Upload
mathilda-brander
View
222
Download
4
Embed Size (px)
Citation preview
Basistraining groepsmaatschappelijk
werkOntwikkelen van expertise in het
werken met groepen: Van intuïtief doen naar
bewust methodisch handelen!September 2013
Programma13.00 Welkom + kennismaken
14.30 Pauze
14.45 Kracht van de groep
15.30 Groepsontwikkeling/voorfase
Vragen- Van welke groepen ben je momenteel lid?- Wat betekenen die groepen voor jou?- Wat zou er gebeuren als deze groepen voor je wegvallen?- Wat kun je vanuit bovenstaande vragen leren over de
kracht van groepswerk?
De kracht van groepswerk • Vragen van cliënten• Problematiek in
ruimer kader• Helperprincipe• Minder
individualiserend• Leren van elkaar/
veilig leerklimaat• Anonimiteit
• Uitbreiding sociaal netwerk
• Efficiënte informatieoverdracht
• Positioneel gelijkwaardiger
• Preventief• Emanciperend
De groep komt in zijn kracht wanneer(1):
• de positieve krachten in de groep worden benut;
• overeenstemming over het doel is ontstaan;• de activiteiten en werkwijze de deelnemers
aanspreken;• deelnemers iets voor elkaar kunnen
betekenen en elkaar iets te bieden hebben;
De groep komt in zijn kracht wanneer(2):
• Individualisering wordt verminderd en herkenning wordt bevorderd;
• er interactief leren plaatsvindt;• gezamenlijke belangen en solidariteit wordt
ervaren.• …………………………..• ……………………………
Groepsmaatschappelijk werk Type groepen:
• Hoofd- groepen: Cognitief Georiënteerde groepen (voorlichtings/thema-avonden)
• Hart-groepen: Beleving en Ervaringsgeoriënteerde groepen
• Handen-groepen: Gedrag en vaardigheid georiënteerde groepen
Processen in groepen
Model Integrale Procesbegeleiding van Groepen (IPG) zoekt een samenhang tussen:– Groepsontwikkeling (fases)– Niveaus– Leiderschap– De context van de groep
Leiderschapsstijl
Groepsontwikkeling Niveaus
Context
Leiderschapsstijlen
Niveaus in groepen:
1. Inhoudsniveau = WAT2. Procedureniveau = HOE3. Interactieniveau = Tussen de deelnemers4. Bestaansniveau = Binnenwereld deelnemers5. Contextniveau = Invloed omgeving
Fases in groepen / groepsontwikkeling:
1. Voorfase 2. Oriëntatiefase 3. Machtsfase4. Affectiefase5. Autonome groep6. Afsluitingsfase
Fenomenen in de voorfase van de groepsontwikkeling:
• zoeken naar gezamenlijk belang, vraag of probleem• aangesproken worden door doelen, activiteiten of deelnemers
van de groep• invulling van niet vervulde behoefte in de eigen context• ontwikkelen voorlopig groepsimago/groepsontwerp• creëren “wensenpakket m.b.t. persoonlijke verwachtingen,
doelstellingen en activiteiten• onderzoeken randvoorwaarden voor deelname c.q.
voorbereidingen• bewegen in de polariteit hoop en vrees • inclusievragen: wil ik bij deze groep horen of niet?
Beginfasen van groepsontwikkeling:
1. VOORFASE – vragen van de deelnemers:- Aangesproken door doelen en activiteiten- Kosten en batenanalyse maken- Provisorisch beeld maken van de deelnemers
én van de begeleiders- Hoop en vrees- Confrontatie met vorige groepservaringen
en andere groepswerkers
Beginfasen van groepsontwikkeling:1. VOORFASE – vragen van de werker:- Wie is de doelgroep? - Wat zijn de doelen?- Welke type groep wil ik ontwikkelen?- Vormaspecten: waar, wanneer, hoe vaak?- Programma: inhoud, opbouw, werkwijze etc.
Fenomenen in de oriëntatiefase van de groepsontwikkeling:
• afhankelijkheid van de leiding• behoefte aan externe sturing• ontwikkeling van een eigen taakstructuur• onzekerheden naar de eigen positie• helder krijgen van ieders taak en bijdrage• discussies/ strijd over de doelen• nuanceren van stereotypen en vooroordelen• Schutz: inclusie ---> lidmaatschap
Beginfasen van groepsontwikkeling:2. Oriëntatiefase- Wie nam de leiding?- Wie keek de kat uit de boom?- Welk interactiepatroon is ingezet?- Welke verhouding is er met de begeleiders
gecreëerd ?- Welke fenomenen en kenmerken zijn er
waargenomen?
De start van bijeenkomst 1
• Hoe introduceer ik mijzelf?
• Hoe maak ik de doelstelling duidelijk?
• Hoe werkt de werkvorm die ik gebruik voor de kennismaking?
• Hoe bouw ik aan een klimaat van veiligheid en vertrouwen?
Niveaus in groepen:
1. Inhoudsniveau = WAT2. Procedureniveau = HOE3. Interactieniveau = Tussen de deelnemers4. Bestaansniveau = Binnenwereld deelnemers5. Contextniveau = Invloed omgeving
Reflectieopdracht- Wat heb ik geleerd over groepsprocessen en
dynamieken?
- Wat heb ik geleerd over het vak van de groepswerker?
- Wat heb ik geleerd over mezelf als groepswerker?