrijf.
Er mag alleen gereedschap worden gebruikt dat geschikt is voor de betreffende werkzaamheden; na beëindiging van de werkzaamheden het gereedschap verwijderen. De locatie waar het personeel zich bevindt, moet dusdanig worden gekozen dat de werkprocessen altijd zichtbaar zijn, de machine altijd onmiddellijk kan worden gestopt en de veiligheid op geen enkel moment in gevaar is.
Algemene veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het is verboden om:
• in de ingeschakelde machine te grijpen
• afdekkingen te verwijderen en veiligheidsvoorzieningen buiten bedrijf te stellen
• de vrije bereikbaarheid van de bedieningselementen te belemmeren
• de machine verder te gebruiken wanneer zich veranderingen hebben voorgedaan die van invloed zijn op de veiligheid
• veiligheidsvoorzieningen te manipuleren of omzeilen
4. Geluid
Het A-gewogen equivalente geluidsdrukniveau van deze machine ligt bij > 80 dB (A).
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor gehoorschade!
Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan er een hogere geluidsdruk ontstaan die gehoorschade veroorzaakt!
Het bediende personeel moet met een passende beschermuitrusting worden uitgerust of m.b.v. andere maatregelen worden beschermd!
Draag bij werkzaamheden met de machine gehoorbescherming!
5. Oliën, vetten en andere chemische substanties
Bij de omgang met oliën, vetten en andere chemische substanties moeten de hiervoor geldende voorschriften en veiligheidsbladen van de producent van deze stoffen m.b.t. opslag, omgang, gebruik en verwijdering in acht genomen en nageleefd worden.
Bij het werken met bijtende stoffen moet een beschermuitrus-ting van geschikt materiaal worden gedragen (beschermbril, rubberen handschoenen, rubberen laarzen, veiligheidskleding).
Bij contact met de ogen of huid moet de betreffende plaats onmiddellijk met veel water worden afgespoeld. Passende voorzieningen (oogwasfles, wastafel, douche) moeten in de buurt van de werkplek beschikbaar zijn.
6. Rest risico
OPGELET
Rest risico’s
Bij de omgang met de machine bestaan altijd nog rest risico’s welke door de constructie niet geëlimineerd konden worden.
Zie voor de rest risico’s in de technische documentatie!
De machine is volgens de stand der techniek en de erkende veiligheidstechnische regels gebouwd. Toch kunnen er bij het gebruiken van de machine risico's voor de gebruiker of derden ontstaan.
De machine dient te worden gebruikt:
• t.b.v. het doelmatige gebruik
• in een veiligheidstechnisch onberispelijke staat
1111
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Veiligheidsvoorzieningen nooit verwijderen en deze ook niet door veranderingen aan de machine buiten werking stellen!
Storingen die van invloed kunnen zijn op de veiligheid, moeten onmiddellijk worden verholpen!
Voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden de complete machine uitschakelen met de hoofdschakelaar en de persluchttoevoer onderbreken!
7. Veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel
• Werkzaamheden aan de machine mogen uitsluitend door vak-personeel worden uitgevoerd dat hierover werd geïnstrueerd
• Er mag alleen geschoold of bevoegd vakpersoneel worden gebruikt
• De algemeen erkende veiligheidstechnische en arbo-regels evenals de ongevallenpreventievoorschriften moeten worden nageleefd
• Bewaar ehbo-voorzieningen (verbanddoos enz.) in de directe omgeving
• De exploitant dient het bedienende personeel te verplichten om persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsschoenen en vaste werkkleding) te dragen
Toegestane werkzaamheden door het bedienende personeel
Werkzaamheden die het bedienende personeel mag uitvoeren, zijn
• het activeren/deactiveren van de machine
• het verwisselen van de boren
• het aanpassen van de machine aan componentafmetingen
• het toevoegen van losse delen (plat liggende houten platen, scharnieren en verbindingsbeslag)
• het starten van de boor- en indrukhandeling
• het uitnemen van componenten die gereed zijn
• het reinigen van de machine
Eisen aan het bedienende personeel
De bediener moet zijn werkomgeving dusdanig organiseren, dat een optimaal, continu productieproces wordt gerealiseerd.
Degene die de machine bedient moet voordat het werk voor het eerst wordt opgenomen en vervolgens in jaarlijkse intervallen worden geïnstrueerd.
Iedereen die met werkzaamheden aan de installatie is belast, verplicht zich ertoe om voor werkbegin
• de principiële voorschriften over werkveiligheid en ongevallenpreventie in acht te nemen
• persoonlijke/werkplekgerichte beschermkleding en hulpmiddelen, die in het teken van de werkveiligheid staan, te dragen, resp. tijdens het werk te gebruiken, voor zover dit veiligheidstechnisch vereist is
De vastgelegde competenties moeten worden aangehouden. Zo mogen bijvoorbeeld
• werkzaamheden aan pneumatische onderdelen van de installatie uitsluitend door speciale vakmensen of door hierover geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een dergelijke vakman volgens de hiervoor geldende technische regels worden uitgevoerd
8. Veiligheidsvoorschriften voor het gebruiken van de machine
• De machine mag alleen in gemonteerde en bedrijfsklare staat in bedrijf worden genomen
• De machine mag alleen worden gebruikt, wanneer alle veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsrelevante inrichtingen, zoals beschermplaten functioneren en onbeschadigd zijn
• Bij de ingebruikneming moet degene die de machine bedient zich vergewissen dat alle veiligheids- en beschermvoorzieningen evenals de bedieningselementen correct functioneren en er geen schade is
• De omgeving van de werkplek moet altijd schoon en overzichtelijk worden gehouden, dit dient door middel van bedrijfsinterne controles te worden gegarandeerd
• Veranderingen of storingen die zich hebben voorgedaan moeten onmiddellijk bij de verantwoordelijke instantie/persoon worden gemeld. De machine evt. onmiddellijk uitschakelen en beveiligen tegen hernieuwde inschakeling
9. Veiligheidsvoorschriften voor de instandhouding
• De instandhouding mag uitsluitend door vakpersoneel van de producent of onder zijn toezicht worden uitgevoerd
• Wanneer de machine bij onderhouds- en reparatiewerk-zaamheden compleet is uitgeschakeld, moet die worden beveiligd tegen onverwacht opnieuw inschakelen
• Indien nodig moet u het gebied waar onderhoudswerk-zaamheden worden uitgevoerd ruim afzetten!
• Waarschuwingsbord aanbrengen
• Gebruik bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden gereedschap dat bij deze werkzaamheden past
• Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door vakpersoneel van de exploitant worden uitgevoerd
• Wanneer het bij onderhouds- of reparatiewerkzaamheden noodzakelijk is om veiligheidsvoorzieningen te demonteren, moeten deze onmiddellijk na beëindiging van de werkzaam-heden weer worden aangebracht en gecontroleerd
• Bij onderhouds- of reparatiewerkzaamheden losgeraakte schroefverbindingen altijd aandraaien
• Aansluitingen en schroefverbindingen aan het begin van de werkzaamheden reinigen van olie, smeermiddelen en verontreinigingen
• Zorg voor een veilige en milieuvriendelijke verwijdering van smeer- en hulpmiddelen en de vervangen delen
10. Trainingen/instructies
• Als exploitant bent u verplicht om het bedienende personeel te informeren over juridische en ongevallenpreventievoor-schriften evenals over de aanwezige veiligheidsvoorzieningen, resp. hen hierover te instrueren. Houd hierbij rekening met de verschillende vakkundige kwalificaties van de medewerkers
• Het bedienende personeel moet de instructie begrijpen, opvolgen en de documentatie ondertekenen
• · Alleen dan bereikt u een veiligheids- en risicobewuste werkwijze van het personeel. Als exploitant moet u derhalve de deelname hieraan schriftelijk laten bevestigen door iedere medewerker
• Door toepassing van deze veiligheidsmaatregelen worden de risico's dusdanig geminimaliseerd, dat de machine veilig kan worden gebruikt
1212
OPMERKING
Alle aanwezige veiligheidsvoorzieningen moeten minimaal een keer voor begin van iedere ploegendienst worden gecontroleerd op aanwezigheid en beschadigingen (visuele controle).
11. Persoonlijke beschermingsmiddelen
De exploitant moet de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen:
• veiligheidsschoenen
• gehoorbescherming
• beschermbril
• stofmasker
• veiligheidshandschoenen (indien nodig)
Algemene veiligheidsvoorschriften
1414
Gebruiksdoel/werkwijze
4. Gebruiksdoel/werkwijze
1. Algemene informatie 14
2. Doelmatig gebruik 14
3. Voorzienbaar verkeerd gebruik 14
4. Functie en beschrijving van de machine 15
5. Typeplaatje 15
6. Grenswaarden 15
7. Aansprakelijkheid 15
1. Algemene informatie
Deze handleiding moet altijd op de plaats van toepassing worden bewaard en moet altijd beschikbaar zijn. Voor een vei-lig gebruik en goede omgang met deze machine is het belang-rijk dat u de bedieningshandleiding, met name de veiligheids-voorschriften, heeft doorgelezen en begrepen. De in deze bedieningshandleiding beschreven veiligheidsvoorschriften en bedieningsvoorschriften moeten exact worden nageleefd.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen en de arbeidshandelingen van deze machine regelmatig.
Gevaar!
Alle personen die met het installeren, onderhouden, ingebruiknemen, bedienen of repareren van de machine zijn belast, moeten de bedieningshandleiding hebben gelezen en vooral begrepen.
2. Doelmatig gebruik
WAARSCHUWING
De machine mag uitsluitend conform het gebruiksdoel worden gebruikt en in een veiligheidstechnisch onberispelijke staat!
De bedrijfsveiligheid van de machine is alleen bij doelmatig gebruik gegarandeerd!
De BlueMaxMini Modular Plus is een halfautomatische boor- en indrukmachine voor plaatvormige werkstukken en het bijbehorende meubelbeslag. Met deze machine mogen alleen platte platen uit houtmaterialen als spaanplaat, meubelplaat, MDF, massief hout e.d. worden bewerkt!
Elk ander of verdergaand gebruik geldt als verkeerde toepassing en is niet conform het gebruiksdoel.
Gebruiken conform het gebruiksdoel betekent ook dat de door de producent voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en reparatievoorschriften worden nageleefd.
Bij zelf uitgevoerde veranderingen aan de machine vervalt de productaansprakelijkheid evenals de aansprakelijkheid van de producent voor hieruit voortvloeiende schade.
Elk verdergaand gebruik geldt als zijnde niet conform het gebruiksdoel. De producent is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade, dat risico is volledig voor rekening van de gebruiker.
3. Voorzien verkeerd gebruik
WAARSCHUWING
Bij verkeerd gebruik kunnen gevaarlijke situaties ontstaan!
Als te voorzien verkeerd gebruik gelden m.n. de volgende situaties:
Bij niet doelmatig gebruik, onjuiste behandeling en wanneer de machine wordt bediend door niet hiervoor opgeleide of onbevoegde personen kunnen er van deze machine risico's voor het personeel en de machine uitgaan. Derhalve mogen alleen hiervoor opgeleide, geïnstrueerde en hiermee belaste personen deze machine bedienen.
• Verkeerde montage, ingebruikneming, bediening en onderhoud van deze machine
1515
• Het gebruiken van de machine met defecte veiligheidsvoorzieningen
• Het gebruiken met niet correct aangebrachte veiligheidsvoorzieningen
• Het gebruiken bij niet functionerende veiligheidsvoorzieningen en beschermingen
• Het niet-naleven van informatie en instructies in de bedieningshandleiding m.b.t. transport, opslag, montage, ingebruikneming, bedrijf, onderhouden en aanpassen van deze machine
• Eigenhandig uitgevoerde bouwtechnische aanpassingen
• Eigenhandig uitgevoerde aanpassingen aan de aandrijving van deze machine (vermogen, toerental)
• Slechte controle van machineonderdelen die aan bijzondere slijtage onderhevig zijn
• Onjuist uitgevoerde reparaties
• Catastrofes door inwerking van vreemde voorwerpen en overmacht
De genoemde punten zijn enkele van de restrisico's, die ondanks een verbod mogelijk zijn en de gezondheid van de medewerkers in gevaar kunnen brengen.
De veiligheidseisen, die vastgelegd zijn in de bedrijfsveiligheidsvoorschriften, moeten door de exploitant worden aangehouden.
4. Functie en beschrijving van de machine
Beschrijving van de machine
De BlueMax Mini Modular Plus is een halfautomatische boor- en indrukmachine voor plaatvormige werkstukken. Met deze machine mogen alleen platte houten platen als spaanplaat, meubelplaat, MDF, massief hout e.d. worden bewerkt!
Alle te bewerken onderdelen worden handmatig in de machi-ne ingevoerd. De plat liggende platen worden op de bewer-kingstafel gelegd en vastgezet met de spaninrichting. Door op de startknop/voetschakelaar (optioneel) te drukken wordt het boren in gang gezet. Er moet net zolang op de startknop/voetschakelaar (optioneel) worden gedrukt tot het boren is beëindigd. Met de geïntegreerde indrukinrichting (optioneel) worden de overeenkomstige meubelbeslagen manueel inge-drukt m.b.v. een indrukbeugel (optioneel). De bewerking wordt hiermee beëindigd.
Afb. 1: BlueMax Mini Modular Plus
Afb. 2: BlueMax Mini Modular Plus met toebehoren
5. Typeplaatje
Opmerking!
Het typeplaatje bevindt zich op de machine.
Op het typeplaatje staan de volgende gegevens:
Seite 9
1.1 Typenschild
Auf dem Typenschild befinden sich folgende Angaben:
Hersteller Anschrift Typenbezeichnung, Maschinennummern Baujahr Technische Daten (z. B. Nenndruck)
Für technische Informationen und bei der Ersatzteilbestellung alle o. g. Daten angeben. Nachdruck, auch auszugsweise, ist nicht gestattet. 1.2 Hinweise für den Betreiber
Neben der Betriebsanleitung und den im Verwenderland bzw. an der Einsatzstel-le geltenden verbindlichen Regelungen zur Unfallverhütung sind auch die anerkannten fachtechnischen Regeln für sicherheits- und fachgerechtes Arbeiten zu beachten. Der Betreiber der Maschine darf ohne Genehmigung der Hettich FurnTech GmbH & Co. KG keine An- und Umbauten sowie Veränderungen an der Maschi-ne vornehmen, die die Sicherheit beeinträchtigen könnten. Zur Verwendung kommende Ersatzteile müssen den von der Firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG festgelegten technischen Anforderungen entspre-chen. Dies ist bei Original-Ersatzteilen aus der jeweils gültigen Ersatzteilliste immer gewährleistet. Setzten Sie stets nur geschultes oder unterwiesenes Personal ein und legen Sie die Zuständigkeiten des Personals für das Bedienen, Warten und Instandsetzen klar fest.
Producent
Adres
Typenummer, machinenummers
Bouwjaar
Technische gegevens (bijv. nominale druk)
Vermeld voor technische informatie en bij het bestellen van reserveonderdelen alle bovengenoemde gegevens.
6. Grenswaarden
Er gelden voor uitrustingsvoorwerpen en toebehoren, o.a. aandrijfmotoren, elektrisch/elektronisch materieel enz. de volgende grenswaarden:
• omgevingstemperatuur: max. 35° C
• rel. luchtvochtigheid: ca. 65 %
Ruimtelijke grens van de machine
De ruimtelijke grens van de BlueMax Mini Modular Plus wordt hoofdzakelijk bepaald door de afmetingen van het machineonderstel.
Tijdgrens van de machine
De tijdgrens van de machine is afhankelijk van het doelmatige gebruik, het aanhouden van regelmatige onderhoudsintervallen en de regelmatige vervanging van slijtagedelen.
7. Aansprakelijkheid
Gebreken mogen uitsluitend door vakkundig personeel worden verholpen.
Onze aansprakelijkheid beperkt zich tot schade die bij doelmatig gebruik ontstaat. Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor veiligheidsgebreken, die volgens de huidige stand van techniek nog niet herkenbaar zijn.
Overtredingen:
• van veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel
• van verwijzingen naar bijzondere gevaren
• van het verbod om zelf aanpassingen en veranderingen uit te voeren
• van het gebruiken van niet door de producent goedgekeurde onderdelen en slijtagedelen of hulpstoffen sluiten iedere vorm van aansprakelijkheid van ons voor de gevolgen daarvan uit
1616
Technische informatie
1. Veiligheidsinstructies
Neem bij alle werkzaamheden die in dit hoofdstuk worden beschreven de voorschriften, waarschuwingen en instructies m.b.t. de werkveiligheid, veiligheidsvoorschriften en milieubescherming in acht.
2. Aanslagpunten
Gebruik bij het uitladen van de machine, componenten en onderdelen en voor het tillen van zware lasten alleen geschikt en toegestaan hefgereedschap (hijskraan), voor het vervoeren van de machine binnen het bedrijf uitsluitend passende transportmiddelen.
Het uitladen of bedrijfsintern vervoeren met de hand is niet toegestaan als het gewicht meer dan 25 kg bedraagt.
Bij het gebruik van magazijnwagens bij het uitladen en bij het transport binnen het bedrijf van de machine moet altijd rekening worden gehouden met het totaalgewicht van de machine (zie 'Technische gegevens').
Gevaar!
Bij gebruik van hefwerktuigen nooit onder zwevende lasten doorlopen of werken. Levensgevaarlijk!
Let bij gebruik van hefwerktuigen op het volgende:
• hefwerktuigen alleen op de aangeduide plaatsen (transportogen e.d.) aan de machine/componenten/onderdelen bevestigen
• gebruik uitsluitend geschikte en goedgekeurde lastmiddelen (spanbanden, touwen, kettingen, schakels enz.) met voldoende draagvermogen
• belast alleen ervaren vakmensen met het aanslaan
• de machine/componenten altijd horizontaal plaatsen en verticaal tillen, nooit schuin hieraan trekken
Bescherm uitstekende componenten en uitrustingsvoorwerpen van de machine tegen beschadiging bij het gebruik van hefwerktuigen en bedrijfsintern transport.
Zet alle lasten zonder te stoten met de gebruikelijke zorgvuldigheid neer en beveilig die onmiddellijk tegen omvallen/kantelen, wegrollen, vandalisme, bijv. collisie met magazijnwagens en vallende voorwerpen.
5. Technische informatie
1. Veiligheidsinstructies 16
2. Aanslagpunten 16
3. Technische gegevens 17
4. Uitrusting 18
Aanpassingen 22
5. Veiligheidsvoorzieningen 22
6. Geluidsemissie 23
7. Afstellen/bevestigen 23
Algemene informatie 23
8. Vereiste aansluitingen 23
Hoofdstroomaansluiting 23
Persluchtaansluiting 23
9. Transport 23
Transport met vorkheftruck of hefwagen 24
10. Transport binnen het bedrijf 24
11. Compleetheid van de levering 24
12. Afhandeling van transportschade 24
13. Maatregelen voor tussenopslag 24
14. Plaats van opstelling 24
15. Veiligheidsvoorzieningen op locatie 25
16. Toelaatbare omgevingsomstandigheden 25
17. Deconservering 25
18. Elektronica 25
19. Pneumatische aansluiting 25
20. Afzuiging 25
1717
3. Technische gegevens
Omschrijving: boor- en indrukautomaat voor platen
BlueMax Mini Modular Plus
H x B x D (mm) 862 x 800 x 1856
Gewicht ca. 145 kg
Technische gegevens
Tacttijd handmatig
Elektronica
Bedrijfsspanning 400 V
Vermogen motor 1,1 kW
Capaciteit HB-eenheid 0,55 kW
Nominale stroom 2,65 A
Netbeveiliging 6 A
Pneumatiek
Luchtdruk min. 6 bar, max. 7 bar
Geluid max. geluidsniveau: > 80 dB (A)
Temperatuur < 35 °C
Verwerkingsafmetingen verticale booreenheid
Max. dikte werkstuk: 38 mm
Max. boordiameter: 35 mm
Max. inboormaat: 30 mm
Max. uittrekken van het booraggregaat: 600 mm
Verwerkingsafmetingen horizontale booreenheid
Max. dikte werkstuk: 38 mm
Max. boordiameter: 8 mm
Max. inboorhoogte: 5 – 20 mm
Max. inboordiepte: 40 mm
Benodigde hoeveelheid ruimte voor de machine
181818
2
3
4
5
6
1
7
1 7
4. Uitrusting
De schakelaars en andere bedieningselementen t.b.v. het bedienen en controleren van de machine worden hierna beschreven.
Afb. 5: bedieningselementen van de boor- en indrukmachine
Technische informatie
Pos. Omschrijving Toelichting
1 Motorschakelaar Stroomtoevoer aan/uit
2 Drukknop Arbeidsstap activeren
3 Keuzeschakelaar Verticaal/horizontaal boren
4 Drukknop Neerdrukarm automatisch ontspannen
5 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren voor
6 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren achter
7 Hoofdschakelaar Stroomtoevoer machine aan/uit
2 tot 6
2 tot 6
191919
1
2
Afb. 7: persluchtaansluiting
Afb. 6: voetschakelaar (optioneel)
OPMERKING
Bij gebruik van de voetschakelaar is de handknop buiten werking.
Pos. Omschrijving Toelichting
1 Voetschakelaar (optioneel) Arbeidsstap activeren
Pos. Omschrijving Toelichting
1 Drukregelaar Bedrijfsdruk (6-7 bar) instellen
2 Steekkoppeling Persluchtaansluiting
202020
Technische informatie
Bedrijfsmodus:
Referentie-waarde
Tegelijkertijd indrukken
Ketting-maat
Omschakeling incremen-teel - absoluut
Versprin-ging
Deze knop activeert de instelbare verspringingen
Inch-weergave
Overschakeling naar inch-modus breuken (1/64, 1/32, 1/16), deci-maal 0,001
Parameterniveau:
Parame-terniveau activeren
Ca. 3 seconden indrukken
Parameter selecteren
Toets 1 keer indrukken
Decadeselecteren
Toets 1 keer indrukken
Decade verhogen
Toets 1 keer indrukken
Voorteken-wissel
Toets 1 keer indrukken
Parame-terniveau verlaten
Ca. 3 seconden indrukken
Display
Afb. 8: beeldscherm positie-aanduiding
212121
IJking:
De sensor moet op de magneetband liggen!
> Het apparaat uitschakelen
–> Tegelijk met het indrukken van de toets het apparaat weer inschakelen
–> Daarbij wordt de sensorijking geactiveerd en 'Cal 0' getoond. De sensor langzaam in een richting bewegen op de magneetband. Na afsluiting van het ijken (weergave 'Cal 0' … 'Cal 4') staat de weergave weer op normaalstuwpeil
Parameter Specificatie Default
P01: ASysteemconfiguratie:A = 0: positieve telrichtingA = 1: negatieve telrichting
0
P02: A
Weergavemodus:A = 0: mm-weergave symbool 'mm'A = 1: inch-weergave symbool 'inch'A = 2: mm-weergave symbool 'm'A = 3: mm-weergave symbool '°'A = 4: mm-weergave geen symbool
0
P03: A Decimaalpunt (0…4) 2
P04: A
Standby:0: sleep modus gedeactiveerd (wordt afgeraden)Auto Power-On bij sensorbeweging of indrukken toets (toets F)
01
P05: ABC
Toetsblokkering:A: 'SET' (0 = niet actief) - (1 = actief)B: 'Incr/Abs' (0 = niet actief) - (1 = actief)C: '*' (0 = niet actief) - (1 = actief)
000
P07: ABasisnauwkeurigheid:A = 0: nauwkeurigheid 0,01 mmA = 1: nauwkeurigheid 0,1 mm
0
P08: Multiplicatiefactor (0,0001…9,9999) 1,0000
P09:Referentiewaarde (-999999,9… + 999999,9)
0,0
P10:Verspringing maat 1 (-999999,9… + 999999,9)
0,0
P11:Verspringing maat 2 (-999999,9… + 999999,9)
0,0
P12:Verspringing maat 3 (-999999,9… + 999999,9)
0,0
P13: A
Configuratie maat verspringing (0...3)A = 0: maat verspringing niet kiesbaarA = 1: verspringing maat 1 kiesbaarA = 2: verspringing maat 1 & 2 kiesbaarA = 3: verspringing maat 1 & 2 &
3 kiesbaar
3
P9: Softwareversie X.XX
2222
Aanpassingen
WAARSCHUWING
Aanpassingen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd, die op basis van hun opleiding, ervaring en instructie voldoende kennis hebben over
• veiligheidsvoorschriften
• ongevallenpreventievoorschriften
• richtlijnen en bekende technische regels
Het vakpersoneel moet door degene die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de machine toestemming hebben gekregen om de aanpassingen uit te voeren.
5. Veiligheidsvoorzieningen
Om medewerkers te beschermen tegen mechanische risico's zijn veiligheidsafschermingen conform EN 953 op de machine aangebracht.
Bovendien zijn er overeenkomstige waarschuwingen/pictogrammen op de machine aangebracht.
Afb. 9: transparante kap
WAARSCHUWING
De veiligheidsvoorzieningen mogen niet veranderd, gemanipuleerd of buiten werking gesteld worden.
De machine heeft geen noodstop-knop of noodstop-inrichting. Daarom is bij de omgang met en het werken aan deze machine extra voorzichtigheid geboden.
Aanduiding
Bereik: gehele machine
Waarschuwing voor beknellingsgevaar van de handen
Afb. 10: aanduiding – gehele machine
Bereik: neerdrukarm
Waarschuwing voor beknellingsgevaar van de handen
Afb. 11: aanduiding – neerdrukarm
Bereik: veiligheidsafdekking van gereedschap
Waarschuwing voor beknellingsgevaar van de handen
Afb. 12: aanduiding – boor- en indrukinrichting
Technische informatie
23
Bereik: motor/aandrijving
Verwijzing naar het uittrekken van de stekker voor het wisselen van gereedschap
Afb. 13: aanduiding – motor/aandrijving
Bereik: gehele machine
Verwijzing naar het uittrekken van de stekker en loskoppelen van de perslucht voor het wisselen van gereedschap. De hoofdschakelaar koppelt de machine niet van het persluchtnet af.
Afb. 14: aanduiding – gehele machine
Bereik: veiligheidsafdekking van gereedschap
Aanduiding van de laserstralen
Afb. 15: aanduiding – laserstralen
Bereik: boren
Aanduiding van de draairichting van de boren
Afb. 16: aanduiding – draairichting van de boren
6. Geluidsemissie
Het geluidsniveau van deze machine ligt boven 80 dB(a). Wij adviseren om altijd een gehoorbescherming te dragen, om gehoorschade te voorkomen.
WAARSCHUWING
Draag gehoorbescherming.
7. Afstellen/bevestigen
Algemene informatie
Plaats de machine op een rechte ondertafel met vaste poten en voldoende draagvermogen.
Alle machines moeten zo geplaatst en beveiligd worden, dat ze niet kunnen gaan verschuiven of omkantelen.
OPMERKING
Vastgezette machines voorkomen ongevallen.
8. Vereiste aansluitingen
Hoofdstroomaansluiting
De elektrische aansluiting geschiedt met een 16 A stekker 2 in een voorbereid en passend beveiligd stopcontact 1.
Er moet op beschadigingen bij de elektrische leidingen worden gelet.
Indien nodig moeten deze worden vervangen.
OPMERKING
Laat de elektrische aansluiting eerst controleren door vakpersoneel.
Persluchtaansluiting
De complete machine wordt aangesloten op de centrale persluchttoevoer van het bedrijf.
De toevoerkabel moet van een steekkoppeling 2 worden voorzien.
De bedrijfsdruk moet m.b.v. de drukregelaar 1 op 6 - 7 bar worden ingesteld.
Dat moet op de manometer worden gecontroleerd.
OPMERKING
Alleen gedroogde perslucht toevoeren, aangezien de pneumatische installatie verregaand met ongeoliede lucht wordt gebruikt.
9. Transport
Het transport en de montage van de machine mogen uitsluitend door hiermee belaste / hiervoor bevoegde firma's / medewerkers van de producent of onder hun toezicht worden uitgevoerd.
Na het transporteren moet de complete machine onderzocht worden op transportschade, aangezien eventuele schade het functioneren en de veiligheid van de installatie kan verslechteren.
OPMERKING
Houd rekening met het gewicht van de machine bij de voorbereiding van het transport!
Het gewicht van de machine bedraagt ca. 145 kg.
24
Technische informatie
Transport met vorkheftruck of hefwagen:
Wanneer voor het in- of uitladen handhefwagens of vorkheftrucks worden gebruikt, moeten deze geschikt zijn voor de belasting en in onberispelijke staat verkeren.
Het zwaartepunt van de te transporteren goederen moet altijd in acht worden genomen! Tijdens het transport moeten de machines naar voorschrift worden vastgezet, hierbij moet de belasting gelijkmatig verdeeld zijn. Voorkom schoksgewijze bewegingen.
Zet de machine trillings- en stootvrij alsook rechtop staand neer. Bescherm die onmiddellijk tegen beschadigingen door transportwagens en tegen omvallen. Behandel de machine bij het uitladen, transport en de tussenopslag zo voorzichtig mogelijk en bescherm deze tegen weersinvloeden van buitenaf en tegen vandalisme, evenals tegen vallende voorwerpen.
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor zwevende lasten!
Bij het verplaatsen van de machine moeten deze opgetild en getransporteerd worden. De machine kan door onjuist tillen en transporteren omkantelen en naar beneden vallen.
Begeef u nooit onder zwevende lasten!
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor zwevende lasten!
Tijdens het transporteren van de machine mogen geen personen op de machine zijn of hieraan hangen.
10. Transport binnen het bedrijf:
Gebruik voor het transport binnen het bedrijf uitsluitend transportwagens met voldoende draagvermogen en stabiliteit. Voorkom bij het transport altijd stoten en trillingen. Bescherm uitstekende voorwerpen (motoren, sleepkettingen, kabelbomen, slangen, cilinders) effectief tegen beschadigingen.
11. Compleetheid van de levering
Kijk voor de omvang van de levering op de opdrachtbevestiging of het overzicht in deze bedieningshandleiding en de bij de levering gevoegde afleveringsbon. Controleer de compleetheid van de levering onmiddellijk na ontvangst. Reclameer ontbrekende onderdelen onmiddellijk bij het aanleverende expeditiebedrijf (aangifte van verlies) en informeer ook onmiddellijk de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG.
12. Afhandeling van transportschade
Controleer de machine meteen na ontvangst en het uitladen op transportschade, d.w.z. visueel zichtbare beschadigingen (breuken, deuken, knikplaatsen, scheuren enz.).
Bij een vermoeden van transportschade moet onmiddellijk:
• het aanleverende transportbedrijf (expediteur) schriftelijk worden geïnformeerd en/of
• bij eigen verzekering van het transportrisico door de exploitant een vermoede schade aan de voor u verantwoordelijke, eigen verzekering worden gemeld, eveneens schriftelijk.
13. Maatregelen voor tussenopslag
Het is de bedoeling dat de machine onmiddellijk wordt opgebouwd en in gebruik genomen. Indien dit niet binnen een passende periode van circa 3 maanden na de levering plaatsvindt, moeten de volgende maatregelen worden genomen:
• smeer blanke, metalen onderdelen met een corrosiewerende olie in.
• dek de besturing, elektrische apparaten/materieel, aandrijfmotoren zorgvuldig af met een vocht- en stofwerende bescherming.
• kabelinvoeren in aansluitdozen en stekkers bijzonder zorgvuldig afdekken/afplakken.
• bescherm de kabelbomen tegen ongedierte. Muizen en ratten hebben een bijzondere voorkeur voor de zeer flexibele kabels.
• de machine vorstvrij opslaan in een droge ruimte.
• neem hierbij ook de opslagvoorschriften in acht.
Bescherm de opgeslagen machine door passende maatregelen tegen omvallen, vallende voorwerpen, vandalisme (bijv. aanrijden door magazijnwagens), trillingen en vibraties.
14. Plaats van opstelling
Voor een correcte en veilige plaatsing van de machine is het absoluut noodzakelijk dat er een recht oppervlak met voldoende draagvermogen is. Oneffenheden in het oppervlak moeten gecompenseerd worden met paspanelen, om te garanderen dat de machine stabiel staat.
De BlueMax Mini Modular Plus wordt transportveilig verpakt geleverd. Enkele componenten moeten gemonteerd worden, om de machine bedrijfsklaar te maken. Na de plaatsing van de machine moet deze gereinigd worden.
De machine met behulp van de 4 meegeleverde zwarte montagehoeken 1 (in combinatie met de groefsteen bij het voetprofiel) op een op de locatie aanwezige tafel/frame borgen en daarmee voorkomen dat de machine valt.
OPGELET
Beknellingsgevaar!
Tussen de bewegende machineonderdelen en pilaren, gebouwdelen, kasten enz. moet een minimale tussenruimte van 500 mm worden aangehouden!
Plaats geen beladen pallets in deze gevarenzone!
1
25
15. Veiligheidsvoorzieningen op locatie
Veiligheidsvoorzieningen op locatie moeten na de installatie van de machine goed bereikbaar en volledig functioneel blijven. De veiligheidsvoorzieningen van de machine zelf op de locatie mogen hierdoor niet worden beïnvloed.
De installatieplek moet dusdanig worden gekozen, dat reparaties ook op een later tijdstip zonder ruimtelijke beperking kunnen worden uitgevoerd.
16. Toelaatbare omgevingsomstandigheden
• De machine mag alleen in droge ruimtes geplaatst en gebruikt worden
• De machine is niet explosieveilig. Hij mag niet in de buurt van verfspuiterijen worden geplaatst
• Zorg voor voldoende toevoer van frisse lucht naar de ventilatorkappen van elektromotoren
• Voorkom uitwendige mechanische belastingen op de machine
17. Deconservering
De machine is af fabriek alleen voor het transport geconserveerd.
• Verwijder stof en transportverontreinigingen van de machine met een droge schoonmaakdoek
• Gebruik nooit koude reinigingsmiddelen, middelen op nitrobasis en andere agressieve chemicaliën!
• Alle transportbeveiligingen moeten worden verwijderd. Die moeten voor later hergebruik worden bewaard
18. Elektronica
De boor- en indrukautomaat is voorzien van een aansluitsnoer en een 16 ampère stekker. Laat voor de ingebruikneming door een elektricien controleren dat het stopcontact goed functioneert.
U vindt de vereiste aansluitgegevens op het typeplaatje van de machine.
Eisen aan de elektrische aansluiting
De aansluiting mag alleen op een volgens VDE 0100 uitgevoerde elektrische installatie worden uitgevoerd. De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen gegarandeerd, indien het is aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerde aarding. Het is erg belangrijk, dat aan deze principiële veiligheidskwestie wordt voldaan. Dit dient te worden gecontroleerd evenals de afdoende bescherming van de installatie. De producent kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die veroorzaakt wordt door een ontbrekende of onderbroken aarding. Zie voor het nominale verbruik en de passende beveiliging op het typeplaatje.
19. Pneumatische aansluiting
De boor- en indrukautomaat is voorzien van een aangebouwde koppelingsstekker NW 7,2
• Max. ingangsdruk 8 bar / 100 PSI
20. Afzuiging
Er bestaat een aansluitplicht op een afzuiginstallatie m.b.v. een flexibele slang, die moeilijk ontvlambaar moet zijn. Een afzuigleiding wordt niet standaard meegeleverd.
• Diameter buiten (afzuigaansluiting) 80 mm • Luchtsnelheid min 20 m/s
OPMERKING
Zie voor meer technische gegevens in de documentatie van de producent.
Eigenmachtige veranderingen en aanpassingen aan de machine zijn om veiligheidsredenen verboden en sluiten de aansprakelijkheid van de producent voor hieruit voortvloeiende schade uit.
26
6. Ingebruikneming
1. Algemeen 27
2. Veiligheidscontrole 27
3. Storingen bij de ingebruikname 27
4. Eerste ingebruikneming 27
5. Leveringsvarianten 28
6. Wisselbooraandrijvingen 29
Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta 29
Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 29
Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 90° 29
7. Overige accessoires 29
8. Componenten 30
Indrukbeugel voor de wisselbooraandrijving, 6 assen 30
Middenaanslag 31
Voortzettingsaanslagen 31
Trommelaanslag 33
Neerdrukarm 33
Ombouw handbediening/voetschakelaar 34
Aansluiting voetschakelaar bij een machine
met horizontale booraandrijving 34
Aansluiting voetschakelaar bij een machine
zonder horizontale booraandrijving 35
9. Testrun uitvoeren 36
Ingebruikname/testrun
27
1. Algemeen
De hier beschreven instructies moeten als minimumeisen worden beschouwd. Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden kunnen verdere instructies noodzakelijk zijn om de arbeidskwaliteit van de machine te behouden.
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op bijzondere vakgebieden (pneumatiek etc.) mogen alleen vakmensen worden ingezet die op dat vakgebied werden opgeleid.
Houd a.u.b. rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften!
WAARSCHUWING
Er bestaat beknellingsgevaar door bewegende onderdelen, wanneer de machine niet buiten bedrijf werd gesteld.
De machine moet voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden drukloos en spanningsvrij worden gemaakt!
OPMERKING
Onjuist onderhoud leidt tot beschadiging van de machine!
Bij de machine kunnen door een verkeerd uitgevoerde demontage en montage materiële schade of vervolgschade ontstaan.
Daarom geldt bij alle demontagewerkzaamheden altijd:
• de saamhorigheid van onderdelen aangeven • de inbouwpositie en -plaats aangeven en noteren • componenten gescheiden demonteren en bewaren
Na onderhoudswerkzaamheden geldt altijd:
• controleren dat alle schroefverbindingen goed vastzitten. Alle afdekkingen sluiten en vastschroeven
Let, net zoals bij de ingebruikneming, op ongewone geluiden en opwarming!
2. Veiligheidscontrole
De machine mag alleen door geschoold en gekwalificeerd personeel in gebruik worden genomen.
Controleer dat:
• installatie-, aanpassings- en onderhoudswerkzaamheden compleet zijn afgesloten en er geen mensen in de gevarenzone van de machine zijn of mogelijk zelfs hieraan werken
• alle veiligheidsvoorzieningen/afdekkingen gemonteerd zijn
• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is
• de bedieningselementen vrij toegankelijk zijn
3. Storingen bij de ingebruikname
Schakel de stroomtoevoer naar de machine onmiddellijk uit bij de ingebruikname bij:
• abnormale bedrijfsgeluiden
• onrustige loop of trillingen resp. vibraties
• storingen aan hulpaggregaten
• te hoog stroomverbruik van de motoren
• elektrische storingen
• oververhitting van gereedschap
GEVAAR
Gevaar door stroomschok!
Onjuist uitgevoerde werkzaamheden aan elektrische componenten zijn levensgevaarlijk i.v.m. elektrische schokken!
Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen alleen door erkende elektriciens worden uitgevoerd!
Stel bij iedere functiestoring, als de machine veilig stilstaat, de oorzaak vast en laat die door een gekwalificeerd en hiervoor speciaal opgeleid vakman verhelpen of verhelp de storing zelf, mits u over de hiervoor vereiste kwalificatie beschikt.
De machine pas weer inschakelen, wanneer storingen/fouten vakkundig en volledig werden verholpen!
4. Eerste ingebruikneming
Voor de eerste ingebruikneming van de machine moet met het volgende rekening worden gehouden:
OPMERKING
De eerste ingebruikneming mag uitsluitend door een hiermee belaste / hiervoor bevoegde medewerker van de producent / distributeur of onder zijn toezicht worden uitgevoerd.
• Controleer of de machine volgens de genoemde voorschriften werd gemonteerd!
• Zorg ervoor dat de machine stevig staat!
• Controleer of er geen vreemde voorwerpen (gereedschap, bouwmaterialen enz.) zijn achtergebleven in het bereik van de machine na de montage!
• Controleer de slangen en de slangverbindingen naar de pneumatische onderdelen!
• Controleer de onberispelijke functie van alle veiligheidsmechanismen!
• Zorg ervoor dat bewegende onderdelen niet belemmerd worden in de hiervoor vereiste vrije zones en dat de veiligheidsafstanden worden aangehouden!
28
5. Leveringsvarianten
BlueMax Mini Plus met toebehoren
Compacte boor- en indrukmachine met wisselbooraandrijving
• Pneumatische slag
• Mechanische boorslagbegrenzing
• Trommelaanslagen voor 22, 37, 57 mm
• Diepteverstelling 600 mm met lcd-display
• 1 wisselbooraandrijving, 6 assen met snelwisselkaak
• 6 boorhouders voor snelwisselkaak
• 1 aflegvlak voor gereedschap
• 4 neerdrukarmen (2 links/2 rechts)
• 1 middenaanslag met schaalverdeling
• 2 voortzettingsaanslagen (links/rechts)
• 1 laser
• 2 pendelaanslagen
• Aansluiting: 400 V / 50 Hz / 3 fasen
• Motoren: verticale booraandrijving 1,1 kW / horizontale booraandrijving 0,55 kW
• Benodigde ruimte: 800 mm breedte x 1870 mm diepte x 920 mm hoogte
• Toebehoren, indrukbeugel, voetschakelaar, indrukmatrijzen, boren a.u.b. apart bestellen
Artikelsoort Bestelnr. VE
zonder horizontale booraandrijving 9 206 112 1 st.
met horizontale aandrijving, 3 assen 9 206 114 1 st.
52
5,5
3232
32RR
RR
L
R
Boorbeeld
BlueMax Mini Modular Plus zonder toebehoren
Compacte boor- en indrukmachine met wisselbooraandrijving
• Pneumatische slag
• Mechanische boorslagbegrenzing
• Trommelaanslagen voor 22, 37, 57 mm
• Diepteverstelling 600 mm met lcd-display
• 1 wisselbooraandrijving, 6 assen met snelwisselkaak
• 6 boorhouders voor snelwisselkaak
• 1 aflegvlak voor gereedschap
• 4 neerdrukarmen (2 links/2 rechts)
• 1 middenaanslag met schaalverdeling
• 2 pendelaanslagen
• Aansluiting: 400 V / 50 Hz / 3 fasen
• Motoren: verticale booraandrijving 1,1 kW / horizontale booraandrijving 0,55 kW
• Benodigde ruimte: 800 mm breedte x 1870 mm diepte x 920 mm hoogte
• Toebehoren, indrukmatrijzen, boren a.u.b. apart bestellen
Artikelsoort Bestelnr. VE
zonder horizontale booraandrijving 9 206 111 1 st.
met horizontale aandrijving, 3 assen 9 206 113 1 st.
52
5,5
3232
32RR
RR
L
R
Boorbeeld
Ingebruikname/testrun
29
6. Wisselbooraandrijvingen
Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta
Wisselbooraandrijving met drie boorassen voor het maken van potboringen voor Selekta scharnieren
Boren a.u.b. apart bestellen
Artikelsoort Bestelnr. VE
Wisselaandrijving, 3 assen pot TX 32/ TX 33 9 131 503 1 st.
52
9
R
LL
Boorbeeld3 assen
Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring
Wisselbooraandrijving voor rijboringen in het Systeem 32
Set boren wisselbooraandrijving 9 assen, a.u.b. apart bestellen
Artikelsoort Bestelnr. VE
Wisselaandrijving, 9 assen 9 131 506 1 st.
Wisselaandrijving, 9 assen met snelspankaak en booropname
9 131 505 1 st.
32 32 32 32 32 32 32 32256
R
L
R
L
R
L
R
L
R
Boorbeeld
Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 90°
Wisselbooraandrijving 90° verschoven voor geleiders in het Systeem 32
Boren a.u.b. apart bestellen
Artikelsoort Bestelnr. VE
Wisselaandrijving, 9 assen, 90° 9 132 097 1 st.
Wisselaandrijving, 9 assen, 90° met snelspankaak en booropname
9 131 507 1 st.
32 32 32 32 32 32 32 32256
L
R
L
R
L
R
L
R
L
Boorbeeld
7. Overige accessoires
Toebehoren voor een individuele configuratie van de BlueMax Mini Modular Plus
Beschrijving Bestelnr. VE
1 Voortzettingsaanslagen 9 206 146 1 set
3 Indrukbeugel voor booraandrijvingen 9 132 100 1 st.
4 Voetschakelaar 9 216 143 1 st.
5 Laser 9 206 145 1 st.
6 Schraag 9 208 696 1 st.
Blinde stop voor snelwisselkaak
Beschrijving Bestelnr. VE
1 Blinde stop voor snelwisselkaak 0 040 657 1 st.
2 Blinde stop voor snelwisselkaak 0 076 497 1 st.
30
8. Componenten
Indrukbeugel voor de wisselbooraandrijving, 6 assen. De indrukbeugel wordt in losse onderdelen geleverd en moet volgens de tekening worden gemonteerd. De indrukbeugel mag alleen in combinatie met deze wisselbooraandrijving met 6 assen worden gebruikt.
Afb. 17: indrukbeugel
Afgemonteerde indrukbeugel
Bevestigingsschroeven voor indrukmatrijs voor het indrukken van scharnieren en verbindingsbeslag.
Ingebruikname/testrun
1
2
Zijdelingse bevestiging met aanslagschroef 1 voor de nauwkeurige positionering van de indrukbeugel met de bevestigingsschroeven 2 aan de wisselbooraandrijving, 6 assen
31
Middenaanslag
De middenaanslag is voorgemonteerd.
Instellen van de middenaanslag
Door aan het grote metalen stelwiel te draaien wordt de middenaanslag versteld. Een schaalverdeling op de middenaanslag dient hierbij als oriëntatie voor de randafstand. Doe a.u.b. een proefboring!
Montage van de voortzettingsaanslagen (indien niet voorgemonteerd)
Voortzettingsaanslag voormonteren
Voortzettingsaanslag 1 handvast in de houder schroeven
De voortzettingsaanslagen bij de dwarssteun met de inbusschroeven vastschroeven 2
Afb. 18: middenaanslag
Afb. 19: instellen van de middenaanslag
1
2
32
Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen
1. Fijninstelling op de Y-as met zeskantschroeven
Rijboring maken en de voortzettingsaanslag in de rijboring schuiven 3. Werkstuk in de richting van het midden van de machine schuiven, zodat de buitenzijde van de boring 4 tegen de voortzettingsaanslag ligt. Vervolgens de schroeven 5 vastdraaien
2. Fijninstelling van de X-as met inbuschroeven
Draai de inbusschroeven 6 los en plaats de voortzettingsaanslag op één lijn met de dwarssteun 7. Voer een proefboring 8 uit. Meet met een schuifmaat de afstand tussen de twee boorgaten 9. De afstand tussen de buitenste randen van beide boorgaten moet 69 mm zijn. Wanneer deze maat niet overeenkomt, kan de X-richting via de kleine inbusschroef 0 worden ingesteld. Voer opnieuw een proefboring uit en meet de afstand tussen de twee boorgaten.
OPMERKING
Een nauwkeurige instelling zorgt voor een goede kwaliteit.
Instelling boordiepte
Afb. 18: instelling boordiepte
De boordiepte kan met behulp van de schroef 1 worden ingesteld (1 draaiing = 1 mm). Voer een proefboring uit. Indien nodig moet de instelling worden herhaald.
Ingebruikname/testrun
3 4Midden van de machine Midden van de machine
5
8
6 7
0
9
1
3333
Trommelaanslag
De instelling van de randafstanden in het Systeem 32 wordt met behulp van de aanslagbout uitgevoerd 1. Vier aanslagen zijn al vooraf ingesteld met de volgende afstanden:
a. 13 mm b. 22 mm c. 37 mm d. 57 mm
De vijde aanslag is leeg en moet de nulpositie van de machine voorstellen. Dit is het nulpunt van de machine en wordt op het display weer op het nulpunt ingesteld.
Voor individuele afstanden tussen 13 mm en 57 mm, die niet kunnen worden ingesteld met de trommelaanslag, kan de aanslag 1 met behulp van het display worden ingesteld. Om de positie te bewaren en later nog eens te kunnen gebruiken, kan de groefsteen met schroef 2 tegen de aanslag worden gezet.
Vastzethendel voor vaak gebruikte afstanden
Met de vastzethendel aan de zijkant links (vanuit de bediener gezien) kunnen vaak gebruikte afstanden worden ingesteld 1.
De machine loopt dan altijd tegen aanslag 2
Neerdrukarm
De neerdrukarmen (component) zijn voorgemonteerd.
De afbeelding toont de rechterzijde van de neerdrukarm, voor de linkerzijde wordt de neerdrukarm in spiegelbeeld gemonteerd.
1 Neerdrukarm voor
2 Neerdrukarm achter
Afb. 19: trommelaanslag
Afb. 20: neerdrukarm
1
12
2
1
2
1
34
Ombouw handbediening/voetschakelaar
De aanpassingsset bevat de voetschakelaar en twee aansluitslangen. Plaats de voetschakelaar glijvast op de vloer.
Aansluiting voetschakelaar bij een machine met horizontale booraandrijving
Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)
1. De zwarte slang van de handknop bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.
De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2
Blauwe slang 3 bij de keuzeschakelaar 'verticaal/horizontaal boren' lostrekken.
De blauwe slang 4 van de voetschakelaar bij de keuzeschakelaar 'verticaal/horizontaal boren' aansluiten .
OPMERKING
Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.
Afb. 21: voetschakelaar
WAARSCHUWING
De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.
Ingebruikname/testrun
1
3
2
4
3535
Aansluiting voetschakelaar bij een machine zonder horizontale booraandrijving
Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)
1. De zwarte slang van de handknop bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.
De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2
De slang lostrekken 3 en de blauwe slang 4 van de voetschakelaar aansluiten.
OPMERKING
Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.
WAARSCHUWING
De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.
1
2
3
4
36
9. Testrun met/zonder materiaal
Wij adviseren om eerst een testrun zonder materiaal en boorinzetten uit te voeren om alle functies veilig te kunnen testen. Wanneer alle functies in orde zijn, kan het gewenste gereedschap worden ingezet.
Afhankelijk van de aansluiting wordt de voetschakelaar of handknop gebruikt voor de functietest.
Start een testrun zonder materiaal. Daarna moet u een test met materiaal uitvoeren.
Controleer vervolgens het werk. Wanneer alle instellingen correct zijn, kunt u met de productie beginnen.
Voorwaarden
• Alle noodzakelijke inschakelingen moeten zijn uitgevoerd
• De perslucht moet ingeschakeld zijn
• De machine moet op het betreffende product zijn afgestemd
• Let erop dat de machine rustig loopt en er geen onregelmatigheden zijn
• De operator moet altijd over de actuele werkwijze worden geïnformeerd
10. Beëindigen van de ingebruikname
• Na afsluiting van alle service- en instellingswerkzaamheden moeten de uitgevoerde werkzaamheden worden gecontroleerd
• Controleer of alle schroeven en bevestigingen vastzitten
• Na de controle moet eerst een test met een component worden uitgevoerd
• Pas als de machine goed functioneert, kan de ingebruikname worden beëindigd
• Schakel de machine vervolgens uit en geef de productie over aan de operator
• De operator moet altijd over de actuele productie geïnformeerd en m.b.t. de werkwijze geïnstrueerd worden
• Daarna kan de productie worden gestart
OPMERKING
Na de servicewerkzaamheden moeten alle beschermvoorzieningen op een goede functie worden gecontroleerd!
Ingebruikname/testrun
38
7. Afstellen
1. Machine voorbereiden 38
Operationaliteit 38
Aansluiting op de afzuiging 38
Aansluiting op de perslucht 39
Aansluiting op de stroomtoevoer 39
Inschakelen 40
Bediening 40
Rijboring maken met wisselbooraandrijving, 9 assen 41
Scharnieren indrukken 42
2. Instellen (werkvoorbereiding) 42
Het gebruikte gereedschap (boren) 42
Wisselbooraandrijving, 6 assen,
Wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9) 43
Wisselbooraandrijving, 9 assen 43
Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 44
Wisselbooraandrijving vervangen 44
Reiniging 44
Aandrijving inzetten 45
Schakelaarfunctie controleren 45
Boordiepte-instelling verticale booraandrijving 46
Boren met horizontale booraandrijving 46
Instellingen aan de achterzijde van de machine 47
Boorslagbegrenzing voor rijboringen 48
3. Neerdrukarm en middenaanslag 48
Neerdrukarm 48
Middenaanslag 49
Instellen van de trommelaanslagen 49
1. Machine voorbereiden
De BlueMax Mini Modular Plus wordt verpakt in dozen geleverd. Enkele onderdelen en componenten moeten gemonteerd worden om de machine bedrijfsklaar te maken. Na de montage moet een basisreiniging worden uitgevoerd bij de machine (stof en eventuele olie- of vetresten verwijderen)
Controleer voor het inschakelen van de machine van de boor- en indrukautomaat, dat
• eventuele installatie-, aanpassings-, instellings- en onderhoudswerkzaamheden compleet zijn afgesloten
• geen personen in de gevarenzone van de machine zijn of mogelijk zelfs hieraan werken
• alle veiligheidsvoorzieningen volgens voorschrift werden aangebracht
• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is
Voordat u begint met de productie:
• controleer de machine voor en na het inschakelen op veiligheid en een onberispelijke werking
• controleer of de persluchttoevoer bedrijfsklaar is
• controleer of de machine op het betreffende product werd afgestemd
Operationaliteit
De machine is bedrijfsklaar als
• alle eerder genoemde inschakelingen werden uitgevoerd
• een testrun werd uitgevoerd
• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is
• de machine op het betreffende product is afgestemd
• de machine vast gemonteerd werd op een tafel/onderstel
Daarna kan de productie worden gestart
Aansluiting op de afzuiging
Sluit de machine aan op een afzuiginstallatie. Er bestaat een aansluitplicht op een afzuiginstallatie m.b.v. een flexibele slang, die moeilijk ontvlambaar moet zijn.
Steek de afzuigslang van de afzuiginstallatie op de afzuigaansluiting 1 en bevestig die m.b.v. een slangklem.
De luchtsnelheid van de afzuiginstallatie moet min. 20 m/s bedragen.
De diameter van de afzuigslang: ø 80 mm. Leg de afzuigslang dusdanig, dat de afzuigaansluiting niet wordt belast!
Afb. 22: afzuigaansluiting
Instellen
1
3939
Aansluiting op de persluchtvoorziening
Om de machine aan te sluiten op het persluchtnet, moet u de toevoerleiding m.b.v. de snelkoppelingstekker 1 op de luchtfiltereenheid schuiven.
Aanbevolen luchtdruk 6 - 7 bar, 100 PSI.
Afb. 23: luchtfiltereenheid met snelkoppelingstekker
Aansluiting op de stroomtoevoer
De stroomtoevoer wordt d.m.v. een 16 ampère stekker gerealiseerd.
Laat eerst door een elektricien controleren dat het stopcontact goed functioneert.
Steek daarna de stekker in het stopcontact.
De machine is geschikt voor een aansluitspanning van 400 volt (andere varianten zijn mogelijk).
Gebruik een passende stekker volgens DIN VDE of de IEC-norm. Er moet een voorzekering in het net worden aangebracht.
Controleer de draairichting van de motor. De aandrijfassen moeten naar rechts draaien.
Als de motor, resp. de aandrijfas linksom draait, moet u de fasewender in de stekker omschakelen.
Gevaar door stroomschok!
Onjuist uitgevoerde werkzaamheden aan elektrische componenten zijn levensgevaarlijk i.v.m. elektrische schokken!
Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen alleen door erkende elektriciens worden uitgevoerd!
Afb. 24: schakelschema
1
1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge
UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge
1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge
UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge
P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min
P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min
Fuse klant Laserset is optie
horizontaal boormotor is optieverticaal boormotor
BlueMaxMini Modular Plus3 fase
4040
1 7
2
3
4
5
6
8
Inschakelen
Voorbereidende werkzaamheden
• Zorg voor de stroomtoevoer door de stekker in het stopcontact te steken
• Verbind de perslucht en schakel die in
• Bereid het materiaal voor (platen scharnieren, verbinders etc.)
Bediening
U kunt de machine met de voetschakelaar of handknop op de bedieningseenheid bedienen. Een gelijktijdige bediening met voetschakelaar en handknop is niet mogelijk.
Schakel met de hoofdschakelaar de stroomtoevoer in 7. Schakel met de motorschakelaar 1 de stroomtoevoer voor de aandrijfmotor in.
De voetschakelaar 8 en de handknop 2 van de bedieningseenheid hebben dezelfde functies.
Beide bedieningselementen moeten zolang geactiveerd worden tot een complete werkhandeling werd afgesloten.
Wanneer u de handknop of de voetschakelaar eerder loslaat, stopt de machine de werkhandeling onmiddellijk en gaat de booreenheid terug naar zijn uitgangspositie. U moet de handeling opnieuw activeren.
Instellen
2 tot 6
Afb. 25: bediening
Pos. Omschrijving Toelichting
1 Motorschakelaar Stroomtoevoer aan/uit
2 Drukknop Arbeidsstap activeren
3 Keuzeschakelaar Verticaal/horizontaal boren
4 Drukknop Neerdrukarm automatisch ontspannen
5 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren voor
6 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren achter
7 Hoofdschakelaar Stroomtoevoer machine aan/uit
8 Voetschakelaar Arbeidsstap activeren
Afb. 6: voetschakelaar (optioneel)
4141
Rijboring maken met wisselbooraandrijving, 9 assen
De keuzeschakelaar op het bedieningselement moet op positie 'boren' worden gezet.
• Leg een plaat 1 tegen de omhoog gezette middenaanslag 2
• Druk op de voetschakelaar (handknop) tot het boren is beëindigd. U ziet nu de eerste rijboring 3
• Klap de middenaanslag 2 naar beneden en schuif de plaat verder naar rechts tot aan de aftastpin 6
• Schuif de aftastpin in de tweede boring 7 van de plaat en druk op de voetschakelaar (handknop)
Afb. 27: rijboring met wisselbooraandrijving, 9 assen
OPMERKING
De plaat moet altijd naar het midden van de machine worden geschoven, als de voortzettingsaanslag in een boring grijpt.
• De tweede werkhandeling wordt uitgevoerd. De werkhandeling moet afhankelijk van de plaatlengte herhaald worden
• De neerdrukarm 8 houdt de plaat alleen tijdens het boren vast
• Maak daarna de tafel schoon, om voor de volgende plaat weer een egaal en schoon oplegvlak te hebben
Afb. 6: voetschakelaar (optioneel)
23
1
Afb. 28: rijboring Afb. 29: aftastpin
Afb. 30: middenaanslag Afb. 31: neerdrukarm
8
8
8
7
6
6
42
Scharnieren indrukken
Voor het indrukken van scharnieren is de wisselbooraandrijving, 6 assen, benodigd.
Voer voor aanvang van de productie een functietest uit. Wanneer de beugel neergeklapt is moet de veiligheidsschakelaar actief zijn om bij het indrukken van het scharnier de motor uit te schakelen.
• Schuif een plaat 1 tegen de aanslag 3
• Druk op de voetschakelaar, resp. de handknop
• De neerdrukarmen 2 vergrendelen de plaat en de boorprocedure wordt uitgevoerd
• De neerdrukarmen blijven geactiveerd en blijven de plaat vasthouden
• Plaats het scharnier in de indrukmatrijs 4
• Draai de indrukbeugel 6 met de handgreep 5 onder de wisselbooraandrijving
• Druk nogmaals op de voetschakelaar (handknop). (een hand op de indrukbeugel, een hand op de handknop).
• Het scharnier wordt ingedrukt
OPMERKING
Op dezelfde manier worden de verbindingsbeslagen ingedrukt.
• Druk op de drukknop 5
• De neerdrukarmen kunnen omhoog worden getild en u kunt de plaat weghalen
Deze arbeidsstap is daarmee beëindigd
2. Werkvoorbereiding
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
Trek de stekker uit het stopcontact en haal de perslucht van de machine alvorens de machine aan te passen!
Kies eerst de passende wisselbooraandrijving. De machine beschikt over 4 varianten.
Het gebruikte gereedschap (boren).
De gewenste boren worden eerst voorgemonteerd. Deze instelling geldt voor alle wisselbooraandrijvingen.
De gewenste boor 1 in de bajonetsluiting 2 plaatsen en met de inbussleutel 3 de twee schroeven 7 vastdraaien.
Let bij het plaatsen op de correctie positie van het aanschroefvlak 8 van de boor. De schroeven moeten op dit oppervlak de boor spannen.
Afb. 35: het gebruikte gereedschap (boren)
Instellen
23
1
Afb. 34: indrukbeugel bewegen
7
8
Afb. 32: scharnieren indrukken Afb. 33: scharnier in indrukmatrijs
43
Het voorgemonteerde gereedschap 4 wordt in de gereedschapopname van de wisselbooraandrijving 5 geschoven en tegen de 'looprichting/draairichting' van de aandrijving in gedraaid.
De bajonetsluiting klikt vast.
Herhaal deze handeling tot alle gereedschappen veilig zijn vastgeklikt.
Niet benodigde gereedschapopnames moeten altijd worden voorzien van een afdichtdopje 6.
Controleer voor het plaatsen van de wisselbooraandrijving altijd uw werk.
De boren moeten vastgeklikt en alle schroeven vast aangedraaid zijn.
OPMERKING
Houd rekening met de kleuraanduiding!
Rood gemarkeerde boren moeten voor linksom draaiende assen worden gebruikt.
Wisselbooraandrijving, 6 assen, wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9)
Deze wisselbooraandrijving wordt gebruikt voor het boren van opneemgaten en het indrukken van scharnieren en verbindingsbeslag.
Het inzetten van gereedschap (boren) wordt op een werktafel gedaan.
Wisselbooraandrijving, 9 assen
Deze wisselbooraandrijving wordt voor het maken van rijboringen gebruikt.
Afb. 37: wisselbooraandrijvingen
Zwart gemarkeerde boren moeten voor rechtsom draaiende assen worden gebruikt.
Afb. 38: wisselbooraandrijving, 6-, 3 assen
Afb. 39: wisselbooraandrijving, 9 assen
32 32 32 32 32 32 32 32256
L
R
L
R
L
R
L
R
L
Boorbeeld
1
23
6
5
4
32
52
5,5
32 32
R
L
RRRR
52
9
R
LL
Boorbeeld3 assen
Boorbeeld6 assen
32
52
5,5
32 32
R
L
RRRR
52
9
R
LL
Boorbeeld3 assen
Boorbeeld6 assen
44
Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen
Deze wisselbooraandrijving wordt voor het maken van boringen in een hoek van 90° gebruikt (geleidingen).
Er mogen maximaal 6 boren worden geplaatst met een maximumdiameter van 5 mm.
32 32 32 32 32 32 32 32256
L
R
L
R
L
R
L
R
L
Boorbeeld
Afb. 40: wisselbooraandrijving, 9 assen
Wisselbooraandrijving vervangen
Voor de boringen moet, afhankelijk van de toepassing, de desbetreffende wisselbooraandrijving worden geplaatst.
Aan de hand van dit voorbeeld laten wij u zien hoe een wisselbooraandrijving verwisseld moet worden. Wij adviseren u om bij het verwisselen van de wisselbooraandrijvingen veiligheidshandschoenen te dragen om letsel door scherp gereedschap te voorkomen.
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel! Afb. 41: wisselbooraandrijving vervangen
Alvorens de machine aan te passen de stekker uit het stopcontact trekken en de persluchttoevoer afsluiten!
Maak eerst de twee stervormige grepen 1 los tot het gereedschap naar onderen glijdt.
De veiligheidsbeugel 2 houdt de wisselbooraandrijving 3 vast, zodat die niet naar onderen kan vallen. Met behulp van de handgreep 4 wordt de wisselbooraandrijving naar onderen toe uit de geleiding genomen. Draai de veiligheidsbeugel 2 hierbij iets weg.
Leg de wisselbooraandrijving opzij.
Afb. 42: wisselbooraandrijving vervangen
Reiniging
Voordat u de gewenste wisselbooraandrijving plaatst moeten de aanschroefoppervlakken 5 en het aandrijftandwiel 6 met een droge schoonmaakdoek worden gereinigd.
OPMERKING
Vervuiling leidt tot meer slijtage van de aandrijfelementen en tot storingen in het productieverloop.
Afb. 43: reiniging van de wisselbooraandrijvingen
Instellen
3
4
2
1
24
6
5
45
De geleidingsbouten 1 moeten worden gereinigd.
De boring 2 in de geleidingsbout moet schoon zijn zodat de klemschroef de wisselbooraandrijving goed kan vasthouden.
Afb. 44: geleidingsbout
Aandrijving inzetten
De voorbereide wisselbooraandrijving wordt met behulp van de handgreep of door onder de beugel 2 te pakken, ingezet.
Let erop dat de geleidingsbouten worden ingevoerd zonder vast te haken.
Schuif de wisselbooraandrijving naar boven en klik de veiligheidsbeugel 1 vast.
Afb. 45: aandrijving inzetten
Schroef de stervormige grepen 3 stevig aan.
Afb. 46: stervormige grepen
Schakelaarfunctie controleren
De wisselbooraandrijving, 6 assen, wordt voor het boren en inzetten van een scharnier/verbinder gebruikt.
Bij het indrukken van het scharnier/de verbinder moet de aandrijving van de boor zijn uitgeschakeld.
Afb. 47: schakelaar
Draai de indrukbeugel 2 met de handhendel 2 in de indrukpositie. De schakelaar 1 moet door de hendel geactiveerd worden en de motor met behulp van de schakelaar uitschakelen. Controleer de functie. Indien nodig moet de schakelaar passend worden afgesteld.
Bij iedere wisseling van wisselbooraandrijving of na een langere stilstandperiode van de machine moet de schakelaar 1 altijd op correcte werking worden gecontroleerd.
2
1
2
1
3
1
46
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
Een verkeerde werking kan ernstig letsel en productiestoringen tot gevolg hebben!
De boorslag wordt bij zijn neerwaartse beweging beperkt door de aanslag.
De boorslag kan individueel worden ingesteld, afhankelijk van de bladdikte. Door te draaien aan de stelschroef 1 kan de boordiepte veranderd worden. Voer vervolgens een proefboring uit en controleer de boordiepte m.b.v. een meetschuif.
Afb. 50: boordiepte-instelling (verticaal)
Boren met horizontale booraandrijving
Afb. 67: horizontale booraandrijving
Indrukpositie voor de indrukbeugel
Indien nodig kan de positie van de indrukbeugel worden afgesteld. Met de stelschroef 5 wordt de positie van de indrukbeugel exact passend afgesteld. De stelschroef drukt daarbij tegen de aanslagschroef 6. Draai de indrukbeugel naar beneden en controleer de positie tijdens het indrukken. Indien nodig moet de instelling worden herhaald tot de positie correct is.
Afb. 49: indrukpositie voor de indrukbeugel
Afb. 51: boordiepte-instelling (verticaal)
Stel eerst de boordiepte in met behulp van het handwiel aan de voorzijde van de machine.
Instellen
Afb. 48: boordiepte-instelling verticale booraandrijving
1
1
1
6
5
47
Stel de hoogte van het horizontale aggregaat met de schaalverdeling bij het draaien van de stervormige greep aan het horizontale booraggregaat in.
Controleer de instellingen door een proefboring uit te voeren.
De hefsnelheid (boren in het werkstuk) van het horizontale booraggregaat kan met de stelschroef 1 worden ingesteld. De eindpositiedemping (teruggaan van het horizontale booraggregaat) met de stelschroef 2
Controleer de instellingen door een proefboring uit te voeren.
Gebruik voor het boren met de horizontale booraandrijving altijd de excenterspanner.
Neem de excenterspanner uit zijn parkeerpositie en span het werkstuk met behulp van de spanner. Gebruik hiervoor de boring in de machinetafel die het dichtste bij het werkstuk ligt. Positioneer de excenterspanner hier en draai de witte kunststof plaat tegen het werkstuk. Draai de hendel van de excenterspanner naar links tot hij het werkstuk licht spant.
Druk op de handknop of voetschakelaar om het boren te activeren.
Instellingen aan de achterzijde van de machine
De snelheid van de boor kan kort voor het ingaan in het werkstuk worden verlaagd om goede boorresultaten te krijgen. Kort voordat de boren het blad bereiken, wordt de snelheid verlaagd.
Om de onderste eindpositiedemping in te stellen, is er aan de achterkant van de machine een stelschroef 1 in de hefcilinder aangebracht. Door aan de stelschroef te draaien, kan de liftsnelheid worden verlaagd of verhoogd.
Met behulp van de stelschroef 2 in het ventiel wordt ingesteld hoe lang de neerdrukarm na het boren nog gespannen moet blijven, alleen voor het boren van rijboringen.
Met behulp van de stelschroef 3 wordt de neerwaartse boorslagsnelheid ingesteld. Met de stelschroef 4 wordt de nalooptijd van de verticale booraandrijving ingesteld. Bij MDF-materiaal is een langere nalooptijd nodig om de spaan die ontstaat met de boor uit het boorgat te halen. Controleer de instelling door een proefboring uit te voeren.
Afb. 67: excenterspanner
Afb. 52: instellingen aan de achterzijde van de machine
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
Voorzichtig bij het instellen van de nalooptijd, niet in de draaiende boor grijpen!!!
1
2
1
2
4
3
48
Boorslagbegrenzing voor rijboringen
Bij het maken van rijboringen kan de boorslag worden ingekort om effectiever te kunnen werken. Voor het instellen de motorschakelaar a.u.b. deactiveren, zodat de boren niet draaien.
Start de boorslag met de handknop of voetschakelaar. Houd de handknop/voetschakelaar ingedrukt tot de wisselbooraandrijving zich in de onderste eindpositie bevindt. Daarna wordt de aanslag met behulp van de hendel 2 gedraaid.
Bij de volgende werktact wordt er een korte slag uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
Opgelet bij het bewegen van de booraandrijving, op deze positie bestaat beknellingsgevaar.
OPMERKING
Controleer na het beëindigen van de instelwerkaamheden alle werkzaamheden.
3. Neerdrukarm en middenaanslag
Neerdrukarm
Afhankelijk van de bladdikte moet de hoogte van de neerdrukarm worden versteld. Tussen het werkstuk en het uiteinde van de neerdrukarm 3 mag max. 6 mm afstand zijn, (evt. inbussleutel SW 5 onderleggen). Voor het instellen van de afstand wordt klemschroef 2 losgedraaid en de neerdrukarm 1 in zijn positie in de houder verschoven. Als de correcte hoogte is bereikt, wordt de klemschroef vast aangedraaid.
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
Voor alle onderhouds- en instelwerkzaamheden moet de machine spanningsvrij gemaakt en de perslucht uitgeschakeld worden. Bescherm de machine tegen onverwacht opnieuw inschakelen!
Bij het boren moeten de neerdrukarmen 1 goed worden gepositioneerd om het werkstuk goed vast te klemmen. Voor de instelling worden de klemhendels 4 / 5 losgemaakt en de neerdrukarmen gepositioneerd. Bovendien kunnen de neerdrukarmen versteld worden door het losmaken van de klemhendels 5. De klemhendels moeten daarna weer goed worden vastgemaakt.
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
De arm niet onder de boorkop draaien.
Afb. 53: boorslagbegrenzing
Afb. 54: neerdrukarm
Afb. 55: neerdrukarm
Instellen
2
1
2
3max. 6 mm
4
1
1 5
49
Middenaanslag
De middenaanslag 1 wordt gebruikt voor het verwerken van verbindingsbeslag of als eerste aanslag voor de gatenrij. Afhankelijk van de werkrichting moet de rechter- of linkeraanslagklep naar boven worden gekanteld. Voor het instellen moeten de kartelschroeven 2 worden losgedraaid en de middenaanslag met de hand worden afgesteld. Na de instelling moeten de kartelschroeven vast worden aangedraaid.
Instellen van de trommelaanslagen
De trommelaanslagen geven vaste afstanden voor. Vooraf ingesteld zijn: 13 mm, 22 mm, 37 mm en 57 mm. Trek de tafel iets terug. Voor het instellen wordt de trommelaanslag 2 in de gewenste positie gedraaid en vastgeklikt.
De vrije positie (positie zonder aanslagpin) is het nulpunt van de machine. Via dit punt kan het display weer op het nulpunt worden gezet.
Afstand 13 mm Wisselbooraandrijving, 9 assen voor rijboring
Afstand 22 mm Wisselbooraandrijving, 6 assen voor scharnierboring
Afstand 37 mm Wisselbooraandrijving, 9 assen voor rijboring
Afstand 57 mm Wisselbooraandrijving, 9 assen voor rijboring
Om individuele posities tussen 13 mm en 57 mm in te stellen, moet de aanslag 1 in het profiel worden gebruikt en op de individuele maat worden ingesteld (instelling via display). Met behulp van schroef 2 kan de positie gemarkeerd worden door de schroef dichterbij te schuiven, zodat de berekende positie niet verloren gaat.
Pendelaanslagen
De pendelaanslagen worden overeenkomstig de toepassing afgesteld. Voor het instellen wordt de schroef 4 losgedraaid en de pendelaanslag 5 op de rail verschoven. Draai de schroef weer vast.
Afb. 56: middenaanslag
Afb. 57: trommelaanslag
Afb. 58: pendelaanslag
2
1
2
1 2
2
1
4
5
50
Bedrijf
8. Bedrijf
1. Veiligheidscontrole 50
Algemene informatie 50
Operationaliteit 50
Bedieningselement 51
2. Inschakelen 52
Voorbereidende werkzaamheden 52
3. Bediening 52
Neerdrukarm 53
Verwerking van Hettich scharnieren 53
Boren 54
Indrukken 54
4. Storingen tijdens de werking 55
Storingen verhelpen 55
5. Controles tijdens de werking 55
Functiecontroles 55
1. Veiligheidscontrole
OPGELET
De bediening en alle servicewerkzaamheden aan deze machine mogen alleen door geautoriseerd of geïnstrueerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Neem altijd de veiligheidsinformatie en de interne veiligheidsvoorschriften in acht.
Controleer voor het inschakelen van de machine dat
• eventuele installatie-, aanpassings-, instellings- en onderhoudswerkzaamheden compleet zijn afgesloten
• geen personen in de gevarenzone van de machine zijn of mogelijk zelfs hieraan werken
• alle veiligheidsvoorzieningen volgens voorschrift werden aangebracht
• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is
Algemene informatie
Voordat u begint met de productie:
Controleer de machine voor en na het inschakelen op veiligheid en een onberispelijke werking.
Controleer of de persluchttoevoer bedrijfsklaar is.
Controleer of de machine op het betreffende product werd afgestemd.
OPMERKING
Bij een onjuiste functie van de machine en bij storingen moet u onmiddellijk uw chef informeren.
Operationaliteit
De machine is bedrijfsklaar als
• alle eerder genoemde inschakelingen werden uitgevoerd
• een testrun werd uitgevoerd
• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is
• de machine op het betreffende product is afgestemd
Daarna kan de productie worden gestart.
51
2
3
4
5
6
Bedieningselement
Op het bedieningselement zijn drie druktoetsen en twee keuzeschakelaars.
OPGELET
Bedenk bij alle werkzaamheden: de veiligheid staat voorop!
Pos. Omschrijving Toelichting
2 Drukknop Arbeidsstap activeren
3 Keuzeschakelaar Verticaal/horizontaal boren
4 Keuzeschakelaar Neerdrukarm automatisch ontspannen
5 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren voor
6 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren achter
52
1 3
2
Bedrijf
2. Inschakelen
Voorbereidende werkzaamheden
• Zorg voor de stroomtoevoer door de stekker in het stopcontact te steken,
• Verbind de perslucht en schakel die in en
• Bereid het materiaal voor: platen scharnieren/verbinders etc.
3. Bediening
U kunt de machine met de voetschakelaar of handknop op de bedieningseenheid bedienen. Een gelijktijdige bediening met voetschakelaar en handknop is niet mogelijk.
Schakel met de hoofdschakelaar 1 de stroomtoevoer voor de aandrijfmotor in.
De voetschakelaar 2 en de handknop 3 van de bedieningseenheid hebben dezelfde functies.
Beide bedieningselementen moeten zolang geactiveerd worden tot een complete werkhandeling werd afgesloten.
Wanneer u de handknop of de voetschakelaar eerder loslaat, stopt de machine de werkhandeling onmiddellijk en gaat de booreenheid terug naar zijn uitgangspositie.
U moet de handeling opnieuw activeren.
53
1
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor handletsel!
Tijdens het bedrijf van de machine mogen uw handen niet in de gevarenzone van boren, neerdrukarmen of indrukmatrijs zijn.
Neerdrukarm
De neerdrukarmen worden automatisch gespannen wanneer de handknop of het voetpedaal geactiveerd worden en kunnen weer ontspannen worden door op de gele knop 1 te drukken.
Dit kan naar keuze met de handknop of het voetpedaal worden gedaan. Druk hiervoor op de handknop resp. het voetpedaal tot de boren hun eindpositie (boordiepteaanslag) hebben bereikt. Als de schakelaar wordt losgelaten, gaat de boorkop automatisch terug naar zijn uitgangspositie.
Verwerking van Hettich scharnieren
1. In de achterste drie boorassen worden een boor, diameter 35 mm, linksdraaiend en in de nevenboorassen twee boren met 10 mm diameter rechtsdraaiend ingespannen. De voorste boorassen moeten met een kapje worden afgesloten, zodat de schroefdraadpin er niet uit kan schuiven en een effectieve bescherming tegen vervuiling ontstaat.
2. Aanslag boordiepte instellen. Voer proefboringen uit, om de exacte boordiepte vast te stellen.
3. Pendelaanslagen instellen op de gewenste maat rechts en links volgens de schaalverdeling.
WAARSCHUWING
In de buurt van de boorkop geen aanslagen plaatsen, aangezien anders ernstige schade, bijv. aan de boorassen en aan de aandrijving, kan ontstaan.
Doe a.u.b. een proefboring! Afmetingen controleren!
Afb. 59: gele knop: neerdrukarm losmaken
Afb. 60: boorbeeld
Afb. 61: boorassen met kapje
Afb. 62: aanslag boordiepte
Afb. 63: pendelaanslag met inbusschroef
52
5,5
3232
32RR
RR
L
R
Bohrbild
54
Boren
1. Werkstuk voor het aanslagliniaal plaatsen en de pendelaanslagen instellen. Het boorproces activeren met de handknop of de voetschakelaar en beëindigen door loslaten.
2. Nu kan het Hettich scharnier met snelmontage aan de potzijde met de hand worden geplaatst.
Indrukken
1. Scharnier met voorgemonteerde moffen in de indrukmatrijs voor scharnieren klikken en de scharnierarm tussen de houders drukken.
2. Beugel met indrukmatrijs voor scharnieren naar onderen draaien tot aan de aanslag boven het boorgat.
3. Het indrukken starten door op handknop 1 te drukken en weer beëindigen door loslaten. De indrukmatrijs voor scharnieren naar boven draaien. Neerdrukarm met de onderste schakelaar 2 losmaken. Werkstuk wegnemen.
Afb. 64: handknop Afb. 65: voetschakelaar
Afb. 66: indrukmatrijs
Afb. 67: indrukmatrijs voor scharnieren
Afb. 68: handknop en schakelaar
Bedrijf
1
2
55
4. Storingen tijdens de werking
Verhelpen van storingen
Storingen in de machine mogen alleen door vakpersoneel, dat hiermee is belast, worden verholpen.
Bij het zoeken naar de oorzaak voor storingen moet de complete omgeving van de machine worden bekeken. Bij beschadigingen gedurende de garantieperiode moet de producent onmiddellijk worden geïnformeerd.
WAARSCHUWING
Veiligheidsvoorschriften bij het zoeken naar oorzaken van storingen, resp. het verhelpen van storingen!
Neem de ongevallenpreventievoorschriften in acht!
• Zorg ervoor bij mechanische storingen dat de montage-eenheid drukvrij wordt gemaakt!
• Borgen tegen hernieuwd inschakelen en aanduiden met een informatiebord!
5. Controles tijdens de werking
De operator voert de controle tijdens de werking uit.
• Voer 1 à 2 keer per dag/dienst de genoemde visuele en veiligheidscontroles uit, voor uw persoonlijke veiligheid en de onbeperkte bedrijfsveiligheid van de machine.
Bij extreme bedrijfs- of milieu-omstandigheden moet het aantal controles per dienst worden verhoogd.
Functiecontroles
• Loopt de machine rustig en zonder veel trillingen?
• Let voortdurend op eventuele veranderingen en geluiden tijdens de werking.
56
9. Onderhoud/verzorging
1. Algemene informatie 56
Werkzaamheden aan elektrische componenten 56
2. Instructie van het onderhoudspersoneel 56
3. Stilstandsbeveiliging van de machine 57
4. Reiniging van de machine 57
Elektromotoren 57
5. Onderhoudswerkzaamheden 57
Onderhoud en instandhouding 57
Onderhoudsunit 58
6. Instructies voor inspecties 58
Algemeen 58
1. Algemene informatie
Onvoldoende, onjuist en/of niet op tijd uitgevoerd onderhoud verhoogt het gevarenrisico en kan tot storingen in het bedrijf, hoge reparatiekosten en lange stilstandperiodes leiden. Dit is uitsluitend voor risico van de exploitant.
Werkzaamheden aan elektrische componenten
Defecte elektrische componenten mogen alleen door dezelfde reserveonderdelen worden vervangen.
Schakel de elektrische installaties bij alle werkzaamheden hieraan altijd uit en vraag het vakpersoneel om raad.
GEVAAR!
Elektrische bedrijfsmiddelen en bepaalde onderdelen van deze apparaten staan, evt. ook nog wanneer deze zijn uitgeschakeld, onder levensgevaarlijke spanning.
Een verkeerde omgang met elektrische bedrijfsmiddelen kan daarom ernstig letsel en/of materiële schade tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Elektrische apparaten mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden onderhouden.
Voor aanvang van alle werkzaamheden moet de stekker van het apparaat uit het stopcontact worden getrokken en moet het apparaat geaard worden. Gebruik uitsluitend goedgekeurde reserveonderdelen (bijv. zekeringen) met specificaties die overeenstemmen met de gegevens in de apparatenlijst.
2. Instructie van het onderhoudspersoneel
Lees deze bedieningshandleiding voor het werken met deze machine goed door en werk altijd conform de veiligheidsvoorschriften.
Neem evt. ook de montagehandeleidingen van andere producenten, in de aanhang van deze bedieningshandleiding, in acht.
Controleer voor aanvang van alle onderhoudsmaatregelen:
• dat de machine veilig werd stopgezet en een abusievelijke of ongeplande ingebruikneming onmogelijk is
• dat de persluchttoevoer van de machine geblokkeerd werd en de machine drukloos is
Meld alle geplande werkzaamheden aan een toezicht houdende persoon.
WAARSCHUWING
Versleten en/of beschadigde componenten onmiddellijk vervangen. Anders brengt u uw persoonlijke veiligheid, de bedrijfsveiligheid van de machine en de veiligheid van uw omgeving in gevaar.
Onderhoud/verzorging
57
Aanbeveling:
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Niet door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG gecontroleerde en/of goedgekeurde reserveonderdelen, resp. uitrustingsvoorwerpen kunnen de actieve en passieve veiligheid van de machine eventueel in gevaar brengen
Gebruik bij alle werkzaamheden geen ongebruikelijk geweld, voor zover dit verder gaat dan de noodzakelijke intensiteit om aansluitingen en/of schroefverbindingen los te maken of te bevestigen. Gebruik voor onderhoudswerkzaamheden alleen technisch onberispelijk, passend gereedschap en gebruik dit vakkundig en veilig.
3. Stilstandsbeveiliging van de machine
• Schakel de stroomtoevoer naar de machine uit (stekker uit het stopcontact trekken)
• Trek de persluchtslang (persluchttoevoer) van de machine
• Bescherm de machine tegen onbevoegd opnieuw inschakelen
• Reinig de machine, zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk
• Breng een waarschuwingsbord aan op de machine, conform de ongevallenpreventievoorschriften
GEVAAR!
OPGELET! Onderhoudswerkzaamheden! Machine niet inschakelen
Let op de immissiebescherming
Vervuilde stoffen (waswater, olie, vet) moeten opgevangen en reglementair verwijderd worden.
4. Reiniging van de machine
De complete machine moet altijd na ieder gebruik worden gereinigd. Dat gaat het beste door afnemen met schoonmaakdoeken en/of afzuigen met een industriële stofzuiger.
OPMERKING
Gebruik voor de reiniging van de machine nooit perslucht om deze schoon te blazen.
Reinig in kortere afstanden, wanneer dat i.v.m. de bedrijfsomstandigheden nodig is.
Reinig de machine
• alleen volgens de voorschriften door afzuigen, nooit door afblazen met perslucht
• alleen drogen met een schoonmaakdoek om resten van smeermiddelen e.d. te verwijderen
• verwijder boorstof regelmatig
Let bij de omgang met gevaarlijke vloeistoffen en/of vloeistoffen die een gevaar opleveren voor het grondwater (bijv. olie, schoonmaak- of oplosmiddelen en andere chemische stoffen) op de Arbo-voorschriften en overeenkomstige regelgeving.
Gebruik nooit agressieve, licht ontvlambare of de gezondheid schadende oplos- of reinigingsmiddelen voor het reinigen van de handen.
Elektromotoren
Alle elektromotoren moeten regelmatig worden gereinigd, omdat stof en vuil als een isolatielaag werken, waardoor motoren/spoelen oververhit zouden kunnen raken.
Teksten, informatieborden
Teksten/informatieborden moeten
• met een doek worden gereinigd
• gecontroleerd worden, dat ze goed vastzitten en leesbaar zijn
• beschadigde borden moeten worden vervangen
Laser
Bij gebruik van de laser moet die regelmatig droog worden gereinigd met een schoonmaakdoek.
5. Onderhoudswerkzaamheden
Onderhoud en instandhouding
Controleer voor aanvang van alle onderhoudsmaatregelen:
• dat de machine veilig werd stopgezet en een abusievelijke of ongeplande ingebruikneming onmogelijk is
• dat de persluchttoevoer van de machine geblokkeerd werd en de machine drukloos is
Controleer regelmatig de elektrische en persluchtleidingen van de machine. Defecte of beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen.
WAARSCHUWING
Letselgevaar Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Voor onderhouds- en reparatiewerkzamheden de machine uitschakelen, de persluchttoevoer afsluiten en de machine beveiligen tegen onbevoegd hernieuwd inschakelen.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Niet door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG gecontroleerde en/of goedgekeurde reserveonderdelen, resp. uitrustingsvoorwerpen kunnen de actieve en passieve veiligheid van de machine eventueel in gevaar brengen
Gebruik bij alle werkzaamheden geen ongebruikelijk geweld, voor zover dit verder gaat dan de noodzakelijke intensiteit om aansluitingen en/of schroefverbindingen los te maken of te bevestigen.
Gebruik voor onderhoudswerkzaamheden alleen technisch onberispelijk, passend gereedschap en gebruik dit vakkundig en veilig.
58
Voordat u aan de pneumatische installatie gaat werken moet u de machine reinigen, in elk geval het werkgedeelte, zoals hieronder beschreven.
• Maak persluchtleidingen resp. slangen van de pneumatische installatie drukloos
• Trek de slangen voorzichtig los. De ontsnappende perslucht zou stof kunnen doen opwaaien
• Bescherm open luchtaansluitingen tegen vervuiling (eventueel afplakken)
• Aansluitingen, stekkers of schakelaars nooit verwisselen. Dat zou altijd storingen tot gevolg hebben
• Werk altijd zo schoon mogelijk
Onderhoudsunit
Door de onderhoudsunit worden stof, vuil, water en oliedruppels uit de luchtleiding verwijderd. Let op dat de verzameltank altijd tijdig wordt leeggemaakt. De filter functioneert niet als het vloeistofniveau in de tank te hoog is. Het gevolg zijn storingen en snelle slijtage van de ventielen en cilinders. De noodzakelijke intervallen moeten bedrijfsintern worden vastgelegd, omdat die sterk afhankelijk zijn van de kwaliteit van de ter beschikking staande perslucht.
De onderhoudsunits moeten dagelijks worden gecontroleerd op water in het kijkglas.
OPMERKING
Controleer na het beëindigen van alle werkzaamheden aan de persluchtsystemen dat alle schroeven en leidingen goed zijn aangedraaid. Onderhoudsunit
Door de onderhoudsunit worden stof, vuil, water en oliedruppels uit de luchtleiding verwijderd. Let op dat de verzameltank altijd tijdig wordt leeggemaakt. De filter functioneert niet als het vloeistofniveau in de tank te hoog is. Het gevolg zijn storingen en snelle slijtage van de ventielen en cilinders. De noodzakelijke intervallen moeten bedrijfsintern worden vastgelegd, omdat die sterk afhankelijk zijn van de kwaliteit van de ter beschikking staande perslucht.
De onderhoudsunits moeten dagelijks worden gecontroleerd op water in het kijkglas.
OPMERKING
Controleer na het beëindigen van alle werkzaamheden aan de persluchtsystemen dat alle schroeven en leidingen goed zijn aangedraaid.
6. Instructies voor inspecties
Inspecties zijn maatregelen waarmee de daadwerkelijke toestand van een machine en zijn componenten kan worden vastgesteld en beoordeeld.
OPMERKING
Inspecties dienen als preventief onderhoud en staan in dienst van uw eigen veiligheid.
Een niet op tijd uitgevoerde inspectie geldt als niet doelmatig gebruik van de machine.
De verantwoordelijke voor de machine moet deze dagelijks op visueel herkenbare fouten controleren; opgetreden fouten moeten onmiddellijk worden verholpen of, indien dat niet mogelijk is, gerapporteerd worden.
De machine mag alleen in onberispelijke staat worden gebruikt.
De omgeving van de machine moet schoongehouden worden en er mogen geen struikelobjecten aanwezig zijn. Luchtslangen en afzuigslangen moeten passend worden gelegd, zodat deze de beweging van de operator van de machine niet belemmeren.
De voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden moeten in de genoemde intervallen worden uitgevoerd. Eventueel moet de exploitant andere, passende intervallen aangeven of extra werkzaamheden opvoeren.
Bij de wekelijkse reiniging van de machine moeten, indien mogelijk, alle componenten op slijtage en beschadigingen worden onderzocht. Hoe vroeger beschadigingen worden herkend, des te lager zijn de noodzakelijke reparatiekosten!
Na de montage moet bij alle schroefverbindingen worden gecontroleerd of deze goed vastzitten! Dat geldt met name voor alle dynamisch belaste componenten.
Bij de maandelijkse onderhoudswerkzaamheden moeten de dynamisch belaste schroefverbindnigen steekproefsgewijs worden gecontroleerd!
Veiligheidsvoorzieningen moeten regelmatig (minimaal 1x per maand) op hun correcte functie worden gecontroleerd.
Alle elektriciteitskabels en pneumatische slangen moeten op beschadigingen en een goede bevestiging worden gecontroleerd.
De kabeldoorvoeren bij aansluitdozen controleren op mogelijk lekkages en een stevige bevestiging.
Algemeen
Ontdoe de machine regelmatig van boorstof.
Elektrische en persluchtleidingen regelmatig controleren.
Defecte of beschadigde onderdelen onmiddellijk vervangen. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen!
Onderhoud/verzorging
59
10. Storingen/oplossing
1. Algemene informatie 59
2. Storingsoorzaken bij de exploitant 59
3. Foutopsporing 59
Algemene storingsoorzaken 59
Storing in het machineverloop 59
4. Storingsmelding 59
1. Algemene informatie
OPMERKING
Bij alle storingen altijd eerst de oorzaak vaststellen.
Veiligheidsinstructies
Storingen in de machine mogen alleen door vakpersoneel, dat hiermee is belast, worden verholpen.
Bij het zoeken naar de oorzaak voor storingen moet de complete omgeving van de machine worden bekeken. Bij beschadigingen gedurende de garantieperiode moet de producent onmiddellijk worden geïnformeerd.
WAARSCHUWING
Veiligheidsvoorschriften bij het zoeken naar oorzaken van storingen, resp. het verhelpen van storingen!
Neem de ongevallenpreventievoorschriften in acht!
• Zorg ervoor bij mechanische storingen dat de montage-eenheid drukvrij wordt gemaakt!
• Borgen tegen hernieuwd inschakelen en aanduiden met een informatiebord!
2. Storingsoorzaken bij de exploitant
De geleverde machine/installatie werd in de fabriek door ons vakpersoneel aan een functiecontrole onderworpen.
Storingen die het gevolg zijn van een onjuiste behandeling, onreglementair gebruik of gebrekkig (niet tijdig/goed uitgevoerd) onderhoud, vallen niet onder de garantie. Dit is uitsluitend voor risico van de exploitant.
3. Foutopsporing
OPGELET
Neem bij het zoeken naar fouten altijd de voorschriften, waarschuwingen en instructies in acht
Ga bij het zoeken naar fouten altijd stapsgewijs te werk en schrijf al uw waarnemingen, test- en meetresultaten op.
Probeer zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen in welke bedrijfssituatie de storing zich heeft voorgedaan, d.w.z. probeer de volgende vragen te beantwoorden:
Welke handeling heeft de machine nog correct uitgevoerd?
Vanaf welke handeling heeft de storing zich voorgedaan?
Komt de storing vaak voor of slechts incidenteel?
Probeer bij incidentele storingen vast te stellen of de storing met bepaalde gebeurtenissen of
handelingen direct voordat de storing optreedt in verband kan worden gebracht.
Doet de storing zich alleen bij bepaalde onderdelen (materiaal, vorm, bijzondere profielen) voor?
Neem bij alle aanvullende uitrustingen/opties de bedieningshandleidingen in acht.
Algemene storingsoorzaken
Controleer bij het zoeken naar fouten, voordat u eventueel onderdelen demonteert, eerst:
• of de machine en/of zijn uitrusting herkenbare beschadigingen vertoont
• of de machine gereinigd is en geen stofafzettingen de beweging van onderdelen belemmeren of verslechteren
• of de persluchttoevoer in orde is en de bedrijfsdruk binnen de toegestane tolerantie ligt (6 - 7 bar)
• of de omstandigheden van het elektrische net overeenkomen met de gegevens van de elektromotoren (typeplaatjes) en/of elektrische apparaten en de motorbescherming goed werd ingesteld
• of onderhoudsmaatregelen tijdig werden uitgevoerd
Storing in het machineverloop
Alle werkzaamheden m.b.t. het onderhouden, instellen, verhelpen van fouten, aanpassen, repareren en voor de service mogen alleen door hiervoor opgeleid en aangewezen vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij alle storingen altijd de installateur van de machine om raad vragen.
Probeer vast te stellen in welk bereik van de machine de storing zich heeft voorgedaan.
Controleer:
• of schakelaars werden omgezet of defect zijn
• of luchtslangen lek of geknikt zijn
• of de elektrische leidingen van de schakelaars of magneetkleppen beschadigd zijn. Met name bij elektrische leidingen kan een kabelbreuk ontstaan
4. Storingsmelding
Indien de bovenstaande informatie u niet verder kan helpen bij het verhelpen van een probleem, neem dan a.u.b. telefonisch contact op met Hettich FurnTech GmbH.
Denk er echter aan, dat wij u ook alleen maar snel verder kunnen helpen als wij gedetailleerde informatie en foutbeschrijvingen krijgen.
Storingen/oplossing
60
1. Algemene informatie Bij de demontage van de machine moeten de nationale en
internationale regels van de betreffende landen altijd worden nageleefd. Wij kunnen u slechts principiële informatie geven over de demontage en afvalverwijdering.
Neem bij alle werkzaamheden de voorschriften, waarschuwingen en instructies m.b.t. de werkveiligheid, veiligheidsvoorschriften en milieubescherming in acht.
Wij adviseren om bij de demontage of verwijdering van de machine/installatie een erkend demontage-/afvalverwijderingsbedrijf hiermee te belasten.
Voor de demontage Voor de demontage van de machine/installatie is
het belangrijk om de omstandigheden ter plaatse te kennen. Daartoe behoren o.a. de doorrijhoogtes, smalle transportroutes en krappe plaatsen bij het aftransporteren van de machine.
Er moet ruimte voor werkapparatuur zijn danwel passende plaatsen moeten worden aangewezen.
Onderwerp het demontagebereik voor aanvang van de werkzaamheden altijd aan een visuele controle en zet deze zone af.
Bij de demontage moet u zich tevoren informeren over de statica en eventuele zwakke plekken van de machine/installatie en een bijbehorend demontageschema ontwikkelen.
Zet passende vaten of transporttanks klaar voor de diverse materialen.
Een doordacht werk- en veiligheidsschema vormt een goede basis voor het werk.
2. Buitenbedrijfstelling Bij de buitenbedrijfstelling moet de stroom- en
persluchttoevoer van de machine worden gescheiden om de resterende energie, resp. opgeslagen energie af te voeren.
Gevaar door stroomschok!
Ook nadat de machine werd uitgeschakeld staan de leidingen in de schakelkasten nog onder spanning
• Stroomtoevoerkabels • Stuurkabels naar de schakelaars • Toevoer onderspanning
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel
De persluchttoevoer moet door een industriële mecanicien of door iemand met een vergelijkbare opleiding worden gescheiden.
11. Demontage/afvalverwijdering
1. Algemene informatie 60
Voor de demontage 60
2. Buitenbedrijfstelling 60
3. Demontage 61
Algemene informatie 61
Demontage van de machine/installatie 61
4. Gevaarlijke stoffen / afvalverwijdering 61
Milieubescherming 61
Slopen 61
Olie en oliehoudend afval 61
Onderhoud/verzorging
61
Neem bij de afvalverwijdering alle bedrijfsinterne, plaatselijke en regionale voorschriften in acht.
Bij de verwijdering van de machine (demontage of sloop) moeten alle componenten op materiaal gescheiden worden verwijderd, indien mogelijk geschikt voor hergebruik (recycling).
Nadat smeermiddelsystemen (aandrijvingen e.d.) volledig leeg- en schoongemaakt zijn, kunnen bij de aansluitende demontage de volgende materialen vrijkomen:
• metaal: staal, machinegietijzer, aluminium (materiaal voor de machinebouw),
• kunststof: PVC (slangen),
• elastomeer: kabelommantelingen, afdichtingen
• elektrische apparaten/materieel
Machineonderdelen gescheiden naar materialen op milieuvriendelijke wijze verwijderen.
Milieubescherming
OPGELET
Bij alle werkzaamheden aan en met de machines moeten de wettelijke richtlijnen m.b.t. het vermijden van afval en een correcte recycling/verwijdering worden aangehouden!
Vooral bij installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor het water, zoals
• smeervet en olie
• schoonmaakvloeistoffen die oplosmiddelen bevatten
niet in de grond of in de riolering terechtkomen!
Deze stoffen moeten in passende bakken bewaard, getransporteerd, opgeladen en verwijderd worden.
Slopen
Wanneer de machine ooit definitief buiten bedrijf wordt gesteld, moeten de op dat moment geldende wetten en voorschriften betreffende de afvalverwijdering in acht genomen en nageleefd worden.
Voor de definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering is bovendien de complete deïnstallatie van de gehele energietoevoer en de verwijdering van de smeerolie vereist.
Met het slopen van de machines moet een hiervoor gekwalificeerd vakbedrijf worden belast.
Het is zinvol om te controleren welke materialen gerecycled kunnen worden en dat vervolgens ook te doen.
Olie en oliehoudend afval
OPGELET
Opgelet!
Olie en oliehoudend afval is een groot potentieel risico voor het milieu. Daarom wordt dit door gespecialiseerde bedrijven verwijderd.
Breng dit afval naar de interne verwijderingsafdeling, die ze wederom verder transporteert naar gespecialiseerde bedrijven.
3. Demontage Algemene informatie
Bij de demontage van de machine is bijzondere voorzichtigheid geboden.
GEVAAR!
Waarschuwing! Er bestaat een hoger letsel- en ongevalrisico!
• Draag bij lawaaierige werkzaamheden altijd een gehoorbescherming
• Gebruik bij de demontage alleen getest en goedgekeurd gereedschap
• Gebruik bij het transporteren van de machine, componenten en onderdelen en voor het tillen van zware lasten alleen geschikte en goedgekeurde magazijnwagens of hefgereedschap (hijskraan)
• Gebruik altijd de voorgeschreven, persoonlijke beschermuitrusting (beschermbril, veiligheidskleding, gehoorbescherming, veiligheidsschoenen etc.)
Demontage van de machine/installatie
OPMERKING
Neem bij de demontage ook de informatie uit hoofdstuk 'Technische informatie' onder punt 'Plaatsen/bevestigen' in acht.
• Maak alle schroefverbindingen los en markeer de schroeven en posities voor een eventuele hernieuwde montage van de machine/installatie
4. Gevaarlijke stoffen / afvalverwijdering
Het verwijderen van afval moet altijd voorschriftsconform, met inachtneming van de wettelijke regelingen worden uitgevoerd.
Gedemonteerde componenten moeten gescheiden op materiaal worden ingezameld, resten die niet gerecycled kunnen worden moeten verwijderd worden.
Neem bij de afvalverwijdering van aandrijvingen en uitrustingsvoorwerpen evenals bij elektrische/elektronische componenten de verordening m.b.t. elektronisch afval in acht.
Bij de afvalverwijdering – in eigen verantwoordelijkheid van de exploitant – kunnen bij reparatie- en onderhoudswerkzaamheden (onderhoud en reparatie) de volgende afvalstoffen ontstaan:
• smeermiddelen, vetten, oliën en chemicaliën
• technische gassen zoals stikstof
• schoonmaakmiddelen en verbruiksmateriaal, evenals
• alle soorten afval, ook versleten componenten van de machine en gereedschap
• vloeibaar afval moet als potentieel gevaarlijke stof voor het grondwater, in dichte, goedgekeurde bakken worden verzameld en gereed gezet voor een reglementaire afvalverwijdering
• eventueel geknoeide vloeistoffen moeten onmiddellijk gebonden en geneutraliseerd worden
• gebruikte hulpstoffen (bijv. afgewerkte olie) nooit in de grond of in de riolering laten weglopen
62
12. Reserveonderdelen
1. Basisonderstel 63
2. Werkplaat 63
3. Excenterspanner 64
4. Onderstel geleiding 64
5. Uitzetter 65
6. Afzuiging 65
7. Kabelsleepketting 66
8. Console 66
9. Hefcilinder 67
10. Aanslag boordiepte 68
11. Verstelbare aanslag 68
12. Klemming 69
13. Motor met dragend element 70
14. Middenaanslag 70
15. Indrukbeugel 71
16. Neerdrukarm achter 71
17. Neerdrukarm voor 71
18. Voortzettingsaanslag 72
19. Slagbegrenzing 72
20. Trommelaanslag 72
21. Horizontale booreenheid 73
22. Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 74
23. Wisselbooraandrijving, 9 assen 75
24. Wisselbooraandrijving, 6 assen 75
25. Wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9) 75
26. Pneumatisch schema 76
27. Elektrisch schakelschema 77
Bedenk dat de door firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG als producent afgegeven producent- resp. conformiteitsverklaring bij het inbouwen van niet goedgekeurde reserveonderdelen komt te vervallen.
Reserveonderdelen
6666
7. Kabelsleepketting
8. Console
Afb. 71: motor met hefcilinder en aflegvlak voor gereedschap
Reserveonderdelen
7373
21. Horizontale booreenheid
complete booreenheid
complete boordiepte verstelling
niet weergegeven: booropname voor snelwisselsysteem (3x bij aanlevering)
7474
22. Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen
Reserveonderdelen
bij snelwisselsysteem bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
7575
23. Wisselbooraandrijving, 9 assen
24. Wisselbooraandrijving, 6 assen
25. Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta (22/9)
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
bij snelwisselsysteem
7777
27. Elektrisch schakelschema
1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge
UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge
1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge
UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge
P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min
P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min
Fuse klant Laserset is optie
horizontaal boormotor is optieverticaal boormotor
BlueMaxMini Modular Plus3 fase
78
30. Nummers reserveonderdelen
1106 Rondsel Z32
1125 Rechte trekontlasting
1134 Nevenas snelwisselkaak
1151 Groefkogellager
1152 Bus DU 30x34x30
1353 Kapje voor snelwisselkop
1551 Motor (gegevens vlg. opdracht)
1553 Pasveer
1560 Sticker schakelconsole
1651 Cilinder D=80/slag=125 mm
1663 Smoorklep afzuiging met geluidsdemper
1665 Onderhoudsunit compl.
1680A Elektropneumatische schakelaar 3~ 50 Hz
1680B Elektropneumatische schakelaar 3~ 60 Hz
1680E Elektropneumatische schakelaar 1~ 60 Hz
1680F Elektropneumatische schakelaar 1~ 50 Hz
1688 Snelontluchtingsklep
1738 Drukstuk voor neerdrukarm
1740 Klemplaat voor neerdrukarm
1757 Kleine cilinder slag=10mm
1953 5/2-wegklep pneum.
1955 3/2-wegklep voetbediening
2004 Insert voor werkblad
2005 Sluitmoer M8
2006 Geleidingszuil
2008 Ventielplaat
2009 Motordrager BM9
2010 Spandoorn
2011 Buis voor luchtafvoer
2013 Kruisgreep
2015 DU-bus
2016 Schroefdraadinzet M8
2017 Bowex Junior maat 19 d14 houders
2019 Tastrollenventiel
2027 Bowex Junior koppeling maat 19
2030 Boortjeshouder
2033 Klep
2034 Stelomhulsel
2036 O-ring
2037 Kartelmoer, plat
2038 Kartelmoer, plat
2042 Drukveer
2044 Aanslag 68 lang
2046 Aanslag 50 lang
2048 Sticker scharnier
2049 Sticker rijboring
2050 Vleugelmoer eenzijdig
2051 Bol
2052 Drukveer
Nummers reserveonderdelen
2058 Schroefdraadbus
2059 Schroefdraadbuis
2060 Indexstift
2061 Geleidingsschijf
2063 Verend drukstuk
2067 Klemhendel
2079 Hoofdas
3000 Aandrijving voor horizontale booreenheid compl.
3001 Tandwielstelsel
3002 Drijfwerkdeksel
3003 Afdichting
3004 Excenterspanner
3005 Boordiepte-instelling
3006 Motorflens
3007 Nulmarkering
3008 Stanghouder
3009 Buishuls
3010 Schroefdraadas
3011 Cilinderplaat
3012 Montageplaat
3013 Stanghouder achter
3014 Dwarse schuifplaat
3015 Houder schaalverdeling
3016 Stelas
3017 Motor 0,55kW (ph, spanning bij best. aang.)
3018 Glijlager
3019 Lineaire behuizing
3020 Stalen as
3021 Stalen as
3022 Aanloopschijf
3023 Kruisgreepschroef
3024 Schaal
3025 Schroefdraadstaaf
3026 Vierkantige moer
3027 Tegenlager
3028 Geleidingsmoer
3029 Stervormige greep
3030 Compacte cilinder
3031 Knevel
3032 Kogelgreep D32
3033 Drukplaat
3034 Stifttap
3035 Excenter
3036 Borgschijf
3038 Bak onderstel
3039 Voetprofiel
3040 Afsluitplaat
3041 Hoek
3042 Sticker
79
3043 Kopstuk
3044a Geleidingswagen
3044b Geleiderail
3045 Tegenhouder lang
3046 Tegenhouder kort
3047 Geleidingsprofiel
3048 Groefsteenprofiel
3049 Begrenzer
3050 Klemflens
3051 Cilinderhouder
3052 Beugelgreep
3053 Schijf
3054 Zuilplaat
3055 Cilinderplaat
3056 Koppeling zuigerstang
3057 Schijf
3058 Verdeler
3059 Reductie
3060 Terugslagklep ontgrendelb.
3061 Stifttap
3062 Sticker trommel
3063 Trommel
3064 Draagblok trommel
3065 Aanslagblokje achter
3066 Aanslag profielstaaf
3067 Afdrukplaat
3068 Klemhendel
3069 Boordiepteschroef
3070 Boordiepteschijf
3071 Houder voor aanslag boordiepte
3072 Zijplaat voor aanslag boordiepte
3073 Verend drukstuk
3074 Groefsteen M8
3075 Schroefdraadbus
3076 Platte veer
3077 Klemblok
3078 Schroefdraadblok
3079 Spanplaat
3080 Spanlijst
3081 Lager
3082 Zeshoekige stang
3083 Glijlager
3084 Klemhendel rood
3085 Groefsteen M6
3086 Draaistaaf
3087 U-vormig blok
3088 Klink
3089 Stelring
3090 Afstandshuls neerdrukarm
3091 Vasthoudblok neerdrukarm
3092 Uitzetter neerdrukarm
3093 Aanslagliniaal
3094 Werkblad
3095 Verstevigingsplaat
3096 Boorbus
3097 Ronde rubberen draad
3098 Stang neerdrukarm
3099 Klemplaat neerdrukarm
3100 Klemhendel
3101 Uitzetter
3102 Schuif
3103 Schroefdraadstaaf
3104 U-vormige plaat onder
3105 U-vormige plaat boven
3106 Maatstaf (schaalverdeling) zelfklevend
3107 Console
3108 Sticker
3109 Sticker
3110 Sticker
3111 Kabelkoker
3112 Meetaanduiding traject
3113 Sensorhoek
3114 Slanghouder
3115 Sleephoek
3116 Klemkast
3117 Kabelsleepketting
3118 Aansluitelementen
3119 Afzuigaansluiting
3120 Afzuigreductor
3121 Buisklem 63mm
3122 Flexibele buis
3123 Buisklem PG21
3124 Laser compl.
3125 Randaardestekker, massief rubber
3126 AAN/UIT-schakelaar
3127 Klep drukknop
3128 Smoor-terugslagklep
3129 Klep draaischakelaar
3131 Terugslagklep ontgrendelb.
3133 OF-ventiel
3134 Smoor-terugslagklep Luchtafvoer
3135 Bevestiger tafelliniaal
3136 Verend drukstuk
3137 Traverse
3138 Verbindingsplaat
3139 Onderlaag
80
Wisselbooraandrijving
1105 Rondsel Z21
1106 Rondsel Z32
1134 Nevenas snelwisselkaak
1135 Hoofdas snelwisselkaak
1151 Groefkogellager
1184 Groefkogellager
1193 Speciaal rondsel Z25
1553 Pasveer
2020 Drijfwerkblok 6-assen
2021 Drijfwerkdeksel 6-assen
2022 Spanbout
2023 Boorbescherming 6 assen
2024 Afdichting 6-assen
2025 Draadveer 6/9R
2026 Blinde as
2027 Bowex Junior koppeling maat 19
2028 Kabelkoker
2029 Klemhendel, star
2069 Drijfwerkblok 9R
2070 Drijfwerkdeksel 9R
2071 Afdichting 9R
2072 Boorbescherming 9R/9W
2073 Drijfwerkblok 9W
2074 Drijfwerkdeksel 9W
2075 Afdichting 9W
2076 Draadveer 9W
2092 Speciale hoofdas
2093 Speciale nevenas
82
14. Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren
1. Indrukbeugel 82
2. Aanpassing van hand- naar voetschakelaar 82
Aansluiting voetschakelaar bij een machine
met horizontale booraandrijving 83
Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren
3. Montage laser 84
4. Montage van de voortzettingsaanslag 85
Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen 86
5. Montage schraag 86
21
Instelschroef voor de instelling van de rechte hoek van de indrukbeugel.
De draaifunctie van de beugel wordt geregeld door de schroef naar links/rechts te draaien.
i1. Indrukbeugel
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Voor onderhouds- en reparatiewerkzamheden en voor het monteren van optioneel toebehoren de machine uitschakelen, de persluchttoevoer afsluiten en de machine beveiligen tegen onbevoegd hernieuwd inschakelen.
2. Aanpassing van hand- naar voetschakelaar
De aanpassingsset bevat de voetschakelaar en twee aansluitslangen. Plaats de voetschakelaar glijvast op de vloer.
Afb. 84: indrukbeugel monteren
Afb. 85: voetschakelaar
83
Aansluiting voetschakelaar bij een machine met horizontale booraandrijving
Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)
1. De zwarte slang van de handschakelaar bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.
De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2
De blauwe slang 3 van de voetschakelaar bij de keuzeschakelaar ‘verticaal/horizontaal boren’ verwijderen.
De blauwe slang 4 van de voetschakelaar bij de keuzeschakelaar 'Verticaal/horizontaal boren' aansluiten.
OPMERKING
Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.
WAARSCHUWING
De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.
Aansluiting voetschakelaar bij een machine zonder horizontale booraandrijving
Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)
1. De zwarte slang van de handschakelaar bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.
De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2
1
2
2
3
1
2
84
De slang lostrekken 3 en de blauwe slang 4 van de voetschakelaar aansluiten.
OPMERKING!
Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.
WAARSCHUWING
De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.
3. Montage laser
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Voor onderhouds- en reparatiewerkzamheden en voor het monteren van optioneel toebehoren de machine uitschakelen, de persluchttoevoer afsluiten en de machine beveiligen tegen onbevoegd hernieuwd inschakelen.
.
Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren
1. Montageset laser
2. De laser wordt aan de rechterkant van de machine
gemonteerd (vanuit de bediener gezien)
3. Plaatsen van de groefstenen in de bovenste geleiding (de posities zijn gemarkeerd met een stip)
4. Opschroeven van het schakelpaneel en vastschroeven van de
houders
3
4
85
5. Vastschroeven van de laserdrager
6. Opschroeven van de blinde stoppen in het schakelpaneel en invoeren van de kabel
7. Kabelbinders in de houders steken
8. Kunststof buis over kabel schuiven, stekker in schakelpaneel steken, schakelpaneel sluiten, kabelbinders sluiten
9. Laser plaatsen en kabel aansluiten
10. Laser aansluiten en afstellen op werkstukrand en schaalverdeling
4. Montage van de voortzettingsaanslag
Montage van de voortzettingsaanslagen (indien niet voorgemonteerd)
Voortzettingsaanslag voormonteren
Voortzettingsaanslag 1 handvast in de houder schroeven
De voortzettingsaanslagen bij de dwarssteun met de inbusschroeven vastschroeven 1
2
1
86
3 4Midden van de machine Midden van de machine
Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren
Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen
1. Fijninstelling op de Y-as met zeskantschroeven
Rijboring maken en de voortzettingsaanslag in de rijboring schuiven 3. Werkstuk in de richting van het midden van de machine schuiven, zodat de buitenzijde van de boring 4 tegen de voortzettingsaanslag ligt. Vervolgens de schroeven 5 vastdraaien
2. Fijninstelling van de X-as met inbuschroeven
Draai de inbusschroeven 6 los en plaats de voortzettingsaanslag op één lijn met de dwarssteun 7. Voer een proefboring 7 uit. Meet met een schuifmaat de afstand tussen de twee boorgaten. De afstand tussen de buitenste randen van beide boorgaten 9 moet 69 mm zijn. Wanneer deze maat niet overeenkomt, kan de X-richting via de kleine inbusschroef 0 (1 draaiing = 0,8 mm) worden ingesteld. Voer opnieuw een proefboring uit en meet de afstand tussen de twee boorgaten.
OPMERKING!
Een nauwkeurige instelling zorgt voor een goede kwaliteit.
5. Montage schraag
De steunbokken worden links en rechts aan de zijkant m.b.v. de groefsteen aan het voetprofiel geschroefd. Eerst de groefsteen in het profiel plaatsen en in de gewenste positie schuiven. Daarna de schraag met de inbusschroef in de groefsteen vastschroeven.
8
6 7
0
9