Upload
phamque
View
214
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
VIAG, versie 15 april 2017
Bijlage 1 van de VIAG Literatuurlijst Arbeidsomstandighedenwet 1998 TEWAC
Veilig werken met asbestcementleidingen
CROW 96b
Maatregelen bij werken in uitvoering op niet autosnelwegen en wegen buiten de bebouwde kom
NEN 1059
Gasvoorzieningsystemen: Gasdrukregelstations voor transport en distributie. Nederlandse editie op basis NEN -EN 12186 en 12279
NEN 1078
Voorziening voor gas met een werkdruk t/m 500mbar Prestatie eisen nieuwbouw
NEN 8078
Voorziening voor gas met een werkdruk t/m 500mbar Prestatie eisen bestaande bouw
NEN 2768
Meterkasten voor ruimten en bijbehorende voorzieningen in de woonfunctie
NEN 7244-1 Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-1. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 1: Algemene functionele eisen
NEN 7244-2 Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-2. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar; deel 2: specifieke functionele eisen voor polyetheen (MOP t/m 10 bar
NEN 7244-3 Nederlandse editie op basis van NEN -EN 12007-3. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 3: Specifieke functionele eisen voor staal
NEN 7244-4 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 4: Specifieke functionele eisen voor nodulair gietijzeren leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 8 bar
NEN 7244-5 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 5: Specifieke functionele eisen van slagvast PVC-leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 200 mbar.
NEN 7244-6 Nederlandse editie op basis van NEN-EN-12007-5. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 6: Specifieke functionele eisen voor aansluitleidingen
NEN 7244-7 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 7: Specifieke functionele eisen voor sterkte en dichtheidsbeproeving en voor het in bedrijfstellen van gasdistributie leidingen
NEN 7244-9 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 9: Specifieke functionele eisen voor controle en behandeling van gaslekkage in gasdistributie leidingen.
NEN 7244-10 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 10: Specifieke functionele eisen voor opstellingsruimten en meteropstellingen met een maximale inlaatdruk van 100 mbar en een maximale ontwerpcapaciteit van 650 mn3/h.
ATEX 95
Eisen voor apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
VIAG, versie 15 april 2017
Bijlage 2 van de VIAG Afkortingenlijst
AVP Allround vakbekwaam persoon AW Andere werkzaamheden BBH Beperkte bedieningshandelingen BD Bedieningsdeskundige BGW Beperkte gastechnische werkzaamheden BH Bedieningshandelingen BP Bedieningsplan DO Directe opdracht EVHI Elektronisch volume herleidinginstrument GO Goedgekeurde opdracht GOS Gasontvangstation GVR Contactgroep Veiligheidsregelgeving HD Hoge druk IV Installatieverantwoordelijke KB Kathodische bescherming Klic Kabels en leidingen informatie centrum LD Lage druk LEL Lower Explosion Level LMRA Laatste minuut risico analyse MOP Maximum operational pressure (maximium werkdruk) NGW Niet-gastechnische werkzaamheden OIV Operationeel Installatieverantwoordelijke PBM Persoonlijke beschermingsmiddelen PL Ploegleider RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie RO Raamopdracht SGW Standaard gastechnische werkzaamheden THP Toeganghebbend persoon TRA Taak risico analyse UGW Uitgebreide gastechnische werkzaamheden VIAG Veiligheidsinstructie aardgas VM Veiligheidsmaatregelen VOP Voldoend onderricht persoon VP Vakbekwaam persoon VWI Veiligheidswerkinstructie WP Werkplan WV Werkverantwoordelijke
1
WV WV
OIV
PL
AVP
PL
AVP
PL
AVP
Eventueel
overleg
over WP
VOORBEREIDING TREFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
BEDIENINGS-
HANDELINGEN
UITVOEREN
WERKZAAMHEDEN OPLEVERING
OPHEFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
BEDIENINGS-
HANDELINGEN
Opdracht tot
uitvoering
WV
Processchema VIAG bij DO en GO
PL
AVP
OIV = Operationeel Installatie Verantwoordelijke
WV = Werkverantwoordelijke
BD = Bedieningsdeskundige
PL = Ploegleider
AVP = (Allround) Vakbekwaam Persoon
WP = Werkplan
BP = Bedieningsplan
PL
AVP
BD
Alleen in
geval van
afwijkingen
en storingen:
melding bed.
handelingen
gereed
Verzoek
start BP
BD
Bijlage 3a. VIAG, versie 15 april 2017
Toestemming
start BP
PL
AVP
Melding WP en BP
gereed op door IV
te bepalen wijze
Toestemming
start BP
Melding van
wijziging in
netten of
stations
Het voorbereidings- en
uitgifteproces, inclusief
opdrachtverstrekking, is
afhankelijk van de uit
te voeren activiteiten;
zie hiervoor
bijlage 7
Melding WP en BP
gereed op door IV
te bepalen wijze
In dit schema is de aangegeven WV altijd de voor dat
deel verantwoordelijke WV; bij een mono-werkplan is
dat steeds dezelfde; bij een duo-werkplan moet er
overdracht tussen de WV’n plaats vinden zodat er
op elk moment slechts één WV verantwoordelijk is.
Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend
Copie BP
BD
Verzoek
start BP
Alleen in
geval van
afwijkingen
en storingen:
melding bed.
handelingen
gereed
In de diverse stappen in dit schema zo nodig toezicht door de WV en/of terugkoppeling naar de WV op de afgesproken momenten
Bij activiteiten door meerdere ploegen
tegelijkertijd moet er bij start / beëindiging
van elke processtap contact zijn tussen elke PL
en de WV (op door de WV te bepalen wijze)
1
WV
OIV
PL
(A)VP
PL
(A)VP
PL
(A)VP
VOORBEREIDING TREFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
BEDIENINGS-
HANDELINGEN
UITVOEREN
WERKZAAMHEDEN OPLEVERING
OPHEFFEN VEILIG-
HEIDSMAATREGELEN
BEDIENINGS-
HANDELINGEN
WV
Processchema VIAG bij RO
PL
(A)VP
OIV = Operationeel Installatie Verantwoordelijke
WV = Werkverantwoordelijke
BD = Bedieningsdeskundige
PL = Ploegleider
AVP = (Allround) Vakbekwaam Persoon
PL
(A)VP
BD
Alleen in
geval van
afwijkingen
en storingen:
melding bed.
handelingen
gereed
Verzoek
start
bedienings-
handelingen
BD
Bijlage 3b. VIAG, versie 15 april 2017
Toestemming
start
bedienings-
handelingen
PL
(A)VP
Informatie naar OIV
op door IV
te bepalen wijze
Toestemming
start
bedienings-
handelingen
Melding van
wijziging in
netten of
stations
Gereedmelding van
activiteit op door
IV te bepalen wijze
Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend
Alleen in
geval van
afwijkingen
en storingen:
melding bed.
handelingen
gereed
Verzoek
start
bedienings-
handelingen
Activiteiten die via
raamopdracht worden
uitgevoerd,
conform bijlage 7
OIV
Informatie
over verstrekte
raamopdrachten
Verstrekking RO aan
AVP, VP, VOP, THP
4
BD G
AVP G-stations
3
2
VP G-aanleg
VOP G-meters
THP-G
BH BH BH BH BBH BBH, alleen bediening
afsluiter in LD-
aansluitleiding
BBH, alleen bediening
hoofdkraan
BBH BBH, alleen sluiten
hoofdkraan
VOP G-assistent
AVP G-stations
AVP G-netten
AVP G-LDnetten
VP G-LD
WV G-LDnetten
WV G-meterkast
AVP G-distributie
VP G-aanleg
VOP G-meters
VP G-meterkast
Aanwijzingen VIAG in gasvoorzieningsystemen van de netbeheerders
IV G
OIV G
WV G-distributie
WV G-netten
*** BGW en NGW zijn ook uit te voeren door elk type VOP, VP of AVP, na instructie en conform voorwaarden in VWI
Bijlage 4 van de VIAG, versie 15 april 2017 Aanwijzingenstructuur
** betreden en schouwen kan ook zelfstandig gebeuren door personen met een andere aanwijzing indien zij in het bezit van een sleutel zijn
* algemene assistentie is alleen aangegeven bij de VOP G-assistent maar kan ook worden gedaan door elk type VOP, VP of AVP
coördinatie en
opdracht
bediening
werkzaamheden
in stations
werkzaamheden
in LD- en HD-
netten
werkzaamheden
in LD-netten
alle werkzaam-
heden aan LD-
aansluitingen
nieuwe aanleg
LD-aanslui-tingen
en LD-
meterhandling in
meterkasten
LD-meterhandling in
meterkasten
1
werkzaamheden
in/aan LD-
meterkast; LD-
meterhandling, ook
in stations
algemene
assistentie*, enkele
beperkte
gastechnische
werkzaamheden
(BGW) ***
betreden,
schouwen**,
enkele niet-
gastechnische
werkzaamheden
(NGW)***
WEB-niveau of
gelijkwaardig
Bijlage 5 van de VIAG, versie 15 april 2017 Verdeling activiteiten
het uitvoeren van in- en uitbouwingen in LD- en HD-netten
het ontgassen, ontluchten, affakkelen, afblazen van HD- en LD-netten
het verwisselen van meters HD
het repareren van gaslekken in HD- en LD-leidingen
sterkte- en dichtheidsbeproeving van HD-leidingen en LD-distributieleidingen
het in of uit bedrijf nemen van HD- en LD-leidingen
het in of uit bedrijf nemen van stations
het uitvoeren van werkzaamheden aan meet- en regelinstallaties in het gasvoorzieningsysteem
alle werkzaamheden die niet tot de SGW, BGW, NGW of AW behoren
het verwisselen van LD-meters > G25
reparatie en onderhoud aan LD-meteropstellingen t/m G25
het repareren van gaslekken in LD-aansluitleidingen
het repareren van gaslekken in gasloze HD- en LD-leidingen
het ontluchten, afblazen van LD-aansluitleidingen en meteropstellingen
sterkte- en dichtheidsbeproeving van LD-aansluitingen
aansluiten en in bedrijfnemen van LD-aansluitleidingen en meteropstellingen
het verwisselen van meters t/m G25, eventueel inclusief de drukregelaar (zie ook VWI G-10)
het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen t/m G25
het ontluchten van binneninstallaties t/m G25
het nemen van gasmonsters
controle van grondafsluiters en appendages
het preventief/periodiek gaslekonderzoek
eenvoudige (druk)metingen, waarbij geen gastechnische werkzaamheden worden verricht
het aanbrengen van meetdraden voor het KB-systeem
controle doorslagvastheid van de bekleding van leidingen (afvonken)
het uitvoeren van A-inspecties bij gasdruk regel- en meetstations
betreden
schoonmaken (vloer en wanden)
beperkte bouwkundige en civiele werkzaamheden in stations
verwisselen van lampen
het aflezen van meters
het uitvoeren van KB-metingen
het buiten of aan de buitenzijde van het station uitvoeren van bouwkundige/civiele werkzaamheden
het snoeien van beplanting buiten de stations
graven (inclusief de kraanmachinist en de medewerker die de kraanmachinist assisteert),
het leggen of verwijderen van straatwerk
het leggen van leidingen
het verwijderen van aantoonbaar gasloze en losgekoppelde leidingen
het bedienen van afsluiters
het wijzigen van instellingen van meet-, regel- en beveiligingsapparatuur
het stoppelen, exclusief het aanboren
het zetten van gasblazen, exclusief het aanboren
het knevelen van PE-leidingen
het bedienen van afsluiters in aansluitleidingen
het plaatsen van gasblazen in aansluitleidingen
het zetten van (micro-)stoppels in aansluitleidingen en inpandige leidingen (stijg- en daalleidingen bij hoogbouw
het aanbrengen van een tijdelijk afsluitmiddel (bijv. het zetten van een kraanblaasje)
het bedienen van hoofdkranen in meteropstellingen
Bijlage 5- Verdeling van (een aantal) activiteiten over de begrippen, genoemd in artikel 2
Niet-gastechnische
werkzaamheden (NGW)
Gaste
chnis
che w
erk
zaam
heden
Uitgebreide gastechnische
werkzaam-heden (UGW)
Standaard gastechnische
werkzaamheden (SGW)
Beperkt gastechnische
werkzaamheden (BGW)
Voor nadere details dient bijlage 6 en de betreffende veiligheidswerkinstructie te worden geraadpleegd
Bedieningshandelingen (BH)
de aanleg van nieuwbouw transport- en distributie-netten indien deze (nog) niet zijn verbonden met bestaande (al of
niet onder gasdruk staande) gasvoorzieningsystemen
Andere werkzaamheden
(AW)
Beperkte bedienings-
handelingen (BBH)
Opm.
Nummer Omschrijving IV OIV BD WVdi WVn WVldn WVmk AVPdi AVPst AVPn AVPldn VPld VPmk VPa VOPm VOPas THP
G-06 Gasmeters ≤ G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen x x x x x x x x x x xG-07 Binneninstallaties en meteropstellingen ≤ G25 beproeven op dichtheid x x x x x x x x x x xG-08 Binneninstallaties ≤ G25 ontluchten x x x x x x x x x x xG-09 Gasmeters HD of > G25 LD plaatsen, verwisselen of verwijderen x x x x x x x x x x 1,2G-10 LD meteropstellingen ≤ G25 inclusief hoofdkranen, repareren en onderhouden x x x x x x x x x x 1
G-11 Nieuwe LD-aansluitleidingen en meteropstellingen aansluiten en in gebruik nemen x x x x x x x x 1,2G-12 LD-aansluitleidingen beproeven op sterkte en dichtheid x x x x x x x x 1,2G-13 LD-aansluitleidingen ontluchten x x x x x x x x 2G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen x x x x x x x 2
G-15 HD-aansluitleidingen aanleggen en in gebruik nemen x x x x 2G-16 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (met gasuitstroming) x x x x x x x 2G-17 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (zonder gasuitstroming) x x x x x x x 2G-20 LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen x x x x x x 2G-21 HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen x x x x 2G-22 HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen beproeven op sterkte x x x x x x 1,2G-23 HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen op dichtheid beproeven x x x x x x 1,2
G-24 Gasblazen in LD-leidingen plaatsen en verwijderen x x x x x x 2G-25 HD-leidingen stoppelen x x x x 2G-27 PE-leidingen en aansluitleidingen knevelen in HD- en LD-netten x x x x x x x 1,2G-28 Aftakhulpstukken lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten x x x x x x 1,2G-29 Aftakhulpstukken lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten x x x x x x 1,2G-31 Bekleding van HD- en LD-leidingen controleren x x x x x x x x x x x
G-35 Bovengronds gaslekzoeken x x x x x x x x x x xG-36 De omgeving veiligstellen van en het lokaliseren van gaslekken x x x x x x x x G-37 Lekken repareren in HD- en LD-leidingen x x x x x x x 1,3
G-41 Gasmonsters nemen in HD- en LD-netten x x x x x x x x x x xG-42 Grondafsluiters bedienen in HD- en LD-netten en aansluitleidingen x x x x x x x x x x 1G-43 Grondafsluiters en appendages controleren in HD- en LD-netten x x x x x x x x x x x xG-45 KB-metingen uitvoeren x x x x x x x x x x x xG-46 Meetdraden aanbrengen voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen x x x x x x x x x x xG-47 Werken met aardgascondensaat x x x x x x 1,3
G-50 Niet-gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten x x x x x x x x x x x 1
G-51 Functionele inspecties uitvoeren aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25 x x x x x x x x x x 1,3G-52 Gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten x x x 3G-53 Werkzaamheden aan EVHI's uitvoeren x x x x x x x x x xG-54 Gasdrukregel- en meetstations in en uit bedijf nemen x x x 3
IV OIV BD WVdi WVn WVldn WVmk AVPdi AVPst AVPn AVPldn VPld VPmk VPa VOPm VOPas THP Opm.
1
2
3
VIAG Bijlage 6, versie 15 april 2017 Overzicht veiligheidswerkinstructies Mogelijk betrokken aanwijzing
min
der
direct betr
okken b
ij de u
itvoering
alle
en d
irect betr
okken b
ij de u
itvoering v
an e
en G
O
alle
en d
irect betr
okken b
ij de u
itvoering v
an (
bijb
ehore
nde)
bedie
nin
gshandelin
gen, zie
VIA
G a
rtik
el 4.5
.2. en 5
.2.
Een deel van de VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd, afhankelijk van de situatie; zie hiervoor de VWI.
Opmerking(en) vanuit de laatste kolom
Het deel van deze VWI dat mag worden uitgevoerd is afhankelijk van de situatie en de aanwijzing; zie hiervoor de VWI.
VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd; zie hiervoor de VWI.
Gasvoorzieningsystemen
Bijlage 7 van de VIAG, versie 15 april 2017 Proces werkuitgifte
Raamopdracht - RO Directe opdracht - DO Goedgekeurde opdracht - GO
IV bepaalt welke activiteiten onder RO mogen De wijze van opdrachtverstrekking en werkuitgifte van niet in dit overzicht opgenomen
WV geeft opdracht voor een aantal WV accordeert het uitvoeringsplan, bepaalt de WV accordeert het uitvoeringsplan, bepaalt de
identieke, kleinschalige en overzichtelijke uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek
activiteiten gedurende een langere periode. zelf in opdracht aan die medewerker(s); zelf in opdracht aan die medewerker(s);
Een RO behoeft geen accordering door OIV Een DO behoeft geen accordering door OIV Een GO heeft een accoord van de OIV nodig
Werkuitgifte niet door WV Werkuitgifte door WV Werkuitgifte door WV
Werkuitgifte door "leek", bijv. planner
Onderstaand de voor een RO in aanmerking Onderstaand de activiteiten die een goed- VWI
komende activiteiten keuring van de OIV nodig hebben nr.
G-06 G-06 Gasmeters ≤ G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen
G-07 G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen ≤ G25 beproeven op dichtheid
G-08 G-08 Binneninstallaties ≤ G25 ontluchten
G-09 G-09 Gasmeters HD of > G25 LD plaatsen, verwisselen of verwijderen
G-10 G-10 LD meteropstellingen ≤ G25 inclusief hoofdkranen, repareren en onderhouden
G-11 G-11 Nieuwe LD-aansluitleidingen en meteropstellingen aansluiten en in gebruik nemen
G-12 G-12 LD-aansluitleidingen beproeven op sterkte en dichtheid
G-13 G-13 LD-aansluitleidingen ontluchten
G-14 G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen
G-15 G-15 HD-aansluitleidingen aanleggen en in gebruik nemen
G-16 G-16 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (met gasuitstroming)
G-17 G-17 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (zonder gasuitstroming)
G-20 v.w.b. kleine netuitbreidingen, zie VWI G-20 v.w.b.overige situaties, zie VWI G-20 LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen
G-21 G-21 HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen
G-22 G-22 HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingenop beproeven op sterkte
G-23 G-23
G-24 (altijd via bedieningsplan) G-24 Gasblazen in LD-leidingen plaatsen en verwijderen
G-25 G-25 HD-leidingen stoppelen
G-27 v.w.b. LD-aansluitleidingen G-27 v.w.b. LD-netten en HD–aansluitleidingen G-27 v.w.b. HD-netten G-27 PE-leidingen en aansluitleidingen knevelen in HD- en LD-netten
G-28 v.w.b. LD-leidingen G-28 v.w.b. HD-leidingen G-28 Aftakhulpstukken lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten
G-29 G-29 Aftakhulpstukken lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten
G-31 G-31 Bekleding van HD- en LD-leidingen controleren
G-35 G-35 Bovengronds gaslekzoeken
G-36 G-36 De omgeving veiligstellen van en het lokaliseren van gaslekken
G-37 v.w.b. LD-leidingen G-37 v.w.b. HD-leidingen G-37 Lekken repareren in HD- en LD-leidingen
G-41 G-41 Gasmonsters nemen in HD- en LD-netten
G-42 v.w.b. afsluiters in LD-aansluitleidingen G-42 (altijd via bedieningsplan) G-42 Grondafsluiters bedienen in HD- en LD-netten en aansluitleidingen
G-43 G-43 Grondafsluiters en appendages controleren in HD- en LD-netten
G-45 G-45 KB-metingen uitvoeren
G-46 G-46 Meetdraden aanbrengen voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen
G-47 G-47 Werken met aardgascondensaat
G-50 v.w.b. betreden, schoonmaken, beperkte G-50 v.w.b. overige (niet onder RO G-50 Niet-gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten
bouwkundige en civiele werkzaamheden, aflezen genoemde) werkzaamheden
meters, lampverwisselen, activiteiten buiten G-50 indien de onder RO genoemde werk-
zaamheden door een leek worden uitgevoerd
G-51 G-51 Functionele inspecties uitvoeren aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25
G-52 zonder bedieningshandelingen G-52 indien bedieningshandelingen nodig zijn G-52 Gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten
G-53 G-53 Werkzaamheden aan EVHI's uitvoeren
G-54 zonder invloed op de bedrijfsvoering G-54 met invloed op de bedrijfsvoering G-54 Gasdrukregel- en meetstations in en uit bedijf nemen
van het net van het net
Opmerkingen
activiteiten wordt bepaald door de IV.
Een WV mag van een DO altijd een GO maken.
HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen op dichtheid beproeven
Onderstaand de activiteiten die minimaal via een
directe opdracht moeten worden uitgevoerd
Activiteit
Raamopdracht VIAG Bijlage 8 van de VIAG, versie 15 april 2017
Bestemd voor : ……………………………… van bedrijf …………………………………..
Personeelsnummer : ……………………….
Functie : ……………………….
VIAG- aanwijzing : …………………….…
Geldigheidsduur : ………………….……
Geldigheidsgebied : ……………………….
Omschrijving bedieningshandelingen:
Omschrijving werkzaamheden:
Aanvullingen:
1. Deze raamopdracht is alleen geldig voor bovengenoemde bedieningshandeling(en) en/of
werkzaamheden, en bij werkzaamheden altijd in combinatie met de betreffende
veiligheidswerkinstructie(s).
2. Indien activiteiten via deze raamopdracht door meerdere personen met een aanwijzing worden
uitgevoerd, fungeert de persoon met de hoogste aanwijzing (alle typen VP of AVP) als ploegleider.
Bij gelijke aanwijzingen gaat diegene als ploegleider fungeren, die de werkopdracht heeft ontvangen.
3. De WV neemt, op een nader door het bedrijf te bepalen wijze, kennis van de door de opdrachtnemer
op basis van deze raamopdracht uitgevoerde activiteiten.
4. Een eventuele eerder uitgeschreven raamopdracht is hierbij vervallen.
Akkoord WV / WV-netten voor raamopdracht:
Naam : ………….……………………………… Paraaf: ……………………………. : ……………………………………………….
Datum : …………………………………………
Opdrachtnemer verklaart dat de aan hem/haar verstrekte raamopdracht duidelijk is, dat hij/zij akkoord gaat met
deze raamopdracht en dat hij/zij deze zal naleven:
Handtekening opdrachtnemer: ……………………………………………………Datum………………………
Bijlage 9 van de VIAG, versie 15 april 2017
Aanwijzing VIAG
als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Arbo-wet en artikel 3 van de VIAG
in het kader van de VIAG ( Veiligheidsinstructie aardgas)
Naam
Geboortedatum ……………………
Personeelsnummer
Functie
Bedrijfsonderdeel
Bedrijf
Bovengenoemde medewerker is in het kader van de VIAG
met ingang van …………… tot ………….. (einddatum van de geldigheidstermijn)
op grond van opleiding, ervaring, en een overeenkomstig Stipel-PCE-certificaat aangewezen volgens onderstaande omschrijving:
Toepassingsgebied:
Aanwijzing:
Bijzonderheden:
Met het verstrekken van deze aanwijzing vervallen alle voorgaande aanwijzingen in het kader van de VIAG, of
daarmee gelijkwaardige normen en voorschriften.
Handtekening van of namens de werkgever
Naam Datum
De aangewezen medewerker verklaart dat:
- hij/zij de bij deze aanwijzing behorende opleidingen en instructies heeft gevolgd, en
- hij/zij bekend is met de VIAG inclusief de veiligheidswerkinstructies, en de van toepassing zijnde
bedrijfspecifieke procedures en veiligheidswerkinstructies, en
- hij/zij bekend is met de werkzaamheden en de daarbij behorende veiligheidsmaatregelen, en
- hij/zij beschikt over de bijbehorende gereedschappen, hulpmiddelen en (persoonlijke)
beschermingsmiddelen
- hij/zij deze aanwijzing accepteert.
Datum en handtekening aangewezen medewerker:
Bijlage 10 van de VIAG, versie 15 april 2017
Registratie van instructie bij toegang tot gastechnische bedrijfsruimten
Behandelde onderwerpen
□ Personen met een pacemaker worden niet toegelaten
□ Plaats en aard van de uit te voeren werkzaamheden
□ Werkspecifieke gevaren en risico's
□ Naderen van installatiedelen
□ Afbakening en toegang tot de werkplek
□ Voorschriften netbeheerder, waarschuwingsborden, signalen
□ Gebruik goedgekeurde arbeidsmiddelen
□ Te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen, afhankelijk van het werk en de
plaats:
o Helm
o Veiligheidsschoeisel
o Brandvertragende kleding
o Veiligheidsbril
o ………….
□ Aanvullende procedures, voorschriften, tekeningen
□ Hoe te handelen bij calamiteiten of ongevallen: o.a. verzamelplaats, EHBO middelen,
gebruik telefoon
□ Eventueel mogelijke gevaren voor overige aanwezigen
□ Procedure in- en uit melden
□ Verbod op alcoholhoudende dranken en/of drugs
Aanvullende onderwerpen
□ ------------------------------------------------------------------------------------------------
□ ------------------------------------------------------------------------------------------------
□ ------------------------------------------------------------------------------------------------
Locatie: -------------------------------------------------------------------------------------
Toegangsinstructie gegeven door:
Naam ----------------------------------------------------------------------------------------
Afdeling ----------------------------------------------------------------------------------------
Functie ----------------------------------------------------------------------------------------
Datum en handtekening ------------------------------------------
Ontvanger instructie:
Naam ----------------------------------------------------------------------------------------
Functie ----------------------------------------------------------------------------------------
Bedrijf ----------------------------------------------------------------------------------------
Datum en handtekening ------------------------------------------
Bijlage 11 van de VIAG, versie 15 april 2017 Gasbranden Algemeen Voor het ontstaan van (gas)branden zijn drie voorwaarden essentieel:
- een brandbare stof (gas); - zuurstof (aanwezig in de lucht); - ontbrandingstemperatuur (ontstekingsbron).
Als één van deze drie niet aanwezig is, ontstaat er geen brand. In de werkomgeving is lucht (en dus zuurstof) altijd aanwezig. Om brand te voorkomen moet dus gezorgd worden: - dat er geen ontstekingsbron is als er gas kan ontsnappen, of - dat er geen gas kan ontsnappen als er een ontstekingsbron is.
Brand Brand ontstaat altijd onverwacht; het is dan ook belangrijk dat de bij een groot aantal werkzaamheden voorgeschreven brandblusser ook daadwerkelijk aanwezig is. De uit te voeren handelingen en acties bij gasbranden zijn afhankelijk van de situatie. Altijd: de brandweer waarschuwen, tenzij er geen gevaar is voor de omgeving of maatschappelijke onrust. Indien van toepassing: melden dat er mogelijke gewonden zijn. Een brandend gaslek moet bij voorkeur niet geblust worden, maar moet gedoofd worden door het stoppen van de gasuitstroming. Uitstromend onverbrand gas kan namelijk elders ontstoken worden en dan veel meer schade aanrichten. Het vuur bedreigt een persoon Als iemand rechtstreeks door het vuur wordt bedreigd en diegene kan niet verwijderd worden zonder de gasbrand te blussen, dan mag de gasbrand zelf geblust worden, maar alleen onder de volgende voorwaarden:
- de brandweer is (nog) niet aanwezig; - eerst moeten de (her)ontstekingsbronnen in de directe nabijheid worden
gedoofd; - de gasbrand wordt bovenwinds benaderd;
- er wordt gebruik gemaakt van de worplengte van de brandblusser; - er wordt altijd met de wind mee geblust, en van onder naar boven en laag bij
de grond. Er moet worden vastgesteld dat de brand echt uit is en dat er geen herontsteking kan plaatsvinden. Het slachtoffer moet op een veilige afstand worden gebracht en daar vinden de verdere maatregelen voor het slachtoffer plaats. Het vuur bedreigt een object Als het vuur een object bedreigd en het is zeker dat er geen herontsteking kan plaatsvinden dan mag je de gasbrand zelf blussen, maar alleen onder de volgende voorwaarden:
- de brandweer is (nog) niet aanwezig; - eerst moeten de (her)ontstekingsbronnen in de directe nabijheid worden
gedoofd; - de gasbrand wordt bovenwinds benaderd;
- er wordt gebruik gemaakt van de worplengte van de brandblusser;
- er wordt altijd met de wind mee geblust, en van onder naar boven en laag bij de grond.
Er moet worden vastgesteld dat de brand echt uit is en dat er geen herontsteking kan plaatsvinden. Het blussen van een in brand geraakt persoon Bij het blussen van een in brand geraakt persoon zijn de onderstaande punten (stappen) van (levens)belang:
a. de veilige afstand moet worden bepaald en daar moet (indien mogelijk) het slachtoffer worden heen gebracht;
b. bij voorkeur wordt een blusdeken gebruikt; c. de persoon wordt zo snel mogelijk plat op de grond gelegd; d. de deken wordt van het hoofd naar de voeten gesleept en de zuurstof
wordt onder de deken uit geveegd; e. het alarmnummer 112 wordt gebeld; f. de deken blijft om het slachtoffer gewikkeld (in verband met
infectiegevaar) en er wordt minimaal 10 minuten gekoeld (door de blusdeken heen);
g. het slachtoffer wordt blijvend gekoeld totdat de hulpdiensten zijn gearriveerd.