Upload
others
View
15
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet,‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet,‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet,‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet,
in mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst wel’’’’
Door Humphrey Asamoah
In opdracht van het African Diaspora Policy Center (ADPC) en NCDO
Januari 2010
www.diaspora-centre.org
www.ncdo.nl
2
InhoudsopgaveInhoudsopgaveInhoudsopgaveInhoudsopgave
Samenvatting………...........................................................................................................……………….. 3
Betrokkenheid..................................................................................................................................... 6
Politieke ontwikkelingen .................................................................................................................... 9
Bezoek en remigratie......................................................................................................................... 9
Terugkeer………………………………………………………………………………………………………………………………….. 10
Geen terugkeer………………………………………………………………………………………………………………………….. 10
Motivatie............................................................................................................................................. 10
Remittances........................................................................................................................................ 11
Verplichting......................................................................................................................................... 12
Geen verplichting……………………………………………………………………………………………………………………….. 12
Ouders................................................................................................................................................. 13
Nederlandse jongeren........................................................................................................................ 13
Geen verschil ...................................................................................................................................... 14
Jongeren motiveren............................................................................................................................ 14
Lijst geïnterviewde personen……………………………………………………………………………………………………….17
3
Samenvatting ‘In Nederland zie ik mijn toe‘In Nederland zie ik mijn toe‘In Nederland zie ik mijn toe‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet, gevoegde waarde niet, gevoegde waarde niet, gevoegde waarde niet, in mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst wel’’’’
NCDO en het African Diaspora Policy Centre (ADPC) hebben een inventarisatie gemaakt over de
activiteiten van Afrikaanse diaspora jongeren in Nederland. Voor dit artikel hebben we gesproken met
(negen) jonge Afrikanen in de diaspora over hun betrokkenheid bij ontwikkelingsactiviteiten in zowel
Nederland als in het land van herkomst. Maar ook over de manieren waarop Afrikaanse diaspora
jongeren in Nederland denken een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van Afrikaanse
landen vanuit hun rol als diaspora. Alle ondervraagde jongeren voelen zich sterk verbonden met hun
land van herkomst.
BetrokkenheidBetrokkenheidBetrokkenheidBetrokkenheid
De Soedanees Kon Kelei, die 9 jaar in Nederland woont. Kelei, die net zijn studie
Internationaal en Europees recht heeft afgerond, ziet onderwijs als dé manier om
de problemen in zijn vaderland aan te pakken. Hij is daarom bezig met het
bouwen van een middelbare school in Soedan. Kelei: “We zijn in de zomer van
2008 begonnen met de bouw van de school. Ik geloof dat onderwijs de sleutel tot
vrede is. Als mensen goed onderwezen zijn, zullen ze eerder de dialoog aangaan
dan naar wapens grijpen om oorlog te voeren.”
Politieke ontwikkelingenPolitieke ontwikkelingenPolitieke ontwikkelingenPolitieke ontwikkelingen
Suad Farah, student journalistiek in Utrecht, komt uit Somalië en woont 18 jaar
in Nederland. Door haar werkzaamheden als communicatiemedewerker bij
Hirda Foundation, een organisatie die zich bezighoudt met projecten in Oost
Afrika in landen als Somalië, Kenia en Ethiopië en in Nederland houdt de
stichting zich bezig met integratieprojecten, is ze zeer betrokken bij haar land.
Maar hoe volg je de politieke ontwikkelingen in je vaderland? “Als aankomend
journalist krijg ik informatie via de media, maar ook van collega’s. Ik ben verder lid van een aantal
internetfora en sta op verschillende mailinglijsten.”
Bezoek en remigratieBezoek en remigratieBezoek en remigratieBezoek en remigratie
Natascha Umutoni is geboren in Rwanda. Ze studeert International Business and
Languages in Rotterdam. Ze vluchtte 13 jaar geleden met haar familie naar
Nederland. Haar sociale leven draait volledig om Rwanda; ze luistert naar de
radio, danst in een traditionele Rwandees dansgezelschap en eet Rwandees. Ben
je sinds je in Nederland bent, teruggeweest naar je vaderland? “Nee, nog nooit.
Vanwege de politieke activiteiten van mijn vader zal ik me niet helemaal veilig
voelen daar. We hebben familieleden verloren in de oorlog. We weten niet of ze in
leven zijn en waar ze zijn.”
MotivatieMotivatieMotivatieMotivatie
Somalier Khalid Mohamed is in 1990 met zijn familie gevlucht naar Nederland. De student
bestuurskunde en overheidsmanagement komt uit Mogadishu, de hoofdstad van het Afrikaanse land.
Hij is ook betrokken bij een Somalische stichting. Waar haal je de motivatie vandaan
om actief te zijn? “Televisiebeelden van oorlog en hongerende mensen in mijn land
hebben me gemotiveerd om de handen uit de mouwen te steken. Toen ik de beelden
zag, dacht ik: ‘Dit zijn mijn landgenoten die honger hebben.’ Ik ben geraakt. Zodra
het daar veilig is, ga ik daarheen om iets te doen. Het zit in mijn aard om niet aan de
zijlijn te blijven staan, maar om actie te ondernemen. Zo ben ik opgevoed. Ik heb
bovendien het geluk gehad dat ik betrokken bij de stichting, want je wordt er in
meegezogen.”
4
RemittancesRemittancesRemittancesRemittances
Sahro Ahmed, die zich sterk verbonden voelt met haar geboorteland Somalië
en zeer actief is met verschillende projecten, heeft afgelopen jaren via
verschillende ngo’s en haar werkzaamheden voor de Verenigde Naties (UNDP)
veel projecten begeleid in verschillende Afrikaanse landen. Tegenwoordig is ze
freelance consultant Gender and Development. Stuur je geld naar familie,
vrienden en kennissen? “Ja, regelmatig. Vijf mensen zijn met mijn hulp aan het
studeren. Verder voorzie ik ze van informatie over beurzen zodat ze verder
kunnen met hun opleiding. Ik stuur ook geld naar mijn oude tantes, die
weduwen zijn. Ik zorg voor ze.”
VerplichtingVerplichtingVerplichtingVerplichting
Asha Osman woont in Utrecht en studeert Internationaal en Europees recht.
Het lid van de Nationale Jeugdraad kwam 20 jaar geleden naar Nederland.
Via de Jeugdraad probeert ze haar bijdrage te leveren aan een betere
wereld. Moeten Afrikaanse jongeren in de diaspora verplicht worden om een
bijdrage te leveren aan hun vaderland? “Het heeft totaal geen zin om jonge
mensen te verplichten om iets te doen. Het moet uit zichzelf komen. Je
bereikt veel meer door jongeren te motiveren en te informeren. Je kunt ze
motiveren door ontwikkelingssamenwerking dicht bij hun belevingswereld te
brengen. Zij moeten het gevoel krijgen dat ze met kleine dingen, zoals inzamelingsacties, een bijdrage
kunnen leveren aan een betere wereld. Je kunt jongeren informeren door ze good practices te laten zien; wat wel en wat niet werkt in Afrika. Jongeren hebben baat bij een positieve boodschap, want ze
zijn jong en optimistisch. Daar moet je op inspelen.”
OudersOudersOudersOuders
In het dagelijkse leven werkt de Keniaan Josh Maiyo, die sinds januari 2002 in Nederland woont, als
projectmedewerker bij de Hiv Vereniging Nederland. Daarbij is hij bezig met
zijn promotieonderzoek in Politicologie aan de Universiteit van Leiden. Is er
een verschil tussen de bijdrage die Afrikaanse jongeren aan
ontwikkelingssamenwerking leveren anders dan die van hun ouders? “Per
definitie, omdat jongeren opgevoed zijn door hun ouders. Als de ouders actief
zijn, zullen de jongeren dat ook doen. Ze leren immers van hun ouders en
vinden vaak dan hun eigen weg daarin. Jonge mensen zijn de nieuwe
generatie. Ik geloof dat ze meer te bieden hebben. Ze zijn vaak beter opgeleid
dan hun ouders. Hierdoor hebben ze qua talenten meer te bieden aan Afrika
dan hun ouders.”
Nederlandse jongerenNederlandse jongerenNederlandse jongerenNederlandse jongeren
De Ghanees Richard Yeboah is programma coördinator bij Stichting IntEnt, De Ghanees Richard
Yeboah (20) is programma coördinator bij Stichting IntEnt, een organisatie die mensen adviseert en
ondersteunt in het starten van een onderneming over de grens. Via zijn werk en eigen bedrijf is hij
betrokken bij projecten in ICT, bouw, gezondheidszorg, onderwijs en ondernemerschap. Is er een
verschil tussen de rol die Afrikaanse diaspora jongeren spelen in de
ontwikkeling van het continent en die van Nederlandse jongeren? “ De inzet
van Nederlandse jongeren vind ik maf en verbazend. Ze vertrekken vanuit
Nederland naar Afrika zonder zich vooraf te hebben verdiept en contact te
hebben gehad met desbetreffende bevolkingsgroep hier. Ze hebben bovendien
vaak zelfs een negatieve, arrogante kijk op Afrikanen hier. Als zij eenmaal in
Afrika zijn geweest, komen ze vaak verbaasd terug: ‘Wat zijn die Afrikanen
toch aardig!’ Dat vind ik denigrerend en paternalistisch. Het getuigt niet van
een volwaardige benadering. Vervolgens bombarderen ze zichzelf vrij snel tot
‘expert’.”
5
Jongeren motiverenJongeren motiverenJongeren motiverenJongeren motiveren
Financial controller Khalid Hassan uit Somalië heeft 20 jaar in Nederland gewoond. In 2000 en 2006
heeft hij zijn land bezocht. En in 2007 is hij terugverhuisd, maar sinds een
paar maanden woont Hassan weer in Nederland. Hij is net verhuisd naar
Nederland, maar hij heeft serieuze plannen om terug te keren naar zijn
vaderland. Er zijn jongeren die niet actief zijn. Hoe zouden we deze kunnen
betrekken bij de ontwikkeling van hun land? “Ik denk dat als jongeren de
kans krijgen om hun horizon te verbreden dat de kans groot is dat ze
betrokken raken bij de ontwikkelingen van hun land. Ze moeten de kans
krijgen om terug te gaan naar hun land van herkomst. Sommigen zijn er
nog nooit geweest. Dat schept afstand tussen land en burger. Een bezoek
kan wonderen doen, denk ik. De jongeren kunnen ervaren hoe het leven
daar is en kunnen zelf zien wat ze kunnen betekenen.”
6
Artikel ‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet, ‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet, ‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet, ‘In Nederland zie ik mijn toegevoegde waarde niet, in mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst welin mijn land van herkomst wel’’’’
Het African Diaspora Policy Centre (ADPC) heeft een inventarisatie gemaakt over de activiteiten van
Afrikaanse diaspora jongeren in Nederland. Voor dit artikel hebben we gesproken met (negen) jonge
Afrikanen in de diaspora over hun betrokkenheid bij ontwikkelingsactiviteiten in zowel Nederland als
in het land van herkomst. Maar ook over de manieren waarop Afrikaanse diaspora jongeren in
Nederland denken een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van Afrikaanse landen vanuit
hun rol als diaspora.
BetrokkenheidBetrokkenheidBetrokkenheidBetrokkenheid
Alle ondervraagde jongeren voelen zich sterk verbonden met hun land van herkomst. Dat geldt ook
voor de Soedanees Kon Kelei, die 9 jaar in Nederland woont. Kelei heeft net zijn studie Internationaal
en Europees recht afgerond en ziet onderwijs als dé manier om de problemen in zijn vaderland aan te
pakken. Hij bouwt daarom een middelbare school in Soedan. Kelei: “We zijn in de zomer van 2008
begonnen met de bouw van de school. Onderwijs is de sleutel tot vrede. Als mensen goed onderwezen
zijn, zullen ze eerder de dialoog aangaan dan naar wapens grijpen om oorlog te voeren.”
De school is voor Kelei het bewijs van hoe je idealen praktisch kunt verwezenlijken, maar de bouw
ervan kwam niet zonder slag of stoot tot stand. “De financiering van de school is nog niet helemaal
rond. Soedan staat boven aan de lijst van veel niet gouvernementele organisaties (ngo’s), maar omdat
wij geen basis- of handvaardigheidschool bouwen, krijgen we geen geld van ze.” De Soedanees is zelf
maar geld gaan inzamelen. “Ik heb feestjes georganiseerd en broodjes verkocht om de centen bij
elkaar te krijgen.”
In het dagelijkse leven is de Ghanees Richard Yeboah zelfstandig ondernemer en programma
coördinator bij Stichting IntEnt, een organisatie die ondersteuning biedt aan mensen die een
onderneming willen starten in opkomende en ontwikkelingsmarkten. Hij is via zijn werk betrokken bij
projecten in ICT, bouw, gezondheidszorg, onderwijs en ondernemerschap. “Ik begeleid mensen die in
Ghana en Sierra Leone een onderneming willen willen starten in deze sectoren en in
ontwikkelingsprojecten,” vertelt hij. Het werkterrein van Yeboah is Ghana en Sierra Leone. “Dat is niet
toevallig. In Nederland zijn er veel technisch bedrijfskundigen, maar in Ghana niet. Ik wil beide
partijen in contact brengen met elkaar.” Maar dat is niet alles. “Ik heb een goede opleiding genoten en
ken het land heel goed. Ik heb verder veel werkervaring. Al deze kwaliteiten wil ik inzetten om mijn
land te ontwikkelen.”
Sahro Ahmed voelt zich sterk verbonden met haar geboorteland Somalië en is zeer actief met
verschillende projecten. Zij heeft afgelopen jaren via verschillende ngo’s en haar werkzaamheden
voor de Verenigde Naties (UNDP) veel projecten begeleid in verschillende Afrikaanse landen. Haar
verbondenheid met haar land kwam pas tot leven in medio 2007. “Ik heb in afgelopen jaren in onder
andere Sierra Leone, Nigeria en Kenia gewoond. Toen ik in Sierra Leone woonde, voelde ik me soms
geïsoleerd omdat ik de taal niet sprak. Hierdoor begon ik me af te vragen waar ik thuis hoor. De
zoektocht naar mijn roots was begonnen.”
De kans voor haar om kennis te maken met haar land kwam toen de tegenwoordig freelance
consultant Gender and Development naar Somalië ging om te werken voor ontwikkelingsorganisatie
CARE. Ahmed: “Ik ging daar aan de slag in het kader van een Braindrainproject. Ik werd opgewacht
door mijn familieleden die ik nog nooit had ontmoet.”
7
Aanvankelijk was Ahmed bang, want ze wist niet wat voor ontvangst ze zou krijgen van haar
familieleden en landgenoten. “Het was een warm onthaal. Ik wilde snel mijn weg vinden in de
maatschappij. Ik was gestationeerd op Puntland. Daar is een grote kloof tussen de mensen die daar
wonen en de mensen die terugkeren uit de diaspora. Ik wilde deel uit maken van het gewone leven op
Puntland en niet van het leven van de mensen uit de diaspora.” Nadat ze haar plek had gevonden, is ze
begonnen met verschillende projecten voor jongeren en vrouwen. “Ik ben ook les gaan geven aan de
universiteit.”
Verder heeft Ahmed verschillende fora op het internet opgezet waar mensen elkaar kunnen
ontmoeten om te praten over verscheidene onderwerpen. “Ik ben nu bezig met een project over
piraterij en de gevolgen die het heeft op de Somalische samenleving. Veel families zijn zonder mannen
omdat ze als piraten opgepakt zijn en elders in de wereld opgesloten zitten. Veel gezinnen zijn
hierdoor onthoofd omdat ze geen kostwinners hebben.”
“Ik wil meer aandacht voor het onderwerp, want als er gesproken wordt over piraterij gaat het vaak
over de impact die het heeft op de internationale scheepvaart. Maar piraterij heeft meerdere kanten.
Als piraten meer geld verdienen, kunnen zij het zich veroorloven om meerdere vrouwen te nemen. Als
zij opgepakt worden, komen veel vrouwen zonder mannen te zitten. Maar de vrouwenstem hoor ik in
de discussie niet. Als er een conflict is in Somalië, komen vaak mannen aan het woord. Daar probeer
ik iets aan te doen in verschillende projecten.”
Ahmed zamelt ook geld in voor verschillend lokale ngo’s en zet zich in voor onderwijsprojecten. “In
Somalië zijn er veel jonge mensen die willen studeren, maar daar geen geld voor hebben. Om ze op
weg te helpen, zoek ik voor ze uit hoe ze een beurs kunnen bemachtigen,” vertelt ze. “Veel jongeren
zijn werkloos. Dat leidt er toe dat sommigen piraten worden of zeer fanatieke moslims worden met
alle gevolgen van dien. Daar probeer ik iets aan te doen door mensen in contact te brengen met
geldschieters en ngo’s die kunnen helpen om de uitzichtloosheid te verminderen.”
Ook Financial controller Khalid Hassan, heeft projecten lopen in zijn geboorteland, Somalië. Hij
ondersteunt verschillende ontwikkelingsprojecten in zijn land. “We zijn een paar jaar geleden
begonnen met het bouwen van basis- en middelbare scholen in één regio. Nu willen we uitbreiden
naar vier andere regio’s. We zijn ook onlangs begonnen met het renoveren van de kinder- en de
kraamafdeling van een ziekenhuis.”
De Keniaan Josh Maiyo woont sinds januari 2002 in Nederland, maar voelt zich erg verbonden met zijn
land. Zijn familie woont er nog en als hij de kans krijgt, bezoekt hij minstens een keer per jaar Kenia.
“Ik kan me niet meer verbonden voelen dan dat.” In tegenstelling tot Kelei heeft Maiyo nog geen
projecten in zijn land. Hij levert een bijdrage aan de ontwikkeling van Afrika op een andere manier. “Ik
zit in adviesraden van Nederlandse ngo’s met projecten in Kenia. Ik ben ook bestuurslid van Diaspora
Forum for Development (DFD), een overkoepelende organisatie van veertig migrantenorganisaties, die
actief zijn in hun landen van herkomst.”
Maiyo heeft een visie op ontwikkelingssamenwerking en die wil hij delen met ngo’s om zo Afrika
vooruit te helpen. “Ik wil dat hulp effectiever wordt ingezet zodat de ontvangers er iets aan kunnen
hebben. Sommige Nederlandse organisaties willen investeren in e-learning. Maar er ontbreekt
bijvoorbeeld elektriciteit, computers en leerkrachten in sommige gebieden in Afrika. Het is dus niet zo
zinvol om zo’n project op te zetten, want de kans op succes is zeer klein. Ngo’s moeten beter
nadenken over wat ze precies aanbieden.”
Maiyo werkt als projectmedewerker bij de Hiv Vereniging Nederland. Daarbij is hij bezig met zijn
promotieonderzoek in Politicologie aan de Universiteit van Leiden. Hij ziet kansen om zijn kennis in te
zetten om een verschil te maken. “Het gros van de problemen van Afrika, is te wijten aan het feit dat
burgers hun rechten niet of niet goed kennen. Veel mensen stemmen bijvoorbeeld niet.”
8
“Afrika heeft ook last van slecht leiderschap in verschillende landen. Daar kunnen we iets aan doen
door burgerparticipatie te stimuleren. Burgers moeten beseffen dat hun stem iets waard is. Zij
kunnen hierdoor hun lokale leiders ter verantwoording roepen als zij slecht beleid voeren. Ik hoop op
een domino effect. Als burgers zien dat het zin heeft om invloed uit te oefenen op lokaal niveau,
kunnen ze uiteindelijk ook gebruikmaken van hun kracht om hun nationale regering te dwingen om
beter beleid te voeren en iets te doen voor hun onderdanen,” legt Maiyo uit.
Khalid Mohamed uit Somalië heeft ook nog geen ontwikkelingsprojecten in zijn land. En hij weet ook
niet zoveel van zijn stad Mogadishu, de hoofdstad van Somalië. Toch voelt hij zich heel sterk
verbonden met zijn land. “Ik ben en blijf een Somaliër. Dat komt omdat ik de taal spreek. Mijn ouders
hebben me duidelijk gemaakt dat ik daar vandaan kom.”
Mohamed is betrokken bij een Somalische stichting. Via deze organisatie probeert de student
bestuurskunde en overheidsmanagement, zijn steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van zijn land.
“De stichting heeft een project gehad in Somaliland. We leidden in 2007 en 2008 journalisten op. Daar
was ik op de achtergrond bij betrokken.”
Somalische Asha Osman woont in Utrecht en studeert Internationaal en Europees recht. Ook zij heeft
geen projecten in haar vaderland. Haar betrokkenheid bij Somalië is niet minder om. “Mijn ouders
hebben me opgevoed met de Somalische cultuur. Ik spreek de taal en heb daar het levenslicht gezien.
Ik heb daar vier jaar gewoond en heb daar nog familie wonen.”
Osman heeft belangstelling voor ontwikkelingssamenwerking. Ze houdt zich bezig met verschillende
internationale onderwerpen. “Ik ben geïnteresseerd in vrouwenbesnijdenis en de gevolgen die deze
praktijk heeft op meisjes en vrouwen. Ik volg discussies en ontwikkelingen omtrent dit onderwerp. Ik
hou me ook bezig met de effecten van ontwikkelingssamenwerking; niet alleen op Somalië, maar op
het hele Afrikaanse continent.” Osman is bestuurslid programma internationaal van de Nationale
Jeugdraad. Via deze organisatie probeert ze haar bijdrage te leveren aan een betere wereld. “Ik geef
les op middelbare scholen over ontwikkelingssamenwerking.”
“Ik ben lid van een traditionele dansgroep,” zegt de Rwandese Natascha Umutoni. Ondanks dat de
student International Business and Languages in Nederland woont, draait haar sociale leven volledig
om Rwanda. “Ik ga veel om met landgenoten. Ik kleed me tijdens het dansen in onze traditionele
kledij. Verder eet ik Rwandees en luister ik naar de Rwandese radio.”
Umutoni probeert via Stichting Weduwen en Wezen Muhoza haar steentje bij te dragen aan de
ontwikkeling van haar land. “We ondersteunen wezen zodat ze naar school kunnen. We zorgen ook
ervoor dat ze te eten hebben. We zamelen verder geld in voor Rwandese weduwen. Door de oorlog zijn
deze vrouwen hun mannen kwijt geraakt. Het is voor hen daardoor moeilijk om in hun
levensonderhoud te voorzien. We helpen ze op eigen benen staan door ze financieel te ondersteunen
bij het opzetten van bijvoorbeeld een zaakje.”
Somalische Suad Farah, student journalistiek in Zwolle, heeft ook geen eigen project. Maar door haar
werkzaamheden als communicatiemedewerker bij Hirda Foundation is ze zeer betrokken bij haar
land. “Hirda houdt zich bezig met projecten in Oost Afrika in landen als Somalië, Kenia en Ethiopië. In
Nederland houden we ons bezig met integratieprojecten.”
Hirda speelt een belangrijke rol voor Farah. “Ik wilde meer weten over mijn vaderland. Bij Hirda vond
ik mijn plaats, want ik ben student journalistiek, Somalische en geïnteresseerd in
ontwikkelingssamenwerking,” legt ze uit. “De organisatie verzet zich bijvoorbeeld tegen
vrouwenbesnijdenis, en maakt zich sterk voor basisonderwijs. De activiteiten van de stichting spreken
me aan.”
9
Politieke ontwikkelingenPolitieke ontwikkelingenPolitieke ontwikkelingenPolitieke ontwikkelingen
De diaspora jongeren hebben een sterke binding met hun land van herkomst. Dat blijkt uit de
verschillende projecten die zij zelf hebben of ondersteunen. Verder volgen ze de politieke
ontwikkelingen van hun land op de voet. De meeste jongeren gebruiken internet, internetfora,
mailinglijst, radio, wetenschappelijke publicaties of bellen regelmatig met contacten in het vaderland
om aan hun informatie te komen. Of ze krijgen de informatie uit andere bronnen. “Omdat mijn vader
en mijn twee zussen lid zijn van een Rwandese partij, krijg ik het laatste nieuws via hun,” zegt
Umutoni.
Voor Maiyo is op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in zijn land dagelijkse kost. “Mijn
promotieonderzoek gaat over Kenia, Oeganda en Tanzania, dus ik lees iedere dag kranten uit deze
landen. Ik bezoek bovendien regelmatig politieke debatten en bijeenkomsten in Nederland.”
Bezoek en remigratieBezoek en remigratieBezoek en remigratieBezoek en remigratie
De jongeren zijn om verschillende redenen in Nederland terechtgekomen, vaak met hun ouders. Hoe
vaak gaan ze terug naar het vaderland? En willen ze in de toekomst remigreren? Volgens de Ghanees
Richard Yeboah is remigratie een statisch concept dat veronderstelt dat hij zich verbonden voelt aan
één plek. “Klopt niet. Ik ben een wereldburger die zich overal even goed thuis voelt. Niettemin hoop ik
ooit in Ghana te rentenieren. Ik ga nu minstens vier keer per jaar heen voornamelijk voor zaken.”
De Soedanees Kon Kelei woont 9 jaar in Nederland. “Sinds ik in Nederland woon, ben ik zes keer terug
geweest. Ik ben vorig jaar vanwege de school die ik aan het bouwen ben, zelfs drie keer naar mijn land
geweest.” En de Keniaan Josh Maiyo? “Ik wil minstens een keer per jaar daar heen.”
Somalier Khalid Mohamed is in 1990 met zijn familie gevlucht naar Nederland. “Ik ben in de 19jaar
maar één keer teruggeweest.” In tegenstelling tot Mohamed, is de Somalische Asha Osman, die 20
jaar in Nederland woont nog nooit op bezoek geweest in haar land. “Ik zou wel willen, maar financieel
is het nog niet mogelijk.” Haar studie maakt het haar ook onmogelijk om naar Somalië af te reizen. “Ik
moet leren en examens doen. Maar als ik klaar ben met mijn school, breng ik zeker een bezoek aan
mijn land.”
De Rwandese Natascha Umutoni is ook nog nooit teruggeweest. “Vanwege de politieke activiteiten van
mijn vader zal ik me niet helemaal veilig voelen daar. We hebben familieleden verloren in de oorlog.
We weten niet of ze in leven zijn en waar ze zijn.” De Somalische Suad Farah, die 18 jaar in Nederland
woont, is ook nog nooit teruggeweest naar haar land. “Ik kom uit de hoofdstad Mogadishu . Door de
burgeroorlog en de escalatie van de situatie in de afgelopen jaren is het momenteel onmogelijk
daarheen terug te gaan.”
Khalid Hassan uit Somalië heeft 20 jaar in Nederland gewoond. In 2000 en 2006 heeft hij zijn land
bezocht. En in 2007 is hij terugverhuisd, maar woont sinds kort weer in Nederland. “Ik ben na mijn
masteropleiding verhuisd naar Somalië om daar werkervaring op te doen, maar dat is niet gelukt. Ik
kon geen werk vinden als Financial controller omdat ze daar geen financiële instellingen hebben.” En
hoe zit het met de Somalische Sahro Ahmed? “Ik ben voor het eerst naar Puntland geweest in medio
2007. Daarvoor heb ik 10 jaar in Nederland gewoond.” Ze woont weer tijdelijk in Nederland. “Ik heb net
een nieuwe baan aangeboden gekregen in Somalië. Ik ga binnen vier maanden weer verhuizen.”
10
TerugkeerTerugkeerTerugkeerTerugkeer
Over terugkeer gesproken. Als de kans zich voordoet, zullen de meeste jongeren die met beide
handen aangrijpen om terug te keren naar hun land van herkomst. Mohamed: “Mijn toekomst ligt
daar. Mijn familie heeft veel bezittingen in Somalië. Ik spreek de taal en ik heb mijn familie daar. Ik wil
verder helpen om het land op te bouwen.” Toch Mohamed zou niet voorgoed uit Nederland vertrekken.
“Als ik hier een huis koop, zou ik tussen Somalië en Nederland pendelen.”
Ook Kelei is van plan om op korte termijn naar Soedan te verhuizen. “Ik ga in januari 2010 daarheen
om te verkennen wat ik daar kan doen. Ik ga zeker terug. Ik heb een kans gekregen om iets van mijn
leven te maken. Ik wil daarom anderen de kans geven om zichzelf te ontwikkelen zodat we op den
duur onze krachten kunnen bundelen om Soedan te helpen.” Dat is niet alles. “In Soedan kan ik meer
het verschil maken met mensen die terugkeren uit andere landen. In Nederland zie ik mijn
toegevoegde waarde niet.” Hassan is net verhuisd naar Nederland, maar hij heeft serieuze plannen
om terug te keren. “Ik ga binnen 5 of 6 jaar terug.”
Geen terugkeerGeen terugkeerGeen terugkeerGeen terugkeer
Niet alle jongeren zijn zo zeker van hun zaak. Maiyo weet in elk geval dat hij de komende 4 jaar in
Nederland is. “Ik ben net begonnen met promoveren. Wat er daarna gebeurt, weet ik niet.” Ook Farah
denkt niet permanent naar Somalië te willen terugkeren. ‘Niemand kan de toekomst voorspellen
maar ik zie wel wat op mijn pad komt.’
Osman is in elk geval niet van plan om in de nabije toekomst te verhuizen naar Mogadishu. “Ik wil mijn
steentje bijdragen aan de ontwikkeling van mijn land, maar ik zie mezelf daar voorlopig niet wonen. Ik
ben jong en ik wil graag een succesvolle loopbaan opbouwen. Mijn toekomst ligt in Nederland.”
Umutoni ziet een toekomst in Nederland en in Rwanda niet zitten. “Misschien ga ik er een keer op
vakantie in mijn vaderland. Ik wil naar Angola, want daar komt mijn vriend vandaan. Ik denk dat ik
daar rustig kan leven. Ik ben van plan om daar stage te gaan lopen. Daarna beslis ik wat ik ga doen.”
MotivatieMotivatieMotivatieMotivatie
De sterke binding die de Afrikaanse diaspora jongeren voelen met hun geboorteland, komt tot uiting
door de projecten die ze hebben opgezet. En degenen die door omstandigheden geen projecten
hebben in hun land, blijven niet aan de zijlijn staan. Ze proberen hun bijdrage te leveren via allerlei
organisaties in Nederland. Maar wat is hun motivatie om betrokken te zijn in de ontwikkeling van hun
land? “Als student Internationaal en Europees recht, heb ik een sterk rechtvaardigheidsgevoel,” zegt
de Somalische Osman. “Ongelijkheid wil ik gewoon begrijpen. En als het even kan, daar iets tegen
doen.”
Televisiebeelden van oorlog en hongerende mensen in Somalië hebben Mohamed gemotiveerd om
actie te ondernemen. “Toen ik de beelden zag, dacht ik: ‘Dit zijn mijn landgenoten die honger hebben.’
Ik ben geraakt. Zodra het daar veilig is, ga ik daarheen om iets te doen. Het zit in mijn aard om niet
aan de zijlijn te blijven staan, maar om actie te ondernemen. Zo ben ik opgevoed.”
Hassan uit Somalië is ook geraakt door televisiebeelden. De disillusie was te groot. “Ik wilde
aanvankelijk niks te maken hebben met Somaliërs. Ik wilde Nederlander zijn. Maar tijdens mijn studie
draaide ik bij. Ik ging naar de bibliotheek om te zoeken naar redenen waarom mijn land in oorlog is. Ik
kwam erachter dat de oorlog ontstaan is door schaarste. Als er een tekort is aan eten en land, zullen
mensen vechten voor hun bestaan.”
De Soedanees Kelei is als vierjarige gerekruteerd als kindsoldaat om mee te vechten in de oorlog in
zijn land. Hij kon gelukkig ontsnappen. Vanaf zijn tiende, het moment dat hij naar Nederland kwam,
loopt hij rond met het idee om ooit iets te doen om het lijden in zijn land een halt toe te brengen.. “Mijn
11
vader is in oorlog geboren. Ik ben in geboren oorlog. En mijn kinderen zullen zeer waarschijnlijk ook in
oorlog geboren worden. Dat is te veel van het goede.”
Volgens Kelei doen grote internationale organisaties hun best, maar dat is voor hem niet goed genoeg.
“Ze geven de mensen voedsel, maar dat is niet de oplossing. Ze eten het op en dan is het einde
verhaal. Soedanezen moeten hun eigen problemen oplossen. Daarom pleit ik voor onderwijs voor mijn
volk. Mensen krijgen gereedschap om hun leven in te richten,” legt hij uit. “In Soedan is het bijna
onmogelijk om na je middelbare school verder te studeren. De kosten zijn te hoog. Dat betekent dat je
niet mee kan helpen om het land beter te maken. Daar moeten we iets aan doen.”
De Keniaan Maiyo heeft andere motieven om actie te ondernemen en betrokken te zijn bij zijn
vaderland. “In Kenia was ik journalist. Door mijn opleiding en mijn ervaring als journalist, ben ik
steeds meer ervan overtuigd geraakt dat ik sociaal actief moet zijn. Ik heb voorbeelden en de gevolgen
van slecht beleid en slecht functionerende overheid van dichtbij gezien.”
Yeboah heeft ook altijd mensen willen helpen en sociaal actief willen zijn. “Toen ik redelijk Nederlands
kon lezen, las ik de post voor mijn ouders en hielp ik mijn leeftijdgenoten met rekenen.” De Ghanees
vindt dat iedereen maatschappelijk betrokken moet zijn. “Je moet je omgeving positief beїnvloeden.
Proberen de sociaal-economische positie van mensen te verbeteren en ze op weg te helpen; niet
geldelijk, maar intellectueel door kennis te delen.”
Ahmed is naar Nederland gekomen op een zeer jonge leeftijd. Ze had toen nauwelijks onderwijs
genoten en moesten alles vanaf nul opbouwen. De Somalische heeft inmiddels twee mastertitels
achter haar naam. Hier haalt ze haar motivatie uit. “Ik kwam hier met een hele grote droom. Ik moest
veel hindernissen overwinnen. Maar mijn droom is werkelijkheid geworden. Ik ben gezegend, daarom
geloof ik dat als mensen kansen krijgen dat ze een verschil kunnen maken. Het is daarom mijn plicht
om mensen te helpen om zichzelf te ontwikkelen.”
Farah is drie jaar geleden echt begonnen met haar activiteiten bij de ontwikkelingsorganisatie HIRDA.
‘Mijn horizon is enorm verbreed nadat ik ben gestart bij de organisatie. Hierdoor heb ik ook veel van
mijn Somalische achtergrond geleerd maar er is ook een interesse ontstaan in international
development waarin ik ook mijn toekomst zie. Nu ben ik meer dan ooit gemotiveerd om me optimaal
in te zetten voor deze lijn van werken. Ik heb geleerd dingen te waarderen maar ook een kracht in
mezelf ontdekt waarvan ik niet wist dat ik die had.’
RemittancesRemittancesRemittancesRemittances
Veel migranten sturen geld naar hun familieleden in hun vaderland. Sturen jongeren ook geld naar
hun familie, vrienden en kennissen? Maiyo, Yeboah en Ahmed betalen de studiekosten van
familieleden. Ahmed: “Ik stuur ook geld naar mijn oude tantes, die weduwen zijn.” Yeboah: “Ik geef
geen geld voor luxegoederen als mobieltjes en merkkleding, alleen voor onderwijs, want dat betaalt
zich altijd terug.”
Kelei vindt geld sturen naar zijn familie een aangeboren plicht is. “Voor alle Afrikanen. Het is alleen
afhankelijk van of je het kan missen of niet. Ik doe wat ik kan voor mijn familie.” Mohamed stuurt ook
regelmatig geld naar zijn geboorteland. “Ik stuur geld om het land te helpen bouwen.”
“Of ik geld stuur naar familie, vrienden of kennissen, vind ik iets persoonlijks. Dat hoeft niemand te
weten,” zegt Umutoni. Farah en Hassan sturen wel geld naar familieleden in Somalië. “Ik stuur twee
keer per jaar geld. Ik stuur ook boeken,” zegt Hassan. “We sturen maandelijks geld naar mijn
grootmoeder,” aldus Farah.
12
VerplichtingVerplichtingVerplichtingVerplichting
De Afrikaanse diaspora jongeren vinden dat iedere jonge Afrikaan in Nederland achterom moet kijken
naar het vaderland. Ook als iemand niet op het continent is geboren, zijn of haar ouders komen er
vandaan. Maar hebben Afrikaanse jongeren een verplichting om zich in te zetten voor de ontwikkeling
van Afrika?
De Soedanees Kelei beantwoordt deze vraag met een volmondige ja. “Het is de verplichting van iedere
Afrikaan om te helpen met het opbouwen van zijn land. In Nederland hebben mensen gevochten voor
vrede en vrijheid voor toekomstige generaties. Het is mogelijk om dat ook te doen voor Afrika.
Afrikanen kunnen onmogelijk blij zijn met de televisiebeelden van oorlogen, kindsoldaten en
hongerende kinderen die onze huiskamers binnenkomen.”
Hassan vindt dat het verplicht moet zijn voor iedere jonge Afrikaan om te helpen om zijn land te
ontwikkelen. “De jongeren leven hier, maar het leven hier kan ook veranderen. De joden woonden
voor de Tweede Wereldoorlog al eeuwen in Europa, maar de situatie veranderde overnacht voor hen.
Ze werden vergast. Dat kan nu hier ook gebeuren. Daarom moeten Afrikaanse diaspora jongeren hun
vaderlanden ontwikkelen zodat als er iets gebeurt, dat ze naar hun land van herkomst kunnen
terugkeren zonder problemen.”
Umutoni vindt dat jongeren die naar Nederland zijn gekomen om economische redenen verplicht
moeten worden om iets te doen voor hun land. Voor vluchtelingen is ze wat coulanter. “Degenen die
naar Nederland zijn gekomen om economische redenen die niks doen, vind ik egoïstisch. Ze vergeten
dat er mensen zijn achtergebleven die hulp kunnen gebruiken. De vluchtelingen daarentegen moesten
hun hele leven achter zich laten. Als die niks doen, heb ik er begrip voor.” Er is nog een reden waarom
ze vindt dat Afrikaanse jongeren iets moeten doen. “Je moet altijd iets teruggeven, want in je land
liggen je roots.”
Ahmed vindt dat Afrikaanse diaspora jongeren zich verplicht moeten voelen om iets te doen voor hun
vaderland. Ze heeft begrip voor degenen die niks doen. “Sommige jongeren hebben oorlog
meegemaakt. Daardoor hebben ze alle vertrouwen in volwassenen verloren. We moeten de jongeren
daarom overtuigen en laten zien dat de situatie in Afrika aan het verbeteren is. We moeten ze ook
laten zien wat ze kunnen doen en hoe ze de zaken aan kunnen pakken om het verschil te maken. Dat
kan door ze in contact te brengen met andere jongeren die een verschil aan het maken zijn. Er zijn
jongeren die actief willen zijn, maar de drempel om actie te ondernemen is te hoog. Die drempel
moeten we verlagen.”
Geen verplicGeen verplicGeen verplicGeen verplichtinghtinghtinghting
Keniaan Maiyo vindt het een individuele zaak. “Je hebt mensen die behoefte hebben om zichzelf te
ontwikkelen. Je hebt ook mensen die het ontwikkelen van Afrika belangrijk vinden. Deze laatste
categorie mensen moeten we hebben, want als zij actief worden, is hun bijdrage vaak veel meer
waard.” Yeboah deelt die mening en gaat nog een stapje verder. “Je moet helpen, niet omdat je
Afrikaan bent, maar omdat je capaciteiten hebt.”
Mohamed vindt ook dat helpen om je land te ontwikkelen een individuele afweging is. “We hebben het
geluk gehad dat we in een betere situatie terecht zijn gekomen. Daarom moeten we iets doen,
bijvoorbeeld geld sturen of gewoon een huis bouwen in je stad of in je dorp. Als je dat doet, schep je
werkgelegenheid voor de mensen in je stad of dorp. Zij verdienen geld om hun kinderen te eten te
geven en ze naar school te sturen.”
13
Mohamed ziet veel jonge Afrikanen die geen bijdrage leveren. “Sommigen zeggen dat ze het te druk
hebben met werk of met school. Maar het is mogelijk om projecten te combineren met een fulltime
baan of studie, want er zijn veel mensen die dat wel doen. Dat kan dus geen smoes zijn. Sommigen
hebben gewoon geen belangstelling. Ze volgen niet eens het nieuws uit eigen land.”
Wat vindt Osman? “Het heeft totaal geen zin om jonge mensen te verplichten om iets te doen. Het
moet uit zichzelf komen. Je bereikt veel meer door jongeren te motiveren en te informeren. Je kunt ze
motiveren door ontwikkelingssamenwerking dicht bij hun belevingswereld te brengen. Je kunt
jongeren informeren door ze good practices te laten zien; wat wel en wat niet werkt in Afrika. Je kunt ook bijeenkomsten organiseren waar mensen die een positieve bijdrage hebben geleverd door kleine
dingen te doen, hun ervaringen te laten delen met jongeren. Het wordt voor de jongeren dan ook
herkenbaar en concreet.”
OudersOudersOudersOuders
Is er een verschil tussen de rol die de ouders van Afrikaanse diaspora jongeren spelen in de
ontwikkeling van hun land van herkomst anders die van de jongeren? Yeboah vindt van wel. “Mijn
ouders vertrokken uit Ghana met het idee dat het daar slecht was. Dat is een negatieve houding en
een ander beeld van het land. Ik zie vooral kansen, terwijl mijn ouders bedreigingen zien.”
Volgens Mohamed spelen de ouders vooralsnog een stevigere rol in de ontwikkeling van het
vaderland. “De ouders hebben daar een groot gedeelte van hun leven hebben doorgebracht. Ze
hebben daar hun vrienden, kennissen en netwerk. Ze zijn vaker beter op de hoogte vanwege hun
netwerk.”
Umutoni ziet dat er een groot verschil is. “Mijn vader heeft zijn hele leven in Rwanda doorgebracht. Ik
ben hier opgegroeid, maar ik heb de cultuur en de taal meegekregen. Toch denk ik dat jongeren meer
voor projecten gaan, terwijl hun ouders meer geld sturen.”
Osman deelt de mening van Mohamed en Umutoni. “Jongeren verkeren in een andere positie. Soms
zijn ze in Nederland geboren en ze wonen hier. Ze kennen de maatschappij waarin hun ouders zijn
opgegroeid minder goed.”
Kelei heeft een heel andere mening. “De ouders denken dat ze ooit teruggaan naar hun land. Hierdoor
leren ze bijvoorbeeld de Nederlandse taal niet. De jongeren daarentegen doen het goed. Ze spreken
de Nederlandse taal, zijn vaak hoogopgeleid en geïntegreerd. De jongeren snappen beter wat er nodig
is in de moderne wereld om Afrika te helpen.”
Nederlandse jongerenNederlandse jongerenNederlandse jongerenNederlandse jongeren
En is er een verschil tussen de rol die Afrikaanse diaspora jongeren spelen in de ontwikkeling van het
continent dan die van Nederlandse jongeren? Volgens Ahmed is het een wereld van verschil. “Als
Afrikaan word je makkelijker geaccepteerd in Afrika. Je kan bovendien wat makkelijker integreren in
zo’n samenleving. Een project van een Nederlander heeft, in mijn ogen minder kans van slagen op de
lange termijn. Ze weten niet altijd waar de mensen behoefte aan hebben.”
Yeboah sluit zich hierbij aan, maar gaat een stapje verder. “De inzet van Nederlandse jongeren vind ik
maf en verbazend. Ze vertrekken vanuit Nederland naar Afrika zonder vooraf zich te hebben verdiept
en contact te hebben gehad met desbetreffende bevolkingsgroep hier. Ze hebben bovendien vaak
zelfs een negatieve, arrogante kijk op hen hier. Als zij eenmaal in Afrika zijn geweest, komen ze
verbaasd terug: ‘Wat zijn die Afrikanen toch aardig!’ Dat vind ik denigrerend en paternalistisch. Het
getuigt niet van een volwaardige benadering. Dit merk je vooral wanneer men terugkomt en zich
meteen bombaardeerd tot expert..”
14
Kelei vindt ook dat er groot verschil is, maar juicht het toe dat er Nederlandse jongeren zijn die mee
willen helpen om Afrika verder te ontwikkelen. “Ik vind het fantastisch, maar als Nederlandse
jongeren projecten opzetten, moeten ze dat doen met Afrikanen. Die spreken de taal, snappen de
cultuur en weten hoe je bijvoorbeeld corrupte mensen kan omzeilen.”
Mohamed vindt het ook een goede zaak dat Nederlandse jongeren net als de Afrikanen zich inzetten
voor de ontwikkeling van Afrika. “Iedereen is welkom om te helpen om het continent vooruit te helpen.
De Nederlandse jongeren blijven niet langer dan 2 jaar maar het is beter dan niks.”
Hassan is het voor een deel het eens met Mohamed. “Ze zijn geen Afrikanen. Ik vind dat Afrikanen hun
problemen zelf moeten oplossen. Toch vind ik het een goed idee als Nederlandse jongeren mee willen
helpen met het ontwikkelen van ons continent.” Maiyo houdt een heel andere mening op na. “Ik heb
met veel diaspora jongeren gesproken die Nederland tijdelijk verlaten om tijdelijk in Afrika te settelen
en te werken. Dat zie ik veel Nederlandse jongeren niet snel doen.”
Geen verschilGeen verschilGeen verschilGeen verschil
Osman en Umutoni zien geen verschil tussen Afrikaanse diaspora jongeren en Nederlandse jongeren.
Umutoni: “Ze willen allebei helpen. Het zou wel verstandig zijn voor Nederlandse jongeren die iets
willen doen een Afrikaan in de gelederen te hebben. Hierdoor kan zo’n project meer impact hebben.
De beweegredenen om te helpen is anders voor Nederlandse jongeren dan voor Afrikanen. Ze willen
goed doen. Voor Afrikaanse jongeren zit het dieper. Het gaat om het land van hun ouders en
grootouders.”
“Als je niet tegen onrecht kan, wil je daar iets tegen doen,” zegt Osman. “Wat dat betreft hebben we
allemaal dezelfde rol en verantwoordelijkheden. Nederlandse jongeren hebben het geluk dat ze hier
geboren zijn, maar zij hadden ook evengoed in Afrika geboren kunnen worden.” Ook Farah ziet geen
verschil tussen de diaspora jongeren en Nederlandse jongeren. “Sterker nog; ik vind het een
toegevoegde waarde hebben! Hoe meer mensen meehelpen met het opbouwen van Afrika, hoe sneller
welzijn en welvaart kan komen daar.
Jongeren motiverenJongeren motiverenJongeren motiverenJongeren motiveren
Ten slotte, veel Afrikaanse diaspora jongeren voelen zich betrokken bij het land van herkomst en
dragen ontwikkelingssamenwerking een warm hart toe. Sommigen hebben zelfs eigen projecten
opgezet in Afrika. Degenen die door omstandigheden geen projecten hebben, sturen geld naar
familieleden, vrienden en kennissen. Maar er zijn ook jongeren die niet actief zijn. Hoe zouden we deze
jongeren kunnen betrekken bij de ontwikkeling van hun land?
Alle jongeren vinden dat degenen die niet actief zijn, gestimuleerd moeten worden om de handen uit
de mouwen te steken. Ahmed heeft suggesties: “We moeten een award in het leven roepen voor
jongeren die zich hebben inzetten voor Afrika of degenen die het beste idee hebben gelanceerd om
Afrika te ontwikkelen in het zonnetje zetten. De prijsuitreiking zou een jaarlijks terugkerend
evenement moeten zijn.”
Farah heeft ook een idee hoe jongeren betrokken kunnen worden in ontwikkelingssamenwerking. “Je
moet ze stimuleren door ze een goed concept aan te bieden en de projecten moeten aansluiting
hebben met de jongeren en hun leefwereld. Hierin moeten ze voorbeelden van zowel gefaalde en
geslaagde projecten te weergeven om zo negatieve aspecten maar ook de successen te laten zien.’
“Jongeren moeten bewust gemaakt worden van het feit dat ze een verschil kunnen maken,” zegt
Maiyo. “Als de boodschap duidelijk is, zullen de jongeren hun krachten bundelen en uiteindelijk actie
ondernemen. Jongeren moeten ook de mogelijkheid krijgen om deel te nemen aan programma’s
15
waarin zij zien hoe anderen verschil maken. Dat kan net de trigger zijn die iemand nodig heeft om
actief te worden.”
Mohamed heeft andere oplossingen voor ogen. “Degenen die nu betrokken zijn, moeten de jongeren
die niet actief zijn gewoon erbij betrekken. Verder moet er meer aandacht komen voor Afrika in het
nieuws, maar dan in positief opzicht zodat meer jongeren zich aangetrokken voelen tot het continent.”
Osman en Umutoni zien betere voorlichting over Afrika als dé oplossing voor betrokkenheid. Osman:
“We moeten jongeren vertellen over projecten die succesvol zijn geweest. Misschien raken ze
hierdoor geïnspireerd en hopelijk worden ze actief.”
“Je kunt jongeren tijdens een concert van bijvoorbeeld een bekende Afrikaanse artiest of een
toespraak van een beroemdheid voorlichting geven over de situatie in hun land van herkomst. Dat kan
zeer inspirerend werken om ze actief te krijgen,” zegt Umutoni. Yeboah gelooft in de twee i’s:
informeren en internaliseren. “Afrikaanse jongeren moeten vanuit Nederland worden geïnformeerd
over de mogelijkheden. Want van huis uit krijgen ze alleen te horen over de onmogelijkheden en de
problemen, maar niet over de kansen. Internaliseren houdt zelf initiatef in; zorg dat je meepraat over
het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingbeleid met organisaties die initiatieven ontplooien. En
zorg dat je de ontwikkelingssector informeert! Neem bijvoorbeeld projecten om meisjes naar school
te krijgen in Ghana omdat de positie van de vrouw slecht zou zijn. Dat is in het geval van bepaalde
regio’s in Ghana dus helemaal niet zo. Durf dat ook te zeggen.”
16
Voor de inventarisatie van de activiteiten van Afrikaanse diaspora jongeren hebben we de volgende Voor de inventarisatie van de activiteiten van Afrikaanse diaspora jongeren hebben we de volgende Voor de inventarisatie van de activiteiten van Afrikaanse diaspora jongeren hebben we de volgende Voor de inventarisatie van de activiteiten van Afrikaanse diaspora jongeren hebben we de volgende
mensen geïnterviewd: mensen geïnterviewd: mensen geïnterviewd: mensen geïnterviewd:
Naam: Kon Kelei
Geboortedatum: 1 januari 1983
Geboorteland: Soedan
Woonplaats: Nijmegen
Studie/Werk: afgestudeerd Internationaal en Europees recht
Naam: Josh Maiyo
Geboortedatum: 14 juni 1971
Geboorteland: Kenia
Woonplaats: Almere
Studie/Werk: projectmedewerker Hiv Vereniging.
Promovendi Politicologie Universiteit van Leiden
Naam: Khalid Mohamed
Geboortedatum: 18 maart 1984
Geboorteland: Somalië
Woonplaats: Den Haag
Studie/Werk: student bestuurskunde en overheidmanagement
Naam: Asha Osman
Geboortedatum: 25 juli 1985
Geboortelad: Somalië
Woonplaats: Utrecht
Studie/Werk: masteropleiding Internationaal en Europees recht
Naam: Khalid Hassan
Geboortedatum: 16 maart 1983
Geboorteland: Somaliland
Woonplaats: Delft
Studie/Werk: Financial controller
Naam: Natascha Umutoni
Geboortedatum: 24 september 1984
Geboorteland: Rwanda
Woonplaats: Breda
Studie/Werk: student International Business and Languages
Naam: Sahro Ahmed
Geboortedatum:
Geboorteland: Somalië
Woonplaats: Leiden
Studie/Werk: Freelance consultant Gender and Development
Naam: Suad Farah
Geboortedatum: 12 februari 1984
Geboorteland: Somalië
Woonplaats: Utrecht
Studie/Werk: communicatiemedewerker Hirda Foundation, student Journalistiek
Naam: Richard Yeboah
Geboortedatum: 5 juni 1979
Geboorteland: Ghana
Woonplaats: Lelystad
Studie/Werk: Programma coordinator IntEnt